www.researchportal.be - 8 Feb 2016 20:35:48
Onderzoeksprojecten (250 - 300 van 29735) Aanpak van sites verontreinigd met potentieel toxische elementen in Zimapan (Hidalgo, Mexico): een interdisciplinaire aanpak Universiteit Hasselt Abstract: Veel van het onderzoek op endofytische bacteriën werd gefocust op wortels en stengels. Weinig op zaden, met betrekking tot de opbouw en overdracht van bacteriën in een besmette omgeving. Het is voorgesteld om zaad endofytische bacteriën van Crotalaria pumila te bestuderen die van nature op mijnterrils in Mexicaanse semi-aride regio groeien. De plant stapelt Zn, Cd, Pb en Cu in scheuten op met concentraties hoger dan deze die voor andere soorten fytotoxisch zouden zijn. Onder de 12 soorten gevonden op mijnafval in 2011, was C. pumila de meest voorkomende en de enigste die haar levenscyclus heeft vervolledigd. In 2012 werd het opnieuw geobserveerd waarbij het een grotere oppervlakte bedekte. Planten produceerden ook zaden. De hardnekkigheid van C. pumila kan toegewezen worden op de aanwezigheid van voordelige endofytische bacteriën die van de ene op de andere generatie worden doorgegeven. Dus de doelen zijn: de zaad endofytische bacteriën van C. pumila in 3 generaties van nature groeien op mijnterrils genotypische en functioneel te karakteriseren; deze bacteriën vergelijken met deze geïsoleerd van nietbesmette gebieden; bacteriën verzamelen die nuttig kunnen zijn om de plant biomassa productie en tolerantie voor potentieel toxische elementen te verhogen. De methodologie is gebaseerd op deze eerder aangeraakt door de Environmental Biology groep op de Universiteit Hasselt voor artificiële besmette blootgestelde zaden. De resultaten bekomen uit dit onderzoek zal bijdragen aan het begrijpen van zaad endofytische bacteriële biologie; alsmede hun mogelijke toepassing in het veld. Organisaties: • Milieubiologie • Centrum voor Milieukunde
Onderzoekers: • Jaak VANGRONSVELD
AANPASSINGEN ONDERZOEKSPLAN BEHOEFTEN- EN PRIORITEITENANALYSE TALENTMANAGEMENT IN DE AUDIOVISUELE SECTOR Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' Mediarte.be' hebben voor het project ' AANPASSINGEN ONDERZOEKSPLAN BEHOEFTEN- EN PRIORITEITENANALYSE TALENTMANAGEMENT IN DE AUDIOVISUELE SECTOR ' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • CAROLINE PAUWELS
Aanpassingsvermogen aan secundaire habitats: ecologische en populatiegenetische studie van het knaagdiergenus Praomys s.l. in gefragmenteerd regenwoud. Universiteit Antwerpen Abstract: De eerste doelstelling is het grondig taxonomisch beschrijven van de kleine zoogdierfauna van de gewijzigde gebieden rond Kisangani, aangezien de regenwoudfauna een aantal cryptische of zelfs nog niet beschreven vormen bevat, ook binnen Praomys (6). Zo kunnen we nagaan welke juist de soorten zijn die zich met succes hebben kunnen handhaven onder de gewijzigde biotoopomstandigheden. De tweede doelstelling is om van de beschreven soorten de genetische structuur na te gaan en deze te vergelijken met de genetische structuur van dezelfde soorten in het regenwoud. Vragen die daarbij gesteld zullen worden zijn het vergelijken van de genetische variatie op populatieniveau binnen het regenwoud en de savannes, de structurering van de populatie en het voorkomen van eiland- of foundereffecten (7). De derde doelstelling is de dynamiek, demografie en life-history eigenschappen van de Praomys-populaties in de antropogene gebieden te vergelijken met de conspecifieke populaties in het regenwoud, en voor wat betreft. het genus Mastomys ook met de zeer goed gedocumenteerde populaties in grasland in Oost-Afrika (5). Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Herwig Leirs • Jan Kennis
Aanreiken van een gemeenschappelijke basis voor eenvormige milieukwaliteitsnormen voor de drie milieucompartimenten bodem, water (grond- en oppervlaktewater) en lucht. (expertise deel "water"). Universiteit Antwerpen Abstract: Bij de wetenschappelijke onderbouwing van milieukwaliteitsnormen dient men in principe uit te gaan van de methodiek van risicoevaluatie. Een risico-evaluatie, om het even voor welk compartiment of receptor, bestaat uit een drietal luiken. In een eerste luik verzamelt men informatie over de nadelige effecten van een stof en over de dosis-responsrelaties. Dit luik noemt men de hazard characterisation of gevaarskarakterisatie. In een tweede luik voert men een blootstellingsbepaling of exposure assessment uit. Voor de relevante receptoren en vastgelegde scenario's zal men het gedrag van de stof in het milieu en de blootstelling van de receptoren trachten te kwantificeren. In het derde luik tenslotte brengt men de resultaten van de gevaarsidentificatie en van de blootstellingsbepaling bij elkaar en zal men op basis van de geselecteerde criteria hetzij komen tot een risicobepaling hetzij een norm afleiden (risk characterisation). In dit project wordt een gemeenschappelijke methodiek ontwikkeld gebaseerd op deze drie luiken voor de diverse milieucompartimenten. Organisaties: • Ecosysteembeheer • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire
Aanschaf van gridapparatuur ikv de uitbouw v/e Vlaamse pilot-gridinfrastructuur. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De meest economische manier om over een zeer grote rekenkracht te beschikken is een groot aantal standaard PC rekenheden in paralel te gebruiken. Bij 'GRID computing' realiseert men dat door gebruik te maken van rekeneenheden en opslagcapaciteit die verspreid is over verschillende administratieve domeinen en geografisch verspreide locaties. Verschillende gebruikers kunnen tegelijkertijd toegang hebben tot het
geheel van deze reken- en opslagcapaciteit. Doel van voorliggend project is bij te dragen tot de implementatie van een 'GRID computing' infrastructuur in Vlaanderen. Organisaties: • Elementaire Deeltjes • Natuurkunde
Onderzoekers: • WALTER VAN DONINCK • STEFAAN TAVERNIER • ROSETTE VANDENBROUCKE • Jorgen D'HONDT
Aansluitend bij Steunpunt (VLO170) geeft de Vlaamse Overheid opdracht aan jeugdonderzoeksplatform om versneld een jeugdmonitor af te nemen in Brussel. VUB TOR-onderzoeksgroep staat in voor de coördinatie van het veldwerk. Vrije Universiteit Brussel Abstract: abstract niet beschikbaar Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS • JESSY SIONGERS
