www.researchportal.be - 4 Nov 2015 00:45:00
Onderzoeksprojecten (4000 - 4500 van 29735) IUS: Partnerprogramma met de Universiteit van Nairobi Universiteit Gent Abstract: De Institutionele Universitaire Samenwerking (IUS) omhelst een brede samenwerking op lange termijn tussen enerzijds een beperkt aantal universiteiten uit het Zuiden en anderzijds de Vlaamse universiteiten, gericht op de institutionele ontwikkeling in ruime zin van de universiteit in het Zuiden. Organisaties: • Directie Onderzoeksaangelegendheden
Onderzoekers: • Dirk De Craemer
Dialoog met consumenten over voedselveiligheid. Universiteit Antwerpen Abstract: Dialoog met consumenten over voedselveiligheid. Organisaties: • Engineering Management
Onderzoekers: • Lieve Goorden
Role of cytokine-serotonin, interaction in stress and depression. Universiteit Antwerpen Abstract: Role of cytokine-serotonin, interaction in stress and depression. Organisaties: • Medische biochemie
Onderzoekers: • Simon Scharpe
Origins of security and insecurity : the interplay of housing systems with, jobs, household structures, finance and social security. (OSIS) Universiteit Antwerpen Abstract: Origins of security and insecurity : the interplay of housing systems with, jobs, household structures, finance and social security. (OSIS) Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Luc Goossens
Identificatie van een gen voor bipolaire affectieve aandoening in chromosoomregio 8q24. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project is gebaseerd op de koppelingsresultaten van een recent uitgevoerde genoomscan in farmlies met BPAD (Cichon et al., 2001) en zal zich voornamelijk richten op de aanwezigheid van LD in een gebied op chromosoom 8q24, omdat hier het sterkste bewijs voor koppeling werd gevonden, om dan tenslotte het gen dat betrokken is bij de ontwikkeling van BPAD te identificeren. De identificatie van een ziekteveroorzakend gen zal ons in staat stellen de aard van de overeenkomstige genprodukten en hun ziekte veroorzakende afwijkingen te begrijpen. Dit inzicht in de etiologie van BPAD zal perspectieven openen voor nieuwe diagnostische en therapeutische toepassingen. In deze studie streven wij volgende concrete objectieven na: in een eerste stap, zal een fijnmapping uitgevoerd worden om de koppelingspiek te verfijnen en een kandidaatgebied op 8q24 af te bakenen. Vervolgens zullen Single Nucleotide Polymorphisms (SNPs) geselecteerd worden in de kandidaatregio en zal een PCR-strategie ontwikkeld worden voor de genotypering met de Pyrosequencer(TM). Om systematisch onderzoek naar LD mogelijk te maken, vereist dit de genotypering van SNPs in grote sets van niet-verwante patiënten met BPAD (n=300) en gezonde controlepersonen (n=300), alsook in sets van BPAD patiënten en hun ouders ('trios', n=180). LD en haplotype analyses zullen dan uiteindelijk leiden tot een gen dat betrokken is bij de ontwikkeling van BPAD. Verder onderzoek zal zich richten op de structuur en functie van het geïdentificeerde gen. De stratege hiervoor zal sterk afhankelijk zijn van de aard van het ge'identificeerde gen. Organisaties: • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Christine Van Broeckhoven • Sven Cichon
Organisatie congres : "Development Cooperation and Poverty Reduction Strategy Papers : Challenges for Belgian Development Agencies". Universiteit Antwerpen Abstract: Organisatie congres : "Development Cooperation and Poverty Reduction Strategy Papers : Challenges for Belgian Development Agencies". Organisaties: • Instituut voor Ontwikkelingsbeleid en -beheer - overige
Onderzoekers: • Robrecht Renard
Publicatie : bijdrage W. Decleir in tijdschrift "DE MENS". Universiteit Antwerpen Abstract: Publicatie : bijdrage W. Decleir in tijdschrift "DE MENS". Organisaties: • Moleculaire Plantenfysiologie en Biotechnologie
Onderzoekers: • Roland Caubergs
Organisatie rechtstreekse dialoog met consumenten (2-3 oktober 2004) : Acceptatiegraad van risico's ivm voedselveiligheid in functie van technische en economische imperatieven. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De Koning Boudewijnstichting organiseert in september 2004 een dialoog met consumenten over het thema voedselveiligheid. Hiervoor worden 6000 personen gecontacteerd per brief, en wie interesse heeft om deel te nemen kan dit laten weten. Uit de geïnteresseerden dienen 30 personen te worden geselecteerd voor deelname aan het consumentenpanel. De onderzoeksgroep TOR begeleidt de Koning Boudewijn Stichting bij deze selectie, waarbij een optimale spreiding op diverse socio-demografische kenmerken wordt nagestreefd. Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • IGNACE GLORIEUX • Ilse LAURIJSSEN
Contribution à l'atelier Tunis Universiteit Gent Abstract: Ondersteuning van een opleiding rond het gebruik van moderne geomatica technieken bij de bescherming van het cultureel en natuurlijk erfgoed. Organisaties: • Vakgroep Geografie
Onderzoekers: • Philippe De Maeyer
Test of ability of three compounds to inhibit the chemoattraction of murine 5T2MM and T33MM cells in vitro, according to the methods of Vanderkerken "monocyte chemoattractant protein- (MCP-1) ..... Vrije Universiteit Brussel Abstract: confidential Organisaties: • Immunologie en Microbiologie
Onderzoekers: • Karin VANDERKERKEN
Wetenschappelijk Onderzoek: Gemeenschappelijke onderzoeksteams Universiteit Gent Abstract: Doel van het project is om het concept van de gemeenschappelijke onderzoeksteams waarvan de oprichting is voorzien in het Kaderbesluit van 13 juni 2002 inzake gemeenschappelijke onderzoeksteams en in artikel 13 van de overeenkomst van 29 mei 2000 betreffende de wederzijdse rechtshulp in strafzaken te bestuderen in zijn operationele fase. Meer bepaald is het de bedoeling om het proces van totstandkoming en de verdere effectieve werking van gemeenschappelijk onderzoeksteams te bestuderen en evalueren. Hierbij wordt aandacht besteed aan de wettelijke aspecten, maar ook de sociologische en politieke aspecten van het proces worden geëvalueerd. Organisaties: • Vakgroep Strafrecht en criminologie
Onderzoekers: • Gert Vermeulen
Project Edison. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project laten we jongeren kennis maken met een vaak vergeten aspect van wetenschappen: wetenschappelijk onderzoek bedrijven om te komen tot een product, wetenschap studeren als voorbereiding op een toekomst als ondernemer en industrieel. Via een trapsgewijze wedstrijd leiden we jongeren eerst langs de grote voorbeelden, om als eindpunt een eigen wetenschapsproject met economische finaliteit uit te werken. We sturen hen in een zelfstandige zoektocht, waarin ze de wetenschappers achter s'werelds grootste bedrijven ontdekken (Bayer, Solvay, Kodak, Microsoft'). Hiervoor bieden we een quiz aan, waarin vragen over bedrijven moeten beantwoord worden, uiteraard bedrijven die wij van tevoren uitzoeken omdat ze door wetenschappers gesticht zijn. Wie met succes deze eerste stap door komt, gaat naar fase twee: een voorstel indienen van een wetenschappelijk onderzoek dat leidt tot een (denkbeeldig) nieuw product. Om ideeën te verzamelen gaan de deelnemers daarvoor op studiereis naar wetenschaps-en industriemuseum La Vilette in Parijs, waar ze als echte ondernemers op seminarie samen met de projectleider brainstormen over hun voorstel. Uit de ingediende voorstellen wordt een selectie gemaakt voor de laatste fase: volledige (theoretische) uitwerking van alle fasen van het wetenschappelijk onderzoek dat nodig is om te komen tot het product, tot en met een commerciële voorstelling voor een jury van potentiële investeerders. Uiteindelijk volgen de laureaten in verschillende groepen: het meest inventieve product, grootste wetenschappelijke uitdaging, beste commercieel perspectief'. In alle fases van de wedstrijd worden de deelnemers begeleidt door de projectmedewerker, die hen in contact brengt met de bedrijven die de know-how hebben om hun idee kunnen uit te werken, en die dus de nodige technische informatie kunnen verschaffen. Het project zit zo in de multidisciplinaire context tussen wetenschap, economie en management. De jongeren worden begeleidt in hun zoektocht naar experts uit de industrie. De informatie in de startfase vinden ze via een gestuurde zoektocht op het internet. De wetenschappelijke onderbouwing van hun voorstel wordt opgevolgd door de projectmedewerker, en door de onderzoekslabo's waarmee ze in contact komen. Organisaties: • Biofysica en Biomedische Fysica
Onderzoekers: • Joris Dirckx
Het welbevinden van functioneren van directies basisonderwijs. (OBPWO 2003) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het onderzoek gaat na welke school-, persoonsgebonden en omgevingsfactoren samenhangen samen met het functioneren en het welbevinden van directeurs (afhankelijke variabelen) in het basisonderwijs. Daarnaast wordt nagegaan of er een verschil is in welbevinden naargelang het taakprofiel van de directeur, zijn leidinggevende competenties en zijn beslissingsstijl. Verder wordt ook de relatie onderzocht tussen schoolcultuur en het welbevinden van de leerkrachten met het functioneren en het welbevinden van de directeurs. Op basis van semigestructureerde interviews en vragenlijsten bij directies en leerkrachten wordt het welbevinden en het functioneren van de directies en het welbevinden van leerkrachten in het basisonderwijs verduidelijkt. Organisaties: • Lerarenopleiding
Onderzoekers: • NADINE ENGELS • Gwendoline HOTTON
Gebruik van electronemicroscopen in de Nematologie - electronenmicroscopische analyse Universiteit Gent Abstract: Het akkoord omvat de samenwerking tussen het VIB en de sector nematologie voor het gebruik van de TEM faciliteiten. Gebruik van electronemicroscopen in de Nematologie - electronenmicroscopische analyse. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Gaetan Borgonie
Student in de 21ste eeuw. Wegen naar alternatieve studiefinanciering voor het hoger onderwijs. Universiteit Antwerpen Abstract: Student in de 21ste eeuw. Wegen naar alternatieve studiefinanciering voor het hoger onderwijs. Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Bea Cantillon
Studie van deeltjes- en ladingstransport in elektroforetische display systemen Universiteit Gent Abstract: Geladen deeltjes in een vloeistof bewegen als een elektrisch veld wordt aangelegd. De beweging wordt bepaald door de richting en de sterkte van het elektrisch veld, de lading, de mobiliteit en de diffusieconstante van de deeltjes in de vloeistof. Een door de UGent ontwikkeld 2D simulatieprogramma zal getest worden, en de resultaten zullen naast metingen worden gelegd. Organisaties: • Vakgroep Elektronica en informatiesystemen
Onderzoekers: • Kristiaan Neyts
Eigen initiatief : HIV/AIDS/TB care and referral systems across levels of care (from community to tertiary AIDS clinic) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Overall developmental objective: To improve HIV/AIDS/TB/STI care across all levels of care (from community to tertiary care) in the pilot project area. HIV/AIDS, TB and STI are priority diseases in South Africa and Limpopo Province. The management of these diseases is difficult and complex. The already weak health care system in Limpopo Province cannot cope with the additional HIV/AIDS/TB/STI burden. Existing policies and management guidelines are not or poorly implemented. Current initiatives in the field are not well coordinated. This project aims at improving the care for HIV/AIDS/TB/STI patients in the project area through the innovative implementation of the available policies and guidelines and through the strengthening of the health care systems. The continuity of care will be assured by providing services across levels of care. The project will increase the coordination of different initiatives and role players. The project would like to develop the project area into a center of excellence for training and referral. Overall academic objective: To support and develop the HIV/AIDS/TB/STI module of the PHC Nurse training at the University of the North. The University of the North will start offering PHC Nurse training early 2004. The training has been accepted by the Provincial Department of Health and Welfare, but still needs further approval by the Nursing Council. The main problems, identified during a two-day stakeholder workshop (11 and 12 June 2003), are inappropriate staff, training sites, materials and methods and evaluation of training. This project aims at supporting the HIV/AIDS/TB/STI module of the PHC Nurse training by offering technical and logistical support. Organisaties: • Maatschappelijke Gezondheidszorg
Onderzoekers: • Peter DELOBELLE • ANNE-MARIE DEPOORTER
Functionele biopeptiden in de biggenvoeding Universiteit Gent Abstract: Een concept wordt ontwikkeld waarbij in situ d.i. in het spijsverteringskanaal (SVK) van biggen, functionele biopeptiden worden aangemaakt uit allerlei voedereiwitten, door dier-eigen proteasen, doch vooral door gerichte toepassing van exogene proteasen, met speciale aandacht voor hun potentiële immuno-modulerende en antibacteriële activiteit met inbegrip van hun repercussies op de gezondheid en de uiteindelijke prestaties van gepeende biggen. Organisaties: • Vakgroep Dierlijke productie
Onderzoekers: • Stefaan De Smet
Gentechnologie. Universiteit Antwerpen Abstract: Jongeren van vijf Vlaamse scholen krijgen de mogelijkheid om op een interactieve manier kennis te maken met enkele gentechnologische technieken. Dit houdt in dat zij onder andere op het terrein actuele en wetenschappelijke informatie verzamelen en in discussie treden met enkele wetenschappers en deskundigen over de ethische en sociale implicaties van gentechnologie. Het project beoogd samenwerking tussen leerlingen, leerkrachten van verschillende disciplines, wetenschappers en bedrijven die gentechnologie toepassen. Organisaties: • EduBROn
Onderzoekers: • Peter Van Petegem
Samenwerking tussen UA en SRCB op gebied van longrevalidatie. Universiteit Antwerpen Abstract: Samenwerking tussen UA en SRCB op gebied van longrevalidatie. Organisaties: • Laboratorium Experimentele geneeskunde en Pediatrie (LEMP)
Onderzoekers: • Wilfried De Backer
Uitbouw van een Vlaamse pilot-gridinfrastructuur. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in het initiatief van de Vlaamse regering tot uitbouw van een pilot gridinfrastructuur in Vlaanderen. Een dergelijke infrastructuur moet de Vlaamse onderzoekers toelaten om ervaring op te doen met gridtechnologieën, aan te sluiten bij Europese gridprojecten en toegang te krijgen tot internationaal beschikbare reken- en opslagcapaciteit. Gridtechnologieën bieden een enorm potentieel. Grid maakt computing en data resources die wereldwijd verspreid zitten beschikbaar op een manier die lijkt alsof ze vanuit één bron beschikbaar zijn via het Internet. Grid technologieën zullen een heel andere manier van werken over het Internet mogelijk maken, gebaseerd op virtuele organisaties en wereldwijde samenwerkingsverbanden. Ook zullen gridtechnologieën het mogelijk maken om veel grotere en meer complexe wetenschappelijke vraagstukken te onderzoeken. Organisaties: • Modeleren van Systemen en Internet Communicatie (MOSAIC)
Onderzoekers: • Jan Broeckhove
Studiedag : Zaken voor de Kunst.(6 mei 2004 - Kunstcentrum deSingel) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Op 6 mei organiseert het steunpunt re-creatief Vlaanderen een studievoormiddag in deSingel te Antwerpen. In de muziek- en de podiumkunstensector is het behalen van een minimum aan eigen inkomsten door gesubsidieerde organisaties sedert enkele jaren een vast gegeven van het subsidiebeleid. De praktijk wijst uit dat vooral de inkomsten uit bedrijfssponsoring voor die organisaties vrij gering zijn. Daarom lanceerde de afdeling Muziek, Letteren en Podiumkunsten van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap eind 2000 een oproep om een onderzoeksproject uit te werken dat moest peilen naar mechanismen en processen die spelen binnen de praktijk van bedrijfssponsoring in de sector van muziek- en podiumkunsten. Deze opdracht resulteerde in het onderzoeksrapport 'Zaken voor de kunst - Onderzoek naar de mechanismen en processen binnen de muziek en podiumkunsten in Vlaanderen anno 2003', uitgevoerd door Prof. dr. Katia Segers en Bram Lievens van de Vrije Universiteit Brussel. Organisaties: • Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • KATIA SEGERS
Connectiviteit van bermen voor het klaverblauwtje in de provincie Limburg. Universiteit Antwerpen Abstract: Connectiviteit van bermen voor het klaverblauwtje in de provincie Limburg. Organisaties: • Dierenecologie
Onderzoekers: • Erik Matthysen
Onderzoek naar de economische impact van de uitbreiding van de hub-activiteiten van het koeriersbedrijf DHL op de luchthaven van Zaventem. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Regional Economic Impact Study of the extension project at Brussels Airport. Analysis of qualitative elements such as employment characteristics, impact on regional competitiveness, impact on the development of Brussels Airport, interaction between passenger and cargo flows, analysis of corporate strategy of integrators. Multi-criteria analysis of different development strategies, with integration of ecological criteria, in coordination with other consultants. This study served as the basis for the political decision of the Belgian Federal Government in this matter. DHL was closely involved as a stakeholder. Organisaties: • Bedrijfseconomie en Strategisch Beleid
Onderzoekers: • ALAIN VERBEKE • Michael DOOMS • CATHY MACHARIS
Ontwikkeling van een model voor onstabiele atherosclerotische plaques. Universiteit Antwerpen Abstract: De studie van de stabilisatie van atherosclerotische plaques wordt bemoeilijkt door het ontbreken van een geschikt diermodel. Om een model voor onstabiele atherosclerotische plaques te ontwikkelen, zullen we stoffen onderzoeken die de transitie van een stabiele naar een onstabiele plaque kunnen bevorderen. Organisaties: • Fysiofarmacologie (FAR)
Onderzoekers: • Guido De Meyer
Een alternatief voor armoedeonderzoek en -beleid in Rwanda : implicaties voor armoedebestrijdingsstrategieën (PRSP) Universiteit Antwerpen Abstract: Een alternatief voor armoedeonderzoek en -beleid in Rwanda : implicaties voor armoedebestrijdingsstrategieën (PRSP) Organisaties: • Instituut voor Ontwikkelingsbeleid en -beheer - overige
Onderzoekers: • Stefaan Marysse
De stigmatisering van personen met psychosociale problemen in professionele hulpverlening: een organisatiesociologische studie van de determinanten van en de gevolgen voor de levenskwaliteit Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoek focust op de stigmatisering van personen met psychosociale problemen in Vlaamse instellingen uit de geestelijke gezondheidszorg. De effecten van deze stigmatisering op de levenskwaliteit van de cliënten worden nagegaan, alsook de determinanten van stigma-ervaringen, met bijzondere aandacht voor de rol van organisatiekenmerken. Organisaties: • Vakgroep Sociologie
Onderzoekers: • Piet Bracke
Uitvoeren van rekmetingen op bruggen KW03, KW04 en KW05, conform bestek 6_380 Universiteit Gent Abstract: Het uitvoeren en rapporteren van rekmetingen op: - KW03: Stalen boogbrug met laaggelegen betonnen dek - KW04: Stalen boogbrug met hooggelegen betonnen dek - KW05: Stalen boogbrug met orthotroop stalen dek, ter controle van het ontwerp en de uitvoering. Organisaties: • Vakgroep Civiele techniek
Onderzoekers: • Julien De Rouck
Regional integration, state-building and conflict settlement in Europe and Asia.(Brussel, 11-12 oktober 2004) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Politiek Organisaties: • Politieke Wetenschappen
Onderzoekers: • BRUNO COPPIETERS
Opmaken van een stand van zaken over de opvang van hoogbegaafde leerlingen binnen het basisonderwijs met de bedoeling deze waar nodig bij te sturen. Universiteit Antwerpen Abstract: Op basis van een grondige literatuurstudie van de internationale publicaties aangaande onderwijsstrategieën voor hoogbegaafde leerlingen, worden een aantal 'kritische succesfactoren' gedistilleerd. In een volgende fase wordt via een vragenlijst nagegaan in welke mate deze elementen aanwezig zijn in de Vlaamse basisscholen. Deze lijst wordt verspreid via de VOZO-opleidingen van de Vlaamse hogescholen. Op basis van de resultaten wordt de stand van zaken geëvalueerd en worden aanbevelingen geformuleerd voor de toekomst. Aangezien op dit moment het beleid voor de komende jaren wordt uitgestippeld, wordt gezocht naar enkele suggesties die de overheid in haar beleid kan opnemen. Naast een analyse van het bestaande beleid, bestaat dit onderdeel uit gesprekken met vertegenwoordigers van de onderwijspraktijk en van het beleid. Op die manier wordt een geïntegreerde visie verkregen die het standpunt van scholen, beleid en inspectie belicht. Het theoretische luik van het project omvat een literatuurstudie van toonaangevende hedendaagse opvattingen over hoogbegaafdheid en de gerelateerde problematiek, evenals een omschrijving van de aanbevolen technieken voor de begeleiding van hoogbegaafde leerlingen. Ook de problematiek van het onderpresteren en van de combinatie van hoogbegaafdheid met leermoeilijkheden zijn onderwerpen die aan bod komen. Organisaties: • Centrum voor begaafdheidsonderzoek
Onderzoekers: • Tessa Kieboom
Innovatieve en duurzame oppervlaktebehandelingen van flexibele materialen Hogeschool Gent Abstract: Algemene en specifieke technologieverspreiding / sensibilisering omtrent atmosferische plasmabehandeling van flexibele materialen zoals textiel, plastics, papier, e.d. Organisaties: • Departement Toegepaste Ingenieurswetenschappen • Vakgroep Textieltechnologie
Onderzoekers: • Tom Van Hove • Marc Van Parys
A scientific Training for High Education iNitiatives in Art conservation (ATHENA). Universiteit Antwerpen Abstract: A scientific Training for High Education iNitiatives in Art conservation (ATHENA). Organisaties: • AXES
Onderzoekers: • Koen Janssens
Introductie van permanente hydrofiele/hydrofobe oppervlaktekarakteristieken tijdens de extrusie van garens & bandjes. Universiteit Antwerpen Abstract: Introductie van permanente hydrofiele/hydrofobe oppervlaktekarakteristieken tijdens de extrusie van garens & bandjes. Organisaties:
• Massaspectrometrie (Mitac 5)
Onderzoekers: • Luc Van Vaeck
Dominantie, reproductief succes en reproductieve investering van mannelijke Amerikaanse bizonstieren (Bizon bison) in semi-natuurlijke condities. Universiteit Antwerpen Abstract: Bij vele soorten bestaat er voor mannelijke dieren een nauw positief verband tussen dominantiepositie en reproductief succes. Ondergeschikte mannen zullen alternatieve paarstrategieën nasteven. De dominantiepositie wordt beïnvloed door verschillende individuele kenmerken, zoals leeftijd en gewicht, maar ook door groepskenmerken, zoals groepssamenstelling, groepsgrootte en leeftijdsstructuur. Voor bizonstieren (Bison bison) resulteert het korte paarseizoen (rut) in een maximale inzet in een minimaal tijdsbestek. Bizonstieren vertonen extreme competitie in deze periode en dit heeft gevolgen voor de onderlinge relaties tussen de stieren. De hoofddoelstelling van de studie is het bestuderen van de intaseksuele competitieve relaties tussen Amerikaanse bizonstieren en het nagaan van hun paarstrategieën in semi-natuurlijke condities. Hiervoor zullen de dominantieverhoudingen tussen de stieren, hun reproductief succes en reproductieve investering worden onderzocht. Het effect van individuele kenmerken (gewicht en leeftijd) en van groepskenmerken (groepssamenstelling, -grootte en leeftijdscombinaties) zal worden nagegaan. De link naar de encocrinologie wordt gelegd door de analyse van concentraties aan stress- en sekshormonen (cortisol en testosteron) van de bestudeerde dieren. Uit observaties is vroeger afgeleid dat de meest dominante mannen een zeer hoog reproductief succes behalen, maar door het ontbreken van paterniteitsgegevens is deze veronderstelling nooit bewezen. In de studie zal het reproductief succes van elke stier op een zeer betrouwbare manier worden bepaald aan de hand van DNA-analyses. Reproductieve investering zal gekwantificeerd worden om na te gaan of er 1) een stijging is met de leeftijd en 2) een verandering tijdens de rut in functie van tijd en status. De dominantieverhoudingen zullen bepaald worden door observatie van agonistische gedragingen in twee verschillende periodes: 1) tijdens de rut, wanneer er competitie is voor partners, en 2) tijdens de winter, wanneer er voornamelijk voedselcompetitie optreed. Tijdens deze observaties zullen meststalen worden verzameld die geanalyseerd worden om testosteron- en cortisolniveaus te bepalen. Eens per jaar worden de dieren gewogen en kunnen bloedstalen worden verzameld. Uit deze stalen kan via de paterniteitstesten het effectieve reproductieve succes van de stieren worden bepaald, wat dan vergeleken wordt met de geobserveerde copulaties van het voorgaand paarseizoen. Reproductieve investering wordt gekwantificeerd aan de hand van het meten van de tijdsbudgetten van de dieren en de mate waarin ze risicovolle agressies aangaan. Ondanks hun toenemende economische waarde bestaat er nog steeds een gebrek aan kennis over de reproductieve strategieën en de seksuele competitie tussen bizonstieren. Organisaties: • Functionele morfologie
Onderzoekers: • Catherine Roden • Peter Aerts
Is de GABA-A receptor een therapeutische target voor het fragiele X syndroom ? Universiteit Antwerpen Abstract: Recent vonden wij differentiële expressie van de the delta subunit van de ?-aminobutyric acid type A (GABAA) receptor in de hersenen van de fragiele X knockout muis, een diermodel voor de meest frequente vorm van familiaire mentale retardatie. GABAA receptors spelen moelijk een rol in anxiety, epilepsie, en leer- geheugenprocessen Diverse drugs binden aan de receptor. Dit project beoogt ons inzicht in de rol van de GABAA receptor in het fragiele X syndroom op te helderen gebruik makend van moleculaire technieken. Organisaties: • Cognitieve Genetica (COGNET)
Onderzoekers: • Frank Kooy
Strategische visie Vlaams Patiëntenplatform (VPP) in een toekomstige gezondheidszorg waarin de noden van de patiënt centraal staan. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Strategische visie Vlaams Patiëntenplatform (VPP) in een toekomstige gezondheidszorg waarin de noden van de patiënt centraal staan. Organisaties: • Medische Sociologie
Onderzoekers: • FREDDY LOUCKX • Christophe VANROELEN
Redaktie van het IPrA tijdschrift "Pragmatics" en organisatie van de tweejaarlijkse International Pragmatics Conferences. Universiteit Antwerpen Abstract: Redaktie van het IPrA tijdschrift "Pragmatics" en organisatie van de tweejaarlijkse International Pragmatics Conferences. Organisaties: • Antwerps Centrum voor Pragmatiek (IPrA Research Center)
Onderzoekers: • Jozef Verschueren
Land use changes and water/soil quality in the HCM city-Vung Tau Harbour area (South Vietnam) Vrije Universiteit Brussel Abstract: De laatste 10 jaar heeft de Vietnamese economie een snelle groei ondergaan. Omwille van deze groei hebben verschillende landgebruik wijzigingen plaatsgevonden, vooral in de snel ontwikkelende gebieden, zoals het gebied tussen HCM city en de Bay of Vung Ganh Rai, wat het studiegebied vormt van dit project. Het project is complementair aan de Vietnamees-Belgische strategische milieu effect rapportage studie van het Vung Tau gebied (DWTC studie). Het richt zicht voornamelijk op essentiële aspecten die niet gedekt zijn door de DWTC studie. Het doel van dit project is het identificeren van landgebruik wijzigingen gedurende de laatste 10 jaar (1995-2005) en het identificeren van de water en bodem kwaliteit in ditzelfde gebied. Dit zal uitgevoerd worden met behulp van 'Geographic Information Systems' (GIS) en metingen van de water en bodemkwaliteit. Organisaties: • Menselijke Ecologie
Onderzoekers: • David PROOT • LUC HENS
Functionele en moleculaire karakteristieken van cardiaal endotheel als modulator van mechanische prestatie en regeneratie van de hartspier. Universiteit Antwerpen Abstract: Cardiaal endotheel, een essentiële functionele en structurele component van het hart, zal worden bestudeerd om de volgende twee vragen te beantwoorden: 1.Is er een fysiologische en moleculaire basis voor een interactie tussen volwassen beenmerg stamcellen en cardiale endotheelcellen? Deze vraag is relevant in de context van de toenemende evidentie voor een regeneratieve capaciteit van het hart door middel van een recrutering van circulerende stamcellen. 2.Wat is de fysiologische betekenis van de recent aangetoonde moleculaire differentiatie van cardiaal endotheel in vergelijking met vasculair endotheel uit de aorta? Deze studies hebben de potentie om nieuwe voordien onvermoede functies van het cardiaal endotheel als modulerende structuur van het hart aan te tonen. Organisaties: • Menselijke fysiologie en pathofysiologie
Onderzoekers: • Gilles De Keulenaer
Participatiebarometer. De ontwikkeling van een instrumentarium voor het meten van participatie van leerkrachten en ouders. Universiteit Antwerpen Abstract: De overheid hecht meer en meer belang aan participatie van de verschillende onderwijsactoren. Daarbij klinkt de roep om participatie als een geïntegreerd schoolgebeuren te beschouwen. Om haar participatiebeleid te evalueren heeft de Vlaamse overheid nood aan objectieve gegevensverzameling vanuit deze geïntegreerde benadering. Meer bepaald dient een instrumentarium te worden ontwikkeld dat ons in staat stelt om de participatie van de verschillende onderwijsactoren te meten. Een dergelijk instrument is reeds eerder ontwikkeld om leerlingenparticipatie in kaart te brengen. Dit onderzoek heeft tot doel een instrumentarium te ontwikkelen m.b.t. participatie van leerkrachten en ouders, dat geïntegreerd kan worden met het bestaande instrument voor leerlingenparticipatie. Organisaties: • EduBROn
Onderzoekers: • Peter Van Petegem • Paul Mahieu
Ontwikkeling van nieuwe brandstofmotor inclusief de maatschappelijke dimensie (Clean Technology and Public Transport, CTPT) Universiteit Gent Abstract: Het project kadert binnen de wetenschappelijke werkzaamheden van het Instituut Duurzame Mobiliteit (IDM) en kreeg uitwerking in het proefproject 'waterstof als milieuvriendelijk alternatief voor diesel of benzine' waarbij een autobus werd omgebouwd zodat de motor geschikt is voor de brandstof 'Hythane'. Dit is een brandstofmengsel van aardgas en waterstof wat resulteert in een zeer sterke reductie van schadelijke emissies. Organisaties: • Vakgroep Civiele techniek
Onderzoekers: • Georges Allaert
Milieu- en natuurrapport Vlaanderen. Themarapport MIRA-T 2004. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project wordt door het departement STEM uitgevoerd. STEM is co-auteur voor Milieu- en natuurrapport Vlaanderen, MIRA-T 2004 voor wat betreft het hoofdstuk over de milieudruk die ontstaat uit de energiesector in Vlaanderen. STEM is ook co-auteur voor het wetenschappelijk rapport van dit hoofdstuk. Organisaties: • Engineering Management
Onderzoekers: • Aviel Verbruggen
Verwerking enquêtes jongeren in de leertijd en in het deeltijds beroepssecundair onderwijs (DSBO). Universiteit Antwerpen Abstract: Verwerking enquêtes jongeren in de leertijd en in het deeltijds beroepssecundair onderwijs (DSBO). Organisaties: • Accountancy en financiering
Onderzoekers: • Eddy Laveren
1)Detecteren van nieuwe vormen van sociale onrechtvaardigheid. 2) 2007 : Deelname vergaderingen decoderingscomité (ov 25/5/2007) Vrije Universiteit Brussel Abstract: abstract niet beschikbaar. Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • IGNACE GLORIEUX
Activatie en sesitizatie van cutane afferente nociceptoren na intradermale toediening van Endotheline-1 (ET-1). Universiteit Antwerpen Abstract: In het kader van dit onderzoek zal de voorheen vergaarde wetenschappelijke informatie betreffende de rol van Endotheline-1 als pijnmediator, nu onderzocht gaan worden en verder geëvalueerd worden bij gezonde vrijwilligers. Hierbij zal de ontwikkeling van een cutane hyperalgesie na intradermale toediening van Endotheline-1 bij deze vrijwilligers onderzocht worden, en gebruik makende van quantitatieve sensoriële onderzoeken. Organisaties:
• Translationele Neurowetenschappen (TNW)
Onderzoekers: • Guy Hans
Publicatie huldeboek G. Kums & H. Roeffaers Universiteit Antwerpen Abstract: Publicatie huldeboek G. Kums & H. Roeffaers Organisaties: • Departement Letteren - overige
Onderzoekers: • Elisabeth Bekers
Een wereld van (on)verschil. Tweesprakencyclus over diversiteit en marginalisering in noord en zuid. Universiteit Antwerpen Abstract: De tweesprakencyclus wil de verbanden tussen `hier' en `ginds' benadrukken, zowel gelijkaardigheden als verschillen en met bijzondere aandacht voor wederzijdse inwerking. Vanuit een betere kennis van de eigen samenleving kunnen we beter reflecteren over het zuiden en kweken we een gevoeligheid voor de debatten over diversiteit en marginalisering in de eigen samenleving. Organisaties: • Instituut voor Ontwikkelingsbeleid en -beheer - overige
Onderzoekers: • Tom De Herdt
Wetenschappelijk en technische ondersteuning van activiteiten v/h kabinet leefmilieu omtrent de milieubeleidsvelden die behoren tot de federale bevoegdheid. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het project omvat volgende taken: 1) Het voorbereiden van documenten die mogelijk maken een beleid rond fijn stof te initiëren en uit te bouwen. In een eerste fase zullen volgende documenten worden voorbereid: - Basiselementen van een Federaal Plan voor Reductie van Deeltjesvervuiling - Gevoerde Beleid in het Kader van Fijn Stof in het Buitenland 2) Op basis van deze documenten zullen, in samenspraak met het kabinet, initiatieven genomen worden om middels overleg en wetenschappelijk onderbouwd de beleidsvoornemens te verfijnen. Deze initiatieven zullen met rapporten worden gedocumenteerd. 3) Deelname aan de noodzakelijke vergaderingen. Organisaties: • Menselijke Ecologie
Onderzoekers: • David PROOT • LUC HENS
Connectiviteit van bermen voor enkele vlindersoorten in de provincie Antwerpen. Universiteit Antwerpen Abstract: Connectiviteit van bermen voor enkele vlindersoorten in de provincie Antwerpen. Organisaties: • Dierenecologie
Onderzoekers: • Erik Matthysen
Subsidie aan het L.P. Boon-documentatiecentrum. Universiteit Antwerpen Abstract: Wetenschappelijke editie in vierentwintig delen van het Verzameld werk van Louis Paul Boon. Organisaties: • Instituut voor de studie van de letterkunde in de Nederlanden (ISLN)
Onderzoekers: • Kristiaan Humbeeck
Eigen initiatief : "Birzeit University Institute of Law towards a Peaceful Future" in de Palestijnse Gebieden. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Birzeit University Institute of Law towards a Peaceful Future" in de Palestijnse Gebieden Organisaties: • Economisch Recht • Internationaal en Europees recht
Onderzoekers: • ERIK FRANCKX • TONY JORIS • KIM VAN DER BORGHT
Uitbreiding veldparelmoervlinder op het militair domein in Zutendaal. Universiteit Antwerpen Abstract: Uitbreiding veldparelmoervlinder op het militair domein in Zutendaal. Organisaties: • Dierenecologie
Onderzoekers: • Erik Matthysen
Samenstelling en uiitgave van de buurtatlas 2001 van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De buurtatlas van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest probeert een beeld te schetsen van de residentiële differentiatie op het moment van de Algemene socio-economische enquête op 1 oktober 2001. Vier themas worden belicht: (1) bevolkingskenmerken, (2) gezinskenmerken, (3) de allochtone bevolking, en (4) socio-economische kenmerken.
Organisaties: • Sociaal Onderzoek
Onderzoekers: • RONNY LESTHAEGHE • DIDIER WILLAERT • PATRICK DEBOOSERE
Heideontwikkeling in militaire gebieden : onderzoek naar de archeologische rijkdom en de mogelijkheden tot integratie in beheersplannen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: -Het project kadert in het LIFE-project (Natura 2000-netwerk). Dit legt voor Vlaanderen de nadruk op natuurontwikkeling en beheer van voornamelijk heidelandschappen in twaalf militaire domeinen. Er wordt a.h.w. op het vlak van natuurwaarden een inhaalbeweging gemaakt die er voor moet zorgen dat deze natuurgebieden tegen 2008 onderhouden worden door de tegen dan opgemaakte beheersplannen. Dit rapport concentreert zich in de eerste plaats op de archeologische en landschapshistorische rijkdom en waarde van deze gebieden. Daarnaast wordt ook aandacht besteed aan de mogelijke integratie van de eindbevindingen in gerichte beheersstrategieën voor het erfgoed in de militaire gebieden. De twaalf militaire domeinen die deel uitmaken van het project omvatten allen haast gefossiliseerde landschappen uit het begin van de 19de eeuw. Hoewel deze gebieden gedurende verschillende periodes in het verleden intensief werden gebruikt, vormde de 19de eeuw een belangrijk scharnierpunt. Door hun inrichting als militair domein, hebben deze gebieden weinig verstorende invloed ondergaan van 19de- en 20ste- eeuwse antropogene dynamieken en processen, met uitzondering van de militaire ingrepen. Elders zijn gelijkaardige landschappen totaal getransformeerd of zelfs verdwenen. Omwille van de landschappelijke gaafheid van deze militaire gebieden is echter niet enkel het archeologische maar ook het historisch-landschappelijke en paleo-ecologische erfgoed bewaard, voor zover het niet verstoord werd door plaatselijke activiteiten. Door de ontoegankelijkheid van de domeinen is tot nu toe weinig gekend over het aanwezige patrimonium en is een eerste verkennend onderzoek aangewezen. De studie van het historisch landschappelijk erfgoed, moet daarbij inzicht verschaffen in de historische dynamiek tussen mens en landschap. Vanuit dit inzicht kan een prognose geformuleerd worden over het archeologische potentieel van deze gebieden, waartoe ook de historische relicten van materiële landschapsingrepen en -elementen zelf behoren. Er is getracht een zo volledig mogelijk beeld te schetsen van de twaalf militaire domeinen, zowel archeologisch en historisch als landschappelijk. Er wordt een overzicht gegeven van de aanwezigheid van prehistorische sites binnen het topografische en hydrografische kader, de materiële landschapsrelicten binnen de historische perioden waarmee ze verbonden zijn en de paleo-ecologische relicten. Daarenboven worden twee militaire gebieden nl. Brasschaat en Leopoldsburg, eruit gelicht om als casestudy verder uit te diepen en tot voorbeeld van een geïntegreerde methodologische aanpak te dienen. Organisaties: • Kunstwetenschappen en Archeologie
Onderzoekers: • FRANS VERHAEGHE • Dries TYS • Inge VERDURMEN
Co-financiering bij de aankoop van een microbalans Mettler Toledo. Universiteit Antwerpen Abstract: In het kader van dit krediet werd een analytische balans aangekocht met een weegbereik tot op 1 microgram. Deze balans is gekoppeld aan een automatische koolstof-stikstofanalysator (Carlo Erba Instruments, Italie). De onderzoeksgroep Planten- en Vegetatie-ecologie werkt in het kader van diverse onderzoekscontracten reeds meerdere jaren rond de koolstof- en stikstofkringloop van planten en plantengemeenschappen. Gedetailleerde koolstof- en stikstofanalyses zijn dan ook van cruciaal belang. Het afwegen van uiterst kleine hoeveelheden bodem, planten, bladeren en houtmaterialen vormt een belangrijk onderdeel van de meetprocedure. Organisaties: • Planten- en vegetatie-ecologie (PLECO)
Onderzoekers: • Reinhart Ceulemans
Publicatie doctoraatsproefschrift (S. De Maeyer) "Onderzoek naar kenmerken van effectieve scholen". Universiteit Antwerpen Abstract: Publicatie doctoraatsproefschrift (S. De Maeyer) "Onderzoek naar kenmerken van effectieve scholen". Organisaties: • EduBROn
Onderzoekers: • Peter Van Petegem
Wigner Phase in Quantum Dots. (WIPQD) Universiteit Antwerpen Abstract: Wigner Phase in Quantum Dots. (WIPQD) Organisaties: • Theorie van de gecondenseerde materie
Onderzoekers: • Francois Peeters
Uitwerking van een academische partnerwerking met de Universiteit van Oujda in Marokko en de begeleiding van de studenten van de Universiteit Antwerpen op het terrein van migratie en ontwikkeling. Universiteit Antwerpen Abstract: Uitwerking van een academische partnerwerking met de Universiteit van Oujda in Marokko en de begeleiding van de studenten van de Universiteit Antwerpen op het terrein van migratie en ontwikkeling. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Christiane Timmerman
Ontwikkeling van online multimediaal cursusmateriaal Frans en Engels. (perceel 8, 11, 9 en 12) Universiteit Antwerpen Abstract: Ontwikkeling van online multimediaal cursusmateriaal Frans en Engels. (perceel 8, 11, 9 en 12) Organisaties:
• Didascalia
Onderzoekers: • Wilfried Decoo • Jozef Colpaert
Economisch nut van de Dender. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Aan de hand van een multi-criteria analyse werden 5 mogelijke locaties van een intermodale terminal langs de Dender geanalyseerd. De multi-criteria analyse hield rekening met al de betrokken actoren, zijnde de gebruikers, de investeerders/operators, de overheid en de lokale bevolking. Er werd zowel rekening gehouden met economische, sociale als ecologische criteria. Uit de analyse komt duidelijk de Victor Bocquéstraat locatie als meest interessante optie. Het terrein van Honda komt op de tweede plaats. Grootste knelpunt voor deze locatie zijn de onderhandelingen met Honda. Het terrein zelf biedt meer uitbreidingsmogelijkheden dan de Victor Bocquéstraat. Het is daarom aanbevelingswaardig om de gesprekken met Honda verder te zetten en deze piste niet uit te sluiten. Organisaties: • Bedrijfseconomie en Strategisch Beleid
Onderzoekers: • CATHY MACHARIS
Chemometrische studie van gegevens afkomstig van een ATOFINA proces betreffende de bereiding van styreen-butadine copolymeren d.m.v. anionische polymerisatie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Chemometrische studie van gegevens afkomstig van een ATOFINA proces betreffende de bereiding van styreen-butadine copolymeren d.m.v. anionische polymerisatie Organisaties: • Analytische Scheikunde en Farmaceutische Technologie
Onderzoekers: • DESIRE MASSART • Yvan VANDER HEYDEN • JOHANNA VERBEKE
Universitair Wetenschappelijk Instituut voor Drugproblemen : terreinverkenning en uitbouw van het academisch netwerk. Universiteit Antwerpen Abstract: Het UWID - Universitair Wetenschappelijk Instituut voor Drugproblemen, is een interuniversitair instituut dat zich tot doel stelt om alle krachten rond preventie, hulpverlening, onderzoek en dienstbetoon m.b.t. de drugsthematiek in Vlaanderen te bundelen. Bestaande initiatieven worden ondersteund en kennis rond de drugsthematiek wordt samengebracht om versnippering van de onderzoeksbudgetten tegen te gaan en om tot waardevollere onderzoeksresultaten te komen. Organisaties: • Epidemiologie en sociale geneeskunde (ESOC)
Onderzoekers: • Guido Van Hal
Vergoeding projectleider VLIR 2003 (UNBI) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Vergoeding projectleider VLIR 2003 (UNBI) Organisaties: • Pedagogiek en Orthopedagogiek
Onderzoekers: • ARNOBIUS LIBOTTON
REPROTECT : Development of a novel approach in hazard and risk assessment of reproductive toxicity by a combination and application of in vitro, tissue and sensor technologies.(zie ook EU199B-Rogiers) Vrije Universiteit Brussel Abstract: CONAM (Consensus networking on alternative methods within Europe) werd voorgesteld door ECOPA (European Consensus Platform on 3Rs Alternatives. Deze VZW promoot het 3R's concept: Reduction, Refinement, Replacement - Verfijning, vermindering en Vervanging)bij dierexperimenten . Nieuw voor deze vereniging is dat zowel dierenwelzijnsorganisaties, de dierproefuitvoerende industrie, de academische wereld, de overheid op gelijkwaardige basis vertegenwoordigd zijn). CONAM stelt zich tot doel de verwezenlijking van de uitbouw van een degelijk netwerk voor 3R-alternatives verspreid over alle Europese landen, de samenwerking bevorderen,aandacht vestigen op nieuwe initiatieven met betrekking tot alternatieve methoden en technologieën en de verspreiding ervan. Organisaties: • Toxicologie, Dermato-cosmetologie en Farmacognosie • Embryologie en Menselijke Genetica
Onderzoekers: • VERA ROGIERS • JOHAN SMITZ
Rationeel voorschrijven van antibiotica bij acute rhinosinusitis : evaluatie van de impact en kosten van implementatiestrategieën uitgaande van een multidisciplinaire evidence-based richtlijn. Universiteit Antwerpen Abstract: De doelstelling van dit project ligt in de lijn van de Commissie voor de Coordinatie van het Antibioticabeleid (BAPCOC, FOD Volksgezondheid), m.n. een doelmatig gebruik van antibiotica. Het voorgelegde project wordt ingediend door de twee Vlaamse universiteiten die zich hebben onderscheiden in het exploreren, beschrijven en optimaliseren van het voorschrijven van antibiotica voor luchtweginfecties in het kader van de alarmerend toenemende antimicrobiele resistentie. Zoals (uit de referenties) zal blijken, brachten we het huidige voorschrijfgedrag voor o.a. acute keelpijn, acute hoest en acute rhinosinusitis in kaart, liggen we aan de basis van de ontwikkeling van 'evidence based' richtlijnen 'voor goede medische praktijk', resp. 'voor het goed gebruik van antibiotica' voor deze aandoeningen, en vonden we aanwijzingen dat het implementeren van aanbevelingen in de huisartspraktijk door middel van onafhankelijke artsenbezoekers effectief kan zijn om 'antibiotica minder vaak en beter' te gebruiken in Vlaanderen. Ons eerder klinisch onderzoek werd ook moeilijk door sponsors zoals de farmaceutische industrie gesteund gezien onze vraagstelling niet direct een onmiddellijk commer- cieel of promotioneel karakter heeft. We laten ons bijstaan door Flora Haaijer-Ruskamp van de Universiteit van Groningen, die in dit domein reeds jaren onderzoek verricht.
