www.researchportal.be - 19 Dec 2015 19:45:09
Onderzoeksprojecten (3000 - 3500 van 29735) Characterization of oxidation products of isoprene in biogenic rural aerosols. (beurs R. SZMIGIELSKI, Polen) Universiteit Antwerpen Abstract: Characterization of oxidation products of isoprene in biogenic rural aerosols. (beurs R. SZMIGIELSKI, Polen) Organisaties: • Bio-organische massaspectrometrie
Onderzoekers: • Magda Claeys-Maenhaut
Characterization of pancreatic stem/progenitor cells promoting neogenesis. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Geen NL abstract Organisaties: • Pathologische Anatomie
Onderzoekers: • LUC BOUWENS
Characterization of secondary organic aerosol from photooxidation of isoprene and alpha-pinene with mass spectrometric approaches. (SOAMASS) Universiteit Antwerpen Abstract: Characterization of secondary organic aerosol from photooxidation of isoprene and alpha-pinene with mass spectrometric approaches. (SOAMASS) Organisaties: • Bio-organische massaspectrometrie
Onderzoekers: • Magda Claeys-Maenhaut
Characterization of the facies and diagenetic variation in microbial and coquinas reservoirs located in the pre-salt Campos Basin, Brazil KU Leuven Abstract: In recent years, important discoveries of huge volumes of oil were performed in carbonate reservoirs in the Santos basin pre-salt offshore Brazil. The microbial and coquinas carbonate rocks that forming these reservoirs are extremely heterogeneous and exhibit a wide range of facies and intensity of diagenesis (early and late). These effects result in large variations in the quality of the reservoir (porosity and permeability), as well as their vertical and lateral continuity. Thus, all these aspects greatly affect the development of production strategy in a pre-salt oil field, for example, the number of wells, the spacing between them, thedrainage mesh, the intervals selected for production, among others. The porosity which is recorded in carbonate reservoirs is largely the product of diagenetic processes. Some late diagenetic processes that occur when the rock is buried, and allow generation and obliteration of a considerable pore space, with direct implications for the strategy of e Organisaties: • Afdeling Geologie
Onderzoekers: • Rudy Swennen
Characterization of the hydrophobic structure of hydrophobins KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Centr. Levensmidd.- & Microb. Technol.
Onderzoekers: • Guy Derdelinckx • Christiaan Michiels • David Santiago Riveros Galan
Characterization of the mode of action of small molecules that can alleviate mitochondrial dysfunction, using yeast as a model KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Centr. Microbiële en Plantengenetica
Onderzoekers: • Bruno Cammue • Karin Thevissen • Annelies Peeters
Characterization of the role of the trehalase enzyme for stress resistance and sugar signaling in the model plant Arabidopsis thaliana by a proteomics approach. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Plantenbiotechniek
Onderzoekers: • Sebastien Carpentier • Michal Janiak
Characterization of the self-healing phenomenon in cementitious materials
Universiteit Gent Abstract: Het doel van deze studie is om een beter inzicht te verschaffen in het fenomeen van zelfheling in beton, waarbij het verband gelegd wordt tussen verschillende schalen, gaande van microscopisch tot realistische balken. Er wordt getracht een antwoord te bieden op fundamentele vragen bij het modellering van dit fenomeen. Een hydro-chemo-mechanisch model wordt ontwikkeld om autogene heling bij verdergaande hydratatie te simuleren. De omgevingscondities bij heling worden aangepast om de natuurlijke helingsefficiëntie door calcium carbonaat precipitatie te versnellen. Een reactief transport model wordt geconstrueerd om autogene heling door calcium carbonaat precipitatie te simuleren, omdat dit het dominante fenomeen blijkt te zijn in de meeste gevallen. Ook wordt voorgesteld om niet-lineaire modulatie van CODA golf interferometrie toe te passen op beton om zeer kleine scheuren te detecteren, en zo een nieuwe techniek te ontwikkelen om zelf-heling te monitoren. Organisaties: • Vakgroep Bouwkundige constructies
Onderzoekers: • Nele De Belie
Characterization of the tyrosine phosphatase gene PTPRD and its role inthe development of cancer. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Departement Menselijke Erfelijkheid
Onderzoekers: • Jan Cools
Characterization of toxic Pseudomonas aeruginosa phage proteins for the development of new antibiotics KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Gentechnologie
Onderzoekers: • Marc De Maeyer • Rob Lavigne • Hanne Hendrix
Characterizing a set of genes required for cell competition in drosophila imaginal discs KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Departement Menselijke Erfelijkheid
Onderzoekers: • Georg Halder • Lucia Romanelli
Characterizing the effects of inhaled particulate matter on airways: an overall study design from atmosphere to alveoli. Universiteit Antwerpen Abstract: Characterizing the effects of inhaled particulate matter on airways: an overall study design from atmosphere to alveoli. Organisaties: • Laboratorium Experimentele geneeskunde en Pediatrie (LEMP)
Onderzoekers: • Wilfried De Backer
Characterizing the effects of inhaled particulate matter on airways: an overall study design from atmosphere to alveoli. Universiteit Antwerpen Abstract: Characterizing the effects of inhaled particulate matter on airways: an overall study design from atmosphere to alveoli. Organisaties: • Elektronenmicroscopie voor materiaalonderzoek (EMAT)
Onderzoekers: • Gustaaf Van Tendeloo
Characterizing the effects of inhaled particulate matter on airways: an overall study design from atmosphere to alveoli. Universiteit Antwerpen Abstract: Characterizing the effects of inhaled particulate matter on airways: an overall study design from atmosphere to alveoli. Organisaties: • Laboratorium voor celbiologie en histologie
Onderzoekers: • Jean-Pierre Timmermans
Characterizing the effects of inhaled particulate matter on airways: an overall study design from atmosphere to alveoli. Universiteit Antwerpen Abstract: Characterizing the effects of inhaled particulate matter on airways: an overall study design from atmosphere to alveoli. Organisaties: • AXES
Onderzoekers: • Rene Van Grieken
Charcot-Marie-Tooth neuropathieën: van genen tot eiwitnetwerken en ziektemechanismen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project heeft als doel het toepassen van nieuwe moleculaire benaderingen om Charcot-Marie-Tooth (CMT) mutaties te modeleren, en genfunctie en -netwerken te bestuderen. Organisaties: • VIB DMG - Perifere Neuropathieën
Onderzoekers: • Vincent Timmerman • Peter De Jonghe
Charged defects at interfaces of semiconductors with nanoscale insulators. KU Leuven Abstract: An experimental study, based on combined spectroscopy of internal electron photoemission, charge trapping, and defect spectroscopy, will be carried out with the intention to address interfaces of Si as well as high-mobility semiconductors (Ge, InGaAs, InP) with high-permittivity oxide insulators (Al2O3, ZrO2, HfO2) prospected for the future generations of nano-electronic devices. Results from electrical analysis will be correlated with the data delivered by atomic-sensitive techniques such as inelastic tunneling and electron spin resonance spectroscopy to achieve the ultimate identification of the critically important traps. The work is carried out in close collaboration with IMEC (Leuven) and other leading microelectronics research centra, both in industry and in the academia. Organisaties: • Afdeling Halfgeleiderfysica
Onderzoekers: • Valeri Afanasiev • Florin Cerbu
Charge density studies op nieuwe organometallische halfgeleiders en uitbreiding van een theoretische pseudoatoom databank. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van dit project is het verwerven van kennis over en ervaring in het gebruik van experimentele ladingsdichtheidsmethoden (charge density methods) in de structuurchemie door origineel onderzoek. Organisaties: • Structuurchemie
Onderzoekers: • Christophe M L F Vande Velde • Frank Blockhuys
Charles Taylor: Van secularisatie naar een post-seculiere religie KU Leuven Abstract: This thesis will be a critical study of Charles Taylor's view on secularization and the future of religion. In his most recent book, A Secular Age, Taylor develops a new view on the development of the West and the rise of a secular culture. reacting against former secularization theories (such as those of Löwith, Blumenberg, or Gauchet) he develops his own Reform Master Narrative emphasizing mainly the moral dimension of the whole development and not only the intellectual one (as in Löwith, Blumenberg or Gauchet). In addition, Taylor defends the necessity of an internal approach to religion in order to fully understand not only the past ofreligion but also its future. What can be the place of religion in a post-secular society? And what kind of religion? As Taylor is mainly talking about the West, in a last chapter I will try to apply these questions to the situation in my home-country, India. Organisaties: • OE Metafysica, Godsdienst- & Cultuurfil.
Onderzoekers: • André Cloots • Sabu George Madathikunnel
(CHARM) KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Plasma-astrofysica
Onderzoekers: • Rony Keppens
Checkpack. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Centr. vr Oppervlaktechemie & Katalyse
Onderzoekers: • Johan Martens
Chemical-analytical and sensory characterization of kettle hoppy aroma of beer. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Centr. vr Oppervlaktechemie & Katalyse
Onderzoekers: • Dirk De Vos • Tatiana Praet
Chemical and biological characterisation of ambient air coarse, fine, and ultrafine particles for human health risk assessment in Europe (PAMCHAR). Universiteit Antwerpen Abstract: Chemical and biological characterisation of ambient air coarse, fine, and ultrafine particles for human health risk assessment in Europe (PAMCHAR). Organisaties: • Micro- en Sporenanalyse • AXES
Onderzoekers: • Rene Van Grieken
Chemical and Mechanical Recycling of Plastics and Composites (PYROLYTIC) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het onderzoek richt zich erop chemische (pyrolytische) en mechanische (compatibilisatic) methodes te testen om plastics te recycleren, vooral dan mengsels en composieten die niet terug in proces kunnen genomen worden op eenvoudiger manieren. Het onderzoek zal o.a. volgense deelvragen beantwoorden : wat is het effect op de pyrolyse wanneer gemengde plastictypes toegediend worden?; welke additieven hebben een effect op de snelheid en productsamenstelling?; hoe zit het met de carbon-formatie bij enkelvoudige en gemengde plastics?; wat is het effect van 'aging'?; hoe zit het met de ontbinding van PET en mogelijk andere materialen die mogelijk problemen kunnen creëren tijdens de pyrolyse?; wat is de bestemming van de heteroatomen?,... Naast deze deelaspecten zullen ook vragen i.v.m. mechanische recyclage (compatibilisatie) behandeld worden. Tot slot zullen de bovenstaande onderzoeksprojecten sazmengebracht worden in een model en zullen geïdealiseerde reactortypes geoptimamiseerd worden. Eveneens is er een luik voorzien om een overgang te maken van het PVC-industriële onderzoek naar de industriêle praktijk. Organisaties: • Chemische Ingenieurstechnieken en Industriele Scheikunde
Onderzoekers: • ALFONS BUEKENS
Chemical characterisation of individual fine particulate matter with respect to their health impact. (beurs NOVAKOVIC., Servië) Universiteit Antwerpen Abstract: Chemical characterisation of individual fine particulate matter with respect to their health impact. (beurs NOVAKOVIC., Servië) Organisaties: • AXES
Onderzoekers: • Rene Van Grieken
Chemical strategies for the development of novel opioid peptide mimetics for the treatment af pain and addiction Vrije Universiteit Brussel Abstract: Scheikunde Organisaties: • Scheikunde
Onderzoekers: • DIRK TOURWE
Chemische analyse en speciatie modellering van lood oplosbaarheid onder ecotoxiciteitsproef relevante blootstellingsscenario's Universiteit Antwerpen Abstract: Chemische analyse en speciatie modellering van lood oplosbaarheid onder ecotoxiciteitsproef relevante blootstellingsscenario's Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Ronny Blust
Chemische analyses van biomonitoringstalen voor het Belgische luik van het Europese LIFE+ project DEMOCOPHES perceel 5. Universiteit Antwerpen Abstract: Chemische analyses van biomonitoringstalen van moeder en kind paren voor het Belgische luik van het Europese LIFE+ project DEMOCOPHES - perceel 5: chemische analyse van Bisphenol-A. Stalen zijn in 2012 gecollecteerd en resultaten in 2012-2013 gepresenteerd. Coordinator: VITO Organisaties: • Toxicologie
Onderzoekers: • Adrian Covaci
Chemische analyse van organische polluenten in serum en urine in het kader van het Steunpunt Milieu en Gezondheid. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een dienstverleningsopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds VUB. UA levert aan VUB de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Toxicologie
Onderzoekers: • Adrian Covaci
Chemische concepten extraheren uit kwantumchemie door gebruik te maken van maximale probabiliteitsdomeinen. Universiteit Gent Abstract: De theorie van maximale probabiliteitsdomeinen laat toe om elektronen op een statistische manier in domeinen te lokaliseren, waardoor Lewis structuren kunnen afgeleid worden uit kwantumchemische berekeningen. In dit project wordt een gedetailleerd onderzoek van deze theorie uitgevoerd, waarin deze theorie uitgebreid wordt met nieuwe concepten, gekoppeld wordt aan kwantumchemische concepten en aan het werk gezet wordt in een chemische omgeving. Organisaties: • Vakgroep Anorganische en fysische chemie
Onderzoekers: • Patrick Bultinck
Chemische en biologische aspecten van de metaalopname door aquatische organismen: een experimentele en modelmatige analyse van de metaalaccumulatie bij mosselen.
Universiteit Antwerpen Abstract: Chemische en biologische aspecten van de metaalopname door aquatische organismen: een experimentele en modelmatige analyse van de metaalaccumulatie bij mosselen. Organisaties: • ECOFYSIOLOGIE EN BIOCHEMIE • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Ronny Blust
Chemische en lipase gekatalyseerde interverestering van plantaardige olien Universiteit Gent Abstract: Plantaardige olien kunnen gemodificeerd worden door hydrogenatie, fractionatie en omestering. Omestering kan eenvoudig en economisch uitgevoerd worden en wordt veelvuldig toegepast gebruikmakend van basische katalysatoren. Wegens het gebruik van chemicalien kunnen er chemische transformaties optreden. Gebruik van lipases kunnen deze chemische bijreacties vermijden. Organisaties: • Vakgroep Duurzame Organische Chemie en Technologie
Onderzoekers: • Roland Verhé
Chemische en lipase gekatalyseerde interverestering van plantaardige olien Universiteit Gent Abstract: Plantaardige zolien kunnen gemododificeerd worden door hydrogenatie, fractionatie en omestering. Omestering kan eenvoudig en economisch uitgevoerd worden en wordt veelvuldig toegepast gebruikmakend van basische katalysatoren. Wegens het gebruik van chemicalien kunnen er chemische transformaties optreden. Gebruik van lipases kunnen chemische bijreacties vermijden. Organisaties: • Vakgroep Duurzame Organische Chemie en Technologie
Onderzoekers: • Roland Verhé
Chemische en structurele karakterisatie van individuele aërosoldeeltjes afkomstig van lasprocessen, door gecombineerde EPMA en micro-Raman technieken. Universiteit Antwerpen Abstract: Om zo effectief mogelijk de lucht te zuiveren van atmosferische deeltjes gegenereerd dor lasprocessen, moet hun chemische samenstelling en morfologie bepaald worden. Elektronen probe X-stralen microanalyse (EPMA) is al succesvol ingezet om individuele aërosol deeltjes op een geautomatiseerde manier te karakteriseren. Deze techniek kan gedetailleerde informatie geven over de elementsamenstelling, de grootteverdeling en de morfologie. De toepassing van µ-Raman spectrometrie in combinatie met EPMA creëert de mogelijkheid om de deeltjes ook qua moleculaire samenstelling nog verder te karakteriseren. Organisaties: • AXES
Onderzoekers: • Anna De Maeyer-Worobiec
Chemische, fysische en optische karakteristiek, massabalans en bronnen van het fijn aërosol in Europa. Universiteit Gent Abstract: Er zullen nieuwe collectie- en analysemethoden worden ontwikkeld, gevalideerd en geïmplementeerd voor de studie van het fijn aërosol in Europa. De chemische massabalans zal worden onderzocht en de brontypes van de voornaamste fijne aërosolcomponenten zullen worden bestudeerd. Daarnaast zal comprehensief onderzoek worden verricht van de chemische, fysische en optische aërosolkarakteristieken en de impact van aerosolen op het klimaat. Organisaties: • Vakgroep Analytische chemie
Onderzoekers: • Willy Maenhaut
Chemische genetica voor de studie van wortelontwikkeling Universiteit Gent Abstract: In het Plant Systems Biology-departement werd onlangs een chemische bibliotheek met 10.000 kleine moleculen getest op hun potentieel regeneratie-inducerend effect op wortels. Verwacht wordt dat deze moleculen interageren met cruciale eiwitten betrokken tijdens zijwortelvorming. Binnen dit project zal een methode op punt gesteld worden om via een gist-3-hybride strategie (yeast-3-hybrid, Y3H), potentiële target-eiwitten van geselecteerde moleculen te identificeren. Organisaties: • Vakgroep Plantenbiotechnologie en Genetica
Onderzoekers: • Tom Beeckman
Chemische karakterisatie van fijn stof - EC/OC analysen 2010. Universiteit Antwerpen Abstract: Op verschillende plaatsen in Vlaanderen worden de grenswaarden van fijn stof overschreden. Het uitvoeren van chemische karakterisatie van fijn stof zal informatie geven over de samenstelling en de herkomst van het fijn stof. Het 3e chemkar project loopt van begin 2010 tot begin 2011. Op regelmatige basis zullen er op verschillende locaties in Vlaanderen filters bemonsterd worden op fijn stof. Een van de componenten van dit project is de bepaling van EC/OC op (delen van) van kwartsvezelfilters. Organisaties: • Bio-organische massaspectrometrie
Onderzoekers: • Magda Claeys-Maenhaut
Chemische karakterisatie van fijn stof - Levoglucosan analysen 2010. Universiteit Antwerpen Abstract: Op verschillende plaatsen in Vlaanderen worden de grenswaarden van fijn stof overschreden. Het uitvoeren van chemische karakterisatie van fijn stof zal informatie geven over de samenstelling en de herkomst van het fijn stof. Een van de componenten van dit project is de bepaling van
Levoglucosam op (delen van) van kwartsvezelfilters. Organisaties: • Bio-organische massaspectrometrie
Onderzoekers: • Magda Claeys-Maenhaut
Chemische karakterisatie van nano-gestructureerde materialen. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project beoogt de ontwikkeling en toepassing van geavanceerde methoden vooFde lokale chemische analyse van oppervlakken. Voor de karakterisatie via moleculaire informatie worden hoge massa resolutie laser microprobe massaspectrometrie (MS) en statische secundaire ionen-MS ingezet. Plasma modellering studies beogen opheldering van de fundamentele processen bij plasma afzetting van coatings en bij plasma polymerisatie. Organisaties: • Micro- en Sporenanalyse • Massaspectrometrie (Mitac 5)
Onderzoekers: • Annemie Bogaerts • Renaat Gijbels • Luc Van Vaeck
Chemische kwaliteit van gesulfateerde polysachariden voor therapeutisch gebruik Universiteit Gent Abstract: Studies voor het bepalen van de chemische kwaliteit van gesulfateerde polysacchariden voor therapeutisch gebruik bij mensen. Organisaties: • Vakgroep Inwendige ziekten
Onderzoekers: • August Verbruggen • José Martins
Chemische oplossing synthese van metaaloxiden bij lage temperatuur Universiteit Hasselt Abstract: Natte chemische syntheses levert doorgaans (complexe) oxides bij temperaturen ver onder degene vereist bij vaste toestand syntheses. Dit heeft geleid tot een wijdverspreide "lage temperatuur" status, hoewel temperaturen> 400 ° C gebruikelijk bleven. In tegenstelling, recentelijk werden stringente temperatuur budgetten (<200 ° C) ingevoerd, als gevolg van nieuwe toepassingsgebieden. In 2011 werd een belangrijke doorbraak in de lage temperatuur oxide depositie gerapporteerd. Deze nieuwe route is gebaseerd op autocombustie voorlopers en heeft potentieel voor algemene toepasselijkheid. Evalueren of het autocombustie principe kan worden uitgebreid tot andere precursoren en andere kristallijne oxiden, eventueel bijgestaan door bestraling (UV of magnetron), is een eerste doel in het huidige project. Belangrijker nog, het project beoogt bij te dragen tot de ontwikkeling van een gedetailleerd fysicochemisch begrip van de gedetailleerde processen die plaatsvinden, waaronder reactiemechanismen, thermodynamica en kinetiek. Dit inzicht moet uiteindelijk toelaten om "ontwerp regels" voor lage temperatuur voorlopers in de oplossing afzetting van oxiden te formuleren. Om de doelstellingen te bereiken, zal het project: - een zorgvuldige selectie van oxide materialen vastleggen, met verschillende eisen en eigenschappen, - hydrolytische en niet-hydrolytische precursors vergelijken met en zonder autocombustie vermogen, - decompositiereacties en kristallisatie bestuderen die leiden tot de transformatie van de voorloper van het oxide - Beoordelen van de noodzaak en de effecten van de bijstand van UV of microgolf bestraling Organisaties: • Anorganische en Fysische Chemie • Instituut voor Materiaalonderzoek
Onderzoekers: • Marlies VAN BAEL • An HARDY
Chemische optimalisatie van monomeer/polymeer geldosimetrie voor de preklinische verificatie van hogeprecisieradiotherapie. Universiteit Gent Abstract: Geldosimetrie is veelbelovend voor 3D dosisverificatie van radiotherapiebehandelingen. Monomeermoleculen in een gelmatrix polymeriseren door bestraling. Via een MR-scanner kunnen we de dosisverdeling bepalen. Polymeergels vertonen echter nog instabiliteiten. Door structuuronderzoek en computersimulaties van de reacties kan de oorzaak van deze instabiliteiten gevonden worden. Met deze kennis kan een meer optimale gelsamenstelling gezocht worden. Er wordt gebruik gemaakt worden van statische lichtverstrooiingsmetingen en NMR diffusiemetingen. Organisaties: • Vakgroep Radiotherapie en Experimenteel Kankeronderzoek
Onderzoekers: • Carlos De Wagter
Chemische productiemethoden voor de farmaceutische industrie in de 21e eeuw (CHEM21). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EU. UA levert aan EU de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Organische synthese
Onderzoekers: • Wouter Herrebout • Bert Maes • Kourosch Abbaspour Tehrani
Chemische reactiviteit vanuit een ab initio moleculaire dynamica en Density functional theory perspectief: methodologische aspecten en toepassingen in organische, anorganische en biochemie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Chemische reactiviteit vanuit een ab initio moleculaire dynamica en Density functional theory perspectief: methodologische aspecten en toepassingen in organische, anorganische en biochemie.
Organisaties: • Scheikunde
Onderzoekers: • PAUL GEERLINGS
Chemische reactiviteit vanuit een ab initio moleculaire dynamica en Density Functional Theory perspectief: Methodologische aspecten en toepassingen in organische, anorganische en biochemie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: 4.3. Beschrijving van het project In dit onderzoeksproject is het de bedoeling om de onderzoeksgebieden van de conceptuele DFT en de ab initio moleculaire dynamica met elkaar te combineren aangezien een dergelijke gecombineerde aanpak een aanzienlijke meerwaarde kan betekenen in de complexe studie van de chemische reactiviteit. Dit omvat enerzijds een methodologisch luik en anderzijds een luik met toepassingen in de organische, anorganische en biochemie. 4.3.1. METHODOLOGISCHE ASPECTEN Doelstelling 1 : Sampling van het potentieel energie oppervlak in de regio van de reactanten In eerste instantie zullen de AIMD simulaties worden aangewend om een efficiënte sampling te maken van het potentieel energie oppervlak rond de reagentia die betrokken zijn in de reactie. Er zijn immers voldoende voorbeelden gekend waarbij de reactanten vooraleer de reactie aan te vatten een belangrijke conformationele verandering dienen te ondergaan. Als resultaat van de MD simulaties worden energieën, coördinaten, snelheden,... bekomen op elk tijdstip waarmee een aantal statistische grootheden, zoals partitiefuncties, correlatiefuncties kunnen worden afgeleid.[26] In dit projectvoorstel wensen we bijkomend het dynamisch gedrag van de reactiviteitsindices te volgen als reactiviteitsproben bij de aanzet van de reactie. De tijdsevolutie van op DFT gebaseerde reactiviteitsindices werd tot hiertoe slechts op relatief eenvoudige systemen onderzocht.[27] Bovendien kunnen naast de DFT concepten meer klassieke eigenschappen zoals atomaire ladingen, dipool- en quadrupoolmomenten en elektrostatische potentialen gebruikt worden als reactiviteitsproben. Deze zijn nuttig voor de studie van de zogenaamde hard-hard interacties of reacties met in hoofdzaak ladingscontrole.[15,28-30] Methodes voor het afleiden van atomaire ladingen, dipool- en quadrupoolmomenten en elektrostatische potentialen zijn in principe reeds beschikbaar vandaag de dag in gangbare MD pakketten zoals CPMD[24] en CP2K.[25] Beide pakketten maken gebruik van periodieke randvoorwaarden en vlakke golven of de combinatie van vlakke golven en gaussische basissets. Om gelokaliseerde eigenschappen te berekenen zijn technieken nodig die in staat zijn om de globale elektronendensiteit te partitioneren. Recentelijk werd door Kirchner en Hutter een computationeel efficiënte implementatie voorgesteld binnen CPMD voor het berekenen van dipoolmomenten uitgaande van maximum gelokaliseerde Wannier functies.[31] Een andere mogelijkheid is het toepassen van de Hirshfeld partitiemethode,[32] die door de ALGC groep reeds in een aantal studies werden aangewend.[33] De implementatie van specifieke DFT reactiviteitsindices binnen MD pakketten is nagenoeg nog niet gebeurd. Binnen dit aspect plannen we de uitwerking van verschillende methodologieën die toelaten om dit scala van eigenschappen "on-the-fly" tijdens een dynamica simulatie te berekenen. Gezien de geplande MD simulaties gebeuren binnen de Born-Oppenheimer approximatie kunnen alle grootheden gekend vanuit conceptuele DFT overgedragen worden. Centraal in de beschrijving van zogenaamde zacht-zacht interacties (of orbitaal gecontroleerde interacties)[15,28-30] is de Fukui functie, gedefinieerd als de eerste afgeleide van de electronendichtheid ?(r) van het systeem naar het aantal elektronen N bij een constante externe potentiaal v.[19] We stellen voor om deze functie te berekenen gebruik makend van de door de ALGC groep, in samenwerking met Professor R. Nalewajski en Dr. A. Michalak (Jagiellonian Universiteit, Krakau, Polen), ontwikkelde perturbatieve methode die toelaat om deze functie in zeer goede benadering te bepalen in één enkele Kohn- Sham berekening.[34] Eenmaal deze Fukui functie gekend heeft men toegang tot de chemische hardheid ! via de relatie [35,36] ! = "" f (r)!(r,r!)f (r!)drdr! (1) met !(r, ! r )de zogenaamde hardheidskernel.[35] Verscheidene benaderingen voor deze grootheid zijn voorgesteld en getest geweest in de berekening van de hardheid[37-39] en kunnen bijgevolg geïmplementeerd worden in de MD codes. Deze methodologie laat tevens toe ook deze grootheid te bekomen in één berekening per simulatiestap, naar analogie met [27g]. De bekomen responsfuncties die in de hierboven geschetste methodologie gesampled worden op verschillende plaatsen van het potentieel energieoppervlak (PES) van de reactanten kunnen vervolgens gebruikt worden in combinatie met reactiviteitsprincipes om uitspraken te doen over reactiviteiten en regioselectiviteiten van chemische reacties. Doelstelling 2 : Berekenen van het vrije energie profiel voor probabele reactieroutes In tweede instantie zal nagegaan worden indien de aangeduide reactieve plaatsen van het PES effectief overeenkomen met probabele reactieroutes. Daartoe kunnen reactiebarrières en chemische kinetiek op basis van statische methoden[40] worden berekend. Echter voor de beoogde reacties (vide infra) zijn statische technieken veelal niet toereikend door het optreden van een gecombineerde reactiecoördinaat of door het impliciet effect van een solventomgeving. In dit geval zijn opnieuw MD simulaties een middel bij uitstek om dergelijke complexe systemen te volgen tijdens de reactie.[8] De kans evenwel om de energetisch hoog geactiveerde transitietoestand efficiënt te samplen gedurende een dynamica run van een aantal picoseconden is zeer beperkt. Verschillende technieken werden reeds voorgesteld om zeldzame gebeurtenissen te samplen[41] maar zijn zeer sterk afhankelijk van een goede keuze van een reactiecoördinaat. Eén van de meest succesvolle technieken is gebaseerd op de recent voorgestelde metadynamica methode[42] werd al verschillende keren succesvol toegepast in een variëteit van toepassingen waarbij een complexe reactiecoördinaat optreedt. Hierbij wordt bovenop de potentiaal van een aantal relevante vrijheidsgraden (collectieve vrijheidsgraden) een biasing potentiaal gesuperponeerd "on the fly" die toelaat om efficiënt uit diep gelegen minima te ontsnappen en de relevante delen van het chemisch proces efficiënt te samplen. Deze methode laat toe om het multidimensioneel vrije energie-oppervlak dat de reactanten met producten verbindt te reconstrueren. De voorgestelde methodologie wordt verwacht vooral een grote toegevoegde waarde te bieden voor reacties waarbij een complexe reactiecoördinaat optreedt. Dit laatste is ondermeer het geval voor chemische reacties die optreden in solventen maar ook voor toepassingen waarbij belangrijke conformationele vrijheidsgraden dienen te veranderen alvorens de reactie kan doorgaan. De initiële sampling van de reactanten die ingebed zijn in een solvent, laat toe om het effect van de moleculaire omgeving te bestuderen op verschillende op DFT gebaseerde reactiviteitsindices. Dit is tot nog toe slechts weinig gebeurd binnen een MD context.[43] Voor de toepassingen in solventen dient eveneens gebruik gemaakt te worden van technieken om de elektronendensiteit te partitioneren zoals hierboven geschetst. Doelstelling 3 : Validering van de methodologie op eenvoudige testsystemen (enolaten en azaallylanionen) De voorgestelde methodologie (uitgewerkt bij doelstellingen 1 en 2) zal in eerste instantie gevalideerd worden op een aantal eenvoudige testsystemen waarin de aanvragende groepen reeds expertise hebben. Een eerste testsysteem betreft de studie van de regioselectiviteit van een bekende klasse van ambidente nucleofielen, nl. enolaten.[28, 44] Het meest eenvoudige van deze enolaten, nl. het ethanolaat-ion (CH2CHO?), werd in het verleden reeds door verschillende groepen, waaronder de ALGC groep, gebruikt voor het "benchmarken" van nieuwe methodologieën voor de berekening van Fukui functies en zachtheidsgerelateerde reactiviteitsindices.[33a,45,46] Experimenteel blijkt dat de regioselectiviteit (i.e. C vs. O alkylering) bij alkylering van deze enolaten[47,48] afhankelijk is van (1) de aard van het metaal kation, dat als tegenion fungeert, en waarvan de invloed groter blijkt te zijn in niet polaire solventen (2) de aard van het solvent en (3) de aard van het nucleofiel. Aan de hand van voorgestelde methodologie zal nagegaan worden hoe DFT reactiviteitsindices en meer courant gebruikte eigenschappen zoals ladingen en dipolen variëren in functie van verschillende solventen, metalen en conformaties. In tweede instantie zal de reactie met een aantal eenvoudige electrofielen worden bestudeerd. Hierbij stellen we voor om voor verschillende enolaten, met verschillende tegenionen en verschillende solventen de C vs. O alkyleringen te bestuderen voor verschillende substraten, zoals voorgesteld in Schema 1 (a). Een tweede sterk gerelateerd testsysteem betreft de studie van gehalogeneerde azaallyl anionen (5), voorgesteld in Schema 1 (b). . Deze verbindingen worden bekomen na deprotoneren van het imine (4) met een sterke nietnucleofiele base zoals lithium diisopropylamide. Verdere reactie met een elektrofiel geeft aanleiding tot gefunctionaliseerde ?-haloimines 6, welke belangrijke bouwstenen vormen binnen de organische chemie. De conformaties van deze azaallylanionen, namelijk indien E of Z conformaties worden geprefereerd, de positie van de substituenten op de stikstof en de coördinatie met verschillende metalen, is tot dusver niet gekend. Er zijn bovendien duidelijke indicaties dat het solvent een belangrijke rol speelt in de stereochemie van deze componenten. Naar analogie met het eerste testsysteem zal nagegaan worden hoe DFT reactiviteitsindices en andere eigenschappen variëren in functie van verschillende solventen, tegenionen en conformaties om vervolgens reacties met een aantal eenvoudige electrofielen te bestuderen. Organisaties: • Scheikunde
Onderzoekers: • PAUL GEERLINGS • Frank DE PROFT
Chemische syntheseroutes naar 3-dimensionele metaaloxide nanoarchitecturen voor energieopwekking en opslag Universiteit Hasselt Abstract: In het huidige project, zullen innovatieve routes worden ontwikkeld voor de synthese van nieuwe materiaalsystemen met gecontroleerde nanostructuur in 3 dimensies. De geselecteerde multimetaal oxides en fosfaten worden erkend als high potentials voor verbeterde elektrochemische energie-opslag en opwekking in de meest recente wetenschappelijke literatuur. Drie uitdagingen zullen in het voorliggend project worden aangegaan: de synthese van fasezuivere nieuwe materiaalcomposities, de vorming van complex gevormde poedermaterialen en 3D geordende nano-architecturen en het verwezenlijken van gecontroleerde interfaces in functionele device-omgevingen. Al deze kwesties zullen aangepakt worden door het toepassen van nat chemische syntheseroutes. Hernieuwbare, watergebaseerde routes zullen de voorkeur verkrijgen en nieuwe mogelijkheden voor het bereiken van de gewenste nanostructuren zullen onderzocht worden. De aanpak die gevolgd wordt om deze projectdoelen te realiseren, zal erin bestaan nieuwe precursoren te ontwikkelen voor de synthese van nieuwe materialen met hoog-valente metaalionen, die strenge controle van de oxidatietoestand vereisen, nieuwe harde of zachte templaatgebaseerde routes te ontwikkelen, en de depositie te realiseren van ultradunne coatings op actieve materialen voor devices. Op deze manier, zullen diepgaande inzichten bekomen worden in de bepalende factoren bij de verwezenlijking van nieuwe, functionele 3D materialen door middel van zachte chemische syntheseroutes. Please provide a brief, vulgarizing abstract of your project in English (min 250 max 1.500 characters). This text is intended for university administration. The current project develops innovative routes for the synthesis of new materials systems with controlled nanoarchitectures in three dimensions. The multimetal oxides and phosphates selected here, have been recognized to show strong potential for improved electrochemical energy storage and generation in the most recent scientific literature. The project addresses three challenges: the synthesis of phase pure new material compositions, the formation of complex shaped powder materials and 3D ordered nanoarchitectures, and achieving of controlled interfaces in functional device environments. All of these issues are tackled by applying wet chemical synthesis routes. Sustainable, water based routes are preferred and new possibilities for obtaining the desired nanostructures are investigated. To achieve its goals, the project will develop new precursors for the synthesis of new materials with highly valent metal ions, requiring strong control over the oxidation states, it will develop hard or soft template based approaches, and it will realize deposition of ultrathin coatings onto active material components for devices. In this way, thorough insights are generated in the factors determining the realization of new, functional 3D materials by soft chemical syntheses. Organisaties: • Anorganische en Fysische Chemie • Instituut voor Materiaalonderzoek
Onderzoekers: • Marlies VAN BAEL • An HARDY
Chemische syntheseroutes voor 3 dimensionele nanoarchitecturen in energie-opslag. Universiteit Hasselt Abstract: Dit onderzoeksproject gaat in op de synthese en karakterisatie van lithium-ion batterij (LIB) positieve elektrodes. Dit gebeurt enerzijds door de synthese van nieuwe positieve elektrode materiaalsystemen, en aan de andere kant door de synthese van nano gestructureerde morfologieën. Lithium-ion batterijen zijn de meest gebruikte herlaadbare batterijen, met een marktaandeel van meer dan 75%. Nieuwe inventieve oplossingen voor hoge capaciteits elektrodes zijn nodig om beter om te kunnen gaan aan de energiehonger van onze draagbare elektronica. Organisaties: • Anorganische en Fysische Chemie • Instituut voor Materiaalonderzoek
Onderzoekers: • Marlies VAN BAEL • An HARDY • Thomas VRANKEN
Chemische syntheseroutes voor 3 dimensionele nano-architecturen in energieopwekking en -opslag Universiteit Hasselt Abstract: In het huidige project, zullen innovatieve routes worden ontwikkeld voor de synthese van nieuwe materiaalsystemen met gecontroleerde nanostructuur in 3 dimensies. De geselecteerde multimetaal oxides en fosfaten worden erkend als "high potentials" voor verbeterde elektrochemische energieopslag en -opwekking in de meest recente wetenschappelijke literatuur. Drie uitdagingen zullen in het voorliggend project worden aangegaan: de synthese van fasezuivere nieuwe materiaalcomposities, de vorming van complex gevormde poedermaterialen en 3D geordende nanoarchitecturen en het verwezenlijken van gecontroleerde interfaces in functionele device-omgevingen. Al deze kwesties zullen aangepakt worden door het toepassen van nat chemische syntheseroutes. Hernieuwbare, watergebaseerde routes genieten de voorkeur en nieuwe mogelijkheden voor het bereiken van de gewenste nanostructuren zullen onderzocht worden. De aanpak die gevolgd wordt om deze projectdoelen te realiseren, zal erin bestaan nieuwe precursoren te ontwikkelen voor de synthese van nieuwe materialen met hoog-valente metaalionen, die strenge controle van de oxidatietoestand vereisen, nieuwe harde of zachte templaatgebaseerde routes te ontwikkelen, en de depositie te realiseren van ultradunne coatings op actieve materialen voor devices. Op deze manier, zullen diepgaande inzichten bekomen worden in de bepalende factoren bij de verwezenlijking van nieuwe, functionele 3D materialen door middel van "zachte" chemische syntheseroutes. Organisaties: • Anorganische en Fysische Chemie • Instituut voor Materiaalonderzoek
Onderzoekers: • Marlies VAN BAEL • An HARDY
Chemische synthese van nano(hetero)gestructureerde metaaloxiden met bijzondere fysische eigenschappen Universiteit Hasselt
Abstract: Fascinerende fenomenen, als Mott metaal-isolator transities in gecorreleerde elektronsystemen of multiferroïciteit, genieten recent veel aandacht. Geminiaturiseerde morfologieën en heterostructuren op nanoschaal, laten toe deze eigenschappen (drastisch) te wijzigen of te combineren. De bestudeerde materialen werden echter veelal via fysische depositietechnieken bereid. In onderhavig project, zullen nano(hetero)gestructureerde metaaloxiden bereid worden via (een combinatie van) originele hydrothermale en oplossing - gel syntheses. Eerst wordt de miniaturisatie in 1, 2 of 3 dimensies van oxiden met bijzondere eigenschappen nagestreefd, i.h.b. ultradunne lagen en nanodraden/buizen/staafjes tot nanosferen vrijstaand of op substraat; daarna zullen nanoheterostructuren aangemaakt worden, namelijk multigelaagde films, of coatings bestaand uit nanopilaren of -sferen in een oxidematrix. De materiaaleigenschappen (structureel en morfologisch) zullen gecontroleerd worden vanaf het precursorstadium van de sol-gel of hydrothermale synthese en via de chemische transformatie tot het gewenste materiaal. De focus zal gericht zijn op de controle over de morfologie, kristalfasen, chemische compositie, oxidatietoestand van de metaalionen in het materiaal, en grenslagen tussen verschillende fasen. De karakterisatie van de functionele eigenschappen, hetzij elektronisch hetzij katalytisch, zal richting geven aan de synthese tot bekomen van uitzonderlijke fenomenen. Het project ambieert aldus de ontwikkeling van nieuwe materialen met ongewone eigenschappen, door strikte controle over hun structuur vanuit de bereiding. Organisaties: • Anorganische en Fysische Chemie • Instituut voor Materiaalonderzoek
Onderzoekers: • Marlies VAN BAEL • An HARDY • Nick PEYS
Chemisorption reaction mechanisms for ruthenium atomic layer deposition (ALD) KU Leuven Abstract: Atomic Layer Deposition (ALD) has become an important thin film deposition technique for nanotechnology applications. ALD uses a cyclic processof self-limiting chemisorption reactions (of the so-called precursors) to build the film atomic layer by layer. As such, nanometer thin films of high quality may be obtained on flat as well as on shaped substrates. Many compounds have been deposited by ALD, mainly metal oxides and nitrides. ALD of Ruthenium (Ru) is required for future nano-electronic deviceapplications and is extensively studied at imec. However, the most suitable Ru precursor for ALD of high-quality Ru thin films has not yet beenidentified. Possible Ru precursors include organometallic Ru compounds with cyclopentadienyl (C5H5) or pyrrolyl (C4H4N) ligands, aminidates, and RuO4. An issue with many Ru precursors is that the chemisorption reactions are not efficient on certain materials, resulting in inferior Ru film quality. Fundamental understanding of the chemisorption reaction Organisaties: • Afdeling Kwantumchemie en Fysicochemie
Onderzoekers: • Annelies Delabie • Kristine Pierloot • Manh Quan Phung
Chemoattracten in ziekteprocessen KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Laboratorium Moleculaire Immunologie
Onderzoekers: • Sofie Struyf • Maaike Cockx
Chemokinen en chemokinereceptoren. Universiteit Antwerpen Abstract: Chemokinen en chemokinereceptoren. Organisaties: • Klinische biochemie (farmacie) • Medische biochemie
Onderzoekers: • Simon Scharpe
Chemokines in ziekteprocessen KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Laboratorium Moleculaire Immunologie
Onderzoekers: • Sofie Struyf • Pieter Ruytinx
Chemometrics and metabolite profiles for the prospective study and quality control of plants of pharmaceutical interest: bringing this untapped approach into the field Vrije Universiteit Brussel Abstract: zie engelstalige abstract (geen nederlandse tekst) Organisaties: • Analytische Scheikunde en Farmaceutische Technologie
Onderzoekers: • Yvan VANDER HEYDEN
Chemometrie en kwalimetrie in farmacie en fijn scheikunde. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het projekt mikt op de ontwikkeling van chemometrische en qualimetrische technieken die zullen toegepast worden op enkele belangrijke problemen in analytische en synthetische scheikunde. Organisaties: • Analytische Scheikunde en Farmaceutische Technologie
Onderzoekers: • DESIRE MASSART
Chemometrie in scheidingstechnieken: methodeontwikkeling en -optimalisatie, extractie van informatie Vrije Universiteit Brussel Abstract: In de farmaceutische en biomedische analyse is er een tendens om enerzijds geminiaturiseerde en anderzijds snelle methodes te ontwikkelen. Dit project omvat onderzoek in beide domeinen. De geminiaturiseerde technieken die gebruikt worden zijn capillaire electroforese (CE) en capillaire electrochromatografie (CEC). Ons onderzoek in dit domein is vooral gericht om de ontwikkeling van methodes die een snelle screening naar de enantioselectiviteit van chirale moleculen toelaten. Daar waar we eerder screningsstrategieën in CE en HPLC formuleerden, gebaseerd op minimale experimentele designs, wordt momenteel gewerkt aan de ontwikkeling ervan m.b.v. CEC. Bij de ontwikkeling en optimalisatie van snelle chromatografische methodes richten wij ons onderzoek naar twee domeinen, zijnde enerzijds de selectie van orthogonale chromatografische systemen die als een startpunt kunnen dienen in de methodeontwikkeling voor mengsels van geneesmiddelen met hun onzuiverheden, en anderzijds de ontwikkeling van ultrasnelle chromatografische methodes op monolithische kolommen. Orthogonale systemen hebben een verschillende selectiviteit en de selectie van een set van dergelijke systemen moet toelaten enerzijds een idee te krijgen van het aantal onzuiverheden in een mengsel en anderzijds van welk systeem het meest geschikt is voor methodeoptimalisatie. Bij de ontwikkeling van de supersnelle methodes zijn er opnieuw twee doelstellingen, zijnde enerzijds een extreme versnelling van bestaande methodes (vb. Reductie vananalysetijden van 60 naar 2 min) en anderzijds het voorspellen van bepaalde eigenschappen via chemometrische technieken uit incompleet gescheiden chromatogrammen, zoals de antioxiderende activiteit van thee, koffie, wijn of plante-extracten. Organisaties: • Analytische Scheikunde en Farmaceutische Technologie
Onderzoekers: • DESIRE MASSART • Yvan VANDER HEYDEN
Chemometrische studie van gegevens afkomstig van een ATOFINA proces betreffende de bereiding van styreen-butadine copolymeren d.m.v. anionische polymerisatie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Chemometrische studie van gegevens afkomstig van een ATOFINA proces betreffende de bereiding van styreen-butadine copolymeren d.m.v. anionische polymerisatie Organisaties: • Analytische Scheikunde en Farmaceutische Technologie
Onderzoekers: • DESIRE MASSART • Yvan VANDER HEYDEN • JOHANNA VERBEKE
Chemotherapie tijdens zwangerschap: pharmacokinetiek en korte en lange termijn effecten op de neonaat. KU Leuven Abstract: Het doel van dit onderzoek is het nakijken van transplacentair transport van chemotherapeutica, de mogelijke verschillen in kinetiek tussen zwangere en niet zwangere vrouwen en de effecten van het gebruik van chemotherapeutica tijdens de zwangerschap op de moeder en het kind.Dit wordt zowel in een preklinisch model (muizen, bavianen) als in een klinische studie onderzocht.Het onderzoek naar het transplacentair transportgebeurt door simultane bloedafnames bij de foetus en de moeder op bepaalde tijdstippen na intraveneuze toedieningen van chemotherapeutica, in een muis en baviaanmodel.Voor de vergelijking van farmacokinetische parameters van chemotherapeutica bij zwangere en niet zwangere vrouwen, worden zowel bij zwangere als niet zwangere vrouwen reeksen bloedstalen afgenomen over de eerste 48 uur na chemotherapietoediening (bij bavianenen in klinische studie). Op basis van de plasma-dosages op de verschillende tijdstippen worden farmacokinetische parameters berekend en de resultaten Organisaties: • Gynaecologische Oncologie
Onderzoekers: • Frédéric Amant
Chemo-zintuiglijke codering gemoduleerd door STDP en Dynamische I/O-transfer functie van in vivo corticale neuronen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht toegekend door de Universiteit Antwerpen. De promotor levert de Universiteit Antwerpen de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd door de universiteit. Organisaties: • Theoretische neurobiologie en neuroengineering
Onderzoekers: • Michele Giugliano
ChemPro Tools - Ontwikkeling van nieuwe chemische tools en proteomics-technologieën voor de studie van proteolytische systemen. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project zal een nieuwe technologie ontwikkeld worden voor de ontdekking en de aanmaak van innovatieve en patenteerbare chemische probe bibliotheken. Daarnaast kan de nieuwe technologie ook gebruikt worden voor target identificatie en target validatie en voor biomerker en bio-imaging toepassingen. Ook voor de identificatie van off-target binding kan de nieuwe technologie gebruikt worden. Bovendien kan inhibitor design en optimalisatie uitgevoerd worden met deze technologie. Organisaties: • Medicinale chemie (UAMC)
Onderzoekers: • Pieter Paula Frans Van Der Veken • Koen Augustyns
CHESS : Climate, hydrochemistry and economics of surface water systems Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het CHESS project beoogt het onderzoek van de gevolgen van klimaatsveranderingen op de kwaliteit van het rivierwater in Europa. Voor het onderzoek werden 5 rivierbekkens, verspreid over Europa, gekozen als testgebied. De analyse voor al deze bekkens steunt op het gebruik van een hydrologisch model (SWAT, USDA), gekoppeld aan een
waterkwaliteitsmodel (Questor, Institute of Hydrology). Hierbij wordt rekening gehouden met diffuse pollutie - afspoeling van nutrienten uit de landbouw - en met puntlozingen van de industrie en van de huishoudens. De modellen worden gevalideerd voor de huidige toestand. Vervolgens worden berekeningen uitgevoerd voor verschillende toekomstige klimaatsscenarios, afkomstig van verschillende globale circulatie modellen. Organisaties: • Hydrologie en Waterbouwkunde
Onderzoekers: • WILLY BAUWENS
Child Death Reviews - voorstel van aanpak in Vlaanderen Universiteit Gent Abstract: Child Death Reviews: voorstel van aanpak in Vlaanderen Vlaamse Overheid IJH 2013 05 Organisaties: • Vakgroep Gerechtelijke geneeskunde
Onderzoekers: • Els De Letter
child domestic work and child abuse in India KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Educatie, Cultuur en Samenleving
Onderzoekers: • Peter Adriaenssens • Lucia De Haene • Namratha Ramanan
Childrens processing of persuasive food marketing and the development of interventions to bolster their defenses against advertising. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Instituut voor Mediastudies
Onderzoekers: • Tim Smits • Evy Neyens
Chilling of Meat KU Leuven Abstract: Naast de toepassing ervan in bewaring van het vlees, is koeling ook gebruikt om uniforme kleur in de spieren te behouden door het verminderen van de snelheid van de post-mortem veranderingen. De snelheid van fysiologische en biochemische veranderingen in de spieren van de geslachte dieren afhankelijk van de temperatuur van het karkas. De snelheid en omvang van deze veranderingen bepalen de kleur kwaliteit van het vlees vooral in de interne delen van karkassen. Lage temperaturen vertragen het tempo van deze veranderingen welke kleur instabiliteit op zijn beurt vermindert in het karkas. Als gevolg van hun thermofysische eigenschappen karkassen bijzonder grote runderkarkassen, niet gemakkelijk en uniform afgekoeld op de gewenste snelheid in de bestaande commerciële slachthuizen. Dit probleem leidde de noodzaak om verbeteringen en / of vervanging van bestaande rundvlees karkas commerciële koelmachines om meer uniforme en stabiele vervaardiging van vleesproducten, op relatief korte koeltijd Organisaties: • Afdeling MeBioS
Onderzoekers: • Bart Nicolai • Pieter Verboven • Kumsa Delessa Kuffi
CHILLY : Verbeterd cut edge corrosiebescherming van geschilderd Al-rijke metallisch gecoat staal. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Om de zoektocht naar de corrosie mechanisme te vereenvoudigen wordt het werk verdeeld in 3 delen: onderzoek naar de actieve staat met continue wetting, onderzoek naar droog/nat cyclussen zoals in externe weercondities en het onderzoek naar de invloed van geometrische effecten. Organisaties: • Materialen & chemie
Onderzoekers: • HERMAN TERRYN
China's opgang in het internationaal systeem: historische voorgangers, geo-economische implicaties en gepolitieke gevolgen Universiteit Gent Abstract: Dit is een onderzoek naar de snel wijzigende positie van China in het internationaal systeem. Zal de machtstransitie naar China op vredevolle wijze verlopen en leiden tot een 'Aziatische Eeuw' met china als nieuwe hegemonische kracht, dan wel confrontaties uitlokken waarbij China gefrustreerd raakt in haar ambities en het internationaal systeem uitdaagt? De hypothese is dat de opgang van China te vergelijken valt die van Imperiaal Duitsland. Organisaties: • Vakgroep Politieke wetenschappen
Onderzoekers:
• Erik Coolsaet
China, België en Nederland: economische kansen en uitdagingen. Universiteit Antwerpen Abstract: De rol van China in de wereldeconomie evolueert razendsnel. Over de effecten daarvan op de Belgische en Nederlandse economieën bestaan veel onzekerheden. In deze studie wordt diepgaand geanalyseerd wat de opkomst van de Chinese economie betekent voor specifieke Belgische en Nederlandse bedrijven en bedrijfstakken met behulp van unieke dataverzameling en geavanceerde econometrie. Organisaties: • Management
Onderzoekers: • Arjen van Witteloostuijn
China's competitief voordeel verbeteren: Gevalstudie over kennis- en technologie-clusters. Universiteit Antwerpen Abstract: In zijn transitie van een planeconomie naar een markteconomie heeft China enorme groei gerealiseerd. Deze groei is voornamelijk gerealiseerd door de exploitatie van comparatief voordeel. Alhoewel China op de middellange termijn een comparatief voordeel zal blijven behouden, worden andere attractiefactoren, zoals menselijk kapitaal en technologie, steeds belangrijker in een globale economie. Kennis en technologie en onderzoek en ontwikkeling zullen steeds beslissender worden voor de economische en sociale ontwikkeling van een land. Kennis en technologie clusters zullen daarbij de mogelijkheden bieden om nieuwe industrieën te ontwikkelen en bestaande te upgraden. Organisaties: • Instituut voor Ontwikkelingsbeleid en -beheer - overige
Onderzoekers: • Daniël Van den Bulcke • Filip De Beule
China's Outward Foreign Direct Investment. How can Belgium benefit ? Universiteit Antwerpen Abstract: China's Outward Foreign Direct Investment. How can Belgium benefit ? Organisaties: • Instituut voor Ontwikkelingsbeleid en -beheer - overige
Onderzoekers: • Daniël Van den Bulcke
China?s overzeese handel en marineoperaties in Noordoost-Azië op het breukvlak van de Yuan- en Ming-dynastie (late 14e eeuw). Universiteit Gent Abstract: Sinds de oudheid wordt de haven van Penglai (Noord-China) gebruikt als een strategisch belangrijke basis voor commerciële en militaire operaties. Een comparatieve analyse van geschreven en archeologisch bronnenmateriaal zal een nieuw licht werpen op China?s maritieme beleid en de interactie tussen officiële en privaathandel in een op onderzoeksvlak onderbelichte geografische ruimte tijdens een periode met een fundamentele dynastieke verschuiving. Organisaties: • Vakgroep Talen en Culturen van Zuid- en Oost-Azië
Onderzoekers: • Angela Schottenhammer
Chinese4Business. KU Leuven Abstract: Chinese for business partnerproject. Organisaties: • Instituut voor Levende Talen
Onderzoekers: • Serge Verlinde
Chinese and European perspectives on international human rights law. Which lessons for domestic legal systems? KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Instituut voor Internationaal Recht
Onderzoekers: • Jan Wouters
Chinese bedrijvenclusters in onze buurlanden: analyse en benchmark van de drijvende factoren achter het ontstaan van deze clusters. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de Provincie Antwerpen. UA levert aan de Provincie Antwerpen de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Management
Onderzoekers: • Paul Matthyssens
Chinese postdoc visiting fellowship QIU Hao. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Bodem- en Waterbeheer
Onderzoekers: • Erik Smolders
Chinese schrijfprocessen loggen en analyseren: Een instrumentele basis voor contrastief onderzoek. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Management
Onderzoekers: • Luc Van Waes
Chinese visies op de internationale rechtsstaat : de oorsprong, impact van en vooruitzichten op het ontstaan van een consensus over de rechtsstaat op internationaal niveau. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Instituut voor Internationaal Recht
Onderzoekers: • Jan Wouters • Matthieu Burnay
Chip gebasseerde optische parametrische oscillatoren Universiteit Gent Abstract: In dit project worden on-chip parametrische oscillatoren uitgewerkt. De uitdaging is om OPO?s te ontwikkelen met een laag drempel vermogen. Aangezien de intensiteit van het licht in een silicium golfgeleider enorm hoog kan zijndat de doorsnede van zo een golfgeleider heel klein is kan men al bij lage vermogens sterke niet-lineaire interacties waarnemen. Het is dan ook de bedoeling om deze OPO?s in silicium te maken. Organisaties: • Vakgroep Informatietechnologie
Onderzoekers: • Günther Roelkens
Chips for leven (C4L). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EU . UA levert aan EU de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Margareta Ieven
Chiraliteit van tweelagige grafeen in de nabijheid van Rashba en intrinsieke spin-draaicirkelkoppeling. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Theorie van de gecondenseerde materie
Onderzoekers: • Francois Peeters • Ramezani Masir Massoud • Samvel Badalyan • Khosrow Shakouri
Chiroptera-Inspired Robotic Cephaloid: a Novel Tool for Experiments in Synthetic Biology. (CIRCE) Universiteit Antwerpen Abstract: Het betreft een project in het kader van het vijfde kaderprogramma (onderdeel IST) = gebruiksvriendelijke informatiemaatschappij). Doel is onder meer het ontwerpen van een bionische vleermuis. Een consortium van Europese universiteiten werkt mee; UFSIA coördineert. Organisaties: • VAKGROEP MILIEU, TECHNOLOGIE EN MANAGEMENT • Engineering Management
Onderzoekers: • Herbert Peremans
Chitinase (3-like) proteïnen als nieuwe biomerkers voor acute nierschade bij intensieve zorgen patiënten Universiteit Gent Abstract: Tot 2/3 van humane intensieve zorgen patiënten ontwikkelen acute nierschade, een onafhankelijke risicofactor voor ziekenhuismortaliteit. Ook bij caniene patiënten is acute nierschade geassocieerd met een hoge mortaliteit. Urinaire chitinase (3-like) proteïnen zijn beloftevolle biomerkers voor acute nierschade in ons muis sepsis model. Hun oorsprong, functie en eliminatie in pre-klinische, alsook hun diagnostische waarde in klinische omstandigheden, worden nagegaan. Organisaties: • Vakgroep Farmacologie, Toxicologie en Biochemie
Onderzoekers: • Evelyne Meyer • Eric Hoste
CHITINSECT KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afd. Dierenfysiologie en Neurobiologie
Onderzoekers: • Jozef Vanden Broeck
Chitinsect CHITINSECT: Productie en toepassing van chitosan, gebaseerd op insecten-biomassa op lab en pilotschaal. IWT FISCH 130.787 Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Duurzame Organische Chemie en Technologie
Onderzoekers: • Christian Stevens • Tom Desmet
Chlamydia psittaci DNA vaccination and alternatives Universiteit Gent Abstract: DNA vaccinatie voor Chlamydia psittaci zal vergeleken worden met andere alternatieve vaccinatiemethoden. Hierbij zullen we gebruik maken van experimenteel geïnfecteerde SPF kalkoenen Organisaties: • Vakgroep Moleculaire biotechnologie
Onderzoekers: • Daisy Vanrompay • Niek Sanders
Chlamydiascreening in de huisartspraktijk: van een theoretisch model (efficacy) naar de praktijk (effectiveness). Universiteit Antwerpen Abstract: Chlamydia trachomatis is bij ons de meest frequente bacteriële SOA (prevalentie 3-8%); de meeste infecties verlopen asymptomatisch en worden niet gediagnosticeerd. Belangrijke complicaties en sequellen zijn echter PID, tubaire infertiliteit, extra-uteriene zwangerschap en chronische buikpijn. Vooral jonge vrouwen zijn at risk voor het oplopen van de infectie. Door het grote aantal asymptomatische infecties dringt screening zich op. De ontwikkeling en commercialisering van de DNA-amplificatietechnieken, die zeer goede testeigenschappen hebben en non-invasieve staalafname mogelijk maken, opent nieuwe perspectieven voor screening. Screening op Chlamydia heeft een hoge kostprijs en is arbeidsintensief; daarom is selectieve screening, op basis van een risicoprofiel, de meest haalbare strategie. Risicoprofielen zijn traditioneel bepaald bij hoogrisicopopulaties zoals in abortusklinieken, SOA klinieken, of bij bevolkingsgroepen van Afrikaanse afkomst. Deze risicoprofielen zijn niet zonder meer overdraagbaar naar de algemene patiëntenpopulatie in België. Om deze reden is het nodig een specifiek risicoprofiel te bepalen vanuit de huisartspraktijk. Dit project beoogt het ontwikkelen van een model voor selectieve screening op urogenitale Chlamydia bij vrouwen in de huisartspraktijk. Voorts worden de randvoorwaarden onderzocht waaraan moet worden voldaan om deze strategie in de praktijk te brengen. Bijzondere aandacht wordt besteed aan de feasibility en de aanvaardbaarheid van het model voor de betrokken actoren (m.n. huisartsen en patiënten).In een volgende fase wordt het model geimplementeerd en in de praktijk geëvalueerd. Een economische evaluatie van het screeningsmodel in de praktijk wordt vergeleken met de gezondheidswinst van het theoretische model. Organisaties: • Huisartsgeneeskunde • Eerstelijns - en interdisciplinaire zorg Antwerpen (ELIZA)
Onderzoekers: • Dirk Avonts • Veronique Verhoeven
CHLAMYSUIS Universiteit Gent Abstract: Het project heeft tot doel om de bacterie gastheercel interactie van Chlamydia suis te bestuderen Organisaties: • Vakgroep Moleculaire biotechnologie
Onderzoekers: • Daisy Vanrompay
Chlorofylfluorescentie beeldanalyse : de plantenvitaliteitsmeter. Universiteit Hasselt Abstract: Ter voorbereiding van het opstarten van een spin-off voor de productie van het draagbare FIS-apparaat werd een uitgebreid marktonderzoek uitgevoerd. De spin-off dient op korte termijn opgestart te worden. Het doel van dit project is de aanmaak van een aantal supplementaire, goed onderbouwde databanken met zoveel mogelijk marktrelevante gegevens die een belangrijke rol zullen spelen in de onderhandelingen met potentiële klanten. Dit omvat het uitvoeren van reeksen metingen en verwerking van de gegevens (met o.a. beeldanalyse, statistische verwerking). Organisaties: • Moleculaire en Fysische Plantenfysiologie • Centrum voor Milieukunde
Onderzoekers: • Roland VALCKE
Chlorofyl fluorescentiebeelvorming van planten blootgesteld aan biotische en abiotische stressoren in een toekomstig klimaat. Universiteit Antwerpen Abstract: Chlorofyl (chl) a fluorescentie heeft reeds bewezen een geschikte techniek te zijn voor de studie van stressresponsen bij planten. Omdat chl fluorescentie op complexe wijze gerelateerd is met processen in fotosynthese verschaffen fluorescentiemetingen gedetailleerde informatie over de integriteit en kwantumefficiëntie van fotosysteem II (PSII). De overkoepelende doelstelling van deze studie is het karakteriseren van veranderingen in primaire fotochemische processen van verschillende plantensoorten in functie van de meest voorkomende stresssituaties (milieuen omgevingsstress) en dit zowel onder de huidige als toekomstige klimaatsomstandigheden (global change). Door dit te doen binnen een groot experiment waarbij meerdere stressoren afzonderlijk en in combinatie worden opgelegd, kan ondergezocht worden welke mechanismen gemeenschappelijk, respectievelijk specifiek, zijn voor de respons van planten t.o.v. verschillende stressoren.
