www.researchportal.be - 9 Feb 2016 22:43:58
Onderzoeksprojecten (17500 - 18000 van 29735) Vergelijkende biochemische en functionele studie van de verschillende dipeptidyl peptidasen. Universiteit Antwerpen Abstract: Deze aanvraag betreft het onderzoek naar proline specifieke peptidasen. Dit project heeft de volgende concrete doelstellingen: 1.Karakterisatie van inhibitoren en selectie van krachtige en specifieke inhibitoren van aan DPP4 verwante enzymen, met name DPP8, DPP9 en FAP. 2. De studie van de expressie van verschillende DPPs (DPP2, DPP4, DPP8, FAP en DPP9) in endothelia van verschillende oorsprong en dit zowel onder normoxie als hypoxie. 3.Het in vitro bestuderen van het effect van selectieve en niet-selectieve DPP remming op endotheelcel activatie. 4. Het in vitro bestuderen van het effect van selectieve en niet-selectieve DPP remming op het collageenmetabolisme van fibroblasten Organisaties: • Medische biochemie
Onderzoekers: • Ingrid De Meester • Simon Scharpe • Anne-Marie Lambeir
In vivo niet-vasieve beeldvorming van acute myeloide leukemie (AML) immunotherapie bij muizen. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van dit project is het verzamelen van data m.b.t. de implementatie van niet-invasieve beeldvormingsmethoden ter opvolging van in vivo tumorgroei / eliminatie, alsook het uittesten van verschillende vaccinatiestrategieen gericht tegen 'full spectrum' AML-antigenen. Dit project is een onontbeerlijke fase in de preklinische ontwikkeling van een autoloog tumorvaccin voor AML. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Evelien Smits
Ontwikkeling van een methodologie voor de diagnose en herstelling van betonconstructies na brand Universiteit Gent Abstract: Betonconstructies blootgesteld aan brand behouden in de meeste gevallen een zekere residuele draagkracht. Dit project onderzoekt het effect van thermische verhindering op deze draagkracht. Organisaties: • Vakgroep Bouwkundige constructies
Onderzoekers: • Luc Taerwe
Ondersteuning voor opstart en uitbouw van onderzoeksnetwerk JIIP. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' TNO Quality of life' hebben voor het project ' Ondersteuning voor opstart en uitbouw van onderzoeksnetwerk JIIP.' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Studies van Media Informatie en Tele-Communicatie • Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • CAROLINE PAUWELS • PIETER BALLON
La traducción de la ironía en un corpus literario. Análisis basado en fragmentos de novelas hispano-americanas (siglo XX) y sus traducciones al francés, inglés y neerlandés. Hogeschool Gent Abstract: Ironie in vertalingen. Aan de hand van een beperkt (reeds vertaald) corpus wordt nagegaan hoe ironie werd vertaald. Daartoe worden volgende aspecten onderzocht: 1. ironie in literaire werken 2. ironie in vertaling 3. analyse van het corpus. Organisaties: • Departement Vertaalkunde • Vakgroep Spaans
Onderzoekers: • Hildegard Vermeiren • July De Wilde
Hebbiaans leren en cognitieve controle: Model- en beeldvormingsstudies Universiteit Gent Abstract: Traditioneel worden leerprocessen en cognitieve controle als verschillende domeinen bestudeerd. Het is echter duidelijk dat het uitoefenen van cognitieve controle een aangeleerd proces moet zijn met het huidige prject zullen we daarom de relatie tussen deze twee domeinen bestuderen. Hierbij zal enerzijds computationale modellering gebruikt worden en anderzijds beeldvorming van de hersenen in actie. Organisaties: • Vakgroep Experimentele psychologie
Onderzoekers: • Tom Verguts
JOP-monitor Antwerpen-Gent Universiteit Gent Abstract: De JOP-monitor Antwerpen-Gent is een grootschalig surveyonderzoek, dat de levensomstandigheden, de leefwereld en het gedrag van scholieren tussen 12 en 18 jaar in het secundaire onderwijs in Antwerpen en Gent onderzoekt. Thema?s die daarbij aan bod komen zijn onder
meer: schoolwelbevinden, toekomstperspectief, antisemitisme, delinquentie, onveiligheidsgevoelens en participatie aan het verenigingsleven. Organisaties: • Vakgroep Sociale agogiek
Onderzoekers: • Maria De Bie
Pollutietolerantie van Daphnia magna populaties: evolutionair potentieel en de interactie met natuurlijke stressoren vanuit een ecotoxicologisch, genomisch en ecologisch perspectief. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de KULeuven. UA levert aan de KULeuven de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Veterinaire fysiologie en biochemie
Onderzoekers: • Dries Knapen
Nieuw financieringsmodel onderzoek: ZAP-startkrediet 2010 Vrije Universiteit Brussel Abstract: Met het in voege treden van het nieuw financieringsmodel onderzoek ontvangen nieuwe ZAP leden die voldoen aan de criteria voor de BOF-parameter 'mobiliteit en diversiteit' een startkrediet van EURO 50.000. Deze ZAP startkredietfinanciering wordt retroactief opgestart en toegekend aan nieuw ZAP aangesteld in 2010 en later. Organisaties: • Natuurkunde
Onderzoekers: • Freya BLEKMAN
Reconstructie van Laatglaciale en Holocene klimaatsveranderingen in de zuidelijke hemisfeer aan de hand van een merentransect doorheen Zuid chili (CHILT). Vrije Universiteit Brussel Abstract: DOELSTELLINGEN Het project CHILT stelt zich tot doel om Laatglaciale en Holocene klimaatvariaties te reconstrueren die geregistreerd zijn in lacustriene sedimentaire paleoklimaat-archieven gelegen langsheen een N-S transect doorheen het zuidwestelijke deel van Zuid Amerika, van het Chileense Merendistrict (39°S) in het noorden tot Patagonië (53°S) in het zuiden. Dit deel van Zuid Amerika is uitermate geschikt voor een studie van de ruimtelijke en temporele patronen in klimaatvariabiliteit in de zuidelijke hemisfeer. Het is immers de enige landmassa die zo ver zuidwaarts reikt, hetgeen toelaat continentale archieven uit de gematigde tot hoge zuidelijke breedtegraden rechtstreeks te vergelijken met deze uit Antarctica en de sub-Antarctische eilanden, maar ook met deze uit lagere breedtegraden. Het voorkomen van talrijke grote meren tussen ong. 40° en 55°S (i.e. min of meer samenvallend met de natuurlijke noordelijke en zuidelijke grenzen van het "Southern Polar Front") maakt van deze regio dan ook een echt sleutelgebied voor het voorgestelde onderzoek (b.v. Sugden et al., 2005; Sterken et al., 2008). Twee specifieke doelstellingen worden vooropgesteld: - Doelstelling 1: Een beter inzicht verkrijgen in de deglaciatiegeschiedenis van zuidelijk Zuid Amerika. Teneinde een recent ontwikkeld model voor de deglaciatie van de Patagonische ijskap (Hulton et al., 2002) verder te testen en te verbeteren zijn er bijkomende paleoklimaatreconstructies en geologische data aangaande de deglaciatiegeschiedenis van de betrokken regio nodig. Er blijft immers nog aanzienlijke onduidelijkheid over het preciese tijdstip en de snelheid en manier waarop de ijskap zich terugtrok (e.g. Lowell et al., 1995; McCulloch & Davies, 2001; Bentley, 1997). In het bijzonder voor het gebied ten noorden van 43°S wijst het model op een aanzienlijke instabiliteit van de ijskap. De modelresultaten worden echter niet volledig ondersteund door de bestaande empirische data, ondermeer omdat de gegevens uit de schaarse, maar continue mariene en lacustriene archieven niet in overeenstemming zijn met deze uit de discontinue, terrestrische archieven (De Batist et al., 2008). CHILT zal de wijze van terugtrekking van de Patagonische ijskap in de regio tussen 39 en 53°S beter documenteren, door middel van een reeks gedetailleerde reflectieseismische studies en een multiproxy-analyse van lange sedimentkernen uit meren die de ijsterugtrekking geregistreerd hebben. - Doelstelling 2: De temporele en ruimtelijke varibiliteit bestuderen van snelle klimaatschommelingen die zich hebben voorgedaan tijdens de Laatglaciaal-Holoceen transitie. Het internationale onderzoek heeft zich de voorbije jaren sterk toegespitst op de mogelijke relatie tussen de Antarctic Cold Reversal (ACR) en de Younger Dryas Cold Reversal (YDCR) tijdens de transitie van het Laatste Glaciaal Maximum (LGM) naar het Holoceen. De YDCR (~11.6-12.9 ka) is zeer goed gedocumenteerd in verschillende paleoklimaat-archieven in de noordelijke hemisfeer (bv. Stuiver et al., 1995) en wordt vaak verondersteld een globaal effect te hebben gehad (Barrows et al., 2007). De ACR (~12.5-14.5 ka) werd gedetecteerd in een aantal Antarctische ijsboringen als een koudepuls die de geleidelijke postglaciale opwarming tijdelijk onderbreekt, en die de YDCR uit het noordelijke hemisfeer duidelijk voorafgaat. Dit zou erop kunnen wijzen dat de YDCR veroorzaakt werd als respons op de ACR en dus helemaal geen globale, synchrone impact had. In Patagonië (55°S) werd een gletsjeruitbreiding gedocumenteerd rond 12.1-15.3 ka (McCulloch & Davies, 2001), ruwweg overeenstemmend met de ACR, maar verder naar het noorden (41°S) werd onlangs de "Huelmo-Mascardi cold/wet event" (~12.0-13.4 ka) gedetecteerd (Hajdas et al., 2003), die qua timing precies tussen de ACR en de YDCR in valt. Een multiproxy-analyse van meersedimenten van Lago Puyehue (~41°S) liet heel recent toe het bestaan en de timing van deze klimaatschommeling in deze regio te bevestigen (Bertrand et al., 2008; Boës & Fagel, 2008b). Deze bevindingen lijken de hypothese te ondersteunen van een propagatie van Antarctische klimaatsignalen naar het noorden toe over een transitiezone in de gematigde tot hoge zuidelijke breedtegraden. Er blijven echter nog aanzienlijke onzekerheden over de preciese ruimtelijke verspreiding, karakter en duur van deze Laatglaciale klimaatschommeling in zuidelijk Zuid Amerika (Sugden et al., 2005). Waarom komt ze b.v. niet tot uiting in de mariene (40°S, ODP site 1233; Lamy et al., 2004) archieven, of in vele van de terrestrische archieven (44°S, Bennett et al., 2000) uit dezelfde regio? Gaat het trouwens om een terugkeer van koudere of van nattere omstandigheden? Wat leert deze klimaatschommeling ons over de achterliggende processen waarmee verschillende klimaatsystemen elkaar kunnen beïnvloeden? CHILT zal trachten de onzekerheden omtrent deze Laatglaciale klimaatschommeling aanzienlijk te verminderen door drie goed gedateerde, hoge-resolutie temperatuur- en precipitatie-reconstructies te produceren voor de periode van ~9.0-16.0 ka, op basis van een kwantitatieve multiproxy-analyse van lange sedimentkernen uit meren langsheen een latitudinaal transect doorheen de regio (39-53°S). Organisaties: • Geologie
Onderzoekers: • EDWARD KEPPENS
Urinair kreatine als biologische merker voor volledigheid van de 24-u urinecollectie Universiteit Gent Abstract: Het doel van deze studie is om na te gaan in hoeverre urine-kreatinine uit twee onafhankelijke 24-u urinecollecties een valide indicator is van de volledigheid van urine-collecties door de duplicate 24-u kreatinine uitscheiding te vergelijken met PABA recuperatie in de urine. Organisaties: • Vakgroep Maatschappelijke gezondheidkunde
Onderzoekers:
• Stefaan De Henauw
Subsidieovereenkomst VSC : Co-financiering van de aanvraag "Vlaams Supercomputer Centrum (VSC) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Subsidieovereenkomst VSC : Co-financiering van de aanvraag "Vlaams Supercomputer Centrum (VSC) Organisaties: • Toegepaste Mechanica • Natuurkunde
Onderzoekers: • CHRISTIAN LACOR • STEFAAN TAVERNIER • ROSETTE VANDENBROUCKE • CATHERINE DE CLERCQ
Eergerelateerd geweld en geweld in naam van de eer: mythe of realiteit? Een pilootonderzoek in Vlaanderen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Eergerelateerd geweld kan, in de context van migratre, begrepen worden als een vorm van gendergerelateerd, geweld dat als functie heeft cuturele grenzen van minderheidsgroepen te bepalen en de morele eigenheid van de groepsidentiteit af te bakenen ten aanzien van de genderspecifieke normen en waarden van de dominante cultuur in de samenleving. Daarbij worden aan meisjes/vrouwen en jongens/mannen verschillende rollen en normen opgelegd. Eergerelateerd geweld omvat niet alleen (pogingen tot) eremoord en eerwraak maar ook gedwongen huwelijken, gedwongen maagdelijkheid, vrijheidsberoving, opsluiting enz. In tegenstelling tot andere Europese landen (zoals Nederland, Duitsland, het Verenigd Konrnkrijk en Zweden) is er tot op heden, geen grondig en systematisch onderzoek gebeurd naar het fenomeen in Belgie. Voorliggend onderzoek wenst in een eerste fase een brede exploratieve studie uit te voeren in Vlaanderen (voorkomen, kenmerken, types, ) en in een tweede fase een kwalitatief diepteonderzoek uit te voeren dat gericht is op conceptuele verheldering en theoretische begripsvorming. Daarbij wensen we na te gaan wat de betekenis en invloed is van concepten van (mannelijke)eer en (vrouwelijke) bescheidenheid op gebied van seksuele en relationele moraal in enkele culturele minderheidsgroepen, en in welke mate deze al dan niet een invloed uitoefenen op gedragsregulering en sanctionering in de vorm van dwang en geweldpleging. Dit houdt ook in na te gaan wat de relatieve impact is van verschillende factoren en determinanten van geweldpleging in de context van migratie, in welke mate en op welke gronden dit geweld verschilt van andere vormen van partner en intrafamiliaal geweld in de gastsamenleving, en in hoeverre al dan niet sprake is van (angst voor) een stigmatiserende perceptie van de culturele 'ander'. Organisaties: • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen
Onderzoekers: • Gily COENE
Ontwikkeling van een fermentatieproces voor een product Universiteit Gent Abstract: In dit onderzoek wordt de ontwikkeling beoogd van een proces voor de productie van een product. De te ontwikkelen technologie is gebaseerd op metabolic engineering van Escherichia coli. Nadat een geschikte productiestam geconstrueerd is, dient een fermentatieproces te worden ontwikkeld en geoptimaliseerd, evenals een geschikt downstream processing route om het product in zuivere vorm uit de fermentatievloeistof te winnen. Organisaties: • Vakgroep Biochemische en microbiele technologie
Onderzoekers: • Wim Soetaert
Nieuw financieringsmodel onderzoek: ZAP-startkrediet 2010 Vrije Universiteit Brussel Abstract: Met het in voege treden van het nieuw financieringsmodel onderzoek ontvangen nieuwe ZAP leden die voldoen aan de criteria voor de BOF-parameter 'mobiliteit en diversiteit' een startkrediet van EURO 50.000. Deze ZAP startkredietfinanciering wordt retroactief opgestart en toegekend aan nieuw ZAP aangesteld in 2010 en later. Organisaties: • Educatiewetenschappen
Onderzoekers: • Chang ZHU
Passages ‘Managers van Diversiteit’ Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Technologie • Departement Sociaal-agogisch werk • Vakgroep Talen • Vakgroep Sociale wetenschappen
Onderzoekers: • Charlotte De Kock • Christian Van Kerckhove • Eva Vens • Stefanie Devloo
Informatieverwerking bij financieel analisten gegeven het aggregatieprincipe Hogeschool-Universiteit Brussel Abstract: De informatiewaarde en prestatie van financieel analisten is een centraal onderzoeksdomein in financiële economie. Dit project heeft als doel om het beslissingsgedrag van financieel analisten te onderzoeken rekening houdend met het aggregat ieprincipe. De basisidee achter dit principe is dat de consensus-voorspelling van een groep heterogene agenten met onafhankelijke meningen ( i.e. geen kuddegedrag) beter is dan de voorspelling van individuele experten (en dit als gevolg van de reduct ie in idiosyncrat ische variant ie in de geaggregeerde voorspelling). We analyseren het belang en de dynamiek van informatiest romen bij de vorming van voorspellingen in drie verschillende onderzoekskaders.
Organisaties: • VAKGROEP EXACTE WETENSCHAPPEN
Onderzoekers: • GEERT VAN CAMPENHOUT • KRISTIEN SMEDTS
Fytochemisch onderzoek van twee medicinale planten uit Pakistan: Ziziyphus oxyphylla en Cedrela serrata. Universiteit Antwerpen Abstract: Doel van dit project is het onderzoek naar de biologisch actieve inhoudsstoffen van twee medicinale planten uit Pakistan, meer bepaald Ziziyphus oxyphylla (Rhamnaceae) en Cedrela serrata (Meliaceae). Hun inhoudsstoffen zullen chromatografisch geïsoleerd worden, geïdentificeerd met behulp van spectroscopische methoden, en farmacologisch getest in verscheidene modellen. Organisaties: • Farmacognosie, Functionele voeding en Farmaceutische Analyse (NatuRA)
Onderzoekers: • Luc Pieters
Validatie van geavanceerde, macrofaag-gerichte vaccins voor MS Universiteit Hasselt Abstract: Recent werd een nieuwe receptor geïdentificeerd die exclusief tot expressie komt op specifieke immuuncellen. Omwille van de belangrijke rol van deze immuuncellen in het immuunsysteem, kan gerichte manipulatie van deze cellen via deze receptor veelbelovend zijn voor het sturen van een immuunrespons. Op deze basis wordt een technologie ontwikkeld die ons in staat stelt een immuunrespons uit te lokken, te modificeren of volledig omver te werpen. Om deze technologie te evalueren voor de behandeling van multiple sclerose (MS), zal eerst de expressie van deze receptor nagegaan worden in een ratmodel voor MS. Verder zal de receptor in dit model gemoduleerd worden om zo een mogelijk gunstig effect op ziekteverloop te bekomen. Dit onderzoek zal uitwijzen of deze technologie kan leiden tot een betere en veiligere behandeling voor MS. Organisaties: • Immunologie - Biochemie • Biomedisch Onderzoeks Instituut
Onderzoekers: • Pieter STINISSEN • Niels HELLINGS
Experimentele en numerieke studie van de impactbelasting van golvenop vervormbare composietconstructies Universiteit Gent Abstract: In dit project wordt onderzocht wat het effect is van golfimpact op de ogenblikkelijke piekdrukken en globale vervorming van composietconstructies, die zich niet star gedragen. Enerzijds zullen er experimenten gebeuren in een waterbassin, gecombineerd met metingen met een hoge-snelheidscamera en PIV (Particle Image Velocimetry) metingen. Anderzijds zullen er numerieke simulaties gebeuren, waarbij de vloeistof-structuur interactie in rekening wordt gebracht. Organisaties: • Vakgroep Mechanische constructie en productie • Vakgroep Toegepaste Materiaalwetenschappen
Onderzoekers: • Jan Vierendeels • Wim Van Paepegem
Oprichting van het Interfacultair Centrum voor Zorgtechnologie. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds KdG. UA levert aan KdG de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Visielab
Onderzoekers: • Dirk Van Dyck
De epidemiologie van suïcidepogingen in Vlaanderen (2011-2012) Universiteit Gent Abstract: Aan de hand van het IPEO en KIPEO instrument worden de epidemiologische gegevens over de incidentie van suïcidepogingen en de kenmerken van de suïcidepogers in de spoegevallendiensten van deelnemende Algemene ziekenhuizen in Vlaanderen verzameld. Op basis van deze registraties wordt er beleidsrelevante informatie over de preventie van zelfdoding in het algemeen en de opvang van suïcidepogers in het bijzonder aangeleverd. Organisaties: • Vakgroep Psychiatrie en medische psychologie
Onderzoekers: • Cornelis Van Heeringen • Gwendolyn Portzky
Sociale betekenis en juridische bescherming van private relaties. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project staat de vraag centraal of en in welke mate een aanvullend of dwingend juridisch kader voor informele relaties tussen volwassenen kan worden gerechtvaardigd. Om deze vraag adequaat te beantwoorden, is voorafgaandelijk inzicht nodig in de subjectieve betekenis en sociale functie van verschillende relatievormen tussen volwassenen. De onderzoeksvragen worden bestudeerd vanuit zowel sociologische als juridische paradigma's, in een multidisciplinair theoretisch kader en aan de hand van kwalitatieve onderzoeksmethoden. Organisaties: • Centrum voor Longitudinaal en Levensloop Onderzoek (CELLO)
Onderzoekers: • Dimitry Mortelmans • Frederik Swennen • Ann Van Den Troost
International Francqui Professor Leerstoel 2010-2011 : toegekend aan Prof. dr. Jostein Gripsrud. (University of Bergen, Norway) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Geen NL abstract Organisaties: • Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • CAROLINE PAUWELS
Onderzoek op het gebied van gemodificeerde materialen voor membraantechnologie en onderzoek naar de ontwikkeling van nieuwe heterogene katalysatoren. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds een privé-instelling. UA levert aan de privé-instelling de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Laboratorium adsorptie en katalyse
Onderzoekers: • Vera Meynen
Aberratie-gecorrigeerde (S)TEM-EELS karakterisering van 0-D nanomaterialen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds een privé-instelling. UA levert aan de privé-instelling de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Elektronenmicroscopie voor materiaalonderzoek (EMAT)
Onderzoekers: • Stuart Turner
Reductieve pyrolyse en geprogrammeerde oxidatiekoppeling met spectrale detectietechnieken om zwavelwijzigingen en verbrandingsgedrag van biodesulphurized fossiele brandstoffen te bestuderen. Universiteit Hasselt Abstract: De doelstellingen van deze projectstudie zijn als volgt: 1) Het uitbreiden van AP-TPO / MS apparatuur gebruik makend van de evaluatie van het verbrandingsgedrag van biodesulphurized kolen; 2) Het bestuderen van biologische zwavel functionaliteit veranderingen door AP-TPR pyrolyse apparatuur gekoppeld "on line" met MS en GC-MSspectroscopie in biodesulpurized kolen monsters, verkregen door nieuwe en meer effectieve micro-organismen. Organisaties: • Toegepaste en Analytische Chemie • Instituut voor Materiaalonderzoek
Onderzoekers: • Jan YPERMAN
Klimaat- en ecologische geschiedenis van de centrale Sahara: studie van een uniek continu archief van de laatste 15.000 jaar Universiteit Gent Abstract: Dit project beoogt een paleoecologische reconstructie van de omgevingsgeschiedenis van de centrale Sahara sinds de laatste Ijstijd, op basis van fossiele resten van aquatische biota bewaard in het continue sedimentarchief van het Yoa-meer in Noord-Tsjaad. Dit omvat studies van de taxonomie en biogeografie van dansmuggen (Chironomidae) in de Sahara, en van de limnologie, biodiversiteit en ecologie van huidige aquatische systemen in het Ounianga meerdistrict. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Dirk Verschuren
Orchestratie in nomadische netwerkapplicaties. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Orchestratie in nomadische netwerkapplicaties. Organisaties: • Informatica en Toegepaste Informatica
Onderzoekers: • VIVIANE JONCKERS
Straling en radionucliden in een multi-verontreiniging context: effecten geïnduceerd in Lemna minor. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de SCK. UA levert aan de SCK de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Ronny Blust • Chhavi Raj Bhatt
Toepassingen van sparsiteit op regularisatie van slecht-gestelde inverse problemen in de fysica. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Toepassing van sparsiteit in de regularizatie van slecht-gestelde inverse vraagstukken in de natuurkunde Dit onderzoeksproject focust op een heden ten dage zeer belangrijk probleemin de toegepaste wiskunde en computationele fysica, namelijk op de door sparsiteit ('sparsity', of 'ijlheid') gespeelde rol in inverse vraagstukken. Moderne technologie geeft ons tegenwoordig een indrukwekkende capaciteit voor het registreren en opslaan van gegevens, meer dan onze algoritmes kunnen verwerken (ondanks de voortdurende groei in rekensnelheid zoals beschreven door de Wet van Moore). Anderzijds lijdt de overvloed aan gegevens tot situaties waarin we weten dat de bestudeerde objecten een intrinsiek veel sparsere
beschrijving hebben dan het aantal vrijheidsgraden van het model of de data toelaten. In dit onderzoeksprogramma zullen we 'sparse' technieken en voorstellingen onderzoeken die de computationele complexiteit van oplossingsmethoden voor inverse vraagstukken reduceert. De laatste jaren is er veel activiteit in dit gebied en we verwachten dan ook dat de behoefte aan ontwikkeling en toepassing van dit nieuwe type sparse technieken in de nabije toekomst sterk zal toenemen. Dit blijkt ook uit de vele bijzondere sessies van ICASSP 2005, 2006 and 2008, van EUSIPCO 2008 en internationale workshops zoals SPARS05 (zie ook het preprint repositorium [1]). In dit project zal onze aandacht uitgaan naar twee concrete fysische problemen, in seismische tomografie en in medische beeldvorming, waarvoor we nieuwe wiskundige technieken moeten ontwikkelen. Organisaties: • Natuurkunde • Wiskunde • Wiskunde-TW • Computer- en Toegepaste Wiskunde
Onderzoekers: • Ignace LORIS • Vahid NASSIRI • Ingrid DAUBECHIES • MICHEL DEFRISE • Caroline VERHOEVEN • Philippe CARA
Structurele en biofysische karakterisatie van toxische oligomeren van het Alzheimer's beta-peptide. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De ziekte van Alzheimer is een van de voornaamste neurodegeneratieve aandoeningen die de vergrijzende bevolking treft. Een belangrijk pathologisch kenmerk van deze ziekte is de depositie van onoplosbare amyloïde plaques in de hersenen van Alzheimerpatiënten. Deze plaques ontstaan door de zelfassociatie en aggregatie van amyloïd-beta (Abeta) (Iwatsubo et al., 1994). Dit Abeta is een klein eiwitfragment (variërend van 39 tot 43 aminozuren) dat amyloïde fibrillen vormt, die op hun beurt afgezet worden in zulke plaques. Daarnaast kan Abeta ook oligomerizeren tot kleinere oplosbare partikels. Sinds kort worden deze Abeta oligomeren erkend als de voornaamste oorzaak van neurotoxiciteit: een toenemende bewijslast onderschrijft immers dat de Abeta oligomere toestand de meest schadelijke vorm is die aanleiding geeft tot synaptische dysfunctie (Lesne et al., 2006; Haass & Selkoe, 2007). Zeer recent werd in het Switch laboratorium, onder leiding van Prof. Joost Schymkowitz, een in vitro methode op punt gesteld om zulke toxische Abeta oligomeren te genereren (Martins et al., 2008). Deze methode berust op de observatie dat natuurlijke lipiden de stabiliteit van de mature Abeta fibrillen reduceert en een snelle ontbinding induceert. Het oplossen van de fibrillen resulteert echter niet in monomere Abeta peptiden, maar geeft rechtstreeks aanleiding tot oplosbare oligomeren die zeer schadelijk zijn voor primaire neuronen (Martins et al., 2008). Deze oligomeren interageren met antilichamen die specifiek gericht zijn tegen de toxische conformatie van Abeta (Kayed et al., 2003). Complementaire technieken zoals dynamische lichtverstrooiing (DLS), gelfiltratie chromatografie met detectie van lichtverstrooiing onder verscheidene hoeken (MALS) en cryo-elektronenmicroscopie (cryo-EM; in collaboratie met Prof. Louise Serpell) brachten echter aan het licht dat de lipide-geïnduceerde oligomeerbereidingen niet monodispers zijn. Fourier getransformeerde infrarood spectroscopy (FTIR) onthulde dat de oligomeren een gelijkaardige intermoleculaire beta-uitgestrekte structuur hebben als mature fibrillen, hoewel een zekere mate van ontvouwing in de oligomeren werd opgemerkt. Dit stemt overeen met de bevinding dat de interne structurele orde toeneemt van oligomeren naar mature fibrillen (Kheterpal et al., 2006). Ondanks een beter begrip van de architectuur van de mature amyloïde fibrillen Makin et al., 2005; Makin et al., 2006) en biofysische en functionele studies blijven de structurele eigenschappen van de toxische oligomeren en het mechanisme van zelfassociatie onopgehelderd. Mede door een beperkte stabiliteit, lage oplosbaarheid in water, de aanleg tot aggregatie en hun tijdelijke karakter in het amylïdoseproces, vormt een gedetailleerde structurele karakterisering een moeilijke opgave (Temussi et al., 2003). Ook het gebrek aan een consistente en reproduceerbare methode om Abeta oligomeren te produceren, vormde tot nu toe een knelpunt (Hepler et al., 2006; Martins et al., 2008). De opbrengst en eigenschappen van onze lipide-gebaseerde werkwijze biedt een unieke mogelijkheid om een grondige structurele karakterisering uit te voeren zoals we dat in dit onderzoeksproject voorstellen. Dit project heeft als doel de structurele kenmerken die eigen zijn aan de Abeta oligomeren te identificeren. Zoals reeds vermeld, bemoeilijken verscheidene factoren de structuuropheldering. Daarom staat de ontwikkeling van efficiënte perturbatiemethoden centraal om die problemen te omzeilen: een vergelijkende studie van de destabilisatie van Abeta oligomeren en mature fibrillen zal structurele gelijkenissen en verschillen tussen de conformationele vormen aan het licht brengen. Organische solventen zoals HFIP (hexafluoroisopropanol), DMSO (dimethylsulfoxide) en TFE (trifluoroethanol) zijn vermaard als krachtige denaturantia voor amyloïde fibrillen (Stine et al., 2003). In overeenstemming met de bepaling van de conformationele stabiliteit van globulaire eiwitten gebruik makend van urea of guanidinium, kan de stabiliteit van de Abeta oligomeren bepaald worden door hun resistentie tegen het denaturerend effect van HFIP of TFE. Naast deze chemische denaturantia kunnen ook thermische energie, de pH of kleine liganden gebruikt worden om de oligomere architectuur te ontwrichten. Daarentegen vertonen mature Abeta fibrillen een hoge thermostabiliteit en zijn zij vrijwel niet onderhevig aan de nefaste invloed van urea of guanidinium (O'Nuallian et al., 2005), wat zulk een vergelijkende studie wellicht bemoeilijkt. Verscheidene kleine moleculen werden ontdekt als efficiënte inhibitoren van het proces van amyloïdvorming (Kodali & Wetzel, 2007). Naar analogie beschikt het Switch laboratorium over een hexapeptide-inhibitor bibliotheek en kan eender welke peptide inhibitor tegen eender welk zelfassocierende regio van het Abeta peptide ontworpen worden. Zulke moleculen zullen getest en gebruikt worden om de integriteit van de oligomeren te verstoren en inzicht te verwerven in de structuur en stabiliteit ervan. Gelimiteerde proteolyse is een uitstekende methode om flexibele en ongestructureerde regio's in eiwitten te identificeren (Park & Marqusee, 2004). Proteolyse van een eiwitsubstraat kan slechts plaatsgrijpen wanneer de polypeptideketen kan binden met en zich aanpassen aan de specifieke stereochemie van de actieve site van het protease. Zo'n partiële digestie kan ook onder milde denaturerende omstandigheden plaatsgrijpen en levert, in combinatie met een massaspectrometrische analyse, meer gedetailleerde structurele data omtrent de structuur en flexibiliteit van het eiwit (Park & Marqusee, 2005). Ook antilichamen zijn in staat om Abeta fibrillogenese te inhiberen of mature fibrillen te dissociëren (McLaurin et al., 2002; Solomon et al., 1996). Bovendien stroken deze resultaten met de antilichaam-gemediëerde omkering van cognitieve dysfunctie in muizen zonder wijziging van de Abeta hoeveelheden in de hersenen (Dodart et al., 2002). Dit impliceerde dat antilichamen de oplosbare Abeta vormen kunnen neutraliseren, wat ook experimenteel werd bevestigd (Klyubin et al., 2005). Naast het perspectief om Abeta oligomeren of multimeren te destabiliseren, bieden de antilichamen ook de mogelijkheid om de Abeta conformaties rechtstreeks structureel te karakteriseren. Een brede waaier aan antilichamen is immers beschikbaar die gericht zijn tegen bepaalde peptideregio's. Via een blotting procedure kan dus eenvoudigweg achterhaald worden welke peptideregio's toeganklijk zijn voor het antilichaam. In combinatie met de perturbatiemethodes die hierboven vermeld worden, zal waterstof-deuterium uitwisseling (HDX) opgetekend via NMR een uniek beeld opleveren van de Abeta oligomeren en fibrillen. Het toekennen van het NMR HSQC-spectrum van de Abeta monomeer (Hou et al., 2004) en de ontleding van de verschillen in de HDX protectiefactoren zal een zeer gedetailleerde vergelijking van oligomeren en fibrillen toelaten. De kinetiek van HDX van de amidegroepen van de peptide backbone wordt immers bepaald door lokale stabiliteit en solventtoegankelijkheid en is zeer gevoelig voor structurele veranderingen. Op die manier zal een nauwkeurig beeld verkregen worden van de intermoleculaire hydrofobe interacties en het waterstofbruggen die de oligomeerstructuur stabiliseren. Additioneel kan het directe effect van genetische mutaties in het Abeta peptide onderzocht worden en inzicht verworven worden in de rol van de individuele zijketens in de oligomeerstructuur en -stabiliteit. Recente literatuur duidt er ook de betrokkenheid van de relatieve ratio van Abeta-40/Abeta-42 in de progressie van Alzheimer-dementie, eerder dan de absolute hoeveelheid Abeta in de hersenen (Wang et al., 2006). Preliminaire experimenten die in het Switch laboratorium werden uitgevoerd, bevestigen dat verschillende Abeta peptide ratio's een opvallend verschillend aggregatiegedrag vertonen. Een uitgebreide vergelijking van de stabiliteit en structurele aspecten van verschillende oligomeer/fibril samenstelling zal waardevolle informatie leveren die in direct verband staat met pathologische fenotypes. In dat opzicht zal selectieve isotoop labeling (bvb een mengsel van Abeta-40 of Abeta-42 en 15N-gelabeled Abeta-42 of Abeta-40) een groot voordeel bieden om de twee peptiden van elkaar te onderscheiden. Daarenboven zal aggregatie van Abeta gevisualiseerd kunnen worden door het verdwijnen van HSQC signalen wanneer de peptiden aggregeren in fibrillen die
onzichtbaar zijn in NMR experimenten. Alsdusdanig omzeilt de vooropgestelde werkwijze met de perturbatie van de oligomeren, een van de grote problemen die NMR analyse onmogelijk maken. Bijkomend kan deuteriumincorporatie in de peptiden via massaspectrometrie worden geanalyseerd, maar dit verschaft slechts lage resolutie informatie. De ontwikkeling van een globale en systematische perturbatiemethode vormt dus een mijlpaal binnen dit onderzoeksproject, evenals de tijdsafhankelijke HDX en NMR analyse. Alle perturbatie-experimenten zullen uitgevoerd en gecoördineerd worden in het Switch laboratorium, gezien de promotor van dit project over een uitgebreide expertise hieromtrent beschikt (zie bibliografie Prof. Joost Schymkowitz). Om de perturbatie van de oligomeren in beeld te brengen, beschikt het Switch laboratorium over een breed gamma aan biofysische technieken (DLS, gelfiltratie met MALS-detectie, Field Flow Fractionation, fluorescentie-polarisatie...) en kan het zich beroepen op een goede samenwerking met de onderzoeksgroep van Prof. Louise Serpell (University Sussex) voor toepassing van cryoelectronenmicroscopie. De NMR experimenten zullen uitgevoerd worden in samenwerking met Prof. Annalisa Pastore (NIMR, London). Samenvattend behelst onze voorgestelde strategie het ontleden van de Abeta oligomeren/fibrillen in hun structurele subseenheden door het op punt stellen van een (of meerdere) geschikte perturbatietechniek(en). Het nauwgezet bestuderen van de aldus gegenereerde monomere peptiden zal rechtstreeks gecorreleerd worden met de globale structuur en stabiliteit van de lipide-geïnduceerde oligomeren en fibrillen. De uitkomst van dit onderzoeksproject zal een belangrijke doorbraak betekenen in het begrijpen van de moleculaire pathogenese in de ziekte van Alzheimer. Een accurate structuurbepaling van de toxische Abeta oligomeren zal namelijk inzicht verschaffen in hoe deze oligomeren interageren met biologische lipiden of andere eiwitten die betrokken zijn in de aandoening en hoe deze directe schade aan hersencellen kan toebrengen. Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • Joost SCHYMKOWITZ
Laag-dimensionele gecorreleerde systemen op nanoschaal. Universiteit Antwerpen Abstract: Theoretische studie van correlatieeffecten in klassieke en kwantum systemen zoals o.a. laag dimensionele systemen bestaande uit colloïdale deeltjes, stofferige plasma's en nanostrukturen gemaakt van supergeleiders en grafeen. Teams met complementaire expertise in computationele technieken en met een gemeenschappelijke interesse in multi-disciplinaire onderwerpen worden samengebracht. Organisaties: • Theorie van de gecondenseerde materie
Onderzoekers: • Francois Peeters
Oligomere Analogen van Poly(zwavelnitride) voor Halfgeleidertoepassingen. Universiteit Antwerpen Abstract: Nieuwe geconjugeerde materialen, hybrieden van organische en anorganische geconjugeerde systemen, bruikbaar voor halfgeleidertoepassingen zoals sensoren en organische geheugens, zullen worden gesynthetiseerd, gekarakteriseerd m.b.v. diffractie- en spectroscopische methoden, en geëvalueerd als elektro-actieve componenten in deze toepassingen. Organisaties: • Structuurchemie
Onderzoekers: • Frank Blockhuys
vacuüm menginstallatie voor hoogwaardige cementgebonden materialen Universiteit Gent Abstract: Een vacuüm betonmenger is een intensieve betonmenger die toelaat om zeer hoogwaardige en innovatieve betontypes te realiseren onder vacuüm. Dergelijke menger is een belangrijk element in de ontwikkeling van nieuwe cementgebonden materialen. Organisaties: • Vakgroep Bouwkundige constructies
Onderzoekers: • Geert De Schutter
Dit is in jouw belang! Genealogie van de impact van de jeugdbeschermingsinterventie op het leven van de jongere. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project heeft betrekking op de vooruitzichten van voormalige «klanten» van het jeugdrecht systeem. Door middel van diepte-interviews en een kwalitatieve analyse van gerechtelijke dossiers beoogt dit onderzoek inzicht verwerven in de ervaring van een "jonge justitie client". Organisaties: • Criminologie
Onderzoekers: • JENNEKE CHRISTIAENS • ELISABETH ENHUS
Een vergelijking van twee modellen van ADHD: Toestandsregulatie versus aversie voor uitstel Universiteit Gent Abstract: Het doel van ons onderzoek is het vergelijken van twee vooraanstaande neuropsychologische modellen van ADHD: toestandsregulatie en aversie voor uitstel. Aan de hand van gedrags- en psychofysiologische metingen worden specifieke voorspellingen van beide modellen nagegaan en wordt getracht het inzicht in cognitieve en motivationele processen te vergroten. Ons onderzoek draagt bij tot de psychologische theorievorming rond ADHD, met implicaties voor diagnostiek en behandeling. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Herbert Roeyers
Programma voor de internationale beoordeling van Adult Competences in Vlaanderen Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Onderwijskunde
Onderzoekers: • Martin Valcke
Renovatie van 19de-eeuwse glasoverkappingen: het gebruik van structureel glas als versterkingsstrategie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit onderzoek maakt gebruik van de hernieuwde kennis rond structureel glas en glasoverkappingen om de glaskoepels uit de 19de eeuw compatibel te maken met de huidige veiligheidscodes, comfort (dubbel glas) en structurele integriteit (sterkte, stijfheid en stabiliteit). Organisaties: • Architectonische ingenieurswetenschappen
Onderzoekers: • INE WOUTERS
Er Terug-zijn³ - Re-integratie van sub-acute arbeidsongeschikte werknemers als aanbod binnen de dienstverlening van een externe dienst voor preventie en bescherming op het werk. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een dienstverleningsopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds IDEWE vzw. UA levert aan IDEWE vzw de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Sociale Concurrentie en Recht
Onderzoekers: • Anne Van Regenmortel
Josephson gekoppelde supergeleidende multi-lagen als controleerbare meta-materialen Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project behelst de studie van het propageren van hoog frequente electromagnetische golven in gelaagde supergeleiders, dewelke beschouwd kunnen worden als meta-materialen vanwege hun anisotrope di\"{e}lektrische eigenschappen. Zij hebben niet alleen een laag verlies, compacte structuur, en niet-lineaire eigenschappen, maar bovendien laten deze structuren een unieke controle toe over de propagatie van de electromagnetische golven, die niet in gewone materialen aangetroffen wordt. Tevens worden Quantum meta-materialen beschouwd in een ketting van identieke supergeleidende ladings-qubits in een supergeleidend resonant systeem. In zo 'n medium worden de eigenschappen van het systeem bepaald door coherente quantum dynamica, wat leidt tot een interessante fysische processen. Organisaties: • Theorie van de gecondenseerde materie
Onderzoekers: • Golibjon Berdiyorov
HPC-UGent: de centrale High Performance Computing infrastructuur van de Universiteit Gent Universiteit Gent Abstract: De centrale High Performance Computing infrastructuur van de UGent maakt deel uit van het Vlaams Supercomputer Centrum en wordt uitgebouwd en onderhouden dankzij de steun van de Universiteit Gent, de Herculesstichting en het departement Economie, Wetenschap en Innovatie van de Vlaamse Overheid. Dankzij deze steun is gebruik van de infrastructuur kosteloos voor onderzoekers van de UGent. Organisaties: • Directie Informatie- en Communicatietechnologie
Onderzoekers: • Ewald Pauwels
LC-MS/MS-gebaseerde bepaling van intracellulaire folaten in subsets van cellen van het immuunsysteem Universiteit Gent Abstract: Inhoud (max. 60 woorden): Folaattekort beïnvloedt het correct functioneren van het immuunsysteem waarbij de diverse cellen een verschillende hoeveelheid folaten nodig hebben en verschillend reageren op folaattekort. Het doel is na te gaan of dit het gevolg is van een wisselende hoeveelheid intracellulaire folaten of van een wisselende samenstelling aan intracellulaire folaten. De folaatbepalingen gebeuren via LC-MS/MS. Organisaties: • Vakgroep Bioanalyse
Onderzoekers: • Christophe Stove
Genetische stabiliteit in humane embryonale stamcellen (hESC): genen verantwoordelijk voor het fenotype van hESC en vergelijking met geïnduceerde pluripotente cellen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Inleiding Sinds 2002 leiden wij menselijke embryonale stamcellen (hESC) af uit embryo's die overtollig zijn na in vitro fertilisatie (IVF) of die aangetast bleken te zijn na preimplantatie genetische diagnose (PGD). Dit project is een samenwerking tussen de Centra voor Reproductieve Geneeskunde (CRG) en Medische Genetica (CMG) van het UZBrussel en de Vakgroep Embryologie en Genetica (EMGE) van de VUB. Op dit ogenblik beschikken wij reeds over 26 stamcellijnen, waarvan 18 drager zijn van één of twee genetische mutaties. Deze lijnen zijn een belangrijk model voor onderzoek gebleken zowel op het vlak van de biologie van hESC als van hESC als model voor monogene aandoeningen (Mateizel et al., 2006, Ullmann et al., 2007, Caufmann et al., 2006 en De Temmerman et al., submitted), en hebben geleid tot een aantal internationale samenwerkingsverbanden. HESC met of zonder genetische mutaties zijn van groot belang voor toepassingen in drug development, toxicologie studies en regeneratieve geneeskunde. Daarom zijn wij gestart met onderzoek ten gronde van de (epi)genetische stabiliteit van deze cellen, om hun bruikbaarheid als onderzoeksmodel en in celtherapie na te gaan (zie ook FWO G.0166.08). Dit onderzoek heeft reeds een aantal interessante resultaten opgeleverd, zoals in het eerste deel van dit project voorgesteld. Eind 2007 verschenen een aantal belangwekkende artikels over het reprogrammeren van somatische cellen. De groep van Takahashi et al. (2007) en Yu et al. (2007) beschreven dat vb huidfibroblasten door transfectie met slechts vier genen konden gereprogrammeerd worden tot pluripotente cellen (iPSC), die in veel opzichten dezelfde kenmerken vertoonden als hESC. Deze iPSC zouden een betere bron van materiaal zijn dan hESC om ooit gebruikt te worden in regeneratieve geneeskunde, omdat patiënt-eigen cellen worden geproduceerd zonder gevaar voor afstoting. Bovendien zouden ethische bezwaren tegen het vernietigen van embryo's niet meer gelden. Nochtans is er nog een lange weg af te leggen voor deze methodologie bruikbaar is: door het inbrengen van een oncogen (C-MYC) veroorzaken getransplanteerde iPSC kanker, en bovendien brengt het gebruik van retro- of lentivirussen als vector op zichzelf gevaren mee. Het ontwikkelen van methodes die gebruik maken van niet-insererende vectoren, of zelfs puur biochemische methodes, dringt zich op. Het voorgestelde project bestaat dus uit twee luiken en heeft als doelen: 1. Verder onderzoek van de epigenetische stabiliteit op de hESC die door ons werden afgeleid, en onderzoek van oorzaak en de gevolgen van de reeds geïdentificeerde abnormaliteiten. Doelen: a. Identificatie van de genen betrokken bij pluripotentie gelegen op afwijkende chromosoomfragmenten b. Identificatie van oorzaken van (epi)genetische afwijkingen c. Evaluatie van de veiligheid van deze cellen in regeneratieve geneeskunde 2. Ontwikkelen van de methodologie voor het bekomen van iPSC en vergelijking van (epi)genetische stabiliteit van iPS en hESC Doelen: a. IPSC bekomen met dynamische mutaties, eg DM1, HD, FRAXA, en deze
cellen gebruiken als model b. Vergelijken van hESC en iPSC op vlak van (epi)genetische stabiliteit c. Ontwikkelen van andere methoden voor het bekomen van iPSC Organisaties: • Embryologie en Menselijke Genetica
Onderzoekers: • INGEBORG LIEBAERS • KAREN SERMON • CLAUDIA SPITS
Verschillende expressie profielen in normale hESC en hESC drager van FSHD Vrije Universiteit Brussel Abstract: Menselijke embryonale stamcellen vertonen twee belangrijke kenmerken: ten eerste kunnen ze in primitieve (ongedifferentiëerde) vorm behouden blijven, en ten tweede kunnen ze met de juiste stimulansen differentiëren naar alle weefsels van het lichaam. Daarom zijn deze cellen een bron van hoop voor toekomstige toepassingen in regeneratieve geneeskunde. Daarenboven zijn deze cellen belangrijk om moleculaire fysiologie veroorzaakt door specifieke mutaties te onderzoeken. Bij preimplantatie genetische diagnose (PGD) worden embryo's bekomen in vitro onderworpen aan een genetische test. Aangedane embryo's worden afgestaan voor onderzoek en kunnen dan vb gebruikt worden voor derivatie van stamcellijnen die drager zijn van monogene ziekten. Zo waren we in staat om twee stamcellijnen te bekomen die drager zijn van het gen voor fascio-scapulo-humerale dystrofie (FSHD). In een parallel project, waren we in staat om nog drie andere FSHD cellijnen uit Australië te bekomen. Wij willen nu de genexpressie in deze cellijnen vergelijken met de genexpressie in normale cellijnen, om zo verstoringen van het normale expressiepatroon door de aanwezigheid van de FSHD mutatie te identificeren. Organisaties: • Reproductie en Genetica • Embryologie en Menselijke Genetica
Onderzoekers: • Kimberly DEE • Anna Katarzyna BACZMANSKA • KAREN SERMON • CLAUDIA SPITS • Mieke GEENS
Nieuw financieringsmodel onderzoek: ZAP-startkrediet 2010 Vrije Universiteit Brussel Abstract: Met het in voege treden van het nieuw financieringsmodel onderzoek ontvangen nieuwe ZAP leden die voldoen aan de criteria voor de BOF-parameter 'mobiliteit en diversiteit' een startkrediet van EURO 50.000. Deze ZAP startkredietfinanciering wordt retroactief opgestart en toegekend aan nieuw ZAP aangesteld in 2010 en later. Organisaties: • Wiskunde, Operationeel Onderzoek, Statistiek en Informatica voor Management
Onderzoekers: • Frederik GAILLY
Studie van de rol van A20 (TNFAIP3) en RIP4 in huid homeostase en huidpathologiën Universiteit Gent Abstract: De huid vormt een beschermende barrière en dient op een gepaste manier te antwoorden op de diverse omgevingsprikkels. Het voorkomen van vele huidpathologieën duidt op het belang van een correcte keratinocyt differentiatie en van een sluitende controle van de huid homeostase. Wij zullen de rol van het ubiquitine-editing eiwit A20 en RIPK4 kinase in huid homeostase, kanker en inflammatie. Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Wim Declercq • Saskia Lippens
Oriëntalisme en Franz Cumont: zijn visie op ?Oost? en ?West? binnen de Altertumswissenschaft van de late negentiende en vroege twintigste eeuw. Universiteit Gent Abstract: Cumont biedt een uniek wetenschappelijk dossier: hij publiceerde ca. 800 titels over de religieuze en culturele interactie tussen het antieke Midden-Oosten en het Westen. Hij correspondeerde met toonaangevende geleerden, en schreef dagboeken over zijn reizen in het MiddenOosten wanneer dit onder Europese koloniale controle kwam. Deze diverse communicatiecontexten bieden een unieke gelegenheid voor een genuanceerde reflectie over oriëntalisme and postkolonialisme. Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Onderzoekers: • Danny Praet
9/12: Het na-bestaan van 11 september in de literatuur Universiteit Gent Abstract: Het voorgestelde project beoogt onderzoek naar het genre van de '9/11-roman', waarin de gebeurtenissen van 11 september onrechtstreeks aan bod komen, of zelfs grotendeels op de achtergrond worden gehouden. De nadruk ligt hier op hoe de aanslagen in het dagelijkse leven blijven nazinderen, en hoe deze infiltratie leidt tot spectralisatie van ruimte en tijd. Organisaties: • Vakgroep Engels
Onderzoekers: • Kristiaan Versluys
Gemeentelijke partij-afdelingen en de gemeenteraadsverkiezingen van 2012: organisatie en strategieën Vrije Universiteit Brussel Abstract: Centrale thema is de mate waarin het lokale niveau als een relatief autonome niveau in de organisatie van de partij functioneert. Organisaties: • Politieke Wetenschappen
Onderzoekers: • CHRISTIAN DESCHOUWER
Een interdisciplinaire analyse van de Prix de Rome (1819-1920) aan de Antwerpse Academie voor Schone Kunsten. Universiteit Antwerpen Abstract: Naar aanleiding van het 350-jarig bestaan van de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten zal de Prix de Rome collectie geinventariseerd en onderzocht worden. Op het kunsthistorisch vlak zullen de nauwelijks ontgonnen dossiers van de tweejaarlijkse Prix de Rome (1819-1920) geanalyseerd worden aan de hand van de concepten artistieke kwaliteit en talent. Daarnaast wordt de volledige collectie beeldhouwwerken van de Prix de Rome geïnventariseerd, dit omvat zowel het registreren en labellen van het object als het inventariseren van eventuele schade en de daaraan gekoppelde preventieve en curatieve conserveringsmaatregelen. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Bruno Blondé
Design space schatting en validatie van een innovatief continue farmaceutisch productieproces Universiteit Gent Abstract: Het project focust op de optimisatie en validatie van een continu granulatieproces. Op basis van kritische procesparameters, is het de bedoeling data van procesanalysatoren te vertalen in een space van procesparameters, hierbij berekend wat de probabiliteit is om de beoogde producteigenschappen te bereiken. Dit zal toelaten de procesparameters te voorspellen die leiden tot verwachte productspecificaties met een hoge probabiliteit. Organisaties: • Vakgroep Farmaceutische analyse
Onderzoekers: • Thomas De Beer
Koolstof cycling vanuit een stroombekken perspectief: een geïntegreerde benadering van terrestrische en aquatische links in het Tana River stroombekken (Kenia). Vrije Universiteit Brussel Abstract: CONTEXT Menselijke activiteiten hebben geleid tot een snelle toename in atmosferisch CO2 gedurende de voorbije eeuw, met een vergaande impact op de maatschappij, en met een verdere toename in het vooruitzicht. Het vaststellen van de rol van terrestrische en aquatische systemen als 'sources' of 'sinks' van CO2 is hierdoor een onderzoeksdomein met hoge prioriteit [1]. Een aantal componenten in de globale koolstof (C) cyclus zijn echter niet goed gekend. Eén zo'n 'blinde vlek' is de rol van zoetwatersystemen, die de interface vormen tussen terrestrische en mariene ecosystemen. Een recente datacompilatie suggereert een substantiële transfer van ~2 Pg C y-1 vanuit het terrestrische milieu naar zoetwatersystemen, maar slechts de helft hiervan zou de oceaan bereiken [2]. Een grote hoeveelheid terrestrisch C wordt dus in zoetwatersystemen verwerkt, en deze vormen dan ook een netto bron van CO2 naar de atmosfeer (~de helft van de oceanische CO2 sink, [3]). Deze schattingen zetten het belang van zoetwatersystemen in de verf als biogeochemische 'hotspots' aan de terrestrischoceanische interface, gekenmerkt door hoge process rates [4]. Zoals Masielo [2007, ref. 5] aangeeft, vereist het beter kwantificeren van globale C budgetten een grondiger begrijpen van de link tussen bodems en stroombekken karakteristieken aan de terrestrische zijde, van het transport van deeltjes en organisch materiaal in rivieren, en van de export en burial van C in de oceaan. De reactieve interface tussen terrestrische en mariene systemen komt dus naar voor als een belangrijk domein voor verder onderzoek. Hier stellen we een geïntegreerde aanpak voor om C processing te onderzoeken in een tropisch stroombekken dat zich hiertoe uitstekend leent (Tana River, Kenia), met een combinatie van data collectie en modellering. Studies van C transformaties op stroombekken-schaal zijn schaars, en op enkele uitzonderingen na is onze kennis hierrond gebaseerd op data uit één enkel stroombekken, de Amazone [bvb. 6-7]. Gezien de schaarste aan data omtrent terrestrisch-aquatische links en het ontbreken van een mechanistisch begrip van processing en lot van organisch materiaal in rivieren, is het onzeker in welke mate de bestaande data kunnen geëxtrapoleerd worden. Richey et al. [2002, ref. 8], bijvoorbeeld, schatten dat CO2 efflux uit rivieren en wetlands in het centrale Amazonebekken oploopt tot ten minste 0.5 Gt C y-1. Dit is een grootte-orde hoger dan de hoeveelheid organisch C dat door de rivier bij de monding naar de oceaan stroomt, en vormt dus een belangrijke component in het C budget van het Amazonesysteem [9]. Recente data uit andere grote rivierbekkens geven echter aan dat dit geen universeel patroon is, bvb. in het Ganges-Brahmaputra bekken [10]. Het begrijpen van terrestrisch-aquatische links is fundamenteel voor een beter inzicht in huidige en toekomstige veranderingen in landgebruik. Studies over C tranfer en processing op stroombekken-schaal zijn niet alleen cruciaal vanuit het perspectief van de globale C cyclus [cfr. 11], maar hebben ook belangrijke lokale en regionale implicaties. Specifiek voor het Tana stroombekken, zorgt de intensieve ontbossing in hogere regio's voor een hoge input aan sedimentmateriaal in het riviersysteem. De stijgende vraag naar energie en water (bvb. voor bestaande en voorziene irrigatieschema's) heeft geleid tot de aanleg van een aantal hydroelectrische reservoirs. Deze menselijke impact heeft ongetwijfeld een impact op de C en nutriëntendynamiek van de stroom, en kan belangrijke cascade-effecten hebben op het functioneren van stroomafwaarts gelegen ecosystemen [bvb., 12]. Organisch materiaal in aquatische systemen kan zijn origine hebben in zowel oude terrestrische C reservoirs (bodems of verwering van gesteenten), recente terrestrische- of oevervegetatie, of in-situ (autochtone) aquatische productie. Deze worden gekenmerkt door verschillende reactiviteit, wat leidt tot preferentiële afbraak, stockage in sedimenten of verder transport naar de kustzone [6, 13]. Om deze complexe interacties te ontwarren, combineert dit voorstel twee complementaire types expertise: state-of-the-art isotopen analysetechnieken en geïntegreerde modellering van reactief transport. De analytische technieken spitsen zich toe op specifieke proxies die de origine en processing van verschillende bronnen van organisch materiaal in het Tana stroombekken traceren. De opkomst van nieuwe technieken gebaseerd op de isotopensignatuur van specifieke microbiële groepen (op bepaalde biomerkers) en opgelost organisch C (DOC) maken het nu mogelijk om complexe C pathways op verschillende schalen te ontcijferen [bvb., 14-15]. Ook wat betreft modellering werden krachtige biogeochemische modelleringstools ontwikkeld die het verwerken van organisch materiaal in sedimenten en aquatische milieu's simuleren [16-17]. Tot nog toe maken deze modellen echter geen onderscheid tussen isotopen (m.a.w. zijn niet bron-specifiek). In dit voorstel zullen we de modelformulaties uitbreiden om de omvangrijke dataset aan proxies te integreren, om zo te komen tot een kwantitatief beeld van processing van organisch materiaal in het Tana River stroombekken. De combinatie van state-of-the-art isotopentechnieken met reactief transport modellering is vernieuwend, en vormt een originele benadering voor het bestuderen van C cycli in het natuurlijk milieu. DOELSTELLINGEN Het algemene doel van dit voorstel is het uitbreiden van onze kennis over het biogeochemisch functioneren van tropische aquatische systemen, en het nader bekijken van de link met het terrestrisch milieu. De volgende doelstellingen worden vooropgesteld: (i) de impact onderzoeken van landgebruik, vegetatiepatronen, en bodemeigenschappen in het stroombekken op de origine en biogeochemische processing van organisch materiaal in tropische aquatische systemen; (ii) bijdragen tot een beter begrip van de metabole balans en CO2 sink/source sterkte van tropische rivieren, en dit te relateren aan laterale inputs vanuit het terrestrische milieu; (iii) het toepassen van 13C en 15N aanrijkingsexperimenten als een innovatieve benadering om de organisch-minerale associatie (en dus, preservatie) van organisch materiaal langsheen het land-oceaan continuum te onderzoeken; (iv) het potentieel achterhalen van reactief transport modellering om de oorsprong, transport en lot van suspensiemateriaal, particulair en opgelost organisch C langsheen de loop van een tropisch rivierennetwerk te beschrijven. Organisaties: • Scheikunde
Onderzoekers: • Filip MEYSMAN • FRANK DEHAIRS
Er Terug-zijn³ - Re-integratie van sub-acute arbeidsongeschikte werknemers als aanbod binnen de dienstverlening van een externe dienst voor preventie en bescherming op het werk. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een dienstverleningsopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds IDEWE vzw. UA levert aan IDEWE vzw de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Algemene economie
Onderzoekers: • Diana De Graeve
Lange-termijn monitoring van drivers bepalend voor de areaalgrenzen van mangroven. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit onderzoek legt zich toe op het verklaren welke de drivers zijn voor de latitudinale mangrovegrenzen. Aangezien de beschikbare klimatologische en meteorologische gegevens toereikend zijn (zowel in tijd als in ruimte) om het nodige inzicht te bekomen is het specifieke doel van dit project het uitbouwen van een datalogger netwerk op wereldschaal, en wel uitgezet in de directe buurt van de latitudinale grens van mangroven op alle continenten. Uit deze gegevens, meer bepaald uit de gelijkenissen en verschillen tussen areaalgrenzen aan weerszijden van een continent of van een oceaan, tussen klimaatgordels binnen een eiland of land enz. Organisaties: • Biologie
Onderzoekers: • NICO KOEDAM • Farid DAHDOUH-GUEBAS
Een systeem biologische analyse van metaal geïnduceerde responsen in de zebravis, Danio rerio. Universiteit Antwerpen Abstract: In het kader van dit project willen we in de genetisch zeer goed gekarakteriseerde zebravis, Danio rerio een vergelijkende studie uitvoeren van de metaalregulatie, compartimentalisatie en toxiciteit voor twee essentiële metalen (koper en zink) en het niet-essentieel metaal cadmium. We willen daarbij nagaan wat de verschillen en overeenkomsten zijn in metaal behandeling en responsen na blootstelling onder drie verschillende fysiologische situaties. Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Ronny Blust • Wim De Coen • Dries Knapen • Erwin J M Witters
Effecten van sedimentgebonden metalen op het aquatisch milieu. Relaties tussen blootstelling, accumulatie, interne verdeling en de effecten op de macro-invertebraat levensgemeenschap. Universiteit Antwerpen Abstract: De centrale doelstelling van het project is het effect na te gaan van sedimentgebonden metalen op de samenstelling van macroinvertebraat levensgemeenschappen; dit in relatie tot metaalblootstelling en -accumulatie. Hierbij wordt er rekening gehouden met de aanwezigheid van verschillende metaalbindende sedimentkarakteristieken (o.a. Acid Volatile Sulfides, organisch materiaal, ijzer- en mangaanoxiden,...), metaalspeciatie en verschillen in soortgevoeligheid en algemene ecologie. De bekomen informatie wordt uiteindelijk gebruikt voor het vinden/bestuderen van bepaalde invertebraat soorten, die enerzijds gebruikt kunnen worden als maat voor de metaalbiobeschikbaarheid in het aquatische ecosysteem en anderzijds als voorspeller dienen voor effecten van metalen op andere, meer gevoelige organismen. Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Lieven Bervoets • Maarten De Jonge
Is endoplasmatisch reticulum stress fuctioneel betrokken bij inflammatoire darmziekten? Universiteit Gent Abstract: Inflammatoire darmziekten (IBD) zijn chronische inflammatoire aandoeningen die de darmmucosa aantasten. Een belangrijk kenmerk van IBD is toegenomen epitheliale celdood, wat leidt tot een verstoring van de intestinale barrière en ongecontroleerde influx van antigenen en aanhoudende ontstekingsreacties. Recent werd IBD in verband gebracht met een dysfunctionele unfolded protein response (UPR), de adaptieve cellulaire reactie die optreedt ten gevolge van stress in het endoplasmatisch reticulum (ER). De UPR induceert cytoprotectieve pathways, hoewel het bij langdurige ER stress aanleiding geeft tot geprogrammeerde celdood. Tot op heden is niet geweten of de UPR bijdraagt tot IBD pathogenese. Eerdere data van onze onderzoeksgroep tonen aan dat ER stress genexpressie profielen sterk gestegen zijn in biopten van patiënten met IBD. We wensen in deze projectaanvraag na te gaan of we de ontwikkeling van darminflammatie in diermodellen ook geassocieerd is met verhoogde ER stress genexpressie profielen en of we dit kunnen tegengaan door het interfereren met de UPR. Organisaties: • Vakgroep Inwendige ziekten
Onderzoekers: • Debby Laukens • MARTINE DE VOS
Computationeel modelleren van materialen (FWO Vis. Fel., Hasan SAHIN, Turkije). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Theorie van de gecondenseerde materie
Onderzoekers: • Francois Peeters • Hasan Sahin
Verbeterde generatie van humane iPS cellen via gerichte targeting van induceerbare en RMCE uitwisselbare herprogrammingsfactoren in de humane ROSA26 locus via ZFN Universiteit Gent Abstract: We beogen een verbeterde manier voor het genereren van humane iPS cellen door een gerichte targeting van dox-induceerbare en RMCE uitwisselbare herprogrammerings factoren (Yamanaka factors) in de humane ROSA26 locus door het gebruik van Zinc finger nuclease technologie Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Steven Goossens • Jody Haigh
Evolutie van intraseksueel kleurpolymorfisme bij vrouwelijke waterjuffers met verschillende vormfrequenties. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds IWT. UA levert aan IWT de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Stefan Van Dongen • Arne Iserbyt
Godsdienst, herinnering en identiteit in de zeventiende eeuw. Universiteit Antwerpen Abstract: In de zestiende en zeventiende werd Europa geplaagd door een reeks godsdienstoorlogen. Een daarvan was de Opstand, een burgeroorlog die de zeventien Nederlanden uiteen reet. Dit project onderzoekt welke rol herinneringen aan die oorlog speelden in het creëren van nieuwe religieuze en politieke culturen in de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden, en vergelijkt de herinneringsculturen in de Nederlanden met die van andere gebieden waar om het geloof was gestreden. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Guido Marnef
Verzameld werk L.P. Boon. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project behelst de wetenschappelijke editie van L.P. Boons werk in 24 delen. Voor gedetailleerde informatie: zie http://www.lpbooncentrum.be/verzameldwerk/ Organisaties: • Instituut voor de studie van de letterkunde in de Nederlanden (ISLN)
Onderzoekers: • Kristiaan Humbeeck
Het virtuele beleefd: van virtuele morele praktijken naar een ethiek voor virtuele sociale werelden. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De belangrijkste onderzoeksvraag is: In welke mate en met welke ethische gevolgen is er dis/continuïteit tussen morele praktijken in 'echte' en virtuele werelden? Het project is interdisciplinair, met een combinatie van een media-sociologisch (beschrijvende ethiek) en filosofische studie (normatieve ethiek) van online morele praktijken en reflecties. Organisaties: • Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • Karl VERSTRYNGE • CAROLINE PAUWELS • Jo Renate BAUWENS
Belang van low-fluid shear in de interactie van darm micro-organismen met de gastheer Universiteit Gent Abstract: Mucosale bacteriën in de darm maken nauw contact met de gastheer en hebben een groot potentieel om de gezondheid te beïnvloeden. In de mucosale omgeving heersen specifieke laminaire stromingsprofielen en lage schuifkrachten die leiden tot gewijzigde genexpressie bij zowel bacterie als gastheer. Aangepaste in vitro technologie maakt het mogelijk deze omstandigheden na te bootsen en te onderzoeken. Organisaties: • Vakgroep Biochemische en microbiele technologie
Onderzoekers: • Tom Van de Wiele
De rol van genetische diversiteit bij het verklaren van het invasiesucces van niet-inheemse soorten. Universiteit Antwerpen Abstract: De kans dat een niet-inheemse soort zich kan vestigen en invasief worden in zijn nieuw verspreidingsgebied hangt af van de interactie tussen soortspecifieke kenmerken en eigenschappen van het geinvadeerde ecosysteem. Ondanks dit inzicht blijft het moeilijk om te voorspellen welke soorten invasief kunnen worden in een bepaald gebied, of om te verklaren waarom sommige introducties succesvol zijn waar andere falen. Dit komt, minstens ten dele, omdat de rol van genetische diversiteit en variatie tijdens het invasieproces tot nu toe sterk onderbelicht gebleven is. Deze pilootstudie zal gebruik maken van de invasie van Europa door de Afro-Aziatische halsbandparkiet (Psittacula krameri) om na te gaan in welke mate dat de genetische variatie binnen een populatie samenhangt met de populatiegroei en geografische uitbreiding van die populatie. Ook zal er onderzocht worden of de genetische variatie tussen de Europese parkietpopulaties gerelateerd is aan klimaatsfactoren. Dit project zal nieuwe kennis opleveren over de rol van (intraspecifieke) genetische variatie tijdens het invasieproces. Deze inzichten kunnen dan toelaten om populaties te identificeren die het meeste kans maken om zich snel aan de heersende en toekomstige (klimaat)omstandigheden aan te passen, of om in te schatten hoe het invasief karakter van populaties kan veranderen met klimaatsverandering. Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Diederik Strubbe
Ontwikkeling en modelbouw van 25 golfenergieconvertor schaalmodellen voor groot-schalige experimentele modellering in een golfbak Universiteit Gent Abstract: Ontwerp en constructie van de 25 point absorber golfenergieconvertor (GEC) schaalmodellen, aangewend voor het internationale onderzoeksproject ?WECwakes?. De GEC-modellen zijn gebruikt voor groot-schalige experimentele modellering in de DHI-golfbak ?Shalow Water Wave Basin? (Denemarken) binnen het EU-FP7-Programma, ?HYDRALAB-IV?. Deze experimentele set-up van 25 GEC?s in een park lay-out is momenteel de grootste, wereldwijd, voor het bestuderen van ?near-field? en ?far-field? zogeffecten van GEC-parken. Organisaties: • Vakgroep Civiele techniek
Onderzoekers: • Peter Troch
Biometals 15 juli - 19 juli 2012 Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het samenbrengen van wetenschappers uit de hele wereld die gespecialiseerd zijn in de rol van metalen in de biologie. Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • PIERRE CORNELIS
inburgering voor jongvolwassenen - uitvoeren van een studie naar de impact van het onderzoek op het welbevinden van de betrokken jongeren Universiteit Gent Abstract: - De organisatie van lessen maatschappelijke oriëntatie (MO) in de contacttaal - Trajectbegeleiding - Via de organisatie van taallessen wordt de taal die reeds deels verworven is terug opgefrist. - De organisatie van ontspannende activiteiten, uitstappen en kampen maken dat de begeleiders de jongeren beter leren kennen. - Aangezien het project zijn derde jaar ingaat, is het tevens de bedoeling om een wetenschappelijk onderzoek te koppelen aan het project. Door de jongeren van het EVF project jaar 1 nog regelmatig terug te zien, en via de feedback van het opvangcentrum, weten we dat het project voor de jongeren een positief en versterkend effect had. Tijdens 3 meetmomenten zullen onderzoekers via interviews het emotionele welzijn van de jongeren nagaan en dit versterkend effect in beeld brengen. Ook de jongeren zullen aangemoedigd worden om via een dagboek hun ervaringen bij te houden. - Ter afsluiting van het derde projectjaar en met de empowerment van de jongeren op een wetenschappelijke manier in kaart gebracht, willen we naar de Vlaamse overheid stappen opdat dit initiatief voortaan structureel te ondersteunen. Organisaties: • Vakgroep Orthopedagogiek
Onderzoekers: • Eric Broekaert
Patient-specifieke vloeistof-structuur interactie modellering van de aorta-coarctatie.Numerieke studie van de biomechanische belasting en ultrasone beeldvorming van de pathologische aorta voor en na behandeling. Universiteit Gent Abstract: Aorta-coarctatie is een congenitale vernauwing van de aorta descendens. Deze vormt een obstructie voor bloedstroming en wordt doorgaans kort na de geboorte behandeld. In dit project gaan we op zoek naar een optimale (patiënt-specifieke) behandeling op basis van biomechanische belastingen berekend met een vloeistof-structuur-interactie model. Er wordt tevens gefocust op het begroten van golfreflecties en beeldvormingstechnieken zoals MRI en 3D-Echografie. Organisaties: • Vakgroep Civiele techniek
Onderzoekers: • Patrick Segers • Jan Vierendeels
Ouderlijke Stress en Probleemgedrag bij Adolescenten: De Mediërende Bijdrage van Opvoeding door Moeders en Vaders. Een Actor-Partner Interdependence Mediation Benadering. Universiteit Antwerpen Abstract: Het is een algemene trend dat vaders meer en meer betrokken zijn in het leven van hun kinderen. De meeste studies naar opvoedingsgedragingen besteden echter weinig aandacht aan de interactie van moeders en vaders hun opvoedingsgedragingen, en hoe deze opvoedingsgedragingen van beiden het gedrag van adolescenten beïnvloeden (Lamb, 2010). Met dit onderzoek willen we de directe en mediërende bijdrage van de opvoedingsgedragingen van moeders en vaders nagaan op het gedrag van hun kinderen. Eerst kijken we naar de bijdrage van de persoonlijke kenmerken van ouders en hun verschillende soorten stress die opvoedingsgedragingen vorm geven. Vervolgens kijken we naar de mediërende impact van de opvoedingsgedragingen van moeders en vaders op het probleemgedrag van hun adolescent. Voor dit onderzoek zal het Centrum voor Longitudinaal en Levensloop Onderzoek (CELLO) samenwerken met het Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen (HIG-HUBrussel). Organisaties: • Centrum voor Longitudinaal en Levensloop Onderzoek (CELLO)
Onderzoekers: • Koen Ponnet
Conflict monitoring en bekrachtigingsleren Universiteit Gent Abstract: In onze dagdagelijkse omgeving dienen we ons constant aan te passen aan conflicterende informatie die het efficiënt uitvoeren van bewegingen, of het vlot maken van beslissingen, dikwijls bemoeilijken. In dit project gaan we aan de hand van reactietijdentaken en neurofysiologische metingen na hoe die cognitieve aanpassingen (conflict monitoring) beter kunnen begrepen worden in termen van bekrachtigingsleer-mechanismen (beloningsleren, associatief leren).