Organisaties: • Eerstelijns - en interdisciplinaire zorg Antwerpen (ELIZA)
Onderzoekers: • Samuel Coenen • Paul Van Royen
Europese moleculaire beeldvormingslaboratoria (EMIL). Universiteit Antwerpen Abstract: Europese moleculaire beeldvormingslaboratoria (EMIL). Organisaties: • Bio-imaging
Onderzoekers: • Anne Marie Van Der Linden
Perfluorinated Organic Compounds in the European Environment. (PERFORCE) Universiteit Antwerpen Abstract: Perfluorinated Organic Compounds in the European Environment. (PERFORCE) Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Wim De Coen
De onzekere vooruitzichten van de laaggeschoolden in de kennismaatschappij (LoWER3). Universiteit Antwerpen Abstract: De onzekere vooruitzichten van de laaggeschoolden in de kennismaatschappij (LoWER3). Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Ive Marx
Behandeling van experimentele colitis door lokale toediening van kameel antilichaam fragmenten Universiteit Gent Abstract: In dit project willen we neutraliserend kameel antilichaam fragmenten gericht tegen TNF-alfa en IFN-gamma, die door de Lactococcus Lactis tot expressie gebracht worden, testen voor gebruik als potentieel therapeuticum bij de ziekte van Crohn. Hiervoor zullen we gebruik maken van diermodellen voor inflammatoir darmlijden. Organisaties: • Vakgroep Pathologische anatomie
Onderzoekers: • Erik Remaut • Claude Cuvelier
Studie van het moleculair mechanisme verantwoordelijk voor het preferentieel optreden van 17q herschikkingen in neuroblastoom Universiteit Gent Abstract: Chromosoom 17q herschikkingen zijn de vaakst voorkomende structurele afwijkingen in neuroblastoom en leiden onverantwoordelijk tot overrepresentatie van 17q materiaal. In deze studie wensen we verschillende chromosoom 17q translocatiebreukpunten in neuroblastoom cellijnen te kloneren. In een daaropeenvolgende vergelijking van breukpuntflankerende sekwenties zal uitgezocht worden of er een onderliggend mechanisme bestaat voor het frequent optreden van de chromosoom 17 translocaties. Organisaties: • Vakgroep Pediatrie en genetica
Onderzoekers: • Anne De Paepe
Zelf geassembleerde halfgeleider nanostructuren voor nieuwe devices in fotonica en electronica. (SANDIE) Universiteit Antwerpen Abstract: Dit is een 'network of excellence' gewijd aan een geintegreerde en cohesieve benadering van het onderzoek en de kennis in het gebied van zelf geassembleerde halfgeleider nanostructuren. Deze nanostructuren kunnen dan vastgezet worden door de depositie van lagen van het substraat material. Door een variatie van halfgeleider materialen, de groei condities, en door een vertikale opeenstapeling van nanostructuren, is het mogelijk om een rijke varieteit van nieuwe materialen te produceren voor de studie van de fundamentele eigenschappen van sterk ingeperkte systemen, en voor de ontwikkeling van geavanceerde elektronische en opto-elektronische devices. Organisaties: • Theorie van de gecondenseerde materie
Onderzoekers: • Francois Peeters
COTOUR Universiteit Gent Abstract: Het hoofddoel van COTOUR is het creëren van een strategie om toerisme te bevorderen als middel voor regionale ontwikkeling. Het idee is om samen te werken met lokale initiatiefnemers die hun nieuwe kennis en ervaringen kunnen aanwenden om toerisme te bevorderen. In lijn met deze algemene doelstellingen worden specifieke case studies uitgewerkt in de vijf betrokken regio's. Organisaties: • Vakgroep Landbouweconomie
Onderzoekers: • Jacques Viaene
De rol van endothelial cellen in ontwikkeling en regeneratie van B-cellen Vrije Universiteit Brussel Abstract: De rol van endothelial cellen in ontwikkeling en regeneratie van B-cellen - studie rond diabetes, gesteund door EFSD & Novo Nordisk
Organisaties: • Pathologische Anatomie
Onderzoekers: • LUC BOUWENS
Milieu- en natuurrapport Vlaanderen , Themarapport MIRA-T 2004 : uitwerking hoofdstuk 2.18 'stedelijk milieu'. Vrije Universiteit Brussel Abstract: UItwerking van het hoofdstuk stedelijk milieu binnen het MIRA-T rapport (Milieu- en Natuurrapport Vlaanderen-thema's) voor 2004. Organisaties: • Menselijke Ecologie
Onderzoekers: • David PROOT • LUC HENS • ANN VAN HERZELE
Co-financiering voor de herstelling van de koelkamer/groeikamer frigomill. Universiteit Antwerpen Abstract: Co-financiering voor de herstelling van de koelkamer/groeikamer frigomill. Organisaties: • Moleculaire Plantenfysiologie en Biotechnologie
Onderzoekers: • Roland Caubergs
Rural innova Universiteit Gent Abstract: Rural Innova is gesteund door de EU (Interreg IIIc) en heeft tot doelstelling interregionale samenwerking tussen 15 landelijke regio's in de EU te stimuleren. De centrale doelstelling i shet promoten van een innovatief plattelandsbeleid, met de focus op volgende onderwerpen: mensen, het tegengaan van plattelandsvlucht en het aantrekkelijk maken van het platteland voor nieuwe bewondergroepen, innovatieve economische activiteiten, dienstverlening en tot slot innovatieve instrumenten voor het plattelandsbeleid. De activiteiten van UGent hebben vooral betrekking op economische activiteiten en innovatief plattelandsbeleid. Organisaties: • Vakgroep Landbouweconomie
Onderzoekers: • Jacques Viaene
Traceerbaarheid en autocontrole van genetisch gemanipuleerde organismen in de voedermiddelenkolom Hogeschool Gent Abstract: Het voorliggende projectvoorstel heeft tot algemeen doel na te gaan hoe een GGO-autocontrolesysteem in de Belgische diervoedersector kan opgezet, verbeterd en geborgd worden. In deze context zullen de knelpunten in de huidige productiekolom en de randvoorwaarden voor een sluitende traceerbaarheid gedefinieerd worden. Dit omhelst onder meer de evaluatie van de huidige GGO-traceerbaarheid (b.v. haalbaarheid, betrouwbaarheid, controles, certificaten) doorheen de volledige productiekolom van de diervoeders (State-of-the-art). Het formuleren van bedrijfsspecifieke richtlijnen inzake de GGO-gecontroleerde productie van voedermiddelen biedt de producent de mogelijkheid tot autocontrole. Naast traceerbaarheid zal tevens de GGO-detecteerbaarheid doorheen de productiekolom onderzocht worden en dit zowel on-the-field door de producent (interne autocontrole) als in een volledig uitgerust laboratorium (externe autocontrole). Bijgevolg is het strikt noodzakelijk een optimalisatie en validatie door te voeren van beschikbare eiwitgebaseerde methodes (interne autocontrole) versus bestaande kwalitatieve én kwantitatieve DNA-gebaseerde GGO-analysemethodes (externe autocontrole). Bovendien zal de invloed van belangrijke productiestappen op de GGO-detecteerbaarheid onderzocht worden.Dit onderzoek zal uiteindelijk resulteren in een handleiding met richtlijnen met betrekking tot de ontwikkeling en implementatie van een geoptimaliseerd GGO-autocontrolesysteem in de voedermiddelenkolom. Organisaties: • Departement Biowetenschappen en Landschapsarchitectuur • Vakgroep Levensmiddelenwetenschappen en Technologie
Onderzoekers: • Kathy Messens • Ellen Vandeputte • Mia Eeckhout
Het verrichten van onderzoek met betrekking tot het modelleren van respons op marketingsacties in de postordersector Universiteit Gent Abstract: In de postordersector worden naast RFM vele andere variabelen gebruikt om respons te modelleren op het niveau van de individuele consument. Dit project zal de studie van het modelleren van respons op marketingacties verder verdiepen. Organisaties: • Vakgroep Marketing
Onderzoekers: • Dirk Van den Poel
SELT : Single ended line testing Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het doel van dit navorsingsproject bestaat in de ontwikkeling van een intelligente interpretatie eenheid voor reflectogrammen in de Alcatel 5530 Netwerk Analyzer. Dit project steunt op afgeronde IWT projecten opgezet tussen Alcatel en ELEC-VUB, zoals IWT AIA, TDR, en SOLIDT. Organisaties: • Elektriciteit
Onderzoekers: • LEO VAN BIESEN • PATRICK BOETS
Krachtvoer van dialoog Universiteit Gent Abstract: Het project onderzoekt de vorming van een visie rond hedendaagse en toekomstige landbouw bij cellen stakeholders. Organisaties:
• Vakgroep Plantaardige productie
Onderzoekers: • Dirk Reheul
Ontwikkeling van een merkerondersteund selectiesysteem voor schottolerantie bij triticale Hogeschool Gent Abstract: Triticale combineert het goede opbrengstpotentieel van tarwe met de goede ziekte- en droogteresistentie en de lage N-behoefte van rogge, waardoor het een duurzaam en waardevol gewas vormt, voornamelijk voor veehouders. Triticale is echter gevoelig voor schot in regenrijke of vochtige oogstperiodes. Het optreden van schot resulteert in o.a. opbrengstverlies en verlies van kwaliteit en nutritionele waarde. Zowel het genotype als omgevingsomstandigheden evenals de combinatie van beide factoren hebben een sterke invloed zodat het probleem enkel via veredeling van schottolerante cultivars kan opgelost worden. Het onderzoeksproject heeft tot hoofddoelstelling een merkertechnologie te ontwikkelen die orgaan-, groeifase- en omgevingsonafhankelijk is om zo tot een efficiëntere selectiemethode in triticale te komen. Speciale aandacht gaat naar het voorkomen van het Vp1-ortholoog, welke een belangrijke rol speelt bij dormantie op transcriptieniveau in verschillende graan- en grassoorten. Een eerste luik van het project draait rond het ontwikkelen van een merker, gerelateerd aan het Vp1-ortholoog, die toelaat een onderscheid te maken tussen schottolerante en -gevoelige triticale-, tarwe- of roggerassen d.m.v. kwantitatieve reverse transcriptase-PCR. Bij deze techniek zal een verband worden opgesteld tussen de mate van expressie van het Vp1-gen en het schottolerantieniveau van triticale. Hierbij dient onderzocht te worden of er voldoende variatie in de expressie van het Vp1-gen bestaat. Na optimalisatie van deze techniek zal van een groot aantal triticalecultivars het schottolerantieniveau bepaald worden. De bekomen resultaten zullen vergeleken worden met resultaten afkomstig van regensimulatietesten en kiemtesten. Een tweede luik omvat het screenen van het totale triticalegenoom naar andere genen die mogelijk betrokken zijn bij schotgevoeligheid/tolerantie. De cDNA-AFLP techniek, waarbij geen voorafgaande kennis van genoomsequenties vereist is, zal hiervoor gebruikt worden zodat schottolerante triticalerassen op een brede genetische basis kunnen worden geselecteerd.De resultaten zullen aangewend worden om de veredeling naar schottolerante triticalerassen te optimaliseren. Organisaties: • Departement Biowetenschappen en Landschapsarchitectuur • Vakgroep Plantaardige Productie • Vakgroep Levensmiddelenwetenschappen en Technologie
Onderzoekers: • Kathy Messens • Sarah De Laethauwer • Geert Haesaert
Model energiegebruik voor de sector handel & diensten. Universiteit Antwerpen Abstract: Ter voorbereiding van het komende MIRA-S scenariorapport zal MTT een `scenario-definitiemodel' of `SAVER' ontwikkelen voor de sector handel & diensten. Dit is een model dat moet toelaten om verschillende door de gebruiker te definiëren beleidsscenario's (maatregelen- en instrumentenpakketten) door te rekenen tot het energiegebruik per type energiedrager (kolen, aardgas, stookolie, elektriciteit, ') en de hierbij horende milieudruk (uitstoot van broeikasgassen, verzurende emissies, fotochemische luchtverontreiniging'.) van de sector handel & diensten. De milieudruk wordt hierbij ook per stof (SOx, NOx, CO2, CH4,') begroot. Voor de begroting van de emissies wordt er afgestemd met de gangbare berekeningswijze bij VMM. Bij de bouw van het model wordt gebruik gemaakt van de analysetechniek energy accounting. Deze techniek laat toe om bij de analyse van de eindenergievraag rekening te houden met zowel kwantitatieve als kwalitatieve aspecten, en bijgevolg ruimte te laten voor zowel exportenoordeel als formele wiskundige modellen. Organisaties: • Engineering Management
Onderzoekers: • Aviel Verbruggen
Het belang van de luchthaven van Zaventem als logistiek platform. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van het project is in de eerste plaats een voorspelling te maken van de toekomstige vraag naar luchtvracht in West-Europa en specifiek voor Brussel-Nationaal. Hieruit kunnen dan de nodige investeringen bepaald worden met in achtneming van mogelijke drempels en de samenstelling/karakteristieken van luchtvracht. De analyse van het aanbod is gebaseerd op een benchmarking van beter presterende luchthavens. Deze beide deelanalyses hebben dan tenslotte geleid tot een lange termijn strategie voor vracht op Brussel-Nationaal. Organisaties: • Transport en ruimtelijke economie
Onderzoekers: • Eddy Van de Voorde
Formuleringszending in het kader van het EI-projectvoorstel "Congo - Renforcement des capacités académiques en Economie et dévelopment humain". Universiteit Antwerpen Abstract: Formuleringszending in het kader van het EI-projectvoorstel "Congo - Renforcement des capacités académiques en Economie et dévelopment humain". Organisaties: • Instituut voor Ontwikkelingsbeleid en -beheer - overige
Onderzoekers: • Stefaan Marysse
Ontwerp en realisatie van een multimediale presentatie 'Boma', in het kader van de tentoonstelling 'Congo: de koloniale tijd' Universiteit Gent Abstract: De multimediale presentatie schetst een beeld van Boma, de hoofdstad van de Kongo Vrijstaat, rond 1900. Zowel architectuur, stedenbouw als sociale geschiedenis komen daarbij aan bod. Ze is opgebouwd rond een ruime selectie historische foto's uit de bijzonder rijke collectie van het KMMA over deze stad. De presentatie laat de bezoeker toe een aantal thematische verhalen over Boma te ontdekken via een parcours dat hij/zij in hoge mate vrij kan bepalen. De presentatie wordt opgenomen in de tentoonstelling die aan de koloniale geschiedenis van Congo wordt gewijd en wordt mogelijks ook via de website van het KMMA consulteerbaar. Organisaties: • Vakgroep Architectuur en stedenbouw
Onderzoekers: • Emiel De Kooning • Johan Lagae
Congo - Etude cohorte de patients traités par les antirétroviraux à Kinshasa RD Congo. Universiteit Antwerpen Abstract: Congo - Etude cohorte de patients traités par les antirétroviraux à Kinshasa RD Congo. Organisaties: • Epidemiologie en sociale geneeskunde (ESOC)
Onderzoekers: • Robert Colebunders
Kwaliteit op de eerste lijn Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Sociaal-agogisch werk • Departement Handelswetenschappen en Bestuurskunde • Vakgroep Bestuur en beleid
Onderzoekers: • Marleen Easton
Ettringite as a potential material for environmental solid waste processing : study of the formation kinetics and chemical characterisation. (FWO Vis.Fel., Vermaak-Potgieter Sanja) Universiteit Antwerpen Abstract: Ettringite as a potential material for environmental solid waste processing : study of the formation kinetics and chemical characterisation. (FWO Vis.Fel., Vermaak-Potgieter Sanja) Organisaties: • AXES
Onderzoekers: • Rene Van Grieken • Sanja Vermaak
Onderzoek project steunrelaties Universiteit Gent Abstract: Het onderzoek wil via een meervoudige casestudie nagaan welke steun cliënten binnen de bijzondere jeugdzorg krijgen vanuit hun netwerk, welke de perspectieven zijn van cliënten op hun netwerk, welke de perspectieven zijn van de hulpverleners terzake, evenals de verhouding tussen beide perspectieven en de wijze waarop interventies - oa vanuit het project steunrelaties - inwerken op dit netwerk. Organisaties: • Vakgroep Sociale agogiek
Onderzoekers: • Maria De Bie
Strategische studie havenarbeid in Vlaamse havens vanuit een logistiek perspectief. Universiteit Antwerpen Abstract: Deze studie heeft als doelstelling om de huidige en toekomstige rol van de havenarbeid in de Vlaamse havens te evalueren in het licht van de troeven van Vlaanderen als vooraanstaande logistieke regio. Hierbij gaat de aandacht voornamelijk uit naar de evaluatie van de huidige regeling voor de havenarbeider in het licht van Vlaanderen als logistiek platform. Vervolgens zullen er ook aanbevelingen gedaan worden om de havenarbeid te hervormen tot een competitief voordeel voor de toekomst van de Vlaamse havens en Vlaanderen als logistieke regio. Organisaties: • ITMMA
Onderzoekers: • Theo Notteboom • Wout Dullaert
GRANT : Regional Integration, state building and conflict settlement in Europe and Asia. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Politiek GRANT : Regional Integration, state building and conflict settlement in Europe and Asia. Organisaties: • Politieke Wetenschappen
Onderzoekers: • BRUNO COPPIETERS
Synthese van inhibitoren van de niet-mevalonaatweg voor de biosynthese van isoprenoïden als anti-tuberculose geneesmiddelen Universiteit Gent Abstract: Onlangs werd aangetoond dat de meeste bacteriën (waaronder M. tuberculosis) isoprenoïden aanmaken via een biosyntheseweg, die verschilt van deze aangetroffen bij de mens: de zgn. niet-mevalonaatweg. Dit project beoogt de ontwikkeling van inhibitoren van het DOXP reductoisomerase, GcpE en LytB, enzymen betrokken bij deze alternatieve biosyntheseweg. Organisaties: • Vakgroep Geneesmiddelenleer
Onderzoekers: • Serge Van Calenbergh
Meten van Georganiseerde criminaliteit: testen van de haalbaarheid van een gemeenschappelijke Europese benadering via een case-study. Universiteit Gent Abstract: Het onderzoek heeft tot doel een cross-nationale en cross-sectoriale methodologie inzake het meten van de aard en sociale relevantie van criminale samenwerkingsverbanden,te ontwikkelen en te testen. Een pilootstudie betreffende de sigarettensmokkel zal daarvoor worden uitgewerkt. Het onderzoek heeft tevens tot doel de bestaande conceptuele benaderingen en databanken inzake georganiseerde criminaliteit kritisch
te evalueren. Organisaties: • Vakgroep Strafrecht en criminologie
Onderzoekers: • Tom Vander Beken
Marker-based prediction of hybrid maize performance using genetic evaluation data Hogeschool Gent Abstract: Heterosis wordt klassiek gedefinieerd als de toename in omvang, kracht of productiviteit van een hybride plant tegen over het gemiddelde van zijn ouders. De oorzaak van heterosis is tot nog toe onbekend ondanks de talrijke studies en omvangrijke literatuur die reeds aan dit onderwerp besteed zijn. Het creëren van nieuwe hybride variëteiten in landbouwkundig belangrijke gewassen is dan ook een langzaam en toevalsafhankelijk proces waarbij gesteund wordt op intensieve veldproeven en het fingerspitzengefühl van de veredelaar. Deze studie beoogt de creatie van een methode om het voorkomen van heterosis bij maïs te voorspellen met een betere accuraatheid dan de huidig bestaande methodes. Om deze doelstelling te bereiken zal het onderzoek verder werken op één van de meest succesvolle methodes gebaseerd op gemengde lineaire modellen. De gebreken van deze methode zullen worden opgevangen door het gebruik van kerncelgebaseerde regressietechnieken uit het domein van Machine Learning. Deze recente datamining technieken zullen op basis van een databank met veldgegevens en de moleculaire vingerafdruk van de ouders de mogelijkheden van ongeteste nakomelingen tussen deze ouders proberen in te schatten. Dit onderzoek gebeurt in samenwerking met het Franse veredelingsbedrijf RAGT dat zijn volledige databank met veldgegevens ter beschikking stelt onder bepaalde confidentialiteitsclausules. Dit bedrijf zal ook microsattellieten (moleculaire merkers) bepalen van alle ouderlijnen die opgenomen worden in deze studie. Het DvP (Prof. dr. ir. Erik Van Bockstaele) zal dezelfde ouderlijnen genotyperen met AFLP merkers. De statistische en machine learning gebaseerde analyses zullen gebeuren onder de vleugels van Prof. dr. Bernard De Baets en zijn onderzoeksgroep KERMIT (Universiteit Gent). De ondersteuning langs de veredelingszijde wordt voorzien door Prof. dr. ir. Geert Haesaert (Hogeschool Gent). Organisaties: • Departement Biowetenschappen en Landschapsarchitectuur • Vakgroep Plantaardige Productie
Onderzoekers: • Geert Haesaert • Steven Maenhout
Goederenvervoer en vrachtwagenverkeer in Vlaanderen Universiteit Gent Abstract: Het doel van het project is in de eerste plaats een inzicht te krijgen in de goederenstromen in Vlaanderen en het daaruit resulterende vrachtverkeer over de Vlaamse auto(snel)wegen. Hiertoe moeten de nodige methodologieën en modellen worden ontwikkeld. In tweede instantie is het dan de bedoeling uitgaande van de aldus vergaarde gegevens suggesties naar voren te schuiven omtrent mogelijke verbeteringen aan de manier waarop transport vandaag wordt georganiseerd. Organisaties: • Vakgroep Civiele techniek
Onderzoekers: • Georges Allaert
Correspondentieproblemen in digitale beeldverwerking Hogeschool Gent Abstract: Mijn doctoraatsonderzoek spitst zich toe op correspondentieproblemen en de onzekerheid van transformaties in digitale beeldverwerking. De berekening van de onzekerheid op geometrische objecten en transformaties is een belangrijk probleem in computervisie. Een betrouwbare schatting van de fout op de positie van kenmerkende punten of features en de onzekerheid van transformatiematrices is een essentiële stap in veel applicaties zoals registratie, alignering en stereovisie. De onzekerheid van een transformatie wordt uitgedrukt op basis van de onzekerheid op de exacte positie van een feature in een digitaal beeld. De onzekerheid op posities en parameters wordt voorgesteld als een onzekerheidsgebeid, gebruik makend van eigenschappen uit de digitale, onzekere meetkunde. De onzekerheidstransformatie wordt beschreven als een convex meerdimensionaal polytoop in de parameterruimte. Op basis van deze beschrijving zijn uitspraken over geometrische eigenschappen op een hoger niveau mogelijk. Dit laat toe om eigenschappen van onzekerheidstransformaties te gebruiken in toepassingen als patroonherkenning en aligneringsproblemen. In andere computervisietoepassingen kan dit onzekerheidsconcept toegepast worden in de oplossing van correspondentieproblemen: de detectie van overeenkomstige features in beelden. Op basis van die correspondenties kan de transformatie van het ene naar het andere beeld berekend worden. In dit onderzoek worden efficiënte methodes voor de berekening van correspondenties en hun transformatie onderzocht, rekening houdend met de onzekerheid op de parameters van de transformatie. Een betrouwbare en robuuste detectie van overeenkomstige punten in verschillende beelden, en de transformatie ertussen, is een belangrijke stap in vele toepassingen van digitale beeldverwerking, zoals registratie voor visuele inspectie, stereovisie en tracking. In dit doctoraat zullen de theorie en de eigenschappen van transformaties en correspondentieproblemen, met de onzekerheid ervan, onderzocht en verder uitgebreid worden. Deze eigenschappen kunnen nuttig gebruikt worden in praktische toepassingen in typische beeldverwerkingproblemen. Organisaties: • Departement Toegepaste Ingenieurswetenschappen • Vakgroep Elektronica
Onderzoekers: • Kristof Teelen • Peter Veelaert
Ter beschikking stelling materiaal voor celculturen voor micronucleus- en komeettest Vrije Universiteit Brussel Abstract: Deze studie behandelt de genotoxiciteitsanalyse na in vitro blootgestelling aan styreenoxide van lymfocyten afkomstig van jonge donoren. DNA-schade en DNA-repair phenotype worden geanalyseerd met behulp van de comet assay. De micronucleus test wordt uitgevoerd om chromosoom- en genoommutaties te onderzoeken. Organisaties: • Biologie
Onderzoekers: • MICHELINE VOLDERS
Inhibitie van de vorming van de lichtsmaak in bier door efficiënte elektrontransferreacties en productie van lichtstabiel bier Universiteit Gent Abstract: Bier, dat blootgesteld wordt aan licht, leidt tot specifieke wijzigingen in smaak en geur, een verschijnsel bekend als lichtsmaak. Na grondige analyse van de lichtreactie en volgende donkerreacties kon het het mechanisme voor de ontwikkeling van lichtsmaak opgehelderd worden. Vanuit deze fundamentele kennis wordt eenm ethode ontwikkeld, die reactieve intermediairen uit de initiële fotoreactie neutraliseert, waardoor bier op een efficiënte wijze beschermd kan worden tegen licht-geïnduceerde afbraak. Organisaties: • Vakgroep Geneesmiddelenleer
Onderzoekers: • Denis De Keukeleire
Een gerandomiseerde dubbel blind cross-over vergelijking van Atomoxetine Hydrochloride en placebo bij kinderen met ADHD en/of dyslexie Universiteit Gent Abstract: Deze studie gaat het effect na van atomoxetine in de behandeling van symptomen van ADHD en dyslexie (RD) bij kinderen. De effecten van de behandeling worden vergeleken met een normale en RD controlegroep, die geen medicatie krijgen. De patiënten krijgen atomoxetine of placebo, gevolgd door een washout, en worden dan aan de andere conditie toegewezen op een dubbel blinde manier. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Herbert Roeyers
Network of Excellence for Micro-Optics (NEMO) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het Europees Excellentie netwerk over Micro-optica : NEMO ( Network of Excellence on Micro-Optics) startte op 1 september 2004 met de steun van 6.4 miljoen euro vanwege de Europese Commissie. The NEMO netwerk bestaat uit 30 Europese partners. Elk van hen speelt een sleutelrol in de micro-optica. Het belangrijkste doel van NEMO bestaat er in de ervaringen en competenties van de onderzoeksgroepen te integreren in een permanente structuur en terzelfder tijd de onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten te versterken in het groeiende domein van de micro-optica. Verder voorziet NEMO door het opzetten van duurzame diensten en technologie centra s Europa met de gehele doorloopcyclus voor microoptische componenten. NEMO wordt gecoördineerd door professor Hugo Thienpont van de Vrije Universiteit Brussel, België; professor Malgorzata Kujawinska van de Technische Universiteit van Warschau in Polen, en Dr. Juergen Mohr van het ForschungsZentrum Karlsruhe in Duitsland. Meer informatie vind je op de webstek http://www.micro-optics.org Organisaties: • Toegepaste Natuurkunde en Fotonica
Onderzoekers: • HUGO THIENPONT
Oprichting van het onderzoekscentrum ARPS (Accounting Research Public sector) Universiteit Gent Abstract: ARPS heeft als doel wetenschappelijk onderzoek in de publieke en non-profit sector te verrichten. Dit onderzoek kan uitmonden in wetenschappelijke en veeleer populaire publicaties enerzijds, en de organisatie van congressen, colloquia en workshops anderzijds. Organisaties: • Vakgroep Accountancy en Bedrijfsfinanciering
Onderzoekers: • Johan Christiaens
Sturing van een driefasige invertor voor netkoppeling van een microcentrale Hogeschool Gent Abstract: Gedistribueerde energie-opwekking (kleine warmtekrachtkoppeling, fotovoltaïsche panelen, windturbines, ...) is een onderwerp dat op dit ogenblik internationaal veel aandacht geniet. Vooral microcentrales met kleine vermogens (<10kW) worden op dit ogenblik op grote schaal aan het distributienetwerk toegevoegd. In Nederland loopt op dit ogenblik een experiment waarbij 200 huizen werden uitgerust met fotovoltaïsche panelen met een vermogen van 1 kW tot 3 kW per huis. Uit de eerste experimenten volgt dat er belangrijke problemen opduiken met stabiliteit, beveiliging, harmonischen, enz. die bij een invertor in eilandbedrijf nooit optreden. In het Laboratorium voor Elektrische Energietechniek wordt al sinds 2000 intensief onderzoek verricht naar de digitale sturing van actieve eenfasige gelijkrichters met lage vervorming van de ingangsstroom. Het dynamisch gedrag van dergelijke actieve gelijkrichters is nauw verwant met het gedrag van invertoren voor netkoppeling. Daardoor is er reeds een belangrijke know-how aanwezig. Door de grote internationale interesse wordt het werkingsgebied van het team, oorspronkelijk actief op de sturing van actieve gelijkrichters, geheroriënteerd naar invertoren voor netkoppeling. Tijdens het onderzoek zal zowel theoretisch als experimenteel onderzoek verricht wordenen op digitaal gestuurde microcentrales. Na een periode van 4 jaar zal het voorgestelde onderzoek leiden tot het behalen van een doctoraat. De belangrijkste onderwerpen, die zullen aangepakt worden, zijn : ·Het impedantiegedrag van de microcentrale; ·Reactie van de convertor op een frequentievariatie op het net (draaiende reserve); ·Het gewenste gedrag bij fouten (bv. wegvallen van een fase, dips, eilandbedrijf, ...); ·De invloed van kwantisering van digitale grootheden in de processor op de golfvormkwaliteit; ·Gedrag en stabiliteitsonderzoek van parallelgeschakelde microcentrales; ·Harmonische propagatie op het distributienet; ·Beveiliging van de invertor; ·enz. Organisaties: • Departement Toegepaste Ingenieurswetenschappen • Vakgroep Elektriciteit
Onderzoekers: • Luc Deweerdt
Thermally switchable polymer blends. Vrije Universiteit Brussel
Abstract: Dit project beoogt de ontwikkeling en studie van thermoresponsieve polymeer blends waarin door lokale verhoging van de temperatuur via laserinstraling een hydrofiel-hydrofoob fasecontrast kan gegenereerd worden tussen de bestraalde en niet-bestraalde zones. Organisaties: • Fysische Scheikunde en Polymeren
Onderzoekers: • GUY VAN ASSCHE • Kurt VAN DURME • BRUNO VAN MELE • Nicolaas-Alexander GOTZEN
Impact van mangrove exploitatie op het bentisch ecosysteem en de bepaling van ecologische kwaliteitsobjectieven Universiteit Gent Abstract: De doelstellingen van het project zijn (1) vergelijking van de functionele en structurele biodiversiteit van geselecteerde habitats en relevante ecosysteem-componenten tussen geexploiteerde en natuurlijke mangroves in het Can Gio reservaat (Vietnam) (2) aanduiden van contaminatierisico ten gevolge van pollutie voor hogere niveau?s van de voedselketen (3) het aanduiden van vroegtijdige alarmsignalen voor onnatuurlijke veranderingen in de ecosysteemfunctie van mangroves (4) het verzekeren van continuiteit in specialistentraining Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Ann Vanreusel
Screenen van de diverse federale en gemeenschapsdepartementen op het bestaan van regelgeving, dit op het vlak van religieuze en morele bijstand binnen de murale zorg (gezondheids- en welzijnszorg) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Screenen van de diverse federale en gemeenschapsdepartementen op het bestaan van regelgeving, dit op het vlak van religieuze en morele bijstand binnen de murale zorg (gezondheids- en welzijnszorg)- Opmaken van een inventaris voor beleidsdoeleinden. Organisaties: • Medische Sociologie
Onderzoekers: • FREDDY LOUCKX • Christophe VANROELEN
NAP2004-STI: "International Interdisciplinary Course on Children's rights (IIC) Universiteit Gent Abstract: De IIC biedt gedurende 8 dagen voor een professioneel publiek een intensief vormingsprogramma aan over de rechten van het kind. De opzet is het creëren van een academisch forum waarbij het mensen. Kinderrechtenconcept wordt bestudeerd en bediscuteerd. In het bijzonder stelt dit project zich de deskundigheidsbevordering van deelnemers tot doel. Deze experten-ondersteuning heeft zich voornamelijk gefocust op de introductie van het concept mensen-en kinderrechten, de implementatie ervan in het eigen werkveld en de zorg voor kwaliteitsvereisten van een goede implementatie. Organisaties: • Vakgroep Sociale agogiek
Onderzoekers: • Maria De Bie
Tech Transfer Project (TTP): Multiplex. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit 3 maanden project had als doel proprietaire multiplex PCR software te evalueren. Hiervoor zullen 3 assays worden ontwikkeld: 1) VTEC assay (verotoxine producerende E. coli) bevat 23 amplicons ter identificatie van 9 VTEC serotypes; 5 virulentie genen en 9 virulentie gensubtypes, 2) GMO assay dewelke 7 amplicons bevat en moet toelaten 5 verschillende GMO variëteiten te detecteren, 3) Diagnostisch sequencen: door gebruik te maken van multiplex PCR goedkopere en snellere oplossingen zoeken voor sequencing reacties. Organisaties: • VIB DMG - Toegepaste Moleculaire Genomica
Onderzoekers: • Jurgen Del-Favero
Geattenueerd vaccin voor de bescherming van pluimvee tegen aviaire pathogene Escherichia coli en Salmonella enterica. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het doel van dit project was carrier vaccinstammen te produceren die gelijktijdig pluimvee kunnen beschermen tegen aviaire pathogene Escherichia coli en Salmonella enterica. Voor dit doel werden geattenueerde aroA and guaB mutanten geproduceerd en getest, die virulentiegenen uitdrukken onder de controle van in vivo induceerbare promotors. Organisaties: • Genetische Virologie • Biologie • Toegepaste Biologische Wetenschappen • Embryologie en Menselijke Genetica
Onderzoekers: • JEAN-PIERRE HERNALSTEENS • IRIS ADRIAENS • Connie ADRIAENSEN • NELE BUYS • HENRI DE GREVE
Van zorgcoördinatie naar zorgsysteem: Tweede jaargang Universiteit Gent Abstract: Aansluitend bij het tweede luik uit haar beleid op vlak van "Gelijke onderwijskansen", inzonderheid de aanstelling van een zorgcoördinator op iedere basisschool, schreef de Vlaamse Minister van Onderwijs voor het tweede jaar op rij een prioritair nascholingsvoorstel met de titel: "De zorgzame school" uit waarbij het de bedoeling is scholen te ondersteunen bij het uitbouwen van een zorgbeleidscontext op de eigen school. Centrale figuur hierin vormt de zorgcoördinator die op 3 niveaus activiteiten dient te ontplooien: schoolorganisatorisch, teamondersteunend en leerlinggericht. Dit nascholingsaanbod wil de zorgcoördinatoren en zorgteams op school inhoudelijke en methodische ondersteuning bieden bij de uitwerking van hun schooleigen zorgbeleidscontext.
Organisaties: • Vakgroep Onderwijskunde
Onderzoekers: • Martin Valcke
New Energy Externalities Development for Sustainability (NEEDS). Universiteit Antwerpen Abstract: New Energy Externalities Development for Sustainability (NEEDS). Organisaties: • Engineering Management
Onderzoekers: • Aviel Verbruggen
video streaming over bedrade/draadloze netwerken (= 50 % Loon Pieter LIEFOOGHE) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Samenwerkingsverband betreffende bedrade/draadloze netwerken. Organisaties: • Elektronica en Informatica
Onderzoekers: • KARIN DE BRUYN • PETER SCHELKENS • JAN CORNELIS
Scientific REsearch J.I.T. Universiteit Gent Abstract: Het doel van het wetenschappelijke onderzoek naar gemeenschappelijke onderzoeksteams bestaat erin om aan de hand van de eerste operationele JIT in Nederland het concept van een JIT te evalueren. De onderzoeksgroep zal de activiteiten van de operationele JIT volgen en zijn onwikkeling en functioneren bestuderen. Ook de JIG (gemeenschappelijk onderzoeksgroep) zal aan dezelfde studie worden onderworpen. Een analyse zal een jit en dit op juridisch, criminologisch, politiek en sociologisch niveau. Op basis van de analyse zullen aanbevelingen worden geformuleerd. Organisaties: • Vakgroep Strafrecht en criminologie
Onderzoekers: • Gert Vermeulen
Inzetten van textielmateriaal voor de verwijdering van geuren en schadelijke verbindingen via adsorptie en katalytische degradatie. Universiteit Antwerpen Abstract: Om aan bestaande textielproducten een meerwaarde te geven worden specifieke functies ingebouwd. In dit project zullen poreuze katalysatoren worden ingebouwd in verschillende textielprodukten, die actief, geur- of toxische componenten (sigarettenrook, zweet, formaldehyde, VOC's) uit de binnenhuislucht adsorberen en -om verzadiging te vermijden- ook katalytisch degraderen. De mogelijkheden omtrent adsorptie en katalytische degradatie, door gebruik te maken van verschillende titania katalysatoren, zullen geoptimaliseerd worden a.h.v. de nodige analysetechnieken (o.a. de selectiviteit en de stabiliteit van de katalytische degradatie is van groot belang). Organisaties: • Laboratorium adsorptie en katalyse
Onderzoekers: • Pegie Cool
Verbeteren van de Europese volksgezondheid door modellering en economische evaluatie van interventies voor de controle van infectieziektes (POLYMOD). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit internationaal EU project beoogt de methodes van modellering en economische evaluatie van interventies voor de controle van infectieziektes (voornamelijk vaccinatie) te optimaliseren. Met name nieuwe informatie over hoe mensen sociaal mixen, en hoe dit bijdraagt tot de verspreiding van infectieziektes in Europa, zal worden verzameld en op optimale wijze gebruikt worden in dynamische mathematische simulatiemodellen. Deze technieken zullen toegepast worden op specifieke interventies in combinatie met economische evaluatie. De resultaten van deze analyses zullen rechtstreeks beschikbaar worden gemaakt voor de besluitvorming in 15 Europese landen. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Pierre Van Damme • Philippe Beutels
HiPEAC High-Performance Embedded Architecture and Compilation Universiteit Gent Abstract: Het HiPEAC network of excellence bestudeert het ontwerp en de realisatie van toekomstige krachtige microprocessors en comprilers. HiPEAC High-Performance Embedded Architecture and Compilation. Organisaties: • Vakgroep Elektronica en informatiesystemen
Onderzoekers: • Koenraad De Bosschere
(Oorspronkelijk aangemaakt als ADSI58 met voorfinanciering /toekenningsbrief) GRANT 2004 : onderzoekssubsidie van korte duur aan Karine BRECKPOT (phD) : Development of a potent dendritic cell-based anti-cancer vaccine. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dendritische cellen (DC) zijn de belangrijkste antigen-presenterende cellen van het immuunsysteem en zijn essentieel voor de activatie van naïeve T cellen. Tijdens het maturatieproces worden immature DC (iDC), die gespecialiseerd zijn in antigen opname en verwerking, omgevormd tot potente T cel stimulerende mature DC (mDC). Fenotypisch wordt de maturatie gekenmerkt door een toename van HLA-klasse I en II moleculen op het celoppervlak en een verhoogde expressie van adhesiemoleculen, co-stimulatoire en activerende moleculen, zoals bijvoorbeeld CD83. Deze laatste wordt beschouwd als één van de belangrijkste maturatiemerkers van DC en wordt tevens uitgedrukt door geactiveerd B en T
cellen. De unieke expressie van CD83 op cellen betrokken in het immuunsysteem suggereert dat CD83 een mogelijke rol speelt in de regulatie van de immuunrespons. Hechter, de precieze functie van CD83 op DC en T cellen blijft onduidelijk. In dit onderzoeksproject zullen de interacties tussen DC en T cellen bestudeerd worden op moleculair niveau, met nadruk op CD83. Hierdoor verkregen inzichten in de regulatie van de immuunrespons kunnen bijdragen tot de optimalisatie van DC-gebaseerde immuuntherapie. Organisaties: • Fysiologie
Onderzoekers: • KRISTIAAN THIELEMANS
Wetenschappelijk dienstbetoon cursussen : opleidingen, cursussen, ed.. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Wetenschappelijk dienstbetoon cursussen : opleidingen, cursussen, ed.. Organisaties: • Experimentele Anatomie
Onderzoekers: • Erik CATTRYSSE • JAN PIETER CLARYS
NEMO: Excellentienetwerk voor Micro-Optica Universiteit Gent Abstract: Micro-optica is een generische technologie die toelaat licht en fotonen te manipuleren met behulp van microscopisch kleine structuren en componenten, vervaardigd in een grote variëteit aan materialen. Het Network of Excellence, NEMO, is erop gericht in Europa een aantal centra op te zetten waarbinnen diverse aspecten van de micro-optica bestudeerd worden, van ontwerp, vervaardiging en karakterisatie tot toepassingen. Organisaties: • Vakgroep Informatietechnologie
Onderzoekers: • Peter Van Daele
OpenComRTOS: formeel systeemontwerp toegepast op een bedrijfssysteem voor ware tijd Universiteit Gent Abstract: De hoofdlijnen staan vermeld in de volledige titel: "OpenComRTOS: een formeel ontworpen en gevalideerd schaalbaar bedrijfssysteem voor ware tijd gebaseerd op een samenhangende en unificerende methodiek voor systeemontwerp". Nadere toelichting: in het eigenlijke RTOS concept staat communicatie centraal. In de te ontwikkelen ontwerpmethodiek wordt bruikbaarheid voor andere toepassingen in de industrie nagestreefd. Organisaties: • Vakgroep Informatietechnologie
Onderzoekers: • Raymond Boute
Stedelijkheid en Semiosis in recentie New York fictie Universiteit Gent Abstract: Een onderzoek over stedelijkheid en semiosis in recente romans (1977-2001), waarin New York City een belangrijke rol speelt. Het onderzoek houdt het midden tussen een pure thematologische benadering en een excessief tekst-georiënteerd poststructuralistische benadering. Stadsliteratuur zal worden beschouwd 1/ als het dramatiseren van existentiële problemen 2/ als het in kaart brengen van semantiseringsprocessen. Organisaties: • Vakgroep Engels
Onderzoekers: • Kristiaan Versluys
ikv EC contract (dd. 8/9/2004) : Processing data that have been collected in framework of a survey carried out among members of the EESC. Vrije Universiteit Brussel Abstract: -ikv EC contract (dd. 8/9/2004) : Processing data that have been collected in framework of a survey carried out among members of the EESC. Organisaties: • Politieke Wetenschappen
Onderzoekers: • ALISON WOODWARD
Het leveren van ondersteuning bij het beheer en de verbetering van het model MOBILEC. Universiteit Antwerpen Abstract: Het leveren van ondersteuning bij het beheer en de verbetering van het model MOBILEC. Organisaties: • Transport en ruimtelijke economie
Onderzoekers: • Hilde Meersman
Congrestoelage : Organisatie Workshop "Modalität : kontrastiv". Universiteit Antwerpen Abstract: Congrestoelage : Organisatie Workshop "Modalität : kontrastiv". Organisaties: • Centrum voor grammatica, cognitie en typologie
Onderzoekers: • Tanja Mortelmans
Publicatie doctoraatsthesis : "Im Manuskript an den Rand geschrieben". Spiegelschrift und Diskurs in Rainer Maria Rilkes "Die Aufzeichnungen des Malte Laurids Brigge. Universiteit Antwerpen
Abstract: Publicatie doctoraatsthesis : "Im Manuskript an den Rand geschrieben". Spiegelschrift und Diskurs in Rainer Maria Rilkes "Die Aufzeichnungen des Malte Laurids Brigge. Organisaties: • Internationale bedrijfscommunicatie
Onderzoekers: • Diana Phillips
Organisatie congres : "International C.A.L.L. Conference 2004". Universiteit Antwerpen Abstract: Organisatie congres : "International C.A.L.L. Conference 2004". Organisaties: • Didascalia
Onderzoekers: • Jozef Colpaert
Organisatie congres : "First European and North American Charcot-Marie-Tooth Consortium Meeting". Universiteit Antwerpen Abstract: Organisatie congres : "First European and North American Charcot-Marie-Tooth Consortium Meeting". Organisaties: • VIB DMG - Perifere Neuropathieën
Onderzoekers: • Vincent Timmerman
Analyses tbv Herbconsult Vrije Universiteit Brussel Abstract: Analysen kaderend in kwaliteitscontrole van plantaardige grondstoffen en afgeleide bereidingen: - asgehaltes. - toxische metalen. - microbiële analysen. - specifieke actieve inhoudsstoffen. Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • PIERRE CORNELIS • Kristiaan DEMEYER
Degradatie van de eerste wand materialen onder ITER relevante ladingscondities Universiteit Gent Abstract: Warmte en neutronen ladingen in ITER veroorzaken erosie, redepositie van de lagen en stof en degradatie van de materialen. Het is hoofdzakelijk een probleem voor de vieligheid en verkort de levensduur van de eerste wand componenten (beryllim, vezelsterkte koolstofcomposieten en wolfraam). Het doel is de thermische schok resistentie van deze materialen te voorspellen na neutronen bestraling. Organisaties: • Vakgroep Toegepaste fysica
Onderzoekers: • Guido Van Oost
Deskundigenadvies aangaande de positionering van het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen inzake de gelijkheid van vrouwen en mannen in de islam en meer in het bijzonder wat betreft de problematiek van de sluier. Universiteit Antwerpen Abstract: Deskundigenadvies aangaande de positionering van het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen inzake de gelijkheid van vrouwen en mannen in de islam en meer in het bijzonder wat betreft de problematiek van de sluier. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Jean Vranken
INSIDE THE BOX: assessing competitive conditions, concentration and the market structure of container liner shipping industry Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Bedrijfsmanagement Mercator • Vakgroep Logistiek
Onderzoekers: • Christa Sys
Invloed van experimentele en computationele parameters op de toekenning van absolute configuraties door middel van Vibrationeel Circulair Dichroïsme Universiteit Gent Abstract: In dit onderzoeksproject wordt onderzoek uitgevoerd naar de VCD techniek voor de bepaling van absolute configuratie van organische moleculen. Nadruk wordt gelegd op de studie van experimentele parameters als solvent en temperatuur en kwantumchemische parameters bij de DFT berekeningen. Organisaties: • Vakgroep Anorganische en fysische chemie
Onderzoekers: • Patrick Bultinck
Optimalisatie baggerwerken in de maritieme toegang van de Westerschelde en Beneden Zeeschelde Vrije Universiteit Brussel Abstract: De opdracht heeft tot doel het leveren van technisch-wetenschappelijke bijstand bij het onderzoek naar optimalisatie van de baggerwerken in de Westerschelde en de Beneden Zeeschelde. Het Waterbouwkundig Laboratorium heeft de voorgaande jaren een numerieke modellentrein in 2D voor het simuleren van waterstanden en stromingen tot stand gebracht gaande van de Atlantische Oceaan tot het volledige tij-gebonden deel van de Schelde reikend tot Gent en Lier. Deze modellentrein is een belangrijke ondersteuning bij het onderzoek dat zou moeten gebeuren voor de optimalisatie van de baggerwerken. Zo is er gepland om een aanzienlijke storting van zand uit voeren in de Westerschelde waarvan de monitoring moet toelaten om de haalbaarheid van een alternatieve stortstrategie in te schatten. Het numeriek modelleren van de sedimenttransport processen die daarbij opgemeten worden zal een belangrijk hulpmiddel zijn. Verder zijn er ook experimenten op fysisch model gebeurd die het effect van een current deflecting wall op de wateruitwisseling tussen het Deurganckdok en de Beneden Zeeschelde diende in te schatten. Om uiteindelijk dit effect te kunnen vertalen naar verminderde hoeveelheden slibsedimentatie in het Deurganckdok zal er numerieke modellering van slibtransport processen dienen te gebeuren om finaal de bouw van dergelijke current deflecting wall te kunnen verantwoorden. Een niet minder belangrijke ondersteuning bij het onderzoek naar optimalisatie van de baggerwerken is de analyse van de schat aan studies en meetgegevens die bij Afdeling Maritieme Toegang aanwezig is. Zo zijn er studies over de samenstelling van de bodem, meetgegevens van slibconcentraties, de uiterst gedetailleerde opslag van de bagger- en stortactiviteiten in het BIS-systeem en de massale hoeveelheid peilgegevens. Het opsporen van trends in deze meetgegevens is van onschatbare waarde om de invloed van menselijke activiteiten op de sedimentdynamiek in de Schelde te bestuderen en zo ook te weten te komen hoe die invloeden kunnen worden geminimaliseerd. Organisaties: • Hydrologie en Waterbouwkunde
Onderzoekers: • Tatiana MAXIMOVA • WILLY BAUWENS
Synthese en biologische evaluatie van nucleoside hydrolase inhibitoren als potentiële antiparasitaire verbindingen. Universiteit Antwerpen Abstract: Protozoa zoals Plasmodia, Leishmania en Trypanosoma zijn verantwoordelijk voor ernstige en levensbedreigende tropische infectieziekten zoals malaria, slaapziekte, Chagas ziekte en verschillende vormen van leishmaniasis. Nieuwe geneesmiddelen voor deze ziekten zijn dringend gewenst. Dit project bevat het computer-gestuurd ontwerpen, synthetiseren en enzymatisch evalueren van inhibitoren van nucleoside hydrolase, een nieuw antiparasitair doelwit. Organisaties: • Medicinale chemie (UAMC)
Onderzoekers: • Achiel Haemers • Koen Augustyns • Annelies Goeminne
Internationaal Cursussen programma "Physical Land Resources 2004-2005" Universiteit Gent Abstract: Interuniversitaire en interfacultaire postgraduaatopleiding in Fysische Natuurlijk Rijkdommen gericht naar ontwikkelingslanden. De opleiding is voltijds en duurt twee jaar, en is volledig in het Engels. Er zijn 2 afstudeerrichtingen, resp "soil science' en 'engineering geology'. Succesvolle studenten behalen een diploma in de Aanvullende studies na het eerste jaar, en een Master of Science-diploma na het tweede jaar. Organisaties: • Vakgroep Geologie en bodemkunde
Onderzoekers: • Eric Van Ranst
FWO Simoens Frederik Universiteit Gent Abstract: In dit doctoraatsproject wordt onderzoek verricht naar estimatie- en modulatietechnieken geschikt voor digitale communicatie tussen mobiele gebruikers over kanalen met meerdere in- en uitgangen. FWO Simoens Frederik . Organisaties: • Vakgroep Telecommunicatie en informatieverwerking
Onderzoekers: • Marc Moeneclaey
Bilaterale samenwerking in he kader van gezamenlijke doctoraatsprojecten_Bench fee i.h.k. van Joint PhD VUBULB_Mohamed Omar Said Mohamed. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Bilaterale samenwerking in he kader van gezamenlijke doctoraatsprojecten_Bench fee i.h.k. van Joint PhD VUB-ULB_Mohamed Omar Said Mohamed. Organisaties: • Biologie
Onderzoekers: • Mohamed OMAR SAID • NICO KOEDAM
Pion transparanties Universiteit Gent Abstract: We berekenen pion transparanties voor het pion productie proces aan een kern in een relativistisch model. Dit model is gebaseerd op relativistische Glauber veelvuldige-verstrooiingstheorie. De werkzame doorsnedes worden benaderd door een gefactoriseerde uitdrukking waarin het elementaire pion productie process gescheiden wordt van de finale toestands interacties van het pion en uitgestoten nuclean met de residuele nucleonen. Organisaties: • Vakgroep Fysica en Sterrenkunde
Onderzoekers: • Jan Ryckebusch
Efficiënt architecturaal ontwerp van microprocessors Universiteit Gent Abstract: Het ontwerp van microprocessors is zeer tijdrovend, door de grote ontwerpruimte en de beperkte snelheid van de nodige simulaties. In dit onderzoek proberen we dit ontwerpsproces te versnellen (i) door snelle zoekmethodes en (ii) door de simulatietijd te beperken. Voor dit laatste bestaan reeds enkele methodes (bv. Sampling, statistische simulatie) maar deze verliezen allen nauwkeurigheid. Er zal onderzocht worden hoe deze gebruikt kunnen worden in het optimalisatieproces, en aangepast kunnen worden om beter te presteren. Organisaties: • Vakgroep Elektronica en informatiesystemen
Onderzoekers: • Koenraad De Bosschere
Metaboliet- en transcriptprofilering van arabidopsis mutanten in fenylpropanoïd- en monolignolbiosynthese Universiteit Gent Abstract: Lignine is een belangrijke component van de celwand en speelt een grote rol in een aantal agro-economische processen. Om een dieper inzicht te bekomen in de regulatie van ligninebiosynthese en de relatie tussen ligninebiosynthese en plantenontwikkeling, zullen Arabidopsis mutanten met defecten in ligninebiosynthese bestudeerd worden. De analysen zullen gebeuren met een combinatie van transcript- en metabolietprofilering, licht- en elektronenmicroscopie. Organisaties: • Vakgroep Plantenbiotechnologie en Genetica
Onderzoekers: • Wout Boerjan
Sociale huisvesting, ruimtelijk beleid en sociaal kapitaal: ruimtelijke interrelaties in een derde wereldcontext Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Toegepaste Ingenieurswetenschappen • Vakgroep Bouwkunde
Onderzoekers: • Pascal De Decker
Identificatie van genen verantwoordelijk voor niet-syndromale slechthorendheid en de ziekte van Menière. Universiteit Antwerpen Abstract: Identificatie van genen verantwoordelijk voor niet-syndromale slechthorendheid en de ziekte van Menière. Organisaties: • Menselijke moleculaire genetica
Onderzoekers: • Guido Van Camp • Nele Barbara Ellen Hilgert
Onderzoek in het domein van de ontwikkeling van een niet-invasieve biomerker voor respiratoire toxiciteit door proteoomanalyse van uitgeademde lucht. Universiteit Antwerpen Abstract: Er bestaat een stijgende trend in het voorkomen van astma vooral bij kinderen. De exacte oorzaak van astma is nog niet gekend, maar waarschijnlijk gaat het om een complexe interactie van verschillende factoren zoals genetische aanleg en levensstijlfactoren maar ook luchtverontreiniging en roken. Om een beter inzicht te krijgen is het nodig om de vroege biologische effecten te identificeren die later resulteren in astma. Hiervoor moeten biomerkers ontwikkeld worden die, ook bij de meest gevoelige populaties (kinderen'), toepasbaar zijn. Bovendien is er nood aan niet-invasieve testen die in grootschalige bevolkingsonderzoeken toegepast kunnen worden en die toelaten om de relatie tussen milieufactoren en ontsteking en beschadiging van de luchtwegen te evalueren. Tot nu toe werd in het onderzoek naar biomerkers voor astma gebruik gemaakt van invasieve methoden zoals broncheoalveolair lavage, sputum of bloed. In dit project willen we een niet-invasieve methode ontwikkelen toepasbaar op het condensaat van uitgeademde lucht. Er zijn reeds enkele onderzoeken uitgevoerd waarbij gebruik gemaakt werd van de gasfase en vloeibare fase van uitgeademde lucht. In het condensaat werden biologische moleculen gemeten die in verband konden gebracht worden met de status van de luchtwegen. Het niet-invasieve karakter van deze meetmethode heeft tot gevolg dat de techniek ook kan worden toegepast bij kinderen en een enorm potentieel heeft om toegepast te worden in grootschalige biomonitoringsonderzoeken naar de effecten van luchtverontreiniging op de ontwikkeling van astma en luchtwegproblemen. Dit doctoraatswerk is erop gericht om de collectietechnieken voor uitgeademde lucht te optimaliseren en toepasbaar te maken voor biomonitoringsonderzoek in het kader van onderzoek naar de relatie tussen milieu en gezondheid. Een eerste doel bestaat uit de optimalisatie van de methode voor de collectie van uitgeademde lucht. Vervolgens zullen in het condensaat biomerkers voor longontsteking en oxidatieve schade geïdentificeerd worden. Gezien de complexiteit van ontsteking en oxidatieve stress en hun interactie in ziekten zoals astma, verwachten we dat verschillende biologische effecten kunnen bijdragen tot beschadiging van de luchtwegen. Het is de bedoeling om het eiwitpatroon van uitgeademde lucht te onderzoeken met proteoomanalyse. Dit is momenteel de meest krachtige techniek om op een snelle wijze in biologische weefsels veranderingen in het eiwitprofiel te detecteren als reactie op veranderde blootstellings- of fysiologische condities. Technieken zoals tweedimensionele gelelectroforese, vloeistofchromatografie en massaspectrometrische analyse zullen gebruikt worden. om verschillen in eiwitpatronen op te sporen in uitgeademde lucht na blootstelling aan specifieke omgevingspolluenten. Tijdens dit project zullen stalen van rokers en niet-rokers vergeleken worden. De eiwitten die differentieel aanwezig zijn in de uitgeademde luchtstalen zullen geselecteerd worden voor verdere studie waarbij aandacht zal gaan naar meer eenvoudige bepalingstechnieken, reproduceerbaarheid van de meyhode en de toepasbaarheid voor onderzoek bij kinderen. Organisaties: • Departement Biomedische Wetenschappen - overige
Onderzoekers: • Greta Schoeters • Karolien Bloemen
De multiniveau-snelle-multipool-methode voor elektromagnetische veldproblemen in gelaagde media met het oog op grote passieve elektrische en optische interconnecties en structuren Universiteit Gent Abstract: Met het oog op de simulatie van veldproblemen aam on-chip interconnecties zal een methode worden ontwikkeld om elektromagnetische en optische veldproblemen in gelaagde media sneller en efficienter op te lossen. Hierbij zal enerzijds gebruik gemaakt worden van de multiniveausnelle-multipoolmethode en anderzijds die van de perfect aangepaste lagen om het simulatiegebied kunstmatig te begrenzen.
