www.researchportal.be - 30 Jan 2016 23:11:39
Onderzoeksprojecten (11500 - 12000 van 29735) Kleren bouwen. Een onderzoek naar ontwerpen in mode via architectuur. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Onderzoekscentrum Visuele Poëtica
Onderzoekers: • Kurt Vanhoutte • Alexandra Verschueren
Is lexicale selectie een competitief proces? Universiteit Gent Abstract: Dit project heeft als doel na te gaan of lexicale selectie verloopt via een competitief of non-competitief proces. Hierbij zal gebruik worden gemaakt van verscheidene paradigma's. (e.g., prent-woord interferentie taken, prentbenoeming) en onderzoeksmethoden (e.g., reactietijdtaken, het meten van oogbewegingen). Organisaties: • Vakgroep Experimentele psychologie
Onderzoekers: • Robert Hartsuiker
Entry van feliene coronavirussen in hun primaire doelwitcellen Universiteit Gent Abstract: In dit onderzoeksproject zullen de doelwitcellen van de feliene coronavirussen ter hoogte van de intestinale mucose gekarakteriseerd worden en zal de replicatie in deze cellen bestudeerd worden. Dit zal gebeuren aan de hand van een intestinaal mucosa explantmodel. Vervolgens zal de entry van deze virussen geanalyseerd worden en zal een verklaring gezocht worden voor de verschillen tussen FIPV en FECV. Organisaties: • Vakgroep Virologie, parasitologie en immunologie
Onderzoekers: • Hans Nauwynck • Hannah Dewerchin • Evelien Van Hamme
Schatten van het druggebruik in België door analyse van afvalwater Universiteit Antwerpen Abstract: De doelstelling van dit project is tweedelig. Eerst zullen er geschikte analysemethoden ontwikkeld en gevalideerd worden om verschillende drugs (cocaïne, amfetamine-achtigen, cannabis,...) en/of hun metabolieten in waterstalen te bepalen. Daarna zullen de concentraties gevonden in afvalwaterstalen gebruikt worden om het verbruik van drugs door de Vlaamse bevolking te schatten en in kaart te brengen. Organisaties: • Toxicologie
Onderzoekers: • Hugo Neels • Adrian Covaci • Alexander van Nuijs
Predictie van DON-concentraties en Fusarium spp. in graan met regressie-gebaseerde leeralgoritmen Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Biowetenschappen en Landschapsarchitectuur • Vakgroep Plantaardige Productie
Onderzoekers: • Kris Audenaert • Geert Haesaert • Bart Pycke • Sofie Landschoot
Sectoriële dynamiek in het wereldstedennetwerk Universiteit Gent Abstract: Een basisstelling in het wereldstedenonderzoek is dat mondialiseringsprocessen worden aangestuurd vanuit een beperkt aantal steden. Deze steden worden daarbij onderling verbonden door een aggregatie van de meervoudige relaties binnen de kantorennetwerken van productieve dienstenfirma's zoals investeringsbanken en gemondialiseerde accountancybedrijven. De doelstelling van dit onderzoeksproject is om een analyse te maken van het belang van sectoriële differentiatue in het wereldstedennetwerk. Organisaties: • Vakgroep Geografie
Onderzoekers: • Ben Derudder
Ontrafelen van genetische mechanismen bij het ontstaan van borstkanker op jonge leeftijd Universiteit Gent Abstract: Op dit moment kunnen de gekende borstkankergenen slechts 28% verklaren van de families met een vermoedelijk erfelijke belasting voor borstkanker. Met behulp van volledige exoom sequenering in constitutioneel en tumor DNA van jonge patiënten met borstkanker, willen we nieuwe borstkankergenen identificeren. We beogen door integratie van genoomwijde miRNA en mRNA expressie data nieuwe signalisatie pathways te identificeren betrokken bij erfelijke borstkanker. Organisaties: • Vakgroep Pediatrie en genetica
Onderzoekers: • Kathleen Claes
Feasabilitystudie biotanormen voor gevaarlijke stoffen - Onderbouwing meetstrategie voor de toetsing van biotanormen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de VMM. UA levert aan de VMM de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Ronny Blust • Lieven Bervoets
Wederzijdse interacties tussen CD4 CD25 regulatorische T cellen en myeloïde dendritische cellen en hun impact op antitumorvaccinaties gebaseerd op dendritische cellen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Anti-tumor vaccins kunnen toegediend worden als aanvullende therapie samen met conventionele therapieën, of aan patiënten wiens tumorcellen een multi-drug resistent fenotype gekregen hebben, zodat klassieke therapie niet meer baat. Omdat dendritische cellen (DCs) de enige antigen-presenterende cellen van het immuunsysteem zijn die in staat zijn naïeve T lymfocyten te stimuleren, vormen ze ideale kandidaten voor gebruik in kanker immuuntherapie. Er werd reeds aangetoond dat mature DCs die epitopen afkomstig van tumor geassocieerde antigenen (TAAs) presenteren, een antigen specifieke anti-tumor respons kunnen opwekken. Om dit te kunnen bewerkstelligen, dienen de DC zowel CD8+ CTL als CD4+ Th1 cellen op te wekken. Naast Th1 cellen bestaan nog andere types CD4+ cellen, nl. Th2 en Treg, die preferentieel niet zouden mogen opgewekt worden door het DC vaccin. In het eerste luik van dit project zullen we nagaan welk type CD4+ T cellen preferentieel wordt geïnduceerd door mRNA geëlektroporeerde DCs gegenereerd en gematureerd m.b.v. verschillende protocols om uiteindelijk de CD4+ respons te kunnen richten naar een Th1 fenotype. In het tweede luik van dit project willen we onderzoeken of de inductie van CD4+ T cellen effectief onontbeerlijk is voor de inductie van een efficiënte CD8+ T cel respons. Samenvattend willen we dus nieuwe DC generatie protocols karakteriseren die aanleiding geven tot een betere anti-tumor respons. Enerzijds kan dit gebeuren door een betere CD4+ T cel polarisatie zodat de immuunrespons gericht wordt naar een Th1 type zonder de gelijktijdige inductie van Th2 of Treg cellen. Anderzijds kan dit gebeuren door de inductie van een efficiëntere CD8+ T cel respons in de afwezigheid van CD4+ T cel hulp waardoor nefaste CD4+ T cel responsen kunnen vermeden worden. Deze nieuwe DC-types kunnen dan gebruikt worden in nieuwe klinische studies. Organisaties: • Fysiologie
Onderzoekers: • Joeri AERTS
Reductie- en symmetrieaspecten in de geometrische mechanica Universiteit Gent Abstract: De term Geometrische Mechanica refereert naar de toepassing van technieken en resultaten uit de differentiaalmeetkunde op de studie van klassieke mechanische systemen. Binnen de context van geometrische mechanica bestuderen we enkele aspecten van symmetrieen voor Lagrangiaanse en niet-holonome mechanische systemen. Organisaties: • Vakgroep Wiskundige natuurkunde en sterrenkunde
Onderzoekers: • Willy Sarlet • Frans Cantrijn
Computersimulatie van materiaaldepositie en tritiumretentie in wandelementen met kanteelstructuur in fusiemachines Universiteit Gent Abstract: In ITER zullen componenten van de eerste wand uitgevoerd worden met een kanteelstructuur voor thermomechanische en operationele stabiliteit. Dit kan echter leiden tot accumulatie van onzuiverheden en tritium in de openingen. Modellering zal uitgevoerd worden om de fysische mechanismen achter die depositie te begrijpen. Organisaties: • Vakgroep Toegepaste fysica
Onderzoekers: • Guido Van Oost
Tauberse methoden in de theorie van de veralgemeende functies, en toepassingen. Universiteit Gent Abstract: Het doel van het project is het ontwikkelen van Tauberse resultaten voor de studie van lokale asymptotische eigenschappen van veralgemeende functies en toepassingen in de klassieke functietheorie, functionaalanalyse, combinatorik en getaltheorie, Fourier-analyse, partiële differentiaalvergelijkingen en toegepaste wiskunde. We wensen tauberse beschrijvingen van het lokale gedrag van Schwartz-distributies en Colombeau veralgemeende functies te verkrijgen. Organisaties: • Vakgroep Inwendige ziekten
Onderzoekers: • Andreas Weiermann
Computationele analyse van op carbon nanotube-gebaseerde (half)geleidende nanocomposietmaterialen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Objectieven en strategie Dit project beoogt inzicht te verkrijgen in de mechanismen van de incorporatie van carbon nanotubes in de polymeermatrix en de resulterende eigenschappen, door een computationeel model op te stellen van de opeenvolgende stappen van het productieproces van NT-gebaseerde nanocomposieten met behulp van de latextechnologie. Nauwkeurige analyse van de verschillende aspecten die de interactie van de NTs met de surfactant enerzijds en het polymeer anderzijds beheersen, zoals adsorptie op de NT wanden, de resulterende elektronische en transporteigenschappen, en de rol van de inherente structurele NT defecten, zal toelaten een algemeen model op te stellen van de NT interactie in nanocomposieten. Organisaties: • Scheikunde
Onderzoekers: • GREGORY VAN LIER
Universalisme vs. particularisme in de transnationale civil society van mensenrechtenorganisaties. Amnesty International USA en Human Rights Watch tussen samenwerking en concurrentie (1978-2008). Universiteit Antwerpen Abstract: Aan het begin van de 21ste eeuw is het aantal NGO's die in de transnationale civiele samenleving opereren bijna ontelbaar. Men kan de proliferatie van mensenrechtenorganisaties (MROs) toejuichen maar men zou zich ook moeten afvragen waarom er zoveel zijn. Weerspiegelt dit een effectieve arbeidsverdeling of wijst het op particularistische belangen? Dit project, dat nauw aansluit bij de recente groei van historisch onderzoek in MROs, focust op de spanning tussen hun universalistische missie en hun particularistische tendensen. De onderliggende hypothese is dat de toegenomen participatie van MROs in een 'mensenrechtenmarkt' een competitie heeft gecreëerd dat soms botst met de universalistische logica van samenwerking en de verdediging van mensenrechten. Met andere woorden: organisatorisch eigenbelang kan het universeel ideaal van de mensenrechten gefragmenteerd en de effectiviteit van de activiteiten en de campagnes van de MROs belemmerd hebben. Deze hypothese zal getest worden via een analyse van de relaties tussen Amnesty International USA en Human Rights Watch voor de periode 1978 ¿ 2008, waarbij een structureel-kwantitatief onderzoek (historische sociale netwerkanalyse) en een kwalitatieve bronnenstudie gecombineerd zullen worden. Organisaties: • Power in History - Centrum voor Politieke Geschiedenis
Onderzoekers: • Maarten Van Ginderachter • Bart De Sutter
onderzoek naar de ontwikkeling van het spiegelneuonensysteem bij jonge kinderen (met een normale ontwikkeling) met een autismespectrumstoornis en sibling (broers/zussen van kinderen met ASS) tussen de leeftijd van 18-30 maanden en 36-48 maanden Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Geert Crombez
Ingebedde luminescente fosfors voor geavanceerde fotonische materialen: een trainingsomgeving voor jonge onderzoekers Universiteit Gent Abstract: Het netwerk heeft twee doelstellingen: (1) een omgeving creeren die multidisciplinariteit en complementaire training voorziet in supramolekulaire chemie, chemische en fysische karakterisatie en nanotechnologie (2) het ontwikkelen van nieuwe concepten voor het ontwerp, de productie en exploitatie van luminescente materialen in nanoschaal containers. Organisaties: • Vakgroep Elektronica en informatiesystemen
Onderzoekers: • Kristiaan Neyts
Onderzoek naar het effect van leren interprofessioneel samenwerken in de gezondheidszorg. Universiteit Antwerpen Abstract: Ondanks de toenemende aandacht voor en noodzaak van interprofessioneel samenwerken in de gezondheidszorg, zijn er weinig onderzoeken die het effect ervan aantonen. Dit onderzoek heeft als hoofddoel het effect te meten van interprofessioneel samenwerken op de kwaliteit van zorg voor bewoners van woon- en zorgcentra. Het onderzoek is ingedeeld in vier grote delen. In het eerste deel wordt een beschrijving gegeven van wat interprofessioneel samenwerken betekent en hoe deze competentie wordt onderwezen in onderwijsmodules. Deze interprofessionele onderwijsmodules vormen tevens de basis van de interventiestudie voor dit doctoraatsproject. In het tweede deel wordt een systematische literatuurstudie uitgevoerd met als doel een zicht te krijgen op de uitkomsten van interprofessioneel samenwerken als interventie voor chronisch geriatrische zorg. Er wordt gezocht naar evidentie die al dan niet aantoont of leren interprofessioneel samenwerken een invloed heeft op de kwaliteit van zorg en hoe dit gemeten wordt. In het derde deel is het de bedoeling de bestaande zorg (regio Antwerpen) voor bewoners in woonzorgcentra (WZC's) te beschrijven. Met behulp van focusgroepen en diepte-interviews worden de ervaringen van professionals en bewoners in kaart gebracht. Zo krijgen wij een beter beeld over hoe de zorg 'interprofessioneel' georganiseerd wordt, en wat de huidige knelpunten zijn in samenwerken. In het vierde en laatste deel van dit project wordt een cluster gecontroleerde studie in de eerste lijn met één jaar follow-up uitgevoerd. Met deze experimentele studie wordt getracht het effect van interprofessioneel samenwerken als interventie op de kwaliteit van zorg voor bewoners in een WZC te meten. Deze studie meet op drie niveaus welke invloed 'leren interprofessioneel samenwerken' heeft. Er wordt een SWOT opgemaakt over de interprofessionele samenwerking in de interventiegroep op basis van de ervaringen van de deelnemende professionals. Daarnaast wordt geregistreerd welke veranderingen er al dan niet zijn sinds de implementatie van 'interprofessioneel samenwerken'. Op bewonersniveau worden een aantal indicatoren opgevolgd die door samenwerken beïnvloed zouden kunnen worden, bijvoorbeeld de valincidentie, de kwaliteit van leven, enz. Ook op woon- en zorgcentrum niveau wordt nagegaan welke invloed 'leren interprofessioneel samenwerken' kan hebben op bijvoorbeeld werkabsenteïsme, bijscholingen, enz. Met deze doctoraatstudie is het de bedoeling een beeld te krijgen over de invloed van 'leren interprofessioneel samenwerken' op de kwaliteit van zorg, uitgedrukt in een beperkt aantal uitkomstparameters en dit vergeleken met de bestaande zorg. Het kan helpen samenwerken, indien aangewezen, anders te organiseren en op te volgen. Organisaties: • Eerstelijns - en interdisciplinaire zorg Antwerpen (ELIZA)
Onderzoekers: • Herman Meulemans • Paul Van Royen
Chalcogenide glas gecombineerd met silicium nanofotonica voor optische signaalverwerking Universiteit Gent Abstract: In dit project zal onderzoek verricht worden naar niet-lineaire nanofonische componenten op basis van chalcogenide glas gecombineerd met silicium voor optische signaalverwerking, zowel klassieke signaalverwerking als reservoir computing. Organisaties: • Vakgroep Informatietechnologie
Onderzoekers:
• Peter Bienstman
Exploratie van nieuwe 'click' en 'domino' reacties voor de synthese van op maat gemaakte polymeerarchitecturen Universiteit Gent Abstract: In dit FWO-project zullen nieuwe domino reacties worden onderzocht en toegepast in de ontwikkeling van nieuwe polymeermaterialen. De nadruk zal hierbij liggen op de in situ vorming van thiolen als startmaterialen voor radicalaire thiol-een "click"-chemie. Andere domino methodes zullen worden onderzocht en de gesynthetiseerde producten zullen worden toegepast in het kader van andere onderzoeksprojecten. Organisaties: • Vakgroep Organische chemie (WE)
Onderzoekers: • Filip Du Prez
Structurele en functionele karkaterisering van het hipBA operon van de bacterie Escherichia coli. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Doelstellingen Dit doctoraatsproject heeft als doel een bijdrage te leveren tot het begrijpen van de moleculaire basis van persistentie en multi-drugtolerantie in biofilms. Hiervoor zal de structuur-functie relatie van de eiwitten van het hipBA operon worden onderzocht via een zo breed mogelijke structurele, biofysische en functionele karakterisatie. Dit werk kadert in een breder project van de onderzoeksgroep m.b.o. TA modules. De kristalstructuren van de eiwitten (of eiwitdomeinen) en hun complexen zullen worden bepaald door middel van X-straal diffractie. De resulterende kristalstructuren zullen ons niet enkel een beeld geven van de vouwing van de HipA en HipB eiwitten en hun interactie, maar door vergelijking met andere structuren in de Protein Data Bank ook informatie over hun functie. De structuren zullen toelaten hypothesen op te stellen die experimenteel zullen worden getoetst en zullen bijgevolg de startbasis vormen voor de design en/of interpretatie van verdere experimenten. In een later stadium zal, indien tijd dit toelaat ook gewerkt worden naar kristalstructuren van HipB:DNA en HipAB:DNA complexen. De biofysische eigenschappen van de eiwitten en hun domeinen, in het bijzonder hun thermodynamische stabiliteit en hun onderlinge interacties zullen worden geanalyseerd m.b.v. een aantal biofysische technieken. Dit zal verdere informatie verschaffen over het werkingsmechanisme van de HipAB module en diens regulatie op eiwitniveau. Bijvoorbeeld in het geval van CcdAB leidde zulk een aanpak tot de identificatie van een nieuw regulatorisch mechanisme, de intrinsiek ontvouwen allosterische rits (N. De Jonge en R. Loris - ongepubliceerde resultaten). Een derde doel van dit doctoraatswerk ten slotte is het plaatsen van de HipAB activiteit in een biologische context. Hiervoor zal worden gekeken in welke in vivo regulatorische cascades HipA een rol speelt door de invloed van HipA expressie en activiteit na te gaan op de expressie van andere eiwitten. Verder zal worden gekeken in welke mate de twee individuele domeinen van HipA en de connectie met bona fide TA modules zoals relBE en mazEF hier toe bijdragen. Het model van Korch dat hipAB stroomopwaarts plaatst van de klassieke TA modules zal hierbij worden gevalideerd. Verder zal worden gezocht naar mogelijke cellulaire doelwitten van de kinase activiteit van HipA. Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • REMY LORIS
Onderzoek naar de essentiële functie van beta-actine in embryonale ontwikkeling en de noodzaak van correcte localisatie van het beta-actine en mRNA in neuronale ontwikkeling Universiteit Gent Abstract: Het actine celskelet is de drijvende kracht voor diverse vormen van celbeweging. Van de zes actine isovormen is slechts weinig geweten omtrent hun rol in zoogdierontwikkeling. Gedurende dit doctoraat gaan we na hoe gebrek aan beta-actine bloedvatontwikkeling en neurogenese tijdens de embryonale ontwikkeling beïnvloedt en of mislocalisatie van het beta-actine mRNA aanleiding geeft tot aberrante neuronale differentiatie en/of angiogenese. Organisaties: • Vakgroep biochemie
Onderzoekers: • Christophe Ampe
Dynamische studie van allosterische modulator antilichamen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Antilichamen zijn een belangrijk soort molecule. Huidige klinische therapeutische antilichamen doden cellen, remmen celinteracties af, of voorkomen effector moleculen om hun prooien aan te vallen. Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • David OYEN • JAN STEYAERT
Genetische Algoritmes voor het modelleren, simuleren en optimaliseren van 3Dfotovoltaische netwerken voor zonnecellen van de volgende generatie Universiteit Hasselt Abstract: De introductie en ontwikkeling van genetische algoritmen als optimalisatie methode kan een belangrijke rol spelen in het interdisciplinaire domein van de 'bulk heterojunctie zonnecellen', een sleutelbegrip voor de volgende generatie zonnecellen, op basis van 3D-interpenetrerende fotovoltaïsche netwerken van donor en acceptor nano-materialen. Deze zonnecellen vormen een actieve interdisciplinair onderzoek domein, met inbegrip van materialen chemie, materialen natuurkunde en techniek, maar met een gebrek aan de juiste steun van de kant van de Computational Science. Lopend onderzoek wordt al gedaan in het Instituut voor Materiaalonderzoek in Universiteit Hasselt, evenals in de Theoretische Fysica groep vanuit een meer fundamenteel, thermodynamica standpunt. In dit project worden deze pogingen worden uitgebreid tot de ontwikkeling van een model dat gemakkelijk kan worden gebruikt in de simulaties. Om de benodigde details vast te leggen, moeten dergelijke simulaties gedetailleerd zijn, met gebruik van state-of-the-art hardware (bijv. GPU's). Uiteindelijk is het doel om het gedrag van dergelijke 3D-nanogestructureerde zonnecellen te kunnen voorspellen, zodat hun prestaties bekend zijn voordat tijd en moeite besteed MOET WORDEN aan het daadwerkelijk bouwen van deze zonnecellen. Het laatste aspect is dan de optimalisatie van de device eigenschappen, zodat het rendement van dergelijke devices verbeterd wordt. Organisaties: • Expertisecentrum voor Digitale Media • Materiaalfysica • Instituut voor Materiaalonderzoek
Onderzoekers:
• Frank VAN REETH • Jean MANCA
Sociale relaties binnen consumptieve praktijken. Welstellende huishoudens uit Antwerpen, tweede helft 17de eeuw eerste helft 19de eeuw. Universiteit Antwerpen Abstract: Onderzoek naar de sociale relaties die schuilgaan achter en vorm krijgen door consumptieve praktijken via kwantitatief en kwalitatief onderzoek naar het verloop van goederen/diensten en handelspartners aan de hand van huishoudjournalen, huishoudelijke rekeningen en briefwisseling toebehorend aan leden van de Antwerpse elite uit de 17de-18de eeuw. Door na te gaan wat er waar en bij wie werd aangekocht, wordt getracht het consumptief sociaal netwerk en de flow-verbruikspatronen te reconstrueren vanuit de actoren zelf, en aldus het hoe en waarom te ontdekken achter consumptieve praktijken, de daaraan verbonden sociale relaties (krediet, reciprociteit, etc.), de omgang met goederen, en eventuele evoluties ter zake. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Bruno Blondé • Tom De Roo
Alchemis - Algen voor productie chemicalën en emissiebestrijding Universiteit Gent Abstract: Het project heeft de demonstratie van algenproductie (500 m²) op rookgassen en afvalwater tot doel. Deze grootte laat toe om de technologie te demonstreren en om voldoende biomassa te produceren voor functionele tests op algenproducten. Op deze manier zal de algenproductie de kringloop sluiten door uit reststromen terug waardevolle producten te maken. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Wim Vyverman
De structurele biologie van Interleukine 34, een nieuwe cytokine-ligand voor colony stimulating factor 1 receptor (CSF1R) Universiteit Gent Abstract: Wij stellen een interdisciplinair doctoraatsonderzoek voor dat de interactie zal trachten te ontrafelen tussen een nieuw cytokine, interleukine 34, en zijn hematopoietische RTKIII receptor, Colony Stimulating Factor-1 Receptor. Het voorgestelde doctoraatsonderzoek zal de structurele, kinetische en thermodynamische aspecten van deze ongewone interactie proberen op te helderen door gebruik te maken van zowel experimentele als computationele technieken binnen de structurele biologie. Organisaties: • Vakgroep Biochemie en Microbiologie
Onderzoekers: • Savvas Savvides
Zeoliet-gefunctionalizeerde materialen met bimodale porositeit Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoeksproject beoogt de vorming van zeoliet-gefunctionaliseerde materialen via een alternatieve synthesemethode om zo het zeolietkarakter van deze materialen te verhogen en te controleren. Bovendien zal een belangrijk deel van het onderzoek bestaan uit het karakteriseren van deze structuren, waarbij de aandacht ligt op het in kaart brengen van de selectiviteit van deze materialen naar adsorptie toe. Er wordt immers verwacht dat deze materialen sterk verschillende adsorptie-eigenschappen bezitten tegenover de klassieke zeolieten en de mesoporeuze materialen met amorfe silica wanden. Hierbij zal belangrijke fundamentele kennis van de zeolietnanopartikels, waaruit deze structuren zijn opgebouwd, worden bekomen. Belangrijk hierbij is het karakteriseren van de grootte en de kristalliniteit van de partikels. Verschillende synthesewegen zullen bewandeld worden ter bereiding van de uiteindelijke materialen, waarbij een controle over de morfologie en de verhouding microporositeit/mesoporositeit ten aanzien van de functionaliteit van de materialen belangrijk is. Organisaties: • Laboratorium adsorptie en katalyse
Onderzoekers: • Pegie Cool • Vera Meynen • Cynthia Van Oers
Nucleoside hydrolasen als generische pro-drug targets. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De nucleoside hydrolasen (NH, EC 3.2.2.-) zijn een familie van enzymen die de N-glycosidische binding van nucleosiden hydrolyseren1 volgens het reactieschema: ?-purine (of pyrimidine) nucleoside + H2O ? purine (of pyrimidine) base + ribose De NH's kennen een ruime verspreiding in de natuur. Ze komen voor in organismen gaande van bacteriën en protozoa tot hogere planten en insecten maar komen niet voor in de mens. Vermits deze enzymen tot op heden in geen enkel zoogdier teruggevonden werden, worden de NH's beschouwd als een doelwit voor anti-protozoaire geneesmiddelen. Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • Wim VERSEES
Studie van de impact van catastrofale landschapsveranderingen op lacustriene sedimentatiesystemen en sedimentreeksen Universiteit Gent Abstract: Grondige analyse van de impact van catastrofale landschapsveranderingen op de sedimentatiepatronen en -processen in meren, en meer bepaald in de glacigene meren van het Chileense Merendistrict (Zuid-centraal Chili). Inventarisatie van de landschapsveranderingen veroorzaakt door de aardbeving van 1960. Datering van grondverschuivingen en achterhalen van hun oorzaak. Analyseren van de sedimentaire signatuur in lacustriene sedimentreeksen van grote, catastrofale landschapsveranderingen. Organisaties: • Vakgroep Geologie en bodemkunde
Onderzoekers: • Marc De Batist
Architectuur en ontwerp van multi-granulaire optische netwerken. Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoeksproject bestudeerdt de fundamentele uitdagingen om multi-granulaire optische netwerken, die volledig optisch geschakeld worden, te realiseren. Bovendien wensen we dat deze netwerken virtualiseerbaar zijn zodat ze kunnen opgesplitst worden in naast elkaar bestaande delen, én programmeerbaar om beheer- en controlealgoritmes op aanvraag te wijzigen. Organisaties: • Vakgroep Informatietechnologie
Onderzoekers: • Piet Demeester
SHARE-België, Golf 4. Universiteit Antwerpen Abstract: Het huidige project behelst de uitbreiding van de SHARE database, i.e. de creatie van de SHARE golf 4 database. Binnen dit project wordt de longitudinale steekproef opnieuw bevraagd om de veranderingen sinds de laatste golf te registreren. Organisaties: • Centrum voor Longitudinaal en Levensloop Onderzoek (CELLO)
Onderzoekers: • Dimitry Mortelmans
Synthese en evaluatie van nieuwe antimalariaproducten gericht tegen een unieke isoprenoïden biosyntheseweg in P. falciparum. Universiteit Gent Abstract: Een mevalonaat-onafhankelijke weg voor de biosynthese van isoprenoïden, de zogenaamde MEP-weg, werd onlangs ontdekt en gevalideerd als nieuw doelwit voor de ontwikkeling van geneesmiddelen tegen malaria. Fosmidomycine, een fosfonaat dat interfereert met deze biosyntheseweg door ingibitie van het DOXP reducto-isomerase, is een veelbelovend antimalariamiddel. Dit project beoogt de ontwikkeling van enantiomeer zuivere alpha-gesubstitueerde fosmidomycine-analogen, die als racemisch mengsel al een betere in vitro en in vivo activiteit vertoonden tegen resp. Plasmodium falciparum en P. berghei. Anderzijds zal gezocht worden naar een geschikte syntheseweg voor een serie van onuitgegeven ?-gesubstitueerde fosmidomycine-analogen. Screening zal gebeuren in samenwerking met toonaangevende nationale en internationale groepen. Organisaties: • Vakgroep Geneesmiddelenleer
Onderzoekers: • Serge Van Calenbergh
Proteoomwijde screening van fragmenten expresseerbaar in gist Universiteit Gent Abstract: Het blijft heden ten dage onvoorspelbaar welke eiwitten al dan niet tot expressie kunnen worden gebracht in de verschillende (ook eukaryote) proteïne productiesystemen. Om die reden streven wij naar het ontwikkelen van een proteoomwijde fragment "expresseerbaarheidsscreening"-technologie in gist. Dit systeem moet dan toelaten het effect van diverse manipulaties van het cellulari secretiesysteem op het "expresseerbaar proteoom" te bestuderen. Organisaties: • Vakgroep Biochemie en Microbiologie
Onderzoekers: • Nico Callewaert
Klinische en genetische epidemiologie van de ziekte van Parkinson: belang van ziekteprogressie en niet-motorische symptomen. Universiteit Antwerpen Abstract: De ziekte van Parkinson (PD) is een neurodegeneratieve aandoening, die veroorzaakt wordt door een samenspel van genetische en omgevingsfactoren. Tijdens het laatste decennium werden vijf causale genen geïdentificeerd die leiden tot monogenetische familiale vormen van PD. Er werd aangetoond dat variaties in deze genen eveneens de susceptibiliteit verhogen voor het ontwikkelen van sporadische PD. In dit project zal prospectief een grote Belgische populatie van familiale en sporadische PD patiënten verzameld worden. We zullen de patiënten uitgebreid fenotypisch karakteriseren met gevalideerde meetinstrumenten op verschillende tijdsmomenten. Genetische variaties (simpele mutaties, CNV's en variaties in regulatorische regio's) in de reeds gekende causale PD genen worden opgespoord bij elke patiënt met state-of-the-art genetische technieken. We zullen eveneens genotype-fenotype correlatiestudies uitvoeren. Vermits de heterogeniteit in het fenotype van PD voornamelijk tot uiting komt in variabele ziekteprogressie, zal de nadruk worden gelegd op deze ziekteprogressie, respons op dopaminerge therapie en nietmotorische symptomen. In samenwerking met internationale onderzoekspartners zullen patiënt-controle gebaseerde associatiestudies opgezet worden om zo nieuwe genetische risicofactoren te identificeren. In informatieve families zullen nieuwe causale PD genen via positionele cloneringsstrategie geïdentificeerd worden. Een belangrijke troef van dit project is de koppeling van objectieve gegevens over de ziekteprogressie met resultaten uit high-throughput genetische onderzoeken. Organisaties: • Translationele Neurowetenschappen (TNW)
Onderzoekers: • Christine Van Broeckhoven • Patrick Cras • David Crosiers
Theorievorming in de pragmatiek, metapragmatische studies, en de problematiek van interculturele en internationale communicatie. Universiteit Antwerpen Abstract: 1. ontwikkeling van een coherent beschrijvingskader voor taalgebruiksaspecten (vanuit een linguïstische pragmatiek die wordt benaderd als de cognitieve, sociale en culturele wetenschap van taal en communicatie 2. studie van metapragmatische termen 3. toepassingen op het gebied van de interculturele communicatie (face-to-face) en de internationale communicatie (diplomatie en berichtgeving). Organisaties: • Linguistiek • Antwerps Centrum voor Pragmatiek (IPrA Research Center)
Onderzoekers: • Jozef Verschueren
Studie van Laat-Glaciale en Holocene klimaatvariabiliteit en dynamiek van de Zuidelijke Westenwinden aan de hand van een hoge-resolutie, multi-proxy analyse van lacustriene sedimentaire archieven in zuidelijk Chili Universiteit Gent Abstract: Hoge-resolutie, multi-proxy analyse van lange sedimentkernen uit het Calafquénmeer en het Pollux/Castormeer in zuidelijk Chili en reconstructie van de variaties in klimaat en in dynamiek van de zuidelijke Westenwinden tijdens het Laat-Glaciaal en het Holoceen. Organisaties: • Vakgroep Geologie en bodemkunde
Onderzoekers: • Marc De Batist
Executief functioneren, zelf-efficiëntie en deelname aan behandeling van cocaineafhankelijke personen met en zonder ADHD Universiteit Gent Abstract: Het doel van deze studie is om verschillen na te gaan in het neuropsychologische profiel en behandelingsgerelateerde variabelen (zelfefficiëntie, alliance) van cocaine afhankelijke individuen met comorbide ADHD versus cocaine afhankelijke individuen zonder ADHD en de rol van deze neuropsychologische en behandelingsgerelateerde variabelen in de behandelingsuitkomsten. Organisaties: • Vakgroep Orthopedagogiek
Onderzoekers: • Eric Broekaert
Concurrency in een machine model met ondersteuning voor multi-dimensional separation of concerns Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project heeft als doel concurrency te bestuderen in het onderszoeksgebied van talen met ondersteuning voor "multidimensional separation of concerns" (MDSOC), zoals aspect-, context- of feature-georiënteerde talen. Het toevoegen van MDSOC mechanismes die rekening houden met concurrency zal leiden tot MDSOC talen met meer expressiviteit en mogelijk hogere performantie, wat op zijn beurt van MDSOC talen een meer aantrekkelijk platform maakt om concurrente applicaties in te ontwikkelen. Organisaties: • Antwerp Systems and software Modelling (AnSyMo)
Onderzoekers: • Dirk Janssens • Tim Molderez
Een web service voor stylometrie- en leesbaarheidsonderzoek voor het Nederlands Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Vertaalkunde • Vakgroep Taaltechnologie
Onderzoekers: • Veronique Hoste
Functioneel genomische analyse van de ziekte van Alzheimer : Karakterisatie van het risicoverhogend effect van progranuline missense mutaties. Universiteit Antwerpen Abstract: Het algemeen doel van dit project betreft het uitwerken van het functioneel effect van genetische varianten die werden geïdentificeerd in het moleculair genetische onderzoek en die geassocieerd zijn met een verhoogd risico op AD of FTLD. Meer specifiek zal dit project zich richten op het ophelderen van het functionele effect van GRN missense mutaties. Dit zal gebeuren door gebruik te maken van in vitro (celmodellen) en in vivo (muismodellen) modelsystemen. Organisaties: • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Christine Van Broeckhoven • Nathalie Brouwers
Naar een succesvolle differentiatie in de detailhandel. Onderzoek naar het proces en de impact van differentiatie en positionering in de kleinhandel: antecedenten, gevolgen en medererende factoren. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Omwille van verzadiging, wordt de West-Europese kleinhandel tegenwoordig getekend door hevige concurrentie. een voor de hand liggende reactie van de gevestigde detaillisten bestaat in het verlagen van de prijzen. Nochtans is dit een straatje zonder eind: de marges van de detaillist zakken erdoor, zonder dat er meer omzet gedraaid wordt. Door enkel de 'prijzen te benadrukken en geen andere vormen van differentiatie, ziet de consument ook geen andere verschillen meer tussen de retailers, wat store switching in de hand werkt. We observeren algemeen ook een vervlakking van het winkelaanbod. Het doel van dit doctoraatsvoorstel is een wetenschappelijk denkkader te ontwikkelen over differentiatie in de kleinhandel. De centrale onderzoeksvraag luidt: "Hoe kan een kleinhandelaar zich differentiëren van de concurrentie en een duurzaam concurrentieel voordeel opbouwen in de huidige competitieve, prijsgedreven omgeving". Het bestuderen van alternatieve mogelijkheden om zich te onderscheiden, het proces zelf alsook de impact ervan op winkelkeuze, patronage en loyaliteit bij de consument, staat ons toe dit kader verder uit te werken, te testen en te verfijnen. Voortbouwend op de bevindingen uit de literatuur, willen we een beter inzicht verkrijgen in het differentiatieproces, de alternatieve onderscheidende strategieën, de antecedenten en resultaten van differentiatie in het algemeen, en meer specifiek van de alternatieve strategieën. Dit doen we aan de hand van een combinatie van exploratiedf onderzoek, voor het verder ontwikkelen van het model en kwantitatief onderzoek voor het testen ervan. Op basis van deze bevindingen kunnen we vervolgens ook praktijk relevante aanbevelingen doen naar detaillisten die een lange termijn visie nastreven. Organisaties: • Bedrijfseconomie en Strategisch Beleid
Onderzoekers: • MALAIKA BRENGMAN
De bijdrage van ectomycorrhiza fungi aan de Fe-nutritie van gastheerplanten Universiteit Hasselt
Abstract: Het voorliggende contract betreft een FWO-aspirantschap van Jan Wevers onder promotorschap van prof. dr. J. Colpaert voor de periode van 01.10.2007 tot 30.09.2009. Het doctoraatsproject wil de functionele diversiteit bij ECM fungi in kaart brengen voor wat betreft Fe-opname en transfer naar de gastheerplant, de grove den. Tegelijk bepalen we de invloed van toxische Zn concentraties op de Fe-nutritie van de gemycorrhizeerde gastheer. Enerzijds wordt een veldstudie geprogrammeerd waarbij Fe- en Zn-opname en fractionering in dennen wordt bestudeerd in goed gekarakteriseerde proefpercelen langs een Zn-gradiënt in Noord-Limburg. Anderzijds worden labo experimenten omgezet om de Fe- en Zn-fluxen in gemycorrhizeerde planten te karakteriseren. In een laatste fase zal onderzocht worden welke mechanismen verantwoordelijk zijn voor de opname van Fe in geselecteerde ECM fungi. Organisaties: • Milieubiologie • Centrum voor Milieukunde
Onderzoekers: • Jan COLPAERT
Karakterisering van stralingsgeïnduceerde processen in de DNA suikereenheid: een EMR- en DFT-studie op suikereenkristallen. Universiteit Gent Abstract: Het voorgestelde project beoogt gecombineerd experimenteel en theoretisch onderzoek van stralingsgeïnduceerde processen in suikereenkristallen, met als hoofddoel inzicht te verwerven in de stralingsfysica en -chemie van de deoxyribose-suikereenheid in DNA. Organisaties: • Vakgroep Fysica en Sterrenkunde
Onderzoekers: • Freddy Callens
TST Tools voor het Nederlands als Webservices in een Workflow Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Vertaalkunde • Vakgroep Taaltechnologie
Onderzoekers: • Veronique Hoste
Sociale vernieuwing en artistocratseringsprocessen bij de stedelijke elites van laatmiddeleeuws Vlaanderen. Universiteit Gent Abstract: Het onderzoeksproject is gericht op de samenstelling van de stedelijke elites van de grote en middelgrote steden van het graafschap Vlaanderen in de late middeleeuwen. Dit was een sleutelfase in de gescheidenis van stedelijke elites, waarbij deze zich met groeiend succes wisten te affirmeren tegenover de corporatieve middengroepen. Organisaties: • Vakgroep Geschiedenis
Onderzoekers: • Marc Boone
De relaties tussen netwerken, financiële rapportering, performance en financiering Universiteit Gent Abstract: Dit voorstel beoogt de relaties tussen netwerken, financiële rapportering, performance en financiering van KMO?s te onderzoeken. Eerst zullen we nagaan of het netwerken bij KMO?s bijdraagt tot ondernemingssucces. Daarna onderzoeken we of netwerkende KMO?s betere voorwaarden verkrijgen in de financiële markten. Tenslotte gaan we na of de kwaliteit van de financiële rapportering gereflecteerd wordt in de kredietvoorwaarden van de KMO?s. Organisaties: • Vakgroep Accountancy en Bedrijfsfinanciering
Onderzoekers: • Philippe Van Cauwenberge
Atomaire resolutie elektronen tomografie van nanogestructureerde materialen via een hybride aanpak. Universiteit Antwerpen Abstract: Kennis van de 3 dimensionale structuur en compositie van nanomaterialen op atomaire schaal is onmisbaar wanneer de fysische eigenschappen van deze materialen onderzocht moeten worden. In dit onderzoek probeer ik om verschillende moderne technieken in een elektronenmicroscoop te combineren met elektronentomografie om een drie dimensionaal beeld te maken van de atomaire structuur van de onderzochte materialen. Deze materialen kunnen varieren van core-shell nanodeeltjes tot interfaces in nanokristallen. Organisaties: • Elektronenmicroscopie voor materiaalonderzoek (EMAT)
Onderzoekers: • Sara Bals • Bart Goris
De reactie van ouders op de pijn van hun kind: een affectief-motivationele analyse Universiteit Gent Abstract: Sociale processen die een rol spelen in de ervaring van pijn en hinder zijn tot op heden weinig onderzocht. Daarom wil ik de determinanten onderzoeken van ouderlijke gedragingen als reactie op pijn bij hun kind, waarbij de focus ligt op ouderlijke catastrofale gedachten. Vanuit affectief-motivationele visies zal onderzocht worden of catastrofale gedachten leiden tot vreesreacties en gedragingen gericht op pijnreductie. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Liesbet Goubert
Een familierechtelijk statuut voor draagmoederschap in België Universiteit Gent
Abstract: Dit project beoogt de wetenschappelijke onderbouw te creëren voor een juridisch statuut voor draagmoederschap in België. De vele problemen die rijzen wannneer een vrouw een kind baart voor een ander, worden benaderd vanuit een dubbel perspectief: intern en internationaal privaatrecht. De mate waarin draagmoederschapscontracten rechtsgeldig en afdwingbaar zijn, wordt uitgeklaard, naast de wijze van vaststelling van de afstamming van de wensouders. Organisaties: • Vakgroep Burgerlijk Recht
Onderzoekers: • Gerd Verschelden
Economisch en netwerkbewust grid bronbeheer. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van dit project is het ontwerpen van algoritmen en protocollen voor grid resource beheer die toelaten om netwerk en computationele resources te co-alloceren op basis van een marktwerking. Enerzijds zal co-allocatie van computationele en netwerk resources het resource management systeem in staat stellen om effici¿ntere scheduling beslissingen te nemen. Anderzijds zal het gebruik van een marktmechanisme leiden tot meer openheid en flexibiliteit voor gebruikers, een duurzame grid infrastructuur en tot maximalisatie van de waarde die deze infrastructuur levert aan zijn gebruikers. Organisaties: • Modeleren van Systemen en Internet Communicatie (MOSAIC)
Onderzoekers: • Jan Broeckhove • Wim Depoorter
Zanggedrag van de koolmees. Universiteit Antwerpen Abstract: Zangonderzoek verrichten in verschillende Europese populaties van de koolmees. Analyseren van longitudinale datasets van individueel gemerkte koolmezen die in verschillende opeenvolgende jaren werden opgenomen in het kader van experimentele en veldstudies. Organisaties: • Ethologie
Onderzoekers: • Marcel Eens
Translationeel onderzoek naar de rol van de Hedgehog pathway, ADAM19 en HTR4 in de pathogenese van COPD Universiteit Gent Abstract: In een recente Genome Wide Association studie over longfunctie werden 8 genetische loci geïdentificeerd die geassocieerd zijn met de ratio van de één-seconde-waarde (FEV1) en de geforceerde vitale capaciteit (FVC). Wij onderzoeken de rol van 3 genen - Hedgehog Interacting Protein (HHIP), a disintegrin and metallopeptidase domain 19 (ADAM19) en 5-hydroxytryptaminereceptor 4 (HTR4) - in een muismodel van COPD en bij de mens. Organisaties: • Vakgroep Inwendige ziekten
Onderzoekers: • Guy Brusselle
Ontwikkeling van een rek-gebaseerde methodologie voor de bepaling van taaiheid en foutacceptatiecriteria voor lassen in dunwandige stalen constructies Universiteit Gent Abstract: Gelaste staalconstructies kunnen in bepaalde omstandigheden (aardbevingen, grondzettingen) onderhevig zijn aan belangrijke plastische vervormingen. In dit project zal een model worden ontwikkeld om de toelaatbaarheid van lasfouten voor zulke constructies te bepalen. Ook zullen specifieke testprocedures worden bestudeerd voor de bepaling van taaiheid en fouttoelaatbaarheid. De verscheidene invloedsfactoren zullen bestudeerd worden op basis van numerieke simulaties en grootschalige experimenten. Organisaties: • Vakgroep Mechanische constructie en productie
Onderzoekers: • Wim De Waele
Meat it! Fraudedetectie in verwerkte vleesproducten Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Biowetenschappen en Landschapsarchitectuur • Vakgroep Levensmiddelenwetenschappen en Technologie
Onderzoekers: • Kathy Messens • Roxane Van Vynckt • Mia Eeckhout
Optimalisatie van de trade-offs tussen biomassaproductie, klimaatfeedback en waterconsumptie in korte-omloop hakhoutculturen, een modelanalyse. Universiteit Antwerpen Abstract: Op dit moment komt 81% van de wereldwijde energieproductie uit fossiele brandstoffen, die eindig zijn en CO2 uitstoten in de atmosfeer.Om deze redenen, worden alternatieve energiebronnen gezocht. Bio-energie, met name korte omloop hakhout (KOH) cultuur, is een veelbelovend alternatief voor de opwekking van elektriciteit. KOH's kunnen worden gedefinieerd als zorgvuldig onderhouden, hoge-densiteit aanplantingen van snelgroeiende bomen, in dit project populier, die om de 2-5 jaar worden teruggesneden. De oogst wordt vervolgens verbrand of vergast om elektriciteit op te wekken. De CO2 die wordt uitgestoten door dit proces werd eerder opgenomen uit de atmosfeer tijdens de groei van het gewas, dus theoretisch is er geen nieuwe koolstof toegevoegd aan de atmosfeer. KOH beheer (vervoer, oogst, meststoffen, irrigatie), produceert echter ook bepaalde hoeveelheden CO2 en andere broeikasgassen. Bovendien, verbruikt een KOH veel water, dat nodig kan zijn voor de omliggende regio's. Dit project zal gebruik maken van een computer model om de productie van biomassa, de broeikasgasbalans en het waterverbruik te voorspellen in KOH plantages, voor verschillende beheertypes in verschillende regio's. De algemene doelstelling is het bepalen van een optimaal beheer, voor elke regio, dat houtgroei voor energieproductie maximaliseert, terwijl de uitstoot van broeikasgassen en waterverbruik wordt geminimaliseerd.