Organisaties: • Vakgroep Experimentele psychologie
Onderzoekers: • Wim Notebaert
VIB-Gebruik van transgene muismodellen voor de studie van pathomechanismen in de ziekte van Charcot-Marie-Tooth veroorzaakt door mutaties in de HSPB1 en HSPB8 genen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de ABMM. UA levert aan de ABMM de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • VIB DMG - Perifere Neuropathieën
Onderzoekers: • Delphine Bouhy
Match of mismatch? Een kosten-batenanalyse van maternale effecten bij kanaries (Serinus canaria). Universiteit Antwerpen Abstract: Ondanks het vele onderzoek naar de functie van maternale hormonen bij vogels, werden de gevonden kosten en baten tot nog toe enkel vanuit het perspectief van het jong en onafhankelijk van de opgroeiomgeving beschreven. Een gevonden effect zou echter in de ene omgeving positief kunnen zijn, maar in een andere omgeving juist negatief. Het is dus belangrijk om in dergelijke experimenten ook met de omgevingsafhankelijkheid rekening te houden. Hiernaast dienen ook de hieraan verbonden consequenties voor de ouders in acht genomen te worden. Wat optimaal is voor de ouders is immers niet noodzakelijkerwijs optimaal voor de jongen. Mogelijkerwijs is een omgevingsafhankelijke hormoondepositie de optimale strategie van de moeder ter maximalisatie van haar fitness. De adaptieve waarde van de hormoondepositie kan dus pas in deze bredere context bepaald worden. Organisaties: • Ethologie
Onderzoekers: • Marcel Eens • Jonas Vergauwen
Connexine kanalen en celdood Universiteit Gent Abstract: Evidentie toont aan dat een directe koppeling van cellen via gap juncties de uitbreiding van apoptotische celdood kan promoten, waartoe ook hemikanalen, ?halve gap junctie kanalen?, via een paracriene weg kunnen bijdragen. Het doel is de rol van hemikanalen en gap juncties in spreiding van apoptose en necrose te onderzoeken, alsook modulerende signalen, doorgegeven via deze kanalen, te identificeren. Organisaties: • Vakgroep Fysiologie en fysiopathologie
Onderzoekers: • Luc Leybaert
Een retorisch-narratologisch onderzoek van figuurlijkheid in narratieve settings, met toepassingen op handelingsrijke Duitstalige prozaliteratuur van de vroege moderniteit tot het poëtisch realisme (1660-1880) Universiteit Gent Abstract: Het onderzoeksproject voert een systematische analyse door van de interferentie tussen complexe figuurlijke en stilistische processen enerzijds en gelaagde narratieve settings anderzijds in een historisch gedifferentieerd corpus van handelingsrijke vertellende teksten (Grimmelshausen, Forster, Kleist, Meyer, Keller, Raabe). Hierbij wordt bijzondere aandacht besteed aan de cotextuele verankering van de figuurlijke processen en aan de wijzen waarop ze de lezerbetrokkenheid sturen. Organisaties: • Vakgroep Duits
Onderzoekers: • Benjamin Biebuyck
Europeana Libraries: Aggregeren van digitale content van Europese bibliotheken Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Directie Onderzoeksaangelegendheden
Onderzoekers: • Sylvia Van Peteghem
Moleculaire genetica en functionele genomica van frontotemporaal kwab degeneratie. Universiteit Antwerpen Abstract: Frontaalkwabdegeneratie (FTLD) vormt een groep van klinisch heterogene aandoeningen die veroorzaakt worden door een progressief neuronaal verlies in de frontale en temporale cortex. Motorneuron ziekte (MND) en parkinsonisme compliceren de ziekte in tot 15% van de patiënten en overlap met symptomen van Alzheimer dementie (AD), corticobasaal syndroom (CBS) en progressieve supranucleaire palsy (PSP) zijn niet ongewoon. In de leeftijdscategorie onder 65 jaar is FTLD de tweede meest voorkomende vorm van neurodegeneratieve dementie na AD. Er bestaan geen preventieve of curatieve behandelingen. Om afdoende therapieën te ontwikkelen moeten we de pathologische mechanismen die leiden tot de neurodegeneratieve processen in de hersenen van de patiënt beter begrijpen. Moleculair genetisch onderzoek is een efficiënte manier om deze mechanismen bloot te leggen voor verder celbiologisch onderzoek. FTLD heeft een sterke genetische component: bij tot 50% van de patiënten wordt familiale aggregatie waargenomen wat op hoogpenetrante genetische factoren wijst. Mutaties in vier genen werden aangetoond in autosomaal dominante vormen van FTLD en een frequente variant die de expressie van TMEM106B beïnvloedt werd aangetoond het genetische risico op FTLD te beïnvloeden. Verdere genetische heterogeniteit bestaat met een belangrijke ziektelocus op chromosoom 9p. We zullen onze kennis van de biochemische pathways die bijdragen tot de etiologie van FTLD uitbreiden met geavanceerde moleculair genetisch en genomische strategieën. Familiale FTLD patiënten die niet verklaard worden door mutaties in gekende genen zullen onderzocht worden om nieuwe FTLD genen op te sporen, inclusief het chromosoom 9p gen. Nieuwe risicogenen en genen die de ziekte beïnvloeden zullen opgespoord worden in een uitgebreide populatie van FTLD patiënten. Als direct resultaat van dit onderzoek kan verbeterde moleculair diagnostiek geboden worden aan de patiënten en hun familie om het traject tot een correcte diagnose en behandeling aanzienlijk in te korten. Verder zullen de resultaten die in dit project beoogd worden de basis vormen voor celbiologische opvolgingsstudies van de functie en dysfunctie van pathways die bijdragen tot neurodegeneratie in FTLD.
Organisaties: • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Marc Cruts • Julie van der Zee • Ilse Anne-Maria Leo Gijselinck
Synthese van diaminozuurderivaten met een cyclopropaan- of aziridineskelet en hun toepassing in de synthese van potentieel fysiologisch actieve alfa, gamma-diaminoboterzuurderivaten. Universiteit Antwerpen Abstract: Doelstelling van het project: - Ontwikkeling en optimalisatie van de stereoselectieve synthese van nieuwe derivaten van 1,2-diaminocyclopropaan-1-carbonzuur, 2-amino-2aziridin-2-ylazijnzuur en 2-amino-3-aziridin-2-ylpropionzuur. - Ontwikkeling van ringopeningsreacties van 1,2-diaminocyclopropaan-1-carbonzuurderivaten, 2-amino-2aziridin-2-ylazijnzuurderivaten en 2-amino-3-aziridin-2-ylpropionzuurderivaten naar potentiëel fysiologisch actieve aminozuurderivaten waaronder 2,4-diaminoboterzuurderivaten. - Biologische screening van nieuwe starre diaminozuurderivaten en overeenkomstige ringopeningsproducten. Organisaties: • Medicinale chemie (UAMC)
Onderzoekers: • Koen Augustyns
Prestatie-indicatoren voor havens: selectie en meting (PRISM). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EU. UA levert aan EU de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • ITMMA
Onderzoekers: • Theo Notteboom
Apoptose, necrose en autofagie: een vergelijkende studie over de impact van stervende cellen op het aangeboren immuun systeem Universiteit Gent Abstract: Defecte interacties van stervende cellen met het aangeboren en adaptieve immuunsysteem dragen bij tot de ontwikkeling van kanker en auto-immuniteit. Het belangrijkste doel van dit project is om op een vergelijkende manier de mechanismen van interactie en communicatie te bestuderen van de verschillende soorten stervende cellen (apoptotische, necrotische en autofagocytische) met het aangeboren immuunsysteem. Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Peter Vandenabeele • Dmitri Krysko
Ontwikkeling van analysemethoden voor grote datasets en toepassing ervan op niet-coderende genetische informatie betrokken bij psychiatrische ziekten. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds IWT. UA levert aan IWT de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • VIB DMG - Toegepaste Moleculaire Genomica
Onderzoekers: • Jurgen Del-Favero • Peter De Rijk • Bart Aelterman
Interne overdracht voor aanstelling van Liesbeth Anna Dora BORGERMANS Vrije Universiteit Brussel Abstract: Interne overdracht voor aanstelling van Liesbeth Anna Dora BORGERMANS Organisaties: • Huisartsen en zorg rond het levenseinde
Onderzoekers: • DIRK DEVROEY
Hoe zijn nonprofit werknemers gemotiveerd? Een 'discrete choice' analysis. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Met het groeiende belang van de nonprofit sector in de samenleving, is er een toegenomen aandacht voor de bestaansreden van nonprofit organisaties (npos), hoe zij zich gedragen en wat hun doelstellingen zijn, vanuit een zowel empirische als theoretische invalshoek. Recent ontstond ook een sterke belangstelling naar de motieven van betaalde werknemers en vrijwilligers in deze sector. Een goed begrip van hun motieven en hoe deze zich verhouden met de objectieven van de organisatie is een belangrijke factor in het verklaren van het gedrag dat nonprofit organisaties vertonen. Vanuit dit standpunt stellen Caers et al. (forthcoming) een additief scheidbare nutsfunctie voor nonprofit managers en ondergeschikt personeel voor, die de objectieven van deze actoren indeelt in drie grote categorieën: persoonlijke doelstellingen, organisatorische doelen en client-gebonden doelstellingen. De onderliggende veronderstelling hierbij is dat personen binnen de nonprofit organisatie kunnen verschillen in het belang dat zij aan elk van deze drie categorieën hechten. Sommigen geven bijvoorbeeld meer voor hun persoonlijke doelstellingen, terwijl anderen mogelijk meer belang hechten aan de tweede of derde categorie van doelstellingen. Deze veronderstelling is zowel gebaseerd op theoretisch als empirisch onderzoek. De aanwezigheid van "egoïstische" werknemers (sterk geïnteresseerd in de eerste categorie van motivatoren) kan worden verwacht door te duiden op het gebrek aan efficiente "principals" (Jensen en Meckling (1976), Fama en Jensen (1983)) en op de moeilijkheden i.v.m. prestatiemetingen (Steinberg (1990), Brickley en Van Horn (2002)). Op basis van de zelf-selectie hypothese (Young (1983)) kunnen beide factoren "egoïstische" werknemers stimuleren om voor jobs in de nonprofit sector te opteren. Empirisch onderzoek bevestigt dat nonprofit werknemers belang hechten aan persoonlijke doelstellingen (Mesch et al. (1998), Brown en Yoshioka (2003)). Maar ook een toewijding naar de missie van de organisatie wordt verwacht te bestaan (Hansmann (1986)) en empirisch aangetoond (Mirvis en Hackett (1983)),
alsook een belangstelling voor het welzijn van de npo's cliënten (zie respectievelijk Mooney en Ryan (1983) en Hansen et al. (2003)). Caers et al. (forthcoming) verenigen deze literatuur in een formele nutsfunctie en bieden voor het eerst een theoretische analyse van het gedrag dat verschillende types van nonprofit werknemers zullen vertonen in een groot aantal situaties. Het voorliggende project bouwt verder op dit werk en onderzoekt empirisch hoeveel belang nonprofit werknemers precies hechten aan persoonlijke, organisatorische en client-gebonden doelstellingen. Deze inzichten kunnen aantonen welke van de in Caers et al. (forthcoming) gespecificeerde types het meest reëel zijn en tot meer gerichte beleidsaanbevelingen leiden. Dit onderzoek maakt gebruik van "discrete choice" experimenten, een "stated preference" techniek waarbij respondenten meermaals worden gevraagd om hun geprefereerde scenario uit een klein aantal mogelijke scenario's te kiezen. Elk scenario heeft daarbij verschillende attributen en door het niveau van deze attributen te veranderen en de keuzes van de respondenten te analyseren, wordt het mogelijk om het belang (b's) dat de respondenten hechten aan elk attribuut (U1, U2, ..., Um) te schatten. Formeel, Ui = b1 * U1 + b2 * U2 + ..... + bm * Um met Ui = waargenomen deel van de nutsfunctie van individu i m = aantal attributen In het voorliggende onderzoek wordt geopteerd om de respondenten te vragen een keuze te maken uit telkens drie scenario's. Elk scenario vertegenwoordigt een hypothetisch jaar. In elk van deze drie mogelijk jaren vinden verschillende gebeurtenissen plaats. Bepaalde persoonlijke, organisatorische of client-gebonden doelstellingen worden ofwel niet gehaald, gehaald of overtroffen. De respondenten worden gevraagd aan te geven welk jaar zij zouden verkiezen. Het experiment hanteert 6 attributen, 2 voor elke categorie van motivatoren, met elk 3 niveaus. Hierdoor zijn er 216 verschillende scenario's. Vermits een onderzoeksopzet met 3 alternatieven meer efficient werd bevonden dan een onderzoeksopzet met slechts 2 alternatieven (Sandor en Wedel (2002)), betekent dit dat de respondenten 72 keer hun geprefereerde scenario uit 3 mogelijkheden zouden moeten kiezen. Dit aantal zal worden verminderd door gebruik te maken van het Sandor en Wedel (2002) algoritme, om zo de "task demand" te verlagen en de efficiëntie van het schatten te verhogen (Hensher, Stopher en Louviere (2001)). Wel worden testen voor transitiviteit en consistentie van de keuzes toegevoegd. De attributen worden bepaald op basis van o.a. organisatorische en professionele toewijding vragenlijsten (Giffords (2003)) en job/beloningstevredenheid vragenlijsten (De Gieter et al. (2006), De Cooman et al. (2006)). De steekproef voor dit onderzoek zijn Vlaamse nonprofit ziekenhuizen, meer specifiek: - leden van de Raad van Bestuur - afdelingshoofden - verpleegkundigen en niet-medisch personeel Dit perspectief, met 3 niveaus, is consistent met het model van Caers et al. (forthcoming) en laat toe om na te gaan of er verschillen en overeenkomsten bestaan in de individuele karakteristieken tussen de verschillende organisatorische niveaus. Tevens wordt het medische personeel met het niet-medische personeel vergeleken. Het onderzoeksopzet wordt eerst gepretest met individuen vanuit elk niveau in beide clusters van departementen (medisch en niet-medisch). De verzamelde data worden onderworpen aan een mixed logit model. Deze techniek wordt verkozen boven het gewone multinomial logit model omdat het toelaat dat de attributen verschillen over de respondenten met dichtheid f(b). Deze dichtheidsfunctie wordt gespecificeerd als de verdeling die het dichtst aansluit bij de verwachtingen omtrent de variatie van de b's en zal, zoals in de meeste applicaties, als normaal verdeeld worden beschouwd (Train (2003)). Met de recente bevindingen van De Cooman et al. (2006) in het achterhoofd, dewelke duiden op verschillen in de motieven en werkwaarden van de nieuwe generatie van verpleegkundigen, laten vragen omtrent demografische variabelen toe om correlaties met de preferenties te bestuderen. Deze bevindingen zullen toelaten om een beeld te vormen van de types van werknemers die in de nonprofit sector actief zijn. Desondanks blijft het mogelijk dat we een onvolledig beeld behouden omtrent de individuen die voor een functie in deze sector solliciteren. Indien de verantwoordelijken voor de aanwerving selectief zijn in hun beleid, is het immers mogelijk dat het profiel van de gemiddelde werknemer verschilt van dat van de gemiddelde sollicitant. Ook de gehanteerde recruterings- en selectietechnieken kunnen bovendien selectief zijn. De toegevoegde waarde van dit bijkomend onderzoek ligt zowel in een breder inzicht in de gehanteerde technieken en instrumenten en in de mate waarin er verschillen bestaan naargelang van het medische of niet-medische karakter van de functie, alsook in hoe de zelf-selectie daadwerkelijk functioneert. Een tweede vragenlijst, gericht op de gehanteerde instrumenten en technieken omtrent recrutering en selectie, wordt uitgewerkt. De doelgroep voor deze tweede vragenlijst zijn de verantwoordelijken voor de aanwerving in de Vlaamse nonprofit ziekenhuizen. In samenwerking met een representatieve steekproef van ziekenhuizen wordt tevens aan een steekproef van sollicitanten gevraagd om de eerste vragenlijst in te vullen, opdat het mogelijk wordt na te gaan welk belang zij hechten aan persoonlijke, organisatorische en client-gebonden doelstellingen. De resultaten van dit onderzoek dragen bij tot de theoretische literatuur door nieuwe inzichten aan te reiken in het agency theory - stewardship theory debat en omtrent de zelfselectie hypothese. Tevens bieden zij bestuursleden, managers en verantwoordelijken voor de aanwerving in de nonprofit sector meer specifieke beleidsimplicaties, die de algemene bevindingen van Caers et al. (forthcoming) aanvullen. Tot slot is een derde luik van dit onderzoeksvoorstel gericht op een uitbreiding van het meest complexe theoretische model gepresenteerd in Caers et al. (forthcoming), hetwelk de relaties beschrijft tussen één Raad van Bestuur, één management, één tot drie werknemers en twaalf cliënten. In dit model is de ernst van de toestand van een cliënt (alsook de inspanning geleverd door de agent om deze cliënt te helpen) gekend door alle actoren in de organisatie. Een waardevolle uitbreiding, zeker bij toepassing in de medische sector, bestaat erin deze informatie om te zetten in private informatie, uitsluitend beschikbaar voor de agent. Een nieuwe variabele wordt ingebouwd om de mening van de Raad van Bestuur en het management omtrent de echte moeilijkheidsgraad van de toestand van een cliënt weer te geven. Deze mening wordt gesteund op de door de agent geleverd informatie (dewelke misleidend kan zijn) en een kansverdeling (normaal verdeling). Het eerder ontwikkelde Fortran programma, gericht op het genereren van de tijdsverdelingen (verdeling van inspanning over de potentiële cliënten) van de agent, wordt aangepast. De bestaande programma's voor het tot stand brengen van de rangschikkingen van werknemers (op basis van hun geschiktheid voor de organisatie) en de analyse hiervan worden opnieuw toegepast. De resultaten van deze uitbreiding worden vergeleken met het oorspronkelijke model en kunnen, in combinatie met de bevindingen van de twee empirische studies, nieuw inzicht bieden in het effect van de recruteringsbeslissingen van een nonprofit organisatie op haar gedrag en haar prestaties. Organisaties: • Micro-economie voor Profit en Non-Profit Sector
Onderzoekers: • MARC JEGERS
Nieuwe uitdagingen in veeldeeltjes Greense functie en gevorderde Dyson orbitaaltheorieën: van orbitaalafbeeldingen tot moleculaire kwantumsimilariteit in impulsruimte. Universiteit Hasselt Abstract: Nieuwe uitdagingen in veeldeeltjes Greense functie en gevorderde Dyson orbitaaltheorieën: van orbitaalafbeeldingen tot moleculaire kwantumsimilariteit in impulsruimte. Voor de ontwikkeling van nieuwe moleculaire descriptoren, gebruikt in de kwantitatieve structuur/activiteit relatie theorie (QSAR theorie), is er momenteel nood aan een gestandaardiseerd orbitaal-beeldvorming studie en kwantum-chemische methodes voor het berekenen van moleculaire orbitalen. Naast het interpreteren van 'orbitaal-beeldvorming' elektronenimpuls spectroscopische experimenten (EMS), is het hoofddoel van dit project de studie van de relatie tussen de Dyson orbitalen, Kohn-Sham orbitalen en Fukui functies. Bovendien wordt er ook gebruik gemaakt van de impuls-ruimtelijke weergave van deze orbitalen (of functies) om nieuwe kwantumsimilariteit indices te berekenen in de impulsruimte. Deze indices zullen vervolgens vergeleken worden met andere descriptoren van moleculaire similariteit, zoals bijvoorbeeld de logP index die overeenkomt met de octanol/water partitiefunctie. Dergelijke functie is een experimentele maat voor het hydrofobe/lipofiele karakter van een molecule. In dit kader, zijn de C4H6O2 isomeren (2,3-butadieen, 3,4-epoxy THF, methylacrylaat, #947;-butyrolacton, cyclopropaan carbonzuur, en 1,3-butadieen diepoxide), ideale moleculen om nieuwe similariteit descriptoren te testen. Een kwantitatieve analyse van de EMS metingen, uitgevoerd op moleculen die roteerbare bindingen bezit, vereist zorgvuldige en zeer accurate berekeningen van (a) moleculaire structuren, (b) relatieve energieverschillen, (c) hoeveelheid conformatieveranderingen, (d) valentie één-elektronen en 'shake-up' ionisatie spectra en (e) centrisch gemiddeld orbitaal-impuls verdelingen gebruik makend van Dyson orbitalen. Stappen (b) en (c) zijn overbodig indien het bestudeerde molecule een rigide conformatie bezit. In een volgende stap (f), laten de gestandaardiseerde berekeningen van grondtoestand elektronendichtheden bekomen uit Dyson (of Kohn-Sham) orbitaal studies het toe om similariteit indices in de impulsruimte te berekenen. Organisaties:
• Centrum van Moleculair en Materiaal Modelleren
Onderzoekers: • Michael DELEUZE
Charcot-Marie-Tooth neuropathieën: van genen tot eiwitnetwerken en ziektemechanismen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project heeft als doel het toepassen van nieuwe moleculaire benaderingen om Charcot-Marie-Tooth (CMT) mutaties te modeleren, en genfunctie en -netwerken te bestuderen. Organisaties: • VIB DMG - Perifere Neuropathieën
Onderzoekers: • Vincent Timmerman • Peter De Jonghe
Ontogenie van geneesmiddel transporters en metabolizerende enzymes in de minipig: een genexpressie analyse Universiteit Antwerpen Abstract: Geneesmiddel transporters en metabolizerende enzymes spelen een cruciale rol in de farmacokinetiek van veel geneesmiddelen. De ATP-binding cassette (ABC) geneesmiddel efflux transporters en cytochroom P450 (CYP) isoenzymes zijn de best gekende van deze 2 respectievelijke groepen. Er zijn echter nog talrijke andere subgroepen die betrokken zijn bij de absorptie, distributie, metabolisatie en eliminatie van geneesmiddelen. De expressie en activiteit van deze systemen in hepatocyten en enterocyten beïnvloeden de orale biobeschikbaarheid en op deze manier de klinische efficaciteit maar tevens de mogelijke toxiciteit van oraal opgenomen geneesmiddelen. Ondanks het gebruik van veel van deze geneesmiddelen bij (heel jonge) kinderen en het voorkomen van grote verschillen in biobeschikbaarheid in vergelijking met volwassenen, is er vrij weinig gekend over de ontogenie van drug transporters en metabolizerende enzymes. Deze kennis is ook cruciaal bij juveniele dieren. Uit veiligheidsoverwegingen worden namelijk vaak toxiciteitsstudies in juveniele dieren vereist alvorens de klinische studies in kinderen mogen starten. In de rat zijn er reeds gegevens over de pre- en postnatale ontwikkeling van verschillende orgaansystemen beschikbaar maar bij niet-knaagdieren ontbreekt deze kennis. Aangezien de minipig, naast de hond, het meest gebruikte niet-knaagdier species is dat gebruikt wordt in juveniele toxiciteitsstudies, is kennis over de ontogenie van geneesmiddel transporters en metaboliserende enzymes cruciaal voor de interpretatie van deze studies. Het doel van dit project is dan ook het nagaan van genexpressie verschillen van geneesmiddel transporters en metabolizerende enzymes in de lever en dunne darm van foetale, pasgeboren, zuigende en gespeende minipigs. Organisaties: • Toegepaste diergeneeskundige morfologie
Onderzoekers: • Steven Van Cruchten
Moufang verzamelingen Universiteit Gent Abstract: Verder ontwikkelen van, de theorie van de Moufang verzamelingen, dit is een welbepaalde klasse van tweevoudig transitieve groepen, ingevoerd door Jacques Tits. Enerzijds de studie van de speciale Moufang verzamelingen en het zoeken naar alternatieve voorwaarden. Anderzijds het bestuderen van de gekende voorbeelden van Moufang verzamelingen, afkomstig van lineaire algebraïsche groepen, gebruik makend van meetkundige en algebraïsche technieken. Organisaties: • Vakgroep Wiskunde
Onderzoekers: • Hendrik Van Maldeghem • Tom De Medts
Kanker en proactieve geneeskunde. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van dit project is de gevolgen op individueel en maatschappelijk niveau nagaan van de inzet van nieuwe technologieën voor het bepalen of beïnvloeden van het risico op kanker en voor de vroegtijdige detectie van kanker. Deze onderzoeksopdracht wil dit thema wetenschappelijk onderbouwd verkennen, met verschillende betrokken doelgroepen. In een mogelijke vervolgfase kunnen aanbevelingen geformuleerd worden aan het Vlaams Parlement. Organisaties: • Epidemiologie en sociale geneeskunde (ESOC)
Onderzoekers: • Guido Van Hal
De economie van podiumkunsten: een vergelijking van Engeland, Frankrijk, Nederland en Vlaanderen. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project worden drie gerelateerde vragen gesteld in de context van een vergelijking van Engeland, Frankrijk, Nederland en Vlaanderen voor het geval van de podiumkunsten: 1) Wat zijn de institutionele verschillen in de kunstomgeving van Nederland vis-à-vis Vlaanderen tegen de achtergrond van de Angelsaksische en continentaal-Europese benaderingen? 2) Wat zijn overeenkomsten en veschillen tussen succesvolle en niet-succesvolle kunstproducenten in Nederland en Vlaanderen? 3) In welke mate kunnen verschillen in succes-en faalfactoren worden verklaard vanwege institutionele verschillen? Organisaties: • Management
Onderzoekers: • Arjen van Witteloostuijn
Toelage van de Nationale Bank van België voor het BOF-project: "Geurmarketing: De impact van geur en de interactie ervan met andere atmosferische prikkels tijdens een winkelbeleving" Universiteit Hasselt Abstract: De toelage van de Nationale Bank zal als cofinanciering aangewend worden voor de werkingsmiddelen van het BOF-project: "Geurmarketing: De impact van geur en de interactie ervan met andere atmosferische prikkels tijdens een winkelbeleving" In dit project wordt de effectiviteit van geurmarketing onderzocht. Binnen sensoriële marketing neemt geur een alsmaar prominentere plaats in en retailers blijken er ook steeds meer in geïnteresseerd te zijn. Er zijn echter nog vele uitdagingen in het onderzoek hier rond, niet in het minst wat betreft de interactie-effecten met niet-atmosferische elementen (bv. product-type en individuele verschillen zoals persoonlijkheidskenmerken) alsook interactie-effecten met andere atmosferische elementen (zoals muziek, kleur, en licht). Deze laatste onderzoekspistes wint alsmaar
aandacht daar een winkelbezoek alsmaar meer als een totaalervaring van cognitieve maar zeker ook affectieve elementen wordt benaderd. Organisaties: • Marketing
Onderzoekers: • Willem JANSSENS
Internationale training voedselveiligheid, kwaliteitszorg, risico-analyse Universiteit Gent Abstract: Tijdens deze 4 maand durende training wordt een intensieve opleiding georganiseerd inzake voedselveiligheid (microbiologie- chemie), kwaliteitszorg (basisvoorwaarden, HACCP, kwaliteitssystemen) en risico-analyse. De training is bestemd voor een internationaal publiek, met reeds ervaring in de voedselketen, vooral trainees verbonden aan overheidsinstellingen, lokale universiteiten zijn aanwezig. Organisaties: • Vakgroep Voedselveiligheid en Voedselkwaliteit
Onderzoekers: • Mieke Uyttendaele • Bruno De Meulenaer
Verticaal emitterende microlasers met gekoppelde caviteiten : een nieuw concept met grensverleggende mogelijkheden. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Context en hoofdbetrachtingen Door de steeds groeiende behoeften aan datacapaciteit in toepassingen zoals computersystemen, datacommunicatie en telecommunicatie wordt het belangrijk om betaalbare, hoge bandbreedte multifunctionele fotonische componenten aan te kunnen bieden. In deze context zijn Vertical-Cavity Surface-Emitting Lasers (VCSELs) dan ook ideale componenten en dit om verschillende redenen. Vooreerst laat de geometrie van deze microlaser, waarbij de optische as van de VCSEL lasercaviteit orthogonaal staat op het vlak van het aktieve gebied, toe om een sterk verbeterde bundelkwaliteit voor te brengen. Daarnaast zijn de spectrale eigenschappen uitzonderlijk, evenals de schaalbaarheid van de komponent, en het gemak waarmee hij in een array kan geconfigureerd worden. Deze fel begeerde karakteristieken, in het bijzonder het lage vermogenverbruik, de lage aanmaakkost, en de kleine divergentie van de VCSEL laserbundel hebben er reeds voor gezorgd dat VCSELs de rand emitterende lasers ( edge emitting lasers EEL) in heel wat toepassingen hebben vervangen in het korte golflengte domein (8001000nm). Vandaag zijn korte golflengte VCSELs beperkt tot bitstromen van 10Gb/s, terwijl lange golflengte VCSELs (1310-1600nm) slechts langzamerhand beschikbaar worden op de markt met bitstromen van maximum 2.5Gb/s. Hoewel er op dit ogenblik hoge bitrate 40 Gb/s Distributed Feedback diode lasers bestaan die zouden kunnen ingezet worden in hoge bandbreedte verbindingen, verhindert hun extreem hoge kost in vergelijking met VCSELs en EELs hun gebruik in toepassingen zoals in Fiber-to-the-Home, en computer interconnects. Willen wij aan de toekomstige databehoeften kunnen blijven voldoen is het bijgevolg belangrijk om multifunctionele VCSELS te ontwikkelen die tevens extreem hoge bitrates aankunnen. Met dit project beogen wij de proof-of-concept demonstratie van VCSELs met bit rates hoger dan 20Gb/s, die kunnen ingezet worden in toepassingsdomeinen zoals datacom, optische interconnecties, local en metropolitan area networks (LANs and MANs), en telecommunicatie. Het project bouwt voort op de aanwezige expertiese binnen de onderzoeksgroep rond halfgeleiderlasers en laserdynamica van IR-TONA, VUB [1-15] en tevens op de lange ervaring en technologische know-how van één van de meest gerenommeerde VCSEL-technologie groepen ter wereld, namelijk de groep van Prof. Rainer Michalzik die behoort tot de vakgroep Optoelectronica van de Universiteit van Ulm, Duitsland [16-18]. Om de doelstellingen van dit project te behalen zullen wij in sterke samenwerking met deze groep het concept van gevorderde gekoppelde caviteits VCSELs ontwikkelen. Daarnaast is het onze bedoeling om originele functionaliteiten in het leven te roepen met deze komponenten, zoals de generatie van ultra-snelle optische kloksignalen en hoge bandbreedte polarisatie modulatie, evenals hoogperformant transversaal modegedrag. De gekoppelde caviteits VCSELs zullen ons bovendien toelaten om de aktieve lichtgenererende caviteit onafhankelijk te optimaliseren van de tweede caviteit, die op haar beurt geoptimaliseerd kan worden voor specifieke functionaliteiten. Zo bvb. zullen we de tweede caviteit kunnen optimaliseren naar lage capaciteit en weerstand met het oog op hoge snelheids digitale polarisatiemodulatie, terwijl de eerste caviteit, waarin de quantum well (QW) zich bevindt, ontworpen zal worden om onder optimale omstandigheden gebruik te kunnen maken van het Quantum-Confined Stark (QCS) effect voor versterking. Organisaties: • Toegepaste Natuurkunde en Fotonica
Onderzoekers: • KRASSIMIR PANAYOTOV • HUGO THIENPONT
Het einde van de secularisering? Charles Taylor en Marcel Gauchet over de betekenis van het religieuze in een geseculariseerde wereld. Universiteit Antwerpen Abstract: De confrontatie tussen Gauchet en Taylor gaat uit van de volgende onderzoeksvraag : wat is de cultureel-maatschappelijke betekenis (de 'plaats') van het religieuze in de seculiere wereld? Doelstelling van deze vraag is de aard van de spanningsverhouding te expliciteren zoals die zich vandaag voordoet tussen de religieuze ervaring die wordt uitgedrukt in termen van het heilige, het goddelijke en het transcendente enerzijds en het voortschrijdende proces van secularisering anderzijds. De actualiteit van deze vraag staat buiten kijf : de vraag naar de plaats en de betekenis van het religieuze in onze samenleving komt onder meer tot uitdrukking in de hernieuwde belangstelling voor de religie, het hoofddoekendebat, het fenomeen van het oplaaiend fundamentalisme, de individuele zoektocht naar extreme of bijzondere ervaringen, en dergelijke. Bovendien is een gepaste maatschappelijke reactie op deze verschijnselen gebaat met een zo genuanceerd mogelijk inzicht in de onderliggende historische processen en filosofische betekenissen. Gauchet noch Taylor gaan aan genoemde thema's voorbij ¿ wel integendeel : hun reflecties vertrekken juist van de vaststelling dat het religieuze in een seculiere wereld blijft voortbestaan. Deze problematiek is niet bijkomstig in hun filosofisch werk, maar vormt er het kernstuk van en ze wordt bovendien op een wetenschappelijk vernieuwende manier uitgewerkt : beide auteurs verleggen de uitgangspunten van het klassieke seculariseringsdebat zowel door hun breed historisch perspectief op de rol van de religie in de samenleving als door hun antropologisch-sociologische aanpak. Organisaties: • Centrum voor Europese Filosofie
Onderzoekers: • Walter Van Herck • Guido Vanheeswijck
Impact van het promoten van Ricinodendron heudelotii (Baill.) Pierre ex Pax. noot commercialisatie op de welvaart en welzijn van landbouwers in Kameroen Universiteit Gent Abstract: Impact analyse van de promotie van Ricinodendron heudelotii noot (njansang) commercialisatie op de welvaart en het welzijn van landbouwers. De commercialisatie werd gepromoot door het World Agroforestry Centre in rurale gebieden in Kameroen. Dit onderzoek beschouwd de Multi-dimensionele impact op de landbouwers uitgaande van vijf grote peilers: financieel, sociaal, menselijk, natuurlijk en fysisch.
Organisaties: • Vakgroep Plantaardige productie
Onderzoekers: • Patrick Van Damme
Wanneer rechtszaken tot handelsliberalisering leiden: judicialisering in de Wereldhandelsorganisatie WTO en handelsliberalisering door de Europese Unie. Universiteit Antwerpen Abstract: De doelstelling van dit onderzoeksproject is een verklaring te bieden voor de verschillen in de mate waarin WTO lidstaten reageren op juridische aanvechting door handelspartners in het WTO geschillenbeslechtingsmechanisme. We ontwikkelen een theoretisch kader om te verklaren waarom en hoe staten zich in bepaalde gevallen aanpassen aan deze eisen van buitenaf en in andere dan weer vasthouden aan hun bestaande beleidsoptie. Op empirisch vlak maakt dit onderzoeksproject gebruik van kwantitatieve en kwalitatieve onderzoeksmethodes om casi te analyseren waarin de geschillenbeslechtingsprocedure van de WTO tegen de EU werd ingeroepen sinds de creatie van de WTO in 1995. Organisaties: • Instituties en Meerlagige Politiek (ACIM)
Onderzoekers: • Dirk De Bièvre
Ontwikkeling van een leidraad voor het kwantificeren van ecosysteemdiensten in estuaria. Universiteit Antwerpen Abstract: Om de economische waarde van de regulerende ecosysteemdiensten in een estuarium in te schatten, is eerst een goede identificatie en kwantificering van die diensten vereist. ECOBE zal voor regulerende diensten in eerste instantie een duidelijke identificatie doen, om vervolgens instrumenten aan te reiken voor een kwantificatie. De nodige data zullen verzameld worden voor een algemene kwantificatie, toepasbaar op verschillende West-Europese estuaria. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire
Epigenetische regulatie en multiple myeloom: identificatie van potentiële doelwitten Vrije Universiteit Brussel Abstract: Multiple myeloma (MM) is een ongeneeslijke plasmacel maligniteit gekenmerkt door de accumulatie van monoklonale plasmacellen in het beenmerg (BM). MM is goed voor 2% van alle maligniteiten en is de tweede meest gediagnosticeerde hematologische maligniteit. De beenmerg micro-omgeving gaat de MM cellen steunen om te overleven, te groeien en aan een drug-geïnduceerde celdood te ontsnappen. Hoewel nieuwe medicijnen die op deze interacties inwerken, een aanzienlijke verbetering van de algehele overleving hebben aangetoond, zien we bij patiënten een onvermijdelijke herval en de ontwikkeling van een refractaire ziekte. De strijd tegen de kankercellen moet worden gevoerd tegelijkertijd vanuit verschillende invalshoeken. Met verschillende combinaties van geneesmiddelen worden studies uitgevoerd waarin zowel de MM cel zelf als de omliggende BM cellen en componenten geviseerd worden. Meer en meer bewijs toont aan dat epigenetische veranderingen en belangrijke rol spelen in the pathogenese van MM. Epigenetische veranderingen staan in voor de regulatie van de gentranscriptie en kleine fouten ter hoogte van deze veranderingen kunnen zeer zware gevolgen hebben en leiden tot de ontwikkeling van kanker. De 2 best gekende veranderingen zijn: (i) DNA methylatie van cytosine basen in CpG dinucleotiden and (ii) post-translational (niet)histon veranderingen (zoals acetylatie, methylatie, phosphorylatie,...). Ondanks het feit dat deze veranderingen overerfbaar zijn ze wel reversibel en vormen ze dus interessante doelwitten. Er werd reeds aangetoond dat geneesmiddelen die deze veranderingen bestrijden in MM een sterke antitumor werking hebben. Op dit moment is het echter nog niet geweten wat het werkingsmechanisme is van deze geneesmiddelen en hoe deze de genexpressie van de MM cellen in situ, waar de MM cellen beschermd worden door het BM micromilieu, beïnvloeden. Dit zal nagegaan worden in deze studie. Bovendien zal ook nagegaan worden of de combinatie van geneesmiddelen die tegelijkertijd deze 2 verschillende epigenetische veranderingen bestrijden een verhoogde therapeutisch effect hebben. Organisaties: • Hematologie • Immunologie en Microbiologie
Onderzoekers: • Karin VANDERKERKEN • Elke DE BRUYNE
Het effect van evenwichtstraining in combinatie met transcraniële Direct Current Stimulatie op posturale controle bij patiënten met een CVA. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project wordt sensomotorische training gecombineerd met niet-invasieve hersenmodulatie bij CVA patiënten. Dit zal gebeuren aan de hand van een dubbel-blind, sham-gecontroleerde, studie. Het effect op de posturale controle van extra statische evenwichtstraining, waarbij gebruik gemaakt wordt visuele feedback, al of niet in combinatie met transcraniële Direct Current Stimulatie zal worden onderzocht. Met dit project hopen we bij te dragen tot de implementatie van nieuwe relevante behandelingsmodaliteiten in de klinische praktijk bij deze patiëntenpopulatie. Organisaties: • Translationele Neurowetenschappen (TNW)
Onderzoekers: • Paul Van de Heyning
Karkasclassificatie 2012 Universiteit Gent Abstract: 1. Opvolging van de wetenschappelijke en praktische evolutie op het gebied van karkasclassificatie 2. Opleiding en permanente vorming van de ambtenaren van het beleidsdomein Landbouw en Visserij 3. Ondersteuning van de evaluaties van classificeerders en toezichthouders runderen 4. Ondersteuning van de evaluaties van classificeerders en toezichthouders van geslachte varkens. 5. Operationeel houden van de testprocedure met het oog op het betrouwbaar en conform verklaren van de inderlingsapparatuur geïnstalleerd in de varkensslachthuizen gelegen in Vlaanderen + de rapportering van de uitgevoerde testprocedures 6. Test van nieuwe methoden en apparaten voor de indeling van geslachte varkens en runderen met het oog op erkenning 7. Ondersteuning bij de ontwikkeling van een referentiemethode voor de bepaling van de conformatie van geslachte varkens 8. Technisch-wetenschappelijke ondersteuning van de ambtenaren van DLV, bevoegd voor de karkasclassificatie 9. Deelname aan de vergaderingen van de CLIP-commissie 10. Optreden als expert voor het Vlaamse Gewest tijdens vergaderingen en controlemissies van de Europese Unie
11. Advisering van DLV betreffende de regelgeving en de controle erop Organisaties: • Vakgroep Dierlijke productie
Onderzoekers: • Stefaan De Smet
Elektrochemische vorming en modificatie van metaal en metaallegering nanodeeltjes op een substraatdrager. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Doelstellingen van het project. Dit project heeft drie belangrijke doelstellingen. Een eerste doel is de vorming te bestuderen van metaal/legering deeltjes, gebonden op een dragend substraat en bekomen door oppervlakte-gestuurde chemische of elektrochemische depositie. Het tweede doel betreft het systematisch wijzigen van het oppervlak van de individuele deeltjes. Hierbij worden de gepaste, complementaire experimentele methodes aangewend voor de studie van de elektronische en structurele eigenschappen van de nanodeeltjes. Het bijeenbrengen en interpreteren van de complementaire informatie die geleverd wordt door de verschillende methodes, is het derde doel van het project. Uitwerking van het voorgestelde onderzoek 1. Synthese van nanodeeltjes 1.1 Oppervlakte-gestuurde chemische depositie De nanodeeltjes worden in dit geval gevormd op basis van een oplossing die metaalzouten en een reductor bevatten. De oplossingen worden zodanig verneveld dat er een dichte mist ontstaat van individuele druppels die op een substraat wordt gespoten. Het kristallisatieproces wordt geïnitieerd op activerende centra die aanwezig zijn op de drager. Typisch voor deze werkwijze is dat de kristalgroei stopt door uitputting van reactieproducten aanwezig in de individuele druppels. Hierdoor kunnen de afmetingen van de deeltjes gecontroleerd worden door verschillende parameters te variëren, waaronder druppelgrootte, aantal aanwezige activerende centra, concentratie van de reagentia en de temperatuur. Deze werkwijze is universeel wat betreft het te gebruiken substraat en hangt bijvoorbeeld niet af van zijn geleidbaarheid. De limiterende factor is eerder dat alleen enkelvoudige metalen kunnen afgezet worden met een relatief edele potentiaal. Deze methode wordt aan de VUB toegepast bij de vorming van zilverdeeltjes op koper. De experimentele data tonen aan dat deze chemische depositie leidt tot zeer goed-gedefinieerde sferische nanodeeltjes met dimensies rond de 10-50 nm, relatief sterk gebonden op de drager. In het verdere onderzoek zullen we voor de Cu nanodeeltjes evenals voor de Pd in functie van de hoger vermelde parameters de dimensies en de grootte-distributie nauwkeuriger bepaald worden. 1.2 Elektrokristallisatie Het feit dat de vorige methode enkel toelaat om relatief edele metalen af te zetten, maakt dat de elektrokristallisatie van nanostructuren één van de meest bruikbare methodes is om een breed gamma aan metaal/legeringen te maken. Galvanische depositie werd uiteraard uitvoerig bestudeerd, maar toch blijft de initiële nucleatiestap van het proces vaak nog onbekend. Dit komt niet in het minst omdat afmetingen, vorm, structuur en samenstelling van de initieel gevormde nanodeeltjes weinig gekend zijn. Een goede kennis van de eigenschappen van deze kiemen is zeer belangrijk omdat het de kleinste nanodeeltjes zijn die stabiel gevormd worden onder de extern opgelegde condities. Hoewel het belang van deze kennis gemakkelijk kan onderschreven worden, is het niet zo eenvoudig om onder gecontroleerde elektrochemische omstandigheden complementair de noodzakelijke hoge-resolutie analyses uit te voeren. Een deel van het project beoogt dan ook om hoge-resolutie analyse, deels in situ, te combineren met de elektrochemische experimenten. Bedoeling is om het nucleatieproces te karakteriseren als functie van de elektrochemische overpotentiaal, de elektrolytsamenstelling en de temperatuur. Een innovatieve benadering in het project is het gebruik van niet-waterige ionische vloeistoffen "Ionic Liquids" die kunnen dienen voor elektrochemische synthese van metaal of metaallegering nanodeeltjes. Deze ionische vloeistoffen imiteren de eigenschappen van gesmolten zouten maar dan bij kamertemperatuur. Zij hebben een zeer breed elektrochemisch venster en werden in de literatuur vermeld i.v.m. de elektrokristallisatie van Al en Ti [5]. We hebben twee redenen om over te stappen naar dergelijke elektrolyten. Ten eerste is het bekend dat de elektrochemische reductie in waterige elektrolyten enkel mogelijk is voor metalen met een relatief edel karakter, meestal voor metalen gelegen rechts in de periodische tafel. Ten tweede wijzen recente data er op dat deze ionische vloeistoffen betere omgevingen bieden dan waterige elektrolyten voor de gecontroleerde synthese van nanodeeltjes. De metaalionen vertonen immers andere transporteigenschappen in de ionische vloeistoffen dan in de waterige, en hierdoor kan het elektrokristallisatieproces aanzienlijk vertraagd worden. Er werd bv. gerapporteerd dat in de ionische vloeistoffen de stapsgewijze groei van Pd kan gecontroleerd worden van 2 nm tot 3,5 nm in stappen van 0,5nm [6]. We verwachten om met deze methode dus meer controle te hebben op de grootte dan chemisch gevormde deeltjes. In het project wordt gestart met Pd deeltjes omwille van de referentie in de lireratuur. Eens de technologie op punt staat kan de natuur van het deeltje gewijzigd worden door gebruik van andere ionische vloeistoffen. 2. Structurele en elektronische eigenschappen van de chemisch en elektrochemisch gevormde nanodeeltjes In het project zullen we chemisch en elektrochemisch gevormde Pd- en V-deeltjes bestuderen samen met enkele van hun legeringen. Ultradunne lagen en nanodeeltjes die Pd bevatten, kennen praktische toepassingen in katalyse, brandstofcellen, magnetisch geheugens en in de elektronica. Tevens bieden Pd en V de mogelijkheid tot het opslaan van waterstof. De nanodeeltjes bieden tevens ideale mogelijkheden voor de studie van o.a. structurele ordening, uitzetten of inkrimpen, oppervlakte/bulk-effecten, segregatie in samenstelling, en chemische interacties. De deeltjes uit Pd en V en hun legeringen zullen afgezet worden op verschillende types substraten. Vlakke metaalsubstraten, koolstofglas en transmissieelektronenmicroscopie (TEM) "grids" zullen gebruikt worden als elektrodes om de kiemen op af te zetten. Het gebruik van TEM "grids" als elektrochemisch substraat biedt de mogelijkheid om direct over TEM geschikte preparaten te beschikken, zonder dat er een complexe preparaatbereiding zoals polijsten of ionenverdunning noodzakelijk is. Meer gestructureerde elektrokristallisatie zal uitgevoerd worden in poreuze nano-geanodiseerde templates. Door gebruik te maken van een speciale anodisatie-behandeling (reeds bestudeerd aan de VUB) kunnen sterk georiënteerde nanoporeuze templates vervaardigd worden met porie-afmetingen variërend tussen 5 en 50 nm [7,8]. De kolomvormige poreuze structuur bezit onderaan een dunne barrièrelaag die tunneling van elektronen toelaat, zodat de kationen vanuit een oplossing tot metalen in de poriën kunnen afgezet worden. Deze methode wordt door andere onderzoeksgroepen, zoals door L.Piraux UCL, gebruikt voor het aanmaken van nanodraden . Hier willen we echter in de dunne poreuze kanalen nanodeeltjes vormen. De bedoeling is ook om hier eerst met Ar-ionenverdunning geschikte (elektrontransparante) TEM-preparaten te maken, waarin daarna rechtstreeks de depositie van de deeltjes zal gebeuren. 3-Modificatie van de deeltjes 3.1 Modificatie van de bulkeigenschappen: a) Legeren met waterstof: Pd-H en V-H deeltjes De interesse in Pd-H en V-H is ingegeven door het feit dat beide elementen een grote hoeveelheid waterstof kunnen opnemen. Terwijl Pd een vaste oplossing vormt met H kan men stellen dat V zowel vaste oplossingen vormt als twee specifieke hydride-verbindingen. De studie van dit V-hydride is interessant omwille van hun verschillende stabiliteit. Eén van de twee hydrides ontbindt bij kamertemperatuur, terwijl het andere hydride meer stabiel is. Pd-H en V-H zijn uiterst geschikt als modelsysteem om de structurele en elektronische eigenschappen te bestuderen van metaal-waterstof legeringen en van metaalhydrides. Voor V-H met nanometerdimensies kunnen nog geen resultaten teruggevonden worden in de literatuur. Aangezien de deeltjes gevormd worden op een geleidende drager, kan de waterstofopname eenvoudig gebeuren door kathodische polarisatie in een waterige oplossing bij lage pH. b) Legeren van Pd met Co en Ni Eens er controle is over de vorming van de Pd-nanodeeltjes, zal gestart worden met het veranderen van de bulksamenstelling door toevoegen van Co en Ni. Doordat Pd, Co en Ni naburige elementen vormen in de elektrochemische serie, is elektrochemische afzetting van hun legeringen haalbaar. 3.2 Oppervlaktemodificatie (core-shell type) van de nanodeeltjes Twee opties voor oppervlaktemodificatie van de deeltjes worden bekeken: oxidatie en adsorptie. De modificatie van de oxidatie/reductie toestand van het oppervlak van het metaal kan geregeld worden door elektrochemische polarisatie naar een passiverende toestand of door gasoxidatie. Dit werd in het verleden uitvoerig bestudeerd aan de VUB voor bulk metalen. Verwacht wordt dat deze gekende methodes kunnen worden overgezet om een oxidelaagje te groeien rond de metaaldeeltjes. Voor het project verwachten we de interessantste resultaten met Cu en Co deeltjes. Meervoudige oxidatie-reductie cycli kunnen dan verder aangewend worden. Voor de geoxideerde deeltjes zullen we vooral de magnetische eigenschappen bestuderen om de invloed van de oxidatie na te gaan. Aan de KULeuven zal de magnetische hysteresis van geoxideerde Co-deeltjes opgemeten worden met SQUID-magnetisatiemetingen. Het is namelijk bekend dat het contact tussen het ferromagnetische Co en de antiferromagnetische CoO-huid aanleiding zal geven tot een verbreding van de hysteresislus en een verschuiving van de lus ten opzichte van het nulveld [9]. De sterkte van deze zogenaamde "exchange bias" kan direct gerelateerd worden met de kwaliteit van de CoO-laag (homogeniteit, afwezigheid van kristaldefecten, ...). Omwille van de beperkte sensitiviteit van de SQUID-metingen moet gewerkt worden met deeltjes met een minimale grootte van 20 nm en moeten zij voldoende dicht bij mekaar zitten. Aldus zal het ook mogelijk zijn om de invloed van de eindige afmetingen op de "exchange bias" na te gaan voor afmetingen die niet toegankelijk zijn via lithografische patroonvorming [10]. "Core-shell" strukturen zullen tevens vervaardigd
worden door adsorptie van organische moleculen. De aanwezige interactie tussen de verschillende organische componenten en metaal/ metaaloxide structuren is één van de belangrijkste onderzoeksonderwerpen van de VUB-partner [11-13]. Bij het recent uitgevoerde onderzoek werd meer en meer overgegaan van zelfassemblerende depositie naar potentiaal-gecontroleerde depositie [14]. Gezien de positieve resultaten is het heel interessant om de deeltjes te vormen op een geleidend substraat, omdat we dan door oplegging van de potentiaal het elektrisch veld rond de deeltjes kunnen beïnvloeden en daardoor de adsorptie van de organische moleculen op het metaal beter kunnen sturen. Uit recente literatuur blijkt immers dat metaal nanodeeltjes omgeven met een organische mantel de metallische toestand sterk beïnvloeden en bv. nieuwe, verrassende magnetische eigenschappen induceren [15]. Deze effecten, die toegeschreven worden aan de elektronentransfer tussen metaaldeeltje en zijn organische mantel, kunnen opgemeten worden met raster-tunnelmicroscopie (STM) en raster-tunnelspectroscopie (STS). Hierbij is het belangrijk dat de elektrochemisch gevormde deeltjes in de oplossing kunnen bedekt worden met de organische moleculen om aldus contaminatie aan het grensvlak met het metaaloppervlak te vermijden. Op deze manier zullen aan de KULeuven betrouwbare STM- en STS-metingen kunnen uitgevoerd worden op de preparaten die bereid worden aan de VUB en vervoerd worden naar de KULeuven in een reeds eerder gebruikte vacuümkoffer. De STM- en STS-metingen aan de KULeuven gebeuren in ultra-hoogvacuüm en bij vloeibareheliumtemperaturen [16]. Deze metingen zullen directe informatie leveren over de elektronische structuur van het grensvlak tussen de nanodeeltjes en hun organische huid. Tevens kunnen op basis van spin-gepolariseerde tunneling de magnetische eigenschappen van de individuele deeltjes afgetast worden. Analyse van de nanodeeltjes Vanuit analytisch standpunt, worden verschillende complementaire methodes gebruikt met het oog op complete informatie betreffende grootte, morfologie, samenstelling, elektronische structuur en elektrochemisch gedrag. Dezelfde methodes worden ingezet voor het bestuderen van de deeltjesvorming en van hun modificatie. Ex situ analyse wordt op de eerste plaats verricht met transmissie-elektronenmicroscopie (TEM), "Electron Loss Spectroscopy (EELS)" en "High Angular Dark Field Scanning TEM (HAADF-ScanningTEM)" bij EMAT, UA. Structuuranalyse, met name bepaling van grootte-distributie en deeltjesmorfologie, zal gebeuren d.m.v. conventionele TEM-beeldvorming. Verder zal hoge-resolutie TEM toelaten om de atomaire structuur van de deeltjes te bepalen. Deze resultaten worden gecombineerd met de resultaten van EELS-metingen. De pieken in de EELS-spectra geven zowel chemische als elektronische informatie. Met deze methodes zal getracht worden het verschil te bestuderen tussen de "core" en de "shell" van de gemodificeerde deeltjes wat betreft hun structuur, chemische samenstelling en elektronische toestand. Door gebruik te maken van HAADFSTEM combineert men structurele en chemische informatie omdat bij deze methode een structureel beeld maakt waarbij het opgenomen signaal afhankelijk is van het atoomgetal Z van de bestudeerde atoomkolom. Recente studies tonen aan dat dit soort van informatie ook kwantitatief kan worden geïnterpreteerd [17]. De vorm en de dimensies van de deeltjes zullen eveneens bepaald worden met behulp van atomairekrachtmicrosocpie (AFM) met uiterst fijne naalden aan de KULeuven. Bovendien zullen ook lokale variaties in de mechanische eigenschappen (o.a. elasticiteit) opgemeten worden en zal met behulp van "contact-resonantfrequency AFM" [18] de adhesie tussen nanodeeltje en substraat kwantitatief bepaald worden. In situ analyse kan worden uitgevoerd met de recent aangekochte elektrochemische STM/AFM-opstelling (VUB), waarmee momenteel ervaring wordt opgedaan. Tevens zal gebruik gemaakt worden van SERS op potentiaal-gecontroleerde substraten. Dit laat toe in situ de moleculaire vibrationele spectra van de geadsorbeerde moleculen op het deeltje te bestuderen als functie van de opgelegde potentiaal. Deze methode wordt momenteel al toegestast op Cu, Au en Ag gebaseerde "core-shell" systemen [19], maar meer en meer groeit de overtuiging dat SERS ook kan ingezet worden voor andere metaalclusters. Een alternatieve in situ benadering wordt geboden door de "Dubble"faciliteiten aan het ESRF in Grenoble . "Small-Angle X-ray Scattering (SAXS)" en "Wide Angle X-ray Scattering (WAXS)" enerzijds, en "Extented Absorption Fine Structure Spectroscopy (EXAFS)" en "X-Ray Near Edge Spectrsocopy (XANES)" anderzijds, kunnen opgemeten worden in een aangepaste elektrochemische cel. Recent werden door VUB dergelijke metingen gecombineerd met in situ elektrochemische experimenten. De opstelling laat toe om elektrolyten te veranderen zonder de cel te demonteren en op een unieke manier de nanodeeltjes te volgen via opnames gemaakt tijdens hun vorming, legering, oxidatie en absorptie. Organisaties: • Materialen & chemie
Onderzoekers: • HERMAN TERRYN
Onderzoeksbeurs: EHA Fellowship (Dr. Janka Matria) - Hepatisch gentherapie for hemofilie Vrije Universiteit Brussel Abstract: Hepatische gentherapie voor hemofilie met behulp van integratie-defecte lentivirale vectoren: Effect van miRNA verordening betreffende inductie van immuun tolerantie. Organisaties: • Celbiologie en Histologie
Onderzoekers: • Thierry VANDENDRIESSCHE • Marinee CHUAH • Janka MATRAI
Dynamische effecten in gekoppelde supergeleider-ferromagneet nanosystemen. Universiteit Antwerpen Abstract: Het hoofddoel van dit project is het experimenteel en theoretisch onderzoeken van de fysische eigenschappen van gekoppelde, wederzijdig beïnvloedende supergeleider-ferromagneet nanosystemen. We zullen de verschillende invloeden onderzoeken van zowel de elektromagnetische koppeling als van de meer subtiele exchange koppeling. Hierin zal ook de terugkoppeling van de supergeleider naar de (zachte) ferromagneet vervat zitten. Complemetair theoretisch onderzoek zal verricht worden naar de studie van koude atomaire gassen, waarvan de fysische beschrijving vertaald kan worden naar S/F hybride systemen en omgekeerd. Organisaties: • Theorie van kwantumsystemen en complexe systemen
Onderzoekers: • Jacques Tempere
Talensensibilisering Universiteit Gent Abstract: Het project Talensensibilisering in het Vlaamse basisonderwijs omvatte de volgende doelstellingen: (1) ondersteunen van de pedagogische begeleidingsdiensten door ze mee in te zetten in een begeleidingstraject rond talensensibilisering in 6 basisscholen; (2) inventariseren van bestaand én ontwikkelen van nieuw lesmateriaal omtrent talensensibilisering; (3) expertise rond talensensibilisering opgedaan via de begeleidingstrajecten maximaal aan de SNPB overdragen. Organisaties: • Vakgroep Vergelijkende cultuurwetenschappen
Onderzoekers: • Piet Van Avermaet
Kort opleidingsintiatief ?Intensive training on mycotoxin analysis Universiteit Gent Abstract: Het doel van deze trainingssessie is om de belangrijkste analytische methodologiën voor de bepaling van myxotocinen in voeding en voeder aan te leren. Verder is het de bedoeling om de kennis omtrent het mycotoxinen probleem te vergroten in ontwikkelingslanden aan de hand
van theoretische lessen gegeven door verschillende experten. Organisaties: • Vakgroep Bioanalyse
Onderzoekers: • Sarah De Saeger
Sterke-koppelingsfenomenen tussen condensaatfluctuaties en onzuiverheden. Universiteit Antwerpen Abstract: Koude atomaire gassen dienen zich aan als een nieuwe en krachtige manier om een fundamenteel systeem uit de veeldeeltjesfysica te modelleren en te bestuderen: deeltjes (sterk) gekoppeld aan een bad van bosonische excitaties. Dit systeem vormt juist een van de onderzoekspeilers van het laboratorium TFVS-UA, en we willen natuurlijk de kans niet missen om de expertise die we hieromtrent hebben opgebouwd te valoriseren aan een nieuw systeem. Hierbij gaan we het padintegraalformalisme gebruiken om het "polaronisch effect" in atomaire gassen op drie niveaus te beschrijven: de grondtoestandseigenschappen, de respons eigenschappen, en het multipolaron effect. Organisaties: • Theorie van kwantumsystemen en complexe systemen
Onderzoekers: • Jacques Tempere
Humane blootstelling aan endocrien verstorende fenolische contaminanten. Universiteit Antwerpen Abstract: Het voorgestelde project beoogt het ophelderen van humane blootstellingsroutes aan fenolische milieucontaminanten (bv bisphenol-A) die endocriene verstoringen kunnen veroorzaken. Na validatie van geschikte analytische methoden zal getracht worden de mate en de voornaamste routes (dieet, lucht of stof) van blootstelling in de Vlaamse bevolking in kaart te brengen. Hierbij zal speciale aandacht aan kinderen besteed worden. Organisaties: • Toxicologie
Onderzoekers: • Adrian Covaci
Yes we canon! Een discoursanalyse van canondebatten in het na-oorlogse theater in Vlaanderen (1945-2010). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Onderzoekscentrum Visuele Poëtica
Onderzoekers: • Luc Van Den Dries • Ciska Hoet
VIB-Identificatie van een nieuw gen betrokken in Charcot-Marie-Tooth neuropathie dmv massale parallele transcriptoom sequenering. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds VIB. UA levert aan VIB de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • VIB DMG - Moleculaire Neurogenomica
Onderzoekers: • Albena Jordanova
Analyse van HDAC repressorcomplexen die een rol spelen tijdens leverfibrogenese. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Doelstelling en benadering. Het moleculaire mechanisme van de inhibitie van stellaatcelactivatie door HDAC inhibitoren (HDAC-I) is slechts gedeeltelijk gekend (11,12) ondermeer omdat de beschikbare HDAC inhibitoren niet specifiek zijn (er zijn 11 HDACs). Daarnaast wordt het onderzoek naar HDAC- en andere repressorcomplexen voornamelijk uitgevoerd in geïmmortaliseerde cellijnen waardoor zelfs de aanwezigheid van deze complexen niet is aangetoond in de meerderheid van primaire cellen zoals de HSCs. De karakterisatie van de HDACcomplexen en het ontrafelen van hun actiemechanisme tijdens stellaatcelactivatie, zou een belangrijke stap zijn in de ontwikkeling van een efficiënte anti-fibrogene therapie. Deze vaststellingen onderstrepen de nood aan een grondige analyse van de rol van specifieke HDAC bevattende repressorcomplexen tijdens fibrogenese. Dit project heeft als objectief om stellaatcelactivatie in vitro en in vivo te remmen door specifiek één of meerdere HDACbevattende repressorcomplexen te inhiberen. Organisaties: • Celbiologie en Histologie • Medische Beeldvorming en Fysische Wetenschappen
Onderzoekers: • Tony LAHOUTTE • ALBERT GEERTS • Leonardus VAN GRUNSVEN
Laat me je kleur zien, dan ken ik jouw kwaliteit Universiteit Antwerpen Abstract: Totnogtoe is er discussie of de kleur van vrouwelijke individuen informatie kan geven over hun kwaliteit. In dit project wensen wij relaties tussen de kleur van vrouwelijke vogels en maten van individuele kwaliteit te bestuderen, alsook verbanden tussen de kleur van eieren en hun samenstelling. Wij streven ernaar om kleurmetingen als een niet-invasieve methode te gebruiken om de kwaliteit van vrouwelijke individuen en hun eieren in te schatten. Organisaties: • Ethologie
Onderzoekers: • Maud Poisbleau
Een krachtig modelleringskader voor het efficiënt opzetten en analyseren van levenswetenschappelijke studies. Universiteit Hasselt Abstract: Dit project wil een krachtig, omvattend biostatistisch modelleringskader ontwikkelen voor het ontwerpen en analyseren van levenswetenschappelijke studies. Dit zal leiden tot tijdswinst en kleinere steekproefgrootten. Meer betrouwbare besluiten zullen kunnen getrokken uit klinische en pre-klinische biofarmaceutische studies, epidemiologische studies, volksgezondheidsonderzoeken en surveys, milieu- en toxicologische experimenten, risico-analytische opzetten, bio-merkers-studies, evaluatie van surrogaatrespons in klinische studies, genetische studies, microarray en andere bioinformatica experimenten. Dit kader breidt een reeks bestaande kaders voor hiërarchische en complexe gegevensstructuren uit en zorgt voor unificatie. De methodologische component legt de nadruk op: modelformulering voor het opzetten en analyseren van studies; nieuwe methoden voor steekproefgroottebepaling; modelverificatie en diagnostische instrumenten; fundamentele behandeling van onvolledige gegevens, in het bijzonder wanneer studies menselijke proefpersonen omvatten; efficiëntie schattingsmethoden en inferentiële technieken; en flexibele en gebruiksvriendelijke implementatie in standaard software. De methodologie is eveneens adequaat voor psychometrische validering (betrouwbaarheid, geldigheid, veralgemeenbaarheid), waarbij de mogelijkheid gecreëerd wordt om klassieke klinische studiegegevens te gebruiken, en het dus niet langer nodig is van specifieke psychometrische valideringsstudies op te zetten. Organisaties: • Centrum voor Statistiek • Centrum voor Statistiek
Onderzoekers: • Geert MOLENBERGHS
Therapeutisch potentieel van histon deacetylatie inhibitoren voor de stabilisatie van atherosclerotische plaques. Universiteit Antwerpen Abstract: De morbiditeit en mortaliteit ten gevolge van atherosclerose vormen de belangrijkste bedreiging voor de volksgezondheid in de westerse wereld. De meest succesvolle farmaca voor de behandeling van atherosclerose, statines, blijken niet effectief in twee derde van de patiënten. Nieuwe en meer robuuste strategieën zijn noodzakelijk. Dit project focust op het therapeutisch potentieel van histon deacetylatie inhibitoren in de stabilisatie van atherosclerotische plaques. Organisaties: • Fysiofarmacologie (FAR)
