www.researchportal.be - 16 Dec 2015 14:08:19
Onderzoeksprojecten (7500 - 8000 van 29735) Een genetische benadering voor de studie van Notch signalisatie in normale en maligne hematopoëse bij de mens Universiteit Gent Abstract: IWT/SB-lichting 2014 IWT/SB/Dolens Anne-Catherine/131203 Een genetische benadering voor de studie van Notch signalisatie in normale en maligne hematopoëse bij de mens Organisaties: • Vakgroep Klinische biologie, microbiologie en immunologie
Onderzoekers: • Tom Taghon
Een genetische screen identificeert de endo-lysosomale route als belangrijk mechanisme voor de vernieuwing van synaptische vesikel eiwitten KU Leuven Abstract: Mutaties in TBC1D24, het menselijk homoloog van skywalker, veroorzaken epilepsie, het DOORS syndroom en ernstige neurodegeneratie. Nochtans werden de onderliggende mechanismen nauwelijks onderzocht. TBC1D24/Skywalker is een RabGAP dat evolutionair geconserveerd is. In vliegen zorgt het gebrek aan skywalker ervoor dat synaptische vezikels zich verplaatsen naar synaptische endosomen. Net zoals bij mensen, tonen we nu aan dat de ogen van mutante skywalker vliegen een progressieve neurodegeneratie van de retina vertonen. We hebben een grootschalige screen uitgevoerd om interactoren te identificeren die de kenmerken van skywalker mutanten kunnen verbeteren. Hierbij vonden we dat het blokkeren van het endo-naar-lysosomaal transport dat gecontroleerd wordt door het HOPS complex,zowel de synaptische transmissie defecten als de neurodegeneratie in deskywalker mutanten onderdrukt. Om de onderliggende mechanismen verder te onderzoeken, gebruikten we een nieuw fluorescent timer fusie proteïne.We v Organisaties: • Departement Menselijke Erfelijkheid
Onderzoekers: • Patrik Verstreken • Ana Clara Dos Santos Oliveira Fernandes
Een genomische benadering voor de identificatie van genen betrokken in verstandelijke handicap en hersenafwijkingen. KU Leuven Abstract: Mentale retardatie (MR) is in onze maatschappij de belangrijkste oorzaak van handicap bij kinderen en jongvolwassenen, met een prevalentie van 3%, en vormt een belangrijk medisch en socio-economisch probleem. Ondanks intensief onderzoek blijft de oorzaak van MR in een groot aantal patiënten onverklaard. De grootste vooruitgang werd geboekt in het domein vande chromosoom X-gebonden MR (XLMR) met de identificatie van verschillende nieuwe genen. In tegenstelling tot X-gebonden vormen van MR is er nogniet veel gekend over autosomale genen betrokken in hersenfunctie en cognitie. Het onderzoek hiernaar wordt in belangrijke mate beperkt door het gebrek aan waardevolle en voldoende grote families om koppelingsanalyse toe te passen.Het doel van dit project is de identificatie en validatie van nieuwe genen betrokken bij aangeboren genetische afwijkingen, in het bijzonder genen betrokken bij verstandelijke handicap en aangeboren hersenmalformaties, uitgaande van een groep geselecteerde en goed ge Organisaties: • Departement Menselijke Erfelijkheid
Onderzoekers: • Eric Legius • Hilde Van Esch
Een genoom-brede benadering om adaptatie aan omgevingsstressoren te kwantificeren in de watervlo Daphnia magna. KU Leuven Abstract: #toc, .toc, .mw-warning { border: 1px solid rgb(170, 170, 170); padding: 5px; background-color: rgb(249, 249, 249); font-size: 95%; }#toc h2, .toc h2 { border: medium none; padding: 0pt; display: inline; font-size: 100%; font-weight: bold; }#toc #toctitle, .toc #toctitle, #toc .toctitle, .toc .toctitle { text-align: center; }#toc ul, .toc ul { list-style-type: none; list-style-image:none; margin-left: 0pt; padding-left: 0pt; text-align: left; }#toc ul ul, .toc ul ul { margin: 0pt 0pt 0pt 2em; }#toc .toctoggle, .toc .toctoggle { font-size: 94%; }body { font-family: 'Courier New'; font-style: normal; text-indent: 0in; color: rgb(0, 0, 0); font-weight: normal; font-size: 12pt; text-decoration: none; font-variant: normal; text-align: left;widows: 2; }table { }td { bordercollapse: collapse; text-align: left; vertical-align: top; } Inzicht bekomen in de genetische onderbouw van aanpassingen van organismen aan hun natuurlijke omgeving is een sleuteldoelstelling van de snel groeiende discipli Organisaties: • Afd. Ecologie, Evolutie en Biodiv.behoud
Onderzoekers: • Luc De Meester • Stein Aerts • Luisa Orsini • Katina Spanier
Een genre-theoretisch en historisch onderzoek naar en herziening van de Britse ode in the lange achttiende eeuw, 16801830 Universiteit Gent Abstract: Aan de hand van een genre-historische methode heeft het voorgedragen onderzoeksproject als doel een belangrijke kritische herziening te bekomen van de Britse ode, een genre waarvan de diversiteit doorheen de literaire geschiedenis nooit op een adequate manier in kaart is gebracht. Door zowel canonieke als non-canonieke auteurs en hun gedichten in beschouwing te nemen kan men een complex en genuanceerde uiteenzetting van de grote verschiedenheid en variëteit van dit genre in de lange achttiende eeuw bekomen (1680-1830). Organisaties: • Vakgroep Frans
Onderzoekers: • Sandro Jung
Een geometrische benadering om patronen van cultuurdeelname in Vlaanderen te analyseren
Universiteit Gent Abstract: Dit project wil een bijdrage leveren aan de literatuur die de relatie onderzoekt tussen culturele praktijken en sociale ongelijkheid en wil nagaan hoe het veld van cultuurdeelname in Vlaanderen anno 2011 sociaal gestructureerd is. Een eerste doelstelling is empirisch vast te stellen door middel van multipele correspondentie analyse of Vlaanderen gekenmerkt kan worden door individualisering, homologie of omnivoriteit. Een tweede doelstelling is het onderzoeken in welke mate principes van classificatie en processen van distinctie soortgelijk zijn in verschillende culturele velden, c.q. beeldende kunst, film en reizen. Organisaties: • Vakgroep Sociologie
Onderzoekers: • Henk Roose
Een gerandomiseerde dubbel blind cross-over vergelijking van Atomoxetine Hydrochloride en placebo bij kinderen met ADHD en/of dyslexie Universiteit Gent Abstract: Deze studie gaat het effect na van atomoxetine in de behandeling van symptomen van ADHD en dyslexie (RD) bij kinderen. De effecten van de behandeling worden vergeleken met een normale en RD controlegroep, die geen medicatie krijgen. De patiënten krijgen atomoxetine of placebo, gevolgd door een washout, en worden dan aan de andere conditie toegewezen op een dubbel blinde manier. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Herbert Roeyers
Een gerandomiseerde, geblindeerde, parallel gegroepeerde, fase 2-studie om de veiligheid, verdraagbaarheid en werkzaamheid van meerdere regimes van Natalizumab te verkennen bij volwassen patiënten met relapsing multiple sclerose Universiteit Hasselt Abstract: Deze klinische studie kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds het onderzoeksinstituut Biomed(UHasselt) en anderzijds Quintiles Belgium. Het onderzoeksinstituut Biomed levert aan Quintiles Belgium de onderzoeksresultaten naar "Een gerandomiseerde, geblindeerde, parallel gegroepeerde, fase 2-studie om de veiligheid, verdraagbaarheid en werkzaamheid van meerdere regimes van Natalizumab te verkennen bij volwassen patiënten met relapsing multiple sclerose" onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Immunologie - Biochemie • Biomedisch Onderzoeks Instituut
Onderzoekers: • Bart VAN WIJMEERSCH
Een gerandomiseerde,internationale, multi-centrum studie om de werkzaamheid en veiligheid van intraveneuze PEGliposomen prednisolon natriumfosfaat vs intraveneuze methylprednisolon behandeling bij patiënten met multiple sclerose of bij patiënten met CIS Universiteit Hasselt Abstract: Deze klinische studie kadert in een dienstverleningsopdracht tussen enerzijds het onderzoeksinstituut BIOMED (UHasselt) en anderzijds Omnicare. Het onderzoeksinstituut BIOMED levert aan Omnicare de onderzoeksresultaten naar "Een gerandomiseerde,internationale, multicentrum studie om de werkzaamheid en veiligheid van intraveneuze PEG-liposomen prednisolon natriumfosfaat vs intraveneuze methylprednisolon behandeling bij patiënten met multiple sclerose of bij patiënten met CIS" onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Immunologie - Biochemie • Biomedisch Onderzoeks Instituut
Onderzoekers: • Bart VAN WIJMEERSCH
EEN GERANDOMISEERDE KLINISCHE TRIAL OM DE DOELTREFFENDHEID TE EVALUEREN VAN EEN MULTIMODALE INTERVENTIE BIJ OUDERE MENSEN MET TYPE 2 DIABETES TEN OPZICHTE VAN FRAILTY EN LEVENSKWALITEIT: DE MID-FRAIL STUDIE Universiteit Gent Abstract: In deze cluster-gerandomiseerde, multicentrische, klinische studie, willen we de doeltreffendheid evalueren van een multi-modale interventie (educatie, dieet en training), ten opzichte van de bruikbare klinische praktijk, in kwetsbare en pre-kwetsbare patiënten ?70 jaar met type 2 diabetes. De primaire uitkomst zal verschil in functie zijn, twee jaar na randomisatie. Organisaties: • Vakgroep Inwendige ziekten
Onderzoekers: • Mirko Petrovic
Een gerandomiseerde multicenter studie naar het effect van training bijpatienten met coronair hartlijden: areobe intervaltraining versus matige continue training KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Cardiovasc. en Respiratoire Revalidatie
Onderzoekers: • Lucien Vanhees • Véronique Cornelissen • Roselien Buys • Ellen Coeckelberghs
Een gestandaardiseerde metric voor nutriëntenbeschikbaarheid in bodems Universiteit Antwerpen Abstract: Nutriëntenrijkdom is een bepalende factor voor vele processen in terrestrische ecosystemen. Globaal onderzoek naar de relatie tussen ecosysteemprocessen en nutriënten wordt momenteel echter bemoeilijkt door gebrek aan een gestandaardiseerde metric voor nutriëntenrijkdom. Het doel van dit project is om zo een metric te ontwikkelen. Dit zal gebeuren op basis van een Europese bos-dataset en a.d.h.v. twee natuurlijke gradiënten in nutriëntenrijkdom.
Organisaties: • Planten- en vegetatie-ecologie (PLECO)
Onderzoekers: • Sara Vicca
Een gevalideerde positioneringstest en effectieve remediëringsinitiatieven voor schakelstudenten naar master in de industriële en biowetenschappen. KU Leuven Abstract: Steeds meer en meer professionele bachelor studenten Technologie beslissen om zich na hun professionele opleiding in te schrijven voor een schakelprogramma. Dit schakelprogramma geeft toegang tot een master in de industriële ingenieurswetenschappen. In praktijk wordt geconstateerd dat 30% van de afgestudeerde professionele bachelors Technologie schakelt naar industrieel ingenieur (Dirk Van Landeghem, 2014). Ongeveer de helft van deze studenten slaagt in dit schakeljaar (Dirk Van Landeghem, 2014). Daarom is het van zeer groot belang dat de professionele bachelor studenten Technologie die overwegen te schakelen tijdig georiënteerd en indien nodig gericht geremedieerd kunnen worden. In eerste instantie wordt een gevalideerde, niet-bindende positioneringstest ontwikkeld op maat van de studenten die in de derde fase van de professionele bachelor overwegen om te schakelen. De ontwikkeling van de positioneringstest zal in eerste instantie gebaseerd zijn op literatuuronderzoek en focusgroepges Organisaties: • TC Werktuigk.Industr.Ing.techn. De Nayer
Onderzoekers: • Greet Langie • Margareta Lacante • Lynn Van den Broeck
Een gevalideerde softwarebibliotheek voor speciale functies. Universiteit Antwerpen Abstract: Het `Bateman Project' (jaren 50) en het `Handbook of Mathematical Functions' (1964) waren gedurende de laatste vier decennia dé referenties voor de beschrijving van Besselfuncties, hypergeometrische functies, orthogonale polynomen,... Kenmerkend voor deze `speciale' functies is dat ze opduiken in een zeer uiteenlopende reeks fysische en ingenieursproblemen.De technologische vooruitgang van de laatste veertig jaar maakt een `update' van deze projecten noodzakelijk, en het voorgesteld onderzoeksproject past in dit kader. We willen bijdragen tot de ontwikkeling van een softwarebibliotheek die speciale functies gegarandeerd betrouwbaar evalueert voor een zo groot mogelijk domein van argumenten en parameters. De eis van betrouwbaarheid (elk cijfer dat afgeleverd wordt, moet ook beduidend zijn) is voor dit project essentieel.Het aanleggen van een dergelijke bibliotheek is een bijzonder omvangrijk project, en onze bijdrage spitst zich vooral toe op de benadering van speciale functies d.m.v. kettingbreuken. Naast reeksontwikkelingen kunnen speciale functies namelijk ook benaderd worden d.m.v. kettingbreuken, waarbij in een groot aantal gevallen het convergentiedomein groter en de convergentiesnelheid hoger is. Precies op deze gevallen zullen we ons concentreren. Organisaties: • Emerging computational techniques (ECT)
Onderzoekers: • Brigitte Verdonk • Annie Cuyt • Johan A G Vervloet
Een gezamelijke België-Vietnam studie rond de behandeling van afvalwater in Vietnam. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afd. Procestechnologie v. Duurzame Syst.
Onderzoekers: • Bart Van der Bruggen
Een gezamenlijk trainingsprogramma ter ontwikkeling van multi-electrodesequentie (MEA) platformen om de synaptische functie beter te begrijpen en aandoeningen van het zenuwstelsel te behandelen (NEUROACT) Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EU. UA levert aan EU de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Theoretische neurobiologie en neuroengineering
Onderzoekers: • Michele Giugliano
Een gezondheidssociologische analyse van de aetiologie van beroepsgerelateerde klachten en aandoeningen bij een patiëntenpopulatie op de eerste lijn door middel van een retrospectief longitudinaal onderzoek. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Sociaal-economische gezondheidsverschillen zijn een persistent en universeel fenomeen in geïndustrialiseerde landen. In de sociale epidemiologie werden in de loop der jaren verschillende verklaringen vooropgesteld. Een boeiende theoretische discussie hierbij is deze tussen individuele risicobenaderingen en meer structurele, (neo-)materialistische benaderingen. Arbeidsomstandigheden worden traditioneel aanzien als een belangrijke bron van sociaal-economische gezondheidsverschillen. Door radicale transformaties in de productiewijze zijn de arbeidsgerelateerde gezondheidsrisico's drastisch veranderd. Er is een verschuiving van fysieke/ materiële risico's naar meer immateriële gevolgen van werkeisen, controle over het werk, flexibiliteit, onzekerheid, enz. Deze nieuwe "stressoren" werden in het recente verleden uitvoerig onderzocht in psychosociale werkstress modellen. Dergelijk onderzoek is in grote mate geïnspireerd vanuit de individuele risicobenadering. Sociale gezondheidsverschillen in de beroepsbevolking verschijnen hierbij als een gevolg van het "quasi-toevallige" samenspel tussen empirisch meetbare fysieke en psychosociale arbeidsomstandigheden. Een neo-materialistische benadering, daarentegen, benadrukt de fundamentele sociale relaties van ongelijkheid binnen de werkcontext als de echte oorzaken van gezondheidsverschillen in de beroepsbevolking. Arbeidsomstandigheden zijn niet 'ad random' verdeeld, maar hangen samen met klassenrelaties binnen het productieproces en met voordelige sociale kenmerken, zoals opleiding en vaardigheden. Onze centrale onderzoeksvraag richt zich op de manier waarop hedendaagse arbeidsomstandigheden onderling clusteren en ongelijk verdeeld zijn volgens fundamentele sociale posities. Op die manier willen we onderzoeken hoe het geheel van hedendaagse beroepsrisico's en stressoren bijdraagt aan de reproductie van sociaal-economische gezondheidsverschillen binnen de beroepsbevolking. Hierbij gaat bijzondere aandacht naar de gevolgen van werkintensifiëring en werkonzekerheid/ precaire arbeid. De uitkomstvariabelen zijn zelfgerapporteerde indicatoren van gezondheid en welbevinden. Ondanks het feit dat het om essentiële elementen bij de verklaring van sociale gezondheidsverschillen gaat, vormen de
structurering en sociale verdeling van beroepsrisico's een verwaarloosd terrein in het onderzoek naar werkstress en welzijn op het werk. Organisaties: • Medische Sociologie
Onderzoekers: • FREDDY LOUCKX • Christophe VANROELEN
Een Gouden Eeuw van Bijbelstudie in Leuven and Douai (1550-1650) KU Leuven Abstract: In het midden van de zestiende eeuw drong het in katholieke kringen door dat de claim van de protestanten de bijbel aan hun kant te hebben, enkel kon worden gecounterd indien ook katholieken terugkeerden naar een meer bijbels gefundeerde theologie en prediking. Dit inzicht werd bekrachtigd gedurende de humanistisch geïnspireerde vijfde sessie van het Concilie van Trente (1546), wat leidde tot de bloei van Bijbelstudies overal in katholiek Europa. De periode 1550-1650 kan daarom worden beschouwd alseen #Gouden Eeuw van katholieke Bijbelstudie'. Karel V, die de beslissing van Trente als een bevestiging van zijn eigen religieuze politieke zag, richtte in hetzelfde jaar 1546 aan de Leuvense theologische Faculteiteen #Koninklijke# leerstoel in de H.-Schriften op. Mede als gevolg hiervan wisten de theologische faculteiten van Leuven enDouai een aanzienlijke bijdrage te leveren tot deze #Gouden Eeuw# door (1) het doorgedreven tekstkritische werk dat hier werd verricht met betrekking tot de La Organisaties: • OE Geschiedenis van Kerk en Theologie
Onderzoekers: • Wim François • Antonio Gerace
Een Gouden Eeuw van Bijbelstudie in Leuven en Douai (1550-1650). KU Leuven Abstract: In het midden van de zestiende eeuw drong het in katholieke kringen door dat de claim van de protestanten de bijbel aan hun kant te hebben, enkel kon worden gecounterd wanneer ook katholieken terugkeerden naar een meer bijbels gefundeerde theologie en prediking. Dit inzicht vond bekrachtiging gedurende de humanistisch geïnspireerde vijfde sessie van het Concilie van Trente (1546), wat leidde tot de bloei van Bijbelstudies overal in katholiek Europa. De periode 1550-1650 kan daarom worden beschouwd als een Gouden Eeuw van katholieke Bijbelstudie (Reventlov 1997). Karel V, die de beslissing van Trente als een bevestiging van zijn eigen religieuze politieke zag, richtte in hetzelfde jaar 1546 aan de Leuvense theologische Faculteit een Koninklijke leerstoel in de H.-Schriften op. Mede als gevolg hiervan wisten de theologische faculteiten van Leuven enDouai een aanzienlijke bijdrage te leveren tot deze Gouden Eeuw door (1) het doorgedreven tekstkritische werk dat hier werd verricht me Organisaties: • OE Geschiedenis van Kerk en Theologie
Onderzoekers: • Wim François
Een graafgebaseerde aanpak tot 3D pattern mining KU Leuven Abstract: Grafen worden gebruikt om complexe data voor te stellen aangezien enerzijds ze voldoende expressief zijn en anderzijds nauwkeurige en efficiente algoritmes kunnen geconstrueerd worden om ermee om te gaan. Het ERC MiGraNT-project heeft als doel zowel een theoretische basis hiervoor te ontwikkelen alsook algoritmes te ontwikkelen en toe te passen op realistische situaties. Dit doctoraat kadert binnen het MiGraNT project en zal focussen op 3D grafen. Geometrische pattern mining is nog onvoldoende onderzocht terwijl er toch duidelijk veel toepassingen voor zijn. Mogelijke toepassingen voor deze techniek vinden we binnen macromolecules (e.g. QSAR), analyse van gebouwstructuren en robotica. Organisaties: • Afdeling Informatica
Onderzoekers: • Jan Ramon • Maurice Bruynooghe • Thomas Fannes
Een grondige studie naar de pro-inflammatoire activiteiten van MMPen.? Universiteit Gent Abstract: Gebruik makend van MMP-KO muizen willen we de betrokkenheid van vier MMPs onderzoeken in sepsis. Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Claude Libert
Een grondige studie van de anti-inflammatiore toestand van de muisstam SPRET/Ei, met nadruk op de glucocorticoidreceptor. Universiteit Gent Abstract: De LPS-resistentie van SPRET/Ei is genetisch gelinkt met chromosomen 2 en X, en afhankelijk van hogere glucocorticoid receptor expressie levels. We willen zoeken naar de basis van deze verhoogde expressie, en de relatie met de loci op chromosomen 2 en X nagaan. We willen ook de X-locus in detail bestuderen, met het oog op het identificeren van een beschermd gen. Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Claude Libert
Een grondige studie van de sociaal-economische-, gezondheids-en milieueffecten van mogelijke gemeenschappelijke initiatieven inzake de bescherming van EU gezondheidswerkers tegen door bloed overgedragen infecties als gevolg van prikaccidenten. Universiteit Antwerpen Abstract: Een grondige studie van de sociaal-economische-, gezondheids-en milieueffecten van mogelijke gemeenschappelijke initiatieven inzake de bescherming van EU gezondheidswerkers tegen door bloed overgedragen infecties als gevolg van prikaccidenten. Organisaties: • Epidemiologie en sociale geneeskunde (ESOC)
Onderzoekers:
• Antoon De Schryver
Een grondige studie van de tumor suppressor genen BRCA1 and SYK tijdens melkklier tumorogenese bij de hond Universiteit Gent Abstract: Melkkliertumoren bij de hond komen frequent voor. De expressie en regulatie van de tumor suppressor genen BRCA1 en SYK tijdens melkklier tumorogenese zal grondig bestudeerd worden bij de hond, gebaseerd op de hypothese dat deze genen mogelijks een cruciale rol spelen in caniene melkklier tumorogenese en meer nog, essentieel zouden kunnen zijn voor de ontwikkeling van efficiëntere preventieve en therapeutische agentia. Organisaties: • Vakgroep Vergelijkende Fysiologie en Biometrie
Onderzoekers: • Gerlinde Van de Walle
Een grondige studie van ruimtelijke redeneren voor intelligente zoeksystemen Universiteit Gent Abstract: De hoofddoelstelling van dit project is om redeneertechnieken en algoritmen te ontwikkelen voor het omgaan met ruimtelijke informatie in de context van, hoofdzakelijk geografische, zoeksystemen. Centraal hierbij staat de vaagheid, de onbetrouwbaarheid, en de diversiteit van de beschikbare informatie. Organisaties: • Vakgroep Toegepaste wiskunde en informatica
Onderzoekers: • Martine De Cock
Een grondige studie van vaagruwverzamelingen en hun toepassing in gegevensreductie Universiteit Gent Abstract: Het doel van dit project is een systematische, theoretische studie te maken van de hybridizatie van vaagverzamelingen en ruwverzamelingen, waarbij bestaande voorstellen worden verenigd en nieuwe worden ontwikkeld. Bijzondere aandacht wordt besteed aan de geschiktheid van de modellen voor datareductie, en aan het bestuderen van wenselijke eigenschappen die kunnen worden overgeërfd van de oorspronkelijke theorieën. Organisaties: • Vakgroep Toegepaste wiskunde en informatica
Onderzoekers: • Martine De Cock • Chris Cornelis
Een grondslagenonderzoek naar het verval van een recht in het Belgisch privaatrecht: zijn bestaan als een autonome rechtsfiguur en de afbakening ten opzichte van andere rechtsfiguren Universiteit Gent Abstract: De typische kenmerken - gevolg, toepassingsvoorwaarden en functie - van het verval van een recht worden onderzocht. Deze algemene theorie laat toe de bestaande rechtsleer en rechtsspraak te bekritiseren, die zich vaak dubbelzinnig opstelt, wanneer zij geconfronteerd worden met de toepassingen van het verval. Door een vergelijking met de bestaande sancties wordt bovendien onderzocht of het verval een noodzakelijk dan wel overbodig concept is. Organisaties: • Vakgroep Burgerlijk Recht
Onderzoekers: • Annelies Wylleman
Een grondslagentheoretisch en toegepast onderzoek naar de relatie tussen pluralisme, ethiek en regulering in biomedische en technologische aangelegenheden. Universiteit Antwerpen Abstract: In de context van (de resultaten van) biomedisch en biotechnologisch onderzoek zijn recht en ethiek sterk met elkaar verweven. Naarmate er op dat domein meer vooruitgang wordt geboekt zal deze relatie steeds pregnanter op de voorgrond treden, en zal er bij de politiek - de wetgever - steeds vaker op worden aangedrongen om tot wettelijke regulering van de ethische vragen en problemen die als gevolg daarvan rijzen over te gaan. De vraag die in dit onderzoek centraal staat is: hoe moet de wetgever (regelgever) reageren op de ethische vragen en problemen die de resultaten van het biomedisch en biotechnologisch onderzoek doet rijzen? Organisaties: • Overheid en Recht
Onderzoekers: • Leonardus Adams • Willem Lemmens • Sven Braspenning
Een hedendaagse technologie voor directe animatietechnieken Hogeschool Gent Abstract: Doelstelling van het onderzoek De doelstelling van het onderzoek is het ontwikkelen van een softwaretoepassing die animatiekunstenaars in staat stelt directe animatietechnieken toe te passen met alle voordelen van de hedendaagse digitale technologie. Er zal prioriteit worden gegeven aan het ontwerpen van een gebruikersomgeving op maat van kunstenaars. Het uitgangspunt is de nood aan een manier om objecten en materialen direct te manipuleren en in verschillende stadia op te slaan zodat een animatie ontstaat. Tijdens het manipuleren van de animatie moeten zoveel mogelijk elementen die een onderdeel van de creatie uitmaken visueel beschikbaar zijn. Aanleiding tot het onderzoek De directe aanleiding tot het onderzoek heeft te maken met het verhuizen van de animatiefilmopleiding naar de nieuwe locatie in de Bijloke. De oude en zeer logge animatietafels uit het analoge animatiefilmtijdperk worden nog steeds gebruikt voor projecten van studenten omdat ze in de ateliers aanwezig zijn . De vraag drong zich op of er een alternatief voor deze apparatuur voorhanden is. Omdat dit niet het geval is hebben we besloten zelf een alternatief te ontwikkelen.