Organisaties: • Planten- en vegetatie-ecologie (PLECO)
Onderzoekers: • Ivan Janssens • Toon De Groote
Quorum quenching as a novel tool to fight bacterial infections in aquaculture Universiteit Gent Abstract: In many bacteria, the production of virulence factors is controlled by quorum sensing (QS) and interfering with QS has been proposed as a new strategy to fight infections in aquaculture. Increasing attention is being paid to quorum quenching (QQ), the degradation of QS molecules by bacterial enzymes. The goal of the project is to isolate QS degrading organisms, construct mutants with high QQ activity, and evaluate the effect of QS degrading strains. Organisaties: • Vakgroep Farmaceutische analyse
Onderzoekers: • Peter Bossier • Tom Coenye
Polarisatie en vroege ontwikkeling van zygoten bij het bruinwier Dictyota dichotoma (Phaeophyceae) Universiteit Gent Abstract: Al een eeuw lang zijn de oögame bruinwieren Fucus en het verwante Silvetia praktische modelorganismen voor de vroege ontwikkeling in plantaardige systemen. Morfologische waarnemingen in Dictyota suggereren dat veel bevindingen niet extrapoleerbaar zijn naar de andere bruinwieren. Om een dieper inzicht te verkrijgen in de veralgemeenbaarheid van de resultaten uit dergelijke onderzoeksmodellen, zal de embryogenese bij Dictyota dichotoma onderzocht worden. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Tom Beeckman • Olivier De Clerck
Een computationeel psycholinguïstische benadering van primaire taalverwerving. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van dit project is de ontwikkeling van een computationeel psycholinguïstisch model van de primaire taalverwerving dat gekenmerkt kan worden als een datagedreven model waarin algemene (i.e., niet specifiek talige) leermechanismen vanuit de input taalkennis (grammatica, lexicon, etc.) verwerven. De term 'computationeel psycholinguïstisch' karakteriseert de aard van het model dat we voor ogen hebben, een model van de taalverwervings- en taalverwerkingsprocessen die de primaire taalverwerving mogelijk maken en bewerkstelligen. De samenstellende delen van die term preciseren ook een methodologische optie: het voorgestelde onderzoek omvat namelijk twee luiken: (1) een psycholinguïstisch luik waarin de verwerving van de natuurlijke taal bestudeerd wordt bij kinderen, gebruik makend van de gangbare psycholinguïstische methodologie, d.i. analyse van corpora van spontane spraak en experimentele toetsing van hypothesen die evt. door het corpusonderzoek gegenereerd worden. (2) een computationeel luik waarin een computermodel van dezelfde taalaspecten wordt geïmplementeerd, gebruik makend van de principes van 'gelijkenis-gebaseerd redeneren'. De relatie tussen de luiken is tweevoudig: (i) De ontwikkeling van een theorie over taalverwerving waarin de rol van structurele aspecten van de taalinput en het zelf-organiserend vermogen van de taalverwerver centraal staan. (ii) Een gezamenlijk studie-object maakt het mogelijk om een vruchtbare wisselwerking tussen de psycholinguïstische data en theorievorming en het computationeel model te bewerkstelligen. Dit houdt o.m. in dat gegevens uit de natuurlijke taalverwerving in de twee luiken van het onderzoek gebruikt worden, nl. als primair studieobject in het psycholinguïstisch luik en als effectief inputmateriaal voor de artificiële verwerver; de performantie van die laatste zal bovendien geëvalueerd worden aan de hand van de taalverwerving en -ontwikkeling van kinderen. Organisaties: • Linguistiek • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers: • Etienne Gillis
De invloed van interpersoonlijke en omgevingsfactoren op de ontwikkeling en instandhouding van eetgerelateerde problemen bij kinderen en adolescenten. Universiteit Gent Abstract: Huidig project bouwt verder op de nood aan een integratieve en prospectieve aanpak van eetproblemen bij jongeren. Er wordt gebruik gemaakt van instrumenten die een categoriale visie en dimensionele visie op eetproblematiek vertegenwoordigen. Dit project komt tegemoet aan de nood voor longitudinaal en experimenteel onderzoek in de klinische ontwikkelingspsychologie en dit bij participanten van verschillende ontwikkelingsfasen en van beide geslachten. Organisaties: • Vakgroep Ontwikkelings-, persoonlijkheids- en sociale psychologie
Onderzoekers: • Caroline Braet
Regulators van aminozuurmetabolisme en stressrespons bij Arabidopsis thaliana. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Doelstellingen De algemene doelstelling van dit project is een beter inzicht te krijgen in de mechanismen die verantwoordelijk zijn voor regulatie van de biosynthese van de aminozuren afgeleid van aspartaat, en specifiek voor de interactie tussen de verschillende vertakkingen van de pathway en voor de wijze waarop biotische en abiotische stress de pathway beïnvloeden. Daartoe zal ten eerste een transcriptoom-analyse uitgevoerd worden van planten die ofwel geïnhibeerd zijn in de lysine-biosynthesetak ofwel in de threonine/methionine tak. Verder zullen mutanten geïsoleerd worden waarin de inductie van AKLys1 door biotische stress verstoord is. In een verder stadium van het onderzoek zullen interessante genen bekomen uit de transcriptoomanalyse of uit de mutantenscreening verder via moleculaire en fysiologische studies onderzocht worden. Organisaties: • Plantengenetica • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • GEERT ANGENON
Spreken in naam van anderen. Een pragmatisch-linguïstische analyse van de eerste persoon meervoud in het discours van de Kamer van Volksvertegenwoordigers in België, Frankrijk, Groot-Brittannië en Nederland, 1870-1940. Universiteit Antwerpen Abstract: Door middel van een systematisch en comparatief onderzoek naar het gebruik van de eerste persoon meervoud in vier West-Europese Kamers van Volksvertegenwoordigers, wil dit project nagaan welke transformaties het fenomeen politieke vertegenwoordiging onderging in een periode van snelle democratisering, en welke identiteiten daarbij tot uitdrukking werden gebracht. Organisaties: • Power in History - Centrum voor Politieke Geschiedenis
Onderzoekers: • Jozef Verschueren • Marnix Beyen • Henk de Smaele
Nanofotonische implementatie van reservoir computing Universiteit Gent Abstract: In dit project bestuderen we het gebruik van fotonische ring resonatoren als spiking neurons. Organisaties: • Vakgroep Informatietechnologie
Onderzoekers: • Joni Dambre • Peter Bienstman
Adaptieve waarde en mechanismen van variatie in maternale hormonen bij de grasparkiet (Melopsittacus undulatus) Universiteit Antwerpen Abstract: In deze studie behandelen we maternale dooierhormonen bij de grasparkiet (Melopsittacus undulatus), die het vrouwtje in staat stellen het fenotype van de nakomelingen optimaal aan te passen aan hun toekomstige omgeving. We bestuderen de differentiële depositie van hormonen binnen een legsel en tussen legsels. We zoeken naar het mechanisme waarop maternale hormonen naar de dooier gealloceerd worden en we onderzoeken de effecten van differentiële depositie op de nakomelingen, zowel op korte als ook op lange termijn. Organisaties: • Ethologie
Onderzoekers: • Marcel Eens • Annie Pinxten • Stefanie Lahaye
Harmonisatie van de vennootschapsbelasting in Europa. Effect van een gemeenschappelijke geconsolideerde heffingsgrondslag (CCCTB) op de financiële rapportering en belastingdruk in België Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Bedrijfsmanagement Mercator • Departement Handelswetenschappen en Bestuurskunde • Vakgroep Accountancy en Fiscaliteit • Vakgroep Fiscaliteit en Accountancy
Onderzoekers: • Jan Verhoeye • Carine Coppens
Invloed van surfactants op het gedrag van bestrijdingsmiddelen in biiozuiveringssystemen. Universiteit Gent Abstract: Pesticiden worden in de organische matrix van biozuiveringssysteem weerhouden en afgebroken. Het doel van dit project is om inzicht te verwerven in deze processen betrokken bij pesticide- surfactant interacties in een organische matrix en deze op modelmatige wijze tekunnen kwantificeren. Organisaties: • Vakgroep Gewasbescherming
Onderzoekers: • Walter Steurbaut
Geïntegreerde ecologische modellering voor beslissingsondersteuning in waterbeheer Universiteit Gent Abstract: Het voorgestelde onderzoek beoogt de integratie van hydraulische, fysische-chemische en ecologische habitatmodellen voor beslissingsondersteuning in waterbeheer. Het doel is om een geïntegreerde ecologische beoordeling te kunnen maken van milieu-investeringen (bvb. waterzuivering). Organisaties: • Vakgroep Toegepaste ecologie en milieubiologie
Onderzoekers: • Peter Goethals
Ontwikkeling van chemische isolatiemethoden en meetprotocols voor koper-, antimoon- en titaanisotopenanalyse van antiek glas door middel van multicollector-ICP- massaspectrometrie. Universiteit Gent Abstract: Een analytische methodiek, bestaande uit (i) het zuiver en kwantitatief isoleren van het analiet (Cu, Sb, Ti) van de begeleidende matrix en (ii) het verwerven van isotopische informatie via multicollector-ICP-massaspectrometrie, zal ontwikkeld worden voor herkomstbepaling van Cu-, SBen Mn- gebaseerde reagentia gebruikt in de oudheid om glas te (ont) kleuren. Ook niet-destructieve (femtoseconde) laser ablatie MC-ICP- MS zal hiertoe ingezet worden. Organisaties: • Vakgroep Analytische chemie
Onderzoekers:
• Frank Vanhaecke
Artificiële Creativiteit in visuele communicatie en kunst: een algoritme voor spitsvondige, evoluerende conceptontwikkeling en datavisualisatie. Universiteit Antwerpen Abstract: Met behulp van technieken uit de Artificiële Intelligentie wordt een computeralgoritme ontwikkeld dat een inhoudelijke opdracht (of dataset) ontleedt op kernbegrippen en relaties, daarbij relevante informatie opzoekt, verwerkt, bundelt en deze tenslotte in relatie brengt tot creatieve en visuele oplossingen. Dit algoritme wil menselijke creativiteit nabootsen door bestaande concepten te verbinden en te hercombineren tot er innovatieve visuele uitvoer uit opborrelt. De visuele uitvoer evolueert mee naargelang de inhoudelijke data wijzigt en uitbreidt. Organisaties: • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers: • Walter Daelemans • Tom De Smedt
Experimentele en numerieke studie naar het dynamisch gedrag van gelaste verbindingen in vezelverstrekte thermoplasten Universiteit Gent Abstract: Tot nu concentreerde het onderzoek naar het lassen van versterkte thermoplasten zich voornamelijk op het lasproces. Over het gedrag in vermoeiing van dergelijke gelaste verbindingen is echter nauwelijks informatie te vinden. Het doel van dit project is het bestuderen van lasverbindingen tussen versterkte thermoplasten in vermoeiing en het opstellen van een schademodel, dat behalve scheurgroei ook scheurinitiatie in acht neemt. Organisaties: • Vakgroep Toegepaste Materiaalwetenschappen
Onderzoekers: • Joris Degrieck
Foundations of XML - Safe Processing of Dynamic Data over the Internet Universiteit Hasselt Abstract: Het web heeft fundamenteel nieuwe uitdagingen gebracht betreffende datamanagement. De belangrijkste kenmerken die webgegevens onderscheiden van de traditionele database-toepassingen zijn de structuur ervan - meestal beschreven door mark-up talen, zoals XML - en het dynamische karakter. Het FOX onderzoeksprogramma zal deze uitdagingen in detail bestuderen en manieren onderzoeken om ze te beheersen. Te dien einde is FOX gericht op een paradigmaverschuiving in de modellering van internetgegevens. Het zal de fundamenten van dynamische en data-georiënteerde functies van het Web voorzien en komen tot nieuwe efficiënte algoritmen voor het organiseren, transformeren en opvragen van de webinhoud. Enkele van deze toekomstige inzichten zullen naar verwachting een aanzienlijk effect hebben op de volgende generatie van XML en web standaarden. Organisaties: • Databases en Theoretische Informatica
Onderzoekers: • Frank NEVEN
De toekomstige relaties tussen de EU en haar Oost-Europese buurlanden: een juridische analyse van flexibele integratiemodellen Universiteit Gent Abstract: Het onderzoeksproject beoogt een diepgaande juridische analyse van de relaties tussen de EU en haar Oost-Europese buurlanden. De mogelijkheden en moeilijkheden met betrekking tot de overname van het acquis communautaire door niet-EU lidstaten vormen het centrale thema van het onderzoek. Er wordt gewerkt op basis van een vergelijkende analyse met andere flexibele integratiemodellen. Organisaties: • Vakgroep Europees Recht
Onderzoekers: • Marc Maresceau
Analyse van de ethische verantwoordelijkheid en haar antropologische grondslagen in het denken van Max Scheler en Karol Wojtyla: reconstructie en revaluatie Universiteit Gent Abstract: In het denken van Max Scheler en dat van Karol Wojtyla speelt de ethische verantwoordelijkheid en haar justificatie een grote rol. In mijn onderzoek zal ik hiervan een moraalfilosofische evaluatie maken om vervolgens te kunnen nagaan hoe een pleidooi voor ethische verantwoordelijkheid binnen het domein van "global justice" en "global ethics" op de opvattingen van Scheler en Wojtyla kan steunen en hoe de inzichten van beide denkers in een niet godsdienstig argumentatief raamwerk overeind kunnen blijven als zinvolle verwerping van de morele onverschilligheid en passiviteit. Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Onderzoekers: • Martin Commers
Taalvariatie en constructionele semantiek: argumentstructuur-constructies Universiteit Gent Abstract: Het project bevindt zich op het snijpunt van constructiegrammatica, historische taalkunde en variationele sociolinguïstiek. Op basis van uitgebreid kwalitatief en kwantitatief corpusonderzoek naar de semantische eigenschappen van argumentstructuur-constructies in verschillende (regionale, stilistische en diachrone) variëteiten van het Nederlands, wil het project patronen van taalvariatie en -verandering in constructionele semantiek blootleggen en analyseren. Organisaties: • Vakgroep Nederlandse taalkunde
Onderzoekers: • Johan De Caluwe
Optimalisatie en validatie van een muismodel voor ruptuur van atherosclerotische plaques. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Fysiofarmacologie (FAR)
Onderzoekers: • Guido De Meyer • Wim Martinet • Lynn Roth
Eco-hydraulisch modelleren van estuariene processen Universiteit Gent Abstract: Het STRIVE software pakket beschrijft de interactie tussen hydraulica en ecologische processen. Dit doctoraatsonderzoek bestudeert de numerieke modellering van estuariene processen (hydraulica, nutriëntendynamiek, vegetatie, sedimentatie, detritus, intrusie van zouten) en de verdere implementatie van deze nieuwe proces modules in het STRIVE model. De ecologische problematiek omtrent het Berg River estuarium in Zuid-Afrika vormt het onderwerp van deze studie. Organisaties: • Vakgroep Civiele techniek
Onderzoekers: • Peter Troch
Technische process mining metrieken vertalen naar bedrijfs-KPI's. Universiteit Hasselt Abstract: Process Mining is een relatief jong onderzoeksdomein wat zich momenteel nog volledig in het domein van computer science bevindt. Met dit project willen we de stap van computer science naar business science nemen. Heel concreet willen we aan de hand van een case study de technische metrieken die nu in het onderzoeksveld gebruikt worden voor de goodness of fit van modellen of andere metrieken vertalen naar Key Performance Indicators die gebruikt worden in de bedrijfspraktijk. Organisaties: • Beleidsinformatica • Instituut voor Mobiliteit
Onderzoekers: • Koenraad VANHOOF
Europees project BLAST Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Civiele techniek
Onderzoekers: • Julien De Rouck
Het ontwikkelen van hyperpolyfone muziek Hogeschool Gent Abstract: Het ontwikkelen van hyperpolyfone muziek (meerstemmigheid met een eigen tempo en stijl per stem) o.a. door live algoritmische improvisaties vormt de hoofdbrok van mijn onderzoek Organisaties: • Departement Conservatorium • Vakgroep Scheppende Muziek
Onderzoekers: • Hans Roels • Godfried-Willem Raes
Lokale oorlogsgeschiedenis en herdenking van de eerste wereldoorlog Universiteit Gent Abstract: De honderdste verjaardag van de Eerste Wereldoorlog zal niet onopgemerkt voorbijgaan. Tientallen steden en gemeenten maken zich klaar om hun oorlogsverleden uit te pluizen en te presenteren. Maar wat valt er eigenlijk te herdenken? Hoe vertalen we dit verleden naar projecten voor een breed publiek, zonder te vervallen in ?herdenkingsgeweld?? Dit project publieksgeschiedenis wil inspelen op een reële nood in het praktijkveld door enerzijds enkele antwoorden te geven, maar ook door vragen op te roepen. Het einddoel is een praktisch georiënteerde handleiding die het lokale oorlogsverleden in de schijnwerpers plaatst. De initiatiefnemers van herdenkingsprojecten zijn in praktijk immers lokale spelers en ook de subsidiestructuren richten zich op gemeentes en regio?s. Bovendien kan de focus op het lokale de studie van de Eerste Wereldoorlog vernieuwen. Organisaties: • Vakgroep Geschiedenis
Onderzoekers: • Antoon Vrints
Screening strategieën voor gemaskeerde mycotoxines Universiteit Gent Abstract: Het project beoogde de ontwikkeling en validatie van nieuwe methoden voor de screening van gemaskeerde mycotoxines, met name de gemaskeerde vormen van zearalenone en deoxynivalenol. Er werden twee tests ontwikkeld: een enzyme-gekoppelde immunosorbent test (ELISA) en een niet-instrumentele test gebaseerd op de combinatie van preconcentreren met immunoaffiniteit door enzymatische splitsing van de gemaskeerde vorm en de detectie van het analiet. Organisaties: • Vakgroep Bioanalyse
Onderzoekers: • Sarah De Saeger
Biomechanisch gedrag van pathologische knieën verkregen via Rapid Prototyping Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Toegepaste Ingenieurswetenschappen • Vakgroep Mechanica
Onderzoekers: • Marc Wouters • Tom Claessens • Annemieke Van Haver
Moments before the flood: Carl de Keyzer Hogeschool Gent Abstract: De probleemstelling is gericht op een fotografisch onderzoek omtrent het risico van overstroming van de Europese kustlijnen tengevolge van de klimaatopwarming. Meer bepaald wordt een fotografisch onderzoek gepland over de latente spanning omtrent het mogelijk gevaar en de wijze waarop de bewoners dit ervaren. Het project omvat 5 werkpakketten: Werkpakket-1: er worden 250 groot-formaatbeelden gepland (65 M.pixels), Werkpakket-2: een website-blog om de reisverslagen te publiceren, Werkpakket-3: netwerking met co-financierders zoals Magnum Photos Parijs en Orange Telecom, Werkpakket-4: een boek op 10.000 ex. wordt uitgegeven in 2013 door 5 uitgeverijen in 5 verschillende landen en Werkpakket-5: een reizende tentoonstelling met Magnum Photos Parijs in 2013. Organisaties: • Departement Koninklijke Academie voor Schone Kunsten • Vakgroep Fotografie • Vakgroep Autonome kunsten
Onderzoekers: • Carl De Keyzer • Hans Op De Beeck
Opportuniteiten en gevolgen van de ratificatie door België van het UNIDROIT '95 verdrag inzake gestolen en illegaal uitgevoerde cultuurgoederen. Universiteit Antwerpen Abstract: De opdracht omvat de redactie van een advies over de (1) wenselijkheid van de ratificatie door België van het UNIDROIT-Verdrag betreffende gestolen of onrechtmatig geëxporteerde goederen (1995); (2) de consequenties van de eventuele niet-ratificatie en (3) de consequenties van de eventuele ratificatie. Organisaties: • Persoon en vermogen
Onderzoekers: • Frederik Swennen • Thalia Kruger
Structurele geneste modellen voor het effect van een tijdsafhankelijke blootstelling op binaire uitkomsten en overlevingstijden Universiteit Gent Abstract: Het schatten van het effect van een tijdsafhankelijke blootstelling op een uitkomst is typisch bemoeilijkt door de aanwezigheid van tijdsafhankelijke confounders. Omdat standaard correctie voor deze confounders via regressietechnieken niet succesvol is, is het doel van dit onderzoeksproject een oplossing bieden via de ontwikkeling van structureel geneste modellen voor binaire uitkomsten en overlevingstijden. Organisaties: • Vakgroep Toegepaste wiskunde en informatica
Onderzoekers: • Stijn Vansteelandt
Reductie antibioticagebruik op veebedrijven (Red AB) Universiteit Gent Abstract: Analyse van varkens- en pluimveebedrijven, komende tot advisering op het gebied van bedrijfsvoering, preventieve en bioveiligheidsmaatregelen en gebruik van antimicrobiële middelen. Dit om te komen tot een verminderd en verantwoord antibioticumgebruik, kaderend in de problematiek rondom antimicrobiële resistentie. Veebedrijven worden in vier bedrijfsbezoeken begeleid, waarbij de begeleidend dierenarts/bedrijfsadviseurs nauw betrokken worden. Ontwikkeling ABcheck; webapplicatie voor berekening antibioticumgebruik op bedrijfsniveau. Uitvoerend dierenarts: Merel Postma Organisaties: • Vakgroep Verloskunde, voortplanting en bedrijfsdiergeneeskunde
Onderzoekers: • Jeroen Dewulf
e-government lifelong Learning Consortium (PalGovTempus) - Overeenkomst Vrije Universiteit Brussel Abstract: Overeenkomst ikv e-government lifelong Learning Consortium (PalGovTempus) Organisaties: • Informatica en Toegepaste Informatica
Onderzoekers: • ROBERT MEERSMAN
Consumer insights in het gebruik van sociale media door Belgische jongeren Hogeschool Gent Abstract: Sociale media zijn een nieuwe, aanvullende vorm van marketingcommunicatiemedia. De sociale media zoals Web 2.0 sites, blogs op internet, iDTV, mobiele communicatie, advergaming,...zijn internetgerelateerde tools die het een consument niet alleen mogelijk maken om zelf op zoek te gaan naar informatie omtrent een product/dienst maar ook om zelf contact te realiseren met de bedrijven/adverteerders. Daarenboven
stellen deze nieuwe media de consument ook in staat om eigen informatie, percepties en opinies te verspreiden onder medeconsumenten. De consument wordt, in vergelijking met het klassieke advertising model waarin hij een passieve rol speelde (zender adverteerder, ontvanger consument), een actieve speler in een nieuw model: hij stuurt de merkboodschap bijvoorbeeld aan via 'user generated content' (verwijst naar media inhoud die geproduceerd wordt door de eindgebruiker) of via 'Word of Mouse' (een evolutie van 'word of mouth' naar 'word of Mouse', waarbij de verspreiding van de boodschap niet meer face-to-face gebeurt maar via een digitale intermediair). Hij kan via de virale (digitale) weg duizenden andere consumenten benaderen met positieve of negatieve boodschappen. De adverteerder zal zijn sturende rol moeten bijschaven en zich in de communicatie, uitgedaagd door de consument, anders moeten gedragen, rekening houdend met de gewijzigde communicatiemogelijkheden- van de consument. Zowel vanuit de academische als vanuit de bedrijfswereld is er echter nood aan diepgaande inzichten in waarom en wanneer de consument als actieve ontwikkelaar of verspreider van commerciële boodschappen gaat optreden. Vroeger onderzoek wees reeds uit wat het socio-demografisch profiel is van internetgebruikers, hoe consumenten hun tijd verdelen over media (Ferris, 2007) en wat bijvoorbeeld de motieven zijn van consumenten om gebruik te maken van het internet (Rodgers & Sheldon, 1999). Consumenten gaan via internet informatie zoeken, communiceren, ontspannen en shoppen. De dieperliggende kennis van waarom de gebruiker/consument al dan niet gebruik maakt van sociale media en dus participeert in de commerciële boodschap ontbreekt nog. (Johnson, Bruner & Kumar, 2008). De doelstelling van dit project is het beantwoorden van volgende onderzoeksvragen : 1. wat zijn de motivaties van Belgische jongeren (16-34 jarigen) om actief commerciële boodschappen aan te sturen in sociale media, en 2. in welke mate modereren deze motivaties het effect van merkkenmerken (zoals merkpersoonlijkheid) en boodschapelementen (zoals het type creatieve appeal dat gebruikt wordt) op het al dan niet vertonen van dit actieve aansturingsgedrag van Belgische jongeren. In de verschillende onderzoeksfasen zal de motivatie van de jonge consument op kwalitatieve en kwantitatieve manier bestudeerd en bevraagd worden. Het einddoel bestaat erin een gefundeerd advies te kunnen formuleren aangaande de meest aangewezen manier om de interactieve consument van morgen efficiënt te benaderen en te bereiken. Het PWO-project “Consumer insights in het gebruik van sociale media door Belgische jongeren” heeft twee centrale vragen. o De eerste centrale vraag is ‘Wat zijn de motivaties van Belgische jongeren (16-34 jarigen) om actief commerciële boodschappen aan te sturen in sociale media?’. o De tweede centrale vraag is ‘In welke mate beïnvloeden merkkenmerken (zoals merkpersoonlijkheid) en boodschapelementen (zoals het type creatieve appeal) het aansturinggedrag van Belgische jongeren en is deze relatie afhankelijk van de oorspronkelijke motivatie?’ Om deze centrale vragen te kunnen beantwoorden is een antwoord nodig op de volgende onderzoeksvragen: o Welke sociale media worden door Belgische jongeren gebruikt om actief commerciële boodschappen aan te sturen? (OV1) o Wat zijn de motivaties van Belgische jongeren om gebruik te maken van sociale media om informatie met betrekking tot producten of diensten te creëren of te verspreiden? (OV2) o Link tussen het waarom en soort product of dienst en soort informatie / boodschap en wijze van actief gebruik? (OV3) De eerste fase van het onderzoeksproject was een oriënterende, afbakenende en conceptuele fase. De literatuurstudie heeft zich geconcentreerd op de eerste twee onderzoeksvragen. De tweede fase van het project – kwalitatief onderzoek bij de consument – liet toe om de verworven informatie uit de eerste fase af te toetsen, te verfijnen en uit te zuiveren. De kwalitatieve onderzoeksfase probeerde vooral een antwoord te formuleren op de eerste twee onderzoeksvragen. De tweede onderzoeksvraag, de motivaties, kwam uitgebreid aan bod. Door de motivaties te onderzoeken, werd een beter beeld verkregen van wat de gebruikers drijft om het gedrag te stellen waar dit onderzoeksdomein zich op richt. In de gesprekken is ook gepolst naar relevante elementen met betrekking tot de derde onderzoeksvraag. Naast een indicatie van de motivaties die bij de meeste respondenten aanwezig waren, kwam het kwalitatief onderzoek tot drie conclusies: 1.Bepaalde motivaties kunnen onvoldoende teruggekoppeld worden naar de beschikbare theorieën. We vonden vijf nieuwe motivaties die (voorlopig) niet te herleiden zijn naar de reeds gedocumenteerde motivaties: profilering, google traffic, reciprociteit of bijdragen tot de community, drang naar content, problemen signaleren aan bedrijven en tenslotte provoceren en choqueren. 2.Bepaalde motivaties komen heel vaak samen voor, of juist niet. 3.Er zijn verschillende variaties binnen éénzelfde motivatie, we kunnen ons nu een meer genuanceerd beeld vormen van iedere bestaande motivatie. Een voorbeeld hiervan is de motivatie ‘product involvement’ waar ook sprake is van ‘brand involvement’. De derde fase is een kwantitatieve onderzoeksfase en is opgebouwd uit drie luiken: een inhoudsanalyse, een enquête en een experiment. Deze derde fase moet ook een afdoende antwoord geven op de derde onderzoeksvraag. Als resultaat van de derde fase verwachten we kwantitatieve gegevens om de motivaties bij jongeren te onderbouwen en de boodschapelementen van commerciële boodschappen te linken aan de mogelijke motivaties. Het einddoel bestaat erin een gefundeerd advies te kunnen formuleren aangaande de meest aangewezen manier om de interactieve consument van morgen efficiënt te benaderen en te bereiken. Organisaties: • Departement Bedrijfsmanagement Mercator • Departement Handelswetenschappen en Bestuurskunde • Vakgroep Marketing • Vakgroep Marketing
Onderzoekers: • Claire Maréchal • Iris Vermeir • Brigitte Neetens • Linda Engels
Nieuwe types nanofotonische biosensoren op silicium-op-isolator
Universiteit Gent Abstract: In dit doctoraat wordt onderzoek verricht naar nieuwe types nanofotonische biosensoren, met bijzondere aandacht voor lage detectielimiet. Organisaties: • Vakgroep Informatietechnologie
Onderzoekers: • Peter Bienstman
Picturale praktijken in antieke Egyptische muurschilderijen: methodologische benadering en vergelijkende studie met vier XVIIIde dynastie tombes Universiteit Gent Abstract: In dit onderzoeksproject wordt de schilderkunst in een aantal private tombes (Thebaanse necropolis, Luxor, Egypte) daterend van de XVIIIde dynastie onderzocht. Hierbij wordt een visuele analyse gekoppeld aan macrofotografie, scheerlicht opnames en UV-fluorescentie fotografie. Daarnaast worden een aantal archeometrische technieken ingezet om de gebruikte materialen te analyseren (colorimetrie, IR spectroscopie, UVfluorescentie, X-stralen fluorescentie, Raman spectroscopie). Organisaties: • Vakgroep Archeologie
Onderzoekers: • Peter Vandenabeele
Evaluation of irradiation effects on coal sulfur forms and chemical desulfurization using AP-TPR method Universiteit Hasselt Abstract: Steenkool is de belangrijkste niet-hernieuwbare fossiele energiebron. Steenkool bevat verschillende onzuiverheden zoals zwavel, silicaten, carbonaten, sulfaten en zware metalen. Waarbij zwavel schadelijk is voor gewassen, leidt tot corrosie en ademhalingsproblemen bij dieren en mensen veroorzaakt. Vandaar dat het noodzakelijk is om het zwavelgehalte in steenkool te verminderen vooraleer het te gebruiken in verschillende toepassingen. Demineralisatie en desulfurisatie van steenkool kan bekomen worden door zowel fysische als chemische technieken. De fysische processen zijn kostefficiënte methoden maar zijn niet effectief in het scheiden van fijn gedispergeerde of chemisch gebonden mineralen. De chemische methodes zijn wel gekend voor het doeltreffend demineraliseren en desulfuriseren van steenkool door gebruik te maken van de oplosbaarheid van anorganische substanties in verschillende solventen. In dit project wordt het gebruik van ultrasoon - en microgolfstraling als mogelijke alternatieve zuiveringsmethode voor steenkool nagegaan. Voor deze methoden wordt het effect op de chemische desulfurisatie en op de verbrandingseigenschappen van steenkool bestudeerd. Organisaties: • Toegepaste en Analytische Chemie • Instituut voor Materiaalonderzoek
Onderzoekers: • Jan YPERMAN
Religieuze aspecten in Chinese literatuur door vrouwen Universiteit Gent Abstract: In dit project onderzoeken we de invloed van het Christendom en van Humanistisch Boeddhisme op de literaire werken van Chinese vrouwelijke auteurs uit de twintigste eeuw. Organisaties: • Vakgroep Talen en Culturen van Zuid- en Oost-Azië
Onderzoekers: • Ann Heirman
Wiskundige multischaal modellering van wortelgroei in Arabidopsis thaliana. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds Belspo. UA levert aande Belspo overheid de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Plantengroei en -ontwikkeling
Onderzoekers: • Kris Vissenberg • Dirk De Vos
Juridisch en beleidsmatig advies met betrekking tot een omgevingsanalyse voor de pleziervaart Universiteit Gent Abstract: Een omgevingsanalyse van de wetgeving inzake pleziervaartuigen in de ons omringende landen, als basis voor het ontwikkelen van een moderne pleziervaartregelgeving in België. Organisaties: • Vakgroep Internationaal publiekrecht
Onderzoekers: • Frank Maes
Een hedendaagse technologie voor directe animatietechnieken Hogeschool Gent Abstract: Doelstelling van het onderzoek De doelstelling van het onderzoek is het ontwikkelen van een softwaretoepassing die animatiekunstenaars in staat stelt directe animatietechnieken toe te passen met alle voordelen van de hedendaagse digitale technologie. Er zal prioriteit worden gegeven aan het ontwerpen van een gebruikersomgeving op maat van kunstenaars. Het uitgangspunt is de nood aan een manier om objecten en materialen direct te manipuleren en in verschillende stadia op te slaan zodat een animatie ontstaat. Tijdens het manipuleren van de animatie moeten zoveel mogelijk elementen die een onderdeel van de creatie uitmaken visueel beschikbaar zijn. Aanleiding tot het onderzoek
De directe aanleiding tot het onderzoek heeft te maken met het verhuizen van de animatiefilmopleiding naar de nieuwe locatie in de Bijloke. De oude en zeer logge animatietafels uit het analoge animatiefilmtijdperk worden nog steeds gebruikt voor projecten van studenten omdat ze in de ateliers aanwezig zijn . De vraag drong zich op of er een alternatief voor deze apparatuur voorhanden is. Omdat dit niet het geval is hebben we besloten zelf een alternatief te ontwikkelen. De directe animatietechnieken Met directe animatiefilmtechnieken worden beeld per beeld opnametechnieken bedoeld waarbij objecten of materialen onder een digitale foto of videocamera worden gemanipuleerd met als doel beweging te simuleren. Het gaat hierbij om animatietechnieken zoals cut-out animatie (animeren van uitgesneden grafische elementen) en materieanimatie (animeren van zand, olieverf of andere materialen). Met de directe animatietechnieken kunnen plastische resultaten worden bereikt die met zuiver digitale technieken moeilijk realiseerbaar zijn. Anderzijds schept de digitale technologie nieuwe mogelijkheden op technisch en productioneel vlak die de directe technieken een nieuw elan kunnen geven. Probleemstelling Uit gesprekken met kunstenaars blijkt dat zij een groot belang hechten aan de ‘tastbaarheid’ tijdens het creatieproces, iets wat zij als een gemis ervaren bij methoden die uitsluitend met digitale technologie tot stand komt. Zij geven de voorkeur aan het manipuleren van het eigenlijke object of materiaal. Omdat animatiesoftware door informatici wordt ontwikkeld zijn het vooral technisch georiënteerde gebruikers die de gebruikersomgeving als ‘logisch’ aanvoelen. Het gevolg is dat software vooral geschikt is voor ‘computer-minded’ gebruikers terwijl andere gebruikers vaak afhaken. Verwachte resultaten Door dit onderzoek kan een waardevolle klassieke analoge animatietechniek worden omgevormd tot een nieuwe manier van animatiekunstbeoefening. Door de directheid en de flexibiliteit van deze technologie kunnen nieuwe vormen van animatiefilm ontstaan. Het is moeilijk in te schatten hoe deze technologie zal worden aangewend. We kunnen enkel een instrument aanreiken die nieuwe mogelijkheden biedt op het terrein van de animatiefilm. Organisaties: • Departement Koninklijke Academie voor Schone Kunsten • Vakgroep Audiovisuele kunsten
Onderzoekers: • Geert Vergauwe
Afronding bodemmonstername in de provincie Drenthe. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van het beschrijven van de bodemchemische toestand samen met de samenstelling van de spontane vegetatie is het vastleggen van de huidige situatie. Hierdoor is het mogelijk om in de toekomst de effectiviteit van gericht beleid op het vlak van de zogenaamde "ver"-thema's (verdroging, verzuring, vermesting) te evalueren. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Rudy van Diggelen
De impact van decentralisatie en 'good governance' op democratische transitie in het Midden Oosten. Gevalsstudies: een vergelijkende politieke analyse tusesn Amman (Jordanië) en Beiroet (Libanon) Universiteit Gent Abstract: Er is sinds 9/11 een groeiende consensus over de nood aan democratisering in de MENA-regio, om een tegenwicht te vormen voor het aanwezige religieus extremisme en het verhogen van de internationale veiligheid en stabiliteit. Decentralisatie is daarbij een belangrijke strategie die door internationale instellingen financieel ondersteund wordt. Voorgesteld onderzoek bestudeert de relatie tussen gedecentraliseerde politiek en democratisering via een comparatieve analyse tussen Amman & Beiroet. Organisaties: • Vakgroep Studie van de derde wereld
Onderzoekers: • Sami Zemni • Christopher Parker
De binnenkant van het beeld. Immersie en narrativiteit op het snijpunt van theater en film. Universiteit Antwerpen Abstract: Immersion, een begrip uit de context van Virtual Reality evoceert de lichamelijke beleving wanneer men kopje ondergaat in een andere wereld. Immersie kent evenwel ook een kunsthistorische traditie (Grau, 2003). Vanuit een eeuwenoud verlangen om voorbij de grenzen van de representatie een onmiddellijke of authentieke beleving te evoceren, ontwikkelde de plastische kunst illusionistische beeldstrategieën die de (aandacht van de) toeschouwer vervoerde naar de wereld aan de andere kant van het kader (Gombrich, 1960). Deze visuele verhaalprincipes vonden ook ingang in theater, fotografie en film. Avant-garde experimenten zoals Environmental Theater (Schechner,1973) en Expanded Cinema (Youngblood, 1970) haalden de voorstelling uit zijn conventionele kader en verplaatsten de kijker lichamelijk naar de binnenkant van de beeldruimte. In het kielzog van die evolutie en met de fascinatie voor digitale technologiën als motor, opent zich vandaag in de cultuurpraktijk opnieuw een heterogeen veld van immersieve performances. Dit project wil vanuit de theater- en cognitieve film theorie inzichtelijk maken hoe de veranderde verhouding tot het beeld een herdenking van het bestaande arsenaal aan vertelstrategieën impliceert. Hoe laten vormelijke parameters eigen aan theater en film (dramaturgie, montage, beeldcompositie) zich vertalen naar een immersieve dramatische omgeving? Welke consequenties heeft de perspectiefverschuiving voor de emotionele betrokkenheid (empathie, suspension of disbelief, gevoel van aanwezigheid)? Welke consequenties heeft de beleving van het beeld van binnenuit voor de esthetische ervaring en het kritisch oordeel? Organisaties: • Onderzoekscentrum Visuele Poëtica
Onderzoekers: • Kurt Vanhoutte • Nele Wynants
Dienstenovereenkomst 'Identify the damping of an offshore wind-turbine using state-of-the-art operational modal analysis techniques' Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' SIRRIS' hebben voor het project ' Identify the damping of an offshore wind-turbine using state-of-the-art operational modal analysis techniques' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Onderzoeksgroep Akoestiek & Trillingen
Onderzoekers: • Christof DEVRIENDT • PATRICK GUILLAUME
De bewijswaardering in strafzaken: een blinde vlek in de strafrechtshervorming? Voorstellen tot bijsturing en hervorming van het Belgische bewijsrecht vanuit Europees en internationaal perspectief. Universiteit Antwerpen Abstract: Het vooropgestelde doctoraatsonderzoek concentreert zich op een blinde vlek in de strafrechtshervorming van België. De verzameling van bewijzen tijdens het vooronderzoek, de presentatie van de bewijzen op de terechtzitting en de uiteindelijke beoordeling van deze bewijzen door de rechter vormen de ruggengraat van het strafproces. Het is merkwaardig vast te stellen dat de regels over het bewijs in strafzaken vrijwel onaangeroerd bleven. De uit 1808 daterende artikelen over de zogenaamde "innerlijke overtuiging" van de rechter zijn nog steeds onverkort van toepassing. Als er dan toch wijzigingen aan het Wetboek van Strafvordering werden aangebracht, waren dit veelal voorstellen op louter pragmatische leest geschoeid.1 Het vooropgestelde doctoraatsonderzoek heeft tot doel de bewijsregels, meer in het bijzonder de regels over de bewijswaardering onder de aandacht te brengen. Dit aspect werd bij recente hervormingsstromen in België onterecht te weinig benaderd, terwijl andere procedureregels in de laatste tien jaar ingrijpend werden gewijzigd. Organisaties: • Rechtshandhaving
Onderzoekers: • Bart De Smet • Christiane Van den Wyngaert • Emmanuelle De Bock
Speciale puntenverzamelingen van polaire ruimten, en richtingen in affiene ruimten Universiteit Gent Abstract: Deelstructuren van eindige klassieke polaire ruimten, de meetkundes geassocieerd aan eindige klassieke groepen, worden bestudeerd. Enerzijds gebruiken we klassieke meetkundige en combinatorische methodes, anderzijds relateren we een aantal problemen, via polaire ruimten van ran 2, aan het zogenaamde richtingenprobleem in affiene ruimten. De studie hiervan is substantieel voor het project. Organisaties: • Vakgroep Wiskunde
Onderzoekers: • Joseph Thas
Multi-analyt benadering voor de detectie van relevante mycotoxine blootstelling biomerkers. Universiteit Gent Abstract: Een multi-analyt benadering (HPLC-MS/MS) wordt ontwikkeld om de blootstelling te meten aan mycotoxinen aan de hand van biomerkers in urine. Een vlugge en betrouwbare opzuiveringstechniek (salt-out assisted liquid-liquid extraction) wordt ontwikkeld om de matrix invloed van de urinestalen te reduceren. Na validatie wordt de methode toegepast op menselijke en varkensurine. Organisaties: • Vakgroep Bioanalyse
Onderzoekers: • Sarah De Saeger
Corpusonderzoek naar de vertaling van contingente connectoren (Frans-Nederlands, Nederlands-Frans) en vergelijking van connectoren in origineel Frans en vertaald Frans Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Vertaalkunde • Vakgroep Taaltechnologie • Vakgroep Engels
Onderzoekers: • Sonia Vandepitte • Kathelijne Denturck
Piëta. Naar een fenomenologie van het creatieproces Hogeschool Gent Abstract: Een hardnekkige maar onjuiste metafoor die de creatieve activiteit van kunstenaar beschrijft, is die van de goddelijke Muzen. Zij dompelen de kunstenaar in een scheppende roes waarin hij tot een resultaat komt, ‘ondanks zichzelf’. Uitgeput staat hij ten slotte oog in oog met een kunstwerk dat het menselijke te boven gaat, met iets dat hem ‘overkwam’, waar hijzelf geen hand in had. De kunstenaar was tenslotte maar een willoos uitvoerend slachtoffer, een medium, waarin haast alchemistische processen tot uitbarsting kwamen, die nauwelijks met de rede te vatten zijn, laat staan te beschrijven of te analyseren. Uit mijn ervaring in de kunstpraktijk denk ik dat de artistieke creatie niet zo in zijn werk gaat. Artistieke creatie is in zeer hoge mate een proces van actieve en tot op de spits gedreven bewuste processen. Technische vaardigheden en technologische kennis zijn vereist om inzicht omtrent de kunsthistorische ontwikkelingen, iconografie en iconologie, tijdgebonden esthetische opvattingen, uitdrukkingsmogelijkheden van de artistieke media, empathie, alertheid en bewustzijn over psychische processen om te zetten in een beeldend resultaat, met het volle vertrouwen op de artistieke intuïtie die deze ervaringen stuurt. Het resultaat moet zo geloofwaardig zijn, zo vanzelfsprekend, dat deze complexe wisselwerking tussen de ontelbare parameters van de artistieke creatie schijnen op te lossen, en waardoor ze wel afwezig lijken in een kunstwerk dat ‘reveleert’. De magie zal wellicht nooit helemaal uit het kunstwerk verdwijnen.
Met het volle besef dat deze complexe praktijk niet te herleiden is tot een optelsom van zeer uiteenlopende invloeden op het creatieve proces, moeten we toch de vraag stellen of het mogelijk is een toegang te vinden tot een beter begrip van dit creatieve proces. Immers, het geleidelijk ontsluieren en demystificeren van het artistieke creatieproces kan ons inzicht bezorgen zonder dat de creatieve praktijk daarmee zelf onmogelijk wordt. Kennis en inzicht in het artistieke proces alleen, bieden geen enkele garantie op een goed artistiek eindresultaat. In het artistieke eindresultaat zal steeds dit ‘magische’ moment opduiken dat ons toont waar de mens toe in staat is. De zoektocht naar het afbakenen en in kaart brengen van dit proces dient m.a.w. juist daartoe om eer te bewijzen aan het menselijke scheppende vermogen. Daarom wordt in dit onderzoek de vraag gesteld of het mogelijk is om inzicht te verwerven in het proces van de artistieke creatie, en met name in de complexiteit van de ervaringen waaruit de creatie van een nieuwe sculptuur plaatsvindt? Om deze vraag te beantwoorden zal de creatie van een nieuwe sculptuur opgestart worden. Dit scheppingsproces wordt dan fenomenologisch beschreven. Mijn oeuvre karakteriseert zich door een spanningsverhouding tussen hedendaagse kunst en traditie. Dit onderzoek moet dan ook leiden tot de ontwikkeling van een kunstwerk dat uitdrukking geeft aan dit spanningsveld. De kunstgeschiedenis is daarbij een onmetelijk rijke bron van kennis en ervaring waarvan ik mij als kunstenaar bedien. In mijn verhouding tot de kunstgeschiedenis streef ik geen volledigheid na, maar ‘bruikbaarheid’ . Lucian Freud schildert naar een historisch meesterwerk van Rubens of Ingres (Cantz, 2001), Francis Bacon naar Velasquez (Seipel, 2003). Giacometti inspireert zich op de Etruskische sculpturen (Carluccio, s.d.), Beckmann op Rembrandt (Lenz, 2000), Picasso op de antieken, Rodin plundert het oeuvre van Michelangelo, die zich intensief met de antieken bezighoudt (Fergonzi, 1996), zij dienen trouwens ook als voorbeeld voor Kokoschka en Markus Lüpertz (Vierniesel, 1987; Wünsche, 1996) ... Veel van de kunstenaars die ik zelf als artistiek voorbeeld neem, hebben zich intensief en vaak expliciet met de kunsthistorische traditie beziggehouden. Voor deze kunstenaars is de traditie geen dood materiaal, maar een bron van ervaringen en studiemateriaal waaruit de kracht en de mogelijkheden van de beeldende kunsten blijken. Bij de keuze van hun motieven maken ze dan ook vaak gebruik van expliciete referenties naar historische werken, omwille van de expressieve kracht van fragmenten, composities, materialen, ... Belangrijk daarbij is in te zien dat kunstenaars en toeschouwers in het ‘heden’ het historische materiaal steeds naar zich toehalen: ze gaan zelden op zoek naar de oorspronkelijk artistieke (mythische, religieuze, ...) beleving, maar behandelen het historische werk alsof het in de eigen tijd staat. Deze verhouding ten aanzien van de geschiedenis leidt niet tot kunsthistorische stilstand of conservatisme, maar biedt een garantie voor betekenisvolle ontwikkelingen in de kunsten. Kunstenaars vernieuwen veeleer ten aanzien van voorafgaande kunst dan te reageren op gebeurtenissen in de wereld (cf. Martindale, 1990; Merleau-Ponty, 1996). De keuze om artistieke ontwikkelingen te plaatsen in het licht van eerdere kunstwerken is dus een dominante artistieke praktijk. Vanuit deze opvatting start ik met de creatie van een hedendaagse pieta Organisaties: • Departement Koninklijke Academie voor Schone Kunsten • Vakgroep Autonome kunsten
Onderzoekers: • Ludwig Vandevelde
overeenkomst voorbereidende opdrachten ikv PISA 2015: 1ste NPM-vergadering en school readiness survey Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Onderwijskunde
Onderzoekers: • Martin Valcke
Moleculaire mechanismen bij tumorcel invasie en diabetes: koppeling van nieuwe proteomics technieken aan celbiologie Universiteit Gent Abstract: Aan de hand van recent ontwikkelde gel-vrije proteomics technieken (COFRADIC), wensen we een inzicht te verwerven en nieuwe moleculen te identificeren die betrokken zijn in signaalmechanismen die leiden naar tumor invasie en b-cel destructie in diabetes. Organisaties: • Vakgroep biochemie
Onderzoekers: • Joël Vandekerckhove
Hebben automatische processen en cognities een clausule invloed op klinische- en gezondheidsgerelateerd gedrag? Universiteit Gent Abstract: Verscheidene theorieën stellen dat automatische processen en cognities een clausule invloed hebben op gedrag. Vrijwel alle bestaande evidentie is echter van differentiële of correlationele aard. Vrijwel alle bestaande evidentie is echter van differentiële of correlationele aard. Het doel van dit project is om de causale rol van deze automatische processen en cognities te onderzoeken met behulp van predictie- en manipulatiestudies. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Geert Crombez • Jan De Houwer
Geprogrammeerde celdood in de papillen van de stempel van Arabidopsis Universiteit Gent Abstract: De rol van geprogrammeerde celdood tijdens de bloei zal worden onderzocht in de modelplant Arabidopsis. De papillen van de stempel hebben een beperkte levensduur waardoor ze een limiterende rol kunnen spelen tijdens de bestuiving. Het doel van het project is dit weefsel te gebruiken als modelsysteem voor het bestuderen van de celbiologie en het genetische netwerk van celdood tijdens de voortplanting. Organisaties: • Vakgroep Plantenbiotechnologie en Genetica
Onderzoekers: • Dirk Inzé
Succesvolle implementatie van e-government. De afstemming tussen organisatie en informatievoorziening bij Vlaamse gemeenten voor de ontwikkeling van e-government Hogeschool Gent
Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Handelswetenschappen en Bestuurskunde • Vakgroep Bestuur en beleid
Onderzoekers: • Sabine Rotthier • Philippe De Rynck
Die Kreatur: Interreligieuze dialoog en de politieke-theologie van die Kreatur in de Weimarrepubliek (1926-1930). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds Rothschild Foundation. UA levert aan Rothschild Foundation de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Instituut Joodse Studies
Onderzoekers: • Vivian Liska
Ontwikkeling van aanrijkings- en analysemethoden voor spoorbepaling van hormoonontregelaars in watermonsters met behulp van gesynthetiseerde selectieve receptoren Universiteit Gent Abstract: Een methode zal worden ontwikkeld om met behulp van geïmmobiliseerde peptidomimetica, die de oestrogeenreceptor nabootsen waaraan hormoonontregelaars binden, deze EDC's aan te rijken uit watermonsters. Door gebruik van thermoresponsieve "smart polymers" als drager moet het ook mogelijk zijn selectieve chromatografische analysemethoden op punt te stellen. Organisaties: • Vakgroep Organische chemie (WE)
Onderzoekers: • Pierre De Clercq • Patrick Sandra • Johan Van der Eycken • José Martins • Filip Du Prez • Annemieke Madder
Ontwikkeling van een populatiebalansmodel voor de kwaliteit van microcapsules verkregen via wervelbedomhulling Universiteit Gent Abstract: In dit project wordt een populatiebalansmodel, gecombineerd met warmte- en massaoverdrachtsmodellen, ontwikkeld. Dit model zal toelaten de kwaliteit van omhulde, poedervormige levensmiddelen- ingrediënten en -additieven, verkergen via wervelbedomhulling, te beschrijven. Via dit model zal vervolgens gezocht worden deze wervelbedprocessen te optimaliseren naar energie- en coatingeffiëntie enerzijds, en naar coatingkwaliteit anderzijds. Organisaties: • Vakgroep Biosysteemtechniek
Onderzoekers: • Jan Pieters
De prehistorische bewoningsevolutie van Zandig-Vlaanderen vanuit een landschappelijk perspectief Universiteit Gent Abstract: Dit project beoogt een interdisciplinaire GIs-gerelateerde studie van het landgebruik in Zandig-Vlaanderen (NW-België) tijdens de latere fasen van de steentijden (vanaf 13.000 uncal. BP) tot de komst van de Romeinen. Bedoeling is de rol en impact van het landschap (flora, bodem en klimaat) op het nederzettingssysteem in een multitemporeel kader te analyseren. Hiertoe zullen 3 tot 4 deelgebieden geselecteerd worden, waaronder 2 met een grote densiteit aan (zgn. "lege" gebieden). In dit onderzoek zullen diverse analysemethoden en -technieken gecombineerd worden: paleo-ecologische analyses (pollen, zaden, vruchten, enz), absolute dateringen (AMS, OSL), morfologische terrein - en bodemmodellering (op basis van DHM, SoilGen), bodem-geofysische prospectie (boringen en electro-magnetische sensor), en landevaluatie. Organisaties: • Vakgroep Geografie
Onderzoekers: • Marc Antrop • Philippe De Maeyer
De prehistorische bewoningsevolutie van Zandig-Vlaanderen vanuit een landschappelijk perspectief Universiteit Gent Abstract: Dit project beoogt een interdisciplinary GIS-gerelateerde studie van het landgebruik in Zandig-Vlaanderen (NW-België) tijdens de latere fasen van de steentijden (vanaf 13.000 uncal. BP) tot de komst van de Romeinen. Bedoeling is de rol en impact van het landschap (flora, bodem en klimaat) op het nederzettingssysteem in een multitemporeel kader te analyseren. Hiertoe zullen 3 tot 4 deelgebieden geselecteerd worden, waaronder 2 met een lage densiteit (zgn. "lege" gebieden). In dit onderzoek zullen diverse analysemethoden en -technieken gecombineerd worden: paleo-ecologische analyses (pollen, zaden, vruchten, enz.), absolute dateringen (AMS, OSL), morfologische terrein - en bodemmodellering (op basis van DHM, SoilGen), bodem-geofysische prospectie (boringen en electro-magnetische sensor), en landevaluatie. Organisaties: • Vakgroep Archeologie
Onderzoekers: • Philippe Crombé
Applicatie van recente digitale audio- en video klankanalyses binnen het domein van de stempedagogiek Hogeschool Gent Abstract: In het algemeen wordt stempedagogiek aan het Hoger Kunstonderwijs te weinig onderbouwd door wetenschappelijk onderzoek en publicaties. Uit het gebrek aan onderzoek kan geconcludeerd worden dat dit onderwijstype te vaak steunt op subjectieve oordelen en te persoonlijke interpretaties. Daarom is het doel van dit onderzoek te streven naar meer objectivering van de stemtraining, en dit door inschakeling van wetenschappelijk onderbouwde methodes. Bijzondere aandacht gaat naar het gebruik van digitale klankanalyses, in een meer afgebakend gebied van jazz- en popzang.
De diverse aspecten van de zangtechniek kunnen belicht worden door verschillende soorten analyses: zo kan onder andere gebruik gemaakt worden van spectrumanalyse, waardoor een beter inzicht kan gekregen worden in het gebruik van de resonantieholtes voor de formanten, van software voor intonatie-correctie, zodat exacte informatie over de intonatie in de juiste context geplaatst kan worden, van een electro-glottograaf om de bewegingen van het strottenhoofd in kaart te brengen, en dergelijke meer. Vooral de studie van de boventonen krijgt speciale aandacht, omdat deze non-invasief bestudeerd kunnen worden tijdens zang, en de voorlopige onderzoeksresultaten op dit vlak veelbelovend zijn.
Software Op dit moment wordt gewerkt aan het ontwikkelen van een eigen software, Mimmitt, die toelaat om op zeer gebruiksvriendelijke manier de onderzoeksresultaten actief te implementeren in het zangonderricht, waardoor de resultaten van deze studie geoptimaliseerd kunnen worden. De software geeft realtime feedback over de verhouding van de boventonen, in vergelijking met een vooraf opgeslagen modelprofiel. Dit zal de student toelaten om concrete aanpassingen aan de zangtechniek te doen, om het beoogde klankresultaat te bereiken. Organisaties: • Departement Conservatorium • Vakgroep Scheppende Muziek • Vakgroep Theorie • Vakgroep Ensembles • Vakgroep Instrument
Onderzoekers: • Wilfried Van Beveren • Wannes Gonnissen • Maarten Weyler • Kristen Cornwell
Hendi, een automatische helderheidstool voor Engels en Nederlands discours in parallelle en vergelijkbare teksten Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Bedrijfskunde Aalst • Departement Vertaalkunde • Vakgroep Toegepaste Informatica/Wiskunde • Vakgroep Taaltechnologie • Vakgroep Frans • Vakgroep Engels • Vakgroep Spaans
Onderzoekers: • Sonia Vandepitte • Hildegard Vermeiren • Veronique Hoste • Peter Velaerts • Roland Maerivoet • Bart Defrancq
Centrifuge voor de bepaling van permeabiliteit van onverzedigde gronden Universiteit Gent Abstract: Het onderwerp van deze studie betreft het ontwikkelen van een eenvoudige, accurate meettechniek voor de bepaling van de permeabiliteit, i.e. de hydraulische geleidbaarheid (k-waarde), van onverzadigde gronden. De meettechnieken moet de accurate bepaling van de kwaarde toelaten en dit binnen een beperkte tijd. Organisaties: • Vakgroep Wiskundige analyse
Onderzoekers: • Marian Slodicka
Duurzame Alternatieven voor de Productie van Conventionele Energiedragers en Chemicaliën Universiteit Gent Abstract: De maatschappij staat voor belangrijke uitdagingen om de huidige welvaart op een duurzame manier op hetzelfde peil te houden. De afhankelijkheid van niet-hernieuwbare, fossiele energiebronnen is schrikwekkend hoog. Fischer Tropsch synthese is een alternatieve productiemethode die van biomassa als grondstof kan vertrekken. Fischer Tropsch producten voldoen echter nog niet aan de strenge kwaliteitseisen en hebben een verdere opwaardering nodig. Organisaties: • Vakgroep Chemische proceskunde en technische chemie
Onderzoekers: • Joris Thybaut
De oprichting van een Wereld Milieu Organisatie (WMO) Universiteit Gent Abstract: Het onderzoek beoogt de vraag te beantwoorden of de oprichting van een Wereld Milieu Organisatie, haalbaar, wenselijk of noodzakelijk is. Deze vraag zal worden beantwoord vanuit een internationaal juridische invalshoek met als leitmotif een betere integratie van de thematische milieudoelstellingen, een verbetering van het mondiale milieubeheer en een verhoging van de tenuitvoerlegging van de reeds aangegane verplichtingen door staten. Organisaties: • Vakgroep Internationaal publiekrecht
Onderzoekers: • Frank Maes
Dienstenovereenkomst Milieuwinst van elektrisch rijden ten opzichte van conventioneel rijden op benzine en diesel Vrije Universiteit Brussel
Abstract: De instelling 'VUB' en het ' Laborelec CVBA' hebben voor het project ' Dienstenovereenkomst Milieuwinst van elektrisch rijden ten opzichte van conventioneel rijden op benzine en diesel' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Elektrotechniek-Energietechniek • Mobiliteit en voertuig technologie onderzoeksgroep
Onderzoekers: • Maarten MESSAGIE • JOERI VAN MIERLO
De prehistorische bewoningsevolutie van Zandig-Vlaanderen vanuit een landschappelijk perspectief Universiteit Gent Abstract: Dit project beoogt een interdisciplinaire GIS-gerelateerde studie van het landgebruik in Zandig-Vlaanderen (NW-België) tijdens de latere fasen van de steentijden (vanaf 13.000 uncal. BP) tot de komst van de Romeinen. Bedoeling is de rol en impact van het landschap (flora, bodem en klimaat) op het nederzettingssysteem in een multitemporeel kader te analyseren. Hiertoe zullen 3 tot 4 deelgebieden geselecteerd worden, waaronder 2 met een lage densiteit ("lege" gebieden). In dit onderzoek zullen diverse analysemethoden en -technieken gecombineerd worden: paleo-ecologische analyses (pollen, zaden, vruchten, enz), absolute dateringen (AMS, OSL), morfologische terrein - bodemmodellering (op basis van DHM, SoilGen), bodem-geofysische prospectie (boringen en electro-magnetische sensor), en landevaluatie. Organisaties: • Vakgroep Geologie en bodemkunde
Onderzoekers: • Jacques Verniers
Wachtlijnsystemen met energie-efficiënte bediening Universiteit Gent Abstract: Dit project beoogt de studie van mechanismen voor de energie-efficiënte bediening van klanten in een wachtlijnsysteem. Met name is het de bedoeling passende stochastische modellen, adequate wiskundige technieken en efficiënte numerieke procedures te ontwikkelen voor de prestatie-analyse van wachtlijnsystemen met exhaustieve bediening en twee mechanismen voor het hervatten van de bediening: een sleep-modemechanisme of het gebruik van een bedieningsdrempel. Organisaties: • Vakgroep Telecommunicatie en informatieverwerking
Onderzoekers: • Sabine Wittevrongel
SAFEII: Seksuele bewustwording voor Europa ? verzekeren van gezonde toekomstige generaties die van elkaar houden en voor elkaar zorgen Universiteit Gent Abstract: Geslachtsgemeenschap op jonge leeftijd wordt vaak beschouwd als seksueel risicogedrag, met negatieve gevolgen voor de fysieke gezondheid, en jongeren die vroeg starten met seks zouden daar later ook vaker spijt over hebben. Deze kwalitatieve studie onderzoekt de mate waarin de seksuele keuzes die jongeren maken op jonge leeftijd al dan niet problematische gevolgen hebben. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Mieke Van Houtte
Onderzoek naar antiveroudering / antirimpels efficiëntie op het gelaat en de bovenarmen na orale inname van SI compound of een place product Vrije Universiteit Brussel Abstract: Onderzoek naar antiveroudering / antirimpels efficiëntie op het gelaat en de bovenarmen na orale inname van SI compound of een place product Organisaties: • Biometrie en Biomechanica
Onderzoekers: • ANDRE BAREL • PETER CLARYS
Rol van celadhesie-gemedieerde signalisatie in craniofaciale malformaties: een geïntegreerde moleculair-morfologische studie Universiteit Gent Abstract: Een multidisciplinair consortium heeft de ambitie om via anlayse en generatie van gapste diermodellen (klauwkikker, zebravis, muis) een gedetailleerd inzicht te verwerven in de rol van intercellulaire adhesiemoleculen (cadherines, protocadherines) en hiermee geassocieerde signaaltransductiewegen (catenines, Wnt-signalisatie) bij de vorming van complexe kopstructuren. Deze modellen zullen op termijn ook belangrijk zijn bij de genetische analyse van craniofaciale malformaties bij de mens. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Dominique Adriaens
God en Darwin in de Lage Landen. Een studie naar de verspreiding en de betekenis van Intelligent Design in Vlaanderen en Nederland Universiteit Gent Abstract: Naar aanleiding van de toenemende media-aandacht onderzoeken we hoe sterk de positie van Intelligent Design is in Vlaanderen en Nederland. Daarenboven zoeken we naar verklaringen voor de opkomst van dit recente fenomeen. We houden daarbij vooral rekening met de verschillen tussen beide contreien, de rol van zingeving en het gebrek aan wetenschappelijke kennis bij een breder publiek. Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Onderzoekers: • Johan Braeckman
Site catchment analysis van een Romeinse stad: bijdrage tot de studie van romanisatie en urbanisatie in Lusitanië Universiteit Gent Abstract: Het project stelt de introductie voor van een innovatieve, sterk itnerdisciplinaire aanpak in het kader van het archeologische nederzettingsonderzoek binnen de onderzoeksdiscipline van de Romeinse Mediterrane Archeologie. De toepassing van de methode van "Site Catchment Analysis" in het odnerzoek van het Romeinse landschap rond stedensites in het Mediterrane gebied moet een totaal vernieuwde aanpak lanceren van de studie van wisselwerkingen tussen stad en territorium in de Klassieke wereld. Als testgebied wordt een case study uitgewerkt in Romeins Portugal (Lusitanië), waar diverse omstandigheden ideaal zijn voor de uitvoering van deze nieuwe aanpak. Organisaties: • Vakgroep Archeologie
Onderzoekers: • Frank Vermeulen
Toetsingsopdracht in het kader van de opmaak van de IHD-rapporten. Universiteit Antwerpen Abstract: De toetsing moet de IHD-overlegwerkgroep en de Vlaamse Regering garanderen dat zowel de aanpak van de kalibratie als de resultaten ervan van goede kwaliteit zijn en volstaan om op Vlaams niveau te streven naar een duurzame staat van instandhouding van de Europees te beschermen habitats en soorten, gegeven de criteria die de habitat- en de volgelrichtlijn daarvoor hanteren. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire
Leerprocessen en subtypering bij kinderen met Developmental Coordination Disorder (DCD) Universiteit Gent Abstract: DCD is een vaak voorkomende stoornis. Deze studie brengt de comorbiditeit met leerproblemen in kaart, gaat ev. Cognitieve fenottypes na, exploreert de retardatie en deficithypothese en inventariseert knelpunten en facilitatoren in de ontwikkeling van kinderen met DCD. De studie is een vergelijkend onderzoek met drie groepen: DCD, een controlegroep van leeftijdsgenoten, een controlegroep van jongere kinderen. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Anne Desoete
De relatie tussen darm- en gewrichtslijden in spondylarthropathie: cellulaire en moleculaire mechanismen en implicaties voor therapie Universiteit Gent Abstract: Het project beoogt de realtie tussen darm- en gewrichtslijden in spondylarthroapthie na te gaan door enerzijds de rol van de interactie tussen eneteropathogenen en de gastheer in deze aandoening te onderzoeken, en anderzijds de rol van NKT cellen in de inductie van chronische inflammatie te bestuderen. Tenslotte zal het impact van de bindweefselcel op de inductie en het herstel van weefselschade nagegaan worden. Organisaties: • Vakgroep Inwendige ziekten
Onderzoekers: • Herman Mielants • August Verbruggen • Dirk Elewaut
Factors Affecting Training Transfer (FATT). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EU. UA levert aan EU de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Engineering Management
Onderzoekers: • Johan Braet • Henri Masson • Nga Pham
Studie van pathotype- en formae specialis diversiteit in Blumeria graminis: aanzet tot een duurzame resistentie veredeling in triticale Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Biowetenschappen en Landschapsarchitectuur • Vakgroep Levensmiddelen- en Agrotechnologie • Vakgroep Plantaardige Productie
Onderzoekers: • Joos Latré • Kris Audenaert • Geert Haesaert • Boris Bekaert • Veronique Troch
Ontwikkeling van aanrijkings- en analysemethoden voor spoorbepaling van hormoonontregelaars in watermonsters met behulp van gesynthetiseerde selectieve receptoren Universiteit Gent Abstract: Een methode zal worden ontwikkeld om met behulp van geïmmobiliseerde peptidomimetica, die de oestrogeenreceptor nabootsen waaraan hormoonontregelaars binden, deze EDC's aan te rijken uit watermonsters. Door gebruik van thermoresponsieve "smart polymers" als drager moet het ook mogelijk zijn selectieve chromatografische analysemethoden op punt te stellen.
Organisaties: • Vakgroep Organische chemie (WE)
Onderzoekers: • Pierre De Clercq • Patrick Sandra • Johan Van der Eycken • José Martins • Filip Du Prez • Annemieke Madder
Innoverende strategieën and proefmethodes voor biotechnologische katoenvezels met verbeterde verwerkings- en gebruikseigenschappen ? BIOCOT II Universiteit Gent Abstract: De algemene doelstelling van het project is het selecteren van nieuwe katoenlijnen met een vezel met een verbeterde reactiviteit, ontvlambaarheid, of vochtsorptie. In dit project zullen fundamentele kennis en kleinschalige proeven ontwikkeld worden, die een betere selectie van het katoen mogelijk maken m.b.t. de meest relevante eindgebruikereigenschappen. Organisaties: • Vakgroep Textielkunde
Onderzoekers: • Karen De Clerck
Relevantie van alternatieve representaties voor tijd, tijdsintervallen en tijdsrelaties in instructieaanpakken ter bevordering van tijdsgerelateerde competenties in lagere schoolkinderen Universiteit Gent Abstract: Het onderzoek richt zich initieel op state-of-the-art m.b.t. empirische en theoretische onderbouwing van de ontwikkeling van tijd, tijdsintervallen en temporele relaties. Op basis van een literatuuronderzoek een overzicht uitgewerkt van didactische interventies gericht op het ontwikkelen van tijd, tijdsintervallen en temporele relaties bij leerlingen van 5-12 jaar. In een tweede fase wordt op basis van een cross-sectioneel onderzoek (vragenlijsten, observaties, interviews) een variatie aan representaties onderzocht bij leerlingen en leerkrachten van het basisonderwijs. In een derde fase wordt een interventieonderzoek opgezet naar de effectiviteit van alternatieve representaties voor temporele relaties waardoor de triangulaire aanpak (vragenlijsten, interviews, videoanalyse). Organisaties: • Vakgroep Onderwijskunde
Onderzoekers: • Martin Valcke • Anne Desoete
Hypervigilantie en pijnperceptie: ontwikkeling van nieuwe onderzoeksmethodes Universiteit Gent Abstract: Hypervigilantie voor lichamelijke sensaties wordt vaak naar voor geschoven als een cruciale factor in pijnperceptie. Ondanks de potentiële bruikbaarheid wordt het construct hypervigilantie geplaagd door onduidelijke conceptualizering en verkeerde operationalizatie. Doel van dit project is het onderzoek naar hypervigilantie voor lichamelijke sensaties vooruit te helpen door het ontwikkelen van nieuwe onderzoeksparadigma's, in samenwerking met Prof. Spence (Oxford University, UK). Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Geert Crombez
Onderzoek naar optimalisaties van Brain Computer Interfaces (BCI) voor neuro-revalidatie Universiteit Gent Abstract: Brain Computer Interfaces kunnen mensen met een neurologische aandoening helpen om communicatie en controle tot op een zekere hoogte te herstellen. De huidige systemen kampen echter met de heersende variabiliteit in de EEG-signalen tussen personen. Door gebruik te maken van ICA, uitgebreid met spatiale informatie van de elektroden, kan een robuuste BCI gerealiseerd worden. Naast de technische realisatie wordt ook gekeken naar de invloed die het gebruik van BCI uitoefent op veranderende hersenpatronen door plasticiteit. Organisaties: • Vakgroep Inwendige ziekten
Onderzoekers: • Patrick Santens
Vlaamse veldproef met genetisch gewijzigde Pi-resistente aardappelen Hogeschool Gent Abstract: De UGent, het ILVO, de VIB en de Hogeschool Gent werke samen aan een tweejarige veldproef in Vlaanderen met met genetisch gewijzigde Phytopthora infestans-resistente (Pi-resistente) aardappelen. Deze veldproef wil bijdragen tot de ontwikkeling van duurzaam Piresistente aardappelen voor de Vlaamse landbouw. Organisaties: • Departement Biowetenschappen en Landschapsarchitectuur • Vakgroep Plantaardige Productie
Onderzoekers: • Geert Haesaert
Nieuwe tijdsgeresolveerde spectroelectrochemische instrumentatie Universiteit Gent Abstract: Dit project heeft als doel een nieuwe XEOL-microscoop te ontwikkelen, die gekoppeld kan worden aan een elektro-of milieu (environmental) chemische cel -zogenaamde eCell- voor het gebruik aan synchrotroninfrastructuur. Het project voorziet eveneens de ontwikkeling van afgeleiden van de bestaande eCell met als doel chemische en elektrochemische processen op lange termijn te kunnen bestuderen. Organisaties: • Vakgroep Analytische chemie
Onderzoekers: • Annemie Adriaens
Gestion de la matière organique pour l’amélioration de la production agricole des terroirs dégradés dans la région de Kisangani Hogeschool Gent Abstract: Het project wordt georganiseerd i.k.v. ontwikkelingssamenwerking. Ce projet cadre dans l’objectif global de réduire la déforestation par (entre autres) promouvoir une agriculture durable au lieu d’itinérante sur les sols fortement altérés aux alentours de la ville de Kisangani. Ceci peut se réaliser par augmentant les productions agricoles en améliorant la fertilité du sol et réduisant la pression des maladies sur les cultures (gestion intégrée de la fertilité des sols). Comme le pouvoir d’achat des paysans congolais est très limité, cet objectif ne peut se réaliser par une bonne gestion de la matière organique par l’utilisation d’amendements organiques disponibles ou produits sur place, p.ex. compost, thé de compost, paille, … Le projet comprendra une étude détaillée des différentes sources de matériaux organiques et de leurs effets sur la fertilité du sol et la phytopathologie (effets antagonistes). Pour se faire, l’installation d’un labo pédologique et microbiologique de base est prévue, ainsi que des formations dans ces domaines. Organisaties: • Departement Biowetenschappen en Landschapsarchitectuur • Vakgroep Plantaardige Productie
Onderzoekers: • Geert Haesaert • Greet Verlinden • Geert Baert
Wetenschappelijk Onderzoeksprogramma " Veiligheid en Preventie 2011 " Gewapende overval op zelfstandige ondernemers: een bevraging van daders. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Met dit onderzoek wensen we een zicht te krijgen welke de impact is van de genomen preventiemaatregelen op de selectie van het doelwit door de daders en het verloop van het feit. Meer specifiek willen we in kaart gebracht zien op basis van welke criteria een dader een handelszaak uitkiest voor een diefstal gewapenderhand. We willen een zicht krijgen op de impact van de aanwezigheid van camerabewaking op de keuze van het doelwit en de impact van het verloop van het feit. Tot slot wordt van de onderzoeksgroep verwacht mee op te nemen naar de ongelijke geografische spreiding van diefstallen gewapenderhand. Organisaties: • Criminologie
Onderzoekers: • ELISABETH ENHUS
Onderzoek naar recyclagecertificaten als vernieuwend economisch instrument voor het afval- en materialenbeheer. Universiteit Hasselt Abstract: Met voorliggend projectvoorstel willen we, vanuit een consortium met HUBrussel, UHasselt en VITO, nagaan in welke mate het economisch instrument 'recyclagecertificaten' (van het type van verhandelbare rechten) kan ingezet worden voor specifieke reststromen. Het betreft specifiek reststromen waarbij momenteel een knelpunt is om de recyclagemarkt in gang te zetten of in gang te houden. Het doel is zowel de recyclage van de reststromen als het gebruik van gerecycleerd materiaal te bevorderen, ter realisatie van de doelstellingen van het afval- en materialenbeleid, en hoe dit dan best gebeurt. Het doel van deze opdracht is om het potentieel van verhandelbare recyclagecertificaten als vernieuwend economisch instrument na te gaan om bestaande knelpunten in de keten weg te werken en de recyclage te bevorderen, met focus op de haalbaarheid van dergelijk instrument op Vlaams niveau. De reststromen die beschouwd zullen worden zijn shredderresidu, hard plastic afval en restafval. (Het is niet de bedoeling van deze opdracht om een algemeen onderzoek te doen naar recyclagecertificaten als beleidsinstrument.) Organisaties: • Milieueconomie • Centrum Overheid en Recht • Centrum voor Milieukunde
Onderzoekers: • Bernard VANHEUSDEN • Steven VAN PASSEL
Sponsorovereenkomst Vitamex-beurs student China ICP Master NuRuDe Universiteit Gent Abstract: Beurs door industriële partner ten behoeve van student uit Chinese Volksrepubliek ter odnersteuning van MSc studies (Master Nutrition and Rural Development - Tropical Agriculture - Animal Production). Organisaties: • Vakgroep Dierlijke productie
Onderzoekers: • Veerle Fievez
Rol van celadhesie-gemedieerde signalisatie in craniofaciale malformaties: een geïntegreerde moleculair-morfologische studie Universiteit Gent Abstract: Een multidisciplinair consortium heeft de ambitie om via analyse en generatie van gepaste diermodellen (klauwkikker, zebravis, muis) een gedtailleerd inzicht te verwerven in de rol van intercullulaire adhesiemoleculen (cadherines, protocadherines) en hiermee geassocieerde signaaltransductiewegen (catenines, Wnt-signalisatie) bij de vorming van complexe kopstructuren. Deze modellen zullen op termijn ook belangrijk zijn bij de genetische analyse van craniofaciale malformaties bij de mens. Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Kris Vleminckx
De bioethische posities in China over stamcelonderzoek, medisch geassisteerde voortplanting en medisch onderzoek Universiteit Gent Abstract: Het project zal onderzoeken welke posities zich ontwikkelen in China over stamcelonderzoek, medisch geassisteerde voortplanting en medisch onderzoek. Dit zal gebeuren door de academische ethische literatuur te bestuderen, samen met de richtlijnen door overheden en beroepsverengigingen in China. De vergelijking met westerse opvattingen en de plaatsing binnen de specifieke culturele context van China moet meer inzicht opleveren.
Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Onderzoekers: • Guido Pennings
INSTAP grant: Onderzoek van de bewoningshorizonten in de Cyprische havenstad 'Hala Sultan Tekke' tijdens de 14de tot 12de eeuw v.o.t. in het kader van het onderzoek van internationale contacten in het oostelijk Mediterrane bekken. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project heeft betrekking op het 2012 post-opgravingsonderzoek van de Zweedse opgravingen te Hala Sultan Tekke (Cyprus) (19792005). Aangezien de architectuur en de mobiele materiële cultuur in de huizen C en H getuigen van het kosmopolitisch karakter van Hala Sultan Tekke, zullen de inzichten in de opeenvolgende bewoningsfases en de daaraan gekoppelde materiële cultuur, ook bijdragen tot een beter begrip van 1) de aard van de internationale handelscontacten waarin Hala Sultan Tekke was betrokken, 2) de effecten van groeiende internationale contacten op een gemeenschap, en 3) hoe en waarom Hala Sultan Tekke weerstand kon bieden tegen de algemene beroering veroorzaakt door de Zeevolkeren. De volgende specifieke onderzoeksdoelen worden voor 2012 geformuleerd: 1) In situ studie en digitale documentatie van de architecturale resten, 2) Tien kleinschalige sondages in huizen C en H om de de relatie tussen welbepaalde muren en opeenvolgende bewoningsfases te duiden, 3) Studie van het materiaal dat door de Zweedse missies was opgegraven in huizen C en H, 4) Vergelijking van de resultaten uit deze drie onderzoeken met de data in de archieven van de Zweedse missie. Organisaties: • Kunstwetenschappen en Archeologie
Onderzoekers: • KARIN NYS
Ontwikkeling van aanrijkings- en analysemethoden voor spoorbepaling van hormoonregelaars in watermonsters met behulp van gesynthetiseerde selectieve receptoren Universiteit Gent Abstract: Een methode zal worden ontwikkeld om met behulp van geïmmobiliseerde peptidomimetica, die de oestrogeenreceptor nabootsen waaraan hormoonontregelaars binden, deze EDC's aan te rijken uit watermonsters. Door gebruik van thermoresponsieve "smart polymers" als drager moet het ook mogelijk zijn selectieve chromatografische analysemethoden op punt stellen. Organisaties: • Vakgroep Organische chemie (WE)
Onderzoekers: • Pierre De Clercq • Patrick Sandra • Johan Van der Eycken • José Martins • Filip Du Prez • Annemieke Madder
Protein-associated mechanisms in tumor cell invasion: linking novel proteomics with cell biology Universiteit Gent Abstract: Aan de hand van recent ontwikkelde gel-vrije proteomics technieken (COFRADIC), wensen we een inzicht te verwerven en nieuwe moleculen te identificeren die betrokken zijn in signaalmechanismen die leiden naar tumor invasie en b-cel destructie in diabetes. Organisaties: • Vakgroep biochemie
Onderzoekers: • Joël Vandekerckhove • Jan Gettemans • Katia Vancompernolle • Christophe Ampe • Kris Gevaert
Het ‘neopittoreske’ landschapsbeeld. Hogeschool Gent Abstract: In de 18de eeuw trachtte de Engelse schilder William Gilpin (1724–1804) de ‘ideale afbeelding’ van een natuurlijk landschap te creëren. Hij formuleerde een aantal criteria en paste die toe in aquarellen, die volgens hem model stonden voor een ‘perfecte’ afbeelding van het natuurlijke landschap. Later werden deze criteria beschouwd als de principes van het pittoreske en werd hun toepassing ook uitgebreid tot andere media. Sinds het midden van de 19de eeuw en tot op vandaag is er vanuit de fotografie interesse voor Gilpins werk. Dit onderzoeksproject, dat parallel aan de verdere ontwikkeling van mijn artistieke praktijk verloopt en zowel bestaat uit een visueel-artistiek gedeelte als een tekstcomponent, omvat een dubbele vraagstelling. Enerzijds zal worden nagegaan waarom bepaalde landschapsbeelden als pittoresk ervaren worden. Anderzijds zal het belang worden onderzocht van de notie van het pittoreske voor de visualisering van het hedendaagse landschap. Wat is precies de betekenis van het pittoreske vandaag? Is het nog zinvol om deze categorie te hanteren? Is het nog actueel als concept? Hoe verhoudt het zich tot het landschap? Wat zijn de actuele definities en de criteria ervan? Zijn er vandaag andere types van het ideale landschap relevant die vergelijkbaar zijn met het pittoreske? Organisaties: • Departement Koninklijke Academie voor Schone Kunsten • Vakgroep Fotografie
Onderzoekers: • Armand Mevis
Ontwikkeling van aanrijkings- en analysemethoden voor spoorbepaling van hormoonontregelaars in watermonsters met behulp van gesynthetiseerde selectieve receptoren Universiteit Gent Abstract: Een methode zal worden ontwikkeld om met behulp van geïmmobiliseerde peptidomimetica, die de oestrogeenreceptor nabootsen waaraan hormoonontregelaars binden, deze EDC's aan te rijken uit watermonsters. Door gebruik van thermoresponsive "smart polymers" als drager mmoet het ook mogelijk zijn selectieve chromatografische analysemethoden op punt te stellen. Organisaties: • Vakgroep Organische chemie (WE)
Onderzoekers: • Patrick Sandra • Johan Van der Eycken • José Martins • Filip Du Prez • Annemieke Madder
Onderzoek naar rookbeweging in geventileerde tunnels bij brand onder water spray omstandigheden Universiteit Gent Abstract: De voornaamste doelstelling van het doctoraatsonderzoek is de ontwikkeling van een gefungeerd model om het effect van een waterspray te quantificeren op rookbeweging, in het bijzonder in het geval van brand in geventileerde tunnels. Het model wordt ontwikkeld op basis van experimenten (uitgevoerd in Wuhan University, China). Het wordt toegepast in, en vergeleken met, numerieke (CFD, Computational Fluid Dynamics) simulaties. Organisaties: • Vakgroep Mechanica van stroming, warmte en verbranding
Onderzoekers: • Bart Merci
Evolutionaire ecotoxicologie met Daphnia: genomische, transcriptomische en fysiologische mechanismen van tolerantie voor en adaptatie aan cadmium en cyanobacteriële stress Universiteit Gent Abstract: Het doel van dit onderzoek is om (1) de adaptatie aan Cd stress te begrijpen, in Noord-Amerikaanse Daphnia pulex uit meren verontreinigd met zware metalen, en dit op genomisch, transcriptomisch en fysiologisch niveau; (2) de cross-tolerantie van deze populaties aan cyanobacteriële stress te onderzoeken; en (3) om deze bevindingen te valideren met de Europese watervlo-soort Daphnia magna. Organisaties: • Vakgroep Toegepaste ecologie en milieubiologie
Onderzoekers: • Colin Janssen
CREATION ? Creatie van een nieuwe methodologie voor analyse van de invloed van textiel op mensen Universiteit Gent Abstract: Dit project heeft als doel het effect van textiel op menselijke organismen te analyseren en op basis daarvan een hiërarchisch systeem te ontwikkelen van textiel. De te ontwikkelen methodologie baseert zich op fysiologische parameters, subjectieve en objectieve handmeting en een ?reactie op textiel?-model. Aan de basis liggen fysische testen op vrijwilligers die verschillende soorten textiel zullen dragen, psychologische reacties op textiel en objectieve labotesten. De finale fase bestaat uit een sensorische procesmodellering op basis van stimulatie van mensen door textiel. Via labotesten met vrijwilligers zal de invloed van textiel op menselijke fysiologische parameters geanalyseerd worden. De proeven op textiel betreffen fysische metingen van de weefsels, bv. vloeistofdoorlaatbaarheid, luchtdoorlaatbaarheid, thermische weerstand, THV volgens Kawabata. Organisaties: • Vakgroep Textielkunde
Onderzoekers: • Lieva Van Langenhove
De relatie tussen darm- en gewrichtslijden in spondylarthropathie: cellulaire en moleculaire mechanismen en implicaties voor therapie Universiteit Gent Abstract: Het project beoogt de relatie tussen darm- en gewrichtslijden in spondylarthropathie na te gaan door enerzijds de rol van de interactie tussen enteropathogenen en de gastheer in deze aandoening te onderzoeken, en anderzijds de rol van NKT cellen in de inductie van chronische inflammatie te bestuderen. Tenslotte zal het impact van de bindweefselcel op de inductie en eht herstel van weefselschade nagegaan worden. Organisaties: • Vakgroep Inwendige ziekten
Onderzoekers: • August Verbruggen
Ontwerp van inplantbare antennes en karakterisering van in-to-out-body draadloze verbindingen in een Wireless Body Area Network (WBAN) Universiteit Gent Abstract: Het doel van dit project bestaat uit het ontwerp van een antenne die kan worden ingeplant in het lichaam, de karakterisering van de inbody en in-to-out-body draadloze verbinding tussen de implantaten binnen en de knooppunten buiten het lichaam en de bepaling van de absorptie van elektromagnetische straling van de ontworpen antenne. Organisaties: • Vakgroep Informatietechnologie
Onderzoekers: • Hendrik Rogier
Overdadige Dauw in de Lente-Herfst-Annalen: Syncretische elementen in the theorie van staatsmanschap Universiteit Gent Abstract: Mijn onderzoek betreft de Chunqiu Fanlu, een belangrijk politiek traktaat uit de Chinese traditie, toegeschreven aan Dong Zhongshu, een invloedrijke confucianistische geleerde uit de Han dynastie. In het onderzoek wordt de theorie van staatsmanschap zoals uiteengezet in de syncretische hoofdstukken van de tekst (18-23) geanalyseerd, rekening houdende met de historische context waarin de theorie tot stand kwam. Organisaties: • Vakgroep Talen en Culturen van Zuid- en Oost-Azië
Onderzoekers: • Ann Heirman
Incidentiemeetkunde Universiteit Gent Abstract: Dit project beoogt een fundamentele studie van incidentiemeetkunde. De belangrijkste onderzoeksthema's betreffen de studie van inbeddingen en automorfismen van veralgemeende veelhoeken, translatieveelhoeken, afstandsreguliere meetkunden, polaire ruimten, Veroneseanen en andere deelstructuren in Galois-meetkunde.
Organisaties: • Vakgroep Wiskunde
Onderzoekers: • Joseph Thas • Frank De Clerck • Hendrik Van Maldeghem • Leo Storme
Sounding sound art. Onderzoek naar bestaande en nieuwe uitdrukkingsvormen in de geluidsinstallatiekunst en de toepasbaarheid ervan Hogeschool Gent Abstract: Het doel van dit onderzoek is bestaande uitdrukkingsvormen in de geluidsinstallatiekunst te ontsluiten en mogelijke nieuwe uitdrukkingsvormen te onderzoeken. In een eerste fase wil de onderzoeker inzicht verwerven in geluidsinstallatiekunst door het begrip te definiëren, de grenzen tussen geluidsinstallatiekunst, experimentele instrumentenbouw en beeldende installatiekunst af te bakenen en door het historisch situeren van deze jonge kunststroming. In een tweede fase wordt uitgegaan van de achterliggende technologieën om de verschillende takken binnen geluidsinstallatiekunst te classificeren en te benoemen. Zowel fysieke als niet-fysieke, en interactieve als passieve geluidsinstallatiekunst komen in dit onderzoek aan bod. In een derde fase worden de gebruikte technologieën uitvoerig beschreven en ontsloten, zodat ze beschikbaar kunnen worden gesteld voor vernieuwingsprojecten binnen het onderwijs. Aansluitend zal het eventuele gebruik van nieuwe technieken in de geluidsinstallatiekunst worden onderzocht. De uiteindelijke doelstelling van het onderzoek is om uitgaande van deze resultaten nieuw werk te creëren. Installatiekunst is een vrij jonge kunststroming die nog in volle ontwikkeling is. De kunstwerken zijn vaak interdisciplinair en sterk afhankelijk van technische ontwikkelingen. Het kunstwerk is niet langer een vastomlijnd werkstuk met een afgebakend begin en einde, maar is onderhevig aan veranderingen door interactie met het publiek, de omgeving, de kunstenaar of door het gebruik van algoritmische software. Tot nu toe ging de muziekgeschiedenis voornamelijk uit van neergeschreven zaken, van vastomlijnde werken. Door dit opusdenken dreigt de documentatie van het huidige muzieklandschap voor een groot deel verloren te gaan. De muziekgeschiedenis is methodologisch niet goed uitgerust voor registratie van het actuele landschap. De ‘compositie’ of het ‘muziekstuk’ wordt nog steeds beschouwd als een vastomlijnd geheel dat door de toeschouwer van op afstand waargenomen wordt. Hoe moeten we nieuwe kunststromingen zoals geluidsinstallatiekunst registreren? Cellulaire geluiden, infrarood, sensoren, enz.: technologische ontwikkelingen uit andere wetenschappen worden opgepikt door geluidskunstenaars. Tot nu toe werden de technologieën die binnen installatiekunst gehanteerd worden nog niet uitvoerig beschreven en bleven ze ontoegankelijk. Met dit onderzoek wil ik de bestaande technologieën beschrijven, nieuwe technologieën onderzoeken en deze informatie beschikbaar stellen voor vernieuwingsprojecten binnen het onderwijs. Organisaties: • Departement Conservatorium • Vakgroep Scheppende Muziek
Onderzoekers: • Laura Maes • Godfried-Willem Raes
Remming van guanylyl cyclase C (GC?C) activiteit voor het behandelen van secretoire diarree Universiteit Gent Abstract: De hypothese die in dit project getoetst zal worden is, dat de door STa geïnduceerde vloeistof secretie in de darm geremd kan worden via de remming van de GC?C receptor activiteit. Het tweede doel is minstens twee nieuwe GC?C inhibitoren te synthetiseren waarvoor in vivo activiteit aangetoond kan worden. Organisaties: • Vakgroep Virologie, parasitologie en immunologie
Onderzoekers: • Eric Cox
Naar een meer geavanceerde itemontwikkeling in performance indicators studies voor wiskunde en begrijpend lezen Universiteit Gent Abstract: Dit project heeft als centrale doelen:: (1) ontwikkelen van een groot set test items voor wiskunde en begrijpend lezen die de beheersing naar verschillende niveaus helpen meten (2) de implementatie van deze test items bij een heterogene test samples in het Chinees lagere onderwijs (ontwikkelde/ontwikkelende provincies rural en urban scholen) (3) het toepassen van polytome Item Response Models om het beheersingsniveau van leerlingen en test items te bepalen en (4) het ontwikkelen en uittesten van een Teachers Evaluation en Assessment Beliefs Scale (TEABS) om de evaluatie beliefs van leerkrachten in kaart te brengen. Organisaties: • Vakgroep Onderwijskunde
Onderzoekers: • Martin Valcke
Rol van celadhesie-gemedieerde signalisatie in craniofaciale malformaties: een geïntegreerde moleculair-morfologische studie Universiteit Gent Abstract: Een multidisciplinair consortium heeft de ambitie om via analyse en generatie van gepaste diermodellen (klauwkikker, zebravis, muis) een gedetailleerd inzicht te verwerven in de rol van intercellulaire adhesiemoleculen (cadherines, protocadherines) en hiermee geassocieerde signaaltransductiewegen (catenines, Wnt-signalisatie) bij de vorming van complexe kopstructuren. Deze modellen zullen op termijn ook belangrijk zijn bij de genetische analyse van craniofaciale malformaties bij de mens. Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Frans Van Roy
Aansluitend bij (VLO244) steunpunt JOP geeft de Vlaamse Overheid opdracht om een jeugdministor af te nemen in Antwerpen en Gent. Vrije Universiteit Brussel Abstract: geen abstract beschikbaar Organisaties: • Tempus Omnia Revelat • Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS • Filip VAN DROOGENBROECK • Loes VAN HASSELT • Lien GEERINCK • Sven SANCTOBIN
Als ik geen rood meer heb: een poëticaonderzoek naar de poëzie en de beeldende kunst van Paul Snoek (1933-1981). Hogeschool Gent Abstract: Het betreft een iconologisch-poëticaal onderzoek naar de (neo)romantische motieven in de picturale en verbale beeldtaal van Paul Snoek, met het denken van Lacan als uitgangspunt. Erwin Panofsky, de grondlegger van de iconologie, stelde dat men de iconologische betekenis van een schilderij slechts kan blootleggen, als men in de tijd waarin het tot stand kwam, gelijke ‘wezenlijke tendensen van de menselijke geest’ opspoort, zoals politiek, filosofie, religie en poëzie. Het kunstwerk wordt bekeken als een document waaruit de persoonlijkheid van de kunstenaar en de cultuur van zijn tijd af te lezen vallen. Dit houdt een bestudering van het materiële (picturale en verbale) beeld in. Ik hanteer die methode, maar wil ook aandacht vragen voor het mentale beeld, zowel in de schilderijen van Paul Snoek als in zijn gedichten. Daarom wil ik een lacaniaanse visie op de iconologie ontwikkelen en deze visie op de schilderijen én op de poëzie van Snoek toepassen, met andere woorden met een vernieuwde iconologische blik het beeldmateriaal in zijn poëzie en in zijn schilderijen analyseren. Paul Snoek wordt vanuit literair-historisch perspectief omschreven als een postexperimentele dichter, die onder invloed van de daaropvolgende stromingen sterk evolueerde en op het einde van zijn leven tot de wegbereiders van de neoromantiek gerekend kon worden. Vanuit het onderzoek van de beeldtaal in de poëzie van Snoek wil ik, naast de evolutie en de beïnvloeding, ook de continuïteit en de authenticiteit van zijn werk aantonen: zelfs in Archipel, Snoeks debuut uit 1954, zijn er al motieven te vinden die zijn werk hoofdzakelijk een (neo)romantisch karakter verlenen. Ik zal de in ons taalgebied vigerende interpretaties van de begrippen romantiek en neoromantiek analyseren en er een eigen interpretatie aan toevoegen. Daarnaast wil ik nagaan hoe Snoek zijn opvattingen over werkelijkheid en kunstenaarschap in zijn poëzie en schilderijen gestalte geeft. Daarvoor wil ik een beroep doen op het denken van Lacan, omdat volgens mij heel wat motieven in het werk van een romantische kunstenaar op een lacaniaanse manier geïnterpreteerd kunnen worden. Op die manier wil ik de tragische, psychische spanningen binnen het werk van Snoek blootleggen. Organisaties: • Departement Koninklijke Academie voor Schone Kunsten • Vakgroep Theoretische omkadering van de kunstpraktijk
Onderzoekers: • Paul Demets
Studie voor de ontwikkeling van een schrijfbord met antimicrobiële, luchtzuiverende, zelfreinigende en anti glare eigenschappen. Universiteit Hasselt Abstract: Het belangrijkste doel van het AMAP project is de ontwikkeling van een porseleinen geëmailleerd schrijfvlak (geëmailleerd staal voor whiteboard oppervlakken) met antimicrobiële, luchtzuiverende, zelfreinigend en anti glare eigenschappen. Op deze manier wil PolyVision maximale aandacht schenken aan de gezondheid en het comfort van de gebruikers. - schadelijke micro-organismen aanwezig op het oppervlak worden sterk gereduceerd (log 2 (99%) reductie binnen 24 uur), - het niveau van schadelijke, vluchtige organische stoffen, zoals formaldehyde aanwezig in klaslokalen of vergaderzalen, zal worden verlaagd (50% binnen 24 uur volgens ISO-22197-1), - de zelfreinigende eigenschappen zullen het comfort van de gebruiker doen toenemen omwille van de droge eraseability ifo. Langdurige inktresten zijn makkelijker te verwijderen, - het laag verblindingsniveau is minder vermoeiend voor de ogen en maakt dat het oppervlak gebruikt kan worden als projectievlak, zonder invloed op de droge eraseability. Een consortium van PolyVision en onderzoekspartners Sirris en de Universiteit Hasselt voert samen dit project uit. Organisaties: • Toegepaste en Analytische Chemie • Instituut voor Materiaalonderzoek
Onderzoekers: • Robert CARLEER
De prehistorische bewoningsevolutie van Zandig-Vlaanderen vanuit een landschappelijk perspectief Universiteit Gent Abstract: Dit project beoogt een interdisciplinaire GIS-gerelateerde studie van het landgebruik in Zandig-Vlaanderen (NW-België) tijdens de latere fasen van de steentijden (vanaf 13.000 uncal. BP) tot de kmst van de Romeinen. Bedoeling is de rol en impact van het landschap (flora, bodem en klimaat) op het nederzettingssysteem in een multitemporeel kader te analyseren. Hiertoe zullen 3 tot 4 deelgebieden geselecteerd worden, waaronder 2 met een grote densiteit aan archeologische sites (zgn. clustergebieden) en 2 met een lage densiteit (zgn. "lege" gebieden). In dit onderzoek zullen diverse analysemethoden en -technieken gecombineerd worden: paleo-ecologische analyses (pollen, zaden, vruchten, enz), absolute dateringen (AMS, OSL), morfologische terrein - en bodemmodellering (op basis van DHM, SoilGen), bodem-geofysische prospectie (boringen en electro-magnetische sensor), en landevaluatie. Organisaties: • Vakgroep Archeologie
Onderzoekers: • Jean Bourgeois
Ontwikkeling van aanrijkings- en analysemethoden voor spoorbepaling van hormoonontregelaars in watermonsters met behulp van geynthetiseerde selectieve receptoren Universiteit Gent Abstract: Een methode zal worden ontwikkeld om met behulp van geïmmobiliseerde peptidomimetica, die de oestrogeenreceptor nabootsen waaraan hormoonontregelaars binden, deze EDC's aan te rijken uit watermonsters. Door gebruik van thermoresponsieve "smart polymers" als drager moet het ook mogelijk zijn selectieve chromatografische analysemethoden op punt te stellen. Organisaties: • Vakgroep Organische chemie (WE)
Onderzoekers:
• Pierre De Clercq • Patrick Sandra • Johan Van der Eycken • José Martins • Filip Du Prez • Annemieke Madder
Prehistorische nederzettingspatronenen landgebruik in Zandig Vlaanderen (NW België): een diachrone and geoarcheologische benadering Universiteit Gent Abstract: Dit project beoogt een interdisciplinaire GIS-gerelateerde studie van het landgebruik in Zandig-Vlaanderen (NW-België) tijdens de latere fasen van de steentijden (vanaf 13.000 uncal. BP) tot de komst van de Romeinen. Bedoeling is de rol en impact van het landschap (flora, bodem en klimaat)op het nederzettingssysteem in een multitemporeel kader te analyseren. Hiertoe zullen 3 tot 4 deelgebieden geselecteerd worden, waaronder 2 met een grote densiteit aan archeologische sites (zgn. clustergebieden) en 2 met een lage densiteit (zgn. ?lege? gebieden). In dit onderzoek zullen diverse analysemethoden en ?techieken gecombineerd worden: paleo-ecologische analyses (pollen, zaden, vruchten, enz), absolute dateringen (AMS, OSL), morfologische terrein ? en bodemmodellering (op basis van DHM, SoilGen), bodem-geofysische prospectie (boringen en electro-magnetische sensor), en landevaluatie. Organisaties: • Vakgroep Archeologie
Onderzoekers: • Marc Antrop • Marc Van Meirvenne • Philippe Crombé • Peter Finke
Rol van celadhesie-gemedieerde signalisatie in craniofaciale malformaties: een geïntegreerde moleculair-morfologische studie Universiteit Gent Abstract: Een multidisciplinair consortium heeft de ambitie om via analyse en generatie van gepaste diermodellen (klauwkikker, zebravis, muis) een gedetailleerd inzicht te verwerven in de rol van intercellulaire adhesiemoleculen (cadherines, protocadherines) en hiermee geassocieerde signaaltransductiewegne (catenines, Wnt-signalistie) bij de vorming van complexe kopstructeren. Deze modellen zullen op termijn ook belangrijk zijn bij de genetische analyse van craniofaciale malformaties bij de mens. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Ann Huysseune
Glucocorticoïd gevoeligheid versus resistentie in inflamamtoire myopathieën en Duchenne musculaire dystrofie: de rol van de transcriptiefactor NF-kappaB Universiteit Gent Abstract: Sporadische 'inclusion body' myositis (IBM), een subtype van de idiopathische inflammatoire myopathieën (IM), is resistent tegen conventionele glucocorticoïd therapieën. Dit project odnerzoekt de interacties tussen de transcriptiefactor NF-kappaB, essentieel in autoimmuniteit, en glucocorticoïden, in IM en Duchenne musculaire dystrofie (DMD). DMD is een spierziekte gekenmerkt door auto-inflammatie en degeneratieve processen die ook IBM spieren kenmerken. DMD reageert echter op glucocorticoïden. Organisaties: • Vakgroep Inwendige ziekten
Onderzoekers: • Jan De Bleecker
Historisch-kritische editie van Willem Kloos' poëzie, met een editietheoretisch commentaar Universiteit Gent Abstract: Het onderzoek is gefocust op een tekstgerichte studie van de volledige poëzie van Willem Kloos. In een historisch-kritische editie worden alle variante lezingen van Kloos' gedichten gepresenteerd. Naast een studie van de ontstaans- en drukgeschiedenis, van de variante lezingen van alle gedichten en een editieverantwoording wordt uitvoerig ingegaan op de receptie(geschiedenis) van Kloos' poëzie. Organisaties: • Vakgroep Nederlandse literatuur
Onderzoekers: • Yves T'Sjoen
Presentatie en conservatie van kunstwerken met organische componenten. Een onderzoek gestuurd door kunsttheoretische, praktische en deontologische vraagstellingen m.b.t. conservatie van bederfelijke materialen. Hogeschool Gent Abstract: Hedendaagse kunstenaars maken steeds meer en gediversifieerder gebruik van organische materialen, zoals voedingsmiddelen, plantaardige of dierlijke weefsels en andere natuurlijke materialen. Een van hun meest nadelige eigenschappen is hun inherent beperkte houdbaarheid en gevoeligheid voor degradatie. Slechte bewaar- en tentoonstellingsomstandigheden kunnen dit ontbindingsproces versnellen. Willen wij hun ontbindingsproces onder controle houden en zo mogelijk afremmen, dan is er nood aan een grondige kennis van alle inwerkende factoren. De conservatie van kunstwerken waarin organische materialen worden gebruikt, stelt derhalve zeer specifieke eisen, die strenger zijn dan voor klassieke kunstwerken, waar relatief inerte materialen gebruikt worden. Degradatie van het kunstwerk kan enerzijds een substantieel onderdeel vormen van dit kunstwerk, maar kan anderzijds de lectuur ervan grondig verstoren. Wat de groep der levensmiddelen betreft, ontbreekt een grondige kennis omtrent het omgaan met kunst die volledig of deels uit levensmiddelen werd vervaardigd. Bovendien worden we steeds vaker met deze kunstwerken en hun specifieke problemen geconfronteerd (denken we maar aan het spraakmakende werk van Fabre tijdens de tentoonstelling Over The Edges, symposia in Bordeaux en Gent). Omwille van beide factoren, enerzijds gebrek aan kennis en anderzijds het steeds groter gebruik van deze materialen, is er nood aan onderzoek op Eat Art. De conserveringsmethoden en technieken ontwikkeld voor kunstwerken met levensmiddelen kunnen trouwens getransponeerd worden naar andere vergankelijke kunstwerken met organische materialen. Tevens kan men voor de conservatie van levensmiddelen in de actuele kunst terugvallen op oplossingen die reeds binnen de voedingsindustrie op vlak van conservering werden ontwikkeld. Dit onderzoeksproject wil via interdisciplinair onderzoek, een antwoord bieden op de vraag naar de optimale condities (tijdens tentoonstellingen, depot en transport) voor kunstwerken die levensmiddelen bevatten. Essentiële doelstelling hierbij is de systematische analyse van de problematiek gesteund op een wetenschappelijke en academisch multidisciplinaire onderbouw met aandacht voor kunsttheoretische omkadering en
proefondervindelijke casestudies. Welke houdingen t.a.v. conservatie en restauratie van kunstwerken met organische materialen moeten ingenomen worden? Er zal m.a.w. via kunstwetenschappelijke analyses onderzocht worden welke stellingen men kan poneren t.a.v. het beheer en behoud van vergankelijke kunst. Hoever kan men gaan in de bewaring van deze kunstwerken en zijn ze wel voor de eeuwigheid bestemd? Is het de bedoeling van kunstenaar ze te bewaren of is het een kunstwerk waarbij vergankelijkheid deel uitmaakt van zijn visie? Kunnen er voor dergelijke kunstwerken oplossingen aangeboden worden? Gezien het algemeen cultureel belang van de problematiek en het internationale karakter van de Hedendaagse Kunst ligt het voor de hand ook verschillende musea, onderzoekscentra en restauratoren in binnen- en buitenland bij het onderzoek te betrekken. Dit kan des te verdienstelijker zijn omdat in dit verband zowel nationaal als internationaal nog maar weinig onderzoek op academisch niveau werd verricht. Het is de bedoeling om met dit onderzoek antwoorden en oplossingen te bieden voor vragen en problemen die momenteel rijzen in de wereld van de conservatie van kunstwerken met organische materialen. Het onderzoek wordt opgesplitst in drie deelgebieden: het kunstwetenschappelijke veld, het natuurwetenschappelijke veld en de praktijk. Hoger genoemde deelgebieden zullen elkaar complementeren; regelmatige onderlinge terugkoppeling en bijsturing zullen noodzakelijk zijn. - Het kunstwetenschappelijke veld: Het gebruik van levensmiddelen is niet eigen aan één kunststroming, waardoor we met uiteenlopende kunstenaarsvisies worden geconfronteerd . Theoretisch uitgangspunt vormt de intentie van de kunstenaar, de studie van kunstenaarshoudingen en diverse artistieke concepten. Omdat dit criterium in de praktijk niet steeds als enige relevante parameter wordt gehanteerd zullen ook afwijkende visies van bv. galerijhouders, restaurateurs, kunsttheoretici en andere protagonisten binnen dit mentale veld op hun praktijk en motivatie worden onderzocht. Voor de bewaring van levensmiddelen in kunstwerken speelt de eetbaarheid slechts zelden een rol; afgezien van hun eventuele symbolische referentie, zijn vooral organoleptische parameters van wezenlijk belang. De vraag dringt zich op hoe met dergelijke kunstwerken om te gaan zonder de integriteit van het kunstwerk aan te tasten. Dienen de werken ‘an sich’ bewaard of primeert het concept ? Hoe kan het een of het andere voor het nageslacht worden bewaard? Welke voordelen en pijnpunten gaan gepaard met documentatie van vergankelijke Kunst? Cruciaal hierbij is het onderzoek naar mogelijke functies van levensmiddelen binnen elk specifiek kunstwerk, naar de impact van deterioratie op visueel, beeldend en semantisch niveau. Pas na deze onderzoeken kan tot besluitvorming m.b.t. al dan niet bewaring (of eventuele ingreep in het proces van deterioratie) van het kunstwerk worden overgegaan. - Het natuurwetenschappelijke veld: De industriële conserveringsmethodes voor levensmiddelen zullen worden getraceerd en er zal worden onderzocht welke hiervan bruikbaar of transponeerbaar zijn m.b.t. het behoud van kunstwerken. Daarom zal in het kader van dit project onder meer worden nagegaan hoe bepaalde conserveringsmethoden (vacuum verpakkingen of vitrinekasten, toevoeging van inerte gassen, nucleaire bestraling, toevoeging chemicaliën, etc.) desbetreffende kunstwerken een langere levensduur kunnen garanderen. Toch kunnen niet alle conserveringsmethoden uit de voedingsindustrie zondermeer toegepast worden in de kunstwereld. Kunst stelt immers andere prioriteiten (langdurige bewaring) dan de voedingsindustrie, waar levensmiddelen voor consumptie worden bewaard. Concreet naar het onderzoek toe, wordt hier de nadruk gelegd op de verscheidenheid in voorkomen van de levensmiddelen. In dit deelgebied wordt de efficiëntie van de conserveringsmethodologie voor levensmiddelen uitgetest en wordt bijzondere aandacht geschonken aan de verhouding tussen de optimale omgevingsfactoren voor de kunstwerken waarin levensmiddelen zijn vervat en de museale omgevingsfactoren gebruikelijk binnen de opslagruimtes enerzijds en hanteerbaar tijdens een tentoonstelling anderzijds. - De praktijk: Dit deelgebied zal zich voornamelijk toespitsen op de toepasbaarheid van de theoretisch gevormde methodieken in het museale veld. Het praktijkgerichte onderzoek zal gerealiseerd worden door het reconstrueren van enkele kunstwerken. De keuze van de casestudies hangt mede af van de resultaten bekomen na het onderzoek binnen respectievelijk het kunst- en natuurwetenschappelijke veld . Kunstwerken die door de kunsttheorie en de kunsthistorische praktijk als waardevol worden aanzien, creaties van nog in leven zijnde kunstenaars en kunstwerken waarbij de vraag naar behoud vanuit de museale sector werd geformuleerd, komen hiervoor in aanmerking. Tevens zullen de casestudies gekozen worden in relatie tot de hanteerbaarheid van de diverse conserveringstechnieken. Deze zijn in gebruiksmogelijkheden afhankelijk van diverse inwendige eigenschappen en factoren van de levensmiddelen zelf. Concreet betekent dit dat elke case in tweevoud zal gereconstrueerd worden: een reconstructie die dient als referentiecase en de andere waarbij men de diverse conserveringsmethoden gaat toepassen door ze in vitrines te integreren waarbij men de interne omgeving gaat wijzigen. Beiden worden vervolgens onderworpen aan een versnelde degradatie. Dit kan men artificieel creëren door de modellen alternerend in klimaatruimtes onder te brengen waarbij ze aan verschillende omgevingsfactoren (licht, temperatuur en relatieve luchtvochtigheid) worden blootgesteld. Dit alles gebeurt uiteraard in nauwe samenwerking met de Vakgroep Voedselveiligheid en Voedselkwaliteit. Organisaties: • Departement Koninklijke Academie voor Schone Kunsten • Vakgroep Vormgeving • Vakgroep Theoretische omkadering van de kunstpraktijk
Onderzoekers: • Julie Gilman • Dirk van Gogh
Zelfbeschouwing en identiteitsvorming in de vroeg-moderne tijd: betogend proza van Coornhert en Charron Universiteit Gent Abstract: De vroegmoderne periode, zo heeft Michel Foucault betoogd, wordt bij uitstek gekenmerkt door de opkomst van het gouvernementele denken. In dit project woren Dirck Volckertsz. Coornherts Zedekunst dat is wellevenskunste (1586) en Pierre Charron's De la Sagesse (1601) zowel retorisch als inhoudelijk gelezen tegen de achtergrond van Foucaults analyse. Organisaties: • Vakgroep Nederlandse literatuur
Onderzoekers: • Jurgen Pieters
Het kritische gewicht van de psychoanalyse. Een balans van een halve eeuw psychoanalytisch geïnspireerde kritiek op de burgerlijke cultuur. Hogeschool Gent Abstract: Iedereen die de psychoanalyse als wetenschap genegen is, weet dat men voorzichtig moet zijn met het gebruik van psychoanalyse in de cultuurtheorie, maar weinigen zullen eraan twijfelen dat zij iets kan en moet zeggen over allerlei collectieve vormen van idolatrie, enthousiasme, agressie, verslaving, depressie, over de wijze waarop de prestatie- en consumptiecultuur de mens tot in zijn meest intieme affectieve vormen in
haar greep heeft, over het belang van onbewuste identificaties en tegenidentificaties in de groep, over allerlei vormen van racisme en ostracisme, enzovoort. De psychoanalyse werd in de tweede helft van de 20ste eeuw dan ook vaak aangewend om niet alleen culturele fenomenen te begrijpen, maar ook als een instrument van kritiek, met name op de manier waarop de burgerlijke samenleving het individu nodeloos psychisch doet lijden. Het is op de ontwikkeling van die cultuurkritiek dat mijn onderzoek zich wil toespitsen. De bedoeling is uiteraard niet om een exhaustief overzicht te schrijven van alle psychoanalytisch geïnspireerde kritische analyses van de burgerlijke cultuur, maar wel om een soort voorlopige balans te maken van het meest belangwekkende dat de psychoanalyse ons op het gebied van cultuurkritiek te bieden heeft. De meeste psychoanalytisch geïnspireerde cultuurkritiek is marxistisch van achtergrond. Men spreekt van ‘freudomarxisme’, een combinatie tussen marxistische ideologiekritiek en analyse van de libidinale oorsprong van symptomen. Ideologie wordt als een collectief symptoom beschouwd van een onbewust conflict waaraan de collectiviteit lijdt. Een typevoorbeeld van zo’n analyse is de poging om Marx’ theorie over ‘het fetisjkarakter van de waar’ te verhelderen met Freuds fetisjismebegrip. Zoals de fetisjist het bestaan van de sexuele differentie (de afwezigheid van de fallus bij de vrouw) ontkent door zich aan een fetisj vast te hechten, zo ontkent de bourgeois in de sfeer van de economische ruil de sociale en dus conflictueuze oorsprong van de waar door de illusie dat de waarde van die waar in de ruil zelf ontstaat. Voor beide, Freud en Marx, geldt de religieuze sfeer als paradigma voor een symptomen producerende toedekking van onderliggende, verdrongen conflicten. In het eerste deel van het proefschrift zal worden stilgestaan bij het belang van de psychoanalyse voor de Frankfurter Schule. Met name twee grote werken worden vanuit die interesse geanalyseerd: Dialektik der Aufklärung (1947) van Theodor W. Adorno en Max Horkheimer, en Eros and Civilization (1955) van Herbert Marcuse. Ook al gaat Marcuses werk veel uitvoeriger in op de freudiaanse theorie, het blijkt dat Adorno en Horkheimers analyse van de paradoxen van de verlichting meer aansluit bij de grondinzichten van Freud dan Marcuses al te optimistische utopisme over de emancipatorische rol die de ‘polymorfe’ driften kunnen spelen, met name zijn geloof dat agressieve impulsen grondig gepacificeerd kunnen worden. Een boeiende uitloper van de Frankfurter Schule is ook het door Nietzsche beïnvloede Life against Death (1959) van Norman O. Brown, met name voor de analyse van de schuldeconomie als wezenlijk voor de burgerlijke psyche. Maar ook bij Brown is de utopische horizon gedateerd. Wat Marcuse, Adorno en Brown ondanks hun grote verschillen met elkaar gemeen hebben, is hun geloof in het emancipatorische karakter van de kunst als sublimatie van de seksuele driften. Een tweede deel zal handelen over een vorm van psychoanalytisch geïnspireerde cultuurkritiek waarin de marxistisch-utopische horizon (nagenoeg) volledig verdwenen is. Twee auteurs worden behandeld. Ten eerste Jean Baudrillard, die in zijn Le système des objets (1968) en La société de consommation (1970) de consumptiemaatschappij beschrijft als een systeem waarin de gebruikswaarde van consumptiewaar slechts een voorwendsel is voor een gegeneraliseerd fetisjisme dat zich blindstaart op objecten die niet meer zijn dan tekens waarmee de mens wordt gevangen in het imaginaire van een totale bevrediging. Ten tweede is er de cultuurcriticus Christopher Lasch die, in de lijn van wat Baudrillard al deed (maar zonder door hem te zijn beïnvloed), met zijn The Culture of Narcissism (1979) niet zozeer de burgerlijke cultuur bekritiseert, maar vooral de pseudo-emancipatorische, ‘linkse’ tegencultuur, die eenvoudig gesteld eigenlijk slechts de zelfonplooiingsmythes van het burgerdom naar de sfeer van de individuele genietingen uitbreidt. De uitgangspunten en conclusies van een kritische theorie hangen natuurlijk telkens in hoge mate af van hoe de desbetreffende auteur Freud interpreteert: legt men de nadruk op de Eros als een drift die verenigt, dan zal men zoals Marcuse al gauw geloven dat een ‘bevrijding’ van het driftleven emancipatorische effecten zal hebben. Komt de nadruk te liggen op het wezenlijk traumatiserende karakter van de seksualiteit, op de (auto)agressieve driften of de doodsdrift, dan zal men daartegenover een kritische terughoudendheid hebben. Toch hoeft een meer ‘pessimistische’ metapsychologie niet te leiden tot cultuurpessimisme of conservatisme. Dit moet duidelijk worden in het derde en belangrijkste deel. Dit deel zal zich toespitsen op de cultuurkritiek van Slavoj Žižek. Zijn denken is grondig beïnvloed door de meest geavanceerde interpretatie van Freud, namelijk die van Jacques Lacan. Volgens Žižek kunnen, kort gezegd, culturele of politieke systemen zich slechts handhaven, omdat ze ondersteund worden door een onbewust fantasma dat steeds een object van excessief genot betreft. Zo functioneren ideologieën niet zozeer door wat ze letterlijk, op het niveau van de doctrine, beweren, maar doordat ze bij de individuen heimelijk appel doen op dat fantasmatische genot. Žižek is zo interessant omdat hij de lacaniaanse theorie op een verhelderende manier verbindt met de filosofische traditie (Kant, het Duitse idealisme, Marx, Frankfurter Schule, deconstructie), en die theorie weet aan te wenden om de ‘ideologische symptomen’ van de hedendaagse samenleving kritisch onder de loep te nemen. Symptomen zijn bijvoorbeeld de groeiende medicalisering van menselijke problemen, de virtualisering van menselijke relaties, het toenemende racisme, het populisme in de politiek, de lifestyle-cultuur die in alle sectoren van de samenleving oprukt, het vage religieuze bewustzijn van het newage-type, de ironische of zelfs cynische distantie tegenover politiek-ideologische kwesties Organisaties: • Departement Koninklijke Academie voor Schone Kunsten • Vakgroep Theoretische omkadering van de kunstpraktijk
Onderzoekers: • Peter De Smet • Frank Vande Veire
Apocalyps en eschatologie bij de veertiende-eeuwse Middelnederlandse auteurs Jan van Boendale, Lodewijk van Velthem en Jan van Leeuwen Universiteit Gent Abstract: Al snel na het ontstaan van de Apocalyps waren de apocalyptisch-eschatologische denkkaders aan verandering onderhevig. Zeker in de West-Europese middeleeuwen zijn een aantal ogenblikken aan te wijzen waarop ze alternatieve invullingen kregen. In het onderzoek zal nagegaan worden hoe het evoluerende apocalyptisch-eschatologische gedachtegoed bij de veertiende-eeuwse Middelnederlandse auteurs Velthem, Boendale en Van Leeuwen werd gerecipieerd. Organisaties: • Vakgroep Nederlandse literatuur
Onderzoekers: • Joris Reynaert
Gegevensregistratie in het Sociaal Cultureel Volwassenwerk Vrije Universiteit Brussel Abstract: geen abstract beschikbaar Organisaties: • Tempus Omnia Revelat • Sociologie
Onderzoekers: • IGNACE GLORIEUX • Theun-pieter VAN TIENOVEN • JOERI MINNEN
Ongelijkheid van kansen: meting in theorie en praktijk. Universiteit Gent Abstract: De kloof tussen de recente inzichten in de theoretische literatuur rond gelijkheid van kansen, en de empirische meting van ongelijkheid van kansen zal overbrugt worden. Hiertoe zal (1) een literatuuroverzicht afgewerkt worden, (2) een axiomatische basis gegeven worden voor bestaande en nieuwe maatstaven en (3) nagegaan worden of de rangschikking van verschillende landen verandert indien andere maatstaven gebruikt worden. Organisaties: • Vakgroep Sociale economie
Onderzoekers: • Dirk Van de gaer
Ontwikkeling van aanrijkings- en analysemethoden voor spoorbepaling van hormoonontregelaars in watermonsters met behulp van gesynthetiseerde selectieve receptoren Universiteit Gent Abstract: Een methode zal worden ontwikkeld om met behulp van geïmmobiliseerde peptidomimetica, die de oestrogeenreceptor nabootsen waaraan hormoonontregelaars binden, deze EDC's aan te rijken uit watermonsters. Door gebruik van thermoresponsieve "smart polymers" als drager moet het ook mogelijk zijn selectieve chromatografische analysemethoden op punt te stellen. Organisaties: • Vakgroep Organische chemie (WE)
Onderzoekers: • Pierre De Clercq • Patrick Sandra • Johan Van der Eycken • José Martins • Filip Du Prez • Annemieke Madder
De relatie tussen darm- en gewrichtslijden in spondylarthropathie: cellulaire en moleculaire mechanismen en implicaties voor therapie Universiteit Gent Abstract: Het project beoogt de relatie tussen darm- en gewrichtslijden in spondylarthroapthie na te gaan door enerzijds de rol van de interactie tussen eneteropathogenen en de gastheer in deze aandoening te onderzoeken, en anderzijds de rol van NKT cellen in de inductie van chronische inflammatie te bestuderen. Tenslotte zal het impact van de bindweefselcel op de inductie en het herstel van weefselschade nagegaan worden. Organisaties: • Vakgroep Inwendige ziekten
Onderzoekers: • Martine De Vos
Ontwikkeling en studie van op gemerkte stamcellen gebaseerde modelsystemen voor de inductie van scheutmeristemen Hogeschool Gent Abstract: In dit onderzoek nemen scheutmeristemen een centrale rol in. Het zijn de bovengrondse groeipunten waaruit de plantorganen worden gevormd in modulaire eenheden of fytomeren. Een klein groepje traag delende cellen in het scheutmeristeem vormt de “centrale zone”. Het is een reservoir zelfvernieuwende stamcellen dat zichzelf in theorie onbeperkt in stand kan houden. Een deel van de stamcellen verlaat de centrale zone om zijdelings de “perifere zone” en onderaan de “ribzone” te vormen. De cellen van de perifere zone zijn de moedercellen van de plantorganen. De twee antagonistische processen: orgaaninitiatie en zelfvernieuwing van stamcellen worden zorgvuldig in evenwicht gehouden. Het WUS-gen komt tot uiting in het organiserend centrum, een kleine zone net onder de stamcellen. Het stuurt een signaal naar de bovenliggende stamcellen, dat hun identiteit als stamcellen bevestigt. Zonder dit WUS-signaal zouden de stamcellen en uiteindelijk het meristeem verdwijnen. De twee buitenste lagen stamcellen brengen op hun beurt het CLAVATA3 (CLV3)-gen tot expressie. Het genproduct ervan verlaat de cellen en vormt een negatief feedback-signaal dat de transcriptie van het WUSCHEL (WUS)-gen beperkt. Indien dit niet zou gebeuren, dan zou de centrale zone abnormaal groot worden. Het SHOOT¬MERIS¬TEM¬LESS (STM)-gen komt tot expressie in een iets groter gebied. Het onderdrukt differentiatie van stamcellen tot organen (Lenhard et al., 2002) en is noodzakelijk voor de initiatie en instandhouding van het scheutmeristeem (Long et al., 1998). Stamcellen vinden niet alleen hun oorsprong in het jonge embryo, ze kunnen ook uit somatische, reeds gedifferentieerde cellen ontstaan. Ze geven dan aanleiding tot scheutmeristemen die uitgroeien tot “adventiefscheuten”. De laatste jaren zijn nog een aantal andere genen ontdekt die net zoals WUS, CLV3 en STM een rol spelen in de ontwikkeling en in standhouding van het (embryonaal reeds aanwezige) scheutmeristeem van kiemende A. thaliana: AURORA, KNAT1, HAM, AS1...(Doerner, 2003) Analyse en manipulatie van deze genen tijdens inductie en regeneratie van nieuwe adventiefscheuten op wortel, blad of stengel staat echter nog in haar kinderschoenen. Nochtans is het een onderzoeksdomein met veel praktisch potentieel. Uiteindelijk kan deze kennis leiden tot toepassingen die steunen op de regeneratie van scheutmeristemen: genetische transformatie, protoplastenfusie, chimeersynthese, polyploïdie-inductie en somatische embryogenese. Doelstelling en onderzoeksvragen - een beter begrip verwerven in de genen die tot expressie komen tijdens de inductie van adventiefmeristemen bij de modelplant Arabidopsis thaliana. * komen tijdens de initiatie van een adventief meristeem dezelfde genen tot expressie als in een axillair scheutmeristeem: WUS, CLV3, STM, KNAT1, HAM, AS1… ? * In welke volgorde komen ze tot expressie? Welke is initieel van belang? * Zijn de meristeemzones waarin ze tot expressie komen groot genoeg om gemakkelijk te observeren? - Deze kennis gebruiken om bij andere plantenspecies (tabak, tomaat, petunia, chrysanth?) gerichter hormoonbehandelingen te beproeven voor de regeneratie van adventiefscheuten op diverse types explantaten. * Laten de modelsystemen bij deze gewassen een evaluatie toe nog voor de scheutjes zichtbaar worden? * Wat is het effect van (combinaties van) plantenhormonen of hun inhibitors op de inductie van stamcellen en scheutmeristemen? Organisaties: • Departement Biowetenschappen en Landschapsarchitectuur • Vakgroep Plantaardige Productie
Onderzoekers: • Stefaan Werbrouck • Hans Motte
De gemeenteraad: hoeksteen of brokstuk van de stedelijke democratie? Belgische raadsleden in comparatief perspectief Universiteit Gent Abstract: Dit project richt zich op de rol van gemeenteraadsleden in een veranderende bestuursomgeving. In het bijzonder focust het op de visie van raadsleden mbt: a) de lokale democratie, bestuur en beleid b) de positie/werking en invloed van (leden van de) gemeenteraad in (a) c) hun politieke rekrutering en carrièreontwikkeling d) hun rolperceptie en-gedrag in hun functie als gemeenteraadslid. Het project is comparatief van opzet en triangulair in methodiek. Naast een dominant kwantitatief onderzoeksluik in 15 Europese landen omvat het eerder kwalitatieve diepteanalyse van de onderzoeksvragenin België, Nederland en Frankrijk. Organisaties: • Vakgroep Politieke wetenschappen
Onderzoekers: • Herwig Reynaert
De controlecultuur verscherpt: de Belgische overlastaanpak. Universiteit Gent Abstract: Patronen van hedendaagse criminaliteitscontrole en hun sociale en culturele uitgangspunten, zijn een belangrijk aandachtspunt binnen de hedendaagse criminologie. De laatmoderne samenleving en haar kenmerken werden uitvoerig beschreven door diverse Anglo-saksische auteurs. De theorie van de 'controlecultuur' van Garland (2001) over Engeland en Amerika wordt beschouwd als één van de meest belanghebbende analyses van de strafrechtbedeling en de criminaliteitscontrole en neemt een prominente plaats in bij analyses van de ontwikkeling van de punitieve risicosamenleving. In dit project wordt zijn theorie getest in een niet Anglo-saksische continentale setting, en worden diverse hypothesen gesteld en getoetst aan de Belgische overlastaanpak. Organisaties: • Vakgroep Strafrecht en criminologie
Onderzoekers: • Tom Vander Beken
Bilateral Alliance for Translational Science in ADHD (BATSA) Universiteit Gent Abstract: Een onderzoekssamenwerking tussen de Universiteit van Southampton en de Universiteit Gent op het gebied van Aandachtstekort/hyperaciviteitsstoornis (ADHD), met een focus op 3 gerelateerde onderzoeksprogramma's. Genetische en omgevingsdeterminanten van ADHD electrofysiologische studies van aandachtsmechanismen bij ADHD en verwerking van beloning en uitstel bij ADHD: experimentele en beeldvormingsbenaderingen. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Herbert Roeyers
De prehistorische bewoningsevolutie van Zandig-Vlaanderen vanuit een landschappelijk perspectief Universiteit Gent Abstract: Dit project beoogt een interdisicplinaire GIS-gerelateerde studie van het landgebruik in Zandig-Vlaanderen (NW-België) tijdens de latere fasen van de steentijden (vanaf 13.000 uncal. BP) tot de komst van de Romeinen. Bedoeling is de rol en impact van het landschap (flora, bodem en klimaat) op het nederzettingssysteem in een multitemporeel kader te analyseren. Hiertoe zullen 3 tot 4 deelgebieden geselecteerd worden, waaronder 2 met een grote densiteit (zgn. "lege" gebieden). In dit onderzoek zullen diverse analysemethoden en -technieken gecombineerd worden: paleo-ecologische analyses (pollen, zaden, vruchten, enz), absolute dateringen (AMS, OSL), morfologische terrein - en bodemmodellering (op basis van DHM, SoilGen), bodem-geofysische prospectie (boringen en electro-magnetische sensor), en landevaluatie. Organisaties: • Vakgroep Geologie en bodemkunde
Onderzoekers: • Peter Finke
Ontwerpen methodiek klantentevredenheidsstudie Groen- en Recreatie domeinen provincie Antwerpen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de Provincie Antwerpen. UA levert aan de Provincie Antwerpen de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Media, middenveld en politiek (M2P)
Onderzoekers: • Peter Thijssen
Alexithymie, interpersoonlijke factoren en depressie: een studie bij psychiatrische patiënten Universiteit Gent Abstract: Via inhoudsanalyse van interview narratievenen van narratieven uitgelokt door vrije respons taken (TAT, EMT) en via zelfrapportage vragenlijsten onderzoeken we of alexithymie bij psychiatrische patiënten samenhangt met een kenmerkende vorm van interpersoonlijk functioneren. Alle variabelen worden multimethodisch gemeten en we gaan na of verbanden alternatief kunnen verklaard worden. Organisaties: • Vakgroep Psychoanalyse en raadplegingspsychologie
Onderzoekers: • Stijn Vanheule
Penetratie van plasma in poreuze structuren Universiteit Gent Abstract: Het doel van dit project is het bestuderen van de plasma-interacties met diverse poreuze structuren en in het bijzonder het aspect penetratie van plasma in de materiaalporiën. Hierbij zijn er twee componenten: een experimentele met als hoofddoel datacollectie en een modelleringcomponent. De verzamelde knowhow zal aangewend worden voor nieuwe, verbeterde concepten van plasmareactoren. Organisaties: • Vakgroep Toegepaste fysica
Onderzoekers: • Christophe Leys
Hervorming Rekenhoven naar doelmatigheidsaudit: toetsen van institutioneel kader Universiteit Gent Abstract: Deze studie odnerzoekt in welke mate doelmatigheidsaudit door Rekenhoven werd geïmplementeerd onder invloed van het bedrijfsmatige New Public Management. In het tweede deel wordt de mate van implementatie verklaard vanuit een institutionele wetenschappelijke hoek waarbij institutionele factoren zoals het streven naar legitimering, de invloed van the toepassen van regels en de mate van sanctionering onderzocht wordt. Organisaties: • Vakgroep Accountancy en Bedrijfsfinanciering
Onderzoekers: • Johan Christiaens
Optimization of the automated fitting to outcomes expert with language-independent hearing-in-noise test battery and electro-acoustical test box for cochlear implant users (OPTI-FOX). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EU. UA levert aan EU de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Biofysica en Biomedische Fysica • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers: • Joris Dirckx • Martine M R Coene
Effecten, van verstedelijking op gastrointestinale microbiota en gastheer fitness in Passer domesticus Universiteit Gent Abstract: Deze studie beoogt nieuwe inzichten te verschaffen in mogelijke effecten van anthropogene verstoring op de gastrointestinale microbiota van huismussen (Passer domesticus), en in mogelijke pathways waarmee habitat shifts de fysiologie, fitness, en populatie dynamiek van vogels kunnen beïnvloeden. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Luc Lens
De sociale dimensie van Europees burgerschap Universiteit Gent Abstract: Het onderzoek analyseert de impact van het Europees burgerschap op de nationale stelsels van sociale bescherming. In het bijzonder wordt aandacht besteed aan de juridische gevolgen van de rol als sleutel tot nationale solidariteitsmechanismen, de bescherming tegen 'sociaal toerisme', de mogelijkheden voor een toekomstig Europees juridisch kader en de betekenis voor de bevoegdheid en legitimiteit van de Europese Unie. Organisaties: • Vakgroep Sociaal recht
Onderzoekers: • Yves Jorens
Ontwikkeling van chirale, asymmetrische imidazolidine liganden uitgaande van aminozuren voor groep VIII en Ib katalysatoren Universiteit Gent Abstract: Transitiemetaalcomplexen met N-heterocyclische carbeenliganden (NHC of imidazolidine) zijn reeds lang gekend, maar pas recent begint men ten volle de mogelijkheden van deze groep verbindingen te ontdekken. Het variëren van de substituenten op de N-atomen laat tevens toe de elektronische en sterische eigenschappen van het NHC-ligand te veranderen. Deze mogelijkheid toepassen op een katalysator zal aanleiding geven tot een waaier van activiteiten. Het wordt dus zonder meer duidelijk dat de katalysator zal kunnen 'getunned' worden naargelang de omstandigheden (reactiecondities, substraten, solventen, ?). Een ander bijkomend, sterk punt is de indrukwekkende variëteit aan metaalcentra (Rh, Ru, Pd, ?) waarmee deze NHC's kunnen coördineren. Verscheidene nieuwe immobilisatietechnieken worden aldus mogelijk Niet alleen immobilisatie op een inerte drager (organische of anorganisch) maar eveneens verankering in Ionaire solventen. Organisaties: • Vakgroep Anorganische en fysische chemie
Onderzoekers: • Francis Verpoort
SPLISS-Coördinatie: Sportbeleid factor leidt tot International Sporting succes. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Internationale vergelijking van topsportbeleid op nationaal niveau Organisaties: • Sportbeleid en -management
Onderzoekers: • VEERLE DE BOSSCHER
Arbeidsongeschiktheidscircuits in de overheidssector. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de Vlaamse overheid. UA levert aan de Vlaamse overheid de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Management & Bestuur (M&B)
Onderzoekers: • Ria Janvier
Dienstverleningsopdracht Opera Berlijn Vrije Universiteit Brussel
Abstract: De instelling 'VUB' en het ' ITKE Universität Stuttgart' hebben een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Het betreft het project van de renovatie van de opera van Berlijn Unter der Linden. In eerste instantie behelst dit de fabricatie van een aantal modellen in vubonite. Organisaties: • Mechanica van Materialen en Constructies
Onderzoekers: • JAN WASTIELS
Alternatieve technieken ter preventie van bederf van industriële bakwaren door schimmels op basis van predictieve mycologie Hogeschool Gent Abstract: Het onderwerp van de doctorale studie situeert zich binnen de predictieve mycologie en heeft de bakkerijsector als scope. Bedoeling is om voorspellende modellen te ontwikkelen die de groeikinetiek en de groei/geen groei interfase van schimmels beschrijven in functie van diverse conserveringsparameters, belangrijk voor de bakkerijsector. Deze modellen zullen gevalideerd worden in industriële producten. Organisaties: • Departement Biowetenschappen en Landschapsarchitectuur • Vakgroep Levensmiddelenwetenschappen en Technologie
Onderzoekers: • Nick Deschuyffeleer • Mia Eeckhout
Project boek FACIT. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de Provincie Antwerpen. UA levert aan de Provincie Antwerpen de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Danielle Dierckx
Studie betreffende feitelijke aspecten van toegang tot de rechter in België met betrekking tot het Europees Milieurecht aanbelangende aangelegenheden Universiteit Gent Abstract: Onderzoek naar de implementatie in België van artikel 9 (2) tot (5) van het Verdrag van Aarhus betreffende de toegang tot milieuinformatie, publieke participatie en toegang tot de rechter in milieuaangelengenheden en de Europese richtlijnen die deze bepalingen uitvoeren. Organisaties: • Vakgroep Europees, Publiek- en Internationaal Recht
Onderzoekers: • Luc Lavrysen
Wetenschapsparken en incubatoren in België, Brazilië en Italië: strategische beslissingen, institutionele context en prestatie-indicatoren. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds VEWA. UA levert aan VEWA de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Management
Onderzoekers: • Paul Matthyssens • Johanna Vanderstraeten
De federale paradox herbekeken. Sub-staat nationalistisch discours van politieke partijen in verkiezingsprogramma's en televisiedebatten van vier federale landen (1968-2010). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Media, middenveld en politiek (M2P)
Onderzoekers: • Stefaan Walgrave • Dave Sinardet
Het Franse werkwoord in een constructioneel perspectief Universiteit Gent Abstract: Uitwerken van een globale constructiegrammatica van het Franse werkwoord waarbij drie aspecten centraal staan (1) de uitbouw van een adequate werkwoordtypologie; (2) de analyse van de mechanismen die aan de basis liggen van de meest frequente betekenisextensies; (3) de nauwkeurige analyse van een aantal specifieke werkwoordklassen (perceptie, cognitie, transfer en communicatie) Organisaties: • Directie Onderzoeksaangelegendheden
Onderzoekers: • Dominique Willems
Ondersteuning uitvoering waterbodemonderzoek Universiteit Gent Abstract: Ondersteuning uitvoering waterbodemonderzoek De doelstelling van de opdracht bestaat erin om op basis van de bekende resultaten uit de eerder uitgevoerde pilootonderzoeken de uitvoering van waterbodemonderzoeken te verbeteren rond een aantal knelpunten.