Aansluitend bij (VLO244) steunpunt JOP geeft de Vlaamse Overheid opdracht om een jeugdministor af te nemen in Antwerpen en Gent. Vrije Universiteit Brussel Abstract: geen abstract beschikbaar Organisaties: • Tempus Omnia Revelat • Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS • Filip VAN DROOGENBROECK • Loes VAN HASSELT • Lien GEERINCK • Sven SANCTOBIN
Aansluiting tussen oncologische zorg en de etnisch-cultureel diverse patiëntenpopulatie Universiteit Gent Abstract: Eerder onderzoek heeft aangetoond dat kenmerken van de zorgsector (zorgverleners en beleid) een belangrijke rol spelen in de aansluiting met de etnisch-cultureel diverse patiëntpopulatie. Met dit onderzoek wordt inzicht verkregen in de perceptie, de attitude en de ervaringen van zorgverstrekkers binnen de oncologie in Vlaanderen. Bijkomend wordt nagegaan op welke wijze het beleid daarop van invloed is. Organisaties: • Vakgroep Maatschappelijke gezondheidkunde
Onderzoekers: • Sofie Verhaeghe
Aansprakelijkheid bij professionele risico's. Universiteit Antwerpen Abstract: De burgerrechtelijke aansprakelijkheid binnen de onderneming wordt geregeld door enkele artikelen in de Arbeidsongevallen- en Beroepsziektenwetgeving en is gebaseerd op het begrip `professioneel risico' zoals het in 1903 door de wetgever werd vastgelegd. De fundamenten van dit historisch compromis worden echter in toenemende mate ondergraven door de recente evoluties in deze wetgeving : de bijna absolute immuniteit van de werkgever wordt steeds meer opengebroken, en aan de werkgever wordt een meer actieve rol opgelegd inzake de voorkoming van arbeidsongevallen (en beroepsziekten). Het is de bedoeling na te gaan welke rol het aansprakelijkheidsrecht wordt toebedeeld binnen de huidige regeling inzake professionele risico's. Daartoe dient eerst een analyse te worden gemaakt van de bestaande aansprakelijkheidsregelingen binnen ondernemingen, en de beperkingen daarvan door middel van civielrechtelijke immuniteiten (zowel voor werkgever als werknemers). Ook dient de draagwijdte (en tegenstelbaarheid) van deze immuniteiten te worden nagegaan, ook in bijzondere situaties, zoals bij tijdelijke uitlening van werknemers. Inzicht in de historische wording van de wetgeving is daartoe onmisbaar, aangezien de grondslag van de vigerende aansprakelijkheidsregels te vinden is in de arbeidsverhoudingen op het einde van de 19e en in het begin van de 20e eeuw. Verder wordt onderzocht in welke richting de aansprakelijkheid voor professionele risico's evolueert : is er sprake van een heropleving van de burgerlijke aansprakelijkheid binnen de onderneming, en in welke mate kan de (toenemende ?) aansprakelijkheid van werkgevers worden beperkt of uitgesloten ? Organisaties: • Sociaal recht : sociaal zekerheidsrecht • Sociale Concurrentie en Recht
Onderzoekers: • Josse Van Steenberge • Anne Van Regenmortel • Valerie Vervliet
Aansprakelijkheid op de informatiesnelweg : recht in aanvaring met de digitale maatschappij. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het projectvoorstel betreft een grondig onderzoek van het aansprakelijkheidsrecht in de sector van de informatienetwerken waar zich een aantal nieuwe actoren (access en service providers, beheerders van servers, telecommunicatieleveranciers, aanbieders van netwerken) hebben aangeboden waardoor het aansprakelijkheidsrecht een nieuwe dimensie krijgt binnen het post-industriele informatietijdperk. De groeiende popularisatie van het wereldwijde informatie- en communicatienetwerk Internet heeft in het bijzonder aan de oppervlakte gebracht dat het grensoverschrijdend karakter van dit netwerk diverse problemen stelt van uiteenlopende aard. Er zijn immers nadelen en risico's verbonden aan het gebruik van digitale snelwegen: criminaliteit, laster en eerroof, negationisme, schending van de rechten van de mens,
problemen van beveiliging, onzekerheid dat informatie correct is of dat het effectief ontvangen wordt, confidentialiteit van gegevens, enz... De focus van het onderzoek zal meer bepaald gericht zijn op de juridische voorwaarden waaronder de diverse categorieën van ISP's aansprakelijk kunnen gehouden worden voor onrechtmatige daadsacties en illegale inhoud die via hun servers en infrastructuur gepleegd worden en verspreid worden. Het vernieuwende aspect van dit onderzoek is derhalve dat het een antwoord zal trachten te geven op de vraag of en in welke mate de diverse Internet-actoren aansprakelijk zijn. Organisaties: • Communicatiewetenschappen • Rechtsontwikkeling - Rechtsvergelijking - Europees Recht
Onderzoekers: • BARTHOLOME DE SCHUTTER • JEAN-CLAUDE BURGELMAN
Aansprakelijkheidsverzekeringen: tussen bescherming en preventie. Universiteit Antwerpen Abstract: Aansprakelijkheidsverzekeringen zijn goed ingeburgerd in onze samenleving, wat blijkt uit het grote aantal verplichte (bv. autoverzekeringen) en facultatieve verzekeringscontracten (bv. gezinsaansprakelijkheidsverzekeringen). Aansprakelijkheidsverzekeringen beschermen de verzekerden tegen de financiële gevolgen van een eventuele aansprakelijkheid. Dit is belangrijk, gelet op het feit dat het belang van het aansprakelijkheidsrecht toeneemt, nu vele slachtoffers menen recht te hebben op schadevergoeding. De fout blijft de basis van het aansprakelijkheidsrecht, hoewel er steeds meer objectieve aansprakelijkheden worden ingevoerd, vaak gekoppeld aan een verzekeringsplicht. Niettemin kan het "verzekerd zijn" leiden tot moral hazard, waarmee bedoeld wordt dat het minder belangrijk is om zorgvuldig te handelen wanneer de gevolgen van foutief gedrag op een verzekeraar kunnen worden afgewenteld. Verzekeraars hebben nood aan instrumenten om dergelijk gedrag tegen te gaan. De bescherming van de verzekerden enerzijds en het tegengaan van onzorgvuldig gedrag anderzijds, vraagt een gebalanceerde aanpak van de wetgever. Te veel klemtoon leggen op bescherming kan onder meer tot te lage premies leiden, terwijl te veel nadruk op preventie bv. te veel uitsluitingen kan impliceren. Dit project onderzoekt de balans tussen beide elementen in het Belgische verzekeringsrecht en is erop gericht voorstellen de lege ferenda te formuleren. Gelet op het maatschappelijk belang van dit onderwerp en het feit dat moral hazard verwijst naar het gedrag van verzekerden, is niet enkel een juridische analyse noodzakelijk maar ook een empirische benadering (rechtspsychologisch en rechtssociologisch). Dit project onderzoekt het wettelijk kader van aansprakelijkheidsverzekeringen en in het bijzonder de vraag of ze voldoende bescherming bieden. Nu moral hazard uitgaat van de veronderstelling dat verzekerden de polisvoorwaarden kennen, moet onderzocht worden of dat zo is. De theorie van legal consciousness zal hiertoe de leidraad zijn. Organisaties: • Persoon en vermogen