De directe animatietechnieken Met directe animatiefilmtechnieken worden beeld per beeld opnametechnieken bedoeld waarbij objecten of materialen onder een digitale foto of videocamera worden gemanipuleerd met als doel beweging te simuleren. Het gaat hierbij om animatietechnieken zoals cut-out animatie (animeren van uitgesneden grafische elementen) en materieanimatie (animeren van zand, olieverf of andere materialen). Met de directe animatietechnieken kunnen plastische resultaten worden bereikt die met zuiver digitale technieken moeilijk realiseerbaar zijn. Anderzijds schept de digitale technologie nieuwe mogelijkheden op technisch en productioneel vlak die de directe technieken een nieuw elan kunnen geven. Probleemstelling Uit gesprekken met kunstenaars blijkt dat zij een groot belang hechten aan de ‘tastbaarheid’ tijdens het creatieproces, iets wat zij als een gemis ervaren bij methoden die uitsluitend met digitale technologie tot stand komt. Zij geven de voorkeur aan het manipuleren van het eigenlijke object of materiaal. Omdat animatiesoftware door informatici wordt ontwikkeld zijn het vooral technisch georiënteerde gebruikers die de gebruikersomgeving als ‘logisch’ aanvoelen. Het gevolg is dat software vooral geschikt is voor ‘computer-minded’ gebruikers terwijl andere gebruikers vaak afhaken. Verwachte resultaten Door dit onderzoek kan een waardevolle klassieke analoge animatietechniek worden omgevormd tot een nieuwe manier van animatiekunstbeoefening. Door de directheid en de flexibiliteit van deze technologie kunnen nieuwe vormen van animatiefilm ontstaan. Het is moeilijk in te schatten hoe deze technologie zal worden aangewend. We kunnen enkel een instrument aanreiken die nieuwe mogelijkheden biedt op het terrein van de animatiefilm. Organisaties: • Departement Koninklijke Academie voor Schone Kunsten • Vakgroep Audiovisuele kunsten
Onderzoekers: • Geert Vergauwe
Eenheden in gehele groepsringen: de eerste Zassenhaus conjectuur en de structuur van normalisatoren van deelgroepen van groepsbasissen Vrije Universiteit Brussel Abstract: De normalisator van de triviale eenheden G in de gehele groepring ZG is reeds geruime tijd onderzocht. In dit project breiden wij dit onderzoek uit naar de normalisatie van deelgroepen van G en andere groepbasissen. Organisaties: • Wiskunde
Onderzoekers: • Eric JESPERS • Andreas BÄCHLE
Eenheden van gehele groepsringen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De eenhedengroep van een gehele groepring ZG is een fundamenteel object op het kruispunt van representatie-, ring-, groep- en getaltheorie. In recente jaren heeft het onderzoek een spectaculaire sprong gemaakt. Dit vooral wegens de ontdekking van een tegenvoorbeeld van de isomorfisme- en normalisatorconjecturen, de ontdekking van eindig veel concrete voortbrengers van een deelgroep van eindige index en een eerste stap in de richting van een structuurstelling. Het meest belangrijke aspect is nu om de algebraïsche structuur van de eenhedengroep beter te verstaan, en dit is het onderwerp van dit project. Daarom zullen wij de eenhedengroep van orders in scheve lichanmen onderzoeken. vervolgens zoeken wij voortbrengers voor de eenhedengroep ZG voor groepen G die toto de uitzonderlijke klassen behoren. Vervolgens ondezoken wij de normalisator deelgroep en andere speciale deelgroepen. Het is ook belangrijk om deze problemen te beschouwen voor oneindige groepen G, en om dan een reductie te vinden tot oneindige groepen. Ook zullen wij meer algemene orders moeten bestuderen, zoals matrixringen over groeperingen en semigroeperingen. Organisaties: • Algebra
Onderzoekers: • Eric JESPERS
Eenheid in diversiteit? De creatie van een interne markt voor media. 20 jaar televisie zonder Grenzen en verder dan private televisie in Europa. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Eenheid in diversiteit? De creatie van een interne markt voor media. 20 jaar televisie zonder Grenzen en verder dan private televisie in Europa. Organisaties: • Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • CAROLINE PAUWELS • Karen DONDERS
Een helder historisch GIS-model voor de vage geometrische en semantische data van de Ferrariskaart Universiteit Gent Abstract: De Kabinetskaart van graaf Joseph de Ferraris (1770-1778) is de oudste grootschalige, gebiedsdekkende topografische kaart van onze regio. Om de kaart ten volle te kunnen benutten in verschillende onderzoeksdisciplines zal een GIS-model ontwikkeld worden dat kan omgaan met de aanwezige geometrische en semantische vaagheid (respectievelijk het voorkomen van globale en lokale geometrische deformaties en het niet gedefinieerd zijn van parochiegrenzen). Organisaties: • Vakgroep Geografie
Onderzoekers:
• Philippe De Maeyer
Een herder van gerechtigheid. Jeremiah 23,1-8 in tekstkritisch en literair-kritisch perspectief KU Leuven Abstract: Het boek Jeremiah bevat een collectie van poetische orakels, prozaverhalen en directe redes. Tegen de achtergrond van de studie van Jer 23,1-8 in mijn onderzoeksscriptie voor de advanced master, is duidelijk geworden dat de genoemde perikoop heel wat stof tot nadenken biedt in de context van de vragen naar de tekst zelf en zijn groei. Tegen deze achtergrondwil dit project de tekst van Jer 23,1-8 bestuderen vanuit tekstkritischen literair-kritisch oogpunt om op die wijze de historische én actuele theologische betekenis en relevantie van deze perikoop te achterhalen ente duiden. In dit verband zal ook bijzondere aandacht besteed worden aan de wijze waarop Jeremia's reflectie over leiderschap gerelateerd kan worden aan het hedendaagse discours over leiderschap in de Indische context. Onderhavig proefschrift zal bestaan uit vier grote delen. Elk deel concentreert zich op een specifieke invalshoek: de groei van de tekst, deanalyse van de tekstkritische problemen in functie van de literair-k Organisaties: • OE Bijbelwetenschap
Onderzoekers: • Bénédicte Lemmelijn • Antony John Khokhar
Een herwaardering van de politieke betekenis van vergeving en verzoening: een Arendtiaanse benadering. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Centrum voor Europese Filosofie
Onderzoekers: • Geert Van Eekert • Els Van Peborgh
Een historische reconstructie van de bijdrage van Ernest Mandel to het naoorlogs politiek en economisch denken. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project wil bijdragen tot een meer systematische studie en inventarisering van de heterodoxe stromingen binnen het naoorlogse politiek en ekonomisch denken en raakt tegelijk een belangrijk deel van de intellektuele geschiedenis van de VUB in de jaren 70 en 80. Een belangrijke en specifieke plaats binnen de heterodoxe stroom wordt immers ingenomen door het omvangrijk oeuvre van Ernst Mandel (19231995),emeritus van de VUB.Mandels bijdragen bestrijken tal van terreinen en problematieken zoals de algemene bewegingswetten van het kapitaal, de geschiedenis van het wereldsysteem , de problematiek van de arbeidersbureaukratie...De historische rekonstruktie waar het project werk wil van maken streeft in de eerste plaats een geannoteerde bibliografie na van het totaal-werk van Mandel .Een volgende stap in het onderzoek is het ontwerpen van het bibliografisch materiaal aan een taxinomische analyse om te komen tot een cartografie van de (verhoudingen tussen de) meerdere ruimtesn die door het behandeld totaal-werk worden bestreken. In een volgende onderzoeksfase wordt bibliografisch gepeild naar zowel de teksten die " rond " (de "kon-tekst") als naar die die " achter " ( de " intertekstualiteit ") de teksten van Mandel zitten en wordt een schets ondernomen van het kompleks denk-resp.representatiesysteem dat door deze teksten wordt verwoord en gedragen.Tenslotte wordt een begin gemaakt van een bibliografische studie van de receptie van het werk van Mandel en wordt nagegaan hoe het zich veroudt tot het polymorf bevrijd marxisme dat in de huidige periode het licht ziet. Organisaties: • Geschiedenis • Economisch, Monetair en Financieel Beleid • Metajuridica
Onderzoekers: • PETER SCHOLLIERS • DIRK FRANTZEN • SERGE GUTWIRTH • ELS WITTE
Een historische studie over 450 jaar stadhuis van Antwerpen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds Stad Antwerpen. UA levert aan Stad Antwerpen de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Power in History - Centrum voor Politieke Geschiedenis
Onderzoekers: • Marnix Beyen
Een historische studie van het stratenpatroon van Doel. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project beoogt de beschrijving en waardering van het stratenpatroon van het polderdorp Doel in zijn historische ontwikkeling. De aanpak bestaat in de contextuele benadering van een historisch stratenpatroon. Daarbij worden de aanleg en de opeenvolgende modificaties van het stratenpatroon en de nederzettingscultuur die er zich op ent, geïnterpreteerd vanuit de evoluerende functie van de nederzetting. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Tim Soens
Een historische veldanalyse van de Vlaamse derde wereldbeweging, 1995-2000. De methodologische kloof overbrugd. Vrije Universiteit Brussel Abstract: "Onbekend is onbemind" is een adagium dat in grote mate geldt voor het onderzoek naar de nieuwe sociale bewegingen (nsb), een containerbegrip waarmee we de nieuwsoortige organisaties bedoelen die uit de contestatiegolf aan het einde van de jaren 1960 zijn ontstaan. Sociale wetenschappers - sociologen en politicologen - geraken zelden verder dan "intuïtief commentaar" dat los gebaseerd is op enquêtes, interviews en intelligent guesses.
Organisaties: • Geschiedenis
Onderzoekers: • Jan VAN DE POEL • GUY VANTHEMSCHE
Een historisch gedocumenteerde scenische uitvoering van Johann Christian Bachs opera Artaserse. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project wil Johann Christian Bachs vooruitstrevende opera Artaserse op een historische geïnformeerde manier uitvoeren. Dit betekent dat er in de eerste plaats een kritische partituur dient vervaardigd te worden ¿ er bestaan enkel een aantal originele handschriften van het werk. Vervolgens zal onderzoek gedaan worden naar historische decors, kostuums en regie. Ten slotte worden de studenten van het conservatorium onderwezen in de specifieke uitvoeringspraktijk van deze periode. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Bruno Blondé
Een historisch pedagogisch onderzoek naar de omgang met personen met een handicap tijdens de Belgische kolonisatie van Congo (1908-1960) KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Faculteit Theologie en Religiewetensch. • Historische Pedagogiek
Onderzoekers: • Pieter Verstraete • Evelyne Verhaegen
Een historisch-sociolinguïstische analyse van egodocumenten in 19de-eeuws Vlaanderen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Sinds 1995 (aanvangdatum eerste aspirantmandaat) onderzoek ik de taalsituatie in het 19de-eeuwse Vlaanderen vanuit een historischsociolinguïstische invalshoek. Er wordt daarbij gestreefd naar een overzicht van de feitelijke taalvariatie in de diverse geledingen van de toenmalige samenleving, op basis van origineel bronnenonderzoek. De taalsituatie in Brugge fungeert als case-study. Na het afgeronde onderzoek naar de taal van de lagere en de middenklasse (doctoraat) wordt nu als sluitstuk het taalgebruik van de hogere klassen onderzocht. Hiervoor zullen in diverse archieven originele documenten verzameld worden, die dan nadien bewerkt worden tot een elektronisch bevraagbaar corpus. Een analyse van de spelling, de grammatica en de stijl wordt gekoppeld aan onderzoek naar de functies van de verschillende gebruikte taalvariëteiten. Organisaties: • Taal- en Letterkunde
Onderzoekers: • WIM VANDENBUSSCHE
Een historisch-sociolinguïstische analyse van egodocumenten in 19de-eeuws Vlaanderen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Sinds 1995 (aanvangdatum eerste aspirantmandaat) onderzoek ik de taalsituatie in het 19de-eeuwse Vlaanderen vanuit een historischsociolinguïstische invalshoek. Er wordt daarbij gestreefd naar een overzicht van de feitelijke taalvariatie in de diverse geledingen van de toenmalige samenleving, op basis van origineel bronnenonderzoek. De taalsituatie in Brugge fungeert als case-study. Na het afgeronde onderzoek naar de taal van de lagere en de middenklasse (doctoraat) wordt nu als sluitstuk het taalgebruik van de hogere klassen onderzocht. Hiervoor zullen in diverse archieven originele documenten verzameld worden, die dan nadien bewerkt worden tot een elektronisch bevraagbaar corpus. Een analyse van de spelling, de grammatica en de stijl wordt gekoppeld aan onderzoek naar de functies van de verschillende gebruikte taalvariëteiten. Organisaties: • Taal- en Letterkunde
Onderzoekers: • ROLAND WILLEMYNS
Een historisch-sociolinguïstische analyse van egodocumenten in 19de-eeuws Vlaanderen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Sinds 1995 (aanvangdatum eerste aspirantmandaat) onderzoek ik de taalsituatie in het 19de-eeuwse Vlaanderen vanuit een historischsociolinguïstische invalshoek. Er wordt daarbij gestreefd naar een overzicht van de feitelijke taalvariatie in de diverse geledingen van de toenmalige samenleving, op basis van origineel bronnenonderzoek. De taalsituatie in Brugge fungeert als case-study. Na het afgeronde onderzoek naar de taal van de lagere en de middenklasse (doctoraat) wordt nu als sluitstuk het taalgebruik van de hogere klassen onderzocht. Hiervoor zullen in diverse archieven originele documenten verzameld worden, die dan nadien bewerkt worden tot een elektronisch bevraagbaar corpus. Een analyse van de spelling, de grammatica en de stijl wordt gekoppeld aan onderzoek naar de functies van de verschillende gebruikte taalvariëteiten. Organisaties: • Centrum voor Linguistiek
Onderzoekers: • WIM VANDENBUSSCHE
Een historisch-sociolinguïstische analyse van egoducumenten in 19de-eeuws Vlaanderen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Sinds 1995 (aanvangdatum eerste aspirantmandaat) onderzoek ik de taalsituatie in het 19de-eeuwse Vlaanderen vanuit een historischsociolinguïstische invalshoek. Er wordt daarbij gestreefd naar een overzicht van de feitelijke taalvariatie in de diverse geledingen van de toenmalige samenleving, op basis van origineel bronnenonderzoek. De taalsituatie in Brugge fungeert als case-study. Na het afgeronde onderzoek naar de taal van de lagere en de middenklasse (doctoraat) wordt nu als sluitstuk het taalgebruik van de hogere klassen onderzocht. Hiervoor zullen in diverse archieven originele documenten verzameld worden, die dan nadien bewerkt worden tot een elektronisch bevraagbaar corpus. Een analyse van de spelling, de grammatica en de stijl wordt gekoppeld aan onderzoek naar de functies van de verschillende gebruikte taalvariëteiten. Organisaties: • Taal- en Letterkunde
Onderzoekers: • WIM VANDENBUSSCHE
Een holistische aanpak voor object lokalisatie voor 3D random bin picking KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • TC Elektrotechniek (ESAT) De Nayer
Onderzoekers: • Eric Demeester • Toon Goedemé • Wim Abbeloos
Een hondenleven? De culturele betekenis van de hond als gezelschapsdier in de stad, 18de - begin 20ste eeuw. Universiteit Antwerpen Abstract: Het onderzoek richt zich niet in de eerste plaats op de 'geschiedenis van de hond'. Het wil voornamelijk de sociale en culturele dimensie van het gezelschapsdier historisch duiden met de hond als casus, om aldus een ander zichtpunt op achterliggende mentaliteiten aan te bieden. Tevens wil dit onderzoek een aanschouwelijke bijdrage leveren aan het geschiedkundig gecontesteerde veld van de veranderende relatie tussen mens en natuur. Het uitermate interessante spanningsveld mens-natuur verdient nadere studie ¿ een concreet onderzoek aan de hand van een op het eerste zicht 'beperkt' onderwerp als de gezelschapshond kan hierbij deuren openen naar verdere onderzoekspistes, zoals andere diersoorten (kat, siervogels), andere periodes, en uiteindelijk conceptuele overzichtswerken. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Bruno Blondé • Tom De Roo
Een humanistische gedragscode voor diplomaten. Editie, vertaling, commentaar en literair- en intellectueelhistorische studie van Frederik van Marselaers traktaat, LEGATUS KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Latijnse Literatuurstudie Leuven
Onderzoekers: • Toon Van Houdt • N. N. • Erik De Bom
Een iconisch-liturgisch perspectief op de natuurervaring: studie van het hermeneutische en motivationeel-ethische potentieel KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Theologische en Comparatieve Ethiek
Onderzoekers: • William Desmond • Johan De Tavernier
Een iconografie van de uitzonderingstoestand. De politieke relevantie van kunst in een hedendaagse context KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Metafysica, Godsdienst- & Cultuurfil.