Organisaties: • Vakgroep Informatietechnologie
Onderzoekers: • Femke Olyslager
Illocutieve strekking, informatiestructuur en zinsconstructie van de vraagzin. Algemene theorie met toepassing op het Frans Universiteit Gent Abstract: Het voorstel ambieert een coherent theoretisch kader te ontwikkelen voor de beschrijving van drie essentiële aspecten van vraagzinnen op basis van een specifieke hypothese over hun semantische aard. De beschrijving spitst zich toe op Franse vraagzinnen, omdat die specifieke kenmerken bezitten die elke theoretische benadering zwaar op de proef stellen. Organisaties: • Vakgroep Frans
Onderzoekers: • Dominique Willems
Het zelfmoordthema in de Franse tragedie van de 17de eeuw: van het "Theater d'horreur" tot Corneille en Racine Universiteit Gent Abstract: Het onderzoek betreft een thematische studie van de 17de eeuwse Franse tragedie in het teken van het zelfmoordthema. Binnen dit genre zal het onderzoek betrekking hebben op de "tragédie baroque" (tot rond 1630), met als voornaamste vertegenwoordigers Hardy en Rotrou), tot de zogenaamde "klassieke" (maar zeer verschillende) tragedies van Corneille en Racine. Organisaties: • Vakgroep Frans
Onderzoekers: • Fernand Hallyn
Het asielbeleid van de Europese Unie : een discourstheoretisch en -analytisch onderzoek naar de constructie en de implicaties van een veiligheidsperspectief op de ontwikkeling van een uniform asielsysteem. Universiteit Antwerpen Abstract: Vanaf de jaren tachtig worden asiel en migratie binnen de Europese Unie in toenemende mate gedefinieerd als een veiligheidsrisico. Ze worden beschouwd als een grensoverschrijdende bedreiging voor de realisatie van de interne markt als gevolg van de afschaffing van interne grenscontroles. Bovendien worden ze ook gepercipieerd als een bedreiging voor de stabiliteit van de lidstaten. De sociale constructie van asiel als een `probleem' veroorzaakt een sterke spanning met het traditionele humanitaire framework dat de basis vormt van de internationale vluchtelingenbescherming en lijkt te leiden tot de ontwikkeling van een restrictief Gemeenschappelijk Europees Asielbeleid (GEAB), waar de nadruk wordt gelegd op het controleren en het beperken van migratie. In dit doctoraatsonderzoek wens ik de spanning tussen veiligheid en mensenrechten vanuit een discourstheoretisch raamwerk, gebaseerd op de theorieën van o.a. Laclau & Mouffe, te onderzoeken. Aangezien discourstheorie geen uitgebreid systeem van methoden omvat, zal het werken aan onderzoeksstrategie en methodologie eveneens één van de uitdagingen zijn van dit onderzoek. De belangrijkste onderzoeksvraag kan als volgt worden omschreven: Domineert een veiligheidsdiscours momenteel de ontwikkeling van het GEAB en in hoeverre verklaart dit veiligheidsdiscours het restrictivisme in het GEAB? Om deze hypothese te testen dienen nog twee bijkomende vragen te worden beantwoord. Ten eerste hoe gaat dit proces van verveiliging in zijn werk, i.e. een onderzoek naar de constructie van een veiligheidsperspectief op de asielproblematiek. Ten tweede, wat zijn de implicaties van een veiligheidsdiscours met betrekking tot asiel, i.e wat voor beleid resulteert uit de constructie van asiel als een veiligheidsprobleem? Op basis van een discoursanalyse uitgevoerd op primaire bronnen (documenten van de JBZ-Raad van Ministers, Europese Commissie, Europees Parlement, interviews met EU-ambtenaren e.a.) en secundaire bronnen (mediaberichtgeving, NGO-rapporten') wens ik empirisch te bewijzen dat achter de creatie van een Europees Gemeenschappelijk Asielbeleid een veiligheidsdenken aanwezig is. Indien niet, dan moet deze hypothese die reeds meermaals is gepostuleerd, maar nooit empirisch bewezen, gefalsifieerd worden. Organisaties: • Instituties en Meerlagige Politiek (ACIM)
Onderzoekers: • Peter Bursens • Dominique Van Dijck
In vivo farmacokinetische en farmacodynamische correlatiestudies van anti-epileptica. Vrije Universiteit Brussel Abstract: 1.Situering van het project Het gebruik van diermodellen in epilepsieonderzoek laat toe inzicht te krijgen in de pathofysiologie van een epilepsiecrisis en het fundamenteel werkingsmechanisme van anti-epileptica te bestuderen. Veel gebruikte modellen zijn o.a. de 'genetic epilepsy prone rat' (GEPR), 'genetic absence epilepsy' model, de kindling modellen en corticale stimulatie, die elk een model zijn voor een welbepaalde vorm van epilepsie. Als farmacodynamisch eindpunt kan men electrofysiologische parameters kwantificeren (Cleton et al., 1999). Voor sommige anti-epileptica, zoals carbamazepine, kan men ook hun invloed op extracellulaire (E.C.) serotonineconcentraties als farmacodynamische parameter evalueren (Graumlich et al., 1999). In het onthaallaboratorium werd een dierfarmacologisch model ontwikkeld voor psychomotorische focale epilepsie, waarbij lokaal in de hippocampus van de rat pilocarpine wordt toegediend (Smolders et al., 1997a). De hippocampus werd als hersenkern geselecteerd omwille van zijn gevoeligheid voor hersenschade ten gevolge van epilepsie en omdat deze kern een sleutelrol speelt in de ontwikkeling en de instandhouding van psychomotorische aanvallen. Stereotactisch wordt een microdialyseprobe aangebracht in de hippocampus, wat toelaat een aantal neurochemische parameters te monitoren, zoals E.C. concentraties aan glutamaat, GABA en dopamine. Er wordt ook simultaan een electrocorticogram opgenomen om de exacte relatie tussen het convulsief gedrag en de neurochemische veranderingen te volgen. Na injectie van pilocarpine is er een zekere latentieperiode vooraleer de eerste epileptische manifestaties optreden. In deze periode kan men de neurochemische gebeurtenissen volgen die de convulsies voorafgaan en de verdere effecten van de epilepsie aanvallen longitudinaal volgen (Smolders et al., 1997a). Het effect van anticonvulsieve farmaka op deze parameters kan zo bestudeerd worden, na systemische toediening i.p. of 'in situ' via de probe. E.C. glutamaat concentraties hebben een typisch verloop tijdens pilocarpine-geïnduceerde convulsies: in de latentieperiode merkt men een duidelijke daling van het glutamaat tot 40% en een 200% toename tijdens de convulsieve fase. Indien een farmakon de epilepsie aanval voorkomt, treedt de verhoging van E.C. glutamaatconcentraties niet meer op: mogelijk is de glutamaatvrijstelling dus secundair op de epilepsie. De rol van andere kernen in secundaire generalisatie kan bestudeerd worden door een tweede probe te plaatsen, e.g. in de basale ganglia waar dopaminerge en GABA-erge mechanismes een inhibitoire rol spelen (Deransart et al., 1998). Ook werden in het onthaallaboratorium farmacokinetische studies in vivo uitgevoerd door monitoring van anti-epileptica in specifieke hersenstrukturen van het proefdier. Hierbij werden samenwerkingen georganiseerd met meerdere buitenlandse industriële en universitaire onderzoekslaboratoria. Zo werd kwantitatieve in vivo microdialyse voor farmacokinetisch onderzoek van carbamazepine en oxcarbazepine in het onthaallaboratorium
ontwikkeld (Van Belle et al., 1995a). Hierbij werd een microdialyse probe geplaatst in de hippocampus en in de vena jugularis. Farmakonconcentraties worden in het algemeen met microbore HPLC bepaald en de in vivo calibratie van de microdialyse probe gebeurt via retrodialyse van een interne standaard. Farmaka worden via een catheter in de andere vena jugularis toegediend. Verschillende auteurs hebben de technische gegevens van dit model overgenomen voor farmacokinetisch-farmacodynamische investigaties (Graumlich et al., 1999). 2. Onderzoek naar farmacodynamische merkers voor de antiepileptische aktiviteit Voor de meeste anti-epileptica is het volledige werkingsmechanisme niet gekend. De anti-epileptica, tot nu toe in de kliniek gebruikt, herstellen het excitatoir/inhibitoir evenwicht via een verhoging van de door GABA gemedieerde inhibitie of via het blokkeren van de voltage-afhankelijke Na+ kanalen, doch andere mechanismen dragen bij tot het effect . Een eerste doelstelling van ons project is voor een reeks majeure anti-epileptica de invloed op de extracellulaire vrijgave van serotonine en dopamine na te gaan in het pilocarpinemodel voor focale epilepsie. Inderdaad is het duidelijk dat een aantal anti-epileptica zoals carbamazepine (Dailey et al., 1997a), valproate (Whitton & Fowler, 1991) en zonisamide (Okada et al., 1999) duidelijk de E.C. concentraties van serotonine verhogen. Voor carbamazepine is de EC serotonine verhoging dosis afhankelijk in Sprague-Dawley ratten en GEPRs (Dailey et al., 1997a). Deze serotonine vrijstelling hangt niet af van exocytose: geen effect van TTX noch van zero Ca2+ in de microdialyse perfusievloeistof (Dailey et al., 1997b). Ook het anticonvulsief effect van SSRIs zoals fluoxetine wordt aan verhoogd serotonine toegeschreven en dit effect wordt versterkt na toedienen van de 5HT1A autoreceptor antagonist (-) pindolol (Browning et al., 1997). Gebruik van E.C. serotonine als 'universeel' farmacodynamische parameter is echter niet mogelijk. Inderdaad blijken majeure anti-epileptica zoals fenytoïne in therapeutische dosis geen effect te hebben op E.C. serotonine (Okada et al., 1997). Bovendien moet men bewust zijn van een mogelijk dosis-effect met bifasisch verloop: in supratherapeutische dosis doet carbamazepine de E.C. serotonine concentratie dalen (Okada et al.,1998). Ook dopamine moet beschouwd worden als een mogelijke farmacodynamische parameter. Voor lamotrigine konden we aantonen dat het anticonvulsief effect gepaard gaat met verhoogde dopamine vrijgave (Smolders et al, 1997a). Voor de rol van dopamine in epilepsie pleit het proconvulsieve effect van D2 antagonisten (in schizofrenie) en D1 agonisten (in de ziekte van Parkinson). Ook het anticonvulsief effect van de MAO-B inhibitor selegiline (Hoffman et al., 1997) wijst op een dopaminerg mechanisme. Zonisamide heeft een dubbel effect op dopamine vrijstelling: het inhibeert depolarisatie van dopaminerge neuronen maar stimuleert simultaan exocytose via het N-type Ca2+ kanaal (Kawata et al., 1999). Het feit dat dopamine een centrale rol speelt in de fysiopathologie van sommige diermodellen zoals pentylenetetrazol-kindling (Dazzi et al., 1997) maakt het een mogelijke kandidaat als farmacodynamische marker. In dit verband zullen we het effect van een reeks anti-epileptica op de serotonine en dopamine vrijstelling in hippocampus bestuderen in het pilocarpine model en het mechanisme van verhoogde vrijstelling karakteriseren. De interacties tussen dopamine en serotonine vrijstelling kunnen bestudeerd worden door toediening van selectieve receptor-subtype antagonisten. We denken hierbij aan oxcarbazepine, fenytoïne, valproïnezuur en zijn derivaten valnoctamide en valpromide, topiramaat, lamotrigine. Terzelfdertijd willen we deze transmitters ook bestuderen in kernen die een rol spelen in het inhibitie systeem: nucleus caudatus putamen, substantia nigra, cerebellum etc. Concreet zullen we de dual probe techniek aanwenden, waarbij een microdialyseprobe zowel in de hippocampus als in de nigra of het striatum wordt ingeplant. In de dialysaten kunnen de verschillende transmitters gedoseerd worden met methodes die in het laboratorium werden geoptimiseerd en in routine uitgevoerd worden. We denken hierbij de dialysaten te splitsen in 3 delen voor de bepaling van serotonine en dopamine in één deel, glutamaat in het 2de deel en GABA in het 3de deel. Niettegenstaande in dit project de aandacht in de eerste plaats naar de rol van dopamine en serotonine gaat, zullen we toch ook GABA en glutamaat bepalen. Een reden hiervoor is dat de technologie om deze transmitters te meten in het laboratorium aanwezig is, doch de belangrijkste reden is de gekende rol van deze transmitters in epilepsie (Smolders et al., 1997a, 1997b). Daarbij is het de bedoeling één of meerdere neurochemische merkers te identificeren en de dosis-afhankelijkheid voor de verschillende farmaka te preciseren. 3. Farmacokinetische aspecten en PK-PD relaties In een 2de deel van het project willen we de relatie bestuderen tussen enerzijds de concentraties van de anti-epileptica in bloed, in het cerebrospinaal vocht (CSF) en in de hersenen en anderzijds het farmacodynamisch effect, met als maat de verandering in extracellulaire concentratie van de merker. Door het simultaan opvolgen van de concentraties van het farmakon in de hersenen, het bloed en het CSF en van de farmacodynamische merker, vóór, tijdens en na de experimenteel geïnduceerde convulsies, zullen we kunnen bepalen hoe de PK/PD parameters veranderen tijdens een epileptische aanval. Immers, de cerebrale bloeddoorstroming en zuurstofextractieratio verhogen tijdens de convulsies, de permeabiliteit van de bloedhersenbarrière neemt aanzienlijk toe, er is actieve metabolisatie van de plasmalipidenmembraan enz.. Hiervoor zal in een eerste fase een beperkt aantal anti-epileptica geselecteerd worden voor de studie van de farmacokinetiek na I.V. toediening. Deze selectie zal gebeuren op basis van de resultaten bekomen in het eerste deel van dit project en op basis van vroegere studies. Hierbij denken we in de eerste plaats aan lamotrigine en carbamazepine : beide farmaka werden in het pilocarpinemodel uitgetest en beide bleken niet werkzaam na i.p. toediening. Ze bleken wel anticonvulsief bij lokale perfusie in de hippocampus (Smolders et al., 1997a,1997b). Deze farmacokinetische studie zal zowel op controledieren als in het pilocarpine diermodel uitgevoerd worden. Dit laat toe de invloed van epilepsie op de kinetiek en distributie van het farmakon na te gaan. Dit is zeer relevant om het probleem van de niet-werkzaamheid van i.p. carbamazepine en lamotrigine in het pilocarpine model te verklaren. Mogelijk heeft dit farmacokinetische oorzaken. Terzake is het relevant te verwijzen naar experimenten van de groep van Dailey die kon aantonen dat de dosis-activiteit verschillen tussen drie epilepsie modellen inderdaad kon verklaard worden door farmacokinetische verschillen (Graumlich et al., 1999). Ook kan dit misschien een nieuw licht werpen op drug-resistentie bij sommige psychomotorische epilepsieën . Microdialyseprobes worden geplaatst in de hippocampus en eventueel in de substantia nigra of het striatum, en ook in de vena jugularis. CSF wordt via een catheter gecollecteerd volgens de techniek beschreven door Huang et al. (1995). Voor ieder bestudeerd farmakon zal naar een geschikte standaard voor retrodialyse moeten gezocht worden, alsook een analysemethode moeten ontwikkeld worden. Zoals hoger vermeld, werden deze kwantitatieve methodes in het laboratorium reeds ontwikkeld voor carbamazepine, oxcarbazepine en hun metabolieten (Van Belle et al., 1995a). Tenslotte zal in een tweede fase via "modeling" de relatie gekarakteriseerd worden tussen de farmakon concentratie in bloed, CSF en hersenen en de concentratie van de geselecteerde farmacodynamische neurochemische merker (PK-PD). Dit zal gebeuren in samenwerking met de Universiteit van Poitiers ( Prof. W. Couet, Laboratoire de pharmacie galénique et biopharmacie) Organisaties: • Farmaceutische Chemie, Analyse van Geneesmiddelen en Geneesmiddelenkennis
Onderzoekers: • Ilse Julia SMOLDERS
De rol van epitheliale-mesenchymale transitie in het ontwikkelen van fibrose in de transplantnier. Universiteit Antwerpen Abstract: De rol van epitheliale-mesenchymale transitie in het ontwikkelen van fibrose in de transplantnier. Organisaties: • Pathofysiologie
Onderzoekers: • Patrick D'Haese • Marc De Broe • Jean-Louis Bosmans • Gie Spaepen
Welke essentiële processen tijdens de trage elongatie zijn bepalend voor de snelle elongatie in het hypocotyl? Universiteit Antwerpen Abstract: Welke essentiële processen tijdens de trage elongatie zijn bepalend voor de snelle elongatie in het hypocotyl? Organisaties: • Plantenmorfologie
Onderzoekers: • Jean-Pierre Verbelen • Jurgen Van Orden
Nucle(ol)air-cytoplasmatisch pendeltransport van het actinebindend proteïne myopodine, een potentiële merker voor blaas- en prostaatkanker Universiteit Gent Abstract: Moleculair-biologische analyse van het intracellulair nucleo-cytoplasmatisch transport van myopodine, een potentiële merker voor prostaatkanker. Toepassing van nanobodies als middel om endogene proteïnen in de cel te traceren. Organisaties: • Vakgroep biochemie
Onderzoekers: • Jan Gettemans
Evolutie van vrouwelijk kleurpolymorfisme bij waterjuffers (Odanata, Zygoptera). Universiteit Antwerpen Abstract: Polymorfismen komen in de natuur zeer algemeen voor. Bij vele soorten waterjuffers worden meerdere discrete vrouwelijke vormen in natuurlijke populaties waargenomen. Het vrouwelijke fenotype dat qua lichaamskleur en soms ook qua gedrag op het conspecifieke mannetje lijkt wordt andromorf genoemd, terwijl het gynomorfe fenotype duidelijk verschillend van het mannetjes en andromorfen. Recent onderzoek geeft aan dat de expressie van een kleurvorm genetisch bepaald is en dat selectieprocessen een belangrijke rol spelen bij hun coëxistentie. Huidige adaptieve hypothesen veronderstellen dat een conflict tussen de seksen aan de basis ligt van dit vrouwgelimiteerd polymorfisme bij waterjuffers. Meer in detail worden vrouwtjes teveel lastiggevallen door paarlustige mannetjes en dit zou leiden tot differentiële fitness-kosten voor andro- en gynomorfen. Het hoofddoel van dit onderzoek is beter inzicht te verwerven in het voortbestaan en de evolutie van vrouwelijke kleurvormen bij waterjuffers. Er wordt voornamelijk aandacht besteed aan de volgende 4 aspecten: ¿Hoewel dit een cruciale assumptie vormt, ontbreekt het aan studies die testen of het conflict tussen de seksen effectief leidt tot vormspecifieke fitness-kosten. Deze vraag wordt op experimentele wijze onderzocht door kleurvormen, ondergebracht in vliegkooien, bloot te stellen aan een verschillend aantal copulaties en verschillende gradaties van mannelijk lastigvallen. Vervolgens wordt nagegaan wat de effecten hiervan zijn op levensduur en fecunditeit. Tevens wordt het mannelijk lastigvallen van vrouwelijke vormen in natuurlijke populaties gekwantificeerd. Finaal wordt nagegaan of het vrouwelijk gedrag varieerd onder verschillende densiteiten en frequenties. ¿Spatiale en temporele variatie in de frequentie van de vrouwelijke vormen in natuurlijke populaties zal gekwantificeerd worden. Dit gebeurd aan de hand van een gestandaardiseerde methodiek, door middel van observaties in afgebakende transecten of door een uniforme vangsttechniek met een insectennet. ¿Verschillen in lichaamskleur en/of gedrag spelen een belangrijke rol in de thermische ecologie van een soort. Algemeen warmen donkere individuen sneller op dan lichtere waardoor ze meer actief (bvb. ontwijken predatoren, rijpen van eieren) kunnen zijn bij minder geschikte weersomstandigheden wat uiteindelijk leidt tot een fitnessvoordeel. In dit kader zal ik de thermische karakteristieken van mannetjes en de vrouwelijke kleurvormen bestuderen onder experimentele condities en in hun natuurlijke populatie. ¿Hypothesen suggereren dat de vrouwelijke kleurvormen verschillen in kosten en baten bij verschillende omgevingsomstandingheden met als gevolg dat hun fitness variabel is. Ik zal het bestaan van variatie in fitness bestuderen onder wijzigende populatiecondities (gedurende een volledig vliegseizoen). Er wordt geopteerd voor het bepalen van verschillende conditiematen (korte en lange termijn) zodat de conditie tijdens verschillende fasen in het leven van een individu kunnen ingeschat worden. De lichaamslengte en de ontwikkelingstabiliteit (fluctuerende assymetrie) weerspiegelen de conditie van het individu tijdens het larvale stadium (lange termijn). De aanwezige energiereserves van het individu geven een maat voor de huidige voedingsstatus die gevoelig is aan variabele omgevingsomstandigheden (korte termijn). Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Hans Van Gossum • Stefan Van Dongen • Jessica Hélène Leo Christine Bots
Genotype x standplaats interacties bij populier in functie van bio-energieproductie. Universiteit Antwerpen Abstract: Bomen en snelgroeiende houtachtige planten beschikken in meerdere opzichten over enkele belangrijke troeven om bij te dragen tot het Europese engagement om de koolstofemissies te verminderen. Bomen zijn enerzijds in staat om koolstof uit de atmosfeer op te nemen, en kunnen anderzijds voor een deel het gebruik van fossiele brandstoffen vervangen via de productie van hernieuwbare energie (i.e. bio-energie). Snelgroeiende bomen (o.a. hybride populieren, Populus spp.) kunnen in korte-omloophakhoutsystemen geteeld worden voor de productie van bioenergie. De mogelijkheden en het succes van deze korte-omloophakhoutculturen staan of vallen met de hoeveelheid houtachtige biomassa die over een korte periode geproduceerd kan worden. Deze wordt deels bepaald door het genotype van de beschouwde hybride, deels door de abiotische omgeving (bodem, klimaat). In dit onderzoek zal gebruik gemaakt worden van de experimentele infrastractuur die beschikbaar wordt gesteld binnen het kader van het Europese POPYOMICS-netwerk. Daarbij werden begin 2003 een aantal volledige families van hybride populierensoorten van diverse herkomst aangeplant op drie standplaatsen in W. Europa met een verschillend klimaatstype. Het netwerk heeft als doelstelling de opbrengst van het geslacht populier (Populus) te verhogen in termen van biomassa en houtproductie, via een beter begrip van de fysiologie, de moleculaire genetica en de genomics. Verschillende ecofysiologische karakteristieken, waaronder hoogte, stamdiameter, individuele bladoppervlakte, fenologie,' zullen gedurende twee groeiseizoenen voor en één na het terugsnijden worden bepaald. Op het einde van het tweede groeiseizoen zal de productiviteit bepaald worden via biomassabepalingen. De effecten van standplaats (locatie) op overerfbaarheid, op productiviteit en op de ecofysiologische karakteristieken zullen worden geëvalueerd. De resultaten van dit doctoraat zullen de identificatie van robuste QTL (quantitative trait loci) voor diverse genotypen en contrasterende klimaatstypen mogelijk maken. Daardoor kunnen in de toekomst de ecofysiologische karakteristieken op de genetische kaart (die intussen beschikbaar is) van populier gezet worden. Organisaties: • Planten- en vegetatie-ecologie (PLECO)
Onderzoekers: • Reinhart Ceulemans • Sophie Dillen
Identificatie van susceptibiliteitsgenen voor affectieve stoornissen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit doctoraatsproject beoogt de identificatie van susceptibiliteitsgenen die betrokken zijn in de etiologie van de psychiatrische aandoeningen schizofrenie (SZ) en bipolaire stoornis (BP). Beide zijn ernstige psychiatrische ziekten met een prevalentie van ongeveer 1% wereldwijd. Bipolaire stoornis is een stemmingsstoornis die wordt gekenmerkt door het cyclisch optreden van manische en depressieve periodes, schizofrenie kenmerkt zich door het optreden van psychoses (perioden waarin het contact met de realiteit is verstoord), affectieve en cognitieve symptomen. Het zijn complexe aandoeningen, waarbij het optreden van de ziekte een resultante is van de interactie tussen verschillende genetische factoren en omgevingselementen. Ondanks de hoge prevalentie, morbiditeit en socio-economische kosten zijn de pathofysiologie en etiologie van BP en SZ nog ongekend. In dit project zullen we gebruik maken van een positionele kloneringsstrategie. Aan de hand van een genomische zoektocht zullen chromosomale gebieden afgebakend worden die gekoppeld zijn met de ziekten en positionele kandidaatgenen worden geëvalueerd voor hun bijdrage in de etiologie van de aandoeningen d.m.v. associatiestudies. Ook reeds gekende functionele kandidaatgenen zullen geanalyseerd worden aan de hand van populatie-gebaseerde associatiestudies. Voor de genomische zoektocht beschikken we over een unieke familie-gebaseerde patiëntenpopulatie uit de Skellefteå regio van de provincie Västerbotten (Noord-Zweden). Deze Skellefteå populatie is een geografisch geïsoleerde populatie, gesticht in 1320 en gekarakteriseerd door lage immigratie en emigratie en een hoge expansiesnelheid. Voor de associatiestudies hebben we patiënten-controle populaties bestaande uit 276 SZ patiënten en 500 gezonde onverwante individuen en 276 BP patiënten en 500 gezonde onverwante individuen. Organisaties: • VIB DMG - Toegepaste Moleculaire Genomica
Onderzoekers: • Jurgen Del-Favero • Christine Van Broeckhoven • Maaike Alaerts
Moleculaire architectuur van ionen kanalen en electrische remodelling. Universiteit Antwerpen Abstract: 1.Analyse van genexpressie in atriaal en ventriculair weefsel van gezonde individuen en van patienten met atriale fibrillatie d.m.v. een DNA microarray. Recent werd deze chip voor de meeste relevante alfa- en beta-subeenheden uitgebreid. De resultaten van de patientenpopulatie worden vergeleken met deze van een controle populatie om die genen te identificeren waarvan de expressie gewijzigd is. 2.Testen van de progressieve verandering in expressieprofiel van ionenkanalen tijdens ontwikkeling van electrical remodelling in een experimenteel diermodel (tachycardie geinduceerde atriale fibrillatie bij de hond). 3.Correlatie van de geobserveerde verandering van genexpressie met veranderingen in de electrische eigenschappen van het weefsel (voltage clamp gegevens voor regionale verschillen, klinische gegevens voor de humane stalen, experimentele gegevens voor het diermodel). Organisaties: • Moleculaire biofysica, fysiologie en farmacologie
Onderzoekers: • Dirk Snyders • Inge Boulet
Rol van diverse vormen van celdood bij de destabilisatie van atherosclerotische plaques. Universiteit Antwerpen Abstract: Atherosclerose is een chronische inflammatoire aandoening van grote en middelgrote arteriën die wordt gekenmerkt door de vorming van plaques in de vaatwand. De afgelopen jaren heeft onze onderzoeksgroep aangetoond dat celdood een mogelijke oorzaak is van plaque destabilisatie. In dit project zullen diverse vormen van celdood (apoptose, necrose en autofagie) simultaan zowel in gladde spiercelculturen als monocyt/macrofagen onderzocht worden door toediening van specifieke stimuli. Parallel hiermee zullen methoden ontwikkeld worden om de verschillende vormen van celdood in celculturen te detecteren. Vervolgens zal nagegaan worden welke vormen van celdood geïnduceerd kunnen worden met atherosclerose-geassocieerde cytotoxische componenten zoals oxysterolen en geaggregeerd LDL in gecultiveerde macrofagen en gladde spiercellen. In tegenstelling tot apoptotische celdood zijn weinig humane genen of genproducten bekend die betrokken zijn bij autofagie. Vandaar dat we gebruik zullen maken van microarray en/of proteomics technieken (Western array of 2D gelelectroforese) om mogelijke merkers voor autofagie in celculturen te kunnen opsporen. Eenmaal geschikte biomarkers gevonden zijn en detectie van de diverse vormen van celdood mogelijk is, zullen deze technieken ook toegepast worden op humaan en experimenteel plaquemateriaal om celdood in het weefsel te kunnen lokaliseren. Finaal zal nagegaan worden of niet-apoptische celdood in atherosclerotische plaques kan beïnvloed worden door farmaca of een dieet. Organisaties: • Fysiofarmacologie (FAR)
Onderzoekers: • Arnold Herman • Wim Martinet
Nieuwe analytische technieken in Performantie Modelering van Telecommunicatie Systemen. Universiteit Antwerpen Abstract: 'Het hoofddoel van dit project bestaat er in om tal van nieuwe wachtrijmodellen op te stellen en efficiënte computationele methodes te ontwikkelen die toelaten de belangrijkste performantiematen ervan af te leiden (bv. de wachttijdverdeling of het maximaal aantal gebruikers dat een resource kan delen zonder bepaalde afspraken tussen de eindgebruiker en de netwerkuitbater te verbreken). De keuze van de te beschouwen modellen wordt gedreven door de huidige vraag vanuit de telecomwereld. Voor een eerder beperkt aantal van deze systemen zijn er reeds een aantal resultaten gerealiseerd tijdens het huidige FWO postdoctoraal mandaat. De nadruk van dat project lag echter meer op het toepassen van bestaande wachtrijmodellen in breedband access netwerken, terwijl het ontwikkelen van nieuwe modellen van eerder ondergeschikt belang was. We kunnen dus stellen dat de scope van deze aanvraag wat ruimer is dan het voorgaande. Organisaties: • Modeleren van Systemen en Internet Communicatie (MOSAIC)
Onderzoekers: • Christian Blondia • Benny Van Houdt
Multischaal modellering en karakterisatie voor fazetransformaties in geavanceerde materialen. (MULTIMAT) Universiteit Antwerpen
Abstract: Vele huidige problemen in geavanceerde functionele materialen zijn verwant met de grote waaier van lengte- en tijdschalen betrokken bij de optredende fasetransformaties. Om de details van het gedrag van dergelijke materialen te begrijpen en uiteindelijk dit begrip om te zetten in gebruik in geavanceerde toepassingen, moeten deze verschillende schalen door goedgekozen theoretische benaderingen worden overbrugd. De kwaliteit en het nut van deze theorieën moeten door vergelijking met goed ontworpen experimenten op een reeks typische materialen, gekozen voor hun relevantie voor de wetenschappelijke en toepassingsgerichte gemeenschappen, worden getest. Het voorgestelde netwerk zal deze problemen op een hoogst multidisciplinaire manier aanpakken, door wetenschappers van toegepaste wiskundige groepen evenals theoretische en experimentele vaste stof fysici te groeperen. Voorts vormt de combinatie van teams een geografisch representatief beeld van het relevante onderzoek in Europa, met inbegrip van groepen van Oost-Europa, Mediterrane landen en minder begunstigde regio's en een team van de V.S. dat uit uitzonderlijke onderzoekers bestaat. Hoewel onlangs de contacten tussen deze verschillende gemeenschappen zijn gestegen, vereisen de verscheidenheid en de ingewikkeldheid van de verschillende benaderingen nog steeds speciale opleiding en overdracht van kennis voor preevenals post-doc onderzoekers. Dit wordt verzekerd door nieuwe en voortgezette communicatie tussen de teamleden te voorzien. De opleiding en overdracht van kennis zullen worden georganiseerd door een regeling van uitwisselingsprocedures op te zetten die interne opleiding combineren met individuele detacheringen, specifieke cursussen, scholen en workshops. De totaliteit van deze uitwisselingen zal door een trainingscommissie worden gevolgd. De gemiddelde verhouding tussen pre- en post-doc onderzoekers is 48/36 wat een perfecte combinatie tussen stabiliteit en flexibiliteit waarborgt. Het onderzoek wordt georganiseerd naar vier algemene doelstellingen. De eerste combineert alle karakteriseringstechnieken en bepaalt de concrete modelsystemen voor de experimenten, zoals materialen met vormgeheugen, ferroelectrics en materialen met verbeterde magnetoweerstand. Drie anderen behandelen generische theoretische en numerieke benaderingen van fasetransformaties en verwante aspecten. De geïdentificeerde taken impliceren automatisch een sterke samenwerking tussen de verschillende teams. Organisaties: • Elektronenmicroscopie voor materiaalonderzoek (EMAT)
Onderzoekers: • Dominique Schryvers
Banddoorlaat sigma delta modulatoren in de veranderende context van lage voedingsspanning Universiteit Gent Abstract: Sigma delta modulatoren vormen een belangrijke klasse van analoog-naar-digitaal converters. Een dergelijke modulator bestaat uit een tegengekoppelde kring met lusfilter en quantiseereenheid. Bij banddoorlaat modulatoren zit de doorlaatband gecentreerd rond een centrale frequentie ipv van op DC. Dergelijke modulatoren zijn echter zeer gevoelig aan componentonnauwkeurigheden. Verder leidt de technologische evolutie er toe dat de beschikbare voedingsspanning steeds verder wordt gereduceerd. Organisaties: • Vakgroep Elektronica en informatiesystemen
Onderzoekers: • Ludovicus Weyten • Pieter Rombouts
Regulatie van de biosynthese van aminozuren afgeleid van asparaat in Arabidopsis thaliana. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In planten worden lysine, threonine en methionine aangemaakt via een vertakte biosyntheseweg, uitgaande van aspartaat. De belangrijkste regulatorische enzymes in de pathway worden in planten gecodeerd door kleine genfamilies. Deze enzymes zijn onderhevig aan feedback inhibitie. Dit project kadert in de algemene doelstelling om de functie van de verschillende leden van deze genfamilies te achterhalen en de regulatie van deze biosynthesweg te begrijpen. Recent werd in het Laboratorium Plantengenetica gestart met de analyse van T-DNA insertiemutanten van Arabidopsis thaliana waarin genen coderend voor enzymes uit de aspartaat pathway uitgeschakeld zijn. Uit analyses van een beperkt aantal insertiemutanten is gebleken dat er zeker globale regulatie-mechanisme(n) moeten bestaan die actief zijn op een hoger niveau dan feedback inhibitie van individuele enzymes en die de relatie tussen de verschillende vertakkingen van de pathway beïnvloeden. Binnen dit project willen we eerst de omvang van bovengenoemd regulatorisch mechanisme bestuderen, we willen m.a.w. nagaan welke enzymes en aminozuren van de aspartaatfamilie er door beïnvloed worden en of eventueel ook de biosynthese van andere aminozuren er door wordt gecontroleerd. Verder zullen we nagaan hoe dit mechanisme werkt, waarbij we tevens regulatorische genen zullen isoleren en zullen trachten de regulatorische cascade in kaart te brengen. Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • GEERT ANGENON
GENERISCH BASISONDERZOEK ? MOLECULAIRE HANDTEKENING VAN MACROFAAG ACTIVATIE ALS MONITORING TOOL EN TARGET IDENTIFICATIE VOOR THERAPIE EN IMMUUNMODULATIE Universiteit Gent Abstract: Identificatie van de macrofaag genen betrokken bij de inhibitie van de dendritische cel functie, in een muismodel van astma en van COPD Organisaties: • Vakgroep Inwendige ziekten
Onderzoekers: • Guy Joos • Guy Brusselle
Volgordevariatie binnen de tweeledige werkwoordelijke eindgroep in het Nederlands. Een diachroon corpusonderzoek van werwoordsvolgorde met speciale aandacht voor concomitante volgordeveranderingen Universiteit Gent Abstract: Het onderzoek zal de volgordevariatie binnen de werkwoordelijke eindgroep nauwkeurig in kaart brengen op grond van een ruim corpus dat gediffersifieerd is in tijd en ruimte. De nadruk zal hierbij liggen op de relatie met concomitante volgordeveranderingen zodat het inzicht in de teleologie en de causaliteit van de werkwoordvolgorde verdiept wordt. Organisaties: • Vakgroep Nederlandse taalkunde
Onderzoekers: • Magdalena Devos
Grondig onderzoek naar de betrokkenheid van matrilysine (MMP-7) in verschillende inflammatoire aandoeningen en evaluatie van de therapeutische mogelijkheden Universiteit Gent Abstract: Matrilysine of MMP-7 is het kleinste lid van de familie van de Matrix metalloproteinasen. MMP-7 is betrokken bij de verschillende fasen van tumorgroei en -progressie. Daarnaast speelt MMP-7 ook een essentiele rol in de aangeboren immuniteit en weefselherstel in de long.
Expressiegegevens doen vermoeden dat MMP-7 een mediator is in tal van inflammatoire aandoeningen. Wij willen onderzoeken wat de rol is van matrilysine in deze pathologieen en dit door middel van MMP-7 knock-out dieren. Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Claude Libert
Statistische fysica voor niet-evenwichtssystemen. Universiteit Antwerpen Abstract: Statistische fysica voor niet-evenwichtssystemen. Organisaties: • Wiskundige natuurkunde
Onderzoekers: • Jan Naudts
Studie van een "Membrane Associated Guanylate Kinase" (MAGUK) eiwit in de signalisatie naar celdood Universiteit Gent Abstract: Tumor Necrosis Factor (TNF) is een krachtig anit-kanker agens en de molecule bij uitstek om het moleculaire mechanisme te ontrafelen hoe een kankercel op een efficiënte manier kan gedood worden. Recent werden in onze onderzoeksgroep een aantal moleculen geïdentificeerd die in dit celdoodproces betrokken zouden zijn. De doelstelling van dit doctoraatsproject is het functionele belang van één van deze moleculen te achterhalen in TNF-geïnduceerde celdood. Organisaties: • Vakgroep biochemie
Onderzoekers: • Joël Vandekerckhove • Katia Vancompernolle
Studie naar de pathopysiologische mechanismen die aan de basis liggen van het ontstaan en chroniciteit van poliposis nasi. KU Leuven Abstract: Het algemene doel van dit project is om de pathofysiologie van poliposis nasi (PN) te ontrafelen op verschillende niveaus. In eerste instantie zal in vitro onderzoek verricht worden naar de rol van luchtwegepitheel, met specifieke aandacht voor de immunologische rol van luchtwegepitheelcellen en VEGF in NP. Daarnaast zal getracht worden een muismodel voor NP te ontwikkelen, dat ons toelaat de specifieke rol van verschillende inflammatoire cellen bij NP vorming te bestuderen in vivo evenals het effect van omgevingsfactoren op luchtweghomeostase. In een derde klinische luik, zal de tot nog toe ongekende natuurlijke evolutie van NP prospectief in kaart gebracht worden (Ga2len multicentrische studie). Organisaties: • Experimentele Oto-rino-laryngologie
Onderzoekers: • Peter Hellings
Intelligent communicatieplatform voor multimodaal transport. Universiteit Antwerpen Abstract: De centrale ligging in Europa en de dichte transportinfrastructuur maken van Vlaanderen een aantrekkelijk logistiek knooppunt. Toch zijn er ook minpunten: talrijke economische en ecologische problemen gerelateerd aan overbelaste wegen zetten de transportsector zwaar onder druk. Eenvoudige oplossingen zijn er niet maar het ontbreekt bevrachters en aanbieders van transport momenteel aan voldoende instrumenten om op een eenvoudige manier kwantificeerbare informatie te verwerven die cruciaal is voor een optimaal beheer en optimale planning van de transporten: deze die al bestaan breken daarenboven niet door omdat intelligente componenten en real-time beslissingsondersteuning ontbreekt. Dit project heeft tot doel een software communicatieplatform te ontwikkelen dat verschillende partijen in de sector van multimodaal transport samenbrengt. Hiertoe zal vooral ag ntentechnologie aangewend worden: het domein van de agententechnologie is op academisch vlak reeds uitgebreid bestudeerd en het nut van specifieke aspecten zoals autonomie, intelligentie, cooperatie, ... wordt niet in twijfel getrokken. Toch stellen we vast dat er nog een brede kloof gaapt tussen de overtuigende theorie en de praktijk. Door het domein van multimodaal transport afte bakenen tot activiteiten die aan binnenscheepvaart (en short sea transport) gerelateerd zijn, bekomen we een probleem dat zich perfect leent voor een intelligente agententoepassing: door gebruik te maken van software agenten willen we betere organisatievormen bewerkstelligen in de binnenscheepvaart en bij alle betrokken gebruikers. De realisatie van een intelligent communicatieplatform voor multimodaal transport zal voldoende toegevoegde waarde bieden aan reeds bestaande initiatieven (in de eerste plaats aan BIV AS) om die aantrekkelijk te maken voor implementatie in de transportsector. In een concrete uitvoering beschikken alle partijen over software componenten waarmee ze zich kunnen aanbieden op het communicatieplatform. Gebruikers configureren hun eigen software vertegenwoordiger, de agent, door hem toegang te geven tot interne informatie. De agent dient ook kennis te hebben over de objectieven en beperkingen van het bedrijf. Tenslotte moet hij weten welke samenwerkingen er mogen aangeknoopt worden met agenten van andere bedrijven (bvb. onmiddellijk ingaan op voorstellen van X, geen vrachten aannemen van Y,...). Ais resultaat zullen bedrijven elkaar vinden op het communicatieplatform en informatie uitwisselen (bvb. over de locatie van een binnenschip, de wachttijden aan sluizen, over de grootte en het leveradres van een nog te laden vracht). Software agenten kunnen ook onderhandelen over aankomsttijden, retourvrachten. De agenten hebben een veel breder zicht, kunnen vlugger informatie verwerken en nieuwe voorstellen uitwerken dan een menselijke vertegenwoordiger dat kan doen. Vanuit die positie waarborgt de agentencommunicatie een efficientere werkvorm dan in de huidige situatie, met beperkte overzichtsinformatie, mogelijk is. Door zijn ontwerp, met agentenvertegenwoordigers voor alle betrokken partijen, mag het communicatieplatform niemands belangen schaden. Dit flexibele model voor de organisatie van binnenscheepvaart zal een voorbeeldcase zijn voor een toepassing op grotere schaal. Door aan te sluiten op reeds bestaande applicaties voor o.a. wegtransport kan dit model agententechnologie introduceren in de brede sector van multimodaal transport. Organisaties: • ITMMA
Onderzoekers: • Wout Dullaert
Een studie van de interactie tussen frame theorie en approach theorie. Universiteit Antwerpen Abstract: Approach frames vormen een puntvrije abstractie van approach ruimten. De eigenschappen van deze categorie worden bestudeerd in dit onderzoek, er wordt nagegaan welke begrippen uit zowel approach theorie als frame theorie natuurlijk zijn in deze nieuwe context en hoe de zo ontstane interactie tussen approach theorie en frame theorie nieuwe nuttige begrippen oplevert in approach theorie.
Organisaties: • Fundamentele Wiskunde
Onderzoekers: • Robert Lowen • Christophe Van Olmen
Semi-supervised leertechnieken voor Informatie Extractie. Universiteit Antwerpen Abstract: Informatie Extractie (IE) heeft als doel het extraheren van relevante data uit een verzameling meer of minder gestructureerde documenten. Huidige systemen werden steeds ontwikkeld op basis van geannoteerde data die echter duur en moeilijk te verkrijgen zijn. Daarom wil dit project IE systemen ontwikkelen door middel van semi-supervised leertechnieken, waarbij gebruik wordt gemaakt van grote verzamelingen nietgeannoteerde gegevens, die gemakkelijk te verkrijgen zijn. Organisaties: • Ontwikkeling database systemen (ADReM)
Onderzoekers: • Jan Paredaens
In vivo studie van de functionele rol van type 1 en type 2 cannabinoid receptoren bij neurodegeneratie. KU Leuven Abstract: Het endocannabinoïd systeem (ECS) is een belangrijke modulator van neurotransmissie in de hersenen en van inflammatoire veranderingen, en is daardoor sterk betrokken bij neurodegeneratie. In dit project wensen we derol van de type 1 en 2 cannabinoid receptor (CB1R resp. CB2R) te bestuderen als sleutel-effectoren van het ECS in de pathofysiologie en klinische expressie van de ziekte van Alzheimer, Huntington en Parkinson. Door middel van PET beeldvorming met de nieuwe selectieve liganden 18F-MK9470(CB1R) en 11C-NE40 (CB2R) willen we bij deze ziekten in een symptomatisch stadium, alsook presymptomatisch bij HD carriers, bestuderen wat de relatieve rol is van CB1 en CB2 receptor gemedieerde aspecten in het ziekteproces, dit in relatie tot de genetische en onderliggende pathologische, cognitieve, executieve en gedragsmatige afwijkingen. In parallel met translationeel onderzoek bij transgene dieren kan dit mechanistisch onderzoek aanwijzingen geven voor rationele, ECS gebaseerde, farmacolog Organisaties: • Nucleaire Geneesk. & Molec. Beeldvorming
Onderzoekers: • Koenraad Van Laere
Een programmeertalenparadigma voor Ambient Intelligence. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Gedreven door een steeds verdere miniaturisering van computers, de opkomst van stabiele draadloze netwerktechnologie (zoals bvb. BlueTooth en WiFi), de steeds verder doorgedreven integratie van ad-hoc hardware (zoals GSM, PDA, mp3-spelers, domoticasystemen) en het verschijnen van zogenoemde "wearable hardware", wordt er in academische middens steeds meer gewag gemaakt van Ambient Intelligence (kort: AmI). De visie achter AmI is dat in de toekomst personen onafgebroken omgeven zullen zijn door een processorenwolk die bestaat uit de hierboven beschreven apparaatjes en het netwerk gevormd door hun onderlinge communicatie (een zg. "Personal Area Network" of PAN). De bedoeling van AmI is dat applicaties die draaien op dit dynamisch bepaalde netwerk naadloos samenwerken met elkaar en met andere apparatuur die in de wolk verschijnt doordat personen zich geografisch verplaatsen. Deze visie werd door de IST Advisory Group (ISTAG) van de Europese Commissie naar voren geschoven als ÈÈn van de strategische onderzoekspunten binnen het europese 6'de kaderprogramma. Om haar visie kracht bij te zetten heeft de ISTAG een lijvig document geschreven dat een reeks realistische scenario's beschrijft van de beoogde status en gebruik van AmI omtrent 2010. Verschillende onderzoekstakken zoals context-adaptation, ubiquitous computing, intelligent buildings en pervasive computing worden door AmI onder ÈÈn en dezelfde onderzoeksvisie samen gebundeld. Het feit dat dit door alle betrokken onderzoeksvelden wordt onderschreven bewijst de organisatie van het eerste europese symposium dat recent in Nederland plaats heeft gevonden en waarop deze verschillende onderzoekstakken allen in de vorm van artikels vertegenwoordigd waren (ref: website en proceedings). Dat dit niet zomaar een nieuw modegrilletje is bewijst dat prestigieuze instituten zoals het MIT en Philips Research recent hun visies rond AmI hebben gepubliceerd. Vanuit een technisch-wetenschappelijk standpunt is AmI nog lang niet verwezenlijkt. Naast het optimimaliseren en integreren van de nodige hardware en netwerktechnologie is er immers een enorme kloof in de software engineering te dichten. Vermits gebruikers zich met hun hardware zich relatief t.o.v. mekaar gaan verplaatsen gaat het hier dus over een uiterst dynamisch gedefinieerd gedistribueerd systeem dat bovendien open is aangezien onvoorziene processoren de PAN wolk kunnen betreden en verlaten. Het bouwen van zulke systemen zal dus nog een grootte-orde complexer zijn dan wat we vandaag kennen als een gedistribueerd systeem. Ze zullen dus m.b.v. de huidige programmeertalen quasi niet te programmeren zijn. De huidige generatie van programmeertalen heeft immers geen enkele voorziening om om te gaan met dynamisch bepaalde context en om adequaat te reageren op onvoorziene omstandigheden zoals delen van programma's en/of gegevens die plots niet meer voorhanden zijn omdat een gebruiker de wolk heeft verlaten. De enige wapens die de huidige programmeertalen aanbieden om deze complexiteit te bedwingen zijn de selectie ("if") en foutafhandelingsmechanismen ("try catch"). In het onderzoek naar voor geschoven in dit voorstel zullen we trachten een consistent, wetenschappelijk onderbouwd, programmeertalenparadigma te definiÎren (en van een experimentele implementatie te voorzien) dat speciaal is toegespitst op het bouwen van AmI toepassingen. Eigenschappen van het beoogde model zijn (merk op: om de leesbaar te bewaren hebben we soms voor het engelstalige vakjargon geopteerd): ï contextgevoeligheid: Huidige programmeertalen baseren hun operaties op namen die in de zichtbaarheid (Eng: "scope") van de programmatekst voorkomen. Zulke lexicale namen zijn momenteel de enige manier om code te parametriseren. De problematiek van AmI dwingt ons echter na te denken over programma's die zich in verschillende (geografische) contexten anders gaan gedragen. Met de deze dynamiciteit in acht genomen, zal het op klassieke wijze parametriseren van programma's met contextparameters echter tot code leiden waarvan de algoritmiek totaal vervuild zal zijn met contextparametrisatie-instructies. Dit is immers in "gewone" gedistribueerde systemen reeds heel problematisch. In ons voorstel zullen we varianten van dynamische scoping (zoals ooit verwijderd uit Lisp) opnieuw onder de loupe nemen teneinde code makkelijker contextafhankelijk te maken. Monad-gebaseerde technieken (de "wormgaten" van functionele programmeertalen) zouden bijvoorbeeld soelaas kunnen brengen. ï mobiliteit: De door ISTAG beschreven AmI scenario's geven nu reeds aan dat sterke mobiliteit een onmiskenbaar onderdeel van AmI zal vormen. Hiermee wordt draaiende software bedoeld die zich verplaatst tussen verschillende hardwarecomponenten aanwezig in de processorenwolk en de berekening na de verplaatsing gewoon verder zet alsof er niets aan de hand was. Deze vorm van mobiliteit eist een aantal voorzieningen in de systeemsoftware die momenteel hun intrede doen in wijdverspreide virtuele machines. De abstracties om er conceptueel over te redeneren op programmeertaalniveau staan echter nog in hun kinderschoenen. Dit punt zal beslist ÈÈn van de belangrijkste foci zijn in het onderzoek. ï prototypes: Ons paradigma zal object-georienteerd zijn. De verdiensten van het inkapselen van interne staat in objecten zijn immers overduidelijk in alle lagen van de informatica. Een belangrijk probleem in het kader van mobiliteit is dat transmissie van objecten eveneens de transmissie van de transitieve afsluiting van hun klassestructuur eist. Dit heeft heel wat technische en conceptuele problemen tot gevolg. We zullen ons daarom richten op zogenoemde prototype-gebaseerde talen. Dit zijn klasseloze talen waarin objecten "gewoon" aangemaakt worden door attributen te groeperen,
of, door bestaande objecten te klonen. Deze talen zijn doorgaans dynamisch getypeerd wat tevens een enorm voordeel is gegeven de dynamiek waarvan hier sprake. Ze hebben ook het voordeel over zeer krachtige meta- en reflectiefaciliteiten te beschikken. ï parallellisme en distributie: AmI leidt quasi per definitie tot parallelle en gedistribueerde programma's. Daarvoor zullen we teruggrijpen naar bestaande paradigma's zoals actors. Doch, aanpassing van dit model zal nodig zijn wegens de dynamiciteit van de processorenwolk. Momenteel denken we hiervoor bijvoorbeeld aan wat we "multivalues" noemen, een soort waarden die tegelijk meerdere objecten kunnen bevatten. Berichten gestuurd naar zulke waarden zijn zich niet bewust van het aantal objecten die de waarde op een gegeven ogenblik bevat en worden dan ook in parallel verstuurd. Alle resultaten die uit de in parallel verstuurde berichten worden vergaard vormen opnieuw zo'n multivalue. Deze vorm van "object-georienteerde vectorinstructies" laten toe heel wat programmeerpatronen rechtstreeks te abstraheren. ï partial failure voorzieningen: De toepassingen die in een AmI omgeving zullen draaien zullen moeten kunnen adequaat reageren op onvoorziene situaties t.g.v. apparaatjes die onverwacht de processorenwolk verlaten. Geavanceerde taalconcepten om met zulke "partial failure" om te gaan zullen dus deel uitmaken van het beoogde paradigma. Hiervoor kan gekeken worden naar moderne foutafhandelingsmechanismen die veel verder gaan dan de simplistische "try catch" techniek uit de gangbare programmeertalen. Zulke mechanismen worden momenteel ontwikkeld in het kader van object-georienteerde programmeertalen. ï transactievoorzieningen: Onvoorziene veranderingen in de hardwareconstellatie kunnen aanleiding geven tot de noodzaak van het volledig ongedaan maken van (een deel van) de uitvoering van een programma. In het jargon wordt gesproken van atomaire transacties (die men in zijn geheel kan afbreken of doorvoeren) om omkeerbare berekeningen (Eng: reversible computations) te ondersteunen. In plaats van zulke begrippen op te nemen in een bibliotheek of in zogenoemde middleware, zullen ze in ons model een centrale plaats innemen in de basisbegrippen van het programmeerparadigma. Dit zijn de voornaamste punten waar we tijdens ons onderzoek rekening zullen mee houden. Voor sommige van de hierboven eigenschappen (bvb mobiliteit, distributie en partial failures) is het onderzoek er ÈÈn van innovatie. Voor andere (zoals bvb. metatechnieken en parallelisme) ligt de moeilijkheid eerder in integratie. De bedoeling is immers van niet in de val van "overfeaturing" te trappen door ÈÈn of andere bestaande taal uit te breiden met verschillende uitpuilende taalfeatures die op niet consistent wijze interageren. De bedoeling is wel vanaf nul een nieuw wetenschappelijk onderbouwd programmeerparadigma te bedenken dat bovenstaande eigenschappen in een minimum aantal gestroomlijnde concepten huisvest. Het laboratiorium waar dit onderzoek zal gebeuren (PROG) heeft een rijke ervaring in het ontwerp van object-georienteerde programmeertalen. Recent werd deze ervaring geherorienteerd in de richting van mobiliteit in de context AmI in het kader van o.m. IWT projecten en van bursalen (zowel IWT als FWO). Organisaties: • Informatica en Toegepaste Informatica
Onderzoekers: • Tom VAN CUTSEM • THEO D'HONDT
Ontwikkeling van nieuwe biomarkers voor detectie van endocriene verstoring bij de zebravis (Danio rerio). Universiteit Antwerpen Abstract: Het is algemeen geweten dat ettelijke chemicaliën het endocriene metabolisme kunnen moduleren en vervolgens kunnen interfereren met reproductie en ontwikkelingsprocessen van dieren. Tijdens dit onderzoek worden de effecten van 17¿-ethinylestradiol, fadrozole, vinclozoline en faslodex op volwassen zebravissen bestudeerd. Meer specifiek wordt de impact op het genoom, het proteoom en de reproductie onderzocht. Naast de evaluatie van de reproductie, worden eveneens de gonadosomatische index (GSI) en de hepatosomatische index (HSI) bepaald. Het genoom wordt bestudeerd met behulp van DNA microarrays (4000 oligo's), die een wijziging in de genexpressie kunnen aantonen. Deze methode stelt ons in staat om grote sets van genen tegelijkertijd te evalueren. Voor de analyse van het proteoom maken we gebruik van Difference in-Gel Electrophoresis (DiGE), een nieuwe variant op de oorspronkelijke 2-DE met een hoge reproduceerbaarheid. Hierbij worden eiwitten uit verschillende weefsels geëxtraheerd en gelabeld met verschillende fluorescente reagentia, en vervolgens gescheiden door 2-DE op één enkele gel. De gelabelde eiwitten worden gedetecteerd op de golflengte, speciefiek voor de fluorescente kleurstof. De differentiële eiwit expressiepatronen worden dan geanalyseerd en gekwantificeerd door beeldanalyse. Naast 2-DE maken we ook gebruik van een gelvrije methode om eiwitten te analyseren., namelijk LC-MS (liquid chromatography-mass spectrometry). De unieke integratie van al deze parameters, gemeten op verschillende niveaus van biologische organisatie, zal aanleiding geven tot de ontwikkeling van nieuwe biomerkers voor de detectie van endocriene verstoring. Deze biomerkers zullen gebruikt kunnen worden om mogelijk nadelige effecten op de reproductie van zebravissen te voorspellen op een lager niveau van biologische organisatie. Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Wim De Coen • Marijke De Wit
Een analyse van de verhouding vage logica tweewaardige logica in relatie tot de verhouding logica - realiteit met behulp van inzichten uit de 'neural computing' Universiteit Gent Abstract: Het onderwerp betreft de verhouding vage logica-tweewaardige logica in relatie tot de verhouding logica-werkelijkheid. Er zal gebruik gemaakt worden van artificiële neurale netwerken (ANN) uit de 'neural computing'. De centrale vraag is of de inductie van een bepaalde logica in ANN-representaties iets zegt over de werkelijkheid en of deze dan noodzakelijkerwijze dezelfde logica bezit. Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Onderzoekers: • Joke Meheus
Design, synthese en evaluatie van krachtige en selectieve inhibitoren van prolyl peptidasen van clan SC. Universiteit Antwerpen Abstract: Omwille van de unieke structuur van proline zijn slechts relatief weinig peptidasen in staat om peptide bindingen met proline door te breken. Veel biologisch actieve peptiden bevatten evolutionair geconserveerde proline resten als regulerende elementen voor proteolyse, en daarom hebben proline specifieke peptidasen waarschijnlijk belangrijke fysiologische functies met een groot potentieel als doelwit voor geneesmiddelenonderzoek. Opvallend is dat, bij mensen, de enzymen die specifiek Pro-Xaa bindingen knippen, uitsluitend in Clan SC kunnen gevonden worden. Het zijn allen enzymen van het serine-protease type met een katalytische triade in de lineaire volgorde Ser-Asp-His. Het doel van dit project is om voor de katalytisch actieve Pro-Xaa peptidasen (DPP IV, DPP II, DPP 8, DPP 9, FAP en POP), krachtige en selectieve inhibitoren te ontwikkelen. Deze zullen in de eerste plaats gebruikt worden bij het functioneel karakteriseren van de verschillende enzymen en, waar mogelijk, bij hun verdere validering als doelwit in de medicamenteuze behandeling van pathologieën. Voor DPP IV werd reeds aangetoond dat inhibitoren kunnen gebruikt worden in de behandeling van type II diabetes, terwijl er voor inhibitie van de andere eiwitten aanwijzingen zijn voor toepassingen in de oncologie (FAP), immunologie (DPP II), en de beïnvloeding van geheugen en leerprocessen (POP). Bij het rationele design van
de inhibitormoleculen wordt gebruikt gemaakt van drie elementen: enzym-mechanisme, substraatspecificiteit en 3D-structuur (modeling technieken). Bij de synthese wordt gestreefd om, indien mogelijk, gebruik te maken van combinatoriële en parallel synthetische technologieën. De biochemische en eventuele biologische evaluatie tenslotte, gebeurt in nauwe samenwerking met onderzoeksgroepen die expertise hebben op het gebied van de verschillende doelwitenzymen. Organisaties: • Medicinale chemie (UAMC)
Onderzoekers: • Pieter Paula Frans Van Der Veken • Achiel Haemers
Ontwikkeling van palindroomanaloga van 1,25-dihydroxyvitamine D3 Universiteit Gent Abstract: Het onderzoeksproject beoogt de ontwikkeling van een nieuwe serie analogen van calcitriol (het hormonale actieve metaboliet van vitamine D3), die structureel gekenmerkt worden door een centraal CD-ringsysteem met lokale C2 en/of S2 symmetrie, met een dissociatie van de calcemische en van de celdifferentiërende/antiproliferatieve activiteiten als doel. Organisaties: • Vakgroep Organische chemie (WE)
Onderzoekers: • Pierre De Clercq
Studie van een "Membrane Associated Guanylaat Kinase" (MAGUK) eiwit in de signalisatie naar celdood Universiteit Gent Abstract: Tumor Necrosis Factor is een potent anti-kanker agens en de molecule bij uitstek om het moleculair mechnaisme te ontrafelen van hoe een kankercel op een efficiënte manier kan afgedood worden. Recent werden in onze onderzoeksgroep een aantal moleculen geïdentificeerd die zouden betrokken zijn in dit celdood proces. De doelstelling van dit doctoraatsproject is het functioneel belang van één van deze moleculen te achterhalen in TNF-geïnduceerde celdood. Organisaties: • Vakgroep biochemie
Onderzoekers: • Joël Vandekerckhove • Katia Vancompernolle
Differentiatie van adulte humane ductcellen van de pancreas tot functionele betacellen door gecontroleerde ectopische expressie van neurogenine-3 en zijn doelwitgenen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Cel therapie voor diabetes is beperkt toepasbaar, voornamelijk door de limiterende beschikbaarheid van donor materiaal. De ontwikkeling van de novo beta cellen uit humane embryonale stamcellen of adulte cellen kan deze beperking opheffen, en voor beide benaderingen werden in 2006 resultaten gepubliceerd die aantonen dat zij potentieel hebben voor beta cel ontwikkeling (Hao et al., 2006; D'amour et al., 2006). Ook in de MBIO onderzoeksgroep werd in muis modellen de aanwezigheid van pancreas precursoren in de ducten van adulte muis pancreas aangetoond. Ons doel is de conversie van adulte humane duct cellen naar beta cellen door middel van diverse benaderingen.(1) In eerste instantie willen we proteïne transductie uitvoeren op dergelijke cellen met Tat-neurogenine-3 (Ngn3). Hiermee willen we een gelimiteerde en controleerbare expressie van exogeen Ngn3 in deze cellen introduceren conform het expressiepatroon in embryonale endocriene pancreas. (2) Manipulatie van Delta Notch signalisatie in deze cellen door Hes1 RNA interferentie, en introductie van de pro-endocriene factoren HES6, DLL1, DLL4. (3) Aanpassing van de celcultuur condities om endocriene differentiatie verder te stimuleren. (4) Cellen met een minimale endocriene differentiatie zullen in ex vivo cocultuur met embryonale pancreas verder gedifferentieerd worden. Organisaties: • Pathologische Biochemie en Fysiologie
Onderzoekers: • Stefan BONNE
Asymmetrische somatische hybridisatie bij Araceae Hogeschool Gent Abstract: Somatische hybridisatie door protoplastenfusie laat toe om seksuele kruisingsbarrières tussen plantensoorten te omzeilen. Bij symmetrische fusie is de genetische inbreng van elke fusiepartner gelijk, wat vaak de leefbaarheid, regeneratiemogelijkheden en fertiliteit van de fusieproducten hypothekeert. Een oplossing voor deze problemen is asymmetrische protoplastenfusie, waarbij de chromosomen van de donorprotoplast vóór de fusie gefragmenteerd worden door bestraling. Asymmetrische hybriden regenereren en bewortelen beter en zijn bovendien fertieler. Het is een actuele technologie die toelaat polygene kenmerken over te dragen tussen verschillende plantengeslachten binnen een familie, zelfs al zijn de betrokken genen nog niet bekend. In dit IWT-landbouw-project worden asymmetrische protoplastenfusies uitgevoerd bij Spathiphyllum, Anthurium en Zantedeschia. Deze bloeiende sierplanten behoren tot de Araceae, een economisch belangrijke familie binnen de sierteeltsector. Het gebruik van UV-bestraling als alternatief voor ioniserende straling kan een sleutel zijn tot succes. Het is een actuele en goedkope techniek om op een soepele manier de mate van introgressie van donor-DNA te regelen. Het wordt hierdoor mogelijk twee veredelingsdoelen na te streven: enerzijds de creatie van drastisch morfologisch veranderde geslachtshybriden en anderzijds het introduceren van een beperkt aantal nieuwe kenmerken in elitecultivars. Organisaties: • Departement Biowetenschappen en Landschapsarchitectuur • Vakgroep Plantaardige Productie
Onderzoekers: • Stefaan Werbrouck
De toepassing van differentiële proteoomanalyse in het onderzoek naar proteasoomafhankelijke eiwitafbraak bij jasmonaat- en ethyleencommunicatie. Universiteit Antwerpen Abstract: De toepassing van differentiële proteoomanalyse in het onderzoek naar proteasoomafhankelijke eiwitafbraak bij jasmonaat- en ethyleencommunicatie. Organisaties: • Plantengroei en -ontwikkeling
Onderzoekers: • Els Prinsen • Henri Van Onckelen
• Agnieszka Lidia Swiatek
Illocutieve strekking, informatiestructuur en zinsconstructie van de vraagzin. Algemene theorie met toepassing op het Frans Universiteit Gent Abstract: Het voorstel ambieert een coherent theoretisch kader te ontwikkelen voor de beschrijving van drie essentiële aspecten van vraagzinnen op basis van een specifieke hypothese over hun semantische aard. De beschrijving spitst zich toe op Franse vraagzinnen, omdat die specifieke kenmerken bezitten die elke theoretische benadering zwaar op de proef stellen. Organisaties: • Vakgroep Frans
Onderzoekers: • Dominique Willems
Correlaties in het nucleon en de productie van vreemde deeltjes Universiteit Gent Abstract: GPD's of "Generalized Parton Distributions" meten de correlatie tussen twee partonen in een hadron die zich op een lichtachtige afstand van elkaar bevinden. De bedoeling van dit onderzoek is om deze GPD's te berekenen voor het pion en het nucleon in een relativistisch covariant constituentenquarkmodel. Organisaties: • Vakgroep Fysica en Sterrenkunde
Onderzoekers: • Jan Ryckebusch
Fingerprints in CEC, HPIC en CE ontwikkeling, dataverwerking en extractie van informatie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het wereldwijd gebruik van kruiden voor preventieve en therapeutische doeleinden vereist identificatie en kwaliteitscontrole van producten van natuurlijke oorsprong. De bepaling van een aantal actieve componenten laat niet toe de totale intrinsieke kwaliteit van kruiden te beoordelen. Sinds 1991 aanvaard de World Health Organization fingerprint chromatografie als identificatie en kwaliteit-evaluerende techniek voor medicinale kruiden. Het project kan beschouwd worden als drie delen omvattend: methodeontwikkeling, data (voor)behandeling, en extractie van relevante informatie. Fingerprint-ontwikkeling, de eerste stap in het project, omvat het ontwikkelen van algemene voorwaarden in HPLC, CE en CEC om de piekcapaciteit met een aanvaardbare resolutie te verhogen. Voor extractie van informatie mogelijk is, data (voor)behandeling kan noodzakelijk zijn afhankelijk van de gewenste informatie. Het beoogde doel van het project is fingerprint chromatografie te gebruiken als identificatie en kwaliteitsevaluerende techniek voor kruiden. Organisaties: • Analytische Scheikunde en Farmaceutische Technologie
Onderzoekers: • Yvan VANDER HEYDEN
Karakterisatie van toxicologische werkingsmechanismen en effect-evaluatie van perfluorverbindingen bij mariene en estuariene organismen. Universiteit Antwerpen Abstract: Tot nog toe heeft wetenschappelijk (eco)toxicologisch onderzoek zijn aandacht vooral gericht op gechloreerde en gebromeerde organochemicaliën. Fluorverbindingen werden echter veel minder bestudeerd. Nochtans zijn deze stoffen zeer inert en daarom werden ze in het verleden als veilig beschouwd voor mens en milieu. Deze stoffen werden reeds verschillende decennia in enorme hoeveelheden (jaarlijks circa 4500 ton) geproduceerd en kennen wereldwijd uiteenlopende industriële en commerciële toepassingen. Zo worden ze gebruikt als koelmiddel en surfactans en als component van farmaceutische producten, brandvertragers, smeermiddelen, kleefstoffen en insecticiden. Eén specifieke klasse van fluorchemicaliën, met name de perfluorsulfonzuren met perfluorooctaan sulfonzuur (PFOS) als belangrijkste vertegenwoordiger, wordt veelvuldig gebruikt als katalysator in chemische productieprocessen en als industrieel surfactans. Ondanks de massale, wereldwijde productie en verspreiding en het feit dat deze verbindingen weinig tot niet gemetaboliseerd worden, is er weinig geweten over de toxiciteit van perfluorchemicaliën. Er zijn aanwijzingen dat het energiemetabolisme en de ionenbalans verstoord worden en dat peroxisoomproliferatie geïnduceerd wordt bij Rodentia en zoetwater vissen. Informatie over andere biochemische effecten en mogelijke effecten bij verschillende species uit de mariene voedselketen is zeer beperkt. De centrale doelstellingen van dit project zijn dan ook enerzijds de karakterisatie van de verspreiding van PFOS en aanverwante chemicaliën in aquatische biotopen in Europa en anderzijds het achterhalen van hun toxicologische werkingsmechanismen en de potentiële impact op verschillende mariene en estuariene soorten. Het vroegtijdig opsporen van toxische effecten op moleculair niveau vormt een zeer belangrijk aspect in dit onderzoek. Dankzij recente ontwikkelingen in de gentechnologie kan men effecten (inductie & repressie) op het niveau van messenger RNA bestuderen. Dergelijke PFOS-specifieke genen kunnen mogelijks als biomarker in ecotoxicologische studies worden gebruikt. Meer specifiek bestaat de doelstelling van dit onderzoek uit een aantal facetten: 1)Chemische karakterisatie: het vaststellen van de actuele milieuconcentraties aan perfluorverbindingen in aquatische organismen en bestuderen van bioaccumulerend vermogen doorheen de voedselketen 2)Differentiële genexpressie: isolatie en identificatie van differentieel geëxpresseerde genen in zeebaars na blootstelling aan perfluorooctaan sulfonzuur (PFOS) 3)Gericht biomarker onderzoek: ontwikkelen van suborganismale (biochemische, fysiologische) eindpunten (biomarkers) voor het bepalen van specifieke effecten van fluorochemicaliën 4)Biomonitoring: via een monitoringscampagne zal getracht worden de reële impact van deze verbindingen op mariene en estuariene organismen in te schatten Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Wim De Coen • Kristin Van de Vijver
Selectieve actine bindende proteïnen als potentiële doelwitten voor medicinale ontwikkeling werkzaam in kankertherapie Universiteit Gent Abstract: Het mechanisme van celinvasie, geïnduceerd door actine bindende proteïnen, wordt onderzocht, alsook hun waarde als eventuele doelwitten om inhibitoren tegen te ontwikkelen. In hoofdzaak gebruik van RNA interferentie (RNAi) en screenen voor peptide aptameren als innovatieve strategieën.
Organisaties: • Vakgroep biochemie
Onderzoekers: • Jan Gettemans
Reductie van Salmonella-uitscheiding bij het varken: aangepaste voederstrategieën primordiaal voor de Vlaamse varkenshouderij Universiteit Gent Abstract: In dit project zullen verschillende methoden onderzocht worden om de uitscheiding van Salmonella door het varken te reduceren. Hierbij wordt vooral aandacht geschonken aan geferementeerd brijvoeder, botanische stoffen en middellange ketenvetzuren. In eerste instantie worden de technieken in vitro getest worden en nadien in vivo, waarbij gespeende biggen zullen gebruikt worden. Organisaties: • Vakgroep Dierlijke productie
Onderzoekers: • Stefaan De Smet
Studie van de levendigheid van garens Hogeschool Gent Abstract: Het begrijpen van het gedrag van garens (al dan niet getwist) is reeds lange tijd een research topic in de textiel engineering wereld. Het vervormen (elastisch, plastisch) van garenstructuren door trek- en drukspanningen, schuifspanningen, buigspanningen en torsiespanningen of combinaties van spanningsgevallen werd reeds in de jaren veertig bestudeerd. De basisformules uit de sterkteleer blijven ook na de millenniumwisseling geldig. De meet- en simuleertechnieken ter bepaling van deze structuurparameters zijn dusdanig geëvolueerd met de opkomst van de mechatronica en informatica, zodat de integratie van de huidige meet- en simuleermethodes in deze studie verder bestudeerd kunnen worden, zowel theoretisch (via eindige elementenmethodes) als praktisch (door het opbouwen van proefmethodes met up-to-date-sensoren). Het textieltechnisch en wetenschappelijk onderzoek naar de levendigheid van garens kan men onderverdelen in 2 onderzoekspistes: 1) het theoretisch fundamenteel onderzoek waarbij men vertrekt van basisprincipes en wetten uit de sterkteleer en waarbij het opbouwen van een mechanisch en wiskundig model een idee geeft hoe de vervormingen, de spanningen zijn van de beschreven structuur 2) het praktisch toegepast onderzoek waarbij men vertrekt van een bestaand of te ontwerpen toestel en waarbij de meetprocedure praktisch getoetst wordt. De proefdata wordt hierbij verwerkt en de besluiten worden met of zonder statistische software genomen. Organisaties: • Departement Toegepaste Ingenieurswetenschappen • Vakgroep Textieltechnologie
Onderzoekers: • Marc Van Parys
In situ studie en ontwikkeling van processen met nanoporeuze vaste stoffen. (INSIDE PORES) Universiteit Antwerpen Abstract: Dit excellentie netwerk beoogt de onderzoekssamenwerking tussen 19 Europese gerenomeerde onderzoekslaboratoria, aangevuld met 10 Europese satellietlaboratoria. De gemeenschappelijke onderzoeksactiviteiten steunen op 5 procespijlers: 1) synthese processen, 2) katalytische processen, 3) sorptie processen (scheiding en stockage), 4) membraan processen, 5) nieuwe processen. Het laboratorium adsorptie en katalyse tracht nieuwe vormingsprocessen van poreuze materialen te ontwikkelen met specifieke eigenschappen voor 'clean technology' toepassingen. Organisaties: • Laboratorium adsorptie en katalyse
Onderzoekers: • Pegie Cool • Etienne Vansant
Pathobiochemie en neurotoxiciteit van guanidinederivaten. Universiteit Antwerpen Abstract: Pathobiochemie en neurotoxiciteit van guanidinederivaten. Organisaties: • Neurochemie en gedrag
Onderzoekers: • Peter De Deyn • An Torremans
Farmacogenetische analyse van genen betrokken in medicijn absorptie, distributie, metabolisme, excretie en toxicologie (ADMET) in de Afrikaanse populatie en de evolutionaire implicaties op interetnische genetische variatie. Universiteit Antwerpen Abstract: Het Departement voor Moleculaire Genetica (VIB8) verricht onderzoek naar de identificatie van genen en risicofactoren betrokken in hersenziekten zoals: Alzheimer dementia; psychiatrische aandoeningen en epilepsie. Deze genen en risicofactoren kunnen gebruikt worden in farmacogenetische studies teneinde genetisch homogene patiënten groepen te identificeren voor klinische studies naar positieve en negatieve effecten van geneesmiddelen. Om snel deze genen en risicofactoren te identificeren beschikt VIB8 over een hoge doorvoer faciliteit met de modernste apparatuur, bv.: pyrosequencing en Sequenom voor SNP analyse, capillaire sequencers, robots, enz.. (see http://www.vibgeneticservicefacility.be/). Daarenboven is er de ondersteuning van een bioinformatica groep voor data analyse (LIMS) en het ontwikkelen van software voor analyse automatisatie, bv.: novoSNP voor automatische variatie detectie in sequenties, SNPbox voor geautomatiseerded batch primer design. De aanwezige technologie en informatie platform is cruciaal voor het farmacogenetica project dat als doel heeft het analyseren van genen betrokken in medicatie opname, verdeling, metabolisme, excretie en toxicologie in de Afrikaanse populatie en de evolutionaire implicaties van interetnische genetische variatie. Organisaties: • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Jurgen Del-Favero • Christine Van Broeckhoven
Is the sky really the limit? De (toegevoegde) waarde van teledetectie in de GIS-analyse van een archeologische field survey Universiteit Gent Abstract: Verfijning van geo-archeologische methodologie via toepassing van een reeks methodes van kartering, analyse en interpretatie op origineel en secundair remote sensing materiaal uit de 'potenza valley survey' (C. Italië, Marche). IS the sky really the limit? De
(toegevoegde) waarde van teledetectie in de GIS-analyse van een archeologische field survey. Organisaties: • Vakgroep Archeologie
Onderzoekers: • Frank Vermeulen
Geautomatiseerde hulpmiddelen voor calculationeel redeneren Universiteit Gent Abstract: Bij calculationele logica worden worden redeneerstappen door relationele operatoren aan elkaar geschakeld in een algebraïsche stijl. Momenteel bestaan hiervoor geen geautomatiseerde hulpmiddelen. Het is de bedoeling van dit project inzicht te verschaffen in de manier waarop calculationeel redeneren ondersteund kan worden door computerhulpmiddelen en eveneens een praktisch bruikbaar initieel systeem te realiseren. Organisaties: • Vakgroep Informatietechnologie
Onderzoekers: • Raymond Boute
Multischaal modellering en karakterisatie voor fazetransformaties in geavanceerde materialen (MULTIMAT). Universiteit Antwerpen Abstract: Vele huidige problemen in geavanceerde functionele materialen zijn verwant met de grote waaier van lengte- en tijdschalen betrokken bij de optredende fasetransformaties. Om de details van het gedrag van dergelijke materialen te begrijpen en uiteindelijk dit begrip om te zetten in gebruik in geavanceerde toepassingen, moeten deze verschillende schalen door goedgekozen theoretische benaderingen worden overbrugd. De kwaliteit en het nut van deze theorieën moeten door vergelijking met goed ontworpen experimenten op een reeks typische materialen, gekozen voor hun relevantie voor de wetenschappelijke en toepassingsgerichte gemeenschappen, worden getest. Het voorgestelde netwerk zal deze problemen op een hoogst multidisciplinaire manier aanpakken, door wetenschappers van toegepaste wiskundige groepen evenals theoretische en experimentele vaste stof fysici te groeperen. Voorts vormt de combinatie van teams een geografisch representatief beeld van het relevante onderzoek in Europa, met inbegrip van groepen van Oost-Europa, Mediterrane landen en minder begunstigde regio's en een team van de V.S. dat uit uitzonderlijke onderzoekers bestaat. Hoewel onlangs de contacten tussen deze verschillende gemeenschappen zijn gestegen, vereisen de verscheidenheid en de ingewikkeldheid van de verschillende benaderingen nog steeds speciale opleiding en overdracht van kennis voor preevenals post-doc onderzoekers. Dit wordt verzekerd door nieuwe en voortgezette communicatie tussen de teamleden te voorzien. De opleiding en overdracht van kennis zullen worden georganiseerd door een regeling van uitwisselingsprocedures op te zetten die interne opleiding combineren met individuele detacheringen, specifieke cursussen, scholen en workshops. De totaliteit van deze uitwisselingen zal door een trainingscommissie worden gevolgd. De gemiddelde verhouding tussen pre- en post-doc onderzoekers is 48/36 wat een perfecte combinatie tussen stabiliteit en flexibiliteit waarborgt. Het onderzoek wordt georganiseerd naar vier algemene doelstellingen. De eerste combineert alle karakteriseringstechnieken en bepaalt de concrete modelsystemen voor de experimenten, zoals materialen met vormgeheugen, ferroelectrics en materialen met verbeterde magnetoweerstand. Drie anderen behandelen generische theoretische en numerieke benaderingen van fasetransformaties en verwante aspecten. De geïdentificeerde taken impliceren automatisch een sterke samenwerking tussen de verschillende teams. Organisaties: • Elektronenmicroscopie voor materiaalonderzoek (EMAT)
Onderzoekers: • Dominique Schryvers
Onderzoek naar InGaN lagen en structuren door Moleculaire Bundel Epitaxiale groei. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Vorderingsstaat In de loop van mijn eerste doctoraatsjaar werd besloten om te focussen op de groei van InGaN met als doel de directe photoelectrolyse van water voor de vorming van waterstof. Deze toepassing vereist van het te groeien materiaal onder meer een bandgap in de buurt van 1.8 eV en corrosie bestendigheid in water. Tot op heden is er geen materiaal gevonden dat toelaat een efficiënte en corrosie bestendige cel te vervaardigen. InGaN biedt hoopgevende vooruitzichten, maar een efficiënte InGaN electrolyse cel is nog niet aangetoond. In mijn doctoraat wil ik dan ook de mogelijkheden van InGaN om water te splitsen met behulp van zonlicht na gaan. D Organisaties: • Elektronica en Informatica
Onderzoekers: • Ruben LIETEN • MAARTEN KUIJK
Laparoscopic training and knowledge of biomechenical properties of softtissue: Implacations for safety issues in minimally invasive surgery. KU Leuven Abstract: Het aanleren van heelkundige technieken gebeurt momenteel voornamelijk tijdens de assistentenjaren in de kliniek. Minimaal invasieve chirurgie wordt hierbij steeds belangrijker. Minimaal invasieve chirurgie vereist echter specifieke "skills" die moeilijk aan te leren zijn aan de hand van het klassieke leermeestersysteem. Voor laparoscopische chirurgie werden reeds verschillende trainingsmogelijkheden op basis van kunststofmodellen, endotrainers, diermodellen en zelfs virtuele technieken ontwikkeld. Met dit project willen we via gerandomiseerd onderzoek aantonen hoe een bepaalde hoeveelheid training beter verdeeld wordt over verschillende trainingssessies om er een optimale benefit uit te halen.Rekening houdende met deze resultaten stellen we een nieuw preklinisch trainingsschema voor voor de studenten uit het 4e jaar arts (coassistenten heelkunde) dat in een gecontroleerde laboratoriumsetting wordt gevalideerd.Tot slot illustreren we een recent ontwikkeld online stageboek dat het regi Organisaties: • Abdominale Oncologische Heelkunde
Onderzoekers: • Gunter De Win • Dirk De Ridder • Jozef Vander Sloten • Marc Miserez
Ontwikkeling van een synthese voor nieuwe benzodiazocinescaffolds met potentiële biologische activiteit Universiteit Gent Abstract: Het doel van dit project is de ontwikkeling van een synthese voor nieuwe benzodiazocinescaffolds afgeleid van gefunctionaliseerde anthranilzuren en beta-aminozuren of alfa-hydrazinozuren. Het doel is de opbouw van een vaste-fasebibliotheek, waarbij gebruik zal gemaakt worden van microgolfbestraling om de koppeling en de ringsluiting te versnellen en het rendement te verhogen.