- In kaart brengen van het onderzoekslandschap rond waterbodem - Relevante meetnetten identificeren - Consultatie van relevante experten - Identificatie van knelpunten en opportuniteiten rond waterbodemonderzoek - Mee uitwerken van de onderzoeksstrategie rond verspreidingsrisico van waterbodem verontreiniging - Rapportering van de uitgevoerde taken Organisaties: • Vakgroep Civiele techniek
Onderzoekers: • Renaat De Sutter
Frontotemporal dementia and motor neuron disorders: clinico-pathological correlations Universiteit Gent Abstract: Neurodegeneratieve aandoeningen omvatten talrijke klinische syndromen: dementies, beweginsstoornissen en progressief motor neuron lijden (MND). Frontotemporale dementie (FTD) ontstaat door degeneratie van frontale en temporale kwabbe,. FTD is in 10% geassocieerd met MND. In neuropathologisch onderzoek werden verschillende abnormale accumulaties van proteïnen geïdentificeerd verantwoordelijk voor een neurodegeneratief syndroom. Wij onderzoeken de neuropathlogische mechanismen, verantwoordelijk voor de evolutie naar welbepaalde neurodegeneratieve syndromen. Organisaties: • Vakgroep Inwendige ziekten
Onderzoekers: • Paul Boon
Naar een taalgerichte lerarenopleiding Hogeschool Gent Abstract: Taal speelt een cruciale rol in het leerproces. Het is dus essentieel dat elke lesgever over een meer dan degelijk niveau van Nederlandse taalbeheersing beschikt om zijn taak naar behoren te kunnen uitvoeren. De laatste jaren is echter gebleken dat een groot deel van de instromende studentenpopulatie in de lerarenopleidingen, heel wat lacunes vertoont in zijn Nederlandse taalbeheersing. Binnen het reguliere vakkenaanbod is er onvoldoende ruimte om hier gericht aan te werken. Niettemin moet elke lerarenopleiding haar studenten de mogelijkheid bieden om zijn Nederlandse taalbeheersing bij te schaven. Met dit project trachten we elektronische tools en leermateriaal te ontwikkelen waarmee studenten zowel op zelfstandige basis als onder begeleiding, gericht aan hun Nederlandse taalbeheersing kunnen werken. Daarnaast wordt ook een vormingsaanbod ontwikkeld dat lerarenopleiders aanleert hoe ze moeten omgaan met de talige diversiteit van hun studentenpubliek en hoe ze bij hun activiteiten als lesgever een voortdurende bijdrage kunnen leveren aan de taalontwikkeling van hun studenten. Dit vormingsaanbod wordt ook vertaald naar het niveau van de studenten als toekomstige leerkrachten en kan op zijn beurt aangeboden worden als leermateriaal. Organisaties: • Departement Lerarenopleiding Ledeganck • Vakgroep Talen en Onderwijs
Onderzoekers: • Bert De Bisschop
Inclusieve inbedding van vraaggestuurde ondersteuning; een onderzoek naar kritische succesfactoren Hogeschool Gent Abstract: De onderzoeksvraag: “Leidt vraaggestuurde ondersteuning (PCP) tot verhoogde kwaliteit van bestaan bij de cliënt? (Personal Outcomes)?” De hypothese luidt: Assessment gebaseerd op de gewenste uitkomsten van de cliënt en de nodige ondersteuningsbehoeften, gerelateerd aan individuele ondersteuningsplannen leiden tot meer positieve ‘outcomes’ bij de cliënt dan de klassieke handelingsplanning. Bovenstaande onderzoeksvraag wordt beantwoord aan de hand van de resultaten van een aantal onderzoeksfasen. In navolging van internationale studies is er nood aan verder onderzoek rond: - betrouwbare en valide meetinstrumenten in functie van ondersteuning en kwaliteit van bestaan gerelateerde persoonlijke uitkomsten - empirische studies die het concept van ‘vraagsturing’ mee conceptualiseren. Organisaties: • Departement Sociaal-agogisch werk • Departement Handelswetenschappen en Bestuurskunde • Vakgroep Orthopedagogiek • Vakgroep Management en Organisatie
Onderzoekers: • Claudia Claes • Stijn Vandevelde
Onderzoek naar mogelijkheden tot het juridisch formaliseren van afspraken tussen partners mbt compensatie voor loopbaanbeslissingen in het kader van het vergemakkelijken van de combinatie arbeid en zorg. Universiteit Hasselt Abstract: De opdracht van dit bestek is enerzijds het zoeken naar een gepast juridisch instrument om afspraken tussen partners op het vlak van de verdeling van gezinszorg en arbeid te formaliseren en anderzijds het zoeken naar gepaste juridische regelingen om de negatieve implicaties van keuzes op dit vlak voor één van beiden, zoals gemiste carrièrekansen, kleinere pensioenen of andere verlaagde sociale zekerheidsuitkeringen, financieel te compenseren. Organisaties: • Centrum Overheid en Recht
Onderzoekers: • Marie-Antoinette TORFS • Elly VAN DE VELDE
Overeenkomst tussen de UHasselt en de PHL in het kader van het doctoraat van Vincent Macris met titel " NIEUWE CONCEPTEN VOOR NUL-ENERGIE EN ACTIEVE GEBOUWEN DOOR MIDDEL VAN PARAMETRISCHE ONTWERPTECHNIEKEN" Universiteit Hasselt Abstract: De voorbije jaren is de opkomst van duurzame architectuur steeds belangrijker gebleken voor de gebouwde omgeving van vandaag. Hoewel het begrip duurzaam over het algemeen goed gekend is, blijkt het in de realiteit nog niet voldoende ingeburgerd te zijn. De Europese wetgeving streeft daarom naar nulenergie gebouwen vanaf januari 2021, wat tot nu toe een doel is zonder voldoende middelen. Nulenergie
gebouwen produceren in principe evenveel energie als ze gebruiken. Een actief gebouw gaat nog een stap verder en produceert een surplus aan energie. Vandaag wordt deze uitdaging voornamelijk opgelost door meerdere gesuperponeerde technieken en komt er zelden een innovatief ontwerp tevoorschijn dat architectuur en technologie verenigt. Deze gebouwtypes zijn een grote uitdaging op conceptueel, technisch en economisch vlak. Het onderzoek bestudeert daarom nieuwe energieneutrale en actieve gebouwconcepten die nieuwe ideeën en oplossingen kunnen genereren voor de toekomst. Parametrisch ontwerpend onderzoek wordt toegepast om digitale modellen te maken met bepaalde relaties en restricties die de energie efficiëntie op een innovatieve wijze optimaliseren. Deze relaties kunnen zowel geometrisch als niet-geometrisch zijn, zoals bvb. energetische of economische randvoorwaarden. Door deze techniek kan de ontwerper op een hoger niveau omgaan met het gebouw wat resulteert in betere concepten die verder gaan dan traditionele architectuur. Het parametrische paradigma maakt bovendien een nieuw managementsysteem mogelijk en zal gebruikt worden om de prestaties van architectuur te verhogen. Het onderzoek focust zich daarom op de integratie en optimalisatie van energiebesparende en -producerende technieken in architectuurconcepten door ontwerpend onderzoek. Organisaties: • Niet onderzoeksgroep gebonden projecten
Onderzoekers: • Griet VERBEECK
Onderzoek naar samenwerkingsmodellen voor een afgestemd stedelijk en stadsregionaal woonbeleid. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de KULeuven. UA levert aan de KULeuven de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Management & Bestuur (M&B)
Onderzoekers: • Ria Janvier • Wouter Van Dooren
Erfgoed Antwerpen - Turnhoutstellung Universiteit Gent Abstract: De ontdekking in het Koninklijk Legermuseum van 53 historische luchtfoto?s van de regio Antwerpen tijdens de Eerste Wereldoorlog leidde tot een archeologisch-landschppelijk onderzoek van het wereldoorlog-erfgoed rondom Antwerpen. De historische luchtfoto?s werden gelokaliseerd, gegeorectificeerd en vervolgens werden alle zichtbare relicten gekarteerd. Op basis van deze resultaten werd in een tweede fase een veldprospectie ogpestart om de hedendaagse bewaring van de relicten te achterhalen. Organisaties: • Vakgroep Archeologie
Onderzoekers: • Jean Bourgeois
Demand side management (DSM) Universiteit Gent Abstract: Onderzoeksproject naar het potentieel en de toepassing van DSM op bedrijventerreinen, ihb inzake flexibiliteit van bedrijfsprocessen aangesloten op het distributienet. De haalbaarheid wordt bovendien vijfvoudig afgetoetst, overeenkomstig de pijlers van interbedrijfssamenwerking: juridisch, economisch, ruimtelijk, technisch en sociaal. Doel is het ontwikkelen van een strategie voor marktintroductie van DSM (marktpotentieel) en het in kaart brengen van de opportuniteiten voor geoptimaliseerde netarchitectuur (netwerkpotentieel). Organisaties: • Vakgroep Civiele techniek
Onderzoekers: • Greta Van Eetvelde
Evaluatie lerarenopleiding vanuit het perspectief van de studenten en afgestudeerden. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het gevraagde onderzoek dient een bijdrage te leveren tot de evaluatie van de lerarenopleidingen die ingevoerd werden sedert 2007-2008. De evaluaties dienen te gebeuren vanuit het perspectief van de studenten en de afgestudeerden. Daarnaast heeft het evaluatieonderzoek ook tot doel om beter zicht te krijgen op de praktijk van de lerarenopleidingen in functie van mogelijke nieuwe beleidsinitiatieven. Organisaties: • Educatiewetenschappen
Onderzoekers: • Katrien STRUYVEN
Evaluatie lerarenopleidingen vanuit het perspectief van de opleidingen en de onderwijsinstellingen in het leerplichtonderwijs Universiteit Gent Abstract: Het decreet op de lerarenopleidingen van 2006 leidde tot vernieuwende ideeën in de Vlaamse lerarenopleidingen, gericht op innovatie, professionaliseren en excellentie van ons lerarenkorps. Om te evalueren of lerarenopleidingen de door de overheid beoogde kwaliteit realiseren, wordt in deze studie het Context Input Process Output Model - het CIPO-model - toegepast (Scheerens, 1990; cf. het CIPP model van Calder, 1994). Voor de lerarenopleiding wordt een vijfde pijler toegevoegd: 'Succession' (opvolging). Deze beleidsevaluatie gaat uit van het perspectief van alle actoren. Voorliggend onderzoeksvoorstel kiest het perspectief van de opleidingsinstellingen en de instellingen basis- en secundair onderwijs. Organisaties: • Vakgroep Onderwijskunde
Onderzoekers: • Martin Valcke
Evaluatie lerarenopleidingen vanuit het perspectief van de opleidingen en de onderwijsinstelingen in het leerplichtonderwijs Universiteit Gent Abstract: Onderzoeksvragen 1. Wat is het profiel van de student/cursist die in de lerarenopleiding instroomt?
2. Wat is het profiel van de lerarenopleiders, Zowel in de instellingen als in het werkveld? 3. Hoe zorgen lerarenopleidingen, rekening houdend met de diverse instroom, dat er kwalitatieve leraren uitstromen? 4. Wat doen lerarenopleidingen voor verdere professionalisering van opleiders? 5. Wat is het profiel van de doorstromende en uitstromende student/cursist in de lerarenopleiding? 6. In welke mate slagen de lerarenopleiding erin de basiscompetenties te realiseren bij hun studenten in opleiding en bij hun afgestudeerden? 7. Naar welke (vervolg)opleidingen of beroepssectoren stromen de afgestudeerden aan de lerarenopleiding door? 8. Welke initiatieven nemen lerarenopleiding i.v.m. de overgang initiële opleiding naar verdere professionalisering van (beginnende) leraren? 9. Welke zijn de belangrijkste toekomstige uitdagingen voor de lerarenopleidingen? Organisaties: • Vakgroep Onderwijskunde
Onderzoekers: • Martin Valcke
Gebruik van de Stable Isotopische Signalen van aminosuikers als tracers voor bodem organische stof. Translocaties vormen kritische Landdegradatie Gebieden Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Toegepaste analytische en fysische chemie
Onderzoekers: • Pascal Boeckx
Studieopdracht Jongeren en Wetenschap. Universiteit Antwerpen Abstract: Centraal in de voorliggende opdracht staat het betrekken van jongeren zelf bij de reflectie over de problematiek van exactwetenschappelijke en technische knelpuntrichtingen in een maatschappelijke context waarin technische kennis en kunde als een steeds belangrijker wordende economische productiefactor wordt. Het IST wil de Vlaamse jongeren zelf horen over wat hen beweegt om wel of niet voor een exact-wetenschappelijke/technische studierichting/loopbaan (WTSL) te kiezen. Hoe kijken zij aan tegen wetenschap, technologie en innovatie? Hoe zien zij de maatschappelijke rol van wetenschap en technologie? Hoe zien zij hun eigen bijdrage daarin? In welke mate beïnvloeden deze beelden hun studiekeuze? Welke exogene en endogene factoren spelen (wanneer) een rol bij hun studiekeuze? Organisaties: • EduBROn
Onderzoekers: • Peter Van Petegem
Oprichting van een translationeel platform voor geïntegreerd vaccinonderzoek. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project beoogt om, voortbouwend op de expertise van het Vaccin & Infectieziekten Instituut op vlak van uitvoering van vaccin trials (fase 1-4), microbiologische diagnostiek en immunologisch basisonderzoek een translationeel platform voor geïntegreerd vaccin-onderzoek te ontwikkelen. Dit platform zal volgens ISO-normen functioneren en d.m.v. snelle transitie van lab naar 'bed-side', en snelle feedback van bed-side naar lab, snelle bijsturing kunnen garanderen van een nieuwe generatie HPV-vaccins (humaan papillomavirus vaccin). Dit platform zal eveneens toelaten om in samenwerking met de industriële partner serologische en urine-testen te ontwikkelen voor 'early efficacy testing' en opvolging van gevaccineerden. Tenslotte zal binnen deze samenwerkingsstructuur basisonderzoek naar mucosale cellulaire immuniteit kunnen worden opgestart. Door middel van deze projectfinanciering zal het instituut in staat zijn om de aanwezige kennis rond HPV-testing en vaccindoeltreffendheid te consolideren en meer gericht te gaan ontwikkelen met oog voor een verdere economische valorisatie; bovendien zal de huidige samenwerking van meer dan 20 jaar met de farmaceutische industrie zal een extra dimensie krijgen met nieuwe mogelijkheden tot expansie en samenwerking. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Pierre Van Damme • Zwi Berneman • Herman Goossens
ITTP, Beoordelen, tutoriale structuren en initiële lerarenopleiding van stagiair studenten binnen de onderwerpen Politieke/Civiele Onderwijs, Sociale/Culturele Studies en Geschiedenis in Europa - een vergelijkende studie Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het project is gericht op het produceren van een vergelijkende studie over beginselen, structuren en normen van de initiële opleiding voor docenten in de onderwerpen politieke/burgereducatie, sociale/culturele studies en geschiedenis in Europa. Organisaties: • Lerarenopleiding • Metajuridica
Onderzoekers: • HERLINDA VAN LOOY • MACHTELD DE METSENAERE
Vaststellen van het maximaal ecologisch potentieel/goed ecologisch potentieel voor kunstmatige en/of sterk veranderde Vlaamse waterlichamen - partim De Gavers (Harelbeke). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds VMM. UA levert aan VMM de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire
Verfondsing binnen de kunstensector. Universiteit Antwerpen Abstract: De opdrachtgever wenst de wenselijkheid van een of meerdere (nieuwe) fondsen in de kunstensector te laten onderzoeken. Dit moet resulteren in een objectief afwegingskader om pro's en contra's van een (gedeeltelijke) "verfondsing" van het kunstenbeleid in kaart te brengen.
Organisaties: • Management
Onderzoekers: • Annick Schramme
Archeometrisch onderzoek van beschilderde objecten Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoeksproject, dat zich situeert op de grens van het archeologisch en kunstwetenschappelijk onderzoek enerzijds, en de natuurwetenschappen anderijds, omvat het onderzoek van beschilderde objecten. Hierbij worden verschillende analysetechnieken ingezet om pigmenten, bindmiddelen en dragers te bestuderen. Dit project omvat verschillende vraagstellingen over objecten uit verschillende periodes (prehistorie, antieke oudheid, middeleeuwen) en locaties. Organisaties: • Vakgroep Archeologie
Onderzoekers: • Peter Vandenabeele
SAFECYCLE - ICT applicaties voor veilig fietsen in Europa Universiteit Hasselt Abstract: Het SAFECYCLE project zal complementair zijn aan het Intelligent Car Initiative. Het hoofddoel is: Het identificeren van e-veiligheidsapplicaties die de veiligheid van fietsers in Europa zal bevorderen. Het creëren van kennis en van een bewustzijn met betrekking tot e-veiligheidsapplicaties voor het fietsen. Het versnellen van de opnamen van e-veiligheidsapplicaties voor het fietsen. Dit zal gerealiseerd worden via: Een state-of-the-art overzicht van e-veiligheidsapplicaties voor het fietsen. De identificatie van bruikbare e-veiligheidsapplicaties/diensten, gebaseerd op een SWOT analyse en een impact bepaling. Het creëren van een platform als een middel om te communiceren over resultaten, om bewustmaking te realiseren en om relevante partijen te koppelen (industrie, Intelligent Car Initiative, autoriteiten, dienstverleners, enz.) Oftewel door het versterken van de veiligheid voor fietsers en het attractiever maken van het fietsen. Organisaties: • Verkeersveiligheid • Instituut voor Mobiliteit
Onderzoekers: • Tom BRIJS
Werken aan concurrentiekracht. Aanbevelingen voor een spoorstrategie voor het Havenbedrijf Gent. Universiteit Antwerpen Abstract: Leveren van aanbevelingen die het mogelijk maken voor het Havenbedrijf Gent om een actieplan uit te werken voor het spoorvervoer, waarbij in eerste instantie de aandacht ligt op het aantrekken van nieuwe stromen en in tweede instantie op het stimuleren van een modal shift. Organisaties: • Transport en ruimtelijke economie
Onderzoekers: • Tom Pauwels • Thierry Vanelslander • Eddy Van de Voorde • Christa Sys
Platform van lokale overheden en communicatoren ter bevordering van wetenschap (PLACES). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een dienstverleningsopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds Universitat Pompeu Fabra. UA levert aan Universitat Pompeu Fabra de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Media, beleid en cultuur (MPC)
Onderzoekers: • Pieter Maeseele
Resterende gebruiksduur van betonconstructies rekening houdend met bestaande schade. Toepassing op het geval van corrosie geïnitieerd door carbaonatatie of chloridepenetratie Universiteit Gent Abstract: Het voorgestelde project heeft tot doel het modelleren van transport- en aantastingsmechanismen in beton, rekening houdend met schade aanwezig in de dekkingszone (bv scheuren veroorzaakt door thermische effecten of krimpbewegingen), en gebasseerd op statistische methoden. Op deze wijze wordt getracht een meer betrouwbare evaluatie te bekomen van de resterende gebruiksduur van bestaande betonconstructies. Organisaties: • Vakgroep Bouwkundige constructies
Onderzoekers: • Geert De Schutter
Wetenschappelijk onderbouwde bewaking van de instroom in de Vlaamse topsportscholen Universiteit Gent Abstract: In dit onderzoek worden aan de hand van antropometrische, fysieke en coördinatieve profielen van jonge beloftevolle sporters normen opgemaakt die gehanteerd kunnen worden bij selecties bij belangrijke mijlpalen in de sportieve ontwikkeling van Vlaamse topsportbeloften Organisaties: • Vakgroep Bewegings- en sportwetenschappen
Onderzoekers: • Matthieu Lenoir
OpenAIRE: Open Access Infrastructure for Research in Europe Universiteit Gent
Abstract: De belangrijkste doelstelling van OpenAIRE is de ondersteuning van de in augustus 2008 door de Europese Commissie geïntroduceerde Open Access?pilot. In het kader van deze pilot (waarvoor ongeveer 20% van het FP7-budget is gereserveerd) worden wetenschappers uit zeven verschillende onderzoeksdisciplines (gezondheid, energie, milieu, informatie- en communicatietechnologieën, onderzoeksinfrastructuren, sociaaleconomische wetenschappen & geesteswetenschappen en de wetenschap in de maatschappij) verplicht om de volledige tekst van hun onderzoekspublicaties wereldwijd toegankelijk te maken via een Open Access-repository van een onderzoeksinstelling of een overkoepelende repository voor een bepaald vakgebied. OpenAIRE moet de wetenschappers helpen te voldoen aan de pilot-eisen, onder andere door middel van een Europese Helpdesk en het opzetten van een OpenAire-portal en e infrastructuur voor de repository-netwerken. Ook wordt in samenwerking met vijf vakdisciplines onderzocht wat de mogelijkheden zijn op het gebied van het beheer van wetenschappelijke gegevens. Organisaties: • Directie Onderzoeksaangelegendheden
Onderzoekers: • Sylvia Van Peteghem
Vredesopbouw: Expertisecentrum psychosociaal welzijn van door oorlog getroffen kinderen en jongeren in het Zuiden. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het programma wil bijdragen tot volgende algemene doelstelling: uitbouw een expertisecentrum inzake psychosociaal welzijn van door oorlog getroffen kinderen en jongeren in het Zuiden, met bijzondere aandacht voor kindsoldaten. De specifieke doelstellingen zijn: 1) het versterken van de kennis en deskundigheid bij organisaties en initiatieven, zowel op nationaal als internationaal niveau, inzake de psychosociale ondersteuning en 2) ondersteuning en uitbouw van regionale ondersteuningscentra. Deze doelstellingen wil men bereiken via 6 deelacties. Organisaties: • Klinische- en Levenslooppsychologie
Onderzoekers: • GERRIT LOOTS
Herstelrecht achter de tralies. Een onderzoek naar de toepasbaarheid van herstelrecht in gevangeniscontexten Universiteit Gent Abstract: Het onderzoek analyseert in welke mate herstelrechtelijke benaderingen mogelijk en toepasbaar zijn in een gevanginssetting door de bestaande toepassing ervan in België en het Verenigd Koninkrijk te bestuderen, alsook de mogelijkheden tot uitbreiding ervan. Organisaties: • Vakgroep Strafrecht en criminologie
Onderzoekers: • Tom Vander Beken
Vage modellering van tijd-ruimtelijke relaties tussen polygoonconfiguraties Universiteit Gent Abstract: In dit project zal een conceptueel model worden opgesteld dat evoluties van objecten in 3D (2D ruimte + tijd) kan voorstellen, erover redeneren en bevragen. Het model wordt toegepast en geëvalueerd aan de hand van een illustratieve case study. Organisaties: • Vakgroep Geografie
Onderzoekers: • Nico Van de Weghe
Technological platform to develop nutritional additives to reduce methane emissions from ruminants Universiteit Gent Abstract: SMEthane biedt een technologisch platform aan voor KMO's om verdere kennis te ontwikkelen en voortgang te induceren voor het succesvolle gebruik van toevoegingsmiddelen in diervoeding die de uitstoot van methaan door herkauwers verminderen. Het SMEthane consortium combineert de mogelijkheden van vijf grote onderzoeks-en onderwijsinstellingen uit 4 Europese landen en zes KMO's met een lange ervaring in het ontwikkelen nutritionele toevoegingsmiddelen Organisaties: • Vakgroep Dierlijke productie
Onderzoekers: • Veerle Fievez
Eigen Initiatief (EI) 2007: Contribution to Cameroon Diabetes epidemiology by risk anlaysis in patients and first degree relatives (Cameroon diabetes Epidemiology and Registry (CAMDER) in Kameroen) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project is gefocused op de ontwikkeling van geneeskundige middelen mbt diabetes, de inperking van de epidemische karakter van de ziekten en zijn gerelateerd risico factoren, en een betere ziekte begeleiding in twee samenwerkende centra in Kameroen. Organisaties: • Medische Biochemie
Onderzoekers: • BART VAN DER AUWERA
EFRO 581: Interregionale disseminatie van het businessmodel van het Centrum voor Ondernemen Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Handelswetenschappen en Bestuurskunde • Vakgroep Management en Organisatie
Onderzoekers:
Azaheteroaromatische "scaffold design" via transitiemetaalgekatalyseerde C-H bindingsactivering en hun toepassing in medicinale chemie (FWO Vis. Fel., Pradip DEBNATH, Indië) Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project zullen nieuwe efficiënte synthesemethoden ontwikkeld worden voor de opbouw van azaheteroaro-matische "scaffolds". De beoogde synthesemethodologie is gebaseerd op koolstof ¿koolstof en koolstof ¿ stikstof bindingsvorming via een sp2 C-H activering. Het reactiemechanisme van de nieuwe transformaties zal ook bestudeerd worden. Hierbij spelen DFT berekeningen een cruciale rol. Deze laten immers toe om meer fundamenteel inzicht te krijgen in het
reactiemechanisme wat vervolgens zal toelaten om op een rationele manier meer optimale reactieomstandigheden te bekomen. Tevens zal onderzocht worden of de bekomen azaheteroaromaten kunnen gebruikt worden als arylguanidine mimics in een interessante lead verbinding voor uPA inhibitie die ontdekt werd in de onderzoeksgroep "Medicinale Chemie". Organisaties: • Organische synthese
Onderzoekers: • Bert Maes
Uitvoeren van thematische reviews voor de onderwijspraktijk. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Op vraag van de minister van Onderwijs werkte de Vlor aan een project over praktijkgericht onderwijsonderzoek (PGO). Met het project wenste de Vlor een antwoord te formuleren op de vraag hoe een onderzoeksprogramma voor PGO in Vlaanderen vorm kan krijgen. Organisaties: • Educatiewetenschappen
Onderzoekers: • Katrien STRUYVEN
Zorgtrajecten en beleving van de zorgverlening bij niet-westerse allochtone kankerpatiënten. Een kwalitatieve analyse Universiteit Gent Abstract: 1. Het in kaart brengen van de zorgtrajecten en de beleving van de verkregen zorg van niet-westerse allochtone kankerpatiënten. Het bestuderen van a. de zorgtrajecten; b. het belevingsproces van de verkregen zorg en de verwachtingen van de patiënten omtrent goede zorgverlening; c. de invloed van de zorg op het verwerkingsproces van de kankerdiagnose. 2. Het bestuderen van determinanten van zorg: specifiek de invloed van cultuur, taal, verblijfsduur, religie,? Organisaties: • Vakgroep Huisartsgeneeskunde en eerstelijnsgezondheidszorg
Onderzoekers: • Myriam Deveugele
Electro-actieve textielmaterialen Universiteit Gent Abstract: Elektrisch geleidende textielmaterialen zijn belangrijk voor intelligent textiel. De geleidbaarheid wordt vaak bereikt door het aanbrengen van metalen deeltjes, vezels, garens of metaalcoatings. Het doel van dit onderzoek is het potentieel te onderzoeken van screen printing met geleidende inkten om zo elektrisch geleidend textiel te verkrijgen. Wat de invloed is van wassen en schuren wordt bestudeerd voor verschillende soorten inkt op diverse textielmaterialen. Organisaties: • Vakgroep Textielkunde
Onderzoekers: • Lieva Van Langenhove
Visiting Postdoctoral Fellowship (Santanu CHAKRAVORTY, Indië) Universiteit Antwerpen Abstract: Visiting Postdoctoral Fellowship in het kader van het project "Selection of bioactive quinoids and analysis of a combined drug therapy and immunoprophylaxis for the control of turberculosis". Organisaties: • Organische synthese
Onderzoekers: • Kourosch Abbaspour Tehrani
WeDo: Welzijn en Waardigheid van Ouderen Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het doel van dit Europees project is een partnerschap van organisaties te vormen die zich toeleggen op het promoten van het welzijn en de waardigheid bij zwakkere en gehandicapte bejaarden en het voorkomen van misbruik van ouderen. Organisaties: • Agogiek
Onderzoekers: • DOMINIQUE VERTE
Sociale meerwaarde creatie bij MVO-actieve KMO's: doorvertaling naar het onderwijs en het werkveld Hogeschool Gent Abstract: De laatste decennia is er een groeiende consensus over de sociaal-maatschappelijke rol die bedrijven spelen, naast het realiseren van winst en tewerkstelling. Meer en meer wordt verwacht van werkgevers dat ze maatschappelijk verantwoord ondernemen. In het basisproject 'Het creëren van sociale meerwaarde door KMO's' kregen we inzicht in de manier waarop KMO's aan MVO doen. Aan de hand van de constructen sociale missie, business model en sociale performantie brachten we het proces van sociale meerwaarde creatie bij MVOactieve KMO's in kaart. De algemene doelstelling van dit vervolgproject is het verder dissemineren van de gegenereerde onderzoeksresultaten naar studenten en ondernemers. Organisaties: • Departement Bedrijfsmanagement Mercator • Departement Handelswetenschappen en Bestuurskunde • Vakgroep KMO • Vakgroep Management en Organisatie
Onderzoekers: • Nathalie Moray • Tom Van Wassenhove
Onderwijsvernieuwingsproject (OVP) 2010: De kookboek-traditie voorbij. Vernieuwen van de onderwijsvormen in het onderwijs gebaseerd op laboratoriumexperimenten in de Wetenschappen en de (Bio-)Ingenieurswetenschappen.
Vrije Universiteit Brussel Abstract: Doelstelling: Vernieuwen (her-denken) van onderwijsvormen gebaseerd op experimenteren in een laboratorium ("inquiry-based science education") aan de faculteit Ingenieurs¬wetenschappen en de faculteit Wetenschappen en Bio-Ingenieurswetenschappen van de Vrije Universiteit Brussel. Beoogde impact: Een nieuwe pedagogische aanpak voor het laboratorium onderwijs in de eerste en tweede bachelor van bovengenoemde faculteiten uitwerken en voorstellen ("cases") definiëren om te introduceren in verschillende opleidingsonderdelen. Doelgroep: De studenten in de richtingen Ingenieurswetenschappen, Bio-Ingenieurswetenschappen, Ingenieurswetenschappen-Architectuur, Fysica, Wiskunde, Biologie, Chemie, Computerwetenschappen en Geografie in de eerste en/of tweede bachelor van bovengenoemde faculteiten (ca. 210 studenten in 1 Ba en 160 in 2 Ba). Organisaties: • Natuurkunde
Onderzoekers: • JAN DANCKAERT
Ontwikkelen van een snelle kwantificeringsmethode voor schadelijke sporenvormers in melk. Hogeschool Gent Abstract: Melk en afgeleide zuivelproducten vormen een basiselement in de dagelijkse voeding van de mens. In België wordt jaarlijks gemiddeld 2,9 miljard liter rauwe melk opgehaald en verwerkt. De kwaliteit en de veiligheid van de melk is dan ook essentieel. Bacteriën aanwezig in de rauwe melk worden afgedood door een hitteproces, namelijk pasteurisatie (16 s bij 72-80°C), sterilisatie (15 min bij 120°C) of Ultra High Temperature (UHT) behandeling (2 à 4 s bij 145°C). Sommige bacteriën (behorend tot de genera Clostridium en Bacillus s.l.) kunnen echter pasteurisatie overleven als hitteresistente sporen; enkelen kunnen zelfs een UHT-behandeling overleven. Na de hittebehandeling kunnen deze sporen ontkiemen tot vegetatieve cellen en de veiligheid en de kwaliteit van de melk negatief beïnvloeden. De schadelijke effecten van de sporenvormers situeren zich op 3 vlakken: i/ bedreiging van de volksgezondheid door de productie van toxines, ii/ melkbederf door productie van extracellulaire enzymes en iii/ verstoring van verdere verwerkingsprocessen. In Vlaanderen wordt de kwaliteit van de rauwe melk onder andere geanalyseerd via het kiemgetal, dit wil zeggen, het aantal bacteriële cellen per ml, maar ondanks de nadelen die men in de zuivelindustrie ondervindt wordt het sporengetal niet bepaald. In Zweden is er wel een norm opgelegd voor de sporenvormende pathogeen Bacillus cereus, namelijk minder dan 10000 kolonievormende eenheden per ml gepasteuriseerde melk op de dag voor de houdbaarheidsdatum. Concreet betekent dit dat er op de verpakkingsdag van de gepasteuriseerde melk niet meer dan 10 sporen per 100 ml mogen teruggevonden worden. De controletests hiervoor vereisen echter een incubatieperiode van 6 dagen. Ook in Nederland wordt de melk wel geanalyseerd op de aanwezigheid van boterzuurbacteriën maar dergelijke tests nemen 4 dagen in beslag. Een snelle detectie- en kwantificeringsmethode die de aanwezigheid van problematische hitteresistente sporenvormende bacteriën snel en eenduidig kan aantonen zal niet alleen een enorme tijd- en geldwinst betekenen voor de industrie, maar kan ook op gebied van volksgezondheid een belangrijke rol spelen in het voorkomen van voedselvergiftigingen. Organisaties: • Departement Toegepaste Ingenieurswetenschappen • Vakgroep Chemie
Onderzoekers: • An Coorevits • Anita Van Landschoot
Internationaal Beleid Seminarie ' Opties definiëren voor het beleid in kader van land problemen en conflicten in Oost-Congo ' Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Studie van de derde wereld
Onderzoekers: • Koen Vlassenroot
Onderwijsvernieuwingsproject (OVP) 2010: Competentiegericht evalueren in de Revalidatiewetenschappen en Kinesitherapie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Onderwijsvernieuwingsproject (OVP) 2010: Competentiegericht evalueren in de Revalidatiewetenschappen en Kinesitherapie. Organisaties: • Motorische Revalidatie en Kinesitherapie
Onderzoekers: • ERIC KERCKHOFS
BELDIVA/BELISA 2e fase: Belgisch Onderzoek naar de microbiële diversiteit in de regio van het Princess Elisabeth Station, Antarctica Universiteit Gent Abstract: Doel van dit project is verdere gegevensverzameling en staalname in representatieve habitats die (mogelijk) microörganismen bevatten in een gebied van 50 km rond het Belgische Princess Elisabeth Station (PES), Oost-Antarctica. Onbekende microorganismen die reeds eerder werden geïsoleerd uit stalen genomen tijdens fase 1, worden onderzocht met moleculaire technieken om hun identificatie te vervolledigen en ze als nieuwe soorten te beschrijven. Organisaties: • Vakgroep Biochemie en Microbiologie
Onderzoekers: • Wim Vyverman • Anne Willems
Onderzoek ter bepaling van de specifieke product- en proceseigenschappen vanwege een innovatief technologisch proces voor de bereiding van inserten opgeladen met peptiden/eiwitten.
Universiteit Antwerpen Abstract: In de onderzoeksgroep Galenische en Industriële farmacie en Biofarmacie werd een nieuwe bereidingswijze ontwikkeld voor oogpreparaten opgeladen met peptiden en/of eiwitten. In deze proof-of-concept studie zullen productkarakteristieken en proceseigenschappen uit de vinding worden geoptimaliseerd. De fysico-chemische eigenschappen van het tussenproduct en eindproduct uit het innovatieve technologisch proces dienen te worden geëvalueerd alsook de optimalisatie van de mengcondities. Deze experimenten vormen de ondersteuning van de indiening van een octrooiaanvraag met duidelijk gedefinieerde en gespecificeerde claims. Organisaties: • Laboratorium voor Farmaceutische Technologie en Biofarmacie
Onderzoekers: • Dave Van Den Plas • Annick Ludwig • Wim Weyenberg
EVIDENCE: Optimalisatie van de kennis van intensievezorgenverpleegkundigen omtrent evidence-based infectiepreventie Hogeschool Gent Abstract: Korte samenvatting: Via een Europese behoeftenanalyse bij intensievezorgen(IZ)verpleegkundigen toonden we een aanzienlijk kennistekort aan over evidence-based maatregelen voor infectiepreventie. Om gericht aan de gedetecteerde noden tegemoet te komen, ontwikkelden we een interactieve e-cursus die alle beginselen van infectiepreventie bundelt. Deze cursus wordt vandaag getest op zijn effectiviteit op korte en middellange termijn. Fasen: Fase 1: 2006-2009 Peiling naar de kennis van Europese IZ-verpleegkundigen over evidence-based infectiepreventie d.m.v. valide en betrouwbare meerkeuze kennistesten. Respons van 3405 verpleegkundigen uit 22 Europese landen toonden aanzienlijke ruimte voor verbetering aan. Fase 2: 2009 – 2010 Ontwikkeling, validatie, en usability testing van een interactieve elektronische webcursus die alle beginselen van infectiepreventie bundelt. Fase 3: 2010 – 2012 Er werd een studiewebsite ontwikkeld (www.evidenceproject.org), en via promotiecampagnes wordt heden een internationale steekproef geworven die door het instuderen van de cursus en het afleggen van kennistesten op drie verschillende tijdstippen van het studietraject de effectiviteit van de cursus op zowel korte (onmiddellijke kennistoename) als middellange termijn (3 maanden - kennisretentie) helpt te meten. Het EVIDENCE-project geniet de steun van de Vlaamse Vereniging voor Intensieve Zorgen Verpleegkundigen (VVIZV) en van het European Critical Care Research Network (ECCRN) van de Europese Vereniging voor Intensieve Zorgen (European Society for Intensive Care Medicine ESICM). Organisaties: • Departement Gezondheidszorg Vesalius • Vakgroep Nursing • Vakgroep Spraak-, taal- en gehoorwetenschappen
Onderzoekers: • Paul Corthals • Sonia Labeau
Onderwijsvernieuwingsproject (OVP) 2010:Aanleren van klinisch denken en medisch handelen in de artsopleiding: Klinische stages ondersteund door geïntegreerd onderwijs en vakoverschrijdende toetsing. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Onderwijsvernieuwingsproject (OVP) 2010:Aanleren van klinisch denken en medisch handelen in de artsopleiding: Klinische stages ondersteund door geïntegreerd onderwijs en vakoverschrijdende toetsing. Organisaties: • Anatomie
Onderzoekers: • Nicole POULIART
BELDIVA/BELISA 2e fase: Belgisch Onderzoek naar de microbiële diversiteit in de regio van het Princess Elisabeth Station, Antarctica Universiteit Gent Abstract: BELDIVA heeft tot doel (i) de biodiversiteit nabij het Belgische Princess Elisabeth onderzoeksstation in Antarctica te bestuderen, (ii) ecosystemen in open-top-chambers te monitoren om het effect van toekomstige klimaatopwarming experimenteel na te gaan, (iii) het belang van exotische propagules op de diversiteit te bestuderen, en (iv) adaptaties en genen gerelateerd aan stress in deze extreme habitats te onderzoeken. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Wim Vyverman • Anne Willems
Taalbeleid en juridische hulpmiddelen waarmee taalbarrières in het onderwijs voor niet-EU-inwoners kunnen worden aangepakt. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EU. UA levert aan EU de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • EduBROn
Onderzoekers: • Gracienne Lauwers
Opheldering van de functie van het T3SS van shigella aan de hand van een gecombineerde methode bestaande uit hogeresolutie massaspectrometrie en elektronenmicroscopie. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de University of Bristol. UA levert aan de University of Bristol de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.
Organisaties: • Biomolecular & Analytical Mass Spectrometry (BAMS)
Onderzoekers: • Frank Sobott
Effecten van maaibeheer op ontwikkeling van levensgemeenschappen van kleine zeggenmoerassen in beekdalen. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van het onderzoek is om te bepalen: 1°) Welke microstructuren en fauna voorkomen in grondwatergevoede mesotrofe zeggenmoerassen in samenhang met de beheerhistorie; 2°) Of in herstelsituaties van grondwatergevoede mesotrofe zeggenmoerassen zich microstructuren gaan ontwikkelen bij afwezigheid van maaibeheer en de netto-effecten van niet maaien op de ontwikkeling van de structuur en biota gunstig zijn t.o.v. zeggenmoerassen met maaibeheer. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Rudy van Diggelen
Ecologische monitoring OW-plan Oostende en Geïntegreerd Kustveiligheidsplan, Lombardsijde en Oostende (t1 situatie tweede fase) Universiteit Gent Abstract: Ecologische monitoring OW-plan Oostende Lombardsijde en Oostende (t1-situatie - tweede fase) en Geïntegreerd Kustveiligheidsplan, Mariakerke (t0-situatie).Het voorwerp van de opdracht is tweeërlei :1) Het nemen van stalen en laboratoriumonderzoek betreffende de biologische t1-situatie van zachte substraten, in de kustzone te Lombardsijde, alsook de verwerking, analyse, interpretatie en rapportering van de analyseresultaten;2) Het verlenen van deskundig advies, o.m. het formuleren van onderzoeksvoorstellen en ondersteuning bij het opmaken van MER-rapportenDe opdracht houdt volgende taken in:1. Meetcampagne zachte substraten* staalname van strand- en vooroevermonsters;* biologisch laboratoriumonderzoek van de monsters (macrobenthos-onderzoek);* fysico-chemisch laboratoriumonderzoek van de monsters;2. De verwerking, analyse, interpretatie en rapportering van de analyseresultaten, inclusief de koppeling van de fysico-chemische gegevens aan de biologische. De tot nu toe verzamelde data m.b.t. ecologische T0 en T1 monitoring wordt geïntegreerd in de rapportering.3. Verlenen van deskundig advies op basis van eigen expertise en onderhavig onderzoek. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Magda Vincx
Dienstenovereenkomst ' Analyses échantillons (3/12/2012)' Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' Areva Mines' hebben voor het project ' Analyses échantillons (3/12/2012)' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Scheikunde
Onderzoekers: • MARTINE LEERMAKERS
Het autobiografische pact revisited: het werk van Christine D'haen en Willem Brakman (nieuwe titel). Nieuwe vormen van authenticiteit? Het autobiografische schrijven in de Nederlandstalige letteren na 1995. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In de Nederlandstalige literatuur na 1945 is het populaire autobiografische schrijven weinig onderzocht. Nochtans kent dat schrijven met de mediatisering van de literatuur vanaf 1985 en de verwatering van het postmodernisme vanaf 1995 een grote bloei en diversificatie. In dit onderzoeksproject worden naast de klassieke autobiografie ook de pseudo-autobiografie, de autobiografische roman en de autofictie onderscheiden. In deze (sub)genres worden de voorschriften van de klassieke autobiografie - bv. de identiteit van auteur, verteller en hoofdpersonage en de feitelijkheid - op uiteenlopende wijzen overtreden. De hypothese is dan ook dat verschillende vormen van autobiografisch schrijven van verschillende authenticiteitsclaims uitgaan. Het begrip authenticiteit refereert aan de waarachtigheid (ook vraisemblance en vérité du dire) van het beeld dat de autobiograaf van de ontwikkeling van zijn persoonlijkheid oproept. Het gaat dus niet om een objectieve, maar om een subjectieve waarheid. Via een pragma-retorische studie; d.i. een studie die de effecten van de retorische strategieën op het leespubliek onderzoekt, gaat dit project na op welke wijze de tekstuele (bv. de drie-eenheid schrijver-verteller-personage), paratekstuele (bv. de ondertitel), extratekstuele (bv. poëticale geschriften) en contextuele strategieën (bv. mediaoptredens) die de authentificatie van een autobiografische tekst bewerkstelligen, vanaf 1995 veranderd zijn. Organisaties: • Taal- en Letterkunde
Onderzoekers: • HANS VANDEVOORDE
Vergelijkende studie van schedelvorm en bijtprestatie bij twee onafhankelijke clades aan ondergronds levende knaagdieren (Bathyergidae vs Splacidae) Universiteit Gent Abstract: Ondergronds levende knaagdieren kunnen worden teruggevonden in onafhankelijke evolutieve groepen. Twee van die groepen zijn molratten die kunnen worden teruggevonden in Afrika (Bathergidae) en Midden-Oosten (Splacidae). Beide vertonen duidelijke aanpassingen aan krachtig bijten, waarbij ze hun tanden gebruiken om tunnelsystemen te graven. In dit project zullen convergenteis in de schedelvorm bij beide groepen worden vergeleken en de relatie met bijtprestatie worden geanalyseerd. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Dominique Adriaens
Samenwerkingsvormen tussen ondersteunende diensten van gemeente en OCMW: een bestuurskundige en juridische analyse.
Universiteit Antwerpen Abstract: Het project bestaat erin om een studie uit te voeren over de manier waarop de samenwerking tussen gemeente en OCMW geoptimaliseerd kan worden binnen het huidige regelgevende kader. Organisaties: • Management & Bestuur (M&B)
Onderzoekers: • Ria Janvier • Wouter Van Dooren • Koen Verhoest
Cultuurbeheer. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de Vlaamse overheid. UA levert aan de Vlaamse overheid de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Management
Onderzoekers: • Annick Schramme
Digitaliseren innoverende grammatica. Universiteit Antwerpen Abstract: De opdrachtgever wenst het lesmateriaal voor de grammaticacursus Frans te digitaliseren en er activerende werkwormen aan toe te voegen. De centrale vraag van dit project is: hoe kunnen we het ontwikkelde leermateriaal voor de grammaticacursus Frans het best tot zijn recht laten komen en het toegankelijk maken voor lectoren en studenten? Organisaties: • Individueel onderzoek IOIW
Onderzoekers: • Jozef Colpaert
Onderzoek naar de mogelijke associatie tussen toediening van het Pandemrix vaccin en Guillain-Barré syndrome (GBS). Universiteit Antwerpen Abstract: Onderzoek naar de mogelijke associatie tussen de toediening van het pandemrix vaccin en het Guillain-Barré syndroom en de studieopzet in de context van bestaande Belgische gegevensbanken om die mogelijke associatie te onderzoeken. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Philippe Beutels • Niel Hens
Evaluatie pedagogische begeleidingsdiensten volwassenenonderwijs en VOCVO. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project wordt uitgevoerd om de werkzaamheden van de commissie te ondersteunen die verantwoordelijk is voor de evaluatie van de pedagogische begeleidingsdiensten (PBD) in het volwassenenonderwijs en het Vlaams ondersteuningscentrum voor volwassenenonderwijs (Vocvo). Het onderzoek spitst zich toe op de werking, het bereik en de gepercipieerde effecten van de aanvullende opdrachten van de PBD in het volwassenenonderwijs en van Vocvo, alsmede hun samenwerkingsverband. Organisaties: • EduBROn
Onderzoekers: • Peter Van Petegem • Jan Vanhoof
Computermodellering van plasma's gebruikt voor het graveren in de micro-electronica-industrie (postdoc. beurs S. ZGAO, China) Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de Vlaamse overheid. UA levert aan de Vlaamse overheid de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Plasma, Laser Ablatie en Oppervlakte-modellering (PLASMANT)
Onderzoekers: • Annemie Bogaerts • Shuxia Zhao
Data-analyse in het kader van de ontwikkeling van een schoudermodel en analyse van de biomechanica van het sternoclaviculair gewricht. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een dienstverleningsopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds BVOT. UA levert aan BVOT de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Visielab
Onderzoekers: • Toon Huysmans
Study to map the current situation and trends of female genital mutilation in 27 EU Member States and Croatia Universiteit Gent Abstract: Het doel van het project was een overzicht te maken van de huidige situatie omtrent vrouwelijke genitale verminking (VGV) in alle lidstaten van de EU (28 landen). Het project heeft onder meer de prevalentie, beleids- en wettelijke maatregelen, en actoren die VGV aanpakken alsmede de instrumenten en methodieken die ze gebruiken, in kaart gebracht. Het project gebeurde in opdracht van het European Institute for Gender Equality, en bestond uit een desk-studie (in alle 28 landen) en een ?in-depth? fase (in negen landen), en resulteerde in het formuleren van een aantal beleidsaanbevelingen voor de Europese Commissie.
Organisaties: • Vakgroep Uro-gynaecologie
Onderzoekers: • Marleen Temmerman
Dietary therapy for kidney patients (dogs) Universiteit Gent Abstract: Chronische nierinsufficiëntie is een belangrijke aandoening bij oude honden. Naast medicatie is een dieetwijziging belangrijk om de progressie van deze aandoening af te remmen. In de huidige studie zal het effect van een typisch nierdieet worden nagegaan bij patiënten met chronische nierinsufficiëntie. Organisaties: • Vakgroep Voeding, Genetica en Ethologie
Onderzoekers: • Myriam Hesta
Monitoring van de economisch-logistiek-ruimtelijke ontwikkeling van de Deltaregio. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van het project is het opzetten van een eerste versie van een ruimtelijk-economisch-logistieke monitoring voor de VlaamsNederlandse Delta op basis van bestaand materiaal. Dit moet toelaten op te volgen hoe goed de Delta scoort op cruciale ontwikkelingsvariabelen en zo inzichtelijk maken maken voor welke opgaven het openbaar bestuur—in samenhang met havens, bedrijven en wetenschap—staat in het licht van te verwachten logistiek-economisch-ruimtelijke ontwikkelingen. Organisaties: • Transport en ruimtelijke economie
Onderzoekers: • Thierry Vanelslander
Levoglucosan analysen 2011-2012. Universiteit Antwerpen Abstract: Op verschillende plaatsen in Vlaanderen worden de grenswaarden van fijn stof overschreden. Het uitvoeren van chemische karakterisatie van fijn stof zal informatie geven over de samenstelling en de herkomst van het fijn stof. Een van de componenten van dit project is de bepaling van Levoglucosam op (delen van) van kwartsvezelfilters. Organisaties: • Bio-organische massaspectrometrie
Onderzoekers: • Magda Claeys-Maenhaut
Verbetering van de Wilms Tumor 1(WT1) antigen expressie en presentatie door mRNA geëlektroporeerde dentritische cellen Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het Wilms' Tumor 1 (WT1) antigen werd gekarakteriseerd als een universeel tumorantigen, en wordt tot overexpressie gebracht verschillende types van vast tumoren en bloedkankers. Samen met de beperkte expressie van WT1 in normale weefsels en een sterk immunogeen potentieel, maakt dit van WT1 een aantrekkelijk target for kanker immunotherapie. Dendritische cellen, gemodifieerd om WT1 uit te drukken door mRNA electroporatie, worden getest in klinische studies en vormen veelbelovende kandidaten voor immuuntherapie. Wij hebben een WT1-mRNA coderend plasmide gewijzigd in een aantal stappen: de WT1-sequentie werd geflankeer door het HLA klasse II-sorteer signaal van DC-LAMP om presentatie in zowel HLA klasse I als klasse II molecules te verhogen; deletie van het nucleair localizatie signaal van WT1 om cytoplasmatische expressie te verhogen; in silico optimizatie van de WT1-DNA sequentie om de translatie te maximaliseren; en ten slotte clonering in een geoptimaliseerde vector. We zijn erin geslaagd om hogere en langere cytoplasmatische expressie van WT1 in mRNA-geëlectroporeerde DCs te bekomen. Dit leidde eveneens tot betere presentatie van WT1 epitopen aan specifieke T-cellen. Om de superioriteit van ons mRNA-construct te bevestigen, willen we in vitro stimulaties uitvoeren van naïeve WT1-specifieke T cellen, en willen we zijn functionaliteit testen in een in vivo muis model. Organisaties: • Fysiologie
Onderzoekers: • KRISTIAAN THIELEMANS • Aude BONEHILL
Vlaams Supercomputer Centrum (VSC). Universiteit Antwerpen Abstract: Het Vlaamse Supercomputer Centrum is een samenwerking tussen de 5 Vlaamse universitaire associaties. Het wil meer rekenkracht en opslagcapaciteit ter beschikking stellen van meer onderzoekers in de associaties, onafhankelijke onderzoeksinstellingen en industrie. Daarnaast zal het uitstekende gebruikersondersteuning bieden voor alle aspecten van HPC. De infrastructuur zal grensverleggend onderzoek mogelijk maken, de economische activiteit in Vlaanderen stimuleren en internationale competitiviteit van de Vlaamse industrie versterken. Organisaties: • Computationele wiskunde
Onderzoekers: • Annie Cuyt
DIENSTENOVEREENKOMST Calibratietesten FTI op A350XWB Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' ASCO Industries (Zaventem)' hebben voor het project ' DIENSTENOVEREENKOMST Calibratietesten FTI op A350XWB ' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Mechanica van Materialen en Constructies
Onderzoekers:
• DANNY VAN HEMELRIJCK
Apoptose, necrose en autofagie: een vergelijkende studie over de impact van stervende cellen op het aangeboren immuun systeem Universiteit Gent Abstract: Defecte interacties van stervende cellen met het aangeboren en adaptieve immuunsysteem dragen bij tot de ontwikkeling van kanker en auto-immuniteit. Het belangrijkste doel van dit project is om op een vergelijkende manier de mechanismen van interactie en communicatie te bestuderen van de verschillende soorten stervende cellen (apoptotische, necrotische en autofagocytische) met het aangeboren immuunsysteem. Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Peter Vandenabeele • Dmitri Krysko
Geparameteriseerde model-orde reductie (PMOR): ijle gegevens en ijle modellen Universiteit Gent Abstract: De voornaamste doelstelling van dit project is het ontwikkelen van robuuste en stabiele rationale modelleringsalgoritmen voor het opstellen van geparameteriseerde gereduceerde-ordemodellen voor complexe fysische sytemen. De orde en de complexiteit van de herschaalbare rationale modellen worden specifiek afgestemd op de toepassing in kwestie. De benaderende en/of interpolerende modellen zijn gebaseerd op ijle gegevens, verspreid over de ontwerpruimte en het is de bedoeling dat de modellen zelf ook ijl zijn om een mnimale complextiteit te bekomen. Organisaties: • Vakgroep Informatietechnologie
Onderzoekers: • Luc Knockaert • Tom Dhaene
De invloed van endosymbionten op de evolutie van dispersie bij spinachtigen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Herwig Leirs • Hans Van Gossum • Laurent Crespin
Toxiciteitskarakterisatie en groepering van chemicaliën op basis van toxinogenomics in Chlamydomonas reinhardtii en Daphnia magna. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds IWT. UA levert aan IWT de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Ronny Blust • Melissa Penninck
Connexine kanalen en celdood Universiteit Gent Abstract: Evidentie toont aan dat een directe koppeling van cellen via gap juncties de uitbreiding van apoptotische celdood kan promoten, waartoe ook hemikanalen, ?halve gap junctie kanalen?, via een paracriene weg kunnen bijdragen. Het doel is de rol van hemikanalen en gap juncties in spreiding van apoptose en necrose te onderzoeken, alsook modulerende signalen, doorgegeven via deze kanalen, te identificeren. Organisaties: • Vakgroep Fysiologie en fysiopathologie
Onderzoekers: • Luc Leybaert
Alpha-catenine familieleden: zoektocht naar unieke, gemeenschappelijke en redundante functies in vivo Universiteit Gent Abstract: De klemtoon van dit project ligt op de analyse van drie sets van muismodellen: (1) muizen met totaal of conditioneel verlies van ?Tcatenine, (2) muizen met totaal of conditioneel verlies van ?-catuline, en (3) muizen met vervanging van specifieke isovormen van ?-catenines in verschillende weefsels. Het hoofddoel is de rol van de verschillende ?-catenines in verschillende weefsels op te helderen. Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Frans Van Roy
Watertransport in planten: elke druppel telt Universiteit Gent Abstract: Het project beoogt een nauwkeurige(re) bepaling van de sapstroom in bomen en een beter begrip van het dynamisch watertransport. Wereldwijd worden sapstroommetingen gebruikt om het watergebruik van boomgedomineerde ecosystemen te schatten/valideren of om de ecosysteemrespons op klimaatsveranderingen (droogte, hittegolven, ?) beter te begrijpen. Nauwkeurige sapstroommetingen zijn bovendien ook van cruciaal belang voor een correcte bepaling van bijvoorbeeld de stamrespiratie (gerelateerd aan het interne CO2 transport in stammen) of om speciale fenomenen zoals hydraulische redistributie beter te begrijpen. In het voorliggend project staan twee belangrijke sapstroommethodes centraal: de Heat Ratio Method en de Heat Field Deformation methode. Organisaties: • Vakgroep Toegepaste ecologie en milieubiologie
Onderzoekers:
• Kathy Steppe
Organisatie Congres Neurocog 2012 te KVAB in Brussel 3 en 4 december 2012 Vrije Universiteit Brussel Abstract: "NEUROCOG: Neurosciences and Cognition" is een intens seminarie dat om de 4 jaar in België wordt georganiseerd. De traditie van NEUROCOG volgend, worden prominente keynote speaker aangetrokken om de invloed van neurosciences in de studie van cognitie in de verf te zetten. "Neurosciences and Cognition" is ingebed en wordt deels gesponsord door een wetenschappelijke onderzoeksgemeenschap (FWO), die als doel heeft om de lacune tussen neurosciences en experimentele psychologie in België te overbruggen. Organisaties: • Experimentele en Toegepaste Psychologie
Onderzoekers: • Eva VAN DEN BUSSCHE
Synthese en optimalisering van op maat gemaakte, gedragen titania lagen voor de toepassing in foto-geactiveerde processen Universiteit Hasselt Abstract: In onderhavig project zal de invloed van de synthesecondities en depositietechnieken op de finale eigenschappen van dunne titania (TiO2)lagen worden nagegaan. Innovatieve methoden voor de vorming van poreuze poeders (UA, promotor P.Cool) zullen gecombineerd worden met recente expertise in verband met het vormen van dunnen lagen (Uhasselt, promotor M.K. Van Bael). Aandacht zal ook besteed worden aan post-synthetische methoden om de stabiliteit en de eigenschappen van de materialen verder te controleren. Er wordt uitgegaan van de wetenschappelijke kennis voorhanden voor de vorming van poeders en er wordt onderzocht of deze overdraagbaar is op de vorming van dunne lagen. Op deze manier wordt getracht om fundamentele kennis te verwerven over de parameters welke controle mogelijk maken over de structuur en eigenschappen van het afgezette titania. Dit is van groot belang voor fotogeïnduceerde toepassingen. Organisaties: • Anorganische en Fysische Chemie • Instituut voor Materiaalonderzoek
Onderzoekers: • Marlies VAN BAEL
Genoomwijde transcriptiefactor-DNA bezetting en omringende cofactor-recruteringsprofielen bij gecombineerde GR?- en PPAR?-gebaseerde transcriptionele cross-talk mechanismen. Universiteit Gent Abstract: Heel recent toonde onze onderzoeksgroep tesamen met de groep van Prof. B. Staels (Pasteur Instituut Rijsel) aan, dat wanneer glucocorticoïden en PPAR?-agonisten gecombineerd worden, een additief ontstekingswerend effect bekomen wordt, terwijl verrassend genoeg de neveneffecten op diabetogeen vlak (insuline-resistentie) uitblijven (Bougarne et al., Proc. Natl. Acad. Sci., 2009). Onderhavig onderzoeksproject zal eruit bestaan de onderliggende moleculaire mechanismen van deze cross-talk verder uit te spitten. Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Karolien De Bosscher
PRODEX-9 project: Driedimensionale Ballistocardiografie in microzwaartekracht Vrije Universiteit Brussel Abstract: Driedimensionale Ballistocardiografie in microzwaartekracht Organisaties: • Menselijke Fysiologie
Onderzoekers: • Nathalie PATTYN
Anaesthesie-geassocieerde allergie: van nieuwe pathogenetische inzichten tot betrouwbare diagnostiek. Universiteit Antwerpen Abstract: Allergie tijdens anaesthesia vormt een belangrijk medisch probleem met significante mortaliteit en morbiditeit. Toch is een correcte diagnose niet eenvoudig of wordt ze gemist. Hierdoor worden patiënten bij een volgende verdoving nodeloos in gevaar gebracht. Een belangrijke oorzaak van de bemoeilijkte diagnostiek is het gebrek in inzichten betreffende IgE-afhankelijke en IgE-onafhankelijke geneesmiddelenreacties. Gebrek dat mede tot stand komt door onzekerheden betreffende huidtestresultaten en ontbreken van betrouwbare geneesmiddelen-specifieke immunoglobuline E tests. In dit project wensen bij de verder onderzoek te verrichten naar de onderliggende pathomechanismen van onmiddellijke overgevoeligheidsreacties tijdens algemene anesthesie. Hiervoor zullen wij gebruik maken van recent zelfontwikkelde en gevalideerde flowcytometrische technieken zoals de basofielenactiveringstest en een innovatieve cellulaire histaminevrijzetting assay (HistaFlow®: gepatenteerd door het laboratorium), alsook van een methode om mestcellen te kweken uit circulerende CD34+ voorloper cellen. De technieken laten toe basofielen en mest cellen IgE-afhankelijk en IgE-onafhankelijk te stimuleren en daarbij een simultane meting te verrichten van histaminevrijzetting en de expressie van oppervlakte merkers. Dankzij de hoge doorverwijzing van patiënten naar ons referentiecentrum moet het mogelijk zijn om nieuwe diagnostische tests te ontwikkelen die kunnen bijdragen tot een geoptimaliseerde benadering van onze patiënten. Organisaties: • Translationeel pathofysiologisch onderzoek (TPR)
Onderzoekers: • Didier Ebo • Liene De Witte
Reglementering inzake consumentenkrediet en hypothecair krediet als middel ter bestrijding van overmatige schuldenlast Universiteit Gent
Abstract: De doelstelling van het onderzoek bestaat erin om na te gaan of de huidige wetgeving betreffende het kredietrecht in staat is om overmatige schuldenlast te vermijden. Zo wordt onderzocht of het toepassingsgebied van de huidige reglementering voldoende ruim is en of de informatieplichten en de sancties voldoende streng zijn. Organisaties: • Vakgroep Economisch Recht
Onderzoekers: • Reinhard Steennot
Rijden onder invloed van drugs of psychoactieve geneesmiddelen: opsporing in bloed en speeksel Universiteit Antwerpen Abstract: Het voorgestelde project heeft als eerste doel het gebruik van drugs en psychoactieve geneesmiddelen in het verkeer na te gaan via chromatografische bepalingen van bloed- en speekselstalen afkomstig van verkeerscontroles of verkeersongevallen. Het tweede doel is speekseltesten die vals-positief screenen in het kader van de Belgische wetgeving te verklaren. Organisaties: • Toxicologie
Onderzoekers: • Kristof Maudens
De co-creatie van kennis door klanten : de aard en impact tijdens het innovatieproces van high-tech dienstverleningen Universiteit Antwerpen Abstract: Recente ontwikkelingen binnen de informatie-en communicatietechnologieën en de toenemende digitalisering van onze samenleving bieden ruime mogelijkheden om klanten te betrekken binnen het innovatieproces. Innovatie is kenniscreatie. Deze studie onderzoekt op welke manier die klantenbetrokkenheid kan bijdragen tot kenniscreatie en bestudeert hoe deze kennis opgebouwd door de klant het innovatiesucces van high tech dienstverleningen beïnvloed. Organisaties: • Marketing
Onderzoekers: • Annouk Lievens
OPTIMech+: Optimale Procedures voor het testen en identificeren van Mechanische Engineering. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het doel van het huidige project is testprocedures en identificatie/modellering technieken op het gebied van mechanische engineering te optimaliseren. Organisaties: • Elektriciteit • Onderzoeksgroep Akoestiek & Trillingen
Onderzoekers: • PATRICK GUILLAUME • STEVE VANLANDUIT
Lerende, veranderende en schuivende kiezers. De effecten van de Antwerpse lokale campagne van 2012 op kiezers. Universiteit Antwerpen Abstract: Leren kiezers iets bij tijdens de eindspurt naar de stembusgang? Deze vraag staat centraal in publieke opinie onderzoek: politieke kennis is immers cruciaal voor een goed functioneren van de democratie (Delli Carpini & Keeter, 1996). De verkiezingen voor het Antwerpse stadsbestuur van 2012 vormen een goede case om zulke campagne-effecten te onderzoeken. Het betreft een lokale campagne, waardoor de thema's dichter bij de burger staan en er dus een grotere kans op leereffecten is. Daarnaast belooft de verwachte tweestrijd tussen Patrick Janssens en Bart De Wever ook de nodige media-aandacht teweeg te brengen. Door die toegenomen 'flow of information' verhoogt de kans dat de burger ook daadwerkelijk iets leert over politiek. Dit project bestudeert veranderingen in politieke kennis van Antwerpse kiezers tijdens de campagne door middel van een panelbevraging. Er wordt gekeken naar (veranderingen in) de kennis over partijstandpunten over lokale thema's (leren). Bijkomend wordt onderzocht hoe kiezers, eens ze geïnformeerd zijn, reageren: veranderen ze van partij, of passen ze hun eigen standpunten aan 'hun' partij aan (veranderen)? En worden de campagnethema's dan ook belangrijker in de stemkeuze (schuiven)? Organisaties: • Media, middenveld en politiek (M2P)
Onderzoekers: • Jonas Lefevere
Modellen van infectieziekten: ecologie van natuurlijke gastheren, ecologische verstoringen en overdracht naar de mens. Universiteit Antwerpen Abstract: Wijzigingen in milieuomstandigheden (vb. klimaat) kunnen een invloed uitoefenen op de ecologie van infecties, via veranderende aantallen van natuurlijke gastheren of door veranderingen in de transmissiesnelheden van een infectie (rechtstreeks of via vectoren). Dit project onderzoekt dergelijke effecten, d.m.v. waarnemingen, experimenten en mathematische modellen, voor vijf geselecteerde modelsystemen (hantavirus bij woelmuizen, pest in woestijnratten, areanavirus in Afrikaanse muizen, dengue bij mensen en rotavirussen in gevaccineerde mensenpopulaties). De verworven inzichten worden gebruikt om veranderingen in de "ziektelast" te evalueren, met en zonder bestrijding. Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Ronald Verhagen • Herwig Leirs • Pierre Van Damme • Philippe Beutels
Colloquium Internationalisering van de Rand Vrije Universiteit Brussel Abstract: De effecten van de Europese en internationale rol van Brussel blijven niet beperkt tot het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, maar doen zich in toenemende mate ook in de Rand voelen. Internationale instellingen en bedrijven vestigen zich in omliggende gemeenten nabij de Europese hoofdzetel en trekken daarbij diverse diensten en arbeidskrachten aan. Verschillende indicatoren wijzen op een ontnederlandsing van de Rand door de instroom van een permanente anderstalige migratie uit Brussel, maar ook door de aanwezigheid van tijdelijke arbeidskrachten, voornamelijk uit de EU-landen. De internationalisering is er divers en verspreid en vraagt om een meerzijdige analyse. Inzetten op de internationalisering van de economie en de samenleving wordt ook door de Vlaamse Overheid gezien als een economische
noodzakelijkheid. Vlaanderen is immers een belangrijke internationale draaischijf en heeft de ambitie om haar positie van Europese topregio te behouden. Internationalisering wordt beschouwd als een noodzakelijk goed met veelal positieve effecten, maar op een aantal terreinen is de impact problematisch en worden passende beleidsantwoorden gezocht. De bedoeling van het colloquium en van de publicatie is een status quaestionis op te maken van het onderzoek in binnen- en buitenland naar de effecten van deze internationalisering op demografisch, economisch, cultureel, sociaal, ruimtelijk, politiek vlak en ook op identiteit en taalgebruik. De internationalisering versterkt immers nog de historische taalveranderingsprocessen te wijten aan de stadsvlucht vanuit Brussel. Terwijl het vroeger om een in hoofdzaak Franstalige inwijking ging vanuit de hoofdstad, zorgt de bevolkingsdruk op Brussel door de instroom van anderstalige inwoners van niet-Belgische origine voor een uitgesteld effect in de Rand. De bevolkingsprognoses voor Brussel wijzen op een sterke toename de komende jaren en de effecten ervan op het vlak van tewerkstelling, huisvesting, onderwijs, taalgebruik, onthaal en integratie stellen ook de beleidsmakers uit de omliggende gemeenten voor grote uitdagingen. Hoe kan worden omgegaan met deze vraagstukken en dat tegen de achtergrond van het beleid van de Vlaamse Overheid en van de provincie Vlaams-Brabant dat er op gericht is om het Nederlandstalig karakter van de gemeenten in de Rand te handhaven, sociale verdringing tegen te gaan en de open ruimten te beschermen? Brussel en het randgebied zijn economisch en functioneel sterk vervlochten, maar administratieve en politieke grenzen maken een coherent beleid slechts mogelijk als alle betrokken overheden en bestuursniveau's hun verantwoordelijkheid opnemen en samenwerken. Zowel het spanningsveld als de samenwerking van steden en hun omringende regio zijn een internationaal gegeven. Daarom zullen ook buitenlandse cases centraal staan. Vergelijkingspunten met Brussel zelf en met andere steden in het land komen eveneens aan bod. Organisaties: • Geschiedenis • Metajuridica
Onderzoekers: • RUDI JANSSENS • ANN MARES • MACHTELD DE METSENAERE
Nectar Cluster on freight and Logistics: Beslissingsondersteunende modellen voor intermodaal transport 12/01/2012 - 13/01/2012 Vrije Universiteit Brussel Abstract: NECTAR (Network on European Communications and Transport Activity Research) is een wetenschappelijk netwerk. Het doel is om onderzoekssamenwerking en het uitwisselen van gegevens op het gebied van transport, communicatie en mobiliteit in en buiten Europa te bevorderen. Organisaties: • Wiskunde, Operationeel Onderzoek, Statistiek en Informatica voor Management
Onderzoekers: • CATHY MACHARIS
xTV: Exploratieve Televisie Universiteit Hasselt Abstract: Het doel van dit project is het ontwikkelen van nieuwe iDTV (interactieve digitale televisie) ervaringen en productietechnieken, mogelijk gemaakt met surround (omni-directionele en panoramische) video. Surround video is video 'waarin men kan rondkijken', vergelijkbaar met Quicktime VR of Google Streetview, maar dan voor bewegende beelden. De kijker heeft de vrijheid om zijn kijkrichting willekeurig te kiezen, zoals dit ook mogelijk is bij het navigeren door 3D computer graphics omgevingen, bijvoorbeeld in computer games. Dit heeft als gevolg dat de kijker deze beelden ervaart 'van binnenuit' in plaats van 'van buitenaf'. Het is bekend dat dit immersieve effect reeds optreedt bij het bekijken van surround video op een relatief klein computerscherm, terwijl men navigeert met muis of toetsenbord. De verwachting is dat dit ook het geval zal zijn wanneer men uitgezonden surround video op een televisietoestel bekijkt, terwijl men navigeert via de afstandsbediening van de set top box. Dit zal resulteren in een kijkervaring die dichter bij 'het exploreren van een uitgezonden omgeving' zal liggen, dan bij 'het bekijken van uitgezonden beeldmateriaal'. Organisaties: • Expertisecentrum voor Digitale Media • Expertisecentrum voor Digitale Media
Onderzoekers: • Philippe BEKAERT
Verbeterde generatie van humane iPS cellen via gerichte targeting van induceerbare en RMCE uitwisselbare herprogrammingsfactoren in de humane ROSA26 locus via ZFN Universiteit Gent Abstract: We beogen een verbeterde manier voor het genereren van humane iPS cellen door een gerichte targeting van dox-induceerbare en RMCE uitwisselbare herprogrammerings factoren (Yamanaka factors) in de humane ROSA26 locus door het gebruik van Zinc finger nuclease technologie Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Steven Goossens • Jody Haigh
ODIS: Databank Intermediaire Structuren Vlaanderen. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project wil ODIS ontwikkelen als informatieknooppunt in een breed netwerk van gegevensverzamelingen, met meer en gebruiksvriendelijke onderzoeksondersteunende functies, en dit alles binnen een duurzame, eigentijdse omgeving. Organisaties: • Overheid en Recht
Onderzoekers: • Herman Van Goethem
Evaluatie en implementatie van biologische fungiciden bij de preventie en bestrijding van ziekten in vollegrondsgroenten Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar
Organisaties: • Departement Biowetenschappen en Landschapsarchitectuur • Vakgroep Plantaardige Productie
Onderzoekers: • Geert Haesaert • Sarah Van Beneden • Jasper Carrette
Implicaties van prolyl oligopeptidase en prolyl oligopeptidase remmers op de ontwikkeling van synucleïnopathieën Universiteit Antwerpen Abstract: Voorgaand onderzoek heeft aangetoond dat prolyl oligopeptidase (PREP) en a-synucleïne interageren. Deze interactie versnelt de aggregatie en fibrilvorming van a-synucleïne in een proces dat kan worden verhinderd door toevoegen van specifieke PREP remmers. In dit project zal de modulerend werking van PREP en PREP inhibitoren op de interactie en aggregatie van a-synucleïne en gemodificeerde varianten verder worden gekarakteriseerd. Organisaties: • Medische biochemie
Onderzoekers: • Roos Van Elzen
Identificatie en karakterisatie van genen verantwoordelijk voor ouderdomsslechthorendheid. Universiteit Antwerpen Abstract: De algemene doelstelling van dit project is een beter inzicht te verkrijgen in het ontstaan van ARHI, een complexe vorm van gehoorverlies. Hiertoe zullen we in eerste instantie twee recent geïdentificeerde ARHI susceptibiliteitsgenen, GRHL2 en GRM7, verder bestuderen aan de hand van genetische en functionele studies. Organisaties: • Menselijke moleculaire genetica
Onderzoekers: • Lutgart Van Laer • Guido Van Camp
Substatelijke diplomatieke activiteiten als motor van re-territorialisering? De casus van de mediterrane ruimte. Universiteit Antwerpen Abstract: Substatelijke diplomatie confronteert de onderzoeker met de aard en de dynamiek van het internationaal systeem. Vooral het territoriale kader van het internationale systeem kan in vraag gesteld worden. Verschillende auteurs spreken over "het einde van het territorium", maar verondersteld kan worden dat de komst van subnationale entiteiten op de internationale scene naast een proces van de-territorialisering ook een dynamiek van re-territorialisering op gang heeft gebracht. Re-territorialisering kan omschreven worden als "ontwikkelingen die zich voordoen wanneer bepaalde territoriale eenheden in belang afnemen, ten voordele van andere territoriale configuraties". Centraal in dit onderzoek zal de wisselwerking tussen geopolitiek en substatelijke diplomatie onderzocht worden in de casus van de mediterrane ruimte. De centrale vraag is dubbel; (1°) hoe en in welke mate wordt de diplomatie van substatelijke entiteiten in deze regio beïnvloed door omgevingsvariabelen, en (2°) hoe en in welke mate herscheppen deze actoren via hun diplomatie hun omgeving. Of, om deze laatste dynamiek te herformuleren; vormen substatelijke diplomatieke activiteiten motoren van "re-territorialisering"? De operationalisering van deze vraag zal als volgt gebeuren; vanuit de onderzoekstradities van de traditionele en de cognitieve geopolitiek zal de invloed van geopolitieke factoren op de diplomatie van substatelijke entiteiten onderzocht worden. In een tweede en omgekeerde beweging zal vanuit de onderzoekstraditie van de kritische geopolitiek bestudeerd worden hoe substatelijke overheden via hun diplomatieke activiteiten en buitenlandspolitiek discours de ruimte waarin ze opereren, trachten te herscheppen. Er wordt voor gekozen de onderzoeksvraag te focussen op een welbepaalde geografische ruimte, te weten de mediterrane ruimte. In het middellandse zeebekken zijn de laatste jaren immers tal van paradiplomatieke initiatieven ontplooid op verschillende niveaus, niet in de laatste plaats gestuurd door de ambities van de Catalaanse Generalitat. Organisaties: • Internationale Politiek (IP)
Onderzoekers: • David Criekemans • Jan Melissen
The clinical significance of circulating endothelial cells in multiple myeloma and their role as surrogate marker for determining the effect of anti-angiogenic agents. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De klinische betekenis van circulerende endothelial cellen in multiple myeloma en hun rol als surrogaat merker voor de bepaling van het effect van anti-angiogenic agenten Organisaties: • Immunologie en Microbiologie
Onderzoekers: • Ivan VAN RIET • Isabelle VANDE BROEK
Een retorisch-narratologisch onderzoek van figuurlijkheid in narratieve settings, met toepassingen op handelingsrijke Duitstalige prozaliteratuur van de vroege moderniteit tot het poëtisch realisme (1660-1880) Universiteit Gent Abstract: Het onderzoeksproject voert een systematische analyse door van de interferentie tussen complexe figuurlijke en stilistische processen enerzijds en gelaagde narratieve settings anderzijds in een historisch gedifferentieerd corpus van handelingsrijke vertellende teksten (Grimmelshausen, Forster, Kleist, Meyer, Keller, Raabe). Hierbij wordt bijzondere aandacht besteed aan de cotextuele verankering van de figuurlijke processen en aan de wijzen waarop ze de lezerbetrokkenheid sturen. Organisaties: • Vakgroep Duits
Onderzoekers: • Benjamin Biebuyck
Multiferroics gebaseerd op het vrije elektronenpaar in Pb. Universiteit Antwerpen Abstract: Binnen dit project zullen nieuwe materialen gesynthetiseerd en gekarakteriseerd worden met het oog op multiferroïsche eigenschappen. De gekozen materialen zijn gebaseerd op de theoretische voorspelling van multiferroïsche eigenschappen in perovskietgebaseerde oxides met A
kationen met een vrij elektronenpaar in combinatie met magnetische B kationen. Hierbij zou het vrije elektronenpaar voor de ferro-elektrische eigenschappen zorgen, terwijl de magnetische B-kationen voor de magnetische eigenschappen zullen zorgen. Organisaties: • Elektronenmicroscopie voor materiaalonderzoek (EMAT)
Onderzoekers: • Joke Hadermann
Studie van fagocytose van apoptotische cellen in humane atherosclerotische plaques. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht toegekend door de Universiteit Antwerpen. De promotor levert de Universiteit Antwerpen de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd door de universiteit. Organisaties: • Fysiofarmacologie (FAR)
Onderzoekers: • Dorien Schrijvers
Convenant 2008-2012 Woordenboek Vlaamse Dialecten West-Vlaanderen Universiteit Gent Abstract: Het project kadert in het globale project ?Woordenboek van de Vlaamse dialecten? en behelst de aanleg van een digitale database en de lexicografische bewerking tot woordenboekafleveringen van de dialectwoordenschat van Frans-, West-, Oost- en Zeeuws-Vlaanderen. Organisaties: • Vakgroep Nederlandse taalkunde
Onderzoekers: • Magdalena Devos • Jacques Van Keymeulen
Nieuwe fabriek van de toekomst: "Productiviteit- en decompositieanalyse van Limburgse en Vlaamse bedrijven" Universiteit Hasselt Abstract: Doelstelling van het project is een bijdrage te leveren aan het realiseren van een concurrentie en productiviteitsoffensief in Vlaanderen. VKW Limburg wil bedrijven sensibiliseren voor het realiseren van transformaties in hun businessmodellen. Opdat VKW Limburg voldoende inhoudelijke basis zou hebben over welke elementen van invloed waren voor groei in de Limburgse economie tijdens de afgelopen 10 jaar, is aan Prof. dr. Mark Vancauteren gevraagd een 'Productiviteit- en decompositieanalyse te maken van Limburgse en Vlaamse bedrijven'. De inzichten uit deze analyse moeten VKW Limburg helpen om aan bedrijven inzichten te verschaffen over welke groeibepalende factoren in het verleden hebben gewerkt opdat deze ook zouden toegepast kunnen worden naar de toekomst toe. Kizok staat in voor het ontleden van de algemene productiviteitsgroei van de output (omzet) die gelijk is aan de gewogen som van de groei van elk van de inputfactoren (arbeid en kapitaal) en de totale factorproductiviteitsgroei. Het is belangrijk dat deze resultaten worden opgesplitst naar Vlaanderen en Limburg enerzijds en naar de belangrijkste sectoren in de industrie en dienstensector anderzijds. Organisaties: • Econometrie
Onderzoekers: • Mark VANCAUTEREN
Jongeren desist-from-crime: een kwalitatief onderzoek naar jong-volwassenen met een jeugdbeschermingsverleden. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In de hedendaagse criminologie trad recent het debat rond "desistance-from-crime" of de beëindiging van criminele carrières op de voorgrond. Dit project wenst na te gaan wat de dynamiek van het "desistance from crime"-proces is en wat de plaats is van de justitiële interventie binnen dit proces? De probleemstelling wordt vertaald in twee concrete onderzoeksvragen die het onderzoek structureren: (1) Hoe verloopt volgens (voormalige) jeugddelinquenten het proces van desistance en delinquentie? En (2) Hoe zien (voormalige) jeugddelinquenten de plaats en impact van de justitiële interventies in het proces van "desistance-from-crime"? Dit onderzoeksvoorstel betreft een kwalitatief empirisch onderzoek naar het "desistance from crime" proces van jong volwassenen met een verleden in de jeugdbescherming. Verder bouwend op de verzamelde cohorte gegevens (gerechtelijke, individuele en sociale) van een geplaatste jongeren (2001-2003) in het kader van recent onderzoek staat in dit onderzoeksvoorstel, naast een analyse van desistance/persistance, vooral de bevraging (via diepte-interviews) van jongvolwassenen uit de bestudeerde cohorte centraal. De doelstelling van dit onderzoek is om op deze wijze inzicht te verkrijgen in de betekenis van en ervaring met de jeugdbeschermingsmaatregelen, het verloop en de kenmerken van het proces van "stoppen met criminaliteit" en de rol van interventies binnen dit proces. Organisaties: • Criminologie
Onderzoekers: • JENNEKE CHRISTIAENS • Els DUMORTIER
Begrijpelijk Nederlands: de toegankelijkheid van de taal van het journaal voor verschillende doelgroepen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds VRT. UA levert aan VRT de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers: • Reinhild Vandekerckhove • Pol Cuvelier
Cinema & diaspora. Een comparatieve studie naar etnische filmculturen in Antwerpen: Indiase, Noord-Afrikaanse, Turkse en Joodse cinema. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project onderzoekt de filmculturen van diaspora (etnische groepen) in België. Op basis van een casestudy (Antwerpen) worden Indische, Noord-Afrikaanse, Turkse en Joodse filmculturen vergeleken. Structurele analyses (distributie en -exploitatie) worden gekoppeld aan publieksonderzoeken. Bijzondere aandacht gaat uit naar de mate waarin deze filmculturen bijdragen tot de constructie van culturele identiteiten.