Objectieven: - Karakteriseren van de veranderingen in kwantumefficiëntie van fotosysteem II (PSII) in relatie tot afzonderlijke en gecombineerde stressoren onder huidige en toekomstige klimaatscondities voor verschillende plantensoorten - Een beter inzicht krijgen in de processen van niet-fotochemische quenching door dit te bestuderen onder verschillende stress- en klimaatscondities binnen hetzelfde experiment - Patronen en variatie van fotochemische efficiëntie binnen een individueel blad koppelen aan een bepaalde stressor en nagaan of de patronen verschillend zijn onder huidige en toekomstige klimaatsomstandigheden - Onderzoeken of chl fluorescentiesignalen onder alle omstandigheden een goede indicatie geven van de werkelijke fotochemische capaciteit Dit onderzoek zal kaderen binnen een groot experiment in onze onderzoeksgroep. De doelstelling van die grootschalige studie is nagaan of ecosystemen en de verschillende afzonderlijke plantensoorten voldoende resistent zullen blijven aan verschillende stressoren onder toekomstige klimaatsomstandigheden. Meer specifiek wilt men onderzoeken of de dosis-respons relaties voor de stressoren wijzigen en of er synergistische of antagonistische effecten optreden tussen de verschillende stressoren. Grasland mesocosmossen (eenheden van bodem + vegetatie) zullen in PVC-containers geplaatst worden binnen computer-gestuurde, doorzichtige groeikamers waarvan de helft de huidige CO2 concentraties en luchttemperaturen volgt en in de andere helft toekomstige condities worden gesimuleerd. Organisaties: • Planten- en vegetatie-ecologie (PLECO)
Onderzoekers: • Birgit Gielen • Reinhart Ceulemans
Chloroplasteiwitten en oxidatieve stress: een correlatie in cadmium-blootgestelde Arabidopsis thaliana zaailingen. Universiteit Hasselt Abstract: Metalen, zoals cadmium (Cd), hebben een sterke impact op de ontwikkeling en groei van planten door te interageren op cellulair en moleculair niveau. Planten beschikken over verdedigingsmechanismen tegen metalen, maar die kunnen ontoereikend worden bij langdurige blootstellingen of bij blootstelling aan hoge concentraties van metalen. De aanwezige Cd concentraties in het milieu leiden tot verstoringen in de cellulaire redox balans van planten wat aanleiding geeft tot signaaltransductie en verdedigingsresponsen en/of schade. Reactieve zuurstofvormen (ROS) vormen belangrijke moleculen in de cellulaire redox balans die kunnen interageren met cellulaire componenten en interfereren met enzymregulatie via oxido-reductie reacties. Om een beter inzicht te verwerven in de Cd-geïnduceerde oxidatieve stress responsen, gebruiken we in dit project verschillende benaderingen om de responsen op eiwitniveau verder te ontrafelen. Hierbij zal een bijzondere aandacht gegeven worden aan de chloroplasten, de plaats waar fotosynthese gebeurt. Dit is bijgevolg een zeer belangrijke plaats voor de energieproductie van de planten alsook vindt in dit organel de biosynthese van verschillende antioxidanten plaats. Organisaties: • Milieubiologie • Centrum voor Milieukunde
Onderzoekers: • Ann CUYPERS
CHLOROPROT : Chloroplast proteïnen en oxidatieve stress: Een correlatie in Cd-blootgestelde Arabidopsis thaliana zaailingen Universiteit Hasselt Abstract: Metalen, zoals cadmium (Cd), hebben een sterke impact op de ontwikkeling en groei van planten door te interageren op cellulair en moleculair niveau. Planten beschikken over verdedigingsmechanismen tegen metalen, maar die kunnen ontoereikend worden bij langdurige blootstellingen of bij blootstelling aan hoge concentraties van metalen. De aanwezige Cd concentraties in het milieu leiden tot verstoringen in de cellulaire redox balans van planten wat aanleiding geeft tot signaaltransductie en verdedigingsresponsen en/of schade. Reactieve zuurstofvormen (ROS) vormen belangrijke moleculen in de cellulaire redox balans die kunnen interageren met cellulaire componenten en interfereren met enzymregulatie via oxido-reductie reacties. Om een beter inzicht te verwerven in de Cd-geïnduceerde oxidatieve stress responsen, gebruiken we in dit project verschillende benaderingen om de responsen op eiwitniveau verder te ontrafelen. Hierbij zal een bijzondere aandacht gegeven worden aan de chloroplasten, de plaats waar fotosynthese gebeurt. Dit is bijgevolg een zeer belangrijke plaats voor de energieproductie van de planten alsook vindt in dit organel de biosynthese van verschillende antioxidanten plaats. Organisaties: • Milieubiologie • Centrum voor Milieukunde
Onderzoekers: • Ann CUYPERS
Cholesterol receptoren en transporters als cruciale regulatoren van ontstekingen in de hersenen Universiteit Hasselt Abstract: Multiple sclerose (MS) is een chronische auto-immuunziekte van het centrale zenuwstelsel (CZS), dat vooral jonge volwassenen treft in de bloei van hun leven. Er is geen geneesmiddel is beschikbaar en daarom heeft MS hoge sociaal-economische gevolgen. Er wordt gedacht dat MS wordt geïnitieerd door autoreactieve T-cellen die fagocyten de opdracht geven de isolerende myelineschede af te breken. Diverse pathologische mechanismen bepalen het verdere verloop van de ziekte. Recente bevindingen tonen aan dat receptoren geactiveerd door cholesterol metabolieten de expressie van de betrokken genen bij ontstekingen en lipide homeostase regelen. Myeline heeft een uitzonderlijk hoog cholesterol gehalte en tijdens de demyelinisatie van de MS-laesies nemen macrofagen grote hoeveelheden myeline op die hun fenotype moduleren. Bovendien is cholesterol homeostase in oligodendrocyten essentieel voor een goede myelinisatie. Deze bevindingen geven aan dat cholesterol homeostase een belangrijke rol speelt in auto-immuun-geïnduceerde demyelinisatie in het CZS. In deze studie onderzoeken we hoe cholesterolreceptoren en -vervoerders de- en remyelinisatie reguleren in een dierlijk model van MS, en bepalen we welke cellen en moleculaire mechanismen betrokken zijn. De verkregen resultaten zullen het belang van de cholesterol homeostase in MS en andere CZS-inflammatoire ziekten verduidelijken en kunnen nieuwe doelwitten onthullen voor de behandeling van deze ziekten. Organisaties: • Biofysica • Immunologie - Biochemie • Biomedisch Onderzoeks Instituut
Onderzoekers: • Marcel AMELOOT • Jerome HENDRIKS
Cholesterol receptoren en transporters als cruciale regulatoren van ontstekingen in de hersenen Universiteit Hasselt
Abstract: Multiple sclerose (MS) is een chronische auto-immuunziekte van het centrale zenuwstelsel (CZS), dat vooral jonge volwassenen treft in de bloei van hun leven. Er is geen geneesmiddel is beschikbaar en daarom heeft MS hoge sociaal-economische gevolgen. Er wordt gedacht dat MS wordt geïnitieerd door autoreactieve T-cellen die fagocyten de opdracht geven de isolerende myelineschede af te breken. Diverse pathologische mechanismen bepalen het verdere verloop van de ziekte. Recente bevindingen tonen aan dat receptoren geactiveerd door cholesterol metabolieten de expressie van de betrokken genen bij ontstekingen en lipide homeostase regelen. Myeline heeft een uitzonderlijk hoog cholesterol gehalte en tijdens de demyelinisatie van de MS-laesies nemen macrofagen grote hoeveelheden myeline op die hun fenotype moduleren. Bovendien is cholesterol homeostase in oligodendrocyten essentieel voor een goede myelinisatie. Deze bevindingen geven aan dat cholesterol homeostase een belangrijke rol speelt in auto-immuun-geïnduceerde demyelinisatie in het CZS. In deze studie onderzoeken we hoe cholesterolreceptoren en -vervoerders de- en remyelinisatie reguleren in een dierlijk model van MS, en bepalen we welke cellen en moleculaire mechanismen betrokken zijn. De verkregen resultaten zullen het belang van de cholesterol homeostase in MS en andere CZS-inflammatoire ziekten verduidelijken en kunnen nieuwe doelwitten onthullen voor de behandeling van deze ziekten. Organisaties: • Immunologie - Biochemie • Biomedisch Onderzoeks Instituut
Onderzoekers: • Niels HELLINGS • Jerome HENDRIKS
Cholinerge modulering van het mucosale immuunsysteem. KU Leuven Abstract: Het centrale zenuwstelsel interageert op een dynamische wijze met het immuunsysteem dmv humorale en neurale mechanismen. Onlangs werd aangetoond dat het parasympathische zenuwstelsel, via de nervus vagus, (VN) een belangrijke rol speelt in het moduleren van het immuunsysteem via het cholinerge anti-inflammatoire systeem. Stimulatie van de VN veroorzaakt vrijstelling van acetylcholine met reductie van activatie van macrofagen, via interactie met alfa7 nicotinerge receptoren, tot gevolg. We hebben recent aangetoond dat VN stimulatie op een potente wijze darmontsteking veroorzaakt door abdominale chirurgie remt, wat vagus-gemedieerde modulatie van het immuunsysteem suggereert. Gebaseerd op deze bevindingen stellen we de hypothese voor dat vagale innervatie van de darm een belangrijkerol speelt in het onderhouden van immuun homeostasis in de darm. In preliminaire experimenten hebben we inderdaad aangetoond dat vagotomie resulteert in een reductie van regulatoire T cellen en verlies van ora Organisaties: • TARGID
Onderzoekers: • Guy Boeckxstaens • Gianluca Matteoli
Cholinerge tonus en immuun-gemediëerde ziekten van de darm KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • TARGID
Onderzoekers: • Guy Boeckxstaens • Gianluca Matteoli • Goele Bosmans
Cholinergic modulation of immune homeostasis: new opportunities for treatment (Cholstim). KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • TARGID
Onderzoekers: • Guy Boeckxstaens
Choreografieën van precariteit. Een transdisciplinaire studie van de arbeids- en levensomstandigheden in de hedendaagse dansscenes van Brussel en Berlijn Universiteit Gent Abstract: CoP zal de sociaal-economische positie van hedendaagse dansere en de invloed daarvan op hun prodictieprocessen onderzoeken in Brussel en Berlijn. Het project zal aankaarten in hoeverre men kan spreken van onzekerheid, oftewel precariteit, in de hedendaagse dansscènes van deze twee steden, die beide kunnen beschouwd worden als creatieve hoofdsteden van Midden- en West-Europa. Organisaties: • Vakgroep Kunst-, Muziek- en Theaterwetenschappen
Onderzoekers: • Christel Stalpaert • Katharina Pewny
C-H...pi versus C-H...n interacties: een experimentele en theoretische studie van halogeenbruggebonden complexen tussen orgnaische halogeniden en (hetero)aromatische modelsystemen. Universiteit Antwerpen Abstract: Experimentele gegevens omtrent het voorkomen, de stoichiometrie, de relatieve stabiliteit en de ruimtelijke structuur van C-X...¿ halogeenbrug gebonden complexen worden bekomen via een infrarood- en Ramanstudie van cryogene oplossingen, vaste matrices en moleculaire kristallen. De halogeendonoren die bestudeerd worden zijn CF3I, CF3Br en CF3Cl. De (hetero)aromatische modelsystemen zijn benzeen, pyrrool, furaan en thiofeen. De experimentele studie wordt ondersteund door ab initio berekeningen, Monte Carlo simulaties en Moleculaire Dynamica berekeningen. Voor de complexen met furaan en thiofeen kunnen naast C-X...¿ gebonden complexen ook C-X...n gebonden complexen gevormd worden waarbij n refereert naar het vrije elektronenpaar op zuurstof of zwavel. Voor deze verbindingen wordt nagegaan welke complexen preferentieel gevormd worden en of beide type complexen simultaan kunnen voorkomen. Organisaties: • Cryospectroscopie
Onderzoekers: • Benjamin Van Der Veken • Wouter Herrebout • Nick Nagels
Christendom en de Oosterse godsdiensten en Mysterieculten in het werk van Franz Cumont, en het werk van Cumont in de context van het Modernisme (Alfred Loisy) Universiteit Gent Abstract: Dit project wil de visie bestuderen van Cumont op het antieke Christendom vanuit zijn gepubliceerde werken, zijn ongepubliceerde correspondentie met andere geleerden, vooral Loisy en zijn recensies. Verder: zijn theorieën over de vergelijkende studie van religies over Christendom als een mysteriegodsdienst, heidense invloeden op het Christendom en Christendom versus de Oosterse Godsdiensten binnen het Romeinse culturele en politieke universalisme. Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Onderzoekers: • Danny Praet
Christendom en de wereld. Een kritisch-constructief onderzoek van Joseph Ratzinger's theologische perspectieven op de verhouding tussen het christelijke geloof en de hedendaagse cultuur KU Leuven Abstract: Ons doctoraatsproject zal Joseph Ratzinger's theologie onderzoeken, en dan in het bijzonder het thema van de verhouding tussen christendom en de hedendaagse cultuur (1), en zal vervolgens een evaluatie geven van zijn ideeen in het licht van de huidige religieuze situatie in de westerse wereld, dit zal onderzocht worden aan de hand van hedendaagse sociologische verslagen (2), om uiteindelijk tot een uitgebreidere en rijkere visie voor het christelijk geloof in de 21ste eeuw te komen (3). Organisaties: • OE Systematische Theologie & Religiewet.
Onderzoekers: • Lieven Boeve • Branislav Kuljovsky
Christen worden: Naar een heroverweging van identiteit en betekenis in het werk van Edward Schillebeeckx KU Leuven Abstract: Dit doctoraatsproject beoogt de theologie van Edward Schillebeeckx te herlezen ten behoeve van een nieuwe, hedendaagse context, beginnendmet zijn concept van subjectiviteit en de radicale eindigheid van mensen. Dezeradicale eindigheid opereert voor subjecten als een grond in hun ontmoeting met de werkelijkheid en de ander, en stelt Schillebeeckx in staat om op kritische en constructieve wijze na te denken over 'differentie'. De wisselwerking tussen differentie en identiteit, zelfs binnen het subject zelf, maakt de vraag naar betekenis in de vorming van individuele ideniteit en het verhalen van een betekenisvolle geschiedenis noodzakelijk.Dit project zal het historische en narratieve proces van specifiek christelijke identiteitsvorming in een gepluraliseerde context verkennen. Het zal ook onderzoeken hoe specifiek christelijke subjecten betekenisvolle geschiedenis van heil komend van God kunnen creëeren en vormgeven. Organisaties: • OE Systematische Theologie & Religiewet.
Onderzoekers: • Lieven Boeve • Leo Kenis • Daniel Minch Jr
Christian identity-formation and the emergency of the early Church. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Bijbelwetenschap
Onderzoekers: • Reimund Bieringer
Christus als de weg in het Johannesevangelie. Een historisch-kritische exegese van Joh 14,6 in de literaire en sociohistorische context als onderdeel van een hermeneutiek van de johanneïsche tekst KU Leuven Abstract: Dit project spits zich toe op de exegese van Joh 14,6 als het summum van de johanneïsche christologie en poogt een heldere interpretatie te geven van de betekenis van dit vers, dat beschouwd wordt als een struikelblok in de joods-christelijke dialoog. Het doctoraatsonderzoek focust op een historisch-kritische exegese van Joh 14,6 in de historische, literaire en sociale context. Het verklaart de concepten #weg, #waarheid# en #leven# en de #Ik ben#-uitspraken vanuit de Grieks-Romeinse en/of joodse achtergrond en begrijpt deze vanuit de samenhang met de johanneïsche christologie in het algemeen en de johanneïsche afscheidsredes in het bijzonder. Joh 14,6 wordt daarnaast ook onderzocht als een mogelijke factor in vroegchristelijke identiteitsconstructie. Het sluitstuk van dit project is een toekomstgericht e hermeneutiek die op zoek gaat naar de mogelijkeinclusieve horizon van een hoofdzakelijk exclusivistische tekst en nagaat in welk opzicht een toekomstgerichte interpretatie van Joh 14,6 Organisaties: • OE Bijbelwetenschap
Onderzoekers: • Didier Pollefeyt • Reimund Bieringer • Laura Tack
Christus navolgen? Een methodologische discussie over het gebruik van bijbelteksten in de theologische ethiek
KU Leuven Abstract: In onze studie staat het gebruik van bijbelteksten in de theologische ethiek centraal. Daarbij gaat de aandacht in het eerste hoofdstuk vooral naar verschillende modellen om de bijbel als inspiratiebron voor de moraaltheologie te gebruiken. In een tweede hoofdstuk zal het gebruik van het thema 'discipleship' in de recente theologische ethiek geschetst en geëvalueerd worden. Aandacht wordt geschonken aan de implicaties voor het morele leven en het verstaan van christelijke gemeenschappen als gemeenschappen van volgelingen van Christus. Welke elementen van 'imitatio Christi' stellen moraaltheologen centraal en hoe verwijzen ze naar de leefstijl van de eerste christelijke gemeenten? Tenslotte wordt het belang vande liturgie als wisselwachter tussen schrift en ethiek bestudeerd, met name twee aspecten, nl. hoe zowel anamnese als een sacramentele lezing van de Schrift in de context van de liturgie kunnen bijdragen tot morele identiteitsvorming en een nieuw verstaan van 'discipleship' vandaa Organisaties: • OE Theologische en Comparatieve Ethiek
Onderzoekers: • Johan De Tavernier • N. N.
Chromatinesignalering door het eiwitfosfatase PP1/Repo-man. KU Leuven Abstract: In dit project willen we een meer geïntegreerd beeld krijgen van defuncties en regulering van het PP1γ/Repoman holo-enzym tijdens interfase en mitose. De specifieke vragen die we willen beantwoorden zijn: nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp; Hoe wordt het complexPP1γnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp; Hoe wordt het complexPP1γnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp; Hoe wordt het complexPP1γnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp; Hoe wordt het complexPP1γnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp; Hoe wordt het complexPP1γnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp; Hoe wordt het complexPP1γnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp; Hoe wordt het complexPP1γnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp; Hoe wordt het complexPP1γnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp; Hoe wordt Organisaties: • Labo Biosignalering & Therapeutica
Onderzoekers: • Monique Beullens • Mathieu Bollen • Bart Lesage
Chromatische adaptatie en corresponderende kleuren: een uitgebreide systematische studie. KU Leuven Abstract: De wereld rondom zou er s middags of s avonds zeer verschillend uitzien indien de kleur van objecten enkel afhankelijk was van het gereflecteerde licht dat ons oog binnenvalt. Gelukkig is het menselijke visuele systeem in staat om zich aan zowel de intensiteit als de kleur van de verlichting aan te passen. Deze chromatische adaptatie is echter niet perfect. In vele praktische toepassingen, zoals (ver)licht(ings) design en kleur reproductie is het belangrijk om weten hoe gelijkaardig (of verschillend) objecten er zullen uitzien onder verschillende belichtingen; we moeten dus de kleurverschuiving van een object tengevolge van een verandering in de belichting kunnen berekenen. Hiervoor wordt gebruik gemaakt vaneen chromatische adaptatie transformatie (CAT) die toelaat om kleuren te berekenen die er onder verschillende belichtingscondities gelijkaardiguitzien, zogenaamde corresponderende kleuren (CC). De voorbije jaren zijn CATs en CCs het onderwerp geweest van intensief onderzoek omwill Organisaties: • Afdeling ESAT - ELECTA
Onderzoekers: • Geert Deconinck • Kevin Smet
Chromatografische organische sporenanalyse. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds Erasmus Mundus - EADIC. UA levert aan Erasmus Mundus - EADIC de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Chromatografische organische sporenanalyse
Onderzoekers: • Lucien Nagels
Chromium Remediation from Leather Tanneries KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afd. Procestechnologie v. Duurzame Syst.
Onderzoekers: • Thomas Van Gerven • Ilse Smets • Embialle Mengistie Beyene
Chromoproteïnen: nieuwe labels voor niet lineaire spectroscopie en microscopie. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afd. Moleculaire Visualisatie & Fotonica
Onderzoekers: • Johan Hofkens • Koen Clays
Chromosomale afwijkingen in menselijke preimplantatie embryo's en embryonale stamcellen: oorzaken, mechanismen en gevolgen voor in vitro fertilisatie en regeneratieve geneeskunde.
Vrije Universiteit Brussel Abstract: Verschillende studies melden dat 40 tot 70 % van de menselijke preimplantatie embryo's chromosomale abnormaliteiten vertonen (Fauser, 2008). De meeste van deze afwijkingen werden gevonden in embryo's die werden gebiopsieerd, waarna de gebiopsieerde cellen werden geanalyseerd door middel van FISH met een maximum van negen chromosomen, tijdens een IVF cyclus met preimplantatie genetische screening (PGS). PGS wordt toegepast bij IVF patiënten met een slechte prognose om IVF resultaten te verbeteren. Hoewel de aangetroffen aneuploidieën wellicht de meest belangrijke factor zijn met een invloed op de implantatie van het embryo in de uterus, is het niet duidelijk in welke mate deze abnormaliteiten een rol spelen. Ten eerste, zouden het aantal aangetroffen aneuploidieën een lagere verhouding van geïmplanteerde embryo's voorspellen na transfer, and ten tweede heeft de aanwezigheid van mosaicisme ertoe geleid dat een aantal onderzoekers vermoeden dat sommige aneuploidieën en het mosaicisme op latere stadia van het embryo worden gecorrigeerd, mogelijk door ofwel door selectieve migratie van abnormale cellen naar de trophectoderm of door apoptose. Deze factoren zouden kunnen uitleggen waarom PGS er niet in is geslaagd om het aantal zwangerschappen na IVF te verhogen, als aangetoond door onze eigen groep (Staessen et al., 2004 en 2008) en door anderen (Twisk et al., 2006). Daarentegen is er weinig geweten op het cellulair niveau over hoe deze afwijkingen ontstaan, hoe ze zichzelf corrigeren, en wat hun invloed op de ontwikkeling van het embryo is. Menselijke embryonale stamcellen (hESC) worden afgeleid uit preimplantatie embryo's, en vormen een grote belofte op het gebied van regeneratieve geneeskunde omdat ze zich kunnen ontwikkelen naar om het even welk celtype in het volwassen menselijk lichaam. De laatste jaren werd door intensief onderzoek een aantal protocollen ontwikkeld voor de differentiatie van hESC naar volwassen celtypes (vb insulineproducerende cellen, Kroon et al., 2008). Op dit ogenblik bestaat er een zekere bezorgdheid omtrent de genomische instabiliteit van hESC tijdens in vitro cultuur. Wij (Spits et al., 2008) en anderen (Baker et al., 2007) hebben aangetoond dat hESC de neiging hebben om chromosomale abnormaliteiten te ontwikkelen, zoals aneuploidieën, uitdrukking van fragiele sites en kleine duplicaties met een hotspot op 20q21.11. Deze genomische instabiliteit doet erg denken aan het gedrag van kankercellen, en veroorzaakt grote bezorgdheid omtrent het gebruik van hESC voor therapeutische doeleinden en als betrouwbaar onderzoeksmodel. Desondanks is ook hier weinig geweten over de ontstaansmechanismen van en de invloed van de cultuuromstandigheden op deze afwijkingen. Onze hypothese is dat menselijke embryo's en stamcellen een celcyclus hebben die verschillend is van somatische cellen wat betreft de checkpunten, en dat dit de gevoeligheid van deze cellen voor chromosomale afwijkingen uitlegt. De eukaryote cel vertoont vier checkpunten: het start checkpunt in de late G1 fase, het S fase checkpunt, het G2 naar M checkpunt en het spindle attachment checkpunt (SAC) gedurende de metafase naar anafase overgang. Het eerste checkpunt beslist of de cel zal starten met replicatie van de chromosomen, en zal de celdeling stoppen in G1 wanneer het DNA beschadigd is, maar ook in geval van contact inhibitie, tekort aan groeifactoren en replicatieve veroudering. Het intra-S checkpunt checkt of er beschadigd DNA aanwezig is, en of de DNA replicatie is voltooid, door vb te zoeken naar replication forks. De rol van het G2 naar M checkpunt is voornamelijk het nakijken van DNA beschadiging gebruikmakende van een pathway die sterk op het G1 checkpunt lijkt. Tenslotte gaat het SAC na of alle centromeren correct gehecht zijn aan de mitotische spoelfiguur. De verschillend checkpunten staan onder controle van grote proteïne complexen en cascades voor activatie, inductie en gecontroleerde degradatie. In de meeste cellen zal arrest door langdurige checkpunt activatie leiden tot apoptose. Daarentegen werd gerapporteerd dat embryonale stamcellen (ESC) van de meeste species in staat zijn om deze apoptose te vermijden door het checkpunt te negeren (Syljuasen, 2007), door het checkpunt los te koppelen, of door een inactief checkpunt. G1 checkpunt ontkoppeling werd gevonden in ESC van de resusaap (Fluckiger et al., 2006), de muis (Aladjem et al., 1998) en de mens (Qin et al., 2007). Het G2 checkpunt is nog niet in detail bestudeerd in stamcellen, hoewel de resultaten van Chuykin et al. (2008) in de muis suggereren dat het detectie systeem voor beschadigd DNA actief is in deze cellen. Het SAC is actief in mESC, maar er werd aangetoond dat de cellen in staat zijn om aan arrest te ontsnappen en apoptose te vermijden (Mantel et al., 2007). Het lijkt er op dat alle checkpunten volledig actief worden en dus ook in staat zijn om apoptose te induceren wanneer stamcellen gaan differentiëren. Daartegenover staat dat de cel cyclus controle in menselijke preimplantatie embryo's grotendeels onbekend terrein is. Het frequente voorkomen van aneuploidieën in menselijke embryo's lijkt er op te wijzen dat embryo's geen SAC hebben of dat ze checkpunt adaptatie ondergaan. HESC worden afgeleid van de kiemknop van preimplantatie embryo's, en worden dikwijls beschreven als een goed model voor het onderzoek naar vroege menselijke ontwikkeling. Onze hypothese is dat de drie celcyclus checkpunten inactief zijn gedurende vroege menselijke preimplantatie ontwikkeling, mogelijk enkel gedurende de klievingstadia, of misschien enkel vóór de activatie van het embryonaal genoom op het vier-tot-achtcellig stadium (Caufmann et al., 2006). Het SAC zou het eerste volledig functionele checkpunt zijn (mogelijk in de late klievingstadia of in het blastocyststadium, waardoor zelfcorrectie in blastocysten zou kunnen worden uitgelegd) en de twee andere checkpunten zouden later in de ontwikkeling geactiveerd worden naargelang de differentiatie van de cellen en in analogie met hESC, waar men weet dat minstens één checkpunt (het G1) volledig functioneel is in gedifferentieerde maar niet in ongedifferentieerde cellen. De doelen van dit project zijn: * Een vergelijkende studie maken van de sleutelelementen van de celcyclus in menselijke preimplantatie embryo's en menselijke embryonale stamcellen, om zo het nut van hESC als model voor vroege menselijke ontwikkeling te evalueren. * De belangrijke chromosomale instabiliteit van hESC verklaren en zo cultuurcondities aanpassen om chromosomale afwijkingen te minimaliseren. * De hoge frequentie aan aneuploidieën in menselijke embryo's uitleggen, het mechanisme van ontstaan van deze afwijkingen en van de zelfcorrectie ontrafelen, en het belang van hun aanwezigheid evalueren, en eventueel een betrouwbare en snelle screening tool ontwikkelen om PGS te vervangen. Organisaties: • Hematologie • Embryologie en Menselijke Genetica
Onderzoekers: • Kurt JACOBS • Hilde VAN DE VELDE • INGEBORG LIEBAERS • KAREN SERMON • CLAUDIA SPITS
Chromosomale instabiliteit tijdens de vroege embryonale ontwikkeling: ophelderen van sleutelmechanismen met een rundermodel. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Departement Menselijke Erfelijkheid
Onderzoekers: • Joris Vermeesch
Chromosomale oorzaken van onvruchtbaarheid en de nieuwe ontwikkelingen in de voortplanting en de genetica. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dragers van structurele chromosoomherschikkingen zoals inversies of translocaties hebben frequent te maken met een fertilisatieprobleem. Daar een fractie van de gameten van deze patiënten karyotypisch normaal zijn, is een procedure die deze detectie
preconceptueel of in de pre-implantatie diagnostiek mogelijk zou maken van groot belang. De fluorescentie in situ hybridisatie (FISH), dmv. een combinatie van verschillend gemerkte centromeerprobes en locus-specifieke probes, biedt in dit domein ontzettende voordelen. De chromosoominhoud van gameten en pre-implantatie embryo's kan met FISH worden nagegaan en bovendien kunnen de verschillende chromosoomsegregaties worden bepaald. Het onderzoek naar de frequentie van structurele afwijkingen in humane ganeten zal bijdragen tot het nauwkeurig bepalen van de kans op zwangerschap met goede afloop bij toekomstige ouders waarvan één van de partners drager is van een structurele chromosoomafwijking. Dankzij de combinatie van de IVF-technologie en de één-cel genetica, kunnen enkel niet-ziekte enmbryo's worden teruggeplaatst zodat zwangerschapsafbreking kan vermeden worden. Organisaties: • Embryologie en Menselijke Genetica
Onderzoekers: • ANDRE VAN STEIRTEGHEM • INGEBORG LIEBAERS
Chromosonale oorzaken van onvruchtbaarheid en de nieuwe ontwikkelingen in de voortplanting en de genetica. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dragers van structurele chromosoomherschikkingen zoals inversies of translocaties hebben frequent te maken met een fertilisatieprobleem. Daar een fractie van de gameten van deze patiënten karyotypisch normaal zijn, is een procedure die deze detectie preconceptueel of in de pre-implantatie diagnostiek mogelijk zou maken van groot belang. De fluorescentie in situ hybridisatie (FISH), dmv. een combinatie van verschillend gemerkte centromeerprobes en locus-specifieke probes, biedt in dit domein ontzettende voordelen. De chromosoominhoud van gameten en pre-implantatie embryo's kan met FISH worden nagegaan en bovendien kunnen de verschillende chromosoomsegregaties worden bepaald. Het onderzoek naar de frequentie van structurele afwijkingen in humane ganeten zal bijdragen tot het nauwkeurig bepalen van de kans op zwangerschap met goede afloop bij toekomstige ouders waarvan één van de partners drager is van een structurele chromosoomafwijking. Dankzij de combinatie van de IVF-technologie en de één-cel genetica, kunnen enkel niet-ziekte enmbryo's worden teruggeplaatst zodat zwangerschapsafbreking kan vermeden worden. Organisaties: • Embryologie en Menselijke Genetica
Onderzoekers: • INGEBORG LIEBAERS
Chronic Progressive Lymphedema in Draft Horses. Universiteit Antwerpen Abstract: Chronic Progressive Lymphedema in Draft Horses. Organisaties: • Toegepaste diergeneeskundige morfologie
Onderzoekers: • Hilde De Cock
Chronic vagus nerve stimuation as therapy for colitis KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • TARGID
Onderzoekers: • Guy Boeckxstaens • Elisa Meroni
Chronische volumegedepriveerde ventrikel KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Cardiovasculaire Onwikkelingsfysiologie
Onderzoekers: • Marc Gewillig • Filip Rega • Bjorn Cools
Chronische zorg Universiteit Gent Abstract: Deze onderzoeksamenwerking heeft als doel het creëren van een onderzoekslijn ter ondersteuning en harmonisering van de multidisciplinaire zorg voor ouderen en voor personen met een chronische aandoening. In een eerste fase werd deze doelstelling gerealiseerd door de ontwikkeling van een digitaal kennisbestand omtrent wondzorg en door de ondersteuning aan een onderzoek omtrent interventieontwikkeling voor therapietrouw bij patiënten met veneuze ulcera. Organisaties: • Vakgroep Maatschappelijke gezondheidkunde
Onderzoekers: • Sofie Verhaeghe
CIBELES Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het CIBELES project beoogt het professionaliseren van het Hoger Onderwijs, vooral milieu studies binnen 3 velden van specialisatie dmv het uitvoeren van het Bologna proces en dit op 3 niveau's: BA/MA/PhD. Organisaties: • Sociologie • Sociaal Onderzoek
Onderzoekers: • JACQUES VILROKX • Carlos MACHADO GARCIA • PATRICK DEBOOSERE
CIck. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van het CIcK-project is het architecturaal stappenplan uit te stippelen om Vlaanderen tegen 2010 te voorzien van een volgende generatie wereldklasse breedbandinfrastructuur, vertrekkende van de huidige wereldklasse breedband kabelinfrastructuur, gebaseerd op open publieke normen, gebruik makende van nieuwe convergenties van breedband technologieën en die nieuwe gebruikersgedreven convergente breedbanddiensten mogelijk maken. Organisaties: • Modeleren van Systemen en Internet Communicatie (MOSAIC)
Onderzoekers: • Christian Blondia
CIGS chalcogenide dunne film zonnecellen op basis van geprinte nanopoeders KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Functionele Materialen
Onderzoekers: • Jozef Vleugels • Armin Esmaeil Zaghi
CIGS solar cell development and characterization KU Leuven Abstract: This Ph. D. project aims at the development of solution-based thin-filmCopper Indium Gallium Diselenide/sulfide (CIGSSe) based photovoltaic devices. The main goal is to (1) provide proof-of-concept for the formation of active solar stacks based on a printed CIGSSe precursor layer with a classical CdS + TCO toplayer structure or a printed TCO toplayer structure, (2) define the specifications for and build-up of a pre-pilot linefor testing printed CIGSSe cells. Amongst the envisaged research challenges are;
· In-depth assessment and optimisation of the selenisation process of absorber layers, deposited by different printing technologies, by means of rapid thermal processing.
· Realisation of reference cells based on these selenised absorber layers with a CdS heterojunction emitter formed by chemical bath deposition and TCO sputtered top and contact layers, in co-operation with the Helmholtz Zentrum, Berlin.
· Definition of a baseline infrastructure to make full cells at IMEC. Organisaties: • Functionele Materialen
Onderzoekers: • Jozef Vleugels • Jozef Poortmans • Nick Lenaers
CIHR-Fellowship aan Simon Amadeus HINKE Vrije Universiteit Brussel Abstract: CIHR-Fellowship aan Simon Amadeus HINKE Organisaties: • Pathologische Biochemie en Fysiologie • Medische Biochemie
Onderzoekers: • Simon HINKE • DANIEL PIPELEERS • MARK VAN DE CASTEELE
CIHSD Vrije Universiteit Brussel Abstract: Consultancy voor een casestudie rond Methodologie en Capaciteitsbouwen in opdracht van CIHSD (Wereldgezondheidsorganisatie) Organisaties: • Huisartsen en zorg rond het levenseinde
Onderzoekers: • DIRK DEVROEY
Cijferboek lokaal cultuurbeleid. Vrije Universiteit Brussel Abstract: geen abstract beschikbaar. Organisaties: • Tempus Omnia Revelat • Sociologie
Onderzoekers: • IGNACE GLORIEUX • Theun-pieter VAN TIENOVEN
CIM ? Cochlear Implant Music: Bringing music back into the life of cochlear implant users and fostering their rehabilitation and social integration though musical interaction Universiteit Gent
Abstract: In dit project ontwikkelen en testen wij een muziek instrument voor mensen met een Cochleair implantaat (CI) waardoor ze muziek kunnen maken en genieten van muziek. We zullen ook de mogelijkheid bieden om dit samen te doen met andere CI-gebruikers en / of andere normaal horende mensen. Het instrument zal worden gecontroleerd door middel van gebaren en het zal directe toegang krijgen tot de elektroden van het cochleair implantaat (zonder gebruik te maken van audio). Organisaties: • Vakgroep Kunst-, Muziek- en Theaterwetenschappen
Onderzoekers: • Marc Leman
Cinema & diaspora. Een comparatieve studie naar etnische filmculturen in Antwerpen: Bollywood, Noord-Afrikaanse, Turkse en Joodse cinema Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project onderzoekt de filmculturen van diaspora (etnische groepen) in België. Op basis van een casestudy (Antwerpen) worden Indische, Noord-Afrikaanse, Turkse en Joodse filmculturen vergeleken. Structurele analyses (distributie en -exploitatie) worden gekoppeld aan publieksonderzoeken. Bijzondere aandacht gaat uit naar de mate waarin deze filmculturen bijdragen tot de constructie van culturele identiteiten. Organisaties: • Onderzoekscentrum Visuele en Digitale Culturen (ViDi)
Onderzoekers: • Philippe Meers • Roel Vande Winkel
Cinema & diaspora. Een comparatieve studie naar etnische filmculturen in Antwerpen: Indiase, Noord-Afrikaanse, Turkse en Joodse cinema. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project onderzoekt de filmculturen van diaspora (etnische groepen) in België. Op basis van een casestudy (Antwerpen) worden Indische, Noord-Afrikaanse, Turkse en Joodse filmculturen vergeleken. Structurele analyses (distributie en -exploitatie) worden gekoppeld aan publieksonderzoeken. Bijzondere aandacht gaat uit naar de mate waarin deze filmculturen bijdragen tot de constructie van culturele identiteiten. Organisaties: • Onderzoekscentrum Visuele en Digitale Culturen (ViDi)
Onderzoekers: • Philippe Meers • Roel Vande Winkel
Cinema located. Een onderzoek naar plaats, ruimte en sociale beleving van cinema in Gent (1982-2012) Universiteit Gent Abstract: Dit postdoctoraal project wil de bioscoop als sociale ruimte en als amalgaam van economische, culturele en politieke structuren beter begrijpen. De structuur, de programmering en de beleving van bioscoopbezoek in de multiplex van Gent (1982-2012) worden onderzocht aan de hand van verschillende empirisch onderzoeksmethoden en een combinatie van onderzoeksresultaten. Organisaties: • Vakgroep Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • Daniël Biltereyst
Cinema Located. Een onderzoek naar plaats, ruimte en sociale beleving van cinema in Gent. (1982-2012) Universiteit Gent Abstract: Cinema Located is een onderzoek naar de plaats, de ruimte en de sociale beleving van de hedendaagse cinema. Het onderzoek situeert zich binnen New Cinema History en houdt een empirische analyse in van de structuur van de hedendaagse cinemacultuur, onderzoek naar de programmering en de populariteit van film en een studie van de beleving van cinema in de multiplex van Gent. Organisaties: • Vakgroep Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • Daniël Biltereyst
Cinematografische visualiseringen van beeldende kunst Hogeschool Gent Abstract: Dit project, dat de studie omvat van diverse representaties van beeldende kunst in film, beoogt onder meer onderstaande doelstellingen te realiseren: (1) de publicatie van een boek getiteld "Screen Art: A Museum Guide to Fictitious Art and Artworks in Film" (edited by Steven Jacobs & Susan Felleman). (2) de productie van een film door Nicolas Provost, die daarbij gebruik zal maken van het beeldmateriaal dat werd verzameld in de context van de publicatie. (3) De samenstelling van een DVD en een bijhorende publicatie over de Belgische kunstdocumentaire uit de jaren 1940 en '50. Organisaties: • Departement Koninklijke Academie voor Schone Kunsten • Vakgroep Theoretische omkadering van de kunstpraktijk • Vakgroep Audiovisuele kunsten
Onderzoekers: • Vito Adriaensens • Steven Jacobs • Lisa Colpaert • Karel De Cock
Cinéradiografie : een belangrijke onderzoeksmethode in het functioneel morfologische onderzoek bij vertebraten. Universiteit Antwerpen
Abstract: Cinéradiografie : een belangrijke onderzoeksmethode in het functioneel morfologische onderzoek bij vertebraten. Organisaties: • Functionele morfologie • Functionele morfologie
Onderzoekers: • Anthony R Herrel • Peter Aerts • Raoul Van Damme • Frits L A De Vree
CIP E.L.F. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Faculteit Theologie en Religiewetensch. • OE ICRI / CIR
Onderzoekers: • Joseph Dumortier
CIP-LAPSI 2.0. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Faculteit Theologie en Religiewetensch. • OE ICRI / CIR
Onderzoekers: • Joseph Dumortier
Circuit design for smart and high-performance electronic systems (CHIPS) KU Leuven Abstract: After the revolutions created by the computer (70s-80s) and by communications (GSM, internet) (90s-00s), society now would benefit enormously from the next technology leap forward enabled by electronics: a revolution where ubiquitous miniaturized and networked electronics address surging needs in areas such as health care, energy consumption, environmental monitoring, etc. Such development requires smart and user friendly environments with universal and mobile networking and distributed sense and compute applications. To make this a reality, however, major challenges exist today, such as the power and reliability problems. Progress in semiconductor technology alone will not suffice to solve this, but major breakthroughs in electronic design are needed. The major objective of the planned Centre of Excellence on Circuit Design for Smart and High-Performance Electronic Systems (CHIPS) is to enable thisnbsp;revolution, by developing the breakthrough basic concepts, circuit techniques and m Organisaties: • Afdeling ESAT - MICAS
Onderzoekers: • Robert Puers • Georges Gielen • Wim Dehaene • Michel Steyaert • Patrick Reynaert
Circuit-level Photonic ontwerp Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Informatietechnologie
Onderzoekers: • Peter Bienstman
Circuit tracing in auditieve hersenstam KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Onderzoeksgroep Neurofysiologie
Onderzoekers: • Philip Joris • Liting Wei
Circulerende histidine-bevattende dipeptides en de ontwikkeling van diabetische nefropathie: de rol van fysieke activiteit en suppletie. Universiteit Gent Abstract: Zowel supplementatie met het dipeptide carnosine als aerobe training blijken, althans in knaagdieren, beschermend te zijn voor de ontwikkelling van diabetische nefropathie. Het doel van dit project is om na te gaan of de bescherming door aerobe training (deels) toegeschreven kan worden aan verhoogde hoeveelheden histidine-bevattende dipeptides in de circulatie. Organisaties: • Vakgroep Bewegings- en sportwetenschappen
Onderzoekers: • Wim Derave
Circulerende ideeën over autisme. Een onderzoek naar hoe mensen betekenis geven aan de diagnose autisme. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties:
• Orgaansystemen
Onderzoekers: • N. N. • Peter Rober
Circumventing the Biological Obstacles of anti-inflammatory Glucocorticoid Therapy Universiteit Gent Abstract: De op evidentie gebaseerde strategie van het consortium is erop gericht om moleculaire know-how van inflammatoire signaalwegen te vertalen naar een geneesmiddelenontwikkelingsplatform met als doel een nieuwe generatie van anti-inflammatoire componenten te ontwikkelen die minder neveneffecten vertonen en/of een verminderd GR resistentieprofiel vertonen,vertrekkende van componenten die kunnen gebruikt worden voor lange-termijnapplicaties (druggable). Organisaties: • Vakgroep biochemie
Onderzoekers: • Jan Tavernier • Guy Haegeman • Claude Libert • Kris Gevaert • Dominic De Groote
Cirriculumontwikkeling voor kunstreducatie bij leerkrachten Vrije Universiteit Brussel Abstract: "Er is te weinig kunst/cultuur op school", maar is dit wel zo? Schooldirecties blijken alvast grote belangstelling te tonen voor kunsteducatie. Echter de motivatie bij de leerkrachten blijkt een belemmering te zijn. In ons onderzoek zullen we vertrekken vanuit volgende veronderstelling: het gebrek aan motivatie is in grote mate afhankelijk van een tekort aan kennis bij de leerkrachten omtrent hedendaagse kunst (zie ons onderzoek nr. 1911140960, zie ons Onderzoek naar het effect van educatieve tentoonstellingen). Als dit tekort door een navorming kan verholpen worden, kan de motivatie om kunst bij het onderwijs te betrekken verhogen. Vermits het onderwijsbeleid geen toename van speciale lesuren kunst voorziet, is het nodig dat dit in verschillende vakken aan bod kan komen. Het is de bedoe!ing om :1° de houding van leerkrachten tegenover hedendaagse kunst te bestuderen; 2° de gegevens te verzamelen van de leerkrachten die een ruime ervaring op dit gebied hebben; 3° Op basis hiervan een curriculum voor navorming uit te werken.Aanvulling:In de wereld van het beeldend kunstonderwijs heerst grote onzekerheid: men vindt er immers geen afdoend antwoord meer op de vraag hoe studenten dienen voorbereid te worden op het kunstenaarschap. De leermodellen waarrond studieprogramma's worden opgebouwd, blijken verouderd. Het onderwijsaanbod van kunstscholen zou steeds minder aansluiting vinden met wat zich afspeelt binnen de werkelijke kunstpraktijk.Vanuit deze vaststellingen wil het onderzoek bijdragen tot een inzicht in de problematiek van het huidig hoger beeldend kunstonderwijs. Het onderzoek wil zich concentreren op de Vlaamse situatie en stelt zich als hoofddoel na te gaan welke vandaag de doelstellingen van het kunstonderwijs kunnen zijn. Meer specifiek wil het onderzoek via kwalitatieve intervieuws peilen naar de opvattingen die beeldende kunstenaars over dit thema hebben. Organisaties: • Pedagogiek en Orthopedagogiek • Agogiek
Onderzoekers: • ARNOBIUS LIBOTTON • Sofie VAN DEN BUSSCHE • WILLEM ELIAS
CIS-CODE: disruptie van de regulatorische code in erfelijke aandoeningen Universiteit Gent Abstract: In het post-genoom tijdperk wordt een toenemend aantal veranderingen gevonden buiten de coderende portie van het genoom. Studies van specifieke humane erfelijke aandoeningen zijn zeer nuttig om ziekteveroorzakende disrupties van de regulatorische code te ontdekken, ook "cis-rupties" genoemd. Het doel van dit project is om nieuwe "cis-rupties" te identificeren en functioneel te bestuderen in drie specifieke ontwikkelingsaandoeningen. Het CIS-CODE project zal finaal bijdragen tot het "kraken" van de regulatorische code in ons genoom, en nieuwe cisruptie mechanismen kunnen als model dienen voor andere genetische, verworven en complexe aandoeningen. Organisaties: • Vakgroep Pediatrie en genetica
Onderzoekers: • Elfride De Baere
Cis-regulatory mapping of the RPE-expressed transcription factor OTX2 Universiteit Gent Abstract: Corbo et al. (2010) mapped CRX bound cis-regulatory elements in mouse, resulting in a photoreceptor-specific regulatory map. Retinal pigment epithelium (RPE)-expressed genes are not represented in this dataset. ChIP-seq of the RPE-expressed transcription factor OTX2 will be performed in RPE-derived cell lines. Exomes data of index cases with retinal dystrophies (RD) will be filtered against known RD genes, and against CRX, NRL and OTX2 cis-regulatory datasets. Organisaties: • Vakgroep Pediatrie en genetica
Onderzoekers: • Elfride De Baere • Bart Leroy • Frauke Coppieters
Cities and the economic crisis in Southern Europe. Local effects, policy responses and grassroots social innovative practices against the financialization of home KU Leuven Abstract: In my research projects, I focus on the effects of the current debt andfinancial crisis in Southern Europe on the housing sector as a result of the trend defined by Aalbers as the "financialization of home" (2008).I here deepen the contrasting responses to the crisis in the housing sectors undertaken by local institutions and grassroots respectively. My analysis is comparative, based on two case studies: Rome and Barcelona, for which I explore some social innovative grassroots experiences. Organisaties: • Afdeling Geografie
Onderzoekers: • Manuel Aalbers • Cesare Di Feliciantonio
"Citizen -led Gender Budget Initiatives" bij de lokale overheid: een quasi-experimentele impact studie gericht op de gezondheidszorg van het Kabale District, Oeganda. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds VLIR. UA levert aan VLIR de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • AID Policy • Ontwikkeling: processen, actoren en beleid
Onderzoekers: • Nathalie Holvoet
Citrulline expressie en anti-citrulline immuunrespons bij patiënten met reumatoïde artritis Universiteit Gent Abstract: Reumatoïde arthritis is een autoimmune aandoening, ondermeer gekenmerkt door autoreactiviteit tegenover gecitrullineerde eiwitten. Er bestaat een ziekte-specifieke expressie van gecitrullineerde eiwitten ter hoogte van de synoviale membraan. In dit project willen de onderzoekers deze synoviale gecitrullineerde eiwitten verder karakteriseren, en van daaruit nieuwe substraten voor anticitrulline assays construeren. Daarbij zal geanalyseerd worden in hoeverre citrulline-gerelateerde biomerkers beter diagnose en subclassificatie van de ziekte mogelijk maken. Organisaties: • Vakgroep Inwendige ziekten
Onderzoekers: • Filip De Keyser
City and Society in the Low Countries (ca. 1200-ca.1850). The condition urbaine: between resilience and vulnerability Vrije Universiteit Brussel Abstract: Resilience has often been discredited as a contextual concept, in that it only applies to Western societies with their strong inclination for individualism. Therefore, we will pay attention to a myriad of agents and factors contributing to or hindering urban resilience, ranging from the creative entrepreneur, via informal circuits and bonds of reciprocity, neighbourhood networks to formal institutions and eventually urban governments. In doing so, it is our intention to escape from an optimistic belief in progress or 'affluent stability.' We will also address the structural failures of urban societies in the West, for example, their inability to fundamentally deal with problems of social inequality. Our investigation is guided by the hypothesis that the complex interplay between causal factors touches upon the 'urban core' of societal developments itself and will help to explain how urban societies continue to innovate, adapt and/or reproduce themselves under severe challenges. The common goal of the different research projects proposed by the network is to give a realistic and contingent evaluation of the opportunities, challenges, successes and failures of urban societies. Inspired by the challenges of present-day urbanisation, three work packages propose to critically investigate 'urban resilience' in the historical Low Countries: (1) Environmental Challenges of City Life: Resilience and Precariousness; (2) Urban Memories and Counter-Memories; (3) Urban Community Building: Inclusion and Exclusion. These themes will be the object of a resolutely international and interdisciplinary analysis, including - besides history - such disciplines as the study of visual and literary culture, archeology, and geography. Organisaties: • Geschiedenis
Onderzoekers: • Anne WINTER
Civic and citizenship education in Secondary Schools in Belgium KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Centrum voor Politicologie
Onderzoekers: • Marc Hooghe • Lies Maurissen • Ellen Claes
CIVIC EPISTEMOLOGIES: Development of roadmap for citizen researchers in the age of digital culture. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Literatuur en Cultuur Leuven
Onderzoekers: • Frederik Truyen
Civiel effect en profilering van de master of science in het sociaal werk. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Centrum voor Sociologisch Onderzoek
Onderzoekers: • Koen Hermans
Civiel effect inburgering. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds HIVA. UA levert aan HIVA de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.
