www.researchportal.be - 9 Feb 2016 19:24:12
Onderzoeksprojecten (12500 - 13000 van 29735) Hoe zal klimaatverandering de koolstofcyclering in wetlandbodems beïnvloeden ? Universiteit Antwerpen Abstract: Verlies aan bodem-C zou de stijging van de atmosferische CO2 concentratie ¿en dus ook de globale opwarming- significant kunnen versnellen. Wij zullen met een experiment de individuele en interactieve effecten van opwarming, veranderd neerslagpatroon en veranderde watertafel op de koolstofinputs en ¿verliezen in een wetland bodem bepalen. Door middel van het Century model willen we dan de bekomen resultaten extrapoleren naar toekomstige klimaatscenario's. Organisaties: • Planten- en vegetatie-ecologie (PLECO)
Onderzoekers: • Ivan Janssens
Hoe zien huisartsen de rol van een palliatief dagcentrum binnen het geheel van de gezondheidsvoorzieningen (voor palliatieve patiënten) ? Universiteit Antwerpen Abstract: Vanuit het idee ongeneeslijke zieken zolang mogelijk thuis te kunnen blijven houden, worden in een experimentele fase dagcentra voor palliatieve patiënten opgericht. Ze kunnen er terecht voor tijdelijke opvang en ondersteuning, terwijl de familie de kans krijgt zijn draagkracht te vergroten. De dagcentra bieden patiënt en familie fysieke, psychosociale en spirituele ondersteuning, met als uiteindelijke doelstelling dat de ongeneeslijke zieke zijn kwaliteit van leven kan behouden. Een tijdelijke opvang geeft patiënt en familie tegelijk de gelegenheid om de draagkracht te vergroten. Het dagcentrum is tegelijk een centrale plaats waar andere ongeneeslijke zieken elkaar kunnen ontmoeten en waar ervaringen kunnen worden uitgewisseld. Tot op heden maakten weinig patiënten gebruik van dit aanbod. Het vermoeden bestaat dat huisartsen het bestaan van dit opvangcentrum niet kennen. In een explorerend beschrijvend onderzoek wordt via een postenquête nagegaan welke visie de huisarts heeft op een palliatief dagcentrum. Organisaties: • Huisartsgeneeskunde • Eerstelijns - en interdisciplinaire zorg Antwerpen (ELIZA)
Onderzoekers: • Bartholomeus Van Den Eynden • Paul Van Royen
Hoe zijn competenties grootschalig te toetsen? Ontwikkeling van een evaluatiematrix voor toetsprogramma's en een inventarisatie van good practices. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de Vlaamse overheid. UA levert aan de Vlaamse overheid de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • EduBROn
Onderzoekers: • Peter Van Petegem • Vincent Donche • Sven De Maeyer • Jan Vanhoof
Hoe zijn nonprofit werknemers gemotiveerd? Een 'discrete choice' analysis. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Met het groeiende belang van de nonprofit sector in de samenleving, is er een toegenomen aandacht voor de bestaansreden van nonprofit organisaties (npos), hoe zij zich gedragen en wat hun doelstellingen zijn, vanuit een zowel empirische als theoretische invalshoek. Recent ontstond ook een sterke belangstelling naar de motieven van betaalde werknemers en vrijwilligers in deze sector. Een goed begrip van hun motieven en hoe deze zich verhouden met de objectieven van de organisatie is een belangrijke factor in het verklaren van het gedrag dat nonprofit organisaties vertonen. Vanuit dit standpunt stellen Caers et al. (forthcoming) een additief scheidbare nutsfunctie voor nonprofit managers en ondergeschikt personeel voor, die de objectieven van deze actoren indeelt in drie grote categorieën: persoonlijke doelstellingen, organisatorische doelen en client-gebonden doelstellingen. De onderliggende veronderstelling hierbij is dat personen binnen de nonprofit organisatie kunnen verschillen in het belang dat zij aan elk van deze drie categorieën hechten. Sommigen geven bijvoorbeeld meer voor hun persoonlijke doelstellingen, terwijl anderen mogelijk meer belang hechten aan de tweede of derde categorie van doelstellingen. Deze veronderstelling is zowel gebaseerd op theoretisch als empirisch onderzoek. De aanwezigheid van "egoïstische" werknemers (sterk geïnteresseerd in de eerste categorie van motivatoren) kan worden verwacht door te duiden op het gebrek aan efficiente "principals" (Jensen en Meckling (1976), Fama en Jensen (1983)) en op de moeilijkheden i.v.m. prestatiemetingen (Steinberg (1990), Brickley en Van Horn (2002)). Op basis van de zelf-selectie hypothese (Young (1983)) kunnen beide factoren "egoïstische" werknemers stimuleren om voor jobs in de nonprofit sector te opteren. Empirisch onderzoek bevestigt dat nonprofit werknemers belang hechten aan persoonlijke doelstellingen (Mesch et al. (1998), Brown en Yoshioka (2003)). Maar ook een toewijding naar de missie van de organisatie wordt verwacht te bestaan (Hansmann (1986)) en empirisch aangetoond (Mirvis en Hackett (1983)), alsook een belangstelling voor het welzijn van de npo's cliënten (zie respectievelijk Mooney en Ryan (1983) en Hansen et al. (2003)). Caers et al. (forthcoming) verenigen deze literatuur in een formele nutsfunctie en bieden voor het eerst een theoretische analyse van het gedrag dat verschillende types van nonprofit werknemers zullen vertonen in een groot aantal situaties. Het voorliggende project bouwt verder op dit werk en onderzoekt empirisch hoeveel belang nonprofit werknemers precies hechten aan persoonlijke, organisatorische en client-gebonden doelstellingen. Deze inzichten kunnen aantonen welke van de in Caers et al. (forthcoming) gespecificeerde types het meest reëel zijn en tot meer gerichte beleidsaanbevelingen leiden. Dit onderzoek maakt gebruik van "discrete choice" experimenten, een "stated preference" techniek waarbij respondenten meermaals worden gevraagd om hun geprefereerde scenario uit een klein aantal mogelijke scenario's te kiezen. Elk scenario heeft daarbij verschillende attributen en door het niveau van deze attributen te veranderen en de keuzes van de respondenten te analyseren, wordt het mogelijk om het belang (b's) dat de respondenten hechten aan elk attribuut (U1, U2, ..., Um) te schatten. Formeel, Ui = b1 * U1 + b2 * U2 + ..... + bm * Um met Ui = waargenomen deel van de nutsfunctie van individu i m = aantal attributen In het voorliggende onderzoek wordt geopteerd om de respondenten te vragen een keuze te maken uit telkens drie scenario's. Elk scenario vertegenwoordigt een hypothetisch jaar. In elk van deze drie mogelijk jaren vinden verschillende gebeurtenissen plaats. Bepaalde persoonlijke, organisatorische of client-gebonden doelstellingen worden ofwel niet gehaald, gehaald of overtroffen. De respondenten worden gevraagd aan te geven welk jaar zij zouden verkiezen. Het experiment hanteert 6 attributen, 2 voor elke categorie van motivatoren, met elk 3 niveaus. Hierdoor zijn er 216 verschillende scenario's. Vermits een onderzoeksopzet met 3 alternatieven meer efficient werd bevonden dan een onderzoeksopzet met slechts 2 alternatieven (Sandor en Wedel (2002)), betekent dit dat de respondenten 72 keer hun geprefereerde scenario uit 3 mogelijkheden zouden moeten kiezen. Dit aantal zal worden verminderd door gebruik te maken van het Sandor en Wedel (2002) algoritme, om zo de "task demand" te verlagen en de efficiëntie van het schatten te verhogen (Hensher,
Stopher en Louviere (2001)). Wel worden testen voor transitiviteit en consistentie van de keuzes toegevoegd. De attributen worden bepaald op basis van o.a. organisatorische en professionele toewijding vragenlijsten (Giffords (2003)) en job/beloningstevredenheid vragenlijsten (De Gieter et al. (2006), De Cooman et al. (2006)). De steekproef voor dit onderzoek zijn Vlaamse nonprofit ziekenhuizen, meer specifiek: - leden van de Raad van Bestuur - afdelingshoofden - verpleegkundigen en niet-medisch personeel Dit perspectief, met 3 niveaus, is consistent met het model van Caers et al. (forthcoming) en laat toe om na te gaan of er verschillen en overeenkomsten bestaan in de individuele karakteristieken tussen de verschillende organisatorische niveaus. Tevens wordt het medische personeel met het niet-medische personeel vergeleken. Het onderzoeksopzet wordt eerst gepretest met individuen vanuit elk niveau in beide clusters van departementen (medisch en niet-medisch). De verzamelde data worden onderworpen aan een mixed logit model. Deze techniek wordt verkozen boven het gewone multinomial logit model omdat het toelaat dat de attributen verschillen over de respondenten met dichtheid f(b). Deze dichtheidsfunctie wordt gespecificeerd als de verdeling die het dichtst aansluit bij de verwachtingen omtrent de variatie van de b's en zal, zoals in de meeste applicaties, als normaal verdeeld worden beschouwd (Train (2003)). Met de recente bevindingen van De Cooman et al. (2006) in het achterhoofd, dewelke duiden op verschillen in de motieven en werkwaarden van de nieuwe generatie van verpleegkundigen, laten vragen omtrent demografische variabelen toe om correlaties met de preferenties te bestuderen. Deze bevindingen zullen toelaten om een beeld te vormen van de types van werknemers die in de nonprofit sector actief zijn. Desondanks blijft het mogelijk dat we een onvolledig beeld behouden omtrent de individuen die voor een functie in deze sector solliciteren. Indien de verantwoordelijken voor de aanwerving selectief zijn in hun beleid, is het immers mogelijk dat het profiel van de gemiddelde werknemer verschilt van dat van de gemiddelde sollicitant. Ook de gehanteerde recruterings- en selectietechnieken kunnen bovendien selectief zijn. De toegevoegde waarde van dit bijkomend onderzoek ligt zowel in een breder inzicht in de gehanteerde technieken en instrumenten en in de mate waarin er verschillen bestaan naargelang van het medische of niet-medische karakter van de functie, alsook in hoe de zelf-selectie daadwerkelijk functioneert. Een tweede vragenlijst, gericht op de gehanteerde instrumenten en technieken omtrent recrutering en selectie, wordt uitgewerkt. De doelgroep voor deze tweede vragenlijst zijn de verantwoordelijken voor de aanwerving in de Vlaamse nonprofit ziekenhuizen. In samenwerking met een representatieve steekproef van ziekenhuizen wordt tevens aan een steekproef van sollicitanten gevraagd om de eerste vragenlijst in te vullen, opdat het mogelijk wordt na te gaan welk belang zij hechten aan persoonlijke, organisatorische en client-gebonden doelstellingen. De resultaten van dit onderzoek dragen bij tot de theoretische literatuur door nieuwe inzichten aan te reiken in het agency theory - stewardship theory debat en omtrent de zelfselectie hypothese. Tevens bieden zij bestuursleden, managers en verantwoordelijken voor de aanwerving in de nonprofit sector meer specifieke beleidsimplicaties, die de algemene bevindingen van Caers et al. (forthcoming) aanvullen. Tot slot is een derde luik van dit onderzoeksvoorstel gericht op een uitbreiding van het meest complexe theoretische model gepresenteerd in Caers et al. (forthcoming), hetwelk de relaties beschrijft tussen één Raad van Bestuur, één management, één tot drie werknemers en twaalf cliënten. In dit model is de ernst van de toestand van een cliënt (alsook de inspanning geleverd door de agent om deze cliënt te helpen) gekend door alle actoren in de organisatie. Een waardevolle uitbreiding, zeker bij toepassing in de medische sector, bestaat erin deze informatie om te zetten in private informatie, uitsluitend beschikbaar voor de agent. Een nieuwe variabele wordt ingebouwd om de mening van de Raad van Bestuur en het management omtrent de echte moeilijkheidsgraad van de toestand van een cliënt weer te geven. Deze mening wordt gesteund op de door de agent geleverd informatie (dewelke misleidend kan zijn) en een kansverdeling (normaal verdeling). Het eerder ontwikkelde Fortran programma, gericht op het genereren van de tijdsverdelingen (verdeling van inspanning over de potentiële cliënten) van de agent, wordt aangepast. De bestaande programma's voor het tot stand brengen van de rangschikkingen van werknemers (op basis van hun geschiktheid voor de organisatie) en de analyse hiervan worden opnieuw toegepast. De resultaten van deze uitbreiding worden vergeleken met het oorspronkelijke model en kunnen, in combinatie met de bevindingen van de twee empirische studies, nieuw inzicht bieden in het effect van de recruteringsbeslissingen van een nonprofit organisatie op haar gedrag en haar prestaties. Organisaties: • Micro-economie voor Profit en Non-Profit Sector
Onderzoekers: • MARC JEGERS
Hoge bandbreedte parallelle optische verbindingen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het project maakt deel uit van een overkoepelend project in samenwerking met IMEC (interuniversitair micro-elektronica centrum) omtrent parallelle optische verbindingen tussen elektronische chips (geïntegreerde schakelingen). Het concept staat bekend onder de naam Photonlink en betreft een coherent systeem om via beeldvezelbundels 100 tot 1000 kanalen in parallel te verzenden van een chip naar een of meerdere andere en dit aan een 1 Gbps snelheid per kanaal met een vermogendissipatie van om en bij de 1 W. Hiertoe werden en worden hoogefficiënte LEDs ontwikkeld (>50% uitwendige kwantumefficiëntie) die bij kleine vermogens (<1mW) toch sneller dan 1 Gbps kunnen schakelen. Bij een golflengte van 850 nm werden reeds rendementen van 55% gemeten en snelheden tot 2 Gbps, zij het nog niet bij voldoende hoog rendement. Tevens wordt onderzoek verricht naar 650 nm golflengte emitters. Andere aspecten van het project zijn hybridisatietechnieken om de GaAs gebaseerde LEDs op een betrouwbare en kosteffectieve manier op de silicium chip aan te brengen (half-conductieve koppeling), detectoren, geïntegreerd in standaard CMOS technologie (de zogenaamde SMLD ofte spatially modulated light detector) en de daarbij horende ontvangers (honderden detectoren/ontvangers moeten op een vierkante mm chipoppervlakte aangebracht worden bij een vermogendissipatie van 100-500µW per ontvanger) en tenslotte on-chip connectors teneinde de vezelbundels op de geïntegreerde schakelingen te bevestigen. Organisaties: • Elektronica en Informatica
Onderzoekers: • ROGER VOUNCKX
Hogebitratie kanaalmodellering en transceiver optimalisatie voor geavanceerde chip-naar-chip interconnection en voor DSL toepassingen Universiteit Gent Abstract: Breedbandgebruikersapplicaties zoals bvb. video-on-demand of televisie-on-demand of professionele e-health beeldverwerkingsapplicaties, vereisen steeds hogere bitrates. Dit project beoogt de modellering van DSL verbindingen en van chip-naar-chip interconnecties en hun gebruik als signaalgeleiders voor hoge bitrate digitale communicatie. Organisaties: • Vakgroep Informatietechnologie
Onderzoekers: • Daniël De Zutter
Hoge concentraties vrije vetzuren tijdens de ontwikkeling van het embryo voor implantatie: wat zijn de gevolgen voor de vrouwelijke fertiliteit en de gezondheid van de nakomeling? Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Veterinaire fysiologie en biochemie
Onderzoekers: • Peter Bols • Jo Leroy • Karolien Desmet
Hoge cyclus vermoeidheid bij continu variabele push aandrijfriemen Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Toegepaste Materiaalwetenschappen
Onderzoekers: • Leo Kestens
Hoge-doorvoer en computationele analyse van gen-regulatorische controle KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Departement Menselijke Erfelijkheid
Onderzoekers: • Stein Aerts • Dmitry Svetlichnyy
Hoge druk vloeistofchromatografische technieken met fluorimetrische detectie voor de evaluatie van antioxidatieve parameters in vivo en structuur-activiteitsonderzoek van antioxidatieve nattuurstoffen. Universiteit Antwerpen Abstract: Het in vivo antioxidatief potentieel van natuurstoffen op proefdieren wordt geëvalueerd. In een eerste fase worden de proefdieren gestresseerd met CCl4, en wordt, door evaluatie van enkele antioxidatieve en pro-oxidatieve parameters, in het bijzonder door dosage van het vrije malondialdehyde en de verwante hydroxyalkenalen in plasma met behulp van HPLC, het gestresseerd niveau vergeleken met het basaal niveau. Het gebruik van fluorescentie detectie bij gebruik van dierlijk plasma (kleine proefdieren zoals ratten en muizen) verhoogt de gevoeligheid en de selectiviteit van de methode substantieel. Vervolgens zal het in vivo antioxidatief effect van enkele polyfenolen nagegaan worden. Hierbij zal de nadruk gelegd worden op de bepaling van het antioxidatief effect van flavonoïden en proanthocyanidinen en wordt getracht structuur-activiteitsrelaties voor in vivo inhibitie van lipidenperoxidatie vast te leggen. Organisaties: • Farmacognosie en fytochemie • Farmacognosie, Functionele voeding en Farmaceutische Analyse (NatuRA)
Onderzoekers: • Tessa De Bruyne
Hoge-frequentie ultrasoon beeldvormingssysteem Vevo 2100. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de Herculesstichting. UA levert aan de Herculesstichting de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Fysiofarmacologie (FAR)
Onderzoekers: • Patrick D'Haese • Gilles De Keulenaer • Christiaan Vrints • Guido De Meyer • Marc Claeys • Bart Loeys
Hoge-frequentie visuele stimulatie ter bevordering van gezichtsverwerking: gedrags- en neuroimaging studies bij typisch ontwikkelende individuen en individuen met autismespectrumstoornis. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Labo voor Biologische Psychologie
Onderzoekers: • Hans Op de Beeck • Felipe Fernandes Pegado
Hoge kappa metaaloxides voor IC toepassingen : CSD depositie & karakterisatie van MIM en MOS structuren. Universiteit Hasselt Abstract: Microprocessoren worden steeds meer en meer verkleind zoals beschreven in de wet van Moore[1]. Daardoor verkleint ook de MOSFET*, het belangrijkste onderdeel ervan. Ook bij het DRAM wordt gestreefd naar steeds hogere capaciteit en daarmee gepaard het steeds meer verlagen van de dikte van de diëlektrische laag. Het SiO2 dat werd gebruikt als diëlektricum (k=3,9) had voor deze toepassingen zeer goede eigenschappen. Wat SiO2 zon geschikt materiaal maakte voor deze toepassing, was dat het een thermische en chemische stabiliteit garandeerde en een grote bandkloof vormde met Si. Omdat SiO2 werd gegroeid op het Si bezat het een zo goed als defectvrij raakvlak[2-4]. De ITRS (International Technology Roadmap for Semiconductors) vereist voor de toekomst echter een verdere daling van de poortdiëlektricumdikte (tot 0,7nm)[5] en ook voor DRAM moet de condensatordikte verder verlaagd worden[6]. Een groot probleem bij deze verdere verkleining van het
SiO2 is dat er een ontoelaatbaar grote lekstroom wordt bekomen door tunnelingeffecten, wat leidt tot sterke warmte-ontwikkeling, verhoogd stroomverbruik en afname van de betrouwbaarheid. Een mogelijke oplossing is het gebruik van alternatieve diëlektrica met een hogere kwaarde, waardoor voor dikkere lagen dezelfde specifieke capaciteit, maar lagere lekstromen bekomen worden. De capaciteit wordt immers gegeven door volgende formule voor een parallelle plaatcondensator: C = J0kA/t Met C: capaciteit J0: permittiviteit van vacuüm k: diëlektrische constante A: oppervlakte van de condensatorelektrode t: dikte van de diëlektrische laag De capaciteit is dus rechtevenredig met k en omgekeerd evenredig met de dikte van het diëlektricum. Om eenvoudig verschillende materialen te vergelijken wordt een equivalente oxidedikte (EOT = teq) en een capaciteit equivalente dikte (CET) gebruikt. Hierbij wordt de dikte van het nieuwe materiaal (tfys) beschreven als de dikte van SiO2 die nodig is om dezelfde specifieke capaciteit te bekomen. EOT = teq = (kox/k) tfys CET(V) = J0kox/C(V) met kox de diëlektrische constante van SiO2 en k die van het nieuwe materiaal. Het streefdoel voor het MOS poortdiëlektricum is een EOT van 5 tot 6 Å, verwacht voor 2014. Voor de MIM wordt getracht een CET waarde van 4,5 Å te bekomen[7]. De nood aan alternatieve hoge-k poortdiëlektrica leidde recent tot de introductie van een Hf gebaseerd materiaal in de huidige 'multicore' processoren[8]. Voor de 3de generatie poortdiëlektrica worden echter nog hogere k-waarden vereist (~30-50), terwijl ook voor geheugentoepassingen naar hogere k materialen wordt gezocht (~80-120). Het huidige project zal een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van geschikte metaaloxides met hoge diëlektrische constante voor toepassing in toekomstige transistor- en geheugengeneraties. Organisaties: • Anorganische en Fysische Chemie • Instituut voor Materiaalonderzoek
Onderzoekers: • Marlies VAN BAEL • An HARDY
Hoge kwaliteit SPECT beeldvorming voor humane toepassing Universiteit Gent Abstract: De medische beeldvormingstechniek SPECT maakt gebruik van radioisotopen die in het lichaam van de patiënt worden geïnjecteerd. Klassiek worden mechanische collimatoren gebruikt om niet loodrecht invallende gamma straling te blokkeren. Een techniek, gekend uit de astronomie, collimeert fotonen elektronisch. In dit project wordt gebruik gemaakt worden van gecombineerde mechanische en elektronische collimatie om SPECT beeldvorming te verbeteren. Organisaties: • Vakgroep Elektronica en informatiesystemen
Onderzoekers: • Stefaan Vandenberghe
Hoge kwaliteit UV-lasers voor microelectronica. Universiteit Antwerpen Abstract: In microlithografie zijn excimer lasers met smallere bandbreedte nodig om de schaal onder de 100 nm te brengen. Het doel van dit project is de ontwikkeling van laser systemen waarbij holle kathode laser pulsen (van CW gas laserbundel kwaliteit) gebruikt worden om de bandbreedte van de excimer lasers te controleren. De ontwikkeling van de laser zal worden ondersteund door modelberekeningen en experimentele (plasmadiagnostische) metingen. Organisaties: • Micro- en Sporenanalyse • Plasma, Laser Ablatie en Oppervlakte-modellering (PLASMANT)
Onderzoekers: • Annemie Bogaerts
Hoge Performantie Benchtop LC-MS Ondersteund door OrbitrapTM Technologie gekoppeld met een U-HPLC systeem en HCD collisie cel Universiteit Gent Abstract: De Exactive is een hoge resolutie en accurate massa benchtop massaspectrometer, ondersteund door de Orbitrap technologie en is uitermate geschikt voor snelle screening en identificatie van residuen, contaminanten of micropolluenten in dierlijke, voedings-, voeder- en milieumatrices. Organisaties: • Vakgroep Veterinaire volksgezondheid en voedselveiligheid
Onderzoekers: • Hubert De Brabander • Lynn Vanhaecke
Hoge performantie statistische berekeningen in de levenswetenschappen KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • L-BioStat
Onderzoekers: • Geert Verbeke • N. N. • Geert Molenberghs
Hogere order visuele verwerking van levende en niet-levende objecten. KU Leuven Abstract: nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp; Onzewereld bestaat uit levende - dieren en mensen en niet-levende objecten. Primaten kunnen objecten grijpen en manipuleren. Deze grijpbareobjecten hebben een 3D structuur en de analyse van hun 3D structuur is kritisch voor het stellen van grijpbewegingen en manipulatie. Daarnaast stellen primaten ook andere acties, waaronder locomotie en communicatieve acties. De visuele modaliteit geeft essentiele informatie met betrekking tot levende en niet-levende objecten en acties. Vorig onderzoek heeftaangetoond dat de visuele eigenschappen van levende, niet-levende objecten en acties voorgesteld zijn in verschillende hogere-orde corticale areas in de temporale and parietale visuele cortex en in de frontale cortex. We zullen de visuele verwerking van levende, niet-levende objecten enacties in deze hogereorde cortices bestuderen. We maken daarbij gebruik van een multidisciplinaire aanpak: een combinatie van humane fMRI, apen fMRI, unicellulaire registraties bij de aa Organisaties: • Lab voor Neuro- en Psychofysiologie
Onderzoekers: • Rufin Vogels • Wim Vanduffel • Marc Van Hulle • Peter Janssen
Hogere-orde splinefuncties in meerdere dimensies.nbsp; KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afd. Numer. Analyse en Toeg. Wiskunde
Onderzoekers: • Stefan Vandewalle • Paul Dierckx • Hendrik Speleers
Hogere orde support voor data-mining toepassingen KU Leuven Abstract: Specificatietalen zoals FO(·) drukken de constraints en kennis onderliggend aan een probleem uit op een formele en preciese manier. De herbruikbaarheid van zulk soort uitdrukkingen is momenteel laag. Het toevoegen van hogere orde abstracties kan een sterke verbetering van herbruikbaarheid betekenen. Veel hogere orde abstracties kunnen uitgedrukt worden als het toevoegen van recursieve generische types en het opwaarderen van predicaten tot 'first class citizens' waarover de specificatie kan redeneren en uitdrukkingen doen, en dus uitdrukkingen doen over (delen van) zichzelf. Organisaties: • Afdeling Informatica
Onderzoekers: • Gerda Janssens • Matthias van der Hallen
Hogere orde visuele representaties van vorm voor grijpen KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Onderzoeksgroep Neurofysiologie
Onderzoekers: • Peter Janssen • Pedro Faria
Hoge resolutie biostratigrafisch onderzoek van mariene palynomorfen met een onderzoeksmicroscoop en geintegreerde digitale beeldenarchivering Universiteit Gent Abstract: Om een optimaal rendement betreffende de determinaties van de organische microfossielen te verkrijgen en de opslag van de digitale beelden met hoge resolutie te bereiken wordt in dit krediet aan navorsers een aankoop voorgesteld van een nieuwe optische onderzoeksmicroscoop van hoge kwaliteit en voorzien van een digitaal systeem voor hoge resolutie beeldacquisitie en -opslag. Organisaties: • Vakgroep Geologie en bodemkunde
Onderzoekers: • Jacques Verniers
Hoge resolutie fMRI in niet-menselijke primaten dat laag- en zuil-niveau benaderd KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Lab voor Neuro- en Psychofysiologie
Onderzoekers: • Wim Vanduffel • N. N. • Qi Zhu
Hoge resolutie inductief gekoppelde massaspectrometer (HR-ICPMS) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Een hoge resolutie inductief gekoppelde massaspectrometer (HR-ICPMS) meet uiterst precies de concentraties en de isotopensamenstelling van chemische elementen in gassen, vloeistoffen en vaste materialen. Hieruit kunnen we informatie inwinnen over de
oorsprong en de vorming van asteroïden en meteorieten, over de huidige en vroegere samenstelling van rivieren, estuaria en zeeën en over de aan gang zijnde en toekomstige klimaats- en milieuveranderingen op aarde. Ook de relatie tussen de blootstelling aan toxische stoffen en hun effect op onze gezondheid wordt afgeleid uit resultaten bekomen met het HR-ICPMS instrument. Organisaties: • Scheikunde
Onderzoekers: • WILLY BAEYENS
Hoge Resolutie Inductief gekoppelde Plasma Massa Spectrometer (HR-ICP-MS). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht toegekend door de Universiteit Antwerpen. De promotor levert de Universiteit Antwerpen de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd door de universiteit. Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Patrick D'Haese • Ronny Blust • Koen Janssens • Rene Van Grieken
Hoge-resolutie ionmobiliteitsmassaspectrometer: een krachtig instrument voor fragiele structuren. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds Hercules Stichting. UA levert aan Hercules Stichting de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Biomolecular & Analytical Mass Spectrometry (BAMS)
Onderzoekers: • Filip Lemiere • Bert Maes • Yves Guisez • Paul Van Schil • Erwin J M Witters • Luc Moens • Xaveer Van Ostade • Serge Tavernier • Frank Sobott • Marc Wijnants
Hoge-resolutie LS tandem MS voor de identificatie van onbekende polaireoxidatieproducten van pyralozone geneesmiddelen, hun metaboliten en biotransformatie producten KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Farmaceutische Analyse
Onderzoekers: • Ann Van Schepdael • N. N. • Deirdre Cabooter
Hoge resolutie mapping en inhibitie van invadosomen met behulp van enkel-keten antilichamen gericht tegen fascine Universiteit Gent Abstract: Invadosomen zijn gespecialiseerde protrusies aanwezig in kankercellen (invadopodia genoemd) en normale hematopoëtische cellen zoals macrofagen en dendritische cellen (podosomen genoemd). In dit project worden nanobodies gegenereerd tegen structurele componenten van invadosomen om de relatieve contributie van deze componenten in de opbouw, maturatie en stabiliteit van invadosomen te onderzoeken. Daarnaast zullen nanobodies ook aangewend worden om invadosoomvorming te inhiberen. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Jan Gettemans
Hoge resolutie massaspectrometer ( HRMS ) voor Ongericht en metabolomics gebaseerd Mycotoxine Onderzoek Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Bioanalyse
Onderzoekers: • Sarah De Saeger
Hoge-resolutie-modellering en -monitoring van water- en energietransfers in waterrijke ecosystemen (HIWET). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de federale overheid. UA levert aan de federale overheid de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire
Hoge resolutie NMR onderzoek naar eiwit dynamiek die ten grondslag ligt aan allosterie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Allosterische regulatie van eiwitten gaat vaak gepaard met bewegingen op grote schaal. Echter veel eiwitten hebben een subtielere manier ontwikkeld om het signaal van binding door te geven naar het actieve centrum. Het is theoretisch aangetoond dat verandering in eiwit
dynamiek een manier kan zijn om het effect van binding door te geven. Dit onderzoeksvoorstel is ontworpen om deze hypothese experimenteel te teste. We zullen B-lactamase, een enzym verantwoordelijk voor bacteriële resistentie tegen peniciline, als modeleiwit gebruiken. Met behulp van hoge resolutie spectroscopie van kernspinresonantie (NMR) - een krachtige techniek o macromoleculaire dynamiek op verschillende tijdschalen te onderzoeken - zullen we een aantal B-lactamase varianten, geconstrueerd om te binden aan en gereguleerd te worden door een scale aan partners (metalen, antilichamen, antibiotica etc. ), te bestuderen. De belangrijkste doelen zijn om te begrijpen hoe het signaal van binding wordt doorgegeven naar een ver actief centrum en om op te helderen of minieme veranderingen in eiwit dynamiek geinduceerd door binding verantwoordelijk zijn voor de waargenomen veranderingen in enzymatische activiteit. Binnen dit project streven we ernaar om een experimentele methodologie te ontwikkelen die op brede schaal toepasbaar si op andere biomoleculaire systemen en hopen we de onderliggende principes van allosterische regulering te ontrafelen. Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen • Natuurkunde
Onderzoekers: • Nico VAN NULAND • Oleksandr VOLKOV
Hoge Resolutie NMR projecten. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project stelt zich tot doel: 1) De invloed van de lokale polariteit van aan onoplosbaar polystyreen verankerde dialkatalysatoren te onderzoeken, teneinde hun potentieel als katalysator in transesterificatiereacties te verruimen. 2) Op hr-MAS NMR steunende, vernieuwende methodologiëen te ontwikkelen, om monitoring van katalytische processen rechtstreeks in situ - voor, tijdens en na katalyse - mogelijk te maken. 3) De recycleerbaarheid van verankerde organotin katalysatoren te onderzoeken in enkele geselecteerde transesterificaties. 4) Inzicht te verwerven in de problematiek van het lekken van tin, vanuit de organotinkanker, naar het reactiemidden toe. Organisaties: • Materialen & chemie
Onderzoekers: • RUDOLPH WILLEM
Hoge resolutie Rb-Sr en Pb isotopengeochemie : toepassignen in geologisch en archeometrisch onderzoek. Vrije Universiteit Brussel Abstract: -In 2005 wordt er via de "Impulsfinanciering zware apparatuur" van de Vlaamse Gemeenschap ter bevordering van de internationale wetenschappelijke competitiviteit van het onderzoek in Vlaanderen een multi-collector inductief gekoppeld plasma massaspectrometer (MC-ICPMS) voor interdisciplinair onderzoek toegekend aan de Universiteit Gent, de Vrije Universiteit Brussel en de K.U.Leuven. De locatie van het apparaat is te Gent. De huidige aanvraag richt zich op de ontwikkeling van Rb-Sr en Pb isotopenonderzoek met dit nieuw instrumentarium en de toepassing ervan in projecten van de verschillende deelnemende groepen uit de aardwetenschappen. De verschillende onderzoeksthema's zijn in belangrijke mate afhankelijk van dikwijls complexe analyses d.m.v. geavanceerde apparatuur. Gezien de relatief kleine schaal van de Vlaamse geologische onderzoeksgroepen is het van essentieel belang dat deze nauw samenwerken en dat informatie tussen de verschillende disciplines uitgewisseld wordt. De bepaling van de oorsprong van gesteenten gebeurt in belangrijke mate op basis van geochemische studies. De genese kan afgeleid worden op basis van de hoofd- en spoorelementensamenstelling en van de isotopensignatuur van mineralen en gesteenten. Oorspronkelijk gebeurde dit hoofdzakelijk o.b.v. totaalanalysen, doch de noodzaak van in situ analysen, waarbij individuele mineraalkorrels of zones in de mineralen gemeten worden, wordt nu algemeen aanvaard. Alhoewel o.b.v. van de hoofd- en spoorelementen reeds interessante conclusies kunnen getrokken worden i.v.m. de genese van mineralen en gesteenten zijn de isotoopsignatures essentieel om een gefundeerde uitspraak te doen over de vormingsomstandigheden. MC-ICPMS is een nieuwe en bijzonder krachtige techniek voor de bepaling van isotoopverhoudingen. In situ analysen zijn mogelijk wanneer een laser ablatie eenheid gekoppeld is aan de MC-ICPMS en voor de monsterintroductie zorgt. Het onderzoeksthema van de vakgroep Geologie aan de VUB is vooral gericht op paleomilieureconstructies aan de hand van isotopengeochemie (stabiele isotopen: Hellings et al., 2000, Felder et al., 2003, maar ook Sr en Pb isotopenverhoudingen: Verheyden et al., 2000, Lazareth et al., 2000). De VUB beschikt over vier stabiele isotopen massaspectrometers voor stabiele isotopen. Sr en Pb metingen moeten echter tot nu toe in het buitenland uitgevoerd worden. Organisaties: • Wetenschappen van het Systeem Aarde • Geologie
Onderzoekers: • Kamal KOLO • REMY MAS • EDWARD KEPPENS • STEVEN GODERIS • VIRGINIE RENSON • Philippe CLAEYS
Hoge resolutie Rb-Sr en Pb isotopengeochemie: toepassingen in geologisch en archeometrisch onderzoek Universiteit Gent Abstract: Ontwikkeling van methodes (inclusief monstervoorbereiding) voor isotopische analyse van Sr en Pb via multi-collector ICPmassaspectrometrie. Inzetten van de ontwikkelde methodes voor: oorsprongsbepaling van magma's, bepaling van het vormingstijdstip van mineralen, paleoceanografische studies en de herkomstanalyse van archeologische artefacten. Evaluatie van de mogelijkheden van laser ablatie (LA) als monsterintroductiemethode bij MC-ICPMS voor de directe puntanalyse van vaste materialen. Organisaties: • Vakgroep Analytische chemie
Onderzoekers: • Frank Vanhaecke
Hoge resolutie Rb-Sr en Pb isotopengeochemie: Toepassingen in geologisch en archeometrisch onderzoek. Vrije Universiteit Brussel Abstract: --In 2005 wordt er via de "Impulsfinanciering zware apparatuur" van de Vlaamse Gemeenschap ter bevordering van de internationale wetenschappelijke competitiviteit van het onderzoek in Vlaanderen een multi-collector inductief gekoppeld plasma massaspectrometer (MC-ICPMS) voor interdisciplinair onderzoek toegekend aan de Universiteit Gent, de Vrije Universiteit Brussel en de K.U.Leuven. De locatie van het apparaat is te Gent. De huidige aanvraag richt zich op de ontwikkeling van Rb-Sr en Pb isotopenonderzoek met dit nieuw instrumentarium en de toepassing ervan in projecten van de verschillende deelnemende groepen uit de aardwetenschappen. De verschillende onderzoeksthema's zijn in belangrijke mate afhankelijk van dikwijls complexe analyses d.m.v. geavanceerde apparatuur. Gezien de relatief kleine schaal van de Vlaamse geologische onderzoeksgroepen is het van essentieel belang dat deze nauw samenwerken en dat informatie tussen de verschillende disciplines uitgewisseld
wordt. De bepaling van de oorsprong van gesteenten gebeurt in belangrijke mate op basis van geochemische studies. De genese kan afgeleid worden op basis van de hoofd- en spoorelementensamenstelling en van de isotopensignatuur van mineralen en gesteenten. Oorspronkelijk gebeurde dit hoofdzakelijk o.b.v. totaalanalysen, doch de noodzaak van in situ analysen, waarbij individuele mineraalkorrels of zones in de mineralen gemeten worden, wordt nu algemeen aanvaard. Alhoewel o.b.v. van de hoofd- en spoorelementen reeds interessante conclusies kunnen getrokken worden i.v.m. de genese van mineralen en gesteenten zijn de isotoopsignatures essentieel om een gefundeerde uitspraak te doen over de vormingsomstandigheden. MC-ICPMS is een nieuwe en bijzonder krachtige techniek voor de bepaling van isotoopverhoudingen. In situ analysen zijn mogelijk wanneer een laser ablatie eenheid gekoppeld is aan de MC-ICPMS en voor de monsterintroductie zorgt. Het onderzoeksthema van de vakgroep Geologie aan de VUB is vooral gericht op paleomilieureconstructies aan de hand van isotopengeochemie (stabiele isotopen: Hellings et al., 2000, Felder et al., 2003, maar ook Sr en Pb isotopenverhoudingen: Verheyden et al., 2000, Lazareth et al., 2000). De VUB beschikt over vier stabiele isotopen massaspectrometers voor stabiele isotopen. Sr en Pb metingen moeten echter tot nu toe in het buitenland uitgevoerd worden. Organisaties: • Geologie
Onderzoekers: • Philippe CLAEYS
Hoge resolutie vaste stof NMR karakterisering van actieve sites in heterogene katalysatoren. Universiteit Antwerpen Abstract: Twee nieuw dubbel-resonantie NMR technieken zullen gebruikt worden om de resolutie van de vaste stof NMR karakterisatie te verhogen. Organisaties: • Anorganische scheikunde • Laboratorium adsorptie en katalyse
Onderzoekers: • Etienne Vansant
Hogere trofische niveau's in de zuidelijke Noordzee - TROPHOS Universiteit Gent Abstract: Hogere trofische niveau's in de zuidelijke Noordzee - TROPHOS. Studie van vis en vogels in de Noordzee. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Magda Vincx
Hoger onderwijs en onderzoek: organisatie, marktinteractie en algemene impact in het kennistijdperk Universiteit Antwerpen Abstract: De hoofddoelstelling van het project is om nieuwe ontwikkelingen in de micro-economie, de theorie van de industriële organisatie en in de organisatietheorie te verkennen en toe te passen op het specieke geval van de universiteiten. Zulk een toepassing is bijzonder interessant: universiteiten spelen een sleutelrol in de economische ontwikkeling, de omgeving waarin ze werken is voortdurend in beweging, vaak worden ze gefinancierd met overheidsgelden, meer en meer wordt hen gevraagd om het gebruik van de toegekende overheidsmiddelen te verantwoorden, en ze worden ook voortdurend uitgenodigd om nieuwe management-technieken toe te passen. Ze zijn bovendien een voorbeeld van non-profit instellingen, waardoor interessante vragen rijzen in verband met hun doelstellingen en in verband met een aangepaste "product mix" (onderwijs versus onderzoek, onderwijs op bachelor niveau of op master niveau, fundamenteel onderzoek versus toegepast onderzoek, .....). Organisaties: • Algemene economie
Onderzoekers: • Jan Bouckaert
Hoge-temperatuur supergeleidende clusterkristallen. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Vaste-stoffysica en Magnetisme
Onderzoekers: • Thomas Picot
Holistic vs. analytic visual perception of human body postures and actions: similarities and differences with face perception KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Labo voor Experimentele Psychologie
Onderzoekers: • Karl Verfaillie • Leia Vrancken
Holistische VS analytische visuele perceptie van lichaamshoudingen en -acties: Gelijkenissen en verschillen met gezichtsperceptie. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Labo voor Experimentele Psychologie
Onderzoekers: • Karl Verfaillie
Holistische waterkwantiteits-kwaliteitsmodellering van waterlopen. KU Leuven Abstract: Waterbeheerpraktijken zijn reeds sterk geëvolueerd in de afgelopen jaren. Er wordt meer aandacht besteed aan de integratie van civiele technieken, hydrologie, waterkwantiteit en -kwaliteit, ecologische en andere aspecten. Deze integratie is tot op heden echter niet zo efficiënt als het zou moeten zijn. Dit heeft zowel institutionele als technische redenen. Op technisch niveau worden wiskundige modellen gebruikt als ondersteuning
van de besluitvorming, maar deze zijn meestal ontwikkeld voor individuele subsystemen (rivieren. riolering, ...) en laten slechts toe een beperkt aantal unisectoriale scenario onderzoeken uit te voeren (overstromingen, laagwater, waterkwaliteit, ...). Bijgevolg worden waterbeheerbeslissingen gebaseerd op basis van scenario analyses die slechts een beperkt aantal interacties overwegen, veel beperkter dan wat nodig is om "echt" integraal waterbeheer mogelijk te maken.Dit onderzoek zal zich richten op verstedelijking en klimaatverandering, waarvoor de huidige en/o Organisaties: • Departement Burgerlijke Bouwkunde
Onderzoekers: • Patrick Willems • Ingrid Keupers
Hollandus' sporen. Het alchemistische Hollandus-corpus en zijn verspreiding in de Nederlanden en in Europa tot ca. 1600. Universiteit Antwerpen Abstract: Onder de vele fascinerende en tot nu toe nauwelijks bestudeerde alchemistische teksten die in de 16de eeuw in onze gewesten zijn ontstaan, trekt het zogenaamde 'Hollandus-corpus' meteen de aandacht. Het tekstbestand dat op naam van de obscure Isaac Hollandus en/of Johannes Isaaci Hollandus is overgeleverd, vormt de belangrijkste bijdrage uit ons taalgebied aan de Europese alchemistische teksttraditie. Het werd tot in de vroege 19de eeuw in verschillende Europese talen vertaald, gedrukt en afgeschreven. Het onderzoek omvat een studie van de inhoud, de oorsprong en de receptie van dit invloedrijke tekstcorpus. Gezien de omvang en de langdurige doorwerking van het materiaal wordt het onderzoek toegespitst op het tekstbestand tot ca. 1600. De studie van enerzijds de ontstaansgeschiedenis (bronnenonderzoek, datering, auteurschap) en anderzijds de overleveringsgeschiedenis (welke kopieën en vertalingen door welke verzamelaars, editeurs en uitgevers) van de handschriften en drukken zal nieuwe inzichten opleveren over de auteur(s) van de Hollandusteksten en over de kanalen waarlangs deze teksten over heel Europa werden verspreid. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ruusbroecgenootschap
Onderzoekers: • Veerle Fraeters • Guido Marnef
Hollywood als droomfabriek. Een onderzoek naar de transformaties van de narratief-visuele codes en maatschappelijke ideologie van Holluywood. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Als meest dominante filmtraditie staat de Hollywood-cinema regelmatig ter discussie wegens de (onmogelijke) negatieve effecten die zij zou uitoefenen, waarbij o.a. sensationalisme en het uitdragen van een kapitalistische ideologie wordt verweten. Empirisch onderzoek om deze stellingen te onderbouwen ontbreekt meestal. Vandaar de nood aan een wetenschappelijke studie die de aard van deze Amerikaanse cultuurproducten, haar narratief-visuele codes en maatschappelijke ideologie, onderzoekt. Via literatuur-onderzoek, genre-studie en met name tekstuele analyses wordt getracht een antwoord te bieden op de vraag welke sociale "realiteit" de Hollywood film portreteert, welke ideologie zij propageert, hoe deze welbepaalde werkelijkheidsconstructie is te verklaren en aan welke veranderingen zijn onderhevig is. Hiervoor maken we gebruik van theoretische inzichten en onderzoeksmethoden uit verschillende onderzoeksdomeinen (o.a. semiologie, filmkunde, American Studies). De uiteindelijke onderzoeksresultaten worden gerelateerd aan productie- en consumptiestudies m.b.t. de Hollywood-cinema. Organisaties: • Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • HANS VERSTRAETEN
Holocene klimaatvariabiliteit en ecosysteemveranderingen in de kustzone van Oost en Maritiem Antarctica - HOLANT Universiteit Gent Abstract: HOLANT zal de Holocene klimaatveranderingen in Antarctische kustgebieden bestuderen. Specifiek zullen we nagaan hoe deze records zich verhouden tot reconstructies in centraal gelegen regio's (op basis van ijsboringen), met bijzondere aandacht voor de timing, duur en omvang van de klimaatanomalieën. Bovendien zullen we de relatie onderzoeken tussen vroegere temperatuursschommelingen en het regionale ijskapvolume en wereldwijde klimaatveranderingen. Organisaties: • Vakgroep Geologie en bodemkunde
Onderzoekers: • Marc De Batist
Holocene klimaatvariabiliteit en ecosysteemveranderingen in de kustzone van Oost- en Maritiem Antarctica "HOLANT" Universiteit Gent Abstract: HOLANT zal nagaan hoe het klimaat in kustgebieden van Maritiem, Oost en Sub-Antarctica geevolueerd heeft tijdens het Holocene, en dit door middel van de analyse van geologische en biologische proxies met hoge resolutie in goed gedateerde meersedimentkernen. Organisaties: • Vakgroep Geologie en bodemkunde
Onderzoekers: • Marc De Batist
Holocene klimaatvariabiliteit en ecosysteemveranderingen in de kustzone van Oost en Maritiem Antartica - HOLANT Universiteit Gent Abstract: HOLANT zal de Holocene klimaatveranderingen in Antarctische kustgebieden besturderen. Specifiek zullen we nagaan hoe deze records zich verhouden tot reconstructies in centraal gelegen regio's (op basis van ijsboringen), met bijzondere aandacht voor de timing, duur en omvang van de klimaatanomalieën. Bovendien zullen we de relatie onderzoeken tussen vroegere temperatuursschommelingen en het regionale ijskapvolume en wereldwijde klimaatveranderingen. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Wim Vyverman • Marc De Batist
Holocene klimaatvraiabiliteit en ecosysteemveranderingen in de kustzone van Oost en Maritiem Antarctica - HOLANT Universiteit Gent Abstract: HOLANT zal de Holocene klimaatveranderingen in Antarctische kustgebieden bestuderen. Specifiek zullen we nagaan hoe deze records zich verhouden tot reconstructies in centraal gelegen regio's (op basis van ijsboringen), met bijzondere aandacht voor de timing, duur en omvang van de klimaatanomalieën. Bovendien zullen we de relatie onderzoeken tussen vroegere temperatuurschommelingen en het regionale
ijskapvolume en wereldwijde klimaatveranderingen. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Wim Vyverman
Holocene landscape dynamics and settlement patterns in the 15th Upper Egyptian nome KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Nabije Oosten Studies Leuven
Onderzoekers: • Harco Willems
Holografie: Nieuwe toepassingen m.b.t kosmologie, zwarte gaten en sterkgekoppelde veldentheorie. KU Leuven Abstract: Ik ben geïnteresseerd in een aantal toepassingen van de AdS/CFT correspondentie, een realisatie van het holografisch principe dat wordt aangeleverd door de Snaartheorie.Het algemene kader van mijn onderzoeksproject is het begrijpen van de implicaties van de AdS/CFT correspondentie, zowel als een beschrijving van het kwantum regime van de zwaartekracht, maar ook als een werkmiddel om niet-perturbatieve aspecten van gewone ijktheorieën te beschrijven.Concreet zal ik de methodes van de dualiteit aanwenden om kosmologieën en zwarte gaten te bestuderen in de Snaartheorie, alsook het sterk gekoppelde regime van veldentheorieën.In eenmeer ambitieus kader hoop ik kosmologische data die verkregen worden uit deze benadering te vergelijken met observaties, alsook contact te maken met de toestand van het quark-gluon plasma dat geproduceerd wordt in relativistische zware ionen botsingen in het RHIC en LHC. Organisaties: • Afdeling Theoretische Fysica
Onderzoekers: • Thomas Hertog • Alice Bernamonti
Holographic Cosmology KU Leuven Abstract: To gain a better understanding of our universe not only the fluctuations but also the background have to be treated quantum mechanically. When the universe is described in this way it can be seen as a quantum mechanical system that has a quantum state. This state can be described by theWave function of the Universe as first suggested by Hartle and Hawking.The wave function can predict the probability that the universe has a certain history. Using this fact one can calculate for example the probability that the universe has an inflationary period.