Onderzoekers: • Hilde Van Gelder • N. N. • Stéphane Symons
Een index om de perceptie van de communicatie van de ECB te meten. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds ECB. UA levert aan ECB de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Engineering Management
Onderzoekers: • David Martens
Een individueel recht op vrije vestiging. Een rechtstheoretisch en politiek filosofisch onderzoek naar een normatieve theorie over immigratie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het project betreft een rechtstheoretisch en politiek filosofisch onderzoek naar een normatieve theorie van immigratie. De belangrijkste werkhypothese van het onderzoeksproject is dat het immigratiebeleid een illegitieme praktijk van a priori uitsluiting uitmaakt. Een individueel recht tot vrije vestiging daarentegen zou een meer gerechtvaardigd en haalbaar alternatief zijn. Het onderzoeksproject bestaat uit drie onderdelen. i) "De Staat ontbeert de autoriteit om a priori uit te sluiten". Het vertrekpunt is hier dat a priori uitsluiting slechts legitiem zou zijn indien a) eigendom van goederen volledig exclusief is, en b) de gemeenschap principieel exclusief is. In dit onderdeel wordt onderzocht in hoeverre de aard van onze fundamentele rechtsfiguren zoals staatssoevereiniteit, territoriale jurisdictie, publiek en privaat eigendom, valt te rijmen met a priori uitsluiting. Tevens wordt bekeken in hoeverre a priori uitsluiting overeenstemt met de criteria voor lidmaatschap van een gemeenschap van staatsburgers in
een liberale democratie. ii) "Een individueel recht op vrije vestiging maakt van de gewone immigrant een erkende betrokken partij bij de uitvoering en toetsing van het immigratiebeleid". In dit onderdeel wordt onderzocht hoe een recht tot vrije vestiging past in het kader van de mensenrechten, vrijheden en morele ideeën bekrachtigd door liberale democratieën. iii) "Modaliteiten van en rechtvaardige excepties op een recht tot vrije vestiging". Hier wordt nader ingegaan op het recht tot vrije vestiging in actie tegen de achtergond van de actuele - min of meer- deliberatieve democratie. Organisaties: • Metajuridica
Onderzoekers: • SERGE GUTWIRTH • Bas SCHOTEL
Een infrarood en Raman studie aan cryogene oplossingen van N-H...pi waterstofbrug gebonden clusters tussen (methyl gesubstitueerde) pyrrolen en een selectie van pi-elektron donoren. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Cryospectroscopie
Onderzoekers: • Wouter Herrebout • Liene De Beuckeleer
Een infrarood en Raman studie aan cryogene oplossingen van N-H...pi waterstofbrug gebonden clusters tussen (methyl gesubstitueerde) pyrrolen en een selectie van pielektron donoren. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Cryospectroscopie
Onderzoekers: • Wouter Herrebout • Liene De Beuckeleer
Een inleiding tot het concept ?trauma? voor de New Critical Idiom-reeks van Routledge Universiteit Gent Abstract: Het boek zal een overzicht bieden van de geschiedenis van het trauma-concept, nagaan hoe het wordt gebruikt in de literatuur- en cultuurstudie, belangrijke aandachts- en discussiepunten in de studie van trauma als een cultureel fenomeen identificeren en verklaren, en recente kritieken op en herzieningen van cultureel trauma-onderzoek beschrijven en evalueren. Organisaties: • Directie Onderzoeksaangelegendheden
Onderzoekers: • Stef Craps
Een innovatieve beoordeling van de liquiditeit van financiële instrumenten onder de "conic finance" theorie Universiteit Antwerpen Abstract: Een grondige statische vergelijking van liquiditeit in verschillende markten en in periodes gekenmerkt door verscheidene marktvolatiliteit niveaus wordt uitgevoerd, gebruik makend van de 'conic finance' theorie. State-of-the-art technieken worden gebruikt om de trend van liquiditeitstijdreeksen te detecteren. Als toepassing bekijken we het effect van twee crisissen op de marktliquiditeit, namelijk de dotcom crisis en de recente kredietcrisis. Organisaties: • Toegepaste wiskunde en numerieke analyse
Onderzoekers: • Florence Guillaume
Een in-silico-gebaseerde virtuele screening van de compounds. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een dienstverleningsopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds VIB. UA levert aan VIB de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Medicinale chemie (UAMC)
Onderzoekers: • Hans De Winter
Een in-situ studie van Moleculaire Laag Depositie van metalcone films Universiteit Gent Abstract: Het groeimechanisme, de conformaliteit en de transformatie in nanoporeuze films van metalcone films wordt onderzocht met behulp van verscheidene in--?situ karakterisatietechnieken. Onderwerpen die hierbij aan bod komen zijn o.a. de binding van de organische precursor met het oppervlak, conformaliteit op high aspect ratio structuren en porositeit van de getransformeerde metalcone lagen. Organisaties: • Vakgroep Vaste-stofwetenschappen
Onderzoekers: • Christophe Detavernier • Jolien Dendooven
Een instrument om de onderwijsmotivatie van Vlaamse docenten hoger onderwijs in kaart te brengen: de ontwikkeling van een internationaal bruikbare en crosscultureel valide variant Universiteit Antwerpen
Abstract: Motivatie van docenten in het hoger onderwijs is vooralsnog slechts beperkt onderzocht. Wel is er veel onderzoek gedaan naar motivatie van docenten in andere onderwijsvormen en naar motivatie van studenten. Omdat motivatie zeker ook in de context van de toenemende aandacht voor docentenprofessionalisering in het hoger onderwijs een belangrijke rol speelt, hebben we aan het ExpertiseCentrum Hoger Onderwijs (ECHO) van de Universiteit Antwerpen recent een Nederlandstalig meetinstrument ontwikkeld dat de motivatie voor onderwijs bij docenten hoger onderwijs in kaart brengt. Onderzoek bij 231 docenten uit het Vlaamse hoger onderwijs wees uit dat het instrument betrouwbaar en valide is. In deze studie ontwikkelen we vooreerst een Engelstalige variant van het instrument die internationaal ingezet kan worden. Door gebruik in verschillende landen onderzoeken we vervolgens de crossculturele validiteit van dit instrument. Organisaties: • EduBROn
Onderzoekers: • Ann Stes
Een integrale benadering van bedrijfsbeslissingen en -processen voor de optimalisatie en controle van bedrijfsprocessen Universiteit Hasselt Abstract: Business Process Modeling en Decision Modeling zijn een belangrijk aspect in het management van een organisatie. Real-life business processen kunnen zeer complex worden, en het creëren van een normatief model verzekert de gewenste procesuitvoering. Een bedrijfsproces kan vaak worden beschouwd als de uitvoering van zakelijke beslissingen op een manier die een reeks van zakelijke criteria optimaliseert en niet een set van de procesbeheersing schend. Terwijl talen en notaties zoals BPMN (Business Process Modeling Notation) een standaard voor het modelleren van bedrijfsprocessen zijn geworden, hebben beslissingen nauwelijks een modelleringsstandaard. Complexe beslissingen worden soms zelfs gemodelleerd als processen, die fungeren als een leidraad voor de besluitvorming. Dit resulteert echter in een ernstig gebrek aan traceerbaarheid, onderhoudbaarheid en moeilijkheden tijdens het (her)ontwerp van het besluit. Wij stellen een aanpak voor die eerst de structuur van het besluit modelleert en de set van de procesbeheersing definieert. Vervolgens worden een reeks processen vergeleken en/of gegenereerd, die uiteindelijk een reeks zakelijke criteria evalueren. Dit voorstel heeft als doel een stappenplan ontwikkelen voor het modelleren van bedrijfsprocessen gebaseerd op beslissingsstructuren en proces controles, en onderzoekt de uitdagingen die zich voordoen wanneer dergelijke beslissingsstructuren uiteindelijk worden omgezet in meer optimale bedrijfsprocessen. Organisaties: • Beleidsinformatica
Onderzoekers: • Koenraad VANHOOF • Benoit DEPAIRE
Een Integratief Model van Vertrouwensherstel Universiteit Gent Abstract: In dit project zal worden onderzocht: (1) in welke mate een vertrouwensbreuk economische versus relationele motieven frusteert, (2) in hoeverre de inspanningen van een transgressor om vertrouwen te herstellen invloed hebben op deze motieven, en (3) de neurologische basis van vertrouwensherstel. Organisaties: • Vakgroep Ontwikkelings-, persoonlijkheids- en sociale psychologie
Onderzoekers: • Alain Van Hiel
Een integratieve benadering van de evolutie van waterhuishouding in amfibieën. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Karakteristiek voor amfibieën (kikkers, salamanders en wormsalamanders) is dat ze niet enkel via hun longen ademen maar ook door hun permeabele huid. Hierdoor zijn ze gevoeliger aan uitdroging en lijken ze, in vergelijking met andere landvertebraten, minder goed aangepast aan het leven op land. Toch is de verspreiding van amfibieën niet beperkt tot de vochtige tropen maar vindt men ze terug over praktisch heel de wereld, zelfs in de meest extreme omgevingen zoals woestijnen. De optimalisatie van waterhuishouding lijkt hierbij een cruciale rol gespeeld te hebben. Desondanks is er weinig gekend over de evolutieve en moleculaire achtergrond van de adaptaties die hierbij betrokken zijn. Het doel van deze studie is door middel van een integratieve benadering (moleculaire en ecologische evolutie) een beter zicht te krijgen op de verschillende adaptaties die betrokken zijn bij de optimalisatie van waterhuishouding in amfibieën en na te gaan hoe deze een invloed gehad hebben op de evolutieve en ecologische successen van amfibieën. Organisaties: • Biologie
Onderzoekers: • INES VAN BOCXLAER • Franky BOSSUYT
Een integratieve studie van seks feromonen in de axolotl (Ambystoma mexicanum) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Een integratieve studie van seks feromonen in de axolotl (Ambystoma mexicanum). De axolotl (Ambystoma mexicanum) is een salamander uit de familie molsalamanders (Ambystomatidae). Organisaties: • Biologie
Onderzoekers: • Franky BOSSUYT
Een interactieve opvatting over kleur en ruimte: een verdere exploratie van het filosofisch potentieel van de sensorimotorische contingentietheorie. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel is het verder onderzoeken van de filosofische consequenties van de sensorimotorische contingentietheorie van perceptie en perceptueel bewustzijn. Naast de verdere uitwerking van deze als een theorie over bewustzijn, is het de bedoeling verdere filosofische conclusies te puren uit recente ontwikkelingen binnen de theorie over kleur en ruimte. Dit zou moeten leiden tot een externalistische opvatting over kleur en ruimte, die gevoelig verder gaat dan bestaande filosofische theorieën die eveneens het belang van het externe en van activiteit erkennen voor perceptie en cognitie. Organisaties: • Centrum voor Filosofische Psychologie
Onderzoekers: • Erik Myin
Een interdisciplinaire analyse van de Prix de Rome (1819-1920) aan de Antwerpse Academie voor Schone Kunsten. Universiteit Antwerpen Abstract: Naar aanleiding van het 350-jarig bestaan van de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten zal de Prix de Rome collectie geinventariseerd en onderzocht worden. Op het kunsthistorisch vlak zullen de nauwelijks ontgonnen dossiers van de tweejaarlijkse Prix de Rome (1819-1920) geanalyseerd worden aan de hand van de concepten artistieke kwaliteit en talent. Daarnaast wordt de volledige collectie beeldhouwwerken van de Prix de Rome geïnventariseerd, dit omvat zowel het registreren en labellen van het object als het inventariseren van eventuele schade en de daaraan gekoppelde preventieve en curatieve conserveringsmaatregelen. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Bruno Blondé
Een interdisciplinaire databank met correcte namen in laat-faraonisch, Grieks-Romeins en Byzantijns Egyptisch (ca.800BC - AD640). KU Leuven Abstract: Dit project heeft tot doel een database te creeren van alle eigennamen geattesteerd in teksten gevonden in Egypte, tussen 800 voor en 800 na Christus. Dit is het tijdsluik van het interdisciplinaire platform Trismegistos (www.trismegistos.org), waarmee het nauw verbonden is. Opgenomen worden anthroponiemen, toponiemen en theoniemen, alsook verschillende kleinere categorieen.De aanpak varieert volgens de taal en het schrift van de bronnen. Voor teksten in het egyptisch is er geen full text database beschikbaar, wat met zich meebrengt dat het ingeven van gegevens grotendeels handmatig moet gebeuren, voortbouwend op werk verricht in de loop van vorige projecten. Voor Grieks en Latijn werken we samen met de Duke Database of Documentary Papyri (DDbDP) die de volledige tekst van alle gepubliceerd papyrologisch materiaal bevat. We zullen een computerprogramma ontwikkelen om de namen uit de teksten te filteren en het gewenst materiaal te 'taggen'. Deze digitale aanpak zal de gegevensinvoer ste Organisaties: • OG Oudheid Leuven
Onderzoekers: • Mark Depauw • Katelijn Vandorpe • Willy Clarysse
Een interdisciplinair onderzoek naar de rol van religie in het vormen en transformeren van collectief geheugen over conflict, een studie van voormalige Joegoslavië. KU Leuven Abstract: Dit project bestaat uit een contextuele analyse van de relatie bij jongvolwassenen tussen religie en het collectief geheugen van het conflict in de regio van de voormalige Socialistische Federale Republiek Joegoslavië. Die regio wordt gekarakteriseerd door specifieke sociaal-religieuze identiteitspatronen. Het culturele landschap bestaat uit verschillende tradities (hoofdzakelijk katholiek, orthodox en islam) die zowel etnisch als theologisch gedetermineerd zijn. De verschillende oorlogen gedurendede tweede helft van de 20ste eeuw genereerden een veelvoud aan collectieve trauma's die een enorm obstakel vormen voor de vorming van een gemeenschapsleven en een wederzijds vertrouwen tussen de verschillende etnische en religieuze groepen. Het collectief geheugen van de groepen wordt voor een groot deel gedomineerd door de herinnering aan het conflict. Hetdoel van het onderzoek is om na te gaan welk creatief potentieel de religie heeft bij het herstel van het wederzijdse respect en het socia Organisaties: • OE Systematische Theologie & Religiewet.
Onderzoekers: • Lieven Boeve • Stephan Parmentier • Stipe Odak
Een interdisciplinair onderzoek rond Creativiteit: Formele en Empirische studie van contextuele effecten in de Kunsten en Wetenschappen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het doel van dit project is inzicht te krijgen in de onderliggende mechanismen van creativiteit vanuit het perspectief van cognitie en evolutie. Organisaties: • Centrum Leo Apostel
Onderzoekers: • Diederik AERTS • BART D'HOOGHE • Liane GABORA • SVEN AERTS
Een intertekstuele analyse van Richard Beer-Hofmanns "Klassiker" - receptie Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project richt zich op de Oostenrijkse-Joodse auteur Richard bier-Hofmann (1866-1945). Het doel van dit project is een gedetailleerde en systematische intertekstuele analyse van bier-Hofmann's werk door het perspectief van zijn "Klassiker"-ontvangst te verkrijgen. Organisaties: • Taal- en Letterkunde
Onderzoekers: • Inge ARTEEL
Een in vitro en ex vivo studie over de expressie en de rol van dipeptidyl peptidase 9 in de long. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoek zal focussen op de expressie en functie van dipeptidyl peptidase (DPP) 4, DPP8 en DPP9 in de long. Hierbij wordt de nadruk gelegd op DPP9 wegens de associatie van het DPP9-gen met idiopathische pulmonale fibrose en een mogelijke rol voor DPP9 in astma en longontwikkeling. We zullen nagaan waar de DPP's tot expressie komen en welke effecten DPP-inhibitie heeft op alveolaire macrofagen, die een belangrijke rol spelen in pro-fibrotische processen. Organisaties: • Medische biochemie
Onderzoekers: • Ingrid De Meester • Anne-Marie Lambeir • Gwendolyn Vliegen
Een juridische studie van machtsdeling als instrument van conflictbeslechting. Universiteit Antwerpen Abstract: Het onderzoek omvat een grondige juridische analyse van het gebruik van de techniek van machtsdeling (power-sharing) in het kader van vredesonderhandelingen en vredesakkoorden. Eerst en vooral belicht het onderzoek het juridisch statuut van vredesakkoorden, specifiek wat betreft de component machtsdeling. Daarbij wordt zowel aan het volkenrechtelijk als het grondwettelijk statuut aandacht besteed. Bovendien wordt power-sharing belicht vanuit het internationaal mensenrechtelijk kader. Bij het onderzoek wordt in belangrijke mate aandacht besteed aan de praktijk van power-sharing in Sub-Sahara Africa en aan het institutionele kader van de Verenigde Naties en de Afrikaanse Unie. Organisaties: • Recht en Ontwikkeling
Onderzoekers: • Koen De Feyter • Stefan Vandeginste • Wouter Vandenhole
Een juridisch-politieke analyse van de bilaterale relaties tussen de Europese Unie en Oekraïne: van partnerschap naar associatie. Universiteit Gent Abstract: Het onderzoeksproject beoogt de evolutie van de juridische relaties tussen de EU en Oekraïne te onderzoeken. Voornamelijk zal worden onderzocht hoe en in welke mate een nieuw associatieovereenkomst een antwoord kan bieden op de verschillende uitdagingen veroorzaakt door de uitbreiding van de Unie. Hiervoor zal rekening gehouden worden met de gewijzigde politieke en economische realiteit in Oekraïne en de EU. Organisaties: • Vakgroep Europees Recht
Onderzoekers: • Peter Van Elsuwege
Een Kerk van martelaren, een leger van trofeedragers: een historische en literaire analyse van de Griekse laatantieke biografische literatuur over de Veertig Martelaren van Sebaste KU Leuven Abstract: Dit project beoogt een grondige studie van de vroegste teksten over hetmartelaarschap van de Veertig Martelaren van Sebaste in het begin van de 4e eeuw na Christus. De documenten (de Passio, het Testamentum, de encomia door Basil van Caesarea en Gregorius van Nyssa en de homilie van "Ephraem Graecus") stammen uit het einde van de vierde eeuw. Ze hebben eenhistorische en literaire waarde en ze weerspiegelen op exemplarische wijze een belangrijke fase in de ontwikkeling en verspreiding van de christelijke martelaarscultus in de Late Oudheid. Dit onderzoek zal de rol eninvloed van deze teksten binnen de christelijke gemeenschappen verhelderen. Hiertoe gebruiken we een veelzijdige methodologie die een combinatie is van de historisch-kritische methode (in het bijzonder Redaktionsgeschichte), literaire analyse, preacher-audience analyse en receptiegeschiedenis). In ruimere zin zal dit proefschrift licht werpen op de laatantieke heiligenverering en de hagiobiografische literatuur die in deze Organisaties: • OE Geschiedenis van Kerk en Theologie
Onderzoekers: • Johan Leemans • Marcel George Gherga
Eénkindgezinnen en kinderloosheid tijdens de eerste en tweede demografische transitie in Europa. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De evolutie van het geboortecijfer determineert in grote mate de toekomstige bevolkingsgroei en structuur, die op hun beurt fundamentele economische consequenties en beleidsimplicaties hebben. Zelfs kleine fluctuaties in het reproductieve gedrag, zowel in de timing als in het uiteindelijke aantal kinderen, hebben gevolgen voor de leeftijdsstructuur en bevolkingsomvang. Het meeste beschikbare onderzoek naar de daling van de vruchtbaarheid in Europa, zowel tijdens de eerste als tijdens de tweede demografische transitie, is gebeurd met behulp van gemiddelde vruchtbaarheidsmaten. In dit onderzoeksproject wordt daarvan afgestapt en wordt de onderkant van de frequentieverdeling naar kindertal onder de loep genomen omwille van het cruciale belang voor de evolutie van de vruchtbaarheid. Hoe evolueert de kinderloosheid en het aantal éénkindgezinnen en waarom? Een eerste onderzoeksvraag is die naar de oorzaken van kinderloosheid en van de toename van het aantal éénkindgezinnen. Voor een stuk zijn kinderloosheid en éénkindgezinnen het gevolg van fysiologische steriliteit en subfertiliteit en van langdurig uitstel van ouderschap dat ongewild leidt tot afstel als gevolg van leeftijdsgebonden infertiliteit. Dat is echter maar één deel van het verhaal. Daarnaast is er ook sprake van een toenemende keuze voor kinderloosheid of voor een enig kind. Die keuze voor een leven zonder of met slechts één kind is nog te weinig onderzocht. Onder welke omstandigheden kiezen Europese mannen en vrouwen er wel of niet voor om een kind te nemen? Wat doet ouders van een enig kind beslissen om niet meer voor een tweede kind te gaan? Zowel bij de eerste als bij de tweede demografische transitie stelt zich de vraag of de toename van het aantal paren zonder of met een enig kind gewoon een extreme manifestatie is van een zich veralgemenende vruchtbaarheids¬controle. Of is er meer aan de hand en vormen kinderloosheid en éénkindgezinnen een aparte problematiek, met eigen achterliggende motivaties? In welke mate kunnen de extreem kleine gezinnen uit de periode van de eerste transitie beschouwd worden als de pioniers van de tweede transitie? Organisaties: • Sociaal Onderzoek
Onderzoekers: • Jan VAN BAVEL
Een kinetisch model voor pectineveranderingen tijdens het verzachten van appels, gebaseerd op een gerichte transcriptoomanalyse. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling MeBioS
Onderzoekers:
• Annemie Geeraerd • Marc Hendrickx • Sunny George Gwanpua
Een klinische studie voor de evaluatie van de werking en betrouwbaarheid van BG 00012 bij personen met recidieve Multiple Sclerosis Universiteit Hasselt Abstract: Dit project kadert in een dienstverleningsopdracht tussen enerzijds het onderzoeksinstituut Biomed (UHasselt) en anderzijds Biogen Idec. Biomed levert aan Biogen Idec de onderzoeksresultaten van de klinische studie voor de evaluatie van de werking en betrouwbaarheid van BG 00012 bij personen met recidieve Multiple Sclerosis, onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Immunologie - Biochemie • Biomedisch Onderzoeks Instituut
Onderzoekers: • Robert MEDAER
Een knaagdier-model voor onderzoek naar de neurobiologische basis van categorie-leren voor het normale en pathologische brein. KU Leuven Abstract: Het groeperen van stimuli in bruikbare klassen is een belangrijke cognitieve vaardigheid. Neurobiologische modellen van categorie-leren voorspellen dat meerdere hersengebieden betrokken zijn, en de rol van de individuele gebieden hangt af van de eigenschappen van de categorisatie-taak. Deze modellen zijn vooral getest bij menselijke patiënten lijdend aan een heel gamma van neurologische aandoeningen, waaronder amnesie, dementie, Huntington en Parkinson. Er zijn echter maar weinig studies bij anderedieren beschikbaar, zodat vele specifieke predicties van de modellen ongetest blijven. In dit project gaan we gebruik maken van knaagdieren om een flexibel dier-model te ontwikkelen voor categorie-leren. De data metdit nieuwe dier-model zullen belangrijke vragen beantwoorden en de basis vormen voor toekomstige experimenten met een breed gamma aan technieken. Organisaties: • OG Labo voor Biologische Psychologie
