www.researchportal.be - 6 Jan 2016 02:03:40
Onderzoeksprojecten (2000 - 2500 van 29735) De lokale structuur van nano-gestructureerde materialen en dunne laag ceramische en halfgeleidende materialen. Universiteit Antwerpen Abstract: Met de huidige evolutie van micro-technologie naar nanotechnologie wordt het belang van transmissie elektronenmicroscopie alleen maar groter. Bedoeling is om een kwantitatieve interpretatie te geven van zowel hoogresolutiebeelden met een resolute van sub 0.2 nm als van lokale energieverlies spectra. Organisaties: • ELEKTRONENMICROSCOPIE VOOR MATERIAALONDERZOEK (EMAT) • Elektronenmicroscopie voor materiaalonderzoek (EMAT)
Onderzoekers: • Dirk Van Dyck • Joseph Van Landuyt • Gustaaf Van Tendeloo
Congres : "8th Annual Congress of the Association for the Scientific Study fo Consciousness" Universiteit Antwerpen Abstract: Congres : "8th Annual Congress of the Association for the Scientific Study fo Consciousness" Organisaties: • Centrum voor Filosofische Psychologie
Onderzoekers: • Peter Reynaert
Balans der heterotrofe en autotrofe processen in het Schelde estuarium en impact op de koolstof- en stikstofstofstromen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het algemeen doel van dit project is het bepalen van de balans tussen productie- en ademhalingsprocessen op niveau van het gehele Schelde estuarium, waarbij terzelfdertijd de koolstof- en stikstofdynamiek wordt beschouwd. Meer specifiek, dit project beoogt (1) de kwantificering van systeem- en functionele groep-specifieke primaire productie, (2) de de assimilatie van koolstof en stikstof door algen en bacterieën te bestuderen en (3) de studie van de 3 voornaamste stikstofcyclus processen (denitrificatie, nitrificatie en ammonium regeneratie). Organisaties: • Scheikunde
Onderzoekers: • WILLY BAEYENS • FRANK DEHAIRS • NATHALIE BRION
Cytogenetic biomarkers and human cancer risk. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De partners van dit project hebben voorheen aangetoond dat een hoge frequentie van chromosomale aberraties (CA) in perifere lymfocyten voorspellend is voor een toenemend kankerrisico, onachtzaam het roken of beroepsblootstelling aan carcinogenen. Het huidig multidisciplinair project beoogt het verduidelijken van de redenen voor deze resultaten. Celculturen, voorhanden van individuen vroeger onderzocht voor cytogenetische biomerkers, zullen geanalyseerd worden voor de belangrijkste genetische polymorfismen die verondersteld worden chromosoom schade te beïnvloeden. Deze data zullen gebruikt worden om die polymorfismen te verklaren die de frequentie van CAs en/of zuster chromatid uitwisselingen (SCE) en de kanker associatie van chromosoom aberraties wijzigen. De bestaande cohortes zullen heronderzocht worden om de types van CAs bepalend voor kankerrisico te identificeren en om te herevalueren of SCEs kanker kunnen voorspellen. Twee nieuwe Europese cohortes zullen samengesteld worden, een om de resultaten van CAs en SCEs te bevestigen en om het verband met de belangrijkste kankertypes te bestuderen, en een andere studie om te zien of kankerrisico voorspelbaar is door micronucleus frequentie in lymfocyten. Organisaties: • Cellulaire Genetica
Onderzoekers: • MICHELINE VOLDERS
Active Vision on Mobile Platforms. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het hoofddoel van dit project is een automomous mobiele robot te ontwikkelen, daarbij zouden voor de navigatie stereo faciliteiten gebruikt worden in een gestructureerde of niet gestructureerde binnenomgeving en voor de ontwikkeling van een model van de voorgestelde scène. De robot zijn onboard camera's zouden ons moeten in staat stellen om alles op afstand mee te volgen. Het zenden van de door de robot verkregen gegevens (3D scène map,data,enz.) gebeurt via een draadloos netwerk. Drie hoofddoelstellingen en hoofdontwikkelingen zullen worden gecombineerd: bouw-robots, robot-vision voor scène-analyse en modellering en draadloze communicatie. Organisaties: • Informatica en Toegepaste Informatica • Elektronica en Informatica
Onderzoekers: • HICHEM SAHLI • ANDREAS BIRK
Lokale belastingen internationaal bekeken - het belasten van overheden. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het onderzoeksdomein van de lokale en regionale is in wezen een binnenlandse aangelegenheid, wat evenwel niet wegneemt dat een studie van lokale en regionale fiscaliteit vanuit een internationale dimensie een belangrijke benaderingshoek is. Het onderzoeksluik dat voor 2002 wordt vooropgesteld is internationaal maar heeft tevens een zeer actueel binnenlands belang. Het betreft meer bepaald de vraag hoe in andere federale en niet-federale landen wordt omgesprongen met de fiscaliteit t.a.v. goederen bestemd voor de openbare dienst. Daar waar het principe van de vrijstelling van de goederen bestemd voor de uitoefening van de openbare dienst tot voor kort in België een vast gegeven was, hebben zowel de regionalisering als het gebruik van belastingen om niet fiscale doelstellingen te realiseren, het principe van deze
vrijstelling op de helling gezet. Vraag die moet worden beantwoord is of en hoe in andere landen word belet dat het federaal, regionaal of lokaal niveau goederen belast die door andere gezagsniveaus worden aangewend voor de uitoefening van de taken van openbaar nut die hen werden toevertrouwd. Kan een regio het federaal parlement belasten, kan een gemeente het gevangenisgebouw belasten, kan de federale overheid de gemeentelijk afvalverbrandingsinstallatie belasten. Daarmee samenhangend is er de vraag naar de compensatie voor de regio of gemeente die bulkt van overheidsgebouwen. In het licht van het evoluerend gebruik van de fiscaliteit is er tenslotte de vraag of bv. ok het leegstaand en verwaarloosd overheidsgebouw nog van een vrijstelling geniet. Dit project wordt gecombineerd met een extern gefinancierd project Organisaties: • Fiscaal Recht
Onderzoekers: • Fien BUNDERVOET • Augustus GOEGEBUER • MIGUEL DE JONCKHEERE
Onderzoek naar neurologische ziekten: een moleculair genetische benadering. Universiteit Antwerpen Abstract: We beogen nieuwe genen te identificeren voor de ziekte van Alzheimer, epilepsie en Charcot-Marie-Tooth neuropathie door gebruik te maken van verschillende moleculair genetische technieken. Ziekteverwekkende genen worden geïdentificeerd door genomische zoektochten uit te voeren in informatieve families die niet kunnen verklaard worden door mutaties in gekende genen. Genotype/fenotype correlaties worden gemaakt op basis van klinische, neurofysiologische en neuropathologische gegevens. In vitro studies zullen uitgevoerd worden met nieuwe mutaties in gekende of nieuw geïdentifceerde genen. Inspanningen zullen geleverd worden voor het aanmaken van transgene muismodellen door het genereren van enerzijds constructen met mutaties die aanleiding geven tot zeer ernstige fenotypes en/of anderzijds multipele transgene modellen. De identificatie van genen verantwoordelijk voor neurologische ziekten is een belangrijke stap voor het begrijpen van de fundamentele biologische processen ter hoogte van het centraal en perifeer zenuwstelsel. Organisaties: • Moleculaire genetica • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Christine Van Broeckhoven • Vincent Timmerman • Peter De Jonghe
Welzijn van ouderen: onderzoek naar determinanten van succesvol ouder worden. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Onderzoek omtrent succesvol ouder worden toonde aan dat mensen niet op een identieke wijze oud worden enDat de invulling van deze levensfase sterk afhankelijk is van de persoonlijkheid, de individuele zingeving, de mate Waarin men geconfronteerd wordt en omgaat met stressvolle levensgebeurtenissen, e.d.m. Hoewel ouderen vaak Geconfronteerd worden met verliessituaties (pensionering, lege nest, statusverlies, weduwschap, verlies van sociale Relaties, daling van inkomsten, fysieke veranderingen, e.d.m.) deze niet bij iedereen dezelfde gevolgen hadden. Sommige ouderen bleken het erg moeilijk te hebben om met deze gebeurtenissen om te gaan en vertoonden een vrij Lage graad van welzijn (vaak met depressieve symptomen), terwijl anderen er zich vrij snel konden over heen zetten. We willen in ons onderzoek 1) het welzijn van ouderen nagaan, 2) welke verschillen inzake welzijn bij ouderen aangetroffen worden en 3) welke variabelen deze verschillen kunnen verklaren.Om een antwoord te vinden op bovenvermelde onderzoeksvragen willen wij een verkennend onderzoek uitvoeren bij 500 ouderen. Om de afhankelijke variabele (welzijn) te operationaliseren worden twee instrumenten gebruikt (ACSA & MOS).Als afhankelijke variabelen, wordt naast demografische kenmerken, ook nagegaan welke zingevingsbronnen ouderen hanteren, hoe zij omgaan met stress, in hoeverre zij het gevoel hebben greep te hebben op hun leven en hoe uitgebreid het sociaal netwerk is waarop zij een beroep kunnen doen. Organisaties: • Ontwikkelings- en Levenslooppsychologie
Onderzoekers: • INGRID KRISTOFFERSEN
Niet-klassieke propositionele structuren in cognitieve architectuur. Een onderzoek in het kader van wereldbeeldmodellen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het project onderzoekt het niet-klassieke concept 'intrinsieke contextualiteit' in cognitieve interactieprocessen en stelt dit in relatie met 'emergentie'-verhouding in een gelaagde structuurmodel van de werkelijkheid. De doelstelling is de aanwezigheid van niet-klassieke (quantum) structuren aan te tonen in verschillende geledingen van het wereldbeeldmodel, andere dan die van de microfysische quantumlaag. Paradigmatisch duidt de aanwezigheid van intrinsiek contextualiteit in het werelbeeldmodel op de creatie van eigenschappen door het interageren zelf, dit in tegenstelling tot de klassieke perceptie waar de eigenschap reeds een voorafbestaand attribuut is. Voorafgaand onderzoek toont aan dat, zoals in het geval van de quantumlaag, sommige entiteiten van de cognitieve laag (CE) een niet-klassiek (quantum) gedrag vertonen (Aerts, Broekaert & Smets 1999a, b, c). Aan de hand van een connectionistisch model met verborgen contextinteractie-parameter onderzoekt men nu een oorzaak van dit niet-klassiek gedrag in het gedistribueerde conceptuele netwerk van de cognitieve architectuur (Hinton, McClelland, Rumelhart 1986), door aanpassingen van reeds ontwikkelde modellen (Van Overwalle 1998). Door variabele effectiviteit van het PDP-mechanisme (Parallel Distributed Processing) in computationele breinmodellen stelt men dat de verschillende (sub)-symbolische entiteiten in het cognitief individu een variabele emergentie-verhouding hebben (Rantala 1998), gekenmerkt door intrinsieke contextinteracties. De karakteristieke intrinsieke contextualiteitparameter is een maat voor de emergentieverhouding tussen proto-typische entiteiten van de respectievelijke interagerende lagen. De variabiliteit is gedeeltelijk klassiek en intrinsiek, deze laatste kan niet op klassieke wijze (Longford, 1993; Goldstein, 1995) gereduceerd worden door integratie in multilevel systemen. Voor de aanduiding van de niet-klassieke aard van algemene entiteit-processen wenden we een operationeel quantum formalisme (OQF) aan dat haar oorsprong vindt in de axiomatica van de quantumtheorie (Aerts 1998) Organisaties: • Centrum Leo Apostel • Fundamenten van de Exacte Wetenschap • Persoonlijkheids- en Sociale Psychologie
Onderzoekers: • Diederik AERTS • FRANK VAN OVERWALLE
Ontwikkelen van een moleculaire gegevensbank voor de forensische identificatie van Afrikaanse kleine zoogdieren.
Universiteit Antwerpen Abstract: Ontwikkelen van een moleculaire gegevensbank voor de forensische identificatie van Afrikaanse kleine zoogdieren. Organisaties: • EVOLUTIONAIRE BIOLOGIE • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Herwig Leirs
Ontwikkeling van een leukemie-vaccin op basis van dendritische cellen opgeladen met het Wilms' tumor genproduct.(Beurs Stichting Emmanuel van der Schueren) Universiteit Antwerpen Abstract: Het Wilms' tumor (WT1) proteïne komt tot overexpressie in verschillende humane kankers waaronder hematologische maligniteiten, long-, borst- , testis-, huid- en overiumkanker. Daarom is WT1 een mogelijk universeel tumorantigen dat gebruikt kan worden bij therapeutische kankervaccins. Myeloïde dendritische cellen kunnen in vitro gekweekt worden en vervolgens getransfecteerd door middel van mRNA elektroporatie met het WT1-gen. In dit onderzoek zal gekeken worden of het mogelijk is om in vitro WT1-specifieke cytotoxische T-lymfocyten van kankerpatiënten te stimuleren, opdat deze T-cellen specifiek autologe WT1+ tumorcellen zouden herkennen en lyseren. Dit onderzoek zou kunnen leiden tot de ontwikkeling van een WT1-gebaseerd dendritische cel vaccin voor verschillende kankertypes. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Zwi Berneman
Historiografische fictie en fictieve historiciteit in het Centraal-Amerikaanse en Hispano-Caribische verhalend proza (tweede helft van de twintigste eeuw). Universiteit Antwerpen Abstract: Het bestuderen van de historische roman (in de zin van Lukacs) en de getuigenisroman (in bredere zin dan "testimonio") binnen het Caribische en Centraal-Amerikaanse verhalend proza. Een analyse van de personages met speciale aandacht voor de plaats van minderheden, onderzoek naar de discursieve strategieën, reflectie over het (meta)historische, relatie met overheersende trends in het genre binnen de LatijnsAmerikaanse literatuur, zijn enkele van de aandachtspunten. Organisaties: • Spaans • Literatuur van de moderniteit
Onderzoekers: • Rita De Maeseneer
Strategieën bij vreemdetaalverwerving (Duits): de validatie van de meervoudsvorming versus andere indicatoren. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het doel van dit project is onderzoek naar de rol van strategieën bij vreemdetaalverwerving in een institutionele context. Het gaat daarbij om de verwerving van Duitse meervoudsvormen door Nederlandstalige taalleerders uit het secundair onderwijs (ASO). Een voorbereidend literatuuronderzoek heeft tot doel de psychologische literatuur in een sociolinguïstisch kader (onderwijsmethodes, klascontext, onderwijsdoelen) te interpreteren. Het operationeel onderzoek moet in eerste instantie uitwijzen of de meervoudsvorming als een valide indicator voor strategisch gedrag bij vreemdetaalverwerving gezien mag worden. Daarbij wordt gebruik gemaakt van verschillende, elkaar aanvullende onderzoeksmethodes (statistische verwerking van schriftelijke tests met foutenanalyse; intro- en retrospectie). Een antwoord op deze vraag zou ook een nieuw licht kunnen werpen op de vraag of meervoudsvormen in een vreemde taal samen met het basiswoord als items geleerd worden of dat de meervoudsvorming op basis van het toepassen van morpho-syntactische regels gebeurt (psycholinguïstisch luik ). Een antwoord hierop heeft vooral pedagogisch-didaktische implicaties voor het vreemdetaalonderwijs. Organisaties: • Germaanse Talen
Onderzoekers: • KATJA LOCHTMAN • MADELINE LUTJEHARMS
De draagwijdte van de intergenerationele solidariteit in het Belgische pensioensysteem. Babybusters versus babyboomers. Universiteit Antwerpen Abstract: De vergrijzing vormt een fundamentele uitdaging voor de houdbaarheid van het Belgisch pensioensysteem dat hoofdzakelijk gefinancierd wordt via repartitie. We onderzoeken of het gevoerde beleid de lasten niet teveel afwentelt op de babybust-generatie. We baseren ons hiervoor niet alleen op de registratie van de geldstromen maar ons inspirerend op het werk van Louise Russell brengen we ook het economische traject dat de generaties achter de rug hebben in rekening. Organisaties: • Media, middenveld en politiek (M2P)
Onderzoekers: • Peter Thijssen
Over de rol van de media tijdens de Belgische verkiezingscampagne van 2003. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project onderzoekt de rol van de media in de hedendaagse verkiezingscampagne. De media zijn niet enkel het belangrijkste kanaal waarlangs politici en partijen de kiezer bereiken, maar ze zijn ook uitgegroeid tot een centrale en autonome speler in de campagne. Door middel van een kwantitatieve en kwalitatieve analyse van de Vlaamse media tijdens de verkiezingen van 2003 (kranten + TV) proberen we op die centrale rol van de media meer zicht te krijgen. Het project focust op de Belgische verkiezingen in 2003, maar de analyse zal in internationaal comparatief perspectief gebeuren {o.m. afspraken met Nederlands onderzoeksteam daarover). Organisaties: • Politieke wetenschappen • Media, middenveld en politiek (M2P)
Onderzoekers: • Stefaan Walgrave
Studie van de hadronische eindtoestand bij diep-inelastische diffractieve elektron-proton botsingen bij HERA. Universiteit Antwerpen
Abstract: Getracht zal worden meer inzicht te krijgen in deep inelastische elektron-proton botsingenop volgende wijze : a) via het gebruik van de uitgebreide gegevensset tussen 1996 en 2000 verzameld tijdens het H1 experiment in DESY zal een nieuwe, gedetailleerde anlyse worden gemaakt van de hadronische eindtoestanden in diffractieve DIS b) via het installeren van een nieuwe proton spectrometer 220-m. Organisaties: • Elementaire deeltjesfysica • Elementaire-Deeltjesfysica
Onderzoekers: • Eddi De Wolf
Het Brusselse muziekleven 1750-1850 : politieke, economische en sociale aspecten. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Voorwerp van het project is een onderzoek naar de sociaal-culturele werkelijkheid waarin professionele musici, actief te Brussel in de periode 1750-1850, hun activiteiten ontplooiden. Er zal worden nagegaan hoe de musici zich verhielden tot de diverse actoren in het maatschappelijke krachtveld en aan welke evoluties deze verhoudingen onderhevig waren. De periode omvat de overgang van de Oostenrijkse absolute monarchie over het Franse en Hollandse regime naar de constitutionele monarchie van het onafhankelijke België. De relatief snelle opeenvolging van regimes bracht Brussel in contact met verschillende cultuursferen en politieke ideologieën. De vraag stelt zich wat de impact daarvan was op het muziekleven. Het wisselend belang van de stad (in de Franse tijd was zij slechts de hoofdplaats van een departement) zal ook toelaten het belang van de hoofdstedelijke functie voor het muziekleven beter te begrijpen. Het onderzoek wordt interdisciplinair en comparatief opgevat Organisaties: • Kunstwetenschappen en Archeologie • Geschiedenis
Onderzoekers: • Henri VANHULST • Koenraad BUYENS
Identificatie van subtelomere rearragmenten. Universiteit Antwerpen Abstract: Mentale retardatie komt voor bij naar schatting 1-3% van de totale bevolking. Cytogenetisch onzichtbare subtelomere afwijkingen veroorzaken 5-10% van alle gevallen van idiopathische mentale retardatie. Het opsporen van herschikkingen in deze genrijke subtelomere regio's is belangrijk zowel vanuit diagnostisch als vanuit wetenschappelijk oogpunt. Doel van dit onderzoek is mentale retardatie patiënten te screenen op het voorkomen van deze subtelomere deleties en na te gaan welke genen gedeleteerd zijn.Tevens zal een nieuwe, snellere diagnostische methode op punt gesteld worden. Organisaties: • Centrum medische genetica • Cognitieve Genetica (COGNET)
Onderzoekers: • Frank Kooy
Functionele analyse van Chondrolectine door het genereren van knock-out-muizen en in vitro-experimenten. Universiteit Antwerpen Abstract: Het muizen-Chondrolectine (Chodl) is een nieuw type Ia transmembranair C-type lectine dat sterk tot expressie komt in verschillende embryonale stadia en skeletspierweefsel. De biologische rol van Chodl is echter niet gekend en zal in vitro en in vivo onderzocht worden. De in vivo-functie zal bestudeerd worden door de aanmaak van knock-out-muizen. Via in vitro-studies zal getracht worden mogelijke bindingspartners te identificeren: intra- en extracellulaire liganden zullen resp. gezocht worden met behulp van het Sos Recruitment Systeem (SRS) en Yeast Surface Display (YSD). Organisaties: • Moleculaire biotechnologie • Moleculaire biotechnologie
Onderzoekers: • Joseph Merregaert
Ontwikkeling van een schuifkrachtgedreven on-chip chromatografisch scheidingapparaat. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De finale doelstelling van het voorgestelde project is de bouw en evaluatie van een optimaal functionerend prototypetoestel voor het uitvoeren van schuifkrachtgedreven chromatografische (SGC-)scheidingen in microkanalen met een vlak rechthoekige kanaaldoorsnede en een diepte binnen de sub-micron range. Het concept van SGC werd recent geïntroduceerd als een krachtig alternatief voor de conventionele druk en elektrisch gedreven chromatografen. SGC is gebaseerd op het gebruik van een bewegend kanaalelement welk toelaat een stabiele en continue stroming te genereren zonder nood aan druk of spanningsgradiënt. Het past ook perfect binnen de huidige trend naar de miniaturisatie van analytische scheidingssystemen. Om aan te tonen dat SGC de huidige state of the art prestatiegrenzen van druk- en elektrisch gedreven chromatografie kan overtreffen dienen twee hoofdtaken ondernomen te worden: i) gespecialiseerde etstechnieken dienen aangewend te worden om sub-micron SGC kanalen met een zeer uniform diepteprofiel te produceren en te voorzien van een geïntegreerde poreuze stationaire laag welke een voldoende hoge retentiecapaciteit levert, en ii) de micro-kanalen dienen geïntegreerd te worden met een voldoende gevoelig en vlug laser-geïnduceerd fluorescentie detectie systeem. Beide taken zullen ondernomen worden in nauwe samenwerking met twee internationaal gerenommeerde onderzoeksgroepen. Andere cruciale items die gedurende het project zullen worden belicht zijn de selectie van een goede tribologische coating en de ontwikkeling van een geautomatiseerd injectiesysteem. Organisaties: • Chemische Ingenieurstechnieken en Industriele Scheikunde
Onderzoekers: • GERT DESMET
Onderzoek naar de effectiviteit van behandelingsprogramma's, specifiek voor patiënten met een dubbele diagnose (DD). Universiteit Antwerpen Abstract: Het onderzoek kadert binnen de beleidsnota voor geestelijke gezondheidszorg (Aelvoet & Vandenbroucke, 2001) en de beleidsnota van de federale regering in verband met de drugsproblematiek (2001). In de eerste nota wordt gesteld dat er nood is aan specifieke aandacht voor de crisisopvang en behandeling van dubbele diagnose patiënten. In de tweede nota wordt gesteld dat de experimenten rond dubbele diagnose patiënten ondersteund en geëvalueerd dienen te worden. Het onderzoek spitst zich zowel toe op patiënten met een dubbele diagnose als op het personeel dat met deze patiënten werkt. Het eerste deel
betreft de patiënten met een dubbele diagnose. In dit onderzoek zijn dubbele diagnose patiënten, patiënten die tezelfdertijd lijden aan een ernstige persisterende stoornis van psychotische aard en aan een middelengebonden stoornis. Er wordt getracht een antwoord te formuleren op volgende vragen: 1.Worden dubbele diagnose patiënten effectief behandeld indien zij een residentieel geïntegreerde behandeling volgen? 2.Is er een verschil in effectiviteit tussen residentieel geïntegreerde behandelingen en residentiële standaardbehandelingen? Organisaties: • Psychopathologie en medische psychologie • Kind-, Jeugd- en Volwassenpsychiatrie (CAPRI)
Onderzoekers: • Bernard Sabbe
Uitwerking van een integraal waterbeheer in het kader van de actualisatie van het SIGMAPLAN voor de Zenne op Vlaams grondgebied. Universiteit Antwerpen Abstract: Uitwerking van een integraal waterbeheer in het kader van de actualisatie van het SIGMAPLAN voor de Zenne op Vlaams grondgebied. Organisaties: • Ecosysteembeheer • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire
Meta-analyse van het onderzoek naar de doeltreffendheid en de doelmatigheid van het medicinaal gebruik van cannabis. Universiteit Antwerpen Abstract: Meta-analyse van het onderzoek naar de doeltreffendheid en de doelmatigheid van het medicinaal gebruik van cannabis. Organisaties: • Kind-, Jeugd- en Volwassenpsychiatrie (CAPRI)
Onderzoekers: • Bernard Sabbe
Gebruik van spectroscopische ellipsometrie voor de studie van dunne filmen op metalen met verschillende ruwheden. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De studie van metaaloppervlakten en hun mofdificatie zijn centrale onderzoekspunten in de vakgroep metallurgie, elektrochemie en materialenkennis. Eén van de belangrijkste systemen waarom gewerkt wordt zijn aluminiumlegeringen bedekt met natuurlijke oxidelagen of bedekt met dunne anodisatie- of zout- of polymeerlagen. Voor de karakterisering van deze dunnen lagen werd begin jaren '90 gestart met verschillende optische reflectietechnieken waaronder spectroscopische ellipsometrie(SE) als één van de belangrijkste kan vernoemd worden. De morfologische en chemische karakterisering van de bestuurde filmen gebeurt door middel van een simulatie en regressie procedure, die gebaseerd is op het gebruik van een geschikt optisch model. Deze aanpak is tot nu toe zeer succesvol gebleken. Dit project beoogt de uitwerking van deze optische modellen zodat de apparatuur breder kan ingezet worden voor de analyse van verschillende dunne lagen op verschillende metalen zoals staal, aluminium, magnesium. Het project is multidisciplinair vandaar de samenwerking van twee vakgroepen, metallurgie en toegepaste natuurkunde. Organisaties: • Metallurgie, Elektrochemie en Materialenkennis • Toegepaste Natuurkunde en Fotonica
Onderzoekers: • ERIK STIJNS • HERMAN TERRYN
First Aid Kit-krediet (nazorg gericht op personeelsbehoud na aflopende GOA) :On the influence of adsorption phenomena in advanced electrochemical reaction kinetics modelling Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het doel van dit project is het uitbreiden van - met het behoud van algemeenheid en veelzijdigheid - de methodologie (en softwareomgeving) die werd ontwikkeld in een vorig project naar reactiemodellen geadsorbeerde soorten incorporeren. Organisaties: • Elektrotechniek-Energietechniek
Onderzoekers: • JOHAN DECONINCK
Effecten van omgevingsstress op het evolutionaire potentieel van ontwikkelingsstabiliteit. Universiteit Antwerpen Abstract: Ontwikkelingsstabiliteit wordt verondersteld een schatter te zijn van individuele genetische kwaliteit. Individuele onwikkelingstabiliteit kan op een ogenschijnlijk eenvoudige manier gemeten worden aan de hand van kleine afwijkingen van perfecte symmetrie (zgn. fluctuerende asymmetrie). In dit project wordt nagegaan wat de invloed is van omgevingsstress op de relatie tussen enerzijds de individuele genetische kwaliteit en anderzijds ontwikkelingsstabiliteit en fluctuerende asymmetrie. Organisaties: • Dierenecologie • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Stefan Van Dongen
Moleculaire karakterisatie van stress-geïnduceerde somatische embroyogenese in Medicago. Universiteit Antwerpen Abstract: Moleculaire karakterisatie van stress-geïnduceerde somatische embroyogenese in Medicago. Organisaties: • Fysiologie van de planten, ecosysteemonderzoek en paleobiologie • Moleculaire Plantenfysiologie en Biotechnologie
Onderzoekers: • Geert Potters
Plaats van overlijden en toegankelijkheid van palliatieve zorg vor terminale patiënten in Vlaanderen Vrije Universiteit Brussel
Abstract: Zowel op maatschappelijk als op wetenschappelijk vlak blijkt een groeiende erkenning van de noodzaak voor adequate (palliatieve) zorgverlening van terminaal zieke patiënten. Omdat de palliatieve zorg steeds meer zijn plaats verwerft in de zorg aan terminale patiënten, komt de keuze van de patiënt inzake zijn plaats van zorg en plaats van overlijden steeds meer op de voorgrond. Onderzoek heeft daarenboven aangetoond dat meer mensen thuis wensen te overlijden dan dat dit effectief zo is. Doel van dit project is het vergroten van het inzicht in de plaats (en keuze) van overlijden, de plaats (en keuze) van de terminale zorg, de zorgbehoeften en de toegankelijkheid van palliatieve zorg in de laatste fase van het leven van patiënten in Vlaanderen. Meer in het bijzonder zijn we geïnteresseerd in de wensen, ervaringen en opinies van artsen en patiënten (door proxy interviews met nabestaanden). Het project bestaat uit 2 complementaire deelstudies: (1) Sterfgevallenonderzoek: een statistische analyse van de plaats van overlijden van 'alle sterfgevallen' uit Vlaanderen (2001), en van de relatie tussen de doodsoorzaak, de socio-demografische kenmerken (geslacht, leeftijd,...) en de plaats van overlijden. (2) Retrospectieve interviewstudie: een studie van de prevalentie en belangrijkste kenmerken van (palliatieve) zorg in de laatste drie levensmaanden van 400 patiënten die niet plotseling en geheel onverwacht zijn overleden. Deze sterfgevallen worden geïncludeerd op basis van de patientenpopulaties van een representatieve steekproef van huisartsen in Vlaanderen. Organisaties: • Zorg rond het levenseinde
Onderzoekers: • JEAN BERNHEIM • JOHAN BILSEN • Joachim COHEN • Cindy DE GENDT • LUC DELIENS • Lieve VAN DEN BLOCK • WILLEM DISTELMANS
Dialoog met consumenten over voedselveiligheid. Universiteit Antwerpen Abstract: Dialoog met consumenten over voedselveiligheid. Organisaties: • Engineering Management
Onderzoekers: • Lieve Goorden
Genexpressie micro-array analyse van vroegtijdig borstkanker : confrontatie met morfologische merkers van hypoxie en angiogenese en met moleculaire opsporing van minimale ziekte in bloed, beenmerg en lymfeklieren. Universiteit Antwerpen Abstract: Genexpressie micro-array analyse van vroegtijdig borstkanker : confrontatie met morfologische merkers van hypoxie en angiogenese en met moleculaire opsporing van minimale ziekte in bloed, beenmerg en lymfeklieren. Organisaties: • Moleculaire beeldvorming, Pathologie, Radiotherapie & Oncologie (MIPRO)
Onderzoekers: • Eric Van Marck • Peter Vermeulen
Tweesprakencyclus : Een Wereld van (On)verschil - Diversiteit en Marginalisering van Zuid tot Noord. Universiteit Antwerpen Abstract: Tweesprakencyclus : Een Wereld van (On)verschil - Diversiteit en Marginalisering van Zuid tot Noord. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Jean Vranken
Sociaal economisch en demografisch panel (AGORA). Universiteit Antwerpen Abstract: Constructie en valorisatie van een onderzoeksinstrument, namelijk een demografisch en sociaal-economisch panel van 4.300 huishoudens representatief voor de Belgische bevolking. Opstellen van demografische en sociaal-economische databanken rond de onderwerpen die aan bod komen in het panel. Het uitvoeren van twee bijkomende jaarlijkse bevragingen (1999 en 2001) zijn voorzien. Organisaties: • Welzijnsplanning • Centrum voor Longitudinaal en Levensloop Onderzoek (CELLO)
Onderzoekers: • Dimitry Mortelmans
Moeder-kind interactie en taalontwikkeling in vierjarige één- en tweetalige kleuters in Vlaanderen. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project worden gegevens verzameld over moeder-kind-interactie en taalgebruik door 60 vierjarige kleuters in Vlaanderen (30 eentalig Nederlandstalig en 30 Frans-Nederlands tweetalig). Doel is een gegevensbestand te creëren dat het mogelijk zal maken (1) de gegevens longitudinaal te analyseren in vergelijking met vroeger verzamelde gegevens van dezelfde kinderen, (2) de gegevens synchroon te vergelijken tussen de twee taalgroepen (een- vs. tweetaligen) en (3) het verband te onderzoeken tussen moeder-kind-interactiestijlen en taalontwikkeling, zowel synchroon als longitudinaal. Organisaties: • Communicatiewetenschappen • Taal, media en socialisatie
Onderzoekers: • Annick De Houwer
Bijdrage tot het ontwerp en de constructie van een detector voor het CMS experiment nabij de Large Hadron Collider LHC te Cern. Universiteit Antwerpen Abstract: Micro Gap Tellers zijn een nieuw type detectoren voor geladen deeltjes met volgende eigenschappen: hoge ruimtelijke resolutie, grote telsnelheid, stralingsbestendig. Verschillende parameters van dit type detectoren zal geoptimaliseerd worden en een groot prototype gebouwd,
bestaande uit een 70-tal elementaire cellen van elk 10 bij 10 cm. Organisaties: • Elementaire deeltjesfysica • Elementaire-Deeltjesfysica
Onderzoekers: • Eddi De Wolf • Frans Verbeure
Identificatie en karakterisatie van genen voor erfelijke perifere neuropathieën. Universiteit Antwerpen Abstract: De erfelijke perifere neuropathieën zijn zowel klinisch als genetisch zeer heterogeen. Dit project heeft als doel de identificatie en karakterisatie van nieuwe genen en pathogene mutaties verantwoordeljk voor erfelijke perifere neuropathieën. Dit zal leiden tot een beter inzicht in de neurobiologische aspecten van het perifeer zenuwstelsel en biedt nieuwe mogelijkheden voor DNA diagnostiek en genotype/fenotype correlaties. Organisaties: • Moleculaire genetica • VIB DMG - Neurogenetica
Onderzoekers: • Eva E.P. Nelis
Sociale differentiëring van standaardisering en schrijftradities in het Brugse in de periode 1750-1830. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Sinds 1995 (aanvangdatum eerste aspirantmandaat) onderzoek ik de taalsituatie in het 19de-eeuwse Vlaanderen vanuit een historischsociolinguïstische invalshoek. Er wordt daarbij gestreefd naar een overzicht van de feitelijke taalvariatie in de diverse geledingen van de toenmalige samenleving, op basis van origineel bronnenonderzoek. De taalsituatie in Brugge fungeert als case-study. Na het afgeronde onderzoek naar de taal van de lagere en de middenklasse (doctoraat) wordt nu als sluitstuk het taalgebruik van de hogere klassen onderzocht. Hiervoor zullen in diverse archieven originele documenten verzameld worden, die dan nadien bewerkt worden tot een elektronisch bevraagbaar corpus dat geanalyseerd zal worden op het vlak van de spelling, de grammatica en de stijl . Ook aan de functies van de verschillende taalvariëteiten wordt aandacht besteed. Organisaties: • Centrum voor Linguistiek
Onderzoekers: • ROLAND WILLEMYNS • WIM VANDENBUSSCHE
Determinanten en gevolgen van migratie met bijzondere aandacht voor de samenhang tussen illegale migratie en georganiseerde misdaad Universiteit Antwerpen Abstract: Migratie roept tal van maatschappelijke vragen op. Leidt wereldwijde liberalisering van de internationale handel tot een vermindering in migratoire druk? Welke weerslag heeft economische integratie van Centraal en Oost-Europa in de EU op Oost-West migratie? Leidt migratie tot vermidering van werkgelegenhediskansen of lonen voor autochtonen? Wat zijn de baten van migratie en naar wie vloeien ze toe? Hoe kan de maatschappelijke keuze voor migratiestop worden verklaard? Wat zijn de kosten en de baten van dergelijk beleid? Hoe kan de integratie van migranten op kosten)effectieve wijze worden bevorderd? In dit onderzoeksproject zullen een aantal van deze vragen aan bod komen. //..Het doel van het project bestaat erin om de kennis over de determinanten en gevolgen van migrateite verdiepen en de beleidsvorming hieromtrent beter te onderbouwen. Het centraal themavan dit project is de studie van oorzaken en gevolgen van migratie in het algemeen, maar meer in het bijzonder de ontwikkeling van een paradigma over de samenhang tussen migratie en georganiseerde misdaad. Organisaties: • VAKGROEP ALGEMENE ECONOMIE • Algemene economie
Onderzoekers: • Mathew Tharakan • Walter Nonneman • Eddy Van de Voorde
Publicatie huldeboek G. Kums & H. Roeffaers Universiteit Antwerpen Abstract: Publicatie huldeboek G. Kums & H. Roeffaers Organisaties: • Departement Letteren - overige
Onderzoekers: • Elisabeth Bekers
Onderzoek naar de bruikbaarheid van pluimen van mezen als bio-indicatoren voor zware metalenverontreiniging, en naar de effecten van deze verontreiniging op de reproductie en gezondheidstoestand. Universiteit Antwerpen Abstract: Recent onderzoek heeft aangetoond dat vogelpluimen goede aanwijzingen kunnen geven van contaminatie door zware metalen. Pluimen zijn ideaal voor de bepaling van zware metalen omdat deze erin accumuleren in evenredigheid tot de concentraties in het bloed op het ogenblik dat de veren gevormd worden. De studie van vervuiling via pluimen kan als innovatief beschouwd worden. Organisaties: • ECOFYSIOLOGIE EN BIOCHEMIE • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Ronny Blust • Lieven Bervoets
Gene flow en effectieve populatiegrootte in niet-evenwichtssituaties. Universiteit Antwerpen Abstract: Het behoud van genetische variatie is een cruciale doelstelling in het lange-termijnbeheer van vrijlevende populaties. Schattingen van effectieve populatiegrootte en gene flow zijn vaak gebaseerd op assumpties over evenwicht tussen mutatie, gene flow en drift, en niet toepasbaar
op sterk fluctuerende of afnemende populaties. In dit project worden tijdreeksen van genetische stalen van vogels en zoogdieren gebruikt om methodes uit te testen die genetische parameters berekenen in niet-evenwichtscondities. Organisaties: • Dierenecologie • Dierenecologie
Onderzoekers: • Erik Matthysen
De moleculair genetische analyse van idiopathische epilepsieën. Universiteit Antwerpen Abstract: Epilepsie is één van de meest voorkomende neurologische aandoeningen met een cumulatieve life-time incidentie van 3 %. De verschillende vormen van epilepsie en epileptische syndromen kunnen ingedeeld worden op basis van hun etiologie. De idiopathische epilepsieën hebben geen aantoonbare oorzaak buiten het voorkomen van een genetische predispositie. Moleculair genetisch onderzoek heeft geleid tot de identificatie van dertien genen waarin mutaties leiden tot idiopathische epilepsieën. Elf daarvan coderen voor subeenheden van spanningsgevoelige of ligand-bindende ionenkanalen. Meestal werden de mutaties maar in één of een beperkt aantal families gerapporteerd. Dit toont aan dat de idiopathische epilepsieën genetisch zeer heterogeen zijn. Verder onderzoek naar de genen betrokken bij deze epilepsieën is dan ook noodzakelijk. Het hoofddoel van dit project is de identificatie van nieuwe loci en genen waarin mutaties verantwoordelijk zijn voor het ontstaan van epileptische ziektebeelden. Het onderzoek wordt in de eerste plaats uitgevoerd in grote multiplex families. In deze families wordt de locus bepaald met behulp van koppelingsanalyse. Vervolgens worden de functionele kandidaatgenen in de regio onderzocht op de aanwezigheid van ziekteverwekkende mutaties. In nucleaire families of geïsoleerde patiënten gebruiken we een kandidaatgen benadering voor het opsporen van nieuwe genen. De selectie van de kandidaatgenen gebeurt op basis van hun homologie met gekende epilepsiegenen bij mens of dier. Ook de reeds gekende epilepsiegenen worden onderzocht op ziekteverwekkende mutaties. Door de genen te onderzoeken in families met een ziektebeeld, gelijkaardig aan de familie waarin het gen oorspronkelijk geïdentificeerd werd, krijgen we een beter beeld over de relatieve frequentie van deze mutaties. Aan hand van deze gevens worden er fenotype-genotype correlaties gemaakt. Door de mutatieanalyse uit te breiden naar andere fenotypes gaan we na of mutaties in deze genen ook verantwoordelijk zijn voor andere epilepsiesyndromen of een rol spelen als risicofactoren. In een latere fase plannen we verder onderzoek naar de functionele weerslag van mutaties in in vitro en in in vivo systemen. Zo worden mutaties in subeenheden van ionenkanalen onderzocht met electrofysiologische studies. Er wordt beroep gedaan op muismodellen om het effect op neuronale circuits of op het hele organisme na te gaan. Organisaties: • Moleculaire genetica • VIB DMG - Neurogenetica
Onderzoekers: • Christine Van Broeckhoven • Peter De Jonghe • Liesbet Deprez
'Monitoring van ontwikkelingen in slik- en schorgebieden in de Zeeschelde' in het kader van : 1) de baggerstortvergunning op de platen van Doel en Boomke; 2) het afgraven van de Ketenissepolder. Universiteit Antwerpen Abstract: 'Monitoring van ontwikkelingen in slik- en schorgebieden in de Zeeschelde' in het kader van : 1) de baggerstortvergunning op de platen van Doel en Boomke; 2) het afgraven van de Ketenissepolder. Organisaties: • Ecosysteembeheer • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire
Experimentele analyse van het cerebellaire schors microcircuit. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoek kadert in onze ambitie om de werking van het cerebellum te begrijpen. Er wordt gebruik gemaakt van een nauwe interactie tussen computer simulatie en experiment. In dit project zullen wij enerzijds de fysiologie en morfologie van grote interneuronen in de korrelcellaag onderzoeken in vitro en anderzijds de interactie tussen Golgicel en Purkinjecel activiteit meten in vivo. Organisaties: • Theoretische neurobiologie • Theoretische neurobiologie en neuroengineering
Onderzoekers: • Erik De Schutter
Een analyse van de karakteristieken en de ontwikkeling van wushu (de Chinese vechtsporten) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Een analyse van de karakteristieken en de ontwikkeling van wushu (de Chinese vechtsporten) Organisaties: • Sportbeleid en -management
Onderzoekers: • MARC THEEBOOM
Analyse van de rol van het apoplastisch antioxidatief vermogen in de resistentie van klaver Trifolium repens L. cv. Regal) tegenover ozon. Universiteit Antwerpen Abstract: Analyse van de rol van het apoplastisch antioxidatief vermogen in de resistentie van klaver Trifolium repens L. cv. Regal) tegenover ozon. Organisaties: • Fysiologie van de planten, ecosysteemonderzoek en paleobiologie • Moleculaire Plantenfysiologie en Biotechnologie
Onderzoekers: • Roland Caubergs • David D'Haese
Voorspelling van de dynamische respons van de houtkwaliteit op beheersmaatregelen en veranderende omgevingscondities: een geintegreerde benadering (MEFYQUE). Universiteit Antwerpen Abstract: Gezien het feit dat de hout- en houtverwerkende industrieën aangewezen zijn op een regelmatige aanvoer van hout met vrij uniforme eigenschappen, bestaat er binnen de Europese houtindustrie een reeële nood aan modellen die de houtkwaliteit kunnen voorspellen. Dit project tracht dan ook de relaties tussen standplaatsfactoren en groei, evenals tussen houtkwaliteit en productie beter te begrijpen, zowel voor huidige als toekomstige scenario's van klimaatswijzigingen, via een geintegreerde modelbenadering. Deze doelstelling zal bereikt worden door (i) de monitoring van bestaande bosbestanden; (ii) de experimentele manipulatie van bepaalde groeicondities; (iii) een analyse van de anatomische, biochemische en mechanische houteigenschappen; (iv) de modellering van groei, opbrengst en kwaliteit over een waaier van verschillende ruimtelijke schalen. Het geintegreerde modelsysteem moet bosbeheerders, de houtindustrie en beleidsmakers toelaten te beslissen of het bosbeheer zich dient te richten op productie, op behoud of op de sociale functie van het bos. Organisaties: • Planten- en vegetatie ecologie • Planten- en vegetatie-ecologie (PLECO)
Onderzoekers: • Reinhart Ceulemans
Regulatie en karkaterisatie van extra-hypofysair prolactine in het immuunsysteem. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Prolactine worden voornamelijk geproduceerd in de voorkwab van de hypofyse en is betrokken bij lactatie, de ontwikkeling van borstklierweefsel. Uit ons vooronderzoek is gebleken dat ook humane granulocyten mRNA voor PRL expresseren. De granulocyten expresseren de lange mRNA variant die codeert voor hypofysair 23 kDa PRL, maar specifiek toto expressie gebracht wordt in de het immuunsysteem en de placenta. De transcriptie van deze messenger wordt gereguleerd via een alternative upstreams promotor. Voor een gedetaileerde analyse van RL dat door myeloïde cellen wordt gesecreteerd hebben we een goed modelsysteeem gevonden in de humane leukemische myeloïde cellijn Ecol-1. Met western blotting hebben we aangetoond dat deze cellen 23 kDa PRL secreteren. Dit molecuul wordt op western blot herkend door twee verschillende antisera. De secretie van immunoreactief en bioactief PRL is bevestigd door middel van gel exclusiechromatography hebben we aangetoond dat het biologisch actieve PRL co-elueert met recombinant humaan PRL. Hieruit concluderen we dat deze myeloïde cellijn bioactive PRL secreteerd dat identiek is aan de voornaamste PRL variant die door de hypofyse wordt geproduceerd. recent habben we ook gevonden dat leukemische blasten uit perifeer bloed van 1 op de 4 geteste patiënten met AML bioactief 23 kDa PRL secreteren. Onlangs hebben we aangetoond dat de upstreams PRL promotorsterk wordt geactiveerd in myoloïde cellijnen die zijn getransfecteerd met luciferase-promotor contructen. verdere stimulatie van deze promotor is mogelijk via de activatie van protein kinase C. zodoende hebben we een model systeem in handen om de PRL regumatie in myeloïde cellen te bestuderen. Priaire granulocyten uit perifeer bloed van gezonde donoren produceren een 43 kDa PRL variant. Dit molecuul wordt specifiek herkend door twee verschilende antisera. een granulocyten extract met 43 kDa PRL blokkeert de binding van 125Igelabeld rhPRL aan de rat PRL receptor. We heben ook aangetoond dat deze blokkeringsactiviteit co-elueert met 43 kDa PRL op een S200 Sephacrym kolom. Het voorgestelde onderzoek zal gericht zijn op de karakterisatie en regulatie van PRL in het immuunsysteem. 1) regulatie van de upstreams PRL promotor inmyeloïde cellen. Door cellijnen te transfecteren met promotor reportergenconstructen zullen we de regulatie van de upstream PRL promotor bestuderen: exogene stimuli en promotor sequenties. 2) PRL expressie en secretie in leukemie. 3) Karkterisatie van 43 kDa PRL (receptor bindingsstudies en biologische assays met cellijnen. Organisaties: • Farmacologie
Onderzoekers: • RON KOOIJMAN • ELISABETH PETERS
Epidemiologie van mucoviscidose in België Vrije Universiteit Brussel Abstract: Mucoviscidose wordt beschouwd als één van de meest frequente autosomaal recessieve ziekte bij Caucasische populaties. Het CFTR-gen (Cystic Fibrosis transmembrane conductance regulator) bevindt zich op chromosoom 7. Er zijn meer dan 800 gendefecten gekend, waarvan de meest voorkomende de DF508 deletie is. Ze vooroorzaken ernstige weefselbeschadigingen, voor in long (infecties) en pancreas (insufficiëntie). De incidentie van mucoviscidose is nog niet goed gekend. De cijfers variëren van 1:2.000 tot 1:25.000. Het Belgisch Mucoviscidoseregister (BMR-REM) werd opgestart in 1998 om de natuurlijke evolutie van de ziekte te kunnen volgen, en epidemiologische en klinische studies te kunnen doen. In 2000 waren er 735 patiënten in opgenomen, wat een toename van 27% betekende. De eerste frequentieverdelingen vertonen veel gelijkenis met deze van omringende landen. De gegevens (antropometrie, longfunctieparameters, longinfecties, aard van de behandelingen, socio-economische achtergrond, enz.) worden jaarlijks verzameld en verwerkt in de VUB en die de coördinator van het register is. Met dit onderzoek wensen we 1) te verzekeren dat dit register een epidemiologisch verantwoord onderzoeksinstrument met solide basisgegevens is 2) te bewaken dat het register 'population-based' is 3) een betrouwbaar en geautomatiseerd terugkoppelingsinstrument te maken voor de aangevende artsen 4) internationale samenwerking uit te breiden 5) de kolonisatie van longweefsel door Pseudomonas Aeruginosa na te gaan 6) een studie over de groei bij Belgische muscoviscidose patiënten 7) een studie over de resultaten van hart-longtransplantatie te verwezenlijken. Het project loopt met de medewerking van de 6 erkende Belgische Centra voor de behandeling van mucoviscidose en enkele andere clinici. De patiënten en hun ouders zijn er actief bij betrokken. Organisaties: • Maatschappelijke Gezondheidszorg
Onderzoekers: • ANNE-MARIE DEPOORTER
Studie van de Levens Cyclus Analyse (LCA) van IPC sandwichpanelen als zelfdragende dak- en wandpanelen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het voorgestelde project bouwt voort op het werk dat werd uitgevoerd in het kader van een GOA project over het modelleren van sandwichelementen met cementachtige composieten als huiden en een FWO-project over het gebruik van dit type panelen als modulaire elementen in een voetgangersbrug. in het kader van het doctoraat van de aanvrager werd een intensieve studie uitgevoerd over het bekomen van een bruikbare constitutieve vergelijking van E-glasvezel verstevigd Inorganic Phosphate Cement (IPC). IPC is een nieuw cementachtig materiaal dat aan de VUB werd ontwikkeld. het grote voordeel van ICP ten opzichte van de huidige bestaande cementen is dat het een niet-basische pH bezit zowel tijdens als na uitharding. Deze eigenschap zorgt ervoor dat E-glasvezels niet worden aangetast door het cement, wat in een basisch milieu wel het geval zou zijn. Dankzij de lage materiaal- en productiekosten is een E-glasvezel verstevigde IPC composiet dus een uiterst geschikt materiaal voor de bouwsector. eén van de mogelijke toepassingen is het gebruik van E-glasvezel verstevigd IPC als huiden van sandwichpanelen voor zelfdragende dak- en wandelementen. De analyse van dit type sandwichpanelen als structurele elementen in de woningbouw. De bouwsector heeft echter enkel al door de omvang van zijn projecten een enorme impact op zijn omgeving. Dit is duidelijk waneer we enkel alde ontginning van massa's basisgrondstoffen die nodig zijn om bouwconstructies op te trekken, bekijken.