Onderzoekers: • Bernard Hubeau • Britt Weyts • Charlotte Henskens
Aansprakelijkheid voor schending van het recht op informatie en op toestemming van de patiënt. KU Leuven Abstract: De patiënt heeft het recht om zijn geïnformeerde toestemming te verlenen in een medische tussenkomst en heeft recht op informatie over zijn gezondheidstoestand. De aansprakelijkheid voor de schending van deze patiëntenrechten vormt één van de belangrijkste topics in het medisch aansprakelijkheidsrecht. Hoewel het belang van deze rechten door iedereen erkend wordt, is de handhaving ervan zeer problematisch. Bij gebrek aan een specifieke wettelijke sanctie is de patiënt aangewezen op het gemeen aansprakelijkheidsrecht. Dit biedt op dit moment echter geen goede bescherming, aangezien de bewijslast doorgaans zodanig zwaar is dat de meerderheid van de rechtsvorderingen stranden op het vereiste van fout, van schade of van een oorzakelijk verband tussen beide. Dit onderzoek beoogt de handhaving van deze fundamentele patiëntenrechten te bewerkstelligen, door het uitwerken van een evenwichtig en rechtszeker aansprakelijkheidsregime. Organisaties: • Onderzoekseenheid Privaatrecht
Onderzoekers: • Ilse Samoy • Sophie Styns • Herman Nys • Elisabeth Verjans
Aansprekingsvormen in het Spaans van Chili: diastratische en diatopische variatie en pragmatisch gebruik Universiteit Gent Abstract: Het project bestudeert het aansprekingssysteem in het Chileens Spaans, karakteristiek om zijn drieledigheid (tú, usted, vos + eigen werkwoordsvervoegingen), het toenemend gebruik van de mengvorm 'tú + vos-werkwoordsvervoeging' en de hoge frequentie van strategische alternanties tussen de drie vormen. Het onderzoek analyseert sociale, geografische en contextspecifieke invloeden op het fenomeen op basis van een enquête en geluidsopnames in de taalgemeenschap. Organisaties: • Vakgroep Latijn en Grieks
Onderzoekers: • Eugeen Roegiest • Renata Enghels
Aanstelling van een liaison officer voor het domein milieu en integraal waterbeheer. Universiteit Antwerpen Abstract: De liaison officer heeft als taak de vertaling van de vragen om adviesverlening vanwege het Havenbedrijf naar concrete onderzoeksvragen, de oplossing waarvan binnen de universiteit, de AUHA of daarbuiten kan bekomen worden, en de beleidsrelevante verwerking ten behoeve van het Havenbedrijf. Bedoeling van de liaison officer is dus een echte "interface" te vormen tussen onderzoek en beleid. Hij moet op de hoogte zijn van de kennisbehoeften van het Havenbedrijf en die proberen te linken aan beschikbare onderzoeksresultaten bij de verschillende diensten van de academische wereld of die vertalen in onderzoeksvragen zodat ze aangepakt kunnen worden. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers:
• Patrick Meire
Aansturing van biologisch geïnspireerde robots met behulp van morphological computation Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoek bestudeert de voortbeweging van robots met behulp van morphological computation. Morphological computation tracht het verband te bepalen tussen hersenen, lichaam en omgeving om robits efficiënter en adaptiever te maken. De onderzoeksdoelen zijn: een theoretisch kader schetsen voor morphological computation, design principles ontwerpen voor biologisch geïnspireerde robots en het verifiëren van de resultaten in simulatie en met prototypes. Organisaties: • Vakgroep Elektronica en informatiesystemen
Onderzoekers: • Benjamin Schrauwen
Aansturing van stikstof en water in vollegrondsaardbei voor een duurzame transitie naar verhoogde smaak- en bewaarkwaliteit. KU Leuven Abstract: Irrigatie en bemesting in de aardbeienteelt met als finale doelstellingeen betere hardhead en een betere smaakkwaliteit. Organisaties: • Afdeling MeBioS
Onderzoekers: • Bart Nicolai
Aantal en ruimte in de pariëtale cortex Universiteit Gent Abstract: Ruimtelijke verwerking en de verwerking van aantallen zijn gelocaliseerd in de pariëntale cortex van het brein. Waarom dit zo is, is echter onbekend. Het doel van dit project is dit fenomeen te begrijpen aan de hand van neurale netwerkmodellen. We zullen twee modellen die respectievelijk de ruimtelijke (Pouget et al., 2002) en de numerieke kant (Verguts & Fias, 2004) belichten, integreren. Organisaties: • Vakgroep Experimentele psychologie
Onderzoekers: • Tom Verguts
Aan te vullen Vrije Universiteit Brussel Abstract: Aan te vullen Organisaties: • Sportbeleid en -management
Onderzoekers: • MARC THEEBOOM
Aantonen en overbrengen van een technologie voor nieuwe microchirurgische behandelingen toepassing op retinale adercanulering. KU Leuven Abstract: Ontwikkelingen in medische beeldvorming hebben het spectrum van anatomische structuren en defecten die kunnen gevisualiseerd worden uitgebreid.Dezelfde ontwikkelingen verkleinden de schaal en de grootte van de defecten die kunnen waargenomen worden voor of tijdens een chirurgische ingreep. Met de toename van onderscheidend vermogen groeide uiteraard ook dewens om zulke kleine en fragile structuren effectief te behandelen. Hetdomein van microchirurgie won hierdoor snel aan belang. Het aanbod van opgeleide microchirurgen kan evenwel de vraag niet volgen. Bovendien ontstonden een aantal cruciale interventies die een positioneringsnauwkeurigheid vereisen die de grenzen van het menselijke kunnen benaderen of zelfs overstijgen. De laatste jaren ontwikkelde het RAS-team van KU Leuven een aantal robot-ondersteunde hulpmiddelen om de precisie van de positionering van de chirurg drastisch te verbeteren. Deze hulpmiddelen kunnen potentieel ook drempelverlagend werken zodat ook microchirurgen met Organisaties: • Afdeling PMA
Onderzoekers: • Dominiek Reynaerts • Emmanuel Vander Poorten
Aantrekkelijkheid generieke verpakkingen via Focus Group Discussies (FGD). Universiteit Antwerpen Abstract: Aantrekkelijkheid generieke verpakkingen via Focus Group Discussies (FGD). Organisaties: • Epidemiologie en sociale geneeskunde (ESOC)
Onderzoekers: • Guido Van Hal
Aanvraag Basisuitrusting: Ultra Performance Supercritical Fluid Chromatograph (UPSFC) Universiteit Gent Abstract: UPSFC is vergelijkbaar met HPLC maar maakt hoofdzakelijk gebruik van superkritisch CO2 als mobiele fase waardoor het tot 98% minder organisch solvent gebruikt. Bovendien heeft UPSFC een selectiviteit die verschillend is van HPLC waardoor het ideale aanvulling is aan de bestaande HPLC apparatuur in het laboratorium. Deze zal onder andere gebruikt worden daar waar met HPLC problemen ondervonden worden. Organisaties: • Vakgroep Bioanalyse