Organisaties: • Onderzoekscentrum Visuele en Digitale Culturen (ViDi)
Onderzoekers: • Philippe Meers • Roel Vande Winkel
Multiferroics gebaseerd op het vrije elektronenpaar in Pb. Universiteit Hasselt Abstract: Binnen dit project zullen nieuwe materialen gesynthetiseerd en gekarakteriseerd worden met het oog op multiferroïsche eigenschappen. De gekozen materialen zijn gebaseerd op de theoretische voorspelling van multiferroïsche eigenschappen in perovskietgebaseerde oxides met Akationen met een vrij elektronenpaar in combinatie met magnetische B-kationen. Hierbij zou het vrije elektronenpaar voor de ferro-elektrische eigenschappen zorgen, terwijl de magnetische B-kationen voor de magnetische eigenschappen zullen zorgen. Er bestaan twee voorbeelden hiervan met Bi3+ als ion met een vrij elektronenpaar:BiFeO3[1] en BiMnO3[2]. Er bestaan tot op heden nog geen voorbeelden van multiferroïsche materialen op basis van het Pb2+ vrije elektronenpaar.Binnen dit project willen we de eerste multiferroïsche materialen realiseren waarbij het vrije elektronenpaar van Pb2+ de drijfveer voor de ferro-elektrische vervorming is. Organisaties: • Anorganische en Fysische Chemie • Instituut voor Materiaalonderzoek
Onderzoekers: • Marlies VAN BAEL
Lithische technologie van het finaalpaleolithicum en het vroegmesolithicum in de Kempen. Een onderzoek naar gedragsverandering in de overgang van Pleistoceen naar Holoceen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Uitgangspunt en vraagstelling De fabricatie en manipulatie van lithische artefacten is een aan sterke regels gebonden proces dat van generatie op generatie wordt aangeleerd en doorgegeven. Of men er bewust mee uitpakt of niet, deze technologische vaardigheid weerspiegelt altijd een culturele traditie. Veranderingen in de technologische basis van prehistorische culturen kwamen in principe maar moeizaam tot stand, meestal als een noodgedwongen of opportunistische aanpassing aan veranderende omstandigheden. In dit project zoeken we een verklaring voor variabiliteit in de lithische technologie van jager-verzamelaar gemeenschappen in de overgang van de laatste ijstijd naar de huidige tussenijstijd (14000 tot 9000 jaar geleden). Het rijk archeologisch archief van finaalpaleolithische en vroegmesolithische sites van de Kempen vormt hiervoor de basis. Dit onderzoek bouwt verder op recente technologische studies van vergelijkbare ensembles uit de aangrenzende valleien van de Maas (De Bie & Caspar 2000) en de Schelde (Perdaen 2004). Onderzoekskader Intensief onderzoek in de Kempen heeft de laatste jaren nieuw licht geworpen op gedragspatronen van laatglaciale en vroegholocene gemeenschappen. De aandacht ging daarbij vooral naar de studie van nederzettingssystemen en landgebruik (De Bie & Van Gils 2006 & in druk). De eerste kolonisten (de Federmessergroepen), die hier tijdens de Alleröd-oscillatie, op het einde van de laatste ijstijd, de regio bevolkten, installeerden er een strak nederzettingspatroon. In grote mate werd dit bij aanvang van het Holoceen verder gezet (of heropgenomen) door de vroege mesolithische groepen. De aantoonbaar sterke voorkeur voor droge zandruggen nabij (voormalig) open water liet toe een groot aantal (nieuwe) archeologische sites van deze periodes op te sporen en de omvang en rijkdom ervan in kaart te brengen. Enkele bedreigde sites werden ook op grote schaal opgegraven. Dit leverde de laatste jaren heel wat nieuw bronnenmateriaal op. Grondige analyse van de materiële cultuur bleef voorlopig evenwel beperkt tot een deel van één site die reeds vroeger werd opgegraven (Meer-Meirberg; Van Noten 1978). Intersite vergelijkingen tussen ensembles van de betrokken tradities bevinden zich nog in een primair stadium (De Bie 1999). Intussen hebben bovenstaande studies van de valleisites, en doorgedreven onderzoek op de loessgronden (vooral door de Franse school; Valentin 1995, Ducrocq 2001), in aangrenzende regio's heel wat inzichten opgeleverd in de regionale en chronologische variabiliteit van de finaalpaleolithische en vroegmesolithische industrieën. Het inzetten van de daar ontwikkelde sleutels moet toelaten ook op de meer noordelijke zandgronden van de Kempen op zoek te gaan naar diagnostische technologische kenmerken en deze te spiegelen aan de klassieke typologische evolutie van de werktuigen bij deze culturen. Omwille van recurrente problemen van stratigrafische en chronologische controle (door beperkte sedimentatie en posterieure bodemprocessen zijn de materiële resten van de opeenvolgende occupaties op het terrein vaak nauwelijks gescheiden), is deze zoektocht hoe dan ook pertinent. De belangrijkste vraag is evenwel wat de diverse technologieën precies leren over het gedrag van toenmalige gemeenschappen. Binnen dit project willen we verschillende factoren bekijken die van invloed kunnen zijn geweest. Organisaties: • Kunstwetenschappen en Archeologie
Onderzoekers: • Marc DE BIE
HYPERspectral remote sensing for ENVironment and water management - HYPERENV. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het objectief van dit onderzoek bestaat erin het potentieel van hyperspectrale data voor hydro-ecologisch onderzoek in suburbane zones en voor biomonitoring van stedelijke vijvers te onderzoeken, met de bedoeling processen van runoff, voorkomen van grondwaterafhankelijke ecosystemen, en afwisselingen tussen heldere en turbiede toestanden van vijvers in stedelijke gebieden beter te begrijpen. Methodologisch onderzoek op vlak van hyperspectrale beeldanalyse zal gekoppeld worden aan de ontwikkeling van nieuwe benaderingen voor gedistribueerde hydrologische modellering, optimaal gebruik makend van de informatie afgeleid uit hyperspectrale data. Het potentieel van hyperspectrale reflectantieanalyse voor het onderscheiden van diverse heldere en turbiede toestanden van vegetatie in stedelijke vijvers zal worden geanalyseerd door het koppelen van spectroscopische data aan metingen van vegetatieabundantie, fysische en chemische variabelen, ten behoeve van een verbeterde biomonitoring en herstel van stedelijke vijvers. Organisaties: • Cartografie en Geo-informatiekunde • Elektronica en Informatica • Biologie • Hydrologie en Waterbouwkunde • Geografie
Onderzoekers: • Luca DEMARCHI • HICHEM SAHLI • OKKE BATELAAN • FRANK CANTERS • LUDWIG TRIEST • Cheung Wai CHAN
Geïntegreerd platform voor target identificatie, validatie en drug discovery met toepassingen voor neurodegeneratieve ziekten (Neuro-TARGET).
Universiteit Antwerpen Abstract: Het algemene doel van deze studie is het opzetten van een geïntegreerd platform voor target identificatie, validatie en drug ontwikkeling dat zal leiden tot nieuwe therapieën voor neurodegeneratieve hersenziekten, meer bepaald de ziekte van Parkinson (PD). Hiervoor werd een interdisciplinair consortium samengesteld met complementaire expertise en 'cutting-edge' technologieën. Het doel van dit consortium is om modelsystemen te ontwikkelen en toe te passen ter identificatie en validatie van moleculaire sleutelprocessen en -targets die de aanvang van de pathologie definiëren en de merkers bij uitstek zijn voor een vroege diagnose. Gevalideerde targets en nieuwe assays zullen leiden tot een drug ontwikkelingsplatform. Organisaties: • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Jessie Theuns • Christine Van Broeckhoven
Conflict monitoring en bekrachtigingsleren Universiteit Gent Abstract: In onze dagdagelijkse omgeving dienen we ons constant aan te passen aan conflicterende informatie die het efficiënt uitvoeren van bewegingen, of het vlot maken van beslissingen, dikwijls bemoeilijken. In dit project gaan we aan de hand van reactietijdentaken en neurofysiologische metingen na hoe die cognitieve aanpassingen (conflict monitoring) beter kunnen begrepen worden in termen van bekrachtigingsleer-mechanismen (beloningsleren, associatief leren). Organisaties: • Vakgroep Experimentele psychologie
Onderzoekers: • Wim Notebaert
Leeralgoritmen voor meta-modellering in gedistribueerde computer-omgevingen Universiteit Gent Abstract: Bij het ontwerp van complexe systemen (micro-electronica, MEMS, ?) worden vaak vereenvoudigde 'meta-modellen' gebruikt teneinde analyse computationeel haalbaar te maken. Deze schaalbare meta-modellen zijn gebaseerd op een beperkt aantal gedetailleerde simulaties. Dit project beoogt het ontwikkelen van nieuwe Al-geïnstpireerde leeralgoritmen voor het genereren van schaalbare meta-modellen in gedistribueerde computer-omgevingen (bv. Computer-clusters en -grids). Organisaties: • Vakgroep Informatietechnologie
Onderzoekers: • Tom Dhaene
Subsidieovereenkomst VSC : Co-financiering van de aanvraag "Vlaams Supercomputer Centrum (VSC) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Subsidieovereenkomst VSC : Co-financiering van de aanvraag "Vlaams Supercomputer Centrum (VSC) Organisaties: • Toegepaste Mechanica • Natuurkunde
Onderzoekers: • CHRISTIAN LACOR • STEFAAN TAVERNIER • ROSETTE VANDENBROUCKE • CATHERINE DE CLERCQ
Patient-specifieke vloeistof-structuur interactie modellering van de aorta-coarctatie.Numerieke studie van de biomechanische belasting en ultrasone beeldvorming van de pathologische aorta voor en na behandeling. Universiteit Gent Abstract: Aorta-coarctatie is een congenitale vernauwing van de aorta descendens. Deze vormt een obstructie voor bloedstroming en wordt doorgaans kort na de geboorte behandeld. In dit project gaan we op zoek naar een optimale (patiënt-specifieke) behandeling op basis van biomechanische belastingen berekend met een vloeistof-structuur-interactie model. Er wordt tevens gefocust op het begroten van golfreflecties en beeldvormingstechnieken zoals MRI en 3D-Echografie. Organisaties: • Vakgroep Civiele techniek
Onderzoekers: • Patrick Segers • Jan Vierendeels
inburgering voor jongvolwassenen - uitvoeren van een studie naar de impact van het onderzoek op het welbevinden van de betrokken jongeren Universiteit Gent Abstract: - De organisatie van lessen maatschappelijke oriëntatie (MO) in de contacttaal - Trajectbegeleiding - Via de organisatie van taallessen wordt de taal die reeds deels verworven is terug opgefrist. - De organisatie van ontspannende activiteiten, uitstappen en kampen maken dat de begeleiders de jongeren beter leren kennen. - Aangezien het project zijn derde jaar ingaat, is het tevens de bedoeling om een wetenschappelijk onderzoek te koppelen aan het project. Door de jongeren van het EVF project jaar 1 nog regelmatig terug te zien, en via de feedback van het opvangcentrum, weten we dat het project voor de jongeren een positief en versterkend effect had. Tijdens 3 meetmomenten zullen onderzoekers via interviews het emotionele welzijn van de jongeren nagaan en dit versterkend effect in beeld brengen. Ook de jongeren zullen aangemoedigd worden om via een dagboek hun ervaringen bij te houden. - Ter afsluiting van het derde projectjaar en met de empowerment van de jongeren op een wetenschappelijke manier in kaart gebracht, willen we naar de Vlaamse overheid stappen opdat dit initiatief voortaan structureel te ondersteunen. Organisaties: • Vakgroep Orthopedagogiek
Onderzoekers: • Eric Broekaert
DNA-methyloom en RNA-transcriptoom analyse in proximaal tubulaire cellen, bloed en urine tijdens de ontwikkeling van chronisch nierfalen in de muis. Universiteit Antwerpen Abstract: Chronisch nierfalen (CKD) is een verzamelnaam voor renale aandoeningen die, onafhankelijk van hun oorzaak, gekenmerkt worden door histomorfologisch aantoonbare nierschade en/of een gedaalde glomerulaire filtratie (<60 ml/min/1,73m2) die minstens drie maanden aanwezig zijn en waarvan het verloop een progressieve daling van de nierfunctie inhoudt. Tot op heden kan eindstandig nierfalen enkel worden behandeld d.m.v. dialyse of transplantatie. DNA-methylatie is een epigenetische modificatie van het DNA o.i.v. DNA-methyltransferase (Dnmt) enzymen, waardoor de transcriptie wordt beïnvloed (meestal afremt). DNA-methylatie speelt een belangrijke rol bij de ontwikkeling van kanker, maar ook bij andere pathologieën zoals renale fibrose is het een belangrijke etiologische factor. Fibrose is het celbiologische proces dat aan de basis ligt van CKD. Door verlies van controle over het normaal herstellende fibroseproces wordt ook gezond weefsel aangetast en progressief vervangen door niet-functioneel bindweefsel. Twee renale celtypes spelen hierbij een cruciale rol: (1) de proximaal tubulaire epitheelcel (PTC) die zeer gevoelig is voor schade/stress en die als reactie daarop pro-fibrotische cytokines (TGF-, CTGF) produceert en (2) de fibroblast die onder invloed van dit pro-fibrotisch milieu geactiveerd wordt tot proliferatie en productie van extracellulaire matrix (ECM). Voldoende lange blootstelling aan dit pro-fibrotisch milieu veroorzaakt terminale activatie van de fibroblasten, met chronische nierfibrose als gevolg. Op heden is de rol van DNA-methylatie t.h.v. de PTC nog onbekend. De doelstellingen van dit project omvatten ten eerste de identificatie van differentieel gemethyleerde genen van PTCs die geassocieerd zijn met de ontwikkeling van chronische fibrose na een acute nierbeschadiging. Ten tweede, met het oog op de identificatie van diagnostische en therapeutische merkers zal een correlatie gemaakt worden tussen het DNA methyloom en RNA-transcriptoom in urine, bloed en proximaal epitheliale cellen. Organisaties: • Pathofysiologie
Onderzoekers: • Benjamin Vervaet
Empirisch onderzoek naar objecten bij l-telische en l-resultatieve predicaten in het Spaans Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoeksvoorstel beoogt een database aan te leggen ter ondersteuning van een ruimer onderzoek naar aspect. De resultaten ivm compatibiliteit object-werkwoordelijke predicaten zullen meer inzicht verschaffen in de aspectuele eigenschappen van objecten en hun interactie met de aspectuele eigenschappen van de werkwoordelijke predicaten. Organisaties: • Centrum voor grammatica, cognitie en typologie
Onderzoekers: • Gretel De Cuyper
(In)stabiliteit van X chromosoom inactivatie in humane pluripotente stamcellen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Omwille van hun ongewone capaciteit voor zelf-hernieuwing en pluripotentie worden humane pluripotente stamcellen (hPSCs), bijvoorbeeld humane embryonale stamcellen (hESC) en humane geïnduceerde pluripotente stamcellen (hiPSC), vaak beschouwd als een in-vitro model voor humane ontwikkeling en ziekte, maar ook als een veelbelovende bron van cellen voor regeneratieve geneeskunde. Verschillende studies hebben echter aangetoond dat langdurige in-vitro cultuur van hPSCs hun genetische en epigenetische stabiliteit kan beïnvloeden. Om de kwaliteit van hPSC te garanderen is een diepgaande karakterisatie en monitoring van hun (epi)genetische (in)stabiliteit dan ook uiterst belangrijk. Een van de klassieke voorbeelden van epigenetische genregulatie tijdens de ontwikkeling is doserings-compensatie van het X chromosoom in vrouwelijke cellen door middel van X chromosoom inactivatie (XCI). XCI wordt geïnitieerd in het X-inactivatie centrum van het X chromosoom dat een gen bevat dat codeert voor 'X inactive specific transcript' (XIST). The XIST gen wordt enkel tot expressie gebracht op het geïnactiveerde X chromosoom en is cruciaal voor XCI omdat dit niet-coderende RNA rechtstreeks interageert met het inactieve X chromosoom en dit als het ware bedekt. Na de voltooiing van XCI kunnen de twee X chromosomen in vrouwelijke cellen van elkaar onderscheiden worden door differentiële expressie van het XIST gen, DNA methylatie, en epigenetische chromatine modificaties zoals histon H3 lysine 27 trimethylatie (H3K27me3). De initiatie en het onderhoud van XCI is uiterst belangrijk voor embryogenese en cel fysiologie in de volwassene. Omdat vele X-gekoppelde loci betrokken zijn in genregulatie en ontwikkelingsprocessen of geassocieerd zijn met mentale retardatie, is de correcte expressie van X-gekoppelde genen in de juiste dosering essentieel voor hersenfunctie en de ontwikkeling van sociale vaardigheden. Bovendien wordt verstoorde XCI vaak teruggevonden in pathologische condities zoals vrouwelijke kanker cellen. Wat betreft hPSC zou de aanwezigheid en het correcte patroon van XCI in ongedifferentieerde en vooral in gedifferentieerde cellen van cruciaal belang kunnen zijn voor hun toepasbaarheid als in-vitro model voor humane ontwikkeling en zeker als celbron in regeneratieve geneeskunde. Het doel van dit project is een diepgaande studie van de XCI status van onze hESC en hiPSC lijnen, teneinde te bepalen of A) de herkomst van de hPSC het XCI patroon beïnvloedt, B) XCI status en patroon stabiel of variabel is tijdens langdurige cultuur, C) XCI status en patroon van ongedifferentieerde cellen de differentiatiecapaciteit of het XCI patroon in gedifferentieerde cellen kan beïnvloeden. Organisaties: • Embryologie en Menselijke Genetica
Onderzoekers: • KAREN SERMON • Mieke GEENS
Effecten van sedimentgebonden metalen op het aquatisch milieu. Relaties tussen blootstelling, accumulatie, interne verdeling en de effecten op de macro-invertebraat levensgemeenschap. Universiteit Antwerpen Abstract: De centrale doelstelling van het project is het effect na te gaan van sedimentgebonden metalen op de samenstelling van macroinvertebraat levensgemeenschappen; dit in relatie tot metaalblootstelling en -accumulatie. Hierbij wordt er rekening gehouden met de aanwezigheid van verschillende metaalbindende sedimentkarakteristieken (o.a. Acid Volatile Sulfides, organisch materiaal, ijzer- en mangaanoxiden,...), metaalspeciatie en verschillen in soortgevoeligheid en algemene ecologie. De bekomen informatie wordt uiteindelijk gebruikt voor het vinden/bestuderen van bepaalde invertebraat soorten, die enerzijds gebruikt kunnen worden als maat voor de metaalbiobeschikbaarheid in het aquatische ecosysteem en anderzijds als voorspeller dienen voor effecten van metalen op andere, meer gevoelige organismen. Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Lieven Bervoets • Maarten De Jonge
Biometals 15 juli - 19 juli 2012 Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het samenbrengen van wetenschappers uit de hele wereld die gespecialiseerd zijn in de rol van metalen in de biologie. Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • PIERRE CORNELIS
Bilaterale samenwerking in het kader van gezamenlijke doctoraatsprojecten_Bench fee i.h.k. van Joint PhD VUBKULeuven, Doaa Ahmed Shehata Abouelmagd Vrije Universiteit Brussel Abstract: Joint PhD voor Dooa Ahmed Shehata Abouelmagd Organisaties: • Geografie
Onderzoekers: • ERIC CORIJN
Functionele studie van eiwitten betrokken in de interactie tussen rijst en rijstnematoden Universiteit Gent Abstract: Plantpathogenen kunnen hun waardplant beïnvloeden via zogenaamde effectoreiwitten die worden gesecreteerd in het plantenweefsel. In dit project onderzoeken we de interactie tussen rijst en verschillende rijstnematoden. Het doel is om nieuwe nematode-effectoreiwitten functioneel te karakteriseren via het identificeren van interagerende rijsteiwitten met de techniek yeast-two-hybrid. Organisaties: • Vakgroep Moleculaire biotechnologie
Onderzoekers: • Godelieve Gheysen • Annelies Haegeman
Analyse van de rol van centrale macrofagen in inflammatie-geassocieerde anemie(AI) Vrije Universiteit Brussel Abstract: In dit project beogen we het isoleren, karakteriseren en bepalen van de rol van een raadselachtige deelverzameling van macrofagen, centrale macrofagen, voorgesteld om een cruciale rol te spelen in Erytropoëse Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • BENOIT STIJLEMANS • PATRICK DE BAETSELIER
VIB-Gebruik van transgene muismodellen voor de studie van pathomechanismen in de ziekte van Charcot-Marie-Tooth veroorzaakt door mutaties in de HSPB1 en HSPB8 genen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de ABMM. UA levert aan de ABMM de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • VIB DMG - Perifere Neuropathieën
Onderzoekers: • Delphine Bouhy
OZR opvangmandaat: afwerking doctoraat Vrije Universiteit Brussel Abstract: Neurale basismechanismen van trekoordelen: de rol van tijdsintegratie De jongste vijftal jaren is er heel wat onderzoek verricht over de neurale processen die de grondslag vormen van sociale oordelen, o.a. over karaktertrekken en intenties/doelen van andere personen. Daarbij gebruikt men de nieuwste beeldvormingtechnieken: de event-related potential (ERP) techniek laat toe de timing van sociale oordelen tot op de milliseconde nauwkeurig te bepalen en een ruwe lokalisatie in de hersenen uit te voeren (met behulp van LORETA; Pascual-Marqui et al., 2002). De functional magnetic resonance imaging (fMRI) techniek laat bovendien toe om vrij nauwkeurig de lokalisatie vast te stellen van de betrokken hersengebieden of . circuits. In een meta-analyse van meer dan 100 fMRIonderzoeken over sociale oordelen, kwam Van Overwalle (2008) tot de conclusie dat oordelen over persoonlijkheidstrekken en gedragsdoelen van anderen, twee belangrijke sociale oordelen zijn waarover al vrij veel onderzoek verricht is met betrekking tot hun lokalisatie in de hersenen. Echter, de fundamentele neurale basismechanismen bij oordelen van vooral persoonlijkheidstrekken zijn nauwelijks opgehelderd, en de bedoeling van dit project is dit verder te ontsluieren. Organisaties: • Experimentele en Toegepaste Psychologie
Onderzoekers: • FRANK VAN OVERWALLE
Uitvoering van rekmetingen tijdens proefbelasting op viaduct G en IRIS-viaduct Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Civiele techniek
Onderzoekers: • Julien De Rouck
E-Mobility NSR Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties:
• Vakgroep Telecommunicatie en informatieverwerking
Onderzoekers: • Sidharta Gautama
Virtuele machines voor veelkernarchitecturen: Ontkoppeling van Abstracte en Concrete gelijktijdigheidsmodellen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: We stellen vandaag vast dat om de performantie van microprocessoren te kunnen blijven opdrijven constructeurs overstappen van het opschroeven van de klokfrequentie naar het toevoegen van meerdere kernen per chip. Dit betekent dat deze performantiewinst gekoppeld is aan de ondersteuning binnen alle software, tot de eindgebruikerssoftware toe, van gelijktijdigheid ("concurrency"). Tot op heden is veruit het meest gebruikte programmeermodel voor gelijktijdigheid gebaseerd op draden ("threads") welke op hun beurt gebruik maken van gedeeld geheugen ("shared memory"). De programmeercomplexiteit neemt daarbij echter combinatorisch toe met het aantal draden en gedeelde middelen ("shared resources"). Daarom is dit model slechts in beperkte mate geschikt voor de programmering van veelkernsystemen ("many-core systems"). Het gebruik van meer gedisciplineerde gelijktijdigheidsmodellen die expliciete gedeelde toestand ("shared state") vermijden is de haast enige mogelijke optie om op schaalbare wijze te kunnen omgaan met de inherente complexiteit van gelijktijdige software voor veelkernprocessoren. Een bijkomend probleem is echter dat de concrete veelkernhardware waarop deze modellen afgebeeld moeten worden een grote verscheidenheid vertonen. Er zijn namelijk tal van ontwerpen mogelijk voor het structureren van de kernen en het geheugen, het toepassen van caching, het organiseren van de communicatie tussen de kernen, enz. Het is dus nodig om abstractie te maken van de grote verscheidenheid aan veelkernarchitecturen. Virtuele machines ("VM") kunnen hierbij helpen, net zoals ze succesvol waren bij het abstraheren van de verschillen tussen platformen bij de klassieke hardware met ÈÈn enkele kern. De abstracties die de instructiesets van bestaande VMs voorzien voor veelzijdigheid zijn echter erg beperkt en ze bieden geen afdoende steun voor taalontwerpers. Alvorens een VM de brug kan maken tussen verschillende gelijktijdigheidsmodellen en verschillende veelkernarchitecturen, moeten de gelijktijdigheidsmodellen eerst ontkoppeld worden van de veelkernarchitecturen door middel van een aangepaste instructieset. Het doel van dit project is het ontwikkelen van een methodologie die taalontwerpers toelaat hun abstracte gelijktijdigheidsmodellen af te beelden op een instructieset met expliciete ondersteuning voor gedisciplineerde gelijktijdigheid en die virtuele machine-ontwerpers toelaat deze instructieset af te beelden op huidige en toekomstige veelkernarchitecturen. De instructieset moet geschikte abstracties aanbieden om de verwezenlijking van een breed aanbod van gelijktijdigheidsmodellen mogelijk te maken, zodat het kan gebruikt worden voor taalontwerp. Daarom zal ze ontworpen worden op basis van een stapsgewijze analyse van de actueel belangrijkste gelijktijdigheidsmodellen zoals daar zijn: actoren ("actors"), transactioneel softwaregeheugen ("transactional software memory") en gedeelde geheugenmodellen met vergrendeling ("locking"). Daarnaast is de afbeelding op een concreet gelijktijdigheidsmodel zoals aangeboden door een specifieke hardware architectuur ook belangrijk. Het eenvoudigste model, maar nog steeds het belangrijkste, is intra-kern communicatie. Dit is het standaard geval voor ÈÈnkernprocessoren zonder hardware gelijktijdigheidsondersteuning. De volgende stap is een gedeeld-geheugenmodel. Dit wordt reeds toegepast in de huidige multikernsystemen en zou ook gebruikt kunnen worden voor beperkte groeperingen van kernen op veelkernsystemen. Voor echte veelkernsystemen is een soort inter-kern ringnetwerk zonder gedeeld geheugen, zoals voorgesteld wordt voor Intel's Larrabee, een heel representatief concreet gelijktijdigheidsmodel. We moeten ten minste deze drie modellen beschouwen om een voldoende representatieve iteratiereeks van afbeeldingen van de instructieset op veelkernarchitecturen te kunnen maken. De resultaten van dit onderzoek zullen ons in staat stellen de abstracte en concrete gelijktijdigheidsmodellen te ontkoppelen door middel van een instructieset met ondersteuning voor gedisciplineerde gelijktijdigheid. Dit onderzoek zal uitgevoerd worden aan het Lab voor Programmeerkunde (PROG) van de Vrije Universiteit Brussel. Dit lab beschikt over diepgaande expertise in twee domeinen (gelijktijdigheidsmodellen en virtuele machines) van dit onderzoek. De gebruikte methodologie is daarbij grotendeels gebaseerd op de constructie van artefacten: voorgestelde oplossingen worden uitgewerkt met behulp van "proof-of-concept" verwezenlijkingen. Voor het derde domein rond veelkernarchitecturen zal het IMEC optreden als partner en zal inzicht geven in de industriÎle vereisten en technologische kennis over veelkernarchitecturen. Het IMEC zal ook daar waar zinvol hardware beschikbaar stellen voor experimenten. Er zullen frequente IMEC-PROG workshops georganiseerd worden om deze samenwerking te bevorderen. Tenslotte zal expertise rond VMs aanwezig op het HPI te Potsdam in Duitsland aangeboord worden via het co-promotorschap van Michael Haupt voor dit onderzoek. Organisaties: • Informatica en Toegepaste Informatica
Onderzoekers: • THEO D'HONDT
Match of mismatch? Een kosten-batenanalyse van maternale effecten bij kanaries (Serinus canaria). Universiteit Antwerpen Abstract: Ondanks het vele onderzoek naar de functie van maternale hormonen bij vogels, werden de gevonden kosten en baten tot nog toe enkel vanuit het perspectief van het jong en onafhankelijk van de opgroeiomgeving beschreven. Een gevonden effect zou echter in de ene omgeving positief kunnen zijn, maar in een andere omgeving juist negatief. Het is dus belangrijk om in dergelijke experimenten ook met de omgevingsafhankelijkheid rekening te houden. Hiernaast dienen ook de hieraan verbonden consequenties voor de ouders in acht genomen te worden. Wat optimaal is voor de ouders is immers niet noodzakelijkerwijs optimaal voor de jongen. Mogelijkerwijs is een omgevingsafhankelijke hormoondepositie de optimale strategie van de moeder ter maximalisatie van haar fitness. De adaptieve waarde van de hormoondepositie kan dus pas in deze bredere context bepaald worden. Organisaties: • Ethologie
Onderzoekers: • Marcel Eens • Jonas Vergauwen
Selectieve het-sequenering van miRNA genen in neuroblastoom Universiteit Gent Abstract: Het doel van dit project is het verhogen van de kennis over de betrokkenheid van microRNA genen in de ontwikkeling van neuroblastoom. Mutaties in deze regulatorische genen werden reeds bij verschillende andere types tumoren beschreven en gerelateerd aan ziekte. Door het systematisch her-sequeneren van alle miRNAs in een cohorte tumoren zullen we een beeld verkrijgen van welke van deze miRNAs betrokken zijn bij deze neuroblastoom. Organisaties: • Vakgroep Pediatrie en genetica
Onderzoekers: • Jo Vandesompele
Slaap-gerelateerde ademhalingsstoornissen bij obese kinderen en adolescenten. Universiteit Antwerpen Abstract: Doelstellingen: (1) Om referentiewaarden voor respiratoire events tijdens de slaap te definiëren in Belgische kinderen en adolescenten; (2) Wat is de prevalentie van slaap apnoe bij obese kinderen en adolescenten?; (3) Is er een associatie tussen de vetverdeling en slaap apnoe bij obese kinderen en adolescenten?; (4) Is de ernst van het slaap apnoe een onafhankelijke risicofactor voor het metabool syndroom?: (5) Waardoor leidt slaap apnoe tot het metabool syndroom?; (6) Wat is het effect van gewichtsverlies op de ernst van slaap apnoe en van de metabole ontregeling? Organisaties: • Laboratorium Experimentele geneeskunde en Pediatrie (LEMP)
Onderzoekers: • Wilfried De Backer
Zijde Route (Centraal Azie) - project voor de ontwikkeling van een informatiesysteem ter ondersteuning van de seriele nominatie op de werelderfgoedlijst Universiteit Gent Abstract: Het project zal het proces voor de nominatie van de Zijderoutes tot werelderfgoed ondersteunen door het uitdenken en uitwerken van een aangepast documentatiesysteem. Het gaat daarbij om een aantal seriële grensoverschrijdende nominatie van sites. Het systeem moet de betrokken landen toelaten relevante informatie over het culturele erfgoed voor de nominatie en voor de monitoring te delen en uit te wisselen. Organisaties: • Vakgroep Geografie
Onderzoekers: • Philippe De Maeyer
Verzameld werk L.P. Boon. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project behelst de wetenschappelijke editie van L.P. Boons werk in 24 delen. Voor gedetailleerde informatie: zie http://www.lpbooncentrum.be/verzameldwerk/ Organisaties: • Instituut voor de studie van de letterkunde in de Nederlanden (ISLN)
Onderzoekers: • Kristiaan Humbeeck
Prospectief follow-up onderzoek naar reproductieve gezondheid en comborbiditeit bij tweelingen Universiteit Gent Abstract: Dit project heeft als doel om een databank met reproductieve variabelen te realiseren (N = 3500 vrouwelijke tweelingan van 18 tot 46 jaar)ter aanvulling van het bestaande Oost ? Vlaamse meerlingenregister met perinatale gegevens. Beide databanken kunnen informatie leveren over de invloed van nature/nurture op reproductieve factoren enerzijds en het verloop van de reproductie over verschillende generaties heen anderzijds. Organisaties: • Vakgroep Maatschappelijke gezondheidkunde
Onderzoekers: • Dirk De Bacquer • Ilse Delbaere
De bescherming van culturele goederen tijdens de gewapende conflicten: naar een integrale preventiestrategie. Universiteit Antwerpen Abstract: Tijdens de 20ste eeuw zijn er heel wat preventiemaatregelen ter bescherming van cultuurgoederen (zowel roerend als onroerend) tijdens gewapende conflicten ontwikkeld. Toch blijkt dat destructie en plunderingen de laatste decennia toenemen. Dit onderzoek wil dan ook nagaan wat de oorzaken zijn voor het falen van deze strategie. Daartoe wordt in een eerste fase een niet-limitatieve inventaris opgesteld van bestaande en ooit toegepaste preventiemaatregelen. Bottom-up, vanuit de verschillende preventiemaatregelen, zal een typologie worden ontwikkled, die vervolgens wordt vertaald in een modelstrategie. Een laatste fase evalueert de voorgaande, door top-down, vanuit de modelstrategie, twee casussen (Kosovo en Irak) te analyseren. Organisaties: • Management
Onderzoekers: • Annick Schramme
Is endoplasmatisch reticulum stress fuctioneel betrokken bij inflammatoire darmziekten? Universiteit Gent Abstract: Inflammatoire darmziekten (IBD) zijn chronische inflammatoire aandoeningen die de darmmucosa aantasten. Een belangrijk kenmerk van IBD is toegenomen epitheliale celdood, wat leidt tot een verstoring van de intestinale barrière en ongecontroleerde influx van antigenen en aanhoudende ontstekingsreacties. Recent werd IBD in verband gebracht met een dysfunctionele unfolded protein response (UPR), de adaptieve cellulaire reactie die optreedt ten gevolge van stress in het endoplasmatisch reticulum (ER). De UPR induceert cytoprotectieve pathways, hoewel het bij langdurige ER stress aanleiding geeft tot geprogrammeerde celdood. Tot op heden is niet geweten of de UPR bijdraagt tot IBD pathogenese. Eerdere data van onze onderzoeksgroep tonen aan dat ER stress genexpressie profielen sterk gestegen zijn in biopten van patiënten met IBD. We wensen in deze projectaanvraag na te gaan of we de ontwikkeling van darminflammatie in diermodellen ook geassocieerd is met verhoogde ER stress genexpressie profielen en of we dit kunnen tegengaan door het interfereren met de UPR. Organisaties: • Vakgroep Inwendige ziekten
Onderzoekers: • Debby Laukens • MARTINE DE VOS
Nanogestructureerde en niet-homogene kwantumdraden. Universiteit Antwerpen
Abstract: De doelstelling van dit project is de theoretische studie van de elektronische eigenschappen van: - Lateraal en radiaal nanogestructureerde kwantumdraden. We zullen zowel de optische als de transporteigenschappen onderzoeken. - Niet-homogene kwantumdraden. Studie van de effecten t.g.v. de geometrische fluctuaties (laterale variaties in de straal), t.g.v. wanorde, en t.g.v. verstrooiing aan onzuiverheden en fononen op het elektrisch transport. Organisaties: • Theorie van de gecondenseerde materie
Onderzoekers: • Francois Peeters • Bart Partoens
Godsdienst, herinnering en identiteit in de zeventiende eeuw. Universiteit Antwerpen Abstract: In de zestiende en zeventiende werd Europa geplaagd door een reeks godsdienstoorlogen. Een daarvan was de Opstand, een burgeroorlog die de zeventien Nederlanden uiteen reet. Dit project onderzoekt welke rol herinneringen aan die oorlog speelden in het creëren van nieuwe religieuze en politieke culturen in de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden, en vergelijkt de herinneringsculturen in de Nederlanden met die van andere gebieden waar om het geloof was gestreden. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Guido Marnef
Ontvangst Yana Chekalarova van 10 tot 21 december 2012: Study of the role of the angiotensin modulatory system in the mechanisms linking epileptic seizures to hypertension () Vrije Universiteit Brussel Abstract: studie van de rol van de angiotensine modulerend systeem in de mechanismen die epileptische aanvallen koppelen aan hypertensie Organisaties: • Farmaceutische Chemie, Analyse van Geneesmiddelen en Geneesmiddelenkennis
Onderzoekers: • Ilse Julia SMOLDERS
Betacel voorlopers in de adulte pancreas. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Onze onderzoeksgroep ontdekte recent voorlopercellen van betacellen in de pancreas van volwassen muizen (Xu et al, 2008). Deze cellen activeren genexpressie van Neurogenine 3 (Ngn3), een transcriptiefactor die de vorming van betacellen tijdens de embryogenese controleert, en differentiëren verder tot insuline-positieve cellen. De Ngn3+ cellen delen echter niet. Om bij te dragen tot een nieuwe therapie voor diabetes hebben we delende stam- of voorlopercellen nodig aangezien we grote hoeveelheden betacellen moeten genereren. Daarom willen een celtype identificeren dat aanleiding geeft tot Ngn3+ cellen en nog in staat is te delen. Een goede kandidaat is de Pdx1-positieve cel die tijdens de ontwikkeling de Ngn3+ cel voorafgaat en een grote delingscapaciteit bezit. Doel 1 van deze aanvraag is daarom "Identificatie, isolatie en karakterizatie van volwassen, ongedifferentieerde Pdx1+ cellen" en Doel 2 "Expansie en differentiatie van de geïsoleerde volwassen, ongedifferentieerde Pdx1+ cellen". Bovendien willen we de factoren zoeken die verantwoordelijk zijn om de stam- of voorlopercellen tot activiteit te rekruteren. We zullen ons daarvoor concentreren op de rol van macrofagen omdat die in grote mate aanwezig zijn in de pancreas met stamcelactiviteit en omdat die reeds in andere systemen werden aangetoond als centrale spelers bij weefselherstel. Doel 3 van dit project is "Identificatie van de signalen die de betacel voorlopers activeren: de rol van macrofagen". Organisaties: • Pathologische Biochemie en Fysiologie
Onderzoekers: • Henry HEIMBERG
Alma In Silico (AIS):Euregionale ontwikkeling van een platform voor bio-informatica en systeembiologie technologie voor de creatie, integratie, verspreiding en benutting van kennis uit multicentrische biologische gegevens Universiteit Hasselt Abstract: Het Alma-in-Silico-project beoogt de inrichting, de verdere uitbouw en de exploitatie in de Euregio van de kennis en knowhow op het gebied van gegevenscreatie en -analyse en van modelvorming van complexe systeemsimulaties van de mens, toegepast op de wetenschap. Deze kennis en knowhow worden verspreid in publieke en private onderzoekscentra in de Euregio, om zo een operationeel platform te creëren voor bedrijven maar ook voor opleiding en onderzoek. Het doel van het Alma-in-Silico-project is om de industriële en academische wereld in de Euregio Maas-Rijn met elkaar te verenigen, om zo de innovatiecapaciteit en technologische overdracht te vergroten. Organisaties: • Immunologie - Biochemie • Biomedisch Onderzoeks Instituut
Onderzoekers: • Jean NOBEN
L.P.-Boon Verzameld Werk. Universiteit Antwerpen Abstract: Het Verzameld werk van Louis Paul Boon zal worden uitgegeven in 24 delen en bevat naast alle in boekvorm verschenen romans en verhalen, ook bloemlezingen van o.m. de 'Boontjes', het journalistieke werk en de brieven van Boon. Elk deel bevat naast een wetenschappelijk verantwoorde presentatie van de leestekst, ook een informatief nawoord, een tekstverantwoording en een bibliografie. Uitvoerig editiecommentaar, inclusief een integraal variantenapparaat en woordverklaringen, wordt ter beschikking gesteld op de site van het L.P. Boon-documentatiecentrum (www.lpbooncentrum.be), waar ook extra informatie over elk deel van het Verzameld werk te vinden is. De uitgave van het Verzameld werk is een samenwerking tussen het Louis Paul Boon-documentatiecentrum (Universiteit Antwerpen), de Vakgroep Nederlands (Universiteit Gent) en de Amsterdamse uitgeverij De Arbeiderspers. Het Verzameld werk wordt gepubliceerd in een vorm die gericht is op een breed publiek. Organisaties: • Instituut voor de studie van de letterkunde in de Nederlanden (ISLN)
Onderzoekers: • Kristiaan Humbeeck
Beleggingsrendementen en risicopremies voor Belgische bedrijfsobligaties (1832-2010) Universiteit Antwerpen Abstract: De Brusselse beurs was één van de tien belangrijkste ter wereld in de 19de en begin 20ste eeuw. Bedrijven uit alle mogelijke sectoren (spoorwegen, steenkoolmijnen, zinkbedrijven, metaal, glas, banken, electriciteitsbedrijven etc.) waren erop genoteerd. Bovendien was de Brusselse beurs zeer internationaal georiënteerd voor de Eerste Wereldoorlog met aandelen, overheidsobligaties en bedrijfsobligaties uit de ganse wereld (of van Belgische bedrijven actief in het buitenland). We onderzoeken de rendementen van alle op de Beurs van Brussel genoteerde Belgische bedrijfsobligaties voor de periode 1832-2010 met behulp van koersen, aantallen en alle kenmerken van deze bedrijfsobligaties (interest, de taxatie, de duurtijd, de uitgifteprijs (à pari, boven pari, beneden pari), de introductieprijs op de beurs, bijkomende condities (call/put), en terugbetalingsvoorwaarden (bedrag, vervroegde aflossingsfaciliteiten)). Tegelijk berekenen we de risicopremie en vergelijken deze met de equity premium. Het gaat hierbij over 1270 bedrijfsobligaties. Doordat we over zeer lange tijdreeksen beschikken zullen econometrisch verantwoorde conclusies (gegeven de volatiliteit) kunnen worden getrokken. Het onderzoek is van belang zowel voor investeerders als voor bedrijven. Investeerders (beleggers) hebben meerdere mogelijkheden inzake beleggingen. Een breed gamma aan alternatieven is hierbij ter beschikking met wellicht de meest gekende een belegging in aandelen, in overheidsobligaties en het aanhouden van cash (onder de vorm van op korte termijn opvraagbare bedragen). In de internationale literatuur zijn het ook deze drie vormen die traditioneel het voorwerp van onderzoek uitmaken. Er is evenwel nog een andere (en tevens veelgebruikte) belegggingsvorm, de bedrijfsobligaties. Ons onderzoek zal de belegger exact informeren inzake het rendementsverschil op een dergelijke belegging. De kwestie kan ook nog vanuit een andere invalshoek bekeken worden, met name vanuit de financieringspolitiek van een bedrijf. Is het voor een bedrijf onverschillig of het zich met aandelen of obligaties financiert, of kan het zijn dat een van beide aantrekkelijker is? Niet onbelangrijke voor het financieel management. Bij gebrek aan voldoende studies internationaal tasten investeerders en bedrijven momenteel zowat in het duister. Het door ons uitgevoerde onderzoek zal hiertoe de nodige wetenschappelijke onderbouwing aanreiken. Organisaties: • Accountancy en financiering
Onderzoekers: • Jan Annaert
Zoektocht naar nano- en micropartikels voor het optimaliseren van mRNA "delivery" methoden voor HIV immunotherapie. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds IWT. UA levert aan IWT de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Laboratorium voor Microbiologie, Parasitologie en Hygiëne (LMPH)
Onderzoekers: • Guido Vanham • Winni De Haes
Van risicobeoordeling tot risicomanagement in het kader van microbiologische voedeselveiligheid: Listeria monocytogenes en Campylobacter Universiteit Gent Abstract: Het projectvoorstel richt zich op het volgende 1. Wat zijn geschikte methoden om variabiliteit en onzekerheid te beoordelen en 2. Hoe moet/kan de sensitiviteitsanalyse in de risicobeoordeling worden uitgevoerd; 3. De voorgestelde aanpak illustreren met twee case studies: L. monocytogenes (nabesmetting in productieproces met mogelijke groei bij koeling) en Campylobacter sp (zoônotische pathogeen met enkel mogelijkheid tot overleving en geen groei). 4. Hoe kan deze opgebouwde kennis nuttig zijn om informatietransfer tussen risicobeoordeling en risicomanagement te bewerkstelligen Organisaties: • Vakgroep Voedselveiligheid en Voedselkwaliteit
Onderzoekers: • Mieke Uyttendaele • Frank Devlieghere
De rol van melkzuurbacteriën en boterzuurproducerende Firmicutes in koliek bij paarden Universiteit Gent Abstract: Het project beoogt om risicofactoren voor koliek te identificeren en de microbiotasamenstelling te bepalen bij paarden met koliek. Organisaties: • Vakgroep Pathologie, bacteriologie en pluimveeziekten
Onderzoekers: • Filip Van Immerseel
Training van Interpersoonlijke communicatie door natuurlijke taalinteractie met autonome virtuele karakters (deLearyous). Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van het deLearyous-onderzoeksproject is het ontwikkelen van een interactieve serious 3D-game voor het trainen van interpersoonlijke communicatievaardigheden binnen een professionele context, bvb. in een werkgever-werknemer- of klant-bediende-relatie. Het spel bestaat erin de trainee te laten interageren met autonome virtuele karakters, die op een realistische en expressieve manier inspelen op de input van de speler. Op deze wijze kan de trainee verschillende gedragspatronen en rollen op eigen tempo inoefenen, en dit in een veilige, virtuele omgeving. De rol can CLiPS in het project is de ontwikkeling van algoritmen en methodes voor emotie-analyse van tekst, het detecteren van onderwerpen in tekst, en dialoogvoering. Organisaties: • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers: • Walter Daelemans
Roosters van nanodeeltjes geproduceerd via de micel-methode voor de studie van proximity-effecten in hybride systemen gebaseerd op metallische, supergeleidende, magnetische en organische materialen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Elektronenmicroscopie voor materiaalonderzoek (EMAT)
Onderzoekers: • Gustaaf Van Tendeloo
Karakterisatie van nieuwe autoantilichaam-targets in reumatoïde artritis Universiteit Hasselt Abstract: Op het Biomedisch Onderzoeksinstituut van de Universiteit Hasselt voerden we onlangs een high-throughput autoantilichaam profilering aanpak uit om noodzakelijke nieuwe ziekte markers voor reumatoïde artritis (RA) te identificeren, wat resulteerde in de identificatie van 14 nieuwe auto-antilichaam markers voor RA. Het doel van dit project is om de kenmerken te bepalen van de meest interessante auto-antilichamen en hun doel antigenen om meer inzicht te geven in de biologische betekenis van deze auto-antilichamen in de onderliggende RA ziekteprocessen. Wij richten ons op de auto-antilichaam markers met de hoogste gevoeligheid bij RA en deze die voornamelijk voorkomen bij RA patiënten die serologisch negatief zijn voor de 2 diagnostisch toegepaste RA markers. Aangezien sommige van de auto-antilichaam targets mimotopen encoderen, wordt de identiteit en weefsel expressie van de overeenkomstige in vivo antigenen eerst bepaald door de toepassing van immunohistochemische en proteomics technieken. voor een van de auto-antilichaam targets UH-RA.21, wijzen bovendien de eerste experimenten op een ziekte-verergerend effect van passieve overdracht van antilichamen tegen UH-RA.21 in de collageen-geïnduceerde artritis (CIA). In dit project onderzoeken we verder de effecten van de RA auto-antilichamen in het CIA-inductie en exacerbatie. De opheldering van de rol van deze nieuwe autoantilichamen in RA is belangrijk om een beter inzicht te krijgen in de onderliggende etiologie van RA wat een instrumetn is voor de identificatie van nieuwe therapeutische targets. Organisaties: • Immunologie - Biochemie • Biomedisch Onderzoeks Instituut
Onderzoekers: • Veerle SOMERS
Karakterisatie van de rol van de cystine/glutamaat antiporter en andere gliale glutamaattransporters in multiple sclerose: mogelijke link met beta2-adrenerge receptor dysfunctie Vrije Universiteit Brussel Abstract: Binnen dit project onderzoeken we de betrokkenheid van glutamaattransporters, en in het bijzonder de cystine/glutamaat antiporter of systeem xc-, in de pathology van multiple sclerose. Organisaties: • Farmaceutische Chemie, Analyse van Geneesmiddelen en Geneesmiddelenkennis
Onderzoekers: • Ann MASSIE • Guy LAUREYS • Ralph CLINCKERS
Nederlandse versie van de internetsurvey van het EUMARR FWO-project : Toward a European Society: Single Market, Binational Marriages, and Social Group Formation in Europe. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' Universiteit Groningen - NIDI' hebben voor het project ' Nederlandse versie van de internetsuvey van het EUMARR project' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Sociaal Onderzoek
Onderzoekers: • Helga DE VALK
Vlaams Interuniversitair project voor structurele studies van harde en zachte materie met synchroton straling (ESRFDUBBLE) Universiteit Gent Abstract: Studie van nanoschaal-structuren in zachte en harde vaste stoffen met behulp van SAX (Small Angle X-ray Scattering) en studie van de lokale structuur van geselecteerde atomen in ongeordende vaste stoffen met behulp van XAFS (X-ray Absorption Fine Structure), dit gebruikmakend van synchrotronstraling (ESRF-DUBBLE, BM26). Organisaties: • Vakgroep Vaste-stofwetenschappen
Onderzoekers: • Dirk Poelman
Een systeem biologische analyse van metaal geïnduceerde responsen in de zebravis, Danio rerio. Universiteit Antwerpen Abstract: In het kader van dit project willen we in de genetisch zeer goed gekarakteriseerde zebravis, Danio rerio een vergelijkende studie uitvoeren van de metaalregulatie, compartimentalisatie en toxiciteit voor twee essentiële metalen (koper en zink) en het niet-essentieel metaal cadmium. We willen daarbij nagaan wat de verschillen en overeenkomsten zijn in metaal behandeling en responsen na blootstelling onder drie verschillende fysiologische situaties. Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Ronny Blust • Wim De Coen • Dries Knapen • Erwin J M Witters
Het virtuele beleefd: van virtuele morele praktijken naar een ethiek voor virtuele sociale werelden. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De belangrijkste onderzoeksvraag is: In welke mate en met welke ethische gevolgen is er dis/continuïteit tussen morele praktijken in 'echte' en virtuele werelden? Het project is interdisciplinair, met een combinatie van een media-sociologisch (beschrijvende ethiek) en filosofische studie (normatieve ethiek) van online morele praktijken en reflecties.