Organisaties: • Mechanica van Materialen en Constructies
Onderzoekers: • JAN WASTIELS
Ontwikkeling van prevalidatie van een in vivo darm (geno-) toxiciteits-testmodel voor de opsporing van relevante clastogenen en aneugenen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In een testbatterij voor mutageniciteit, bedoeld voor de hazard-assessment van mutagenen en carcinogenen, staat in de huidige internationale wetgeving, de in vivo beenmerg micronuclceus test centraal naast een bacteriële mutatietest en naast een in vitro mutatietest met mammaliacellen. Beenmerg gebruiken als doelwitweefsel in mutageniciteitstesten is goed zolang gebruik gemaakt wordt van bvb. intraperitoneale of intraveneuze blootstelling, maar wanneer wordt overgeschakeld naar een orale blootstelling, is de in vivo darm MN-test gevoeliger dan de in vivo beenmerg MNtest (licenciaatsthesis + publicatie Mutation Research (2001), vol. 16, no. 1, pp.39-50) voor een aantal geteste moleculen. In de in de publicatie beschreven experimenten werden 5 gekende clastogenen en aneugenen getest, en na een orale blootstelling werden de in vivo beenmerg en darm MN-test uitgevoerd: alle 5 de moleculen bleken positief in de darm MN-test en slechts 2 van deze 5 bleken positief in de beenmerg MN-test! In een validatieproces voor nieuwe alternatieve testen worden een aantal elementaire stappen doorlopen waarvan de eerste 2 stappen in dit project aan bod zullen komen, namelijlk testontwikkeling en prevalidatie. De eigenlijke validatie behoort dus niet tot het project. In dit project zal de in vivo darm MN-test met als voornaamste endpoint de micronuclei, die een maat zijn voor de genotoxiciteit van moleculen, maar ook met mitotische figuren als endpoint, die een beeld geven van de celdeling, verder ontwikkeld worden en geëvalueerd t.o.v. een aantal andere endpoints: 1) een Viabiliteitstest: om de cytotoxiciteit van de moleculen via apoptose en necrose in te schatten; 2) Comet assay: vooral als gevoelige biomarker van blootstelling aan DNA-brekende agentia; 3) FISH (of fluorescente in situ hybridisatie) voor identificatie van clastogenen en aneugenen. De keuze van het darm-testmodel is verantwoord door het feit dat 1) er stoffen getest zullen worden waaraan de mens normalerwijze via de mond wordt blootgesteld; 2) omdat het darmepitheel dan het eerste weefsel is dat langdurig in contact komt met potentieel gevaarlijlke moleculen; 3) we mogen niet vergeten dat darmkanker zowel kwa voorkomen als kwa sterftecijfer één van de belangrijkste kankers is in de Westerse wereld; en 4) de genetische controle in het darmmodel is vrij goed gekend. In een eerste fase zal het experimenteel gedeelte op punt gesteld worden en dan getest aan de hand van een reeks model-clastogenen en aneugenen (fase 2). In een volgende fase zal dan een evaluatie gebeuren van stoffen waaraan de mens zeker via de mond kan worden blootgesteld: 1) pesticiden, 2) geneesmiddelen, en 3) dioxine. In een laatste fase zal dan een prevalidatiestap worden uitgevoerd, namelijk een preliminaire interlaboratoriumverge- lijking (in samenwerking met Prof. Dr. J.M. Parry, University of Wales, Swansea - U.K.). Het is dus de bedoeling met dit IWT-project ons darm-testmodel te definiëren om in alle geval valse negatieven, die ongetwijfeld voorkomen bij de beenmerg MN-test, in de mutageniciteitsscreening te vermijden, om zo de veiligheid van nieuwe stoffen te verzekeren. Dit testmodel zou dan verder gevalideerd moeten worden om geïmplementeerd te kunnen worden in de screening van chemicaliën waarbij een orale blootstelling relevant is. Organisaties: • Cellulaire Genetica
Onderzoekers: • MICHELINE VOLDERS
De vierde aggregatietoestand voor het droog en proper voorbehandelen en veredelen van textielmaterialen Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Toegepaste Ingenieurswetenschappen • Vakgroep Textieltechnologie
Onderzoekers: • Marc Van Parys
Radiosensibilisering van tumorcellen door stikstofoxide. INOS en NF-KB : effector en regulerende determinant van radiorespons in chronische hypoxie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Ons laboratorium heeft in het verleden het radiosensiterend effect van het stikstofoxideradicaal NO onderzocht. Wij waren de eerste die aantoonden dat induceerbaar stikstofoxide synthase (iNOS), geactiveerd dor cytokines in aeobe omstandigheden, tumor cellen kan radiosensitiseren via de productie van NO. Onze huidige werkhypothese is dat chronische hypoxie, frekwent aanwezig in soliede tumoren, iNOS gemedieerde radiesensitisering kan potentialiseren via transcriptor factor NF-kB dat specifieke bindingssites heeft ter hoogte van de propoterregio van het iNOS-gen. Het eerste deel van dit project zal zich focusseren op de iNOS-pathway in muriene EMT-6 tumorcellen in omstandigheden van chronische hypoxie. Tijdens de tweede stap zullen we onze hypothese reëvalueren op humane tuporcellijnen en zullen we trachten om nieuwe, opNO gebaseerde, radiosensitiserende strategieën op te stellen. De voornaamste doestellingen van dit project zijn dan ook a) de impact van chronische hypoxie op de functionele activiteit van BNF-kB en cytokine geïnduceerde mRNA en proteïnen expressie van iNOS na te gaan b) het effect van NF-kB inactivatie op de expressie van iNOS en de productie van NO vats te stellenc) het radiosensiteserend effect van cytokines in chronische hypoxie en bij normoxie te vergelijken. Organisaties: • Biomedische Statistiek en Informatica
Onderzoekers: • GUY STORME
Afkorting: Multiweb Multilingual Websites: architectuur en lokalisatie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Meertalige websites blijken goed in de markt te liggen. Bedrijven zien meer en meer in dat de prijs die ze betalen voor het vertalen van hun websites minimaal is in vergelijking met de winst die dit hen oplevert. Het WWW heeft een internationaal publiek en een bedrijf dat ook in het buitenland wil verkopen, moet ervoor zorgen dat z'n website in de taal van het land en met inachtneming van alle cultureel specifieke aspecten ter beschikking is. Onderzoek heeft immers uitgewezen dat klanten de voorkeur geven aan websites in hun eigen taal. Bovendien is gebleken dat
ideeën of voorbeelden die voor een bepaalde cultuur werken, dit niet doen voor een andere cultuur. In website design wordt het aspect internationalisatie meestal over het hoofd gezien. Vaak is de druk om een website on-line te hebben zo groot dat het internationaliseren van de website ofwel niet beschouwd wordt, ofwel uitgesteld wordt. Vaak wordt het probleem ook ten onrechte herleid tot een vertaal probleem. In dit project willen we de onderzoeksactiviteiten op het gebied van software lokalisatie en op het gebied van website design combineren. We zijn van mening dat een samenwerking tussen onderzoekers uit de lokalisatie onderzoeksgemeenschap (die voornamelijk bestaat uit taalkundigen, of computerlinguïsten) en onderzoekers uit de web design onderzoeksgemeenschap (voornamelijk informatici) het probleem van lokalisatie en internationalisatie van websites (en software in het algemeen) ten goede zal komen en zal leiden tot nieuwe inzichten en technieken in beide vakgebieden. Organisaties: • Web en Information System Engineering
Onderzoekers: • OLGA DE TROYER
Development and application of X-ray fluorescence spectrometry and electron probe X-ray microanalysis for marine calcite particles and their atmospheric precursors. (beurs Konstantin BELIKOV, Oekraïne) Universiteit Antwerpen Abstract: Development and application of X-ray fluorescence spectrometry and electron probe X-ray microanalysis for marine calcite particles and their atmospheric precursors. (beurs Konstantin BELIKOV, Oekraïne) Organisaties: • AXES
Onderzoekers: • Rene Van Grieken • Constantin Belikov
De identificatie van het DFNA5 gen en de eerste stappen naar de ontrafeling van de functie van het genproduct. (Prijs Onderzoeksraad 2003) Universiteit Antwerpen Abstract: De identificatie van het DFNA5 gen en de eerste stappen naar de ontrafeling van de functie van het genproduct. (Prijs Onderzoeksraad 2003) Organisaties: • Menselijke moleculaire genetica
Onderzoekers: • Lutgart Van Laer
Study of the actual, past and future biodiversity of protists and higher plants on a subantarctic island : role of dispersion, colonisation and resistance to climatic warming (DIVCRO). Universiteit Antwerpen Abstract: Study of the actual, past and future biodiversity of protists and higher plants on a subantarctic island : role of dispersion, colonisation and resistance to climatic warming (DIVCRO). Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Lodewijk Beyens • Ivan Nijs
Organisatie congres : "First European and North American Charcot-Marie-Tooth Consortium Meeting". Universiteit Antwerpen Abstract: Organisatie congres : "First European and North American Charcot-Marie-Tooth Consortium Meeting". Organisaties: • VIB DMG - Perifere Neuropathieën
Onderzoekers: • Vincent Timmerman
Recht en maatschappelijke diversiteit. Een rechtsvergelijkende en rechtstheoretische analyse met bijzondere illustraties uit het pluralistisch familierechtstelsel in Maleisië Vrije Universiteit Brussel Abstract: Een rechtsvergelijkende en rechtstheoretische analyse met bijzondere illustraties uit het pluralistisch familierechtstelsel in Maleisië Organisaties: • Metajuridica
Onderzoekers: • SERGE GUTWIRTH • KARIN MEERSCHAUT
Formal and molecular genetic studies of bipolar affective disorder. Universiteit Antwerpen Abstract: Formal and molecular genetic studies of bipolar affective disorder. Organisaties: • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Christine Van Broeckhoven
Studie van binding en katalyse bij eiwitten via kristallografie en computaionelel biochemie Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het doel van het voorgestelde project is de kristallizatie van een aantal eiwitten en eiwitcomplexen. Sinds mijn introductie in de eiwitkristallografie in 1990 is deze discipline sterk veranderd. Waar oorspronkelijk het oplossen van een nieuwe eiwitstructuur een process van jaren was, gedomineerd door computationeel werk, is nu de meest arbeidsintensieve stap in het process het bekomen van de kristallen zelf geworden. Het computationele gedeelte van de eiwitkristallografie heeft de laatste jaren sterke vooruitgang geboekt. Gecombineerd met de vlotte toegang tot synchrotron bundellijnen leidt dit tot een steeds grotere druk op het pre-diffractie stadium van de eiwitkristallografie: kloneren en expressie van interessante (membraan)eiwitten, zuivering en kristallizatie. De eiwitten die een kristallografisch labo te verwerken krijgt worden ook
steeds "moeilijker" in de zin dat een steeds grotere expertise in moleculaire biologie en eiwitzuivering noodzakelijk is om interessante projecten tot een goed einde te brengen. Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • REMY LORIS
Computerontwerp van moleculen en materialen. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van dit project is een aantal theoretische methoden en technieken welke gebruikt worden in verschillende domeinen van de wetenschap zoals kwantumchemie, vaste stof fysica en statistische fysica, met betrekking tot de studie van moleculen en materialen, samen te brengen in een coherent software pakket dat zal toelaten een brede waaier van industriële problemen te bestuderen. Organisaties: • Structuurchemie • Structuurchemie
Onderzoekers: • Christian Van Alsenoy
De Vlaamse Beweging(en) in Brussel/de Vlaamse beweging(en) én Brussel (1945-1993) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het onderzoek naar de politieke vertegenwoordiging van de Brusselse Vlamingen op lokaal vlak-dat binnen het Centrum voor de Interdisciplinaire Studie van Brussel wordt uitgevoerd en door het FWO werd gehonoreerd - zal eind 1998 worden afgerond. De Brusselse Vliaminge, een groep die inde pers en ook in de wetenschappelijke literatuur tot dan toe vooral kwantitatief benaderd werd, zal dan wat hun aanwezigheid in de lokale verkiezingen betreft, een duidelijk gezicht hebben gekregen. Een reconstructie van de Vl. politieke aanwezigheid in Brussel kan echter pas volledig genoemd worden, wanneer ook de drukkingsgroepen en politieke partijen bij het onderzoek worden betrokken. Bij de opmaak van de 'Nieuwe Encyclopedie van de Vl. Beweging' is tevens gebleken dat een degelijke analyse van de Vl. Drukkingsgroepen en politieke formaties in en om Brussel voor de naoorlogse periode nagenoeg ontbreekt. Met deze aanvraag willen we een onderzoeksproject voorstellen om deze leemte in te vullen. Op basis van een analyse van enerzijds de Vl. buitenparlementaire verenigingen en anderzijds de Vl. politieke partijen zal getracht worden de positie van de Vl. Beweging(en) ten opzichte van de Brusselse problematiek na te gaan voor de periode van 1945 tot 1993. Vragen naar de wisselwerking tussen de partijen en de niet-partijgebonden organisaties, naar de ideologische invulling die zij gaven aan hun beweging(en) en naar het referentiekader waarbinnen hun perceptie werd gevormd zijn daarbij aan de orde. Ook de invloed en de houding van deze Vl. Bewegingen ten aanzien van het beleid en de reacties op Franstalige straegieën ten aanzien van Brussel maken deel uit van de vraagstelling. Organisaties: • Centrum voor de Interdisciplinaire Studie van Brussel • Geschiedenis
Onderzoekers: • ANN MARES • MACHTELD DE METSENAERE • ELS WITTE
Chemical and biological characterisation of ambient air coarse, fine, and ultrafine particles for human health risk assessment in Europe (PAMCHAR). Universiteit Antwerpen Abstract: Chemical and biological characterisation of ambient air coarse, fine, and ultrafine particles for human health risk assessment in Europe (PAMCHAR). Organisaties: • Micro- en Sporenanalyse • AXES
Onderzoekers: • Rene Van Grieken
Rol van de functionele status van beta cellen in de pathogenese van diabetes Vrije Universiteit Brussel Abstract: Volgens onze werkhypothese beïnvloeden omgevingsfactoren het fenotype van de insulinehoudende B-cellen, en bepalen op deze manier het al dan niet ontstaan van celspecifieke wijsigingen in functie en structuur. De karakterisatie van extra cellulaire merkers der B-cel fenotypes kan helpen bij het stellen van vroege en etiologische diagnoses van diabetes. Inzicht in hun celbiologisch basis kan een doelwit aanduiden voor therapeutische interventies. In dit perspectief zullen we de invloed onderzoeken van fatoren die -direct of indirect - geassocierd werden met het ontstaan van type 1 of type 2 diabetes. We zullen nagaan of een B celdestructie tijdens een inflammatoir proces kan bevorderd door fenotype wijziginegn, hetzij door de ffecten van naburige ductale cellen en inflammatoire cytokines hetzij door de metabole toestand der cellen. Daarnaast zal onderzocht worden of een B celdysfunctie het gevolg kan zijn van een fenotype wijziging door langdurige blootstelling aan hoge gehaltes glucose en LDL/VLDL. Tijdens sit in vitro onderzoek zullen extra cellulaire merkers worden geïndentificieerd voor de verschillende fenotypes. Deze gegevens moeten het dan mogelijk maken om de functionele toestand van de b cel populatie te evalueren in vivo en in weefselsecties. Organisaties: • Pathologische Biochemie en Fysiologie
Onderzoekers: • DANIEL PIPELEERS
Studie van de spatiale en temporele dimensie van patroonwijzigingen in de neotropische bosvegetatie van het Braziliaanse Amazonegebied: kwantifi-cering van ontbossing, fragmentatie en hergroei. Universiteit Antwerpen Abstract: Het onderzoeksvoorstel omvat de studie van het ruimtelijk patroon van het neotropisch regenwoud, met nadruk op ontbossings-, fragmentatie- en hergroei-aspecten. Er wordt gebruik gemaakt van teledetectiegegevens (satellietbeelden) die toelaten de patroonwijzigingen te kwantificeren in ruimte en tijd, en op verschillende schaalniveaus. Organisaties: • Planten- en vegetatie ecologie • Planten- en vegetatie-ecologie (PLECO)
Onderzoekers:
• Jan Bogaert • Reinhart Ceulemans
Optimaal ruimtegebruik in en rond Europese havenregio's: op zoek naar een duurzame ontwikkeling voor regio en haven. Universiteit Antwerpen Abstract: De bedoeling is het simultaan evolueren van de ruimtelijke systemen regio en haven in grote Europese havengebieden te bestuderen. Enerzijds doet zich mogelijk een conflictsituatie voor vanwege de enorme vraag naar ruimte die uitgaat van beide systemen. Anderzijds zorgen agglomeratievoordelen voor een positieve wisselwerking tussen regionale economie en haveneconomie. Om de relatie volledig weet te geven, benaderen we de evolutie vanuit verschillende dimensies. Uit veldonderzoek en internationale samenwerkingsverbanden trachten we beleidslijnen naar voor te brengen die deze universele problematiek behandelen. Organisaties: • VAKGROEP TRANSPORT EN RUIMTELIJKE ECONOMIE • Transport en ruimtelijke economie
Onderzoekers: • Frank Witlox • Ann Verhetsel • Hilde Meersman • Eddy Van de Voorde
Matching fund bij federaal overheidsproject 'Snelle detectie en identificatie van contaminanten en biotoxines in de voedselketen met behulp van biosensoren' Universiteit Antwerpen Abstract: Matching fund bij federaal overheidsproject 'Snelle detectie en identificatie van contaminanten en biotoxines in de voedselketen met behulp van biosensoren' Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Wim De Coen
Een categorische benadering van compactheid, separatie en compleetheid, geïnspireerd door een versie voor approach ruimten en de implementatie ervan op categorieën van objecten gemodelleerd over een algebra. Vrije Universiteit Brussel Abstract: -Een categorische benadering van compactheid, separatie en compleetheid, geïnspireerd door een versie voor approach ruimten en de implementatie ervan op categorieën van objecten gemodelleerd over een algebra. Organisaties: • Wiskunde
Onderzoekers: • EVA COLEBUNDERS
Identificatie en karakterisatie van genen verantwoordelijk voor erfelijke doofheid en vestibulaire stoornissen. Universiteit Antwerpen Abstract: In het morfologisch luik van dit project zal met behulp van immunocytochemische technieken de cellulaire lokalisatie en het expresssiepatroon van het DFNA5 gen product nagegaan worden. Organisaties: • CEL- EN WEEFSELLEER • Laboratorium voor celbiologie en histologie
Onderzoekers: • Jean-Pierre Timmermans
De implementatie van het gelijke onderwijskansendecreet I. Evaluatie-onderzoek naar het zelfevaluerend en beleidsvoerend vermogen van scholen en het ondersteunend aanbod. Universiteit Antwerpen Abstract: Het gelijke onderwijskansendecreet I (GOK) betekent een wijziging in het Vlaamse onderwijsbeleid t.a.v. de ongelijke kansenproblematiek. Scholen zijn nu zelf de eerste verantwoordelijke en dienen zelf vorm te geven aan het schoolbeleid inzake gelijke onderwijskansen. Dit onderzoek wil nagaan in hoeverre scholen in staat zijn om zelf adequaat een schoolbeleid inzake GOK op te zetten en te implementeren. Meerbepaald wil het onderzoek een antwoord formuleren op volgende onderzoeksvragen: hoe kwaliteitsvol is de beginsituatieanalyse? Worden de strategieën voor het bereiken van de doelstellingen van het GOK consequent volgens de beginsituatieanalyse gekozen en uitgevoerd? Hoe kwaliteitsvol is de zelfevaluatie? Is er een voldoende en adequaat aanbod inzake nascholing en leer- of hulpmiddelen? Hiertoe wordt een kwantitatief (surveys) en kwalitatief onderzoek (casestudies) opgezet. Organisaties: • Edubron • EduBROn
Onderzoekers: • Peter Van Petegem
In-vitro en in-vivo karakterisatie van de inwendige structuur en driedemensionale architectuur van bot en zachte weefsels met behulp van X-stralen microtomografie met hoge resolutie. Universiteit Antwerpen Abstract: In-vitro en in-vivo karakterisatie van de inwendige structuur en driedemensionale architectuur van bot en zachte weefsels met behulp van X-stralen microtomografie met hoge resolutie. Organisaties: • ELEKTROBIOLOGIE • Microtomografie
Onderzoekers: • Nora De Clerck • Andreï Postnov
Moleculair genetisch en functioneel onderzoek van genen betrokken bij erfelijke perifere zenuwziekten. Universiteit Antwerpen
Abstract: Met dit FWO project beogen we naast het identificeren van genen en mutaties in erfelijke perifere zenuwziekten, ook de biologie van het perifeer zenuwstelsel te ontrafelen. Het identificeren van ziekteverwekkende mutaties in nieuwe genen is essentieel voor de ontwikkeling van DNA diagnostiek ter vervanging van ingrijpende diagnostische methoden. DNA diagnostiek is verder van belang voor erfelijkheidsadvies, prenatale and pre-implantatie diagnostiek. Genotype-fenotype correlaties in patiënten laten toe het biologisch effect van mutaties op het menselijk organisme te bestuderen. Diermodellen kunnen gebruikt worden voor het ontwikkelen van therapeutische benaderingen zoals farmacologische toepassingen (gebruik van zenuw-groeifactoren) en gentherapie in erfelijke en verworven perifere neuropathieën. Organisaties: • Moleculaire genetica • VIB DMG - Perifere Neuropathieën
Onderzoekers: • Eva E.P. Nelis • Vincent Timmerman • Peter De Jonghe
Ontwikkeling van een originele algemene methodologie voor stadsbeheerverbanden tussen de economische, sociale, ecologische en ruimtelijke ordeningsfactoren en hun impact op het stadsleven. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het duurzaam beheren van een stad blijkt een zeer complexe aangelegenheid te zijn, gezien de verschillende factoren die een rol kunnen spelen in dit beheer. Deze factoren, die bepalend zijn voor de leefbaarheid van een stad, kunnen hoofdzakelijk bepaald worden in functie van hun bijdrage tot de volgende vier hoofdaspecten : ecologische, economische, sociale aspecten en aspecten m.b.t. ruimtelijke ordening. Deze vier hoofdfactoren zijn echter niet los van elkaar te beschouwen, hetgeen tevens bijdraagt tot de complexiteit van het bovengestelde probleem. Het leefbaar maken van een stad en deze ook leefbaar houden op lange termijn, vergt dus een aangepast beleid dat voortdurend bijgesteld moet worden naargelang de situatie die zich op dat moment voordoet. In dit project wordt deze complexe structuur op een globale manier onderzocht zodat, aan de hand van een geschikte methodologie structurele en lange termijn beleidsmaatregelen kunnen voorgesteld worden. De methodologie ontwikkeld door het CSOO/VUB : 'Adaptive Control Methodology' (ACM), die gebaseerd is op systeemdynamica en multicriteria analyse, blijkt een gepast instrument te zijn om een dergelijk probleem aan te pakken. Organisaties: • Toegepaste Statistiek, Operationeel Onderzoek en Wiskunde voor de Humane Wetenschappen • Beleidsinformatica
Onderzoekers: • JEAN-PIERRE BRANS • MARC DESPONTIN • PIERRE KUNSCH
Europees Prioritair Programma : 'Niet-commutatieve meetkunde' Universiteit Antwerpen Abstract: Nieuwe ontwikkelingen en interacties tussen natuurkunde en niet-commutatieve algebra gaven aanleiding tot het ontstaan van een nieuwe discipline 'miet-commutatieve meetkunde'. Dit werd door de European Science Foundation geselecteerd als Europees Prioriteir Programma, gesteund door 12 Europese lidstaten. Binnen dit NOG-programma worden congressen, workshops en zomerscholen georganiseerd alsook onderzoeksuitwisselingen gefinancierd. Het programma wordt gecoordineerd aan de UIA. Zie tevens de web-pagina : winwww.uia.ac.be/u/nog2000 voor meer informatie. Organisaties: • Algebra-topologie • Fundamentele Wiskunde
Onderzoekers: • Freddy Van Oystaeyen
De rol van de taal in een multicultureel omgeving.(mini). Vrije Universiteit Brussel Abstract: Wat mensen ervaren als cultuur, is niet meer dan een dynamisch resultaat tussen historische en actuele invloeden. Vanuit het taalperspectief beoogt dit project een beter begrip te verkrijgen van de genese van zo'n cultuur. Uitvalsbasis is Brussel dat als model kan dienen voor Europa. Organisaties: • Germaanse Talen • Maatschappelijke Gezondheidszorg
Onderzoekers: • FREDDY LOUCKX • HUGO BAETENS BEARDSMORE
Organisatie "International Thomas-Bernard-Colloquium" Universiteit Antwerpen Abstract: Organisatie "International Thomas-Bernard-Colloquium" Organisaties: • Literatuur van de moderniteit
Onderzoekers: • Roland Duhamel
Kwalitatief onderzoek naar de verschuiving van de betekenis toegeschreven aan het verrichten van huishoudelijk werk. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het hier voorgestelde project stelt zich tot doel om aan de hand van diepte-interviews na te gaan of verschillende generaties vrouwen een verschillende betekenis toedichten aan het huishoudelijke werk dat ze verrichten. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen vier verschillende soorten betekenissen: voelt men het verrichten van huishoudelijk werk aan als een noodzaak, als een verplichting, als een plicht of als een vorm van identiteitsbevestiging? Deze betekenissen kunnen ook geïnterpreteerd worden als motivaties voor het stellen van huishoudelijk werk. In de eerste twee gevallen (noodzaak, verplichting) wordt het verrichten van huishoudelijk werk geleid door externe motivaties: externe condities of andere mensen zorgen ervoor dat ze bepaalde huishoudelijke taken verrichten. In de twee laatste gevallen (plichtsbesef, identiteitsbevestiging) komt de motivatie eerder van binnenuit. Er is echter ook een andere classificatie van de betekenissen mogelijk. In het geval van noodzaak en identiteitsbevestiging verwacht men een positieve consequentie na het stellen van huishoudelijk werk. Bij verplichting en plichtsbesef gaat men echter een negatieve consequentie bij het niet stellen van deze handeling uit de weg. Meer specifiek zijn we geïnteresseerd in eventuele verschuivingen in betekenis (motivatie) tussen verschillende generaties. Is er een verschuiving van een eerder externe motivatie naar een eerder interne motivatie op te merken? Of valt een verschuiving op van betekenissen ontleend aan negatieve gedragsconsequenties naar betekenissen
ontleend aan positieve gedragsconsequenties? Dit onderzoek is een kwalitatieve aanvulling op een kwantitatief onderzoek verricht in het kader van een FWO-mandaat, waar betekenissen worden geanalyseerd op basis van gegevens uit het Vlaamse tijdsbudgetonderzoek. Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • IGNACE GLORIEUX • SUZANA KOELET
Univariate and multivariate adaptive sampling and modeling of linear dynamic systems. Universiteit Antwerpen Abstract: Univariate and multivariate adaptive sampling and modeling of linear dynamic systems. Organisaties: • TOEGEPASTE INFORMATICA EN COMPUTATIONEEL ONDERZOEK • Modeleren van Systemen en Internet Communicatie (MOSAIC)
Onderzoekers: • Brigitte Verdonk • Tom Dhaene • Annie Cuyt
Organisatie congres : "Development Cooperation and Poverty Reduction Strategy Papers : Challenges for Belgian Development Agencies". Universiteit Antwerpen Abstract: Organisatie congres : "Development Cooperation and Poverty Reduction Strategy Papers : Challenges for Belgian Development Agencies". Organisaties: • Instituut voor Ontwikkelingsbeleid en -beheer - overige
Onderzoekers: • Robrecht Renard
Onderzoek naar Ontwikkeling v/e gebruiksvriendelijk informatiesysteem v/h chemisch risico in beroepsomgeving ikv Europees project "Risques chimiques" (N°23- DOCUP fédéral FSE) Vrije Universiteit Brussel Abstract: De doelstelling van dit project is het ontwikkelen van een beheersinstrument van het scheikundig risico ten behoeve van de preventieraadgevers, de administraties (bijvoorbeeld Tewerkstelling en Arbeid, Volksgezondheid), het Fonds voor Beroepsziekten en de organisaties die de sociale partners vertegenwoordigen. Ter aanvulling van de vaak zeer academische wetenschappelijke publicaties beoogt dit instrument het ter beschikking stellen van informatie, een toenaderingsweg en rechtstreeks nuttige en praktische aanbevelingen, die zeer snel toegankelijk zijn en regelmatig bijgehouden worden dankzij internet-technologie. Het instrument richt zich op het toxicologische aspect van de verplichtingen voorzien door de Codex over het Welzijn op het Werk die vrij dikwijls tot moeilijkheden leidt in de dagelijkse praktijk. In bepaalde gevallen (bijvoorbeeld de KMOs) bestaat de moeilijkheid eruit de informatie te vinden, in andere situaties zit het probleem in het sorteren van deze soms zeer omslachtige informatie, er de krijtlijnen uithalen, of nog, het verwoorden van praktische aanbevelingen voor de medische opvolging van blootgestelde werknemers. Tot op heden werden twee onafhankelijke instrumenten ontwikkeld, die elk een bijzonder aspect van het scheikundige risico dekt. Enerzijds een methodologische benadering van de evaluatie van het scheikundige risico verenigbaar met de preventiepolitiek in de schoot van de ondernemingen, KMO's inbegrepen (REGETOX: http://www.regetox.med.ulg.ac.be). Dit eerste lijn-instrument werd ontwikkeld aan de Universiteit van Luik. En daarnaast een evaluatie-instrument van het carcinogeen/mutageen risico (Carcinogenic Risk in Occupational Settings, CRIOS: http://www.crios.be) ontwikkeld aan de VUB, de KUL, de ULg, de RUG, en de UCL. Het huidige project is toegespitst op de potentiële complementariteit van deze twee initiatieven waarvan de promotoren de interactie in partnerschap met het FBZ wensen te promoveren. Organisaties: • Cellulaire Genetica
Onderzoekers: • MICHELINE VOLDERS
Implementatie en optimalisatie van het BRABO softwarepakket op linux pc's. Universiteit Antwerpen Abstract: Implementatie en optimalisatie van het parallelle softwarepakket BRABO voor het doorvoeren van ab- initio berekeningen aan.meerelectron systemen. De gebruikte methodologie omvat zowel een golffunctie als een beschrijving gebaseerd op 'Density Functional Theory'. Speciale aandacht wordt besteed aan de efficiëntie bij implementatie op een cluster van linux pc's. Organisaties: • Structuurchemie • Structuurchemie
Onderzoekers: • Christian Van Alsenoy
Het Crystal Clear Project Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project stelt zich tot doel de PET technologie te verbeteren door de invoering van een aantal nieuwe technieken zoals het gebruik van nieuwe scintillator materialen, nieuwe photodetectors, digitale signaalprocessing en betere design methodes. Deze verbetering zullen aangewend worden om een prototype van een PET scanner voor kleine proefdieren te bouwen met verbeterde gevoeligheid en resolutie in vergelijking met bestaande commerciële systemen. Ook zal een prototype mammografie PET scanner ontwikkeld worden. Het project verloopt in het raam van de CRYSTAL CLEAR collaboratie. Organisaties: • Elementaire Deeltjes
Onderzoekers: • STEFAAN TAVERNIER
Fysicochemische studie van plasmaprocessen in metaaldamp ion lasers via numerieke simulaties. Universiteit Antwerpen
Abstract: Fysicochemische studie van plasmaprocessen in metaaldamp ion lasers via numerieke simulaties. Organisaties: • Micro- en Sporenanalyse • Plasma, Laser Ablatie en Oppervlakte-modellering (PLASMANT)
Onderzoekers: • Annemie Bogaerts • Renaat Gijbels
Studie van het probleem van in quantumcomputation inhet kader van 'niet-lokaliteit' en onderzoek van de Turning machine als klassieke limiet van de universele quantum computer en onderzoek naar een veralgemeend computermodel met een continu Vrije Universiteit Brussel Abstract: 1) Gebruik makend van de klassieke-limiet-procedure die expliciet werd uitgebouwd in het twee-dimensionale geval aan de hand van het epsilon-model (epsilon = 0 geeft klassiek, epsilon = 1 geeft quantum, en 0 < epsilon < 1 geeft intermediair) in de groep FUND, willen we de decoherentie van een q-bit-quantumcomputer die in niet-lokale interactie is met een uitwendig bad bestuderen en nagaan hoe ze varieert in functie van epsilon. 2) De mate van niet-lokale interactie met het bad kan worden uitgedrukt door een flexibiliteitsparameter, die de rigide binding, de manier waarop de niet-lokaliteit zich manifesteert in deze aanpak, varieert over een gebied gaande van een maximale verbreking van de Bell-ongelijkheden (superquantum), over een quantumverbreking, tot een minimale verbreking (sub-quantum). We willen onderzoeken op welke manier de decoherentie afhankelijk is van deze variatie in niet-lokaliteit, en nagaan hoe het model kan worden gerealiseerd in functie van een maximale controle van decoherentie. 3) Aan de hand van een softwarematige computersimulatie van de twee dimensionale q-bit-sitiuatie, die reeds in uitbouw is binnen FUND, willen we het universeel gedrag van deze softwaresimulatie onderzoeken, en nagaan in hoeverre ze zich reduceert tot een Turing machine voor het klassieke-limiet-geval. De relatie met bepaalde aspecten van de fundamenten van de informatica, zoals berekenbaarheid en complexiteit, zullen onderzocht worden. Organisaties: • Centrum Leo Apostel • Wiskunde
Onderzoekers: • Diederik AERTS
Een wereld van geesten en goden. De invloed van spiritualiteit in de hedendaagse kunst. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het vooropgestelde doel in dit project is een door de werken zelf aangereikte problematiek te geven over de aspecten van hedendaagse kunst die een invloed ondervinden van de verschillende vormen van traditionele spiritualiteit. Het onderzoek richt zich bijgevolg op de veruiterlijking van spirituele tradities in de werken en de culturele belevingswereld van verscheidene kunstenaars. Dit maakt het mogelijk om meerdere gezichtspunten binnen de hedendaagse kunst tot een bijzondere dialoog te laten komen. Enerzijds kan de wisselwerking tussen spirituele tradities en de vernieuwingen die ze veroorzaken binnnen de hedendaagse kunststromingen benaderd worden en anderzijds kan men de invloed van spiritualiteit analyseren binnen kunstvormen die gebonden zijn aan een welbepaalde symbolische vormentaal en binnen kunstuitingen die streven naar zuivere abstractie? er wordt hoofdzakelijk aandacht gechonken aan die vormen van spirualiteit die reeds een lange weg van traditie en wereldwijde erkenning achter zich hebben. De Allernieuwste, en <etenschappelijk niet erkende, vormen van spiritualiteti zullen niet in het onderzek betrokken worden. Organisaties: • Kunstwetenschappen en Archeologie
Onderzoekers: • ANNIE RENIERS
Geïntegreerde studie van het Arginine Regulon in gist i) werking van transcriptie initiatie bij een TATA-loze promotor II) strukturele studies van enzymactivatie door autoproteolyse III) onderzoek over een mitochondriaal metabolon. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het doel van dit project is tweevoudig: enerzijds streven naar een volledig, geïntegreerde kennis van het arginine metabolisme in het model eukariotisch organisme Saccharomyces cerevisiae, en anderzijds dit modelsysteem aanwenden om basisvragen van fundamenteel belang grondig te bestuderen. 1) hoe gebeurt initiatie van transcriptie in afwezigheid van een TATA-box? Wij hebben aangetoont dat de promotor van het ARG11, gen atypisch is, en wij wensen de cis- en trans-elementen te identificeren die betrokken zijn in deze alternatieve uitdrukkingsmechanisme. 2) Wij toonden aan dat het ARG7 gen product een inactief eiwit is dat in twee subeenheden moet geprocesses worden om een actief ornithine acetyltransferase te vormen. Deze activatie gebeurt heel waarschijnlijk via en autoproteolyse. Wij wensen dit op structureel niveau te bestuderen en zuiveren met dit opzicht het wild-type enzym en een inactief precursor mutant. 3) Bepaalde gegevens laten ons vermeoden dat het eerste enzym betrokken in arginine biosynthese een complex moet vormen met de tweede en/of de derde enzymen van het pad om catalytisch actief te worden. Deze mogelijkheden nieuwe metabolon willen we verder onderzoeken. Organisaties: • Biologie
Onderzoekers: • MARJOLENE CRABEEL
Karakterisatie en dynamiek van de metaaltoxiciteit in karpers op basis van genexpressieprofielen. Universiteit Antwerpen Abstract: Vissen worden in aquatische systemen blootgesteld aan metalen via water, voedsel en sediment. Er is echter totnogtoe weinig duidelijkheid over het relatieve belang van de verschillende blootstellingsroutes op de metaalopname en het verband tussen metaalopname, accumulatie en toxiciteit. Daarnaast is het ook belangrijk effecten van metaalaccumulatie bij lagere, ecologisch relevante blootstellingsconcentraties in te schatten. Er is de laatste jaren dan ook een trend naar meer gevoelige eindpunten van toxiciteit, zoals fysiologische en biochemische effecten, die reeds bij lagere concentraties kunnen optreden. Door de vooruitgang op het gebied van moleculaire biologie is het mogelijk geworden om te kijken naar effecten op het meest elementaire niveau van organisatie, namelijk genactivatie. Zo kunnen verschillen in genexpressie tussen blootgestelde en controlepopulaties bepaald worden (subtractive hybridisation, differential expression,') en kunnen aan de hand hiervan de genen geïdentificeerd worden die van belang zijn bij blootstelling aan een bepaald toxicant. Door deze genen aan te brengen op een DNA-array kan in blootstellings-experimenten de genexpressie bepaald worden Deze krachtige meettechniek, die niet selectief naar een welbepaald effect zoekt, maar in feite multipele reacties op het niveau van de genexpressie opspoort, is tot op heden nog maar uiterst zelden toegepast voor toxiciteitskarakterisatie van zware metalen. Nochtans biedt deze nieuwe ontwikkeling bijzonder interessante perspectieven om de effecten van metaalblootstelling te karakteriseren. In deze studie wordt het relatieve belang van de blootstellingsroutes water en voedsel op de accumulatie en toxiciteit van cadmium bestudeerd. Er
wordt daarbij gebruik gemaakt van een combinatie van suppression subtractive hybridisation (SSH) en microarray, waarbij effecten op het niveau van de genexpressie worden bepaald in vier doelorganen (lever, nier, kieuw en darm). Daarnaast worden tevens een aantal effecten op hogere niveaus van biologische organisatie bepaald, zoals verstoring van de plasma ionenbalans, leverschade, groei en mortaliteit. De resultaten van de labostudie zullen ook getoetst worden in veldsituaties, waarbij zowel met `gekooide' als met residente karpers zal worden gewerkt. Organisaties: • ECOFYSIOLOGIE EN BIOCHEMIE • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Ronny Blust • Hans Reynders
Constructie en toepassingen van niet-communatieve meetkunde : van algebra tot fysica. Universiteit Antwerpen Abstract: Constructie en toepassingen van niet-communatieve meetkunde : van algebra tot fysica. Organisaties: • Algebra-topologie • Fundamentele Wiskunde
Onderzoekers: • Freddy Van Oystaeyen
Het horizontale denken. Een reflectie op de structuren en de grenzen van het filosofische denken. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het project bestaat uit een verheldering van de structuren en de grenzen van het filosofische denken. Als hypothetisch vertrekpunt wordt de Arendtiaanse distinctie tussen denken en kennen aangenomen en geïnterpreteerd als een ideaaltypisch conceptueel kader waarbinnen het denken verschijnt als een activiteit met een eigen dynamiek en een eigen structuur. Deze door dit kader onderscheiden activiteit, wordt vervolgens verder van binnenuit geanalyseerd door ze als een 'dynamische structuurgansheid' voor te stellen, die wordt geconstitueerd door drie interdependente, op elkaar inwerkende 'luiken' die elk een aantal formele kenmerken verzamelen die gewonnen worden uit een reflectie op de ervaring van het denken. In een eerste luik wordt de architectoniek van de denkactiviteit verhelderd. Hier worden haar dialogische structuur, het conceptualiseren en de taligheid, haar destructiviteit, haar gerichtheid op 'meaning' en haar temporaliteit als structurele kenmerken onderzocht. In een tweede luik komt het subjectieve en idiosyncratische aspect van elk filosofisch denken aan bod. Het filosofische denken zal hier als een reflexief-omgaan-met de 'immediacy' van het individuele geworpen-zijn geduid worden. In het derde luik wordt ingegaan op de constitutieve rol die de geschiedenis van de filosofie speelt voor het filosofische denken. Als 'geobjectiveerde neerslag' van gewezen subjectief denken vormt de traditie een corpus dat steeds al wordt meegedacht in het filosofische denken. Door tenslotte aan te tonen hoe deze voor een systematische analyse onderscheiden luiken wederzijds en circulair op elkaar inwerken zullen de grenzen en structuurgansheid van het filosofische denken als 'einheitliches Phänomen' oplichten. Hier kan dan ook de aangenomen striktheid van de hypothetische distinctie ondervraagd en gerelativeerd worden. Organisaties: • Centrum voor de Studie van Verlichting en Vrije Denken • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen
Onderzoekers: • Marc VAN DEN BOSSCHE • MAURICE WEYEMBERGH
Prijs Onderzoeksraad 2003 voor Toegepaste Economische wetenschappen. Universiteit Antwerpen Abstract: Toekenning prijs 2003 ondermeer op basis van zijn doctoraatsproefschrift "Sheduling flexibility and pricing in road freigt transport". Het doctoraal proefschrift geeft een eerste grondige analyse van de impact die klanten op distributiekosten uitoefenen door rigide eisen te stellen aan de bediening. Organisaties: • ITMMA
Onderzoekers: • Wout Dullaert
Opmaken van een stand van zaken over de opvang van hoogbegaafde leerlingen binnen het basisonderwijs met de bedoeling deze waar nodig bij te sturen. Universiteit Antwerpen Abstract: Op basis van een grondige literatuurstudie van de internationale publicaties aangaande onderwijsstrategieën voor hoogbegaafde leerlingen, worden een aantal 'kritische succesfactoren' gedistilleerd. In een volgende fase wordt via een vragenlijst nagegaan in welke mate deze elementen aanwezig zijn in de Vlaamse basisscholen. Deze lijst wordt verspreid via de VOZO-opleidingen van de Vlaamse hogescholen. Op basis van de resultaten wordt de stand van zaken geëvalueerd en worden aanbevelingen geformuleerd voor de toekomst. Aangezien op dit moment het beleid voor de komende jaren wordt uitgestippeld, wordt gezocht naar enkele suggesties die de overheid in haar beleid kan opnemen. Naast een analyse van het bestaande beleid, bestaat dit onderdeel uit gesprekken met vertegenwoordigers van de onderwijspraktijk en van het beleid. Op die manier wordt een geïntegreerde visie verkregen die het standpunt van scholen, beleid en inspectie belicht. Het theoretische luik van het project omvat een literatuurstudie van toonaangevende hedendaagse opvattingen over hoogbegaafdheid en de gerelateerde problematiek, evenals een omschrijving van de aanbevolen technieken voor de begeleiding van hoogbegaafde leerlingen. Ook de problematiek van het onderpresteren en van de combinatie van hoogbegaafdheid met leermoeilijkheden zijn onderwerpen die aan bod komen. Organisaties: • Centrum voor begaafdheidsonderzoek
Onderzoekers: • Tessa Kieboom
Blootstelling van bevolkingsgroepen wonend in het hart van de Euregio aan polluerende atmosferische deeltjes : het geval van de fijne stofdeeltjes (EXPER/PF). Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van dit project is een werkinstrument te ontwikkelen dat toelaat de luchtkwaliteit in de Euroregio beter te evalueren. Dit project handelt over deeltjes in zwevend stof, met een bijzondere aandacht voor de fijne fractie (PM2.5). De luchtkwaliteit is een algemene bezorgdheid van onze maatschappij geworden en de reglementering hieromtrent is zeer snel geëvolueerd. De fijne deeltjes in zwevend stof vormen één van de objectieve elementen voor de evaluatie van de luchtkwaliteit en worden om die reden beschreven in een normatieve definitie: men spreekt van PM10 en PM2.5 voor stofdeeltjes met een aërodynamische diameter kleiner dan 10 µm en 2.5 µm. Dit
zijn de deeltjes die het gemakkelijkst diep in de luchtwegen kunnen binnendringen. Op Europees niveau zijn er strenge richtlijnen betreffende deze doelstellingen van kracht geworden. Wetenschappelijke onderzoeksresultaten betreffende fijne deeltjes van de laatste 10 jaar hebben echter aangetoond dat de effecten van de luchtkwaliteit op de gezondheid (sterfte, hospitalisatie en toename van symptomen en medicatie) niet enkel te wijten zijn aan perioden met hoge stofconcentraties. Zij zijn eveneens verbonden met de dagelijkse blootstelling aan de omgevingslucht. Bovendien is ook de chemische samenstelling van de deeltjes belangrijk. Deze nieuwe vaststelling over het fijn stof rechtvaardigt een uitbreiding van de te bereiken doelstellingen en een betere afstemming van de aangewende middelen. Organisaties: • Micro- en Sporenanalyse • AXES
Onderzoekers: • Rene Van Grieken
Een moleculaire tijdschaal voor de vroege evolutie van de levende amphibia. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Vandaag omvatten de Amphibia (lissamphibia) nog 3 onderscheiden orden met een zeer divergent lichaamsplan, nl. de Anura (kikkers en padden), de Caudata (salamanders) en de Gymnophiona (wormsalamanders). Momenteel is een tijdschaal voor de vroege evolutie van Amphibia, d.w.z. de divergenie vn de drie orden, en de families binnen deze groepen, één van de grote ontbrekende schakels voor het opstellen van een evolutionaire synthese voor Amphibia. Niet enkel morfologische maar ook traditionele moleculair-fylogenetische technieken schieten tekort om dit vraagstuk met statistische zekerheid op te lossen, en verscheidene paleontologische, biogeografische en moleculaire studies hebben geleid tot controversiële resultaten, waarbij nog steeds geen consensus bereikt is. Complete resolutie van de divergenties kan echter mogelijk gemaakt worden door de identificatie van zogenaamde Rare Genomic Changes (RGC's),i.e. macro-mutaties in het genoom van een bepaald clade. Betrouwbare schattingen van datering, zelfs zonder aanwezigheid van een moleculaire klok, zijn mogelijk door analyse van grote datasets met behulp van een recent ontwikkelde Bayesiaanse benadering. Met dit project trachten we: (1) fylogenetische verwantschappen te bepalen en het ontstaan van de grote evolutieve lijnen binnen de Amphibia te dateren, (2) een biogeografisch scenario te formuleren door het linken van fylogenetische divergenties aan platentektonische gebeurtenissen, en (3) de resultaten te interpreteren in termen van de fylogenetische positie van verscheidene fossiele lijnen. Een statistisch onderbouwde moleculaire fylogenie zou de standpunten van paleontologen, biogeografen, en evolutiebiologen kunnen verzoenen. Organisaties: • Biologie
Onderzoekers: • MARIE-HERMANDE DARO • Kim ROELANTS • Franky BOSSUYT
Methodisch kunsthistorisch en materieel onderzoek van de Brabantse gesneden retabels in de vijfftiende en zestiende eeuwen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het voorgestelde onderzoek bouwt verder op de documentatie en de resultaten van het OZR-project "Interdisciplinaire kunsthistorischearcheologische studie van beeldsnijwerk van de Zuidelijke Nederlanden in de Zestiende eeuw" dat van 1.11.94 tot 30.11.98 wordt uitgevoerd onder leiding van dezelfde promotor. De expansieve productie van gesneden retabels die in een aantal Brabantse steden (Antwerpen, Brussel en Mechelen) gedurende de 15de en 16de eeuwen tot stand is gekomen, is één van de meest indrukwekkende fenomenen van de laatgothische kunst in West-Europa. De centrale vraag van het onderzoek is hoe deze retabelproductie technisch, socio-economisch en cultureel heeft gewerkt. Door intensieve samenwerking vanuit verschillende wetenschappelijke disciplines, door permanante uitwisseling van historische, kunsthistorische, materiële en natuurwetenschappelijke onderzoeksgegevens, willen wij de kenmerken, de verspreidingspatronen en het evolutiepatroon van de Brabantse retabels nader definiëren. Concreet betekent dit (1) kunsthistorisch-materieel onderzoek naar de kenmerken van het Brusselse versus het Antwerpse laatgothische retabel; (2) houtstudie en dendrochronologie op een aantal stukken uit de verzameling van de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis te Brussel, en in samenwerking met het laboratorium voor Houtbiologie van het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika te Tervuren; en (3) bronnenonderzoek naar chronologie en socio-economische context van de Brabantse Laatgotische retabelproductie. Organisaties: • Kunstwetenschappen en Archeologie
Onderzoekers: • CARL VAN DE VELDE
VIB-Identificatie van genen voor dominante intermediaire CMT neuropathie. Universiteit Antwerpen Abstract: Dominant Intermediaire Charcot-Marie-Tooth (DI-CMT) is een genetische en fenotypische variant van de ziekte van CMT gekarakteriseerd door intermediaire zenuwgeleidingen en histologische evidentie voor zowel axonale als demyeliniserende kenmerken. De eerste locus voor DI-CMT werd gelokaliseerd op chromosoom 10q24.1-q25.1 in een Italiaanse familie (DI-CMTA) en de tweede locus werd gelokaliseerd op 19p12-p13.2 in een Australische familie (DI-CMTB). Tot op heden werden er nog geen genen voor DI-CMT gevonden. Wij lokaliseerden een nieuwe en derde DI-CMTC locus op 1p34-p35 in twee niet-verwante families uit Bulgarije en de USA. Haplotype analyse in beide families liet toe het DI-CMTC gen binnen een 6.3 cM koppelingsinterval te lokaliseren op de korte arm van chromosoom 1. Dit project heeft als doel het gen voor DI-CMTC te vinden. Door genetische analyse van deze twee families zullen we het gebied fijnlokaliseren via in silico kloneringstechnieken. Bijkomende families zullen onderzocht worden op koppeling met DI-CMTC. Positionele en functionele kandidaatgenen zullen onderzocht worden via DNA sequentiebepaling. Nucleaire families en geïsoleerde patiënten met een vergelijkbaar fenotype zullen onderzocht worden op pathogene mutaties. Gedetailleerde klinische en electrofysiologische data zijn reeds ter beschikking van beide families en worden gebruikt voor de genotypefenotype correlaties. Organisaties: • VIB DMG - Perifere Neuropathieën
Onderzoekers: • Vincent Timmerman • Peter De Jonghe • Albena Jordanova
Het uitvoeren van fundamenteel en toepassingsgericht onderzoek naar nieuwe toepassingen van digitale audio. Universiteit Antwerpen Abstract: Het uitvoeren van fundamenteel en toepassingsgericht onderzoek naar nieuwe toepassingen van digitale audio. Organisaties: • Fundamentele Wiskunde
Onderzoekers: • Robert Lowen
De islamisering van de moderniteit: Islamisme en/of Islamitisch reveil bij studenten en rond plaatsen van eredienst van Marokkaanse en Turkse herkomst in België. Universiteit Antwerpen Abstract: Het gaat om een verlenging van een eerder goedgekeurd FWO-project (zie P105/P00527) die gelegitimeerd wordt door het verder uitwerken van de bestaande vraagstelling en anderzijds door het invoegen van enkele bijkomende onderzoeksvragen en onderzoekstechnieken (islambeleving op het organisatorisch niveau van moskeën) Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Jean Vranken
Ontwikkeling, farmakokinetische, in-vitro en in-vivo evaluatie van 'multi-component' direct gecoate endovasculaire stents. Universiteit Antwerpen Abstract: Het optreden van in-stent restenose is een beperking van de percutane behandelingstechnieken van coronaire atheromatose. Dit project is gericht op de ontwikkeling van 'enkelvoudige' en 'meervoudige' direct bedekte, farmaca afgevende coronaire stents. Selectieve modulatie van oxidatieve stress, gladde spiercelmigratie en proliferatie, en endotheelcelregeneratie door enkelvoudige of combinaties van locaal via stent toegediende molecules worden met dit doel onderzocht. Het project omvat zowel materiaalkundige, farmacokinetische als in-vitro en in-vivo biologisch onderzoek. Organisaties: • Cardiologie • Translationeel pathofysiologisch onderzoek (TPR)
Onderzoekers: • Johan Bosmans • Christiaan Vrints
Onderzoeksnetwerk omtrent Software Evolutie (RELEASE). Universiteit Antwerpen Abstract: De studie van software evolutie is vandaag de dag essentieel geworden om te verzekeren dat kritische informatica-systemen betrouwbaar functioneren doorheen hun levenscyclus. Dit netwerk creert daarvoor een multi-disciplinair raamwerk nodig om het onderzoek terzake op paneuropese schaal te organiseren en stimuleren. Meer precies zal het netwerk (a) pogen een algemene theorie omtrent software evolutie te formuleren (gelijkaardig aan de theorieen die andere wetenschappelijke disciplines ondersteunen); (b) benchmarks ontwikklene om de validiteit van wetenschappelijke experimenten te verbeteren. Dit netwerk bouwt voort op een bestaand kleinschalig netwerk rond software evolutie gesponsord door het FWO. Organisaties: • Software Engineering • Antwerp Systems and software Modelling (AnSyMo)
Onderzoekers: • Dirk Janssens • Serge Demeyer
Functionele analyse van een gen voor progressief sensorineuraal gehoorverlies. Universiteit Antwerpen Abstract: DFNA5 is een gen voor een autosomaal dominante vorm van slechthorendheid met een tot nu toe ongekende functie. Dit project wil een bijdrage leveren tot de opheldering van de functie van DFNA5 door een combinatie van immunohistochemische en in-situ hybridisatie studies op het binnenoor, de subcellulaire lokalisatie van het eiwit, de identificatie van interagerende eiwitten, de grondige studie van een DFNA5 knock-out muis, en het nagaan van de DFNA5 functie aan de hand van primaire culturen van het orgaan van Corti. Organisaties: • Centrum medische genetica • Menselijke moleculaire genetica
Onderzoekers: • Lutgart Van Laer • Guido Van Camp
Meting van de doeltreffendheid van studeren via het web. Een vergelijking van drie methoden van onderwijzen en hun effect op de studieresultaten Vrije Universiteit Brussel Abstract: Meting van de doeltreffendheid van studeren via het Web. Een vergelijking van drie methoden van onderwijzen en hun effect op de studieresultaten. Om de leerdoeltreffendheid van de drie methodes (face to face, online en de combinatie van de twee) te onderzoeken werd verder literatuuronderzoek rond een aantal cruciale topics gedaan. Ook wordt door middel van een electronisch databestand dat ontwikkeld wordt in samenwerking met Visual Tools online vragenlijsten geconstrueerd voor de pretesten, testen en post-testen. Op deze manier zal de analyse mogelijk worden van de oriëntaties, motivaties en voldoening van de studenten. Organisaties: • Sociaal Onderzoek
Onderzoekers: • JACQUES VILROKX
Ontwikkeling van elektronenmicroprobe-technieken voor speciatie en diepteprofilering van micro-partikels, en toepassing op het Asian-Dust fenomeen (co-operation FWO-Korean Science and Engineering Foundation). Universiteit Antwerpen Abstract: Electronen microprobe analyse met ultra-dun venster voor de energie-dispersieve X-stralen detector laat toe ook lichte elementen zoals koolstof, stikstof en zuurstof in individuele partikels te bepalen en zo aan chemische speciatie te doen op het niveau van de individuele deeltjes. Analyse bij verschillende electronenbundel-energieën gecombineerd met simulatie door Monte Carlo berekeningen laat toe om oppervlaktelagen op individuele deeltjes kwantitatief vast te tellen. Beide methodologieën zullen worden toegepast op atmosferische aërosolen, nl. van Asian Dust, een
fenomeen dat zeer belangrijk is voor de luchtpollutie en het klimaat in bvb. Korea. Organisaties: • Micro- en Sporenanalyse • AXES
Onderzoekers: • Rene Van Grieken
Taalverwerving bij jonge kinderen met een cochleaire implantatie : een longitudinaal effectenonderzoek van hun auditieve, spraak- en taalontwikkeling. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project onderzoeken we de auditieve ontwikkeling, de spraak- en taalverwerving bij congenitaal dove kinderen met een cochleair implantaat (CI) geïmplanteerd tijdens het tweede levensjaar. Het doel is systematisch het effect van de CI te onderzoeken op verschillende aspecten van de taal- en spraakontwikkeling: ? Onderzoek van het effect van een CI op het auditieve vlak; ? Onderzoek van het effect van CI op het articulatorisch vlak (de spraak); ? Onderzoek van het effect van CI op de taalverwerving en communicatieve ontwikkeling. In essentie willen we nagaan hoe de toegang tot auditieve informatie evolueert en welke impact die toegang tot de gesproken taal heeft op de eigen spontane spraak en taal van het kind. De wetenschappelijke doelstellingen van het onderzoeksproject zijn (i) descriptief en (ii) fundamenteel psycholinguïstisch. (i)Descriptief: een longitudinale beschrijving van de auditieve ontwikkeling en de spraak-, taal- en communicatie-ontwikkeling na een CI. De descriptie zal ons een antwoord geven op de vraag: verloopt de taalverwerving kwalitatief en kwantitatief zoals bij normaal horende baby's? Is er een kwalitatief en/of kwantitatief onderscheid in de auditieve ontwikkeling, spraak- en taalontwikkeling tussen baby's afhankelijk van de leeftijd waarop ze een CI krijgen? (ii) Fundamenteel psycholinguïstische doelstellingen: ? Onderzoek van de perceptie van segmentele en suprasegmentele karakteristieken van de spraak in relatie tot hun productie; ? Onderzoek van de fonologische ontwikkeling op segmenteel en suprasegmenteel vlak met bijzondere aandacht voor de evolutie van truncatiepatronen; ? Onderzoek van de lexicale en morfosyntactische verwerving met speciale aandacht voor de evolutie van `functiewoorden' of gesloten klasse woorden t.a.v. open klasse woorden, een oppositie gerelateerd aan perceptuele saillantie; ? Onderzoek van communicatieve ontwikkeling, met bijzondere aandacht voor (1) het gebruik en de plaats van spraak tgo. (conventionele) gebaren, (2) het gebruik van interactionele middelen (aandacht trekken/richten/'), (3) de omvang en het gebruik van types interactiebeurten door kind en volwassen conversatiepartner. Organisaties: • Linguistiek • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers: • Etienne Gillis • Walter Daelemans
Een rechtvaardige en duurzame handel, tussen markt en solidariteit: diagnose en perspectieven Universiteit Antwerpen Abstract: Een rechtvaardige en duurzame handel, tussen markt en solidariteit: diagnose en perspectieven Organisaties: • BEDRIJFSBELEID • Marketing
Onderzoekers: • Patrick De Pelsmacker
Lokale netwerken en politieke werving. De 'missing link' tussen politieke vraag en politiek aanbod. Universiteit Antwerpen Abstract: Sinds 1 januari 2001 is in Antwerpen de binnengemeentelijke decentralisatie van start gegaan. Concreet betekent dit dat rechtstreeks verkozen districtsraden een deel van het overheidsbeleid in Antwerpen op zich nemen. Deze binnengemeentelijke decentralisatie is doorgevoerd om de dialoog tussen de burger en de lokale overheid te herstellen. Het voorliggende onderzoeksvoorstel wil nagaan of de Antwerpse politiek hier al dan niet in slaagt en om welke reden. Er zal worden nagegaan in welke mate politieke partijen via hun werking en via de werving van hun (kandidaat-)mandatarissen al dan niet voeling hebben met de burgers. Zijn de mandatarissen en miltanten voldoende ingeschakeld in het sociale leven van hun buurt of district? Is de omvang van hun sociaal en cultureel kapitaal een voorwaarde voor hun succes? Organisaties: • ONDERZOEKSGROEP BURGER EN POLITIEK • Burgerschap, gelijkheid en diversiteit (CED)
Onderzoekers: • Guido Dierickx • Peter Thijssen
Identificatie en karakterisatie van genen verantwoordelijk voor twee verschillende vormen van erfelijke slechthorendheid. Universiteit Antwerpen Abstract: Slechthorendheid is een zeer frequent voorkomende aandoening die miljoenen mensen aantast. Genetische factoren spelen een belangrijke rol in de etiologie van erfelijke slechthorendheid. Op dit moment is er geen algemeen aanvaarde en efficiënte therapie voor een groot deel van de patiënten. De ontwikkeling van nieuwe en betere therapieën kent nauwelijks vooruitgang door een gebrek aan kennis van de biologische basis van het gehoorproces en de pathofysiologie van het slechthorendheid. De bedoeling van dit project is de identificatie en functionele studie van 2 genen verantwoordelijk voor slechthorendheid. In dit project maken we gebruik van twee families met erfelijke slechthorendheid. Een Indonesische familie vertoont een karakteristiek verlies van de hoge frequenties met een progressie naar het volledige frequentiespectrum. Het gen verantwoordelijk voor slechthorendheid werd gemapt op chromosoom 1, in een regio van 8cM. Verschillende kandidaatgenen zijn reeds onderzocht, doch zonder het vinden van een belangrijk ziekteveroorzakende mutatie. Een Nederlandse familie vertoont verlies van de middenfrequenties zonder enig progressief verloop. Het ziekteveroorzakende gen bij deze familie is gelegen in de buurt van het COL11A2-gen dat verantwoordelijk is voor verschillende vormen van erfelijke slechthorendheid. Mutatieanalyse toonde echter aan dat COL11A2 niet het ziekteveroorzakende gen is bij de Nederlandse familie V.H.. De strategie die in dit project gevolgd zal worden, is grotendeels vergelijkbaar in de twee families. Enkel bij de Indonesische familie zal nog een voorafgaande verkleining van de kandidaatregio gerealiseerd worden door het analyseren van originele merkers op additionele DNA-stalen, die geïsoleerd zullen worden tijdens een verblijf in Indonesië. Een verdere verkleining bij beide families zal bereikt worden door de analyse van additionele merkers op het beschikbare DNA. De strategie van dit project is grotendeels gebaseerd op de resultaten van het Humaan Genoom
Project waarin een groot deel van de humane genoomsequentie reeds werd bepaald. Momenteel is de sequentie echter nog onvolledig en onnauwkeurig. Indien een stuk sequentie ontbreekt, zal een BAC-contig van deze regio worden opgesteld en voor sequentiebepaling aan het HGP aangeboden worden. Wanneer de sequentie gekend is kunnen d.m.v. computeranalyse genen voorspeld worden. Tenslotte zal een een lijst van kandidaatgenen opgesteld worden en zal op basis van verschillende criteria zoals expressie in het binnenoor en hun vermoedelijke functie een rangorde voor mutatie analyse gemaakt worden. Wanneer een gen geïdentificeerd is zullen we dit gen onderzoeken op functionele domeinen en op homologie met andere gekende genen. Naast het bestuderen van het expressiepatroon zal een knock-out muis worden gemaakt. Welk gen gebruikt zal worden voor de constructie van de knock-out, is afhankelijk van het tijdstip waarop deze geïdentificeerd worden alsook van het type van mutatie. Een gedetailleerde analyse van de knockout muis zal uiteindelijk meer inzicht moeten verwerven over de functie van het gen. Organisaties: • Centrum medische genetica • Menselijke moleculaire genetica
Onderzoekers: • Guido Van Camp • Rikkert Snoeckx
VIB-Moleculaire genetica van erfelijke distale motorische neuropathieën. Universiteit Antwerpen Abstract: VIB-Moleculaire genetica van erfelijke distale motorische neuropathieën. Organisaties: • VIB DMG - Neurogenetica
Onderzoekers: • Eva E.P. Nelis
Studie van de locomotie van de bonobo (Pan paniscus) : een model voor de evolutieve oorsprong van habituele bipedalie bij de mens. Universiteit Antwerpen Abstract: Een belangrijk aspect van hominisatie was de ontwikkeling van habituÙle bipedalie. De ultimate verklaring hiervoor maakt nog steeds het onderwerp uit van discussie. De studie van de locomotie van nauwverwante model-organismen (mensapen) is in deze context een belangrijke onderzoeksmethode. Dit project beoogt de biomecha-nische analyse van de voortbeweging van de bonobo (morfometrisch sterkst gelijkend op de vroege hominiden) en de integratie van deze gegevens met beschikbare data voor de mens. Organisaties: • Functionele morfologie • Functionele morfologie
Onderzoekers: • Peter Aerts
Geïntegreerde studie van het Arginine regulon in gist : (1) werking van transcriptie initiatie bij een TATA-loze promoter, (2) structurele studies van enzymactivatie door autoproteolyse, (3) onderzoek over een mitochondriaal metabolon. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het doel van dit project is tweevoudig: enerzijds streven naar een volledig, geïntegreerde kennis van het arginine metabolisme in het model eukariotisch organisme Saccharomyces cerevisiae, en anderzijds dit modelsysteem aanwenden om basisvragen van fundamenteel belang grondig te bestuderen. 1) hoe gebeurt initiatie van transcriptie in afwezigheid van een TATA-box? Wij hebben aangetoont dat de promotor van het ARG11, gen atypisch is, en wij wensen de cis- en trans-elementen te identificeren die betrokken zijn in deze alternatieve uitdrukkingsmechanisme. 2) Wij toonden aan dat het ARG7 gen product een inactief eiwit is dat in twee subeenheden moet geprocesses worden om een actief ornithine acetyltransferase te vormen. Deze activatie gebeurt heel waarschijnlijk via en autoproteolyse. Wij wensen dit op structureel niveau te bestuderen en zuiveren met dit opzicht het wild-type enzym en een inactief precursor mutant. 3) Bepaalde gegevens laten ons vermeoden dat het eerste enzym betrokken in arginine biosynthese een complex moet vormen met de tweede en/of de derde enzymen van het pad om catalytisch actief te worden. Deze mogelijkheden nieuwe metabolon willen we verder onderzoeken. Organisaties: • Biologie • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • SERGE MUYLDERMANS • MARJOLENE CRABEEL • DOMINIQUE MAES
Fase coherentie in kwantumstippen. (FWO Vis.Fel., Alexei Vagov) Universiteit Antwerpen Abstract: Fase coherentie in kwantumstippen. (FWO Vis.Fel., Alexei Vagov) Organisaties: • Theorie van de gecondenseerde materie
Onderzoekers: • Francois Peeters
Determinanten huishoudelijk energiegebruik. Universiteit Antwerpen Abstract: Determinanten huishoudelijk energiegebruik. Organisaties: • Engineering Management
Onderzoekers: • Walter Aerts • Lieve Goorden
Invloed van histone deacetylase inhibitoren op het fenotype van hepatocyten in cultuur, en studie van de biotransformatie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Hepatocyten en hun culturen zijn in de preklinische ontwikkelingsfase van geneesmiddelen belangrijke in vitro modellen. Echt fenotypische veranderingen treden op zodat hun specifieke biotransformatiecapaciteit verminderd tot expressie komt. De hypothese dat mediumfactoren die de progressie van de cellen in de celcyclus beïnvloeden, mogelijks een rol spelen in de differentiatietoestand van de hepatocyten werd niet onderzocht.