Onderzoekers: • Hans Op de Beeck • Ilse Gantois
Een krachtig modelleringskader voor het efficiënt opzetten en analyseren van levenswetenschappelijke studies. Universiteit Hasselt Abstract: Dit project wil een krachtig, omvattend biostatistisch modelleringskader ontwikkelen voor het ontwerpen en analyseren van levenswetenschappelijke studies. Dit zal leiden tot tijdswinst en kleinere steekproefgrootten. Meer betrouwbare besluiten zullen kunnen getrokken uit klinische en pre-klinische biofarmaceutische studies, epidemiologische studies, volksgezondheidsonderzoeken en surveys, milieu- en toxicologische experimenten, risico-analytische opzetten, bio-merkers-studies, evaluatie van surrogaatrespons in klinische studies, genetische studies, microarray en andere bioinformatica experimenten. Dit kader breidt een reeks bestaande kaders voor hiërarchische en complexe gegevensstructuren uit en zorgt voor unificatie. De methodologische component legt de nadruk op: modelformulering voor het opzetten en analyseren van studies; nieuwe methoden voor steekproefgroottebepaling; modelverificatie en diagnostische instrumenten; fundamentele behandeling van onvolledige gegevens, in het bijzonder wanneer studies menselijke proefpersonen omvatten; efficiëntie schattingsmethoden en inferentiële technieken; en flexibele en gebruiksvriendelijke implementatie in standaard software. De methodologie is eveneens adequaat voor psychometrische validering (betrouwbaarheid, geldigheid, veralgemeenbaarheid), waarbij de mogelijkheid gecreëerd wordt om klassieke klinische studiegegevens te gebruiken, en het dus niet langer nodig is van specifieke psychometrische valideringsstudies op te zetten. Organisaties: • Centrum voor Statistiek • Centrum voor Statistiek
Onderzoekers: • Geert MOLENBERGHS
Een kritiek van 'kritische' participatie in de hedendaagse kunst en participatiecultuur op het internet. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Educatie, Cultuur en Samenleving
Onderzoekers: • Jan Masschelein • Sarah Késenne
Een kritische analyse van binnenlandse arbeidsmobiliteit in de context van internationale sportevenementen in Brazilië. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Centrum voor Migratie en Interculturele Studies (CeMIS)
Onderzoekers: • Christiane Timmerman
Een kritische analyse van het methodologisch statuut van evolutionaire verklaringen voor het ontstaan en de mogelijke functies van kunst Universiteit Gent Abstract: Sinds de laatste decennia worden culturele en sociale fenomenen zoals kunst, religie, taal en moraliteit toenemend vanuit evolutionair oogpunt bestudeerd. Er kunnen zich echter methodologische problemen voordoen bij de toepassing van een biologische theorie op deze onderwerpen. Het doel van dit onderzoek, met kunst als gevalsstudie, is moeilijkheden en mogelijkheden in kaart te brengen om zowel de studie van dergelijke fenomenen als de uitbreiding van het onderzoekskader van evolutietheorie te bevorderen. Organisaties: • Vakgroep Kunst-, Muziek- en Theaterwetenschappen
Onderzoekers:
• Wilfried Van Damme
Een kritische evaluatie van Augustinus' genadeleer. De casussen van de anti-donatistische en christologisch-liturgische sermones ad populum. KU Leuven Abstract: Dit project onderzoekt de aanwezigheid en behandeling van de verhouding gratia-libertas binnen Augustinus sermones ad populum buiten de specifiek anti-pelagiaanse context. In mijn doctoraatsonderzoek bestudeerde ik het profiel van de behandeling vannbsp;in de anti-pelagiaanse sermones. Eeneerste onderzoeksspoor in het voorliggend project zijn de anti-donatistische sermones. Zij behoren, zoals de anti-pelagiaanse sermones, tot het polemische preekgenre, maar ze gaan er chronologisch aan vooraf en zijn inhoudelijk ook verschillend. Een tweede onderzoeksspoor vormen de christologisch-liturgische sermones, behorend tot het (niet-polemische) pastorale preekgenre, temporeel verspreid over de 40 jaar van Augustinus preekactviteit, christologisch van inhouden moraliserend van oogmerk. Zowel binnen de anti-donatistische als de christologisch-liturgischenbsp;werd de gratia-thematiek vooralsnog niet bestudeerd. Zodoende kunnen de profielenvannbsp;van deze drie categorieënnbsp;met elkaar vergele Organisaties: • OE Geschiedenis van Kerk en Theologie
Onderzoekers: • Mathijs Lamberigts • Anthony Dupont
Een kritisch onderzoek van bestaande en nieuwe standaardmaterialen voor de calibratie van de fission-track dateringsmethode Universiteit Gent Abstract: Het project beoogt een uitgebreid onderzoek van recent geïntroduceerde apatiet ouderdomsstandaarden en van enkele nieuwe uraniumgedopeerde glasmonitoren die door het Instituut voor Referentiematerialen en Methoden van de EC werden geproduceerd voor de bepaling van de thermische neutronenfluentie. Het onderzoek omvat een ouderdomsbepaling via absolute calibratie, een analyse van de uraniumhomogeniteit en van de spoorafmetingen met betrekking tot hun thermische stabiliteit. Organisaties: • Vakgroep Geologie en bodemkunde
Onderzoekers: • Peter Van den haute
Een kwantitatief-geografische analyse van het veranderd patroon van business travel in een gemondialiseerde economie Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoeksproject zal op twee manieren bijdragen tot nieuwe inzichten over de relatie tussen virtuele en fysieke mobiliteit van zakenmensen: (i) door collectie en verwerking van diepte-interviews van sleutelfiguren in Vlaamse bedrijven; en (ii) door analyse van empirische data over wereldwijde vliegreizen tussen luchthavens vanaf 2002 tot 2009. Het uiteindelijke doel is een efficiëntere en duurzamere mobiliteit mogelijk te maken. Organisaties: • Vakgroep Geografie
Onderzoekers: • Frank Witlox
Een kwantitatief onderzoek naar normconformisme in Belgisch-Nederlandse ondertitels: een multivariatie corpusstudie. Universiteit Gent Abstract: Via een corpusgebaseerde studie wordt nagegaan of het taalgebruik in Nederlandstalige ondertitels in Vlaanderen lexicaal en grammaticaal verschilt van andersoortige vertaalde en niet-vertaalde teksten en of dat taalgedrag afhankelijk is van bepaalde contextuele factoren. Organisaties: • Vakgroep Vertalen, Tolken en Communicatie
Onderzoekers: • Gert De Sutter
Een kwantitatieve analyse van varicella-zoster virus infectie: van immunologie tot epidemiologie. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Pierre Van Damme • Philippe Beutels • Vigor F I Van Tendeloo • Benson Ogunjimi
Een kwantitatieve analyse van varicella-zoster virus infectie: van immunologie tot epidemiologie. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Pierre Van Damme • Philippe Beutels • Vigor F I Van Tendeloo • Niel Hens • Benson Ogunjimi
Een kwantitatieve en Kwalitatieve Studie van Engelse en Schotse "Chapbooks" in de Lange Achtiende Eeuw: Redactie, Materiële Tekst, en het Lezen van Efemeer Printkapitaal Universiteit Gent
Abstract: Het project beoogt de analyse van het grootste tot nu toe bestudeerde corpus van Britse "chapbooks" in de lange achttiende eeuw (16801830), een periode waarin de democratisering van het lezen van populaire literatuur plaatsgreep. Het streeft een literair-historiografische interventie na gebaseerd op kwalitatieve en kwantitatieve methoden die de publicatie en consumptie van chapbooks situeert in de bredere printwereld. Organisaties: • Letterkunde
Onderzoekers: • Sandro Jung
Een kwantitatieve studie naar de ontwikkeling van en onderlinge relaties tussen waargenomen racisme, een anti-school en collectieve schuldcultuur en onderwijsprestaties en welbevinden bij Vlaamse autochtone en Turkse en Marokkaanse allochtone leerlingen. Universiteit Gent Abstract: Deze studie maakt gebruik van longitudinale en multi-level statistische analysetechnieken om de ontwikkeling van en onderlinge verbanden tussen waargenomen racisme, het ontwikkelen van een anti-school en collectieve schuldcultuur en onderwijsprestaties en welbevinden van leerlingen na te gaan. Er wordt gebruik gemaakt van een specifiek ontwikkelde longitudinale, random, selectieve steekproef van 7200 autochtone Vlaamse en allochtone Turkse en Marokkaanse leerlingen, geselecteerd uit 60 Vlaamse middelbare scholen. Organisaties: • Vakgroep Sociologie
Onderzoekers: • Peter Stevens
Een kwantum oplossing voor III-V kwantumtoestellen zonder aansluiting. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds IMEC. UA levert aan IMEC de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Theorie van de gecondenseerde materie
Onderzoekers: • Bart Partoens
Een kwantumsprong: van een piek-gecentreerd hersenuniversum naar het onderliggende synaptische landschap (BRAINLEAP). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EU. UA levert aan EU de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Theoretische neurobiologie en neuroengineering
Onderzoekers: • Michele Giugliano
Een kwestie van macht. Een pastoraaltheologisch onderzoek naar macht en machtsmisbruik in ouder-kindrelaties en in pastorale relaties KU Leuven Abstract: Mensen kunnen niet om macht heen in hun dagelijkse omgang met elkaar. Macht is overal en iedereen heeft toegang tot macht. Macht is positief ennoodzakelijk om in een relatie van betekenis te kunnen zijn voor elkaar, maar het gevaar bestaat dat macht wordt misbruikt. In ons proefschriftgaan we in op het fenomeen macht in twee heel verschillende, maar toch ook vergelijkbare relaties: in de ouder-kindrelatie en in de pastorale relatie. We bestuderen de machtsdynamieken in deze twee asymmetrische zorgrelaties. Van daaruit ontwikkelen we een denkkader om op een adequate wijze met macht in deze relaties te kunnen omgaan. Adequaat omgaan met macht houdt in dat er een bewustzijn is van de aanwezige macht in een relatie en van de toegang die men heeft tot macht. Belangrijk is dat er oog is voor de gelijkwaardigheid, de kwetsbaarheid en de respectievelijke verantwoordelijkheid van de zorggever en zorgontvanger waardoor een streven naar wederkerigheid in de relatie mogelijk is. In de bestudeerde Organisaties: • OE Pastoraaltheol. en Empirische Theol.
Onderzoekers: • Annemie Dillen • Machteld Reynaert
Een kwestie van smaak. Een methodoligische en theoretische uitdieping van muzikale smaakpatronen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In de sociologie is er de laatste jaren vanuit twee hoeken aandacht voor muzieksmaken. Auteurs, actief binnen de eerste stroming houden zich vooral bezig met de vorm van muzieksmaken. Het is vooral geïnspireerd door het werk van Richard Peterson rond omnivoriteit. Volgens deze auteur is de smaak van hogeropgeleiden en de hogere statusgroepen in de Verenigde Staten gekenmerkt door inclusie, wat leidt tot een brede smaak waarin vele muziekgenres worden goedgekeurd. De muzieksmaken van lagere statusgroepen zouden daarentegen gekenmerkt worden door exclusie, wat leidt tot een eerder beperkt aantal muziekgenres dat goed bevonden wordt. Dit heeft geleid tot het beeld dat muzieksmaken in de bevolking niet verdeeld zijn volgens een pyramidevorm, zoals zou blijken uit theoretische inzichten van Simmel of Bourdieu, maar eerder volgens een omgekeerde pyramidestructuur . Deze vorm is intussen voor diverse landen aangetoond. Er zijn diverse verklaringen voor deze omgekeerde pyramidevorm: opwaartse sociale mobiliteit, de sociaal netwerk hypothese of vanuit de 'symbolic boundaries' traditie. Daarnaast is er een traditie die zich richt op muzikale inhouden. Het huidig onderzoek kan geplaatst worden binnen deze tweede stroming. Deze onderzoeken komen tot de vaststelling dat de onderlinge samenhangen in muzieksmaken in de bevolking vrij gelijkaardig zijn over de tijd heen en tussen verschillende landen. Dit onderzoeksproject probeert een theoretische en methodologische verklaring te bieden voor het bestaan van deze muzikale smaakpatronen. Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS • Frank STEVENS
Een kwispelende reflectie. De hond als drager van culturele betekenis en spiegel van mentaliteit, 16de - 19de eeuw. Universiteit Antwerpen
Abstract: Dit onderzoek wenst na te gaan hoe de hond, als archetypisch gezelschapsdier, de maatschappelijke evoluties doormaakt en hoe de soms snel veranderende culturele context zich reflecteert in hoe de hond aanzien en behandeld wordt. Hoe evolueert de hond als gezelschapsdier van de vroegmoderne tijd tot eind 19de eeuw? Wat is zijn culturele betekenis? Welke waarden en denkbeelden met een puur menselijke, maatschappelijke oorsprong weerspiegelt hij? Hoe verhoudt de hond zich in het (veranderende) concept van gezelschapsdier, met een uiteindelijke "commodificatie" tot gevolg? Hoe kan men hem plaatsen in een evoluerende houding ten opzichte van de natuur in het algemeen? Hoe plaatst men dit in de context van het spanningsveld tussen mens en natuur? Tenslotte, wat vertelt het evoluerende beeld van de hond ons over de veranderende mentaliteit in een stedelijk beleid. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Bruno Blondé • Tom De Roo
"Een licht voor de volkeren": Lichtmetaforiek in Jesaja 40-66 KU Leuven Abstract: Het begrip "licht" heeft een centrale rol gespeeld in eeuwen van filosofisch denken en van theologische conceptualisaties. In de Hebreeuwse Bijbel is licht een uiterst belangrijk theologisch concept; licht wordt niet alleen beschouwd als deel van de schepping, maar ook als een verschijningswijze van God (theofanie). Daarenboven werd het concept van licht een sterk beeld van Gods heil. Het belangrijkste doel van het voorgesteldeonderzoek is de lichtmetaforiek in het boek Jesaja te onderzoeken. Hoewel het onderzoek alle aspecten van de metafoor zal behandelen, zal bijzondere aandacht worden geschonken aan het gebruik van de metafoor in de beschrijving van het heil, zowel voor Israel als voor de volkeren, specifiek in Jesaja 40-66. Gegeven de context van ballingschap waarin deze tekst is geschreven, is de roeping van Israël om een licht te zijn voor de volkeren van centraal belang voor de theologie van het boek. Door de Jesajaanse lichtmetaforiek te onderzoeken, proberen we de rol en rele Organisaties: • OE Bijbelwetenschap
Onderzoekers: • Pierre Van Hecke • N. N.
Een literaire analyse van Digenes Akrites volgens de Grottaferrata- en de Escorialversie Universiteit Gent Abstract: De literaire studie van deze twaalfde-eeuwse Griekse tekst en zijn belangrijkste versies begint met een formele analyse en een narratologisch onderzoek van de narratieve structuur. Op inhoudelijk vlak wordt uitgegaan van een structurele tegenstelling tussen vader en zoon, geworteld in de semiotiek. Intertextualiteitsonderzoek en het chronotopenconcept leiden tot plaatsing van de tekst in een cultuur en een genre. Organisaties: • Vakgroep Latijn en Grieks
Onderzoekers: • Gunnar De Boel • Kristoffel Demoen
Een literair-maatschappelijke hergeboorte van klassieke tragedie na Nietzsche. Een poëticale receptiestudie naar de sociale integratie van een 'klassieke' tragische conditie in Duitse literaire en dramatische teksten, begin 20e eeuw. Universiteit Gent Abstract: Dit project wil de receptie van verhaalstof, taal-en vormstructuren van de klassieke tragedie in het dramatische en poëticale werk van de Duitse dichter Paul Ernst (1866-1933) onderzoeken. Als reactie op de contemporaine samenleving en geïnspireerd door Nietzsche, engageerde hij zijn werken om een artistieke en maatschappelijke ?renaissance? van een ?tragische conditie? te realiseren Organisaties: • Vakgroep Duits
Onderzoekers: • Benjamin Biebuyck
Een liturgietheologisch onderzoek van de wijdingsriten van de kerken inZuid-India KU Leuven Abstract: Divisions among the Churches and their isolated existence for centuries have, in fact, caused fragmentation among all the Churches in India, though in different proportions. The most insidious aspect of it is that the communities have kept a considerable distance from each other for a very long time, and that they even have gradually developed violence. Paradoxically, there is at the same time a growing apathy and indifferencewith regard to the ecumenical movement, and even a manifest opposition to it on the part of some Churches. In fact, the historical tragic divisions among the Thomas Christians occurred as a result of centralization,an insistence on uniformity, and the tendency to condemn all diversity in doctrinal and liturgical formulations. To a certain extent, this was due to misunderstandings, but it is in no way an irreversible evolution.A climate of mutual mistrust, rivalry, and unhealthy competition can adversely affect the effective communication of the message of the Gosp Organisaties: • OE Pastoraaltheol. en Empirische Theol.
Onderzoekers: • N. N. • Joris Geldhof
Een logica voor grafen: ontwikkeling van een theorie voor representatie, inferentie en leren Universiteit Hasselt Abstract: Data mining betreft het analyseren van verzamelingen gegevens met het oog op het ontdekken van wetmatigheden in die gegevens die voorheen onbekend waren en interessant edof nuttig kunnen zijn (Frawley et al., 1992). De meeste bestaande ("klassieke") data mining methoden gaan ervan uit dat gegevenselementen in een standaard formaat voorgesfeM worden (een vaste verzameling attributen wordt gebruikt om elk element te beschrijven) en dat de verschillende elementen onafhankelijk van elkaar zijn. In veel toepassingsdomeinen zijn deze aannames echter niet rdstiseh, en kunnen de klassieke data mining methoden dus niet gebruikt worden (zie bv. Jensen en Neville, 2003). Om die reden gebeurt er onderzoek naar zogenaamde "relationele data mining"; di behelst de ontwikkeling van methoden die expliciet rekening houden met de inteme structuur van gegevenselementen en de relaties ertussen. Er bestaan meerdere soorten benaderingen tot relationeel leren; Dzeroski en Lavrac (2001) geven een excellent overzicht. Die benaderingen worden bestudeerd onder noemers als "inductive logic programming", "statistical relational learning", "multi-relational data mining", "graph mining", ... De gemene deler van al die benaderingen is dat ze
gesiiuctureerde of "relationele" informatie kunnen vewerken. Ze verschillen voornamelijk met betrekking tot de manier van voorstebn van die informatie: dit kan eerste orde predikatenlogica zijn, graafstructuren, relationele databanken, ... Hierdoor hebben ze elk hun eigen sterke en zwakke punten. Voor di project zijn voorat inductief logisch programmeren (ILP) en graph mining (GM) van belang. We bespreken ze hier in iets meer detail, wijzen op hun voor- en nadelen, en zullen vervolgens uitleggen hoe we de sterke punten van beide zullen combineren door het ontwikkelen van een logica voor grafen. Inductief logisch programmeren (Muggleton en De Raedt, 1994) maakt gebruik van eerste orde predikatenlogica om zowel de gegeven kennis (die feitelijke gegevens maar ook regels en definities kan bevatten) als de afgeleide kennis (de gevonden wetmatigheden) voor te stellen. Het is gebaseerd op logische theorielSn over het afleiden van algemene uit specifiekere kennis. Onder alle benaderingen tot relationele data mining is ILP de meest expressieve, maar precies hierdoor is het ook de minst efficiente. In (i.pg.vr.a plohg micain)i.n Tgy (pWiscahseh ipor eonb lMemoteond ad,i e2 0in0 g3r) awpohr dmeinn ingeg % ee vsecnhso, uewnd v waaokrd oeonk, Arejns u0l.taa.t ehne, tm onettd beekhkuelpn vvaann fgreraqfueenn vtoeo rgesteld subgrafen, classificatie van grafen, classificatie van bogen of knopen in een graaf. De voorgestelde oplossingsmethoden kunnen bv. inferentie van grafengrammatica's zijn (Jonyer et al., 2003), kemelgebaseerde methoden (Gartner, 2003), meihoden gebaseerd op matrixalgebra (bv. Saerens et al., 2004), etc. Gewoonlijk worden hierbij relatief eenvoudige soorten grafen beschouwd: grafen waarbij de knopen en bogen weinig of geen informatie dragen (in het beste geval een eenvoudig label"). De wetmatigheden waamaar gezocht wordt uiten zich voomamelijk in de structuur van de graaf als geheel, minder in de eigenschappen van specifieke bogen of knopen. In dit opzicht is graph mining erg complementair aan ILP, dat minder op die structuur focust en meer op eigenschappen van knopen en bogen in de graaf, en op het affeiden van die eigenschappen met behulp van achtergrondkennis. Het ligt dus voor de hand dat een beter formalisme voor relationele data mining bekomen kan worden door de voordelen van 1LP en graph mining te combineren. Dat laatste is de doelstelling van dit project. Meer bepaald zal in dit project een "logica vow grafen" ontwikkeld worden. Deze logica zal gebruikt kunnen worden om (a) data mining problemen te definigren (of nog, te omschrijven welk soort wetmatigheden men zoekt; die omschrijving neemt men een "inductive query"), en @) de gegevens en resultaten van het data mining probleem te fomuleren. Concrete objectieven zijn: (1) ontwikkeling van een logica voor grafen en een concrete taal hiervoor; (2) onfwikkeling van efficient6 inferentiemechanismen voor die taal; (3) ontwikkeling van data mining algoritmen voor dit raamwerk; (4) empirische evaluatie van deze aanpak Organisaties: • Databases en Theoretische Informatica
Onderzoekers: • Jan VAN DEN BUSSCHE
Een longitudinaal onderzoek naar de dynamische relatie tussen het gebruik van sociale networking sites en alcoholconsumptie bij jongeren. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE School vr Massacommunicatieresearch
Onderzoekers: • Kathleen Beullens
Een longitudinale studie naar de ontwikkeling van racisme en de relatie tussen racisme, antischool culturen en de onderwijsprestaties en het welbevinden van Turkse en Marokkaanse minderheidsstudenten en etnisch Belgische studenten Universiteit Gent Abstract: Dit kwantiatief, longitudinaal onderzoeksproject focust enerzijds op de ontwikkeling van racisme en anti-school culturen en anderzijds op de relatie tussen racisme, anti-school culturen en de onderwijsprestaties en het welbevinden van Turkse en Marokkaanse minderheidsstudents en etnisch Belgische studenten. Organisaties: • Vakgroep Sociologie
Onderzoekers: • Mieke Van Houtte • Peter Stevens
Een longitudinale studie van ouder-baby en sibling interacties bij zeer jonge broers en zussen van kinderen met een autismespectrumstoornis. Universiteit Gent Abstract: Broers en zussen van kinderen met een autismespectrumstoornis vertonen een verhoogde kwetsbaarheid voor het ontwikkelen van kenmerken van ASS. Interactiepatronen binnen het gezin spelen hierbij mogelijks een rol. Met deze studie willen we de interactie tussen deze broers/zussen van kinderen met ASS en hun ouders enerzijds en hun broer/zus met ASS anderzijds beter in kaart brengen. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Herbert Roeyers
Eenmalige rugzakfinanciering - Onderzoeksgroep Neurosciences: Opvang GOA Vrije Universiteit Brussel Abstract: Research groups: Experimental Pharmacology (EFAR) Coordinator: Michotte Y.
Neurology (NEUR)
Coordinator: De Keyser J.
Pharmaceutical Biotechnology and Molecular Biology (MICH) Coordinator: Rombaut B.