The idea is thatthe holographic principle can help to find a more precise formulation of the Wave function of the Universe. The holographic principle states that a theory which includes gravity can be described by a theory with no gravity in one fewer dimension. The goal of the doctoral dissertation isto investigate how this principle can contribute to the formulation of the Wave function of the Universe and review the consequences for the Organisaties: • Afdeling Theoretische Fysica
Onderzoekers: • Thomas Hertog • Ellen van der Woerd
Holonische Systemen. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Industrieel Beleid / Verkeer
Onderzoekers: • Liliane Pintelon • Hendrik Van Brussel • Joris De Schutter • Herman Bruyninckx • Dirk Cattrysse • Dirk Van Oudheusden • Joost Duflou
Homage. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Hypertensie & Cardiovasc. Epidemiologie
Onderzoekers: • Jan Staessen
HOME-MATE: HOME-compatible Multimodal Alarm Triggering for Epilepsy in de Thuisomgeving Universiteit Gent Abstract: Dit project behandelt fundamenteel onderzoek naar de technologie nodig voor een automatisch detectiesysteem voor epileptische aanvallen dat gebruik maakt van flexibele en uitrekbare substraten met allerlei sensoren, van verwerking van EEG-signalen en andere meetgegevens en van de neurale netwerktechniek "Reservoir Computing". Dit alles leidt tot een snel detectiesysteem op maat van de individuele patiënt, ook bruikbaar in een thuisomgeving. Organisaties: • Vakgroep Elektronica en informatiesystemen
Onderzoekers: • Ignace Lemahieu • Jan Vanfleteren • Dirk Stroobandt • Yves D'Asseler
Homeologous meiotic recombination in Nicotiana and Solanum interspecific hybrids with a wild type and a mismatch repair deficient background Vrije Universiteit Brussel Abstract: Biologie Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • GEERT ANGENON
Homeostase en stamcellen in de darm : de rol van de Wnt-signalisatie pathway. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De doelstellingen van dit project zijn: 1) Het identificeren en valideren van specifieke genetische merkers voor de verschillende celtypen die bijdragen tot het functionele darmepitheel van de muis (in dunne en dikke darm); 2) Het ontwikkelen van nieuwe testen zoals in vitro culturen van embryonale darm-explants en induceerbare transgene muizen, die kunnen gebruikt worden als modelsystemen voor het onderzoek over stamcellen in de darm; 3) Het bepalen van de bijdrage van de Wnt-signalisatiepathway (en meer specifiek van de verschillende gesecreteerde Wnt-factoren) tot de homeostase in de darm van de muis. De specifieke rol van deze factoren in het behoud van stamcellen, de progressie van de stamcelzone naar het proliferatieve compartiment en de differentiatie van de epitheelcellen in het colon en in de dunne darm zullen geëvalueerd worden via de studie van de effecten van deze factoren op de inductie van celproliferatie, celtype-specifieke genproducten en apoptose; 4) Het bestuderen van de gevolgen van de ontregeling van de Wnt-signalisatiepathway op de inductie van ongecontroleerde celproliferatie en carcinogenese: up- en/of downregulatie van de Wnt-pathway via de doelgerichte uitdrukking van Wnt-proteïnen of dominant-negatieve mutanten van een geassocieerde factor, TCF-4. Organisaties: • Cellulaire Genetica • Biologie
Onderzoekers: • Luc LEYNS • MICHELINE VOLDERS
Homochiral surfaces: formation and function. KU Leuven Abstract: In addition to the traditional tools of supramolecular self-assembly used to direct the ordering of molecules on surfaces, the presence or absence of chiral centers in the molecules can have a pronounced influence on the outcome of the self-assembly process. The principles of supramolecular surface chirality will be explored on a very interesting type of low-density or nanoporous monolayers which are formed by the spontaneous selfassembly of molecules at the interface between a liquid and a solid substrate. This self-assembly process results in the formation of a highly regular array of chiral nanowells. A main goal of this project is to explore the various ways to achieve homochirality, i.e. to form only one of the two mirror-image surface-confined molecular patterns. These insights will then be explored in a next phase to achieve enantioselective adsorption, i.e. the adsorption of only one enantiomer from a solution containing mirror-image molecules, in the nanowells of the homochira Organisaties: • Afd. Moleculaire Visualisatie & Fotonica
Onderzoekers: • Steven De Feyter • Iris Destoop
Homo-erotisch verlangen, emergente seksualiteit en dissidente mannelijkheid:een queer perspectief op de seksuele politieke economie in Kisangani KU Leuven Abstract: Dit project ondermijnt de heteroseksistische vooronderstellingen in veel Congo onderzoek en bekijkt verschillende vormen van homoerotisch verlangen in de context van Kisangani. Het biedt een etnografische beschrijving van de complexiteit en ambiguïteit in dagdagelijkse constructies vanmannelijkheid door de aanzienlijke ruimte voor homo-erotisch verlangen binnen een vaak homosociale performance context te belichten. Het analyseert hoe deze verlangens, zolang ze onuitgesproken blijven, hegemonische vormen van mannelijkheid niet ondermijnen maar ze, integendeel, bevestigen en zo een fallisch seks/gender systeem reproduceren. In de marge van dit systeem veruitwendigen zelfgeïdentificeerde gay of homoseksuele mannen en jongens bovendien (expliciet ge-gender-de) seksuele identiteiten. Deze emergente vormen van seksualiteit, zichzelf herdefiniërend als modern en verbonden (branché), onderhandelen dagelijkse uitdagingen van discretie en reputatie en worden begrepen vanuit een urbane Organisaties: • OE Instituut voor Antropologie in Afrika
Onderzoekers: • Filip De Boeck • Thomas Hendriks
Homofobie en culturele evolutie: een filosofische aanpak. KU Leuven Abstract: Dit project is een poging om de evolutionaire en historische wortels van homofobie bloot te leggen, door gebruik te maken van een benadering die in de recente evolutionaire literatuur bekend staat als dual inheritance theory (DIT). De ruggengraat van het project wordt gevormd door twee verschillende hypothesen, waarin homofobie geconceptualiseerd wordt als antwoord op een reeks van dreigingen. Een DIT-analyse van homofobie is in zekere zin voor de hand liggend, omdat het fenomeen nauw aansluit bij een aantal onderzoeksthema's die al uitgebreid bestudeerd zijn door aanhangers van DIT. Het gaat dan met name om thema's als emoties, normen en demografische veranderingen. Tegelijkertijd brengt het voorliggende project ook een aantal onderwerpen aan die tot op heden stiefmoederlijk behandeld werden in de DIT-literatuur, zoals de invloed van culturele veranderingen op de ontwikkeling van seksuele voorkeuren en identiteiten. Naast een cultureel-evolutionair verklarend luik bevat het project oo Organisaties:
• OE Centr. Logica en Analyt. Wijsbegeerte
Onderzoekers: • Andreas De Block • Pieter Adriaens
Homofobie en culturele evolutie: een filosofische verkenning. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Centr. Logica en Analyt. Wijsbegeerte
Onderzoekers: • Andreas De Block • Siegfried Dewitte
Homologische algebra en Galois theorie in semi-abelse categorieën. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit onderzoek omvat de niet-abelse algebra in semi-abelse categorieën alsook de commutatortheorie in deze context en de link met de Categorische Galois Theorie. Streefdoelen: - De homologietheorie gebouwd op de theorie van hogere centrale extensies verder ontwikkelen. - De ontwikkelde notie van relatieve commutator beter begrijpen. Organisaties: • Wiskunde
Onderzoekers: • Tomas EVERAERT • RUDGER KIEBOOM
Homologische algebra in semi-abelse categorieën. Vrije Universiteit Brussel Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Analytische, Categorische en Algebraische Topologie • Wiskunde
Onderzoekers: • Tomas EVERAERT • RUDGER KIEBOOM
Homomorphic Encryption Applications and Technology KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling ESAT - COSIC
Onderzoekers: • Fréderik Vercauteren
Homonegativiteit en genderdeviantie: een vergelijkende analyse van de verhouding tussen opvattingen over gender en seksualiteit in Vlaanderen, Nederland en de Verenigde Staten. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project richt zich op de vraag in hoeverre en op welke wijze houdingen ten aanzien van holebiseksualiteit zijn te verklaren vanuit houdingen ten aanzien van gender. Het corpus van hiertoe bestudeerde teksten bestaat uit boek- en filmrecensies uit de periode 1960 tot heden. Per vergeleken regio (Vlaanderen, Nederland, de VS) worden telkens twee geschreven media (een weekblad en een dagblad) geanalyseerd. Organisaties: • Literatuur van de moderniteit
Onderzoekers: • Bart Eeckhout • Alexander Dhoest • Tim Savenije
Hoofdrolspelers in de determinatie van celgrootte tijdens elongatie van plantencellen. Universiteit Antwerpen Abstract: Voor sessiele organismen als (hogere) planten is het van cruciaal belang snel en gepast te kunnen reageren op een pleiade van biotische en abiotische prikkels. Een uitgebreid arsenaal van signaaltransductiecascades zorgt ervoor dat de ontwikkeling en het metabolisme van de plant continu optimaal worden afgestemd op de steeds veranderende omgeving. In vele gevallen wordt hierbij de mate en richting van de groei aangepast. Om te weten hoe die cascades hun invloed op groei uitoefenen, moeten eerst het groeiproces zelf en de controlemechanismen ervan goed gekend zijn. Organisaties: • Plantengroei en -ontwikkeling • Plantenmorfologie
Onderzoekers: • Kris Vissenberg • Jean-Pierre Verbelen
Hoofdrolspelers in de determinatie van celgrootte tijdens elongatie van plantencellen. Universiteit Antwerpen Abstract: Voor sessiele organismen als (hogere) planten is het van cruciaal belang snel en gepast te kunnen reageren op een pleiade van biotische en abiotische prikkels. Een uitgebreid arsenaal van signaaltransductiecascades zorgt ervoor dat de ontwikkeling en het metabolisme van de plant continu optimaal worden afgestemd op de steeds veranderende omgeving. In vele gevallen wordt hierbij de mate en richting van de groei aangepast. Om te weten hoe die cascades hun invloed op groei uitoefenen, moeten eerst het groeiproces zelf en de controlemechanismen ervan goed gekend zijn.
Organisaties: • Plantengroei en -ontwikkeling • Plantenmorfologie
Onderzoekers: • Kris Vissenberg
Hoofdstuk 8 - Kust en zee in MIRA T-2005 Universiteit Gent Abstract: Tekst voor het hoofdstuk T08 Kust - Zee van het rapport MIRA-T2005 & een gedeeltijke uitwerking van het achtergronddocument (AG) 2.21 Kust & Zee met inbegrip van de methodefiches voor de verschillende aangeleverde indicatoren. Hoofdstuk 8 - Kust en zee in MIRA T-2005. Organisaties: • Vakgroep Internationaal publiekrecht
Onderzoekers: • Frank Maes
Hoog-dimensionale en stochastische macromodellering van geparametriseerde hogesnelheidssystemen Universiteit Gent Abstract: Het hoofddoel van dit onderzoeksproject is het ontwikkelen van nieuwe geavanceerde modelleringstechnieken voor het bouwen van efficiënte en nauwkeurige hoog-dimensionale en stochastische macromodellen te bouwen. Deze macromodellen kunnen gebruikt worden om de effecten van ontwerpparameters en productievariaties te bestuderen op de prestaties van moderne elektronische systemen. Dit onderzoeksproject helpt de complexiteit te reduceren tijdens de ontwerpfase van hogesnelheidssystemen , om alzo een kortere time-to-market te bekomen. Organisaties: • Vakgroep Informatietechnologie
Onderzoekers: • Tom Dhaene
Hoog-dimensionele gefocuste modelselectie. KU Leuven Abstract: Gegeven de huidige evolutie van data-collectie en data-opslag die het mogelijk maakt om veel meer dan vroeger het geval was, grote aantallen van variabelen te observeren en te meten, is er een noodzaak voor aangepaste statistische methoden. In dit project zullen geavanceerde modelselectietechnieken onderzocht worden voor hoogdimensionale gegevens waarvan het aantal observaties kleiner is, en in sommige gevallen veel kleiner, dan het aantal te schatten parameters en waar de onderzoeksvraag niet het model zelf centraal stelt, maar wel een focus (dit kan een predictie zijn) gebaseerd op het model. Organisaties: • OG ORSTAT Leuven
Onderzoekers: • Gerda Claeskens
Hoog efficiënte en betrouwbare maatregelen voor crossmodaal vervoer (HERMES). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EU. UA levert aan EU de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Transport en ruimtelijke economie
Onderzoekers: • Thierry Vanelslander • Hilde Meersman • Eddy Van de Voorde
Hoogfrequente EEG-activiteit bij insomnie en de behandeling ervan met neurofeedback. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Insomnie of slapeloosheid wordt sinds de jaren '80 grotendeels vanuit een gedragsmatig perspectief bekeken. Daarbij staan twee vormen van (over)activatie centraal, namelijk somatische arousal, dewelke betrekking heeft op de fysiologische hyperactivatie weerspiegelt in bijv. een verhoogde hartslag en spierspanning, en cognitieve arousal verwijzend naar het overmatig piekeren, voornamelijk bij het inslapen. Recent werd echter aangetoond dat een derde arousal component een belangrijke rol kan spelen bij de specifieke slaapklachten. Het betreft hier de aanwezigheid van corticale arousal tijdens het inslapen, alsook tijdens de rest van de nacht, gemeten door de toegenomen hoogfrequente EEG activiteit (beta en gamma power). Deze vorm van overactivatie is geassocieerd met sensorische en cognitieve processen (informatieverwerking en geheugen) die interfereren met het in- en doorslapen, alsook met de perceptie van de slaapkwaliteit en -kwantiteit. Het doel van dit project is het verder in kaart brengen van deze arousalcomponent, door middel van PSG-, EEG en ERP metingen. Daarenboven willen we nagaan of corticale arousal beïnvloedbaar is via neurofeedback. Organisaties: • Cognitieve en Biologische Psychologie
Onderzoekers: • RAYMOND CLUYDTS
Hoogfrequente EEG activiteit bijprimaire insomnia en de behandeling ervan met neurofeedback. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Begin februari 2007 wordt een opleiding georganiseerd voor de deelnemers aan de neurofeedback training. Daarna wordt al de soft- en hardware noodzakelijk voor een training bij de mensen thuis geïnstalleerd. Tijdens de trainingsperiode dient elke deelnemer een dagboek bij te houden alsook een vragenlijst in te vullen. Verder worden de deelnemers ingedeeld in 2 trainingsgroepen. De eerste groep ontvangt een sensorimotorisch ritme (SMR) training, waarbij ook de theta en beta power worden geïnhibeerd. De tweede groep ontvangt een electromyografie (EMG) training, waarbij de feedback gericht is op het ontspannen van de spieractiviteit van het voorhoofd en het meest centrale punt van het hoofd. Na het volgen van 20 sessies worden al de metingen opnieuw uitgevoerd. Een controlegroep van gezonde slapers wordt ook getest. Organisaties: • Cognitieve en Fysiologische Psychologie
Onderzoekers: • EDWIN VERSTRAETEN • RAYMOND CLUYDTS
Hoog frequente polarisatie dynamica van micro-lasers. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit onderzoeksproject in de fotonica behelst de studie van polarisatie schakelen in microlasers. Niettegenstaande het commerciële succes van verschillende types microlasers, zijn er nog aspecten van deze componenten die niet volledig begrepen zijn en kan hun functionaliteit verder uitgebreid worden door een aangepast ontwerp. Een van de microlaser eigenschappen die nog niet volledig doorgrond is, is zijn polarisatie gedrag: de polarisatie toestand van het uitgezonden licht is immers niet noodzakelijk op voorhand bepaald. Sommige microlasers vertonen dan ook een instabiel polarisatiegedrag. Hoewel in deze problematiek de laatste jaren heel wat nieuwe inzichten zijn verworven, blijven er vele uitdagingen bestaan met betrekking tot het doorgronden en aanwenden van deze polarisatie dynamica. De dynamische aspecten die wij in dit project wensen te onderzoeken zijn de ruis- en hoogfrequente polarisatie dynamica in verticaal emitterende halfgeleiderlasers (VCSELs), de werking van longitudinaal gekoppelde VCSEL caviteiten en welke extra functionaliteit hiermee kan verwezenlijkt worden. Daarnaast willen we onze kennis opgedaan met de studie van VCSELs uitbreiden door de polarisatie eigenschappen te bestuderen van andere types micro-lasers, zoals bv. monomode Nd:YAG microlasers. Organisaties: • Toegepaste Natuurkunde en Fotonica
Onderzoekers: • Guy VERSCHAFFELT • JAN DANCKAERT
Hoogfrequente problemen in vermogenelektronica KU Leuven Abstract: Vermogenschakelaars kunnen aan steeds hogere frequenties schakelen. Momenteel wordt onderzoek gedaan op wide-bandgaphalfgeleiders die schakelfrequenties tot tientallen MHz-en bereiken. Nog veel hogere frequenties komen voor op de flanken van de blokgolven die gegenereerd worden met deze schakelaars in DC-DCconvertoren. Daarbij wordt de golflengte voldoende klein opdat de geleiders in de vermogenelektronische circuits zich als transmissielijnen gaan gedragen. Dat brengt heel wat problemen met zich mee. Vooreerst kunnen reflecties optreden waardoor spanningen over de componenten kunnen verdubbelen. De geleiders zullen ook straling genereren wat omliggende circuits kan storen en een energieverlies met zich meebrengt. Om deze effecten in rekening te brengen moet afgestapt worden van discrete elementen en moeten de volledige wetten van Maxwell opgelost worden. Methodes voor het efficiënt en accuraat oplossen van deze vergelijkingen zullen in het doctoraat vergeleken, geïmplementeerd en g Organisaties: • Afdeling ESAT - ELECTA
Onderzoekers: • Johan Driesen • Jeroen Zwysen
Hoog-frequent ultrageluid apparatuur voor hoge-resolutie beeldvorming van cardiovasculaire structuren in de mens en muis Universiteit Gent Abstract: Aankoop van een hoog-frequent ultrageluid system (Visualsonics VEVO 2100) voor medische beeldvorming in kleine proefdieren (muizen). De apparatuur staat ter beschikking van derden via Infinity, de centrale UGent faciliteit voor beeldvorming in kleine proefdieren. Het systeem kan tevens worden gebruikt voor beeldvorming van oppervlakkige strucuren (<2 cm diep) bij de mens. Organisaties: • Vakgroep Civiele techniek
Onderzoekers: • Patrick Segers
Hooggevoelige optische absorptie spectroscopie voor de studie van nanogestructureerde metaaloxides voor zonneceltoepassingen Universiteit Hasselt Abstract: Het voorliggende project wordt uitgevoerd in het kader van een IWT-specialisatiebeurs. De termijn van het project is van 01.01.2006 tot 31.12.2009. Onderwerp van de studie is de hooggevoelige optische absorptie spectroscopie voor de studie van nanogestructureerde metaaloxides voor zonneceltoepassingen. Organisaties: • Materiaalfysica • Instituut voor Materiaalonderzoek
Onderzoekers: • Jean MANCA • Koen VANDEWAL
Hoogopgeleide intra-Europese arbeidsmigranten in de context van de economische crisis. Rekrutering en professionele integratie processen in Belgische bedrijven. Universiteit Hasselt Abstract: Dit doctoraatsproject onderzoekt rekruterings- en professionele integratieprocessen van hoogopgeleide Zuid-Europeaanse arbeidsmigranten die rechtstreeks door Belgische bedrijven aangeworven worden om in de context van de economische crisis knelpuntvacatures in te vullen. De vraagstelling wordt op een interdisciplinaire wijze vanuit migratie- en managementwetenschappen benaderd. In een mixed method approach wordt kwalitatief onderzoek in bedrijven gecombineerd met kritische discoursanalyse. Hierdoor levert dit onderzoek inzichten op over de rol van bedrijven in rekrutering en integratie, machtsrelaties op de werkvloer en identiteitsvorming bij hoogopgeleide Europese arbeidsmigranten in de context van de economische crisis. Organisaties: • Diversiteit
Onderzoekers: • Patrizia ZANONI
Hoogperformante gecontroleerde atmosfeer behandeling voor insectenverdelging in kunstvoorwerpen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De conservatie van kunstvoorwerpen zoals boeken, manuscripten, schilderijen en meubilair vereist een goede beheersing van insecten zoals de houtworm. Op dit ogenblik is de beste techniek ongetwijfeld de gecontroleerde atmosfeerbehandeling met stikstof om de zuurstof te verdijven en dus alle levensvormen af te doden. De zuurstofconcentratie moet hiervoor verlaagd worden onder de 0.1% gedurende 2 à 5 weken. Aldus vermijdt men de risico's verbonden aan het gebruik van insecticides. Dit project beoogt het ontwikkelen van een nieuwe speciaal aangepaste cyclus voor adsorptiescheiding en zou de benodigde hoeveelheid stikstof met een factor 10 kunnen verlagen, zodat de logistieke problemen die optreden om vele zware flessen stikstof in een museum binnen de brengen worden vermeden. Het systeem zou ook een gehele automatische toelaten, wat nu niet het gaval is. Organisaties: • Chemische Ingenieurstechnieken en Industriele Scheikunde
Onderzoekers: • GINO BARON
Hoog performante LC-tandem massaspectrometrie als noodzakelijke apparatuur rond structuuropheldering van chemische- en biomoleculen en kwantitatieve bepalingen van geneesmiddelen, metabolieten en biomoleculen in biologische matrices. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht toegekend door de Universiteit Antwerpen. De promotor levert de Universiteit Antwerpen de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd door de universiteit. Organisaties: • Moleculaire Plantenfysiologie en Biotechnologie
Onderzoekers: • Filip Lemiere • Bert Maes • Yves Guisez • Louis Maes • Luc Moens • Anne-Marie Lambeir • Xaveer Van Ostade
Hoog potentieel ondernemerschap en ondernemende waardecreatie: context invloed, context interacties en context extensie Universiteit Gent Abstract: Onderzoek suggereert dat slechts een klein deel van de startende ondernemingen snel groeit. We focussen op de 'high potential" ondernemers en bestuderen hoe de context hun ondernemersgedrag vormt. Vervolgnes onderzoeken we hoe "high potential" ondernemers proactief hun context vormen om opportuniteiten te creëren voor waardecreatie en gaan we na hoe ze duurzame voordelen kunnen uitbouwen door het aantrekken van durfkapitaal. Organisaties: • Vakgroep Management, Innovatie en Ondernemerschap
Onderzoekers: • Bart Clarysse
Hoog potentieel ondernemerschap en ondernemende waardecreatie: context invloeden, context interacties en context extensie Universiteit Gent Abstract: Onderzoek suggereert dat slechts een klein deel van de startende ondernemingen snel groeit. We focussen op de ?high potential? ondernemers en bestuderen hoe de context hun ondernemersgedrag vormt. Vervolgens onderzoeken we hoe ?high potential? ondernemers proactief hun context vormen om opportuniteiten te creëren voor waardecreatie en gaan we na hoe ze duurzame voordelen kunnen uitbouwen door het aantrekken van durfkapitaal. Organisaties: • Vakgroep Management, Innovatie en Ondernemerschap
Onderzoekers: • Bart Clarysse
Hoog potentieel ondernemerschap en ondernemende waardecreatie: context invloeden, context interacties en context extensie Universiteit Gent Abstract: Onderzoek suggereert dat slechts een klein deel van de startende ondernemingen snel groeit. We focussen op de ?high potential? ondernemers en bestuderen hoe de context hun ondernemersgedrag vormt. Vervolgens onderzoeken we hoe ?high potential? ondernemers proactief hun context vormen om opportuniteiten te creëren voor waardecreatie en gaan we na hoe ze duurzame voordelen kunnen uitbouwen door het aantrekken van durfkapitaal. Organisaties: • Vakgroep Accountancy en Bedrijfsfinanciering
Onderzoekers: • Sophie Manigart
Hoog potentieel ondernemerschap en ondernemende waardecreatie: context invloeden, context interacties en context extensie Universiteit Gent Abstract: Onderzoek suggereert dat slechts een klein deel van de startende ondernemingen snel groeit. We focussen op de ?high potential? ondernemers en bestuderen hoe de context hun ondernemersgedrag vormt. Vervolgens onderzoeken we hoe ?high potential? ondernemers proactief hun context vormen om opportuniteiten te creëren voor waardecreatie en gaan we na hoe ze duurzame voordelen kunnen uitbouwen door het aantrekken van durfkapitaal. Organisaties: • Vakgroep Informatietechnologie
Onderzoekers: • Mario Pickavet
Hoogtechnologische electrochemical machining technieken met inbegrip van de recyclage van herbruikbare materialen. (SPECTRUM) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit projekt heeft als doel hoogtechnologische ECM-technologieen te ontwikkelen en bestaat uit volgende 8 werkpakketten : 1) studie van bestaande methodes voor de optimale parameter settings van de technology. 2) studie van de uitbreiding van de technologie voor een brede waaier van materialen en produkten. 3) studie van de scheiding van herbruikbare metalen uit de elektrolietoplossing. 4) ontwikkeling van de modules van een flexibel prototype voor ECM toepassingen. 5) ontwikkeling van een expertsysteem for het SPECTRUM proces. 6) ontwikkeling van een regeneratiesysteem voor het elektroliet en het metaalverwijderingssysteem. 7) Integratie van het prototype in het systeem voor het verwerken van de vloeistof en aantonen van de toepassingsmogelijkheid van de techniek voor het zuiveren van produkten van de partners Philips en Bosch. 8) Projekt management, co-ordinatie en verspreiding van de resultaten. Organisaties: • Elektrotechniek-Energietechniek
Onderzoekers: • JOHAN DECONINCK
Hoog technologisch multidisciplinair meetcentrum van de Universitaire Associatie Brussel (ACTMOST) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Hoog technologisch multidisciplinair meetcentrum van de Universitaire Associatie Brussel Organisaties: • Fysische Scheikunde en Polymeren • Elektronica en Informatica • Toegepaste Mechanica • Mechanica van Materialen en Constructies • Toegepaste Biologische Wetenschappen • Elektriciteit • Hydrologie en Waterbouwkunde • Toegepaste Natuurkunde en Fotonica • Materialen & chemie
Onderzoekers: • HEIDI OTTEVAERE • JOHAN STIENS • HUGO THIENPONT • ABDELLAH TOUHAFI • DANNY VAN HEMELRIJCK • Wendy VAN MOER • JOERI DENAYER • Margaret CHEN • KRIS STEENHAUT • IRIS DE GRAEVE • GUY VAN ASSCHE • BRUNO VAN MELE • STEVE VANLANDUIT
Hoog visueel performante LED beeldschermen. (HPVLEDD) Vrije Universiteit Brussel Abstract: In het kader van dit IWT-BARCO project is het de bedoeling om een nieuwe visuele standaard neer te zetten voor de nieuwe generatie van LED muren met een hoge resolutie. Hiervoor zullen diverse innovatieve technologiëen worden onderzocht om de volgende specificaties voor de beeldkwaliteit gevoelig te verbeteren in vergelijking met de huidige LED muren: contrastverhouding, luminantie en kleur uniformiteit, de vulfactor en de waarheidsgetrouwe kleurweergave. Daarnaast worden er ook nog diverse mechanische, accoustische en data-verwerking aspecten onderzocht. De onderzoeksgroep Toegepaste Natuurkunde en Fotonica (TONA) van de Vrije Universiteit Brussel (VUB) is binnen dit project verantwoordelijk voor het onderzoeken van de contrastverhouding en de vulfactor. Hun bijdrage bestaat hoofdzakelijk uit het ontwerpen, modelleren en uitmeten van diverse optische architecturen waarmee een belangrijke verbetering van de vernoemde optische eigenschappen bekomen kan worden. Verder worden ook micro-optische systemen ontwikkeld en gefabriceerd die de beeldkwaliteit van de beoogde beeldschermen gevoelig kunnen verbeteren. Organisaties: • Toegepaste Natuurkunde en Fotonica
Onderzoekers: • HUGO THIENPONT
Hoogwaardige polyacetalen uitgaande van nieuwe cyclische biogebaseerde bouwstenen Universiteit Gent Abstract: IWT/SB-lichting 2014 IWT/SB/Lingier Sophie/131402 Hoogwaardige polyacetalen uitgaande van nieuwe cyclische biogebaseerde bouwstenen Organisaties: • Vakgroep Organische chemie (WE)
Onderzoekers: • Filip Du Prez
Hoogwaardige polymeren met verbeterde intrinsieke taaiheid en thermomechanische eigenschappen Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project kadert in algemeen onderzoek rond synthese en karakterisering van nieuwe hoogwaardige polymeren, waarbij via de kennis van '(moleculaire) structuur - verwerking - eigenschappen' relaties doelgericht verbeterde materiaaleigenschappen voor structurele (engineering) toepassingen worden nagestreefd. Het accent wordt gelegd op engineering plastics (zowel thermoplasten als thermoharders) met verbeterde intrinsieke taaiheid en thermomechanische eigenschappen. Het project omvat drie hoofdluiken met meerdere deelaspecten: 1) Synthese en karakterisering van partieel alifatische polyimiden met goed kristallisatiegedrag vanuit de polymeersmelt, aangepast aan realistische verwerkingscondities; 2) Synthese en karakterisering van styreen-maleimide copolymeren met verbeterde intrinsieke taaiheid; 3) Inbouw van de telechelen, als tussenstap gesynthetiseerd in luik 2, als bouwstenen in thermohardende modelnetwerken met verbeterd thermomechanisch gedrag.
Organisaties: • Fysische Scheikunde en Polymeren • Scheikunde
Onderzoekers: • CORNELIS KONING • BRUNO VAN MELE
Hoop figureren: Een discursieve en retorisch-tropologische analyse van de politiek van de mensheid in de fictie en nonfictie van H. G. Wells. KU Leuven Abstract: Dit project beslaat een corpus van (een selectie van) literaire, journalistieke, autobiografische, wetenschappelijke en theoretische geschriften van Herbert George (H. G.) Wells. De klemtoon ligt op de poging die Wells onderneemt de disruptieve krachten die de moderniteit kenmerkt te mediëren, krachten die tijdens zijn leven op apocalyptische wijze resulteerden in oorlogen, revoluties en economische crises. Wells, een populaire stem in fictionele en non-fictionele setting, keek naar de meest diverse discursieve modi om zijn boodschap van socialisme, democratiseringvan het onderwijs en wereldvrede kwijt te kunnen; het is dan ook een van de belangrijke doelen van dit project om tot een juist begrip te komenvan de technieken die Wells gebruikte om een optimale resonantie te bekomen, wat leidt tot een meer algemene appreciatie van de geschiedenis van de publieke intellectueel als een significante literaire actor. De boodschap van hoop, uitgesponnen door esthetische en politnbsp;ieke re Organisaties: • OG Tekst en Interpretatie Leuven
Onderzoekers: • Ortwijn de Graef • Jan Vanvelk
HopfAlgebras. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In de abstracte algebra, een deelgebied van de wiskunde, is een Hopf-algebra, vernoemd naar de Duitse wiskundige Heinz Hopf, een structuur die tegelijkertijd een (unitale associatieve) algebra, een (co-unitale co-associative) co-algebra, waar deze structuren compatibel zijn, wat van een Hopf-algebra een bialgebra maakt, en bovendien uitgerust is met een antiautomorfisme die voldoet aan een bepaalde eigenschap. Organisaties: • Wiskunde-TW
Onderzoekers: • STEFAAN CAENEPEEL
Hopf algebras and (co-)galois theory Vrije Universiteit Brussel Abstract: De theorie van de Hopf algebra's kent hernieuwde interesse sinds de ontwikkeling van toepassingen gerelateerd tot quantum groepen in statistische fysica (Young-Baxter vergelijking) en tot andere kwantificatie fenomenen. Organisaties: • Wiskunde-TW
Onderzoekers: • STEFAAN CAENEPEEL
Hopf algebras en Galois theorie Vrije Universiteit Brussel Abstract: In samenwerking met Dascalescu, Militaru en Raianu (Boekarest, Zhu Shenglin (Shangai), Janelidze (Tblisi) en Boulagouaz (Fès) bestuderen we Hopf algebras. Meer bepaald komen volgende topics aan bod : classificatiestellingen voor gepunte Hopf algebras, Hopf algebraische technieken toegepast op niet-lineaire vergelijkingen, gebreide categorieën, Yetter-Drinfel'd modulen en Doi-Hopf modulen, en een categorietheoretische aanpak van Galois theorie. Organisaties: • Wiskunde-TW
Onderzoekers: • STEFAAN CAENEPEEL
Hopf algebras Galois theorie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In samenwerking met Dascalescu, Militaru en Raianu (Boekarest, Zhu Shenglin (Shangai), Janelidze (Tblisi) en Boulagouaz (Fès) bestuderen we Hopf algebras. Meer bepaald komen volgende topics aan bod : classificatiestellingen voor gepunte Hopf algebras, Hopf algebraische technieken toegepast op niet-lineaire vergelijkingen, gebreide categorieën, Yetter-Drinfel'd modulen en Doi-Hopf modulen, en een categorietheoretische aanpak van Galois theorie. Organisaties: • Wiskunde-TW
Onderzoekers: • STEFAAN CAENEPEEL
Hopf algebras in algebra, topology, geometry and physics. Universiteit Antwerpen Abstract: Hopf algebras in algebra, topology, geometry and physics. Organisaties: • Algebra-topologie • Fundamentele Wiskunde
Onderzoekers: • Freddy Van Oystaeyen
Hordentechnologie op basis van hoge druk en natuurlijke antimicrobiële componenten voor controle van Listeria monocytogenes KU Leuven Abstract: De levensmiddelenindustrie evolueert steeds meer en meer naarverse, minimaal bewerkte en zo natuurlijke mogelijke voeding. Deze tendens gaat echter gepaard met de nodige gevaren en uitdagingen op het vlakvan microbiële veiligheid in deze levensmiddelen. Daarom is een
belangrijke doelstelling van dit doctoraatsonderzoek inzicht verwerven in de antibacteriële activiteit van natuurlijke antimicrobiële componenten afkomstig van planten. Deze natuurlijke antimicrobiële componenten bieden perspectief om, onder meer in combinatie met hoge druk technologie, ingeschakeld te worden in een hordentechnologieconcept dat als milde conserveringstechniek van levensmiddelen kan gebruikt worden. Om tot een doeltreffend conserveringsproces te komen met minimale impact op de kwaliteit vanhet levensmiddel, is kennis omtrent het antibacterieel mechanisme van deze componenten onontbeerlijk. Daarom zal getracht worden om het antibacterieel mechanisme van deze componenten zowel op genetisch als fysiologisch ni Organisaties: • Centr. Levensmidd.- & Microb. Technol.
Onderzoekers: • Christiaan Michiels • Gil Rogiers
Hordentechnologie op basis van hoge druk en natuurlijke antimicrobiële stiffen. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Centr. Levensmidd.- & Microb. Technol.
Onderzoekers: • Christiaan Michiels • Abram Aertsen
Horen, zien en voelen ... weten of geloven? Universiteit Gent Abstract: In dit project proeft het publiek, van jong (8j) tot ouder, op een meeslepende manier van de bakermat van de wetenschappelijke kennis: de observatie en kritische denkwijze! Met interactieve opdrachten leren de deelnemers hoe misleidend onze ogen zijn, de kracht van onze andere zintuigen en hoe belangrijk het is al de zintuigen te gebruiken voor objectieve observatie. In de eindoefening moeten de deelnemers hun observatievermogen en kritisch denken combineren waardoor ze de kracht van de wetenschappelijke redenering en methode ter plaatse kunnen aanvoelen. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Dominique Adriaens
Horizon scanning van nieuwe plagen en invasieve soorten in België en naburige gebieden ALIEN ALERT Vrije Universiteit Brussel Abstract: Horizon scanning van nieuwe plagen en invasieve soorten in België en naburige gebieden - ALIEN ALERT Organisaties: • Biologie
Onderzoekers: • LUDWIG TRIEST
Horizontale ontwikkelingssamenwerking 2003 :Capaciteitsopbouw vr milieumanagement van haven en waterwegen in Vietnam. Capacity building for environmental Port and Waterway related managment in Vietnam. Environmental planning and ISO14001. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Vietnam heeft een kustlijn van 3260 km, die gekarakteriseerd wordt door een veelheid van lagunes, schorren en slikken, en mariene ecosystemen, met hoge biodiversiteit. De economische ontwikkeling en ook de havenontwikkeling kent een snelle groei. De huidige gevolgen voor het milieu zijn ernstig en zouden op termijn rampzalig kunnen zijn voor het milieu én contraproductief voor de verdere ontwikkeling, indien niet tegelijkertijd aan capaciteitsopbouw rond milieubeheer, toegepast op havenontwikkelingen wordt gedaan. Dit wordt door de internationale gemeenschap dan ook als een prioriteit gezien inzake internationale samenwerking. Deze capaciteit betekent ook een noodzakelijke voorwaarde voor een meer duurzaam kustbeheer in Vietnam. Het project dat liep tijdens de periode november 2001-oktober 2002, heeft het mogelijk gemaakt om de milieuproblemen van Vietnamese havens in kaart te brengen. Dit voorstel is gericht op het aanzet geven tot oplossingen. In samenspraak met de Vietnamese partners, wil men nagaan in welke mate ISO14001 kan geïmplementeerd worden in Vietnamese havens vandaag. Daarnaast wil men bij wijze van voorbeeld een milieubeheersplan maken voor Dinh Vu, een industrieel havengebied nabij Ha Phong dat qua milieudruk opvallende gelijkenissen vertoont met het Antwerpse linkeroevergebied. Organisaties: • Menselijke Ecologie
Onderzoekers: • David PROOT • LUC HENS • EDDY NIERYNCK
Horizontale ontwikkelingssamenwerking :Capaciteitsopbouw voor milieumanagement van haven en waterwegen in Vietnam. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project maakt gebruik van de capaciteiten van zowel Vlaanderen als Vietnam en heeft als doelstelling wetenschappelijke ondersteuning te bieden bij de ontwikkeling van een milieubeheerssysteem voor havengebieden in Vietnam. Hierbij zijn niet enkel monitoring en een management-kader nodig maar ook interactie met de belangrijkste doelgroepen. Organisaties: • Menselijke Ecologie
Onderzoekers: • David PROOT • LUC HENS • EDDY NIERYNCK
Hormonal control of food uptake and reproduction. KU Leuven
Abstract: Despite the huge diversity of animal species, some characteristics are shared by all of them. Metazoans are heterotrophs, implicating the basicneed for the intake and digestion of food, as well as for the intestinal absorption of nutrients. Important biological processes, such as growth and reproduction, strongly depend on this nutritional input. Therefore, it is crucial that animals can rely on internal mechanisms for regulation of these processes. Hormonal and neuronal signaling systems play an important role in this complex regulation. This proposal unites powerfulmolecular genetic tools with those of insect physiology to vigorously interrogate the functions of signaling molecules, which have been carefully selected, based on literature and unpublished research data of the lab. The focus lies on the role of signaling molecules, such as lipophillic hormones and neuropeptides, in the control of food uptake and reproduction, and on their molecular mode of action. There are excellent pr Organisaties: • Afd. Dierenfysiologie en Neurobiologie
Onderzoekers: • Jozef Vanden Broeck • Katleen Crabbé
Hormonale balans en fysiologische achtergronden als basis voor een verbetering van de vruchtzetting bij peer binnen een geïntegreerde perenproductie. Universiteit Antwerpen Abstract: Sinds het wegvallen van de chemische groeiregulatie met CCC bij peer is de balans tussen vegetatieve en generatieve groei bij perenbomen in veel bedrijven volledig zoek. Anderzijds is het gekend dat een regelmaat in vruchtbaarheid de beste groeiremming geeft. Daarom neemt de interesse toe om deze vruchtbaarheid te verbeteren door de inzet van gibberellinen. Ondertussen is er een nieuwe groeiremmer Prohexadione-Calcium ontwikkeld. Dit product is een inhibitor van de GA biosynthese. Door deze teeltmaatregel systematisch toe te passen, interfereert men blindelings met de natuurlijke hormonen huishouding in de bomen, hetgeen niet zonder risico mag beschouwd worden voor de regelmaat in bloembotvorming. Dit project behelst een analyse van (1) de vruchtzetting, (2) de moleculair-fysiologische achtergronden en (3) de hormoonbalans na toediening van GA3, GA3 + GA4/7 en Prohexadione Calcium op vierjarige Conference bomen. Organisaties: • Plantengroei en -ontwikkeling
Onderzoekers: • Els Prinsen
Hormonale interacties en actiemechanismen in de controle van elongatiegroei in Arabidopsis Universiteit Gent Abstract: Er bestaan drie biologische vragen centraal in dit project: 1. Hoe werken verschillende signalen samen om de elongatie te sturen? 2. Vanuit welke celtypes wordt die hormonale werking gestuurd? 3. Welke zijn de actiemechanismen van ethyleen in de celwand en worden deze gemoduleerd door auxinetransport? Deze vragen zullen benaderd worden door een combinatie van moleculair genetische, fysiologische cen celbiologische technieken. Organisaties: • Vakgroep Plantenbiotechnologie en Genetica
Onderzoekers: • Dominique Van Der Straeten
Hormonale interacties en actiemechanismen in de controle van elongatiegroei in Arabidopsis. Universiteit Antwerpen Abstract: Hormonale interacties en actiemechanismen in de controle van elongatiegroei in Arabidopsis. Organisaties: • Plantengroei en -ontwikkeling • Plantenmorfologie
Onderzoekers: • Jean-Pierre Verbelen
Hormonale interacties in elongatieprocessen van Arabidopsis Universiteit Gent Abstract: Diverse plantenhormonen reguleren de verlenging van plantencellen en ?organen. Deze hormonen omvatten o.a. auxines, gibberellines, brassinosteroiden en ethyleen. Gezien de effecten van deze hormonen fenotypisch overlappen, is het waarschijnlijk dat ze interageren op moleculair niveau. Het doel van dit project is het ontrafelen van deze interacties, die uiteindelijk leiden tot verlenging in zaailingen van Arabidopsis. Organisaties: • Vakgroep Plantenbiotechnologie en Genetica
Onderzoekers: • Dominique Van Der Straeten
Hormonale interacties tijdens de ontwikkeling van de apicale haak, hypocotylgroei en gravitropie van Arabidopsis zaailingen Universiteit Gent Abstract: In dit project wordt de relatie bestudeerd tussen de ethyleen, brassinosteroïde en auxine pathways in donker gegroeide Arabidopsis zaailingen. Een kinematische fenotypische analyse van de ontwikkeling van mutanten in elk van de 3 pathways zal uitgevoerd worden, in aan- en afwezigheid van inhibitoren van de andere pathways. Op die manier zal de interactie tussen deze 3 sigalisatieroutes onderzocht worden. Organisaties: • Vakgroep Fysiologie
Onderzoekers: • Dominique Van Der Straeten
Hormonale regulatie van het endoreduplicatieproces in arabidopdis thalina wortels Universiteit Gent Abstract: Endoreduplicerende cellen dupliceren hun genoom zonder mitose ondanks zijn wijd verspreidt karakter en veronderstelde belang is er wienig gekend omtrent de fysiologiesche regulatie van de endocyclus. Door te focusseren op de wortel, wensen we na te gaan hoe verschillende hormonen de endoreduplicatiecyclus beïnvloeden op een weefselafhankelijke mannier. Organisaties: • Vakgroep Plantenbiotechnologie en Genetica
Onderzoekers: • Lieven De Veylder
Hormonale regulatie van orgaangroei in Arabidopsis thaliana. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Plantengroei en -ontwikkeling
Onderzoekers: • Kris Vissenberg
Hormonale regulatie van TRP kanalen KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Orgaansystemen
Onderzoekers: • Thomas Voets • Joris Vriens • Katharina Held
Hormonen en neuroplasticiteit: beeldgeleide ontdekkingen van moleculaire mechanismen in neuroplasticiteit Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Toegepaste Wiskunde, Biometrie en Procesregeling
Onderzoekers: • Wim Van Criekinge
Hormonen en neuroplasticiteit: een op beeldvorming gebaseerde ontdekkingstocht naar moleculaire mechanismen (PLASTOSCINE). Universiteit Antwerpen Abstract: Binnen dit project gebruiken we een combinatie van in vivo beeldvorming en moleculaire technieken om te onderzoeken hoe hersenplasticiteit op cellulair vlak geregeld wordt in twee zangvogelsoorten die verschillend zijn voor wat betreft het leren van zang en neuroplasticiteit. Onze hypothese is dat de hersenplasticiteit geïnduceerd door hormonen en de omgeving minstens gedeeltelijk berust op epigenetische veranderingen in DNA methylatiepatronen, histonmodificaties (acetylatie, methylatie) en expressie van niet coderende RNAs. Organisaties: • Bio-imaging
Onderzoekers: • Anne Marie Van Der Linden
Hormonenverstoring in het Schelde estuaruim: verspreiding, blootstelling, effecten Universiteit Gent Abstract: Hormonenverstoring van water, hormonenverstoring in het Schelde estuaruim: verspreiding, blootstelling, effecten. Hormonenverstoring in het Schelde estuaruim: verspreiding, blootstelling, effecten. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Magda Vincx
Hormones and neuroplasticity: image guided discoveries of molecular mechanisms in neuroplasticity KU Leuven Abstract: Some of the most dramatic examples of plasticity in brain structure andfunction have been identified in the neural structures that control vocal production in songbirds. In these animals plasticity occurs during ontogeny and, for most species, also repeatedly across seasons. In this project we will investigate the role of thyroid hormones and sex steroids in the structural and functional changes in the song control nuclei in developing zebrafinch and adult starling. The research will combine different techniques including in vivo hormonal manipulations, bio-imaging via MRI, histology, gene expression analysis and study of epigenetic regulation mechanisms. Organisaties: • Afd. Dierenfysiologie en Neurobiologie
Onderzoekers: • Veerle Darras • Sander Raymaekers
Hormones and neuroplasticity: image guided discoveries of molecular mechanisms in neuroplasticity. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afd. Dierenfysiologie en Neurobiologie
Onderzoekers: • Veerle Darras
Hormoon homeostase en signaaltransductie tijdens oxidatieve stress in planten : identificatie van signaalcomponenten door een geïntegreerde proteoomtechnische en immunologische aanpak. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project beoogt de identificatie van componenten van de signaaltransductiecascade tijdens oxidatieve stress in planten door middel van een gei'ntegreerde immunologische en proteoomtechnische aanpak. Tijdens de ontwikkeling wordt een plant voortdurend blootgesteld aan verschil!ende soorten stress. Het vermogen om snel en gepast te reageren op deze veranderingen zijn essentieel voor overleving. Veranderingen in hormoon homeostase spelen hierbij vaak een belangrijke rol. De kennis om trent de rot van plantengroeiregulatoren zoals abscisinezuur (ABA), ethyleen, jasmonaat (JA) en salicylzuur (SA) als belangrijke signaalmoleculen bij stress-responsen is reeds zeer gestoffeerd. Voor auxines en cytokinines geldt dat in mindere mate. Toch worden ook zij in verband gebracht met een aantal stressfenomenen. Verschil!ende studies wijzen uit
dat een centrale component in vele cellulaire responsen oxidatieve stress is (Desikan et al., 2001; Neil! et al., 2002). Oxidatieve stress ontstaat door een onevenwicht in het metabolisme van reactieve zuurstofsoorten (ROS). Bij blootstel!ing aan biotische en abiotische stress wordt de productie van deze ROS ge.jnduceerd en treden ze op als een signaal dat een waaier aan moleculaire, biochemische en fysiologische responsen doet ontstaan. Stikstofmonoxide (NO) is vaak een belangrijke component in de onderliggende signaalcascades. NO, een gasvormig vrij radicaal, kan op diverse wijzen een interactie aangaan met ROS en zo de respons op biotische en abiotische stressfactoren be"jnvloeden (Del!edonne et al., 1998; Neil! et al., 2002; Neil! et al., 2003). Net als in dierlijke systemen warden zowel cyclisch GMP als cyclisch ADPR genoemd als signaalmoleculen van het plantaardig NO signaaltransductiesysteem. Cyclisch GMP wordt in planten aangemaakt als antwoord op NO toediening (Pfeiffer et al., 1994) en cADPR synthese zou op zijn beurt ge.jnduceerd warden door cGMP. Beiden zijn in staat sommige functies van NO na te bootsen (Durner et al., 1998), en een specifieke inhibitor van guanylyl cyclase (ODQ) inhibeert in Arabidopsis thaliana NO-ge.jnduceerde celdood" Een membraanpermeabel cGMP-an.aloog, 8-Br-cGMP, heft dit inhiberend effect op (Clarke et al., 2000). In dierlijke systemen wordt de stress ge.jnduceerde cADPR synthese geactiveerd via een cGMP-afhankelijk prote.jne kinase. Tot nu toe werd het bestaan van een gelijkaardig prote.jne nag niet gerapporteerd voor hogere planten, maar de recente isolatie van het gen voor een vermeend cyclisch nucleotide afhankelijk prote.jne kinase aan ons labo biedt een valabele kandidaat voor deze functie. In diens promoterregio werden tal van stress-gereguleerde elementen aangetroffen, zoals het ABA-respons element (ABRE) "heat shock"-respons element, de aan ABRE verwante "GC-repeat" (Litts et al., 1992) en de koude en waterstress gereguleerde dehydratie (DRE)/"C-repeat"-respons elementen (Baker et al., 1994). Oak de aanwezigheid van een salicylzuur gereguleerd promoter element (TCA), een wonde gei'nduceerd respons element, (WUN) (Pastuglia et al., 1997), en de aanwezigheid van de "TCrich repeat", een stress en verdedigings ge.jnduceerd respons element (Klotz en Lagrimini 1996), versterken de vermoedens voor een functie van dit kandidaat cyclisch nucleotide afhankelijk proteïne kinase in stress responsen. Organisaties: • Plantengroei en -ontwikkeling
Onderzoekers: • Els Prinsen • Kris Laukens • Henri Van Onckelen • Erwin J M Witters • Luc Roef
HORSEGENE. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Gentechnologie
Onderzoekers: • Nadine Buys
Host genetic, immune and viral factors in transmission and diseases expression of Human T-Lymphotronic Virus type 1 (HTLV-1) in Peru. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project heeft twee even belangrijke objectieven: (1) De pathogenese van klinische complicaties van infectie met het Humaan T Lymfotroop Virus type 1 in Peru onderzoeken; (2) De academische capaciteit van het Instituut voor Tropische Geneeskunde Alexander von Humboldt in Lima te versterken. De kracht van de onderzoeksaspect steunt op twee elementen (a) De beschikbaarheid van een grote patiëntencohorte, die zowel asymptoimatische HTLV-1 geïnfecteerden als patiënten met inflammatoire, neoplastische als infectieuze complicaties bevat. (b) De geïntegreerde multidisciplinaire approach voor klinische, virologische, immunologische en genetische studies. Ditt research project moet een hefboomwerking uitoefenen op de diagnostische en klinische capaciteiten van ITMAvH en verscheidene jonge Peruviaanse laboranten, clinici, PhD studenten en één postdoc zullen getraind worden met de bedoeling om een "intermediaire academische staff" te vormen, die in staat moet zijn om basis en klinische research projecten over endemische infectieziekten te concipiëren en uit te voeren. Basiskennis over HTLV-1, maar ook praktische richtlijnen, die uit dit project voortkomen, zullen gecommuniceerd worden naar de artsen en de gezondheidsautoriteiten. Organisaties: • Laboratorium voor Microbiologie, Parasitologie en Hygiëne (LMPH)
Onderzoekers: • Guido Vanham
HOTEL EUROPA: een artistiek en cultuurhistorisch onderzoek naar de verwerking van het concept 'Europa' in de Vlaamse (toneel)-literatuur vanaf 1893. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Hotel Europa bestaat uit een wetenschappelijk, een artistiek en een dramaturgisch luik. In het wetenschappelijke luik wordt vanuit een kosmopolitisch perspectief de nationalistisch-geïnspireerde geschiedenis van de Europa-gedachte in de Vlaamse literatuur vanaf 1893 herschreven. De hypothese luidt dat het denken over Europa in de Vlaamse literatuur vanwege zijn overwegend nationalistisch karakter slecht voorbereid is om modellen voor een echte 'European way of life' (in de zin van een transnationale cultuur of samenleving) te ontwikkelen. Het artistieke luik omvat het schrijven van een voorstellingspartituur en het aanmaken van een voorstelling die op deze tekst gebaseerd is. Hier luidt de hypothese dat er voor dit creatief proces nood is aan een relatief nieuwe dramaturgie die poogt bepaalde verworvenheden van het dramatische (aristoteliaanse) én het postdramatische theater te integreren. Het dramaturgische luik tenslotte bestaat uit een verslag over de genese van de visie die via het creatief proces is tot stand gekomen. Deze reflectie moet dienen om bepaalde inzichten over de specificiteit van artistiek onderzoek te toetsen vanuit de hypothese dat artistiek onderzoek een eigen wetmatigheid bezit en dus geen wetenschappelijk onderzoek is. Organisaties: • Geografie
Onderzoekers: • ERIC CORIJN
Hotspot ecosystem research and man's impact on european seas Universiteit Gent Abstract: Aan de hand van een multidisciplinaire en geintegreerde aanpak wordt inzicht verworven in de verspreiding, diversiteit, ecosysteem processen en connectie van diepzee-ecosystemen aanwezig langs de Europese randen zoals hellingen, canyons, zeebergen, koudwaterkoralen en chemosynthetische ecosystemen. Ook de impact van menselijk activiteiten op de diepzee-ecosystemen van de continentale randen wordt bestudeerd. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Jean Henriet • Ann Vanreusel
Hot-spots in biologische transformatie van silica (Hobits). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoek moet leiden tot een beter inzicht in de biologische buffer voor silicium in tropische ecosystemen. Het project richt zich op grote tropische wetlands: de Okavango Delta (Botswana) en de Fly River (Papua New Guinea), waar een intense biologische cyclering van silicium plaatsvindt. Het onderzoek past binnen het groeiende besef dat de siliciumcyclus op globale en lokale schaal gecontroleerd wordt door biota, en niet enkel door minerale verwering. Een onvoldoende kennis van deze biologische Si buffer verhindert de correcte kwantificering van geassocieerde mariene en terrestrische koolstofopslag. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire • Eric Struyf
Houdingen en handelswijzen van artsen rond het levenseinde van patiënten. Een empirisch onderzoek aan de hand van een schriftelijke bevraging van een representatieve steekproef van huisartsen en specialisten in Vlaanderen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: 1) Wat is de frequentie van voorkomen van handelswijzen rond het levenseinde van patiënten HALP (niet opstarten van een behandeling of staken van een behandeling intensivering van pijn- en /of symptoombestrijding, en toedienen, verstrekken of voorschrijven van levensbeëindigende middelen.2) Omstandigheden van de handelswijzen (bio-etische kwalificaties van deze HALP's) 3) Sociologisch profiel van de betrokken actoren De onderzoeksmethode wijkt fundamenteel af van de methode in de oorspronkelijke aanvraag. Hierdoor werden de kosten ok drastisch verhoogd. Oorspronkelijk was er een "artsenbevraging" voorzien met een steekproefomvang van N=2000. Door een positief advies van de Orde van Geneesheren was het mogelijk een meer betrouwbare en meer valide methode te gebruiken, nl. een "sterfgevallenoderzoek". De handelswijzen van artsen rond het levenseinde van hun patiënten worden dan onderzocht aan de hand van concrete overlijdens. Om de schattingen van de hogervermelde handelswijzen binnen aanvaardbare betrouwbaarheidsintervallen te kunnen realiseren. Dienen we een "gerealiseerde" steekproefomvang van ongeveer 2000 enquêtes te bereiken. Aan een verwachte respons van ongeveer 50% betekende dit een steekproefomvang van 4000 sterfongevallen. Organisaties: • Zorg rond het levenseinde • Medische Sociologie
Onderzoekers: • FREDDY LOUCKX • JOHAN BILSEN • LUC DELIENS
Houdingen en handelwijzen rond het levenseinde van patiënten (Halps) in 6 Europese landen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De vooruitgang in de medische technologie en de toenemende aandacht voor de autonomie van de patiënt hebben het wetenschappelijk debat over de rol van de geneeskunde aan het levenseinde van patiënten bevorderd. In dit epidemiologisch onderzoeksproject worden in 6 Europese landen (België, Nederland, Italië, Zwitserland, Zweden, Denemarken) het gedrag en de attitudes van artsen t.a.v. 'beslissingen rond het levenseinde' onderzocht. Twee studies worden opgezet : een retrospectief sterfgevallenonderzoek (N=5000) en een artsenonderzoek (N=3000). Voor het eerste onderzoek zal met een sterfgevallenonderzoek gewerkt worden, voor het tweede onderzoek met een bevraging van een representatieve groep van artsen. Gegevens worden enkel via artsen bekomen, er zijn geen patiënten betrokken bij dit onderzoek. Organisaties: • Zorg rond het levenseinde
Onderzoekers: • JOHAN BILSEN • LUC DELIENS • REGINALD DESCHEPPER
Houdingen en handelwijzen van artsen rond het levenseinde van patienten. (Co-financiering NFWO-project) Vrije Universiteit Brussel Abstract: In België komt het onderzoek over 'Handelwijzen van artsen rond het levenseinde van patiënten' (HALP) maar langzaam op gang. Verschillende bevragingen van artsen laten zien dat hun attitudes t.a.v. passieve en actieve levensverkorting zijn gewijzigd. Ook de houding van de bevolking is aan verandering onderhevig. Berichten uit de medische praktijk leren dat er thans ook levensverkortend wordt gehandeld. Valide en betrouwbare gegevens inzake attitudes en handelwijzen van artsen rond het levenseinde van hun patiënten ontbreken evenwel geheel in Vlaanderen. Bovendien zijn een aantal bio-ethische vragen bij deze praktijk onbeantwoord. Geschieden deze praktijken wel met inachtneming van voldoende zorgvuldigheidscriteria ? Is de patiënt voldoende voorgelicht over deze beslissingen ? Gebeuren al deze beslissingen op uitdrukkelijk verzoek van de patiënt ? Deze studie heeft als doel de HALP's in kaart te brengen voor Vlaanderen. Organisaties: • Medische Sociologie
Onderzoekers: • FREDDY LOUCKX
Houdingen en handelwijzen van artsen rond het levenseinde van patienten. Een empirisch onderzoek aan de hand van een schriftelijke bevraging van een representatieve steekproef van huisartsen en specialisten in Vlaanderen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In België komt het onderzoek over 'Handelwijzen van artsen rond het levenseinde van patiënten' (HALP) maar langzaam op gang. Verschillende bevragingen van artsen laten zien dat hun attitudes t.a.v. passieve en actieve levensverkorting zijn gewijzigd. Ook de houding van de bevolking is aan verandering onderhevig. Berichten uit de medische praktijk leren dat er thans ook levensverkortend wordt gehandeld. Valide en betrouwbare gegevens inzake attitudes en handelwijzen van artsen rond het levenseinde van hun
patiënten ontbreken evenwel geheel in Vlaanderen. Bovendien zijn een aantal bio-ethische vragen bij deze praktijk onbeantwoord : geschieden deze praktijken wel met inachtneming van voldoende zorgvuldigheidscriteria ? Is de patiënt voldoende voorgelicht over deze beslissingen ? Gebeuren al deze beslissingen op uitdrukkelijk verzoek van de patiënt ? Deze studie heeft als doel HALP's in kaart te brengen voor Vlaanderen. Organisaties: • Zorg rond het levenseinde • Medische Sociologie
Onderzoekers: • FREDDY LOUCKX • LUC DELIENS
Housing Typologies Evolution in Tehran: 1945-1970 KU Leuven Abstract: Since 250 years Tehran acts as capital of Iran. Today it counts 13 million inhabitants (while originally it only had 15.000 inhabitants). Sincethe mountains block further expansion to the north, the growth of the city is mainly directed to the west and partially to the south. As first and main city in Iran that opened its doors to modernization and industrialization, it consequently also became the main migration center of thecountry. The modernization of Tehran was initiated in 1921 at the startof the Pahlavi Kingdom by Reza khan, and enforced top down as well on society as on the city structure and fabric. In this whole development from 1921 until today the period 1945-1970 #the development age as in so many countries worldwide- is a very crucial one for the development of Teheran. It is a period of intensive investment and planning that in general terms introduces modernism (which is enforced by many international consultants) and framed by seven-year development plans. Since most Organisaties: • Architectuur en Ontwerpen
Onderzoekers: • Bruno De Meulder • Viviana d'Auria • Ranasadat Habibi
How classroom social dynamics shape academic engagement: The role of peers, teachers, and their interplay KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE School- en Ontwikkelingspsychologie
Onderzoekers: • Karine Verschueren • Hilde Colpin • Karen Phalet
How do our genes influence our gut microflora, and how do our microflora influence our immune system? KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Labo Genetica van Auto-immuniteit
Onderzoekers: • Jeroen Raes • Adrian Liston • Thi Loan Anh Nguyen
How do underlying data affect basic facts on business and employment dynamics. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Onderzoekseenheid CES Leuven
Onderzoekers: • Kathleen Geurts • Johannes Van Biesebroeck
How issues make news. Universiteit Antwerpen Abstract: Hoe bepaalde onderwerpen het nieuws maken: een vergelijkende analyse van de oorzaken en gevolgen van media aandacht in België, Frankrijk, Zwitserland en de Verenigde Staten. Organisaties: • Media, middenveld en politiek (M2P)
Onderzoekers: • Stefaan Walgrave • Amber Boydstun
How to Optimize Vesicle Formation? Through Trans membrane protein, andTrans membrane enzyme KU Leuven Abstract: Cell membranes consist of a lipid bilayer stuffed with proteins, and act as gatekeepers for information and material flux in and out of cells and organelles. The ability to engineer membrane systems are key to
many outstanding problems in the life sciences. My proposal concerns proteins that partially penetrates the lipid bilayer, and cause massive formation of internal vesicles. In collaboration with experimental biochemists, I want to understand and optimize vesicle formation in vivo with an eye towards applications in structural biology and biotechnology. Also I want to develop simple theory that explains the formation of bilayers and vesicles and accounts quantitatively for many of their physicalproperties: Properties including vesicle size distributions and bilayer elasticity emerge from a unified theory that links thermodynamics, interaction free energy, and molecular geometry. The theory may be applied to the analysis of more complicated membrane structures and mec Organisaties: • Afd. Biochemie, Molecul.& Struct. Biol.