Het doel van dit onderzoek is daarom: a) onderzoeken of oplosbare mediumfactoren behorende tot de groep der histone deacetylase inhibitoren die selectief een aantal stappen in de celcyclus inhiberen, een effect hebben op het gedifferentieerde fenotype van volwassen hepatocyten in cultuur en aldus toelaten om een nieuwe cultuurmethode van stabiele hepatocyten te ontwikkelen. b) ophelderen van het biotransformatiepatroon van trichostatine A en structuuranalogen die behoren tot de HDI groep. Organisaties: • Toxicologie, Dermato-cosmetologie en Farmacognosie
Onderzoekers: • VERA ROGIERS
Relatiemarketing: De impact van 'de individuele neiging van de consument om relaties aan te gaan' op de effectiviteit van relatiemarketing. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De Laatste jaren stapt men binnen marketing communicatie steeds meer af van massa communicatie. Een van de redenen hiervoor is de lage effectiviteit ervan te wijten aan media clutter enerzijds en de veranderende consument anderzijds. door de recente ontwikkelingen in inforaticaen communicatietechnologie stijgen de mogelijkheden in interactieve communicatie. Dit laatste wordt algemeen als de grote uitdaging en de grote opportuniteit gezien. Interactieve communicatie en daaruit voortvloeiend de toegenomen mogelijkheid om lange termijn relaties op te bouwen met de voor het bedrijf waardevolle klanten staat voor de meeste bedrijven hoogop de agenda. Dit laatste wordt ook wel relatiemarketing genoemd. Met de intrede van relatiemarketing wordt de focus herlegd van klanten acquisitie naar klanten retentie. Uit de iteratuur en uit eigen lopend onderzoek blijkt echter dat niet alle consumenten zo gebrand zijn op het aangenaal van relaties. De bedoeling van het voorgesteld onderzoek is enerzijds een valide en betrouwbare schaal op te stellen om de idividuele neiging van de consument om relaties aan te gaan' te meten, en anderzijds na te gaan wat de impact s van verschillen in deze relatieneiging op relatiemarketing binnen een retail context. met anere woorden, er zal getracht worden te achterhalen hoe mensen verschillen op dit persoonlijkheidskenmerk het best benaderd worden om hen als tevreden, lange termijn klanten te kunnen behouden. Organisaties: • Bedrijfseconomie en Strategisch Beleid
Onderzoekers: • Maggie GEUENS
Prospectief bewegingsonderzoek rond de ontstaansfactoren van schouderletsles (impingement en glenohumerale instabiliteit) bij werpsporters. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Rond anterieure glenohumerale instabiliteit en impingement bij werpsporters blijven nog steeds klinische en biomechanische vragen. O.a. is og steeds niet duidelijk in welke mate veranderingen in het glenohumerale ritme, de coördinatie er spierpatronen en de proprioceptie een signifiante rol spelen in het ontstaansproces. De gedane studies zijn cross-sectioneel en daarom is het niet duideljk of dysfuncties van de scapulothoracale beweging en spierpatronene en/of verlies van proprioceptie oorzaak zijn of gevolg. Een prospectieve studie is de enige mogelijkheid om verder inzicht hierrond te verkrijgen. Dit onderzoek zal zich toespitsen op: - epidemiologische factoren te onderzoeken met scouting en video-opnames van wedstrijden en/of trainingen, en prestatiegerelateerde fitheidsparameters - bewegingsanalyse naar de gekoppelde bewegingspatronen o.a. glenohumerale ritme... de spieractiviteitspatronen tijdens de werpbeweging, inverse dynamica en proprioceptie. Middels gebruik van dynmisch EMG, electromagnetische trackers, 3D video-analyse, 3D reconstructies van CT-data. Organisaties: • Experimentele Anatomie
Onderzoekers: • JAN PIETER CLARYS
Onderzoek naar de bruikbaarheid van pluimen van mezen als bio-indicatoren voor zware metalen verontreiniging en naar de effecten van deze verontreiniging op de reproductie en gezondheidstoestand. Universiteit Antwerpen Abstract: Recent onderzoek heeft aangetoond dat vogelpluimen goede aanwijzingen kunnen geven van contaminatie door zware metalen. Pluimen zijn ideaal voor de bepaling van zware metalen omdat deze erin accumuleren in evenredigheid tot de concentraties in het bloed op het ogenblik dat de veren gevormd worden. De studie van vervuiling via pluimen kan als innovatief beschouwd worden. Organisaties: • Ethologie • Ethologie
Onderzoekers: • Marcel Eens
Isolatie van uit de miltzenuw vrijgestelde chromogranine A en B -afgeleide neuropeptiden bij het varken en hun biochemische en functionele karakterisatie. Universiteit Antwerpen Abstract: Isolatie van uit de miltzenuw vrijgestelde chromogranine A en B -afgeleide neuropeptiden bij het varken en hun biochemische en functionele karakterisatie. Organisaties: • Nefrologie • Neurofarmacologie
Onderzoekers: • Etienne Nouwen
De rol van zoetwaterschorren in de vastlegging en omzettingen van stikstof in estuaria : een ecosysteem 15N labelings studie. Universiteit Antwerpen Abstract: Het algemeen doel van dit project is de rol bepalen van zoetwaterschorren binnen de stikstofcyclus van het Schelde-estuarium. Algemeen wordt aangenomen dat stroken 'wetland' langsheen de oeverlijn zich gedragen als filters van het estuarien water, in die zin dat ze anorganisch en organisch stikstof uit het overspoelend water verwijderen of de aard van de stikstofvormen wijzigen. Het Schelde-estuarium, met haar dichtbevolkt bekken, is een typisch voorbeeld van een ecosysteem dat grote vrachten van stikstof te verwerken krijgt, en dat omvangrijke arealen zoetwaterschorren bezit, hetgeen een belangrijk potentieel aan N-verwijdering betekent. Daarenboven is van beleidswege in de nabije toekomst de inrichting van nieuwe overstromingsgebieden voorzien, wat de capaciteit van de filterfunctie via dergelijke gebieden nog zal doen toenemen. Omvattend 'in-situ'-onderzoek van de uitwisseling en cyclering van stikstof in zoetwaterschorren zal niet enkel toelaten de rol van deze schorren in het estuarien budget in te schatten, maar ook de belangrijkste processen te identificeren en te kwantificeren die aan deze rol ten grondslag liggen. De klassieke benadering om de relatie tussen het estuarien pelagiaal en de intergetijdengebieden te bestuderen leiden aan
tekortkomingen, bv. door onnauwkeurigheid van de waterbalans. Ze geven enkel netto-uitwisseling weer. De processen worden er niet in geïdentificeerd, net zo min als de rol van compartimenten binnen het gebied, en extrapolatie naar een sluitende balans voor ganse gebieden is vaak moeilijk (Nixon, 1980; Howarth, 1993). Recente vooruitgang in analyse van stabiele isotopen maakt het mogelijk 'labeling'-studies uit te voeren op een afgebakend systeem (Holmes et al. 2000, Middelburg et al. 2000), waarbij het stabiel isotoop 15N kan gebruikt worden als gevoelige tracer in stikstofcyclering. We stellen voor om een ecosysteem-labeling-studie te combineren met verscheidene additionele studies die erop gericht zijn de stikstof cyclering te begrijpen in belangrijke schor-compartimenten zoals overspoelend water, sediment en macrofyten. Organisaties: • Ecosysteembeheer • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire
Poëtico-picturale uitdrukkingsmodaliteiten in het dichterlijk werk van Jean Cocteau. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het onderhavige project bestaat uit een studie van de specifieke interactie van de talige, de grafische en de picturale uitdrukkingsmodaliteiten in het dichtwerk van Jean Cocteau en, tegelijkertijd, uit het ontwikkelen van een cognitied lectuurmodel geschikt om de hybride kunstvormen in de dichterlijke creatie van de XXe eeuw te benaderen. Het project begint met een inventaris en een geleidelijke analyse vergeleken met een algemeen theoretisch model. Tijdens het derde jaar, start de redactionele fase en wordt de interpretatieconfiguratie voor de poëtico-picturale uitdrukkingsmodaliteiten bij cocteau ontwikkeld. tenslotte wordt de redactionele eindfase opgezet en het cognitief lectuurmodel voor de hybride uitdrukkingsvormen in de poëzie uitgewerkt. Organisaties: • Esthetica, Verbeelding en Creatie • Romaanse Talen
Onderzoekers: • DAVID GULLENTOPS • Lynn VAN DE WIELE
Inventarisatie en analyse van de beschikbare methodieken, codes van goede praktijk en aanbevelingen voor de evaluatie vanuit veiligheidsstandpunt van de bezettingsgraad van (petro)chemische installaties en aanverwante industrie met risico's van zware ong Universiteit Antwerpen Abstract: Inventarisatie en analyse van de beschikbare methodieken, codes van goede praktijk en aanbevelingen voor de evaluatie vanuit veiligheidsstandpunt van de bezettingsgraad van (petro)chemische installaties en aanverwante industrie met risico's van zware ong Organisaties: • Engineering Management
Onderzoekers: • Karel Soudan
Karkaterisering van doelwitgenen van neurogenine 3 Vrije Universiteit Brussel Abstract: Karakterisatie van het doelwitgen neurogenine 3 Organisaties: • Medische Biochemie
Onderzoekers: • Henry HEIMBERG
Myocardiale genen van biomechanische stress, remodeling en prognose. Universiteit Antwerpen Abstract: Het belang van biomechanische ventriculaire wandstress in de pathofysiologie van hartfalen werd recent onderstreept door de ontdekking dat de moleculaire processen verantwoordelijk voor ventrikel hypertrofie en remodelling gestuurd worden door mechanische vervorming van hartspiercellen. In dit onderzoeksproject beschrijven we laboratorium studies en prospectieve klinische studies om een link te vinden tussen mechanisch gestuurde moleculaire processen in hartspiercellen enerzijds en prognose en ziekte progressie van hartfalen anderzijds. Organisaties: • MENSELIJKE FYSIOLOGIE EN PATHOFYSIOLOGIE • Menselijke fysiologie en pathofysiologie
Onderzoekers: • Gilles De Keulenaer
Multiple winkelkeuze voor frequent aangekochte consumptiegoederen: antecedenten, kenmerken en gevolgen. Universiteit Antwerpen Abstract: Net als product- of merkkeuze binnen een productcategorie, is winkelkeuze van de consument vaak gekenmerkt door de selectie van 'multiple alternatieven'. In plaats van het ganse pakker van 'gerelateerde' producten (frequent aangekochte consumptiegoederen) aan te kopen in één enkele supermarkt, spreiden de meeste consumenten deze aankopen over meerdere winkelpunten/supermarkten ('multiple store shopping'), en dit met het oog op het maximeren van hun winkel- en consumptienut. Deze spreiding van aankopen kan gebeuren door andere supermarkten te bezoeken in opeenvolgende winkeltrips doorheen de tijd, dan wel door zich in meerdere winkelpunten te begeven tijdens een enkele trip. Deze laatste optie - ook 'multiple shopping' genoemd - laat toe te besparen op transactiekosten. Daar waar tal van publicaties gevarieerde productkeuze analyseren en verklaren, is het fenomeen van 'multiple store shopping' nog zeer weinig belicht. Organisaties: • VAKGROEP MARKETING • Marketing
Onderzoekers: • Katia Campo
Organisatie congres : "New frontiers in Heme and Heme-Protein Research". Universiteit Antwerpen Abstract: Organisatie congres : "New frontiers in Heme and Heme-Protein Research". Organisaties: • Proteïnechemie, proteoomanalyse en epigenetische signalisatie (PPES)
Onderzoekers:
• Luc Moens
De wiskundige praktijk: intergatie van funderings- en anti-funderingsopvattingen in de hedendaagse filosofie van de wiskunde. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In het grondslagenonderzoek van de wiskunde is recent een nieuwe richting te identificeren: de anti-fundering. Zowel onder sociologen als filosofen is er belangstelling voor deze specifieke kijk op wiskunde, meerbepaald als primair in de praktijk geworteld. Merkwaardig is echter dat deze twee groepen daarbij niet elkaar verwijzen, en de praktijkgedachte de facto anders invullen. Deze obsevatie vormt het uitgangspunt voor een poging tot integratie van deze verschillende benaderingen. mogelijkheid en wenselijkheid van die integratie zullen worden onderzrocht, en tegelijk de mate waarin de descriptieve en normatieve dimensies van de beide invullingen moeten worden geretaliveerd. Twee belangrijke deelopdrachten, die het welslagen van de opdracht zullen bepalen, zijn het uitwerken van een gedegen basismethodologie voor sociologisch onderzoek van de wiskundige praktijk, en het toetsen van het belang van een sociale oplossingscontext voor wiskundige problemen. Organisaties: • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen
Onderzoekers: • JEAN VAN BENDEGEM
Genetische analyse van kandidaatgenen voor viscerale obesitas en geassociëerde comorbiditeit. Universiteit Antwerpen Abstract: Abdominale of viscerale obesitas, een belangrijke risicofactor voor cardiovasculaire pathologie en type 2 diabetes, is gedeeltelijk genetisch bepaald. Door associatie- en koppelingsstudies van een aantal polymorfismen in kandidaatgenen voor obesitas, en mutatie-analyse in extreem obesen, willen we trachten genen te identificeren die een rol spelen in abdominale vetopstapeling en de ontwikkeling van geassociëerde comorbiditeit. Organisaties: • Endocrinologie, stofwisseling en nutritiepathologie • Laboratorium Experimentele geneeskunde en Pediatrie (LEMP)
Onderzoekers: • Wim Van Hul • Luc Van Gaal
Project Erfgoed van Eeuwen - realisatie van de tentoonstelling en publicatie ter valorisatie van het boekenbezit van de abdijen die in de provincie Antwerpen gelegen zijn. Universiteit Antwerpen Abstract: Project Erfgoed van Eeuwen - realisatie van de tentoonstelling en publicatie ter valorisatie van het boekenbezit van de abdijen die in de provincie Antwerpen gelegen zijn. Organisaties: • Universitair beheer en administratie
Onderzoekers: • Pierre Delsaerdt
Identificatie en karakterisatie van genen verantwoordelijk voor osteopetrose. Universiteit Antwerpen Abstract: De algemene doelstelling van dit project is een bijdrage te leveren aan de kennis van de processen die de balans tussen botaanmaak en botafbraak reguleren. Dit zal concreet gebeuren door de identificatie en karakterisatie van genen verantwoordelijk voor osteopetrose, een ziektebeeld gekenmerkt door een deficiënte botresorptie wat resulteert in een verhoogde botdensiteit. Dit zal nagestreefd worden voor zowel de humane vormen van osteopetrose als de tl/tl en ia/ia osteopetrose ratmodellen. Organisaties: • Centrum medische genetica • Medische genetica van obesitas en skeletaandoeningen (MGENOS)
Onderzoekers: • Wim Van Hul • Liesbeth Van Wesenbeeck
SMS4PA : Sound management systems for public adress systems. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In het SMS4PA project worden digitale signaalverwerkings-algoritmes onderzocht met als doel het verbeteren van de verstaanbaarheid van gesproken boodschappen in public address (omroep) systemen. Meer specifiek betekent dit dat we onderzoeken hoe we de spraaksignalen zelf kunnen aanpassen zodat deze beter verstaanbaar blijven wanneer ze weergegeven worden in een lawaaierige omgeving. Hiertoe zullen we twee belangrijke groepen technieken toepassen, dynamische compressie en Clear Speech. Met behulp van dynamische compressie [1] zal eerst een snel tijdsvariërende en signaalafhankelijke versterking toegepast worden op het signaal, zodat elk foneem op zich maximaal versterkt wordt (zodat elk foneem op zich zo goed mogelijk hoorbaar is). Daarna zal dit uitgebreid worden met frequentie-afhankelijke versterking, zodat het signaal aangepast kan worden aan de lawaaierige akoestische omgeving. Het Clear Speech aspect van het onderzoek houdt in dat we de spraak op een natuurgetrouwe manier zullen omvormen zodat het lijkt alsof de spreker extra zijn best doet om beter verstaanbaar te zijn. Dit proberen we te bereiken door de spraaksignalen op een niet-uniforme manier te schalen in functie van de tijd (spraak vertragen) [2], en door de formanten van het spraaksignaal aan te passen.
[1] Udo Zölzer, Ed., DAFx - Digital Audio Effects, chapter 5, pp. 95105, John Wiley & Sons, 2002. [2] W. Verhelst, D. Van Compernolle and P. Wambacq. 'A Unified View on Synchronized Overlap-Add Methods for Prosodic Modification of Speech.' In Proc. International Conference on Spoken Language Processing, volume II, pages 63-66, Beijing, China, October 2000. Organisaties: • Elektronica en Informatica
Onderzoekers: • WERNER VERHELST • Henk BROUCKXON • Samuel CORVELEYN
Cooperatief monitoring systeem voor de Zuidelijke Caucasus.
Universiteit Antwerpen Abstract: De landen Georgië, Azerbeijan en Armenië hebben een gemeenschappelijk riviersysteem. De bedoeling van het project is de samenwerking te organiseren van deze drie landen op het vlak van de watervervuiling en de hydrologie van dit systeem. Organisaties: • Micro- en Sporenanalyse • Massaspectrometrie (Mitac 5)
Onderzoekers: • Freddy Adams • Luc Van Vaeck
Product- en materiaalonderzoek met A) dispersieve en FT Raman spectroscopie, en B) XPS. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De bedoeling van dit project is om ondersteuning te bieden aan de analysegroep van Agfa op gebied van karakterisering van producten en materialen. Raman spectroscopie en XPS zijn technieken waarover Agfa niet beschikt. Beide worden veelvuldig ingezet voor verschillende types van problemen: productiefouten, product karakterisering, materiaalontwikkeling, ... Het type materialen dat moet geanalyseerd worden, en het type informatie dat moet bekomen worden is heel divers. Onze expertise in het gebruik van deze technieken is essentieel om ze met succes te kunnen inzetten voor deze toepassingen. Organisaties: • Metallurgie, Elektrochemie en Materialenkennis
Onderzoekers: • ANNICK HUBIN • KITTY BAERT
Onderzoek over de grammatica van de Vlaamse Gebarentaal. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het hier voorgestelde project is de logische voortzetting van mijn huidige en vroegere onderzoek over de grammatica van de Vlaamse Gebarentaal (VGT). De voornaamste doelstelling van het project is dan ook een verdere exploratie van de grammatica van deze -nog steeds onvoeldoende bestudeerde- gebarentaal. Daarnaast is het ook de bedoeling om een bijdrage te leveren tot een beter begrip van een thema dat het niveau van de individuele gebarentaal overstijgt, met name de overeenkomst tussen de grammatica's van de verschilende tot nog toe bestudeerde gebarentalen. Het project kadert in de groeiende internationale wetenschappelijke belangstelling voor gebarentalen. 'Sign linguistics' is een relatief nieuwe discipline -de allereerste taalkundige studie van een gebarentaal verscheen in 1960- met een opvallend groot -en nog steeds snel stijgendaantal beoefenaars. De studie van gebarentaal is dan ook belangwekkend in tenminste twee opzichten: enerzijds vormt de taalkundige analyse van gestueel-visuele talen binnen het domein van de algemene taalkunde een belangrijke aanvullng bij het onderzoek van oraal-auditieve talen -de bevindingen volgend uit de studie van gestueel-visuele talen leiden niet zelden tot een herziening van wat men beschouwde als vaststaande feiten in verband met taal- anderzijds is er de grote nood aan dit soort onderzoek gezien de uitbreiding van de maatschappelijke rol van gebarentaal. Organisaties: • Germaanse Talen
Onderzoekers: • Myriam VERMEERBERGEN
Een systematisch onderzoek naar de hoedanigheid en betekenis van muziek in de Grieks antieke mythologie Vrije Universiteit Brussel Abstract: De algemene probleemstelling van deze studie is de vraag naar het voorkomen van het thema muziek in de Grieks antieke mythologie. De doelstelling is tweeledig : 1) de hoedanigheid doorgronden waaronder muziek zich in de Griekse mythen voordoet, en 2) de betekenis daarvan duiden in het licht van pertinente musicologische theorieën.. In het mythologisch onderzoeksdeel wordt er eerst een geëigende methodologie ontwikkeld, aan de hand waarvan de gekende muzikale mythen dan aan een individuele en vergelijkend onderzoek worden onderworpen. Er wordt gezocht naar het voorkomen van het thema muziek in a) de individuele muzikale mythen b) het corpus der muzikale mythen c) het samenstel der Griekse mythologie. In het musicologisch onderzoeksdeel worden eerst de pertinente muziektheoretische concepten uitgetekend, waaraan de mythologische onderzoeksresultaten dan worden gerelateerd. Er wordt nagegaan in hoeverre de mythologische bevindingen kunnen convergeren met de musicologische theorieën omtrent a) het mythisch substraat en de metaforische eigenschappen van muziek b) de sociaal-religieuze werking en verankering van muziek en c) de ritualistische grondslagen van muziek. De einddoelstelling is te concluderen tot de algemenere betekenis van het specifiek voorkomen van muziek in de Griekse mythologie. Organisaties: • Centrum Leo Apostel
Onderzoekers: • Diederik AERTS
Groei van de overlegeconomie. Vergelijkend onderzoek naar de ontwikkeling van nationale overlegorganen van ondernemers en overheid in Nederland en Vlaanderen-België tussen c.1920 en 1970 Universiteit Antwerpen Abstract: Het project beoogt meer inzicht te krijgen in overeenkomsten en verschillen in de ontwikkeling van de overlegeconomie in Nederland en Vlaanderen-België, d.m.v. vergelijkend onderzoek naar nationale overlegorganen van overheid en sociale partners, waarbij de aandacht vooral zal uitgaan naar werkgeverskant. Organisaties: • CENTRUM VOOR BEDRIJFSGESCHIEDENIS • Centrum voor bedrijfsgeschiedenis
Onderzoekers: • Greta Devos
De uitbreiding van de Europese Unie en de strafrechterlijke bescherming tegen EU-fraude en corruptie in de kandidaatlidstaten. Universiteit Antwerpen Abstract: De toetreding van de nieuwe kandidaat-lidstaten, waartoe de Europese Unie besliste in 1999 (Top Helsinki) stelt de Unie voor een nieuwe uitdaging: de bescherming van haar financiële belangen tegen fraude en corruptie in deze staten. Deze studie heeft tot doel de wetgevingen in de kandidaat-lidstaten te onderzoeken vanuit een dubbel perspectief: zijn deze wetgevingen voldoende uitgerust om de locale vervolging en bestraffing van EU-fraude en corruptiedelicten mogelijk te maken en laten zij de internationale samenwerking voor de bestrijding van deze fenomenen toe? Organisaties: • Publiek recht : staatsrecht • Rechtshandhaving
Onderzoekers: • Christiane Van den Wyngaert
Regeling van celfuncties door omkeerbare fosforylering van proteïnen. Universiteit Antwerpen Abstract: De cAMP-afhankelijke inductie van differentiatie van rat C6 glioma wordt geïnhibeerd door nucleotide activatie van purinerge receptoren negatief gekoppeld met adenylaat cyclase. Een homoloog van het nucleotide pyrofosfatase PC-1is betrokken in de omzetting van mucleotiden in adenosine en beïnvloedt de extracellulaire ATP-afhankelijke mechanismen waaronder activatie van purinerge receptoren en fosforylaties. De werking van PC-1 zal bestudeerd worden door vergelijking van de expressie in C6 cellen en in primaire astrocyten. Organisaties: • Cellulaire biochemie • Cellulaire biochemie
Onderzoekers: • Herman Slegers
Activiteiten met betrekking tot de preventie van hepatitis B in Centraal en Oost-Europa en de NOS. Universiteit Antwerpen Abstract: Deze activiteiten omvatten de financiering van de vertaling van engelstalige publicaties van de VHPB in het Russisch, de deelname van een aantal experten op gebied van virale hepatitis in Centraal en Oost Europa aan de VHPB vergaderingen en de organisatie van een VHPB congres in Kiev , juni 2001, over het onderwerp: introductie van een universeel hepatitis B vaccinatiecampagne in de landen van Centraal en OostEuropa en de NOS. De organisatie van deze congressen past in het kader van de activiteiten van het wetenschappelijk secretariaat van de VHPB binnen de vakgroep Epidemiologie en Sociale Geneeskunde. Organisaties: • Epidemiologie en sociale geneeskunde • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Pierre Van Damme
Wetenschappelijke onderzoeksgemeenschap "CHEMOMETRIE". Vrije Universiteit Brussel Abstract: De onderzoeksgemeenschap chemometrie verenigt onderzoekers van verschillende universiteiten, die chemometrisch onderzoek doen of die er de resultaten van aanwenden. Organisaties: • Analytische Scheikunde en Farmaceutische Technologie
Onderzoekers: • DESIRE MASSART • Yvan VANDER HEYDEN • JOHANNA VERBEKE
Emotie-congruent denken en depressie bij kinderen. Evaluatie van de effecten van emotie-inductie op de cognitief gedragstherapeutische behandeling Vrije Universiteit Brussel Abstract: Cognitieve gedragstherapie blijkt momenteel de enige effectieve therapievorm voor kinderen met een depressie, maar ook hier worden slechts bescheiden resultaten genoteerd. Mogelijk bieden de stemmingcongruente cognitietheorie van Teasdale en de relational frame theory van Hayes een verklaring. De theorie van Teasdale is gebaseerd op onderzoek naar associatieve priming. Nieuwe (rationele, positieve) cognities kunnen niet worden aangeleerd aan depressieve individuen, omdat ze niet congruent zijn aan de emotionele gemoedstoestand. De theorie van Hayes gaat ervan uit dat een (depressie)symptoom niet kan worden weggenomen door herstructurering van cognities. Het moet veeleer worden gerecontextualiseerd. Beide theorieën werden tot nu toe nauwelijks experimenteel getoetst en helemaal niet bij kinderen. In dit onderzoek gaan we bij 9 tot 12-jarigen na of en in hoeverre een interventie, gebaseerd op een integratie van de theorieën van Teasdale en Hayes, meer effect heeft dan een cognitief gedragstherapeutische behandeling. Het betreft een breed onderzoek met een combinatie van een quasi-experimenteel vergelijkend groepsdesign en een single-case time-series analysis design. De op de theorieën van Hayes en Teasdale gebaseerde interventie wordt door de onderzoeker ontworpen en vooraf in pilootonderzoek uitgeprobeerd. Het geprotocolleerde Pak Aan programma van Stark en Kendall wordt gebruikt als cognitief gedragstherapeutische behandeling. Het onderzoek vindt plaats in de provincies Antwerpen, Vlaams-Brabant, Limburg en Oost-Vlaanderen. Organisaties: • Pedagogiek en Orthopedagogiek
Onderzoekers: • FRANK DE FEVER
Nachtopvang in de provincie Antwerpen: knelpunten en toekomstperspectieven. Universiteit Antwerpen Abstract: Nachtopvang richt zich tot hulpbehoevenden die thuis wonen, alleen of samenlevend met hun partner of andere personen, maar 's nachts ondersteuning en oppas nodig hebben opdat hun autonomie op termijn verzekerd kan blijven. Het onderzoek is beschrijvend van aard en wil de knelpunten en toekomstmogelijkheden in kaart brengen rondom het fenomeen 'nachtopvang'. Er zullen focusgroepgesprekken worden gevoerd met hulpbehoevenden (ouderen, chronisch zieke en palliatieve patiënten) en interviews afgenomen van hulpverleners en beleidsverantwoordelijken. Organisaties: • Welzijnsplanning • Cultuur en welzijn
Onderzoekers: • Herman Meulemans
Studie van KCNQ4, een gen voor gehoorverlies. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project omvat de functionele studie van KCNQ4, een gen voor een progressieve vorm van gehoorverlies. De voornaamste doelstellingen van deze studie zijn: de identificatie van de promoter elementen en de constructie en karakterisatie van een knock-out muis. Tevens zal worden nagegaan of KCNQ4 een rol speelt bij complexe vormen van gehoorverlies. Organisaties: • Centrum medische genetica • Menselijke moleculaire genetica
Onderzoekers: • Guido Van Camp • Els Van Eyken
Systemisch functionele wetenschappelijke onderzoeksgemeenschap. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van deze WOG is om, door intensieve workshops en de gecoördineerde publicaties die eruit voort zullen komen, de Systemisch Functionele taalbenadering kritisch te doordenken en verder uit te bouwen op het gebied van theoretische grondslagen, methodologie en beschrijving van taalfeiten. Meer specifiek zal deze WOG zich toespitsen op verheldering van de 'representatieve' en de 'interactieve' functie van de taal, d.w.z. op de 'ideationele' en de 'interpersoonlijke' component van het taalsysteem. Organisaties: • VAKGROEP TAAL EN COMMUNICATIE • Internationale bedrijfscommunicatie
Onderzoekers: • Christian Braecke
Kinetiek van de fysisch-chemische processen bij structuurvorming in niet-reactieve meerfasige polymeersystemen vie real-time studie met gemoduleerde temperatuur differentiële scanning calorimetrie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: temperatuur-gemoduleerde DSC, geïntroduceerd in 1992, is een state of the art uitbreiding van conventioneel DSC. Het laboratorium voor Fysische Scheikunde en Polymeren onderzocht de mogelijkheden van MTDSC als kwantitatieve karakteriseringstechniek voor polymerisatiekinetiek, verglazing en ontglazing in reagerende polymeren. Micro-Thermische Analyse, geïntroduceerd in 1998, is een nog recentere uitbreiding van MTDSC met een rijk potentieel voor de karakterisering van meerfasige materialen. uTA combineert de mogelijkheden van thermische analyse met atomic force microscopy. In dit OZR-project wordt de kennis over real-time structuurvorming via MTDSC verder uitgediept, in combinatie met exploratief onderzoek met uTA. In dit geval worden niet-reactieve meerfase polymeersystemen bestudeerd. De volgende thema's worden bestudeerd.: 1) real-time studie van het mechanisme en de kinetiek van ontmenging en hermenging in samengestelde systemen met ten minste één polymere component. 2) real-time studie van de wisselwerking tussen kristallisatie n fasescheiding in polymere mengsels, 3) Modellering van de kinetiek van de fysisch-chemische processen beschreven in 1-2); 4) Vergelijking met reactie-geïnduceerde fasescheiding in reactieve polymeermengsels. 5) exploratief experimenteel onderzoek met uTA op deze meerfasige polymere systemen. De temperatuur- en/of kristallisatie-geïnduceerde fasescheiding, hetereogeniteiten, fasen en interfasen van de samengestelde polymeersystemen beschreven in 1-2) zullen met uTA onderzocht worden. Organisaties: • Fysische Scheikunde en Polymeren
Onderzoekers: • BRUNO VAN MELE
Tijdsdruk en tijdsschaarte als symptomen van een problematisch tijdsordening? Vrije Universiteit Brussel Abstract: De hedendaagse samenleving is in de ban van de tijd. Op alle niveaus van het maatschappelijke leven heerst een grote bekommernis om tijdsdrukte. Bijna iedereen heeft het druk, als we de populaire druk, druk discours mogen geloven. De roep om minder werkdruk, een betere afstemming tussen werk en gezin en onthaasting klinkt luid. Tijdsdruk is niet alleen een privé-bekommernis. Overheden, het maatschappelijke middenveld en de private sector hebben zich de afgelopen jaren ingelaten met tijdsproblemen. De aandacht voor tijdskrediet, arbeidsduurvermindering, loopbaanonderbreking, het eindeloopbaandebat heeft het laatste decennium de politieke en maatschappelijke agenda mede vorm gegeven. In het proefschrift "Handelen onder druk: een sociologische analyse van tijdsdruk als meervoudige ervaring" gaat Maarten Moens op zoek naar sociologische verklaringen voor het hedendaagse gevoel van tijdstekort. Tijdsdruk is de laatste 15 jaar een aanzienlijke onderzoekstraditie geworden in de sociale wetenschappen. Het debat bevat drie conceptuele elementen. Er wordt verwezen naar het objectief waarneembare handelen met indicatoren als de werklast of de hoeveelheid vrije tijd, naar een aantal maatschappelijke evoluties en naar een subjectieve component. Wat dat laatste betreft gaan sommigen zover tijdsdruk voor te stellen als een ervaring die losstaat van waarneembaar handelen. Het debat verschijnt echter als weinig geïntegreerd. Een eerste luik in dit proefschrift behelst het integreren van deze drie elementen uit het wetenschappelijke debat aan de hand van meer fundamentele sociaal wetenschappelijke theorieën. Tijdsdruk kan op die manier begrepen worden als een subjectieve ervaring van tijd, die een gevolg is van een moeizame temporele integratie van diverse, soms tegenstrijdige handelingsdoelen. Tijdsdruk is een meervoudige ervaring omdat normen, middelen en condities tezamen bepalend zijn voor de wijze waarop actoren temporele integratie bereiken. Op die manier kan worden begrepen dat tijdsdruk een gevolg is van processen van detraditionalisering, van het wegvallen van strikte normerende kaders, van emancipatie en van de toename van materiële en educatieve welvaart. Het tweede luik van het proefschrift omvat de empirische toetsing van de vooropgestelde verklaringsgronden voor de tijdsdrukervaring van actoren. Zo wordt geïllustreerd dat tijdsdruk voortkomt uit een gedetraditionaliseerde arbeidsorganisatie, uit een huishoudensstructuur waarin meer actoren betrokken zijn in het combineren van diverse rollen en uit een vrijetijd waarin niet zozeer rust wordt nagestreefd, maar veeleer intense ervaringen en boeiende ontmoetingen. De empirisch toetsing gebeurde aan de hand van analyses op de Vlaamse tijdsbudgetdata. Deze data bieden de mogelijkheid de banden tussen de meetbare tijdsbesteding en de subjectieve ervaring van tijdsdruk grondig en nauwkeurig te exploreren. Uit deze analyses blijkt dat de ervaring van tijdsdruk deels kan worden verklaard vanuit een drukke tijdsbesteding, maar dat de relaties veel genuanceerder zijn dan doorgaans wordt aangenomen. Zo heeft de tijdsdrukervaring van individuen niet louter re maken met de hoeveelheid betaalde en gezinsarbeid (zoals vaak wordt aangenomen), maar ook met de voorspelbaarheid en het afwijkend karakter van werkuren, met het afstemmen van activiteiten met die van vrienden en familie, met het coördineren van diverse activiteiten en rollen. De hogere tijdsdrukervaring van vrouwen, tweeverdieners, werkende alleenstaanden, hogere beroepsgroepen en hoogopgeleiden kan grotendeels worden verklaard door de specificiteit van hun tijdsbestedingspatronen. Uitbesteding of het gebruik van huishoudelijke technologie zijn bovendien handelingspraktijken die er - tegen de verwachtingen - niet in slagen de tijdsdrukervaring fundamenteel luwen. Het empirisch onderzoek toont aan dat tijdsdruk voortkomt uit een moeizaam temporeel integreren van doelen in een geëmancipeerde en gedetraditionaliseerde samenleving, waarin steeds meer actoren betrokken zijn in een veelheid van activiteiten, rollen en sociale relaties. Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • IGNACE GLORIEUX • MAARTEN MOENS
Moleculaire benadering van eicelmaturatie bij de mens. Vrije Universiteit Brussel
Abstract: De huidige in-vitro fertilisatie behandeling blijkt een relatief lage efficiëntie te vertonen: slechts 15% van de embryo's implanteren in de behandelde infertiliteitspopulatie. Hierbij komt dat de patiënten voor IVF vooreerst een dure en langdurige stimulatiebehandeling moeten ondergaan om rijpe eicellen te kunnen oppikken. Om de efficiëntie van IVF behandeling te verbetern en de langdurige stimulatiebehandeling te beperken wordt er getracht de eicelmaturatie gedeeltelijk in-vitro te laten voltooien. Het is dus van primordiaal belang een goed in-vitro cultuursysteem te ontwikkelen met optimale cultuurcondities, om een zo hoog mogelijke implantatieratio te bekomen. Binnen de onderzoeksgroep wordt gewerkt aan de optimalisatie van de cultuursystemen voor eicel-cumulus-complexen. Totnogtoe gebeurt de evaluatie van de rijpheid der follikels uitsluitend op basis van de morfologie van d cumulus cellen en de nucleiare maturatiecapaciteit van de eicel. Deze evaluaties zjn subjectief. Dit project beoogt de ontwikkeling van een snelle, objectieve semi-kwantitatieve Moleculair Biologische evaluatie, die ons instaat moet stellen in combinatie met een morfologische evaluatie sneller het ontwikkelingsstadium van de individuele follikels te kennen en hiervoor aangepaste media te ontwikkelen. Isolatie van mRNA uit granulosacellen naburig aan de eicel en amplificatie met behulp van RT-PCR laat toe om individuele follikels in verschillende stadia van maturatie te analyseren en te typeren om zo een expressie patroon te relateren toto de eicelmaturatie. Hiervoor beschikken wij op dit ogenblik al over een unieke weefselbank bestaande uit granulosacellen gebioptieerd uit cumulus complexen die reeds naar morfologie en maturatie capaciteit van de eicel getypeers werden. Deze studie beoogt informatie, die ons ultiem in staat moet stellen om de cumulus comlexen snel en quantitief naar maturiteit te klasseren, waardoor gepaste individuele dcultuur condities gekozen worden die kunnen leiden tot eicellen met betere ontwikkelingscapaciteiten. Organisaties: • Fysiologie
Onderzoekers: • JOHAN SMITZ
Flandern in Not. Een onderzoek naar de beeldvorming rond Vlaanderen in Nazi-Duitsland (1933-1945). Universiteit Antwerpen Abstract: Deze studie beoogt de analyse van de beeldvorming rond Vlaanderen in Nazi-Duitsland. Deze beeldvorming zal onderzocht worden vanuit verschillende invalshoeken in een gevarieerd corpus van Duitstalige boeken en tijdschriften uit de periode 1933-1945: met betrekking tot de inhoud (terugkerende themata, synchrone incon-sistenties en diachrone veranderingen), met betrekking tot de vorm (beeldgebruik, genres, narratologische structuren, pragmatische strategieën, intertekstuele verwijzingen') en met betrekking tot de specificiteit van fictie in de constructie van dit beeld. Aansluitend wordt de wisselwerking van deze beeldvorming met een ruimer historisch en politiek-ideologisch kader onderzocht. Organisaties: • Literatuurwetenschap • Instituut Joodse Studies
Onderzoekers: • Vivian Liska
FTIR studie van H-Xe-Br en D-Xe-Br in vloeibaar xenon. Universiteit Antwerpen Abstract: FTIR studie van H-Xe-Br en D-Xe-Br in vloeibaar xenon. Organisaties: • CRYOSPECTROSCOPIE • Cryospectroscopie
Onderzoekers: • Benjamin Van Der Veken • Wouter Herrebout
Globale informatie- en communicatieregimes en de informatiemaatschappij in Afrika. Een kritische analyse van het beleid van de WTO, Wereldbank en ITU. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De nieuwe informatie- en communicatietechnologieën,ontstaan door de convergentie van telecom, computers en audiovisuele media, worden voorgesteld als de langverwachte wondermiddelen die de onderontwikkeling van het Zuiden zullen kunnnen oplossen. Ook Afrikaanse landen koesteren de hoop dat de uitbouw van een informatiematschappij, die via deze ICT's toegang zou verschaffen tot informatie en alsdus kan leiden tot kennis, een uitweg kan bieden uit de jarenlange impasse van onderontwikkeling. Internationale organisaties zoals de WTO, Wereldbank en ITU bepalen steeds meer het kader waarbinnen deze informatiemaatschappij kan ontwikkeld worden. Het globale informatie- en communicatieregime dat aldus ontstaat, houdt wienig rekening met de specifieke politieke, socio-economische en institutionele problematiek van het Afrikaanse continent. Het universele model dat vooropgesteld wordt, pleit vooral voor een liberalisering van de informatie- en communicatiemarkt. Dit model biedt geen garantie op de ontwikkeling van Afrika. Dit onderzeoksproject wil het internationaal informatie- en communicatieregime en de impact ervan op Afrika in kaart brengen, de achterliggende referentiekaders van de verschilende actoren blootleggen, an alternatieven voorstellen. Organisaties: • Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • JEAN-CLAUDE BURGELMAN
Onderzoek naar innovatieve metaal-polymeer hechtingsstrategieën bij een sequentieel opgebouwde substraattechnologie. Universiteit Antwerpen Abstract: Onderzoek naar innovatieve metaal-polymeer hechtingsstrategieën bij een sequentieel opgebouwde substraattechnologie. Organisaties: • Micro- en Sporenanalyse • Massaspectrometrie (Mitac 5)
Onderzoekers: • Luc Van Vaeck
Onderzoek naar de basisaspecten van een axiomatische niet-lineaire quantumtheorie en het fenomeen van niet-lokaliteit Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project bouwt voort op de resultaten van een vorig FWO-OZR-project 'Studie van de effecten van de fluctuaties bij de interacties tussen meetapparaat en systeem in het kader van de nieuwe experimenten op individuele quantum- en mesoscopische systemen dat aanving op 1 januari 1997 en afloopt op 31 december 2000. Als belangrijkste resultaat van dit vorig project identificeren we twee falende axioma's van de traditionele quantumaxiomatica als oorsprong van het probleem van de beschrijving van samengestelde quantumsystemen en van de onmogelijkheid om een continue overgang van quantum naar klassiek te formuleren. Daar de twee falende axioma's equivalent zijn met de lineairiteit van de toestandruimte, werken we in dit nieuwe project aan de uitbouw van een niet-lineaire veralgemeende quantummechanica die toelaat de twee vermelde probleemsituaties op te lossen. Op die manier kunnen we op een niet-contractdictorische manier een klassieke limiet
formuleren, een resultaat dat reeds verwezelijkt was in het twee dimensiosnaal en hun verband en de problemen van samen-realiseerbaarheid kunnen testen in dit algemeen kader. Organisaties: • Fundamenten van de Exacte Wetenschap
Onderzoekers: • Diederik AERTS
Moleculaire karakterisatie van erfelijke perifere neuropathies en aanverwante aandoeningen: een populatie studie. Universiteit Antwerpen Abstract: De studie heeft als doel de moleculaire genetische defecten te karateriseren voor gekende genen en de identificatie van nieuwe loci en genen, die verantwoordelijk zijn voor erfelijke perifere neuropathieën en aanverwante aandoeningen door middel van een populatiestudie. Organisaties: • VIB DMG - Perifere Neuropathieën
Onderzoekers: • Vincent Timmerman • Peter De Jonghe • Albena Jordanova
Onderzoek naar de pathofysiologische rol van het extracellulair matrix1 gen in Lipoïde Proteïnose. Universiteit Antwerpen Abstract: Dankzij de ontdekking van 6 "loss-of-function" mutaties in het ECM1 gen van patiënten met de zeldzame huidaandoening Lipoïde Proteïnose, werd de belangrijkheid van ECM1 in de humane biologie aangetoond. De pathofysiologie van de aandoening is echter nog niet gekend. Het hoofddoel van dit project bestaat uit het begrijpen van de biologische rol van ECM1 in de ontwikkeling van de huid. Om dit te bereiken zal er een in vitro model van de huid opgesteld worden en een induceerbaar epidermisspecifiek muismodel aangemaakt worden, zodat het LP-fenotype benaderd kan worden. Organisaties: • Moleculaire biotechnologie • Moleculaire biotechnologie
Onderzoekers: • Joseph Merregaert • Sandy Sercu
Invloed van de microbiële intestinale flora en de blootstelling aan polluenten op de ontwikkeling van atopie en astma bij zuigelingen. Universiteit Antwerpen Abstract: Het toenemend voorkomen van allergische aandoeningen bij kinderen wordt toegeschreven aan een 'Westerse levensstijl'. Verminderde blootstelling aan bacterien op jonge leeftijd, verhoogde blootstelling aan chemicalien en luchtverontreiniging kunnen allergische aandoeningen induceren. Recent werden bij allergische kinderen verschillen in de darmflora vastgesteld. De invloed van verschillende aspekten van een 'Westerse levensstijl' op de microbiele flora zal vanaf de geboorte worden onderzocht en in verband worden gebracht met het ontstaan van atopie en astma. Organisaties: • Kindergeneeskunde • Laboratorium Experimentele geneeskunde en Pediatrie (LEMP)
Onderzoekers: • Kristine Desager • Herman Goossens
De theorie van de rechtvaardige oorlog en secessie: principes en case-studies Vrije Universiteit Brussel Abstract: De theorie van de rechtvaardige oorlog en secessie: principes en case-studies Organisaties: • Politieke Wetenschappen
Onderzoekers: • BRUNO COPPIETERS
Concurrentie en regelgeving: de rol voor de overheid. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoeksvoorstel heeft als algemeen doel de positie van de overheid in de optimale industriële organisatie van een economie te onderzoeken. In tal van Westerse landen observeren we dat de rol van de overheid verandert: van markt(vervangende)- speler en markt(verstorende) regelgever naar marktgeoriënteerde regelgever en toezichthouder. Dit project besteedt bijzondere aandacht aan het belang van deze transitie en de theoretische relatie tussen regelgeving (ex ante) en interventie (ex post). Specifieke sectoren zullen in het project opgenomen worden. De gevolgde onderzoeksmethodologie sluit aan bij de Nieuwe Industriële Economie die de bedrijfstak als onderzoeksentiteit beschouwt zodat specifieke industriekenmerken in de analyse kunnen opgenomen worden. De benadering is modelmatig van aard en zowel theoretisch als empirisch. Organisaties: • VAKGROEP INTERNATIONALE ECONOMIE, INTERNATIONAAL MANAGEMENT EN DIPLOMATIE • Algemene economie
Onderzoekers: • Jan Bouckaert
Kwantificeren van de koostoffluxen tussen - en van de turnovertijden in verschillende koolstofreservoirs in de bodem van een dennenbos. Universiteit Antwerpen Abstract: De organische materie in de bodem (SOM) vertegenwoordigt een belangrijk koolstof (C) reservoir dat C uitwisselt met de atmosfeer. Hoe de opslag van SOM in de bodem zal worden beinvloed door klimaatsveranderingen kan alleen bestudeerd worden met behulp van gedetailleerde biogeochemische modellen. Spijtig genoeg is het zeer moeilijk deze modellen nauwkeurig te parametriseren. Met metingen van de netto ecosysteem C-opname en van de delta 13C en delta 18O van de uitgaande CO2 kan men de total heterotrofe respiratie van een ecosysteem schatten. 14C analyses zijn dan weer heel interessant om de turnovertijden van de verschillende fracties SOM te bepalen. Het aangevraagde budget zal volledig worden gebruikt om de bovenstaande analyses te laten uitvoeren.
Voornaamste doelstellingen: 1) Hoe snel is de turnover van de verschillende SOM pools in de bodem van het dennenbos 'De Inslag' te Brasschaat? 2) Hoe beinvloedt ons klimaat de turnover van SOM in de bodem, en wat zijn de te verwachten veranderingen onder de IPCC klimaatsscenarios? Organisaties: • Planten- en vegetatie ecologie • Planten- en vegetatie-ecologie (PLECO)
Onderzoekers: • Ivan Janssens
Ontwikkeling van een polyvalent, brandvertragende 2D-composiet als basis voor een beschermende deklaag. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In dit project zal onderzoek verricht worden naar de ontwikkeling van een 2D-composiet op basis van een versterkend textielsubstraat en een polymeermatrix. Deze composiet moet dienst doen als basis voor een zelfklevende deklaag. Als voornaamste toepassing wordt gedacht aan een beschermende laag voor de automobielsector. De te ontwikkelen deklaag moet daarom aan een hele reeks strenge performantie en ecologische eisen voldoen met als voornaamste: toepasbaar in een breed temperatuursgebied, brandwerend (zonder halogenen), goede degradatiestabiliteit, goede 'release'-eigenschappen en een watergedragen reactief polymeersysteem voor de matrix. De belangrijkste aandachtspunten in dit dossier zijn de hechting tussen matrix en textiel, de formulering van de matrix met de verschillende additieven om de gewenste eigenschappen te verkrijgen en de procestechnologie voor de productie van de composiet. Aan de hand van fundamenteel onderzoek naar de reactiekinetiek van de polymeermatrix en interfaseopbouw zal getracht worden de ontwikkeling gericht te sturen. Organisaties: • Fysische Scheikunde en Polymeren
Onderzoekers: • HUBERT RAHIER • BRUNO VAN MELE
Identificatie van nieuwe kandidaatgenen voor erfelijke perifere neuropathiëen via differentiële genexpressie in mototrische en sensorische neuronen. Universiteit Antwerpen Abstract: Identificatie van nieuwe kandidaatgenen voor erfelijke perifere neuropathiëen via differentiële genexpressie in mototrische en sensorische neuronen. Organisaties: • Moleculaire genetica • VIB DMG - Perifere Neuropathieën
Onderzoekers: • Kristien Verhoeven
Onderzoek in het kader van de samenwerking tussen het PC-Sint-Norbertus en het Collaborative Antwerp Psychiatric Research Institute (CAPRI - Medische Psychologie en Psychiatrie). Universiteit Antwerpen Abstract: Onderzoek in het kader van de samenwerking tussen het PC-Sint-Norbertus en het Collaborative Antwerp Psychiatric Research Institute (CAPRI - Medische Psychologie en Psychiatrie). Organisaties: • Psychopathologie en medische psychologie • Kind-, Jeugd- en Volwassenpsychiatrie (CAPRI)
Onderzoekers: • Bernard Sabbe
Mediterranean Joyce. Universiteit Antwerpen Abstract: Samenstelling en editie van een verzameling papers op een internationaal congres over het werk van James Joyce in Triëst. Alle bijdragen op het congres werden gelezen en komen in principe in aanmerking. De "plenary lectures" (door Carla Marengo Vaglio, Thomas F. Staley, Margot Norris, Zack Bowen en Edward Said) worden zonder meer opgenomen, uit de andere teksten zal een selectie worden gemaakt. De verzamelde teksten zullen worden geredigeerd en van een uitgebreide inleiding worden voorzien. Organisaties: • James Joyce Centrum • Literatuur van de moderniteit
Onderzoekers: • Geert Lernout
Empirische validatie van de 'structurally - defective ' cluster van persoonlijkheidsstoornissen binnen het theoretisch model van Theodore Millon Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit onderzoek zal zich toespitsen op één van de clusters van persoonlijkheidsstoornissen, nl. de interpersonally - imbalanced persoonlijkheden (dit zijn de afhankelijke, theatrale, narcistische en antisociale persoonlijkheid) binnen het theoretisch model van Theodore Millon. Millon ontwikkelde zijn theorie i.v.m. persoonlijkheidsstoornissen op basis van de bestaande literatuur en op basis van zijn persoonlijke klinische ervaring. De meeste aspecten van zijn theorie werden tot nu toe niet klinisch gevalideerd. Het doel van deze studie is de validatie van: 1. een aantal aspecten zoals die in de theorie beschreven worden, 2. de vragenlijst (Millon Multiaxial Clinical Inventory-III, nl. MCMI-III) zoals die uit de theorie afgeleid werd, 3. de klinische domeinen en subtypes die uit de theorie afgeleid werden. Op basis van de resultaten van de studie zou het moeten mogelijk zijn de theorie bij te sturen op basis van empirisch verzamelde data en te komen tot een betere differentiële diagnose van de persoonlijkheidsstoornissen binnen deze cluster. Organisaties: • Persoonlijkheids- en Sociale Psychologie
Onderzoekers: • GINA ROSSI • HEDWIG SLOORE
Het Tisza Project: Geïntegreerde stroomgebiedmodellen voor het ondersteunen van met water- en milieubeheer gerelateerde beslissingen. Vrije Universiteit Brussel
Abstract: Het Tisza Project-voorstel werd ingediend als een RTD-projectvoorstel bij het 5e Kaderprogramma van de Europese Commissie. Het project, dat een uitzonderlijk hoge evaluatiescore behaalde, werd op 15 januari 2002 in Boedapest opgestart. Het project wordt uitgevoerd door een consortium bestaande uit 11 leden dat gecoördineerd wordt door het Water Resources Research Centre VITUKI, Hongarije. Het consortium bestaat gedeeltelijk uit nationale instituten, organisaties en universiteiten uit de landen van het Tiszabekken zelf (Slovakije, Roemenië en Hongarije, met uitzicht op samenwerking met Oekraïense partners in onderaanneming) en gedeeltelijk uit leidende onderzoeksinstituten en universiteiten uit enkele lidstaten van de Europese Unie (Oostenrijk, België, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk). Het algemene doel van het project is het beschermen van watervoorraden en ecologische waarden met behulp van geïntegreerde waterbeheersmethodes en het verzekeren van het duurzaam gebruik van de natuurlijke hulpbronnen van het Tiszabekken. Het project zal ook deel uitmaken van het Europese Superproject CATCHMOD, dat gelijkaardige projecten betreffende het modelleren van stroomgebieden op Europees niveau combineert en harmoniseert. Organisaties: • Hydrologie en Waterbouwkunde
Onderzoekers: • Jan CORLUY • FLORIMOND DE SMEDT
Supramoleculaire functionele systemen : interactie van moleculaire componenten met microkristallijne halfgeleiders. Universiteit Antwerpen Abstract: In de nieuwste beeldvormingssystemen gebaseerd op zilverhalogenide-(AgX)-technologie worden combinaties van spectrale sensibilisatoren (organische kleurstofmoleculen) gebruikt om de efficiëntie verder op te drijven. Wanneer twee verschillende kleurstoffen op een AgX-oppervlak worden bij elkaar gebracht, treden er echter nieuwe fenomenen op. Ten einde de gevoeligheid van het systeem optimaal te sturen is meer informatie over de interactie tussen de verschillende moleculen op het oppervlak nodig. In dit werk zal met een aantal optische en magnetische resonantie technieken gekeken worden naar de invloed van de interactie tussen kleurstoffen op de elektron-holte-processen. Het ESR-spectrum is karakteristiek voor de paramagnetische radicalen die door belichting worden gevormd. Wanneer de interactie een verandering in energieniveaus met zich mee brengt dan zal dit andere optische absorptiespectra en radicaalgedrag, zoals andere groei- en verval kinetiek, tot gevolg hebben. Organisaties: • Experimentele fysica van de gecondenseerde materie • Experimentele fysica van de gecondenseerde materie (ECM)
Onderzoekers: • Etienne Goovaerts • Dirk Schoemaker
Computationele methoden voor de prestatie-analyse en simulatie van complexe technische systemen. Universiteit Antwerpen Abstract: Vertrekkend van gemeten data (zoals verkeer in het Internet) zal met behulp van robuuste statistische methoden, dwz. technieken die betrouwbare resultaten opleveren ook wanneer afwijkingen in de input data optreden, een probabilistisch model voor het te bestuderen systeem opgesteld worden. Uit de specifieke architectuur en structuur van het systeem kan men vaak interessante eigenschappen van de te bepalen prestatiemaat vooraf aantonen, zoals monotoniciteit t.o.v. van een bepaalde systeemparameter, asymptotisch gedrag, etc. Deze eigenschappen zijn nuttig en bruikbaar bij het bepalen van de gewenste prestatiemaat, maar vaak onvoldoende. Robuuste, efficiente en accurate benaderingen van de exacte oplossing zijn absoluut noodzakelijk. Machtreeksen en aanverwante benaderingen vormen een mogelijke aanpak van dit probleem. Gezien het feit dat vele performantie-functies singulariteiten hebben is een van de voor de hand liggende alternatieven het benaderen van de machtreeksinformatie met behulp van Padé benaderingen Organisaties: • Prestatieanalyse en telecommunicatiesystemen (PATS) • Modeleren van Systemen en Internet Communicatie (MOSAIC)
Onderzoekers: • Annie Cuyt • Christian Blondia • Peter Rousseeuw
Samenstelling en uiitgave van de buurtatlas 2001 van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De buurtatlas van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest probeert een beeld te schetsen van de residentiële differentiatie op het moment van de Algemene socio-economische enquête op 1 oktober 2001. Vier themas worden belicht: (1) bevolkingskenmerken, (2) gezinskenmerken, (3) de allochtone bevolking, en (4) socio-economische kenmerken. Organisaties: • Sociaal Onderzoek
Onderzoekers: • RONNY LESTHAEGHE • DIDIER WILLAERT • PATRICK DEBOOSERE
Invloed van de globalisering op de positie van de consument in het Europese en internationale mededingingsrecht. Universiteit Antwerpen Abstract: De globalisering van de economie zet marktorganisatorische beginselen op de helling, niet in het minst in het mededingingsrecht. De overtuiging dat de consument de ultieme beneficiaris van mondiale mededinging is, wordt nadrukkelijk in vraag gesteld. In dit licht verschilt de Amerikaanse aanpak, met een voorname rol voor de consument, sterk van de Europese. Onderhavig onderzoek stelt daarom een vergelijkende analyse van de positie van de consument in beider mededingingsbeleid voorop. Organisaties: • Internationaal recht : volkenrecht • Onderneming en recht
Onderzoekers: • Gerhard Straetmans
The 'Mitteleuropa' empire. Geotragiek en dynamiek van de geschiedenis. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project vindt zijn oorsprong in de groeiende interesse voor culturele en maatschappelijke invalshoeken rond Europese integratie, met inbegrip van het recent uitbreidingsdebat. Met wel bijdragen tot de Europese geschiedenis i.s.m. het Europacentrum J. Monnet.