Organisaties: • Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • Karl VERSTRYNGE • CAROLINE PAUWELS • Jo Renate BAUWENS
Interacties tussen fonologie en orthografie met betrekking tot Duitse woordherkenning Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Duits
Onderzoekers: • Martina Penke
Projectsubsidie cultureel-erfgoeddecreet 2011 - Mercator Digitaal fase 1 Universiteit Gent Abstract: In 1994 werd de vierhonderste verjaardag van de sterfdatum van Gerardus Mercator herdacht met onder meer de herinrichting van het Mercatormuseum. Vooral de schatkamer met: unieke atlassen e 2 globes vormt het pronkstuk van deze realisatie. Intussen zijn we 2 decennia verder en leven wij in een maatschappij waarin digitale elementen en multimedia doorgedrongen zijn tot de dagdagelijkse leefwereld. Om Mercator opnieuw onder de aandacht te brengen van een breed publiek wordt een didactisch-populariserende tentoonstelling over het cartografisch werk van Mercator gepland, maar wel gegoten in een digitale context. Met andere woorden, door het digitaal te presenteren wordt het historische erfgoed in een zeer herkenbare (en bij momenten intrigerende) context van vandaag gegoten. Organisaties: • Vakgroep Geografie
Onderzoekers: • Philippe De Maeyer
Lange-termijn monitoring van drivers bepalend voor de areaalgrenzen van mangroven. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit onderzoek legt zich toe op het verklaren welke de drivers zijn voor de latitudinale mangrovegrenzen. Aangezien de beschikbare klimatologische en meteorologische gegevens toereikend zijn (zowel in tijd als in ruimte) om het nodige inzicht te bekomen is het specifieke doel van dit project het uitbouwen van een datalogger netwerk op wereldschaal, en wel uitgezet in de directe buurt van de latitudinale grens van mangroven op alle continenten. Uit deze gegevens, meer bepaald uit de gelijkenissen en verschillen tussen areaalgrenzen aan weerszijden van een continent of van een oceaan, tussen klimaatgordels binnen een eiland of land enz. Organisaties: • Biologie
Onderzoekers: • NICO KOEDAM • Farid DAHDOUH-GUEBAS
Modellering van geavanceerde oxidatie processen Universiteit Gent Abstract: De belangstelling voor geavanceerde water-en afvalwaterzuiveringsinstallaties in het licht van waterhergebruik en het verwijderen van deze schadelijke stoffen stijgt aanzienlijk. Oxidatieprocessen en vooral ozonisatie en ultraviolet (UV) bestraling in combinatie met waterstofperoxide (H2O2) zijn in deze context zeer effectief bevonden. Dit Doctoraatsonderzoek richt zich op modellering en karakterisatie van deze processen zowel op laboratorium schaal als in de realiteit. Organisaties: • Vakgroep Toegepaste Wiskunde, Biometrie en Procesregeling
Onderzoekers: • Ingmar Nopens
Ironie in de hedendaagse Franse roman na 1980 Universiteit Gent Abstract: Dit project onderzoek de impact van ironie in de hedendaagse Franse literatuur. Het betreft een onderzoek naar vorm en strategieen gebruikt door een steeds frequenter voorkomende schrijftrant. Het project onderzoekt zowel individuele teksten, als groepen auteurs (ihb les éditions de Minuit) en stelt zich voor tot een classificatie te komen. Organisaties: • Vakgroep Frans
Onderzoekers: • Pierre Schoentjes
De bron van gemaskeerde primingeffecten: het lexicaal of het episodisch geheugen? Universiteit Antwerpen Abstract: Gemaskeerde priming is een techniek waarbij een woord zo kort wordt aangeboden dat het niet bewust kan worden waargenomen, terwijl het toch een effect kan hebben op de verwerkingssnelheid van een onmiddellijk daarop volgend woord. Deze techniek wordt daarom vaak gebruikt in de psycholinguïstiek om de geheugenstructuren en -processen achter woordherkenning te onderzoeken. Recent is echter discussie ontstaan over de lexicale aard van deze zgn. gemaskeerde primingeffecten (zie Bodner & Masson, 2003, 2004, 2006): vertellen ze werkelijk iets over de structuur van het mentale lexicon of reflecteren ze residuele activatie in het episodische geheugen, waar mensen persoonlijke ervaringen opslaan? Een reeks experimenten moet antwoord geven op de vraag of een lexicale interpretatie van het effect verdedigbaar is. Gegeven de populariteit van de techniek, kunnen de uitkomsten van dit onderzoek verstrekkende gevolgen hebben voor de theorievorming m.b.t. het mentale lexicon. Organisaties: • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers: • Dominiek Sandra
Er Terug-zijn³ - Re-integratie van sub-acute arbeidsongeschikte werknemers als aanbod binnen de dienstverlening van een externe dienst voor preventie en bescherming op het werk.
Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een dienstverleningsopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds IDEWE vzw. UA levert aan IDEWE vzw de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Algemene economie
Onderzoekers: • Diana De Graeve
Koolstof cycling vanuit een stroombekken perspectief: een geïntegreerde benadering van terrestrische en aquatische links in het Tana River stroombekken (Kenia). Vrije Universiteit Brussel Abstract: CONTEXT Menselijke activiteiten hebben geleid tot een snelle toename in atmosferisch CO2 gedurende de voorbije eeuw, met een vergaande impact op de maatschappij, en met een verdere toename in het vooruitzicht. Het vaststellen van de rol van terrestrische en aquatische systemen als 'sources' of 'sinks' van CO2 is hierdoor een onderzoeksdomein met hoge prioriteit [1]. Een aantal componenten in de globale koolstof (C) cyclus zijn echter niet goed gekend. Eén zo'n 'blinde vlek' is de rol van zoetwatersystemen, die de interface vormen tussen terrestrische en mariene ecosystemen. Een recente datacompilatie suggereert een substantiële transfer van ~2 Pg C y-1 vanuit het terrestrische milieu naar zoetwatersystemen, maar slechts de helft hiervan zou de oceaan bereiken [2]. Een grote hoeveelheid terrestrisch C wordt dus in zoetwatersystemen verwerkt, en deze vormen dan ook een netto bron van CO2 naar de atmosfeer (~de helft van de oceanische CO2 sink, [3]). Deze schattingen zetten het belang van zoetwatersystemen in de verf als biogeochemische 'hotspots' aan de terrestrischoceanische interface, gekenmerkt door hoge process rates [4]. Zoals Masielo [2007, ref. 5] aangeeft, vereist het beter kwantificeren van globale C budgetten een grondiger begrijpen van de link tussen bodems en stroombekken karakteristieken aan de terrestrische zijde, van het transport van deeltjes en organisch materiaal in rivieren, en van de export en burial van C in de oceaan. De reactieve interface tussen terrestrische en mariene systemen komt dus naar voor als een belangrijk domein voor verder onderzoek. Hier stellen we een geïntegreerde aanpak voor om C processing te onderzoeken in een tropisch stroombekken dat zich hiertoe uitstekend leent (Tana River, Kenia), met een combinatie van data collectie en modellering. Studies van C transformaties op stroombekken-schaal zijn schaars, en op enkele uitzonderingen na is onze kennis hierrond gebaseerd op data uit één enkel stroombekken, de Amazone [bvb. 6-7]. Gezien de schaarste aan data omtrent terrestrisch-aquatische links en het ontbreken van een mechanistisch begrip van processing en lot van organisch materiaal in rivieren, is het onzeker in welke mate de bestaande data kunnen geëxtrapoleerd worden. Richey et al. [2002, ref. 8], bijvoorbeeld, schatten dat CO2 efflux uit rivieren en wetlands in het centrale Amazonebekken oploopt tot ten minste 0.5 Gt C y-1. Dit is een grootte-orde hoger dan de hoeveelheid organisch C dat door de rivier bij de monding naar de oceaan stroomt, en vormt dus een belangrijke component in het C budget van het Amazonesysteem [9]. Recente data uit andere grote rivierbekkens geven echter aan dat dit geen universeel patroon is, bvb. in het Ganges-Brahmaputra bekken [10]. Het begrijpen van terrestrisch-aquatische links is fundamenteel voor een beter inzicht in huidige en toekomstige veranderingen in landgebruik. Studies over C tranfer en processing op stroombekken-schaal zijn niet alleen cruciaal vanuit het perspectief van de globale C cyclus [cfr. 11], maar hebben ook belangrijke lokale en regionale implicaties. Specifiek voor het Tana stroombekken, zorgt de intensieve ontbossing in hogere regio's voor een hoge input aan sedimentmateriaal in het riviersysteem. De stijgende vraag naar energie en water (bvb. voor bestaande en voorziene irrigatieschema's) heeft geleid tot de aanleg van een aantal hydroelectrische reservoirs. Deze menselijke impact heeft ongetwijfeld een impact op de C en nutriëntendynamiek van de stroom, en kan belangrijke cascade-effecten hebben op het functioneren van stroomafwaarts gelegen ecosystemen [bvb., 12]. Organisch materiaal in aquatische systemen kan zijn origine hebben in zowel oude terrestrische C reservoirs (bodems of verwering van gesteenten), recente terrestrische- of oevervegetatie, of in-situ (autochtone) aquatische productie. Deze worden gekenmerkt door verschillende reactiviteit, wat leidt tot preferentiële afbraak, stockage in sedimenten of verder transport naar de kustzone [6, 13]. Om deze complexe interacties te ontwarren, combineert dit voorstel twee complementaire types expertise: state-of-the-art isotopen analysetechnieken en geïntegreerde modellering van reactief transport. De analytische technieken spitsen zich toe op specifieke proxies die de origine en processing van verschillende bronnen van organisch materiaal in het Tana stroombekken traceren. De opkomst van nieuwe technieken gebaseerd op de isotopensignatuur van specifieke microbiële groepen (op bepaalde biomerkers) en opgelost organisch C (DOC) maken het nu mogelijk om complexe C pathways op verschillende schalen te ontcijferen [bvb., 14-15]. Ook wat betreft modellering werden krachtige biogeochemische modelleringstools ontwikkeld die het verwerken van organisch materiaal in sedimenten en aquatische milieu's simuleren [16-17]. Tot nog toe maken deze modellen echter geen onderscheid tussen isotopen (m.a.w. zijn niet bron-specifiek). In dit voorstel zullen we de modelformulaties uitbreiden om de omvangrijke dataset aan proxies te integreren, om zo te komen tot een kwantitatief beeld van processing van organisch materiaal in het Tana River stroombekken. De combinatie van state-of-the-art isotopentechnieken met reactief transport modellering is vernieuwend, en vormt een originele benadering voor het bestuderen van C cycli in het natuurlijk milieu. DOELSTELLINGEN Het algemene doel van dit voorstel is het uitbreiden van onze kennis over het biogeochemisch functioneren van tropische aquatische systemen, en het nader bekijken van de link met het terrestrisch milieu. De volgende doelstellingen worden vooropgesteld: (i) de impact onderzoeken van landgebruik, vegetatiepatronen, en bodemeigenschappen in het stroombekken op de origine en biogeochemische processing van organisch materiaal in tropische aquatische systemen; (ii) bijdragen tot een beter begrip van de metabole balans en CO2 sink/source sterkte van tropische rivieren, en dit te relateren aan laterale inputs vanuit het terrestrische milieu; (iii) het toepassen van 13C en 15N aanrijkingsexperimenten als een innovatieve benadering om de organisch-minerale associatie (en dus, preservatie) van organisch materiaal langsheen het land-oceaan continuum te onderzoeken; (iv) het potentieel achterhalen van reactief transport modellering om de oorsprong, transport en lot van suspensiemateriaal, particulair en opgelost organisch C langsheen de loop van een tropisch rivierennetwerk te beschrijven. Organisaties: • Scheikunde
Onderzoekers: • Filip MEYSMAN • FRANK DEHAIRS
Analyse van stalen op cadmium- en loodopstapeling in nieren, lever en beenderen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een dienstverleningsopdracht tussen het onderzoeksinstituut Universiteit Antwerpenen enerzijds en Ministry of Health Sri Lanka (MOH Sri Lanka), anderzijds. UAntwerpen levert aan MOH Sri Lanka de onderzoeksresultaten naar "Analyse van stalen op cadmium/loodconcentratie in lever, nieren en beenderen" onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Pathofysiologie
Onderzoekers: • Patrick D'Haese
Optimalisering van de zindelijkheidstraining bij gezonde jonge kinderen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de UZA. UA levert aan de UZA de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties:
• Translationele Neurowetenschappen (TNW)
Onderzoekers: • Jean Jacques Wyndaele • Nore Kaerts
Preklinisch onderzoek naar de rol en het mechanisme van MDM2 "small molecule" inhibitoren in combinatie met conventionele chemo- en/of radiotherapie, onder normoxische condities. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de UZA. UA levert aan de UZA de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Moleculaire beeldvorming, Pathologie, Radiotherapie & Oncologie (MIPRO)
Onderzoekers: • Filip Lardon
Belang van low-fluid shear in de interactie van darm micro-organismen met de gastheer Universiteit Gent Abstract: Mucosale bacteriën in de darm maken nauw contact met de gastheer en hebben een groot potentieel om de gezondheid te beïnvloeden. In de mucosale omgeving heersen specifieke laminaire stromingsprofielen en lage schuifkrachten die leiden tot gewijzigde genexpressie bij zowel bacterie als gastheer. Aangepaste in vitro technologie maakt het mogelijk deze omstandigheden na te bootsen en te onderzoeken. Organisaties: • Vakgroep Biochemische en microbiele technologie
Onderzoekers: • Tom Van de Wiele
VIB-Geïntegreerde moleculaire studie van het spectrum van Lewy Body aandoeningen Universiteit Antwerpen Abstract: 'Lewy body hersenziekten' is een verzamelnaam voor aandoeningen met specifieke hersenletsels, Lewy bodies genaamd. De ziekte van Parkinson, Parkinson dementie en Lewy body dementie zijn belangrijk spelers in dit ziektespectrum en vertonen sterk overlappende klinische kenmerken die leiden tot een significante invaliditeit en beperking van de levenskwaliteit. Een accurate differentiële diagnose in de vroegste stadia van de ziekte is belangrijk voor prognose en behandeling, maar wordt bemoeilijkt door de klinische overlap. Lewy body hersenziekten vormen dus een belangrijk sociaal-economisch probleem in afwezigheid van vroeg-diagnostische hulpmiddelen en therapieën die gericht zijn op de bescherming van hersencellen. Om deze ontwikkelingen te bespoedigen is een grondige kennis nodig van de oorzaken en mechanismen van de Lewy boy hersenziekten. Onze huidige kennis vloeit voornamelijk voort uit de identificatie en studie van defecten in erfelijke dragers die leiden tot familiale vormen van de ziekte van Parkinson. Ongeveer 80% van de erfelijke factoren die een rol spelen in het ontstaan van Lewy body hersenziekten is momenteel nog niet gekend en het is dus van groot belang dat we gebruik maken van de allernieuwste technologieën en onze jarenlange ervaring om nieuwe factoren, genen genaamd, te identificeren. We beginnen onze zoektocht met de identificatie van nieuwe genen in Belgische families en zullen verder het spectrum van erfelijke variaties bestuderen in een uitgebreide groep patiënten met Lewy body hersenziekten. We zullen ook de effecten van de erfelijke defecten op de functie van hersencellen verder onderzoeken omdat dit zeer belangrijk is in de verdere dissectie van de onderliggende ziektemechanismen. De combinatie van erfelijke, klinische en functionele informatie zal leiden tot het ontdekken van gelijkenissen en verschillen tussen de verschillende ziekten van het spectrum wat zal bijdragen aan een meer accurate diagnose en gepersonaliseerde behandelingen. Organisaties: • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Jessie Theuns
Gemeentelijke partij-afdelingen en de gemeenteraadsverkiezingen van 2012: organisatie en strategieën Vrije Universiteit Brussel Abstract: Centrale thema is de mate waarin het lokale niveau als een relatief autonome niveau in de organisatie van de partij functioneert. Organisaties: • Politieke Wetenschappen
Onderzoekers: • CHRISTIAN DESCHOUWER
DaCoTa: Verzamelen, overbrengen en analyseren van verkeersveiligheidsdata Universiteit Hasselt Abstract: Verkeersveiligheidsbeleid moet gebaseerd zijn op wetenschappelijke kennis en het verenigen van relevante Europese kennis is de meest efficiënte manier om kennis om te zetten in beleid. DaCoTa heeft tot doel beleidmakers geschikte data, informatie en instrumenten te bieden ter ondersteuning van het beleid. In vroegere en huidige EU projecten werd reeds een verscheidenheid aan data, informatie en methodes verzameld en dit zal zich verderzetten in de toekomst. Het is echter tijd om deze grote hoeveelheid relevante kennis toegankelijk en rechtstreeks bruikbaar te maken voor de ontwikkeling van verkeersveiligheidsbeleid en beslissingen. Organisaties: • Verkeersveiligheid • Verplaatsingsgedrag • Instituut voor Mobiliteit
Onderzoekers: • Tom BRIJS • Gerhard WETS • Elke HERMANS
Celebrity-activisme: Een empirisch onderzoek naar de samenwerking tussen sociale bewegingen en bekende Vlamingen. Universiteit Antwerpen Abstract: Een analyse van de impact van het toenemende celebrity-activisme: de samenwerking tussen het maatschappelijke middenveld en Bekende Vlamingen. Dit omvat de invloed van het celebrity-activisme op inhoud en werking van sociale bewegingen en op de relaties van deze organisaties met de burgers-consumenten. Een comparatief case design wordt ingevuld met een multimethodische dataverzameling en analyse. Organisaties: • Media, beleid en cultuur (MPC)
Onderzoekers:
• Peter Van Aelst • Hildegarde Van den Bulck
Celtype-specificiteit in plantenhormoonwerking Universiteit Gent Abstract: Het doel van dit project is bij te dragen tot de kennis van de regulatie van plantenhormoonsignalisatie pathways. De specifieke objectieven zijn de celspecifieke effecten van ethyleen en gibberellines in scheutgroei te ontsluieren en een licht te werpen op de rol van bepaalde sleutelfactoren in dit proces. De analyses zullen zich toespitsen op foto-en skotomorfogenese van zaailingen en hun fototropische respons. Organisaties: • Vakgroep Plantenbiotechnologie en Genetica
Onderzoekers: • Dominique Van Der Straeten
Bepaling van de biologische controle op de vrijstelling van Si in bovenstroomse ecosystemen. Universiteit Antwerpen Abstract: Antropogene wijzigingen in landgebruik haddengedurende de laatste millenia een sterke invloed hadden op het voorkomen van biota en op bodemvorming. Wijzigingen in landgebruik kunnen een sterk effect hebben op de export van koolstof, stikstof en verweringsproducten. De schrale kennis van de biologische component in de Si biogeochemie genereert een uitdaging om het effect van dit gewijzigde landgebruik op de Si cyclus te voorspellen. Doel van het project is om dit fundamenteel kennishiaat op te vullen. We willen meer inzicht krijgen in hoe de siliciumcyclus wordt beïnvloed door menselijk ingrijpen in een rivierbekken met een gematigd klimaat. Dit willen we bereiken via een gedetailleerde en geïntegreerde analyse van siliciumvoorraden, 'pathways', fluxen en omzettingen, met gebruik van geavanceerde analysetechnieken. In deze context is het scheldebekken extra interessant omdat het hogere Dsi concentraties heeft dan andere systemen wereldwijd, en dit is potentieel gelinkt aan menselijke invloed. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire • Eric Struyf
De rol van de insuline-achtige groeifactor IGF-I in de bescherming en regeneratie van hersenweefsel na inductie van transiënte focale ischemie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Cerebrale ischemie is de meest voorkomende oorzaak van invaliditeit bij volwassenen. Hersenbeschadiging door ischemie wordt veroorzaakt door necrose en apoptose van hersencellen, en leidt tot opregulatie van IGF-I expressie in het CZS, maar de maximale concentraties worden pas bereikt na 5 dagen of zelfs enkele weken. Uit de literatuur blijkt dat toediening van de anti-apoptische insulineachtige groeifactor IGF-I tot enkele uren na inductie van cerebrale ischemie in proefdieren leidt tot een aanzienlijke vermindering in celdood en weefselschade. Deze studie onderzoekt de rol van IGF-I in neuroprotectie en regeneratie van neuraal weefsel na inductie van een tijdelijke focale ischemie. Hierbij richten we ons voornamelijk op: 1) Het mechanisme betrokken bij de neuroprotectieve effecten van exogeen IGF-I na inductie van tijdelijke focale ischemie door toediening van endotheline-1. 2) De directe effecten van IGF-I op inflammatoire reacties in het CZS. 3) De rol van lokaal in het CZS geproduceerd IGF-I in overleving van neuronen en regeneratie. Dit zal worden onderzocht in een cel speciefieke knock out muizen voor IGF-I. 4) het therapeutisch potentieel van IGF-I in cerebrale ischemie. Hiertoe zullen we in ratten de effecten van intraveneus toegediend IGF-I vergelijken met de effecten van centraal toegediend IGF-I, en de distributie van IGF-I in de hersenen van deze dieren bepalen na beide toedieningswijzen. Organisaties: • Farmacologie
Onderzoekers: • RON KOOIJMAN
Het consumptielandschap in kaart gebracht: digitalisatie van negentiende-eeuwse adresboeken van Antwerpen en Brugge Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project wil een database opstellen van adresboeken, en dit voor drie goedgekozen sample-jaren (1837, 1867 en 1897) en voor twee verschillende, maar complementaire steden, Antwerpen en Brugge. Adresboeken zijn onderbenutte bronnen die echter unieke informatie geven rond het morfologisch, sociaal en economisch functioneren van steden. Deze database zal aanvankelijk gebruikt worden in het kader van eigen onderzoek naar de retail-infrastructuur en consumptiepatronen in negentiende-eeuwse steden. Daarna is het de bedoeling de database online te zetten voor breder gebruik door de historisch geïnteresseerde onderzoeksgemeenschap. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Ilja Van Damme
Oriëntalisme en Franz Cumont: zijn visie op ?Oost? en ?West? binnen de Altertumswissenschaft van de late negentiende en vroege twintigste eeuw. Universiteit Gent Abstract: Cumont biedt een uniek wetenschappelijk dossier: hij publiceerde ca. 800 titels over de religieuze en culturele interactie tussen het antieke Midden-Oosten en het Westen. Hij correspondeerde met toonaangevende geleerden, en schreef dagboeken over zijn reizen in het MiddenOosten wanneer dit onder Europese koloniale controle kwam. Deze diverse communicatiecontexten bieden een unieke gelegenheid voor een genuanceerde reflectie over oriëntalisme and postkolonialisme. Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Onderzoekers: • Danny Praet
Onderzoek naar de betekenis van het solidariteitsbeginsel in het Europees recht. Universiteit Antwerpen Abstract: Het solidariteitsbeginsel krijgt gaande weg meer en meer betekenis in het Europees recht. Dit blijkt op de eerste plaats uit de reeds bestaande Europese verdragen en de versterking van het solidariteitsbeginsel door het Verdrag van Lissabon en het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie. Dit blijkt tevens uit de meest recente evolutie van de rechtspraak van het Hof van Justitie bij de toepassing van onderdelen van het gemeenschapsrecht zoals het Europees burgerschap, de interne markt en het mededingingsrecht. De bedoeling van het onderzoek is te analyseren waar en op welke manier het Europees recht inhoud geeft aan het solidariteitsbeginsel. De resultaten van dit onderzoek zullen geplaatst worden naast de invulling die aan dit begrip wordt gegeven in de Europese Open Methode van Coördinatie en in het sociaal recht en beleid van lidstaten. Hieruit zouden dan besluiten moeten kunnen getrokken worden m.b.t. de vraag of er in deze Europese context een coherentie invulling en visie bestaat op het solidariteitsbeginsel. Organisaties: • Sociale Concurrentie en Recht
Onderzoekers: • Anne-Marie Van den Bossche • Bea Cantillon • Herwig Jacobus Maria Verschueren
Deelname van de UA, UGent en VUB in het CERN CMS (Compact Muon Solenoïd) experiment aan de LHC (Large Hadron Collider) in CERN. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project maakt deel uit van de zg. Big Science financiering voor deelname aan grote internationale onderzoeksfaciliteiten. De financiering laat de deelname toe aan het CMS experiment in CERN en behelst logistieke steun onder de vorm van personeel, bijdragen tot de 'Maintenance and Operation' van de detector en uitbouw van lokale GRID infrastructuur. Organisaties: • Natuurkunde
Onderzoekers: • WALTER VAN DONINCK • STEFAAN TAVERNIER • CATHERINE DE CLERCQ • Jorgen D'HONDT
Identificatie van nieuwe dynamische mutaties geassocieerd met mentale retardatie. Universiteit Antwerpen Abstract: Met dit project willen we onze inzichten in de rol van dynamische mutaties bij mentale retardatie vergroten. Aan de hand van moleculaire technieken (MS-MLPA, MSP, array-MLPA) zullen we nieuwe zeldzame fragiele plaatsen ter hoogte van een CGG-repeat in het genoom identificeren en de bijhorende genen karakteriseren. Geselecteerde genen waarvan de betrokkenheid bij het ontstaan van mentale retardatie bij de mens het meest waarschijnlijk lijkt, worden vervolgens onderworpen aan een gedetailleerde functionele karakterisering o.a. door gebruik te maken van diermodellen. Organisaties: • Cognitieve Genetica (COGNET)
Onderzoekers: • Frank Kooy • Sofie Metsu
ICatcher in the Sky Universiteit Hasselt Abstract: ICatcher in The Sky is de belichaming van een driedimensionale dromenvanger. Het is een metersgrote bol waarop, met behulp van 4 projectoren, een naadloos beeld op het oppervlak wordt gecreëerd. Het resultaat is een visualisatie van 'de droom'. De droom kunnen we omschrijven als een gedachtenstroom, wat resulteert in een constant transformerende en ongekadreerde beeldenstorm. We krijgen krachtige visuele illusies te zien in allerlei kleuren en vormen. Abstract, filmische, herkenbare en desorienterende beelden passeren de revue. De abstracte en ritmische videobeelden, geinspireerd door de wereld gezien onder een microscoop, bepalen voortaan het uitzicht van de ballon. Op een gegeven moment schijnen de abstracte vormen terug te veranderen in herkenbare beelden, beelden van andere werkelijkheden. De geometrie van de dromenvangen zorgt ervoor dat we kaderloze beelden te zien krijgen, referend naar de eindeloos vele vormen van een droom. Want dromen zijn hoogst persoonlijk, maar toch een cultureel gegeven, waardoor ze een universeel karakter hebben. De projecties gaan samen met een voor het project gecomponeerde soundtrack, wat de beelden kracht bijzet. ICatcher toont ons de metamorfose van beelden door middel van 360° videoprojecties. Om ervoor te zorgen dat de rechthoekige beelden perfect passen op de bolvorm, wordt gespecialiseerde software gebruikt die het geprojecteerde beeld rekt en maskeert. Deze techniek wordt videoprojectiemapping genoemd, een techniek waarbij ongeveer elk oppervlak wordt omgezet in een dynamisch videoscherm. De meest geavanceerde videomappings zijn gebaseerd op structured light scanning, projectie-warping en edge-bleding voor multiprojectie. De bedoeling is daar ook nog image-based lighting aan toe te voegen. Image-based lighting is een techniek waarbij een beeld wordt gebruikt van het omgevingslicht ) een 360° panorama is hiervoor ideaal - om 3D-modellen fotorealistich weer te geven. Door op een bol-vorm te projecteren krijgen we een beeld zonder kader of rand, en krijgen we het gevoeld dat de projectie iets tastbaar is. Organisaties: • Expertisecentrum voor Digitale Media • Expertisecentrum voor Digitale Media
Onderzoekers: • Philippe BEKAERT • Johannes TAELMAN
Onderzoek naar de performantie van een Nederlandstalig zoeksysteem dat gebruik maakt van de vertaalde MeSH-termen Hogeschool Gent Abstract: We leven in een informatie-maatschappij: het internet brengt informatie die voor de vorige generatie wetenschappers nog ontoegankelijk was binnen handbereik van de gewone leek. Het komt er op aan niet te verdrinken in deze informatiepoel, en efficiëntie als norm te stellen. Een van de factoren die een efficiënte zoektocht naar digitale publicaties in de weg kunnen staan, is de taal. Dit onderzoek spitst zich toe op de biomedische sector, waar het Engels de voertaal is. In hoeverre dit de efficiëntie van een zoekopdracht in PubMed beïnvloedt, zal blijken uit een eerste deelonderzoek. Vervolgens wordt een systeem van ‘federated search’ opgebouwd, waarmee zowel in het Engels als in het Nederlands naar digitale publicaties kan worden gezocht. Belangrijk voor dit doctoraatsonderzoek is dat er duidelijkheid heerst over de soorten retrievalsystemen. Een theoretische studie
van de begrippen “thesaurus”, “ontologie”, “gecontroleerde vocabularia”, en “topic maps” vormt een derde deel van dit doctoraatsproject Ten slotte zal de performantie (“recall and precision”) van het Engels-Nederlandse zoeksysteem in een empirisch onderzoek worden getest. Organisaties: • Departement Vertaalkunde • Vakgroep Taaltechnologie • Vakgroep Engels
Onderzoekers: • Joost Buysschaert • Klaar Vanopstal
Onderzoek naar nieuwe resistentiemechanismen in fluoroquinolone resistente Mycobacterium tuberculosis. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds een privé-instelling. UA levert aan de privé-instelling de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Laboratorium voor Microbiologie, Parasitologie en Hygiëne (LMPH)
Onderzoekers: • Leen Rigouts • Nele Coeck
Behandeling van multipel myeloom in de muis door RNA interferentie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het doel van dit project is het ontwikkelen van specifieke nanobodies die myeloma cellen kunnen targeten. Dit zal in eerste instantie in vitro getest worden, gevolgd door bio-imaging in vivo en ten slotte, wanneer specificteit bewezen, kunnen deze gekoppeld worden aan vb. siRNA. Hiermee zal getracht worden de systemische toxische effecten van bepaalde behandelingen te verminderen. Organisaties: • Hematologie • Toegepaste Biologische Wetenschappen • Medische Beeldvorming en Fysische Wetenschappen
Onderzoekers: • Tony LAHOUTTE • SERGE MUYLDERMANS • Karin VANDERKERKEN • VICKY CAVELIERS • PETER KRONENBERGER • Isabelle VANDE BROEK
De rol van genetische diversiteit bij het verklaren van het invasiesucces van niet-inheemse soorten. Universiteit Antwerpen Abstract: De kans dat een niet-inheemse soort zich kan vestigen en invasief worden in zijn nieuw verspreidingsgebied hangt af van de interactie tussen soortspecifieke kenmerken en eigenschappen van het geinvadeerde ecosysteem. Ondanks dit inzicht blijft het moeilijk om te voorspellen welke soorten invasief kunnen worden in een bepaald gebied, of om te verklaren waarom sommige introducties succesvol zijn waar andere falen. Dit komt, minstens ten dele, omdat de rol van genetische diversiteit en variatie tijdens het invasieproces tot nu toe sterk onderbelicht gebleven is. Deze pilootstudie zal gebruik maken van de invasie van Europa door de Afro-Aziatische halsbandparkiet (Psittacula krameri) om na te gaan in welke mate dat de genetische variatie binnen een populatie samenhangt met de populatiegroei en geografische uitbreiding van die populatie. Ook zal er onderzocht worden of de genetische variatie tussen de Europese parkietpopulaties gerelateerd is aan klimaatsfactoren. Dit project zal nieuwe kennis opleveren over de rol van (intraspecifieke) genetische variatie tijdens het invasieproces. Deze inzichten kunnen dan toelaten om populaties te identificeren die het meeste kans maken om zich snel aan de heersende en toekomstige (klimaat)omstandigheden aan te passen, of om in te schatten hoe het invasief karakter van populaties kan veranderen met klimaatsverandering. Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Diederik Strubbe
Geavanceerde kwantitatieve tomografische beeldreconstructie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het doel van dit project is het ontwikkelen van geavanceerde technieken voor efficiënte kwantitatieve 3D microgolf beeldverwerking. Organisaties: • Elektronica en Informatica
Onderzoekers: • JAN CORNELIS
Ontwikkelen en fundamentele evaluatie van hoge efficëntie capillaire vloeistofchromatografie. Universiteit Gent Abstract: Dit project is gericht op het gebruik van cappilaire kolommen in vloeistofchromatografie. Meer gevoelige MS detectie kan bekomen worden met capillaire LC door de sterk verhoogde ionisatieefficientie en, door de sterk verlaagd thermische massa, kunnen er heel wat voordelen ui hoge temperatuur micro- LC met monolitische verwacht worden. Het project is o.a. gericht op het vervaardigen van zo lang mogelijke cappilaire kollomen voor hoog- resolutie vloeistofchromatografiescheidingen en op hun gebruik voor de analyse van complexe monsters. Organisaties: • Vakgroep Organische chemie (WE)
Onderzoekers: • Patrick Sandra • Frederic Lynen
Structureel en functioneel onderzoek van nieuwe microbiële en nematoden globines. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties:
• Proteïnechemie, proteoomanalyse en epigenetische signalisatie (PPES)
Onderzoekers: • Sylvia Dewilde • Luc Moens • Sabine Van Doorslaer
Onderzoek in het domein van de jeugdliteratuur in de Lage Landen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht toegekend door de Universiteit Antwerpen. De promotor levert de Universiteit Antwerpen de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd door de universiteit. Organisaties: • Literatuur van de moderniteit
Onderzoekers: • Vanessa Joosen
Bacteriële bladsymbiose in tropische Rubiaceae: oorsprong, (co-)evolutie en functie. Universiteit Antwerpen Abstract: De hoofddoelstelling van dit project is inzicht verwerven in de evolutie en functie van bacteriële bladsymbiose binnen de Rubiaceae. Concreet willen we de volgende vragen beantwoorden: 1. Wanneer en hoe is bacteriële bladsymbiose ontstaan in verschillende genera van de Rubiaceae? 2. Is er congruentie tussen de fylogenie van de gastheerplant en de endosymbiont? 3. Op welk niveau en vooral via welke mechanismen levert deze bladsymbiose voordelen op voor plant en bacterie? Organisaties: • Plantengroei en -ontwikkeling
Onderzoekers: • Els Prinsen
Opstellen van een Biotisch Ligand Model (BLM) voor de metalen koper en cadmium in mariene en estuariene milieus aan de hand van de Europese zeebaars (Dicentrarchus labrax). Universiteit Antwerpen Abstract: In deze studie wordt getracht een BLM op te stellen voor mariene en estuariene omgevingen. Het doel van dit BLM is om een model op te stellen waarin zowel de sterke invloed van plaats specifieke omgevingsfactoren zoals hardheid, chemische speciatie, pH, temperatuur en saliniteit alsook de sterke invloed van fysiologische eigenschappen van het oganisme omvat worden om zo de biobeschikbaarheid van de metalen te kunnen evalueren. Zo zou er een mogelijkheid kunnen ontstaan om in de toekomst plaats specifieke waterkwaliteitsnormen op te stellen. Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Gudrun De Boeck • Marjan Diricx
De modernisatie van de Westerse wereld. Een internationale historisch-comparatief onderzoek naar huwelijkspartnerkeuze (1800-1914). Universiteit Gent Abstract: Dit project beoogt een historisch-comparatieve analyse van partnerkeuze naar sociale origine, geogragische origine en leeftijd op basis van grootschalige internationale datasets. Op basis hiervan worden de modernisatiehypothesie en alternatieve verklaringen voor de evolutie van maatschappelijke openheid onderzocht. Bijzondere aandacht gaat naar trends, samenhang tussen de verschillende partnerkeuze dimensies en kwetsbare groepen. Organisaties: • Vakgroep Sociologie
Onderzoekers: • Bart Van de Putte
De determinanten van de liquiditeitsimpact van financiële analisten – Een kwantiel-regressie aanpak Hogeschool-Universiteit Brussel Abstract: De belangrijke rol die financiële analisten vervullen op de financiële markten heeft aanleiding gegeven tot onderzoek (i) dat de invloed van analisten op informatieve efficiëntie van kapitaalmarkten analyseert (Lys en Soh, 1990; Womack, 1996; Barber et al., 2002), (ii) dat nagaat op welke wijze de financiële analisten de verspreiding van informatie beïnvloeden (Lobo en Mahmoud, 1989; Ayers en Freeman, 2003) en (iii) dat inzicht tracht te verwerven in de wijze waarop de fouten in de voorspelling van analisten kunnen worden gebruikt als een signaal om trading strategieën te implementeren (Frankel en Lee, 1998; Hughes et al., 2008). Er is echter weinig onderzoek verricht naar het effect van de financiële analisten op de liquiditeit van een aandeel. In dit project onderzoeken we het effect van voorspellingen van financiële analisten op de liquiditeit van een aandeel. In tegenstelling tot bestaand onderzoek onderzoeken we de directe impact van voorspellingen van individuele analisten op de liquiditeit van een aandeel. We onderzoeken ook de determinanten van de liquiditeitsimpact van financiële analisten d.m.v. kwantielregressie, waarbij we controleren voor endogeneiteit onder de factoren die de liquiditeit van het aandeel beïnvloeden. Deze twee onderzoeksvragen vormen belangrijke bijdragen tot de bestaande literatuur en bieden sterke onderzoeksmogelijkheden op het snijpunt van onderzoek naar het gedrag van financiële analisten en onderzoek naar de microstructuur van financiële markten Organisaties: • HUBrussel - Financien, Accountancy & Tax Onderzoek
Onderzoekers: • GEERT VAN CAMPENHOUT • KRIS BOUDT
Een chimerisch eiwit vaccin met antigenen van Mycoplasma hyopneumoniae: ontwikkeling en efficaciteit tegen enzoötische pneumonie bij varkens Universiteit Gent Abstract: Mycoplasma hyopneumoniae is het oorzakelijk agens van enzoötische pneumonie bij varkens, een van de belangrijkste varkensziekten. Het doelstelling van het onderzoek is om na te gaan in welke mate een recombinant chimerisch antigen van M. hyopneumoniae, gefuseerd met het B-subunit van het hittelabiel enteroxine van E. coli, bescherming biedt tegen experimentele infectie met M. hyopneumoniae. Organisaties: • Vakgroep Verloskunde, voortplanting en bedrijfsdiergeneeskunde
Onderzoekers: • Dominiek Maes
Antimicrobieel gebruik, project EO1669. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een dienstverleningsopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds WHO. UA levert aan WHO de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Herman Goossens
Genetische stabiliteit in humane embryonale stamcellen (hESC): genen verantwoordelijk voor het fenotype van hESC en vergelijking met geïnduceerde pluripotente cellen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Inleiding Sinds 2002 leiden wij menselijke embryonale stamcellen (hESC) af uit embryo's die overtollig zijn na in vitro fertilisatie (IVF) of die aangetast bleken te zijn na preimplantatie genetische diagnose (PGD). Dit project is een samenwerking tussen de Centra voor Reproductieve Geneeskunde (CRG) en Medische Genetica (CMG) van het UZBrussel en de Vakgroep Embryologie en Genetica (EMGE) van de VUB. Op dit ogenblik beschikken wij reeds over 26 stamcellijnen, waarvan 18 drager zijn van één of twee genetische mutaties. Deze lijnen zijn een belangrijk model voor onderzoek gebleken zowel op het vlak van de biologie van hESC als van hESC als model voor monogene aandoeningen (Mateizel et al., 2006, Ullmann et al., 2007, Caufmann et al., 2006 en De Temmerman et al., submitted), en hebben geleid tot een aantal internationale samenwerkingsverbanden. HESC met of zonder genetische mutaties zijn van groot belang voor toepassingen in drug development, toxicologie studies en regeneratieve geneeskunde. Daarom zijn wij gestart met onderzoek ten gronde van de (epi)genetische stabiliteit van deze cellen, om hun bruikbaarheid als onderzoeksmodel en in celtherapie na te gaan (zie ook FWO G.0166.08). Dit onderzoek heeft reeds een aantal interessante resultaten opgeleverd, zoals in het eerste deel van dit project voorgesteld. Eind 2007 verschenen een aantal belangwekkende artikels over het reprogrammeren van somatische cellen. De groep van Takahashi et al. (2007) en Yu et al. (2007) beschreven dat vb huidfibroblasten door transfectie met slechts vier genen konden gereprogrammeerd worden tot pluripotente cellen (iPSC), die in veel opzichten dezelfde kenmerken vertoonden als hESC. Deze iPSC zouden een betere bron van materiaal zijn dan hESC om ooit gebruikt te worden in regeneratieve geneeskunde, omdat patiënt-eigen cellen worden geproduceerd zonder gevaar voor afstoting. Bovendien zouden ethische bezwaren tegen het vernietigen van embryo's niet meer gelden. Nochtans is er nog een lange weg af te leggen voor deze methodologie bruikbaar is: door het inbrengen van een oncogen (C-MYC) veroorzaken getransplanteerde iPSC kanker, en bovendien brengt het gebruik van retro- of lentivirussen als vector op zichzelf gevaren mee. Het ontwikkelen van methodes die gebruik maken van niet-insererende vectoren, of zelfs puur biochemische methodes, dringt zich op. Het voorgestelde project bestaat dus uit twee luiken en heeft als doelen: 1. Verder onderzoek van de epigenetische stabiliteit op de hESC die door ons werden afgeleid, en onderzoek van oorzaak en de gevolgen van de reeds geïdentificeerde abnormaliteiten. Doelen: a. Identificatie van de genen betrokken bij pluripotentie gelegen op afwijkende chromosoomfragmenten b. Identificatie van oorzaken van (epi)genetische afwijkingen c. Evaluatie van de veiligheid van deze cellen in regeneratieve geneeskunde 2. Ontwikkelen van de methodologie voor het bekomen van iPSC en vergelijking van (epi)genetische stabiliteit van iPS en hESC Doelen: a. IPSC bekomen met dynamische mutaties, eg DM1, HD, FRAXA, en deze cellen gebruiken als model b. Vergelijken van hESC en iPSC op vlak van (epi)genetische stabiliteit c. Ontwikkelen van andere methoden voor het bekomen van iPSC Organisaties: • Embryologie en Menselijke Genetica
Onderzoekers: • INGEBORG LIEBAERS • KAREN SERMON • CLAUDIA SPITS
Moleculaire genetica en functionele genomica van frontotemporaal kwab degeneratie. Universiteit Antwerpen Abstract: Frontaalkwabdegeneratie (FTLD) vormt een groep van klinisch heterogene aandoeningen die veroorzaakt worden door een progressief neuronaal verlies in de frontale en temporale cortex. Motorneuron ziekte (MND) en parkinsonisme compliceren de ziekte in tot 15% van de patiënten en overlap met symptomen van Alzheimer dementie (AD), corticobasaal syndroom (CBS) en progressieve supranucleaire palsy (PSP) zijn niet ongewoon. In de leeftijdscategorie onder 65 jaar is FTLD de tweede meest voorkomende vorm van neurodegeneratieve dementie na AD. Er bestaan geen preventieve of curatieve behandelingen. Om afdoende therapieën te ontwikkelen moeten we de pathologische mechanismen die leiden tot de neurodegeneratieve processen in de hersenen van de patiënt beter begrijpen. Moleculair genetisch onderzoek is een efficiënte manier om deze mechanismen bloot te leggen voor verder celbiologisch onderzoek. FTLD heeft een sterke genetische component: bij tot 50% van de patiënten wordt familiale aggregatie waargenomen wat op hoogpenetrante genetische factoren wijst. Mutaties in vier genen werden aangetoond in autosomaal dominante vormen van FTLD en een frequente variant die de expressie van TMEM106B beïnvloedt werd aangetoond het genetische risico op FTLD te beïnvloeden. Verdere genetische heterogeniteit bestaat met een belangrijke ziektelocus op chromosoom 9p. We zullen onze kennis van de biochemische pathways die bijdragen tot de etiologie van FTLD uitbreiden met geavanceerde moleculair genetisch en genomische strategieën. Familiale FTLD patiënten die niet verklaard worden door mutaties in gekende genen zullen onderzocht worden om nieuwe FTLD genen op te sporen, inclusief het chromosoom 9p gen. Nieuwe risicogenen en genen die de ziekte beïnvloeden zullen opgespoord worden in een uitgebreide populatie van FTLD patiënten. Als direct resultaat van dit onderzoek kan verbeterde moleculair diagnostiek geboden worden aan de patiënten en hun familie om het traject tot een correcte diagnose en behandeling aanzienlijk in te korten. Verder zullen de resultaten die in dit project beoogd worden de basis vormen voor celbiologische opvolgingsstudies van de functie en dysfunctie van pathways die bijdragen tot neurodegeneratie in FTLD. Organisaties: • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Marc Cruts • Julie van der Zee • Ilse Anne-Maria Leo Gijselinck
Karakterisatie van de rol van MALT1 paracaspase in antivirale signalisatie Universiteit Gent Abstract: MALT1 is een intracellulair protease dat tot op heden vooral werd bestudeerd omwille van zijn rol in antigen geïnduceerde signaaltransductie in lymfocyten bestudeerd. In dit project wensen we echter de rol van MALT1 bij aangeboren immuunresponsen tegen virale infecties te bestuderen. We concentreren ons hierbij op de rol van MALT1 in antivirale signaaltransductie in response op specifieke pathogen herkenningsreceptoren. Organisaties:
• Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Rudi Beyaert • Lynn Verstrepen
Biological Resource Centre (BRC) BCCM/LMBP Universiteit Gent Abstract: BCCM/LMBP staat voornamelijk in voor de lange-termijn-bewaring van recombinante plasmiden, microbiële gastheerstammen en DNA/shRNA/siRNA banken. Via de BCCM-actie kan de collectie haar patrimonium en de gerelateerde gegevens toegankelijk maken voor de (inter)nationale academische en industriële, wetenschappelijke gemeenschap en haar know-how valoriseren d.m.v. een wetenschappelijke dienstverlening aan derden. Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Rudi Beyaert
Vlaams Interuniversitair project voor structurele studies van harde en zachte materie met synchroton straling (ESRFDUBBLE). Universiteit Hasselt Abstract: Dit contract betreft een deelname aan reeds vele jaren lopende interuniversitaire samenwerking onder ESFR = European Synchroton Radiation Facility. Het project zal uitgeveord worden onder de bepalingen zoals gesteld in bijgaand contract. Organisaties: • Anorganische en Fysische Chemie • Instituut voor Materiaalonderzoek
Onderzoekers: • Jules MULLENS
LC-MS/MS-gebaseerde bepaling van intracellulaire folaten in subsets van cellen van het immuunsysteem Universiteit Gent Abstract: Inhoud (max. 60 woorden): Folaattekort beïnvloedt het correct functioneren van het immuunsysteem waarbij de diverse cellen een verschillende hoeveelheid folaten nodig hebben en verschillend reageren op folaattekort. Het doel is na te gaan of dit het gevolg is van een wisselende hoeveelheid intracellulaire folaten of van een wisselende samenstelling aan intracellulaire folaten. De folaatbepalingen gebeuren via LC-MS/MS. Organisaties: • Vakgroep Bioanalyse
Onderzoekers: • Christophe Stove
Metabolisme van designersteroïden en prohormonen met de chimere muis met humane lever. Universiteit Gent Abstract: Het metabolisme van 'nieuwe' anabole steroïden moet gekend zijn om misbruik ervan te kunnen opsporen. Toediening van deze steroïden aan vrijwilligers is echter verboden omdat de toxische eigenschappen onvoldoende gekend zijn. Een vorig project toonde de superieure eigenschappen van een muismodel aan om dit te bestuderen en zal nu ingezet worden om het metabolisme van deze steroïden op te helderen. Organisaties: • Vakgroep Klinische biologie, microbiologie en immunologie
Onderzoekers: • Peter Van Eenoo
VIB-Erfelijke perifere neuropathieën en aminoacyl-tRNA synthetases- identificatie van ziekte-gerelateerde pathways en therapeutische mogelijkheden. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds een privé-instelling. UA levert aan de privé-instelling de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • VIB DMG - Moleculaire Neurogenomica
Onderzoekers: • Albena Jordanova
Realistische evaluatie van zeer laag energieverbruik reversibele ge"integreerde circuits Universiteit Gent Abstract: Reversibel rekenen is een belangrijke stap in de studie van kwantumcomputer-technologie"en. Ons doel is tweeledig: 1. Studie, met metingen op echte reversibele chips, van de impact van de reductie der afmetingen op verbruik en performantie. Na onderzoek van de technologische nodes van 350 en 130 nanometer, mikken wij op de 65 nanometer node. 2. Ontwikkeling van een poort-bibliotheek voor laag energieverbruik, voor elk van de technologische nodes. Organisaties: • Vakgroep Elektronica en informatiesystemen
Onderzoekers: • Stéphane Burignat
Bioelektrochemische systemen als concentratie cellen voor recuperatie van nutrienten en organische stoffen Universiteit Gent Abstract: Biokatalyse kan gecombineerd worden met membraan elektrolyse voor de productie en afscheiding van nutrienten zoals stikstof en kalium. In dit project ontwikkelen we een nieuwe methode om organische zuren uit fermentatie te oogsten naast verbeteren van anaerobe vergisting
Organisaties: • Vakgroep Biochemische en microbiele technologie
Onderzoekers: • Korneel Rabaey
Structureel en functioneel onderzoek van nieuwe microbiële en nematoden globines Universiteit Gent Abstract: Dit project beoogt de structurele en fysico-chemische analyse van microbiële en nematodenglobines waarvan vermoed wordt dat zij nietconventionele eigenschappen kunnen vertonen, met name bacteriële protoglobines en globine-gekoppelde sensoren en eiwitten met duidelijke globinesignatuur van Caenorhabditis elegans. De experimenten omvatten expressieklonering, studie van de ligandbindkarakteristieken, kristallisatie en X-straaldiffractieanalyse en, specifiek voor C. elegans: expressielokalisatie, fenotypeanalyse onder gensilensing en identificatie van gloineinteractiepartners. Organisaties: • Vakgroep Analytische chemie
Onderzoekers: • Jacques Vanfleteren • Luc Moens • Bart Braeckman
Karakterisering van stikstofhoudende en zwavelhoudende verbindingen in hernieuwbare en petrochemische fracties met 2 dimensionele gaschromatografie Universiteit Gent Abstract: Typische fossiele en hernieuwbare fracties bevatten een grootte verscheideenheid aan stikstof en zwavelhoudende componenten in zeer lage concentraties. Een betere karakterisering moet toelaten om een beter inzicht te verweken in de reacties van deze componenten en hun rol in biochemische en petrochemische processen. Organisaties: • Vakgroep Chemische proceskunde en technische chemie
Onderzoekers: • Kevin Van Geem
Historisch onderzoek 30 jaar OVAM Universiteit Gent Abstract: De Openbare Vlaamse Afvalstoffen Maatschappij in historisch perspectief. Naar aanleiding van de dertigste verjaardag van de afvalstoffenmaatschappij ontstond in 2010 een samenwerking tussen het Instituut voor Publieksgeschiedenis (UGent) en de OVAM, met als doel een vlot toegankelijk boek te schrijven. Om de oprichting van de OVAM te duiden, plaatst het door Torsten Feys geschreven boek de afvalproblematiek en bodemvervuiling in een langetermijnperspectief. Tegen deze achtergrond worden de realisaties, beleidslijnen, interne veranderingen en plannen van de OVAM besproken. Organisaties: • Vakgroep Geschiedenis
Onderzoekers: • Bruno De Wever • Christophe Verbruggen
Regulatie van de novo pyrimidine biosynthese in hyperthemoacidofiele Archaea. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project beoogt de ontrafeling van de regulatorische mechanismen die de expressie moduleren van de genen die instaan voor de novo pyrimidine biosynthese in hyperthermoacidofiele Archaea. Archaea vormen een apart fylogenetisch domein van het leven, naast de Bacteria en de Eukarya. Enerrzijds delen zij een aantal kenmerken met de Bacteria, zoals de morfologie en de organisatie van het genoom. Anderzijds zijn de archaeale informatieverwerkende processen zoals o.a. de replicatie van het DNA, transcriptie en translatie nauwer verwant met de eukaryotische processen. Vele gekarakteriseerde archaeale soorten zijn extremofielen, zo ook de hyperthermoacidofielen die optimaal groeien bij hoge temperatuur en lage pH. Deze organsimen zijn zeer interessant zowel vauit fundamenteel als industrieel perspectief. Het pyrimidine gencluster van de Sulfolobales is met zijn unieke organisatie een interessant modelsysteem zowel voor de studie van basale archaeale gentranscriptie als van pyrimidione-specifieke regulmatie, waarvan nog niets geweten is bij archaea. Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • DANIEL CHARLIER
HPC-UGent: de centrale High Performance Computing infrastructuur van de Universiteit Gent Universiteit Gent Abstract: De centrale High Performance Computing infrastructuur van de UGent maakt deel uit van het Vlaams Supercomputer Centrum en wordt uitgebouwd en onderhouden dankzij de steun van de Universiteit Gent, de Herculesstichting en het departement Economie, Wetenschap en Innovatie van de Vlaamse Overheid. Dankzij deze steun is gebruik van de infrastructuur kosteloos voor onderzoekers van de UGent. Organisaties: • Directie Informatie- en Communicatietechnologie
Onderzoekers: • Ewald Pauwels
In silico Materials Design en experimentele validatie van nieuwe optische coatings (ISIMADE). Universiteit Antwerpen Abstract: Het hoofddoel van dit SBO project is om geavanceerde technieken voor het pragmatisch modelleren van materialen te ontwikkelen. Om de samenwerking met Flamac, waar het experimentele werk verricht wordt, en zijn industriele partners vanaf het begin van het project te stimuleren wordt er gefocusseerd op één klasse van materialen : optische dunne filmen. Deze keuze werd o.a. ingegeven door de hoge technologische relevantie en industriële interesse in Vlaanderen voor deze materialen. Bovendien zijn deze materialen belangrijk in het kader van de milieuproblematiek en verwacht men dat computationeel modelleren een toegevoegde waarde kan bieden. Organisaties: • Elektronenmicroscopie voor materiaalonderzoek (EMAT)
Onderzoekers:
• Dirk Lamoen • Bart Partoens
Aanmaak van autologe T cellen gericht tegen acute myeloide leukemie dmv transductie van hematopoietische stamcellen met een T celreceptor and differentiatie in vitro tot T cellen Universiteit Gent Abstract: In dit project zullen bloedvormende stamcellen getransduceerd worden en zo een T cel receptor tot expressie brengen. We zullen hiervoor T cellen anmaken gericht tegen WT1 en veervolgens de T ce receptorgenen kloneren. Deze gekloneerde genen worden vervolgeens in stamcellen gebracht. Na uitrijpen van deze stamcellen tot T cellen, zullen we de functionaliteit van die cellen testen. Organisaties: • Vakgroep Klinische biologie, microbiologie en immunologie
Onderzoekers: • Bart Vandekerckhove
ALTACRO – Automated Locomotion Training using an Actuated Compliant Robotic Orthosis. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Eind 2007 werd door VUB-OZR aan het consortium bestaande uit verschillende vakgroepen van de faculteit LK en TW een geconcerteerde onderzoeksactie financiering goedgekeurd. Het ALTACRO-project streeft ernaar het neurologisch hertselproces (d.i. het motorisch leren) van deze patiënten te bevorderen door middel van geautomatiseerde gangrevalidatietraining. Hiervoor wordt een pneumatisch geactueerd exoskeleton ontwikkeld door het departement R&MM van de VUB (http://mechvub.ac.be/multibody_mechanics.htm). Een aantal nieuwe uitdagingen in de geautomatiseerde gangrevalidatie technologie zullen in dit project uitgewerkt worden: actieve actuatie van het enkelgewricht, een veilige mens-machine interactie en volledige ondersteuning van het lichaamsgewicht door het exoskeleton. Organisaties: • Biomechanica • Toegepaste Mechanica • Motorische Revalidatie en Kinesitherapie • Menselijke Fysiologie • Anatomie
Onderzoekers: • ERIC KERCKHOFS • PATRICK KOOL • DIRK LEFEBER • PETER VAES • BARTOLD VAN GHELUWE • ROMAIN MEEUSEN • Nicole POULIART
Ontwikkeling van functionele en stabiele hepacytenculturen, inzetbaar in geneesmiddelenonderzoek, via epigenetische modificatiemechanismen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: II. DOELSTELLING Bij onderzoek naar nieuwe geneesmiddelen worden vooral in de preklinische ontwikkelingsfase in vitro modellen in high throughput screening opstelling ingezet om snel een idee te krijgen over de mogelijke toxische effecten en de efficiëntie qua farmacologische werking van de moleculen onder studie. Het hier voorgestelde project situeert zich in het domein van de geneesmiddelenontwikkeling en het testen van bestaande moleculen, namelijk het is de bedoeling om een robuust en functioneel lange-termijn cultuurmodel van hepatocyten te ontwikkelen dat stabiel blijft in functie van de tijd en waarmee nieuwe (en bestaande) moleculen kunnen getest worden. De eerste stappen tot dit innovatief onderzoek werden reeds gezet in vorige FWO-projecten, namelijk door epigenetische modificatie uit te voeren van het celkern chromatine van de cellen door blootstelling aan HDAC-Is. Het doel hier is nu om in vers geïsoleerde rathepatocyten, steunend op de reeds verworven kennis met HDAC-Is, op meer specifieke wijze te interfereren met epigenetisch gereguleerde gentranscriptie door modulatie van (i) HDAC isoenzymen; (ii) DNA methyltransferase (DNMT) isoenzymen en/of (iii) een combinatie van beiden. Vooral de HDAC/DNMT isoenzymen betrokken bij (de)differentiatie, proliferatie en apoptose zijn hierbij interessante targets. De aldus bekomen hepatocyten zouden hierdoor niet alleen een langere leefbaarheid verkrijgen maar ook beter hun gedifferentieerde leverfuncties behouden in functie van de tijd en bruikbare modellen kunnen opleveren in geneesmiddelenonderzoek en het testen van bestaande moleculen. Organisaties: • Toxicologie, Dermato-cosmetologie en Farmacognosie
Onderzoekers: • VERA ROGIERS
Computationeel modelleren van materialen (FWO Vis. Fel., Hasan SAHIN, Turkije). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Theorie van de gecondenseerde materie
Onderzoekers: • Francois Peeters • Hasan Sahin
Aan de wieg van de creatieve economie? Een onderzoek naar de lotgevallen van de alumni van de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen (1846-1866) Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project heeft de ambitie om twee cruciale databanken aan te leggen van Antwerpse bevolkingsregisters (1846 & 1866), die ons een unieke laatste blik bieden op de Antwerpse samenleving vooraleer de oprukkende modernisering haar karakter voorgoed zou veranderen. Deze databanken garanderen een noodzakelijke uitbreiding van mijn huidig onderzoek én een directe impact op zowel het onderwijs als het onderzoek van het hele Departement Geschiedenis. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Dries Lyna
Grootschalige genetische benadering voor de moleculaire karakterisatie van autosomaal recessieve vormen van de neuropathie van Charcot-Marie-Tooth. Universiteit Antwerpen Abstract: We plannen om een grootschalige studie naar de moleculaire basis van ARCMT uit te voeren, daarbij gebruik makend van onze unieke collectie van nucleaire consanguine families afkomstig van verschillende geografische en etnische origine. De gebruikte benadering zal bestaan uit het simultaan nagaan van verschillende ziekteverwekkende loci door middel van grootschalige gentoypering. Hierdoor zullen nieuwe loci, genen en ziekteverwekkende mutaties kunnen worden geïdentificeerd zonder de genetische heterogeniciteit van ARCMT uit het oog te verliezen. Organisaties: • VIB DMG - Neurogenetica • VIB DMG - Moleculaire Neurogenomica
Onderzoekers: • Peter De Jonghe • Albena Jordanova