Onderzoekers: • N. N. • Giovanni Maglia
How to solve time alignment problems in emotion research? KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Methodologie vh Pedagogisch Onderzoek
Onderzoekers: • Iven Van Mechelen • Eva Ceulemans • Joke Heylen
HP4Drying Universiteit Gent Abstract: HP4Drying Het Project heeft als doel om kennis met betrekking het potentieel van warmtepompen voor droogprocessen naar diverse type bedrijven over te brengen. Dit Project beoogt het "samenbrengen" en "combineren" van verschillende reeds bestaande technologieën en brengt 2 sectoren samen Drogen is een energie-intensief proces dat in vele industriële sectoren wordt toegepast en tot 20% van de industriële restwarmte veroorzaakt. Deze zou gedeeltelijk kunnen teruggewonnen worden door de uitgaande drooglucht te koelen. waardoor condensatiewarmte van het opgenomen vocht opnieuw zou vrijkomen. Na opwaardering door een warmtepomp is die warmte terug te gebruiken om 'verse' drooglucht opnieuw te verwarmen. Op deze manier kan een gesloten droogproces gerealiseerd worden. 130375 IWT CORNET Organisaties: • Vakgroep Industrieel Systeem- en Productontwerp
Onderzoekers: • Michel De Paepe • Bruno Vanslambrouck
HPA-as disfunctie als neurobiologische risicofactor voor stemmingsstoornissen : onderzoek naar de genetische achtergrond. Universiteit Antwerpen Abstract: Bij een groot deel van de patienten met stem mingsstoornissen wordt disfunctie van de hypothalamisch-hypofysaire-bijnierschors-as (HPA-as) teruggevonden. Deze disfunctie is in bepaalde gevallen genetisch bepaald. Dit project omvat het opsporen van single-nucleotidepolymorfismen (SNPs) in HPA-as gerelateerde genen. Vervolgens wordt onderzocht of deze SNPs bijdragen tot HPA-as disfunctie en tot aanleg voor stem mingsstoornissen. Organisaties: • Psychopathologie en medische psychologie • Kind-, Jeugd- en Volwassenpsychiatrie (CAPRI)
Onderzoekers: • Stephan Claes
HPA-as veranderingen in kritieke ziekte KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Laboratorium vr Intensieve Geneeskunde
Onderzoekers: • Greta Van den Berghe • Marc Jenniskens
HPC-UGent: de centrale High Performance Computing infrastructuur van de Universiteit Gent Universiteit Gent Abstract: De centrale High Performance Computing infrastructuur van de UGent maakt deel uit van het Vlaams Supercomputer Centrum en wordt uitgebouwd en onderhouden dankzij de steun van de Universiteit Gent, de Herculesstichting en het departement Economie, Wetenschap en Innovatie van de Vlaamse Overheid. Dankzij deze steun is gebruik van de infrastructuur kosteloos voor onderzoekers van de UGent. Organisaties: • Directie Informatie- en Communicatietechnologie
Onderzoekers: • Ewald Pauwels
HPG-axis gerichte studie om synaptische stoornissen en voornaamste spelers te moduleren bij Alzheimer. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds SAO. UA levert aan SAO de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Bio-imaging
Onderzoekers: • Anne Marie Van Der Linden
HPLC-analyses in het kader van het stemmingsstoornisproject. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een dienstverleningsopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds Vestre Viken Hospital Trust. UA levert aan Vestre Viken Hospital Trust de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract Organisaties: • Medische biochemie
Onderzoekers: • Dirk Hendriks
HPLC analyses van de activering van het kynurenine reactiepad tijdens de acute fase van een beroerte en de rol hiervan bij beroerte-geïnduceerde depressie en vermoeidheid. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds een privé-instelling. UA levert aan de privé-instelling de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Medische biochemie
Onderzoekers: • Dirk Hendriks
HPV in orofarynxcarcinomen KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Labo Experimentele Radiotherapie
Onderzoekers: • Sandra Nuyts • Anna Sablina • Rüveyda Dok
HPV negative cervical cancer in Poland: a methodological flaw or a sign of a high environmental pollution? Universiteit Antwerpen Abstract: HPV negative cervical cancer in Poland: a methodological flaw or a sign of a high environmental pollution? Organisaties: • Moleculaire beeldvorming, Pathologie, Radiotherapie & Oncologie (MIPRO)
Onderzoekers: • Jan Vermorken
HR differentiatie. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Human Resources Management Antwerpen
Onderzoekers: • Luc Sels • Sophie De Winne • Lieven Brebels
HRM Responsibilities in the Public Sector: the Role of Line Managers KU Leuven Abstract: Human resource management (HRM) wordt binnen een organisatie geïmplementeerd door verschillende actoren die samenwerken als HR-partners. Naast het HR-department, kunnen ook andere actoren een rol spelen in HRM: vb. topmanagement, lijnmanagement, externe HRdienstverleners, enz.Als een van de definiërende kenmerken van HRM, is de devolutie van HRM verantwoordelijkheden naar lijnmanagers de focus van dit doctoraat. Door de ruimere decentralisatie van besluitvorming te wijten aan de overheidshervormingen vindt deze devolutie van HRactiviteiten naar lijnmanagers ook plaats in de publieke sector.Mogelijke onderzoeksvragen:Welke actoren zijn verantwoordelijk voor HRM in de publieke sector?Welke HR-activiteiten werden overgedragen aan de lijn en in welke mate?Wat is de impact van de devolutie op de rol van het HRdepartement?Wat is de impact van de devolutie van HR-activiteiten naar de lijn op het gedrag (en de prestaties) van de medewerkers? Organisaties: • OE Instituut voor de Overheid
Onderzoekers: • Annie Hondeghem • Sophie Op de Beeck
HSTRT/14/001. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Statistiek
Onderzoekers: • Jan Beirlant
HTML5: een loper voor alle platformen? Universiteit Gent Abstract: De HTML5-standaard wordt ontwikkeld door het World Wide Web Consortium (W3C) om een allesomvattend antwoord te bieden aan de vereisten van moderne webgebaseerde toepassingen, zonder gebruik te maken van externe plug-ins of gesloten technologieën. Een tweede voordeel is dat deze standaard compatibel is met alle platformen, zowel op desktop als op mobiele toestellen, en er dus niet langer aparte versies moeten ontwikkeld worden. De term ?HTML5? wordt gebruikt als verzamelnaam voor een reeks specificaties voor het opmaken, structureren en manipuleren van de inhoud van webtoepassingen. Ondanks de wijd erkende voordelen, aarzelen veel bedrijven om voluit voor HTML5 te kiezen. Ten eerste is de standaard nog steeds in ontwikkeling en wordt een eerste stabiele draft pas in de loop van 2012 verwacht. Ten tweede woedt er een heftig debat of webgebaseerde applicaties die in een browseromgeving draaien wel dezelfde performantie, veiligheid en schaalbaarheid kunnen halen. De doelstelling van dit TETRA-project is om een grondige studie uit te voeren naar de mogelijkheden en beperkingen van de HTML5-standaard, via drie proof-of-conceptimplementaties op bedrijfsschaal en wetenschappelijk onderbouwde testresultaten. De brede doelgroep van dit project wordt gevormd door alle bedrijven die content wensen aan te bieden op een waaier aan toestellen. Hierbij wordt niet enkel gemikt op de ontwikkelaars van innovatieve websites, die bv. de native mobiele apps kunnen vervangen, maar ook op bedrijven die een performante front-end wensen te ontwikkelen voor hun bedrijfstoepassingen die draaien binnen hun eigen serveromgevingen of in de cloud. Het project zal resulteren in een overdracht van expertise en kennis van de HTML5-standaard naar de bedrijven. Er werd gekozen om het werkplan in het eerste jaar te structureren aan de hand van een aantal proof-of-concept-implementaties. Dit zijn technische demo?s in de domeinen van gebruikersinterface, multimedia en netwerkfunctionaliteit. In het tweede jaar worden geïntegreerde demonstraties gebouwd via pilootprojecten bij de leden van de gebruikersgroep. Eerder dan te bouwen op theoretische en functionele analyses van de standaard wil dit project dus praktische hands-on-ervaring bieden die direct implementeerbaar is binnen Vlaanderen. Organisaties: • Vakgroep Industriële Technologie en Constructie
Onderzoekers: • Veerle Ongenae • Pieter Simoens
"Hubble Proteomics": een gevoelige, kwantatieve, versatiele, breed spectrum en automatiseerbare gel-vrije proteoomtechnologie Universiteit Gent Abstract: Een nieuwe gel-vrije proteoomtechnologie zal ontwikkeld worden. Deze gaat uit van een complex peptide-mengsel waaruit een subset van peptiden geselecteerd wordt. De gesorteerde peptiden gelden als representatief voor hun moedereiwitten. Het systeem is gebaseerd op het principe van diagonaal chromatografie en laat toe van verschillende types van peptiden te selecteren. Een hoge gevoeligheid en automatisatie is voorspelbaar Organisaties: • Vakgroep biochemie
Onderzoekers: • Joël Vandekerckhove • Kris Gevaert
Hugo Claus en het engagement (1960-1970). Universiteit Antwerpen Abstract: De centrale onderzoeksvraag peilt naar de verhouding van de trits vorm-inhoud-engagement. Is het engagement op inhoudelijk vlak te situeren, zoals bijv. uitgesproken in de tendensroman, of op formeel vlak, bijv. door een specifieke omgang met het (taal)materiaal, of op beide vlakken tegelijk? Sinds het werk van Sartre en Adorno behoort de relatie tussen antithetische begrippen als experiment en engagement, autonomie en expressie, creatio en mimesis tot de kern van het onderzoeksgebied over literatuur, maatschappij en politiek. Organisaties: • Instituut voor de studie van de letterkunde in de Nederlanden (ISLN)
Onderzoekers: • Georges Wildemeersch
Huisartsgeneeskunde: motivatie om te kiezen voor of verlaten van het beroep. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit onderwoek wordt bestudeerd wat de redenen zijn om voor het huisartsen vak te kiezen of het later te verlaten. Mogelijke beleidsmaatregelen worden aan stakeholders aangeboden. Organisaties: • Eerstelijns - en interdisciplinaire zorg Antwerpen (ELIZA)
Onderzoekers: • Roy Remmen
Huishoudelijk energieverbruik en reboundeffect (HECoRE). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project bestudeert de terugslageffecten verbonden aan de toegenomen efficiëntie van het energiegebruik door Belgische huishoudens. Het bestudeert de beleidsinstrumenten die de contraproductieve terugslageffecten kunnen verzwakken, neutraliseren of zelfs voorkomen, om op die manier een effectieve vermindering van de uitstoot van broeikasgassen te realiseren. Het project focust op energiegebruik in de woning en op mobiliteit.
Organisaties: • Engineering Management
Onderzoekers: • Aviel Verbruggen
Hulpmiddelen, beladingsmodellen voor capaciteitsmanagement en operationele planning: eigenschappen en efficiënte oplossingsmethoden. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG ORSTAT Leuven
Onderzoekers: • Roel Leus
Hulpmiddelenbeladingsmodellen voor multiprojectplanning: Eigenschappen en efficiënte oplossingsmethoden. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG ORSTAT Leuven
Onderzoekers: • Roel Leus • Jeroen Belien
Hulpmiddelen om bewustzijn te ondersteunen. Van hecht team tot open gemeenschap en van kleine individuele tot grote publieke schermen. KU Leuven Abstract: De ontwikkeling van het internet heeft miljoenen gebruikers in staat gesteld om content te creëren en verspreiden door middel van verschillendediensten en hulpmiddelen. Gebruikers komen graag in aanraking komen metrelevante informatie die afgestemd is op hun behoeften en voorkeuren. Bovendien zijn ze zich ook graag bewust van nieuwe informatie die hen niet bereikt via hun dagdagelijkse bron van informatie. In deze thesis hebben we daarom onderzocht hoe technologie dit soort bewustzijn van relevante informatie enerzijds kan ondersteunen in een werkgerelateerde context voor teams en groepen, en anderzijds in een context van gemeenschapsengagement. We hebben daarvoor een aantal gevalstudies uitgevoerd om deze twee aspecten van bewustzijn-ondersteuning te onderzoeken. Organisaties: • Afdeling Informatica
Onderzoekers: • Erik Duval • Joris Klerkx • Gonzalo Parra Chico
Hulpmiddelen voor thuiswonende ouderen met chronische beperkingen : noden, aanbod en gebruik. (Programma beleidsgericht onderzoek '97. Beleidsdomein : Welzijn.) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het algemeen doel van dit project is dat ouderen met beperkingen de hulpmiddelen zouden krijgen en gebruiken die overeenstemmen met hun noden en behoeften. Voor ouderen met beperkingen is het gebruik van hulpmiddelen (HM) een belangrijke 'coping' strategie naar het verhogen van het autonoom functioneren van de levenskwaliteit. De meeste studies op het vlak van gerontechnologie gebeurden bij geselecteerde groepen. Het gebruik van HM in de algemene bevoling is pas recent bestudeerd. Het blijkt dat HM vaak wel voorhanden zijn, maar niet of verkeerd gebruikt worden. Het proces van de introductie van HM is niet duidelijk: de karateristieken van de ouderen (zoals kennis, gebruik en reden van niet-gebruik van HM, attitudes t.o.v. HM,, invloed van omgeving) zijn te weinig gekend, en spelen waarschijnlijk te weinig erin mee. De professionele thuiszorg wordt weinig geholpen bij het opsporen van de noden en behoeften aan HM bij ouderen en bij de introductie ervan. Dit project wil a) de karakteristieken bestuderen van thuiswonende bejaarden in Vlaanderen met betrekking tot hulpmiddelen: noden en behoeften, kennis, attituden, bezit en gebruik; b) uit deze karateristieken een screeningsinstrument (analoog aan de Katz-schaal) ontwikkelen voor de systematische bepaling van de noden en behoeften, te gebruiken door de thuiszorg; c) een protocol ontwikkelen voor en meer gestructureerde introductie van HM bij ouderen door de thuiszorg; d) de opvolging van het gebruik van HM bestuderen. Organisaties: • Maatschappelijke Gezondheidszorg
Onderzoekers: • ANNE-MARIE DEPOORTER
Hulpwaardigheidspercepties in Europese welvaartstaten: Vergelijkende analyses van de publieke opinie over sociale rechten en plichten van behoeftige groepen in de samenleving. KU Leuven
Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Centrum voor Sociologisch Onderzoek
Onderzoekers: • Bart Meuleman • Wilhelmus van Oorschot
Humaan DPPII : biochemische en enzymologische karakterisering. Universiteit Antwerpen Abstract: Humaan DPPII : biochemische en enzymologische karakterisering. Organisaties: • Medische biochemie
Onderzoekers: • Ingrid De Meester • Marie-Berthe Maes
Humaan papillomavirusinfectie: interactie met virale internalisatie en processing. Universiteit Antwerpen Abstract: Humaan papillomavirusinfectie: interactie met virale internalisatie en processing. Organisaties: • Laboratorium voor celbiologie en histologie
Onderzoekers: • Johannes Bogers • Caroline Horvath
Human Activity Recognition in Realistic Videos KU Leuven Abstract: The problem of action recognition is typically tackled in one of two ways: either based on person layout (often limited to pose estimation fromstill images), e.g. pictorial structures, or based on spatio-temporal extensions of methods developed for object recognition. Determining the person layout is still error-prone in uncontrolled environments, and often not reliable enough. Extensions of object recognition methods, on the other hand, suffer from the non-rigid nature of people, significantly larger within-class variability for actions and the fact that, unlike for objects, the spatial extent of actions is not always clearly defined. Moreover, some actions may be very similar, with only subtle differences. Localizing the relevant parts then seems critical. Here, we will study ahybrid scheme where instead of determining the full body layout, we will track the head-andshoulders, and use this as a reference frame for modeling the action spatially in an appearance-based fashion. We assu Organisaties: • Afdeling ESAT - PSI
Onderzoekers: • Tinne Tuytelaars • Amir Ghodrati
Human agency, strafrechtelijke verantwoordelijkheid en jeugddelinquentie: een bijdrage tot de etiologische criminologie en het jeugdrecht. KU Leuven Abstract: Criminologische theorieën hebben voornamelijk de taak opgenomen om determinerende factoren actoren hun zogenaamde structure te onderzoeken als zijnde causale factoren voor criminaliteit. De rol van het individu te midden van deze causaliteit en zijn keuze om criminaliteit te plegen gevat door de notie van human agency zijn echter enigszins verborgen binnen deze etiologische verklaringen. De delinquente actor zijn keuze of verantwoordelijkheid is daarentegen één van de meestessentiële premissen van het strafrecht. Beide worden geïllustreerd door de onttrekking van jongeren uit het strafrecht door hun veronderstelde verminderde capaciteiten. Dit doctoraatsonderzoek beoogt eenaanvulling en tegengewicht te vormen voor criminologische theorieën door een theoretisch en empirisch raamwerk naar de rol van human agency in criminele trajecten van actoren te ontwikkelen. Bovendien tracht dit onderzoek een nieuwe benadering en bijdrage te bieden tot het debat rond strafrechteli Organisaties: • Instituut voor Sociaal Recht
Onderzoekers: • Stefaan Pleysier • Johan Put • Sofie Troonbeeckx
Human Brain Project Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Elektronica en informatiesystemen
Onderzoekers: • Benjamin Schrauwen
Human Computer Interaction techniques for awareness, reflection and sensemaking KU Leuven Abstract: In Human-Computer Interaction in general, and in the context of novel domains like 'personal informatics' and 'quantified self' specifically, the study of application support for awareness, reflection and sensemaking through for instance visual dashboards or large-screen multi-touch visualisations is gaining momentum. This PhD will start from a study of therelevant techniques in health applications. Organisaties: • Afdeling Informatica
Onderzoekers: • Erik Duval • Joris Klerkx • Robin De Croon
Humane blootstelling aan endocrien verstorende fenolische contaminanten. Universiteit Antwerpen
Abstract: Het voorgestelde project beoogt het ophelderen van humane blootstellingsroutes aan fenolische milieucontaminanten (bv bisphenol-A) die endocriene verstoringen kunnen veroorzaken. Na validatie van geschikte analytische methoden zal getracht worden de mate en de voornaamste routes (dieet, lucht of stof) van blootstelling in de Vlaamse bevolking in kaart te brengen. Hierbij zal speciale aandacht aan kinderen besteed worden. Organisaties: • Toxicologie
Onderzoekers: • Adrian Covaci
Humane blootstelling aan het endocrien verstorende Bisphenol-A Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Toxicologie
Onderzoekers: • Hugo Neels • Adrian Covaci • Tinne Geens
Humane blootstelling aan het endocrien verstorende Bisphenol-A. Universiteit Antwerpen Abstract: Humane blootstelling aan het endocrien verstorende Bisphenol-A. Organisaties: • Toxicologie
Onderzoekers: • Hugo Neels • Adrian Covaci • Tinne Geens
Humane blootstelling aan mycotoxinen in Zimbabwe en de gerelateerde risico evaluatie en managment Universiteit Gent Abstract: * Overzicht van het voorkomen van mycotoxinen in mais uit Zimbabwe * Risico evaluatie van de gedecteerde aflatoxine B1 en fumosinine B1 concentraties door de consumptie van deze mais en mais producten * Onderzoek naar de gebruikte lanbouw praktijken en methoden en hun effect op mycotxine gehaltes in mais * Aanbevelingen voor richtlijnen omtrent mycotoxinen in voeding. Organisaties: • Vakgroep Bioanalyse
Onderzoekers: • Sarah De Saeger • Christof Van Poucke
Humane blootstelling aan nieuwe chemicaliën in binnenhuis omgeving. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project beoogt in de eerste plaats de karakterisatie van de aanwezigheid, de relevantie en de bijdrage van substituut ftalaten en vlamvertragers in consumentengoederen (plastic, textiel, enz.) en de inschating van humane blootstellingsroutes (voeding en niet-dieet: lucht, stof) om dergelijke chemische stoffen. Een algemene prioriteitslijst voor deze nieuwe chemische producten met betrekking tot hun aanwezigheid in binnenhuis stof, lucht en voedsel monsters wordt behandeld in relatie tot hun emissiebronnen. Daarna, de identificatie van relevante biotransformatieroutes van geselecteerde chemische stoffen in het binnenmilieu door een combinatie van in vitro experimenten en verschillende massaspectrometrische technieken zullen de tweede belangrijke onderzoeksrichting van dit project zijn. Rat, gepoolde humane levermicrosomen en plasma zullen worden gebruikt om het metabolisme van de geselecteerde stoffen te karakteriseren. Blootstellingsexperimenten zullen uitgevoerd worden met zuivere stoffen of mengsels, op verschillende doses die relevant zijn voor de gemeten concentraties in de binnenlucht, stof of voedsel monsters. Tenslotte zal de identificatie en de kwantificatie van de oorspronkelijke verbindingen en hun metabolieten in menselijk bloed en urine monsters worden uitgevoerd om de resultaten van de in vitro experimenten te valideren. Het belang van niet-invasieve matrices (haren, nagels, speeksel) voor accurate inschattingen van interne blootstelling aan geselecteerde nieuwe chemicaliën zal ook geëvalueerd worden. Organisaties: • Toxicologie
Onderzoekers: • Hugo Neels • Adrian Covaci • Alin-Constantin Dirtu
Humane blootstelling, in vitro metabolisatie en hepatotoxiciteit van organofosfaat vlamvertragers. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Toxicologie
Onderzoekers: • Hugo Neels • Adrian Covaci • Nele Van den Eede
Humane blootstelling, in vitro metabolisme en hepatotoxiciteit van organofosfaat vlamvertragers. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel.
Organisaties: • Toxicologie
Onderzoekers: • Hugo Neels • Adrian Covaci • Nele Van den Eede
Humane en zonoötische infecties van worminfecties in Zuidelijk India Universiteit Gent Abstract: Worminfecties zijn de meest voorkomende aandoeningen in de tropen. De impact can deze infecties is vooral uitgesproken bij kinderen waar ze een groei- en leerachterstand veroorzaken. Hoewel dieren een mogelijke bron zijn voor humane infecties in dit onvoldoende bestudeerd. In dit onderzoeksproject wordt onderzocht in welke mate dieren belangrijk zijn in de transmissie van worminfecties bij schoolkinderen in India. Organisaties: • Vakgroep Virologie, parasitologie en immunologie
Onderzoekers: • Jozef Vercruysse
Humane in vivo moleculaire beeldvorming van het fosfodiësterase 10A enzyme en de relatie met dopaminerge neurotransmissie KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Nucleaire Geneesk. & Molec. Beeldvorming
Onderzoekers: • Guy Bormans • Koenraad Van Laere • Hendra Hudyana
Human embryonic stem cells as new models for development of new therapies and exploration of mechanisms in monogenic diseases. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Humane embryonale stamcellen (HESC) worden afgeleid van de kiemknop van preimplantatie embryos. Preimplantatie genetische diagnose (PGD) is een vroege vorm van prenatale diagnose waarbij in vitro geproduceerde embryos worden onderzocht op de aanwezigheid van een genetische afwijking, waarna enkel de embryos zonder de aandoening worden teruggeplaatst in de baarmoeder. Op dit ogenblik verschenen er reeds verschillende verslagen van groepen die hESC hebben afgeleid uit embryos die aangetast bleken van PGD. Ons doel is om hESC af te leiden uit embryos die aangetast bleken na PGD. Door een hele batterij hESC lijnen af te leiden voor verschillende aandoeningen, en met verschillende mutaties, ontstaat er een grote verscheidenheid aan materiaal om de interactie tussen genotype en phenotype te bstuderen, en voor de ontwikkeling van nieuwe therapieën. De afgeleide cellijnen zullen ter beschikking worden gesteld van academische centra. Onze wetenschappelijke doelen zijn: 1. Het afleiden van hESC lijnen met een variëteit aan gemuteerde genen verantwoordelijk voor monogene aandoeningen 2. De efficiëntie van het afleiden verbeteren, om zo doel (1) te verbeteren 3. ontwikkelen van protocollen voor de afleiding en in stand houding van hESC in een omgeving die volledig vrij is van dierlijke contaminanten. Organisaties: • Embryologie en Menselijke Genetica
Onderzoekers: • KAREN SERMON • Lindsey VAN HAUTE
Human-environment interactions in the past: analysing the interaction between human impact, agricultural carrying capacity and sustainability KU Leuven Abstract: De mens heeft doorheen de tijd haar milieu en omgeving veranderd, vooral na de grootschalige introductie van landbouw en de bijhorende ontbossingen. Hierbij ontstonden landschappen waarin de natuurlijke omstandigheden niet meer in evenwicht zijn. In zekere omstandigheden leidde dittot drastische dalingen van de draagkracht van het landschap met negatieve feedback op de duurzaamheid van de maatschappij. Dit project tracht decomplexiteit van mens-omgeving interacties in het verleden op een regionale schaal te analyseren, voor drie contrasterende omgevingen in Europa(Centraal België - centraal Italië Zuid-West Turkije),gedurende de Ijzertijd, de Romijnse periode en de vroege Middeleeuwen. De impact van menselijke druk op het landschap zal geëvalueerd worden a.d.h.v. een computer modellen, samen met data van uiteenlopende disciplines. Veranderingen in de draagkracht van de landbouw doorheen de tijd als gevolg van bodemdegradatie zullen ook a.d.h.v. de toepassing van een computer model on Organisaties: • Afdeling Geografie
Onderzoekers: • Gert Verstraeten • Maarten Van Loo
Humane weke delen sarcoma's xenograft muis modellen als een opportuniteit om de therapeutische opties voor patiënten te verbeteren. KU Leuven Abstract: Weke delen sarcomen vertegenwoordigen een zeer heterogene groep van zeldzame, maligne tumoren met diverse klinische, pathologische en genetische eigenschappen. De huidige behandeling van gevorderde weke delen sarcomen is niet bevredigend en metastasering van de ziekte blijft een belangrijk probleem bij sarcomapatiënten. Er is dus nood aan de ontwikkeling enhet testen van nieuwe experimentele producten om de standaardbehandeling van patiënten met weke delen sarcomen te verbeteren. Vooral de doeltreffendheid en de activiteit van nieuwe geneesmiddelen kunnen beperkt zijntot bepaalde weke delen sarcomen, en kunnen beïnvloed worden door hun specifieke moleculaire eigenschappen. Bijgevolg is er bij de behandeling van weke delen sarcomen een verschuiving merkbaar van een tijdperk waarin de behandelingen voor alle subtypes van sarcoma van toepassing waren naar een periode van meer specifieke therapie voor elk subtype van sarcoma. Het opstarten van betrouwbare preklinische in vivo modellen van Organisaties: • Laboratorium Experimentele Oncologie
Onderzoekers: • Maria Debiec-Rychter • Raphael Sciot • Patrick Schöffski
Human Flourishing and Transcendence. Charles Taylor: Between Radical Orthodoxy and Exclusive Secularism KU Leuven Abstract: Basing itself on the writings of Charles Taylor, the dissertation aims at exploring the issues of human flourishing and transcendence against the backdrop of two seemingly opposite tendencies in this regard, namely,Radical Orthodoxy and Exclusive Secularism. In his A Secular Age, Taylor offers a nuanced picture of secularization, and treads a middle path between the previously mentioned extreme tendencies represented by (John Milbank, Catherine Pickstock, Graham Ward, and Philip Blond,) et.al on the one hand, and (Friedrich Nietzsche, Alan Badiou, Slavoj Zizek, Richard Dawkins, Christopher Hitchens, Daniel Dennet and Sam Harris) et.al on the other. This dissertation will not only expose and assess three significant views concerning the nature and extent of human flourishing but also make a critical investigation into the viability of Taylor#s attemptto recuperate some sense of religious transcendence for a satisfactory account of human flourishing. Organisaties: • OE Metafysica, Godsdienst- & Cultuurfil.
Onderzoekers: • William Desmond • Manoj Francis
Humanist Jurisprudence and the Emergence of the Law of Nations KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Romeins Recht en Rechtsgeschiedenis
Onderzoekers: • Randall Lesaffer • James Mearns
Humanized Immune Liver Mouse and 3D in vitro models for the study and therapy of liver disease (HILIM-3D). KU Leuven Abstract: Het globaal doel is de ontwikkeling van hoogstaande in vitro 3D celcultuursystemen en in vivo gehumanizeerde muismodellen voor het bestuderen van hepatotrope virusinfecties, de evaluatie van efficiëntie, metabolism en toxiciteit van medicatie, en het bestuderen van leverfibrose. Organisaties: • Stamcelbiologie en Embryologie
Onderzoekers: • Johan Neyts • Catherine Verfaillie
Human liver desase: Study of the hepatic stem cells and their niche, and development of novel model Systems. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Translationeel Cel- en Weefselonderzoek
Onderzoekers: • Tania Roskams
Human ovary preservation expertise (HOPE) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Fundamenteel / klinisch / translationeel onderzoeksproject rond kankeronderzoek Organisaties: • Embryologie en Menselijke Genetica
Onderzoekers: • JOHAN SMITZ
Human Resource Planning vanuit een meerdimensionaal en beperkt rationeel perspectief. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project beoogt de valorisatie van de onderzoeksresultaten van het doctoraat van Tim De Feyter, dat op 26 oktober 2006 werd verdedigd, omtrent het gebruik van Human Resource Planning (HRP) vanuit een rationeel perspectief. De aanvraag voor postdoctoraal onderzoeker (3 jaar) die bij het FWO werd ingediend, betreft drie fasen. Deze OZR-aanvraag (één jaar) omvat enkel de eerste fase. Hierin wordt voornamelijk het theoretisch model uit het doctoraal onderzoek empirisch getest. Dit theoretisch model verklaart de invloed van HRP op de bedrijfsresultaten. HRP heeft per definitie pas een effect op middellange termijn. Binnen het tijdsbestek van het doctoraatstraject kon geen rekening gehouden worden deze time-gap, waardoor het gebruik van HRP en het effect ervan op hetzelfde ogenblik (31/12/2004) werden gemeten. Om te verhelpen aan dit probleem, zal binnen dit postdoc-project de databank van de respondenten in het doctoraal onderzoek verbonden worden met een databank van de gegevens uit de jaarrekeningen van deze bedrijven, die sinds 2005 zijn neergelegd. De empirische analyse zal verlopen door gebruik te maken van de statistische methodologie die in het doctoraat is voorbereid. Verder zal het theoretisch model op basis van de beschikbare eerste resultaten verder verfijnd worden. Dit postdoc-project laat de onderzoeker toe om de valorisatie van zijn doctoraat (in termen van internationale publicaties) verder te zetten. Organisaties: • Wiskunde, Operationeel Onderzoek, Statistiek en Informatica voor Management
Onderzoekers: • MARIE GUERRY
Human rights and international legal discourse. 2010: Uitgave tijdschrift. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project beoogt de publicatie van een internationaal juridisch tijdschrift. Organisaties: • Internationaal en Europees recht
Onderzoekers: • STEFAAN SMIS
Human Rights provisions in the EUs Common Commercial policy: advancing structural foreign policy or concealing economic interests? KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE LINES
Onderzoekers: • Jan Wouters • Stephan Keukeleire • Laura Beke
Humine- en fulvozuren als tool voor optimalisatie van plantenvoeding - Ontwikkeling van een adviessysteem voor het gebruik van humuszuren in land en tuinbouw Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Biowetenschappen en Landschapsarchitectuur • Vakgroep Plantaardige Productie
Onderzoekers: • Delfien Vereecken • Geert Haesaert • Greet Verlinden • Geert Baert • Filip Debersaques • Thomas Coussens
Humor en intertekstualiteit als ideologiekritische strategieën in het oeuvre van Thomas Brussig Universiteit Gent Abstract: Thomas Brussigs wendeliteratuur kenmerkt zich door een ideologiekritiek, gericht op zowel de DDR, haar vertegenwoordigers en de absurde realisaties van hun ideologische programma, alsook op de contemporaine politieke en sociale ontwikkelingen in het verenigde Duitsland. Het project onderzoekt hoe humor en intertekstualiteit als productie- en receptie-esthetisch bepalende elementen meespelen in deze caleidoscopische en ideologiekritische thematisering van de jongste Duitse geschiedenis. Organisaties: • Vakgroep Duits
Onderzoekers: • Benjamin Biebuyck
Humuszuren als hulpmiddel voor de optimalisatie van opbrengst en kwaliteit van graangewassen Hogeschool Gent Abstract: Toegepast onderzoek in het kader van het Landbouwcentrum Granen. Doelstelling: - Effect van de toediening van humuszuren op de opbrengst en kwaliteit van tarwe - Effectiviteit van de toediening van humuszuren als zaadbehandeling, als vloeibare bladbehandeling of geïncorporeerd in minerale meststoffen Organisaties: • Departement Biowetenschappen en Landschapsarchitectuur • Vakgroep Plantaardige Productie
Onderzoekers: • Geert Haesaert • Greet Verlinden
Husserl's Phenomenology of Meaning, Expression, and Thought KU Leuven Abstract: This dissertation would utilize Husserl's revisions to the "Sixth Logical Investigation" to ask novel questions of and introduce a clear structure to his philosophy of meaning and expression. Organisaties: • OE Husserl-Archief: Centr.Fenomenologie
Onderzoekers: • Ullrich Melle • N. N. • Nicolas Fernando de Warren
Huwelijksmigratie in 3-D: Demystificatie door diepte-interview en dialoog. Universiteit Hasselt Abstract: Huwelijksmigratie in 3-D is een project met meerdere dimensies. Het doel van het project is de gangbare opvattingen over Turkse en Marokkaanse huwelijksmigratie te verruimen. Uit onderzoek blijkt dat de wens om te huwen met iemand uit het herkomstland sterk bepaald is door de wens om de eigen cultureel-religieuze identiteit te bewaren. Men gaat als het ware op zoek naar de verloren wortels; een mythisch thuisland. Hiertegenover leeft bij de mensen in het herkomstland ook een mythe rond migratie, de mythe van rijkdom, ontwikkeling en vanzelfsprekend geluk in Europa. Ditzelfde onderzoek toont aan dat desillusies, bij beide parnters, vaak de oorzaak zijn van huwelijksproblemen. Een van de D-s staat dus voor Demystificatie maar Denkkader verruimen omschrijft beter de opzet. We willen al doende de opvattingen rond partnerkeuze en huwelijk re-framen als een keuze-proces van individuen binnen een welbepaalde micro en macro context. En een overwogen keuze-proces berust op feiten en het expliciteren van assumpties, waarden, verwachtingen en doelstellingen. De wijze waarop we de doelstelling willen bereiken is onderzoekend en participatief. De overige D-s in ons project staan bijgevolg voor Diepteinterview en Dialoog. Organisaties: • Diversiteit • Identity, Diversity & Inequality Research
Onderzoekers:
• Patrizia ZANONI
Huwelijksmigratie : migratie en huwelijksdynamiek. Universiteit Antwerpen Abstract: België kent een grote migrantengemeenschap. Zij hebben zich permanent in België gevestigd, maar huwen vaak nog over de grenzen heen met personen uit de herkomstlanden. Deze huwelijksmigratie is bijna de enige wettelijke manier om een verblijfsvergunning in België te krijgen en dus het belangrijkste migratiekanaal. Het koppelen van een huwelijk aan migratie verloopt echter niet altijd probleemloos. De gezinsvormers worden vaak met relatie- en andere problemen geconfronteerd. Dit onderzoek probeert de bestaande literatuur over dit onderwerp in kaart te brengen. Daarnaast bekijkt het de bestaande onderzoeksinstituten in de herkomstlanden die over deze materie onderzoek doen en verzamelt het cijfermatieriaal op het Marokkaanse consulaat in België omtrent huwelijksmigratie. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Christiane Timmerman
HW/SW co-design for light-weight public key. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling ESAT - COSIC
Onderzoekers: • Bart Preneel • Ingrid Verbauwhede • Frank Piessens
Hybride elektrische (brandstofcel-)drijflijn voor voertuigen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het onderzoeksvoorstel beoogt de realisatie van een stationair opgestelde hybride elektrische (brandstofcel) drijflijn en de studie van het gebruik van zo'n aandrijflijn in voertuigen. Deze opstelling laat toe op een flexibele manier een optimalisatie van drijflijnsturing, architectuur, vermogencondi- tionering en componentenselectie uit te voeren. De keuze van de componenten gebeurt vanuit de beste benadering van de ZEV (Zero Emission Vehicle) opzet.De serie hybride lijn bevat als voornaamste componenten een Primaire energiebron (nominaal vermogen 15 kW), een reeks accu's (voor de piekbelastingen en aandrijving in de stad), een accumotor (piekvermogen 50 kW) en de vereiste vermogenelektronica. Organisaties: • Elektrotechniek-Energietechniek
Onderzoekers: • GASTON MAGGETTO • JOERI VAN MIERLO
Hybride GPS + GALILEO plaatsbepaling. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In dit werk wordt de mogelijkheid nagegaan om de fusie van de data van galileo en GPS te realiseren en wordt de winst aan nauwkeurigheid bestudeerd. Organisaties: • Elektriciteit
Onderzoekers: • YVES ROLAIN
Hybride GPS+GALILEO plaatsbepaling Vrije Universiteit Brussel Abstract: In de nabije toekomst zal Europa over zijn eigen wereldwijd navigatiesysteem GALILEO (naar evenbeeld van het Amerikaanse GPS systeem) beschikken, een initiatief van de Europese Unie en het European Space Agency. In dit project concentreren we ons op het bekomen van meer robuuste en nauwkeurigere plaatsbepaling aan de hand van de combinatie GPS+GALILEO. Met het huidige GPS systeem is het namelijk niet mogelijk om wereldwijd een positie te bekomen omdat er door obstructies niet overal voldoende satellieten zichtbaar zijn en omdat de geometrie niet altijd ideaal is. Het hoofddoel van dit project is het ontwikkelen van een methode om met de nieuwe GPS en GALILEO Open Service signalen1 een zo precies mogelijke positie, en de onzekerheid op die positie, te bekomen in een bepaalde vooraf vastgelegde tijdspanne. Hiervoor maken we gebruik van de relatieve fasemetingen op korte afstanden, waarbij we expliciet de stochastische en systematische fouten in rekening brengen Organisaties: • Elektriciteit
Onderzoekers: • YVES ROLAIN • Salua DAGHAY
Hybride identiteiten: cross-contextueel en multi-methodologisch onderzoek naar de relatie tussen tweedetaalverwerving, identiteit en gemeenschapsideologieën Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Vertaalkunde • Vakgroep Nederlands
Onderzoekers: • Evy Ceuleers
Hybride identiteiten en tweedetaalverwerving in meertalige contexten. Een comparatieve studie van twee- en eentalige adolescenten in de Belgische en Canadese hoofdstedelijke regio's.
Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit onderzoeksproject is een voortzetting van het door de onderzoeksraad van de VUB gefinanclerde project Taal en identiteit in Brussel. Onderzoek naar de relatie tussen tweedetaalverwerving, motivatie en identiteit by adolescenten in een meertalige context, Het doel is een comparatieve studie van de relatie tussen tweedetaalverwerving en identiteit in de Belgische en Canadese hoofdstedelljke regio's. Recent onderzoek toont aan dat taalleerders die in meertalige en multiculturele contexten wonen hybride identiteitsprofielen (Bakhtin 1981) vertonen. De ontwikkeling van nieuwe instrumenten gebaseerd op comparatieve studies en gemengd kwantitatief-kwalitatief onderzoek is nodig om aan deze nieuwe maatschappelijke realiteit tegemoet te komen. Dit project beantwoordt aan deze noodzaak. De vergelijking van tweedetaalverwerving bij een- en tweetallge adolescenten in de Canadese en Belgische context heeft tot doel (1) te onderzoeken in welke mate adolescenten hybride talige, regionale en nationale identiteiten vertonen via analyse van lnteractionele taaldata op microniveau, (2) een instrument te ontwikkelen dat een grootschalige crosscontextuele analyse van hybride identiteiten toelaat. Dit onderzoek is zeer innoverend m.b.t onderzoeksmethodologie en het is te verwachten dat het bijdraagt tot belangrijke theoretische wat betreft tweedetaalverwerving in meertalige regio's. Organisaties: • Taal- en Letterkunde
Onderzoekers: • PIERRE VAN DE CRAEN
Hybride literatuur, hybride agency: de status van de literaire tekst in Edward Saids cultuuranalyse Universiteit Gent Abstract: Dit project onderzoekt de status van literaire teksten en de implicaties daarvan op de conceptualisering van agency in Edward Saids cultuurkritiek. Door Saids contrapuntische leesmethode aan een retorische analyse te onderwerpen, analyseert dit project de incorporatie en toepassing van Saids interteksten en de vormende invloed van deze interteksten op de status van literatuur en de correlerende visie op agency. Organisaties: • Vakgroep Frans
Onderzoekers: • Jurgen Pieters
Hybride macroscopische en microscopische modellering voor laser verdamping en expansie. Universiteit Antwerpen Abstract: Doel van het project is om een hybride oplossingsmethode te ontwikkelen die het ruimtelijke domein in stukken opdeelt en op elk stuk een gepaste microscopische of macroscopische oplossingsmethode gebruikt. De domeinen worden op een fysisch correcte en wiskundig nauwkeurige wijze aan elkaar gekleefd. Zo kunnen de dure deeltjesgebaseerde simulaties beperkt worden tot de domeinen waar ze strikt noodzakelijk zijn. Deze methode zullen we toepassen om het transport aan deeltjes in laserverdamping van een oppervlak te beschrijven. Concreet zal de Knudsenlaag, die zich vormt tussen het oppervlak en de bulk, beschreven worden op het deeltjes niveau. Organisaties: • Toegepaste wiskunde en numerieke analyse
Onderzoekers: • Wim Vanroose • Annemie Bogaerts
Hybride macroscopische en microscopische simulatie van laser ablatie. Universiteit Antwerpen Abstract: Een nauwkeurige simulatie van laser ablatie vereist een goede beschrijving van de vaste stof, smelt, Knudsenlaag, plasma, en de laserstraal. We stellen een hybride methode voor die simulaties met deeltjes combineert met simulaties met partiele differentiaalvergelijkingen. Het project ontwikkelt en analyseert de numerieke methoden en past ze toe op realistische systemen. Deze nieuwe aanpak kan een grote impact hebben op het vakgebied. Organisaties: • Toegepaste wiskunde en numerieke analyse
Onderzoekers: • Wim Vanroose • Annemie Bogaerts
Hybride matrijzen en bijhorende geavanceerde tools voor het uitbouwen van een strategische technische voorsprong in de Vlaamse kunststofsector Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Toegepaste Ingenieurswetenschappen • Vakgroep Mechanica
Onderzoekers: • Ludwig Cardon
Hybride Multi-scale modellering van de schade en vermoeidheid in korte vezelversterkte composieten KU Leuven Abstract: Het doel van het project is het ontwikkelen, implementeren en validerenvan methodes voor het voorspellen van vermoeiingsgedrag van composietenmet willekeurig georiënteerde korte vezels (random fibre reinforced composites, RFRC). De voorziene methodes zullen niet enkel gebaseerd zijn op materiaaltesten, maar op een combinatie van productie-proces-simulatie, micromechanische modellering en macroscopisch vermoeiingsgedrag simulatie (zgn. hybriede meer-schalig model). LMS International ziet het project als onderdeel van de strategische onderzoeksdoelstelling om productie-proces-simulatie en vermoeiingssimulatie te integreren, en zo de bestaande methoden voor vermoeiings-modellering te verbreden en toe te passen op innovatieve lichtgewicht composietconstructies. Er bestaat een ruime variëteit van productieprocessen om RFRC composietmaterialen te produceren. De verschillende processen resulteren in locale verschillen wbt statistische verdeling van de composietvezels (dichtheid, orientatie Organisaties: • Structurele Materialen
Onderzoekers:
• Stepan Vladimirovitch Lomov • N. N.