Organisaties: • Vakgroep Organische chemie (WE)
Onderzoekers: • Johan Van der Eycken
Positionele klonering en karakterisering van nieuwe dementiegenen. Universiteit Antwerpen Abstract: De belangrijkste oorzaken van dementie zijn de neurodegeneratieve hersenaandoeningen zoals Alzheimer en frontotemporale dementie. Genetische factoren spelen een grote rol en in sommige families segregeert dementie als een autosomaal dominante aandoening. Door positionele klonering in deze families heeft men reeds 5 dementiegenen geïdentificeerd. Niet alle patiënten met familiale dementie hebben een mutatie in deze genen zodat andere, nog ongekende dementiegenen moeten bestaan. Dit project heeft als doel het identificeren van nieuwe dementiegenen door positionele klonering in genetisch bezwaarde dementiefamilies. Dit zal bijdragen tot de kennis van de biochemie van dementie en ontwikkeling van een therapie. Organisaties: • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Marc Cruts • Christine Van Broeckhoven • Ilse Anne-Maria Leo Gijselinck
Taalrepresentatie en -verwerking in het tweetalig geheugen Universiteit Gent Abstract: Dit voorstel beoogt inzicht te verschaffen in de organisatie van het tweetalig geheugen. Het doel is na te gaan of beide talen gerepresenteerd zijn in enerzijds een gescheiden of gedeeld betekenissysteem én anderzijds een gedeeld of gescheiden lexicaal systeem. Bijkomend zal worden onderzocht of diverse woordvariabelen de lexicale of semantische representaties kunnen beïnvloeden. De reactietijdsexperimenten zijn hoofdzakelijk primingstudies. Organisaties: • Vakgroep Experimentele psychologie
Onderzoekers: • Robert Hartsuiker
Studie van de adsorptie van proteïnen op titaniumdioxide. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Titaan wordt door een natuurlijke oxide beschermd in omgevingen die zuurstof bevatten (atmosfeer en waterige oplossingen). Zelfs wanneer de oxidelaag beschadigd wordt (door mechanische behandelingen) zal ze meestal ogenblikkelijk hersteld worden. De herstelling van de oxidelaag kan nochtans beïnvloed worden door factoren zoals : de samenstelling van het milieu en de mechanische belasting. Organisaties: • Metallurgie, Elektrochemie en Materialenkennis
Onderzoekers: • ANNICK HUBIN • Isabel VAN DE KEERE
Emotionele verwerking bij psychopaten: een experimentele analyse Universiteit Gent Abstract: Psychopathie is een ernstige persoonlijkheidsstoornis die gekenmerkt wordt door een antisociale levensstijl en een gebrek aan wroeging en empathie. Verschillende auteurs stellen dat een verstoorde verwerking van emotionele informatie mogelijk aan de basis van deze stoornis ligt. Dit onderzoeksproject wil deze hypothese onderzoeken aan de hand van theoretische en experimentele analyses bij studenten en gedetineerden. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Geert Crombez
Traffic calming. Analyse van veiligheidsverhogende voorzieningen m.b.t. snelheid op de secundaire wegen en de omgeving Hogeschool Gent Abstract: MOBILITEIT is een essentieel onderdeel van onze samenleving. Wereldwijd blijken verkeersongevallen een groot maatschappelijk probleem te zijn die miljoenen slachtoffers eisen op de weg. Men is meer dan ooit op het punt van besef gekomen dat dit niet kan blijven duren. Zowel Europa als België stellen zich tot doel om tegen 2010 het aantal verkeersdoden met ten minste de helft te reduceren. Om dit doel te bereiken, worden verschillende actieplannen opgesteld die de factoren van de ongevallenproblematiek aanpakken. Aandacht naar de rijsnelheid wordt telkens als één van de topprioriteiten aangehaald. Het concept van infrastructurele maatregelen op het snelheidsgedrag kan daarin een belangrijke rol vervullen. DOEL: Deze studie wenst een overzicht te geven van de kennis en wetenschappelijke achtergrond van verkeerskalmerende regelingen op de weg in stedelijke gebieden. De studie benadrukt de infrastructurele snelheidremmende maatregelen en wenst de individuele maatregelen in het verticale vlak te onderzoeken. De verhoogde inrichtingen, zijnde de verkeersdrempels en verkeersplateaus, worden uitgebreider besproken door referentie te maken naar wetenschappelijke literatuur inzake de vormbepaling, de efficiëntie, de mate van verkeerstrillingen en geluideffecten van deze fysieke snelheidremmende voorzieningen. Organisaties: • Departement Toegepaste Ingenieurswetenschappen • Vakgroep Bouwkunde
Onderzoekers: • Patrick Ampe • Petra De Feyter
Karakterisatie van de in vitro activatievoorwaarden van anti-leukemische T-cellen van leukemiepatiënten gebruikmakend van verschillende types van antigen-presenterende cellen. Universiteit Antwerpen Abstract: Karakterisatie van de in vitro activatievoorwaarden van anti-leukemische T-cellen van leukemiepatiënten gebruikmakend van verschillende types van antigen-presenterende cellen. Organisaties:
• Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Zwi Berneman • Evelien Smits
De rol van knaagdieren in de epidemiologie van mycobacteriële ziekten in Afrika. Universiteit Antwerpen Abstract: Mycobacteriën kunnen allerlei ziekten veroorzaken, o.a. lepra, tuberculose en Buruli ulcer. Vanwege het stijgend aantal HIV-positieve patiënten, voornamelijk in de ontwikkelingslanden, is de controle van dergelijke mycobacteriële ziekten heel belangrijk. Knaagdieren kunnen een reservoir zijn voor mycobacteriën en daardoor een bron van infectie voor mens en vee. Het is echter nog niet duidelijk wat de verspreiding is van mycobacteriële infecties bij knaagdieren en wat hun rol is bij de overdracht van de infectie naar mensen. Een beter inzicht in de rol van knaagdieren zal belangrijke informatie opleveren voor het begrijpen van de epidemiologie van mycobacteriële aandoeningen in dichtbevolkte gebieden, onder omstandigheden met een relatief laag niveau van openbare hygiëne, zoals rond zich snel uitbreidende Afrikaanse steden. In dit onderzoek zal getracht worden om de mycobacteriële flora van knaagdieren in en rond een Afrikaanse stad te inventariseren. De bekomen stammen zullen worden vergeleken met behulp van moleculaire technieken met de mycobacteriën die in de humane populatie, en bij vee, worden aangetroffen. Eerdere studies richtten zich enkel of op mensen, of op dieren, en onderzoek naar natuurlijke reservoirsoorten is zo goed als onbestaande. De veterinaire component wordt ingesloten enerzijds omwille van het economisch belang van de veestapel zelf, maar vooral omwille van het feit dat vee een algemene infectiebron is voor zoönotische tuberculose bij de mens. Het uiteindelijke objectief is om door een beter begrip van de ecologie van deze infecties tot een betere beheersing van de ziekte met meer efficiënte controlestrategieën te komen. Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Herwig Leirs • Lies Durnez
Development of thin film potentiometric sensors for dissolution testing. Universiteit Antwerpen Abstract: De bedoeling van het project is een "general purpose" sensor te maken, op basis van oppervlakte potentialen, die toelaat dissolutie tests van basische farmaceutische drugs uit te voeren. Organisaties: • Chromatografische organische sporenanalyse
Onderzoekers: • Lucien Nagels
Europees humanitair beleid en civiele macht Europa Universiteit Gent Abstract: Het onderzoek spitst zich toe op het humanitaire beleid van de EU, een weinig onderzochte dimensie van het externe optreden van de Europese Unie. De rechtsgrondslag, de institutionele arrangementen, de besluitvormingsprocedures, de financiële middelen, alsook de geschiedenis van EU humanitair beleid worden toegelicht. Speciale aandacht wordt besteed aan de plaats van humanitaire hulp in EU crisismanagement en aan de relatie tussen humanitaire hulpverlening en ontwikkelingssamenwerking. Als conceptuele kapstok voor de analyse van de rol van de EU als internationale humanitaire donor wordt het rolconcept civiele macht Europa gebruikt. Organisaties: • Vakgroep Politieke wetenschappen
Onderzoekers: • Hendrik Coolsaet • Hendrik Vos
Werkloosheid en arbeidsschaarste : de paradox van Rijnland-type arbeidsmarkten. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van het project is het documenteren, verklaren en simuleren van de paradox die arbeidsmarkten van het Rijnland model kenmerkt. Typerend voor dit type model is het bestaan van een duale arbeidsmarkt. Enerzijds heeft men een reguliere arbeidsmarkt, gekenmerkt door bindende akkoorden tussen de sociale partners en 'goede' doch gerantsoeneerde jobs, anderzijds bestaat er ook een belangrijke schaduweconomie. De paradox bestaat erin dat een structurele ondertewerkstelling in de reguliere arbeidsmarkt gepaard gaat met een schaarste aan arbeidskrachten in de grijze economie. Organisaties: • Algemene economie
Onderzoekers: • Walter Nonneman
Cerebrale (re)organisatie na verworven afasie: invloed van laesie, fase in het herstelproces en taaltherapie Universiteit Gent Abstract: De cerebrale (re)organisatie van syntax en werkgeheugen zal gedurende 12 maanden (post-stroke) opgevolgd worden door herhaald fMRI onderzoek. Hierbij worden ook de lokalisatie en uitgebreidheid van het letsel nagegaan. Om het functioneel herstel en de correlaties tussen de verschillende factoren in kaart te brengen zal het fMRI onderzoek telkens gekoppeld worden aan de afname van een uitgebreide taal- en werkgeheugenbatterij. Organisaties: • Vakgroep Inwendige ziekten
Onderzoekers: • Guy Vingerhoets • Eric Achten
Oorzakelijke rol van actinebindende eiwitten in tumorprogressie: focus op bèta-thymosine-isovormen Universiteit Gent Abstract: In een groot aantal kankers komen bèta-thymosines differentieel tot expressie. Op isovormspecifieke en kwantitatieve wijze zal het effect van bèta-thymosine-isovormen op kankergerelateerde processen (o.a. celmigratie en invasie) nagegaan worden. In oncogene cellen onderzoeken we verder voor welke actinebindende eiwitten de expressie in combinatie met veranderde bèta-thymosine-expressie wijzigt (micro-array en realtime-PCR). Gecombineerde (over/neer)expressie kan dan causale mechanismen van tumorprogressie onthullen. Organisaties:
• Vakgroep biochemie
Onderzoekers: • Christophe Ampe
Onderzoek naar de muziek van Nicolaus A. Huber Hogeschool Gent Abstract: Het opzet van het onderzoek is de bestudering en situering van de muziek van de Duitse componist Nicolaus A. Huber (°1939) vanuit verschillende invalshoeken: de klassieke muziekanalyse, de analysetechnieken zoals momenteel ontwikkeld aan de Univeristeit Gent binnen de cognitieve muziek-psychologie, de muzieksociologie, de muziekgeschiedenis, de uitvoeringspraktijk (opname van een CD met deze muziek), de psychologie-politicologie-theaterwetenschappen (voor zover deze relevant zijn ten aanzien van de werkwijze van de componist), de (artistieke) grensvervaging, e.a. Organisaties: • Departement Conservatorium • Vakgroep Theorie
Onderzoekers: • Filip Rathe
Lokale klachtenbehandeling in Vlaanderen. Een bestuurskundige analyse volgens de 'exit-voice' theorie. Universiteit Antwerpen Abstract: De relatie tussen de burgers en de overheid staat actueel onder druk. Bij overheden bestaat de perceptie van een problematische relatie met de burger (de zogenaamde `kloof' tussen burgers en bestuur) en het gevoel dat hun democratische gehalte en legitimiteit is afgezwakt. Om politiek, bestuur en beleid `dichter bij de burger' te brengen, worden uiteenlopende, wat onsamenhangende initiatieven genomen, die de invloed van maatschappelijke actoren op de beleidsvorming moeten versterken. Deze ontwikkeling ligt in de wetenschappelijke lijn van de `exit-voice' theorie van Hirschman. Om te voorkomen dat ontevreden burgers `exit'-mogelijkheden zouden kiezen (vb. een stem uitbrengen op een extreemrechtse partij), gaan overheden vorm geven aan diverse `voice'-mogelijkheden. Hiermee willen ze kanalen ter beschikking stellen waarlangs burgers hun `stem' kunnen laten horen. Binnen deze context is onmiskenbaar een rol weggelegd voor lokale klachtenbehandeling. Ook lokale besturen worden geconfronteerd met het legitimiteitvraagstuk en voelen de noodzaak om voice-mechanismen vorm te geven. Bovendien wordt klachtenbehandeling in feite het meest verwacht in de lokale besturen. Het gaat immers om een bestuur dicht bij de burgers, waar conflicten tussen burgers en overheidsadministratie zich frequent voordoen. Klachtenbehandeling richt zich op de individuele burger die niet tevreden is over een individuele implementatiebeslissing, die voor die burger van belang is. In dit onderzoek nemen we de sociale realiteit van klachtenbehandeling op lokaal niveau onder de loep. Aan de hand van een theoretische en doorgedreven studie van de nationale en internationale beleids- en managementliteratuur worden concepten gedefinieerd en wordt een ideaaltypische voorstelling gemaakt van het lokale klachtenbehandelingssysteem. Vervolgens zullen we al de bestaande klachtenbehandelingsinitiatieven bij lokale besturen op een systematische wijze in kaart brengen. We analyseren daarbij de doelstellingen die lokale besturen voor ogen hebben bij het opzetten van een klachtenbehandelingssysteem, evenals de procedurele kenmerken en processen van lokale klachtenbehandeling. De resultaten van dit onderzoek worden aan de hand van discrepantieonderzoek afgezet tegenover het ideaalmodel uit de eerste fase van het onderzoek. De bevindingen van dit discrepantieonderzoek verschaffen duidelijkheid over eventuele tekortkomingen en stellen ons in staat om concrete verbetervoorstellen te formuleren, gevoed vanuit de inzichten die werden verworven in het raam van dit onderzoeksproject. Organisaties: • Management & Bestuur (M&B)
Onderzoekers: • Ria Janvier • Nancy Peeters
Veiligheid en gebruik van het intravenous anestheticum IMZ-25435 bij de hond en de kat Universiteit Gent Abstract: Studie over het gebruik van een intraveneus anestheticum voor inductie van de anesthesie bij hond en kat, en als continu infuus voor onderhoud van anesthesie bij de kat. Organisaties: • Vakgroep Geneeskunde en klinische biologie van de kleine huisdieren
Onderzoekers: • Ingeborgh Polis
Religie en Kaste in India: de Mantras van het Anti-Brahmanisme Universiteit Gent Abstract: Mijn onderzoek vertrekt van de hypothese dat de Europese beschrijvingen van de Indische tradities en de Indische samenleving hun structuur en coherentie ontlenen aan een Protestants theologisch kader. Indien deze hypothese klopt, dan komt er een belangrijke vraag naar voren: Hoe en waarom hebben de indische intellectuelen zich diezelfde beschrijvingen eigen gemaakt? Ik onderzoek of het inheemse begrip van de Indische culturele tradities en de Indische samenleving beïnvloed is door de Protestantse theologie. Organisaties: • Vakgroep Vergelijkende cultuurwetenschappen
Onderzoekers: • Balagangadhara Rao
Combinatorische benadering tot de ontwikkeling van een nieuw type dipodale DNA-bindende peptiden Universiteit Gent Abstract: De ontwikkeling van een nieuw type dipodale DNA-bindende peptiden gebaseerd op het gebruik van een conformationeel verankerde organische templaatmolecule voor de aanhechting van twee zogenaamde recognitie-helices vormt het onderwerp van deze studie. Hiertoe zullen combinatorische dipodale peptidebigliotheken gegenereerd worden en gescreend worden op DNA-bindingscapaciteit. In een later stadium zal ook getracht worden gecombineerde kleine/grote groef bindende peptidedimeren te synthetiseren. Organisaties: • Vakgroep Organische chemie (WE)
Onderzoekers: • Annemieke Madder
Humaan DPPII : biochemische en enzymologische karakterisering. Universiteit Antwerpen
Abstract: Humaan DPPII : biochemische en enzymologische karakterisering. Organisaties: • Medische biochemie
Onderzoekers: • Ingrid De Meester • Marie-Berthe Maes
Evolutie en functie van het cranio-cervicaal systeem bij vertebraten. Universiteit Antwerpen Abstract: Het ontstaan van de terrestrische voedselopname en het ontstaan van de amniote schedel structuur zijn ongetwijfeld sleutelelementen geweest in de evolutie van vertebraten. Alhoewel er veel onderzoek is verricht omtrent de schedelstructuur en de voedingsmechanismen bij vogels en zoogdieren, is er nog relatief weing geweten over deze systemen bij "lagere" Tetrapoda. Nochtans is de studie van dergelijke basale groepen essentieel om evolutionaire processen beter te kunnen begrijpen. In het voorgestelde postdoctorale mandaat zullen, binnen het bovenstaande kader, twee topics meer in detail behandeld worden. Ten eerste zal er onderzoek verricht worden naar de neuromotorische basis van de voeding bij hagedissen, waarbij de vraagstelling rond stereotypie van motor-patronen een centrale rol zal spelen. Samenhangend daarmee zal ook het belang van feedback-systemen bij de coordinatie en de evolutie van de voedselopname bij hagedissen onderzocht worden. Het tweede luik van dit postdoctoraal onderzoek zal zich toespitsen op de ecomorfologie van het voedingsapparaat bij hagedissen. Hierbij zal in een expliciet vergelijkende studie, binnen een strikt fylogenetisch kader, onderzoek verricht worden naar het belang van een aantal prestatie parameters van het voedselopname apparaat. Deze aanpak moet toelaten om die elementen binnen het voedingssysteem te identificeren die een belangrijke rol gespeeld hebben in de evolutionaire diversificatie van de groep. De methodologie die zal aangewend worden voor de analyse van dergelijke gegevens (welke aangleerd zal worden in het lab. van Dr. D. Irschick, Tulane University - New Orleans) zal dan later gebruikt worden om ook elementen van neuro-motorische controle bij hagedissen te analyseren. Organisaties: • Functionele morfologie
Onderzoekers: • Anthony R Herrel • Peter Aerts
Genotypering van Mycobacterium ulcerans, M. marinum, M. fortuitum, M. chelonae, M. abscessus en aanverwante species. Universiteit Antwerpen Abstract: M. ulcerans veroorzaakt Buruli Ulcer, een ernstige, necrotiserende aandoening aan huid en onderliggend weefsel die voorkomt in tropische landen, voornamelijk in West- en Centraal Afrika. Nauw verwant met M. ulcerans is M. marinum. M. marinum is een water gerelateerde mycobacterie die bij vissen leidt tot vermagering en futloosheid eindigend met de dood. M. fortuitum, M. chelonae en M. abscessus veroorzaken gelijkaardige ulceraties bij vissen en abcessen bij mensen. Een infectie bij mensen van M. fortuitum, M. chelonae of M. abscessus komt vooral na injecties of vaccinaties met niet-steriele stoffen voor, en leidt zelden tot de dood, maar kan ernstige complicaties met zich meebrengen. Er zijn identificatiemethodes voor handen voor de 5 species, maar subtypering op subspecies of genotype niveau is niet beschikbaar. Genotypering is belangrijk voor de identificatie van eventueel virulente en niet-virulente stammen en kan leiden tot de exacte herkenning van het reservoir en het infectiemechanisme. Typeren op subspecies niveau kan noodzakelijk zijn om een ideale antibioticatherapie te bepalen. Om mycobacteriën te kunnen isoleren uit water willen we een snelle filtermethode ontwikkelen die de sterk verdunde concentratie aan mycobacteriën kan concentreren in een werkbaar volume. Hiervoor zal er getest worden met verschillende filtersystemen en elutiemedia die bovendien selectief werken op mycobacteria. Organisaties: • Laboratorium voor Microbiologie, Parasitologie en Hygiëne (LMPH)
Onderzoekers: • Luc Kestens • Pieter Stragier
Ordergroottebepaling in semi-proces en proces industrieën. Universiteit Antwerpen Abstract: Ordergroottebepaling is reeds lang een basisbeslissing in het productiemanagement. Getuige daarvan de grote hoeveelheid voorraadmodellen die ontwikkeld werden. Het belangrijkste gemeenschappelijke kenmerk ervan is dat ze meestal uitgaan van een kostenmodel, waarin fysische kenmerken van het systeem ontbreken. Een aantal modellen werden nu ontwikkeld die volledig losstaan van de kostenparameters en de fysische kenmerken rechtstreeks modelleren en optimiseren. Een voorbeeld hiervan is het minimaliseren van de doorlooptijd of maximaliseren van de klantenservice. Veel van deze modellen hebben wachtlijntheorie als basis en worden soms in één adem vernoemd met 'Factory Physics'. Verschillende toepassingen van deze modellen zijn beschreven voor productieplanningsdoeleinden. Hierbij werd vooral de discrete productie onderzocht. Het ligt nu in de bedoeling de bestaande expertise die hoofdzakelijk gericht is op discrete productieomgevingen, uit te breiden naar proces en semi-proces omgevingen. Organisaties: • Engineering Management
Onderzoekers: • Nico Vandaele
De impact van managementbeslissingen op de performantie en leverbetrouwbaarheid van productiesystemen Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project heeft tot doel nader te onderzoeken in welke mate managementbeslissingen m.b.t. de werkingsparameters van een productiesysteem een invloed uitoefenen op de performantie en leverbetrouwbaarheid van dit systeem. Meer bepaald zouden wij vier types managementsbeslissingen willen bestuderen: a) het bepalen van transferbatchgroottes in productielijnen bestaande uit een willekeurig aantal stadia; b) de toekenning van producttypes aan beschikbare verwerkingseenheden; c) het toekennen van prioriteiten bij het verwerken van productie-orders; d) de impact van een load-oriented materiaalbeheersingssysteem (POLCA).'' Organisaties: • Engineering Management
Onderzoekers: • Inneke Van Nieuwenhuyse • Nico Vandaele
Experimenteel en theoretisch onderzoek naar het mechanisch gedrag van vezelversterkte thermoplasten onder vermoeiingsbelasting
Universiteit Gent Abstract: Het mechanisch gedrag in vermoeiing van vezelversterkte thermoplasten wordt onderzocht. Er worden experimenten uitgevoerd in trek/druk buiging en afschuiving en de stijfheidsdegradatie, hysteresis en (eventuele) temperatuurstijging wordt opgemeten. Op basis van deze data wordt een schademodel ontwikkeld om de schade-initiatie en -propagatie in deze composieten te beschrijven, gaande van eerste belastingscyclus tot aan breuk. Organisaties: • Vakgroep Mechanische constructie en productie
Onderzoekers: • Joris Degrieck • Wim Van Paepegem
Menselijk, onmenselijk - ensceneringen van geweld in de hedendaagse Duitstalige literatuur en hun verhouding tot de notie van het 'menselijke'. "Posthumanistische figuraties van subjectiviteit" Vrije Universiteit Brussel Abstract: Uitgangspunt van het onderzoek Dit project vloeit voort uit de bevindingen van het eerste postdoctoraal mandaat, maar betekent tegelijk een vernieuwing en verbreding ervan. De voorbije tweeënhalf jaar heb ik onderzoek verricht naar de dialectiek tussen subjectiviteit en esthetisch experiment in hedendaags Oostenrijks proza, gebruik makend van posthumanistische subjectfilosofieën en - theorieën. Onderzocht werden zowel de esthetische verschijningsvormen van het gefragmenteerd en gedeformeerd subject in deze teksten als de ethische consequenties ervan. Daarbij werd vastgesteld dat de transformatie en transgressie van het subject niet alleen positieve implicaties heeft - openheid, empowerment, bevrijding uit oedipale intermenselijke relaties, allianties met het niet-genormaliseerde lichaam (o.a. het dierlijk en homoseksueel lichaam) e.d. - maar evenzeer met geweld, dwang, foltering, kortom met destructieve, dodelijke krachten gepaard gaat. Vanuit deze vaststelling werd het begrip 'posthumanistisch' kritisch onder de loep genomen en werd o.a. vastgesteld dat posthumanistische vormen van subjectiviteit toch vaak onderworpen worden aan een 'nederige' humanistische ethiek - die kritisch staat zowel tegenover het Verlichtingshumanisme als tegenover de devaluatie van het menselijke - of dat ze voortbouwen op oudere, archaïsche vormen van subjectiviteit. De auteurs die in dit project werden onderzocht waren voornamelijk Josef Winkler en Marie-Thérèse Kerschbaumer maar ook het werk van Elfriede Jelinek werd gaandeweg in het project geïntegreerd. In het tweede postdoctoraal mandaat wil ik me concentreren op de literaire ensceneringen van geweld. Dit project zal met andere woorden voortbouwen op bevindingen uit het eerste mandaat over de destructieve krachten in het posthumanistisch subjectbegrip. Algemeen doel en probleemstelling In dit project wil ik ensceneringen van geweld in de hedendaagse Duitstalige literatuur analyseren in relatie tot de categorie van het 'menselijke'. Het is de bedoeling na te gaan in hoeverre deze esthetische ensceneringen een creatieve herschrijving van, een kritiek op of een aanvulling bij actuele subjecttheoretische en biopolitieke discussies bieden. (Biopolitics gebruik ik hier in de Foucaultiaanse betekenis van de disciplinering van lichamen door de staat door middel van economische en technische maatregelen, bijvoorbeeld inzake arbeid, gezondheidszorg, asielwetgeving etc.) De volgende vragen zullen in dit onderzoek aan bod komen: Hoe manifesteert geweld zich in de tekst, zowel op thematisch, stilistisch als retorisch niveau? Gaat het geweld in de tekst gepaard met een transgressie van het proza-genre? Wat zeggen deze teksten over de daderslachtoffer dichotomie? Wat impliceren deze manifestaties voor begrippen als 'menselijk', 'niet-menselijk' en 'onmenselijk'? Worden gewelddaden geënsceneerd als historisch singulaire gebeurtenissen of als 'mythisch geweld', als een 'natuurwet'? Hoe ligt de verhouding tussen het begaan en/of ondergaan van het geweld en mogelijke momenten van verzet tegen of ombuiging van dat geweld? Wat kan de relevantie zijn van deze literair-esthetische ontwerpen voor actuele biopolitieke discussies? Organisaties: • Germaanse Talen • Taal- en Letterkunde
Onderzoekers: • Inge ARTEEL • JOHAN CALLENS
Verschriftelijking, geletterdheid en stedelijke transformatieprocessen tussen Seine en Rijn (1100-1300). Een interdisciplinair en comparatief onderzoek. Vrije Universiteit Brussel Abstract: 1. Huidig project beoogt, binnen een geografisch kader dat zich situeert in de regio tussen Seine en Rijn, de relatie en interactie tussen de specifieke (sociaal-culturele-politieke) ontwikkelingen inherent aan het 'verschriftelijkingsproces' enerzijds en de typisch stedelijke transformaties die zich in deze regio manifesteerden anderzijds op comparatief-inhoudelijke wijze te analyseren, en dit voor de periode van 1100 tot rond 1300. Het wenst hierbij recente vragen, zoals deze worden gegenereerd in het onderzoek dat zich respectievelijk richt op de contemporaine stedelijke transformatieprocessen en op de ontwikkeling van een 'geletterde mentaliteit', te combineren en toe te passen op de afgebakende ruimte, en dit vanuit een brongebonden analyse maar met oog voor het breder West-Europees kader. 2. Het zogenaamde fenomeen van de 'verschriftelijking' dat tijdens de volle en late Middeleeuwen plaatsvond en dat inhoudt dat binnen de middeleeuwse samenleving steeds meer individuen met schriftgebruik werden geconfronteerd en/of het zich toeëigenden, kan als een belangrijk en in essentie cultureel verschijnsel worden beschouwd (met implicaties op politiek, sociaal, economisch en cultureel vlak) waaraan de laatste drie decennia bijzonder veel historisch onderzoek werd gewijd. Algemeen wordt aanvaard dat vanaf de zogenaamde 'lange 13de eeuw' in grote regio's van de westerse samenleving een kwantitatieve en kwalitatieve toename van het (al dan niet 'praktisch' of 'pragmatisch') schriftgebruik, of van de omgang met het 'geschreven woord', kan worden vastgesteld, wat de ontwikkeling van een (westerse) 'geletterde mentaliteit' en een 'rationeel bewustzijn' tot gevolg zou hebben gehad [Th. Behrmann, 1995]. Deze evolutie, die zou hebben geleid tot een gewijzigd mentaal klimaat waarin de 'uitvinding' van de boekdrukkunst niet zozeer als een revolutionair gebeuren maar wel als een logisch gevolg of resultaat van een langdurig proces moet worden beschouwd, wordt door de meeste mediëvisten rechtstreeks gekoppeld aan de verstedelijking die zich vanaf de 11de eeuw manifesteerde. Inherent aan dit verstedelijkingsproces was er een groei van handel en nijverheid (met acceleratieverschijnselen vanaf de 12de eeuw en een hoogtepunt in de 13de eeuw in onderscheiden regio's), en reeds vanaf de 19de eeuw werd gesuggereerd dat deze in essentie economische urbane ontplooiing rechtstreekse invloed had op het schriftgebruik, aangezien de nieuwe sociaal-economische handels- en nijverheidsstructuren, alsook de zich ontwikkelende stedelijke instellingen, een verhoogde kennis van het schrift en van de geschreven comptabiliteit vereisten [synthese van dit onderzoek in F. Rörig, 1953]. In het onderzoek uit de tachtiger en negentiger jaren, dat zich richtte op de precieze ontwikkelingen in de 'lange 13de eeuw', met aandacht voor de functie en evolutie van het praktisch schriftgebruik in de stad, op het platteland en in curiale milieus, werd de relatie tussen verstedelijking en verschriftelijking bevestigd. De veranderingen op economisch vlak enerzijds en op het niveau van de politiekadministratief-juridische stedelijke structuren - los van mogelijke commerciële of industriële groei - anderzijds, werden hierbij als belangrijke stimulerende actoren onderlijnd [overzichten in M. Mostert, 1995, 2002 en 2005, in M. Clanchy, 1992; cf. ook de reeks Gesellschaft, Kultur und Schrift. Mediävistische Beiträge onder directie van H. Keller]. 3. Bovenvermeld onderzoek heeft geleid tot nieuwe vragen met betrekking tot het 'verschriftelijkingsproces' of tot de ontwikkeling van een 'geletterde mentaliteit' [synthese in A. Adamska en M. Mostert, 2004]. Naast de meer methodologische probleempunten die betrekking hebben op de definiëring en onderzoeksmethodologie van specifieke concepten ('geletterdheid', 'mentaliteit', 'stedelijkheid', en hoe dergelijke fenomenen te onderzoeken), betreffen deze eveneens de precieze relatie tussen geletterdheid en verschriftelijking enerzijds, en verstedelijking anderzijds. De vraag wordt ondermeer gesteld naar de precieze chronologie van het verschriftelijkingsproces in de verschillende Europese regio's; naar de manier waarop concepten zoals 'identiteit', 'ceremonie' of 'publieke sfeer' in het onderzoek moeten worden betrokken; naar de differentiëring in schriftgebruik wat de verschillende sociale groepen en instellingen betreft; naar de precieze plaats van een toenemende geletterdheid in de algemene verintellectualisering binnen de Europese samenleving; naar de interne stedelijke verschillen en causale factoren wat de verschillende urbane regio's betreft; en naar de manier waarop de verschriftelijking eventueel zou
hebben geleid tot een typisch 'stedelijke' cultuur met eigen registers, conventies en normen, te onderscheiden van andere culturele identiteiten [een aantal van deze vragen vormen het onderwerp van een reeks initiërende sessies op het International Medieval Congress in Leeds, 2007, georganiseerd door M. Mostert, cf. infra]. Voor elk van deze vragen dient nog diepgaand onderzoek voor de afzonderlijke Europese regio's te worden verricht. 4. Onderhavig project heeft als doel een antwoord te formuleren op een aantal van deze problemen, vanuit een comparatieve en inhoudelijke invalshoek, en dit voor de regio tussen Seine en Rijn en toegespitst op de periode van 1100 tot omstreeks 1300, met bijzondere aandacht voor de periode vóór 1250 (cf. infra voor een verantwoording betreffende deze chronologische en geografische afbakening). Het doel bestaat erin (1) een precies beeld te bieden van de evolutie in de manier waarop individuen en groepen met het schrift en met schriftgebruik (met als onderscheiden processen: 'lezen' en 'schrijven') werden geconfronteerd en omgingen, (2) een antwoord te formuleren op de vraag welke aspecten determinerend of stimulerend werkten wat betreft de toename in schriftgebruik, (3) bij dit alles oog te hebben voor de onderlinge verschillen tussen de steden in deze regio alsook voor de mogelijk ruimere geografische verschillen (of parallen) in vergelijking met andere regio's, en (4) genuanceerde hypotheses te formuleren met betrekking tot de vraag wat stedelijke 'geletterdheid' of een 'geletterde mentaliteit' inhouden en hoe deze evolueerden. Vanuit een dergelijke vraagstelling is het noodzakelijk de blik ruimer te richten dan enkel op de chronologie van de productie en bewaring van geschreven bronnen door stedelijke instellingen. Aanwijzigingen dienen te worden gezocht voor de manier (en het moment) waarop de bevolkingsgroep die traditioneel als 'ongeletterd' wordt beschouwd, met name de leken [met oog voor de gedifferentieerde betekenis die aan de term 'ongeletterd' dient te worden gegeven, cf. bijvoorbeeld reeds J.W. Thompson, 1960, en P. Riché, 1962], zich de omgang met het schrift toeëigende, en welke de precieze betekenis en implicaties hiervan waren. Dit houdt bijvoorbeeld in dat sterke aandacht gaat naar indicaties voor vroege vormen van scholing en de manier waarop deze werden georganiseerd en naar de mogelijke conflicten waartoe dit kon leiden [voor Vlaanderen, cf. bijv. H. Pirenne, 1929, M.H. Voordeckers-Declercq, 1963; meer algemeen E. Ennen, 1957; voor Parijs S.C. Ferruolo 1985]. Het impliceert eveneens dat de invloed van clericale instellingen binnen een stedelijke omgeving dient te worden geanalyseerd: als scholen/universiteit die geletterden afleverden die binnen de stedelijke organen konden worden geïntegreerd [Baldwin, 1976], als instellingen die kanselarij-activiteiten op zich namen, als instellingen waarmee burgers in conflict kwamen wat kon leiden tot jarenlang aanslepende procesdossiers die in hoge mate op schriftelijke wijze werden gevoerd [H. Noizet, 2003, eigen onderzoek]. Hierbij moet eveneens, naast de rol van economische ontwikkelingen enerzijds en politiek-juridisch-administratieve veranderingen anderzijds, de impact van uitgesproken culturele of intellectuele centra (in al hun diversiteit) in ogenschouw worden genomen. Ook de invloed van vorstelijke of grafelijke instellingen dient te worden onderkend [J. Trede, 2000]. En tenslotte dient een differentiëring te worden gemaakt wat de omgang met het schrift van de verschillende sociale groepen betreft: kan, bijvoorbeeld, enkel binnen de koopmans- en/of patriciërsfamilies reeds relatief vroeg een specifiek vorm van schriftgebruik worden vastgesteld, of zijn desbetreffend ook indicaties bij bredere bevolkingsgroepen te vinden? Organisaties: • Geschiedenis
Onderzoekers: • Walter YSEBAERT
Schaalbare foutresistente beeld- en videocodering Vrije Universiteit Brussel Abstract: 1. Doel Hedendaagse multimediatoepassingen bereiken een kwaliteitsniveau dat enkele jaren geleden voor onmogelijk werd gehouden (zoals het grafische detail bij virtuele 3D-objecten en scènes, de HDTV technologie of zelfs de vandaag bereikte beeldresolutie op bioscoopniveau voor videomateriaal). Communicatietechnologie onderging in parallel ook een snelle evolutie, zowel in netwerkinfrastructuur als gebruikersheterogeniteit. Het toepassingsspectrum strekt zich nu uit van ultrasnelle optische verbindingen tot draadloze foutgevoelige media en van energiebeperkte draagbare toestellen tot uiterst performante desktopcomputers. Organisaties: • Elektronica en Informatica
Onderzoekers: • ADRIAN MUNTEANU
Nationale en internationale maatregelen tegen belastingontwijking in internationale context. Universiteit Antwerpen Abstract: Nationale en internationale maatregelen tegen belastingontwijking in internationale context. Organisaties: • Onderneming en recht
Onderzoekers: • Bruno Peeters • Bart Peeters
Tweesprakencyclus : Een Wereld van (On)verschil - Diversiteit en Marginalisering van Zuid tot Noord. Universiteit Antwerpen Abstract: Tweesprakencyclus : Een Wereld van (On)verschil - Diversiteit en Marginalisering van Zuid tot Noord. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Jean Vranken
In vitro en in vivo onderzoek naar de mechanismen van vasculaire calcificatie bij chronische nierinsufficiëntie. Universiteit Antwerpen Abstract: In vitro en in vivo onderzoek naar de mechanismen van vasculaire calcificatie bij chronische nierinsufficiëntie. Organisaties: • Pathofysiologie
Onderzoekers: • Patrick D'Haese • Veerle Persy • Marc De Broe
Pyrethroidenresistentie bij malariavectoren: KDR-genvaratie en detectie. Universiteit Antwerpen Abstract: Controle van malaria steunt op het behandelen van patiënten en het bestrijden van de insect vector, de Anopheles mug. Vectorcontrole baseert zich op het gebruik van muggennetten geïmpregneerd met pyrethroide insecticiden. Echter, de laatste jaren neemt de ontwikkeling van pyrethroidenresistentie bij Anopheles muggen alarmerende proporties aan . Voor de evaluatie van de malariacontroleprogramma's is het belangrijk om de insecticidenresistentie in kaart te brengen en de verspreiding ervan op te volgen. De klassieke methode om insecticidenresistentie op te volgen is een bioassay waarbij men muggen gedurende een welbepaalde tijd blootstelt aan een bepaalde concentratie van een insecticide. De test geeft een globaal beeld van resistentie zonder dat het exacte resistentiemechanisme moet gekend zijn. De bioassay heeft echter een aantal nadelen die het moeilijk maken om deze in veldcondities goed uit te voeren: enerzijds heeft men
per test een groot aantal muggen nodig en anderzijds wordt een bioassay beïnvloed door wijzigingen in testomstandigheden (klimaatsomstandigheden, leeftijd muggen). Moleculaire detectiesystemen worden bruikbaar wanneer de moleculaire werking van de insecticiden gekend is. Pyrethroiden en DDT blokkeren de zenuwgeleiding doordat ze, na een actiepotentiaal, het sluiten van natriumkanalen van het para-type belemmeren. Een belangrijk resistentiemechanisme tegen pyrethroiden en DDT, gekend als knockdown resistentie of kdr, gaat gepaard met wijzigingen in dit natriumkanaal ter hoogte van het S6 segment van domein II. Puntmutaties in het para-type natriumkanaalgen vormen de moleculaire basis voor kdr bij tal van insecten, waaronder de Afrikaanse malariamug An.gambiae. Een multiplex PCR werd beschreven voor de detectie van de kdr mutatie bij An.gambiae. Hierbij werd een duidelijke relatie aangetoond tussen het voorkomen van het kdr allel in een populatie en de verminderde mortaliteit van deze muggen in een bioassay. Het doel van deze thesis is om gelijkaardige kdr detectiesystemen te ontwikkelen voor een aantal Afrikaanse (An.arabiensis en An.funestus) en Zuidoost Aziatische (An.sundaicus, An.minimus, An.dirus, An.vagus en An.sinensis) vectoren. Deze testsystemen zullen gebruikt worden voor het bepalen van de kdr frequentie in natuurlijke Anopheles populaties. In een later stadium kunnen deze detectiesystemen opgenomen worden in de malariacontroleprogramma's van Laos, Cambodja, Vietnam en Afrika. Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Thierry Backeljau
In vitro interactie tussen chemo- en radiotherapie onder hypoxische condities. Universiteit Antwerpen Abstract: De laatste jaren is duidelijk geworden dat solide tumoren met grote regelmaat hypoxische delen bevatten, wat kan bijdragen tot het ontstaan van resistentie of een verminderde gevoeligheid voor chemo- en radiotherapie. Bijgevolg is het zeer relevant om bij preklinisch onderzoek naar nieuwe therapieën ook het effect onder hypoxische condities te bestuderen. Een eenduidig en efficiënt in vitro hypoxiemodel is thans echter nog niet beschreven, zodat het ons zeer wenselijk lijkt om zulk model te ontwikkelen en te optimaliseren. Op die manier wordt het mogelijk om de interactie tussen chemotherapeutica (bijvoorbeeld cisplatine, gemcitabine) en radiotherapie zowel onder normoxische als onder hypoxische condities te bestuderen. Bovendien kan het in vitro hypoxiemodel tevens toegepast worden bij het onderzoek naar factoren die van belang zijn voor het radiosensitiserend mechanisme onder normoxische en hypoxische omstandigheden. Organisaties: • Moleculaire beeldvorming, Pathologie, Radiotherapie & Oncologie (MIPRO)
Onderzoekers: • Filip Lardon • Jan Vermorken • An Wouters
Kwantitatieve analyse van walsemulsies door middel van infraroodspectrometrie en partiële kleinste-kwadratenregressie. Universiteit Antwerpen Abstract: De samenstelling van walsemulsies varieert gedurende het productieproces. Gezien de exacte samensetelling op een bepaald tijdstip onbekend is, is het nagenoeg onmogelijk om geschikte standaardoplossingen in het laboratorium aan te maken. Daarom worden in dit werk oplossingen uit de processtroom gekwantificeerd aan de hand van de veralgemeende standaardadditiemethode (GSAM), die dan later als standaarden voor calibratie gebruikt worden. Calibratie gebeurt aan de hand van partiële kleinste-kwadratenregressie (PLS). Hoewel deze techniek een routine is in vele laboratoria, zijn vele theoretische aspecten ervan nog onbekend. In dit werk worden deze theoretische aspecten verfijnd, zodat meer realistische betrouwbaarheidsintervallen bekomen worden en de methode robuuster wordt. Organisaties: • Chemometrie (Mitac 3)
Onderzoekers: • Pierre Van Espen • Sven Serneels
Politiek in sociaal werk met groepen? Een actualisatie en reconstructie van de relatie tussen sociaal werk met groepen en politieke actie Universiteit Gent Abstract: Via een geneste meervoudige gevallenstudie formuleren we antwoorden op volgende vragen: - hoe ziet politisering in sociaal werk met groepen er vandaag uit? - hoe komt politisering in sociaal werk met groepen tot stand? - in welke contexten zien we politisering in sociaal werk met groepen (niet) voorkomen of ontstaan? De doelstelling is tot een geactualiseerde typologie te komen van politisering in sociaal groepwerk. Organisaties: • Vakgroep Sociologie
Onderzoekers: • Piet Bracke
Een geïntegreerde studie naar de relatie tussen blootstelling en accumulatie van zware metalen bij de bosmuis (Apodemus sylvaticus L.). Universiteit Antwerpen Abstract: Het milieu is meer en meer vervuild geraakt door gevaarlijke stoffen zoals onder andere zware metalen. Blootstelling aan zware metalen kan belangrijke effecten hebben op zowat alle niveaus van biologische organisatie, gaande van cel tot ecosysteem. Een belangrijk probleem dat regelmatig in ecotoxicologische metaalstudies terugkomt, is dat men onder natuurlijke omstandigheden niet vaak een éénduidige relatie vindt tussen de accumulatie en effecten van zware metalen in een organisme en de concentratie gemeten in zijn leefomgeving en/of voedsel. Hiervoor zijn twee direct voor de hand liggende verklaringen. Ten eerste wordt in vele studies de totale concentratie aan zware metalen in de bodem en het voedsel bepaald, terwijl een groot deel van deze metalen voor het organisme niet biobeschikbaar is. Ten tweede kan acclimatisatie en adaptatie aan zware metalen er voor zorgen dat een lagere fractie aan biobeschikbare zware metalen wordt geaccumuleerd en dat een bepaalde graad van tolerantie ontstaat. Het is echter niet duidelijk in hoeverre organismen zich onder natuurlijke omstandigheden kunnen aanpassen aan blootstelling van zware metalen. Mogelijke aanpassingen zijn: (1) een verminderde opname van zware metalen, (2) een verhoogde metaalexcretie, (3) een verschillende weefseldistributie en (4) het efficiënter vormen van minder of niet toxische metaalcomplexen zoals metallothioneïnen. Tal van veld- en laboratoriumstudies over de toxiciteit en effecten van zware metalen werden reeds op aquatische organismen uitgevoerd. Vergelijkbare veldstudies op terrestrische zoogdieren zijn echter schaars. We hebben er dan ook voor geopteerd om een studie te maken naar de relatie tussen de blootstelling aan zware metalen en de accumulatie bij de bosmuis (Apodemus sylvaticus L.). In tweede instantie zullen we een aantal mogelijke fysiologische aanpassingen aan het leven in een door zware metalen verontreinigde omgeving nagaan. Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers:
• Ronny Blust
Rol van tumor necrosis factor op natural killer T cel functie en survival in een proefdiermodel van spondyloartropathie Universiteit Gent Abstract: De rol van tumor necrosis factor (TNF) op de functie en overleving van natural killer T (NKT) cellen zal bestudeerd worden, zowel in gezonde dieren als in een proefdiermodel van spondyloartropathie. De rol van NKT cellen in dit ziektemodel zal bestudeerd worden dmv muis mutanten die geen NKT cellen hebben en door specifieke activatie van deze cellen dmv glycolipiden. Organisaties: • Vakgroep Inwendige ziekten
Onderzoekers: • Marc De Vos • Dirk Elewaut
Pyridazine Derivaten : Onderzoek naar nieuwe methoden voor de rechtstreekse invoering van koolstofsubstituenten en studie van een nieuw halogenide effect in palladium gekatalyseerde C-C bindingsvormende reacties. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project zal onderzoek verricht worden naar een nieuwe effect van halogenide ionen in transitiemetaal gekatalyseerde reacties op halopyridazine derivaten. Tevens zullen nieuwe methodes worden geëxploreerd voor de C-functionalisering van de pyridazine nucleus via een metaal-halogeen uitwisseling. Organisaties: • Organische synthese
Onderzoekers: • Guy Lemiere • Bert Maes • Caroline Meyers
Moleculaire karakterisatie van carboxypeptidase M, een extracellulair membraangebonden peptidase betrokken bij de weefselspecifieke respons op bioactieve peptiden. Universiteit Antwerpen Abstract: Carboxypeptidase M (CPM) is een membraangebonden carboxypeptidase dat C-terminale basische aminozuren van bioactieve peptides verwijdert. CPM komt voor op het oppervlak van een grote verscheidenheid van cellen. Het komt ook voor op specifieke immunologische en inflammatoire cellen. De fysiologische rol van CPM is nog moeilijk te achterhalen uit de huidige literatuur. Meestal wordt aangenomen dat het een belangrijke rol speelt in de « processing » of inactivatie van peptide hormonen, groeifactoren, inflammatoire peptiden, enz. Gezien de zeer fragmentarische kennis van de moleculaire eigenschappen van CPM stellen wij ons tot doel het katalytisch mechanisme en de substraatspecificiteit van CPM systematisch te onderzoeken. Dit moet toelaten de gelijkenissen en verschillen te onderkennen met de plasma basische carboxypeptidasen, in het bijzonder wat de substraatspecificiteit betreft. Carboxypeptidase U remmers worden momenteel door verschillende groepen onderzocht als geneesmiddel ter bevordering van de fibrinolyse. Het is belangrijk de selectiviteit van deze remmers te kennen ten opzichte van andere carboxypeptidasen. CPM verdient speciale aandacht omwille van zijn constitutieve aanwezigheid in verschillende organen. Mogelijk kunnen we ook een beter inzicht krijgen in de biologisch relevante substraten van CPM en hun invloed op de cellen die CPM dragen. In een eerste fase betekent dit het uitwerken van een zuiveringsmethode, het cloneren en tot expressie brengen van recombinant humaan CPM en een vergelijkende studie met het natuurlijke eiwit. De verschillende elementen van het katalytisch proces zullen worden bestudeerd op een systematische manier met enzymologische methoden. Via plaatsgerichte mutagenese kan dan de ontrafeling van de substraatspecificiteit van CPM aanvangen. In de tweede fase van het project stellen we ons tot doel natuurlijke substraten voor CPM te identificeren in weefselextracten. Hiervoor zal een 'proteomics' benaderingswijze worden gebruikt. De geëxtraheerde polypeptiden zullen worden gefractioneerd en geanalyseerd op de aanwezigheid van substraat (LC-MS). De enzymkinetiek van deze substraten zal dan in vitro bestudeerd worden. Een laatste doelstelling is het aanleggen van een gegevensbank van CPM waarden in normale en klinische stalen. De resultaten van dit project kunnen worden toegepast bij de ontwikkeling van selectieve carboxypeptidase U remmers. Een bevestiging van de betrokkenheid van CPM bij inflammatie in specifieke weefsels kan de weg openen naar nieuwe therapeutische strategiën. In de galenica wordt onderzoek verricht naar de mogelijkheden om peptiden als geneesmiddel via de longen toe te dienen in aerosol. De aanwezigheid van CPM op de alveolaire type I cellen kan de absorptie en farmacokinetiek van deze geneesmiddelen beïnvloeden. Organisaties: • Medische biochemie
Onderzoekers: • Anne-Marie Lambeir • Kathleen Deiteren
Proteoomtechnische analyse van celcyclus-gerelateerde eiwitcomplexen en hun dynamiek in hogere planten. Universiteit Antwerpen Abstract: Eiwitcomplexen bijvoorbeeld cycline/CDK complexen zijn zowel structureel als functioneel onderhevig aan dynamische veranderingen. Deze dynamische veranderingen worden niet alleen bepaald door de veranderende concentratie van de samenstellende eiwitten, maar ook door (covalente) modificaties van deze eiwitten onder verschillende fysiologische condities en de locatie in het weefsel of de cel. Een belangrijk fysiologisch proces waarin de aanwezigheid en het belang van eiwitcomplexen duidelijk aangetoond, is de celcyclus. Complementair aan de genomische gegevens, voortvloeiend uit technieken zoals cDNA-AFLP en microarray, dienen deze celcyclus-gerelateerde proteïnen/complexen een proteoomtechnische analyse te ondergaan waarbij een beeld kan gevormd worden over de dynamische veranderingen betreffende hun activiteit en structuur. In het voorliggend project wordt geopteerd voor een natieve elektroforetische methode, met name `Blue-native' gelelektroforese (Schägger et al., 1991), om kandidaat celcyclus-gerelateerde eiwitcomplexen op te zuiveren uit `gehele cel' lysaten van gesynchroniseerde plant celculturen (Arabidopsis thaliana en BY-2). Om co-migratie van complexen uit te sluiten zal nog een bijkomende natieve eerste dimensie (ionenuitwisselingsFPLC) geïncorporeerd worden. De analyse van de samenstellende constituenten gebeurt na een scheiding in de tweede dimensie via denaturerende elektroforese. Op deze manier zal getracht worden op elk moment van de celcyclus een beeld te verkrijgen van interacties tussen verschillende eiwitten en zal in samenwerking met de TAP-technologiegroep o.l.v. Dr. Geert De Jaeger (PSB, VIB-Gent) naar nieuwe spelers in de celcyclus gezocht worden. Post-translatie modificaties zullen eveneens onderzocht worden vermits deze van belang zijn voor de biologische activiteit en/of stabiliteit/vorming van eiwitcomplexen. Proteïnecomplexen en hun interagerende constituenten, die fluctuaties vertonen qua abundantie of post-translatie modificaties, zullen geïdentificeerd worden met behulp van massaspectrometrische technieken. Organisaties: • Plantengroei en -ontwikkeling
Onderzoekers:
• Henri Van Onckelen • Erwin J M Witters • Noor Remmerie
Synthese en structuur van oligomere sensormaterialen : een nieuwe aanpak. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project worden drie nieuwe klassen van materialen voor conductometrische gassensoren gesynthetiseerd en praktisch getest, waarvan ab initio berekeningen gunstige eigenschappen, zoals hoge stabiliteit en goede verwerkbaarheid hebben voorspeld. Het betreft materialen gebaseerd op (i) 2,6-difenyl-1,5-diaza-1,5-dihydro-s-indaceen, (ii) aryleenvinyleenachtige trimeren met N-methylpyrrool als centrale ring, en (iii) fenyleen-nikkel(II) complexen. Voor elk van de voorgestelde nieuwe verbindingen zullen meerdere syntheseroutes worden onderzocht. Organisaties: • Structuurchemie
Onderzoekers: • Christophe M L F Vande Velde • Herman J V H Geise • Frank Blockhuys
Afstembare, geminiaturiseerde Cr: ZnSe midden-infrarood laser en Raman scattering-gebaseerde laserkoeling : modellering, realisatie en implementatie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Wetenschap, technologie en samenleving hebben een dramatische wending genomen met de uitvinding van de laser. Ondanks de enorme onderzoeksinspanningen omtrent lasertechnologie van de afgelopen 40 jaar, is er vandaag de dag nog heel wat ruimte in dit domein voor wetenschappelijke doorbraken. Zo zijn er weinig of geen efficiënte lasers voorhanden met een emissiegolflengte in het midden-infrarode golflengtegebied van 2 tot 5micro, dat heel wat toepassingsmogelijkheden omvat in onder andere spectroscopie, geneeskunde en materiaalkarakterisatie. Daarnaast vormt de ongewenste warmtegeneratie in het lasermedium tijdens laseractie een belangrijke beperking voor het opdrijven van het uitgangsvermogen en voor de ontwikkeling van compacte en handige laserbronnen. Het onderzoek in het kader van dit project beslaat dan ook twee verschillende takken van de laser research. Enerzijds willen we een efficiënte, afstembare, midden-infrarode Chroom-gedopeerde Zinkselenide (Cr:ZnSe) laser met een emissiegolflengte omtrent 2.5micro realiseren, optimaliseren en miniaturiseren. Deze laser zou dan als lichtbron in een midden-infrarode Mach-Zehnder transmissie interferometer geïntegreerd worden. Anderzijds willen we nagaan hoe we van Coherente Anti-Stokes Raman Scattering (CARS) kunnen gebruik maken om Raman lasers, die een zeer belangrijke categorie van lasers vormen, op een intrinsieke wijze te koelen. Met andere woorden, we willen onderzoeken hoe we met behulp van CARS de overtollige energie in het Raman lasermedium onder de vorm van straling kunnen afvoeren. Organisaties: • Toegepaste Natuurkunde en Fotonica
Onderzoekers: • HUGO THIENPONT • Nathalie VERMEULEN
Structuuranalyse van proteïnen aan de hand van eletronen paramagnetische resonantie en resonante ramanverstrooiing. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project zal de structuur van proteïnen geanalyseerd worden aan de hand van continuous-wave (CW) en gepulste elektronen paramagnetische resonantie (EPR), resonante ramanverstrooiing en absorbtie- en fluorescentiespectroscopie. Het project kan opgesplitst worden in drie deelprojecten. Een eerste deelproject behandelt de studie van globines. In het kader van dit project wordt momenteel de structuur van de heemzak van neuroglobine en Spisula Solidissima zenuwglobine geanalyseerd. In het tweede deelproject wordt de koperbinding van prionen en priongerelateerde eiwitten, zoals doppel, onderzocht aan de hand van fluorescentiespectroscopie en EPR. In het derde project worden afstandsmetingen uitgevoerd aan gespinlabelde ionenkanalen met behulp van EPR, om zo de invloed van natuurlijk optredende mutaties op de structuur (en dus werking) van de ionenkanalen te bepalen. Gezien ons labo nog geen ervaring heeft met het gebruik van spinlabels worden in een eerste fase van dit project testmetingen uitgevoerd aan het zuivere spinlabel, om de optimale meetcondities te bepalen. Organisaties: • Biofysica en Biomedische Fysica
Onderzoekers: • Sabine Van Doorslaer • Evi Vinck
Politiek leiderschap: de conceptie van de Vlaamse schepenen en gemeenteraadsleden van hun mandaat Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoek behandelt de manier waarop de schepenen en gemeenteraadsleden concreet hun mandaat invullen. Er zal onderzocht worden met welke andere factoren zij rekening moeten houden om het gemeentebeleid uit te werken. Er zal nagevraagd worden welke taken zij het belangrijkst vinden. Ook aan de eventuele moeilijkheden die zij ondervinden bij de uitoefening van hun mandaat zal aandacht besteed worden. Organisaties: • Vakgroep Politieke wetenschappen
Onderzoekers: • Herwig Reynaert
Optimalisatie van de preoperatieve chemoradiotherapie behandeling van rectumtumoren met behulp van EGFR en VEGF inhibitoren. KU Leuven Abstract: Bij de behandeling van rectumtumoren wordt de laatste jaren meer en meer aandacht besteed aan nieuwe medicatie die gericht één of enkele proteïnen kan uitschakelen, zoals EGFR inhibitoren en angiogenese inhibitoren. Hoewel er al enkele veelbelovende resultaten getoond zijn met dergelijke medicatie, geeft deze medicatie vaak aanleiding tot de ontwikkeling van resistentie, waardoor slechts een kleine groep patiënten voordeeluit deze behandeling kan halen. Daarnaast zijn de moleculaire mechanismen van deze medicatie in combinatie met de standaardbehandeling met chemo- en radiotherapie onvoldoende begrepen, wat het moeilijk maakt om de combinatieschemas met chemo- en radiotherapie te optimaliseren.In het huidige project zullen we trachten om aan de hand van klinisch, translationeel en in vivo onderzoek deze behandeling verder te optimaliseren. Wat betreft de EGFR inhibitoren, zullen we nagaan wat de beste therapeutische sequentie is voor de combinatie met (chemo)radiotherapie zowel in viv Organisaties: • Labo Experimentele Radiotherapie
Onderzoekers:
• Karin Haustermans
Toepassingen van gemengde modellen bij het testen van transgene gewassen KU Leuven Abstract: De eerste stap van gewasverbetering via transgene weg is het extensief testen van een groot aantal genen op hun capaciteit om interessanteveranderingen teweeg te brengen in modelplanten. Rijst wordt vaak gebruikt als algemeen model voor graangewassen. Onderzoekers bouwen nieuwe genen in in rijstcellen en kweken nieuwe rijstplanten uit deze cellen, die op hun beurt een reeks van nakomelingen produceren. Zaadopbrengst van deze nakomelingen geveneen indicatie van het potentieel van het gen om gewassen tot hoger opbrengsten te sturen. De plantenbiotechnologie-industrie voert deze screensuit op grote schaal als vertrekbasis voor de ontwikkeling van commerciële transgene gewaslijnen.De statistische verwerking van de dataafkomstig van deze testen vormt het onderwerp van deze thesis. Het bestudeerde statistische model laat toe om de voorspellende waarde van deze testen te verhogen. Nieuwe parameters afgeleid uit dit model maken het mogelijk om het potentieel van een gen beter in te schatten en Organisaties: • Afdeling M3-BIORES
Onderzoekers: • Eddie Schrevens
Moleculaire genetische analyse van chromosoom 17-gekoppelde frontotemporale dementie en gerelateerde neurodegeneratieve hersenziekten. Universiteit Antwerpen Abstract: De belangrijkste doelstelling van dit project is de identificatie van het gendefect op chromosoom 17q21 verantwoordelijk voor taunegatieve FTD. Identificatie van dit gendefect zal in grote mate bijdragen tot de huidige kennis van de biochemische processen die betrokken zijn bij het ontstaan van FTD. Door uitgebreid moleculair genetisch onderzoek van MAPT, het belangrijkste kandidaatgen op 17q21, zal ook worden bijgedragen tot een betere kennis van andere vormen van dementie die geassocieerd zijn met tau pathologie, zoals AD, PSP en CBD. Organisaties: • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Christine Van Broeckhoven • Rosa Rademakers
Ontwikkeling van analogen van calcitriol met opgedrongen zijketenoriëntatie Universiteit Gent Abstract: Het project beoogt de ontwikkeling van analogen van calcitriol met dissociatie tussen celdifferentiërende en antiproliferatieve eigenschappen enerzijds en calcemische effecten anderzijds. Specifiek worden derivaten bereid gekenmerkt door (1) een CD-ringskelet waarin de C-ring ontbreekt en de D-ring een zesring is, en (2) de aanwezigheid van verankerende methylgroepen zodat aan de zijketen een bepaalde ruimtelijke oriëntatie wordt opgedrongen. Organisaties: • Vakgroep Organische chemie (WE)
Onderzoekers: • Pierre De Clercq
Internationaal Cursussen Programma "Physical Land Resources 2004-2005" Universiteit Gent Abstract: Interuniversitaire en interfacultaire postgraduaatopleiding in Fysische Natuurlijk Rijkdommen gericht naar ontwikkelingslanden. De opleiding is voltijds en duurt twee jaar, en is volledig in het Engels. Zwaartepunten zijn respectievelijk Bodemkunde en Ingenieursgeologie. Succesvolle studenten behalen een diploma in de Aanvullende Studies na het eerste jaar, en een Master of Science-diploma na het tweede jaar. Organisaties: • Vakgroep Geologie en bodemkunde
Onderzoekers: • Eric Van Ranst
Verschijningsvormen van het sublieme in het werk van de Amerikaanse auteur Don DeLillo. Universiteit Antwerpen Abstract: Het concept van het Sublieme in de filosofische traditie van Edmund Burke en Immanuel Kant ontwikkelde zich voor het eerst tot een centraal paradigma in de Romantiek, toen sterke emoties uiterst belangrijk werden voor literatoren zelf en in het oordeel van literatuurcritici. Het concept onderging een eigen evolutie, en varianten en aanpassingen op het originele idee werden in een groot deel van de postmoderne literaire praktijk en kritiek opnieuw een dominant gegeven. Dit doctoraat beoogt in dialoog met en door gebruik van bestaande theorieën over het Sublieme tot een definitie te komen van de specifieke verschijningsvormen van het concept in het werk van de postmoderne Amerikaanse auteur Don DeLillo. De centrale doelstelling bestaat erin om op basis van die definitie het Sublieme tot een nieuw verklaringsmodel te verheffen voor essentiële recurrente thema's in DeLillo's oeuvre en zo een voor het DeLillo onderzoek verrijkende analyse te kunnen bieden. Om een helder kader voor deze uiteenzetting te verzekeren, schetsen we eerst een historisch overzicht van het Sublieme en bespreken we de voor de auteur kenmerkende thema's vanuit en in samenhang met verschillende hedendaagse kritische perspectieven op zijn werk. Organisaties: • Literatuur van de moderniteit
Onderzoekers: • Luc Herman • Jasmine Vervenne
Hormonale balans en fysiologische achtergronden als basis voor een verbetering van de vruchtzetting bij peer binnen een geïntegreerde perenproductie. Universiteit Antwerpen Abstract: Sinds het wegvallen van de chemische groeiregulatie met CCC bij peer is de balans tussen vegetatieve en generatieve groei bij perenbomen in veel bedrijven volledig zoek. Anderzijds is het gekend dat een regelmaat in vruchtbaarheid de beste groeiremming geeft. Daarom neemt de interesse toe om deze vruchtbaarheid te verbeteren door de inzet van gibberellinen. Ondertussen is er een nieuwe groeiremmer Prohexadione-Calcium ontwikkeld. Dit product is een inhibitor van de GA biosynthese. Door deze teeltmaatregel systematisch toe te passen, interfereert men blindelings met de natuurlijke hormonen huishouding in de bomen, hetgeen niet zonder risico mag beschouwd worden voor de regelmaat in bloembotvorming. Dit project behelst een analyse van (1) de vruchtzetting, (2) de moleculair-fysiologische achtergronden en (3) de hormoonbalans na toediening van GA3, GA3 + GA4/7 en Prohexadione Calcium op vierjarige Conference bomen.