Organisaties: • Centrum voor Migratie en Interculturele Studies (CeMIS)
Onderzoekers: • Christiane Timmerman
Civiel effect Inburgering Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoek wil de maatschappelijke waardering of het civiel effect van het Vlaamse inburgeringsprogramma conceptualiseren en vervolgens meten. Het concept, voorbeelden van goede praktijken en mogelijke knelpunten voor toekomstig beleid worden door middel van een internationaal vergelijkend literatuuronderzoek en een reeks diepte-interviews in kaart gebracht, gevolgd door een survey om het civiel effect van het huidig inburgeringsprogramma te meten. Organisaties: • Vakgroep Vergelijkende cultuurwetenschappen
Onderzoekers: • Piet Van Avermaet
Civil society in het laatmiddeleeuwse en vroegmoderne Mechelen. De ontwikkeling en rol van het maatschappelijk middenveld, 1400-1800. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoeksproject wil aantonen dat er al van in de late middeleeuwen in de Nederlanden sprake was van een maatschappelijk veld van autonome burgers, los van traditionele maatschappelijke krachten zoals de economische marktwerking of de centrale staat. Recente studies tonen immers aan dat deze civil society enkel kan worden begrepen vanuit een historisch perspectief. Maar de meeste historici gaan er nog steeds van uit dat de civil society zijn oorsprong had in het Verlichte verenigingsleven van de achttiende eeuw. De gevolgen van een nieuwe periodisering zijn nochtans belangrijk. Dit betekent immers dat niet de seculiere, Verlichte genootschappen uit de achttiende eeuw aan de basis liggen van de westerse civil society, maar eerder de christelijke corporaties uit de middeleeuwen aandacht verdienen om de hedendaagse civil society beter te begrijpen. De nadruk zal daarbij komen te liggen op de politieke cultuur die tot stand kwam in deze civil society. Verschillende onderzoekers hebben er immers al op gewezen dat een levendig verenigingsleven ¿ wat ongeveer hetzelfde is als een dynamische civil society ¿ garant staat voor een democratische politieke cultuur. Die visie komt echter niet overeen met de traditionele vaststellingen met betrekking tot politieke elites in de late middeleeuwen en de vroegmoderne periode. De meeste studies wijzen er immers op dat de stedelijke besturen in die periode erg oligarchisch en gesloten waren. Daarnaast toonde historisch onderzoek aan dat ook de ambachtsbesturen erg weinig ruimte lieten voor politieke participatie. Dergelijke conclusies suggereren dus dat de invloed van de laatmiddeleeuwse en vroegmoderne civil society eerder gering was. Daarom wil dit onderzoeksproject onderzoeken hoe we de ideeën over een lange traditie van de Europese civil society kunnen verzoenen met de vaststellingen omtrent lage politieke participatie in vroegmodern Europa. We willen voor dit onderzoeksproject de ontwikkelingen in kaart brengen van één stad in de Nederlanden, namelijk Mechelen. Dit was een middelgrote stad in de Zuidelijke Nederlanden. De bevolking van de stad steeg van 15.000 inwoners in het midden van de veertiende eeuw naar 30.000 inwoners twee eeuwen later. De demografische ontwikkeling kantelde echter rond 1530. Dat was het gevolg van het vertrek van het hof van Margareta van Oostenrijk, de economische crisis en de gevolgen van de Opstand (1566-1609). De stad wist wel gedeeltelijk te herstellen van deze achteruitgang gedurende de zeventiende en achttiende eeuw, maar de bevolking overschreed nooit meer de piek van de 20.000 inwoners. De keuze om één stad te onderzoeken moet ons in staat stellen om meer precieze conclusies te formuleren over langetermijnontwikkelingen. Verder worden uiteraard ook vergelijkingen getrokken met andere steden in de Nederlanden die relatief goed zijn bestudeerd (Antwerpen, Amsterdam, Gent, 's-Hertogenbosch en Zwolle) en zal er gekeken worden naar andere Europese regio's. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Bruno Blondé • Bert De Munck • Maarten Van Dijck • Guido Marnef
Cladistische analyse van de Dalytyphloplanida (Rhabdocoela, Platyhelminthes) Universiteit Hasselt Abstract: Dit contract betreft een overeenkomst in het kader van een FWO-aanvraag vanuit CMK. Het project zal uitgevoerd worden door Niels van Steenkiste en zal gaan over de Cladistische analyse van de Dalytyphloplanida (Rhabdocoela, Platyhelminthes). Het project zal verlopen volgens de bepalingen zoals gesteld in bijgaand contract. Organisaties: • Dierkunde: Biodiversiteit en Toxicologie • Centrum voor Milieukunde
Onderzoekers: • Tom ARTOIS
CLARUS KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Faculteit Theologie en Religiewetensch. • OE ICRI / CIR
Onderzoekers: • Maria-Christina Janssens
Classical Electrodynamics and Plasmonics: An Engineering Point of View (Klassieke elektrodynamica en plasmonics: de zienswijze van de ingenieur) KU Leuven Abstract: Normal 0 7.8 磅 0 2 false false false EN-US ZH-CN X-NONE MicrosoftInternetExplorer4 ZH-CN" lang="NL-BE">De technologie van vandaag biedt de mogelijkheid om alle volumes van deEncyclopedia Brittanica op een speldekop te schrijven. De mogelijkheid omdergelijke extreem kleine objecten te controleren laat ons toe om velealledaagse objecten te miniaturiseren en vormt de basis van de zogenaamdenanotechnologie. Het prefix nano betekent een miljardste eneen nanometer isdus een miljardste van een meter. Om een levendig beeld te krijgen van hoeklein nano dan wel is kunnen we een menselijkhaar vergelijken met het huiswaarin we leven, of een mier met het voetbalveld waarop ze kruipt. Natuurlijkkunnen we ook antennes miniaturizeren en zogenaamde nano-antennes fabriceren.In het voorgestelde onderzoek focussen we op twee zeer belangrijke aspecten bijhet ontwerpen van nano-antennes: 1) de nano-antenne vergeleken met de
antennevan een mobiele telefoon, om op deze manier verschillende nanosc Organisaties: • Afdeling ESAT - TELEMIC
Onderzoekers: • Guy Vandenbosch • Victor Moshchalkov • Xuezhi Zheng
Classificatie en optimalisatie van systeemidentificatietechnieken voor modale analyse toepassingen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De doelstellingen van het project : 1) De ontwikkeling van een globale en robuuste strategie voor de analyse van multivariabele responssignalen gebasserd op een "Maximum Likelihood" systeemidentificatie-aanpak (niet-parametrische verwerking, parametrische schattingen van de modale parameters, kwantificatie van de modelfouten, automatisatie van de procedure). 2) De evaluatie van de methodologie op praktische meetproblemen in het domein van de operationele modale analyse, nl. a) het in situ karateriseren van composietmaterialen adhv contactloze operationele responsmetingen (voor schadedetectie doeleinden). b) het modelleren van bv het sproeisysteem van een tractor via operationele responsmetingen (voor controle doeleinden). Organisaties: • Werktuigkunde
Onderzoekers: • MARC VAN OVERMEIRE
Classificaties en representaties van meetkundes Universiteit Gent Abstract: Dit project handelt over classificaties en representaties van meetkunden. We zullen proberen nieuwe classificatieresultaten te bekomen overs chier veelhoeken, in het bijzonder over veralgemeende veelhoeken. Met representaties bedoelen we ofwel een projectieve inbedding, een niet-abelse representatie, een pseudo-inbedding, of een inbedding in een andere meetkunde. Organisaties: • Vakgroep Wiskunde
Onderzoekers: • Bart De Bruyn
Classificaties van veralgemeende veelhoeken en schier veelhoeken Universiteit Gent Abstract: De bedoeling van het project is om de theorie van de valuaties te gebruiken om nieuwe classificatieresultaten te bekomen over schier veelhoeken die bepaalde veralgemeende veelhoeken als deelmeetkunde bevatten. Speciale aandacht zal gaan naar het geval waarbij de schier veelhoek zelf een veralgemeende veelhoek is. De computer zal aangewend worden om de gewenste resultaten te bekomen. Organisaties: • Vakgroep Wiskunde
Onderzoekers: • Bart De Bruyn
Classificatie van beperking in romp-functie in relatie tot rolstoelactiviteiten met focus op rolstoel rugby KU Leuven Abstract: Het doel van de studie is het vaststellen van de betrouwbaarheid en de validiteit van het classificatie systeem voor romp functiestoornissen in wheelchair rugby.Als resultaat van de studie zal het classificatie systeem voor romp functiestoornissen wetenschappelijk onderbouwd zijn, zoals voorgeschreven in de classificatiecode van het Internationaal Paralympisch Comité (IPC). De uitkomst van deze studie zal ookbijdragen aan de sport prestaties van atleten in andere IPCsporten, zoals wheelchair racing, wheelchair tennis en wheelchair basketbal. De resultaten dragen mogelijk ook bij aan de voorspelling van rolstoel activiteiten in het dagelijks leven, gebaseerd op romp functiestoornissen onafhankelijk van de medische aandoening, en daarmee een richtlijn geven voor revalidatie doelstellingen.De belangrijkste hypothese is: het nieuwe classificatie systeem voor rompfunctie stoornissen meet objectief alle stoornissen van de rompfunctie die bepalend zijn voor vaardigheid in cruciale rolstoel ac Organisaties: • Adapt. Phys. Act. & Psychom. Revalidatie
Onderzoekers: • Yves Vanlandewyck
Classificatie van gladde niet-commutatieve varieteiten. Universiteit Antwerpen Abstract: Rationaliteitsprobleem voor quotient varieteiten onder PGLn-aktie. Verband tussen ringtheoretische eigenschappen van Sklyanin algebras en arithmetiek van elliptische krommen. Organisaties: • Algebra-topologie • Fundamentele Wiskunde
Onderzoekers: • Lieven Le Bruyn
Classificatie van hyperspectrale beelden met behulp van mathematische morfologische profielen Universiteit Antwerpen Abstract: Een grondige studie naar het gebruik van mathematische morfologie voor de verwerking en analyse van multispectrale en hyperspectrale beelddata wordt uitgevoerd, rekening houdend met zowel het spectrale als spatiale aspect van de data. State-of-the-art technieken worden verbeterd en nieuwe methoden ontwikkeld. Als toepassing kijken we naar het gebruik van kleur en multidimensionale beeldverwerking in remote sensing, nl. de classificatie van hyperspectrale beelden met behulp van mathematische morfologische profielen voor vegetatiemapping en habitatmonitoring. Organisaties: • Visielab
Onderzoekers: • Valérie De Witte
Classificatie van Jacobson-generatoren voor enkelvoudige Lie-algebra's en Lie-superalgebra's, en onderzoek van de gerelateerde kwantumstatistieken Universiteit Gent Abstract: Opstellen van een classificatie van alle sets van Jacobson-generatoren voor alle enkelvoudige Lie-algebra's en Liesuperalgebra's van klasse A, B, C en D, aan de hand van uitgebreide wortelsystemen en Dynkin-diagrammen. Onderzoek van de eigenschappen van de kwantumstatistieken geassocieerd met zulke Jacobson-generatoren. Onderzoek van de Wigner-kwantumsystemen waarvoor de generatorrelaties samenvallen met de comptabiliteitsvoorwaarden. Organisaties: • Vakgroep Toegepaste wiskunde en informatica
Onderzoekers: • Joris Van der Jeugt
Classificatie van vegetatie met behulp van hyperspectrale beelden. Universiteit Antwerpen Abstract: Doelstelling van het project is het ontwikkelen van methoden voor de detectie en classificatie met behulp van hyperspectrale beelden. Om een classificatie uit te voeren is het nodig de samenstellende componenten voor elke pixel te vinden. Hiervoor worden ontmeng technieken ontwikkeld. De resultaten zullen worden toegepast op het probleem van vegetatie monitoring. Organisaties: • VISIE (NATUURKUNDE) • Visielab
Onderzoekers: • Paul Scheunders
Classification of Baumslag-Solitar group von Neumann algebras. KU Leuven Abstract: Every countable group \Gamma gives rise to a von Neumann algebra L(\Gamma) a special kind of algebra of operators on a Hilbert space. Very little is known about the relation between the group \Gamma and the algebra L(\Gamma) and some of the hardest open problems in functional analysis lie in this area. The most famous example is the question whether the group von Neumann algebras L(F_n) of the free group with n generators depend on n or not. In this project I will apply Sorin Popa#s deformation/rigidity theory to classify up to isomorphism the group von Neumann algebras of the Baumslag-Solitar groups B(m,n). This group B(m,n) is generatedby two elements a and b subject to the relation ba^mb^-1 = a^n. Organisaties: • Afdeling Analyse
Onderzoekers: • Stefaan Vaes • Niels Meesschaert
Classification of Bernoulli shift factors of type III KU Leuven Abstract: De theorie van von Neumannalgebra's is een tak van de functionaalanalyse die bestaat uit de studie van zwak gesloten algebra's van begrensde operatoren op een Hilbertruimte. Deze theorie werd rond 1940 door Murray en von Neumann ontwikkeld als een degelijk wiskundig kader voor de kwantummechanica. De meest fundamentele families von Neumannalgebra's worden gevormd door een gekruist productconstructie. De classificatie van von Neumannalgebra's op isomorfisme na, is een centraal en extreem moeilijk probleem binnen de functionaalanalyse. Dankzij Sorin Popa's deformation/rigidity-theorie, is er de laatste tien jaar een enorme vooruitgang geboekt bij het classificeren van von Neumannalgebra's van type II1. De doelstelling van dit project is om resultaten van dezelfde sterkte te vinden voor de classificatie van von Neumannalgebra's van type III, en meer bepaald voor één van de meest natuurlijke type III-factoren, gegeven door Bernoulli-acties van de vrije groepen Fn. Organisaties: • Afdeling Analyse
Onderzoekers: • Stefaan Vaes • Peter Verraedt
Classifiers for tumour tissue differentiation based on multimodal Magnetic Resonance data KU Leuven Abstract: In vivo Magnetic Resonance Imaging (MRI) represents one of the major breakthroughs in medicine and biomedical sciences. In recent years, conventional MRI techniques have been complemented by several advanced MR modalities that target not only the morphology of an imaged organ, but also its functional properties: for instance, MR spectroscopy/MR spectroscopic imaging reveal metabolic information, perfusion MRI reveals microvascularisation, diffusion MRI reveals tissue architecture, etc. In neuroradiology, conventional MRI has a rather poor specificity in the diagnosis,prognosis and therapy follow-up of brain tumours. Several advanced MRItechniques have shown their own potential in brain tumour applications.However, there is a strong need for integrated data processing methods that can take advantage of the strengths and complementarity of all the available advanced MR techniques, in order to make a real impact in routine clinical practice. This doctoral project will develop classifi Organisaties: • Afdeling ESAT - STADIUS
Onderzoekers: • Sabine Van Huffel • Diana Sima
Classifying Postgenomic Life. A Sociology of Practices of Life Insurance Underwriting.
KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Centrum voor Sociologisch Onderzoek
Onderzoekers: • Ine Van Hoyweghen • Gert Meyers
Claviorganum, a curiosity? A quest into the history and the influence of the claviorganum on musical praxis. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Musicologie Leuven
Onderzoekers: • Géry van Outryve d'Ydewalle • Carolus Van Eyndhoven • Bart Naessens
CLEANDESOPT-project Universiteit Gent Abstract: Het Hoofddoel van het CLEANDESOPT-project is het opstellen en uittesten van geoptimaliseerde en alternatieve reinigings- en ontsmettingsprotocollen voor pluimvee-, varkens- en melkveestallen. Dat wordt gekoppeld aan het ontwerpen en gebruiken geoptimaliseerde analysemethoden (=meetsystemen) om de effectiviteit van de toegepaste reiniging en ontsmettings (R&O) protocollen te evalueren. Organisaties: • Vakgroep Verloskunde, voortplanting en bedrijfsdiergeneeskunde
Onderzoekers: • Jeroen Dewulf
Cleantech: duurzame oplossingen voor meer welvaart Universiteit Hasselt Abstract: Het Cleantech platform wil cleantech activiteiten in Limburg en Vlaanderen versterken en verder uitbouwen op basis van een visie en door onderlinge interactie, coördinatie en samenwerking van bedrijven, investeerders, overheden, consumenten en kenniscentra. Belangrijk hierbij is de oprichting van een Cleantech kennisplatform waar alle actoren elkaar ontmoeten en samenwerken aan duurzame innovatie, en de oprichting van een Cleantech business met optimaal gebruik van onze hulpbronnen en minimale milieu-impact. Daarnaast wordt een degelijke Cleantech management structuur opgezet die zorgt voor een efficiënte en effectieve aanpak. Tenslotte zal de ervaring en kennis van Cleantech Limburg toegepast worden bij uitbouw van Cleantech Vlaanderen. Organisaties: • Milieubiologie • Centrum voor Milieukunde
Onderzoekers: • Jaak VANGRONSVELD
Cleantechplatform.be : Cleantech als opstap naar een CO2 neutraal Limburg Universiteit Hasselt Abstract: Cleantech is een populaire afkorting van "clean technologies". Cleantech is een verzamelnaam van producten, diensten en processen op basis van technologieën die het gebruik van onze natuurlijke hulpbronnen optimaliseren en de milieu-impact minimaliseren. Het Cleantechplatform.be wil een broedplaats zijn waar diverse partijen (bedrijven, kennisinstellingen, investeerders, overheden en consumenten) rond Cleantech samenwerken om bedrijfseconomische activiteiten te ontwikkelen, bestaande kennis te valoriseren en kennisontwikkeling te stimuleren en projecten te initiëren. Het vervolgproject, met financiële steun van EFRO en de provincie Limburg, wil de verdere uitbouw van het Cleantechplatform.be versterken en draagt bij aan het Limburgs transitietraject naar CO2 neutraliteit. De Cleantech Denk tank stuurt het Cleantechplatform.be. Momenteel zijn 11 Cleantech Do tanks opgericht: Duurzaam bouwen, duurzame energie, biomassa, materialen, ondergrond, logistiek, mobiliteit, landbouw, natuur, ETS-bedrijven, en bedrijventerreinen. De universiteit Hasselt werkt samen met de partners POM Limburg en de provincie Limburg concreet rond volgende vier acties: (i) stimuleren van cleantech kennisuitwisseling, (ii) stimuleren van cleantech kennisontwikkeling, (iii) stimuleren van cleantech toepassingen en (iv) realiseren van een cleantech structuur in afstemming met diverse complementaire initiatieven. Heel concreet blijft de universiteit Hasselt verantwoordelijk voor het kennisplatform, zowel voor het stimuleren van kennisuitwisseling als het stimuleren van kennisontwikkeling. De provincie Limburg speelt een belangrijke rol in het stimuleren van toepassingen en het stimuleren van kennisuitwisseling bij bedrijven en burgers. Ook bij de afstemming (TACO2, I-CleantechVlaanderen) en bij de communicatie brengt de provincie zijn ervaring in. Om de link met de bedrijven blijvend te verzekeren, is POM Limburg een belangrijke copromotor. De POM Limburg speelt een belangrijke rol bij het stimuleren van Cleantech business. Organisaties: • Milieueconomie • Centrum voor Milieukunde
Onderzoekers: • Steven VAN PASSEL
CLEVER: Clean vehicle research: LCA and policy measures. Onderzoek naar milieuvriendelijke voertuigen: LCA (Levenscyclus Analyse) en beleidsmaatregelen (Fase 1 en Fase 2). Vrije Universiteit Brussel Abstract: De Vrije Universiteit Brussel, VITO en ULB hebben de Ecoscore ontwikkeld, een well-to-wheel milieu rating tool voor voertuigen. Deze methodologie werd ontwikkeld voor toepassing in verschillende beleidsmaatregelen om de aankoop en het gebruik van milieuvriendelijke voertuigen te stimuleren. In het CLEVER project zal een Levenscyclus Analyse (LCA) uitgevoerd worden van voertuigen met conventionele en alternatieve brandstoffen (LPG, CNG, alcoholen, biobrandstoffen, biogas en waterstofgas) en/of alternatieve aandrijfsystemen (batterij, hybride en brandstofcel elektrische voertuigen). Naast de well-to-wheel emissies zal deze LCA eveneens rekening houden met de volledige cradle-to-grave emissies (inclusief productie en ontmanteling/recyclage van het voertuig). Recente ontwikkelingen in brandstofproductie en nieuwe voertuigtechnologieën zullen in rekening gebracht worden en speciale aandacht zal gewijd worden aan de well-to-tank emissies van biobrandstoffen en waterstofgas en aan de cruciale invloed van de energie-mix (i.e. combinatie van energiebronnen) voor de elektriciteitsproductie van (plug-in) elektrische wegvoertuigen.
Vanuit het perspectief van de gebruiker is de levenscyclus kost vaak een sleutelfactor in de keuze van een nieuw voertuig. Prijsinstrumenten zijn geschikt om de milieuprestaties van voertuigen te integreren in de aankoopbeslissing. CLEVER zal het mogelijk maken om mogelijke beleidsmaatregelen voor een duurzamere voertuigkeuze te onderzoeken. De onderzochte beleidsinstrumenten zullen niet alleen de nadruk leggen op individueel aankoopgedrag van voertuigen, maar eveneens op maatregelen gericht op bedrijven en openbare instanties. De Ecoscore methodologie is eveneens een geschikte indicator om de milieuprestaties van de volledige voertuigvloot te analyseren. Mogelijkheden om een ecologischere samenstelling van de voertuigvloot te bereiken zullen bestudeerd worden, waarbij rekening wordt gehouden met de factoren die de optimale tijd voor vervanging bepalen, socio-economische haalbaarheid, enz. Al deze aspecten zullen rekening houden met externe kosten, waaronder milieu-impact en sociale weerstand geassocieerd met de geselecteerde technologieën. De aandacht van CLEVER zal voornamelijk gaan naar de markt van de personenwagens. In alle analyses zal echter op een kwalitatieve manier aandacht besteed worden aan mogelijk extrapolaties naar zwaar vervoer in het algemeen en naar stadsbussen in het bijzonder, daar stadsbussen zich er gemakkelijk toe lenen om nieuwe technologieën te implementeren en zij een voorbeeldfunctie kunnen vervullen. Organisaties: • Wiskunde, Operationeel Onderzoek, Statistiek en Informatica voor Management • Elektrotechniek-Energietechniek • Mobiliteit en voertuig technologie onderzoeksgroep
Onderzoekers: • Laurence TURCKSIN • Vincent WYNEN • Faycal-Siddikou BOUREIMA • Maarten MESSAGIE • Annalia BERNARDINI • CATHY MACHARIS • NELE SERGEANT • JOERI VAN MIERLO
CleverLearn. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG LIRIS Leuven
Onderzoekers: • Monique Snoeck • Jochen De Weerdt
Cliënt-georiënteerde routeplanning. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van het project is (1) om een branch-en-price algoritme, gebaseerd op een wiskundige formulering, te onwtikkelen om kleine tot medium grote instanties exact op te lossen, en (2) om een metaheuristiek te ontwikkelen die snel goede oplossingen vindt voor grote instanties. Organisaties: • Engineering Management • Wiskunde, statistiek en actuariaat
Onderzoekers: • Kenneth Sörensen • Peter Goos
Cliffordanalyse en Dunkl operatoren Universiteit Gent Abstract: We onderzoeken de verbanden die bestaan tussen de theorie van Dunkl operatoren en de theorie van Cliffordanalyse, zowel wat betreft orthogonale Cliffordanalyse als Cliffordanalyse in superruimten. De nadruk ligt hierbij op de constructie van nieuwe types van Dunkl operatoren die een deformatie moeten opleveren van het fermionische stuk van de super Laplace operator. Organisaties: • Vakgroep Wiskundige analyse
Onderzoekers: • Freddy Brackx
Cliffordanalyse: functies van meerdere vectorvariabelen en (Dirac)operatoren van hogere spin Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Toegepaste Ingenieurswetenschappen • Vakgroep Wiskunde/Algemene Vakken
Onderzoekers: • Peter Van Lancker
Climate variability and change in Europe and the Middle East KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Hydraulica
Onderzoekers: • Patrick Willems • Hossein Tabari
CLINICAL AND EXPERIMENTAL STUDIES ON ISCHEMIA-REPERFUSION-INJURY, RENALDYSFUNCTION AND BILIARY STRICTURES AFTER LIVER TRANSPLANTATION KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties:
• Laboratorium Abdominale Transplantatie
Onderzoekers: • Jacques Pirenne • Diethard Monbaliu • Nicolas Meurisse
Clinical and industrial translation of cell-based advanced therapy medicinal products for the healing of large bone defects KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Orgaansystemen
Onderzoekers: • Johan Lammens • Frank Luyten • Liesbet Geris
Clinical Data Miner. Towards More Efficient Clinical Study Support (Clinical Data Miner. Naar een efficiëntere ondersteuning van klinische studies) KU Leuven Abstract: Vroege, correcte diagnose van ziektes kan zorgen voor een sterk verbeterde prognose. Klinisch diagnostisch modelonderzoek beoogt de optimalisatie van vroege diagnose door het ontwerp van diagnostische modellen gebaseerd op variabelen die zo min mogelijk invasief bekomen worden. Zulk onderzoek vergt momenteel een complex, multidisciplinair proces van verzameling en voorbewerking van gegevens, en machinaal leren.Het gebrek aan integratie tussen de in dit proces gebruikte software pakketten vereist menselijke interventie bij de voorbereiding van data voor analyse.Geëxtraheerde data moeten gecontroleerd worden op conversiefouten. Het ontbreken van informatie over de structuur van studievragenlijsten in geëxtraheerde data vergt manuele sturing bij de voorbewerking van gegevens. Bijgevolg wordt data analyse typisch slechts eenmalig toegepast, bij het bereiken van een voorafbepaald patiëntenaantal, berekend op basis vanvuistregels of Monte Carlo simulaties.Deze thesis stelt het Clinical Data Organisaties: • Afdeling ESAT - STADIUS
Onderzoekers: • Bart De Moor • Dirk Timmerman • Arnaud Installé
Clinical observation examination of ADMIRA/ Admira Bond in comparison to Tetric Ceram / Excite and Definite/Etch & Prime . Vrije Universiteit Brussel Abstract: Clinical observation examination of ADMIRA/ Admira Bond in comparison to Tetric Ceram / Excite and Definite/Etch & Prime . Organisaties: • Conserverende en Prothetische Tandheelkunde
Onderzoekers: • PETER BOTTENBERG
Clinical prediction models in critical illness: from computer to bedside KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Laboratorium vr Intensieve Geneeskunde
Onderzoekers: • Greta Van den Berghe • Fabian Guiza Grandas • Geert Meyfroidt • Marine Flechet
Clinical validation of CBCT imaging for infraorbital and superior alveolar canals evalutaion and surgical implant planning and follow up KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Mond-Kaak-Aangezichtschirurgie BEPAT
Onderzoekers: • Reinhilde Jacobs • Laura Nicolielo
CLINICOBRU: Oprichting van een Brussels platform voor klinisch onderzoek. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Doelstellingen: Professionaliseren en verhogen van de kwaliteit van klinisch onderzoek binnen de drie Brusselse ziekenhuizen, Erasmus Ziekenhuis, UZ Brussel en Universitair ziekenhuis Saint-Luc. Verstrekken van duidelijke en accurate informatie over klinisch onderzoek in verschillende talen Gemeenschappelijke dienstverlening binnen de drie universitaire ziekenhuizen Toegang verlenen tot gekwalificeerd personeel die de onderzoeken uitvoert Verhogen van het aantal gerecruteerde patienten Verhogen van de aantrekkelijkheid van de het grondgebied Brussel voor de uitvoering van klinische studies
Organisaties: • Medische Beeldvorming en Fysische Wetenschappen
Onderzoekers: • Tony LAHOUTTE
Clonering en karakterisatie van genen voor hypotrichosis simplex. Universiteit Antwerpen Abstract: Clonering en karakterisatie van genen voor hypotrichosis simplex. Organisaties: • Centrum medische genetica • Medische Genetica (MEDGEN)
Onderzoekers: • Markus Nöthen • Regina Betz
Closing the circle: een demonstratie van enhanced landfill mining (ELFM) Universiteit Hasselt Abstract: Dit project wil demonstreren dat het integraal valoriseren van materialen en energie uit stortplaatsen mogelijk is aan de hand van het project Closing the Circle te Houthalen-Helchteren. Het project Closing the Circle is een voorstel om een afvalopslagplaats van Remo Milieubeheer te valoriseren door maximale recyclage van materialen en valorisatie van het energiepotentieel van het recyclageresidu voor de productie van duurzame elektriciteit en warmte. Naar schatting 45% van de aanwezige 15 miljoen ton afvalstoffen kunnen rechtstreeks of na behandeling als materiaal gerecupereerd worden. De resterende afvalstoffen kunnen via voorbehandeling geschikt gemaakt worden voor hoogefficiënte energetische valorisatie. De ontginning van stortplaatsen wordt aan de hand van het concept Enhanced Landfill Mining (ELFM) en Enhanced Waste Management (EWM) gekaderd om actoren te duiden wat de relevantie en potentie er van is zodoende drempels weg te werken. Aan de hand van dit demonstratieproject zullen overheden en bedrijven geholpen worden bij het inpassen van het concept in huidige regelgeving en bedrijfsvoering. Organisaties: • Milieueconomie • Centrum voor Milieukunde
Onderzoekers: • Steven VAN PASSEL
Closing the Circle & Enhanced Landfill Mining als onderdeel van de overgang naar Management van duurzame materialen. Universiteit Hasselt Abstract: Het 'enhanced landfill mining (ELFM) IWT project richt zich op de volgende problemen die met elkaar in verband staan en die tegelijkertijd aangepakt dienen te worden om 'Closing the Cirle' te realiseren. De onderdelen zijn: - De ontwikkeling van een behandelingsschema (scheiding en recuperatie) voor oudere en heterogene afvalstromen die specifieke oplossing vereisen - De ontwikkeling van innovatie methodes om de huidige problematische afvalstromen of de combinatie van verschillende afval stromen (die niet geschikt zijn voor directe energetische valorisatie) om te zetten in ELFM bouwmateriaal toepassingen met hogere toegevoegde waarde. - De energetische valorisatie van het gerecycleerd residu met behulp van plasma technologie, die op een innovatieve wijze zich richt op de geïntegreerde optimalisatie van energie valorisatie and materialen recuperatie. - De ontwikkeling van een beslissingsinstrument om te bepalen of een afvalstroom omgezet dient te worden in energietoepassing of materiaaltoepassing. Organisaties: • Milieueconomie • Centrum voor Milieukunde
Onderzoekers: • Steven VAN PASSEL
Clostridium perfringens project Universiteit Gent Abstract: In deze studie werd nagegaan of product ?564? een alternatief voor antibiotica kan zijn om necrotische enteritis in vleeskippen te voorkomen of te behandelen. De minimale inhibitorische concentratie, de minimale bactericidale concentratie, de kinetiek van afdoding en de frequentie van resistentie bij Clostridium perfringens van het product ?564? werd bepaald. Het spectrum ten opzichte van de darmflora werd ook onderzocht. Ten slotte werd de activiteit in vivo bestudeerd in een sub-klinisch necrotisch enteritis model in vleeskippen. Organisaties: • Vakgroep Pathologie, bacteriologie en pluimveeziekten
Onderzoekers: • Richard Ducatelle
Cloud for Europe KU Leuven Abstract: C4E addresses the objectives of the European Cloud Partnership program.It gives a clear view on the public sector requirements and usage scenarios for Cloud Computing in Europe. Organisaties: • Faculteit Theologie en Religiewetensch. • OE ICRI / CIR
Onderzoekers: • Joseph Dumortier
Club Health, Healthy and Safer Nightlife of Youth Hogeschool Gent Abstract: Healthy And Safer Nightlife Of Youth, een Europees preventieproject voor meer veiligheid en gezonde leefstijl in de context van het uitgaansleven en het nightlife van jongeren. Club Health wordt gefinancierd door de Europese Commissie, Agency for Health and Consumers binnen het Public Health Programme. De medewerking van SOAG is bijdragen tot de datacollectie, implementatie en disseminatie van resultaten, met een bijzondere coördinerende taak van het work package ‘invloed van de media op gezonde leefstijl van jongeren in het uitgaansleven’, inbegrepen een internationale conferentie in Brussel 2010. De doesltellingen van dit project zijn (1) to build, maintain and broaden the Club Health network, bringing together a wide range of institutions, researchers, professionals and NGOs in the field of youth risk behaviour;
(2) to undertake impact assessment of implementation of strategies and laws (3) to develop an inventory of effective evidence-based legislative and policy measures; and (4) to build capacity at country, regional and local levels for effective implementation of legislative and policy measures Organisaties: • Departement Sociaal-agogisch werk • Vakgroep Psychologie en pedagogische wetenschappen • Vakgroep Orthopedagogiek
Onderzoekers: • Peter Van Der Kreeft • Johan Jongbloet • Annemie Coone
Cluster beheer van mariene incidenten (MIMAC) Universiteit Gent Abstract: De cluster brengt 2 projecten samen: DIMAS (Development of an Integrated Database for the Management of Acciddental Spills) en RAMA (Risk Analysis of Marine Activities in the Belgian Part of the North Sea). Beide projecten focussen op een verschillend aspect van marine ongelukken. Het DIMAS project mikt op de ontwikkeling van een database van relavante en prioritaire stoffen in geval van een ongeluk en samenhangende lozing op zee. Op deze manier is er betrouwbare en makkelijk te interpreteren mariene specifieke informatie beschikbaar. De belangrijkste elementen zijn de directe en indirecte effecten van deze stoffen op de mariene biota en het inschatten van de beschikbare data kwaliteit. Het RAMA project behandelt de analyse van de risico?s en gevaren verbonden met de scheepvaart op de Noordzee, de mogelijke milieu impact van accidentele lozingen en ontwikkelt aanbevelingen voor het verbeteren van de bestaande nood- en interventieplanning. Organisaties: • Vakgroep Internationaal publiekrecht
Onderzoekers: • Caroline Janssen • Frank Maes
Clustergewijze driewegs componenten modellen voor het identificeren vankwantitatieve en kwalitatieve verschillen. KU Leuven Abstract: Driewegs gegevens ontstaan wanneer, bijvoorbeeld, een psycholoog voor verschillende personen meet hoe en met welke intensiteit ze reageren in verschillende situaties. Om te verklaren waarom mensen anders reageren naargelang de situatie waarin ze verkeren, kan men de mechanismen blootleggen die onderliggend zijn aan het gedrag door middel van driewegs componenten methoden. Op deze manier kan men inzicht krijgen in hoe mensen situaties beoordelen (vb. welke kenmerken van de situatie in het algemeen in rekening genomen worden en welke kenmerken van toepassing zijn op welke situaties), in hoe de gedragingen van mensen georganizeerd zijn in gedragssystemen, en in de dispositionele (kwantitatieve) verschillen tussenpersonen met betrekking tot hoe de beoordeling van een situatie gelinktis aan de verschillende gedragssystemen. Driewegs componenten methoden,echter, veronderstellen dat voor alle personen dezelfde mechanisme spelen, wat in de praktijk vaak een onrealistische assumptinbsp;e is.Er Organisaties: • Methodologie vh Pedagogisch Onderzoek
Onderzoekers: • Eva Ceulemans • Tom Wilderjans
Clustering Evolving Data using Kernel-Based Methods (Clusteren van evoluerende data met behulp van kernelgebaseerde methodes) KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling ESAT - STADIUS
Onderzoekers: • Johan Suykens • Rocco Langone
Cluster micro- en nanolithografie. KU Leuven Abstract: Lithografie is een sequentieel proces waarbij de achtereenvolgende stappen door een clustervan toestellen uitgevoerd worden.1) Patroongenerator: De patroongenerator is het toestel dat toelaat om op basis van eencomputertekening een patroon in een masker te schrijven. Om eenmalige processen te versnellen kan de machine rechtstreeks een fotogevoelige laag op een wafer beschrijven.Kwantitatieve specificaties zijn een adresseringsnauwkeurigheid minstens 100 nm, een schrijfbreedte van 0.6 micron, een 3σ afwijking van de lijnbreedte van ten hoogste 200 nm en de mogelijkheid tot het beschrijven van maskers en substraten van ten minste 150x150 mm2.2) Mask Aligner: De Mask Aligner laat toe om met behulp van het masker van departoongenerator de UV-gevoelige laag selectief te belichten. Na ontwikkelen wordt hetpatroon dan door bijvoorbeeld etsen definitief op het substraat overgebracht. Eenvoor de meeste microstructuren noodzakelijke optie is de mogelijkheid tot dubbelzijdigealignatie. A Organisaties: • Afdeling ESAT - MICAS
Onderzoekers: • Jan Fransaer • Robert Puers • Georges Gielen • Dominiek Reynaerts • Jean-Pierre Locquet • Christ Glorieux • Wim Dehaene • Victor Moshchalkov • Michel Steyaert • Kristiaan Temst
CLUSTER of the transport related projects PROMOCO, LIMOBEL, BIOSES and CLEVER : PROLIBIC Vrije Universiteit Brussel Abstract: Een eerste doelstelling van PROLIBIC is het samenbrengen van kennis verworven in 4 projecten die uitgevoerd zijn binnen het onderzoeksprogramma SSD 2: PROMOCO (Beroepsverplaatsingen en beroepsautobezit), LIMOBEL (De lange termijn effecten van
beleidsmaatregelen op de mobiliteit in België), BIOSES (Duurzaam eindgebruik van biobrandstoffen) en CLEVER (Onderzoek naar milieuvriendelijke voertuigen: LCA (LevensCyclus Analyse) en beleidsmaatregelen). Het betreft hier zowel bevindingen rond transportactiviteiten als milieu-impact. De tweede doelstelling is het definiëren van twee nieuwe beleidsscenario's, waarvoor tevens modeldoorrekeningen gebeuren. Een derde belangrijke doelstelling is het communiceren van onze bevindingen uit de 4 basisprojecten en PROLIBIC naar beleidsmakers op zowel nationaal als regionaal niveau. Organisaties: • Wiskunde, Operationeel Onderzoek, Statistiek en Informatica voor Management • Elektrotechniek-Energietechniek • Mobiliteit en voertuig technologie onderzoeksgroep
Onderzoekers: • Astrid DE WITTE • CATHY MACHARIS • JOERI VAN MIERLO
Clusteropleiding project- en changemanagement. KU Leuven Abstract: nbsp;De naam van de training is Clusteropleiding Project- enChangemanagement. In totaal zullen er ongeveer 6 sessies worden gegevenverspreid over een periode van 3 jaar. In totaal zullen maximum 90 deelnemersworden opgeleid (15 personen per groep). De doelgroep bestaat uitprojectleiders en projectmedewerkers van de organisatie. Elke sessie is een3-daagse opleiding die bestaat uit een luik projectmanagement en een luikchangemanagement. De bedoeling is om de opleiding zo praktijkgericht alsmogelijk te maken. Daarom wordt er gewerkt met cases van de deelnemers en detools die gehanteerd worden door OCMW Gent (<SPAN style="LINE-HEIGHT: 115%; mso-bidi-fontsize: 10.0pt">De naam van de training is Clusteropleiding Project- enChangemanagement. In totaal zullen er ongeveer 6 sessies worden gegevenverspreid over een periode van 3 jaar. In totaal zullen maximum 90 deelnemersworden opgeleid (15 personen per groep). De doelgroep bestaat uitprojectleiders en projectmedewerkers van de organisa Organisaties: • OE Instituut voor de Overheid
Onderzoekers: • Annie Hondeghem
Clusterproject : Valorisatie van transportmodellen voor een duurzaam transport Vrije Universiteit Brussel Abstract: Transport en duurzame ontwikkeling zijn onmiskenbaar met elkaar verbonden. Het feit dat de auto nog steeds het meest gebruikt wordt voor het maken van verplaatsingen heeft duidelijk aangetoonde negatieve effecten op de omgeving. De vooruitzichten voor het autogebruik beloven niet meteen een verandering in deze evolutie. Het vervoer van personen (waartoe we ons in dit project beperken) en de verwachte toekomstige ontwikkelingen leggen dan ook een zware hypotheek op de duurzame ontwikkeling van onze samenleving. Door belangrijke projecten en toonaangevende wetenschappelijke partners in het domein van duurzame mobiliteit samen te brengen kunnen we de wetenschappelijke kennis die aanwezig is in de organisaties van verschillende clusterpartners delen, verspreiden en valideren. Meer specifiek kan deze expertise gestructureerd worden in de volgende onderwerpen, die direct gelinkt zijn aan duurzame mobiliteit: - emissiemodellen - activiteiten-gebaseerde modellering - data consolidatiemodellen - demografie Het doelpubliek van onze acties zijn leden van de verschillende Belgische beleidsniveaus, administratie, onderzoeksinstellingen en studiebureaus. Concreet organiseren we een aantal workshops: een deel intern tussen de verschillende clusterpartners, een ander deel specifiek gericht naar het doelpubliek. Het doel van de workshops is een interactieve benadering van het thema, waarbij de input zowel van de clusterpartners als van het publiek komt. Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • IGNACE GLORIEUX • SUZANA KOELET
Clusters van microRNA in perifeer bloed van patiënten en muizemodellen met acuut coronair syndroom: identificatie, karakterisatie en therapeutische doelen. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Cardiologie
Onderzoekers: • Peter Sinnaeve • Stefan Janssens • Maarten Vanhaverbeke
Cluster-transfer reacties met radioactieve bundels: een spectroscopisch middel om neutronrijke kernen te bestuderen KU Leuven Abstract: In dit werk wordt een nieuwe experimentele benadering voorgesteld om cluster-transferreacties te onderzoeken met radioactieve bundels in inverse kinematica. Het doel vanhet experiment was het potentieel te testen van het gebruik van cluster-transfer reactiesvoor de spectroskopische studie van exotische neutron-rijke kernen bij medium-hogeenergie en en spins. Het experiment werd uitgevoerd in ISOLDE (CERN), gebruikmakendvan de zware-ionen reactie 98Rb + 7Li bij 2.85 MeV/A. De cluster-transfer reactiekanalen werden bestudeerd door middel van deeltje-coincidentie metingen met deMINIBALL germanium opstelling gekoppeld aan geladen-deeltje silicium detectoren TREX.Sr, Y en Zr neutron-rijke kernen met A = 100 werden gepopuleerd met tritium of alpha-transfer van 7Li naar de bundel kernen en het uitgezonden complementair geladenfragment werd gedetecteerd in coincidentie met de cascade van residus na weinig neutronevaporatie. De opgemeten spectra werden in detail bestudeerd en de verdelingenvan Organisaties: • Afdeling Kern- en Stralingsfysica
Onderzoekers: • Riccardo Raabe • Simone Bottoni
CMOS circuits voor een laag vermogen ring gebaseerde silicium optische link KU Leuven Abstract: In de nabije toekomst zullen de meest performante rekensystemen nood hebben aan circuits met een geaggregeerde ingang/uitgang (I/O) bandbreedtein de Tb/s klasse. Een technologie die gebruikt maakt van optische verbindingen wordt beschouwd als een mogelijke oplossing om de beperkingen van de huidige elektrische verbindingen zoals bandbreedte per kanaal, bandbreedte per millimeter en vermogen verbruik weg te werken en zo een Tb/s bandbreedte te realiseren.Voor de realisatie van korteafstand optische verbindingen is naast het vermogen verbruik ook de kost één van de belangrijkste factoren die een technologie interessant maakt. Een belangrijke kandidaat om zo een vermogen en kosten efficiënte Tb/s optische verbinding te realiseren is silicium fotonica. Deze technologie maaktgebruik van golfgeleiders die gemaakt zijn van silicium baantjes op siliciumdioxide, ook gekend als silicium-op-isolator (SOI). Deze twee materialen zijn volledige transparant voor het licht in de telecommunicatie frequ Organisaties: • Geassocieerde Afdeling ESAT - INSYS
Onderzoekers: • Christina De Meyer • Michal Rakowski
CMOS Millimeter-Golf Vermogenversterkers en Transmitters KU Leuven Abstract: De snelle groei van mobiele data en het gebruik van intelligente telefoons creëren ongekende uitdagingen voor de draadloze dienstverleners om een wereldwijd tekort aan bandbreedte te overwinnen. Millimeter-golf (mm-Wave) technologie wordt alom beschouwd als een van de belangrijkste technologieën die de vraag van de gebruiker voor een grotere draadloze data capaciteit zal beantwoorden. Ondertussen kan geavanceerde CMOS technologie gebruikt worden in mm-Wave banden, hetgeen de integratie van een volledige zendontvanger in een lage kost, hoge rendementstechnologie mogelijk maakt. Alle voorgestelde ontwerptechnieken zullen toegepast worden op vijf bekende ontwerpen die geïmplementeerd en gemeten worden in het kader van dit doctoraal werk. Organisaties: • Afdeling ESAT - MICAS
Onderzoekers: • Patrick Reynaert • Dixian Zhao
CMOS Millimeter Wave Receivers (CMOS Millimetergolfontvangers) KU Leuven Abstract: Dankzij de gate-lengteschaling is de analoge snelheid van CMOS-transistoren door de jaren heen significant toegenomen. Dit laat toe om CMOS ookte gebruiken voor millimetergolfsignalen. Deze signalen hebben golflengtes van 1 mm tot 10 mm in vacuüm, wat overeenkomt met frequenties tussen30 en 300 GHz. De belangrijkste motivatie om op te schuiven naar hogerefrequenties is de grote beschikbare bandbreedte. Met deze grote bandbreedte kunnen hoge datasnelheden gehaald worden in telecommunicatieverbindingen, zelfs met eenvoudige modulatie- schemas. Met een bandbreedte van10 GHz op een draaggolffrequentie van 100 GHz, kunnen bijvoorbeeld signalen met een datasnelheid van respectievelijk 5 Gbit/s en 10 Gbit/s verstuurd worden met BPSK en QPSK. Nog een voordeel van millimetergolven is dat transmissielijnen en zelfs antennes op de chip geïntegreerd kunnen worden dankzij de korte golflengte. Langs de andere kant hebben transistoren een kleinere versterking op hogere frequenties en passieve compon Organisaties: • Afdeling ESAT - MICAS
Onderzoekers: • Michel Steyaert • Patrick Reynaert • Maarten Tytgat
CMOS mm-wave circuits for datacommunication through polymer fibres KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling ESAT - MICAS
Onderzoekers: • Patrick Reynaert • Maxime De Wit
CMOS RF Power Amplifiers KU Leuven Abstract: Integration of wireless systems brings low cost wireless communitation into daily life. The most critical step for the integration is a high power and high efficiency CMOS power amplifiers.For modern wireless communication systems, high data rates brings low efficient power amplifiers and short batery life.