Hybride nanocluster-biomolecule systemen voor biosensoren en bio-elektronica. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Vaste-stoffysica en Magnetisme
Onderzoekers: • Margriet Van Bael • Carmen Bartic • Johan Snauwaert
Hybride nanopartikels op basis van magnetiet en goud als katalysator voor organische koppelreacties KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afd. Moleculaire Visualisatie & Fotonica
Onderzoekers: • Guy Koeckelberghs • Thierry Verbiest • Ward Brullot
Hybride systemen op nanometerschaal. Universiteit Antwerpen Abstract: Onderzoeksgemeenschap tussen verschillende Vlaamse, Waalse en buitenlandse laboratoria. De volgende onderzoeksthema's zullen worden bestudeerd: studie van metallische clusters; magnetische eigenschappen van nanostructuren; spinafhankelijke verstrooiing; optische eigenschappen; studie van twee dimensionele elektrongassen en kwantumstippen; theoretische modellering van nanostructuren. Organisaties: • Theorie van de gecondenseerde materie
Onderzoekers: • Francois Peeters
Hybride systemen op nanometerschaal. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project situeerd zich in het gebied van de nanowetenschappen, i.e. de studie van nieuwe fysische fenomenen die optreden wanneer de afmetingen van een systeem worden gereduceerd tot minder dan 100 nm. Organisaties: • Theorie van kwantumsystemen en complexe systemen
Onderzoekers: • Alfonsius Brosens
Hybride vibro-akoestische analyse van gebouwen en bouwdelen gebruik makend van model updating. KU Leuven Abstract: In de hedendaagse maatschappij staan het geluid- en trillingscomfort ingebouwen continu in de belangstelling. Binnen het domein van de bouwkunde is er een toenemende overlapping tussen het frequentiegebied dat bestudeerd wordt in de bouwmechanica (tot 250 Hz) en in de bouwakoestiek (vanaf 40 Hz). Het doel van dit project is om een unificerende methodologievoor vibro-akoestische analyse van gebouwen en bouwdelen in een breed frequentiegebied te ontwikkelen en te valideren. Hiertoe zal een hybride aanpak, die verplaatsing- en energiegebaseerde modelleringstechnieken combineert, gebruikt en uitgebreid worden zodat rekening kan gehouden worden met parametrische onzekerheden en experimentele gegevens. De ontwikkelde methodologie heeft als doel potentiële vibro-akoestische problemen in gebouwen reeds van bij het ontwerp te identificeren, en om het effect van voorgestelde oplossingen op een betrouwbare en nauwkeurige manier tevoorspellen. Twee toepassingen zullen in detail bestudeerd worden: Organisaties: • Afdeling Bouwmechanica
Onderzoekers: • Guido De Roeck • Edwin Reynders
Hybridisatie van zelfversterkte composieten: modellering en verificatie van een nieuw hybride concept KU Leuven Abstract: Zelfversterkte composieten (ZVC) zijn composieten waarbij de matrix en de vezel van het zelfde polymeer gemaakt zijn. Deze ZVC's zijn uitzonderlijk taai, maar spijtig genoeg weinig stijf. Om de waaier aan mogelijke toepassingen uit te breiden, werden er koolstofvezels toegevoegd aan ZVC's. De uitdaging hierbij is om de hoge taaiheid van ZVC's te behouden ondanks het toevoegen van een brosse vezel. Dit is gelukt door een goede controle over de binding tussen beide materialen en door te begrijpen hoe schade ontwikkelt in deze hybride composieten. Een diepgaander begrip is bijkomend ontwikkeld door het opstellen van modellen om de schade-mechanismes te voorspellen. Uiteindelijk is een algemeen overzichtgemaakt van hoe hybride ZVC's op een optimale manier ontworpen kunnen worden. Organisaties: • Structurele Materialen
Onderzoekers: • Ignace Verpoest • Larissa Gorbatikh • Yentl Swolfs
Hybrid organic-inorganic deposition: creating thin films with tunable properties KU Leuven Abstract: Try to grow hybrid organic-inorganic thin films with tunable propertiesby Atomic Layer Deposition/Molecular Layer Deposition(MLD). Establish profound insight in the surface chemistry involved in MLD by in-situ and ex-situ characterizations. And investigate the potential applications ofhybrid materials in nanoelectronics and nanotechnology, in collaboration with different device groups at IMEC. Organisaties:
• Afdeling Kwantumchemie en Fysicochemie
Onderzoekers: • Annelies Delabie • Wilfried Vandervorst • Haodong Zhang
Hybrid Wind-Solar Energy for Rural Application KU Leuven Abstract: The research will focus on the investigation of the resource potential,demand and application of the hybrid energy for rural (off-grid, standalone) loads. Through an appropriate experimental set up, the optimization of a hybrid wind-solar energy system will be investigated. Simulationof the interaction among the resource potential and loading will be carried out and validated with experiments on site. Local design, testing and manufacturing of small wind turbine blades will be conducted. Furthermore, assessment of the local wind and solar potential (pattern, speed,intensity) will be carried out. Eventually, an optimized hybrid system as appropriate and relevant for off-grid application will be identified. Organisaties: • Afdeling ESAT - ELECTA
Onderzoekers: • Josse De Baerdemaeker • Johan Driesen • Anwar Mustefa Mahmud
Hydraulic lift via mycorrhizaschimmels: een sleutelfactor in de competitie om organisch gebonden nutriënten? Universiteit Hasselt Abstract: Hydraulic lift is het transport van water van vochtig naar drogere delen van de bodem via het plantwortelsysteem. Er zijn aanwijzingen dat symbiotisch groeiende ectomycorrhiza (EcM) schimmels hiervan meeprofiteren. Naast toegang tot fotosynthese producten van de gastboom, zou extra beschikbaarheid tot water een belangrijke factor kunnen zijn in de concurrentie om nutriënten met andere bodemorganismen. Studies over de invloed van EcM schimmels op vrijlevende schimmels en organisch stof dynamiek zijn schaars. In deze studie willen we, met behulp van geavanceerde microcosm en potsystemen, interacties tussen EcM en vrijlevende schimmels onderzoeken en hun invloed op N-mobilisatie uit en transformatie van organisch materiaal. In 2-dimensionale axenische systemen kunnen we myceliumontwikkeling en interactie tot op hyfenniveau in situ observeren. Dynamiek van stabiele isotopen kan tot op spatieel en temporeel detailniveau onderzocht worden. Als stikstofbron gebruiken we peptiden die wel of niet gecomplexeerd zijn met tannines. In grotere potexperimenten initiëren we hydraulic lift. Het gebruik van roterende cylinders maakt het mogelijk om, binnen een systeem, compartimenten met en zonder symbiotisch groeiende schimmels te creëren. De cylinders kunnen gevuld worden met meer of minder recalcitrant organisch materiaal. Hiermee is het mogelijk om de effecten van EcM schimmels op organische stofafbraak en transformatie te isoleren. Organisaties: • Milieubiologie • Centrum voor Milieukunde
Onderzoekers: • Jan COLPAERT • Mark SMITS
Hydrax : Ontwerp voor innovatieve smart textiel door flow-metrische methode voor het opsporen, de karakterisatie, en monitoren van thermische en massale transfers voor brandweerlieden, medische, sportieve, en geotextiel gerelateerde toepassingen Universiteit Gent Abstract: Het doel van het HYDRAX-Project is een textiel-gebaseerde stroommeter te ontwikkelen (bestaande uit een textielsensor en bijhorende eletronica om de uitlezing te doen). De fluxmeter kan naast temperatuurverschillen ook aanwezigheid van vocht meten. Binnen het Project zal er met twee soorten thermo-elektrisch geleidende garens (te ontwikkelen door de Vlaamse onderzoekspartner UGent) gewerkt worden. Elasta zal beide garens in bandjes verwerken via weven, breien of vlechten. Organisaties: • Vakgroep Textielkunde
Onderzoekers: • Lieva Van Langenhove
Hydrodynamische analyse van de zuigvoeding bij vissen door middel van computationele vloeistofdynamica (CFD). Universiteit Antwerpen Abstract: Onze huidige kennis over de hydrodynamica van de zuigvoeding bij vissen beperkt zich tot dieren met een eenvoudige, rotatiesymmetrische kopvorm. Computationele vloeistofdynamica (CFD), een techniek waarmee numerieke oplossingen bekomen worden voor de 3D bewegingsvergelijkingen van infinitisimaal kleine vloeistofvolumes, biedt de mogelijkheid om het zuigvoedingsproces voor meer natuurgetrouwe kopvormen en volumeveranderingen van de mondholte te onderzoeken. Organisaties: • Functionele morfologie
Onderzoekers: • Sam Van Wassenbergh
Hydrodynamische analyse van verschillende prooivangsttechnieken bij aquatische gewervelde dieren via numerieke vloeistofdynamica (CFD). Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van het voorgestelde onderzoek is de hydrodynamica van elk van de bovenvermelde prooivangststrategieën te bestuderen via numerieke vloeistofdynamica of CFD (Computational Fluid Dynamics). CFD is een modelleringtechniek die simulatie van stroming van vloeistoffen en gassen toelaat door numerieke oplossing van de bewegingsvergelijkingen van een fluïdum (Navier-Stokes vergelijkingen en continuïteitsvergelijking) voor een volume (stromingsdomein) opgedeeld in infinitesimaal kleine deelvolumetjes. Organisaties: • Functionele morfologie
Onderzoekers: • Peter Aerts • Sam Van Wassenbergh
Hydrodynamische analyse van zuigvoeding bij vissen door middel van computationele vloeistofdynamica (CFD). Universiteit Antwerpen
Abstract: Door middel van computationele vloeistofdynamica (CFD) willen we functioneel inzicht krijgen in de werking van het zuigvoedingsapparaat bij vissen, meer bepaald wat het effect is van variatie in kopmorfologie en variatie in eigenschappen van de schedelexpansie tijdens het zuigen voor de opgewekte stroming. De eigenschappen van deze opgewekte stroming bepaalt namelijk het vermogen prooien te vangen, en is dus van cruciaal belang voor de overleving van het dier. Vissen zijn namelijk één van de meest diverse groepen binnen de gewervelde dieren, en de kopmorfologie wijkt bij talrijke soorten dan ook sterk af van wat beschouwd wordt als een "typische" kopvorm. Organisaties: • Functionele morfologie
Onderzoekers: • Sam Van Wassenbergh
Hydrodynamische modellering van de stroming van zelfverdichtend beton in complexe bekistingsvormen Universiteit Gent Abstract: Het doel van voorliggend project is de ontwikkeling en validatie van de hydrodynamische modellering van de stroming van zelfverdichtend beton in complexe bekistingsvormen tijdens het stortproces, al dan niet door middel van verpompen onder druk. Gebaseerd op de hydrodynamische modellering zullen fundamentele ontwerpmodellen voor het vulproces en voor de bekisting afgeleid worden. Tevens wordt een fundamentele studie beoogd van de stroming van het beton doorheen aansluitkleppen. Organisaties: • Vakgroep Bouwkundige constructies
Onderzoekers: • Peter Troch • Geert De Schutter • Jan Vierendeels
Hydroecology of wetlands in the Pongolo floodplain (South Africa): towards a sustainable management of a threatened ecosystem KU Leuven Abstract: The main purpose of this study is to integrate multi-temporal ecological and hydrological data to determine the ecological state and functioning of wetlands in Pongolo (South Africa) on a gradient of connectivity. To achieve this objective, the wetlands will be studied along a gradient in connectivity to each other and to the river, ranging from connected ones (floodplain pans) to hydrologically isolated systems (endorheic pans). We will focus on the biota and compare their community structure at various moments just after filling by rains and after swelling of the river in relation to relevant local abiotic (e.g. water quality variables, nutrients and hydrology) and biotic characteristics (e.g. chlorophyll a and predation pressure) that vary along with the flooding events. Using this information we should be able to (i) recommend the environmental flow requirements for sustainable management of floodplain pans with respect to different scenarios of artificial flooding schemes and clim Organisaties: • Afd. Ecologie, Evolutie en Biodiv.behoud
Onderzoekers: • Luc Brendonck • Trevor Dube
Hydrogeochemische studie en isotopenonderzoek van het grondwater in kalkhoudende vs. Kalkarme aquifers in Vlaanderen Universiteit Gent Abstract: In het project wordt de hydrogeochemie van twee Vlaamse aquifers met constrasterende typecondities (kalkhoudend/kalkarm) bestudeerd, in functie van de grondwaterkwaliteitsbepalende processen: het Ledo-Paniseliaan in Noordwest-België en het Neogeen + PlioPleistoceen in Noordoost-België. De Studie van natuurlijke isotopen en edelgassen in het grondwater wordt mee in dit onderzoek betrokken. Organisaties: • Vakgroep Geologie en bodemkunde
Onderzoekers: • Kristine Walraevens
Hydrogeologische detaillering ondergrond van Vlaanderen in het kader van het Vlaams Grondwater Model VGM Vrije Universiteit Brussel Abstract: De hydrogeologische detailstudie van de ondergrond in Vlaanderen De uitvoering van dit project omslaat fase 2 in de opbouw van het VGM. Hierin wordt gebruik gemaakt van het technisch concept van het VGM, zoals vastgesteld in fase 1 van het VGM (Meyus et al., 2000c). Om tot een adequate modellering van de Vlaamse ondergrond te komen werd er een volledige hydrogeologische schematisering opgesteld. Het is de taak van de VGM-coördinator (VUB, vakgroep hydrologie en waterbouwkunde) om alle deelgebieden zodanig te coördineren dat in een latere fase uit de deelmodellen één aansluitend geheel ontstaat. Daarom legde de VGM-coördinator op de openingsvergadering van 5 maart 2001 de structuur, nauwkeurigheid en formaten van de aan te maken of te vervolledigen databanken en GIS-kaarten vast (zie bijlage 3). Een gedetailleerde beschrijving van de taken is terug te vinden in het projectbestek (nr. L 2000 S 0019 X). In dit project is het steeds de bedoeling om enkel de bestaande data zoals literatuur, boringen en sonderingen te digitaliseren en/of te verzamelen en aan te vullen. Het is nooit de bedoeling om veldwerk te verrichten. Bij alle data moet steeds een bron en betrouwbaarheid worden opgegeven zodanig dat controle en herberekeningen mogelijk zijn. Per deelgebied worden volgende 5 deeltaken uitgevoerd: 1. Verzamelen, selecteren, controleren en interpreteren van de beschikbare basisgegevens 2. Bepaling van de voorkomingsgrenzen van de HCOV-eenheden 3. Opstellen van een grondparameterbestand 4. Vertikaal afbakenen van de modellagen (m.b.v. isohypsen en isopachen) 5. Opstellen van een topografiebestand Deeltaak 1 van de hydrogeologische detailstudie van de ondergrond in Vlaanderen, omvat het verzamelen, selecteren, controleren en het interpreteren van de beschikbare hydrogeologische gegevens en bestaat uit 2 posten, namelijk het aanvullen en corrigeren van de bestaande digitale bestanden (post 1.1) en het digitaliseren van analoge data (post 1.2). Deeltaak 2 omvat het opmaken van een gebiedsdekkende kaartenbestand van alle voorkomingsgrenzen van de HCOV-eenheden. In deeltaak 3 wordt een grondparameterbestand opgesteld, bestaande uit o.m. de hydraulische geleidbaarheid, porositeit, bergingscoëfficiënt en isotropierichting. Er wordt gestreefd naar een 50-tal parameters (bijlage 5 van het projectbestek) per deelgebied. Deeltaak 4 omvat de afbakening van de verticale dimensie van de verschillende modellagen onder de vorm van isohypsen en isopachen. In de vijfde en laatste deeltaak moet een gebiedsdekkend en zo nauwkeurig mogelijk opgestelde topografiebestand
opgemaakt worden. Organisaties: • Hydrologie en Waterbouwkunde
Onderzoekers: • JAN COOLS • YVES MEYUS • FLORIMOND DE SMEDT
Hydrogeologische detailstudie van de ondergrond in Vlaanderen -perceel 10. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De hydrogeologische detailstudie van de ondergrond in Vlaanderen De uitvoering van dit project omslaat fase 2 in de opbouw van het VGM. Hierin wordt gebruik gemaakt van het technisch concept van het VGM, zoals vastgesteld in fase 1 van het VGM (Meyus et al., 2000c). Om tot een adequate modellering van de Vlaamse ondergrond te komen werd er een volledige hydrogeologische schematisering opgesteld. Het is de taak van de VGM-coördinator (VUB, vakgroep hydrologie en waterbouwkunde) om alle deelgebieden zodanig te coördineren dat in een latere fase uit de deelmodellen één aansluitend geheel ontstaat. Daarom legde de VGM-coördinator op de openingsvergadering van 5 maart 2001 de structuur, nauwkeurigheid en formaten van de aan te maken of te vervolledigen databanken en GIS-kaarten vast (zie bijlage 3). Een gedetailleerde beschrijving van de taken is terug te vinden in het projectbestek (nr. L 2000 S 0019 X). In dit project is het steeds de bedoeling om enkel de bestaande data zoals literatuur, boringen en sonderingen te digitaliseren en/of te verzamelen en aan te vullen. Het is nooit de bedoeling om veldwerk te verrichten. Bij alle data moet steeds een bron en betrouwbaarheid worden opgegeven zodanig dat controle en herberekeningen mogelijk zijn. Per deelgebied worden volgende 5 deeltaken uitgevoerd: 1. Verzamelen, selecteren, controleren en interpreteren van de beschikbare basisgegevens 2. Bepaling van de voorkomingsgrenzen van de HCOV-eenheden 3. Opstellen van een grondparameterbestand 4. Vertikaal afbakenen van de modellagen (m.b.v. isohypsen en isopachen) 5. Opstellen van een topografiebestand Deeltaak 1 van de hydrogeologische detailstudie van de ondergrond in Vlaanderen, omvat het verzamelen, selecteren, controleren en het interpreteren van de beschikbare hydrogeologische gegevens en bestaat uit 2 posten, namelijk het aanvullen en corrigeren van de bestaande digitale bestanden (post 1.1) en het digitaliseren van analoge data (post 1.2). Deeltaak 2 omvat het opmaken van een gebiedsdekkende kaartenbestand van alle voorkomingsgrenzen van de HCOV-eenheden. In deeltaak 3 wordt een grondparameterbestand opgesteld, bestaande uit o.m. de hydraulische geleidbaarheid, porositeit, bergingscoëfficiënt en isotropierichting. Er wordt gestreefd naar een 50-tal parameters (bijlage 5 van het projectbestek) per deelgebied. Deeltaak 4 omvat de afbakening van de verticale dimensie van de verschillende modellagen onder de vorm van isohypsen en isopachen. In de vijfde en laatste deeltaak moet een gebiedsdekkend en zo nauwkeurig mogelijk opgestelde topografiebestand opgemaakt worden. Organisaties: • Hydrologie en Waterbouwkunde
Onderzoekers: • JAN COOLS • YVES MEYUS • FLORIMOND DE SMEDT
Hydrogeologische studie van Sint-Denijs-buurt'. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' Gemeente Vorst' hebben voor het project ' Dienstenovereenkomst Hydrogeologische studie van Sint-Denijs-buurt' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Wetenschappen van het Systeem Aarde • Scheikunde
Onderzoekers: • Kevin DE BONDT • Aurélie SOREL • Philippe CLAEYS
Hydrologie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: MATCHING FWOAL431: Een nieuwe meettechniek gekoppeld aan een nieuwe modelbenadering voor de bepaling van de effectieve valsnelheid van een flocculerend sediment in estuaria. Doel van dit onderzoeksvoorstel is de ontwikkeling van een nieuw, betrouwbaar systeem voor het opmeten in-situ en in real-time van de beweging van zwevende partikels samen met turbulentiemetingen en zowel grootte als valsnelheid van de partikels. Hiervoor is een innoverende methode noodzakelijk om onopgeloste problemen uit het hydraulische onderzoeksdomein te onderzoeken: een degelijk en praktisch model, steunend op fysische gegevens, voor de toepassing in ingenieursmodellen. Met de nieuw ontwikkelde techniek zal de interactie bestudeerd worden tussen de valsnelheid van de partikels en de turbulentie op mesoschaal in het laboratorium en op macroschaal in de Schelde. Dit onderzoeksproject wil de kloof dichten tussen veldwaarnemingen enerzijds en simulaties en voorspellingen van de flocculatie aan de hand van wiskundige modellen anderzijds. De complementaire en multidisciplinaire aard van dit onderzoeksvoorstel kan leiden tot een karakterisering van het verband tussen de waterstroming enerzijds en de interactie tussen vlokken en turbulentie anderzijds, en tot de ontwikkeling van een geïntegreerd sedimenttransportmodel dat met de realiteit overeenstemt. Organisaties: • Hydrologie en Waterbouwkunde
Onderzoekers: • FLORIMOND DE SMEDT
Hydrologische studie tbv de herverzilting en/of vernatting van de "Kleyne Vlakte" (VNR de Zwinduinen en -polders) Universiteit Gent Abstract: In opdracht van het ANB (Agentschap voor Natuur en Bos) is de hydrogeologische toestand van de "Kleyne Vlakte" gemodelleerd. Hierbij wordt de permanente en tijdsafhankelijke grondwaterstroming gesimuleerd. Dit laatste gebeurde op basis van een vijftig jarige neerslag- en evapotranspiratiereeks. Deze modellen dienen vervolgens als basis voor de modellering van verschillende concepten tbv de herverzilting en/of vernatting van het studiegebied. Organisaties: • Vakgroep Geologie en bodemkunde
Onderzoekers: • Luc Lebbe
Hydrolyse van biopolymeren door enzymes geïmmobiliseerd op membranen en de integratie ervan in een membraamreactor. Universiteit Antwerpen Abstract: Het hoofddoel van dit project is de ontwikkeling van (bio)katalytische membranen en membraanreactoren voor de productie van fijnchemicaliën (chirale geneesmiddelen, antipathogenen, nutraceuticals) in zuivere vorm. Hierbij worden een aantal strategische routes gevolgd die toelaten om i) het massa en energiegebruik te optimaliseren, ii) de efficiëntie te verhogen, iii) enzymeverbruik te verlagen in iv) de vorming van afval te minimalizeren door de vorming van bijproducten te vermijden en in de plaats daarvan waardevolle co-producten te genereren. Organisaties: • Duurzame energie en luchtzuivering: DUeL
Onderzoekers: • Ludo Diels • Peter Jochems
Hydrolysis of biologically relevant model systems by metal-substituted polyoxometalate complexes. KU Leuven Abstract: Early transition metals such as V, Nb, Ta, Mo and W in their highest oxidation state are able to form negatively charged metal-oxide clusters, commonly known as polyoxometalates (POMs). This class of compounds is characterized by a broad variety of chemical and physical properties and exhibits a wide structural versatility. Accordingly, many applications invarious research domains, including medicine and catalysis have been reported. Recently there has been a growing interest in the biological activity of POMs, especially after it was shown that many of them have potent antiviral, antibacterial and antitumor properties. It has been generally accepted that non-covalent binding influenced by the size, shape andcharge density of polyoxometalates is the main factor governing their biological activity, but on the other hand, very little is known about the reactivity of POMs towards biological molecules and their building blocks. The aim of this study is to gain insight into the biological a Organisaties: • Afdeling Moleculair Design en Synthese
Onderzoekers: • Tatjana Vogt • Thi Kim Nga Luong
Hydrolysis of unactivated peptides by metal-substituted polyoxometalatecomplexes. KU Leuven Abstract: A conceptually new way for creating regioselective, tuneable, and non-invasive synthetic proteases by using polyoxometalate (POM) skeletons as ligands for various metal ions has been recently developed in our lab. Selective hydrolysis of several proteins has been achieved by incorporating Hf4+ and Zr4+ ions into [W6O19]2- (Lindquist) and [P2W18O62]6 (Wells#Dawson) POM structures. The aim of this project is to investigate the detailed mechanism of these novel cleavage agents by studying their reactivity towards a series of unprotected dipeptides. Peptides protected at the amino and carboxylato end, mimicking internal peptide bonds will be also examined. Dipeptides containing amino acids with coordinating side chains (Ser, Thr, Glu, Asp, His) will also be used. The cleavage reactions will be followed by NMR spectroscopy in the case of diamagnetic POMs, or in the case of paramagnetic POMs, by HPLC. The coordination mode of the peptides to the metal and the possible interaction with the PO Organisaties: • Afdeling Moleculair Design en Synthese
Onderzoekers: • Tatjana Vogt • Hong Giang Ly Thi
Hydrotherapie op littekens ten gevolge van brandwonden. KU Leuven Abstract: Onderzoek inzake evaluatie van hydrotherapie op littekens ten gevolge van brandwonden. Organisaties: • Musculoskeletale Revalidatie
Onderzoekers: • Eric Van den Kerckhove
Hydrothermale systemen in impact-kraters: mogelijke bakermatten van het leven op aarde en op andere planeten Vrije Universiteit Brussel Abstract: Er is vandaag in de wetenschappelijke gemeenschap veel interesse voor interacties tussen organismen en de levenloze natuur met belangrijke implicaties voor de oorsprong van het leven en voor exobiologie, de mogelijkheid dat microbieel leven ook op andere planeten, zoals Mars, Europa of Titan, zou bestaan. Filogenetisch onderzoek toont aan dat een van de eerste vormen van leven waarschijnlijk thermofiele autotrofe organismen waren, zoals die vandaag in vulkanische hydrothermale omgevingen gevonden worden. Hydrothermale omgevingen bestaan ook in impakt-kraters, door de circulatie van water verwarmd bij de hete van de gesteenten gesmolten door de impakt. Zeer waarschijnlijk waren deze hydrothermale systemen gedurende korte tijd zeer actief De mogelijkhei d bestaat dat hydrothermale systeem van impakt-krater, ook een gunstige plaats is voor de ontwikkeling van microörganismen. Hydrothermal systemen van impact-kraters moeten ook ondergezocht worden op organische koolstof en fossiele sporen van microbiele activiteiten met de oog op de mogelijkheid dat ze de bakermat van het leven zouden geweest zijn. Als, bewijzen van microorganismen in de hydrothermale zone van krater-bekken op de aarde bestaan, worden dezelfde omgevingen op de planeet Mars zeer interesante doelen voor de sample return missions gepland door ESA en NASA in de nabije toekomst. Organisaties: • Isotopen Geologie en Evolutie van het Paleo-Milieu
Onderzoekers: • Philippe CLAEYS
Hydrothermale vloeibaar maken (HTL) van microalgen voor de productie van biobrandstoffen Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Biosysteemtechniek
Onderzoekers: • Wolter Prins
'Hy dwong het volk door toneel te luisteren naar hun plichten'. Maatschappijkritiek in het zeventiende-eeuwse theater in de Nederlanden. Universiteit Antwerpen Abstract: In de zeventiende eeuw werd het theater professioneel. Toneelstukken werden voor een klein publiek in de schouwburg opgevoerd en het was voornamelijk op vermaak gericht. Auteurs moesten daarom andere middelen aanwenden om maatschappijkritiek te uiten. De meeste stukken verschenen in de zeventiende eeuw ook in druk, waardoor auteurs een ruimer publiek konden bereiken. Kritiek op politieke gebeurtenissen werd eerder al regelmatig onderzocht. In veel toneelstukken werd er echter ook commentaar geleverd op de alledaagse realiteit: gewoontes, tradities, trends, seksualiteit, religie, standen, beroepsgroepen, rolpatronen, geld, enz. In dit onderzoek wordt de inhoud, strategie en functie van deze vorm van maatschappijkritiek bestudeerd in een representatief corpus van ernstige en komische toneelstukken uit de Lage Landen. De toneelteksten worden in hun historische context geplaatst en getoetst aan de contemporaine theatertheorie om de strategische keuzes van de toneeldichters in Noord en Zuid te verklaren. Dit onderzoek wil op die manier een nieuw inzicht bieden in de verhouding tussen theater en maatschappij in de zeventiende eeuw. Organisaties: • Instituut voor de studie van de letterkunde in de Nederlanden (ISLN)
Onderzoekers: • Hubert Meeus • Johanna Ferket
Hygroscopische eigenschappen van koolstofhoudende aërosolen in de stad en voorstad Universiteit Gent Abstract: Ontwikkeling van inlaten voor de meting en collectie van aërosolen bij hoge (85%) en lage (20%) relatieve vochtigheid (RH). Meting van deeltjesaantalgrootteverdelingen en collectie van aërosolen in verschillende deeltjesgroottes in de voorstad en stad. Chemische analyse, met nadruk op het koolstofhoudend aërosol. Bepaling van de deeltjesgroottemodes en modale parameters gedetailleerd onderzoek over de veranderingen daarin in functie van de RH. Organisaties: • Vakgroep Analytische chemie
Onderzoekers: • Willy Maenhaut
HYHEELS : Hybrid High Energy electrical Storage. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het doel van HyHeels is het verwezenlijken van een UltraCap geïntegreerd energieopslagsysteem voor hybride en brandstofcelvoertuigen. Dit omvat de optimisatie van de elektrische eigenschappen van de condensatoren, de schakeling van condensatoren in modulaire eenheden met geïntegreerde vermogenbalans, het voorspellen van het vermogen en de communicatie met de drijflijn. Het werkprogramma bestaat uit twee technische taakpakketten voor de ontwikkeling van de UltraCap modules en hun sturing, en een taakpakket rond simulatie, test en evaluatie. UltraCap modules Het doel is een UltraCap module te verwezenlijken geschikt voor voertuigtoepassingen en geëvalueerd in een voertuigomgeving. De kostprijs, de inbouw en de industriële productie zijn hierbij de voornaamste punten die worden opgevolgd. UltraCap controller Hier wordt een vooruitstrevende sturing voor de UltraCap module ontworpen, die gedurende gans de levensduur een betrouwbare werking moet mogelijk maken en die voldoet aan de eisen die voer voertuigtoepassingen worden gesteld. Onderzoek, test en evaluatie Hierbij worden de initiële doelstellingen gevalideerd door simulatie en modelisatie, teneinde de meerwaarde en de milieu-impact van de UltraCap voor verschillende toepassingen na te gaan. Testen op de weg met UltraCap hybride voertuigen zullen een validatie op voertuigniveau toelaten. Organisaties: • Elektrotechniek-Energietechniek • Mobiliteit en voertuig technologie onderzoeksgroep
Onderzoekers: • Yonghua CHENG • Julien MATHEYS • PETER VAN DEN BOSSCHE • JOERI VAN MIERLO
HYMACER. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Functionele Materialen
Onderzoekers: • Jozef Vleugels • Eleonora Ferraris
Hyperactive piggyBac transposons: een platform technologie voor stabieleen robuuste lever-specifieke gentherapie en functionele genoom-studies in vivo KU Leuven Abstract: Gentherapie bestaat erin genen in de cellen van een patiënt binnen te brengen in de hoop een therapeutisch effect te bewerkstelligen en de ziekte te genezen. Eén van de meest voorkomende erfelijke ziektes is hemofilie. Hemofilie is te wijten aan een genetisch defect dat resulteert in een gebrek van functionele stollingsfactoren (factor VIII of factor IX). Hierdoor kan het bloed van deze patiënten niet meer stollen wat levensbedreigend kan zijn. In dit doctoraatsonderzoek hebben we nagegaan of we dank zij de transfer van 'mobiel DNA' in de levercellen erfelijke ziektes, zoals hemofilie, konden genezen in muismodellendie het ziektebeeld bij de mens nabootsen. We hebben aangetoond dat dit inderdaad
mogelijk is. Bovendien hebben we de doeltreffendheid van deze behandelijk op een systematische wijze kunnen verhogen tot een robuuste 400voudige verbetering van de therapie werd vastgesteld zonder noemenswaardige neven-effecten. Ook de veiligheid van deze nieuwe technologie werd in dier-modell Organisaties: • Moleculaire en Vasculaire Biologie
Onderzoekers: • Thierry Vandendriessche • Marinee Chuah • Mario di Matteo
Hypercity : Hyperspectrale biomonitoring: luchtkwaliteit en de stad Universiteit Hasselt Abstract: Een aanzienlijk deel van de Europese bevolking woont in stedelijke gebieden waar overschrijdingen van de luchtkwaliteitsnormen optreden en zorgen voor ernstige gezondheidsrisico's. Een belangrijke bijdrage aan de luchtvervuiling in de steden wordt geleverd door het verbranden van fossiele brandstoffen in het wegvervoer, met de uitstoot van particular matter (PM). PM verontreiniging veroorzaakt enorme kosten voor de maatschappij door een aanzienlijke toename van gezondheidsproblemen en morbiditeit. Om betrouwbare risicobeoordelingen te kunnen maken en om passende stedelijke management beslissingen te kunnen nemen, is het daarom van het grootste belang om een gedetailleerd inzicht in de ruimtelijke verdeling van de luchtvervuiling te krijgen. Als sessiele organismen, zijn planten in stedelijke gebieden niet in staat om deze 'spanningen' te vermijden en worden ze dus voortdurend beïnvloed door tal van luchtverontreinigende stoffen. Omdat conventionele luchtkwaliteit meetstations slechts informatie op grove schaal verschaffen over de blootstelling aan vervuilende stoffen, is er een groeiende interesse in de monitoring en modellering van de stedelijke luchtkwaliteit om meer informatie met een hoge ruimtelijke resolutie te verkrijgen. Eén van de mogelijkheden van hoge ruimtelijke resolutie monitoring is biomonitoring van stedelijke vegetatie. Er bestaan verschillende technieken voor biomonitoring van stedelijke vegetatie. Echter, veel technieken moeten nog verder worden ontwikkeld, of zijn nooit getest op hun biomonitoring potentieel. Vooral de dorsiventrale blad asymmetrie (het verschil tussen de bovenste en onderste vleugelkant bij de meest voorkomende bladverliezende soorten), en de resulterende verschillen in hyperspectrale lichtreflectie, werden nauwelijks beschouwd in elke (remote sensing) biomonitoring benadering. Daarom is de algemene doelstelling van dit onderzoeksproject het ontwikkelen, testen en valideren van een plantaardige passieve biomonitoring methodologie gebaseerd op hyperspectrale observaties en het overweegt de blad asymmetrie. In dit project zullen we gebruik maken van een tweeledige aanpak , d.w.z.: (1) grote solitair groeiende bomen in verschillende contrasterende stedelijke omgevingen in termen van luchtvervuiling gebruikt voor het opschalen van oefeningen van blad naar luifel, en (2) bomen ruimtelijk verdeeld over het hele stedelijke gebied voor mapping doeleinden. Organisaties: • Moleculaire en Fysische Plantenfysiologie
Onderzoekers: • Roland VALCKE
Hypercommunicatie: literatuur als mediakritiek. Universiteit Antwerpen Abstract: Onderzoek naar de plaats van het object literatuur in het hedendaagse medialandschap: hoe verhoudt literatuur zich tot de media en is literatuur een medium ? Speciale aandacht gaat uit naar het gegeven hypertext. Organisaties: • Franse literatuur • Literatuur van de moderniteit
Onderzoekers: • Frank Schuerewegen
Hyperforest: advanced airborne hyperspectral remote sensing to support forest management KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling M3-BIORES
Onderzoekers: • Pol Coppin • Renato Javier Cifuentes La Mura
Hyperlipidemie en de gevolgen voor de eicel- en embryokwaliteit. Een gecombineerd bovien in vivo en in vitro model voor humaan infertiliteitsonderzoek. Universiteit Antwerpen Abstract: Hypercholesterolemie is een aandoening die ondermeer geassocieerd wordt met een verkeerd eetpatroon. Aan de hand van een bovien gecombineerd in vivo en in vitro model willen we het effect van een nutritioneel geïnduceerde hypercholesterolemie op de eicel- en embryokwaliteit onderzoeken. We toonden immers aan dat metabole adaptaties van melkkoeien postpartum en de consequenties voor de fertiliteit een goed model zijn voor humaan onderzoek. Organisaties: • Veterinaire fysiologie en biochemie
Onderzoekers: • Jo Leroy
HYPERMUSEUM - Een Europees cultureel netwerk Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het project zal publieke overheden helpen om burgers een bredere toegang te verschaffen tot locale, regionale en nationale cultuurhistorische informatie dankzij de toepassing van de telematica. Het project zal demonstrators bouwen in vijf landen. Een hypermuseum dienstencentrum zal opgezet worden, dat de kern wordt om informatie te verzamelen en te analyzeren omtrent culturele informatie. In het bijzonder, informatie over kunstwerken in musea zal behandeld worden, en over culturele attracties aanwezig in Europa. Het project is geinspireerd op het G7 Museum and Cultural Heritage initiatief. Vele partners in het consortium hebben de Memorandum of Understanding ondertekend. Organisaties: • Onderzoek naar Software Technologie en Toepassingen
Onderzoekers: • ROBERT MEERSMAN
hyperpolarisatiegenerator voor xenon-129 nucleaire magnetische resonantie beeldvorming Universiteit Gent Abstract: Binnen dit onderzoeksproject zal een hyperpolarisatiegenerator geconstrueerd worden. Dit toestel moet het mogelijk maken om xenongas door middel van nucleaire magnetisch resonantie beeldvorming in beeld te brengen. Zo kunnen onder andere functionele beelden verkregen worden van de longen. Organisaties: • Vakgroep Radiotherapie en Experimenteel Kankeronderzoek
Onderzoekers: • Yves De Deene • Kurt Tournoy
Hyperspectrale beeldvorming met toepassingen in de agro-voedingsindustrie KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling MeBioS
Onderzoekers: • Wouter Saeys • Jeroen van Roy
Hyperspectrale biomonitoring: luchtkwaliteit en de stad (HYPERCITY). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de federale overheid. UA levert aan de federale overheid de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Milieu Ecologie en Microbiologie (ENdEMIC)
Onderzoekers: • Roeland Samson • Frank Veroustraete
Hyperspectrale karakterisatie van een (eco-)hydrologische processen in randstedelijke zones. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het objectief van dit onderzoek bestaat erin het potentieel van hyperspectrale data voor hydro-ecologisch onderzoek in suburbane zones en voor biomonitoring van stedelijke vijvers te onderzoeken, met de bedoeling processen van runoff, voorkomen van grondwaterafhankelijke ecosystemen, en afwisselingen tussen heldere en turbiede toestanden van vijvers in stedelijke gebieden beter te begrijpen. Methodologisch onderzoek op vlak van hyperspectrale beeldanalyse zal gekoppeld worden aan de ontwikkeling van nieuwe benaderingen voor gedistribueerde hydrologische modellering, optimaal gebruik makend van de informatie afgeleid uit hyperspectrale data. Het potentieel van hyperspectrale reflectantieanalyse voor het onderscheiden van diverse heldere en turbiede toestanden van vegetatie in stedelijke vijvers zal worden geanalyseerd door het koppelen van spectroscopische data aan metingen van vegetatieabundantie, fysische en chemische variabelen, ten behoeve van een verbeterde biomonitoring en herstel van stedelijke vijvers. Organisaties: • Cartografie en Geo-informatiekunde • Elektronica en Informatica • Biologie • Hydrologie en Waterbouwkunde • Geografie
Onderzoekers: • Luca DEMARCHI • HICHEM SAHLI • OKKE BATELAAN • FRANK CANTERS • LUDWIG TRIEST • Cheung Wai CHAN
HYPERspectral remote sensing for ENVironment and water management - HYPERENV. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het objectief van dit onderzoek bestaat erin het potentieel van hyperspectrale data voor hydro-ecologisch onderzoek in suburbane zones en voor biomonitoring van stedelijke vijvers te onderzoeken, met de bedoeling processen van runoff, voorkomen van grondwaterafhankelijke ecosystemen, en afwisselingen tussen heldere en turbiede toestanden van vijvers in stedelijke gebieden beter te begrijpen. Methodologisch onderzoek op vlak van hyperspectrale beeldanalyse zal gekoppeld worden aan de ontwikkeling van nieuwe benaderingen voor gedistribueerde hydrologische modellering, optimaal gebruik makend van de informatie afgeleid uit hyperspectrale data. Het potentieel van hyperspectrale reflectantieanalyse voor het onderscheiden van diverse heldere en turbiede toestanden van vegetatie in stedelijke vijvers zal worden geanalyseerd door het koppelen van spectroscopische data aan metingen van vegetatieabundantie, fysische en chemische variabelen, ten behoeve van een verbeterde biomonitoring en herstel van stedelijke vijvers. Organisaties: • Cartografie en Geo-informatiekunde • Elektronica en Informatica • Biologie • Hydrologie en Waterbouwkunde • Geografie
Onderzoekers: • Luca DEMARCHI • HICHEM SAHLI • OKKE BATELAAN • FRANK CANTERS • LUDWIG TRIEST • Cheung Wai CHAN
Hypertherme intraperitoneale drug delivery van paclitaxel-formulaties in een diermodel voor peritoneale carcinomatose Universiteit Gent Abstract: Paclitaxel-formulaties op basis van cyclodextrines, liposomen en polymeerconjugaten worden in-vitro gekarakteriseerd (oplosbaarheid, stabiliteit, efficiëntie ten opzichte van tumor cellijnen). In-vivo wordt de biodistributie, farmacokinetiek, tumorpenetratie en tumor growth delay
bepaald in een ratmodel voor peritoneale carcinomatose. Organisaties: • Vakgroep Geneesmiddelenleer
Onderzoekers: • Chris Vervaet
Hypervigilantie bij patiënten met medisch onbegrepen klachten: Een experimentele analyse. Universiteit Gent Abstract: Vaak wordt verondersteld dat hypervigilantie voor somatische sensaties een rol speelt bij medisch onbegrepen pijn zoals fibromyalgie. Rekening houdend met eerdere tekortkomingen onderzoekt dit project (1) of patiënten meer hypervigilantie vertonen dan pijnvrije individuen en (2) of hypervigilantie vaker voorkomt bij personen die informatie als bedreigend beoordelen. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Geert Crombez
Hypervigilantie en pijn: de rol van lichamelijke dreiging Universiteit Gent Abstract: Vaak wordt verondersteld dat hypervigilantie voor lichamelijke sensaties een rol speelt bij medisch onbegrepen pijn. Een theoretische basis en empirische evidentie ontbreekt echter. Dit project onderzoekt hypervigilantie voor lichamelijke sensaties vanuit een nieuwe theoretische benadering, die stelt dat hypervigilantie een functioneel mechanisme is dat geactiveerd wordt in situaties waarin patiënten lichamelijke dreiging ervaren. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Geert Crombez • Stefaan Van Damme
Hypervigilantie en pijnperceptie: ontwikkeling van nieuwe onderzoeksmethodes Universiteit Gent Abstract: Hypervigilantie voor lichamelijke sensaties wordt vaak naar voor geschoven als een cruciale factor in pijnperceptie. Ondanks de potentiële bruikbaarheid wordt het construct hypervigilantie geplaagd door onduidelijke conceptualizering en verkeerde operationalizatie. Doel van dit project is het onderzoek naar hypervigilantie voor lichamelijke sensaties vooruit te helpen door het ontwikkelen van nieuwe onderzoeksparadigma's, in samenwerking met Prof. Spence (Oxford University, UK). Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Geert Crombez
Hypervigilantie voor lichamelijke sensaties: een functioneel perspectief Universiteit Gent Abstract: Vaak wordt verondersteld dat hypervigilantie voor lichamelijke sensaties een rol speelt bij medisch onbegrepen pijn. Een theoretische basis en empirische evidentie ontbreekt echter. Dit project onderzoekt hypervigilantie voor lichamelijke sensaties vanuit een nieuwe theoretische benadering, die stelt dat hypervigilantie een functioneel mechanisme is dat geactiveerd wordt in situaties waarin men pijn wil vermijden. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Stefaan Van Damme
Hypofyise-deficiëntie en -regeneratie: zoektocht naar onderliggende mechanismen en therapeutische doelwitten met focus op Wnt/Lgr5. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Stamcelbiologie en Embryologie
Onderzoekers: • Hugo Vankelecom • Benoit Cox
Hypofyse-deficiëntie en -regeneratie: zoektocht naar onderliggende mechanismen en therapeutische doelwitten. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Stamcelbiologie en Embryologie
Onderzoekers: • Hugo Vankelecom
Hypofyse-tumorigenese in de mens: ziekte-modellering door gebruik van 'induced pluripotent cancer' (iPC) cellen als innovatieve benaderingtot het verwerven van inzicht in mechanismen en identificeren van therapeutische doelwitten. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Embryo & Sta
Onderzoekers: • Hugo Vankelecom • Heleen Roose
Hypoxie en de rol van zenuwglobines
Universiteit Gent Abstract: Als reactie op hypoxie maakt hersenweefsel o.a. een set van neuroprotectieve eiwitten aan die de overleving van het neuron verhogen. De twee nieuwe leden van de globine familie, neuroglobine en cytoglobine, zijn mogelijk neuroprotectief door het leveren van O2 en/of door het verwijderen van toxische producten ontstaan door de hypoxie (NO, zuurstofradicalen, ?). De rol van neuro- en cytoglobine in de neuroprotectie zal onderzocht worden via moleculair biologische en celbiologische technieken. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Jacques Vanfleteren • Luc Moens
Hypoxie en de rol van zenuwglobines. Universiteit Antwerpen Abstract: Hypoxie en de rol van zenuwglobines. Organisaties: • Proteïnechemie, proteoomanalyse en epigenetische signalisatie (PPES)
Onderzoekers: • Sylvia Dewilde • Luc Moens
Hypoxie-gedreven veranderingen in het tumor epigenoom. KU Leuven Abstract: In de huidige studie willen we de invloed van hypoxie onderzoeken op het epigenoom en de daaruit voortvloeiende fenotypische reactie in kanker.We hypothetiseren dat tumor suppressor gen promoteren worden hypermethyleerd door hypoxie, omdat DNA-demethylering - geïnitieerd door de TET hydroxylases - wordt geremd bij lage zuurstofconcentraties. We zullen daarom de directe zuurstof-afhankelijkheid van deze DNA hydroxylases onderzoeken, alsmede de algemene en locus-specifieke veranderingen van het product, 5 hydroxymethylcytosine (5hmC), ten gevolge van hypoxie. Ten tweede, vermist een groot deel van de hypoxische respons wordt uitgevoerd doormiddel van HIFs, zullen we onderzoeken hoe HIFs interageren met epigenetische modulatoren en in welke mate het genoom-wijde bindingsprofielen van de eerste en de laatste overlappen. Experimenten zullen worden uitgevoerd in vitro in primaire endotheelcellen culturen en bronchiale epitheliale cellen, omdat beide celtypen zeer zuurstofgevoelig zijn. Tumor Organisaties: • Laboratorium vr Translationele Genetica
Onderzoekers: • Diether Lambrechts • Bernard Thienpont
Hypoxie-gemedieerde veranderingen in DNA de-methylatiepatronen als mechanisme voor resistentie tegen antiangiogene therapieën. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Laboratorium vr Translationele Genetica
Onderzoekers: • Diether Lambrechts
IAP Bestcom - BElgisch netwerk voor de STochastische modellering, analyse, ontwerp en optimalisatie van COMmunicatie systemen Universiteit Gent Abstract: Binnen dit netwerk worden nieuwe stochastische methoden ontwikkeld voor bedrade en draadloze communicatienetwerken. Organisaties: • Vakgroep Informatietechnologie
Onderzoekers: • Hendrik Rogier
IAPP-SARM. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Orgaansystemen
Onderzoekers: • Thomas D'Hooghe
IAPP-SYS-MEL. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Translationeel Cel- en Weefselonderzoek
Onderzoekers: • Joost van den Oord
IBBT-2010/2015 NEXT_SLEEP. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling ESAT - STADIUS
Onderzoekers: • Bart De Moor
IBBT financiering IBCN Universiteit Gent Abstract: Er wordt onderzoek verricht op het gebied van telecommunicatie en software. Enerzijds komen netwerkarchitecturen en -protocollen aan bod: vaste meerlaagse netwerken, thuisnetwerken, gridcomputing, VPANs, persoonlijke netwerken, multimedia transport en storage. Daarnaast wordt gekeken naar opkomende mobiele en draadloze netwerken: draadloze gemaasde netwerken, draadloze sensor/actuatornetwerken, draadloze toegangsnetwerken voor snelbewegende gebruikers. Ook innovatieve architecturen voor dienstenbeheer en softwaretoepassingen komen aan bod: netwerk/dienstenbeheer, contextbewuste diensten en software, eHealth, iDTV, Thin Clients. Machine learning en experimental design. Organisaties: • Vakgroep Informatietechnologie
Onderzoekers: • Piet Demeester
IBBT - MICT Universiteit Gent Abstract: MICT (Media & ICT) is een onderzoeksgroep die deel uitmaakt van het IBBT (Interdisciplinair Instituut voor Breedband Technologie), maar ook als zelfstandige onderzoeksgroep opereert binnen Universiteit Gent, vakgroep Communicatiewetenschappen. De onderzoeksgroep (MICT) heeft naast een sterke en brede sociaalwetenschappelijke methodologische expertise (zowel in kwantitatief als kwalitatief onderzoek), inhoudelijke competenties in vier domeinen: (1) mediastructuren, -strategieën en -gebruik (2) beleid en regulering inzake telecommunicatie en media (3) adoptie en diffusie van ICT en (4) computer-mediated communication en communities. Organisaties: • Vakgroep Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • Eric Van Heesvelde
IBenC. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Centrum voor Sociologisch Onderzoek
Onderzoekers: • Aniana Declercq
ICA4DT- Image based Computer Assistance for Diagnosis and Therapy. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van dit project is de snellere en betere visualisatie en interpretatie van steeds stijgende hoeveelheden medische beeldinformatie. Het beeldverwerkingsproject wil in Vlaanderen een kritische massa opbouwen wat betreft beeldverwerking met toegevoegde waarde, en de competenties naar wereldniveau brengen. Verbeterde visualisatei heeft te maken met het beter en vooral sneller zichtbaar maken van bepaalde anomalieën. De nadruk zal vooral liggen op het vervangen van 2D visualisatie, waarbij door de krachtiger inputmodaliteiten steeds meer 2D beelden per studie moeten worden bekeken, naar veel effectievere 3D en 4D visualisatie. Samengevat moet deze nieuwe technologie leiden tot een verhoogde productiviteit en kwaliteit van de diagnostiek via medische beeldvorming. Organisaties: • Visielab
Onderzoekers: • Dirk Van Dyck
ICA-based noise cancellation on binaural hearing-aid KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling ESAT - STADIUS
Onderzoekers: • Marc Moonen
ICARE. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Experimentele Oto-rino-laryngologie
Onderzoekers: • Wim Van Petegem • Astrid Van Wieringen
ICatcher in the Sky Universiteit Hasselt Abstract: ICatcher in The Sky is de belichaming van een driedimensionale dromenvanger. Het is een metersgrote bol waarop, met behulp van 4 projectoren, een naadloos beeld op het oppervlak wordt gecreëerd. Het resultaat is een visualisatie van 'de droom'. De droom kunnen we omschrijven als een gedachtenstroom, wat resulteert in een constant transformerende en ongekadreerde beeldenstorm. We krijgen krachtige visuele illusies te zien in allerlei kleuren en vormen. Abstract, filmische, herkenbare en desorienterende beelden passeren de revue. De abstracte en ritmische videobeelden, geinspireerd door de wereld gezien onder een microscoop, bepalen voortaan het uitzicht van de ballon. Op een gegeven moment schijnen de abstracte vormen terug te veranderen in herkenbare beelden, beelden van andere werkelijkheden. De geometrie van de dromenvangen zorgt ervoor dat we kaderloze beelden te zien krijgen, referend naar de eindeloos vele vormen van een droom. Want dromen zijn hoogst persoonlijk, maar toch een cultureel gegeven, waardoor ze een universeel karakter hebben. De projecties gaan samen met een voor het project gecomponeerde soundtrack, wat de beelden kracht bijzet. ICatcher toont ons de metamorfose van beelden door middel van 360° videoprojecties. Om ervoor te zorgen dat de rechthoekige beelden perfect passen op de bolvorm, wordt gespecialiseerde software gebruikt die het geprojecteerde beeld rekt en maskeert. Deze techniek wordt videoprojectiemapping genoemd, een techniek waarbij ongeveer elk oppervlak wordt omgezet in een dynamisch videoscherm. De meest geavanceerde videomappings zijn gebaseerd op structured light scanning, projectie-warping en edge-bleding voor multiprojectie. De bedoeling is daar ook nog image-based lighting aan toe te voegen. Image-based lighting is een techniek waarbij een beeld wordt gebruikt van het
omgevingslicht ) een 360° panorama is hiervoor ideaal - om 3D-modellen fotorealistich weer te geven. Door op een bol-vorm te projecteren krijgen we een beeld zonder kader of rand, en krijgen we het gevoeld dat de projectie iets tastbaar is. Organisaties: • Expertisecentrum voor Digitale Media • Expertisecentrum voor Digitale Media
Onderzoekers: • Philippe BEKAERT • Johannes TAELMAN
IC-calorimetrie : implementatie en exploratie van een ultrasnelle nanocalorimeter. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Implementatie van een ultrasnelle nanocalorimeter op basis van siliciumnitride membraan sensoren, karakterisering van het instrument en experimentele exploratie in het kader van polymeersystemen. Dit onderzoek wordt ondersteund door eindige elementen modellering van de warmte-overdracht. Organisaties: • Fysische Scheikunde en Polymeren
Onderzoekers: • GUY VAN ASSCHE • BRUNO VAN MELE
Ice2sea: estimating the future contribution of continental ice to sea-level rise. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Ice2sea:estimating the future contribution of continental ice to sea-level rise. Organisaties: • Geografie
Onderzoekers: • PHILIPPE HUYBRECHTS
ICE AND CLIMATE Vrije Universiteit Brussel Abstract: Matching onderzoeksgroep. Organisaties: • Geografie
Onderzoekers: • PHILIPPE HUYBRECHTS
ICENUW (Implementing Cooperation in a European Network against Undeclared Work) Implementatie van een samenwerkingssysteem in een Europees Netwerk tegen Zwartwerk Universiteit Gent Abstract: Het project omvat het uitwerken van een mogelijk Europees kader voor samenwerking in de strijd tegen zwartwerk. Sociale fraude is een fenomeen dat veelvuldig grensoverschrijdend is. Het bestrijden van deze fraude door de verschillende bevoegde inspectiediensten, is echter een moeilijke opgave, die geconfronteerd wordt met verschillende praktische en juridische problemen. Deze studie stelt een onderzoek in naar al deze problemen en onderzoekt de mogelijkheid om een ruimer Europees kader te ontwerpen, ter bestrijding van grensoverschrijdende sociale fraude. Organisaties: • Vakgroep Sociaal recht
Onderzoekers: • Yves Jorens
ICON. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Informatica
Onderzoekers: • Luc De Raedt
ICON2 PUrePair Vrije Universiteit Brussel Abstract: Om de negatieve effecten van veroudering op polymeren tegen te gaan wordt een zelf-helend concopt onderzocht. In dit geval zal het zelfhelend systeem in de matrix ingewerkt worden. Dit moet leiden tot: -langere levensduur -kost eliminatie van vervanging -behoud van eigenschappen. vooreerst moet de geschikte chemie gevonden worden om zelf helng te bewerkstelligen. Dit zal gebeuren in een SBO programma (SEPOCOM). Dan moet deze technologie ingebracht worden in de matrix. Hiervoor zal een inkapselingstechniek gebruikt worden zodat bij scheuren in het materiaal, de kapsels breken en de reactieve zelf helende componenten vrij komen. Organisaties: • Fysische Scheikunde en Polymeren
Onderzoekers: • HUBERT RAHIER
Iconiciteit en de symbolische orde van de natuurlijke taal. Een studie naar de grondslagen van de iconiciteitstheorie op het raakvlak tussen taalwetenschap en metatheorie. Universiteit Antwerpen Abstract: Het iconiciteitsprincipe voorspelt dat de structuur van de taal de structuur van de werkelijkheid weerspiegelt. Dit principe interageert met andere principes. Het project poogt het bereik van het iconiciteitsprincipe te bepalen. Organisaties: • Linguistiek • Centrum voor grammatica, cognitie en typologie
Onderzoekers: • Johan Van der Auwera
ICOS Vlaanderen: Ecosysteeminfrastructuur voor een geïntegreerd koolstofobservatiesysteem. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de Vlaamse overheid. UA levert aan de Vlaamse overheid de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Planten- en vegetatie-ecologie (PLECO)
Onderzoekers: • Ivan Janssens • Reinhart Ceulemans
ICP-activiteiten Human Settlements. KU Leuven Abstract: Vorming op universitair niveau in het domein van de gebouwde omgeving in ontwikkelingslanden. Het ontwikkelen van inzicht in de problemen van menselijke nederzettingen en het bijbrengen van methodes en vaardigheden die het hoofd bieden aan de snelle, stedelijke groei en de systematischebenadering van meer duurzame en kostensparende woon- en bouwoplossingen. Organisaties: • Architectuur en Ontwerpen
Onderzoekers: • Bruno De Meulder
ICP Aquacultuur 2011-2012 & 2012-2013 Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Dierlijke productie
Onderzoekers: • Peter Bossier
ICPC-2 - e-learning tool Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Huisartsgeneeskunde en eerstelijnsgezondheidszorg
Onderzoekers: • Jan De Maeseneer
ICP doctoraatsbeurzen - beurs voor SUI Liying, China Universiteit Gent Abstract: Verbetering van de teelt van de chinese wolhand krab dmv onderzoek naar broedhuistechnieken. Organisaties: • Vakgroep Dierlijke productie
Onderzoekers: • Patrick Sorgeloos
ICP 'Ecomama' (1997-1998) Vrije Universiteit Brussel Abstract: The foundation of this course package is an expression of the growing interest in comparative research on energy flow, structure, functioning and and response to human impact on marine ecosystems. The courses concentrate on stressed ecosystemssuch as mangroves, coral reefs, seaweed and seagrass beds, estuaries and beaches. Focusses are on the ecological aspects of the competitive utilisation of these tropical coastal zone systems. Organisaties: • Biologie
Onderzoekers: • MARIE-HERMANDE DARO
ICP 'Ecomama' (1998-1999) Vrije Universiteit Brussel Abstract: The foundation of this course package is an expression of the growing interest in comparative research on energy flow, structure, functioning and and response to human impact on marine ecosystems. The courses concentrate on stressed ecosystemssuch as mangroves, coral reefs, seaweed and seagrass beds, estuaries and beaches. Focusses are on the ecological aspects of the competitive utilisation of these tropical coastal zone systems. Organisaties: • Biologie
Onderzoekers: • MARIE-HERMANDE DARO
ICP 'Ecomama' (1999-2000) Vrije Universiteit Brussel Abstract: The foundation of this course package is an expression of the growing interest in comparative research on energy flow, structure, functioning and and response to human impact on marine ecosystems. The courses concentrate on stressed ecosystemssuch as mangroves, coral reefs, seaweed and seagrass beds, estuaries and beaches. Focusses are on the ecological aspects of the competitive utilisation of these tropical coastal zone systems. Organisaties: • Biologie
Onderzoekers:
• MARIE-HERMANDE DARO
ICP 'Ecomama' (2002-2003) Vrije Universiteit Brussel Abstract: De stichting van dit lessenpakket is antwoord op de groeiende interesse in vergelijkend onderzoek naar de dynamica, structuur, het fuctioneren en de respons op menselijke factoren van mariene ecosystemen. De lessen spitsen zich voornamelijk toe op verstoorde ecosystemen, zoals mangrovekusten, koraalriffen, zeewier- en zeegrasbedden, estuaria en stranden. De ecologische aspecten van het competitief gebruik van deze tropische kustzone-systemen worden uitvoerig behandeld. Organisaties: • Biologie
Onderzoekers: • NATALIE BEENAERTS • MARIE-HERMANDE DARO • Kim ROELANTS
ICP Environmental Sanitation 2010-2011 Universiteit Gent Abstract: Het ICP 'Environmental Sanitation' beoogt de vorming van milieuspecialisten die voldoende kennis hebben van (1) het begrip milieuverontreiniging en wat het eigenlijk inhoudt, (2) de detectie en kwantificering van milieuverontreiniging, (3) de mogelijke impact van milieupolluenten op ecosystemen en biota, met daaraan gekoppeld de gangbare technieken voor risicoschatting, en (4) de beschikbare technologieën voor preventie en remediëring van milieuverontreiniging en hoe zij in de praktijk worden toegepast. Dit initieel masterprogramma, dat vooral gericht is op gediplomeerden uit ontwikkelingslanden met een verantwoordelijke positie op het vlak van milieu binnen lokale overheidsdiensten, universiteiten of NGO's, is gestructureerd rond de volgende thema's: 1/ studie van de niet-verontreinigde milieus; 2/ bronnen en oorzaken van milieuverontreiniging; 3/ de methodologieën voor detectie en analyse van milieuvervuiling; 4/ milieutoxicologie en risicoschatting (zowel op eco- als op menselijk toxicologisch vlak); 5/ het voorkomen en saneren van milieuverontreiniging; 6/ de behandeling van afval. Organisaties: • Vakgroep Toegepaste ecologie en milieubiologie
Onderzoekers: • Marc Van Den Heede
ICP Environmental Sanitation 2011-2012 en 2012-2013 Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Toegepaste ecologie en milieubiologie
Onderzoekers: • Peter Goethals
ICP Food Technology 2010-2011 Universiteit Gent Abstract: De vorming en training van experten in het specifieke domein van de levensmiddelentechnologie en -engineering, waarbi de nadruk wordt gelegd op de productie van levensmiddelen, en de naoogst- en bewaartechnologie van biologische grondstoffen en afgewerkte voedingsmiddelen, typisch voor ontwikkelingslanden. Naast de academische en theoretische vorming wordt er ruim aandacht besteed aan meer praktisch en/of experimenteel werk in het laboratorium en de piloothal, en studie-uitstappen naar bedrijven. Op deze manier worden de levensmiddelenwetenschappen en - technologie vanuit verschillende inbalshoeken belicht, en worden specialisten gevormd die bekwaam zijn om verantwoordelijkheden te nemen in de levensmiddelensector. Organisaties: • Vakgroep Voedselveiligheid en Voedselkwaliteit
Onderzoekers: • Koen Dewettinck
ICP Food Technology 2013-2014 Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Voedselveiligheid en Voedselkwaliteit
Onderzoekers: • Koen Dewettinck
ICP Human Nutrition 2010-2011 Universiteit Gent Abstract: Deze 2-jarige Master opleiding traint algemeen specialisten met een multidimensionele, geactualiseerde en diepgaande kennis en knowhow, zodat zij in multidisciplinair teamverband een geïntegreerd beleid, aangepast aan de specifieke noden en mogelijkheden van de ontwikkelingslanden, kunnen concipiëren, uitvoeren en evalueren. De studenten worden de nodige leidinggevende vaardigheden aangeleerd en krijgen ook een grondige training in het wetenschappelijk en toegepast onderzoek van de voor hen relevante domeinen. Hun opleiding moet bijdragen tot een duurzame plattelandsontwikkeling waarbij de voedsel- en voedingszekerheid beoogd wordt alsook de uitroeiing van armoede en ongelijkheid. (Millennium doelstellingen 2015). Organisaties: • Vakgroep Landbouweconomie
Onderzoekers: • Patrick Kolsteren
ICP : Interuniversity Programme in Water Resources Engineering (2002-2003). Vrije Universiteit Brussel Abstract: IUPWARE is een engelstalig 2-jarig MSc programma in Water Resources Engineering georganiseerd door de K.U.Leuven en Vrije Universiteit Brussel.