Organisaties: • VAKGROEP INTERNATIONALE ECONOMIE, INTERNATIONAAL MANAGEMENT EN DIPLOMATIE • Internationale economie, internationaal management en diplomatie
Onderzoekers: • Evrard Claessens
Semi-automatische herkenning van anatomische structuren in vlakke kaarten van het hersenoppervlak. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Semi-automatische herkenning van anatomische structuren in vlakke kaarten van het hersenoppervlak. In de medische wereld is er nog steeds een grote vraag naar tijdbesparende segmentatie en labeling technieken, om bijvoorbeeld de neurochirurg te helpen met deze precieze localisatie van hersenstructuren tijdens stereotactische ingrepen of om de radioloog toe te laten een betere diagnose te vormen over letsels, die op moeilijk te localiseren plaatsen in de hersenen voorkomen. Op lange termijn, kunnen deze systemen leiden tot nieuwe inzichten in de hersenanatomie, die tot nog toe in hoofdzaak gebaseerd is op dikke coupes van kadaverhersenen, onderhevig aan postmortale en andere vervormingen, die te maken hebben met de handelingen die voor en tijdens de dissectie plaatsgrijpen. Systemen, die de complete herkenning en benoeming van de anatomische structuren in een 3D beeldenset van de hersenen kunnen bewerkstelligen in een paar uur tijd met eventuele manuele bijsturing, bieden de ontleedkundige de mogelijkheid een statistisch anatomisch model te ontwikkelen op basis van honderden in-vivo hersenen, opgenomen met een MR scanner. In het kader van dit project spitsen we ons toe op een welbepaald herkenning/benoemingsprobleem: t.t.z. de labeling van de structuren aan het hersenoppervlak. Aangezien de anatomie van de hersencortex, moeilijk te begrijpen valt op basis van 2D coupes in de beeldenset, kan een medisch werkstation dat uitgerust wordt met visulisatie-en herkenningssoftware voor het hersenoppervlak, de kwaliteit van de diagnoses en chirurgische ingrepen verbeteren. We voorzien een semi-automatische methode te ontwikkelen, die gebaseerd zal zijn op de nieuwe combinatie van elastische registratietechnieken, kennisgebaseerde herkenning en vlakke kaarten van het hersenoppervlak. De aanpak zal geïntegreerd worden in een veelzijdig medisch beeldverwerkingspakket, genaamd TeDiMedIA software, ontwikkeld in de vakgroep ETRO in het kader van vorige Europese en regionale projecten. Organisaties: • Elektronica en Informatica
Onderzoekers: • JAN CORNELIS • RUDI DEKLERCK
Einde van de metafysica en post-metafysisch denken. Het concept metafysica in de post-Hegeliaanse filosofie Universiteit Antwerpen Abstract: Het voorgestelde onderzoeksproject betreft de studie van twee motieven die in het hedendaagse filosofische denken een ongemeen belangrijke rol spelen en overigens onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn: vooreerst 'het einde van de metafysica' als motief in post-Hegeliaanse filosofieën van de filosofiegeschiedenis en dito filosofieën van de geschiedenis überhaupt, en voorts de zelfperceptie of -bepaling van verschillende invloedrijke denkers, scholen of stromingen in de post-Hegeliaanse wijsbegeerte als post-metafysische denkers, scholen of stromingen. Het eerste motief behelst de gedachte dat metafysica als denkwijze niet het product is van een onuitroeibare 'metafysische behoefte', maar dat zij een welbepaalde fase in de menselijke ontwikkeling vormt, en dat deze fase afgelopen is of zal (c.q. moet) afgesloten worden. Het tweede motief vult het eerste aan c.q. nuanceert het eerste motief: vermelde zelfperceptie of -bepaling behelst de gedachte dat metafysisch denken, als 'harde kern' van de Westerse wijsgerige traditie tot en met Hegel, onlosmakelijk verbonden is met een aantal fundamentele denkstrategieën die op onomkeerbare wijze problematisch zijn geworden, en in die zin te allen prijze dienen te worden vermeden of omzeild in nieuwsoortige vormen van denken waarvoor het metafysische denken plaats moet maken. Organisaties: • VAKGROEP FILOSOFIE • Centrum voor Europese Filosofie
Onderzoekers: • Geert Van Eekert • Guido Vanheeswijck • Koenraad Verrycken
Het solitonconcept in klassieke en in kwantumcontext Vrije Universiteit Brussel Abstract: Geen abstract beschikbaar. Organisaties: • Theoretische Natuurkunde • Natuurkunde
Onderzoekers: • Ignace LORIS • FRANKLIN LAMBERT • Caroline VERHOEVEN
Europees netwerk GENetic DEAFness (genetische doofheid) : pathogenische mechanismen, klinische en moleculaire diagnose, sociale impact. (GENDEAF) Universiteit Antwerpen Abstract: De algemene doelstelling van dit project is om een collaboratief network rond genetische doofheid samen te stellen in Europa. De specifieke doelstellingen zijn: Studies rond connexine 26, het meest voorkomende gen voor niet-syndromaal ernstig gehoorverlies Usher syndroom en andere syndromen die doof-blindheid veroorzaken. Studie van de mechanismen betrokken bij mitochondriële doofheid Studie van de genotype-fenotype correlatie Psychosociale consequenties van genetische slechthorendheid Informatieverspreiding over het werk naar medisch personeel, associaties en families Organisaties: • Centrum medische genetica • Menselijke moleculaire genetica
Onderzoekers: • Guido Van Camp
Stoute en problematische kinderen in de 20ste eeuw: van object naar subject van rechten. Vrije Universiteit Brussel
Abstract: In de loop van de 20ste eeuw treedt een verschuiving op in de perceptie van 'stoute' en 'problematische' kinderen gaande van het kind als object naar het kind als subject van rechten. De bedoeling van dit project is na te gaan hoe en waarom deze 20-eeuwse evolutie zich manifesteert zowel in het vertoog als binnen de praktijk van de Belgische jeugdbescherming en welke factoren hierin een rol hebben gespeeld. Deze algemene onderzoeksvraag wordt toegespitst op de problematiek van due process voor minderjarige binnen de jeugdbescherming. De probleemstelling wordt vertaald in twee deelvragen die het onderzoek structureren:1) Hoe en waarom evolueert het vertoog inzake due process voor 'stoute' en 'problematische' minderjarigen tussen 1900 en 2000 en in welke mate worden jongeren hierbij als object of subject van rechten aanzien? Deze vraag zal onderzocht worden aan de hand van een uitgebereide bronnenstudie op drie vlakken: 1) 20ste eeuwsebeleidsdocumenten. 2) 20ste eeuwse wetenschappelijke literatuur en 3) literatuur van de actoren in de praktijk van de jeugdbescherming. 2) Hoe gaan kinder- en jeugdrechters in de loop van de 20ste eeuw om met hun discretionaire bevoegdheden binnen de jeugdbeschermingspraktijk en in welke mate benaderen ze minderjarigen hierbij als object of subject van rechten. Dit zal onderzocht worden via diepte-interviews met kinder - en jeugdrechters. Organisaties: • Criminologie
Onderzoekers: • JENNEKE CHRISTIAENS
Schriftelijke communicatie en de uitbouw van relatienetwerken in de twaalfde eeuw. De brievencollectie van Stefaan van Doornik als spiegel van het kerkelijke milieu in het Capetingisch koninkrijk. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Centraal in dit onderzoek staat de vraag of middeleeuwse brieven en brievencollecties een beeld kunnen geven van ten eerste de manier waarop bepaalde vormen van communicatie tot stand kwamen, ten tweede van het bestaan van verschillende en uiteenlopende netwerken van relaties, en ten derde van hoe deze netwerken zowel intern als extern functioneren en welke hun impact is op het participerend individu en op de maatschappelijke omgeving. Het onderzoek evolueert vanuit een case-study, waarbij in een eerste fase de brieven van Stefaan van Doornik worden geanalyseerd wat betreft hun taal- en stijlkenmerken, hun doel en de destinatarissen aan wie ze werden gericht; en de vragen omtrent de genese van de brievencollectie worden geconfronteerd met nieuwe concepten als ritualisering, legitimering en inforamtieverspreiding. De uitbreiding van het te onderzoeken bronnenmateriaal alsook de implicatie van sociologische en anthropologische concepten moet in een tweede fase toelaten de leden van de verschillende netwerken te identificeren en zowel de aard als de werkingsmechanismen van de netwerken te karakteriseren en te verklaren. Geplaatst binnen het kader van het Capetingisch koninkrijk in de 2de helft van de 12de eeuw kan het onderzoeken bijdragen tot een beter begrip van de rol van geschreven communicatie binnen politiek-kerkelijke milieus en van de manier waarop brieven en netwerken de processen van maatschappelijke integratie en machtsvorming bevorderen of beperken. Organisaties: • Geschiedenis
Onderzoekers: • Walter YSEBAERT • GEORGES DECLERCQ
De grenzen van de fiscale onderzoeksmachten inzake inkomstenbelastingen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit onderzoek heeft tot doel na te gaan welke de grenzen zijn van de fiscale onderzoeksmachten inzake de inkomstenbelastingen. Er zal zowel in het interne recht als in het internationale recht worden nagegaan welke onderzoekshandelingen de fiscus kan stellen, verweermiddelen de belastingsplichtige kan inroepen en welke de fundamentele rechten zijn die hem worden toegekend. Dit onderzoek zal zich dan ook hoofdzakelijk toespitsen op de rechtspositie van de belastingsplichtige die wordt geconfronteerd met een fiscaal controleonderzoek. Hierbij zullen de verschillende interferenties tussen de belastingadministratie, de belastingplichtige en derden uitvoerig aan bod komen. Aldus is het de bedoeling van deze studie om ter zake geldende nationale en internationlae bepalingen grondig door te lichten. Hierbij zal uiteraard niet alleen beschrijvend worden te werk gegaan. d aandacht zal voornamelijk worden besteed aan de heersende discussiepunten in de rechtspraak en de rechtsleer. Ook zal worden getracht de leemten in het systeem bloot te leggen en waar nodig zullen overwegingen de lege feranda naar voor worden gebracht. Vanzelfsprekend zal in dit verband rechtsvergelijkend onderzoek onontbeerlijk zijn. Organisaties: • Fiscaal Recht • Accountancy, Auditing en Bedrijfsfinanciering
Onderzoekers: • Michel Gaston MAUS • ANDRE SPRUYT
Niet-invasieve metingen toegepast bij onderzoek naar de barrièrefunctie van de huid. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De barrièrefunctie van de huid is gelegen in het stratum corneum (SC) en bestaat uit verhoornde keratinocyten omgeven door lamellaire lipidendubbellagen. Deze intercellulaire lipidendubbellagen vormen samen met de hydrolipidenfilm een adequate barrière waarbij buitensporig transepidermaal waterverlies (TEWL) en penetratie van mogelijke xenobiotica verhinderd wordt. Het verwijderen van het SC (stripping), alsook van lipiden uit de barrière door agressieve tensiden of organische solventen zal leiden tot beschadiging van de barrière met een significante stijging van de TEWL tot gevolg en een de novo lipidensynthese. Er zijn verschillende dermatologische condities en huidpathologieën waarbij de lipidenbarrière sterk gedegradeerd is. Dit project betreft de studie van de barrièrefunctie bij een aantal belangrijke huidaandoeningen aan de hand van nietinvasieve metingen bij deze patiEnyen. Deze zijn o.a. in vivo metingen van de TEWL, de hydratatiegraad van het SC, pH e.d. Deze meetwaarden zullen vergeleken worden met deze van overeenkomstige controle groepen. De mogelijkheid om de verstoorde barrièrefunctie te herstellen door het aanbrengen van dermatologische en/of cosmetische preparaten met huididentieke lipiden zal nader onderzocht worden alsook de optimalisatie van de betrokken galenische formulaties. Organisaties: • Inwendige Geneeskundige Specialiteiten
Onderzoekers: • DIANE ROSEEUW
Isolatie, karakterisatie en functionele analyse van MSX homeobox genen. Universiteit Antwerpen Abstract: De MSX genfamilie is een familie van homeoboxgenen die betrokken zijn bij de embryonale ontwikkeling van verschillende species. In de mens zijn op dit ogenblik 2 MSX genen (MSX1 en MSX2) gekend, terwijl in de muis reeds 3 Msx genen (Msx1-3) werden geïsoleerd. Dit project beoogt de isolatie en karakterisatie van het humane MSX3 gen en eventuele additionele MSX genen om zo de exacte functie van deze genen en hun mogelijke betrokkenheid bij humane ziektes te achterhalen. Organisaties: • Centrum medische genetica • Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen - overige
Onderzoekers: • Wim Wuyts
Differentieel onderzoek naar de mediërende copingprocessen bij ouders van kinderen met een internaliseringexternaliseringsstoornis Vrije Universiteit Brussel Abstract: In heel wat studies wordt het ontstaan of het instandhouden van stoornissen bij kinderen in verband gebracht met de kenmerken van het gezin in het algemeen en de kenmerken van de ouders in het bijzonder. Onderzoek hieromtrent in het kader van de aandachtstekortstoornis met of zonder hyperactiviteit (ADHD) staat nog in de kinderschoenen, hoewel de ervaren stress in de opvoedingssituatie en de copingvaardigheden van de gezinsleden in deze context steeds vaker benadrukt worden. Dit onderzoeksproject heeft tot doel de ervaren stress in de opvoedingssituatie en de hiermee gepaard gaande cognitieve attributies en copingprocessen van de ouders in kaart te brengen. Aan de hand van een interview met de ouders en enkele vragenlijsten (NOSI, NVOS, CBCL) wordt nagegaan hoe ouders de opvoeding van een kind met ADHD ervaren, hoe zij aankijken tegen de stoornis van hun kind en hoe zij hiermee omgaan. Ook de algemene copingvaardigheden van de ouders worden bevraagd (UCL). Daarnaast wordt gepeild naar de ouderlijke beleving van het gezinsfunctioneren en de gezinsrelaties in deze gezinnen (GDS). De visie van het kind zelf wordt hierbij ook in rekening gebracht (FRT). Tenslotte zullen de verzamelde gegevens vergeleken worden met de gegevens van gezinnen met een kind zonder klinisch significante problemen. Door het in kaart brengen van de mediërende aspecten van de attributie- en copingprocessen van ouders met een kind met ADHD, kan dit onderzoek een bijdrage leveren tot de huidige kennis betreffende de ontwikkeling en het instandhouden van emotionele en gedragsstoornissen enerzijds en het verband met het gezin en de ouders anderzijds. Vanuit praktisch oogpunt kan kennis over deze mechanismen tevens nuttig zijn voor de begeleiding van deze gezinnen. NB : afkortingen onderzoeksinstrumenten - NOSI : Nijmeegse Ouderlijke Stress Index - NVOS : Nijmeegse Vragenlijst voor de Opvoedingssituatie - CBCL : Child Behavior Checklist - UCL : Utrechtse Coping Lijst - GDS : Gezins Dimensie Schalen - FRT : Familie Relatie Test Organisaties: • Ontwikkelings- en Levenslooppsychologie
Onderzoekers: • CAROLINE ANDRIES
Bijdrage tot de ontwikkeling van micro-thermische analyse via theoretische modellering van de techniek en exploratief experimenteel onderzoek op meerfazige polymeersystemen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het project betreft de exploratie en optimalisatie van 'micro-thermische analyse', een nieuwe en geavanceerde thermische analyse techniek voor de karakterisering van meerfazige (polymere) materialen. Dit doel wordt nagestreefd via een multidisciplinaire aanpak vanuit drie invalshoeken (1) een theoretische benadering van de techniek via een modellering met de eindige elementen methode, (2) de karakterisering van de instrument-respons, (3) exploratief experimenteel onderzoek uitgaande van meerfazige polymere systemen. Het gebruik van een 'heat-cool temperature stage' in combinatie met de micro-thermische analyse module wordt tevens onderzocht. Dit opent mogelijkheden om processen in-situ aan het materiaaloppervlak te volgen Organisaties: • Fysische Scheikunde en Polymeren
Onderzoekers: • GUY VAN ASSCHE • BRUNO VAN MELE
Onderzoek naar de basisaspecten van een axiomatische niet-lineaire kwantumtheorie en het fenomeen van niet-lokaliteit. Vrije Universiteit Brussel Abstract: We willen de algemene axiomatische aanpak verder uitbouwen in acht nemende de hypothese DENS en het vermelde verband tussen niet-lineariteit en niet-lokaliteit. Meer bepaald willen we ons op de volgende punten concentreren: i) We willen de quantumaxiomatica verder ontwikkelen, rekening houdend met DENS en het falende axioma (de covering law), door middel van de convex-set-aanpak. Inderdaad, alhoewel de (niet-lineaire) toestandruimte niet langer een complete atomaire tralie is, is het nog steeds een convexe verzameling. De convex-set-aanpak is bestudeerd geworden in verband met de voorstelling van 'mixtures', maar zich nooit toespitsend op zuivere toestanden. Op deze manier kunnen we een gedeelte van het gesofistikeerd wiskundig apparaat dat ontwikkeld werd in deze aanpak gebruiken voor onze specifieke situatie. In een eerste fase willen we een veralgemening van het fundamenteel representatietheorema uitbouwen, deze keer niet langs de projectieve ruimten rond, zoals dat in de traditionele quantumaxiomatica gebeurt, maar door rechtstreekt als uitgangsbasis de convexset-aanpak te implementeren. We willen stap voor stap dit basisrepresentatietheorema ontrafelen, en nagaan op welke manier het kan verfijnd worden in verband met de aanwezigheid van niet-atomaire toestanden en de convexe structureren die daarmee samengaan. ii) Samen met de veralgemening naar de convex-set-aanpak toe, willen we onderzoeken in hoeverre de topologische eigenschappen (T0 en T1), en eventueel ook de sterkere separatie-eigenschappen (Hausdorf), van de toestandruimte, die we op een zeer eenvoudige en zeer volledige manier hebben gekarakteriseerd in het kader van de categorie SP in het vorige project, ons kunnen helpen om de niet-lineaire toestandruimte meer concreet en meer verfijnd uit te bouwen. Onze conjectuur is dat dit moet mogelijk zijn door middel van de 'hidden measurement hypothese' op een vaste verzameling van externe parameters en door het spoor van de natuurlijke waarschijnlijkheidsstructuur op deze verzameling van externe parameters als intrinsieke waarschijnlijkheid te beschouwen. Als onze conjectuur waar blijkt te zijn zouden we in staat zijn om de kinematica voor een niet-lineaire quantummechanica te bouwen vertrekkend van een intrinsiek waarschijnlijkheidsmodel dat de context beschrijft. iii) We willen concreet de experimentele test voorstellen die de duur van de meetproces (collaps) kan meten aan verschillende experimentele groepen (Gisin in Genève en Zeilinger in Wenen). iv) We willen ook het reeds vermelde experiment van J. Robert met de bi-gedelokaliseerde atomen verder bestuderen. Theoretisch willen we het open probleem dat bestaat uit het overleven van de coherentie in de waargenomen straling oplossen. Experimenteel willen we meewerken aan de herhaling van het experiment met laser-gekoelde atomen met de bedoeling om meer en betere data te bekomen over het fenomeen. v) We zijn ook nog steeds actief betrokken bij de interface tussen experimentele resultaten en theoretische voorspellingen wat betreft de verbreking van de chained Bell-ongelijkheden (visibiliteit/efficiëntie probleem) (Aerts S. 1999, Durt 1999a,b). Ons algemeen doel in dit kader is om de afstand die nog steeds bestaat tussen een effectieve verbreking van de Bell-ongelijkheden en concrete waarnemingen te verkleinen. Organisaties: • Centrum Leo Apostel • Fundamenten van de Exacte Wetenschap
Onderzoekers:
• Diederik AERTS
Moleculair mechanisme dat de S4 beweging vertaalt in kanaalopening in spanningsgevoelige ionenkanalen. Universiteit Antwerpen Abstract: Bij spanningsafhankelijk ionenkanalen wordt door de beweging van S4 (spanningssensor) een soort poort in de kanaalporie geopend (of gesloten). De grote verscheidenheid aan spanningsafhankelijke stroomactivatie is waarschijnlijk te wijten aan een onderlinge variatie in het `gating' mechanisme. De doelstelling van dit project is een beter inzicht te verkrijgen in het `gating' mechanisme, meer bepaald in het verbindingsmechanisme (link) tussen de beweging van de spanningssensor (S4) en de moleculaire conformatie die leidt tot het openen en/of sluiten van het kanaal. Hierbij worden twee types van potentiaalgeactiveerde kanalen onderzocht nl. Shaker en HCN, die een gelijkaardige algemene structuur vertonen maar sterk verschillend activeren. In beide typen wordt het gebied van S4 tot en met S6 als kandidaat-domein voor het verbindingsmechanisme geviseerd. Het verschil in `gating' mechanisme zal vnl. gekwantificeerd worden aan de hand van de elektrofysiologische parameters van de ionenstroom in combinatie met chimere kanalen, site directed mutagenese, cysteïne scanning (SCAM) en site directed fluorescentie. Voor deze studie wordt vnl. hKv1.5 als Shaker type, en HCN1 als HCN kloon gebruikt. Organisaties: • Moleculaire biofysica, fysiologie en farmacologie • Moleculaire biofysica, fysiologie en farmacologie
Onderzoekers: • Alain J F E Labro • Dirk Snyders
Wetenschappelijke onderzoeksgemeenschap chemometrie. Universiteit Antwerpen Abstract: Wetenschappelijke onderzoeksgemeenschap chemometrie. Organisaties: • Micro- en Sporenanalyse • Chemometrie (Mitac 3)
Onderzoekers: • Pierre Van Espen
Congo - Etude cohorte de patients traités par les antirétroviraux à Kinshasa RD Congo. Universiteit Antwerpen Abstract: Congo - Etude cohorte de patients traités par les antirétroviraux à Kinshasa RD Congo. Organisaties: • Epidemiologie en sociale geneeskunde (ESOC)
Onderzoekers: • Robert Colebunders
Tekstanalyse en zelflerende systemen voor prosodie. Universiteit Antwerpen Abstract: Doel van dit project is empirisch te onderzoeken of een natuurlijk klinkende prosodie kan worden gegenereerd op basis van twee methodes die recent succesvol zijn gebleken in andere taalverwerkingsdomeinen: (a) robuuste analyse van tekst met behulp van technieken uit information retrieval en information extraction, en (b) geavanceerde zelflerende en meta-lerende systemen. Organisaties: • Linguistiek • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers: • Etienne Gillis • Walter Daelemans
Empirische visuele methoden en technieken voor het sociaal- en cultureelwetenschappelijk onderzoek: een taxonomischmethodologische studie. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoeksproject wil een omvattend en actueel theoretisch en methodologische kader construeren voor het gebruik van visuele media en hun producten in sociaal- en cultuurwetenschappelijk onderzoek, waarbij een taxonomische studie van de zeer uiteenlopende actuele en potentiële methoden en technieken, en hun onderscheiden methodologische voordelen, assumpties en knelpunten de centrale component vormt. Daarbij worden zowel de hedendaagse visueel georiënteerde denkrichtingen als de waardevolle maar erg verspreidde en te weinig gekende tradities van de visuele sociologie en antropologie bekeken en in perspectief geplaatst. Organisaties: • ONDERZOEKSGROEP COMMUNICATIEWETENSCHAP • Onderzoekscentrum Visuele en Digitale Culturen (ViDi)
Onderzoekers: • Luc Pauwels
EPHEBOS = Educatieve Provinciale Heuristiek voor een 'Europakunde' Bachelors Opleiding in Samenwerking. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project 'EPHEBOS' beoogt een bronnenonderzoek en behoefteanalyse met het oog op de ontwikkeling van een Europa-gericht modulair onderwijspakket (ook 'Europakunde' genoemd) voor de leeftijdsgroep van de bachelors opleiding binnen de associatie Universiteit Antwerpen-Hogescholen van de provincie Antwerpen. Dit kadert in het Bologna-akkoord en is een der prioriteiten van de provincie (onderzoek naar onderwijs). Organisaties: • Internationaal recht : volkenrecht • Overheid en Recht
Onderzoekers: • Peter Bursens • Johan Meeusen
Determinanten van beslissingen van artsen rond het levenseinde: ervaringen, opvattingen en attitudes van huisartsen en specialisten in Vlaanderen.
Vrije Universiteit Brussel Abstract: De rol van de medische zorg aan het einde van het leven van patiënten is momenteel een belangrijk ethisch vraagstuk met een groeiende wetenschappelijke en matschappelijke aandacht. In België komt het onderzoek over handelswijzen van artsen rond het levenseinde van patiënten HALP's maar langzaam op gang. de resultaten van incidentie onderzoek in Vlaanderen FWO-project G011797 leren ons dat er in de medische praktijk in Vlaanderen ook daadwerkelijk levenskortend wordt gehandeld en dat de beslissingen van artsen rond het levenseinde een vooraanstaande positite hebben in het medisch handelen aan het levenseinde. in de internationale literatuur zijn er, naast een beperkt aantal incidentiestudies, relatief veel attitudestudies gepubliceerd. De meeste van deze studies faalden om de vragen over attitudes te linken aan de feitelijke beslissingen inzake het levenseinde in de medische praktijk. De nieuwe OZR/FWO-studies moet een emirische basis van kennis opleveren over de samenhang tussen de determinanten van beslissingen rond het levenseinde van patiënten en de eigenlijke medische praktijk. In de huidige stand van de wetenschap is het onduidelijk n welk mate de opvattingen en attitudes van de artsen mbt beslissingen rond het levenseinde bepalend zijn voor hun feitelijk gedrag. verder kan ook de vraag worden gesteld in welke mate de attitudes en het gedrag ook worden beïnvloed door de waardeoriëntatie van de arts. Het onderzoeksproject heeft als doel een beter inzicht te krijgen in de redenen, motieven en andere determinanten van de medische praktijk rond het levenseinde zowel van het al dan niet nemen van een dergelijke beslissing, als van de keuze tussen de verschillende alternatieven of HALP-types. Organisaties: • Zorg rond het levenseinde
Onderzoekers: • JOHAN BILSEN • LUC DELIENS • GRETA VAN DER KELEN • REGINALD DESCHEPPER
Invloed van immuuncomplexen op chondrocytaire apoptose bij reumatoïde artritis. Universiteit Antwerpen Abstract: Invloed van immuuncomplexen op chondrocytaire apoptose bij reumatoïde artritis. Organisaties: • Immunologie - reumatologie - allergologie • Translationeel pathofysiologisch onderzoek (TPR)
Onderzoekers: • Luc De Clerck
Het acquis communautaire van de Europese Unie. Een kritische retrospectieve en prospectieve analyse van de constitutie van de Europese Unie en haar evolutie van uniformiteit naar flexibiliteit. Vrije Universiteit Brussel Abstract: 'De volledige handhaving en de verdere ontwikkeling van het acquis communautaire' is, volgens Artikel 2 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (hierna: 'VEU'), één van de doelstellingen van de EU. Het acquis communautaire is derhalve een fundamenteel begrip en beginsel binnen de constitutionele rechtsorde van de EU. Doorheen de jaren zijn de verwijzingen naar het acquis communautaire dan ook ontelbaar geworden, zowel in het primair EU recht, de rechtspraak van het Hof van Justitie, als in andere officiële EU-documenten en de media. Het probleem is echter dat nimmer een omschrijving van het beginsel in het primair EU recht is ingeschreven. Dit doet ernstige vragen rijzen omtrent de juridische inhoud van het begrip en de politieke draagwijdte ervan. Enerzijds wordt het aangewend door de gemeenschapsinstellingen, inclusief het Hof van Justitie, om de lidstaten op hun verdragsverplichtingen te wijzen. Anderzijds komt het voor in het kader van de uitbreiding van de EU (en de verplichting van de nieuwe kandidaat-lidstaten om het bestaande acquis over te nemen 'without jeopardy of the integrity of the acquis communautaire' (Resolutie van het Europees Parlement over de voorbereiding van de herziening van de Verdragen en de volgende Intergouvernmentele Conferentie, C5-0143/1999, 18 november 1999)). Meer recentelijk kan worden verwezen naar de bepalingen van het Verdrag van Amsterdam betreffende nauwere samenwerking. Deze bepalingen laten een beperkt aantal lidstaten toe om verder te gaan dan anderen, op voorwaarde dat dit 'geen afbreuk doet aan het acquis communautaire' (artikel 43 VEU). Traditioneel wordt nochtans gesteld dat het acquis institutionnel, volgens hetwelk alle lidstaten moeten deelnemen aan de besluitvorming, integraal deel uitmaakt van het acquis communautaire. Deze begripsverwarring - we kunnen zelfs spreken van flagrante tegenstrijdigheden - omtrent één der fundamentele beginselen van het EU recht leidt stilaan tot een zinledigheid ervan. Het doel van het onderzoeksproject is dan ook om via een juridische analyse van de verschillende contexten waarin het beginsel acquis communautaire werd en wordt gebruikt te komen tot een (betere) begripsomschrijving van het acquis communautaire, en van daaruit tot een beter verstaan van de constitutionele rechtsorde van de EU, van haar verleden en van haar toekomst. Organisaties: • Internationaal en Europees recht
Onderzoekers: • TONY JORIS • Pieter PAEPE • Ann Marie VYNCKE
SCOP : Semantische connectie van ontologieën aan patiëntgegevens (kaderend in EUREKA-project : veilige on-line zorg). Vrije Universiteit Brussel Abstract: In een globaal communicatiesysteem bestaan tal van databanken en -bronnen met elk een eigen datastructuur en -presentatie. Deze verscheidenheid aan databronnen bemoeilijkt de integreerbaarheid van de informatie die ze bevatten alsook een uniforme weergave ervan. Daardoor wordt de communicatie van medische informatie in het systeem belemmerd. Een echte, diepgaande oplossing ligt in de semantische koppeling (op betekenisniveau) van de databanken aan een ontologie of formele beschrijving van een domein, in dit geval het medische domein in een ziekenhuis. Organisaties: • Onderzoek naar Software Technologie en Toepassingen
Onderzoekers: • ROBERT MEERSMAN
Organisatie congres : "Poésie, sensation et formes". Universiteit Antwerpen Abstract: Organisatie congres : "Poésie, sensation et formes". Organisaties: • Literatuur van de moderniteit
Onderzoekers: • Christian Berg
In vivo evaluatie van bio-erodeerbare oculaire minitabletten met verlengde geneesmiddel vrijgave. Universiteit Antwerpen Abstract: Gesteriliseerde bio-erodeerbare minitabletten (6 mg and diameter 2 mm), gebruikt als oculaire toedieningsvorm zullen in vivo bij mensen geevalueerd worden. Eerst zal er een klinische studie met gezonde vrijwilligers uitgevoerd worden om conventionele oogdruppels met geoptimaliseerde ciprofloxacine minitabletten (3%, w/w) te vergelijken. Hierbij zal de efficaciteit van de minitablet om een verlengde vrijgave van ciprofloxacine te bekomen nagegaan worden. In een tweede proefopzet zal, na in vitro screening van formulaties met nieuw ontwikkelde hulpstoffen, de gereguleerde afgifte van fluoresceïne in gezonde vrijwilligers geëvalueerd worden. Hiervoor zal een fluorophotometer gebruikt worden zodat de fluoresceïne concentratie in de trraanfilm op niet-invasieve wijze kan gemeten worden. De formulatie die de meest adequate vrijgave bezit, zal geselecteerd worden voor het bereiden van vancomycine-gentamicine minitabletten. De fysicochemische en technologische eigenschappen (zwelvermogen, afgiftekinetiek,...) van deze minitabletten zullen eerst in vitro bepaald worden. Ten slotte zullen deze mintabletten geëvalueerd worden in het niet-geinfecteerde oog van gehospitaliseerde patienten, in behandeling met fortified oogdruppels voor bacteriële keratitis. De traanconcentraties van deze twee geneesmiddelen in beide ogen zullen bepaald worden met een gevalideerde HPLC methode. Organisaties: • Laboratorium voor Farmaceutische Technologie en Biofarmacie
Onderzoekers: • Annick Ludwig
Who elected WTO ? De politieke legitimiteit van internationale organisaties (EU en WTO). Universiteit Antwerpen Abstract: Er is wat mis met de politieke legitimiteit van internationale politieke organisaties zoals de WTO, IMF, World Bank, FTAA, EU en G8. Dit blijkt uit de antiglobaliseringsbeweging die niet alleen mobiliseert tegen de negatieve sociale en ecologische gevolgen van economische globalisering, maar die ook de voet dwars zet tegen wat ze het `ondemocratische karakter' van de internationale besluitvorming noemt. De voortschrijdende emigratie van beslissingsmacht van de nationale staat naar internationale organisaties maakt de politieke legitimiteitkwestie inderdaad opnieuw prangend. De geografische en sociale afstand tussen het besluitvormingscentrum en de bevolking is sterk gegroeid. Dat is een van de centrale debatten in de literatuur omtrent multilevel governance. Het is de legitimiteitscrisis van de internationale organisaties die het voorwerp is van dit onderzoek. Als cases werd geopteerd voor twee internationale organisaties die sterk van elkaar verschillen, maar die beide model kunnen staan voor twee uitersten op het continuüm van intergouvernementeel naar supranationaal: de Europese Unie (EU) en de World Trade Organisations (WTO). De volgende aspecten worden onderzocht. In heel het debat speelt de antiglobaliseringsbeweging een vooraanstaande rol. Vandaar dat het de moeite loont om deze beweging onder de loep te nemen. Wie zijn deze mensen? Wat willen ze? Hoe mobiliseren ze? Een hele rist onderzoeksmethoden worden hierbij gehanteerd. Gezien internationale organisaties ver af staan van de bevolking, mogen we veronderstellen dat de rol van de media in het creëren van kennis en houdingen over die organisaties erg belangrijk is. Daarom wordt een uitgebreide media-analyse ondernomen, in de meest diverse media, zowel gefocust op bepaalde topbijeenkomsten (Laken ' EU en Quatar 'WTO) als longitudinaal. Hoeveel en wanneer berichten de media over EU en WTO en hoe doen ze dat dan? Politieke legitimiteit is niet alleen een kwestie van structuren die al dan niet democratisch zijn, het heeft ook en misschien vooral te maken met de perceptie van die politieke instellingen. Daarom is de attitude van de bevolking tegenover EU en WTO een belangrijk aspect. Op basis van de beschikbare surveys zullen we de houding van de Belgische bevolking tegenover EU en WTO analyseren en in verband brengen met de andere legitimiteitaspecten die we onderzoeken. Organisaties: • Politieke wetenschappen • Media, middenveld en politiek (M2P)
Onderzoekers: • Peter Bursens • Stefaan Walgrave • Hildegarde Van den Bulck
Niet-kanonieke commutatierelaties in relativistische quantummechanica. Universiteit Antwerpen Abstract: Niet-kanonieke commutatierelaties in relativistische quantummechanica. Organisaties: • Statistische fysica en thermodynamica • Wiskundige natuurkunde
Onderzoekers: • Jan Naudts
Hoge bandbreedte parallelle optische verbindingen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het project maakt deel uit van een overkoepelend project in samenwerking met IMEC (interuniversitair micro-elektronica centrum) omtrent parallelle optische verbindingen tussen elektronische chips (geïntegreerde schakelingen). Het concept staat bekend onder de naam Photonlink en betreft een coherent systeem om via beeldvezelbundels 100 tot 1000 kanalen in parallel te verzenden van een chip naar een of meerdere andere en dit aan een 1 Gbps snelheid per kanaal met een vermogendissipatie van om en bij de 1 W. Hiertoe werden en worden hoogefficiënte LEDs ontwikkeld (>50% uitwendige kwantumefficiëntie) die bij kleine vermogens (<1mW) toch sneller dan 1 Gbps kunnen schakelen. Bij een golflengte van 850 nm werden reeds rendementen van 55% gemeten en snelheden tot 2 Gbps, zij het nog niet bij voldoende hoog rendement. Tevens wordt onderzoek verricht naar 650 nm golflengte emitters. Andere aspecten van het project zijn hybridisatietechnieken om de GaAs gebaseerde LEDs op een betrouwbare en kosteffectieve manier op de silicium chip aan te brengen (half-conductieve koppeling), detectoren, geïntegreerd in standaard CMOS technologie (de zogenaamde SMLD ofte spatially modulated light detector) en de daarbij horende ontvangers (honderden detectoren/ontvangers moeten op een vierkante mm chipoppervlakte aangebracht worden bij een vermogendissipatie van 100-500µW per ontvanger) en tenslotte on-chip connectors teneinde de vezelbundels op de geïntegreerde schakelingen te bevestigen. Organisaties: • Elektronica en Informatica
Onderzoekers: • ROGER VOUNCKX
Kapitaalmobiliteit, financiële kwetsbaarheid en de transitie van Centraal- en Oost-Europese landen naar de EMU. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoeksvoorstel focusseerdt op de monetaire en financiële risico's voor de 8 Centraal- en Oost-Europese landen (CEEC) in de periode tussen hun toetreding tot de EU en het EMU-lidmaatschap.. Het omvat: 1. Een 'assessment' van de financiële kwetsbaarheid van CEEC. In
dit luik onderzoeken we de impact van 'twin deficits' (deficit op de lopende rekening én een budgettair tekort) op de kwetsbaarheid van CEEC voor wisselkoerscrisissen. 2. De doelstelling van het econometrisch luik van dit onderzoek is de sensitiviteit inschatten van budgettaire consolidatie in de 8 CEEC voor buitenlandse kapitaalbewegingen. Het mode van Von Hagen, Hallet and Strauch (2001) kan daarbij als referentiebasis gebruikt worden. Organisaties: • Algemene economie
Onderzoekers: • Jacques Vanneste • André Van Poeck
Normale ontwikkeling van de interstitiële cellen van Cajal in het spijsverteringsstelsel van het varken Universiteit Antwerpen Abstract: Normale ontwikkeling van de interstitiële cellen van Cajal in het spijsverteringsstelsel van het varken Organisaties: • ANATOMIE, EMBRYOLOGIE EN PATHOLOGISCHE ANATOMIE VAN DE HUISDIEREN • Toegepaste diergeneeskundige morfologie
Onderzoekers: • Andre Weyns • Christa Van Ginneken
Gecontroleerde industriële nagisting van bier door beheersing van de procesparameters Hogeschool Gent Abstract: Bieren met nagisting zijn economisch zeer belangrijk voor de Belgische brouwerijen. Meer dan 10 % van de Belgische bieren zijn bieren met nagisting. Hun aandeel in de winstcijfers is nog belangrijker. De Belgische hooggistende bierspecialiteiten zijn vermaard en worden sterk gewaardeerd over de hele wereld. Brouwtechnisch ligt de productie van deze bieren nochtans zeer moeilijk. Een constante en stabiele hoge kwaliteit afleveren is een vereiste geworden, zeker bij export, maar is allesbehalve vanzelfsprekend. De technologische beheersing van een veelvoud aan kwaliteitsbeïnvloedende parameters is hiervoor van kapitaal belang.Het project vertrekt daarom vanuit een gelaagde opbouw waarbij de effecten van af te zonderen variabelen van de nagisting eerst worden beschouwd in modelfermentaties, en daarna in brouwerij-specifieke proefopzetten (case studies) die representatief zijn voor een deelgroep van de gebruikerscommissie. De te beschouwen variabelen zijn: het propagatie- of conditioneringmilieu van de entgist, de kwaliteit van de entgist, de hoeveelheid entgist, de samenstelling van het extract, de (start)temperatuur, de voorsaturatie, en de initiële zuurstofconcentratie. Deze variabelen kunnen een grote rol spelen en een invloed hebben op de eindvergistingsgraad, het aromaprofiel, de schuimstabiliteit, de vastheid van het gistdepot en de helderheid van het bier na schenken. De nagistingen zijn analytisch opgevolgd met headspace GC en GC/MS (KULeuven), sacharide-HPLC, fysisch-chemische brouwerijanalysemethoden, en sensorische evaluaties. De kennis verworven in de analytische fase en de case studies zijn gebruikt om ook aan bredere vraagstellingen betreffende procesvoering een antwoord te bieden. Via industriële testen is de noodzaak aan lagering vòòr de nagisting geëvalueerd. Organisaties: • Departement Toegepaste Ingenieurswetenschappen • Vakgroep Chemie
Onderzoekers: • Dana Vanderputten • Anita Van Landschoot
Formuleringszending in het kader van het EI-projectvoorstel "Congo - Renforcement des capacités académiques en Economie et dévelopment humain". Universiteit Antwerpen Abstract: Formuleringszending in het kader van het EI-projectvoorstel "Congo - Renforcement des capacités académiques en Economie et dévelopment humain". Organisaties: • Instituut voor Ontwikkelingsbeleid en -beheer - overige
Onderzoekers: • Stefaan Marysse
(De ontwikkeling van ) taalbeheersing en attitudes van Franstalige en Nederlandstalige leerlingen in het Brussels Nederlandstalig secundair onderwijs. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Vele Franstalige Brusselaars sturen hun kinderen naar het Nederlandstalig onderwijs. Deze tendens stuit op verzet vanuit zowel Franstalige als Nederlandstalige politieke kringen en onderwijsmiddens. Dit project beoogt een grondige analyse van (a) de ontwikkelingen het uiteindelijke niveau van de moedertaal Frans en de tweede taal Nederlands bij Franstalige leerlingen in het Nederlandstalig secundair onderwijs in Brussel, en (b) de ontwikkeling van percepties van en attitudes t.o.v. beide talen en hun sprekers bij deze leerlingen. Het is de bedoeling op nauwkeurige en genuanceerde wijze de gevolgen te onderzoeken van deze vorm van "wilde immersie" op de kennis en de perceptie van beide talen. Organisaties: • Germaanse Talen • Lerarenopleiding • Romaanse Talen
Onderzoekers: • NADINE ENGELS • MICHEL PIERRARD • Alexis HOUSEN
Onderzoek naar de pathogenese van gastro-intestinale motiliteitstoornissen bij acute pancreatitis in de muis. Universiteit Antwerpen Abstract: Acute necrotiserende pancreatitis is een ernstige aandoening met een mortaliteitsratio van 15 ' 40 %. Eén van de belangrijkste gastrointestinale complicaties is het optreden van ileus. Ileus kan aanleiding geven tot intestinale stase, bacteriële overgroei en translocatie en zo een rol spelen in het ontstaan van bacteriële pancreassurinfectie en sepsis. Het doel van deze studie is na te gaan welke gastro-intestinale motiliteitstoornissen optreden bij pancreatitis bij de muis en welke pathogenetische factoren hierin een rol spelen. Experimentele acute necrotiserende pancreatitis zal geïnduceerd worden door vrouwelijke OF1 muizen een choline-deficient ethioninegesupplementeerd dieet (CDE-dieet) te geven. De inductie van pancreatitis zal gecontroleerd worden aan de hand van histologische en biochemische merkers. De gastro-intestinale motiliteitstoornissen zullen bestudeerd worden door in vivo metingen van de maaglediging en dunne darm transit en aan de hand van in vitro contractiliteitsexperimenten op geïsoleerde spierstrips van maag en dunne darm. Verder zal in het labo een
techniek op punt worden gesteld die toelaat om de peristaltiek van de dunne darm te meten. Steeds zullen controle muizen vergeleken worden met muizen met bewezen pancreatitis. In een eerste luik willen we de pathogenetische rol nagaan van enterische inhiberende neuronen die NO en VIP vrijstellen en van afferente neuronen. Deze laatste kunnen betrokken zijn in de pathogenese gezien de pancreas- en darminnervatie met elkaar communiceren. In een tweede luik zal de rol van inflammatoire mediatoren zoals de cytokines TNFa en IL1b onderzocht worden en in een derde luik zal het effect van prokinetische therapie (5-HT4 receptor agonisten, motiline receptor agonisten en ghreline) op pancreatitis-geïnduceerde motiliteitstoornissen worden nagegaan. Organisaties: • Gastro-enterologie, hepatologie • Laboratorium Experimentele geneeskunde en Pediatrie (LEMP)
Onderzoekers: • Tom Seerden • Paul Pelckmans
Dynamieken aan de onderkant van de samenleving. Een onderzoek naar de rol van depressie in de sociale mobiliteitsprocessen van inkomensarme Belgen. Universiteit Antwerpen Abstract: Het verband tussen armoede en depressie werd al vaker bestudeerd, maar bijna uitsluitend vanuit een statisch armoedeperspectief: armoede als een langdurige of zelf permanente realiteit die zich concentreert bij gemarginaliseerde groepen in de maatschappij. Dit traditionele beeld over armoede wordt sinds de beschikbaarheid van nationale panels (1980, 1990) en de ontwikkeling van een dynamisch armoedeparadigma evenwel steeds vaker in vraag gesteld: armoede blijkt bijzonder dynamisch te zijn en dringt met verschillende frequentie en duur tot diep in de middenklasse door. Vanuit dit nieuwe paradigma gaan we na of armoede zich in België in gelijkaardige dynamische patronen uit als in het buitenland, daarna gaan we op zoek naar de plaats en rol van depressiviteit in deze processen. Na een toetsing van de sociale selectie-hypothese stellen we volgende onderzoeksvragen: Organisaties: • OASeS - ONDERZOEKSGROEP ARMOEDE, SOCIALE UITSLUITING EN DE STAD • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Jean Vranken
Vergelijkend onderzoek van de onderliggende psychologuïstische en cognitieve processen bij meertalig basisonderwijs. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Meeralig onderwijs neemt in Europa en in België hand over hand toe. Op diverse onderwijsniveaus wordt ermee geëxperimenteerd. Meertalig onderwijs betekend dat het curriculum, bijvoorbeeld in het basisonderwijs, in verschilende talen wordt onderwezen. Meestal wordt van twee talen gebruik gemaakt maar omdat er later ook vreemde talen bijkomen, wordt aan de terminologie meertalig onderwijs de voorkeur gegeven. De resultaten van dergelijk onderwijs, de ondeliggende psychosociolinguïstische processen, noch de cognitieve impact ervan werden totnutoe bestudeerd. dit betekent dat hypothesen zoals de veronderstelde meerwaarde van meertalig onderwijs op het gebied van de moedertaal- en de vreemdetaalontwikkeling samen met de veronderstelde meerwaarde aangaande de andere kannisvaken plus de attitudeverschillen dei met dergelijk onderwijs gepaard gaan, niet werden getoetst. Het toetsen van deze hypotesen vormt de kern van dit onderzoek. Dit project is voortvloeiend uit de jarenlange betrokkenheid van de promotoren met meertaligheid en meertalig onderwijs. Het vormt het Belgische luik van een internationaal geheel dat de impact van meeratlig onderwijs in diverse Europese landen bestudeerd. De scholen die in België voor het onderzoek in aanmerking komen, zijn op de eerste plaats de Foyerscholen die Spaans, Italiaans en Frans in combinatie met het Nederlands aanbieden, en de scholen die het decreet Onckelinx implementeren en die voor de combinatie Frans-Nederlands opteren. De methodologische design is empirischetnografisch van aard waarbij vergelijkbare, monolinguale controlescholen en kwantitatieve testing plus de samenstelling van een datablok en een dynamisch variabelenmodel, een quasi-experimentele opzet garanderen. Organisaties: • Germaanse Talen
Onderzoekers: • PIERRE VAN DE CRAEN
MRI-beeldverwerking met het oog op verbeterde registratie van hersenactiviteit en -connectiviteit. Universiteit Antwerpen Abstract: MRI-beeldverwerking met het oog op verbeterde registratie van hersenactiviteit en -connectiviteit. Organisaties: • Visielab
Onderzoekers: • Jan Sijbers • Alexander Leemans
Zonale distributie en moleculaire regulatie van apoptose in organotypische hepatocytenculturen Vrije Universiteit Brussel Abstract: In eerste instantie bestaat het onderzoek erin de moleculaire regulatiemechanismen van apoptose in gecultiveerde hepatocyten na te gaan. Dit gebeurt in verschillende organotypische hepatocytenculturen zoals de co-cultuur van hepatocyten met galwegepitheelcellen en de collageengel sandwichcultuur. Vooral het effect van trichostatine A, een prototype van histonedeacetylase inhibitor, en structuuranalogen, op apoptose wordt onderzocht met als doel meer stabiele (behoud van biotransformatiecapaciteit) en langer leefbare culturen van hepatocyten te ontwikkelen door het inhiberen van apoptose. Het onderzoek wordt uitgevoerd op activiteits-, proteïnen- en mRNA niveau. In tweede instantie wordt tevens in vitro nagegaan of apoptose een zonalse distributie kent binnen de lever en zo ja, hoe dit gereguleerd wordt. Organisaties: • Toxicologie, Dermato-cosmetologie en Farmacognosie • Scheikunde
Onderzoekers: • Bert VANHAECHT • Tamara VANHAECKE
Statistische en numerieke technieken voor modelleren en optimiseren van computer- en communicatietechnieken. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project analyseert de prestaties van geavanceerde technologische systemen zoals communicatie- netwerken (m.i.v. het Internet), computersystemen en gedistribueerde multiprocessorsystemen, met de bedoeling hun ontwerp en dimensies te optimaliseren. Deze analyse maakt gebruik van probabilistische modellen, waarvan de parameters bepaald dienen te worden door statistische schattingen op basis van metingen van het werkelijke dataverkeer. De berekening van de prestatie- functies en het ontwerp van optimale netwerken leiden allebei tot complexe
computationele problemen, die zullen aangepakt worden via simulatie en met behulp van nieuwe numerieke technieken zoals multivariate rationale benaderingen. Uiteraard zijn er vele interacties tussen deze aspecten, die een intensieve samenwerking tussen de drie onderzoeksgroepen vereisen. Organisaties: • Computeraritmetiek en numerieke technieken (CANT) • Computationele wiskunde
Onderzoekers: • Annie Cuyt • Christian Blondia • Peter Rousseeuw
Een onderzoek naar de verschuivingen en ontwikkelingen in de beeldvorming en het identitaire discours van de Belgische arbeidersbeweging tegenover immigranten en hun nakomelingen Vrije Universiteit Brussel Abstract: 'Belgen' en 'anderen' in een zoektocht naar solidariteit. De houding van de Belgische vakbonden t.a.v. de migrantenproblematiek in de jaren '90. Dit onderzoek biedt een analyse van de dilemma's die het discours en de houding van de christelijke en socialistische vakbonden ten aanzien van migratie en racisme kenmerken. Vakbonden zijn niet alleen socio-economische en politieke drukkingsgroepen maar ook organisaties met een eigen collectieve identiteit en eigen waarden. Deze worden niet alleen bepaald door hun klassebegrip en politieke en ideologische stellingnames maar evenzeer door hun conceptie van nationale en regionale identiteit. De aanwezigheid van laaggeschoolde migranten vormde een uitdaging voor de veronderstelde eenheid van de arbeidersklasse en de dominante ideeën over identiteit en solidariteit. Aan de hand van een kwalitatieve analyse van het officiële discours van de christelijke en socialistische vakbonden in Vlaanderen enerzijds en diepte-interviews met enkele van zijn officiële vertegenwoordigers anderzijds wordt getracht de basisconcepten die hun houding t.a.v. de migrantenproblematiek en racisme bepalen te identificeren en te begrijpen. (contact: Anja Detant) Organisaties: • Centrum voor de Interdisciplinaire Studie van Brussel • Geschiedenis
Onderzoekers: • ELS WITTE • ANJA DETANT
De complete bibliografie van Hugo Claus. Universiteit Antwerpen Abstract: Het redigeren van twee gecontextualiseerde bibliografieën van het werk van Hugo Claus. De eerste uitgave (2003) bevat een lijst van de verspreide publicaties, ingeleid door een analyse van Claus' publicatiepolitiek, aangevuld met een editie van ongebundelde teksten. De tweede uitgave (2004) bouwt door op de eerste en bevat een lijst van alle boekuitgaven op Claus' naam, aangevuld met het verhaal van zijn relatie met de uitgeverij als literaire institutie en met het fenomeen van het boek. Organisaties: • Literatuurwetenschap • Instituut voor de studie van de letterkunde in de Nederlanden (ISLN)
Onderzoekers: • Georges Wildemeersch
Poverty Reduction Strategy Papers and Civil Society Participation. Universiteit Antwerpen Abstract: Poverty Reduction Strategy Papers and Civil Society Participation. Organisaties: • Instituut voor Ontwikkelingsbeleid en -beheer - overige
Onderzoekers: • Robrecht Renard
Publicatie : bijdrage W. Decleir in tijdschrift "DE MENS". Universiteit Antwerpen Abstract: Publicatie : bijdrage W. Decleir in tijdschrift "DE MENS". Organisaties: • Moleculaire Plantenfysiologie en Biotechnologie
Onderzoekers: • Roland Caubergs
Overheidsbijdragen : "IATUR Congres" (Brussel, 17-19 september 2003) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Geen abstract beschikbaar. Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • IGNACE GLORIEUX
Identificatie van genen betrokken bij affectieve stoornissen. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van dit project bestaat erin genen betrokken in bipolaire stoornissen (BP) te identificeren en te karakteriseren. Vanuit kandidaatregio's voor BP, die bepaald werden door middel van genomische zoektochten, zal dit bewerkstelligd worden door gebruik te maken van positionele kloneringstechnieken. Een belangrijk hulpmiddel hierbij is de allelische associatie methode die toelaat de kandidaatgebieden tot een minimum te herleiden door SNPs te genotyperen in grote populaties van zieke en gezonde personen. De populaties waar wij over beschikken zijn van Belgische- en noord Zweedse oorsprong. Organisaties: • Moleculaire genetica • VIB DMG - Toegepaste Moleculaire Genomica
Onderzoekers: • Jurgen Del-Favero
China's competitief voordeel verbeteren: Gevalstudie over kennis- en technologie-clusters. Universiteit Antwerpen Abstract: In zijn transitie van een planeconomie naar een markteconomie heeft China enorme groei gerealiseerd. Deze groei is voornamelijk gerealiseerd door de exploitatie van comparatief voordeel. Alhoewel China op de middellange termijn een comparatief voordeel zal blijven behouden, worden andere attractiefactoren, zoals menselijk kapitaal en technologie, steeds belangrijker in een globale economie. Kennis en technologie en onderzoek en ontwikkeling zullen steeds beslissender worden voor de economische en sociale ontwikkeling van een land. Kennis en technologie clusters zullen daarbij de mogelijkheden bieden om nieuwe industrieën te ontwikkelen en bestaande te upgraden. Organisaties: • Instituut voor Ontwikkelingsbeleid en -beheer - overige
Onderzoekers: • Daniël Van den Bulcke • Filip De Beule
Geïntegreerde studie van de effecten van milieuverontreiniging op aquatische en terrestische ecosystemen Universiteit Antwerpen Abstract: Geïntegreerde studie van de effecten van milieuverontreiniging op aquatische en terrestische ecosystemen Organisaties: • ECOFYSIOLOGIE EN BIOCHEMIE • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Ronald Verhagen • Ronny Blust • Wim De Coen • Marcel Eens • Paul Schepens
Laaggekwalifiseerden in de kennismaatschappij. Een empirisch en cultuursociologisch onderzoek naar de mogelijkheden voor lager opgeleiden tot positieve identificatie in het postindustriële script. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De opkomst van de postindustriële kennismaatschappij heeft de sociale structuren in onze samenleving grondig gewijzigd. De doelstelling van dit onderzoek is de culturele consequenties van deze evolutie in kaart brengen. Meer in het bijzonder willen we de problemen van culturele integratie van lager gekwalificeerden onderzoeken. Dit doen we door de houdingen , waarden en vertogen van lager gekwalificeerden te bestuderen tegen de achtergrond van de algemene maatschappelijke waardering of status sie deze houdingen genieten. daarnaast bestuderen we de positie van de lager gekwalificeerden vanuit het rolbegrip door zowel de zelfdefinities van de leden van deze groep als de maatschappelijke erkenning die deze rollen in onze samenleving genieten, te analyseren. Methodisch kiezen we voor een combinatie van kwalitatief en kwantitatief onderzoek, meerbepaald inhoudsanalyse van actuele politieke en maatschappelijke teksten, focusgroepen en diepteïnterviews met lager opgeleiden en kwantitatieve analyse van surveydata. Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS • ANTON DERKS
De Vorst als Vaderfiguur. Een diachronisch onderzoek met het oog op de ontwikkeling van praktische taal- en tekstanalytische methodologieën voor historici. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het project streeft naar de operationalisering van een aantal taal- en tekstanalytische onderzoeksmethoden ten behoeve van onderzoek op het terrein van de sociale geschiedenis. De ontwikkeling van tekstanalytische methoden voor historici zal gebeuren via een aantal concrete gevalstudies gewijd aan de discursieve strategieën via dewelke de figuur van 'de vorst' werd en wordt geconstrueerd, van de Middeleeuwen tot vandaag. Organisaties: • Centrum voor Hedendaagse Sociale Geschiedenis
Onderzoekers: • PATRICIA VAN DEN EECKHOUT
De rol van fytohormonen bij de symbiose Sesbania-rostrata Azorhizobium caulinodans. Universiteit Antwerpen Abstract: Over de rol van plantenhormonen bij nodulevorming zijn geen rechtstreekse gegevens beschikbaar. Of de betrokkenheid van plantenhormonen in het nodulatieproces gaat via gewijzigde hormonenbalans of via veranderde gevoeligheid (perceptie) is niet geweten, ook is het niet uitgesloten dat bacteriële productie van plantenhormonen zou bijdragen tot bepaalde aspecten van noduleontwikkeling. Met het onderzoek naar de Azorhizobium caulinodans-Sesbania rostrata symbiose willen we volgende vragen beantwoorden: (i) veroorzaken bacteriën die Nodfactoren produceren een lokale verandering in de auxine-cytokininebalans; (ii) wat is de bijdrage van de bacteriële productie van plantenhormonen bij de nodule-ontwikkeling? Organisaties: • Plantenbiochemie • Plantengroei en -ontwikkeling
Onderzoekers: • Els Prinsen
Jaarboek Armoede en Sociale Uitsluiting 2004. Universiteit Antwerpen Abstract: Inventarisatie en systematisering van bestaand materiaal over armoede en sociale uitsluiting; opsporen en aanvullen van lacunes. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Jean Vranken
Invloed van histone deacetylase inhibitoren op het fenotype van hepatocyten in cultuur, en studie van de biotransformatie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Hepatocyten en hun culturen zijn in de preklinische otnwikkeligsfase van geneesmiddelen belangrijke in vitro modellen. Echter fenotypische veranderingen treden op zodat hun specifieke biotransformatiecapaciteit verminderd tot expressie komt. De hypothese dat mediumfactoren, die de progressie van de cellen in de celcyclus beïnvloeden, mogelijks een rol spelen in de differentiatietoestand (biotransformatie van xenobiotica) van de hepatocyten werd niet onderzocht. Het doel van dit onderzoek is daarom: a) onderzoeken of oplosbare mediumfactoren behorende tot de groep der histone deacetylase inhibitoren (HDI), die selectief een aantal stappen in de celcyclus inhiberen, een effect hebben op het gedifferentieerde fenotype van volwassen hepatocyten in cultuur en aldus toelaten om een nieuwe cultuurmethode van stabiele hepatocyten te ontwikkelen b) ophelderen van het biotransformatiepatroon van trichostatine A en structuuranalogen die behoren tot de HDI groep. Organisaties: • Toxicologie, Dermato-cosmetologie en Farmacognosie
Onderzoekers: • VERA ROGIERS
Leren in multi-agent systemen Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het doel van het voorgestelde onderzoek is drievoudig. Ten eerste, het ontwikkelen van een algemeen theoretisch kader gebaseerd op de evolutionaire speltheorie om multi-agent systemen MAS te analyseren, designen en optimiseren. Speltheorie is een onderdeel van de economie en heeft tot doel een normatieve theorie te ontwikkelen van rationeel gedrag van economische agents in verschilende omstandigheden. In het begin van de jaren '90 onstaat een ontwikkeling in de speltheorie, evolutionaire speltheorie, die probeert te beschrijven hoe zulke agents in de realiteit beslissingen nemen in complexe omgevingen waarin ze bovendien interageren met andere agents. Leren uit eigen ervaring speelt ee beangrijke rol n het optimiseren van deze beslissingen. Momenteel bestaat er geen theoretisch kader voor MAS. Net als voor econmische agents zal het nodig zijn dat software agents kunnen leren uit hun eigen ervaring. Een tweede doelstelling is bestaande leertechnieken uit Machine Learning zoals reinforcement learning en evolutionary computation aan te passen voor MAS. MAS-omgevingen zijn dynamisch of niet-stationair terwijl de theorie van RL en EC alleen ontwikkeld is voor statische of stationaire omgevingen en de bestaande praktijkervaring vooral op zulke omgevingen is gebaseerd. Ten derde willen we de opgedane kennis gebruiken voor MAS-toepassingen die kunnen omschreven worden als distributed decisionmaking-probleem. Deze doelstellingen worden toegelicht bij de projectbeschrijving. Organisaties: • Informatica en Toegepaste Informatica
Onderzoekers: • Bernard MANDERICK
Opvolging van het netwerk C in het kader van het INES-project van de OESO. Universiteit Antwerpen Abstract: Netwerk C kadert binnen het INES-programma (International Indicators of Educational Systems) van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO). Het is een samenwerkingsverband tussen 27 van de 30 OESO-lidstaten -onder voorzitterschap van Nederland (Universiteit Twente)- dat zich richt op het ontwikkelen en verfijnen van procesindicatoren m.b.t. het onderwijs, en meer specifiek de leeromgeving, de schoolorganisatie en allerhande processen binnen scholen. De missie van Netwerk C is met andere woorden indicatoren te ontwikkelen die de zogenaamde `black box' in scholen beogen te verklaren. De indicatoren verschijnen jaarlijks in 'Education at a Glance' (OESO), alsook in internationale rapporten als bijvoorbeeld 'Completing the foundation for lifelong learning. A survey of Upper Secondary Schools.' (OESO, 2004). Organisaties: • EduBROn
Onderzoekers: • Peter Van Petegem
Bedrijfslogisiteke kosten en vervoerspolitiek: de rol van voorraden en leveringstijden bij multimodale keuze. Universiteit Antwerpen Abstract: Voorraadkosten en leveringstijden vormen belangrijke onderdelen in de totale logistieke performantie van een onderneming. Bovendien zijn zowel voorraadkosten als leveringstijden sterk met transportbeslissingen en multimodale keuze verbonden. Een actueel probleem hierbij betreft het voorspellen van de fluctuaties in vraagritme en leveringstijd. Omtrent beide factoren kunnen diverse theoretische assumpties worden gemaakt. Gerelateerd aan bovengenoemd probleem zijn een aantal deelaspecten eveneens belangrijk. Het betreft de vraag naar optimale bestellingshoeveelheid (partijgrootte, laadvermogen) en -moment, beide factoren zijn sterk gerelateerd tot de karakteristieken van de leveringstijd; kostprijs/tijd om goederen in voorraad te houden; belang van veiligheidsvoorraden en veiligheidstijden; risico's en kosten van voorraadtekort en te late leveringen, en invloed van nieuwe ontwikkelingen in logistiek management (time based competition, just-in-time leveringen, streven naar nulvoorraden, rol nieuwe informatietechnologieën, web applications). Het voorliggend project beoogt, naast een theoretische analyse en modellering van de rol van voorraden en leveringstijden met betrekking tot vervoersbeslissingen, de toetsing van de modelresultaten aan de hand van empirische gegevens op bedrijfsniveau. Deze resltaten worden vervolgens gebruikt om een antal vervoerspolitieke en beleidsrelevante vragen (bv. welke maatregelen veranderen de logistieke afweging tussen weg en binnenvaart? ; Welke overheidsingrepen zullen de logistieke managers ertoe brengen voor binnenvaart of spoor te opteren voor wegtransport?) te beantwoorden aan de hand van simulaties. Organisaties: • VAKGROEP TRANSPORT EN RUIMTELIJKE ECONOMIE • Transport en ruimtelijke economie
Onderzoekers: • August Blauwens • Nico Vandaele • Frank Witlox • Eddy Van de Voorde
Zonale distributie en moleculaire regulatie van apoptose in organotypische hepatocytenculturen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In eerste instantie bestaat het onderzoek erin de moleculaire regulatiemechanismen van apoptose in gecultiveerde hepatocyten na te gaan. Dit gebeurt in verschillende organotypische hepatocytenculturen zoals de co-cultuur van hepatocyten met galwegepitheelcellen en de collageengel sandwichcultuur. Vooral het effect van trichostatine A, een prototype van histonedeacetylase inhibitor, en structuuranalogen, op apoptose wordt onderzocht met als doel meer stabiele (behoud van biotransformatiecapaciteit) en langer leefbare culturen van hepatocyten te ontwikkelen door het inhiberen van apoptose. Het onderzoek wordt uitgevoerd op activiteits-, proteïnen- en mRNA niveau. In tweede instantie wordt
tevens in vitro nagegaan of apoptose een zonalse distributie kent binnen de lever en zo ja, hoe dit gereguleerd wordt. Organisaties: • Toxicologie, Dermato-cosmetologie en Farmacognosie
Onderzoekers: • VERA ROGIERS • Tamara VANHAECKE
Preklinisch onderzoek naar veelbelovende combinaties van radiochemotherapie en cytoprotectieve middelen. (Beurs Stichting Emmanuel van der Schueren.) Universiteit Antwerpen Abstract: Bij de behandeling van tumoren wordt de combinatie chemo- en radiotherapie steeds vaker succesvol toegepast. Naast de voordelen van een behandeling die zowel lokaal als systemisch een effect heeft, is er bij sommige combinaties sprake van een door de chemotherapie geïnduceerde toename in de gevoeligheid voor radiotherapie, zogenaamde radiosensitisatie. Gemcitabine heeft een dergelijk versterkend effect op de radiotherapie. Dit heeft vaak niet alleen een verhoogd antitumor effect tot gevolg, maar ook een toename in toxiciteit. Daarom moet deze combinatie in de kliniek met de nodige voorzichtigheid worden toegepast. Het gebruik van cytoprotectieve middelen, zoals amifostine, die normale weefsels kunnen beschermen tegen zowel radiotherapie als diverse chemotherapeutica, zou deze combinatietherapie sterk kunnen verbeteren. Dit onderzoeksproject richt zich op het bestuderen van de combinatie gemcitabine en radiotherapie in tumorcellen en op de optimalisatie van de toepassing van gemcitabine/radiotherapie door gebruik te maken van amifostine. Er zal worden nagegaan hoe beide therapieën het best met elkaar kunnen worden gecombineerd door gebruik te maken van verschillende behandelingsschema's. Naast de cytotoxiciteit zullen andere parameters gemeten worden die mogelijk het werkingsmechanisme van de radiosensitisatie nader kunnen ophelderen, zoals de invloed op de celcyclus, rol van apoptose en p53, intracellulaire dFdCTP concentratie en de invloed op de cellulaire nucleotides. Het optimaliseren van de combinatie gemcitabine/radiotherapie en het gebruik van amifostine in vitro, zou kunnen leiden tot nieuwe klinische toepassingen van deze combinatie. Organisaties: • Medische oncologie, radiotherapie en gynaecologische oncologie • Moleculaire beeldvorming, Pathologie, Radiotherapie & Oncologie (MIPRO)
Onderzoekers: • Jan Vermorken
Publicatie "Huldeboek T. Venckeleer" Universiteit Antwerpen Abstract: Publicatie "Huldeboek T. Venckeleer" Organisaties: • Individueel onderzoek taalkunde
Onderzoekers: • Alex Vanneste
Eonomische evaluatie van vaccinatieprogramma's tegen infecties die via de lucht worden overgedragen, gebaseerd op dynamische compartimentele simulatiemodellen. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van dit onderzoeksproject is aan de hand van mathematische simulatiemodellen inzicht te verwerven in de epidemiologie en transmissiedynamiek van infecties die verspreid worden via de lucht en in de impact van vaccinatie hierop. Economische evaluaties van diverse vaccinatiestrategieën zullen een integraal onderdeel robnaken van deze modelleringen. De ontwikkelde methodologie en de resultaten uit de toegepaste analyses gebaseerd op dit onderzoek zullen relevant zijn voor binnen- en buitenlands gezondheidsbeleid en -onderzoek. Organisaties: • Epidemiologie en sociale geneeskunde • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Pierre Van Damme
Fenotypische karakterisering van een nieuw muismodel voor de ziekte van Alzheimer gebruik makend van histopathologie en in vivo MR beeldvorming. Universiteit Antwerpen Abstract: Recent identificeerden we een nieuwe mutatie in een gen voor de ziekte van Alzheimer (AD) dat aanleiding geeft tot amyloid ß (Aß) depositie in de hersenen in de vorm van niet-fibrillaire diffuse plaques, in plaats van de klassieke compacte plaques. De zeer ernstige presentatie van AD bij deze patiënten stemt goed overeen met recente in vitro data die suggereren dat vroege Aß conformaties de meest pathologische vorm van Aß zijn. We willen deze hypothese testen aan de hand van een correlatieve neuropathologische, biochemische, en neuro MRI studie van een nieuw muismodel waarin deze mutant tot overexpressie werd gebracht. Organisaties: • Moleculaire genetica • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Anne Marie Van Der Linden • Samir Kumar-Singh
Inhoud en drager : een filosofisch onderzoek van een fundamenteel thema in de cognitiewetenschap. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Een belangrijk punt binnen de cognitieve wetenschappen en de filosofische discussie hierin is de relatie tussen 'vehicles' en 'contents' - de relatie tussen de inhoud van perceptuele en cognitieve processen en de 'dragers' van deze inhouden die intern zijn aan de individuele ontvangers. De filosofische discussie betreft de vraag of men apriorimoet stipuleren dat er een 'isomorphism' is tussen de drager en inhoud. Op het empirisch niveau ziet men tal van modellen die worden voorgesteld, waarbij de isomorfisme niet wordt nageleefd. Organisaties: • Artificiele Intelligentie • Centrum voor Logica en Wetenschapsfilosofie
Onderzoekers: • LUC STEELS • JEAN VAN BENDEGEM
Effecten van verhoogde atmosferische CO2 concentraties op een snelgroeiend populierenecocycteem : proces en structuur. Universiteit Antwerpen Abstract: Effecten van verhoogde atmosferische CO2 concentraties op een snelgroeiend populierenecocycteem : proces en structuur. Organisaties: • Planten- en vegetatie-ecologie (PLECO)
Onderzoekers: • Birgit Gielen
Publicatie doctoraatsproefschrift (S. De Maeyer) "Onderzoek naar kenmerken van effectieve scholen". Universiteit Antwerpen Abstract: Publicatie doctoraatsproefschrift (S. De Maeyer) "Onderzoek naar kenmerken van effectieve scholen". Organisaties: • EduBROn
Onderzoekers: • Peter Van Petegem