In this research on-chip power combining techniques will be investigated for power control. On-chip power combining transformer will be used for building high average efficiency and high linearity power amplifiers. Organisaties: • Afdeling ESAT - MICAS
Onderzoekers: • Michel Steyaert • Patrick Reynaert • Ercan Kaymaksut
CNOT3 mutaties in T-cel acute lymfatische leukemie KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Departement Menselijke Erfelijkheid
Onderzoekers:
• Jan Cools • Rocco Stirparo
CNS Delivery of the secreted amyloid precursor protein ectodomain APPsa: effects on brain psychology an therapeutic potential for Alzheimer's disease KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Departement Menselijke Erfelijkheid
Onderzoekers: • Antonius Roebroek
CO2. KU Leuven Abstract: STRT1/10/035 Organisaties: • Centr. vr Oppervlaktechemie & Katalyse
Onderzoekers: • Paolo Pescarmona
CO2 conversie via plasmakatalyse: ontrafelen van de invloed van het plasma en de nanokatalysator eigenschappen op de conversie-efficientie. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Plasma, Laser Ablatie en Oppervlakte-modellering (PLASMANT)
Onderzoekers: • Pegie Cool • Annemie Bogaerts
CO2 conversie voor de aanmaak van hernieuwbare chemische basisproducten en brandstoffen via synergie tussen plasma en fotokatalysatoren (SynCO2Chem). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project heeft als doel experimenteel bewijs te leveren dat fotokatalysatoren in plasma katalyse in staat zijn om CO2 te reduceren tot hernieuwbare basischemicaliën en brandstoffen (chemische energie) uitgaande van laag geconcentreerde CO2 stromen welke water en onzuiverheden bevatten. We beogen hiervoor de noodzakelijke basiskennis te ontwikkelen en aan te tonen dat deze technologie perfect aansluit met de recent gedefinieerde gebreken, noodzaak en opportuniteiten voor hoog potentiële CO2 conversie technologie. Organisaties: • Laboratorium adsorptie en katalyse
Onderzoekers: • Annemie Bogaerts • Vera Meynen
CO2 en CH4 als dragers van regionale ontwikkeling (Power to gas) Universiteit Gent Abstract: POWER TO GAS CO2 en CH4 als dragers voor regionale ontwikkeling, van probleem naar kans Interreg Vlaanderen-Nederland IVA-VLANED-2.68 Prof. Jan Desmet Organisaties: • Vakgroep Industrieel Systeem- en Productontwerp
Onderzoekers: • Jan Desmet
CO2-opslag in mariene bodems: impact op mariene ecosystemen Universiteit Gent Abstract: The main objectives of this project are to establish a framework for best environmental practices in offshore CO2 storage and to assess environmental impact of CO2 leakage at decadal - century time scales. Furthermore the project aims to develop innovative monitoring techniques, to assess public acceptance of sub-seabed CO2 storage and to undertake modeling and field studies at existing offshore storage site. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Ann Vanreusel
CO-4-ENERGY Universiteit Gent Abstract: Op de dag van vandaag zijn er nog een heleboel biomassa-stromen die niet gevaloriseerd worden om dat ze te beperkt in omvang zijn, of mogelijk moeilijk bereikbaar zijn. Dit project wilt een blauwdruk opzetten om via een cooperatie waarin ook Sociale Economie betrokken is toch toegang te krijgen tot deze stromen en door de cooperatie zelf omgezet wordt naar hernieuwbare energie. Hierdoor zal zowel een economische, ecologische en maatschappelijke verbetering gerealiseerd worden. Organisaties: • Vakgroep Toegepaste analytische en fysische chemie
Onderzoekers: • Erik Meers
Coachende doorlichting opleidingen vreemde talen van VDAB. Universiteit Antwerpen
Abstract: Coachende doorlichting opleidingen vreemde talen van VDAB. Organisaties: • Individueel onderzoek IOIW
Onderzoekers: • Jozef Colpaert
Coachen en formatteren: de overgang van een disciplinaire maatschappij naar een coulidemaatschappij. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Sinds het laatste kwart van de twintigste eeuw bevindt de samenleving zich in een verreikende transitiefase die meerdere en aan elkaar gelieerde transformaties omvat. Er is de fantastische herstructurereing van het industriële kapitalisme naar een zgn. kenniseconomie die gepaard gaat met grondige wijzigingen in de bedrijfs- en arbeidsorganisatie, er zijn de effecten van de mondialisering die alsmaar sterker voelbaar worden, en er is een om zich heen grijpende legitimiteitscrisis (cf. het politieke bestel). Uiteindelijk zijn dit slechts enkele voorbeelden van de sociale veranderingen die de samenleving doorkruisen. Onze interesse gaat uit naar de transformatie van de macht(sverhoudingen), een sleutelonderwerp in de sociale wetenschappen. In navolging van Deleuze ontwaren we de contouren van een controlemaatschappij, d.w.z., een maatschappij waarin een verandering optreedt in het globale patroon van sociale relaties en in het machtsdispositief. Zo beweert de Nederlandse socioloog, Abraham de Swaan, dat de verhoudingen tussen mensen meer verscheiden en minder voorspelbaar worden, minder onderworpen aan regels die het resultaat voorschrijven, maar juist strikter geregeld in het proces waarin zij die verhoudingen vorm geven: in onderhandelingen tussen betrokkenen. De autoriteit als bindend element in sociale relaties zou dus plaats gemaakt hebben voor meer egalitaire verhoudingen? Behoort tezelfdertijd de disciplinaire maatschappij met haar opsluitingssystemen, die de Franse filosoof Michel Foucault zo minutieus heeft beschreven, tot het verleden? Worden de gesloten instellingen en disciplines vervangen door les contrôlats, nieuwe bakvormen om mensen in de maatschappelijk gewenste vorm te slaan en en uit te sorteren in verschillende sociale categorieën? De hoofdbetrachting van dit onderzoek is een antwoord te geven op drie essentiële vragen of problemen: -Wordt de disciplinaire maatschappij als uitdrukking van een specifiek machtsdispositief opgevolgd door een nieuw dispositief dat we omschrijven als de controlemaatschappij? -Wat dienen we juist te verstaan onder controlemaatschappij? -Indien deze transformatie zich inderdaad voltrekt, wat zijn dan de motoren of dynamische krachten achter deze beweging? Het beantwoorden van deze 3 vragen moet ons in staat stellen het bijzondere van het controledispositief te vatten. Om een antwoord op voorliggende vragen te krijgen, hebben we, in navolging van Foucault, onze blik geworpen op een specifieke setting en context: de genese van het (postmodenre) management in de nieuwe bedrijfsomgeving. Terwijl Foucault eerder het andere (gekken, criminelen, homoseksuelen, enz.), d.w.z., dat wat uitgesloten of verschillend is, tracht te denken, richt ons onderzoek zich op de dagdagelijkse, normale machtsverhoudingen in de arbeidssfeer.We proberen een reeks veranderingen in de structuur (de economie en de technologie) van het managen gedetailleerd te beschrijven. Dit onderzoek reflecteert dus over macht(sverhoudingen) en uitbuiting(sverhoudingen) in het zgn. postindustriële tijdperk. Het poogt de nieuwe modus operandus van niuewe vormen van dominantie (onderwerping) en uitbuiting (meerwaardeafpersing) in kaart te brengen en te analyseren. Daartoe put onze analyse uit twee gereedschapskisten: Marx en Foucault. Bij Foucault treffen we een innovatieve en zeer inspirerende conceptualisering van macht aan, en een gewaagde maar uitdagende methodologie (zijn zgn. archeologisch-genealogische methode). Tevens gebruiken we zijn discoursanalyse waarin discours wordt opgevat als een combinatie van discursieve formaties en sociale praktijken die in elkaar zijn gemonteerd. Foucault laat ruimte voor het niet-discursieve en herleidt niet alle realiteit tot discours. Dit heeft onze aanpak beïnvloed in die mate dat we gegevens over het (postmoderne) managen verzamelen op drievoudige wijze: tijdens een periode van bedrijfsbezoeken (ongeveer 50 dagen in de loop van één jaar) krijgen we toegang tot geschreven teksten (over managen en organiseren) die in het bedrijf gebruikt worden en opgeslagen zijn in een actueel archief. Verder voeren we gesprekken met in het managementsproces betrokken actoren. Deze gesprekken mogen niet verward worden met de techniek van interviewen, omdat we niet op zoek zijn naar het blootleggen van geheime informatie of het brengen van een waar verhaal. De gesprekken met managers, arbeiders, specialisten, enz. dienen er enkel toe het tekstuele vertoog aan te vullen met een antwoord op de vraag hoe het vertoog ontstaat in wisselwerking met de organisatorische praktijk. Een vertoog bestaat immers niet enkel uit geschreven en gesproken woorden, maar ook uit een omgeving waarbinnen het tot stand komt. Juist daarom vullen we onze gegevensverzameling aan met een vorm van observatie (bijv. de werking van de lopende band). Organisaties: • Tempus Omnia Revelat • Sociologie
Onderzoekers: • IGNACE GLORIEUX • Hans STIENS
Coaching lokale mandatarissen inzake duurzame mobiliteit (editie 2008) Universiteit Hasselt Abstract: De Vlaamse Stichting Verkeerskunde heeft (VSV) heeft van het Vlaams parlement de taak gekregen om opleiding, bijscholing en permanene vorming inzake verkeerskunde te verstrekken. Concreet organiseert de VSV hier jaarlijks meer dan 500 vormingsuren voor waarmee meer dan 3.300 mensen bereikt worden. De VSV stelt echter vast dat met dit aanbad mandatarissen slechts in beperkte mate bereikt worden. Daarom wordt er gekozen om voor deze doelgroep een persoonlijke begeleiding te organiseren. Organisaties: • Data-analyse en Modellering
Onderzoekers: • Gerhard WETS
Coachingproject rond taalstimulering en diversiteit in het kleuteronderwijs aan de scholen van de scholengemeenschap De Speling. KU Leuven Abstract: Coachingproject rond taalstimulering en diversiteit in het kleuteronderwijs aan de scholen van de scholengemeenschap De Speling. De coaching vangt aan tijdens het eerste trimester en zal bestaan uit een aantal contactsessies met het oog op het verdeskundigen van de gehele groep van deelnemers uit de verschillende scholen. Organisaties: • Centrum voor Taal en Onderwijs Leuven
Onderzoekers: • Kristiaan Van den Branden
Coachingstraject op maat voor allochtone studenten. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Studentenadviesdiensten
Onderzoekers: • Isabelle Van Geet • Ruth Stokx
Coachstijl en presentatierelevante factoren bij atleten KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Fysieke Activiteit, Sport & Gezondheid
Onderzoekers: • Gert Vande Broek • Stef Van Puyenbroeck
Coagulatie en fibrinolyse in invasieve bacteriële infecties. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Moleculaire en Vasculaire Biologie
Onderzoekers: • Peter Verhamme
Coagulation and fibrinolysis in gram-positive infections KU Leuven Abstract: Het fibrinolytisch systeem is een krachtig proteolytisch instrument datpathogene micro-organismen kunnen gebruiken om hun verspreiding doorheen weefselbarrières te bevorderen. Voor veel pathogene bacteriën is bekend dat ze plasminogeen kunnen activeren, via specifieke plasminogeenactivatoren zoals streptokinase en stafylokinase, of door binding van gastheerplasminogeen aan het bacterieel oppervlak. Deze plasminogeen activatie blijkt in verschillende modellen een belangrijke virulentiefactor te zijn. Het voorliggende onderzoeksproject zal de rol van het humaanfibrinolytisch en proteolytisch systeem onderzoeken in bacteriële verspreiding en weefseldestructie in infecties door Staphylococcus aureus en Streptococcus pyogenes. De activatie van matrix metalloproteinases door plasmine of bacteriële toxines zal ook bestudeerd worden in hun bijdragetot weefselschade en bacteriële invasie. Organisaties: • Moleculaire en Vasculaire Biologie
Onderzoekers: • Jan Verhaegen • Peter Verhamme • Marijke Peetermans
Coalitie of cordon sanitaire? Over de omgang van democratische politieke partijen met extremistische partijen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project stelt zich ten doel een beter inzicht te krijgen in de wijze waarop liberale representatieve democratieën omgaan met extremistische politieke actoren, in het bijzonder politieke partijen. Op grond van een internationaal-vergelijkend onderzoek in drie Europese democratieën (België, Frankrijk en Oostenrijk) zal worden nagegaan welke houdingen democratische partijen innemen ten opzichte van extremistische partijen; waarom zij die houdingen innemen; en of en waarom er ontwikkelingen in deze houdingen kunnen worden gesignaleerd. Organisaties: • Extremisme en democratie
Onderzoekers: • Caspar Mudde
Coalitietype, overheidsbeleid en verkiezingen: een politico-economische benadering. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het onderzoek wil de relaties tussen de coalitietypes, overheidsbeleid en electorale resultaten nagaan. We verwachten dat verschillen in coalitietypes gevolgen hebben voor het gevoerde beleid en voor de verkiezingsuitslag van de coalitiepartners en er wordt dan ook onderzocht via welke mechanismen en kanalen dit zich manifesteert. Het onderzoek bestudeert op welke manier en in welke mate het coalitietype invloed uitoefent op het overheidsbeleid; hoe deze link tussen coalitietype en overheidsbeleid zich vertaalt in de electorale resultaten van de coalitiepartners en hoe het coalitietype mogelijk de verkiezingsuitslag beïnvloedt op andere manieren dan via het gevoerde overheidsbeleid. Het onderzoek bevat zowel een theoretisch als een empirisch luik. De empirische bijdrage richt zich op een analyse van de centrale overheden en van de verkiezingsuitslagen in de OESO-landen (1965-2004). Organisaties: • Politieke Wetenschappen
Onderzoekers: • CHRISTIAN DESCHOUWER
Coalitietype, overheidsbeleid en verkiezingen: een politiek-economische benadering. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het onderzoek wil de relaties tussen de coalitietypes, overheidsbeleid en electorale resultaten nagaan. We verwachten dat verschillen in coalitietypes gevolgen hebben voor het gevoerde beleid en voor de verkiezingsuitslag van de coalitiepartners en er wordt dan ook onderzocht via welke mechanismen en kanalen dit zich manifesteert. Het onderzoek bestudeert op welke manier en in welke mate het coalitietype invloed uitoefent op het overheidsbeleid; hoe deze link tussen coalitietype en overheidsbeleid zich vertaalt in de electorale resultaten van de coalitiepartners en hoe het coalitietype mogelijk de verkiezingsuitslag beïnvloedt op andere manieren dan via het gevoerde overheidsbeleid. Het onderzoek bevat zowel een theoretisch als een empirisch luik. De empirische bijdrage richt zich op een analyse van de centrale overheden en van de verkiezingsuitslagen in de OESO-landen (1965-2004). Organisaties: • Politieke Wetenschappen
Onderzoekers: • CHRISTIAN DESCHOUWER
Coalitievorming in meerlagige politieke systemen. Vrije Universiteit Brussel
Abstract: Het doctoraatsonderzoek waarvoor deze middelen gevraagd worden wil coalitievorming in meerlagige systemen verklaren. De vorming van nationale regeringscoalities heeft de voorbije halve eeuw bijzonder veel aandacht gekregen in de politieke wetenschap, maar de vorming van subnationale coalities in federale of gedecentraliseerde staten blijkt een andere logica te volgen die de klassieke theorieën deels in vraag stelt. In dit project willen we vier onderzoeksvragen beantwoorden: (1) Hoe zijn processen van coalitievorming in meerlagige systemen verticaal (tussen de niveaus) met elkaar verbonden?; (3) Hoe beïnvloeden de politieke instellingen en de kenmerken van de partijsystemen de coalitievorming?; (4) wat zijn de motiveringen, perceptiesn doelen en payoffs van de partijen die de vorming van subnationale coalities kunnen verklaren? Het project hanteert een expliciet comparatieve logica, en zal de coalitievorming bestuderen in Spanje, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. Organisaties: • Politieke Wetenschappen
Onderzoekers: • CHRISTIAN DESCHOUWER
Coalitievorming in steden en gemeenten. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het begrip coalitie vormt een koepelterm voor een veelheid aan types coalities. Formele coalitietheorieen trachten dan ook te verklaren welke coalities zich zullen vormen na verkiezingen. Niettemin vertonen deze theoretische verklaringen nog vele tekortkomingen. Kwalitatief onderzoek dringt zich dan ook op: diepte-interviews kunnen ons helpen om het proces van coalitievorming beter te begrijpen. Dit onderzoek wil de coalitievorming op het lokale niveau na de gemeenteraadsverkiezingen van oktober 2006 nagaan. De empirische bijdrage richt zich op de analyse van het proces van coalitievorming in een aantal Vlaamse en Waalse gemeenten en dit door het interviewen van de betrokken getuigen ervan. Organisaties: • Politieke Wetenschappen
Onderzoekers: • CHRISTIAN DESCHOUWER
Coarse-grained models of DNA and of DNA-protein interactions KU Leuven Abstract: Recent advances in nano- and biotechnology have led to a great interestin the dynamics and structure of polynucleotides such as DNA. Single molecule experiments often only provide a partial view of the underlying physical process, due to limitations in spatial and time resolution. It is therefore important to combine experimental inputs with those coming from computer simulations, from which, in principle, one can obtain much detailed information. In order to investigate processes involving long time scales and long DNA molecules one has to resort to coarse-grained models. Although these models contain some approximations and they are notaccurate at atomic distances and very short time scales, they are designed to provide a realistic representation of DNA at intermediate scales.The aim of this doctorate research is to develop coarse-grained models of DNA to study anomalous bending properties of DNA which have been recently attracted much interest. We plan to collaborate closely with re Organisaties: • Afdeling Theoretische Fysica
Onderzoekers: • Enrico Carlon • Michiel Laleman
COATIM KU Leuven Abstract: Het KMO-gedreven COATIM consortium wil het steeds vaker voorkomendeprobleem van infecties, veroorzaakt door biofilms, aanpakken. Biofilms zijngroepenvan micro-organismen die zich aan verschillende oppervlakken in hetmenselijk lichaam kunnen hechten en hierdoor ontkomen aan de gebruikelijkeantibioticabehandelingen. Zulke biofilms komen onder andere voor opimplantaten. 15 tot 25% van het aantal gefaalde implantaten wordt veroorzaaktdoor biofilm-geassocieerde infecties, waardoor de chirurgische ingrepen dienenherhaald te worden. Tot nu zijn enkel coatings ontwikkeld waarbij gebruikgemaakt wordt van vrijkomende zilverionen, welke giftig zijn, of degebruikelijke antibiotica, die weinig actiefzijn tegen biofilms. COATIM zal de volgende generatie van implantaat-coatingsontwikkelen waarbij gebruik gemaakt wordt van nieuwe,krachtige, antibiofilmmoleculen (ABMs), welke biofilmvorming kunneninhiberen. Deze moleculen wordenafgezet of gebonden op kleine titaniumimplantaatsubstraten, welke model sta Organisaties: • Centr. Microbiële en Plantengenetica
Onderzoekers: • Jozef Vleugels • Jozef Vanderleyden • Jan Michiels • Karin Thevissen
Cobalamin and Mimics. Universiteit Antwerpen Abstract: Cobalamin and Mimics. Organisaties: • NUCLEOSIDE ONDERZOEK EN MASSASPECTROMETRIE EENHEID • Biomolecular & Analytical Mass Spectrometry (BAMS)
Onderzoekers: • Edgard Esmans
Co-beheer van overlappende zones tussen de nationale parken en inheemse gebieden in Colombia : perspectieven voor conflictoplossing processen Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Studie van de derde wereld
Onderzoekers: • An Vranckx
Cocaïne en zijn metabolieten in Belgische afval- en oppervlakte waters. Universiteit Antwerpen
Abstract: Binnen het kader van dit project zullen zowel cocaïne als zijn metabolieten worden gemeten in een aantal representatieve afval- en oppervlaktewaters verspreid over gans België. Er zal onderzocht worden in hoeverre de concentraties van cocaïne en BE in het milieu kunnen worden gebruikt als indicatoren voor het lokale cocaïnegebruik. En interlaboratorium validatie zal worden opgezet om de analytische procedures en de interlaboratorium variatie te evalueren. Daarbovenop zal nagegaan worden in hoeverre het mogelijk is om ook geneesmiddelen, andere drugs en verontreinigingen afkomstig van de produktie van designer drugs op te sporen met deze analyses. Organisaties: • Toxicologie
Onderzoekers: • Philippe Jorens • Ronny Blust • Lieven Bervoets • Hugo Neels • Adrian Covaci
COCARDE (Koud water karbonaatreservoirsystemen in de diepzee) Universiteit Gent Abstract: COCARDE is een FWO-ICA (International Co-ordination Action) ter ondersteuning van het gelijknamig internationaal netwerk, onder de auspiciën van IOC-UNESCO. COCARDE beoogt een brug te slaan tussen academisch en industrieel onderzoek op koud-water carbonate mounds, evenals tussen onderzoek van de actuele diepzee carbonate mounds en fossiele mounds. Organisaties: • Vakgroep Geologie en bodemkunde
Onderzoekers: • Jean Henriet
COCOPS. KU Leuven Abstract: COCOPS is a major European research project possibly the biggest single piece of European scientific research into public management reform. It is co-ordinated by Erasmus Universiteit Rotterdam, and involves11 universities in 10 countries. The Public Management Institute at Katholieke Universiteit Leuven will be leading the first Work Package(WP1) and also contributing to the later WPs.WP1 will be led by Professor(URL:http://soc.kuleuven.be/io/eng/staff/PollittChristopher.htm) Christopher Pollitt, assisted by (URL:http://soc.kuleuven.be/io/eng/staff/DanSorin.htm)Sorin Dan. It will produce a meta analysis of studies of the impacts of New Public Management-type reforms across Europe. This will involve analysis of hundreds probably thousands of government reports and academic studies. WP1 will also produce a policy brief and an annotated electronic bibliography. Organisaties: • OE Instituut voor de Overheid
Onderzoekers: • Geert Bouckaert
Co-creatie, intra-preneurship, gedeeld psychologisch eigenaarschap en werkplezier in familiebedrijven: over hoe en waarom ze samenhangen. Universiteit Hasselt Abstract: De Onderzoeksraad heeft op 28 april 2011 het verblijf van 6 maanden van Dr. Matti Koiranen En van Annika Saarikoski (University of Jyväskylä, Finland) aan de UHasselt goedgekeurd ten laste van het BOF-programma "Korte Verblijven". Gedurende dit verblijf zal Dr. Matti Koiranen en Annika Saarikoski onderzoek uitvoeren in samenwerking met prof. Frank Lambrechts (onderzoeksinsituut KIZOK). Het verblijf van Dr. Matti Koiranen zal plaatsvinden van 1 oktober 2011 tot 31 maart 2012, het verblijf van Anniki Saarikoski zal plaatsvinden van 1 september 2011 tot 29 februari 2012. Organisaties: • Governance • Kenniscentrum voor Ondernemerschap en Innovatie
Onderzoekers: • Frank LAMBRECHTS
CODAMOS : context-driven adaptation of mobile services. Vrije Universiteit Brussel Abstract: CoDAMoS is een strategisch basisonderzoekproject dat focust op het oplossen van een reeks zeer belangrijke uitdagingen op het gebied van Ambient Intelligence (AMI), waar de persoonlijke apparaten een uitbreiding van elke gebruiker's omgeving zullen vormen, waar mobiele diensten aangepast worden aan de gebruiker en zijn context. Organisaties: • Informatica en Toegepaste Informatica
Onderzoekers: • VIVIANE JONCKERS • THEO D'HONDT
Codamos contextgedreven aanpassing van mobiele diensten Universiteit Gent Abstract: Onderzoek naar generische softwaremethoden voor de dynamische aanpassing van mobiele diensten aan (i) de hardware waarop ze moeten uitgevoerd worden (ii) de context waarin ze moeten gebruikt worden. Organisaties: • Vakgroep Elektronica en informatiesystemen
Onderzoekers: • Koenraad De Bosschere
Code development and acceleration of FV-MC coupled plasma edge simulations for next step fusion devices. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afd. Toeg. Mechanica & Energieconversie
Onderzoekers: • Martine Baelmans • Kristel Ghoos
Code-engineered new-to-nature microbial cell factories for novel and safety-enhanced bio-production. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Medicinale Chemie
Onderzoekers: • Piet Herdewyn
CoDePa : A conceptual design pattern approach for game design (Type 3) Onderzoeksmandaat Bram PELLENS Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het doel van dit project is de ontwikkeling van een op design patronen gebaseerde benadering voor het specificeren van gedrag op een conceptueel niveau voor computer spellen en andere interactieve media. Organisaties: • Web en Information System Engineering
Onderzoekers: • OLGA DE TROYER
Codering van intensiteit en tijd van naturalistische geluiden in de auditieve hersenstam van kat en uil. KU Leuven Abstract: Zoogdieren en vogels vertrouwen sterk op hun gehoor om prooien te lokalizeren of roofdieren te ontwijken. Veel studies toonden de hoge graad van precisie waarmee het auditieve systeem geluid codeert t.h.v. beide oren, en maakten voorstellen aangaande de onderliggende mechanismen. Bijvoorbeeld, neuronen in de hersenstam zijn gevoelig voor stimulus eigenschappen zoals interaurale tijdsverschillen t.h.v. beide oren (ITDs), of voorde fase van het ingangssignaal. Om neurale gevoeligheid te meten, makendeze experimenten gebruik van variatie van 1 stimulus parameter, terwijl andere parameters constant gehouden worden. Akoestische signalen zijn echter multidimensioneel, d.w.z. een geluid met een zeker ITD kan verschillende intensiteiten hebben, met als gevolg dat neurale gevoeligheid voor een zekere eigenschap niet gelijk te stellen is met informatie over die eigenschap. In dit project zullen we de coderingscapaciteit van monaurale neuronen in de hersenstam bestuderen qua robustheid t.o.v. ver Organisaties: • Onderzoeksgroep Neurofysiologie
Onderzoekers: • Philip Joris • Bertrand Fontaine
Codering van lichaam en lichaamsdelen door makaken inferieure temporaleneuronen. KU Leuven Abstract: De visuele representatie van lichamen en lichaamsdelen van dieren en soortdieren is essentieel voor het overleven van het individu.Ondanks dit belang van de analyse van visuele beelden van lichamen is er weinig geweten over hoe dit lichaam en lichaamsdelen geanalyseerd en voorgesteld worden in de visuele cortex.In de eerste reeks van studies gaan wemet fMRI bij wakkere apen nagaan welke "patches" in IT geactiveerd worden door beelden van lichamen van apen en van mensen. Daarna zullen we inde electrofysiologische studies met microelectroden rechtstreeks de antwoorden meten van neuronen in de door de fMRI activaties gedefinieerde gebieden. Organisaties: • Lab voor Neuro- en Psychofysiologie
Onderzoekers: • Rufin Vogels • Wim Vanduffel • Ivo Popivanov
Codering van ruimtelijke aandacht door dynamische hersennetwerken en robuustheid tegen focale schade. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Onderzoeksgr_Exp_Neurologie
Onderzoekers: • Rik Vandenberghe • Patrick Dupont
Co-Designing Technology with Children in the Fuzzy Front End of Design KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Bijzondere Faculteit Kunsten
Onderzoekers: • Veronika Vanden Abeele • Ann Laenen • Maarten Van Mechelen
Codex kustzone Universiteit Gent Abstract: Dit project beoogt het opstellen van een codex met wetgeving van toepassing op of relevant voor de Belgische kustzone. Dit omvat de selectie van de teksten, evenals het consolideren ervan. De codex omvat zowel internationale, federale, Vlaamse als gemeentelijke wetgeving. Zowel wetgeving van toepassing op zee als op het landgedeelte van de kustzone komt aan bod. Organisaties: • Vakgroep Internationaal publiekrecht
Onderzoekers: • Frank Maes • An Cliquet
Codificatieluik Monitor Diversiteit. Universiteit Antwerpen Abstract: Onderzoek naar de diversiteit in het aanbod op de Vlaamse televisiemarkt, voornamelijk met betrekking tot diversiteit op vlak van kleur, gender, leeftijd en mensen met een handicap. Organisaties: • Media, middenveld en politiek (M2P)
Onderzoekers: • Stefaan Walgrave • Knut De Swert
CoDiNet : Content distribution networks. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project bestudeert de archtecturale en protocol-gerelateerde aspekten van content delivery technologieën, alsook de problemen die verband houden met de prestaties en de planning van CDNs. Wat betreft deze studies zal veel aandacht besteed worden aan audio en video diensten, die beschouwd worden als de drijvende kracht achter Content Distrution Networks. Organisaties: • Prestatieanalyse en telecommunicatiesystemen (PATS) • Modeleren van Systemen en Internet Communicatie (MOSAIC)
Onderzoekers: • Christian Blondia
Coding. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Coding Organisaties: • Elektronica en Informatica
Onderzoekers: • ADRIAN MUNTEANU
"Coercive diplomacy" als instrument van het buitenlands- en veiligheidsbeleid van de Europese Unie (EU). Universiteit Antwerpen Abstract: "Coercive diplomacy" (dwangmatige diplomatie) komt overeen met het overtuigen van de tegenpartij om te stoppen met een bepaalde actie en dit door middel van dreiging, inclusief eventueel gelimiteerd gebruik van geweld. Faktoren die maken dat dwangmatige diplomatie succesvol is, zijn: de motivatie van beide partijen (in absolute termen), wat op zich gerelateerd is aan de grootte van de eis en aan de grootte van de ermee gepaard gaande belangen; asymmetrie qua motivatie en belangen (in relatieve termen); de schrik voor escalatie bij de tegenpartij; sanctiegevoeligheid bij de tegenpartij; geloofwaardigheid van diegene die dreigt, wat op zijn beurt afhankelijk is van de middelen alsook de reputatie van diegene die dreigt; de steun voor de dreiging bij de publieke opinie, zowel intern als extern; de rol van tijd (vb ultimatum); en het aanbieden van positieve "incentives". De onderzoeksvraag van dit project is tweeërlei: 1) In welke mate is "coercive diplomacy" een krachtdadig instrument voor het Buitenlands,- en Veiligheidsbeleid van de EU ? Met andere woorden, in welke mate beantwoorden de eigenschappen van de EU aan de hogergeschetste variabelen die bepalen of "coercive diplomacy" kans maakt tot slagen ? 2) In hoeverre bevestigt het mogelijk succesvol gebruik van het instrument "coercive diplomacy" door de EU het bestaand theoretisch kader omtrent "coercive diplomacy" ? Zijn meer bepaald economische instrumenten (zoals economische sancties) voldoende, of moet er een geloofwaardige militaire stok achter de deur worden gehouden ? De analyse is van kwalitatieve aard, en meer bepaald zal gebruik worden gemaakt van case-study onderzoek op basis van literatuuronderzoek en interviews. Case-study: het EU beleid ten aanzien van het nucleair programma van Iran sinds 2003. Organisaties: • Instituties en Meerlagige Politiek (ACIM)
Onderzoekers: • Peter Bursens • Tom Sauer
"Coevalism" en machtsindeling in multi-ethnische staten. Federalisme en alternatieven voor secessie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Etnische problemen blijven een belangrijke hinderpaal voor de ontwikkeling van stabiele democratieën in Afrika. De bestaande theorieën over conflictbeheersing blijken er minder toepasbaar te zijn, omdat de specifieke dynamiek van etnische conflicten in Afrika onvoldoende geanalyseerd werden. Onvoldoende vertrouwdheid met de dynamieken van tribale conflicten verklaren eveneens in belangrijke mate het beperkte succes van strategieën tot democratisering. Door middel van een studie van de Nigeriaanse samenleving zal een reeks van artikelen onder meer onderzoeken in hoeverre inheemse cultuur kan bijdragen tot het bereiken van machtsdeling en democratie. Het doel is een interactie te bereiken tussen theorieën over etnonationalisme; machtsdeling en conflictbeheersing enerzijds, culturele realiteiten in Nigeria anderzijds. Organisaties: • Politieke Wetenschappen
Onderzoekers: • BRUNO COPPIETERS
Co-existence and traceability of GMO and non-GMO in food supply chains Hogeschool Gent Abstract: In de toekomst zullen steeds meer GGO's op de Europese markt toegelaten worden. Dit project heeft als doel de stakeholders van de food en feed chain te voorzien van een centraal beslissings- en ondersteunend systeem op basis van reële tools, methoden, modellen en richtlijnen. Het Co-Extra project zal hierbij methodes bestuderen en valideren voor biologische expansiebeperking, de supply chain modelleren en praktische tools en mehtodes ter beschikking stelllen om een co-existentie systeem te implementeren. Daarnaast zullen GGO-detectiemehtodes ontwikkeld en geïntegreerd worden, zullen sampling plans ontwikkeld worden en nieuwe technieken gezocht worden voor de multiplex detectie van nog niet goedgekeurde GGO's. Co-Extra bestudeert tevens de meest aangewezen informatie structuur en de bijhorende management flow om een betrouwbare en kostefficiënte traceerbaarheid te garanderen. Alle methodes en tools zullen bestudeerd en ontwikkeld worden vanuit zowel een technisch als een economisch en wetgevend oogpunt. Het Departement BIOT participeert in twee werkpaketten in dit project. Een eerste werkpakket heeft als doel de supply chains van verschillende food en feed keten te karakteriseren in al haar componenten met betrekking tot de coexistentie van GGO en niet-GGO stromen. Dit houdt een diepgaande identificatie in van de biologische, sociale en economische drijfkrachten van de desbetreffende ketens. Dit moet leiden tot de ontwikkeling van representatieve modellen die hot spot situaties kunnen identificeren en
verschillende scenarios rond traceerbaarheid en co-existentie kunnen voorspellen. Het departement BIOT spitst zich hier in het bijzonder toe op de aanvoer en verwerking van sojaproducten in de diervoeder keten.Het tweede werkpakket waarin het departement BIOT betrokken is binnen Coextra heeft als doel de kostenstructuur van bovenvermelde supply chains te bestuderen om alzo de kost en/of batenin te schatten die co-existentie met zich mee kan brengen. Organisaties: • Departement Biowetenschappen en Landschapsarchitectuur • Vakgroep Levensmiddelenwetenschappen en Technologie
Onderzoekers: • Mia Eeckhout
Coëxistentie van vrouwelijke kleurvormen bij waterjuffers. Universiteit Antwerpen Abstract: Het verklaren van de coëxistentie van verschillende kleurvormen binnen een soort blijft een uitdaging vormen voor evolutietheoriën. Recent onderzoek bij libellen suggereert een relatie tussen populatiecondities en vormspecifieke fitness. Met dit project willen we onderzoeken of de ruimtelijke en temporele variatie in populatiecondities en gerelateerde vormspefieke fitness een verklaring vormt voor het naast elkaar voorkomen en voortbestaan van vrouwelijke kleurvormen bij waterjuffers. Bovendien zal de vormspecifieke thermische ecologie onderzocht worden en in verband gebracht worden met variatie in populatiecondities en fitness. Organisaties: • EVOLUTIONAIRE BIOLOGIE • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Jan Scheirs • Hans Van Gossum
Coëxploratie van Vrije Standpuntvideo in Sportscènes met Occlusieafhandeling via Spatiotemporele Bewegingsschatting en Ad-hoc Kalibratie op Parallelle Architecturen Universiteit Hasselt Abstract: In het huidige technologische landschap wordt er veel aandacht besteed aan hoog-kwalitatieve distributie van sportmateriaal. Jammer genoeg zijn de beelden beperkt tot de posities van de echte camera's; belangrijke gebeurtenissen en acties worden gemist of slecht in beeld gebracht. Daarom is het wenselijk dat de kijkpositie vrij gekozen kan worden, zowel door de distributeur als de kijker. Deze positie is dan niet beperkt door de posities van de opnameapparatuur, en kan uitgebuit worden om nieuwe en ongewone beelden te genereren, bijvoorbeeld het volgen van een speler vanaf de schouderpositie. Deze vorm van immersie is een krachtige verrijking van de belevenis van de kijker. Om dit soort effecten te bereiken, moeten er algoritmen beschikbaar zijn die vrije standpunten voor virtuele camera's kunnen genereren. Bestaande algoritmen gebruiken 3D reconstructie of afbeeldingsgebaseerde interpolatie, maar deze zijn niet altijd toepasbaar voor sportwedstrijden. Dit doctoraat zal zich richten op het ontwikkelen van deze vrije standpuntalgoritmen, waarbij de volgende factoren in rekening worden gebracht. De camera's staan zeer ver uit elkaar en vaak kan er niet precies gekozen worden waar de camera's staan. Bovendien wordt de meerderheid van de camera's gericht op de actie, waardoor de beelden niet stil zullen staan en de zoomfactor sterk kan verschillen van camera tot camera en van beeld tot beeld. Dit heeft gevolgen voor de kalibratie, omdat de cameraeigenschappen niet constant zijn. Vooraf kalibreren hierop heeft dus geen zin. Daarom wordt er een automatische en ad-hoc kalibratie ontwikkeld. In een sportwedstrijd is occlusie een veel voorkomend probleem en is een belemmering voor het gebruik van de huidige vrije standpuntalgoritmen, zelfs met occlusieafhandeling. De camera's staan te ver uit elkaar om eenduidige informatie te bepalen. Dit doctoraat zal gebruik maken van bewegingsschattingsalgoritmen in het spatiotemporele domein om het occlusieprobleem aan te pakken. Meer specifiek wordt occlusie gedetecteerd in het temporele domein door middel van bewegingsschatting en wordt het spatiale domein gebruikt voor het opvangen van deze occlusies. Als laatste zal de ontwikkeling van de algoritmen gebeuren met behulp van parallelle architecturen om tot een real-time oplossing te komen, zodat dit onderzoek praktisch bruikbaar zal zijn in bestaande opstellingen. Organisaties: • Expertisecentrum voor Digitale Media • Expertisecentrum voor Digitale Media
Onderzoekers: • Philippe BEKAERT
Co-expressie van de reportergenen Firefly Luciferase (Fluc) en Natrium-Iodide Symporter (NIS) in getransplanteerde cellen maakt in vivo quantitatieve cell-imaging op lange termijn mogelijk dmv optische en nucleaire beeldvorming. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het doel van het project is het ontwikkelen van een beeldvoringsstrategie voor het opvolgen van getransplanteerde cellen waarbij we viabiliteit, celaantal en lokalisatie op een niet-invasieve wijze in vivo herhaaldelijk wensen te bepalen. Dit zal verwezenlijkt worden aan de hand van stabiel tot expressie gebrachte reporter genen Firefly luciferase (Fluc) en Natrium Iodide Symporter (NIS) in de getransplanteerde cellen. Organisaties: • Medische Beeldvorming en Fysische Wetenschappen
Onderzoekers: • Marleen KEYAERTS • AXEL BOSSUYT
Co-extrusie als innovatieve productietechniek voor het ontwikkelen van multi-layer fixed-dose combination geneesmiddelvormen Universiteit Gent Abstract: Via het co-extrusie zullen innovatieve multi-layer doseringsvormen ontwikkeld worden die gebruik maken van specifieke polymeren om geïncorporeerde geneesmiddelen met verschillende snelheid vrij te stellen en/of incompatibele geneesmiddelen te combineren. Organisaties: • Vakgroep Geneesmiddelenleer
Onderzoekers: • Jean Remon • Chris Vervaet
"Co-financiering apparatuuraankopen Leerstoel Polymeren". KU Leuven Abstract: Dit project voorziet in co-financiering by de Provinciale OntwikkelingsMaatschappij (POM) van West-Vlaanderen van apparatuur teneinde de onderzoeksinfrastructuur aan de KU Leuven Campus Kortrijk (Kulak) uit te bouwen ter ondersteuning van de nieuwe onderzoeksactiviteiten geleid door Prof. Dr. Ir. Wim Thielemans. POM ondersteunt deze nieuwe activiteit onder het Fabrieken van de Toekomst-Nieuwe Materialen initiatief. Anderedeelnemers aan dit initiatief, dat een efficientere dienstverlening naar bedrijven toe nastreeft, zijn Flanders' PlasticVision/Vlaams KunstoffenCentrum, KU Leuven Campus Brugge (Kulab) en Centexbel. Wim Thielemans' onderzoeksgroep naar herneiuwbare polymeren en nanomaterialen is gestart met financiering van het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek(FWO) Vlaanderen, wat co-financiering levert voor de aankopen onder ditproject. Organisaties: • Chemische Ingenieurstechnieken Kulak
Onderzoekers: • Wim Thielemans
Co-financiering bij Cellulaire productie van Wnts, afgescheiden groei- en differentiatiefactoren en hun gebruik als coördinators van orgaan-specifieke stamcellen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Wnts codeeren gesecreteerde signalen die de groei en cellulaire differentiatie van verschillende stamcellen tijdens de embryonische ontwikkeling reguleren. Er zijn geen bruikbare systemen beschikbaar om de Wnts in hun biologische actieve vorm te uitdrukkenen en om de stamcellen ongedifferentieerd te houden in vitro. We zullen efficiënte recombinante producties ontwikkelen die uitvoerbaar zullen zijn op elk gegeven Wnt. De biologische activiteit van de geproduceerde Wnts zal in vitro getest worden door middel van een readout systeem en in het vroege Xenopus embryo. De leden van het consortium hebben de belangrijkheid kunnen aantonen van de Wnts als onderhoudfactor van stamcellen in vele verschillende orgaansystemen. De Wnts, hun receptoren en signaaltransductie componenten zullen in deze systemen gescreend worden. De biologische activiteit van het recombinante Wnts zal getest worden in haar capaciteit om de cellen in vitro pluripotent te houden en te onderzoeken of deze een rol spelen bij het leiden van cellen tot specifieke cellijnen. Organisaties: • Biologie
Onderzoekers: • Luc LEYNS
Co-financiering bij de aankoop van een microbalans Mettler Toledo. Universiteit Antwerpen Abstract: In het kader van dit krediet werd een analytische balans aangekocht met een weegbereik tot op 1 microgram. Deze balans is gekoppeld aan een automatische koolstof-stikstofanalysator (Carlo Erba Instruments, Italie). De onderzoeksgroep Planten- en Vegetatie-ecologie werkt in het kader van diverse onderzoekscontracten reeds meerdere jaren rond de koolstof- en stikstofkringloop van planten en plantengemeenschappen. Gedetailleerde koolstof- en stikstofanalyses zijn dan ook van cruciaal belang. Het afwegen van uiterst kleine hoeveelheden bodem, planten, bladeren en houtmaterialen vormt een belangrijk onderdeel van de meetprocedure. Organisaties: • Planten- en vegetatie-ecologie (PLECO)
Onderzoekers: • Reinhart Ceulemans
Co-financiering bij FVO14 : (Ontwikkeling van geattenueerde Salmonella vaccinstammen voor de preventie van bacteriële infecties bij pluimvee.) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Co-financiering bij FVO14 : (Ontwikkeling van geattenueerde Salmonella vaccinstammen voor de preventie van bacteriële infecties bij pluimvee.) Organisaties: • Biologie
Onderzoekers: • JEAN-PIERRE HERNALSTEENS
Co-financiering bij OZR 1400 : opstellen van leerlijnen in het judo adh van analyses van judogevechten op verschillende niveau's en bij verschillende leeftijdscategorieën Vrije Universiteit Brussel Abstract: Judocompetitie wordt gekenmerkt door een intermitterend inspanningspatroon met verschillende onderdelen (rechtstaand gevecht, grondgevecht en pauzes opgelgd door de scheidsrechter). Tot nu toe werd er geen systematische dataverzameling gedaan naar het tijdsgebruik en naar de verdeling van de verschillende gevechtsmogelijkheden binnen het judokamp. De bedoeling van voorliggend project is om judokampen van verschillend niveau en van verschillende leeftijdscategorieën te analyseren op tijdsgebruik binnen de judokamp (actieve tijd in rechtstaand gevecht, actieve tijd in grondgevecht, recuperatie tijdens pauzes opgelegd door de scheidsrechter)om op die manier een beeld te krijgen van het inspanningsprofiel van een doorsnee judowedstrijd. Aan de hand van deze gegevens kan de judotraining verder geoptimaliseerd worden rekening houden met de gemeten intervallen van activiteit en recuperatie en met aandachtsbesteding van de correcte activiteiten (grond versus rechtstaande werk). Tevens willen we de gebruikte technieken gaan evalueren en dit zowel qua gebruiksfrequentie, de score per techniek en het tijdstip in het gevecht. Alle gemeten parameters willen we analyseren per geslacht, per gewichtscategorie, per leeftijd en in functie van het niveau van de competitie (regionaal, nationaal, internationaal). Indien verschillen gevonden worden tussen bv. de gewichtscategorieën dankunnen de trainingsvormen aangepast worden per categorie. De analyses in finctie van de leeftijd zullen ook gebruikt worden voor de ontwikkeling en verfijning van de judoleerlijnen en voor talentdetectie. Organisaties: • Bewegingsvorming en Sporttraining
Onderzoekers: • EVERT ZINZEN
Co-financiering EFRO-project (EMOVO) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Windenergie is een van de belangrijkste duurzame energiebronnen in Vlaanderen. Nochtans wordt slechts ca. tien procent van de beschikbare windenergie benut, voornamelijk via grote windturbines. Een mogelijke aanvulling voor de grote windturbines zijn microwindturbines (<3 kW) en kleine windturbines (<100 kW). Deze zijn (veel) kleiner en dus goedkoper. In Vlaanderen zijn er echter weinig gebruikers hoewel er verschillende modellen op de markt zijn. Dit is vooral te wijten aan het gebrek aan betrouwbare gegevens over de windsnelheid op lage hoogte en
aan de moeilijkheden bij het bekomen van een stedenbouwkundige vergunning. Ook weten veel particulieren en kleine bedrijven gewoon niet van het bestaan van kleine indturbines. Dit project wil een wetenschappelijk onderlegd toetsingskader formuleren voor kleine windturbines. Dit kader integreert windmetingen op lage hoogte en tests van kleine windturbines in een gebruiksvriendelijke rekentool (of rekenschema). Daarnaast wordt deze informatie aangewend om bestaande windturbines optimaal te installeren of zelfs conceptueel te verbeteren. Een globale doelstelling van het project is de promotie van windenergie in Vlaanderen door het verschaffen van concrete informatie. Organisaties: • Faculteit Ingenieurswetenschappen • Materialen & chemie
Onderzoekers: • HERMAN TERRYN
Co-financiering grote apparatuur voor aankoop flow cytometer als co-financiering bij het GBOU-project 'Ontwikkeling van milieu diagnostica op basis van Toxicogenomics en Proteomics.' Universiteit Antwerpen Abstract: Co-financiering grote apparatuur voor aankoop flow cytometer als co-financiering bij het GBOU-project 'Ontwikkeling van milieu diagnostica op basis van Toxicogenomics en Proteomics.' Organisaties: • ECOFYSIOLOGIE EN BIOCHEMIE • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Ronny Blust • Wim De Coen
Cofinanciering grote onderzoeksapparatuur voor de aankoop van massaspectrometerische apparatuur en software als co-financiering bij een FWO-project en een BOF-GOA-project. Universiteit Antwerpen Abstract: Cofinanciering grote onderzoeksapparatuur voor de aankoop van massaspectrometerische apparatuur en software als co-financiering bij een FWO-project en een BOF-GOA-project. Organisaties: • NUCLEOSIDE ONDERZOEK EN MASSASPECTROMETRIE EENHEID • Biomolecular & Analytical Mass Spectrometry (BAMS)
Onderzoekers: • Edgard Esmans
Co-financiering Marie Curie beurs Universiteit Hasselt Abstract: Het netwerk solarNtype zal bijdragen aan het ontwerp, de synthese en het testen van apparatuur in de nieuwe oplossing- verwerkbaar-ntype "electron acceptor" geconjugeerde polymeren, die gebruikt worden als alternatief voor kleine C60 derivaten voor toepassing in organische zonnecellen. Algemene onderzoeksdoelstellingen: -Het gebruik van acceptor polymeren als alternatief voor de C60 en PCBM kan anticiperen op een aantal doorbraken in de controle van de langetermijn dunne film morfologie in organische bulk heterojunction zonnecellen en andere vormen van organische apparaten op basis van polymeren. -Het gebruik van polymeer / polymeer mengsels zorgt voor een gemakkelijkere en goedkopere verwerkbaarheid op grote schaal - Het bestaan van alternatieve materialen voor de acceptor PCBM voorkomt eventuele toekomstige monopoliesituaties wanneer organische bulk heterojunction zonnecellen worden gecommercialiseerd. Een sterke multidisciplinaire en intersectorale aanpak is een doel van het netwerk met een hoge mate van integratie in een brede waaier van competenties: chemie, analytische analyse, de elektrische en optische karakterisatietechnieken, toestel- fabricage en up-scaling technologie. Dit alles in een context van voortdurende interactie en samenwerking tussen de verschillende sectoren van activiteit: universiteiten, internationale onderzoeksinstituten en gerenommeerde industriële ondernemingen (KMO's). Het SolarNtype netwerk stelt de volgende uitdagende doelstellingen: 1. Een sterke interdisciplinaire en intersectorale aanpak, met een hoge mate van interactie, is van essentieel belang voor het netwerk. De synergie van de know-how aanwezig in de verschillende onderzoeksgroepen, allemaal met een sterke internationale reputatie in hun subvelden, zal zorgen voor een snelle vooruitgang en doorbraak, en zal de juiste omstandigheden voor de technische vooruitgang en de opleidings- taken op dit fundamenteel belangrijk onderzoeks- domein creëren. 2. Het verstrekken van opleiding en onderzoekservaring voor jonge pre-doctorale en postdoctorale onderzoekers door hen de gelegenheid te geven om tijd te besteden in een ander land als onderdeel van een internationaal hoogwaardig onderzoeksproject. Het netwerk draagt bij aan de overdracht van kennis door middel van interactie en uitwisseling van onderzoekers en door het organiseren van netwerk-evenementen op basis van praktische handleidingen over verschillende thema's. De jonge onderzoekers zullen hun resultaten aan de rest van het netwerk kunnen presenteren door regelmatig bijeenkomsten. Dit netwerk richt zich op onderzoek naar nieuwe materialen met n-type eigenschappen voor organische zonnecellen, maar de technieken waarin jonge onderzoekers zullen worden opgeleid, zijn van toepassing op alle halfgeleidende onderzoeksgebieden (LED's, field-effect transistors, biosensoren, etc) , dewelke snel opkomende technologieën zijn. 3. Verspreiding van de door het netwerk verworven kennis aan de Europese industrie door middel van publicatie in internationale tijdschriften en recensies, de presentatie van de resultaten op workshops, internationale congressen en symposia. Organisaties: • Materiaalfysica • Instituut voor Materiaalonderzoek
Onderzoekers: • Marc D'OLIESLAEGER
Co-financiering Odysseus Vrije Universiteit Brussel Abstract: Co-financiering Odysseus Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers:
• Jeroen RAES
Cofinanciering OZR: Hercules Middelzware apparatuur: HISSTAT - ontwikkeling en uitbouw van een centrale gegevensbank van statistieken uit de 19de eeuw en 20ste eeuw beschikbaar op lokaal niveau (gemeenten en supracommunale eenheden) Vrije Universiteit Brussel Abstract: HISSTAT is de benaming van een interuniversitair project dat de ontwikkeling en de uitbouw van een centrale gegevensbank van historische statistieken tot doel heeft. In deze databank worden statistieken samengebracht van de Belgische gemeenten sinds de Franse Tijd. Het project is bedoeld om het patrimonium van historische tellingen dat Vlaanderen en België rijk is, te beschermen, te exploiteren en toegankelijk te maken voor uiteenlopende toepassingen en voor een breed publiek. De centrale gegevensbank wordt voorzien van een informatiesysteem dat de bewerking van digitale statistieken en het vervaardigen van historische kaarten mogelijk maakt. Organisaties: • Sociaal Onderzoek
Onderzoekers: • Jan VAN BAVEL • PATRICK DEBOOSERE
Cofinanciering OZR - Leerstoel Van Dierendonck: Mechanismes van globale verandering via de studie van biochelische cycli Vrije Universiteit Brussel Abstract: PhD thesis op gebruik van stabiele isotopen in speleothems voor paleoklimaat reconstructie Organisaties: • Wetenschappen van het Systeem Aarde • Geologie
Onderzoekers: • Philippe CLAEYS • Maité VAN RAMPELBERGH
Cofinanciering tbv nieuwe directeur VIB Vrije Universiteit Brussel Abstract: Cofinanciering tbv nieuwe directeur VIB Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • Peter TOMPA
Co-financiering : Teerverwijdering door catalytische gaszuivering. Vrije Universiteit Brussel Abstract: This project is focused on tar decomposition from gasification gas with two novel catalytic processes: catalytic filter and monolith catalyst. Special attention is paid for small scale gasification processes aiming at power production by engines or licroturbines. the major objectives in this project are to: 1. Develop and test nickel-activated filter substrate in order to develop a combined process for dust removal and tar decomposition. 2. Determine the long-term stability of a nickel monolith catalyst in real gasification gas in order to define the life of this promising catalyst. 3. Determine the performance of nickel monolith catalyst, catalytic filter and fluid-bed dolomite catalyst combined to fluidised-bed gasifier. 4. Develop and test in pilot-scale an optimised complete gas cleaning train connected to a novel fied-bed gasifier. 5. Define the technical and economic feasibility of a small-scale gasification-gas engine process with optimised gas cleaning systems. Organisaties: • Chemische Ingenieurstechnieken en Industriele Scheikunde
Onderzoekers: • GINO BARON
Cofinanciering vanuit de Europese Commissie van het JUMO-project aan deKU Leuven; een outgoing mobiliteitsprogramma voor jonge onderzoekers. KU Leuven Abstract: Cofinanciering vanuit de Europese Commissie van het JUMO-project aan deKU Leuven; een outgoing mobiliteitsprogramma voor jonge onderzoekers. Organisaties: • Faculteit Wetenschappen
Onderzoekers: • Veerle Bruggeman • N. N. • Stijn Delauré • An Jansen
Co-financiering voor de herstelling van de koelkamer/groeikamer frigomill. Universiteit Antwerpen Abstract: Co-financiering voor de herstelling van de koelkamer/groeikamer frigomill. Organisaties: • Moleculaire Plantenfysiologie en Biotechnologie
Onderzoekers: • Roland Caubergs
Co-fin bij OZR1772 : Eergerelateerd geweld en geweld in naam van de eer: mythe of realiteit? Een pilootonderzoek in Vlaanderen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Eergerelateerd geweld kan, in de context van migratie, begrepen worden als een vorm van gendergerelateerd, geweld dat als functie heeft cuturele grenzen van minderheidsgroepen te bepalen en de morele eigenheid van de groepsidentiteit af te bakenen ten aanzien van de genderspecifieke normen en waarden van de dominante cultuur in de samenleving. Daarbij worden aan meisjes/vrouwen en jongens/mannen verschillende rollen en normen opgelegd. Eergerelateerd geweld omvat niet alleen (pogingen tot) eremoord en eerwraak maar ook gedwongen huwelijken, gedwongen maagdelijkheid, vrijheidsberoving, opsluiting enz. In tegenstelling tot andere Europese