Onderzoekers: • Sarah De Saeger • Christof Van Poucke
Aanvraag buitenlands onderzoeker (Andrew Stables) Universiteit Gent
Abstract: Het verblijf van Prof. Dr. Stables kadert in het onderzoek naar de rol van cultuur in educatie. Zijn onderzoek naar de betekenis van talige en culturele symbolen in onderwijs zullen we linken aan ons eigen onderzoek naar betekenisgeving in cultuur en educatie, en meer specifiek hoe die betekenisgeving als retorisch kan worden omschreven. Vanuit dit perspectief kunnen we focussen op het belang van het narratieve voor onderwijs. Organisaties: • Vakgroep Onderwijskunde
Onderzoekers: • Ronald Soetaert
Aanvraag voor basisuitrusting: Automatisatie voor een Metrohm 797 VA Computrace voltametriesysteem en een Shimadzu L-CPH TOC (Total Organic Carbon) analysetoestel met een kit verbrandingsbuizen voor stalen met een hoog zoutgehalte Universiteit Gent Abstract: De bovengenoemde basisuitrusting zal onze onderzoeksgroep toelaten om concentraties van sporenelementen, totaal koolstof, anorganisch en organisch koolstof te bepalen in zout water. Dit is van groot belang om ons onderzoek naar de biobeschikbaarheid en toxiciteit van metalen, waarin onze onderzoeksgroep internationaal erkend is voor zoet water, uit te breiden naar mariene en estuariene waters. Organisaties: • Vakgroep Toegepaste ecologie en milieubiologie
Onderzoekers: • Colin Janssen
Aanvullende financiering in het kader van SALK, voor de verderzetting van het LCRP-programma. Universiteit Hasselt Abstract: Dit projectvoorstel heeft als doel om het medisch-wetenschappelijk onderzoek verder uit te bouwen in Limburg via een intensieve samenwerking tussen de ziekenhuizen ZOL (Genk) en Jessa (Hasselt) en de Universiteit Hasselt. Deze wetenschappelijke uitbouw wordt gerealiseerd in enkele geselecteerde medische domeinen via een clusterbenadering. Het is hierbij de ambitie om wetenschappelijk onderzoek uit te bouwen van uitmuntende internationale kwaliteit zoals gemeten kan worden via de realisatie van internationale wetenschappelijke publicaties, deelname aan, én organisatie van internationale medische congressen en symposia, en het behalen van doctoraten in de (bio)medische wetenschappen. Deze doelstelling kadert in de ambitie om de ziekenhuissector in de provincie Limburg te versterken. De kennisuitbouw die via dit project wordt gerealiseerd vormt de essentiële voedingsbodem voor andere realisaties die belangrijk zijn voor de regionale ontwikkeling: -de uitbouw van wetenschappelijk onderbouwde top-medische zorgcentra; -versterking van het academisch medisch onderwijs; -innovatieprojecten in de gezondheidszorg met een maatschappelijk en economisch valorisatiepotentieel; -de realisatie van een hoog kwalitatieve zorgomgeving die aantrekkelijk is voor high potential medische zorgprofessionals; De drie partners wensen hun onderlinge samenwerking te kaderen in een bredere samenwerking met andere ziekenhuizen/zorgaanbieders in Limburg en met KU/UZLeuven. Hierdoor zal het project uitstralen naar andere partners in de Limburgse zorgsector. De uitbouw van topwetenschappelijk medisch onderzoek zal niet alleen leiden tot een belangrijke versterking van de zorgsector en het ziekenhuislandschap in Limburg; maar vormt ook een belangrijke impuls voor de mogelijke uitbouw van universitaire ziekenhuisdiensten in Limburg in samenwerking met de KU/UZLeuven en de UHasselt. Organisaties: • Immunologie - Biochemie • Biomedisch Onderzoeks Instituut
Onderzoekers: • Pieter STINISSEN
Aanwending gemeentelijke belastingbevoegdheid. (BRGEOZ40 wordt FVO10 !) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Naar aanleiding van het uitwerken van fiscale voorstellen in het kader van de grootstedelijke problematiek, is gebleken dat de onroerende voorheffing en de aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting, die gemiddeld goed zijn voor meer dan 80 pct. van de gemeentelijke fiscale ontvangsten, verouderde heffingsvormen zijn die zeker niet meer voldoen voor de mobiele samenleving van de 21° eeuw. Hierdoor komt de correcte verdeling van de gemeentelijke fiscale lasten tussen de verschillende categorieën belastingplichtigen ernstig in het gedrang, en dit zowel binnen eenzelfde gemeenten als tussen gemeenten. Voor wat dit laatste betreft zijn voornamelijk de grootsteden het slachtoffer, die immers de kostprijs van de dienstverlening ten behoeve van personen die op hun grondgebied economisch actief zijn nauwelijks van die categorie personen lijken te kunnen verhalen. Er moet worden vastgesteld dat een fiscale benadering van de grootstedelijke problematiek op federaal vlak onlosmakelijk verbonden is met de gemeentelijke financiën en de gemeentelijke fiscaliteit. Ingevolge de grondwettelijke fiscale autonomie waarover gemeenten beschikken, is het vandaag evenwel niet mogelijk om een uitspraak te doen omtrent de vraag of, in hoeverre en met welke methodes de verschillende gemeenten de scheefgetrokken verdeling van de fiscale behoeften over de verschillende groepen belastingplichtigen al dan niet corrigeren of integendeel verscherpen. In de studie worden de vandaag bestaande gemeentebelastingen geanalyseerd ten einde na te gaan op welke wijze gemeenten hun grondwettelijke fiscale bevoegdheid aanwenden: welke bijkomende categorieën belastingplichtigen worden er gemaakt, wat is de belastbare materie, wat is de berekeningsbasis, welke vrijstellingen worden er ingevoerd, hoe is de belasting organisatorisch opgevat enz.
2. Bedoeling. De bedoeling van de studie is meervoudig. Vooreerst wordt nagegaan welke bijkomende categorieën belastingplichtigen en welke specifieke belastbare materies doorgaans door de gemeenten worden ingesteld, of met andere woorden, ten aanzien van welke personen en welke toestanden gemeenten een specifieke bijdrage nodig hebben geacht, hetgeen tevens impliceert dat de traditionele aanvullende personenbelasting en de onroerende voorheffing ontoereikend werden geacht. De onderzoeksresultaten moeten hier toelaten om vast te stellen welke verschillende categorieën belastingplichtigen door de gemeenten zelf nodig worden geacht om een correcte verdeling van de financiële behoeften over de verschillende actoren in de gemeente te realiseren.