Onderzoekers: • Dorien Schrijvers
Wetenschappelijke disciplinevorming: Tijdschriftpublicaties en wetenschappelijke communicatie Universiteit Gent Abstract: Het moderne wetenschapssysteem bestaat uit disciplines. Hun communicatiestructuur wordt mogelijk gemaakt door wetenschappelijke tijdschriften. Publicaties kunnen op elkaar aansluiten publicaties kunnen naar elkaar verwijzen (citaties). Via een vergelijking van twee disciplinaire communciatienetwerken (uit de mens- en de sociale wetenschappen) zal in dit project de structuurontwikkeling van het moderne wetenschapssysteem onderzocht worden. Organisaties: • Vakgroep Sociologie
Onderzoekers: • Raf Vanderstraeten
Precaire arbeid, precaire levensomstandigheden en gezondheid. Constructie en evaluatie van een indicator voor precaire arbeid en gezondheid binnen een crossnationale context. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Probleemstelling en doelstellingen van het onderzoek Gedurende de voorbije decennia heeft de klassieke arbeidsverhouding fundamentele veranderingen ondergaan. Een belangrijk aspect hierbij is het onder druk komen van het psychologische contract tussen werkgever en werknemer: de "standaard arbeidsverhouding", die de werknemer "relatief permanente tewerkstelling biedt in ruil voor het goed uitvoeren van de hem opgedragen taken" (Cooper 2002) is van langsom minder de norm. Dit heeft gevolgen voor de manier waarop de relatie tussen arbeid en gezondheid moet worden onderzocht (Benach et al 2002). In de voorbije decennia was er vooral onderzoek naar de gevolgen van het arbeidsproces zelf: fysieke blootstellingen, werkstress als gevolg van werkeisen en de controle over het werk, enz. - o.a. in het kader van het Demand-Control-Support (DCS) model (Karasek 1979). Door het onder druk komen van de standaard arbeidsverhouding ontstaat de noodzaak om ook de gezondheidsgevolgen hiervan te onderzoeken (Cooper 2002). Het schaarse empirisch onderzoek op dit terrein heeft tot hiertoe twee invalshoeken gehanteerd. Een eerste invalshoek is zich blijven richten op de klassieke kenmerken van het arbeidsproces en heeft aangetoond dat nieuwe categorieën van werknemers, zoals tijdelijke of deeltijdse werknemers, vaker een benadeelde positie bekleden in termen van fysieke en psychosociale werkomstandigheden, werknemersvoordelen, enz. (Quinlan et al 2001, Goudswaard & Andries 2002). Een tweede invalshoek heeft zich wel gericht op de arbeidsverhouding. Er is aangetoond hoe werknemers in onzekerheid meer kans hebben op gezondheidsklachten (Ferrie 1999, D'Souza et al 2003). Recent is ook aandacht besteed aan de gevolgen van tijdelijke tewerkstelling en andere atypische arbeidcontracten (Benach et al 2004, Virtanen et al 2005). De bevindingen voor deze laatste relaties zijn echter over het algemeen onduidelijk (De Cuyper et al 2008). De beide invalshoeken hebben duidelijke beperkingen. Terwijl de eerste voorbij gaat aan de gezondheidsrisico's eigen aan belangrijke transformaties op het vlak van de arbeidsverhouding, is de tweede teveel gericht op specifieke categorieën, met een grote interne heterogeniteit en een moeilijke vergelijkbaarheid (zeker internationaal). De tweede benadering gaat te weinig in op de onderliggende oorzaken van de gezondheidseffecten: zo kunnen werkonzekerheid en lage kwaliteit van de arbeid evengoed kenmerken van klassieke jobs zijn, terwijl niet alle vormen van atypische tewerkstelling dezelfde kwalitatieve kenmerken hebben (De Cuyper et al 2008). Er is nood aan een benadering die op zoek gaat naar gezondheidsgevolgen van zowel elementen uit het arbeidsproces als de arbeidsverhoudingen (Clarke et al 2007). Hiertoe is het van belang om de gezondheidsrisico's verbonden met hedendaagse arbeidsverhoudingen op een meer generische manier te benaderen. Benach et. al. (2007) suggereren om het concept precaire arbeid te gebruiken als criterium om de hedendaagse atypische arbeidsverhoudingen te kwalificeren. In tegenstelling tot specifieke flexibele arbeidsvormen is precaire arbeid een concept dat meerdere dimensies omvat: tijdelijkheid en onzekerheid, machteloosheid, ondermaatse belonings- en beschermingsniveaus en materiële onzekerheid (Fudge & Owens 2006). Op die manier worden jobs op een continuüm, met de standaard arbeidsverhouding als referentiepunt, geplaatst (Hadden et al 2007). Een focus op meer generische indicatoren van precaire arbeid vergemakkelijkt bovendien ook de internationale vergelijkbaarheid (De Cuyper et al 2008). Dit is enorm belangrijk, omdat het de macrocontext in termen van arbeidsmarktregulering, sociale voorzieningen, sociale bescherming, ... is die de specifieke inhoud van precaire arbeidsomstandigheden bepaalt - en bijgevolg ook de potentiële gezondheidsimpact (Vosko 1998). De centrale doelstelling van dit onderzoek is om indicatoren voor precariteit van de arbeidsverhoudingen in een representatieve steekproef van de Europese beroepsactieve bevolking te toetsen op hun samenhang en gezondheidsgevolgen, teneinde een meer generisch concept voor precariteit van de arbeid en de relatie hiervan met gezondheid te operationaliseren. Vervolgens zal dit concept in empirisch onderzoek in verband worden gebracht met indicatoren voor het arbeidsproces, levensomstandigheden en factoren behorende tot het macroniveau. Deze algemene doelstelling vertaalt zich in zes specifieke doelstellingen: (1) Het operationaliseren en schatten van de prevalentie van een aantal indicatoren voor precaire arbeidsverhoudingen binnen de dataset; (2) Het analyseren van de relaties tussen indicatoren van precariteit met zelfgerapporteerde gezondheid en sociale kenmerken (o.a. gender, leeftijd en sociaal-economische positie); (3) Het construeren van een meerdimensionaal concept voor precaire arbeidsverhoudingen; (4) Het toetsen van de mate van samenhang, complementariteit en mogelijke interacties tussen het concept van precariteit en fysieke en
psychosociale kenmerken van het arbeidsproces, alsmede kenmerken van (precaire) levensomstandigheden; (5) De schatting van de mate van crossnationale variatie in de relatie tussen het precariteitsconcept en de indicatoren van zelfgerapporteerde gezondheid; (6) Het evalueren van de verklarende kracht van een geselecteerd aantal variabelen op macroniveau (landen) voor deze eventueel vastgestelde crossnationale variatie. Organisaties: • Interface Demografie • Medische Sociologie
Onderzoekers: • FREDDY LOUCKX • Karen VAN AERDEN • Christophe VANROELEN
Interacties tussen herpesvirussen en cellulaire signalisatiewegen, en de consequenties hiervan voor immuno easie en viraal spreiden Universiteit Gent Abstract: Virussen zijn obligaat intracellulaire pathogenen. Om te kunnen vermeerderen in cellen, om te kunnen spreiden naar andere gastheercellen en om uitschakeling door het immuunsysteem uit te stellen of te omzeilen hebben virussen diverse, grotendeels ongekende interacties ontwikkeld met de cellulaire signalisatiewegen. Doel van dit project is om meer inzicht te verkrijgen in deze interacties voor herpesvirussen. Organisaties: • Vakgroep Virologie, parasitologie en immunologie
Onderzoekers: • Herman Favoreel
Het Belgisch beleid voor personen met een beperking: wat is de Europese impact in deze? Universiteit Antwerpen Abstract: Het onderzoeksproject bestudeert het Belgische beleid rond personen met een beperking, de structuren, de verdeling van bevoegdheden en het beleid. Het is een opstap naar een groter onderzoek rond de Europeanisering van het nationale beleid voor personen met een beperking, waarin het nationale beleidvormingsproces rond personen met een beperking in verschillende EU lidstaten onderzocht wordt. Organisaties: • Burgerschap, gelijkheid en diversiteit (CED)
Onderzoekers: • Petra Meier
Prioritisering van de doelgroepen met betrekking tot de vaccinatie voor seizoensgriep - deel 2. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds KCE. UA levert aan KCE de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Philippe Beutels
Actiestoornissen bij depressie: de sociaal-functionele betekenis en achterliggende neurale mechanismen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Kind-, Jeugd- en Volwassenpsychiatrie (CAPRI)
Onderzoekers: • Bernard Sabbe
Statistische analyse van isotoop-gemerkte MALDI-TOF massa spectra Universiteit Hasselt Abstract: Het project handelt over de analyze van peptide concentraties in isotoop-gemerkte MALDI-TOF data. Om de variabiliteit van massa spectrometrie experimenten te beperken, kan men bvb. twee stalen van verschillende biologische condities samenvoegen. Om een onderscheid te maken tussen de metingen van de twee stalen, zal men de peptides van één van de stalen moeten merken. Dit kan door, bvb., de twee 16O atomen op de carboxyl-groep van een peptide te vervangen door twee 18O atomen. Bijgevolg verschuiven de metingen van de gemerkte peptides in een massa spectrum vier massa eenheden naar rechts, en kunnen worden onderscheiden van de metingen van de ongemerkte peptides. Maar het kan gebeuren dat, door de aanwezigheid van onzuiverheden tijdens het isotopisch merken en door de variërende snelheid waarmee zuurstof-isotopen worden uitgewisseld, niet alle peptides een 18O isotoop zullen ontvangen. Dit heeft tot gevolg dat de metingen van een gemerkt staal verschuiven naar verschillende hogere massas en met elkaar overlappen. Om dit probleem aan te pakken, kan een Markov model worden gebruikt (Valkenborg, 2008, niet-gepubliceerde doctoraatsproefschrift). In het voorgestelde project, zullen verscheidene aspecten van het model worden onderzocht. In het bijzonder, uitbreidingen van het model door minder restrictieve veronderstellingen te gebruiken (bvb., toelaten van heteroscedasticiteit en correlatie in de stochastische fout) of door flexibelere parametrische vormen toe te passen die, bvb., de aanwezigheid van de onzuiverheden kunnen schatten of de biologische variabiliteit mee in rekening kunnen brengen. De ontwikkelde methodes worden aangepast, zodat ze ook op andere experimentele platformen toepasbaar zijn, zoals, bvb., ICAT. Organisaties: • Centrum voor Statistiek • Centrum voor Statistiek
Onderzoekers: • Tomasz BURZYKOWSKI
Epidemiologisch onderzoek naar de risicofactoren voor het ontstaan van Chronisch Obstructief Longlijden (COPD). Universiteit Gent Abstract: Het doel van deze gecoördineerde, multidisciplinaire epidemiologische studie is het identificeren van nieuwe COPD ?susceptibility? genen en het onderzoeken van de rol van systeeminflammatie in de pathogenese van COPD. In een grootschalige, prospectieve, populatie-gebaseerde cohorte zal de rol van systeeminflammatie onderzocht worden in de pathogenese van COPD evenals in de extrathoracale consequenties / comorbiditeiten van COPD
Organisaties: • Vakgroep Inwendige ziekten
Onderzoekers: • Guy Joos • Guy Brusselle
Directe C-H binding functionaliseringsreacties: ontwikkeling van methodes om een pyridine richtende groep te verwijderen Universiteit Antwerpen Abstract: Directe C(sp³)-H functionalizeringen alfa van een stikstof in alifatische amines kunnen efficient uitgevoerd worden wanneer pyridine als richtende groep (RG) wordt aangewend. Pyridine is echter een stabiele richtende groep, en werd daarom aanzien als onverwijderbaar na de functionaliseringsstap. Dit project spits zich toe op de ontwikkeling van pyridine verwijderingsstrategiëen. Organisaties: • Organische synthese
Onderzoekers: • Stefan Verbeeck
Biomerkers voor differentiële diagnose van dementie. Universiteit Antwerpen Abstract: Tot nu toe werd een diagnose van ziekte van Alzheimer gesteld door andere ziekten uit te sluiten. Deze diagnostische criteria leiden in amper 70% van de patiënten tot een correcte dementiediagnose en laten slechts een diagnose toe als een patiënt het dementiestadium heeft bereikt. Op dat moment heeft de patiënt al enkele jaren van progressieve cognitieve aftakeling achter de rug. De hersenveranderingen die bij de ziekte van Alzheimer optreden, ontwikkelen zich immers vele jaren voor het ontstaan van de eerste symptomen. De laatste jaren werd veel onderzoek verricht naar biochemische veranderingen in hersenvocht bij de ziekte van Alzheimer. Dit onderzoek heeft een aantal betrouwbare biomarkers opgeleverd die de eiwitneerslagen in de hersenen bij de ziekte van Alzheimer weerspiegelen. Deze biomarkers kunnen al opgespoord worden bij de eerste ziektesymptomen. Recent werden er dan ook nieuwe diagnostische criteria gepubliceerd waarin biomarkers een centrale plaats krijgen. Van alle bestudeerde biomarkers in het hersenvocht zijn A1-42, T-tau en P-tau181P het beste gevalideerd. Deze drie biomarkers weerspiegelen de vorming van seniele plaques, van neurofibrillaire kluwens en van neurodegeneratie bij de ziekte van Alzheimer. Vermits sommige andere neurodegeneratieve hersenziekten die tot dementie kunnen leiden, ook gepaard gaan met de vorming van bv. seniele plaques en veranderingen in biomarkerconcentraties, laten deze biomarkers niet altijd even goed toe een ziekte van Alzheimer te onderscheiden van andere hersenziekten. Dit onderzoeksproject heeft geleid tot de karakterisatie van A1-40 en -synucleïne als biomarkers voor een verbeterde differentiële dementie diagnose. Organisaties: • Neurochemie en gedrag
Onderzoekers: • Sebastiaan Engelborghs
Biomonitoring van de luchtkwaliteit aan de hand van plantkarakteristieken. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds IWT. UA levert aan IWT de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Milieu Ecologie en Microbiologie (ENdEMIC)
Onderzoekers: • Roeland Samson • Tatiana Wuytack
Multigenexpressie signaturen voor accurate risico-indeling van neuroblastoom patienten Universiteit Gent Abstract: Neuroblastoom is een soliede vorm van kanker, vastgesteld bij kinderen onder 15 jaar en is verantwoordelijk voor 15% van de kindersterftes veroorzaakt door kanker. Neuroblastoom wordt gekenmerkt door een opmerkelijke klinische en genetische heterogeniteit. In dit project worden gene-expressie signaturen ontwikkeld voor accurate risico indeling van neuroblastoom patiënten. Dit zal clinici toestaan betere therapieën te selecteren, wat zal leiden tot een grotere effectiviteit van de behandeling en hogere overlevingscijfers. Organisaties: • Vakgroep Pediatrie en genetica
Onderzoekers: • Jo Vandesompele
Autoclaaf: noodzakelijke basisuitrusting voor onderzoek naar pathogeen-gastheer interacties bij veterinair en zoönotisch belangrijke bacteriën en fungi Universiteit Gent Abstract: Het onderzoek aan de vakgroep pathologie-bacteriologie-pluimveeziekten, faculteit diergeneeskunde, betreft voornamelijk de studie van pathogeen-gastheer interacties bij veterinair en zoönotisch belangrijke bacteriën en fungi. Voor het uitvoeren van dit onderzoek is deze autoclaaf onontbeerlijk. Organisaties: • Vakgroep Pathologie, bacteriologie en pluimveeziekten
Onderzoekers: • Richard Ducatelle • Freddy Haesebrouck
Canonvorming, Print Cultuur, en de betekenis van illustratieve parateksten, 1680-1830 Universiteit Gent Abstract: Canonvorming, Print Cultuur, en de betekenis van illustratieve parateksten, 1680-1830 Financierende partij: FWO Organisaties: • Letterkunde
Onderzoekers: • Sandro Jung
Doorgang door nilpotente keerpunten van het singulier-gestoorde type Universiteit Hasselt Abstract: Problemen met twee essentieel verschillende tijdschalen komen voor in heel wat wetenschappelijke domeinen. Hiervoor worden o.a. wiskundige modellen gebruikt die snel-traag systemen genoemd worden. Deze laten toe evoluties te beschrijven die bruuske overgangen vertonen van snelle bewegingen naar trage bewegingen en vice-versa. De wiskundige behandeling van dergelijke overgangen kent nog een aantal theoretische uitdagingen. Dit project is gericht op de systematische studie van dergelijke ingewikkelde overgangen. Meer bepaald wordt gestart met het eerste geval waarvoor nog geen theoretische beschrijving voorhanden is, maar waarvoor we recent een methode van aanpak konden bedenken. Organisaties: • Dynamische Systemen
Onderzoekers: • Freddy DUMORTIER • Peter DE MAESSCHALCK
Kwantitatieve analyse van tijds- en celtype-afhankelijke immuunresponsen na autologe en allogene stamceltransplantaties in de hersenen van gezonde muizen. Universiteit Antwerpen Abstract: Binnen dit project trachten we aan de hand van kwantitatieve histologische analyse de tijdsafhankelijke of –onafhankelijke verschillen in fenotype, invasie en activatie van microglia en astrocyten op te sporen, volgend op autologe en allogene stamceltransplantaties in gezonde muishersenen. Op deze wijze zullen we meer inzicht verwerven in de hersenimmunologie na stamceltransplantatie zodat we op termijn stamcellen en/of hun omgevende cellen doelgericht kunnen aanpassen om het therapetisch potentieel van de stamcellen maximaal te benutten. Organisaties: • Bio-imaging
Onderzoekers: • Nathalie De Vocht
Haantjesgedrag. Lokale elites in een veranderende samenleving: een comparatief onderzoek naar machtsverwerving in Vlaamse en Brabantse dorpsgemeenschappen (13e-16e eeuw). Universiteit Antwerpen Abstract: Door middel van een vergelijkend onderzoek van twee regio's in de Zuidelijke Nederlanden met een duidelijk verschillend ontwikkelingstraject - de Antwerpse (Noorder-)Kempen en de Vlaamse Kustpolders - wordt met dit project voor het eerst getracht de invloed van deze agrarische transformatie op de organisatie en de dynamiek van lokale elites te verklaren. Vertrekpunt is de vraag óf een vroege en intense commercialisatie van de landbouw lokaal gepaard ging met een parallelle concentratie van economische en politieke macht in handen van 'nieuwe' elitegroepen, en óf omgekeerd in regio's met een meer traditionele plattelandssamenleving zowel bestaande feodale elites als de dorpgemeenschap als collectiviteit langer hun invloed lieten gelden. Organisaties: • Power in History - Centrum voor Politieke Geschiedenis
Onderzoekers: • Tim Soens
Synthetische diamantfilms als platform voor nieuwe DNA sensoren met elektronische detectieprincipes Universiteit Hasselt Abstract: Dit voorstel heeft drie hoofddoelstellingen: 1)Een doorgedreven karakterisatie van de 'moleculaire borstels' gevormd door enkel -en dubbelstrengige DNA-fragmenten covalent gehecht aan CVD-diamant. 2)Een studie van de elektronische structuur aan de halfgeleider-elektrolyt interfase en de modificatie ervan door aanwezigheid van geladen DNA-macromoleculen met mogelijk behoud van het Fermi-niveau. 3)Studie van de invloed van het sensorontwerp op de gevoeligheid van een label-vrije, elektronische sensor voor de detectie van DNA-hybridisatie. De uiteindelijke DNA-sensor zou een snelle responstijd (op minutenschaal) moeten combineren met een hoge selectiviteit (duidelijk onderscheid tussen complementaire DNA-fragmenten en strengen met één of meerdere puntmutaties) en een lage detectielimiet, geschikt voor lage concentraties target-DNA. Verschillende sensor-constructies komen in aanmerking, maar hier zullen we focussen op de veelzijdige configuratie met 'loodrechte' elektroden: het DNA-geactiveerde diamant speelt de rol van werkelektrode onderin een vloeistofcel met een tegenelektrode hoger in de bufferoplossing. Deze configuratie maakt de elektronsiche eigenschappen aan de halfgeleider-biomoleculaire interfase toegankelijk en biedt de mogelijkheid tot uitbreiding naar een elektronisch-uitleesbare sensor-array. Organisaties: • Immunologie - Biochemie • Materiaalfysica • Instituut voor Materiaalonderzoek
Onderzoekers: • Luc MICHIELS • Patrick WAGNER
Stad, architectuur en koloniale ruimte in Matadi en Lubumbashi, Congo. Een hystorische analyse vanuit translokaal perspectief. Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoek wil nagaan hoe de specifieke koloniale stedelijke ruimtes van de Congolese steden Matadi en Lubumbashi zich hebben ontwikkeld tussen 1885 en 1960. De fysieke stedelijke ruimte zal op diverse schalen (stad, gebouw, straat, wijk) worden ontleed vanuit translokaal perspectief en worden gerelateerd aan sociaal-demografisch onderzoek dat de impact van diverse migratiestromen op de totstandkoming van deze steden traceert. Organisaties: • Vakgroep Architectuur en stedenbouw
Onderzoekers: • Johan Lagae • Jean Sebastian Lecocq
Vlaams Interuniversitair project voor structurele studies van harde en zachte materie met synchrotron straling (ESRFDUBBLE).
Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • AXES
Onderzoekers: • Koen Janssens
In vitro interactie tussen chemo- en radiotherapy onder hypocische condities. Universiteit Antwerpen Abstract: Doelstellingen 1. Toepassen van het geoptimaliseerde in vifro hypoxiemodel voor onderzoek naar de interacties tussen chemotherapeutica en radiotherapie onder normoxische versus hypoxische condities; 2. Bestuderen van factoren die van belang kunnen zijn voor het radiosensitiserend mechanisme onder normoxische en hypoxische condities (met name celcyclus, apoptose, p53 en HIF-1). 3. Onderzoek naar verschillende overieving- en apoptose signaaltransductiepaden om een inzicht te verwerven in de radiogevoeligheid onder normoxische versus anoxische condities. Organisaties: • Moleculaire beeldvorming, Pathologie, Radiotherapie & Oncologie (MIPRO)
Onderzoekers: • An Wouters
Onderzoek naar het voorkomen van partnergeweld in homoseksuele en lesbische relaties Universiteit Gent Abstract: We stellen volgende onderzoeksvragen voorop: 1. In welke mate worden mannen en vrouwen in homoseksuele, lesbische en biseksuele relaties het slachtofeer van intiem patnergeweld? 2. Welk effect hebben ervaringen met partnergeweld bij homoseksuele, lesbische en biseksuele personen op de algemene gezondheid? 3. Hoe beleven holebi's ervaringen van partnergeweld? 4. Hoe ervaren slachtoffers van partnergeweld in homoseksuele, lesbische en biseksuele relaties de toegang tot en het aanbod van informele en formele evenals reguliere en categoriale hulpbronnen? Om een antwoord te bieden op onderzoeksvragen 1 & 2 maken we gebruik van een grootschalige studie 'SEXPERT II' (studie 1) die peilt naar de seksuele gezondheid van holebi's in Vlaanderen. Om een antwoord te bieden op onderzoeksvragen 3 en 4 zullen we kwalitatieve gegevens verzamelen (studie 2.) In wat volgt worden beide onderzoeksopzetten verder toegelicht Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Ann Buysse
Roosters van nanodeeltjes geproduceerd via de micel-methode voor de studie van proximity-effecten in hybride systemen gebaseerd op metallische, supergeleidende, magnetische en organische materialen. Universiteit Hasselt Abstract: Gedreven door technologische noden en fundamentele wetenschappelijke nieuwsgierigheid is de nanowetenschap geëvolueerd tot één van de meest actieve onderzoeksdomeinen ter wereld. De ontwikkeling van nieuwe 'bottom-up' methoden is noodzakelijk om in het ideale geval de in-situ depositie mogelijk te maken van ensembles van zuivere nanostructuren van eender welk materiaal met regelbare grootte, onderlinge afstand en vrije substraatkeuze. In dit project zullen we de synthese, structuur en fysische fenomenen bestuderen van zelfgeassembleerde roosters van monodisperse nanopartikels (NPs) in contact met een dunne film met een andere functionaliteit. Een grensvlak tussen twee verschillende materialen geeft vaak aanleiding tot duidelijk veranderde of zelfs volledig nieuwe eigenschappen. We zullen volgende fysische eigenschappen combineren: magnetisme, supergeleiding, elektrische geleiding en eigenschappen die resulteren uit organische zelfassemblage. Voor de synthese van de gewenste quasi-periodische NP-roosters zal de micel-methode toegepast en geoptimaliseerd worden. In vergelijking met andere technieken, biedt deze methode de cruciale controle en homogeniteit van grootte en onderlinge afstand van de deeltjes over macroscopisch grote opppervlakken. De belangrijkste onderzoeksvragen van het project zijn: 1) Hoe kan de micelmethode toegepast en geoptimaliseerd worden voor de synthese van gewenste NP-roosters en als een nieuwe route voor de aanmaak van NPs van supergeleidende materialen? 2) Hoe hangen de supergeleidende eigenschappen af van de grootte van de NPs en hoe evolueert het proximity-effect bij supergeleidende en normaal-geleidende bestanddelen met nanometer-afmetingen? 3) Wat is de correlatie tussen supergeleiding en magnetisme in hybride NP/dunne laag systemen waar een gecontroleerde 2D magnetische modulatie op nanometerschaal is gecreëerd in de supergeleider? 4) Hoe beïnvloedt de chemisorptie van organische moleculen de elektronische en magnetische eigenschappen van metalische nanodeeltjes en wat is hierbij het onderliggende microscopische mechanisme? Organisaties: • Materiaalfysica • Instituut voor Materiaalonderzoek
Onderzoekers: • Hans-Gerhard BOYEN
Vorming en ladingsoverdrachtmechanisme in halfgeleidende polymeer / CVD diamant heterostructuren - POLYDIAM Universiteit Hasselt Abstract: Het doel van het POLYDIAM project is de vorming van heterostructuren gebaseerd op dunne CVD diamant films in combinatie met electro-actieve kleine organische moleculen, en halfgeleidende oligomeren en polymeren. In een breder kader past dit onderzoek in de fundamentele studie naar de omzetting van zonlicht gebruik makend van nieuwe zichzelf organiserende monolagen van organische moleculen en het grensvlak met anorganische oppervlakken. Via de aanmaak van nieuwe organische/anorganische systemen zal het ladingsoverdrachtmechanisme tussen deze materialen onderzocht worden, terwijl kennis gegenereerd wordt die onmisbaar is voor toekomstige nieuwe foto-voltaïsche zonnecellen, moleculaire schakelaars en andere electro-actieve componenten. Samengevat zullen de volgende grote delen bestudeerd worden: 1) chemische synthese; 2) CVD van diamant + het groeimechanisme van moleculen op het oppervlak; 3) chemische bindingsmethoden + ladingsoverdrachtmechanismes. POLYDIAM zal de huidige expertise die aanwezig is binnen de vier deelnemende onderzoeksgroepen van het Instituut voor Materiaalonderzoek combineren en verder uitbreiden. Hierdoor zal het IMO verder gepositioneerd worden binnen het zeer competitieve internationale onderzoeksveld van koolstofgebaseerde materialen, wat zal leiden tot nieuwe
onderzoeksvragen en financieringskanalen. Organisaties: • Materiaalfysica • Instituut voor Materiaalonderzoek
Onderzoekers: • Ken HAENEN
Landschappelijke en sociale archeologie van de nomadische volkeren in het Altaj-gebergte van de Bronstijd tot de Turske periode (2de millenium v.C. - 1500 n.C.) Universiteit Gent Abstract: Het Altaj-gebergte ligt bezaaid met funeraire en rituele monumenten van nomadische volkeren (2de millenium voor tot midden 2de millenium van onze tijdrekening). Sedert meeedere jaren zijn valleien van het Altaj grondig geïnventariseerd. Deze data moeten toelaten een landschappelijke evenals sociologische studie van deze culturen op te maken. Tevens willen wij de volledige inventaris van de onderzochte valleien publiceren. Organisaties: • Vakgroep Archeologie
Onderzoekers: • Jean Bourgeois
?Het einde van de boerensamenlevingen? Een comparatief onderzoek naar de transformatie van boerensamenlevingen and de impact op sociale relaties en ongelijkheid (Noordwest Europa, Midden-Afrika, de Andes, Oostkust van China, 15002000).? Universiteit Gent Abstract: Dit project peilt naar de historische transformatie van boerensamenlevingen in de context van wereld-systemische expansie binnen een vergelijkend analysekader. De Noordzee regio, Oost Congo, de hoogvlakte van de Centrale Andes en de Yangzi delta vertonen divergerende trajecten van boerenincorporatie, zowel in ruimte (zonering binnen de wereld-economy) als in tijd (incorporatiefases). Organisaties: • Vakgroep Nieuwste geschiedenis
Onderzoekers: • Eric Vanhaute
De poëtica van het Griekse romantische proza (1830-1850) en het genre van de avonturenroman Universiteit Gent Abstract: Het project beoogt - de relatie te beschrijven van Griekse romantische romans geschreven vóór 1850 met de avonturenroman, en intertekstuele relaties met Antieke of Byzantijnse modellen te tonen; - tekstanalyses te maken om generisch patroon en ideologische functie van Nieuwgriekse avonturenroman aan het licht te brengen; - te bepalen hoe genre en functie passen in de Griekse en Europese Romantiek Organisaties: • Vakgroep Latijn en Grieks
Onderzoekers: • Gunnar De Boel
Nectar Cluster on freight and Logistics: Beslissingsondersteunende modellen voor intermodaal transport 12/01/2012 - 13/01/2012 Vrije Universiteit Brussel Abstract: NECTAR (Network on European Communications and Transport Activity Research) is een wetenschappelijk netwerk. Het doel is om onderzoekssamenwerking en het uitwisselen van gegevens op het gebied van transport, communicatie en mobiliteit in en buiten Europa te bevorderen. Organisaties: • Wiskunde, Operationeel Onderzoek, Statistiek en Informatica voor Management
Onderzoekers: • CATHY MACHARIS
Alma In Silico (AIS):Euregionale ontwikkeling van een platform voor bio-informatica en systeembiologie technologie voor de creatie, integratie, verspreiding en benutting van kennis uit multicentrische biologische gegevens Universiteit Hasselt Abstract: Het Alma-in-Silico-project beoogt de inrichting, de verdere uitbouw en de exploitatie in de Euregio van de kennis en knowhow op het gebied van gegevenscreatie en -analyse en van modelvorming van complexe systeemsimulaties van de mens, toegepast op de wetenschap. Deze kennis en knowhow worden verspreid in publieke en private onderzoekscentra in de Euregio, om zo een operationeel platform te creëren voor bedrijven maar ook voor opleiding en onderzoek. Het doel van het Alma-in-Silico-project is om de industriële en academische wereld in de Euregio Maas-Rijn met elkaar te verenigen, om zo de innovatiecapaciteit en technologische overdracht te vergroten. Organisaties: • Immunologie - Biochemie • Biomedisch Onderzoeks Instituut
Onderzoekers: • Jean NOBEN
Ontvangst Yana Chekalarova van 10 tot 21 december 2012: Study of the role of the angiotensin modulatory system in the mechanisms linking epileptic seizures to hypertension () Vrije Universiteit Brussel Abstract: studie van de rol van de angiotensine modulerend systeem in de mechanismen die epileptische aanvallen koppelen aan hypertensie Organisaties: • Farmaceutische Chemie, Analyse van Geneesmiddelen en Geneesmiddelenkennis
Onderzoekers: • Ilse Julia SMOLDERS
Biometrisch ontwerp voor Casual Games (BD4CG): aanbieden technische speltest services aan de spelindustrie. Universiteit Antwerpen Abstract: Het BD4CG project heeft als doel game ontwikkelaars een methodologie te geven bij het ontwikkelen van innovatieve games waarbij de speler centraal staat. Deze methodologie integreert de betrokkenheid van de speler, een open communicatie tussen spelers en ontwikkelaars, prototyping, een korte levenscyclus van het project en een samenhangend project management raamwerk. Bij het project zijn zowel de game industrie als onderwijs instellingen betrokken, Zij samen ontwerpen en evalueren een set objectieve meetinstrumenten die gebruikt kunnen worden om de ervaringen tijdens de ontwikkeling van een game te evalueren. Organisaties: • Media & ICT/Interpersoonlijke relaties in Organisaties & Samenleving (MIOS)
Onderzoekers: • Karolien Poels
Een chimerisch eiwit vaccin met antigenen van Mycoplasma hyopneumoniae: ontwikkeling en efficaciteit tegen enzoötische pneumonie bij varkens Universiteit Gent Abstract: Mycoplasma hyopneumoniae is het oorzakelijk agens van enzoötische pneumonie bij varkens, een van de belangrijkste varkensziekten. Het doelstelling van het onderzoek is om na te gaan in welke mate een recombinant chimerisch antigen van M. hyopneumoniae, gefuseerd met het B-subunit van het hittelabiel enteroxine van E. coli, bescherming biedt tegen experimentele infectie met M. hyopneumoniae. Organisaties: • Vakgroep Verloskunde, voortplanting en bedrijfsdiergeneeskunde
Onderzoekers: • Dominiek Maes
Definiëring van sleutel-regulatoren betrokken in de zelf-hernieuwing en differentiatie van neurale stamcellen. Universiteit Antwerpen Abstract: Hoewel er grote verwachtingen worden toegeschreven aan het gebruik van neurale stamcellen (NSC) als potentiële cellulaire therapie voor verschillende aandoeningen aan het centraal zenuwstelsel, blijven er momenteel nog enkele belangrijke vragen onbeantwoord. Een van de huidige beperkingen in NSC transplantatie onderzoek is het ontbreken van een exclusieve merker voor de identificatie van ongedifferentieerde NSC. De gedeelde expressie van merker-eiwitten tussen NSC en astrocyten bemoeilijkt de interpretatie van het in vivo lot van getransplanteerde NSC aangezien we reeds konden aantonen dat NSC getransplanteerd in gezonde hersenen van immuun-competente muizen een gelimiteerd ontwikkelingspotentieel hebben in vermoedelijk astrocyten en niet ontwikkelen tot neuronen of oligodendrocyten. Daarom heeft dit onderzoeksproject als doel nieuwe moleculaire merker-eiwitten voor ongedifferentieerde NSC te definiëren die een belangrijke bijdrage zullen leveren in de verdere ontwikkeling en beoordeling van NSC-gebaseerde therapeutische strategieën Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Kristien Reekmans
Evaluatie van de Vlaamse 24 uur stoppen met roken campagne (2012). Universiteit Antwerpen Abstract: Evaluatie van de Vlaamse 24 uur stoppen met roken campagne: advies, analyses van gegevens met de focus op intentieverhoging, rookgedrag en effect van de campagne van de deelnemende populatie, rapportering. Organisaties: • Epidemiologie en sociale geneeskunde (ESOC)
Onderzoekers: • Guido Van Hal • Sofie Van Roosbroeck
De rol van de insuline-achtige groeifactor IGF-I in de bescherming en regeneratie van hersenweefsel na inductie van transiënte focale ischemie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Cerebrale ischemie is de meest voorkomende oorzaak van invaliditeit bij volwassenen. Hersenbeschadiging door ischemie wordt veroorzaakt door necrose en apoptose van hersencellen, en leidt tot opregulatie van IGF-I expressie in het CZS, maar de maximale concentraties worden pas bereikt na 5 dagen of zelfs enkele weken. Uit de literatuur blijkt dat toediening van de anti-apoptische insulineachtige groeifactor IGF-I tot enkele uren na inductie van cerebrale ischemie in proefdieren leidt tot een aanzienlijke vermindering in celdood en weefselschade. Deze studie onderzoekt de rol van IGF-I in neuroprotectie en regeneratie van neuraal weefsel na inductie van een tijdelijke focale ischemie. Hierbij richten we ons voornamelijk op: 1) Het mechanisme betrokken bij de neuroprotectieve effecten van exogeen IGF-I na inductie van tijdelijke focale ischemie door toediening van endotheline-1. 2) De directe effecten van IGF-I op inflammatoire reacties in het CZS. 3) De rol van lokaal in het CZS geproduceerd IGF-I in overleving van neuronen en regeneratie. Dit zal worden onderzocht in een cel speciefieke knock out muizen voor IGF-I. 4) het therapeutisch potentieel van IGF-I in cerebrale ischemie. Hiertoe zullen we in ratten de effecten van intraveneus toegediend IGF-I vergelijken met de effecten van centraal toegediend IGF-I, en de distributie van IGF-I in de hersenen van deze dieren bepalen na beide toedieningswijzen. Organisaties: • Farmacologie
Onderzoekers: • RON KOOIJMAN
Epigenetische regulatie van multiple myeloom cellen in de beenmerg micro-omgeving: indentificatie van nieuwe doelwitten. Vrije Universiteit Brussel
Abstract: Studie mbt tot de mechanismen waarmee agenten hun anti-tumor effecten bemiddelen , vooral bij in vivo waar de cellen worden beschermd door de BM communicatie. Organisaties: • Immunologie en Microbiologie
Onderzoekers: • Elke DE BRUYNE
Kwantitatieve paleoseismologie in Zuid-Centraal Chili aan de hand van een studie van hellingsinstabiliteiten in meren Universiteit Gent Abstract: Dit project zal kwantitatieve informatie over prehistorische aardbevingen in Zuid-Centraal Chili vergaren. We reconstrueren de hellingsstabiliteit doorheen de tijd van sedimentaire sequenties op de bodem van Chileense meren, wat ons toelaat te achterhalen hoe sterk aardbevingen waren die deze sedimenten plots onstabiel hebben gemaakt. Hiervoor wordt een bathymetrische en geotechnische studie uitgevoerd in samenwerking met ETH Zürich en MARUM Bremen. Organisaties: • Vakgroep Geologie en bodemkunde
Onderzoekers: • Marc De Batist • Jasper Moernaut
Epigenetische analyse van stamcellen als een kwaliteitscontrole voor een succesvol therapeutisch product Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Toegepaste Wiskunde, Biometrie en Procesregeling
Onderzoekers: • Wim Van Criekinge
De ordinale en bewijstheoretische sterkte van goede partiële ordeningen Universiteit Gent Abstract: In dit project worden vooral vragen over goede partiële ordeningen onderzocht. De doelstelling op lange termijn bestaat erin de bewijstheoretische sterkte van Friedmans uitgebreide Kruskalstelling voor eindig vele labels te classificeren. Dit moeilijke probleem is sedert dertig jaar open. Als cruciale idee voor de oplossing willen we het ordeningtype van een maximale lineaire extensie van de Friedmaninbedding (en een heleboel varianten daarvan ) met hulp van een zogenoemde collaberingsfunctie berekenen. Organisaties: • Vakgroep Wiskunde
Onderzoekers: • Andreas Weiermann
Bacteriële virulentie als nieuw doelwit voor protease remmers. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project stelt als doel meer inzicht te verwerven in de rol en toepasbaarheid van protease (DPP4) inhibitoren bij bacteriële infecties. De proof-of-concept wordt uitgewerkt aan de hand van Porphyromonas gingivalis modellen, waarbij volgende specifieke objectieven en werkpakketten worden vooropgesteld: 1. Ontwikkeling van in vitro en in vivo virulentiemodellen voor P. gingivalis. 2. Evaluatie van enzym remmers met gezuiverd recombinant P. gingivalis DPP4. 3. Evaluatie van DPP/protease remmers in bacteriële in vitro en in vivo modellen. 4. SAR en optimalisatie van de gevonden "lead compounds". 5. Biochemische karakterisatie van "lead compound" - doelwit enzym interacties. Organisaties: • Laboratorium voor Microbiologie, Parasitologie en Hygiëne (LMPH)
Onderzoekers: • Louis Maes • Pieter Paula Frans Van Der Veken • Anne-Marie Lambeir • Koen Augustyns • Paul F R C M Cos
Integratie van high-throughput benaderingen om kweekbare microbiële diversiteit te linken aan metabolisch potentieel in traditionele gefermenteerde levensmiddelen: een nieuwe strategie voor het screenen naar functionele startersculturen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Traditionele gefermenteerde levensmiddelen worden door de consument sterk geapprecieerd omwille van hun organoleptische kwaliteiten en potentiële gezondheidsbevorderende eigenschappen. In vele van deze producten is het onduidelijk welke micro-organismen daadwerkelijk een rol spelen in het fermentatieproces en welke metabolieten verantwoordelijk zijn voor hun kenmerkende sensorische eigenschappen. Onderhavig project beoogt de ontwikkeling en validatie van een nieuwe strategie om dit microbiologisch en metabolisch potentieel sneller en efficiënter te analyseren, met het oog op de ontwikkeling van functionele starterculturen met toepassingsmogelijkheden in de voedingsindustrie. De focus zal hierbij liggen op de industrieel erg belangrijke melkzuurbacteriën (MZB). Een intelligente high-throughput (IHT) strategie zal worden ontwikkeld voor de inventarisatie van de kweekbare MZB-populaties in traditionele gefermenteerde levensmiddelen van diverse biologische en geografische oorsprong. Deze IHT-aanpak is gebaseerd op het geïntegreerde gebruik van een automatische koloniepikker voor isolaties en MALDI-TOFmassaspectrometrie voor dereplicatie en identificatie. In parallel zal op dezelfde stalen een functionele analyse gebeuren, enerzijds via een polyfasische en kwantitatieve metabolietanalyse, anderzijds via een transcriptoombenadering door gebruik te maken van een thematisch microrooster voor MZB. Tenslotte zullen beide strategieën aan elkaar worden gelinkt door via functionele screening deze MZB-isolaten te identificeren die genen bevatten welke verantwoordelijk zijn voor de productie van unieke metabolieten. Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • Luc DE VUYST
Innovatie en reductie van time-to-market door planmatig proefnemen. Universiteit Antwerpen
Abstract: Dit project beoogt om vernieuwende zoekalgoritmes te ontwerpen voor het vinden van optimale statistische proefopzetten. Hiertoe zullen de nieuwste methoden voor combinatorische optimalisatie uit het operationeel onderzoek, meer bepaald metaheuristieken, ingezet worden in een nieuw toeassingsdomein, het experimenteel ontwerp. Zowel problemen met één doelfunctie als met meerdere doelfunctie zullen onze aandacht wegdragen. Organisaties: • Engineering Management • Wiskunde, statistiek en actuariaat
Onderzoekers: • Kenneth Sörensen • Peter Goos
Supersymmetric Models and their Signatures at the Large Hadron Collider. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Onderzoek in de deeltjesfysica bestaat uit drie luiken: theorie, fenomenologie en experiment. Fenomenologie is de tak in de deeltjesfysica die experimentele voorspellingen bepaalt uit theoretische modellen, en omgekeerd ook theoretische modellen opstelt aan de hand van experimentele observaties. In de voorbije decennia was het Standaard Model dermate succesvol in het beschrijven van experimentele observaties, dat het theoretische en experimenteel luik zich enigszins onafhankelijk ontwikkelden. De data van de Large Hadron Collider te CERN, samen met de kosmologische data zullen dit beeld drastisch veranderen. De rol van de fenomenologie in de deeltjesfysica zal bijgevolg prominenter worden. Aan de VUB is het experimenteel en theoretische onderzoek goed uitgebouwd, maar ontbreekt het fenomenologisch onderzoek dat hun zou verbinden. Dit project heeft tot doel die ontbrekende link in te vullen. Concreet zal dit project zich toespitsen op het onderzoek van supersymmetrische modellen in de deeltjesfysica, welke globaal naar voor geschoven worden als belangrijkste kandidaat om het Standaard Model uit te breiden. Uitgaande van de bestaande expertise in experimenteel onderzoek bij deeltjesversnellers alsook de bestaande theoretische activiteiten omtrent supersymmetrie, zal via een brug tussen beide onderzoek starten naar het testen van verschillende klassen van supersymmetrische modellen. Organisaties: • Elementaire Deeltjes • Natuurkunde
Onderzoekers: • ALEXANDRE SEVRIN • CATHERINE DE CLERCQ • BEN CRAPS • Jorgen D'HONDT
Structuur/functie analyse van tRNA modificerende enzymen en enzymcomplexen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Algemene doelstellingen en situering van het project In de voorbije jaren heeft mijn onderzoek binnen het Departement Ultrastructuur van de Vrije Universiteit Brussel zich toegespitst op de gedetailleerde analyse van de structuur en functie van een aantal modelenzymen die inwerken op relatief eenvoudige substraten, zoals de nucleoside hydrolasen en de thiamine difosfaatafhankelijke decarboxylasen (8;9). Deze expertise zal nu verder gebruikt en uitgebreid worden om de technisch meer uitdagende tRNA modificerende enzymen van prokaryote en eukaryote oorsprong te bestuderen. Om deze, dikwijls multi-subeenheid, systemen en hun interacties met de tRNA substraten te onderzoeken zal een geïntegreerde strategie gevolgd worden bestaande uit X-straal kristallografie, enzymkinetiek en verschillende biofysische methoden (fluorescentie spectroscopie, ITC, SPR) om de proteïn-proteïn en proteïnnucleïnezuurinteracties te bestuderen. De biochemische experimenten om de tRNA modificatie te volgen zullen uitgevoerd worden in samenwerking met het laboratorium van Prof. Louis Droogmans (ULB, Institut de Recherches Microbiologiques J.-M. Wiame), een expert in dit veld. In het kader van het voorgelegde project zullen we ons onderzoek toespitsen op de ontrafeling van de structuurfunctie relatie van drie belangrijke tRNA-modificerende enzymsystemen: * De door MnmE en GidA gekatalyseerde carboxymethylaminomethylatie van uridine op de tRNA wobble positie. Dit onderzoeksproject werd opgestart in de onderzoeksgroep van Prof. Alfred Wittinghofer (Max Planck Institute for Molecular Physiology, Dortmund, Germany), waar ik gedurende een eenjarig verblijf betrokken ben in de studie van de interactie tussen de enzymen MnmE en GidA en hun tRNA substraat. Dit onderzoek zal verder gezet worden in het Departement Ultrastructuur, in een intensieve samenwerking met Prof. Wittinghofer. * tRNA methylatie door S-adenosylmethionine-afhankelijke enzymen van de SPOUT familie. Dit onderzoeksproject is een directe samenwerking met Prof. Droogmans, die reeds sinds verschillende jaren onderzoek doet naar tRNA methyltransferasen. * De rol van het Elongator complex in de methoxycarbonylmethyl en carbamoylmethyl modificatie van uridine op de wobble positie van tRNA van eukaryoten. De kristalstructuren van deze eiwitten en complexen met hun tRNA substraten, in combinatie met de biochemische en biofysische studie van hun interactie en de modificatiereactie, zal verder licht werpen op de mechanismen van deze enzymen en tRNA modificatie in het algemeen. Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • Wim VERSEES
De biogeochemische cyclus van zware metalen in natuurlijke zoetwaterschorren en gecontroleerde overstromingsgebieden. Universiteit Antwerpen Abstract: Als overgangsgebieden tussen land en zee herbergen estuaria specifieke en waardevolle ecosystemen en fungeren vaak als filter voor de door menselijke activiteiten verhoogde vracht van nutriënten en verontreinigende stoffen. Hierbinnen spelen intertidale gebieden een belangrijke rol. Door de geplande Gecontroleerde OverstromingsGebieden met Gecontroleerd Gereduceerd Getij (GGG) onder invloed van de getijdenwerking te plaatsen kan het areaal aan de natuurlijke intertidale gebieden uitgebreid worden. Binnen het pilootproject GGG Lippenbroek en mesocosmosopstelling in Kruibeke wordt beoogd het effect van de aanwezige contaminatie van zware metalen in kaart te brengen. De nadruk wordt gelegd op biobeschikbaarheid en de interactie met biota. De metaalcyclus vanaf opname door planten tot decompositie zal worden onderzocht. Hierbij wordt het GGG vergeleken met ingepolderde gebieden en natuurlijke slikken en schorren. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Lieven Bervoets • Patrick Meire • Eric de Deckere • Johannes Teuchies
Theoretische en numerieke analyse van de methoden voor directe en inverse problemen in micromagnetisme Universiteit Gent
Abstract: Ontwikkeling en theoretische analyse van numerieke methoden voor directe en inverse tijdsafhankelijke randwaardeproblemen (inclusief optimiseringsproblemen en paramter- en data-identificatie) uit het micromagnetisme. De efficiëntie en betrouwbaarheid van de methoden zal geïllustreerd worden via specifieke voorbeelden van elektromagnetische phenomenen op een microscopisch niveau. Voor de probleemstellingen van parameter- en data-identificatie gebruiken we verschillende regularisatiemethoden, gebaseerd op een zeer diepgaande studie van de corresponderende directe problemen die de Landau-Lifshitz vergelijking omvatten. Organisaties: • Vakgroep Wiskundige analyse
Onderzoekers: • Roger Van Keer
EXPERTISES van proposals ingediend bij EC (oa. letter 151629 eHealth), 165764, (173023), 507170, AL00071113, AL00097821 Vrije Universiteit Brussel Abstract: EXPERTISES van proposals ingediend bij EC (oa. letter 151629 eHealth), 165764, (173023), 507170, AL00071113, AL00097821 Organisaties: • Biomedische Statistiek en Informatica
Onderzoekers: • MARC NYSSEN
Topochemisch functionaliseren van textielmaterialen m.b.v. atmosferische plasmatechnologie Hogeschool Gent Abstract: Exploratie van de toepassingsmogelijkheden van atmosferische, DBD-gebaseerde plasma-ontladingen in combinatie met aërosolprecursoren voor het oppervlaktematig veredelen van textielmaterialen. Organisaties: • Departement Toegepaste Ingenieurswetenschappen • Vakgroep Textieltechnologie
Onderzoekers: • Tom Van Hove • Marc Van Parys • Ilse Garez
De bron van gemaskeerde primingeffecten: het lexicaal of het episodisch geheugen? Universiteit Antwerpen Abstract: Gemaskeerde priming is een techniek waarbij een woord zo kort wordt aangeboden dat het niet bewust kan worden waargenomen, terwijl het toch een effect kan hebben op de verwerkingssnelheid van een onmiddellijk daarop volgend woord. Deze techniek wordt daarom vaak gebruikt in de psycholinguïstiek om de geheugenstructuren en -processen achter woordherkenning te onderzoeken. Recent is echter discussie ontstaan over de lexicale aard van deze zgn. gemaskeerde primingeffecten (zie Bodner & Masson, 2003, 2004, 2006): vertellen ze werkelijk iets over de structuur van het mentale lexicon of reflecteren ze residuele activatie in het episodische geheugen, waar mensen persoonlijke ervaringen opslaan? Een reeks experimenten moet antwoord geven op de vraag of een lexicale interpretatie van het effect verdedigbaar is. Gegeven de populariteit van de techniek, kunnen de uitkomsten van dit onderzoek verstrekkende gevolgen hebben voor de theorievorming m.b.t. het mentale lexicon. Organisaties: • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers: • Dominiek Sandra
Co-fin bij OZR1772 : Eergerelateerd geweld en geweld in naam van de eer: mythe of realiteit? Een pilootonderzoek in Vlaanderen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Eergerelateerd geweld kan, in de context van migratie, begrepen worden als een vorm van gendergerelateerd, geweld dat als functie heeft cuturele grenzen van minderheidsgroepen te bepalen en de morele eigenheid van de groepsidentiteit af te bakenen ten aanzien van de genderspecifieke normen en waarden van de dominante cultuur in de samenleving. Daarbij worden aan meisjes/vrouwen en jongens/mannen verschillende rollen en normen opgelegd. Eergerelateerd geweld omvat niet alleen (pogingen tot) eremoord en eerwraak maar ook gedwongen huwelijken, gedwongen maagdelijkheid, vrijheidsberoving, opsluiting enz. In tegenstelling tot andere Europese landen (zoals Nederland, Duitsland, het Verenigd Konrnkrijk en Zweden) is er tot op heden, geen grondig en systematisch onderzoek gebeurd naar het fenomeen in Belgie. Voorliggend onderzoek wenst in een eerste fase een brede exploratieve studie uit te voeren in Vlaanderen (voorkomen, kenmerken, types, ) en in een tweede fase een kwalitatief diepteonderzoek uit te voeren dat gericht is op conceptuele verheldering en theoretische begripsvorming. Daarbij wensen we na te gaan wat de betekenis en invloed is van concepten van (mannelijke)eer en (vrouwelijke) bescheidenheid op gebied van seksuele en relationele moraal in enkele culturele minderheidsgroepen, en in welke mate deze al dan niet een invloed uitoefenen op gedragsregulering en sanctionering in de vorm van dwang en geweldpleging. Dit houdt ook in na te gaan wat de relatieve impact is van verschillende factoren en determinanten van geweldpleging in de context van migratie, in welke mate en op welke gronden dit geweld verschilt van andere vormen van partner en intrafamiliaal geweld in de gastsamenleving, en in hoeverre al dan niet sprake is van (angst voor) een stigmatiserende perceptie van de culturele 'ander'. Organisaties: • Onderzoeksgroep Vrouwenstudies • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen
Onderzoekers: • Jessie VAN DEN HEUVEL • Gily COENE
BCCM ERP/LIMS project Universiteit Gent Abstract: Implementation of an Enterprise Resource Planning/Laboratory Information Management System (ERP/LIMS) supporting the Belgian ?Biological Resource Centre? (BRC) and integration of it into a Knowledge-Based Belgian Biological Resource Engine (BBRE). Organisaties: • Vakgroep Toegepaste wiskunde en informatica
Onderzoekers:
• Peter Dawyndt
Conferentie "16th IFAC Symposium on System Identification" SYSID 2012 - juli 2012 Vrije Universiteit Brussel Abstract: De 16de IFAC Symposium on System Identification (SYSID 2012), vond plaats in Brussel, Belgie van 11 tot 13 juli 2012. Het symposium omvat alle belangrijke aspecten van systeem identificatie, experimentele modelling en signal processing, waarbij zowel de theoretische ontwikkelingen als de praktische toepassinge aan bod komen. Organisaties: • Elektriciteit
Onderzoekers: • JOANNES SCHOUKENS
Polaire ruimten, duale polaire ruimten en gerelateerde meetkunden Universiteit Gent Abstract: De bedoeling van het porject is het bekomen van resultaten over: (1) classificatie van dichte schier veelhoeken met drie punten per rechte (2) hypervlakken en projectieve inbeddingen van duale polaire ruimten en gerelateerde meetkunden zoals polaire Grassmannianen (3) substructuren van (duale) polaire ruimten (4) genererende rang van duale polaire ruimten en gerelateerde meetkunden. Organisaties: • Vakgroep Wiskunde
Onderzoekers: • Bart De Bruyn
Inventarisatie van de literatuur over stadsstudies Universiteit Gent Abstract: Op basis van een inventarisatie van de literatuur over stadsstudies, ?settler? kolonialisme en politieke economie, kijkt dit proefschrift naar de geschiedenis en de geografie van infrastructurele netwerken (elektriciteit en wegen)om de ruimtelijke modaliteiten van ?settler? kolonialisme en ongelijke ontwikkeling te analyseren in Palestina. In het bijzonder onderzoekt dit proefschrift hoe infrastructuren worden gecoproduceerd en bestuurd en hoe ze politieke en socio-economische ongelijkheid en segregatie in de praktijk creëren. Organisaties: • Vakgroep Studie van de derde wereld
Onderzoekers: • Sami Zemni
Multiferroics gebaseerd op het vrije elektronenpaar in Pb. Universiteit Antwerpen Abstract: Binnen dit project zullen nieuwe materialen gesynthetiseerd en gekarakteriseerd worden met het oog op multiferroïsche eigenschappen. De gekozen materialen zijn gebaseerd op de theoretische voorspelling van multiferroïsche eigenschappen in perovskietgebaseerde oxides met A kationen met een vrij elektronenpaar in combinatie met magnetische B kationen. Hierbij zou het vrije elektronenpaar voor de ferro-elektrische eigenschappen zorgen, terwijl de magnetische B-kationen voor de magnetische eigenschappen zullen zorgen. Organisaties: • Elektronenmicroscopie voor materiaalonderzoek (EMAT)
Onderzoekers: • Joke Hadermann
De invloed van endosymbionten op de evolutie van dispersie bij spinachtigen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Herwig Leirs • Hans Van Gossum • Laurent Crespin
Ecotoopoppervlaktes en intactness index. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de Vlaams-Nederlandse Scheldecommissie. UA levert aan de Vlaams-Nederlandse Scheldecommissie de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire
Diffusie van eiwitten in biologische membranen: een fysisch gefundeerde microfluorimetrische studie. Universiteit Hasselt Abstract: Voorliggend project beoogt een bijdrage te leveren tot de methodologie voor een meer eenduidige bepaling van het complexe diffusiegedrag van proteïnen in het plasmamembraan van levende cellen. De algemene doelstelling kan als volgt worden geformuleerd: herkennen van anomaal diffusiegedrag van membraaneiwitten in levende cellen en het achterhalen van de oorzaken van dit gedrag door bepalingen op verschillende lengte -en tijdschalen met microfluorimetrische methoden. In dit project zijn een experimenteel en een theoretisch georiënteerd luik aanwezig die nauw met elkaar zijn verbonden. De operationele doelstellingen kunnen bondig worden samengevat als volgt. A. Experimenteel: Verschillende microfluorimetrische technieken worden gebruikt voor de bepaling van het diffusiegedrag van een concreet membraaneiwit. In eerste instantie zullen bepalingen gebeuren op het niveau van ensemble- en tijdsgemiddelde. In een tweede stap zal de bepaling van first-passage variabelen worden beoogd waarbij de gebruikte methodologie wordt onderbouwd vanuit het theoretische luik. B. Theoretische luik: Monte Carlo simulaties zullen worden verricht overeenkomstig verschillende membraanmodellen. Specifieke karakteristieken van de experimentele methoden worden daarbij in de simulaties opgenomen. Zodoende kunnen experimentele bepalingen worden geoptimaliseerd. Tevens zal worden
nagegaan in welke mate de globale analyse van bepalingen van ensemble -en tijdsgemiddelde een betere herkenning van het anomale gedrag toelaat. Vervolgens zal worden nagegaan in welke mate de distributie van een aantal first-passage variabelen informatie kan geven over de aard van de microscopische oorsprong van de anomale diffusie. De simulaties zullen worden gebruikt om na te gaan hoe first-passage variabelen experimenteel op een efficiënte wijze kunnen worden bepaald. Organisaties: • Biofysica • Fysiologie • Biomedisch Onderzoeks Instituut
Onderzoekers: • Marcel AMELOOT
Onderzoek en ontwikkeling van Au/TiO2 schuimen voor verwijdering van NOx en VOC's uit omgevingslucht. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van het project is de verwijdering van NOx en VOC uit omgevingslucht door een geïntegreerd luchtzuiveringsproces op basis van fotokatalyse. Hierbij wordt een keramisch schuim ontwikkeld op basis van een fotokatalytisch nanogestructureerd poeder. Verder zal er gepoogd worden om een verbeterde werking te bekomen door Au depositie. Dit alles wordt aangepakt vanuit een procesbenadering waarbij naast wetenschappelijk/technologische ook socio-economische aspecten een rol spelen. Organisaties: • Duurzame energie en luchtzuivering: DUeL
Onderzoekers: • Silvia Lenaerts • Tom Tytgat
Argumentieve netwerken: een nog steeds ontbrekende integratie van filosofische benaderingen van argumentatie met AImodellen, met een toepassing op de wiskundige praktijk. Vrije Universiteit Brussel Abstract: 3. Onderzoeksdoelen. Ons eerste doel is gebaseerd op de vaststelling dat de beide domeinen van argumentatietheorie en het onderzoek naar argumentatieve netwerken op het huidige moment relatief onafhankelijk van elkaar werkzaam zijn (zoals kan vastgesteld worden door een bibliografische vergelijking). Nochtans is het onze overtuiging dat ze elkaar vruchtbaar kunnen inspireren. Daarom is een vergelijkende studie van beide domeinen dringend nodig. Om te vermijden, evenwel, dat dit geen "louter" theoretisch onderzoek wordt, is ons tweede en meer specifiek doel om, zoals reeds aangegeven, te zoeken naar toepassingen in de praktijk(en) van de wiskunde. Hoewel er reeds een paar bescheiden aanzetten bestaan om bewijzen te lezen als argumentaties, zie bvb. [Abe07], [Ben08a], [Ben08b], dient het "echte" werk nog verricht te worden. Het mag trouwens vermeld worden dat in deze aanzetten Stephen Toulmin, één van de grote verdedigers van de informele argumentatietheorie, een centrale rol speelt. De keuze van de gevalstudie, namelijk het classificatietheorema van de eindige, simpele groepen, is in eerste instantie bepaald door het gegeven dat geen individuele wiskundige in staat is het gehele bewijs te vatten, wat betekent dat het moet 'gedeeld' worden in de wiskundige gemeenschap. Dit betekent zoveel als een uitnodiging om gebruik te maken van argumentatie en argumentatieve netwerken, het kernthema van dit onderzoeksvoorstel. Organisaties: • Centrum voor Logica en Wetenschapsfilosofie • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen
Onderzoekers: • JEAN VAN BENDEGEM
Spanningscoördinatie in multi-zone-energienetten via gedistribueerde modelgebaseerde voorspellende regelaars Universiteit Gent Abstract: Aan de hand van modellen en simulaties van het transmissienetwerk voor elektrische energie aangetoond dat spanningsinstabiliteit op een termijn van minuten kan worden vermeden door de regelagenten in de verschillende componenten met elkaar te laten communiceren, en door de inspanning voor de terugkoppelacties te coördineren tussen de verschillende regelagenten. Ook wordt aangetoond dat anticiperen op hoe de geplande regelacties kunnen leiden tot overschrijding van veiligheidsgrenzen stabiliteit kan verbeteren. Deze beide vaststellingen worden in dit onderzoek gecombineerd tot een systematische ontwerpprocedure voor gedistribueerde regelaars, waarbij elke regelagent een modelgebaseerde voorspellende regelaar implementeert die een lokale kost minimaliseert, rekening houdend met alle lokale beperkingen, maar waarbij de voorspellingen rekening houden met informatie die ze van naburige regelagenten ontvangen over de geplande regelacties in naburige componenten. Organisaties: • Vakgroep Elektrische energie, systemen en automatisering
Onderzoekers: • Lieven Vandevelde
Ecotoxiciteitsverwijdering uit industrieel afvalwater: optimalisatie van het PACT proces. Universiteit Antwerpen Abstract: Het PACT proces is een waterzuiveringstechnologie waarbij poedervormige actieve kool rechtstreeks wordt toegevoegd aan de biologische zuivering (1) om het proces te beschermen én (2) om een betere chemische effluentkwaliteit te bekomen. Effluentkwaliteitseisen worden echter strenger waarbij ook ecologische criteria worden opgenomen in de lozingsvoorwaarden. In dit project willen we daarom het PACT proces optimaliseren om lozingswater te bekomen met een goede biologische kwaliteit. Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Ronny Blust
(Onderzoek naar) veilligheid en ontwikkelingscapaciteit van gevitrificeerde immature ovariële follikels met verbeterde verlengde kultuurtechniek en nieuwe biomoleculaire merkers (HOPE-project) Vrije Universiteit Brussel Abstract: De mogelijkheden die moeten geboden worden aan prepubaire- en geslachtsrijpe vrouwelijke kankerpatiënten om hun fertiliteit veilig te stellen voor oncotherapie (Guidelines van ASCO, BFS e.a.) gaan door een aantal recente technologische verwezenlijkingen een beloftvolle toekomst tegemoet. In de voorbije 4 jaren werden volgende punten verwezenlijkt: 1) na transplantatie van oviaal corticaal weefsel werden 6 gezonde kinderen geboren; 2) de vitrificatie van eicellen/ follikels werd uitgewerkt; 3) verbeterde follikelculturen bij primaten werden opgezet door aanwending van biomaterialen als extracellulaire matrix. Daar er reeds een langdurige samenwerking VUb/UCL bestand die heeft geleid tot de geboorte van het eerste kind na ovariële cortex transplantatie, werd er besloten om expertise in het domein 'fertiliteitsbewaring' te bundelen in een onderzoeksplan dat werd gehonoreerd door de Stichting tegen Kanker voor 50% van de noodzakelijk middelen in elke instelling.