Reconstructie van Laatglaciale en Holocene klimaatsveranderingen in de zuidelijke hemisfeer aan de hand van een merentransect doorheen Zuid chili (CHILT). Vrije Universiteit Brussel Abstract: DOELSTELLINGEN Het project CHILT stelt zich tot doel om Laatglaciale en Holocene klimaatvariaties te reconstrueren die geregistreerd zijn in lacustriene sedimentaire paleoklimaat-archieven gelegen langsheen een N-S transect doorheen het zuidwestelijke deel van Zuid Amerika, van het Chileense Merendistrict (39°S) in het noorden tot Patagonië (53°S) in het zuiden. Dit deel van Zuid Amerika is uitermate geschikt voor een studie van de ruimtelijke en temporele patronen in klimaatvariabiliteit in de zuidelijke hemisfeer. Het is immers de enige landmassa die zo ver zuidwaarts reikt, hetgeen toelaat continentale archieven uit de gematigde tot hoge zuidelijke breedtegraden rechtstreeks te vergelijken met deze uit Antarctica en de sub-Antarctische eilanden, maar ook met deze uit lagere breedtegraden. Het voorkomen van talrijke grote meren tussen ong. 40° en 55°S (i.e. min of meer samenvallend met de natuurlijke noordelijke en zuidelijke grenzen van het "Southern Polar Front") maakt van deze regio dan ook een echt sleutelgebied voor het voorgestelde onderzoek (b.v. Sugden et al., 2005; Sterken et al., 2008). Twee specifieke doelstellingen worden vooropgesteld: - Doelstelling 1: Een beter inzicht verkrijgen in de deglaciatiegeschiedenis van zuidelijk Zuid Amerika. Teneinde een recent ontwikkeld model voor de deglaciatie van de Patagonische ijskap (Hulton et al., 2002) verder te testen en te verbeteren zijn er bijkomende paleoklimaatreconstructies en geologische data aangaande de deglaciatiegeschiedenis van de betrokken regio nodig. Er blijft immers nog aanzienlijke onduidelijkheid over het preciese tijdstip en de snelheid en manier waarop de ijskap zich terugtrok (e.g. Lowell et al., 1995; McCulloch & Davies, 2001; Bentley, 1997). In het bijzonder voor het gebied ten noorden van 43°S wijst het model op een aanzienlijke instabiliteit van de ijskap. De modelresultaten worden echter niet volledig ondersteund door de bestaande empirische data, ondermeer omdat de gegevens uit de schaarse, maar continue mariene en lacustriene archieven niet in overeenstemming zijn met deze uit de discontinue, terrestrische archieven (De Batist et al., 2008). CHILT zal de wijze van terugtrekking van de Patagonische ijskap in de regio tussen 39 en 53°S beter documenteren, door middel van een reeks gedetailleerde reflectieseismische studies en een multiproxy-analyse van lange sedimentkernen uit meren die de ijsterugtrekking geregistreerd hebben. - Doelstelling 2: De temporele en ruimtelijke varibiliteit bestuderen van snelle klimaatschommelingen die zich hebben voorgedaan tijdens de Laatglaciaal-Holoceen transitie. Het internationale onderzoek heeft zich de voorbije jaren sterk toegespitst op de mogelijke relatie tussen de Antarctic Cold Reversal (ACR) en de Younger Dryas Cold Reversal (YDCR) tijdens de transitie van het Laatste Glaciaal Maximum (LGM) naar het Holoceen. De YDCR (~11.6-12.9 ka) is zeer goed gedocumenteerd in verschillende paleoklimaat-archieven in de noordelijke hemisfeer (bv. Stuiver et al., 1995) en wordt vaak verondersteld een globaal effect te hebben gehad (Barrows et al., 2007). De ACR (~12.5-14.5 ka) werd gedetecteerd in een aantal Antarctische ijsboringen als een koudepuls die de geleidelijke postglaciale opwarming tijdelijk onderbreekt, en die de YDCR uit het noordelijke hemisfeer duidelijk voorafgaat. Dit zou erop kunnen wijzen dat de YDCR veroorzaakt werd als respons op de ACR en dus helemaal geen globale, synchrone impact had. In Patagonië (55°S) werd een gletsjeruitbreiding gedocumenteerd rond 12.1-15.3 ka (McCulloch & Davies, 2001), ruwweg overeenstemmend met de ACR, maar verder naar het noorden (41°S) werd onlangs de "Huelmo-Mascardi cold/wet event" (~12.0-13.4 ka) gedetecteerd (Hajdas et al., 2003), die qua timing precies tussen de ACR en de YDCR in valt. Een multiproxy-analyse van meersedimenten van Lago Puyehue (~41°S) liet heel recent toe het bestaan en de timing van deze klimaatschommeling in deze regio te bevestigen (Bertrand et al., 2008; Boës & Fagel, 2008b). Deze bevindingen lijken de hypothese te ondersteunen van een propagatie van Antarctische klimaatsignalen naar het noorden toe over een transitiezone in de gematigde tot hoge zuidelijke breedtegraden. Er blijven echter nog aanzienlijke onzekerheden over de preciese ruimtelijke verspreiding, karakter en duur van deze Laatglaciale klimaatschommeling in zuidelijk Zuid Amerika (Sugden et al., 2005). Waarom komt ze b.v. niet tot uiting in de mariene (40°S, ODP site 1233; Lamy et al., 2004) archieven, of in vele van de terrestrische archieven (44°S, Bennett et al., 2000) uit dezelfde regio? Gaat het trouwens om een terugkeer van koudere of van nattere omstandigheden? Wat leert deze klimaatschommeling ons over de achterliggende processen waarmee verschillende klimaatsystemen elkaar kunnen beïnvloeden? CHILT zal trachten de onzekerheden omtrent deze Laatglaciale klimaatschommeling aanzienlijk te verminderen door drie goed gedateerde, hoge-resolutie temperatuur- en precipitatie-reconstructies te produceren voor de periode van ~9.0-16.0 ka, op basis van een kwantitatieve multiproxy-analyse van lange sedimentkernen uit meren langsheen een latitudinaal transect doorheen de regio (39-53°S). Organisaties: • Geologie
Onderzoekers: • EDWARD KEPPENS
Renovatie van 19de-eeuwse glasoverkappingen: het gebruik van structureel glas als versterkingsstrategie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit onderzoek maakt gebruik van de hernieuwde kennis rond structureel glas en glasoverkappingen om de glaskoepels uit de 19de eeuw compatibel te maken met de huidige veiligheidscodes, comfort (dubbel glas) en structurele integriteit (sterkte, stijfheid en stabiliteit). Organisaties: • Architectonische ingenieurswetenschappen
Onderzoekers: • INE WOUTERS
SAFE-IS: Software Abstracties voor event-Intensieve Systemen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: DOELSTELLINGEN EN VERWACHTTE RESULTATEN In het domein van gedistribueerde systemen worden programmeertalen en middleware al te vaak aanzien als concurrerende methoden voor het oplossen van gelijkaardige problemen. SAFE-IS veronderstelt dat een eenzijdige aanpak op basis van slechts één van deze methoden ontoerijkend is voor het oplossen van de bovenvermelde problemen. Enerzijds wordt het bijzonder moeilijk om de vluchtigheid en schaalgrootte van de geproduceerde informatie te vatten in middleware bovenop een klassiek thread-gebaseerd computationeel model. Anderzijds stellen we dat de eigenschappen van de onderliggende technologie te divers zijn om deze te abstraheren in een voorgedefiniëerde programmeertaal. SAFE-IS gaat daarom uit van een geïntegreerde aanpak waarin een innovatieve, zgn. "open" programmeertaal ingebed wordt in een reeds bestaande programmeertaal, dewelke uitgebreid wordt met een middleware-laag. Zowel de
open programmeertaal als de middleware worden ondersteund door de nodige implementatie-technologie. Onderstaande figuur illustreert onze methodologie: L1 wordt een nieuwe programmeertaal specifiek ontworpen voor het omgaan met grote aantallen events in een vluchtige netwerkomgeving. L2 is een klassiek platform (bvb. Java) waarin zowel de implementatietechnologie van L1 als een nieuwe middlewareabstractielaag zullen geïmplementeerd worden. Het feit dat zowel L1 als de middleware bovenop L2 worden gebouwd laat toe om L1 in te bedden in L2 (zulke inbedding wordt ook wel "taalsymbiose" genoemd). Dit laat toe dat entiteiten in de taal L1 kunnen communiceren met de middleware geschreven in taal L2. Deze opstelling brengt ons bij de drie objectieven van SAFE-IS. Het is ons doel: * een reeks linguïstische abstracties te ontwerpen welke toelaten om grote vluchtige "wolken" van events voor te stellen en te manipuleren op een atomaire manier. We veronderstellen dat er operatoren kunnen worden gedefinieerd die op de wolk als geheel inwerken, gelijkaardig aan operatoren in arrayprogrammeertalen. Redeneren in termen van zulke "wolken" laat toe abstractie te maken over de continue veranderingen die optreden in deze verzamelingen omwille van de mobiliteit van Things. * een middleware-laag te bouwen die een grootschalig aantal events kan routeren, verzamelen en afleveren en dit in de context van mobiele Things met variërende semantische en spatio-temporele eigenschappen. De integratie tussen hoog-niveau taal en middleware wordt verzekerd door deze hoogniveau taal in te bedden in de implementatietaal van de middleware. * implementatietechnologie te ontwikkelen om zowel programmeertaal als middleware te ondersteunen. Ten eerste is er nood aan technologie die de software causaal verbindt met de fysieke wereld van verschijnende, verdwijnende en opnieuw verschijnende Things. Ten tweede willen we samengestelde events voorstellen aan de hand van automaten om wolken van events te kunnen omzetten naar reguliere verzamelingen zodat deze op een klassieke wijze kunnen verwerkt worden door sequentiële applicaties. ONDERZOEKSVRAGEN De drie bovenvermelde doelstellingen werpen elk een aantal cruciale vragen op: In de programmeertaal-abstractielaag: * Welke abstracties zijn geschikt voor het voorstellen en manipuleren van grote vluchtige wolken van Things en events? Bijvoorbeeld, hoe kan een applicatie die de gebruiker assisteert bij het winkelen alle producten voorstellen die geëtaleerd staan op nabije rekken? De programmeur zou hierbij niet moeten redeneren in termen van het individueel verschijnen en verdwijnen van Things. * Welke operatoren kunnen toegepast worden op zulke wolken? Hierbij kunnen we inspiratie vinden in array- en stream-gebaseerde programmeertalen waar programma's op arrays/streams in hun geheel werken eerder dan op hun individuele elementen. De uitdaging ligt hem in het verzoenen van deze traditionele operatoren met de vluchtigheid van de wolken waar zij nu op moeten opereren. In de middlewareabstractielaag: * Asynchroon communicerende Things vereisen een gedistribueerde event-coördinatieinfrastructuur die events kan routeren, filteren en afleveren. De vraag is hoe deze Things-events op een declaratieve manier geannoteerd kunnen worden met context-informatie zodanig dat ze op een correcte manier geïnterpreteerd kunnen worden door de applicaties die hen verwerken. * De event-coördinatieinfrastructuur moet events afleveren over vluchtige, wegvallende netwerkverbindingen. Hoe kan event-resolutie in zulke zelf-organiserende ad hoc netwerken ondersteund worden zodanig dat opstoppingen voor zgn. "time-critical" eventstromen vermeden kunnen worden? In de implementatielaag: * Complexiteit kan worden beheerst dankzij compositie en abstractie. In event-gebaseerde systemen wordt dit gerealiseerd door het definiëren en benoemen van samengestelde events. Het blijft echter een open vraag hoe het detecteren van samengestelde events dient te gebeuren in een context waarin events op een enorme schaal worden geproduceerd, en dit door Things die (tijdelijk) kunnen verdwijnen. * Hoe kunnen we technieken gebaseerd op automaten -- die reageren op elementaire events en een samengesteld event afvuren in hun eind-toestand -- laten schalen naar de schaalgrootte en vluchtigheid die het Internet of Things karakteriseren? Organisaties: • Informatica en Toegepaste Informatica
Onderzoekers: • WOLFGANG DE MEUTER
Prestatie-indicatoren voor havens: selectie en meting (PRISM). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EU. UA levert aan EU de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • ITMMA
Onderzoekers: • Theo Notteboom
VIB-Toepassing van 'next generation sequencing' om de genetische architectuur van erfelijke sensorische en autonome neuropathieën te ontrafelen. Universiteit Antwerpen Abstract: Erfelijke perifere neuropatieën zijn klinisch en genetisch heterogenen aandoeningen die bij 1 op 2500 personen voorkomen. Het gemeenschappelijke kenmerk is een progressieve lengte-afhankelijke axonal degeneratie in het perifere zenuwstelsel resulterend in gangmoeilijkheden en distaal gevoelsverlies. In het huidige project focussen we op een minder gekarakteriseerde subgroep namelijk de hereditaire sensorische en autonome neuropathieën (HSAN). Deze aandoeningen zijn zeer heterogeen en de meeste patiënten hebben de dag van vandaag geen moleculaire diagnose. In dit project zullen we exoomwijde sequencing technologie toepassen op een cohorte van 20 patiënten uit 10 families met HSAN met als doel een majeure doorbraak te maken in onze kennis van de genetische oorzaken van HSAN. Zodoende kunnen we de genetische diagnose bij patiënten verbeteren, nieuw licht werpen op de onderliggende ziektemechanismen om uiteindelijk doelwitten te vinden voor toekomstige therapeutische strategieën. Organisaties: • VIB DMG - Neurogenetica
Onderzoekers: • Jonathan Baets
Gift ter ondersteuning van het fundamenteel onderzoek naar fragiliteit bij ouderen Vrije Universiteit Brussel Abstract: De Nationale koepel van AXXON, Physical therapy in Belgium werd als onafhankelijke organisatie opgericht op 8 september 2009 uit een fusie van het Nationaal KinesitherapeutenKartel en AKB. Op 6 oktober 2009 werd de franstalige vleugel AXXON, Qualité en Kinésithérapie opgericht gevolgd door de nederlandstalige vleugel AXXON, Kwaliteit in Kinesitherapie op 8 oktober 2009. AXXON, Physical therapy in Belgium telt ongeveer 6000 leden, die voornamelijk lid zijn van een lokale kring. Doelstelling en visie Een dynamische en actuele visie op kinesitherapie De kinesitherapie in België wordt hoofdzakelijk aanzien als curatieve somatische zorg. Deze is bestemd voor mensen met verschillende zorggraad en zorgbehoeften, ongeacht de leeftijd en de levensfasen waarin zij zich bevinden. In tweede instantie heeft de kinesitherapie een - vandaag onvoldoende omschreven en ingevulde - taak inzake primaire en secundaire preventie. De kinesitherapeut richt zich vooral op het menselijk bewegen. Voornamelijk in een context van gezond functioneren. Hij richt zich op het herstel, het behoud en het vergroten van de kwaliteit van bewegen. Hij houdt rekening met de meest functionele aspecten van de patiënt, bevordert zijn fysische mogelijkheden, activiteiten en maatschappelijke participatie. Organisaties: • Fragiliteit binnen Gerontologie en Geriatrie
Onderzoekers: • Ivan BAUTMANS
Evaluatie van de Vlaamse 24 uur stoppen met roken campagne (2012). Universiteit Antwerpen Abstract: Evaluatie van de Vlaamse 24 uur stoppen met roken campagne: advies, analyses van gegevens met de focus op intentieverhoging, rookgedrag en effect van de campagne van de deelnemende populatie, rapportering. Organisaties: • Epidemiologie en sociale geneeskunde (ESOC)
Onderzoekers: • Guido Van Hal • Sofie Van Roosbroeck
Effecten van membraanvervuiling bij zeewaterontzouting en afvalwaterhergebruik: vergelijking van omgekeerde osmose en forward osmose (FO en RO) Universiteit Gent Abstract: Door een gebrek aan zoetwaterbronnen, kiezen veel landen tegenwoordig voor zeewaterontzouting of hergebruik van afvalwater als alternatieve bronnen voor drinkwater. Hierbij wordt voornamelijk gebruik gemaakt van membraantechnieken om het water te zuiveren. Membraantechnieken worden echter nog steeds geplaagd door membraanvervuiling. Membraantechnieken worden echter nog steeds geplaagd door membraanvervuiling. Een beter fundamenteel begrip van vervuiling in traditionele (RO) en nieuwere (FO) membraanapplicaties is daarom nodig. Organisaties: • Vakgroep Toegepaste analytische en fysische chemie
Onderzoekers: • Arne Verliefde
De functie van maternale androgenen bij vogels: van aanpassingen aan de opgroeiomstandigheden tot langdurige effecten. Universiteit Antwerpen Abstract: De effecten van maternale hormonen op het fenotype van de nakomelingen bij vogels vormen mogelijkerwijs een adaptief maternaal effect. Omdat een belangrijke functie van maternale effecten erin bestaat de nakomelingen aan te passen aan de omgeving waarin zij opgroeien, is het dus essentieel de omgeving in de experimenten te betrekken. Verder is het buitengewoon belangrijk om mogelijke langdurige effecten te bestuderen. Organisaties: • Ethologie
Onderzoekers: • Wendt Müller
Nieuw financieringsmodel onderzoek: ZAP-startkrediet 2010 Vrije Universiteit Brussel Abstract: Met het in voege treden van het nieuw financieringsmodel onderzoek ontvangen nieuwe ZAP leden die voldoen aan de criteria voor de BOF-parameter 'mobiliteit en diversiteit' een startkrediet van EURO 50.000. Deze ZAP startkredietfinanciering wordt retroactief opgestart en toegekend aan nieuw ZAP aangesteld in 2010 en later. Organisaties: • Experimentele en Toegepaste Psychologie
Onderzoekers: • Eva VAN DEN BUSSCHE
Programma voor de internationale beoordeling van Adult Competences in Vlaanderen Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Onderwijskunde
Onderzoekers: • Martin Valcke
Enzymatische en microbiële technologie voor industriële processen Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Toegepaste Ingenieurswetenschappen • Vakgroep Chemie
Onderzoekers: • Ingeborg Stals • Anita Van Landschoot
Scheiding van binaire mengsels op metaal-organische roosters. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Doelstellingen van het project: we willen 1. het potentieel aantonen van MOFs in scheiding van binaire mengsels (gas, vloeistof) door opsporen van combinaties van ?MOF + binair mengsel??die resulteren in hoge scheidingsfactoren; 2. in geselecteerde gevallen, de interactie volgen tussen het MOF-oppervlak en de adsorbaten (zuiver of als binair mengsel) door spectroscopische of diffractiemethodes; 3. in deze gevallen, relaties opstellen tussen de adsorptievoorkeur van MOFs en hun fysicochemische karakteristieken, bv.: o de grootte en vorm van poriën en kooien; o de functionaliteit van de poriewanden: aromatische of alifatische groepen, -OH groepen, andere functionele groepen; o open coördinatiesites op metaalionen. Organisaties: • Chemische Ingenieurstechnieken en Industriele Scheikunde
Onderzoekers: • JOERI DENAYER
Optimalisatie en integratie van analytische methoden voor de karakterisatie van verontreinigende stoffen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht toegekend door de Universiteit Antwerpen. De promotor levert de Universiteit Antwerpen de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd door de universiteit. In het verleden werden analytische methoden ontwikkeld voor de karakterisatie van fijn stof. Echter, verder optimalisatie is nodig om de deeltjessamenstelling automatisch te genereren. Organisaties: • AXES
Onderzoekers: • Karolien De Wael
Een vergelijking van twee modellen van ADHD: Toestandsregulatie versus aversie voor uitstel Universiteit Gent Abstract: Het doel van ons onderzoek is het vergelijken van twee vooraanstaande neuropsychologische modellen van ADHD: toestandsregulatie en aversie voor uitstel. Aan de hand van gedrags- en psychofysiologische metingen worden specifieke voorspellingen van beide modellen nagegaan en wordt getracht het inzicht in cognitieve en motivationele processen te vergroten. Ons onderzoek draagt bij tot de psychologische theorievorming rond ADHD, met implicaties voor diagnostiek en behandeling. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Herbert Roeyers
Indeterminisme en instabilmiteit in negentiende-eeuwse natuurkunde Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoeksproject gaat ver het eind-negentiende-eeuwse debat over fysisch deterlinisme, over de verschillende manieren waarop natuurkundigen en filosofen dit determinisme in twijfel trokken of verwierpen, en over de vraag of determinisme beschouwd werd ( en zou moeten worden) ams een puur fysische of als een filosofische aangelegenheid. Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Onderzoekers: • Eric Schliesser
Globalisering, de staat en het wereldsysteem: Veranderen de regels van het ontwikkelingspel? Universiteit Gent Abstract: Onder globalisering wordt algemeen verstaan dat de interdependentie en interpenetratie van landen en streken toeneemt, en dit op ganse waaier van domeinen: economisch, politiek, sociaal, cultureel, enz. De vragen die hierbij rijzen zijn: 1) hoe beïnvloedt de globalisering de structuur van het wereldsysteem en 2) hoe beïnvloedt de globalisering de ontwikkelingskansen van landen. Organisaties: • Vakgroep Sociologie
Onderzoekers: • Ronan Van Rossem
(Onderzoek naar) veilligheid en ontwikkelingscapaciteit van gevitrificeerde immature ovariële follikels met verbeterde verlengde kultuurtechniek en nieuwe biomoleculaire merkers (HOPE-project) Vrije Universiteit Brussel Abstract: De mogelijkheden die moeten geboden worden aan prepubaire- en geslachtsrijpe vrouwelijke kankerpatiënten om hun fertiliteit veilig te stellen voor oncotherapie (Guidelines van ASCO, BFS e.a.) gaan door een aantal recente technologische verwezenlijkingen een beloftvolle toekomst tegemoet. In de voorbije 4 jaren werden volgende punten verwezenlijkt: 1) na transplantatie van oviaal corticaal weefsel werden 6 gezonde kinderen geboren; 2) de vitrificatie van eicellen/ follikels werd uitgewerkt; 3) verbeterde follikelculturen bij primaten werden opgezet door aanwending van biomaterialen als extracellulaire matrix. Daar er reeds een langdurige samenwerking VUb/UCL bestand die heeft geleid tot de geboorte van het eerste kind na ovariële cortex transplantatie, werd er besloten om expertise in het domein 'fertiliteitsbewaring' te bundelen in een onderzoeksplan dat werd gehonoreerd door de Stichting tegen Kanker voor 50% van de noodzakelijk middelen in elke instelling. De profesionalisering van het domein fertiliteitspreservatie op Belgisch niveau vraagt middelen om de organisatorische aspecten vereist door de recente decreten van de Europese Commissie (EU Tissue and Cells Directives) te implementeren in de kliniek en om een stapsgewijze integratie naar een centrale weefselbank te kunnen opzetten. Het opzetten van deze logistiek zowel als het uitgebreide multidisciplinaire onderzoeksluik vraagt een contributie van verschillende competenties in elke instelling. Vandaar dat bestaande vorsers van FOBI/VUB deeltijds (a rato van 5%) expertise zullen bieden en dat een voltijds (100%) wetenschappelijk medewerker noodzakelijk is om op dagdagelijkse basis het kostbaar onderzoeksmateriaal dat afkomstig is vanuit de fertiliteits- en gyneacologische kliniek te kunnen processen naar de verschillende experimenten gaande van het cryopreserveren tot en met het onderhouden van de langdurige eicel- en follikelculturen. Het luik onderzoek dat door het VUB Lab (FOBI) zal uitgewerkt worden omcat het opzetten van testen 1) om nieuwe biomaterialen voor verlengde follikelculturen uit te testen; 2) om nieuwe prognostische testen uit te werken voor routinegebruik (bvb AMH-assay gevoeligheid opdrijven) die moeten dienen voor longituinale follow-up studies van met chemo-/radiotherapie behandelde vrouwen; 3) om innovatieve experimentele protectie methoden tegen ioniserende stralen op in vitro gekweekte follikels uit te testen in preklinische fase en 4) om de chromosomale constitutie en het imprintingspatroon in volgroeide eicel vanaf gevitrificeerde ovariële cortex of follikel na te gaan. Dit project past in de strategie van de VUB om de instelling verder te profileren als een Center of Excellence binnen het fertiliteitsgebeuren en brengt door de externe samenwerking complementaire expertise in. Organisaties: • Embryologie en Menselijke Genetica
Onderzoekers: • JOHAN SMITZ
Rol van beenmergcellen bij regeneratie van de endocriene pancreas in diabetes. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Diabetespatiënten hebben als gevolg van een tekort aan betacellen en insuline een verhoogd risico op chronische perioden van hyperglycemie en ernstige secundaire complicaties. Transplantatie van donor betacellen biedt een oplossing hoewel bij deze therapie continue immuun onderdrukking van de patiënt nodig is en er bovendien een ernstig tekort is aan menselijke donororganen. Het vinden van alternatieve therapieën is noodzakelijk. Adulte, van beenmerg afgeleidde cellen zijn een mogelijke alternatieve bron van insuline producerende cellen met
belangrijke klinische relevantie aangezien ze autologe transplantatie toelaten. Onze onderzoeksgroep heeft recent monoclonale, genetisch gemerkte hematopoietische stamcellen (HSCn) (seRM26) in de pancreas van diabete muizen getransplanteerd en normalizering van de glycemie geïnduceerd als gevolg van diabete muizen te ontrafelen en (II) die kennis gebruiken om via ontwikkeling van preklinische modellen naar klinische trials te evolueren. Binnen dit onderzoeksproject willen we de volgende vragen beantwoorden: (1) Wat is de rol van de angiogene factor VEGF? (2) Kan een primaire, beenmerg-afgeleidde celpopulatie worden geïnduceerd / geïsoleerd die de rol van de seRM26 cellen kan evenaren? (3) Kunnen deze stamcellen uit bloed (exogeen) of beenmerg (endogeen) de weg naar de pancreas vinden? (4) Kunnen beenmerg-afgeleidde cellen de hoeveelheid betacellen die nodig is voor transplantatie om de glycemie te normaliseren verlagen? Organisaties: • Pathologische Biochemie en Fysiologie
Onderzoekers: • Henry HEIMBERG
Ontwikkeling en wereldwijde toepassing van een mechanistische bodem koolstofmodel (FWO Vis.Fel., Bertrand GUENET, Frankrijk). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Planten- en vegetatie-ecologie (PLECO)
Onderzoekers: • Ivan Janssens
Naar een betere zorgverstrekking voor Turkse diabetes type 2 patiënten Universiteit Gent Abstract: Diabetes komt vaak voor bij personen van Turkse origine. Veel patiënten ondervinden echter moeilijkheden met de dagelijkse inname van hun diabetesmedicatie ('therapietrouw' genoemd). Dit project omvat het organiseren van informatie-avonden over diabetes. Tijdens deze avonden zullen ook deelnemers gerecruteerd worden voor een enquête i.v.m. therapietrouwbelemmerende en -bevorderende factoren bij Turkse diabetespatiënten. Op basis hiervan zullen aanbevelingen voor een betere begeleiding van deze patiënten geformuleerd worden. Organisaties: • Vakgroep Bioanalyse
Onderzoekers: • Koen Boussery
Laag-dimensionele gecorreleerde systemen op nanoschaal. Universiteit Antwerpen Abstract: Theoretische studie van correlatieeffecten in klassieke en kwantum systemen zoals o.a. laag dimensionele systemen bestaande uit colloïdale deeltjes, stofferige plasma's en nanostrukturen gemaakt van supergeleiders en grafeen. Teams met complementaire expertise in computationele technieken en met een gemeenschappelijke interesse in multi-disciplinaire onderwerpen worden samengebracht. Organisaties: • Theorie van de gecondenseerde materie
Onderzoekers: • Francois Peeters
De ziekte-modificerende eigenschappen van LXR-afhankelijke signaalwegen in infectieuze inflammatoire longaandoeningen Universiteit Gent Abstract: Dit project beoogt de moleculaire basis te onderzoeken van LXR-afhankelijke signaalwegen in het long inflammatoir antwoord opgewekt door infectieuze en niet-infectieuze agentia. Door toepassing van LXR knockout muizen en synthetische LXR-agonisten zullen de ziektemodificerende/therapeutische mogelijkheden nagegaan worden. Het welslagen van dit project kan bijdragen tot de identificatie van relevante sleutelmoleculen en van reactiewegen eigen aan long immuun inflammatoire aandoeningen. Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Johan Grooten
Moleculaire architectuur van de omgevingsadaptatie in natuurlijke poppulaties van de nematode Caenorhabditis elegans (NEMADAPT) Universiteit Gent Abstract: Het project zal omgevingsadaptatie in al zijn facetten behandelen, gaande van evolutionaire en fenotypische responsen tot geassocieerde trade-offs en de onderliggende genomische en transcriptomische architectuur. Onze doelstellingen zijn: 1. het belang van twee adaptieve responsen te evalueren 2. de geassocieerde life-history trade-offs kwantificeren 3. de onderliggende genomische architectuur ontrafelen. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Bart Braeckman
Experimentele meting van het mechanisch gedrag van composietmaterialen en samengestelde materialen onder verschillende vormen van impactbelasting Universiteit Gent Abstract: Een oscilloscoop (100 MHz samplefrequentie, 8 kanalen) werd aangekocht met een Krediet aan Navorsers voor instrumentatie van volgende onderzoeksprojecten: ? Experimentele en numerieke studie van golfimpact op vervormbare composiet structuren ? Energieabsorberend vermogen van gepultrudeerde composiet buizen en kokers ? Experimentele en numerieke studie van vensterglas met veiligheidsfilm ? Vogelimpact van composiet platen en schalen
Organisaties: • Vakgroep Toegepaste Materiaalwetenschappen
Onderzoekers: • Joris Degrieck • Wim Van Paepegem
Ecotoxiciteitsverwijdering uit industrieel afvalwater: optimalisatie van het PACT proces. Universiteit Antwerpen Abstract: Het PACT proces is een waterzuiveringstechnologie waarbij poedervormige actieve kool rechtstreeks wordt toegevoegd aan de biologische zuivering (1) om het proces te beschermen én (2) om een betere chemische effluentkwaliteit te bekomen. Effluentkwaliteitseisen worden echter strenger waarbij ook ecologische criteria worden opgenomen in de lozingsvoorwaarden. In dit project willen we daarom het PACT proces optimaliseren om lozingswater te bekomen met een goede biologische kwaliteit. Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Ronny Blust
Onderzoek naar de rol van selectie geschiedenis op de link tussen ontwikkelingsinstabiliteit en stress en fitness: eilanden als modelsystemen. Universiteit Antwerpen Abstract: Met dit project beogen we een bijdrage te leveren tot het ontrafelen van het belang van (recente) selectiedrukken en evolutionaire respons op de mate van OI en de gevoeligheid hiervan als maat voor stress en fitness. Hiervoor bestuderen we enerzijds kenmerken die onder seksuele selectie staan of waarvan de evolutionaire veranderingen relatief oud zijn én kenmerken waarvan de evolutionaire veranderingen veel recenter zijn. Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Raoul Van Damme • Stefan Van Dongen
Toepassingen van sparsiteit op regularisatie van slecht-gestelde inverse problemen in de fysica. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Toepassing van sparsiteit in de regularizatie van slecht-gestelde inverse vraagstukken in de natuurkunde Dit onderzoeksproject focust op een heden ten dage zeer belangrijk probleemin de toegepaste wiskunde en computationele fysica, namelijk op de door sparsiteit ('sparsity', of 'ijlheid') gespeelde rol in inverse vraagstukken. Moderne technologie geeft ons tegenwoordig een indrukwekkende capaciteit voor het registreren en opslaan van gegevens, meer dan onze algoritmes kunnen verwerken (ondanks de voortdurende groei in rekensnelheid zoals beschreven door de Wet van Moore). Anderzijds lijdt de overvloed aan gegevens tot situaties waarin we weten dat de bestudeerde objecten een intrinsiek veel sparsere beschrijving hebben dan het aantal vrijheidsgraden van het model of de data toelaten. In dit onderzoeksprogramma zullen we 'sparse' technieken en voorstellingen onderzoeken die de computationele complexiteit van oplossingsmethoden voor inverse vraagstukken reduceert. De laatste jaren is er veel activiteit in dit gebied en we verwachten dan ook dat de behoefte aan ontwikkeling en toepassing van dit nieuwe type sparse technieken in de nabije toekomst sterk zal toenemen. Dit blijkt ook uit de vele bijzondere sessies van ICASSP 2005, 2006 and 2008, van EUSIPCO 2008 en internationale workshops zoals SPARS05 (zie ook het preprint repositorium [1]). In dit project zal onze aandacht uitgaan naar twee concrete fysische problemen, in seismische tomografie en in medische beeldvorming, waarvoor we nieuwe wiskundige technieken moeten ontwikkelen. Organisaties: • Natuurkunde • Wiskunde • Wiskunde-TW • Computer- en Toegepaste Wiskunde
Onderzoekers: • Ignace LORIS • Vahid NASSIRI • Ingrid DAUBECHIES • MICHEL DEFRISE • Caroline VERHOEVEN • Philippe CARA
Evaluatie van neuroplasticiteits-geïnduceerde veranderingen ten gevolge van repetitieve Transcraniële Magnetische Stimulatie Universiteit Antwerpen Abstract: Repetitieve transcraniële magnetische stimulatie (rTMS) is een veelbelovende behandeling voor verscheidene neurologische aandoeningen, die gebruik maakt van snel variërende magnetische velden om neuronale ensembles op een niet-invasieve manier te stimuleren. De effecten veroorzaakt door rTMS blijven nazinderen na het stoppen van de stimulatie, wat de inductie van lange termijn neuroplasticiteit suggereert. Daarom zullen we aan de hand van complementair multimodaal beeldvormend onderzoek van de rattenhersenen de veranderingen in neuronale exciteerbaarheid en de lange termijn veranderingen in functionele connectiviteit tussen hersengebieden onderling, veroorzaakt door rTMS, gaan visualiseren en evalueren. Positron Emissie Tomografie zal gebruikt worden om veranderingen in neuronale excitatie of inhibitie te visualiseren, terwijl resting-state functionele Magnetische Resonantie Beeldvorming gebruikt zal worden om veranderingen in de functionele interactie tussen bepaalde hersengebieden van de rat te gaan in beeld brengen. Bevindingen uit het beeldvormingsonderzoek zullen worden gecorreleerd en gevalideerd aan de hand van Motorische Geëvoqueerde Potentialen, die een indirecte maat zijn voor de mate van exciteerbaarheid van de motorische cortex na lange termijn rTMS. Organisaties: • Moleculaire beeldvorming, Pathologie, Radiotherapie & Oncologie (MIPRO)
Onderzoekers: • Tine Wyckhuys
Straling en radionucliden in een multi-verontreiniging context: effecten geïnduceerd in Lemna minor. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de SCK. UA levert aan de SCK de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Ronny Blust • Chhavi Raj Bhatt
Ouderlijke Stress en Probleemgedrag bij Adolescenten: De Mediërende Bijdrage van Opvoeding door Moeders en Vaders. Een Actor-Partner Interdependence Mediation Benadering. Universiteit Antwerpen Abstract: Het is een algemene trend dat vaders meer en meer betrokken zijn in het leven van hun kinderen. De meeste studies naar opvoedingsgedragingen besteden echter weinig aandacht aan de interactie van moeders en vaders hun opvoedingsgedragingen, en hoe deze opvoedingsgedragingen van beiden het gedrag van adolescenten beïnvloeden (Lamb, 2010). Met dit onderzoek willen we de directe en mediërende bijdrage van de opvoedingsgedragingen van moeders en vaders nagaan op het gedrag van hun kinderen. Eerst kijken we naar de bijdrage van de persoonlijke kenmerken van ouders en hun verschillende soorten stress die opvoedingsgedragingen vorm geven. Vervolgens kijken we naar de mediërende impact van de opvoedingsgedragingen van moeders en vaders op het probleemgedrag van hun adolescent. Voor dit onderzoek zal het Centrum voor Longitudinaal en Levensloop Onderzoek (CELLO) samenwerken met het Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen (HIG-HUBrussel). Organisaties: • Centrum voor Longitudinaal en Levensloop Onderzoek (CELLO)
Onderzoekers: • Koen Ponnet
Statistische analyse van isotoop-gemerkte MALDI-TOF massa spectra Universiteit Hasselt Abstract: Het project handelt over de analyze van peptide concentraties in isotoop-gemerkte MALDI-TOF data. Om de variabiliteit van massa spectrometrie experimenten te beperken, kan men bvb. twee stalen van verschillende biologische condities samenvoegen. Om een onderscheid te maken tussen de metingen van de twee stalen, zal men de peptides van één van de stalen moeten merken. Dit kan door, bvb., de twee 16O atomen op de carboxyl-groep van een peptide te vervangen door twee 18O atomen. Bijgevolg verschuiven de metingen van de gemerkte peptides in een massa spectrum vier massa eenheden naar rechts, en kunnen worden onderscheiden van de metingen van de ongemerkte peptides. Maar het kan gebeuren dat, door de aanwezigheid van onzuiverheden tijdens het isotopisch merken en door de variërende snelheid waarmee zuurstof-isotopen worden uitgewisseld, niet alle peptides een 18O isotoop zullen ontvangen. Dit heeft tot gevolg dat de metingen van een gemerkt staal verschuiven naar verschillende hogere massas en met elkaar overlappen. Om dit probleem aan te pakken, kan een Markov model worden gebruikt (Valkenborg, 2008, niet-gepubliceerde doctoraatsproefschrift). In het voorgestelde project, zullen verscheidene aspecten van het model worden onderzocht. In het bijzonder, uitbreidingen van het model door minder restrictieve veronderstellingen te gebruiken (bvb., toelaten van heteroscedasticiteit en correlatie in de stochastische fout) of door flexibelere parametrische vormen toe te passen die, bvb., de aanwezigheid van de onzuiverheden kunnen schatten of de biologische variabiliteit mee in rekening kunnen brengen. De ontwikkelde methodes worden aangepast, zodat ze ook op andere experimentele platformen toepasbaar zijn, zoals, bvb., ICAT. Organisaties: • Centrum voor Statistiek • Centrum voor Statistiek
Onderzoekers: • Tomasz BURZYKOWSKI
3DTV 2.0 : voorbereiding voor de volgende generatie van 3D TV toepassingen Universiteit Hasselt Abstract: Het doel van het 3DTV 2.0 project is om te anticiperen op de volgende generatie stereoscopische 3D toepassingen door opname- en weergavetechnologie te verbeteren, door innovatieve toepassingen te ontwikkelen zoals 3D mediadelen en gaming en door het bestuderen van de 3D kijk-/gebruiks-/spelervaring door laboratoriumexperimenten en met mensen in hun natuurlijke omgeving, indien mogelijk in een proeftuin. Eerst en vooral zal er onderzoek worden geboerd naar 3D opname- en weergavetechnologie. 3D video kwaliteitsverbetering is een eerste focus met onderzoek naar ruisonderdrukkingsalgoritmen voor video en dieptemappen, superresolutie van dieptemappen en kijkpositie-interpolatie. Een tweede technologische focus is die van optimalisatie van door GPU ondersteunde 'rendering' op afstand van 3D toepassingen. Een derde en laatste technologische focus ligt bij automatische extractie van 3D informatie uit 2D videostromen om de creatie van 3D video inhoud te vergemakkelijken. Organisaties: • Expertisecentrum voor Digitale Media • Expertisecentrum voor Digitale Media
Onderzoekers: • Frank VAN REETH
Preklinisch testen van procedures voor diagnose en therapie voor hart- en vaatziekten met behulp van ultrageluid. Hogeschool Gent Abstract: De hoofddoelstelling van het onderzoek bestaat uit het ontwikkelen van een geavanceerd fysisch vierkamermodel van het menselijke hart, waarbij vooral aandacht wordt besteed aan:- De realistische geometrie, voornamelijk van het linker en rechter ventrikel (i.e. de pompkamers)- De passieve en actieve mechanische eigenschappen van het wandmateriaal- De echogene karakteristieken van het wandmateriaalteneinde realistische vervormingen van de hartwand en fysiologische intraventrikulaire stromingspatronen te verkrijgen, die gemakkelijk op te meten zijn met 3D echografie.Dit innovatieve experimentele model zal toelaten om:- de technische mogelijkheden van de 3D echocardiografie verder te verkennen.- op een zinvolle manier verbanden te leggen tussen de parametrische beelden op de ultrageluidsmachine en de resultaten verkregen uit numerieke simulaties (stromingsmechanica en/of structuurmechanica).- op een relatief eenvoudige wijze pathologische condities te simuleren (zoals hartklepinsufficiëntie of asynchrone wandbewegingen), en het effect ervan op gebied van intraventrikulaire hemodynamica en wandbeweging te kunnen begroten.- Het effect van therapeutische ingrepen op de intraventrikulaire hemodynamica en de wandbewegingen te simuleren.
Deelprojecten: -----------1) Analyse van de relatie tussen torsiebeweging en bloeddrukgradiënten in het linker ventrikel 2) Application of the Diastolic Filling Formalism on the Asklepios Population
Organisaties: • Departement Toegepaste Ingenieurswetenschappen • Vakgroep Mechanica
Onderzoekers: • Peter Van Ransbeeck • Tom Claessens
Antwerpse Biobank van het Instituut Born Bunge: ondersteuning kernfaciliteiten. Universiteit Antwerpen Abstract: De voornaamste onderzoeksprojecten van de verschillende laboratoria van het IBB zijn nu gericht op de studie van de ziekte van Alzheimer en aanverwante aandoeningen, ziekte van Parkinson, frontotemporale dementies, de ziekte van Creutzfeld-Jacob epilepsie, perifere neuropathieën en spieraandoeningen. Het IBB richt zich op een betere integratie en correlatie van fundamentele, klinische en neuropathologische gegevens betreffende neurologische aandoeningen gebruikmakend van moleculaire genetica, biochemie, experimenteel onderzoek naar gedragsveranderingen en computationele neurowetenschappen. De Antwerpse biobank is onderdeel van een collectief initiatief van de onderzoekseenheden van het IBB departement Neurologie dat verder bouwt op de oorspronkelijke hersenbank. Organisaties: • Neurochemie en gedrag
Onderzoekers: • Peter De Deyn
Epidermale neurobiologie: de zoektocht naar endocannabinoïd signaling. Vrije Universiteit Brussel Abstract: C- Methode en objectieven: In Vivo modellen: knockout dieren Huid stress modellen: Muizen epidermis zal onderworpen worden aan 4 types van stress modellen:Acute barrière stress: barrièrebeschadiging zal geïnduceerd worden door tape-stripping van het SC.. Chronische barrière stress: tape-stripping twee maal daags van het SC kan verder aanleiding geven tot epidermale hyperplasie, wat hyperproliferatieve huidaandoeningen als psoriasis nabootst. Irritatieve en contact dermatitis: om huidinflammatie uit te lokken. Knockout muismodellen om Endocannabinoïden te onderzoeken: Ten minste 4 types muismodellen onderzoeken specifiek al de hogergenoemde pathways. CB1 ko muizen werden gecreëerd in het laboratorium van Catherine Ledent (ULB, Erasmus). CB2 en TRPV1 ko dieren zijn beschikbaar in het Jackson laboratorium en CB2 ko kweken op dit moment in het VUB animalarium. Dubbele CB2-CB1 ko worden verkregen vanuit de respectievelijke kolonies aan de ULB. PPAR-? deficiënte dieren zijn voorhanden in het VA medisch centrum, University of California San Francisco. Doelstelling 1: Bepalen van de relatie tussen EC signaling en SC Barrière Functie/Lipiden (Ceramide) Inhoud/Epidermale Differentiatie. Nagaan hoe de EC signaling pathway bijdraagt tot de barrièrepermeabiliteitsfunctie. Zowel ko als wt dieren zullen onderworpen worden aan acute en chronische barrière stress zoals hoger vermeld. Functioneel onderzoek zal uitgevoerd worden gebruik makend van de volgende parameters als een alomvattende karakterisering van de epidermale functie: Transepidermaal waterverlies (TEWL), een meting voor cutane barrièrepermeabiliteitsfunctie, dit wordt gemeten met een TEWAmeter (Courage en Khazaka, Cologne, Duitsland). Barrièreherstel wordt bepaald na herhaaldelijk aanbrengen van cellofaanplakband (Scotch type, 3M) tot het TEWL 6-8 mg per cm2 per uur bereikt. Barrièreherstel wordt verkregen door het meten van TEWL 3 en 6 uur na de barrièrebeschadiging. SC integriteit wordt gedefiniëerd als het aantal tape-strippings dat nodig is om een specifieke toename in TEWL te verkrijgen, cohesie van het stratum corneum wordt gedefiniëerd als de hoeveelheid proteïnen die verwijderd worden bij elke tape-stripping. De proteïne inhoud per stripping wordt gemeten met de Bio-Rad Assay Kit (Hercules, CA), dewelke gebruik maakt van runderplasma ?-globulin als standaard. Oppervlakte pH wordt gemeten met een vlakke glazen elektrode van Mettler-Toledo (Giessen, Duitsland), dewelke bevestigd is op een pH meter (Skin pH Meter pH 900, Courage en Khazaka, Cologne, Duitsland). De morfologische basis van de geöbserveerde variaties in permeabiliteitsfunctie in de huidbiopten van zowel ko als wt dieren wordt bekeken met electronenmicroscopische analyse. De stalen worden versneden op <0.5 mm2, gefixeerd in gemodifiëerd Karnovsky's fixatief overnacht, en post-gefixeerd in zowel ruthenium tetroxide als 2% waterig osmium tetroxide, die beiden 1.5% kaliumferrocyanide bevatten. Na fixatie, worden alle stalen gedehydrateerd in graduele ethanol oplossingen, en ingebed in een Epon-epoxy mengsel. Ultradunne secties worden onderzocht, al dan niet gebruik makend van contrast met loodcitraat, in een electronenmicroscoop (Zeiss 10A; Carl Zeiss, Thornwood, NY) die functionneert op 60 kV. Vervolgens zullen we de epidermale morfologie onderzoeken om de staat van proliferatie/differentiatie te identifiëren in zowel ko als wt dieren. Om proliferatie versus terminale differentiatie na te gaan, worden paraffine coupes gekleurd met respectievelijk PCNA en TUNEL. We bekijken de epidermale dikte om epidermale proliferatie op te sporen en we zullen op zoek gaan naar tekens van inflammatie (bv. dermaal infiltraat, epidermale spongiose, parakeratose). Om epidermale differentiatie te onderzoeken, zullen paraffine coupes gekleurd worden met de merkers filaggrine, loricrine en involucrine. Bijkomende Western blott analyse voor de hoger vermelde differentiatiemerkers zal uitgevoerd worden op proteïnenextracten en subcellulaire fracties (cytoplasma, membraan, signal en nucleus) van epidermale keratinocyten. Nagaan of barrière status op zich EC vrijzetting en metabolisme regelt. In dit deel kijken we of de productie of het metabolisme van EC geregeld wordt door de staat van de barrière in ko en wt muismoddellen onderhevig aan acute barrière stress. In modellen onderhevig aan acute barrière stress zullen we Tissues (30-45 mg wet weight/data point) waarbij Anandamide en 2-AG gekwantificeerd worden met gas chromatografie-massa spectrometrie zoals eerder beschreven (23). Nagaan of EC metabolisme en pathway geassocieerd is aan lipiden synthese/verwerking afwijkingen. Als EM analyse abnormaliteiten in SC lipiden morfologie (onvolledige verwerking) of inhoud (verminderde lipiden secretie) aan het licht brengt, zullen we verder gaan kijken naar de activiteit van de lipiden-verwerkende enzymen met behulp van zymografie en de epidermale lipideninhoud meten. Zymografische metingen van ?- glucocerebrosidase (?-GlcCer'ase) en acidic sphingomyelinase (aSMase) zullen uitgevoerd worden in situ op vriescoupes van huidbiopten voor en na epidermale stress. Voor Lipiden analyse, worden alle lipiden geëxtraheerd uit het biopt en de scheiding van de aparte fracties gebeurt door high-performance thin-layer chromatografie (HPTLC), gevolg door een kwantificatie met scanning densitometrie.. Nagaan of psychologische stress (PS) de tolerantie aan barrière stress verergert of doet toenemen in EC pathway deficiënte dieren. We zullen bekijken of EC signaaloverdracht PS medieert in epidermale keratinocyten. PS inhibeert epidermale lipiden synthese, wat leidt tot een vermindering in de produktie van lamellaire bodies (LB) bij normale muizen. Hoewel dit pathogenetisch mechanisme aanleiding geeft tot barrière-abnormaliteiten en een afwijkende SC integriteit/cohesie in normale muizen, is deze vermindering in lipiden synthese/LB productie toe te schrijven aan een toename in endogene glucocorticoïden (GC) waarden. De rol van EC in deze afwijkingen is nog niet opgehelderd en kan bijdragen tot de neurologische respons van keratinocyten op psychologische downstream gebeurtenissen. Nagaan van het effect van EC signaling in cultuur gebrachte humane keratinocyten (CHK): Het CHK cultuur systeem zal gebruikt worden om het downstream effect van EC pathways activatie/inhibitie na te gaan met behulp van CB receptor agonisten/antagonisten of inhibitoren van FAAH of 2AG. Een lijst van de nodige moleculen om deze pathways te onderzoeken zijn online te vinden: http://www.tocris.com/pharmacologicalBrowser.php?ItemId=4983. Aangezien calcium een grote rol speelt in signaaloverdracht en differentiatie bij keratinocyten, zullen we in levende cellen, gebruik makend van in vivo beeldvorming (zie Hercules project VUB), de intracellulaire Ca2+ responsen nagaan met Fluo-4 calcium indicator (Invitrogen). Kinase activatie assays zullen uitgevoerd worden met Western blot technieken met de geschikte antilichamen gericht tegen een panel van kinases waarvan men verwacht dat zij een rol spelen in EC signaling. Initiëel zullen we de betrokken kinases identificeren met Pro-Q® Diamond Phosphoprotein Gel Staining Kit (Invitrogen). Deze technologie voorziet in een methode die selectief fosfoproteïnen kleurt in polyacrylamide gellen om de doelkinasen te visualiseren. RNA expressie als gevolg van specifieke differentiatieinducerende transcriptiefactoren (bv. AP1, keratin en cyclin D1) zullen gevolgd worden met RTPCR. Doelstelling 2: Bepalen van de relatie tussen EC pathway en de inductie van inflammatie. Nagaan of hapteenblootstelling inflammatie uitlokt in ko muizen. We zullen 8 weken oude ko en wt muizen gevoelig maken aan hapteenblootstellingen om de mogelijkheid te testen dat genetische defecten in EC pathway voldoende zijn om inflammatie in de huid uit te lokken. Om blootstelling aan andere omgevingsantigenen en pathogenen tot een minimun te herleiden, worden deze muizen in SPF condities gehuisvest. We zullen ko en wt muizen gevoelig maken aan oxazolone (Ox) (4-ethoxymethylene-2-phenyl-2-oxazolin-5-
one, SIGMA), om dan een op atopische dermatitis (AD)-gelijkende dermatose uit te lokken door het herhaaldelijk aanbrengen van lage dosissen Ox. Om tot sensibilisatie te komen, wordt 2% Ox aangebracht op het abdomen in een 4:1 aceton/olijfolie vehiculum. Nagaan welke EC pathways de drempel tot het ontwikkelen van inflammatie zullen doen toenemen of afnemen in het Irritatieve en Contact Dermatitis Model. Zes tot Acht weken oude mannelijke en vrouwelijke CD1 muizen en/of ko muizen zullen gebruikt worden in een irritatief en contact dermatitis (ICD) protocol studie. ICD wordt geïnduceerd door één enkele topische applicatie van 10 ?l 0.03% (wt/vol. in aceton) 12-Otetradecanoylphorbol- 13-acetate (TPA) op de binnen- en buitenkant van het linker oor van de mannelijke muizen. Het rechter oor wordt behandeld met vehiculum (aceton) alleen. Verandering in drempelwaarde van inflammatie na het aanbrengen van verschillende dosissen van het forbol ester TPA (dosis-respons) zal nagegaan worden op basis van de dikte van het oor (gemeten met calipers), gewicht van het oor en de uitgebreidheid van de dermale inflammatie op histologische coupes (visuele bepaling van het infiltraat). Deze studies zullen aantonen of er een verschuiving gebeurt in de dosis-respons curve voor het uitlokken van inflammatie bij blokkade van één van de mechanismen Organisaties: • Specialiteiten (KNO, Dermatologie, Oftalmologie, Psychiatrie) • Huidfunctionaliteit en permeabiliteit
Onderzoekers: • DIANE ROSEEUW • Jean-Pierre HACHEM
Klimaat- en ecologische geschiedenis van de centrale Sahara: studie van een uniek continu archief van de laatste 15.000 jaar Universiteit Gent Abstract: Dit project beoogt een paleoecologische reconstructie van de omgevingsgeschiedenis van de centrale Sahara sinds de laatste Ijstijd, op basis van fossiele resten van aquatische biota bewaard in het continue sedimentarchief van het Yoa-meer in Noord-Tsjaad. Dit omvat studies van de taxonomie en biogeografie van dansmuggen (Chironomidae) in de Sahara, en van de limnologie, biodiversiteit en ecologie van huidige aquatische systemen in het Ounianga meerdistrict. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Dirk Verschuren
Aberratie-gecorrigeerde (S)TEM-EELS karakterisering van 0-D nanomaterialen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds een privé-instelling. UA levert aan de privé-instelling de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Elektronenmicroscopie voor materiaalonderzoek (EMAT)
Onderzoekers: • Stuart Turner
Verbale perifrases in het Grieks: een typologisch en diachronisch onderzoek vanuit cognitief- linguïstisch perspectief. Universiteit Gent Abstract: Dit project onderzoekt het gebruik van verbale perifrases in het postklassiek Grieks op basis van een corpus van vroeg-Christelijke biografische (narratieve) teksten. Het project is ingebed in theorie die gekend is onder de verzamelnaam "Cognitieve Linguïstiek". Volgende doelstellingen staan centraal: (1) definitie en typologie (2) beschrijving van de positie in het verbaalsysteem (3) beschrijving van het gebruik in context (pragmatiek). Organisaties: • Vakgroep Biochemische en microbiele technologie
Onderzoekers: • Marc Janse
Analyse van beelden van het ademhalingsstelsel (AIR). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project focust op het onderzoeken en ontwikkelen van innovatieve beeldvormings-, beeldreconstructie en beeldverwerkings-technieken specifiek voor longziektes, die binnen enkele jaren op de markt kunnen komen. Organisaties: • Visielab
Onderzoekers: • Jan Sijbers
Acteer de cesuur! Onderzoek naar de bruikbaarheid van de klassieke acteermodellen binnen de postdramatische theateresthetiek Hogeschool Gent Abstract: De Duitse theaterwetenschapper Hans-Thies Lehmann duidt met zijn 'Postdramatisches Theater' op de aanwezigheid van een cesuur binnen de hedendaagse theatertheorie en -praktijk. Het postdramatisch theater dat zich ontwikkelt sinds eind jaren 80, omschrijft hij door te wijzen op de verschillen met het ‘klassieke’ dramatische of aristotelische theater. In het postdramatisch theater staat de tekst niet meer centraal. De tekst is een perifeer element geworden naast andere niet-tekstuele elementen zoals het lichaam (danstheater), het beeld (nieuwe media), geluid (muziektheater), enz., die deel uitmaken van het scenische gebeuren. Het woord wordt er net als het beeld, het lichaam en het geluid, gezien als een teken. De onderlinge verbondenheid van deze tekens creëert in eerste instantie een zintuiglijke gebeurtenis voor de toeschouwer. Deze zintuiglijke belevenis van het hele gebeuren – dus ook van de tekst – staat boven het ‘begrijpen’, ‘het betekenis geven aan’ en het ‘cognitief herkennen van’ het gebeuren. De verruiming van een dramatische naar een postdramatische esthetiek heeft zo zijn gevolgen voor de acteur. Op het eerste gezicht zouden de ‘klassieke’ acteermodellen niet meer toepasbaar zijn op het postdramatische theater en zijn non-tekstuele componenten. Pas wanneer we de relatie tussen de tekstuele en non-tekstuele elementen van het postdramatische gebeuren zien als een tekst, in de betekenis van een opeenvolging van tekens, kunnen we partikels van de klassieke acteermodellen inzetten binnen de postdramatische esthetiek. Dit onderzoek zal zich toespitsten op de breuk tussen het dramatische en postdramatische theater. In eerste instantie stellen we de vraag: wat is de inhoud van de cesuur die Lehmann aanduidt in de theaterpraktijk? En is er hier wel degelijk sprake van een cesuur in de theaterpraktijk, of moet er niet eerder gesproken worden van een kantelmoment? Dit deel van het onderzoek omvat een theoretische analyse van de verschillende aspecten van het postdramatische theater in vergelijking met het klassieke dramatische theater. In tweede instantie gaan we na wat er overblijft van de klassieke acteermodellen, wanneer we die inzetten binnen een postdramatische esthetiek, en dit zowel op het theaterwetenschappelijke als op het kunstpraktische vlak. We vragen ons af in hoeverre partikels van acteermodellen nog geactiveerd kunnen worden binnen het postdramatische theater. Wat kunnen deze acteermodellen, waarin de benadering van de tekst centraal staat, nog zeggen over ‘het beeld’, ‘het lichaam’, ‘het geluid’, e.d., m.a.w. over de niet-tekstuele aspecten van de voorstelling? Hebben deze theorieën nog een functie
binnen de gewijzigde context? In hoeverre zijn de tekstgerichte acteermodellen transponeerbaar op het postdramatische theater? In derde instantie wordt er nagegaan wat deze evolutie binnen de theaterpraktijk en de theorie over het postdramatische theater betekent voor het theateronderwijs. Men kan zich de vraag stellen of er nieuwe theorieën en een aangepaste praktijk ontwikkeld moeten worden om de toekomstige acteurs voor te bereiden op de postdramatische theaterpraktijk. Of moet er binnen de gewijzigde theaterpraktijk niet eerder geopteerd worden voor de herwaardering van de klassieke acteermodellen in functie van het postdramatische theater? Organisaties: • Departement Koninklijke Academie voor Schone Kunsten • Departement Conservatorium
Onderzoekers: • Katrien Vuylsteke Vanfleteren
Studie bodemgebieden -deelgebieden Pikhaken-Hollaken-Hoogdonk 2 en Dorent - deelopdracht 1 Universiteit Gent Abstract: De studie moet de potenties bepalen voor herstel en creatie van matig voedselrijke hooilandvegetaties van habitattype 651° (subtypes glanshavergrasland en glanshavergasland met grote pimpernel) in het gebied Pikhaken en Hollaken-Hoogdonk2 van de Sigmacluster Bovendijle en in het gebied Dorent van de Sigmacluster Zenne en anderzijds op basis van een op te stellen opvolgingsschema gedurende 5 jaar het omvormingsbeheer via chemische bodemanalyses opvolgen en eventueel bijsturen. Organisaties: • Vakgroep Bos- en Waterbeheer
Onderzoekers: • Kris Verheyen
Ontsluiting van zestiende-eeuwse biechtvaderpreken: transcriptie en aanleg van een database Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoeksproject wil de zestiende-eeuwse verzamelingen met biechtvaderpreken ontsluiten. Deze doelstelling wordt bereikt door reeds bestaande microfilms van de prekenhandschriften af te drukken of te scannen en een relevant corpus preken te transcriberen. De concrete gegevens over preken, de handschriften waarin deze voorkomen, en de betrokken predikanten en prekenschrijfsters zullen opgenomen worden in een database, die in later gevolg gekoppeld kan worden in reeds bestaande gegevensbanken. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ruusbroecgenootschap
Onderzoekers: • Petronella Stoop
Epigenetische regulatie en multiple myeloom: identificatie van potentiële doelwitten Vrije Universiteit Brussel Abstract: Multiple myeloma (MM) is een ongeneeslijke plasmacel maligniteit gekenmerkt door de accumulatie van monoklonale plasmacellen in het beenmerg (BM). MM is goed voor 2% van alle maligniteiten en is de tweede meest gediagnosticeerde hematologische maligniteit. De beenmerg micro-omgeving gaat de MM cellen steunen om te overleven, te groeien en aan een drug-geïnduceerde celdood te ontsnappen. Hoewel nieuwe medicijnen die op deze interacties inwerken, een aanzienlijke verbetering van de algehele overleving hebben aangetoond, zien we bij patiënten een onvermijdelijke herval en de ontwikkeling van een refractaire ziekte. De strijd tegen de kankercellen moet worden gevoerd tegelijkertijd vanuit verschillende invalshoeken. Met verschillende combinaties van geneesmiddelen worden studies uitgevoerd waarin zowel de MM cel zelf als de omliggende BM cellen en componenten geviseerd worden. Meer en meer bewijs toont aan dat epigenetische veranderingen en belangrijke rol spelen in the pathogenese van MM. Epigenetische veranderingen staan in voor de regulatie van de gentranscriptie en kleine fouten ter hoogte van deze veranderingen kunnen zeer zware gevolgen hebben en leiden tot de ontwikkeling van kanker. De 2 best gekende veranderingen zijn: (i) DNA methylatie van cytosine basen in CpG dinucleotiden and (ii) post-translational (niet)histon veranderingen (zoals acetylatie, methylatie, phosphorylatie,...). Ondanks het feit dat deze veranderingen overerfbaar zijn ze wel reversibel en vormen ze dus interessante doelwitten. Er werd reeds aangetoond dat geneesmiddelen die deze veranderingen bestrijden in MM een sterke antitumor werking hebben. Op dit moment is het echter nog niet geweten wat het werkingsmechanisme is van deze geneesmiddelen en hoe deze de genexpressie van de MM cellen in situ, waar de MM cellen beschermd worden door het BM micromilieu, beïnvloeden. Dit zal nagegaan worden in deze studie. Bovendien zal ook nagegaan worden of de combinatie van geneesmiddelen die tegelijkertijd deze 2 verschillende epigenetische veranderingen bestrijden een verhoogde therapeutisch effect hebben. Organisaties: • Hematologie • Immunologie en Microbiologie
Onderzoekers: • Karin VANDERKERKEN • Elke DE BRUYNE
Eerst het eten, dan de moraal: de rol van (nieuwe) media in het verval van de gezamenlijke maaltijd en de impact op de ontwikkeling en activering van morele attitudes en moreel gedrag Universiteit Antwerpen Abstract: Mede door de opgang van televisiegebruik is de gezinsmaaltijd in verval, waardoor ook rituelen van morele socialisatie teloorgaan, wat kan verklaren waarom lage frequenties in gezinsmaaltijden correleren met negatief psychologisch welzijn. Dit project beoogt de relatie tussen eetpatronen, moraliteit en welzijn te analyseren, waarbij de rol van nieuwe media, alsook het samen eten buiten de gezinscontext betrokken worden als nieuwe invalshoek. Organisaties: • Media & ICT/Interpersoonlijke relaties in Organisaties & Samenleving (MIOS)
Onderzoekers: • Charlotte De Backer
Politiek buiten de Staat III. Representatie, coördinatie en aansprakelijkheid in multigelaagde settings. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project focust zich op de politiek representatie and beleidsmaking in complexe en multigelaagde systemen. 2 onderzoekslijnen worden bekeken: - de eerste focust zich op de veranderende rol van parlementen als forums van representatie - de tweede focust zich op parlementen in beleidscoördinatie en aansprakelijkheid Organisaties: • Politieke Wetenschappen
Onderzoekers: • Sebastian OBERTHUR • CHRISTIAN DESCHOUWER • Irina TANASESCU
Niet-lineaire dynamica in nano-systemen: flux quanta in nano-gestructureerde supergeleiders, colloïds, nano-clusters (NONDYNANO). Universiteit Antwerpen Abstract: Nanotechnologie is de technologie van de 21ste eeuw. De belangrijkste geindustrialiseerde landen intensifiëren hun onderzoek in materiaal wetenschappen met een focus op nanotechnologie. Kwantum mechanische principes in nanogestructureerde materialen vertegenwoordigen één van de meest opwindende gebieden van de moderne fysica. Nanogestuctureerde supergeleiders ladingsdragers en het verschijnen van gekwantiseerde flux lijnen (vortices) in de aanwezigheid van een magneetveld. Het voorgestelde onderzoek is gericht op een fundamentele studie van de niet-lineaire dynamica van flux kwanta in NSSG en van interdisciplinaire topics die hiermee verband houden. De belangrijkste doelstellingen zijn: -Ontwikkeling van nieuwe benaderingen bij de studie van de niet-lineaire dynamica van magnetische flux kwanta in NSSG. Voorstellen van nieuwe efficiënte manieren ter manipulatie van de flux beweging en de studie van de kritische parameters van NSSG. -Begrijpen van de niet-lineaire dynamica van anti-vortices in NSSG. Het uitwerken van een voorstel voor de experimentele verificatie van antivortices. -Begrijpen en berekenen van de afhankelijkheid van de kritische temperatuur van de grootte en vorm van supergeleidende nano-korrels. -Studie van de niet-lineaire dynamica en de principes van zelfassemblage van colloidale binaire mengsels. -Begrijpen van de kinetica van nano-clusters, de invloed van de omgeving, vorming van oppervlakken, etc. Organisaties: • Theorie van de gecondenseerde materie
Onderzoekers: • Francois Peeters • Veaceslav Misco