De rol van zoetwaterschorren in de vastlegging en omzetting van stikstof in estuaria : een ecosyteem N labelings studie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het algemeen doel van dit project is de rol bepalen van zoetwaterschorren binnen de stikstofcyclus van het Schelde-estuarium. Algemeen wordt aangenomen dat stroken 'wetland' langsheen de oeverlijn zich gedragen als filters van het estuarien water, in die zin dat ze anorganisch en organisch stikstof uit het overspoelend water verwijderen of de aard van de stikstofvormen wijzigen. Het Schelde-estuarium, met haar dichtbevolkt bekken, is een typisch voorbeeld van een ecosysteem dat grote vrachten van stikstof te verwerken krijgt, en dat omvangrijke arealen zoetwaterschorren bezit, hetgeen een belangrijk potentieel aan N-verwijdering betekent. Daarenboven is van beleidswege in de nabije toekomst de inrichting van nieuwe overstromingsgebieden voorzien, wat de capaciteit van de filterfunctie via dergelijke gebieden nog zal doen toenemen. Omvattend 'in-situ'-onderzoek van de uitwisseling en cyclering van stikstof in zoetwaterschorren zal niet enkel toelaten de rol van deze schorren in het estuarien budget in te schatten, maar ook de belangrijkste processen te identificeren en te kwantificeren die aan deze rol ten grondslag liggen. De klassieke benadering om de relatie tussen het estuarien pelagiaal en de intergetijdengebieden te bestuderen leiden aan tekortkomingen, bv. door onnauwkeurigheid van de waterbalans. Ze geven enkel netto-uitwisseling weer. De processen worden er niet in geïdentificeerd, net zo min als de rol van compartimenten binnen het gebied, en extrapolatie naar een sluitende balans voor ganse gebieden is vaak moeilijk (Nixon, 1980; Howarth, 1993). Recente vooruitgang in analyse van stabiele isotopen maakt het mogelijk 'labeling'-studies uit te voeren op een afgebakend systeem (Holmes et al. 2000, Middelburg et al. 2000), waarbij het stabiel isotoop 15N kan gebruikt worden als gevoelige tracer in stikstofcyclering. We stellen voor om een ecosysteem-labeling-studie te combineren met verscheidene additionele studies die erop gericht zijn de stikstof cyclering te begrijpen in belangrijke schor-compartimenten zoals overspoelend water, sediment en macrofyten. Organisaties: • Scheikunde
Onderzoekers: • WILLY BAEYENS • FRANK DEHAIRS • NATHALIE BRION
Dynamica van fullereenmoleculen in C-nanobuisjes (erwtendoppen). Universiteit Antwerpen Abstract: De dynamica van C60 (C70) moleculen ingesloten in enkele-laag koolstofnanobuisjes, (C60)n@SWNT, wordt met analytische en numerieke methodes theoretisch bestudeerd. Symmetrie-aangepaste rotatorfuncties zullen opgesteld worden. Een model van de intermoleculaire potentiaal en de potentiaal met de wand wordt gegeven. De oriëntatie-afhankelijke dichtheidsverdeling en correlatiefuncties worden berekend. De mogelijkheid van een oriëntationele fase-overgang wordt onderzocht. Raman- en NMR-experimenten zullen verklaard worden. Organisaties: • Statistische fysica en thermodynamica • Statistische fysica
Onderzoekers: • Dirk Lamoen • Karl Michel
Co-financiering bij de aankoop van een microbalans Mettler Toledo. Universiteit Antwerpen Abstract: In het kader van dit krediet werd een analytische balans aangekocht met een weegbereik tot op 1 microgram. Deze balans is gekoppeld aan een automatische koolstof-stikstofanalysator (Carlo Erba Instruments, Italie). De onderzoeksgroep Planten- en Vegetatie-ecologie werkt in het kader van diverse onderzoekscontracten reeds meerdere jaren rond de koolstof- en stikstofkringloop van planten en plantengemeenschappen. Gedetailleerde koolstof- en stikstofanalyses zijn dan ook van cruciaal belang. Het afwegen van uiterst kleine hoeveelheden bodem, planten, bladeren en houtmaterialen vormt een belangrijk onderdeel van de meetprocedure. Organisaties: • Planten- en vegetatie-ecologie (PLECO)
Onderzoekers: • Reinhart Ceulemans
Ontwikkeling van een gebruiksvriendelijk informatiesysteem van het chemisch risico in beroepsomgeving. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De doelstelling van dit project is het ontwikkelen van een beheersinstrument van het scheikundig risico ten behoeve van de preventieraadgevers, de administraties (bijvoorbeeld Tewerkstelling en Arbeid, Volksgezondheid), het Fonds voor Beroepsziekten en de organisaties die de sociale partners vertegenwoordigen. Ter aanvulling van de vaak zeer academische wetenschappelijke publicaties beoogt dit instrument het ter beschikking stellen van informatie, een toenaderingsweg en rechtstreeks nuttige en praktische aanbevelingen, die zeer snel toegankelijk zijn en regelmatig bijgehouden worden dankzij internet-technologie. Het instrument richt zich op het toxicologische aspect van de verplichtingen voorzien door de Codex over het Welzijn op het Werk die vrij dikwijls tot moeilijkheden leidt in de dagelijkse praktijk. In bepaalde gevallen (bijvoorbeeld de KMOs) bestaat de moeilijkheid eruit de informatie te vinden, in andere situaties zit het probleem in het sorteren van deze soms zeer omslachtige informatie, er de krijtlijnen uithalen, of nog, het verwoorden van praktische aanbevelingen voor de medische opvolging van blootgestelde werknemers. Tot op heden werden twee onafhankelijke instrumenten ontwikkeld, die elk een bijzonder aspect van het scheikundige risico dekt. Enerzijds een methodologische benadering van de evaluatie van het scheikundige risico verenigbaar met de preventiepolitiek in de schoot van de
ondernemingen, KMO's inbegrepen (REGETOX: http://www.regetox.med.ulg.ac.be). Dit eerste lijn-instrument werd ontwikkeld aan de Universiteit van Luik. En daarnaast een evaluatie-instrument van het carcinogeen/mutageen risico (Carcinogenic Risk in Occupational Settings, CRIOS: http://www.crios.be) ontwikkeld aan de VUB, de KUL, de ULg, de RUG, en de UCL. Het huidige project is toegespitst op de potentiële complementariteit van deze twee initiatieven waarvan de promotoren de interactie in partnerschap met het FBZ wensen te promoveren. Organisaties: • Cellulaire Genetica
Onderzoekers: • MICHELINE VOLDERS
Etiologie van spinocerebellaire ataxie type 7 op basis van cellulaire en diermodellen : correlatie met neuropathologie. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project heeft als doel om de dysfunctie van het ataxin-7 in relatie tot de SCA7 pathofysiologie beter te leren begrijpen door in situ (autopsie materiaal), in vitro (cellulaire modellen) en in vivo (diermodellen) studies. 1) In situ studies: relatie tot de pathofysiologie: We willen de relatie onderzoeken tussen ernst van de ziekte, neuropathologie en het aantal nucleaire inclusies aanwezig in aangetast weefsel., 2) In vitro studies: cellulaire modellen: Cellulaire modellen zullen aangemaakt worden door transiënte transfecties van neuronale en niet neuronale cellijnen met een tagged SCA7 cDNA, 3) In vivo studies: transgene muizen: Twee verschillende transgene muismodellen zullen aangemaakt worden gebruikmakende enerzijds van een genomisch construct en anderzijds van de ataxine-7 cDNA. Organisaties: • Moleculaire genetica • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Christine Van Broeckhoven • Jean-Jacques R Martin
Wavelets voor X-stralen microtomografie. Universiteit Antwerpen Abstract: Wavelets voor X-stralen microtomografie. Organisaties: • ELEKTRONENMICROSCOPIE VOOR MATERIAALONDERZOEK (EMAT) • Visielab
Onderzoekers: • Dirk Van Dyck • Paul Scheunders
Op basis van vragen en problemen aangestuurd Europees Netwerk voor Sediment Onderzoek.(SedNet) Universiteit Antwerpen Abstract: SedNet creëert een Europees platform waar organisaties, die verantwoordelijk zijn voor duurzaam beheer van sediment en baggerspecie op bekkenniveau (probleem eigenaars), samenkomen met organisaties die mogelijk oplossing kunnen aandragen in de vorm van technieken, kennis en expertise (probleem oplossers). Dit platform voorziet, stimuleert en optimaliseert: 1) onderzoeksactiviteiten op basis van vragen en problemen, 2) uitwisseling van informatie betreffende deze activeiten, 3) samenwerking tussen beheerders en onderzoekers, 4) leveren van kennis aan en gebruik maken van de kennis van beheerders, 5) publicatie van onderzoeksresultaten en 6) informeren van het grote publiek en beleidsmakers. SedNet richt zich erop om als adviesorgaan te dienen voor vragen rond sediment onderwerpen voor Europese, nationale en regionale autoriteiten, waarbij ze willen helpen voor de implementatie van het beleid rond sedimenten. Organisaties: • Ecosysteembeheer • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire
Culturele aspecten van de corporatieve wereld in Antwerpen Brussel en Gent 1585-1795 Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit onderzoeksproject heeft betrekking op drie aspecten van de 'ambachtscultuur' in drie steden van de Zuidelijke Nederlanden: 1° religieuze cultuur, 2° sociabiliteit, 3° materiële cultuur. Tijdens de periode 1585-1795 resulteerde een hernieuwd offensief van de Contrareformatie in een sterke heropleving van corporatieve devotiepraktijken. Tegelijk bekritiseerden clerus en lekenelites in toenemende mate de vermenging van sacrale en profane elementen in de cultuur van ambachtslieden. Ten dele als gevolg hiervan kwamen ook aspecten van de sociabiliteit (banketten, festivals, optochten, etc.) onder vuur te liggen. Tijdens de zeventiende en vooral de (tweede helft van de) achttiende eeuw werd de ambachtswereld daarenboven geconfronteerd met belangrijke sociale veranderingen. Hoe de 'ambachtscultuur' reageerde op de bedreigingen van een snel veranderende samenleving is voorlopig niet geweten. Dit project beoogt daarom het in kaart brengen van processen van zowel culturele reproductie als transformatie in de corporatieve wereld. In methodologisch opzicht wordt gestreefd naar het verzoenen van twee verschillende wetenschappelijke tradities: 1° de hermeneutische benadering van (o.a.) de historische antropologie, en 2° kwantitatieve cultuurgeschiedenis in de traditie van Michel Vovelle. Organisaties: • Geschiedenis
Onderzoekers: • Frederik VERLEYSEN • HUGO SOLY
Preventie van betaceldestructie bij type 1 diabetespatiënten en hun hoogrisico. Universiteit Antwerpen Abstract: a) Door toediening van immuunregulerende stoffen. (gehumaniseerde niet-mitogene monoclonale anti-CD3 antilichamen, ChAgly CD3) de verdere afbraak van residuele betacelmassa significant afremmen in recent-ontdekte type 1 diabetespatienten. b) Door prophylactische subcutane toediening van metabool actieve insuline de klinische manifestatie van diabetes vermijden of uitstellen in verwanten met hoog risiko op diabetes type 1. (risico genetisch en auto-immuun bepaald). Organisaties: • Endocrinologie, stofwisseling en nutritiepathologie • Laboratorium Experimentele geneeskunde en Pediatrie (LEMP)
Onderzoekers: • Ivo H De Leeuw • Luc Van Gaal
Co-financiering voor de herstelling van de koelkamer/groeikamer frigomill. Universiteit Antwerpen Abstract: Co-financiering voor de herstelling van de koelkamer/groeikamer frigomill. Organisaties: • Moleculaire Plantenfysiologie en Biotechnologie
Onderzoekers: • Roland Caubergs
Een onderzoek naar de mogelijkheden van ultrasoon-geleide transvaginale follikelpunctie en eicelaspiratie bij prepuberale kalveren en kleine herkauwers. Universiteit Antwerpen Abstract: Een onderzoek naar de mogelijkheden van ultrasoon-geleide transvaginale follikelpunctie en eicelaspiratie bij prepuberale kalveren en kleine herkauwers. Organisaties: • FYSIOLOGIE VAN DE HUISDIEREN • Veterinaire fysiologie en biochemie
Onderzoekers: • Peter Bols
Intermedialiteit in literatuur en podiumkunsten. Een case study: hedendaagse Faust adaptaties. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project theoretizeert in eerste aanleg de multimediale interacties binnen en tussen en voorstellingen, op thematisch/discursief, narratief, dramaturgisch en theatraal niveau, met oog zowel voor de productieve als receptieve kant. omdat deze interacties vooral draaien rond tekst, beeld en lichaam, dienen literairwetenschappelijke methodes en semiotoek aangevuld te worden met een gemengde fenomenologie van het beeld en het lichaam, in een poging om het multimediale onderzoeksvoorwerp volediger te vatten. Afgezien van de noodzaak van een beter aangepaste en deels vernieuwde metodologie, vormen de kwestie van de aard en grad van participatie en kritische maatschappelijke interventie via een door de media beheerste kunst voorlopige knelpunten van het onderzoek. Organisaties: • Germaanse Talen
Onderzoekers: • JOHAN CALLENS
Studie van deciduale cellen (lymfocyten en macrofagen) ter hoogte van de foeto-maternele interfase in relatie tot atopie : invloed op lymfocytair cytokinenprogrfiel van neonaat. Universiteit Antwerpen Abstract: Studie van deciduale cellen (lymfocyten en macrofagen) ter hoogte van de foeto-maternele interfase in relatie tot atopie : invloed op lymfocytair cytokinenprogrfiel van neonaat. Organisaties: • Immunologie - reumatologie - allergologie • Translationeel pathofysiologisch onderzoek (TPR)
Onderzoekers: • Willem Stevens • Luc De Clerck
Studie van de interactie tussen mestcellen en enterische neuronen in het ileum van 'Schistosoma mansoni' geïnfecteerde muizen. Universiteit Antwerpen Abstract: Studie van de interactie tussen mestcellen en enterische neuronen in het ileum van 'Schistosoma mansoni' geïnfecteerde muizen. Organisaties: • CEL- EN WEEFSELLEER • Laboratorium voor celbiologie en histologie
Onderzoekers: • Jean-Pierre Timmermans • Frederik De Jonge
Experimenteel en celbiologisch onderzoek naar de onderliggende mechanismen verantwoordelijk voor het ontstaan van een mineralisatiedefect tengevolge blootstelling aan een aantal sporenelementen bij chronische nierinsufficiëntie. Universiteit Antwerpen Abstract: Bij patiënten met chronische nierinsufficiëntie kan de wisselwerking tussen de verminderde nierfunctie enerzijds en de verhoogde blootstelling aan een aantal sporenelementen zoals lanthaan, strontium en aluminium anderzijds, aanleiding geven tot het ontstaan van een mineralisatiedefect. In het kader van dit BOF project zullen we gebruikmakend van zowel in vivo (rattenmodel met chronische nierinsufficiëntie) als in vitro (mineraliserende osteoblastenculturen) setups nagaan in hoeverre de effecten geïnduceerd door hogergenoemde sporenelementen op de botmineralisatie (i) resulteren uit louter fysicochemische, extracellulaire processen (ii) gemedieerd worden door interferentie van deze elementen met een aantal functionele parameters van de osteoblast (iii) beïnvloed worden door de graad van botturnover (adynamic bone vs. hyperparathyroidisme). Organisaties: • Nefrologie • Pathofysiologie
Onderzoekers: • Patrick D'Haese • Marc De Broe
Policy Measures to Ensure Access to Decent Housing for Migrants & Ethnic Minorities. Universiteit Antwerpen Abstract: Policy Measures to Ensure Access to Decent Housing for Migrants & Ethnic Minorities. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers:
• Luc Goossens
Bodemsanering van gepollueerde sites in combinatie met productie van bio-energie : mogelijkheden van snelgroeiende hakhoutsystemen in de Rupelstreek. Universiteit Antwerpen Abstract: Het beplanten van verontreinigde sites met vegetaties kan gebruikt worden voor het renoveren en saneren van vervuilde bodems door fytoremediatie. In dit project zalonderzocht worden of een intensieve hakhoutcultuur v;an,wiIge.n en populieren gebruikt kan worden voor fytosanering en fyto-extractie van een oude stortplaats in Boom (Rupelstreek) die verontreinigd is met meerdere zware metalen. Daarbij zullen volgende aspecten onderzocht worden: verschillen tussen diverse genotypen, interacties tussen genotype en bodemtype, productie aan biomassa en bio-energie, en fyto-extractiecapaciteit. Organisaties: • Planten- en vegetatie ecologie • Planten- en vegetatie-ecologie (PLECO)
Onderzoekers: • Reinhart Ceulemans
Identiteiten en taalkundige realiteiten in Brussel: een interactieve peiling van Brusselse jongeren. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De notie van identiteit staat centraal als we het hebben over de verhouding tussen groepen. Om spanningen en confliten te begrijpen is het uitermate belangrijk eveneens de logica van identiteit en identiteitsopbouw te begrijpen. Taal is een van de factoren die zowel individuele als sociale identiteiten bepaalt. Hoewel dit allemaal abstract klinkt, vormt de geschiedenis van bijvoorbeeld Quebec, maar ook van België een mooie illustratie over de rol van taal in het ontstaan van collectieve spanningsverhoudingen. In deze gevallen vormen de taalverhoudingen immers de motor van het Quebecois nationalisme en van de Vlaamse politieke strijd. De confrontatie van verschillende talen, elke dag opnieuw, zorgt ervoor dat ieder individu een beeld vormt over verschillende taalgemeenschappen. Deze confrontatie noopt ook tot zelfplaatsing in die meertalige omgeving. Deze plaatsing en zelfplaatsing is in de meeste gevallen vrij vaag. Mensen bekennen slechts kleur op sleutelmomenten, wanneer ze ertoe worden gedwongen. Ook klassieke bevragingstechnieken, via gestructureerde vragenlijsten, trachten respondenten te dwingen tot het maken van een keuze. Door op deze manier stil te staan bij slechts één type van culturele of taalidentiteit lopen we echter het risico de dynamiek vna identiteitsvorming uit het oog te verliezen. Organisaties: • Politieke Wetenschappen
Onderzoekers: • BRUNO COPPIETERS • CHRISTIAN DESCHOUWER • MICHEL HUYSSEUNE • DIMOKRITOS KAVADIAS
Geochemie en petrologie van de Chicxulub inslagkrater (Yucatan): inschatting van het puin en het gas dat in de atmosfeer vrijkwam en van hun mogelijke invloed op de massa-extinctie aan de k/t grens. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De 'International Scientific Drilling Program' (ICDP) heeft in 2002 een 1.5 km diepe boring uitgevoerd in de Chicxulub krater in Yucatan. De komeet- of asteroïde-inslag die 65 miljoen jaar geleden, deze krater vormde, is zeer waarschijnlijk verantwoordelijk voor het uitsterven aan de Krijt-Tertiair (K/T) grens van meer dan 50% van de fauna en de flora op aarde. Het antwoord op de vraag waarom de dinosauriers uitgestorven zijn, bevindt zich diep in de lithologie van de Chicxulub krater. Meer dan 1024 J energie kwam vrij toen de meteoriet zich uitrest snel tot een diepte van 20 tot 30 km ingroef. Daarbij smolten en verdampten de meteoriet en veel gesteenten van de plaats van de inslag, in een enorme vuurbal of gaswolk. Op korte tijd was de atmosfeer vol stof, maar ook CO2 en SOx, dat vrij kwam als de karbonaten en evaporieten verdampten. Wiskundige modellen tonen aan dat een klimaatsverandering volgde die waarschijnlijk leidde tot de biologische crisis, maar het preciese mechanisme is nog niet goed begrepen. Om de klimaatsverandering beter te begrijpen moet het geproduceerde CO2, SOx beter gekwantificeerd worden en beter bepaald worden uit welke chemische bestanddelen het stof precies bestond. De analyse van de boorkernen van de Chicxulub krater zal veel informatie opleveren over wat er nog in de krater ligt en bijgevolg wat uit de krater werd geslingerd. Een ploeg van 'Science team leaders' werd geselecteerd om het onderzoek op de boorkern te coördineren. Ik ben één van de zes 'Science team leaders' met als verantwoordelijkheid het thema 'Stratigrafie en Gevolgen op de Regionale Geologie'. Organisaties: • Wetenschappen van het Systeem Aarde • Isotopen Geologie en Evolutie van het Paleo-Milieu
Onderzoekers: • Philippe CLAEYS
Ontwikkeling van ad-hoc software en hardware voor personen met een verstandelijke handicap. Universiteit Antwerpen Abstract: Internationaal worden er grote inspanningen geleverd om verstandelijke gehandicapten toegang te bieden tot de moderne technologieën. Sinds 1990 werken de drie betrokken centra samen wat betreft het ad hoc ontwikkelen en aanpassen van software en hardware voor deze doelgroep. Dit veldwerk dient op een wetenschappelijke wijze ondersteund te worden. Enerzijds zal een database worden opgebouwd in verb and met de beschikbare producten en anderzijds zullen via de bestaande expertise belangrijke hiaten in het aanbod worden opgevuld. Organisaties: • Ontwikkeling database systemen (ADREM) • Ontwikkeling database systemen (ADReM)
Onderzoekers: • Jan Paredaens
Onderzoek naar Brussel en andere meertalige (hoofd)steden. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het opzet van deze onderzoeksgemeenschap bestaat erin onderzoeken, die verschillende aspecten van de Brusselse problematiek belichten, met elkaar te confronteren en aan elkaar te toetsen in congressen en seminaries en samen te brengen in publicaties. Het onderzoeksnetwerk wil daarmee tegemoet komen aan de nood aan wetenschappelijke synthese om het debat over Brussel te depolitiseren en, enerzijds, een beter inzicht te brengen in de algemeen maatschappelijke processen in de grootstad, processen die aanleiding gaven/geven tot politiek-institutionele ingrepen en, anderzijds, het institutionele kader waarbinnen deze sociale processen tot stand komen, evalueren. De onderzoeksgemeenschap wil m.a.w. een forum birfrn voot gezamenlijke studies over de plaats van Brussel in de staatshervorming, over de internationale en nationale betekenis van de hoofdstad, de analyse van het Brusselse model, over de sociale leefbaarheid van de stad, over de demografische en sociaal-culturele spreidingspatronen, over de taal- en politieke verhoudingen, over de verhouding tussen het gewest en de gemeenschappen en de rol van de gemeenten, over de bescherming van de minderheden, over de juridische implicaties van aampassingen aan
het statuut van de hoofdstad en zo veel als mogelijk zal getracht worden dit in een internationaal comparatief perspectief te laten gebeuren. De vraag naar de mogelijkheden van 'conflict management' en 'resolution' is immers bijzonder actueel tegen een achtergrond van oprispend nationalisme en aanslepende conflicten in bepaalde gepolariseerde steden. Deze onderzoeksgemeenschap stelt zich bijgevolg tot doel de analyse van de Brusselse situatie verder op zich te nemen en daarnaast de institutionalisering van het onderzoek te realiseren. Een verregaande samenwerking met onderzoekers uit Canadese en Zwitserse stden staat daarbij in een eerste fase centraal. De bedoeling is in een volgende fase ook andere meertalige stden bij het onderzoeksnetwerk te betrekken. Organisaties: • Centrum voor de Interdisciplinaire Studie van Brussel
Onderzoekers: • ELS WITTE
De mogelijke rol van histone deacetylases in carcinogenese. Universiteit Antwerpen Abstract: De mogelijke rol van histone deacetylases in carcinogenese. Organisaties: • Eiwitchemie • Proteïnechemie, proteoomanalyse en epigenetische signalisatie (PPES)
Onderzoekers: • Luc Moens
Identificatie en karakterisatie van genen verantwoordelijk voor erfelijke doofheid en vestibulaire stoornissen. Universiteit Antwerpen Abstract: De werking van het gehoor en de moleculaire mechanismen die aan de basis liggen ervan zijn nog zo goed als onbekend. Slechthorendheid heeft in een groot aantal gevallen een genetische oorzaak, maar er is echter op dit moment nog vrij weinig geweten over de genen die verantwoordelijk zijn voor erfelijke doofheid. De algemene doelstelling van dit project is een beter inzicht te verwerven in de moleculaire mechanismen betrokken bij horen en slechthorendheid, door middel van de identificatie en karakterisatie van genen voor erfelijk gehoorverlies. De specifieke doelstellingen zijn de volgende: Lokalisatie van een gen voor otosclerose, lokalisatie van de verantwoordelijk genen in de Ecl muis met vestibulaire disfunctie, identificatie van doofheidsgenen, en functionele studie van doofheidsgenen en constructie van muismodellen. Organisaties: • Centrum medische genetica • Menselijke moleculaire genetica
Onderzoekers: • Guido Van Camp
Een gedragswetenschappelijke benadering van het maken van schulden: integratie van economische, sociale en psychologische determinanten. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In dit onderzoek wordt eerst aan leken gevraagd hoe zij armoede en rijkdom definiëren, waarna deze definitie vergeleken wordt met deze geselecteerd op basis van literatuurstudie. Verder zullen ook de attitudes t.o.v. arme/rijke mensen en de attributies van armoede/rijkdom in kaart gebracht worden. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van focusgroepen en interviews, die afgenomen worden bij een steekproef bestaande uit mensen met een laag, gemiddeld en hoog inkomen. Na dit kwalitatieve onderzoeksdeel zullen de attitudes t.o.v. arme/rijke mensen en de attributies van armoede/rijkdom gekwantificeerd worden via survey-onderzoek. Tenslotte wordt nagegaan of deze lekentheorieën een valide weergave zijn van de sociale realiteit. Zo wordt onderzocht of financieel gedrag (financieel beheer) gerelateerd kan worden aan armoede en rijkdom, alsook andere psychologische (vb. self-esteem), economische (vb. financiële uitsluiting), sociale (vb. materialisme, sociale vergelijking) en culturele factoren (vb. Protestantse wekrethiek). Het relatieve belang van deze mogelijke determinanten van armoede en rijkdom, zal in een geïntegreerd model getoetst worden. Omdat verschillende individuen anders reageren in gelijkaardige economische situaties, kan men armoede of rijkdom niet begrijpen zonder dergelijke determinanten in rekening te brengen. Voor dit onderzoeksdeel zal er gebruik gemaakt worden van verschillende methoden, nl. vragenlijsten en een dagboek. Organisaties: • Arbeids- en Organisatiepsychologie
Onderzoekers: • ROLAND PEPERMANS
Data analyse in Hyperspectrale Remote Sensing Universiteit Antwerpen Abstract: Data analyse in Hyperspectrale Remote Sensing Organisaties: • VISIE (NATUURKUNDE) • Visielab
Onderzoekers: • Paul Scheunders
Gestabiliseerde deconvolutie voor inverse problemen, toegepast op lineaire (magnetische resonantie beeldvorming) en niet-lineaire (ground penetrating radarbeeldvorming) beeldreconstructie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Abstract enkel in het Engels beschikbaar. Organisaties: • Elektronica en Informatica
Onderzoekers: • JAN CORNELIS
Onderzoek naar het mechanisme van virale persistentie van het Theiler's murine encephalomyelitis virus. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het Theiler's murine encephalomyelitis virus (TMEV) is een picornavirus dat de muis als natuurlijke gastheer heeft. Er bestaan twee subtypes van het TMEV die elk een verschillende pathologie induceren in het centrale zenuwstelsel (CZS). Enerzijds heeft men het demyeliniserende subtype dat een persistente infectie van het CZS veroorzaakt en anderzijds heeft men het neurovirulente subtype dat niet persisteert in het CZS. Onze hypothese is dat het vermogen om al dan niet te persisteren in het CZS, aan de basis ligt v.h. verschillend pathogeen karakter van beide subtypes en dat de demyelinisatie die enkel owrdt waargenomen bij de demyeliniserende stammen een gevolg is van de virale persistentie. Hoe de demyeliniserende varianten van het TMEV kunnen persisteren is nog onbekend, maar zowel virale als gastheer factoren dragen hier waarschijnlijk toe bij . Deze studie heeft tot doel inzicht te verwerven in virale en cellulaire factoren die bijdragen tot persistentie door
de replicatie van beide subtypes te vergelijken. Een dergelijk inzicht zou niet alleen interessant zijn voor het TMEV, maar zou ook biologisch relevant kunnen zijn voor andere persistente virussen. Omdat onze onderzoeksgroep uitgebreide ervaring heeft inzake de replicatie van een ander picornavirus, nl. het poliovirus, is de nodige infrastructuur en know-how aanwezig om dit project aan te vatten. Organisaties: • Farmaceutische Biotechnologie en Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • BARTHOLOMEUS ROMBAUT • RAPHAEL VRIJSEN
Het pulmonaal neuroendocrien systeem in neuronaal stikstofoxidesynthase-gen knock-out muizen. Universiteit Antwerpen Abstract: Functioneel morfologisch onderzoek van pulmonale NEBs bij nNOS-gen knock-out muizen moet ons in staat stellen om conclu-sies te kunnen trekken over de mogelijke rechtstreekse betrokkenheid van intrinsieke pulmonale nitrerge neuronen bij de perifere zuurstof-perceptie door NEBs. De allernieuwste twee-foton laser scanning microscoop zal gebruikt worden voor de microscopische visualisatie van fysiologische reacties van NEBs in vitro Organisaties: • CEL- EN WEEFSELLEER • Laboratorium voor celbiologie en histologie
Onderzoekers: • Dietrich Scheuermann • Dirk Adriaensen
Epidemiologische typering van enterohemorragische Escherichia coli op basis van de karakterisatie van plasmiden en de studie van bacteriofagen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De genen die coderen voor de Shiga-like toxins zijn gelegen op getemperde bacteriofagen. We zullen de getemperde bacteriofagen aanwezig in humane en runder enterohemorragische Escherichia coli stammen na inductie zuiveren en karakteriseren. De bacteriofaag-gebieden die de sltII genen flankeren zullen door IPCR geamplifieerd worden en vervolgens zal de nucleotidesequentie van deze flankerende gebieden bepaald worden. Deze sequenties, bekomen voor verschillende bacteriofagen, zullen vergeleken worden met de reeds gekende bacteriofaagsequenties en met elkaar. Deze analyse zal toelaten een mogelijk verband aan te tonen tussen bacteriofagen geïsoleerd uit runderstammen en uit humane stammen. Deze informatie zal in de toekomst mogelijks toelaten de oorsprong van de EHEC stammen geïsoleerd bij de mens te traceren en alzo nieuwe infecties te voorkomen. De rol van getemperde bacteriofagen in de verspreiding van de toxinegenen van een toxine-positieve bacterie naar toxine-negatieve bacteriën zal nagegaan worden. Bacteriofagen kunnen bacteriecellen infecteren en lysogeniseren en also bijdragen tot de snelle verspreiding van de toxinegenen naar de niet-pathogene E. coli stammen. Daarom zal ook van de verschillende geïsoleerde bacteriofagen de host range bepaald worden op welgekende serotypes van E. coli. Organisaties: • Biologie • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • JEAN-PIERRE HERNALSTEENS • HENRI DE GREVE
Better understanding of the thermographic process and the influence of processing parameters and ingredients. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project kadert in de ontwikkeling van thermografische fotografische materialen. De doelstellingen zijn: - Een beter inzicht brengen in de thermografische processen en de invloed begrijpen van procesparameters en ingrediënten - Begrijpen van de koppeling tussen de optredende zilver agglomeratie en de beeldkleurvorming - Screening van nieuwe ingrediënten in het licht van hun diffusiegedrag doorheen de barrièrelaag Om deze doelstellingen te realiseren wordt Raman spectroscopie ingezet. Meer in het bijzonder worden methologieën op punt gesteld om met Surface Enhanced Raman Spectroscopy (1) het aggregatiegedrag van zilver te bestuderen en (2) het transport van ingrediënten doorheen thermografische materialen op te meten. Organisaties: • Metallurgie, Elektrochemie en Materialenkennis
Onderzoekers: • ANNICK HUBIN • KITTY BAERT
Cognitief-visueel structureren van kennisnetwerken bij webgestructureerd leren. Universiteit Antwerpen Abstract: Web-based learning veronderstelt de beheersing van studie- vaardigheden. Het onderzoek gaat na hoe web-based learning verrijkt kan worden met studie-tools om het leren te faciliteren en het leerrendement te optimaliseren. Nagegaan wordt welke extra functionaliteit tools als mind mappping en mREL (metaRegister of Expert Links) kunnen bijdragen. Organisaties: • Onderwijskwaliteit • Onderwijskundige professionalisering
Onderzoekers: • Georges De Corte • Philip Yde
Onderzoek naar nieuwe cytokine-geïnduceerde genen betrokken bij pancreatische B-celdood in type 1 diabetes mellitus (T1DM) Vrije Universiteit Brussel Abstract: De vroege pathogenese van T1 DM wordt gekenmerkt door een lange periode van autoimmuniteit gericht tegen de B-cellen van pancrea. Evolutie van dere prediabetische fase naar klinische DM kan zich voordoen bij verstoring van het wankel evenwicht tussen afbraak en herstel van B-cellen. Een gedetailleerde karakterisatie van zowel de effectoren van autoimmune B-celdestructie als van mogelijke verdedgings- en of herstelmechanismen die in beschadigds cellen geactiveerd worden, is cruciaal voor het ontwikkelen van nieuwe strategiën gericht op Bcelpreservatie. In knaagdiemodellen voor T1 DM lijkt apoptose de voornaamste vorm van B-celdood te zijn volgens op de autoimmune agressie der B-celdood is het resultaat van de expressie van groepen van genen, die momenteel nog niet geïdentificeerd zijn. Het doel van dt onderzoeksproject is het karkterizeren van nieuwe B-celgenen met een IL-1B en IFN-y gereguleerde expressie en een mogelijke rol in B-celapoptose. Voor dit onderzoek zullen we op FASC -gezuiverde rat B-cellen twee strategiën toepassen: &) differential display van messenger RNA door middel van de polymerase kettingreactie en é) high density oligonucleotinde probe arrays. Met behulp van DDRT_PCR techniek wilen we de nieuwe cytokinegeïnduceerde genen identificeren, terwijl de high density oligonucleotide array aanpak ons een breder inzicht zal verschaffen in de reeds gekende genen betrokken bij dit proces. Organisaties: • Pathologische Biochemie en Fysiologie
Onderzoekers: • DECIO EIZIRIK
Gene flow en effectieve populatiegrootte in niet-evenwichtssituaties. Universiteit Antwerpen Abstract: Het behoud van genetische variatie is een cruciale doelstelling in het lange-termijnbeheer van vrijlevende populaties. Schattingen van effectieve populatiegrootte en gene flow zijn vaak gebaseerd op assumpties over evenwicht tussen mutatie, gene flow en drift, en niet toepasbaar op sterk fluctuerende of afnemende populaties. In dit project worden tijdreeksen van genetische stalen van vogels en zoogdieren gebruikt om methodes uit te testen die genetische parameters berekenen in niet-evenwichtscondities. Organisaties: • EVOLUTIONAIRE BIOLOGIE • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Ronald Verhagen • Herwig Leirs
De Vorst als Vaderfiguur. Een diachronisch onderzoek met het oog op de ontwikkeling van praktische taal- en tekstanalytische methodologieën voor historici. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het project streeft naar de operationalisering van een aantal taal- en tekstanalytische onderzoeksmethoden ten behoeve van onderzoek op het terrein van de sociale geschiedenis. De ontwikkeling van tekstanalytische methoden voor historici zal gebeuren via een aantal concrete gevalstudies gewijd aan de discursieve strategieën via dewelke de figuur van 'de vorst' werd en wordt geconstrueerd, van de Middeleeuwen tot vandaag. Organisaties: • Centrum voor Hedendaagse Sociale Geschiedenis
Onderzoekers: • PATRICIA VAN DEN EECKHOUT
Effect van trichostatine A op de expressie van connexines in organotypische hepatocytculturen Vrije Universiteit Brussel Abstract: Verlies van intercellulaire communicatie draagt in belangrijke mate bij tot dedifferentiatie van hepatocyten in cultuur. Directe intercellulaire communicatie gebeurt doorheen gap junctions, dewelke bestaan uit twee connexine hexameren. Connexine expressie is een celspecifiek gebeuren dat gecorreleerd is met celcyclusprogressie. Zo is expressie van Cx32, belangrijkste hepatische connexine, gereduceerd tijdens de G1/S transitie. Eukary-otische genexpressie wordt hoofdzakelijk gecontroleerd door binding van transcriptie-factoren. Recent werd aangetoond dat structurele veranderingen, zoals reversibele histon-acetylatie, eveneens een rol spelen in genregulatie. Histonhyperacetylatie is gecorreleerd met transcriptionele activatie. Dit proces is afhankelijk van het evenwicht tussen histon-acetyltransferase (HAT) en histon deacetylase (HDAC). HDAC inhibitie veroorzaakt cel-groeidepressie en inductie van differentiatie en/of apoptose. Trichostatine A (TSA) is een reversibele en potente HDAC inhibitor, dewelke de p53-afhankelijke expressie van p21 stimuleert. Gezien p21 de G1/S transitie controleert, kan aangenomen worden dat TSA de expressie van Cx32 positief beinvloedt. Het in vitro effect van TSA op intercellulaire communicatie in organotypische hepatocytculturen (monolaag-, collageengel- en co-cul-tuur) wordt onderzocht op activiteitsniveau (scrape-loading/dye transfer assay), op trans-lationeel niveau (Western blotting, immunohistochemie, HPLC) en op transcriptioneel niveau (Northern blotting, PCR). Stimulatie van intercellulaire communicatie is een veelbelovende manier om dedifferentiatie van gecultiveerde hepatocyten tegen te gaan. Dit draagt in belangrijke mate bij tot optimalisatie van hepatische in vitro modellen voor far-maco-toxicologische doeleinden. Organisaties: • Toxicologie, Dermato-cosmetologie en Farmacognosie
Onderzoekers: • VERA ROGIERS
Hedendaagse schrijvers uit de Dominikaanse Republiek "on the move". Universiteit Antwerpen Abstract: De Literatuur uit de Dominikaanse Republiek is hat zwakste broertje binnen de Spaanstalige Caraiben. In het project wordt de hedendaagse literatuur van Dominikaanse schrijvers in kaart gebracht (jaren negentig). In verband met deze schrijvers on the move (literair, geografisch, cultureel, zelfs linguistisch), wordt er meer specifiek ingegaan op reflectie over migratie en racisme vanuit de literatuur , nieuwe trends in het kortverhaal en nieuwe expressievormen en onderwerpen zowel bij schrijvers uit het eiland als New York. Organisaties: • Spaans • Literatuur van de moderniteit
Onderzoekers: • Rita De Maeseneer
Subsidiëring instandhouding wetenschappelijke apparatuur. (Snel Grafisch Systeem)
Universiteit Antwerpen Abstract: Subsidiëring instandhouding wetenschappelijke apparatuur. (Snel Grafisch Systeem) Organisaties: • TOEGEPASTE INFORMATICA EN COMPUTATIONEEL ONDERZOEK • Modeleren van Systemen en Internet Communicatie (MOSAIC)
Onderzoekers: • Jan Broeckhove
Screeningsprogramma naar seksueel overdraagbare aandoeningen en hepatitis B vaccinatie bij prostitue(e)s in de provincie Antwerpen. Universiteit Antwerpen Abstract: In 2000 werd een pilootonderzoek uitgevoerd naar de haalbaarheid van hepatitis B vaccinatie van prostitue( e )s in het Antwerpse. 108 prostitue( e )s namen deel aan dit project. Dit project past binnen een breder gezondheidsvoorlichtings- en opvoedingsproject rond seksueel overdraagbare aandoeningen, condoomgebruik en hygiene. Het project wordt op grotere schaal voortgezet in 2001 in de provincie Antwerpen met een ruimere permanentie en beschikbaarheid van artsen en verpleegkundige. Een structure le financiering wordt nog verder uitgewerkt om de noodzakelijke continuYteit voor dit project te garanderen. Organisaties: • Epidemiologie en sociale geneeskunde • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Pierre Van Damme
Identificatie en karakterisatie van genen voor gehoorverlies en vestibulaire dysfunctie in ENU muismutanten. Universiteit Antwerpen Abstract: Voor de studie van de moleculaire werking van het binnenoor wordt gebruik gemaakt van uitgebreide families met monogeen gehoorverlies en natuurlijk voorkomende muismutanten. Hoewel tot op heden een groot aantal genen kon gelokaliseerd en geïdentificeerd worden, is de overlap tussen de menselijke en de muizen genen erg klein. Vandaar dat nog een groot aantal genlokalisaties wordt verwacht. Hiervoor wil men gebruik maken van ENU (ethylnitrosurea) muismutanten. Muizen met een cirkelend gedrag vertonen vestibulaire storingen hetgeen dikwijls gepaard gaat met gehoorverlies. Bijgevolg zijn cirkelende muizen een voor de hand liggende keuze voor de studie van slechthorendheid. Dit project beoogt de lokalisatie, identificatie en karakterisatie van de genen die verantwoordelijk zijn voor het cirkelend gedrag van 2 ENU muismutanten en dit door gebruik te maken van positionele kloneringstechnieken. Tevens zullen de binnenoren van de betrokken muizen morfologisch worden bestudeerd en het gehoorverlies/de vestibulaire dysfunctie grondig worden gekarakteriseerd Organisaties: • Centrum medische genetica • Menselijke moleculaire genetica
Onderzoekers: • Lutgart Van Laer
De rol van blootstelling aan allergenen en polluenten tijdens de perinatale periode in het ontstaan van astma, allergische rhinitis en atopisch eczeem bij het kind : een epidemioloigsche studie. Universiteit Antwerpen Abstract: Inleiding: Vanaf 1997 is er gestart met een onderzoek naar het effect van risicofactoren voor en na de geboorte (perinataal) op het ontstaan van astma en allergieën bij kinderen. Het onderzoek is de PIPO-studie genoemd, dit staat voor Pasgeborenen en de Invloed van Perinatale factoren op Overgevoeligheid. Zwangere vrouwen worden gevraagd om mee te doen en hun kinderen worden opgevolgd tot ze minstens 4 jaar zijn. Er zijn inmiddels 800 deelnemers aan dit onderzoek en er zullen nog nieuwe deelnemers bijkomen tot mei 2001, zodat er in totaal ongeveer 1.200 kinderen aan de studie meedoen. Vraagstellingen van de PIPO-studie: 1. Welke factoren rond de geboorte spelen een rol bij het ontstaan van astma en andere atopische aandoeningen (hooikoorts, eczeem)? 2. Welke factoren bepalen de sterkte van het verband tussen de blootstelling aan de veel voorkomende allergenen (huisstofmijt, katten-epitheel) en het ontstaan van astma en allergie? 3. Hoe ontwikkelt de immunologische reactie op deze allergenen zich in de tijd en wat is de relatie hiervan met klinische symptomen? 4. Zijn er vermijdbare factoren voor het ontstaan van astma en allergie? Doelstelling van het voorliggend project: Uitvoeren van de follow-up van de kinderen van de PIPO-studie op de leeftijd van 4 jaar, aangezien de onderzoekspopulatie reeds grotendeels is gevormd. Werkplan: Tijdens de studie worden twee stofmonsters genomen: op 5 maanden zwangerschap en 3 maanden na de geboorte. De hoeveelheid huisstofmijtallergenen zal in deze stofmonsters bepaald worden. Verder worden er 2 uitgebreide vragenlijsten afgenomen. Verschillende risicofactoren worden hierin bevraagd (o.a. familiale aanleg, rookgedrag, voeding, binnenhuis-factoren). Vooral factoren vóór, rond en na de geboorte (perinataal) worden nagevraagd. De ouders noteren gedurende het eerste jaar, eenmaal per week allergische en ademhalingsklachten. Ook de arts van Kind&Gezin of de eigen arts wordt gevraagd om 4 keer per jaar een medische vragenlijst in te vullen. Op de leeftijd van 1 jaar krijgen alle kinderen, na toestemming van de ouders, een lichamelijk onderzoek door een onderzoeksarts en wordt er bloed afgenomen voor een evaluatie van de aanwezigheid van allergie. Aangezien astma en allergie vooral ook pas op latere leeftijd ontstaan, is een verdere follow-up van de kinderen zeer belangrijk. Deze follow-up zal met behulp van dit project worden uitgevoerd. Van alle kinderen worden gedurende het hele onderzoek ieder half jaar gegevens verzameld over veranderingen in de omgevingsfactoren en het optreden van astma en atopische aandoeningen. Dit gebeurt aan de hand van via de post verzonden vragenlijsten, die de ouders invullen en terugsturen. Vervolgens vindt op de leeftijd van 4 jaar een uitgebreid onderzoek plaats. Dit zal onder andere gebeuren via een vragenlijst, lichamelijk onderzoek en een bloedafname voor de bepaling van totaal en specifieke allergische kenmerken in het bloed. Resultaten worden bekend gemaakt in een rapport en aan internationale vaktijdschriften aangeboden. Organisaties: • Epidemiologie en sociale geneeskunde • Epidemiologie en sociale geneeskunde (ESOC)
Onderzoekers: • Hugo Van Bever • Paul A C V Vermeire • Willem Stevens • Joost Weyler
Onderzoek naar de functionele betrokkenheid van planthormonen bij de infectie met Plasmodiophora brassicae. Universiteit Antwerpen
Abstract: Plasmodiophora brassicae is een galvormende pathogene schimmel die Brasicaceae infecteert. Dit onderzoeksproject beoogt een screening van de endogene planthormoonbalansen en -metabolisme in de gastheer in relatie tot het infectieproces en de galvorming. Deze informatie is noodzakelijk om te begrijpen hoe (a) een wijziging in endogene planthormonen resulteert in galvorming in de gevoelige cultivars en (b) resulteert in tolerantie voor P. brassicae. Organisaties: • Plantenbiochemie • Plantengroei en -ontwikkeling
Onderzoekers: • Els Prinsen
Dipeptidylpeptidase IV : een specifieke metabole regulator of een multifunctioneel peptidase ? Universiteit Antwerpen Abstract: Dipeptidylpeptidase IV : een specifieke metabole regulator of een multifunctioneel peptidase ? Organisaties: • Klinische biochemie (farmacie) • Medische biochemie
Onderzoekers: • Ingrid De Meester • Simon Scharpe
Moleculaire genetische analyse van genen betrokken in een potentieel nieuw mechanisme voor de ontwikkeling Alzheimer dementie. Universiteit Antwerpen Abstract: Centraal in het onderzoek van de ziekte van Alzheimer (AD) staat de hypothese van de amyloide cascade, die stelt dat alle oorzaken van AD leiden tot een verhoogde vorming van ß-amyloide en de depositie ervan in de hersenen de oorzakelijke factoren zijn in de pathogenese van AD. Anderzijds tonen verschillende onderzoekslijnen aan dat een verstoorde signaaltransductie van het amyloide precursorproteïne (APP) betrokken kan zijn bij de ontwikkeling van AD. Met betrekking tot de moleculaire genetica van AD voorspelt deze hypothese dat variaties in genen die coderen voor proteïnen die betrokken zijn in de signaaltransductie via APP, zoals genen van APP-bindende proteïnen, aanleiding kunnen geven tot ADpathologie. Het is de bedoeling om dat in dit project evalueren. Organisaties: • Moleculaire genetica • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Marc Cruts
Modern EPR spectroscopy-methodology and applications in physics, chemistry and biology. (Conference Moderne EPR spectroscopie-methodologie en toepassingen in fysica, chemie and biologie. (Conference project) Universiteit Antwerpen Abstract: Gedurende de laatste 15 jaar heeft Elektronen-Paramagnetische-Resonatie (EPR) spectroscopie een enorme ontwikkeling doorgemaakt op het vlak van methodologie en van instrumentele technieken, i.h.b. in de richtingen van hoge-veld- en van gepulste EPR. Dit omvat multifrequentie, multi-resonantie en multi-dimensionele experimenten, analoog aan deze die de NMR spectroscopie voorheen totaal getransformeerd hebben. Hierdoor neemt de informatie-inhoud sterk toe die uit EPR metingen kan worden bekomen, en dit heeft een belangrijke impact op verschillende gebieden van de fysica, materiaalwetenschappen, chemie en biologie. De doelstelling van deze school is om de moderne EPR methodologie in de wetenschappelijke gemeenschap te verspreiden doorheen de jonge onderzoekers. Deze jonge wetenschappers zullen worden geconfronteerd met de nieuwste ontwikkelingen in EPR spectroscopie en met recente toepassingen ervan in het onderzoek, en zij zullen de de theoretische vaardigheden aanleren die noodzakelijk zijn om deze technieken te begrijpen en toe te passen. Organisaties: • Experimentele fysica van de gecondenseerde materie • Experimentele fysica van de gecondenseerde materie (ECM)
Onderzoekers: • Etienne Goovaerts
Ontwikkeling van elektronen probe X-stralen microanalyse voor lichtere elementen en lagere detectielimieten; toepassingen op milieupartikels. Universiteit Antwerpen Abstract: Nieuwe meetgeometrieën en detectoren zullen worden gebruikt om de karakteristieken van electronen microprobe analyse van milieupartikels te verbeteren. In de 'grazing-emission' meetgeometrie is het mogelijk lagere detectielimieten te bekomen omdat de Bremsstrahlungachtergrond gevoelig gereduceerd wordt. Met een energie-dispersieve detector met een ultradun venster kunnen lichte elementen,zoals C, N en O, eveneens worden bepaald. Door te werken met verschillende electronenbundel-energieën en hun interactie met partikels door Monte Carlo simulaties iteratief te berekenen, kunnen oppervlake-lagen op individuele deeltjes worden geanalyseerd. Organisaties: • Micro- en Sporenanalyse • AXES
Onderzoekers: • Rene Van Grieken
Zenne stroomafwaarts van Brussel : studie naar verontreiniging en ecologische toestand van de rivier en haar vallei als basis voor een integraal waterbeheer. Universiteit Antwerpen Abstract: Zenne stroomafwaarts van Brussel : studie naar verontreiniging en ecologische toestand van de rivier en haar vallei als basis voor een integraal waterbeheer. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire
Multi-etniciteit en multiculturalisme in vergelijkende Noord-Amerikaanse literatuur. Universiteit Antwerpen
Abstract: Het voorgestelde onderzoek zou de eerste vergelijkende studie van hedendaagse etnische literaturen uit de Verenigde Staten en Canada zijn. Het onderzoek levert inzicht in de invloed die verschillende maatschappelijke en overheidsbenaderingen van etniciteit en natie op de literatuur hebben, en benadrukt daarbij de koloniale invloed. Het stelt zich ten doel een begrip te creëren van het multiculturalisme in een tijd waarin deze kwestie in Europa steeds relevanter wordt. Organisaties: • Literatuurwetenschap • Instituut voor de studie van de letterkunde in de Nederlanden (ISLN)
Onderzoekers: • Joris Duytschaever
Wetenschappelijke onderzoeksgemeenschap computerlinguistiek, taal- en spraaktechnologie. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van deze Wetenschappelijke Onderzoeksgemeenschap (met roepnaam CLIF: Computational Linguistics in Flanders) is het samenbrengen van de Vlaamse expertise in het domein van de taal- en de spraakverwerking. Voor de handhaving van het Nederlands als gelijkwaardig met grotere talen in Europa is deze bundeling van expertise essentieel. De samenwerking tussen de deelnemende onderzoeksgroepen zal verlopen volgens een aantal krachtlijnen: 'Het samenbrengen van de fundamentele onderzoeksinspanningen op het vlak van de taal- en spraakverwerking in Vlaanderen. 'Het faciliteren van de onderzoeksactiviteiten van de deelnemende onderzoeksgroepen met het oog op een zo ruim mogelijke (her-)bruikbaarheid van gegevensbestanden voor gesproken en geschreven taal. 'CLIF wil zich in de nabije toekomst heel specifiek toespitsen op de uitwerking van de integratie van fundamenteel onderzoek in de taal- en de spraaktechnologie in een Vlaamse context. 'CLIF wil zich ook inzetten bij dienstverlening door advies en specifieke onderwijsaktiviteiten. Organisaties: • Linguistiek • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers: • Walter Daelemans
Een recurrent connectische model van persoon- en groepswaardering. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Onderzoek naar groeps- en persoonsperceptie wordt gewonlijk onafhankelijk van elkaar uitgevoerd. Het doel van dit project is het introduceren en testen van een connectionistisch model dat de bevindingen van deze schijnbaar uiteenlopende onderzoeksgebieden op theoretisch vlak integreert. het project omvat twee delen: in een deel zullen we bekende fenomenen binnen groeps- en persoonsperceptie trachten te stimuleren, met inbegrip van fenomenen die door andere auteurs werden gestimuleerd door middel van minder toereikende constraint satisfaction modellen. Mogelijk leiden deze simulaties tot het aanpassen van het voorgestelde model. Het belangrijkste deel van het project omvat het testen van de nieuwe predicties die ons model voortbrengt, alsook het analyseren van de maten waarin de voorgestelde variant op het recurrent netwerk model in staat is om de resultaten te reproduceren die uitdit onderzoek naar voor komen. Het recurrent netwerk model in staat is om de resultaten te reproduceren die uit dit onderzoek naar voor komen. Het recurrent netwerk model in staat is om de resultaten te reproduceren die uit dit onderzoek naar voor komen. Het recurrent netwerk model dat gebruikt wordt in de huidige simulaties is gebaseerd op het auto-associatiefmodel dat reeds succesvol werd toegepast voor d simulatie van causaliteit en persoons-en groepsstereotypen. Organisaties: • Persoonlijkheids- en Sociale Psychologie
Onderzoekers: • FRANK VAN OVERWALLE • Tim VANHOOMISSEN
Karakterisatie van het onzuiverheidsprofiel van farmaka: een gecombineerde chromatografische en chemometrische benadering. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De karakterisatie van onzuiverheden in een nieuw farmakon is beangrijk omwille van de bescherming van de patiënt tegen ongewenste nevenwerking. Alle stoffen die als onzuiverheid voorkomen in een farmaceutisch bestanddeel met een concentratie van meer dan 0,1 of 01,05% moeten gekarkteriseerd worden. Het betreft de stoffen die onstaan tijdens een synthese, zuiveringen of bewaring. in het beoogde stadium van onderzoek van een farmakon kent men de onzuiverheden nog niet. Het project beoogt de samenstelling van een optimale generische batterij van chromatografische methoden gekoppeld aan chemometrische peak purity technieken en een strategie die toelaat de gegevens autopmatisch te verwerken om het onzuiverheidsprofiel op te stellen. Het project bestaat uit drie delend namelijk: - het verder ontwikkelen van chemometrische peak purity technieken - het ontwerpen van een generische batterij orthogonale chromatografietesten en het valideren ervan - het ontwerpen van een expertsysteem dat toelaat de informatie uit de verschillende chromatogrammen en peak purity testen om te zetten in een onzuiverheidsprofiel. Organisaties: • Analytische Scheikunde en Farmaceutische Technologie
Onderzoekers: • DESIRE MASSART • JOHANNA VERBEKE
Genotoxische opvolging bij ontmanteling van chemische wapens in Poelkapelle (studie MS 03/01) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Deze studie behandelt de biologische monitoring van militairen, beroepshalve blootgesteld aan een reeks carcinogenen, tijdens het werk in een ontmantelingsinstallatie voor munitie. Het project heeft tot doel de werknemerspopulatie te beschermen, de evaluatie van de genomen preventieve maatregelen en de eventuele identificatie van extra-gevoelige personen. De monitoring berust op de genotoxiciteitsanalyse van lymfocyten afkomstig van deze donoren en van een 'matched' controlepopulatie, niet blootgesteld aan mutagenen of carcinogenen.Er worden drie cytogenetische technieken uitgevoerd: de sister chromatid exchange test (die eerder een indicatie van blootstelling aangeeft), de micronucleus test (chromosoom- en genoommutaties) en de chromosoom aberratie test (structurele chromosoom aberraties). Organisaties: • Cellulaire Genetica
Onderzoekers: • MICHELINE VOLDERS
Prijs Onderzoeksraad 2003 voor Letteren en Wijsbegeerte Universiteit Antwerpen Abstract: Toekenning van de prijs OZR UA ondermeer op basis van het doctoraal proefschrift "L'experience poétique dans l'oeuvre d' André du Bouchet: matérialité, matière et immédiatisation du language"
Organisaties: • Literatuur van de moderniteit
Onderzoekers: • Christian Berg • Elke de Rijcke
Tweejaarlijkse bevraging van de eerste generatiestudenten Humane Wetenschappen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Sedert 1987 verzamelt het Centrum voor Sociolgie om de twee jaar en bij de aanvang van het academiejaar een aantal gegevens over de ceerste generatiesstudies uit de menswetenschappelijke richtingen aan de VUB. Voor sociologen is het een voorrecht over gegevens te beschikken die over een decennium cross-sectioneel zeer goed vergelijkbaar zijn. Dit biedt ons immers de mogelijkheid doorheen de tijd en beeld te krijgen van en belangrijk segment van de zogehetend 'jeugd van tegenwoordig'. In de studentenenquête wordt steeds gepeild naar de politieke voorkeuren van de studenten. Deze vaste kern aangevuld met socio-demografische gegevens en een aanvullend thema. Zo werd in de vragenlijst van 1999 de aandacht toegespitst op de houdingen van eerste generatiestudenten ten aanzien van het sociaal draagvlak. in 1997 werd de nadruk gelegd op de democratisering van het hoger onderwijs en de houdingen en attitudes ten aanzien van mens en samenleving. Voor de volgende bevraging van de studenten wenst de onderzoeksgroep Tor de survey uit te breiden met een longitudinaal onderdeel. De studenten die tijdens het academiejaar 2001-20052 bevraagd worden, zullen drie jaar later opnieuw bevraagd worden. Beide bevragingen worden gekoppeld, waardoor de invloed kan nagegaan worden van de studierichting op de ontwikkeling en eccentuering van houdingen en attidues. Organisaties: • Tempus Omnia Revelat • Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS • Jan CLAEYS • MICHAEL DEBUSSCHER
Congrestoelage : Organisatie Workshop "Modalität : kontrastiv". Universiteit Antwerpen Abstract: Congrestoelage : Organisatie Workshop "Modalität : kontrastiv". Organisaties: • Centrum voor grammatica, cognitie en typologie
Onderzoekers: • Tanja Mortelmans
Excitonencomplexen in realistische nanostructuren. Universiteit Antwerpen Abstract: De eigenschappen van de excitoncomplexen in halfgeleidernanostructuren zullen worden onderzocht. In het bijzonder zullen we de energietoestanden en de optische eigenschappen van de excitoncomplexen in kwantumdraden en kwantumstippen onderzoeken. De afwijkingen van het idealistische beeld in realistische nanostructuren t.g.v. het groeiproces zal ook in rekening gebracht worden. Het effect van externe magnetische velden zal ook worden onderzocht. Organisaties: • Theorie van de gecondenseerde materie • Theorie van de gecondenseerde materie
Onderzoekers: • Clara Riva
Onderzoek van het effect van TGF-b1 en TAM67, een transdominante mutant van c-jun, op de groei en celdood van ovariumkanker cellen in vitro, in vivo, gebruikmakend van recombinante virale constructen efgeleid van Adenoassociated Virus Adu Vrije Universiteit Brussel Abstract: Wij willen de efecten van TGF-B1 en c-jun manipulatie op de groei van ovariumkanker nagaan. In het ovariumcarcinoom vormt TGF-B1 en zijn receptoren een autocrien groei onderdrukkend circuit. Soms is dit circuit dysfunctioneel omdat te weinig TGF-B1 wordt aangemaakt. Wij willen nagaan welk effect een bioactieve mutant van TGF-B1 op de groei van ovariumkanker heeft. Hiervoor worden plasmide transfectie experimenten alsook infectie met rAAV-TGF-B1 gebruikt. Dir model werd reeds in vitro gedeeltelijk ontwikkeld in ons laboratorium. We willen nu de in vivo effecten nagaan op xenograften. In voorafgaand werk hebben we ook aangetoond dat de transdominante mutant van c-jun (overexpressie in ovariumkanker), TAM67, wanneer ingebracht in ovariumkankercellen dmv gentransfer de groei van OVCAR3 cellen kan in belangrijke mate inhiberen. Met recombinante AAV partikels die TAM67 bevatten willen we ook in vivo op xenograften het effect op de groei nagaan. Om de limieten op transductie-efficiëntie te omzeilen willen we een TAM67-VP22 exporteerbaar fusieproteïne aanmaken. Dit fusieproteïne zal toelaten om TAM67 te exporteren naar de kern van naburige cellen. Deze fusiegenen en TGF-B1 zulen eveneeens worden ingebracht in recombinant adenovirus om zo de hoeveelheid partikels te kunnen aanmaken die nodig zijn voor de bestudering van grotere tumoren. Organisaties: • Medische Beeldvorming en Fysische Wetenschappen
Onderzoekers: • JACQUES DE GREVE
Socio-dialectologische, fonetische en fonologische eigenschappen van /r/ in het Nederlands. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit onderzoek beoogt ons inzicht in processen van uitspraakvariatie en uitspraakverandering te verdiepen en opdit terrein nieuwe onderzoeksmethoden te ontwikkelen en uit te testen. centraal daarin staat de /r/, een klank die bij uitstek geschikt is om deze doelen te realiseren: de /r/ kent in het Nederlandse taalgebied een groot aantal verschillende varianten, de /r/ ondergaat op dit moment in snel tempo interessante veranderingen en het gedrag van de /r/ vertoont systematische relaties met zowal taalinterne als taalexterne factoren. Om de aard en gedrag van de Nederlandse r in kaart te brengen zal de /r/ zowal vanuit de productie ald vanuit de perceptie worden bestudeerd en zal expertise uit verschillende taalkundige disciplines worden samengebracht: de fenotiek, de fonologie en de variatielinguïstiek. Organisaties: • Centrum voor Linguistiek • Germaanse Talen
Onderzoekers: • ROLAND WILLEMYNS • Evie TOPS
Urban and rural carbonaceous aerosols in Flanders and Hungary : characterisation, source identification and apportionment, and chemical mass closure. Universiteit Antwerpen Abstract: Urban and rural carbonaceous aerosols in Flanders and Hungary : characterisation, source identification and apportionment, and chemical mass closure. Organisaties: • Bio-organische massaspectrometrie • Bio-organische massaspectrometrie
Onderzoekers: • Magda Claeys-Maenhaut
Vrouwen en de repressie. Een genderanalyse van de repressie van de collaboratie van vrouwen in België na de Tweede Wereldoorlog. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit onderzoek wenst de repressie van de collaboratie na de Tweede Wereldoorlog vanuit een genderperspectief te alyseren. Via een analyse van de straidossiers, van het Archief van het Hoog Commissariaat voor 's Lands Veiligheid en alle archieven van gevangenissen en interneringscentra, aangevuld met informatie uit de pers, uit interviews en met:onografisch materiaal, zal de specificiteit van de repressie ten aanzien van vrouwen onderzocht worden. Daartoe zullen alle facetten van de repressie en de relatie van de repressie tot de vormen van collaboratie, waarin vrouwen actief waren, onderzocht worden. De prosopografische analyse van de strafdossiers, aangevuld met biografische gegevens over de internerings- en gevangenistijd, laat toe het profiel van de vrouwen te schetsen, de aard van de collaboratie en de repressie vatten en naoorlogse netwerken te reconstrueren. Anderzijds dienen de beeldvorming over collaborerende vrouwen en de bij de berechting van vrouwen gebruikte criteria onderzocht. Organisaties: • Onderzoeksgroep Vrouwenstudies • Metajuridica • Accountancy, Auditing en Bedrijfsfinanciering
Onderzoekers: • CHRISTOPHE JANS • Severine JANS • DIRK LUYTEN • MICHEL MAGITS • MACHTELD DE METSENAERE
Modellering van de vorming en het transport van clusters in een radio-frequente silaan ontlading. Universiteit Antwerpen Abstract: Modellering van de vorming en het transport van clusters in een radio-frequente silaan ontlading. Organisaties: • Micro- en Sporenanalyse • Plasma, Laser Ablatie en Oppervlakte-modellering (PLASMANT)
Onderzoekers: • Annemie Bogaerts • Renaat Gijbels • Kathleen De Bleecker
Een van een uitvoerige inleiding voorziene en geannoteerde tekstuitgave van Barthémemy Carré's Le courrier de l'Orient 1672-1674. Universiteit Antwerpen Abstract: Onderzoek over 17de-eeuwse Franse reisliteratuur bracht mij op het spoor van Bathélemy Carré en diens onuitgegeven Le Courrier de l'Orient 1672-1674, bewaard in het India Office te Londen en gepubliceerd in Engelse vertaling door de prestigieuze Hakluyt Society (Londen, 19471948, 3 dln.). Een microfilm van het autograaf manuscript (650 folio's van gemiddeld 45 regels) is in mijn bezit. ' Carré reisde in opdracht van Colbert via het Midden-Oosten en Perzië naar Indië om er de vestigingen van de Compagnie royale des Indes orientales te inspecteren. Zijn kleurig relaas in dagboekvorm, bestemd voor Colbert, is inhoudelijk en literair een juweel van de Franse reisliteratuur. (Autografe?) fragmenten worden bewaard in Parijs en Laval. Het project omvat een uitvoerige inleiding, plus transcriptie, modernisering en annotatie zal steunen op materiaal bewaard in Parijs, Londen en Den Haag. Organisaties: • VAKGROEP ROMAANSE TAAL- EN LETTERKUNDE EN LATIJN • Departement Letteren - overige
Onderzoekers: • Dirk Van der Cruysse
Hydrothermale systemen in impact-kraters: mogelijke bakermatten van het leven op aarde en op andere planeten Vrije Universiteit Brussel Abstract: Er is vandaag in de wetenschappelijke gemeenschap veel interesse voor interacties tussen organismen en de levenloze natuur met belangrijke implicaties voor de oorsprong van het leven en voor exobiologie, de mogelijkheid dat microbieel leven ook op andere planeten, zoals Mars, Europa of Titan, zou bestaan. Filogenetisch onderzoek toont aan dat een van de eerste vormen van leven waarschijnlijk thermofiele autotrofe organismen waren, zoals die vandaag in vulkanische hydrothermale omgevingen gevonden worden. Hydrothermale omgevingen bestaan ook in impakt-kraters, door de circulatie van water verwarmd bij de hete van de gesteenten gesmolten door de impakt. Zeer waarschijnlijk waren deze hydrothermale systemen gedurende korte tijd zeer actief De mogelijkhei d bestaat dat hydrothermale systeem van impakt-krater, ook een gunstige plaats is voor de ontwikkeling van microörganismen. Hydrothermal systemen van impact-kraters moeten ook ondergezocht worden op organische koolstof en fossiele sporen van microbiele activiteiten met de oog op de mogelijkheid dat ze de bakermat van het leven zouden geweest zijn. Als, bewijzen van microorganismen in de hydrothermale zone van krater-bekken op de aarde bestaan, worden dezelfde omgevingen op de planeet Mars zeer interesante doelen voor de sample return missions gepland door ESA en NASA in de nabije toekomst. Organisaties: • Isotopen Geologie en Evolutie van het Paleo-Milieu
Onderzoekers: • Philippe CLAEYS
Synthese van nieuwe polycyclische verbindingen die een quinolineskelet bevatten. Universiteit Antwerpen
Abstract: Synthese van nieuwe polycyclische verbindingen die een quinolineskelet bevatten. Organisaties: • TOEGEPASTE N.M.R. • Toegepaste NMR
Onderzoekers: • Roger Dommisse • Tim Jonckers
Een categorische benadering van compactheid, separatie en compleetheid, geïnspireerd door een versie voor approach ruimten en de implementatie ervan op categorieën van objecten gemodelleerd over een algebra. Universiteit Antwerpen Abstract: Een categorische benadering van compactheid, separatie en compleetheid, geïnspireerd door een versie voor approach ruimten en de implementatie ervan op categorieën van objecten gemodelleerd over een algebra. Organisaties: • Fundamentele Wiskunde
Onderzoekers: • Robert Lowen
Evaluatie van het effect van een specifieke orthopedagogische methode op depressie bij kinderen en op de ermee samenhangende problematische opvoedingssituaties. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Niettegenstaande depressie bij kinderen slechts vrij recent officeel werd erkend, zijn onderzoekers het ermomenteel over eens dat deze stoornis bestaat en dat de prognose ongunstig is, tenzij de depressie vroegtijdig wordt gediagnosticeerd en behandeld. Meer en meer ook erkennen zij het grote belang van de opvoeding en daaraan leveren wij een bijdrage. De werkhypothese is dar een antwoord dat is afgestemd op de orthopedagogische typevraag, gelezen vanuit de theorieën van cicchetti en Van der Doef, een gunstig effect heeft op de depressie en op de ermee samenhangende problematische opvoedingssituatie. Die typevragg houdt in dat het kind met een depressie behoefte heeft aan 1) een warm en liefdevol pedagogisch klimaat, 2) een uitnodigende en belonende situatie, 3) een autoritatieve opvoederspresentatie, 4) interpersoonlijke, cognitieve, probleemoplossende vaardigheden. Twee interventies die we in eerder publicaties integraal hebben beschreven, moeten zorgen voor een adequate afstemming tussen vraag en antwoord. De interventie voor de ouders bestaat uit zes sessies van twe uur. De interventie voor de kinderen bestaat uit veertien sessies van een half uur. We toetsen de werkhypothese in een breed experimenteel onderzoek met voor- en nameting bij experimenteel onderzoek met voor- en nameting bij experimentele en controlegroepen. Organisaties: • Pedagogiek en Orthopedagogiek
Onderzoekers: • FRANK DE FEVER
Van Sisyphus naar Icarus: sporen van het existentialisme in de postmoderne roman Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project onderzoekt de relaties tussen het literaire existentialisme en postmodernisme. Het bestudeert die verhoudingen vanuit twee cruciale aspecten: het mensbeeld (de leegte, de absuriditeit enzovoort)en het wereldbeeld (de revolte, de revolutie, de terreur). Die aspecten worden zowel op het formele vlak bestudeerd (de narratieve strategieën) als op het inhoudelijke (de thematiek). Concreet wordt vertrokken van de spanning tussen Camus en Sartre en van het literaire existentialisme van Jan Walravens en Anna Blaman. Via postmoderne theorieën over het subjectloze ik en de revolte, wordt dan overgestapt naar het postmoderne werk van auteurs als Peter Verhelst en Atte Jongstra. Organisaties: • Germaanse Talen
Onderzoekers: • BART VERVAECK
Snelle detectie en identificatie van contaminanten en biotoxines in de voedselketen met behulp van biosensoren. Universiteit Antwerpen Abstract: Snelle detectie en identificatie van contaminanten en biotoxines in de voedselketen met behulp van biosensoren. Organisaties: • ECOFYSIOLOGIE EN BIOCHEMIE • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Wim De Coen
EUDEM2-SCOT conferentie : 15-18 september 2003. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Van 15 tot 18 september 2003 verzamelen wetenschappers, industriëlen en topmilitairen (o.a. generaal L. Jones, NAVOopperbevelhebber voor Europa) in Brussel voor het internationaal congres EUDEM2-SCOT over de nieuwste technieken in humanitaire ontmijning. Sinds 1998 is in Europa geen gelijkaardig congres meer georganiseerd. Dat het congres op de VUB mag doorgaan is te danken aan de ruime expertise die de vakgroep Elektronica en Informatieverwerking van de VUB opgebouwd heeft in dit vakgebied. Op het congres worden deelnemers en sprekers uit de hele wereld verwacht waaronder ook een groep van eindgebruikers, d.w.z. mensen die mijndetectiesystemen dagelijks gebruiken om hun eigen leefomgeving mijnenvrij te maken en houden. Het is dan ook de bedoeling van dit congres om wetenschappers, industriëlen en (top)militairen te confronteren met de zorgen en verwachtingen van deze eindgebruikers. De nieuw ontwikkelde technologieën moeten immers kunnen beantwoorden aan de situatie op het terrein. Organisaties: • Elektronica en Informatica
Onderzoekers: • HICHEM SAHLI • JAN CORNELIS
Signaalverwerking en automatische patiënt-aanpassing bij geavanceerde gehoorprothesen. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van geavanceerde gehoorprothesen en in het bijzonder cochleaire implantaten is een goede geluidsperceptie en spraakverstaanbaarheid te bieden aan doven en zwaar slechthorenden. Hiertoe wordt het geluid eerst verwerkt d.m.v. een geluidsverwerkingsstrategie. In cochleaire implantaten wordt de zo bekomen informatie nadien overgedragen naar de gehoorzenuw d.m.v.