landen (zoals Nederland, Duitsland, het Verenigd Konrnkrijk en Zweden) is er tot op heden, geen grondig en systematisch onderzoek gebeurd naar het fenomeen in Belgie. Voorliggend onderzoek wenst in een eerste fase een brede exploratieve studie uit te voeren in Vlaanderen (voorkomen, kenmerken, types, ) en in een tweede fase een kwalitatief diepteonderzoek uit te voeren dat gericht is op conceptuele verheldering en theoretische begripsvorming. Daarbij wensen we na te gaan wat de betekenis en invloed is van concepten van (mannelijke)eer en (vrouwelijke) bescheidenheid op gebied van seksuele en relationele moraal in enkele culturele minderheidsgroepen, en in welke mate deze al dan niet een invloed uitoefenen op gedragsregulering en sanctionering in de vorm van dwang en geweldpleging. Dit houdt ook in na te gaan wat de relatieve impact is van verschillende factoren en determinanten van geweldpleging in de context van migratie, in welke mate en op welke gronden dit geweld verschilt van andere vormen van partner en intrafamiliaal geweld in de gastsamenleving, en in hoeverre al dan niet sprake is van (angst voor) een stigmatiserende perceptie van de culturele 'ander'. Organisaties: • Onderzoeksgroep Vrouwenstudies • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen
Onderzoekers: • Jessie VAN DEN HEUVEL • Gily COENE
Cogeneration of electricity and valuable chemicals in PEM fuel cells. KU Leuven Abstract: Membraan elektrode assemblies (MEAs) bestaan uit een proton-uitwisselingsmembraan waarop de katalysator reeds is afgezet. In dit project, zullen nieuwe MEAs ontwikkeld en gebruikt worden in brandstofcellen voor de cogeneratie van elektriciteit en waardevolle chemicaliën als hydroxylamine, aniline, dihydroxyaceton en waterstof peroxide. Nieuwe elektrokatalysatoren en membranen zullen ontwikkeld en samengevoegd worden omMEAs te produceren. Als elektrokatalysator, zullen koolstof-gebaseerde materialen, vervuild met verschillende elementen (B, N, P), ontwikkeld worden. Deze vervuilde koolstofmaterialen zullen getest worden als elektrokatalysator op zich of als support voor metaalcentra. Twee methodes zullen gebruikt worden om de vervuilde koolstofmaterialen te synthetiseren.In de eerste methode zal een vervuilde koolstof geproduceerd worden viade adsorptie van een N- of B- of P-bevattend reagens, gevolgd door polymerisatie en pyrolyse. In de tweede methode, zullen mesoporeuze vervuilde koo Organisaties: • Centr. vr Oppervlaktechemie & Katalyse
Onderzoekers: • Ivo Vankelecom • Paolo Pescarmona • Nick Daems
COGNIMUND KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling ESAT - PSI
Onderzoekers: • Tinne Tuytelaars
COGNIMUND KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Theologische en Comparatieve Ethiek
Onderzoekers: • Johan De Tavernier
COGNIRON Vrije Universiteit Brussel Abstract: Ontwikkeling van cognitieve robotten die capabel zijn om hun capaciteiten te ontwikkelen door directe interactie met de mens. Organisaties: • Informatica en Toegepaste Informatica
Onderzoekers: • LUC STEELS • Tony BELPAEME
Cognitief autonome katheter werkend in een dynamische omgeving. KU Leuven Abstract: Recente ontwikkelingen op het gebied van robotica en automatisering hebben de ontwikkeling van een grote verscheidenheid aan biogeïnspireerde slangachtige continuümrobots bevorderd. Deze robots vereisen fundamenteel andere controlemechanismes en regelaars dan traditionele rigide robots. In de onderzoekswereld werd tot dusver slechts beperkte aandacht geschonken aan de controle van dergelijke continuümrobots. Robotische katheters vormen een uitdagende specialisatie binnen de continuümrobotica. Dezekatheters dienen doorheen een erg complex, delicaat, vervormbaar en zeer dynamisch vaatstelsel gestuurd te worden. De moeilijkheidsgraad wordt nog verhoogd door het beperkte zicht dat men heeft tijdens het uitvoerenvan de procedure. Het CASCADE project zal een innovatief controleschemavoor continuümrobots ontwikkelen dat in complexe en vervormbare omgevingen kan functioneren en meer specifiek in het cardiovasculaire systeem. Het project werkt een algemene mathematische beschrijving van de con Organisaties: • Afdeling Biomechanica
Onderzoekers: • Dominiek Reynaerts • Jozef Vander Sloten • Emmanuel Vander Poorten
Cognitief-visueel structureren van kennisnetwerken bij webgestructureerd leren. Universiteit Antwerpen
Abstract: Web-based learning veronderstelt de beheersing van studie- vaardigheden. Het onderzoek gaat na hoe web-based learning verrijkt kan worden met studie-tools om het leren te faciliteren en het leerrendement te optimaliseren. Nagegaan wordt welke extra functionaliteit tools als mind mappping en mREL (metaRegister of Expert Links) kunnen bijdragen. Organisaties: • Onderwijskwaliteit • Onderwijskundige professionalisering
Onderzoekers: • Georges De Corte • Philip Yde
Cognitieve capaciteiten voor het onstaan van anaforen in emergente communicatiesystemen Vrije Universiteit Brussel Abstract: De meeste natuurlijke talen bieden de mogelijkheid om anaforen te gebruiken. Een anafoor is een (meestal korte) verwijzing naar een entiteit die in een vroeger deel van de tekst geintroduceerd werd en antecedent wordt genoemd. Onderzoek uit zowel linguïstiek als computationele linguïstiek heeft aangetoond dat er verschillende constraints bestaan die de mogelijke antecedenten bij een bepaalde anafoor beperken. In ons onderzoek willen we nagaan, aan de hand van computersimulaties, wat de invloed is van cognitieve capaciteiten die voor deze constraints noodzakelijk is, op de anaforen in de taal die ontstaat. Om dit te onderzoeken maken we gebruik van multi-agent computersimulaties. In deze simulaties stellen agents de individuele taalgebruiker voor, die ieder een (beperkte) kennis heeft over de taal die gesproken wordt in de agent-gemeenschap. De agents stellen hun kennis over de wereld en over de taal af aan de hand van language games, interacties tussen twee agents binnen een bepaalde context. Afhankelijk van de uitkomst van het language game passen de agents hun kennis aan om beter te worden in toekomstige language games. Deze benadering laat ons toe om de cognitieve capaciteiten uit te breiden en na te gaan welke invloed deze hebben op de resulterende taal. Dit onderzoek zal in samenwerking met de mensen van het 'Artificial Intelligence Laboratory' en onderzoekers van het 'Sony CSL Paris'laboratorium gebeuren, aangezien deze onderzoekers gebruik maken van dezelfde basissystemen. Organisaties: • Artificiele Intelligentie • Informatica en Toegepaste Informatica
Onderzoekers: • LUC STEELS • JORIS BLEYS
Cognitieve controle: Bewust, onbewust, proactief en reactief Vrije Universiteit Brussel Abstract: Bewustzijn blijft een mysterieus onderwerp dat massale belangstelling krijgt van psychologen, filosofen en neurowetenschappers. Ondanks de jarenlange onderzoekstraditie blijft de functie van het bewustzijn onduidelijk. Eén manier om te onderzoeken welke processen bewustzijn vergen, is om bewuste en onbewuste verwerking te vergelijken. Een veelbelovend domein om deze aanpak te implementeren is cognitieve controle. Cognitieve controle betreft onze mogelijkheden om een nieuwe strategie te plannen, deze te evalueren, de uitvoering ervan te controleren en mogelijke fouten te corrigeren. Dit werd vaak exclusief geassocieerd met bewustzijn, hoewel recente data het tegendeel suggereren. Cognitieve controle vormt daarom een vruchtbaar domein om dit betwiste vraagstuk te onderzoeken. Twee types cognitieve controle kunnen onderscheiden worden. Reactieve controle is een onmiddellijke respons na het tegenkomen van een probleem of fout, terwijl proactieve controle het op voorhand plannen van mogelijke problemen inhoudt. In het huidige project zullen we eerst, en voor de eerste keer, rigoureus nagaan op het gedragsniveau of onbewuste reactieve controle mogelijk is en dit contrasteren met bewuste reactieve controle. Ten tweede zullen we nagaan of proactieve controle ook mogelijk is op het onbewuste niveau. Ten derde zullen we de neurale correlaten onderzoeken van reactieve en proactieve controle, terwijl we opnieuw een duidelijk onderscheid aken tussen bewuste en onbewuste trials. Organisaties: • Experimentele en Toegepaste Psychologie
Onderzoekers: • Eva VAN DEN BUSSCHE
Cognitieve controle in de lexicale verwerking van interlinguale en intralinguale homografen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers: • Dominiek Sandra
Cognitieve controle over actie na traumatisch hersenletsel. KU Leuven Abstract: Cognitieve controle over actie heeft betrekking op ons vermogen om snelonze handelswijze te veranderen wanneer bepaald gedrag niet langer adequaat is. Cognitieve controle is bijvoorbeeld nodig om veilig door het verkeer te kunnen bewegen. Zonder effectieve controle over onze acties zouhet onmogelijk zijn om een auto die plotseling van baan verandert te ontwijken, of om op tijd te stoppen voor een kind dat de straat op rent. Cognitieve controle is ook belangrijk in een sociale context. Wanneer we geen mechanisme zouden bezitten dat ons ervan weerhoudt te handelen naarelke opkomende gedachte, zouden we veel meer ongepaste opmerkingen maken. Het doel van dit proefschrift is het vergroten van het inzichtin de wijze waarop de mens controle uitoefent over zijn gedrag. Het onderzoek naar de neurale mechanismen die hieraan ten grondslag liggen is ook van belang om verschillende neurologische en psychiatrische aandoeningen beter te kunnen begrijpen. ADHD en Gilles de la Tourette worden bijvoorb Organisaties: • Departement Bewegingswetenschappen
Onderzoekers: • Stephan Swinnen • James Coxon • Hendrika Petronella Leunissen
Cognitieve controle processen Universiteit Gent
Abstract: Het onderzoeksproject is gericht op het bestuderen van cognitieve controle processen met functionele MRI. Ik ben van plan de rol van intentionele processen in cognitieve controle te onderzoeken. Organisaties: • Vakgroep Experimentele psychologie
Onderzoekers: • Marcel Brass
Cognitieve determinanten van individuele verschillen in strategiegebruik van kinderen bij optellen en aftrekken tot 20 KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Gezins- en Orthopedagogiek
Onderzoekers: • Pol Ghesquière • Bert De Smedt • Kiran Vanbinst
Cognitieve disfunctie bij primaire insomnie versus experimentele slaapdeprivatie: zijn er indicaties voor adaptatiemechanismen bij een chronisch partieel slaaptekort. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De gevolgen van een acuut en chronisch slaaptekort voor het cognitief functioneren zijn bij gezonde slapers veelvuldig aangetoond aan de hand van experimenteel slaaponderzoek. Opmerkelijk is dat deze effecten moeilijk te objectiveren zijn bij mensen met primaire insomnie (PI, inen doorslaapproblemen zonder duidelijk aanwijsbare oorzaak), die nochtans per definitie een chronisch slaaptekort ervaren. Binnen het huidige project opteren we voor een vergelijking met gezonde slapers bij wie de slaapduur gedurende twee weken experimenteel ingeperkt wordt tot de gemiddelde slaapduur van de mensen met PI. Tot nu toe hanteerde men bijna uitsluitend de baseline prestatie van gezonde slapers als uitgangspunt. Het bestuderen van de prestatietekorten bij de gezonde slapers na 2 weken partiële slaapderivatie versus mensen met PI, zal duidelijk maken of er wel degelijk sprake is van een betekenisvol slaaptekort bij PI, zonder de verwachte impact op de prestatie. Het gebruik van thuisregistraties voor de polysomnografische meting van de slaapduur en -kwaliteit,draagt zowel bij tot de realiseerbaarheid van het project als tot de validiteit van de studie (minder kans op een 'eerste-nacht' en een 'omgekeerd eerste-nacht effect'). Vervolgens zal worden nagegaan of een algemeen verhoogde corticale arousal, dan wel extra bronnen van hersenactiviteit, ten grondslag liggen aan de gehypothetiseerde compensatiemechanismen voor de gevolgen van een chronisch slaaptekort op de cognitieve prestatie bij mensen met PI. Organisaties: • Cognitieve en Biologische Psychologie
Onderzoekers: • Elke DE VALCK
Cognitieve EEG potentialen voor het beoordelen van sematische begripsstoornissen KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Onderzoeksgroep Neurofysiologie
Onderzoekers: • Marc Van Hulle • Elvira Khachatryan
Cognitieve effecten ten gevolge van blootstelling aan fijne stofdeeltjes bij lagere schoolkinderen Universiteit Hasselt Abstract: De effecten van fijnstof met betrekking tot hart en ademhaling werden al grondig onderzocht. Er is daarentegen slechts weinig geweten over de neurologische effecten. Studies bij dieren suggereren dat luchtverontreiniging schadelijke neurologische effecten kan veroorzaken. Er is echter slechts weinig informatie voor handen gebaseerd op studies bij mensen. DOELSTELLINGEN 1. De associatie tussen de afstanden tot de wegen en de cognitieve functie bij kinderen onderzoeken. 2. De associatie tussen een vroegtijdige blootstelling aan fijnstof en de cognitieve functie onderzoeken. 3. De acute effecten van luchtverontreiniging op cognitie nagaan in een panelstudie bij schoolkinderen. 4. De acute cognitieve effecten van pieken van luchtverontreiniging onderzoeken. 5. Onderzoeken of de acute en chronische neurologische effecten van luchtverontreiniging beïnvloed kunnen worden door het polymorfisme in CY1A1 en GSTT1 genen. METHODE Studieontwerp :De associatie tussen een chronische blootstelling aan luchtverontreiniging en de neurologische ontwikkeling van kinderen zal beoordeeld worden in een cross-sectionele studie. De acute effecten zullen onderzocht worden aan de hand van een panelstudie. Deelnemers: De studie zal uitgevoerd worden in lagere scholen. Om de verschillen in de blootstelling aan luchtverontreiniging tussen de deelnemers te maximaliseren, wordt er zowel gekozen voor scholen die zich op het platteland als in steden bevinden. De leeftijd van de deelnemende kinderen zal tussen 7 en 10 jaar liggen. De ouders en leerkrachten van de kinderen zullen gevraagd worden om een korte vragenlijst in te vullen. Evaluatie van de cognitieve functie: De cognitieve functie van kinderen zal beoordeeld worden met behulp van het Neurobehavioral Evaluation System (NES). Deze batterij van computertesten evalueert verschillende cognitieve domeinen zoals geheugen, aandacht en psychomotorische vaardigheden. De batterij werd ontworpen om de effecten van toxische stoffen op het centrale zenuwstelsel te onderzoeken. Evaluatie van de blootstelling aan luchtverontreiniging: In onze studie worden twee indicatoren van chronische blootstelling gebruikt: de nabijheid van grote wegen en de schattingen van de werkelijke concentraties van stikstofdioxide, zwarte koolstof en fijnstof. Voor het creëren van de eerste indicator wordt informatie over de woonplaatsen, de adressen van de scholen en de crèches gebruikt. De acute blootstellingsmerker zal gebaseerd worden op de concentraties van ultrafijn stof en zwarte koolstof aanwezig in de lucht. Verzamelen van DNA: Voor het verzamelen van DNA materiaal worden T-Swabs gebruikt. De genotypen van CYP1A1 en GSTT1 genen zullen
bepaald worden. Organisaties: • Milieubiologie • Centrum voor Milieukunde
Onderzoekers: • Tim NAWROT • Michal KICINSKI
Cognitieve effecten ten gevolge van milieuverontreiniging bij basisschoolkinderen en adolescenten. Universiteit Hasselt Abstract: Hoewel het algemeen bekend is dat milieuverontreiniging een negatief effect heeft op de neurologische functie, zijn er nog steeds veel onbeantwoorde vragen ten aanzien van dit probleem. Zo is het voor een aantal stoffen, waaronder toxische metalen, onduidelijk welk blootstellingniveau als veilig kan worden beschouwd. Bovendien zijn de cognitieve effecten van sommige stoffen, inclusief verkeersgerelateerde luchtvervuiling, nog niet grondig onderzocht. In dit project bestuderen we de neurologische effecten van milieuverontreiniging bij lage schoolkinderen en adolescenten. Deze populatie zou wel eens bijzonder gevoelig kunnen zijn aangezien het zenuwstelsel van kinderen volop in ontwikkeling is en uitgebreide veranderingen ondergaat. Daarnaast brengt deze populatie veel tijd door in open lucht. Bij adolescenten concentreren we ons op drie groepen van toxische stoffen: gebromeerde brandvertragers, toxische metalen en verkeersgerelateerde luchtvervuiling. Bij lage schoolkinderen bestuderen we de korte- en langetermijneffecten van blootstelling aan fijnstof. Organisaties: • Milieubiologie • Centrum voor Milieukunde
Onderzoekers: • Tim NAWROT • Michal KICINSKI
Cognitieve en motorische stoornissen bij patiënten met depressie. Universiteit Antwerpen Abstract: Cognitieve en motorische stoornissen bij patiënten met depressie. Organisaties: • Kind-, Jeugd- en Volwassenpsychiatrie (CAPRI)
Onderzoekers: • Bernard Sabbe
Cognitieve en neurale kenmerken van rekenproblemen bij kinderen met eenhoofdtrauma als gevolg van een verkeersongeval. KU Leuven Abstract: Verkeersongevallen zijn de meest voorkomende oorzaak van een hersentrauma bij kinderen (Traumatic Brain Injury of TBI). Het begrijpen van de cognitieve sequelae van TBI als gevolg van een verkeersongeval is noodzakelijk voor een succesvolle revalidatie. Tot op heden is er weinig onderzoek naar de gevolgen van TBI voor schoolse vaardigheden. De beschikbare studies wijzen erop dat er vooral moeilijkheden met rekenvaardigheden optreden na TBI. Er is echter geen onderzoek dat een gedetailleerde beschrijving geeft van de rekenmoeilijkheden bij kinderen met TBI. Deze informatie is echter noodzakelijk voor het ontwikkelen van aangepaste interventies voor deze kinderen. Dergelijk onderzoek is ook relevant gezien het belang van functionele rekenvaardigheden voor het dagelijks leven in onzeWesterse maatschappij. Dit onderzoeksproject heeft als doel de rekenmoeilijkheden van kinderen met TBI als gevolg van een verkeersongeval verder in detail te karakteriseren. We zullen dit onderzoeken via een p Organisaties: • OE Gezins- en Orthopedagogiek
Onderzoekers: • Pol Ghesquière • Lieven Lagae • Bert De Smedt
Cognitieve functies in insuline afhankelijke diabetes patienten : relatie met veranderingen in regionale hersenperfusie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Cognitieve functies in insuline afhankelijke diabetes patienten : relatie met veranderingen in regionale hersenperfusie. abstract niet ter beschikking Organisaties: • Inwendige Geneeskundige Specialiteiten • Medische Beeldvorming en Fysische Wetenschappen • Cognitieve en Fysiologische Psychologie
Onderzoekers: • GUY EBINGER • AXEL BOSSUYT • RAYMOND CLUYDTS
Cognitieve kwetsbaarheid voor heroptredende depressie en het brein in rust: Een cognitief-neuropsychologisch onderzoek Universiteit Gent Abstract: Een substantieel deel van depressieve patiënten die verbeterd zijn met of zonder behandeling zal opnieuw depressieve episodes doormaken. Hierbij lijkt er sprake van een afname van cognitieve controle in functie van depressieve episodes waardoor emotie-regulatie verminderd. Deze hypothese wordt onderzocht middels cognitief-neurowetenschappelijke technieken. Dit onderzoek zal zich richten op functionele connectiviteit van regio's betrokken bij cognitie-emotie interacties in rust. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Ernst Koster
Cognitieve ontwikkeling in een digitale wereld: kinderen en persuasieve communicatie op het internet.
Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Media & ICT/Interpersoonlijke relaties in Organisaties & Samenleving (MIOS)
Onderzoekers: • Michel Walrave • Koen Ponnet • Ini Vanwesenbeeck
Cognitieve radio's voor Nucleaire installaties Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project zal een impact hebben op het rampenplan van kerncentrales, door een extra niveau van veiligheid in te voeren en zal een positieve invloed uitoefenen op de publieke opinie. Op de recente opkomst van de cognitieve radio technologie, the communicatie tijdens rampscenario's zal aanzienlijk verbeteren en toelaten een beter rampmanagement te voorzien. Het rampenplan is een belangrijk onderdeel voor de nucleaire veiligheid van een land. Een nucleaire ramp betekent dat iedere seconde telt en een goede communicatie met alle actoren leidt tot succes. Dit project concentreert zich op de ontwikkeling van een draadloze communicatie a.d.h.v. geavanceerde signaalverwerkingstechnieken ontworpen voor cognitieve radio's. Deze radio's zijn in staat data de verzenden zelfs wanneer het spectrum volledig in gebruik is of zelfs overbelast. Deze radio's kunnen een vrije bandruimte vinden of zelfs zenden samen met bestaande gebruikers en dit zonder storing teweeg te brengen. De noodzaak om een snelle en betrouwbare verbinding te voorzien stelt enorme randvoorwaarden op de efficiëntie van de draadloze verbinding. Deze efficiëntie kan alleen bekomen worden door goede wiskundige modellen te analyseren. Organisaties: • Elektriciteit
Onderzoekers: • Wendy VAN MOER • Kurt BARBÉ
Cognitieve robot controle door intra-operatieve beeldverwerking . KU Leuven Abstract: Chirurgische robots werken in een fragiele en complexe omgeving. Elke verkeerde beweging of actie kan daarom noodlottige gevolgen hebben. Een nieuwe generatie van chirurgische robots moeten daarom uitgerust worden met sensoren om hun onmiddellijke omgeving te observeren, te interpreteren en in rekening te brengen tijdens de eigen actie. In dit project worden verschillende technieken om de omgeving op te meten bestudeerd en op basis van deze informatie intelligente robot controle technieken af te leiden. Dit onderzoek kadert in gynecologische en cardiovasculaire domeinen maar de resultaten zijn ook breder inzetbaar. Organisaties: • Afdeling Biomechanica
Onderzoekers: • Jozef Vander Sloten • Emmanuel Vander Poorten • Benoît Rosa
Cognitie versus emotie in het selecteren van een strategie tijdens een ultimatum spel en sociale dilemma's. De modererende rol van individuele verschillen. Universiteit Antwerpen Abstract: Afwijkingen van economisch "rationele" beslissingen in anonieme, éénmalige strategische interacties blijven moeilijk te verklaren vanuit een puur economisch standpunt. Deze studie wil aan de hand van experimenteel onderzoek inzicht verwerven in hoe strategieselectie afhangt van de situationele context en individuele verschillen. We stellen als hypothese dat (1) strategieselectie bepaald wordt in de mate dat de context waarin de interactie plaats vindt de socio-emotionele versus cognitieve systemen van de hersenen activeert, en dat (2) individuele verschillen de strategieselectie beïnvloeden in de mate waarin ze samenhangen met de activatie van socio-emotionele informatieverwerking. Organisaties: • Management
Onderzoekers: • Carolyn Declerck • Christophe Boone
Cognitieve schrijfproceskenmerken van mensen met Alzheimer. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Management
Onderzoekers: • Koen Vandenbempt • Luc Van Waes • Mariëlle Leijten
Cognitieve, somatische en corticale arousal als verklarende factoren voor individuele verschillen in de respons op een slaaptekort: studie bij kortslapers, mensen met primaire insomnie en gezonde, gemiddelde slapers. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Zowel mensen met primaire insomnie (in- en doorslaapproblemen) als kortslapers (gemiddelde slaapduur minder dan 6u/nacht) genieten in het dagelijkse leveneen kortere slaapduur dan gezonde, gemiddelde slapers. Toch worden er opvallend meer subjectieve klachten gerapporteerd bij primaire insomnie. Een verschil in sensitiviteit voor een slaaptekort tussen kortslapers en mensen met primaire insomnie zou een verklaring kunnen bieden voor deze discrepantie. Door beide groepen alsook twee controlegroepen een acuut slaaptekort (36u totale slaapdeprivatie) te laten ondergaan, zal kunnen worden aangetoond of er inderdaad een grotere tolerantie voor een slaaptekort is binnen de groep van de kortslapers ten opzicht van de mensen met primaire insomnie. Bijkomend zal in de huidige studie de predictieve waarde van het cognitieve, somatische en corticale arouselniveau overdag voor de gevoeligheid voor een slaaptekort worden nagegaan. Op deze manier zal een bijdrage geleverd worden aan het inzicht in de verklarende factoren voor individuele verschillen in sensitiviteit voor een slaaptekort en de pathofysiologische mechanismen bij
primaire insomnie. Tenslotte zal door middel van een hertest na 6 tot 12 maanden de robuustheid van de individuiele verschillen in sensitiviteit voor een slaaptekort worden bestudeerd. Organisaties: • Experimentele en Toegepaste Psychologie
Onderzoekers: • Marie VANDEKERCKHOVE • Elke DE VALCK
Cognitive and neural characteristics of mathematical difficulties in children with traumatic brain injury following traffic accidents KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Gezins- en Orthopedagogiek
Onderzoekers: • Pol Ghesquière • Lieven Lagae • Bert De Smedt • Leen Van Beek
Cognitive control of action through the lifespan: the predictive role ofbrain structure, function and connectivity KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Bewegingscontrole & Neuroplasticiteit
Onderzoekers: • Stephan Swinnen • Leen Serbruyns
Cognitive flexibility: Modulation of prefrontal-hippocampal network activation. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Labo voor Biologische Psychologie
Onderzoekers: • Rudi D'Hooge • Zsuzsanna Vegh • David Thonnard
Cognitive image segmentation KU Leuven Abstract: Image segmentation has mostly been approached in a bottom-up fashionusing low-level cues such as color, texture or motion. More recently,top-down segmentation has been explored as well, solving thesegmentation task in combination with object detection. Here, we want toextend these approaches from the individual object-level to thescene-level. A scene is typically composed of multiple objects, boththings and stuff, that possibly occlude one another. Rather than runningseveral object detectors/segmentors in parallel and independent of oneanother, the goal of this work is to develop a global optimization,where a pixel can only be assigned to a singleobject and the aim is toexplain the whole image. Organisaties: • Afdeling ESAT - PSI
Onderzoekers: • Luc Van Gool • Tinne Tuytelaars • Konstantinos Rematas
Cognitive Mechanisms of Humor KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Instituut voor Levende Talen
Onderzoekers: • Maarten Lemmens • Kurt Feyaerts • N. N.
Cohomologie sprongloci, Bernstein-Sato idealen en de Monodromieconjectuur.nbsp; KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Algebra
Onderzoekers: • Nero Budur
CO in de gastro-intestinale tractus: fysiologische rol en therapeutische mogelijkheden Universiteit Gent Abstract: De rol van CO als relaxerende neurotransmitter van de gladde spiercellen in de gastro-intestinale tractus, en zijn interactie met NO en VIP, worden onderzocht. De mogelijkheid anti-inflammatoire invloed van CO wordt nagegaan door onderzoek van de effecten van "CO-releasing molecules" (CORMs) in modellen van postoperatieve ileus en inflammatoire darmziekten. Organisaties: • Vakgroep Farmacologie
Onderzoekers:
• Romain Lefebvre
Coins and coin use in Northwest Europe from the 3rd century BC to the 12th century AD KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Archeologie Leuven
Onderzoekers: • N. N. • Johan Van Heesch
Coïnstructie in de lichamelijke opvoeding Vrije Universiteit Brussel Abstract: Deze studie heeft tot doel inzicht te krijgen in de wenselijkheid en de ervaring van leerkrachten lichamelijke opvoeding en leerlingen met betrekking tot gemengd onderwijs in de lessen lichamelijke opvoeding (LO) op school. Hierbij zullen de leerkrachten LO van alle secundaire scholen van Vlaams Brabant bevraagd worden (enquête) evenals 2 groepen van 300 leerlingen: enerzijds leerlingen die wel gemengde lessen LO volgen en anderzijds leerlingen die geen gemengde lessen LO krijgen. Het doel is ondermeer na te gaan of de ervaring met coïnstructie in de LO de visie hierover beïnvloedt (zowel bij leerlingen als bij leerkrachten) en of het standpunt van de leerkrachten verschilt van dit van de leerlingen. Organisaties: • Sportbeleid en -management • Bewegingsagogiek, Sport- en Vrijetijdsbeleid
Onderzoekers: • DIANE SPILTHOORN • MARC THEEBOOM
cokesvomring bij de thermische kraking van koolwaterstoffen: invloed van additieven Universiteit Gent Abstract: Het project heeft tot doel de invloed van dditieven op de thermische kraking van koolwaterstoffen na te gaan. Dit behelst naast het bepalen van de invloed van additieven op de opbrengst aan lichte olefines en op de koolstofvorming, het aanwenden van de verkregen informatie voor het ontwikkelen van betrouwbare, industrieel toepasbare strategieën om de koolstofvorming te minimaliseren. De verkregen inzichten dienen te worden geïmplementeerd in een kinetisch model dat de koolstofvorming in de reactor beschrijft. Vermits het kinetisch model voor de koolstofafzetting kan geïmplementeerd worden in het bestaande simulatiepakket FURNACE, wordt het dan mogelijk de cokesafzetting ook in aanwezigheid van additieven accuraat te voorspellen als functie van de werkingscondities wat een onmisbaar element is bij de optimalisatie en het ontwerp van thermische kraakeenheden Organisaties: • Vakgroep Chemische proceskunde en technische chemie
Onderzoekers: • Marie-Françoise Reyniers
Cold Atmospheric Plasma for food decontamination KU Leuven Abstract: Traditionele technieken voor decontaminatie van levensmiddelen maken gebruik van chemische biociden, die nadelige effecten kunnen hebben voor de gezondheid en het milieu. Als antwoord op deze nadelige neveneffecten wordt gezocht naar innovatieve, groene technieken.Systemen gebaseerd op koud atmosferisch plasma (KAP) kunnen gebruikt worden bij de inactivatie van micro-organismen. Deze innovatieve techniek biedt een waardig alternatief aan de voedingsindustrie, vooral bij de behandeling van verse en/of hitte-gevoellige producten. De doelstelling van dit onderzoeksproject is de grondige studie van de efficiëntie van koud atmosferisch plasma om pathogenen en bederfmicroorganismen in levensmiddelen af te doden. In dit project wordt de invloed van de belangrijkste levensmiddelen-gerelateerde eigenschappen op de antimicrobiële efficiëntie van CAP bestudeerd. Eveneens het effect van een gestructureerde voedingsmatrix wordt onderzocht.Aangezien cellen resistentie kunnen verwerven voor bepaalde Organisaties: • Afd. Chem. en Biochem. Procestechnol.
Onderzoekers: • Jan Van Impe • Cindy Smet
cold plasma activation of lignocellulosics KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Centr. vr Oppervlaktechemie & Katalyse
Onderzoekers: • Bert Sels • Jens Vanneste
Cold Plasma Systems Universiteit Gent Abstract: De doelstelling van dit project is de commercialisering van twee marktrijpe toepassingen van niet-thermische plasma's: oppervlaktebehandeling en gaszuivering. Zowel voor de oppervlaktebehandeling als voor de gaszuivering worden prototypes plasmabronnen gebouwd waarmee vervolgens potentieel interessante industriële toepassingen worden geëvalueerd. Het valorisatieluik behelst het uitvoeren van een marktstudie. Naast het marktonderzoek wordt er tevens een businessplan opgesteld om een spin-off op te richten. Organisaties: • Vakgroep Toegepaste fysica
Onderzoekers: • Sophie Manigart • Christophe Leys
Collaboratief beleid voor duurzaam materiaalbeheer: de rol van leiderschap in complexe netwerk systemen Hogeschool-Universiteit Brussel Abstract: De verschuiving naar een Duurzaam Materiaal Beleid (DMB), voorgesteld om de globale evolutie van toenemende hoeveelheden afval en snel afnemende reserves van grondstoffen en mineralen tegen te gaan, zou beschouwd moeten worden als een maatschappij innovatie die
creatieve en collaboratieve processen vereist om te kunnen slagen. Het sturen van processen voor een omvangrijke maatschappij innovatie vraagt naar een ‘governance beyond government’ aanpak die toelaat dat actoren buiten de overheid diverse sturingsinitiatieven nemen via formele en informele contacten en netwerken in collaboratieve systemen. Dergelijk multi-actor beleid doet nieuwe rollen en nieuwe vormen van leiderschap ontstaan voor alle betrokken, private én publieke, actoren. Daarenboven lijken beleidsnetwerken steeds meer op post-industriële kennis-creërende organisaties met flexibele vormen, dewelke wetenschappers benoemen als ‘loosely coupled systems’. In dit onderzoekproject zullen we innovatieve beleidsnetwerken bestuderen als complexe netwerksystemen on na te gaan hoe leiderschap zich aftekent en evolueert in deze systemen en hoe het de collaboratieve processen en de duurzaamheid van de resultaten daarvan beïnvloedt. Recent onderzoek lokaliseert leiderschap niet langer binnen één persoon, maar beschouwt hat als ingevuld door velen in verschillende leiderschapsnetwerken. We stellen daarom voor om de netwerktheorie te koppelen aan nieuwe leiderschapsparadigma’s zoals de Complexity Leadership Theory uit de onderzoeksliteratuur over management en organisatiekunde. Daarbij willen we ons onderzoek plaatsen binnen de context van het gestaag groeiende en maatschappelijk relevante thema van DMB. De doelstellingen van ons onderzoek zijn 1) een beter inzicht verwerven over leiderschap in complexe netwerk systemen en 2) via actie onderzoek bijdragen aan collaboratieve initiatieven voor de verandering naar DMB. Organisaties: • HUBrussel - Centrum voor Duurzaam Ondernemen
Onderzoekers: • c TERMEER • MARC CRAPS • ART DEWULF • INGE VERMEESCH
Collaboratief leren in ruimte en tijd: bridging the gap. KU Leuven Abstract: ALINA (Activerende Leerruimtes in de Associatie)Als alternatiefvoor traditionele hoorcolleges worden steeds meer innoverende onderwijsmodellen en interactieve werkvormen onderzocht en toegepast. Tegelijkertijd vormen de next generation classrooms, waarin docenten en studentenop een flexibele manier met elkaar in interactie kunnen treden, een belangrijke resultante van verschillende werkgroepen en projecten in binnen- en buitenland.Maar de link tussen beide is niet altijd duidelijk aanwezig, wat voor gemiste kansen zorgt. Bovendien zijn docenten niet steeds op de hoogte van de didactische en organisatorische mogelijkheden van next generation classrooms om het leerproces te ondersteunen, te versterken en te verrijken.Dit project wil de dwarsverbanden tussen onderwijsruimte en onderwijspraktijk verder uitdiepen in een breed conceptueel en praktijkrelevant kader, dat dan via gerichte initiatieven zowel hetbeleid van instellingen (via beleidsaanbevelingen) als docenten (via navorming) bin Organisaties: • Faculteit Wetenschappen
Onderzoekers: • Iris Peeters
Collaboratieve Community Media Universiteit Hasselt Abstract: Het betreft een samenwerkingsovereenkomst in het kader van IBBT-project met meerdere partners: IBBT, AnaXis, Concentra Media, i.Know, Dep. Cultuur, Jeugd, Sport en Media, UGent, KULeuven en UHasselt/EDM. COCOMEDIA openen diverse mogelijkheden voor een efficiëntere inzet van de redactionele resources.Binnen dit project is het de doelstelling te onderzoeken welke veranderingen er noodzakelijk zijn op het niveau van de redactie, opdat de beschikbare mogelijkheden ook efficiënt benut zouden worden. Organisaties: • Expertisecentrum voor Digitale Media • Expertisecentrum voor Digitale Media
Onderzoekers: • Frank VAN REETH • Benny DAEMS
Collaboratieve evaluatie van rehabilitatie van beroerte (aanval) in Europa (CERISE). Vrije Universiteit Brussel Abstract: Inleiding: De revalidatie na CVA is een tijdsintensief gebeuren met een relatief hoge kost en daarom is het belangrijk het effect te meten van verschillende componenten van de revalidatie op de functionele recuperatie na CVA. In de Europese landen worden verschillende regimes gehanteerd en tot op vandaag is er heel weinig geweten over de impact hiervan op de recuperatie. Indien er zich verschillen voordoen, is het belangrijk na te gaan wat hiervan aan de basis kan liggen. Doel: Het doel van CERISE is het vergelijken van recuperatie bij CVA-revalidatie in verschillende centra in Europa alsook de verschillen na te gaan in inhoud en intensiteit van therapie en organisatorische karakteristieken. Om dit te kunnen realiseren werd een vergelijkende studie opgezet tussen 'leading' centra in vier verschillende Europese landen waarbij zowel klinische als organisatorische factoren in beschouwing worden genomen. Methodologie: Het onderzoeksproject heeft 4 onderdelen: (1) vergelijking van het herstelpatroon na CVA bij 4 centra in 4 Europese landen; (2) identificatie van verschillen in therapieaanbod in de betrokken centra die mee verschillen in recuperatie kunnen helpen verklaren. Volgende indicatoren worden in beschouwing genomen: de tijd die patiënten in therapie doorbrengen en de inhoud van kinesitherapie en ergotherapie; (3) analyse van de organisatie karakteristieken van de revalidatie afdelingen: management en arbeidsdeling, teamkaraktersitieken, en fysische omgeving. Verder wordt het aan de hand van kwalitatieve technieken mogelijk om culturele verschillen en interactieprocessen te beschrijven; (4) in de eindfase worden deze elementen samengebracht om indicatoren te identificeren van 'best clinical practice' binnen CVA-revalidatie en informatie aan te reiken voor een verbeterd management van CVA-revalidatie en het verminderen van handicap van de CVA-patiënt op langere termijn. Organisaties: • Medische Sociologie
Onderzoekers: • FREDDY LOUCKX • Koen PUTMAN
Collaborative Engineering Experiences in international teams. KU Leuven Abstract: Engineering Experiences (EEs) zijn open-ended en cross-disciplinaire projecten die een geïntegreerde toepassing vereisen van technische, management- en communicatieskills. Tijdens een EE werken studenten als een team, volgens een eigen organisatie en verantwoordelijkheid, maar gecoacheddoor docenten. Dit Zuidinitiatief exploreert en intensifieert de samenwerking tussen Groep T en de partneruniversiteiten in Ethiopië m.b.t. EEs. De werkpakketten omvatten: het ontwikkelen van een gemeenschappelijke visie omtrent randvoorwaarden, uitdagingen en opportuniteiten; het ontwikkelen van een kader voor EEs in multi-nationale teams tools, communicatiekanalen,
capaciteitsopbouw bij de partners; en een pilootrun met studenten. Organisaties: • TC Werktuigk.Industr.Ing.techn. GroepT
Onderzoekers: • Wim Dewulf • Pauwel Goethals • Luc Janssens
COllaborative Management Platform for detection and Analyses of (Re-)emerging and foodborne outbreaks in Europe (COMPARE). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EU. UA levert aan EU de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Herman Goossens • Surbhi Malhotra
Collaborative Planning of Public Space as an Instrument for Community Development KU Leuven Abstract: Rapid democratization of physical urban environment, combined with extremely democratized access to the all kind of information transform historically established forms of relationship between public and private. Asa result the new, yet socially, economically and semantically instable types of urban spaces appear which require new skills for professionals who are dealing with spatial production. This research proposal aims atdefining the mental models of the different groups of individuals (policy makers, practitioners, academicians, users) in common semantic space and investigating its correlations in the process of spatial co-production. It intends to result in developing and verifying humanistic, in participation routed methodology for evaluation and creation of human space,investigating processes of urban co-production in Latvian and Flemish socio - cultural contexts. Organisaties: • Departement Architectuur
Onderzoekers: • Jan Schreurs • Jelena Gutmane
Collaborative research project of the Lymphoma Vaccine group. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Studies in proefdiermodellen hebben aangetoond dat met behulp van een nieuw adjuvant het mogelijk is om cen syngene anti-tumor respons op te wekken tegen het idiotype van de membraan gebonden immunoglobulines van B cel Iymfomen. These preclinische studies worden verder uitgewerkt. Toch tonen deze studies aan dat een gelijkaardige benadering zou kunnen toegepast worden bij de behandeling van patienten. Dit project beoogt dan ook het 'idiotye vaccinatie' concept uit te werken en the testen bij patienten lijdend aan non-Hodgkin lymfoom. Hierbij zal gebruik gemaakt worden van een zo goed mogelijk gekarakteriseerd vaccin antigen ( GMP geproduceerd idiotype proteine, via gluteraldehyde gekoppeld aan KLH als carrier) dat zal worden toegediend tesamen met een nieuw adjuvant (een water-in-olie emulsie met de immunostimulatoren QS-2 1 en MPL). In een eerste studie zullen 25-30 patienten worden gcvaccineerd. De eindpunten van deze clinische studie zijn de immunogeniciteit (humoraal en cellulair) en potentiele clinische effecten (herval vrije periode en effect op de reductie van de tumor). Indien deze doelstellingen worden bereikt, zal in een meer uitgebreidere studie de clinische effectiviteit van de actieve immunotherapie worden getest. Deze studie veloopt in samenwerking met alle universitaire hematologische centra van België. Het laboratotium van de promotor is het Centrale Laboratorium waar de vaccins worden aangemaakt en de immunologische evaluaties zullen worden uitgevoerd. Organisaties: • Fysiologie
Onderzoekers: • KRISTIAAN THIELEMANS
Collaborative vehicle routing - Algoritmes voor gezamelijke transportplanning in een duurzame supply chain. Universiteit Antwerpen Abstract: De hoofddoelstelling van dit onderzoek bestaat erin modellen en -algoritmes te ontwikkelen voor collaborative vehicle routing problems, die in staat zijn de logistieke beslissingen in een horizontaal samenwerkingsverband te ondersteunen. Zo dienen de algoritmes een rittenplanningsprobleem op te lossen voor de volledige coalitie waarbij zowel de verschillende marktcondities en eigenschappen van de klanten (bv. smal versus breed tijdsvenster) als de strategische focus van de betrokken partijen (bv. belang van afstand is groter dan schending van tijdsvenster) in rekening gebracht kunnen worden. Daarnaast wordt er gestreefd naar een planning die door alle betrokken partijen aanvaardbaar is. Organisaties: • Engineering Management
Onderzoekers: • Kenneth Sörensen • Christof Defryn
Collaboromics; identificatie en engineering van kern- en satellietgemeenschappen in (synthetische) microbiële ecosystemen Universiteit Gent Abstract: Dit project is het eerste, gestructureerde onderzoeksprogramma rond collaboromics, dit zijn samenwerkende teams van microorganismen. Door het begrijpen van ecologische relaties tussen verschillende microbiële leden van een collaborome zullen we in staat zijn om nieuwe, performante en hoogst stabiele synthetische microbiële consortia te isoleren en samen te stellen, met als uiteindelijke doel een nieuwe generatie van biotechnologische applicaties van microbiële gemeenschappen. Organisaties: • Vakgroep Biochemie en Microbiologie
Onderzoekers: • Nico Boon
Collectief Cleantech Realisatieplan
Universiteit Hasselt Abstract: Het collectief cleantech realisatieplan is een EFRO project opgestart door de stad Genk, de UHasselt en de POM Limburg. Het project werd goedgekeurd in oktober 2009 en krijgt een bedrag van 200.000 EUR toegekend van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, evenals een Hermes toelage van 225.000 EUR. Het CCR beoogt de creatie van duurzame waarden en innovatieve samenwerkingen op het bedrijventerrein van Genk-Zuid. Concreet zal dit project door middel van diepte-interviews en marktbevraging de bereidheid tot samenwerking analyseren tussen de bedrijven op Genk-Zuid voor diverse themas rond cleantech. Op basis van hun interesses op het vlak van duurzame samenwerking worden 5 samenwerkingstrajecten uitgewerkt. De doelstelling is de creatie van win-win situaties, enerzijds in het streven naar een hoger economisch rendement en anderzijds de winst op vlak van duurzaamheid. Het project wordt aanzien als een pilootproject voor Limburg. Vanuit deze ervaring wordt een leidraad met best practices voor de creatie van samenwerking tussen bedrijven - met het oog op winst in duurzaamheid - door de UHasselt opgesteld. Organisaties: • Milieueconomie • Centrum voor Milieukunde
Onderzoekers: • Steven VAN PASSEL
Collectief keuzegedrag en kinderen. KU Leuven Abstract: Het collectieve model kent een toenemende populariteit in de micro-economische literatuur. In de collectieve benadering zijn gezinsleden, die elk hun eigen voorkeuren hebben, betrokken in een intra-familiaal onderhandelingsproces dat resulteert in Pareto-optimale allocaties. Dankzij zijn specifieke uitgangspunt van individuele voorkeuren en zijn gunstige empirische eigenschappen is het collectieve model het voornaamste alternatief geworden voor het standaard unitaire model, dat veronderstelt dat gezinnen zich gedragen alsof ze uit één beslissingnemer bestaan. Dit onderzoeksvoorstel heeft als doel om het speelveld van de collectieve benadering te verbreden. In het bijzonder zal het onderzoek zich richten op de modellering van participatiebeslissingen in de arbeidsmarkt en fertiliteitsbeslissingen binnen gezinnen. Gegeven de interactie tussen (het aantal) kinderen en het (voornamelijk vrouwelijke) arbeidsaanbod vereist de analyse van deze onderzoeksvraag een dynamisch model dat expliciet Organisaties: • OG Economie en Overheid Leuven
Onderzoekers: • Frederic Vermeulen
Collectief onderzoek naar ketenmanagement in de productie van snijbloemen in de Filippijnen en Vietnam Universiteit Gent Abstract: Het project is een collectief onderzoeksproject tussen Benguet State University (BSU), Cantho University of Technology (CTU) en de Universiteit Gent (UGent) over ketenmanagement van de productie van snijbloemen in de Filippijnen en Vietnam. Het onderzoek richt zich op het gebrek van vaardigheiden inzake ketenmanagement en R&D. De keuze voor de productie van snijbloemen is internationaal gericht aangezien het een haalbaar alternatief is om het landbouwersinkomen op te krikken. De overheden in beide landen benadrukken de productie van teelten met een hoge toegevoegde waarde in hun huidig landbouwbeleid. Organisaties: • Vakgroep Landbouweconomie
Onderzoekers: • Jacques Viaene
Collective excitations in nano-scaled conductors KU Leuven Abstract: On one hand, the success of new generations of semiconductor devices will be determined by the speed at which electrons (or holes) are transmitted through the devices and the interconnecting wires, both in the realmof more Moore and more than Moore. Therefore, a significant improvementof the conductivity of nano-scaled conductors has become a crucial goal, now that the detrimental resistivity increase of interconnects with nano-scaled cross-sections is jeopardizing all conventional scaling scenarios. On the other hand, the potential of collective excitations in low-dimensional structures under strong confinement is far from being understood let alone from being exploited. Therefore, while leaving the traditional approaches and paths inspired by conventional Fermi liquid theory,the present phd topic envisages a thorough theoretical study of old andpotentially new types of collective electron excitations (e.g. plasmons, quasi-Cooper pairs, Wigner gases and any possible extensions) as we Organisaties: • Afdeling Theoretische Fysica
Onderzoekers: • Christian Maes • Bart Sorée • Kristof Moors
Colleges aan ULB ikv. Engelstalig programma. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Colleges aan ULB ikv. Engelstalig programma. Organisaties: • Bedrijfseconomie en Strategisch Beleid
Onderzoekers: • Elvira HAEZENDONCK
Collineaire laser spectroscopie voor de studie van exotische kernen te ISOLDE-CERN. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Kern- en Stralingsfysica
Onderzoekers: • Gerda Neyens
Colloidal building blocks for nanostructures and nanophotonics applications KU Leuven
Abstract: Background Macroscopic features have traditionally been attained by physical or mechanical methods, but as features on nanoscopic length scales have become more important, chemical approaches have made significant contributions. To achieve further structural complexity, physical, chemical and engineering approaches toward materials fabrication must converge. Novel multidisciplinary approaches toward the synthesis of hierarchically structured, functional materials have been developed. One of such class of materials is three-dimensional ordered macroporous (3DOM) solids. These materials have been developed in parallel in different research communities, including chemists, physicists, and engineers. Colloidal crystals with 3D periodic and porous structures can be used as templates to direct the formation of 3DOM solids. There are a number of interestingapplications of 3DOM materials owing to their unique physical and structural properties. Among them, 3DOM structures as the photonic band Organisaties: • Afd. Moleculaire Visualisatie & Fotonica
Onderzoekers: • Koen Clays • Kuo Zhong
Colloquium (contactformum) "natie en democratie" (8-9 juni 2006) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het colloquium richt de focus op de interactie tussen het sociaal-politieke democratiserings-en integratieproces en de Belgische natiestaat in de periode l890-1921. In welke mate werken democratisering en nationalisme op elkaar in? Slagen de leidinggevende kringen er al dan niet in de integratie in het kader van de natiestaat te laten gebeuren? In welke mate versterken beide tendensen elkaar? Welke conflicten ontstaan er met de regionalistische en internationale stromingen? Door ook de oorlogsperiode en de totstandkoming van de massademocratie te incorporeren kan het proces scherp getraceerd worden. Vooral tijdens de Eerste Wereldoorlog wordt immers meer dan ooit een beroep gedaan op nationalisme. Organisaties: • Brussels Informatie-, Documentatie- en Onderzoekscentrum
Onderzoekers: • ELS WITTE
Colloquium "De plaats van de Islam in het nieuwe Europa". Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een dienstverleningsopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds CISO. UA levert aan CISO de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Luc Goossens
Colloquium : Eating Outdoors (Alden Biesen) van 10 tot 14 oktober 2001 Vrije Universiteit Brussel Abstract: Colloquium van het International Commission for Research into European Food History (ICREFH), georganiseerd door P. Scholliers and M. Jacobs. Organisaties: • Geschiedenis
Onderzoekers: • PETER SCHOLLIERS
Colloquium "Groeiringen, Kunst, Archeologie" Vrije Universiteit Brussel Abstract: Colloquium "Tree Rings, Art, Archaeology", Brussel, 10-12 Februari 2010, op het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium. Zie: www.kikirpa.be Organisaties: • Kunstwetenschappen en Archeologie
Onderzoekers: • Thomas COOMANS DE BRACHENE
Colloquium Internationalisering van de Rand Vrije Universiteit Brussel Abstract: De effecten van de Europese en internationale rol van Brussel blijven niet beperkt tot het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, maar doen zich in toenemende mate ook in de Rand voelen. Internationale instellingen en bedrijven vestigen zich in omliggende gemeenten nabij de Europese hoofdzetel en trekken daarbij diverse diensten en arbeidskrachten aan. Verschillende indicatoren wijzen op een ontnederlandsing van de Rand door de instroom van een permanente anderstalige migratie uit Brussel, maar ook door de aanwezigheid van tijdelijke arbeidskrachten, voornamelijk uit de EU-landen. De internationalisering is er divers en verspreid en vraagt om een meerzijdige analyse. Inzetten op de internationalisering van de economie en de samenleving wordt ook door de Vlaamse Overheid gezien als een economische noodzakelijkheid. Vlaanderen is immers een belangrijke internationale draaischijf en heeft de ambitie om haar positie van Europese topregio te behouden. Internationalisering wordt beschouwd als een noodzakelijk goed met veelal positieve effecten, maar op een aantal terreinen is de impact problematisch en worden passende beleidsantwoorden gezocht. De bedoeling van het colloquium en van de publicatie is een status quaestionis op te maken van het onderzoek in binnen- en buitenland naar de effecten van deze internationalisering op demografisch, economisch, cultureel, sociaal, ruimtelijk, politiek vlak en ook op identiteit en taalgebruik. De internationalisering versterkt immers nog de historische taalveranderingsprocessen te wijten aan de stadsvlucht vanuit Brussel. Terwijl het vroeger om een in hoofdzaak Franstalige inwijking ging vanuit de hoofdstad, zorgt de bevolkingsdruk op Brussel door de instroom van anderstalige inwoners van niet-Belgische origine voor een uitgesteld effect in de Rand. De bevolkingsprognoses voor Brussel wijzen op een sterke toename de komende jaren en de effecten ervan op het vlak van tewerkstelling, huisvesting, onderwijs, taalgebruik, onthaal en integratie stellen ook de beleidsmakers uit de omliggende gemeenten voor grote uitdagingen. Hoe kan worden omgegaan met deze vraagstukken en dat tegen de achtergrond van het beleid van de Vlaamse Overheid en van de provincie Vlaams-Brabant dat er op gericht is om het Nederlandstalig karakter van de gemeenten in de Rand te handhaven, sociale verdringing tegen te gaan en de open ruimten te beschermen? Brussel en het randgebied zijn economisch en functioneel sterk vervlochten, maar administratieve en politieke grenzen maken een coherent beleid slechts mogelijk als alle betrokken overheden en bestuursniveau's hun verantwoordelijkheid opnemen en samenwerken. Zowel het spanningsveld als de samenwerking van steden en hun omringende regio zijn een internationaal gegeven. Daarom zullen ook buitenlandse cases centraal staan.