De profesionalisering van het domein fertiliteitspreservatie op Belgisch niveau vraagt middelen om de organisatorische aspecten vereist door de recente decreten van de Europese Commissie (EU Tissue and Cells Directives) te implementeren in de kliniek en om een stapsgewijze integratie naar een centrale weefselbank te kunnen opzetten. Het opzetten van deze logistiek zowel als het uitgebreide multidisciplinaire onderzoeksluik vraagt een contributie van verschillende competenties in elke instelling. Vandaar dat bestaande vorsers van FOBI/VUB deeltijds (a rato van 5%) expertise zullen bieden en dat een voltijds (100%) wetenschappelijk medewerker noodzakelijk is om op dagdagelijkse basis het kostbaar onderzoeksmateriaal dat afkomstig is vanuit de fertiliteits- en gyneacologische kliniek te kunnen processen naar de verschillende experimenten gaande van het cryopreserveren tot en met het onderhouden van de langdurige eicel- en follikelculturen. Het luik onderzoek dat door het VUB Lab (FOBI) zal uitgewerkt worden omcat het opzetten van testen 1) om nieuwe biomaterialen voor verlengde follikelculturen uit te testen; 2) om nieuwe prognostische testen uit te werken voor routinegebruik (bvb AMH-assay gevoeligheid opdrijven) die moeten dienen voor longituinale follow-up studies van met chemo-/radiotherapie behandelde vrouwen; 3) om innovatieve experimentele protectie methoden tegen ioniserende stralen op in vitro gekweekte follikels uit te testen in preklinische fase en 4) om de chromosomale constitutie en het imprintingspatroon in volgroeide eicel vanaf gevitrificeerde ovariële cortex of follikel na te gaan. Dit project past in de strategie van de VUB om de instelling verder te profileren als een Center of Excellence binnen het fertiliteitsgebeuren en brengt door de externe samenwerking complementaire expertise in. Organisaties: • Embryologie en Menselijke Genetica
Onderzoekers: • JOHAN SMITZ
Werkplekleren binnen formele onderwijstrajecten Universiteit Antwerpen Abstract: Zowel onderzoek als beleid benadrukken het belang van werkplekleren binnen formele onderwijstrajecten. Echter, beiden erkennen ook dat ons begrip beperkt is van wat kwaliteitsvol werkplekleren inhoudt. Er kan veel gewonnen worden als we zicht kunnen krijgen op wat de specificiteit van werkplekleren is. Tevens dient er zicht te komen op wat de succesfactoren zijn voor het vormgeven van werkplekleren. Recentelijk zijn door ons data verzameld rond beide zaken. We hebben onderzocht hoe toekomstige ingenieurs verschillen in hun cognitieve en regulatieve leer-activiteiten tijdens stages. Daarnaast hebben we ook onderzoek gevoerd rondom de ontwikkeling van een instrument voor het bepalen, begeleiden en evalueren van competenties bij werkplekleren. Het doel van het huidige project is om dit onderzoek te valoriseren. Deze activiteiten leiden tot publicaties in internationale tijdschriften. Organisaties: • EduBROn
Onderzoekers: • Piet Van den Bossche
Biomerkeranalyse voor astma en luchtwegallergieën in niet-invasieve matrices Universiteit Antwerpen Abstract: Astma is een chronische luchtwegaandoening waarvan de eerste symptomen vaak op jonge leeftijd optreden. Momenteel is het nog niet mogelijk om de diagnose van astma te stellen bij kinderen jonger dan 6 jaar. Dit onderzoek richt zich op het zoeken naar nieuwe biomerkers voor deze aandoening die gemeten kunnen worden door middel van niet-invasieve staalname. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de differentiële analyse van proteïnen in speeksel, nasale lavage matrix en uitgeademende lucht condensaat bij astmapatiënten en gezonde controlepersonen. Door het niet-invasieve karakter van de staalname, is een diagnostische test gebaseerd op deze biomerkers zowel voor kleine kinderen als volwassenen mogelijk en ethisch meer verantwoord. Organisaties: • Departement Biomedische Wetenschappen - overige
Onderzoekers: • Greta Schoeters • Mieke Goris
Studie van de invloed van (recent geïdentificeerde) regulatoren van necroptosis op (oxidatief) metabolisme Universiteit Gent Abstract: Necroptosis is een gereguleerde vorm van celdood, die vooral tijdens inflammatie een kritieke rol speelt. Uit een screen pikten we nieuwe regulatoren van deze celdoodmodaliteit op. Hun bijdrage wordt verder gevalideerd. Daarna wordt een zoektocht gestart naar moleculair mechanismes (thv initiatie, propagantie, executie or eerder preconditionerende rol). Het verband tussen metabolisme en gereguleerde celdood is onduidelijk en wordt verder onderzocht. Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Peter Vandenabeele • Quinten Remijsen
Preklinische ontwikkeling van een geoptimaliseerd dendritische cel-gebaseerd vaccin tegen acute myeloïde leukemie. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoek beoogt de ontwikkeling van nieuwe strategieën ter verhoging van de immuunstimulerende en antitumorale werking van dendritische celtherapie bij acute myeloïde leukemie. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Sébastien Anguille
Het verkennen van de voordelen van orde en opsluiting voor een Groenere Chemie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Studie van chemische en biochemische engineering met focus op het microscopische en moleculaire niveau en daarom ook vergelijkbaar met de aanpak van moleculaire biologie. De meeste activiteiten kunnen opgesplitst worden in 2 delen: - Optimalisatie door structurering of separatie en reactie kolomsystemen - Nieuwe strategieën voor directe maat/vorm separatie van moleculen en deeltjes Organisaties: • Chemische Ingenieurstechnieken en Industriele Scheikunde
Onderzoekers: • JOERI DENAYER • GERT DESMET
William Blake, Education, and Eighteenth-Century Print Culture Universiteit Gent Abstract: Dit project beoogt origineel en vernieuwend onderzoek naar de manier waarop William Blake de achttiende-eeuwse print-culturele traditie incorporeert in de visuele retoriek van zijn complexe composities. Blakes verluchtingen zullen worden geanalyseerd in de context van de iconografie van contemporaine prints om tot een revaluatie te komen van zijn positie in het historische overzicht van de Romantiek, dat hem al te lang heeft afgezonderd van de achttiende-eeuwse grondvesten van zijn kunst. Organisaties: • Vakgroep Frans
Onderzoekers: • Sandro Jung
XANES meets ELNES: een studie van heterogene materialen op verschillende lengte-schalen. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project beoogt de resultaten met elkaar te vergelijken en te confronteren, bekomen met twee verwante technieken voor het bekomen van structurele informatie in vaste materialen: X-straal absorptie near-edge spectroscopie (XANES) en elektron verlies near-edge spectroscopie (ELNES). Beide technieken leveren informatie op over de dichtheid van de niet-bezette niveaus in een atoom en hoe deze niveaus door de omringende atomen worden beinvloed. Beide methoden maken gebruik van andere primaire projectielen en detectie methoden zodat ze op andere lengte schalen werken. Organisaties: • AXES
Onderzoekers: • Dirk Lamoen • Johan Verbeeck • Koen Janssens
Inductie van multiple sclerose (MS)-specifieke immuuntolerantie gebruikmakende van tolerogene dendritische cellen en regulerende T-cellen. Preklinische evaluatie van het therapeutisch potentieel van cellulaire immuuntherapie bij MS. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds IWT. UA levert aan IWT de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Vigor F I Van Tendeloo • Amber Nuyts
Prijs Valine de Spoelberch: Charcot-Marie-Tooth neuropathieën: van genen tot eiwitnetwerken en ziektemechanismen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project had als doel het toepassen van nieuwe moleculaire benaderingen om Charcot-Marie-Tooth (CMT) mutaties te modeleren, en genfunctie en -netwerken te bestuderen. Organisaties: • VIB DMG - Perifere Neuropathieën
Onderzoekers: • Vincent Timmerman
Interrelatie van pulmonale inflammatie, systemische inflammatie en luchtweg remodellering in de pathogenese van Chronisch Obstructief Longlijden (COPD). Universiteit Gent Abstract: De globale doelstelling van dit gecoördineerd, multidisciplinair onderzoeksvoorstel is het ophelderen van de interrelatie van systemische en pulmonale inflammatie en luchtwegremodellering in de pathogenese van COPD. De centrale hypothese stelt voorop dat "COPD voortvloeit uit een onaangepaste (dwz overdreven, schadelijke) inflammatoire en/of fibrogene respons van het lichaam op sigarettenrook". Organisaties: • Vakgroep Inwendige ziekten
Onderzoekers: • Guy Joos • Guy Brusselle • Jo Vandesompele
Ontwikkeling van een opstelling voor single-molecule spectroscopie en beeldvorming van individuele koolstofnanobuizen Universiteit Antwerpen Abstract: Onze opstelling voor golflengteafhankelijke fluorescentie zal aangepast worden om koolstofnanobuizen te bestuderen op het niveau van één enkele molecule. Hiervoor zal een xyz-translatietafel en een olie-immersie objectief met een grote numerieke apertuur aangekocht worden. Door gebruik te maken van een SiCCD camera kan de dynamica van de buisjes en de dynamica van het vullen van de buisjes bestudeerd worden met behulp van optische spectroscopie. Organisaties: • Experimentele fysica van de gecondenseerde materie (ECM)
Onderzoekers: • Sofie Cambré
Slaap-gerelateerde ademhalingsstoornissen bij obese kinderen en adolescenten. Universiteit Antwerpen Abstract: Doelstellingen: (1) Om referentiewaarden voor respiratoire events tijdens de slaap te definiëren in Belgische kinderen en adolescenten; (2) Wat is de prevalentie van slaap apnoe bij obese kinderen en adolescenten?; (3) Is er een associatie tussen de vetverdeling en slaap apnoe bij obese kinderen en adolescenten?; (4) Is de ernst van het slaap apnoe een onafhankelijke risicofactor voor het metabool syndroom?:
(5) Waardoor leidt slaap apnoe tot het metabool syndroom?; (6) Wat is het effect van gewichtsverlies op de ernst van slaap apnoe en van de metabole ontregeling? Organisaties: • Laboratorium Experimentele geneeskunde en Pediatrie (LEMP)
Onderzoekers: • Wilfried De Backer
VIB-Erfelijke perifere neuropathieën en aminoacyl-tRNA synthetases- identificatie van ziekte-gerelateerde pathways en therapeutische mogelijkheden. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds een privé-instelling. UA levert aan de privé-instelling de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • VIB DMG - Moleculaire Neurogenomica
Onderzoekers: • Albena Jordanova
Echtscheiding en kansenongelijkheid in het onderwijs. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds Jongerenwelzijn. UA levert aan Jongerenwelzijn de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Centrum voor Longitudinaal en Levensloop Onderzoek (CELLO)
Onderzoekers: • Dimitry Mortelmans
Academic Grant Systeemsclerose Universiteit Gent Abstract: Standardized care for patients with systemic sclerosis and prospective cohort study. Specific focus on capillaroscopy findings and antinuclear antibodies. Organisaties: • Vakgroep Inwendige ziekten
Onderzoekers: • Filip De Keyser
Zoektocht naar een Higgs-deeltje in vectordeeltjesfusies in de LHC en ontbinding in b-quarks. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Elementaire-Deeltjesfysica
Onderzoekers: • Pierre M S J Van Mechelen • Nick Van Remortel
An integrated experimental and modelling approach for the reliable determination of characteristic electrochemical parameters. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Electrochemical processes are at the heart of a multitude of industrial activities like electrowinning and electrorefining of metals, electrosynthesis, plating, electro-chemical forming and machining, etching, polishing, anodizing, protection against corrosion, batteries and fuel cells, waste water treatment. In order to remain competitive in those sectors, product innovation is essential. Hence, there is a continuous search for novel products and more advanced technologies. On the other side, efforts are concentrated on the optimization of existing processes to meet the ever higher quality requirements together with an improved efficiency and reduced production and ecological costs. Whether it is for the design of a new electrochemical reactor, or the optimization of an existing electrochemical process, a mechanistic comprehension of the electrochemical and physical processes is essential. Many research activities are devoted to this topic in the electrochemical society. Yet a frequently encountered problem is the fact that for one specific reaction different models and parameter values are proposed, depending on the experimental technique used and the modeling assumptions made. The aim of this project is to develop an innovative methodology to come to a quantitative, accurate and statistically founded modeling of electrochemical reactions. The project will result in a curve-fitting tool for the regression of electrochemical reaction models from experimental data. The curve-fitting tool will rely on the following basic features: (1) a spectrum of experimental techniques, (2) an error-analysis of the experimental data, (3) a mechanistic reaction model, (4) a complete physical model, (5) powerful curve-fitting algorithms. The modeled data will be provided by a numerical software package specially designed to model electrochemical data. This methodology will allow to: (1) put forward a model for the studied reaction that complies with experimental data originating from a variety of experimental techniques and conditions, (2) quantify the percentage that this model explains the experiments, (3) quantify the model parameters in a reliable way, (4) determine the accuracy of the model parameters. The innovation of this project lies in the integration of all these aspects in one integrated software tool. It is expected that the results of this project will be a most valuable tool for advanced electrochemical process design and improvement. Organisaties: • Elektrotechniek-Energietechniek • Materialen & chemie
Onderzoekers: • ANNICK HUBIN • Calin ALBU • Els TOURWE • Daan DE WILDE • Steven VAN DAMME • JOHAN DECONINCK
Dienstverleningsovereenkomst ECOSCORE 2012 Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' VITO (Vlaamse Instelling voor Technologisch onderzoek)' hebben voor het project ' Dienstverleningsovereenkomst ECOSCORE 2012' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Elektrotechniek-Energietechniek • Mobiliteit en voertuig technologie onderzoeksgroep
Onderzoekers: • Thierry Clement COOSEMANS • Sylvia HEYVAERT • NELE SERGEANT • JOERI VAN MIERLO
Ontwikkeling van een in vitro experimenteel dialyse-model met colon-fase voor simulatie van darmmetabolisatie en resorptie, toegepast op natuurlijk voorkomende polyfenolische antioxidanten in humane voeding. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project omvat de ontwikkeling van een in vitro gastro-intestinaal simulatiemodel met een microbieel compartiment (colonfase) voor de studie van de resorptie en metabolisatie van bestanddelen uit de voeding. Het onderzoek richt zich specifiek op de metabolisatie door de darmflora van polyfenolische verbindingen in de voeding, en de antioxidatieve effecten van de gevormde en geresorbeerde metabolieten. Organisaties: • Farmacognosie, Functionele voeding en Farmaceutische Analyse (NatuRA)
Onderzoekers: • Douwina Bosscher • Nina Hermans
Militaire bezetting als transnationale vorm van politiek. Een sociale en culturele geschiedenis van het Duitse bezettingsbestuur in België tijdens de Eerste en Tweede Wereldoorlog. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project wordt het Duitse bezettingsbestuur in België tijdens de Eerste en Tweede Wereldoorlog van binnenuit, als een onderling samenhangende en in de maatschappij ingebedde politieke structuur bestudeerd. Door daarbij een intertemporeel comparatief perspectief te hanteren wil het gelijkenissen, continuïteiten en verschillen tussen beide besturen blootleggen. In algemenere termen wil het op die manier inzichten verschaffen in de geschiedenis van het militair bezetten als een specifieke vorm van politiek. Daarbij wordt uitgegaan van het gegeven dat bezettingsbesturen transnationale politieke organisaties zijn: zij opereren buiten de politieke en maatschappelijke context van de overheden waaraan zij ondergeschikt zijn, en moeten dus zowel tegenover de politieke overheden van hun thuisland als tegenover de bevolking in het bezette land legitimiteit verwerven. Dit project tracht deze processen van legitimiteitsverwerving op het spoor te komen door heel concreet in te zoomen op de sociale samenstelling en cohesie van de bezettingsbesturen en op de interactie van deze bezettingsbesturen met de bevolking van het bezette land. Het situeert zich op het kruispunt tussen politieke, sociale en culturele geschiedenis, maar gebruikt bovendien inzichten uit de organisatiesociologie en uit de culturele antropologie. Op methodologisch vlak zullen prosopografie, netwerkanalyse en discoursanalyse met elkaar worden gecombineerd. Organisaties: • Power in History - Centrum voor Politieke Geschiedenis
Onderzoekers: • Herman Van Goethem • Marnix Beyen
Van risicobeoordeling tot risicomanagement in het kader van microbiologische voedeselveiligheid: Listeria monocytogenes en Campylobacter Universiteit Gent Abstract: Het projectvoorstel richt zich op het volgende 1. Wat zijn geschikte methoden om variabiliteit en onzekerheid te beoordelen en 2. Hoe moet/kan de sensitiviteitsanalyse in de risicobeoordeling worden uitgevoerd; 3. De voorgestelde aanpak illustreren met twee case studies: L. monocytogenes (nabesmetting in productieproces met mogelijke groei bij koeling) en Campylobacter sp (zoônotische pathogeen met enkel mogelijkheid tot overleving en geen groei). 4. Hoe kan deze opgebouwde kennis nuttig zijn om informatietransfer tussen risicobeoordeling en risicomanagement te bewerkstelligen Organisaties: • Vakgroep Voedselveiligheid en Voedselkwaliteit
Onderzoekers: • Mieke Uyttendaele • Frank Devlieghere
De internationale handel en de economische ontwikkeling in de Oostenrijkse Nederlanden, 1760-1790. Universiteit Antwerpen Abstract: Met deze onderzoeksaanvraag streven we ernaar de impact te bestuderen van de internationale handel op de economische ontwikkeling van de Oostenrijkse Nederlanden in de achttiende eeuw. Dankzij een systematische verwerking van de douanestatistieken (Raad van Financiën) wordt een omvattende studie van internationale handel en internationale handelspolitiek mogelijk. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Bruno Blondé • Wilhelmina De Smedt
Jongeren desist-from-crime: een kwalitatief onderzoek naar jong-volwassenen met een jeugdbeschermingsverleden. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In de hedendaagse criminologie trad recent het debat rond "desistance-from-crime" of de beëindiging van criminele carrières op de voorgrond. Dit project wenst na te gaan wat de dynamiek van het "desistance from crime"-proces is en wat de plaats is van de justitiële interventie binnen dit proces? De probleemstelling wordt vertaald in twee concrete onderzoeksvragen die het onderzoek structureren: (1) Hoe verloopt volgens
(voormalige) jeugddelinquenten het proces van desistance en delinquentie? En (2) Hoe zien (voormalige) jeugddelinquenten de plaats en impact van de justitiële interventies in het proces van "desistance-from-crime"? Dit onderzoeksvoorstel betreft een kwalitatief empirisch onderzoek naar het "desistance from crime" proces van jong volwassenen met een verleden in de jeugdbescherming. Verder bouwend op de verzamelde cohorte gegevens (gerechtelijke, individuele en sociale) van een geplaatste jongeren (2001-2003) in het kader van recent onderzoek staat in dit onderzoeksvoorstel, naast een analyse van desistance/persistance, vooral de bevraging (via diepte-interviews) van jongvolwassenen uit de bestudeerde cohorte centraal. De doelstelling van dit onderzoek is om op deze wijze inzicht te verkrijgen in de betekenis van en ervaring met de jeugdbeschermingsmaatregelen, het verloop en de kenmerken van het proces van "stoppen met criminaliteit" en de rol van interventies binnen dit proces. Organisaties: • Criminologie
Onderzoekers: • JENNEKE CHRISTIAENS • Els DUMORTIER
Implicaties van prolyl oligopeptidase en prolyl oligopeptidase remmers op de ontwikkeling van synucleïnopathieën Universiteit Antwerpen Abstract: Voorgaand onderzoek heeft aangetoond dat prolyl oligopeptidase (PREP) en a-synucleïne interageren. Deze interactie versnelt de aggregatie en fibrilvorming van a-synucleïne in een proces dat kan worden verhinderd door toevoegen van specifieke PREP remmers. In dit project zal de modulerend werking van PREP en PREP inhibitoren op de interactie en aggregatie van a-synucleïne en gemodificeerde varianten verder worden gekarakteriseerd. Organisaties: • Medische biochemie
Onderzoekers: • Roos Van Elzen
Klinisch en preklinisch onderzoek naar het effect van cellulaire mediatoren op het bijsturen van pathogene responsen in multiple sclerose. Universiteit Antwerpen Abstract: In voorliggend project willen we de haalbaarheid en toepasbaarheid van tolerogene DC en Treg als cellulaire mediatoren om pathogene reacties in MS patiënten te onderdrukken, klinisch en preklinisch onderzoeken. Huidig onderzoek zal de fundamentele basis leggen voor de eventuele latere ontwikkeling van een cellulair vaccin voor de behandeling van MS. Patiënten die lijden aan MS zouden in de toekomst gevaccineerd kunnen worden met tolerogene DC en/of immuunonderdrukkende Treg om alzo autoreactieve T-cellen, die autoimmuniteit veroorzaken, te elimineren of te inactiveren. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Dirk Ysebaert • Peter Ponsaerts • Patrick Cras • Zwi Berneman • Vigor F I Van Tendeloo • Nathalie Cools
Evaluatie en implementatie van biologische fungiciden bij de preventie en bestrijding van ziekten in vollegrondsgroenten Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Biowetenschappen en Landschapsarchitectuur • Vakgroep Plantaardige Productie
Onderzoekers: • Geert Haesaert • Sarah Van Beneden • Jasper Carrette
Bilaterale samenwerking in het kader van gezamenlijke doctoraatsprojecten_Bench fee i.h.k. van Joint PhD VUBUniversidad Central 'Marta Abreu' de Las Villas, Rodriguez Abed Abdel Vrije Universiteit Brussel Abstract: Continue Actieve studie automatisme Organisaties: • Informatica en Toegepaste Informatica
Onderzoekers: • ANN NOWE
The role of angiotensin IV and identification of its targets. Vrije Universiteit Brussel Abstract: 4.1. Working hypothesis and aim of the project Evidence is accumulating that Ang IV, a major metabolite of Ang II, exerts physiological effects in its own right. Its central actions are already wellknown to include the increase of memory recall and learning in passive and conditional avoidance behavioural studies. Additionally, we also found that i.c.v. administered Ang IV protected rats against pilocarpine-induced seizures. In the periphery, in vivo as well as in vitro studies with vascular smooth muscle cells have also pointed at the propensity of Ang IV to affect the cardiovascular system. The beneficial effects of Ang IV on memory and learning may herald new therapeutic strategies to help patients with cognitive deficits. In the same vein, the anticonvulsant properties of Ang IV could also lead to novel therapeutic applications. Central to these issues is the unequivocal identification of the cellular targets that are implicated in these beneficial effects of Ang IV as well as in its potential side-effects. During these last four years, we have made substantial progress in this respect (see part 2.) and we are now in a comfortable position to re-actualise the initial working hypotheses. The initial proposal for the existence of "AT4 receptors" as cellular targets for Ang IV (DeGasparo et al., 2000) was based on radioligand binding studies, namely on the discovery of high affinity binding sites for radioiodinated Ang IV (and analogues) in the CNS as well as in peripheral tissues and cells thereof. Subsequently, Albiston et al. (2001) reported that these binding sites correspond to the insulin-regulated aminopeptidase (IRAP) enzyme. Our studies on native and recombinant cell lines confirmed the widespread occurrence of IRAP and also that it constitutes the major (if not
the sole) high affinity binding site of Ang IV. While these binding studies represent a most helpful tool for the purpose of IRAP detection and quantification, we also clearly established that this high affinity binding only takes place to the apo-form (i.e. inactive, catalytic zinc-depleted form) of IRAP. We therefore believe that, unless apo- IRAP acts as a cellular receptor, Ang IV-based binding studies are inadequate screening tools for the detection of Ang IV-derivatives with potential therapeutic interest. Nonetheless, we and others (Lew et al., 2003) have clearly established that Ang IV can also be recognised by the physiologically relevant (i.e. catalytically active) form of IRAP, albeit with ± 20-fold lower potency than the apo-enzyme. Yet, we have also become increasingly aware that Ang IV is rapidly degraded in vivo as well as in vitro and that some of its (patho)physiological effects could also involve its interaction with other cellular targets. While Ang IV produces a full, dose-dependent decrease of IRAP's catalytic activity, similar effects of Ang IV have now also been observed while studying the related aminopeptidases AP-N (Garreau et al., 1998) and AP-A (Goto et al., 2006). Moreover, as we found that some of the in vivo effects of Ang IV (e.g. on the hippocampal acetylcholine concentration and on renal blood flow) can be blocked by the AT1 receptor-selective antagonist candesartan, due attention should also be paid to the potential contribution of the by now "classical" AT1 and AT2- receptors. The present project is based on two highly complementary approaches/strategies. (i) The first is based on the now well documented role of IRAP as an Ang IV target and will further explore by which mechanisms the Ang IV-IRAP interaction is able to trigger physiologically relevant intra- as well as extracellular processes (outlined in parts 4.3 to 4.5). This approach will be intially focussed on intact-cell experiments and relevant outcomes will serve as a rationale (or tools) for dedicated in vivo tests. (ii) Secondly and in parallel the investigations aim to acquire a better understanding of the physiological role of Ang IV in the CNS (outlined in part 4.6). This will be carried out in the spirit that IRAP may not be the (sole) physiological target for Ang IV. Here, in vivo research will first focus on comparative studies with wild-type vs. KO animals and with Ang IV versus its most interesting synthetic analogs. Mechanism of action underlying the physiological effects of Ang IV via IRAP So far, three potential mechanisms have been put forward to explain the role of IRAP in the increased cognitive performance after Ang IV administration (summarised in Chai et al., 2004). We aim to elucidate which of these mechanisms is involved and what is their relative contribution in the in vivo effects of Ang IV, with particular emphasis on those effects that were already disclosed in our previous work. This approach thus allows to to perform a critical evaluation of the (patho)physiological relevance and molecular peculiarities of each of these working hypotheses. As outlined in the individual descriptions hereunder, the outcome of these studies will have a profound impact on the screening strategies to be adopted in our quest for useful therapeutic drugs. (i) The ability of Ang IV to inhibit the catalytic activity of IRAP has already been well documented in in vitro conditions and some of the IRAP substrates in those studies (somatostatin, vasopressin and oxytocin) are known for their memory-facilitating or anticonvulsant properties. According to this hypothesis, any compound that selectively inhibits the catalytic activity of IRAP could increase cognitive performance. In addition to the already obtained indirect evidence that Ang IV also prevents neuropeptide degradation in vivo, we wish to obtain direct/conclusive evidence for such mechanism. Therefore, we will monitor changes in various neuropeptide concentrations in hippocampal and striatal dialysates (microdialysis experiments in combination with LC-MS/MS detection) following the in vivo administration of Ang IV and synthetic analogues of interest to control and knock-out animals. Similar experments will also be done in vitro with cultured cells either under native or IRAP-overexpressing conditions. (ii) As second hypothesis, we have been the first to propose that IRAP should be capable of triggering intracellular events on top of its enzymatic activity (Vauquelin et al., 2002). This hypothesis was based on the structural properties of IRAP (i.e. its occurrence as dimers at the cell surface and, hence, the presence of 2 membrane-spanning _-helices) and on previously reported receptor-like properties of other aminopeptidases (AP-N and dipeptidase IV). Meanwhile, we have gathered robust evidence in favor of this receptor-hypothesis by showing that Ang IV elicits non-AT1 receptor mediated signalling events in CHO cells (increased thymidine incorporation) and vascular smooth muscle cells (collaboration with Prof. Ruiz-Ortega - Spain). This could imply that the in vivo effects of Ang IV analogues should not be simply dependent on their ability to bind to IRAP but also on propensy to stimulate cell signalling. To this end, in vitro experimental systems will be further developed to test Ang IV analogues for their intrinsic activity (i.e. agonistic vs. antagonistic properties), to elucidate the chain of IRAP-mediated cell signalling events and to compare these events in different cell types. (iii) Finally, the possibility arises that the beneficial effects of Ang IV on memory and learning involve an increased glucose uptake in hippocampal neurones. The potential contribution of IRAP in such mechanism is based on the demonstration that IRAP and the GLUT4 glucose transporter coexist in hippocampal neurones (Fernando et al., 2005) and on the rationale that both proteins are co-transported between intracellular stores and the cell surface. This opens the possibility for Ang IV to interfere with IRAP recycling and by this way to enhance/prolong the exposure of GLUT4 at the cell surface. To explore this intriguing possibility, in vitro experiments will first explore the ability of Ang IV to affect IRAP transport on intact cells. To this end, we will develop an immunochemical approach (collaboration with Prof. Bottari - France) and already established a radioligand binding approach for the dectection of IRAP at the cell surface. We will also explore for the aptitude of Ang IV and related ligands to trigger glucose uptake into GLUT4 containing cells and into the hippocampus of rodents (collaboration with Prof. Albiston and Chai - Australia). The (patho)physiological role of Ang IV in the CNS The further in vivo investigations are, in the first place, aimed to acquire a better understanding of the (patho)physiological role of Ang IV in the CNS with special reference to memory, epilepsy, neuroprotection and central modulation of blood pressure. Since the initial demonstration by Braszko et al. (1988) that i.c.v. injection of Ang IV enhances memory retention in a passive avoidance task, numerous other studies further stressed the positive role of this peptide in memory and cognition. We wish to inquire whether IRAP is truly a central player in these processes and, if so, by which molecular mechanism(s). Our interest in the link between Ang IV and epilepsy sprouted from our observation that i.c.v. Ang IV infusion attenuates the severity of limbic seizures in a pilocarpine-induced rat model for limbic epilepsy (Stragier et al., 2006). In this respect, we would especially like to test our hypothesis that this effect of Ang IV are mediated by augmentation of DA and 5-HT levels in the hippocampus. The possible role of Ang IV in neuronal regeneration/protection is based on the finding that Ang IV promotes cell survival in the hippocampus (Kakinuma et al. (1997; 1998) and, more recently, that it confers neuroprotection in a model for experimental ischemic stroke (Faure et al., 2006). To get more insight in this potential therapeutically important issue, we plan to test neuroprotective effects of Ang IV in established models of cerebral ischemia and Parkinson's disease along with the in vivo role of IRAP in the regulation of cell survival and proliferation. Related to our preceding work in renal blood flow, we would like to address the potential implication of central Ang IV in the regulation of blood pressure. Finally we will further elucidate the mechanism(s) by which Ang IV affects renal function. Obviously we will also remain very attentive to applications in alternative therapeutic area`s (such as diabetes) that could emerge in the literature or during the elaboration of our research program. Also, some of the newly developed research tools could find a potential use as diagnostic tools. Because of the complexity inherent to in vivo models, doubt may be raised whether IRAP represents the only cellular recognition site for the abovementioned actions/implications of Ang IV. In preceding work, we have tried to tackle this problem by using selective antagonists/inhibitors for known non-IRAP targets such as AP-N and AT1 and AT2- receptors. Being aware of the sometimes limited efficacy of this approach, we have now initiated collaborative efforts with other research teams to acquire/develop additional tools (outlined in part 4.2) to discriminate IRAP from the other targets and to increase the in vivo stability of Ang IV. In the first place, we will conduct parallel studies on KO mice either lacking IRAP (collaboration with Prof. Albiston and Chai - Australia) or AT1 /AT2- receptors (collaboration with Prof. T. Walther - Univerisity of Berlin, Germany). These studies will obviously also include a behavioural phenotyping of the knock-out mice. The use of organ-specific knock-out mice could represent a most valuable extension to these studies. We can now also count on the collaboration of three chemistry departments (Prof. Tourwé - VUB, Prof. Hallberg Sweden, Prof. Yiothakis - Greece) to provide us with novel synthetic Ang IV analogues. After an initial in vitro screening for stability, targetselectivity and potency, the most interesting ones will be studied in vivo for their ability/inability to mimick Ang IV-mediated responses. Obviously, these collaborations are of mutual benefit as our feedback to the chemists may lead to the synthesis of potential lead compounds for the development of therapeutic drugs. Efforts have also been undertaken to decrease the metabolic breakdown of Ang IV and, in this respect we have been the first to show that selective AP-N blockade (by compound 7B, provided by Prof. Yiothakis - Greece) increases the stability of Ang IV in vitro and amplifies the Ang IV elicited increase in striatal extracellular dopamine concentration. This strategy will certainly be extended to all in vivo studies to come.
Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen • Farmacologie • Farmaceutische Chemie, Analyse van Geneesmiddelen en Geneesmiddelenkennis
Onderzoekers: • ALAIN DUPONT • Bart STRAGIER • YVETTE MICHOTTE • SOPHIE SARRE • Ilse Julia SMOLDERS • PATRICK VANDERHEYDEN • RON KOOIJMAN • GEORGES VAUQUELIN
Artisanale kwaliteit van gefermenteerde levensmiddelen: mythe, realiteit, percepties en constructies. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project wil nagaan welke rol het concept "artisanaal" sedert zowat een eeuw speelt met betrekking tot productie, distributie en consumptie van gefermenteerde levensmiddelen. Het bevat twee onderzoeksluiken, het historische en het biotechnologische, die volkomen verstrengeld zijn: het project combineert menswetenschappelijke met biotechnologische benaderingen en methoden. De relevantie ervan is inzicht te verwerven in de relaties tussen sociaal-culturele processen en de voedingstechnologie en -industrie. Organisaties: • Sociaal-culturele voedingsstudies • Geschiedenis • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • Anneke GEYZEN • PETER SCHOLLIERS • Luc DE VUYST • FREDERIC LEROY
Permanente vorming: Behandeling van chronisch vermoeidsheidssyndroom en fibromyalgie. Werd eerst aangemaakt als CONO352 Vrije Universiteit Brussel Abstract: Behandeling van chronisch vermoeidsheidssyndroom en fibromyalgie. Organisaties: • Menselijke Fysiologie
Onderzoekers: • JO NIJS
Reglementering inzake consumentenkrediet en hypothecair krediet als middel ter bestrijding van overmatige schuldenlast Universiteit Gent Abstract: De doelstelling van het onderzoek bestaat erin om na te gaan of de huidige wetgeving betreffende het kredietrecht in staat is om overmatige schuldenlast te vermijden. Zo wordt onderzocht of het toepassingsgebied van de huidige reglementering voldoende ruim is en of de informatieplichten en de sancties voldoende streng zijn. Organisaties: • Vakgroep Economisch Recht
Onderzoekers: • Reinhard Steennot
Optimalisatie van trypanocide verbindingen: inzicht in de 'in vitro' en 'in vivo' correlatie Universiteit Antwerpen Abstract: De doelstelling van dit project is het vinden van een verklaring voor de lager dan verwachte activiteit die bekomen werd in de HIV cellulaire en de trypanosoma in vivo evaluatie van verschillende verbindingen. De bepaling van het farmacokinetisch profiel van deze stoffen is essentieel om de lager dan verwachte in vitro en in vivo activeit in de juiste context te plaatsen. Organisaties: • Medicinale chemie (UAMC)
Onderzoekers: • Muthusamy Venkatraj
Macrofagen als mediatoren van protectieve auto-immuniteit. Universiteit Hasselt Abstract: MS wordt gekarakteriseerd door T-cellen reactief tegen myeline componenten, oligodendrocytapoptose en de aanwezigheid van myelinefagocyterende macrofagen in sclerotische plaques. Wat de precieze bijdrage is van de laatstgenoemde macrofaag populatie op de neuroinflammatoire respons in MS-laesies is tot op heden niet geweten. Tevens is er nog onduidelijkheid op welke manier de micro-omgeving in het parenchym, waarin de myeline fagocyterende macrofagen zich tijdens MS bevinden, een invloed heeft op hun differentiatie en functie. Op basis van eerdere studies en preliminaire resultaten uit onze onderzoeksgroep stel ik dat myeline fagocytose door macrofagen een anti-inflammatoir, protectief fenotype induceert in deze immuun-cellen.Mogelijkerwijs zijn deze myeline-fagocyterende macrofagen betrokken bij de herstelfase van RR-MS patiënten door o.a. het induceren van een anti-inflammatoire immuun-respons en het moduleren van oligodendrocyt viabiliteit. Het doel van dit project is een beter inzicht te krijgen in het fenotype en de mogelijke protectieve functie van myeline-fagocyterende macrofagen in sclerotische plaques. Organisaties: • Immunologie - Biochemie • Biomedisch Onderzoeks Instituut
Onderzoekers: • Niels HELLINGS • Jeroen BOGIE
Massatransport door Koolstof Nanobuizen. Universiteit Antwerpen
Abstract: Op basis van de recente doorbraken in de opening/sluiting en watervulling van koolstof nanobuizen, geboekt in de onderzoeksgroep, zal het selectieve massatransport door individuele types van koolstof nanobuizen gekarakteriseerd worden, met het oog op toepassingen in de nanofluidica en nanofiltratie. Organisaties: • Experimentele fysica van de gecondenseerde materie (ECM)
Onderzoekers: • Wim Wenseleers
Epidermale neurobiologie: de zoektocht naar endocannabinoïd signaling. Vrije Universiteit Brussel Abstract: C- Methode en objectieven: In Vivo modellen: knockout dieren Huid stress modellen: Muizen epidermis zal onderworpen worden aan 4 types van stress modellen:Acute barrière stress: barrièrebeschadiging zal geïnduceerd worden door tape-stripping van het SC.. Chronische barrière stress: tape-stripping twee maal daags van het SC kan verder aanleiding geven tot epidermale hyperplasie, wat hyperproliferatieve huidaandoeningen als psoriasis nabootst. Irritatieve en contact dermatitis: om huidinflammatie uit te lokken. Knockout muismodellen om Endocannabinoïden te onderzoeken: Ten minste 4 types muismodellen onderzoeken specifiek al de hogergenoemde pathways. CB1 ko muizen werden gecreëerd in het laboratorium van Catherine Ledent (ULB, Erasmus). CB2 en TRPV1 ko dieren zijn beschikbaar in het Jackson laboratorium en CB2 ko kweken op dit moment in het VUB animalarium. Dubbele CB2-CB1 ko worden verkregen vanuit de respectievelijke kolonies aan de ULB. PPAR-? deficiënte dieren zijn voorhanden in het VA medisch centrum, University of California San Francisco. Doelstelling 1: Bepalen van de relatie tussen EC signaling en SC Barrière Functie/Lipiden (Ceramide) Inhoud/Epidermale Differentiatie. Nagaan hoe de EC signaling pathway bijdraagt tot de barrièrepermeabiliteitsfunctie. Zowel ko als wt dieren zullen onderworpen worden aan acute en chronische barrière stress zoals hoger vermeld. Functioneel onderzoek zal uitgevoerd worden gebruik makend van de volgende parameters als een alomvattende karakterisering van de epidermale functie: Transepidermaal waterverlies (TEWL), een meting voor cutane barrièrepermeabiliteitsfunctie, dit wordt gemeten met een TEWAmeter (Courage en Khazaka, Cologne, Duitsland). Barrièreherstel wordt bepaald na herhaaldelijk aanbrengen van cellofaanplakband (Scotch type, 3M) tot het TEWL 6-8 mg per cm2 per uur bereikt. Barrièreherstel wordt verkregen door het meten van TEWL 3 en 6 uur na de barrièrebeschadiging. SC integriteit wordt gedefiniëerd als het aantal tape-strippings dat nodig is om een specifieke toename in TEWL te verkrijgen, cohesie van het stratum corneum wordt gedefiniëerd als de hoeveelheid proteïnen die verwijderd worden bij elke tape-stripping. De proteïne inhoud per stripping wordt gemeten met de Bio-Rad Assay Kit (Hercules, CA), dewelke gebruik maakt van runderplasma ?-globulin als standaard. Oppervlakte pH wordt gemeten met een vlakke glazen elektrode van Mettler-Toledo (Giessen, Duitsland), dewelke bevestigd is op een pH meter (Skin pH Meter pH 900, Courage en Khazaka, Cologne, Duitsland). De morfologische basis van de geöbserveerde variaties in permeabiliteitsfunctie in de huidbiopten van zowel ko als wt dieren wordt bekeken met electronenmicroscopische analyse. De stalen worden versneden op <0.5 mm2, gefixeerd in gemodifiëerd Karnovsky's fixatief overnacht, en post-gefixeerd in zowel ruthenium tetroxide als 2% waterig osmium tetroxide, die beiden 1.5% kaliumferrocyanide bevatten. Na fixatie, worden alle stalen gedehydrateerd in graduele ethanol oplossingen, en ingebed in een Epon-epoxy mengsel. Ultradunne secties worden onderzocht, al dan niet gebruik makend van contrast met loodcitraat, in een electronenmicroscoop (Zeiss 10A; Carl Zeiss, Thornwood, NY) die functionneert op 60 kV. Vervolgens zullen we de epidermale morfologie onderzoeken om de staat van proliferatie/differentiatie te identifiëren in zowel ko als wt dieren. Om proliferatie versus terminale differentiatie na te gaan, worden paraffine coupes gekleurd met respectievelijk PCNA en TUNEL. We bekijken de epidermale dikte om epidermale proliferatie op te sporen en we zullen op zoek gaan naar tekens van inflammatie (bv. dermaal infiltraat, epidermale spongiose, parakeratose). Om epidermale differentiatie te onderzoeken, zullen paraffine coupes gekleurd worden met de merkers filaggrine, loricrine en involucrine. Bijkomende Western blott analyse voor de hoger vermelde differentiatiemerkers zal uitgevoerd worden op proteïnenextracten en subcellulaire fracties (cytoplasma, membraan, signal en nucleus) van epidermale keratinocyten. Nagaan of barrière status op zich EC vrijzetting en metabolisme regelt. In dit deel kijken we of de productie of het metabolisme van EC geregeld wordt door de staat van de barrière in ko en wt muismoddellen onderhevig aan acute barrière stress. In modellen onderhevig aan acute barrière stress zullen we Tissues (30-45 mg wet weight/data point) waarbij Anandamide en 2-AG gekwantificeerd worden met gas chromatografie-massa spectrometrie zoals eerder beschreven (23). Nagaan of EC metabolisme en pathway geassocieerd is aan lipiden synthese/verwerking afwijkingen. Als EM analyse abnormaliteiten in SC lipiden morfologie (onvolledige verwerking) of inhoud (verminderde lipiden secretie) aan het licht brengt, zullen we verder gaan kijken naar de activiteit van de lipiden-verwerkende enzymen met behulp van zymografie en de epidermale lipideninhoud meten. Zymografische metingen van ?- glucocerebrosidase (?-GlcCer'ase) en acidic sphingomyelinase (aSMase) zullen uitgevoerd worden in situ op vriescoupes van huidbiopten voor en na epidermale stress. Voor Lipiden analyse, worden alle lipiden geëxtraheerd uit het biopt en de scheiding van de aparte fracties gebeurt door high-performance thin-layer chromatografie (HPTLC), gevolg door een kwantificatie met scanning densitometrie.. Nagaan of psychologische stress (PS) de tolerantie aan barrière stress verergert of doet toenemen in EC pathway deficiënte dieren. We zullen bekijken of EC signaaloverdracht PS medieert in epidermale keratinocyten. PS inhibeert epidermale lipiden synthese, wat leidt tot een vermindering in de produktie van lamellaire bodies (LB) bij normale muizen. Hoewel dit pathogenetisch mechanisme aanleiding geeft tot barrière-abnormaliteiten en een afwijkende SC integriteit/cohesie in normale muizen, is deze vermindering in lipiden synthese/LB productie toe te schrijven aan een toename in endogene glucocorticoïden (GC) waarden. De rol van EC in deze afwijkingen is nog niet opgehelderd en kan bijdragen tot de neurologische respons van keratinocyten op psychologische downstream gebeurtenissen. Nagaan van het effect van EC signaling in cultuur gebrachte humane keratinocyten (CHK): Het CHK cultuur systeem zal gebruikt worden om het downstream effect van EC pathways activatie/inhibitie na te gaan met behulp van CB receptor agonisten/antagonisten of inhibitoren van FAAH of 2AG. Een lijst van de nodige moleculen om deze pathways te onderzoeken zijn online te vinden: http://www.tocris.com/pharmacologicalBrowser.php?ItemId=4983. Aangezien calcium een grote rol speelt in signaaloverdracht en differentiatie bij keratinocyten, zullen we in levende cellen, gebruik makend van in vivo beeldvorming (zie Hercules project VUB), de intracellulaire Ca2+ responsen nagaan met Fluo-4 calcium indicator (Invitrogen). Kinase activatie assays zullen uitgevoerd worden met Western blot technieken met de geschikte antilichamen gericht tegen een panel van kinases waarvan men verwacht dat zij een rol spelen in EC signaling. Initiëel zullen we de betrokken kinases identificeren met Pro-Q® Diamond Phosphoprotein Gel Staining Kit (Invitrogen). Deze technologie voorziet in een methode die selectief fosfoproteïnen kleurt in polyacrylamide gellen om de doelkinasen te visualiseren. RNA expressie als gevolg van specifieke differentiatieinducerende transcriptiefactoren (bv. AP1, keratin en cyclin D1) zullen gevolgd worden met RTPCR. Doelstelling 2: Bepalen van de relatie tussen EC pathway en de inductie van inflammatie. Nagaan of hapteenblootstelling inflammatie uitlokt in ko muizen. We zullen 8 weken oude ko en wt muizen gevoelig maken aan hapteenblootstellingen om de mogelijkheid te testen dat genetische defecten in EC pathway voldoende zijn om inflammatie in de huid uit te lokken. Om blootstelling aan andere omgevingsantigenen en pathogenen tot een minimun te herleiden, worden deze muizen in SPF condities gehuisvest. We zullen ko en wt muizen gevoelig maken aan oxazolone (Ox) (4-ethoxymethylene-2-phenyl-2-oxazolin-5one, SIGMA), om dan een op atopische dermatitis (AD)-gelijkende dermatose uit te lokken door het herhaaldelijk aanbrengen van lage dosissen Ox. Om tot sensibilisatie te komen, wordt 2% Ox aangebracht op het abdomen in een 4:1 aceton/olijfolie vehiculum. Nagaan welke EC pathways de drempel tot het ontwikkelen van inflammatie zullen doen toenemen of afnemen in het Irritatieve en Contact Dermatitis Model. Zes tot Acht weken oude mannelijke en vrouwelijke CD1 muizen en/of ko muizen zullen gebruikt worden in een irritatief en contact dermatitis (ICD) protocol studie. ICD wordt geïnduceerd door één enkele topische applicatie van 10 ?l 0.03% (wt/vol. in aceton) 12-Otetradecanoylphorbol- 13-acetate (TPA) op de binnen- en buitenkant van het linker oor van de mannelijke muizen. Het rechter oor wordt behandeld met vehiculum (aceton) alleen. Verandering in drempelwaarde van inflammatie na het aanbrengen van verschillende dosissen van het forbol ester TPA (dosis-respons) zal nagegaan worden op basis van de dikte van het oor (gemeten met calipers), gewicht van het oor en de uitgebreidheid van de dermale inflammatie op histologische coupes (visuele bepaling van het infiltraat). Deze studies zullen aantonen of er een verschuiving gebeurt in de dosis-respons curve voor het uitlokken van inflammatie bij blokkade van één van de mechanismen Organisaties:
• Specialiteiten (KNO, Dermatologie, Oftalmologie, Psychiatrie) • Huidfunctionaliteit en permeabiliteit
Onderzoekers: • DIANE ROSEEUW • Jean-Pierre HACHEM
Antwerpse Biobank van het Instituut Born Bunge: ondersteuning kernfaciliteiten. Universiteit Antwerpen Abstract: De voornaamste onderzoeksprojecten van de verschillende laboratoria van het IBB zijn nu gericht op de studie van de ziekte van Alzheimer en aanverwante aandoeningen, ziekte van Parkinson, frontotemporale dementies, de ziekte van Creutzfeld-Jacob epilepsie, perifere neuropathieën en spieraandoeningen. Het IBB richt zich op een betere integratie en correlatie van fundamentele, klinische en neuropathologische gegevens betreffende neurologische aandoeningen gebruikmakend van moleculaire genetica, biochemie, experimenteel onderzoek naar gedragsveranderingen en computationele neurowetenschappen. De Antwerpse biobank is onderdeel van een collectief initiatief van de onderzoekseenheden van het IBB departement Neurologie dat verder bouwt op de oorspronkelijke hersenbank. Organisaties: • Neurochemie en gedrag
Onderzoekers: • Peter De Deyn
Convenant 2008-2012 Woordenboek Vlaamse Dialecten West-Vlaanderen Universiteit Gent Abstract: Het project kadert in het globale project ?Woordenboek van de Vlaamse dialecten? en behelst de aanleg van een digitale database en de lexicografische bewerking tot woordenboekafleveringen van de dialectwoordenschat van Frans-, West-, Oost- en Zeeuws-Vlaanderen. Organisaties: • Vakgroep Nederlandse taalkunde
Onderzoekers: • Magdalena Devos • Jacques Van Keymeulen
DNA-methyloom en RNA-transcriptoom analyse in proximaal tubulaire cellen, bloed en urine tijdens de ontwikkeling van chronisch nierfalen in de muis. Universiteit Antwerpen Abstract: Chronisch nierfalen (CKD) is een verzamelnaam voor renale aandoeningen die, onafhankelijk van hun oorzaak, gekenmerkt worden door histomorfologisch aantoonbare nierschade en/of een gedaalde glomerulaire filtratie (<60 ml/min/1,73m2) die minstens drie maanden aanwezig zijn en waarvan het verloop een progressieve daling van de nierfunctie inhoudt. Tot op heden kan eindstandig nierfalen enkel worden behandeld d.m.v. dialyse of transplantatie. DNA-methylatie is een epigenetische modificatie van het DNA o.i.v. DNA-methyltransferase (Dnmt) enzymen, waardoor de transcriptie wordt beïnvloed (meestal afremt). DNA-methylatie speelt een belangrijke rol bij de ontwikkeling van kanker, maar ook bij andere pathologieën zoals renale fibrose is het een belangrijke etiologische factor. Fibrose is het celbiologische proces dat aan de basis ligt van CKD. Door verlies van controle over het normaal herstellende fibroseproces wordt ook gezond weefsel aangetast en progressief vervangen door niet-functioneel bindweefsel. Twee renale celtypes spelen hierbij een cruciale rol: (1) de proximaal tubulaire epitheelcel (PTC) die zeer gevoelig is voor schade/stress en die als reactie daarop pro-fibrotische cytokines (TGF-, CTGF) produceert en (2) de fibroblast die onder invloed van dit pro-fibrotisch milieu geactiveerd wordt tot proliferatie en productie van extracellulaire matrix (ECM). Voldoende lange blootstelling aan dit pro-fibrotisch milieu veroorzaakt terminale activatie van de fibroblasten, met chronische nierfibrose als gevolg. Op heden is de rol van DNA-methylatie t.h.v. de PTC nog onbekend. De doelstellingen van dit project omvatten ten eerste de identificatie van differentieel gemethyleerde genen van PTCs die geassocieerd zijn met de ontwikkeling van chronische fibrose na een acute nierbeschadiging. Ten tweede, met het oog op de identificatie van diagnostische en therapeutische merkers zal een correlatie gemaakt worden tussen het DNA methyloom en RNA-transcriptoom in urine, bloed en proximaal epitheliale cellen. Organisaties: • Pathofysiologie
Onderzoekers: • Benjamin Vervaet
Lerende, veranderende en schuivende kiezers. De effecten van de Antwerpse lokale campagne van 2012 op kiezers. Universiteit Antwerpen Abstract: Leren kiezers iets bij tijdens de eindspurt naar de stembusgang? Deze vraag staat centraal in publieke opinie onderzoek: politieke kennis is immers cruciaal voor een goed functioneren van de democratie (Delli Carpini & Keeter, 1996). De verkiezingen voor het Antwerpse stadsbestuur van 2012 vormen een goede case om zulke campagne-effecten te onderzoeken. Het betreft een lokale campagne, waardoor de thema's dichter bij de burger staan en er dus een grotere kans op leereffecten is. Daarnaast belooft de verwachte tweestrijd tussen Patrick Janssens en Bart De Wever ook de nodige media-aandacht teweeg te brengen. Door die toegenomen 'flow of information' verhoogt de kans dat de burger ook daadwerkelijk iets leert over politiek. Dit project bestudeert veranderingen in politieke kennis van Antwerpse kiezers tijdens de campagne door middel van een panelbevraging. Er wordt gekeken naar (veranderingen in) de kennis over partijstandpunten over lokale thema's (leren). Bijkomend wordt onderzocht hoe kiezers, eens ze geïnformeerd zijn, reageren: veranderen ze van partij, of passen ze hun eigen standpunten aan 'hun' partij aan (veranderen)? En worden de campagnethema's dan ook belangrijker in de stemkeuze (schuiven)? Organisaties: • Media, middenveld en politiek (M2P)
Onderzoekers: • Jonas Lefevere
Atomistic multi-time scale simulations of catalyzed carbon nanotube growth. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit onderzoeksproject wensen we atomistische simulaties dichter bij experimentele voorwaarden te brengen, door het ontwikkelen van realistische interatomaire M-C-H interactiepotentialen en door het implementeren van algorithmen om lange tijdsschaal te simuleren. Organisaties: • Plasma, Laser Ablatie en Oppervlakte-modellering (PLASMANT)
Onderzoekers: • Annemie Bogaerts • Erik C L Neyts • Umedjon Khalilov
Vlaams Interuniversitair project voor structuurstudie van harde en zachte gecondenseerde materie met behulp van synchrotronstraling. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit betreft een breed project rond materiaalstudies, die gebruik maken van Europese synchrotron faciliteiten. Het is geformuleerd door de groepen die reeds in het verleden het voortouw hadden genomen voor de implementatie van synchrotron-radiatie in een waaier van disciplines. Dit opzet weerspiegelt het extreem brede spectrum van materiaalstudies die deze mega-apparaten mogelijk maken. Partim Proteïnekristallografie / Biomoleculaire structuur en functie (Prof. Lode Wyns - VUB) In dit project wensen we twee aspecten te benadrukken: * Ontwikkelingen rond nano-manipulatie * Betreffende de kristallisatie aspecten per se - Nano-manipulatie: sample behandeling, observatie, van microkristallen vereist ontwikkeling van een bijzonder platform. Dit is voor de ESRF mede als een prioriteit van eerste orde gedefinieerd. - Het kristallisatieplatform van het PSB (Partnership for Structural Biology) zal ons toegang verlenen tot "nano-drop" kristallisatie gekoppeld aan een geïntegreerd beeldvormings platform. - De bundellijn gedediceerd voor functionele biologie en toegepaste soft condensed matter studies zal in dezelfde context (PSB) snelle screening mogelijkheden bieden voor het begeleiden van de kristallisatieprotocols van moeilijke systemen. Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • LODE WYNS
Onderzoek naar de rol van selectie geschiedenis op de link tussen ontwikkelingsinstabiliteit en stress en fitness: eilanden als modelsystemen. Universiteit Antwerpen Abstract: Met dit project beogen we een bijdrage te leveren tot het ontrafelen van het belang van (recente) selectiedrukken en evolutionaire respons op de mate van OI en de gevoeligheid hiervan als maat voor stress en fitness. Hiervoor bestuderen we enerzijds kenmerken die onder seksuele selectie staan of waarvan de evolutionaire veranderingen relatief oud zijn én kenmerken waarvan de evolutionaire veranderingen veel recenter zijn. Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Raoul Van Damme • Stefan Van Dongen
Experimentele meting van het mechanisch gedrag van composietmaterialen en samengestelde materialen onder verschillende vormen van impactbelasting Universiteit Gent Abstract: Een oscilloscoop (100 MHz samplefrequentie, 8 kanalen) werd aangekocht met een Krediet aan Navorsers voor instrumentatie van volgende onderzoeksprojecten: ? Experimentele en numerieke studie van golfimpact op vervormbare composiet structuren ? Energieabsorberend vermogen van gepultrudeerde composiet buizen en kokers ? Experimentele en numerieke studie van vensterglas met veiligheidsfilm ? Vogelimpact van composiet platen en schalen Organisaties: • Vakgroep Toegepaste Materiaalwetenschappen
Onderzoekers: • Joris Degrieck • Wim Van Paepegem
Moleculaire architectuur van de omgevingsadaptatie in natuurlijke poppulaties van de nematode Caenorhabditis elegans (NEMADAPT) Universiteit Gent Abstract: Het project zal omgevingsadaptatie in al zijn facetten behandelen, gaande van evolutionaire en fenotypische responsen tot geassocieerde trade-offs en de onderliggende genomische en transcriptomische architectuur. Onze doelstellingen zijn: 1. het belang van twee adaptieve responsen te evalueren 2. de geassocieerde life-history trade-offs kwantificeren 3. de onderliggende genomische architectuur ontrafelen. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Bart Braeckman
OZR opvangmandaat: afwerking doctoraat Vrije Universiteit Brussel Abstract: Neurale basismechanismen van trekoordelen: de rol van tijdsintegratie De jongste vijftal jaren is er heel wat onderzoek verricht over de neurale processen die de grondslag vormen van sociale oordelen, o.a. over karaktertrekken en intenties/doelen van andere personen. Daarbij gebruikt men de nieuwste beeldvormingtechnieken: de event-related potential (ERP) techniek laat toe de timing van sociale oordelen tot op de milliseconde nauwkeurig te bepalen en een ruwe lokalisatie in de hersenen uit te voeren (met behulp van LORETA; Pascual-Marqui et al., 2002). De functional magnetic resonance imaging (fMRI) techniek laat bovendien toe om vrij nauwkeurig de lokalisatie vast te stellen van de betrokken hersengebieden of . circuits. In een meta-analyse van meer dan 100 fMRIonderzoeken over sociale oordelen, kwam Van Overwalle (2008) tot de conclusie dat oordelen over persoonlijkheidstrekken en gedragsdoelen van anderen, twee belangrijke sociale oordelen zijn waarover al vrij veel onderzoek verricht is met betrekking tot hun lokalisatie in de hersenen. Echter, de fundamentele neurale basismechanismen bij oordelen van vooral persoonlijkheidstrekken zijn nauwelijks opgehelderd, en de bedoeling van dit project is dit verder te ontsluieren. Organisaties: • Experimentele en Toegepaste Psychologie
Onderzoekers:
• FRANK VAN OVERWALLE
Rijden onder invloed van drugs of psychoactieve geneesmiddelen: opsporing in bloed en speeksel Universiteit Antwerpen Abstract: Het voorgestelde project heeft als eerste doel het gebruik van drugs en psychoactieve geneesmiddelen in het verkeer na te gaan via chromatografische bepalingen van bloed- en speekselstalen afkomstig van verkeerscontroles of verkeersongevallen. Het tweede doel is speekseltesten die vals-positief screenen in het kader van de Belgische wetgeving te verklaren. Organisaties: • Toxicologie
Onderzoekers: • Kristof Maudens
Naar een betere zorgverstrekking voor Turkse diabetes type 2 patiënten Universiteit Gent Abstract: Diabetes komt vaak voor bij personen van Turkse origine. Veel patiënten ondervinden echter moeilijkheden met de dagelijkse inname van hun diabetesmedicatie ('therapietrouw' genoemd). Dit project omvat het organiseren van informatie-avonden over diabetes. Tijdens deze avonden zullen ook deelnemers gerecruteerd worden voor een enquête i.v.m. therapietrouwbelemmerende en -bevorderende factoren bij Turkse diabetespatiënten. Op basis hiervan zullen aanbevelingen voor een betere begeleiding van deze patiënten geformuleerd worden. Organisaties: • Vakgroep Bioanalyse
Onderzoekers: • Koen Boussery
Ontwikkeling en wereldwijde toepassing van een mechanistische bodem koolstofmodel (FWO Vis.Fel., Bertrand GUENET, Frankrijk). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Planten- en vegetatie-ecologie (PLECO)
Onderzoekers: • Ivan Janssens
Rol van beenmergcellen bij regeneratie van de endocriene pancreas in diabetes. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Diabetespatiënten hebben als gevolg van een tekort aan betacellen en insuline een verhoogd risico op chronische perioden van hyperglycemie en ernstige secundaire complicaties. Transplantatie van donor betacellen biedt een oplossing hoewel bij deze therapie continue immuun onderdrukking van de patiënt nodig is en er bovendien een ernstig tekort is aan menselijke donororganen. Het vinden van alternatieve therapieën is noodzakelijk. Adulte, van beenmerg afgeleidde cellen zijn een mogelijke alternatieve bron van insuline producerende cellen met belangrijke klinische relevantie aangezien ze autologe transplantatie toelaten. Onze onderzoeksgroep heeft recent monoclonale, genetisch gemerkte hematopoietische stamcellen (HSCn) (seRM26) in de pancreas van diabete muizen getransplanteerd en normalizering van de glycemie geïnduceerd als gevolg van diabete muizen te ontrafelen en (II) die kennis gebruiken om via ontwikkeling van preklinische modellen naar klinische trials te evolueren. Binnen dit onderzoeksproject willen we de volgende vragen beantwoorden: (1) Wat is de rol van de angiogene factor VEGF? (2) Kan een primaire, beenmerg-afgeleidde celpopulatie worden geïnduceerd / geïsoleerd die de rol van de seRM26 cellen kan evenaren? (3) Kunnen deze stamcellen uit bloed (exogeen) of beenmerg (endogeen) de weg naar de pancreas vinden? (4) Kunnen beenmerg-afgeleidde cellen de hoeveelheid betacellen die nodig is voor transplantatie om de glycemie te normaliseren verlagen? Organisaties: • Pathologische Biochemie en Fysiologie
Onderzoekers: • Henry HEIMBERG
Nederlandse versie van de internetsurvey van het EUMARR FWO-project : Toward a European Society: Single Market, Binational Marriages, and Social Group Formation in Europe. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' Universiteit Groningen - NIDI' hebben voor het project ' Nederlandse versie van de internetsuvey van het EUMARR project' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Sociaal Onderzoek
Onderzoekers: • Helga DE VALK
Globalisering, de staat en het wereldsysteem: Veranderen de regels van het ontwikkelingspel? Universiteit Gent Abstract: Onder globalisering wordt algemeen verstaan dat de interdependentie en interpenetratie van landen en streken toeneemt, en dit op ganse waaier van domeinen: economisch, politiek, sociaal, cultureel, enz. De vragen die hierbij rijzen zijn: 1) hoe beïnvloedt de globalisering de structuur van het wereldsysteem en 2) hoe beïnvloedt de globalisering de ontwikkelingskansen van landen. Organisaties: • Vakgroep Sociologie
Onderzoekers: • Ronan Van Rossem
Studie van het gebruik van TiO2 geïmpregneerde actieve koolstof voor de verwijdering van organische polluenten uit afvalwaters. Universiteit Hasselt Abstract: De Onderzoeksraad heeft op 28 juni 2012 het verblijf van Dr. P. S. Suchithra, Nano-Ceramics, MMD, National Institute of Interdisciplinary Science and Technology, India, goedgekeurd. Gedurende dit verblijf zal Dr. P. S. Suchithra onderzoek uitvoeren in de onderzoeksgroep
Toegepaste en Analytische Chemie, onder promotorschap van prof. dr. Jan Yperman. Organisaties: • Toegepaste en Analytische Chemie • Instituut voor Materiaalonderzoek
Onderzoekers: • Jan YPERMAN • Robert CARLEER
Onderzoek in het domein van de theoretische studie van nanogestructureerde supergeleiders. Universiteit Antwerpen Abstract: Het onderzoek in het domein van de theoretische studie van nanogestructureerde supergeleiders is meer bepaald gewijd aan de theoretische behandeling van de vortex materie in nanogestructureerde lage Tc supergeleiders en supergeleider / ferromagneet heterostructuren. Organisaties: • Theorie van de gecondenseerde materie
Onderzoekers: • Golibjon Berdiyorov
Optimalisatie en integratie van analytische methoden voor de karakterisatie van verontreinigende stoffen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht toegekend door de Universiteit Antwerpen. De promotor levert de Universiteit Antwerpen de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd door de universiteit. In het verleden werden analytische methoden ontwikkeld voor de karakterisatie van fijn stof. Echter, verder optimalisatie is nodig om de deeltjessamenstelling automatisch te genereren. Organisaties: • AXES
Onderzoekers: • Karolien De Wael
Klimaatverandering en veranderingen in ruimtelijke structuren in Vlaanderen Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Biowetenschappen en Landschapsarchitectuur • Vakgroep Ontwerpen en landschapsplanning
Onderzoekers: • Pieter Foré • Sylvie Van Damme
Enzymatische en microbiële technologie voor industriële processen Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Toegepaste Ingenieurswetenschappen • Vakgroep Chemie
Onderzoekers: • Ingeborg Stals • Anita Van Landschoot
Gift ter ondersteuning van het fundamenteel onderzoek naar fragiliteit bij ouderen Vrije Universiteit Brussel Abstract: De Nationale koepel van AXXON, Physical therapy in Belgium werd als onafhankelijke organisatie opgericht op 8 september 2009 uit een fusie van het Nationaal KinesitherapeutenKartel en AKB. Op 6 oktober 2009 werd de franstalige vleugel AXXON, Qualité en Kinésithérapie opgericht gevolgd door de nederlandstalige vleugel AXXON, Kwaliteit in Kinesitherapie op 8 oktober 2009. AXXON, Physical therapy in Belgium telt ongeveer 6000 leden, die voornamelijk lid zijn van een lokale kring. Doelstelling en visie Een dynamische en actuele visie op kinesitherapie De kinesitherapie in België wordt hoofdzakelijk aanzien als curatieve somatische zorg. Deze is bestemd voor mensen met verschillende zorggraad en zorgbehoeften, ongeacht de leeftijd en de levensfasen waarin zij zich bevinden. In tweede instantie heeft de kinesitherapie een - vandaag onvoldoende omschreven en ingevulde - taak inzake primaire en secundaire preventie. De kinesitherapeut richt zich vooral op het menselijk bewegen. Voornamelijk in een context van gezond functioneren. Hij richt zich op het herstel, het behoud en het vergroten van de kwaliteit van bewegen. Hij houdt rekening met de meest functionele aspecten van de patiënt, bevordert zijn fysische mogelijkheden, activiteiten en maatschappelijke participatie. Organisaties: • Fragiliteit binnen Gerontologie en Geriatrie
Onderzoekers: • Ivan BAUTMANS
ALTACRO – Automated Locomotion Training using an Actuated Compliant Robotic Orthosis. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Eind 2007 werd door VUB-OZR aan het consortium bestaande uit verschillende vakgroepen van de faculteit LK en TW een geconcerteerde onderzoeksactie financiering goedgekeurd. Het ALTACRO-project streeft ernaar het neurologisch hertselproces (d.i. het motorisch leren) van deze patiënten te bevorderen door middel van geautomatiseerde gangrevalidatietraining. Hiervoor wordt een pneumatisch geactueerd exoskeleton ontwikkeld door het departement R&MM van de VUB (http://mechvub.ac.be/multibody_mechanics.htm). Een aantal nieuwe uitdagingen in de geautomatiseerde gangrevalidatie technologie zullen in dit project uitgewerkt worden: actieve actuatie van het enkelgewricht, een veilige mens-machine interactie en volledige ondersteuning van het lichaamsgewicht door het exoskeleton. Organisaties:
• Biomechanica • Toegepaste Mechanica • Motorische Revalidatie en Kinesitherapie • Menselijke Fysiologie • Anatomie
Onderzoekers: • ERIC KERCKHOFS • PATRICK KOOL • DIRK LEFEBER • PETER VAES • BARTOLD VAN GHELUWE • ROMAIN MEEUSEN • Nicole POULIART
Grootschalige genetische benadering voor de moleculaire karakterisatie van autosomaal recessieve vormen van de neuropathie van Charcot-Marie-Tooth. Universiteit Antwerpen Abstract: We plannen om een grootschalige studie naar de moleculaire basis van ARCMT uit te voeren, daarbij gebruik makend van onze unieke collectie van nucleaire consanguine families afkomstig van verschillende geografische en etnische origine. De gebruikte benadering zal bestaan uit het simultaan nagaan van verschillende ziekteverwekkende loci door middel van grootschalige gentoypering. Hierdoor zullen nieuwe loci, genen en ziekteverwekkende mutaties kunnen worden geïdentificeerd zonder de genetische heterogeniciteit van ARCMT uit het oog te verliezen. Organisaties: • VIB DMG - Neurogenetica • VIB DMG - Moleculaire Neurogenomica
Onderzoekers: • Peter De Jonghe • Albena Jordanova
Pathofysiologische mechanismen in amyloidosis muismodellen voor de ziekte van Alzheimer. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Neurochemie en gedrag
Onderzoekers: • Debby Van Dam • Peter De Deyn
Aanmaak van autologe T cellen gericht tegen acute myeloide leukemie dmv transductie van hematopoietische stamcellen met een T celreceptor and differentiatie in vitro tot T cellen Universiteit Gent Abstract: In dit project zullen bloedvormende stamcellen getransduceerd worden en zo een T cel receptor tot expressie brengen. We zullen hiervoor T cellen anmaken gericht tegen WT1 en veervolgens de T ce receptorgenen kloneren. Deze gekloneerde genen worden vervolgeens in stamcellen gebracht. Na uitrijpen van deze stamcellen tot T cellen, zullen we de functionaliteit van die cellen testen. Organisaties: • Vakgroep Klinische biologie, microbiologie en immunologie
Onderzoekers: • Bart Vandekerckhove
Beleggingsrendementen en risicopremies voor Belgische bedrijfsobligaties (1832-2010) Universiteit Antwerpen Abstract: De Brusselse beurs was één van de tien belangrijkste ter wereld in de 19de en begin 20ste eeuw. Bedrijven uit alle mogelijke sectoren (spoorwegen, steenkoolmijnen, zinkbedrijven, metaal, glas, banken, electriciteitsbedrijven etc.) waren erop genoteerd. Bovendien was de Brusselse beurs zeer internationaal georiënteerd voor de Eerste Wereldoorlog met aandelen, overheidsobligaties en bedrijfsobligaties uit de ganse wereld (of van Belgische bedrijven actief in het buitenland). We onderzoeken de rendementen van alle op de Beurs van Brussel genoteerde Belgische bedrijfsobligaties voor de periode 1832-2010 met behulp van koersen, aantallen en alle kenmerken van deze bedrijfsobligaties (interest, de taxatie, de duurtijd, de uitgifteprijs (à pari, boven pari, beneden pari), de introductieprijs op de beurs, bijkomende condities (call/put), en terugbetalingsvoorwaarden (bedrag, vervroegde aflossingsfaciliteiten)). Tegelijk berekenen we de risicopremie en vergelijken deze met de equity premium. Het gaat hierbij over 1270 bedrijfsobligaties. Doordat we over zeer lange tijdreeksen beschikken zullen econometrisch verantwoorde conclusies (gegeven de volatiliteit) kunnen worden getrokken. Het onderzoek is van belang zowel voor investeerders als voor bedrijven. Investeerders (beleggers) hebben meerdere mogelijkheden inzake beleggingen. Een breed gamma aan alternatieven is hierbij ter beschikking met wellicht de meest gekende een belegging in aandelen, in overheidsobligaties en het aanhouden van cash (onder de vorm van op korte termijn opvraagbare bedragen). In de internationale literatuur zijn het ook deze drie vormen die traditioneel het voorwerp van onderzoek uitmaken. Er is evenwel nog een andere (en tevens veelgebruikte) belegggingsvorm, de bedrijfsobligaties. Ons onderzoek zal de belegger exact informeren inzake het rendementsverschil op een dergelijke belegging. De kwestie kan ook nog vanuit een andere invalshoek bekeken worden, met name vanuit de financieringspolitiek van een bedrijf. Is het voor een bedrijf onverschillig of het zich met aandelen of obligaties financiert, of kan het zijn dat een van beide aantrekkelijker is? Niet onbelangrijke voor het financieel management. Bij gebrek aan voldoende studies internationaal tasten investeerders en bedrijven momenteel zowat in het duister. Het door ons uitgevoerde onderzoek zal hiertoe de nodige wetenschappelijke onderbouwing aanreiken. Organisaties: • Accountancy en financiering
Onderzoekers: • Jan Annaert
Substatelijke diplomatieke activiteiten als motor van re-territorialisering? De casus van de mediterrane ruimte. Universiteit Antwerpen Abstract: Substatelijke diplomatie confronteert de onderzoeker met de aard en de dynamiek van het internationaal systeem. Vooral het territoriale kader van het internationale systeem kan in vraag gesteld worden. Verschillende auteurs spreken over "het einde van het territorium", maar verondersteld kan worden dat de komst van subnationale entiteiten op de internationale scene naast een proces van de-territorialisering ook een
dynamiek van re-territorialisering op gang heeft gebracht. Re-territorialisering kan omschreven worden als "ontwikkelingen die zich voordoen wanneer bepaalde territoriale eenheden in belang afnemen, ten voordele van andere territoriale configuraties". Centraal in dit onderzoek zal de wisselwerking tussen geopolitiek en substatelijke diplomatie onderzocht worden in de casus van de mediterrane ruimte. De centrale vraag is dubbel; (1°) hoe en in welke mate wordt de diplomatie van substatelijke entiteiten in deze regio beïnvloed door omgevingsvariabelen, en (2°) hoe en in welke mate herscheppen deze actoren via hun diplomatie hun omgeving. Of, om deze laatste dynamiek te herformuleren; vormen substatelijke diplomatieke activiteiten motoren van "re-territorialisering"? De operationalisering van deze vraag zal als volgt gebeuren; vanuit de onderzoekstradities van de traditionele en de cognitieve geopolitiek zal de invloed van geopolitieke factoren op de diplomatie van substatelijke entiteiten onderzocht worden. In een tweede en omgekeerde beweging zal vanuit de onderzoekstraditie van de kritische geopolitiek bestudeerd worden hoe substatelijke overheden via hun diplomatieke activiteiten en buitenlandspolitiek discours de ruimte waarin ze opereren, trachten te herscheppen. Er wordt voor gekozen de onderzoeksvraag te focussen op een welbepaalde geografische ruimte, te weten de mediterrane ruimte. In het middellandse zeebekken zijn de laatste jaren immers tal van paradiplomatieke initiatieven ontplooid op verschillende niveaus, niet in de laatste plaats gestuurd door de ambities van de Catalaanse Generalitat. Organisaties: • Internationale Politiek (IP)
Onderzoekers: • David Criekemans • Jan Melissen
Interacties tussen fonologie en orthografie met betrekking tot Duitse woordherkenning Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Duits
Onderzoekers: • Martina Penke
Vlaams Interuniversitair project voor structurele studies van harde en zachte materie met synchroton straling (ESRFDUBBLE). Universiteit Hasselt Abstract: Dit contract betreft een deelname aan reeds vele jaren lopende interuniversitaire samenwerking onder ESFR = European Synchroton Radiation Facility. Het project zal uitgeveord worden onder de bepalingen zoals gesteld in bijgaand contract. Organisaties: • Anorganische en Fysische Chemie • Instituut voor Materiaalonderzoek
Onderzoekers: • Jules MULLENS
Biological Resource Centre (BRC) BCCM/LMBP Universiteit Gent Abstract: BCCM/LMBP staat voornamelijk in voor de lange-termijn-bewaring van recombinante plasmiden, microbiële gastheerstammen en DNA/shRNA/siRNA banken. Via de BCCM-actie kan de collectie haar patrimonium en de gerelateerde gegevens toegankelijk maken voor de (inter)nationale academische en industriële, wetenschappelijke gemeenschap en haar know-how valoriseren d.m.v. een wetenschappelijke dienstverlening aan derden. Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Rudi Beyaert
Karakterisatie van de rol van MALT1 paracaspase in antivirale signalisatie Universiteit Gent Abstract: MALT1 is een intracellulair protease dat tot op heden vooral werd bestudeerd omwille van zijn rol in antigen geïnduceerde signaaltransductie in lymfocyten bestudeerd. In dit project wensen we echter de rol van MALT1 bij aangeboren immuunresponsen tegen virale infecties te bestuderen. We concentreren ons hierbij op de rol van MALT1 in antivirale signaaltransductie in response op specifieke pathogen herkenningsreceptoren. Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Rudi Beyaert • Lynn Verstrepen
Terminologie-extractie voor semantische interoperabiliteit en standaardisatie . Universiteit Gent Abstract: Het TExSIS Project wil een volautomatisch terminologie-extractiesysteem bouwen dat on-the-fly termen extraheert uit mono- en multilinguale documenten. De architectuur is grotendeels taalonafhankelijk opgebouwd, en wordt tijdens het Project verder uitgewerkt voor het Nederlands, Frans, Duits en Engels. TExSIS wordt aangeboden in een krachtige client-serverarchitectuur, kan verschillende input- en outputformaten aan en kan zowel volautomatisch als semi-automatisch draaien. Het Project zal een open source prototype terminologie-extractor opleveren dat door softwareontwikkelaars verder gecustomizeerd en geïmplementeerd kan worden bij de eindgebruikers. Het zal leiden tot een reductie van de implementatiekost van machinevertaling, een reductie van het manuele correctiewerk bij machinevertaling, de automatische productie van monolinguale en multilinguale woordenboeken, een automatisering van consistentiechecks, de automatische productie van thesauri voor bestaande archieven, het automatisch metadateren van documenten en het versneld doorzoeken van grote archieven en databanken. Dit concrete nut wordt tijdens het Project aangetoond in twee use cases die een brede groep van gebruikers afdekken: machinevertaling en information retrieval. Organisaties: • Vakgroep Informatietechnologie
Onderzoekers: • Filip De Turck
Antimicrobieel gebruik, project EO1669. Universiteit Antwerpen
Abstract: Dit project kadert in een dienstverleningsopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds WHO. UA levert aan WHO de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Herman Goossens
Groepsverzekeringen en huwelijksvermogensrecht: een mislukt huwelijk? Universiteit Antwerpen Abstract: Deze KP BOF-aanvraag beoogt fundamenteel, intradisciplinair onderzoek over de gevolgen van groepsverzekeringen op het huwelijksvermogensrecht. Niettegenstaande de veelvuldige toepassing ervan in de praktijk, leidt de huidige regeling tot grote rechtsonzekerheid, onder meer doordat zij reeds meermaals onverenigbaar werd bevonden met het Grondwettelijk gelijkheidsbeginsel. Het KP BOF project beoogt deze praktijk eerst in kaart te brengen en vervolgens de regeling grondig en kritisch te analyseren en te evalueren. Organisaties: • Persoon en vermogen
Onderzoekers: • Renate Barbaix
De kruisbestuiving tussen de rechten van het kind en de mensenrechten op het domein van de economische, sociale en culturele rechten: naar een geïntegreerd conceptueel kader. Universiteit Antwerpen Abstract: Kinderrechten zijn mensenrechten. Toch zijn kinderrechten en mensenrechten geëvolueerd tot twee aparte studiedomeinen. In dit project wordt onderzocht hoe de conceptuele analysekaders onderliggend aan de twee domeinen elkaar maximaal kunnen verrijken (kruisbestuiving), en hoe ze geïntegreerd kunnen worden in één enkel conceptueel kader. De aandacht gaat daarbij naar economische, sociale en culturele rechten. Organisaties: • Recht en Ontwikkeling
Onderzoekers: • Wouter Vandenhole
De studie van de directe cel-naar-cel transmissie van het hepatitis C virus en evaluatie van nieuwe antivirale strategieën Universiteit Gent Abstract: Eindstadium leverziekte veroorzaakt door chronische hepatitis C virus (HCV) is de belangrijkste indicatie voor levertransplantatie in de westerse wereld. Helaas, bijna onmiddellijk na de transplantatie de circulerende virussen infecteren de donor lever leidt tot vernietiging van de geënte orgaan binnen 5 jaar. In dit project onderzoeken we nieuwe strateies om de overdracht van dit virus te voorkomen. Organisaties: • Vakgroep Klinische biologie, microbiologie en immunologie
Onderzoekers: • Geert Leroux-Roels • Philip Meuleman
De modernisatie van de Westerse wereld. Een internationale historisch-comparatief onderzoek naar huwelijkspartnerkeuze (1800-1914). Universiteit Gent Abstract: Dit project beoogt een historisch-comparatieve analyse van partnerkeuze naar sociale origine, geogragische origine en leeftijd op basis van grootschalige internationale datasets. Op basis hiervan worden de modernisatiehypothesie en alternatieve verklaringen voor de evolutie van maatschappelijke openheid onderzocht. Bijzondere aandacht gaat naar trends, samenhang tussen de verschillende partnerkeuze dimensies en kwetsbare groepen. Organisaties: • Vakgroep Sociologie
Onderzoekers: • Bart Van de Putte
Bacteriële bladsymbiose in tropische Rubiaceae: oorsprong, (co-)evolutie en functie. Universiteit Antwerpen Abstract: De hoofddoelstelling van dit project is inzicht verwerven in de evolutie en functie van bacteriële bladsymbiose binnen de Rubiaceae. Concreet willen we de volgende vragen beantwoorden: 1. Wanneer en hoe is bacteriële bladsymbiose ontstaan in verschillende genera van de Rubiaceae? 2. Is er congruentie tussen de fylogenie van de gastheerplant en de endosymbiont? 3. Op welk niveau en vooral via welke mechanismen levert deze bladsymbiose voordelen op voor plant en bacterie? Organisaties: • Plantengroei en -ontwikkeling
Onderzoekers: • Els Prinsen
Structureel en functioneel onderzoek van nieuwe microbiële en nematoden globines. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Proteïnechemie, proteoomanalyse en epigenetische signalisatie (PPES)
Onderzoekers: • Sylvia Dewilde • Luc Moens • Sabine Van Doorslaer
Geavanceerde kwantitatieve tomografische beeldreconstructie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het doel van dit project is het ontwikkelen van geavanceerde technieken voor efficiënte kwantitatieve 3D microgolf beeldverwerking.