Organisaties: • Hydrologie en Waterbouwkunde
Onderzoekers: • OKKE BATELAAN • FLORIMOND DE SMEDT
ICP : Interuniversity Programme in Water Resources Engineering (2004-2005). Vrije Universiteit Brussel Abstract: IUPWARE is een engelstalig 2-jarig MSc programma in Water Resources Engineering georganiseerd door de K.U.Leuven en Vrije Universiteit Brussel. Organisaties: • Hydrologie en Waterbouwkunde
Onderzoekers: • OKKE BATELAAN • FLORIMOND DE SMEDT
ICP :Interuniversity Programme in Water Resources Engineering - IUPWARE (2009-2010)ism KUL Vrije Universiteit Brussel Abstract: Organisatie van de interuniversitaire master opleiding - Master in Water Resources Engineering - in samenweking met de KU Leuven Organisaties: • Hydrologie en Waterbouwkunde
Onderzoekers: • OKKE BATELAAN • WILLY BAUWENS • FLORIMOND DE SMEDT
ICP :Interuniversity Programme in Water Resources Engineering - IUPWARE (2010-2011) ism KUL Vrije Universiteit Brussel Abstract: Organisatie van de interuniversitaire opleiding - Master in Water Resources Engineering - in samenwerking met de KU Leuven Organisaties: • Hydrologie en Waterbouwkunde
Onderzoekers: • OKKE BATELAAN • WILLY BAUWENS
ICP : Interuniversity Programme Physical land resources - PHYLARES (2009-2010) ism UG. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Organisatie van de interuniversitaire opleiding - Master in the Physical Land Resources - in samenwerking met de UGent Organisaties: • Hydrologie en Waterbouwkunde
Onderzoekers: • OKKE BATELAAN • WILLY BAUWENS • FLORIMOND DE SMEDT
ICP : Interuniversity Programme Physical land resources - PHYLARES (2010-2011) ism UG. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Voor het nieuwe programma in Physical Land Resources, startte in 1997, werd een beroep gedaan op de faculteit van toegepaste wetenschappen aan de Vrije Universiteit van Brussel, om samen te werken en uit te breiden het bereik van de cursus met een optie zich te concentreren op de niet-landbouwkundige gebruik en toepassingen van Physical Land Resources Organisaties: • Hydrologie en Waterbouwkunde
Onderzoekers: • OKKE BATELAAN • WILLY BAUWENS
ICP: Master of Human Ecology and Master of Advanced Studies in Human Ecology (2008-2009) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het Master Programma in Human Ecology is een tweejarige, full-time, Engelstalig programma dat studenten kennis laat maken met de interdisciplinaire studie van de relaties tussen de mens en zijn leefomgeving. Human Ecology verschilt van de traditionele ecologie van plant en dier door aandacht te schenken aan de rol die cultuur speelt/gespeeld heeft bij het ontwikkelen van de samenleving en het menselijk gedrag. In tegenstelling tot planten en dieren is de mens immers in staat zijn verregaande impact op zijn leefomgeving te begrijpen en zijn omgeving te beschermen. Het Master Programma in Human Ecology is gericht op professionals wereldwijd, die hun kennis en inzicht rond duurzame ontwikkeling en milieuproblemen willen verdiepen door de theoretische en methodologische concepten en trends van de relevante domeinen te bestuderen. Het programma omvat de Master of Human Ecology (1e jaar) en de Master of Advanced Studies in Human Ecology (2e jaar). Het programma heeft een modulaire structuur, bestaande uit een verplicht basisprogramma, aangevuld met optionele vakken. Op deze manier kan de student zich verdiepen in de voor hem meest relevante thema's. Het eerste jaar heeft 4 doelstellingen: (1) de studenten vertrouwd maken met de interdisciplinaire aanpak (2) de studenten de nodige wetenschappelijke kennnis aanreiken om de relaties tussen mens en leefomgeving te begrijpen (3) de studenten de nodige ondersteunende vaardigheden aanleren om interdisciplinair onderzoek uit te voeren (4) de studenten de vaardigheid aanleren om wetenschappelijke papers te schrijven door het uitwerken van een master paper De 4 doelstellingen voor het tweede jaar zijn: (1) de interdisciplinaire aanpak binnen specifieke mens-milieu relaties verder onderzoeken (2) de studenten inzicht verschaffen in de rol die sectoren, doelgroepen en instrumenten spelen in duurzame ontwikkeling (3) de studenten de kans bieden specifieke vaardigheden, databeheerstechnieken en wetenschappelijke methodologieën te trainen
(4) de studenten de kans geven een individueel onderzoeksproject uit te werken en te verdedigen. Organisaties: • Menselijke Ecologie
Onderzoekers: • David PROOT • LUC HENS
ICP: Master of Human Ecology and Master of Advanced Studies in Human Ecology (2009-2010) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Medicijnen farmacie Organisaties: • Menselijke Ecologie
Onderzoekers: • David PROOT • LUC HENS
ICP : Master & Ph.D. Programme in Medical & Pharmaceutical research Vrije Universiteit Brussel Abstract: De Vrije Universiteit Brussel organiseert een programma dat kan leiden tot de titel Master in Medische en Farmaceutische Research.Deze kwalitatief hoogstaande opleiding is erop gericht om niet-geneesheren meer vertrouwd te maken met de medische problematiek en bij de geneesheer de kennis in de wetenschappen en farmacie aan te scherpen.Het bereidt voor op een loopbaan in het medisch of farmaceutisch onderzoek of een betrekking in de farmaceutische industrie.Het Master programma biedt ook een voorbereiding tot het doctoraat in de medische wetenschappen.Zowel fundamentele als meer toegepaste onderwerpen worden behandeld onder de vorm "state of the art" lezingen en cursussen.Specifieke aspecten worden verder uitgediept in research seminaries gevolgd door discussie.Training in de praktische kanten van onderzoek wordt voorzien in werkgroepen en praktische demonstraties; onderzoekslabo's en biomedische bedrijven kunnen worden bezocht als deel van het programma.Inhet tweede jaar wordt er een master thesis geschreven obv eigen onderzoek.Dit programma wordt voornamelijk verzorgd door lesgevers van de VUB en van Gent en Leuven.Het is samengesteld-en wordt regelmatig herzien-obv adviezen van onderzoekers in diverse disciplines,werkzaam in universiteiten en industiële laboratoria. Organisaties: • Pathologische Biochemie en Fysiologie
Onderzoekers: • DANIEL PIPELEERS • CHRISTIAAN VAN SCHRAVENDIJK
ICP: Master programme in Human Ecology' Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het Engelstalige 'Master Program in Human Ecology' heeft tot doel het aanbieden van een interdisciplinaire postgraduaatsopleiding overeenkomstig de beste internationale normen. Menselijke ecologie is een methode voor een integrale, wetenschappelijke benadering van de mens-omgevingsinteracties in brede zin. Dit betekent dat men de milieuproblemen benadert vanuit een biologische, scheikundige, fysische, psychologische, sociologische, economische en toegepaste invalshoek. Menselijke ecologie onderscheidt zich van de traditionele dieren-, planten of microbiële ecologie door te erkennen dat cultuur een belangrijke rol speelt bij de vorming van de menselijke samenleving, het menselijke gedrag en het menselijk leefmilieu. Menselijke ecologie situeert de ecologische problematiek in het interactiegebied tussen mens, maatschappij en omgeving. Doelstelling hierbij is niet alleen het ecologisch gebeuren in zijn brede complexiteit te begrijpen, maar tevens praktisch oplossend denken in de hand te werken. Organisaties: • Menselijke Ecologie
Onderzoekers: • David PROOT • LUC HENS
ICP: Master programme in Human Ecology' (2000-2001) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Menselijke ecologie streeft naar de vorming van mensen die, naast een basisopleiding in een milieurelevante discipline, bovendien beschikken over gemeenschappelijke kennis en getraind zijn in de analyse en oplossingsvorming van ecologische problemen. Dit programma biedt de studenten een referentiekader aan dat niet alleen het fysisch milieu maar ook de maatschappelijke omgeving in rekening brengt bij het begrijpen van milieuproblemen. Organisaties: • Menselijke Ecologie
Onderzoekers: • David PROOT • LUC HENS
ICP: Master programme in Human Ecology' (2001-2002) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het Engelstalige 'Master Program in Human Ecology' heeft tot doel het aanbieden van een interdisciplinaire postgraduaatsopleiding overeenkomstig de beste internationale normen. Menselijke ecologie is een methode voor een integrale, wetenschappelijke benadering van de mens-omgevingsinteracties in brede zin. Menselijke ecologie situeert de ecologische problematiek in het interactiegebied tussen mens, maatschappij en omgeving. Organisaties: • Menselijke Ecologie
Onderzoekers: • David PROOT • LUC HENS
ICP: Master programme in Human Ecology' (2002-2003) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het Engelstalige 'Master Program in Human Ecology' heeft tot doel het aanbieden van een interdisciplinaire postgraduaatsopleiding overeenkomstig de beste internationale normen. Menselijke ecologie is een methode voor een integrale, wetenschappelijke benadering van de mens-omgevingsinteracties in brede zin. Menselijke ecologie situeert de ecologische problematiek in het interactiegebied tussen mens, maatschappij en omgeving. Organisaties: • Menselijke Ecologie
Onderzoekers: • David PROOT • LUC HENS
ICP: Master programme in Human Ecology' (2003-2004) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het Engelstalige 'Master Program in Human Ecology' heeft tot doel het aanbieden van een interdisciplinaire postgraduaatsopleiding overeenkomstig de beste internationale normen. Menselijke ecologie is een methode voor een integrale, wetenschappelijke benadering van de mens-omgevingsinteracties in brede zin. Menselijke ecologie situeert de ecologische problematiek in het interactiegebied tussen mens, maatschappij en omgeving. Organisaties: • Menselijke Ecologie
Onderzoekers: • David PROOT • LUC HENS
ICP: Master programme in Human Ecology' (2004-2005) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het Engelstalige 'Master Program in Human Ecology' heeft tot doel het aanbieden van een interdisciplinaire postgraduaatsopleiding overeenkomstig de beste internationale normen. Menselijke ecologie is een methode voor een integrale, wetenschappelijke benadering van de mens-omgevingsinteracties in brede zin. Menselijke ecologie situeert de ecologische problematiek in het interactiegebied tussen mens, maatschappij en omgeving. Organisaties: • Menselijke Ecologie
Onderzoekers: • David PROOT • LUC HENS
ICP-nazorgprojecten (2002-2007):Master of Science in Human Ecology. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het internationale karakter van ICP-programma's en de soms moeilijke bereikbaarheid van de oud-studenten zorgt ervoor dat een followup niet altijd het gewenste resultaat oplevert indien een structureel kader hiervoor ontbreekt. Op deze manier gaat een massa nuttige en bruikbare informatie verloren inzake de reïntegratie en capaciteitsversteviging van deze ex-studenten in hun land van herkomst. Het algemene doel van dit nazorgvoorstel is een duurzaam en degelijk netwerk op te richten via het welke de oud-studenten in contact kunnen staan met elkaar. Verder wordt nagegaan in welke mate de oud-studenten naar hun land van herkomst terugkeren en de verworven kennis in hun professionele loopbaan aanwenden om een werkelijke bijdrage te leveren tot een duurzame ontwikkeling. Organisaties: • Menselijke Ecologie
Onderzoekers: • David PROOT • LUC HENS
ICP-OES (Inductively Coupled Plasma Optical Emission Spectrometer) Universiteit Gent Abstract: Een ICP-OES, ter vervanging van een oude AAS, is onontbeerlijk in een laboratorium bodemkunde waar dagelijks bodem- en wateranalyses worden uitgevoerd in het kader van practica voor studenten, MSc en PhD scripties, en onderzoeksprojecten. Het toestel zal weliswaar ook gebruikt worden om metingen uit te voeren voor andere onderzoekseenheden, waaronder Protistologie en Aquatische Ecologie, Mariene Biologie, Sedimentaire Geologie en Ingenieursgeologie, en grondwatermodellering. Organisaties: • Vakgroep Geologie en bodemkunde
Onderzoekers: • Eric Van Ranst
ICP : Physical land resources (1998-1999) ism RUG Vrije Universiteit Brussel Abstract: De RUG en de VUB bieden vanaf het academiejaar 1997-1998 gezamelijk een aanvullende opleiding en een specialisatieopleiding aan in 'Physical Land Resources'. Deze opleidingen vormen een uitbreiding van de thans bestaande aanvullende opleiding en specialisatieopleiding in 'Soil Science and Eremology' Organisaties: • Hydrologie en Waterbouwkunde
Onderzoekers: • FLORIMOND DE SMEDT
ICP Voeding en plattelandsontwikkeling 2011-2012 en 2012-2013 Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Voedselveiligheid en Voedselkwaliteit
Onderzoekers: • Patrick Kolsteren
ICRH -WHO Collaboration Centre on Sexual and Reproductive Health Universiteit Gent Abstract: Als WHO collaborating centre biedt ICRH technische en logistieke ondersteuning foor operationeel en toegepast onderzoek, programmadesign, - planning, -implementatie, -monitoring en ?evaluatie, training, beleidsdialoog en pleitbezorging in verband met volgende thema?s: HIV/aids, HPV en baarmoederhalskanker, vrouwelijke genitale verminking (FGM), gedwongen huwelijken, eer-gerelateerd geweld en andere schadelijke culturele praktijken, en gender-gerelateerd geweld. Organisaties: • Vakgroep Uro-gynaecologie
Onderzoekers: • Marleen Temmerman
ICT4Rehab : Advanced ICT Platform for Rehabilitiation - Including Serious Gaming and Clinical Data analysis. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het ICT4Rehab project richt zich op een nieuw paradigma voor revalidatie. Het ontwikkelen en bouwen van demonstratoren voor de revalidatie van spierspasticiteit als Proof-of-Concept vereist de integratie van verschillende gegevensbronnen en het ontwikkelen van nieuwe algoritmes en ICT tools die 2D/3D gebruikersinteractie faciliteren. Twee belangrijke aspecten van het klinisch opvolgen van patiënten met spierspasticiteit worden gecombineerd: (i) het verzekeren van een optimale motivatie van de patiënt tijdens de therapie en (ii) het beheren en verwerken van de klinische gegevens rond spierspasticiteit. Er zal een draagbaar platform ontwikkeld worden voor het dagelijks uitvoeren van oefeningen in een serious gaming spel. Intelligentie ingebouwd in het spel zal de patiënt feedback geven over zijn oefeningen en de klinische relevantie van de uit te voeren oefeningen zal verzekerd worden. Door het samenbrengen van klinische data verkregen in een gecontroleerde (ziekenhuis) omgeving en van data afkomstig uit het gepersonaliseerde spel wordt (i) de adequaatheid van de oefeningen verzekerd en wordt (ii) de kwaliteit en frequentie van de controle op de vooruitgang van de patiënt verhoogd. De belangrijkste resultaten van dit project die deze twee aspecten aanpakken zijn: een ICT4Rehab platform met de technologie ontwikkeld gedurende het project en twee demonstratoren (een Serious Gaming applicatie en een Klinische Analyse toepassing). De ontwikkeling van deze demonstratoren gebeurt met aandacht voor het generaliseren van de ontwikkelde methodologie naar andere pathologieën waarbij dezelfde combinatie van volgehouden motivatie en klinische onderbouw vereist is. Met andere woorden, het is een platform voor nieuwe ontwikkelingen in diverse vakgebieden. Aangezien de gebruikte dynamische modellen driedimensionaal zijn en de bestudeerde bewegingen inherent 3D zijn, richt dit project zich rechtstreeks naar de call for proposals, zijnde het zogeheten Strategic platform on 2D/3D imaging, probleem 3 (3D user interaction) and guidelines 1-3. Het ICT4Rehab project zal focussen op een gepersonaliseerd systeem voor revalidatie door middel van serious games met schaalbare complexiteit en visualisatie, afhankelijk van de computationele complexiteit die het systeem bij de patiënt thuis aankan. De 3D aspecten inherent aan spasticiteit vereisen 3D beeldacquisitie en het genereren van eenvoudige virtuele omgevingen op het scherm van het gepersonaliseerde systeem; verbeterde engineering en klinisch relevante analyse vereisen multi modale modellen in 3D van de individuele patiënt. Fusie van deze gegevens vereist dan weer dat problemen rond de heterogeniteit (klinische data, accelerometer en 3D camera gegevens) en schaalverschillen van de data bestudeerd worden. Spierspasticiteit is een belangrijke en veel voorkomende secundaire aandoening veroorzaakt door diverse primaire aandoeningen zoals cerebral palsy, hoofdtrauma, beroerte, enz. De maatschappelijke impact van spasticiteit is belangrijk. Spasticiteit vermindert de onafhankelijkheid van de patiënt en vereist langdurige revalidatie. Een goede motivatie en betrokkenheid van de patiënt bij de therapie vormen dan ook sleutelelementen tot het boeken van betere klinische resultaten. Het secundaire karakter van spasticiteit vereist dan ook dat artsen grote hoeveelheden heterogene gegevens verzamelen die gekenmerkt worden door verschillende achterliggende technologieën en schalen (bv. 3D stereofotogrammetrie, medische beeldvorming, enz.). In beide gevallen (patiëntmotivatie en beheer van klinische gegevens), is er vraag naar nieuwe tools, zoals het voorgestelde ICT4Rehab platform, om de huidige state-of-the-art te verbeteren. Het project betracht technologie op te leveren die real-life vereisten aanpakt. Daartoe zullen de verschillende groepen gebruikers (artsen, patiënten en industriële stakeholders) betrokken worden bij hetopstellen van de user requirements die zullen leiden tot een specificatie van de technologische methodologie achter het te ontwikkelen platform. Om de relevantie van de klinische analyse te verzekeren, zullen de patiëntgegevens en de modellen gegenereerd door het project, bewaard worden in een te ontwikkelen databankstructuur en zullen deze gegevens statistisch geanalyseerd worden door datamining technieken. Een dergelijk ICT platform is van groot belang voor verschillende bedrijven in het Brusselse. De motivatie van de verschillende leden uit de industrie in de gebruikersgroep is divers: om huidige markten te verbreden, om zich te profileren tegenover concurrenten en om nieuwe nichemarkten te verkennen waarvan ze vermoeden dat ze belangrijk zullen worden in de nabije toekomst. De belangrijkste factoren die de ICT4Rehab project onderscheiden van andere ontwikkelingen en concurrenten zijn: - Het hoge niveau van de wetenschappelijke en klinische biomechanische analyse bij het ontwerp van het nieuwe ICT4Rehab platform dat gaat gebruikt worden in dit project om demonstrators te ontwikkelen en, na dit project, verdere specifieke toepassingen te bouwen. - De kwaliteit van de ICT4Rehab platform achter het ontwikkelen van de Serious Gaming staat garant voor de klinische en wetenschappelijke relavantie van de spelinhoud. De unieke features verkregen uit de fusie van 3D beeldsequenties (kinematica) met accelerometrie (dynamische informatie) verkregen uit het gepersonaliseerde systeem. Het consortium dat 2 groepen - (i) één rond het bouwen van biomechanische modellen en revalidatie en (ii) één rond multimodale en meerdimensionale signaalverwerking, analyse en data fusie - samenbrengt met 2 andere groepen: (iii) een groep met expertise rond databanken en ontologieën en (iv) een datamining groep. Het linken van de eerste demonstrator (Serious gaming) met de tweede demonstrator (klinische analyse) die ook gegevensopslag en datamining omvat. De complementariteit van beide demonstratoren verzekert dat het ICT4Rehab consortium de verschillende industriële partners aan het eind van het project verscheidene valorizatiemogelijkheden biedt, zoals het aanbieden van nieuwe en wetenschappelijk gevalideerde revalidatie tools alsook het aanbieden van tools voor het opzetten van clinical trials die consistent data management vereisen. Dit zijn beide nichemarkten die zich momenteel ontwikkelen. Het onderliggend ICT4Rehab platform waarop de demonstratoren van het project geënt zijn, zal beschikbaar zijn voor verdere integratie in andere toepassingsdomeinen waarvoor stakeholders zich aandienen in Brussel. Organisaties: • Elektronica en Informatica
Onderzoekers: • Bart JANSEN • JAN CORNELIS
ICT Infrastructure project Beguet State University Universiteit Gent
Abstract: Het doel van dit project is om een stabiele en betrouwbare ICT infrastructuur uit te bouwen aan de at Benguet State University (Philippines), als onderdeel van een VLIR_UOS project. Organisaties: • Vakgroep Informatietechnologie
Onderzoekers: • Tom Dhaene
ICT Infrastructure project under the 2007 IUC annual programme (Vietnam) Universiteit Gent Abstract: In dit project wordt de basisinfrastructuur van Can Tho University in Can Tho (Vietnam) opgewaardeerd. Het project is zuiver technologiegericht. Organisaties: • Vakgroep Onderwijskunde
Onderzoekers: • Martin Valcke
ICT integratie in het taalonderwijs aan de Plantijnhogeschool : onderzoek met het oog op het verlenen van beleidsondersteunende adviezen. Universiteit Antwerpen Abstract: Naar aanleiding van de opening van de nieuwe campus, de goedkeuring van het nieuwe Beleidskader Onderwijsontwikkeling en het opstellen van een ICT-strategie beoogt dit project onderzoek op het vlak van ICT-integratie in het taalonderwijs aan de Plantijnhogeschool met het oog op het verlenen van beleidsondersteunende adviezen. Organisaties: • Didascalia • Didascalia
Onderzoekers: • Wilfried Decoo
ICT integratie vanuit een curriculumperspectief: modelontwikkeling, validatie- en implementatie-onderzoek Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoeksproject is gesitueerd binnen het onderzoek naar ICT-integratie in onderwijs. In het project (1) wordt nagegaan hoe scholen werk maken van ICT-curriculumimplementatie en welke daarbij beïnvloedende condities zijn, (2) worden nieuwe meetschalen voor ICT-integratie ontwikkeld, en (3) wordt het effect van schoolcompositie op ICT-integratie nagegaan. Het onderzoek situeert zich in het basisonderwijs en is opgezet vanuit een mixed-method design. Organisaties: • Vakgroep Onderwijskunde
Onderzoekers: • Johan van Braak
ICT in Wel en Wee Vrije Universiteit Brussel Abstract: In het project leggen we heel sterk de nadruk op de 'sociologische' en maatschappelijke randvoorwaarden voor het gebruik van technologie. het accent ligt niet op de technologie, maar op een behoefte en preferentie benadering. We laten ons zeer sterk inspireren door constructie TA benaderingen die gebaseerd zijn op wetenschappelijke benaderingen die aantonen dat technologie sociaal geconstrueerd wordt in zijn gebruikers- en maatschappelijke context. Organisaties: • Medische Sociologie
Onderzoekers: • MARCUS LEYS
ICT-mailserver training Universiteit Gent Abstract: not available Organisaties: • Directie Onderzoeksaangelegendheden
Onderzoekers: • Dirk De Craemer
ICT ondersteuning voor project dataregistratie- en evaluatiesysteem mondgezondheid Belgische bevolking. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' FOD via UGent' hebben voor het project ' ICT ondersteuning voor project dataregistratie- en evaluatiesysteem mondgezondheid Belgische bevolking.' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Biomedische Statistiek en Informatica
Onderzoekers: • MARC NYSSEN
ICT-onderwijsproject in Ghana (onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking FODFinanciën/thesaurie/IEFA/01/2012) Vrije Universiteit Brussel Abstract: ICT-onderwijsproject in Ghana ism FOD België Organisaties: • Menselijke Ecologie • Biomedische Statistiek en Informatica
Onderzoekers: • MARC NYSSEN • EMMANUEL BOON
• FREDERIK QUESTIER
ICT-survey in de sector (gezondheid/welzijn) Universiteit Gent Abstract: In Bovniere Oost-Vlaanderen wordt aansluitend op een opleidingsprogramma voor sseraal-economische sector gepeild naar de stand van ICT-aanbod en -aanwending voor de gezondheid, welzijn in het bijzonder. Organisaties: • Vakgroep Management, Innovatie en Ondernemerschap
Onderzoekers: • Dirk Deschoolmeester
ICT-symphony 2 Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Directie Onderzoeksaangelegendheden
Onderzoekers: • Dirk De Craemer
ICVS: Intelligente sturing van een weefmachine met behulp van visiesystemen Universiteit Gent Abstract: Voor het continu verbeteren van de kwaliteit van geweven weefsels is de huidige feedbackmethode weefselinspectie. Dit gebeurt nu grotendeels visueel door een menselijke operator en gaat gepaard met trage feedback en productieverlies. In dit project wordt de weefselkwaliteit geoptimaliseerd via een interactief visiesysteem, gebaseerd op krachtige beeldanalyse. Organisaties: • Vakgroep Textielkunde
Onderzoekers: • Lieva Van Langenhove
I.D.A.C. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Orgaansystemen
Onderzoekers: • Johan Bellemans
IDEAL: Geïntegreerd ontwerp en analyse van kleine populatie groepsproeven Universiteit Hasselt Abstract: Er bestaan meer dan 7 000 zeldzame ziektes wereldwijd en de European Society of Paediatric Oncology verklaart dat 75% van de zeldzame ziektes kinderen affecteren en 30% van de patiënten met zeldzame ziektes sterven voor hun vijfde levensjaar. Gebruikelijke statistische methodes voor het aantonen van de werkzaamheid en veiligheid van therapieën falen erin kostenefficiënte en betrouwbare resultaten te leveren in kleine populaties. Er is een dringende behoefte aan de integratie van een breed scala aan innovatieve methodieken die de klinische testen in de omgeving van kleine steekproef bevolkingsgroepen (SPG) verbeteren. Het doel van dit onderzoek is om methoden te produceren van algemene toepasbaarheid ongeacht de indicatie van 'Integrated Design and Analysis' van klinische testen in SPG (IDEAL) via een multidisciplinair nauw samenwerkend consortium van onderzoekers van Europese universiteiten, onderzoeksinstituten en de industrie. Het consortium zal werken in 10 WP's, gericht op de beoordeling van randomisatie procedures, extrapolatie van dosis-respons gegevens, onderzoek van adaptieve ontwerpen, optimale ontwerpen in gemengde modellen, pharmacogenetische ontwerpen, simulatie van klinische studies, genetische factoren die de respons, besliskunde en biomarker surrogaat eindpunten evenals WP over projectmanagement en verspreiding van resultaten beïnvloeden. Relevante zorgen van belanghebbenden (behoeften van de patiënt, regelgeving, terugbetaling, klinische haalbaarheid) zullen worden gecontroleerd door een Clinical Scientific Advisory Board. Door zijn integratieve structuur, breidt dit onderzoeksprogramma vorige benaderingen uit, die zich richten op een bepaalde methodiek alleen. In zijn totaliteit vormen de WP's een logisch samenhangend geheel van methoden dat voldoende breed is om deze belangrijke, multidisciplinaire uitdagingen aan te gaan. Door combinatie van verbeterende en ontwikkelende statistische methoden en evaluatiemethoden, zal dit onderzoeksprogramma een impact hebben op de wetenschappelijke discussie bij de promotie van effeciënte statistische methodes voor klinische testen in SPG, ook in het licht van de bestaande regelgeving begeleiding in de EU. Organisaties: • Centrum voor Statistiek • Centrum voor Statistiek
Onderzoekers: • Geert MOLENBERGHS
IDEALVENT: Geïntegreerd design voor optimale ventilatiesystemen voor stil cabine en tarmacgeluid. KU Leuven Abstract: Het bereiken van lage niveaus van cabine en tarmacgeluid is cruciaal voor de tevredenheid van vliegtuigpassagiers en voor een veilige werkomgeving voor de bemanning en onderhoudspersoneel van het gelande vliegtuig. Maar de Environmental Control Systems (ECS) die momenteel gehanteerd worden en die nodig zijn om een bevredigende luchtkwaliteit en temperatuur te garanderen, dragen in belangrijke mate bij aan de akoestische overlast binnen de cabine en rond de gelande toestellen. Het verminderen van dehoeveelheid geluid die door de ECS wordt veroorzaakt, zal dus een directe impact hebben op de tevredenheid van de passagiers en op de gezondheid en veiligheid van het personeel. De geluidsemissies van gesloten stromen in ECS assemblages gaan gepaard met complexe mechanismen die onvoldoende onderzocht zijn om de door passagiers en toezichthouders gewenste geluidsreductie mogelijk te maken. Akoestische namische interacties tussensubonderdelen zijn tot nu toe grotendeels genegeerd ondanks het fe Organisaties: • Afdeling PMA
Onderzoekers: • Wim Desmet • Bert Pluymers
Ideeën, internationale bleeidsnetwerken en politieke transfer in de ontwikkeling van de moderne welvaartsstaat. Een ideeëngeschiedenis van de Internationale Arbeidsoragnisatie (IAO) tussen 1930 en 1980
Universiteit Gent Abstract: Centraal staat het onderzoek naar de 'intellectuele rol' van de Internationale Arbeidsorganisatie in het internationaal sociaalpolitieke discours over de oorsprong en de ontwikkeling van de Keynesiaanse welvaartsstaat tussen 1930 en eind jaren 1970. Gebruik makend van het concept 'politieke transfer' wordt de IAO onderzocht als een kennislaboratorium, waar nieuwe modellen, paradigma's en ideeën over de welvaartsstaat werden gegenereerd, uitgewisseld en getransfereerd naar de nationale staten. Organisaties: • Vakgroep Nieuwste geschiedenis
Onderzoekers: • Gita Deneckere
IDEM KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Musicologie Leuven
Onderzoekers: • Ignace Bossuyt • David Burn
Identifiability and calibration of anaerobic digestion models KU Leuven Abstract: The theoretical and practical identifiability of different anaerobic digestion models is investigated. The models are based on the Anaerobic Digestion Model (ADM1), developed by the IWA Task Group for Mathematical Modelling of Anaerobic Digestion Processes, considering different levels of model complexity. Based on the results, the relevant state-variables and/or derived indicators are identified as well as the expected qualityof the parameter estimations. Addionally, the results are used for optimal design of experiments for parameter estimation. The optimal experiments are performed on sludge samples of municipal water treatment plants and are validated with the literature and other independent samples. Organisaties: • Afd. Chem. en Biochem. Procestechnol.
Onderzoekers: • Jan Van Impe • Kristiaan Willems • Raf Dewil • Joost Lauwers
Identificatie en analyse van het werkingsmechanisme van nieuwe antibiofilmcomponenten tegen de schimmelpathogeen Candida albicans KU Leuven Abstract: Het aantal humane bloedbaaninfecties veroorzaakt door opportunistische schimmelpathogenen is significant gestegen het laatste decennium. Eén van de belangrijkste oorzaken hiervan is het toenemende aantal patiënten met een verzwakt immuunsysteem veroorzaakt door HIV-infectie of chemotherapie. Deze schimmelinfecties zijn geassocieerd met hoge sterftecijfers (20-90%). Candida albicans is de voornaamste humane schimmelpathogeen gevolgd door Aspergillus en Cryptococcus spp. Eén van de belangrijkste virulentiekenmerken van deze pathogenen is hun mogelijkheid om biofilmen te vormen. Biofilmen zijn zeer gestructureerde multicellulaire gemeenschappen van cellen die omgeven zijn door een zelfaangemaakte beschermende film van polysacchariden en zich vasthechten aan biotische en abiotische oppervlakken. Deze biofilmen vertonen in vergelijking met planktonische (vrijlevende) cellen een verhoogde tolerantietegen de huidige antifungale geneesmiddelen en het menselijk immuunsysteem. Verder wordt biofi Organisaties: • Centr. Microbiële en Plantengenetica
Onderzoekers: • Bruno Cammue • Karin Thevissen • Nicolas Delattin
Identificatie en beheersing van schimmelontwikkeling in geconserveerde ruwvoeders Hogeschool Gent Abstract: Het project focust rond de problematiek van schimmelontwikkeling in geconserveerde ruwvoeders waarmee de landbouwers dagelijks geconfronteerd worden. De meeste van de micro-organismen zijn te bedwingen door het gebruik van een goede inkuiltechniek met een lage pH als gevolg. Er bestaan echter schimmels die groeien bij een lage pH en een lage zuurstofconcentratie. Het is voornamelijk deze groep van schimmels die problemen veroorzaakt. Kwalitatief slecht kuilvoer leidt bij de dieren tot een mindere groei, storingen in de ontwikkeling en een lager productieniveau. Gezien het grote belang van ingekuilde ruwvoeders in het rantsoen heeft een slechte kwaliteit van kuilvoeder dan ook een sterk negatieve invloed op de bedrijfsresultaten van vee- en varkensbedrijven. Een aantal schimmels zoals Penicillium, Aspergillus, Monascus, Byssochlamys,... kunnen bovendien mycotoxines produceren. Deze zijn niet alleen schadelijk voor dieren, maar kunnen via dierlijke producten ook in de voedselketen van de mens terechtkomen. Bij schimmelontwikkeling in een kuil staat de landbouwer voor praktische vragen: zijn de voorkomende schimmels toxisch? Hoe kunnen ze voorkomen worden? Om hierop naar de praktijk toe een antwoord te kunnen formuleren, beoogt het project volgende doelstellingen te realiseren: 1. vastleggen van de biologische en metabolische diversiteit van schimmels voorkomend in kuilvoeders + bijdragen tot correcte identificatie, want belangrijk met het oog op mycotoxines 2. omschrijven van beïnvloedende factoren op schimmelontwikkeling 3. ontwikkelen van een beheersstrategie op basis van kennis van de beïnvloedende factoren en toevoeging van kuiladditieven (chemisch of biologisch) Organisaties: • Departement Biowetenschappen en Landschapsarchitectuur • Departement Technologie • Vakgroep Levensmiddelen- en Agrotechnologie • Vakgroep Plantaardige Productie • Vakgroep Chemie
Onderzoekers: • Joos Latré • Geert Haesaert
• Ann Messens • Eva Wambacq
Identificatie en biologische karakterisering van posttranslationele modificaties van chemokinen KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Laboratorium Moleculaire Immunologie
Onderzoekers: • Sofie Struyf • Paul Proost • Rik Janssens
Identificatie en biologische relevantie van substraten van leucine-richrepeat kinase 2 (LRRK2) KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Departement Menselijke Erfelijkheid
Onderzoekers: • Patrik Verstreken • Lore Delbroek
Identificatie en definitie van 'chilling effect' en het recht op expressievrijheid Universiteit Gent Abstract: Het project wil juridische en conceptuele duidelijkheid verschaffen betreffende het in rekening brengen van een mogelijk 'chilling effect' in relatie tot de uitoefening van de expressievrijheid zoals gewaarborgd door art. 10 van het Europees Mensenrechtenverdrag. Naast een grondige znalyse van de rechtspraak in Europa en de Verenigde Staten, zullen interviews en surveys met actoren die een invloed uitoefenen op de expressievrijheid of die een cruciale rol hierin spelen bijkomende informatie opleveren om het fenomeen als juridische constructie en als realiteit verder te kunnen verduidelijken en kritisch analyseren. Organisaties: • Vakgroep Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • Dirk Voorhoof
Identificatie en functionele analyse van biomerkers voor lage doses (lage LET en hoge LET) ioniserende straling Universiteit Gent Abstract: Het doel van dit project is het bepalen en vergelijken van het effect van hoge en lage LET-straling op de genexpressieprofielen in humane perifere mononucleaire bloedcellen. Daarnaast willen we nieuwe biomerkers (transcriptvarianten, cytokines) identificeren die gebruikt kunnen worden voor biodosimetrie na blootstelling aan lage stralingsdoses. Verder beogen we de mechanismen van activatie en regulatie, alsook hun biologische functies te achterhalen. Organisaties: • Vakgroep Moleculaire biotechnologie
Onderzoekers: • Sarah Baatout
Identificatie en functionele analyse van modulerende subeenheden van spanningsgevoelige ionenkanalen. Universiteit Antwerpen Abstract: Identificatie en functionele analyse van modulerende subeenheden van spanningsgevoelige ionenkanalen. Organisaties: • Moleculaire biofysica, fysiologie en farmacologie
Onderzoekers: • Adam Raes
Identificatie en functionele evaluatie van Arabidopsis metacaspase substraten Universiteit Gent Abstract: Dit project ambieert een bijdrage te leveren in het onderzoek naar de functionaliteit van de metacaspasen in planten. Hiertoe zullen volgende concrete doelen nagestreefd worden: - Een gedetailleerde fenotypische en moleculaire analyse van transgene planten met verstoorde expressie niveaus van AtMC9 en AtMC4. De identificatie en validatie van chemische inhibitoren van type-II metacaspase-activiteit. - Proteoomwijde identificatie van eiwitsubstraten voor AtMC9 en AtMC4. - Functionele analyse van AtMC9/4 substraten. Organisaties: • Vakgroep Plantenbiotechnologie en Genetica
Onderzoekers: • Frank Van Breusegem • Kris Gevaert
identificatie en functionele karakterisatie van geconserveerde regulatoren van triterpeen saponine biosynthese in legumineuze planten Universiteit Gent Abstract: We willen nieuwe, geconserveerde, regulatorische proteinen identificeren, betrokken bij de jasmonaatsignaaltransductiecascades die synthese van triterpeen saponines in legumineuze plantenspecies plantenspecies hebben we 12 kandidaat regulators aangeduid met geconserveerde sequenties en expressiepatronen. Deze kandidaten zullen functioneel gekarakteriseerd worden in medicago truncatula als modelsysteem. Organisaties: • Vakgroep Plantenbiotechnologie en Genetica
Onderzoekers: • Alain Goossens
Identificatie en functionele karakterisatie van nieuwe genen oorzakelijk voor syndromatische microcephalie. KU Leuven
Abstract: Microcephaly (MC) wordt gekarakteriseerd door een abnormale kleine hoofdomtrek voor een welbepaalde leeftijd en geslacht. Het kan voorkomen alseen geïsoleerde eigenschap (niet syndromische vorm) of in combinatie met andere eigenschappen (syndromische vorm). MC is genetisch heterogeen, maar een aantal niet-syndromische vormen van MC konden worden verklaard door mutaties in genen die betrokken zijn in celdeling en cel cyclus progressie waaronder structurele genen die een rol spelen bij de oriëntatievan de spoeldraden en centrosoom stabiliteit.nbsp;Daarenboven werden ook bij syndromische vormen van MC afwijkingen genoteerd in genen die de cel cyclus reguleren, in de ATR reagerende netwerken, in histoon biosynthese en neuronale migratie.nbsp; Gesterkt door deze recente vindingen, stellen we ons als doel nieuwe genen te identificeren in syndromische vormen van MC. Door gebruik te maken van ons groot aantalpatiënten met tot nog toe onverklaarde MC en onze succesvolle implementatie van genoom Organisaties: • Departement Menselijke Erfelijkheid
Onderzoekers: • Joris Vermeesch • Hilde Van Esch • Francesca Cristofoli
Identificatie en functionele karakterisatie van varianten in microRNA genen van belang bij epileptische encefalopathieën. Universiteit Antwerpen Abstract: Tijdens mijn doctoraat zal ik de rol van microRNAs in epileptische encefalopathieën onderzoeken. Epileptische encefalopathieën zijn een subgroep van de epilepsieën waarbij patiënten een vroege aanvangsleeftijd en een slechte uitkomst hebben. De patiënten ontwikkelen een verstandelijke beperking en zijn niet behandelbaar met de huidige antiepileptica. Meer en meer bewijs toont aan dat microRNAs een rol hebben in het pathomechanisme van epilepsie. De hypothese van mijn project is daarom dat varianten in microRNAs de oorzaak kunnen zijn van epileptische encefalopathie. Om dit te onderzoeken zal ik varianten in microRNA genen screenen in een cohorte van patiënten met epileptische encephalopathieën. Daarna zal ik de varianten (en de microRNAs) opvolgen met behulp van een uitgebreide functionele karakterisatie. Dit zal leiden tot een beter inzicht in de pathomechanismen van de epileptische encefalopathieën en hopelijk tot de ontdekking van nieuwe manieren om deze aandoeningen te behandelen. Organisaties: • VIB DMG - Neurogenetica
Onderzoekers: • Jurgen Del-Favero • Peter De Jonghe • Jolien Roovers
Identificatie en functionele karakterisering van nieuwe cadherinebindende eiwitten via de opzuivering van gemerkte cadherines in transgene embryo's van Xenopus tropicalis Universiteit Gent Abstract: DE centrale bekrachtiging van dit project is de opzuivering van eiwitten die interageren met E- en N-cadherine, en dit in de context van een volledig organisme. Hiertoe wordt gebruik gemaakt van transgene Xenopus tropicalis lijnen die gemodificeerde versies van E- en N-cadherine expresseren. Deze zijn voorzien van een tag voor opzuivering. Interagerende eiwitten zulle worde ngeidentificeerd via massaspectrometrie. Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Kris Vleminckx
Identificatie en geïntegreerde modellering van natuurlijke en antropogene effecten op hydrosystemen: Het Scheldebekken en de aanpalende kustzone van de Noordzee Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het TIMOTHY onderzoek wordt voorgesteld door een interdisciplinair netwerk bestaande uit microbiologen, biogeochemici, bioingenieurs, hydrogeologen, fysische en ecologische modelleurs en milieu-economen, die hun activiteiten richten op de veranderingen in het functioneren van aquatische milieus als gevolg van menselijke druk en klimaatveranderingen. De algemene doelstelling is om hulpmiddelen te ontwikkelen, te valideren en toe te passen bij de beschrijving en evaluatie van de veranderingen in de kwaliteit van het oppervlakte, grond en het zeewater in het verleden (terug tot 1970 voor kwantitatieve data en enkele eeuwen voor a globaal en kwalitatieve uitzicht of landschap ordening), het heden en de toekomst (tot 2050), alsmede deze in verband te brengen met veranderingen in menselijke activiteiten in het bekken. De onderzoeksmethodologie zal bestaan uit de verzameling van historische en nieuwe gegevens, studies op het niveau van processen, nieuwe experimentele en numerieke ontwikkelingen, en hun combinatie, en zal worden georganiseerd aan de hand van de volgende specifieke doelstellingen: 1. Implementatie en validatie van een reeks van gekoppelde fysische-biogeochemische modellen die de huidige bronnen en het lot (overdracht, omzetting, behoud) van belangrijke nutriënten (stikstof, fosfor, silicium) en verontreinigende stoffen [metalen (cadmium, koper), xenobioten (PAHs, PCBs, dioxinen), ziekteverwekkers (faecale bacteriën)] in het aquatische land-oceaan continuum, als gevolg van antropogene en natuurlijke veranderingen, beschrijven; 2. Ontwikkeling van nieuwe biogeochemische proxies (b.v. nieuwe isotoop-tracers zoals Si-Mg-isotopen) om de invloed van menselijke activiteiten in het land-oceaan continuum te volgen; 3. Gebruik van bestaande en pas ontwikkelde biologische en geochemische indicatoren om de gemodelleerde kwaliteitsstatus van grond, oppervlakte en zeewater te karakteriseren; 4. Bouw van scenario's met variërende realistische verlichtende maatregelen in contrasterende milieuomstandigheden (b.v. droge versus natte jaren), waaronder diegenen die gepland zijn door het lidstaat-implementatieplan van de EU Kaderrichtlijn Water voor 2015, de Millennium Ecosysteem Beoordeling 4 scenario's (http://www.maweb.org/en/index.aspx) voor 2030 en 2050 evenals voorziene lokale gevolgen van klimaatveranderingen. 5. Identificatie en waardevaststelling van het sociaal-economische effect van de huidige waterverontreiniging en de schatting van de kosten om de kwaliteitsdoelstellingen te bereiken. Als eerste stap, worden het Scheldebekken en het aangrenzende oostelijke deel van het Kanaal en de Zuidelijke Bocht van de Noordzee gekozen als case study en geografisch gebied, en de gekozen tijdschaal zal op zijn bijna een eeuw beslaan, van 30 jaar geleden tot en met de komende 50 jaar. Deze keus is gemaakt in verband met de bekende na-wereldoorlogse ontwikkeling van industriële, landbouw en huishoudelijke activiteiten en het negatieve effect hiervan op de oppervlaktewater- en grondwaterverontreiniging alsook de eutrofieëring en verontreiniging van de kustwateren, en in verband met de verwachte verbetering van de waterkwaliteit dankzij de uitvoering van de EU Kaderrichtlijn Water (2000/60/CE). De keuze voor het Schelde-kustgebied als eerste teststudie wordt ook gerechtvaardigd door de beschikbaarheid van grote hoeveelheden gegevens, de stateof-the-art modellen en de grote expertise sinds de jaren '70. De methodologie kan toe gepast worden op andere rivier-kustzone hydrosystems, nadat het is gevalideerd op het Scheldebekken.