Cerebral Resuscitation Research Group (CRRG) Organisaties: • Farmaceutische Chemie, Analyse van Geneesmiddelen en Geneesmiddelenkennis • Inwendige Geneeskundige Specialiteiten
Onderzoekers: • YVETTE MICHOTTE • JACQUES DE KEYSER
Eénmalige steun (1 jaar) voor de betaling v/h Salaris voor de medewerker van het Belgisch Nationaal Mucovisidoseregister (2002-2003) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Aanwerving van een wetenschappelijk medewerker voor de vervollediging van het Belgisch mucoviscidoseregister Organisaties: • Maatschappelijke Gezondheidszorg
Onderzoekers: • ANNE-MARIE DEPOORTER
Een mechanistisch-ecofysiologische studie van synergismen tussen antropogene en natuurlijke stressoren: een geïntegreerde benadering vanuit oxidatieve stress en stoïchiometrie. KU Leuven Abstract: Het doel van het experiment is de mechanistisch-fysiologische onderbouwvan synergismen te bestuderen tijdens een multi-stressor multitrait experiment met 8 combinaties van twee antropogene stressoren (global warming en het pesticide chloorpyrifos) en de natuurlijke stressor predatierisico met waterjufferlarven als studie-organismse. Om global warming tesimuleren wordt gebruik gemaakt van een temperatuursverhoging van 4°C. Om een gedetailleerd beeld te krijgen van oxidatieve stress, worden zowel ROS (superoxide anion, waterstofperoxide), de belangrijkste anti-oxidant enzymen bij insecten (SOD, CAT, GST) als oxidatieve schade aan lipiden, eiwitten en DNA gekwantificeerd. Daarnaast wordt de expressie van hetstresseiwit Hsp70 opgemeten, als algemeen verdedigingsmechanisme. Om een geïntegreerd beeld te krijgen van de C:N:P balans zullen (i) deze essentiële elementen opgemeten worden, (ii) de lichaamssamenstelling van de belangrijkste biomoleculen (eiwitten, vetten en suikers) bepaald wor Organisaties: • Afd. Ecologie, Evolutie en Biodiv.behoud
Onderzoekers: • Robby Stoks • Lizanne Janssens
Een mechanistische, ecotoxicologische studie naar de effecten van klimaatsopwarming. KU Leuven Abstract: Twee enorme ecologische en maatschappelijk-relevante uitdagingen zijn klimaatsopwarming en het toenemend gebruik van pesticiden. Beide uitdagingen zijn direct verbonden omdat pesticiden doorgaans toxischer worden bij hogere temperaturen. Het voortbestaan van populaties zal hierdoor nietenkel afhangen van het vermogen om om te gaan met de verhoogde temperatuur, maar ook met de verhoogde toxiciteit van pesticiden. In dit onderzoek willen we de invloed van temperatuur- en pesticidestress en hun interactie nagaan van het (sub)organismale tot het gemeenschapsniveau. Hiervoor wordt gekeken naar fysiologische kenmerken en performantiematen bij waterjuffers en watervlooien en of deze kenmerken waargenomen effecten opbiotische interacties en ecosysteemfuncties kunnen voorspellen. Verder worden ook evolutionaire aspecten ingesloten om ecologische schade van pesticiden correct te kunnen inschatten. Thermische adaptatie zou immers kunnen bufferen tegen de thermisch verhoogde gevoeligheid aan pesti Organisaties: • Afd. Ecologie, Evolutie en Biodiv.behoud
Onderzoekers: • Luc De Meester • Robby Stoks • Lin Op de Beeck
Een mechanistisch inzicht in de rol van het WEE1 kinase bij replicatiestress Universiteit Gent Abstract: Planten zonder WEE1 vertonen normale ontwikkeling onder kontrolecondities, maar zijn hypergevoelig aan replicatie-inhiberende agentia. De onderliggende redenen voor deze hypergevoeligheid zijn momenteel ongekend. Via het mappen van WEE1 complementatiemutanten wensen we de mechanismen die verantwoordelijk zijn voor gevoeligheid aan replicatiestress in kaart brengen. Parallel wensen we het WEE1 proteïne te bestuderen op het posttranscriptionele niveau. Organisaties: • Vakgroep Plantenbiotechnologie en Genetica
Onderzoekers: • Lieven De Veylder • Ive De Smet
Een mensenrechtelijke benadering van machtsdeling als instrument van conflictbeheersing in Afrika Universiteit Antwerpen Abstract: Machtsdeling is een veel gebruikt instrument bij het sluiten van vredesakkoorden. Het project beoogt een grondige wetenschappelijke doorlichting van machtsdeling vanuit mensenrechtelijk perspektief. Een empirische en een normatieve benadering zullen gecombineerd worden, o.m. bij de studie van een aantal Afrikaanse case-studies. Het project vormt een innovatieve bijdrage tot internationaal academisch onderzoek en beleidsgericht debat m.b.t. de opbouw van een Rechtsstaat na een gewapend conflict.
Organisaties: • Recht en Ontwikkeling
Onderzoekers: • Koen De Feyter
Een mensenrechtenbenadering van ontwikkeling: paralegals en de implementatie van sociaal-economische grondrechten van kinderen in Zuid-Afrika Universiteit Antwerpen Abstract: De problematische implementatie van sociaal-economische grondrechten van kinderen in Zuid-Afrika doet de vraag rijzen naar het strategische belang van grondrechten in het streven naar betere sociaal-economische levensomstandigheden. De aandacht zal toegespitst worden op de mogelijke rol van paralegals in een mensenrechtenbenadering van ontwikkeling (gevalstudie van de provincie van Limpopo). Organisaties: • Recht en Ontwikkeling
Onderzoekers: • Wouter Vandenhole
een mensenrechtenbenadering voor het behoud van beschermde natuurgebieden: een rechtsvergelijking tussen de EU en China Universiteit Gent Abstract: Teneinde mensenrechten te respecteren bij het behoud van natuurgebieden, gaat het onderzoek voordelen en uitdagingen van een 'mensenrechtenbenadering' analyseren. Ten tweede zal een rechtsvergelijkende studie worden uitgevoerd van wetgeving en rechtspraak inzake de toepassing van drie procedurele mensenrechten in beschermde natuurgebieden in de EU en China. Ten derde worden mechanismen voorgesteld die moeten toelaten om een mensenrechtenbenadering uit te voeren. Organisaties: • Vakgroep Internationaal publiekrecht
Onderzoekers: • An Cliquet
Een metabole en proteoom-analytische studie van endotheliale cellen gedurende angiogenese. KU Leuven Abstract: Met dit onderzoek willen we cruciale veranderingen identificeren die plaatsvinden in endotheliale cellen tijdens vasculaire ontwikkeling of angiogenese. Daarom streven we ernaar om zowel metabolieten als eiwitten teprofileren gedurende angiogenese en om aldus sleutelcomponenten te identificeren die potentieel interessant kunnen zijn voor geneesmiddelen-therapie. In een eerste fase zal er een 'metabolomics' platform wordenopgericht bestaande uit een gas chromatografie-gebaseerde triple quadrupool massaspectrometer. Na optimalisatie van metaboliet aanrijkingstechnieken en 13C flux analyses zullen metabole pathways (zoals TCA cyclus, pentose fosfaat pathway) in verschillende geoptimaliseerde modellen voorangiogenese gekwantificeerd worden. De verkregen inzichten zullen gevalideerd worden in verschillende in vitronbsp; in vivo modellen voor angiogenese. Organisaties: • Angiogenese en Neurovasculaire Link
Onderzoekers: • Peter Carmeliet • Bart Ghesquiere
Een methodologie voor de vergelijkende studie van dissolutiecurven van farmaca. (Onderzoeksmandaat Erwin ADAMS) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dissolutiecurven worden met elkar vergeleken tijdens zowel de ontwikkelings- als de prodctiefase van farmaca. Het probleem bestaat er echter in om vergelijkin op een juistse wijze uit te voeren. De huidige methoden hebben een kwalitatief of een semi-kwalitatief karakter, zodat er nood is aan een kwaltitatieve, statistische of chemometrische benadering. Deze is echter niet zo eenvoudig. Klassieke statistische testen schieten te kort aangezien men met een mutivariate situatie te maken heeft. Er zijn reeds een aantal multivariate methoden (Weibull functie, cumulatieve dissolutie, similariteitsfactor en Hotelling's T2 test) beschreven in de literatuur, maar elk van deze methoden heeft zijn nadelen en beperkingen. Het is dan ook zinvol te zoeken naar andere benaderingen zoals methoden gebaseerd op principale componenten analyse en methoden voor longitudinale gegevens. In dit onderzoek zullen de verschillende methoden met elkaar vergeleken worden en de voor- en nadelen op een rijtje gezet om uiteindelijk te resulteren in een aantal ichtlijnen en protocols die aangeven welke methode in welke situaties het beste resultaat geeft. Organisaties: • Analytische Scheikunde en Farmaceutische Technologie
Onderzoekers: • DESIRE MASSART
Een methodologische en wetenschappelijke analyse van het sociaal-wetenschappelijk onderzoek over secessiebewegingen Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het onderzoek over secessiebewegingen handelt over beslissingen en handelingen die van ethische aard zijn. Een ethische dimensie is eveneens aanwezig in de vooronderstellingen en concepten van het gehanteerd theoretisch referentiekader. Uiteindelijk heeft het onderzoek over secessiebewegingen gevolgen voor politieke mobilisatie- en legitimatieprocessen. De onderlinge verbondenheid van deze drie dimensies zou bij het wetenschaps- filosofisch onderzoek over het empirisch onderzoek over secessiebewegingen op de voorgrond komen te staan. Organisaties: • Politieke Wetenschappen
Onderzoekers: • BRUNO COPPIETERS
Een methodologische en wetenschapsfilosofische analyse van het sociaal- wetenschappelijk onderzoek over secessiebewegingen: Italië als case-study. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De recente opleving van secessiebewegingen is onder mer gekenmerkt door het gebruik van argumentatie ontleend aan sociaalwetenschappelijk onderzoek in de legitimatie en delegitimatie van deze bewegingen. Dit gebuik confronteert sociale wetenschappers enerzijds met het wetenschapsmethodologische probleem van de objectiviteit van hun onderzoek, anderzijds met ethische problemen. Het project "Een methodologische en wetenschapsfilosofische analyse van het sociaal-wetenschappelijk onderzoek over secessiebewegingen: Italië als case-study" bestudeert deze vraagstelling aan de hand van het sociaal-wetenschappelijk debat dat naar aanleiding van het op de voorgrond treden van de secessionistische beweging Lega Nord in Italië gevoerd wordt.
Organisaties: • Politieke Wetenschappen
Onderzoekers: • BRUNO COPPIETERS
Een methodologisch kader voor multicriteria besluitvorming op vlak van verkeersveiligheid Universiteit Hasselt Abstract: Dit onderzoek richt zich op het integreren van geavanceerde statistische methodes (zoals optimalisatiealgoritmes) in een nieuw kader voor multi-criteria besluitvorming op vlak van verkeersveiligheid om op die manier beleidsmakers beter te ondersteunen in hun keuzes. Gegeven de complexiteit van het fenomeen verkeersveiligheid en de toenemende belangstelling voor een uitgebreide set van verkeersveiligheidsindicatoren (waarin niet enkel het aantal verkeersdoden vervat zit, maar ook risicofactoren, beleidsinspanningen en beschrijvende kenmerken) is er nood aan evaluatie gebaseerd op meerdere indicatoren. Een mogelijk toepassingsgebied is het verbeteren van de rijopleiding. Bovendien impliceert de aard van deze indicatoren een aantal methodologische uitdagingen. Organisaties: • Verkeersveiligheid • Instituut voor Mobiliteit
Onderzoekers: • Elke HERMANS
Een meting van de vier top-quark cross-sectie te CMS Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het doel van dit project is het meten van de waarschijnlijkheid of de doorsnede van de vier top-quark productie met behulp van de gegevens opgenomen door CMS in 2011, 2012 en daarna. Organisaties: • Natuurkunde
Onderzoekers: • James KEAVENEY • Jorgen D'HONDT
Een micro-level analyse van gewelddadige conflicten (MICROCON). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EU. UA levert aan EU de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Internationale economie, internationaal management en diplomatie
Onderzoekers: • Philip Verwimp
Een micromechanische basis voor het effect van vliegas en hoogovenslak op duurzaamheid van milieuvriendelijk beton Universiteit Gent Abstract: Aanwending van industriële bijproducten ter gedeeltelijke vervanging van portlandklinker in beton reduceert CO2-emissies. Doelstellingen zijn (1) de optimalisatie van niet-destructieve technieken (vnl. ultrasoon) en micromechanische modellen om de binding en verharding van beton met hoogovenslak of vliegas op te volgen (2) het mechanisch en duurzaamheidsgedrag van dit beton verklaren en modelleren door onderzoek van de chemische en mineralogische samenstelling, van het hydratatieproces en van de microstructuur. Organisaties: • Vakgroep Bouwkundige constructies
Onderzoekers: • Serge Hoste • Nele De Belie
Een middeleeuws Styloom? Een verkenning van de Universele Styloom-Hypothese in middeleeuws proza. Universiteit Antwerpen Abstract: Computergestuurd onderzoek binnen de kwantitatieve stijlleer of stylometrie heeft geleid tot de "Styloom-hypothese": de niet-bewezen aanname dat iedere auteur zo een individuele schrijfstijl heeft dat dit "stilistisch DNA" kwantitatief kan gemodeleerd worden. In dit project wordt casusgewijs getoetst in welke mate deze aanname opgaat voor middeleeuwse literatuur. Dat is uitdagend, want middeleeuwse teksten bevatten veel variatie (bv. spelling) die niet teruggaan op de oorspronkelijke auteur van teksten, maar op latere kopiisten. Dit onderzoeksproject legt de nadruk op twee casussen. Ten eerste zal ik de stylometrie toepassen op Brabantse geestelijke teksten uit de dertiende en veertiende eeuw (o.m. Hadewijch en Jan van Ruusbroec). Ten tweede zal ik de stijl bestuderen van Latijnse literatuur uit de elfde eeuw van Anglo-Vlaamse herkomst (o.m. Drogo, Goscelinus). Organisaties: • Instituut voor de studie van de letterkunde in de Nederlanden (ISLN)
Onderzoekers: • Walter Daelemans • Frank Willaert • Mike Kestemont
Een mobiele companion Universiteit Gent Abstract: Het Project zal onderzoeken hoe een vetrouwde module (TPM) kan gebruikt worden om een veilige virtuele omgeving op te zetten op een mobiel toestel en nieuwe primitieven ontwikkelen om de betrouwbaarheid van een toestel in te schatten. Bovendien zullen protocollen ontworpen worden die een gebruiker vast verbinden met een toestel en het eventueel tijdelijk te kunnen delegeren naar een andere gebruiker (mogelijk is hiervoor verificatie van biometrische data nodig). Organisaties: • Vakgroep Informatietechnologie
Onderzoekers: • Luc Martens
Een model-gebaseerd aanpak voor het evalueren van veiligheid en omgevingseffecten van verkeerspolitie maatregels. Vrije Universiteit Brussel
Abstract: Onze huidige mobiliteitpatronen, voornamelijk gebaseerd op gemotoriseerd privé-vervoer, oefenen een grote druk uit op onze samenleving. Als een voorname oorzaak van vervuiling (lucht, geluid, licht...), verkeersonveiligheid en schade aan de menselijke gezondheid is transport is één van de grootste bron van milieugezondheidsproblemen in Europa. Overheden zoeken daarom steeds naar nieuwe maatregelen om deze negatieve effecten te kunnen tegen gaan. Dit project wil een integratief model aanleveren dat beleidsmakers toelaat hun maatregelen zowel direct als indirect te kunnen evalueren. Door middel van een activity-based transport model is het mogelijk verkeersstromen te berekenen en kunnen dus de transportvolumes ten gevolge van een bepaalde maatregel berekend worden. Dit laat op zijn beurt toe op een nauwkeurigere wijze de emmissies en de verkeers(on)veiligheid van die transportvolumes te berekenen. Als laatste kan dan ook de impact op de menselijke gezondheid berekend worden. De VUB staat in dit project in voor het vertalen van de luchtvervuiling en verkeers(on)veiligheid van transport naar de effecten op de menselijke gezondheid. 1. Effecten van luchtvervuiling Een Health Impact Assessment zal uitgevoerd worden om de gevolgen van fijn stof (PM) en benzeen na te gaan voor de volgende gezondheidsuitkomsten: cardiovasculaire en respiratoire mortaliteit en ziekenhuisopnames, kankers, astmagevallen en gevallen van chronische bronchitis. Dit met bijzondere aandacht voor kinderen en ouderen als kwetsbare groepen. 2. Effecten van verkeersonveiligheid Bij verkeersonveiligheid gaat de aandacht vooral uit naar de verborgen gevolgen na een verkeersongeval. Zo zal enerzijds getracht worden het risico te berekenen op een beperking na een ongeval. Anderzijds zal ook gekeken worden naar de psychologische gevolgen van een verkeersongeval en de algemene levenskwaliteit. Door verschillende opvolgingsmomenten na een verkeersongeval zal getracht worden een beeld te krijgen van de levenskwaliteit tot een jaar na het ongeval. Organisaties: • Menselijke Ecologie • Wiskunde, Operationeel Onderzoek, Statistiek en Informatica voor Management • Medische Sociologie
Onderzoekers: • David PROOT • Stijn DHONDT • CATHY MACHARIS • Koen PUTMAN
Een model-gebaseerde aanpak voor het evalueren van de impact van verkeersmaatregelen op verkeersveiligheid en milieu Universiteit Hasselt Abstract: De hoofddoelstelling van dit onderzoek bestaat erin de impact te bestuderen van verkeers- en mobiliteitsmaatregelen op de verkeersveiligheid, het milieu en de menselijke gezondheid. Daarom wordt in dit project een framework ontwikkeld bestaande uit verschillende modellen die aan elkaar zullen worden gekoppeld: een activiteiten-gebaseerd transportmodel, een agent-gebaseerd toedelingsmodel, een emissiemodel en een verkeersveiligheidsmodel. Dit framework moet beleidsmakers toelaten de effecten van maatregelen te evalueren op verschillende aspecten gebruik makend van een geïntegreerd model. Via een valorisatiecomite, bestaande uit gebruikersorganisaties vanuit het beleid, de software-industrie en de verzekeringssector, worden de resultaten van dit project in de praktijk toegepast. Organisaties: • Beleidsinformatica • Verplaatsingsgedrag • Data-analyse en Modellering • Instituut voor Mobiliteit
Onderzoekers: • Gerhard WETS • Tom BELLEMANS
Een model gebaseerde analyse van de respons van chondrocyten na autologe chondrocyten implantatie om kraakbeen defecten in het tibiofemorale gewricht te herstellen. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Biomechanica van de Menselijke Beweging
Onderzoekers: • Ilse Jonkers • N. N.
Een model-georiënteerde aanpak van problemen in de filosofie van de sociale wetenschappen Universiteit Gent Abstract: Recente ontwikkelingen omtrent het modelbegrip binnen de wetenschapsfilosofie bieden nieuwe mogelijkheden voor toegepast onderzoek op modellen in de sociale wetenschappen, i.c. economie en politieke wetenschappen. Mijn doel is niet alleen om deze verder te onderzoeken, maar ook om ze te gebruiken bij het ontwikkelen van nieuwe visies op traditionele problemen in de sociale wetenschappen, zoals realisme, reductionisme, wetten en verklaring. Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Onderzoekers: • Erik Weber
Een model ontwikkeld om het gebruik van secs voor immunotherapie tegen staphylococcus epidermidis biofilms studie KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Klinische Bacteriologie en Mycologie
Onderzoekers: • Johan Van Eldere • Mohammad Shahrooei
• Laleh Khodaparast
Een modelstudie van cerebellaire plasticiteit. Universiteit Antwerpen Abstract: De synaps van de parallelvezel op de Purkinjecel is zeer plastisch. Wanneer men gelijktijdig met of kort na een parallelvezel-stimulus de klimvezelsynaps activeert zal de sterkte van de geactiveerde parallelvezelsynapsen afnemen. Dit verschijnsel wordt lange termijn depressie (LTD) genoemd en is de biofysische basis van cerebellair leren. Er is slechts weinig geweten over het effect van LTD op het vuur-gedrag van de Purkinjecellen. Vermits Purkinjecellen de enige output vormen van de cerebellaire schors is het uitermate belangrijk om te weten hoe hun vuurgedrag door cerebellair leren wordt beïnvloed. Klassieke theoretische studies voorspellen een verminderd vuren van Purkinje-cellen na inductie van LTD . In een beperkt aantal experimentele studies in vivo en in vitro werd echter het tegenovergestelde resultaat gevonden. Een mogelijke verklaring voor deze discrepantie is dat de vermelde theoretische studies de Purkinjecel als een simpel digitale eenheid beschouwen die zijn inputs optelt en aftrekt. Wanneer echter realistische fysiologische eigenschappen van de Purkinjecel in rekening worden gebracht kan LTD een veel complexer effect hebben. Hierbij werd het effect van LTD van de parallelvezelsynaps op de simpele piek output gesimuleerd in een complex model van de Purkinjecel. In dit model geeft LTD aanleiding tot toename van de output. Dit onderzoeksproject zal deze bevinding verder uitwerken. In tegenstelling tot de vorige studie waarbij het effect op één cel werd bestudeerd zal nu vooral het effect op populatie niveau onderzocht worden door middel van netwerksimulaties. Organisaties: • Theoretische neurobiologie en neuroengineering
Onderzoekers: • Erik De Schutter • Werner Van Geit
Een modelstudie van cerebellaire plasticiteit. Universiteit Antwerpen Abstract: De synaps van de parallelvezel op de Purkinjecel is zeer plastisch. Wanneer men gelijktijdig met of kort na een parallelvezel-stimulus de klimvezelsynaps activeert zal de sterkte van de geactiveerde parallelvezelsynapsen afnemen. Dit verschijnsel wordt lange termijn depressie (LTD) genoemd en is de biofysische basis van cerebellair leren. Er is slechts weinig geweten over het effect van LTD op het vuur-gedrag van de Purkinjecellen. Vermits Purkinjecellen de enige output vormen van de cerebellaire schors is het uitermate belangrijk om te weten hoe hun vuurgedrag door cerebellair leren wordt beïnvloed. Klassieke theoretische studies voorspellen een verminderd vuren van Purkinje-cellen na inductie van LTD . In een beperkt aantal experimentele studies in vivo en in vitro werd echter het tegenovergestelde resultaat gevonden. Een mogelijke verklaring voor deze discrepantie is dat de vermelde theoretische studies de Purkinjecel als een simpel digitale eenheid beschouwen die zijn inputs optelt en aftrekt. Wanneer echter realistische fysiologische eigenschappen van de Purkinjecel in rekening worden gebracht kan LTD een veel complexer effect hebben. Hierbij werd het effect van LTD van de parallelvezelsynaps op de simpele piek output gesimuleerd in een complex model van de Purkinjecel. In dit model geeft LTD aanleiding tot toename van de output. Dit onderzoeksproject zal deze bevinding verder uitwerken. In tegenstelling tot de vorige studie waarbij het effect op één cel werd bestudeerd zal nu vooral het effect op populatie niveau onderzocht worden door middel van netwerksimulaties. Organisaties: • Theoretische neurobiologie en neuroengineering
Onderzoekers: • Erik De Schutter • Werner Van Geit
Een modelstudie van cerebellaire plasticiteit. Universiteit Antwerpen Abstract: De synaps van de parallelvezel op de Purkinjecel is zeer plastisch. Wanneer men gelijktijdig met of kort na een parallelvezel-stimulus de klimvezelsynaps activeert zal de sterkte van de geactiveerde parallelvezelsynapsen afnemen. Dit verschijnsel wordt lange termijn depressie (LTD) genoemd en is de biofysische basis van cerebellair leren. Er is slechts weinig geweten over het effect van LTD op het vuur-gedrag van de Purkinjecellen. Vermits Purkinjecellen de enige output vormen van de cerebellaire schors is het uitermate belangrijk om te weten hoe hun vuurgedrag door cerebellair leren wordt beïnvloed. Klassieke theoretische studies voorspellen een verminderd vuren van Purkinje-cellen na inductie van LTD . In een beperkt aantal experimentele studies in vivo en in vitro werd echter het tegenovergestelde resultaat gevonden. Een mogelijke verklaring voor deze discrepantie is dat de vermelde theoretische studies de Purkinjecel als een simpel digitale eenheid beschouwen die zijn inputs optelt en aftrekt. Wanneer echter realistische fysiologische eigenschappen van de Purkinjecel in rekening worden gebracht kan LTD een veel complexer effect hebben. Hierbij werd het effect van LTD van de parallelvezelsynaps op de simpele piek output gesimuleerd in een complex model van de Purkinjecel. In dit model geeft LTD aanleiding tot toename van de output. Dit onderzoeksproject zal deze bevinding verder uitwerken. In tegenstelling tot de vorige studie waarbij het effect op één cel werd bestudeerd zal nu vooral het effect op populatie niveau onderzocht worden door middel van netwerksimulaties. Organisaties: • Theoretische neurobiologie en neuroengineering
Onderzoekers: • Erik De Schutter • Werner Van Geit
Een model voor de relatie tussen de elektrische parameters van een cochleair implantaat en meetbare gehoorprestaties. Universiteit Antwerpen Abstract: Modellering van de relatie tussen de elektrische parameters van een cochleair implantaat en meetbare gehoorprestaties. Om het afregelen (fitting) van cochleaire implantaten te optimaliseren wordt een model opgesteld dat de relatie tussen de instellingen van de spraakprocessor en de auditieve prestaties van de recipiënt beschrijft. De prestaties van het gehoor worden geëvalueerd aan de hand van een reeks specifieke psychoakoestische metingen. Het project beoogt de input-output functies van de talrijke elektrische instelbare parameters van het implantaat en hun meetbare auditieve effecten in mathematische formules te benaderen. Vervolgens zullen deze functies gevalideerd worden op casusniveau via een iteratieve toetsing, waarbij de factoren in de functies geleidelijk aangepast zullen worden. Door middel van statistische analyse zullen de verschillende I/O functies dan nauwkeuriger bepaald worden, zullen ook multidimensionale verbanden bepaald worden en zal getracht worden om de complexe interparametrische interacties in multifactoriële analyses en formules te verwerken. Het hieruit voortvloeiende fitting model is het belangrijkste innovatiedoel van het project en heeft als doel de effecten van processormanipulaties op het gehoor te voorspellen. Op deze manier kan het model ingezet worden in applicaties die de fitting automatiseren. . Organisaties: • Biofysica en Biomedische Fysica
Onderzoekers:
• Joris Dirckx
Een model voor opleiding en training van pastorale counselors in de Ethiopische context KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Pastoraaltheol. en Empirische Theol.