Organisaties: • Elektronica en Informatica
Onderzoekers: • JAN CORNELIS
Onderzoek naar de performantie van een Nederlandstalig zoeksysteem dat gebruik maakt van de vertaalde MeSH-termen Hogeschool Gent Abstract: We leven in een informatie-maatschappij: het internet brengt informatie die voor de vorige generatie wetenschappers nog ontoegankelijk was binnen handbereik van de gewone leek. Het komt er op aan niet te verdrinken in deze informatiepoel, en efficiëntie als norm te stellen. Een van de factoren die een efficiënte zoektocht naar digitale publicaties in de weg kunnen staan, is de taal. Dit onderzoek spitst zich toe op de biomedische sector, waar het Engels de voertaal is. In hoeverre dit de efficiëntie van een zoekopdracht in PubMed beïnvloedt, zal blijken uit een eerste deelonderzoek. Vervolgens wordt een systeem van ‘federated search’ opgebouwd, waarmee zowel in het Engels als in het Nederlands naar digitale publicaties kan worden gezocht. Belangrijk voor dit doctoraatsonderzoek is dat er duidelijkheid heerst over de soorten retrievalsystemen. Een theoretische studie van de begrippen “thesaurus”, “ontologie”, “gecontroleerde vocabularia”, en “topic maps” vormt een derde deel van dit doctoraatsproject Ten slotte zal de performantie (“recall and precision”) van het Engels-Nederlandse zoeksysteem in een empirisch onderzoek worden getest. Organisaties: • Departement Vertaalkunde • Vakgroep Taaltechnologie • Vakgroep Engels
Onderzoekers: • Joost Buysschaert • Klaar Vanopstal
STADiUM : Software Technology for Adaptable Distributed Middleware. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Hedendaagse gedistribueerde softwaresystemen zijn uiterst heterogeen, dynamisch en op grote schaal verspreid geworden; zij omvatten onder meer backend servers, standaard PCs, diverse mobiele en alomtegenwoordige apparaten, plus diverse netwerkinfrastructuren, zoals mobiele ad hoc en draadloze sensornetwerken. Het project STADiUM, dat door IWT wordt gefinancieerd, spitst zich toe op deze complexe context en onderzoekt een volgende generatie management platform dat aan diverse operationele voorwaarden en beschikbare systeemmiddelen aanpasbaar is. Het platform zal op een middlewarearchitectuur worden gebaseerd die aanpassing toelaat, een reeks herbruikbare service frameworks op apparaat niveau zowel als distributieniveau, en een familie van configuratietalen. Organisaties: • Software Language Lab • Informatica en Toegepaste Informatica
Onderzoekers: • STIJN TIMBERMONT • COEN DE ROOVER • THEO D'HONDT
Identificatie van nieuwe dynamische mutaties geassocieerd met mentale retardatie. Universiteit Antwerpen Abstract: Met dit project willen we onze inzichten in de rol van dynamische mutaties bij mentale retardatie vergroten. Aan de hand van moleculaire technieken (MS-MLPA, MSP, array-MLPA) zullen we nieuwe zeldzame fragiele plaatsen ter hoogte van een CGG-repeat in het genoom identificeren en de bijhorende genen karakteriseren. Geselecteerde genen waarvan de betrokkenheid bij het ontstaan van mentale retardatie bij de mens het meest waarschijnlijk lijkt, worden vervolgens onderworpen aan een gedetailleerde functionele karakterisering o.a. door gebruik te maken van diermodellen. Organisaties: • Cognitieve Genetica (COGNET)
Onderzoekers: • Frank Kooy • Sofie Metsu
Novel macrophage and myeloid dendritic cell markers for in vivo imaging and therapy of inflammatory diseases; inflammation tracking "inflammatrack". Vrije Universiteit Brussel Abstract: Macrofagen en myeloide dendritische cellen spelen een cruciale rol in talrijke ziekten waarin ontstekingreacties, chronisch of acuut van aard, aan de basis liggen van het ziektebeeld. Deze omvatten ondermeer chronische infectieziekten, auto-immune aandoeningen zoals reumatoïde artritis en de ziekte van Crone, en aandoeningen van allergische oorsprong met astma en hooikoorts als meest frequente voorbeelden. In deze aandoeningen voeren de cellen talrijke gespecialiseerde functies uit. Deze functies kunnen sterk verschillen volgens de aard van de aandoening, zijn stadium en anatomische lokatie. De verschillende functionele eigenschappen van de betrokken macrofagen en dendritische cellen uiten zich in de aanmaak van verschillende sets van solubele mediatoren en oppervlaktereceptoren. Het aflezen van deze specifieke sets biedt bijgevolg tal van mogelijkheden voor diagnose en therapie. Partners in dit consortium hebben een kennisplatform ontwikkeld met informatie over moleculaire merkers die in muismodellen voor diverse inflammatoire aandoeningen uitgedrukt worden door myeloide cellen. In dit project zal dit kennisplatform worden gebruikt om geselecteerde macrofaag- en myeloide dendritische celmerkers te evalueren voor het direct doelwitten van inflammatoire myeloide cellen. Meer specifiek: * In een eerste prioriteit wensen we radioactieve tracers of reportergenen te doelwitten naar macrofagen en dendritische cellen die bepaalde celmerkers uitdrukken, om het gedrag van deze cellen op te volgen en op die manier een beeld te vormen van het verloop van de ontstekingsreactie (diagnostische toepassing). * In een tweede prioriteit zullen celmerkers gevalideerd worden als doelwitten voor het moduleren van de activiteit van de inflammatoire cellen, om zo het verloop van de ontstekingsreactie op een gunstige wijze te beïnvloeden (therapeutische toepassing). Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen • Fysiologie • Medische Beeldvorming en Fysische Wetenschappen
Onderzoekers: • KRISTIAAN THIELEMANS • AXEL BOSSUYT
• PATRICK DE BAETSELIER
Bepaling van de biologische controle op de vrijstelling van Si in bovenstroomse ecosystemen. Universiteit Antwerpen Abstract: Antropogene wijzigingen in landgebruik haddengedurende de laatste millenia een sterke invloed hadden op het voorkomen van biota en op bodemvorming. Wijzigingen in landgebruik kunnen een sterk effect hebben op de export van koolstof, stikstof en verweringsproducten. De schrale kennis van de biologische component in de Si biogeochemie genereert een uitdaging om het effect van dit gewijzigde landgebruik op de Si cyclus te voorspellen. Doel van het project is om dit fundamenteel kennishiaat op te vullen. We willen meer inzicht krijgen in hoe de siliciumcyclus wordt beïnvloed door menselijk ingrijpen in een rivierbekken met een gematigd klimaat. Dit willen we bereiken via een gedetailleerde en geïntegreerde analyse van siliciumvoorraden, 'pathways', fluxen en omzettingen, met gebruik van geavanceerde analysetechnieken. In deze context is het scheldebekken extra interessant omdat het hogere Dsi concentraties heeft dan andere systemen wereldwijd, en dit is potentieel gelinkt aan menselijke invloed. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire • Eric Struyf
CcASPAR Universiteit Gent Abstract: Het klimaat verandert en zet Vlaanderen onder druk. De voorbije jaren lag de focus in het klimaatdiscours vooral op mitigatie. Nu we het klimaatprobleem beter begrijpen, treedt adaptatie stilaan op de voorgrond. Het onderzoeksproject CcASPAR (Climate change and changes in spatial structures in Flanders)verricht gedurende vier jaar onderzoek naar de ruimtelijke impacten van klimaatsverandering met als finaliteit het formuleren van ruimtelijke adaptatiestrategieën en duurzame beleidsimplicaties voor Vlaanderen op verschillende ruimtelijke schalen. Organisaties: • Vakgroep Civiele techniek
Onderzoekers: • Georges Allaert
VIB-Geïntegreerde moleculaire studie van het spectrum van Lewy Body aandoeningen Universiteit Antwerpen Abstract: 'Lewy body hersenziekten' is een verzamelnaam voor aandoeningen met specifieke hersenletsels, Lewy bodies genaamd. De ziekte van Parkinson, Parkinson dementie en Lewy body dementie zijn belangrijk spelers in dit ziektespectrum en vertonen sterk overlappende klinische kenmerken die leiden tot een significante invaliditeit en beperking van de levenskwaliteit. Een accurate differentiële diagnose in de vroegste stadia van de ziekte is belangrijk voor prognose en behandeling, maar wordt bemoeilijkt door de klinische overlap. Lewy body hersenziekten vormen dus een belangrijk sociaal-economisch probleem in afwezigheid van vroeg-diagnostische hulpmiddelen en therapieën die gericht zijn op de bescherming van hersencellen. Om deze ontwikkelingen te bespoedigen is een grondige kennis nodig van de oorzaken en mechanismen van de Lewy boy hersenziekten. Onze huidige kennis vloeit voornamelijk voort uit de identificatie en studie van defecten in erfelijke dragers die leiden tot familiale vormen van de ziekte van Parkinson. Ongeveer 80% van de erfelijke factoren die een rol spelen in het ontstaan van Lewy body hersenziekten is momenteel nog niet gekend en het is dus van groot belang dat we gebruik maken van de allernieuwste technologieën en onze jarenlange ervaring om nieuwe factoren, genen genaamd, te identificeren. We beginnen onze zoektocht met de identificatie van nieuwe genen in Belgische families en zullen verder het spectrum van erfelijke variaties bestuderen in een uitgebreide groep patiënten met Lewy body hersenziekten. We zullen ook de effecten van de erfelijke defecten op de functie van hersencellen verder onderzoeken omdat dit zeer belangrijk is in de verdere dissectie van de onderliggende ziektemechanismen. De combinatie van erfelijke, klinische en functionele informatie zal leiden tot het ontdekken van gelijkenissen en verschillen tussen de verschillende ziekten van het spectrum wat zal bijdragen aan een meer accurate diagnose en gepersonaliseerde behandelingen. Organisaties: • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Jessie Theuns
Raman spectroscopie van structuur en kinetiek in oplossingen. Universiteit Antwerpen Abstract: Het voorgestelde project omvat twee toepassingen van Raman spectroscopie. Het eerste luik situeert zich op het vlak van intermoculaire interacties en omvat de studie van moleculaire complexen gestabiliseerd door C-Y¿X halogeen- en/of C-H¿X waterstofbruggen via oplossingen in vloeibare edelgassen. Het tweede luik omvat het gebruik van Raman spectroscopie bij de optimalisatie van de reactieparameters van organische reacties die gekatalyseerd worden door palladium- en/of kopercomplexen, en de karakterisatie van reactie-intermediaren. Organisaties: • Cryospectroscopie
Onderzoekers: • Benjamin Van Der Veken • Wouter Herrebout • Bert Maes
Preklinisch onderzoek naar de rol en het mechanisme van MDM2 "small molecule" inhibitoren in combinatie met conventionele chemo- en/of radiotherapie, onder normoxische condities. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de UZA. UA levert aan de UZA de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Moleculaire beeldvorming, Pathologie, Radiotherapie & Oncologie (MIPRO)
Onderzoekers: • Filip Lardon
Analyse van stalen op cadmium- en loodopstapeling in nieren, lever en beenderen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een dienstverleningsopdracht tussen het onderzoeksinstituut Universiteit Antwerpenen enerzijds en Ministry of Health Sri Lanka (MOH Sri Lanka), anderzijds.
UAntwerpen levert aan MOH Sri Lanka de onderzoeksresultaten naar "Analyse van stalen op cadmium/loodconcentratie in lever, nieren en beenderen" onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Pathofysiologie
Onderzoekers: • Patrick D'Haese
Dendritische cel immunologie en dendritische celgebaseerde immunotherapie van HIV en kanker Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het doel van dit project is het combineren van fundamentele inzichten rond de immunobiologie van dendritische cellen en het ontwikkelen van een geoptimaliseerde dendritische celgebaseerde vaccin voor antikanker en anti-HIV immunotherapie. Organisaties: • Immunologie en Microbiologie • Fysiologie • Inwendige Geneeskundige Specialiteiten
Onderzoekers: • Bart NEYNS • SABINE LAUWERS • KRISTIAAN THIELEMANS • BRIGITTE VELKENIERS-HOEBANCKX
Realistische evaluatie van zeer laag energieverbruik reversibele ge"integreerde circuits Universiteit Gent Abstract: Reversibel rekenen is een belangrijke stap in de studie van kwantumcomputer-technologie"en. Ons doel is tweeledig: 1. Studie, met metingen op echte reversibele chips, van de impact van de reductie der afmetingen op verbruik en performantie. Na onderzoek van de technologische nodes van 350 en 130 nanometer, mikken wij op de 65 nanometer node. 2. Ontwikkeling van een poort-bibliotheek voor laag energieverbruik, voor elk van de technologische nodes. Organisaties: • Vakgroep Elektronica en informatiesystemen
Onderzoekers: • Stéphane Burignat
Elektrochemische vorming en modificatie van metaal en metaallegering nanodeeltjes op een substraatdrager. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project heeft drie belangrijke doelstellingen. Een eerste doel is de vorming te bestuderen van metaal/legering deeltjes, gebonden op een dragend substraat en bekomen door oppervlakte-gestuurde chemische of elektrochemische depositie. Het tweede doel betreft het systematisch wijzigen van het oppervlak van de individuele deeltjes. Hierbij worden de gepaste, complementaire experimentele methodes aangewend voor de studie van de elektronische en structurele eigenschappen van de nanodeeltjes. Het bijeenbrengen en interpreteren van de complementaire informatie die geleverd wordt door de verschillende methodes, is het derde doel van het project. Organisaties: • Elektronenmicroscopie voor materiaalonderzoek (EMAT)
Onderzoekers: • Sara Bals
Bioelektrochemische systemen als concentratie cellen voor recuperatie van nutrienten en organische stoffen Universiteit Gent Abstract: Biokatalyse kan gecombineerd worden met membraan elektrolyse voor de productie en afscheiding van nutrienten zoals stikstof en kalium. In dit project ontwikkelen we een nieuwe methode om organische zuren uit fermentatie te oogsten naast verbeteren van anaerobe vergisting Organisaties: • Vakgroep Biochemische en microbiele technologie
Onderzoekers: • Korneel Rabaey
Organisatie 30th Internationale Conferentie over Conceptueel Modeleren (ER 2011) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Een conceptueel datamodel (of conceptueel schema of conceptueel gegevensmodel) definieert welke gegevens in een informatiesysteem vastgelegd kunnen worden, hoe deze gegevens gestructureerd zijn en wat de verbanden zijn tussen die gegevens. Een conceptueel datamodel ligt steeds aan de basis van een in de werkelijkheid gerealiseerde implementatie en Organisaties: • Informatica en Toegepaste Informatica
Onderzoekers: • OLGA DE TROYER
Functioneel-ecologische studie naar gecombineerde effecten van predator- en pesticidestress op aquatische insecten: van gen tot gemeenschap. Universiteit Antwerpen Abstract: De centrale doelstelling van dit project is nagaan in hoeverre biomerkers zich lenen om de effecten van pollutie op gemeenschapsniveau te voorspellen, met speciale aandacht voor de interactie met predatorstress en competitie. Als modelpolluent wordt toegespitst op het pesticide endosulfan, wereldwijd één van de meest algemeen toegepaste insecticides. Als modelorganismen is gekozen voor drie aquatische insectengroepen: dansmuggen (Chironomidae), duikerwantsen (Corixidae) en waterjuffers (Coenagrionidae). Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Lieven Bervoets • Hans Van Gossum
• Wim De Coen
Ontwikkeling ALD technologie voor Schelp project Universiteit Gent Abstract: Binnen Philips werkt men momenteel aan de ontwikkeling van een kwikvrije gasontladingslamp. Dit heeft een aantal gevolgen naar de reacties die binnenin de lamp zullen gebeuren. Hierdoor kunnen er mogelijk problemen onstaan bij een aantal componenten in de lamp. Om hiervoor een oplossing te vinden zien we een mogelijke oplossing in het toepassen van dunnen lagen om deze componenten tijdens bepaalde stappen te beschermen van externe invloeden. Het onderzoek is opgesteld als een combinatie van een wetenschappelijke vraagstelling met daarmee verbonden praktische testen op lanpcomponenten of samenstellingen. Organisaties: • Vakgroep Vaste-stofwetenschappen
Onderzoekers: • Christophe Detavernier
Signaaltransductie en oxidatieve stress in Arabidopsis thaliana na blootstelling aan toxische concentraties cadmium en/of koper. Universiteit Hasselt Abstract: Zware metalen worden meer en meer een belangrijke abiotische stressfactor voor levende organismen omwille van het toenemende gebruik in de (agro)industrie en bijgevolg de verspreiding ervan in het milieu. Een verminderde biomassaproductie als gevolg van metaaltoxiciteit wordt vaak geobserveerd bij planten die op met metalen aangerijkte bodems groeien. Een betere kennis betreffende de onderliggende mechanismen van deze metaaltoxiciteit is daarom van essentieel belang. Om een beter inzicht te krijgen in de onderliggende cellulaire en moleculaire processen van metaaltoxiciteit en signaaltransductiemechanismen, zullen volgende onderzoekstopics bestudeerd worden: 1. Het kinetisch verloop van het samenspel tussen (a) de ROS (reactieve zuurstofvormen) signatuur en (b)signaaltransductie-componenten (MAPKinasen, Ca-afhankelijke kinasen, jasmonaten) in Arabidopsis Thaliana zaailingen onmiddellijk na blootstelling aan verschillende Cd en Cu concentraties in wortel en blad. 2. Moleculaire regulatiemechanismen van de genexpressie na blootstelling van Arabidopsis thaliana zaailingen aan verschillende Cd en Cu concentraties. 3. Regulatie en signaaltransductie van cellulaire responsen in Arabidopsis thaliana zaailingen na blootstelling aan metalen in een multipollutie context. Organisaties: • Milieubiologie • Centrum voor Milieukunde
Onderzoekers: • Ann CUYPERS
Dying well with dementia. Studying mortality statistics and investigating the quality of end-of-life care according to the experiences of physicians, patients and their families. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Ondanks het groeiend aantal mensen die sterven met dementie en de nood om de zorg aan het levenseinde te verbeteren, blijven er belangrijke hyaten in onze kennis over kwaliteit van levenseindezorg voor mensen met gevorderde dementie en hun naasten. Het is onduidelijk welke componenten van zorgverlening kwaliteit van zorg in positieve zin beïnvloeden of welke elementen kunnen bijdragen tot een betere kwaliteit van sterven. De doelen van dit onderzoeksproject zijn: (1)een epidemiologische database opbouwen over hoe mensen met dementie sterven in België (2)het beschrijven van de (kwaliteit van) levenseindezorg en beslissingen over behandelingen aan het levenseinde (3)het identificeren van de zorgprocessen die goede zorg omvatten en leiden tot verbeterde zorguitkomsten bij personen met dementie in rusthuizen (4)het maken van cross-nationale vergelijkingen tussen België en Nederland Daarom zal een combinatie van grootschalig, kwantitatief, retrospectief onderzoek en prospectief observationeel onderzoek in rusthuizen uitgevoerd worden. Study I: analyse van de overlijdenscertificaten in België 2006 (N=all deaths in Belgium). Study II: secondaire analyse van bestaande retrospectieve databases binnen de onderzoeksgroep Zorg rond het Levenseinde: - onderzoek naar medische beslissingen rond het levenseinde: death certificate studie waarbij vragenlijsten zijn ingevuld door artsen die het overlijdensattest ondertekenden van een representatieve steekproef van overlijden (in 2001 N=2950 studied deaths, enin 2007, sample will be 6000 deaths). - mortality follow-back study via de Huisartsenpeilpraktijken (ongoing tussen 2005 until 2008): onderzoekt verschillende zorgprocessen en uitkomsten (N=+/-1300 studied deaths each year). Study I en II zullen inzicht geven in zorg voor mensen die sterven met dementie in België onafhankelijk van de zorgsetting. We schatten dat ongeveer 9% van alle overlijden in elke database sterft met dementie. Study III: een prospectieve cohort study van patiënten met dementie, hun naasten en professionele zorgverleners, in 14 rusthuizen, met als doel de componenten die verantwoordelijk zijn voor verbeterde of slechtere zorguitkomsten te identificeren. Overheen 12 maand zullen 560 patiënten met dementie geïdentificeerd en opgevolgd worden tot aan overlijden of tot het einde van de dataverzameling (max 2.5 jaar). Het design is gebaseerd op bestaand onderzoek in Nederland en de VS. We beogen internationaal vergelijkend onderzoek voor alle substudies in dit voorstel. Organisaties: • Zorg rond het levenseinde
Onderzoekers: • An VANDERVOORT • JOHAN BILSEN • LUC DELIENS • Lieve VAN DEN BLOCK • WILLEM DISTELMANS
Karakterisatie van de rol van de cystine/glutamaat antiporter en andere gliale glutamaattransporters in multiple sclerose: mogelijke link met beta2-adrenerge receptor dysfunctie Vrije Universiteit Brussel Abstract: Binnen dit project onderzoeken we de betrokkenheid van glutamaattransporters, en in het bijzonder de cystine/glutamaat antiporter of systeem xc-, in de pathology van multiple sclerose. Organisaties: • Farmaceutische Chemie, Analyse van Geneesmiddelen en Geneesmiddelenkennis
Onderzoekers: • Ann MASSIE • Guy LAUREYS • Ralph CLINCKERS
Waarom pijn onderschat wordt door anderen: een experimentele analyse Universiteit Gent Abstract: Het project beoogt na te gaan hoe en waarom pijn door anderen onderschat wordt. Er wordt ervan uitgegaan dat de aanwezigheid van secundaire voordelen van het pijngedrag alsook de aanwezigheid van informatie die niet strookt met een strikte biomedische visie omtrent pijn, zal leiden tot een onderschatten van de pijn door observatoren. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Liesbet Goubert
Principes van het ontginnen van patroonverzamelingen. Universiteit Antwerpen Abstract: De algemene doelen van dit project zijn 1) het bepalen van een computationeel raamwerk voor pattern set mining, 2) het bestuderen van de computationele eigenschappen van verschillende selectiepredikaten, 3) het ontwikkelen van algoritmen en systemen voor pattern set mining, 4) het onderzoeken van het gebruik van constraint programmeringstechnieken voor pattern set mining, 5) het evalueren van pattern set mining voor het oplossen van standaard datamining en machine learning taken, zowel conceptueel als experimenteel, en 6) het bestuderen van de representatie- en toepassingsaspecten van pattern set mining. Organisaties: • Ontwikkeling database systemen (ADReM)
Onderzoekers: • Bart Goethals
Analyse van geneesmiddelen in afvalwater: ontwikkeling, validatie en evaluatie van een nieuw en innovatief model voor de opvolging van hun (rationeel) verbruik. Universiteit Antwerpen Abstract: Het fundamentele doel van dit project is de ontwikkeling en validatie van een model om aan de hand van de in België meest voorgeschreven en gebruikte GM (via RIZIV-gegevens) gemeten concentraties in afvalwater te correleren met een hoeveelheid gebruikt geneesmiddel (gemeten vs. voorspelde concentraties). Organisaties: • Laboratorium Experimentele geneeskunde en Pediatrie (LEMP)
Onderzoekers: • Philippe Jorens • Ronny Blust • Lieven Bervoets • Hugo Neels • Adrian Covaci
Prospectief follow-up onderzoek naar reproductieve gezondheid en comborbiditeit bij tweelingen Universiteit Gent Abstract: Dit project heeft als doel om een databank met reproductieve variabelen te realiseren (N = 3500 vrouwelijke tweelingan van 18 tot 46 jaar)ter aanvulling van het bestaande Oost ? Vlaamse meerlingenregister met perinatale gegevens. Beide databanken kunnen informatie leveren over de invloed van nature/nurture op reproductieve factoren enerzijds en het verloop van de reproductie over verschillende generaties heen anderzijds. Organisaties: • Vakgroep Maatschappelijke gezondheidkunde
Onderzoekers: • Dirk De Bacquer • Ilse Delbaere
Nanobodies in Health : Next generation Antibody fragments for Medical Applications Vrije Universiteit Brussel Abstract: Naturally occurring camelid Heavy-chain antibodies have evolved to be fully functional in the absence of a light chain. In a previous VUBfunded GOA project, a network consisting of the research groups of S. Muyldermans, J. Steyaert and P. De Baetselier has built on fundamental research into the properties of Heavy-chain antibodies to develop medical applications of Heavy chain antibody-derived single-domain antibody fragments referred to as Nanobodies. Collaborative scientific achievements of this network include proof-of-principle experiments into the use of Nanobodies for antibody-directed enzyme prodrug therapy of cancer, for therapeutic targeting of trypanocidal proteins to conserved moieties on the variable surface glycoprotein coat of African trypanosomes and against amyloidogenic proteins. In addition, the expertise combined in the network has allowed to attract additional peripheral funding and to extend the network by allowing the generation of additional collaborative networks. By further integrating and stabilizing the collective expertise in the groups of S. Muyldermans, P. De Baetselier, J. Steyaert and S. Magez, and setting up research that is complementary to - but different from - peripherally funded research programmes the current project aims at consolidating the development of Nanobodies as next generation therapeutic along four major lines of research: 1) Identification and engineering of Nanobodies 2) Applications of Nanobodies in protein structure and conformation 3) Applications of Nanobodies in targeting of African trypanosomes 4) Applications of Nanobodies for tracking inflammatory responses Organisaties:
• Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • Stefan MAGEZ • SERGE MUYLDERMANS • JAN STEYAERT • PATRICK DE BAETSELIER
Sponsoring Congres Neurocog 2012 te KVAB in Brussel 3 en 4 december 2012 Vrije Universiteit Brussel Abstract: "NEUROCOG: Neurosciences and Cognition" is een intens seminarie dat om de 4 jaar in België wordt georganiseerd. De traditie van NEUROCOG volgend, worden prominente keynote speaker aangetrokken om de invloed van neurosciences in de studie van cognitie in de verf te zetten. "Neurosciences and Cognition" is ingebed en wordt deels gesponsord door een wetenschappelijke onderzoeksgemeenschap (FWO), die als doel heeft om de lacune tussen neurosciences en experimentele psychologie in België te overbruggen. Organisaties: • Experimentele en Toegepaste Psychologie
Onderzoekers: • Eva VAN DEN BUSSCHE
Zijde Route (Centraal Azie) - project voor de ontwikkeling van een informatiesysteem ter ondersteuning van de seriele nominatie op de werelderfgoedlijst Universiteit Gent Abstract: Het project zal het proces voor de nominatie van de Zijderoutes tot werelderfgoed ondersteunen door het uitdenken en uitwerken van een aangepast documentatiesysteem. Het gaat daarbij om een aantal seriële grensoverschrijdende nominatie van sites. Het systeem moet de betrokken landen toelaten relevante informatie over het culturele erfgoed voor de nominatie en voor de monitoring te delen en uit te wisselen. Organisaties: • Vakgroep Geografie
Onderzoekers: • Philippe De Maeyer
Celebrity-activisme: een empirisch onderzoek naar de samenwerking tussen sociale bewegingen en bekende Vlamingen. Universiteit Antwerpen Abstract: De centrale vraag van dit project is welke invloed het engagement van celebrities heeft op de werking van sociale bewegingen, en op de relaties van deze middenveldorganisaties met elkaar en de burgers-consumenten. In welke mate en op welke manier is de steun van een bekende figuur een noodzaak voor een sociale beweging in een door media en marktdenken gedomineerde samenleving? Op welke manier beïnvloedt de aanwezigheid van een celebrity-activist het denken en doen binnen een beweging of actiegroep? Hoe evolueren de verhoudingen tussen bewegingen die wel en niet een beroep doen op beroemde boegbeelden, en tot slot: welke impact heeft de introductie van celebrityactivisten op het grote publiek? Organisaties: • Media, beleid en cultuur (MPC)
Onderzoekers: • Hildegarde Van den Bulck
Drie-dimensionale karakterisatie van precipitaten in NI-Ti vormgeheugen legeringen m.b.v. slice-and-view in een FIB-SEM dubbelstraal microscoop. Universiteit Antwerpen Abstract: Ni-Ti gebaseerde legeringen zijn momenteel de meest gebruikte materialen in vormgeheugen en superelastische componenten voor toepassingen in een grote verscheidenheid van gebieden gaande van stents en orthopedische draden in de medische sector over mechanische versterkers tot allerhande grijpconstructies. De martensitische transformatie van een kubische austeniet B2 structuur naar een monokliene martensiet B19' structuur ligt aan de basis van dit speciale gedrag. Afhankelijk van de toepassing wordt gewerkt met licht verschillende samenstellingen, meestal in de buurt van de equiatomaire samenstelling, hoewel momenteel ook veel onderzoek naar ternaire systemen gevoerd wordt (met toevoegingen van Cu, Hf, Zr, Au, Pt, Pd). Het startmateriaal krijgt bovendien een specifieke warmtebehandeling wat resulteert in de groei van nano- tot microschaal precipitaten, waarbij het type, de grootte en de verdeling afhangt van de temperatuur, de duurtijd van de behandeling en mogelijke uitwendige spanningen. Deze precipitaten hebben een concrete invloed op het faze transformatiegedrag en de functionele eigenschappen van het materiaal. Een goed begrip van hun driedimensionale verdeling in het materiaal is daarom van cruciaal belang voor een verdere ontwikkeling van deze technologie, o.a. naar het hogere temperatuursgebied noodzakelijk voor toepassingen in de context van motoren. Organisaties: • Elektronenmicroscopie voor materiaalonderzoek (EMAT)
Onderzoekers: • Dominique Schryvers
Training van Interpersoonlijke communicatie door natuurlijke taalinteractie met autonome virtuele karakters (deLearyous). Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van het deLearyous-onderzoeksproject is het ontwikkelen van een interactieve serious 3D-game voor het trainen van interpersoonlijke communicatievaardigheden binnen een professionele context, bvb. in een werkgever-werknemer- of klant-bediende-relatie. Het spel bestaat erin de trainee te laten interageren met autonome virtuele karakters, die op een realistische en expressieve manier inspelen op de input van de speler. Op deze wijze kan de trainee verschillende gedragspatronen en rollen op eigen tempo inoefenen, en dit in een veilige, virtuele omgeving. De rol can CLiPS in het project is de ontwikkeling van algoritmen en methodes voor emotie-analyse van tekst, het detecteren van onderwerpen in tekst, en dialoogvoering. Organisaties: • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers:
• Walter Daelemans
Karakterisering van stikstofhoudende en zwavelhoudende verbindingen in hernieuwbare en petrochemische fracties met 2 dimensionele gaschromatografie Universiteit Gent Abstract: Typische fossiele en hernieuwbare fracties bevatten een grootte verscheideenheid aan stikstof en zwavelhoudende componenten in zeer lage concentraties. Een betere karakterisering moet toelaten om een beter inzicht te verweken in de reacties van deze componenten en hun rol in biochemische en petrochemische processen. Organisaties: • Vakgroep Chemische proceskunde en technische chemie
Onderzoekers: • Kevin Van Geem
Identificatie van ziektegenen via next-generation sequencing Universiteit Antwerpen Abstract: Next-generation sequencing (NGS) is een revolutionaire techniek voor de identificatie van ziekteveroorzakende genen. In dit project beogen we de ziekteveroorzakende genen te identificeren in 2 families met autosomaal recessieve niet syndromale doofheid, waarin reeds een kandidaat regio werd gelokaliseerd via koppelingsanalyse. Om tot een succesvolle genidentificatie te komen zal via NGS een grondige screening van deze regio's gebeuren. Organisaties: • Menselijke moleculaire genetica
Onderzoekers: • Isabelle Schrauwen
HPLC analyses van de activering van het kynurenine reactiepad tijdens de acute fase van een beroerte en de rol hiervan bij beroerte-geïnduceerde depressie en vermoeidheid. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds een privé-instelling. UA levert aan de privé-instelling de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Medische biochemie
Onderzoekers: • Dirk Hendriks
E-Mobility NSR Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Telecommunicatie en informatieverwerking
Onderzoekers: • Sidharta Gautama
Uitvoering van rekmetingen tijdens proefbelasting op viaduct G en IRIS-viaduct Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Civiele techniek
Onderzoekers: • Julien De Rouck
Analyse van de rol van centrale macrofagen in inflammatie-geassocieerde anemie(AI) Vrije Universiteit Brussel Abstract: In dit project beogen we het isoleren, karakteriseren en bepalen van de rol van een raadselachtige deelverzameling van macrofagen, centrale macrofagen, voorgesteld om een cruciale rol te spelen in Erytropoëse Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • BENOIT STIJLEMANS • PATRICK DE BAETSELIER
Nieuwe toetredingen tot gefunctionaliseerde beta-lactamen als veelzijdige bouwstenen in de heterocyclische chemie Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoeksproject beoogt de synthese en omzetting van gefunctionaliseerde ?-lactamen tot een waaier aan biologisch relevante stikstofverbindingen. Het centrale thema van dit onderzoeksproject omvat de combinatie van een ?-lactameenheid en verschillende heterocyclische kernen tot nieuwe potentiële farmacoforen. Aldus wordt de synthese beoogd van een breed gamma aan heterocyclische systemen (zoals indolen, pyrazolen, isochinolinen, pyridinen, pyrimidinen, coumarinen,?) gesubstitueerd met een ?-lactamring als substraat voor verdere derivatisering. Organisaties: • Vakgroep Duurzame Organische Chemie en Technologie
Onderzoekers: • Norbert De Kimpe • Matthias D'hooghe
PROSENSOLS:Sensibilisatie van het publiek en maatregelen ter bescherming van de bodems in de landbouw Universiteit Gent Abstract: Het project PROSENSOLS heeft tot doel bodemdegradatie grensoverschrijdend aan te pakken in de provincies West- en OostVlaanderen en Henegouwen in België en de departementen Nord, Pas-de-Calais, Aisne en Oise in Noord-Frankrijk. In deze interregionale samenwerking worden landbouwtechnieken en kennis rond bodembeschermingsmaatregelen uitgewisseld. Het project focust op 5 acties waarin de landbouwgemeenschap zowel als het brede publiek wordt ingelicht over bodemdegradatie (actie 1 en 2), de impact van de huidige landbouwpraktijken op bodemdegradatie wordt geëvalueerd (actie 3), aanbevelingen rond bodembescherming voor de administraties worden
geformuleerd (actie 4) en de samenwerking tussen de verschillende partners wordt gepromoot (action 5). Organisaties: • Vakgroep Bodembeheer
Onderzoekers: • Ann Verdoodt
(In)stabiliteit van X chromosoom inactivatie in humane pluripotente stamcellen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Omwille van hun ongewone capaciteit voor zelf-hernieuwing en pluripotentie worden humane pluripotente stamcellen (hPSCs), bijvoorbeeld humane embryonale stamcellen (hESC) en humane geïnduceerde pluripotente stamcellen (hiPSC), vaak beschouwd als een in-vitro model voor humane ontwikkeling en ziekte, maar ook als een veelbelovende bron van cellen voor regeneratieve geneeskunde. Verschillende studies hebben echter aangetoond dat langdurige in-vitro cultuur van hPSCs hun genetische en epigenetische stabiliteit kan beïnvloeden. Om de kwaliteit van hPSC te garanderen is een diepgaande karakterisatie en monitoring van hun (epi)genetische (in)stabiliteit dan ook uiterst belangrijk. Een van de klassieke voorbeelden van epigenetische genregulatie tijdens de ontwikkeling is doserings-compensatie van het X chromosoom in vrouwelijke cellen door middel van X chromosoom inactivatie (XCI). XCI wordt geïnitieerd in het X-inactivatie centrum van het X chromosoom dat een gen bevat dat codeert voor 'X inactive specific transcript' (XIST). The XIST gen wordt enkel tot expressie gebracht op het geïnactiveerde X chromosoom en is cruciaal voor XCI omdat dit niet-coderende RNA rechtstreeks interageert met het inactieve X chromosoom en dit als het ware bedekt. Na de voltooiing van XCI kunnen de twee X chromosomen in vrouwelijke cellen van elkaar onderscheiden worden door differentiële expressie van het XIST gen, DNA methylatie, en epigenetische chromatine modificaties zoals histon H3 lysine 27 trimethylatie (H3K27me3). De initiatie en het onderhoud van XCI is uiterst belangrijk voor embryogenese en cel fysiologie in de volwassene. Omdat vele X-gekoppelde loci betrokken zijn in genregulatie en ontwikkelingsprocessen of geassocieerd zijn met mentale retardatie, is de correcte expressie van X-gekoppelde genen in de juiste dosering essentieel voor hersenfunctie en de ontwikkeling van sociale vaardigheden. Bovendien wordt verstoorde XCI vaak teruggevonden in pathologische condities zoals vrouwelijke kanker cellen. Wat betreft hPSC zou de aanwezigheid en het correcte patroon van XCI in ongedifferentieerde en vooral in gedifferentieerde cellen van cruciaal belang kunnen zijn voor hun toepasbaarheid als in-vitro model voor humane ontwikkeling en zeker als celbron in regeneratieve geneeskunde. Het doel van dit project is een diepgaande studie van de XCI status van onze hESC en hiPSC lijnen, teneinde te bepalen of A) de herkomst van de hPSC het XCI patroon beïnvloedt, B) XCI status en patroon stabiel of variabel is tijdens langdurige cultuur, C) XCI status en patroon van ongedifferentieerde cellen de differentiatiecapaciteit of het XCI patroon in gedifferentieerde cellen kan beïnvloeden. Organisaties: • Embryologie en Menselijke Genetica
Onderzoekers: • KAREN SERMON • Mieke GEENS
Empirisch onderzoek naar objecten bij l-telische en l-resultatieve predicaten in het Spaans Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoeksvoorstel beoogt een database aan te leggen ter ondersteuning van een ruimer onderzoek naar aspect. De resultaten ivm compatibiliteit object-werkwoordelijke predicaten zullen meer inzicht verschaffen in de aspectuele eigenschappen van objecten en hun interactie met de aspectuele eigenschappen van de werkwoordelijke predicaten. Organisaties: • Centrum voor grammatica, cognitie en typologie
Onderzoekers: • Gretel De Cuyper
Selectieve het-sequenering van miRNA genen in neuroblastoom Universiteit Gent Abstract: Het doel van dit project is het verhogen van de kennis over de betrokkenheid van microRNA genen in de ontwikkeling van neuroblastoom. Mutaties in deze regulatorische genen werden reeds bij verschillende andere types tumoren beschreven en gerelateerd aan ziekte. Door het systematisch her-sequeneren van alle miRNAs in een cohorte tumoren zullen we een beeld verkrijgen van welke van deze miRNAs betrokken zijn bij deze neuroblastoom. Organisaties: • Vakgroep Pediatrie en genetica
Onderzoekers: • Jo Vandesompele
Geïntegreerd platform voor target identificatie, validatie en drug discovery met toepassingen voor neurodegeneratieve ziekten (Neuro-TARGET). Universiteit Antwerpen Abstract: Het algemene doel van deze studie is het opzetten van een geïntegreerd platform voor target identificatie, validatie en drug ontwikkeling dat zal leiden tot nieuwe therapieën voor neurodegeneratieve hersenziekten, meer bepaald de ziekte van Parkinson (PD). Hiervoor werd een interdisciplinair consortium samengesteld met complementaire expertise en 'cutting-edge' technologieën. Het doel van dit consortium is om modelsystemen te ontwikkelen en toe te passen ter identificatie en validatie van moleculaire sleutelprocessen en -targets die de aanvang van de pathologie definiëren en de merkers bij uitstek zijn voor een vroege diagnose. Gevalideerde targets en nieuwe assays zullen leiden tot een drug ontwikkelingsplatform. Organisaties: • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Jessie Theuns • Christine Van Broeckhoven
VIB-Follow-up van genoom-wijde associatiestudies in a krachtige studiepopulatie van Belgische FTLD patiënten. Universiteit Antwerpen Abstract: De voorbije jaren werd veel vooruitgang geboekt in het identificeren van causale genen en de onderliggende hersenpathologie voor Frontotemporale kwab degeneratie (in het Engels: frontotemporal lobar degeneration of FTLD), één van de belangrijkste oorzaken van dementie. Echter, de genen die vandaag gekend zijn veroorzaken allemaal relatief zeldzamere autosomaal dominante vormen van de ziekte en laten een aanzienlijke fractie van de patiënten onverklaard (ongeveer 80%).Om hieraan tegemoet te komen werden de eerste genoom-wijde associatie (GWA) studies opgestart op zoek naar meer frequente genetische variaties die het risico op FTLD kunnen beïnvloeden. Een essentieles stap in de identificatie van nieuwe genetische risicofactoren voor complexe aandoeningen is de replicatie en confirmatie van GWA associatie signalen in onafhankelijke studiepopulaties. De doelstelling van dit onderzoeksproject is een dergelijke waardevolle replicatie studie uit te
voeren in een krachtige, uitgebreid-gedocumenteerde Vlaamse studiepopulatie. Recent namen we deel aan een GWA studie van FTLD met TDP43 pathologie, het meest voorkomende pathologische subtype van FTLD. De studie identificeerde frequente genetische variatie in het TMEM106B gen als potentiële risico factor voor FTLD-TDP. DNA stalen voor een tweede grootschalige internationale GWA studie van patiënten met een klinische diagnose van FTLD, waaraan wij 256 patiënten hebben bijgedragen, werden verzameld en de resultaten van deze studie worden verwacht voor eind 2010. Voor het huidige onderzoeksproject plannen we een uitgebreide follow-up studie van deze twee GWA studies. Hiertoe zullen we associatie testen van de GWA top SNPs (single nucleotide polymorphisms) in onze Vlaams-Belgische FTLD sample; kandidaatgenen sequencen in de geassocieerde regio's, de loci verzadigen met SNPs en de minimaal geassocieerde risico haplotype blokken bepalen aan de hand van allelische, genotypische, en hapoltype-gebaseerde associatie analyse; en uiteindelijk trachten de genetische varianten te isoleren die verantwoordelijk zijn voor het risico modificerende effect via genomische sequencing van de minimaal geassocieerde locus. Een betere kennis van de genen en eiwitten betrokken in de pathologische cascades die leiden tot FTLD is van cruciaal belang voor de ontwikkeling van doelgerichte therapeutische strategieën om het leed van deze patiënten te verlichten. Organisaties: • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Julie van der Zee
Cinema & diaspora. Een comparatieve studie naar etnische filmculturen in Antwerpen: Indiase, Noord-Afrikaanse, Turkse en Joodse cinema. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project onderzoekt de filmculturen van diaspora (etnische groepen) in België. Op basis van een casestudy (Antwerpen) worden Indische, Noord-Afrikaanse, Turkse en Joodse filmculturen vergeleken. Structurele analyses (distributie en -exploitatie) worden gekoppeld aan publieksonderzoeken. Bijzondere aandacht gaat uit naar de mate waarin deze filmculturen bijdragen tot de constructie van culturele identiteiten. Organisaties: • Onderzoekscentrum Visuele en Digitale Culturen (ViDi)
Onderzoekers: • Philippe Meers • Roel Vande Winkel
'Scanning' en breedveld microscopie van (bio)organische systemen Universiteit Hasselt Abstract: De onderzoeksgemeenschap 'scanning' en breedveld microscopie van (bio)organische systemen die, naast twee groepen aan K.U.Leuven, een groep aan UGent en een groep aan UHasselt, zeven buitenlandse groepen omvat zal een 'state of the art' aanbod aan microscopietechnieken met volgende zwaartepunten ontwikkelen. 1) Optische microscopietechnieken met een resolutie beneden de diffractielimiet gebaseerd op STED (stimulated emission depletion microscopy) en S-PALM (stroboscopic photoactivatable localization microscopy) 2) Nieuwe artefactvrije fluorescentiecorrelatiespectroscopie (FCS) technieken welke toelaten kwantitatieve informatie te bekomen zoals '2-foci FC', 'lifetime FCS' en 'raster image correlation spectroscopy' (RICS) 3) De combinatie van optische technieken met 'scanning probe' technieken met nadruk op 'tip-enhanced' Ramanspectroscopie met hoge ruimtelijke resolutie. Deze technieken zullen met bestaande technieken gecombineerd worden om volgende onderwerpen, uit biowetenschappen en nanotechnologie te bestuderen: a) Transport en de functie van biomoleculen in celmembranen met focus op laterale organisatie in celmembranen ('rafts'), oliogendrocyten en siganaaltransductie door fotoreceptoren b) De intracellulaire dynamica van geneesmiddelcomplexen. Met FRAP (Flouresence Recovery After Photobleaching), FCS, HROM en 'Single Particle Tracking' (SPT) c) Onderzoek van ordening/reactiviteit in monolagen aan het vloeistof/vaste stof grensvlak door middel van scanning tunneling microscopie. Het effect van moleculaire chiraliteit op de structuur, symmetrie en eigenschappen van de monolagen en manipulatie van deze monolagen onder potentiaalcontrole via (elektrochemische) STM zullen onderzocht worden. Ook zal er onderzoek gebeuren naar supramoleculaire gelen en katalytische reacties binnen deze gelen met optische microscopie en 'Scanning Probe Microscopy' (SPM) d) Onderzoek van de dynamica van polymeerfilmen gedopeerd met kleine probe moleculen en van fluorescent gelabelde 'single polymer chains' in oplossing en in de smelt door middel van 'single moleule' technieken, SPM en HROM. Studie van de structurering en elektro-optische eigenschappen van mengsels van polymeren op submicron schaal. Exploratie van Ramanmicroscopie naar nieuwe geconjugeerde polymeren. Organisaties: • Biofysica • Fysiologie • Biomedisch Onderzoeks Instituut
Onderzoekers: • Marcel AMELOOT
De rol van melkzuurbacteriën en boterzuurproducerende Firmicutes in koliek bij paarden Universiteit Gent Abstract: Het project beoogt om risicofactoren voor koliek te identificeren en de microbiotasamenstelling te bepalen bij paarden met koliek. Organisaties: • Vakgroep Pathologie, bacteriologie en pluimveeziekten
Onderzoekers: • Filip Van Immerseel
Behandeling van multipel myeloom in de muis door RNA interferentie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het doel van dit project is het ontwikkelen van specifieke nanobodies die myeloma cellen kunnen targeten. Dit zal in eerste instantie in vitro getest worden, gevolgd door bio-imaging in vivo en ten slotte, wanneer specificteit bewezen, kunnen deze gekoppeld worden aan vb. siRNA. Hiermee zal getracht worden de systemische toxische effecten van bepaalde behandelingen te verminderen. Organisaties: • Hematologie • Toegepaste Biologische Wetenschappen • Medische Beeldvorming en Fysische Wetenschappen
Onderzoekers: • Tony LAHOUTTE • SERGE MUYLDERMANS
• Karin VANDERKERKEN • VICKY CAVELIERS • PETER KRONENBERGER • Isabelle VANDE BROEK
xTV: Exploratieve Televisie Universiteit Hasselt Abstract: Het doel van dit project is het ontwikkelen van nieuwe iDTV (interactieve digitale televisie) ervaringen en productietechnieken, mogelijk gemaakt met surround (omni-directionele en panoramische) video. Surround video is video 'waarin men kan rondkijken', vergelijkbaar met Quicktime VR of Google Streetview, maar dan voor bewegende beelden. De kijker heeft de vrijheid om zijn kijkrichting willekeurig te kiezen, zoals dit ook mogelijk is bij het navigeren door 3D computer graphics omgevingen, bijvoorbeeld in computer games. Dit heeft als gevolg dat de kijker deze beelden ervaart 'van binnenuit' in plaats van 'van buitenaf'. Het is bekend dat dit immersieve effect reeds optreedt bij het bekijken van surround video op een relatief klein computerscherm, terwijl men navigeert met muis of toetsenbord. De verwachting is dat dit ook het geval zal zijn wanneer men uitgezonden surround video op een televisietoestel bekijkt, terwijl men navigeert via de afstandsbediening van de set top box. Dit zal resulteren in een kijkervaring die dichter bij 'het exploreren van een uitgezonden omgeving' zal liggen, dan bij 'het bekijken van uitgezonden beeldmateriaal'. Organisaties: • Expertisecentrum voor Digitale Media • Expertisecentrum voor Digitale Media
Onderzoekers: • Philippe BEKAERT
Onderzoek in het domein van de jeugdliteratuur in de Lage Landen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht toegekend door de Universiteit Antwerpen. De promotor levert de Universiteit Antwerpen de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd door de universiteit. Organisaties: • Literatuur van de moderniteit
Onderzoekers: • Vanessa Joosen
In silico Materials Design en experimentele validatie van nieuwe optische coatings (ISIMADE). Universiteit Antwerpen Abstract: Het hoofddoel van dit SBO project is om geavanceerde technieken voor het pragmatisch modelleren van materialen te ontwikkelen. Om de samenwerking met Flamac, waar het experimentele werk verricht wordt, en zijn industriele partners vanaf het begin van het project te stimuleren wordt er gefocusseerd op één klasse van materialen : optische dunne filmen. Deze keuze werd o.a. ingegeven door de hoge technologische relevantie en industriële interesse in Vlaanderen voor deze materialen. Bovendien zijn deze materialen belangrijk in het kader van de milieuproblematiek en verwacht men dat computationeel modelleren een toegevoegde waarde kan bieden. Organisaties: • Elektronenmicroscopie voor materiaalonderzoek (EMAT)
Onderzoekers: • Dirk Lamoen • Bart Partoens
De functie van maternale androgenen bij vogels: van aanpassingen aan de opgroeiomstandigheden tot langdurige effecten. Universiteit Antwerpen Abstract: De effecten van maternale hormonen op het fenotype van de nakomelingen bij vogels vormen mogelijkerwijs een adaptief maternaal effect. Omdat een belangrijke functie van maternale effecten erin bestaat de nakomelingen aan te passen aan de omgeving waarin zij opgroeien, is het dus essentieel de omgeving in de experimenten te betrekken. Verder is het buitengewoon belangrijk om mogelijke langdurige effecten te bestuderen. Organisaties: • Ethologie
Onderzoekers: • Wendt Müller
SPARSITY: Regularization, optimization, computation! Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit onderzoeksproject richt zich op een zeer belangrijke en tijdige probleem in toegepaste wiskunde, namelijk de rol gespeeld door spookdebat in inverse problemen en computationele kwesties. Organisaties: • Wiskunde • Computer- en Toegepaste Wiskunde
Onderzoekers: • Ignace LORIS • CHRISTINE DE MOL • ADRIAN MUNTEANU • Vahid NASSIRI • FRANK PLASTRIA • Ingrid DAUBECHIES • MICHEL DEFRISE • BART TRUYEN • Caroline VERHOEVEN • Philippe CARA
Niet-lineaire dynamica in nano-systemen: flux quanta in nano-gestructureerde supergeleiders, colloïds, nano-clusters (NONDYNANO). Universiteit Antwerpen Abstract: Nanotechnologie is de technologie van de 21ste eeuw. De belangrijkste geindustrialiseerde landen intensifiëren hun onderzoek in materiaal wetenschappen met een focus op nanotechnologie. Kwantum mechanische principes in nanogestructureerde materialen vertegenwoordigen één van de meest opwindende gebieden van de moderne fysica. Nanogestuctureerde supergeleiders ladingsdragers en het
verschijnen van gekwantiseerde flux lijnen (vortices) in de aanwezigheid van een magneetveld. Het voorgestelde onderzoek is gericht op een fundamentele studie van de niet-lineaire dynamica van flux kwanta in NSSG en van interdisciplinaire topics die hiermee verband houden. De belangrijkste doelstellingen zijn: -Ontwikkeling van nieuwe benaderingen bij de studie van de niet-lineaire dynamica van magnetische flux kwanta in NSSG. Voorstellen van nieuwe efficiënte manieren ter manipulatie van de flux beweging en de studie van de kritische parameters van NSSG. -Begrijpen van de niet-lineaire dynamica van anti-vortices in NSSG. Het uitwerken van een voorstel voor de experimentele verificatie van antivortices. -Begrijpen en berekenen van de afhankelijkheid van de kritische temperatuur van de grootte en vorm van supergeleidende nano-korrels. -Studie van de niet-lineaire dynamica en de principes van zelfassemblage van colloidale binaire mengsels. -Begrijpen van de kinetica van nano-clusters, de invloed van de omgeving, vorming van oppervlakken, etc. Organisaties: • Theorie van de gecondenseerde materie
Onderzoekers: • Francois Peeters • Veaceslav Misco
Eerst het eten, dan de moraal: de rol van (nieuwe) media in het verval van de gezamenlijke maaltijd en de impact op de ontwikkeling en activering van morele attitudes en moreel gedrag Universiteit Antwerpen Abstract: Mede door de opgang van televisiegebruik is de gezinsmaaltijd in verval, waardoor ook rituelen van morele socialisatie teloorgaan, wat kan verklaren waarom lage frequenties in gezinsmaaltijden correleren met negatief psychologisch welzijn. Dit project beoogt de relatie tussen eetpatronen, moraliteit en welzijn te analyseren, waarbij de rol van nieuwe media, alsook het samen eten buiten de gezinscontext betrokken worden als nieuwe invalshoek. Organisaties: • Media & ICT/Interpersoonlijke relaties in Organisaties & Samenleving (MIOS)
Onderzoekers: • Charlotte De Backer
De Laurion doorgelicht: Archeo-topografische analyse van ertswasserijen en hun watervoorzieningssystemen in de zilverateliers van Attica Universiteit Gent Abstract: Het onderwerp van het voorgestelde onderzoek richt zich tot de Laurionstreek in Attica. Het opzet is via GIS een overzicht te creëren van de aldaar gesitueerde archeologische structuren die in verband kunnen gebracht worden met metallurgische activiteiten. Hierdoor wordt de interne en externe werking ervan als het ware blootgelegd. Specifieke aandacht zal besteed worden aan de watervoorzieningssystemen van de zilverateliers. Organisaties: • Vakgroep Studie van de derde wereld
Onderzoekers: • Sami Zemni • Christopher Parker
Effect van in- en ontpolderen op hoogwaterpeilen in het Schelde-estuarium: historische effecten (1550-1800) als referentiemodel voor huidige beheersplannen. Universiteit Antwerpen Abstract: Om het overstromingsrisico van de Schelde te doen dalen, worden valleigebieden ontpolderd. Er bestaan echter geen empirische data die de relatie tussen ontpolderingen en waterpeil reductie (~ overstromingsrisico) beschrijven. Als vergelijkingsmodel worden daarom de effecten van historische in- en ontpolderingen langs de Westerschelde (1550-1800) op het waterpeil langs de Vlaamse Zeeschelde bestudeerd, a.d.h.v. protisten (diatomeeën en thecaoeben). Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Stijn Temmerman • Marijke Ooms
Geparameteriseerde model-orde reductie (PMOR): ijle gegevens en ijle modellen Universiteit Gent Abstract: De voornaamste doelstelling van dit project is het ontwikkelen van robuuste en stabiele rationale modelleringsalgoritmen voor het opstellen van geparameteriseerde gereduceerde-ordemodellen voor complexe fysische sytemen. De orde en de complexiteit van de herschaalbare rationale modellen worden specifiek afgestemd op de toepassing in kwestie. De benaderende en/of interpolerende modellen zijn gebaseerd op ijle gegevens, verspreid over de ontwerpruimte en het is de bedoeling dat de modellen zelf ook ijl zijn om een mnimale complextiteit te bekomen. Organisaties: • Vakgroep Informatietechnologie
Onderzoekers: • Luc Knockaert • Tom Dhaene
Implementatie van spermatogoniale stamceltransplantatie in de kliniek. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Geen Organisaties: • Embryologie en Menselijke Genetica
Onderzoekers: • HERMAN TOURNAYE
Onderzoek naar de rol van GDF-15 bij reumatologische aandoeningen in vivo Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoek heft als doel de rol van een TGF-beta familie lid in gewrichtshomeostase te achterhalen. Op basis van eerdere in vitro data, werd een duidelijke rol voor dit eiwit aangetoond in kraakbeen metabolisme. Dit project zal specifiek verder ingaan op de rol van dit eiwit in een in vivo setting.