Organisaties: • Plantengroei en -ontwikkeling
Onderzoekers: • Els Prinsen
Kwantitatieve proteoomanalyse van MYCN oncoproteïne functie en screening naar moleculair therapeutische doelwitten in het neuroblastoom Universiteit Gent Abstract: De meest agressieve subgroep van neuroblastoom tumoren wordt gekenmerkt door amplificatie van het MYCN oncoproteïne. In dit project zal proteoomanalyse toegepast worden op zowel moduleerbare modelsystemen als op uitgebreide reeksen van neuroblastoom tumoren met het oog op het verwerven van inzicht in de MYCN gedereguleerde signaaltransductieweg in neuroblastoom en op identificatievan nieuwe doelwitten voor moleculaire gerichte therapeutische interventie. Organisaties: • Vakgroep Pediatrie en genetica
Onderzoekers: • Anne De Paepe • Franki Speleman
Protectieve risicofactoren in de ontwikkeling van gedragsregularisatie, cognitief en sociaal functioneren en psychopathologie bij prematuur geboren kinderen. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project is onderdeel van een interdisciplinair prospectief follow-up onderzoek waarin, naast het Universitair Centrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie, ook de universitaire diensten neonatologie, gynecologie, het Centrum voor aangeboren metabole aandoeningen (CEMA) en het Centrum voor ontwikkelingsstoornissen (COS) paticiperen. In dit onderzoek wordt samengewerkt onder andere met het Child Study Center Yale University ( dr .Linda Mays) en de Universiteit Utrecht (dr. C. de Weerth) met betrekking tot de ontwikkeling en het functioneren van de HPA -as bij infants en the Lausanne University Hospital (dr. B. Pierrehumbert) met betrekking tot ouderlijke stress en de invloed ervan op ontwikkeling en functioneren. Onderzoeksvragen: -Hoe is de ontwikkeling van gedragsregulatie, slaap, stressresponssysteem en relatievorming van een groep kinderen met prematuriteit en een laag geboortegewicht in vergelijking met kinderen met een normaal geboortegewicht en zwangerschapsduur? -Wat is de invloed van matemele stress -psychologisch. fysiologisch, hormonaal -in de perinatale periode op ontwikkeling en functioneren van kinderen met prematuriteit en een laag geboortegewicht? In welke mate is er bij kinderen met prematuriteit en laag geboortegewicht sprake van ontwikkelingsstoornissen of psychiatrische problematiek of stoornissen op de leeftijd van één jaar. Organisaties: • Kind-, Jeugd- en Volwassenpsychiatrie (CAPRI)
Onderzoekers: • Dirk Deboutte
Pers en politiek in situaties van extreme crisis : casestudie Rwanda en Burundi. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit onderzoeksproject naar de relatie tussen pers en politiek in situaties van extreme crisis staan de vragen naar de rol van de pers in politieke transitie en naar de rol van de media in conflictresolutie en -preventie centraal. Rwanda en Burundi maken momenteel een politieke transitie door maar worden eveneens geconfronteerd met een situatie van zowel economische, sociale als politieke crisis. In welke mate beïnvloedt deze crisis de relatie tussen pers en politiek ? Organisaties: • Instituut voor Ontwikkelingsbeleid en -beheer - overige • Politieke economie van de Grote Meren Regio
Onderzoekers: • Filip Reyntjens • Eva Palmans
Multifunctionaliteit van overstromingsgebieden: wetenschappelijke bepaling van de impact van waterberging op natuur, bos en landbouw. Universiteit Antwerpen Abstract: De studie heeft tot doel een afwegingskader met beslissingsboom op te stellen dat het voor de administratie mogelijk maakt om op een eenvormige en gefundeerde wijze mogelijkheden voor en consequenties van de multifunctionele inrichting van overstromingsgebieden te bepalen. Het kader moet toelaten een evaluatie te maken van de mogelijkheden om de huidige functie van een overstromingszone te combineren met de functie van waterberging, en te bepalen tot welke kosten de keuzes van verschillende vormen van landinrichting met waterberging leiden. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire
Ontwikkeling en evaluatie van een recombinant vaccin tegen malaria bij het rund veroorzaakt door Theileria parva. Universiteit Antwerpen Abstract: `East coast fever' (ECF) is een door teken overdraagbare ziekte veroorzaakt door de complexe protozoaire parasiet Theileria parva. Deze met Plasmodium spp. verwante parasiet veroorzaakt een hoge mortaliteit van runderen in grote gebieden van Oost en Centraal Afrika. De sporozoieten van T. parva infecteren de B- en T-lymfocyten waarop de gastheer via een cytotoxische T-cel (CTL) respons reageert. Deze cellulaire CD8P+P immuunreactie bij ECF is zeer sterk en waarschijnlijk door een beperkt aantal antigenen bepaald, in tegenstelling tot de zwakke en complexe immuunreactie in het geval van Plasmodium. Een van die antigenen is (mogelijk) gelegen in de polymorfisch immunodominante molecule (PIM), een membraaneiwit dat door een `single copy' gen wordt gecodeerd en overvloedig aanwezig is in het pathogene schizontstadium. Vaccins die samengesteld zijn uit recombinante eiwitten zijn dikwijls zwak immunogeen en moeten daarom samen toegediend worden met zogenaamde adjuvantia. Zelf-assemblerende partikels die gekoppeld zijn aan specifieke antigenen kunnen de toelevering van deze antigenen aan antigen presenterende cellen bevorderen en eveneens als adjuvans fungeren van de gecoëxpresseerde eiwitten. Hepatitis B core antigen (HBcAg) is zo een drager- en immunostimulerende molecule die bestaat uit 180 subeenheden die elk een `spike' vormen. Door insertie van een antigen in deze `spikes' worden de immunologische eigenschappen van de core overgedragen op het insert. In de loop van dit project zullen recombinante hybride partikels van HBcAg en het getrunceerde PIM van T. parva aangewend worden als vaccin in runderen. Zo zal getest worden of het gebruik van HBcAg als dragermolecule een relevante cellulaire immuniteitsreactie opwekt met het oog op verdere toepassingen met betrekking tot de mens en zal een bijdrage geleverd worden aan de ontwikkeling van een veilige immunisatietechniek voor ECF.
Organisaties: • Moleculaire Plantenfysiologie en Biotechnologie
Onderzoekers: • Yves Guisez • Michiel Etienne Janssens
Identificatie van biomerkers voor affectieve aandoening aan de hand van subtractieve suppressie hybridisatie. Universiteit Antwerpen Abstract: Bipolaire aandoening (BP) is een ernstige psychiatrische aandoening die gekarakteriseerd wordt door episoden van manie en episoden van depressie. De aandoening is nefast voor zowel patiënt als omgeving, gemiddeld 10 ' 20% van de patiënten sterven voortijdig door zelfmoord. BP heeft een `lifetime prevalence' van 0,5 ' 1,5% en een significante genetische component voor deze aandoening werd aangetoond met familie-, tweelingen- en adoptiestudies. Met behulp van koppelingsanalyses en associatiestudies werden reeds verschillende gevoeligheidsloci en 'genen geïdentificeerd maar tot op heden brachten deze nog geen causaal gen op. Het grootste probleem van deze aandoening ligt bij de behandeling. De evaluatieperiode van voorgeschreven medicatie bij een depressieve fase ligt tussen de 4 tot 6 weken, waarna een andere behandeling kan uitgeprobeerd worden wanneer de vorige ineffectief bleef. In 20% van de gevallen kan er geen effectieve medicatie gevonden worden binnen de 2 ' 3 jaar. Daarenboven kunnen `moodstabilisers' zoals lithium, carbamazepine en valproaat maar geëvalueerd worden wanneer ze ineffectief blijken te zijn, wanneer de patiënt hervalt in een episode van stemmingsstoornis. Het doel van dit project is het ontdekken van `biomarkers' voor BP, welke op basis van een typerende differentiële genexpressie een onderscheid kunnen maken tussen patiënt en controle. Daaropvolgend zullen deze `biomarkers' gebruikt worden om een onderscheid te maken tussen de verschillende subtypen en de verschillende affectieve fasen van deze aandoening. Deze `biomarkers' zullen bekomen worden door een Suppressieve Subtractie Hybridisatie (SSH) van post mortem hippocampaal en frontale kwab weefsel, totaal bloed en lymphoblast cellijnen. De analyse van deze subtractieve banken zullen resulteren in een lijst van differentieel geëxpresseerde genen tussen patiënt en controle. Met deze informatie zullen er antwoorden gezocht worden naar vragen zoals: Welke genen participeren in de pathways van de aandoening? Wat zijn de differentieel geëxpresseerde genen tussen patiënt en controle, de verschillende subtypen en de verschillende affectieve fasen? Welke associaties zijn er tussen de genexpressie van de verschillende genen en wat zijn de parallellen tussen bloed en de hersenen? Organisaties: • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten • VIB DMG - Toegepaste Moleculaire Genomica
Onderzoekers: • Jurgen Del-Favero • Christine Van Broeckhoven
ICT-survey in de sector (gezondheid/welzijn) Universiteit Gent Abstract: In Bovniere Oost-Vlaanderen wordt aansluitend op een opleidingsprogramma voor sseraal-economische sector gepeild naar de stand van ICT-aanbod en -aanwending voor de gezondheid, welzijn in het bijzonder. Organisaties: • Vakgroep Management, Innovatie en Ondernemerschap
Onderzoekers: • Dirk Deschoolmeester
Onderzoek naar de centrale neurobiochemische wijzigingen geïnduceerd door modulatie van het AT4/IRAP systeem. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project is een deelproject van het onderzoek beschreven onder PRIBI43. Dit doctoraatsproject onderzoekt de betrokkenheid en de werkingsmechanismen van het IRAP enzyme/AT4 receptor systeem in leer- en geheugenprocessen door kwantificeren van het gedrag in gevalideerde gedragstesten na i.c.v. of intrahippocampale/intracorticale applicatie van IRAP/AT4 liganden. Deze experimenten zullen uitgevoerd worden in normale laboratoriumratten en muizen en in een verder stadium van het project ook in modellen voor de ziekte van Alzheimer. Verder zal in dit project ook onderzoek geleverd worden naar de in vivo fysiologische relevantie van activatie en modulatie van het centraal IRAP enzyme/AT4 receptor systeem door het meten van de neurotransmitter- en neuropeptidevrijgave in ratten en muizen, alsook in IRAP¨KO muizen. Dit deel van het werk zal in collaboratie gebeuren met de groep van Prof Albiston (Australië). Organisaties: • Farmacologie • Farmaceutische Chemie, Analyse van Geneesmiddelen en Geneesmiddelenkennis
Onderzoekers: • YVETTE MICHOTTE • Dimitri DE BUNDEL
Beïnvloedingsbesef van kinderen met ADHD en hun ouders in de ouder-kind relatie: een analyse vanuit het Sociale Realties Model Universiteit Gent Abstract: In deze studie wordt het beïnvloedingsbesef van kinderen met ADHD en hun ouders onderzocht. Via het Social Relations Model (SRM) wordt nagegaan in welke mate het beïnvloedingsproces van kinderen met ADHD en hun ouders in de ouder-kindrelatie te maken heeft met kenmerken van (a) de kinderen, (b) de ouders, © de ouder-kind relatie. Drie studies worden opgezet, gebruik makend van vignettes, vragenlijsten, en een observatie-instrument. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Herbert Roeyers • Ann Buysse
Neuromodulatie voor refractaire epilepsie Universiteit Gent Abstract: Bij patiënten met refractaire epilepsie kunnen de epilepsie aanvallen niet onder controle gebracht worden, ondanks een optimale behandeling met anti-epileptica. Neuromodulatie door elektrische stimulatie van zenuwstructuren (neurostimulatie) is een nieuwe behandelingsmodaliteit voor deze patiënten. Het doel van de doctoraatscriptie is het werkingsmechanisme, de uitvoerbaarheid, de doeltreffendheid en veiligheid van de verschillende vormen van neuromodulatie voor refractaire epilepsie te onderzoeken. Concreet betreft het de reeds in de klinische praktijk gebruikte nervus vagus stimulatie, de experimentele diepe hersenstimulatie bij mensen en de nervus trigeminusstimulatie bij proefdieren.
Organisaties: • Vakgroep Inwendige ziekten
Onderzoekers: • Paul Boon
Grenzen en mogelijkheden van armoedebestrijding. Een analyse van dertig jaar Belgisch interactief armoedebeleid. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit doctoraatsproject wordt onderzocht welke bijdrage het overheidsbeleid in België tot op heden geleverd heeft. Het Belgische armoedebeleid zal hiertoe vanaf het einde van de jaren zestig worden gereconstrueerd. Met uitzondering van enkele vingeroefeningen is dit niet eerder gebeurd. Wie waren en zijn de dominante actoren in de bepaling van het beleid? Welke (machts)middelen en maatregelen werden/worden ingezet binnen welke maatschappelijke context en met welke finaliteit? Op basis van het theoretisch kader wordt dit beleid geanalyseerd op haar merites inzake machts- en welzijnsherverdeling. De conceptualisering van de machteloosheid van armen en de theoretische mogelijkheden voor de versterking van hun positie worden ook empirisch getoetst in het werkveld, waarin armen een centrale plaats innemen. Een onderzoek wordt uitgevoerd bij bevoorrechte getuigen, in het bijzonder de Verenigingen waar armen het woord nemen en de opgeleide ervaringsdeskundigen in de armoede. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Jean Vranken • Danielle Dierckx
Onderzoeksgerechten als rechterlijke schakel tussen vooronderzoek en onderzoek ten gronde in strafzaken : bestaat de noodzaak aan een rechterlijke controle op de beslissing tot vervolging voordat de zaak voor de strafrechter wordt gebracht ? Universiteit Antwerpen Abstract: Onderzoeksgerechten worden ingeschakeld om na te gaan of er voldoende bewijzen zijn tegen de verdachte, en spreken zich soms ook uit over de rechtsgeldigheid van de bewijzen die in het vooronderzoek vergaard zijn. Het onderzoek strekt ertoe de voor en de nadelen van dit systeem na te gaan: is het een essentiele waarborg voor de verdachte en voor een efficient onderzoek, of is het daartegen een nodeloze verzwaring van de procedure zonder kwaliteitsverbetering van het strafproces in zijn geheel? Organisaties: • Rechtshandhaving
Onderzoekers: • Christiane Van den Wyngaert • Steven R G Vandromme
De bevuiling van de verbeelding. Obscene en morbide theatraliteit in het theater van de late twintigste eeuw. Universiteit Antwerpen Abstract: De bevuiling van de verbeelding. Obscene en morbide theatraliteit in het theater van de late twintigste eeuw. Organisaties: • Onderzoekscentrum Visuele Poëtica
Onderzoekers: • Luc Van Den Dries • Thomas Crombez
Studie van het voorkomen van persistente organische polluenten en zware metalen bij verschillende vogelsoorten, met bijzondere aandacht voor de ontwikkeling van niet-destructieve methoden voor biomonitoring. Universiteit Antwerpen Abstract: Menselijke activiteiten hebben geleid tot het vrijkomen van vele schadelijke stoffen die nu soms wereldwijd verspreid zijn, zoals zware metalen en persistente organische polluenten (POPs). De groeiende bezorgdheid omtrent mogelijke effecten van deze polluenten heeft geleid tot het ontwikkelen van biomonitoringprogramma's. Op dit ogenblik bestaan er zeer weinig wetenschappelijke gegevens over (1) het voorkomen van vele polluenten in biota en (2) de bruikbaarheid van verschillende vogelsoorten als bio-indicatorsoort, alhoewel er een grote behoefte bestaat aan dergelijke evaluaties bij vogels en andere diergroepen. In deze studie zal het voorkomen van verschillende polluenten, zoals zware metalen, PCBs, pesticiden, PBDEs en PFOS, bepaald worden in weefselstalen, veren, bloed en eieren van verschillende vogelsoorten. Er zijn nog maar weinig gegevens over de concentratie van recente POPs, zoals PBDEs (brandvertragers) en PFOS, bij terrestrische gewervelde dieren (o.a. vogels) in Vlaanderen. Daarnaast is er nog geen vergelijkend onderzoek verricht naar de bruikbaarheid van verschillende vogelsoorten als bioindicatorsoort voor zware metalen en POPs. Het voorkomen van zware metalen en POPs zal vergeleken worden tussen verschillende soorten die van elkaar verschillen in eigenschappen zoals voedselvoorkeur en ecologie, territoriumgrootte, lichaamsgrootte, enz. Een laatste doelstelling van mijn project bestaat er in na te gaan of vogelveren bruikbaar zijn om vervuiling met POPs te bepalen. Indien veren gebruikt kunnen worden als een niet-destructieve monitor, is het opofferen van vogels voor het bepalen van de graad van vervuiling niet meer nodig. Tenslotte zal ik de resultaten van de verschillende onderzoeken integreren om na te gaan welke vogelsoorten het meest geschikt zijn als biomononitor voor beide typen van polluenten. Organisaties: • Ethologie
Onderzoekers: • Marcel Eens • Veerle Jaspers
Microstructurele evaluatie van de invloed van corrosie-inhibitoren op de eigenschappen van beton Universiteit Gent Abstract: Corrosie van wapeningsstaal in beton is één van de belangrijkste oorzaken van duurzaamheidsproblemen in betonconstructies. Belangrijke aspecten zijn de toepasbaarheid van corrosie-inhibitoren en de toepasbaarheid van elektrochemische niet-destructieve technieken voor het opvolgen van de corrosieprocessen. Het doel van voorliggend project is de studie van het effect van corrosie-inhibitoren op de corrosieprocessen, en de studie van het effect van corrosie-inhibitoren op de toepasbaarheid van elektrochemische niet-destructieve diagnosetechnieken. Organisaties: • Vakgroep Bouwkundige constructies
Onderzoekers: • Geert De Schutter
Functionele genoomanalyse van complexe hersenziekten. Universiteit Antwerpen Abstract: Complexe ziekten representeren een groep van aandoeningen met een overeenkomstig klinisch beeld maar een heterogene etiologie die te wijten is aan een interactie van genetische en omgevingsfactoren. Studies hebben aangetoond dat onafhankelijk van causale mutaties, variaties in regulatieve- gebieden leidend tot variabele genexpressie van een functioneel kandidaatgen, een sleutelrol kunnen spelen in de ontwikkeling van complexe ziekten. De doelstelling van dit project is de identificatie en karakterisatie van functionele variaties in regulatieve sequenties in functie van susceptibiliteit voor complexe aandoeningen, en meer specifiek voor Alzheimer dementie (AD) en manisch depressieve psychose of bipolaire stoornis (BP). Het effect op transcriptieregulatie en factoren betrokken in allel-specifieke genexpressie zullen bestudeerd worden met behulp van luciferasereportergenanalyses, electroforetische mobiliteitsveranderingsanalyse (EMSA), DNaseI footprinting (DF), databankanalyse en vergelijkend promotoronderzoek. De -functionaliteit van kandidaat factoren zal getest worden via competitieve EMSA en DF experimenten. Interferentie- en protectieassays alsook systematische mutatieanalyse kunnen verder aanwijzingen geven over de nucleotiden betrokken in de DNA-eiwit interactie. Indien het een onbekend element betreft dient het gen coderend voor het overeenkomstig DNA bindend eiwit gekloneerd te worden via opzuivering van het eiwit, gevolgd door massaspectrometrie, sequentiebepaling, databankanalyses en expressie-klonering. Op dit ogenblik worden de EOAD-gerelateerde PSENI promotor variaties geanalyseerd volgens de hierboven beschreven strategie. Wanneer deze strategie geoptimaliseerd is en succesvol blijkt voor de analyse van de PSENI promotor variaties zal deze verder toegepast worden voor nieuwe kandidaatgenen voor AD en BP. Organisaties: • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Jessie Theuns • Christine Van Broeckhoven
Controlerende factoren op fysische parameters van vulkanen, en gevolgen voor risico's met aandacht voor bouwsels gevormd door magm'as van lage viscositeit en hun clastische analogen Universiteit Gent Abstract: Basaltische vulkanen komen veel voor op Aarde-achtige planeten en zijn geassocieerd met een grote reeks risico's. Controle op de vorm en grootte van vulkaanachtige structuren opgebouwd door stromingen, werden tot hiertoe nog niet kwantitatief gemodelleerd. Het project concentreert zich op laag-viskeuze lavas en analoge stromingen en maakt gebruik van de laatste ontwikkelingen in multispectraal en 3D afstandswaarneming om de 3D vorm en grootte van vulkanen te modelleren. Middelen om uitbarstingen te voorspellen zullen eveneens worden opgesteld. Organisaties: • Vakgroep Geologie en bodemkunde
Onderzoekers: • Patric Jacobs
Moleculaire karakterisering van de door josmonaat gestuurde regulatie van het metabolisme in Arabidopsis thaliana Universiteit Gent Abstract: Dit project zal de regulatie van plantenmetabolisme door jasmonaten bestuderen a.h.v. een functioneel-genomische benadering (metaboloom-, transcriptoom- en proteoom-, en functionele genanalayses) in de modelplant Arabidopsis thaliana. Op die manier zullen we rachten de regulatie van secundair metabolisme in planten genetisch in kaart te brengen en een fundamentele basis te creeëren ter bevordering van het plant-metabolisch 'engineeren'. Organisaties: • Vakgroep Plantenbiotechnologie en Genetica
Onderzoekers: • Dirk Inzé
Politieke gevolgen van New Public management Universiteit Gent Abstract: Middels een kwalitatief en kwantitatief onderzoek wordt nagegaan hoe autonoom Vlaams agentschappen zijn en hoe zij gestuurd worden door de politieke principal. Een model van autonomie wordt ontwikkeld na case-studies van 5 agentschappen. Dit model wordt kwantitatief getest, alsmede de mate van managerialism die ermee gepaard gaat. Organisaties: • Vakgroep Accountancy en Bedrijfsfinanciering
Onderzoekers: • Johan Christiaens • Carl Devos
Binnendijkse slik- en schorontwikkeling dankzij een gereduceerd getij. Universiteit Antwerpen Abstract: Intergetijdengebieden zoals slikken en schorren maken van estuaria waardevolle gebieden met hoogproductieve levensgemeenschappen. Slikken en schorren vormen een belangrijk habitat binnen estuariene ecosystemen en spelen een essentiële rol in de nutriëntencyclering. De voorbije eeuw is door antropogene ingrepen zoals havenuitbreiding, inpoldering of dijkwerken de totaliteit van slikken en schorren in de Zeeschelde echter sterk afgenomen, zowel in oppervlakte als in kwaliteit. Schorherstel is daarom nodig. In gecontroleerde overstromingsgebieden, gepland als onderdeel van het Sigmaplan ter beveiliging van het Zeescheldebekken tegen overstromingen, kan veiligheid gecombineerd worden met natuurontwikkeling. Door middel van een gecontroleerd overstromingsgebied met gereduceerd getij (GGG), kunnen deze gebieden onder invloed van het Scheldetij gesteld worden. Het is echter nauwelijks geweten of deze nieuwe intergetijdengebieden dezelfde ecologische functies en structuren kunnen ontwikkelen als de buitendijkse slikken en schorren. Om een antwoord te bieden op deze vraag zal het principe van een GOG-GGG getest worden in het 10 ha grote testgebied Lippenbroek. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire • Tom Maris
Preklinische ontwikkeling van RNA gemodifieerde dendritische celvaccins voor kanker en HIV. Universiteit Antwerpen Abstract: Met het oog op de ontwikkeling van een cellulair kankervaccin, zullen humane dendritische cellen (DCs) afkomstig van gezonde individuen, behandelde kankerpatiënten en HIV-seropositieve patiënten worden gekweekt vanuit perifere bloedmonocyten. Het hoofddoel van dit
project bestaat erin om een transfer van gedefineerde tumor- of HIV-antigenen naar DC te bewerkstelligen d.m.v. transfectie met mRNA coderend voor het relevant antigeen via electroporatie. Deze met antigenen opgeladen DC zullen vervolgens gebruikt worden voor de in vitro generatie van antigenspecifieke autologe cytotoxische T-cellen die in staat zijn om autologe tumorcellen of HIV-geïnfecteerde cellen te eradiceren. In een latere fase zal worden overgegaan tot het laden van DC met ongefractioneerd autoloog tumormateriaal (totaal tumor mRNA, apoptotische cellen), wanneer er geen voorkennis is van tumorspecifieke tumorantigenen. Voor deze strategie zal worden gewerkt met tumormateriaal afkomstig van baarmoederhals- en lymfekankerpatiënten. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Zwi Berneman • Vigor F I Van Tendeloo
Ontrafeling van de biologische functie van sclerostin - een inhibitor van botvorming - door onderzoek naar de transcriptionele regulatie en interactie met Wnt signaaltransductie. Universiteit Antwerpen Abstract: Scleroserende botaandoeningen worden gekenmerkt door een verhoogde densiteit van het botweefsel. Gedurende de laatste jaren werd de moleculaire genetica van enkele van deze aandoeningen voor een groot stuk opgehelderd door de identificatie van twee genen, SOST en LRP5. Mutaties in deze genen zijn verantwoordelijk voor ziektebeelden die radiologisch zeer sterk op elkaar gelijken, namelijk een verdikking van de cortex van de lange beenderen langsheen het endosteum en van de schedel. In dit project zullen we trachten een beter inzicht te krijgen in de functionele rol van beide genen in het botweefsel. Een eerste doelstelling is het bestuderen van de regulatie van de SOST transcriptie. Aangezien de expressie van dit gen grotendeels beperkt is tot regio's in het botweefsel waar actieve osteogenese plaatsvindt, meer bepaald in osteocyten en osteoblasten, zullen we ons concentreren op de transcriptionele regulatie in cellijnen met een osteoblast en osteocyt fenotype. De minimale promoter zal gekarakteriseerd worden en bijkomend zal gezocht worden naar enhancer en silencer elementen. Als tweede doelstelling beogen we te onderzoeken of er een interactie is tussen de metabole wegen waarin het SOST genproduct sclerostin en LRP5 betrokken zijn. Dit zal voornamelijk uitgevoerd worden in in vitro celsystemen. Initieel zal gekeken worden of sclerostin de LRP5/Wnt signaaltransductie moduleert. Indien er modulatie wordt waargenomen, wordt gezocht naar de bindingspartner(s) van sclerostin. Een studie naar de regulatie van SOST expressie alsook naar de gesuggereerde interactie van sclerostin met Wnt/LRP5 signaaltransductie kan ons helpen een stuk van de puzzel op te helderen van de complexe processen in het botmetabolisme en 'homeostase, en in het bijzonder van het mechanisme van osteoblastische botvorming. Organisaties: • Medische genetica van obesitas en skeletaandoeningen (MGENOS)
Onderzoekers: • Wim Van Hul • Wendy Balemans
Een modelstudie van cerebellaire plasticiteit. Universiteit Antwerpen Abstract: De synaps van de parallelvezel op de Purkinjecel is zeer plastisch. Wanneer men gelijktijdig met of kort na een parallelvezel-stimulus de klimvezelsynaps activeert zal de sterkte van de geactiveerde parallelvezelsynapsen afnemen. Dit verschijnsel wordt lange termijn depressie (LTD) genoemd en is de biofysische basis van cerebellair leren. Er is slechts weinig geweten over het effect van LTD op het vuur-gedrag van de Purkinjecellen. Vermits Purkinjecellen de enige output vormen van de cerebellaire schors is het uitermate belangrijk om te weten hoe hun vuurgedrag door cerebellair leren wordt beïnvloed. Klassieke theoretische studies voorspellen een verminderd vuren van Purkinje-cellen na inductie van LTD . In een beperkt aantal experimentele studies in vivo en in vitro werd echter het tegenovergestelde resultaat gevonden. Een mogelijke verklaring voor deze discrepantie is dat de vermelde theoretische studies de Purkinjecel als een simpel digitale eenheid beschouwen die zijn inputs optelt en aftrekt. Wanneer echter realistische fysiologische eigenschappen van de Purkinjecel in rekening worden gebracht kan LTD een veel complexer effect hebben. Hierbij werd het effect van LTD van de parallelvezelsynaps op de simpele piek output gesimuleerd in een complex model van de Purkinjecel. In dit model geeft LTD aanleiding tot toename van de output. Dit onderzoeksproject zal deze bevinding verder uitwerken. In tegenstelling tot de vorige studie waarbij het effect op één cel werd bestudeerd zal nu vooral het effect op populatie niveau onderzocht worden door middel van netwerksimulaties. Organisaties: • Theoretische neurobiologie en neuroengineering
Onderzoekers: • Erik De Schutter • Werner Van Geit
Moleculaire analyse van bladgalvorming op Arabidopsis thaliana door de pathogene bacterie Rhodococcus fascians Universiteit Gent Abstract: Het onderzoek is gericht op de isolatie en karakterizering van Arabidposis thaliana genen die differentieel tot expressie komen na infectie met het pathogeen Rhodococcus fascians. De symptomen na infectie, bladgalvorming, zijn het resultaat van een lokale amplificatie van nieuwe scheutvorming. Door middel van microrooster studies kunnen plantengenen geïsoleerd worden die de scheutmeristeemvorming intitiëren en controleren. Organisaties: • Vakgroep Plantenbiotechnologie en Genetica
Onderzoekers: • Marcella Holsters
Vermogenbewuste implementatie van on-chip communicatienetwerken Hogeschool Gent Abstract: The merging of computers, consumer and communication disciplines gives rise to very fast growing markets for personal communication, multi-media and broadband networks, in the information technology (IT) area. Rapid evolution in sub-micron process technology allows ever more complex systems to be mapped on platforms that become integrated on one single chip. Technology advances are however not followed by an increase in design productivity, causing technology to leapfrog the design of IT_systems. A consistent system design technology that can cope with such complexity and with the ever shortening time-to-market requirements is of crucial importance. It should allow to map these applications cost-efficiently to the target realisation while meeting all real-time and other constraints. Today, a new heterogeneous architectural design paradigm is emerging usually called a 'platform', including one or more programmable components, either general-purpose or DSP processors, cores or ASIPs (application-specific instruction-set processor), augmented with some specialized data paths or co-processors (accelerators). The programmable components run software components, being slow to medium speed algorithms, while time-critical parts are executed on dedicated hardware accelerators. By this evolution, embedded processors become ubiquitous and a new role for embedded software in contemporary and future ASIC (application-
specific IC) systems is reserved. Next to these programmable components, they contain large amounts of memory organizations (DRAM, SRAM, FIFOs, ...), and their supporting address calculation units (ACUs) or memory management units (MMUs), I/O peripherals, interface logic and more and more analog blocks as well. When looking at contemporary design practices for mapping software (and hardware) at the communicating task level, one can only conclude that these systems nowadays are designed in a very ad hoc manner, especially at abstraction levels above the more traditional register-transfer level or even so-called software/hardware co-design level. At IMEC a substantial research program is underway to formalize the design steps above these traditional stages. Both data/memory and task concurrency oriented steps are addressed. This research includes both methodology and prototype tool design aspects. The short time to market available to realise these designs indeed requires a very high productivity from the part of the designer. The key solution for this problem is writing down the specification of the system at a higher level of abstraction and providing a compilation methodology to refine this specification into an implementation. Gebeurt in samenwerking met IMEC (Inter-universitair Micro-elektronica Centrum), Leuven en UGent (FTW, vakgroep TELIN (Telecommunicatie en Informatieverwerking)). Organisaties: • Departement Toegepaste Ingenieurswetenschappen • Vakgroep Elektronica
Onderzoekers: • Peter Veelaert • Christiaan Heyrman
Moleculair genetisch en functioneel onderzoek van Rho guanine nucleotide exchange factor 10 (ARHGEF10) : een nieuw gen voor erfelijke perifere neuropathie. Universiteit Antwerpen Abstract: De algemene doelstelling van dit project is de moleculair genetische en functionele karakterisatie van ARHGEF10 (muis homoloog Gef1 0) .We beogen dit te doen op de volgende manier: 1) Genotype/fenotype correlaties: Door mutatieanalyse van ARHGEF1 0 in families en geisoleerde patienten met een perifere neuropathie hopen we additionele mutaties te vinden. Zo kunnen we nagaan of ARHGEF1 0 gecorreleerd is met het specifieke fenotype van CMT -54 of dat ARHGEF10 betrokken is in een breder ziektespectrum. Bovendien kunnen nieuwe mutaties functioneel belangrijke domeinen aanduiden. 2) Additionele expressie studies van Gef10: Op dit moment zijn er slechts gegevens over de expressie van het Gef1 0 gen op embryonaal niveau. Daarom zullen er immunohistochemische en in situ hybridisatie experimenten worden uitgevoerd op adulte wild-type (WT) muizen. Deze kennis vormt dan een basis voor de histomorfologische en fenotypische analyse van de Gef10-/- muis. 3) Genereren van een 'gefloxte' Gef10 muis voor conditionele gen deletie: Om de in vivo functie van Gef10 verder te bestuderen, zullen we een LoxP-geflankeerd Gef10 muismodel creeren (Gef10f1/f1). Na kruising met een 'deleter' muis kan een totale knockout verkregen worden. Bovendien geeft deze Igefloxte' muis de mogelijkheid om de Gef10 functie te bestuderen in een weefselspecifieke, tijdsgelimiteerde of induceerbare manier, afhankelijk van het type Cre-muis dat wordt gebruikt. 4) Fenotypische karakteristie van totale Gef10 knockout muizen: Indien de Gef10-/- muizen levensvatbaar zijn, zal de fenotypische karakterisatie zich in eerste instantie richten op het perifere zenuwstelsel. Organisaties: • VIB DMG - Perifere Neuropathieën
Onderzoekers: • Kristien Verhoeven • Vincent Timmerman
Studie van de enkelvoudige top quark productie processen met behulp van de Large Hadron Collider (L.H.C.) te CERN. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Bij de nieuwe 'Large hadron collider' in het CERN te Genève zullen vanaf 2007 proton-proton botsingen kunnen waargenomen worden bij de ongeëvenaarde massamiddelpuntsenergie van 14 TeV. Deze nieuwe versneller zal het mogelijk maken de eigenschappen van het top quark grondig te bestuderen. De Compact Muon Solenoide (CMS) is een van de reusachtige magnetische spectrometers die zal worden opgesteld rond een van de interactie punten van de HLC versneller. Bedoeling van voorliggend project is een voorstudie te maken van de mogelijkheden die geboden worden door LHC en CMS om vanaf 2007 de eigenschappen van het top quark te bestuderen aan de hand van het kanaal waar een van de W-bosonen leptonisch vervalt, het andere hadronisch. Organisaties: • Elementaire Deeltjes • Natuurkunde
Onderzoekers: • STEFAAN TAVERNIER • Philip OLBRECHTS
Ecologie en genetica van verschillende dispersiestrategieën van een bosvogel in een gefragmenteerd Afrotropisch nevelwoud Universiteit Gent Abstract: Dit project heeft als doel een beter inzicht te verwerven in de ecologische en genetische implicaties van verschillende dispersie- en vestigingsstrategieën van eerstejaars White-starred robins (Pogonocichla stellata) in het gefragmenteerde Taita Hills woud van zuid-oost Kenia. De studie combineert vangsten met mistnetten en observaties van gekleurmerkte individuen met meer moderne onderzoekstechnieken zoals radiotelemetrie en microsatteliet-DNA analyse. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Luc Lens
Een constructivistische analyse van 'fillers' in Nederlandse kindertaal. Universiteit Antwerpen Abstract: Wanneer jonge kinderen hun eerste meerwoordzinnen produceren, gebruiken ze vaak `fillers'. Dat zijn vocaliseringen die geen conventionele woorden zijn. Zo is het in voorbeeld (a) niet duidelijk waar de syllabes [m] en ['] voor staan. Meestal hebben fillers de vorm van een syllabische nasaal of een sjwa, zoals in de zinnen (a) en (b). Soms bestaan ze uit meerdere syllabes, zoals in zin (c). (a) [m] pick ['] flowers (b) ['] oiseau ['] vole (c) [lala] open door
(Engelstalige jongen van 1 jaar en 6 maanden, uit Peters & Menn, 1993) (Franstalig meisje van 1 jaar, uit Veneziano & Sinclair, 2000) (Engelstalige jongen van 1 jaar en 10 maanden, uit Feldman & Menn, 2003)
Fillers komen typisch voor op plaatsen waar in de volwassen taal functiemorfemen (zoals lidwoorden, pronomina) staan. Als dusdanig zijn het voorbeelden van een taalleermechanisme dat pas recent volledig erkend werd: `vorm-gedreven' leren, waarbij het kind eerst een vorm verwerft en pas daarna de betekenis en de functie van die vorm doorgrondt. Intuïtief uitgedrukt: het kind heeft klankmateriaal op bepaalde plaatsen in de input ontdekt, maar noch de vorm noch de functie ervan accuraat geanalyseerd. Toch probeert het die elementen al in de eigen taaluitingen te integreren. Slechts na enige tijd ontdekt het kind de volledige distributie, functie en vorm van wat functiemorfemen blijken te zijn. Dit leermechanisme staat in schril contrast met `functie-gedreven' verwerving zoals die in nativistische theorieën aan bod komt: morfosyntactische verwerving wordt daar gezien als een zich ontrollend stramien van morfosyntactische functies die lexicaal opgevuld worden. Tot nu toe is er in het Nederlands nauwelijks onderzoek gebeurd naar fillers (met uitzondering van Wijnen et al., 1994). Het doel van dit onderzoeksproject is om de rol van fillers te onderzoeken in de verwerving van het Nederlands, en om het mechanisme van het `vorm-gedreven' leren te analyseren vanuit een constructivistische benadering van taalverwerving. Organisaties: • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers: • Helena Taelman • Etienne Gillis
Gen expressie patronen in perifeer bloed bij coronaire atheromatose. KU Leuven Abstract: Systemische en lokale inflammatie speelt een prominente pathofysiologische rol in atherosclerotisch CAD. We toonden eerder aan dat gen expressie patronen in circulerende bloedcellen geassocieerd zijn met de ernst van atherosclerotisch CAD. Bovendien waren ze geassocieerd met de uitgebreidheid van de atheromatose in de vaatwand. Dit suggereert dat veranderingen in circulerende cellen bij toenemende atheromathose een weerspiegeling zijn van de ernst van atheromathose in de vaatwand zelf. In dit onderzoek willen we verder nagaan wat de rol is van een gewijzigde activeringvan circulerende cellen, via RNA expressie patronen, op de aanwezigheiden vulnerabiliteit van coronaire plaques, nagegaan door middel van tweeverschillende niet-invasieve beeldvormingtechnieken. Dit onderzoek kan bijdragen tot niet-invasieve identificatie van patiënten met een verhoogd risico op instabiele coronaire aandoeningen. Organisaties: • Cardiologie
Onderzoekers: • Peter Sinnaeve
Micro- en macro-evolutie van bedreigde endemische Opuntia-reuzencactussen: conservatiegenetica op de Galápagos archipel. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project bestudeert de micro- en macro-evolutionaire processen (veranderingen in allelfrequenties, genetische drift, genmigratie, hybridisatie, introgressie, veranderingen in DNA sequenties) bij de bedreigde reuzencactussen van het genus Opuntia op de Galápagos eilanden. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een combinatie van verschillende recent ontwikkelde genetische technieken (microsatellieten, DNA sequentiebepaling) op een unieke en reeds beschikbare collectie stalen. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Willem De Smet
Optimalisatie van dendritische cel vaccinatie door interferentie met modulerende signalisatie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Inleiding Dendritische cellen (DC) zijn de belangrijkste antigen presenterende cellen en essentieel voor de activatie van naïeve T cellen. Tijdens het maturatieproces worden immature DC, die gespecialiseerd zijn in antigen opname en verwerking, omgevormd tot potente T cel stimulerende mature DC. Fenotypisch wordt de maturatie gekenmerkt door een toename van HLA-klasse I en II moleculen op het celoppervlak en een verhoogde expressie van adhesiemoleculen, costimulatoire en activerende moleculen, zoals bijvoorbeeld CD83 (Banchereau 2000, Mellman 2001). CD83 wordt beschouwd als één van de belangrijkste maturatiemerkers van DC, maar wordt ook uitgedrukt door B en T cellen gedurende hun activatie. Dit suggereert dat CD83 een belangrijke rol speelt in de regulatie van de immuunrespons, maar de precieze functie op DC en T cellen blijft onduidelijk (Zhou 1995, Lechmann 2002, Scholler 2002). Anderzijds zijn DC ook betrokken bij de perifere tolerantie en dus verantwoordelijk voor de normale T cel homeostase. Verscheidene moleculaire interacties die een rol spelen in de negatieve signalisatie werden recent beschreven, namelijk B7-1, B7-2/CTLA-4; B7-H1, B7-DC/PD-1 en B7x/BTLA. Hun precieze rol in de T cel regulering is nog niet volledig achterhaald en vormt het onderwerp van intensief onderzoek (Coyle 2003, Chen 2004, Rietz 2004, Wang 2004, Zha 2004, Greenwald 2005). In dit onderzoeksproject zullen de interacties tussen DC en T cellen bestudeerd worden op moleculair niveau. Hierdoor verkregen inzichten in de regulatie van de immuunrespons kunnen bijdragen tot de optimalisatie van DC-gebaseerde immuuntherapie. We hebben ons enerzijds toegespitst op CD83 en anderzijds op de B7-moleculen, voornamelijk B7-H1 en PD-1. Organisaties: • Fysiologie
Onderzoekers: • KRISTIAAN THIELEMANS • Cindy AERTS
Solidariteit en subsidiariteit in Europa : over minimumbescherming en sociale rechtvaardigheid. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project zal de aandacht uitgaan naar één belangrijk aspect van de sociale politiek, namelijk de waarborging aan alle burgers van een adequate minimuminkomensbescherming. Het instrumentarium dat de lidstaten daarvoor ter beschikking hebben, omvat de minimumlonen, de minima in de sociale verzekeringen en de sociale minima in de sociale bijstand. Eerst zal een sociaalfilosofisch kader over interstatelijke solidariteit worden opgebouwd. Dit theoretische kader moet een scherp inzicht geven in het debat over sociale rechtvaardigheid, de welvaartsstaat en solidariteit tussen volkeren. Vervolgens wordt het theoretische kader toegepast op de Europese situatie. Hier zal de spanning tussen `sociale rechtvaardigheid als theorie' en `sociale rechtvaardigheid als praxis' centraal staan. In een tweede deel wordt de politiek in de verschillende lidstaten m.b.t. de minimuminkomensbescherming geïnventariseerd en beoordeeld. De beoordeling zal gebeuren aan de hand van de doelmatigheidsvraag, namelijk de mate waarin de verschillende beleidsinstrumenten erin slagen om de omvang van de financiële armoede terug te dringen. Het is bekend dat de armoederisico's erg ongelijk verdeeld zijn over de lidstaten, zoals blijkt uit het niveau van relatieve armoede in Portugal en Griekenland (21%) tegenover dat van Zweden (9%) (EC, 2003). Vraag is in hoeverre deze verschillen verklaard kunnen worden vanuit onderscheiden systemen van minimuminkomenswaarborging.
In een derde deel komt de vraag aan bod of het opstellen van gemeenschappelijke Europese minimumstandaarden ter ondersteuning van de actuele convergentiestrategie d.m.v. de OMC, ten eerste, mogelijk, nodig en wenselijk is en, ten tweede, een grotere interstatelijke solidariteit zou vereisen. Deze vragen naar haalbaarheid en wenselijkheid zullen empirisch benaderd worden d.m.v. simulatieoefeningen. Daarbij zullen de gevolgen van verschillende scenario's van gemeenschappelijke afspraken inzake minimuminkomensgarantie worden berekend op het vlak van betaalbaarheid en op het vlak van sociale doelmatigheid, in de onderscheiden lidstaten en naar Europa als geheel. Deze simulaties zullen uitgevoerd worden op basis van de SILC-gegevensbestanden, die thans door EUROSTAT voor alle lidstaten worden aangemaakt. Deze vraagstelling sluit aan bij het debat uit de jaren `90 dat toen leidde tot een Europese aanbeveling voor een minimuminkomensgarantie in alle lidstaten (CCE, 1993; cf. Deleeck, 1991: 119-154). Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Bea Cantillon • Stijn Rottiers
Onderzoek naar de rol van TGF-beta1 in het botmetabolisme en van andere nieuw te identificeren genen in de osteoblastdifferentiatie. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoeksproject zal trachten nieuwe genen betrokken in de osteoblastdifferentiatie te identificeren en bouwt daarnaast verder op het functionele TGF-b1 onderzoek opgestart tijdens mijn doctoraat. De eerste doelstelling zal gerealiseerd worden door het uitvoeren van een functionele screen mbv een siRNA-bibliotheek: via selectieve knock-down van genen die mogelijk betrokken zijn bij de differentiatie van osteoblastprecursorcellen, kunnen die genen die een invloed op dit proces hebben, opgepikt worden. In het tweede luik zal getracht worden een antwoord te geven op een aantal openstaande vragen rond TGF-b1 signaaltransductie. De concrete doelstellingen zijn: Aantonen en karakteriseren van een intracriene signaalpathway waarvoor de type 2 mutanten een indicatie vormen; In vivo en in vitro studie van de functie van mutant TGF-b1 in het botmetabolisme door de aanmaak van een knock-in muismodel; Nagaan van de rol van latent TGF-b binding protein (LTBP) in het fenotypisch tot uiting komen van de mutaties. Organisaties: • Medische genetica van obesitas en skeletaandoeningen (MGENOS)
Onderzoekers: • Wim Van Hul • Katrien Janssens
Sociaal-artistieke projecten als discursieve constructie Universiteit Gent Abstract: Sociaal-artistieke projecten problematiseren sociaal- en cultuurwetenschappelijke concepten als cultuurdemocratisering, identiteitsvorming, welzijn en soicale cohesie. De centrale onderzoeksvraag van dit onderzoek is 'Hoe verhoudt het sociaal-artistieke discours zich tot het culturele- en het welzijnsdiscours?' We voeren een discoursanalyse van wetenschappelijke-, beleids-, pers- en praktijkargumenten die het sociaal-artistieke discours vormgeven. Interpretatieve repertoires worden hierbij gebruikt als methdologisch framework, binaire opposities en metaforen als analytische tools. Organisaties: • Vakgroep Onderwijskunde
Onderzoekers: • Ronald Soetaert • Jan Blommaert
Semi-supervised leertechnieken voor Informatie Extractie. Universiteit Antwerpen Abstract: Informatie Extractie (IE) heeft als doel het extraheren van relevante data uit een verzameling meer of minder gestructureerde documenten. Huidige systemen werden steeds ontwikkeld op basis van geannoteerde data die echter duur en moeilijk te verkrijgen zijn. Daarom wil dit project IE systemen ontwikkelen door middel van semi-supervised leertechnieken, waarbij gebruik wordt gemaakt van grote verzamelingen nietgeannoteerde gegevens, die gemakkelijk te verkrijgen zijn. Organisaties: • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers: • Walter Daelemans
De sociaal-pedagogische betekenis van de woonomgeving Universiteit Gent Abstract: Het socialisatieproces van kinderen vindt plaats in een ruime sociale context, die in de sociale ecologie benoemd wordt met de term 'leefwereld', en waarvan ook de woonomgeving deel uitmaakt. Hoe maken kinderen feitelijk gebruik van hun woonomgeving, welke grenzen en mogelijkheden ervaren zij hierbij, en op welke manier draagt de woonomgeving bij tot de sociale en culturele ontplooiing van kinderen? Organisaties: • Vakgroep Sociale agogiek
Onderzoekers: • Maria De Bie
De stedelijke adel in laatmiddeleeuws Vlaanderen (15e eeuw) Universiteit Gent Abstract: Dit voorstel is gericht op het bestuderen van de rol van de stedelijke adel in het conflict tussen de Vlaamse hoofdsteden (Gent en Brugge) en de opkomende Bourgondische staat. Doel is een analyse van processen van sociale mobiliteit (veredeling) en sociale en politieke netwerkvorming in laatmiddeleeuwse stedelijke elites. Organisaties: • Vakgroep Geschiedenis
Onderzoekers: • Marc Boone
Klinisch en dierexperimenteel onderzoek van de neurochemische en gedragsmatige aspecten van 'Behavioural and Psychological Signs and Symptoms of Dementia" (BPSD). Universiteit Antwerpen
Abstract: Het dierexperimentele onderzoeksluik van dit project gaat na in welke mate het APP23 model (Sturchler-Pierrat et al., 1997) zulke gedragsstoomissen ontwikkelt naast de reeds aangetoonde cognitieve deterioratie (voor review zie Van Dam et al., in druk). Deze-evaluatie van BPSD-gerelateerde gedragingen leidt tot een meer uitgebreid gevalideerd diermodel voor AD, hetgeen nieuwe perspectieven kan openen voor toekomstige behandelingsmogelijkheden. In een parallellopend klinisch luik, worden dementerende patienten gevolgd binnen het kader van een prospectieve, longitudinale studie. Het zoeken naar neurochemische correlaten van BPSD bij deze patienten doen we onder meer door een concentratiebepaling van biogene amines en hun metabolieten, aminozuren en componenten van het cholinerge systeem in serum, cerebrospinaal vocht (CSV) en hersenweefsel. Organisaties: • Neurochemie en gedrag
Onderzoekers: • Peter De Deyn • Ellen Vloeberghs
Geslachtsverschillen in het empatisch vermogen van volwassenen met en zonder een pervasieve ontwikkelingsstoornis Universiteit Gent Abstract: De bijdrage van dit project is tweeledig. Vooreerst willen we kijken of er geslachtsverschillen optreden bij normaal ontwikkelde (NO) personen indien gebruik gemaakt wordt van (a) observationele, (b) directe, en © indirecte maten van empathie. Ten tweede, aangezien het empathisch vermogen van personen met autisme/POS onmiskenbaar verstoord is, zullen we hun prestaties op alledrie bovenstaande taken vergelijken met NO personen. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Herbert Roeyers • Ann Buysse
Herschikking van delta opioid receptoren door een 13mer peptide induceert een pro-invasief signaal Universiteit Gent Abstract: Herschikkingen van transmembranaire receptoren schuiven wij naar voor als startsignaal voor motiliteit en invasie. Wij zullen nagaan of het 13mer peptide DOR receptoren herschikt van dimeren naar monomeren met als logisch gevolg dat andere receptoren die zich in deze cluster bevinden ook een herschikking ondergaan. Deze nieuwe cluster kan vervolgens een signaaltransductie weg aanschakelen die invasie induceert. Dit zullen we nagaan adhv verschillende technieken. Organisaties: • Directie Onderzoeksaangelegendheden • Vakgroep Radiotherapie en Experimenteel Kankeronderzoek
Onderzoekers: • Marc Bracke
De discursieve constructie van een Europese identiteit in het kader van de relaties tussen de Europese Unie (EU) en Turkije en Centraal en Oost-Europa. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In de literatuur aangaande de relaties tussen de Europese Unie en Centraal - en Oost-Europa enerzijds en Turkije anderzijds is tot nog toe vooral aandacht geweest voor economische, politieke en strategische variabelen. De literatuur waarin het belang van de factor identiteit in voormelde betrekkingen wordt onderkend, breidt uit. Hoe die identiteit wordt geconstrueerd en welke rol deze vervolgens in deze relaties speelt, kwam echter nog maar weinig aan bod. Het project wil deze lacune vullen via een discoursanalyse van de EU-teksten aangaande de uitbreiding met Centraal- en Oost-Europese landen en Turkije. Zowel in het theoretisch als methodologisch raamwerk dat voor dit onderzoek wordt gekozen, staat de idee centraal dat taal en discours een cruciale rol spelen in de constructie van identiteit. De methode van discoursanalyse die wordt toegepast (Critical Discourse Analysis) bestaat uit drie stappen. Na een onderzoek van de 'feitelijke' inhoud van de vertogen, wordt nagegaan welke argumentatiestrategieën worden gehanteerd en hoe zij via linguïstische middelen worden gerealiseerd. De teksten die zullen worden onderzocht, hebben betrekking op de periode 1990-2002 wat Centraal- en Oost-Europa betreft en op de periode 1995-2004 wat de relatie met Turkije aangaat. Organisaties: • Politieke Wetenschappen • Biomedische Statistiek en Informatica
Onderzoekers: • GUSTAAF GEERAERTS • PATRICIA VAN DEN EECKHOUT • Senem DUZGIT (AYDIN)
Transparantie in de communicatie omtrent ondernemingsprestaties in het spanningsveld rond corporate governance. Strategische dynamiek en institutionele druk. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project richt zich op de wisselwerking tussen de communicatietransparantie om trent ondernemingsprestaties (in ruime zin) en andere (corporate) governance-mechanismen binnen het kader van het strategische beheer van vertrouwensrelaties met externe belanghebbende partijen. Drie complementaire invalshoeken worden daarbij gehanteerd: kwalificatie van het relatieve belang van communicatietransparantie als governance mechanisme, transparantie als beleidsinstrument m.b.t. relaties met externe stakeholders en transparantie als geihstitutionaliseerd proces. De impact van de institutionele omgeving wordt bestudeerd in een internationale context (Belgie, Nederland, Duitsland, Frankrijk). Organisaties: • Accountancy en financiering
Onderzoekers: • Patrick d'Haens • Walter Aerts
SB Valerie Gossye Universiteit Gent Abstract: Glucocorticoïden zijn krachtige therapeutica, die werken via de glucocorticoïde receptor en aangewend worden voor de behandeling van diverse inflammatoire aandoeningen, waaronder reumatoïde artritis. Helaas wordt de doeltreffendheid overschaduwd door ongewenste neveneffecten, waardoor er vraag is naar therapeutica met een beter kosten-baten profiel. In dit project vergelijken we de moleculaire aangrijpingspunten van DEX met het nieuw-gekarakteriseerde CpdA (De Bosscher, PNAS, 2005) in een RA-relevant celsysteem, namelijk FLS. Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Guy Haegeman • Dirk Elewaut
Onderzoek naar genen betrokken in arteriële tortuositeit en aorta anaurysmata Universiteit Gent Abstract: Dit project beoogt nieuwe inzichten te verwerven in de moleculaire basis en de pathogenese van erfelijke bindweefselziekten met structurele afwijkingen van de grote arteriën. Specifieke doelstellingen zijn: 1. Ontrafelingvan de genetische basis van het Arterial Tortuosity Syndrome (locus 20q13) 2. Studie van de rol van microfibrillaire eiwitten (LTBP's) in familiaal thoracale aorta-aneurysmata (zonder causale FBN1 mutatie). 3. Studie van de fenotypische variabiliteit binnen het Marfan syndroom Organisaties: • Vakgroep Pediatrie en genetica
Onderzoekers: • Anne De Paepe • Paul Coucke
"Separation of Concerns" bij Hoog-Niveau Softwaremodellen. Universiteit Antwerpen Abstract: "Separation of Concerns" bij Hoog-Niveau Softwaremodellen. Organisaties: • Antwerp Systems and software Modelling (AnSyMo)
Onderzoekers: • Dirk Janssens • Serge Demeyer • Hans Schippers
Een nieuw muismodel voor alzheimer dementie : diffuse N-getrunceerde amyloïd ß42 pathologie. Universiteit Antwerpen Abstract: Neurodegeneratieve hersenziekten zoals bijvoorbeeld Alzheimer dementie (AD) en de ziekte van Parkinson (PD), komen voornamelijk sporadisch voor terwijl familiale gevallen eerder zeldzaam zijn. De betrokken genetische factoren zijn bijvoorbeeld de APP- en presenilinegenen in AD en het a-synucleine en het parkin gen in PD. Mutaties in deze genen zullen zowel in vitro, met behulp van celcultuurexperimenten, als in vivo ,met behulp van transgene muismodellen, geanalyseerd worden. Op deze manier wordt getracht een inzicht te bekomen in de pathogene mechanismen die aan de basis liggen van zowel de genetische als de sporadische vormen van deze aandoeningen. Organisaties: • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Christine Van Broeckhoven • Samir Kumar-Singh • Bianca Van Broeck
Multiscktoriële implementatie van SLM-technologie (MUSIST) Universiteit Gent Abstract: Vastleggen en optimaliseren van SLM parameters voor het verwijderen van metaalionen uit afvalwaters afkomstig van verschillende bedrijfsectoren testen op pilootschaal van SLM-technologie. Multiscktoriële implementatie van SLM-technologie (MUSIST). Organisaties: • Vakgroep Toegepaste Materiaalwetenschappen
Onderzoekers: • Marc Verhaege
ICP: Master programme in Human Ecology' (2004-2005) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het Engelstalige 'Master Program in Human Ecology' heeft tot doel het aanbieden van een interdisciplinaire postgraduaatsopleiding overeenkomstig de beste internationale normen. Menselijke ecologie is een methode voor een integrale, wetenschappelijke benadering van de mens-omgevingsinteracties in brede zin. Menselijke ecologie situeert de ecologische problematiek in het interactiegebied tussen mens, maatschappij en omgeving. Organisaties: • Menselijke Ecologie
Onderzoekers: • David PROOT • LUC HENS
Veranderingen in reologie en microstructuur van brooddeeg Hogeschool Gent Abstract: Wanneer tarwebloem en water worden gemengd, ontstaat een deegstructuur die over unieke eigenschappen beschikt dankzij de ontwikkeling van een glutennetwerk. Naast de hoeveelheid en de kwaliteit van de aanwezige eiwitten, worden de eigenschappen van het deeg sterk beïnvloedt door de aanwezigheid van andere bloemcomponenten (zetmeel, lipiden en vezels), extra ingrediënten (vetten, hydrocolloïden en enzymen) en de mate van verwerking (kneden, vormen, fermentatie en bakken). Over de interacties tussen de functionele componenten in bakkerijproducten en de invloed hierop van de verwerking bestaan nog vele vraagtekens. De doelstelling van dit onderzoek is dan ook drieledig: (1) studie van de interacties tussen functionele componenten in het deegsysteem voornamelijk met behulp van reologische meetmethoden, (2) verband leggen tussen de karakteristieken van het deeg en de kwaliteit van het bekomen eindproduct en (3) invloed nagaan van verwerking op de deegstructuur en de interacties tussen de functionele componenten. Organisaties: • Departement Biowetenschappen en Landschapsarchitectuur • Vakgroep Levensmiddelenwetenschappen en Technologie
Onderzoekers: • Filip Van Bockstaele • Mia Eeckhout
De rol van indirecte netwerkeffecten in de acceptatie van nieuwe technologieën
Universiteit Gent Abstract: Via modelmatig econometrisch onderzoek wordt een model ontwikkeld om volgende vragen te beantwoorden: (1) Wat is het effect van beschikbaarheid en kwaliteit van software op de hardware verkopen (2) Wat is het effect van extreem populaire toepassingen? (3) Wat is het ideale moment van lancering voor software om de hardware verkopen optimaal te ondersteunen? Hypothesen worden ontwikkeld obv 'decisionmaking under uncertainty' and 'collective action theorie'. Organisaties: • Vakgroep Marketing
Onderzoekers: • Patrick Van Kenhove
MIMENTA: Microbiota en microbiële enzymen in tarwe Universiteit Gent Abstract: De aanwezigheid en invloed van microbiota en microbiële enzymen op de kwaliteit van tarwe voor gebruik in de broodindustrie zal worden onderzocht. Moleculaire technieken worden gebruikt om de microbiële kolonisatie te karakteriseren, de locatie en kwantiteit van de microbiële enzymen in tarwe wordt onderzocht en er wordt nagegaan hoe de microbiële en enzymatische belasting van het tarwe kan gereduceerd worden. Organisaties: • Vakgroep Biochemische en microbiele technologie
Onderzoekers: • Willy Verstraete
De rol van netwerken in de ontwikkeling van markt-innovatieve competenties in universitaire spin-offs. Universiteit Antwerpen Abstract: Het wordt algemeen erkend dat universitaire spin-offs steeds belangrijker worden voor innovatie en economische groei. De ontwikkeling van een wetenschappelijke vondst naar een succesvol bedrijf blijft echter problematisch en is nog niet vaak onderzocht. Deze studie concentreert zich nu net op deze ontwikkeling en dan vooral op de rol van netwerken in het beïnvloeden en sturen ervan. Het centrale thema is dat universitaire (of onderzoeksgebaseerde) spin-offs pas echt innovatief en succesvol kunnen genoemd worden wanneer ze erin slagen markt-innovatieve competenties te ontwikkelen. Hiermee vertalen ze de technologische innovatie, zoals vervat in hun kennis en intellectuele eigendom, naar marktinnovatie en superieure klantenwaarde. Dit proces is moeilijker voor academische spin-offs omdat ze in omstandigheden werken die verschillend zijn van die van andere startende ondernemingen. Vooral de omschakeling van een technologisch-wetenschappelijke visie naar een commerciële zorgt voor problemen. Uit onderzoek is gebleken dat door deze problemen, netwerken een cruciale rol spelen in het ondersteunen van de transitie van wetenschap naar bedrijf (Lorenzoni and Lipparini, 1999). Netwerken werden onderzocht als kanalen voor informatie-uitwisseling (Kogut and Zander, 1992) of voor sociale transacties, waardoor vertrouwen gecreëerd wordt (Shane and Cable, 2000). Wat echter nog niet onderzocht werd, is de precieze rol die ze spelen in de barrières voor ontwikkeling van academische spin-offs. De studie bestaat uit twee grote delen. Eerst wordt in een exploratieve fase een model opgesteld dat de invloed van netwerken op de ontwikkeling van spin-offs formaliseert. Hiervoor wordt gewerkt met gevalstudies van recente spin-offs van de Universiteit Antwerpen. In een tweede fase wordt dit model getest op een uitgebreide steekproef van Europese spin-offs en hun netwerk via SEM en aanverwante technieken. Voor de dataverzameling doen we beroep op de hulp van sectororganisaties. Organisaties: • Management
Onderzoekers: • Koen Vandenbempt
Substraatspecificiteit en structuur-functierelaties in de prolyloligopeptidasefamilie van serine proteasen. Universiteit Antwerpen Abstract: Prolyloligopeptidase (PO) en dipeptidyl peptidase IV (DPP-IV) zijn proline specifieke peptidasen, waarvan de biologische functie verband houdt met het metabolisme van biologisch actieve peptiden. Er wordt algemeen aangenomen dat ze hun katalytische functie uitoefenen volgens het klassieke serine protease mechanisme. De specificiteit en de selectiviteit worden in belangrijke mate bepaald door de primaire bindingsplaats en een aantal subbindingsplaatsen voor aangrenzende aminozuren. De substraatspecificiteit van DPP-IV voor natuurlijke peptiden kon niet voorspeld worden op basis van deze veronderstellingen en de gegevens bekomen met kleine dipeptide-afgeleide substraten. Solvent isotoop-effecten lieten niet toe ondubbelzinnig de snelste stap in het mechanisme te identificeren. In bepaalde condities blijkt een conformatieverandering snelheidsbepalend te zijn voor de PO gekatalyseerde hydrolyse van chromogene substraten. Ook blijft de interpretatie van structuuractiviteitsrelaties van remmers moeilijk. Doel van dit project is een beter inzicht te krijgen in de details van het katalytisch mechanisme van PO en DPP-IV. Verschillende benaderingswijzen worden overwogen: kinetische experimenten, gerichte mutagenese in het actief centrum en de putatieve substraatbindingsplaatsen in PO, kwantitatieve structuur-activiteitsrelaties van remmers en liganden. Organisaties: • Medische biochemie
Onderzoekers: • Simon Scharpe • Anne-Marie Lambeir • Inger Brandt
Onderzoek van de nieuwe Laat-Paleocene zoogdierfauna van Subeng (Binnen- Mongolië, China) en revisie van de geschiedenis en migraties van de Aziatische zoogdieren rond de Paleoceen-Eoceen overgang Universiteit Gent Abstract: Na het einde van het Krijt (65 Ma) trad een grote radiatie op binnen de zoogdieren. Bij de Paleoceen-Eoceen overgang (55 Ma) verschijnen plots een reeks nieuwe zoogdiergroepen die alle oudere vormen volledig verdrijven, maar de oorsprong en reden hiervan zijn nog onbekend. Deze studie focust op het Aziatische continent dat momenteel veel aandacht krijgt maar nog onvoldoende bestudeerd is. Organisaties: • Vakgroep Geologie en bodemkunde
Onderzoekers: • Jacques Verniers
Studie van grootschalige genduplicaties in vissen als modelsystemen voor vertebraatgenoomevolutie Universiteit Gent Abstract: Veel wetenschappers geloven dat er twee grootschalige duplicatiegebeurtenissen plaatsvonden in de oorsprong van de vertebraten (2R), die het succes van de groep mogelijk maakten. Ongeveer 320 miljoen jaar geleden ondergingen de vissen een additionele genoomgenduplicatie (3R). Het doel is meer duidelijkheid te scheppen in vertebraatgenoomevolutie en in de mechanismen leiden tot genverlies en nieuwe genfuncties.