Organisaties: • Scheikunde
Onderzoekers: • WILLY BAEYENS
Identificatie en het begrijpen van interacties tussen genen die bladgroei bevorderen Universiteit Gent Abstract: In Arabidopsis thaliana zijn vele genen gekend die een door mis-expressie tot grotere bladeren leiden. De connecties tussen deze genen zijn tot op heden onbekend. Tijdens dit doctoraatsonderzoek zullen deze verschillende genen met elkaar gecombineerd worden en het effect op bladgroei worden geanalyseerd. Combinaties die een synergistisch of negatief effect hebben op groei zullen verder worden onderzocht om de connecties te ontrafelen. Organisaties: • Vakgroep Plantenbiotechnologie en Genetica
Onderzoekers: • Dirk Inzé
Identificatie en interactie van regulatorische signaaltransductiewegen voor aanpassing van Rhizobium etli aan niet-groeiende condities Universiteit Hasselt Abstract: Probleemstelling. De overgang van groeiende naar niet-groeiende condities is onlosmakelijk verbonden met de levenscyclus van bacteriën en vormt een essentiële stap in de succesvolle aanpassing van bacteriën aan uiteenlopende niches. In de levenscyclus van rhizobia, stikstoffixerende bacteriën die nodules induceren op hun legumineuze gastheerplant, is een overgang naar een niet-groeiende toestand vereist zowel tijdens overleving in de bodem als tijdens infectie van de gastheerplant. De symbiotische interactie leidt immers tot de vorming van gedifferentieerde bacteriën in de nodules, bacteroïden genoemd. Deze bacteroïden zorgen voor de omzetting van atmosferische stikstof naar een voor de plant bruikbare vorm (6, 22) en bevinden zich hierbij in een nietgroeiende toestand. Hoewel bepaalde aspecten van de bacteroïde toestand reeds intensief bestudeerd werden in de voorbije jaren, is het globaal beeld over hoe genexpressie het differentiatieproces beïnvloedt en bijdraagt tot het behoud van de bacteroïde toestand ver van duidelijk. Bovendien is er weinig geweten over de factoren die belangrijk zijn voor de overleving van rhizobia in vrijlevende condities. In dit voorstel wensen we met behulp van gecombineerde genexpressie/fenotypische analyses de basis te leggen voor het beter begrijpen van de fysiologie van deze verschillende niet-groeiende toestanden. Bovendien beogen we de factoren die de overgang bepalen tussen de groeiende en niet-groeiende condities te identificeren. Organisaties: • Morfologie • Biomedisch Onderzoeks Instituut
Onderzoekers: • Ivo LAMBRICHTS
Identificatie en karakterisatie van beneficiële orale bacteriën KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Parodontologie
Onderzoekers: • Kristel Bernaerts • Wim Teughels • Esteban Rodríguez Herrero
Identificatie en karakterisatie van de genetische oorzaken van tau-negatieve frontotemporale dementie. Universiteit Antwerpen Abstract: Frontotemporale dementie (FTD) is de tweede meest frequente vorm van neurodegeneratieve dementie in mensen jonger dan 65 jaar. Klinisch manifesteert FTD zich door ernstige gedrags-, persoonlijkheids- en taalstoornissen en kan geassocieerd zijn met parkinsonisme en motor neuron ziekte. Tot 50% van de FTD patiënten hebben een positieve familie historiek voor dementie en in de meerderheid van de families wordt de ziekte op autosomaal dominante wijze overgeërfd. FTD is genetisch heterogeen en mutaties werden geïdentificeerd in het microtubuligeassocieerde protein tau (MAPT) gen op chromosoom 17q21, in het 'charged multivesiculair body proteïne 2B' gen (CHMP2B) gelegen in de pericentromerische regio van chromosoom 3, en in het valosine-bevattende proteïne (VCP) gen op chromosoom 9p13-p12. Bovendien wijzen steeds meer genetische en pathologische studies in de richting van een tweede causaal gen in de 17q21 regio geassocieerd met tau-negatieve FTD gekarakteriseerd door ubiquitine-immunoreactieve neuronale inclusies van ongekende aard (FTDU-17). Sinds het projectvoorstel van de eerste termijn zijn de doelstellingen van dit project uitgebreid tot het identificeren van de genetische oorzaken van tau-negatieve FTD zowel op chromosoom 17 als op chromosoom 3 en chromosoom 9. Organisaties: • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Christine Van Broeckhoven • Julie van der Zee
Identificatie en karakterisatie van de kankerstamcel in multipel myeloom. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De hypothese van het kankerstamcelmodel is dat niet alle tumorcellen, maar enkel een kleine subpopulatie van de tumorcellen, de kankerstamcel, in staat is om nieuwe tumoren te vormen. Alternatieve termen voor de kankerstamcel is de tumor-initiërende of tumorigene cel. Belangrijke eigenschappen van de kankerstamcel is dat deze zich kan vernieuwen en alle heterogene celtypes van de tumor kan vormen. Het kankerstamcelmodel heeft grote implicaties voor therapie. Er wordt gesuggereerd dat de conventionele therapieën de grote massa van de tumor elimineren, maar niet de kankerstamcel en dit zal dan uiteindelijk leiden tot het terug uitgroeien van de tumor en herval van de patiënt (1). Het eerste bewijs van kankerstamcellen werd aangetoond in de hematologische kanker acute myeloïde leukemie. Er werd aangetoond dat enkel de subpopulatie die de oppervlaktemerker CD34 uitdrukken, maar niet CD38 in staat is om in NOD/SCID muizen tumor te initiëren (2). Ook in solide tumoren, zoals kanker van borst en hersenen, werden kankerstamcellen geïdentificeerd (3, 4). Multipel myeloom (MM) is een hematologische kanker gekarakteriseerd door de accumulatie van kwaadaardige plasmacellen in het beenmerg, die monoklonale antilichamen produceren. De interactie van de beenmerg micro-omgeving met de tumorcellen stimuleert de productie van groeifactoren, angiogene en osteoclast-activerende factoren, resulterend in tumorgroei, angiogenese of de aanmaak van nieuwe bloedvaten en osteolyse leidend tot botziekte (5). De massa van de tumor in het beenmerg bestaat uit gedifferentieerde plasmacellen met als oppervlaktemerker CD138. Er zijn suggesties dat er een B-celpopulatie
aanwezig is in het beenmerg en bloed van MM patiënten met dezelfde immuunglobuline gensequentie als de MM plasmacel (6, 7, 8). De rol van deze B-cellen in de pathogenese van MM is onduidelijk, maar recent werd aangetoond dat er een CD138 negatieve subpopulatie aanwezig is in het beenmerg die, in tegenstelling tot de CD138+ tumorcellen, clonogeen en tumorigeen is, in vitro in de clonogene assay en in vivo in NOD/SCID muizen. Deze CD138- cellen drukken de oppervlaktemerkers CD19 en CD20 uit, opnieuw suggererend dat de MM stamcel (MMSC) een B-cel is (9). Het doel van het huidige project is de identificatie en karakterisatie van de MMSC in 5TMM modellen. Deze modellen zijn origineel ontstaan door de spontane ontwikkeling van MM in oude C57BL/KaLwRij muizen met een incidentie van 0.5% (10). MM werd verdergezet door intraveneuze injectie van de beenmergcellen van de zieke muizen in jonge, immuuncompetente en syngene muizen. Op deze wijze ontstonden er verschillende modellen die verscheidene varianten van de ziekte vertegenwoordigen. In ons labo zijn er 2 5TMM modellen aanwezig: het 5T2MM en 5T33MM model. Het 5T2MM model wordt gekarakteriseerd door een langzame groei van de tumor in het beenmerg en de botten vertonen kenmerken van MM botziekte (osteolytische lesies, verminderd trabeculair volume, verhoogde aanwezigheid van osteoclasten). Het 5T33MM model wordt gekarakteriseerd door een snelle groei van de tumor in het beenmerg, maar de muizen vertonen geen MM botziekte (11). In beide modellen werd angiogenese aangetoond in het beenmerg (12). Er werden monoclonale antilichamen gegenereerd die het specifiek idiotype van de 5T2MM en 5T33MM cellen herkennen (13). Het eerste deel van het project bestaat uit de identificatie van de MMSC in de 5TMM modellen waarbij 2 strategieën zullen worden gevolgd. Enerzijds zal de CD138- populatie worden onderzocht volgens de data van Matsui et al. (9) met als meerwaarde het 5TMM model dat syngeen en immuuncompetent is ten opzichte van NOD/SCID muizen. In het 5T2MM model werd reeds beschreven dat er een CD138- populatie aanwezig is en uit preliminaire experimenten blijkt dat ook in het 5T33MM model CD138- tumorcellen aanwezig zijn (14). Een 2de strategie die zal worden gevolgd is in samenwerking met de internationale partners van het MSCNET project (zie "Situering onderzoek"). Verschillende groepen trachten simultaan de MMSC populatie te identificeren en isoleren vertrekkende van humane stalen op basis van oppervlaktemerkers (multiparametrische flow cytometrie) en met moleculaire technieken. Vervolgens zal op basis van deze resultaten worden onderzocht of er een gelijkaardige MMSC aanwezig is in de 5TMM modellen die kan worden gesorteerd gebruik makend van MACS (magnetic activated cell sorting) en/of FACS (fluorescent activated cell sorting). Voor de celpopulaties verkregen met beide strategieën zal de clonogene capaciteit (in vitro clonogene assay) van de geïsoleerde MMSC worden nagegaan en vervolgens zal de populatie worden ingespoten in jonge syngene muizen om de tumorigene capaciteit te onderzoeken. De ontwikkeling en karakteristieken van MM ziekte zal worden geanalyseerd door het bepalen van de plasmocytose in het beenmerg (cytospins gekleurd met May-Grünwald-Giemsa), de aanwezigheid van paraproteïne in het serum (electroforese), angiogenese (CD31 immunokleuring op beenmergcoupes, in samenwerking met Dr. De Raeve, Pathologie, UZ Brussel) en botziekte (osteolytische lesies, botdensiteit, trabeculair volume en aantal TRAP positieve osteoclasten, in samenwerking met Dr. Croucher, University Sheffield, UK). Een belangrijk kenmerk van de kankerstamcel is dat deze populatie in staat is om alle heterogene celtypes van de tumor te vormen. Het fenotype van de tumorcellen in het beenmerg van muizen ingespoten met de MMSC zal worden nagegaan met flow cytometrie en vergeleken met tumorcellen van muizen ingespoten met de totale, niet gesorteerde populatie. Er is nog niet veel geweten over de MMSC, dus een betere karakterisatie is nodig om de kennis van de pathofysiologie van MM uit te breiden en om nieuwe therapeutische doelwitten te kunnen identificeren. Een uitgebreide karakterisatie zal worden gedaan door het genexpressieprofiel van de MMSC te bepalen en vergelijken met de nietMMSC (Affymetrix, genoom overspannende mouse gene1.0 array, in samenwerking met Prof. Schuit, KUL). Niet enkel de genetische karakterisatie is belangrijk, maar ook de proteïnen die betrokken zijn in signaalwegen voor de proliferatie en overleving van MM cellen, kunnen veel informatie geven. Er bestaat een array die de fosforylatie van een groot aantal verschillende kinase substraten kan detecteren (PepChips). Het kinoom van de MMSC zal worden vergeleken met de niet-MMSC. Dit is een onderdeel van het MSCNET programma en deze experimenten zullen in samenwerking worden uitgevoerd met Dr. Bos (University Medical Center, Groningen, Nederland). In MM zijn de tumorcellen gelokaliseerd in het beenmerg is en dat is deels te wijten aan een specifieke homing van de tumorcellen naar het beenmerg waar ze dan de juiste niche vinden om te groeien. De homingscapaciteiten van de MMSC naar het beenmerg en de lokalisatie van deze cellen in het beenmerg zullen worden geanalyseerd. De homing wordt gekwantificeerd door radioactief gemerkte MM cellen in te spuiten en na 18 uur de recovery in het beenmerg te meten (15). Voor de lokalisatie van de stamcel tov. de verschillende celtypes in de beenmerg micro-omgeving zijn er verschillende opties om de tumorcellen te detecteren. Er kan worden gebruik gemaakt van de anti-idiotype antilichamen (op voorwaarde dat het idiotype wordt uitgedrukt door de MMSC), de tumorcellen kunnen worden gemerkt met een fluorescente probe vooraleer in te spuiten of de cellen kunnen worden getransduceerd met een lentivirale vector die green fluorescent protein (GFP) bevat (gevolgd door detectie met ofwel fluorescentie of confocale microscopie ofwel immunokleuring tegen GFP en evaluatie met lichtmicroscopie). Een belangrijk kenmerk van de kankerstamcel is resistentie tegen de gebruikte geneesmiddelen dat te wijten zou kunnen zijn aan de expressie van ABC transporters en het "quiescent" zijn van de stamcel (16). Ook in MM werd aangetoond dat de CD138- MMSC populatie resistent is tegen klinisch actieve stoffen (17). De proliferatie en celcylcus eigenschappen en de expressie van ABC transporters van de MMSC zullen worden nagegaan en vergeleken met de niet-stamcel populatie. Met 3H-thymidine incorporatie assays zal worden nagegaan wat het effect is van de klinisch meest relevante drugs (melphalan, dexamethasone, thalidomide, bortezomib) op de DNA synthese van de MMSC en de niet-MMSC. Vorig onderzoek in ons labo toonde aan dat de behandeling van 5TMM zieke muizen met de IGF-1receptor inhibitor, picropodophyllin (PPP) resulteerde in een drastische vermindering van tumorload, angiogenese en botlesies en een verlenging van overleving (18, 19). Bovendien zijn er ook ongepubliceerde data van onze groep die aantonen dat de bulk van 5TMM cellen gevoelig zijn aan methylatie (5'aza-2'-deoxycytidine) en HDAC (LBH589) inhibitoren. De effecten van deze producten op de MMSC zullen worden nagegaan. In MM werd aangetoond dat de beenmerg micro-omgeving zowel adhesiemoleculen uitdrukt als humorale factoren secreteert welke de overleving en groei van MM cellen bevordert. Een aantal groeifactoren werden beschreven met als belangrijkste interleukine-6 (IL-6) en insulin-like growth factor-1 (IGF-1). De MM cellen drukken receptoren uit voor deze groeifactoren (20, 21). We willen nagaan of de beenmerg stromale cellen enerzijds en deze groeifactoren (IL-6 en IGF-1) anderzijds ook belangrijk zijn voor de MMSC. Hiervoor gaan we de expressie van deze receptoren meten met flow cytometrie op de MMSC en niet-MMSC en het effect van de stromale cellen en van IL-6 en IGF-1 op de proliferatie van de 2 celpopulaties bepalen. Signaaltransductiewegen zoals Notch en hedgehog reguleren zelfvernieuwing en zouden belangrijk zijn in normale stamcellen en kankerstamcellen (1). Peacock et al. (22) heeft beschreven dat de hedgehog pathway betrokken is in het onderhouden van de CD138- MMSC populatie. We zullen deze bevindingen trachten te bevestigen in ons systeem. Er is niets geweten over de Notch pathway. In ons labo is er al enige expertise in de Notch pathway en met real-time PCR zal de expressie van Notchreceptoren (Notch1, 2, 3, 4), liganden (dll1, 3, 4, jagged-1, -2) en doelwitgenen (Hes1, 5, HeyL, Hey1, 2) worden bepaald in de MMSC en niet-MMSC. Afhankelijk van de resultaten zullen we op eiwitniveau bevestigen door western blotting. Organisaties: • Immunologie en Microbiologie
Onderzoekers: • Karin VANDERKERKEN • ELS VAN VALCKENBORGH
Identificatie en karakterisatie van de kankerstamcel in multipel myeloom. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De hypothese van het kankerstamcel model is dat enkel enen kleine subpopulatie van de tumorcellen, de kankerstamcel, in staat is om nieuwe tumoren te vormen. Belangrijke eigenschappen van deze tumor-initiërende cel is dat deze zich kan vernieuwen en alle heterogene celtypes van de tumor kan vormen. Er wordt zelfs gesuggereerd dat deze populatie resistent is tegen huidige therapieën resulterent in herval van de patiënt. Verscheidene onderzoekers hebben de kankerstamcel hypothese onderzocht in de hematologische kanker, multipel myeloom. Deze kanker, gekarakteriseerd door groei van kwaadaardige cellen in het beenmerg, is opgebouwd uit een mix van cellen gaande van B-cellen (CD138neg) tot plasmablast/plasmacellen (CD138pos). Het project bestaat uit de identificatie en karakterisatie van de MM stamcel in het syngeen en immuuncompetent 5TMM muismodel. Voor de identificatie van de tumorigene cel zal de clonogene en tumor-initiërende capaciteit van CD138neg en CD138pos populaties worden onderzocht, maar zal er ook worden gekeken naar de overblijvende tumorcelpopulatie na behandeling van zieke muizen. Vervolgens zullen de karakteristieken van de MM stamcel worden geanalyseerd gaande van homing capaciteiten, lokalisatie in het
beenmerg, proliferatie, celcyclus, zelfvernieuwing en resitentie tot meer uitgebreid onderzoek van genexpressie met micro-arrays en kinoom analyse. Organisaties: • Hematologie
Onderzoekers: • ELS VAN VALCKENBORGH
Identificatie en karakterisatie van een macrofaag migratie inhiberende factor (MIF) homoloog in trypanosomen Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het doel is het identificeren en karakteriseren van een macrofaag migratie inhiberende factor homoloog in trypanosomen. Studie rond Afrikaanse trypanosomiasis. Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • BENOIT STIJLEMANS • PATRICK DE BAETSELIER
Identificatie en karakterisatie van eiwitten door middel van massaspectrometrie: proteoom analyse. Universiteit Antwerpen Abstract: Identificatie en karakterisatie van eiwitten door middel van massaspectrometrie: proteoom analyse. Organisaties: • NUCLEOSIDE ONDERZOEK EN MASSASPECTROMETRIE EENHEID • Biomolecular & Analytical Mass Spectrometry (BAMS)
Onderzoekers: • Edgard Esmans
Identificatie en karakterisatie van erfelijke monogene en polygene ziektebeelden. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project groepeert 4 onderzoeksteams van het Centrum Medische Genetica van de Universiteit Antwerpen die onderzoek verrichten betreffende erfelijke botaandoeningen, doofheid, mentale retardatie en psychiatrische ziektebeelden. De algemene doelstellingen van deze onderzoeksprojecten zijn de localisatie en identificatie van ziektegenen, de functionele analyse van nieuw geidentificeerde genen, en het onderzoeken van therapeutische toepassingen in diermodellen op basis van de resultaten van de functionele analyse. Organisaties: • Centrum medische genetica • Medische Genetica (MEDGEN) • Menselijke moleculaire genetica
Onderzoekers: • Wim Van Hul • Frank Kooy • Markus Nöthen • Guido Van Camp
Identificatie en karakterisatie van genen betrokken bij bicuspide aortaklep-geassocieerde aortopathie. Universiteit Antwerpen Abstract: De bicuspide aortaklep (BAV) is met een prevalentie van 1–2% de meest voorkomende congenitale hartafwijking. Tien tot twintig procent van de BAV patiënten ontwikkelen thoracale aorta-aneurysma's (TAA). Wanneer TAA niet behandeld worden, kunnen deze leiden tot levensbedreigende aorta dissecties en –rupturen. Het is daarom van essentieel belang om TAA tijdig te identificeren in BAV patiënten, om de progressie continu op te volgen en om ze te behandelen. Het algemeen doel is om de genetische basis van BAV/TAA te identificeren, de geïdentificeerde genen te karakteriseren en de pathogenese op te helderen. Organisaties: • Medische Genetica (MEDGEN)
Onderzoekers: • Lutgart Van Laer • Bart Loeys • Ilse Luyckx
Identificatie en karakterisatie van genen betrokken bij gehoorverlies en evenwichtsstoornissen. Universiteit Antwerpen Abstract: In het binnenoor bevinden zich de organen voor het gehoor (de cochlea) en evenwicht (vestibulair apparaat). Deze twee organen zijn evolutionair met elkaar verwant en hun werking is gelijkaardig, maar over de exacte werking blijven nog veel vragen onopgelost. Een beter begrip van deze organen kan leiden tot een betere behandeling van patiënten met gehoorverlies en/of evenwichtsstoornissen. Dit prodect heeft als doel het binnenoor beter te begrijpen via het opsporen en karakteriseren van genen betrokken bij gehoor- en evenwichtsstoornissen. Dit zal gebeuren via i) positionele clonering van ziektegenen in families met erfelijke doofheid en evenwichtsstoornissen, ii) constructie en karakterisatie van cDNA banken voor de cochlea en het vestibulair apparaat en iii) karakterisatie van genen betrokken bij gehoor en evenwicht via histologische, moleculair biologische en biochemische technieken. Organisaties: • Centrum medische genetica • Menselijke moleculaire genetica
Onderzoekers: • Erik F P Fransen • Guido Van Camp
Identificatie en karakterisatie van genen verantwoordelijk voor erfelijke doofheid en vestibulaire stoornissen. Universiteit Antwerpen Abstract: De werking van het gehoor en de moleculaire mechanismen die aan de basis liggen ervan zijn nog zo goed als onbekend. Slechthorendheid heeft in een groot aantal gevallen een genetische oorzaak, maar er is echter op dit moment nog vrij weinig geweten over de genen die verantwoordelijk zijn voor erfelijke doofheid. De algemene doelstelling van dit project is een beter inzicht te verwerven in de moleculaire mechanismen betrokken bij horen en slechthorendheid, door middel van de identificatie en karakterisatie van genen voor erfelijk gehoorverlies. De specifieke doelstellingen zijn de volgende: Lokalisatie van een gen voor otosclerose, lokalisatie van de verantwoordelijk genen in de Ecl muis met vestibulaire disfunctie, identificatie van doofheidsgenen, en functionele studie van doofheidsgenen en constructie van muismodellen.
Organisaties: • Centrum medische genetica • Menselijke moleculaire genetica
Onderzoekers: • Guido Van Camp
Identificatie en karakterisatie van genen verantwoordelijk voor erfelijke doofheid en vestibulaire stoornissen. Universiteit Antwerpen Abstract: In het morfologisch luik van dit project zal met behulp van immunocytochemische technieken de cellulaire lokalisatie en het expresssiepatroon van het DFNA5 gen product nagegaan worden. Organisaties: • CEL- EN WEEFSELLEER • Laboratorium voor celbiologie en histologie
Onderzoekers: • Jean-Pierre Timmermans
Identificatie en karakterisatie van genen verantwoordelijk voor osteopetrose. Universiteit Antwerpen Abstract: De algemene doelstelling van dit project is een bijdrage te leveren aan de kennis van de processen die de balans tussen botaanmaak en botafbraak reguleren. Dit zal concreet gebeuren door de identificatie en karakterisatie van genen verantwoordelijk voor osteopetrose, een ziektebeeld gekenmerkt door een deficiënte botresorptie wat resulteert in een verhoogde botdensiteit. Dit zal nagestreefd worden voor zowel de humane vormen van osteopetrose als de tl/tl en ia/ia osteopetrose ratmodellen. Organisaties: • Centrum medische genetica • Medische genetica van obesitas en skeletaandoeningen (MGENOS)
Onderzoekers: • Wim Van Hul • Liesbeth Van Wesenbeeck
Identificatie en karakterisatie van genen verantwoordelijk voor ouderdomsslechthorendheid. Universiteit Antwerpen Abstract: De algemene doelstelling van dit project is een beter inzicht te verkrijgen in het ontstaan van ARHI, een complexe vorm van gehoorverlies. Hiertoe zullen we in eerste instantie twee recent geïdentificeerde ARHI susceptibiliteitsgenen, GRHL2 en GRM7, verder bestuderen aan de hand van genetische en functionele studies. Organisaties: • Menselijke moleculaire genetica
Onderzoekers: • Lutgart Van Laer • Guido Van Camp
Identificatie en karakterisatie van genen verantwoordelijk voor slechthorendheid. Universiteit Antwerpen Abstract: Slechthorendheid is een zeer frequente handicap die verreikende sociale en psychologische gevolgen kan hebben. Volgens de laatste gegevens van Kind en Gezin komt congenitale slechthorendheid in Vlaanderen voor bij ongeveer 1 op 700 pasgeborenen. In meer dan de helft van de gevallen wordt de slechthorendheid veroorzaakt door een mutatie in één enkel gen (monogeen). Op dit moment zijn ongeveer 40 verschillende genen voor niet-syndromale monogene slechthorendheid gekend, maar een meerderheid van de verantwoordelijke genen blijft nog steeds onbekend (zie Hereditary Hearing loss Homepage voor een overzicht en publicaties: http://webhost.ua.ac.be/hhh/). Erfelijke slechthorendheid is dan ook een extreem voorbeeld van genetische heterogeniteit. Gehoorverlies dat ontstaat op latere leeftijd is nog veel frequenter dan slechthorendheid bij jonge kinderen. In tegenstelling tot erfelijke slechthorendheid bij kinderen, die vrijwel steeds monogeen is, omvat slechthorendheid met aanvang op latere leeftijd een diverse groep van complexe aandoeningen veroorzaakt door een samenspel van genen en omgeving. Ouderdomsslechthorendheid, lawaai-geïnduceerde slechthorendheid, en otosclerose behoren tot de meest frequente vormen. Tot op heden werden nog geen genetische risicofactoren geïdentificeerd. Ons laboratorium verricht sedert jaren lokalisatie en identificatie van genen voor erfelijke slechthorendheid. Hoewel dit in het huidige project wordt verdergezet, behelst het slechts een kleiner luik van dit project. De nadruk voor de monogene aandoeningen ligt meer op de karakterisatie van genen en op de ontrafeling van de pathofysiologische mechanismen die leiden tot gehoorverlies. Hierbij ligt de focus op DFNA5 en TGF-beta. Muismodellen spelen een belangrijke rol bij deze functionele analyse. Belangrijke ervaring met muismodellen voor erfelijke slechthorendheid werd reeds in ons laboratorium opgedaan met de analyse van een DFNA5 knockout model (Van Laer et al, Neurobiol Dis 19, 386-399, 2005) en een TECTA knock-in mutant (Legan et al, Nature neurosci, 8:1035-42, 2005). Een tweede luik, dat een groeiend belang inneemt in het onderzoek, maakt gebruik van technieken voor de analyse van complexe ziekten. In het kader van dit project zullen deze technieken worden gebruikt voor het opsporen van genen die het fenotype van GJB2 patiënten, de meest voorkomende vorm van erfelijke doofheid, modificeren. Organisaties: • Menselijke moleculaire genetica
Onderzoekers: • Guido Van Camp
Identificatie en karakterisatie van genen verantwoordelijk voor twee verschillende vormen van erfelijke slechthorendheid. Universiteit Antwerpen Abstract: Slechthorendheid is een zeer frequent voorkomende aandoening die miljoenen mensen aantast. Genetische factoren spelen een belangrijke rol in de etiologie van erfelijke slechthorendheid. Op dit moment is er geen algemeen aanvaarde en efficiënte therapie voor een groot deel van de patiënten. De ontwikkeling van nieuwe en betere therapieën kent nauwelijks vooruitgang door een gebrek aan kennis van de biologische basis van het gehoorproces en de pathofysiologie van het slechthorendheid. De bedoeling van dit project is de identificatie en functionele studie van 2 genen verantwoordelijk voor slechthorendheid. In dit project maken we gebruik van twee families met erfelijke slechthorendheid. Een Indonesische familie vertoont een karakteristiek verlies van de hoge frequenties met een progressie naar het volledige frequentiespectrum. Het gen verantwoordelijk voor slechthorendheid werd gemapt op chromosoom 1, in een regio van 8cM. Verschillende kandidaatgenen zijn reeds onderzocht, doch zonder het vinden van een belangrijk ziekteveroorzakende mutatie. Een Nederlandse familie vertoont verlies van de middenfrequenties zonder enig progressief verloop. Het
ziekteveroorzakende gen bij deze familie is gelegen in de buurt van het COL11A2-gen dat verantwoordelijk is voor verschillende vormen van erfelijke slechthorendheid. Mutatieanalyse toonde echter aan dat COL11A2 niet het ziekteveroorzakende gen is bij de Nederlandse familie V.H.. De strategie die in dit project gevolgd zal worden, is grotendeels vergelijkbaar in de twee families. Enkel bij de Indonesische familie zal nog een voorafgaande verkleining van de kandidaatregio gerealiseerd worden door het analyseren van originele merkers op additionele DNA-stalen, die geïsoleerd zullen worden tijdens een verblijf in Indonesië. Een verdere verkleining bij beide families zal bereikt worden door de analyse van additionele merkers op het beschikbare DNA. De strategie van dit project is grotendeels gebaseerd op de resultaten van het Humaan Genoom Project waarin een groot deel van de humane genoomsequentie reeds werd bepaald. Momenteel is de sequentie echter nog onvolledig en onnauwkeurig. Indien een stuk sequentie ontbreekt, zal een BAC-contig van deze regio worden opgesteld en voor sequentiebepaling aan het HGP aangeboden worden. Wanneer de sequentie gekend is kunnen d.m.v. computeranalyse genen voorspeld worden. Tenslotte zal een een lijst van kandidaatgenen opgesteld worden en zal op basis van verschillende criteria zoals expressie in het binnenoor en hun vermoedelijke functie een rangorde voor mutatie analyse gemaakt worden. Wanneer een gen geïdentificeerd is zullen we dit gen onderzoeken op functionele domeinen en op homologie met andere gekende genen. Naast het bestuderen van het expressiepatroon zal een knock-out muis worden gemaakt. Welk gen gebruikt zal worden voor de constructie van de knock-out, is afhankelijk van het tijdstip waarop deze geïdentificeerd worden alsook van het type van mutatie. Een gedetailleerde analyse van de knockout muis zal uiteindelijk meer inzicht moeten verwerven over de functie van het gen. Organisaties: • Centrum medische genetica • Menselijke moleculaire genetica
Onderzoekers: • Guido Van Camp • Rikkert Snoeckx
Identificatie en karakterisatie van genen voor erfelijke perifere neuropathieën. Universiteit Antwerpen Abstract: De erfelijke perifere neuropathieën zijn zowel klinisch als genetisch zeer heterogeen. Dit project heeft als doel de identificatie en karakterisatie van nieuwe genen en pathogene mutaties verantwoordeljk voor erfelijke perifere neuropathieën. Dit zal leiden tot een beter inzicht in de neurobiologische aspecten van het perifeer zenuwstelsel en biedt nieuwe mogelijkheden voor DNA diagnostiek en genotype/fenotype correlaties. Organisaties: • Moleculaire genetica • VIB DMG - Neurogenetica
Onderzoekers: • Eva E.P. Nelis
Identificatie en karakterisatie van genen voor gehoorverlies en vestibulaire dysfunctie in ENU muismutanten. Universiteit Antwerpen Abstract: Voor de studie van de moleculaire werking van het binnenoor wordt gebruik gemaakt van uitgebreide families met monogeen gehoorverlies en natuurlijk voorkomende muismutanten. Hoewel tot op heden een groot aantal genen kon gelokaliseerd en geïdentificeerd worden, is de overlap tussen de menselijke en de muizen genen erg klein. Vandaar dat nog een groot aantal genlokalisaties wordt verwacht. Hiervoor wil men gebruik maken van ENU (ethylnitrosurea) muismutanten. Muizen met een cirkelend gedrag vertonen vestibulaire storingen hetgeen dikwijls gepaard gaat met gehoorverlies. Bijgevolg zijn cirkelende muizen een voor de hand liggende keuze voor de studie van slechthorendheid. Dit project beoogt de lokalisatie, identificatie en karakterisatie van de genen die verantwoordelijk zijn voor het cirkelend gedrag van 2 ENU muismutanten en dit door gebruik te maken van positionele kloneringstechnieken. Tevens zullen de binnenoren van de betrokken muizen morfologisch worden bestudeerd en het gehoorverlies/de vestibulaire dysfunctie grondig worden gekarakteriseerd Organisaties: • Centrum medische genetica • Menselijke moleculaire genetica
Onderzoekers: • Lutgart Van Laer
Identificatie en karakterisatie van genen voor lawaai-geïnduceerd gehoorverlies. Universiteit Antwerpen Abstract: Lawaai-geïnduceerd gehoorverlies is een van de belangrijkste beroepsziektes in geïndustrialiseerde landen. Het is een complexe ziekte veroorzaakt door een interactie van genetische en omgevingsfactoren. Van de betrokken genetische factoren is tot nu toe zeer weinig tot niets geweten. Aan de hand van associatiestudies met genetische variaties in verschillende kandidaatgenen, trachten we susceptibiliteitsgenen te identificeren. Wanneer een veroorzakende variant wordt gevonden, zullen we overgaan tot een doorgedreven functionele karakterisatie van het gen en de ontwikkeling van een muismodel. Organisaties: • Menselijke moleculaire genetica
Onderzoekers: • Guido Van Camp • Annelies Konings
Identificatie en karakterisatie van genetische factoren betrokken bij cognitieve ontwikkeling. Universiteit Antwerpen Abstract: Mentale retardatie, met een geschatte frequentie van 1-3% van de bevolking, is in 50% van alle gevallen te wijten aan een genetisch defect. Doel van dit project is ons inzicht in factoren die mentale retardatie bij patiënten veroorzaken te vergroten. Dit zal enerzijds gebeuren door genen te identificeren en te analyseren bij vormen van mentale retardatie waarvan het moleculaire defect nog niet bekend is, en anderzijds door factoren van invloed op het fragiele X gen te inventariseren. Dit laatste houdt in dat genen van invloed op de cognitieve prestaties van fragiele X patiënten als ook genen waarvan de expressie beïnvloed wordt door de afwezigheid van het fragiele X gen (in het muismodel) geïdentificeerd en gekarakteriseerd zullen worden. Organisaties: • Centrum medische genetica • Cognitieve Genetica (COGNET)
Onderzoekers: • Frank Kooy
Identificatie en karakterisatie van genetische factoren die bijdragen tot neurodegeneratieve hersenziekten. Universiteit Antwerpen Abstract: Identificatie en karakterisatie van genetische factoren die bijdragen tot neurodegeneratieve hersenziekten.
Organisaties: • Moleculaire genetica • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Marc Cruts • Christine Van Broeckhoven • Samir Kumar-Singh
Identificatie en karakterisatie van genfuncties betrokken bij de synergetische interacties in een pesticidedegraderend multispecies bacterieel consortium. KU Leuven Abstract: Dit project heeft als doel om op genetisch niveau "interspecies signaalgenfuncties" te identificeren die belangrijk zijn voor interacties tussen verschillende bacteriële leden van een multispecies bacteriëel consortium (MBC). Het MBC dat als modelsysteem zal gebruikt worden in deze studie, degradeert synergetisch het toxisch fenylureum-herbicide linuron enbestaat uit drie bacteriële stammen, die to drie verschillende species behoren. Zowel de synergetisch metabolische als fysische interacties vandit MBC zijn reeds dudielijk beschreven geweest. Concreet zullen eerst de genomen van de drie consortiumleden gesequeneerd en geannoteerd worden. De identificatie van "interspecies signaal genfuncties" zal worden bereikt via twee benaderingen waarvoor het consortium als een biofilm zal gegroeid worden in continue flow cellen. De eerste bandering omvat een differentiële transcriptieanalyse van de drie bacteriële consortiumleden wanneer ze zijn gegroeid als consortium vergeleken met individuele b Organisaties: • Afdeling Bodem- en Waterbeheer
Onderzoekers: • Kathleen Marchal • René De Mot • Dirk Springael • Pieter Albers
Identificatie en karakterisatie van het gendefect voor ubiquitine-positieve, tau-negatieve frontotemporale dementie gekoppeld aan chromosoom 17q21 (FTDU-17). Universiteit Antwerpen Abstract: Frontotemporale dementie (FTD) is de tweede meest frequente vorm van neurodegeneratieve dementie in mensen jonger dan 65 jaar. Tot 50% van de FTD patiënten hebben een positieve familie historiek voor dementie en in de meerderheid van de families wordt de ziekte op autosomaal dominante wijze overgeërfd. Tot nu toe werd alleen mutaties in het microtubuli geassocieerde proteïne tau (MAPT) gen op chromosoom 17q21 geïdentificeerd als causaal voor FTD gekoppeld aan chromosoom 17, met een frequentie van 10 tot 43% in familiale FTD. In een aantal autosomaal dominante FTD families met 17q21 koppeling werden geen MAPT mutaties gedetecteerd (FTDU-17). Met het voorgestelde project willen we verder onderzoek doen naar het genetisch defect bij FTDU-17. We zullen de strategie volgen van positionele klonering in autosomaal dominante FTD families. Organisaties: • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Marc Cruts • Christine Van Broeckhoven • Julie van der Zee
Identificatie en karakterisatie van het gen verantwoordelijk voor hyperostosis cranialis interna. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Medische genetica van obesitas en skeletaandoeningen (MGENOS)
Onderzoekers: • Wim Van Hul
Identificatie en karakterisatie van klinisch relevante cys-loop receptoren. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Laboratorium Structurele Neurobiologie
Onderzoekers: • Chris Ulens • Eveline Wijckmans
Identificatie en karakterisatie van lange niet-coderende RNAs betrokken in melanoma ontwikkeling, progressie en metastasering. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Labo voor Moleculaire Kankerbiologie
Onderzoekers: • Jean-Christophe Marine • Roberto Vendramin
Identificatie en karakterisatie van met genexpressie geassocieerde variaties in het PRNP gen van schapen en geiten voor de ontwikkeling van een efficiënte genotyperingstest voor TSE gevoeligheid Universiteit Gent Abstract: Dit project is een verderzetting van project ID: 160K2304. De hierin geïdentificeerde polymorfismen zullen in eerste instantie gekarakteriseerd en gevalideerd worden in het kader van de hypothese van de differentiële PRNP genexpressie via reportergen analyse. De gevalideerde polymeorfismen zullen betrokken worden in een genetische associatiestudie met TSE gevoeligheid. Indien er een associatie wordt gevonden is het de praktische doelstelling om op basis hiervan een meer efficiënte en gevalideerde high-throughput genotyperingstest te ontwikkelen voor de selectie van TSE resistente schapen. Daarnaast is het ook de bedoeling om parallel een analoge strategie toe te passen bij
geiten. Omdat bij de geit enkel de coderende sequentie van het PRNP gen is beschreven, zal eerst het volledige gen de novo worden gesequeneerd. Organisaties: • Vakgroep Voeding, Genetica en Ethologie
Onderzoekers: • Luc Peelman
Identificatie en karakterisatie van neurochemische merkers voor dementie. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van dit onderzoeksproject is de identificatie en karakterisatie van neurochemische merkers bij patiënten met diverse neurodegeneratieve en gemengde degeneratieve vascularie vormen van dementie. Deze neurochemische merkers zullen gecorreleerd worden met fenotypische (cognitieve- en gedragsstoornissen), genetische en histopathologische kenmerken. Organisaties: • Neurochemie en gedrag
Onderzoekers: • Peter De Deyn • Wei Miao
Identificatie en karakterisatie van nieuwe causale genen en risicofactoren voor 'Lewy body' hersenziekten. Universiteit Antwerpen Abstract: De 'Lewy body' hersenziekten vormen een spectrum gaande van de ziekte van Alzheimer (AD) tot de ziekte van Parkinson (PD). Centraal binnen dit spectrum situeert zich dementie met Lewy bodies (DLB), de tweede meest frequente vorm van neurodegeneratieve dementie na AD, met een prevalentie tot 30% van alle dementiepatiënten. Ondanks deze hoge prevalentie blijft de moleculair genetische etiologie van deze aandoening tot op heden onbekend. We identificeerden recent een nieuwe locus voor DLB op chromosoom 2q35-q36 in een Belgische autosomaal dominante DLB familie. Het onderzoek naar het causale gendefect in deze familie zal leiden tot de identificatie van het eerste DLB gen en een toegangspoort vormen tot het ontrafelen van een eerste DLB pathway met op termijn aangrijpingspunten voor diagnostiek en therapie. Organisaties: • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Christine Van Broeckhoven • Bram Meeus
Identificatie en karakterisatie van nieuwe causale genen en risicofactoren voor 'Lewy body' hersenziekten. Universiteit Antwerpen Abstract: De 'Lewy body' hersenziekten vormen een spectrum gaande van de ziekte van Alzheimer (AD) tot de ziekte van Parkinson (PD). Centraal binnen dit spectrum situeert zich dementie met Lewy bodies (DLB), de tweede meest frequente vorm van neurodegeneratieve dementie na AD, met een prevalentie tot 30% van alle dementiepatiënten. Ondanks deze hoge prevalentie blijft de moleculair genetische etiologie van deze aandoening tot op heden onbekend. We identificeerden recent een nieuwe locus voor DLB op chromosoom 2q35-q36 in een Belgische autosomaal dominante DLB familie. Het onderzoek naar het causale gendefect in deze familie zal leiden tot de identificatie van het eerste DLB gen en een toegangspoort vormen tot het ontrafelen van een eerste DLB pathway met op termijn aangrijpingspunten voor diagnostiek en therapie. Organisaties: • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Jessie Theuns • Christine Van Broeckhoven • Bram Meeus
Identificatie en karakterisatie van nieuwe causale genen en risicofactoren voor 'Lewy body' hersenziekten. Universiteit Antwerpen Abstract: De Lewy body hersenziekten (LBD) vormen een klinisch en pathologisch spectrum gaande van de ziekte van Alzheimer (AD) over Lewy body dementie (DLB) tot de ziekte van Parkinson (PD). Ondanks de relatief hoge prevalentie van LBD, blijft de genetische etiologie van deze neurodegeneratieve hersenziekten grotendeels onverklaard. Het ontrafelen van de genetische factoren betrokken in complexe aandoeningen is een van de belangrijkste uitdagingen in het domein van de moderne menselijke genetica. Met dit onderzoeksproject willen we een significante bijdrage leveren aan het onderzoek naar LB geassocieerde neurodegeneratie door gebruik te maken van state-of-the-art moleculair genetische en functioneel genomische technologieën. De identificatie van nieuwe causale genen (familie-gebaseerd) en genetische risicofactoren (populatiegebaseerd), alsook de verkenning van het mutatiespectrum van gekende LBD geassocieerde genen in een gedetailleerd gefenotypeerde patiëntenpopulatie, zal ons een beter inzicht verschaffen in de moleculair genetische etiologie van LBD. Bovendien zal een grondigere kennis van de onderliggende oorzaken van LBD een grote stap voorwaarts zijn in de ontwikkeling van doeltreffende behandelingen en/of preventieve maatregelen. Organisaties: • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Jessie Theuns • Christine Van Broeckhoven • Bram Meeus
Identificatie en karakterisatie van nieuwe causale genen voor autosomaal recessieve Charcot-Marie-Tooth neuropathieën. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van mijn project is de moleculaire basis van autosomale recessieve Charcot-Marie-Tooth (ARCMT) neuropathieën beter te begrijpen door de identificatie van nieuwe causale genen. Dit wordt verwezenlijkt door het combineren van exome sequencing en bioinformatica met intra- en inter-familiale homozygosity mapping, haplotype sharing en koppelingsanalyse. Ik bestudeer een grote collectie van ARCMT families met gedocumenteerde verwantschap en/of geografische of etnische clustering, wat het vinden van genen vergemakkelijkt. De gevonden genen kunnen nieuwe pathomechanismen van neurodegeneratie aantonen of kunnen het belang van de reeds gekende nog versterken. Daarnaast biedt deze studie de gelegenheid tot een verbeterde moleculaire diagnose, prognose en ziektepreventie en kunnen potentiële doelwitten voor geneesmiddelen worden gevonden om de ziekte te behandelen. Organisaties: • VIB DMG - Moleculaire Neurogenomica
Onderzoekers: • Albena Jordanova • Derek Atkinson
Identificatie en karakterisatie van nieuwe componenten die mitochondriale dysfunctie kunnen tegengaan met gist als model KU Leuven Abstract: Mitochondriën zorgen voor de energieproductie binnenin de cel, en afwijkingen in hun functie (mitochondrial dysfunctie) is geassocieerd met verschillende humane aandoeningen waaronder aangeboren defecten van het mitochondriale metabolisme zoals de ziekte van Leber, leeftijdsgerelateerdeneurodegeneratieve aandoeningen zoals de ziekte van Alzheimer en Parkinson, maar ook zeldzame aandoeningen zoals de ziekte van Wilson en Niemann Pick type C1. Daarnaast is mitochondriale dysfunctie niet enkel gerelateerd met aangeboren of verworven mutaties, maar kan het ook veroorzaaktworden door bijvoorbeeld medicatie zoals het chemotherapeuticum cisplatine (Cp) of een overmaat koper (Cu) wat het geval is voor de ziekte van Wilson. De ziekte van Wilson wordt gekarakteriseerd door Cu-opstapeling in de lever, wat leidt tot acuut leverfalen of cirrose, maar ook tot neurodegeneratie. Naast Cu-geïnduceerde mitochondriale dysfunctie, induceert een overmaat Cu ook de productie van schadelijke zuurstof molecul Organisaties: • Centr. Microbiële en Plantengenetica
Onderzoekers: • Bruno Cammue • Pieter Spincemaille
Identificatie en karakterisatie van nieuwe DAMPs betrokken bij immunogene apoptose Universiteit Gent Abstract: Het opwekken van ER stress in kankercellen door hypericine-gebaseerde fotodynamische therapie induceert immunogeniciteit. Deze wordt gedeeltelijk gekenmerkt door de vrijstelling van 'schade-geassocieerde moleculaire patronen' (DAMPs). De doelstelling van dit project is enerzijds de identificatie en karakterisatie van nieuwe DAMPs die belangrijk zijn voor immunogeniciteit en anderzijds het bepalen hoe deze DAMPs verschillende biologische processen, zoals anti-kanker reacties, regeneratie en tumor metastase, moduleren. Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Peter Vandenabeele • Dmitri Krysko
Identificatie en karakterisatie van sleutelspelers betrokken in calcium signalering aan de ribbon synaps van de binnenste haarcellen van het gehoor. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Menselijke moleculaire genetica
Onderzoekers: • Isabelle Schrauwen
Identificatie en karakterisatie van Sul1 en Sul2 in Saccharomyces cerevisiae als eerste sulfaat sensoren in de celbiologie KU Leuven Abstract: De gist Saccharomyces cerevisiae wordt reeds vele jaren door de mensgebruikt voor de productie van brood en alcoholische dranken zoals bieren wijn. Recent wordt het ook gebruikt voor de productie van duurzame energiebronnen zoals bioethanol. Naast zijn economische waarde is S. cerevisiae ook het eenvoudigste eukaryoot organisme en bijgevolg intensief bestudeerd om de basisprincipes van het leven te achterhalen. Vele cellulaire processen uit S. cerevisiae zijn sterk geconserveerd in hogere organismen, wat bij het bestuderen van deze processen een voordeel voor de onderzoekers oplevert, aangezien ze kunnen starten vanuit het eenvoudige gist modelsysteem. In de natuur worden cellen van microorganismenblootgesteld aan fluctuerende omgevingscondities. Door middel van talloze aanpassingsmechanismen die doorheen de jaren zijn geëvalueerd kunnen ze zich aanpassen aan deze condities. Met name micro-organismen, zoals S. cerevisiae, worden continu blootgesteld aan snelle veranderingen inhet mill Organisaties: • Afd. Molec. Microbiol. & Biotechnologie
Onderzoekers: • Patrick Van Dijck • Johan Thevelein • Harish Nag Kankipati
Identificatie en karakterisatie van susceptibiliteitsgenen voor bipolaire affectieve stoornissen. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project is gebaseerd op de resultaten van 4 onafuankelijke genomische zoektochten voor bipolaire stoornis (BP). Deze genomische zoektochten hebben geleid tot de identificatie van verschillende chromosomale gebieden die mogelijk genen bevatten voor BP. De beschikbaarheid van grote patienten populaties en het gebruik van 'high throughput' genotyperingsmethoden laten toe om allelische associatiestudies uit te voeren in deze gebieden, wat uiteindelijk zal leiden tot de identificatie van BP geassocieerde genen. Organisaties: • Centrum medische genetica • Medische Genetica (MEDGEN) • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Jurgen Del-Favero • Christine Van Broeckhoven • Stephan Claes • Markus Nöthen
Identificatie en karakterisatie van tumor-initiërende cel in multipel myeloom. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De hypothese van het kankerstamcel model is dat een kleine subpopulatie van de tumorcellen, de kankerstamcel, in staat is om nieuwe tumoren te vormen. Belangrijke eigenschappen van deze tumor-initiërende cel is dat deze zich kan vernieuwen en alle heterogene celtypes van de tumor kan vormen. Deze populatie zou resident zijn tegen huidige therapiën resulterend in herval van de patiënt. Verscheidene onderzoeker hebben de kankerstamcel hypothese onderzocht in de hematologische kanker, multipel myeloom (MM). deze kanker, gekarakteriseerd door groei van kwaadaardige cellen in het beenmerg, is opgebouwd uit een mix van minder gedifferentieerde B-cellen (CD138neg) tot
plasmablast/plasmacellen (CD138pos). Het project bestaat uit de identificatie en karakterisatie van de MM stamcel in het syngeen en immuuncompetent 5TMM muismodel. Voor de identificatie van de tumorigene cel zal de clonogene en tumor-initiërende capaciteit van verschillende MM fracties worden onderzocht, maar zal er ook worden gekeken naar de overblijvende tumorcelpopulatie na behandeling van zieke muizen met chemotherapie. Vervolgens zullen de karakteristieken van de MM stamcel worden geanalyseerd gaande van homing capaciteiten, lokalisatie in het beenmerg, profileratie, celcyclus, zelfvernieuwing en resistentie tot een meer uitgebreid onderzoek van genexpressie met microarrays en kinoom analyse met pepchips met als doel een gerichte therapie te ontwikkelen tegen deze kankerstamcel. Organisaties: • Immunologie en Microbiologie
Onderzoekers: • ELS VAN VALCKENBORGH
Identificatie en karakterisatie van ureum transporters in de kieuwen van de doornhaai, Squalus acanthias. Universiteit Antwerpen Abstract: Kraakbeenvissen bezitten een uniek systeem voor osmoregulatie. Ze hebben hoge gehalten aan ureum en trimethylamine oxide in hun lichaam waardoor zij lichtjes hyperosmotisch zijn te opzichte van hun omgeving. Hierdoor nemen zij continu water op via osmose en hoeven ze niet te drinken. Dit systeem creëert een enorme ureum gradiënt ter hoogte van de kieuwen, die mede onderhouden wordt door een ureum transporter in de basolaterale membraan. Met de huidige studie willen we deze transporter identificeren en karakteriseren. Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Gudrun De Boeck
Identificatie en karakterisatie van verschillende genen betrokken bij celelongatie in Arabidopsis thaliana. Universiteit Antwerpen Abstract: De wortel en het hypocotyl van Arabidopsis dienen als modelsysteem om het celelongatieproces beter te begrijpen. Verschillende microarrays leveren genen op die in dit proces een sleutelrol kunnen spelen. Van deze verschillende genen worden transgene promotor-GUS en -GFPplanten aangemaakt om het expressiepatroon te bestuderen. Planten met een veranderde genexpressie geven een idee over de impact van deze veranderingen op het fenotype van de planten. Deze experimenten stellen ons in staat de rol van de opgepikte genen in het celelongatieproces te ontrafelen Organisaties: • Plantengroei en -ontwikkeling • Plantenmorfologie
Onderzoekers: • Kris Vissenberg
Identificatie en karakterisering van celmembraan-gebonden enzymen betrokken in de nucleotide-afhankelijke groei en in de invasie van tumorcellen. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project beoogt de identificatie van de nucleotide-geactiveerde receptoren betrokken in de groei van tumorcellen. Celmembraangebonden enzymen, welke nucleotiden hydrolyseren en het activeringspatroon van de betrokken receptoren wijzigen, zullen worden gekarakteriseerd. Meer specifiek zal het effect van een nucleotide pyrofosfatase op de nucleotide-afuankelijke groei en op de invasiviteit van tumorcellen worden onderzocht Organisaties: • Cellulaire biochemie • Cellulaire biochemie
Onderzoekers: • Herman Slegers
Identificatie en karakterisering van de resterende melanoomcellen tot MAPL-gerichte therapie : een zoektocht naar biomarkers en nieuwe therapeutische mogelijkheden Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Geert Berx
Identificatie en karakterisering van de (virale) substraten van granzymes door gerichte, petidengebaseerde gelvrije proteoomanalyses Universiteit Gent Abstract: De COFRADIC of 'COmbinded FRActional DIagonal Chromatography' technologie laat toe om N-terminale peptiden specifiek te isoleren. Daar eiwitverknipping aanleiding heeft tot een nieuw eiwitfragment en dus een nieuwe N-terminus, laat deze tevens toe om eiwitprocessing op een globale schaal te bestuderen. Deze 'protease degradomics' methodologie zal in dit project aangewend worden om granzyme gemedieerde celdood en gastheer/virus interactie te bestuderen. Organisaties: • Vakgroep biochemie
Onderzoekers: • Kris Gevaert
Identificatie en karakterisering van eiwitten betrokken in huiddifferentiatie Universiteit Gent Abstract: De pidermis is een zelf-vernieuwend, stratifiërend epitheel dat een uniek systeem vormt om de mechanismen van weefsel homeostase en differentiatie te bestuderen. Dit project focusseert op de studie van twee eiwitten geïdentificeerd in onze laboratoria, ECM1 en caspase-14, waarbij er aanwijzingen zijn voor een eventuele betrokkenheid bij epidermale-dermale communicatie. Hun exacte functie is echter niet gekend. Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Wim Declercq
Identificatie en karakterisering van eiwitten betrokken in huiddifferentiatie. Universiteit Antwerpen Abstract: Evalueren van de biologische rol van ECM1 en caspase-14 gebruikmakend van in vitro huidequivalenten. Identificatie van epidermale ECM1-bindende eiwitten. Onderzoek naar de rol van ECM1 ams NF-kB activator. Identificatie van de ECM1b-inducerende factor geproduceerd door dermale fibroblasten. Ontwikkelen van een muismodel voor lipoide proteinosen en caspase-14 substraten. Identificatie van caspase-14 substraten. Identificatie van de caspase-14-activerende factor. Organisaties: • Moleculaire biotechnologie
Onderzoekers: • Joseph Merregaert
Identificatie en karakterisering van genen die gemoduleerd worden tijdens de seksuele reproductie van diatomeeën Universiteit Gent Abstract: Diatomeeën vertonen een karakteristieke levenscyclus. Cellen in de vegetatieve fase ondergaan opeenvolgende celdelingen wat resulteert in celgrootte reductie en een transitie naar seksuele voortplanting. Er wordt een transcript profilering uitgevoerd op de te onderscheiden fasen van de levenscyclus. Via transformatie experimenten wordt er zo getracht een set van genen samen te stellen die essentieel zijn voor de regulatie van de seksuele reproductie in diatomeeën. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Dirk Inzé • Wim Vyverman
Identificatie en karakterisering van kandidaat genen voor de verbeteringvan de abiotische stresstolerantie in planten KU Leuven Abstract: In this research project fundamental knowledge about drought stress response in model organisms including the protective role of trehalose is exploited to improve drought resistance in the economically important banana crop. Recently, a novel bifunctional trehalose biosynthesis gene wasidentified that encodes both enzymatic activities that are required fortrehalose synthesis. Transgenic homozygous Arabidopsis thaliana plants carrying this gene will be tested for drought resistance. Similar expression constructs for banana transformation containing different promoterswill be generated. The banana trehalose biosynthesis genes will be isolated and overexpression vectors carrying the full-length or truncated genes will be back-transformed to increase banana drought resistance. In addition, a screen for enhanced drought tolerance of baker#s yeast using a Selaginella lepidophylla cDNA library identified specific candidate genes for drought resistance engineering. These genes will be introduc Organisaties: • Afd. Molec. Microbiol. & Biotechnologie
Onderzoekers: • Patrick Van Dijck • Suzana Pampurova
Identificatie en karakterisering van mutanten met verhoogde DNA-stress resistentie in Arabidopsis thaliana en Zea mays Universiteit Gent Abstract: IWT/SB-lichting 2014 IWT/SB/Eekhout Thomas/131190 Identificatie en karakterisering van mutanten met verhoogde DNA-stress resistentie in Arabidopsis thaliana en Zea mays Organisaties: • Vakgroep Plantenbiotechnologie en Genetica
Onderzoekers: • Lieven De Veylder
Identificatie en karakterisering van nieuwe antilichaam biomarkers na ruggenmergschade Universiteit Hasselt Abstract: Ruggenmergschade veroorzaakt irreversibele schade aan het zenuwweefsel en neuroinflammatie, wat leidt tot verlies van motorische en sensorische functies en functionele stoornissen in blaas en darm. De ontstekings- en autoimmuunprocessen die ontstaan na ruggenmergschade spelen mogelijk een rol in zowel spontane herstelprocessen als in secundaire schade. Recente studies opperen dat B-cellen en hun antilichamen betrokken zijn in immuunresponsen die ontstaan na ruggenmergschade. In vivo diermodellen tonen aan dat B-cellen en hun antilichamen weefselschade verergeren en het neurologisch herstel belemmeren. Tot hiertoe is de identiteit van de antigenen waartegen deze antilichamen gericht zijn nog ongekend. Bij patiënten met ruggenmergschade zijn reeds antilichamen teruggevonden gericht tegen centraal zenuwstelsel eiwitten, glycoproteïnen en lipiden. Bovendien lijkt er een correlatie te bestaan tussen de aanwezigheid van deze antilichamen en verhoogde post-ruggenmergschade complicaties. Ondanks deze bevindingen zijn er geen sterke aanwijzingen voor de biologische rol van B-cellen en hun antilichamen in ruggenmergschade pathologie bij de mens. Uitgebreide analyses van serumstalen zijn nodig om de werkelijke prevalentie, specificiteit en pathogene relevantie van ruggenmergschade geïnduceerde antilichamen te onthullen. De prognose na ruggenmergschade wordt gesteld op basis van vroeg klinisch onderzoek, de leeftijd en aanvullende fysiologische testen. Hoewel de aanwezigheid van sacraal gevoel (72 uur tot 1 week na schade) de meest belangrijke prognostische indicator is, is zijn voorspellend karakter gelimiteerd. Naast het ontbreken van een betrouwbare prognostische biomarker is er geen universeel geaccepteerde, standaard therapie voor neuroinflammatie bij patiënten met ruggenmergschade die resulteert in een beter neurologisch of functioneel herstel. Dit project focust op de identificatie en karakterisatie van nieuwe antilichaam biomarkers in patiënten met ruggenmergschade. Antilichamen aanwezig in het bloed als gevolg van ruggenmergschade zullen geïdentificeerd worden door middel van serologische antigeenselectie (SAS). Hierdoor zal een nieuw panel van antilichaam biomarkers verkregen worden, dat verder bestudeerd zal worden voor zijn relevantie in ruggenmergschade door middel van een screening. Deze kennis zal ons meer inzicht geven in de onderliggende processen van ruggenmergschade bij de mens, wat essentieel is voor de ontwikkeling van nieuwe prognostische testen en effectieve behandelingen in de toekomst.