Vergelijkingspunten met Brussel zelf en met andere steden in het land komen eveneens aan bod. Organisaties: • Geschiedenis • Metajuridica
Onderzoekers: • RUDI JANSSENS • ANN MARES • MACHTELD DE METSENAERE
colloquium is: "Demographic challenges for the 21st century - A Sate of the Art in Demography" Vrije Universiteit Brussel Abstract: Doel van dit colloquium is om de reflectie te stimuleren van zowel de nieuwe uitdagingen waarmee we geconfronteerd worden en de onderzoeken naar demografie. De topics die aangekaart worden zijn: bevolkingsdynamiek, gezondheid en sterfelijkheid, vruchtbaarheid, internationale migratie en hoe deze onze samenlevingen en waarden beïnvloeden. Organisaties: • Sociaal Onderzoek
Onderzoekers: • Jan VAN BAVEL • PATRICK DEBOOSERE
Colonfermentatie van arabinoxylanen, een in vitro fysiologische en moleculaire aanpak Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het doel van deze studie is om de relatie tussen prebiotics, probiotics en de menselijke colon microbiota verder te onderzoeken, door onze kennis te verruimen over inulin-type fructaan bij AXs, en door te focussen op geselecteerde colon bacteriële soorten, hun metabolieten (vooral butyraat en propionaat) en kruisende mechanismen, dmv kinetische, metaboliete targets, en transcriptome analyses, niet enkel om het degradatiemechanisme te begrijpen van AXs maar ook om de oorsprong van butyraat en propionaat te ontrafelen. Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • Luc DE VUYST
Colonkanker: een aandoening waarvan de frequentie kan afnemen en de prognose kan verbeteren door een systematische registratie van risicofactoren en door onderzoek naar predictieve en prognostische factoren voor behandeling. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Klinische Digestieve Oncologie
Onderzoekers: • Eric Van Cutsem
Colorectale kanker: biologische factoren als moleculaire merkers voor een meer gerichte therapie. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds VLK. UA levert aan VLK de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Moleculaire beeldvorming, Pathologie, Radiotherapie & Oncologie (MIPRO)
Onderzoekers: • Filip Lardon • Jan Vermorken
Color Imaging & Multidimensional Image processing in medical applications (CIMI). Universiteit Antwerpen Abstract: Jammer genoeg maakt de medische sector vandaag nog absoluut geen optimaal gebruik van kleur- en multidimensionele informatie. Dit onderzoeksproject beoogt om deze situatie te verbeteren. In de techologie werkpaketten zullen we generische platform technologie ontwikkelen om kleur- en multidimensionele data beter te verwerken en te visualiseren. Deze technologie zal dan in andere werkpaketten toegepast worden op enkele specifieke klinische problemen. Organisaties: • Departement Diergeneeskunde - overige
Onderzoekers: • Leen Van Brantegem
Color Imaging & Multidimensional Image processing in medical applications (CIMI). Universiteit Antwerpen Abstract: Medische beeldvorming wordt steeds complexer. Jammer genoeg maakt de medische sector vandaag nog absoluut geen optimaal gebruik van kleur- en multidimensionele informatie. Dit onderzoeksproject beoogt om deze situatie te verbeteren. In de techologie werkpaketten zullen we generische platform technologie ontwikkelen om kleur- en multidimensionele data beter te verwerken en te visualiseren. De basistechnologie die zal ontwikkeld worden in dit project omvat de volledige beeldverwerkings ketting, gaande van toestellen voor het maken van medische beelden, over het verwerken van de data, visualisatie van de beelden en finaal de klinische validatie en standaarden. De basistechnologie die hierboven werd beschreven zal worden toegepast voor enkele specifieke klinische problemen. Organisaties: • Visielab
Onderzoekers: • Paul Scheunders • Jan Sijbers
Colour Appearance Modelling for Self-Luminous Colours. KU Leuven Abstract: The assessment of the quality and comfort of lighting requires a good understanding of the correlation between the optical properties of the stimuli, such as luminance, and their corresponding perceptual attributes such as brightness, hue, colourfulness, lightness, chroma and
saturation. To facilitate this,colour appearance models have been developed that simulate many of the physiological processes that take place in the humanvisual system. The colour of objects originates from the interaction between a light source and the physical properties of the object. Object colours (or surface colours) belong to the category of so-called 'related colours' because they are perceived within the context of the colour of the illuminant. For these stimuli, a colour appearance model was developed in 2002 which has been widely accepted by the international community. It has been applied in printing and display technology to reproduce the correct colour appearance of images under different viewing con Organisaties: • TC Elektrotechniek (ESAT) Gent-Aalst
Onderzoekers: • Johan Wagemans • Peter Hanselaer • Martijn Withouck
Colour Handling in Vision Applications. Universiteit Antwerpen Abstract: De industriële visie-vraagstukken waarbij kleurevaluaties essentieel zijn, vormen een afzonderlijk en moeilijk onderdeel van de visietechnologie. Een industrieel aanvaarde calibratie-strategie kan een groot aantal moeilijkheden helpen voorkomen en het succes van de 'colour vision applicaties' sterk verhogen. De Skr-matrix mehode, die geoctrooieerd werd (PCT/EP2005/003889) door het Antwerps Innovatiecentrum en ontwikkeld werd in het lab voor industriële visie, vormt een beloftevolle 'Colour Handling' methodiek die uitgebreid kan worden naar de ganse beeldvormende en beeldverwerkende industrie. We denken in het bijzonder aan digitale camera's, scanners, fotokopie-apparaten, beeldschermen, IR-camera's ¿ Organisaties: • Visielab
Onderzoekers: • Paul Scheunders
ComACE : Community of Knowledge on Arts and Cultural Education in Europe (in kader van het Europese ambtenarennetwerk rond kunst- en cultuureducatie ACE Net) Vrije Universiteit Brussel Abstract: In de schoot van het Europese ambtenarennetwerk rond kunst- en cultuurreducatie ACE Net wordt een Community of Knowledge on Arts and Cultural Education in Europe, kortweg ComACE, ontwikkeld. Bedoeling is om systematische uitwisseling van kennis op vlak van nationaal beleid, implementatiemethoden, onderzoeksresultaten en praktische voorbeelden op het vlak van kunst- en cultuurreducatie te promoten. De Community zal deze informatie ontwikkelen en verzamelen via een internet portaalsite. Organisaties: • Educatiewetenschappen
Onderzoekers: • WILLEM ELIAS
COMADIS: Klinisch geoptimaliseerd mammografie display Universiteit Gent Abstract: COMADIS: Clinically optimized mammography display Dit onderzoeksproject heeft een sterke focus op nieuwe beeldschermtechnologie en beeldwerking-technologie om de visualisatie van subtiele tekens van kanker in een vroeg stadium te verbeteren. Door middel van een diepgaand inzicht in moeilijke klinische gevallen zal een klinisch geoptimaliseerd prototype beeldscherm gebouwd worden waarvan Barco optimistisch is dat dit de performantie bij een borstkankerscreening kan verhogen. Deze nieuwe technologie zal gevalideerd worden door middel van een klinische studie op een grote hoeveelheid screeningbeelden. IWT + Barco NV O&O 130472 Organisaties: • Vakgroep Maatschappelijke gezondheidkunde
Onderzoekers: • Koen Van Herck
Combatting Bacterial Resistance in Europe - Molecules Against Gram Negative Infections (COMBACTE-MAGNET). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EU. UA levert aan EU de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Samir Kumar-Singh • Herman Goossens • Surbhi Malhotra
Combinaties van verschillende types zetmeel als basis voor nieuwe zetmeelfunctionaliteiten KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Centr. Levensmidd.- & Microb. Technol.
Onderzoekers: • Jan Delcour • Sara Gomand • Jasmien Waterschoot
Combinatietherapie voor autoimmune diabetes gebruikmakend van anti-CD3 en intestinale toediening van diabetes relevante autoantigenen door middel van L.lactis KU Leuven
Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Klinische & Experimentele Endocrinologie
Onderzoekers: • Chantal Mathieu • Johanna Korf • Tom Van Belle • Carolien Moyson
Combinatie ultracapaciteiten met batterijen voor stationaire en niet-stationaire toepassingen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Onderzoek naar het potentieel van combinaties van supercaps en batterijen voor stationaire en niet-stationaire toepassingen. Organisaties: • Elektrotechniek-Energietechniek • Mobiliteit en voertuig technologie onderzoeksgroep
Onderzoekers: • Hasan CULCU • PETER VAN DEN BOSSCHE • JOERI VAN MIERLO • FREDERIK VAN MULDERS
Combinatie van bacteriofagen en disinfectantia als alternatieve bestrijdings- en preventiemiddelen voor Escherichia coli infecties bij kippen: werkzaamheid, veiligheid en stabiliteit. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project beoogt de preventie en bestrijding van de infectie van kippen door aviaire pathogene Escherichia coli (APEC) stammen. Voor dit doel zullen bacteriofagen samen met desinfectantia worden ingezet. Er zal gebruik gemaakt worden van APEC-specifieke bacteriofagen die reeds door het CODA (copromotor 4) werden geïsoleerd of in de literatuur beschreven zijn. Daarnaast zullen nieuwe fagen geïsoleerd worden met een activiteit tegen de in België geïsoleerde APEC stammen. De efficiëntie waarmee de fagen APEC doden en de stabiliteit van de fagen zullen in vitro onderzocht worden. De genomen van de fagen, die op deze basis geselecteerd worden, zullen volledig gesequeneerd worden en aan een grondige bio-informatische analyse onderworpen, om aan te tonen dat deze fagen strikt lytisch zijn en geen ongewenste genen bezitten. Fagen die gunstige eigenschappen vertonen zullen gecombineerd worden in een enkel preparaat, om resistentievorming te voorkomen. Na controle van de toxiciteit zal dit preparaat getest worden in een in vivo infectiemodel in kippen, waarbij de fagen zullen oraal en door verstuiving toegediend worden. Om desinfectantia rationeel te kunnen gebruiken zal de gevoeligheid van een representatieve reeks APEC stammen voor de toegelaten en commercieel beschikbare desinfectantia worden onderzocht. Verder zal getest worden of de verneveling van H202, een niet toxisch desinfectans dat kan toegepast worden in aanwezigheid van levende dieren, toelaat de overdracht van APEC tussen kippen te beperken. Er zal ook worden nagegaan of de combinatie van desinfectantia en fagen voor de controle van APEC synergie vertoont. Organisaties: • Biologie • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • JEAN-PIERRE HERNALSTEENS • HENRI DE GREVE
Combinatie van high-end analytische technieken voor de analyse van skeletweefsel om informatie te verweven inzake menselijke migratie, mobiliteit en dieet Universiteit Gent Abstract: Sr-isotopenanalyse via multi-collector ICP-massaspectrometrie, isotopenanalyse van de lichte elementen (C, N, O, S) via gasbron isotope ratio massaspectrometrie, bulk elementenanalyse via ICP-massaspectrometrie zullen worden gecombineerd om informatie te extraheren uit menselijke overblijfselen (skeletweefsel, tandweefsel, crematieresten en haar) inzake mobiliteit en dieet. Organisaties: • Vakgroep Analytische chemie
Onderzoekers: • Frank Vanhaecke
Combinatie van stralentrek en snelle multipooltechnieken voor het modelleren van extreem grote elektromagnetische problemen Universiteit Gent Abstract: Bij het opzetten van draadloze netwerken wordt vaak gebruikt gemaakt van stralentrekmethodes. Dit impliceert echter benaderingen en moeilijk te controleren nauwkeurigheid. Exacte oplossingen van de vergelijkingen van Maxwell worden best verkregen via randintegraalvergelijkingen in combinatie met snelle multipoolmethodes. In dit doctoraatsonderzoek worden beide technieken, randintegraalvergelijkingen met snelle multipoolmethodes enerzijds en stralentrek anderzijds, gecombineerd tot een krachtige nieuwe oplossingsmethode. Organisaties: • Vakgroep Informatietechnologie
Onderzoekers: • Daniël De Zutter • Dries Vande Ginste
Combinatie van veldexperimenten en grootschalige nichemodellen om plantinvasies in gebergtes te verklaren en te voorspellen. Universiteit Antwerpen Abstract: Het eerste deel van dit doctoraat test de invloed van propagule pressure, verstoring, nutriënten en macro- en microklimaat op de prestaties van exotische planten in de bergen. In het tweede deel wordt een grootschalige exotendatabase langs bergwegen gelinkt met bioclimatische data als input voor ecologische nichemodellen om de spatio-temporele veranderingen in de verspreiding van invasieve planten te voorspellen en zo het risico voor de biodiversiteit in de bergen in te schatten. Organisaties: • Planten- en vegetatie-ecologie (PLECO)
Onderzoekers: • Ivan Nijs • Jonas Lembrechts
Combination of organo- and transition-metal catalysis for the enantioselective synthesis of nitrogen-containing heterocycles KU Leuven Abstract: The main goal of this project is to develop an efficient protocol for the organocatalytic asymmetric Mannich reaction of aldimines with alkynals and to combine this protocol with various transition metal-catalyzed intramolecular triple bond hydroaminations either in sequential or in tandem manner. We expect that the implementation of the proposed strategieswill provide a straightforward access towards a variety of synthetically and biologically important heterocyclic frameworks in enantioselectivefasion. We also believe that by merging state-of-the-art transition metal- and organocatalysis techniques we will be able to achieve a high level of step economy and operational simplicity still resulting in a greatstructural complexity and diversity. Organisaties: • Afdeling Moleculair Design en Synthese
Onderzoekers: • Erik Van der Eycken • N. N.
Combinatorial auctions. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG ORSTAT Leuven
Onderzoekers: • Frederik Spieksma • Celien Souvagie
Combinatorial Optimization: Metaheuristics and Exact methods. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG ORSTAT Leuven
Onderzoekers: • Frederik Spieksma
Combinatoriële Biosynthese in Planten. (Combiplan) Universiteit Antwerpen Abstract: Doel van het Combiplan project is het tot stand brengen van een combinatorieel biosynthese platform in planten, dat de semi-rationele combinatoriële engineering van de biosynthese van bestaande en nieuwe secundaire metabolieten in plantencel culturen moet mogelijk maken. Als 'proof of concept' zal deze onderzoeksstrategie op de metaboliet klasse van de triterpeen saponinen toegepast worden. Organisaties: • Farmacognosie, Functionele voeding en Farmaceutische Analyse (NatuRA)
Onderzoekers: • Luc Pieters
Combinatorische benadering tot de ontwikkeling van een nieuw type dipodale DNA-bindende peptiden Universiteit Gent Abstract: De ontwikkeling van een nieuw type dipodale DNA-bindende peptiden gebaseerd op het gebruik van een conformationeel verankerde organische templaatmolecule voor de aanhechting van twee zogenaamde recognitie-helices vormt het onderwerp van deze studie. Hiertoe zullen combinatorische dipodale peptidebigliotheken gegenereerd worden en gescreend worden op DNA-bindingscapaciteit. In een later stadium zal ook getracht worden gecombineerde kleine/grote groef bindende peptidedimeren te synthetiseren. Organisaties: • Vakgroep Organische chemie (WE)
Onderzoekers: • Annemieke Madder
Combinatorische biosynthese in planten Universiteit Gent Abstract: Het project heeft als doel een combinatorisch biosynthese platform te ontwikkelen in planten. Naar analogie van de combinatorische chemie, een technologie die toelaat nieuwe synthetische moleculen te ontwikkelen met diverse nieuwe biologische activiteiten, moet dit platform toelaten de natuurlijke biosynthetische capaciteiten van (medicinale) planten beter te benutten. Finaal moet dit leiden tot de productie van nieuwe en betere plantaardige geneeskrachtige moleculen in plantencellen. Organisaties: • Vakgroep Plantenbiotechnologie en Genetica
Onderzoekers: • Dirk Inzé
Combinatorische biosynthese van secundaire metabolieten: creëren van nieuwe, natuurlijke antibiotica KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Gentechnologie
Onderzoekers: • Christiaan Michiels • Rob Lavigne • Birgit Uytterhoeven
Combinatorische optimalisatie : meta-heuristieken en exacte methoden (COMEX). Universiteit Antwerpen Abstract: De belangrijkste doelstellingen van het project zijn: - Het samenbrengen van de beschikbare Belgische expertise op het gebied van combinatorische optimalisatieproblemen, synergie putten uit de
samenwerking tussen de onderzoeksgroepen die als partners optreden, en een netwerk creëren met voldoende kritieke massa om jonge of ervaren wetenschappers op hoog niveau aan te trekken en financiering te verzorgen voor onderzoek in het domein. - Het trainen van jonge onderzoekers in het domein van combinatorische optimalisatie. - Het ontwerpen van nieuwe modellen, nieuwe algoritmische technieken en nieuwe vormen van implementatie voor complexe, grootschalige combinatorische optimalisatieproblemen. - Het uitbouwen van internationale samenwerking met andere belangrijke teams die actief zijn op het gebied van combinatorische optimalisatie. Organisaties: • Engineering Management
Onderzoekers: • Kenneth Sörensen
Combined effects of pesticides and non-consumptive fear effects in a warming world: from individual stoichiometry to ecosystem functions KU Leuven Abstract: The overall objective of my doctoral research project is to increase our understanding of individual and combined effects of pesticides and predator-induced stress under global warming, and quantifying these effectson individuals and genotypes up to communities and ecosystem functions.We focus on freshwater ecosystems and changes in ecological stoichiometry. Parallel research of individual, genotype, species and community traits will allow testing for parallel changes at these levels both under pesticide stress, predation risk and under global warming. Special focus will be on the impact of pesticide- and fear-driven shifts in herbivore genotype and species composition on ecosystem functions, thereby directly exploring eco-evolutionary dynamics (linking micro-evolutionary dynamics to ecosystem functioning). Organisaties: • Afd. Ecologie, Evolutie en Biodiv.behoud
Onderzoekers: • Luc De Meester • N. N. • Robby Stoks • Mieke Jansen
COMBINED EXPOSURE TO (SUB)CLINICAL CONCENTRATIONS OF FOODBORNE BACTERIAL TOXINS Universiteit Gent Abstract: Cereulide, beauvericine and enniatines zijn geselecteerd op de basis van hun opkomende karakter, volksgezondheid relevantie, extreme stabiliteit, alomtegenwoordigheid van respectieve micro-organismen, mogelijke accumulatie in het lichaam en gelijkenis in de chemische structuur (cyclodepsipetides). Kwantificering en karakterisering van toxische effecten zal informatie verstrekken die noodzakelijk is voor een goede preventie en interventie in de bescherming van de volksgezondheid. Daarvoor zullen de nieuwe biosensoren gebruikt worden die gebaseerd zijn op de verschillende celculturen. Organisaties: • Vakgroep Voedselveiligheid en Voedselkwaliteit
Onderzoekers: • Mieke Uyttendaele
Combined Hydrological-Hydrodynamic Modelling and Forecasing of Hydrological Extremes for Nzoia River Basin, Kenya KU Leuven Abstract: Nzoia River basin in Kenya is usually affeced by frequent flooding causing destruction of property and diaplacement of people. The dykes, to contain flood waters have not been effective. There is need for effective flood management measures ranging from flood warning and evacuation to the construction of major flood protection schemes. This research will mainly focus on modelling hydrological extremes for the Nzoia basin, in the context of managing the extreme flows. A combined hydrological-hydrodynamic model will be developed that can be used for water management and engineering decision support. Both scenario investigations and real-timeforecasting will be considered. Organisaties: • Afdeling Hydraulica
Onderzoekers: • Patrick Willems • Gilbert Nyeageikaro Nyandwaro
Combined optical trapping and detection of biological objects using Surfanced Enhanced Raman Spectroscopy. KU Leuven Abstract: Surface Enhanced Raman Spectroscopy is an elegant technique for doing molecular spectroscopy at the nanoscale. Reproducible and sensitive SERS sensing substrates can be engineered for this purpose and can be used for sensing of DNA molecules, proteins and even virus particles. In order to make the technique even more powerful, we propose to combine the detection with optical trapping i.e. use the substrates to trap biological objects near the most sensitive sites of the substrate. We aim at demonstrating the added value of combined trapping and detection in lab on chipsystems. Organisaties: • Afdeling Vaste-stoffysica en Magnetisme
Onderzoekers: • Liesbet Lagae • Sarp Kerman
Combined super-resolution fluorescence and electron microscopy for catalysis research KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Faculteit Theologie en Religiewetensch.
Onderzoekers: • Johan Hofkens • Maarten Roeffaers
Combined super-resolution fluorescence and electron microscopy for catalysis research. KU Leuven Abstract: De microkristallijne structuur van zeolieten resulteert in hun unieke schape selectivity, maar de moleculaire porie dimensies limiteren ook hetmoleculair transport, wat ervoor zorgt dat de katalysator deeltjes nietefficiënt gebruikt worden. Om dit te omzeilen zijn er verscheidene postsynthesis procedures ontwikkeld, die als doel hebben om mesoporie structuren te introduceren en zo de effectiviteit van individuele
katalysatordeeltjes toe te laten nemen. Tegelijkertijd zorgen deze er echter ook voor dat de heterogeniteit in, en tussen deeltjes nog verder toeneemt danal het geval was in onbehandelde zeolieten. Metal organic frameworks zijn materialen die momenteel aan belang toenemen als heterogene katalysatoren, maar zij vertonen dezelfde gebreken als zeolieten. Daarenboven blijkt hun structuur dynamisch te zijn, wat ervoor zorgt dat deze bijvoorbeeld kan degraderen tijdens hun gebruik om een bepaalde reactie te katalyseren.De invloed van deze complexiteit op de katalytische werking wor Organisaties: • Centr. vr Oppervlaktechemie & Katalyse
Onderzoekers: • Maarten Roeffaers • Jordi Van Loon
Combineren van magnetische resonantie beeldvorming en numerieke stromingsmechanica voor de vroegtijdige detectie van hart- en vaatziekten Universiteit Gent Abstract: Omwille van het rechtstreeks verband tussen het snelheidspatroon van het bloed in een slagader en veel voorkomende pathologieën (zoals aneurismen en slagaderverkalking), is er een groeiende nood aan een techniek die niet-invasief de bloedstroom meet, en dit op individuele patiëntenbasis. In deze studie wordt gebruik gemaakt van MRI om de slagadergeometrie en randvoorwaarden op te meten. Met numerieke stromingsmechanica (CFD) wordt het stromingspatroon daarna berekend. Dit onderzoek moet toelaten om na te gaan wat de minimale benodigde MRI gegevens zijn om vroegtijdige diagnose van cardiovasculaire ziekten mogelijk te maken. Organisaties: • Vakgroep Civiele techniek
Onderzoekers: • Pascal Verdonck
Combining acoustic sensor data with physical models for virtual sensingin dynamic and mechatronic system design and analysis. KU Leuven Abstract: Om de performantie, het energieverbruik en de levensduur van een mechanisch of mechatronisch systeem te kunnen inschatten en waar mogelijk te verbeteren, speelt de kennis over dynamische krachten, vermogensstromen en lokale dynamische spanningen en rekken een belangrijke rol. De eenvoudigste manier om deze informatie te bekomen is door de betreffende grootheden rechtstreeks te meten. Daar waar er heel wat betrouwbare en budgetvriendelijke meetsensoren ter beschikking zijn om grootheden als verplaatsing, snelheid en versnelling rechtstreeks te meten, is het veel moeilijker om grootheden als kracht, mechanisch vermogen en mechanische rek en spanning in een dynamisch systeem rechtstreeks te meten. Om deze grootheden toch te kunnen bepalen, ontwikkelt men zogenaamde virtuele metingen (E: virtual sensing), waarbij de gezochte grootheden onrechtstreeks geschat worden via het meten van gemakkelijk toegankelijke ofmeetbare grootheden in combinatie met een gekend verband tussen deze gemeten en Organisaties: • Afdeling PMA
Onderzoekers: • Wim Desmet • Axel van de Walle
Combining anatomical and spectral information to enhance MRSI resolution and quantification KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling ESAT - PSI
Onderzoekers: • Frederik Maes • Dirk Smeets
Combining digital image correlation and virtual fields to design an optimization test setup for the identification of plastic material behaviour KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • TC Materialentechnologie De Nayer
Onderzoekers: • Jan Ivens • Dimitri Debruyne • Pascal Lava
Combining exact and (meta)heuristic methods for problems of combinatorial optimisation KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Computerwetenschappen Kulak
Onderzoekers: • Patrick De Causmaecker • Nguyen Thi Thanh Dang
Combining exact and (meta)heuristic methods for problems of combinatorial optimisation. KU Leuven Abstract: Het onderzoek vindt plaats in het gebied van hyperheuristieken: algemene algoritmen die op een probleemonafhankelijke manier optimalisatieproblemen benaderend proberen op te lossen. Dit betekent dat men op termijn in staat kan zijn om louter uit de specificaties van een optimalisatieprobleem een benaderende oplossingsmethode voor te stellen.Op dit moment is slechts weinig geweten rond hyperheuristieken: formalisme ontbreekt evenals kennis over sterke oplossingsstrategieën en testmethodologieën. Bovendien kan men evenmin garanties afdwingen: zowel harde en/of statistische.Met dit project zullen we enkele belangrijke problemen aanpakken:1. Het genereren van een diverse testbank van problemen zodat hyper-heuristieken met elkaar kunnen worden vergeleken.2. Het automatisch genereren van heuristieken: deelalgoritmen die een oplossing kunnen genereren of aanpassen, maar doorgaans zonder weinig kennis over het doel van het probleem3. Een hyper-heuristiek die als invoerde heuristieken een concr
Organisaties: • Afdeling Informatica
Onderzoekers: • Patrick De Causmaecker • Bart Demoen • Willem Van Onsem
Combining exact and (meta)heuristic methods for problems of combinatorial optimization KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Computerwetenschappen Kulak
Onderzoekers: • Patrick De Causmaecker • Tú San Pham
Combining Observations and Models of Magnetic Reconnection During SolarCoronal Eruptions. KU Leuven Abstract: Combineren van observaties en modellen van magnetische reconnectie tijdens coronale zonne-uitbarstingenOp het eerste zicht lijkt de Zon een rustige ster. Zonnefysici weten echter dat de Zon een actieve plasmabol is en de belangrijkste drijver van het ruimteweer dat technologische systemen op en in de buurt van de Aarde kan verstoren. Door de magnetische activiteit van de Zon worden energetische zonnestraling, plasmawolken en stromen van energetische deeltjes naar onze planeet gelanceerd, maar de Aarde is slechts gedeeltelijk beschermd door haar atmosfeeren magnetisch veld.In dit project, zullen we de zonne-uitbarstingen bestuderen die verantwoordelijk zijn voor de stormen in het ruimteweer. Vele belangrijke vragen over de processen die deze uitbarstingen uitlokken en aandrijven blijven voorlopig onbeantwoord. Het doel van dit project is de rol te begrijpen van magnetische reconnectie, het proces waarvan algemeen aangenomen wordt dat het verantwoordelijk is voor het vrijkomen van opgesl Organisaties: • Afdeling Plasma-astrofysica
Onderzoekers: • Stefaan Poedts • N. N.
COMET ? continue modulaire extrusie voor thermoplastische polymeren Universiteit Gent Abstract: Het project behandelt de ontwikkeling van een modulaire uitwisselbare extrusiekop voor de micro-extrusie (en eventueel 3D depositie van) filamenten in thermoplastische polymeren. Om thermische degradatie van het polymeer tijdens de verwerking te vermijden, wordt een thermische scheiding gerealiseerd tussen materiaaltoevoer en ?verwerking. Organisaties: • Directie Onderzoeksaangelegendheden
Onderzoekers: • Ignace Lemahieu • Ludwig Cardon
COMEX: Combinatorische optimalisatie: metaheuristieken en Exact Methoden Universiteit Hasselt Abstract: Combinatorische optimalisatieproblemen kunnen omschreven worden als het op zoek gaan naar het beste element van een eindige verzameling van items. Productie, distributie, telecommunicatie, beleid, verkeer, milieubezorgdheid, gezondheidszorg, financiën: het is moeilijk om een aspect van het huidige economische leven te vinden waarvan het ontwerp, beheer en beheersing niet op kritieke wijze steunen op één of meer combinatorische problemen. Gezien de alom aanwezigheid van combinatorische optimalisatieproblemen, kan het belang van de ontwikkeling van efficiënte oplossingsmethoden voor zulke problemen niet worden overschat. Een breed spectrum aan ontwikkelingmethoden voor combinatorische optimalisatieproblemen is voorhanden gaande van exacte algoritmen tot een verscheidenheid aan heuristische benaderingen. Vele combinatorische optimalisatieproblemen kunnen nog steeds niet opgelost worden zoals gewenst en vormen een sterke uitdaging voor bestaande optimalisatietechnieken. Bovendien vereist de complexiteit van hedendaagse realistische optimalisatieproblemen de ontwikkeling van nieuwe methoden die op efficiënte wijze de beschikbare groeiende computerkracht uitbaten. Hieruit kan besloten worden dat de bestudering van combinatorische optimalisatieproblemen en de ontwikkeling van werkende algoritmen om een oplossing te vinden één van de meest actieve onderzoeksgebieden is binnen de discipline van operationeel onderzoek. Het project heft als belangrijkste doelstelling de beschikbare Belgische expertise op het gebied van combinatorische optimalisatieproblemen samen te brengen, synergie tussen de onderzoeksgroepen uit te baten om zodoende een netwerk te creëren, en om jonge onderzoekers op te leiden met als doelnieuwe modellen, algoritmische technieken en implementaties voor complexe, grootschalige combinatorische optimalisatieproblemen. De onderzoeksteams zijn in hoge mate complementair met betrekking tot hun expertise. Het specifiek karakter van teams kunnen ontstaan uit het type van modellen die gebruikt worden (Lineair vs. niet-lineair, continue vs. discrete variabelen, deterministisch vs. stochastisch, enkelvoudige of meervoudige doelstellingen ...), of van de algoritmen die ze ontwerpen om de problemen op te lossen (exacte methoden vs. heuristische methoden), of van de toepassingsgebieden (supply chain management, telecommunicatie, transport, planning, ...). Organisaties: • Logistiek
Onderzoekers: • Gerrit JANSSENS • An CARIS • Kris BRAEKERS • Hanne POLLARIS
comfort- en gezondheidstoepassingen in lichte vrijetijdsuitrusting Universiteit Gent Abstract: Het Project spitst zich toe op de ontwikkeling en demonstratie van nieuwe huidverzorgende microingekapselde verbindingen op basis van lignanen en probiotica. Het Project zou een beter inzicht moeten geven in het afgiftemechanisme, de kinetica, en de interactie met de huid. Om de functionaliteit zo ruim mogelijk te benaderen, zullen verschillende contexten worden belicht: sport, beschermingsuitrusting, bedtextiel, zowel voor mannen als vrouwen van alle leeftijden, en alle chronische huidaandoeningen. Organisaties: • Vakgroep Textielkunde
Onderzoekers: • Lieva Van Langenhove
Co-Minor. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Literat-Discours-Identiteit Leuven
Onderzoekers: • Heidi Salaets • Katalin Balogh
COMIQS.BE: Consensusvorming over minimale kwaliteitsnormen voor vermindering van de vraag naar drugs Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Orthopedagogiek
Onderzoekers: • Wouter Vanderplasschen
Commerciële exploitatie van organische elektronica en elektronica over grote oppervlakken (COLAE) Universiteit Gent Abstract: COLAE is een pan-Europees initiatief om de commerciële exploitatie van organische elektronica en elektronica over grote oppervlakken (OLAE) in Europa te promoten. Het project verenigt 18 partners uit 12 landen die de grootste Europese OLAE-competentiepolen vertegenwoordigen. Het project heeft als doel de commercialisering en toepassing van OLAE te versnellen door de samenwerking tussen de industriële clusters in Europa te bevorderen. Organisaties: • Vakgroep Textielkunde
Onderzoekers: • Lieva Van Langenhove
Commerciële garanties in de verschillende koopregimes: naar een uniformeregeling? KU Leuven Abstract: Bij de aankoop van bv. een koelkast, gsm of auto wordt door verkopers of producenten vaak een belofte tot garantie gedaan, dit is een commerciële garantie. Deze garantie geldt dan naast de wettelijke garantieregeling, die in het onderzoek ook ruim zal besproken worden. Het gaat om een bescherming tegen verborgen gebreken. Er bestaat veel onduidelijkheid over commerciële garanties. Kopers/consumenten weten niet wat een dergelijke garantie precies inhoudt, wat de gevolgen van zon garantie zijn, of hiervoor een bijkomende prijs mag gevraagd worden en zo ja, hoeveel, enzovoort. Deze onduidelijkheid heeft gevolgen voor het (economisch) zelfbeschikkingsrecht van elke marktdeelnemer, hier de kopers/consumenten. Dit zelfbeschikkingsrecht is het recht om een vrije, goed geïnformeerde, doordachte keuze te maken. De huidige wettelijke regeling voor commerciële garanties lijkt niet voldoende om dit zelfbeschikkingsrecht te garanderen. In het onderzoek worden vijf voorbeelden van de miskenning van Organisaties: • Faculteit Rechtsgeleerdheid Kulak
Onderzoekers: • Bernard Tilleman • Evelyne Terryn • Sanne Vandemaele
Commissie criteria vrijstelling leerplicht. KU Leuven Abstract: Probleemstelling en situering van de context, een referentiekader, een voorstel voor criteria ter beoordeling van aanvragen tot vrijstelling van leerplicht en aanbevelingen voor het realiseren van onderwijs op maat voor diegenen aan wie geen vrijstelling wordt toegestaan. Organisaties: • OE Gezins- en Orthopedagogiek
Onderzoekers: • Beatrijs Maes
Commissionering van de reconstructie, trigger en simulatie methoden ontwikkeld voor de CMS detector door middel van de eerste laag energetische protonbotsingen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het op punt stellen van de werking van de opgebouwde CMS detector en de technieken om de proton botsingen te reconstrueren, is primordiaal voor een succesvolle exploitatie van de CMS detector bij de LHC te CERN. De laag energetische protonbotsingen die in 2009 en 2010 geregistreerd worden, zullen we gebruiken om zowel de verschillende subdetectoren te calibreren en om de performantie van diverse trigger-, simulatie- en reconstructietechnieken te bestuderen. Hiervoor gaan we uit van onze gecombineerde kennis van de detector en de fysica fenomenologie verworven via andere FWO projecten. Samen met deze andere projecten vormt dit project een natuurlijk en coherent geheel om tot een optimale exploitatie van de CMS detector te komen. Organisaties: • Natuurkunde
Onderzoekers: • Jorgen D'HONDT
Commissioning van de reconstructie, trigger en simulatie methoden ontwikkeld voor de CMS detector door middel van de eerste laag energetische protonbotsingen. Universiteit Antwerpen Abstract: Het op punt stellen van de werking van de opgebouwde CMS detector en de technieken om de proton botsingen te reconstrueren, is primordiaal voor een succesvolle exploitatie van de CMS detector bij de LHC te CERN. De laag energetische protonbotsingen die in 2009 en 2010 geregistreerd worden, zullen we gebruiken om zowel de verschillende subdetectoren te calibreren en om de performantie van diverse trigger-, simulatie- en reconstructietechnieken te bestuderen. Hiervoor gaan we uit van onze gecombineerde kennis van de detector en de fysica fenomenologie verworven via andere FWO projecten. Samen met deze andere projecten vormt dit project een natuurlijk en coherent geheel om tot
een optimale exploitatie van de CMS detector te komen. Organisaties: • Elementaire-Deeltjesfysica
Onderzoekers: • Pierre M S J Van Mechelen • Nick Van Remortel
'Commodificatie' van menselijk lichaamsmateriaal, ethiek en regulering - Een analyse van de aard en kracht van 'commodificatie'-argumenten in de contexten van orgaantransfer, biobanken en octrooiering. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Een analyse van de aard en kracht van 'commodificatie'-argumenten in de contexten van orgaantransfer, biobanken en octrooiering. Organisaties: • Recht Wetenschap Technologie en Samenleving • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen • Metajuridica
Onderzoekers: • Sigrid STERCKX • Kristof VAN ASSCHE • SERGE GUTWIRTH
Common factors model in non-specific chronic low back pain: towards better understanding of therapeutic processes in physiotherapy KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Adapt. Phys. Act. & Psychom. Revalidatie
Onderzoekers: • Michel Probst • Wim Dankaerts • Emanuel Brunner
Communicatieloze beveiliginsalgoritmes voor vermaasde DC hoogspanningsnetten. KU Leuven Abstract: Om de Europese klimaatdoelen voor de reductie van de uitstoot van broeikasgassen te halen, is de inzet van een massale hoeveelheid hernieuwbareenergie zoals wind- en fotovoltaïsche energie, noodzakelijk. De meeste van deze hernieuwbare energiebronnen zijn sterk geografisch gespreid en hebben een intermitterend karakter. Om deze bronnen in het elektrisch energiesysteem te integreren, wordt een pan-Europees supergrid beschouwdals mogelijke optie. Voor dit supergrid, biedt een vermaasd HVDC-net aanzienlijke voordelen ten opzichte van de huidige HVAC technologie. Eenaantal technische limitaties vormen een barrière voor het gebruik van deze netten, waarbij beveiliging als de meest beperkende factor wordt aanzien.Dit onderzoeksproject focust op de implementatie van een beveiligingsalgoritme voor vermaasde HVDC netten. Een geschikt beveiligingsalgoritme voorziet in snelle detectie van de fout, correcte foutlokalisatieen selectiviteit voor de opening van de geschikte schakelaars. Ten eerst Organisaties: • Afdeling ESAT - ELECTA
Onderzoekers: • Ronnie Belmans • Dirk Van Hertem • Willem Leterme
Communicatie omtrent het levenseinde in woon- en zorgcentra: een gerandomiseerde cluster trial Vrije Universiteit Brussel Abstract: Advance care planning (ACP) is a continuous, early-initiated process of communication between care providers, patients and families about the goals and desired direction of future health care, in the event that the patient should become incompetent. Contemporary ACP models are not only focused on preparing for incapacity, but also on empowering competent people to have a say about their treatment. While ACP has been advocated widely across and outside Europe, particular for older nursing home residents, there is limited evidence on its effectiveness in terms of resident's and family outcomes. We will perform a cluster randomized controlled trial investigating the effect of ACP on the residents' and family quality of life, the expression and documentation of wishes concerning the end of life and their evaluation of the quality of care. Nursing homes will be randomized to either standard medical care (control) or to standard medical care plus ACP (intervention) using the Respecting Patient Choices model, a program widely implemented in Australia and the US. Over a 1 year period, we will include 400 newly admitted nursing home residents residing in 8 nursing homes (4 intervention and 4 control) in Belgium. Data collection is scheduled for two years and measurements take place before starting ACP, after 6 months and after death. This study will provide high-quality evidence regarding the effectiveness of early communication about the end of life for nursing homes residents. Organisaties: • Medische Sociologie
Onderzoekers: • LUC DELIENS • Lieve VAN DEN BLOCK
Communicatie omtrent het levenseinde in woon- en zorgcentra: een gerandomiseerde cluster trial. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Interfac. Centr. Biomed. Ethiek & Recht
Onderzoekers: • Chris Gastmans
Community arts in Gent. Onderzoek naar praktijken in stedelijke tussenruimtes vanuit artistiek en sociaal perspectief Hogeschool Gent Abstract: We onderzoeken wat er precies gebeurt in stedelijke tussenruimtes, welke logica's spelen, waarom en op welke manier zowel kunstenaars als sociaal werkers deze ruimtes bespelen.
Organisaties: • Departement Koninklijke Academie voor Schone Kunsten • Departement Sociaal-agogisch werk • Vakgroep Kunstpedagogiek • Vakgroep Sociaal werk
Onderzoekers: • Carlos-Joseph Dekeyrel • Elly Van Eeghem • Griet Verschelden • Riet Steel
Community media's bijdrage tot conflictresolutie in Cyprus Vrije Universiteit Brussel Abstract: Gemeenschapsmedia hebben de voorbije jaren veel aandacht gekregen, maar hun rol in conflict resolutie is daarbij onderbelicht gebleven (met enkele uitzonderingen, zoals bijvoorbeeld Rodriguez' (2011) werk in Colombia). Met een focus op het verdeelde eiland Cyprus, en het daar actieve Community Media Centre (CCMC) - opgericht in 2009 - is de onderzoeksvraag van dit project hoe de representatie van het politieke en het sociale, en de organisatie van participatie door gemeenschapsmedia kunnen bijdragen aan een verschuiving van antagonisme naar agonisme binnen de Cypriotische publieke ruimte. In dit agonistisch-democratische model, ontwikkeld door Mouffe (2005), wordt vijandigheid vervangen voor de aanvaarding van de tegenstander. De theoretische ruggengraat van dit project wordt door dit agonistisch model aangeleverd, in combinatie met modellen inzake democratische mediapraktijken, inclusief de zogenaamde vredesjournalistiek. Dit project, dat in samenwerking met een Grieks-Cypriotische universiteit loopt, heeft vier onderzoeksfasen. In fase 1 wordt een literatuuronderzoek gecombineerd met focusgroepen met stakeholders over de meer algemene rol van media in conflictrepresentatie. In fase 2 zal een selectie van CCMC projecten en producties geanalyseerd worden, en in fase 3 (gegrond in actieonderzoek) zullen een reeks van interventies (podcasts) geproduceerd worden, en zal het productieproces etnografische geanalyseerd worden. In fase 4 zal vervolgens een receptieonderzoek georganiseerd worden inzake de geanalyseerde producties en interventies. Organisaties: • Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • Nico CARPENTIER
"Community policing" als nieuwe visie op de maatschappelijke functie van de politie: betekenis, grenzen en implementatie Vrije Universiteit Brussel Abstract: Sinds een tiental jaren zijn in binnen- en buitenland vrij omvangrijke veranderingen aan de hand bij de politie. De dominante theorie die daarbij wordt gehanteerd wordt omschreven als community policing. Onderzocht wordt of dit concept van community policing een fundamentele verandering inluidt van de doelstellingen van politie en haar rol in de samenleving. Een belangrijk element in de rol van politie vormt de sociale controle. Verandert deze mee en in welke zin? Community policing propageert meer inbreng van de bevolking en andere sociale organisaties. Hoever reikt deze inbreng? Verbetert de relatie politie- bevolking door de community policing veranderingen? Waarom vinden de veranderingen nu plaats? Is er een verband tussen het toenemend appel op de politie als beheersing- en controle instrument van maatschapelijke problemen en de opeenvolgende crisissen van de westerse welvaartsstaat? Verder wordt onderzocht hoe de veranderingsdoelen inzake community policing in de politieorganisatie worden vertaald naar de werkvloer? welke aanpassingen in het management en de organisatiestructuur blijken daarbij nu essentiële vereisten. De interactie tussen centrale overheid, lokaal bestuur, politiediensten en justitie en alle andere partners die belast zijn met de uitvoering van het politionele en veiligheidsbeleid heeft grote invloed op de uiteindelijke implementatie van het beleid inzake community policing. Dit bestuursproces wordt in het onderzoek betrokken. Vooral het huidige focussen van het beleid op specifieke doelgroepen (cf. jongeren) of probleemwijken (cf. 'zero-telorance') zal gevolgen hebben voor de taakuitoefening van de politie. ook de evolutie in de rechtshandhaving van justitie door onder andere snelrecht kan een welbepaalde oriëntatie van het politiewerk met zich meebrengen. Kunnen deze maatregelen in verband worden gebracht met beleidsevoluties in het buitenland (cf. Nederland, Frankrijk)? Ook op het vlak van beleid en visie is een vergelijkend onderzoeksgedeelte dus van belang. Organisaties: • Criminologie
Onderzoekers: • CHRISTIAN ELIAERTS
"Community policing" als nieuwe visie op de maatschappelijke functie van de politie: betekenis, grenzen en implementatie Vrije Universiteit Brussel Abstract: Sinds een tiental jaren zijn in binnen- en buitenland vrij omvangrijke veranderingen aan de hand bij de politie. De dominante theorie die daarbij wordt gehanteerd wordt omschreven als community policing. Onderzocht wordt of dit concept van community policing een fundamentele verandering inluidt van de doelstellingen van politie en haar rol in de samenleving. Een belangrijk element in de rol van politie vormt de sociale controle. Verandert deze mee en in welke zin? Community policing propageert meer inbreng van de bevolking en andere sociale organisaties. Hoever reikt deze inbreng? Verbetert de relatie politie- bevolking door de community policing veranderingen? Waarom vinden de veranderingen nu plaats? Is er een verband tussen het toenemend appel op de politie als beheersing- en controle instrument van maatschapelijke problemen en de opeenvolgende crisissen van de westerse welvaartsstaat? Verder wordt onderzocht hoe de veranderingsdoelen inzake community policing in de politieorganisatie worden vertaald naar de werkvloer? welke aanpassingen in het management en de organisatiestructuur blijken daarbij nu essentiële vereisten. De interactie tussen centrale overheid, lokaal bestuur, politiediensten en justitie en alle andere partners die belast zijn met de uitvoering van het politionele en veiligheidsbeleid heeft grote invloed op de uiteindelijke implementatie van het beleid inzake community policing. Dit bestuursproces wordt in het onderzoek betrokken. Vooral het huidige focussen van het beleid op specifieke doelgroepen (cf. jongeren) of probleemwijken (cf. 'zero-telorance') zal gevolgen hebben voor de taakuitoefening van de politie. ook de evolutie in de rechtshandhaving van justitie door onder andere snelrecht kan een welbepaalde oriëntatie van het politiewerk met zich meebrengen. Kunnen deze maatregelen in verband worden gebracht met beleidsevoluties in het buitenland (cf. Nederland, Frankrijk)? Ook op het vlak van beleid en visie is een vergelijkend onderzoeksgedeelte dus van belang. Organisaties: • Criminologie
Onderzoekers: • CHRISTIAN ELIAERTS
Compacte, hoog-kwalitatieve LED projectiesystemen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het doel van dit IWT project is de creatie van een nieuw innovatief technologieplatform binnen BARCO die hen in staat moet stellen om specifieke LED projectiesystemen te ontwikkelen in de toekomst. Het grote verschil van BARCO s toepassingen met de beschikbare ultra-compacte
projectoren momenteel op de markt is dat de beoogde toepassingen een zeer hoge beeldkwaliteit vereisen. We willen verschillende optische architecturen onderzoeken voor projectiesystemen die LEDs gebruiken als lichtbron. Onze systemen moeten een minimale lichtstroom van 100 lm produceren wat zeker geen eenvoudige opdracht is, vermits de luminantie (lm/sr.m2) van de huidige LEDs eerder beperkt is. Vandaar dat innovatieve belichtingssystemen met LEDs ontwikkeld moeten worden om dit cruciale probleem op te lossen. Andere aspecten van de beoogde projectiesystemen zijn hun hoge beeldkwaliteit en de beperkte afmetingen. Om deze twee eigenschappen te kunnen combineren zullen nieuwe optische architecturen ontwikkeld moeten worden die verschillen van de huidige architecturen voor projectiesystemen die booglampen gebruiken. Verder moeten de LED gebaseerde projectoren ook erg robuust en efficiënt zijn. Er is nood aan grondig experimenteel onderzoek van de LED lichtbronnen en de andere optische componenten om aan deze eisen te kunnen voldoen. Organisaties: • Toegepaste Natuurkunde en Fotonica
Onderzoekers: • HUGO THIENPONT
Compacte hoog-kwaliteit LED projectiesystemen (CLEP) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het doel van dit IWT project is de creatie van een nieuw innovatief technologieplatform binnen BARCO die hen in staat moet stellen om specifieke LED projectiesystemen te ontwikkelen in de toekomst. Het grote verschil van BARCO s toepassingen met de beschikbare ultra-compacte projectoren momenteel op de markt is dat de beoogde toepassingen een zeer hoge beeldkwaliteit vereisen. We willen verschillende optische architecturen onderzoeken voor projectiesystemen die LEDs gebruiken als lichtbron. Onze systemen moeten een minimale lichtstroom van 100 lm produceren wat zeker geen eenvoudige opdracht is, vermits de luminantie (lm/sr.m2) van de huidige LEDs eerder beperkt is. Vandaar dat innovatieve belichtingssystemen met LEDs ontwikkeld moeten worden om dit cruciale probleem op te lossen. Andere aspecten van de beoogde projectiesystemen zijn hun hoge beeldkwaliteit en de beperkte afmetingen. Om deze twee eigenschappen te kunnen combineren zullen nieuwe optische architecturen ontwikkeld moeten worden die verschillen van de huidige architecturen voor projectiesystemen die booglampen gebruiken. Verder moeten de LED gebaseerde projectoren ook erg robuust en efficiënt zijn. Er is nood aan grondig experimenteel onderzoek van de LED lichtbronnen en de andere optische componenten om aan deze eisen te kunnen voldoen. Organisaties: • Toegepaste Natuurkunde en Fotonica
Onderzoekers: • HUGO THIENPONT
Compacte LCOS projectiesystemen voor de visualisatie van hoogkwalitatieve 3D beelden met een hoge plaats- en hoekafhankelijke resolutie Universiteit Gent Abstract: De introductie van driedimensionele visualisatiesystemen in waarschijnlijk de volgende grote stap naar een realistischer beeldweergave. Dit project beoogt de realisatie van een beeldvormend systeem dat een vierdimensioneel lichtveld kan creëren dat in de limiet een perfecte kopie is van de werkelijke lichtverdeling afkomstig van een voorwerp of omgeving. Daartoe worden verschillende beelden uitgezonden in een voldoende aantal verschillende richtingen (kijkzones). Organisaties: • Vakgroep Elektronica en informatiesystemen
Onderzoekers: • Hans De Smet
Compacte LCOS projectiesystemen voor de visualisatie van hoogkwalitatieve 3D beelden met een hoge plaats- en hoekafhankelijke resolutie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Hoewel de theoretische basis voor driedimensionale beeldvorming reeds lang bestaat, is het slechts door de grote vooruitgang op het gebied van beeldmodulatoren, optische en micro-optische componenten, elektronica en beeldverwerking, dat er verschillende 3D beeldregistratieen visualisatiesystemen mogelijk geworden zijn. Toch zijn er nog heel wat fundamentele en technologische obstakels die moeten overwonnen worden. De resolutie, kijkhoek en focusseringsdiepte van 3D beeldschermen moeten nog veel beter worden en er zijn diverse problemen betreffende de benodigde bandbreedte voor werking in real-time. Verder is het duidelijk dat de beeldkwaliteit van de 3D beeldschermen weinig mag onderdoen voor deze van de bestaande 2D beeldschermen. Toch zullen 3D visualisatiesystemen pas echt doorbreken naar verschillende toepassingsdomeinen, zoals medische beeldvorming, amusement, communicatie, metrologie, prototype-visualisatie en e-commerce, indien bovenstaande vereisten kunnen vervuld worden met een relatief compact en goedkoop systeem. Met dit project proberen de onderzoekseenheden Toegepaste Natuurkunde en Fotonica (TONA) van de Vrije Universiteit Brussel en TFCG Microsystemen van de Universiteit Gent een belangrijke bijdrage te leveren tot de ontwikkeling van compacte multi-view systemen. Deze beeldschermen moeten vierdimensionale lichtvelden kunnen creëren met een grote plaats- en hoekafhankelijke resolutie die weinig of niets afdoen van de belangrijke specificaties van de hedendaagse 2D visualisatiesystemen. We willen dit realiseren door belichting met LEDs, LCOS beeldmodulatoren en innovatieve micro-optische componenten met elkaar te combineren. De gecombineerde technologieën zijn actieve onderzoeksdomeinen voor het verbeteren van 2D visualisatiesystemen, waar de deelnemende onderzoekseenheden veelvuldig ervaring mee hebben. Organisaties: • Toegepaste Natuurkunde en Fotonica
Onderzoekers: • Youri MEURET • HUGO THIENPONT
Compacte projectiesystemen met licht emitterende diodes voor de generatie van driedimensionale beelden met hoge resolutie, brede kijkhoek en hoge lichtopbrengst. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De hoofdbedoeling van dit project situeert zich rond het onderzoeken van compacte projectiesystemen met hoge resolutie, grote kijkhoek en hoge helderheid om een te visualiseren voorwerp driedimensionaal weer te geven. De beeldinformatie die hierbij overgebracht moet worden bestaat uit meerdere opnames van het geassocieerde 4D lichtveld. Voor een waarheidsgetrouwe 3D beeldervaring is zowel een hoge 2D spatiale als 2D angulaire resolutie noodzakelijk. Hierdoor genereert het projectiesysteem dezelfde informatie als wat de ogen opvangen wanneer die een reëel voorwerp bekijken. Dit zal bij de kijkers, ongeacht hun positie, de illusie opwekken dat ze doorheen een transparant scherm de wereld
aanschouwen, zoals we die elke dag waarnemen. De verwachte wetenschappelijke doorbraken gedurende dit project in het gebied van 3D visualisatiesystemen, zijn het realiseren van een compact projectiesysteem met LEDs als lichtbron dat 4D lichtvelden genereert met een hoge resolutie, binnen een grote kijkhoek en met hoge helderheid. Dit zal praktisch verwezenlijkt worden vanuit een gecombineerde aanpak via simulaties en het bouwen van een demonstrator. Het onderzoek zal gerealiseerd worden door Lawrence Bogaert aan de onderzoekseenheid Toegepaste Natuurkunde en Fotonica (TONA) van de Vrije Universiteit. Organisaties: • Toegepaste Natuurkunde en Fotonica
Onderzoekers: • HUGO THIENPONT
Compacte representatie van biomedische signalen. KU Leuven Abstract: Spaarsheid of ijlheid vermindert het rekenwerk, het geheugengebruik en de gegevenscommunicatie. Het is een vereiste bij het gebruik van een verhoogd aantal gesofisticeerde informatieverwerkende toestellen. Het toenemend gebruik van biomedische meettechnieken (vb. EEG, fMRI, EMG, MRI, Magnetische Resonantie Spectroscopie (MRS), Nabij-Infrarood (NIR)) voor dediagnose en opvolging van menselijke ziektes vereist noodzakelijkerwijze datacompressie om de gegevensstroom te beheersen. Om de juiste relevante informatie te ontfutselen moeten de biomedische datasets spaars voorgesteld worden in een contextafhankelijke basis. Deze basis is echter in het algemeen niet gekend. Computer algebraïsch onderzoek in vergelijkbare spaarse modellen en technieken legt hierbij de grondslag voor een kruisbestuiving. Het objectief van dit project is bijgevolg:1. Identificatie van de meest geschikte basissen waarin elk van de verschillende biomedische signalen spaars wordt voorgesteld en de berekening van de bij Organisaties: • Afdeling ESAT - STADIUS
Onderzoekers: • Sabine Van Huffel
Compacte representatie van biomedische signalen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Computationele wiskunde
Onderzoekers: • Annie Cuyt
Comparatief onderzoek naar de invloed van lokale, regionale en internationale politieke structuren op stadsontwikkeling. KU Leuven Abstract: De ontwikkeling van een stad wordt bepaald door verschillende factoren die op verschillende niveaus werkzaam zijn. Het is de wisselwerking van deze factoren en niveaus die de uiteindelijke ontwikkeling zullen bepalen. In dit onderzoek is het de bedoeling om de achterliggende politieke structuren te analyseren en te onderzoeken of en op welke manier deze de stadsontwikkeling beïnvloeden. Het onderzoek zal een combinatie zijn vankwantitatief en kwalitatief onderzoek. Zo kunnen bestaande databanken (zoals bijvoorbeeld de "democratie-index" van Freedomhouse) gekoppeld worden aan gegevens rond stadsontwikkeling. Het kwalitatief luik zal dan een meerwaarde bieden aan het kwantitatief gedeelte, daar het cijfermatigegegevens in een bredere en genuanceerdere context kan plaatsen. Op basis van bestaande literatuur zullen de selectiecriteria voor de te onderzoeken (buitenlandse) steden worden bepaald. Dit onderzoek zal trachten bij te dragen aan de inzichten over factoren die de ontwikkeling van Organisaties: • Afdeling Geografie
Onderzoekers: • Maarten Loopmans • Valerie De Craene
Comparatieve metagenoom- en transcriptoomstudie van planktongemeenschappen in de oceaan: van virussen tot vislarven Vrije Universiteit Brussel Abstract: We zullen een combinatie maken van een op orthologie gebaseerde functie met multivariate statistiek, clustering en netwerk vertegenwoordigingen om gegevens te analyseren die uit monsters genomen werden van verschillende diepten over de oceanen door het Tara Oceans project waarbij Prof. Raes' lab betrokken is. Aangezien plankton essentieel is voor de mariene voedselketen, zal dit project ons dichter brengen bij het begrijpen van de biogeochemische cyclussen van onze planeet. Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • Jeroen RAES • Gipsi LIMA MENDEZ
Comparative Analysis of Educational Policies and their Outcomes KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Onderwijseffectiviteit en -evaluatie
Onderzoekers: • Sarah Gielen • Hanne Damen
Comparative Analysis of Vietnamese Foreign Policy towards Multilateral Cooperative For a the cases of ASEM and APEC, and the Implications forthe EUs Structural Foreign Policy KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties:
• OE LINES
Onderzoekers: • Stephan Keukeleire • Trong Giang Do
Comparative connectivity of demersal fish from the Southern Ocean KU Leuven Abstract: The marine ecosystem of the Southern Ocean is to a large extent influenced by the dynamics of the physical environment and the life cycle of polar fishes is intimately linked to it. Especially larval survival plays a critical role. For example an extended larval stage increases the chances of predation and dispersal by the currents. Nevertheless, organisms manage to maintain their populations. This suggests that the life cycle is adapted to avoid predators and that larvae stay close to the spawninggrounds through homing. Hypotheses on connectivity dynamics will be tested through a combination of genetic profiling and IBM models. During the first research year emphasis will be put on the collection of samples during polar expeditions. Later on the population structure will be analysed with species-specific genetic markers. Organisaties: • Faculteit Wetenschappen
Onderzoekers: • Filip Volckaert • Henrik Christiansen
Comparative Genomics of industrial yeasts KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Centr. Microbiële en Plantengenetica
Onderzoekers: • Kevin Verstrepen • Brigida Gallone
Comparative regionalism: issues of European integration compared to other regional integration projects. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de opdrachtgever. UA levert aan de opdrachtgever de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Instituties en Meerlagige Politiek (ACIM)
Onderzoekers: • Peter Bursens
Comparative study of expressions of dissatisfaction in Japanese, Chinese and English KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Japanse Studies Leuven
Onderzoekers: • Willy Vande Walle • N. N.