The role of angiotensin IV and identification of its targets. Vrije Universiteit Brussel Abstract: 4.1. Working hypothesis and aim of the project Evidence is accumulating that Ang IV, a major metabolite of Ang II, exerts physiological effects in its own right. Its central actions are already wellknown to include the increase of memory recall and learning in passive and conditional avoidance behavioural studies. Additionally, we also found that i.c.v. administered Ang IV protected rats against pilocarpine-induced seizures. In the periphery, in vivo as well as in vitro studies with vascular smooth muscle cells have also pointed at the propensity of Ang IV to affect the cardiovascular system. The beneficial effects of Ang IV on memory and learning may herald new therapeutic strategies to help patients with cognitive deficits. In the same vein, the anticonvulsant properties of Ang IV could also lead to novel therapeutic applications. Central to these issues is the unequivocal identification of the cellular targets that are implicated in these beneficial effects of Ang IV as well as in its potential side-effects. During these last four years, we have made substantial progress in this respect (see part 2.) and we are now in a comfortable position to re-actualise the initial working hypotheses. The initial proposal for the existence of "AT4 receptors" as cellular targets for Ang IV (DeGasparo et al., 2000) was based on radioligand binding studies, namely on the discovery of high affinity binding sites for radioiodinated Ang IV (and analogues) in the CNS as well as in peripheral tissues and cells thereof. Subsequently, Albiston et al. (2001) reported that these binding sites correspond to the insulin-regulated aminopeptidase (IRAP) enzyme. Our studies on native and recombinant cell lines confirmed the widespread occurrence of IRAP and also that it constitutes the major (if not the sole) high affinity binding site of Ang IV. While these binding studies represent a most helpful tool for the purpose of IRAP detection and quantification, we also clearly established that this high affinity binding only takes place to the apo-form (i.e. inactive, catalytic zinc-depleted form) of IRAP. We therefore believe that, unless apo- IRAP acts as a cellular receptor, Ang IV-based binding studies are inadequate screening tools for the detection of Ang IV-derivatives with potential therapeutic interest. Nonetheless, we and others (Lew et al., 2003) have clearly established that Ang IV can also be recognised by the physiologically relevant (i.e. catalytically active) form of IRAP, albeit with ± 20-fold lower potency than the apo-enzyme. Yet, we have also become increasingly aware that Ang IV is rapidly degraded in vivo as well as in vitro and that some of its (patho)physiological effects could also involve its interaction with other cellular targets. While Ang IV produces a full, dose-dependent decrease of IRAP's catalytic activity, similar effects of Ang IV have now also been observed while studying the related aminopeptidases AP-N (Garreau et al., 1998) and AP-A (Goto et al., 2006). Moreover, as we found that some of the in vivo effects of Ang IV (e.g. on the hippocampal acetylcholine concentration and on renal blood flow) can be blocked by the AT1 receptor-selective antagonist candesartan, due attention should also be paid to the potential contribution of the by now "classical" AT1 and AT2- receptors. The present project is based on two highly complementary approaches/strategies. (i) The first is based on the now well documented role of IRAP as an Ang IV target and will further explore by which mechanisms the Ang IV-IRAP interaction is able to trigger physiologically relevant intra- as well as extracellular processes (outlined in parts 4.3 to 4.5). This approach will be intially focussed on intact-cell experiments and relevant outcomes will serve as a rationale (or tools) for dedicated in vivo tests. (ii) Secondly and in parallel the investigations aim to acquire a better understanding of the physiological role of Ang IV in the CNS (outlined in part 4.6). This will be carried out in the spirit that IRAP may not be the (sole) physiological target for Ang IV. Here, in vivo research will first focus on comparative studies with wild-type vs. KO animals and with Ang IV versus its most interesting synthetic analogs. Mechanism of action underlying the physiological effects of Ang IV via IRAP So far, three potential mechanisms have been put forward to explain the role of IRAP in the increased cognitive performance after Ang IV administration (summarised in Chai et al., 2004). We aim to elucidate which of these mechanisms is involved and what is their relative contribution in the in vivo effects of Ang IV, with particular emphasis on those effects that were already disclosed in our previous work. This approach thus allows to to perform a critical evaluation of the (patho)physiological relevance and molecular peculiarities of each of these working hypotheses. As outlined in the individual descriptions hereunder, the outcome of these studies will have a profound impact on the screening strategies to be adopted in our quest for useful therapeutic drugs. (i) The ability of Ang IV to inhibit the catalytic activity of IRAP has already been well documented in in vitro conditions and some of the IRAP substrates in those studies (somatostatin, vasopressin and oxytocin) are known for their memory-facilitating or anticonvulsant properties. According to this hypothesis, any compound that selectively inhibits the catalytic activity of IRAP could increase cognitive performance. In addition to the already obtained indirect evidence that Ang IV also prevents neuropeptide degradation in vivo, we wish to obtain direct/conclusive evidence for such mechanism. Therefore, we will monitor changes in various neuropeptide concentrations in hippocampal and striatal dialysates (microdialysis experiments in combination with LC-MS/MS detection) following the in vivo administration of Ang IV and synthetic analogues of interest to control and knock-out animals. Similar experments will also be done in vitro with cultured cells either under native or IRAP-overexpressing conditions. (ii) As second hypothesis, we have been the first to propose that IRAP should be capable of triggering intracellular events on top of its enzymatic activity (Vauquelin et al., 2002). This hypothesis was based on the structural properties of IRAP (i.e. its occurrence as dimers at the cell surface and, hence, the presence of 2 membrane-spanning _-helices) and on previously reported receptor-like properties of other aminopeptidases (AP-N and dipeptidase IV). Meanwhile, we have gathered robust evidence in favor of this receptor-hypothesis by showing that Ang IV elicits non-AT1 receptor mediated signalling events in CHO cells (increased thymidine incorporation) and vascular smooth muscle cells (collaboration with Prof. Ruiz-Ortega - Spain). This could imply that the in vivo effects of Ang IV analogues should not be simply dependent on their ability to bind to IRAP
but also on propensy to stimulate cell signalling. To this end, in vitro experimental systems will be further developed to test Ang IV analogues for their intrinsic activity (i.e. agonistic vs. antagonistic properties), to elucidate the chain of IRAP-mediated cell signalling events and to compare these events in different cell types. (iii) Finally, the possibility arises that the beneficial effects of Ang IV on memory and learning involve an increased glucose uptake in hippocampal neurones. The potential contribution of IRAP in such mechanism is based on the demonstration that IRAP and the GLUT4 glucose transporter coexist in hippocampal neurones (Fernando et al., 2005) and on the rationale that both proteins are co-transported between intracellular stores and the cell surface. This opens the possibility for Ang IV to interfere with IRAP recycling and by this way to enhance/prolong the exposure of GLUT4 at the cell surface. To explore this intriguing possibility, in vitro experiments will first explore the ability of Ang IV to affect IRAP transport on intact cells. To this end, we will develop an immunochemical approach (collaboration with Prof. Bottari - France) and already established a radioligand binding approach for the dectection of IRAP at the cell surface. We will also explore for the aptitude of Ang IV and related ligands to trigger glucose uptake into GLUT4 containing cells and into the hippocampus of rodents (collaboration with Prof. Albiston and Chai - Australia). The (patho)physiological role of Ang IV in the CNS The further in vivo investigations are, in the first place, aimed to acquire a better understanding of the (patho)physiological role of Ang IV in the CNS with special reference to memory, epilepsy, neuroprotection and central modulation of blood pressure. Since the initial demonstration by Braszko et al. (1988) that i.c.v. injection of Ang IV enhances memory retention in a passive avoidance task, numerous other studies further stressed the positive role of this peptide in memory and cognition. We wish to inquire whether IRAP is truly a central player in these processes and, if so, by which molecular mechanism(s). Our interest in the link between Ang IV and epilepsy sprouted from our observation that i.c.v. Ang IV infusion attenuates the severity of limbic seizures in a pilocarpine-induced rat model for limbic epilepsy (Stragier et al., 2006). In this respect, we would especially like to test our hypothesis that this effect of Ang IV are mediated by augmentation of DA and 5-HT levels in the hippocampus. The possible role of Ang IV in neuronal regeneration/protection is based on the finding that Ang IV promotes cell survival in the hippocampus (Kakinuma et al. (1997; 1998) and, more recently, that it confers neuroprotection in a model for experimental ischemic stroke (Faure et al., 2006). To get more insight in this potential therapeutically important issue, we plan to test neuroprotective effects of Ang IV in established models of cerebral ischemia and Parkinson's disease along with the in vivo role of IRAP in the regulation of cell survival and proliferation. Related to our preceding work in renal blood flow, we would like to address the potential implication of central Ang IV in the regulation of blood pressure. Finally we will further elucidate the mechanism(s) by which Ang IV affects renal function. Obviously we will also remain very attentive to applications in alternative therapeutic area`s (such as diabetes) that could emerge in the literature or during the elaboration of our research program. Also, some of the newly developed research tools could find a potential use as diagnostic tools. Because of the complexity inherent to in vivo models, doubt may be raised whether IRAP represents the only cellular recognition site for the abovementioned actions/implications of Ang IV. In preceding work, we have tried to tackle this problem by using selective antagonists/inhibitors for known non-IRAP targets such as AP-N and AT1 and AT2- receptors. Being aware of the sometimes limited efficacy of this approach, we have now initiated collaborative efforts with other research teams to acquire/develop additional tools (outlined in part 4.2) to discriminate IRAP from the other targets and to increase the in vivo stability of Ang IV. In the first place, we will conduct parallel studies on KO mice either lacking IRAP (collaboration with Prof. Albiston and Chai - Australia) or AT1 /AT2- receptors (collaboration with Prof. T. Walther - Univerisity of Berlin, Germany). These studies will obviously also include a behavioural phenotyping of the knock-out mice. The use of organ-specific knock-out mice could represent a most valuable extension to these studies. We can now also count on the collaboration of three chemistry departments (Prof. Tourwé - VUB, Prof. Hallberg Sweden, Prof. Yiothakis - Greece) to provide us with novel synthetic Ang IV analogues. After an initial in vitro screening for stability, targetselectivity and potency, the most interesting ones will be studied in vivo for their ability/inability to mimick Ang IV-mediated responses. Obviously, these collaborations are of mutual benefit as our feedback to the chemists may lead to the synthesis of potential lead compounds for the development of therapeutic drugs. Efforts have also been undertaken to decrease the metabolic breakdown of Ang IV and, in this respect we have been the first to show that selective AP-N blockade (by compound 7B, provided by Prof. Yiothakis - Greece) increases the stability of Ang IV in vitro and amplifies the Ang IV elicited increase in striatal extracellular dopamine concentration. This strategy will certainly be extended to all in vivo studies to come. Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen • Farmacologie • Farmaceutische Chemie, Analyse van Geneesmiddelen en Geneesmiddelenkennis
Onderzoekers: • ALAIN DUPONT • Bart STRAGIER • YVETTE MICHOTTE • SOPHIE SARRE • Ilse Julia SMOLDERS • PATRICK VANDERHEYDEN • RON KOOIJMAN • GEORGES VAUQUELIN
Ecotoopoppervlaktes en intactness index. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de Vlaams-Nederlandse Scheldecommissie. UA levert aan de Vlaams-Nederlandse Scheldecommissie de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire
Biometrisch ontwerp voor Casual Games (BD4CG): aanbieden technische speltest services aan de spelindustrie. Universiteit Antwerpen Abstract: Het BD4CG project heeft als doel game ontwikkelaars een methodologie te geven bij het ontwikkelen van innovatieve games waarbij de speler centraal staat. Deze methodologie integreert de betrokkenheid van de speler, een open communicatie tussen spelers en ontwikkelaars, prototyping, een korte levenscyclus van het project en een samenhangend project management raamwerk. Bij het project zijn zowel de game industrie als onderwijs instellingen betrokken, Zij samen ontwerpen en evalueren een set objectieve meetinstrumenten die gebruikt kunnen worden om de ervaringen tijdens de ontwikkeling van een game te evalueren. Organisaties: • Media & ICT/Interpersoonlijke relaties in Organisaties & Samenleving (MIOS)
Onderzoekers: • Karolien Poels
Ontogenie van geneesmiddel transporters en metabolizerende enzymes in de minipig: een genexpressie analyse
Universiteit Antwerpen Abstract: Geneesmiddel transporters en metabolizerende enzymes spelen een cruciale rol in de farmacokinetiek van veel geneesmiddelen. De ATP-binding cassette (ABC) geneesmiddel efflux transporters en cytochroom P450 (CYP) isoenzymes zijn de best gekende van deze 2 respectievelijke groepen. Er zijn echter nog talrijke andere subgroepen die betrokken zijn bij de absorptie, distributie, metabolisatie en eliminatie van geneesmiddelen. De expressie en activiteit van deze systemen in hepatocyten en enterocyten beïnvloeden de orale biobeschikbaarheid en op deze manier de klinische efficaciteit maar tevens de mogelijke toxiciteit van oraal opgenomen geneesmiddelen. Ondanks het gebruik van veel van deze geneesmiddelen bij (heel jonge) kinderen en het voorkomen van grote verschillen in biobeschikbaarheid in vergelijking met volwassenen, is er vrij weinig gekend over de ontogenie van drug transporters en metabolizerende enzymes. Deze kennis is ook cruciaal bij juveniele dieren. Uit veiligheidsoverwegingen worden namelijk vaak toxiciteitsstudies in juveniele dieren vereist alvorens de klinische studies in kinderen mogen starten. In de rat zijn er reeds gegevens over de pre- en postnatale ontwikkeling van verschillende orgaansystemen beschikbaar maar bij niet-knaagdieren ontbreekt deze kennis. Aangezien de minipig, naast de hond, het meest gebruikte niet-knaagdier species is dat gebruikt wordt in juveniele toxiciteitsstudies, is kennis over de ontogenie van geneesmiddel transporters en metaboliserende enzymes cruciaal voor de interpretatie van deze studies. Het doel van dit project is dan ook het nagaan van genexpressie verschillen van geneesmiddel transporters en metabolizerende enzymes in de lever en dunne darm van foetale, pasgeboren, zuigende en gespeende minipigs. Organisaties: • Toegepaste diergeneeskundige morfologie
Onderzoekers: • Steven Van Cruchten
Klinisch en preklinisch onderzoek naar het effect van cellulaire mediatoren op het bijsturen van pathogene responsen in multiple sclerose. Universiteit Antwerpen Abstract: In voorliggend project willen we de haalbaarheid en toepasbaarheid van tolerogene DC en Treg als cellulaire mediatoren om pathogene reacties in MS patiënten te onderdrukken, klinisch en preklinisch onderzoeken. Huidig onderzoek zal de fundamentele basis leggen voor de eventuele latere ontwikkeling van een cellulair vaccin voor de behandeling van MS. Patiënten die lijden aan MS zouden in de toekomst gevaccineerd kunnen worden met tolerogene DC en/of immuunonderdrukkende Treg om alzo autoreactieve T-cellen, die autoimmuniteit veroorzaken, te elimineren of te inactiveren. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Dirk Ysebaert • Peter Ponsaerts • Patrick Cras • Zwi Berneman • Vigor F I Van Tendeloo • Nathalie Cools
Sociale betekenis en juridische bescherming van private relaties. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project staat de vraag centraal of en in welke mate een aanvullend of dwingend juridisch kader voor informele relaties tussen volwassenen kan worden gerechtvaardigd. Om deze vraag adequaat te beantwoorden, is voorafgaandelijk inzicht nodig in de subjectieve betekenis en sociale functie van verschillende relatievormen tussen volwassenen. De onderzoeksvragen worden bestudeerd vanuit zowel sociologische als juridische paradigma's, in een multidisciplinair theoretisch kader en aan de hand van kwalitatieve onderzoeksmethoden. Organisaties: • Centrum voor Longitudinaal en Levensloop Onderzoek (CELLO)
Onderzoekers: • Dimitry Mortelmans • Frederik Swennen • Ann Van Den Troost
School, jongeren, ouders en omgeving: partners in het creëren van een optimale schoolloopbaan. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds IWT. UA levert aan IWT de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Centrum voor Migratie en Interculturele Studies (CeMIS)
Onderzoekers: • Christiane Timmerman • Walter Nonneman • Paul Mahieu
Visualisering van ervaringen: een artistiek onderzoek naar de perceptie van hedendaagse abstracte kunst. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project onderzoekt hoe de ervaring van de toeschouwer bij de presentatie van abstract werk kan beïnvloed worden door de (mentale) context te manipuleren. Het onderzoek gebeurt via experimenten in de vorm van tentoonstellingen, waarbij een spel met context vooropstaat. Artistiek gezien is dit een poging om sociale relevantie te geven aan abstract werk - en tegelijk een zoektocht naar de mate waarin abstract schilderijen eigenlijk daadwerkelijk 'autonoom' zijn. Toon Leën is schilder en video-kunstenaar en combineert beide media in dit project. Organisaties: • Onderzoekscentrum Visuele en Digitale Culturen (ViDi)
Onderzoekers: • Luc Pauwels
Organisatie 30th Internationale Conferentie over Conceptueel Modeleren (ER 2011) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Een conceptueel datamodel (of conceptueel schema of conceptueel gegevensmodel) definieert welke gegevens in een informatiesysteem vastgelegd kunnen worden, hoe deze gegevens gestructureerd zijn en wat de verbanden zijn tussen die gegevens. Een conceptueel datamodel ligt steeds aan de basis van een in de werkelijkheid gerealiseerde implementatie en Organisaties:
• Informatica en Toegepaste Informatica
Onderzoekers: • OLGA DE TROYER
De internationale handel en de economische ontwikkeling in de Oostenrijkse Nederlanden, 1760-1790. Universiteit Antwerpen Abstract: Met deze onderzoeksaanvraag streven we ernaar de impact te bestuderen van de internationale handel op de economische ontwikkeling van de Oostenrijkse Nederlanden in de achttiende eeuw. Dankzij een systematische verwerking van de douanestatistieken (Raad van Financiën) wordt een omvattende studie van internationale handel en internationale handelspolitiek mogelijk. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Bruno Blondé • Wilhelmina De Smedt
Effect van in- en ontpolderen op hoogwaterpeilen in het Schelde-estuarium: historische effecten (1550-1800) als referentiemodel voor huidige beheersplannen. Universiteit Antwerpen Abstract: Om het overstromingsrisico van de Schelde te doen dalen, worden valleigebieden ontpolderd. Er bestaan echter geen empirische data die de relatie tussen ontpolderingen en waterpeil reductie (~ overstromingsrisico) beschrijven. Als vergelijkingsmodel worden daarom de effecten van historische in- en ontpolderingen langs de Westerschelde (1550-1800) op het waterpeil langs de Vlaamse Zeeschelde bestudeerd, a.d.h.v. protisten (diatomeeën en thecaoeben). Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Stijn Temmerman • Marijke Ooms
Principes van het ontginnen van patroonverzamelingen. Universiteit Antwerpen Abstract: De algemene doelen van dit project zijn 1) het bepalen van een computationeel raamwerk voor pattern set mining, 2) het bestuderen van de computationele eigenschappen van verschillende selectiepredikaten, 3) het ontwikkelen van algoritmen en systemen voor pattern set mining, 4) het onderzoeken van het gebruik van constraint programmeringstechnieken voor pattern set mining, 5) het evalueren van pattern set mining voor het oplossen van standaard datamining en machine learning taken, zowel conceptueel als experimenteel, en 6) het bestuderen van de representatie- en toepassingsaspecten van pattern set mining. Organisaties: • Ontwikkeling database systemen (ADReM)
Onderzoekers: • Bart Goethals
Ontwikkelingsstoornis/Leerstoornissen Universiteit Gent Abstract: Deze associatieonderzoeksgroep wil translationeel onderzoek doen vanuit interdisciplinair perspectief. Het betreft onderzoek naar 1. comorbiditeit van dyscalculie, dyslexie, DCD en ADHD in vlaanderen, 2. prodomen van leerstoornissen op jonge leeftijd, 3. kenmerken en diagnostiek van leerstoornissen op volwassen leeftijd, 4. en naar de impact, sterke en zwakke punten van personen met leerstoornissen Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Anne Desoete
Het beheer van de regulerende driehoeksverhouding. Over hoe toezichthouders manoeuvreren tussen politieke principalen en maatschappelijke belangen. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van dit onderzoek is te verklaren hoe de reguleringscapaciteit van toezichthouders wordt beïnvloed door de relaties van toezichthouders zowel met stakeholders als met ministeries en parlement (zowel op nationaal als op Europees niveau). Daartoe ontwikkelen en testen we een verklarend model op basis van de motieven van toezichthouders om stakeholders toegang te verschaffen en hoe deze principalen de relaties van toezichthouders met stakeholders reguleren. Organisaties: • Instituties en Meerlagige Politiek (ACIM)
Onderzoekers: • Jan Beyers • Caelesta Braun
Meer macht voor de armen of meer armslag voor de machtigen? Extern opgelegde hervormingen en lokale strategieën. Een gevalstudie over landdynamiek in Rwanda en Burundi. Universiteit Antwerpen Abstract: Vanuit een thematische invalshoek rond landdynamiek, beoogt dit onderzoeksproject tot een beter begrip te komen van (1) hoe opportuniteitsstructuren ¿ gedefinieerd als normen, instituties, actoren en implementatieprocessen op het lokale, nationale en internationale vlak ¿ interageren met de locale leefwereld en strategieën van lokale actoren; (2) wat de impact is van extern opgelegde hervormingen op deze interactie. Twee case-studies zullen worden onderzocht: Rwanda en Burundi. Het project vertrekt vanuit het micro-perspectief van de lokale actoren en beoogt de complexe interactie tussen menselijk handelen en lokale opportuniteitsstructuur te duiden. Het onderzoek zal beroep doen op een combinatie van drie disciplinaire benaderingen: ontwikkelingsantropologie, ontwikkelingseconomie en recht en ontwikkeling. De drie componenten zullen sterk worden geïntegreerd en gekaderd in een overkoepelende onderzoeksmethodologie. Organisaties: • Politieke economie van de Grote Meren Regio
Onderzoekers: • Filip Reyntjens • Johan Bastiaensen • Jean Vranken • Wouter Vandenhole
Stimuleren van de cross-talk tussen humane dendritische cellen en natural killer cellen door Toll-like receptor-ligand geladen leukemiecellen teneinde optimale anti-leukemische T-celresponsen te bekomen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds STK. UA levert aan STK de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Vigor F I Van Tendeloo
Neuro-TARGET : integrated platform for target identification, validation and drug discovery with applications for neurodegenerative diseases. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In light of the ever increasing incidence of neurodegenerative diseases, such as Alzheimer's and Parkinson's disease, in our ageing population in the western world, we propose to establish an integrated platform for target identification, validation and drug discovery to foster the development of novel therapeutics for neurodegeneration. Using cutting-edge technologies we will identify new disease-related genes from human biosamples and humanized yeast models. Generic and strategic research tools for identification and validation of novel targets will be developed. Functional genomics will be carried out in different model systems, including yeast, mammalian neuronal cell lines and rodent models to unravel the pathogenic pathways and potential interactions of the corresponding proteins with the objective to validate key molecular events and therapeutic targets. Targets that define the onset of pathology will constitute prime markers for early diagnosis. Both validated targets and new assays will foster a drug discovery platform. Although most of the generated models and tools are generic in nature, in this project we will focus primarily on applications for Parkinson's disease (PD). Our proposal is subdivided in 4 work packages. WP1: Identification of novel genes and targets Novel potential disease targets will be provided to the project from two different sources. First, we will exploit the genetic power of humanized yeast model systems to identify novel genes modulating _-synuclein (_-SYN) toxicity and to elucidate the pathogenic pathways of 2 recently identified familial PD genes, PINK1 and LRRK2. Second, we will identify new genes linked to PD from human biosamples using a dual strategy. We will identify novel chromosomal loci and causal genes for PD using a positional cloning strategy in PD families. In addition we will perform genetic association studies in a large group of PD patients to identify novel genetic risk and protective factors, focusing on variants influencing the expression of known PD genes. WP2 Development of novel generic technologies, assays and disease models Validation of new disease targets and testing of novel therapeutic strategies is highly dependent on the availability of quantitative, reliable and sensitive technologies in cell culture and in animal models. * We will develop quantifiable assays to correlate _-SYN phosphorylation and aggregation with cell death in yeast * We will establish a medium-throughput, multiparametric assay using a high-content analyzer to measure _-SYN aggregation, apoptosis, mitochondrial and proteasomal dysfunction and oxidative stress in neuronal cell lines. * We will perform a kinase substrate search using a novel "chemical genetic" strategy to identify substrates of two PD-linked kinases, PINK1 and LRRK2. * We will generate two in vivo reporter systems to monitor respectively proteasomal function and apoptosis in the rodent brain. * We will combine (lenti)viral vector technology with micro-RNA based technology to generate novel transgenic mouse and rat models. * Novel disease models will be generated for each novel disease-related gene identified in WP1 WP3: Platform for target validation In the newly developed model systems (WP2) we will validate novel targets from WP1 as well as a number of previously identified, non-validated targets. Initial target validation will be performed in yeast and in mammalian cells. For a limited set of genes final validation will be done in rodent brain. WP4: Platform for drug discovery For each validated target an assay based on a screenable phenotype in yeast or in cell culture will be established for drug testing. We will initiate a drug discovery pipeline in newly developed and available model systems in yeast and neuronal cell lines to identify novel hits from the CD3 library. Medicinal chemistry will support hit to lead development. Toxicology and pharmacokinetics studies will further improve the efficacy of the ligands. We will also incorporate in silico-selected ligands in the drug discovery program. The final stage will consist of testing selected novel compounds in the available animal models and in vivo ADMETox studies. In conclusion, the NEURO-TARGET consortium offers an integrated 'start-to-end' approach to identify novel targets and develop novel models and therapeutics to combat Parkinson's Disease and related neurodegenerative disorders. Organisaties: • Farmaceutische Chemie, Analyse van Geneesmiddelen en Geneesmiddelenkennis
Onderzoekers: • Mustafa VARCIN • YVETTE MICHOTTE • SOPHIE SARRE
MedicaSpec Universiteit Hasselt Abstract: In de afgelopen decennia zijn veel nieuwe medicijnen ontwikkeld die een succesvolle behandeling van verschillende vormen van kanker mogelijk maken. Maar de mogelijkheid om de aanwezigheid van een tumor in een vroeg stadium te detecteren is meestal een belangrijke voorwaarde, maar op dit moment erg moeilijk. Naast de mammografie screening voor borstkanker zijn er geen tools beschikbaar die een routinematige screening van grote risicopopulaties mogelijk maken voor de ontwikkeling van een bepaald type kanker. Dit project beoogt de ontwikkeling van een hoge doorvoer analyse die de aanwezigheid van borst- en longkanker kan detecteren. De laatste tijd werd duidelijk dat naast genomics, transcriptomics en proteomics in het bijzonder metabolomics een hoog potentieel heeft om een belangrijke nieuwe benadering voor de ziekte screening te worden. In onze recente studie in samenwerking met Ziekenhuis Oost-Limburg (ZOL), UZ Leuven en het Leuvens Universitair Centrum voor Kankerpreventie, toonden we aan dat de analyse van de metabole samenstelling ons in staat stelt om borstkanker patiënten te onderscheiden uit de controle personen. De metabolieten die ten grondslag liggen aan deze detectie werden onlangs beschermd door patenten. Tijdens dit project zullen de verkregen resultaten verder worden gevalideerd en vertaald naar een commercieel waardevolle test. Voor de succesvolle vertaling van de verkregen onderzoeksresultaten naar commercieel waardevolle proeven moet naast O & O ook rekening gehouden worden met een aantal andere zaken. Allereerst vereist de wetgeving bij commercialisering de CE-etikettering van alle nieuwe diagnostische tests. Hiervoor moet een technische validatie opgezet worden. Bovendien moet een business plan opgezet worden, waarin een marktanalyse opgenomen is, moeten de doelstellingen en mijlpalen gedefinieerd worden en het operationele en financiële plan bepaald worden. Dit businessplan zal de
leidraad van de spin-off zijn en zal gebruikt worden om de benodigde financiering te verzamelen. Organisaties: • Immunologie - Biochemie • Toegepaste en Analytische Chemie • Biomedisch Onderzoeks Instituut • Instituut voor Materiaalonderzoek
Onderzoekers: • Peter ADRIAENSENS • Pieter STINISSEN • Kurt BAETEN
Kinderopvang in model: huishoudens en de overheid in welvaartseconomisch perspectief. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project beoogt een maatschappelijk oordeel van verschillende beleidsalternatieven in verband met kinderopvang. Daartoe integreert het kinderen als actoren in het collectieve economisch model van huishoudens en vergelijkt het beleidsinspanningen voor kinderopvang in Vlaanderen, Finland, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk op hun verdelingseffecten (binnen en tussen huishoudens). Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Joris Ghysels
Ontwikkeling van een in vitro experimenteel dialyse-model met colon-fase voor simulatie van darmmetabolisatie en resorptie, toegepast op natuurlijk voorkomende polyfenolische antioxidanten in humane voeding. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project omvat de ontwikkeling van een in vitro gastro-intestinaal simulatiemodel met een microbieel compartiment (colonfase) voor de studie van de resorptie en metabolisatie van bestanddelen uit de voeding. Het onderzoek richt zich specifiek op de metabolisatie door de darmflora van polyfenolische verbindingen in de voeding, en de antioxidatieve effecten van de gevormde en geresorbeerde metabolieten. Organisaties: • Farmacognosie, Functionele voeding en Farmaceutische Analyse (NatuRA)
Onderzoekers: • Douwina Bosscher • Nina Hermans
Dienstverleningsovereenkomst ECOSCORE 2012 Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' VITO (Vlaamse Instelling voor Technologisch onderzoek)' hebben voor het project ' Dienstverleningsovereenkomst ECOSCORE 2012' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Elektrotechniek-Energietechniek • Mobiliteit en voertuig technologie onderzoeksgroep
Onderzoekers: • Thierry Clement COOSEMANS • Sylvia HEYVAERT • NELE SERGEANT • JOERI VAN MIERLO
Onderzoek naar de rol van GDF-15 bij reumatologische aandoeningen in vivo Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoek heft als doel de rol van een TGF-beta familie lid in gewrichtshomeostase te achterhalen. Op basis van eerdere in vitro data, werd een duidelijke rol voor dit eiwit aangetoond in kraakbeen metabolisme. Dit project zal specifiek verder ingaan op de rol van dit eiwit in een in vivo setting. Organisaties: • Vakgroep Inwendige ziekten
Onderzoekers: • Dirk Elewaut • Stijn Lambrecht
An integrated experimental and modelling approach for the reliable determination of characteristic electrochemical parameters. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Electrochemical processes are at the heart of a multitude of industrial activities like electrowinning and electrorefining of metals, electrosynthesis, plating, electro-chemical forming and machining, etching, polishing, anodizing, protection against corrosion, batteries and fuel cells, waste water treatment. In order to remain competitive in those sectors, product innovation is essential. Hence, there is a continuous search for novel products and more advanced technologies. On the other side, efforts are concentrated on the optimization of existing processes to meet the ever higher quality requirements together with an improved efficiency and reduced production and ecological costs. Whether it is for the design of a new electrochemical reactor, or the optimization of an existing electrochemical process, a mechanistic comprehension of the electrochemical and physical processes is essential. Many research activities are devoted to this topic in the electrochemical society. Yet a frequently encountered problem is the fact that for one specific reaction different models and parameter values are proposed, depending on the experimental technique used and the modeling assumptions made. The aim of this project is to develop an innovative methodology to come to a quantitative, accurate and statistically founded modeling of electrochemical reactions. The project will result in a curve-fitting tool for the regression of electrochemical reaction models from experimental data. The curve-fitting tool will rely on the following basic features: (1) a spectrum of experimental techniques, (2) an error-analysis of the experimental data, (3) a mechanistic reaction model, (4) a complete physical model, (5) powerful curve-fitting algorithms. The modeled data will be provided by a numerical software package specially designed to model electrochemical data. This methodology will allow to: (1) put forward a model for the studied reaction that complies with experimental data originating from a variety of experimental techniques and conditions, (2) quantify the percentage that this model explains the experiments, (3) quantify the model parameters in
a reliable way, (4) determine the accuracy of the model parameters. The innovation of this project lies in the integration of all these aspects in one integrated software tool. It is expected that the results of this project will be a most valuable tool for advanced electrochemical process design and improvement. Organisaties: • Elektrotechniek-Energietechniek • Materialen & chemie
Onderzoekers: • ANNICK HUBIN • Calin ALBU • Els TOURWE • Daan DE WILDE • Steven VAN DAMME • JOHAN DECONINCK
HPLC-analyses in het kader van het stemmingsstoornisproject. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een dienstverleningsopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds Vestre Viken Hospital Trust. UA levert aan Vestre Viken Hospital Trust de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract Organisaties: • Medische biochemie
Onderzoekers: • Dirk Hendriks
INNOFLOW: doorbraak in procesinnovatie door stroomlijning van de integrale goederenbehandeling- en beweging in de hout- en meubelindustrie Universiteit Gent Abstract: Innoflow is een Thematisch InnovatieSamenwerkingsverband (TIS) dat bedrijven uit de hout- en meubelindustrie begeleidt langsheen een traject van 10 workshops waarin ze hun materiaalstroom analyseren, verbeteringen vaststellen en deze ook invoeren. De UGent ondersteunt de kennisoverdracht aspecten van dit project. Organisaties: • Vakgroep Technische bedrijfsvoering
Onderzoekers: • Hendrik Van Landeghem
Positionele klonering van twee genen verantwoordelijk voor een abnormale botdensiteit. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds IWT. UA levert aan IWT de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Medische genetica van obesitas en skeletaandoeningen (MGENOS)
Onderzoekers: • Wim Van Hul • Vere Borra
Exomesequencing ter identificatie van nieuwe genen verantwoordelijk voor verstandelijke beperking. Universiteit Antwerpen Abstract: Het humane genoomproject heeft de afgelopen jaren geleid tot de opheldering van de volledige basenpaarvolgorde van het menselijke genoom. Ook hebben technologische doorbraken ervoor gezorgd dat het bepalen van de volgorde van de basenparen van alle coderende exonen van elk individu nu binnen het bereik is van genetische centra als het onze. Een verstandelijke beperking komt voor bij 2-3% van de bevolking. Dit betekent dat er alleen al in Vlaanderen tussen de 120.000 en 180.000 patiënten zijn. Slechts in ongeveer de helft van de gevallen is een diagnose gesteld. Geen diagnose betekent dat er geen toegespitste behandeling mogelijk is en dat er in de familie geen informatie over het herhalingsrisico gegeven kan worden. Door gebruik te maken van de laatste technologische doorbraken willen wij nu een aantal van deze ziektebeelden ophelderen. Dit willen wij bereiken door het exoom (= de basenpaarvolgorde van alle coderende sequenties van het genoom) van patiënten te vergelijken met die van hun ouders. Op deze manier kunnen we de novo mutaties in het genoom van onze patiënten opsporen die causaal zijn voor de verstandelijke beperking in de patiënt. We zullen de functies van de genen waarin mutaties gevonden worden bestuderen door diermodellen te verwerven en te bestuderen. Organisaties: • Cognitieve Genetica (COGNET)
Onderzoekers: • Frank Kooy • Céline Helsmoortel
Chemische reactiviteit vanuit een ab initio moleculaire dynamica en Density Functional Theory perspectief: Methodologische aspecten en toepassingen in organische, anorganische en biochemie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: 4.3. Beschrijving van het project In dit onderzoeksproject is het de bedoeling om de onderzoeksgebieden van de conceptuele DFT en de ab initio moleculaire dynamica met elkaar te combineren aangezien een dergelijke gecombineerde aanpak een aanzienlijke meerwaarde kan betekenen in de complexe studie van de chemische reactiviteit. Dit omvat enerzijds een methodologisch luik en anderzijds een luik met toepassingen in de organische, anorganische en biochemie. 4.3.1. METHODOLOGISCHE ASPECTEN Doelstelling 1 : Sampling van het potentieel energie oppervlak in de regio van de reactanten In eerste instantie zullen de AIMD simulaties worden aangewend om een efficiënte sampling te maken van het potentieel energie oppervlak rond de reagentia die betrokken zijn in de reactie. Er zijn immers voldoende voorbeelden gekend waarbij de reactanten vooraleer de reactie aan te vatten een belangrijke conformationele verandering dienen te ondergaan. Als resultaat van de MD simulaties worden energieën, coördinaten, snelheden,... bekomen op elk tijdstip waarmee een aantal statistische grootheden, zoals partitiefuncties, correlatiefuncties kunnen worden afgeleid.[26] In dit projectvoorstel wensen we bijkomend het dynamisch gedrag van de reactiviteitsindices te volgen als reactiviteitsproben bij de aanzet van de reactie. De tijdsevolutie van op DFT gebaseerde reactiviteitsindices werd tot hiertoe slechts op relatief eenvoudige systemen onderzocht.[27] Bovendien kunnen naast de DFT concepten meer klassieke eigenschappen zoals atomaire ladingen, dipool- en quadrupoolmomenten en elektrostatische potentialen gebruikt worden als reactiviteitsproben. Deze zijn nuttig voor de studie van de zogenaamde hard-hard interacties of reacties met in hoofdzaak ladingscontrole.[15,28-30] Methodes voor het afleiden van atomaire ladingen, dipool- en quadrupoolmomenten en elektrostatische potentialen zijn in principe reeds beschikbaar vandaag de dag in gangbare MD pakketten zoals
CPMD[24] en CP2K.[25] Beide pakketten maken gebruik van periodieke randvoorwaarden en vlakke golven of de combinatie van vlakke golven en gaussische basissets. Om gelokaliseerde eigenschappen te berekenen zijn technieken nodig die in staat zijn om de globale elektronendensiteit te partitioneren. Recentelijk werd door Kirchner en Hutter een computationeel efficiënte implementatie voorgesteld binnen CPMD voor het berekenen van dipoolmomenten uitgaande van maximum gelokaliseerde Wannier functies.[31] Een andere mogelijkheid is het toepassen van de Hirshfeld partitiemethode,[32] die door de ALGC groep reeds in een aantal studies werden aangewend.[33] De implementatie van specifieke DFT reactiviteitsindices binnen MD pakketten is nagenoeg nog niet gebeurd. Binnen dit aspect plannen we de uitwerking van verschillende methodologieën die toelaten om dit scala van eigenschappen "on-the-fly" tijdens een dynamica simulatie te berekenen. Gezien de geplande MD simulaties gebeuren binnen de Born-Oppenheimer approximatie kunnen alle grootheden gekend vanuit conceptuele DFT overgedragen worden. Centraal in de beschrijving van zogenaamde zacht-zacht interacties (of orbitaal gecontroleerde interacties)[15,28-30] is de Fukui functie, gedefinieerd als de eerste afgeleide van de electronendichtheid ?(r) van het systeem naar het aantal elektronen N bij een constante externe potentiaal v.[19] We stellen voor om deze functie te berekenen gebruik makend van de door de ALGC groep, in samenwerking met Professor R. Nalewajski en Dr. A. Michalak (Jagiellonian Universiteit, Krakau, Polen), ontwikkelde perturbatieve methode die toelaat om deze functie in zeer goede benadering te bepalen in één enkele Kohn- Sham berekening.[34] Eenmaal deze Fukui functie gekend heeft men toegang tot de chemische hardheid ! via de relatie [35,36] ! = "" f (r)!(r,r!)f (r!)drdr! (1) met !(r, ! r )de zogenaamde hardheidskernel.[35] Verscheidene benaderingen voor deze grootheid zijn voorgesteld en getest geweest in de berekening van de hardheid[37-39] en kunnen bijgevolg geïmplementeerd worden in de MD codes. Deze methodologie laat tevens toe ook deze grootheid te bekomen in één berekening per simulatiestap, naar analogie met [27g]. De bekomen responsfuncties die in de hierboven geschetste methodologie gesampled worden op verschillende plaatsen van het potentieel energieoppervlak (PES) van de reactanten kunnen vervolgens gebruikt worden in combinatie met reactiviteitsprincipes om uitspraken te doen over reactiviteiten en regioselectiviteiten van chemische reacties. Doelstelling 2 : Berekenen van het vrije energie profiel voor probabele reactieroutes In tweede instantie zal nagegaan worden indien de aangeduide reactieve plaatsen van het PES effectief overeenkomen met probabele reactieroutes. Daartoe kunnen reactiebarrières en chemische kinetiek op basis van statische methoden[40] worden berekend. Echter voor de beoogde reacties (vide infra) zijn statische technieken veelal niet toereikend door het optreden van een gecombineerde reactiecoördinaat of door het impliciet effect van een solventomgeving. In dit geval zijn opnieuw MD simulaties een middel bij uitstek om dergelijke complexe systemen te volgen tijdens de reactie.[8] De kans evenwel om de energetisch hoog geactiveerde transitietoestand efficiënt te samplen gedurende een dynamica run van een aantal picoseconden is zeer beperkt. Verschillende technieken werden reeds voorgesteld om zeldzame gebeurtenissen te samplen[41] maar zijn zeer sterk afhankelijk van een goede keuze van een reactiecoördinaat. Eén van de meest succesvolle technieken is gebaseerd op de recent voorgestelde metadynamica methode[42] werd al verschillende keren succesvol toegepast in een variëteit van toepassingen waarbij een complexe reactiecoördinaat optreedt. Hierbij wordt bovenop de potentiaal van een aantal relevante vrijheidsgraden (collectieve vrijheidsgraden) een biasing potentiaal gesuperponeerd "on the fly" die toelaat om efficiënt uit diep gelegen minima te ontsnappen en de relevante delen van het chemisch proces efficiënt te samplen. Deze methode laat toe om het multidimensioneel vrije energie-oppervlak dat de reactanten met producten verbindt te reconstrueren. De voorgestelde methodologie wordt verwacht vooral een grote toegevoegde waarde te bieden voor reacties waarbij een complexe reactiecoördinaat optreedt. Dit laatste is ondermeer het geval voor chemische reacties die optreden in solventen maar ook voor toepassingen waarbij belangrijke conformationele vrijheidsgraden dienen te veranderen alvorens de reactie kan doorgaan. De initiële sampling van de reactanten die ingebed zijn in een solvent, laat toe om het effect van de moleculaire omgeving te bestuderen op verschillende op DFT gebaseerde reactiviteitsindices. Dit is tot nog toe slechts weinig gebeurd binnen een MD context.[43] Voor de toepassingen in solventen dient eveneens gebruik gemaakt te worden van technieken om de elektronendensiteit te partitioneren zoals hierboven geschetst. Doelstelling 3 : Validering van de methodologie op eenvoudige testsystemen (enolaten en azaallylanionen) De voorgestelde methodologie (uitgewerkt bij doelstellingen 1 en 2) zal in eerste instantie gevalideerd worden op een aantal eenvoudige testsystemen waarin de aanvragende groepen reeds expertise hebben. Een eerste testsysteem betreft de studie van de regioselectiviteit van een bekende klasse van ambidente nucleofielen, nl. enolaten.[28, 44] Het meest eenvoudige van deze enolaten, nl. het ethanolaat-ion (CH2CHO?), werd in het verleden reeds door verschillende groepen, waaronder de ALGC groep, gebruikt voor het "benchmarken" van nieuwe methodologieën voor de berekening van Fukui functies en zachtheidsgerelateerde reactiviteitsindices.[33a,45,46] Experimenteel blijkt dat de regioselectiviteit (i.e. C vs. O alkylering) bij alkylering van deze enolaten[47,48] afhankelijk is van (1) de aard van het metaal kation, dat als tegenion fungeert, en waarvan de invloed groter blijkt te zijn in niet polaire solventen (2) de aard van het solvent en (3) de aard van het nucleofiel. Aan de hand van voorgestelde methodologie zal nagegaan worden hoe DFT reactiviteitsindices en meer courant gebruikte eigenschappen zoals ladingen en dipolen variëren in functie van verschillende solventen, metalen en conformaties. In tweede instantie zal de reactie met een aantal eenvoudige electrofielen worden bestudeerd. Hierbij stellen we voor om voor verschillende enolaten, met verschillende tegenionen en verschillende solventen de C vs. O alkyleringen te bestuderen voor verschillende substraten, zoals voorgesteld in Schema 1 (a). Een tweede sterk gerelateerd testsysteem betreft de studie van gehalogeneerde azaallyl anionen (5), voorgesteld in Schema 1 (b). . Deze verbindingen worden bekomen na deprotoneren van het imine (4) met een sterke nietnucleofiele base zoals lithium diisopropylamide. Verdere reactie met een elektrofiel geeft aanleiding tot gefunctionaliseerde ?-haloimines 6, welke belangrijke bouwstenen vormen binnen de organische chemie. De conformaties van deze azaallylanionen, namelijk indien E of Z conformaties worden geprefereerd, de positie van de substituenten op de stikstof en de coördinatie met verschillende metalen, is tot dusver niet gekend. Er zijn bovendien duidelijke indicaties dat het solvent een belangrijke rol speelt in de stereochemie van deze componenten. Naar analogie met het eerste testsysteem zal nagegaan worden hoe DFT reactiviteitsindices en andere eigenschappen variëren in functie van verschillende solventen, tegenionen en conformaties om vervolgens reacties met een aantal eenvoudige electrofielen te bestuderen. Organisaties: • Scheikunde
Onderzoekers: • PAUL GEERLINGS • Frank DE PROFT
Implementatie van spermatogoniale stamceltransplantatie in de kliniek. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Geen Organisaties: • Embryologie en Menselijke Genetica
Onderzoekers: • HERMAN TOURNAYE
De economie van podiumkunsten: een vergelijking van Engeland, Frankrijk, Nederland en Vlaanderen. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project worden drie gerelateerde vragen gesteld in de context van een vergelijking van Engeland, Frankrijk, Nederland en Vlaanderen voor het geval van de podiumkunsten: 1) Wat zijn de institutionele verschillen in de kunstomgeving van Nederland vis-à-vis Vlaanderen tegen de achtergrond van de Angelsaksische en continentaal-Europese benaderingen? 2) Wat zijn overeenkomsten en veschillen tussen succesvolle en niet-succesvolle kunstproducenten in Nederland en Vlaanderen? 3) In welke mate kunnen verschillen in succes-en faalfactoren worden verklaard vanwege institutionele verschillen? Organisaties: • Management
Onderzoekers: • Arjen van Witteloostuijn
Aandachtspatronen van het top management team in the banksector: Een uitgebreid multilevel onderzoeksmodel Universiteit Antwerpen Abstract: Om inzicht te krijgen in het ontstaan en voortduren van de huidige financiële crisis is het uiterst relevant om de aandachtspatronen van top management teams in de banksector te bestuderen. Dit project betreft het empirisch testen van een uitgebreid multilevel onderzoeksmodel naar deze aandachtspatronen, met zowel antecedenten en uitkomsten als contextuele variabelen. Het heeft de potentie om significant bij te dragen aan theorie en praktijk. Organisaties: • Management
Onderzoekers: • Tine Buyl
Terminologie-extractie voor semantische interoperabiliteit en standaardisatie . Universiteit Gent Abstract: Het TExSIS Project wil een volautomatisch terminologie-extractiesysteem bouwen dat on-the-fly termen extraheert uit mono- en multilinguale documenten. De architectuur is grotendeels taalonafhankelijk opgebouwd, en wordt tijdens het Project verder uitgewerkt voor het Nederlands, Frans, Duits en Engels. TExSIS wordt aangeboden in een krachtige client-serverarchitectuur, kan verschillende input- en outputformaten aan en kan zowel volautomatisch als semi-automatisch draaien. Het Project zal een open source prototype terminologie-extractor opleveren dat door softwareontwikkelaars verder gecustomizeerd en geïmplementeerd kan worden bij de eindgebruikers. Het zal leiden tot een reductie van de implementatiekost van machinevertaling, een reductie van het manuele correctiewerk bij machinevertaling, de automatische productie van monolinguale en multilinguale woordenboeken, een automatisering van consistentiechecks, de automatische productie van thesauri voor bestaande archieven, het automatisch metadateren van documenten en het versneld doorzoeken van grote archieven en databanken. Dit concrete nut wordt tijdens het Project aangetoond in twee use cases die een brede groep van gebruikers afdekken: machinevertaling en information retrieval. Organisaties: • Vakgroep Informatietechnologie
Onderzoekers: • Filip De Turck
Geïntegreerd 3D seismo-electrisch onderzoek op de Paardenmarkt Universiteit Gent Abstract: Geïntegreerde inzet van zeer hoge resolutie reflectie-seismische en elektrische resistiviteitsmethoden met het oog op (1) het optimaal afbakenen van de zones met gestorte munitie, (2) het zo accuraat mogelijk bepalen van de dikte van de beschermende sedimentaire bedekking boven het gestorte materiaal, en (3) de evaluatie van het potentieel van de resistiviteitsmetingen met het oog op het kwalifiëren van de sedimentlagen waarin de munitie vervat is. Organisaties: • Vakgroep Geologie en bodemkunde
Onderzoekers: • Jean Henriet • Marc De Batist
Nieuw financieringsmodel onderzoek: ZAP-startkrediet 2010 Vrije Universiteit Brussel Abstract: Met het in voege treden van het nieuw financieringsmodel onderzoek ontvangen nieuwe ZAP leden die voldoen aan de criteria voor de BOF-parameter 'mobiliteit en diversiteit' een startkrediet van EURO 50.000. Deze ZAP startkredietfinanciering wordt retroactief opgestart en toegekend aan nieuw ZAP aangesteld in 2010 en later. Organisaties: • Celbiologie en Histologie
Onderzoekers: • Marinee CHUAH
Geavanceerde 3D MOR-subgridding technieken voor de eindige-differentie-in-de-tijd simulatiemethode Universiteit Gent Abstract: Het doel van dit proect is om nieuwe en nauwkeurige 3D subgridding technieken te ontwikkelen voor de eindige-differentie-in-de-tijd (FDTD) simulatiemethode, gebaseerd op geavanceerde model order reductie (MOR) technieken. Dit moet toelaten om allelei complexe hoogfrequent structuren en componenten efficiënt en accuraat te simuleren en te ontwerpen. Organisaties: • Vakgroep Informatietechnologie
Onderzoekers: • Daniël De Zutter • Tom Dhaene
In vivo detectie van de expressie van virulentiegenen van Vibrio's tijdens infectie van aquacultuur organismen met reverse transcriptase realtime PCR Universiteit Gent Abstract: In dit project zal de expressive van virulentiefactoren in verschillende Vibrio?s (met verschillende virulentie) gemeten worden met reverse transcriptase realtime PCR met specifieke primers. Daarenboven zal de invloed van bacteriële cel tot cel communicatie (quorum sensing) en gastheer-pathogeen communicatie (d.m.v. stresshormonen) op de expressie van virulentiefactoren eveneens bepaald worden. Organisaties: • Vakgroep Dierlijke productie
Onderzoekers: • Peter Bossier • Tom Defoirdt
Fytochemisch onderzoek van twee medicinale planten uit Pakistan: Ziziyphus oxyphylla en Cedrela serrata. Universiteit Antwerpen
Abstract: Doel van dit project is het onderzoek naar de biologisch actieve inhoudsstoffen van twee medicinale planten uit Pakistan, meer bepaald Ziziyphus oxyphylla (Rhamnaceae) en Cedrela serrata (Meliaceae). Hun inhoudsstoffen zullen chromatografisch geïsoleerd worden, geïdentificeerd met behulp van spectroscopische methoden, en farmacologisch getest in verscheidene modellen. Organisaties: • Farmacognosie, Functionele voeding en Farmaceutische Analyse (NatuRA)
Onderzoekers: • Luc Pieters
Deelname van de UA, UGent en VUB in het CERN CMS (Compact Moun Solenoïd) experiment aan de LHC (Large Hedron Collider) in CERN. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project maakt deel uit van de zg. Big Science financiering voor deelname aan grote internationale onderzoeksfaciliteiten. De financiering laat de deelname toe aan het CMS experiment in CERN en behelst logistieke steun onder de vorm van personeel, bijdragen tot de 'Maintenance and Operation' van de detector en uitbouw van lokale GRID infrastructuur. Organisaties: • Elementaire-Deeltjesfysica
Onderzoekers: • Pierre M S J Van Mechelen • Eddi De Wolf
Van persbericht tot nieuwsbericht: wat heeft vertalen ermee te maken? Universiteit Antwerpen Abstract: Wat heeft vertalen ermee te maken? Journalisten beweren vaak dat ze buitenlands nieuws niet vertalen, dat ze steeds (nieuwe) nieuwsartikelen produceren. Voorgaand onderzoek toont aan dat journalisten af en toe weldegelijk dienen te vertalen, ook al zijn ze hier niet steeds voor opgeleid. Door te kijken naar de verschillen tussen een corpus nieuwsartikelen (afkomstig van kranten en nieuwssites) en een corpus anderstalige persberichten waarop deze artikelen zijn gebaseerd, willen we achterhalen wat nu juist de rol en de aard van vertalen is binnen het journalistieke bedrijf. Organisaties: • Antwerps Centrum voor Pragmatiek (IPrA Research Center)
Onderzoekers: • Jozef Verschueren
Soortdiversiteit, populatiedynamica en metabolietanalyse van melkzuurbacteriën betrokken bij de fermentatie van groenten. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Van oudsher worden fermentatietechnieken zoals spontane fermentatie en backslopping toegepast ter verbetering van de houdbaarheid, de organoleptische eigenschappen en de veiligheid van levensmiddelen. In bepaalde bedrijfssectoren (bijvoorbeeld zuivel en vlees) wordt reeds gebruik gemaakt van bulkstarterculturen, wat de fermentatie beter controleerbaar en voorspelbaar maakt. Wat de groentesector betreft bevindt het gebruik van starterculturen zich eerder in een experimenteel stadium. In tegenstelling tot deze industriële starterculturen vertonen de natuurlijk voorkomende wild-type stammen, die traditionele fermentaties domineren, een hogere competitiviteit en een uitgebreidere metabolische capaciteit om aromacomponenten te vormen. Om uitgaande van deze wild-type stammen een geschikte startercultuur te ontwikkelen voor industrieel gebruik zijn een uitgebreide kennis van de soortdiversiteit van het ecosysteem, van de populatiedynamica van het fermentatieproces, en van de substraatconsumptie en metabolietproductie in relatie tot de organoleptische eigenschappen en microbiële interacties onontbeerlijk. Hoewel de interesse in gefermenteerde groenten, onder meer omwille van het gezonde imago van gefermenteerde levensmiddelen, toeneemt, zijn dergelijke studies van groentefermentatie-ecosystemen nog schaars. Daartoe zal in dit project getracht worden om de microbiële soortdiversiteit en populatiedynamica van gefermenteerde groenten, in het bijzonder gefermenteerde paprika en prei, in kaart te brengen. Daarnaast zal de methode om het metaboloom van gefermenteerde levensmiddelen in een vaste matrix te analyseren, geoptimaliseerd worden om het metaboloom van gefermenteerde groenten te bestuderen. Tenslotte zullen geselecteerde (autochtone) melkzuurbacteriën toegepast worden als functionele startercultuur voor gerichte, gecontroleerde groentefermentaties. Om de microbiële soortdiversiteit en populatiedynamica te bestuderen zullen zowel cultuurafhankelijke (selectieve uitplatingen, gevolgd door repPCR-fingerprinting) en cultuuronafhankelijke methoden (PCR gevolgd door denaturerende gradiëntgelelectroforese) gehanteerd worden. De metaboloomanalyse zal hoofdzakelijk gebeuren door middel van de geoptimaliseerde gaschromatografie-massaspectrometrie-methode (GC-MSmethode). Staalname van de verschillende metabolieten zal plaatsvinden door middel van statische headspace (SH) of solid phase micro-extraction (SPME). Indien bepaalde interessante verbindingen niet of nauwelijks detecteerbaar zijn met de GC-MS-methode zal gebruik gemaakt worden van andere geschikte (geoptimaliseerde) analysetechnieken zoals bijvoorbeeld hogedruk-vloeistofchromatografie en vloeistofstofchromatografie-MS. Deze methodologieën zullen gebruikt worden voor het onderzoek naar de aan- of afwezigheid van specifieke bacteriële metabolieten met (potentiële) rol in de kwaliteitsaspecten van gefermenteerde groenten. Dit in zowel gefermenteerde groentestalen uit Roemenië, als in bacteriële culturen, verkregen uit de isolaten van gefermenteerde groenten. Vervolgens zal de kinetiek van de interessant bevonden starterculturen onderzocht worden door middel van laboratoriumfermentaties (10 l werkvolume) in een groentesimulatiemedium. Bovendien zullen kleinschalige fermentaties uitgevoerd worden in groente-extracten om na te gaan in welke mate de groentesimulatiemedia de realiteit benaderen. Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • Luc DE VUYST
Hydrodynamische modellering van de stroming van zelfverdichtend beton in complexe bekistingsvormen Universiteit Gent Abstract: Het doel van voorliggend project is de ontwikkeling en validatie van de hydrodynamische modellering van de stroming van zelfverdichtend beton in complexe bekistingsvormen tijdens het stortproces, al dan niet door middel van verpompen onder druk. Gebaseerd op de hydrodynamische modellering zullen fundamentele ontwerpmodellen voor het vulproces en voor de bekisting afgeleid worden. Tevens wordt een fundamentele studie beoogd van de stroming van het beton doorheen aansluitkleppen. Organisaties: • Vakgroep Bouwkundige constructies
Onderzoekers: • Peter Troch • Geert De Schutter • Jan Vierendeels