Met de juridische analyse van de verschillende belastingen en hun aan slagvoorwaarden, wordt het vervolgens ook mogelijk om de verschillende door de gemeenten gekozen belastingmethodes om eenzelfde resultaat te bereiken naast elkaar te plaatsen, en deze methodes zowel vanuit de optiek van doelmatigheid als rechtsgelijkheid te waarderen. De hier bekomen onderzoeksresultaten moeten toelaten om aan de gemeenten suggesties te doen om hun vandaag bestaande belastingen te optimaliseren en dit zowel op het vlak van de heffingseenvoud, de rechtvaardigheid en de juridische correctheid van hun belastingen. De suggesties moeten de gemeenten in staat stellen om de eigen belastingen die bijdragen tot een meer correcte verdeling van de fiscale behoeften over de verschillende groepen belastingplichtigen maximaal te optimaliseren. Het derde en voor het federaal beleid meest relevante onderzoeksresultaat dat uit de studie kan worden gehaald, betreft een overzicht van de lacunes en de wettelijke en praktische hinderpalen die een correcte spreiding van de gemeentelijke fiscale lasten vandaag verhinderen of sterk bemoeilijken. Nu reeds ligt het voor de hand dat de grenzen en beperkingen van de aanvullende personenbelasting en de onvolkomenheid van de onroerende voorheffing niet volledig gecorrigeerd kunnen worden door de eigen grondwettelijke gemeentelijke fiscaliteit. Aan de hand van de onderzoeksresultaten wordt het mogelijk om suggesties te doen omtrent regelingen die op bovengemeentelijk vlak, en op federaal vlak in het bijzonder, moeten worden aangepast ten einde zowel binnen de gemeenten en tussen de gemeenten een correcte verdeling van de gemeentelijke financiële behoeften mogelijk te maken. Door de combinatie van voorstellen tot optimalisering van de vandaag bestaande gemeentebelastingen en van voorstellen voor nieuwe belastingvormen die mogelijk worden door een aanpassing van het wettelijke en praktisch kader, wordt een heel belangrijke aanzet gegeven voor de aanpassing van de vandaag bestaande gemeentelijke belastingbevoegdheid aan de noden van de 21° eeuw, zonder het fundament van de gemeentelijke fiscale autonomie zelf aan te tasten. 3. Methodiek en timing [voorafgaande opmerking mbt timing: de timing gaat uit van de uitvoering van het project door een vorser die een 60 à 70 pct mandaat uitoefent (3 tot 3,5 dagen per week). Deze optie lijkt noodzakelijk om binnen een redelijke termijn een vorser met deskundigheid in fiscaal recht aan te trekken.] In een eerste fase worden alle bestaande gemeentebelastingen van alle gemeenten opgevraagd ten einde een globaal overzicht te krijgen van de bestaande gemeentebelastingen en de erin toegepaste heffingsmethodiek. Dit moet toelaten een antwoord te formuleren op de eerste onderzoeksvraag, m.n. voor welke categorieën belastingplichtigen en voor welke soorten belastbare feiten en toestanden achten de gemeenten de grote basisbelastingen (AGPB en OV) ontoereikend zodat ze een eigen gemeentebelasting nodig achten. Voor het verzamelen van deze belastingreglementen wordt de volle medewerking van de diensten van opdrachtgevende minister verwacht. Qua timing kan het opvragen van de belastingreglementen voorafgaan aan de datum waarop de aan te trekken vorser zijn activiteiten aanvat. Voor de analyse van de ontvangen belastingreglementen wordt een termijn van 6 maanden voorzien. In een tweede fase worden een aantal van de meest relevant geachte gemeentelijke belastingvormen van een geselecteerd aantal gemeenten grondig geanalyseerd op hun doelmatigheid en juridische correctheid. In beginsel wordt vooropgesteld om eerst de 10 meest relevante belastingreglementen te selecteren en deze in 20 gemeenten te analyseren, waarbij de keuze van gemeente zowel ingegeven is door aspecten van de gemeente zelf als door eigenheden van het betrokken belastingreglement in een bepaalde gemeente. Qua timing wordt voor dit onderzoeksonderdeel een termijn van 12 maanden voorzien. In een derde fase worden op grond van de bevindingen van de vorige fases conclusies gemaakt omtrent de meest efficiënte belastingvormen en aanslagvoorwaarden, bevindingen weergegeven omtrent de wettelijke en praktische grenzen die een correcte verdeling van de gemeentelijke lasten via de gemeentelijke fiscaliteit bemoeilijken of verhinderen, en suggesties gemaakt omtrent zowel het optimaliseren van de bestaande gemeentebelastingen als het introduceren van nieuwe gemeentelijke belastingbevoegdheden en belastingvormen. Het project wordt afgesloten met een onderzoeksrapport en met een studiedag waarop dit rapport wordt voorgesteld. Qua timing wordt voor deze derde fase een termijn van 6 maanden voorzien. In een mogelijke verlenging van het project zou de studie desgevallend kunnen worden verdergezet op internationaal en rechtsvergelijkend niveau, teneinde ook de buitenlandse ervaringen te kunnen betrekken bij het beantwoorden van de vraag op welke wijze de meest correcte verdeling van de gemeentelijke financiële behoeften over de verschillende categorieën belastingplichtigen kan worden gerealiseerd en de gemeentelijke belastingbevoegdheid kan worden aangepast aan de noden van de 21° eeuw. Organisaties: • Fiscaal Recht
Onderzoekers: • MIGUEL DE JONCKHEERE
"Aanwerven zonder hinderpalen" - armoedebestrijding bij mensen met een Atypisch curriculum. Universiteit Antwerpen Abstract: "Aanwerven zonder hinderpalen" - armoedebestrijding bij mensen met een Atypisch curriculum. Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Bea Cantillon
Aanwezigheid, isolatie en kweek van leverprogenitorcellen na leverresectie in een model van voorafbestaande chronische leverschade bij de rat. Universiteit Antwerpen Abstract: De studie onderzoekt welke hepatische progenitor cellen betrokken zijn in leverregeneratie na voorafbeschadigde levers door chemo & non-alcholische steatohepatitis in de muis. De recruitering naar en de eventuele bijdrage van CD133 stamcellen naar de beschadigde lever zal nagekeken worden, en of deze CD133 cellen de leverregeneratie gunstig beïnvloeden. Deze studie zal meer inzicht verschaffen bij leverregeneratie van beschadigde levers bij patienten. Organisaties: • Antwerps chirurgisch training, anatomie en onderzoekscentrum (ASTARC)
Onderzoekers: • Dirk Ysebaert • Kathleen E J De Greef
Aanwezigheid van antibiotica-resistente pathogene bacteriën in de omgeving en de humane comensale flora: is er een verband met ziekte?