Comparative Study of Modern Chinese Architectural Heritage Conservationbased on Perspectives of International Cultural Identity KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Architectuur en Maatschappij
Onderzoekers: • Thomas Coomans de Brachène
Comparative study of the therapeutic potentiel of stem cells in GRMD dogs.nbsp;nbsp; KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Stamcelbiologie en Embryologie
Onderzoekers: • Maurilio Sampaolesi
Comparative Welfare State Analysis KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Centrum voor Sociologisch Onderzoek
Onderzoekers: • Wilhelmus van Oorschot • Greta Mackonyte
Comparative Welfare State Analysis KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Centrum voor Sociologisch Onderzoek
Onderzoekers:
• Wilhelmus van Oorschot • Adeline Otto
Comparing and explaining the effects of organizational autonomy in the public sector KU Leuven Abstract: Hoewel de hoogdagen van New Public Management(NPM) ver achter ons liggen, blijft het één van de meest bekende doctrines dieeen grote impact heeft gehad op hervormingen in diverse OECD landen. Eén van dekernideeën van NPM bestaat erin dat welbepaalde publieke taken wordenovergedragen aan een organisatie die op afstand staat van de kernoverheid, endie deze taak met een bepaalde mate van vrijheid of autonomie uitvoert. Dekeerzijde van de medaille is wel dat managers gemakkelijker ter verantwoordingmoeten kunnen geroepen worden, bv. door hen te evalueren op prestaties(resultaatsturing) via beheersovereenkomsten of prestatiecontracten. Op dezemanier werd gepoogd een stimulerende omgeving te creëren gelijkend op die in deprivate sector, wat zou leiden tot een innovatievere en efficentere overheid.Naast het geven van meer autonomie benadrukt NPM dus dat resultaatsturing nodigis. Vaak gaat het hierbij over ex post sturing waarbij afspraken gemaakt wordenrond wat er gepresteerd moet worden en w Organisaties: • OE Instituut voor de Overheid
Onderzoekers: • Koen Verhoest • Geert Bouckaert • Jan Wynen
Comparing regionality and sustainability in Pisidia, Boeotia, Picenum and NW Gaul between Iron and Middle Ages (1,000 BC - AD 1,000). KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Archeologie Leuven
Onderzoekers: • Jeroen Poblome • Gert Verstraeten
Comparing technology cultures in urban DR Congo (1960-present): Kinshasa, Kikwit and Lubumbashi. KU Leuven Abstract: <SPAN lang=NL style="FONT-SIZE: 10pt; FONT-FAMILY: Arial; br: 'Times New Roman'; mso-ansi-language: NL; mso-fareast-language: EN-US; mso-bidi-language: AR-SA"> FONT-FAMILY: Arial; br: 'Times New Roman'; mso-ansi-language: NL; mso-fareast-language: EN-US; msobidi-language: AR-SA">Het project beoogt een team op te starten dat etnografisch onderzoek uitvoert naar de dialectiek van technologische infrastructuur en postkolonialiteit in drie steden in de Democratische Republiekvan Congo(1960-heden): informatietechnologieën in Kikwit, medische technologieën in Kikwit en energie-gerelateerde technologieën in Lubumbashi. Het team (PI, 2 PhD studenten, 2 postdocs, en 2 senior onderzoekers) wil een beter inzicht verkrijgen in (a) hoe lokale en globale politiekde materiele vormen van technologie entechnologie-gebruik in stedelijk Afrika heeft beïnvloed sedert de onafhankelijkheid tot vandaag; (b) hoe technologische infrastructuren de ervaring van het stedelijke vormgeven/vormgegeven hebben i Organisaties: • OE Instituut voor Antropologie in Afrika
Onderzoekers: • Katrien Pype
Comparison of impact of high pressure processing and pulsed electric fields processing on plant-based food systems KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Centr. Levensmidd.- & Microb. Technol.
Onderzoekers: • Ann Van Loey • N. N.
Comparison of multivariate calibration methods Vrije Universiteit Brussel Abstract: Vergelijken van multivariate calibratietechnieken en updaten van PLS modellen Organisaties: • Analytische Scheikunde en Farmaceutische Technologie
Onderzoekers: • Yvan VANDER HEYDEN
Comparison of police forces in Great Britain, Denmark, Belgium and The Netherlands Universiteit Gent Abstract: In het kader van een internationaal vergelijkend onderzoek naar de politiesterkte in het Verenigd Koninkrijk, Denemarken, België en Nederland (opgedragen en gefinancierd door Politie en Wetenschap), geeft onze bijdrage een inzicht in de capaciteit van de Belgische politie in 2005 en 2008. Het numeriek materiaal, gebaseerd op de morfologie van de politiediensten, wordt uitgebreid besproken en gekaderd binnen de Belgische politiestructuur. Organisaties: • Vakgroep Strafrecht en criminologie
Onderzoekers: • Paul Ponsaers
Compartimentalisatie in laminopathiemodellen: structuur-functie analyse met behulp van intelligente beeldacquisitie en locatie-proteomics Universiteit Gent Abstract: Onderzoek naar de invloed van lamine mutaties op de celfunctie in de context van verouderngsziekten (laminopathieën). Meer specifiek, wordt de intracellulaire compartimentalisatie en spatiotemporele dynamiek van signaalmoleculen bestudeerd met geavanceerde mircoscopische visualisatiemethoden en moleculair-biochemische analyses. Het doel is een mechanistisch verband vast te stellen tussen structurele defecten en celfunctie om een fundamenteel inzicht te verkrijgen in de ontwikkeling van deze ziekten.
Organisaties: • Vakgroep Moleculaire biotechnologie
Onderzoekers: • Els Van Damme
Compassion and Sympathy: Schopenhauer and his Critics. Towards Retrieving Schopenhauers Perspective on Mitleid (Compassion) as the Metaphysical Foundation of Ethics. KU Leuven Abstract: Schopenhauer#s perspective on Mitleid (compassion) articulates a voluntaristic virtue ethics that is founded on metaphysical monism. The moral significance of Mitleid is viewed as the seeking of the well-being of others, which stems from a response to the apprehension of their sufferingengendered by human egoistic agency. The metaphysical relevance of Schopenhauer#s perspective on Mitleid lies in the fact that it essentially underscores the notion of the oneness of Being and especially, the notionof common humanity against the evil consequences of individualism whichsome consider to be the bane of modernity. Despite the general relevance of the phenomenon of compassion to ethics, inadequate conceptions of compassion by Schopenhauer#s critics tend to diminish its ethical import.Hence, a question that deserves much attention in this research is how valid is Schopenhauer#s perspective on Mitleid as the metaphysical foundation of ethics given these criticisms. Of particular interest are th Organisaties: • OE Metafysica, Godsdienst- & Cultuurfil.
Onderzoekers: • William Desmond • Michael Nwokocha
Compensation committee social ties. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Accountancy Leuven
Onderzoekers: • Liesbeth Bruynseels • Rianne Pronk
Compensation method for an array of EMI near-field probes KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling ESAT - TELEMIC
Onderzoekers: • Guy Vandenbosch • Davy Pissoort • Tim Claeys
Compensatoire mechanismen voor de gestoorde motorische controle bij de ziekte van Parkinson: inzicht in de relatie tussen cueing, cognitie en de onderliggende hersenactiviteit. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Freezing is een episodische en onwillekeurig optredende fase vanblokkering van stappatroon van personen met de ziekte van Parkinson (PD) optredend bij ongeveer 50% van de patiënten. Het globale onderzoeksproject (in samenwerking tussen KUL en VUB) poogt een bijdrage te leveren aan de ontrafeling van het onderlinge mechanisme van freezing. De VUB-onderzoeksgroep (samenwerking tussen revalidatiewetenschappen en cognitievepsychologie) heeft als doel: 1)nagaan of een verschil bestaat tussen het executief functioneren van freezers en non-freezers, 2) het effect nagaan van een dubbeltaak en cueing in een voorspelbare vingerbewegingtaak om het voorkomen van freezing in de bovenste ledematen na te gaan, 3) het effect nagaan van een dubbeltaak op het leren van een ieuwe motorische sequentie bij freezers en nonfreezers. Het neuropsychologisch profiel van freezers en non-freezers wordt bestudeerd aan de hand van conventionele neuropsychologische tests (SCOPA-COG, Stroop color-word test, TOWER of London, Controlled word association test) en de mogelijkheid tot het leren van een motorische sequentie aan de hand van een seriële reactietijd taak (naar Nissen & Bullemer, 1987) met een gekende en een ongekende sequentie en als een enkelvoudige of met het tellen van akoestische tonen als dubbeltaak. Organisaties: • Experimentele en Toegepaste Psychologie
Onderzoekers: • ERIC SOETENS
Compensatoire mechanismen voor de gestoorde motorische controle bij de ziekte van Parkinson: inzicht in de relatie tussen Cueing, cognitie en de onderliggende hersenactiviteit. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Freezing is een episodische en onwillekeurig optredende fase vanblokkering van stappatroon van personen met de ziekte van Parkinson (PD) optredend bij ongeveer 50% van de patiënten. Het globale onderzoeksproject (in samenwerking tussen KUL en VUB) poogt een bijdrage te leveren aan de ontrafeling van het onderlinge mechanisme van freezing. De VUB-onderzoeksgroep (samenwerking tussen revalidatiewetenschappen en cognitievepsychologie) heeft als doel: 1)nagaan of een verschil bestaat tussen het executief functioneren van freezers en non-freezers, 2) het effect nagaan van een dubbeltaak en cueing in een voorspelbare vingerbewegingtaak om het voorkomen van freezing in de bovenste ledematen na te gaan, 3) het effect nagaan van een dubbeltaak op het leren van een ieuwe motorische sequentie bij freezers en nonfreezers. Het neuropsychologisch profiel van freezers en non-freezers wordt bestudeerd aan de hand van conventionele neuropsychologische tests (SCOPA-COG, Stroop color-word test, TOWER of London, Controlled word association test) en de mogelijkheid tot het leren van een motorische sequentie aan de hand van een seriële reactietijd taak (naar Nissen & Bullemer, 1987) met een gekende en een ongekende sequentie en als een enkelvoudige of met het tellen van akoestische tonen als dubbeltaak. Organisaties: • Motorische Revalidatie en Kinesitherapie
Onderzoekers: • ERIC KERCKHOFS
Compensatoire mechanismen voor de gestoorde motorische controle bij de ziekte van Parkinson: studie van de relatie tussen cueing, cognitie en onderliggende hersenactiviteit.
Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project tracht het compensatoire mechanisme voor de gestoorde motorische controle in PD beter te begrijpen. De centrale hypothese is dat de motorische problemen inherent aan freezing kunnen beïnvloed worden door cues, aandacht en executieve functie, factoren die op elkaar inwerken. Veranderingen in gedrag en neurale rekrutering tengevolge van compensatie zal onderzocht worden in 4 gerelateerde studies: 1. Studie 1 onderzoekt de veranderingen ten gevolge van cueing en dubbeltaken tijdens het gaan en het uitvoeren van een 180° draai. (KUL AN, KD, WV) 2. Studie 2 onderzoekt de effecten van cueing en dubbeltaken op een manuele coördinatietaak. (KUL AN, SS) 3. Studie 3 wil de contributie van de hypo- en hyperactieve hersenregio's onderzoeken tijdens cueing en dubbeltaken met fMRI-analyse (functional Magnetic Resonance Imaging). (KUL SS, AN, WV) 4. Studie 4 wil inzicht verschaffen in de cognitieve aspecten van compensatie in freezers en niet-freezers, door het bestuderen van het neuropsychologisch profiel van beide groepen en de relatie met hun prestatie op een SRT-taak met en zonder cues en dubbeltaken. (VUB ES, EK, ND) Organisaties: • Motorische Revalidatie en Kinesitherapie • Biometrie en Biomechanica • Cognitieve en Biologische Psychologie
Onderzoekers: • ERIC KERCKHOFS • ERIC SOETENS • Natacha DEROOST
Compensatorische inspanning en invloed op cognitieve vaardigheid bij angstige mensen. Universiteit Gent Abstract: Het doel van dit project is om beter te bepalen en in kaart te brengen (aan de hand van standaard EEG/ERP methoden) de manier waarop trek angst (cognitieve vaardigheid beïnvloedt door veranderingen in de manier waarop inspanningen worden gedaan. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Ernst Koster • Gilles Pourtois
Competentiegerichte stembegeleiding bij studenten lerarenopleiding. KU Leuven Abstract: De stem van de leraar als beroepsspreker is een werkinstrument dat levenslang moet kunnen worden ingezet zonder gezondheidsrisico's. Vanuit wetenschappelijk/klinisch onderzoek neemt de aandacht voor de lerarenstem sterk toe. Het doel is steeds het voorkomen van stemproblemen inclusief de sociale, organisatorische, financiële en persoonlijke gevolgen. Toch zijn initiatieven die een goede vorming van de lerarenstem tijdens de opleiding beogen zo goed als onbestaande. In dit project ontwikkelen partners uit verschillende types lerarenopleidingen het kader om destudent leraar een degelijke stemvorming te geven. Stemdoelstellingen worden geïntegreerd in de competenties van de opleiding, het volledige lerarenteam wordt gedifferentieerd ingezet en daartoe gesensibiliseerd, materialen worden ontwikkeld voor een begeleiding van de inputen outputvaardigheden van de stem zowel op groeps- als op individueel niveau, een netwerk wordt geïnitieerd met klinische professionelen voor doorverwijzingen Organisaties: • Experimentele Oto-rino-laryngologie
Onderzoekers: • Wivina Decoster
Competentiemanagement in het hoger onderwijs Hogeschool Gent Abstract: In het kader van een succesvol personeelsmanagement vormt de vraag naar competentiemanagement in een hogeschool een belangrijke uitdaging. Het opzet van dit project is te onderzoeken op welke wijze competentiemanagement kan ingevoerd worden in een hogeschool, rekening houdend met de typische onderwijscultuur van deze organisaties. Dit beantwoordt ons inziens aan een vraag bij leidinggevenden om op een verantwoorde wijze om te gaan met de competenties van hun medewerkers. Maar ook de medewerker zelf is naar onze mening vragende partij om meer gestuurd en aangemoedigd te worden om zijn eigen competenties te ontwikkelen en bij te dragen tot het succes van het departement. Het onderzoeksproject gaat bijgevolg over de invoering van competentiemanagement. Hoe kan mogelijkerwijze competentiemanagement worden ingevoerd en welke systemen kunnen worden toegepast. Welke stappen moeten worden ondernomen en hoe kunnen medewerkers maximaal betrokken worden en voor zichzelf een belangrijke meerwaarde ontdekken in het competentiemanagement. Organisaties: • Departement Sociaal-agogisch werk • Departement Handelswetenschappen en Bestuurskunde • Vakgroep Management en Organisatie
Onderzoekers: • Alex Vanderstraeten
Competentieontwikkeling in het kader van onderwijs aan leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften Universiteit Gent Abstract: Onderwijsbehoeften Competentieontwikkeling in het kader van onderwijs aan leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. vzw SNPB Organisaties: • Vakgroep Orthopedagogiek
Onderzoekers: • Geert Van Hove
Competitie in de grammatica KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract
Organisaties: • OG ComForT Brussel
Onderzoekers: • Guido Vanden Wyngaerd
Competitie tussen handelsplatformen. KU Leuven Abstract: Het onderzoeksproject onderzoekt in detail de gevolgen van competitie tussen traditionele beurzen en alternatieve handelsplatformen, met de focus op dark liquidity pools (DLPs), opake handelsplatformen voor financiële activa. Beide types platformen concurreren voor orders vanhandelaars, maar in recente jaren kennen zulke DLPs een steeds toenemend succes. In een eerste deel analyseren we in een omgeving van asymmetrische informatie de gevolgen van deze competitie voor het prijszettingsgedrag van de dealer en de strategieën van handelaars voor het indienen van orders.nbsp;We karakteriseren de impact op de liquiditeit, prijsontdekking (price discovery) en veerkracht (resiliency) van de markt. Tevens kijken we naar beleidsimplicaties door het analyseren van verschillende soorten beleidskeuzes door een toezichthouder. In een tweede deel ontleden we de verschillen tussen DLPs die eigendom zijn van een traditionele beurs versus deze die behoren tot een onafhankelijke partij. We kijken in welk Organisaties: • OG Finance Leuven
Onderzoekers: • Gunther Wuyts • Geoffrey Tombeur
Competitieve adsorptie van koolwaterstoffen en polaire componenten. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Voor het opmeten van vloeistoffaze evenwichten en multicomponent interacties in reactiecondities zijn conventionele methodes vrijwel onbruikbaar. Chromatografie is zowat de enige techniek die nog bruikbaar is in deze extreme condities en in aanwezigheid van een hoge druk aan waterstof. Daarom zal in het kader van dit FWO project een aangepaste LC-MS opstelling worden opgebouwd. Toch blijft de interpretatie van GC/LC/MS proeven met isotopen of in perturbatie moeilijk en indirect. Daarom zou aansluitend hierbij een "desorptie-evenwichtsapparaat" worden gebouwd. Hierbij wordt het adsorbent eerst in evenwicht gebracht met een complex mengsel en dan alles gedesorbeerd door temperatuurverhoging en/of gasflow en het gedesorbeerde mengsel geanalyseerd. Het enige commerciële apparaat kost 25 MF, omdat het ook andrer functies heeft die we hier niet nodig hebben. In het bijzonder voor coadsorptie van water en KWS is deze werkwijze geschikt. Organisaties: • Chemische Ingenieurstechnieken en Industriele Scheikunde
Onderzoekers: • GINO BARON
Competitieve omzettingen van koolwaterstoffen in de vloeistoffase over bifunctionele zeolietkatalysatoren. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Katalytisch kraken en hydrokraken met zeolietkatalysatoren vormen het hart van de petroleumraffmage. In deze kraakprocessen bestaat de voeding uit ingewikkelde mengsels van koolwaterstofcomponenten. Omwille van de moleculaire dimensies van de zeolietkooien en kanalen worden in dergelijke mengsels de relatieve reactiviteiten van individuele componenten en deselectiviteit van hun omzettingen sterk be~nvloed door de overige componenten. Ook de hoge druk van H2 in sommige processen speelt een rol. Deze competities en synergieen situeren zich op het niveau van diffusie, adsorptie zowel als reactie [1]. Deze effecten kunnen niet worden voorspeld uitgaande van kinetische experimenten met enkelvoudige componenten. Daarenboven zijn deze competities afhankelijk van de zeolietstructuur, van de concentraties in de porien, en van de aggregatietoestand van de koolwaterstof (damp of vloeistof).Het spreekt voor zich dat het beheersen van deze effecten essentieel is in de sturing van katalytische petrochemische processen naar de gewenste producten, en voor het ontwikkelen van verbeterde processen. Het controleren van de relatieve reactiviteit of zelfs het mogelijk omkeren van relatieve reactiviteiten zoals eenmaal vermeld in de litteratuur voor een mengsel van C6 en C16 alkanen [1]heeft zeer vele potentiele toepassingen zoals de gelijktijdige skeletisomerisatie van weinig vertakt aLkanen in benzinefracties voor het opdrijven van het octaangetal, het selectief wegkraken van ongewenste fracties, etc. Het noodzakelijke fundamentele inzicht in deze competitie mechanismen ontbreekt echter op dit ogenblik en zal worden verworven in het voorgestelde project. Het C.O.K. heeft een lange onderzoekstraditie in het domein van de synthese en karakterisatie van zeolieten en hun katalytische toepassingen, en in het bijzonder met de hydrokraking en hydro-isomerisatie van modelkoolwaterstoffen. Katalytische hydrokraak experimenten werden uitgevoerd bijdrukken van 1 tot 20 bar, temperaturen van 150 tot 400¡C, koolwaterstoffen met 6 tot 17 C atomen en waterstof tot koolwaterstof verhoudingen van 7 tot 500, condities waarbij de koolwaterstoffen zich in de dampfaze bevinden. De mengsels van reactieproducten worden geanalyseerd met GC en GC/MS. Dit onderzoek heeft geleid tot het vastleggen van de complexe reactienetwerken voor isomerisatie en hydrokraken [2] en tot het verstaan van de moleculaire vormselectieve effecten, zijnde de sterische beinvloeding van diffusie, adsorptie en reactie in de nauwe porien van de zeoliet [3].CHIS heeft een lange ervaring op het vlak van adsorptie in gasfaze, zowel scheidingsprocessen als heterogene katalyse, vooral op zeoliet adsorbenten en katalysatoren, en in het bijzonder voor koolwaterstoffen. Zo werden m het verleden multicomponent adsorptie-evenwichten en diffusieeigenschappen opgemeten voor een brede waaier van materialen en componenten. Meer recent werd vooral aandacht besteed aan adsorptie en diffusie van koolwaterstoffen in reactie-omstandigheden (tot 400¡C en 50 bar), vooral in de gasfaze [4], en slechts beperkt in de vloeistoffaze. Het laboratorium beschikt tevens over chromatografische, gravimetrische en volumetrische adsorptie-apparatuur. Er is ook reeds uitgebreide ervaring met isotopen-tracerchromatografie in gasfaze [5] en chromatografie in de vloeistoffaze met refractometrische detectie voor de bepalmg van transport en adsorptie evenwichten oxidatiekatalysatoren en membranen [6, 7]. Tevens wordt gewerkt aan de ontwikkeling van modellenvoor warmte-, massatransport en adsorptie in koude start adsorbers voor katalytische autouitlaten. Via verschillende samenwerkingen met theoretici worden de experimentele resultaten gebruikt in de validatie van theoretische modellen [10]. Steeds wordt het werk de link gelegd tussen structuur samenstelling en eigenschappen van de materialen.In vorig gezamelijk onderzoek van de twee laboratoria in dit domein werd het fenomeen van de competities tussen componenten in mengsels voor reacties in de dampfaze en bij lage partieeldrukkenonderzocht. In onze studie werd hydroisomerisatie en hydrokraken van mengsels van alkanen over een ultrastabiele Y katalysator gekozen als modelsysteem (met deze componenten vertonen Y zeolieten geen vormselectieve effecten). Wij zijn erin geslaagd de bijdragen van diffusie, adsorptie en reacties tot de competities in mengsels te bepalen. In deze condities werken de katalysatoren zonder diffusielimitatieen ligt adsorptie/desorptie aan de basis van de complexe gedragingen van mengsels. De adsorptiekarakteristieken in het Henry-gebied werden opgemeten bij katalytische temperaturen met behulp van gaschromatografische methoden in CHIS, terwijl de katalytische experimenten in laboratoriumschaal reactoren werden uitgevoerd in het C.O.K. De omzettmg van een C6-C9 alkaan mengsel kon worden gemodelleerd met behulp van een multicomponent adsorptie-reactie schema. De bevoordeelde omzetting van de zwaarste componenten in het mengsel is voornamelijk te wijten aan preferentiele fysisorptie, eerder dan aan verschillen in intrinsieke reactiviteiten, welke zoals uit het model bleek, vrij constant waren. Uit experimentele metingen van het fysisorptiegedrag van lineaire en vertakte alkanen werden algemene relaties opgesteld die nu toelaten de omzetting van mengsels in de dampfaze te modelleren en te voorspellen [9]. Deze proeven leveren dus ook de intrinsieke reactiesnelheden en mteractie energie van moleculen met de actieve sites. Dit laat toe de theoretische modellen te valideren. Industriele processen grijpen plaats bij hoge druk en in de vloeistoffaze of meer bepaald driefazige condities (zogenaamde 'trickle bed'). Het is duidelijk dat het multicomponent adsorptie-reactie model voor dampfazecondities, ontwikkeld ons vorig onderzoek, niet van toepassing is voor dergelijke systemen. Dit project heeft als doel om voor reacties over zeolietkatalysatoren in de vloeistoffaze de mechanismen van competitie of synergie tussen de individuele componenten te achterhalen, de relevante diffusie, adsorptie en
reactiekarakteristieken op te meten enmulticomponent diffusie-adsorptie-reactie modellen on te stellen voor dergelijke omstandigheden. 4 Er werd tot op heden in het algemeen weinig aandacht geschonken aan het adsorptiegedrag van koolwaterstoffen ann zeolieten in de vloeistoffase. Het vastleggen van deze wetmatigheden is op zich reeds een wetenschappelijke uitdaging, daar noch de experimentele technieken, noch de theoretische modellen voor adsorptie in deze condities beschikbaar zijn, en dit is niet verwonderlijk gelet op de extreme experimentele omstandigheden. Wij zijn waarschijnlijk de eersten om dergelijke metingen te hebben verricht. Literatuurgegevens over hydrokraakexperimenten in de vloeistoffaze met zuivere componenten en hun synthetische mengsels zijn eveneens schaars. Als vertrekpunt voor dit onderzoek wordt de ultrastabiele Y zeoliet gekozen omwille van de uitgebreide ervaring met dit materiaal en zijn mdustriele relevantie. In een later stadium zal het werk worden uitgebreid naar zeolieten met nauwere porien en met uitgesproken vormselectieve werking. Uit preliminaire metingen in de vloeistoffaze weten we dat het gedrag voor brede of nauwe porien zeer verschillend is.Planning van het onderzoek Dit onderzoek vergt een multidisciplinaire aanpak en een combinatie van de expertises aanwezig in de twee laboratoria. De onderzoeksinspanning kan worden opgedeeld in de volgende taken: Taak 1: Synthese en karakterisatie van zeolietkatalysatoren (C.O.K.) Het C.O.K. beschikt over infrastructuur voor de aanmaak van hoeveelheden tot 100 g aan zeolieten. Voor de studie van adsorptie en diffusie in katalytische condities dient in deze zeolieten de zuurheid geneutraliseerd, bijvoorbeeld door uitwisseling met natrium. Uit vorig onderzoek is gebleken dat gedealumineerde stalen soms direct bruikbaar zijn. De katalysatoren bestaan uit zure zeolieten met fijnverdeeld platina. Kritische parameters voor het goed functioneren van deze bifunctionele katalysatoren zijn de platinum belading en dispersie, en het aantal en sterkte van de zure plaatsen. Uit ons vorig werk is gebleken dat de balans tussen de twee functies afhankelijk is van de aard van de om te zetten voeding (paraffine, naphteen, aromaat) en het molecuulgewicht. In deze taak zullen katalysatoren worden gesynthetiseerd en gekarakteriseerd met behulp van het gebudgetteerde chemisorptietoestel (H2, CO, NH3, etc.) en bijgestuurd naargelang de katalytische performanties (taak 3). Taak 2: Opmeten van diffusie / transport en fysisorptie-evenwichten, adsorptieenthalpie en entropie voor model koolwaterstoffen (C.H.I.S) Voor het opmeten van vloeistoffaze evenwichten en multicomponent interacties in reactiecondities zijn conventionele methodes vrijwel onbruikbaar. Chromatografie is zowat de enige techniek die nog bruikbaar is in deze extreme condities en in aanwezigheid van een hoge drok aan waterstof. Daarom zal een aangepaste LC-MS opstelling worden opgebouwd. Hoewel LC-MS apparaten commercieel beschikbaar zijn, kunnen deze niet voor onze toepassing worden gebruikt. In conventionele systemen worden kleine hoeveelheden van een component in een overmaat van solvent gemeten, en het apparaat is hiervoor geoptimaliseerd. In ons geval wordt een LC kolom met het onderzochte adsorbent doorstroomd met een mengsel van koolwaterstoffen en waterstof onder zeer hoge druk en temperatuur. Hierin wordt dan een tracer geïnjecteerd (een component uit het mengsel, een andere component of een isotoop). Aan de uitgang van de kolom wordt een klein deel van het debiet dan afgesplitst en verdampt bij atmosferische druk. Een deel hiervan laat men dan via een capillair in de MS die als analysator / detector dienst doet, en dus van hoge kwaliteit moet zijn. De massaspectrometer laat toe via de secundaire pieken de isotopen van elkaar te scheiden en ze specifiek te detecteren. De kolom bevind zich dan in de oven van de GC van de GC/MS. De GC/MS opstelling op zich laat ons dan ook toe proeven te verrichten bij hoge belading, doch in de gasfaze bij hoge druk, wat wat een alternatieve manier geeft om de gecondenseerde faze te bekijken in aanwezigheid van een overmaat waterstof. Hier is dan ook een isotoop nodig om de detectie nog mogelijk te maken. In een eerste faze zal deze apparatuur dus op punt gesteld worden (HPLC + Splitter + GC/MS). Volledige adsorptie-isothermen van koolwaterstoffen (C6-C10) op faujasieten en eventueel in een later stadium op zeolieten met andere poriensystemen zullen met grote nauwkeurigheid bij katalytische temperaturen opgemeten worden met behulp van isotooptracerchromatografie. De invloed van de zeolietbelading op de adsorptie-enthalpie en entropie zal bepaald worden. Competitieve adsorptie tussen de modelcomponenten zal bestudeerd worden en er zal nagegaan worden of de sterke preferentiele adsorptie van de zwaardere koolwaterstoffen uit mengsels zoals waargenomen in het Henry domein blijft bestaan bij hogere belading van de zeoliet en in de vloeistoffaze. Massaoverdrachtsbeperkingen zullen ook bepaald worden bij hogere zeolietbeladingen. Verder zal met deze techniek nagegaan worden hoe waterstof bij hoge partieeldrukken het multicomponent adsorptiegedrag bemvloedt.Taak 3: Hydrokraakexperimenten in de vloeistoffaze met enkelvoudige componenten en hun mengsels (C.O.K.) De katalytische experimenten zullen worden doorgevoerd in een door het technisch personeelslid te bouwen hoge druk microreactor (max. 200 bar) waarvan het reactorvolume om veiligheidsredenen wordt gereduceerd tot een fractie van een ml. Om analytische redenen zal de voeding bestaan uit relatief lichte modelkoolwaterstoffen (C6-C10) on-line analyseerbaar met GC. Deze experimentele gegevens vormen de basis voor het modelleerwerk in Taak 4. Modelleren van het diffusie-adsorptie-reactie gedrag van enkelvoudige componenten en hun mengsels (C.H.I.S.) Uit de relatie tussen zeolietbeladmg en adsorptie-enthalpie en entropie zal beter begrepen worden hoe de koolwaterstoffen met elkaar en met het zeoliet krachtveld interageren. Deze informatie is van cruciaal belang om de competitie tussen verschillende koolwaterstoffen te interpreteren en te modelleren. Met behulp van de nodige thermodynamische parameters zullen isothermen van zuivere modelcomponenten gemodelleerd worden met adequate theoretische modellen. Op basis van de binaire adsorptie-isothermen en de vloeistoffaze adsorptiemetingen zal getracht worden om een algemeen model op te stellen dat toelaat om multicomponentadsorptie in een breed werkingsdomein te voorspellen. Hier moeten zelfs nog de fundamentele thermodynamische relaties worden opgesteld om de resultaten correct voor te stellen. Ook de aanwezigheid van grote hoeveelheden opgeloste waterstof zullen moeten worden gemodelleerd. Naast het modelleren van het adsorptie-evenwicht, zal multicomponent massa-overdracht in het model misschien moeten geincorporeerd worden. Het gelumpte kinetische model dat m de vorige onderzoeksfase opgesteld werd, zal verder uitgebreid worden en samen met de adsorptie- en diffusievergelijkingen in een algemeen programma geimplementeerd worden. Uit modelfitting met de experimentele katalytische data bekomen in taak 3 (gebruik makend van de adsorptieparameters bekomen in taak 2) en processimulatie, kunnen dan de relevante kmetische parameters bepaald worden. Deze modellermg moet toelaten om een dieper inzicht te verwerven in de interacties en synergieeffecten die optreden in reele multicomponentsystemen en kan uiteindelijk leiden, door het handig exploiteren van deze effecten, tot betere katalysatoren, een betere procescontrole en het ontwikkelen van nieuwe en betere processen. Organisaties: • Chemische Ingenieurstechnieken en Industriele Scheikunde
Onderzoekers: • GINO BARON
Competitieve omzettingen van koolwaterstoffen in de vloeistoffase over bifunctionele zeolietkatalysatoren. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Bondige omshrijving van het voorgelegde project (maximum 3 bladzijden, en uitsluitend op dit formuliff) wetenschappelijke uiteenzetting van het programma dient ingeleid door een bondig overzicht (rnaximum 1 blz) van de vorige werkzaarnheden met betrekking tot onderhavige aanvraag Zo het voor U een nieuw te behandelen onderwerp is, omschnjf de mogelijkheden waarover uw dienst beschikt om dit onderzoek door te voeren Omschrijf de methodologie en de samenwerking en de coordinatie tussen de verschillende deelnemende onderzoekseenheden. Verwys naar de andere internationale literatuur.Situering van het project en aansluiting bij vorige werkzaamheden Katalytisch kraken en hydrokraken met zeolietkatalysatoren vormen het hart van de petroleumraffmage. In deze kraakprocessen bestaat de voeding uit ingewikkelde mengsels van koolwaterstofcomponenten. Omwille van de moleculaire dimensies van de zeolietkooien en kanalen worden in dergelijke mengsels de relatieve reactiviteiten van individuele componenten en deselectiviteit van hun omzettingen sterk be~nvloed door de overige componenten. Ook de hoge druk van H2 in sommige processen speelt een rol. Deze competities en synergieen situeren zich op het niveau van diffusie, adsorptie zowel als reactie [1]. Deze effecten kunnen niet worden voorspeld uitgaande van kinetische experimenten met enkelvoudige componenten. Daarenboven zijn deze competities afhankelijk van de zeolietstructuur, van de concentraties in de porien, en van de aggregatietoestand van de koolwaterstof (damp of vloeistof).Het spreekt voor zich dat het beheersen van deze effecten essentieel is in de sturing van katalytische petrochemische processen naar de gewenste producten, en voor het ontwikkelen van verbeterde processen. Het controleren van de relatieve reactiviteit of zelfs het mogelijk omkeren van relatieve reactiviteiten zoals eenmaal vermeld in de litteratuur voor een mengsel van C6 en C16 alkanen [1]heeft zeer vele potentiele toepassingen zoals de gelijktijdige skeletisomerisatie van weinig vertakt aLkanen in benzinefracties voor het opdrijven van het octaangetal, het selectief wegkraken van ongewenste fracties, etc. Het noodzakelijke fundamentele inzicht in deze competitie mechanismen ontbreekt echter op dit ogenblik en zal worden verworven in het voorgestelde project. Het C.O.K. heeft een lange onderzoekstraditie in het domein van de synthese en karakterisatie van zeolieten en hun katalytische toepassingen, en in het bijzonder met de hydrokraking en hydro-isomerisatie van
modelkoolwaterstoffen. Katalytische hydrokraak experimenten werden uitgevoerd bijdrukken van 1 tot 20 bar, temperaturen van 150 tot 400¡C, koolwaterstoffen met 6 tot 17 C atomen en waterstof tot koolwaterstof verhoudingen van 7 tot 500, condities waarbij de koolwaterstoffen zich in de dampfaze bevinden. De mengsels van reactieproducten worden geanalyseerd met GC en GC/MS. Dit onderzoek heeft geleid tot het vastleggen van de complexe reactienetwerken voor isomerisatie en hydrokraken [2] en tot het verstaan van de moleculaire vormselectieve effecten, zijnde de sterische beinvloeding van diffusie, adsorptie en reactie in de nauwe porien van de zeoliet [3].CHIS heeft een lange ervaring op het vlak van adsorptie in gasfaze, zowel scheidingsprocessen als heterogene katalyse, vooral op zeoliet adsorbenten en katalysatoren, en in het bijzonder voor koolwaterstoffen. Zo werden m het verleden multicomponent adsorptie-evenwichten en diffusie-eigenschappen opgemeten voor een brede waaier van materialen en componenten. Meer recent werd vooral aandacht besteed aan adsorptie en diffusie van koolwaterstoffen in reactieomstandigheden (tot 400¡C en 50 bar), vooral in de gasfaze [4], en slechts beperkt in de vloeistoffaze. Het laboratorium beschikt tevens over chromatografische, gravimetrische en volumetrische adsorptie-apparatuur. Er is ook reeds uitgebreide ervaring met isotopen-tracerchromatografie in gasfaze [5] en chromatografie in de vloeistoffaze met refractometrische detectie voor de bepalmg van transport en adsorptie evenwichten oxidatiekatalysatoren en membranen [6, 7]. Tevens wordt gewerkt aan de ontwikkeling van modellenvoor warmte-, massatransport en adsorptie in koude start adsorbers voor katalytische autouitlaten. Via verschillende samenwerkingen met theoretici worden de experimentele resultaten gebruikt in de validatie van theoretische modellen [10]. Steeds wordt het werk de link gelegd tussen structuur samenstelling en eigenschappen van de materialen.In vorig gezamelijk onderzoek van de twee laboratoria in dit domein werd het fenomeen van de competities tussen componenten in mengsels voor reacties in de dampfaze en bij lage partieeldrukkenonderzocht. In onze studie werd hydro-isomerisatie en hydrokraken van mengsels van alkanen over een ultrastabiele Y katalysator gekozen als modelsysteem (met deze componenten vertonen Y zeolieten geen vormselectieve effecten). Wij zijn erin geslaagd de bijdragen van diffusie, adsorptie en reacties tot de competities in mengsels te bepalen. In deze condities werken de katalysatoren zonder diffusielimitatieen ligt adsorptie/desorptie aan de basis van de complexe gedragingen van mengsels. De adsorptiekarakteristieken in het Henry-gebied werden opgemeten bij katalytische temperaturen met behulp van gaschromatografische methoden in CHIS, terwijl de katalytische experimenten in laboratoriumschaal reactoren werden uitgevoerd in het C.O.K. De omzettmg van een C6-C9 alkaan mengsel kon worden gemodelleerd met behulp van een multicomponent adsorptie-reactie schema. De bevoordeelde omzetting van de zwaarste componenten in het mengsel is voornamelijk te wijten aan preferentiele fysisorptie, eerder dan aan verschillen in intrinsieke reactiviteiten, welke zoals uit het model bleek, vrij constant waren. Uit experimentele metingen van het fysisorptiegedrag van lineaire en vertakte alkanen werden algemene relaties opgesteld die nu toelaten de omzetting van mengsels in de dampfaze te modelleren en te voorspellen [9]. Deze proeven leveren dus ook de intrinsieke reactiesnelheden en mteractie energie van moleculen met de actieve sites. Dit laat toe de theoretische modellen te valideren. Industriele processen grijpen plaats bij hoge druk en in de vloeistoffaze of meer bepaald driefazige condities (zogenaamde 'trickle bed'). Het is duidelijk dat het multicomponent adsorptie-reactie model voor dampfazecondities, ontwikkeld ons vorig onderzoek, niet van toepassing is voor dergelijke systemen. Dit project heeft als doel om voor reacties over zeolietkatalysatoren in de vloeistoffaze de mechanismen van competitie of synergie tussen de individuele componenten te achterhalen, de relevante diffusie, adsorptie en reactiekarakteristieken op te meten enmulticomponent diffusie-adsorptie-reactie modellen on te stellen voor dergelijke omstandigheden. 4 Er werd tot op heden in het algemeen weinig aandacht geschonken aan het adsorptiegedrag van koolwaterstoffen ann zeolieten in de vloeistoffase. Het vastleggen van deze wetmatigheden is op zich reeds een wetenschappelijke uitdaging, daar noch de experimentele technieken, noch de theoretische modellen voor adsorptie in deze condities beschikbaar zijn, en dit is niet verwonderlijk gelet op de extreme experimentele omstandigheden. Wij zijn waarschijnlijk de eersten om dergelijke metingen te hebben verricht. Literatuurgegevens over hydrokraakexperimenten in de vloeistoffaze met zuivere componenten en hun synthetische mengsels zijn eveneens schaars. Als vertrekpunt voor dit onderzoek wordt de ultrastabiele Y zeoliet gekozen omwille van de uitgebreide ervaring met dit materiaal en zijn mdustriele relevantie. In een later stadium zal het werk worden uitgebreid naar zeolieten met nauwere porien en met uitgesproken vormselectieve werking. Uit preliminaire metingen in de vloeistoffaze weten we dat het gedrag voor brede of nauwe porien zeer verschillend is.Planning van het onderzoek Dit onderzoek vergt een multidisciplinaire aanpak en een combinatie van de expertises aanwezig in de twee laboratoria. De onderzoeksinspanning kan worden opgedeeld in de volgende taken: Taak 1: Synthese en karakterisatie van zeolietkatalysatoren (C.O.K.) Het C.O.K. beschikt over infrastructuur voor de aanmaak van hoeveelheden tot 100 g aan zeolieten. Voor de studie van adsorptie en diffusie in katalytische condities dient in deze zeolieten de zuurheid geneutraliseerd, bijvoorbeeld door uitwisseling met natrium. Uit vorig onderzoek is gebleken dat gedealumineerde stalen soms direct bruikbaar zijn. De katalysatoren bestaan uit zure zeolieten met fijnverdeeld platina. Kritische parameters voor het goed functioneren van deze bifunctionele katalysatoren zijn de platinum belading en dispersie, en het aantal en sterkte van de zure plaatsen. Uit ons vorig werk is gebleken dat de balans tussen de twee functies afhankelijk is van de aard van de om te zetten voeding (paraffine, naphteen, aromaat) en het molecuulgewicht. In deze taak zullen katalysatoren worden gesynthetiseerd en gekarakteriseerd met behulp van het gebudgetteerde chemisorptietoestel (H2, CO, NH3, etc.) en bijgestuurd naargelang de katalytische performanties (taak 3). Taak 2: Opmeten van diffusie / transport en fysisorptie-evenwichten, adsorptie-enthalpie en entropie voor model koolwaterstoffen (C.H.I.S) Voor het opmeten van vloeistoffaze evenwichten en multicomponent interacties in reactiecondities zijn conventionele methodes vrijwel onbruikbaar. Chromatografie is zowat de enige techniek die nog bruikbaar is in deze extreme condities en in aanwezigheid van een hoge drok aan waterstof. Daarom zal een aangepaste LC-MS opstelling worden opgebouwd. Hoewel LC-MS apparaten commercieel beschikbaar zijn, kunnen deze niet voor onze toepassing worden gebruikt. In conventionele systemen worden kleine hoeveelheden van een component in een overmaat van solvent gemeten, en het apparaat is hiervoor geoptimaliseerd. In ons geval wordt een LC kolom met het onderzochte adsorbent doorstroomd met een mengsel van koolwaterstoffen en waterstof onder zeer hoge druk en temperatuur. Hierin wordt dan een tracer geïnjecteerd (een component uit het mengsel, een andere component of een isotoop). Aan de uitgang van de kolom wordt een klein deel van het debiet dan afgesplitst en verdampt bij atmosferische druk. Een deel hiervan laat men dan via een capillair in de MS die als analysator / detector dienst doet, en dus van hoge kwaliteit moet zijn. De massaspectrometer laat toe via de secundaire pieken de isotopen van elkaar te scheiden en ze specifiek te detecteren. De kolom bevind zich dan in de oven van de GC van de GC/MS. De GC/MS opstelling op zich laat ons dan ook toe proeven te verrichten bij hoge belading, doch in de gasfaze bij hoge druk, wat wat een alternatieve manier geeft om de gecondenseerde faze te bekijken in aanwezigheid van een overmaat waterstof. Hier is dan ook een isotoop nodig om de detectie nog mogelijk te maken. In een eerste faze zal deze apparatuur dus op punt gesteld worden (HPLC + Splitter + GC/MS). Volledige adsorptie-isothermen van koolwaterstoffen (C6C10) op faujasieten en eventueel in een later stadium op zeolieten met andere poriensystemen zullen met grote nauwkeurigheid bij katalytische temperaturen opgemeten worden met behulp van isotooptracerchromatografie. De invloed van de zeolietbelading op de adsorptie-enthalpie en entropie zal bepaald worden. Competitieve adsorptie tussen de modelcomponenten zal bestudeerd worden en er zal nagegaan worden of de sterke preferentiele adsorptie van de zwaardere koolwaterstoffen uit mengsels zoals waargenomen in het Henry domein blijft bestaan bij hogere belading van de zeoliet en in de vloeistoffaze. Massaoverdrachtsbeperkingen zullen ook bepaald worden bij hogere zeolietbeladingen. Verder zal met deze techniek nagegaan worden hoe waterstof bij hoge partieeldrukken het multicomponent adsorptiegedrag bemvloedt.Taak 3: Hydrokraakexperimenten in de vloeistoffaze met enkelvoudige componenten en hun mengsels (C.O.K.) De katalytische experimenten zullen worden doorgevoerd in een door het technisch personeelslid te bouwen hoge druk microreactor (max. 200 bar) waarvan het reactorvolume om veiligheidsredenen wordt gereduceerd tot een fractie van een ml. Om analytische redenen zal de voeding bestaan uit relatief lichte modelkoolwaterstoffen (C6-C10) on-line analyseerbaar met GC. Deze experimentele gegevens vormen de basis voor het modelleerwerk in Taak 4. Modelleren van het diffusie-adsorptie-reactie gedrag van enkelvoudige componenten en hun mengsels (C.H.I.S.) Uit de relatie tussen zeolietbeladmg en adsorptie-enthalpie en entropie zal beter begrepen worden hoe de koolwaterstoffen met elkaar en met het zeoliet krachtveld interageren. Deze informatie is van cruciaal belang om de competitie tussen verschillende koolwaterstoffen te interpreteren en te modelleren. Met behulp van de nodige thermodynamische parameters zullen isothermen van zuivere modelcomponenten gemodelleerd worden met adequate theoretische modellen. Op basis van de binaire adsorptie-isothermen en de vloeistoffaze adsorptiemetingen zal getracht worden om een algemeen model op te stellen dat toelaat om multicomponentadsorptie in een breed werkingsdomein te voorspellen. Hier moeten zelfs nog de fundamentele thermodynamische relaties worden opgesteld om de resultaten correct voor te stellen. Ook de aanwezigheid van grote hoeveelheden opgeloste waterstof zullen moeten worden gemodelleerd. Naast het modelleren van het adsorptie-evenwicht, zal multicomponent massa-overdracht in het model misschien moeten geincorporeerd worden. Het gelumpte kinetische model dat m de vorige onderzoeksfase opgesteld werd, zal verder uitgebreid worden en samen met de adsorptie- en diffusievergelijkingen in een algemeen programma geimplementeerd worden. Uit modelfitting met
de experimentele katalytische data bekomen in taak 3 (gebruik makend van de adsorptieparameters bekomen in taak 2) en processimulatie, kunnen dan de relevante kmetische parameters bepaald worden. Deze modellermg moet toelaten om een dieper inzicht te verwerven in de interacties en synergieeffecten die optreden in reele multicomponentsystemen en kan uiteindelijk leiden, door het handig exploiteren van deze effecten, tot betere katalysatoren, een betere procescontrole en het ontwikkelen van nieuwe en betere processen. Organisaties: • Chemische Ingenieurstechnieken en Industriele Scheikunde
Onderzoekers: • GINO BARON
Competition in Grammar KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG ComForT Brussel
Onderzoekers: • Guido Vanden Wyngaerd • Jolijn Sonnaert
Competition in the audit-market. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Accountancy Leuven
Onderzoekers: • Ann Gaeremynck • Marleen Willekens • Jeroen Vander Cruyssen
Competitive Advantage for Process-intensive industries by SCheduling with Heuristic-EnhanceD simulation & optimisation Hogeschool Gent Abstract: CAP-SCHED is one of the European projects within the KP7-framework. A competitive weapon for companies in process-intensive industries such as the chemical industry, is effective mastery of supply chain management from raw material to end product so as to improve efficiency, effectiveness, & profitability. However, in flow scheduling, the human operator can be overwhelmed by the complexity of the problem. CAP-SCHED involves developing a new intelligent scheduling system for companies in continuous/semi-continuous process industries. The innovative solution uses a multi-agent framework to combine 2 existing approaches which, individually, are inadequate to improve scheduling. However, combining both approaches offers significant improvements to implement more profitable solutions to scheduling problems, with better account taken of constraints. The 2 approaches are: 1. Simulation through trial & error: · The scheduler instructs the system to calculate all material flows in terms of quantity & quality from up- to down-stream throughout the plant; · If infeasibility occurs (e.g. capacity limitation…) then the planner readjusts parameters in trial & error mode to reach a feasible solution, and 2. Algorithmic constraint solving: · The problem is represented as a mathematical model & the system attempts a solution, helped by heuristic guesses so as to guide the search algorithm via domain knowledge. The new idea is to allow full interaction with the system via a Graphical User Interface as if running in simulation mode, & to translate instructions, when the value of an operating parameter (or the starting date of an event…) is fixed, in terms of constraints imposed in the mathematical model. Thus, the person responsible for scheduling can choose to fix variable values, and to let the system find those left free so as to reach a feasible solution. Overall, the solution will drastically reduce the need for multiple planning/scheduling loops so as to achieve a consistently optimised solution with improved profitability. Organisaties: • Departement Bedrijfsinformatie • Vakgroep Informatica/Wiskunde
Onderzoekers: • Wim De Bruyn
Competitive intelligence in het Vlaamse bedrijfsleven en bedrijfsondersteunende instellingen. Universiteit Antwerpen Abstract: Competitive intelligence in het Vlaamse bedrijfsleven en bedrijfsondersteunende instellingen. Organisaties: • INTERNATIONALE ECONOMIE • Internationale economie, internationaal management en diplomatie
Onderzoekers: • Ludo Cuyvers • Patrick De Pelsmacker
Competitiviteit van bacteriocineproducerende melkzuurbacteriën in vlees. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De competitiviteit van (bacteriocineproducerende) lactobacillen zal onderzocht worden in functie van de vleesecologie en de finale karakteristieken van voedselveiligheid en -kwaliteit in gefermenteerde worst en verpakte kookham. Op basis van beschikbare genoomstudies van Lb. sakei 23K zal nagegaan worden of de aanwezigheid van interessante genen (competitiviteit, antimicrobiële stoffen, smaakcomponenten, enz.) ook in de praktijk voordelen opleveren. Met predictieve modellering zal het effect van omgevingscondities op de kinetiek en interacties van bacteriocine-producerende melkzuurbacteriën in vleessimulatiemedia gekwantificeerd worden. DGGE zal gebruikt worden om een kwalitatief én
kwantitatief beeld van de microbiële populaties te bekomen, wat een veelbelovende cultuuronafhankelijke fingerprintmethode is om de ecologische structuur en de populatiedynamica van een microbieel consortium in een complexe matrix na te gaan als respons op omgevingsvariaties. Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • Luc DE VUYST • FREDERIC LEROY
COMPFAT. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Structurele Materialen
Onderzoekers: • Stepan Vladimirovitch Lomov • Atul Jain
Complement raising and cluster formation in Dutch. A Treebank-supportedinvestigation. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG ComForT Leuven
Onderzoekers: • Frank Van Eynde • Hans Smessaert • Liesbeth Augustinus
Complete kwantummechanische informatie in fotoproductie van een pseudoscalair meson Universiteit Gent Abstract: Theoretisch onderzoek dat doelt op het (op een nieuwe manier) extraheren van fysische informatie uit een nieuwe generatie van experimenten die de dynamica van nucleonen ophelderen met behulp van fotoproductie van pseudoscalaire mesonen. De hoofddoelstelling is de ontwikkeling en het testen van strategieën om de reactie amplitudes te bepalen uit gemeten polarisatie observablen in fotoproductie van pseudoscalaire mesonen aan het proton en het neutron. Organisaties: • Vakgroep Fysica en Sterrenkunde
Onderzoekers: • Jan Ryckebusch
Completing the value chain of bamboo: from fibres & chemicals to bio-energy KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • TC Chemische Procestechnologie De Nayer
Onderzoekers: • Lise Appels • Raf Dewil • Nick Sweygers
COMPLEX Universiteit Gent Abstract: Onderzoek naar de componenten van en de impact op productiviteit van de complexiteit van producten en processen. Specifiek werd door de UGent een model ontwikkeld dat werkstations classificeert als HOOG en LAAG complex. Organisaties: • Vakgroep Technische bedrijfsvoering