Onderzoekers: • Marcel Broesterhuizen • Meaza Woldemichael
Een moderne neurowetenschappelijke benadering van chronische spinale pijn : pijn neurowetenschappen onderwijs gecombineerd met cognitie gerichte motor control opleiding Universiteit Gent Abstract: In dit Project wil men een moderne neurowetenschappelijke benadering van chronische spinale pijn implementeren. Het hoofddoel is de effectiviteit van de moderne neurowetenschappelijke benadering van chronische spinale pijn versus evidentie-gebaseerde kinesitherapie voor het reduceren van pijn en disfunctioneren bij Vlaamse patiënten met CSP te onderzoeken Organisaties: • Vakgroep Revalidatiewetenschappen en kinesitherapie
Onderzoekers: • Lieven Danneels
Een mogelijke typificatie van de andersglobalisten aan de hand van Charles Taylors vernieuwd begrijpen van de moderne identiteit. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De andersglobalistenbeweging is een wereldwijde sociaal-politieke beweging met een aanzienlijke heterogeniteit aan leden en onderwerpen. Zij is als beweging wetenschappelijk niet makkelijk te vatten. Haar discours en drijfveren lijken te omvattend en divers om ontleed te kunnen worden binnen bestaande onderzoekscategorieën. Binnen de humane wetenschappen blijft de wens echter bestaan om de beweging in zijn geheel te kunnen ontleden en in kaart te brengen. In dit onderzoek willen we nagaan of overzicht van de hele beweging mogelijk is, door eenheid te ontwaren op het conceptuele niveau, in de ideologie of de morele intuïties. Deze mogelijkheid werd in de sociale wetenschappen afgetast, maar nooit systematisch bestudeerd. Voor de studie baseren we ons op het bredere wereldbeeldenperspectief van de Canadese filosoof Charles Taylor, die vertrekt vanuit de 'Malaise van de Moderniteit'. De Malaise van de Moderniteit heeft als aanname de vervreemding van de mens van zichzelf en de sociale - en ecologische omgeving. Deze vervreemding is volgens Taylor gelegen in een te nauwe visie op het individu, van waaruit het individu zichzelf essentieel verstaat. Taylor ontwikkelde een verbreed discours voor het zelfverstaan, waarbij hij een aantal belangrijke impliciete morele intuïties, expliciet maakt. De hypothese van dit onderzoek is dat vanuit het perspectief van de Malaise van de Moderniteit, de samenhang en coherentie tussen de verschillende cultuurkritieken van de andersglobalisten, de diagnoses ervan en antwoorden erop, duidelijk kan worden. Organisaties: • Centrum Leo Apostel • Wiskunde
Onderzoekers: • Diederik AERTS
Een moleculaire tijdschaal voor de vroege evolutie van de levende amphibia. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Vandaag omvatten de Amphibia (lissamphibia) nog 3 onderscheiden orden met een zeer divergent lichaamsplan, nl. de Anura (kikkers en padden), de Caudata (salamanders) en de Gymnophiona (wormsalamanders). Momenteel is een tijdschaal voor de vroege evolutie van Amphibia, d.w.z. de divergenie vn de drie orden, en de families binnen deze groepen, één van de grote ontbrekende schakels voor het opstellen van een evolutionaire synthese voor Amphibia. Niet enkel morfologische maar ook traditionele moleculair-fylogenetische technieken schieten tekort om dit vraagstuk met statistische zekerheid op te lossen, en verscheidene paleontologische, biogeografische en moleculaire studies hebben geleid tot controversiële resultaten, waarbij nog steeds geen consensus bereikt is. Complete resolutie van de divergenties kan echter mogelijk gemaakt worden door de identificatie van zogenaamde Rare Genomic Changes (RGC's),i.e. macro-mutaties in het genoom van een bepaald clade. Betrouwbare schattingen van datering, zelfs zonder aanwezigheid van een moleculaire klok, zijn mogelijk door analyse van grote datasets met behulp van een recent ontwikkelde Bayesiaanse benadering. Met dit project trachten we: (1) fylogenetische verwantschappen te bepalen en het ontstaan van de grote evolutieve lijnen binnen de Amphibia te dateren, (2) een biogeografisch scenario te formuleren door het linken van fylogenetische divergenties aan platentektonische gebeurtenissen, en (3) de resultaten te interpreteren in termen van de fylogenetische positie van verscheidene fossiele lijnen. Een statistisch onderbouwde moleculaire fylogenie zou de standpunten van paleontologen, biogeografen, en evolutiebiologen kunnen verzoenen. Organisaties: • Biologie
Onderzoekers: • MARIE-HERMANDE DARO • Kim ROELANTS • Franky BOSSUYT
Een moleculaire tijdschaal voor de vroegere evolutie van de levende amphibia. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Vandaag omvatten de Amphibia (lissamphibia) nog 3 onderscheiden orden met een zeer divergent lichaamsplan, nl. de Anura (kikkers en padden), de Caudata (salamanders) en de Gymnophiona (wormsalamanders). Momenteel is een tijdschaal voor de vroege evolutie van Amphibia, d.w.z. de divergenie vn de drie orden, en de families binnen deze groepen, één van de grote ontbrekende schakels voor het opstellen van een evolutionaire synthese voor Amphibia. Niet enkel morfologische maar ook traditionele moleculair-fylogenetische technieken schieten tekort om dit vraagstuk met statistische zekerheid op te lossen, en verscheidene paleontologische, biogeografische en moleculaire studies hebben geleid tot controversiële resultaten, waarbij nog steeds geen consensus bereikt is. Complete resolutie van de divergenties kan echter mogelijk gemaakt worden door de identificatie van zogenaamde Rare Genomic Changes (RGC's),i.e. macro-mutaties in het genoom van een bepaald clade. Betrouwbare schattingen van datering, zelfs zonder aanwezigheid van een moleculaire klok, zijn mogelijk door analyse van grote datasets met behulp van een recent ontwikkelde Bayesiaanse benadering. Met dit project trachten we: (1) fylogenetische verwantschappen te bepalen en het ontstaan van de grote evolutieve lijnen binnen de Amphibia te dateren, (2) een biogeografisch scenario te formuleren door het linken van fylogenetische divergenties aan platentektonische gebeurtenissen, en (3) de resultaten te interpreteren in termen van de fylogenetische positie van verscheidene fossiele lijnen. Een statistisch onderbouwde moleculaire fylogenie zou de standpunten van paleontologen, biogeografen, en evolutiebiologen kunnen verzoenen.
Organisaties: • Biologie
Onderzoekers: • MARIE-HERMANDE DARO • Franky BOSSUYT
Een mössbauerstudie met het oog op het verkrijgen van nieuwe inzichten met betrekking tot kristallisatieprocessen in amorfe, Fe-houdende intermetallische verbindingen en in Fe-oxiden met structurele wanorde Universiteit Gent Abstract: In de Titel vermelde materialen zullen in de eerste plaats worden bestudeerd met behulp van 57-Fe mössbauerspectroscopie, zowel in transmissie- als in oppervlak-gevoelige reflectie (ILEEMS)-geometrie. Andere technieken zoals röntgendiffractie, ramanspectroscopie, BETadsorptiemetingen, e.a. zullen complementair toegepast worden. De materialen zullen in de betrokken laboratoria bereid worden onder verschillende, doch gerichte omstandigheden en indien gewenst diverse nabehandelingen ondergaan. Organisaties: • Vakgroep Fysica en Sterrenkunde
Onderzoekers: • Eddy De Grave
Een muismodel van somatische cellen gen delivery als instrument om melanoomprogressie en metastase-genen te identificeren. KU Leuven Abstract: Een prominente eigenschap van kwaadaardig melanoma is de inherente neiging to metastaseren. Een onvolledig inzicht in de genetische events dezemetastase drijven, is nog steeds een belangrijke belemmering in deontwikkeling van nieuwe, effectieve therapeutica en prognostische diagnostica voor melanoma patiënten. Recente benaderingen die genomische datavan melanoma combineren met transcriptoom analyse hebben ongekende mogelijkheden geboden om nieuwe melanoma drivers te gaan identificeren. Een heel belangrijke beperking van deze aanpak is echter dat het melanoma genoom radicale verandering ondergaat tijdens de oncogene progressive. Hieruit volgt de noodzaak om nieuwe, biologisch relevante technieken te ontwikkelen drivers van melanomagenese te identificeren, valideren en onderscheiden van passenger mutaties die ontstaan door genomische instabiliteit. Wij stellen voor om de vergelijkende onco-genomische aanpak te combineren met innovatieve muismodellen voor melanoma om nieuwe bonafide k Organisaties: • Labo voor Moleculaire Kankerbiologie
Onderzoekers: • Jean-Christophe Marine • Flavie Luciani
Een multicenter, gerandomiseerde, dubbelblinde, placebo-gecontroleerde studie naar de werkzaamheid van natalizumab op de progressievermindering van invaliditeit bij patiënten met secundaire progressieve multiple sclerose Universiteit Hasselt Abstract: Deze klinische studie kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds het onderzoeksinstituut Biomed(UHasselt) en anderzijds Quintiles Belgium. Het onderzoeksinstituut Biomed levert aan Quintiles Belgium de onderzoeksresultaten naar "Een multicenter, gerandomiseerde, dubbelblinde, placebo-gecontroleerde studie naar de werkzaamheid van natalizumab op de progressie-vermindering van invaliditeit bij patiënten met secundaire progressieve multiple sclerose" onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Immunologie - Biochemie • Biomedisch Onderzoeks Instituut
Onderzoekers: • Bart VAN WIJMEERSCH
Een multicenter, random, dubbel geblindeerd, placebo-gecontroleerd experiment op golimumab, een volledig menselijk anti TNFa monocolnaal antilichaam, subcutaan toegediend bij subjecten met actieve "ankylosing spondylitis" Universiteit Hasselt Abstract: Het huidige onderzoekscontract werd afgesloten tussen onderzoeksgroep Biomed (UHasselt) en Centocor B.V.. De duur van het project loopt van 01.01.2006 tot 31.07.2012. Het betreft een klinische studie ter evaluatie van een farmacologisch product onder licentie, te beschouwen als dienstverlening. Organisaties: • Immunologie - Biochemie • Biomedisch Onderzoeks Instituut
Onderzoekers: • Pieter GEUSENS
Een multicentrum fase III trial in Afrika om de WHO tweedelijns behandelstrategieën en een gesimplifieerde onderhoudstherapie betreffende HIV-geïnfecteerde patiënten te evalueren. Universiteit Antwerpen Abstract: Het betreft een multicentrum fase III studie waarbij de door WHO aanbevolen tweedelijns behandelstrategieen betreffende HIVgeinfecteerde volwassen patienten in Afrika (emtricitabine-tenofovir-proteaseremmer of abacavir-didanosine-proteaseremmer) wordt geevalueerd, en een gesimplifieerde onderhoudstherapie (lopinavir monotherapie) wordt beoordeeld op non-inferieuriteit ten opzichte van voortzetting van ingezette therapie. In de substudie zal met name gekeken worden naar cardiovasculaire bijwerkingen bij abacavir gebruik, therapietrouw van patiënten voor de voorgeschreven therapie en resistentiepatronen bij falen van zowel eerste- als tweedelijnstherapie. Organisaties: • Epidemiologie en sociale geneeskunde (ESOC)
Onderzoekers: • Robert Colebunders • Diana Huis in 't Veld
Een multidimensionale analyse van de dialectiek "stad-universiteit" in Brussel (BSI) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Brussel is in vele opzichten van belang: als politieke actor, economische motor, sociaal laboratorium en culturele vormgever. Maar Brussel speelt ook een belangrijke rol als producent en transfereerder van "kennis". Het stadsgewest kan op dat vlak indrukwekkende cijfers voorleggen. Met zowat 76.000 studenten, omkaderd door 14.000 docenten, onderzoekers en administratief en technisch personeel aan 5 universiteiten/universiteitsafdelingen en tal van hoger onderwijsinstellingen beschikt Brussel over een uitzonderlijke concentratie van onderzoeks-
en onderwijsactiviteiten (Van Camp & Witmeur, 2008, 1 & 3). Ondanks het grote gewicht van het hoger onderwijsveld in Brussel is er naar deze thematiek nog maar weinig onderzoek verricht. Wat is precies de impact van de universiteiten en hogescholen in Brussel? En welke wisselwerking is er tussen de publieke en private actoren in de stad enerzijds en de universiteiten en hogescholen anderzijds? In dit onderzoeksproject wordt niet alleen de evidente economische dimensie onder de loep genomen, maar worden ook gerelateerde en tegelijk onderling verbonden aspecten op het sociale, culturele, stedenbouwkundige en demografische vlak geanalyseerd. Dit onderzoeksproject vormt zo een eerste aanzet om deze problematiek op een omvattende, multidimensionale manier te benaderen en te analyseren. 2. Werkpakketten Een zicht krijgen op de multidimensionele wisselwerking tussen stad en universiteit is niet eenvoudig, door de veelheid aan expertises die voor elk van de domeinen vereist is. Precies op dit vlak kan het Brussels Studies Institute (BSI), het nieuwe platform omtrent kennis over Brussel opgericht door de ULB, VUB en FUSL, een rol spelen en een meerwaarde creëren. Het BSI brengt namelijk academische experts met heel uiteenlopende profielen en expertises samen, van verschillende instellingen, disciplines en taalgroepen. Een stuurgroep, bestaande uit academici en experts op het terrein, zal in overleg met de financiers worden samengesteld om dit onderzoeksproject op te volgen. Deze stuurgroep zorgt ook voor de verdere inhoudelijke afbakening van de te onderzoeken dimensies. Dit onderzoeksproject, met een looptijd van 12 maanden, is onderverdeeld in vier verschillende werkpakketten (zie het uitgewerkte projectvoorstel voor meer informatie omtrent de doelstellingen, gehanteerde methodologie en aanwezige expertise). Organisaties: • Geschiedenis
Onderzoekers: • Joost VAESEN
Een multi-disciplinaire aanpak voor de ontwikkeling van een actieve aerostatisch spindel met nanometer nauwkeurigheid. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling PMA
Onderzoekers: • Farid Al-Bender • Goele Pipeleers • Tobias Waumans
Een multidisciplinaire analyse van aan de Ziekte van Alzheimer geassocieerde risicofactoren en de toxiciteit van Aß aggregatie Vrije Universiteit Brussel Abstract: Aggregatie van het Aß peptide is mede verantwoordelijk voor het ontstaan van de Ziekte van Alzheimer. Recentelijk verschijnt er in toenemende mate bewijs in de literatuur om aan te tonen dat Aß kan voorkomen als kleine, oplosbare oligomeren. Deze oligomeren zijn toxisch voor de hersenen en kunnen verlies van synapsen en neuronale beschadigingen veroorzaken. Het onderzoek naar de generatie en het toxische effect van deze oligomeren wordt vertraagd doordat deze oligomeren zeer snel door reageren: Aß oligomeren zijn aanwezig in een te lage concentratie om gedetailleerde structurele informatie te vergaren die tevens relevant is om het moleculaire mechanisme van de toxiciteit voor de hersenen te begrijpen. Het Switch Laboratorium heeft recentelijk een methode ontwikkeld om in vitro toxische Aß oligomeren te concentreren: de toevoeging van lipiden die in de hersenen voorkomen transformeren inerte, volgroeide amyloïde fibrillen terug naar stabiele toxische oligomeren. Deze oligomeren zijn niet te onderscheiden van de oligomeren die met de ziekte worden geassocieerd. Deze vinding geeft ons de mogelijkheid om de structuur-activiteit relatie van Aß oligomeer toxiciteit te bepalen. We hebben als doel gesteld te bepalen welke structurele elementen van oligomeren de toxiciteit bepalen door middel van biofysische technieken en biologische experimenten zoals toxiciteits bepalingen in neuronale cel culturen en gedragsstudies in muizen. We zullen gebruik maken van eiwit-modificatie en perturbatie methoden om de vorming en structuur van toxische oligomeren van Aß te bestuderen. Parallel daaraan zullen we factoren bestuderen die van nature in de hersenen voorkomen en die eerder aangetoond zijn het ziekteverloop van Alzheimer's te beïnvloeden. Uiteindelijk zullen we de resultaten van deze karakterisatie gaan gebruiken om te beginnen met de ontwikkeling van een therapeutische strategie voor de Ziekte van Alzheimer. Het laboratorium heeft de beschikbaarheid over een grote hoeveelheid componenten om hiernaar te zoeken. Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • Frederic ROUSSEAU • Joost SCHYMKOWITZ • Kerensa BROERSEN • Nico VAN NULAND
Een multi-disciplinaire benadering voor het uitlokken van pro-apoptotische Ca2+-signalen als een nieuwe antikankerstrategie. KU Leuven Abstract: Intracellular Ca2+ signalen gemedieerd door de inositol 1,4,5-trisfosfaatreceptor (IP3R) controleert verschillende cellulaire processen, waaronder apoptose. Recent onderzoek toonde aan dat het BH4 domein van Bcl-2 de IP3R inhibeert en excessieve Ca2+-vrijzetting verhindert en cellen beschermt tegen apoptose. Dit mechanisme biedt nieuwe therapeutische mogelijkheden voor het uitlokken van pro-apoptotische Ca2+ signalen in kankercellen. Ten eerste, zullen we de moleculaire determinanten en functioneleregulatie van IP3R-gemedieerde Ca2+-signalen door Bcl-2-familieleden bepalen en karakteriseren. Deze studie zal gebeuren in normale en in een collectie van "BH3-profiled" lymphoma cellen. Ten tweede, zullen we celpermeable IP3R-mimetische peptides gebruiken, die gericht zijn tegen het BH4 domein van Bcl-2. Het doel is om de inhiberende werking van Bcl-2 t.h.v. de IP3R te verhinderen om pro-apoptotische Ca2+ signalen in kankercellen uit te lokken. Ten derde, zullen we een farmacofoormodel ontw Organisaties: • Labo Molec. en Cel. Signaaltransmissie
Onderzoekers: • Marc De Maeyer • Geert Bultynck
Een multidisciplinaire, crossmediale en innovatieve nieuwsredactie als teaching hospital voor opleidingen binnen de associatie. KU Leuven Abstract: Dit project heeft als doel de opstart en implementatie van een multidisciplinaire en crossmediale nieuwsredactie.Deze redactie moet het studenten uit verschillende opleidingen (journalistiek,communicatiewetenschappen, computerwetenschap, interactieve multimedia design,) mogelijk maken om hun vaardigheden en competenties verder te ontwikkelen eninnovatief samen te werken met studenten en docenten met een andereachtergrond. Deze teaching hospital of interne stageplek moet studentenin staat stellen om hun vaardigheden te verfijnen en nieuwe
vaardigheden aante leren en op die manier hun intrede in de beroepspraktijk waarin bepaaldeeisen rond multi-skills, innovatief denken en flexibilisering vooropgesteldworden, te vergemakkelijken. Dit project zal gedurende twee jaar deze redactieopstarten en uitbouwen met als doel de opportuniteiten en problemen teidentificeren die cruciaal zijn voor een verdere implementatie van deze internenieuwsredactie als innovatieve stageplek binnen de associati Organisaties: • OE Instituut voor Mediastudies
Onderzoekers: • Michaël Opgenhaffen • Veerle Van der Sluys
Een multidisciplinair en multilevel onderzoek naar strategische HR differentiatie: de relatie tussen HR differentiatie, sociale identiteit en werknemersprestaties. KU Leuven Abstract: Veel organisaties worstelen momenteel met de vraag of ze een beleid vanHR standaardisatie (d.i. dezelfde HR praktijken en uitkomsten voor allewerknemers) dan wel HR differentiatie (d.i. verschillen in HR praktijken en uitkomsten tussen werknemers, op basis van hun prestaties of noden)moeten voeren. Op basis van een aantal theoretische argumenten uit de literatuur over strategisch HRM kan men stellen dat organisaties voor HR differentiatie zouden moeten kiezen. Empirisch is hier echter nog geen ondersteuning voor. Meer specifiek is er weinig inzicht in de sociaal-psychologische mechanismen via dewelke differentiatie in HR praktijken en uitkomsten de werknemersprestaties beïnvloedt. Het doel van dit project is om na te gaan of, wanneer en waarom differentiatie (in vergelijking met standaardisatie) zou leiden tot beter functionerende en presterende organisaties. In dit doctoraat zal meer specifiek ingegaan worden op de relatie tussen gepercipieerde HR differentiatie, socialeidentiteit en Organisaties: • OG Personeel en Organisatie Leuven
Onderzoekers: • Luc Sels • Sophie De Winne • Lieven Brebels
Een multidisciplinaire studie van zuurstofgerelateerde stress fenomenen, met behulp van geavanceerde proteoomanalyse. Universiteit Antwerpen Abstract: Een multidisciplinaire studie van zuurstofgerelateerde stress fenomenen, met behulp van geavanceerde proteoomanalyse. Organisaties: • NUCLEOSIDE ONDERZOEK EN MASSASPECTROMETRIE EENHEID • Biomolecular & Analytical Mass Spectrometry (BAMS)
Onderzoekers: • Edgard Esmans • Wim De Coen • Henri Van Onckelen • Marc De Broe • Luc Moens
Een multi "-omics" benadering om de effecten van cadmium-geïnduceerde oxidatieve stress op eiwitten te bestuderen in Arabidopsis thaliana. Universiteit Hasselt Abstract: Via fotosynthese kunnen planten vanuit CO2 en zonlicht suikers aanmaken, die als basis dienen voor verschillende biomoleculen. Planten zijn daarom een belangrijke hernieuwbare en duurzame bron van voeding, veevoeder, vezels en bio-olie en dus als primaire producenten essentieel voor de mens die een grote populatiegroei kent. Echter, de stijgende bevolkingsdruk verhoogt tegelijkertijd het risico op een toenemende vervuiling, voornamelijk als gevolg van antropogene activiteiten. Planten zijn erg gevoelig voor vervuiling, met een verminderde groei en soms zelfs volledige groeiinhibitie tot gevolg. Eén van de polluenten is cadmium (Cd), een metaal toxisch voor alle levende organismen waaronder mens en plant. Cadmium accumuleert in de bodem, voornamelijk rond metaalverwerkende bedrijven en door zijn minieme aanwezigheid in meststoffen. Planten kunnen Cd uit de bodem opnemen, waarna het metaal zich doorheen de volledige plant - inclusief de vruchten - verspreidt en dus mogelijk in de voedselketen terechtkomt. In deze studie worden de effecten van Cd op proteïnen als structurele en functionele componenten van de plantencel bestudeerd vanuit verschillende oogpunten. Naast (1) een kwantitatieve analyse wordt zowel (2) hun regulatie via reductie en oxidatie als (3) hun vermogen om Cd direct te binden geanalyseerd. Organisaties: • Milieubiologie • Centrum voor Milieukunde
Onderzoekers: • Ann CUYPERS • Sacha BOHLER
Een 'multi-proxy' benadering voor de studie van biogeochemische cycli van koolstof en stikstof in tropische en gematigde estuaria Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit voorstel beoogt een betere kwantificatie van biogeochemische C en N processen in tropische (maar ook gematigde) estuariene systemen, door het ontwikkelen van een 'proxy tool-box' die een karakterisatie van het systeem en de belangrijkste biogeochemische processen mogelijk maakt. We voorzien het optimiseren, ontwikkelen en implementeren van geavanceerde en nieuwe analytische technieken om de distributie en herkomst van organische en anorganische C en N reservoirs te kunnen begrijpen en om de belangrijkste biogeochemische processen te kwantifiëren, met een nadruk op de tropische zone. Specifieke objectieven hierin zijn: (1) het kwantifiëren en isotopisch karakteriseren van particulaire en opgeloste organisch en anorganische koolstof en stikstofreservoir; (2) de belangrijkste transformaties van organisch en anorganisch C en N in tropische riviren en estuaria te bepalen en kwantifiëren. Organisaties: • Scheikunde
Onderzoekers: • FRANK DEHAIRS
Een 'multi-proxy' benadering voor de studie van biogeochemische cycli van koolstof en stikstof in tropische en gematigde estuaria.
Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het objectief van dit project is de caracterisatie en quantificatie van estuariene biogeochemische C en N processen in tropische en gematigde milieus door het ontwikkelen en gebruik van een 'proxy-toolbox'. Optimisatie, ontwikkeling en verdere bijdrage op bestaande nieuwe analytische technieken staan centraal in ons begrip van de distributie en bronnen van organisch en anorganisch C en N in estuaria ecosystemen. Organisaties: • Scheikunde
Onderzoekers: • MARC ELSKENS • Steven BOUILLON • FRANK DEHAIRS • NATHALIE BRION
Een multischaal, integratieve benadering voor de studie van cel-matrix mechanica en mechanotransductie tijdens celadhesie Universiteit Hasselt Abstract: Cel-matrix mechanica is van cruciaal belang voor vele fysiologische en pathofysiologische processen. Het beïnvloedt celadhesie, migratie, proliferatie en differentiatie en is essentieel voor het begrijpen van bijv. bloedvatvorming, kanker metastase en weefselregeneratie en engineering. Cellen sonde de mechanische eigenschappen van de extracellulaire matrix (ECM) door toepassing aandrijfkracht krachten. De pericellulaire mechanische omgeving die op deze manier wordt gemaakt hangt af van de ECM mechanische eigenschappen en op de cel actieve (contractiele) en passieve mechanische eigenschappen.Celadhesie gaat gepaard met complexe terugkoppelingsmechanismen tussen mechanische en chemische signalen die optreden bij extracellulaire, cellulaire en subcellulaire lengteschalen. Om deze mechanismen beter te begrijpen, is een integratieve benadering op meerdere niveaus nodig die een combinatie van kwantitatieve computermodellen en geavanceerde microscopische methoden, met betrekking van kwantitatieve gegevens op de verschillende lengteschalen handhaaft. Dit project zal een dergelijke aanpak inrichten. Het zal een interdisciplinair platform voor de studie van cel-adhesie in 3D vezelachtige ECM's (hydrogels) creëren, gaand over de grenzen van biomechanica, meerschalenmodellering en bio-imaging disciplines. Het zal resulteren in duidelijke methodologische vooruitgang voorbij de state of the art: een nieuwe methode voor de berekening van aandrijfkrachten en een nieuw computationeel model op meerdere niveaus van cel mechanica en mechanotransductie voor een cel, ingebed in een vezelachtige hydrogel zal worden opgericht, door te vertrouwen op gegevens verkregen door state of the art optische microscopie. Deze unieke benadering zal nieuw inzicht geven in de algemene mechanismen die celadhesie beheren, wat zeer relevant is voor vele toepassingen die celkweek in een 3D-omgeving, zoals tissue engineering betrekken. Organisaties: • Biofysica • Biomedisch Onderzoeks Instituut
Onderzoekers: • Marcel AMELOOT
Een multischaal, integratieve benadering voor de studie van cel-matrix mechanica en mechanotransductie tijdens celadhesie. KU Leuven Abstract: Cel-matrix mechanica is van cruciaal belang voor verschillende fysiologische en pathofysiologische processen. Het beïnvloedt celadhesie, migratie, proliferatie en differentiatie en is van essentieel belang voor het begrijpen van bijvoorbeeld de vorming van bloedvaten, de uitzaaiing van kanker en weefselregeneratie en ontwikkeling. Cellen onderzoeken de mechanische eigenschappen van de extracellulaire matrix (ECM) door tractiekrachten te gebruiken. De pericellulaire mechanische omgeving die zo gecreëerd wordt is afhankelijk van de mechanische eigenschappen van de ECM en van de cellulaire actieve (contractiele) en passieve mechanische eigenschappen. Celadhesie omvat complexe feedback mechanismen tussen mechanische en chemische signalen die zich op extracellulair, cellulair en subcellulaire lengteschalen afspelen. Om deze mechanismes beter te begrijpen,is er een multischaal integratieve aanpak die kwantitatieve, computationele modelering en geavanceerde microscopische methodes combineert Organisaties: • Afdeling Biomechanica
Onderzoekers: • Herman Ramon • Hans Van Oosterwyck • Paul Van Liedekerke • Maarten Roeffaers • Greet Kerckhofs
Een multischaal ontwerpmethodologie van geconditioneerde ruimtes voor de koudeketen van tuinbouwproducten KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling MeBioS
Onderzoekers: • Bart Nicolai • Pieter Verboven • Willem Gruyters
Een multisdisciplinaire benadering van evaluatie en ondersteuning van veilige mobiliteit bij senioren Universiteit Hasselt Abstract: Onderzoek wijst uit dat mobiliteit voor ouderen een belangrijk element is in de levenskwaliteit. Het laat ouderen toe om deel te nemen aan dagelijkse activiteiten zoals winkelen, het onderhouden van sociale contacten, onafhankelijkheid en verkleint daardoor de kans op depressie en sociaal isolement. Ouderen zolang mogelijk veilig mobiel houden, is dan ook een maatschappelijk relevante doelstelling. Met de vergrijzing van de bevolking zijn echter ook een aantal uitdagingen gepaard. Met de algemene trend van toename in mobiliteit zal ook de mobiliteit van senioren immers toenemen. Ouderen vormen echter een aparte risicogroep in het verkeer. Het project dat kadert binnen het platform "Careville Moving Care" heeft als algemene doelstelling om de mobiliteit en daarmee de levenskwaliteit van ouderen met een cognitieve beperking te bevorderen door het opstellen en aanbieden van een efficiënte screening van rijvaardigheid, training op maat en het uitwerken van kwaliteitsvolle en aangepaste mobiliteitsvoorzieningen wanneer het autorijden niet meer mogelijk is. Concreet streven de aanvragers volgende doelstellingen na: - Het opzetten en valideren van een geschikte screeningsmethodiek voor de beoordeling van rijvaardigheid bij senioren met een cognitieve beperking - Het ontwikkelen en valideren van een effectieve training van rijvaardigheid bij ouderen met een cognitieve beperking - Het informeren en optimaliseren van een aanbod aan mobiliteitsalternatieven doorheen de volledige zorgketen - Opmaak van een businessplan voor de oprichting van een centrum voor assessment en training van rijvaardigheid bij senioren
De maatschappelijke valorisatie van dit project situeert zich enerzijds op het verlengen van de zelfstandigheid van ouderen in hun thuissituatie door hen maximaal te ondersteunen in het continueren van een veilige mobiliteit via zelfinzicht en training van rijvaardigheid. Anderzijds stimuleren we ouderen om zo lang mogelijk hun mobiliteit te behouden door het optimaliseren van het vervoersaanbod en het verder faciliteren van multimodaal vervoer. Het project biedt tevens een economisch valorisatiepotentieel doordat de aanvragers de ambitie hebben om op basis van de projectresultaten te komen tot de oprichting van een centrum voor diagnose en training van rijvaardigheid bij ouderen. Ook wensen we een centraal loket voor de behandeling van concrete vervoersvragen, nl. een Mobiliteitscentrale Aangepast Vervoer, aan te bieden met een focus op multimodaal vervoer met maximale inzet van openbaar vervoer (in combinatie met coaching bij het gebruik hiervan) en ook vervoer van (ouderen)voorzieningen. Het project wordt uitgevoerd door de volgende partners: - Vzw Jessa ziekenhuis (hoofdaanvrager) - Vzw Enter - BVBA Dr. Lutin - Instituut voor Mobiliteit (UHasselt) - als onderaannemer Organisaties: • Verkeersveiligheid • Verplaatsingsgedrag • Instituut voor Mobiliteit
Onderzoekers: • Tom BRIJS • Ellen JONGEN • Joris CORNU
Een musculoskeletaal model van het paard ontwikkeld met als primair doel de studie van motor controle van de voorpoten tijdens de voortbeweging. Universiteit Antwerpen Abstract: De globale doelstelling van dit project is het definiëren van biomechanische controle van de voorpootbewegingen gebruik makend van musculosketaal modelleren gecombineerd met empirische data. De hypotheses van het onderzoek zijn: (1) omdat de pezen in de distale gewrichten passief werken, kunnen ze de toegenomen lading niet weerstaan en worden ze systematisch meer uitgerekt, (2) hyperextensie kan worden voorkomen door meer spierkracht ter hoogte van de actieve gewrichten, (3) gewrichtsreactiekrachten nemen toe onder toenemende lading en (4) veranderen van richting. Organisaties: • Functionele morfologie
Onderzoekers: • Peter Aerts • Sandra Nauwelaerts
Een narratologische benadering van Hugo Claus? romans als herschrijvingen van populaire narratieve sjablonen Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoek focust op de interactie tussen populaire en elitecultuur en de systematische herschrijving van populaire narratieve sjablonen in Hugo Claus? romanoeuvre. De studie presenteert, met behulp van de narratologie en een herwerking van de herschrijvingstheorie (Moraru 2001), een detailanalyse van vijf romans en verheldert op basis daarvan de evolutie in Claus? schriftuur. Organisaties: • Vakgroep Frans
Onderzoekers: • Yves T'Sjoen
een neonatale EEG monitor met real-time , bedside datavisualisatie en geautomatiseerde ondersteuning van de besluitvorming Universiteit Gent Abstract: Het belangrijkste doel van dit Project is om een neonataal, volledig geautomatiseerd en continu hersenobservatieinstrument (Neoguard) te bouwen dat kan gebruikt worden in de dagelijkse praktijk bij de volgende patiëntengroepen (1) a term geboren baby's met intrapartale asphyxie waarbij de NeoGuard de indicatie voor therapie (koeling) kan stelen en tevens de prognose door hersenbeeldvorming kan verfijnen, en (2) a term geboren baby's met convulsies (b.v. patiënten met bloedingen), waarbij NeoGuard onmiddelijk alarm geeft bij convulsies. Het geeft dan informatie over de plaats en de ernst van de hersenschade, en kan objectief de hoeveelheid aanvallen bepalen. Organisaties: • Vakgroep Telecommunicatie en informatieverwerking
Onderzoekers: • Wilfried Philips
Een netwerkbenadering van de machtsprocessen bij de integratie van geestelijke gezondheidszorgdiensten in de gezondheidszorg Universiteit Gent Abstract: De integratie van geestelijke gezondheidszorgsdiensten in de gezondheidszorg is onvoldoende onderzocht in lage- en gemiddelde inkomenslanden. In deze studie zal ik de rol die machtsstructuren spelen in dit integratieproces in Zuid-Afrika verder onderzoeken aan de hand van sociale netwerkanalyses en diepte-interviews. Hierdoor kan ik dieper ingaan op de rol van macht in de relaties tussen belanghebbenden tijdens dit integratieproces. Organisaties: • Vakgroep Sociologie
Onderzoekers: • Piet Bracke
Een netwerk van sensoren ingebed in composieten voor lokale detectie. Universiteit Gent Abstract: Het project ENCLOSE focust op de detectie van schade in composieten door middel van speciaal ontwikkelde sensoren. Twee klassen van sensoren worden ontwikkeld. De eerste klasse zijn gebaseerd op een elektrische output (rekstrookjes en piezoelektrische draden). De twee klasse maakt gebruik van mechanoluminescente materialen. De sensoren worden aangemaakt door middel van reactief magnetron sputterdepositie, inkjet printing en vastestofsynthese. Organisaties: • Vakgroep Vaste-stofwetenschappen
Onderzoekers: • Joris Degrieck
Een neurolinguïstische benadering voor supratentoriële tumoren in taalkritische gebieden Vrije Universiteit Brussel Abstract: De verschillende innovatieve doelen van dit project zijn: 1) een diepgaand onderzoek van de vertegenwoordiging van de functies van de taal in de hersenen via functionele neuroimaging (fMRI) en DES; 2) de ontwikkeling van een gestandaardiseerde taalkundige protocol om de functies van de taal in de pre-, intra- en postoperatieve fase van waak chirurgie te onderzoeken; 3) de analyse en vergelijking van de taalkundige uitkomst van waak versus klassieke chirurgie van tumoren in welsprekende hersengebieden. Organisaties: • Taal- en Letterkunde
Onderzoekers: • Peter MARIEN
Een nieuw computationeel tool voor het voorspellen van de massaspectra van peptiden en lipiden. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project omvat het voorspellen van de fragmentatieroutes en massaspectra van een reeks geselecteerde peptiden en lipiden m.b.v. kwantumchemische berekeningen op het niveau van DFT. Dit zal leiden tot nieuwe inzichten in het fragmentatiegedrag van deze verbindingen waardoor men in staat zal zijn om de momenteel beschikbare tools te verbeteren, nieuwe algortimen te ontwikkelen (bv. voor efficiëntere lipideidentificatie) of zeer specieke MS-gebaseerde assays op punt te stellen (bv. SRM). Organisaties: • Structuurchemie
Onderzoekers: • Frank Blockhuys
Een nieuw concept gebaseerd op reacties aan het membraanoppervlak voor synthese van dense membranen. KU Leuven Abstract: In dit project wordt een innovatieve synthesemethode ontwikkeld voor het aanmaken van asymmetrische membranen met een dense, dunne en gecrosslinkte toplaag (integrally skinned asymmetric membranes) die goede retenties met hoge fluxen en excellente stabiliteit kunnen combineren. Hierdoor worden de membranen inzetbaar in een brede waaier aan solventtoepassingen, met resistentie tegen een breed assortiment reinigingsprocedures bij waterige toepassingen en met weerstand tegen plasticisering in gasscheidingen. Organisaties: • Centr. vr Oppervlaktechemie & Katalyse
Onderzoekers: • Ivo Vankelecom • Annelies Van Sieleghem
Een nieuw concept voor de biologie van Bcl-2 proteinen: klaargemaakt voor celdood aan het endoplasmatisch reticulum.nbsp; KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Labo Molec. en Cel. Signaaltransmissie
Onderzoekers: • Jean-Baptiste Parys • Geert Bultynck
Een nieuwe aanpak om genetische mechanismen te identificeren die aan debasis liggen van het complexe multidrug toleerante fenotype en onderzoek naar de evolutie van dit fenotype. KU Leuven Abstract: Persistors zijn uitzonderlijke cellen in een bacteriële populatie en maken slechts een fractie uit van de totale cultuur. Ze groeien niet maar zijn ook niet dood. Deze zombietoestand zorgt ervoor dat ze antibioticumbehandeling kunnen overleven en terug een populatie kunnen opbouwen na de behandeling die dezelfde fractie persistors herbergt. Deze cellen zijnde oorzaak van het hervallen van chronische ziekten zoals tuberculose en blaasontstekingen. In staat om rampen te overleven, kunnen deze cellenbeschouwd worden als een vorm van levensverzekering voor de populatie. Ondanks dat persistentie reeds lange tijd gekend is, zijn de onderliggende mechanismen voor de vorming van een dergelijke subpopulatie slecht gekend. In dit project zal getracht worden om deze mechanismen en de hierin betrokken belangrijke genen te identificeren en de evolutie door selectie te bestuderen. Organisaties: • Centr. Microbiële en Plantengenetica
Onderzoekers: • Jan Michiels • Bram Van den Bergh
Een nieuwe aanpak van het onderzoek naar neuroplasticiteit: In-vivo MRI van de hersenen van zangvogels' Universiteit Antwerpen Abstract: Een nieuwe aanpak van het onderzoek naar neuroplasticiteit: In-vivo MRI van de hersenen van zangvogels' Organisaties: • Bio-imaging
Onderzoekers: • Anne Marie Van Der Linden
Een nieuwe bacteriele celdood pathway als doelwit van een corrupte celcyclus controle. KU Leuven Abstract: Ondanks enkele elegante en intrigerende publicaties omtrent bacteriële celdood pathways, is onze kennis van dit onderwerp verre van volledig. Hier gebruiken we een toxische variant van een bacterieel eiwit van onbekende functie (TpuF) als een uniek onderzoekswerktuig om de details van een nieuwe bacteriële celdood pathway te ontsluieren. Op deze manier zullen we een significante stap voorwaarts zetten tegenover de huidige stateof the art. Een combinatie van geavanceerde microscopie, biochemische en genetische technieken zullen een gedetailleerd beeld schetsen van de aard van TpuF-geïnduceerde celdood; van de genetische pathways die dit process beïnvloeden; van de moleculaire doelwitten van TpuF; en van de conservering van TpuF functie, celcyclus controle en geprogrammeerde celdood in Gram-negatieve bacteriën, in Gram-
positieven and zelfs in Eukarya. Integratie van deze resultaten zal een conceptueel en mechanistisch model van TpuF toxiciteit opleveren. Organisaties: • Centr. Microbiële en Plantengenetica
Onderzoekers: • Maarten Fauvart
Een nieuwe bacteriële celdood-pathway als doelwit van een corrupte celcyclus-controle KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Centr. Microbiële en Plantengenetica
Onderzoekers: • Jan Michiels • Liselot Dewachter
Een nieuwe conceptualisatie van sequentiële analyse bij verkrachtingen: Toepassing van de 'proximiteits' coëfficient op de dader-slachtoffer interactie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De centrale focus van deze studie is het exploreren en empirisch valideren van de specifieke gedragsmatige en verbale interactie tussen dader en slachtoffer bij verkrachtingen. De primaire onderzoeksvraag is of op basis van deze interacties de klassieke, in de wetenschappelijke literatuur gepostuleerde typen van verkrachters kunnen empirisch ondersteund worden of het delinquent gedrag vooral aan situationele factoren onderhevig is. Hiervoor wordt een nieuwe manier van sequentie analyse toegepast in vorm van een proximiteitscoëfficiënt die globale samenhangen tussen gedragseenheden binnen een interactieve sequentie meet. Het voordeel van deze coëfficiënt is dat er geen extrinsieke/artificiële veronderstellingen worden gemaakt zoals dit tot nu het geval was. Een honderdtal, voornamelijk door de Federale Politie ter beschikking gestelde slachtofferverklaringen, zullen op basis van grounded theory principes sequentieel gecodeerd worden. Met multidimensional scaling analyses wordt getoetst of er verschillende clusters van gelijkaardige sequenties bestaan. De onderzoekshypothese is dat er geen uitsluitend distinctieve (met klassieke dadertypen corresponderende) clusters geïdentificeerd worden, maar dat de interactie met het slachtoffer en een aantal situationele factoren een significant sterke rol zal spelen. Organisaties: • Persoonlijkheids- en Sociale Psychologie
Onderzoekers: • GINA ROSSI
Een nieuwe generatie flexibele neurale electrodes met hoge dichtheid. KU Leuven Abstract: Eén van de meer tot de verbeelding sprekende onderzoekstopics gaat overhoe elektronica rechtstreeks met zenuwcellen in de hersenen verbonden kan worden. De motivatie: de hersenen beter leren begrijpen, en zeer geavanceerde prothesen en andere elektronische toepassingen mogelijk maken. Met de huidige techniek is het al mogelijk enkele honderden neuronen individueel te contacteren. Helaas worden de implantaten na verloop van maanden door het lichaam afgestoten zodat permanente toepassing nog niet mogelijk is.In dit onderzoeksproject gaan we algernatieve implantaat concepten uittesten, die dit probleem minder of niet zouden moeten hebben én uitbreidbaar zijn tot zelfs duizenden contactplaatsen. Hiervoorizjn onderzoek naar nieuwe microfabricatietechnieken en in vivo experimenten nodig. Organisaties: • Afdeling ESAT - MICAS
Onderzoekers: • Robert Puers • Bart Nuttin • Frederik Ceyssens
Een nieuwe generatie flexibele neuro-elektronische interfaces met hoge resolutie. KU Leuven Abstract: Eėn van de meer tot de verbeelding sprekende onderzoekstopics gaatover hoe elektronica rechtstreeks met zenuwcellen in de hersenen verbonden kan worden. De motivatie: de hersenen beter leren begrijpen, en zeergeavanceerde prothesen en andere elektronische toepassingen mogelijk maken. Met de huidige techniek is het al mogelijk enkele honderden neuronen individueel te contacteren. Helaas worden de implantaten na verloop van maanden door het lichaam afgestoten zodat permanente toepassing nog niet mogelijk is. In dit onderzoeksproject gaan we alternatieve implantaat concepten uittesten, die dit probleem minder of niet zouden moeten hebben#279;n uitbreidbaar zijn tot zelfs duizenden contactplaatsen. Hiervoor zijn onderzoek naar nieuwe microfabricatietechnieken en in vivo experimenten nodig. Organisaties: • Afdeling ESAT - MICAS