Universiteit Antwerpen Abstract: Het hoofddoel van deze studie is een beschrijving te geven van antibiotica-resistente klinisch relevante bacteriën (ARB) in de omgeving en de humane commensale flora in Gauteng/Zuid-Afrika. Bovendien zal de genetische verwantschap van deze ARB worden bestudeerd om de mechanismen van verspreiding van ARB in de bevolking te begrijpen. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Robert Colebunders • Herman Goossens • Surbhi Malhotra • Fabienne Paasch
Aard en oorsprong van actuele genres binnen televisieproductie. Analyse van de dynamische aard van de productieecologie in dit specifiek veld van culturele productie: een nationaal en transnationaal verhaal. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit onderzoek bestudeert recente evoluties binnenfactuele, documentaire televisiegenres op de Vlaamse openbare omroep. Documentaire genres werden sinds halfweg de jaren '90 verbreed en gepopulariseerd. Deze verschuiving gebeurde in de context van een openbare omroep die nood had aan een legitimering van haar bestaan binnen een competitief medialandschap en gewijzigd politiek klimaat. Deze studie onderzoekt enerzijds hoe genrediscoursen over documentaire- en de achterliggende productiepraktijken en processen - het handelen van documentairemakers binnen de openbare omroep reguleren. anderzijds onderzoeken we hoe deze disciplinering genegotieerd wordt binnen het productieproces en hoe dit handelen van documentairemakers bijdraagt een het genrediscours. In de praktijk betekent deze negotiëring dat documentairemakers tijdens de productie bewust met een zekere vrijheid omgaan met gangbare discoursen, normen en werkwijzen binnen een dynamisch proces van samenwerking en onderhandeling. De studie vertrekt vanuit een cultural studies -paradigma, weliswaar benaderd op een kritische wijze en aangevuld met poststructuralistische, Foucauldiaanse theorieën. Bij het onderzoeken vanhoe disciplinering tijdens het productieproces gebeurt, worden de concepten 'govermentality' en 'technologieën' van Michel Foucault gahanteerd. Bij het bestuderen van negotiëringpraktijken wordt beroep gedaan op de concepten 'professionele reflexiviteit' en 'interpretatieve gemeenschap'. Organisaties: • Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • KRISTEL VANDENBRANDE
Aardgas in de energietransitie - Technische uitdagingen en mogelijkhedenvan aardgas en zijn infrastructuur als bron van flexibiliteit KU Leuven Abstract: Er wordt verwacht dat onze energievoorziening grondige veranderingen tewachten staat om onze samenleving op een duurzame manier van energiete kunnenvoorzien in de toekomst. Verder wordt ook verwacht dat aardgas eenbelangrijke rol kan spelen in de energietransitie vanwege, bijvoorbeeld, hetrobuuste en betrouwbare gasnetwerk, de relatief lageemissies in vergelijkingmet olie en steenkool, de mogelijkheid om ondersteuning te bieden aansterk fluctuerende elektriciteitsopwekkingmet hernieuwbare energiebronnenen de mogelijkheid om hernieuwbare gassen te injecteren in het net.Echter, het is belangrijk het effect van mogelijke toekomstigesituaties tijdig te analyseren om de bedrijfszekerheid van het energiesysteemte vrijwaren. Verder kunnen dergelijke analyses ook dienen om consumenten in te lichten en als eencijfermatige ondersteuning van beleidsmakers en regulatoren.Warmtekrachtkoppeling (WKK) is een interessante technologie door de hogebrandstofbenuttingsgraad, de controleerbaarheid en de mo Organisaties: • Afd. Toeg. Mechanica & Energieconversie
Onderzoekers: • William D'haeseleer • Jeroen Vandewalle
Aardobservatie voor het rechtstreeks in kaart brengen van regulerende ecosysteem diensten (ESSENSE). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de federale overheid. UA levert aan de federale overheid de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire
Aartshertog Albrecht, 1598-1621: Dynastieke politiek in tijden van godsdienstoorlog. Universiteit Antwerpen Abstract: In het begin van de zeventiende eeuw staat de traditionele dynastieke politiek voor drie uitdagingen: de vele evoluties op het militaire vlak, de confessionalisering van de internationale relaties en de opkomst van het staatsbelang als alternatieve logica voor het voeren van een buitenlands beleid. De impact van deze drie uitdagingen wordt onderzocht voor het bewind van aartshertog Albrecht (1598¿1621) in de Habsburgse Nederlanden, waarbij de dynastieke politiek van het Habsburgse Huis en zijn respons op die uitdagingen het uitgangspunt vormt. Organisaties: • Power in History - Centrum voor Politieke Geschiedenis
Onderzoekers: • Luc Duerloo
ABACUS: Bevorderen van gedrags- en cognitieve begrip van spraak Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het project bestudeert cognitieve, taalkundige en Computationele Wetenschap in de vier belangrijkste facetten: het zal ons inzicht geven in de werking van onze unieke mogelijkheid voor het gebruik van combinatoriële toespraak, het zal ons vertellen hoe dit is geïmplementeerd in de hersenen, het zal de nieuwe methodologie van experimentele cultureel leren uitbreiden en het zal leiden tot nieuwe computermodellen voor het omgaan met menselijke spraak. Dit zijn de uitdagende en opwindende mogelijkheden van het onderzoek waarnaar ik hoop om een bijdrage te leveren. Organisaties: • Informatica en Toegepaste Informatica
Onderzoekers: • Anna VAN DER HAM • Hannah Ruth LITTLE
• Kerem ERYILMAZ • Heikki RASILO • Piera FILIPPI • William THOMPSON • Andrea RAVIGNANI • BART DE BOER
Abdijbibliothecarissen. De laatste getuigen. KU Leuven Abstract: Abdijbibliothecarissen. De laatste getuigen. - Bibliothecair erfgoed inVlaamse abdijen en kloosters, het verhaal van hun bilbliothecarissen. Organisaties: • OE Geschiedenis van Kerk en Theologie
Onderzoekers: • Leo Kenis