Onderzoekers: • Hendrik Van Landeghem
Complexatie van DNA met amfifiele kationische verbindingen Universiteit Gent Abstract: Door middel van organische synthese worden amfifiele moleculen gemaakt die met DNA multimoleculaire hydrofobe complexen vormen. Hun efficiëntie bij het intacte transport van DNA tot in de celkern zal met gespecialiseerde biofysische technieken zoals FRAP, DLS, FCS en Single Particle Tracking geëvalueerd worden. Organisaties: • Vakgroep Geneesmiddelenleer
Onderzoekers: • Joseph Demeester
COMPLEXDIS (ComplexDis) : Unravelling complex diseases with complexity theory : from networks to the bedside. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Vaak voorkomende ziektes zoals allergieën, obesitas en kanker zijn complex. Elk van deze ziektes ontstaat door veranderende interacties tussen verschillende genen. Deze aanpassingen verschillen soms tussen verschillende individuen maar ze hebben wel dezelfde ziekte als resultaat. Het doel van ComplexDis is om deze proteïnen te identificeren door gebruik te maken van technologie, computer wetenschappen en biologie. Organisaties: • Informatica en Toegepaste Informatica
Onderzoekers: • LUC STEELS
Complex Dynamics in Society: An application of complexity studies on community formation in South West Anatolia during the Hellenistic Period (323-133 BC). KU Leuven Abstract: Complex samenleven: Een studie van complexiteit in gemeenschapsvorming in Zuid-West Anatolië tijdens de Hellenistische Periode (323133 v. Chr) Bij de archeologische discipline staat het reilen en zeilen van de mens in het verleden centraal. De mens is eensociaal wezen, en een van de belangrijke onderwerpen in archeologie is dan ook de manier waarop hij zich organiseerde in gemeenschappen. Hoewelhet redelijk eenvoudig is de huizen en andere gebouwen van gemeenschappen in het verleden op te graven en te bestuderen, is het heel wat moeilijker te achterhalen hoe men toen tegen de wereld aan keek. Stukken muur en potscherven zijn geen directe vertaling van drijfveren van menselijk gedrag in het verleden. Wanneer archeologen dit verleden een stem willengeven is er steeds een zeker risico dat persoonlijke en algemene culturele achtergrond de conclusies van het onderzoek mee kleuren. De vaak bewust gelegde link tussen huidige Westerse democratische systemen en de Klassieke beschavingen uit de Organisaties: • OG Archeologie Leuven
Onderzoekers: • Jeroen Poblome • Dries Daems
Complexe dynamica in recurrente netwerkmotieven in biologische en fotonische netwerken. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Complexe systemen bestaan uit vele interagerende delen. Deze interacties kunnen leiden tot zgn. emergent gedrag. In dit project wordt gestreefd naar het verkrijgen van een dieper inzicht in het complex dynamisch gedrag van recurrente netwerk motieven in biologische en fotonische netwerksystemen. We zullen gebruik maken van onze expertise in het modelleren van lasersystemen om eerst na te gaan hoe een enkele halfgeleider ring laser kan dienen als een optische equivalent van een neuron in het zenuwstelsel. Door ring lasers te koppelen zullen we, zowel theoretisch als experimenteel, de eerste volledig optische uitvoering van neuronale netwerk motieven demonstreren. Dit kan leiden tot toepassingen in fotonica, en werpt een nieuw licht op het functioneren van neuronale verwerking van informatie. Dan zullen we theoretisch de dynamica in biologisch netwerk motieven (zoals neuronale netwerken en gentranscriptie netwerken) onderzoeken, in aanwezigheid van tijdvertragingen tussen de verschillende elementen in het motief. Tot slot willen we een theoretisch model ontwikkelen voor de dynamica in de regulatie van genexpressie in toxine-antitoxine systemen. Een vergelijking tussen de modellering en experimenten kan nieuw inzicht verschaffen in de nog onduidelijke in-vivo functionaliteit van toxine-antitoxine modules in bacteriële genomen. Organisaties: • Natuurkunde • Toegepaste Natuurkunde en Fotonica
Onderzoekers: • Lendert GELENS • JAN DANCKAERT
Complexe en adaptieve visuele representaties inde cortex van rat en aap KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Lab voor Neuro- en Psychofysiologie
Onderzoekers: • Rufin Vogels • Hans Op de Beeck • Kasper Vinken
Complexe genetica van de ziekte van Alzheimer en verwante aandoeningen. Universiteit Antwerpen Abstract: De ziekte van Alzheimer en verwante neurodegeneratieve aandoeningen zijn zeer belastende en uiteindelijk fatale aandoeningen. Door veranderende demografie en uitblijven van een geneesmiddel, vormen deze aandoeningen een grote bedreiging, niet alleen voor de persoonlijke gezondheid maar ook voor de samenleving. Dit project beoogt een beter begrip van de genetica van deze aandoeningen, en heeft eveneens als doel de genetische bevindingen te vertalen in vooruitgang op het gebied van moleculaire diagnostiek en risico voorspelling. Om dit doel te bereiken wordt gebruikt gemaakt van een zeer krachtige en goedgedocumenteerde studiepopulatie, geavanceerde moleculair genetische technieken inclusief next generation sequencing en genoomwijde copy number variation detectie, en genetische epidemiologuie. Op basis van de bevindingen zullen markers voor vroege diagnostiek en moleculaire profielen worden gekarakteriseerd, die op de langere termijn een gepersonaliseerde behandeling van deze aandoeningen mogelijk moeten maken. Organisaties: • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Kristel Sleegers
Complexe hetero-nanostructuren: driedimensionale karakterisering op atomair niveau. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Elektronenmicroscopie voor materiaalonderzoek (EMAT)
Onderzoekers: • Sara Bals • Sandra Van Aert
Complexe patronen van gastheer-pathogen interactie: de rol van gedrag in de verspreiding van infecties doorheen een gestructureerde gastheerpopulatie Universiteit Antwerpen Abstract: In tegenstelling to de grote, goed gemengde theoretische populaties die klassiek gebruikt worden in modellen voor de verspreiding van infecties, zijn de meeste natuurlijke gastheerpopulaties, incl. mensen, sociaal of ruimtelijk georganiseerd in verschillende groepen. Dit is belangrijk omdat de overdracht van infectie in een gestructureerde populatie ook zal afhangen van groepsdynamiek, inbegrepen connectiviteit via individuele
verplaatsingen. Maar hoewel theoretische studies de effecten van populatiestructuur en connectiviteit op infectiedynamiek reeds hebben onderzocht, blijven de gedragsmechanismen die connectiviteit bepalen, grotendeels onbekend. Dit project will die fundamentele vraag naar de rol van sociale and ruimtelijke structuren in een populatie aanpakken, daarbij als model gebruik makend van builenpest (Yersinia pestis) en één van zijn belangrijkse gastheren, de woestijnrat Rhombomys opimus. Meer specifiek zal het project 1) nagaan hoe de verplaatsingen van woestijnratten, hun predatoren en andere secundaire gastheren bijdragen aan de connectiviteit binnen gestructureerde woestijnratpopulaties en of er daar systematische verschillen bestaan tussen verschillende landschappen; en 2) een groot veldexperiment uitvoeren om de hypothese te testen dat deze connectiviteit de verspreiding van vlooien (en mogelijk dus van builenpest) verklaart doorheen een gestructureerde gastheerpopulatie. Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Nelika Hughes
Complexe patronen van gastheer-pathogen interactie: de rol van gedrag in de verspreiding van infecties doorheen een gestructureerde gastheerpopulatie. Universiteit Antwerpen Abstract: In tegenstelling to de grote, goed gemengde theoretische populaties die klassiek gebruikt worden in modellen voor de verspreiding van infecties, zijn de meeste natuurlijke gastheerpopulaties, incl. mensen, sociaal of ruimtelijk georganiseerd in verschillende groepen. Dit is belangrijk omdat de overdracht van infectie in een gestructureerde populatie ook zal afhangen van groepsdynamiek, inbegrepen connectiviteit via individuele verplaatsingen. Maar hoewel theoretische studies de effecten van populatiestructuur en connectiviteit op infectiedynamiek reeds hebben onderzocht, blijven de gedragsmechanismen die connectiviteit bepalen, grotendeels onbekend. Dit project will die fundamentele vraag naar de rol van sociale and ruimtelijke structuren in een populatie aanpakken, daarbij als model gebruik makend van builenpest (Yersinia pestis) en één van zijn belangrijkse gastheren, de woestijnrat Rhombomys opimus. Meer specifiek zal het project 1) nagaan hoe de verplaatsingen van woestijnratten, hun predatoren en andere secundaire gastheren bijdragen aan de connectiviteit binnen gestructureerde woestijnratpopulaties en of er daar systematische verschillen bestaan tussen verschillende landschappen; 2) een groot veldexperiment uitvoeren om de hypothese te testen dat deze connectiviteit de verspreiding van vlooien (en mogelijk dus van builenpest) verklaart doorheen een gestructureerde gastheerpopulatie; en 3) zoeken naar complexe maar coherente ruimtelijke patronen in de verspreiding van geïnfecteerde groepen, gebruik makend van punt-patroon analyse. Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Herwig Leirs • Nelika Hughes
Complexe patronen van gastheer-pathogen interactie: de rol van gedrag in de verspreiding van infecties doorheen een gestructureerde gastheerpopulatie. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Nelika Hughes
Complexe Tauberse theorie en Tauberse resttermentheorie Universiteit Gent Abstract: Het eerste doel is om een volledige studie te maken van grenssingulariteiten en hun effect in belangrijke Tauberse stellingen voor Laplacetransformaties. Het tweede doel is om goede resten te verkrijgen in dergelijke stellingen. Het derde doel is om een algemene theorie te ontwikkelen voor resten in stellingen van het type van Wiener via een benadering met Fouriermultiplicatoren. Organisaties: • Vakgroep Wiskunde
Onderzoekers: • Jasson Vindas Diaz
Complexiteit en fragmentatie in global governance. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Instituties en Meerlagige Politiek (ACIM)
Onderzoekers: • Jan Beyers
Complexiteit en organisatie in stringtheorie en kosmologie. KU Leuven Abstract: Men gaat er in de natuurwetenschappen doorgaans vanuit dat complexiteitminder belangrijk wordt naarmate een theorie of object microscopischer of "fundamenteler" wordt. In het bijzonder werd het traditioneel als bijna vanzelfsprekend beschouwd dat fysica op de kleinste afstandsschalen een intrinsieke simpliciteit moet hebben, en dat de complexiteit alleen relevant is in de macroscopische of levende wereld. Het is inderdaad duidelijk dat complexiteit afneemt wanneer men afdaalt van cel naar proteïne, en vandaar naar aminozuren, atomen en tenslotte elementaire deeltjes zoals elektronen. Het lijkt logisch dat een overkoepelende fysische theorie die de oorsprong van elementaire deeltjes en hun eigenschappen verklaart alleen nog de meest elementaire mathematische elementen zou moeten bevatten.Recente theoretische en experimentele ontwikkelingen suggereren echter dat dit niet zo is. In het bijzonder wanneer quantumgravitatie belangrijk wordt blijkt het zo te zijn dat complexiteit niet alleen Organisaties: • Afdeling Theoretische Fysica
Onderzoekers: • Frederik Denef
Complexiteit in blootstellings- en dosisbepaling ten behoeve van epidemiologisch onderzoek Universiteit Hasselt Abstract: Dit postdoctoraal project beoogt om de blootstelling van de bevolking aan verkeer gerelateerde luchtvervuiling in de stad in kaart te brengen. Verschillende methodologieën, gaande van eenvoudig tot complex, worden toegepast om de winsten van elke bijkomende complicatie te kwantificeren in blootstellingsstatistieken. Complexere methoden leggen vaker een grotere last op de deelnemers, maar nieuwe technologieën bevorderen de kansen om hierin te verbeteren. In drie Europese steden, in ~300 deelnemers in totaal, zal de fractie stikstofoxide in uitgeademde lucht snel gemeten worden als niet-invasieve biomerker. Deze biomerker werd eerder al gekoppeld aan korte termijn blootstelling aan zwarte koolstof (ZK; roet, voornamelijk uit verkeersbronnen). Eerst zal de blootstelling van alle deelnemers gemodelleerd worden met behulp van eenvoudige statistieken. Vervolgens, zullen luchtvervuilingsmodellen en tijd-activiteit patronen van de deelnemers gebruikt worden om de tijdgewogen blootstelling te berekenen. Uiteindelijk, zal persoonlijke blootstelling en dosis gemonitord worden met behulp van state-of-the-art draagbare toestellen (luchtkwaliteit, GPS, dagboek-app, sensoren voor fysieke activiteit). Biomerker metingen bij alle deelnemers zullen gerelateerd worden aan verschillende blootstellingsniveaus als detaillering voor validatie doeleinden. De hypothese van het project is dat complexe technieken in staat zijn gezondheidseffecten duidelijker en realistischer te identificeren door blootstelling misclassificatie te beperken. Dit onderzoek is innovatief in de manier waarop het omgaat met twee interagerende geografieën: luchtvervuilingsconcentraties en de verblijfplaats van mensen; en hoe deze nieuwe inzichten epidemiologische studies kunnen verbeteren in de toekomst. Organisaties: • Verplaatsingsgedrag • Milieubiologie • Centrum voor Milieukunde
Onderzoekers: • Tim NAWROT • Luc INT PANIS
Complexiteitreductie van bedrijfsprocesmodellen met een onoverzichtelijke "spaghetti"-structuur Universiteit Hasselt Abstract: Het begrijpen van de bedrijfsprocessen kan cruciaal zijn voor een bedrijf om een duurzaam concurrentievoordeel te bereiken. Als bedrijven de structuur van hun bedrijfsprocessen niet kennen, stelt business process mining hen in staat om de processen te reconstrueren uit event logs die geregistreerd werden door bedrijfsinformatiesystemen. De voorbije 10 jaar werden verschillende process mining algoritmen ontwikkeld, voornamelijk in een theoretische en technische context. De onderzoeksliteratuur toont ook aan dat deze technieken geconfronteerd worden met nieuwe uitdagingen in een echter business context. Ten eerste genereren de bestaande process mining technieken vaak zeer complexe "spaghetti" modellen wanneer toegepast op zakelijke gegevens. Verschillende benaderingen zijn onlangs gesuggereerd, maar verder onderzoek naar reductie van complexiteit is nodig. Ten tweede gebruiken de bestaande process mining algoritmes meestal een beperkte set van de beschikbara process data, wat hen minder interessant maakt voor experten. Het overwinnen van deze uitdagingen is noodzakelijk voor business process mining om haar volledige potentieel te realiserenin een zakelijke context. Dit project richt zich op de reductie van de complexiteit van procesmodellen, geleerd van echte business data met behulp van verschillende perspectieven, door (1) een geluidscomplexiteit - maatregel te ontwikkelen, (2) een trace clustering algoritme te ontwikkelen dat direct geleid wordt door modelcomplexiteit en (3) het ontwikkelen van een real-time process mining algoritme dat veranderingen in de bedrijfsprocessen doorheen de tijd bestudeert. Organisaties: • Beleidsinformatica
Onderzoekers: • Koenraad VANHOOF
Complexiteitsdenken in een post-genomisch tijdperk: een wetenschapsfilosofische studie van Systeem Biologie en de implicaties ervan door (i) moleculaire biologie, (ii) filosofie van de biologie, (iii) duurzame landbouw, (iv) beeldvorming en perceptie mbt Universiteit Gent Abstract: Interdisciplinair onderzoek naar betekenissen en implicaties van het huidge dualisme tussen en internationaal-wetenschappelijke en filosofische bekommernis om levende organismen te beschouwen als complexe, dynamische systemen versus de dominantie van het gencentrische perspectief dat -geholpen door populaire media- de complexiteit van organismen reduceert tot het niveau van DNA-sequenties, en dat als zodanig opinies en beleidsvorming beïnvloedt mbt transgene organismen. Organisaties: • Vakgroep Fysica en Sterrenkunde
Onderzoekers: • Marcella Holsters • Dirk Reheul • Gertrudis Van de Vijver • Hans Verstraeten
Complexiteitsdenken in een post-genomisch tijdperk: een wetenschapsfilosofische studie van Systeem Biologie en de implicaties ervan door (i) moleculaire biologie, (ii) filosofie van de biologie, (iii) duurzame landbouw, (iv) beeldvorming en perceptie mbt Universiteit Gent Abstract: Interdisciplinair onderzoek naar beteknissen en implicaties van het huidige dualisme tussen en internationaal-wetenschappelijke en filosofische bekommernis om levende organismen te beschouwen als complexe, dynamische systemen versus de dominantie van het gencentrische perspectief dat -geholpen door populaire media- de complexiteit van organismen reduceert tot het niveau van DNA-sequenties, en dat als zodanig opinies en beelidsvorming beïnvloedt mbt trangene organismen. Organisaties: • Vakgroep Plantaardige productie
Onderzoekers: • Dirk Reheul
Complexiteit van reclameboodschappen Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Handelswetenschappen en Bestuurskunde • Vakgroep Marketing
Onderzoekers: • Neal Van Loock • Iris Vermeir
Complex Spectroscopy of Defects Related to n-type Conductivity in Diamond: Microstructure and Kinetics. Universiteit Antwerpen Abstract: Complex Spectroscopy of Defects Related to n-type Conductivity in Diamond: Microstructure and Kinetics. Organisaties: • Experimentele fysica van de gecondenseerde materie (ECM)
Onderzoekers: • Etienne Goovaerts
Compliance Cluster Access Towers Universiteit Gent Abstract: Het project heeft als doel het kader en de methodiek te realiseren voor het opzetten van compliance cluster access towers (CCAT's). Algemeen doel is verstoring en vertraging te verminderen in goederendoorstroming door clusters van bedrijven efficiënter om te laten gaan met fysieke controles van de goederenstromen. Doelgroep: Verladers en logistieke dienstverleners die zich geografisch in elkaars nabijheid bevinden zodat clusters kunnen gevormd worden. Samenvatting: Concreet wil het VIL met dit project gezamenlijke fysieke controles opzetten die worden gedragen door een 'clusterspecifiek' elektronisch toegangs- en aanmeldingsloket waarbij procedures, ingezette technieken en technologieën optimaal worden ingevuld. Organisaties: • Handelswetenschappen en Bestuurskunde
Onderzoekers: • Marleen Easton
Componenten, en netwerken voor optisch geschakelde breedbandcommunicatie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: doelstellingen van dit projekt: studie van het optimaal gebruik van optische technieken in breedband netwerken met als deelaspekten: ontwikkeling van optimale componenten en studie van optimale netwerkconfiguraties. Organisaties: • Elektronica en Informatica
Onderzoekers: • ROGER VOUNCKX
Componentgebaseerde Netwerkarchitectuur Universiteit Gent Abstract: Het project bestudeert technieken voor componentgebaseerd beheer van telecommunicatienetwerken ter bevordering van de gebruikerservaring voor telecommunicatiediensten. Aan de hand van een grondige prestatie-modelering van de componenten en het ontwerp van algoritmen voor de oordeelkundige instantiatie van de componenten, is de doelstelling de optimalisatie van het resource gebruik en kwaliteitservaring voor de eindgebruiker. Organisaties: • Vakgroep Informatietechnologie
Onderzoekers: • Bart Dhoedt • Filip De Turck
Composietmembranen gebaseerd op holle vullers. KU Leuven Abstract: Het concept van holle vullers in composietmembranen werd recent door het COK ontwikkeld, maar vereist nog meer fundamenteel onderzoek om de synthese van deze partikels te sturen en om het toepassingsdomein te verruimen. Nieuwe holle vullers zullen bereid worden via micelle-gecontrolleerde synthese en via een layer-by-layer synthese op polystyreenkorrels. Desyntheseparameters zullen verfijnd worden met als doel submicron-diameter holle partikels te bekomen met dunne en desne wanden. Organisaties: • Centr. vr Oppervlaktechemie & Katalyse
Onderzoekers: • Johan Martens • Ivo Vankelecom
Composite electrolyte for Li-ion batteries KU Leuven Abstract: THIN-FILM COMPOSITE ELECTROLYTE FOR SOLID-STATE ELECTROCHEMICAL SYSTEMS Composite solid electrolytes are two phase material formed by dispersing salt into a matrix which is typically a porous insulating material or a permeable polymer. The topic of this PhD research concerns composite electrolytes made from porous insulating films such as aluminosilicates (zeolites) and metal-organic frameworks (MOFs) for thin-film lithium ion batteries and pseudocapacitors. The salt offers conductingions and the porous matrix provides mechanical properties next to a large surface area. At the interface of the oxide matrix and the salt a space charge layer will form which induces much higher ionic conductivity (surface diffusion) compared to the bulk of the salt. Besides higher conductivity, the deformable porous structure provides enhanced mechanical stability to the otherwise rigid anode/electrolyte/cathode stack in all solid-state batteries. Both properties can be tuned by the types of salt and matr Organisaties: • Centr. vr Oppervlaktechemie & Katalyse
Onderzoekers: • Philippe Vereecken • Xubin Chen
Compositiepatroon voor beperkingsgebaseerd programmeren met toepassing op krachtsensorloze robottaken
KU Leuven Abstract: Robots worden steeds autonomer en complexer. Bovendien opereren steeds meer robots in een omgeving gedeeld met de mens in plaats van in een industriële robotkooi. Deze evolutie vraagt dat robots interageren met mensen en hun omgeving. Kenmerkend is de opkomst van de hulprobots (service robots), die mensen helpen bij dagdagelijkse taken.De globale complexiteit van deze robotsystemen vereist echter de kennisintegratie vanverschillende domeinen en experts. Om dit succesvol te benaderen is dan ook een systematische aanpak en kennisgedreven, flexibele, herbruikbare en aanpasbare software nodig.Dit proefschrift levert tweecomplementaire bijdragen. Ten eerste biedt het een systematische aanpakom met die complexiteit van robotsystemen om te gaan. Hiervoor introduceert het proefschrift het Compositiepatroon voor het ontwikkelen van robotapplicaties. Ten tweede biedt het een eenvoudige manier om(hulp)robots te laten interageren met mensen of hun omgeving. Meer bepaald biedt dit proefschrift een Organisaties: • Afdeling PMA
Onderzoekers: • Joris De Schutter • Herman Bruyninckx • Dominick Vanthienen
Compositional analysis of compound semiconductors using Atom Probe tomography. KU Leuven Abstract: Analysis of various III-V semiconductors (like InP, InGaAs etc) will bedone using the Atom Probe tomography. The aim of the project is to verify weather Atom Probe Tomography can be used to do a Qualitative as wellas Quantitative analysis of such materials and also try and obtain an atomic insight into these materials.
The first stage will be to study the effect of various operating parameters like laser power, temperatureetc. Once this is done we will try to explain the relaxation mechanisms, defects, metal layer interaction etc in the strained and realxed layers of these materials. Organisaties: • Afdeling Kern- en Stralingsfysica
Onderzoekers: • Wilfried Vandervorst • Arul Kumar
Compost applicatie en de interactie tussen compost-en bodemfauna: nematoden als indicator voor de biologische rijpheid van compost en het bodemvoedselweb. Universiteit Gent Abstract: Experimenten zullen uitwijzen of grondig gekarakteriseerde composten, die verschillen op basis van hun nematodengemeenschappen, verschillende effecten hebben op de bodem eigenschappen en de bestaande nematode assemblages. Een ecometagenetische aanpak zal onderscheid maken tussen compost-en bodem assemblages en onthullen of nematoden in compost direct bijdragen aan de nematode gemeenschap in de bodem versus of die waargenomen effecten te wijten zijn aan de algemene stimulatie van de bodemfauna. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Stefaan De Neve • Wim Bert
Comprehensive two-dimensional gas chromatography (GCxGC) as tool for assessing oil-polluted soils: toxicity, degradability, mobility and remediation potential. Universiteit Antwerpen Abstract: Comprehensive two-dimensional gas chromatography (GCxGC) as tool for assessing oil-polluted soils: toxicity, degradability, mobility and remediation potential. Organisaties: • Departement Biologie - overige • Duurzame energie en luchtzuivering: DUeL
Onderzoekers: • Ludo Diels • Debin Mao
Compressie van beelden en videosequenties Vrije Universiteit Brussel Abstract: De bedoeling van dit project is generatieve compressietechnieken te onderzoeken voor een brede waaier van toepassingen: o.a. telecommunicatie, multimedia toepassingen, applicaties waarin zowel een hoge meetnauwkeurigheid en accurate beeldanalyse vereist worden als een snelle interactie met de beelddata. Specifieke aspecten, die we hierbij zullen bestuderen, zijn de sterk variabele vereisten verbonden aan verschillende toepassingen (o.a.) telepublising- zie IWT project met Barco; teleradiologie- zie IWT project met Agfa; sattelietbeeldverwerking- zie Telsat 4 project). Geprivilegeerde onderzoeksthema's zijn: multiresolutietechnieken die o.a. adaptieve beeldcompressie en progressieve transmissieschema's ondersteunen, het bekomen van hoge compressieratio's zonder verlies van bruikbare informatie, het verwezenlijken van hoge datastromen door optimalisatie van codes, algoritmen en verwerkingsarchitektuur. Een specifiek aandachtspunt voor het hier aangevraagde project is de compressie van beeldsequenties en de daarvoor vereiste beweginsestimatie. Het vroeger opgestarte luik (zie OZR project: Generatieve methodes voor digitale beeldverwerking en computervisie) over architecturenen parallellisatie van algoritmen zal verder uitgebreid worden naaro.a. compressie van bewegende beelden. De formulering van lokaal adaptieve kwaliteitsmaten is een onderwerp dat reeds in vorige projecten werd bestudeerd, enerzijds voor subband coding gebasserd op wavelets, en anderzijds voor bepaalde applicaties van segmentcodering van stilstaande beelden; in het huidige project zullen beeldkwaliteitsmaten en de controle van de (lokale) beeldkwaliteit op een meer systematische wijze grondig bestudeerd worden. Organisaties: • Elektronica en Informatica
Onderzoekers: • JAN CORNELIS
Compression of brain tissue in head impacts and its relation to the etiology of contusions KU Leuven
Abstract: Contusions can develop into massive haemorrhages and are the cause of about 2/3 of acute subdural hematomas (ASDH). Previous findings in the research group indicate that compressive stresses in the cortex, secondaryto the up and down beating on the skull base, are the causative mechanism for the typical frontotemporal contusions. If tissue level failure criteria were known for the cerebral cortex in terms of critical compressive stress, it could be possible to investigate critical head rotational acceleration levels for different pulse durations and acceleration directions using the head finite element modelling expertise acquired in previous research. The quality of finite element predictions depends on accurate material definitions used for all components. The difficulty in developing the finite element model remains of conflicting data in brain material properties proposed in literature. Next objectives of the research work on a contusion tolerance criterion are set out: -Provide a Organisaties: • Afdeling Biomechanica
Onderzoekers: • Jozef Vander Sloten • Bart Depreitere • Dries De Kegel
Compressive sampling based signal separation KU Leuven Abstract: Higher-order tensors are the natural generalizations of vectors (first order) and matrices (second order). They may be imagined as multiway arrays of numerical values. Blind source separation (BSS) is a generic problem that consists of the estimation of signals that are observed in mixed form. Tensor decompositions are unique under conditions that make them proper tools for BSS. Further, compressive sampling (CS) is a technique that under certain conditions allows one to work efficiently with modern, large data sets. CS is nowadays intensively studied. Our first goal is to generalize tensor-based BSS techniques to multi-view data, making a distinct contribution in an active field of research. Multi-view data may be thought of as multiple pictures of a particular phenomenon (e.g.,a biomedical signal measured using several technologies). Our second goal is to make the connection between tensor-based BSS and CS, aiming at an expansion of the application range of tensor-based BSS algorith Organisaties: • Elektrotechniek Kulak
Onderzoekers: • Lieven De Lathauwer • Nico Vervliet
Compressive sensing based time domain synchronous OFDM for next generatital television standard. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling ESAT - STADIUS
Onderzoekers: • Marc Moonen
Compressive Sensing voor 3D/4D UltraSound Beeldvorming: een Bayesiaanse aanpak Vrije Universiteit Brussel Abstract: Due to the steady and continuing advances in image acquisition technology an increasing number of applications can benefit from high resolution spatial and temporal data. However, a wide variety of domains, ranging from applications in the medical sector to the broadcasting industry, are faced with the problem of handling the growing amount of data at ever faster rates. The objective of this project is to develop a generic approach to tackle to problem of high data rates at the receiver end of 2D+T architectures for the acquistion of 3D/4D ultrasound. We will pursue this goal by using a Bayesian learning methodology in combination with the compressive sensing paradigm. In order to improve on current compressive sensing techniques using the information present in the incoming signals, we propose to use Bayesian modeling techniques. These techniques are typically very flexible and more easily adaptable to different use case then standard learning methodologies, the drawback being higher computational requirements. The research will be divided into three parts, each corresponding to three essential components of the compressive sensing paradigm. The first is an investigation of existing sparsifying bases suitable for the acquisition methodoloy. This is crucial as a more concise representation of the incoming signals leads to a lower amount of samples needed in order to reconstruct this signal according to CS techniques. Therefore we will first investigate which bases are currently used in line array setups and which are already proposed for the 2D extension before incorporating these in a Bayesian learning strategy. A second pillar in this project is the investigation of the sampling schemes used in different setups. There are some constrains on the amount and the location of the samples which can be left out. Usually this amounts to sampling the arriving signal uniformly at random. However a variety of pseudorandom schemes have been introduced depending on the application. Again learning approaches have been proposed in order to find sensing matrices which better suit a given dictionary. Moreover, this algorithm lends itself to a variety of adaptations, such as the incorporation of the Bayesian framework which we will do in this project. The final component is the reconstruction itself. A large variety of iterative algorithms have been proposed for reconstructing the received signals/images from "incomplete" samples. These vary from general techniques to more customized versions like the Bayesian approach used for Ultrasound imaging in. An important point of consideration which will be handled is the quality of the reconstruc- tion. The aforementioned mentioned Bayesian techniques all require significant calculations. Therefore the question arises whether or not the higher reconstruction quality also outweighs the increased complexity. Combining the three components we obtain a flexible generic system which enables us to balance between restoration quality of the signals versus complexity and speed. Furthermore, due to the generalists approach our results can be readily extended to other acquisition technologies relying on the same principle. Organisaties: • Elektronica en Informatica
Onderzoekers:
• Ann DOOMS
Comptentie'design': een studentgecentreerd toetsbeleid. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Duurzaam Materialenbeheer
Onderzoekers: • Ludo Froyen
Comptetiviteit van bacteriocineproducerende melkzuurbacteriën in vlees. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De competitiviteit van (bacteriocineproducerende) lactobacillen zal onderzocht worden in functie van de vleesecologie en de finale karakteristieken van voedselveiligheid en -kwaliteit in gefermenteerde worst en verpakte kookham. Op basis van beschikbare genoomstudies van Lb. sakei 23K zal nagegaan worden of de aanwezigheid van interessante genen (competitiviteit, antimicrobiële stoffen, smaakcomponenten, enz.) ook in de praktijk voordelen opleveren. Met predictieve modellering zal het effect van omgevingscondities op de kinetiek en interacties van bacteriocine-producerende melkzuurbacteriën in vleessimulatiemedia gekwantificeerd worden. DGGE zal gebruikt worden om een kwalitatief én kwantitatief beeld van de microbiële populaties te bekomen, wat een veelbelovende cultuuronafhankelijke fingerprintmethode is om de ecologische structuur en de populatiedynamica van een microbieel consortium in een complexe matrix na te gaan als respons op omgevingsvariaties. Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • FREDERIC LEROY
COMPUTATIONAL DESIGN OF CONJUGATED MATERIALS FOR OPTOELECTRONIC APPLICATIONS KU Leuven Abstract: Conjugated organic materials have attracted much attention as building materials for optoelectronic devices such as organic/polymer light emitting diodes (OLEDs/PLEDs), dye-sensitized solar cells (DSSCs), etc. The conjugated organic materials have the advantages of being low cost and convenient in experimental synthesis and modifications. The operating principles, processes involving each type of the optoelectronic devices are well-documented. A good understanding of the key processes of the devices and parameters is necessary in order to modify the properties of the organic materials and thereby to design new efficient materials for optoelectronic applications. In this research project we propose to investigate theoretically the structures and electronic properties of a series of potential compounds that could be used for optoelectronic applications. Our theoretical investigations will be carried out in concert with experimental studies in such a way that our theoretical predictions Organisaties: • Afdeling Kwantumchemie en Fysicochemie
Onderzoekers: • Minh Tho Nguyen • Thi Thu Huong Vu
Computational fluid dynamics-studie van schuifkrachtgedreven stromingen door ultra-dunne microkanaalstructuren voor geminiaturiseerde scheidingsprocessen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het huidige project is gericht op de studie van schuifkrachtgedreven stromingen in plat-rechthoekinge microkanalen en da aanwending ervan voor de miniaturisatie van scheidingsprcessen. Het concept van schuifkrachtgedreven chromatografie is een idee dat origineel binnen de vakgroep CHIS-TW ontwikkeld werd en dat onder andere de potentiële mogelijkheid biedt om de snelheid van de huidige chromatigrafische scheidingstoestellen met minstens een grotteorde te overtreffen. Na het uitvoeren (en publiceren) van een reeks van theoretische berekeningen en preliminaire experimentele metingen, is het huidige project gericht op de ontwikkeling van een prototype waarmee de performatie van schuifkrachtgedreven chromatografie kan aangetoond worden op de meest verfijnde schaal (orde 10 micrometer) van spatiale detectieresolutie. De geplande stromingssimulaties met behulp van een Computational Fluid Dynamics CFD-softwarepakket dienen enerzijds ter ondersteuning (ontwerp van injectie- en edetectiekanalen, wegfilteren van piekverbreding afkomstig van niet-idealiteiten van het kanaal) van de piekverbredingsexperimenten die in samenwerking met de Vrije Universiteit Amsterdam uitgevoerd zullen worden, en anderzijds om een fundamentele CFD-studie te maken (in samenwerking met de Universiteit van Amsterdam) van de invloed van kleine variaties in kanaalvorm op kanaalafmetingen op de peikverbreding. Het simulatiepakket is nodig om willekeurige randgeometrieën op te kunnen leggen en om de interactie tussen adsorptie op de kanaalwand en het difussieproces in de vloeistofstroming weer te kunen geven. Organisaties: • Chemische Ingenieurstechnieken en Industriele Scheikunde
Onderzoekers: • GERT DESMET
Computational fluid dynamics study of granular flows KU Leuven Abstract: Ondanks de vele voordelen van microreactoren zorgt de grote oppervlakte-volume ratio voor problemen bij stromen die vaste deeltjes bevatten. Inhet bijzonder als de vaste deeltjes gevormd worden als bijproduct van de reactie. In deze gevallen groeit de hoeveelheid vast bijproduct in de axiale richting van de microreactor. Dit leidt uiteindelijk tot verstopping van de microkanalen van de reactor. Uit vroegere onderzoeken is gebleken dat brugvorming en constrictie mogelijke oorzaken van verstopping zijn. Het mogelijk maken om stromen met vaste deeltjes continu te behandelen is een belangrijke stap in de overgang van batch naar continu.Indit project zullen we deze continue microsystemen modeleren met de gekoppelde "discrete element method" (DEM) / "computational fluid dynamics" (CFD) methode. In deze methode wordt DEM gebruikt om de bewegingsvergelijkingen voor elk deeltje op te lossen. De continue fluida worden beschreven door de Navier-Stokes vergelijkingen gebruik makend van CFD. Dit pr Organisaties: • Afd. Procestechnologie v. Duurzame Syst.
Onderzoekers: • Thomas Van Gerven • Simon Kuhn • Wouter Van Aeken
Computational Horizons in Cancer (CHIC): Developing Meta- and Hyper-MultiscaleModels and Repositories for In Silico Oncology.
KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Laboratorium Kinderimmunologie
Onderzoekers: • Stefaan Van Gool
Computational identification of biofilm inhibitors with broad-spectrum activity KU Leuven Abstract: The aim of this project is to develop non-toxic specific biofilm inhibitors with broad-spectrum activity as a new generate of antibacterial agents. Recently, a number of anti-biofilm agents have beed identified, most of them are only active against a small set of bacterial species or affect the planktonic growth of bacteria. Traditionally, the discovery ofbiofilm inhibitors in mainly dependent on in vitro screening, which usually suffers a high cost and a low hit rate. We propose to use ligand-based and target protein-based computational approaches to identify new biofilm inhibitors, including 1) QSAR modelling, 2) Similarity searches, 3) ligand-based pharmacophore modelling, 4) docking simulations, 5) structure-based pharmacophore modelling. In these computational approaches, we will screen over 4 million commercially available molecules to identify some potential candidates. All the hits from the computational strategies will be subjected to in vitro validation for the anti-biofilm Organisaties: • Afd. Biochemie, Molecul.& Struct. Biol.
Onderzoekers: • Marc De Maeyer • Xiaoyu Qing
Computational Lithography for Advanced Logic Nodes KU Leuven Abstract: Deze thesis, Computationele Lithografie voor Geavanceerde Logic nodes, heeft als hoofddoel de lithografische printbaarheid voor 20nm, 14nm en10nm Logic en SRAM nodes te optimializeren vanuit twee perspectieven: lithografie en cell-layout. Vanuit lithografisch standpunt zal computationele optimalisatie of OPC-modelering (Optical Proximity Correction) behandeld worden op volledige chips. De nadruk zal gelegd worden op de plaatsing van SRAFs (Sub Resolution Assist Feature) , het zogenaamde masker 3D effect, enzovoort. De SRAFs worden op masker tussen de hoofdstructuren geplaatst met als doel de lithografische performantie te verhogen zonder dat ze zelf op wafer printen. De masker 3D effecten komen voor in zowel 193nm immersie als in EUV (Extreme Ulta Violet) belichtingen en moeten zorgvuldig in rekening gebracht worden ten gevolge van de complexiteit van de masker stack.Daarnaast zal de layout van de Logic en SRAM clips mee opgenomen worden in de optimalizatie. Voor de komende nodes Organisaties: • Geassocieerde Afdeling ESAT - INSYS
Onderzoekers: • Christina De Meyer • Julien Mailfert
Computational study of small doped silicon clusters KU Leuven Abstract: - Research structures of doped silicon clusters - Research some properties of doped silicon cluster such as electronic properties, thermochemical properties, electron affinities... Organisaties: • Afdeling Kwantumchemie en Fysicochemie
Onderzoekers: • Minh Tho Nguyen • N. N.
Computational systems biology of complex phenotypes KU Leuven Abstract: ">Drie maanden voortgangsverslag">Student: Ahmed Arslan">Onderwerp van PhD :Computational systeembiologie van complexe fenotypes">Promotor: Vera van Noort">Start datum: 9 november 2013 ">Verslagperiode : 9 november 2013 to 9 februari 2014">achtergrondHet fenotype van een organisme is het product van de omgeving en degenotype [ 1 ] . De omgeving omvat alles wat een individu invloeden van buitenaf , bijvoorbeeld , temperatuur , inname van voedingsstoffen en de beschikbaarheid van water . Deze factoren kunnenook invloed hebben op het genotype van een organisme door selectieve druk en resulteren in fenotypische variaties , dienovereenkomstig . Onder laboratoriumomstandigheden , kan de genetische make - up worden gemanipuleerd door middel van genetische manipulatie . ">In de natuur , anderzijds, regelt de omgeving van de genetische gedrag van een soort maar ineen veel bredere manier beïnvloedt derhalve het genoom van de bewoners in een aantal manieren.">Inleiding tot het ProjectOns doel is Organisaties: • Centr. Microbiële en Plantengenetica
Onderzoekers: • Vera van Noort • Ahmed Arslan
Computational techniques for engineering applications. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afd. Numer. Analyse en Toeg. Wiskunde
Onderzoekers: • Dirk Roose
Computational Video Architecturen op basis van MPSoC platforms Universiteit Hasselt Abstract: Dit project heeft als doel de ontwikkeling van innovatieve multi-processor systeem-op-chip architecturen voor computationele video systemen, waarbij de informatie afkomstig van cameras verwerkt wordt in reele tijd. Deze toepassingsgerichte systeemarchitecturen laten de interpretatie en verwerking toe van de beeldinformatie zoals opgenomen door cameras, en dit in reele tijd and met zeer korte vertragingstijden.
Organisaties: • Engineering Materials and Applications • Expertisecentrum voor Digitale Media • Instituut voor Materiaalonderzoek • Expertisecentrum voor Digitale Media
Onderzoekers: • Luc CLAESEN
Computation and plasticity in the cerebellar system : experiments, modeling and database (CEREBELLUM). Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel is om de werking van het cerebellum te begrijpen. Er wordt gebruik gemaakt van een nauwe interactie tussen computer simulatie en experiment. Het werk is opgedeeld in 5 vragen. Cerebellaire input: wat is de relatie tussen saggitaal georiënteerde microzones en de vlekkerige kaart van mosvezel projecties? Functionele organisatie van klimvezel projecties: volgen ze strikt de sagittale microzones en kan inhibitie vanuit de diepe kernen de olivaire neuronen los koppelen? Wat is de fysiologische betekenis van synaptische plasticiteit van de mosvezel naar korrelcel synaps? Wat is de functie van de glomerulus in de korrelcellaag? Hoe beïnvloedt plasticiteit van de parallelvezelsynaps het vuurgedrag van Purkinje cellen en wat is het belang ervan voor het leren van motorische taken? Organisaties: • Theoretische neurobiologie • Theoretische neurobiologie en neuroengineering
Onderzoekers: • Erik De Schutter
Computationeel efficiënte en perceptueel geoptimaliseerde codering van 3D-video Universiteit Gent Abstract: 3D-video heeft de laatste jaren aan belang gewonnen, dankzij de toegenomen beschikbaarheid van 3D-videobeelden, -beeldschermen en ?codeertechnologie. Dit project behandelt een aantal fundamentele onderzoeksvragen in het veld van 3D-videocodering. In het bijzonder zullen problemen gerelateerd aan computationele complexiteit en perceptuele kwaliteit voor 3D-codering onderzocht worden, alsook hoe rekenkracht op een geoptimaliseerde manier kan toegewezen worden bij het encoderen. Organisaties: • Vakgroep Elektronica en informatiesystemen
Onderzoekers: • Rik Van de Walle
Computationeel kader voor de biologische optimalisatie weefselengineering constructen. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Biomechanica
Onderzoekers: • Hans Van Oosterwyck • Aurélie Carlier
Computationeel modelleren van materialen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Theorie van de gecondenseerde materie
Onderzoekers: • Francois Peeters
Computationeel modelleren van materialen. Universiteit Antwerpen Abstract: Deze Wetenschappelijke Onderzoeksgemeenschap (WOG) van het FWO-Vlaanderen heeft tot doel de samenwerking te bevorderen tussen de verschillende onderzoeksgroepen in Vlaanderen die actief zijn op het gebied van het computationeel modelleren van materialen. Daarnaast wordt er ook een samenwerking opgestart met de externe partners of wordt de bestaande samenwerking verder uitgewerkt. Organisaties: • Elektronenmicroscopie voor materiaalonderzoek (EMAT)
Onderzoekers: • Dirk Lamoen
Computationeel modelleren van materialen. Universiteit Antwerpen Abstract: In deze "Wetenschappelijke Onderzoeksgemeenschap" (WOG) trachten we eigenschappen van materialen te berekenen via computersimulaties. Meer specifiek bestuderen wij de groei van dunne filmen en van koolstof nanobuisjes via moleculaire dynamica simulaties. Door contact met de andere onderzoeksgroepen binnen deze WOG hopen we expertise te kunnen delen en uitwisselen. Organisaties: • Plasma, Laser Ablatie en Oppervlakte-modellering (PLASMANT)
Onderzoekers: • Annemie Bogaerts
Computationeel modelleren van materialen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Elektronenmicroscopie voor materiaalonderzoek (EMAT)
Onderzoekers:
• Gustaaf Van Tendeloo
Computationeel modelleren van materialen (FWO Vis. Fel., Hasan SAHIN, Turkije). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Theorie van de gecondenseerde materie
Onderzoekers: • Francois Peeters • Hasan Sahin
Computationele analyse en integratie van verscheidene Omics data Universiteit Gent Abstract: Omics onderzoeksvelden zoals proteomics, genomics en transcriptomics kunnen individuele componenten van een biologisch systeem bestuderen. In dit project willen we methodologiën ontwikkelen om verscheidene omics informatie te integreren en vertalen naar fundamentele biologische mechanismen die phenotypische variatie verklaren. Als centraal modelsysteem beschikken we over unieke accross-omics gegevensbronnen van een varkensstamboom in samenwerking met Bendixen laboratoria aan de Aarhus University (Denemarken). Organisaties: • Vakgroep biochemie
Onderzoekers: • Kris Gevaert • Lennart Martens
Computationele analyse van afwijkende gentranscriptieregulatie in kanker. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Departement Menselijke Erfelijkheid
Onderzoekers: • Stein Aerts • Bram Van de Sande
Computationele analyse van de stromingsgeïnduceerde trillingen in een bundel brandstofstaven van een kernreactor van de volgende generatie Universiteit Gent Abstract: Momenteel worden snelle reactors met loodkoeling ontworpen om het radioactief afval te verminderen. In dit doctoraat zullen de trillingen van de brandstofstaven in het vloeibaar metaal onderzocht worden met drie-dimensionale simulaties op krachtige computers. De stromingsgeïnduceerde trillingen zullen berekend worden door programma?s te koppelen, met name één voor de stroming van het vloeibaar metaal met één voor de trillende brandstofstaven. Organisaties: • Vakgroep Mechanica van stroming, warmte en verbranding
Onderzoekers: • Jan Vierendeels
Computationele analyse van op carbon nanotube-gebaseerde (half)geleidende nanocomposietmaterialen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Objectieven en strategie Dit project beoogt inzicht te verkrijgen in de mechanismen van de incorporatie van carbon nanotubes in de polymeermatrix en de resulterende eigenschappen, door een computationeel model op te stellen van de opeenvolgende stappen van het productieproces van NT-gebaseerde nanocomposieten met behulp van de latextechnologie. Nauwkeurige analyse van de verschillende aspecten die de interactie van de NTs met de surfactant enerzijds en het polymeer anderzijds beheersen, zoals adsorptie op de NT wanden, de resulterende elektronische en transporteigenschappen, en de rol van de inherente structurele NT defecten, zal toelaten een algemeen model op te stellen van de NT interactie in nanocomposieten. Organisaties: • Scheikunde
Onderzoekers: • GREGORY VAN LIER
Computationele analyse van op carbon nanotube-gebaseerde (half)geleidende nanocomposietmaterialen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Objectieven en strategie Dit project beoogt inzicht te verkrijgen in de mechanismen van de incorporatie van carbon nanotubes in de polymeermatrix en de resulterende eigenschappen, door een computationeel model op te stellen van de opeenvolgende stappen van het productieproces van NT-gebaseerde nanocomposieten met behulp van de latextechnologie. Nauwkeurige analyse van de verschillende aspecten die de interactie van de NTs met de surfactant enerzijds en het polymeer anderzijds beheersen, zoals adsorptie op de NT wanden, de resulterende elektronische en transporteigenschappen, en de rol van de inherente structurele NT defecten, zal toelaten een algemeen model op te stellen van de NT interactie in nanocomposieten. Dit onderzoek zal uitgevoerd worden in nauwe samenwerking met de onderzoeksgroepen van Prof. B Van Mele en Prof. C. Koning, zodat enerzijds een experimentele validatie van de theoretische modellen kan bekomen worden, en anderzijds de experimentele productie van (half)geleidende NT-gebaseerde nanocomposieten met de latextechnologie kan ondersteund en geoptimaliseerd worden door theoretische feedback en analyse. De berekeningen in dit project zullen enkel uitgevoerd worden op SWNTs van beperkte diameter, daar deze een grotere reactiviteit hebben en de berekeningstijd zo beperkter blijft, met (of volgende versies van) het zeer uitgebreide Gaussian03 (G03) programma. Organisaties: • Fysische Scheikunde en Polymeren • Scheikunde
Onderzoekers: • GREGORY VAN LIER • BRUNO VAN MELE
Computationele aspecten van p-adische cohomologie.
KU Leuven Abstract: Een eindig veld is een verzamelingen 'getallen' waarin men kan optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen volgens de gebruikelijke regels, maar nu met een eindig aantal 'getallen'. Een stelsel van veeltermvergelijkingen over een eindig veld kan dus ook slechts een eindig aantal oplossingen hebben. Men kan zich nu afvragen hoeveel oplossingen er precies zijn.Dit lijkt misschien wat abstract, maar tegenwoordig worden eindige velden gebruikt voor het beveiligen van paspoorten, banktransacties en internetverkeer. Het berekenen van het aantal oplossingen is hier van praktisch belang, omdat de betreffende encryptiemethoden nietveilig zijn voor stelsels vergelijkingen met bepaalde aantallen oplossingen.Het doel van dit project is om een bepaalde klassen van algoritmen om het aantal oplossingen te berekenen, nl. algoritmen die gebruik maken van zogenaamde p-adische cohomologie, te verbeteren. We willen expliciete methoden in deze theorie bestuderen en verbeteren, en betere en meer algemene Organisaties: • Afdeling Algebra
Onderzoekers: • Willem Veys • Jan Tuitman