Organisaties: • Vakgroep Plantenbiotechnologie en Genetica
Onderzoekers: • Yves Van de Peer
Ouderlijke 'distress' en empathische reacties op de pijn van hun kind: een evolutionair perspectief Universiteit Gent Abstract: Pijn en beperkingen bij kinderen werden tot nu toe vooral onderzocht vanuit een intra-individueel perspectief. Mensen zijn echter sociale wezens, en het is daarom aannemelijk dat ook de sociale context van pijn belangrijk is. De doelstelling van dit onderzoeksproject is om, vanuit een sociaal-evolutionair perspectief, kennis te verzamelen over 'distress' en empathische reacties bij ouders van een kind met pijn. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Geert Crombez
De reiscultuur van de Nederlanden (1650-1750). Een onderzoek naar de dialectische relatie tussen reisliteratuur en reispraktijk en de invloed hiervan op de genese en de ontwikkeling van de Europese toeristische ruimte. Universiteit Antwerpen Abstract: De reiscultuur van de Nederlanden (1650-1750). Een onderzoek naar de dialectische relatie tussen reisliteratuur en reispraktijk en de invloed hiervan op de genese en de ontwikkeling van de Europese toeristische ruimte. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Bruno Blondé • Gerrit Verhoeven • Guido Marnef
FWO De Bruycker Trees Universiteit Gent Abstract: The family decline hypothesis herbekeken: een vergelijking van de sociale steun in het familienetwerk van volwassenen in verschillende familietypes. Inzicht wordt verworven in de verschillen in contact en sociale steun met ouders, kinderen en siblings. Aan de hand van een longitudinale analyse wordt gekeken hoe het familienetwerk wijzigt bij een verandering in gezinstype. Organisaties: • Vakgroep Politieke wetenschappen
Onderzoekers: • Hilary Page • Ronan Van Rossem
Kwantificering en modellering van het pelagisch microbieel voedselweb in een estuarien systeem, i.c. het Scheldeestuarium Universiteit Gent Abstract: Traceren van de koolstof- en stikstoffluxen binnen de voedselketen door uitvoeren van pulse-chase isotope labelling experimenten en monitoring van natuurlijke isotopen-abundanties in zooplankton en gesuspendeerd materiaal. Implementatie van een wiskundig model dat de dynamiek van de ecosysteemcomponenten beschrijft in termen van C en N. Incorparoatie van het gedetailleerd model in een bestaand estuarien model en kwantificeren van het belang van de microbiële loop op de schaal van het volledige estuarium. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Carlos Heip
In silico voorspelling van ADME-Tox eigenschappen: QSAR modellen op basis van kwantumchemische grootheden. Universiteit Gent Abstract: De voorspelling van ADME-eigenschappen voor potentiële medicijnen is zeer belangrijk, vermits men hierdoor in staat is om de kost van de drug-ontwikkeling te reduceren. Het is de bedoeling van dit project om een ADME-predictiemodel te ontwikkelen vanuit een quantumchemische benadering. Dit zal leiden tot een meer universeel toepasbaar model en ons toelaten een wetenschappelijke basis van ADME-processen te onderzoeken. Organisaties: • Vakgroep Anorganische en fysische chemie
Onderzoekers: • Patrick Bultinck
Het evolutief belang van de XTH-multigenfamilie bestudeerd in de wortelelongatie van de primitieve vasculaire plant Selaginella. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project wordt het voorkomen van xyloglucaan endotransglucosylase (XTH), een celwand-modificerend enzyme en de complexiteit van de XTH-genfamilie in het genoom van de primitieve vasculaire plant, Selaginella bestudeerd. Wortelelongatie-specifieke XTHs worden heteroloog tot expressie gebracht en de resulterende enzymen functioneel geanalyseerd. Als einddoelstelling wordt een beter begrip van het belang van deze enzymen in de evolutie van de celwandelongatie beoogd. Organisaties: • Plantenmorfologie
Onderzoekers: • Yves Guisez • Jean-Pierre Verbelen
Estimating population parameters in endangered afrotropical birds using temporal genetic samples. (BIRDGENOTEMP) Universiteit Antwerpen Abstract: Estimating population parameters in endangered afrotropical birds using temporal genetic samples. (BIRDGENOTEMP) Organisaties:
• Dierenecologie
Onderzoekers: • Erik Matthysen
Het effect van doelgerichte overexpressie en knocking-out van celwandenzymes op celgroei en de controle ervan in Arabidopsis wortels. Universiteit Antwerpen Abstract: Het effect van doelgerichte overexpressie en knocking-out van celwandenzymes op celgroei en de controle ervan in Arabidopsis wortels. Organisaties: • Plantenmorfologie
Onderzoekers: • Kris Vissenberg • Jean-Pierre Verbelen
Herdenken van de centrale wetenschapsfilosofische concepten voor wetmatigheid in de speciale wetenschappen en logisch preciese formulering van de resulterende theorie Universiteit Gent Abstract: In de speciale wetenschappen hanteert men wetmatige generalisaties - cf. voorspelling, verklaring, ? De traditionele criteria voor wetmatigheid sluiten deze echter uit. Doel van dit project is een nieuw theoretisch kader te vinden voor natuurwetten, op basis daarvan adaptieve logica's voor het redeneren over/met natuurwetten te formuleren en de resultaten te toetsen aan casussen uit verschillende (speciale) wetenschappen. Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Onderzoekers: • Joke Meheus
De mythes van de jacht in de Italiaanse poëtica van de 14de tot de 17de eeuw: literaire, artistieke en filosofische perspectieven Universiteit Gent Abstract: Onderzoek rond het archetype van de jacht bestaande uit drie hoofddelen: ten eerste de studie van de antieke bronnen van de jachtmythes ("Diana en Actaeon" en "Venus en Adonis"), ten tweede de analyse van Italiaanse literaire teksten uit Renaissance en Barok die de mythes hernemen en ten derde de studie van de relaties tussen die teksten en de contemporaine kunstproductie. Organisaties: • Vakgroep Romaanse talen (andere dan het Frans)
Onderzoekers: • Sabine Verhulst
Survey on Health, Aging and Retirement (SHARE). Universiteit Antwerpen Abstract: Ouderen vormen één van de snelst groeiende bevolkingsgroepen in Europa. Ook zijn er de laatste decennia grote veranderingen opgetreden in de levensstijl en behoeften van ouderen. Doel van dit project is te onderzoeken hoe factoren als gezondheid, economische welvaart, en sociale contacten met familieleden en anderen van invloed zijn op het welzijn van ouderen. SHARE is uniek, daar het het eerste internationale enquête-onderzoek is, waarin informatie verzameld wordt op al deze terreinen: gezondheid en gezondheidszorg, economische positie en sociale contacten en sociaal netwerk. Dit project behelst de dataverzameling en 'validering voor Belgie en Vlaanderen. Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Dimitry Mortelmans • Jozef Breda • Bea Cantillon
FWO Visiting Postdoctoral Fellowship FWO. (G. MEASEY) Universiteit Antwerpen Abstract: FWO Visiting Postdoctoral Fellowship FWO. (G. MEASEY) Organisaties: • Dierenecologie
Onderzoekers: • Erik Matthysen
Een diepgaande studie van intelligente vraag-antwoordsystemen Universiteit Gent Abstract: Vraag-antwoordsystemen dienen in natuurlijke taal vragen van een gebruiker te beantwoorden. Om de intelligentie van de huidige systemen te verbeteren, is er nood aan technieken voor het combineren van deelantwoorden, die tolerant zijn voor imprecisie en onzekerheid. In dit onderzoeksproject wordt nagegaan in hoeverre formalismen die gebaseerd zijn op vaagverzamelingen hiervoor een oplossing kunnen bieden. Organisaties: • Vakgroep Toegepaste wiskunde en informatica
Onderzoekers: • Etienne Kerre • Martine De Cock
Schrijven over en als Geweld en Herinnering. Een comparatieve en tekstanalytische studie van literaire teksten met betrekking tot de Haïtiaanse boat people en El Corte (Banks, Brathwaite, Dalembert, Danticat, Dove, Ollivier). Universiteit Antwerpen Abstract: Hoewel de media slechts weinig aandacht besteden aan de vaak clandestiene migratie van Haïtianen naar andere Caribische eilanden en naar Florida, gaat het nochtans om een zeer actuele en acute problematiek die nationale en geografische entiteiten overstijgt (Cf. de Marokkaanse illegale immigratie), en waarvan ook de literaire weergave tot op heden weinig of niet onderzocht werd. Dit project bestudeert de Haïtiaanse boat people in een veelzijdig corpus, bestaande uit zowel Engels- als Franstalige romans, novelles, poëzie en jeugdliteratuur van Haïtiaanse auteurs (Edwidge Danticat, Louis-Philippe Dalembert en Emile Ollivier) en 'auteurs d'adoption' (Antillianen, zoals Edward Kamau Brathwaite en Maryse Condé en Amerikanen, zoals Russell Banks). Deze auteurs werden nooit eerder met elkaar vergeleken en zodoende ambieert dit origineel en
grensverleggend doctoraatsonderzoek deze hiaat op te vullen. De louter thematische voorstelling van clandestiene immigratie wordt aangevuld met de vraag of er een schriftuur van het geweld bestaat, en welke de kenmerken hiervan zijn. De vraag op welke manier de auteurs een esthetisch en ethisch verantwoorde 'verbeelding' creëren staat centraal, gezien ze zich engageren om spreekbuis te zijn voor 'ceux qui n'ont pas de bouche' (Césaire) en hen een plaats te geven in de Geschiedenis (in de dubbele betekenis van het collectieve geheugen en de historiografie). De "representatie" wordt nauwkeurig bestudeerd aan de hand van narratologische theorieën, trauma literature and criticism, intertekstualiteit, enz. De inzichten uit het postkolonialisme, populair in de Angelsaksische wereld, en de 'études francophones' worden aangewend om de 'balkanisation' (Glissant) van de Caribische literatuurkritiek tegen te gaan. Organisaties: • Literatuur van de moderniteit
Onderzoekers: • Kathleen Gyssels • Gaëlle Cooreman
Formele Semantiek van Quantumprogrammeertalen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De theorie van quantumberekeningen is een onderzoeksdiscipline die op korte tijd een belangrijke plaats heeft weten in te nemen in de informatica. Desalniettemin worden quantumalgoritmen tot op heden enkel uitgevoerd op zeer laag niveau. Dit project situeert zich in dit jonge domein van quantumprogrammeermethodologie een en van het ontwerpen en de semantiek van quantumprogrammeertalen. Concreet gaan we een formele semantiek ontwikkelen voor de eenrichtingsquantumcomputer(QCC), het meest veelbelovende entanglement-gebaseerde model voor quantumberekeningen dat momenteel bestaat, waarbij we ons zullen toespitsen op axiomatische, denotationele alsook operationele semantiek. Hierbij zullen we in de eerste plaats resultaten uit vroeger werk gebruiken, een artikel waarin we een zwakste preconditie (i.e. axiomatische) semantiek ontwikkelden voor quantumberekeningen. We zullen het bestaande formalisme uitbreiden alsook dit uitwerken voor het specifieke QCCmodel, waarin berekeningen worden uitgevoerd aan de hand van projectieve metingen van ge?soleerde qubits behorende tot de clustertoestand. Typische berekingsconcepten vanuit het quantumnetwerkmodel zijn dus helemaal niet meer van toepassing voor het beschrijven van berekeningen in deze context. Via deze axiomatische semantiek voor de QCC zullen we een doelgerichte quantumprogrammeermethodologie ontwikkelen. In een later stadium gaan we over tot het bepalen van de geassocieerde denotationele en operationele semantiek, met als doel het ontwerpen van een volwaardige quantumprogrammeertaal en bijhorende nieuwe quantumalgoritmen. Organisaties: • Centrum Leo Apostel • Wiskunde
Onderzoekers: • Diederik AERTS
Structurele en elektronische eigenschappen van quasi-1D alkalifulleriden. Universiteit Antwerpen Abstract: Het onderwerp van de thesis is de verklaring van structurele en elektronische eigenschappen van gepolymeriseerde alkalifulleriden. Kristallen van deze nieuwe synthetische koolstofverbindingen AC60, waar A = K, Rb, Cs een alkali-atoom is en C60 de fullereenmolecule, vertonen structurele en elektronische eigenschappen die afhangen van de natuur van het alkali-atoom. Organisaties: • Statistische fysica
Onderzoekers: • Karl Michel • Bart Verberck
Modellering van evacuatiesituaties met behulp van geografische netwerkanalyses Universiteit Gent Abstract: Het vooropgesteld onderzoek beoogt bestaande microsimulatiemodellen voor evaluatiesituaties te vergelijken, verder uit te breiden en te integreren in een GIS-omgeving. Hierdoor wordt het mogelijk om simulaties van meerdere aaneengeschakelde locaties uit te voeren op geografische netwerken en om evaluaties / panieksituaties te simuleren die zich kunnen afspelen bij manifestaties of crisissituaties binnen (een deel van) een stad. Organisaties: • Vakgroep Geografie
Onderzoekers: • Walter Buylaert • Philippe De Maeyer
Consumenten en commerciële circuits. Veranderende consumtiepreferenties en kleinhandelsevoluties tijdens de 'ongelukseeuw' (ca. 1648-ca. 1748). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project richt zich op de Antwerpse kleinhandel in én de consumptie van duurzame (luxe-) goederen in de Nieuwe Tijd. Het onderzoekt de zogenaamde `retail and consumer (r)evolutions' tegelijk, en beschouwt deze ontwikkelingen als verschillende keerzijden van een zelfde transitie die Antwerpen tussen ca. 1650 en ca. 1750 doormaakte. De voornaamste doelstelling van dit project is aan te tonen dat we vroeg-moderne kleinhandelsevoluties (zowel vanuit een kwantitatief als vanuit een kwalitatief standpunt) enkel kunnen begrijpen door tegelijk ook veranderingen in de vraagzijde in rekening te brengen. Om dit aan te tonen zullen drie consumptieveranderingen worden geanalyseerd en geproblematiseerd om hun impact op de Antwerpse kleinhandelswereld duidelijk te schetsen: (1) Het toegenomen belang van de mode (2) De toegenomen diversiteit aan goederen (3) De afgenomen duurzaamheid van goederen Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Bruno Blondé • Ilja Van Damme
Een geïntegreerde benadering van empowerment in het welzijnswerk: individuele en organisatieverschillen Universiteit Gent Abstract: Het onderzoek gaat over empowerment in het welzijnswerk en focust op die welzijnsorganisaties, -werkvormen en cliëntwelzijnswerkercontacten waarin het thema 'werk' centraal staat. Het opzet is enerzijds de extra verklarende kracht na te gaan van oragnisatie- en werkvormkenmerken op psychologische empowerment van cliënten/deelnemers bovenop de verklarende kracht van welzijnswerker- en cliënt/deelnemerkenmerken en anderzijds te onderzoeken welke kenmerken van welzijnswerkorganisaties en -werkvormen
meer/minder empowerend zijn. Organisaties: • Vakgroep Sociologie
Onderzoekers: • Piet Bracke
Analyse van het verband tussen sociaal-economische status en het gebruik van spoedgevallendiensten en de relatie met de organisatie van de huisartsenwachtdiensten. Universiteit Antwerpen Abstract: De vraagstelling die in dit onderzoek aangekaart zal worden valt uiteen te rafelen in volgende drie algemene deelvragen: 1. Wat is de impact van het innen van (forfaitaire) bedragen bij het gebruik van spoedgevallendiensten, gedifferentieerd naar de verschillende socio-economische groepen. Wat is hieroever bekend uit de intemationale Ilteratuur en wat IS relevant voor België? Welke gegevens zijn In Belgle beschikbaar? 2. Op welke manier heeft het innen van eigen bijdrage van de zorgconsument een impact op de toegankelijkheid en het gebruik van de medische dienstverlening in het algemeen? Zijn deze inzichten ook eenvoudig toepasbaar voor spoedgevallenzorg?" 3. Welke organisatorische alternatieven bestaan er om de niet doelmatige instroom van patienten op spoedgevallendiensten op te vangen ? Garanderen deze altematieven kwaliteitsvolle zorg en waarborgen ze toegankelijkheid ? Organisaties: • Eerstelijns - en interdisciplinaire zorg Antwerpen (ELIZA)
Onderzoekers: • Paul Van Royen
Raamovereenkomst i.v.m. de gezondheid en het welzijn door de ontwikkeling van initiatieven op het vlak van informatie en preventie. Promotie van initiatieven m.b.t. het bevorderen van de samenwerking en de communicatie tussen de huisartsen en patiënten. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project wil initiatieven ontwikkelen ter bevordering van de samenwerking en communicaties tussen huisartsen en patiënten, in het bijzonder door een internetgebaseerde toepassing. Daartoe zullen artikels of teksten ter beschikking gesteld worden die verband houden met gezondheidspreventie en die benevita wenst te publiceren. Daarnaast kunnen inhoudelijke dossiers m.b.t. gezondheid of welzijn alsook concepten die bijdragen tot de samenwerking van huisartsen en patienten worden ontwikkeld. Tot slot worden testomgevingen voor wetenschappelijk onderzoek georganiseerd. Organisaties: • Eerstelijns - en interdisciplinaire zorg Antwerpen (ELIZA)
Onderzoekers: • Paul Van Royen
De impact van 'nieuwe' intellectuele rechten op het 'klassieke' intellectuele eigendomsrecht Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoek gaat de impact na van recent ontstane intellectuele rechten op bestaande intellectuele rechten en dit voornamelijk op twee punten: ten eerste of deze nieuwe intellectuele rechten de druk wegnemen op bestaande intellectuele rechten om hun beschermde voorwerp verder te verruimen daarnaast of deze bijkomende intellectuele rechten op hun beurt aanleiding geven tot een problematische cumulatie van beschermingsregimes. Organisaties: • Vakgroep Economisch Recht
Onderzoekers: • Hendrik Vanhees
Grid uitbouw en Gridificatie van reken-intensieve toepassingen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De meest economische manier om over een zeer grote rekenkracht te beschikken is een groot aantal standaard PC rekenheden in parallel te gebruiken. Bij 'GRID computing' realiseert men dat door gebruik te maken van rekeneenheden een opslagcapaciteit die verspreid is over verschillende administratieve domeinen en geografisch verspreide locaties. Verschillende gebruikers kunnen tegelijkertijd toegang hebben tot het geheel van deze reken- en opslagcapaciteit. Doel van voorliggend project is bij te dragen tot de implementatie van een 'GRID computing' infrastructuur aan de VUB. Organisaties: • Elementaire Deeltjes • Natuurkunde
Onderzoekers: • STEFAAN TAVERNIER • ROSETTE VANDENBROUCKE • STIJN DE WEIRDT • SHKELZEN RUGOVAC
ICP : Interuniversity Programme in Water Resources Engineering (2004-2005). Vrije Universiteit Brussel Abstract: IUPWARE is een engelstalig 2-jarig MSc programma in Water Resources Engineering georganiseerd door de K.U.Leuven en Vrije Universiteit Brussel. Organisaties: • Hydrologie en Waterbouwkunde
Onderzoekers: • OKKE BATELAAN • FLORIMOND DE SMEDT
Micro-optische componenten voor golfgeleider gebaseerde MCM optische interconnecites : ontwerp, fabricage en demonstratie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Recente vooruitgang in het domein van de opto-elektronische componenten en hybridisatietechnieken opent deuren voor het gebruik van massieve optische interconnecties op Multi-Chip-Module (MCM) niveau. De grootste uitdaging blijft het implementeren van dergelijke componenten die praktisch fabriceerbaar en tegen lage kost in massa reproduceerbaar zijn en bovendien een voldoende hoge bandbreedte en kanaaldensiteit ter beschikking stellen. De huidige componenten laten echter geen willekeurige interonnectiepatronen toe en zijn daarom beperkt in hun flexibiliteit.
Om grotere afstanden te overbruggen onderzocht men gedurende de laatste jaren met succes het gebruik van geïntegreerde optische golfgeleiders in een gedrukte schakeling (PCB, Printed Circuit Board). In dit project wensen we een brug te slaan tussen de microlasers en detectoren van een opto-elektronische chip en de geïntegreerde optische golfgeleiderlagen van een PCB, door het ontwerpen, fabriceren en demonstreren van microoptische en micro-mechanische koppelstructuren. Organisaties: • Toegepaste Natuurkunde en Fotonica
Onderzoekers: • HUGO THIENPONT • Jurgen VAN ERPS
Ontwikkeling van een geïntegreerd (sociologisch en psychosociaal) verklaringsmodel voor suïcidale ideatie en pogingen bij Gentse jongvolwassenen tussen 18 en 25 jaar Universiteit Gent Abstract: De constructie van een theoretisch multi level model, dat empirisch getest zal worden in 30 Vlaamse buurten om suïcidale ideatie en pogingen bij jongvolwassenen (18-25 jaar) te verklaren. Hierbij worden eigenschappen van de sociale buurt, de (structurele) omgeving en de inwoners geïntegreerd in één model waarbij onderscheid gemaakt wordt tussen compositie en contextuele effecten. Organisaties: • Vakgroep Sociologie
Onderzoekers: • Johny Vincke • Cornelis Van Heeringen
De UNESCO en het internationaal communicatiebeleid. Een analyse van de veranderende rol van de UNESCO als beleidsforum voor internationale communicatie (1975-2005) Universiteit Gent Abstract: Vanaf 1945 tot de jaren tachtig speelde de UNESCO een belangrijke rol in de internationale regulering van media en communicatie. De terugtrekking van de Verenigde Staten en Groot-Brittanië uit UNESCO in 1984 leidde tot de marginalisatie van de UNESCO als forum bij uitstek voor onderzoek, debat, overleg en beleid inzake internationale communicatie. De analyse van bronnen van verschillende aard zal zo veel mogelijk facetten van deze rol van UNESCO blootleggen. Organisaties: • Vakgroep Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • Daniël Biltereyst
Het verband tussen impliciete segmentatiepatronen en de ontwikkeling van expliciete segmentatie, lees- en spelvaardigheden. Universiteit Antwerpen Abstract: Deze longitudinale studie bestudeert hoe jonge niet-lezers spraak segmenteren op een onbewust (impliciet) en intentioneel (expliciet) niveau en onderzoekt of individuele verschillen in het impliciete segmentatieproces weerspiegeld worden in de latere ontwikkeling van expliciete segmentatie, lezen en spellen. Organisaties: • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers: • Dominiek Sandra • Astrid Geudens
Rationalizering van collectief keuzegedrag Universiteit Gent Abstract: Het project zoekt voorwaarden waaraan geobserveerde keuzen moeten voldoen opdat zij kunnen voortgebracht worden door een bepaalde veronderstelling over collectief gedrag. Zo wordt, bijvoorbeeld, nagegaan onder welke voorwaarden het resultaat van een spel de uitkomst kan zijn van individueel optimerend gedrag, waarbij de niet coöperatieve interactie van de spelers wordt beschreven als een Nash evenwicht. Organisaties: • Vakgroep Sociale economie
Onderzoekers: • Dirk Van de gaer
Ontwikkeling van scheidingsmethodes en meetprotocols voor isotopische analyse door middel van single collector multiple-collector - ICP - mass spectrometry Universiteit Gent Abstract: Ontwikkeling van methodes voor het precies en accuraat meten van isotopen- verhoudingen middels ICP - massaspectrometrie, die het opsporen, kwantificeren en gebruiken van natuurlijke en geïnduceerde verschillen inzake isotopische samenstelling in verschillende types toepassingen mogelijk maken. Ontwikkelen vanm onstervoorbereidingsmethodes (analietafschieding) in de geschetste context. De geplande toepassingen zijn o.m. gesitueerd in archeologisch, geochemisch en nutritioneel onderzoek. Organisaties: • Vakgroep Analytische chemie
Onderzoekers: • Frank Vanhaecke
Ab initio modellering van zuur gekatalyseerde omzettingsprocessen van koolwaterstoffen Universiteit Gent Abstract: Het doel van dit doctoraat is de ab initio berekening van de kinetische en thermodynamische parameters, karakteristiek voor zuurgekatalyseerde reacties van koolwaterstoffen op zeolieten. Hierbij zal uitgegaan worden van microkinetische modellen die gebaseerd zijn op carbeniumionchemie. De invloed van de zuursterkte en de poriënstructuur op de reactiviteit en selectiviteit zullen in rekening gebracht worden. Organisaties: • Vakgroep Chemische proceskunde en technische chemie
Onderzoekers: • Guy Marin
Ontwerp en prestatie-analyse van routeringsalgoritmen in ad hoc netwerken. Universiteit Antwerpen Abstract: Verschillende bestaande routeringsalgoritmen zullen vergeleken worden met bijzondere aandacht voor througput, schaalbaarheid en de snelheid van het opzetten van connecties. Dit zal vooral gebeuren met het oog op de toepassing van ad hoc netwerken bij rampscenarios. Naast het vergelijken van bestaande routeringsalgoritmen zal ook gezocht worden naar nieuwe routeringsalgoritmen die niet enkel de throughput, schaalbaarheid en snelheid van connectiesetup verbeteren, maar die ook een zekere quality of service voor bijvoorbeeld videostreams kunnen garanderen. Organisaties: • Modeleren van Systemen en Internet Communicatie (MOSAIC)
Onderzoekers: • Christian Blondia • Erwin Van de Velde
PRE FU CO Vrije Universiteit Brussel Abstract: Mobiele communicatie voor het onderhouden van dynamische spatiale databanken en diensten voor nautische en continentale navigatie. Verdere verbetering van de nauwkeurigheid en QoS van de navigatie door fusie van satelliet gebazeerde navigatie, positionering via cellulaire netwerken en op sensoren gesteunde inertietechnieken ten behoeve van gegist bestek. Organisaties: • Elektriciteit
Onderzoekers: • LEO VAN BIESEN • PATRICK BOETS • Carine NEUS
Foerageerstrategieën en de co-evolutie van morfologie, fysiologie en gedrag van lacertide hagedissen. Universiteit Antwerpen Abstract: Vele auteurs (beginnend met Pianka 1966) suggereren dat een dier moet kiezen tussen twee sterk verschillende foerageerstrategieën: sitand-wait foerageren (SW), waarbij het dier stil blijft en wacht totdat een geschikte prooi in zijn bereik komt, en actief foerageren (AF), waarbij de predator actief op zoek gaat naar het geschikte voedsel. Vaak stelt men (onder andere McLaughlin 1989) dat elke foerageerstrategie steeds samenhangt met een reeks morfologische, gedragsmatige en ecologische kenmerken (zoals acceleratievermogen, uithoudingsvermogen, spiersamenstelling, dagelijkse energie-behoeften, dieet, prooidetectie, anti-predatorgedrag, habitaatkeuze en thermoregulatie). Dit noemt men de 'syndroomhypothese'. Zo'n dichotomie in foerageerwijze en ermee samenhangende kenmerken is met name in de herpetologie lange tijd zeer populair geweest, zonder dat dit evenwel steunt op veel empirisch bewijsmateriaal. Er is zelfs geen consensus over de kwantitatieve typering van een dier als SW en AF. Recent (vb. Perry 1999) werd gesuggereerd dat de dichtomie vals is en er eigenlijk een continuum van voedselzoekstrategieën bestaat. Bovendien werd er in vele studies die de syndroomhypothese bevestigen geen rekening gehouden met de fylogenetische relaties tussen de (meestal slechts twee) bestudeerde soorten, waardoor over de waarde van eventueel gevonden verschillen eigenlijk geen conclusies mogelijk zijn. In dit onderzoek zal nagegaan hoe binnen de familie der Lacertidae de wijze van foerageren samenhangt met kenmerken op meerdere gebieden (uithoudingsvermogen, versnellingscapaciteit, ratio rode spiervezels/witte spiervezels in het locomotieapparaat, dieet, habitaatkeuze, chemoreceptorische capaciteit), onder andere met de bedoeling om na te gaan of de syndroomhypothese hier wel opgaat. De fylogenie van de groep is vrij goed bekend, zodat de interspecifieke vergelijkingen kunnen gebeuren in een expliciet fylogenetische context. Uiteindelijk zouden de verkregen gegevens een inzicht moeten kunnen verschaffen in de co-evolutie van de bestudeerde kenmerken. Organisaties: • Functionele morfologie
Onderzoekers: • Raoul Van Damme • Dave Verwaijen
De naweeën van een nederlaag. Een prosopografische studie van de Franse componisten vanaf de Frans-Pruisische Oorlog (1870-1871) tot aan de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) Universiteit Gent Abstract: Na de Frans-Pruisische oorlog creëerde het politieke, sociaal-economische en culturele landschap een sterke verdeeldheid binnen de Franse muziekscène. Via prosopografisch onderzoek - waarbij de wisselwerking wordt bestudeerd tussen enerzijds het oeuvre en anderzijds de politieke, sociaal-economische en culturele achtergrond van de Franse componisten - wordt nagegaan welke de structuren en de transformatieprocessen waren van het Frans muzikaal 'veld' tussen 1871 en 1914. Organisaties: • Vakgroep Nieuwste geschiedenis
Onderzoekers: • Jan Art • Francis Maes
Cayley-Hamilton Algebras in Niet-commutatieve Meetkunde. Universiteit Antwerpen Abstract: Cayley-Hamilton Algebras in Niet-commutatieve Meetkunde. Organisaties: • Fundamentele Wiskunde
Onderzoekers: • Lieven Le Bruyn • Geert Van De Weyer
Buigen voor de waanzin. Een onderzoek naar de gelijklopende andersheid van literatuur en waanzin Universiteit Gent Abstract: In dit onderzoek staat de structurele verwantschap van literatuur en waanzin centraal als talige producten van de menselijke verbeelding. Vanuit schizoanalyse, psychoanalyse en Foucaults historische analyse van de waanzin wordt een leesmethode ontplooid om de parallellen tussen literatuur en waanzin te kunnen lezen. Dat kader wordt op Nederlandse romans uit de late negentiende eeuw toegepast. Organisaties: • Vakgroep Nederlandse literatuur
Onderzoekers:
• Jurgen Pieters
Ultrageluid gebaseerde bepaling van de arteriële functie. Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Toegepaste Ingenieurswetenschappen • Vakgroep Elektronica
Onderzoekers: • Paul Devos
Vogelzang en parasieten : onderzoek naar de relatie tussen een complex communicatiesysteem en de immuunfunctie aan de hand van empirische en vergelijkende studies. Universiteit Antwerpen Abstract: Vogelzang en parasieten : onderzoek naar de relatie tussen een complex communicatiesysteem en de immuunfunctie aan de hand van empirische en vergelijkende studies. Organisaties: • Ethologie
Onderzoekers: • Marcel Eens • Laszlo Garamszegi
Syntactische aspecten van taalontwikkelingsstoornissen : de verwerving van determineerders. Universiteit Antwerpen Abstract: De doelstelling van het project is het ontwikkelingspatroon te bestuderen van de vroege morfosyntaxis van 3 groepen van kinderen met een taalstoornis (kinderen met SLI, hoortoestel, cochleair implantaat, CI) in vergelijking met een controlegroep van normaalhorende kinderen en na te gaan of de resultaten kunnen gekoppeld worden aan de klinische eigenschappen van deze kinderen. De focus ligt op één specifiek aspect van de nominale syntaxis, nl. de verwerving van lidwoorden. Het onderzoek richt zich op de volgende vragen: (i) op welke manier verschilt de verwerving van het lidwoordsysteem bij SLI-kinderen met die van kinderen met een normale taalontwikkeling? Is er een tijdelijke of permanente achterstand in de projectie van een overeenkomstig syntactisch niveau en indien dit het geval is, wat is de oorzaak voor deze achterstand?; (ii) is er een verschil in syntactische ontwikkeling tussen CI-kinderen en kinderen die klassieke hoortoestellen gebruiken (cfr. Van den Broek 1998 contra Geers 2003 voor spraakperceptie en -productie)?; (iii) is er een gelijklopende ontwikkeling tussen de syntaxis van zeer vroeg geïmplanteerde CIkinderen en een normaalhorende controlegroep of zijn er gelijkenissen met andere taalstoornissen die typische grammaticale gebreken vertonen?; (iv) Wat zijn de factoren die een invloed hebben op de verwerving van de syntaxis van lidwoorden bij CI-kinderen? (v) uit theorie-intern oogpunt: zijn er argumenten om de projectie van een D-positie toe te schrijven aan neurologische rijping? Is deze projectie gevoelig voor input en derhalve beïnvloedbaar door een toename in auditieve perceptie? Organisaties: • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers: • Etienne Gillis • Martine M R Coene
Gebiedsgericht natuurbeleid: operationalisering en uitvoering internationale verplichtingen Universiteit Gent Abstract: Studie der voorbereiding van het beleidsevaluatierapport MIRA-BE 2005 drie onderzoeksvragen: 1) Studie naar de effectiviteit van het bestaande Vlaamse instrumentarium voor het verwezenlijken van Europese (en Vlaamse) natuurgerichte doelstellingen 2) Studie naar de meest efficiënte inzet van de verschillende natuurbeleidsinstrumenten (hiërarchisch, marktgestuurd of netwerkgestuurd 3) Studie naar verklaringen en oplossingen voor de achterstand inzake gebiedsgerichte beleidsuitvoering. Organisaties: • Vakgroep belastingrecht
Onderzoekers: • An Cliquet • Geert Van Hoorick
In vivo beeldvormingsonderzoek naar het neuraal substraat van zangverwerking en geheugen bij zangvogels. Universiteit Antwerpen Abstract: Evenals mensen beschikken zangvogels (d.i. Passeriformes) over het vermogen tot vocale imitatie. Vogelzang is net als spraak een natuurlijk complex aangeleerd gedrag dat memorisatie van de zang van een volwassen soortgenoot vereist. Het leren en produceren van zang wordt gereguleerd door een circuit van hersenkernen, het zogenaamde zangcontrolesysteem (SCS). Ook het auditieve systeem, welke verantwoordelijk is voor de perceptie en verwerking van auditieve informatie, is van essentieel belang voor het aanleren van zang. Zangleren vereist het horen, het luisteren naar, en het zich herinneren van liedjes, wat een actieve rol van het auditieve systeem doet vermoeden. Ondanks het feit dat de auditieve netwerken veel minder bestudeerd werden dan de vocale en dit in de context van aanleren van zang, werden er in het auditieve systeem fenomenen zoals habituatie en hiërarchische organisatie aangetoond. Een extra aanwijzing voor een functionele connectie tussen de twee netwerken is de indicatie dat delen van het auditieve systeem (en niet van het SCS!) optreden als neurale substraat voor de herkenning van een aangeleerd lied (de zogenoemde `tutortemplate'). Bij mensen wordt het neurale substraat voor spraak en taal onderzocht a.d.h.v. in-vivo functionele MRI teneinde de auditieve en spraak geïnduceerde activaties in de hersenen te kunnen lokaliseren. Het succesvol implementeren van deze techniek in zangvogels (Van Meir et al, 2004) biedt ons de mogelijkheid om auditief geïnduceerde hersenactiviteit te visualiseren in het auditief en/of het vocale circuit en dit in geanaestheseerde dieren. Dit zal ons toelaten om hersenactiviteit te detecteren tijdens blootstelling aan verschillende auditieve stimulaties (bijvoorbeeld opeenvolgende aanbieding van conspecifieke en eigen zang, gemanipuleerde zang, multi tonen, enz.) en dit alles binnen éénzelfde individu en zelfs voor en na het aanleren van zang (opleiden van vogels met tutorzang). Door de combinatie met proefdieronderzoek kan dieper worden ingegaan op de onderliggende cellulaire en moleculaire mechanismen van cognitie. Het beoogde doel van het project is een bepaling van het neurale substraat dat instaat voor auditieve herkenning bij zangvogels. Wat is de relatie van dit gebied tot het conventioneel zangcircuit? Door in zebravinken met fMRI de neuronale activatie bij blootstelling aan de geleerde zang en andere auditieve stimuli te analyseren in relatie tot de graad van zangleren, kan het neurale substraat dat instaat voor auditieve herkenning bij zangvogels worden bepaald. Organisaties: • Bio-imaging
Onderzoekers:
• Anne Marie Van Der Linden • Tiny Boumans
De optimalisatie van het maaibeheer van waterlopen. Universiteit Antwerpen Abstract: Verhoogde nutriëntentoevoer zorgt voor een toegenomen groei aan waterplanten in de Vlaamse waterlopen. Om de waterafvoercapaciteit van deze te behouden gaat men over tot het verwijderen van al de vegetatie. Deze beheersmethode heeft echter heel wat nadelige ecologische gevolgen die bovendien leiden tot een hoge economische kost. Dit project heeft als doelstelling een maaistrategie uit te werken die de waterafvoer verzekert en een zo kleine mogelijk ecologische impact heeft. Daarnaast zal er nagegaan worden wat het effect van de beheersingreep op de dynamiek van de bodemmorfologie is. Er zal dus getracht worden inzicht te krijgen in de relatie tussen macrofyten en fysische parameters zoals stroomsnelheid en de verschillende maaipatronen. Om dit te bewerkstelligen is het onderzoek opgedeeld in 4 luiken : vegetatiekartering, ex situ en in situ experimenten en onderzoek naar de sedimentsdynamiek. De resultaten van de kartering zullen de basis vormen voor de ex situ experimenten. Gezamenlijk met de resultaten van de in situ experimenten en de sedimentsdynamiek moet dit leiden tot een verantwoord maaibeheer. In de ex situ experimenten zal de hypothese getest worden of emergente groeivormen een groter effect hebben op de efficiëntie van een maaipatroon dan submerse groeivormen. Dit zal gebeuren door in een stroomgoot biologische (zoals densiteit) en fysische parameters (debiet) te variëren overeenkomstig de resultaten uit het vegetatieonderzoek. De in situ experimenten laten dan toe om dit te verifiëren. Dit is hetgeen waarin dit voorstel afwijkt van reeds eerder uitgevoerd werk rond dit probleem. Daar we dan antwoorden hebben op vragen zoals biomassa ontwikkeling en hergroei zal het mogelijk zijn om optimale data en frequenties voor maaibeheer uit te leggen in functie van ecologische impact en zo laag mogelijke economische kosten. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire • Kris Bal
Betaling van salaris voor de medewerker van het Belgisch Nationaal Mucoviscidoseregister (2004-2005) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Aanwerving van een wetenschappelijk medewerker voor het bijhouden van het Belgisch Nationaal Mucoviscidoseregister Organisaties: • Maatschappelijke Gezondheidszorg
Onderzoekers: • ANNE-MARIE DEPOORTER
Invloed van experimentele en computationele parameters op de toekenning van absolute configuraties door middel van Vibrationeel Circulair Dichroisme (VCD) Universiteit Gent Abstract: Aspirantenmandaat voor de studie van de mogelijkheid van toekenning van absolute stereochemie via de meting en theoretische berekening van Vibrationeel Circulair Dischroisme spectra. Organisaties: • Vakgroep Anorganische en fysische chemie
Onderzoekers: • Patrick Bultinck
Moleculaire analyse van de gemeenschappelijke signaaltransductiemechanismen tussen laterale wortelvorming en nodulatie bij de modelleguminues Medicago truncatula Universiteit Gent Abstract: De symbiose tussen rhizobia en leguminueze planten resulteert in de vorming van nieuwe plantenorganen, de nodulen waarin de bacterien stikstof fixeren. Het nodule-vormingsproces heeft een aantal gelijkenissen met laterale wortelvorming en met dit project willen we nagaan welke gemeenschappelijke signaaltransductiemechanismen bestaan die beide orgaanvormingen controleren. Dit zal gebeuren via een genoomwijde vergelijking en via reverse genetics strategieen. Organisaties: • Vakgroep Plantenbiotechnologie en Genetica
Onderzoekers: • Marcella Holsters • Sofie Goormachtig
Bijdrage voor een congrespublicatie over internationalisering van Research Development. Universiteit Antwerpen Abstract: Bijdrage voor een congrespublicatie over internationalisering van Research Development. Organisaties: • Algemene economie
Onderzoekers: • Jozef Plasmans
Karakterisatie van protectieve HIV-specifieke T cel responsen in HIV-discordante koppels in Dakar, Senegal. Universiteit Antwerpen Abstract: In samenwerking met het laboratorium Virologie van het Centre Hospitalier Universitaire (CHU) Le Dantec in Dakar, Senegal zal een populatie HIV-discordante koppels longitudinaal opgevolgd worden. De rol en de functie van HIV-specifieke T cellen in bescherming tegen HIV infectie zal bestudeerd worden in HIV-seronegatieve partners van HIV-positieve patiënten met gedocumenteerde onbeschermde seksuele blootstelling aan HIV. Organisaties: • Laboratorium voor Microbiologie, Parasitologie en Hygiëne (LMPH)
Onderzoekers: • Luc Kestens • An Tavernier
Optimalisatie van diepe hersenstimulatie voor epilepsie aan de hand van dierexperimenteel neurofysiologisch onderzoek Universiteit Gent Abstract: Epilepsie is een neurologische aandoening die het gevolg is van een ongecontroleerde elektrische activiteit in de hersenen. Aangezien epilepsie bij 30% van de patiënten nauwelijks te behandelen is met ani-epileptica worden nieuwe behandelingsmodaliteiten ontwikkeld. Een nog
experimentele behandeling bestaat uit elektrische stimulatie van diepe hersenstructuren, de zgn. diepe hersenstimulatie. Dit onderzoek tracht om de meest doeltreffende stimulatieparameters te bepalen. Organisaties: • Vakgroep Inwendige ziekten
Onderzoekers: • Paul Boon
Bioafbreekbare en bioerodeerbare oculaire artsenijvormen met gereguleerde afgifte. Universiteit Antwerpen Abstract: Om de beschikbaarheid van oculaire geneesmiddelen te verhogen zullen biocompatibele en bioafbreekbare of bioerodeerbare colloïdale dragers met reguleerde afgifte ontwikkeld en vergeleken worden met bioadhesive minitabletten. De formulatie van PLGA nano- of micropartikels zal geoptimaliseerd worden door gebruik te maken van factorial design met als doel inzicht te verwerven in de verschillende parameters die de fysische eigenschappen van de bereide deeltjes beïnvloeden. De deeltjesgrootte en zetapotentiaal van de partikels, alsook de geneesmiddelconcentratie in de deeltjes en de afgiftesnelheid zullen bepaald worden voor en na vriesdrogen en sterilisatie van de bereiding. Bovendien zullen de uitwendige en inwendige structuur van de drager worden bestudeerd. Vervolgens zal de muco- of bioadhesie van de PLGA partikels worden verbeterd door omhullen met verschillende (kationogene) polymeren om aldus de precorneale verblijftijd te verlengen. Ten slotte zullen van de meest beloftevolle bereidingen de in vivo verdraagbaarheid en geneesmiddel- afgifte uit (omhulde) PLGA partikels en bioadhesive minitabletten worden onderzocht. Organisaties: • Laboratorium voor Farmaceutische Technologie en Biofarmacie
Onderzoekers: • Annick Ludwig • Kathleen Dillen
Toepassing van gecombineerde "Thin window" EPMA en Micro Raman technieken voor de chemische en structurele karakterisatie van milieudeeltjes. Universiteit Antwerpen Abstract: De studie van atmosferische aërosolen is de laatste tijd zeer belangrijk geworden omwille van twee redenen: de kleine deeltjesgroottefractie heeft een belangrijke invloed op de menselijke gezondheid en op het globale klimaat. Micro-analytische karakterisatie van individuele deeltjes laat toe om meer informatie te bekomen dan mogelijk met bulkanalyse. Op deze manier wordt de tracering van vervuilingsbronnen vereenvoudigd. De ontwikkeling van 'thin window' EDX detectoren was van groot belang voor elektronen probe X-stralen microanalyse (EPMA), om lichte elementen te detecteren (6
Onderzoekers: • Rene Van Grieken • Anna De Maeyer-Worobiec
Ontwikkeling van een universeel influenza B vaccin op basis van chimere NB en BM2 eiwitten Universiteit Gent Abstract: Influenza B is veroorzaakt griep bij de mens en heeft een uiterst variabel antigenisch karakter. De bedoeling van dit project is om een vaccin te ontwikkelen dat beschermt tegen meerdere influenza B stammen. De ectodomeinen van de virale BM2 en NB eiwitten zullen hiervoor immunogeen gemaakt worden zodanig dat ze immunoprotectief zijn tegen influenza B. Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Xavier Saelens • Claude Libert
Subfenotypering van otosclerose : multi-disciplinaire diagnostiek voor cochleaire otosclerose. Universiteit Antwerpen Abstract: Otosclerose is een frequent voorkomende botabnormaliteit van het otisch kapsel, gekenmerkt door abnormale resorptie en redepositie van bot. Men maakt een onderscheid tussen histologische en klinische otosclerose. Histologische otosclerose betekent dat de aanwezigheid van otosclerose post mortem gediagnosticeerd werd bij histologisch onderzoek van rotsbeenderen. Klinische otosclerose betekent de aanwezigheid van geleidings- of gemengde doofheid veroorzaakt door stapediale fixatie of ronde venster abnormaliteiten. Er is echter een belangrijke discrepantie in de prevalenties van beide vormen, respectievelijk 2.5 % voor histologische otosclerose en 0.3 % voor klinische otosclerose. Otosclerose wordt dus in de klinische praktijk duidelijk (factor 8!) ondergediagnosticeerd. Deze discrepantie tussen histologische en klinische otosclerose wordt veroorzaakt door de variabele topografie van de otosclerotische foci in het otische kapsel: niet alle lokalisaties veroorzaken een typische symptomatologie. Indien het gaat om fenestrale otosclerose (ovale of ronde venster) is de diagnose relatief gemakkelijk te stellen met audiometrische en tympanometrische technieken. Hier vindt men de aanwezigheid van een conductief of gemengd gehoorverlies, al dan niet met een kenmerkende Carhart notch. Indien de otosclerotische haarden elders in het otische kapsel voorkomen, kan deze zogenaamde 'cochleaire otosclerose' audiometrisch moeilijk gedifferentieerd worden van andere vormen van perceptief gehoorverlies. Door middel van radiologische
beeldvorming kan in een aantal gevallen de diagnose van cochleaire otosclerose gesteld worden, hoewel met de huidige systemen de letsels meestal slecht herkenbaar zijn. Concluderend kan gesteld worden dat gezien de hoge frequentie in de populatie er een grote nood bestaat aan een sensitievere en specifiekere diagnostiek voor cochleaire otosclerose, zowel klinisch als radiologisch. Bovendien blijkt otosclerose een genetisch complexe aandoening veroorzaakt door een interactie van genen en omgevingsfactoren. De invloed van deze interactie is momenteel onvoldoende gekend maar ligt waarschijnlijk gedeeltelijk aan de basis van de heterogene fenotypische karakteristieken. Verdere classificatie van deze otosclerotische subfenotypes is dan ook een conditio sine qua non voor de klinische diagnostiek. Wanneer wetenschappelijk onderzoek erin slaagt eenduidig risicofactoren uit de omgeving of van genetische aard aan te duiden en deze te correleren aan fenotypische karakteristieken is de basis hiervoor gelegd. De fundamentele inzichten in het ontstaansmechanisme van otosclerose en de concretere classificatie van otosclerosesubfenotypes verworven door dit project, zal de NKO-artsen toelaten een meer specifieke diagnose te stellen. Op deze manier zal de huidige symptomatische aanpak van otosclerose evolueren naar een meer individu-specifieke aanpak. Organisaties: • Translationele Neurowetenschappen (TNW)
Onderzoekers: • Kris A B Van Den Bogaert • Paul Parizel • Paul Van de Heyning • Guido Van Camp
Moleculair genetische en functionele analyse van 'heatshock' proteïne 22 (HSP22) mutaties geassocieerd met distale hereditaire motorische neuropathie. Universiteit Antwerpen Abstract: Moleculair genetische en functionele analyse van 'heatshock' proteïne 22 (HSP22) mutaties geassocieerd met distale hereditaire motorische neuropathie. Organisaties: • VIB DMG - Perifere Neuropathieën
Onderzoekers: • Joy Ijeoma Irobi-Devolder • Vincent Timmerman
SB Tim Lammens, DEL1 afhankelijke regulatie van endoreplicatie Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoeksproject beoogt een beter inzicht te verwerven in de door DEL1 beheerste regulatie van endoduplicatie in Arabidopsis thaliana. Een beeld vormen van de cascade die bepalend is voor het al dan niet gebonden worden van een E2F-bindingssite in het genoom door DEL1 is dan ook een belangrijke doelstelling. Het verwerven van inzicht in de informatiestroom als gevolg van het binden van DEL1 is een tweede doelstelling. Organisaties: • Vakgroep Plantenbiotechnologie en Genetica
Onderzoekers: • Dirk Inzé
Onderzoek naar de impact van opgelegde versus persoonlijke ankers op psychometrische kwaliteit van ratingschalen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In de humane wetenschappen wordt veelvuldig gebruik gemaakt van beoordelingsschalen zonder dat daarbij veel aandacht wordt geschonken aan de keuze van de ankers (= de verbale labels op de schaal). Recent onderzoek van onszelf naar zelfbeoordeling van subjectieve levenskwaliteit (Bernheim, Theuns, Mazaheri, Rose, 2003) heeft echter aangetoond dat de keuze voor een schaal met opgelegde ankers een belangrijke vertekenende impact kan hebben op de bekomen metingen. In het voorgestelde project wordt in een reeks experimenten --waarin diverse soorten stimuli dienen te worden beoordeeld --de instructie m.b.t. de gebruikte ankers gemanipuleerd om na te gaan hoe de kwaliteit van beoordelingen kan worden geoptimaliseerd. Daarbij worden de psychometrische kenmerken van diverse beoordelingsschalen nagegaan. De stabiliteit van de ankers en de betrouwbaarheid van (herhaalde) beoordelingen worden onderzocht. Een systematische vergelijking wordt gemaakt tussen de beoordelingen met zelfgedefinieerde ankers (ankerpunten die verwijzen naar de persoonlijke belevingssfeer van de beoordelaar) en door de onderzoeker opgelegde ankers. Omwille van het onderzoek worden eerst objectief meetbare stimuli (bvb lijnstukken, meetkundige figuren, ...) gebruikt voor de beoordelingen, vervolgens meer subjectieve stimuli (geluk, kwaliteit, schoonheid, ...). Organisaties: • Arbeids- en Organisatiepsychologie
Onderzoekers: • PETER THEUNS • Joeri HOFMANS
Historische klimaatvariabiliteit op hoge breedtegraden in de Zuidelijke Hemisfeer - een uitbreiding van de "Pole-EquatorPole" paleoklimaattransecten over Zuid-Amerika en Australasië Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoeksproject heeft tot doel teleconnecties te onderzoeken tussen Laat-Kwartaire klimaatveranderingen in het Zuidelijk halfrond (40-70°ZB) met klimaatpatronen van de Noordelijke hemisfeer, de relatie na te gaan tussen klimaatoptima en afkalving van ijsplaten nabij het Antarctische Schiereiland en de nodige data te leveren om klimaatmodellen te testen en te kalibreren. Hiertoe zullen verschillende biologische proxies bestudeerd worden in meersedimenten. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Wim Vyverman
Prijs Kankeronderonderzoek: De rol van endotheelcellen in de beenmergmicro-omgeving gemoduleerde genexpressie van multiple myeloom cellen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Multiple Myeloom (MM) is een ongeneeslijke B-cel maligniteit die gekenmerkt wordt door monoclonale proliferatie van plasmacellen in het beenmerg (BM). Hier ontvangen de MM-cellen signalen voor overleving en proliferatie doordat er functionele, wederzijdse interacties bestaan tussen de MM-cellen en de stromale BM-cellen. Bovendien heeft het BM stroma ook een rol in de drugresistentie van de MM-cel, welke klinisch zeer relevant is. in dit project willen we de bijdrage van de endotheelcellen (EC) en IGF-1 in de BM micro-omgeving geïndiceerde modulatie van de genexpressie van de MM-cellen in kaart brengen. Hiertoe zullen we door middel van Affymetrix cDNA microarrays (MOE430A) een zo breed
mogelijk profiel trachten te krijgen van de geïnduceerde en uitgeschakelde genen in de MM cellen na contact met het BM endotheel en na behandeling met IGF-1. Hierbij zal er voornamelijk gekeken worden naar genen die betrokken zijn in migration, adhesion, invasion, homing, proliferatie, bescherming tegen celdood en radioresistentie. In eerste instantie gebruiken we hiervoor het experimenteel 5TMM muismodel, nadien zullen we ter bevestiging van de resultaten gekeken worden op humaan niveau. Organisaties: • Immunologie en Microbiologie
Onderzoekers: • Karin VANDERKERKEN
Macro- en microstudie van het reservoir van Mycobacterium ulcerans in Buruli ulcus (BU) endemische gebieden in Benin en de Democratische Republiek Congo (DRC). Universiteit Antwerpen Abstract: In samenwerking met Beninese (PNLUB, LRM, UAC) en Congolese partners (PNLUB, UNIKIN, INRB, IPN, IME-ziekenhuis) zal een omgevingsstudie van BU verricht worden in endemische gebieden in Benin en DRC. Een betere kennis van het reservoir van M. ulcerans en de bepaling van omgevingsrisicofactoren zullen een enorme bijdrage leveren in de strijd tegen deze ziekte en het mogelijk maken om aangepaste, goedkope preventiemiddelen te ontwikkelen. Organisaties: • Laboratorium voor Microbiologie, Parasitologie en Hygiëne (LMPH)
Onderzoekers: • Luc Kestens • Patrick Suykerbuyk
Superfluïditeit van ultrakoude atomaire Fermi gassen. Universiteit Antwerpen Abstract: Superfluïditeit van ultrakoude atomaire Fermi gassen. Organisaties: • Theorie van kwantumsystemen en complexe systemen
Onderzoekers: • Alfonsius Brosens • Michiel Wouters
Argumentstructuur van ZIJN en conflatie in Romaanse en Germaanse talen Universiteit Antwerpen Abstract: Argumentstructuur van ZIJN en conflatie in Romaanse en Germaanse talen Organisaties: • Centrum voor grammatica, cognitie en typologie
Onderzoekers: • Johan Van der Auwera • Gretel De Cuyper
Verontschuldigingen door politieke actoren en herstel van normovertreding : doorlichting van het conceptuele veld rond verontschuldigingen en descriptief ethische analyse van casussen uit de internationale politiek. Universiteit Antwerpen Abstract: Over heel de wereld zien we op het politieke niveau na normovertreding onderhandelingen over verantwoordelijkheid, schuld en over herstel. Opvallend daarbij is de vraag naar excuses en de bereidheid om excuses uit te drukken. We willen het inzicht verdiepen in excuses op het publieke niveau. Mogelijke functies en beperkingen van dit fenomeen worden aangegeven. Enerzijds vraagt dit een analyse van het ethische conceptuele veld rond excuses. Anderzijds wordt ook de politieke realiteit van het fenomeen in kaart gebracht en verder uitgediept aan de hand van verschillende casussen. Organisaties: • Internationale politiek
Onderzoekers: • Yvan Vanden Berghe • Ellen Verguts
Internationaal Cursussen Programma "Aquaculture 20004-2005" Universiteit Gent Abstract: De opleiding "Aquacultuur" bestrijkt 2 jaar en bestaat uit één jaar "Aanvullende Studies in de Aquacultuur" gevolgd door één jaar "Gespecialiseerde Studies in de Aquacultuur". Het programma is opgebouwd rondom de belangrijkste aspecten van de aquacultuur van zowel marine als zoetwaterorganismen en wordt gespreid over twee academiejaren. De benadering is multidisciplinair en interuniversitair. Als belangrijkste vernieuwing zullen de studenten gedurende het tweede jaar vier maanden verblijven aan de Landbouwuniversiteit van Wageningen in Nederland. Tijdens het tweede jaar dient een afstudeerweek te worden gemaakt. Organisaties: • Vakgroep Dierlijke productie
Onderzoekers: • Patrick Sorgeloos
Effecten van schadelijke stoffen op de spermakwaliteit en het reproductief succes van vogels : een experimentele studie. Universiteit Antwerpen Abstract: Effecten van schadelijke stoffen op de spermakwaliteit en het reproductief succes van vogels : een experimentele studie. Organisaties: • Ethologie
Onderzoekers: • Marcel Eens • Tom Dauwe
Moleculaire karakterisering van transcriptiefactoren betrokken bij het nodulatieproces op de modellegumineus Medicago truncatula Universiteit Gent Abstract: Het modulatieproces staat onder controle van de plant in samenspraak met de microsymbiont. Planten transcriptiefactoren (TF) controleren gen-expressie voor module orgaanvorming en voor de invasie van de bacterie en de omvang tot de invasie van de bacterie en de
omvang tot stikstoffixerend a ganul. Identificatie en functionele transcriptiefactor module vorming stikstoffixatie karakterisatie van vroege TF's karakterisatie van vroege TF's is essentieel voor het ontrafelen van de deelprocessen van het modulatie programma. Organisaties: • Vakgroep Plantenbiotechnologie en Genetica
Onderzoekers: • Marcella Holsters