A behavioural analysis and examination of environmental implications of multimodal transportation choice - ESTIMATE. (Fase 1). Een gedragsanalyse en evaluatie van de impact op het milieu bij een multimodale transportkeuze. ESTIMATE (Fase 1) Vrije Universiteit Brussel Abstract: De toenemende bezorgdheid over de voortdurende groei van het autogebruik en de hieraan verbonden externe lasten, zorgen voor een stijgende interesse naar beleidsmaatregelen betreffende transportplanning die het steeds toenemend verlangen naar persoonlijke mobiliteit tenminste kunnen matigen en de principes van duurzame ontwikkeling kunnen ondersteunen. Openbaar vervoer is dan een evidente keuze, maar deze vorm van transport dient geïntegreerd te zijn in een goed gecoördineerde multimodale vervoersketen. De doelstelling van dit project is de aandacht te vestigen op de drie pijlers van duurzaamheid in de context van multimodaal transport. We zullen dit onderzoek enerzijds uitvoeren met behulp van activiteitengebaseerde modellen, die in staat zijn te voorspellen hoe individuen reageren op beleidsmaatregelen om de vraag naar transport te beheersen. Na het uitvoeren van een sensitiviteitsanalyse geeft dit een geoptimaliseerde multimodale vervoersketen. Anderzijds zal een sociale kosten-baten analyse worden uitgevoerd van de diverse beleidsmaatregelen. De combinatie van beiden stelt ons in staat om milieueffecten uit te splitsen naar tijd en ruimte, waardoor milieu- en congestiekosten kunnen worden berekend. De impact op het milieu van verplaatsingen met verschillende transportmodi, zal geschat worden m.b.v. een aangepast Ecoscore model. Organisaties: • Wiskunde, Operationeel Onderzoek, Statistiek en Informatica voor Management • Elektrotechniek-Energietechniek • Mobiliteit en voertuig technologie onderzoeksgroep
Onderzoekers: • Vincent WYNEN • CATHY MACHARIS • NELE SERGEANT • JOERI VAN MIERLO
Aberratie-gecorrigeerde (S)TEM-EELS karakterisering van 0-D nanomaterialen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds een privé-instelling. UA levert aan de privé-instelling de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Elektronenmicroscopie voor materiaalonderzoek (EMAT)
Onderzoekers: • Stuart Turner
Aberratie-gecorrigereerde (S)TEM-EELS karakterisering van 0-D nanomaterialen. Universiteit Antwerpen Abstract: Binnen dit project wordt de verandering van de fysische eigenschappen van materialen met afmetingen gereduceerd tot het nanodomein onderzocht. De nadruk wordt gelegd op de studie van materialen met drie dimensies in het nanogebied; de 0-D nanomaterialen of nanopartikels. De fysische eigenschappen van deze materialen worden bestudeerd aan de hand van aberratiegecorrigeerde transmissie-elektronenmicroscopie en elektronenverlies spectroscopie in een elektronenmicroscoop. Organisaties: • Elektronenmicroscopie voor materiaalonderzoek (EMAT)
Onderzoekers: • Gustaaf Van Tendeloo • Stuart Turner
Aberratie-vrije implementatie van een liquid crystal moiré profielmeter, gebruik makend van telecentrische lenzen Universiteit Antwerpen Abstract: Tijdens mijn doctoraat realiseerde ik een optisch profilometrie toestel om nauwkeurig (ver)vorm(ing) van macroscopische objecten zoals trommelvliezen te meten. Nieuwe inzichten tonen dat een herinrichting van de opstelling met nieuwe optische componenten (o.a. telecentrische lenzen) de resolutie zal optimaliseren en het toestel aberratie-vrij zal maken. Dit vormt de eerste maar noodzakelijke fase in de verdere ontwikkeling van het toestel tot een klinische toepassing. Organisaties: • Biofysica en Biomedische Fysica
Onderzoekers: • Jan Buytaert
A better understanding of the thermographic process Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project kadert in de ontwikkeling van thermografische fotografische materialen. De doelstellingen zijn: - Een beter inzicht brengen in de thermografische processen en de invloed begrijpen van procesparameters en ingrediënten - Begrijpen van de koppeling tussen de optredende zilver agglomeratie en de beeldkleurvorming - Screening van nieuwe ingrediënten in het licht van hun diffusiegedrag doorheen de barrièrelaag Om deze doelstellingen te realiseren wordt Raman spectroscopie ingezet. Meer in het bijzonder worden methologieën op punt gesteld om met Surface Enhanced Raman Spectroscopy (1) het aggregatiegedrag van zilver te bestuderen en (2) het transport van ingrediënten doorheen thermografische materialen op te meten.
Organisaties: • Metallurgie, Elektrochemie en Materialenkennis
Onderzoekers: • ANNICK HUBIN • KITTY BAERT
Ab initio berekeningen van halfgeleider nanodraden. Universiteit Antwerpen Abstract: Ab initio totale-energieberekeningen zullen uitgevoerd worden in het pseudopotentiaal dichtheidsfunctionaaltheorie formalisme voor de recent experimenteel gerealiseerde vrijstaande Si, Ge, ZnO, ... nanodraden. Deze aanpak laat toe om de atomaire en elektronische structuur van nanodraden te bestuderen. Ook de invloed van externe moleculen (zoals de ladingsoverdracht) zal bestudeerd worden, om inzicht te verkrijgen in het functioneren van de draad als nanosensor. Organisaties: • Theorie van de gecondenseerde materie
Onderzoekers: • Bart Partoens
Ab initio berekeningen van halfgeleider nanodraden. Universiteit Antwerpen Abstract: In het dit project worden ab initio totale-energieberekeningen uitgevoerd in het pseudopotentiaal dichtheidsfunctionaaltheorie-formalisme (DFT) voor experimenteel gerealiseerde nanoclusters en nanodraden. Deze aanpak laat toe om op atomaire schaal de structuur van deze halfgeleider nanokristallen te bestuderen, en de elektronische structuur en de ladingsdichtheid van de valentie-elektronen te bepalen. Organisaties: • Theorie van de gecondenseerde materie
Onderzoekers: • Francois Peeters • Bart Partoens • Hartwin Peelaers
Ab initio berekeningen van halfgeleider nanokristallen. Universiteit Antwerpen Abstract: Ab initio totale-energieberekeningen zullen uitgevoerd worden in het pseudopotentiaal dichtheidsfunctionaaltheorie formalisme voor de recent experimenteel gerealiseerde vrijstaande halfgeleider nanodraden en nanoclusters. Deze aanpak laat toe om de atomaire en elektronische structuur van de nanodraden en -clusters te bestuderen. Ook de invloed van externe moleculen (zoals de ladingsoverdracht) zal bestudeerd worden, om inzicht te verkrijgen in het functioneren van de draad als nanosensor. Organisaties: • Theorie van de gecondenseerde materie
Onderzoekers: • Bart Partoens