Organisaties: • Vakgroep Inwendige ziekten
Onderzoekers: • Dirk Elewaut • Stijn Lambrecht
Vlaams Supercomputer Centrum (VSC). Universiteit Antwerpen Abstract: Het Vlaamse Supercomputer Centrum is een samenwerking tussen de 5 Vlaamse universitaire associaties. Het wil meer rekenkracht en opslagcapaciteit ter beschikking stellen van meer onderzoekers in de associaties, onafhankelijke onderzoeksinstellingen en industrie. Daarnaast zal het uitstekende gebruikersondersteuning bieden voor alle aspecten van HPC. De infrastructuur zal grensverleggend onderzoek mogelijk maken, de economische activiteit in Vlaanderen stimuleren en internationale competitiviteit van de Vlaamse industrie versterken. Organisaties: • Computationele wiskunde
Onderzoekers: • Annie Cuyt
Experimentele en numerieke studie van de impactbelasting van golven op vervormbare composietconstructies. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Doelstellingen De doelstelling van dit project is de experimentele en numerieke studie van golfimpact op vervormbare composietstructuren. Deze omvat drie deelaspecten: * de experimentele studie van de dynamische drukverdeling in de tijd bij slamming van golven op vervormbare composietconstructies, en de opmeting van de resulterende ogenblikkelijke vervormingen, * de numerieke simulatie van de dynamische drukken die optreden in het grensvlak van de composietstructuur en het watervolume, met inbegrip van de vloeistof-structuur interactie (FSI) (effect van de vervormbaarheid van de composietconstructie op de ogenblikkelijke drukverdeling in het water en vice-versa), * parameterstudie van de invloed van de geometrische en mechanische eigenschappen van de vervormbare composietstructuur (dikte, kromming, stijfheid,...) op de piekdrukken en het verloop van de slamming. Dit basisonderzoek is absoluut nodig om vooruitgang te boeken bij de volgende fundamentele problemen: * de precieze invloed van de vervormbaarheid van de composietconstructie bij slamming is quasi onbekend, en net het in rekening brengen van de vervormbaarheid van de structuur kan leiden tot efficiënter ontwerp, verminderd materiaalgebruik en gewichtsreductie, * de gecombineerde resultaten van een uitgebreid experimenteel programma en een sterk numeriek luik met inbegrip van FSI zijn voor zover ons bekend, nog niet publiek voorhanden voor composietstructuren, * binnen Europa zijn de ontwerpregels voor slamming in de scheepsbouw en offshore constructie grotendeels gebaseerd op de richtlijnen van de verzekeringsmaatschappij DNV (Det Norske Veritas) [4]. De piekdruk wordt uniform opgelegd over het volledige benedenoppervlak (neerwaartse slamming) of over een zekere sector van het zijoppervlak (zijwaartse slamming) en de resulterende spanningen/rekken worden statisch berekend. Men negeert volledig het feit dat de piekdrukken zeer lokaal optreden en dat hun positie snel verandert in de tijd. Bovendien zijn deze ontwerpregels specifiek opgesteld voor metalen structuren en zijn er onvoldoende aanwijzingen of ze ook voor meer vervormbare composietstructuren geschikt zijn [27]. Tenslotte zijn de resultaten van dit basisonderzoek zeer breed toepasbaar. Omwille van hun corrosiebestendigheid en lichtgewicht maken heel wat drijvende/varende constructies steeds meer gebruik van composietmaterialen. Bij drijvende constructies treedt de slamming vooral op bij overleving in stormcondities (bv. bij "very large floating structures (VLFS)" zoals drijvende luchthavens in Japan [38]). Bij varende composiet constructies is slamming één van de belangrijkste belastingen voor alle zogeheten 'High-Speed Craft' (catamarans, trimarans, speedboten) [27,38]. Organisaties: • Toegepaste Mechanica
Onderzoekers: • STEVE VANLANDUIT
HPLC-analyses in het kader van het stemmingsstoornisproject. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een dienstverleningsopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds Vestre Viken Hospital Trust. UA levert aan Vestre Viken Hospital Trust de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract Organisaties: • Medische biochemie
Onderzoekers: • Dirk Hendriks
Steroidmetabolisme & het chimère muismodel Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Klinische biologie, microbiologie en immunologie
Onderzoekers: • Peter Van Eenoo
De ziekte-modificerende eigenschappen van LXR-afhankelijke signaalwegen in infectieuze inflammatoire longaandoeningen Universiteit Gent Abstract: Dit project beoogt de moleculaire basis te onderzoeken van LXR-afhankelijke signaalwegen in het long inflammatoir antwoord opgewekt door infectieuze en niet-infectieuze agentia. Door toepassing van LXR knockout muizen en synthetische LXR-agonisten zullen de ziektemodificerende/therapeutische mogelijkheden nagegaan worden. Het welslagen van dit project kan bijdragen tot de identificatie van relevante sleutelmoleculen en van reactiewegen eigen aan long immuun inflammatoire aandoeningen. Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Johan Grooten
Studie van de pathogenische/anti-pathogenische functies van de p50 NF-kappaB comonent met de Afrikaanse trypanosoominfectie als werkmodel. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Tijdens inflammatoire immuun antwoorden tegen pathogenen, is de rekrutering van immuun cellen naar de plaats van infectie noodzakelijk. Deze infiltratie kan echter resulteren in weefselschade door een aanhoudende inflammatie. Daarom is het belangrijk om de mechanismen die aan de basis liggen van deze rekrutering en activatie van inflammatoire immuun cellen beter te begrijpen. Experimentele infectie
met Afrikaanse trypanosomen, een extracellulaire parasiet die slaapziekte veroorzaakt bij mensen en nagana bij runderen in sub-Sahara Afrika, vertegenwoordigt een waardevol model om lever pathogeniciteit en leverinflammatie in het algemeen te bestuderen. Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • PATRICK DE BAETSELIER
INNOFLOW: doorbraak in procesinnovatie door stroomlijning van de integrale goederenbehandeling- en beweging in de hout- en meubelindustrie Universiteit Gent Abstract: Innoflow is een Thematisch InnovatieSamenwerkingsverband (TIS) dat bedrijven uit de hout- en meubelindustrie begeleidt langsheen een traject van 10 workshops waarin ze hun materiaalstroom analyseren, verbeteringen vaststellen en deze ook invoeren. De UGent ondersteunt de kennisoverdracht aspecten van dit project. Organisaties: • Vakgroep Technische bedrijfsvoering
Onderzoekers: • Hendrik Van Landeghem
DIENSTENOVEREENKOMST Calibratietesten FTI op A350XWB Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' ASCO Industries (Zaventem)' hebben voor het project ' DIENSTENOVEREENKOMST Calibratietesten FTI op A350XWB ' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Mechanica van Materialen en Constructies
Onderzoekers: • DANNY VAN HEMELRIJCK
Conceptuele dichtheid functietheorie: Op weg naar een algemene behandeling van chemische reactiviteit en het ontwerp van moleculen met optimale reactiviteit eigenschappen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Conceptuele dichtheid functietheorie: Op weg naar een algemene behandeling van chemische reactiviteit en het ontwerp van moleculen met optimale reactiviteit eigenschappen. Organisaties: • Scheikunde
Onderzoekers: • PAUL GEERLINGS • Frank DE PROFT
Exomesequencing ter identificatie van nieuwe genen verantwoordelijk voor verstandelijke beperking. Universiteit Antwerpen Abstract: Het humane genoomproject heeft de afgelopen jaren geleid tot de opheldering van de volledige basenpaarvolgorde van het menselijke genoom. Ook hebben technologische doorbraken ervoor gezorgd dat het bepalen van de volgorde van de basenparen van alle coderende exonen van elk individu nu binnen het bereik is van genetische centra als het onze. Een verstandelijke beperking komt voor bij 2-3% van de bevolking. Dit betekent dat er alleen al in Vlaanderen tussen de 120.000 en 180.000 patiënten zijn. Slechts in ongeveer de helft van de gevallen is een diagnose gesteld. Geen diagnose betekent dat er geen toegespitste behandeling mogelijk is en dat er in de familie geen informatie over het herhalingsrisico gegeven kan worden. Door gebruik te maken van de laatste technologische doorbraken willen wij nu een aantal van deze ziektebeelden ophelderen. Dit willen wij bereiken door het exoom (= de basenpaarvolgorde van alle coderende sequenties van het genoom) van patiënten te vergelijken met die van hun ouders. Op deze manier kunnen we de novo mutaties in het genoom van onze patiënten opsporen die causaal zijn voor de verstandelijke beperking in de patiënt. We zullen de functies van de genen waarin mutaties gevonden worden bestuderen door diermodellen te verwerven en te bestuderen. Organisaties: • Cognitieve Genetica (COGNET)
Onderzoekers: • Frank Kooy • Céline Helsmoortel
Analyse van de voet met eindige-elementen modellering Universiteit Antwerpen Abstract: De techniek van eindige-elementen modellering zal worden toegepast op een complexe biologische structuur: de humane voet. Na het opstellen van een morfologisch model, en het hieraan toekennen van relevante mechanische eigenschappen, zal de belasting van de interne voetstructuren worden nagegaan op basis van externe belastingsregimes (krachten en plantaire drukken) bekomen uit het eigen, voorgaande onderzoek. Organisaties: • Functionele morfologie
Onderzoekers: • Kristiaan D'Aout
Chemische reactiviteit vanuit een ab initio moleculaire dynamica en Density Functional Theory perspectief: Methodologische aspecten en toepassingen in organische, anorganische en biochemie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: 4.3. Beschrijving van het project In dit onderzoeksproject is het de bedoeling om de onderzoeksgebieden van de conceptuele DFT en de ab initio moleculaire dynamica met elkaar te combineren aangezien een dergelijke gecombineerde aanpak een aanzienlijke meerwaarde kan betekenen in de complexe studie van de chemische reactiviteit. Dit omvat enerzijds een methodologisch luik en anderzijds een luik met toepassingen in de organische, anorganische en biochemie. 4.3.1. METHODOLOGISCHE ASPECTEN Doelstelling 1 : Sampling van het potentieel energie oppervlak in de regio van de reactanten In eerste instantie zullen de AIMD simulaties worden aangewend om een efficiënte sampling te
maken van het potentieel energie oppervlak rond de reagentia die betrokken zijn in de reactie. Er zijn immers voldoende voorbeelden gekend waarbij de reactanten vooraleer de reactie aan te vatten een belangrijke conformationele verandering dienen te ondergaan. Als resultaat van de MD simulaties worden energieën, coördinaten, snelheden,... bekomen op elk tijdstip waarmee een aantal statistische grootheden, zoals partitiefuncties, correlatiefuncties kunnen worden afgeleid.[26] In dit projectvoorstel wensen we bijkomend het dynamisch gedrag van de reactiviteitsindices te volgen als reactiviteitsproben bij de aanzet van de reactie. De tijdsevolutie van op DFT gebaseerde reactiviteitsindices werd tot hiertoe slechts op relatief eenvoudige systemen onderzocht.[27] Bovendien kunnen naast de DFT concepten meer klassieke eigenschappen zoals atomaire ladingen, dipool- en quadrupoolmomenten en elektrostatische potentialen gebruikt worden als reactiviteitsproben. Deze zijn nuttig voor de studie van de zogenaamde hard-hard interacties of reacties met in hoofdzaak ladingscontrole.[15,28-30] Methodes voor het afleiden van atomaire ladingen, dipool- en quadrupoolmomenten en elektrostatische potentialen zijn in principe reeds beschikbaar vandaag de dag in gangbare MD pakketten zoals CPMD[24] en CP2K.[25] Beide pakketten maken gebruik van periodieke randvoorwaarden en vlakke golven of de combinatie van vlakke golven en gaussische basissets. Om gelokaliseerde eigenschappen te berekenen zijn technieken nodig die in staat zijn om de globale elektronendensiteit te partitioneren. Recentelijk werd door Kirchner en Hutter een computationeel efficiënte implementatie voorgesteld binnen CPMD voor het berekenen van dipoolmomenten uitgaande van maximum gelokaliseerde Wannier functies.[31] Een andere mogelijkheid is het toepassen van de Hirshfeld partitiemethode,[32] die door de ALGC groep reeds in een aantal studies werden aangewend.[33] De implementatie van specifieke DFT reactiviteitsindices binnen MD pakketten is nagenoeg nog niet gebeurd. Binnen dit aspect plannen we de uitwerking van verschillende methodologieën die toelaten om dit scala van eigenschappen "on-the-fly" tijdens een dynamica simulatie te berekenen. Gezien de geplande MD simulaties gebeuren binnen de Born-Oppenheimer approximatie kunnen alle grootheden gekend vanuit conceptuele DFT overgedragen worden. Centraal in de beschrijving van zogenaamde zacht-zacht interacties (of orbitaal gecontroleerde interacties)[15,28-30] is de Fukui functie, gedefinieerd als de eerste afgeleide van de electronendichtheid ?(r) van het systeem naar het aantal elektronen N bij een constante externe potentiaal v.[19] We stellen voor om deze functie te berekenen gebruik makend van de door de ALGC groep, in samenwerking met Professor R. Nalewajski en Dr. A. Michalak (Jagiellonian Universiteit, Krakau, Polen), ontwikkelde perturbatieve methode die toelaat om deze functie in zeer goede benadering te bepalen in één enkele Kohn- Sham berekening.[34] Eenmaal deze Fukui functie gekend heeft men toegang tot de chemische hardheid ! via de relatie [35,36] ! = "" f (r)!(r,r!)f (r!)drdr! (1) met !(r, ! r )de zogenaamde hardheidskernel.[35] Verscheidene benaderingen voor deze grootheid zijn voorgesteld en getest geweest in de berekening van de hardheid[37-39] en kunnen bijgevolg geïmplementeerd worden in de MD codes. Deze methodologie laat tevens toe ook deze grootheid te bekomen in één berekening per simulatiestap, naar analogie met [27g]. De bekomen responsfuncties die in de hierboven geschetste methodologie gesampled worden op verschillende plaatsen van het potentieel energieoppervlak (PES) van de reactanten kunnen vervolgens gebruikt worden in combinatie met reactiviteitsprincipes om uitspraken te doen over reactiviteiten en regioselectiviteiten van chemische reacties. Doelstelling 2 : Berekenen van het vrije energie profiel voor probabele reactieroutes In tweede instantie zal nagegaan worden indien de aangeduide reactieve plaatsen van het PES effectief overeenkomen met probabele reactieroutes. Daartoe kunnen reactiebarrières en chemische kinetiek op basis van statische methoden[40] worden berekend. Echter voor de beoogde reacties (vide infra) zijn statische technieken veelal niet toereikend door het optreden van een gecombineerde reactiecoördinaat of door het impliciet effect van een solventomgeving. In dit geval zijn opnieuw MD simulaties een middel bij uitstek om dergelijke complexe systemen te volgen tijdens de reactie.[8] De kans evenwel om de energetisch hoog geactiveerde transitietoestand efficiënt te samplen gedurende een dynamica run van een aantal picoseconden is zeer beperkt. Verschillende technieken werden reeds voorgesteld om zeldzame gebeurtenissen te samplen[41] maar zijn zeer sterk afhankelijk van een goede keuze van een reactiecoördinaat. Eén van de meest succesvolle technieken is gebaseerd op de recent voorgestelde metadynamica methode[42] werd al verschillende keren succesvol toegepast in een variëteit van toepassingen waarbij een complexe reactiecoördinaat optreedt. Hierbij wordt bovenop de potentiaal van een aantal relevante vrijheidsgraden (collectieve vrijheidsgraden) een biasing potentiaal gesuperponeerd "on the fly" die toelaat om efficiënt uit diep gelegen minima te ontsnappen en de relevante delen van het chemisch proces efficiënt te samplen. Deze methode laat toe om het multidimensioneel vrije energie-oppervlak dat de reactanten met producten verbindt te reconstrueren. De voorgestelde methodologie wordt verwacht vooral een grote toegevoegde waarde te bieden voor reacties waarbij een complexe reactiecoördinaat optreedt. Dit laatste is ondermeer het geval voor chemische reacties die optreden in solventen maar ook voor toepassingen waarbij belangrijke conformationele vrijheidsgraden dienen te veranderen alvorens de reactie kan doorgaan. De initiële sampling van de reactanten die ingebed zijn in een solvent, laat toe om het effect van de moleculaire omgeving te bestuderen op verschillende op DFT gebaseerde reactiviteitsindices. Dit is tot nog toe slechts weinig gebeurd binnen een MD context.[43] Voor de toepassingen in solventen dient eveneens gebruik gemaakt te worden van technieken om de elektronendensiteit te partitioneren zoals hierboven geschetst. Doelstelling 3 : Validering van de methodologie op eenvoudige testsystemen (enolaten en azaallylanionen) De voorgestelde methodologie (uitgewerkt bij doelstellingen 1 en 2) zal in eerste instantie gevalideerd worden op een aantal eenvoudige testsystemen waarin de aanvragende groepen reeds expertise hebben. Een eerste testsysteem betreft de studie van de regioselectiviteit van een bekende klasse van ambidente nucleofielen, nl. enolaten.[28, 44] Het meest eenvoudige van deze enolaten, nl. het ethanolaat-ion (CH2CHO?), werd in het verleden reeds door verschillende groepen, waaronder de ALGC groep, gebruikt voor het "benchmarken" van nieuwe methodologieën voor de berekening van Fukui functies en zachtheidsgerelateerde reactiviteitsindices.[33a,45,46] Experimenteel blijkt dat de regioselectiviteit (i.e. C vs. O alkylering) bij alkylering van deze enolaten[47,48] afhankelijk is van (1) de aard van het metaal kation, dat als tegenion fungeert, en waarvan de invloed groter blijkt te zijn in niet polaire solventen (2) de aard van het solvent en (3) de aard van het nucleofiel. Aan de hand van voorgestelde methodologie zal nagegaan worden hoe DFT reactiviteitsindices en meer courant gebruikte eigenschappen zoals ladingen en dipolen variëren in functie van verschillende solventen, metalen en conformaties. In tweede instantie zal de reactie met een aantal eenvoudige electrofielen worden bestudeerd. Hierbij stellen we voor om voor verschillende enolaten, met verschillende tegenionen en verschillende solventen de C vs. O alkyleringen te bestuderen voor verschillende substraten, zoals voorgesteld in Schema 1 (a). Een tweede sterk gerelateerd testsysteem betreft de studie van gehalogeneerde azaallyl anionen (5), voorgesteld in Schema 1 (b). . Deze verbindingen worden bekomen na deprotoneren van het imine (4) met een sterke nietnucleofiele base zoals lithium diisopropylamide. Verdere reactie met een elektrofiel geeft aanleiding tot gefunctionaliseerde ?-haloimines 6, welke belangrijke bouwstenen vormen binnen de organische chemie. De conformaties van deze azaallylanionen, namelijk indien E of Z conformaties worden geprefereerd, de positie van de substituenten op de stikstof en de coördinatie met verschillende metalen, is tot dusver niet gekend. Er zijn bovendien duidelijke indicaties dat het solvent een belangrijke rol speelt in de stereochemie van deze componenten. Naar analogie met het eerste testsysteem zal nagegaan worden hoe DFT reactiviteitsindices en andere eigenschappen variëren in functie van verschillende solventen, tegenionen en conformaties om vervolgens reacties met een aantal eenvoudige electrofielen te bestuderen. Organisaties: • Scheikunde
Onderzoekers: • PAUL GEERLINGS • Frank DE PROFT
Saneren van databases. Universiteit Hasselt Abstract: Het project beoogt de ontwikkeling van nieuwe databasetechnieken ter ondersteuning van sanering van data, metadata en datatransformaties. Saneren in deze context duidt op het identificeren en corrigeren van onvolledigheden, inconsistenties, onnauwkeurigheden en fouten. Organisaties: • Databases en Theoretische Informatica
Onderzoekers: • Frank NEVEN
Aandachtspatronen van het top management team in the banksector: Een uitgebreid multilevel onderzoeksmodel Universiteit Antwerpen Abstract: Om inzicht te krijgen in het ontstaan en voortduren van de huidige financiële crisis is het uiterst relevant om de aandachtspatronen van top management teams in de banksector te bestuderen. Dit project betreft het empirisch testen van een uitgebreid multilevel onderzoeksmodel naar deze aandachtspatronen, met zowel antecedenten en uitkomsten als contextuele variabelen. Het heeft de potentie om significant bij te dragen aan theorie en praktijk. Organisaties: • Management
Onderzoekers: • Tine Buyl
Moleculair genetische analyse van epilepsieën: positionele klonering d.m.v. CNV-analyse gevolgd door mutatieanalyse van kandidaatgenen. Universiteit Antwerpen Abstract: Epilepsie is zowel klinisch als genetisch een zeer heterogene aandoening waaraan ongeveer 50 miljoen patiënten wereldwijd lijden. Tot op heden resulteerde koppelingsanalysen in familiale epilepsieën in de opheldering van meer dan 20 genen, die een rol spelen in het pathomechanisme van epilepsie. Een aanzienlijke fractie van deze gekende "epilepsie genen" zijn dosage gevoelig, suggererend dat haploinsufficiëntie van deze genen het meest waarschijnlijkste onderliggend pathomechanisme is voor bepaalde epilepsieën syndromen. Daarbovenop toont bewijs meer en meer aan dat de aard van de mutatie (loss-of-function tegenover gain-of-function) in sommige van deze genen zeer bepalend is voor de ernst van het epileptisch fenotype. Toch kunnen we met deze genen enkel een kleine fractie van alle genetische epilepsieën verklaren en werd er de laatste jaren weinig vooruitgang geboekt in het ontdekken van nieuwe genen. Vandaar het moleculaire genetisch onderzoek van epilepsie een grote uitdaging blijft waar innovatieve strategieën aangewend moeten worden om gen identificatie te bewerkstelligen. Wij plannen om de etiologie achter epilepsie verder te ontrafelen door gebruik te maken van 'copy number variatie (CNV)' analyse met als doel om de novo submicroscopische variaties, die dosage gevoelige genen omvatten, te identificeren in een cohorte epilepsie patiënten met een zeer ernstig en complex beeld. Eens de novo CNV's geïdentificeerd zijn, zullen we overgaan tot de identificatie van het causale "sleutel" gen in deze CNV's. Om dit te bewerkstelligen zullen we mutatieanalysen van positionele kandidaatgenen uitvoeren in een uitgebreide collectie epilepsie patiënten om zo op zoek te gaan naar andere pathogene mutaties, waardoor additioneel bewijs geleverd wordt voor de pathogeniteit van het "sleutel" gen. Verder zullen mogelijk geïdentificeerde mutaties in vergelijkbare of mildere epilepsieën uiteindelijk leiden tot het beter begrijpen van de genotype-fenotype correlaties van deze genen met eventuele implicaties voor een verbeterde diagnostiek, genetische counseling en therapie. Organisaties: • VIB DMG - Neurogenetica
Onderzoekers: • Arvid Suls
Artemia pond production: helping to solve the challenges of aquaculture in the 21st century (19-22 March 2012) Universiteit Gent Abstract: Dit congres is de eerste in zijn soort om volledig gewijd te zijn aan de productie van Artemia in zoutvijvers. Deze technologie ondergaat momenteel een aantal ontwikkelingen wereldwijd. Deze worden mogelijk gemaakt door het feit dat de technologie in toenemende mate onderzoeksgestuurd is (in tegenstelling met de empirische aanpak van het verleden). Deze ontwikkelingen nopen tot een dergelijk congres als een eerst platform voor uitwisseling van ideeën en expertise. Organisaties: • Vakgroep Dierlijke productie
Onderzoekers: • Peter Bossier
Een optimale prothese beha ontwerpen Vrije Universiteit Brussel Abstract: Een optimale prothese beha ontwerpen Organisaties: • Lymfoedeem • Elektronica en Informatica • Mechanica van Materialen en Constructies • Micro-economie voor Profit en Non-Profit Sector • Heelkundige Specialiteiten
Onderzoekers: • PIERRE LIEVENS • HICHEM SAHLI • MARC JEGERS • JAN LAMOTE • Sigrid ADRIAENSSENS
Ontwikkeling van de mogelijkheid tot het verfijnen van niet-lineaire materialen uit elektronendiffractiegegevens. Universiteit Antwerpen Abstract: Er zijn drie opeenvolgende hoofddoelen in dit project: de optimalisatie van de praktische uitvoering van precessie-elektronendiffractie op niet-lineair gemoduleerde materialen, het ontwikkelen van de software voor de verwerking van de resultaten, en de toepassing van de resulterende nieuwe mogelijkheden op totnogtoe onverfijnde structuren. Organisaties: • Elektronenmicroscopie voor materiaalonderzoek (EMAT)
Onderzoekers: • Joke Hadermann
Van persbericht tot nieuwsbericht: wat heeft vertalen ermee te maken? Universiteit Antwerpen Abstract: Wat heeft vertalen ermee te maken? Journalisten beweren vaak dat ze buitenlands nieuws niet vertalen, dat ze steeds (nieuwe) nieuwsartikelen produceren. Voorgaand onderzoek toont aan dat journalisten af en toe weldegelijk dienen te vertalen, ook al zijn ze hier niet steeds voor opgeleid. Door te kijken naar de verschillen tussen een corpus nieuwsartikelen (afkomstig van kranten en nieuwssites) en een corpus anderstalige persberichten waarop deze artikelen zijn gebaseerd, willen we achterhalen wat nu juist de rol en de aard van vertalen is binnen het journalistieke bedrijf.
Organisaties: • Antwerps Centrum voor Pragmatiek (IPrA Research Center)
Onderzoekers: • Jozef Verschueren
Casestudie ontwerp van gebouwen ifv aanpasbaarheid: Mahatma Gandhi-wijk Mechelen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het onderzoekproject wordt uitgewerkt in meerdere werkpakketten. In een eerste pakket wordt na de situering van de opdracht binnen het Vlaams/Belgisch duurzaamheidproblematiek een algemeen evaluatiekader opgesteld voor het aftoetsen van het dynamisch karakter van ontwerpvoorstellen op verscheidene niveaus (i.e. wijk, gebouw en element). De achterliggende evaluatiemethodiek is gebaseerd op levenscyclusanalyse (in Engels: Life Cycle Assessment - LCA) en levenscyluskostanalyse (in Engels: Life Cycle Costing - LCC). Per ontwerpniveau worden evaluatiecriteria opgesteld die zullen voorgelegd worden aan een stuurgroep. Na goedkeuring wordt een beperkt gedeelte van de opwaarderingplannen van de Gandhi-wijk (voornamelijk gefocust op het nieuwbouwproject van KPW-architecten in fase I) per ontwerpniveau kritisch afgetoetst volgens het opgesteld - en eventueel herzien - evaluatiekader. De getrokken lessen uit de twee vernoemde werkpakketten worden ten slotte gebruikt om advies te formuleren. In een derde werkpakket worden ten eerste specifieke ontwerpaanbevelingen geformuleerd gerelateerd aan de onderzochte case (naar onder andere Woonpunt Mechelen en KPW architecten). Ten tweede worden algemene ontwerpaanbevelingen opgesteld met betrekking tot het opnemen van dynamische bouwoplossingen in andere (sociale) woonprojecten (naar onder andere de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen en Woonpunt Mechelen). Ten slotte worden ook beleidsaanbevelingen geformuleerd om eventueel de integratie in de bouwwereld te verbeteren en te versnellen. De bevindingen worden gebundeld in een (eind)rapport dat voorgelegd wordt aan de stuurgroep. Organisaties: • Architectonische ingenieurswetenschappen
Onderzoekers: • Niels DE TEMMERMAN
Histokinette TP1020 Rotary Automatic Tissue Processor voor histologische toepassingen Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht toegekend door de Universiteit Antwerpen. De promotor levert de Universiteit Antwerpen de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd door de universiteit. Organisaties: • Fysiofarmacologie (FAR)
Onderzoekers: • Guido De Meyer
De oorsprong van de tholeïtische en kalk-akalische differentiation trends on Methana and Santorini (Egeïsche Boog): crustal contamination, polybaric fractionation or magma mixing Universiteit Gent Abstract: De vulkanische centra Methana en Santorini (Egeïsche boog) worden gedomineerd door kalk-alkalische resp. tholeïtische vulkanische afzettingen, en bieden een unieke gelegenheid om het ontstaan van deze differentiatie trends te onderzoeken. De relatieve importantie van korstcontaminatie, polybarische kristalfractionatie en magma mixing zal onderzocht worden door petrografische studie en analyses van gehele gesteenten voor hoofd- en spooorlementen en radiogene isotoop-ratio's. Organisaties: • Vakgroep Geologie en bodemkunde
Onderzoekers: • Marlina Elburg
Onderzoek naar een evaluatiemethode voor de beoordeling van de duurzaamheid van een architecturaal ontwerp vanaf de vroege ontwerpfases. DESUSA-methode: DEsign SUpport for Sustainable Architecture. Universiteit Hasselt Abstract: Al is duurzaamheid momenteel zeer actueel, toch krijgt 'duurzaam bouwen' nog te weinig aandacht in het huidige architecturaal ontwerpproces. Nochtans biedt het ontwerpproces grote mogelijkheden om impact uit te oefenen op de duurzaamheid van een gebouw. Van bij de start van het ontwerpproces worden immers belangrijke karakteristieken van het gebouw vastgelegd, zoals compactheid en oriëntatie, die impact hebben op de duurzaamheid.Echter, in deze ontwerpfase is er slechts weinig informatie ter beschikking van de ontwerper en worden de meeste beslissingen genomen op basis van intuïtie en ervaring.Bovendien is de beschikbare informatie, zoals checklists en richtlijnen, niet afgestemd op het gebruik ervan tijdens het ontwerpproces en gebeurt de evaluatie van een ontwerp doorgaans op het einde met het oog op de regelgeving. Om ontwerpers bewust te maken van de impact van hun ontwerpbeslissingen op de duurzaamheid van het gebouw, is er daarom nood aan een evaluatiemethode die de ontwerper projectspecifieke feedback geeft, reeds vanaf de vroege ontwerpfase. De algemene doelstelling van dit doctoraatsonderzoek betreft daarom de ontwikkeling van een methode die de evaluatie van de energetische en comfortkwaliteit van het ontwerp toelaat tijdens het ontwerpproces en op basis van het beperkt aantal beschikbare inputparameters reeds vanaf het begin bruikbare feedback geeft aan de ontwerper. De DESUSA-methode moet toepasbaar zijn van bij het eerste schetsontwerp tot aan het uitvoeringsontwerp. Hiervoor moet de rekenmodule meeëvolueren met het ontwerp en afgestemd zijn op de beschikbare inputgegevens van het ontwerp op een bepaald ogenblik. Organisaties: • Niet onderzoeksgroep gebonden projecten
Onderzoekers: • Griet VERBEECK
De strafuitvoeringsrechtbank aan het werk. Een etnografisch onderzoek naar haar interacties, beslissingsprocessen en praktijken. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Algemene doelstelling van het onderzoek Blootleggen van de eigenheden van de werking van de multidisciplinaire strafuitvoeringsrechtbanken door middel van onderzoek naar haar interacties, beslissingsprocessen en -praktijken en dit met betrekking tot de verschillende elementen in het detentietraject van de gedetineerde. Open, processuele analyse van de formele en informele argumentaties (frontstage en backstage) en interacties tussen alle professionele en niet-professionele deelnemers voor, tijdens, en na het zittingsgebeuren en van de specifieke organisationele en culturele context van de totstandkoming van de beslissingen. Organisaties: • Criminologie
Onderzoekers:
• Veerle SCHEIRS • KRISTEL BEYENS • SONJA SNACKEN
Gedrag, specificatie and toxiciteit van metaaloxide nano partikels in aquatische toxiciteits testen Universiteit Antwerpen Abstract: Het gebruik en productie van nano partikels neemt constant toe. Desondanks is er niet veel bekend over de toxiciteit en het gedrag in het milieu van dergelijke partikels. Een groot probleem van wetenschappelijke studies omtrent de toxiciteit van de partikels is nog altijd het bepalen van de juiste blootstellings concentratie, omdat de partikels in oplossing niet stabiel zijn, maar eerder dynamisch aggregeren of dissociëren. Het doel van het project is het onderzoek van de dynamische processen en opname kinetica van verschillende zinc oxide nano partikels. Dit word gerealiseerd met behulp van ultracentrifugatie, ultrafiltratie, ICP-MS en "Absence of gradients and Nernstian equilibrium stripping" methode (AGNES). Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Claudia Schmitt
Studie naar de warmteoverdracht in verbrandingsmotoren Universiteit Gent Abstract: Er zullen metingen van de warmteoverdracht in motoren uitgevoerd worden. Vier verschillende meettechnieken zullen hiervoor gerealiseerd worden. De beste combinatie van sensor en signaalverwerking zal op basis van meetresultaten gekozen worden. De benodigde meetuitrusting is het onderwerp van deze kredietaanvraag. Organisaties: • Vakgroep Mechanica van stroming, warmte en verbranding
Onderzoekers: • Sebastian Verhelst
Preklinisch onderzoek naar de combinatie van EGFR-inhibitoren met gemcitabine en/of radiotherapie onder normoxische versus hypoxische omstandigheden. Universiteit Antwerpen Abstract: Momenteel wordt veel aandacht besteed aan het ontwikkelen van doelgerichte moleculen voor kankerbehandeling. Over hun werking onder hypoxie of in combinatie met bestraling is echter maar weinig gekend. Het lijkt dan ook interessant om twee types EGFR-inhibitoren (cetuximab, een monoclonaal antilichaam en erlotinib, een tyrosine kinase inhibitor) te combineren met radiotherapie en gemcitabine, bij een normale versus lage zuurstofspanning. Organisaties: • Moleculaire beeldvorming, Pathologie, Radiotherapie & Oncologie (MIPRO)
Onderzoekers: • An Wouters
Internationale studie naar de plaats van overlijden. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Demographic and cultural changes will increasingly confront health care systems with the care needs of dying people. According to the WHO, the delivery of appropriate palliative care has grown into a major public health issue. Regardless the aspiration of many to die at home, in Belgium, a majority of patients die in hospital and many are, often unnecessarily, transferred to hospital near the end of life. More systematic knowledge regarding place of death and end-of-life hospitalization is needed to develop adequate end-of-life policies. The study has two principal aims: 1) To study cross-national differences in place of death and factors influencing place of death; 2) To study and define unnecessary and avoidable hospitalizations at the end of life; data collection : 1)An international Place of Death study based on nationwide death certificate data from different European and non-European countries. Organisaties: • Medische Sociologie
Onderzoekers: • Joachim COHEN • LUC DELIENS
Studie van µTCA als een nieuwe standaard in het ontwerpen van FPGA-gebaseerde ingebedde systemen. Universiteit Antwerpen Abstract: TERA-Labs, een overkoepelende onderzoeksgroep van de Karel De Grote Hogeschool, gespecialiseerd in Embedded Systems, datacommunicatie and ICT wil gezamenlijk met de Elementaire Deeltjes Fysica (EDF) groep van de Universiteit Antwerpen hoog-performante gedistribueerde FPGA-gebaseerde data acquisitiesystemen ontwerpen, gebaseerd op de nieuwe µTCA technologie. Dit onderzoek moet uitgroeien tot een expertise platform rond hard- en software co-design van complete data acquisitie systemen met toepassingen in het puur wetenschappelijk onderzoek en in de industriële automatisatie en regeltechniek. Organisaties: • Elementaire-Deeltjesfysica
Onderzoekers: • Nick Van Remortel
Preklinisch onderzoek naar de combinatie van MDM2 'small-molecule' inhibitoren met conventionele chemo- en/of radiotherapie, onder normoxische en hypoxische condities. Universiteit Antwerpen Abstract: Gerichte kankertherapie is de behandelingsstrategie van de toekomst. 'Small-molecule' inhibitoren verstoren of verhinderen de interactie tussen p53 en zijn negatieve regulator MDM2. Het doel van de studie bestaat erin het potentieel van deze 'small-molecule' inhibitoren als een gerichte anti-kankertherapie in p53 wt tumoren te bestuderen, alsook de combinatie met conventionele chemo-en/of radiotherapie, onder normoxische en hypoxische condities. Organisaties: • Moleculaire beeldvorming, Pathologie, Radiotherapie & Oncologie (MIPRO)
Onderzoekers:
• Vanessa Deschoolmeester
Rol van Nanos en Pumilio familyleden in kankerprogressie Universiteit Gent Abstract: Transgene muizen met conditionele expressie van Nanos of PUM eiwitten zullen worden gekruist met welbekende muiskankermodellen om alzo het effect van ectopische Nanos/PUM-expressie op tumorprogressie te analyseren. Veranderingen in de eiwitexpressiepatronen onder invloed van tumor-geassocieerd Nanos/PUM zullen worden geïdentificeerd. Transcriptiefactor- en miRNA-netwerken die de expressie van Nanos en PUM reguleren zullen worden bestudeerd. Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Frans Van Roy
Ontwikkelen en fundamentele evaluatie van hoge efficiëntie capillaire vloeistofchromatografie. Universiteit Gent Abstract: Dit project is gericht op het gebruik van capillaire kolommen in vloeistofchromatografie. Meer gevoelige MS detectie kan bekomen worden met capillaire LC door de sterk verhoogde ionisatieefficientie en, door de sterk verlaagd thermische massa, kunnen er heel wat voordelen uit hoge temperatuur micro-LC met monolitische verwacht worden. Het project is o.a. gericht op het vervaardigen van zo lang mogelijke capillaire kolommen voor hoog-resolutie vloeistof¬chromatografiescheidingen en op hun gebruik voor de analyse van complexe monsters. Organisaties: • Vakgroep Organische chemie (WE)
Onderzoekers: • Frederic Lynen
De uitbouw van de publieke cultuurverzamelingen van diatomeeën, polaire cyanobacteriën en hun verdere integratie in het BCCM consortium 2012 Universiteit Gent Abstract: De Belgische gecoordineerde verzamelingen van micro-organismen (BCCM) bevat publiek beschikbare verzamelingen van verschillende groepen micro-organismen. Recent werden verzamelingen van diatomeeën (UGent), polaire cyanobacteriën en mycobacteriën toegevoegd. In het huidige project worden deze collecties verder uitgeboouwd als publieke dienstverlenende Biological Resource Centers, wordt hun integratie in het BCCM consortium vervolledigd en wordt nieuw biologisch materiaal aan de collecties toegevoegd. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Wim Vyverman
De invloed van leerpatronen op studiesucces doorheen de schoolloopbaan: een meta-analyse Universiteit Antwerpen Abstract: De centrale doelstelling van dit onderzoeksproject is het uitvoeren van een meta-analyse omtrent de predictieve validiteit van (componenten van) leerpatronen in het secundair onderwijs, hoger onderwijs en volwassenenonderwijs. In het bijzonder wordt de relatie tussen leerpatronen en verschillende operationalisaties van studiesucces (persistentie, studietempo, studieresultaten, en kwaliteit van leeruitkomsten) nader onderzocht. Organisaties: • EduBROn
Onderzoekers: • Vincent Donche
Cementcomposieten onder impactbelasting. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In onze huidige samenleving worden de veiligheidseisen en normen rond accidentele belastingen zoals impactbelastingen steeds strenger. De belangstelling voor dit onderwerp vanuit wetenschappelijk oogpunt volgt dan ook een steigende trend. Men probeert voortdurend naar betere oplossingen voor veiligere constructies en voertuigen te zoeken. Dit wordt zowel op structureel niveau als op niveau van het materiaal betracht. In de automobielsector en de lucht- en ruimtevaartsector is materiaalonderzoek essentieel om concurentieel te blijven. In de bouw daarentegen werd er tot nog toe weinig geïnvesteerd in oplossingen op niveau van de materialen. Er is hiervoor wel een stijgende trend te vinden in de ontwikkeling van hoogwaardigere materialen. Een materiaal dat op gebied van impactweerstand veel potentieel toont is Textiel Verstevigd Beton (eng.: Textile Reinforced Concrete, TRC). TRCs zijn echter nog volop in hun ontwikkelingsfase en zijn ontstaan uit het meer gekende Vezel Verstevigd Beton (eng.: Fibre Reinforced Concrete, FRC). Bij TRCs wordt er echter een veel hoger vezelvolumegehalte (tot 20 vol%) bereikt. Dit heeft als rechtstreeks gevolg dat de mechanische eigenschappen (sterkte, stijfheid en vooral taaiheid) van dit materiaal sterk verbeteren t.o.v. FRCs. Het materiaal is namelijk in staat om veel energie absorberen bij impactbelastingen. Over het statisch gedrag van TRCs is reeds de nodige kennis vergaard. Er is echter nog weinig kennis over het gedrag van TRCs onder impactbelastingen, hoewel het potentieel hiervan reeds werd aangetoond (mede door de aanvrager van dit onderzoek). Het doel van dit onderzoek bestaat er bijgevolg uit de nodige inzichten en kennis over het gedrag van TRCs onder impactbelastingen te vergaren. De methodiek die zal worden gevolgd, bestaat uit drie grote fasen. Ten eerste zal er via literatuur kennis worden vergaard over de materialen en de testmethodes die aangewend zullen worden in de twee volgende fasen. In deze eerste fase zal ook aandacht besteed worden aan statische testmethodes aangezien deze zullen worden gebruikt in verdere studies in dit onderzoek. Een eerste experimentele studie zal bestaan uit een vergelijking van de mechanische eigenschappen van met verschillende vezelsoorten verstevigde cementen via statische proeven. Een tweede studie zal nagaan wat de invloed is van de snelheid van het belasten op de materiaalkarakteristieken in statische testen. Dit om te achterhalen of er bij hoge reksnelheden andere schadefenomen optreden. Ook is het mogelijk om vanuit de statische testen een eerste idee te vormen over het gedrag onder impactbelastingen. In een derde fase zal het impactgedrag bestudeerd worden. Initieel wordt er gekeken naar een geschikte drop weight impact opstelling om de schademechanismen in het materiaal te quantificeren en om een numeriek model te kunnen valideren in een later stadium. Ook zullen er testen worden uitgevoerd a.d.h.v. een Charpy test. Deze moet een rangschikking geven van het energie absorberend vermogen van een TRC met verschillende vezelverstevigingen. Met een beperkt aantal optimale materiaalcombinaties zal, in een laatste fase, een gedetailleerde impactstudie worden verricht. Uiteindelijk zal dit alles leiden tot de ontwikkeling van een numeriek model dat gevalideerd wordt aan de hand van drop weight testen. Het onderzoek zal voornamelijk aan de vakgroep MeMC van de Vrije Universiteit Brussel worden uitgevoerd aangezien deze reeds een aanzienlijke expertise bezit op gebied van het voorgestelde doctoraatsonderzoek. Ook sluit dit onderzoek aan bij een FWO-project dat gestart is op 01/01/07 (ref G.0114.07). Desalniettemin zijn er ook een aantal goede contacten met de vakgroep Mechanische Constructie en Productie van de RijksUniversiteit Gent die expertise bezitten op gebied van impacttesten. Organisaties:
• Mechanica van Materialen en Constructies
Onderzoekers: • JAN WASTIELS
Genotypische diversiteit in productiviteit en watergebruiksefficiëntie in het geslacht Populus. Universiteit Antwerpen Abstract: Via hun huidmondjes en diverse fysiologisch-biochemische processen in de cel, zijn planten in staat om een onderscheid te maken tussen verschillende isotopen van chemische elementen als bvb. koolstof (C), waterstof (H) en zuurstof (O). Dit onderscheid laat toe om de efficiëntie van C-opname en watergifte te kwantificeren, en aldus te koppelen aan productieperformantie. In dit project zal de genotypische variabiliteit in de watergebruiksefficiëntie bepaald worden via stabiele C-isotoopanalyses en gekoppeld worden aan de productiviteit in het geslacht populier (Populus). Organisaties: • Planten- en vegetatie-ecologie (PLECO)
Onderzoekers: • Reinhart Ceulemans
Evaluatie van het effect van prikplaats en cryopreservatie op bloedcelaantallen voor verschillende subpopulaties Universiteit Antwerpen Abstract: Deze studie wenst de impact van de locatie van bloedname op bloedcelaantallen te bepalen. Bloed zal genomen worden via een antecubitale vene, een handrug vene en de art. radialis voor gepaarde vergelijkingen van het aantal rode bloedcellen, bloedplaatjes en witte bloedcellen (incl. lymfocytensubpopulaties met flowcytometrie). Lymfocytensubpopulaties zullen ook geteld worden na een invriesperiode om het effect van cryopreservatie te bestuderen. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Evelien Smits
Meiotische restitutie in microsporen van hogere planten. Vrije Universiteit Brussel Abstract: 1. Inleiding De vorming van haploïde (n) mannelijke gameten bij bloeiende planten volgt een goed gedefinieerd ontwikkelingspatroon waarbij twee- of driecellig pollencel wordt gevormd. De meiose of reductiedeling zorgt voor de vorming van een haploïde cel die tijdens de microgametogenese verder mitotisch deelt waarbij een vegetatieve cel ontstaat die twee spermacellen insluit. Afwijkingen van de meiotische reductiedeling, waarbij het chromosomen aantal behouden blijft (2n), liggen aan de basis van natuurlijke polyploïdisatie en dragen bij tot de evolutie van plantengenomen (Leitch en Bennett, 1997). Voor de veredeling van gewassen zijn vooral de productie van ongereduceerde gameten en diplospory (apomixis) interessant omdat ze de mogelijkheid biedt om wilde varianten met lagere polyploïdieniveau in te kruisen of om heterosis van F1 hybride te fixeren (Koltunow en Grossniklaus, 2003; Ramanna en Jacobsen, 2003). De toepassing van meiose mutaties is echter niet algemeen. Dergelijke mutaties komen namelijk weinig voor in landbouwgewassen en zijn moeilijk te implementeren via klassieke genetische technieken (Consiglio et al., 2004). 2. Probleem- en doelstelling De vorming van 2n gameten is genetisch bepaald en komt voor bij een aantal species (Mok en Peloquin, 1975; Bretagnolle en Thompson, 1995), maar ondanks grote inspanningen is men tot op vandaag er nog niet in geslaagd om die erfelijke elementen te identificeren. De meiose is een complex fenomeen en dit is waarschijnlijk de oorzaak waarom er tot nog toe maar weinig toepassingen zijn. Sinds enkele jaren hebben we echter technologische doorbraken gekend waarbij genen werden geïdentificeerd die specifiek tijdens sporogenese tot uiting komen. Uit dit onderzoek blijkt dat massale verandering van genexpressie en translatie optreedt en dus kunnen we verwachten dat er heel wat gespecialiseerde mechanismen in gang worden gezet om meiose tot een goed einde te brengen (Petunia: Cnudde et al., 2006). Welke van deze genen zijn nu verantwoordelijk voor de reductie van het chromosomenaantal tijdens meiose? Het onderhavige project heeft als doel genetische elementen te identificeren die door mutatie of misexpressie aanleiding geven tot de vorming van gameten die een chromosomen aantal bevatten dat gelijk is aan dat van somatische cellen. Organisaties: • Plantengenetica • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • GEERT ANGENON
De kwantitatieve analyse van de varicella-zoster-virus infectie: van epidemiologie tot immunologie. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht toegekend door de Universiteit Antwerpen. De promotor levert de Universiteit Antwerpen de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd door de universiteit. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Benson Ogunjimi
QoS ondersteuning in heterogene draadloze sensornetwerken met behulp van gedistribueerde 'Reinforcment Learning' technieken Universiteit Gent Abstract: Het doel van dit project is de ontwikkeling van een adaptieve QoS netwerkarchitectuur voor draadloze sensornetwerken die een waarachtig multi agent systeem gebaseerd Reinforcement Learning algoritme incorporeert. Dit MAS-RL algoritme zal op gedistribueerde wijze intelligente beslissingen nemen omtrent de optimale werkingsmode voor iedere knoop, rekening houdend met de verschillende belangen en beperkingen. Organisaties: • Vakgroep Informatietechnologie
Onderzoekers: • Ingrid Moerman
Optimalisatie en toepassing van "full-field" X-stralen fluorescentie beeldvorming als kwantitatieve analysemethode. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • AXES
Onderzoekers: • Pierre Van Espen • Koen Janssens
Hot-spots in biologische transformatie van silica (Hobits). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoek moet leiden tot een beter inzicht in de biologische buffer voor silicium in tropische ecosystemen. Het project richt zich op grote tropische wetlands: de Okavango Delta (Botswana) en de Fly River (Papua New Guinea), waar een intense biologische cyclering van silicium plaatsvindt. Het onderzoek past binnen het groeiende besef dat de siliciumcyclus op globale en lokale schaal gecontroleerd wordt door biota, en niet enkel door minerale verwering. Een onvoldoende kennis van deze biologische Si buffer verhindert de correcte kwantificering van geassocieerde mariene en terrestrische koolstofopslag. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire • Eric Struyf
Nieuw in vitro model voor screening van niet-genotoxische hepato- carcinogenen tijdens vroeg preklinisch geneesmiddelenonderzoek. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Niet-genotoxische carcinogene activiteit in de lever wordt voor kandidaat geneesmiddelen getest op levende proefdieren, namelijk in ratten. Wetenschappelijke en ethische argumenten pleiten voor het ontwikkelen van geschikte in vitro technologie in dit domein. Daarom wordt in het huidige project getracht om een mechanistisch-gebaseerde in vitro alternatieve methode op punt te stellen die gebruik maakt van stabiele primaire hepatocytenculturen. deze worden verkregen vie innovatieve cultuurtechnieken (PCT/EP2004/0012134) waarbij chromatine modificatie door specifieke op hydroxamaat-gebaseerde histon deacetylase inhibitoren centraal staat. Meer bepaald zal worden nagegaan welke merkers belangrijk zijn en het set parameters, zijnde inhibitie van gap junctional intercellulaire communicatie samen met verhoogde DNA replicatie, verminderde apoptose en een downregulatie van transforming growth factor voor beta stimulating clone 22 (TSC-22), typische in vitro eindpunten kunnen voorstellen voor niet-genotoxische levercarcinogenen. Organisaties: • Toxicologie, Dermato-cosmetologie en Farmacognosie
Onderzoekers: • Tamara VANHAECKE
Operationele modale analyse en structurele monitoring gebruikmakende van transmissibiliteits-metingen en fiber sensor technologie Vrije Universiteit Brussel Abstract: De Operationele modale analyse laat toe om het dynamisch gedrag van structuren in operationele omstandigheden te identificeren. In mijn vorige en lopende onderzoek bleek dat een nieuwe OMA aanpak gebaseerd op overdraagbaarheidsmetingen de betrouwbaarheid en de toepasbaarheid van OMA technieken verhoogde. Organisaties: • Toegepaste Mechanica
Onderzoekers: • Christof DEVRIENDT • PATRICK GUILLAUME
Internationaal privaatrecht: de scheidingslijn tussen europese en nationale regels Universiteit Antwerpen Abstract: De bedoeling van dit Klein Project is om mijn onderzoek over de precieze scheidingslijn tussen Europese en nationale regels van internationaal privaatrecht (IPR) uit te bouwen. Mijn doctoraatsthesis (2005) had dit als onderwerp. Sedertdien blijven de vragen over de afstemming van Europese en nationale regels zich (toenemend) stellen. In de eerste plaats wil ik Belgische rechterlijke uitspraken waarin bestaande EU-wetgeving op het gebied van het internationaal privaatrecht wordt toegepast, in een databank te verzamelen. In de eerste fase wordt de databank best intern opgebouwd, om later eventueel publiek te worden gemaakt. De Katholieke Universiteit Leuven heeft in 2003 een website opgericht om Belgische rechtspraak waarin de Europese IPR-regels worden toegepast, kenbaar te maken aan het ruimere publiek. Op dat moment werkte ik mee aan de databank als AAP-lid aan die Universiteit. Het huidig Instituut voor Internationaal Privaatrecht heeft echter beslist om een punt te zetten achter het onderhouden van de databank, en ook om de registratie van de domeinnaam niet te verlengen. Men is bereid om de domeinnaam aan mij over te dragen. Het lijkt me opportuun om deze databank bij te werken en verder uit te bouwen. België heeft op dit moment nog geen omvattende centrale databank van (gepubliceerde en ongepubliceerde) rechtspraak, hoewel sommige andere landen dit wel hebben. Het opzetten van een databank met IPR-rechtspraak zal nuttig zijn voor advocaten en voor academische onderzoekers in België en in andere landen. Het toevoegen van Engelstalige samenvattingen maakt de data beschikbaar voor een breder publiek. De databank kan dan ook bijdragen tot het uniform interpreteren van de Europese instrumenten. Het proces van uniformering van de IPR-regels in the EU staat immers niet los van een correcte en uniforme toepassing van deze regels in de praktijk (bijvoorbeeld door de rechtbanken). Voor het verzamelen van rechtspraak en het invoeren in de databank, worden best jobstudenten ingeschakeld. Naast de databank zou ik ook graag een studiedag over het IPR in april 2011 willen bijwonen (en mogelijk meerdere studiedagen) en boeken kopen die relevant zijn voor het onderzoek. Organisaties: • Persoon en vermogen • Rechtshandhaving
Onderzoekers: • Thalia Kruger
Seroprevalentie 2012. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds WIV. UA levert aan WIV de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Pierre Van Damme • Heidi Theeten • Tinne Lernout
Bilaterale samenwerking in het kader van gezamenlijke doctoraatsprojecten_Bench fee i.h.k. van Joint PhD VUBKULeuven, Doaa Ahmed Shehata Abouelmagd Vrije Universiteit Brussel Abstract: Joint PhD voor Dooa Ahmed Shehata Abouelmagd Organisaties: • Geografie
Onderzoekers: • ERIC CORIJN
Functionele studie van eiwitten betrokken in de interactie tussen rijst en rijstnematoden Universiteit Gent Abstract: Plantpathogenen kunnen hun waardplant beïnvloeden via zogenaamde effectoreiwitten die worden gesecreteerd in het plantenweefsel. In dit project onderzoeken we de interactie tussen rijst en verschillende rijstnematoden. Het doel is om nieuwe nematode-effectoreiwitten functioneel te karakteriseren via het identificeren van interagerende rijsteiwitten met de techniek yeast-two-hybrid. Organisaties: • Vakgroep Moleculaire biotechnologie
Onderzoekers: • Godelieve Gheysen • Annelies Haegeman
Experimenteel onderzoek naar reversibiliteit en preventie van nefrocalcinose en nefrolithiase. Universiteit Antwerpen Abstract: Doelstellingen van het project: 1. Het bio-fysicochemisch mechanisme van kristalklaring en de rol van pH en inflammatie hierin onderzoeken. 2. Het fundamenteel effect bestuderen van een acute hyperfosfatemie, geïnduceerd door orale toediening van natriumfosfaat, op (i) een aantal systemische regulatoren van de fosfaatbalans, (ii) het tubulair epitheliaal fenotype en (iii) de functie van de nier, en te onderzoeken of deze effecten geëlimineerd kunnen worden door inhibitie van fosfaatabsorptie ter hoogte van de darm. Organisaties: • Pathofysiologie
Onderzoekers: • Patrick D'Haese • Anja Verhulst • Marc De Broe
Karakterisering van de fysiologische rol van de NF-kB en IFN regulerende eiwitten A20 en DUBA door genetische modificaties in de muis Universiteit Gent Abstract: A20 en DUBA zijn twee eiwitten die de immuunrespons negatief reguleren, maar de fysiologische rol van deze eiwitten in specifieke weefsels of celtypes is grotendeels ongekend. Het doel van dit project is dan ook de studie naar de functie van A20 en DUBA via het genereren en karakteriseren van conditionele genmodificaties in de muis. Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Rudi Beyaert • Geert van Loo
Een nieuwe orde, een nieuwe man. Mannelijkheid en Nieuwe Orde in België, ca. 1930-1945. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project wordt nagegaan wat in België de invloed was van Nieuwe Orde-ideeën op het beeld van de ideale man (ca. 1930-1945). Door een onderzoek van de constructie, receptie en politieke instrumentalisering van manbeelden in (1) de jeugdbeweging, (2) de beeldende kunsten en (3) de nieuwe 'lichaamscultuur' wordt een dieper inzicht bereikt in de relatie tussen gender en politiek in de twintigste eeuw. Organisaties: • Power in History - Centrum voor Politieke Geschiedenis
Onderzoekers: • Henk de Smaele
Wat met gebarentaal? Een longitudinaal onderzoek naar de intersubjectieve ontwikkeling en taalverwerving bij jonge dove kinderen met een cochleair implantaat. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De snel evoluerende technologische ontwikkelingen op het vlak van cochleaire implantatie 5CI) en de toepassingen ervan bij steeds jongere dove kinderen (<12 maanden) hebben geleid tot een grotere toegankelijkheid van de gesproken taal voor dove kinderen en tot nieuwe discussies over de plaats van gebarentaal in de opvoeding van jonge dove kinderen met horende ouders. Met dit project beogen we een wezenlijke bijdrage te leveren aan deze discussies. Via een combinatie van longitudinaal en cross-sectioneel onderzoek bestuderen we gedurende de eerste 30 levensmaanden (6m, 9m, 12m, 20m en 30m) bij 20 jonge dove kinderen met een cochleair implantaat het effect van het gebruik van ondersteunende gebaren en/of de Vlaamse Gebarentaal (VGT) op a) de kwaliteit van de vroegtijdige moeder-kind interactie, b) de ontwikkeling van voortalige communicatievaardigheden, c) de morfo-syntactische verwerving van het Nederlands en d) de morfo-syntactische verwerving van VGT. Ook bestuderen we de visies en beleveningen van de moeders van dove kinderen. We gaan na in welke mate en hoe horende moeders die wel of geen gebruik maken van gebaren en VGT hierin verschillen. Organisaties: • Klinische- en Levenslooppsychologie
Onderzoekers: • GERRIT LOOTS
Structureel en functioneel onderzoek van nieuwe microbiële en nematoden globines Universiteit Gent Abstract: Dit project beoogt de structurele en fysico-chemische analyse van microbiële en nematodenglobines waarvan vermoed wordt dat zij nietconventionele eigenschappen kunnen vertonen, met name bacteriële protoglobines en globine-gekoppelde sensoren en eiwitten met duidelijke globinesignatuur van Caenorhabditis elegans. De experimenten omvatten expressieklonering, studie van de ligandbindkarakteristieken, kristallisatie en X-straaldiffractieanalyse en, specifiek voor C. elegans: expressielokalisatie, fenotypeanalyse onder gensilensing en identificatie van
gloineinteractiepartners. Organisaties: • Vakgroep Analytische chemie
Onderzoekers: • Jacques Vanfleteren • Luc Moens • Bart Braeckman
Historisch onderzoek 30 jaar OVAM Universiteit Gent Abstract: De Openbare Vlaamse Afvalstoffen Maatschappij in historisch perspectief. Naar aanleiding van de dertigste verjaardag van de afvalstoffenmaatschappij ontstond in 2010 een samenwerking tussen het Instituut voor Publieksgeschiedenis (UGent) en de OVAM, met als doel een vlot toegankelijk boek te schrijven. Om de oprichting van de OVAM te duiden, plaatst het door Torsten Feys geschreven boek de afvalproblematiek en bodemvervuiling in een langetermijnperspectief. Tegen deze achtergrond worden de realisaties, beleidslijnen, interne veranderingen en plannen van de OVAM besproken. Organisaties: • Vakgroep Geschiedenis
Onderzoekers: • Bruno De Wever • Christophe Verbruggen
De Jespersen-cyclus. Universiteit Antwerpen Abstract: De term 'Jespersen-cyclus' verwijst naar een set van hypotheses over de ontwikkeling van negatiemarkeerdes. De data waarop de hypotheses steuen komen uit de Europese standaardttalen. Het project heeft twee grote doelstellingen. De eerste doelstelling is een uitbreiding van het onderzoeksterrein naar talen buiten Europa, en de tweede is het verfijnen van de analyse. Organisaties: • Centrum voor grammatica, cognitie en typologie
Onderzoekers: • Johan Van der Auwera
The impact of international migration on migrant communities and on demographic processes and structures in the receiving country. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het project kijkt naar oorzaken en gevolgen van migratie met specifieke aandacht voor de impact op de demografische processen en structuren in België Organisaties: • Interface Demografie • Sociaal Onderzoek
Onderzoekers: • Jan VAN BAVEL • DIDIER WILLAERT • KAREL NEELS • PATRICK DEBOOSERE
Nieuw financieringsmodel onderzoek: ZAP-startkrediet 2010 Vrije Universiteit Brussel Abstract: Met het in voege treden van het nieuw financieringsmodel onderzoek ontvangen nieuwe ZAP leden die voldoen aan de criteria voor de BOF-parameter 'mobiliteit en diversiteit' een startkrediet van EURO 50.000. Deze ZAP startkredietfinanciering wordt retroactief opgestart en toegekend aan nieuw ZAP aangesteld in 2010 en later. Organisaties: • Celbiologie en Histologie
Onderzoekers: • Marinee CHUAH
Methodologie voor moleculaire diepte- en 3D-analyse op sub-micro- en nanoschaal van UV-curable en NIR-fusable polymeren met industriële toepassingen. Universiteit Antwerpen Abstract: Een methodologie wordt uitgewerkt voor verschillende soorten UV-curable polyacrylaten die via Time-of-Flight Statische SIMS de diepteprofilering en 3D-analyse op sub-micro- en nanoschaal toelaat. Informatie over de moleculaire verdeling en interacties is namelijk nodig om blijvende optimalisatie en innovatie van hoogtechnologische materialen te garanderen. Organisaties: • Massaspectrometrie (Mitac 5)
Onderzoekers: • Luc Van Vaeck • Remko Dardenne
Vervuiling in de buizen van de convectiesectie van een stoomkraker Universiteit Gent Abstract: Het gebruik van zwaardere koolwaterstofvoedingen in de chemische industrie heeft tot gevolg dat cokesvorming, een fenomeen bij het kraken van koolwaterstoffen in de reactorbuizen, ook vastgesteld wordt in de buizen van de convectiesectie. Om dit probleem te vermijden of beperken zullen geometrische wijzigingen en veranderende werkingsvoorwaarden nodig zijn. Een volledige modellering van de convectiesectie van de stoomkraker kan oplossingen aanreiken. Organisaties: • Vakgroep Chemische proceskunde en technische chemie
Onderzoekers: • Geraldine Heynderickx • Bart Merci
Nieuw financieringsmodel onderzoek: ZAP-startkrediet 2010 Vrije Universiteit Brussel Abstract: Met het in voege treden van het nieuw financieringsmodel onderzoek ontvangen nieuwe ZAP leden die voldoen aan de criteria voor de BOF-parameter 'mobiliteit en diversiteit' een startkrediet van EURO 50.000. Deze ZAP startkredietfinanciering wordt retroactief opgestart en toegekend aan nieuw ZAP aangesteld in 2010 en later. Organisaties: • Educatiewetenschappen
Onderzoekers: • Katrien STRUYVEN
Mechanismen en beperkingen voor insectenbeheer op kalkgraslanden Universiteit Gent Abstract: Het bepalen van factoren die leiden tot variatie in soortensamenstelling staat centraal in dit project. Aan de hand van de studie van levensgeschiedeniskenmerken zal nagegaan worden of, en hoe, de samenstelling van insectengemeenschappen op kalkgraslanden begrepen kan worden. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Dries Bonte
De invloed van de bladontogenese van peer (Pyrus communis)op het infectievermogen van Erwinia amylovora: een studie van defensiegerelateerde mechanismen. Universiteit Hasselt Abstract: Dit project wil een eerste aanzet geven tot het verwerven van inzicht in de relatie van de bladouderdom van peer met de daarbijhorende samenstelling aan antioxidatieve enzymen, fenolen en flavonoïden in het blad. Vervolgens willen we nagaan of deze enzymen en secundaire metabolieten betrokken zijn in de opbouw van een defensiemechanisme in de bladeren tegen de bacterie E. amylovora en of het opleggen van abiotische stress resulteert in een verhoogde weerstand tegen bacterievuur. Op die manier kan er een basis gelegd worden om een strategie te ontwikkelen die toelaat om perceelsverliezen tengevolgen van E. amylovora tot een minimum te beperken en hier in de veredeling mee rekening te houden. Het project moet toelaten meer inzicht te verschaffen in het aandeel van de ontwikkelingsgraad van het blad van de waardplant op het niveau aan antioxidanten en secundaire metabolieten en of deze producten het defensiemechanisme tegen bacterievuur verhogen. Anderzijds wordt de wijze onderzocht waarop het toedienen van abiotische stress zich gaat manifesteren t.o.v. de biotische ziekteverwekker E. amylovora, met als doel enerzijds de kennis te integreren in de onderzoekspraktijken van de UHasselt en anderzijds de teler via teeltgerichte maatregelen een lagere infectiegraad door E.amylovora te garanderen. Organisaties: • Moleculaire en Fysische Plantenfysiologie • Centrum voor Milieukunde
Onderzoekers: • Roland VALCKE • Kristof VRANCKEN
Invloed van de korrelverdeling van cement en fillers op de verse en verharde eigenschappen van beton Universiteit Gent Abstract: Het doel van dit onderzoeksproject is om de invloed van de korrelverdeling van het fijne materiaal in beton op zowel de verse als de verharde eigenschappen te onderzoeken. Dit onderzoek is gebaseerd op vorige ervaringen en gevonden leemtes in de vorige projecten. Een opsplitsing wordt gemaakt tussen de verse en de verharde eigenschappen van het beton. Organisaties: • Vakgroep Bouwkundige constructies
Onderzoekers: • Geert De Schutter
Monografie "The principle of mutual recognition in the EU internal market and the EU criminal justice area - A study into the viability of a cross policy approach". Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht toegekend door de Universiteit Antwerpen. De promotor levert de Universiteit Antwerpen de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd door de universiteit. Organisaties: • Overheid en Recht
Onderzoekers: • Christine Janssens
Identificatie van genen betrokken in het metabolisme van de Quinoa plant (chenopodium quinoa) Universiteit Gent Abstract: In dit project zullen we een 'gene discovery' progamma starten, gebaseerd op transcriptoom- en metaboloomprofilingeren in Quinoa (chenopodium quinoa), een Ecuadoriaanse plant die verschillende bioavtieve triterpeen saponines produceert. Het gegenereerde genplatform zal dienen 1) als bron voor het verzekeren van een duurzaame productie van natuurlijke triterpeen saponines produceert. Het gegenereerde productie van natuurlijke triterpeen saponines en 2) om de productie van nieuwe triterpenen met superieure bioactiviteiten te bewerkstellingen via combinatoriële biosynthese. Organisaties: • Vakgroep Plantenbiotechnologie en Genetica