elektrische stimulatie. De kwaliteit van deze overdracht wordt in sterke mate bepaald wordt door het patiëntafhankelijke gedrag van de interface tussen elektrodecontacten en zenuwvezels. Het project beoogt de significante verbetering van de strategieën voor zowel de signaalverwerking als de informatie-overdracht. Daarnaast zal bestudeerd worden hoe een combinatie van subjectieve en objectieve data en modelleringsresultaten gebruikt kan worden om de strategieën op een automatische wijze optimaal aan te passen aan de patiënt. Organisaties: • Medische electronica • Medische elektronica
Onderzoekers: • Stefaan Peeters
Transfer en effecten van zware metalen in aquatische voedselketens: rol van voedselkeus en biobeschikbaarheid. Universiteit Antwerpen Abstract: Transfer en effecten van zware metalen in aquatische voedselketens: rol van voedselkeus en biobeschikbaarheid. Organisaties: • ECOFYSIOLOGIE EN BIOCHEMIE • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Jasper Hattink
Genetische associatiestudies met kandidaatgenen voor osteoporose. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project zal een genetische associatiestudie uitgevoerd worden met kandidaatgenen voor osteoporose. Botdensiteit wordt beïnvloed door meerdere genen in combinatie met omgevingsfactoren. Om de betrokkenheid van een aantal kandidaatgenen na te gaan, zullen polymorfismen opgespoord worden die vervolgens geanalyseerd zullen worden in een uitgebreide, uitstekend gekarakteriseerde set van individuen uit Noordoost Schotland. Organisaties: • Centrum medische genetica • Medische genetica van obesitas en skeletaandoeningen (MGENOS)
Onderzoekers: • Wim Van Hul
Pathobiochemie en neurotoxiciteit van guanidinederivaten. Universiteit Antwerpen Abstract: Pathobiochemie en neurotoxiciteit van guanidinederivaten. Organisaties: • Neurochemie en gedrag
Onderzoekers: • Peter De Deyn • An Torremans
Experimentele studie en modellering van complexe turbulente stromingen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Turbulentie is een fenomeen dat momenteel nog onvoldoende gekend en beheerst wordt. Nochtans raakt dit fenomeen rechtstreeks en onrechtstreeks een groot aantal domeinen : astronomie, meteorologie, oceanografie, hydraulica, aëronautica, marine biologie, milieu, chemische ingenieurs-technieken, enz. Er wordt dus gezocht naar een betere omschrijving, zowel op theoretisch niveau als voor industriële toepassingen. Een algemeen woordenboek geeft als omschrijving van turbulentie 'ongeordende agitatie van een vloeistof'. Turbulente stromingen lijken inderdaad chaotisch, wisselvallig. De basisvergelijkingen zijn reeds sedert 150 jaar gekend : het gaat hier om Navier-Stokes vergelijkingen, gekend als basisvergelijkingen van de stromingsmechanica. Het probleem is dat die vergelijkingen te complex zijn om te worden opgelost voor turbulente bewegingen in het algemeen. Daarenboven bezitten turbulente stromingen een groot aantal vrijheidsgraden. Voor praktische situaties, zoals de stroming rond een wagen, is dit aantal zo groot dat een directe oplossing door middel van de Navier-Stokes vergelijkingen niet realiseerbaar is, zelfs met de krachtigste computers. Het noodzakelijke berekeningsvermogen dient zo groot te zijn, dat een computeroplossing voor de stromingen rond een vliegtuigvleugel niet tot de verwachtingen behoort, ondanks de voorziene verhoging van het berekeningsvermogen in de komende jaren. Gezien deze situatie is het noodzakelijk een beroep te doen op de zogenaamde turbulentiemodellen. Bij deze benadering probeert men meestal de Navier-Stokes vergelijkingen op grotere schaal op te lossen. Dit stemt overeen met een reductie van het aantal vrijheidsgraden, dus van de rekentijd, wat een numerieke oplossing toelaat. De Navier-Stokes vergelijkingen zijn echter sterk non-lineair, en het berekenen van het gemiddelde op grote schaal heeft het probleem veranderd door het invoeren van een nieuwe term. De turbulentiemodellen proberen deze nieuwe term te modeliseren, wat overeenkomt met het maken van een brug tussen het begin-probleem en de computersimulatie op een tussenliggende schaal. Het meest gebruikte turbulentiemodel sinds een dertigtal jaar is het k-epsilon model. Dit model functioneert redelijk goed voor eenvoudige stromingen. De interessantste turbulente stromingen voor industriële toepassingen (rond een wagen of een vliegtuig, in een reactor, een turbine of een brander) zijn complexer en worden door het k-epsilon model slecht beschreven. Het door ons gevoerde onderzoek binnen dit gebied bestaat erin de belangrijkste fouten van dit model te zoeken, om het te veralgemenen en numerieke oplossingen te leveren die de experimenten meer benaderen. Dit onderzoek is dus zeer nuttig voor industriële toepassingen, aangezien deze turbulente stromingen nog slecht begrepen worden, wat constructeurs verplicht tot belangrijke en dure overdimensioneringen. Organisaties: • Stromingsmechanica
Onderzoekers: • CHARLES HIRSCH
Computerontwerp van moleculen en materialen. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van dit project is een aantal theoretische methoden en technieken welke gebruikt worden in verschillende domeinen van de wetenschap zoals quantumchemie, vaststoffysica en statische fysica met betrekking tot de studie van moleculen en materialen, samen te brengen in een coherent softwarepakket dat zal toelaten een brede waaier van industriële problemen te bestuderen. Organisaties: • THEORETISCHE STUDIE DER MATERIE • Theoretische studie der materie (TSM)
Onderzoekers: • Victor Van Doren • Dirk Lamoen
Experimentele studie van de wisselwerkingen van elementaire deeltjes. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project betreft hoofdzakelijk algemene personeels- en werkingskosten en gedeeltelijk de uitrusting noodzakelijk voor de volgende experimenten: - Studie van e+ e- wisselwerkingen in het CERN-LEP-DELPHI experiment Studie van hoog energetische e--p verstrooiingen in het DESY-HERA-H1 experiment - Opsporing van neutrino mu - neutrino tau oscillaties in het CERN-CHORUS experiment - Studie van hoog energetische atmosferische, galactische en extra-galactische neutrino's met behulp van de AMANDA-ICE3 Cherenkov detector geplaatst diep in het Antarctische ijs nabij de Zuidpool - Voorbereiding van het CERN-LHC-CMS experiment betreffende de studie van pp-wisselwerkingen bij een massamiddelpuntsenergie van 14 TeV. Organisaties: • Elementaire Deeltjes • Natuurkunde • Bewegingsvorming en Sporttraining
Onderzoekers: • WALTER VAN DONINCK • JACQUES LEMONNE • Iris ROBBENS • STEFAAN TAVERNIER • CATHERINE DE CLERCQ • ROBERT ROOSEN
In vivo MRI-onderzoek naar de functionale organisatie van de hersenen bij de kanarie (Serinus canarrius) en de zebravink (Taeniopygia guttata) met behulp van mangaan als tract tracer. Universiteit Antwerpen Abstract: In vivo MRI-onderzoek naar de functionale organisatie van de hersenen bij de kanarie (Serinus canarrius) en de zebravink (Taeniopygia guttata) met behulp van mangaan als tract tracer. Organisaties: • BIO-IMAGING LAB • Bio-imaging
Onderzoekers: • Anne Marie Van Der Linden • Ilse Tindemans
In vitro studie van de neuro-immunologische interactie tussen mucosale mestcellen en extrinsiek sensorische, primair afferente neuronen bij muizen geïnfecteerd met Schistosoma mansoni. Universiteit Antwerpen Abstract: In vitro studie van de neuro-immunologische interactie tussen mucosale mestcellen en extrinsiek sensorische, primair afferente neuronen bij muizen geïnfecteerd met Schistosoma mansoni. Organisaties: • CEL- EN WEEFSELLEER • Laboratorium voor celbiologie en histologie
Onderzoekers: • Jean-Pierre Timmermans • Luc Van Nassauw
Organisatie congres : "International C.A.L.L. Conference 2004". Universiteit Antwerpen Abstract: Organisatie congres : "International C.A.L.L. Conference 2004". Organisaties: • Didascalia
Onderzoekers: • Jozef Colpaert
Ontwikkeling van online multimediaal cursusmateriaal Frans en Engels. (perceel 7 en 10) Universiteit Antwerpen Abstract: De officiële online cursus Frans en Engels - niveau Breakthrough en Waystage - voor BIS Volwassenenonderwijs omvat 240 lessen die gelijkmatig verdeeld zijn over de vier vaardigheden; zijnde spreken, schrijven, luisteren en lezen. De 12 contexten door de DVO gedefinieerd in "Opleidingsprofielen Moderne Talen" zorgen voor de noodzakelijke variatie in de cursus. In elke les wordt deze context gecombineerd met een specifieke eindterm om zo een taaltaak te formuleren voor de cursist. De cursus is volledig gebaseerd op het internet en voorziet in bijkomend materiaal zoals extra documenten, pdf files, audio-en videomateriaal, online woordenboeken en grammatica's, links naar interessante sites, enz. Van alle gebruikte sites is een backup beschikbaar. Feedback wordt deels voorzien binnen het programma, en deels door een mentor. Naast de vier taalvaardigheden scherpt de cursist ook volgende vaardigheden aan bij het doorlopen van de cursus: computervaardigheid, zelfredzaamheid, leren werken met informatiebronnen op het internet, informatie leren opzoeken op het net, een kritische houding ontwikkelen tegenover de gevonden informatie en zelfevaluatie van de eigen antwoorden. Organisaties: • Didascalia
Onderzoekers: • Wilfried Decoo • Jozef Colpaert
Determinanten van beslissingen van artsen rond het levenseinde : ervaringen, opvattingen en attitudes van huisartsen en specialisten in vlaanderen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De rol van de medische zorg aan het einde van het leven van patiënten is momenteel een belangrijk ethisch vraagstuk met een groeiende wetenschappelijke en matschappelijke aandacht. In België komt het onderzoek over handelswijzen van artsen rond het levenseinde van patiënten HALP's maar langzaam op gang. de resultaten van incidentie onderzoek in Vlaanderen FWO-project G011797 leren ons dat er in de medische praktijk in Vlaanderen ook daadwerkelijk levenskortend wordt gehandeld en dat de beslissingen van artsen rond het levenseinde een
vooraanstaande positite hebben in het medisch handelen aan het levenseinde. in de internationale literatuur zijn er, naast een beperkt aantal incidentiestudies, relatief veel attitudestudies gepubliceerd. De meeste van deze studies faalden om de vragen over attitudes te linken aan de feitelijke beslissingen inzake het levenseinde in de medische praktijk. De nieuwe OZR/FWO-studies moet een emirische basis van kennis opleveren over de samenhang tussen de determinanten van beslissingen rond het levenseinde van patiënten en de eigenlijke medische praktijk. In de huidige stand van de wetenschap is het onduidelijk n welk mate de opvattingen en attitudes van de artsen mbt beslissingen rond het levenseinde bepalend zijn voor hun feitelijk gedrag. verder kan ook de vraag worden gesteld in welke mate de attitudes en het gedrag ook worden beïnvloed door de waardeoriëntatie van de arts. Het onderzoeksproject heeft als doel een beter inzicht te krijgen in de redenen, motieven en andere determinanten van de medische praktijk rond het levenseinde zowel van het al dan niet nemen van een dergelijke beslissing, als van de keuze tussen de verschillende alternatieven of HALP-types. Organisaties: • Zorg rond het levenseinde
Onderzoekers: • JOHAN BILSEN • LUC DELIENS • GRETA VAN DER KELEN • REGINALD DESCHEPPER
In vivo magnetische resonantie beeldvormingsonderzoek van het neuraal substraat van geluidsperceptie en -verwerking van zang bij zangvogels. Universiteit Antwerpen Abstract: In vivo magnetische resonantie beeldvormingsonderzoek van het neuraal substraat van geluidsperceptie en -verwerking van zang bij zangvogels. Organisaties: • BIO-IMAGING LAB • Bio-imaging
Onderzoekers: • Anne Marie Van Der Linden
Enkele problemen in stochastische analyse en semigroeptheorie. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project komen de volgende onderwerpen ter sprake: (1) Het verband aangeven tussen Euclidische quantummechanica, martingaalmaten en generatoren van diffusies. (2) De uitbreiding van de stellingen die bestaan voor generatoren van sterke Markov processen tot Poolse en andere toplogische ruimtes. In het bijzonder de vraag beantwoorden: welke Lie-generatoren zijn tevens generatoren van sterke Markov processen? Hierbij zullen we de strikte topologie nodig hebben. Deze is ook beschikbaar in het niet-commutatieve geval van C*-algebra's. (3) Een betere kennis trachten te verkrijgen van stochastische partiele differentiaalvergelijkingen. In het bijzonder trachten het verband trachten duidelijk te maken tussen begrippen als singuliere limieten van quadratische vormen, terugwaartse stochastische differentiaalvergelijkingen, Neumann semigroepen en gereflecteerde Markov processen. Organisaties: • Analyse en topologische structuren • Fundamentele Wiskunde
Onderzoekers: • Johannes Van Casteren
Bijstand aan de rechtsfaculteit van de Université du Burundi. Universiteit Antwerpen Abstract: Bijstand aan de rechtsfaculteit van de Université du Burundi. Organisaties: • Internationaal recht : volkenrecht • Faculteit Rechten - overige
Onderzoekers: • Marc Bossuyt
Identificatie en karakterisering van celmembraan-gebonden enzymen betrokken in de nucleotide-afhankelijke groei en in de invasie van tumorcellen. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project beoogt de identificatie van de nucleotide-geactiveerde receptoren betrokken in de groei van tumorcellen. Celmembraangebonden enzymen, welke nucleotiden hydrolyseren en het activeringspatroon van de betrokken receptoren wijzigen, zullen worden gekarakteriseerd. Meer specifiek zal het effect van een nucleotide pyrofosfatase op de nucleotide-afuankelijke groei en op de invasiviteit van tumorcellen worden onderzocht Organisaties: • Cellulaire biochemie • Cellulaire biochemie
Onderzoekers: • Herman Slegers
Studie van hoge bitrate "boven-op-de-chip" communicatie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het onderzoek naar communicatie op transmissielijnen boven op de chip, en van chip naar chip op centometer afstanden en hele hoge bitrates Organisaties: • Elektronica en Informatica
Onderzoekers: • MAARTEN KUIJK
Opstellen van veiligheids-en efficiëntiedossiers van cosmetische producten volgens de voorschriften van de gangbare Europese Cosmetische Wetgeving. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Opstellen van veiligheids-en efficiëntiedossiers van cosmetische producten volgens de voorschriften van de gangsbare Europese Cosmetische Wetgeving voor de firma Soprodal NV.
Organisaties: • Toxicologie, Dermato-cosmetologie en Farmacognosie
Onderzoekers: • MARLEEN PAUWELS • VERA ROGIERS
De ontwikkeling van enzyme/mesoporeuze silica composietkatalysatoren met hoge stabiliteit en biokatalytische activiteit. Universiteit Antwerpen Abstract: Gefunctionaliseerde hexagonale mesoporeuze MSU silica dragermaterialen met grote poriediameter tussen 4 en 15 nm worden bereid volgens een nieuwe, ecologische en economische voordelige synthese procedure. Tijdens een post-synthetische modificatie stap wordt het oppervlak van deze materialen gefunctionaliseerd met geschikte groepen (thiol, chloride, amine functies), die een sterke interactie aangaan met enzymen. Vervolgens worden een reeks van enzymen met variabele grootte geïmmobiliseerd op de MSU dragermaterialen. De invloed van de dragereigenschappen, zoals porositeit en oppervlaktekarakteristieken, op de geadsorbeerde hoeveelheid enzymes worden geëvalueerd, alsook de stabiliteit van de bekomen enzyme/silica composietmaterialen. Tot slot wordt de activiteit van de enzyme/mesoporeuze MSU katalysatoren bepaald in een geschikte biokatalytische reactie. Organisaties: • Anorganische scheikunde • Laboratorium adsorptie en katalyse
Onderzoekers: • Pegie Cool • Etienne Vansant
Vim-procedure ter evaluatie van de rentabiliteit van buitenlandse directe investeringen (DBI) d.m.v. de externe handel van voertuigen, instrumenten en machines (=VIM). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project is opgevat als een `mini module' met als doel de financiële redeneringen rond investeringen empirisch te vergelijken met de `reële' redeneringen rond internationale handel. Organisaties: • VAKGROEP INTERNATIONALE ECONOMIE, INTERNATIONAAL MANAGEMENT EN DIPLOMATIE • Internationale economie, internationaal management en diplomatie
Onderzoekers: • Evrard Claessens
Combineren van magnetische resonantie beeldvorming en numerieke stromingsmechanica voor de vroegtijdige detectie van hart- en vaatziekten Universiteit Gent Abstract: Omwille van het rechtstreeks verband tussen het snelheidspatroon van het bloed in een slagader en veel voorkomende pathologieën (zoals aneurismen en slagaderverkalking), is er een groeiende nood aan een techniek die niet-invasief de bloedstroom meet, en dit op individuele patiëntenbasis. In deze studie wordt gebruik gemaakt van MRI om de slagadergeometrie en randvoorwaarden op te meten. Met numerieke stromingsmechanica (CFD) wordt het stromingspatroon daarna berekend. Dit onderzoek moet toelaten om na te gaan wat de minimale benodigde MRI gegevens zijn om vroegtijdige diagnose van cardiovasculaire ziekten mogelijk te maken. Organisaties: • Vakgroep Civiele techniek
Onderzoekers: • Pascal Verdonck
Incongruentie van het ellebooggewricht bij de hond: diagnostische parameters en behandelingsstrategie Universiteit Gent Abstract: Elleboogdysplasie (ED) is een belangrijke gewrichtsaandoening bij opgroeide grote honden, waarbij losse fragmenten in het gewricht ontstaan. Incongruentie van de elleboog is een belangrijke oorzaak van ED. Met behulp van verschillende technieken worden objectieve parameters bepaald om de incongruentie te diagnosticeren. Tevens wordt er nagegaan of de resultaten van de artroscopische behandeling van ED verbeterd kunnen worden met een ulna-osteotomie. Organisaties: • Vakgroep Medische Beeldvorming van de Huisdieren en Orthopedie van de Kleine Huisdieren
Onderzoekers: • Henri van Bree • Richard Ducatelle • Bernadette Van Ryssen
Fundamentele fysische studie van de invloed van microstructuur en orde-wanorde op de brosheid van Fe-Si-legeringen (tot 25% at % Si) geproduceerd via thermomechanische en diffusietechnische weg Universiteit Gent Abstract: Studie van de orde-wanorde transformaties in hoog-silicium staal met behulp van Mössbauerspectroscopie, calorimetrie, X-straaldiffractie en metallografische technieken om de invloed ervan na te gaan op de plastische vervormbaarheid van deze legeringen. Enkele onderzochte materialen zijn commercieel verkrijgbaar, de overige worden bij de vakgroep TW10 geproduceerd via een specifieke thermomechanische weg of via onderdompeling in een a1-Si-smelt gevolgd door een diffusiegloeibehandeling. Organisaties: • Vakgroep Toegepaste Materiaalwetenschappen
Onderzoekers: • Robert Vandenberghe • Yvan Houbaert • Serge Hoste
Archeologische survey en Corona-satellietopnames in het Altaïgebergte (Zuid-Siberië). Een multidisciplinaire bijdrage tot de studie van occupatiepatronen van nomadische volkeren (1000 v. Chr. - heden) Universiteit Gent Abstract: Het project beoogt het gebruik van CORONA-satellietbeelden in het Altaï-gebergte. Deze dienen als basis voor het opmaken van geomorfologische kaarten, en voor het detecteren van archeologische sites, vooral de Scythische grafheuvels. Deze gegevens worden in twee veldcampagnes aangevuld en geverifieerd. Eindbeoordeling is occupatiepatronen in het gebruik van het landschap door deze nomadische volkeren te vatten (1000 v. C tot heden).
Organisaties: • Vakgroep Archeologie
Onderzoekers: • Jean Bourgeois • Rudi Goossens • Alain De Wulf
Hydrogeochemische studie en isotopenonderzoek van het grondwater in kalkhoudende vs. Kalkarme aquifers in Vlaanderen Universiteit Gent Abstract: In het project wordt de hydrogeochemie van twee Vlaamse aquifers met constrasterende typecondities (kalkhoudend/kalkarm) bestudeerd, in functie van de grondwaterkwaliteitsbepalende processen: het Ledo-Paniseliaan in Noordwest-België en het Neogeen + PlioPleistoceen in Noordoost-België. De Studie van natuurlijke isotopen en edelgassen in het grondwater wordt mee in dit onderzoek betrokken. Organisaties: • Vakgroep Geologie en bodemkunde
Onderzoekers: • Kristine Walraevens
Een gevalideerde softwarebibliotheek voor speciale functies. Universiteit Antwerpen Abstract: Het `Bateman Project' (jaren 50) en het `Handbook of Mathematical Functions' (1964) waren gedurende de laatste vier decennia dé referenties voor de beschrijving van Besselfuncties, hypergeometrische functies, orthogonale polynomen,... Kenmerkend voor deze `speciale' functies is dat ze opduiken in een zeer uiteenlopende reeks fysische en ingenieursproblemen.De technologische vooruitgang van de laatste veertig jaar maakt een `update' van deze projecten noodzakelijk, en het voorgesteld onderzoeksproject past in dit kader. We willen bijdragen tot de ontwikkeling van een softwarebibliotheek die speciale functies gegarandeerd betrouwbaar evalueert voor een zo groot mogelijk domein van argumenten en parameters. De eis van betrouwbaarheid (elk cijfer dat afgeleverd wordt, moet ook beduidend zijn) is voor dit project essentieel.Het aanleggen van een dergelijke bibliotheek is een bijzonder omvangrijk project, en onze bijdrage spitst zich vooral toe op de benadering van speciale functies d.m.v. kettingbreuken. Naast reeksontwikkelingen kunnen speciale functies namelijk ook benaderd worden d.m.v. kettingbreuken, waarbij in een groot aantal gevallen het convergentiedomein groter en de convergentiesnelheid hoger is. Precies op deze gevallen zullen we ons concentreren. Organisaties: • Emerging computational techniques (ECT)
Onderzoekers: • Brigitte Verdonk • Annie Cuyt • Johan A G Vervloet
Productevaluatieonderzoek bij VVKSM. Universiteit Antwerpen Abstract: Scouting is een vrijetijdsbesteding voor heel wat kinderen en jongeren en is vandaag meer dan het stereotype kampvuur. Achter de dagelijkse werking van de groepen zit een uitgebreid pedagogisch plan. Naast het aanbieden van ontspanning heeft VVKSM namelijk ook een opvoedende rol. De vereniging verspreidt de ideeën en principes via verschillende kanalen. Een van hun sterkste punten is namelijk dat ze een gevarieerd aanbod aan ondersteunende publicaties heeft. Het doel van dit onderzoek is om na te gaan in welke mate de achterliggende ideeën doordringen tot de leiding en hoe ze gebruikt worden in de wekelijkse spelactiviteiten. VVKSM wil het nut van bepaalde communicatieinstrumenten, zoals handboeken en de website, laten beoordelen. In hoeverre worden deze geraadpleegd? Worden de handboeken en brochures gelezen? Hoe verloopt de informatieverspreiding? Bereikt deze de basis of niet? Een van de voornaamste knelpunten blijkt namelijk een gebrekkige informatiedoorstroming te zijn naar de basis. Alle scouts- en gidsenleiding wordt aangesproken om deel te nemen aan het kwantitatieve onderzoek door een webenquête in te vullen. De resultaten zijn in de eerste plaats beleidsgericht, maar kunnen tevens een breder publiek aanspreken dat interesse heeft voor de jeugdbewegingssector. Organisaties: • Centrum voor Longitudinaal en Levensloop Onderzoek (CELLO)
Onderzoekers: • Dimitry Mortelmans
Coûts financiers directs et indirects engendrés par l'installation de systèmes d'air climatisé dans les voitures particulières. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Deze opdracht heeft betrekking op het ramen van de directe en indirecte financiële kosten van de installatie van systemen voor klimaatregeling in individuele voertuigen. De VUB-ETEC evalueert de directe en indirecte emissies van airco's in de context van het Brussels Hoodstedelijk Gewest. De ULB-CEESE berekent de financiële kosten. Organisaties: • Elektrotechniek-Energietechniek • Mobiliteit en voertuig technologie onderzoeksgroep
Onderzoekers: • Jean-Marc TIMMERMANS • JOERI VAN MIERLO
Bepaling van de voorwaarden om voor oude glasramen aantasting door condensatie, depositie van stofdeeltjes en groei van microorganismen te verhinderen.(VIDRIO) Universiteit Antwerpen Abstract: Het effect van beschermende voorzetglazen op de conservatie van oude glasramen wordt in dit project geëvalueerd. Dit houdt de karakterisatie in van alle relevante parameters voor de corrosie van glas en voor de wijziging van de pigmenten vanuit een brede invalshoekunt, inclusief de fysische (bvb. wijzigingen van temperatuur en vochtigheid), chemische (bvb. belangrijke vervuilende gassen) en microbiologische parameters. Organisaties: • Micro- en Sporenanalyse • AXES
Onderzoekers:
• Rene Van Grieken
Elektrische stalen (materiaalmodellen, microstructureel onderzoek en energieverliezen). Universiteit Gent Abstract: Het onderzoek betreft het elektromagnetisch gedrag van elektroblik, zowel georiënteerd als niet-georiënteerde, onder zowel alternerende als rotationele bekrachtiging. Vorig onderzoek resulteerde reeds in dergelijke macroscopische modellen en verbeterde karakteristiekmethodes voor niet-georiënteerde elektroblik bij willekeurige wisselexcitatie. De modellen en karakteristiekmethodes, gebaseerd op (en een uitbreiding van) het Preisach model resulteerden in veel nauwkeuriger berekeningsmodellen voor elektrische toepassingen (machines) die gebruik maken van dgl. elektroblik. Het onderhavig onderzoek wil dit uitbreiden naar georiënteerde elektrische stalen en naar rotationele bekrachtiging. Tegelijktertijd stellen we ons tot doel een beter inzicht te verkrijgen in de microstructurele factoren (zoals domeinstructuur, interactie met insluitsels en de karakterisatie van deze insluitsels, invloed van thermische en mechanische bewerkingen). Organisaties: • Vakgroep Wiskundige analyse
Onderzoekers: • Roger Van Keer
Ontwikkeling van een meet- en opvolgingssysteem voor het integrale veiligheidsbeleid (beter: voor de instroom en selectie van de strafrechtelike keten) Universiteit Gent Abstract: Doel van dit project is het inzicht te vergroten in de wijze daarop de strafrechtelijke keten omgaat met de feiten die in haar systeem terechtkomen. Het meetsysteem is een instrument om de instroom, doorstroom en selectie in de verschillende strafrechtelijke niveaus zichtbaar te maken. Beleidsmatig kan het meetsysteem een hulpmiddel worden bij het opstellen en evalueren van het strafrechtelijk beleid (veiligheidsplannen). Organisaties: • Vakgroep Strafrecht en criminologie
Onderzoekers: • Paul Ponsaers
Forecasting the dynamic response of timber quality to management and environmental change: an integrated aproch Universiteit Gent Abstract: De belangrijkste doelstelling van het project bestaat in het maken van een geïntegreerd model dat zowel bosbouwers, de houtverwerkende industrie als de beleidsmakers in staat moet stellen een afweging te maken tussen de prioritaire bosfuncties gaande van houtproductie tot natuurbehoud binnen een kader van duurzaam en multifuctioneel bosbeheer. Het model zal ook effecten van koolstof allocatie en energieaspecten opnemen. Organisaties: • Vakgroep Bos- en Waterbeheer
Onderzoekers: • Marc Stevens
Contractvoorwaarden van kredietinstellingen Universiteit Gent Abstract: Onderzoek van algemene bankvoorwaarden en onrechtmaige bedrijven. Organisaties: • Vakgroep Burgerlijk Recht
Onderzoekers: • Walter De Bondt
Terugkeermandaat LAROY Wouter Universiteit Gent Abstract: De in deze vakgroep ontwikkelde DSA-FACE techniek voor de gevoelige analyse van glycanen met hoge doorvoer, wordt verder geoptimaliseerd en toegepast. Aanpassing van het werkplatform naar meer moderne apparatuur en de mogelijkheid van analyse van meerder glycaantypes zijn mogelijke aanvullingen. Toepassingen zijn te zoeken in de diagnostiek. In eerste instantie worden glycaanveranderingen bij leverziekten, borstkanker, alzheimer en inflammatie onderzocht. Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Roland Contreras
Sproeidroogtechnologie voor voedingsmiddelen, chemicaliën en pharmaceutische producten (SPRAYNET) Universiteit Gent Abstract: Dit "thematic network" van de Europese commissie heeft als doel de uitbreiding van de sproeidroogtechniek naar producten die moeilijk te behandelen zijn via de conventionele benadering. Binnen dit gebied zal onderzoek aangemoedigd worden en informatie (o.a. patenten, literatuur referenties ?) zal verspreid worden naar eindgebruikers toe om zo de exploitatie binnen de industrie te waarborgen. Organisaties: • Vakgroep Anorganische en fysische chemie
Onderzoekers: • Serge Hoste
Strategische studie havenarbeid in Vlaamse havens vanuit een logistiek perspectief. Universiteit Antwerpen Abstract: Deze studie heeft als doelstelling om de huidige en toekomstige rol van de havenarbeid in de Vlaamse havens te evalueren in het licht van de troeven van Vlaanderen als vooraanstaande logistieke regio. Hierbij gaat de aandacht voornamelijk uit naar de evaluatie van de huidige regeling voor de havenarbeider in het licht van Vlaanderen als logistiek platform. Vervolgens zullen er ook aanbevelingen gedaan worden om de havenarbeid te hervormen tot een competitief voordeel voor de toekomst van de Vlaamse havens en Vlaanderen als logistieke regio. Organisaties: • ITMMA
Onderzoekers: • Theo Notteboom • Wout Dullaert
Genomische en expressiearray-analyse van neuroblastoom: identificatie van nieuwe doelwitten voor moleculair gerichte therapeutische interventie Universiteit Gent Abstract: Het neuroblastoom onderzoek binnen onze groep richt zich op de identificatie van genen die betrokken zijn in het ontstaan van deze tumor. Volgende doelstellingen werden voorop geplaatst: de identificatie van genen die gereguleerd worden door het MYCN gen, genomische fijnlokalisatie van kritische regio's voor 3p-en 11q-deleties en 17q toename en mutatie-analyse en functionele analyse van kandidaat neuroblastoom genen. Organisaties: • Vakgroep Pediatrie en genetica
Onderzoekers: • Franki Speleman
Economisch nut van de Dender. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Aan de hand van een multi-criteria analyse werden 5 mogelijke locaties van een intermodale terminal langs de Dender geanalyseerd. De multi-criteria analyse hield rekening met al de betrokken actoren, zijnde de gebruikers, de investeerders/operators, de overheid en de lokale bevolking. Er werd zowel rekening gehouden met economische, sociale als ecologische criteria. Uit de analyse komt duidelijk de Victor Bocquéstraat locatie als meest interessante optie. Het terrein van Honda komt op de tweede plaats. Grootste knelpunt voor deze locatie zijn de onderhandelingen met Honda. Het terrein zelf biedt meer uitbreidingsmogelijkheden dan de Victor Bocquéstraat. Het is daarom aanbevelingswaardig om de gesprekken met Honda verder te zetten en deze piste niet uit te sluiten. Organisaties: • Bedrijfseconomie en Strategisch Beleid
Onderzoekers: • CATHY MACHARIS
Het begeleiden van NIRAS bij de voorbereiding van het participatie- en besluitvormingsproces inzake de berging van categorie B en C afval en de begeleiding bij de voorbereiding en uitwerking van een "Strategic Environmental Impact Assessment". Universiteit Antwerpen Abstract: Het begeleiden van NIRAS bij de voorbereiding van het participatie- en besluitvormingsproces inzake de berging van categorie B en C afval en de begeleiding bij de voorbereiding en uitwerking van een "Strategic Environmental Impact Assessment". Organisaties: • Milieu en Samenleving (M&S)
Onderzoekers: • Erik A O J Van Hove • Ilse Loots
Wetenschappelijke ondersteuning van het Vlaams Integraal Wateroverleg Comité. Universiteit Antwerpen Abstract: De opdracht behelst volgende doelstellingen : a) wetenschappelijke voorbereiding en uitwerken van een conceptueel kader voor het beleid inzake het Vlaams Integraal wateroverleg b) de wetenschappelijke ondersteuning, begeleiding, follow up en coordinatie van projecten en opdrachten van de permanente werkgroep van het VIWC c) het voorstellen en uitwerken van een communicatiestrategie mbt. het VIWC. Organisaties: • Ecosysteembeheer • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire
Verlenen van wetenschappelijke bijstand bij de algemene ontwikkeling en/of opvolging van de door de opdrachtgever te bepalen cosmetische producten. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Verlenen van wetenschappelijke bijstand bij de algemene ontwikkeling en/of opvolging van de door de opdrachtgever (Avery Dennison Bvba) te bepalen cosmetische producten. Aan de hand van de opgebouwde expertise in het kader van de Europese Cosmetische Wetgeving alsook in het domein van efficiëntiemetingen en formulering van cosmetica, wordt wetenschappelijke bijstand geleverd naargelang de noden en prioriteiten bepaald door de opdrachtgever. Organisaties: • Toxicologie, Dermato-cosmetologie en Farmacognosie
Onderzoekers: • MARLEEN PAUWELS • VERA ROGIERS
Het belang van de luchthaven van Zaventem als logistiek platform. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van het project is in de eerste plaats een voorspelling te maken van de toekomstige vraag naar luchtvracht in West-Europa en specifiek voor Brussel-Nationaal. Hieruit kunnen dan de nodige investeringen bepaald worden met in achtneming van mogelijke drempels en de samenstelling/karakteristieken van luchtvracht. De analyse van het aanbod is gebaseerd op een benchmarking van beter presterende luchthavens. Deze beide deelanalyses hebben dan tenslotte geleid tot een lange termijn strategie voor vracht op Brussel-Nationaal. Organisaties: • Transport en ruimtelijke economie
Onderzoekers: • Eddy Van de Voorde
Multicompartmental modelling of cerebellar neurons. Universiteit Antwerpen Abstract: Multicompartmental modelling of cerebellar neurons. Organisaties: • Theoretische neurobiologie • Theoretische neurobiologie en neuroengineering
Onderzoekers: • Erik De Schutter
Schoolkostenmonitor. Universiteit Antwerpen Abstract: Schoolkostenmonitor. Organisaties: • School Onderwijs Stad & Samenleving (SOS & S)
Onderzoekers: • Paul Mahieu
Ontwerp en realisatie van een multimediale presentatie 'Boma', in het kader van de tentoonstelling 'Congo: de koloniale tijd' Universiteit Gent Abstract: De multimediale presentatie schetst een beeld van Boma, de hoofdstad van de Kongo Vrijstaat, rond 1900. Zowel architectuur, stedenbouw als sociale geschiedenis komen daarbij aan bod. Ze is opgebouwd rond een ruime selectie historische foto's uit de bijzonder rijke collectie van het KMMA over deze stad. De presentatie laat de bezoeker toe een aantal thematische verhalen over Boma te ontdekken via een parcours dat hij/zij in hoge mate vrij kan bepalen. De presentatie wordt opgenomen in de tentoonstelling die aan de koloniale geschiedenis van Congo wordt gewijd en wordt mogelijks ook via de website van het KMMA consulteerbaar. Organisaties: • Vakgroep Architectuur en stedenbouw
Onderzoekers: • Emiel De Kooning • Johan Lagae
Postdoctoral fellowship - fortunato Lorenzo (Italiaan) Universiteit Gent Abstract: In het kader van het lopende FWO project G,0020,03, het bestuderen van collectieve beweging in de atoomkern, gebruik makend van exacte oplossingen van het Bohr-Mottelson model en gebruik makend van exacte oplossingen van het Bohr-Mottelson model en gebruik makend van groepentheoretische technieken zoals het interagerend boson model. Organisaties: • Vakgroep Fysica en Sterrenkunde
Onderzoekers: • Kristiaan Heyde
Lokale Integrale Veiligheidsanalyse. (LIVA) Universiteit Antwerpen Abstract: Lokale Integrale Veiligheidsanalyse. (LIVA) Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Jean Vranken
Project monniksgieren in Dierenpark Planckendael. Universiteit Antwerpen Abstract: Project monniksgieren in Dierenpark Planckendael. Organisaties: • Gedragsbiologie
Onderzoekers: • Mark Nelissen • Han Weetjens
Placental uptake and transfer of environmental chemicals relating to allergy in childhood years (PLUTOCRACY). Universiteit Antwerpen Abstract: Placental uptake and transfer of environmental chemicals relating to allergy in childhood years (PLUTOCRACY). Organisaties: • Kindergeneeskunde • Laboratorium Experimentele geneeskunde en Pediatrie (LEMP)
Onderzoekers: • Kristine Desager
Invasie en biodiversiteit in graslanden en perceelsranden. Universiteit Antwerpen Abstract: Biologische invasies worden beschouwd als een toenemende bedreiging voor de biologische diversiteit, maar de onderliggende principes ervan zijn onvoldoende gekend. Ook de wijze waarop globale klimaatsveranderingen invasieprocessen beïnvloeden, is onduidelijk. Het doel van dit voorstel is een beter mechanistisch kader te ontwikkelen om (a priori) te kunnen bepalen welke plantengemeenschappen het meest gevoelig zijn aan invasie (`invasibiliteit') en welke soorten potentieel het meest invasief kunnen worden (`invasief vermogen') onder bepaalde condities. Het project is voor een groot deel gericht op grasland aangezien grassen verantwoordelijk zijn geweest voor enkele van de meest destructieve invasies uit het verleden. Eén der voornaamste oorzaken van biologische invasies zijn veranderingen in landgebruik. Het landbouwbeleid in West-Europa streeft naar een reductie van de intensieve landbouw en promotie van biodiversiteit, maar het is onzeker hoe biologische invasies hierdoor beïnvloed worden. We bestuderen dit vraagstuk voor de recente trend van perceelsranden. Deze worden aangelegd op akkers als buffer voor nutriënten- en biocide-efflux en worden beschouwd als nieuwe reservoirs voor biodiversiteit in onze gefragmenteerde landschappen. Installatie van perceelsranden vormt echter een aanzienlijke verstoring en de soorten-influx wordt er minder intens gecontroleerd dan in gewassen, zodat ze belangrijke `hot spots' voor invasie kunnen vormen. In dit project worden eerst technieken vergeleken om biodiversiteit in perceelsranden te maximaliseren (spontane introgressie, toepassing van commerciële vs. lokale zaden, enz.). Daarna wordt de invasibiliteit in perceelsranden getest door er soorten uit de modelecosystemen te introduceren. Het objectief is om beheersmaatregelen te bepalen die het risico op invasie minimaliseren, zowel in perceelsranden als vanuit perceelsranden naar de akkers. De algemene doelstelling van het project is een meer gefundeerde wetenschappelijke basis te ontwikkelen voor het uitwerken van beschermende
strategieën tegen invasie in graslanden en perceelsranden. Hierdoor moeten pro-actieve beleidsmaatregelen mogelijk worden i.p.v. de huidige curatieve politiek. Organisaties: • Planten- en vegetatie ecologie • Planten- en vegetatie-ecologie (PLECO)
Onderzoekers: • Ivan Nijs
Rol van de CaCO3 cyclus in de klimaatsverandering. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het relatief belang van de mariene productie van carbonaten ten opzichte van de globale koolstofcyclus met uitwisseling tussen continenten, atmosfeer en oceanen in beschouwing genomen, wordt geschat op niveau van geologische tijdschaal. De verschillende chemische processen die het gedrag van carbonaten in een marien systeem bepalen worden beschreven in termen van evenwichtsreacties. Deze benadering laat toe de chemische toestand van de koolstofcyclus te beschrijven voor zeewater en om de invloed van biologische activiteit te voorspellen op de distributie van opgelost carbonaat en op saturatiegraad van het systeem ten opzichte van calciet, aragoniet en Mg-calciet. Organisaties: • Biologie
Onderzoekers: • Pascale-Emmanuelle LAPERNAT • MARIE-HERMANDE DARO
Vergelijkend onderzoek over de mogelijkheden en beperkingen van telewerktypen. (Onderaanneming van het project ALLINCLUSIVE / Europees Sociaal Fonds). Universiteit Antwerpen Abstract: Tijd- en plaatsonafhankelijk werken door middel van ICT, telewerken of e-werken genoemd, wordt in dit project theoretisch en empirisch onderzocht. De verschillende mogelijkheden en beperkingen van e-werken, valkuilen en succesfactoren die ondervonden worden door telewerkers en hun werkgevers worden nagegaan, omtrent onder meer interne communicatie, management en coaching van telewerkers en de combinatie werk/privé-leven. Organisaties: • Media & ICT/Interpersoonlijke relaties in Organisaties & Samenleving (MIOS)
Onderzoekers: • Dimitry Mortelmans • Michel Walrave
Toepassing van duurzame en innovatieve materialen in de machinebouwindustrie Universiteit Gent Abstract: Dit project heeft tot doel om de noden van de machinebouwbedrijven inzake toepassing van duurzame en innovatieve materialen te inventariseren, en de disseminatie van Materialen op een gestructureerde wijze te laten verlopen? Dit zal gebeuren door bedrijfsbezoeken, studiedagen en seminaries. Via de efficientste informatiekanalen worden bedrijven geinformeerd over de resultaten van de technologiewacht in het domein van duurzame en innovatieve materialen Organisaties: • Vakgroep Mechanische constructie en productie
Onderzoekers: • Joris Degrieck
Ontwerp en synthese van specifieke inhibitoren van dipeptidyl peptidase (DPP II): een onderzoek naar het belang van DPP II in het metabolisme van biologisch actieve peptiden. Universiteit Antwerpen Abstract: Inleiding: Enzymen zijn als katalysatoren van biochemische reacties essentiële elementen in het onderzoek naar het functioneren van ons organisme. De kennis van hun structuur, werkingsmechanisme en functies geeft ons tevens belangrijke informatie bij de studie van de biochemische basis van ziektes en bij de ontwikkeling van nieuwe geneesmiddelen. Ons laboratorium heeft een uitgebreide ervaring met dipeptidyl peptidase IV (DPP IV). Dit is een protease dat dipeptiden afsplitst van het Nterminale gedeelte van peptiden met bij voorkeur proline of alanine op de voorlaatste positie. DPP IV heeft een belangrijke functie in het immuunsysteem en is betrokken bij het metabolisme van biologisch actieve peptiden als GFR (growth hormone releasing factor), GLP-1 (glucagonlike-peptide-1) en GIP (glucose-dependent insulinotropic polypeptide). Daarom, en recent onderzoek heeft dit ook aangetoond, zijn inhibitoren van DPP IV therapeutisch interessante verbindingen als immunosuppressiva, en bij niet-insuline afhankelijke diabetes en groeihormoon deficiëntie. Het dipeptidyl peptidase II (DPP II) is een zeer analoog enzym, waarover echter nog zeer weinig gekend is. De fysiologische functies van DPP II zijn nog onduidelijk maar waarschijnlijk speelt het, naar anologie met DPP IV, een belangrijke rol in de metabolische inactivatie van sommige oligopeptiden of hun fragmenten. Doelstelling: Dit doctoraatsonderzoek spitst zich toe op het achterhalen van de substraatspecificiteit van DPP II, waarna deze informatie kan gebruikt worden voor het ontwerpen en synthetiseren van inhibitoren, specifiek voor DPP II. Deze inhibitoren kunnen vervolgens aangewend worden in het onderzoek naar de biologische functie van DPP II en het therapeutisch belang van zijn inhibitie. Organisaties: • Medicinale chemie • Medicinale chemie (UAMC)
Onderzoekers: • Kristel Senten • Koen Augustyns
Het Tanganyikameer: archief voor klimaatsvariabiliteit (CLIMLAKE) Universiteit Gent Abstract: De studie van voorbije klimaatvariabiliteit wordt beoogt alsook een bijdrage tot het verkrijgen van een beter inzicht in de klimaatvariabiliteit op een tijdschaal van decennia tot millenia. Dit voornamelijk als relevant voor het verbeteren van de voorspelbaarheid door gebruik te maken van zowel hoge resolutie paleoklimaatgegevens als door het opbouwen van een model dat rekening houdt met de impact van de huidige klimaatvariabiliteit en klimaatveranderingen op een groot meer- ecosysteem. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Wim Vyverman
Industrieel basisonderzoek betreffende "Prenylflavoïden in Hop (Humulus lupulus L.): basis voor ontwikkeling van een Fytotherapeuticum voor behandeling van symptonen en ziekten, geassocieerd aan de menopauze Universiteit Gent Abstract: Hop (Humulus lupulus L.) bevat een serie prenylflavonoïden, die gekenmerkt worden door enerzijds hoge oestrogene activiteit, anderzijds krachtige anti-proliferatieve werking. Deze biologische activiteiten zijn bijzonder gunstig met betrekking tot beheersing van klachten, symptomen en ziekten, die geassocieerd zijn aan de menopauze. Hierbij dienen de onderlinge verhoudingen van actieve bestanddelen en de biologische beschikbaarheid geoptimaliseerd te worden. Organisaties: • Vakgroep Geneesmiddelenleer
Onderzoekers: • Denis De Keukeleire
Gen transcriptie profielering tijdens verschillende ontwikkelingsstadia van in vitro geproduceerde runderembryo's Universiteit Gent Abstract: De opzet is een aantal rundergenen te kloneren, karteren en vervolgens hun transcriptieniveaus te bepalen tijdens verschillende embryonale ontwikkelingsstadia. Genen met een signifant transcriptieverschil tijdens de overgang van een ontwikkelingsstadium kunnen uitgetest worden op hun capaciteit om te dienen als merker voor kwaliteit van in vitro embryo's. Organisaties: • Vakgroep Voeding, Genetica en Ethologie
Onderzoekers: • Luc Peelman • Ann Van Soom
De evaluatie van de beleidsmaatregelen uit de Nationale Actieplannen Sociale Insluiting 2001-2003 en 2003-2005 voor het thema "Menswaardig Inkomen". Universiteit Antwerpen Abstract: De evaluatie van de beleidsmaatregelen uit de Nationale Actieplannen Sociale Insluiting 2001-2003 en 2003-2005 voor het thema "Menswaardig Inkomen". Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Jean Vranken
Moleculaire determinanten van K+-channel drug block.. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in het algemene onderzoek van het laboratorium omtrent de moleculaire basis van de exciteerbaarheid van het hart. In dit project zal het researchteam onderzoeken welke de moleculaire determinanten zijn van blokkade van spannings-gevoelige kanalen door antiaritmica en locale anestetica. Spannings-gevoelige K+ kanalen spelen een cruciale rol in de controle van de cardiale exciteerbaarheid en repolarizatie en vormen het moleculaire aangrijpingspunt voor verscheidene nieuwere antiaritmica. Het team zal gecloneerde subunits gebruiken welke coderen voor de verscheidene cardiale kaliumstromen (Kv1.5, Kv4.2, HERG, KvLQT1). Steeds meer gegevens wijzen er op dat de moleculaire architektuur van de natieve kanalen ook geassocieerde proteinen (?-subunits) omvat welke de functie en mogelijk de farmacologie wijzigen. In dit project wordt enerzijds de hypothese getest dat specifieke aminozuren van het S6 segment bepalend zijn voor de binding van farmaca welke open kanalen blokkeren. Verder wordt getest hoe belangrijk hydrofobe interacties zijn voor de affiniteit en de stereoselectivieit van kanaal blokkade. Ook wordt nagegaan of verschillen in aminozuur samenstelling een uitleg vormt voor de isovorm- specifieke verschillen in affiniteit voor deze farmaca. Daarenboven zal getest worden of ?-subunits en kanaalblokkerende farmaca overlappende bindingsplaatsen hebben in de inwendinge monding van het kanaal en zal getest wroden of the intrinsieke farmacologie van KvLQT1 kanalen gewijzigd wordt wanneer KvLQT1 co-assembleert met minK (en aldus IKs vormt). Het team zal voor deze studies gebruik maken van de recentste technieken in de moleculaire biologie om de kanaalstruktuur te wijzigen, gecombineerd met 'state-of-the-art' patch clamp technieken voor functionele analyse van de kanalen. De resultaten zullen worden geinterpreteerd aan de hand van wiskundige en thermodynamische modellen voor gating en blokkade van deze kanalen. De studies zullen verder inzicht verschaffen in de moleculaire determinanten voor kanaal blokkade door antiaritmica, en over eventuele interacties met de structuren ('gates') verantwoordelijk voor opening en inactivatie van deze kanalen. De resulterende informatie zal bijdragen tot een dieper inzicht in de moleculaire farmacologie van deze belangrijke kanalen, wat kan leiden tot een beter inzicht in mechanismen van aritmien en uiteindelijk zal bijdragen tot de ontwikkeling van betere antiaritmische therapie. Organisaties: • Moleculaire biofysica, fysiologie en farmacologie • Moleculaire biofysica, fysiologie en farmacologie
Onderzoekers: • Dirk Snyders
Doctoraatsbegeleiding vna mevr. Gisela Lozano "Extension de la méthodologie Single-Events à la catalyse métallique" Universiteit Gent Abstract: Modellering van de chemische reactiekinetiek gebaseerd op enkelvoudige gebeurtenissen werd reeds toegepast voor reacties gekatalyseerd door zuren en wordt nu uitgebreid naar reacties gekatalyseerd door metalen met Fischer-Tropschsynthese als modelreactie. Het werk omvat het voorstellen/selecteren van elementaire stappen, een geautomatiseerde reactienetwerkgenerering, het schatten van de kinetische parameters in dit netwerk en het ontwerp van een model voor een industriëleractorsimulatie. Organisaties: • Vakgroep Chemische proceskunde en technische chemie
Onderzoekers: • Guy Marin
Integratie van dispersie, connectiviteit en landschapstructuur ten behoeve van richtlijnen voor habitatevaluatie en restoratie. Universiteit Antwerpen Abstract: Integratie van dispersie, connectiviteit en landschapstructuur ten behoeve van richtlijnen voor habitatevaluatie en -restoratie. Organisaties: • Dierenecologie • Dierenecologie
Onderzoekers:
• Erik Matthysen
PRE FU CO Vrije Universiteit Brussel Abstract: Mobiele communicatie voor het onderhouden van dynamische spatiale databanken en diensten voor nautische en continentale navigatie. Verdere verbetering van de nauwkeurigheid en QoS van de navigatie door fusie van satelliet gebazeerde navigatie, positionering via cellulaire netwerken en op sensoren gesteunde inertietechnieken ten behoeve van gegist bestek. Organisaties: • Elektriciteit
Onderzoekers: • LEO VAN BIESEN • PATRICK BOETS • Carine NEUS
Het gebruik van heel grote tekstcorpora om automatisch structuur te vinden in natuurlijke taal. Universiteit Antwerpen Abstract: van teksten en woordenboeken in vele verschillende talen. Deze corpora worden nog niet altijd gebruikt bij het onderzoeken van taalhypothesen en fundamentele vragen in de linguïstiek. Computers worden nu meer en meer gebruikt, en dit onderzoek wil bijdragen aan het ontwikkelen van deze trend. Het uiteindelijke doel is het introduceren van bestaande technieken in de taaltechnologie om specifieke hypotheses over taalstructuur, -functie, -verandering en 'typologie beter te kunnen bestuderen. Organisaties: • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers: • Walter Daelemans • Fien De Meulder
Tech Transfer Project (TTP): Multiplex. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit 3 maanden project had als doel proprietaire multiplex PCR software te evalueren. Hiervoor zullen 3 assays worden ontwikkeld: 1) VTEC assay (verotoxine producerende E. coli) bevat 23 amplicons ter identificatie van 9 VTEC serotypes; 5 virulentie genen en 9 virulentie gensubtypes, 2) GMO assay dewelke 7 amplicons bevat en moet toelaten 5 verschillende GMO variëteiten te detecteren, 3) Diagnostisch sequencen: door gebruik te maken van multiplex PCR goedkopere en snellere oplossingen zoeken voor sequencing reacties. Organisaties: • VIB DMG - Toegepaste Moleculaire Genomica
Onderzoekers: • Jurgen Del-Favero
Leefbaarheidsonderzoek voor de kust Universiteit Gent Abstract: De sociale problematiek aan de Belgische kust is van een zeer specifieke aard: sterke vergrijzing van de bevolking, (verdoken) armoede, vereenzaming etc. Het leefbaarheidsonderzoek wil, via onder meer een systematisch bevraging van sleutelpersonen, deze problematiek beter in kaart brengen om alzo te komen tot een actieplan voor de betrokken lokale en provinciale overheid en tot een lange-termijn beleid ter verbetering van de leefbaarheid van de kust. Organisaties: • Vakgroep Sociologie
Onderzoekers: • Piet Bracke
Methodologie en richtlijnen voor de kwaliteitscontrole van plantaardige geneesmidellen uit fingerprintchromatogrammen Vrije Universiteit Brussel Abstract: Plantaardige geneesmiddelen worden sinds lang therapeutisch gebruikt. Sinds kort bestaat er interesse om deze natuurlijke bestanddelen te karakteriseren teneinde hun activiteit te controleren. Wegens hun complexe samenstelling is het moeilijk alle bestanddelen te identificeren. Daarom wordt vaak slechts een aantal componenten bepaald, wat niet altijd toelaat de kwaliteit van het produkt te evalueren. Dit gebrek aan karakterisatie is een limiterende factor voor meer algemene toepassing. Sinds kort wordt fingerprint chromatografie gebruikt als identificatie- en kwaliteit-evaluerende tool. In 2000 besliste de Chinese State Drug Administratie fingerprints te ontwikkelen als kwaliteitscontrolestandaarden voor Traditionele Chinese Geneesmiddelen. De fingerprint chromatogrammen zijn echter meestal complex en bevatten overlappende pieken. Het is niet evident, zelfs met de huidige scheidingstechnieken, alle bestanddelen te scheiden. Daarenboven zijn de huidige richtlijnen voor kwaliteitscontrole van deze bestanddelen ongeschikt. Het doel van dit project is het opstellen van een methodologie om fingerprints te ontwikkelen en het definiëren van richtlijnen voor de kwaliteitscontrole van plantaardige geneesmiddelen. Organisaties: • Analytische Scheikunde en Farmaceutische Technologie
Onderzoekers: • Yvan VANDER HEYDEN
Modelering van het klimaat en het zeeniveau gedurende het derde millennium (MILMO). Vrije Universiteit Brussel Abstract: De voorspelling van de evolutie van het klimaat en de zeespiegelstand ingevolge menselijke activiteiten vereist het gebruik van globale driedimensionale modellen die alle belangrijke componenten van het klimaatsysteem omvatten (atmosfeer, oceaan, ijs, lithosfeer, en biosfeer). Zulke modellen dienen bovendien voldoende snel en efficiënt te zijn om op de huidige generatie computers een groot aantal simulaties en gevoeligheidsexperimenten over een langere tijdsperiode te kunnen uitvoeren, hetgeen onmogelijk is met de huidige generatie algemene circulatiemodellen (GCM's). Om die reden is het nodig om de modelcomponent die de meeste rekentijd vraagt te vereenvoudigen, welke over het algemeen de atmosferische component is. Modellen van het laatste type bestaan momenteel nog niet, maar worden ontwikkeld in verschillende Europese en Amerikaanse laboratoria. Wij stellen voor om zulk een model te construeren door de koppeling van een driedimensionaal atmosfeer-vegetatie-zeeijs-oceaan model (ECBILTVECODE-CLIO) met een model voor de oceanische koolstofcyclus (LOCH) alsmede met thermomechanische modellen voor de Groenlandse en Antarctische ijskappen (AGISM). Deze drie componenten werden reeds gedeeltelijk ontwikkeld in het kader van het Eerste Plan voor Wetenschappelijke Ondersteuning van een Beleid gericht op Duurzame Ontwikkeling (PODO I).