Ab initio berekeningen van halfgeleider nanokristallen: draden en clusters. Universiteit Antwerpen Abstract: Doelstelling: In dit project wens ik ab initio totale-energieberekeningen uit te voeren in het pseudopotentiaal dichtheidsfunctionaaltheorieformalisme voor experimenteel gerealiseerde nanoclusters en nanodraden. Deze aanpak laat toe om op atomaire schaal de structuur van deze halfgeleider nanokristallen te bestuderen, en de elektronische structuur en de ladingsdichtheid van de valentie-elektronen te bepalen. Methodologie: Een voorspelling van de elektronische en geometrische structuur vereist een kwantummechanische bereking van de totale energie, die vervolgens geminimaliseerd wordt door de posities van de atomen te wijzigen. Zulke berekeningen zijn enkel mogelijk als een aantal benaderingen worden gemaakt. Ten eerste de Born-Oppenheimer benadering die het veel-deeltjes probleem reduceert tot het oplossen van het elektronenprobleem voor een vaste configuratie van de kernen. Vervolgens wordt het resulterende probleem van sterk interagerende elektronen geformuleerd als dat van 1 elektron in een niet-lokale potentiaal via het dichtheidsfunctionaaltheorie-formalisme. Deze niet-lokale potentiaal is niet gekend, en moet dus benaderd worden (typisch LDA of GGA in totale-energieberekeningen). De pseudopotentiaaltheorie laat toe om de sterke interactiepotentiaal tussen de elektronen en de kernen te vervangen door een veel eenvoudigere, zwakkere interactiepotentiaal (en dus computationeel heel wat eenvoudiger) die alle eigenschappen van de valentie- elektronen correct beschrijft. Tenslotte moeten we nog gebruik maken van de supercel-benadering als we aperiodische configuraties wensen te beschrijven en wensen gebruik te maken van Blochs theorema. Het is evident dat dergelijke ab initio berekeningen computationeel erg intensief zijn en het totaal aantal elektronen dat kan beschouwd worden is daarom beperkt. Het maximaal aantal is typisch enkele honderden. Organisaties: • Theorie van de gecondenseerde materie
Onderzoekers: • Francois Peeters • Bart Partoens • Hartwin Peelaers
Ab initio berekeningen van halfgeleider nanokristallen: draden en clusters. Universiteit Antwerpen Abstract: In het dit project worden ab initio totale-energieberekeningen uitgevoerd in het pseudopotentiaal dichtheidsfunctionaaltheorie-formalisme (DFT) voor experimenteel gerealiseerde nanoclusters en nanodraden. Deze aanpak laat toe om op atomaire schaal de structuur van deze halfgeleider nanokristallen te bestuderen, en de elektronische structuur en de ladingsdichtheid van de valentie-elektronen te bepalen. Organisaties: • Theorie van de gecondenseerde materie
Onderzoekers: • Francois Peeters • Bart Partoens • Hartwin Peelaers
Ab initio berekening van de gemiddelde kristalpotentiaal en Debye-Waller factoren voor technologische belangrijke halfgeleiders. Universiteit Antwerpen Abstract: Om aan kwantitatieve elektronenholografie te doen is het belangrijk de gemiddelde kristalpotentiaal V0 te kennen. Deze potentiaal beschrijft de faseverschuiving van een elektron dat door een kristallijn specimen van dikte t is gegaan in vergelijking met een golf die doorheen
vacuüm is gegaan. De kennis van V0 laat een nauwkeurige bepaling van de dikte t toe. We voeren ab initio berekeningen uit binnen het kader van het dichtheidsfunctionaal formalisme om V0 te bepalen voor II-VI halfgeleiders (e.g. ZnSe, CdSe, ZnS, CdS, ZnO, CdO). Daarnaast berekenen we Debye-Waller factoren voor deze materialen. Deze zijn nodig voor de kwantitatieve samenstellingsbepaling van sfaleriet-type halfgeleider heterostructuren d.m.v. de CELFA methode. CELFA vergelijkt de lokale (002) Fourier coëfficiënten van transmissieëlektronenmicroscopie beelden met (002) Fourier coëfficiënten berekend d.m.v. Bloch-golf simulaties. De lokale (002) Fourier coëfficiënten hangen sterk af van de lokale samenstelling van de heterostructuur. De nauwkeurige waarde van de Debye-Waller factoren van de halfgeleiders is nodig als inputparameter voor de Bloch-golf simulaties omdat de nauwkeurigheid van de gemeten samenstelling direct samenhangt met de nauwkeurigheid van de Debye-Waller factoren. Organisaties: • Theoretische studie der materie (TSM)
Onderzoekers: • Dirk Lamoen
Ab initio berekening van EELS en XAS spectra van actinide-oxiden. Universiteit Antwerpen Abstract: Berekenen van EELS en XAS spectra van actinide-oxiden zoals U02, PU02, Am203 d.m.v. ab initio elektronische structuurberekeningen. De berekeningen worden uitgevoerd met de LAPW methode binnen het kader van de DFT methodologie. Voor de "Exchange-Correlation" functionaal beschouwen we zowel de LDA als de LDA+U benadering om de sterke correlatie van de 5f elektronen zo goed mogelijk to beschrijven. Organisaties: • Theoretische studie der materie (TSM)
Onderzoekers: • Dirk Lamoen
Ab initio chemische kinetiek: van geïsoleerde moleculen tot supromoleculaire systemen Universiteit Gent Abstract: De focus van dit project is om de chemische kinteiek op een grote varieteit van systemen af te leiden gaande van geïsoleerde naar suparamoleculaire systemen. Teneinde deze doelstelling te bereiken bevat het proejct een methodologisch luik en een toepassingsgericht luik. De toepassingen situeren zich binnen de heterogene katalyse, homogene katalyse en heterocyclische chemie. Organisaties: • Vakgroep Fysica en Sterrenkunde
Onderzoekers: • Veronique Van Speybroeck
ab initio doorzoeken van wolfraamlegeringen die geschikt kunnen zijn als materiaal voor de eerste wand in kernfusiereactoren Universiteit Gent Abstract: Gewoonlijk wordt een materiaal uitgebreid gemodelleerd met de bedoeling de eigenschappen te begrijpen en te verbeteren. Dit project heeft een omgekeerde opvatting. Aan de hand van enkele gewenste eigenschappen zal een screening van een groot aantal materialen uitgevoerd worden. De meest beloftevolle kandidaten kan men dan nader bekijken. Als testscenario zoeken we optimale wolfraamlegeringen voor de eerste wand in fusiereactoren. Organisaties: • Vakgroep Toegepaste fysica
Onderzoekers: • Veronique Van Speybroeck • Guido Van Oost
Ab initio investigation of amorphous oxide semiconductors KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling ESAT - MICAS
Onderzoekers: • Paul Heremans • Albert de Jamblinne de Meux
Ab initio methodologie voor het onderzoek van de dynamische magnetischeeigenschappen van sterk anisotrope magnetische materialen. KU Leuven Abstract: Het voorgestelde onderzoek zal een ab-initiomethodologie ontwikkelen omde verscheidene magnetische eigenschappen van sterk anisotrope complexen te onderzoeken. Ten eerste zal het onderzoek focussen op het verbeteren van de nauwkeurigheid van de abinitioberekeningen voor polynucleaire complexen. Dan zullen ontwikkelingen gedaan worden die ab-initioberekeningen van eigenschappen zoals de statische en dynamische magnetische eigenschappen van mono- en polynucleaire sterk anisotrople complexen zullen toelaten. Ten tweede zal de ontwikkelde methodologie geïmplementeerd worden in speciale routines als modules van het internationaal ab-initiopakket MOLCAS, alsook toegepast worden op diverse magnetische complexen vanprimair belang. Organisaties: • Afdeling Kwantumchemie en Fysicochemie
Onderzoekers: • Liviu Cibotaru • Liviu Ungur