Onderzoekers: • Dieter Deforce • Alain Goossens
Eerste gezamenlijk congres van het Belgisch, Koninklijk Spaans en Luxemburgs Wiskundig Genootschap Luik 06/06/2012 - 08/06/2012
Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het KWG verenigt in ons land al degenen die beroepsmatig of uit persoonlijke belangstelling geinteresseerd zijn in wiskunde. Het KWG stelt zich ten doel als nationale beroepsorganisatie de samenhang en communicatie binnen de wiskundige gemeenschap te versterken; zich in te spannen voor de versterking en verbetering van het imago van wiskunde en haar beoefenaars, zowel bij het publiek in het algemeen als bij scholieren en studenten in het bijzonder; de wiskundige gemeenschap zowel binnen als buiten onze grenzen te vertegenwoordigen, bijvoorbeeld in de Betafederatie, de European Mathematical Society en de International Mathematical Union. Organisaties: • Wiskunde-TW
Onderzoekers: • STEFAAN CAENEPEEL
RECAP: Reservoir Computing voor Auditieve Patroonherkenning. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van dit project is om fundamenteel onderzoek te doen naar de mogelijkheden en problemen rond de toepassing van RC op moeilijke auditieve patroonherkenningstoepassingen, zoals het herkennen van spatiale omgevingen via meerkanaals actieve of passieve sonarsignalen en continue spraakherkenning met achtergrondruis. Organisaties: • Engineering Management
Onderzoekers: • Herbert Peremans
Arbeidsongeschiktheid en vervroegde uittrede in Vlaanderen. Universiteit Antwerpen Abstract: Het onderzoek wil nagaan op welke manier arbeidsongeschiktheid past binnen de vervroegde uittredestelsels in Vlaanderen en hoe deze situatie zich verhoudt ten opzichte van andere welvaartsregimes. We gaan in het onderzoek op zoek naar substitutie-effecten tussen stelsels van vervroegde uittrede en willen verklaringen bieden voor vervroegde uittrede mechanismen in Vlaanderen. We zullen hiervoor factoren als gezondheid, demografische evolutie en werkgeverskenmerken analyseren. Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Bea Cantillon
Optimaal schatten en verwerken van diffusie kurtosis parameters met het oog op klinische toepasbaarheid. Universiteit Antwerpen Abstract: Diffusiegewogen magnetische resonantie beeldvorming (DW-MRI) laat toe de mate van diffusie van watermoleculen in levend weefsel te bepalen. Diffusietensor beeldvorming (DTI) maakt gebruik van een Gaussiaans model om deze diffusie voor te stellen en is een veelgebruikte techniek in huidig onderzoek naar de witte hersenmaterie. Ondanks het feit dat het DTI-model tot op heden de meest toegepaste techniek binnen dit domein is en al vaak succesvol leidde tot nieuwe inzichten rondom neurologische aandoeningen, heeft het enkele fundamentele tekortkomingen waardoor nieuw technieken zich opdringen. DTI bezit bijvoorbeeld beperkte mogelijkheden om meervoudige vezelorientaties in een voxel te beschrijven, grotendeels te wijten aan de aanname van het Gaussiaanse diffusiemodel. Diffusie kurtosis beeldvorming (DKI) laat toe om diffusie niet-Gaussiaans te beschrijven [23]. Echter: (1) het bijhorende beeldvormingsproces vereist verhoogde b-waarden waardoor de SNR verlaagt. Het verschil tussen de werkelijk aanwezige Riceverdeelde ruis en normaalverdeelde ruis zal hierdoor beduidend groot worden waardoor kleinste kwadraten benaderingen onjuistheden introduceren bij het schatten van de DKI-parameters. Om de klinische en biologische meerwaarde van deze nieuwe methode tegenover DTI aan te tonen is er nood aan een set parameters die gebruikt kan worden tijdens kwantitatieve analyses. DTI wordt meestal beschreven aan de hand van twee invarianten (gemiddelde diffusie en anitrope diffusie) , maar: (2) DTI levert niet de geschikte parameters om eenduidig de invloed van myelineafbraak of axonaal verlies op het diffusieproces te kwantificeren. (3) Doordat DKI tot op heden voornamelijk theoretisch werd bestudeerd, bestaan er geen atlassen van de bijhorende parameters die kwantitatieve analyses en daaropvolgende klinische studies mogelijk maken. De hogere orde van de diffusie kurtosis tensor (DKT) in vergelijking met de DT, impliceert het bestaan van extra parameters die meerwaarde bieden bij klinisch onderzoek. Een recente theoretische studie maakt de mathematische afleiding van deze (in)variante parameters mogelijk. Het onderzoek zal volgende stappen inhouden: Doelstelling 1: bepalen van de optimale beeldvormingsparameters (o.a. gradientsterkte en - richtingen) waarbij optimaal rekening gehouden wordt met de Rice verdeling van de opgenomen diffusiegewogen data. Het doel hierbij is de juistheid en de precisie van de geschatte DKI parameters te optimaliseren. Om klinische toepasbaarheid na te streven, zal de scantijd en de praktische haalbaarheid van de beeldvormingsinstellingen steeds in acht genomen worden. Doelstelling 2: onderzoek naar de meerwaarde van kurtosis-parameters t.o.v. de huidige DTI-metingen voor de detectie van pathofysiologische verschijnselen zoals myelineafbraak, axonaal verlies, . . . . Deze vormen van weefselafbraak zullen worden gesimuleerd in muizen, waarna een vergelijk van DKT-parameters en histologie mogelijk wordt. De myelineafbraak zal gesimuleerd worden door het toedienen van zeer kleine hoeveelheden cuprizone, een stof die zorgt dat de oligodendrocyten afsterven. Een direct gevolg is het verlies van myeline rondom de zenuwvezels. Doelstelling 3: opstellen van een kurtosis-atlas op basis van de relevante kwantitatieve parameters die in doelstelling twee gevonden werden. Hierbij zal er onderzocht worden hoe de bestaande registratietechnieken voor meervoudige beelden aangepast dienen te worden voor een optimale DKT beeldregistratie en atlasvorming. Doelstelling 4: de kurtosis-atlas zal gebruikt worden om de klinische meerwaarde van DKI te beoordelen voor een voxel gebaseerd onderzoek rond Multiple Sclerose. (4) Theoretisch vormt DKI reeds een techniek die de tekortkomingen van DTI omzeilt binnen realistische scantijden. In de praktijk werden tot op heden slechts enkele klinische studies uitgevoerd. De finale meerwaarde en toepasbaarheid van DKI in klinisch onderzoek is hierdoor nog niet bekend. Organisaties: • Visielab
Onderzoekers:
• Jan Sijbers • Jelle Veraart
Het Lerende familiebedrijf - Deel II Universiteit Hasselt Abstract: Het project " Het Lerende familiebedrijf" heeft aangetoond dat 'organisationeel leren' een noodzakelijke voorwaarde is om continu te verbeteren en vernieuwen. Investeren in continue innovatie is voor familiebedrijven essentieel om competitief voordeel te houden. Hun succes is, zoals in elk ander bedrijf, sterk afhankelijk van hoe goed men is in zowel product-, process- als organisatie-innovatie. Organisationeel leren blijkt dan vooral vervat te zitten in het weefsel van gesprekken en relaties die de leden van het familiebedrijf opbouwen met elkaar en de buitenwereld (klanten, leveranciers, andere stakeholders). De kwaliteit van deze gesprekken en relaties bepaalt in grote mate de effectiviteit en het lerend vermogen van het familiebedrijf. Echter, goed zijn in continue vernieuwing - en hiervoor het lerend vermogen ontwikkeld hebben - wil niet zeggen dat het familiebedrijf ook de capaciteit heeft om zich flexibel aan te passen aan onvoorspelbare combinaties van radicaal veranderende markten, technologieën en andere elementen, bijvoorbeeld naar aanleiding van de crisis of de trend naar duurzaamheid. Sommige familiebedrijven passen zich flexibel aan en komen met geheel nieuwe product-markt combinaties, geheel nieuwe producten/diensten en maken geheel nieuwe koppelingen met spelers uit de omgeving. Hierdoor verwerven zij competitief voordeel. Anderen slagen hier niet in en ondervinden dat de organisatiewijsheid die ze opgebouwd hebben om continu te verbeteren onder meer stabiele condities zelfs barrières worden om op een effectieve wijze radicale veranderingen te managen. Gezien bovenstaande problematiek, wil dit onderzoek een antwoord bieden op de volgende vraag: " Wat maakt dat familiebedrijven zich flexibel kunnen aanpassen aan onvoorspelbare combinaties van radicaal veranderende markten, technologieën en andere elementen (bijv. naar aanleiding van de crisis, de trend naar duurzaamheid) door te komen met geheel nieuwe product-markt combinaties, geheel nieuwe producten/diensten,...? Organisaties: • Governance • Kenniscentrum voor Ondernemerschap en Innovatie
Onderzoekers: • Wim VOORDECKERS • Frank LAMBRECHTS • Jolien HUYBRECHTS
Ontwikkeling van interatomaire potentialen voor ternaire Fe-gebaseerde legeringen toepasbaar in de studie van stralingseffecten, op basis van dichtheidsfunctionaaltheorie en consistent met het thermodynamisch gedrag. Universiteit Gent Abstract: Modellering op atomaire schaal van Fe-gebaseerde ternaire legeringen met technologsich belang, zoals FeCrNi, FeCuC, FeNiMn, FeCrW en FeCrMo. Een dicheidsfunctionaaltheorie studie van de interactie tussen puntdefecten en opgeloste atomen, uitgebreid tot thermodynamische eigenschappen, en gevolgd door de afleiding van interatomaire potentialen consistent met zowel DFT energetische data en fasestabiliteitsindicaties, als met experimentele fasediagram gegevens. Organisaties: • Vakgroep Fysica en Sterrenkunde
Onderzoekers: • Dimitri Van Neck
Persoonlijkheidsontwikkeling van de kindertijd tot de jongvolwassenheid: genen versus omgeving Universiteit Gent Abstract: De huidige studie beoogt om de Five Factor Theory en de Social Investment Theory als verklaringsmodellen van normatieve persoonlijkheidsontwikkeling te onderzoeken, gebruik makend van longitudinale (over 14 jaar) tweelingdata. Meer specifiek zal onderzocht worden hoeveel van de variantie in persoonlijkheidsontwikkeling toe te schrijven is aan genen versus omgeving. Organisaties: • Vakgroep Ontwikkelings-, persoonlijkheids- en sociale psychologie
Onderzoekers: • Filip De Fruyt • Marleen De Bolle
Monografie "De lokroep van de dynastie. Het Habsburgse hof van Brussel onder de aartshertogen Albrecht en Isabella, 1598-1621". Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht toegekend door de Universiteit Antwerpen. De promotor levert de Universiteit Antwerpen de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd door de universiteit. Organisaties: • Power in History - Centrum voor Politieke Geschiedenis
Onderzoekers: • Dries Raeymaekers
Overleving van allogene beta cel enten bij type 1 diabetes patiënten onder tijdelijke immuunsuppressie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Objectieven van verder onderzoek 1. Klinisch relevante verbetering van de metabole controle over meerdere jaren zodat de ontwikkeling van chronische letsels bij non-uremische patiënten wordt afgeremd; 2. Deze doelstelling realiseren met een afweeronderdrukkende behandeling met laag risico op nevenwerkingen. Specifieke doelstellingen in deze projectaanvraag Deel 1: Verder zetten van een prospectief protocol waarin de 5 jaar posttransplant (PT) functie wordt gevolgd bij patiënten die twee keer een intraportale beta cel transplantatie hebben gekregen van minsten 2 miljoen betacellen per kg. Dit protocol werd goedgekeurd door het ethisch comité van de participerende universiteiten en ging van start begin 2006. Het heeft volgende specifieke doelstellingen: 1. Gedurende 5 jaar posttransplantatie de beta cel secretoire capaciteit en insuline gevoeligheid opvolgen en deze parameters vergelijken met deze in gezonde vrijwilligers van een zelfde leeftijd. 2. Boven vermelde parameters correleren met de graad van metabole controle, het voorkomen van (ernstige) hypoglycemie en de progressie van chronische complicaties. 3. De invloed nagaan van progressieve afbouw van tacrolimus tijdens het 3de, 4de en 5de jaar posttransplantatie op de beta cel secretoire capaciteit van de ent, de insuline gevoeligheid, de metabole controle, het voorkomen van (ernstige) hypoglycemie en op veiligheidsparameters. 4. Onderzoeken of veranderingen in de beta cel secretoire capaciteit en/of de tacrolimus spiegels gecorreleerd zijn met veranderingen in eilandjes cel antilichaam titers, lymfocyt subsets en in vitro T-cel reactiviteit tegen auto- en alloantigenen. Deel 2 Vergelijkende studie van de lever en het omentum als implantatie site. Er zijn verschillende redenen om bij de mens een andere implantatie site dan de lever uit te testen: bij knaagdieren met diabetes daalt de lange-termijn functie van intraportale eilandjesisograften (11,12), in de postinjectieperiode wordt een onmiddelijke stollingsreactie op gang gebracht (13) , minstens in de eerste weken zijn de eilandjesenten blootgesteld aan hoge portale spiegels van immunosuppressiva (14). De keuze van het
omentum steunt op de mogelijkheid om de implant via laparoscopie op één plaats in te brengen en validatie studies bij ratten. Hetzelfde klinisch protocol zal worden gevolgd voor beide sites, inclusief het gebruik van dezelfde gestandaardiseerde beta cel enten (zie verder). Een interim analyse op jaar 1 wordt uitgevoerd bij 5 patiënten zowel qua entfunctie als qua veiligheid. Indien patiënten na een omentum transplant C-peptide negatief worden binnen de 2 maanden, zal een 2de ent worden geinfundeerd in de lever teneinde hen kansen te geven om een ent functie te verwerven. Dit protocol heeft de volgende specifieke doelstellingen: 1. Op reproduceerbare wijze via laparoscopie een beta cel ent in het omentum inplanten. 2. De patiënten gedurende 12 maanden volgen in termen van beta cel secretoire capaciteit, metabole controle, insuline behoeften, nevenwerkingen en deze gegevens vergelijken met deze van patiënten die een intraportale implantatie krijgen en met deze in gezonde vrijwilligers van een zelfde leeftijd. Organisaties: • Pathologische Biochemie en Fysiologie
Onderzoekers: • BART KEYMEULEN
Regulatie van de moleculaire en functionele heterogeniteit van tumor-geassocieerde macrofaag (TAM) populaties in borst- en longcarcinoommodellen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Tumoren dienen beschouwd te worden als orgaanachtige structuren, waarin een complexe bidirectionele interactie bestaat tussen getransformeerde en niet-getransformeerde (stromale) cellen. In deze context werd vastgesteld dat vooral cellen van het mononucleair fagocyt systeem (monocyten en macrofagen) bijdragen tot verschillende aspecten van tumorbiologie. De relevantie van tumor-geassocieerde macrofagen (TAM) voor het verloop van tumorgroei wordt bevestigd door klinische studies, die een duidelijke correlatie aantonen tussen een sterke intratumorale aanwezigheid van TAM en een slechte prognose. Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • PATRICK DE BAETSELIER
Structuur en werkingsmechanismen van lectine-achtige bacteriocinen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: 3. Objectieven LlpA vormt het prototype van een nieuwe familie van proteïnen met antibacteriële activiteit. Dit projectvoorstel beoogt een inzicht te verwerven in het nog ongekende en wellicht nieuwe werkingsmechanisme van deze bacteriocinen. Het ophelderen van dit mechanisme kan leiden tot de identificatie van een nieuw doelwit voor het bestrijden van pathogene bacteriën. De hierbij verworven kennis zal ook bruikbaar zijn voor het ophelderen van de functie van de MMBL-achtige modules in de diverse 'hypothetische proteïnen' die gecodeerd worden in de genomen van fylogenetisch zeer verschillende bacteriën, als eerste stap in het identificeren van de fysiologische rol van deze proteïnen in de respectieve bacteriën. Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • REMY LORIS
Identificatie van functionele moleculaire pathways in de micro-omgeving van pulmonale neuro-epitheliale lichaampjes: een verkennende genexpressieanalyse Universiteit Antwerpen Abstract: Een 'whole mouse genome microarray' analyse zal uitgevoerd worden om de genexpressiepatronen te vergelijken tussen pulmonale neuroepitheliale lichaampjes (NEBs) en controle luchtwegepitheel. Zo kunnen ionenkanalen, moleculaire receptoren en signaaltransductiepathways gekarakteriseerd worden die de NEB micro-omgeving uniek maken. De 'unbiased' aanpak moet beter gericht functioneel onderzoek toelaten van deze complexe sensorische luchtwegreceptoren. Organisaties: • Laboratorium voor celbiologie en histologie
Onderzoekers: • Inge Brouns
Verhogen van de efficientie en schaalbaarheid van ijle lineaire algebra codes op multicore en gedistribueerd geheugen architecturen Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van het project is de ontwikkeling van efficiente numerieke technieken voor de oplossing van PDEs met behulp van stencil berekeningen en methoden voor ijle lineaire algebra. Belangrijk is een goed gebruik van de geheugen hierarchie aanwezig op moderne veel-kern processoren. We zullen ook streven naar goede schaalbaarheid van Krylov methoden (CG en GMRES) op zeer grote clusters met gedistribueerd geheugen. Organisaties: • Toegepaste wiskunde en numerieke analyse
Onderzoekers: • Pieter Ghysels
Opbouw van een hoog-resolutie middenoormodel voor optimalisatie van implanteerbare middenoorimplantaten en middenoormicrofoons (Type 3). Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van dit project is het realiseren van een hoog realistisch functioneel computermodel van het menselijk middenoor gekoppeld aan een functioneel model van middenooractnatoren, met als testcase de DACS-actuator en de implanteerbare middenoonnicrofoon. Dit model zal gebruikt worden om de overdracht van akoestische energie tussen de actuator en het binnenoor te maximaliseren in verschillende chirurgisch haalbare plaatsingen van de actnator. Organisaties: • Biofysica en Biomedische Fysica
Onderzoekers: • Joris Dirckx • Johan Aerts
Opheldering van het genetisch defect in sporadische melorheostosis en onderzoek naar de specifieke functie van LEMD3 in bothomeostase
Universiteit Gent Abstract: In dit project zal getracht worden om het genetische defect voor sporadische vomren van melorheostosis op te helderen. Tevens beogen we meer inzichten te verwerven in de preciese rol van LEMD3 in TGFbeta/BMP signalisatie en regulatie van botdensiteit. Dit onderzoek zal gebeuren met behulp van yeast two hybrid experimenten, ChIP-seq, een transgeen muismodel en whole-exome sequenering. Organisaties: • Vakgroep Pediatrie en genetica
Onderzoekers: • Geert Morthier • Jan Hellemans
Genetische analyse van de rol van sFRP1 en 4 in de bothomeostase. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds IWT. UA levert aan IWT de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Medische genetica van obesitas en skeletaandoeningen (MGENOS)
Onderzoekers: • Wim Van Hul • Eveline Boudin
Biodiversiteit en fylogenie van de Typhloplanidae Graff, 1905 (Rhabdocoela: Dalytyphloplanida) Universiteit Hasselt Abstract: Met ongeveer 300 gekende soorten vormen de Typhloplanidae één van de soortenrijkste families binnen de vrijlevende platwormen. Het is echter niet de grote hoeveelheid aan soorten die deze groep zo interessant maakt, maar wel het feit dat zij een grote verscheidenheid vertoont voor wat betreft de morfologie en de ecologie van de verschillende soorten. De meeste soorten komen uitsluitend in het zoetwater voor, terwijl andere enkel in het mariene milieu worden teruggevonden. Interessanter is echter dat er heel wat soorten zijn die zich aangepast hebben aan een leven in semi-terrestrische habitats, wat zeer uitzonderlijk is voor vrijlevende platwormen. Verschillende soorten hebben ook een permanent samenlevingsverband opgebouwd met ééncellige groenwieren, die intern in het lichaam van het dier leven (endosymbiose). Tenslotte komt de groep over de hele wereld verspreid voor, wat vragen oproept omtrent het ontstaan van deze wereldwijde verspreiding, vermits de dieren niet in staat zijn om zich over verre afstand te verplaatsen. Meerdere groepen binnen de Typhloplanidae staan ook bekend om het feit dat soorten op basis van morfologische kenmerken haast onmogelijk te onderscheiden zijn. Dit hindert in grote mate een grondige studie van deze interessante dieren, zowel voor wat betreft ecologie als biodiversiteit. Een grondige moleculair gebaseerde studie dringt zich op. Een laatste interessant punt is dat verschillende soorten blijkbaar een zeer grote verspreiding kennen, en op verscheidene continenten worden teruggevonden. Vermoedelijk handelt het hier niet om één soort, maar om meerdere, morfologische niet te onderscheiden soorten (zogenaamde cryptische biodiversiteit), wat de groep bijzonder interessant maakt voor de evaluatie van DNA-barcoding, een hot-topic binnen het moderne biodiversiteitsonderzoek. In dit project worden drie doelstellingen nagestreefd: 1. Door middel van fylogenetische analyses het evolutief ontstaan nagaan van de wereldwijde verspreiding, de verschillende habitatkeuzes en het ontstaan van de endosymbiose met groenwieren binnen de Typhloplanidae. 2. Een kader opstellen, gebaseerd op moleculaire merkers en morfologie, om soorten binnen problematische groepen te herkennen. 3. Door middel van de studie van een aantal kosmopoliete soorten nagaan of er inderdaad sprake is van cryptische biodiversiteit, en een evaluatie maken van de bruikbaarheid van DNA-barcoding bij platwormen. Om tot bevredigende resultaten te komen zullen de analyses gebeuren op een zo groot mogelijk aantal soorten, die op verschillende plaatsen dienen verzameld te worden. Dit zal ongetwijfeld leiden tot de ontdekking van heel wat nieuwe soorten, die in meerdere publicaties beschreven zullen worden. De analyses zullen bovendien gebeuren in een gecombineerd morfologisch-moleculaire benadering, waarbij meerdere genen gebruikt zullen worden. Het moleculair fylogenetisch onderzoek, gekoppeld aan een ecologische vraagstelling zoals boven weergegeven, en het DNA-barcoding luik, zijn momenteel hot-topics in het modern fylogenetisch onderzoek, en kunnen ongetwijfeld leiden tot meerdere publicaties in toptijdschriften. Een kwantitatief zowel als kwalitatief hoogstaande output is dan ook verzekerd. Organisaties: • Dierkunde: Biodiversiteit en Toxicologie • Centrum voor Milieukunde
Onderzoekers: • Tom ARTOIS
ACCESS: Hulp bij Clean Coal en milieubewuste opslagoplossingen Universiteit Hasselt Abstract: De algemene doelstelling van de actie is om capaciteit op te bouwen voor de ontwikkeling van Clean Coal technologie (CCT) en de identificatie van Carbon Capture and Storage (CCS) potentieel in Kazachstan. Deze nieuwe technologieën kunnen de efficiëntie van de verbranding van kolen verbeteren en kunnen de milieu-impact van de steenkoolindustrie verminderen. Daarnaast zal men zich vooral richten op de capaciteitsopbouw van de economische, sociale en ecologische aspecten van CCT en CCS. Aangezien Kazachstan's belangrijkste brandstof voor de productie van energie zijn eigen steenkool is, heeft de verbranding van steenkool een negatieve invloed op het milieu en de gezondheid van de lokale bevolking. Organisaties: • Milieueconomie • Materiaalfysica • Instituut voor Materiaalonderzoek
Onderzoekers: • Milos NESLADEK • Steven VAN PASSEL
Reflectieve Ondersteuning voor herconfiguratie van Context-afhankelijke Softwareaanpassingen(RECOCO). Vrije Universiteit Brussel Abstract: Doelstelling Het ondersteunen van dynamische aanpasbaarheid van software in specifieke uitvoeringscontexten (b.v. in specifieke uitvoeringssporen, sessies of collaboraties tussen meerdere objecten) wordt steeds belangrijker voor hedendaagse gedistribueerde toepassingen. Context-georiënteerd programmeren (COP) [12] biedt taalconstructies voor het uitvoeren van dergelijke context-afhankelijke aanpassingen. Het is echter belangrijk dat tijdens deze context-afhankelijke aanpassingen de globale toestandsconsistentie [6] van het softwaresysteem ten alle tijde bewaard wordt. Alhoewel, context-afhankelijke aanpassingen inherent atomisch zijn wat betreft toevoegingen van programmacode[5], bestaat er geen automatisch mechanisme om de toestand van softwareprogramma's consistent te houden. Bijgevolg, moet de softwareontwikkelaar, zonder enige methode of richtlijn, hiervoor complexe applicatie-specifieke logica aan de programma's toevoegen. Dit project heeft twee aan elkaar
verbonden doelstellingen: (i) de beschrijving van de fundamenten van COP zodat men systematisch kan redeneren over de consistentie van een een gedistribueerd systeem tijdens contextafhankelijke aanpassingen, en (ii) op basis van dit fundament, de creatie van een reflectieve architectuur voor COP talen zodat consistentieconflicten op een gemakkelijke wijze opgelost kunnen worden door de softwareontwikkelaar. Organisaties: • Software Language Lab • Informatica en Toegepaste Informatica
Onderzoekers: • YVES VANDRIESSCHE • PASCAL COSTANZA • THEO D'HONDT
Identificatie van herapeutisch relevante orgaan-specifieke doelwitgenen van de Wnt signaalweg. Universiteit Gent Abstract: Een microarry screen voor primaire doelwitgenen van de Wnt/b-caterine signaalweg werd uitgevoerd in verschillende organen van het modelorganisme Xenopuw. Verschillende potentiële doelwitgenen die werden geïdentificeerd zullen functioneel worden geanalyseerd. We zullen ons focussen op genen die mogelijks betrokken zijn bij het ontstaan van darmkanker in de mens. Hierbij zal ook gebruik gemaakt worden van tumormodellen in de muis. Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Kris Vleminckx
Museumcommunicatie in de 21ste eeuw Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit onderzoeksproject heeft twee (interagerende) objectieven: het bestuderen van de relatie van het Estse Nationale Museum (ENM) met haar publieken, en de mogelijkheidsvoorwaarden van het ontwikkelen van ENM communicatie en publieksparticipatie door een reeks van online en offline interventies. Elk van deze twee objectieven zal gefocust worden op drie domeinen: het publieke debat over het ENM, het bouwproces van het nieuwe ENM en de museuminhoud. Om het tweede objectief te realiseren zullen ook 3 reeksen van interventies georganiseerd worden: een online discussie omgeving om het publieke debat te stimuleren; De organisatie van virtuele en face-to-face rondetafelgesprekken; De constructie van een virtuele museumruimte en een fysieke ruimte om publieksparticipatie te doen toenemen. Organisaties: • Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • Nico CARPENTIER
Werkzaamheid van CRTh2 antagonisten in Huisstofmijt geïnduceerde luchtwegontsteking muismodellen. Universiteit Gent Abstract: CRTH2 is een prioritair project met een positief effect in Fase IIa studies. Tot nu toe zijn in-house modellen van allergische luchtwegontsteking niet nuttig geweest voor het creeëren van inzicht in de biologische mechanismen van werkzame CRTh2 antagonisten. Prof Dr Bart Lambrect et al. heeft nieuwe modellen van allergische luchtwegontsteking die relevanter zijn voor humane astma waarbij dus CRTh2 antagonisten effectiever worden vergeleken met huidige interne (Astra Zeneca) ontwikkelde modellen. Deze samenwerking is er op gericht een hiaat in onze kennis te vullen met betrekking tot de mechanismen waarbij CRTh2 antagonisten bij astma doeltreffend zou kunnen zijn door het gebruik van nieuwe, meer relevante modellen van allergische luchtwegontsteking. Organisaties: • Vakgroep Inwendige ziekten
Onderzoekers: • Bart Lambrecht
Hormonale interacties tijdens de ontwikkeling van de apicale haak, hypocotylgroei en gravitropie van Arabidopsis zaailingen Universiteit Gent Abstract: In dit project wordt de relatie bestudeerd tussen de ethyleen, brassinosteroïde en auxine pathways in donker gegroeide Arabidopsis zaailingen. Een kinematische fenotypische analyse van de ontwikkeling van mutanten in elk van de 3 pathways zal uitgevoerd worden, in aan- en afwezigheid van inhibitoren van de andere pathways. Op die manier zal de interactie tussen deze 3 sigalisatieroutes onderzocht worden. Organisaties: • Vakgroep Fysiologie
Onderzoekers: • Dominique Van Der Straeten
Matrix metalloproteïnasen (MMP's) in inflammatoire ziektes: therapeutische en functionele studie. Universiteit Gent Abstract: Gebruik makend van knockout muizen wordt de rol van verschillende MMPs in meerdere inflammatoire ziektemodellen onderzocht, en zorden deze MMPs geinhibeerd gebruik makend van kleine antilichamne, namelijk Nanobodies. Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Claude Libert • Roosmarijn Vandenbroucke
Het participatie opmaken van streekvisie 2030 Halle-Vilvoorde Universiteit Gent Abstract: - literatuurstudie van gemeentelijke meerjarennota?s en interviews met sleutelpersonen uit de streek leidt tot ontwerp toekomstvisie voor 5 leefbare en duurzame regio?s in arrondissement Halle-Vilvoorde - begeleiden van bespreking van ontwerp toekomstvisie tot systematische participatie van lokale besturen en dito middenveld - compilatie van een toekomstvisie op het niveau van de streek Halle-Vilvoorde én begeleiding van de bespreking ervan Organisaties: • Vakgroep Politieke wetenschappen
Onderzoekers: • Herwig Reynaert
Studie van de ARF/MDM2/p53 signalisatieweg in kankercellen door middel van miRNA analyse en RNA interferentie screening Universiteit Gent Abstract: Het project bevat 3 onderzoeksluiken: 1) studie van microRNA 34b/c als mediatoren van de p53 response en identificatie van microRNAs in het proces van nutlin-3 geïnduceerde differentiatie en scenescentie 2) identificatie van oncogen-verslaving, synergistische lethaliteit met nutlin-3, p53 signaalweg inhibitoren en synthetische lethaliteit met p53 deficiëntie via siRNA screening, en 3) functionele analyse van p53 modulatoren. Organisaties: • Vakgroep Pediatrie en genetica
Onderzoekers: • Jo Vandesompele
Redeneren met Incomplete RDF Databases in het Semantic Web Universiteit Antwerpen Abstract: Met dit project beogen we het probleem van het voorstellen van en redeneren met incomplete informatie voor RDF voor de semantic web vision aan te pakken. Het betreft een onverkende maar belangrijke vraagstuk voor zowel het onderzoek naar databases als naar het onderzoek van het semantic web. We beogen ons onderzoeksprogramma op te splitsen in drie autonome maar met elkaar gerelateerde modules met elk hun eigen uitkomsten. Ten eerste bestuderen we de semantiek van onvolledige RDF databases; ten tweede bestuderen we het probleem van query answering en de complexiteit hiervan en ten derde leggen we efficiënte mechanismen en methodes voor voor het verkrijgen van antwoorden van onvolledige RDF documenten. We menen dat we door het behandelen van deze kwesties een belangrijke/ substantiële bijdrage kunnen leveren aan de uitvoering van Tim Berners-Lee's semantic web vision. De verzochte fondsen zullen voornamelijk aangewend worden voor het bezoeken van gerenommeerde onderzoekscentra en/of het uitnodigen van gerennomeerde professoren met het oog op samenwerking. Ten slotte zullen de fondsen toegekend door het BOF 'Klein Project' het de promotor mogelijk maken om de internationale aantrekkingskracht en visibiliteit van de Universiteit Antwerpen, en van de ADREM-groep in het bijzonder, te versterken. Organisaties: • Ontwikkeling database systemen (ADReM)
Onderzoekers: • Álvaro Cortés Calabuig
Bestrijding van Campylobacter jejuni kolonizatie en uitscheiding bij vleeskippen door middel van organische zuren en antibacteriële componenten geproduceerd door melkzuurbacteriën. Universiteit Gent Abstract: Met Campylobacter jejuni besmet pluimveevlees is de belangrijkste bron van campylobacteriose bij de mens. Tijdens dit project zal getracht worden de kolonizatiegraad en uitscheiding bij pluimvee tijdens de primaire productie te reduceren door in te grijpen op het kolonizatiemechanisme van de kiem via organische zuren en antibacteriële componenten geproduceerd door melkzuurbacteriën. Organisaties: • Vakgroep Pathologie, bacteriologie en pluimveeziekten
Onderzoekers: • Frank Pasmans
Addendum PISA - werkingsjaar 2012 Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Onderwijskunde
Onderzoekers: • Martin Valcke
Onderzoek naar de mechanica en hydrodynamica van de aquatische voedselopname. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoeksproject spitst zich toe op de biomechanica van het voedingsapparaat bij vissen. De grote diversiteit in morfologie van het craniaal systeem in deze diergroep is bijzonder intrigerend. De meest algemene strategie van vissen om prooien te grijpen is door een zuigstroom op te wekken. Dit doen ze door het volume van hun mondholte zeer snel te expanderen, waardoor ze water en de prooi naar de mond toe zuigen. Hoewel veel vissoorten deze prooivangststrategie delen, heeft de evolutie ervoor gezorgd dat er een enorme variatie bestaat in grootte, vorm en mechanische eigenschappen van de individuele elementen van de complexe kop van zuigvoedende vissen. Het overkoepelende doel van dit onderzoeksproject is te begrijpen waarom we zulke grote morfologische diversiteit vinden in het voedingsapparaat van zuigvoeders, ondanks dat ze allen onderworpen zijn aan dezelfde fysische wetten. Organisaties: • Functionele morfologie
Onderzoekers: • Sam Van Wassenbergh
Studie van het aandeel van pulmonale neuro-epitheliale lichaampjes in vagale reflexactiviteiten uitgaande van stimuli in de luchtwegen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds IWT. UA levert aan IWT de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Laboratorium voor celbiologie en histologie
Onderzoekers: • Dirk Adriaensen • Robrecht Lembrechts
Assistentie ikv ov 'CYTOKINES LICENCE Agreement'. (zie project WDV33) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Medicijnen - Farmacie Organisaties: • Fysiologie
Onderzoekers: • KRISTIAAN THIELEMANS
Gecombineerde toediening van anti-inflammatoire interleukines en neurale stamcellen ter bevordering van het functioneel herstel in een model van ruggenmergschade Universiteit Hasselt Abstract: Het algemene doel van dit project is de ontwikkeling van een nieuwe combinatietherapie voor ruggenmerg trauma (spinal cord injury SCI). Zo konden we recent aantonen dat een specifieke groep van immuuncellen (T helper cellen) regeneratie van beschadigde zenuwcellen bevordert en bovendien een herstel van functie induceert in proefdieren waarbij een ruggenmergletsel werd aangebracht. Verder werd aagetoond dat de deze T helper cellen hun gunstige invloed bewerkstelligen via de secretie van een specifieke factor, met name interleukine-4 (IL-4). Preliminaire bevindingen wijzen uit dat IL-4 applicatie via verschillende methodieken leidt tot neuroregeneratie en hierbij een andere immune factor (IL-10) belangrijk is. In dit project zullen beide immune factoren therapeutisch gebruikt worden en dit in combinatie met lokale toediening van stamcellen. De sterkte van deze therapeutische aanpak is dat de immune factoren regeneratie van zenuwvezels zullen promoten, terwijl de stamcellen bijkomende groeifactoren kunnen aanleveren en mogelijk ook differentiëren naar myelinemakende cellen ('oligodendrocyten'). Dit myeline is immers belangrijk voor de goede werking van nieuw gevormde neuronen. Organisaties: • Fysiologie • Immunologie - Biochemie • Morfologie • Biomedisch Onderzoeks Instituut
Onderzoekers: • Niels HELLINGS • Sven HENDRIX
Watertransport in planten: elke druppel telt Universiteit Gent Abstract: Het project beoogt een nauwkeurige(re) bepaling van de sapstroom in bomen en een beter begrip van het dynamisch watertransport. Wereldwijd worden sapstroommetingen gebruikt om het watergebruik van boomgedomineerde ecosystemen te schatten/valideren of om de ecosysteemrespons op klimaatsveranderingen (droogte, hittegolven, ?) beter te begrijpen. Nauwkeurige sapstroommetingen zijn bovendien ook van cruciaal belang voor een correcte bepaling van bijvoorbeeld de stamrespiratie (gerelateerd aan het interne CO2 transport in stammen) of om speciale fenomenen zoals hydraulische redistributie beter te begrijpen. In het voorliggend project staan twee belangrijke sapstroommethodes centraal: de Heat Ratio Method en de Heat Field Deformation methode. Organisaties: • Vakgroep Toegepaste ecologie en milieubiologie
Onderzoekers: • Kathy Steppe
Karakterisatie van nieuwe autoantilichaam-targets in reumatoïde artritis Universiteit Hasselt Abstract: Op het Biomedisch Onderzoeksinstituut van de Universiteit Hasselt voerden we onlangs een high-throughput autoantilichaam profilering aanpak uit om noodzakelijke nieuwe ziekte markers voor reumatoïde artritis (RA) te identificeren, wat resulteerde in de identificatie van 14 nieuwe auto-antilichaam markers voor RA. Het doel van dit project is om de kenmerken te bepalen van de meest interessante auto-antilichamen en hun doel antigenen om meer inzicht te geven in de biologische betekenis van deze auto-antilichamen in de onderliggende RA ziekteprocessen. Wij richten ons op de auto-antilichaam markers met de hoogste gevoeligheid bij RA en deze die voornamelijk voorkomen bij RA patiënten die serologisch negatief zijn voor de 2 diagnostisch toegepaste RA markers. Aangezien sommige van de auto-antilichaam targets mimotopen encoderen, wordt de identiteit en weefsel expressie van de overeenkomstige in vivo antigenen eerst bepaald door de toepassing van immunohistochemische en proteomics technieken. voor een van de auto-antilichaam targets UH-RA.21, wijzen bovendien de eerste experimenten op een ziekte-verergerend effect van passieve overdracht van antilichamen tegen UH-RA.21 in de collageen-geïnduceerde artritis (CIA). In dit project onderzoeken we verder de effecten van de RA auto-antilichamen in het CIA-inductie en exacerbatie. De opheldering van de rol van deze nieuwe autoantilichamen in RA is belangrijk om een beter inzicht te krijgen in de onderliggende etiologie van RA wat een instrumetn is voor de identificatie van nieuwe therapeutische targets. Organisaties: • Immunologie - Biochemie • Biomedisch Onderzoeks Instituut
Onderzoekers: • Veerle SOMERS
Synthese en optimalisering van op maat gemaakte, gedragen titania lagen voor de toepassing in foto-geactiveerde processen Universiteit Hasselt Abstract: In onderhavig project zal de invloed van de synthesecondities en depositietechnieken op de finale eigenschappen van dunne titania (TiO2)lagen worden nagegaan. Innovatieve methoden voor de vorming van poreuze poeders (UA, promotor P.Cool) zullen gecombineerd worden met recente expertise in verband met het vormen van dunnen lagen (Uhasselt, promotor M.K. Van Bael). Aandacht zal ook besteed worden aan post-synthetische methoden om de stabiliteit en de eigenschappen van de materialen verder te controleren. Er wordt uitgegaan van de wetenschappelijke kennis voorhanden voor de vorming van poeders en er wordt onderzocht of deze overdraagbaar is op de vorming van dunne lagen. Op deze manier wordt getracht om fundamentele kennis te verwerven over de parameters welke controle mogelijk maken over de structuur en eigenschappen van het afgezette titania. Dit is van groot belang voor fotogeïnduceerde toepassingen. Organisaties: • Anorganische en Fysische Chemie • Instituut voor Materiaalonderzoek
Onderzoekers: • Marlies VAN BAEL
Naar een Europese Samenleving: De ééngemaakte markt, binationale huwelijken en de vorming van een sociale groep binnen Europa Vrije Universiteit Brussel
Abstract: Het project zal de trends in het aandeel binationale huwelijken tussen burgers van verschillende lidstaten uit de Europese Unie sinds 1980 bestuderen. Bijzondere aandacht zal gaan naar de nationaliteiten van diegenen die een huwelijk aangaan. Het doel van de demografische analyses is om na te gaan in welke mate de ééngemaakte Europese markt bijgedragen heeft aan een toename in binationale huwelijken. Bovendien zal het ook proberen te bepalen in welke mate de veranderingen in het aandeel binationale huwelijken en de verdeling van deze huwelijken naar nationaliteit gedreven worden door marktprocessen (zoals een toegenomen intra-Europese migratie) en socio-culturele processen (zoals de affiniteit tussen burgers van specifieke nationaliteiten). Daarnaast zal het project ook bestuderen in welke mate het behoren tot een binationaal huwelijk verbonden is aan een verschillende orëntatie op Europese integratie, een verminderd gevoel van lidmaatschap in een nationale gemeenschap, een sterker gevoel van verbondenheid met Europa en verschillende levensstijlen en wereldvisies. Organisaties: • Interface Demografie • Sociaal Onderzoek
Onderzoekers: • SUZANA KOELET • Helga DE VALK • DIDIER WILLAERT
Het verrichten van ovalisatiemetingen op de boortunnel KW10 van de 'Liefkenshoekspoorverbinding' Universiteit Gent Abstract: Met behulp van hoge resolutie terrestrische laserscanning worden de vervormingen van boortunnels tijdens de constructie en nadien gemonitord. Deze monitoring bestaat in grote lijnen uit het aanbrengen van merktekens op de te meten tunnelsecties, het uitvoeren van de metingen zelf op de vastgestedle tijdstippen en het verwerken en rapporteren van de meetgegevens. Organisaties: • Vakgroep Geografie
Onderzoekers: • Alain De Wulf
Gecombineerde en interactieve effecten van klimaatverandering en chemische stress bij Daphnia magna. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de UGent. UA levert aan de UGent de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Veterinaire fysiologie en biochemie
Onderzoekers: • Dries Knapen
De kwalificatie van het forumbeding in internationaal en Europees recht. Universiteit Antwerpen Abstract: Op basis van Europese en internationale rechtsinstrumenten hebben de contractspartijen bij internationale contracten de mogelijkheid om in geval van geschil zelf de bevoegde rechtbank aan te wijzen. Geen van deze instrumenten kwalificeert echter het forumbeding dat op basis van zijn aard en doelstellingen procedureelof contractueel kan zijn. De vraag rijst dan ook wat het toepasselijke recht is om de geldigheid van deze clausule te bepalen en hoe we dit forumbeding zijn volle rechtskracht kunnen geven. Een uniforme benadering moet worden ontwikkeld: zoniet dreigen rechtsgeschillen in verschillende landen verschillend beoordeeld te worden met uiteenlopende resultaten, al naargelang de bevoegde rechtbank, tot gevolg. Dit werkt forum shopping in de hand. Organisaties: • Overheid en Recht
Onderzoekers: • Johan Meeusen
Classificatie van hyperspectrale beelden met behulp van mathematische morfologische profielen Universiteit Antwerpen Abstract: Een grondige studie naar het gebruik van mathematische morfologie voor de verwerking en analyse van multispectrale en hyperspectrale beelddata wordt uitgevoerd, rekening houdend met zowel het spectrale als spatiale aspect van de data. State-of-the-art technieken worden verbeterd en nieuwe methoden ontwikkeld. Als toepassing kijken we naar het gebruik van kleur en multidimensionale beeldverwerking in remote sensing, nl. de classificatie van hyperspectrale beelden met behulp van mathematische morfologische profielen voor vegetatiemapping en habitatmonitoring. Organisaties: • Visielab
Onderzoekers: • Valérie De Witte
Verbetering diensten en rechten inzake seksuele en reproductieve gezondheid van hoge risicogroepen in Tete, Mozambique Universiteit Gent Abstract: Het ICRH voert samen met zijn Mozambikaanse tegenhanger een 3-jarig project uit in Tete, Mozambique, dat als doelstelling heeft de toegang tot kwaliteitsvolle seksuele en reproductieve gezondheidszorg te verbeteren voor hoge risicogroepen, in het bijzonder vrouwelijke sekswerkers. De impact van het project wordt wetenschappelijk geëvalueerd via een vóór-na analyse aan de hand van zowel kwalitatieve als kwantitatieve onderzoeksmethodes. Organisaties: • Vakgroep Uro-gynaecologie
Onderzoekers: • Marleen Temmerman
Geïntegreerde Marketing Communicatie: Synergieën creêren door reclame in verschillende media Universiteit Antwerpen Abstract: Het project (een longitudinale studie van echte reclames in 4 landen) onderzoekt mogelijke synergieën tussen verschillende media om return te maximalizeren (gunstigere reacties tegenover reclame, activatie (informatie zoeken, website bezoeken, mond-tot-mond) en verkoop). We onderzoeken modererende effecten zoals socio-demografische profiel (leefdtijd, sociale klasse, ...), media gebruik en connectedness, koopgedrag en cross-culturele verschillen.
Organisaties: • Marketing
Onderzoekers: • Nathalie Dens
De interactie tussen planten-geassocieerde bacterieën en populier onder cadmiumstress: effecten van inoculatie met PGPB (plant growth promoting bacteria) op het proteoomniveau en op de biomassaproductie in functie van fytoextractie. Universiteit Hasselt Abstract: Fytoextractie, zijnde het gebruik van planten met inbegrip van plant-geassocieerde micro-organismen voor het verwijderen van schadelijke contaminanten uit bodems en water, wordt dikwijls naar voor geschoven als een kosteneffectief milieuvriendelijk alternatief voor de remidiatie van gronden verontreinigd met zware metalen en zou een belangrijke bijdrage kunnen leveren tot het aanpakken van de grootschalige verontreiniging van België.Kennis en begrip van de aangesproken metabole pathways,kan ons een beter beeld geven van de manier waarop plantgeassocieerde bacteriën, meer bepaalde groeistimulerende endofyten (PGPB: Plant Growth Promoting Bacteria), het fytoextractieproces kunnen verbeteren. De grote troef van dit project is dat het enkele belangrijke onderliggende mechanismen van fytoextractie zal ophelderen en zo de inzichten in het proces tracht te verruimen. Het hoofddoel van dit project is om na te gaan of populieren in staat zijn meer Cd op te nemen in de aanwezigheid van PGPB en welke metabole pathways/responsen hierbij een rol spelen. Hiervoor zal het proteoom van volgende condities met elkaar vergeleken te worden: onbehandelde populieren (controle), populieren gegroeid op subletale Cd concentraties, populieren gegroeid in de aanwezigheid van PGPB en populieren gegroeid op subletale Cd concentraties in aanwezigheid van PGPB. Tenslotte zal dit project ook oog hebben voor de fytoextractie efficiëntie van Populus trichocarpa x deltoides. Er zal worden nagegaan of bepaalde endofyten een verschil in extractie efficiëntie kunnen bewerkstelligen tijdens de Cd blootstelling. Organisaties: • Milieubiologie • Centrum voor Milieukunde
Onderzoekers: • Jaak VANGRONSVELD • Joke DUPAE
Exploratie "nieuwe carrière" modellen en coaching. Universiteit Antwerpen Abstract: De algemene achtergrond van dit project is het stijgend aantal overheden en organisaties in Europa die gekenmerkt worden door een beleid van flexibele, aanpasbare werkstructuren als antwoord op de steeds verder globaliserende en complexer wordende bedrijfswereld (Guest, 1987; Legge, 1995; Wilthagen, 1998). Het gevolg van deze veranderingen is echter dat er 'nieuwe loopbaan' modellen ontstaan die zich richten op niet-lineaire, discontinue loopbaanpaden, en dat er 'nieuwe' technieken worden ingezet, zoals coaching, om loopbanen uit te bouwen. Organisaties: • Management
Onderzoekers: • Jesse Segers
Theoretische en experimentele studie van membraanwerking in orthotrope betonplaten in het kader van robuustheidsanalyses van betonconstructies Universiteit Gent Abstract: Membraankrachten kunnen ervoor zorgen dat de draagkracht van betonplaten onderworpen aan extreme belastingen aanzienlijk toeneemt en dus de robuustheid van betonconstructies vergroot. Het onderzoek heeft tot doel trek-membraankrachten te bestuderen op basis van grootschalige proeven. Analytische en numerieke modellen worden ontwikkeld en geverifiëerd op basis van de experimentele resultaten. Op basis van deze resultaten worden ontwerprichtlijnen voorgesteld. Organisaties: • Vakgroep Bouwkundige constructies
Onderzoekers: • Luc Taerwe
Regulatie van plantengroei Universiteit Gent Abstract: Koolhydraten worden getransporteerd naar verschillende delen in de plant voor groei, maar weinig is bekend over de mechanismen die deze distributie bepalen. Niet-destructief 11C plantonderzoek resulteerde in een succesvol mechanistisch model "MTF". Maar de geobserveerde dynamiek werd verwaarloosd: wij zullen MTF gebruiken en implementeren in de software PhytoSim om deze onschatbare bron van informatie verder te ontginnen. Verder zullen we onderzoeken of het mogelijk is om in Gent faciliteiten op te zetten om 11C plantonderzoek uit te voeren, een nog te weinig gebruikte techniek van onschatbare waarde. Organisaties: • Vakgroep Toegepaste ecologie en milieubiologie
Onderzoekers: • Kathy Steppe
Diamant schaduw en schittering. Diamant een nieuwe betekenis geven met gebruik van nieuwe technologieën. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project is een cross-over tussen artistieke juweelcreatie aan de ene kant en materiaalkennis en -technologie aan de andere kant. Aangezien ons observatievermogen subjectief is, kan de manier van voorstellen heel verschillende gevoelens opwekken. Archetypen en ¿materialen in juwelen, zoals diamant en goud, worden in dit project anders bekeken, anders gemonteerd, en er wordt geëxperimenteerd met nieuwe technieken om kleurveranderingen en hechtingen te optimaliseren. Organisaties: • Elektronenmicroscopie voor materiaalonderzoek (EMAT)
Onderzoekers: • Gustaaf Van Tendeloo
Ontwikkelen en fundamentele evaluatie van hoge efficiëntie capillaire vloeistofchromatografie. Vrije Universiteit Brussel
Abstract: Hoge performantie vloeistof chromatografie (HPLC) is de meest verspreide scheidingstechniek. De techniek vindt toepassing in bijna elke in elke tak van de industrie en is van cruciaal belang voor chemisch, biologisch en farmaceutisch onderzoek. Het scheidend vermogen van HPLC is slechts een fractie van wat mogelijk is met GC zoals voorgesteld word in Figuur 1 voor een mengsel van polychloorbifenyl (PCB) componenten. Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • GERT DESMET
Visualisering van ervaringen: een artistiek onderzoek naar de perceptie van hedendaagse abstracte kunst. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project onderzoekt hoe de ervaring van de toeschouwer bij de presentatie van abstract werk kan beïnvloed worden door de (mentale) context te manipuleren. Het onderzoek gebeurt via experimenten in de vorm van tentoonstellingen, waarbij een spel met context vooropstaat. Artistiek gezien is dit een poging om sociale relevantie te geven aan abstract werk - en tegelijk een zoektocht naar de mate waarin abstract schilderijen eigenlijk daadwerkelijk 'autonoom' zijn. Toon Leën is schilder en video-kunstenaar en combineert beide media in dit project. Organisaties: • Onderzoekscentrum Visuele en Digitale Culturen (ViDi)
Onderzoekers: • Luc Pauwels
Multi-camera video analysis Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Toegepaste Ingenieurswetenschappen • Vakgroep Elektronica
Onderzoekers: • Peter Veelaert • Francis Deboeverie
Van "schwarz wie holz" tot "zwart als inkt": De Nederlandstalige varianten van "Sneeuwwitje" in het kader van de literatuurhistorische receptie van de sprookjes van Grimm. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project brengt de belangrijkste tendensen in de Nederlandstalige receptie van de Grimmsprookjes in kaart. Het vergelijkt de vertalingen, bewerkingen, geïllustreerde versies en parodieën van het sprookje "Sneeuwwitje" met de brontekst van Grimm en kadert de stilistische, structurele en inhoudelijke aanpassingen binnen de heersende en wisselende opvattingen rond het sprookje, fantasieliteratuur, de positie van de jeugdliteratuur, en de visies op vertalen. Organisaties: • Literatuur van de moderniteit
Onderzoekers: • Geert Lernout • Dirk Van Hulle
Een instrument om de onderwijsmotivatie van Vlaamse docenten hoger onderwijs in kaart te brengen: de ontwikkeling van een internationaal bruikbare en crosscultureel valide variant Universiteit Antwerpen Abstract: Motivatie van docenten in het hoger onderwijs is vooralsnog slechts beperkt onderzocht. Wel is er veel onderzoek gedaan naar motivatie van docenten in andere onderwijsvormen en naar motivatie van studenten. Omdat motivatie zeker ook in de context van de toenemende aandacht voor docentenprofessionalisering in het hoger onderwijs een belangrijke rol speelt, hebben we aan het ExpertiseCentrum Hoger Onderwijs (ECHO) van de Universiteit Antwerpen recent een Nederlandstalig meetinstrument ontwikkeld dat de motivatie voor onderwijs bij docenten hoger onderwijs in kaart brengt. Onderzoek bij 231 docenten uit het Vlaamse hoger onderwijs wees uit dat het instrument betrouwbaar en valide is. In deze studie ontwikkelen we vooreerst een Engelstalige variant van het instrument die internationaal ingezet kan worden. Door gebruik in verschillende landen onderzoeken we vervolgens de crossculturele validiteit van dit instrument. Organisaties: • EduBROn
Onderzoekers: • Ann Stes
Modellen van infectieziekten: ecologie van natuurlijke gastheren, ecologische verstoringen en overdracht naar de mens. Universiteit Antwerpen Abstract: Wijzigingen in milieuomstandigheden (vb. klimaat) kunnen een invloed uitoefenen op de ecologie van infecties, via veranderende aantallen van natuurlijke gastheren of door veranderingen in de transmissiesnelheden van een infectie (rechtstreeks of via vectoren). Dit project onderzoekt dergelijke effecten, d.m.v. waarnemingen, experimenten en mathematische modellen, voor vijf geselecteerde modelsystemen (hantavirus bij woelmuizen, pest in woestijnratten, areanavirus in Afrikaanse muizen, dengue bij mensen en rotavirussen in gevaccineerde mensenpopulaties). De verworven inzichten worden gebruikt om veranderingen in de "ziektelast" te evalueren, met en zonder bestrijding. Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Ronald Verhagen • Herwig Leirs • Pierre Van Damme • Philippe Beutels
VIB-Identificatie van de moleculaire signaalwegen van mutant YARS-gerelateerde DI-CMTC in Drosophila. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds VIB. UA levert aan VIB de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties:
• VIB DMG - Moleculaire Neurogenomica
Onderzoekers: • Albena Jordanova
Effectonderzoek naar preventie bij sekswerkers. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de Vlaamse overheid. UA levert aan de Vlaamse overheid de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Epidemiologie en sociale geneeskunde (ESOC)
Onderzoekers: • Guido Van Hal
Primaire synthese en (sporen)analyse van glas aan de hand van 15-17e eeuwse recepten en uitgangsmaterialen. Universiteit Antwerpen Abstract: De bedoeling van het project is op experimentele basis 15e-17e eeuwse recepturen voor de synthese van glas, zoals gebruikt voor de productie van glasramen en glazen gebruiks- en siervoorwerpen, te verifieren en met name de invloed van het gebruik van onzuivere uitgangproducten (zand en asse) en van gerecycleerd glas op de benodigde temperatuur en fusietijd te bestuderen. Tevens zal worden nagegaan op welke wijze het sporenelementpatroon van het glas beinvloed wordt door het synthesesproces. Organisaties: • AXES
Onderzoekers: • Koen Janssens
Invloed van progenitorcellen op de leverregeneratie na majeure resectie in pathologische levercondities. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds IWT. UA levert aan IWT de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Antwerps chirurgisch training, anatomie en onderzoekscentrum (ASTARC)
Onderzoekers: • Dirk Ysebaert • Nele Boeykens
CONVERGE - Convergeren Europese welvaartstaten naar een uniform Europees sociaal model? Universiteit Antwerpen Abstract: De algemene doelstelling van dit project is de analyse van zowel latente als intentionele convergentie- en coördinatiemechanismen op vlak van sociaal beleid in de Europese sfeer, meer bepaald zoals deze het Belgische sociale beleid beïnvloeden. Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Ive Marx • Bea Cantillon
Klimaatverandering, nieuwsmedia en democratisch debat: een onderzoek naar de beeldvorming in de media en de invloed hierop van verscheidene maatschappelijke groepen Universiteit Antwerpen Abstract: De voorbije jaren is algemeen erkend geworden dat klimaatverandering op vandaag één van de grootste politieke uitdagingen vormt voor de geïndustrialiseerde wereld. Dit brengt belangrijke vragen met zich mee met betrekking tot de maatschappelijke rol van nieuwsmedia en de relatie tussen media, macht en democratie. Dit projectvoorstel schuift klimaatverandering naar voor als een risicoconflict tussen verscheidene maatschappelijke groepen met tegengestelde waarden en belangen en stelt daarbij als centrale onderzoeksvraag of en in welke mate nieuwsmedia in Vlaanderen een breed democratisch debat over klimaatverandering stimuleren. Om deze vraag te beantwoorden, worden in dit projectvoorstel twee analyseniveaus gecombineerd: in een eerste fase (§ 1) wordt de beeldvorming van klimaatverandering door verscheidene maatschappelijke actoren in de samenleving die een belang hebben bij een bepaalde beeldvorming in kaart gebracht. In een tweede fase (§ 2) wordt een crossmediale en crossnationale vergelijking gemaakt van de beeldvorming van klimaatverandering in: (i) het journaal van de publieke omroep één en de commerciële omroep VTM, (ii) een reeks van nieuwe en alternatieve media over het politiek-ideologische spectrum heen (bijvoorbeeld DeWereldMorgen, Uitpers, In Flanders Fields, The Brussels Journal), en (iii) twee Vlaamse (De Standaard and De Morgen), twee Nederlandse (NRC Handelsblad and de Volkskrant) en twee Amerikaanse kwaliteitskranten (The Wall Street Journal and The New York Times). Het belang van de resultaten van dit onderzoek situeert zich op drie verschillende niveau's: (i) empirisch, in termen van het verzamelen van belangrijke gegevens over de rol van lokale nieuwsmedia in het huidige debat over klimaatverandering, (ii) theoretisch, in termen van theorieontwikkeling over de rol van nieuwsmedia in risicoconflicten, en (iii) beleidsmatig, in termen van het verzamelen van belangrijke gegevens die toekomstige strategieën voor het opzetten van een breed democratisch debat over wetenschap en technologie van dienst kunnen zijn. Organisaties: • Media, beleid en cultuur (MPC)
Onderzoekers: • Pieter Maeseele
Ontwerp en evaluate van een Brain Computer Interface headset voor alternatieve communicatie en diagnostische ondersteuning. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van dit project is om de vereisten te ontdekken voor het ontwerp van een comfortabele en draadloze EEG headset die een eerste stap zal zijn in de richting van medisch goegekeurde EEG-BCI toestellen die door patienten gebruikt kunnen worden om te communiceren en door dokters voor de diagnose van hersenstornissen. Nieuwe modellen van het menselijke hoofd zullen worden gemaakt d.m.v. statistische analyse, verschillende types materialen en elektrodes zullen worden vergeleken en de druk die door de headset wordt uitgeoefend op het hoofd zal worden gesimuleerd om een optimaal ontwerp te bekomen, dat toegevoegde waarde zal genereren voor alle betrokken partijen. Dit ontwerp zal dan geproduceerd worden en geëvalueerd door een groep gezonde testpersonen, waarna het zal gevalideerd worden door ALS-patiënten. Organisaties: • Visielab
Onderzoekers:
• Jan Sijbers • Daniël Lacko
Mechanische eigenschappen van het trommelvlies - meting en modellering. Universiteit Antwerpen Abstract: Om het complexe gedrag van middenoormechanica en de werking van middenoorprotheses en -implantaten te bestuderen, wordt sinds het begin van de jaren '90 eindige elementen modellering toegepast. Echter, tot op heden zijn de modellen gelimiteerd tot het akoestische regime en zijn de elasticiteitsparameters van het trommelvlies nog onnauwkeurig en onvolledig bepaald. Daarom zullen we in dit project de drukvariaties in een normaal werkend middenoor in kaart brengen en de elasticiteitsparameters van het trommelvlies bepalen via inverse eindige elementen modellering van in situ punt-indentatie metingen. In de laatste fase worden de nieuwe gegevens geïncorporeerd in een model dat ook valide is voor quasi-statische drukveranderingen. Organisaties: • Biofysica en Biomedische Fysica
Onderzoekers: • Joris Dirckx • Jef Aernouts
Virtuele machines voor veelkernarchitecturen: Ontkoppeling van Abstracte en Concrete gelijktijdigheidsmodellen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: We stellen vandaag vast dat om de performantie van microprocessoren te kunnen blijven opdrijven constructeurs overstappen van het opschroeven van de klokfrequentie naar het toevoegen van meerdere kernen per chip. Dit betekent dat deze performantiewinst gekoppeld is aan de ondersteuning binnen alle software, tot de eindgebruikerssoftware toe, van gelijktijdigheid ("concurrency"). Tot op heden is veruit het meest gebruikte programmeermodel voor gelijktijdigheid gebaseerd op draden ("threads") welke op hun beurt gebruik maken van gedeeld geheugen ("shared memory"). De programmeercomplexiteit neemt daarbij echter combinatorisch toe met het aantal draden en gedeelde middelen ("shared resources"). Daarom is dit model slechts in beperkte mate geschikt voor de programmering van veelkernsystemen ("many-core systems"). Het gebruik van meer gedisciplineerde gelijktijdigheidsmodellen die expliciete gedeelde toestand ("shared state") vermijden is de haast enige mogelijke optie om op schaalbare wijze te kunnen omgaan met de inherente complexiteit van gelijktijdige software voor veelkernprocessoren. Een bijkomend probleem is echter dat de concrete veelkernhardware waarop deze modellen afgebeeld moeten worden een grote verscheidenheid vertonen. Er zijn namelijk tal van ontwerpen mogelijk voor het structureren van de kernen en het geheugen, het toepassen van caching, het organiseren van de communicatie tussen de kernen, enz. Het is dus nodig om abstractie te maken van de grote verscheidenheid aan veelkernarchitecturen. Virtuele machines ("VM") kunnen hierbij helpen, net zoals ze succesvol waren bij het abstraheren van de verschillen tussen platformen bij de klassieke hardware met ÈÈn enkele kern. De abstracties die de instructiesets van bestaande VMs voorzien voor veelzijdigheid zijn echter erg beperkt en ze bieden geen afdoende steun voor taalontwerpers. Alvorens een VM de brug kan maken tussen verschillende gelijktijdigheidsmodellen en verschillende veelkernarchitecturen, moeten de gelijktijdigheidsmodellen eerst ontkoppeld worden van de veelkernarchitecturen door middel van een aangepaste instructieset. Het doel van dit project is het ontwikkelen van een methodologie die taalontwerpers toelaat hun abstracte gelijktijdigheidsmodellen af te beelden op een instructieset met expliciete ondersteuning voor gedisciplineerde gelijktijdigheid en die virtuele machine-ontwerpers toelaat deze instructieset af te beelden op huidige en toekomstige veelkernarchitecturen. De instructieset moet geschikte abstracties aanbieden om de verwezenlijking van een breed aanbod van gelijktijdigheidsmodellen mogelijk te maken, zodat het kan gebruikt worden voor taalontwerp. Daarom zal ze ontworpen worden op basis van een stapsgewijze analyse van de actueel belangrijkste gelijktijdigheidsmodellen zoals daar zijn: actoren ("actors"), transactioneel softwaregeheugen ("transactional software memory") en gedeelde geheugenmodellen met vergrendeling ("locking"). Daarnaast is de afbeelding op een concreet gelijktijdigheidsmodel zoals aangeboden door een specifieke hardware architectuur ook belangrijk. Het eenvoudigste model, maar nog steeds het belangrijkste, is intra-kern communicatie. Dit is het standaard geval voor ÈÈnkernprocessoren zonder hardware gelijktijdigheidsondersteuning. De volgende stap is een gedeeld-geheugenmodel. Dit wordt reeds toegepast in de huidige multikernsystemen en zou ook gebruikt kunnen worden voor beperkte groeperingen van kernen op veelkernsystemen. Voor echte veelkernsystemen is een soort inter-kern ringnetwerk zonder gedeeld geheugen, zoals voorgesteld wordt voor Intel's Larrabee, een heel representatief concreet gelijktijdigheidsmodel. We moeten ten minste deze drie modellen beschouwen om een voldoende representatieve iteratiereeks van afbeeldingen van de instructieset op veelkernarchitecturen te kunnen maken. De resultaten van dit onderzoek zullen ons in staat stellen de abstracte en concrete gelijktijdigheidsmodellen te ontkoppelen door middel van een instructieset met ondersteuning voor gedisciplineerde gelijktijdigheid. Dit onderzoek zal uitgevoerd worden aan het Lab voor Programmeerkunde (PROG) van de Vrije Universiteit Brussel. Dit lab beschikt over diepgaande expertise in twee domeinen (gelijktijdigheidsmodellen en virtuele machines) van dit onderzoek. De gebruikte methodologie is daarbij grotendeels gebaseerd op de constructie van artefacten: voorgestelde oplossingen worden uitgewerkt met behulp van "proof-of-concept" verwezenlijkingen. Voor het derde domein rond veelkernarchitecturen zal het IMEC optreden als partner en zal inzicht geven in de industriÎle vereisten en technologische kennis over veelkernarchitecturen. Het IMEC zal ook daar waar zinvol hardware beschikbaar stellen voor experimenten. Er zullen frequente IMEC-PROG workshops georganiseerd worden om deze samenwerking te bevorderen. Tenslotte zal expertise rond VMs aanwezig op het HPI te Potsdam in Duitsland aangeboord worden via het co-promotorschap van Michael Haupt voor dit onderzoek. Organisaties: • Informatica en Toegepaste Informatica
Onderzoekers: • THEO D'HONDT
Ontwikkeling en wereldwijde toepassing van een mechanistische bodem koolstof model. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Planten- en vegetatie-ecologie (PLECO)
Onderzoekers: • Ivan Janssens
Sequentiebepaling van het genoom voor de identificatie van een nieuw gen voor autosomaal recessieve vormen van de neuropathie van Charcot-Marie-Tooth. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht toegekend door de Universiteit Antwerpen. De promotor levert de Universiteit Antwerpen de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd door de universiteit.