Organisaties: • Immunologie - Biochemie • Biomedisch Onderzoeks Instituut
Onderzoekers: • Veerle SOMERS
Identificatie en karakterisering van nieuwe causale genen voor autosomale recessieve Charcot-Marie-Tooth neuropathieën. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van mijn project is de moleculaire basis van autosomale recessieve Charcot-Marie-Tooth (ARCMT) neuropathieën beter te begrijpen door de identificatie van nieuwe causale genen. Dit wordt verwezenlijkt door het combineren van exome sequencing en bioinformatica met intra- en inter-familiale homozygosity mapping, haplotype sharing en koppelingsanalyse. Ik bestudeer een grote collectie van ARCMT families met gedocumenteerde verwantschap en/of geografische of etnische clustering, wat het vinden van genen vergemakkelijkt. De gevonden genen kunnen nieuwe pathomechanismen van neurodegeneratie aantonen of kunnen het belang van de reeds gekende nog versterken. Daarnaast biedt deze studie de gelegenheid tot een verbeterde moleculaire diagnose, prognose en ziektepreventie en kunnen potentiële doelwitten voor geneesmiddelen worden gevonden om de ziekte te behandelen. Organisaties: • VIB DMG - Moleculaire Neurogenomica
Onderzoekers: • Albena Jordanova • Derek Atkinson
Identificatie en karakterisering van nieuwe causale genen voor Lewy Body hersenziekten door middel van next-generation sequencing. Universiteit Antwerpen Abstract: Lewy body aandoeningen (LBD) vertegenwoordigen een heterogene groep van neurodegeneratieve hersenziekten (NBD) die gekarakteriseerd worden door de aanwezigheid van intraneuronale -synucleïne bevattende inclusielichaampjes, Lewy lichaampjes. De Lewy body variant van de ziekte van Alzheimer definieert het ene uiteinde van het spectrum, de ziekte van Parkinson (PD) het andere en Lewy body dementie en de ziekte van Parkinson met dementie bevinden zich tussen beide. Met een prevalentie van ~2 % in de populatie ouder dan 65 jaar is PD de tweede meest voorkomende NBD. Genetische koppelingsanalyses in zeldzame PD-families met een autosomaal dominant of recessief overervingspatroon hebben tot de identificatie van meer dan 5 genen geleid waarin mutaties tot PD leiden. Ontleding van hun corresponderende genproducten was de primaire informatiebron voor de huidige kennis van de PD pathogenese. De bijdrage van deze genen tot de genetische etiologie van PD in onze Belgische populatie is echter relatief beperkt. Met dit doctoraat wil ik bijdragen tot de identificatie van nieuwe PD-genen door middel van genoomwijde sequentiebepaling in Belgische PD-families. Vervolgens zal het het pathogeen effect van de geïdentificeerde gendefecten functioneel gekarakteriseerd worden. De verwachtte resultaten zullen bijdragen aan de opheldering van de onderliggende pathomechanismen van PD en verwante LBD en zullen belangrijk zijn voor de ontwikkeling van meer accurate diagnostische methoden en therapieën. Organisaties: • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Jessie Theuns • Christine Van Broeckhoven • Aline Verstraeten
Identificatie en karakterisering van sex-specifieke eiwitten en genen in het bruinwier Ectocarpus siliculosus Universiteit Gent Abstract: Deze studie omvat de karakterisatie van lectines en glycoproteïnen op de flagellen plasmamembranen van mannelijke en vrouwelijke gameten bij het bruiwier Ectocarpus siliculosus. Proteinen worden geisoleerd middels affiniteitschromatografie en vervolgens partieel gesequeneerd. De genen die coderen voor deze proteinen worden vervolgens geïdentificeerd in het Ectocarpus genoom. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Olivier De Clerck
Identificatie en karakterisering van Virale en Gastheerfactoren betrokken bij de pathogeniciteit van Influenza A Virus Universiteit Gent Abstract: De pathogenese van influenza A virussen wordt bepaald door de genetische constellatie vna het virus en de gastheer maar is nog grotendeels ongekend. Door een vergelijkende genetische en proteoomanalyse van het infectieproces van een laag- en een hoog-pathogeen influenza A virus zal getracht worden om nieuwe pathogenesedeterminanten te identificeren. Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Xavier Saelens
Identificatie en kinetische analyse van ongekende en gekende uremische retentiestoffen en optimalisatie van hun eliminatie Universiteit Gent Abstract: Uremische retentiestoffen stapelen zich op als de nieren falen. Studies worden ondernomen om 1) de concentratie van gekende retentiestoffen te analyseren 2) nog niet gekende retentiestoffen te ontdekken en hun concentratie te meten 3) hun kinteiek gedurende hun verwijdering met dialyse te analyseren 4) op zoek te gaan naar methodes die de efficiëntie van de verwijdering van deze stoffen verbeteren. Organisaties: • Vakgroep Inwendige ziekten
Onderzoekers: • Raymond Vanholder
Identificatie en optimalisatie van ethanoltolerantiemechanismen in Escherichia coli door middel van experimentele evolutie. KU Leuven Abstract: Bio-ethanol is een milieuvriendelijk alternatief voor het gebruik van fossiele brandstoffen. Deze vorm van energie wordt verkregen via microbiële fermentatie, waarbij suiker omgezet wordt tot ethanol. Dit gebeurt doorgaans met behulp van gisten als productie-organisme, maar de
laatste jaren wordt er evenwel ook aandacht besteed aan het potentieel van genetisch gewijzigde bacteriën in de productie van bio-ethanol. Het modelorganisme Escherichia coli treedt hierbij op de voorgrond, hoewel de lage intrinsieke ethanoltolerantie van dit species eerder laag is. Een hogereethanoltolerantie is wel vereist voor een hogere ethanolproductie. De mechanismen achter ethanoltolerantie in E. coli zijn echter slecht begrepen. Onderzoek wees uit dat ethanoltolerantie afhangt van samenwerkingtussen verschillende genen, zogenaamde epistatische interacties. Klassieke genetische onderzoeken, waarbij vooral het effect van enkelvoudige genen bestudeerd worden, kunnen de complexe interacties niet in kaart bren Organisaties: • Centr. Microbiële en Plantengenetica
Onderzoekers: • Jan Michiels • Natalie Verstraeten • Toon Swings
Identificatie en populatiedynamica van micro-organismen actief in cacaofermentatie en hun invloed op de cacaoverwerking in functie van een optimaal aromaprofiel voor chocolade. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit onderzoeksproject heeft tot doel het cacaofermentatieproces te vereenvoudigen en de verdere cacaoverwerking te optimaliseren, in het bijzonder het roosteren en concheren. Dit onderzoeksproject heeft in het bijzonder tot doel een startercultuur te ontwikkelen voor een gecontroleerd cacaofermentatieproces, van nut voor de productie van cacao en gerelateerde producten via studie van de microbiële biodiversiteit en populatiedynamica van spontane cacaofermentatieprocessen, en de verdere cacaoverwerking te optimaliseren (roosteren en concheren), in relatie tot de imapct op aroma en kleur van de cacaomassa door gecontroleerde cacaofermentatie. Het uiteindelijke doel is de reductie/eliminatie van het roost- en concheringsproces door controle van de cacaofermentatie, hetgeen zou kunnen leiden tot een duurzame ontwikkeling van bestaande cacaoprocestechnologieën. Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • Luc DE VUYST
Identificatie en regeling beta cel fenotypes met therapeutisch potentieel. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project steunt op de werkhypothese dat beta cellen kunnen voorkomen als verschillende fenotypes die elk gekarakteriseerd worden door een specifiek gen- en proteine expressie en door functionele kenmerken, in het bijzonder in termen van celoverleving en deling, insuline productie en reserve, gevoeligheid voor glucose. Organisaties: • Pathologische Biochemie en Fysiologie • Medische Biochemie
Onderzoekers: • Henry HEIMBERG • DANIEL PIPELEERS • KARINE HELLEMANS • ZHIDONG LING
Identificatie en signaalweganalyse van directe en miRNA-gereguleerde MYCN-doelwitgenen in neuroblastoom Universiteit Gent Abstract: Neuroblastoom is de meest voorkomende extracraniale vaste tumor bij kinderen. Ondanks multimodale behandeling blijft de prognose voor de meeste patiënten zeer ongunstig. Een subgroep van agressieve neuroblastoomtumoren wordt gekenmerkt door amplificatie van de MYCN transcritpiefactor. De identificatie van nieuwe MYCN-doelwitgenen kan resulteren in betere behandelingsstrategieën. Organisaties: • Vakgroep Pediatrie en genetica
Onderzoekers: • Franki Speleman
Identificatie en structuur-functie analyse van nieuwe cytoplasmatische lysofosfatidinezuur (LPA)-bindende proteïnen en hun implementatie als fluorescente intracellulaire detectieprobes Universiteit Gent Abstract: In dit lipidomics project worden LPA-bindende proteïnen geïsoleerd aan de hand van affiniteitschomatografie. Na identificatie met massa spectrometrische methoden wordt hun interactie met LPA biofysisch onderzocht, en in levende cellen met behulp van de intracellulaire dynamiek van bepaalde lipiden waartegen tegen antilichamen bestaan. Organisaties: • Vakgroep biochemie
Onderzoekers: • Jan Gettemans
Identificatie en studie van specifieke intracellulaire methylglyoxal-afgeleide Advanced Glycation End producten (AGEs) , die een rol spelen in de dysfunctie van endothelium onder hyperglycaemic condities in diabetes Universiteit Gent Abstract: In diabetes is er aangetoond dat verhoogde concentraties aan methylglyoxaal (MG), een cytotoxisch bijprodukt van de glycolyse, aanleiding heeft tot de vorming van AGEs die in belangrijke mate bijdragen tot de ontwikkeling van complicaties in diabetes patienten. In onze onderzoeksgroep werd een nieuwe signaalweg ontdekt die leidt tot de enzymatische vorming van specifieke MG-AGEs. De doelstelling is deze signaalweg verder op te helderen en aldus een aangrijppunt te vinden voor een mogelijke therapie. Organisaties: • Vakgroep biochemie
Onderzoekers: • Katia Vancompernolle
Identificatie en studie van specifieke intracellulaire methylglyoxal-afgeleide Advanced Glycation End producten (AGEs) , die een rol spelen in de dysfunctie van endothelium onder hyperglycaemic condities in diabetes Universiteit Gent Abstract: In diabetes is er aangetoond dat verhoogde concentraties aan methylglyoxaal (MG), een cytotoxisch bijprodukt van de glycolyse, aanleiding heeft tot de vorming van AGEs die in belangrijke mate bijdragen tot de ontwikkeling van complicaties in diabetes patiënten. In onze
onderzoeksgroep werd een nieuwe signaalweg ontdekt die leidt tot de enzymatische vorming van specifieke MG-AGEs. De doelstelling is deze signaalweg ontdekt die leidt tot de enzymatische vorming van specifieke MG-AGEs. De doelstelling is deze signaalweg verder op te helderen en aldus een aangrijppunt te vinden voor een mogelijke therapie. Organisaties: • Vakgroep biochemie
Onderzoekers: • Joël Vandekerckhove • Katia Vancompernolle
Identificatie en validatie van eiwit interactiepartners en substraten van PINK1 en LRRK2, twee kinasen gelinkt aan de ziekte van Parkinson. KU Leuven Abstract: De ziekte van Parkinson (PD) is een veel voorkomende neurodegeneratieveaandoening die wereldwijd meer dan vier miljoen personen treft. Tot op heden zijn de exacte ontstaansmechanismen van PD nog niet volledig gekend. De huidige therapie verbetert de motor symptomen maar kan de progressie van de ziekte niet vertragen. In de afgelopen 17 jaar heeft de identificatie van mutaties in genen die PD kunnen veroorzaken enorm bijgedragen tot inzichten in de pathologie van PD. Wij geloven dat inspanningen omde moleculaire processen die aan de basis liggen van deze genetische vormen van PD beter te begrijpen, zal leiden tot de ontdekking van therapeutische strategieën. In 2004 zijn mutaties met een autosomaal recessief overervingspatroon in PINK1 geïdentificeerd in families met juveniele PD. PINK1 is ser/thr kinase met een Nterminaal mitochondriaal lokalisatiesignaal en een centraal kinase domein. Er werd aangetoond dat PINK1 eenrol speelt bij de regulatie van mitochondriale functie. Mutaties in Organisaties: • Onderzoeksgr_Neurobio_en Gentherapie
Onderzoekers: • Veerle Baekelandt • Chris Van Den Haute • Jean-Marc Taymans • Lauran Reyniers
Identificatie en validatie van lange niet-coderende RNA-moleculen die HIV latency beinvloeden Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Inwendige ziekten
Onderzoekers: • Linos Vandekerckhove
Identificatie en validatie van moleculaire mechanismen betrokken in necrotische celdood Universiteit Gent Abstract: We zullen gereguleerde necrosis verder onderzoeken, adhv high througput (GT) technieken and high content screening (HTS), steunend op geautomatiseerde microscopie. De geindentificeerde mechanismen zullen vervolgens gevalideerd worden in in vivi ziekte-modelsystemen waarbij necrotische celdood een significante rol kan spelen (TNF-geinduceerde shock en enteritis, IBD, diabetes, ischemia/reperfusie). Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Peter Vandenabeele
Identificatie en validatie van RIP1 interagerende eiwitten en substraten in necrotische celdood Universiteit Gent Abstract: Necrotische celdood treedt op bij virale infecties, infarcten en orgaan transplantaties en is afhankelijk van de kinase-activiteit van Receptor Interacting Protein (RIP1). Het is de bedoeling van dit project om met een specifieke inhibitor substraten (fosfospecifieke MS analyse en een peptide-array) en interactoren (co-immunoprecipitaties van RIP1 uit necrotisch stervende cellen) van RIP1 te identificeren. Deze informatie zal ons een beter inzicht verschaffen in de necrotische signaaltransductie. Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Peter Vandenabeele
Identificatie, functionele karakterisatie en evolutie van de mating type locus in pennate diatomeeën Universiteit Gent Abstract: Met huidig projectvoorstel beogen we om (1) het sex determinatie systeem van de pennate diatomee Seminavis robusta te identificeren en in kaart te brengen aan de hand van 'Bulked Segregant Analysis' in combinatie met AFLP (2) MT genen functioneel te karakteriseren aan de hand van RT-PCR en genetische transformatie en (3) de evolutie van geselecteerde MT locus genen te bestuderen in verwante soortscomplexen waarbinnen variatie bestaat in sexuele patronen en mating strategiën. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Koen Sabbe
Identificatie, functionele karakterisatie en evolutie van genen en moleculair-genetische mechanismen betrokken bij mating type determinatie en sexuele reproductie in diatomeeën Universiteit Gent Abstract: De model diatomee Seminavis robusta zal gebruikt worden om de levenscyclus en de moleculair-genetische mechanismen die mating type determinatie en sexuele reproductie regelen te bestuderen. Verschillende moleculaire methodes zullen gebruikt worden om de betrokken genen en processen te identificeren en functioneel te karakteriseren. Vervolgens zullen we de beschikbare genomische bronnen gebruiken om de evolutie van deze genen binnen de diatomeeën te bestuderen. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Wim Vyverman • Koen Sabbe
Identificatie, kwantificering en monetaire waardering van de ecosysteemdiensten die worden geleverd door de natuurdomeinen van ANB. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds VITO. UA levert aan VITO de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire
Identificatie met optische technieken van interactieproducten aanwezig op metalen ten gevolge van oppervlaktereacties Vrije Universiteit Brussel Abstract: Meer en meer wordt er bij de ontwikkeling van materialen naar gestreefd tot een verbetering van de performantie te komen door een differentiatie te maken tussen de bulk- en de oppervlakte-eigenschappen. In het geval van metalen worden hiertoe vaak elektrochemische processen ingezet. Om deze processen te kunnen optimaliseren in functie van de specifieke toepassing is het noodzakelijk het mechanisme erachter te kennen. De in-situ identificatie van interactieproducten die zich vormen op het metaaloppervlak speelt hierbij een sleutelrol. Hiervoor wordt in dit project gebruik gemaakt van de optische technieken Raman spectroscopie en spectroscopische ellipsometrie. De concrete onderzoekstopics van het project zijn: identificatie van adsorptielagen, hydratatielagen op Al, polymeerlagen. Organisaties: • Metallurgie, Elektrochemie en Materialenkennis
Onderzoekers: • ANNICK HUBIN • Orlin BLAJIEV
Identificatie met optische technieken van interactieproducten aanwezig op metalen ten gevolge van oppervlaktereacties Vrije Universiteit Brussel Abstract: Meer en meer wordt er bij de ontwikkeling van materialen naar gestreefd tot een verbetering van de performantie te komen door een differentiatie te maken tussen de bulk- en de oppervlakte-eigenschappen. In het geval van metalen worden hiertoe vaak elektrochemische processen ingezet. Om deze processen te kunnen optimaliseren in functie van de specifieke toepassing is het noodzakelijk het mechanisme erachter te kennen. De in-situ identificatie van interactieproducten die zich vormen op het metaaloppervlak speelt hierbij een sleutelrol. Hiervoor wordt in dit project gebruik gemaakt van de optische technieken Raman spectroscopie en spectroscopische ellipsometrie. De concrete onderzoekstopics van het project zijn: identificatie van adsorptielagen, hydratatielagen op Al, polymeerlagen. Organisaties: • Metallurgie, Elektrochemie en Materialenkennis
Onderzoekers: • ANNICK HUBIN • JEAN VEREECKEN • HERMAN TERRYN • Orlin BLAJIEV
Identificatie, optimalisatie en validatie van necroptosis inhibitoren Universiteit Gent Abstract: Recente bevindingen suggereren dat necroptotische celdood betrokken is in meerdere ontstekingsziekten. Het blokkeren van de cellulaire processen die tot necrose leiden zou dus een geschikt doelwit kunnen vormen voor therapeutische interventie in deze ziekten, als alternatief voor de huidige anti-TNF therapieën, die ernstige nadelen vertonen. Daarom zal dit project zich richten op de identificatie en validatie van necroptose remmers. Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Wim Declercq • Peter Vandenabeele
Identificatie, optimalisatie en validatie van necroptosis inhibitoren. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Medicinale chemie (UAMC)
Onderzoekers: • Koen Augustyns
Identificatie van autoantistoffen met pathogene impact op ruggenmergschade. Universiteit Hasselt Abstract: "Identificatie van auto-antilichamen met pathogene impact op de dwarslaesie ' Steeds meer bewijs toont aan dat B-cellen worden geactiveerd door het traumatisch centrale zenuwstelsel (CNS) letsel en dat zij deelnemen aan opeenvolgende degeneratieve schade aan het CZS. Door het gebrek aan kennis over de exacte antigeen doelstellingen die kunnen worden herkend door zowel pathogene T-cellen en auto-antilichamen, wordt de ontwikkeling van effectieve therapieën en diagnostische tests belemmerd. Het onderzoek van nieuwe kandidaat-antigenen is daarom geboden. Het doel van dit project is het identificeren van auto-antilichamen die deelnemen aan post-ruggenmerg pathologie. Na identificatie van post-ruggenmergtrauma (SCI) geïnduceerde autoantilichamen, zal de pathogene relevantie van deze antistoffen in de ziekteprocessen onderzocht worden door het lokaal te injecteren in SCI laesies in een in vivo model SCI. De opheldering van de rol van deze nieuwe SCI-geïnduceerde auto-antistoffen is van cruciaal belang om een beter inzicht te geven in de onderliggende pathogenese van SCI, dats een randvoorwaarde is voor de identificatie van nieuwe therapeutische targets. Organisaties: • Immunologie - Biochemie • Morfologie • Biomedisch Onderzoeks Instituut
Onderzoekers: • Sven HENDRIX • Veerle SOMERS
Identificatie van bacteriocines met antibacteriële activiteit tegen Clostridium difficile Universiteit Gent Abstract: Clostridium difficile is een anaerobe, sporevormende, facultatief pathogene bacterie voor zowel mens als dier. De huidige antibioticumtherapiën blijken steeds minder efficiënt te zijn. Daarom is het van groot belang onderzoek te doen naar mogelijke alternatieve behandelingsmethoden. In dit project wordt gezocht naar eiwitten (bacteriocines) die actief zijn tegen Clostridium difficile en de rest van de darmflora zo weinig mogelijk verstoren. Organisaties: • Vakgroep Pathologie, bacteriologie en pluimveeziekten
Onderzoekers: • Filip Van Immerseel
Identificatie van biomarker(s) voor subklinische necrotische enteritis Universiteit Gent Abstract: necrotische enteritis Evonik Industries AG Organisaties: • Vakgroep Pathologie, bacteriologie en pluimveeziekten
Onderzoekers: • Filip Van Immerseel
Identificatie van biomerkers d.m.v. proteoomanalyse voor het opsporen van cervixcarcinomen. Universiteit Antwerpen Abstract: Cervixcarcinomen worden veroorzaakt door het humaan papillomavirus (vnl. door "high risk" HPV-types 16, 18, 31, 45 en 58) en vormen wereldwijd de tweede meest frequente kanker die voorkomt bij vrouwen. Screening (i.e. de zogenaamde "Papanicolaou smeer") is gebaseerd op het opsporen van morfologische celveranderingen maar wordt echter gekenmerkt door een lage sensitiviteit. Vandaar zal binnen dit doctoraatsproject getracht worden om aan de hand van cervicovaginaal vocht (CVV) biomerkers te identificeren, met behulp van proteoomanalytische technieken, die gebruikt kunnen worden voor het vroegtijdig opsporen van premaligne cervicale laesies. Wegens de complexe compositie van het CVV zullen de stalen (lavages of swabs) chromatografisch over verschillende dimensies gescheiden worden en met behulp van differentiële massaspectrometrie worden gekarakteriseerd. Organisaties: • Proteïnechemie, proteoomanalyse en epigenetische signalisatie (PPES)
Onderzoekers: • Xaveer Van Ostade • Geert Van Raemdonck
Identificatie van biomerkers d.m.v. proteoomanalyse voor het opsporen van cervixcarcinomen. Universiteit Antwerpen Abstract: Cervixcarcinomen worden veroorzaakt door het humaan papillomavirus (vnl. door "high risk" HPV-types 16, 18, 31, 45 en 58) en vormen wereldwijd de tweede meest frequente kanker die voorkomt bij vrouwen. Screening (i.e. de zogenaamde "Papanicolaou smeer") is gebaseerd op het opsporen van morfologische celveranderingen maar wordt echter gekenmerkt door een lage sensitiviteit. Vandaar zal binnen dit doctoraatsproject getracht worden om aan de hand van cervicovaginaal vocht (CVV) biomerkers te identificeren, met behulp van proteoomanalytische technieken, die gebruikt kunnen worden voor het vroegtijdig opsporen van premaligne cervicale laesies. Wegens de complexe compositie van het CVV zullen de stalen (lavages of swabs) chromatografisch over verschillende dimensies gescheiden worden en met behulp van differentiële massaspectrometrie worden gekarakteriseerd. Organisaties: • Proteïnechemie, proteoomanalyse en epigenetische signalisatie (PPES)
Onderzoekers: • Xaveer Van Ostade • Geert Van Raemdonck
Identificatie van biomerkers voor affectieve aandoening aan de hand van subtractieve suppressie hybridisatie. Universiteit Antwerpen Abstract: Bipolaire aandoening (BP) is een ernstige psychiatrische aandoening die gekarakteriseerd wordt door episoden van manie en episoden van depressie. De aandoening is nefast voor zowel patiënt als omgeving, gemiddeld 10 ' 20% van de patiënten sterven voortijdig door zelfmoord. BP heeft een `lifetime prevalence' van 0,5 ' 1,5% en een significante genetische component voor deze aandoening werd aangetoond met familie-, tweelingen- en adoptiestudies. Met behulp van koppelingsanalyses en associatiestudies werden reeds verschillende gevoeligheidsloci en 'genen geïdentificeerd maar tot op heden brachten deze nog geen causaal gen op. Het grootste probleem van deze aandoening ligt bij de behandeling. De evaluatieperiode van voorgeschreven medicatie bij een depressieve fase ligt tussen de 4 tot 6 weken, waarna een andere behandeling kan uitgeprobeerd worden wanneer de vorige ineffectief bleef. In 20% van de gevallen kan er geen effectieve medicatie gevonden worden binnen de 2 ' 3 jaar. Daarenboven kunnen `moodstabilisers' zoals lithium, carbamazepine en valproaat maar geëvalueerd worden wanneer ze ineffectief blijken te zijn, wanneer de patiënt hervalt in een episode van stemmingsstoornis. Het doel van dit project is het ontdekken van `biomarkers' voor BP, welke op basis van een typerende differentiële genexpressie een onderscheid kunnen maken tussen patiënt en controle. Daaropvolgend zullen deze `biomarkers' gebruikt worden om een onderscheid te maken tussen de verschillende subtypen en de verschillende affectieve fasen van deze aandoening. Deze `biomarkers' zullen bekomen worden door een Suppressieve Subtractie Hybridisatie (SSH) van post mortem hippocampaal en frontale kwab weefsel, totaal bloed en lymphoblast cellijnen. De analyse van deze subtractieve banken zullen resulteren in een lijst van differentieel geëxpresseerde genen tussen patiënt en controle. Met deze informatie zullen er antwoorden gezocht worden naar vragen zoals: Welke genen participeren in de pathways van de aandoening? Wat zijn de differentieel geëxpresseerde genen tussen patiënt en controle, de verschillende subtypen en de verschillende affectieve fasen? Welke associaties zijn er tussen de genexpressie van de verschillende genen en wat zijn de parallellen tussen bloed en de hersenen? Organisaties: • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten • VIB DMG - Toegepaste Moleculaire Genomica
Onderzoekers: • Jurgen Del-Favero • Christine Van Broeckhoven
Identificatie van biomerkers voor bipolaire aandoening aan de hand van subtractieve suppressie hybridisatie en microarray technologie.
Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project beoogt de identificatie van biomerkers voor BP aanwezig in bloed. Deze biomerkers maken een geïndividualiseerd farmacologisch profiel mogelijk wat vervolgens zal leiden tot een efficiëntere farmacologische behandeling van BP patiënten. Bloed biomerkers zullen worden geïsoleerd met behulp van de 'Suppression Subtractive Hybridisation' (SSH) techniek waarbij differentieël geëxpresseerde genen tussen patiënten en controle individuen kunnen opgespoord worden. De bekomen kollektie van differentieël geëxpresseerde genen wordt via microarray analyse onderworpen aan een aantal testen om differentiële expressie tussen patiënt en controle op te sporen, de verschillen tussen de subtypes van de aandoening en finaal de verschillende fasen van de aandoening. Hierbij wordt een antwoord gezocht op volgende vragen: - In welke mate verschilt de genexpressie in bloed tussen patiënt en controle? - In welke mate verschilt de genexpressie in bloed van patiënten met verschillende subtypen en tussen de verschillende affectieve fasen (depressie en manie) van de aandoening? - Welke verbanden kan men leggen in de genexpressie tussen de verschillende genen? - Zijn de biomerkers potentiële farmacologische doelmoleculen? Organisaties: • VIB DMG - Toegepaste Moleculaire Genomica
Onderzoekers: • Jurgen Del-Favero
Identificatie van biomerkers voor bipolaire aandoening aan de hand van suppressieve subtractie hybridisatie. Universiteit Antwerpen Abstract: Bipolaire aandoening (BP) is een ernstige psychiatrische aandoening die gekarakteriseerd wordt door episoden van manie en episoden van depressie. De aandoening is nefast voor zowel patiënt als omgeving, gemiddeld 10 ' 20% van de patiënten sterven voortijdig door zelfmoord. BP heeft een `lifetime prevalence' van 0,5 ' 1,5% en een significante genetische component voor deze aandoening werd aangetoond met familie-, tweelingen- en adoptiestudies. Met behulp van koppelingsanalyses en associatiestudies werden reeds verschillende gevoeligheidsloci en 'genen geïdentificeerd maar tot op heden brachten deze nog geen causaal gen op. Het grootste probleem van deze aandoening ligt bij de behandeling. De evaluatieperiode van voorgeschreven medicatie bij een depressieve fase ligt tussen de 4 tot 6 weken, waarna een andere behandeling kan uitgeprobeerd worden wanneer de vorige ineffectief bleef. In 20% van de gevallen kan er geen effectieve medicatie gevonden worden binnen de 2 ' 3 jaar. Daarenboven kunnen `moodstabilisers' zoals lithium, carbamazepine en valproaat maar geëvalueerd worden wanneer ze ineffectief blijken te zijn, wanneer de patiënt hervalt in een episode van stemmingsstoornis. Het doel van dit project is het ontdekken van `biomarkers' voor BP, welke op basis van een typerende differentiële genexpressie een onderscheid kunnen maken tussen patiënt en controle. Daaropvolgend zullen deze `biomarkers' gebruikt worden om een onderscheid te maken tussen de verschillende subtypen en de verschillende affectieve fasen van deze aandoening. Deze `biomarkers' zullen bekomen worden door een Suppressieve Subtractie Hybridisatie (SSH) van post mortem hippocampaal en frontale kwab weefsel, totaal bloed en lymphoblast cellijnen. De analyse van deze subtractieve banken zullen resulteren in een lijst van differentieel geëxpresseerde genen tussen patiënt en controle. Met deze informatie zullen er antwoorden gezocht worden naar vragen zoals: Welke genen participeren in de pathways van de aandoening? Wat zijn de differentieel geëxpresseerde genen tussen patiënt en controle, de verschillende subtypen en de verschillende affectieve fasen? Welke associaties zijn er tussen de genexpressie van de verschillende genen en wat zijn de parallellen tussen bloed en de hersenen? Organisaties: • Moleculaire genetica • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Jurgen Del-Favero • Christine Van Broeckhoven
Identificatie van biomerkers voor dendritische cellen in humane atherosclerotische plaques. Universiteit Antwerpen Abstract: Acute cardiovasculaire aandoeningen vormen de voornaamste doodsoorzaak in de westerse wereld. Aan de basis ligt de ruptuur van atherosclerotische plaques in de vaatwand van middelgrote en grote slagaders. Chronische ontsteking, gemedieerd door dendritische cellen (DC), is een belangrijke drijfveer in het ontstaan en de verdere ontwikkeling van atherosclerotische plaques. DC komen reeds voor in gezonde bloedvaten op plaatsen die gevoelig zijn voor plaque vorming, en accumuleren vervolgens in plaques waar ze steeds te vinden zijn in nabijheid van T lymfocyten. Volgens recente studies zijn DC de centrale regulatoren van de inflammatoire en immuunreacties in atherosclerose. Dit project maakt deel uit van een globaal onderzoeksplan om nieuwe therapeutische strategieën te ontwikkelen voor de stabilisatie van atherosclerotische plaques. Vermits DC bepalen of er een immuunrespons zal opgewekt worden, zijn ze een veelbelovend nieuw target voor immunomodulerende therapie. Het doel is biomerkers voor humane plaque DC te identificeren die specifieke immunotherapie zouden toelaten. Organisaties: • Fysiofarmacologie (FAR)
Onderzoekers: • Ilse Van Brussel
Identificatie van blok georiënteerde modellen met parallel structuren voor niet-lineaire systemen Vrije Universiteit Brussel Abstract: Lineaire modellen worden veel gebruikt om physiche systemen te modelleren. Mochthasns zijn ze ontoereikend als een groot gebied van werkingspunten wordt nagestreefd. Dan is het nodig om nietlineaire mmodellen te gebruiken en is het nuttig om het aantal parameters laag te houden om de interpreteerbaarheid te bewaren. In dit project kiezen we voor een blok-georienteerde aanpak voor dit probleem. We stellen een aantal structuren voor die flexiebel genoeg zijn om een brede waaier aan toepassingen aan te kunnen in verschillende disciplines. Organisaties: • Elektriciteit
Onderzoekers: • YVES ROLAIN
Identificatie van causale mutaties in patiënten met onverklaarde mentale retardatie en aangeboren afwijkingen door massieve parallele sequenering van kandidaatgenen Universiteit Gent Abstract: Zowel chromosomale herschikkingen als puntmutaties vormen een belangrijke oorzaak van mentale reardatie en multipele congenitale afwijkingen (MR/MCA). Met dit project zal gebruik gemaakt worden van de nieuwste technologiën in de humane genetica (selectieve resequencing) om 3000 kandidaatgenen voor MR/MCA te sequeneren met het oog op een betere kennis van de genen betrokken bij MR/MCA en de normale humane embryogenese. Organisaties: • Vakgroep Pediatrie en genetica
Onderzoekers:
• Franki Speleman • Geert Mortier • Björn Menten
Identificatie van causale varianten voor psychiatrische ziekten via massief parallel resequencing methoden. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van dit project is de identificatie van al dan niet zeldzame varianten die bijdragen tot de ontwikkeling van SZ en BP stoornis, door middel van een uitgebreide massief parallelle resequencing aanpak. Tijdens dit project zullen we belangrijke expertise opbouwen in zowel het genereren van grote sequentie datasets als de analyse van deze datasets. De mijlpalen van het project zijn: ¿ Exon-gebaseerde kandidaat gen resequencing ¿ Regio-specifieke resequencing ¿ Volledige menselijk genoom resequencing Organisaties: • VIB DMG - Toegepaste Moleculaire Genomica
Onderzoekers: • Jurgen Del-Favero • Peter De Rijk
Identificatie van cis-regulatorische variatie in kankergenomen aan de hand van een allograft screen in Drosophila. KU Leuven Abstract: Mutaties in het niet coderende gedeelte van ons genoom kunnen aan de basis liggen van variaties in gen expressie van de cel en de ontwikkeling van een kanker. Dit project focust zich op variaties in de cis-regulerende elementen van het genoom, hoe dragen deze bij tot het ontstaan van een kanker en in welke mate zijn dit echte driver mutaties? Om een antwoord te bieden op deze vragen wordt een Drosophila screen opgezet, waarbij extra mutaties worden geïnduceerd in sterk delende cellen en vervolgens worden deze cellen geïnjecteerd in het abdomen van volwassen vliegen. Deze tumoren worden vervolgens onderworpen aan een reeks high-throughput sequencing technieken om zo een dataset te bekomen van het genoom, transcriptoom en chromatine. Gebruikmakende van verschillende bio-informatica tools wordt deze data geïntegreerd en geanalyseerd om zo functionele cis-regulerende variaties te ontdekken. De meest belovende variaties zullen in vivo getest worden, gebruikmakende van de geava nceerde Droso Organisaties: • Departement Menselijke Erfelijkheid
Onderzoekers: • Stein Aerts
Identificatie van complexe mechanische systemen met een hoge orde en een hoge ruimteljke resolutie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het modelleren van mechanische systemen in het middenfrequentgebied resulteert in een reeks problemen. traditionele methodes voor modale analyse zijn hier niet langer bruikbaar. FE (eindige elementen) modellen zijn bij deze hogere frequenties niet meer nauwkeurig terwijl voor SEA (statische energie analyse) dit frequentiegebied te laag is. In het middenfrequentiegebied neemt de modale densiteit toe en worden de trillingspatronen complexer. Dit houdt in dat zowel de frequentie als de ruimtelijke resolutie van de metingen moet toenemen om alle trillingsmodes van de structuur te kunnen identificeren. M.a.w., de hoeveelheid data die verwerkt moet worden kan heel groot worden. De doelstellingen van het huidige project situeert zich op niveau van de experimentele fase en de verwerkingsfase: - Experimentele fase: ontwerp van optimale excitatiesignalen voor het niet-parametrisch en het parametrisch identificeren van complexe mechanische structuren in het middenfrequentgebeid. verwerkingsfase: Ontwerp van gevorderde niet-parametrische en parametrische identificatietechnieken voor het modelleren van complexe systemen (m.a.w., technieken die een groot aantal metingen en hoge modelordes aankunnen). Organisaties: • Werktuigkunde
Onderzoekers: • PATRICK GUILLAUME
Identificatie van cruciale mTOR effector signaalwegen in NF1-gerelateerde tumorigenese Universiteit Gent Abstract: In dit project beogen we de cruciale mTOR effector signaalwegen te definiëren die bijdragen tot tumorvorming gerelateerd met neurofibromatose type 1 (NF1). Er kan verwacht worden dat de identificatie van kritieke mTOR effectoren (1) de moleculaire pathogenese van NF1 verder zal ontrafelen en (2) een belangrijk mechanistisch inzicht zal verschaffen in de mTOR signaalweg, die ontregeld is in verschillende types kanker. Organisaties: • Vakgroep Pediatrie en genetica
Onderzoekers: • Franki Speleman
Identificatie van cytokine-geïnduceerde genen betrokken bij de regulatie van apoptose in pancreatische bèta cellen in type 1 diabetes Vrije Universiteit Brussel Abstract: Objectieven: Het doel van dit onderzoeksproject is om genen en eiwitten op te sporen die betrokken zijn bij de inductie of voorkoming van apoptose in pancreatische beta-cellen bij type 1 diabetes mellitus. Om dit doel te bereiken zal een nieuwe moleculair biologische techniek toegepast worden, de zg."differential display of mRNA with polymerase chain reaction" (DDRT-PCR) ten einde cytokine-geïnduceerde genen te identificeren in gezuiverde rat beta-cellen. Organisaties: • Pathologische Biochemie en Fysiologie
Onderzoekers: • DECIO EIZIRIK
Identificatie van de cruciale in vivo processen die succesvol bot regeneratie initiëren en orkestreren. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Klinische & Experimentele Endocrinologie
Onderzoekers: • Gertrudis Carmeliet • Hans Van Oosterwyck
Identificatie van de doelwitten van de RGLG-type E3 ubiquin ligases van Arabidopsis thaliana Universiteit Gent Abstract: De E3 ubiquitin ligasen van de RGLG familie in de modelplant Arabidopsis thaliana zijn betrokken bij de signaalcascades die aangeschakeld worden door de hormonen auxine en jasmonaat om groei, ontwikkeling en defensie te regelen. We zullen het interactoom van de RGLG proteinen bepalen om nieuwe doelwitten of regulators te identificeren. De rol en functionaliteit van de RGLG-interactoren in hormoonsignalisatie zal onderzocht worden. Organisaties: • Vakgroep Plantenbiotechnologie en Genetica
Onderzoekers: • Alain Goossens
Identificatie van de eigenschappen en moleculaire mechanismen van de antivirale activiteit van nieuwe poliovirus replicatie remmers KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Laboratorium Virologie en Chemotherapie
Onderzoekers: • Johan Neyts • Aloys Tijsma
Identificatie van de HLA-afhankelijke gevoeligheid op de ontwikkeling van Herpes Zoster in de Belgische bevolking. Universiteit Antwerpen Abstract: Herpes zoster (zona) word veroorzaakt door het varicella zoster virus. Vooral bij ouderen kan deze ziekte leiden tot een drastische verlaging van de levenskwaliteit. In dit project willen we de HLA allelen identificeren in de Belgische bevolking die de kans op herpes zoster verhogen of verlagen. Computationele modellen kunnen dan gebruikt worden om de link te ontcijferen tussen affiniteit voor virale peptiden en herpes zoster vatbaarheid. Organisaties: • Ontwikkeling database systemen (ADReM)
Onderzoekers: • Pieter Meysman
Identificatie van de in vivo bindingspartners van DPP IV inhibitoren. Universiteit Antwerpen Abstract: Inhibitoren van het proline selectieve dipeptidyl-peptidase IV (DPP IV) worden op dit moment klinisch geëvalueerd voor de behandeling van type 2 diabetes. Via een proteoomscan wensen wij de in vivo bindingspartners van geselecteerde DPP IV inhibitoren in kaart te brengen. Informatie verkregen uit deze studie kan van belang zijn bij de keuze van inhibitoren die als geneesmiddel gebruikt worden en de ontwikkeling van nieuwe DPP IV remmers met maximale selectiviteit. Organisaties: • Medicinale chemie (UAMC)
Onderzoekers: • Pieter Paula Frans Van Der Veken
Identificatie van de migratoire subpopulatie in de multipel myeloma tumor kloon en de betrokkenheid van CD44v, MMP-9 en uPA in de homing van de multipel myeloma cellen naar het beenmerg. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Multipel myeloom (MM) cellen in het beenmerg (BM) vertonen een heterogene expressie van de plasmacel maturatiemerkers CD45 en CD49e. Op basis van de expressie van deze antigenen kunnen de MM cellen gegroepeerd worden in vershillende subpopulaties. Het is echter niet gekend welke subpopulaties initieel in het BM binnen komen en de ziekte veroorzaken. In het huidige project worden de verschillende subpopulaties gesorteerd en worden de invaderende capaciteiten vergeleken. De expressie van een aantal sleutelmoleculen wordt nagegaan in de verschillende subgroepen. Organisaties: • Immunologie en Microbiologie
Onderzoekers: • Karin VANDERKERKEN
Identificatie van de mitotische histonen-fosfatasen KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Labo Biosignalering & Therapeutica
Onderzoekers: • Monique Beullens • Mathieu Bollen • Sofie De Munter
Identificatie van de moleculaire mechanismen die bijdragen tot synergistische toxiciteit van Aß peptiden en proteïne Tau, de twee voornaamste spelers bij de ziekte van Alzheimer. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afd. Mol. Fysiol. Planten & Micro-org.