Onderzoek naar de mogelijkheid tot functioneel en histologisch herstel van beschadigd zenuwweefsel na ruggenmerg- en hersentrauma bij de muis : modulatie door in vivo implantatie van in vitro getransfecteerde embryonale stamcellen. Universiteit Antwerpen Abstract: Tot op heden bestaat er voor centraal zenuwstelseltrauma (zowel hersen- als ruggemergtrauma) geen effectieve therapeutische behandeling. Ons onderzoek richt zich: 1) op de transplantatie van uit embryonale stamcellen gedifferentieerde zenuwcellen om alzo beschadigd zenuwweefsel te vervangen, en 2) de transplantatie van genetisch gemodificeerde adulte stamcellen om door secretie van neurotrofe factoren functieherstel van het beschadigd zenuwweefsel te bekomen. Ons onderzoek zal opgedeeld worden in twee deelonderzoeken: een spinaal traumamodel en een hersentraumamodel. Bij het spinaal traumamodel zal er bij de rat een chirurgische dwarslaesie uitgevoerd worden, waarna op verschillende tijdstippen al dan niet genetisch gemodificeerde adulte/embryonale stamcellen getransplanteerd worden in het ruggemerg. De getransplanteerde ratten worden vervolgens opgevolgd naar functioneel herstel aan de hand van de internationaal aanvaarde BBB-score. Voor het hersentraumamodel, dat geïnduceerd wordt bij de muis dmv een gewichtsimpactie op de schedel, zullen er op verschillende tijdstippen al dan niet genetisch gemodificeerede adulte/embryonale stamcellen getransplanteerd worden in de hersenen. Functioneel herstel bij de getransplanteerde muizen wordt vervolgens geëvalueerd via standaard cognitieve en motorische testen. Organisaties: • Laboratorium Experimentele geneeskunde en Pediatrie (LEMP)
Onderzoekers: • Philippe Jorens • Peter Ponsaerts • Mark Willy Emma Ronsyn
Modelgebaseerde kennisontdekking voor de detectie en analyse van zwarte punten in het verkeer. Universiteit Hasselt Abstract: By het analyseren van gegevens m.b.t. verkeersongevallen is men het over eens dat een ongeval het resultaat is van een complex samenspel van facturen (toestand weg/omgeving, voertuig en betrokkenen). Elk van deze gegevens maken deel uit van het zogenaamde 'ongevallenformulier' dat door de bevoegde politiediensten wordt opgesteld bij een ongeval met doden of gekwetsten. Deze gegevens worden door het NIS op nationaal niveau verzameld en verwerkt in de 'ongevallendatabase'. Deze elektronische database is erg omvangrijk aangezien hierin alle ongevallenformulieren zitten die zich sinds 1991 in België hebben voorgedaan. Bovendien wordt elk ongeval beschreven aan de hand van 45 attributen, waaronder de beschrijving van het ongeval, verkeersomstandigheden, omgevingsfactoren, wegcondities, menselijke factoren en geografische factoren. Deze database vormt dan ook een uitstekend uitgangspunt voor de kwantitatieve analyse van verkeersongevallen. Gezien de omvang van de database zijn de technieken die ontwikkeld werden in het doctoraat bovendien erg geschikt. Meerbepaald wordt er beoogd 2 analyses te doen en wordt er telkens de link aangegeven met het reeds gevoerde onderzoek. Organisaties: • Beleidsinformatica • Data-analyse en Modellering • Instituut voor Mobiliteit
Onderzoekers: • Koenraad VANHOOF • Gerhard WETS
Effecten van omgevingsstress op de genetische structuur van natuurlijke populaties van intertidale ongewervelden. Universiteit Antwerpen Abstract: Effecten van omgevingsstress op de genetische structuur van natuurlijke populaties van intertidale ongewervelden. Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Ronny Blust • Hans De Wolf • Thierry Backeljau
SB Charlotte Van Hulse Universiteit Gent Abstract: Met behulp van een nieuw ontwikkelde ?recoil detector? worden in het hoge-energie HERMES experiment zogenaamde ?exclusieve? diep-inelastische verstrooiingsexperimenten uitgevoerd. Hiermee zal de kennis over de distributie van lichte quarks (up en down) in het nucleon gevoelig uitgebreid worden. Organisaties: • Vakgroep Fysica en Sterrenkunde
Onderzoekers: • Dirk Ryckbosch
Impact van gemengde emotionele reclamestimuli en mediacontext op de respons op en de effectiviteit van reclame voor 'good cause' producten en boodschappen, en de modererende rol van socio-demografische en persoonlijkheidskarakteristieken. Universiteit Antwerpen Abstract: Impact van gemengde emotionele reclamestimuli en mediacontext op de respons op en de effectiviteit van reclame voor 'good cause' producten en boodschappen, en de modererende rol van socio-demografische en persoonlijkheidskarakteristieken. Organisaties: • Marketing
Onderzoekers: • Patrick De Pelsmacker • Nathalie Dens
China's opgang in het internationaal systeem: historische voorgangers, geo-economische implicaties en gepolitieke gevolgen
Universiteit Gent Abstract: Dit is een onderzoek naar de snel wijzigende positie van China in het internationaal systeem. Zal de machtstransitie naar China op vredevolle wijze verlopen en leiden tot een 'Aziatische Eeuw' met china als nieuwe hegemonische kracht, dan wel confrontaties uitlokken waarbij China gefrustreerd raakt in haar ambities en het internationaal systeem uitdaagt? De hypothese is dat de opgang van China te vergelijken valt die van Imperiaal Duitsland. Organisaties: • Vakgroep Politieke wetenschappen
Onderzoekers: • Erik Coolsaet
Ontwikkeling van cDNA arrays bij de zoetwatervlo Daphnia magna voor toxiciteitskarakterisatie van chemicaliën. Universiteit Antwerpen Abstract: Het aantal stoffen dat door de mens geproduceerd wordt is enorm. Het aantal geregistreerde chemicaliën bij de Chemical Abstract Service (CAS, US 2002) overstijgt momenteel 20 miljoen. Er wordt geschat dat meer dan 100.000 verbindingen in dergelijke hoeveelheden geloosd worden dat ze een potentieel gevaar vormen voor mens en milieu (Giesy en Graney, 1989). Van deze groep van chemicaliën is slechts weinig geweten omtrent hun toxicologische eigenschappen. De meeste beschikbare data zijn gebaseerd op acute toxiciteitstesten. Er is echter slechts weinig geweten over de nadelige effecten op langere termijn, laat staan op populaties, gemeenschappen en ecosystemen. Het gebrek aan chronische en andere lange termijn data wordt jammer genoeg pijnlijk geïllustreerd door het fenomeen van endocriene verstoring. Diverse chemicaliën zijn immers in staat gebleken om te interfereren met het endocrien metabolisme van niet-target species met negatieve gevolgen op de reproductie van de soort als gevolg. Zowel door gebrekkige chronische toxiciteitsinformatie als door beperkte inzichten in de toxische werkingsmechanismen van chemicaliën is er grote onzekerheid over het mogelijk nadelig (bvb. endocrien verstorend) karakter van stoffen voor mens en milieu. Vooral voor de ecologisch belangrijke groep van ongewervelde diersoorten bestaan er voor het ogenblik geen duidelijke assays die verstoring van endocrinologische pathways mechanistisch kunnen evalueren (Ankley et al., 1998; Oberdörster en Cheek, 2000). Het is duidelijk dat er een dringende nood bestaat aan assays die op kost-effectieve wijze zowel chronische relevante als mechanistisch gedetailleerde gegevens (bijvoorbeeld i.v.m. endocriene verstoring) kunnen verschaffen. In deze studie zal een cDNA array ontwikkeld worden voor de zoetwatervlo Daphnia magna die in staat is om: 1.de relatie tussen de korte termijn biomarkereffecten en de bijhorende wijzigingen in de populatiedynamica van de watervlooien te kwantificeren, 2.de mechanismen van de toxicant-geïnduceerde effecten op de verschillende metabolische pathways te achterhalen, 3.een inzicht te geven in de verstoring van endocrien-gemediëerde effecten als gevolg van toxische blootstelling. Watervlooien zijn belangrijke testorganismen bij de ecotoxicologische evaluatie van chemicaliën en worden in deze context intensief gebruikt vanwege hun kleine afmeting, hun relatief korte levenscyclus en hun grote gevoeligheid voor diverse types contaminanten. Door haar centrale rol in diverse aquatische voedselketens vormt Daphnia magna één van de belangrijkste biologische modelsystemen voor de impact-evaluatie van milieuverontreiniging op zoetwaterecosystemen. Omdat er thans weinig tot geen genetische sequentie-informatie van Daphnia magna beschikbaar is, zal in dit project een begin gemaakt worden met de aanmaak van een cDNA array met energie, groei/molting, reproductie en mortaliteit specifieke genfragmenten als een mogelijk meetinstrument om snel en gevoelig nadelige effecten op populatieniveau te voorspellen (zie fig. 2.1). Suppresion substractive hybridisation PCR zal hierbij gebruikt worden om cDNA genbanken aan te maken die de meest relevante gentranscripten bevat die van belang zijn voor de onderliggende moleculaire processen voor groei, molting en reproductie. Na identificatie van de geïsoleerde genfragmenten zal van de verkregen cDNA's een macro-array ontwikkeld worden. De voorspellende kracht van deze cDNA array zal vervolgens voor vier `modelchemicaliën' onderzocht worden. Hiervoor wordt de relatie tussen vroegtijdige verstoring van de genexpressie en de chronische effecten op populatiedynamica bepaald. Tot slot zal meer in detail geëvalueerd worden of d.m.v. `hormoon geassocieerde' cDNA banken assays kunnen ontwikkeld worden voor de detectie van endocriene verstoorders bij ongewervelden. Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Wim De Coen • Anneleen Soetaert
Onderzoek naar het effect van neuro-immune modulatie op afferente zenuwactiviteit tijdens intestinale inflammatie bij de rat. Universiteit Antwerpen Abstract: Inleiding: Ontsteking van de gastro-intestinale tractus leidt tot een verstoring van de motiliteit en symptomen zoals nausea, dyspepsie en diarree. Na uitdoven van de inflammatie persisteren deze klachten bij 30 % der patiënten. Een rol voor de gastro-intestinale innervatie en meer bepaald afferente neuronen word gesuggereerd. Doelstelling: Onderzoeken van de rol van afferente neuronen in de pathogenese van gastrointestinale motiliteitsafwijkingen bij TNBS-geïnduceerde colitis aan de hand van functionele en histologische studies bij de rat. Methoden: In vitro contractiliteitsstudies op geïsoleerde spierstrips enerzijds en peristaltiekmetingen op darmsegmenten anderzijds zullen worden gecombineerd met in vivo bepaling van maaglediging en intestinale transit. Een nieuwe techniek voor het rechtstreeks meten van afferente zenuwactiviteit zal op punt worden gesteld. Dit alles zal histologisch worden onderbouwd met routine en c-fos kleuringen). Werkplan: In een eerste deel zal de rol van synaptische neurotransmissie en extrinsieke afferente neuronen worden nagegaan in vivo en in vitro. Vervolgens zal het belang van ontstekingsmediatoren worden onderzocht. Een derde luik betreft de veranderde expressie van receptoren op afferente neuronen o.i.v. inflammatie. Organisaties: • Laboratorium Experimentele geneeskunde en Pediatrie (LEMP)
Onderzoekers: • Paul Pelckmans • Heiko Ulrik De Schepper
Transcriptiefactoren betrokken bij de controle van nodulatie bij Medicago trancatula Universiteit Gent Abstract: Het modulatieproces staat onder controle van de plant in samenspraak met de microsymbiont. Planten transcriptiefactoren (TF) controleren gen-expressie voor module orgaanvorming en voor de invasie van de bacterie en de omvang tot de invasie van de bacterie en de omvang tot stikstoffixerend a ganul. Identificatie en functionele transcriptiefactor module vorming stikstoffixatie karakterisatie van vroege TF's karakterisatie van vroege TF's is essentieel voor het ontrafelen van de deelprocessen van het modulatie programma. Organisaties: • Vakgroep Plantenbiotechnologie en Genetica
Onderzoekers: • Marcella Holsters
Evolutie van bipedalie bij de Hominoidea : vergelijking van kinesiologie en voetmorfologie van Hylobates, Pan en Homo.
Universiteit Antwerpen Abstract: De vraag kan worden gesteld waarom bipedalie enkel bij Homo obligaat geworden is. Inderdaad, alle recente genera van de Hominoidea vertonen in min of meerdere mate bipedalie in hun locomotierepertoire. Hierbij valt het bovendien op dat de nauwste verwanten van de mens (genus Pan), ondanks hun grote morfologische en morfometrische gelijkenis (McHenry & Corruccini, 1991; Zihlman, 1984) slechts in beperkte mate gebruik maken van een tweebenige voortbeweging (< 2%; Duchêne, 1997). De gibbons (genus Hylobates), de verste verwanten van de mens, zijn daarentegen het meest bipedaal van alle niet-humane primaten (Schmid & Piaget, 1994) en dit ondanks hun specifieke aanpassingen aan een andere locomotievorm, namelijk brachiatie. De groep waartoe de recente Hylobates-soorten behoren heeft zich ongeveer 20 miljoen jaar geleden afgesplitst van de lijn die heeft geleid naar de Hominidae. Het is dus niet onwaarschijnlijk dat de bipedale locomotie van Hylobates onafhankelijk ontstond van deze die we terugvinden bij recentere genera zoals Pan en Homo. Om deze hypothese te ondersteunen (of te verwerpen) moet eerst de volgende concrete vraag worden beantwoord : wat zijn de functioneel-morfologische en kinesiologische verschillen en gelijkenissen in de bipedalie bij Hylobatidae en Hominidae ?Dit voorstel is een uitbreiding van het lopende FWO-project (G.0209.99) waarin de locomotie van de bonobo (Pan paniscus) in een evolutieve context wordt geanalyseerd (samenwerking UIA, UG en KMDA). Dit impliceert dat deze doctoraatsstudie zich in eerste instantie zal toespitsen op de kinesiologie en morfologie van het locomotieapparaat van Hylobates. Alhoewel er reeds meerdere studies bestaan over de brachiatie bij dit genus (Chang et al., 2000; Betram et al., 1999), werd de kinesiologie van de terrestrische bipedale locomotie nog niet in detail onderzocht. Een grondige analyse van de voetstructuur is een essentiële aanvulling nodig voor de interpretatie van deze biomechanische studie. In tweede instantie zal er worden teruggegrepen naar de resultaten van het hierboven vermelde biomechanische onderzoek (Aerts et al., 2000) van de bonobo (en de mens) om de vooropgestelde vergelijking van de bipedale voortbeweging uit te voeren. Aangezien de detailstudie van de voet van Pan paniscus geen onderwerp uitmaakt van het genoemde inter-universitaire FWO-project, wordt de morfologische analyse van de voet van de bonobo ook in dit doctoraatsvoorstel opgenomen. Organisaties: • Functionele morfologie
Onderzoekers: • Peter Aerts • Evie E Vereecke
Sentimentalisme en Modernisme in de Vroege Amerikaanse Narratieve Cinema : De films van Frances Marion. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoeksproject stelt zich tot doel een meer complexe invulling van de relatie tussen film en moderniteit te formuleren. Het verband tussen film en moderniteit ' in de `modernity thesis' van David Bordwell omschreven als film als moderniteit, een deel van moderniteit en een gevolg van moderniteit ' kan herzien worden en aangevuld met alternatieve en soms tegenstrijdige invloeden. De esthetische respons op de moderniteitgedachte vervat in het modernisme, presenteerde zichzelf als een belichaming van het `nieuwe' en als een radicale breuk met het verleden, waardoor het zichzelf expliciet positioneerde tegen het sentimentalisme, de dominante culturele expressie uit de vorige eeuw. Het sentimentalisme, geassocieerd met een vrouwelijk publiek en vrouwelijke auteurs, werd door het modernisme gelijkgeschakeld met Victoriaanse waarden en normen en als dusdanig verworpen. Met het bewuste oxymoron `sentimental modernism' heeft Suzanne Clark echter aangetoond dat er binnen de modernistische literatuur geproduceerd door vrouwen nog sporen terug te vinden zijn van deze domestieke traditie, dat zij een bredere, inclusieve meer complexe invulling geven aan de problematische term `modernisme'. Deze alternatieve notie van modernisme geldt ook voor vroege stille klassieke film. In de beginjaren van Hollywood werd vijftig procent van de geproduceerde films geschreven door vrouwen. Deze succesvolle scenaristen putten inspiratie uit de novelles, kortverhalen en toneelstukken uit de vorige eeuw die waren geschreven binnen een sentimentele traditie en die populair, melodramatisch (sensationeel en affectief) waren en zich richtten op een breed vrouwelijk publiek. Naast moderne eigenschappen zoals de productietechniek, een fascinatie met moderne technologieën, montagetechnieken en moderne fenomenen (`flappers', de Nieuwe Vrouw, suffragettes, urbanisatie, kapitalisme, WW1), vertoonde vroege film ook sentimentele aspecten. Het werk van scenariste Frances Marion, de meest succesvolle schrijfster in Hollywood gedurende de stille periode, is exemplarisch voor deze vaststelling. Haar werk binnen Hollywood (van circa 1916 tot 1929) toont aan dat het moderne medium film kan gezien worden als een gedeeltelijke voorzetting van een sentimentele esthetiek, zonder daarbij in te boeten als een moderne en modernistische expressie. Organisaties: • Instituut Joodse Studies
Onderzoekers: • Vivian Liska • Anke Brouwers
Een bio-economisch model voor de beheersing van knaagdierschade in Afrika : een regionale oplossing voor lokale problemen ? Universiteit Antwerpen Abstract: Mastomys muizen zijn de belangrijkste knaagdierplaag in Afrika. Een bestaand, maar plaatsgebonden bio-economisch model zal in samenwerking met lokale landbouwers getest worden op het veld. Regionale variatie in populatiedynamiek zal in het model geïncorporeerd worden door demografische analyse van reeds bestaande vangst-hervangst data uit 4 landen. Het finale model zal de mogelijkheid bieden economisch voordelige controlestrategieen te formuleren. Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Herwig Leirs • Vincent Sluydts
Overleving en reproductief succes bij de lacertide hagedis Gallotia galloti : wisselwerking tussen natuurlijke en seksuele selectie. Universiteit Antwerpen Abstract: De doelstelling van dit project is te achterhalen welke morfologische, fysiologische en gedragsmatige eigenschappen de overleving en het reproductief succes bepalen in een lacertide hagedis. Hiervoor zal ik gebruik maken van het onderzoeksschema van Arnold (1983), wat betekent dat ik het verband zal onderzoeken tussen `design' en ecologische prestatie (de prestatiegradiënt) en tussen prestatie en fitness (de fitnessgradient). Aangezien deze relaties tussen design, prestatie en fitness complex zijn, zal ik mij toeleggen op één soort van de Lacertidae: de hagedis van de Canarische Eilanden Gallotia galloti. Op het `design' niveau zal ik, hoofdzakelijk van mannelijke individuen, een aantal morfologische (morfometrie, kleurpatroon, femorale poriën,...) en fysiologische karakteristieken bepalen. Ook verschillende types van ecologische prestatie zullen gemeten worden: voortbeweging, bijtkracht, vechtcapaciteit en parasieten op een eerste niveau, en territoriumkwaliteit, fourageersucces en paarsucces op een tweede niveau (als verondersteld gevolg van de prestaties op het eerste niveau). Aangezien Gallotia galloti een ectotherm organisme is, speelt de lichaamstemperatuur een sleutelrol in dit schema en heeft ze een belangrijke invloed op alle genoemde vormen van prestatie. De verbanden tussen al deze parameters met elkaar en met overleving en reproductief succes zullen getest worden op basis van theorieën en hypotheses in verband met natuurlijke selectie s.s., intraseksuele selectie (competitie tussen mannetjes) en interseksuele selectie (vrouwelijke partnerkeuze). Deze hypotheses en veronderstelde verbanden zullen getest worden aan de hand van correlatieve analyses van veldgegevens, aangevuld met
experimenten onder gecontroleerde omstandigheden. Tijdens de veldstudie op Tenerife (gedurende verschillende maanden per jaar) zullen individuen gemerkt worden om een permanente identificatie mogelijk te maken en de volgende gegevens zullen verzameld worden: morfometrie (lichaamslengte en 'massa, kopmaten, lengte van ledematen); grootte en intensiteit van de blauwe keelvlek; bloedstalen (om het testosterongehalte en het immuunsysteem te onderzoeken); aantal ecto- en endoparasieten; paargedrag; agressief gedrag en confrontaties; territoriumgrootte en 'kwaliteit. Deze gegevens zullen mij toelaten het verband na te gaan tussen, bijvoorbeeld, territoriumkwaliteit en paarsucces of tussen kopgrootte en dominantie. De jaarlijkse overleving zal geschat worden aan de hand van merk-hervangst methoden. De volgende experimenten in het labo worden gepland: - Het testen van de locomotorische prestatie (sprintsnelheid, uithouding en wendbaarheid) om de volgende aspecten te onderzoeken: biomechanische relaties tussen vorm en functie, mogelijke trade-offs tussen verschillende locomotietypes, het effect van locomotorische prestatie op dominantie en op overleving. - Confrontaties tussen mannetjes om te achterhalen welke parameters de vechtcapaciteit en dominantie beïnvloeden. De volgende parameters zullen getest worden: lichaamsgrootte, relatieve kopgrootte, lichaamstemperatuur, testosterongehalte, effect van de kleurvlek als statussymbool, residentie en locomotorische prestatie. - Het testen van vrouwelijke partnerkeuze, gebaseerd op visuele en/of chemische signalen. - `Phenotypic engineering' met testosteron als test van de `immunocompetentie handicap hypothese' (Folstad & Karter, 1992) Organisaties: • Functionele morfologie
Onderzoekers: • Raoul Van Damme • Hans Scheers
Uitvoeren van deelanalyses op de databanken "TOR '99" - "TOR '04" Vrije Universiteit Brussel Abstract: Geen abstract beschikbaar Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • IGNACE GLORIEUX
Gedragsproblemen, psychiatrische stoornissen en middelenmisbruik in relatie tot de plaatsingsgrond van jongeren in een gemeenschapsinstelling Universiteit Gent Abstract: Het onderzoek wil de plaatsing in een gemeenschapsinstelling bekijken vanuit een diagnostisch uitgangspunt en nagaan welke plaatsingen beantwoorden aan de vooropgestelde bedoeling van deze voorzieningen. Als wordt beweerd dat deze gemeenschapsinstellingen in principe bestemd zijn voor jongeren die (ernstige)gedragsproblemen stellen, dan zijn alle jongeren die geen gedragsproblemen stellen, minstens één psychiatrische stoornis hebben en/of midellen misbruiken er niet op hun plaats. Organisaties: • Vakgroep Orthopedagogiek
Onderzoekers: • Eric Broekaert
Gedragsproblemen, psychiatrische stoornissen en/of middelenmisbruik in relatie tot de plaatsingsgrond van jongeren in een gemeenschapsinstelling Universiteit Gent Abstract: Het onderzoek wil de prevalentie van psychiatrische stoornissen en psychologische problemen nagaan in de mannelijke populatie van de Gemeenschapsinstellingen voor bijzondere Jeugdbijstand. Tevens wordt onderzocht wat de consistentie is tussen diagnostische informatie gegeven door ouders en jongeren die afzonderlijk hebben deelgenomen aan een diagnostisch interview. Tenslotte wordt nagegaan of bepaalde variabelen een voorspellende waarde hebben met betrekking tot het recidiveren. Organisaties: • Vakgroep Orthopedagogiek
Onderzoekers: • Eric Broekaert
Prestaties (analyses isotopiques) uitgevoerd voor UCL (ikv subsidie FNRS via UCL) & KBIN Vrije Universiteit Brussel Abstract: -In het kader van FNRS en FRIA projecten van de Université Catholique de Louvain, worden stabiele isotopen analyses uitgevoerd om de migratiestrajecten van vogels te karakteriseren Organisaties: • Isotopen Geologie en Evolutie van het Paleo-Milieu • Geologie
Onderzoekers: • Philippe CLAEYS
Ondersteuning van de wetenschappelijke begeleiding van de studenten van de Universiteit Antwerpen in het kader van de USOS-activiteiten op het terrein van de universitaire ontwikkelingssamenwerking. Universiteit Antwerpen Abstract: Ondersteuning van de wetenschappelijke begeleiding van de studenten van de Universiteit Antwerpen in het kader van de USOSactiviteiten op het terrein van de universitaire ontwikkelingssamenwerking. Organisaties: • Instituut voor Ontwikkelingsbeleid en -beheer - overige • Politieke economie van de Grote Meren Regio
Onderzoekers: • Filip Reyntjens
De perceptie-beïnvloedende omgeving (context) als creatief principe in de Belgische beeldende kunst sinds Marcel Broodthaers Hogeschool Gent Abstract: Het onderwerp van mijn onderzoek bevindt zich in het veld van de betekenisproductie, op het niveau van de propositie (en de receptie) van de hedendaagse vrije beeldende kunst. Vanuit deze algemeenheid wordt gefocust op het aspect “omgeving”, de fysische omgeving en vooral
de mentale omgeving (de betekenisbeïnvloedende omgeving of context) waarin het werk tot stand komt, van waaruit het wordt aangeboden en wordt ontvangen. Beide beïnvloedende omgevingen worden samengebracht door de term perceptie-beïnvloedende omgeving. Om het onderzoek verder te kunnen verfijnen en toepassen wordt de blik gericht naar het aspect van de kunstproductie in België van de vrije beeldende kunst sinds Marcel Broodthaers. Het onderwerp laat zich benaderen vanuit twee onderscheiden grote onderdelen: 1. Werkzaamheid van de perceptie-beïnvloedende omgeving (context) bij de productie en receptie van de hedendaagse beeldende kunstpropositie._ Dit eerste deel is veel meer dan een inleiding. De contextuele benadering van de kunstpropositie is immers nieuw en werd nog niet uitgewerkt. Daarom stel ik zelf een werkmodel voor dat vertrekt vanuit de stelling dat éénzelfde specifieke kunstpropositie, gezien als betekenaar of keten van betekenaars (dus als tekst), steeds weer een andere betekenis zal produceren, naarmate diezelfde kunstpropositie zich bevindt in een andere context (cut & paste-principe). Om werkbaar te zijn is een contextueel werkmodel noodzakelijk. Voor dit model ga ik uit van drie hoofdcontexten: 1. formele of structurele context (de specifiek gebruikte beeldtalen); 2. particuliere context (producent en/of beschouwer); 3. cultuurhistorische en kunsttheoretische context. Vanuit deze drie hoofdcontexten dient situationeel en casueel een aantal afgeleide contexten te worden geselecteerd, gemotiveerd, weerhouden en uitgewerkt. 2. Toepassing van deze werkzaamheid, casus: de Belgische vrije beeldende kunst Het tweede gedeelte wil dit model toepassen op de Belgische vrije beeldende kunst sinds Marcel Broodthaers. De keuze van dit oeuvre als vertrekpunt is zeer gericht omdat het aanwenden van contextualiteit als creatief principe ( m.i.v. de principes van de-contextualisering en hercontextualisering in het verlengde van Marcel Duchamp) de kern van Broodthaers’ artistieke strategie uitmaakt. Vanuit dit paradigma wordt de Belgische kunstsituatie verkend. In de schilderkunst vormen de lege betekenaars het vertrekpunt voor Walter Swennen terwijl het principe van de contextverschuiving bij het bevragen en relativeren van tekensystemen in sociaal opzicht het werk typeert van Jef Geys. De huidige generatie symbolische contextenbouwers in België is meer individualistisch ingesteld. De focus zal hier worden gericht op Joëlle Tuerlinckx. Ze treedt op als soeverein bespeler en ontwerper van particuliere contexten die parallel aan de gegeven symbolische werkelijkheid een eigen individueel beleefde, niet strikt vastgelegde maar open symbolische werkelijkheid ontwerpt als een parallel open symbolisch systeem, een particulier symbolisch universum. Organisaties: • Departement Koninklijke Academie voor Schone Kunsten • Vakgroep Theoretische omkadering van de kunstpraktijk
Onderzoekers:
Workschop ikv project (DWTC74) 'Modellering van het klimaat en het zeeniveau gedurende het derde millennium (MILMO). Vrije Universiteit Brussel Abstract: Workshop organisatie. Organisaties: • Geografie
Onderzoekers: • PHILIPPE HUYBRECHTS
Evaluatieonderzoek Brussels Curriculum. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Onderwijsexperiment "Brussels curriculum" - Evaluatie In zijn Beleidsbrief Onderwijs 2008 gaat de minister dieper in op de problematiek van het Brussels Nederlandstalig onderwijs. Hij verwijst hierbij ook naar de rondetafelconferentie m.b.t. het Brussels onderwijs die onlangs plaatsgevonden heeft. Een van de thema's die hij behandelt, is het curriculaire thema, waaronder het Brussels curriculum. De minister kondigt aan dat het experiment "Brussels curriculum" wordt voortgezet in de eerste graad van het secundair onderwijs. 1.Het Centrum voor de Linguïstiek van de Vrije Universiteit Brussel heeft een evaluatieonderzoek gedaan over het Brussels curriculum tijdens het schooljaar 2004-2005 (eindrapport januari 2006). Dit onderzoek vond plaats in drie delen: (i) in oktober observaties in alle scholen (11), (ii) in februari casestudies in drie scholen en (iii) in juni en juli een bevraging van het beleid en van andere onderwijsactoren. Welk gevolg heeft de minister gegeven aan deze evaluatie? In hoeverre heeft hij er rekening mee gehouden in zijn beleid rond dit curriculum? 2.Plant de minister een nieuwe evaluatie van het Brussels curriculum? Het evaluatieonderzoek was namelijk niet onverdeeld positief over het experiment. Beschikt de minister over nieuwe elementen of informatie die de voortzetting van dit project ondersteunen? 3.In opvolging van de vraag om uitleg van Sven Gatz in december 2006 (Handelingen C54 van 14 december 2006, blz. 4-7) heb ik de volgende vragen. Hoeveel scholen kiezen sinds dit schooljaar voor de variant om in de eerste graad meer taaluren te voorzien? Hoeveel scholen kiezen voor de tweede variant om een derde jaar in de eerste graad te voorzien? Hoe motiveren scholen welke keuze ze maken? Welke rol kan het Brussels curriculum blijven spelen om de uitdaging van de meertaligheid aan te pakken? Organisaties: • Germaanse Talen
Onderzoekers: • PIERRE VAN DE CRAEN
Juridisch advies omtrent impact van de Europese Unie reglementering op de Vlaamse werkgelegenheidsmaatregelen.
Vrije Universiteit Brussel Abstract: Juridisch advies omtrent impact van de Europese Unie reglementering op de Vlaamse werkgelegenheidsmaatregelen. Organisaties: • Internationaal en Europees recht
Onderzoekers: • TONY JORIS
Welk internationaal familierecht is nodig voor de goede werking van de interne markt. Universiteit Antwerpen Abstract: Steunend op de vaststelling dat de communautaire wetgever, in het raam van de justitiële samenwerking in burgerlijke zaken (art. 61c en 65 EG-Verdrag), steeds meer aandacht toont voor het uitvaardigen van communautaire maatregelen inzake internationaal familierecht, beoogt het project in te gaan op de meest prangende vragen betreffende de verhouding tussen het internationaal familierecht en het communautair integratieproces. Het project zal bestaan uit 2 grote delen. In het eerste deel zal worden ingegaan op fundamentele vragen over toelaatbaarheid, wenselijkheid, intensiteit en effecten van communautaire iprmaatregelen op het domein van familierecht. Zowel het institutioneelrechtelijk kader (m.i.v. de omvang van de communautaire bevoegdheden en de eventuele grenzen aan het optreden van de EG) als de impact van de verdragsbepalingen inzake vrij verkeer en non-discriminatie zullen worden onderzocht. In het tweede deel zal, mede in het licht van de onderzoeksresultaten uit het eerste deel, de aandacht gaan naar specifieke deeldomeinen van het internationaal familierecht. Beoogd wordt een kritische analyse te maken van bestaande en voorgenomen instrumenten, en in het bijzonder de Brussel II bis-verordening en maatregelen inzake het op scheiding toepasselijke recht (Rome III) en de wederzijdse erkenning op het gebied van de patrimoniale gevolgen van de scheiding van gehuwde en ongehuwde paren. Erfrecht zal niet als zodanig een apart onderzoeksthema zijn, maar zal op functionele wijze worden betrokken wanneer dit nodig blijkt voor de studie van andere genoemde aspecten. Beide delen van het project zullen worden onderzocht in studies van Europese experten inzake EG-recht, internationaal privaatrecht en (Europees) familierecht, die in boekvorm zullen worden gepubliceerd na debat en confrontatie met de ideeën van andere academici, practici (advocaten, magistraten) en Europese en nationale beleidsverantwoordelijken op een besloten seminarie. Organisaties: • Overheid en Recht
Onderzoekers: • Frederik Swennen • Johan Meeusen • Gerhard Straetmans • Marta Pertegas
Corepoint - Integratie van Kustonderzoek en Kustbeleid Universiteit Gent Abstract: Dit project tracht via verschillende case studies die verspreid zijn over verschillende partnerlanden (België, Nederland, UK, Ierland en Frankrijk) een zicht te krijgen op allerlei aspecten ivm Geïntegreerd Kustzonebeheer. Het Maritiem Instituut is de Belgische partner en zal het planningsproces van mariene beschermde gebieden in zee en van ruimtelijke ordening op strand opvolgen op basis van publieke participatie en lokale instanties. De informatie die uit de verschillende case studies gehaald wordt, zal worden omgevormd tot internationaal bruikbare instrumenten. Deze instrumenten zullen worden ondergebracht in een gedigitaliseerd "center of excellence" en zullen lokaal ter beschikking worden gesteld ovv school modules. Organisaties: • Vakgroep Internationaal publiekrecht
Onderzoekers: • Frank Maes
Ringstudie analyse van geneesmiddelen Universiteit Gent Abstract: Ontwikkeling van een gehaltebepaling en stabiliteitsstudie van een orale oplossing van 0,4% fluoxetuehydrochloride. Ringstudie analyse van geneesmiddelen. Organisaties: • Vakgroep Geneesmiddelenleer
Onderzoekers: • Guido Slegers
Onderzoek naar de mogelijkheden van hergebruik en recyclage na zuivering van water uit de wasserijsector Hogeschool Gent Abstract: Er wordt onderzocht als geselecteerde baden van centrifugerende wasmachines rechtstreeks hergebruikt kunnen worden. Door zuivering van de niet herbruikbare baden met een membraan bioreactor wordt er gehoopt water te recycleren. Organisaties: • Departement Toegepaste Ingenieurswetenschappen
Onderzoekers:
Coûts financiers directs et indirects engendrés par l'installation de systèmes d'air climatisé dans les voitures particulières. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Deze opdracht heeft betrekking op het ramen van de directe en indirecte financiële kosten van de installatie van systemen voor klimaatregeling in individuele voertuigen. De VUB-ETEC evalueert de directe en indirecte emissies van airco's in de context van het Brussels Hoodstedelijk Gewest. De ULB-CEESE berekent de financiële kosten. Organisaties: • Elektrotechniek-Energietechniek • Mobiliteit en voertuig technologie onderzoeksgroep
Onderzoekers: • Jean-Marc TIMMERMANS • JOERI VAN MIERLO
Nieuwe systemen voor de in vitro regeneratie van somatische stamcellen en adventiefscheuten bij planten Hogeschool Gent Abstract: De laatste jaren kwamen een aantal veelbelovende nieuwe middelen beschikbaar om somatische stamcellen te induceren: nieuwe cytokininen, cytokinine 'enhancers', van Rhodococcus fascians afgeleide signaalmoleculen enz. Somatische stamcellen vinden niet hun oorsprong
in het jonge embryo, maar ontstaan uit gedifferentieerde cellen. Ze geven aanleiding tot scheutmeristemen die uitgroeien tot adventiefscheuten. Voor elke plantensoort moeten echter de optimale combinaties en concentraties experimenteel bepaald worden. Dit wordt bij veel gewassen bemoeilijkt door de relatief lange tijd (2-6 maanden) die nodig is vooraleer gevormde adventiefscheuten visueel onderscheiden kunnen worden van calluscellen. Het centrale innovatieve idee van dit project is om transgene planten waarvan de stamcellen GFP (Green Fluorescent Proteïne) tot expressie brengen, te gebruiken als modelplant voor een snelle evaluatie van de effectiviteit van stamcelinducerende technieken. De behandelde in vitro explantaten, met name bladeren, wortels en dunne schijfjes kunnen hierbij na een tweetal weken visueel geëvalueerd worden op de aanwezigheid van stamcellen, die zich verraden als groepjes groen fluorescerende cellen. Dit experimenteel model laat de design toe van relatief omvangrijke multifactoriële proeven die relatief gemakkelijk op korte termijn te evalueren zijn. Een reeks opeenvolgende experimenten zou dan een snelle optimalisatie van de experimentele factoren toelaten. Deze kennis kan enerzijds gebruikt worden om protocols voor genetische transformatie te verbeteren of te ontwikkelen. Bij veel plantensoorten is het feit dat de somatische cellen incompetent zijn om stamcellen te vormen immers de grote bottleneck voor transformatie. Bij de zogenaamde recalcitrante planten is transformatie niet het enige doel. Scheutstamcellen en de hieruit ontstane adventiefscheuten vinden ook hun toepassingen in initiatie van nieuwe in vitro culturen, in vitro vermeerdering en mutagenese. Organisaties: • Departement Biowetenschappen en Landschapsarchitectuur • Vakgroep Plantaardige Productie
Onderzoekers: • Stefaan Werbrouck • Joris De Wilde
Doctoraatsbegeleiding Eric GUTKNECHT : Study of the Corticotropin releasing factor receptors signaling in a neuronal and in a peripheral cellular bachgroud. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De humane corticotropin-releasing factor receptoren CRF1 and CRF2? zijn in staat om tot het Gs proteine te koppelen. Gepostuleerd werd dat CRF receptoren ook in staat zijn om signaaloverdracht te medieren via stimulatie van het fosfolipase C enzyme. Binding en signaaleigenschappen van beide receptor subtypes werden recent onderzocht in humane embryonische nier 293 cellen en in humane SK-N-MC neuroblastoma cellen. Deze studies toonden aan dat de fosfolipase C-gemedieerde signaaloverdracht van CRF receptoren afhankelijk is van de cellulaire background. Verschillende experimentele benaderingen zullen aangewend worden om de onderliggende moleculaire mechanismen te ontrafelen; deze omvatten grondig onderzoek van: receptor-G protein interacties, de potentiele rol van accessory proteins zoals RAMPs, G protein receptor kinase-gemedieerde receptor fosforylatie en hierop volgende receptor internalisatie. Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • ERIC GUTKNECHT • GEORGES VAUQUELIN
Wetenschappelijk dienstbetoon cursussen (en hoorcolleges) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Diagnostiek bij laatadolescenten Organisaties: • Ontwikkelings- en Levenslooppsychologie
Onderzoekers: • INGRID KRISTOFFERSEN
Uitvoeren van rekmetingen op geselecteerde voorspanbalken van de vakken 18 tem 35 conform bestek 6340 Universiteit Gent Abstract: Het uitvoeren en rapproteren van rekmetingen op een aantal voorspanbalken van de vakken 18 tem 35 van de draagconstructie voor de uitbouw van de HSL-lijn Brussel-Antwerpen Centraal, meer specifiek het deelvak Berchem-Antwerpen Centraal, ter controle van het ontwerp en de uitvoering. Organisaties: • Vakgroep Civiele techniek
Onderzoekers: • Julien De Rouck
Reactor bypass Universiteit Gent Abstract: The effects of reactor bypass are investigated. Organisaties: • Vakgroep Chemische proceskunde en technische chemie
Onderzoekers: • Guy Marin
Onderzoek naar het cognitief functioneren van patiënten met een middelengebonden stoornis. Universiteit Antwerpen Abstract: Prominente onderzoekers onderkennen het verband tussen impulsiviteit en middelengebonden stoornissen. Daar deze persoonlijkheidstrek verschillende gedragingen waaronder 'novelty seeking', een gebrekkige gedragscontrole en disinhibitie omvat, is het essentieel uit te zoeken of elke gedragscomponenten even belangrijk is. Het onderhavige onderzoeksteam onderzoekt de functie van de disinhibitiecomponent bij abstinente alcoholici. Het team maakt hierbij gebruik van vragenlijsten, go no go paradigma's en goktaken. Organisaties: • Kind-, Jeugd- en Volwassenpsychiatrie (CAPRI)
Onderzoekers: • Bernard Sabbe
Screening naar Autismespectrumestoornissen bij kinderen en volwassenen met een verstandelijke beperking in voorzieningen in Vlaanderen Universiteit Gent Abstract: Met deze studie willen we de prevalentie van autismespectrumstoornissen (ASS) bij kinderen en volwassenen met een verstandelijke beperking bepalen. Aan de hand van de preventiestudie willen we eventuele problemen op vlak van diagnostiek naar ASS in de zorgsector voor kinderen en volwassenen met een verstandelijke beperking in kaart brengen. Organisaties:
• Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Herbert Roeyers
CHAMP: Cross-layer planning of home access networks for multiple play. Universiteit Antwerpen Abstract: CHAMP: Cross-layer planning of home access networks for multiple play. Organisaties: • Modeleren van Systemen en Internet Communicatie (MOSAIC)
Onderzoekers: • Christian Blondia
Fluctuerende asymmetrie bij vleeskippen als indicator van welzijn (verlenging) Universiteit Gent Abstract: De sector van de dierlijke productie staat onder druk om het welzijn van landbouwdieren te bevorderen. Een belangrijk struikerlblok hierbij is de moeilijkheid om dierenwelzijn objectief te meten in praktijkomstandigheden. Dit project onderzoekt in hoeverre compensatorische groei optreedt tijdens de ontogenetische ontwikkeling van braadkippen, en hoe deze moet geïntrepreteerd worden bij de studie van fluctuerende asymmetrie als welzijnsindicator. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Luc Lens
Onderzoek naar de effectiviteit van behandelingsprogramma's, specifiek voor patiënten met een dubbele diagnose. Universiteit Antwerpen Abstract: Het onderzoek kadert binnen de beleidsnota voor geestelijke gezondheidszorg (Aelvoet & Vandenbroucke, 2001) en de beleidsnota van de federale regering in verband met de drugsproblematiek (2001). In de eerste nota wordt gesteld dat er nood is aan specifieke aandacht voor de crisisopvang en behandeling van dubbele diagnose patiënten. In de tweede nota wordt gesteld dat de experimenten rond dubbele diagnose patiënten ondersteund en geëvalueerd dienen te worden. Het onderzoek spitst zich zowel toe op patiënten met een dubbele diagnose als op het personeel dat met deze patiënten werkt. Het eerste deel betreft de patiënten met een dubbele diagnose. In dit onderzoek zijn dubbele diagnose patiënten, patiënten die tezelfdertijd lijden aan een ernstige persisterende stoornis van psychotische aard en aan een middelengebonden stoornis. Er wordt getracht een antwoord te formuleren op volgende vragen: 1.Worden dubbele diagnose patiënten effectief behandeld indien zij een residentieel geïntegreerde behandeling volgen? 2.Is er een verschil in effectiviteit tussen residentieel geïntegreerde behandelingen en residentiële standaardbehandelingen? Organisaties: • Kind-, Jeugd- en Volwassenpsychiatrie (CAPRI)
Onderzoekers: • Bernard Sabbe
Mechanismen voor spanningscorrosie, oiv straling, voor roestvaste stalen in een PWR omgeving en hun gebruik in eindige elementen toepassingen (Doctoraat van Antoon STUER) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Spanningscorrosie onder invloed van straling, is een lokale vorm van corrosie, die voortkomt uit een ongunstige combinatie van spanningsconcentraties, materiaalstructuur en omgevingsinvloeden, beïnvloedt door straling. Het scheuren van het materiaal doet zich doorgaans voor als een niet duktiel, interkristallijn verschijnsel en wordt waargenomen in roestvaste stalen en nikkellegeringen, die gebruikt worden in nucleaire installaties, zoals BWR en PWR reactoren.. Internationale inspanningen richten zich tot het begrijpen van de onderliggende mechanismen en beogen in de toekomst tot een procedure te komen voor de evaluatie van de degradatie van reactormaterialen. Het doel van dit onderzoek is om (1) de mechanismen voor scheurvoortplanting te identificeren en te verifiëren en (2) hun mathematische beschrijving te implementeren in een numerieke simulatie structuur. Deze toepassing moet een hulpmiddel zijn om het fenomeen van de spanningscorrosie beter te begrijpen, en een mogelijkheid bieden om componenten, die onderworpen zijn aan invloeden die kunnen leiden tot scheurvoorplanting, te evalueren. Organisaties: • Metallurgie, Elektrochemie en Materialenkennis • Elektrotechniek-Energietechniek
Onderzoekers: • JEAN VEREECKEN • Antoon STUER • JOHAN DECONINCK
Smeltperformantie en residuele concentraties van ontijzeingsproducten Universiteit Gent Abstract: Studie naar optimalisatie van ontijzingsproducten met verhoogde smeltperformantie en verlaagd residu. Smeltperformantie en residuele concentraties van ontijzeingsproducten. Organisaties: • Vakgroep Biochemische en microbiele technologie
Onderzoekers: • Willy Verstraete
Nieuwe ziekten in een veranderende Europese omgeving (EDEN). Universiteit Antwerpen Abstract: Nieuwe ziekten in een veranderende Europese omgeving (EDEN). Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Herwig Leirs
Talige onzekerheid in pluricentrische taalgebieden. Een contrastief onderzoek naar taalnormering en taalattitudes in het Zweedse en Nederlandse taalgebied
Universiteit Gent Abstract: De hypothese dat sprekers in de niet-dominante delen van pluricentrische taalgebieden een grotere talige onzekerheid vertonen dan sprekers in het dominante deel wordt onderzocht aan de hand van opnames van radio- en tv-programma's, waarbij een aantal manifestaties van onzekerheid op verschillende talige niveaus geanalyseerd worden. Theoretische uitgangspunten zijn Clynes theorie over pluricentrische talen en Labovs theorie over 'linguistic insecurity'. Organisaties: • Vakgroep Scandinavistiek en Noord-Europakunde
Onderzoekers: • Genevieve Laureys
Automatische alignatie van vertaaleenheden onder het zinsniveau Hogeschool Gent Abstract: Het onderwerp van dit doctoraatsonderzoek is het automatisch aligneren van vertaaleenheden onder het zinsniveau. Het onderzoek situeert zich binnen het domein van de (ver)taaltechnologie, en is van direct nut voor de verdere ontwikkeling van bestaande vertaalhulpmiddelen, zoals vertaalgeheugens, terminologie-extractie en automatische vertaling. Organisaties: • Departement Vertaalkunde • Vakgroep Taaltechnologie • Vakgroep Engels
Onderzoekers: • Joost Buysschaert • Lieve Macken
Effecten van de verschillende justitiële afhandelingen voor druggebruikers Universiteit Gent Abstract: De laatste decennia werden alternatieven ingevoerd voor de klassieke strafrechtelijke reactie op druggebruikers. Dit onderzoek geeft een kritische beschrijving van deze alternatieven, gaat na wat de effecten voro de druggebruikers tegenover de alternatieven. Hiervoor worden een dossieranalyse op parketniveau en semi-gestructeerde interviews gebruikt. Organisaties: • Vakgroep Strafrecht en criminologie
Onderzoekers: • Brice De Ruyver • Paul Ponsaers
Intelligent communicatieplatform voor multimodaal transport Universiteit Gent Abstract: Dit project wil de samenwerking tussen verschillende partijen in het multimobaal vervoer verbeteren. Daarom zal een software communicatieplatform ontwikkeld worden dat de verschillende spelers in de sector bij elkaar brengt. Agententechnologie zal gebruikt worden voor de implementatie van het platform. Deze agenten treden op uit naam van een specifieke speler in de transportsector. Organisaties: • Vakgroep Geografie
Onderzoekers: • Frank Witlox
CHAMP: Plannen, over meerdere lagen, van toegangs- en thuisnetwerken voor multimedia Universiteit Gent Abstract: Het doel is de prestatie van toekomstige versies van het "triple play"-dienstenaanbod (dat momenteel VolP, SDTV en HSI data omvat) te onderzoeken in het toegangs- en thuisnetwerk. Verwacht wordt dat in de toekomst SDTV naar HDTV zal evolueren, en dat enkele nieuwe diensten, zoals het spelen van spelletjes, HiFi-audiostromen en applicaties rijk aan multimediacomponenten, bij dit dienstenaanbod gevoegd zullen worden. Organisaties: • Vakgroep Telecommunicatie en informatieverwerking
Onderzoekers: • Herwig Bruneel
Nieuwe methoden voor geïntegreerde risicobeoordeling van cumulatieve stressoren in Europa (NOMIRACLE). Universiteit Antwerpen Abstract: Nieuwe methoden voor geïntegreerde risicobeoordeling van cumulatieve stressoren in Europa (NOMIRACLE). Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Ronny Blust • Wim De Coen
De representatie van het lichaam in de laat-antieke fictie-literatuur Universiteit Gent Abstract: Studie van de voorstelling van het lichaam als "spiegel van de ziel" in de laat-antieke heidense en vroegchristelijke narratieve/fictionele literatuur, met de nadruk op de interferentie tussen fysiogenomische en medische tractaten enerzijds en de romaneske literatuur (Grieks-Romeinse romans en christelijke hagiografische teksten) anderzijds. Organisaties: • Vakgroep Latijn en Grieks
Onderzoekers: • Kristoffel Demoen • Danny Praet
Ouderen en onveiligheidsgevoelens. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Lezing in opdracht van de Koning Boudewijnstichting Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS • SASKIA DE GROOF • WENDY SMITS
Impact of computer-based feedback on ESL-learning Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Vertaalkunde • Vakgroep Engels
Onderzoekers: • Sonia Vandepitte
Studiebeurs voor wetenschappelijk onderzoek van Els VAN VALCKENBORGH (BAP-aanstelling !) Vrije Universiteit Brussel Abstract: De beurzen Emmanuel van der Schueren zijn bedoeld voor jonge kankeronderzoekers die niet kunnen terugvallen op overheidssteun. Zowel startende doctoraatsonderzoekers als onderzoekers die hun doctoraatsonderzoek afwerken, komen in aanmerking voor een beurs. Voor starters bedraagt de beurs maximaal 37.500 euro, voor afwerkers maximaal 65.000 euro. Organisaties: • Immunologie en Microbiologie
Onderzoekers: • Karin VANDERKERKEN
Zorg als nieuw sociaal risico. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project willen wij empirisch onderzoeken hoe - vertrekkende van een hoge afhankelijkheidsgraad (en derhalve kost) van de sociale zekerheid, lage arbeidsparticipatiegraden (vooral onder laaggeschoolden) en een relatief hoog niveau van (netto) minimumlonen - de publieke en private markt van zorgverlening (voor kinderen) kan uitgebreid worden, binnen de budgettaire beperkingen en mits handhaving (en verbetering) van de minimuminkomens uit arbeid en sociale zekerheid. Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Bea Cantillon
Uitgebreid onderzoek naar het radiosensitiserend mechanisme van nucleoside analogen, met het oog op een verbeterde toepassing van chemo- en radiotherapie voor de behandeling van kanker. Universiteit Antwerpen Abstract: Momenteel is er veel belangstelling voor onderzoek naar de interactie tussen chemo- en radiotherapie om de klinische toepassing ervan te optimaliseren. Gemcitabine is een nucleoside analoog met radiosensitiserende eigenschappen. In dit project zullen de moleculaire mechanismen van dit radioversterkend effect bestudeerd worden. Het radiosensitiserend effect is gecorreleerd met het celcycluseffect van gemcitabine. Daarom zal de rol van het checkpoint mechanisme bij dit radiosensitiserend effect bestudeerd worden. In een tweede fase zal worden nagegaan of de toegnomen apoptose na gemcitabine en/of radiotherapie tot stand komt via de mitochondriale of de receptor-gemedieerde weg. In het derde deel van de studie zal de invloed van gemcitabine op het herstel van stralingsgeïnduceerde DNA schade als mogelijk mechanisme van radiosensitisatie bestudeerd worden. Organisaties: • Moleculaire beeldvorming, Pathologie, Radiotherapie & Oncologie (MIPRO)
Onderzoekers: • Filip Lardon • Jan Vermorken • Bea Pauwels
De neuroimmunologische interactie bij Schistosoma mansoni infectie. Universiteit Antwerpen Abstract: De neuroimmunologische interactie bij Schistosoma mansoni infectie. Organisaties: • Laboratorium voor celbiologie en histologie
Onderzoekers: • Frederik De Jonge
NMR voor in vivo beeldvorming en spectroscopie op kleine dieren; 9.4 T magneet. Universiteit Antwerpen Abstract: NMR voor in vivo beeldvorming en spectroscopie op kleine dieren; 9.4 T magneet. Organisaties: • Bio-imaging
Onderzoekers: • Anne Marie Van Der Linden
Studie van een mogelijke interactie tussen twee metabole wegen belangrijk in de aanmaak van het botweefsel. Universiteit Antwerpen Abstract: Studie van een mogelijke interactie tussen twee metabole wegen belangrijk in de aanmaak van het botweefsel. Organisaties: • Medische genetica van obesitas en skeletaandoeningen (MGENOS)
Onderzoekers: • Wendy Balemans
Rol van diverse vormen van celdood bij de destabilisatie van atherosclerotische plaques. Universiteit Antwerpen
Abstract: Rol van diverse vormen van celdood bij de destabilisatie van atherosclerotische plaques. Organisaties: • Fysiofarmacologie (FAR)
Onderzoekers: • Wim Martinet
Studie van de vaccinatiegraad van jonge kinderen en adolescenten in Vlaanderen in 2004. (perceel 1 en perceel 2) Universiteit Antwerpen Abstract: Effectieve controle vereist surveillance van infectieziekten op verschillende vlakken, onder andere van vaccinatiegegevens. Vermits de registratiegegevens over vaccins van georganiseerde preventieve diensten niet volledig zijn, werd in 1999 voor de eerste maal een representatieve steekproef van de vaccinatiestatus van jonge kinderen tussen 18 en 24 maanden onderzocht. Deze meting wordt in 2005 herhaald en uitgebreid naar adolescenten en 7-jarigen om de actuele toestand te kennen en eventuele evoluties vast te stellen. In totaal zullen 3700 kinderen worden bevraagd over hun vaccinatietoestand. Bovendien zullen gemeenschappelijke kenmerken van niet- of onvolledig gevaccineerde kinderen worden nagegaan, met voorstellen voor beleidsondersteunende maatregelen als gevolg. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Pierre Van Damme
Ontwikkeling van een blootstellingsmodule voor activity-based mobiliteitsmodellen Universiteit Hasselt Abstract: De doelstelling van dit onderzoeksproject is de ontwikkeling van een geïntegreerd activity-based en emissie-model dat enerzijds zorgt voor een nauwkeurige bepaling van de emissies afkomstig van het wegverkeer, en anderzijds ook de persoonlijke blootstelling van deze emissies nauwkeuriger berekent. Ook is het een uitdaging om in deze blootstellingberekening een nauwkeurigere opsplitsing te bereiken; zowel geografisch als naar tijd en naar socio-demografische parameters. Activity-Based modellen kunnen hier bijdragen tot een oplossing. Door deze geïntegreerde aanpak kunnen verschillende beleidsscenarios geëvalueerd worden aan de hand van een wijziging in blootstelling aan verkeerspolluenten. Organisaties: • Data-analyse en Modellering • Instituut voor Mobiliteit
Onderzoekers: • Gerhard WETS • Carolien BECKX
VIB-Moleculaire genetica van tau-negatieve dementie gekoppeld met chromosoom 17. Universiteit Antwerpen Abstract: Gelieve aan te vullen a.u.b. Organisaties: • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Marc Cruts • Rosa Rademakers
Evidance base van preventiestrategieën middelengebruik inzake cannabisgebruik in Vlaanderen. Universiteit Antwerpen Abstract: Het onderzoek bestaat uit twee fasen. In de eerste fase wordt, aan de hand van een literatuurstudie, een overzicht gemaakt van drugpreventiestrategieën. Hierbij wordt aandacht besteed aan hun ontwikkeling, implementatie, evaluatie en evidence base. Tevens wordt de huidige Vlaamse drugpreventie situatie geschetst. In de tweede fase wordt een methode ontwikkeld die toelaat om een berekening te maken van de effecten inzake gezondheidswinst (op bevolkingsniveau) die kunnen worden verwacht wanneer deze strategieën zouden worden geïmplementeerd in Vlaanderen. Organisaties: • Epidemiologie en sociale geneeskunde (ESOC)
Onderzoekers: • Guido Van Hal
Stamcellen bij Macrostomum lignano (Macrostomida, Platyhelminthes): embryonale oorsprong en rol tijdens regeneratie Universiteit Gent Abstract: Alle multicellulaire organismen zijn afhankelijk van stamcellen voor hun overleving en handhaving. Een organisme met het potentieel om ons te informeren over somatische stamcelbiologie en de huidige experimentele beperkingen te overwinnen is de marien vrijlevende platworm Macrostomum lignano (Platyhelminthes, Macrostomida). Het doel van het hier voorgestelde onderzoek is de gedetailleerde karakterisatie van het stamcelsysteem van de platworm M. lignano. Dit houdt in: 1) het achterhalen van de embryonale oorsprong van de neoblasten door het opstellen van de volledige embryonale en postembryonale celgenealogie (?lineage?) en 2) de analyse van de rol van de neoblasten tijdens het regeneratieproces. Dit zal ons inzicht verschaffen op gebied van ontwikkeling, morfogenese, cellulaire differentiatie, regeneratie en fylogenie van deze basale platworm. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Gaetan Borgonie
Snelle detectie en identificatie van contaminanten in voedingsproducten met behulp van biosensoren. Universiteit Antwerpen Abstract: Snelle detectie en identificatie van contaminanten in voedingsproducten met behulp van biosensoren. Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Ronny Blust • Wim De Coen