Organisaties: • VIB DMG - Moleculaire Neurogenomica
Onderzoekers: • Magdalena Zimon
Fysiologische signaalwegen voor adaptieve betaceldeling en maturatie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: SLEUTELVRAGEN EN DOELSTELLING Hoofdoel van dit project is een dissectie van de verschillen en/of gelijkenissen in gen/proteine expressiepatronen tussen condities waar betacelhyperplasie fysiologisch optreedt, dit in vergelijking met het expressiepatroon van adulte gedifferentieerde betacellen. Het is de bedoeling op deze manier fysiologische signaalwegen te identificeren die als doelwit kunnen worden gebruikt voor verder onderzoek naar farmaca of/en interventies die de adaptatie van de betacelmassa bevorderen. Volgende specifieke vragen zullen beantwoord worden: 1. Hoe vertaalt de betacel een toegenomen metabole nood aan insuline (zoals tijdens zwangerschap of obesitas) in adaptieve celdeling (of groei)? 2. Kunnen we een uniek genexpressiepatroon verbinden aan deze functionele status? Organisaties: • Pathologische Biochemie en Fysiologie
Onderzoekers: • Geert MARTENS • KARINE HELLEMANS
Digitale containers voor preservatie Universiteit Gent Abstract: Het doel is het creëren van eenvoudig te installeren en gebruiken software voor het verpakken van digitaal erfgoed in digitale containers. Deze containers laten toe de content over te brengen naar een langetermijnarchief. Dezelfde containers laten toe de content te publiceren op internet. Organisaties: • Directie Onderzoeksaangelegendheden
Onderzoekers: • Sylvia Van Peteghem
Roosters van nanodeeltjes geproduceerd via de micel-methode voor de studie van proximity-effecten in hybride systemen gebaseerd op metallische, supergeleidende, magnetische en organische materialen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Elektronenmicroscopie voor materiaalonderzoek (EMAT)
Onderzoekers: • Gustaaf Van Tendeloo
Nanogestructureerde Polymere Fotovoltaïsche devices voor een efficiënte respons ten opzichte van het zonnespectrum solar (PolySpec) Universiteit Hasselt Abstract: Doelstellingen: De doelstelling van het project is tweeledig en gerelateerd aan het realiseren van een belangrijke vooruitgang op twee kritische domeinen voor de ontwikkeling van de technologie die leidt naar polymere of organische zonnecellen voor aanwending onder 1-zon omstandigheden. Enerzijds wordt een belangrijke verhoging beoogd van de efficientie van deze klasse van dunne film zonnecellen. Het realiseren van een energieconversie efficiëntie van 10% of beter, moet de weg openen naar fotovoltaïsche systemen die ingezet kunnen worden voor grootschalige energieproductie buitenshuis. Anderzijds en in dezelfde context is het uiterst belangrijk dat de stabiliteit van dergelijke zonnecellen met grootteordes verhoogd wordt. Allerlei benaderingen op materiaalvlak moeten leiden tot een substantiële verbetering van de stabiliteit van de nanomorfologie van de actieve laag, die tevens aan de grondslag ligt van de waargenomen efficiëntie Doelgroep: Chemische industrie meer bepaald materiaalontwikkelaars van organische, polymere en anorganische materialen. Elektronische industrie betrokken in de ontwikkeling van elektronica op basis van hogere materiaalsystemen Fotovoltaïsche cel- en systemenproducenten. Verwerkende industrie van polymere materialen meer bepaald onder de vorm van dunne filmen alsook ontwikkelaars van drukinkten of druktechnieken voor geavanceerde toepassingen Organisaties: • Materiaalfysica • Organische en Bio-polymere Chemie • Toegepaste en Analytische Chemie • Instituut voor Materiaalonderzoek
Onderzoekers: • Peter ADRIAENSENS • Dirk VANDERZANDE • Jean MANCA
Bepaling van actieve biomechanische eigenschappen van middenoorspieren Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van dit project is het integreren van de biomechanische activiteit van de middenoorspieren in een eindige elementenmodel van het menselijke middenoor, wat verwaarloosd werd in modellen tot op heden. De middenoorspieren hebben een belangrijke functie in de bescherming van het binnenoor tegen de blootstelling aan hoge geluidsdrukken. Om de middenoorspieren te modelleren is het zeer belangrijk om hun exacte (visco)elastische parameters te kennen en de krachten die ze kunnen produceren. Een uiterst gevoelige meetopstelling is noodzakelijk om deze parameters te verkrijgen. Organisaties: • Biofysica en Biomedische Fysica
Onderzoekers: • Johan Aerts
Duurzame zuiveringstechnologie voor binnenhuislucht, gebaseerd op plasma geassisteerde katalyse.
Universiteit Antwerpen Abstract: De kwaliteit van binnenhuislucht is de laatste decennia erg verminderd als gevolg van de toenemende concentratie aan vluchtige organische stoffen in de binnenlucht. Dit is dan weer te wijten aan een verbeterde isolatie van gebouwen en het stijgende gebruik van synthetische materialen. Het is daarom noodzakelijk om deze schadelijke stoffen te verwijderen, zodat de algemene kwaliteit van de binnenlucht kan worden verbeterd. Een mogelijke manier om dit te bereiken is door middel van plasma geassisteerde katalyse, wat een combinatie is van plasmatechnologie en katalyse. Het combineert de selectiviteit die eigen is aan katalyse met de snelle opstart van de plasmatechnologie. Deze combinatie maakt dat de techniek een groot potentieel heeft als duurzame luchtzuiveringstechnologie. Er werd dan ook gekozen om deze beloftevolle technologie verder te bestuderen in dit project. Hiervoor zal er een fotokatalytische nano-coating aangebracht worden op de collector elektrode van een 'wire-to-plate' corona ontladingsreactor. Om voorts de invloed van deze coating op de plasmareactor na te gaan, zal de verwijdering van aceetaldehyde bestudeerd worden, waarbij zowel naar de gasfase als naar de geadsorbeerde fase gekeken zal worden. Beide systemen (zowel met als zonder coating) kunnen daardoor vergeleken worden op basis van de totale verwijdering van aceetaldehyde. Bovendien zal in dit project de optimale werkingscondities voor plasma geassisteerde katalyse bepaald worden, door de invloed van zowel polariteit (positief en negatief), voltage (tussen 10000 en 25000 V) als relatieve vochtigheid (tussen 10 en 90%) te bestuderen. Dit project is dan ook de start van een mogelijke onderzoekspijler voor de onderzoeksgroep van duurzame energie en luchtzuivering (DuEL) en past als dusdanig perfect in de vereisten voor een 'Klein Project'. Organisaties: • Duurzame energie en luchtzuivering: DUeL
Onderzoekers: • Birger Hauchecorne
Onderzoek naar de kwaliteit van de gymnastiekclubs, aangesloten bij Gymnastiekfederatie Vlaanderen vzw, dmv het IKGym instrument. (deze ov. vervangt WDGO184 dewelke vervalt op 1/1/2003 : zie art 8 ov) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Onderzoek naar de kwaliteit van gymnastiekclubs Organisaties: • Sportbeleid en -management
Onderzoekers: • JO VAN HOECKE • PAUL DE KNOP
Beheerstrategie Amerikaanse vogelkers Universiteit Gent Abstract: Wetenschappelijke ondersteuning bij het opstellen van een afwegingskader voor een meer rationeel beheer van Amerikaanse vogelkers in Nederland en omliggende regio's Organisaties: • Vakgroep Bos- en Waterbeheer
Onderzoekers: • Kris Verheyen
Het exosomaal pad van kankercellen naar invasie en metastasering Universiteit Gent Abstract: Kankercellen secreteren oplosbare factoren en chemokines die BMDCs (bone marrow derived cells) recruteren naar plaatsen van toekomstige metastasevorming. Recent werden naast oplosbare factoren ook kleine vesikels (exosomen, 30-100 nm) beschreven die mRNA?s, miRNA?s en polypeptiden bevatten van de cel van origine. Dergelijke exosomen instrueren BMDCs om de metastatische niche te helpen voorbereiden. Organisaties: • Vakgroep Radiotherapie en Experimenteel Kankeronderzoek
Onderzoekers: • Marc Bracke • An Hendrix
Regulatie van de novo pyrimidine biosynthese in hyperthemoacidofiele Archaea. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project beoogt de ontrafeling van de regulatorische mechanismen die de expressie moduleren van de genen die instaan voor de novo pyrimidine biosynthese in hyperthermoacidofiele Archaea. Archaea vormen een apart fylogenetisch domein van het leven, naast de Bacteria en de Eukarya. Enerrzijds delen zij een aantal kenmerken met de Bacteria, zoals de morfologie en de organisatie van het genoom. Anderzijds zijn de archaeale informatieverwerkende processen zoals o.a. de replicatie van het DNA, transcriptie en translatie nauwer verwant met de eukaryotische processen. Vele gekarakteriseerde archaeale soorten zijn extremofielen, zo ook de hyperthermoacidofielen die optimaal groeien bij hoge temperatuur en lage pH. Deze organsimen zijn zeer interessant zowel vauit fundamenteel als industrieel perspectief. Het pyrimidine gencluster van de Sulfolobales is met zijn unieke organisatie een interessant modelsysteem zowel voor de studie van basale archaeale gentranscriptie als van pyrimidione-specifieke regulmatie, waarvan nog niets geweten is bij archaea. Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • DANIEL CHARLIER
Vertical-cavity surface-emitting lasers met vloeibaar-kristaltoplaag. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Context Vloeibare kristallen zijn materialen die het meest bekend zijn door hun toepassing in beeldschermen. Vandaag de dag is het grootste deel van de beeldschermen gebaseerd op vloeibaar-kristaltechnologie, maar ook in andere toepassingen van de fotonica worden vloeibare kristallen populair. Ze bezitten unieke elektro-optische en optooptische eigenschappen. Hun optische eigenschappen kunnen namelijk beïnvloed worden door ofwel een elektrisch of optisch signaal op te leggen. Hun grootste troef is dat een groot optisch effect (in termen van brekingsindex verandering) kan bekomen worden met zwakke elektrische of optische signalen. Onder andere werden ruimtelijke solitonen gedemonstreerd met slechts een paar milliWatt licht vermogen en een spanning van enkele volts. Dit is onmogelijk met andere materialen, omdat ofwel hoge optische vermogens of grote spanningen nodig zijn. VCSELs zijn een speciaal type halfgeleider lasers omdat ze - in tegenstelling tot rand emitterende halfgeleider lasers - licht uitzenden loodrecht op het bovenoppervlak. Hierdoor bestaat de mogelijkheid om via epitaxiale groei componenten te maken met verschillende lagen. De lengte van de caviteit is van de orde van de golflengte om multi-longitudinale mode werking te verhinderen. Ook helpen de Distributed Bragg Mirrors (DBRs) om de drempelstroom te verminderen. Een ander voordeel van deze lasers is dat tweedimensionale
matrices van VCSELs kunnen gemaakt worden op één enkele chip. Door het bijzonder ontwerp heeft een VCSEL ook problemen zoals verschillende transversale modes die opgewekt worden doordat de grootte van de laserapertuur groter wordt gemaakt. Ook is er onstabiel gedrag in de polarisatie van het uitgezonden licht. Het hoofddoel van dit project is om deze twee interessante technologieën te combineren door een vloeibaarkristallaag te aan te brengen bovenop het oppervlak van de VCSEL. Hierdoor kunnen een aantal eerder vermelde problemen opgelost worden en wordt nieuwe functionaliteit mogelijk, zoals variatie in golflengte van het uitgezonden licht en verbetering van de VCSEL modeeigenschappen. Anderzijds kunnen VCSELs gebruikt worden om in de vloeibaar-kristallaag niet-lineaire effecten op te wekken, zonder dat hiervoor een externe lichtbron nodig is. Verschillende interessante toepassingen bieden zich aan als het mogelijk wordt de twee technologieën te integreren. Organisaties: • Toegepaste Natuurkunde en Fotonica
Onderzoekers: • KRASSIMIR PANAYOTOV
VIB-Toepassing van 'next generation sequencing' om de genetische architectuur van erfelijke sensorische en autonome neuropathieën te ontrafelen. Universiteit Antwerpen Abstract: Erfelijke perifere neuropatieën zijn klinisch en genetisch heterogenen aandoeningen die bij 1 op 2500 personen voorkomen. Het gemeenschappelijke kenmerk is een progressieve lengte-afhankelijke axonal degeneratie in het perifere zenuwstelsel resulterend in gangmoeilijkheden en distaal gevoelsverlies. In het huidige project focussen we op een minder gekarakteriseerde subgroep namelijk de hereditaire sensorische en autonome neuropathieën (HSAN). Deze aandoeningen zijn zeer heterogeen en de meeste patiënten hebben de dag van vandaag geen moleculaire diagnose. In dit project zullen we exoomwijde sequencing technologie toepassen op een cohorte van 20 patiënten uit 10 families met HSAN met als doel een majeure doorbraak te maken in onze kennis van de genetische oorzaken van HSAN. Zodoende kunnen we de genetische diagnose bij patiënten verbeteren, nieuw licht werpen op de onderliggende ziektemechanismen om uiteindelijk doelwitten te vinden voor toekomstige therapeutische strategieën. Organisaties: • VIB DMG - Neurogenetica
Onderzoekers: • Jonathan Baets
Klimaateffect en luchtkwaliteitmodellen voor beleidsondersteuning (CLIMAQS). Universiteit Antwerpen Abstract: Vlaanderen gaat gebukt onder een van de hoogste niveaus van luchtvervuiling in Europa. Bovendien worden de gevolgen van klimaatverandering in toenemende mate waarneembaar in Vlaanderen. Met betrekking tot klimaat en luchtkwaliteit zijn atmosferische modellen een cruciaal instrument voor de ondersteuning van het beleid omdat ze ons in staat stellen voorspellingen te maken en de gevolgen van verschillende scenario's door te rekenen. Tot nu zijn voornamelijk voorspellende 3D-modellen het beste, beschikbare instrument hiervoor. Deze modellen zijn echter beperkt tot academische toepassingen en ze zijn zelden toegepast voor het doorrekenen van langetermijnvoorspellingen voor beleidsondersteuning omdat ze vaak te complex en rekenintensief zijn. De doelstellingen van het CLIMAQS onderzoeksproject zijn het controleren en verbeteren van bestaande voorspellende 3D-modellen op regionale en lokale schaal voor Vlaanderen en het ontwikkelen van strategieën om ze te implementeren in de ondersteuning van beleidskeuzes met betrekking tot de gevolgen van klimaatverandering en urbane en regionale luchtvervuiling in Vlaanderen. Voor dit project wordt een breed kennisplatform in atmosferisch modelleren uitgebouwd, gebaseerd op beschikbare expertise in Vlaanderen. Het project is dan ook een samenwerking tussen VITO, het Dep. Geografie en het Dep. Toegepaste Wetenschappen van de K.U.Leuven en het Dep. Bioingenieurswetenschappen van de UA. In een eerste fase van het project zullen de modellen op regionale en locale schaal voor secundaire aërosolvorming, de hydrologische cyclus en de biosfeer-atmosfeer-interactie worden verbeterd. Bovendien zullen technieken voor data-assimilatie worden geïmplementeerd voor bepaalde hydrologische parameters en atmosferische concentraties aan gassen en aerosolen. Om dit te bewerkstelligen zal een dynamische biosfeermodule worden geïntegreerd in een regionaal klimaatmodel. Dit maakt mogelijk dat vegetatie interactief kan groeien en afsterven in functie van atmosferische omstandigheden zoals die kunnen worden verwacht in de toekomst. De resulterende verbeterde regionale klimaatmodellen zijn niet alleen waardevol op zich, maar zullen eveneens toelaten om het modelleren van luchtkwaliteit te verbeteren. Op lokaal niveau, zoals een stadswijk, zullen gebouwen en vegetatie mee kunnen worden opgenomen in het modelleren van luchtkwaliteit met een ruimtelijke resolutie van slechts enkele meters, met behulp van ENVI-Met. De 3D-terreinobjecten zullen worden opgesteld met behulp van hoge resolutie stereosatellietbeelden. Bij het implementeren en testen van het model zal de focus liggen op voornamelijk verkeergerelateerde polluenten zoals fijn stof (PM10, PM2.5 en NO2). Bovendien zal speciale aandacht worden besteed aan het zeer schadelijke ultrafijn stof, met name naar de groottedistributie van de deeltjes en hun interactie met planten. In een tweede fase zal de focus liggen op het verbeteren van de toepasbaarheid van de modellen voor beleidsondersteuning en op het aantonen van hun mogelijkheden met behulp van gevalstudies. Na het koppelen van de modellen, zal de laatste fase van het project gewijd zijn aan het uitvoeren van beleidsrelevante demonstraties. Hierbij zullen specifieke gevallen worden beschouwd via het op lokale schaal modelleren van de effecten van mitigatiestrategieën voor luchtvervuiling. Bovendien zullen langetermijnvoorspellingen (over een periode van ong. 10 jaar) van de impact van klimaatverandering en van de luchtkwaliteit worden uitgevoerd voor de ganse regio Vlaanderen, met een resolutie van slechts enkele kilometers en zowel voor het huidige als het toekomstige klimaat. Het Dep. Bio-ingenieurswetenschappen van de UA zal instaan voor het ontwikkelen van numerische modellen in het bestaande FORUG-model ter simulatie van (i) de impact van atmosferische omstandigheden en ozon (O3), zwaveldioxide (SO2) en stikstofoxiden (NOx) op fysiologische dynamiek van vegetatie, en (ii) de emissies van BVOC's (biogenic volatile organic compounds) in functie van meteorologische omstandigheden en fenologie, en dit voor bomen, grasland en gewassen. Daarnaast zal een bestaande deterministische vegetatiemodule in het ENVI-Met model worden uitgebreid om de uitwisseling van polluenten te simuleren (depositie op, opname door en uitloging uit bladeren) alsook de fysiologische gevolgen van luchtpolluenten. Daarvoor worden intensieve meetcampagnes opgezet in Vlaamse steden ter bepaling van de plant-polluentinteracties, en dit voor verschillende soorten en in hoge ruimtelijke resolutie. Uiteindelijk zal de impact worden bepaald van verscheidene realistische scenario's van stedelijk groenaanleg op luchtkwaliteit en klimaat via gevalstudies in Gent en Hasselt, met behulp van het uitgebreide ENVI-Met model. In samenspraak met de betrokken steden zullen scenario's van groenaanleg worden geselecteerd, zoals de aanleg van parken, het aanplanten van hagen of bomenrijen langsheen drukke wegen, de aanleg van groendaken en een wijziging van de boomsoort gebruikt in stedelijke aanplantingen. Organisaties: • Milieu Ecologie en Microbiologie (ENdEMIC)
Onderzoekers: • Silvia Lenaerts • Roeland Samson
Geïntegreerde oplossingen om de slaapkwaliteit te verbeteren Universiteit Gent Abstract: Het project is ontstaan vanuit een behoefte om de slaapkwaliteit van mensen te verbeteren en op die manier stress en ziektepatronen te voorkomen die te wijten zijn aan slaapproblemen.
- Onderzoek naar groene materialen en verwerkingstechnologieën - Onderzoek en ontwikkeling van geïntegreerde, comfortverhogende systemen - Onderzoek en ontwikkeling naar opwarmend/afkoelend textiel ter verbetering van het thermisch comfort - Ontwikkeling van in textiel integreerbare sensoren voor beweging en temperatuur Organisaties: • Vakgroep Textielkunde
Onderzoekers: • Lieva Van Langenhove
Moleculaire diagnose van geïsoleerde ComplexI deficiënte patiënten Vrije Universiteit Brussel Abstract: Wij streven ernaar om een cohort van 20 patiënten met een goed gedocumenteerde geïsoleerde complex I te onderzoeken. Deze strategie van een gezamenlijke klinische, biochemische en genetische aanpak zal het niet alleen mogelijk maken om de ziekte veroorzaakt door mutaties in gezinnen te identificeren, maar ook om de huidige gene portefeuille van mitochondriale ziekte uit te breiden. Uiteindelijk, zullen onze resultaten helpen de mechanismen van mitochondriale wanorde in het algemeen op te helderen. Organisaties: • Embryologie en Menselijke Genetica
Onderzoekers: • SARA SENECA
Indeterminisme en instabilmiteit in negentiende-eeuwse natuurkunde Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoeksproject gaat ver het eind-negentiende-eeuwse debat over fysisch deterlinisme, over de verschillende manieren waarop natuurkundigen en filosofen dit determinisme in twijfel trokken of verwierpen, en over de vraag of determinisme beschouwd werd ( en zou moeten worden) ams een puur fysische of als een filosofische aangelegenheid. Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Onderzoekers: • Eric Schliesser
Identificatie van nieuwe aan het celoppervlak uitgedrukte factoren betrokken bij virulentie en biofilmvorming van methicilline-resistente Staphylococcus aureus. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Methicilline-resistente S. aureus (MRSA) werden recent één van de belangrijkste oorzaken van zowel ziekenhuis-verworven infecties (HA) als infecties die verworven worden in de gemeenschap (CA). HA-MRSA en CA-MRSA vertonen grote verschillen in de verdeling van toxine- en antibiotica resistentiegenen. De succesvolle wereldwijde verspreiding van enkele HA-MRSA klonen is mogelijk geassocieerd met een hogere expressie van virulentiegenen in deze stammen. Naast een meer agressieve virulentie, wordt bovendien een andere overlevingsstrategie gebruikt door deze bacteriën, door in vivo biofilms te vormen, die een langdurige persistentie van infecties bevorderen. Deel uitmaken van een biofilm zorgt niet alleen voor meer resistentie tegen de weinige antibiotica die nog actief zijn tegen MRSA in planktonische vorm, maar ook voor een veranderde groei, metabolische activiteit en genexpressie in vergelijking met hun planktonische tegenhangers. De nieuwste moleculaire technieken en diermodellen van infectie zullen aangewend worden om verschillen in de vorming van biofilms tussen HAen CA-MRSA te bestuderen, op basis van inhoud en expressie van virulentiegenen. Daarnaast beogen we de (virulentie) mechanismen, die aan de basis liggen van het succes van overheersende HA-MRSA klonen, op te helderen. De aanwezigheid van nieuwe virulentiefactoren die tot expressie worden gebracht aan het oppervlak van MRSA en betrokken zouden kunnen zijn in biofilmvorming en in gastheerherkenning zullen ook nagegaan worden. Deze studies zullen bijdragen tot een beter inzicht in de pathogene mechanismen die gebruikt worden door MRSA bij het veroorzaken van recalcitrante infecties en in de ontwikkeling van meer gerichte therapieën voor MRSA infecties. Organisaties: • Biologie • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • JEAN-PIERRE HERNALSTEENS • HENRI DE GREVE
Onderzoek naar het werkingsmechanisme van een nieuw vaccin tegen het respiratoir syncytieel virus op basis van het ectodomein van het "small hydrophobic protein". Universiteit Gent Abstract: Recent, ontwikkelden wij een nieuw experimenteel vaccin tegen het Respiratoir Syncytieel virus (RSV). Antistoffen tegen het vaccin antigen (SHe) blijken de voornaamste dragers te zijn van de immuniteit. Deze antistoffen zijn echter niet in staat om RSV te neutralizeren. Met dit project willen we het in vivo werkingsmechanisme van het RSV vaccin ophelderen. Dit zal gebeuren door bepaalde celpopulaties in vivo selectief te depleteren. Daarnaast zal gebruik worden gemaakt van muisstammen met een of meer gericht geïnactiveerde Fc receptorgenen. Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Xavier Saelens
EnergieConversiePark (ECP) voor de verwerking van lokale biomassastromen. Universiteit Hasselt Abstract: Dit project tracht de economische voordelen aan te tonen van de benutting van lokaal beschikbare biomassastromen die nu vaak niet of nog maar moeilijk te gebruiken zijn. Om dit te verwezenlijken wordt een zogenoemd 'energieconversiepark (ECP)' concept ontwikkeld. Het gaat om een slimme en energetisch optimale combinatie van diverse verwerkingstechnologieën op één lokatie. Organisaties: • Milieueconomie • Centrum voor Milieukunde
Onderzoekers: • Steven VAN PASSEL
Analyse van beelden van het ademhalingsstelsel (AIR). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project focust op het onderzoeken en ontwikkelen van innovatieve beeldvormings-, beeldreconstructie en beeldverwerkings-technieken specifiek voor longziektes, die binnen enkele jaren op de markt kunnen komen.
Organisaties: • Visielab
Onderzoekers: • Jan Sijbers
Acteer de cesuur! Onderzoek naar de bruikbaarheid van de klassieke acteermodellen binnen de postdramatische theateresthetiek Hogeschool Gent Abstract: De Duitse theaterwetenschapper Hans-Thies Lehmann duidt met zijn 'Postdramatisches Theater' op de aanwezigheid van een cesuur binnen de hedendaagse theatertheorie en -praktijk. Het postdramatisch theater dat zich ontwikkelt sinds eind jaren 80, omschrijft hij door te wijzen op de verschillen met het ‘klassieke’ dramatische of aristotelische theater. In het postdramatisch theater staat de tekst niet meer centraal. De tekst is een perifeer element geworden naast andere niet-tekstuele elementen zoals het lichaam (danstheater), het beeld (nieuwe media), geluid (muziektheater), enz., die deel uitmaken van het scenische gebeuren. Het woord wordt er net als het beeld, het lichaam en het geluid, gezien als een teken. De onderlinge verbondenheid van deze tekens creëert in eerste instantie een zintuiglijke gebeurtenis voor de toeschouwer. Deze zintuiglijke belevenis van het hele gebeuren – dus ook van de tekst – staat boven het ‘begrijpen’, ‘het betekenis geven aan’ en het ‘cognitief herkennen van’ het gebeuren. De verruiming van een dramatische naar een postdramatische esthetiek heeft zo zijn gevolgen voor de acteur. Op het eerste gezicht zouden de ‘klassieke’ acteermodellen niet meer toepasbaar zijn op het postdramatische theater en zijn non-tekstuele componenten. Pas wanneer we de relatie tussen de tekstuele en non-tekstuele elementen van het postdramatische gebeuren zien als een tekst, in de betekenis van een opeenvolging van tekens, kunnen we partikels van de klassieke acteermodellen inzetten binnen de postdramatische esthetiek. Dit onderzoek zal zich toespitsten op de breuk tussen het dramatische en postdramatische theater. In eerste instantie stellen we de vraag: wat is de inhoud van de cesuur die Lehmann aanduidt in de theaterpraktijk? En is er hier wel degelijk sprake van een cesuur in de theaterpraktijk, of moet er niet eerder gesproken worden van een kantelmoment? Dit deel van het onderzoek omvat een theoretische analyse van de verschillende aspecten van het postdramatische theater in vergelijking met het klassieke dramatische theater. In tweede instantie gaan we na wat er overblijft van de klassieke acteermodellen, wanneer we die inzetten binnen een postdramatische esthetiek, en dit zowel op het theaterwetenschappelijke als op het kunstpraktische vlak. We vragen ons af in hoeverre partikels van acteermodellen nog geactiveerd kunnen worden binnen het postdramatische theater. Wat kunnen deze acteermodellen, waarin de benadering van de tekst centraal staat, nog zeggen over ‘het beeld’, ‘het lichaam’, ‘het geluid’, e.d., m.a.w. over de niet-tekstuele aspecten van de voorstelling? Hebben deze theorieën nog een functie binnen de gewijzigde context? In hoeverre zijn de tekstgerichte acteermodellen transponeerbaar op het postdramatische theater? In derde instantie wordt er nagegaan wat deze evolutie binnen de theaterpraktijk en de theorie over het postdramatische theater betekent voor het theateronderwijs. Men kan zich de vraag stellen of er nieuwe theorieën en een aangepaste praktijk ontwikkeld moeten worden om de toekomstige acteurs voor te bereiden op de postdramatische theaterpraktijk. Of moet er binnen de gewijzigde theaterpraktijk niet eerder geopteerd worden voor de herwaardering van de klassieke acteermodellen in functie van het postdramatische theater? Organisaties: • Departement Koninklijke Academie voor Schone Kunsten • Departement Conservatorium
Onderzoekers: • Katrien Vuylsteke Vanfleteren
Biobeschikbaarheid van koper in overgangswateren : een nieuwe fysiologische benadering Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Toegepaste ecologie en milieubiologie
Onderzoekers: • Colin Janssen
Studie van de moleculaire pathogenese van Ehlers-Danlos syndroom Universiteit Gent Abstract: Dit project beoogt de moleculaire basis van een aantal EDS subtypes te ontrafelen gebruikmakend van een panel van biochemische en moleculaire strategieën gecombineerd met high througput genomische technologie. In het bijzonder zal de rol van ZNF469 in de pathogenese van EDS6 alsook zijn functionele rol in de bindweefselbiologie verder uitgerafeld worden. Organisaties: • Vakgroep Pediatrie en genetica
Onderzoekers: • Anne De Paepe • Fransiska Malfait
De rol van afferente neuronen in de pathogenese van gastro-intestinale postinflammatoire motiliteits- en sensitiviteitsstoornissen. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van dit project is het effect na te gaan van experimentele postinflammatoire colitis op de motiliteit van de gastro-intestinale tractus en op de gevoeligheid van afferente neuronen in de nervus pelvicus die het distale colon innerveert. In een tweede luik bestuderen we de pathofysiologie van postinflammatoire motiliteits- en sensitiviteitsstoornissen bij de rat door de rol van TRPV1 en P2X3 receptoren, mestcellen en serotoninebevattende enterochromaffiene cellen na te gaan. Organisaties: • Laboratorium Experimentele geneeskunde en Pediatrie (LEMP)
Onderzoekers: • Benedicte De Winter • Paul Pelckmans
Ontwikkelen en beheren van cylische distributiestrategieën in de logistiek. Universiteit Antwerpen Abstract: Het uitgangspunt van voorliggend project is om deze beide strekkingen in de literatuur over rittenplanning met voorraadoverwegingen samen te brengen door de basisassumpties te doorbreken: (i) situaties met een inherente vraagonzekerheid vergen niet noodzakelijk een dynamische, korte-termijnaanpak; en (ii) een cyclische oplossing kan ook geschikt zijn onder veranderende omstandigheden. De resulterende onderzoeksvraag, die de grondslag vormt van dit project, is de volgende: in hoeverre is een cyclische aanpak geschikt voor distributieplanning in situaties met inherente vraagonzekerheid, en hoe kunnen efficiënte distributiepatronen dan opgebouwd en onderhouden worden? Organisaties: • ITMMA
Onderzoekers: • Wout Dullaert
QoS ondersteuning in heterogene draadloze sensornetwerken met behulp van gedistributeerde 'reinforcement learning' technieken. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het hoofddoel van dit project is de ontwikkeling van een adaptieve QoS netwerkarchitectuur voor draadloze sensornetwerken die een waarachtig multi agent systeem gebaseerd Reinforcement Learning algoritme incorporeert. Dit MAS-RL algoritme zal op gedistribueerde wijze intelligente beslissingen nemen omtrent de optimale werkingsmode voor iedere knoop, rekening houdend met de verschillende belangen en beperkingen. Om dit doel te bereiken, voorzien we 4 hoofdtaken, elk met eigen subdoelen: Taak 1: het ontwikkelen van een endogeen multi agent RL algoritme dat concepten ontleent van 'Mechanism Design' (mechanisme-ontwerp). Taak 2: de ontwikkeling van een adaptieve modulaire QoS architectuur voor heterogene draadloze sensornetwerken die geschikt is voor zeer verscheidene applicaties en bijhorende QoS vereisten. Taak 3: de ontwikkeling van een realistische simulatieomgeving voor de optimalisatie van de QoS architectuur en het MAS-RL algoritme. Taak 4: de experimentele validatie van de ontwikkelde oplossingen in een levensechte omgeving in een levensecht scenario Organisaties: • Informatica en Toegepaste Informatica • Elektronica en Informatica
Onderzoekers: • ANN NOWE • KRIS STEENHAUT
Ontwikkelingsstoornis/Leerstoornissen Universiteit Gent Abstract: Deze associatieonderzoeksgroep wil translationeel onderzoek doen vanuit interdisciplinair perspectief. Het betreft onderzoek naar 1. comorbiditeit van dyscalculie, dyslexie, DCD en ADHD in vlaanderen, 2. prodomen van leerstoornissen op jonge leeftijd, 3. kenmerken en diagnostiek van leerstoornissen op volwassen leeftijd, 4. en naar de impact, sterke en zwakke punten van personen met leerstoornissen Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Anne Desoete
Hydrodynamische modellering van de stroming van zelfverdichtend beton in complexe bekistingsvormen Universiteit Gent Abstract: Het doel van voorliggend project is de ontwikkeling en validatie van de hydrodynamische modellering van de stroming van zelfverdichtend beton in complexe bekistingsvormen tijdens het stortproces, al dan niet door middel van verpompen onder druk. Gebaseerd op de hydrodynamische modellering zullen fundamentele ontwerpmodellen voor het vulproces en voor de bekisting afgeleid worden. Tevens wordt een fundamentele studie beoogd van de stroming van het beton doorheen aansluitkleppen. Organisaties: • Vakgroep Bouwkundige constructies
Onderzoekers: • Peter Troch • Geert De Schutter • Jan Vierendeels
Rol van angiogenese en angiogenetische groeifactoren (VEGF, PLGF) in portale hypertensie en fibrosevorming in diermodellen van cirrose, steatose en portale hypertensie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Doel Het doel van dit project is de rol van placental growth factor (PLGF) in het ontstaan van portale hypertensie en zijn complicaties, in het ontstaan van cirrose en steatose/NASH verder te bestuderen. - We zullen ons focussen op de rol van PLGF in de vorming van angiogenese in het mesenterium, van collateralen (shunten) in de perifere, splanchnische en pulmonale circulatie, waarbij ook de initiërende factoren zoals hypoxie (HIF cascade) zullen worden bestudeerd. De klinische complicaties van cirrose zullen worden nagegaan wanneer cirrose geïnduceerd wordt in PLGF-/- muizen. Er zal worden onderzocht of deze klinische complicaties kunnen voorkomen worden (preventie studies) door het toedienen van anti-angiogenetische farmaca (anti-PLGF); kan de vorming van collateralen worden geïnhibeerd (zie orale presentatie C. Van Steenkiste), de longfunctie worden beïnvloed, de vorming van ascites worden verhinderd en meest belangrijk of de overleving kan worden verbeterd. Gezien patiënten zich meestal reeds in een stadium van cirrose of duidelijke PHT in de kliniek aanmelden, zal worden gekeken of elk van deze klinische complicaties reversibel zijn onder behandeling met anti-angiogenetische agentia. - De relatie tussen HSC, die fibrose induceren bij chronische leverschade, en angiogenese zal verder worden bestudeerd. Het effect van PLGF op HSC wordt bekeken, maar ook omgekeerd, of de HSC PLGF produceren en zo angiogenese kan induceren. Het gebruik van PLGF-/- muizen, anti-PLGF en recombinant PLGF zal ons helpen om de rol van PLGF in fibrose te bestuderen. - In het muismodel van steatose en NASH zal de expressie (proteine/ mRNA) van VEGF en PLGF met hun respectievelijke receptoren worden bepaald op verschillende tijdstippen in de lever, long en peritoneum. Het effect van het ontstaan van steatose, steatohepatitis en fibrose op de microcirculatie van peritoneum en lever (intravitaal microscopie en histologie), op collateraal vorming, portale druk en hemodynamica zal worden onderzocht. In een tweede tijd zal de rol van anti-angiogenetische factoren (anti-VEGF, anti-PLGF) in het ontstaan van steatohepatitis/fibrose in de NASH muismodellen worden bestudeerd. Organisaties: • Celbiologie en Histologie • Fysiologie
Onderzoekers: • ALBERT GEERTS • Hendrik REYNAERT • Leonardus VAN GRUNSVEN
Verbetering van de Wilms Tumor 1(WT1) antigen expressie en presentatie door mRNA geëlektroporeerde dentritische cellen Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het Wilms' Tumor 1 (WT1) antigen werd gekarakteriseerd als een universeel tumorantigen, en wordt tot overexpressie gebracht verschillende types van vast tumoren en bloedkankers. Samen met de beperkte expressie van WT1 in normale weefsels en een sterk immunogeen potentieel, maakt dit van WT1 een aantrekkelijk target for kanker immunotherapie. Dendritische cellen, gemodifieerd om WT1 uit te drukken door mRNA electroporatie, worden getest in klinische studies en vormen veelbelovende kandidaten voor immuuntherapie. Wij hebben een WT1-mRNA coderend plasmide gewijzigd in een aantal stappen: de WT1-sequentie werd geflankeer door het HLA klasse II-sorteer signaal van DC-LAMP om presentatie in zowel HLA klasse I als klasse II molecules te verhogen; deletie van het nucleair localizatie signaal van WT1 om cytoplasmatische
expressie te verhogen; in silico optimizatie van de WT1-DNA sequentie om de translatie te maximaliseren; en ten slotte clonering in een geoptimaliseerde vector. We zijn erin geslaagd om hogere en langere cytoplasmatische expressie van WT1 in mRNA-geëlectroporeerde DCs te bekomen. Dit leidde eveneens tot betere presentatie van WT1 epitopen aan specifieke T-cellen. Om de superioriteit van ons mRNA-construct te bevestigen, willen we in vitro stimulaties uitvoeren van naïeve WT1-specifieke T cellen, en willen we zijn functionaliteit testen in een in vivo muis model. Organisaties: • Fysiologie
Onderzoekers: • KRISTIAAN THIELEMANS • Aude BONEHILL
Levoglucosan analysen 2011-2012. Universiteit Antwerpen Abstract: Op verschillende plaatsen in Vlaanderen worden de grenswaarden van fijn stof overschreden. Het uitvoeren van chemische karakterisatie van fijn stof zal informatie geven over de samenstelling en de herkomst van het fijn stof. Een van de componenten van dit project is de bepaling van Levoglucosam op (delen van) van kwartsvezelfilters. Organisaties: • Bio-organische massaspectrometrie
Onderzoekers: • Magda Claeys-Maenhaut
Monitoring van de economisch-logistiek-ruimtelijke ontwikkeling van de Deltaregio. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van het project is het opzetten van een eerste versie van een ruimtelijk-economisch-logistieke monitoring voor de VlaamsNederlandse Delta op basis van bestaand materiaal. Dit moet toelaten op te volgen hoe goed de Delta scoort op cruciale ontwikkelingsvariabelen en zo inzichtelijk maken maken voor welke opgaven het openbaar bestuur—in samenhang met havens, bedrijven en wetenschap—staat in het licht van te verwachten logistiek-economisch-ruimtelijke ontwikkelingen. Organisaties: • Transport en ruimtelijke economie
Onderzoekers: • Thierry Vanelslander
Dietary therapy for kidney patients (dogs) Universiteit Gent Abstract: Chronische nierinsufficiëntie is een belangrijke aandoening bij oude honden. Naast medicatie is een dieetwijziging belangrijk om de progressie van deze aandoening af te remmen. In de huidige studie zal het effect van een typisch nierdieet worden nagegaan bij patiënten met chronische nierinsufficiëntie. Organisaties: • Vakgroep Voeding, Genetica en Ethologie
Onderzoekers: • Myriam Hesta
Data-analyse in het kader van de ontwikkeling van een schoudermodel en analyse van de biomechanica van het sternoclaviculair gewricht. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een dienstverleningsopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds BVOT. UA levert aan BVOT de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Visielab
Onderzoekers: • Toon Huysmans
Study to map the current situation and trends of female genital mutilation in 27 EU Member States and Croatia Universiteit Gent Abstract: Het doel van het project was een overzicht te maken van de huidige situatie omtrent vrouwelijke genitale verminking (VGV) in alle lidstaten van de EU (28 landen). Het project heeft onder meer de prevalentie, beleids- en wettelijke maatregelen, en actoren die VGV aanpakken alsmede de instrumenten en methodieken die ze gebruiken, in kaart gebracht. Het project gebeurde in opdracht van het European Institute for Gender Equality, en bestond uit een desk-studie (in alle 28 landen) en een ?in-depth? fase (in negen landen), en resulteerde in het formuleren van een aantal beleidsaanbevelingen voor de Europese Commissie. Organisaties: • Vakgroep Uro-gynaecologie
Onderzoekers: • Marleen Temmerman
Digitaliseren innoverende grammatica. Universiteit Antwerpen Abstract: De opdrachtgever wenst het lesmateriaal voor de grammaticacursus Frans te digitaliseren en er activerende werkwormen aan toe te voegen. De centrale vraag van dit project is: hoe kunnen we het ontwikkelde leermateriaal voor de grammaticacursus Frans het best tot zijn recht laten komen en het toegankelijk maken voor lectoren en studenten? Organisaties: • Individueel onderzoek IOIW
Onderzoekers: • Jozef Colpaert
Computermodellering van plasma's gebruikt voor het graveren in de micro-electronica-industrie (postdoc. beurs S. ZGAO, China) Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de Vlaamse overheid. UA levert aan de Vlaamse overheid de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.
Organisaties: • Plasma, Laser Ablatie en Oppervlakte-modellering (PLASMANT)
Onderzoekers: • Annemie Bogaerts • Shuxia Zhao
Evaluatie pedagogische begeleidingsdiensten volwassenenonderwijs en VOCVO. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project wordt uitgevoerd om de werkzaamheden van de commissie te ondersteunen die verantwoordelijk is voor de evaluatie van de pedagogische begeleidingsdiensten (PBD) in het volwassenenonderwijs en het Vlaams ondersteuningscentrum voor volwassenenonderwijs (Vocvo). Het onderzoek spitst zich toe op de werking, het bereik en de gepercipieerde effecten van de aanvullende opdrachten van de PBD in het volwassenenonderwijs en van Vocvo, alsmede hun samenwerkingsverband. Organisaties: • EduBROn
Onderzoekers: • Peter Van Petegem • Jan Vanhoof
Onderzoek naar de mogelijke associatie tussen toediening van het Pandemrix vaccin en Guillain-Barré syndrome (GBS). Universiteit Antwerpen Abstract: Onderzoek naar de mogelijke associatie tussen de toediening van het pandemrix vaccin en het Guillain-Barré syndroom en de studieopzet in de context van bestaande Belgische gegevensbanken om die mogelijke associatie te onderzoeken. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Philippe Beutels • Niel Hens
Cultuurbeheer. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de Vlaamse overheid. UA levert aan de Vlaamse overheid de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Management
Onderzoekers: • Annick Schramme
Samenwerkingsvormen tussen ondersteunende diensten van gemeente en OCMW: een bestuurskundige en juridische analyse. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project bestaat erin om een studie uit te voeren over de manier waarop de samenwerking tussen gemeente en OCMW geoptimaliseerd kan worden binnen het huidige regelgevende kader. Organisaties: • Management & Bestuur (M&B)
Onderzoekers: • Ria Janvier • Wouter Van Dooren • Koen Verhoest
Vergelijkende studie van schedelvorm en bijtprestatie bij twee onafhankelijke clades aan ondergronds levende knaagdieren (Bathyergidae vs Splacidae) Universiteit Gent Abstract: Ondergronds levende knaagdieren kunnen worden teruggevonden in onafhankelijke evolutieve groepen. Twee van die groepen zijn molratten die kunnen worden teruggevonden in Afrika (Bathergidae) en Midden-Oosten (Splacidae). Beide vertonen duidelijke aanpassingen aan krachtig bijten, waarbij ze hun tanden gebruiken om tunnelsystemen te graven. In dit project zullen convergenteis in de schedelvorm bij beide groepen worden vergeleken en de relatie met bijtprestatie worden geanalyseerd. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Dominique Adriaens
Dienstenovereenkomst ' Analyses échantillons (3/12/2012)' Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' Areva Mines' hebben voor het project ' Analyses échantillons (3/12/2012)' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Scheikunde
Onderzoekers: • MARTINE LEERMAKERS
Het autobiografische pact revisited: het werk van Christine D'haen en Willem Brakman (nieuwe titel). Nieuwe vormen van authenticiteit? Het autobiografische schrijven in de Nederlandstalige letteren na 1995. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In de Nederlandstalige literatuur na 1945 is het populaire autobiografische schrijven weinig onderzocht. Nochtans kent dat schrijven met de mediatisering van de literatuur vanaf 1985 en de verwatering van het postmodernisme vanaf 1995 een grote bloei en diversificatie. In dit onderzoeksproject worden naast de klassieke autobiografie ook de pseudo-autobiografie, de autobiografische roman en de autofictie onderscheiden. In deze (sub)genres worden de voorschriften van de klassieke autobiografie - bv. de identiteit van auteur, verteller en hoofdpersonage en de feitelijkheid - op uiteenlopende wijzen overtreden. De hypothese is dan ook dat verschillende vormen van autobiografisch
schrijven van verschillende authenticiteitsclaims uitgaan. Het begrip authenticiteit refereert aan de waarachtigheid (ook vraisemblance en vérité du dire) van het beeld dat de autobiograaf van de ontwikkeling van zijn persoonlijkheid oproept. Het gaat dus niet om een objectieve, maar om een subjectieve waarheid. Via een pragma-retorische studie; d.i. een studie die de effecten van de retorische strategieën op het leespubliek onderzoekt, gaat dit project na op welke wijze de tekstuele (bv. de drie-eenheid schrijver-verteller-personage), paratekstuele (bv. de ondertitel), extratekstuele (bv. poëticale geschriften) en contextuele strategieën (bv. mediaoptredens) die de authentificatie van een autobiografische tekst bewerkstelligen, vanaf 1995 veranderd zijn. Organisaties: • Taal- en Letterkunde
Onderzoekers: • HANS VANDEVOORDE
Ecologische monitoring OW-plan Oostende en Geïntegreerd Kustveiligheidsplan, Lombardsijde en Oostende (t1 situatie tweede fase) Universiteit Gent Abstract: Ecologische monitoring OW-plan Oostende Lombardsijde en Oostende (t1-situatie - tweede fase) en Geïntegreerd Kustveiligheidsplan, Mariakerke (t0-situatie).Het voorwerp van de opdracht is tweeërlei :1) Het nemen van stalen en laboratoriumonderzoek betreffende de biologische t1-situatie van zachte substraten, in de kustzone te Lombardsijde, alsook de verwerking, analyse, interpretatie en rapportering van de analyseresultaten;2) Het verlenen van deskundig advies, o.m. het formuleren van onderzoeksvoorstellen en ondersteuning bij het opmaken van MER-rapportenDe opdracht houdt volgende taken in:1. Meetcampagne zachte substraten* staalname van strand- en vooroevermonsters;* biologisch laboratoriumonderzoek van de monsters (macrobenthos-onderzoek);* fysico-chemisch laboratoriumonderzoek van de monsters;2. De verwerking, analyse, interpretatie en rapportering van de analyseresultaten, inclusief de koppeling van de fysico-chemische gegevens aan de biologische. De tot nu toe verzamelde data m.b.t. ecologische T0 en T1 monitoring wordt geïntegreerd in de rapportering.3. Verlenen van deskundig advies op basis van eigen expertise en onderhavig onderzoek. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Magda Vincx
Effecten van maaibeheer op ontwikkeling van levensgemeenschappen van kleine zeggenmoerassen in beekdalen. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van het onderzoek is om te bepalen: 1°) Welke microstructuren en fauna voorkomen in grondwatergevoede mesotrofe zeggenmoerassen in samenhang met de beheerhistorie; 2°) Of in herstelsituaties van grondwatergevoede mesotrofe zeggenmoerassen zich microstructuren gaan ontwikkelen bij afwezigheid van maaibeheer en de netto-effecten van niet maaien op de ontwikkeling van de structuur en biota gunstig zijn t.o.v. zeggenmoerassen met maaibeheer. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Rudy van Diggelen
Taalbeleid en juridische hulpmiddelen waarmee taalbarrières in het onderwijs voor niet-EU-inwoners kunnen worden aangepakt. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EU. UA levert aan EU de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • EduBROn
Onderzoekers: • Gracienne Lauwers
Uitvoeren van thematische reviews voor de onderwijspraktijk. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Op vraag van de minister van Onderwijs werkte de Vlor aan een project over praktijkgericht onderwijsonderzoek (PGO). Met het project wenste de Vlor een antwoord te formuleren op de vraag hoe een onderzoeksprogramma voor PGO in Vlaanderen vorm kan krijgen. Organisaties: • Educatiewetenschappen
Onderzoekers: • Katrien STRUYVEN
Zorgtrajecten en beleving van de zorgverlening bij niet-westerse allochtone kankerpatiënten. Een kwalitatieve analyse Universiteit Gent Abstract: 1. Het in kaart brengen van de zorgtrajecten en de beleving van de verkregen zorg van niet-westerse allochtone kankerpatiënten. Het bestuderen van a. de zorgtrajecten; b. het belevingsproces van de verkregen zorg en de verwachtingen van de patiënten omtrent goede zorgverlening; c. de invloed van de zorg op het verwerkingsproces van de kankerdiagnose. 2. Het bestuderen van determinanten van zorg: specifiek de invloed van cultuur, taal, verblijfsduur, religie,? Organisaties: • Vakgroep Huisartsgeneeskunde en eerstelijnsgezondheidszorg
Onderzoekers: • Myriam Deveugele
Onderwijsvernieuwingsproject (OVP) 2010: Competentiegericht evalueren in de Revalidatiewetenschappen en Kinesitherapie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Onderwijsvernieuwingsproject (OVP) 2010: Competentiegericht evalueren in de Revalidatiewetenschappen en Kinesitherapie. Organisaties: • Motorische Revalidatie en Kinesitherapie
Onderzoekers: • ERIC KERCKHOFS
Werken aan concurrentiekracht. Aanbevelingen voor een spoorstrategie voor het Havenbedrijf Gent. Universiteit Antwerpen Abstract: Leveren van aanbevelingen die het mogelijk maken voor het Havenbedrijf Gent om een actieplan uit te werken voor het spoorvervoer, waarbij in eerste instantie de aandacht ligt op het aantrekken van nieuwe stromen en in tweede instantie op het stimuleren van een modal shift. Organisaties: • Transport en ruimtelijke economie
Onderzoekers: • Tom Pauwels • Thierry Vanelslander • Eddy Van de Voorde • Christa Sys
Ontwikkelen van een snelle kwantificeringsmethode voor schadelijke sporenvormers in melk. Hogeschool Gent Abstract: Melk en afgeleide zuivelproducten vormen een basiselement in de dagelijkse voeding van de mens. In België wordt jaarlijks gemiddeld 2,9 miljard liter rauwe melk opgehaald en verwerkt. De kwaliteit en de veiligheid van de melk is dan ook essentieel. Bacteriën aanwezig in de rauwe melk worden afgedood door een hitteproces, namelijk pasteurisatie (16 s bij 72-80°C), sterilisatie (15 min bij 120°C) of Ultra High Temperature (UHT) behandeling (2 à 4 s bij 145°C). Sommige bacteriën (behorend tot de genera Clostridium en Bacillus s.l.) kunnen echter pasteurisatie overleven als hitteresistente sporen; enkelen kunnen zelfs een UHT-behandeling overleven. Na de hittebehandeling kunnen deze sporen ontkiemen tot vegetatieve cellen en de veiligheid en de kwaliteit van de melk negatief beïnvloeden. De schadelijke effecten van de sporenvormers situeren zich op 3 vlakken: i/ bedreiging van de volksgezondheid door de productie van toxines, ii/ melkbederf door productie van extracellulaire enzymes en iii/ verstoring van verdere verwerkingsprocessen. In Vlaanderen wordt de kwaliteit van de rauwe melk onder andere geanalyseerd via het kiemgetal, dit wil zeggen, het aantal bacteriële cellen per ml, maar ondanks de nadelen die men in de zuivelindustrie ondervindt wordt het sporengetal niet bepaald. In Zweden is er wel een norm opgelegd voor de sporenvormende pathogeen Bacillus cereus, namelijk minder dan 10000 kolonievormende eenheden per ml gepasteuriseerde melk op de dag voor de houdbaarheidsdatum. Concreet betekent dit dat er op de verpakkingsdag van de gepasteuriseerde melk niet meer dan 10 sporen per 100 ml mogen teruggevonden worden. De controletests hiervoor vereisen echter een incubatieperiode van 6 dagen. Ook in Nederland wordt de melk wel geanalyseerd op de aanwezigheid van boterzuurbacteriën maar dergelijke tests nemen 4 dagen in beslag. Een snelle detectie- en kwantificeringsmethode die de aanwezigheid van problematische hitteresistente sporenvormende bacteriën snel en eenduidig kan aantonen zal niet alleen een enorme tijd- en geldwinst betekenen voor de industrie, maar kan ook op gebied van volksgezondheid een belangrijke rol spelen in het voorkomen van voedselvergiftigingen. Organisaties: • Departement Toegepaste Ingenieurswetenschappen • Vakgroep Chemie
Onderzoekers: • An Coorevits • Anita Van Landschoot
Vage modellering van tijd-ruimtelijke relaties tussen polygoonconfiguraties Universiteit Gent Abstract: In dit project zal een conceptueel model worden opgesteld dat evoluties van objecten in 3D (2D ruimte + tijd) kan voorstellen, erover redeneren en bevragen. Het model wordt toegepast en geëvalueerd aan de hand van een illustratieve case study. Organisaties: • Vakgroep Geografie
Onderzoekers: • Nico Van de Weghe
Onderwijsvernieuwingsproject (OVP) 2010:Aanleren van klinisch denken en medisch handelen in de artsopleiding: Klinische stages ondersteund door geïntegreerd onderwijs en vakoverschrijdende toetsing. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Onderwijsvernieuwingsproject (OVP) 2010:Aanleren van klinisch denken en medisch handelen in de artsopleiding: Klinische stages ondersteund door geïntegreerd onderwijs en vakoverschrijdende toetsing. Organisaties: • Anatomie
Onderzoekers: • Nicole POULIART
Vredesopbouw: Expertisecentrum psychosociaal welzijn van door oorlog getroffen kinderen en jongeren in het Zuiden. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het programma wil bijdragen tot volgende algemene doelstelling: uitbouw een expertisecentrum inzake psychosociaal welzijn van door oorlog getroffen kinderen en jongeren in het Zuiden, met bijzondere aandacht voor kindsoldaten. De specifieke doelstellingen zijn: 1) het versterken van de kennis en deskundigheid bij organisaties en initiatieven, zowel op nationaal als internationaal niveau, inzake de psychosociale ondersteuning en 2) ondersteuning en uitbouw van regionale ondersteuningscentra. Deze doelstellingen wil men bereiken via 6 deelacties. Organisaties: • Klinische- en Levenslooppsychologie
Onderzoekers: • GERRIT LOOTS
Platform van lokale overheden en communicatoren ter bevordering van wetenschap (PLACES). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een dienstverleningsopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds Universitat Pompeu Fabra. UA levert aan Universitat Pompeu Fabra de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Media, beleid en cultuur (MPC)
Onderzoekers: • Pieter Maeseele
Eigen Initiatief (EI) 2007: Contribution to Cameroon Diabetes epidemiology by risk anlaysis in patients and first degree relatives (Cameroon diabetes Epidemiology and Registry (CAMDER) in Kameroen)
Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project is gefocused op de ontwikkeling van geneeskundige middelen mbt diabetes, de inperking van de epidemische karakter van de ziekten en zijn gerelateerd risico factoren, en een betere ziekte begeleiding in twee samenwerkende centra in Kameroen. Organisaties: • Medische Biochemie
Onderzoekers: • BART VAN DER AUWERA
Wetenschappelijk onderbouwde bewaking van de instroom in de Vlaamse topsportscholen Universiteit Gent Abstract: In dit onderzoek worden aan de hand van antropometrische, fysieke en coördinatieve profielen van jonge beloftevolle sporters normen opgemaakt die gehanteerd kunnen worden bij selecties bij belangrijke mijlpalen in de sportieve ontwikkeling van Vlaamse topsportbeloften Organisaties: • Vakgroep Bewegings- en sportwetenschappen
Onderzoekers: • Matthieu Lenoir
Electro-actieve textielmaterialen Universiteit Gent Abstract: Elektrisch geleidende textielmaterialen zijn belangrijk voor intelligent textiel. De geleidbaarheid wordt vaak bereikt door het aanbrengen van metalen deeltjes, vezels, garens of metaalcoatings. Het doel van dit onderzoek is het potentieel te onderzoeken van screen printing met geleidende inkten om zo elektrisch geleidend textiel te verkrijgen. Wat de invloed is van wassen en schuren wordt bestudeerd voor verschillende soorten inkt op diverse textielmaterialen. Organisaties: • Vakgroep Textielkunde
Onderzoekers: • Lieva Van Langenhove