Om de bijdrage van het landijs op de zeespiegelstand te vervolledigen, is het tevens de bedoeling een globaal algorithme voor de gletsjersmelt aan te wenden in off-line mode. Na validering zullen deze werkinstrumenten gebruikt worden om onze kennis aangaande de interacties in het klimaatsysteem te verdiepen, om de voorspellingen voor de 21ste eeuw te verbeteren, en om de risicos te onderzoeken van abrupte klimaatsveranderingen en zeeniveauwijzigingen in de loop van het 3de millenium. Meer in het bijzonder stellen we voor om: * zo veel mogelijk projecties uit te voeren aangaande klimaatsveranderingen en zeespiegelwijzigingen in de loop van de 21 ste eeuw en het 3 de millenium, door de meest recente scenarios voor anthropogene klimaatsforcering te gebruiken; * een grondige analyse uit te voeren van de gemiddelde klimaatsveranderingen en de variabiliteit zoals gegenereerd door het model, met bijzondere aandacht voor de Noord-Atlantische, Europese, en polaire gebieden; * de rol van de vegetatie, de koolstofcyclus, en de dynamica van de poolkappen te kwantificeren in de geprojecteerde klimaat- en zeespiegelwijzigingen; * de waarschijnlijkheid te onderzoeken van abrupte klimaatswijzigingen gedurende het 3 de millenium; * de processen en interacties te identificeren in het model die tot zulke abrupte klimaatswijzigingen zouden kunnen voeren; * op een kritische manier de resultaten van het model te analyseren, in het bijzonder diegenen die tot snelle klimaatswijzigingen zouden kunnen leiden Behalve de puur wetenschappelijke verdiensten zal het project de decisionmakers kunnen voorzien van nauwkeurigere voorspellingen op langere termijn van klimaats- en zeespiegelwijzigingen. De anthropogene emissiescenarios van CO2 die tot zulke projecties leiden zullen eveneens meegedeeld worden. Bovendien zullen de resultaten van het model nuttig zijn voor een groot aantal projecten van onderzoeksgroepen die de impacts bestuderen (op het gebied van de productiviteit van de landbouw, het hydrologisch evenwicht, de gezondheid, socio-economische aspecten van global change, ...). We voorzien tevens dat onze resultaten zullen toegevoegd worden aan het vierde evaluatierapport van het Intergovernmental Panel on Climatic Change (IPCC). Ook zullen zij vergeleken worden met resultaten bekomen in het World Climate Research Program (WCRP), en meer in het bijzonder in de subprogramma's Climate Variability and Predictability (CLIVAR) en Arctic Climate System Study/ Cryosphere and Climate (ACSYS/ CLIC). Onze resultaten zullen ook nuttige indicaties geven voor globale algemene circulatiemodellen, die vollediger zijn maar tevens ook veel duurder zijn in het gebruik. Organisaties: • Geografie
Onderzoekers: • PHILIPPE HUYBRECHTS • HUGO DECLEIR
Multilingual subtitling of multimedia content (MUSA). Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van MUSA is het creeren van een multimodaal, multilinguaal systeem dat spraak en andere audio omzet naar transcripties in tekst, deze transcripties vertaalt naar andere talen, en dan ondertitels genereert op basis van deze vertalingen. MUSA zal voor het Engels, Frans, en Grieks gemaakt worden. Een state-of-the-art spraakherkenningssysteem zal uitgebreid worden en aangepast aan de context van het project. Een innovatief scenario voor automatische vertaling zal ontwikkeld worden waarin machinevertaling, vertaalgeheugens en term-substitutie gecombineerd zullen worden. De Antwerpse groep is verantwoordelijk voor de samenvatting van zinnen ten behoeve van ondertitelgeneratie met behulp van een automatische analyse van de taalkundige structuur van de zin. Organisaties: • Linguistiek • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers: • Walter Daelemans
Samenstelling van een informatiebundel m.b.t. juridische, wettelijke, sociale, sociologische, maatschappelijke elementen inzake de informele arbeid van clandestienen die in België verblijven. Universiteit Antwerpen Abstract: Samenstelling van een informatiebundel m.b.t. juridische, wettelijke, sociale, sociologische, maatschappelijke elementen inzake de informele arbeid van clandestienen die in België verblijven. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Christiane Timmerman
Synthese van inhibitoren van de niet-mevalonaatweg voor de biosynthese van isoprenoïden als anti-tuberculose geneesmiddelen Universiteit Gent Abstract: Onlangs werd aangetoond dat de meeste bacteriën (waaronder M. tuberculosis) isoprenoïden aanmaken via een biosyntheseweg, die verschilt van deze aangetroffen bij de mens: de zgn. niet-mevalonaatweg. Dit project beoogt de ontwikkeling van inhibitoren van het DOXP reductoisomerase, GcpE en LytB, enzymen betrokken bij deze alternatieve biosyntheseweg. Organisaties: • Vakgroep Geneesmiddelenleer
Onderzoekers: • Serge Van Calenbergh
Boom- en houtkwaliteitsonderzoek voor de Vlaamse Bos-Houtkolom Universiteit Gent Abstract: Dit project omvat 5 verschillende deelaspecten: karakterisatie van de houtstructuur, bepaling van de houtkwaliteit, technologie, interne en externe invloedsfactoren en beleidsondersteuning.In het eerste onderzoeksjaar wordt de nadruk gelegd op de karakterisatie van de houtstructuur. Deze data moeten de basis vormen voor de andere peilers binnen het onderzoeksprogramma. Daarnaast wordt verder ingegaan op de bepaling van de houtkwaliteit in relatie met de houtstructuur en de mogelijke interne of externe invloeden die deze parameters kunnen beïnvloeden. Organisaties: • Vakgroep Bos- en Waterbeheer
Onderzoekers: • Marc Stevens
Invasie en biodiversiteit in graslanden en perceelsranden Universiteit Gent Abstract: Het project bestudeert de botanische evolutie en de faunistische evolutie in akkerranden in functie van het beheer. Organisaties: • Vakgroep Plantaardige productie
Onderzoekers: • Dirk Reheul
Wetenschap en voorzorg in een interactief beleid van technologische risico's. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project ligt de onderzoeksvraag voor welke manieren van kennisinbreng effectief zijn om in een perspectief van voorzorg overweg te kunnen met complexe beleidsproblemen inzake technologie- en risicobeheer. Doel is het ontwikkelen en toetsen van een effectief arrangement voor het grensvlak kennis en beleid, dat de dichotomie wetenschap en voorzorg overstijgt. Het project wil zo een nuttige bijdrage leveren tot het ontwikkelen van praktische procedures en methoden inzake technologie- en risicobeheer, die tegelijk wetenschappelijk is en kadert in voorzorg. Organisaties: • VAKGROEP MILIEU, TECHNOLOGIE EN TECHNOLOGIEMANAGEMENT • Engineering Management
Onderzoekers: • Lieve Goorden
FWO Visiting Postdoctoral Fellowship. (Arkady Shanenko) Universiteit Antwerpen Abstract: FWO Visiting Postdoctoral Fellowship. (Arkady Shanenko) Organisaties: • Theorie van kwantumsystemen en complexe systemen
Onderzoekers: • Alfonsius Brosens • Arkadi Shanenko
Sequentiebepaling en annotatie van niet-repetitieve gebieden van humaan chromosoom 21p. Universiteit Antwerpen Abstract: Humaan chromosoom 21 bevat meer dan 20 ziektegenen. Hoewel in de meeste Down syndroom patiënten het syndroom wordt veroorzaakt door een trisomie van chromosoom 21 inclusief 21p, werd de meeste aandacht gegeven aan genen gelegen op 21q. De korte arm van chromosoom 21 is zeer rijk aan repetitieve sequenties en werd daarom niet geïncludeerd in het humaan genoomproject. Recent heeft men echter aangetoond dat in deze repetitieve sequenties genen verborgen kunnen liggen. Wij zullen de DNA-sequentie van chromosoom 21p bepalen en de aanwezigheid van genen en polymorfe merkers nagaan. Op deze wijze trachten wij een niet onbelangrijke bijdrage te leveren tot het vervolledigen van de humane genoomsequentie en het begrijpen van humane ziekten waaronder het syndroom van Down. Organisaties: • Moleculaire genetica • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Marc Cruts • Christine Van Broeckhoven
Bepalen van een ecoscore voor voertuigen en toepassingen van deze ecoscore ter bevordering van het gebruik van milieuvriendelijke voertuigen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het doel van deze studieopdracht is het wegwerken van alle knelpunten en een éénduidige methode voor de beoordeling van de milieuvriendelijkheid van voertuigen uit te werken. Deze EcoScore moet toepasbaar zijn voor conventionele personenwagens en zwaar vervoer (vrachtwagens, vuilniswagens, bussen), omgebouwde voertuigen en alternatieve voertuigen (huidige en toekomstige). De EcoScore dient eveneens in praktijk berekend te worden. Er dient m.a.w. nagegaan te worden welke gegevens waar kunnen bekomen worden om de methode toe te passen. Daarnaast dienen een aantal maatregelen concreet uitgewerkt te worden. Enerzijds wordt de EcoScore toegepast voor de uitwerking van sensibiliseringsmaatregelen en -instrumenten. Anderzijds wordt concreet aangegeven hoe deze EcoScore kan gebruikt worden voor het opleggen van quota en/of emissiekredieten, de analyse van vloten, de hervorming van de verkeersbelasting en mogelijke andere maatregelen. Organisaties: • Elektrotechniek-Energietechniek • Mobiliteit en voertuig technologie onderzoeksgroep
Onderzoekers: • GASTON MAGGETTO • Jean-Marc TIMMERMANS • JOERI VAN MIERLO
Verdere ontwikkeling en toepassing van goederenvervoermodellen in Nederland. Universiteit Antwerpen Abstract: De op dit ogenblik in Nederland beschikbare modellen blijken een aantal beleidsvragen niet te beantwoorden. Ze blijken ook niet te beantwoorden aan het verwachtingspatroon van de gebruiker. Deze studie brengt een advies uit over de verdere ontwikkeling en toepassing van de goederenvervoermodellen. Organisaties: • Transport en ruimtelijke economie
Onderzoekers: • Hilde Meersman • Eddy Van de Voorde
Synthesis of polymeric membranes for use in potentiometric detection of organic ionic substances with LC Universiteit Gent Abstract: In dit onderzoeksproject (i.s.m. UA en Polen) worden nieuwe polymeerstructuren ontwikkeld die als membraan kunnen dienen voor de detectie van organische ionische substanties via potentiometrische detectie. Hiervoor worden in de eerste plaats vernette polymeren ingezet waarin complexerende stoffen, zogenaamde ionoforen, op covalente manier worden ingebouwd. Als eindresultaat van dit project zullen verbeterde sensoren ontwikkeld worden voor organische ionen.
Organisaties: • Vakgroep Organische chemie (WE)
Onderzoekers: • Filip Du Prez
Vergelijkende studie tussen Roemeense en Belgische voedingsgewoonten, nutritieve en oxidatieve stress status en verwikkelingen bij diabetes mellitus. Universiteit Antwerpen Abstract: Diabetes mellitus is een chronische aandoening met wereldwijd naar schatting 130 miljoen patiënten. De ziekte breidt nog sterk en verwacht wordt dat het volgende decenium 200 miljoen mensen diabetes zullen hebben. Diabetes veroorzaakt verschillende ernstige verwikkelingen zoals blindheid, nierfalen , neurologische afwijkingen en cardio-vasculaire ziekten. Vooral deze laatste geven aanleiding tot o.a. typische diabetische voet ulcura. 15% van de patiënten zal te maken krijgen met deze problematiek waarbij vaak infecties van de ulcus optreden die resulteren in gangreen en amputie van de onderste ledematen. Diabetes is daardoor wereldwijd de eerste oorzaak van niet traumatische amputaties. In een poging om deze verwikkelingen te voorkomen is ons onderzoek toegespitst op enerzijds de toegenomen productie van vrije radicalen (ten gevolge van auto-oxidatie van glucose en non enzymatische proteïnglycatie) en anderzijds de verminderde antioxidant defensie. Beide mechanismen resulteren in een hoge oxidatieve stress die ontegensprekelijk gerelateerd is aan de genoemde verwikkelingen. Sommige onderzoeken konden aantonen dat de hoge oxidatieve stress kan geneutraliseerd worden door toediening van relatief hoge dosissen anti-oxidantia zoals vitamine C en E, flavonoiden en lipoceenzuur. Er zijn echter nog geen eenduidige richtlijnen hoe anti-oxidanten via de voeding zodanig kunnen gecombineerd worden dat de oxidatieve stress effectief kan geneutraliseerd worden. Evenmin is bekend in hoeverre dit kan bijdragen tot de preventie van diabetische verwikkelingen. Om deze vragen te beantwoorden zullen eerst gegevens verzameld worden met betrekking tot de voedingsgewoonten, de oxidatieve status en de metabole controle en hoe deze gerelateerd zijn aan de complicaties van de diabetespopulaties in beide regio's: Antwerpen en Boekarest. Deze regio's verschillen duidelijk wat betreft voedingsgewoonten, economische status en medische zorgen.. Bvb heeft de EURODIAB en de WHO Diamond studie aangetoond dat de incidentie van type 1 diabetes bij kinderen in Roemenië 5 per 100.000 inwoners bedraagt tegenover 11 in Antwerpen maar dat anderzijds de cardiovasculaire problematiek in Roemenië bijna vierdubbel is (19% tegenover 5% in Vlaanderen). De hierboven genoemde gegevenscollectie i.v.m. de voeding e.d. kan belangrijke informatie opleveren over de effecten van een gepaste voeding op de cardiovasculaire pathologie en derhalve op het voorkomen van diabetische voetproblematiek. In een eerste fase zullen de methoden tussen beide onderzoeksgroepen geharmoniseerd en gestandaardiseerd worden. Aan de hand hiervan zullen in een tweede fase de alle relevante parameters gemeten en verzameld worden. De analyse van deze informatie moet inzicht verschaffen in het impact van de voeding, de diabetes-behandeling en de oxidatieve stress op het voorkomen en de ernst van diabetische verwikkelingen. Mogelijk kunnen hieruit ook richtlijnen voortvloeien om bvb. via aangepaste voeding of extra medische zorgen deze verwikkelingen, en meer specifiek, de amputaties bij diabetespatiënten te beperken en daarbij het lijden van de patiënten verlicht worden en de enorme kosten van de gezondheidszorg worden ingedijkt. Organisaties: • Endocrinologie, stofwisseling en nutritiepathologie • Laboratorium Experimentele geneeskunde en Pediatrie (LEMP)
Onderzoekers: • Maria Begona A Manuel Y Keenoy • Kristien Van Acker-Vd Krieken
Bodemmeetnet in de bossen van het Vlaamse Gewest Universiteit Gent Abstract: Deze onderzoeksopdracht kadert in het project tot operationalisering van het bodemmeetnet in de bossen van het Vlaamse gewets, overeenkomstig de richtlijnen gegeven door "Internationaal Cooperative Programme on Assessment and Monitoring of Air Pollution Effects on Forests in the ECE-Region" (UNEP-UN/ECE). Analyse van water uit lysi-meters, doorvalwater, stamafvloeiwater en vrije veldwater. Organisaties: • Vakgroep Geologie en bodemkunde
Onderzoekers: • Eric Van Ranst
Verkennend onderzoek over de mogelijkheden van een investeringsfonds in Vlaanderen. Universiteit Antwerpen Abstract: Verkennend onderzoek over de mogelijkheden van een investeringsfonds in Vlaanderen. Organisaties: • Management
Onderzoekers: • Guido De Brabander
Contribution à l'atelier Tunis Universiteit Gent Abstract: Ondersteuning van een opleiding rond het gebruik van moderne geomatica technieken bij de bescherming van het cultureel en natuurlijk erfgoed. Organisaties: • Vakgroep Geografie
Onderzoekers: • Philippe De Maeyer
Nietzsches receptie van en invloed op concepties van vrijheid in de Russische literatuur en wijsbegeerte. Universiteit Gent Abstract: Het project beoogt de Russische literaire teksten te detecteren en te onderzoeken die een rol hebben gespeeld in Nietzsches theorievorming. Daarnaast zal onderzocht worden welke impact Nietzsche heeft gehad op de Russische literatuur en wijsbegeerte van de zilveren eeuw (1890-1920). Hierbij zal het probleem van de individuele vrijheid als thematische leidraad fungeren. Organisaties: • Vakgroep Duits
Onderzoekers: • Benjamin Biebuyck • Thomas Langerak
Haalbaarheidsstudie Vrouwenhuis. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project bestaat uit twee studies die de bedoeling hebben het emancipatiebeleid van de Stad Antwerpen te ondersteunen. De specifieke doelstellingen worden als volgt geformuleerd : - Een vergelijking van bestaande initiatieven wat betreft Vrouwenhuizen in Vlaanderen (met daarbij oog voor de toegankelijkheid van die initiatieven, het financiële plaatje, de gebruikers, ...) en een inventaris van de haalbaarheid van een dergelijk initiatief in Antwerpen. - Diversiteitsgevoelig maken van de dataverzameling van de Stad Antwerpen. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Sonja Spee
Ontwikkeling van een instrument van Periodiek Peilingsonderzoek Schrijven (PPON-S). Universiteit Antwerpen Abstract: Er wordt een instrument voor periodiek peilingsonderzoek schrijven in het basisonderwijs ontwikkeld, dat aansluit bij de eindtermen voor taal-schrijven in het lager onderwijs. De opzet, aanpak en werkwijze sluiten in hoge mate aan bij het vroeger ontwikkelde instrument voor de peiling van begrijpend lezen (FKFO/OBPWO 93.05). Het onderzoek omvat de ontwikkeling van het instrument, inclusief aanpassing in pilot, steekproeftrekking, toetsafname, scoring, cesuurbepaling, schaalvorming, analyse en rapportering. Op die manier wordt tevens een nulmeting van de realisatie van de eindtermen schrijven in het Vlaamse basisonderwijs gerealiseerd. Organisaties: • Onderwijs Nederlands • Didactica
Onderzoekers: • Jules Frans Daems
Sustainable batteries (SUBAT) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Levenscyclusanalyse (LCA) van batterijen voor elektrische aangedreven voertuigen A thorough knowledge of the environmental balance of all available battery systems is necessary to back any decision to incriminate nickelcadmium batteries. The SUBAT (Sustainable Batteries) project aimed to make a comprehensive assessment of commercially available and forthcoming battery technologies, comparing them with nickelcadmium. The work was built on three pillars: 1. Technical assessment Today's electrically propelled vehicles are high-performance systems with extended technical constraints on components. The on-board electrical energy storage system, the battery, can be considered the most critical component. SUBAT considered all battery types on the world market, including but not limited to lead-acid, nickel-metal hydride, sodium-nickel-chloride, lithiumion, lithium-polymer and zinc-air, and of course nickel-cadmium, comparing their performances, whilst taking into account the status of these batteries as to their availability as commercial products. 2. Environmental assessment Batteries are electrochemical systems using reactive chemicals. The environmental performance of all considered battery types were assessed in order to be able to give them an environmental score which can designate them as being a sustainable solution or not. This was based on a Life Cycle Assessment. 3. Economical assessment The battery system is the single most expensive component of the electrically propelled vehicles, and its cost is thus a main critical item to determine the viability of the electric vehicle on the market. Finally all aspects were evaluated together on the basis of a multicriteria analysis. Through this multidisciplinary approach, SUBAT allowed to define an overall view of all aspects of the electric and hybrid vehicle battery market, in order to provide the Commission with a valuable policy support document which will assist in tracing the pathways for the sustainable transport of the future. Organisaties: • Elektrotechniek-Energietechniek • Mobiliteit en voertuig technologie onderzoeksgroep
Onderzoekers: • PHILIPPE LATAIRE • GASTON MAGGETTO • Jean-Marc TIMMERMANS • Julien MATHEYS • Wout VAN AUTENBOER • PETER VAN DEN BOSSCHE • JOERI VAN MIERLO
Development of a knowledge based system for chiral separations. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Chiraliteit is een belangrijke eigenschap voor vele synthetische en biologische componenten. Analyse van deze stoffen vereist het gebruik van chirale scheidingstechnieken. Om analisten te helpen bij het ontwikkelen van chirale scheidingsmethoden kan een kennissysteem (het chiraal KBS) behulpzaam zijn. Het KBS is een software die enkel de relevante informatie omtrent chirale scheidingen bevat. In het chiraal KBS wordt methodeontwikkeling beschouwd als bestaande uit 3 niveaus, (i) voorstel van een adequate techniek, (ii) selectie van initiële experimentele condities (= vlugge screening) en (iii) optimalisatie van de meest belangrijke parameters. De geïncludeerde technieken zijn normaal- en omkeerfase vloeistof chromatografie, superkritische vloeistof chromatografie, capillaire elektroforese en capillaire elektrochromatografie. Het doel van de vlugge screening is tijdsbesparing en snel komen tot scheiding van een groot aantal nieuwe moleculen. Methode optimalisaties worden uitgevoerd wanneer hogere scheidingsresoluties vereist zijn. Organisaties: • Analytische Scheikunde en Farmaceutische Technologie
Onderzoekers: • DESIRE MASSART • Yvan VANDER HEYDEN • JOHANNA VERBEKE
Subsidie aan het L.P. Boon-documentatiecentrum.
Universiteit Antwerpen Abstract: Wetenschappelijke editie in vierentwintig delen van het Verzameld werk van Louis Paul Boon. Organisaties: • Instituut voor de studie van de letterkunde in de Nederlanden (ISLN)
Onderzoekers: • Kristiaan Humbeeck
SELT : Single ended line testing Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het doel van dit navorsingsproject bestaat in de ontwikkeling van een intelligente interpretatie eenheid voor reflectogrammen in de Alcatel 5530 Netwerk Analyzer. Dit project steunt op afgeronde IWT projecten opgezet tussen Alcatel en ELEC-VUB, zoals IWT AIA, TDR, en SOLIDT. Organisaties: • Elektriciteit
Onderzoekers: • LEO VAN BIESEN • PATRICK BOETS
Wetenschappelijke begeleidingsopdracht : Prof.dr. Sandra Reinheimer-Rimeanu. Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten Universiteit Antwerpen Abstract: Wetenschappelijke begeleidingsopdracht : Prof.dr. Sandra Reinheimer-Rimeanu. Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten Organisaties: • Centrum voor Roemenië studies
Onderzoekers: • Liliane Tasmowski
Verlenging statuut van postdoctoraal navorser Norman MARCH. Universiteit Antwerpen Abstract: Verlenging statuut van postdoctoraal navorser Norman MARCH. Organisaties: • Structuurchemie • THEORETISCHE STUDIE DER MATERIE • Theoretische studie der materie (TSM)
Onderzoekers: • Dirk Lamoen • Christian Van Alsenoy • Norman H. March
Ontwikkeling van nieuwe fixerende entiteiten (NFE's) en weefseldoorwerkingsmethoden voor nucleïnezuur- en eiwitapplicaties. Universiteit Antwerpen Abstract: Ontwikkeling van nieuwe fixerende entiteiten (NFE's) en weefseldoorwerkingsmethoden voor nucleïnezuur- en eiwitapplicaties. Organisaties: • Klinische biochemie (farmacie) • Medische biochemie
Onderzoekers: • Dirk Hendriks
VLIR-UOS Vlaamse reisbeurzen Universiteit Gent Abstract: Het VLIR-UOS-secretariaat kent jaarlijks een aantal Vlaamse reisbeurzen toe aan studenten ingeschreven aan de Universiteit Gent in het voorlaatste of laatste jaar van een opleiding leidend tot een Master-diploma die in het kader van hun thesis, studies of scriptie onderzoek willen verrichten in een ontwikkelingsland. Op deze manier wil VLIR-UOS de studenten een kans bieden om ervaring op te doen inzake ontwikkelingssamenwerking. Organisaties: • Directie Onderzoeksaangelegendheden
Onderzoekers: • Dirk De Craemer
NO2, verkeersmetingen met passieve samplers, 2004. Universiteit Antwerpen Abstract: Nieuwe grenswaarden voor NO2 worden van kracht in 2010 middels de eerste dochterrichtlijn lucht 1999/30/EG. De huidige metingen uitgevoerd met automatische monitoren, alsook een modelstudie uitgevoerd door de VITO, wijzen erop dat in steden en verkeersdrukke plaatsen mogelijk nog overschrijdingen van de toekomstige jaargemiddelde-grenswaarde kunnen voorkomen. Deze studie heeft tot doel meer informatie in te winnen over de jaargemiddelde NO2 concentraties in steden en op verkeersdrukke plaatsen d.m.v. passieve samplers. Organisaties: • AXES
Onderzoekers: • Rene Van Grieken
Vriendelijke verwarming: comfortabel voor mensen en compatibel met de conservatie van kunstwerken bewaard in kerken. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project is gericht op de strategie voor de verwarming van ruimtes die objecten van hoge culturele waarde bevatten, meer bepaald in kerken. In plaats van de hele ruimte, inclusief de muren en het plafond, te verwarmen, zal de warmte geconcentreerd blijven tot het volume waar er zich mensen bevinden zonder een negatieve impact te veroorzaken op de kunstwerken. Op de koop toe zal de hier voorgestelde oplossing energie besparen en dus het milieu minder belasten. Als kerken verwarmd worden met de traditionele systemen, veroorzaken de plotselinge sporadische periodes van opwarming een daling van de relatieve vochtigheid, wat op zich aanleiding geeft tot een geforceerde evaporatie van schilderijen op canvas en andere kunstwerken met een lage
thermische capaciteit. Tegelijkertijd, zal als de kerk gevuld is met personen, het vocht dat door deze personen afgegeven wordt het dooipunt doen stijgen boven de temperatuur van de dikke muren en het plafond. De overmaat aan vocht condenseert op de koude oppervlakken van fresco's en decoratie met dramatische gevolgen. De enige oplossing bestaat erin de warmte te concentreren in het volume waar zich personen bevinden zodat de overmaat vocht zich verspreid over de rest van de ruimte en aldus de kunstwerken bereikt. Organisaties: • Micro- en Sporenanalyse • AXES
Onderzoekers: • Rene Van Grieken
Het artistieke als middel ter bestrijding van achterstellings-situaties: onderzoek naar de effectiviteit van het artistieke in vergelijking met andere sociaal-culturele middelen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Fundamenteel onderzoek naar het gebruik van artistieke middelen in de strijd tegen sociale achterstellingssituaties is voorm-lopig nog quasi onbestaande. Met dit onderzoekproject willen we dieper ingaan op twee beschrijvende studies die werden uitgevoerd en waarin men aan het gebruik van artistieke middelen een aantal specifieke sociale effecten toeschrijft. We willen onderzoeken in welke mate de beschreven effecten specifiek toe te schrijven zijn aan de artistieke middelen, in vergelijking met de effecten van meer algemene sociaal-culturele middelen. Hiervoor zulen we een pre-post assessment onderzoek uitvoeren bij drie groepen, één groep bestaande uit personen die deelnamen aan artistieke activiteiten, een tweede groep bestaande uit personen die deelnemen aan sociaal-culturele activiteiten en een derde controle gorpe met de personen die noch aan het ene noch aan het andere deelnemen. Bij deze drie groepen zal voor en nar participatie een individuele vragenlijst afgenomen worden
Onderzoekers: • WILLEM ELIAS • Marie VAN LOOVEREN
Social Protection in Europe. Convergence? Integration, accession and the Free Movement of Labour (SPECIAL) Universiteit Gent Abstract: De kennis verbeteren in een nieuw onderzoeksdomein in Europa (relatie tussen toetreding, vrij verkeer van personen en gezondheidszorg, pensioenen en werkloosheidsbescherming) door het verrichten van specifieke onderzoeksopdrachten door een pan-Europees multidisciplinair netwerk van wetenschappers. Inzicht verwerven in tendensen en ontwikkelingen van sociale zekerheidshervormingen en het kwantificeren en evalueren van de mogelijke gevolgen van de toetreding op het vrij verkeer van personen met bijzondere aandacht voor de sociale bescherming. Organisaties: • Vakgroep Sociaal recht
Onderzoekers: • Yves Jorens
IUS: International collaboration on reproductive health research: challenges and issues in Sub-Sahara Afrika Universiteit Gent Abstract: De Institutionele Universitaire Samenwerking (IUS) omhelst een brede samenwerking op lange termijn tussen enerzijds een beperkt aantal universiteiten uit het Zuiden en anderzijds de Vlaamse universiteiten, gericht op de institutionele ontwikkeling in ruime zin van de universiteit in het Zuiden. Organisaties: • Directie Onderzoeksaangelegendheden
Onderzoekers: • Dirk De Craemer
Een wereld van (on)verschil. Tweesprakencyclus over diversiteit en marginalisering in noord en zuid. Universiteit Antwerpen Abstract: De tweesprakencyclus wil de verbanden tussen `hier' en `ginds' benadrukken, zowel gelijkaardigheden als verschillen en met bijzondere aandacht voor wederzijdse inwerking. Vanuit een betere kennis van de eigen samenleving kunnen we beter reflecteren over het zuiden en kweken we een gevoeligheid voor de debatten over diversiteit en marginalisering in de eigen samenleving. Organisaties: • Instituut voor Ontwikkelingsbeleid en -beheer - overige
Onderzoekers: • Tom De Herdt
Naar een rationalisatie van de EG-Coordinatie - Verordeningen inzake Sociale Zekerheid Universiteit Gent Abstract: Huidig onderzoek wenst een wetenschappelijke - juridische, economische, financiele en administratiefrechtelijke- ondersteuning te bieden aan de actuele discussies en debatten over de mogelijke hervormingen van de Europese coordinatieverordeningen inzake sociale zekerheid. Het wil die punten die nog ter discussie staan wetenschappelijk ondersteunen door het wegwerken van inconsistenties binnen de regelen, al naargelang het risico. Het project wil dieper ingaan op de gevolgen van de eventuele aanpassingen aan de coordinatieregelementering op de structuur en de financiering van de Belgische sociale zekerheid Organisaties: • Vakgroep Sociaal recht
Onderzoekers: • Yves Jorens
Ontwikkeling van een predictief biobeschikbaarheidsmodel voor koper in terrestrische milieu's (deel II)
Universiteit Gent Abstract: De ecotoxiciteit van mtealen in bodems wordt in belangrijke mate bepaald door de fysisch-chemische eigenschappen van de bodem. In dit internationaal project wordt, door doorgedreven chemische analyse van 19 Europese bodems en chronische ecotoxiciteitsevealuaties met 2 bodeminvertebraten, een predictief biotisch ligand model voor koper ontwikkeld. Dit model zal de wetenschappelijke basis vergroten van de milieurisico-analyse van koper. Organisaties: • Vakgroep Toegepaste ecologie en milieubiologie
Onderzoekers: • Colin Janssen
Algemeen Verslag over Onveiligheid Universiteit Gent Abstract: Voor het opstellen van het Algemeen Verslag over Onveiligheid wil de KBS beroep doen op drie methodes: Luisteren, Begrijpen, Handelen. Het onderzoek dat door UGEnt wordt gevoerd, kadert in het luik Luisteren. De bedoeling van dit luisterproces is dat mensen worden bevraagd naar hun onveiligheidsbeleving in dagdagelijkse ervaringen. Het luisterproces wordt gekenmerkt door een non-directief karakter. Ugent onderzoekt onveiligheidsgevoelens op bepaalde plaatsen, en in specifieke situaties. In totaal worden zes cases bestudeerd: 'Alleenstaande ouderlingen in de Rabotwijk - Gent', 'Handelaars en klanten te Menen', 'Jongeren te Ronse', 'Bewoners en gebruikers van de Vlaamse en Waalse Kaai - Antwerpen', 'Bewoners van Borgerhout' en 'Mensen zonder geldige of definitieve verblijfstitel in transit door België' Organisaties: • Vakgroep Strafrecht en criminologie
Onderzoekers: • Tom Vander Beken • Paul Ponsaers
Installatiekrediet nieuwe ZAP. Uitbouw van een labo voor onderzoek in de proteoomanalyse. Universiteit Antwerpen Abstract: Installatiekrediet nieuwe ZAP. Uitbouw van een labo voor onderzoek in de proteoomanalyse. Organisaties: • Eiwitchemie • Proteïnechemie, proteoomanalyse en epigenetische signalisatie (PPES)
Onderzoekers: • Xaveer Van Ostade
Identificatie van genen betrokken bij ouderdomsdoofheid. Universiteit Antwerpen Abstract: 1. Probleemstelling Ouderdomsdoofheid (OD) is het meest voorkomende zintuiglijke gebrek bij ouderlingen, met een prevalentie van 50% op de leeftijd van 80 jaar. Onderzoek heeft uitgewezen dat OD een complexe ziekte is, beïnvloed door zowel omgevings- als genetische factoren. Er is echter nog geen enkel gen voor OD geïdentificeerd, en de rol van omgevingsfactoren (lawaai, chemicaliën, drugs,') is nog onduidelijk. 2. Strategie en doelstellingen In totaal 300 geïsoleerde patienten met OD en evenveel normaal horende controlepersonen worden momenteel reeds verzameld in het kader van een lopend ASPEO project. Elke testpersoon geeft een bloedstaal voor DNA extractie, en vult een gestandaardiseerde vragenlijst in over diens klinische voorgeschiedenis en de blootstelling aan factoren die kunnen bijdragen tot OD. Het hier voorgestelde project gebruikt dezelfde verzameling patiënten om de genetische oorzaken van OD te onderzoeken. Verscheidene genen waarvan bekend is dat ze betrokken zijn bij het gehoor worden hierbij onderzocht, waarbij wordt nagegaan of bepaalde DNA variaties significant meer voorkomen bij patiënten dan bij controles. Dit kan wijzen op een rol voor het desbetreffende gen in de pathogenese van OD. Via het integreren van de resultaten bekomen uit deze genetische studie en de studie naar de rol van omgevingsfactoren, hopen we meer te weten te komen over de interactie tussen genetische en omgevingsfactoren bij het ontstaan van OD. 3.Verwachtte resultaten 1) Verbeterde kennis van het verouderingsproces in het binnenoor. Een beter begrip van de fundamentele moleculaire en cellulaire verouderingsprocessen kunnen mogenlijk nieuwe, nog nooit eerder ontdekte oorzaken van OD aan het licht brengen, of nieuwe therapeutische mogelijkheden. 2) Aanbevelingen ter voorkoming van OD. Door het identificeren van de veschillende factoren die leiden tot OD, kunnen meer preciese richtlijnen geformuleerde worden om OD te voorkomen, of de aanvang ervan te vertragen. Mogelijk bestaan er omgevingsfactoren die enkel voor een beperkte groep mensen schadelijk zijn, naargelang hun genetische achtergrond. 3) Verbeterde behandelingen. Een gebrek aan kennis van de ethiologische factoren die bijdragen tot OD hebben tot nu toe het ontwikkelen van gentherapie in de weg gestaan. De resultaten uit dit project kunnen een eerste stap zijn in de richting van de verdere ontwikkeling van gentherapie voor OD, en voor een farmacogenomische benadering van deze conditie, waarbij medicijnen worden aangepast aan iemands genetische achtergrond. Organisaties: • Centrum medische genetica • Menselijke moleculaire genetica
Onderzoekers: • Guido Van Camp
Zuid-Afrikaanse populatiestudie naar de genetische invloed op polsgolfsnelheid, zoutgevoeligheid en ontstaan van hypertensie Universiteit Gent Abstract: Dit project onderzoekt een reeks Zwarte families, die bij lot uit de populatie van Soweto, Johannesburg worden getrokken. De epidemiologische procedures zullen zo gestandaardiseerd worden dat de studieresultaten met die van een vergelijkbare studie in België (Flemengho Flemish Study on Environment, Genes and Health outcomes) en in Europa (EPOGH: European Project on Genes in Hypertension) kunnen worden vergeleken. Organisaties: • Vakgroep Farmacologie
Onderzoekers: • Lucas Van Bortel
Ontwikkelen van scores of indices voor het biologisch kwaliteitselement fytoplankton voor de Vlaamse rivieren, meren en overgangswateren overeenkomstig de Europese kaderrichtlijn water
Universiteit Gent Abstract: Binnen 15 jaar na de inwerkingtreding van de Europese Kaderrichtlijn Water moeten alle oppervlaktewateren een goede ecologische toestand halen. Terdefiniëring van deze toestand zal op basis van reeds bestaande en nieuw te verwerven data over abundatie, biomassa en taxonomische samenstelling een score ontwikkeld worden voor het biologisch kwaliteitselement fytoplankton in Vlaamse oppervlaktewateren. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Wim Vyverman
New insights into the glycosylation of <em>Trichoderma reesei cellulases Hogeschool Gent Abstract: For many years, lower eukaryotes such as yeasts and fungi are being used for the expression of recombinant proteins. They combine the advantages of prokaryotes with those of higher eukaryotes; i.e. the possibilities of co- and posttranslational modifications. Several yeast and fungal strains secrete large amounts of protein and are ideal for the production of industrial enzymes at low cost. Glycoproteins secreted by these organisms carry carbohydrate chains of the high mannose type and are therefore rapidly cleared from the human blood when used in medicine. Typical fungal modifications of the oligosaccharides moreover elicit antigenic reactions leading to the same effect. A profound knowledge of the glycosylation pathway of a particular fungus is a strict requisite before it can be transformed to produce more homogeneous and human type sugars. Also for the production of industrial enzymes in lower eucaryots a correct glycosylation can be an essential element. The sugar structures are very important for a protein: they influence the folding, the function, the specificity and the expression efficiency. Eucaryotic cells normally produce proteins as a mixture of glycoforms. These can exhibit different biological and biochemical characteristics. Moreover, carbohydrates influence antigenecity, solubility and stability of the glycoproteins produced. In order to obtain higher titers in industrial fermentations it can thus be important to retain intact glycosylation. The present study is devoted to the analysis of the glycosylation of enzymes produced by the industrially important, filamentous fungus Trichoderma reesei I (now Hypocrea jecorina). Very diverse results have been published regarding this aspect during the last two decades. The Nand O-glycosylation of Cel7A secreted by several Trichoderma reesei strains (overexpressing as well as wild type), as well as these of of the same enzyme secreted by a selected strain grown in different media, are systematically described. This can contribute to the solution of a series of questions related to specific features of glycosylation found in the fungus. One aspect relates to the origin of each strain, another can be attributed to the proven presence or absence of hydrolytic enzymes in the culture media leading to either partially or totally processed (deglycosylated) proteins. Several of these enzymes are secreted in the culture media and one in particular will be purified and identified.