Onderzoekers: • Joris Winderickx
Identificatie van de moleculaire netwerken van bladgroei via een systeembiologische benadering Universiteit Gent
Abstract: De groei van planten en de invloed van de omgeving op deze groei zijn belangrijke aspecten van de plantenfysiologie. Ondanks het fundamenteel belang van plantengroei is weinig bekend over de moleculaire netwerken die de grootte en groeisnelheid van organen zoals bladeren reguleren. Dit project beoogt de regulatorische pathways die bladgroei sturen op te helderen via een systeembiologische aanpak. Organisaties: • Vakgroep Plantenbiotechnologie en Genetica
Onderzoekers: • Dirk Inzé
Identificatie van de neuronale functie van epsilon-sarcoglycan KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Departement Menselijke Erfelijkheid
Onderzoekers: • Jeroen Schuermans • Rose Goodchild
Identificatie van de plaatjes specifieke functie van DCBLD2 KU Leuven Abstract: Plaatjes zijn kleine cellen zonder kern of cel fragmenten die circuleren in het bloed. De hoofdfunctie van plaatjes is het in stand houden van de hemostase, door het vormen van een bloedklonter wordt zo overmatig bloedverlies na beschadiging van de bloedvatwand voorkomen. Dit proces wordt gereguleerd door vele eiwitinteracties en signalisatiecascades maar is zeer complex en tot op heden nog niet volledig ontrafeld. Om deze beter te begrijpen werd gezocht naar nieuwe plaatjeseiwitten die mogelijks een nog ongekende belangrijke rol spelen in het vormen van een bloedklonter. Eén van deze nieuwe eiwitten was de DCBLD2 receptor. Omdat er zeer weinig is geweten over de functie van DCBLD2 op bloedplatjes is verder onderzoek noodzakelijk wat meteen het onderwerp vormt van dit project.Eerst werden verschillende tools ontwikkeld, nodig voor verder onderzoek naar de plaatjes-specifieke functie van DCBLD2. Zo werd er DCBLD2 eiwit aangemaakt en werden er antilichamen geproduceerd die DCBLD2 op pl Organisaties: • Chemie Kulak
Onderzoekers: • Hans Deckmyn • Katleen Broos • Benedicte Nuyttens
Identificatie van de signaaltransductiewegen die het DNA replicatie-checkpunt activeren bij planten Universiteit Gent Abstract: In dit onderzoeksproject wordt er op zoek gegaan naar de elementen die DNA replicatie gaan afremmen of stopzetten ten tijde van DNAschade. Door gebruik van mutagenesis screens en promoter mapping zal er worden nagegaan welke eiwitten er inwerken op de centrale regulator WEE1. Doel is om beter te begrijpen hoe planten met DNA stress kunnen omgaan. Organisaties: • Vakgroep Plantenbiotechnologie en Genetica
Onderzoekers: • Lieven De Veylder
Identificatie van Dickeya in pootgoed Universiteit Gent Abstract: Dickeya is een ernstig fytosanitair risico voor de teelt van aardappelpootgoed. De Dickeya varianten die zich op pootgoed voordoen moeten accuraat geïdentificeerd kunnen worden, i.h.b. de nieuwe agressieve variant die tentatief Dickeya Solani wordt genoemd. Er worden sequenties van virulentiegenen geanalyseerd, i.c. genen die tussenkomen tijdens de initiële kolonisatie van de aardappelplant (de nieuwe Dickeya variant lijkt zich specifiek in deze processen te onderscheiden), en van genen voor celwand-degraderende enzymes. Met deze MLSA gegevens worden DNA-verwantschapsbomen uitgezet en deze worden vergeleken met de MLSA gebaseerd op een set huishoudgenen. Hieruit zal de bruikbaarheid blijken van bepaalde genen voor identificatie van de Dickeya varianten, i.h.b. van Dickeya solani, waaruit verder ook DNA-barcodes en specifieke kwantitatieve PCRs kunnen voortkomen. Bijkomende taxonomische onderbouwing zal gegeven worden door genomische vingerafdrukken uit PCR-melting profile, een 'AFLP light', totale DNA:DNA hybridisaties en MALDI-TOF MS van representatieve stammen. Uit de combinatie van deze nieuwe gegevens verwachten we af te leiden of DIckeya solani enkel een meer agressieve vorm is, dan wel substantieel afwijkt van de gekende Dickeya species en varianten. In functie van een uiteindelijke afweging voor Q-status wordt de schadelijkheid van representatieve stammen uit de verschillende clusters vergeleken in gecontroleerde pathogeniciteitstesten in aardappel en andere cultuurgewassen en )-planten. Organisaties: • Vakgroep Biochemie en Microbiologie
Onderzoekers: • Paul De Vos
Identificatie van dier- en slachtlijnparameters die snelle grijsverkleuring bij varkensvlees induceren Universiteit Gent Abstract: In een privaat slachthuis zullen kleurmetingen op karkassen uitgevoerd worden aangevuld met waarnemingen omtrent dier- en slachtlijnfactoren. Bedoeling is om invloedsfactoren af te leiden die mogelijk een invloed kunnen uitoefenen op het behoud van een goede kleurstabiliteit. Verder zullen labo-analyses verricht worden om meer inzicht te verwerven in de onderliggende mechanismen. Organisaties: • Vakgroep Dierlijke productie
Onderzoekers: • Stefaan De Smet
Identificatie van drijvers van melanoomprogressie en metastase door eenin vivo screening op basis van oncogenomics. KU Leuven Abstract: A cardinal feature of melanoma is its metastatic propensity. Paucity ofinsights into the genetic events that drive metastasis has been a majorbarrier to rational development of effective therapeutics and prognostic diagnostics for melanoma patients. Recent approaches that integrate human genomic and transcriptomic data provide unprecedented opportunities to discover oncogenic drivers in melanoma. However, the radically altered and complex cytogenetic profile of human melanoma makes the identification of such drivers particularly challenging. There is therefore apressing need for developing biologically meaningful approaches that would facilitate the identification and validation of the driver lesions. We
propose to combine comparative oncogenomics with an innovative mouse model to identify new bona fide cancer genes/pathways that drive melanoma progression and metastasis. Spontaneously acquired genetic alterations such as copy-number alterations and specific point mutations in mouse tu Organisaties: • Labo voor Moleculaire Kankerbiologie
Onderzoekers: • Jean-Christophe Marine
Identificatie van driver mutaties in prostaatkanker door middel van exome sequentie-analyse. KU Leuven Abstract: Prostaatkanker blijft een belangrijke doodsoorzaak door kanker in de Westerse wereld. We zullen het deel van het genoom van prostaatkanker karakteriseren dat instaat voor het koderen van eiwitten. We zullen hierbij zowel cellijnen, als primaire tumoren en metastasen met elkaar vergelijken. Uit de lijst aan mutaties zullen de functionele consequenties van recurrente mutaties verder geanalyseerd worden.Uiteindelijk zou een optimalisatie van dit protocol een belangrijke stap voorwaarts kunnen betekenen in de ontwikkeling van gepersonaliseerde geneeskunde van prostaatkanker. Organisaties: • Laboratorium Moleculaire Endocrinologie
Onderzoekers: • Frank Claessens
Identificatie van dynamische effecten in fMRI signalen verstoord door Rice verdeelde ruis Vrije Universiteit Brussel Abstract: In dit project, maken we de juiste ruis veronderstellingen rekening houden met de dynamiek van de hersenen om een nauwkeuriger analyse te ontwikkelen van fMRI waarmee neuropsychologische ziekten in kaart worden gebracht. Organisaties: • Wiskunde
Onderzoekers: • Kurt BARBÉ • UWE EINMAHL • Lieve LAUWERS
Identificatie van een gen voor bipolaire affectieve aandoening in chromosoomregio 8q24. Universiteit Antwerpen Abstract: Identificatie van een gen voor bipolaire affectieve aandoening in chromosoomregio 8q24. Organisaties: • Centrum medische genetica • Medische Genetica (MEDGEN)
Onderzoekers: • Markus Nöthen • Sven Cichon
Identificatie van een gen voor bipolaire affectieve aandoening in chromosoomregio 8q24. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project is gebaseerd op de koppelingsresultaten van een recent uitgevoerde genoomscan in farmlies met BPAD (Cichon et al., 2001) en zal zich voornamelijk richten op de aanwezigheid van LD in een gebied op chromosoom 8q24, omdat hier het sterkste bewijs voor koppeling werd gevonden, om dan tenslotte het gen dat betrokken is bij de ontwikkeling van BPAD te identificeren. De identificatie van een ziekteveroorzakend gen zal ons in staat stellen de aard van de overeenkomstige genprodukten en hun ziekte veroorzakende afwijkingen te begrijpen. Dit inzicht in de etiologie van BPAD zal perspectieven openen voor nieuwe diagnostische en therapeutische toepassingen. In deze studie streven wij volgende concrete objectieven na: in een eerste stap, zal een fijnmapping uitgevoerd worden om de koppelingspiek te verfijnen en een kandidaatgebied op 8q24 af te bakenen. Vervolgens zullen Single Nucleotide Polymorphisms (SNPs) geselecteerd worden in de kandidaatregio en zal een PCR-strategie ontwikkeld worden voor de genotypering met de Pyrosequencer(TM). Om systematisch onderzoek naar LD mogelijk te maken, vereist dit de genotypering van SNPs in grote sets van niet-verwante patiënten met BPAD (n=300) en gezonde controlepersonen (n=300), alsook in sets van BPAD patiënten en hun ouders ('trios', n=180). LD en haplotype analyses zullen dan uiteindelijk leiden tot een gen dat betrokken is bij de ontwikkeling van BPAD. Verder onderzoek zal zich richten op de structuur en functie van het geïdentificeerde gen. De stratege hiervoor zal sterk afhankelijk zijn van de aard van het ge'identificeerde gen. Organisaties: • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Christine Van Broeckhoven • Sven Cichon
Identificatie van een nieuw causaal gen voor frontotemporale kwab degeneratie en amyotrofe laterale sclerose met behulp van volledige genoom sequencing. Universiteit Antwerpen Abstract: Frontotemporale kwab degeneratie (FTLD) en amyotrofe laterale sclerose (ALS) zijn twee ernstige neurodegeneratieve aandoeningen met een fatale afloop maar een gepaste therapie is nog niet beschikbaar. Ze behoren tot hetzelfde spectrum van aandoeningen, wat er op wijst dat ze veroorzaakt worden door gemeenschappelijke ziektemechanismen. Slechts een minderheid van deze patiënten kan echter verklaard worden door mutaties in de gekende genen zodat er andere ongekende genen moeten bestaan. Zo een niet-geïdentificeerd gen ligt op chromosoom 9p21, de ALSFTD2 locus, die wereldwijd gekoppeld is in 13 FTLD-ALS families. Wij hebben ook een FTLD-ALS familie (DR14) beschreven die significant gekoppeld is met de ALSFTD2 locus waarin alle genen werden geëxcludeerd. Dit wijst er op dat het genetisch defect buiten een gekend gen gelegen is of niet detecteerbaar met standaard technieken. We vonden ook koppeling met chromosoom14q31-q32, wat suggestief is voor de aanwezigheid van een belangrijk modificerend gen. In dit project zullen we volledige genoom sequencing uitvoeren van geselecteerde patiënten in DR14 en follow-up van de geïdentificeerde varianten in de gekoppelde regio's. Met deze strategie zullen we zowel simpele als complexe mutaties kunnen detecteren, wat de kans vergroot om de genen te identificeren. De karakterisering van deze genen zal sterk bijdragen tot meer inzicht in de ziektemechanismen van FTLD, ALS en aanverwante aandoeningen. Organisaties: • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Ilse Anne-Maria Leo Gijselinck
Identificatie van een nieuw kandidaatgen voor autisme in een patiënt met een gebalanceerde translocatie. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds een privé-instelling. UA levert aan de privé-instelling de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Cognitieve Genetica (COGNET)
Onderzoekers: • Frank Kooy
Identificatie van een nieuw ziekte veroorzakend gen voor osteopetrosis met behulp van next generation sequencing technologie. Universiteit Antwerpen Abstract: De osteopetrosis (op/op) rat is een spontaan ontstaan ratmodel met de kenmerken van osteopetrosis, een zeldzame aandoening met een verhoogde botdensiteit als gevolg van een verlaagde botresorptie. In voorafgaande studies lokaliseerden we het causatieve gen in een 1.36Mb regio op chromosoom 10 van de rat. In deze studie zullen we met behulp van NGS technologie de mutatie opsporen en trachten te bevestigen in humane patiënten met osteopetrosis. Organisaties: • Medische genetica van obesitas en skeletaandoeningen (MGENOS)
Onderzoekers: • Eveline Boudin
Identificatie van eiwitten betrokken bij het CRM1-gemedieerd nucleaire export en hun applicatie voor de antivirale en kanker therapie KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Laboratorium Virologie en Chemotherapie
Onderzoekers: • Dirk Daelemans • Jasper Neggers
Identificatie van elektrisch aktieve defecten in materialen voor zonnecellen Universiteit Gent Abstract: Het doel van dit project is het identificeren van defecten in de absorberlagen van zonnecellen die hun efficiëntie beperken. Het onderzoek spitst zich toe op dunnefilmzonnecellen, voornamelijk met CuIn(1-x)Ga(x)Se(2) als absorber. Defecten in zonnecellen en bulkmateriaal van de absorber worden via diverse spectroscopische technieken elektrisch, optisch en structureel gekarakteriseerd. De resultaten van dit onderzoek helpen de materiaalsyntheseprocessen voor deze zonnecellen optimaliseren. Organisaties: • Vakgroep Vaste-stofwetenschappen
Onderzoekers: • Henk Vrielinck
Identificatie van epitheliale stamcellen en rol van Wnt-signalisatie in de continue tandwisseling bij vertebraten (nietzoogdieren) Universiteit Gent Abstract: Deze studie omvat het verzamelen van (1) morfologische aanwijzingen voor de aanwezigheid van epitheliale stamcellen, en (2) moleculaire aanwijzingen voor de betrokkenheid van de Wnt-signalisatieweg, in de herhaalde vorming van nieuwe tandkiemen, en dit bij twee modelorganismen, de zebravis (Danio rerio) en de klauwkikker (Xenopus laevis). Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Ann Huysseune • Kris Vleminckx
Identificatie van epitheliale stamcellen tijdens het proces van continue tandwisseling: studie van de zebravis Universiteit Gent Abstract: Deze studie omvat het verzamelen van (1) morfologische aanwijzingen voor het bestaan van epitheliale stamcellen in het faryngeaal crypte-epitheel van dulte zebravissen, en (2) moleculaire aanwijzingen voor de betrokkenheid van de Wnt- en Bmp-signalisatieweg in de herhaalde vorming van nieuwe tandkiemen, en voor een mogelijke rol van E-cadherine in de vorming van een nieuwe epitheliale tandknop. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Ann Huysseune
Identificatie van factoren die B-cel neogenese controleren in regenererende pancreas. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In rattenpancreas kan weefselregeneratie en neogenese van insuline-producerende B-cellen geinduceerd worden door duct-ligatie. Doel van dit project is om een in vitro model te ontwikkelen waarin deze neogenese kan gereproduceerd worden. Aldus willen we de factoren opsporen die de neogenese controleren. Dit moet ons in staat stellen om B-cellen aan te maken voor transplantatiedoeleindenn (celtherapie) of om regeneratie in vivo te stimuleren. Organisaties: • Pathologische Anatomie
Onderzoekers: • LUC BOUWENS
Identificatie van functionele moleculaire pathways in de micro-omgeving van pulmonale neuro-epitheliale lichaampjes: een verkennende genexpressieanalyse Universiteit Antwerpen Abstract: Een 'whole mouse genome microarray' analyse zal uitgevoerd worden om de genexpressiepatronen te vergelijken tussen pulmonale neuroepitheliale lichaampjes (NEBs) en controle luchtwegepitheel. Zo kunnen ionenkanalen, moleculaire receptoren en signaaltransductiepathways gekarakteriseerd worden die de NEB micro-omgeving uniek maken. De 'unbiased' aanpak moet beter gericht functioneel onderzoek toelaten van deze complexe sensorische luchtwegreceptoren. Organisaties: • Laboratorium voor celbiologie en histologie
Onderzoekers: • Inge Brouns
Identificatie van functionele moleculaire pathways in de micro-omgeving van pulmonale neuro-epitheliale lichaampjes: lasermicrodissectie en genexpressie studie. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Laboratorium voor celbiologie en histologie
Onderzoekers: • Jean-Pierre Timmermans • Dirk Adriaensen
Identificatie van functionele transcriptionele doelwitten door middel van next-generation sequencing. KU Leuven Abstract: De regeling van genexpressie is een fundamenteel proces in het menselijk lichaam. Alhoewel er vooruitgang geboekt wordt om deze mechanismen te begrijpen, is de kennis omtrent transcriptionele netwerken en genomischecontrole nog steeds vrij beperkt. De huidige technieken bedoeld om dezeprocessen te ontrafelen zijn high-throughput systemen zoals genexpressie profiling en ChIP-seq. Echter, deze technieken brengen verscheidene nadelen met zich mee en zijn beperkt in de informatie die ze ons aanbieden. Ons doel is het ontwikkelen van een niewe high-throughput methode, ER-Seq (Enhancer-Reporter-Seq) genaamd, dat in staat is vele van deze nadelen te omzeilen. ER-Seq maakt gebruik van next-generation sequencing als basis om van daaruit kandidaat doelwitregios van een transcriptiefactor(TF) te ontdekken. ER-Seq zal hierbij niet alleen de identiteit van deze regios (zoals bij ChIP-Seq) testen maar ook hun TF-afhankelijke regulatoire activiteit. Om dit te verwezelijken maakt ER-Seq gebruik van Organisaties: • Departement Menselijke Erfelijkheid
Onderzoekers: • Stein Aerts • Jean-Christophe Marine • Annelien Verfaillie
Identificatie van gemeenschappelijke en syndroom-specifieke psychobiologische mechanismen in functionele gastrointestinale aandoeningen. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • TARGID
Onderzoekers: • Jan Tack • Lukas Van Oudenhove
Identificatie van gemeenschappelijke moleculaire pathomechanismen van RAB7 en SPT mutaties in erfelijke sensorische neuropathieën. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project heeft als doel gemeenschappelijke ziektemechanismen te ontrafelen voor twee ernstige perifere zenuwaandoeningen, zijnde, Charcot-Marie-Tooth type 2B (CMT2B) en erfelijke sensorische neuropathie type I (HSAN-I), in vitro en in vivo. Organisaties: • VIB DMG - Perifere Neuropathieën
Onderzoekers: • Vincent Timmerman
Identificatie van genen betrokken bij adhesie van Helicobacter heilmannii aan het maagslijmvlies Universiteit Gent Abstract: Helicobacter heilmannii koloniseert de maag van honden en katten die een bron van infectie kunnen zijn voor de mens. Het is nog niet geweten hoe deze bacterie de maag koloniseert en hoe het ziekte veroorzaakt. In dit project zullen H. heilmannii genen die betrokken zijn bij adhesie aan het maagslijmvlies geïdentificeerd worden en hun rol in pathogenese zal bepaald worden. Organisaties: • Vakgroep Geneesmiddelenleer
Onderzoekers: • Freddy Haesebrouck
Identificatie van genen betrokken bij affectieve stoornissen. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van dit project bestaat erin genen betrokken in bipolaire stoornissen (BP) te identificeren en te karakteriseren. Vanuit kandidaatregio's voor BP, die bepaald werden door middel van genomische zoektochten, zal dit bewerkstelligd worden door gebruik te maken van positionele kloneringstechnieken. Een belangrijk hulpmiddel hierbij is de allelische associatie methode die toelaat de kandidaatgebieden tot een minimum te herleiden door SNPs te genotyperen in grote populaties van zieke en gezonde personen. De populaties waar wij over beschikken zijn van Belgische- en noord Zweedse oorsprong. Organisaties:
• Moleculaire genetica • VIB DMG - Toegepaste Moleculaire Genomica
Onderzoekers: • Jurgen Del-Favero
Identificatie van genen betrokken bij ouderdomsdoofheid. Universiteit Antwerpen Abstract: 1. Probleemstelling Ouderdomsdoofheid (OD) is het meest voorkomende zintuiglijke gebrek bij ouderlingen, met een prevalentie van 50% op de leeftijd van 80 jaar. Onderzoek heeft uitgewezen dat OD een complexe ziekte is, beïnvloed door zowel omgevings- als genetische factoren. Er is echter nog geen enkel gen voor OD geïdentificeerd, en de rol van omgevingsfactoren (lawaai, chemicaliën, drugs,') is nog onduidelijk. 2. Strategie en doelstellingen In totaal 300 geïsoleerde patienten met OD en evenveel normaal horende controlepersonen worden momenteel reeds verzameld in het kader van een lopend ASPEO project. Elke testpersoon geeft een bloedstaal voor DNA extractie, en vult een gestandaardiseerde vragenlijst in over diens klinische voorgeschiedenis en de blootstelling aan factoren die kunnen bijdragen tot OD. Het hier voorgestelde project gebruikt dezelfde verzameling patiënten om de genetische oorzaken van OD te onderzoeken. Verscheidene genen waarvan bekend is dat ze betrokken zijn bij het gehoor worden hierbij onderzocht, waarbij wordt nagegaan of bepaalde DNA variaties significant meer voorkomen bij patiënten dan bij controles. Dit kan wijzen op een rol voor het desbetreffende gen in de pathogenese van OD. Via het integreren van de resultaten bekomen uit deze genetische studie en de studie naar de rol van omgevingsfactoren, hopen we meer te weten te komen over de interactie tussen genetische en omgevingsfactoren bij het ontstaan van OD. 3.Verwachtte resultaten 1) Verbeterde kennis van het verouderingsproces in het binnenoor. Een beter begrip van de fundamentele moleculaire en cellulaire verouderingsprocessen kunnen mogenlijk nieuwe, nog nooit eerder ontdekte oorzaken van OD aan het licht brengen, of nieuwe therapeutische mogelijkheden. 2) Aanbevelingen ter voorkoming van OD. Door het identificeren van de veschillende factoren die leiden tot OD, kunnen meer preciese richtlijnen geformuleerde worden om OD te voorkomen, of de aanvang ervan te vertragen. Mogelijk bestaan er omgevingsfactoren die enkel voor een beperkte groep mensen schadelijk zijn, naargelang hun genetische achtergrond. 3) Verbeterde behandelingen. Een gebrek aan kennis van de ethiologische factoren die bijdragen tot OD hebben tot nu toe het ontwikkelen van gentherapie in de weg gestaan. De resultaten uit dit project kunnen een eerste stap zijn in de richting van de verdere ontwikkeling van gentherapie voor OD, en voor een farmacogenomische benadering van deze conditie, waarbij medicijnen worden aangepast aan iemands genetische achtergrond. Organisaties: • Centrum medische genetica • Menselijke moleculaire genetica
Onderzoekers: • Guido Van Camp
Identificatie van genen betrokken bij presbyacusis. Universiteit Antwerpen Abstract: Presbyacusis is een frequente complexe aandoening die veroorzaakt wordt door een combinatie van omgevingsfactoren en genen. In dit project zullen presbyacusis patienten en controlepersonen geanalyseerd wordt in een case-control (linkage disequilibrium) associatie studie om vatbaarheidsgenen die betrokken zijn bij presbyacusis to identificeren. Dit zal gedaan worden door Single-Nucleotide Polymorfismen, de laatste generatie genetische merkers afkomstig uit het Humane Genoom Project, to genotyperen in een set van zorgvuldig geselecteerde functionele kandidaat genen. Organisaties: • Centrum medische genetica • Menselijke moleculaire genetica
Onderzoekers: • Guido Van Camp
Identificatie van genen betrokken bij reumatoïde aandoeningen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project beoogt en heeft tot doel de localisatie en identificatie van genen relevant voor reumatoide aandoeningen door monogenische ziektebeelden te onderzoeken met een klinisch beeld dat gelijkenissen vertoont met frequente multifactoriele aandoeningen. Organisaties: • Centrum medische genetica • Medische genetica van obesitas en skeletaandoeningen (MGENOS)
Onderzoekers: • Wim Van Hul
Identificatie van genen betrokken in het metabolisme van de Quinoa plant (chenopodium quinoa) Universiteit Gent Abstract: In dit project zullen we een 'gene discovery' progamma starten, gebaseerd op transcriptoom- en metaboloomprofilingeren in Quinoa (chenopodium quinoa), een Ecuadoriaanse plant die verschillende bioavtieve triterpeen saponines produceert. Het gegenereerde genplatform zal dienen 1) als bron voor het verzekeren van een duurzaame productie van natuurlijke triterpeen saponines produceert. Het gegenereerde productie van natuurlijke triterpeen saponines en 2) om de productie van nieuwe triterpenen met superieure bioactiviteiten te bewerkstellingen via combinatoriële biosynthese. Organisaties: • Vakgroep Plantenbiotechnologie en Genetica
Onderzoekers: • Dieter Deforce • Alain Goossens
Identificatie van genen betrokken in het metabolisme van de Quinoa plant (Chenopodium quinoa) Universiteit Gent Abstract: In dit project zullen we een ?gene discovery? programma starten, gebaseerd op transcriptoom- en metaboloomprofilingeren in Quinoa (Chenopodium quinoa), een Ecuadoriaanse plant die verschillende bioactieve triterpeen saponines produceert. Het gegenereerde genplatform zal dienen 1) als bron voor het verzekeren van een duurzame productie van natuurlijke triterpeen saponines en 2) om de productie van nieuwe triterpenen met superieure bioactiviteiten te bewerkstelligen via combinatoriële biosynthese.
Organisaties: • Vakgroep Plantenbiotechnologie en Genetica
Onderzoekers: • Dieter Deforce • Alain Goossens
Identificatie van genen betrokken in malformaties van de corticale ontwikkeling Universiteit Gent Abstract: Malformaties van de corticale ontwikkeling zijn een belangrijke oorzaak voor mentale retardatie. Tot nu toe werden slechts een beperkt aantal genen geïdentificeerd die hiervoor verantwoordelijk zijn. In dit project zullen we een genoomwijde aanpak gebruiken om kandidaatgenen te sequeneren in combinatie met een neuronale migratietest voor de functionele analyse van deze genen om de onderliggende pathways te ontrafelen. Organisaties: • Vakgroep Pediatrie en genetica
Onderzoekers: • Björn Menten
Identificatie van genen en genetische factoren die een rol spelen in epilepsie. Universiteit Antwerpen Abstract: Slechts de laatste jaren is het besef gegroeid dat erfelijke factoren een belangrijke rol spelen bij verscheidene vormen van epilepsie. Familie onderzoek liet toe nieuwe entiteiten te definiëren. Via moleculair genetisch onderzoek is men er in geslaagd in enkele grote stambomen het gendefect te lokaliseren binnen het menselijke genoom. Momenteel zijn er een twintigtal loci gekend. Het onderligggende gendefect is slechts in een viertal varianten gekend. De identificatie van andere gendefecten zal bijdragen tot een beter begrip van de fysiopathologie van epileptische aanvallen, laat toe te bestuderen hoe het brein epileptisch wordt en verder kunnen de effecten van bestaande en nieuw te ontwerpen anti-epileptica getest worden op nieuwe cellulaire modellen en transgene dieren. Organisaties: • Moleculaire genetica • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Christine Van Broeckhoven • Peter De Jonghe
Identificatie van genen en genetische risicofactoren voor de ziekte van Parkinson. Universiteit Antwerpen Abstract: De ziekte van Parkinson (PD) is een complexe hersenziekte die behoort tot het spectrum van 'Lewy body' neurodegeneraties. Genetische koppelingsstudies in zeldzame PD families identificeerden minstens vijf genen waarin mutaties leiden tot PD. De bijdrage van deze genen tot de etiologie van PD is klein maar de impact van de functionele studies van hun genproducten en PD gerelateerde gendefecten op onze huidige kennis van de moleculaire pathologie van PD aanzienlijk. De identificatie en karakterisatie van nieuwe genen is dan ook noodzakelijk om het onderliggende ziektemechanisme van PD en verwante aandoeningen verder te ontrafelen. Studie van het mutatiespectrum in relatie tot de klinische fenotypes maakt een accuratere diagnostiek mogelijk. We ontwikkelen cellulaire assays om de pathogeniciteit van mutaties snel en efficiënt te kunnen bepalen, verifiëren ziekte-gerelateerde verschillen in proteïne- en RNA-expressie in patiënten en bestuderen de relatie van het eiwit tot PD letsels via immunohistochemie van de hersenen. De meeste PD patiënten hebben een sporadische vorm die ontstaat tengevolge van meerdere genetische- en omgevingsfactoren. Om risicofactoren op te sporen voeren we genetische associatiestudies uit in goed gedocumenteerde groepen van patiënten en controle individuen. Gezien het belang van gendosage en expressie van gekende PD genen focussen we deze zoektocht op variaties die leiden tot intracellulaire veranderingen van de concentratie van het functionele eiwit. Organisaties: • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Christine Van Broeckhoven
Identificatie van genen verantwoordelijk voor complexe vormen van slechthorendheid via statistische en genetischepidemiologische technieken. Universiteit Antwerpen Abstract: De algemene doelstelling van dit project is het ontrafelen van de genen betrokken bij complexe slechthorendheid (ouderdomsslechthorendheid, lawaaidoofheid, otosclerose). Meer specifiek wordt een statistische en genetisch-epidemiologische analyse verricht van genetische data, verzameld via high-throughput genotyperings van grote verzamelingen proefpersonen. Enkelvoudige SNP associaties, gengen interactie en gen-omgevingsinteracties worden getest. Organisaties: • Menselijke moleculaire genetica
Onderzoekers: • Erik F P Fransen • Guido Van Camp
Identificatie van genen verantwoordelijk voor complexe vormen van slechthorendheid via statistische en genetischepidemiologische technieken. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project wordt naar genen gezocht betrokken bij ouderdomsslechthorendheidn lawaai-geïnduceerde doofheid en otosclerose. Via een genoom-wijde associatiestudie worden bij aangetaste en gezonde proefpersonen honderdduizenden genetische varianten bepaald. Deze varianten worden getest voor hun betrokkenheid bij het ziektebeeld. Naast de klassieke associatietesten worden enkele nieuwe data analysemethoden toegepast, die enkel mogelijk zijn indien genoom-wijde data beschikbaar zijn.. Organisaties: • Menselijke moleculaire genetica
Onderzoekers: • Erik F P Fransen • Guido Van Camp
Identificatie van genen verantwoordelijk voor erfelijke epilepsieën. Universiteit Antwerpen Abstract: Epilepsie is een verzamelnaam voor verschillende neurologische aandoeningen, die gekarakteriseerd worden door terugkerende aanvallen. De aanvallen zijn het gevolg van een functiestoornis van de hersenen, die veroorzaakt kan worden door zowel erfelijke factoren als
verworven hersenletsels. De moleculair genetische inzichten in humane idiopathische epilepsieën suggereren de centrale rol van ionenkanalen in hun etiologie. Een belangrijke uitzondering op deze regel is LGI1, een gen met tot nu toe ongekende functie, waarin mutaties zijn geïdentificeerd in verschillende patiënten met complex partiële epilepsie. In het kader van mijn eindverhandeling werd een mogelijke ziekteverwekkende mutatie geïdentificeerd in LGI2 (vertoont grote homologie met LGI1 = 'Candidate Gene Approach') bij een patiënt met complex partiële epilepsie en in dit deel van het project wil ik nagaan of mutaties in genen homoloog aan LGI1 inderdaad betrokken zijn bij epilepsie. Hiervoor wordt een panel van 63 patiënten met complex partiële epilepsie geanalyseerd voor mutaties in LGI2. Hetzelfde panel wordt eveneens geanalyseerd voor mutaties in LGI1, LGI3 en LGI4. Indien bewezen wordt dat de mutatie in LGI2 een ziekteverwekkende mutatie is, dan zal dit de eerste mutatie in LGI2 zijn geïdentificeerd in een patiënt met epilepsie. Verder tonen de resultaten van deze experimenten de relatieve frequentie van LGI-mutaties in patiënten met complex partiële epilepsie aan zodat betere genotype-fenotype correlaties opgesteld kunnen worden. Een tweede en belangrijkste doelstelling van het project is de identificatie van nieuwe loci en genen verantwoordelijk voor epilepsieën met een autosomaal recessief overervingspatroon. Voor recessieve vormen van epilepsie is in de literatuur één enkele locus beschreven voor een familie met infantiele myoclone epilepsie. Het gebruik van koppelingsanalyse methoden voor het afbakenen van de locus en de identificatie van het causale gen in deze regio met behulp van mutatieanalysen wordt aangewend om het genetische defect te lokaliseren in twee grote recessieve multiplex families met eenzelfde etnische en geografische afkomst. Verder worden kleinere families van eenzelfde etnische afkomst aangewend om met behulp van 'haplotype sharing' de geïdentificeerde regio nog verder te verkleinen. Wanneer de minimale regio bepaald is voor deze families wordt er overgegaan tot het zoeken naar en analyseren van functionele kandidaatgenen in dit gebied. Indien mutaties geïdentificeerd worden, zullen deze vervolgens functioneel onderzocht worden in celculturen of in transgene diermodellen om het effect na te gaan op de werking van het genproduct. De identificatie van nieuwe genen waarin mutaties epilepsie veroorzaken zal een beter inzicht geven in de werking van de fysiopathologische mechanismen van de epileptische aanvallen. Eveneens zullen verbeterde en meer specifieke diagnosen en therapieën ontwikkeld kunnen worden met de verworven kennis. Organisaties: • VIB DMG - Neurogenetica
Onderzoekers: • Peter De Jonghe • Arvid Suls
Identificatie van genen verantwoordelijk voor niet-syndromale slechthorendheid. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit doctoraatsproject trachten we genen te identificeren die gehoorverlies veroorzaken in grote families met niet-syndromaal, autosomaal dominant of autosomaal recessief gehoorverlies. Hiervoor gebruiken we de strategie van positionele klonering om de ziekteveroorzakende mutatie op te sporen. Daarnaast proberen we modificerende genen te identificeren voor gehoorverlies veroorzaakt door mutaties in GJB2 (connexine 26). Hiervoor verzamelen we patiënten die homozygoot zijn voor de 35delG mutatie, welke een sterke variatie vertoon in de graad van gehoorverlies. We proberen de genetische oorzaken van deze variatie te achterhalen met behulp van associatiestudies. Organisaties: • Menselijke moleculaire genetica
Onderzoekers: • Guido Van Camp • Nele Barbara Ellen Hilgert
Identificatie van genen verantwoordelijk voor niet-syndromale slechthorendheid en de ziekte van Menière. Universiteit Antwerpen Abstract: Identificatie van genen verantwoordelijk voor niet-syndromale slechthorendheid en de ziekte van Menière. Organisaties: • Menselijke moleculaire genetica
Onderzoekers: • Guido Van Camp • Nele Barbara Ellen Hilgert
Identificatie van genen voor affectieve stoornissen : een familie gebaseerde aanpak. Universiteit Antwerpen Abstract: In het laboratorium voor Moleculaire Genetica aan de Universiteit Antwerpen (UIA) werd in 1989 gestart met het genetisch onderzoek van affectieve stoornissen. Het doel was en is nog steeds het identificeren van genen betrokken in manisch depressieve psychose of bipolaire stoornis (BP) en recurrente depressie of unipolaire stoornis (UP). Bij de start van dit onderzoek was het helemaal niet evident dat genen konden . geïdentificeerd worden als gevolg van de op dat moment beschikbare methoden en de complexiteit van de aandoening. In de loop der jaren werd in ons laboratorium gebruik gemaakt van verschillende methoden, zoals: 1) positionele kloneringstechnieken uitgaande van multiplex families, 2) associatie studies van functionele kandidaatgenen in patiënten/controle populaties, 3) ontwikkeling van nieuwe technologieën ter identificatie van genen geassocieerd met geëxpandeerde triplet herhalingen, 4) genetische analyse van temperament dimensies als susceptibiliteitsfactoren voor affectieve stoornissen (zie bibliografie van Promotor-woordvoerder). Alhoewel er veel vooruitgang geboekt werd over de jaren heen, dient gezegd te worden dat er geen grote doorbraken werden gerealiseerd: tot op heden werd nog door ons nog door andere onderzoeksgroepen een majeur gen geïdentificeerd met betrekking tot affectieve stoornissen en andere vormen van psychiatrische aandoeningen zoals bijvoorbeeld schizofrenie. Om deze reden is het dan ook belangrijk lessen te trekken uit de fouten die werden gemaakt in het verleden en om tegelijkertijd optimaal gebruik te maken van enerzijds de nieuwe mogelijkheden die geboden worden door de grote kollekties van goed gedefinieërde families en patiënten/controle populaties waarover we beschikken en anderzijds gebruik te maken van nieuwe methodologieën en technologieën die momenteel beschikbaar zijn, teneinde succesvol te zijn in de nabije toekomst. Organisaties: • Moleculaire genetica • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Jurgen Del-Favero • Christine Van Broeckhoven
Identificatie van genen voor complexe vormen van slechthorendheid. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project beoogt de identificatie en karakterisatie van genen betrokken bij 3 frequente vormen van gehoorverlies: ouderdomsslechthorendheid, lawaai-geïnduceerd gehoorverlies en otosclerose. Hiertoe zullen associatiestudies worden uitgevoerd in grote stalenverzamelingen. Bevestigde susceptibiliteitsgenen worden via relevante functionele testen en een muismodel verder gekarakteriseerd. Deze resultaten zullen de basis vormen voor verbeterde therapieën voor gehoorverlies. Organisaties: • Menselijke moleculaire genetica
Onderzoekers: • Guido Van Camp
Identificatie van genen voor lawaai-geïnduceerd gehoorverlies. Universiteit Antwerpen Abstract: Identificatie van genen voor lawaai-geïnduceerd gehoorverlies. Organisaties: • Menselijke moleculaire genetica
Onderzoekers: • Lutgart Van Laer • Paul Van de Heyning • Guido Van Camp
Identificatie van genen voor monogene en multifactoriële vormen van otosclerose. Universiteit Antwerpen Abstract: Otosclerose is een frequent voorkomende botabnormaliteit van het otisch kapsel met conductief gehoorverlies door stapesfixatie als primair kenmerk. Otosclerose heeft een prevalentie van 0.3-0.4% bij de blanke populatie. Otosclerose ontstaat door toedoen van zowel genetische als omgevingsfactoren, maar over beide aspecten is echter vrijwel niets gekend. Tot nu toe werden drie autosomaal dominante loci beschreven, maar de betrokken genen werden echter nog niet geïdentificeerd. Het doel van het project is tweeërlei. Enerzijds zullen traditionele positionele kloneringstechnieken gebruikt worden om genen voor monogene vormen van otosclerose te identificeren. De genlokalisatie gebeurt a.d.h.v. een genomische zoektocht in een grote Griekse familie. In de afgebakende kandidaatregio zal het kandidaatgen opgespoord worden door screening van gen-databases en door gebruik te maken van exonpredictieprogramma's gevolgd door RT-PCR analyse. Mutatieanalyse zal leiden tot de identificatie van het otosclerosegen. Anderzijds zullen genetische factoren betrokken bij complexe vormen van otosclerose geïdentificeerd worden via 'model-free' koppelingsanalyse in 500 reeds verzamelde stalen uit kleine familie. Vervolgens zal een case-control associatiestudie worden uitgevoerd a.d.h.v. Single Nucleotide Polymorphism (SNP) genotypering in geselecteerde kandidaatgenen. Organisaties: • Menselijke moleculaire genetica
Onderzoekers: • Guido Van Camp • Melissa Thys
Identificatie van genen voor monogene en multifactoriële vormen van otosclerose. Universiteit Antwerpen Abstract: Otosclerose is een frequent voorkomende botabnormaliteit van het otisch kapsel met conductief gehoorverlies door stapesfixatie als primair kenmerk. Otosclerose heeft een prevalentie van 0.3-0.4% bij de blanke populatie. Otosclerose ontstaat door toedoen van zowel genetische als omgevingsfactoren, maar over beide aspecten is echter vrijwel niets gekend. Tot nu toe werden drie autosomaal dominante loci beschreven, maar de betrokken genen werden echter nog niet geïdentificeerd. Het doel van het project is tweeërlei. Enerzijds zullen traditionele positionele kloneringstechnieken gebruikt worden om genen voor monogene vormen van otosclerose te identificeren. De genlokalisatie gebeurt a.d.h.v. een genomische zoektocht in een grote Griekse familie. In de afgebakende kandidaatregio zal het kandidaatgen opgespoord worden door screening van gen-databases en door gebruik te maken van exonpredictieprogramma's gevolgd door RT-PCR analyse. Mutatieanalyse zal leiden tot de identificatie van het otosclerosegen. Anderzijds zullen genetische factoren betrokken bij complexe vormen van otosclerose geïdentificeerd worden via 'model-free' koppelingsanalyse in 500 reeds verzamelde stalen uit kleine familie. Vervolgens zal een case-control associatiestudie worden uitgevoerd a.d.h.v. Single Nucleotide Polymorphism (SNP) genotypering in geselecteerde kandidaatgenen. Organisaties: • Menselijke moleculaire genetica
Onderzoekers: • Guido Van Camp • Melissa Thys
Identificatie van genen voor monogene en multifactoriële vormen van otosclerose. Universiteit Antwerpen Abstract: Otosclerose is een frequent voorkomende botabnormaliteit van het otisch kapsel met conductief gehoorverlies door stapesfixatie als primair kenmerk. Otosclerose heeft een prevalentie van 0.3-0.4% bij de blanke populatie. Otosclerose ontstaat door toedoen van zowel genetische als omgevingsfactoren, maar over beide aspecten is echter vrijwel niets gekend. Tot nu toe werden drie autosomaal dominante loci beschreven, maar de betrokken genen werden echter nog niet geïdentificeerd. Het doel van het project is tweeërlei. Enerzijds zullen traditionele positionele kloneringstechnieken gebruikt worden om genen voor monogene vormen van otosclerose te identificeren. De genlokalisatie gebeurt a.d.h.v. een genomische zoektocht in een grote Griekse familie. In de afgebakende kandidaatregio zal het kandidaatgen opgespoord worden door screening van gen-databases en door gebruik te maken van exonpredictieprogramma's gevolgd door RT-PCR analyse. Mutatieanalyse zal leiden tot de identificatie van het otosclerosegen. Anderzijds zullen genetische factoren betrokken bij complexe vormen van otosclerose geïdentificeerd worden via 'model-free' koppelingsanalyse in 500 reeds verzamelde stalen uit kleine familie. Vervolgens zal een case-control associatiestudie worden uitgevoerd a.d.h.v. Single Nucleotide Polymorphism (SNP) genotypering in geselecteerde kandidaatgenen. Organisaties: • Menselijke moleculaire genetica
Onderzoekers: • Guido Van Camp • Melissa Thys
Identificatie van genen voor otosclerose. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project, dat de identificatie van otosclerosegenen beoogt, maakt deel uit van het algemene onderzoek naar de etiologie van erfelijke doofheid in onze onderzoeksgroep. Het project bestaat uit twee luiken. Traditionele positionele kloneringstechnieken zullen gebruikt worden om genen voor monogene vormen van otosclerose te identificeren. Anderzijds zullen nieuwe technieken toegepast worden om genetische factoren te identificeren die betrokken zijn bij complexe vormen van otosclerose. Organisaties: • Menselijke moleculaire genetica
Onderzoekers: • Guido Van Camp • Isabelle Schrauwen
Identificatie van genen voor otosclerose. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project, dat de identificatie van otosclerosegenen beoogt, maakt deel uit van het algemene onderzoek naar de etiologie van erfelijke doofheid in onze onderzoeksgroep. Het project bestaat uit twee luiken. Traditionele positionele kloneringstechnieken zullen gebruikt worden om genen voor monogene vormen van otosclerose te identificeren. Anderzijds zullen nieuwe technieken toegepast worden om genetische factoren te identificeren die betrokken zijn bij complexe vormen van otosclerose. Organisaties: • Menselijke moleculaire genetica
Onderzoekers: • Guido Van Camp • Isabelle Schrauwen
Identificatie van genen voor otosclerose en onderzoek naar hun rol in het ziekteproces. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van dit project is de identificatie van genen voor doofheid. Enerzijds worden traditionele positionele kloneringstechnieken en nieuwere'next-generation sequencing' technieken gebruikt ter identificatie van genen voor monogene vormen van otosclerose en sensorineurale doofheid. Anderzijds worden bij complexe vormen van doofheid de genetische factoren geïdentificeerd door genetische associatiestudies. Organisaties: • Menselijke moleculaire genetica
Onderzoekers: • Guido Van Camp • Isabelle Schrauwen
Identificatie van genetische en prognostische neuroblastoom subgroepen door middel van genoom- en transcriptoomgebaseerde microarray-profilering Universiteit Gent Abstract: Door middel van genoom- en transcriptoom-microarray-profileringsstudies van tumoren en cellijnen, wensen we de specifieke gendefecten en geassocieerde biologische veranderingen die optreden in de genetische subgroepen van neuroblastoom te achterhalen. Er zal studie verricht worden naar de biologische rol van chromosoom 17q en de identificatie van expressiesignaturen met diagnostische of prognostische waarde. Organisaties: • Vakgroep Pediatrie en genetica
Onderzoekers: • Anne De Paepe • Franki Speleman
Identificatie van genetische factoren die leiden tot neurologische complicaties van waterpokken. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds ESPID. UA levert aan ESPID de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Philippe Beutels • Jose Ramet • Benson Ogunjimi
Identificatie van genetische factoren van invloed op de verstandelijke handicap bij het fragiele X-syndroom. Universiteit Antwerpen Abstract: Recente inzichten leren dat de ernst van het fragiele X syndroom, de meest voorkomende vorm van erfelijke mentale retardatie mede door andere genetische factoren naast de fragiele X mutatie bepaald wordt. Doel van dit project is deze additionele genetisch factoren to identificeren met behulp van muismodellen. Cognitieve prestaties van de muizen zullen bepaald worden met behulp van de Morris water maze test. Vergelijking van de analyses van merkers over het gele genoom verspreidt tussen de best en de slechts presterende dieren zal ons in staat stellen de modifier gene to identificeren. Organisaties: • Centrum medische genetica • Cognitieve Genetica (COGNET)
Onderzoekers: • Frank Kooy
Identificatie van genetische factoren verantwoordelijk voor milde mentale retardatie. Universiteit Antwerpen Abstract: In tegenstelling tot ernstige mentale retardatie, dat meestal veroorzaakt wordt door defecten in een enkel gen, wordt milde mentale retardatie veroorzaakt door een veelvoud aan genetische factoren of QTLs. Wij willen een QTL verantwoordelijk voor milde mentale retardatie identificeren gebruik makende van een outbred HS muismodel. Twee extreem presterende kolonies zullen gefokt worden uitgaande van een enkele outbred kolonie door backcross en selectie. Merker analyse zal de QTLs verantwoordelijk voor het leerdefect opsporen. Organisaties: • Cognitieve Genetica (COGNET)
Onderzoekers: • Peter De Deyn • Frank Kooy
Identificatie van genetische/genomische factoren betrokken bij hoogbegaafdheid. Universiteit Antwerpen
Abstract: De doelstelling van het project is het initiëren en het uitbouwen van state of the art moleculair genetisch/genomisch onderzoek naar hoogbegaafdheid vertrekkende van de unieke populatie aanwezig binnen het CBO. De mijlpalen van dit project zijn: - Uitbouw van een biobank voor hoogbegaafdheidsonderzoek ¿ Identificatie van kandidaatgenen voor hoogbegaafdheid via een SNP gebaseerde genoom¿wijde associatiestudie ¿ De studie van de relatie tussen copy number variaties (CNVs) en hoogbegaafdheid Organisaties: • VIB DMG - Toegepaste Moleculaire Genomica
Onderzoekers: • Jurgen Del-Favero
Identificatie van genetische modulatoren van de aanvangsleeftijd in frontaalkwabdementie: een geïntegreerde aanpak. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van dit doctoraatsonderzoek is de identificatie van genetische factoren die de sterk variabele aanvangsleeftijd van frontaalkwabdementie beïnvloeden. In een uitgebreide familie (DR8 familie) waarin een causale mutatie in het granuline gen segregeert, identificeerden we een quantitative trait locus (QTL) voor de aanvangsleeftijd. Om de functionele variatie die aan de basis van deze QTL ligt te identificeren, maken we gebruik van genoomsequentiebepaling, gecombineerd met transcriptoom- en proteoomanalyse van leden van de DR8 familie. Organisaties: • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Marc Cruts • Christine Van Broeckhoven • Eline Wauters
Identificatie van gen functies betrokken in bacteriële interacties in een pesticide degraderend microbieel consortium. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Bodem- en Waterbeheer
Onderzoekers: • Dirk Springael
Identificatie van herapeutisch relevante orgaan-specifieke doelwitgenen van de Wnt signaalweg. Universiteit Gent Abstract: Een microarry screen voor primaire doelwitgenen van de Wnt/b-caterine signaalweg werd uitgevoerd in verschillende organen van het modelorganisme Xenopuw. Verschillende potentiële doelwitgenen die werden geïdentificeerd zullen functioneel worden geanalyseerd. We zullen ons focussen op genen die mogelijks betrokken zijn bij het ontstaan van darmkanker in de mens. Hierbij zal ook gebruik gemaakt worden van tumormodellen in de muis. Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Kris Vleminckx
Identificatie van het deubiquitinase USP15 als een Parkine antagonist KU Leuven Abstract: De ziekte van Parkinson is een vaak voorkomende, invaliderende hersenaandoening. Defecten in mitochondria, energie-producerende organellen in de cel, lijken een belangrijke rol te spelen in het ontstaan van deziekte. Goed functionerende mitochondria zijn noodzakelijk voor energieproductie en het overleven van zenuwcellen. Accumulatie van defecte mitochondria is schadelijk. Parkine, een eiwit betrokken bij de opruiming van defecte mitochondria, is minder functioneel in sommige patiënten met de ziekte van Parkinson. Hier identificeren we USP15 als een enzym dat defunctie van Parkine in de opruiming van mitochondriën tegenwerkt. Verlaging van de hoeveelheid USP15 leidde tot meer efficiënte afbraak van defecte mitochondria in cellulaire assays. In fibroblasten van een patiënt met Parkinemutaties leidde het verlagen van USP15 tot herstel van de opruiming van beschadigde mitochondriën. Onderdrukking van het fruitvliegeiwit dat het meest lijkt op menselijk USP15 resulteerde in Parkine-deficië Organisaties: • Onderzoeksgr_Exp_Neurologie
Onderzoekers: • Wim Vandenberghe • Tom Cornelissen
Identificatie van het gen betrokken bij het osteopetrotic (op) ratmodel. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoeksproject zal de identificatie van het gen verantwoordelijk voor het osteopetrotisch fenotype van het spontane osteopetrotic ratmodel nastreven. Er zal eveneens nagegaan worden welke rol dit gen vervult in de humane osteopetrosen. Dit onderzoek heeft het potentieel om op korte termijn een nieuw gen te identificeren dat betrokken is bij het botmetabolisme en dit zal ongetwijfeld leiden tot een betere kennis van de botafbraak. Organisaties: • Medische genetica van obesitas en skeletaandoeningen (MGENOS)
Onderzoekers: • Liesbeth Van Wesenbeeck
Identificatie van het gen voor distale hereditaire motorische neuropathieën type II. Universiteit Antwerpen Abstract: Distale hereditaire motorische neuropathieën (distale HMN) zijn zuivere motorische aandoeningen van het perifere zenuwstelsel. De ziekte resulteert in een ernstige verzwakking en atrofie van de distale spieren van de ledematen. Tot hier toe werden acht verschillende loci en drie genen geïdentificeerd voor autosomaal dominante en recessieve distale HMN: glycyl tRNA synthetase (GARS) voor distale HMN-V, immunoglobulin µ-binding protein 2 (IGHMBP2) voor distale HMN-VI en dynactin 1 (DCTN1) voor distale HMN-VII (Publicaties 12). In 1996, werd de locus voor autosomaal dominante distale HMN-II gelokaliseerd op chromosoom 12q24.3 aan de hand van een Belgische familie (CMT-M). Er werd een 5Mb clone contig van het distale HMN-II interval opgesteld (Publicatie 2), en door mutatieanalyse werden 21 kandidaat-genen uitgesloten (Publicaties 3,5). Een tweede, distale HMN- II familie uit Tsjechië (CMT-196) liet toe het koppelingsinterval significant te verkleinen tot 1.7 Mb. Hierdoor kon het aantal kandidaat-genen beperkt worden tot 9 gekende genen (Publicaties 11). Wij vonden recent in twee small heat shock
proteïnes (HSPB8, HSPB1) mutaties verantwoordelijk voor distale HMN-II en CMT2F (Publicaties 8,11). Daarnaast hebben we bijgedragen tot het vinden van mutaties in andere genen voor distale HMN namelijk Senataxin en het Bernadelli Seip Congenital Lipodystrophy 2 gen (Publicaties 9,10). Recent onderzoek heeft aangetoond dat mutaties in sommige van deze genen niet enkel resulteren in een zuiver motorische neuropathie van het distale HMN type, maar ook in erfelijke motorische en sensorische neuropathieën, waarbij er ook een aantasting van de sensorische neuronen voorkomt (Publicaties 6,8). Mijn specifieke bijdrage tot het onderzoek is de identificatie van het HSPB8 gen. Ik heb de mutaties die verantwoordelijk voor distale HMN-II gevonden. Ik heb ook de in vitro cellulaire studies met HSPB8 en HSPB1 mutaties uitgevoerd. Organisaties: • VIB DMG - Perifere Neuropathieën
Onderzoekers: • Joy Ijeoma Irobi-Devolder
Identificatie van het immunologisch werkingsmechanisme van het influenza matrixewit-2-ectodomein vaccin. Universiteit Gent Abstract: Bescherming tegen influenza A virus infectie door vaccinatie met M2e-fusie constructen is afhankelijk van M2e-specifieke antilichamen. In dit project willen we de rol van Fc Receptoren, anti-M2e IgG isotypes, macrofagen en NK cellen onderzoeken. Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Xavier Saelens
Identificatie van het immuunmechanisme en toepassing van een universeel influenza vaccin Universiteit Gent Abstract: Aan de hand van in vitro en in vivo studies zal het immuunmechanisme dat nodig en voldoende is voor de bescherming door een universeel influenza vaccin, worden geïdentificeerd. Daarnaast zal het vaccin verder klinisch worden ontwikkeld in samenwerking met een farmaceutisch bedrijf dat actief is op de vaccinmarkt. Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Xavier Saelens
Identificatie van humaan immunodeficiënte virus vaccin peptiden en humane breed neutraliserende monoclonale antilichamen met behulp van M13 faagbanken. Universiteit Antwerpen Abstract: Het zoeken naar een HIV vaccin dat in staat zou zijn om breed kruis-neutraliserende antistoffen (BCNA) te induceren blijft een topprioriteit. BCNA komen voor bij een minderheid van de HIV geïnfecteerden. Uitgaande van hun plasma zullen de verantwoordelijke epitopen geselecteerd worden op basis van de "peptide faag display" methode. Van de andere kant beschikken we ook over "antibody faag bibliotheken", gebaseerd op het beenmerg van patiënten met BCNA. Dit zal ons toelaten nieuwe BCNA te isoleren via de eerder geselecteerde peptides. De mogelijke toepassingen zijn ontwikkeling van een Multi-component vaccin en therapeutische antistoffen. Organisaties: • Laboratorium voor Microbiologie, Parasitologie en Hygiëne (LMPH)
Onderzoekers: • Guido Vanham • Tessa Dieltjens
Identificatie van humaan immunodeficiënte virus vaccin peptiden en humane breed neutraliserende monoclonale antilichamen met behulp van M13 faagbanken. Universiteit Antwerpen Abstract: Het zoeken naar een HIV vaccin dat in staat zou zijn om breed kruis-neutraliserende antistoffen (BCNA) te induceren blijft een topprioriteit. BCNA komen voor bij een minderheid van de HIV geïnfecteerden. Uitgaande van hun plasma zullen de verantwoordelijke epitopen geselecteerd worden op basis van de "peptide faag display" methode. Van de andere kant beschikken we ook over "antibody faag bibliotheken", gebaseerd op het beenmerg van patiënten met BCNA. Dit zal ons toelaten nieuwe BCNA te isoleren via de eerder geselecteerde peptides. De mogelijke toepassingen zijn ontwikkeling van een Multi-component vaccin en therapeutische antistoffen. Organisaties: • Laboratorium voor Microbiologie, Parasitologie en Hygiëne (LMPH)
Onderzoekers: • Guido Vanham • Tessa Dieltjens
Identificatie van immunomodulerende factoren die een invloed hebben op de T-cel plasticiteit in de bovenste luchtwegen Universiteit Gent Abstract: In dit project zullen we systematisch Treg en T effector cellen in een humaan model van neusinfectie karakteriseren. Verder willen we nagaan of de opregulatie van FOXP3 door SOCS3 silencing effectief is in het suppresseren van de inflammatie. Organisaties: • Vakgroep Neus-, Keel-, Oorheelkunde en Logopedische-audiologische Wetenschappen
Onderzoekers: • Claus Bachert
Identificatie van immuunreceptoren en signaal transductie pathways Universiteit Gent Abstract: Het betreft hier de aanvraag voor basisuitrusting om via proteomics en imaging technology immuunreceptoren te identificeren in verschillende weefsels en celtypes. Deze toestellen zullen ons ook in staat stellen om de fosforylatie status van verschillende sleuteleiwitten, betrokken in de activatie en propagatie van signaal transductie pathways, te analyseren en hun belang in de opbouw van immuniteit te onderzoeken. Organisaties: • Vakgroep Virologie, parasitologie en immunologie
Onderzoekers: • Eric Cox • Herman Favoreel • Bert Devriendt
Identificatie van inhibitoren van de door auxine gecontroleerde celdelingsactivatie tijdens zijwortelinitiatie Universiteit Gent Abstract: Chemical genomics maakt gebruik van kleine moleculen om een bepaalde signaaltransductiecascade te verstoren. Deze aanpak laat toe relevante genproducten te identificeren betrokken bij vitale processen op om het even welk ontwikkelingsstadia en specifiek in het plantendeel/orgaan naar keuze. Het hier voorgestelde project beoogt de identificatie van inhibitoren van celcyclusactivatie in de wortel en hun in vivo targets. Organisaties: • Vakgroep Plantenbiotechnologie en Genetica
Onderzoekers: • Dirk Inzé • Tom Beeckman
Identificatie van intrinsieke en verworven resistentie mechanismen in de behandeling met angiogenese inhibitoren bij patiënten met een gemetastaseerde colorectale kanker. KU Leuven Abstract: Colorectale tumoren zijn wereldwijd de derde meest frequente tumoren zowel bij mannen als vrouwen. Ze staan op de tweede plaats van kankergerelateerde sterfte in het westen. Dankzij betere screening en behandelingsmogelijkheden, is de mortaliteit de laatste 20 jaar belangrijk gedaald. Op vandaag is de gemiddelde overleving van een gemetastaseerde colorectale tumor ongeveer 2 jaar, dankzij de ontwikkeling van nieuwe chemotherapeutica en doelgerichte behandelingen. Resistentie tegen deze behandelingen blijft echternbsp;een grootnbsp;probleem.nbsp;Hiervoornbsp;zijn verschillende mechanismes verantwoordelijk, zoals bijvoorbeeld de aanwezigheid van een KRAS mutatie bij patienten behandeld met een EGFR-inhibitor. Voor de behandeling met een angiogenese remmer, zijn er tot op heden nog niet veel resistentie mechanismen gekend.nbsp;Om deze mechanismes te bestuderen is het noodzakelijk dat er een prospectieve collectie gebeurd van bloed en tumor weefsel. We zullen dan ook een aantal hypotheses Organisaties: • Klinische Digestieve Oncologie
Onderzoekers: • Eric Van Cutsem • Chris Verslype • Sabine Tejpar • Hans Prenen • Massimiliano Mazzone
Identificatie van kandidaat therapeutische lange niet-coderende RNA genen in de TP53 pathway Universiteit Gent Abstract: IWT/SB-lichting 2014 IWT/SB/Rombaut Dries/131579 Identificatie van kandidaat therapeutische lange niet-coderende RNA genen in de TP53 pathway Organisaties: • Vakgroep Pediatrie en genetica
Onderzoekers: • Jo Vandesompele
Identificatie van kankermutaties in het niet-coderende genoom. KU Leuven Abstract: In dit project gaan wij op zoek naar fouten in het DNA die aanleiding kunnen geven tot kanker. Meerbepaald zoeken wij naar mutaties in het niet-coderend deel van het genoom, hetgeen 98% uitmaakt van ons DNA. Dit deel van het genoom staat onder meer in voor de regulatie van genexpressie.Fouten in regulatorische elementen kunnen aldus aanleiding geven tot aberrante genexpressie. We zullen gebruik maken van nieuwe technologiën om DNA te sequencen en we zullen verschillende methoden testen om specifiek de regulatorische elementen te onderzoeken (o.a., ChIP-Seq). In een eerste fase zullen we gebruik maken van publiek beschikbaregenoomsequenties van verschillende kankertypes (TCGA, ENCODE), en in een tweede fase zullen we onze methoden toepassen op Acute Myeloide Leukemie (AML) om beter inzicht te krijgen in het oncogenetisch programma van AML. Organisaties: • Departement Menselijke Erfelijkheid
Onderzoekers: • Stein Aerts
Identificatie van kankerspecifieke proteïne-expressie in humaan folliculschildkliercarcinoom en effecten van 1,25(OH)2D3: diagnostische en therapeutische implicaties. KU Leuven Abstract: Schildklierkanker vormt de meest voorkomende endocrinologische kanker. Meestal gaat het om goed gedifferentieerde traag groeiende schildklierkankers (papillaire of folliculaire vorm) met een zeer goede prognose (>90% 10-jaarsoverleving) na standaardtherapie, bestaande uit schildklieroperatie, gevolgd door een behandeling met radioactief jodium en tenslotte met schildklierhormoon.Dit onderzoeksproject heeft als doel de diagnose van folliculaire schildklierkanker te optimaliseren en geactiveerd vitamine D verder te onderzoeken naar effecten op slecht gedifferentieerde vormen van schildklierkanker. Het onderzoeksproject bestaat uit 2 delen: enerzijds een proteoomstudie van humaan folliculair schildklierkankerweefsel met als doel valide, nieuwe eiwitmerkers te vinden voor diagnostiek (cytologie, histologie) en therapie (vinden van aangrijpingspunten voor nieuwe therapieën in het geval van falende standaardtherapie), anderzijds de studie van het werkingsmechanisme van 1,25-dihydroxyvitamine Organisaties: • Klinische & Experimentele Endocrinologie
Onderzoekers: • Brigitte Decallonne