Contractvoorwaarden van kredietinstellingen
Universiteit Gent Abstract: Onderzoek van algemene bankvoorwaarden en onrechtmaige bedrijven. Organisaties: • Vakgroep Burgerlijk Recht
Onderzoekers: • Walter De Bondt
Modellering van de interacties tussen macrofieten en rivierprocessen en hun effect op rivierkwaliteit. Universiteit Antwerpen Abstract: NELE DESMET Promotor: Prof. Dr. P. Meire (UA, Biologie) Co-promotor: Dr. Ir. P. Seuntjens (Vito, IMS) "Modellering van Waterkwaliteit: Effecten van Macrofyten" Rivieren zijn als laaggelegen linten in het landschap verzamelplaatsen voor verontreinigingen. Daardoor kunnen verhoogde concentraties aan micropolluenten, metalen en nutriënten in het watersysteem voorkomen, die tal van problemen veroorzaken voor mens en milieu. Eens aanwezig in de waterloop zijn polluenten en nutriënten onderhevig aan tal van fysische, chemische en biologische processen, die bepalend zijn voor de verspreiding in tijd en ruimte. Het modelleren van de waterkwaliteit vereist dan ook een dynamische benadering waarbij rekening gehouden moet worden met zowel transport- als transformatieprocessen. Bestaande waterkwaliteitsmodellen leveren reeds goede predicties in open (weinig vegetatie) waterlopen, maar vertonen nog belangrijke tekorten bij het in rekening brengen van de invloed die uitgaat van aanwezige waterplanten. De riviervegetatie, die integraal deel uitmaakt van de waterloop, zal immers interageren met de diverse processen en zo mee de kwaliteit van het water bepalen. Er zijn de rechtstreekse effecten van opname en transformatie, maar ook onrechtstreekse invloeden door wijziging van de hydrodynamische en fysico-chemische omstandigheden rond en tussen de waterplanten. De hoofddoelstelling van dit doctoraatsonderzoek is de interacties tussen waterplanten en de aquatische omgeving (water en sediment) te beschrijven, de effecten van deze wisselwerking op het lot van verontreinigingen in de waterloop te kwantificeren en dit alles te integreren in een waterkwaliteitsmodel. Hierbij zullen de diverse effecten van macrofyten op de verspreiding en beschikbaarheid van verontreinigingen in het rivierwater in beschouwing genomen worden. De resultaten van dit onderzoek zullen ondermeer hun toepassing vinden in het water- en milieubeleid. De integratie van aquatische vegetatie in het modellering is immers noodzakelijk om ook in (dicht) begroeide waterlopen goede predicties van de waterkwaliteit mogelijk te maken en om beheerswerken, zoals het maaien van macrofyten, te evalueren in termen van waterkwaliteit. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire • Nele Desmet
Valorisatie-acties in het kader van het LAQUAN project (Laat-Kwartaire klimaathistoriek van Antarctische kustmilieus: een multi-proxy benadering) Universiteit Gent Abstract: LAQUAN heeft tot doel een bijdrage te leveren tot de studie van de Laat-Kwartaire klimaatgeschiedenis van Antarctische ijsvrije oases, gebaseerd op een multi-proxy, multi-site onderzoek van sedimenten in kustmeren. Hiertoe werden moleculaire merkers en biomoleculen getest en inferrentiemodellen op basis van diatomeeën ontwikkeld. Met dit valorisatieproject zullen de bekomen resultaten worden gepubliceerd en openbaar gemaakt op workshops, congressen en symposia. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Wim Vyverman
Prijs "Robert Oppenheimer " 2004. Universiteit Antwerpen Abstract: Deze wetenschappelijke prijs werd toegekend voor algemene wetenschappelijke verdiensten Organisaties: • Plasma, Laser Ablatie en Oppervlakte-modellering (PLASMANT)
Onderzoekers: • Annemie Bogaerts
Vooruitgang in de wetenschap van het gehoor: van functionele genomica naar therapieën (EUROHEAR). Universiteit Antwerpen Abstract: Eurohear heeft twee onderling verbonden doelstellingen. Enerzijds beoogt het om fundamen-tele kennis te verwerven over de ontwikkeling en werking van het binnenoor en dit door de studie van de haarbundel, de synaps van de haarcel, motiliteit van de buitenste haarcel en kalium homeostase. Anderzijds beoogt het de identificatie van genen die erfelijk gehoorverlies veroorzaken in mens (monogeen gehoorverlies en presbyacusis) en muis. Daarenboven focust Eurohear ook op standaardisatie, implementaie en ontwikkeling van technologieën en op de ontwikkeling van nieuwe preventieve en therapeutische instrumenten voor gehoorverlies. Organisaties: • Menselijke moleculaire genetica
Onderzoekers: • Guido Van Camp
Compacte hoog-kwaliteit LED projectiesystemen (CLEP) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het doel van dit IWT project is de creatie van een nieuw innovatief technologieplatform binnen BARCO die hen in staat moet stellen om specifieke LED projectiesystemen te ontwikkelen in de toekomst. Het grote verschil van BARCO s toepassingen met de beschikbare ultra-compacte projectoren momenteel op de markt is dat de beoogde toepassingen een zeer hoge beeldkwaliteit vereisen. We willen verschillende optische architecturen onderzoeken voor projectiesystemen die LEDs gebruiken als lichtbron. Onze systemen moeten een minimale lichtstroom van 100 lm produceren wat zeker geen eenvoudige opdracht is, vermits de luminantie (lm/sr.m2) van de huidige LEDs eerder beperkt is. Vandaar dat innovatieve belichtingssystemen met LEDs ontwikkeld moeten worden om dit cruciale probleem op te lossen. Andere
aspecten van de beoogde projectiesystemen zijn hun hoge beeldkwaliteit en de beperkte afmetingen. Om deze twee eigenschappen te kunnen combineren zullen nieuwe optische architecturen ontwikkeld moeten worden die verschillen van de huidige architecturen voor projectiesystemen die booglampen gebruiken. Verder moeten de LED gebaseerde projectoren ook erg robuust en efficiënt zijn. Er is nood aan grondig experimenteel onderzoek van de LED lichtbronnen en de andere optische componenten om aan deze eisen te kunnen voldoen. Organisaties: • Toegepaste Natuurkunde en Fotonica
Onderzoekers: • HUGO THIENPONT
De Nationale Actieplannen voor sociale insluiting 2001-2003 en 2003-2005. Een inhoudelijke interpretatie van de resultaten van de indicatoren in functie van de vooropgezette doelstellingen en acties. Universiteit Antwerpen Abstract: De Nationale Actieplannen voor sociale insluiting 2001-2003 en 2003-2005. Een inhoudelijke interpretatie van de resultaten van de indicatoren in functie van de vooropgezette doelstellingen en acties. Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Bea Cantillon
Milieuvriendelijke hulpstoffen voor een duurzame gewasbescherming Universiteit Gent Abstract: Hulpstoffen zijn een noodzaak voor een adequate toediening van gewasbeschermingsmiddelen. Ze laten toe om met de laagst mogelijke dosis aan werkzame stof een voldoende bestrijdingseffect te realiseren. De oudere generatie van hulpstoffen (alkylfenolen, petroleumderivaten) staat ter discussie omwille van hun slecht toxicologisch profiel. Dit project beoogt om milieuvriendelijke alternatieven te vinden voor een duurzame gewasbescherming. Organisaties: • Vakgroep Gewasbescherming
Onderzoekers: • Walter Steurbaut
MRI apparatuur voor kleine en grote proefdieren. Universiteit Antwerpen Abstract: De Universiteit Antwerpen is een Europees excellentie centrum voor in vivo MRI van kleine proefdieren en wil de huidige ondertussen verouderde apparatuur aanvullen met een state of the art versie ten einde zijn excellentieniveau te kunnen behouden enerzijds en in te pikken op de groeiende vraag naar beeldvorming van kleine proefdieren vanuit de overige Vlaamse universiteiten anderzijds. Organisaties: • Bio-imaging
Onderzoekers: • Anne Marie Van Der Linden
ESF - project Coalition voor Turkse laaggeschoolde vrouwen. Universiteit Antwerpen Abstract: ESF - project Coalition voor Turkse laaggeschoolde vrouwen. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Jean Vranken
Prijs Gelijke Kansenbeleid van de UA. Universiteit Antwerpen Abstract: Prijs Gelijke Kansenbeleid van de UA. Organisaties: • Laboratorium Experimentele geneeskunde en Pediatrie (LEMP)
Onderzoekers: • An Bervoets
"Optimalisatie van het gebruik van de veiligheidsmonitor, ontwikkeling van een mini-monitor, een complementaire module en methodes voor afname van enquêtes" Universiteit Gent Abstract: Onder de optimalisatie van de veiligheidsmonitor wordt verstaan: - de ontwikkeling van een zogenaamde mini-monitor, een verkote versie van de bestaande vragenlijst van de veiligheidsmonitor - de ontwikkeling van een zogenaamde monitor-plus, welke de ambitie heeft meer fijnmazige vragen op te nemen in het vraagschema dan die bij de veiligheidsmonitor - een methodologische afweging aangaande de meest aangepaste surveymethodiek, in relatie tot het type vragenlijst, de doelgroep, de beoogde objectieven, de steekproefgrootte en de beschikbare middelen. Organisaties: • Vakgroep Strafrecht en criminologie
Onderzoekers: • Paul Ponsaers
Onderzoek naar geavanceerde simulatietechnieken voor hoogfrequent communicatiesystemen Universiteit Gent Abstract: In dit project worden nieuwe CAD-technieken onderzocht en geimplementeerd om on-chip interconnecties te modelleren met bijzondere aandacht voor de correcte modellering van het skin-effect in het frequentiegebied van DC tot 100 GHz. Onderzoek naar geavanceerde simulatietechnieken voor hoogfrequent communicatiesystemen. Organisaties: • Vakgroep Informatietechnologie
Onderzoekers: • Daniël De Zutter • Femke Olyslager
Een geïntegreerde Fourier-Transform massaspectrometer (FTMS). Universiteit Antwerpen Abstract: Een geïntegreerde Fourier-Transform massaspectrometer (FTMS). Organisaties: • Biomolecular & Analytical Mass Spectrometry (BAMS)
Onderzoekers: • Edgard Esmans • Henri Van Onckelen • Luc Moens
Changes in gene expression in different human cell types after irradiation. (Doctoraatsafwerking (6 mnd) van Marcella MORI) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Met behulp van cDNA microarrays zullen we de door straling geactiveerde moleculaire pathways onderzoeken die een rol spelen in getransformeerde en niet-getransformeerde humane cellen. Dit onderzoek kan een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van methodes om cellen gevoeliger te maken voor straling (van belang voor radiotherapie) of juist te beschermen tegen de gevolgen van straling. We zullen de effecten van straling op genexpressieprofielen in getransformeerde (Jurkat, HL60) en niet-getransformeerde humane hematopoietische cellen bepalen. Organisaties: • Farmacologie
Onderzoekers: • RON KOOIJMAN • ELISABETH PETERS
Implementatie van kennis aangaande drugs bij politie en magistratuur Universiteit Gent Abstract: Het onderzoek gaat na welke verschillen en gelijkenissen kunnen worden vastgesteld in het toepassen van kennis, vaardigheden en attitudes met betrekking tot drugs door politie en magistratuur. Op welke praktijkgerichte sociologische kennis aangaande drugs vallen politie (lokale politie en gerechtelijke diensten van de arrondissementen) en magistratuur (parket en zetelende magistratuur op niveau van eerste aanleg) terug bij hun reële functie-uitoefening? Organisaties: • Vakgroep Strafrecht en criminologie
Onderzoekers: • Brice De Ruyver • Paul Ponsaers
Registers van acute coronaire aanvallen in de stad Gent en in de regio Brugge Universiteit Gent Abstract: Doelstellingen: De tijdstrend van incidentie, lethaliteit en sterfte tgv acute coronaire aanvallen te volgen Bij te dragen tot kwaliteitsverbetering van sterftestatistieken De effectiviteit van behandelingswijze in de gezondheidszorg te beoordelen Organisaties: • Vakgroep Maatschappelijke gezondheidkunde
Onderzoekers: • Gui De Backer
"Fysica is cool": experimenteerkoffers. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project is het vervolgtraject op 'fysica is cool ' experimenteerkoffers', waarin 40 koffers werden ontwikkeld met allerhande fascinerende fysica experimenten voor gebruik in de humaniora. In het vervolgtraject wordt het assortiment aan preven verder uitgebreid, en worden themakoffers smamengesteld voor specifieke richtingen. Organisaties: • Biofysica en Biomedische Fysica
Onderzoekers: • Joris Dirckx
DELVE : Restructuring demining research from regional, intitiatieves within Europe. Vrije Universiteit Brussel Abstract: The project aims to build on EUDEM2 and similar information sharing initiatives going beyond them. Its goals are to: -Play a catalyst role in restructuring and defragmenting European demining research, thereby strengthening the European Research Area. -Avoid research duplication starting from the bottom by pushing/encouraging people to work together, or at least be well aware of each others activities and of the end users needs (a pro-active, but non-coercive role). -Avoid research duplication starting from the top by informing (R&D) decision makers and keep them aware of the latest developments and requirements. -Maintain and develop a central repository on demining related research (EUDEM2 Website and underlying database). -Encourage the creation of 2-4 Regional Networks based on the NDRF or HUDEM model. -Encourage the creation of 2-4 Topical Networks on specific R&D issues, e.g. metal detectors, remote sensing, soil problems etc -Enhance/encourage researcher mobility, and early take-up of real needs. Understanding real end-user needs remains a key-issue. Most end-user organizations do welcome researchers very much to stay on the field for a week or longer to experience the real field life. The DELVE project could provide a list of end-user organizations and their locations so that the access to the field conditions is facilitated to the researchers. -Generate clear overviews of national and supranational research activities (e.g. building organigrams (organizational charts) like the ones initiated within EUDEM2 and schematic overviews of which Ministry or Agency is responsible for what in which country in regard to Humanitarian Demining) for the most important European countries (in terms of demining R&D), in particular UK, F, D, NL, Nordic Countries. -Put people in contact with each other in an active and passive way. Active through personal contacts with organisations that are carrying out similar research activities and passive through the information provide about other organisations and their activities via a database that is available on the www. -Study North American, Japanese, Australian, South African R&D approaches. During the last EUDEM2 conference a lot of new contacts and relationships were initiated, especially on the international scene. It is important to keep this momentum alive and encourage international collaboration. -The promising echoes to close the gap between military applications and humanitarian applications as stated in the Petersberg tasks is not visible yet. DELVE could study this initiative and help to disseminate the current results obtained.
Organisaties: • Elektronica en Informatica
Onderzoekers: • HICHEM SAHLI
Wetenschappelijke, logistieke en administratieve voorbereiding en uitvoering van een zomercursus met als thema : "Faith-based Radicalism : Christianity, Islam and Judaism between constructive activism and destructive fanaticism". Universiteit Antwerpen Abstract: Wetenschappelijke, logistieke en administratieve voorbereiding en uitvoering van een zomercursus met als thema : "Faith-based Radicalism : Christianity, Islam and Judaism between constructive activism and destructive fanaticism". Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES) • Centrum voor Migratie en Interculturele Studies (CeMIS)
Onderzoekers: • Christiane Timmerman
Preklinische studie naar de combinatie van nieuwe chemotherapeutica en radiotherapie, in het kader van de optimalisatie van kankerbehandelingsmethoden. Universiteit Antwerpen Abstract: Bij de behandeling van tumoren wordt de combinatie van chemo- en radiotherapie steeds vaker succesvol toegepast. Naast het voordeel van de combinatie van zowel een lokale als een systemische behandeling, is er bij sommige combinaties sprake van een interactie tussen de verschillende therapieen met als gevolg radiosensitisatie. In dit onderzoek wordt met name gekeken naar de mogelijke interacties tussen nieuwe cytostatica, waaronder ET-743, vinflunine en vinorelbine, en radiotherapie in tumorale cellijnen en normale cellen. De interactie wordt verder in beeld gebracht aan de hand van o.a. celcyclusanalyse en apoptosemetingen. Met deze studie gaan we nagaan of er al dan niet een verband bestaat tussen het waargenomen radiosensitiserend effect en de celcyclus effecten van vinflunine. We zullen hierbij korte incubatietijden en intervallen tussen de vinflunine behandeling en de bestraling bekijken. Deze resultaten gaan we vergelijken met de 24-uurs behandeling met vinflunine vlak voor de bestraling om te zien of het radiosensitiserend effect door de verschillende behandelingsschema's beïnvloed wordt en we hiervoor een verklaring kunnen vinden in de waargenomen celcyclus effecten van vinflunine. Organisaties: • Moleculaire beeldvorming, Pathologie, Radiotherapie & Oncologie (MIPRO)
Onderzoekers: • Cindy Simoens
Jongerengroepen en het openbaar vervoer Universiteit Gent Abstract: De Federale Politie heeft verzocht om een actiegericht onderzoek naar de problematiek van verschillende vormen van overlast op het openbaar vervoer. Bedoeling is dat een fenomeenanalyse en dadergroepanalyse omtrent het fenomeen wordt uitgevoerd. Dit wordt aangevuld met een odnerzoek naar onveiligheidsbeleving, onder meer bij gebruikers van het openbaar vervoer en via sleutelinformanten. Na een grondige evaluatie van politionele initiatieven, in binnen- en in buitenland, zullen aanbevelingen worden geformuleerd om het fenomeen aan te pakken. Organisaties: • Vakgroep Strafrecht en criminologie
Onderzoekers: • Gert Vermeulen • Jenneke Christiaens
Uitwerking en validatie van een niet-invasieve methodiek voor analyse van genetische effecten en blootstelling aan genotoxische stoffen bij de mens. Universiteit Antwerpen Abstract: Uitwerking en validatie van een niet-invasieve methodiek voor analyse van genetische effecten en blootstelling aan genotoxische stoffen bij de mens. Organisaties: • Departement Biomedische Wetenschappen - overige
Onderzoekers: • Luc Verschaeve • Heidi Dhondt
Meta-analyse van de impact van lokale projecten drugoverlast (METAN) Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoek richt de aandacht op de evaluatie van de maatregelen en initiatieven in het kader van het lokale drugplan, dan wel van het drugsluik in de lopende veiligheidsplannen, en meer bepaald op de evaluatie van lokale maatregelen en initiatieven die gericht zijn op het indijken van druggerelateerde overlast. Organisaties: • Vakgroep Strafrecht en criminologie
Onderzoekers: • Brice De Ruyver • Paul Ponsaers
RVA Panel : Het samenstellen van een paneldatabestand voor longitudinaal onderzoek in de schoot van de RVA. Universiteit Antwerpen Abstract: RVA Panel : Het samenstellen van een paneldatabestand voor longitudinaal onderzoek in de schoot van de RVA. Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Mike Smet • Godelieve De Lathouwer • Cornelius Van den Bosch
Geneesmiddelen onderzoeksplatform voor tropische parasitaire ziekten binnen een publieke-private partner alliantie.
Universiteit Antwerpen Abstract: De Universiteit Antwerpen (UA), het Instituut voor Tropische Geneeskunde Antwerpen (ITMA) en een farmaceutische industrie partner Tibotec hebben tot een samenwerking besloten voor het identificeren van nieuwe `lead' verbindingen tegen tropische en verwaarloosde ziekten, zoals malaria, leishmaniasis, slaapziekte en Chagas ziekte. Hierbij zal een in vitro test batterij voor middelgrote doorvoer worden op punt gesteld vanuit de gezamelijke technische know-how en die aan de huidige screeningsnoden van WHO-TDR tegemoet komt. Teststoffen (chemische en natuurlijke) zullen verkregen worden vanuit de bestaande netwerken waarbij tevens een aangepaste logistiek zal worden geimplementeerd. Een secundair objectief is de evaluatie van 'geneesmiddel ontwikkelbaarheid' door een vroege farmacologische en pre-klinische profilering van geselecteerde `hits'. Het project beperkt zich specifiek tot deze tropische ziekten die binnen de prioriteit van WHO-TDR liggen en levert realistische mogelijkheden om nieuwe 'drug leads' te identificeren. Organisaties: • Laboratorium voor Microbiologie, Parasitologie en Hygiëne (LMPH)
Onderzoekers: • Louis Maes • Paul F R C M Cos
Virtuele Bibliotheek politie-justitie Universiteit Gent Abstract: In het project zal men nagaan of het mogelijk is om een webplatform te creëeren waar politiemensen informatie kunnen opzoeken en contextualiseren met het oog op de bevordering van de interpretatie van gerechtelijke gegevens en de analyse van criminele fenomenen. Er wordt een lastenboek opgesteld betreffende de ontwikkeling van een onthaalportaal. De voor- en nadelen van het systeem zullen geëvalueerd worden. In de eerste plaats wordt dit systeem ontwikkeld voor de federale politie, maar in een latere fase wordt gekene of een eventuele uitbreiding naar justitie en wetenschap mogelijk is. Organisaties: • Vakgroep Strafrecht en criminologie
Onderzoekers: • Paul Ponsaers
Prijs van de BFVUG 2004. Universiteit Antwerpen Abstract: Prijs van de BFVUG 2004. Organisaties: • Literatuur van de moderniteit
Onderzoekers: • An Van Hecke
De evaluatie van de beleidsmaatregelen uit de Nationale Actieplannen Sociale Insluiting 2001-2003 en 2003-2005 voor het thema "Menswaardig Inkomen". Universiteit Antwerpen Abstract: De evaluatie van de beleidsmaatregelen uit de Nationale Actieplannen Sociale Insluiting 2001-2003 en 2003-2005 voor het thema "Menswaardig Inkomen". Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Jean Vranken
Nanoanalysis using finely focused ion and electron beams (NANOBEAMS). Universiteit Antwerpen Abstract: Nanoanalysis using finely focused ion and electron beams (NANOBEAMS). Organisaties: • Massaspectrometrie (Mitac 5)
Onderzoekers: • Luc Van Vaeck
Studie inzake de toepassing van 1409/1410 Ger. W. op pensioenen en sociale uitkeringen Vrije Universiteit Brussel Abstract: Onbeslagbaar inkomen Organisaties: • Sociaal Recht
Onderzoekers: • GUIDO VAN LIMBERGHEN
Schoolkostenmonitor. Universiteit Antwerpen Abstract: Schoolkostenmonitor. Organisaties: • School Onderwijs Stad & Samenleving (SOS & S)
Onderzoekers: • Paul Mahieu
Tweede expert opinie met betrekking tot biobeschikbaarheid van Cadmium i sedimenten. Universiteit Antwerpen Abstract: Deze studie geeft een kritische evaluatie van twee documenten opgesteld door de industrie waarin het gebruik van het AVS/SEM model voor de voorspelling van biobeschikbaarheid van cadmium vanuit sedimenten wordt voorgesteld. Uit de kritische evaluatie blijkt dat momenteel er nog teveel onzekerheden bestaan over het AVS/SEM model om het nu al in een ricio evaluatie te implementeren. Bijkomend onderzoek is vereist om de methode te valideren. Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers:
• Lieven Bervoets
Clusterproject : Valorisatie van transportmodellen voor een duurzaam transport Vrije Universiteit Brussel Abstract: Transport en duurzame ontwikkeling zijn onmiskenbaar met elkaar verbonden. Het feit dat de auto nog steeds het meest gebruikt wordt voor het maken van verplaatsingen heeft duidelijk aangetoonde negatieve effecten op de omgeving. De vooruitzichten voor het autogebruik beloven niet meteen een verandering in deze evolutie. Het vervoer van personen (waartoe we ons in dit project beperken) en de verwachte toekomstige ontwikkelingen leggen dan ook een zware hypotheek op de duurzame ontwikkeling van onze samenleving. Door belangrijke projecten en toonaangevende wetenschappelijke partners in het domein van duurzame mobiliteit samen te brengen kunnen we de wetenschappelijke kennis die aanwezig is in de organisaties van verschillende clusterpartners delen, verspreiden en valideren. Meer specifiek kan deze expertise gestructureerd worden in de volgende onderwerpen, die direct gelinkt zijn aan duurzame mobiliteit: - emissiemodellen - activiteiten-gebaseerde modellering - data consolidatiemodellen - demografie Het doelpubliek van onze acties zijn leden van de verschillende Belgische beleidsniveaus, administratie, onderzoeksinstellingen en studiebureaus. Concreet organiseren we een aantal workshops: een deel intern tussen de verschillende clusterpartners, een ander deel specifiek gericht naar het doelpubliek. Het doel van de workshops is een interactieve benadering van het thema, waarbij de input zowel van de clusterpartners als van het publiek komt. Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • IGNACE GLORIEUX • SUZANA KOELET
Levenslang leren en de terugkeer van volwassenen naar het hoger onderwijs. Universiteit Antwerpen Abstract: De moderne arbeidsmarkt vraagt een grote flexibiliteit. Werknemers dienen hun kennis en vaardigheden permanent te ontwikkelen. Een belangrijke beleidspiste is het faciliteren van deelname aan het hoger onderwijs van volwassenen. Dit VIONA-onderzoek wil met een explorerende studie bijdragen tot betere inzichten en kennis op dit domein, toegespitst op Vlaanderen. In eerste instantie wordt de participatie van volwassenen aan het hoger onderwijs op basis van de administratieve Databank Tertiair Onderwijs onderzocht. In een explorerende survey peilen we vervolgens naar het profiel, de motivaties, de barrières en de ervaringen van de volwassenen in het hoger onderwijs en de gevolgen voor hun beroepsloopbaan. Tevens worden een aantal instellingen van het hoger onderwijs bevraagd over de geleverde inspanningen op het vlak van levenslang leren, de moeilijkheden die ze hierbij ondervinden, de middelen die worden ingezet, enz. Tenslotte brengen we de instrumenten in kaart die de intrede of terugkeer van volwassenen naar het hoger onderwijs in Vlaanderen ondersteunen. Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Bea Cantillon • Godelieve De Lathouwer
Intergovernmental Panel on Climate Change Universiteit Antwerpen Abstract: Intergovernmental Panel on Climate Change Organisaties: • Engineering Management
Onderzoekers: • Aviel Verbruggen
Studie met het oog op internationale positionering en benchmarking van het MUHKA en het S.M.A.K. Universiteit Antwerpen Abstract: Studie met het oog op internationale positionering en benchmarking van het MUHKA en het S.M.A.K. Organisaties: • Management
Onderzoekers: • Guido De Brabander
Poverty reduction strategy papers. Universiteit Antwerpen Abstract: PRSP is een afkorting voor een nieuwe en ambitieuze benadering van de multilaterale en bilaterale ontwikkelingshulp aan arme inkomenslanden die sinds 2000 werd ingevoerd en waaraan België meewerkt. Het project betreft een beleidsondersteunend steunpunt (BOS) dat werd goedgekeurd voor 4 werkingsjaren. Het steunpunt concentreert zich rond de volgende drie prioritaire thema's m.b.t. PRSP, met gender als transversaal aandachtspunt : de politieke economie van de PRSP; Monitoring en evaluatie van de PRSP; en fiscale en budgettaire aspecten. De activiteiten in het kader van het steunpunt "PRSP" bestaan hoofdzakelijk uit (i) dienstverlening (producten aan de overheid) overeenstemmend met indicatief 20% van het budget, m.n. trekkingsrechten voor vorming, advies, opmaak beleidsdocumenten, etc., en (ii) wetenschappelijk onderzoek (academische output), m.n. indicatief 80% van het budget. Organisaties: • Instituut voor Ontwikkelingsbeleid en -beheer - overige • AID Policy
Onderzoekers: • Robrecht Renard • Nathalie Holvoet • Nadia Molenaers • Danny Cassimon
De relatie tussen sociale participatie, culturele participatie en gevoelens van onveiligheid en etnocentrisme Vrije Universiteit Brussel Abstract: In het kader van de studiedag 'Vlaanderen gepeild' (september 2005) van de administratie Planning en Statistiek van de Vlaamse Gemeenschap voorziet de onderzoeksgroep TOR in een bijdrage die handelt over de cultuurparticipatie van de Vlamingen. Deze bijdrage zal ondermeer steunen op de APS-surveys van 2003 en 2004 en belicht de relaties tussen de sociale participatie, cultuurparticipatie en mens- en
maatschappijbeelden van Vlamingen. In tegenstelling met de idee van de individuele, culturele 'bricoleur' stelt recent Vlaams en Nederlands onderzoek vast dat de smaakvoorkeuren en vrijetijdsbesteding van individuen samenhangen met collectieve determinanten zoals opleidingsniveau, leeftijd, geslacht en familiale herkomst. Sommige auteurs stellen dat bij de studie van de vrijetijdsbesteding echter te weinig rekening wordt gehouden met de sociale netwerken waarin individuen zich bevinden en met de mate waarin deze individuen aan het verenigingsleven participeren. In eerste instantie trachten we na te gaan of de sociale netwerken van een individu zich opwerpen als een 'autonoom' socialiserend milieu en of er inderdaad sprake is van een zelfstandige invloed van sociale participatie, dus gecontroleerd voor factoren als geslacht, opleiding en familiale afkomst, op de cultuurparticipatie van verenigingsleden. Cultuurparticipatie vatten we voor deze studie op als de deelname aan de 'legitieme' cultuur of, anders gezegd, aan hoogculturele activiteiten, zoals museumbezoek, theatervoorstellingen, enzovoort. Dat participatie aan het verenigingsleven gevoelens van onbehagen en een pessimistisch mens- en maatschappijbeeld tegenwerkt, is reeds bekend. De invloed van cultuurparticipatie op dergelijke attitudes is daarentegen minder uitvoerig verkend. Tweede onderzoeksvraag betreft dan ook of de Vlaamse situatie aansluit bij de bevindingen uit internationaal onderzoek en dus inderdaad sprake is van een autonome invloed van cultuurparticipatie op persoonlijke ervaringen van onveiligheid en etnocentrisme. Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS • Jan CLAEYS
Evaluatie van de inhoudelijke en financiële aspecten van het Vlaams inburgeringsbeleid. Universiteit Antwerpen Abstract: Evaluatie van de inhoudelijke en financiële aspecten van het Vlaams inburgeringsbeleid. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES) • Centrum voor Migratie en Interculturele Studies (CeMIS)
Onderzoekers: • Christiane Timmerman
Cluster beheer van mariene incidenten (MIMAC) Universiteit Gent Abstract: De cluster brengt 2 projecten samen: DIMAS (Development of an Integrated Database for the Management of Acciddental Spills) en RAMA (Risk Analysis of Marine Activities in the Belgian Part of the North Sea). Beide projecten focussen op een verschillend aspect van marine ongelukken. Het DIMAS project mikt op de ontwikkeling van een database van relavante en prioritaire stoffen in geval van een ongeluk en samenhangende lozing op zee. Op deze manier is er betrouwbare en makkelijk te interpreteren mariene specifieke informatie beschikbaar. De belangrijkste elementen zijn de directe en indirecte effecten van deze stoffen op de mariene biota en het inschatten van de beschikbare data kwaliteit. Het RAMA project behandelt de analyse van de risico?s en gevaren verbonden met de scheepvaart op de Noordzee, de mogelijke milieu impact van accidentele lozingen en ontwikkelt aanbevelingen voor het verbeteren van de bestaande nood- en interventieplanning. Organisaties: • Vakgroep Internationaal publiekrecht
Onderzoekers: • Caroline Janssen • Frank Maes
Ontwikkeling van een sociale conjunctuur-barometer. Universiteit Antwerpen Abstract: Ontwikkeling van een sociale conjunctuur-barometer. Organisaties: • Welzijn en verzorgingsstaat
Onderzoekers: • Jozef Breda
INTELLICON :Intelligent DC/DC Convertor for fuel cell road vehicles. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Hybride drijflijnen bestaan uit een energiebron, een energieopslag een een drijflijn. Batterijen gebruikt als energieopslag zijn meestal duur, zwaar en vergen onderhoud. De Intellicon drijflijn vervangt de batterij door een nieuwsoortige DC/DC omzetter, die als interface fungeert tussen de brandstofcel (energiebron), condensatoren (energieopslag) en de dirjflijn. Supercondensatoren laten een energieopslag toe met een hoog vermogen, licht gewicht en een levensduur gelijk aan die van het voertuig. De DC/DC omzetter bewaakt de veiligheid en betrouwbaarheid van de brandstofcel door een intelligente controle van de condensatorspanning gedurende acceleraties en deceleraties, zodat de brandstofcel steeds een optimaal vermogen kan leveren. Het is immers niet voldoende om batterijen zonder meer door supercondensatoren te vervangen, gezien deze laatste moeten geladen worden tot aan hun maximum spanning. De kleine, lichte en goedkope DC/DC omzetter zal competitief moeten zijn met een conventionele batterij; de hoofddoelstellingen van Intellicon zijn dan ook de reductie van het gewicht, de kostprijs en het onderhoud van de drijflijn. Om een hoge vermogendichtheid te bekomen, zullen efficiënte schakeltechnieken aan hoge frequentie (ca. 200 kHz) gebruikt worden, evenals geavanceerde magnetische kringen. Gezien deze normaal niet gebruikt worden voor de beschouwde vermogens, zeker niet in toepassingen die zeer kritisch zijn wat betreft volume, gewicht en kostprijs, zal dit een substantiële onderzoeksinspanning betekenen. Ook het thermisch beheer van het systeem zal nauwlettend worden onderzocht. Organisaties: • Elektrotechniek-Energietechniek • Mobiliteit en voertuig technologie onderzoeksgroep
Onderzoekers: • PHILIPPE LATAIRE • Jean-Marc TIMMERMANS • Yonghua CHENG • JOERI VAN MIERLO
Bijdrage tot de publicatie VRIND 2004 m.b.t. het hoofdstuk "Gezinnen versterken, zorgen voor mekaar en samenleven" in het bijzonder wat de welzijnsaspecten betreft. Universiteit Antwerpen
Abstract: Bijdrage tot de publicatie VRIND 2004 m.b.t. het hoofdstuk "Gezinnen versterken, zorgen voor mekaar en samenleven" in het bijzonder wat de welzijnsaspecten betreft. Organisaties: • Welzijn en verzorgingsstaat
Onderzoekers: • Jozef Breda
Haalbaarheid van een participatief modelleringsproces inzake risicobepaling van pesticiden. Universiteit Antwerpen Abstract: De doelstellingen van het project zijn de volgende : -de mees geschikte participatieve methodologie te ontwikkelen voor een bruikbare input van burgers bij de modellering van risicobepaling van pesticiden; -testen van de methodologie, en zijn haalbaarheid definiëren; -contacten leggen met geïnteresseerde participanten en potentiële organiserende instellingen. Organisaties: • Engineering Management
Onderzoekers: • Lieve Goorden
EU standaarden voor bescherming van getuigen en samenwerking met het gerecht Universiteit Gent Abstract: Het project is erop gericht relevante wetgeving betreffende getuigenbescherming (incl. de anonieme getuige en de bedreigde getuige) en de samenwerking met de gerechtelijke autoriteiten van person die betrokken zijn of waren bij terrorisme of georganiseerde misdaad te bestuderen. In een eerste fase wordt de nationale wetgeving van België, Italië en Litouwen bestudeerd en worden er interviews afgenomen om de praktische ervaringen en problemen te beoordelen. Door een rechtsvergelijkende oefening zullen dan aanbevelingen geformuleerd worden. In een tweede fase worden de Europese en internationale standaarden met betrekking tot de bovenvermelde onderwerpen bestudeerd. Beide fases zullen essentieel blijken om tot een conclusie te komen. De algemene doelstelling van het project is een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van: een voorstel tot een EU kaderbesluit betreffende anonieme getuigen, beschermde getuigen, samenwerkers met het gerecht. Organisaties: • Vakgroep Strafrecht en criminologie
Onderzoekers: • Gert Vermeulen
Onderzoek naar de efficiëntie en meerwaarde van de projecten gestructureerde kortdurende residentiële begeleiding Universiteit Gent Abstract: Nagaan van de effectiviteit van deze GKRB bij de uitstroom van jongeren uit de gemeenschapsinstellingen en het ontwikkelen van een evaluatie instrument voor deze vorm van hulpverlening. Onderzoek naar de efficiëntie en meerwaarde van de projecten gestructureerde kortdurende residentiële begeleiding. Organisaties: • Vakgroep Sociale agogiek
Onderzoekers: • Maria De Bie
Studie naar de wereldwijde vergrijzing en de gezondheid van ouderen. Universiteit Antwerpen Abstract: Het onderzoek heeft als doel de ijkende vignettes methode te testen die in de WHO-studie "Wereldwijde vergrijzing en gezondheid van ouderen" gebruikt wordt. De vignettes methode wordt gebruikt om de cross-nationale vergelijkbaarheid van adata en/of resultaten uit de Shareenquête te verbeteren. Het eerste doel van het onderzoek bestaat er in om onderzoekers en veldwerkers bijkomedn te trainen in het gebruik van de vignettes methodologie. Een tweede objectief is het interviewen van minimaal 500 random geselecteerde volwassenen, ouder dan 50, met behulp van de drop-off gezondheidsvragenlijst waarin de WHO vignettesmethodologie opgenomen zijn. Organisaties: • Centrum voor Longitudinaal en Levensloop Onderzoek (CELLO)
Onderzoekers: • Dimitry Mortelmans
Tot uw dienst-II. Universiteit Antwerpen Abstract: In 2002 werd DIDASCALIA gecontacteerd door de Horecafederatie om hen bij te staan in het ontwikkelen van didactisch materiaal ter verbetering van de taalvaardigheid in de horeca-en toerismesector. In samenwerking met de verschillende opdrachtgevers (o.a. VDAB, FOREM, Bruxelles Formation, Toerisme Vlaanderen, ... ) heeft DIDASCALIA het concept en het design vastgelegd. Ook de didactische begeleiding van de auteurs, de projectcoördinatie en de ontwikkeling van het prototype gebeurde door DIDASCALIA. In 2004 werd DIDASCALIA gevraagd om het vervolg op de eerste cd-rom te begeleiden. Op basis van een enquête bij de gebruikers besloten de verschillende partners om: §het woordenboek uit te breiden met alle verbogen en vervoegde vormen in de vier talen, §de oefeningen in De Put der Wijsheid uit te breiden, §een nieuwe werkvorm aan te bieden (De Onverzadigbare Klant), §de ingebouwde tutor een grotere begeleidende rol te geven, §de oefeningen adaptief aan te bieden met als hoogste niveau full random van de vier talen en §bijkomende softwaretoepassingen toe te voegen (een virtueel bezoek, extra animatie, ...). Aangezien de doelgroep uit beginners bestaat en niet door de traditionele opleidingscentra bereikt wordt, werd gekozen voor een speelse en constructivistische aanpak. Met de bovenvermelde uitbreidingen wordt deze aanpak consequent verdergezet en uitgebreid. De leerder komt terecht in een virtuele stad en kiest in welke sector hij aan de slag wil. Hij kiest een job en striptekeningen plaatsen de leerder onmiddellijk 'on the spot' in een taalsituatie, waar hij geconfronteerd wordt met vragen van klanten. Het is zijn opdracht hierop een zo gepast mogelijk antwoord te formuleren en te kiezen uit de verschillende mogelijkheden om aan de vraag van de klant te voldoen. Dit houdt eveneens in dat de leerders zelfredzaamheid aanleren door bijvoorbeeld te vragen of hij zijn vraag kan herhalen. De klant herhaalt zijn vraag op vereenvoudigde wijze en de leerder krijgt opnieuw de mogelijkheid om te antwoorden. Indien dit niet lukt, kan hij 'hulplijnen' zoals het woordenboek inroepen of de achtergrondinformatie raadplegen. Bij het oplossen van deze probleemsituaties kan de leerder punten verzamelen. Het spelelement en de lay-out 'op maat' van de taalsituaties geven het programma een duidelijke meerwaarde en motiveren de leerders om zoveel mogelijk interimjobs aan te
nemen. De reacties bij de gebruikers waren positief tot zeer positief. Met de uitbreiding op de bestaande cd-rom beoogt DIDASCALIA de leerders nog beter te begeleiden en hen bij te staan in het leren van vreemde talen om de klantvriendelijkheid binnen de verschillende sectoren te verbeteren. Organisaties: • Didascalia
Onderzoekers: • Jozef Colpaert
Identification of molecular signatures associated with haematogenous and lymphogenous micrometastases in patients with early breast cancer. Universiteit Antwerpen Abstract: Identification of molecular signatures associated with haematogenous and lymphogenous micrometastases in patients with early breast cancer. Organisaties: • Moleculaire beeldvorming, Pathologie, Radiotherapie & Oncologie (MIPRO)
Onderzoekers: • Eric Van Marck
Prijs Hilde BRUERS 2004 Vrije Universiteit Brussel Abstract: -Prijs Hilde BRUERS 2004 Organisaties: • Embryologie en Menselijke Genetica
Onderzoekers: • INGEBORG LIEBAERS
Studie over publieke financiering en kostenberekening van zeehavens in de EU (Zeehavens) Vrije Universiteit Brussel Abstract: De Europese Commissie vraagt een studie om de bestaande basisinformatie aan te vullen dmv een dubbele aanpak door het identificeren en analyseren van directe (conventionele) informatiebronnen, en tegelijkertijd uit indirecte (alternatieve) informatiebronnen te tappen. Organisaties: • Bedrijfseconomie en Strategisch Beleid
Onderzoekers: • ALAIN VERBEKE • CATHY MACHARIS
Bodemmeetnet in de bossen van het Vlaamse Gewest Universiteit Gent Abstract: Deze onderzoeksopdracht kadert in het project tot operationalisering van het bodemmeetnet in de bossen van het Vlaamse gewets, overeenkomstig de richtlijnen gegeven door "Internationaal Cooperative Programme on Assessment and Monitoring of Air Pollution Effects on Forests in the ECE-Region" (UNEP-UN/ECE). Analyse van water uit lysi-meters, doorvalwater, stamafvloeiwater en vrije veldwater. Organisaties: • Vakgroep Geologie en bodemkunde
Onderzoekers: • Eric Van Ranst
Wilms tumor gen (WT1) mRNA-getransfecteerde autologe dendritische celvaccinatie voor patiënten met acute myeloïde leukemie in remissie: een piloot dosis-escalatiestudie. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft een piloot dosis-escalatie fase Ib klinische studie waarbij autologe dendritische cellen gegenereerd uit perifeer bloed monocyten van patiïenten met acute myeloïde leukemie in remissie in vitro worden opgeladen met het Wilms tumor WT1 mRNA en nadien terug toediend via intradermale en intraveneuze route voor de inductie van WT1-specifieke cellulaire immunologische responsen. Er worden drie dosisniveaus gepland waarbij 3 patienten per dosisniveau zullen worden geïncludeerd. Primaire doelstelling van deze studie is de toxiciteit en haalbaarheid nagaan van DC vaccinaties bij leukemiepatiënten in remissie. De secundaire objectieven is immunologische monitoring van de WT1specifieke immuunresponsen en moleculaire remissie nagaan op basis van WT1 expressie in beenmerg en perifeer bloed. Tevens zullen we de overall and ziektevrije overleving bij de gevaccineerde patiënten opvolgen. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Zwi Berneman
Regulatie van apoptose in neutrofielen door de insuline-achtige groeifactor IGF-I en inflammatoire cytokines. Vrije Universiteit Brussel Abstract: -De insuline-achtige groeifactor IGF-I heeft een grote invloed op de homeostase in het immuunsysteem via regulatie van cytokineproductie, proliferatie en apoptose. Apoptose van neutrofielen is essentiëel in de regulatie van onstekingsreacties en wij hebben getoond dat IGF-I de spontane en fas-geinduceerde apoptose van humane neutrofielen remt. Dit project is gericht op onderzoek naar de regulatie van apoptose in neutrofielen door IGF-I en proinflammatoire cytokines. We bestuderen de interacties tussen IGF-I en de proinflammatoire cytokines die apoptose inhiberen, en de mechanismes die hierbij zijn betrokken. We onderzoeken de effecten op fas-geinduceerde activatie van caspases, en depolarisatie van de mitochondriale membraan via eiwitten behorende tot de Bcl-2 familie. Daarnaast onderzoeken we structurele veranderingen in het mitochondrion en in het fas-geassocieerde death-inducing signalling complex. Verder zullen we de rol van verschillende kinases (ERK, PI3K) en inhibitoren van apoptose (IAP, FLIP) bestuderen. In verschillende muizenmodellen zullen we de in vivo effecten van IGF-I op apoptose onderzoeken en het belang de apoptose-inhiberende effecten van IGF-I voor ontstekingsprocessen (bijv. IGF-I receptor knock out muizen). Apoptose in neutrofielen is sterk verschillend van dat in andere celtypes, en omdat IGF-I, naast GM-CSF, een sterke inhibitor van apoptose in neutrofielen is, zal dit onderzoek ook leiden tot meer inzicht in de bijzondere regulatie van apoptose in deze cellen. Organisaties: • Farmacologie
Onderzoekers: • RON KOOIJMAN
Ondersteuning instandhouding wetenschappelijke apparatuur. Universiteit Antwerpen Abstract: Ondersteuning instandhouding wetenschappelijke apparatuur. Organisaties: • Planten- en vegetatie-ecologie (PLECO)
Onderzoekers: • Reinhart Ceulemans
De structuur van vrijwillige verzekeringsnetwerken Universiteit Gent Abstract: Het onderzoek spitst zich toe op de rol van bepaalde, vooraf bestaande verbanden in de vorming van vrijwillige verzekeringsnetwerken. Dit leidt tot 3 doelstellingen. Ten eerste moet een speltheoretisch model van netwerkvorming ontwikkeld worden waarin deze verbanden een rol spelen. Ten tweede moeten emperisch bruikbare en axiomatisch gefundeerde maatstaven van persoonlijke verbondenheid ontwikkeld worden. Ten slotte worden deze maatstaven gebruikt om de netwerken van vrijwillige verzekering in Ethiopië te analyseren, om na te gaan hoe zij de structuur van het netwerk beïnvloeden. Organisaties: • Vakgroep Sociale economie
Onderzoekers: • Dirk Van de gaer
Ontwikkeling en implementatie van een simulatiemodel m.b.t. het koolstofbudget van gemengde Europese bossen. Universiteit Antwerpen Abstract: Ontwikkeling en implementatie van een simulatiemodel m.b.t. het koolstofbudget van gemengde Europese bossen. Organisaties: • Planten- en vegetatie-ecologie (PLECO)
Onderzoekers: • Reinhart Ceulemans • David Sampson
Ondertiteling van Nederlandstalige televisieprogramma's in Vlaanderen: een ontvangergericht onderzoek naar doelstellingen en wenselijkheid. Universiteit Antwerpen Abstract: Onderhavig onderzoeksproject neemt een nieuwe trend op de Vlaamse televisie onder de loep: de toenemende Nederlandstalige ondertiteling van Nederlandstalige programma's. Het project wil de wenselijkheid hiervan onderzoeken in relatie tot hoe Vlaamse kijkers hun linguïstische identiteit ervaren, welk 'Nederlands' of 'Vlaams' zij als het hunne beschouwen, welke variëteiten begrepen worden (en welke niet), en welke variëteiten als 'vreemd' worden ervaren. Organisaties: • Taal, media en socialisatie • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers: • Annick De Houwer • Reinhild Vandekerckhove
Eiwitglycosylatie bij ziekte en veroudering: analyse, biomerkers en therapie monitoring Universiteit Gent Abstract: Het carbohydraat deel van menselijke glycoproteinen zal bestudeerd worden in relatie met ziekte en veroudering met de bedoeling diagnose en eiwit-therapie toe te passen. Eiwitglycosylatie bij ziekte en veroudering: analyse, biomerkers en therapie monitoring. Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Nico Callewaert
Rol van het pentatricopeptiderepeat proteïne "PPR-like 1" als integretor van ethyleensignalisatie met andere signalisatieroutes in Arabidopsis Universiteit Gent Abstract: Het doel van dit project is de rol van het pentatricopeptiderepeat proteïne "PPR-like1" te onderzoeken. Preliminaire gegevens wijzen erop dat dit eiwit diverse signaalcascades beïnvloedt. Vooral de interactie ethyleen-ABA-sucrose zal nader bekeken worden. Hierbij zullen moleculairgenetische, fysiologische en analytische technieken (hormoonbepalingen) aangewend worden. Organisaties: • Vakgroep Plantenbiotechnologie en Genetica
Onderzoekers: • Dominique Van Der Straeten
Ontvangerloze directe optische klok-injectie voor standaard CMOS chips. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In dit project werken we een techniek verder uit dat werd geïntroduceerd in samenwerking met de groep van Prof. David A. B. Miller van Stanford Universiteit in de VS. Door op een lage-capaciteitsdetector korte intense lichtpulsen te injecteren kan men op een directe wijze grote spanningssprongen op de CMOS chip creëren. Deze zijn voldoende om rechtstreeks digitale circuits aan te sturen. Met deze techniek kan men bijgevolg uiterst accurate klokflanken injecteren op een chip. In dit project zullen we kleine, efficiente sample-and-hold test circuits ontwerpen welke die het debuggen van analoge signalen en tijdskritische digital signalen kan debuggen. Organisaties: • Toegepaste Natuurkunde en Fotonica
Onderzoekers: • HUGO THIENPONT • Christof DEBAES
Intelligente autonome systemen met ingebouwd digitaal gepulst neural netwerk
Universiteit Gent Abstract: In dit project werken de onderzoeksgroep PARIS van de universiteit Gent en de afdeling PMA van K.U. Leuven samen aan de ontwikkeling van en het onderzoek rond digitale gepulste neurale netwerken voor het gebruik in intelligente autonome systemen. We onderzoeken vooral leermethoden, hardware-implementatiemogelijkheden en de toepassingen in autonome lerende systemen. Organisaties: • Vakgroep Elektronica en informatiesystemen
Onderzoekers: • Jean Van Campenhout • Dirk Stroobandt
Stadsmonitor voor leefbare en duurzame Vlaamse steden: actualisatie, verdere uitwerking en opvolging voor 2005 Universiteit Gent Abstract: Tijdens de periode 2000-2004 werd een stadsmonitor voor de 13 Vlaamse centrumsteden opgemaakt. De stadsmonitor is een instrument dat duurzame richting. In 2005 wordt een groot aantal indicatoren geactualiseerd. Indicatoren waar nog geen gegevens voor beschikbaar zijn worden verder ontwikkeld. In samenwerking met de Hogeschool Gent. Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Onderzoekers: • Ruddy Doom
Oligopoliemodellen van samenwerking op het vlak van onderzoek en ontwikkeling met technologische spillovers : een laboratoriumtest van de multimarkthypothese. Universiteit Antwerpen Abstract: De veronderstelling dat er geen verband is tussen R&D-samenwerking en collusie tussen bedrijven - een veronderstelling die typisch gemaakt wordt in traditionele theoretische R&D-modellen - wordt getoetst in laboratoriumexperimenten. Organisaties: • Algemene economie
Onderzoekers: • Sigrid Suetens
Identification in the presence of nonlinear distortions. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het doel van dit project is om dynamische systemen te modelleren in de aanwezigheid van nietlineaire distorties. Hierbij worden twee methoden gebruikt: lineaire benadering en nietlineaire modellering. Om het probleem op te lossen wordt er in opeenvolgende stappen gewerkt: detectie en karakterizeren van de nietlineariteit, verstaan van de invloed van nietlineaire distorties op het lineaire framework, ontwikkelen van optimale meettechnieken, en uiteindelijk het identificeren van benaderende nietlineaire modellen. Organisaties: • Elektriciteit
Onderzoekers: • JOANNES SCHOUKENS
Ontwikkeling van dendritische cel-gebaseerde vaccins voor immuniteit en tolerantie. Universiteit Antwerpen Abstract: De kracht van het menselijk afweersysteem kan aangewend worden voor de ontwikkeling van meer specifieke immunotherapiemethoden tegen kanker en HIV infectie. Hiervoor zal het immuunstimulerend potentieel van menselijke dendritische cellen (DC) opgeladen met tumor- of HIVantigenen in vitro worden getoetst. Kennis omtrent de DC-geïnduceerde immuunstimulatie kan leiden tot de verbetering van therapeutische kankeren HIV-vaccins. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Guido Vanham • Zwi Berneman • Vigor F I Van Tendeloo
Fylogeografie van submerse watyerplanten : Najas , Ruppia en Zannichellia in Europa. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Fylogeografie van submerse waterplanten : Najas , Ruppia en Zannichellia in Europa. Organisaties: • Biologie
Onderzoekers: • LUDWIG TRIEST
Reacties op en doelmatigheid van angstprikkels in reclame en sensibiliseringscampagnes. Modererende factoren binnen het Extended Parallel Process Model. Universiteit Antwerpen Abstract: Reacties op en doelmatigheid van angstprikkels in reclame en sensibiliseringscampagnes. Modererende factoren binnen het Extended Parallel Process Model. Organisaties: • Marketing
Onderzoekers: • Patrick De Pelsmacker
Feedback van leerlingen aan leerkrachten in het secundair onderwijs : ontwikkeling en validering van een instrument. Universiteit Antwerpen Abstract: Doelstelling van het onderzoek is de ontwikkeling en validering van een instrument om leerlingen secundair onderwijs feedback te laten geven aan hun leerkrachten. Het theoretisch referentiekader is gebaseerd op het effectieve-scholenonderzoek. Eerder werden twee zelfevaluatieinstrumenten ontwikkeld (Van Petegem, 1997 en Van Petegem e.a., 2003) waarvan een deel (klasniveauvariabelen) bruikbaar is als basis voor een
feedbackinstrument voor leerlingen. Organisaties: • EduBROn
Onderzoekers: • Peter Van Petegem
Complexiteitsdenken in een post-genomisch tijdperk: een wetenschapsfilosofische studie van Systeem Biologie en de implicaties ervan door (i) moleculaire biologie, (ii) filosofie van de biologie, (iii) duurzame landbouw, (iv) beeldvorming en perceptie mbt Universiteit Gent Abstract: Interdisciplinair onderzoek naar beteknissen en implicaties van het huidige dualisme tussen en internationaal-wetenschappelijke en filosofische bekommernis om levende organismen te beschouwen als complexe, dynamische systemen versus de dominantie van het gencentrische perspectief dat -geholpen door populaire media- de complexiteit van organismen reduceert tot het niveau van DNA-sequenties, en dat als zodanig opinies en beelidsvorming beïnvloedt mbt trangene organismen. Organisaties: • Vakgroep Plantaardige productie
Onderzoekers: • Dirk Reheul
Veralgemeende veelhoeken, incidentiestructuren in eindige projectieve ruimten, en toepassingen Universiteit Gent Abstract: Onderzoek van laxe, gepolariseerde en volle inbeddingen van veralgemeende veelhoeken. Karakteriseringen van gekende klassen veralgemeende veelhoeken. M-Systemen van polaire ruimten, SPG-reguli in PG (d,q) en de corresponderende semipartiële meetkunden. Bijkomende karakteriseringen van kwadratische Veroneseanen. Metrische eigenschappen van Tits-gebouwen, met toepassingen. (&,B)meetkunden, in het bijzonder inbeddingen in projectieve en affiene ruimten. Studie van minihypers en karakteriseringen van kappen, met toepassingen op de codeertheorie. Organisaties: • Vakgroep Wiskunde
Onderzoekers: • Joseph Thas • Frank De Clerck • Hendrik Van Maldeghem • Leo Storme
Interactie tussen geconjugeerde moleculen en enkelwandige koolstofnanobuizen. Universiteit Antwerpen Abstract: Koolstofnanobuizen (CNTs) zijn zeer interessant als ééndimensionale systemen met metallische of halfgeleidende eigenschappen. De geleiding van gaten kan analoog beschreven worden aan de geleiding van elektronen waardoor de mobiliteit voor beide ladingsdragers hetzelfde is. Bovendien is het ook mogelijk om deze nanobuizen te doperen door kleine moleculen in de CNT te brengen. Deze gedopeerde CNTs zijn stabiel bij blootstelling aan lucht en door de keuze van de ingebrachte molecule kan men de graad van dopering controleren. In dit project zullen twee verschillende onderwerpen behandeld worden. In de eerste plaats zal de ladingsoverdracht tussen geconjugeerde moleculen en SW CNTs bestudeerd worden. Deze ladingsoverdracht is van groot belang voor de implementatie van deze composietmaterialen in 'plastic' zonnecellen. Anderzijds zullen geconjugeerde moleculen binnenin de SW CNTs gebracht worden, die in het bijzonder de CNTs doperen. Beide systemen zullen onderzocht worden met behulp van optische spectroscopie, gepulste laserspectroscopie en elektronen paramagnetische resonantie (EPR). Organisaties: • Experimentele fysica van de gecondenseerde materie (ECM)
Onderzoekers: • Etienne Goovaerts • Wim Wenseleers • Sofie Cambré
Development of new-advanced 3D analysis techniques and tools for optimisation of electromagnetic and electrochemical devices Vrije Universiteit Brussel Abstract: Electrotechniek energietechniek Organisaties: • Elektrotechniek-Energietechniek
Onderzoekers: • JOHAN DECONINCK