The main goal of this work is to elucidate and explain the structural differences reported for the glycosylation of cellulases secreted by T. reesei. Chapter one collates the methodology used with a model glycoprotein, cellobiohydrolase I (Cel7A), from T. reesei strain Rut-C30 grown in minimal medium. The chapter focuses on the characterization of the N-glycans and on the repartition of these glycans over the glycosylation sites of Cel7A. This necessitated a multi-disciplinary approach. A novel on-line capillary electrophoresis-mass spectrometric (CE-ESI-MS) method was optimized for the simultaneous analysis of the uncharged and phosphorylated N-glycans of Cel7A. A new two-dimensional technique for studying glycosylation and phosphorylation at the protein level using a combination of gel IEF and MS was also developed. These hyphenated techniques using Cel7A as test material were developed in collaboration with Dr Koen Sandra and were the subject of three papers (Appendices I, II and II). In chapter two, the biochemical factors influencing the glycosylation of T. reesei cellulases are outlined. Due to the heterogeneity of the N- and Oglycosylated carbohydrate structures and variable site occupation, Cel7A is shown to occur as multiple glyco- and fosfoforms. The influence of the growth medium (especially the pH) on the glycosylation profile of Cel7A is shown, thereby explaining some of the seemingly contradictory results found in the literature. The N-glycosylation patterns of Cel7A isolated from different media are compared and post-secretorial changes of the O- and N-glycosylation pattern are demonstrated. The original manuscript describing our results is included (Appendix IV). A systematic analysis on the N-glycosylation of the catalytic domain of Cel7A isolated from several T. reesei strains grown in minimal media is also descibed. Cellulases from T. reesei are typically glycosylated with short N-glycans of the “high-mannose” type (Man5-6GlcNAc2) and transfer of mannophosphodiester groups can occur on both the a13 and the a16 arm. Inefficient glucosidase II trimming is apparent only in strains Rut-C30 and RL-P37 leading to the occurrence of mono-glucosylated structures (GlcMan7-8GlcNAc2). This capping glucose residue hinders the synthesis of a phosphodiester bond, therefore only mono-phosphorylated glycans are observed with these strains. The main N-glycan structures present on Cel7A isolated from different strains can be found in TABLES I and II (in-fold pages at the end of part three). These data have also been published (Appendix V). Chapter three focusses on the glycosylation of Cel7B core protein homologously expressed in T. reesei QM9414. This work results from collaboration with Torny Eriksson and Henrik Stålbrand from Lund University (Sweden) and with Harry Brumer from KTH in Stockholm (Sweden). The observed microheterogeneity of Cel7B core can -as in the case of Cel7A- be explained by repartition of neutral and charged glycan structures over two glycosylation sites. However, partial deamidation and a partially occupied O-glycosylation site explain the further heterogeneity and complexity of the sample. Some extra data were obtained with the “two-dimensional technique” using gel IEF and MS as described in chapter one. Further analysis in collaboration with Bart Samyn and Kjell Sergeant also identified the O-glycosylation sequence. The published manuscript can be found in Appendix VI. The presence of N-deglycosylating activity in the culture medium of T. reesei already evident from chapter two is substantiated in chapter four. The purification and characterization of this activity is described. From partial peptide sequences and the N-terminal sequence obtained in collaboration with Bart Samyn and Isabel Vandenberghe, the complete protein sequence could be deduced in silico from the fungal EST database and a PCR cloning technique was employed to obtain the corresponding gene from T. reesei Rut-C30. The protein was named Endo T in analogy with Endo H, a bacterial endo--N-acetylglucosaminidase from Streptomyces plicatus. Both enzymes belong to glycosyl hydrolase family 18, exhibit the same substrate specificity, have approximately the same molecular weight but show very low amino acid homology. These results are presented in a draft manuscript. The data are also subject of a patent application (Endo-N-acetyl-beta-D-glucosaminidase enzymes of filamentous fungi, 60/626.752). Organisaties: • Departement Toegepaste Ingenieurswetenschappen • Vakgroep Chemie
Onderzoekers: • Ingeborg Stals
Optimalisatie van de opslag- en distributieactiviteiten van Paperpak in de Benelux Universiteit Gent Abstract: Obv. 3D weighted mean in ArcView wordt een depot lokalisatie opgelost voro Paperpak. Daarnaast worden route-schema's voor belevering uitgetekend. Organisaties: • Vakgroep Geografie
Onderzoekers:
• Frank Witlox
Optimalisatie van opslag en distributie van PaperPak in de Benelux Universiteit Gent Abstract: De doelstelling van dit project is tweeledig. In een eerste fase wordt op zoek gegaan naar een geschikte depot-locatie. In de tweede fase wordt de herbevoorrading van klanten vanuit het depot geoptimaliseerd mbv cyclisch plannen. Hierbij worden de leverfrequenties van de klanten en de rondritten voor de voertuigen gelijktijdig bepaald, rekening houdend met de beperkte opslagcapaciteit van de klanten. Organisaties: • Vakgroep Technische bedrijfsvoering
Onderzoekers: • El-Houssaine Aghezzaf • Birger Raa
Studie naar de stand van zaken in het onderzoek naar veroudering in België. Universiteit Antwerpen Abstract: Studie naar de stand van zaken in het onderzoek naar veroudering in België. Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Bea Cantillon
Huwelijksmigratie : migratie en huwelijksdynamiek. Universiteit Antwerpen Abstract: België kent een grote migrantengemeenschap. Zij hebben zich permanent in België gevestigd, maar huwen vaak nog over de grenzen heen met personen uit de herkomstlanden. Deze huwelijksmigratie is bijna de enige wettelijke manier om een verblijfsvergunning in België te krijgen en dus het belangrijkste migratiekanaal. Het koppelen van een huwelijk aan migratie verloopt echter niet altijd probleemloos. De gezinsvormers worden vaak met relatie- en andere problemen geconfronteerd. Dit onderzoek probeert de bestaande literatuur over dit onderwerp in kaart te brengen. Daarnaast bekijkt het de bestaande onderzoeksinstituten in de herkomstlanden die over deze materie onderzoek doen en verzamelt het cijfermatieriaal op het Marokkaanse consulaat in België omtrent huwelijksmigratie. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Christiane Timmerman
De rol van moleculaire merkers in de diagnostiek van baarmoederhalsdysplasie. Universiteit Antwerpen Abstract: Er is een constante evolutie tot optimalisering van de primaire screening van cervixcarcinoom. De cytologie is een arbeidsintensieve methode, die veel ervaring en training vereist om de interpretatieproblematiek tot een minimum te herleiden. De specificiteit en sensitiviteit zijn niet optimaal. HPV DNA testen zijn vooralsnog te aspecifiek en te duur om toe te passen in de screening. Moleculaire merkers zijn een specifieker en fysiopathologisch alternatief . Organisaties: • CEL- EN WEEFSELLEER • Laboratorium voor celbiologie en histologie
Onderzoekers: • Johannes Bogers
Corepoint - Integratie van Kustonderzoek en Kustbeleid Universiteit Gent Abstract: Dit project tracht via verschillende case studies die verspreid zijn over verschillende partnerlanden (België, Nederland, UK, Ierland en Frankrijk) een zicht te krijgen op allerlei aspecten ivm Geïntegreerd Kustzonebeheer. Het Maritiem Instituut is de Belgische partner en zal het planningsproces van mariene beschermde gebieden in zee en van ruimtelijke ordening op strand opvolgen op basis van publieke participatie en lokale instanties. De informatie die uit de verschillende case studies gehaald wordt, zal worden omgevormd tot internationaal bruikbare instrumenten. Deze instrumenten zullen worden ondergebracht in een gedigitaliseerd "center of excellence" en zullen lokaal ter beschikking worden gesteld ovv school modules. Organisaties: • Vakgroep Internationaal publiekrecht
Onderzoekers: • Frank Maes
In vitro fysiologische en functioneel morfologische studie van neurotransmitterreceptoren met betrekking tot pulmonale neuro-epitheliale lichaampjes. Universiteit Antwerpen Abstract: Met verschillende methoden zal nagaan worden welke neurotransmitterreceptoren aanwezig zijn op pulmonale neuroepitheliale lichaampjes en op hun complexe selectieve innervatie. Hierbij zullen we o.a. ons recent ontwikkeld in vitro long 'slice' model aanwenden dat een microscopische visualisatie toelaat van fysiologische parameters d.m.v. de confocale Ultra VIEW Live Cell Imager. We zullen ons concentreren op neurotransmitters waarvan we vandaag weten dat ze aanwezig zijn in. het systeem. Organisaties: • CEL- EN WEEFSELLEER • Laboratorium voor celbiologie en histologie
Onderzoekers: • Dirk Adriaensen
Stad en platteland in Oudheid en Middeleeuwen. Archeologische en ethno-archeologische aspecten van de nederzettingsgeschiedenis op het Iberisch Schiereiland en in de Maghreb Universiteit Gent Abstract: Een studie van de nederzettingspatronen op het Iberisch Schiereiland en in de Maghreb met de klemtoon op enerzijds de overgang van de Late Oudheid naar de Middeleeuwen en anderzijds een vergelijking van deze patronen met de actuele toestand in het Hoge Atlasgebied in Marokko en dit vanuit de combinatie van ethno-archeologische vaststellingen en van archeologische bronnen bekomen langs opgravingen. Organisaties:
• Vakgroep Archeologie
Onderzoekers: • Johnny De Meulemeester
Germanium and Group III-nitride based nanostructures grown on compliant twist-bonded Si/Si and SOI substrates. Universiteit Antwerpen Abstract: Germanium and Group III-nitride based nanostructures grown on compliant twist-bonded Si/Si and SOI substrates. Organisaties: • ELEKTRONENMICROSCOPIE VOOR MATERIAALONDERZOEK (EMAT) • Elektronenmicroscopie voor materiaalonderzoek (EMAT)
Onderzoekers: • Gustaaf Van Tendeloo
Winststuring en cognitieve referentiepunten: onderzoek vanuit een internationaal perspectief. Universiteit Antwerpen Abstract: Het onderzoek beoogt na te gaan in welke mate ondernemingen zich laten leiden door cognitieve referentiepunten bij het sturen van de door hen gerapporteerde resultaten. De steekproef bestaat uit een internationale set van zowel .beursgenoteerde als private ondernemingen. Er zal onder andere nagegaan worden of beleggers zich laten (mis)leiden door dergelijk afrondingsgedrag en of ex tern e controfe in staat blijkt deze vorm van winststuring in te perken. Organisaties: • ACCOUNTANCY • Accountancy en financiering
Onderzoekers: • Walter Aerts
Onderzoek naar de gevolgen van het Sigmaplan, baggeractiviteiten en havenuitbreiding in de Zeeschelde op het milieu ? besteknr. 16E/01/37 ? perceel 4: studie naar het fytoplankton Universiteit Gent Abstract: Dit project omvat een monitoring van het fytoplankton, microfytobenthos en opgelost organisch materiaal (DOC) in de stroomopwaartse zone van het Schelde estuarium. De monitoring van fytoplankton gebeurt aan de hand van HPLC en microscopische analyses. Microfytobenthos wordt geanalyseerd aan de hand van HPLC of fluorometrische chlorofylmetingen. DOC wordt bepaald aan de hand van HTCO (TOC-5000). Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Wim Vyverman
Ontwikkeling van een platform voor gedistribueerde rekenintensieve toepassingen. Universiteit Antwerpen Abstract: Onderzoek naar de ontwikkeling van een gedistribueerd platform om rekenintensieve toepassingen op een veelheid aan beschikbare computers uit te voeren, wordt beoogd. Als primaire toepassing wordt het computationeel oplossen van quantummechanische veeldeeltjesproblemen beschouwd. Er zal onderzocht worden welk distributieparadigma geschikt is voor dit soort toepassingen, en pilootberekeningen voor drie-cluster nucleaire spectroscopische grootheden zullen worden uitgevoerd. Organisaties: • TOEGEPASTE INFORMATICA EN COMPUTATIONEEL ONDERZOEK • Modeleren van Systemen en Internet Communicatie (MOSAIC)
Onderzoekers: • Frans Arickx
Grenzen en mogelijkheden van armen als actor in het Belgisch armoedebeleid Universiteit Antwerpen Abstract: Grenzen en mogelijkheden van armen als actor in het Belgisch armoedebeleid Organisaties: • OASeS - ONDERZOEKSGROEP ARMOEDE, SOCIALE UITSLUITING EN DE STAD • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Jean Vranken
Environmental management capacity building for the Ghana ports and Harbours authority and relevant stakeholders in Ghana. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project focust op de rol van belangrijke groepen bij milieubeheerssystemen voor havens in Ghana. Havens en havengebieden zijn belangrijk voor de economie van vele landen. Deze economische activiteiten hebben meestal echter serieuze milieugevolgen. Om deze milieudegradatie tegen te gaan, is de rol van milieubeheerssystemen zeer belangrijk. De implementatie van een dergelijk systeem vereist echter de actieve betrokkenheid van belangrijke groepen wiens activiteiten de havenomgeving beïnvloeden. Organisaties: • Menselijke Ecologie
Onderzoekers: • David PROOT • LUC HENS
Classificatie van vegetatie met behulp van hyperspectrale beelden. Universiteit Antwerpen Abstract: Doelstelling van het project is het ontwikkelen van methoden voor de detectie en classificatie met behulp van hyperspectrale beelden. Om een classificatie uit te voeren is het nodig de samenstellende componenten voor elke pixel te vinden. Hiervoor worden ontmeng technieken ontwikkeld. De resultaten zullen worden toegepast op het probleem van vegetatie monitoring. Organisaties: • VISIE (NATUURKUNDE) • Visielab
Onderzoekers:
• Paul Scheunders
Nieuwe types van celdood in de progressie van hartfalen. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van deze studie is het opsporen van autofagische celdood tijdens de progressie van hartfalen. Hiertoe is het noodzakelijk om een chronisch diermodel (bij de muis) te ontwikkelen dat aan chronische druk overbelasting van het hart leidt. Opgeleid personeel en randapparatuur zijn aanwezig om deze doelstelling te kunnen realiseren, maar is er nood aan bijkomende microchirurgische technologie. Organisaties: • MENSELIJKE FYSIOLOGIE EN PATHOFYSIOLOGIE • Menselijke fysiologie en pathofysiologie
Onderzoekers: • Marc Demolder • Gilles De Keulenaer
Textuurkarakterisering in digitale beelden voor automatische herkenning en classificatie van tumorweefsel op NMRbeelden. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project worden nieuwe methoden bestudeerd om textuurkenmerken te berekenen uit een gegeven set van digitale beelden. De nadruk zal hierbij gelegd worden bij de robuustheid van de kenmerken onder invloed van beeldkwaliteit (i.e. belichting, ruis). In een eerste fase zullen deze eigenschappen worden onderzocht op publiek beschikbare benchmark databases. In een tweede fase zullen deze technieken aangewend worden voor het detecteren en analyseren van weke weefseltumoren op NMR beelden. Organisaties: • VISIE (NATUURKUNDE) • Visielab
Onderzoekers: • Dirk Van Dyck • Gert Van de Wouwer
Ontwerp van een formeel model voor het JRM-protocol. Universiteit Antwerpen Abstract: Een communicatieprotocol kan op verschillende manieren beschreven worden. De meest preciese methode is een formeel model, zoals bijvoorbeeld een eindige-toestands-automaat. Het voordeel van een formeel model is dat men hiermee de volledigheid en de correctheid van het voorgestelde protocol kan aantonen. Doe! van dit project is, dmv een tijdsgestuurde eindige-toestands-automaat, een formeel model te ontwikkelen voor het JRM (Java Reliable Multicast) protocol. Organisaties: • TOEGEPASTE INFORMATICA EN COMPUTATIONEEL ONDERZOEK • Modeleren van Systemen en Internet Communicatie (MOSAIC)
Onderzoekers: • Gunther Stuer • Tom Dhaene
De representatie van het lichaam in de laat-antieke fictie-literatuur Universiteit Gent Abstract: Studie van de voorstelling van het lichaam als "spiegel van de ziel" in de laat-antieke heidense en vroegchristelijke narratieve/fictionele literatuur, met de nadruk op de interferentie tussen fysiogenomische en medische tractaten enerzijds en de romaneske literatuur (Grieks-Romeinse romans en christelijke hagiografische teksten) anderzijds. Organisaties: • Vakgroep Latijn en Grieks
Onderzoekers: • Kristoffel Demoen • Danny Praet
Systematisch literatuuronderzoek ter voorbereiding van de consensusvergadering rond osteoporose. Universiteit Antwerpen Abstract: Systematisch literatuuronderzoek ter voorbereiding van de consensusvergadering rond osteoporose. Organisaties: • Eerstelijns - en interdisciplinaire zorg Antwerpen (ELIZA)
Onderzoekers: • Paul Van Royen
Karakterisatie en correctie van elektronische instabiliteiten in TEM. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project heeft tot doel de lange en korte termijn instabiliteiten van de elektrische bronnen in een transmissie elektronen microscoop te meten, teneinde de performantie te verbeteren. Een aktieve terugkoppeling zorgt voor een reductie van de instabiliteiten. De focus ligt op het meten van de hoogspanningsbron die een directe invloed heeft op de gemeten energie in EELS. De apparatuur is voldoende fiexibel gekozen zodat ook andere bronnen van instabiliteiten onderzocht kunnen worden. Organisaties: • ELEKTRONENMICROSCOPIE VOOR MATERIAALONDERZOEK (EMAT) • Elektronenmicroscopie voor materiaalonderzoek (EMAT)
Onderzoekers: • Johan Verbeeck
Studie van deeltjes- en ladingstransport in elektroforetische display systemen Universiteit Gent Abstract: Geladen deeltjes in een vloeistof bewegen als een elektrisch veld wordt aangelegd. De beweging wordt bepaald door de richting en de sterkte van het elektrisch veld, de lading, de mobiliteit en de diffusieconstante van de deeltjes in de vloeistof. Een door de UGent ontwikkeld 2D simulatieprogramma zal getest worden, en de resultaten zullen naast metingen worden gelegd. Organisaties: • Vakgroep Elektronica en informatiesystemen
Onderzoekers: • Kristiaan Neyts
Model voor multi-polluent impact en inschatting van de drempelwaarden voor cultureel erfgoed (MULTI-ASSESS). Universiteit Antwerpen Abstract: Het prijskaartje van de verwering en bezoedeling van verschillende materialen door luchtvervuiling is enorm en de schade die wordt toegebracht aan objecten van hoge culturele waarde bedreigt het rijke Europese culturele erfgoed. Veel aandacht is lang uitgegaan naar de effecten van S-houdende polluenten, met in het bijzonder SO2, dat algemeen aanzien werd als de belangrijkste factor in de verwering van verschillende materialen. Bestaande dosis-respons functies weerspiegelen in principe een pollutie situatie die gedomineerd wordt door SO2 emissie. De dalende SO2-niveau's in de meeste delen van Europa en het toenemende wagenverkeer hebben aanleiding gegeven tot verhoogde niveau's (zowel absoluut als relatief) van N-verbindingen, O3 en fijne deeltjes, waardoor een nieuwe multi-polluent situatie ontstaan is. De ontwikkeling van dosis-respons relaties, die de multi-polluent effecten (in combinatie met klimatologische en meteorologische parameters) op de verwering en bezoedeling van verschillende materialen kunnen kwantificeren, vormt een essentiële voorwaarde om schade en drempelwaarden te kunnen voorspellen. De resultaten zullen als ondersteuning dienen voor het opstellen van een beleid met betrekking tot luchtkwaliteit en zouden een efficiënt instrument zijn voor autoriteiten, organisaties en personen die verantwoordelijk zijn voor erfgoed-zorg, in hun inspanning voor het behoud van objecten van culturele waarde en de reductie van onderhoudskosten. Organisaties: • Micro- en Sporenanalyse • AXES
Onderzoekers: • Rene Van Grieken
Kwantum Monte-Carlo studie van lichte atoomkernen en moderne Effectieve nucleon-nucleon interacties Universiteit Gent Abstract: Het project heeft tot doel de resultaten van no-core schillenmodel berekeningen in lichte kernen, gebruik makend van moderne effectieve nucleon-nucleon interacties te vergelijken met de resultaten van Monte-Carlo technieken. Eveneens zullen aspecten van vorm coexistentie en faseovergangen binnen een algebraisch raamwerk bestudeerd worden. Organisaties: • Vakgroep Fysica en Sterrenkunde
Onderzoekers: • Kristiaan Heyde
Geavanceerde draadloze controlenetwerken Universiteit Gent Abstract: Controletoepassingen worden gedefinieerd als toepassingen waar toestellen moeten gestuurd worden en de status uitgelezen. Om de installatiekosten te drukken, geeft men de voorkeur aan draadloze oplossingen voor controletoepassingen. Binnen dit project worden een aantal netwerkalgoritmen ontwikkeld voor zelforganisatie, zelfheling en multi-hop routering in draadloze controlenetwerken. Organisaties: • Vakgroep Informatietechnologie
Onderzoekers: • Ingrid Moerman • Piet Demeester
Onderzoek van N-glycaanpatronen op serumeiwitten uit karper na chronische intoxicatie. Universiteit Antwerpen Abstract: Tijdens dit project zal onderzocht worden of chronische blootstelling van karper aan diverse toxische stoffen (paraquat, arochlor-1254, cadmium en PFOS) de posttranslationele glycosylatie van serumeiwitten beïnvloedt. Met behulp van FACE en HPAEC-PAD technologie zal bestudeerd worden of veranderde N-glycaan profielen kunnen dienen als vroegtijdige indicatoren voor schadelijke effecten op lange termijn op de gezondheid van de proefdieren. Indien specifieke suikerpatronen gevonden worden in relatie tot specifieke chronische blootstellingen, dan opent dit project de deur naar totaal nieuw toxiciteitsonderzoek, waarbij dierenleed of opofferen van dieren tot een absoluut minimum beperkt blijven. Organisaties: • ECOFYSIOLOGIE EN BIOCHEMIE • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Wim De Coen • Marleen Maras
Correcties voor EPI distorsies noodzakelijk voor hoog-veld functionele Magnetische Resonantie Beeldvorming. Universiteit Antwerpen Abstract: De huidige trend in de Magnetische Resonantie Beeldvonning (MRI) om snelle Echo Planar Imaging (EP1) beeldvormingssequenties te gebruiken, zowel voor humaan als het proefdier hersenonderzoek, introduceert een aantal beeldartefacten. Het voorgestelde project kadert in de noodzaak om deze artefacten te verhelpen, zowel aan de hand van nieuwe ontwikkelingen ter hoogte van de EPI beeldvonningssequenties als de post processing. Deze correctietechniek willen we toepassen in het bepalen van functionele actieve regio's in de hersenen van rat ten en zangvogels. Organisaties: • BIO-IMAGING LAB • Bio-imaging
Onderzoekers: • Anne Marie Van Der Linden • Marleen Verhoye
Effecten van proteasen, vrijgesteld door mestcellen, op afferente neuronen in het schistosomiasis-inflammatiemodel in de tractus disgestivus van de muis. Universiteit Antwerpen Abstract: PARs zijn eenvan de mogelijke sensorisch neuron- specifieke moleculaire doelwitten die bruikbaar kunnen zijn bij de therapeutische behandeling van een aantal inflammatoire darmaandoeningen. Dit project wil de rol achterhalen die deze receptoren spelen bij de neuroimmuuninteracties tussen mestcellen en de afferente component van het enterisch zenuwstelsel in het schistosomiasis-inflammatiemodel. Organisaties:
• CEL- EN WEEFSELLEER • Laboratorium voor celbiologie en histologie
Onderzoekers: • Jean-Pierre Timmermans • Frans Van Meir
Zwemcapaciteit van inlandse vissoorten: gevolgen voor het overschrijden van migratieknelpunten in Belgische rivieren. Universiteit Antwerpen Abstract: In de meeste rivieren heeft fragmentatie van de waterloop (door dammen, waterkeringen, sluizen, duikers...) geleid tot een drastische vermindering van het beschikbare habitat voor vissoorten, met het verdwijnen van migrerende soorten tot gevolg. Er wordt momenteel getracht om met behulp van vistrappen of zijkanalen de vissen weer toegang tot de hoger gelegen delen van de rivieren te geven. Door het bepalen van de zwemcapaciteit van inlandse vissoorten kan een geïntegreerd model ontwikkeld worden dat de passeerbaarheid van een barièrre kan voorspellen, en zo het beheer van waterlopen kan vergemakkelijken. Organisaties: • ECOFYSIOLOGIE EN BIOCHEMIE • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Ronny Blust
De rol van de fotorespiratie in de adaptatie aan zware metalen. Universiteit Antwerpen Abstract: Preliminaire gegevens vanuit genetische analyses duiden op een verhoogde activiteit van de fotorespiratiecyclus na behandeling van tomatenplanten met een lage dosis cadmium. Deze hypothese kan worden bevestigd of ontkracht door studie van de fotosynthese, de fotorespiratie, de defensie tegen xenobiotica (door glutathion en phytochelatines) op intacte planten, of via een combinatie van biochemische en moleculaire technieken, in functie van cadmiumstress. Organisaties: • Plantenfysiologie • Moleculaire Plantenfysiologie en Biotechnologie
Onderzoekers: • Roland Caubergs • Geert Potters
Dragen de drie-dimensionale bewegingscomponenten van de middenoorbeentjes, in het bijzonder die van de stijgbeugel, bij tot de effectieve stimulus van het binnenoor ? Universiteit Antwerpen Abstract: We hebben experimenteel aangetoond dat middenoorbeentjes een bewegingsmodus hebben die verschilt van de algemeen aanvaarde rotatie-om-een-vaste-as hypothese. De beweging is uitgesproken 3-dimensionaal en sterk frequentie-afhankelijk en waarschijnlijk in het middenoor ingebouwd om de frequentieband van het middenoor te verbreden. We wensen dit mechanisme te bestuderen door kinematische middenoormetingen te combineren met drukmetingen in het binnenoor. Organisaties: • BIOMEDISCHE FYSICA • Biofysica en Biomedische Fysica
Onderzoekers: • Willem Decraemer • Joris Dirckx
Towards a spatial structure plan for sustainable management of the sea (GAUFRE) Universiteit Gent Abstract: Dit project beoogt in hoofdzaak de wetenschappelijke fundamenten te bieden voor de ontwikkeling van een ruimtelijk structuurplan dat bijdraagt tot een duurzaam beheer van de Noordzee. Er wordt een overzicht geboden van de bestaande wetenschappelijke kennis inzake het gebruik en de mogelijke impact van de gebruiksfuncties in het Belgisch deel van de Noordzee, teneinde een eerste voorstel inzake de optimale verdeling van alle relevante gebruiksfuncties te formuleren. Organisaties: • Vakgroep Internationaal publiekrecht
Onderzoekers: • Eduard Somers
De moleculair fysiologische karakterisatie van UV-b geïnduceerde peroxidases. Universiteit Antwerpen Abstract: Recent werd het belang van fenol-oxiderende peroxidasen in de UV -b beschermingsrespons van planten aangetoond. Hierbij werd ook duidelijk dat alleen specifieke peroxidase-iso enzymen in staat zijn de plant te beschermen. Om deze specificiteit te kunnen begrijpen is het essentieel dat het UV geïnduceerde peroxidase geïsoleerd en gekarakteriseerd (proteoom analyse) wordt. Expressie en regulatie van het gen kan vervolgens bestudeerd worden in transgene Arabidopsis thaliana planten. Organisaties: • Plantenfysiologie • Moleculaire Plantenfysiologie en Biotechnologie
Onderzoekers: • Yves Guisez • Marcel Jansen
Reactor bypass Universiteit Gent Abstract: The effects of reactor bypass are investigated. Organisaties: • Vakgroep Chemische proceskunde en technische chemie
Onderzoekers: • Guy Marin
Luchtfotografie in Wallonië - Fonds Ch. Leva - databank en digitalisatie Universiteit Gent Abstract: Ontwikkelen en vervolledigen van de databank "Waalse luchtfotografie" met luchtfoto's van het "Fonds Ch. Leva". Het vernoemd fonds werd door de Waalse Gemeenschap integraal aangekocht. Digitalisatie van het Fonds Ch. Leva. Organisaties: • Vakgroep Archeologie
Onderzoekers: • Jean Bourgeois
Endoscopische Moiré topografie. Universiteit Antwerpen Abstract: We zullen een nieuwe moire techniek ontwikkelen, waarbij roosterlijnen geprojecteerd worden via een endoscopische optiek, en met een CCD camera geregistreerd worden via een tweede endoscopische optiek. Via elektronische beeldverwerking kunnen we hiermee de vorm en vervorming meten van kleine voorwerpen op moeilijk bereikbare plaatsen. De techniek kan ondermeer een nieuwe diagnostische methode opleveren in de otologie. Organisaties: • BIOMEDISCHE FYSICA • Biofysica en Biomedische Fysica
Onderzoekers: • Willem Decraemer • Joris Dirckx
Ontwikkeling van een hogedruklijn geschikt voor de manipulatie van gasvormig trimethylamine en dimethylsulfide. Universiteit Antwerpen Abstract: Tijdens voorliggend project zal een hogedruklijn geconstrueerd worden zodat oplossingen van trimethylamine en dimethylsulfide opgelost in vloeibare edelgassen onderzocht kunnen worden. Deze oplossingen zullen gebruikt worden voor de studie van verschillende C-H...N, C-H...S, CX...N en C-X...S (X = CI, Br, I) interacties. Deze experimentele gegevens zullen gebruikt worden voor de evaluatie van de modellen vooropgesteld tijdens het onderzoek naar C-H...O eigenlijke en oneigenlijke waterstofbruggen. Organisaties: • CRYOSPECTROSCOPIE • Cryospectroscopie
Onderzoekers: • Wouter Herrebout • Ann Vinckier
COGNIRON Vrije Universiteit Brussel Abstract: Ontwikkeling van cognitieve robotten die capabel zijn om hun capaciteiten te ontwikkelen door directe interactie met de mens. Organisaties: • Informatica en Toegepaste Informatica
Onderzoekers: • LUC STEELS • Tony BELPAEME
Mogelijke betrokkenheid van SK3-kanalen Ca²+-geactiveerde K+-kanalen) bij het ontstaan van de spontane elektrische 'slow wave'-activiteit in de gladde spieren van de buitenste spierlaag van het gastrointestinaal stelsel van de muis. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project omvat een intracellulaire studie van de spontane elektrische 'slow wave'- activiteit van de buitenste gladde spierlaag in verschillende regio's van de darm van de muis. De betrokkenheid van SK3-kanalen in het ontstaan van de slow waves zal onderzocht worden in wildtype en transgene muizen. Organisaties: • ELEKTROBIOLOGIE • Translationeel pathofysiologisch onderzoek (TPR)
Onderzoekers: • Pierre-Paul Van Bogaert
Veiligheid en gebruik van het intravenous anestheticum IMZ-25435 bij de hond en de kat Universiteit Gent Abstract: Studie over het gebruik van een intraveneus anestheticum voor inductie van de anesthesie bij hond en kat, en als continu infuus voor onderhoud van anesthesie bij de kat. Organisaties: • Vakgroep Geneeskunde en klinische biologie van de kleine huisdieren
Onderzoekers: • Ingeborgh Polis
Beoordeling van het kruinpeil van kustwaterbouwkundige structuren door prototype monitoring, voorspellingen door middel van neurale netwerken en risico analyse aangaande toelaatbare golfoverslag. Universiteit Gent Abstract: Het is aangetoond dat golfoploop onderschat wordt in testen op kleine schaalmodellen ten gevolge van schaaleffecten. Daarom is er een sterk vermoeden dat ook golfoverslag onderschat wordt. Prototypemetingen met betrekking tot golfoverslag zullen worden uitgeoverd op vier locaties. Op één site zal het effect van lange golven in ondiep water worden nagegaan. De prototype meetresultaten zullen worden gesimuleerd op kleine schaal en in numerieke modellen om de verwachte schaaleffecten te begroten en te verklaren. Aangezien er nog geen algemene methode bestaat, zal er een ontwikkeld worden in dit project. Alle bestaande data betreffende golfoverslag zal worden verzameld en aangevuld worden met de prototype meetresultaten uit dit project. Informatie over toelaatbare hoeveelheden golfoverslag is schaars en vaag. Een risicoanalyse (incl. socio-economische effecten) zal een gefunctioneerd antwoord geven met betrekking tot de veiligheid van voetgangers, voertuigen, gebouwen, ? Organisaties: • Vakgroep Civiele techniek
Onderzoekers: • Julien De Rouck
Chiroptera-Inspired Robotic Cephaloid: a Novel Tool for Experiments in Synthetic Biology. (CIRCE) Universiteit Antwerpen Abstract: Het betreft een project in het kader van het vijfde kaderprogramma (onderdeel IST) = gebruiksvriendelijke informatiemaatschappij). Doel is onder meer het ontwerpen van een bionische vleermuis. Een consortium van Europese universiteiten werkt mee; UFSIA coördineert. Organisaties: • VAKGROEP MILIEU, TECHNOLOGIE EN MANAGEMENT • Engineering Management
Onderzoekers: • Herbert Peremans
Ruimte voor jeugdwerk. Universiteit Antwerpen Abstract: Ruimte voor jeugdwerk. Organisaties: • Cultuur en welzijn
Onderzoekers: • Koen Pelleriaux
Analyse van het verband tussen sociaal-economische status en het gebruik van spoedgevallendiensten en de relatie met de organisatie van de huisartsenwachtdiensten. Universiteit Antwerpen Abstract: De vraagstelling die in dit onderzoek aangekaart zal worden valt uiteen te rafelen in volgende drie algemene deelvragen: 1. Wat is de impact van het innen van (forfaitaire) bedragen bij het gebruik van spoedgevallendiensten, gedifferentieerd naar de verschillende socio-economische groepen. Wat is hieroever bekend uit de intemationale Ilteratuur en wat IS relevant voor België? Welke gegevens zijn In Belgle beschikbaar? 2. Op welke manier heeft het innen van eigen bijdrage van de zorgconsument een impact op de toegankelijkheid en het gebruik van de medische dienstverlening in het algemeen? Zijn deze inzichten ook eenvoudig toepasbaar voor spoedgevallenzorg?" 3. Welke organisatorische alternatieven bestaan er om de niet doelmatige instroom van patienten op spoedgevallendiensten op te vangen ? Garanderen deze altematieven kwaliteitsvolle zorg en waarborgen ze toegankelijkheid ? Organisaties: • Eerstelijns - en interdisciplinaire zorg Antwerpen (ELIZA)
Onderzoekers: • Paul Van Royen
Activatie en sesitizatie van cutane afferente nociceptoren na intradermale toediening van Endotheline-1 (ET-1). Universiteit Antwerpen Abstract: In het kader van dit onderzoek zal de voorheen vergaarde wetenschappelijke informatie betreffende de rol van Endotheline-1 als pijnmediator, nu onderzocht gaan worden en verder geëvalueerd worden bij gezonde vrijwilligers. Hierbij zal de ontwikkeling van een cutane hyperalgesie na intradermale toediening van Endotheline-1 bij deze vrijwilligers onderzocht worden, en gebruik makende van quantitatieve sensoriële onderzoeken. Organisaties: • Translationele Neurowetenschappen (TNW)
Onderzoekers: • Guy Hans
Water quality management information tool for rivers basins based on environmental and economic considerationspects. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het project beoogt de ontwikkeling van een beslissingsondersteunend programma voor het beheer van de waterkwaliteit in de Russische Federatie Organisaties: • Hydrologie en Waterbouwkunde
Onderzoekers: • WILLY BAUWENS
Uitvoering van een aantal simulaties m.b.t. de zogenaamde "werkloosheids- en inactiviteitsvallen" in het kader van de werkzaamheden van de Hoge Raad voor de Werkgelegenheid. Universiteit Antwerpen Abstract: Uitvoering van een aantal simulaties m.b.t. de zogenaamde "werkloosheids- en inactiviteitsvallen" in het kader van de werkzaamheden van de Hoge Raad voor de Werkgelegenheid. Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Godelieve De Lathouwer
Spatial Analysis and Modelling Based on Activities (SAMBA) Universiteit Gent Abstract: De doelstelling van dit project is de mobiliteitsvraag in België te bestuderen op basis van de activiteitenketens en vooral de ruimtelijke component ervan. Om tot deze doelstelling te komen, moeten we, via GIS, een ruimtelijke dimensie toevoegen aan de activiteitenketens en verschillende discrete keuze modelformuleringen overwegen. Organisaties: • Vakgroep Geografie
Onderzoekers: • Frank Witlox
Functionele en moleculaire karakteristieken van cardiaal endotheel als modulator van mechanische prestatie en regeneratie van de hartspier. Universiteit Antwerpen
Abstract: Cardiaal endotheel, een essentiële functionele en structurele component van het hart, zal worden bestudeerd om de volgende twee vragen te beantwoorden: 1.Is er een fysiologische en moleculaire basis voor een interactie tussen volwassen beenmerg stamcellen en cardiale endotheelcellen? Deze vraag is relevant in de context van de toenemende evidentie voor een regeneratieve capaciteit van het hart door middel van een recrutering van circulerende stamcellen. 2.Wat is de fysiologische betekenis van de recent aangetoonde moleculaire differentiatie van cardiaal endotheel in vergelijking met vasculair endotheel uit de aorta? Deze studies hebben de potentie om nieuwe voordien onvermoede functies van het cardiaal endotheel als modulerende structuur van het hart aan te tonen. Organisaties: • Menselijke fysiologie en pathofysiologie
Onderzoekers: • Gilles De Keulenaer
Screenen van de diverse federale en gemeenschapsdepartementen op het bestaan van regelgeving, dit op het vlak van religieuze en morele bijstand binnen de murale zorg (gezondheids- en welzijnszorg) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Screenen van de diverse federale en gemeenschapsdepartementen op het bestaan van regelgeving, dit op het vlak van religieuze en morele bijstand binnen de murale zorg (gezondheids- en welzijnszorg)- Opmaken van een inventaris voor beleidsdoeleinden. Organisaties: • Medische Sociologie
Onderzoekers: • FREDDY LOUCKX • Christophe VANROELEN
Kinderrechtengids, tijdschrift voor jeugdrecht en kinderrechten, vorming over kinderrechten en ondersteuningsoverleg Universiteit Gent Abstract: wetenschappelijke dienstverlening : via deze specifieke activiteiten wil het Centrum bijdragen tot het bevorderen van de deskundigheid van beleidsmedewerkers, maatschappelijke werkers, praktijkjuristen, wetenschappers en al wie professioneel met kinderen te maken heeft. Precies deze doelgroepen worden het meest geconfronteerd met vragen over de concrete betekenis en toepassingsmogelijkheden van het IVRK (Kinderrechtenverdrag). Dit alles vindt plaats naast het instandhouden van haar eigen capaciteitsopbouw en de blijvende investering in een uitgebreid netwerk van experten. Organisaties: • Vakgroep Sociale agogiek
Onderzoekers: • Maria De Bie
Is de GABA-A receptor een therapeutische target voor het fragiele X syndroom ? Universiteit Antwerpen Abstract: Recent vonden wij differentiële expressie van de the delta subunit van de ?-aminobutyric acid type A (GABAA) receptor in de hersenen van de fragiele X knockout muis, een diermodel voor de meest frequente vorm van familiaire mentale retardatie. GABAA receptors spelen moelijk een rol in anxiety, epilepsie, en leer- geheugenprocessen Diverse drugs binden aan de receptor. Dit project beoogt ons inzicht in de rol van de GABAA receptor in het fragiele X syndroom op te helderen gebruik makend van moleculaire technieken. Organisaties: • Cognitieve Genetica (COGNET)
Onderzoekers: • Frank Kooy
Spatial analysis and Modelling Based on Activities (SAMBA) Universiteit Antwerpen Abstract: De centrale doelstelling van het onderzoeksproject is te trachten een beeld te krijgen van de vraag naar verplaatsingen, voor alle doeleinden, in België gebaseerd op activiteitenkettingen. Deze zullen afgeleid worden uit gegevens die verzameld werden via de eerste Belgische, nationale enquête rond de mobiliteit van gezinnen (MOBEL) die gecoördineerd en gefinancierd werd door het DWTC in het kader van PODO I. Ook zullen ze kunnen worden afgeleid uit gegevens op regionaal en lokaal niveau, namelijk uit gegevens verzameld in Vlaanderen en meer specifiek in Antwerpen, Gent en Hasselt. Om dit alles te bereiken, moet er een ruimtelijke dimensie toegevoegd worden aan de analyse van de activiteitenkettingen, die tot op heden enkel op hun tijdscomponent werden onderzocht. Het project bestaat uit 3 stadia: - Eerst zal de verzamelde data uit de voorbije enquêtes ruimtelijk voorgesteld worden. Organisaties: • VAKGROEP TRANSPORT EN RUIMTELIJKE ECONOMIE • Transport en ruimtelijke economie
Onderzoekers: • Ann Verhetsel
Laser Vibrometry Network: systems and applications (LAVINYA). Universiteit Antwerpen Abstract: Lavinya was een Thematisch Netwerk ivm met optische meettechnieken voor vorm- en vibratiemetingen in het raam van het Fifth Framework Programme van de EU: Laser Vibrometry Network: Systems and apllications. De organisatie berustte bij de Universita degli studi di Ancona Organisaties: • BIOMEDISCHE FYSICA • Biofysica en Biomedische Fysica
Onderzoekers: • Willem Decraemer
Changes in gene expression in different human cell types after irradiation. (Doctoraatsafwerking (6 mnd) van Marcella MORI) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Met behulp van cDNA microarrays zullen we de door straling geactiveerde moleculaire pathways onderzoeken die een rol spelen in getransformeerde en niet-getransformeerde humane cellen. Dit onderzoek kan een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van methodes om cellen gevoeliger te maken voor straling (van belang voor radiotherapie) of juist te beschermen tegen de gevolgen van straling. We zullen de effecten van straling op genexpressieprofielen in getransformeerde (Jurkat, HL60) en niet-getransformeerde humane hematopoietische cellen bepalen.
Organisaties: • Farmacologie
Onderzoekers: • RON KOOIJMAN • ELISABETH PETERS
Ontwikkeling van energie-bewuste software aanpassingstechnieken voor embedded systemen: deel 2. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van dit onderzoek is de ontwikkeling van nieuwe heuristieken en werktuigen voor het meten en optimaliseren van het vermogen en geheugenverbruik van een embedded software systeem. De ontwikkelde heuristieken en werktuigen richten zich op een zo hoog mogelijk abstractieniveau en hebben als specifiek doel het exploreren van de datastructuren gebruikt binnen het embedded software systeem. Organisaties: • Modeleren van Systemen en Internet Communicatie (MOSAIC)
Onderzoekers: • Tom Dhaene
Strategische visie Vlaams Patiëntenplatform (VPP) in een toekomstige gezondheidszorg waarin de noden van de patiënt centraal staan. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Strategische visie Vlaams Patiëntenplatform (VPP) in een toekomstige gezondheidszorg waarin de noden van de patiënt centraal staan. Organisaties: • Medische Sociologie
Onderzoekers: • FREDDY LOUCKX • Christophe VANROELEN
Bijdrage tot de publicatie VRIND 2004 m.b.t. het hoofdstuk "Gezinnen versterken, zorgen voor mekaar en samenleven" in het bijzonder wat de welzijnsaspecten betreft. Universiteit Antwerpen Abstract: Bijdrage tot de publicatie VRIND 2004 m.b.t. het hoofdstuk "Gezinnen versterken, zorgen voor mekaar en samenleven" in het bijzonder wat de welzijnsaspecten betreft. Organisaties: • Welzijn en verzorgingsstaat
Onderzoekers: • Jozef Breda
Bevraging Vlaamse Parlementsleden over wetenschap, technologie en innovatiebeleid. Inclusief organiseren en en begeleiden van een tweetal focusgroepen met perlementsleden over de bevindingen, hun betekenis, interpretatie en implicaties. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Abstract niet beschikbaar. Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS • Sven SANCTOBIN
Stedelijkheid in Vlaanderen. Een cultuursociologische analyse. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project wil het stedelijke samenleven benaderen als een cultureel gegeven. We richten ons daarbij vooral op de culturele dynamiek binnen en tussen steden. Het ontstaan en bestaan van sociale en symbolische grenzen tussen mensen, buurten en steden onderling én het omzetten van een collectief cultureel referentiekader in het dagelijkse handelen zijn hierbij de centrale aandachtspunten. Aan de hand van kwantitatieve analyses proberen we hierop een antwoord te formuleren. Organisaties: • Cultuur en welzijn • Cultuur en welzijn
Onderzoekers: • Jeff Van Ouytsel • Koen Pelleriaux
Verwerken van gegevens verzameld via enquête van het NVSM via S-Magazine. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Geen abstract beschikbaar Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS • PETER DE VLEESCHOUWER • Lieve SMETS
Subfenotypering van otosclerose : multi-disciplinaire diagnostiek voor cochleaire otosclerose. Universiteit Antwerpen Abstract: Otosclerose is een frequent voorkomende botabnormaliteit van het otisch kapsel, gekenmerkt door abnormale resorptie en redepositie van bot. Men maakt een onderscheid tussen histologische en klinische otosclerose. Histologische otosclerose betekent dat de aanwezigheid van otosclerose post mortem gediagnosticeerd werd bij histologisch onderzoek van rotsbeenderen. Klinische otosclerose betekent de aanwezigheid van geleidings- of gemengde doofheid veroorzaakt door stapediale fixatie of ronde venster abnormaliteiten. Er is echter een belangrijke discrepantie in de prevalenties van beide vormen, respectievelijk 2.5 % voor histologische otosclerose en 0.3 % voor klinische otosclerose. Otosclerose wordt dus in de klinische praktijk duidelijk (factor 8!) ondergediagnosticeerd. Deze discrepantie tussen histologische en klinische otosclerose wordt veroorzaakt door de variabele topografie van de otosclerotische foci in het otische kapsel: niet alle lokalisaties veroorzaken een typische symptomatologie. Indien het gaat om fenestrale otosclerose (ovale of ronde venster) is de diagnose relatief gemakkelijk te stellen met
audiometrische en tympanometrische technieken. Hier vindt men de aanwezigheid van een conductief of gemengd gehoorverlies, al dan niet met een kenmerkende Carhart notch. Indien de otosclerotische haarden elders in het otische kapsel voorkomen, kan deze zogenaamde 'cochleaire otosclerose' audiometrisch moeilijk gedifferentieerd worden van andere vormen van perceptief gehoorverlies. Door middel van radiologische beeldvorming kan in een aantal gevallen de diagnose van cochleaire otosclerose gesteld worden, hoewel met de huidige systemen de letsels meestal slecht herkenbaar zijn. Concluderend kan gesteld worden dat gezien de hoge frequentie in de populatie er een grote nood bestaat aan een sensitievere en specifiekere diagnostiek voor cochleaire otosclerose, zowel klinisch als radiologisch. Bovendien blijkt otosclerose een genetisch complexe aandoening veroorzaakt door een interactie van genen en omgevingsfactoren. De invloed van deze interactie is momenteel onvoldoende gekend maar ligt waarschijnlijk gedeeltelijk aan de basis van de heterogene fenotypische karakteristieken. Verdere classificatie van deze otosclerotische subfenotypes is dan ook een conditio sine qua non voor de klinische diagnostiek. Wanneer wetenschappelijk onderzoek erin slaagt eenduidig risicofactoren uit de omgeving of van genetische aard aan te duiden en deze te correleren aan fenotypische karakteristieken is de basis hiervoor gelegd. De fundamentele inzichten in het ontstaansmechanisme van otosclerose en de concretere classificatie van otosclerosesubfenotypes verworven door dit project, zal de NKO-artsen toelaten een meer specifieke diagnose te stellen. Op deze manier zal de huidige symptomatische aanpak van otosclerose evolueren naar een meer individu-specifieke aanpak. Organisaties: • Translationele Neurowetenschappen (TNW)
Onderzoekers: • Kris A B Van Den Bogaert • Paul Parizel • Paul Van de Heyning • Guido Van Camp
Data-analyse en rapportering van een survey van de Belgische markt van Human Resources managers en algemene directeurs van bedrijven. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Survey data mbt Belgische HR managers werden geanalyseerd en de resultaten gerapporteerd Organisaties: • Arbeids- en Organisatiepsychologie
Onderzoekers: • PETER THEUNS
Ontwikkeling van een sociale conjunctuur-barometer. Universiteit Antwerpen Abstract: Ontwikkeling van een sociale conjunctuur-barometer. Organisaties: • Welzijn en verzorgingsstaat
Onderzoekers: • Jozef Breda
Actualisatie van het hoofdstuk "Armoede en sociale uitsluiting in de Vlaamse context" uit het VAP 2004 voor het VAP 2005. Universiteit Antwerpen Abstract: Actualisatie van het hoofdstuk "Armoede en sociale uitsluiting in de Vlaamse context" uit het VAP 2004 voor het VAP 2005. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Jean Vranken
Actualisering van het Vooruitgangsrapport 2001 voor de periode 2001-2004. Universiteit Antwerpen Abstract: Actualisering van het Vooruitgangsrapport 2001 voor de periode 2001-2004. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Jean Vranken
Rol van de CaCO3 in de klimaatsverandering. Universiteit Antwerpen Abstract: Het algemeen doel van dit onderzoeksproject is een beter inzicht te verkrijgen in de oceanische cyclus van de anorganische koolstof en zijn rol in klimaatsverandering. De mechanismen verantwoordelijk voor de productie van particulair anorganisch en organisch koolstof enerzijds, en voor de oplossing van calciumcarbonaat anderzijds, zullen bestudeerd worden. Dit onderzoek gebeurt in samenwerking met VUB en ULB. Wij zullen vooral de nadruk leggen op: *Collectie van calciet deeltjes uit het marien milieu. *Classificatie van individuele deeltjes met automatische elektronen micro probe analyse (EMPA). *Manuele microanalysen van geselecteerde individuele deeltjes op hun hoofd-en nevenelement gehalte. *Bepaling van de oppervlaktelagen op individuele calciumcarbonaat partikels, met behulp van 'variabele-energie' EMPA. *Identificatie van planktonspecies en hun fragmenten. Organisaties: • Micro- en Sporenanalyse • AXES
Onderzoekers: • Rene Van Grieken
Opbouw van kennis op vlak v/h staaloppervlak mbt oppervlaktebehandeling uitgaande v/d kennis op gebied van aluminium. (Begeleiding Doctoraat Thomas VAN SCHAFTINGEN) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het doel in dit werk is om de corrosiebescherming van koudgewalst staal door dunne (dikte ongeveer 1µm), permanente (ze zijn aanwezig gedurende de verwerking en het gebruik van de staalplaten) organische deklagen (Thin Permanent Organic Coatings: TPOC) te begrijpen. De bestaande TPOC-systemen worden steeds aangelegd op bestaande metallische
lagen en ze impliceren steeds het gebruik van chromaten, die onwenselijk zijn naar het milieu en de veiligheid toe. In sommige gevallen is een thermische nabehandeling nodig om een moleculaire vernetting te veroorzaken en soms moeten organische solventen ingezet worden. Deze beide aspecten bemoeilijken de industriële manipulatie van deze systemen. De TPOC die men wil gebruiken zullen rechtstreeks op het staaloppervlak aangelegd worden en bevatten geen chromaatprodukten. Er zal geen thermische nabehandeling toegepast worden en er zullen geen organische solventen gebruikt worden aangezien van een waterige dispersie vertrokken wordt om de deklagen te bekomen. In eerste instantie zal de structuur van de aangelegde TPOC geanalyseerd worden i.f.v. de eigenschappen van zowel het staaloppervlak als van de acrylaat dispersie. Zodoende zal men in staat zijn om TPOC aan te leggen met gekende karakteristieken. In een tweede stap zullen de aspecten inzake corrosiebescherming geanalyseerd. Het is de intentie om twee verschillende beschermingsmechanismen in te voeren door de variatie van de elektrochemische eigenschappen van het ganse systeem. De kennis opgebouwd in het eerste deel zal ons toelaten om de corrosie aspecten te bestuderen op systemen met gekende karakteristieken. Organisaties: • Metallurgie, Elektrochemie en Materialenkennis
Onderzoekers: • HERMAN TERRYN
Evaluatie van kwalitatieve verschillen tussen modi voor goederentransport, Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van het onderzoek is de studie van de kwalitatieve verschillen tussen vervoersmodi in het interstedelijk goederenvervoer. Het gaat om verschillen op het niveau van de veiligheid, betrouwbaarheid, flexibiliteit, stiptheid, informatie, schadegevoeligheid, etc. Het is de bedoeling om de impact van deze kwalitatieve factoren in het modale keuzeproces te meten en, indien mogelijk, om de resulterende (kosten) voordelen te benutten. De aard van de goederen, evenals de organisatie van de verlader en de bestemmeling (voorraden en distributie) spelen een belangrijke rol bij de uiteindelijke modale keuze. Het belang van deze factoren neemt toe aangezien een merendeel van de transporten een internationaal karakter vertoont en er meerdere tussenpersonen betrokken zijn. Via een bevraging wordt de noodzakelijke informatie verkregen om dit probleem wetenschappelijk te bestuderen. Organisaties: • VAKGROEP TRANSPORT EN RUIMTELIJKE ECONOMIE • Transport en ruimtelijke economie
Onderzoekers: • Hilde Meersman • Eddy Van de Voorde
Invullen natuurontwikkeling langs de Zeeschelde en haar tijgebonden zijrivieren. Universiteit Antwerpen Abstract: Invullen natuurontwikkeling langs de Zeeschelde en haar tijgebonden zijrivieren. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire
Behandeling van experimentele colitis door lokale toediening van kameel antilichaam fragmenten Universiteit Gent Abstract: In dit project willen we neutraliserend kameel antilichaam fragmenten gericht tegen TNF-alfa en IFN-gamma, die door de Lactococcus Lactis tot expressie gebracht worden, testen voor gebruik als potentieel therapeuticum bij de ziekte van Crohn. Hiervoor zullen we gebruik maken van diermodellen voor inflammatoir darmlijden. Organisaties: • Vakgroep Pathologische anatomie
Onderzoekers: • Erik Remaut • Claude Cuvelier
Chemometrische studie van gegevens afkomstig van een ATOFINA proces betreffende de bereiding van styreen-butadine copolymeren d.m.v. anionische polymerisatie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Chemometrische studie van gegevens afkomstig van een ATOFINA proces betreffende de bereiding van styreen-butadine copolymeren d.m.v. anionische polymerisatie Organisaties: • Analytische Scheikunde en Farmaceutische Technologie
Onderzoekers: • DESIRE MASSART • Yvan VANDER HEYDEN • JOHANNA VERBEKE
Model energiegebruik voor de sector handel & diensten. Universiteit Antwerpen Abstract: Ter voorbereiding van het komende MIRA-S scenariorapport zal MTT een `scenario-definitiemodel' of `SAVER' ontwikkelen voor de sector handel & diensten. Dit is een model dat moet toelaten om verschillende door de gebruiker te definiëren beleidsscenario's (maatregelen- en instrumentenpakketten) door te rekenen tot het energiegebruik per type energiedrager (kolen, aardgas, stookolie, elektriciteit, ') en de hierbij horende milieudruk (uitstoot van broeikasgassen, verzurende emissies, fotochemische luchtverontreiniging'.) van de sector handel & diensten. De milieudruk wordt hierbij ook per stof (SOx, NOx, CO2, CH4,') begroot. Voor de begroting van de emissies wordt er afgestemd met de gangbare berekeningswijze bij VMM. Bij de bouw van het model wordt gebruik gemaakt van de analysetechniek energy accounting. Deze techniek laat toe om bij de analyse van de eindenergievraag rekening te houden met zowel kwantitatieve als kwalitatieve aspecten, en bijgevolg ruimte te laten voor
zowel exportenoordeel als formele wiskundige modellen. Organisaties: • Engineering Management
Onderzoekers: • Aviel Verbruggen
Scientific REsearch J.I.T. Universiteit Gent Abstract: Het doel van het wetenschappelijke onderzoek naar gemeenschappelijke onderzoeksteams bestaat erin om aan de hand van de eerste operationele JIT in Nederland het concept van een JIT te evalueren. De onderzoeksgroep zal de activiteiten van de operationele JIT volgen en zijn onwikkeling en functioneren bestuderen. Ook de JIG (gemeenschappelijk onderzoeksgroep) zal aan dezelfde studie worden onderworpen. Een analyse zal een jit en dit op juridisch, criminologisch, politiek en sociologisch niveau. Op basis van de analyse zullen aanbevelingen worden geformuleerd. Organisaties: • Vakgroep Strafrecht en criminologie
Onderzoekers: • Gert Vermeulen
Uitvoeren van een diepgaande analyse van de resultaten alsook het rapporteren van secundaire analyses van de CBGS postenquête over zorg en mantelzorg in Vlaanderen ter voorbereiding van het "Zorgcongres" in december 2003. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft het uitvoeren van een diepgaande analyse van de resultaten tevens behelst het project ook het rapporteren van secundaire analyses van de CBGS postenquête over zorg en mantelzorg in Vlaanderen ter voorbereiding van het "Zorgcongres" in december 2003. Organisaties: • Welzijnsplanning • Centrum voor Longitudinaal en Levensloop Onderzoek (CELLO)
Onderzoekers: • Dimitry Mortelmans
Extracellulaire proteasen en het kanker degradoom: innovatieve diagnostische markers, therapeutische targets en tumor visualisatie tools Universiteit Gent Abstract: binnen dit 4 jaar durende geïntegreerd project heeft het EUCPC als doel: 1) definiëren van nieuwe moleculaire targets voor drug design 2) ontwikkeling van nieuwe specifieke interventies gebaseerd op grondige kennis van de pathofysiologische rol van target proteases en gerelateerde moleculen, en het begrijpen van hoe en wanneer deze aan te wenden 3) identificatie van nieuwe diagnostische en prognostische indicators 4) Nieuwe manieren evalueren om visualisatie van tumoren binnen de kliniek te verbeteren. Organisaties: • Vakgroep Geneesmiddelenleer
Onderzoekers: • Guido Slegers
Stedelijkheid en Semiosis in recentie New York fictie Universiteit Gent Abstract: Een onderzoek over stedelijkheid en semiosis in recente romans (1977-2001), waarin New York City een belangrijke rol speelt. Het onderzoek houdt het midden tussen een pure thematologische benadering en een excessief tekst-georiënteerd poststructuralistische benadering. Stadsliteratuur zal worden beschouwd 1/ als het dramatiseren van existentiële problemen 2/ als het in kaart brengen van semantiseringsprocessen. Organisaties: • Vakgroep Engels
Onderzoekers: • Kristiaan Versluys
Wigner Phase in Quantum Dots. (WIPQD) Universiteit Antwerpen Abstract: Wigner Phase in Quantum Dots. (WIPQD) Organisaties: • Theorie van de gecondenseerde materie
Onderzoekers: • Francois Peeters
Experimentele studie van de spinstructuur van het Neutron via dubbel-gepolarizeerde fotoabsorptie. Universiteit Gent Abstract: Experimentele verificatie van de geldigheid van de Gerasimov-Drell-Hearn somregel voor het neutron (350 MeV - 3.5 GeV). Organisaties: • Vakgroep Fysica en Sterrenkunde
Onderzoekers: • Dirk Ryckbosch
Databank Statistische Informatie inzake Sociale Inclusie. Universiteit Antwerpen Abstract: Databank Statistische Informatie inzake Sociale Inclusie. Organisaties: • CENTRUM VOOR SOCIAAL BELEID • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Bea Cantillon
Verbeteren van standtijd, maatnauwkeurigheid en oppervlaktekwaliteit van rapid tooling matrijzen
Hogeschool Gent Abstract: Bij het produceren van gereedschapsgebonden producten is op dit ogenblik, vanwege de lange levertermijnen van conventionele gereedschappen, de tijd nodig om een product op de markt te brengen veel te lang. Aangezien het maken van conventionele gereedschappen vrij arbeidsintensief is, is er een evolutie aan de gang om deze in lageloonlanden te laten produceren (Zuid-Europa, Oost-Europa, Verre Oosten).Het HOBU 2000 project Kunststofspuitgieten op basis van "Selectief Laser Sinteren" gevormde matrijscaviteiten, zette reeds heel wat stappen in het ontwikkelen van een performante rapid tooling-technologie: standtijd 50.000 shots, maatnauwkeurigheid 0,1 mm, oppervlakteruwheid 4 m m, levertermijn 1 à 3 weken, gunstige kostprijs en grote vormcomplexiteit. Dit project concentreerde zich op gesinterde vormdelen en een eenvoudig matrijsconcept (open-dicht matrijs met ééndelige matrijshelften, voorzien van kegel- of duikbootaanspuiting).Voor de betrokken ondernemingen, o.a. een groot aantal KMO`s, is de drempel naar deze innovatieve technologie op dit ogenblik nog te hoog. Bij bovenvermeld HOBU project kwamen we tot de vaststelling dat de kwalitatieve aspecten van deze matrijzen – standtijd en maat- en oppervlaktekwaliteit – , nog op een onvoldoende hoog niveau gesitueerd zijn om een doorbraak van deze technologie mogelijk te maken.Vandaar dat we op basis van de technologische kennis van onze wetenschappelijke partners (KULeuven PMA & MTM en WTCM/CRIF) en gebruik makend van de verworven expertise van bovenvermeld HOBU project, de kwalitatieve aspecten van deze matrijzen willen verbeteren, zodat deze technologie op een industriële schaal zal kunnen ingezet worden.Het verbeteren van de standtijd van matrijzen vraagt een verdergaand onderzoek naar een betere slijtvastheid van de gesinterde matrijsdelen. Hiertoe dient verder gewerkt aan de optimalisatie van sinterparameters, korrelmaterialen en nabewerkingstechnieken, maar ook het verbeteren van de slijtvastheid (o.a. hardheid) van de gesinterde materialen langs thermische of thermochemische weg dient onderzocht te worden. Organisaties: • Departement Toegepaste Ingenieurswetenschappen • Vakgroep Mechanica
Onderzoekers: • Ludwig Cardon
Syncline and Anticline Mesafasen voor Fotonische Toepassingen Universiteit Gent Abstract: Het doel van het voorstel is het ontwerp en de fabricage van nieuwe ferroelektrische en antiferroelektrische vloeibare kristallen die beantwoorden aan de vereisten van recent ontwikkelde fotonische componenten. Voor vele snelle, parallelle optische schakelaars en lichtmodulerende componenten zijn nieuwe materialen met bijzondere eigenschappen nodig. Organisaties: • Vakgroep Elektronica en informatiesystemen
Onderzoekers: • Kristiaan Neyts
Opstellen van instandhoudingsdoelstellingen voor de Zeeschelde en de tijgebonden zijriveren (Nete's, Dijle, Zenne en Durme). Universiteit Antwerpen Abstract: Opstellen van instandhoudingsdoelstellingen voor de Zeeschelde en de tijgebonden zijriveren (Nete's, Dijle, Zenne en Durme). Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire
EU standaarden voor bescherming van getuigen en samenwerking met het gerecht Universiteit Gent Abstract: Het project is erop gericht relevante wetgeving betreffende getuigenbescherming (incl. de anonieme getuige en de bedreigde getuige) en de samenwerking met de gerechtelijke autoriteiten van person die betrokken zijn of waren bij terrorisme of georganiseerde misdaad te bestuderen. In een eerste fase wordt de nationale wetgeving van België, Italië en Litouwen bestudeerd en worden er interviews afgenomen om de praktische ervaringen en problemen te beoordelen. Door een rechtsvergelijkende oefening zullen dan aanbevelingen geformuleerd worden. In een tweede fase worden de Europese en internationale standaarden met betrekking tot de bovenvermelde onderwerpen bestudeerd. Beide fases zullen essentieel blijken om tot een conclusie te komen. De algemene doelstelling van het project is een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van: een voorstel tot een EU kaderbesluit betreffende anonieme getuigen, beschermde getuigen, samenwerkers met het gerecht. Organisaties: • Vakgroep Strafrecht en criminologie
Onderzoekers: • Gert Vermeulen
Evaluatie van kwalitatieve verschillen tussen modi voor goederentransport Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoek streeft ernaar om kwalitatieve factoren zoals betrouwbaarheid, veiligheid, informatie, flexibiliteit van respons, schade, enz. te integreren in een globale analyse van de factoren die de goederenvervoerswijzekeuze bepalen. Het grootste deel van het onderzoek dat tot op heden is uitgevoerd, is gericht op kosten en/of prijzen van transport, en hetgeen er bekend is over ander beslissingsfactoren is meestal bijkomstig. Organisaties: • Vakgroep Geografie
Onderzoekers: • Frank Witlox
Rationeel voorschrijven van antibiotica bij acute rhinosinusitis : evaluatie van de impact en kosten van implementatiestrategieën uitgaande van een multidisciplinaire evidence-based richtlijn. Universiteit Antwerpen Abstract: De doelstelling van dit project ligt in de lijn van de Commissie voor de Coordinatie van het Antibioticabeleid (BAPCOC, FOD Volksgezondheid), m.n. een doelmatig gebruik van antibiotica. Het voorgelegde project wordt ingediend door de twee Vlaamse universiteiten die zich hebben onderscheiden in het exploreren, beschrijven en optimaliseren van het voorschrijven van antibiotica voor luchtweginfecties in het kader van de alarmerend toenemende antimicrobiele resistentie. Zoals (uit de referenties) zal blijken, brachten we het huidige voorschrijfgedrag voor o.a. acute keelpijn, acute hoest en acute rhinosinusitis in kaart, liggen we aan de basis van de ontwikkeling van 'evidence based' richtlijnen 'voor goede medische praktijk', resp. 'voor het goed gebruik van antibiotica' voor deze aandoeningen, en vonden we aanwijzingen dat het implementeren van aanbevelingen in de huisartspraktijk door middel van onafhankelijke artsenbezoekers effectief kan zijn om 'antibiotica minder vaak en beter' te gebruiken in Vlaanderen. Ons eerder klinisch onderzoek werd ook moeilijk door sponsors zoals de farmaceutische industrie gesteund gezien onze vraagstelling niet direct een onmiddellijk commer- cieel of promotioneel karakter heeft. We laten ons bijstaan door Flora Haaijer-Ruskamp van de Universiteit van Groningen, die in dit domein reeds jaren onderzoek verricht.
Organisaties: • Eerstelijns - en interdisciplinaire zorg Antwerpen (ELIZA)
Onderzoekers: • Samuel Coenen • Paul Van Royen
Rationeel gebruik van bestaande en nieuwe methodologieën in scheidingstechnieken Vrije Universiteit Brussel Abstract: In de scheidingstechnologie kunnen een aantal technieken onderscheiden worden, zoals High Performance Liquid Chromatography (HPLC) en Capillaire Electroforese (CE), die frequent gebruikt worden in de farmaceutische en chemische analyse. Nieuwe ontwikkelingen worden continu geintroduceerd. Zo worden b.v. nieuwe types stationaire fase voor HPLC ontwikkeld, nieuwe chirale selectoren voor chirale scheidingen in CE gesynthetiseerd, terwijl van het meest courant gebruikte type stationaire fase er zowat 600 merken op de markt zijn, die een sterk verschillende selectiviteit vertonen wat de selectie van een geschikte fase niet evident maakt. Ook op het niveau van de technieken ziet men een aantal ontwikkelingen. Zo is er de tendens om enerzijds de technieken te miniaturiseren (b.v. ontwikkeling van Shear-driven Chromatography, SDC) en anderzijds om de analysetijden te minimaliseren (b.v. door gebruik van korte kolommen). Shear-driven Chromatography (SDC) is gebaseerd op het gebruik van kolommen met een zgn. flat-rectangular cross-section, en bestaat uit twee, niet-verbonden delen: één deel dat de stationaire fase draagt en immobiel gehouden wordt, en een tweede deel dat beweegt t.o.v. het stationair gedeelte. Het doel van het project is om de appliceerbaarheid en het rationeel gebruik van een aantal nieuwe ontwikkelingen te bestuderen. Het onderzoek in dit project focust op het potentieel gebruik van macrocycles in de scheidingstechnologie, b.v. in HPLC en CE. Ze zullen eveneens chemisch gebonden worden aan een silica support om een stationaire fase te vormen die zowel in HPLC als in SDC gebruikt wordt, terwijl in CE ze in vrije vorm gebruikt zullen worden in de buffer. Organisaties: • Analytische Scheikunde en Farmaceutische Technologie • Chemische Ingenieurstechnieken en Industriele Scheikunde
Onderzoekers: • DESIRE MASSART • Yvan VANDER HEYDEN • JOHANNA VERBEKE • GINO BARON
Ontwikkeling van strategieën voor de controle en preventie van antibioticumresistentie in Europese ziekenhuizen (ARPAC). Universiteit Antwerpen Abstract: Wereldwijd hebben gehospitaliseerde patiënten een verhoogd risico om infecties te krijgen veroorzaakt door antibioticum resistente bacteriën. Deze kunnen leiden tot serieuze klinische complicaties. Het is algemeen aanvaard dat het verschijnen van dit probleem te wijten is aan selectieve druk en een slechte praktijk van infectiecontrole. Over geheel Europa zijn er verschillende controlemaatregelen voorhanden waarmee getracht wordt om dit probleem te voorkomen. In dit project zal er informatie verzameld worden over zulke procedures en finaal zullen er optimale maatregelen voor de vermindering van antibioticumresistentie in hospitalen aanbevolen worden. 1) Er is een tekort aan informatie over de prevalentie van antibioticum resistentie en het gebruik van antibiotica. Methoden voor het verzamelen, het classificeren en de kwaliteitsbepaling van bestaande gegevens in Europa, zullen ontwikkeld en in de praktijk gebracht worden. 2) Het antibioticumbeleid en het infectiecontrole beleid zullen bekritiseerd en gecontroleerd worden voor hun associatie met lage resistentie niveaus in overdraagbare organismen. 3) Snelle identificatie en typering van micro-organismen is essentieel voor het opvolgen van de epidemiologie van antibioticum resistente bacteriële pathogenen op zowel locaal als Europees niveau. Het is ook essentieel om de effectiviteit van het infectiecontrole beleid te bepalen. Gegevens van huidige typeringsstudies zullen verzameld worden en er zal een "gouden standaard" methode voor locale en referentielaboratoria aanbevolen worden. Alle gegevens verzameld in dit project zullen op zodanige wijze gemodelleerd worden dat antibioticumbeleid geassocieerd met lage resistentie niveaus en infectiecontrole beleid geassocieerd met lage niveaus van overdraagbare pathogenen geïdentificeerd kunnen worden. Organisaties: • Medische microbiologie • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Herman Goossens
Value Stream Analyse and Design Techniques Universiteit Gent Abstract: Ontwikkelen, bouwen en testen van een analysemethode, gestoeld op een simulator van de Value stream in een productiebedrijf, die modellen genereert verstrekkende van de operationele gegevens binnen de ERP databank van het bedrijf, en na een aangepaste gegevensverdichting. De software zal geprojecteerde performantiemetingen produceren, die als basis dienen voor een operationele diagnose en afgeleide verbeteringsactie. Onderzoek verloop in samenwerking met het WTCM in het kader van een Collectief Onderzoekscontract. Organisaties: • Vakgroep Technische bedrijfsvoering
Onderzoekers: • Hendrik Van Landeghem
Het leveren van ondersteuning bij het beheer en de verbetering van het model MOBILEC. Universiteit Antwerpen Abstract: Het leveren van ondersteuning bij het beheer en de verbetering van het model MOBILEC. Organisaties: • Transport en ruimtelijke economie
Onderzoekers: • Hilde Meersman
De Atlas der Buurtwegen als archiefbron en basis voor de uitbouw van een netwerk van trage wegen in het Vlaams en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Hogeschool Gent Abstract: De problematiek rond buurtwegen en trage wegen situeert zich in de domeinen van recht en wetgeving, historische cartografie, archivistiek, hedendaagse cartografie (positie binnen GBK, KadScan/KadVec, GRB…), ruimtelijke ordening, mobiliteit, bescherming van monumenten, landschappen, stads- en dorpsgezichten. De behandelde problematiek is complex en transdisciplinair. Dit proefschrift heeft als doel deze problematiek rond de buurtwegen in Vlaanderen op een coherente en zo volledig mogelijke manier te behandelen en vanuit de vaststellingen beleidsaanbevelingen te maken en concrete acties voor te stellen die moeten leiden tot geïntegreerde en duurzame oplossingen, geënt op de recente ontwikkelingen op het vlak van ruimtelijke ordening en GIS op Vlaams niveau.
Voornaamste thema's: - Situering van de kleine wegen (juridisch). - In kaart brengen van de problematiek rond de atlassen van de buurtwegen. - Analyse van de bestaande bronnen (waarde, relevantie, beschikbaarheid, gebiedsdekking, volledigheid,…) d.m.v. enquête - Methodologie ontwikkelen voor inventarisatie op de verschillende niveaus _ - Integratie van de onderzoeksresultaten in een GIS - Voorstellen formuleren naar de herwaardering van de buurt- en voetwegen en inpassing in de actuele ontwikkelingen in de ruimtelijke planning en mobiliteit. Organisaties: • Departement Toegepaste Ingenieurswetenschappen • Vakgroep Bouwkunde
Onderzoekers: • Greta Deruyter
Onderzoek discussiestuk ter ondersteuning van de IBBT-werkgroep breedbandproeftuinen Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit onderzoek heeft tot doel als startpunt te fungeren voor de discussie binnen de IBBT-werkgroep over breedbandproeftuinen. Het rapport wil verhelderen en discussies mogelijk maken door het tot stand brengen van een omvattend conceptueel kader. Organisaties: • Studies van Media Informatie en Tele-Communicatie • Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • CAROLINE PAUWELS • Jos PIERSON • PIETER BALLON
Evaluatie van het lokale waterbeleid (in het kader van het Milieu- en natuurrapport Vlaanderen MIRA-BE 2005). Universiteit Antwerpen Abstract: Evaluatie van het lokale waterbeleid (in het kader van het Milieu- en natuurrapport Vlaanderen MIRA-BE 2005). Organisaties: • Milieu en Samenleving (M&S)
Onderzoekers: • Pieter Leroy
Valorisatie-acties in het kader van het LAQUAN project (Laat-Kwartaire klimaathistoriek van Antarctische kustmilieus: een multi-proxy benadering) Universiteit Gent Abstract: LAQUAN heeft tot doel een bijdrage te leveren tot de studie van de Laat-Kwartaire klimaatgeschiedenis van Antarctische ijsvrije oases, gebaseerd op een multi-proxy, multi-site onderzoek van sedimenten in kustmeren. Hiertoe werden moleculaire merkers en biomoleculen getest en inferrentiemodellen op basis van diatomeeën ontwikkeld. Met dit valorisatieproject zullen de bekomen resultaten worden gepubliceerd en openbaar gemaakt op workshops, congressen en symposia. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Wim Vyverman
Ontwikkeling van een nieuwe voedingssupplement op basis van hop: evaluatie van de anti-inflammatoire activiteit van hopzuren en afgeleide verbindingen Universiteit Gent Abstract: De anti-inflammatoire karakteristieken van hopzuren en derivaten worden gescreend in reporter-genassays met behulp van een muisafgeleide fibrosarcoma L929sA cellijn. Vervolgens worden de effecten van de meest actieve verbindingen gecontroleerd op proteïneniveau en via NF-kappaB. Tevens wordt beoogd inzichten te verwerven in het moleculair mechanisme van de anti-inflammatoire werking en worden initiële invivo experimenten met een muismodel gepland. Organisaties: • Vakgroep Geneesmiddelenleer
Onderzoekers: • Denis De Keukeleire
Eigen initiatief project : Milieubeheer in het snel ontwikkelende kustgebied van Camau (Zuid-Vietnam). Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het doel van dit project is het in kaart brengen van de biologische en sociaal-economische drijvende krachten en de gevolgen van het verdwijnen van de mangroven in de meest zuidelijke provincie van Vietnam. Op basis hiervan zal een milieuplan en beleid ontwikkeld worden. Organisaties: • Menselijke Ecologie
Onderzoekers: • David PROOT • LUC HENS
Grens en grenservaring in het denken van Heidegger. Universiteit Antwerpen Abstract: Onderzocht zullen worden de verschillende momenten waarop Heidegger in zijn denken grenzen aftast en overschrijdt. Centraal daarbij zal staan wat ik de 'transgressiviteit van de sprong in het denken van de afgrond' noem, een ervaring die 'drieledig' is: 1) de transgressiviteit van de sprong, 2) de sprong in het denken, 3) het denken van de afgrond. Organisaties: • VAKGROEP FILOSOFIE • Centrum voor Ethiek
Onderzoekers: • Johan Taels • Koenraad Verrycken