Onderzoekers: • Frederik Ceyssens
Een nieuwe generatie van geconjugeerde polymeren voor toepassingen in (bio)sensoren Universiteit Hasselt Abstract: In dit project worden geavanceerde functionele geconjugeerde polymeren gesynthetiseerd met het oog op toepassingen in (bio)sensoren. Hierbij zal de nadruk liggen op poly[(hetero)aryleen-ethynyleen] polymeren - als een nieuwe generatie materialen na de poly(p-fenyleen-vinyleen) (PPV) and poly(3-alkylthiofeen) (P3AT) derivaten - met specifieke functionalisatiepatronen in zowel de hoofdketen als de zijketens. Organisaties: • Organische en Bio-polymere Chemie • Instituut voor Materiaalonderzoek
Onderzoekers: • Wouter MAES
Een nieuwe interpretatie van het statuut van vluchtelingen voorbij het detentiekamp: een Lefortiaans antwoord op Agamben's kritiek van de democratie en mensenrechten. KU Leuven Abstract: Liberaal georiënteerde theoretici die nadenken over de democratie geloven traditioneel sterk in de rechtsorde en universele mensenrechten. Een groep anti-liberale denkers zoals Agamben heeft echter onlangs geargumenteerd dat rechten niet universeel zijn maar afhangen van instellingen die deze rechten op een willekeurige wijze kunnen wegnemen. Het lot van vluchtelingen, asielzoekers en illegale immigranten in Westerse democratieën is volgens hen daarvan een bewijs. Het toont aan dat onze democratieën rechteloze plaatsen toelaten (zoals het asielcentrum) waar mensen rechteloos zijn en zijn overgeleverd aan de willekeurige tussenkomst van eenpolitiemacht. Ik geloof echter
dat deze antiliberale visie net zo problematisch is als de liberale visie die ze wil vervangen. In mijn project wil ik daarom een alternatief theoretisch kader ontwikkelen dat een derde weg biedt die de liberale theorie wil bekritiseren zonder daarom een radicale anti-liberale visie te omarmen. Ik zal dit alternatief ont Organisaties: • OE Centr. Ethiek, Soc. & Pol. Filosofie
Onderzoekers: • Antoon Braeckman • Wim Weymans
Een nieuwe kijk op het recht van bezetting. KU Leuven Abstract: De regels die de situaties van bezetting reguleren dateren van het begin van de 20ste eeuw. De hedendaagse situaties van bezetting lijken echter in tegenstrijd te zijn met de fundamenten zelf van het bezettingsrecht. Ik denk o.a. aan de bezetting van de Palestijnse Gebieden die reeds sinds 1967 bezet zijn en die dus moeilijk beschouwd kan worden als een situatie van korte duur; of de bezetting van Irak in 2003-2004 die vaak omschreven wordt als een tranformative occupation. Beide situaties zijn moeilijk verenigbaar met de verplichting om de status quo ante te behouden. De status quo ante behouden in bezettingen die op lange termijn plaatsvinden is problematisch in die zin dat het niet in acht nemen van problemen die na verloop van tijd onstaan en dus de nodige veranderingen nietdoorvoeren uiteindelijk zal leiden tot politieke en economische onontwikkeling van het bezette gebied en diens bevolking. Wat transformative occupation betreft gaat het om een bezetting waarvan het doel juist Organisaties: • Instituut voor Internationaal Recht
Onderzoekers: • Jan Wouters • Hanne Cuyckens
Een nieuwe meettechniek gekoppeld aan een nieuwe modelbenadering voor de bepaling van de effectieve valsnelheid van een flocculerend sediment in estuaria. Universiteit Antwerpen Abstract: (1) De voornaamste doelstelling van dit onderzoeksvoorstel is de ontwikkeling van een nieuw en betrouwbaar systeem voor het opmeten in-situ en in real-time van de beweging van zwevende partikels tegelijkertijd met de meting van de turbulentie en van de grootte en de valsnelheid van de partikels. Dit moet toelaten om voornoemde tekortkomingen van de gangbare technieken te boven te komen. (2) Het toepassen van de nieuw ontwikkelde techniek en het bestuderen van de interactie tussen de valsnelheid van de partikels en de turbulentie op mesoschaal in het laboratorium en op macroschaal in de Schelde. (3) Tenslotte wil dit onderzoeksproject de kloof dichten tussen de veldwaarnemingen enerzijds en de simulatie en de voorspelling van de flocculatie aan de hand van wiskundige modellen anderzijds. Dit houdt in dat er een terugkoppeling plaats vindt van het model naar de interpretatie van de metingen uitgevoerd met de nieuwe techniek. Zodoende zal de complementaire en multidisciplinaire aard van dit onderzoeksvoorstel leiden tot een karakterisering van het verband tussen de waterstroming enerzijds en de interactie tussen vlokken en turbulentie anderzijds, en tot de ontwikkeling van een geïntegreerd sedimenttransportmodel dat met de realiteit overeenstemt en toepasbaar zal zijn in beheersbeslissingen. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire
Een nieuwe meettechniek gekoppeld aan een nieuwe modelbenadering voor de bepaling van de effectieve valsnelheid van een flocculerend sediment in estuaria.+ bijkomende financiering Vlaamse Overheid (zie opm) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Onderhavig onderzoeksvoorstel steunt op het samenkomen en de wisselwerking tussen de deskundigheden van verschillende onderzoeksteams op het gebied van hydraulica, zowel wat betreft veldwaarneming, als experimenteel onderzoek en modelstudies. De promotors van deze studie hebben elk een jarenlange ervaring met hydrologisch en sedimentologisch onderzoek van het estuariene milieu. Enkele recente studies omvatten ondermeer identificatie van de aard en de structuur van bodemsedimenten, bepaling van het fluvio-marien evenwicht zowel in suspensie als in de bodem, studie van de zwevende stof en het flocculatieproces, maandelijkse monitoring van de sedimentlading tussen de BelgischNederlandse grens en Gent sedert 2002 (Chen, 2003; Chen & Wartel, 2005; Wartel et al., 2000; Wartel et al., 2004). Daarenboven hebben zij zeer veel ervaring met de ontwikkeling van recent verbeterde modelbeschrijvingen van fijn sedimenttransport toepasbaar op ingenieursmodellen voor grootschalige studies van sedimenttransport (bijv. Berlamont et al., 1993; Toorman, 1996, 2001, 2002, 2003; Toorman et al., 2002). Deze studies tonen aan dat om een duidelijk en volledig beeld te krijgen van de sedimentdynamica er een vernieuwend en diepgaand in-situ onderzoek van het flocculatieproces en van de vlokvalsnelheden, gekoppeld aan een modelmatige benadering, noodzakelijk is en dit ondanks de inspanningen van verschillende onderzoeksgroepen tijdens het laatste decennium. Organisaties: • Hydrologie en Waterbouwkunde • Medische Beeldvorming en Fysische Wetenschappen
Onderzoekers: • PIERRE VAN DEN WINKEL • FLORIMOND DE SMEDT
Een nieuwe methode om het Vud quark-mengingselement te bepalen. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Kern- en Stralingsfysica
Onderzoekers: • Natalis Severijns • Gerda Neyens • Mark Bissell
Een nieuwe methode voor de bepaling van regionale myocardiale functie en energetica KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Cardiologie
Onderzoekers: • Filip Rega • Olivier Gheysens • Jens-Uwe Voigt • Jürgen Duchenne
Een nieuwe niet-radiologische methode om aspiratierisico ten gevolge van dysfagie te voorspellen: toepassing en klinische impact bij kinderen met cerebrale parese. KU Leuven Abstract: Slikproblemen komen vaak voor bij kinderen met neurologische aandoeningen, zoals cerebrale parese (CP). Een belangrijke complicatie is aspiratie, waarbij voeding in de luchtweg terecht komt. Bij een deel van de patiënten gaat dit niet gepaard met merkbaar verslikken of hoesten, dan spreekt men van stille aspiratie. Aspiratie kan herhaalde respiratoire infecties en op termijn schade aan de longen tot gevolg heben. De standaardmethode om de slikfunctie en eventuele aspiratie te onderzoeken is een videofluoroscopisch slikonderzoek. De nadelen van deze methode zijn stralingsblootstelling en de kwalitatieve aard van de resultaten. Recent is eenanalyseprocedure ontwikkeld om de slikfunctie objectief en kwantitatiefte evalueren op basis van manometrie-impedantiemeting. Door middel van deze analyse kan een Slik Risico Index worden afgeleid die bij volwassenpatiënten een zeer goede overeenkomst vertoonde met aspiratie zoals beoordeeld op gelijktijdige videofluoroscopie. Deze methode zou voordel Organisaties: • Experimentele Oto-rino-laryngologie
Onderzoekers: • Jan Tack • Nathalie Rommel • Margot Selleslagh
Een nieuw enkelvoudig plasmide reverse genetics systeem voor de ontwikkeling van DNA-gebaseerde levend afgezwakte vaccins tegen min strengige RNA virussen, waaronder mazelen en rabies KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Laboratorium Virologie en Chemotherapie
Onderzoekers: • Johan Neyts • Kai Henrik Dallmeier • Robbert Boudewijns
Een nieuwe orde, een nieuwe man. Mannelijkheid en Nieuwe Orde in België, ca. 1930-1945. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project wordt nagegaan wat in België de invloed was van Nieuwe Orde-ideeën op het beeld van de ideale man (ca. 1930-1945). Door een onderzoek van de constructie, receptie en politieke instrumentalisering van manbeelden in (1) de jeugdbeweging, (2) de beeldende kunsten en (3) de nieuwe 'lichaamscultuur' wordt een dieper inzicht bereikt in de relatie tussen gender en politiek in de twintigste eeuw. Organisaties: • Power in History - Centrum voor Politieke Geschiedenis
Onderzoekers: • Henk de Smaele
Een nieuwe paradigma voor het bedieningsproces in wachtlijnsystemen, met toepassingen in computer- en communicatienetwerken Universiteit Gent Abstract: Het project onderzoekt een nieuwe klasse van wachtlijnmodellen waarbij het klassieke begrip ?bedieningstijd? vervangen wordt door twee nieuwe begrippen ?bedieningsvraag? en ?bedieningscapaciteit?. De bedieningsvraag geeft de hoeveelheid werk aan die een klant vereist, terwijl de bedieningscapaciteit de hoeveelheid werk voorstelt die in een tijdseenheid kan uitgevoerd worden. Organisaties: • Vakgroep Telecommunicatie en informatieverwerking
Onderzoekers: • Herwig Bruneel • Sabine Wittevrongel
Een nieuwe typologie van onbepaalde voornaamwoorden en bijwoorden. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Centrum voor grammatica, cognitie en typologie
Onderzoekers: • Johan Van der Auwera • Lauren Van Alsenoy
Een nieuwe typologie van onbepaalde voornaamwoorden en bijwoorden. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Centrum voor grammatica, cognitie en typologie
Onderzoekers: • Johan Van der Auwera • Lauren Van Alsenoy
Een nieuwe visie op multi-jet productie bij de Large Hadron Collider. Universiteit Antwerpen
Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Elementaire-Deeltjesfysica
Onderzoekers: • Pierre M S J Van Mechelen • Albert Knutsson
Een nieuwe XEL-microscoop voor synchrotrontoepassingen Universiteit Gent Abstract: Dit project heeft als doel een XEOL-microscoop te ontwikkelen, die gekoppeld kan worden aan een elektro- of milieu (environmental) chemische cel voor het gebruik aan synchrotroninfrastructuur. De microscoop zal in-situ, tijdsgeresolveerde moleculaire beelden en spectra kunnen maken van oppervlakken die blootgesteld worden aan een brede waaier van omgevingen. De laterale resolutie zal variëren van 1 tot 50 ?m. Organisaties: • Vakgroep Analytische chemie
Onderzoekers: • Annemie Adriaens
Een nieuw leven voor oude verbindingen: toepassing van de transannulaire omleggingsreactie van geactiveerde lactamsystemen op diazepinederivaten. KU Leuven Abstract: Diazepine derivatives are well known privileged scaffolds in medicinal chemistry, and a lot of research has been devoted to their synthesis andbiological evaluation. In previous work in our group, we made the serendipitous finding that diazepinedione systems can undergo a rearrangementreaction, giving rise to completely new molecules with potentially interesting biological activities. By performing a rearrangement reaction onthe compounds, we can potentially switch the biological activity of these systems and revive the interest in these systems, this time as precursors for novel molecules. In the current project, we will further optimise the discovered cascade reaction and apply its chemistry to the synthesis of a diversified library of bioactive derivatives. During the courseof the work we will try to adhere to the principles of sustainable chemistry (e.g. perform solvent-free reactions) and look for the implementation of novel microfluidic and flow techniques for the optimisation of Organisaties: • Afdeling Moleculair Design en Synthese
Onderzoekers: • Wim De Borggraeve • Johannes Vrijdag
Een nieuw literatuuronderwijs voor een nieuwe leescultuur. Onderzoek naar een ontwikkeling van handelingsoriëntaties ter verbetering van de lerarenopleiding en het literatuuronderwijs Hogeschool Gent Abstract: Twee doelstellingen van het literatuuronderwijs in het middelbaar onderwijs zijn interesse wekken voor literatuur en leesplezier realiseren. Deze doelstellingen worden niet altijd gehaald. Het ‘falen’ van het literatuuronderwijs heeft ook implicaties voor de interesse in en de kennis van literatuur bij studenten in de lerarenopleidingen en bij vakmentoren. Immers, als toekomstige leerkrachten zelf nauwelijks kennis hebben over literatuur wordt kwaliteitsvol literatuuronderwijs onmogelijk. Binnen de vakgroep onderwijskunde en in het kader van de vakdidactieken moderne talen is de laatste tien jaar via een aantal projecten en doctoraten onderzoek gedaan naar literaire socialisatie in het algemeen en literatuuronderwijs in het bijzonder. Het project beoogt: *het vertalen van theoretische inzichten naar de onderwijspraktijk. Hiermee doorbreken we een negatieve trend waarbij theoretische kennis en onderzoek naar onderwijsvernieuwingen steeds meer binnen de muren van de universiteiten blijft. *de ontlezing niet te benaderen vanuit externe factoren (o.a. door het ‘demoniseren’ van de jeugd en de nieuwe media), maar wel via het exploreren van de huidige cultuur van het lezen. Inzicht in de drastische veranderingen van lezers en leespraktijken kan onze leraren(in-opleiding) immers de nodige handreikingen bieden om hun literatuuronderwijs vorm te geven. Organisaties: • Departement Lerarenopleiding Ledeganck • Vakgroep Talen en Onderwijs
Onderzoekers:
Een nieuw muismodel voor alzheimer dementie : diffuse N-getrunceerde amyloïd ß42 pathologie. Universiteit Antwerpen Abstract: Neurodegeneratieve hersenziekten zoals bijvoorbeeld Alzheimer dementie (AD) en de ziekte van Parkinson (PD), komen voornamelijk sporadisch voor terwijl familiale gevallen eerder zeldzaam zijn. De betrokken genetische factoren zijn bijvoorbeeld de APP- en presenilinegenen in AD en het a-synucleine en het parkin gen in PD. Mutaties in deze genen zullen zowel in vitro, met behulp van celcultuurexperimenten, als in vivo ,met behulp van transgene muismodellen, geanalyseerd worden. Op deze manier wordt getracht een inzicht te bekomen in de pathogene mechanismen die aan de basis liggen van zowel de genetische als de sporadische vormen van deze aandoeningen. Organisaties: • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Christine Van Broeckhoven • Samir Kumar-Singh • Bianca Van Broeck
Een nieuw muismodel voor alzheimer dementie : diffuse N-getrunceerde amyloïd ß42 pathologie. Universiteit Antwerpen Abstract: Neurodegeneratieve hersenziekten zoals bijvoorbeeld Alzheimer dementie (AD) en de ziekte van Parkinson (PD), komen voornamelijk sporadisch voor terwijl familiale gevallen eerder zeldzaam zijn. De betrokken genetische factoren zijn bijvoorbeeld de APP- en presenilinegenen in AD en het a-synucleine en het parkin gen in PD. Mutaties in deze genen zullen zowel in vitro, met behulp van celcultuurexperimenten, als in vivo ,met behulp van transgene muismodellen, geanalyseerd worden. Op deze manier wordt getracht een inzicht te bekomen in de pathogene mechanismen die aan de basis liggen van zowel de genetische als de sporadische vormen van deze aandoeningen. Organisaties: • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Christine Van Broeckhoven • Samir Kumar-Singh
• Bianca Van Broeck
Een nieuw muismodel voor alzheimer dementie : diffuse N-getrunceerde amyloïd ß42 pathologie. Universiteit Antwerpen Abstract: Neurodegeneratieve hersenziekten zoals bijvoorbeeld Alzheimer dementie (AD) en de ziekte van Parkinson (PD), komen voornamelijk sporadisch voor terwijl familiale gevallen eerder zeldzaam zijn. De betrokken genetische factoren zijn bijvoorbeeld de APP- en presenilinegenen in AD en het a-synucleine en het parkin gen in PD. Mutaties in deze genen zullen zowel in vitro, met behulp van celcultuurexperimenten, als in vivo ,met behulp van transgene muismodellen, geanalyseerd worden. Op deze manier wordt getracht een inzicht te bekomen in de pathogene mechanismen die aan de basis liggen van zowel de genetische als de sporadische vormen van deze aandoeningen. Organisaties: • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Christine Van Broeckhoven • Samir Kumar-Singh • Bianca Van Broeck
Een nieuw paradigma voor druggebruik en het bepalen van gezondheidsrisico's: metingen via rioolwater-epidemiologie op het niveau van de gemeenschap (SEWPROF). Universiteit Antwerpen Abstract: SEWPROF aims to develop interdisciplinary and cross-sectoral research capability for the next generation of scientists working in the newly-emerging fileld of sewage epidemiology. It will provide an integrated approach towards public health monitoring at a community level based on innovative sewage epidemiology techniques. Organisaties: • Toxicologie
Onderzoekers: • Guido Van Hal • Adrian Covaci • Alexander van Nuijs
Een nieuw paradigma voor het bedieningsproces in wachtlijnsystemen, met toepassingen in computer- en communicatienetwerken. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Modeleren van Systemen en Internet Communicatie (MOSAIC)
Onderzoekers: • Benny Van Houdt
Een nieuw principe van een golfenergieconverter Universiteit Gent Abstract: Verdere invulling geven aan de openstaande vragen in de octrooiaanvraag, realisatie van proof-of-concept, voorbereidend traject naar valorisatie. Organisaties: • Vakgroep Toegepaste Materiaalwetenschappen
Onderzoekers: • Joris Degrieck • Wim Van Paepegem • Jeroen De Maeyer
Een nieuw type van kostenefficiënte proefopzetten voor product- en procesinnovatie. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Engineering Management
Onderzoekers: • Heidi Arnouts • Peter Goos
Een nieuw verband tussen ijzer- en vitamine C-metabolisme: de rol van cytochromen b561. Universiteit Antwerpen Abstract: Vitamine C (ascorbaat) speelt een essentiële rol in talrijke fysiologische processen in dieren en planten. In het voorgestelde project wordt de rol van een recent beschreven klasse van een wijdverspreide groep van membraaneiwitten, cytochromen b561, in ascorbaat- en ijzermetabolisme bestudeerd. Arabidopsis thaliana zal worden gebruikt als modelorganisme. De resultaten zullen bijdragen tot het begrijpen van vitamine C en ijzermetabolisme in planten en dieren. Organisaties: • Moleculaire Plantenfysiologie en Biotechnologie
Onderzoekers: • Han Asard
Een numerieke evaluatie van het verband tussen de aerodynamica en de akoestiek van vleermuis morfologie. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Engineering Management
Onderzoekers: • Herbert Peremans
Een object-geöriënteerde shared-memory omgeving voor herconfigureerbare hardware Universiteit Gent Abstract: Momenteel wordt veel onderzoek gedaan naar systemen die zowel een klassieke instructieset-processor (ISP) als herconfigureerbare hardware (bv. FPGA) bevatten. Hierbij richt men zich vooral op systemen waarbij berichten worden uitgewisseld tussen de ISP en de FPGA. In dit onderzoek willen we nagaan hoe de communicatie tussen ISP en FPGA via een gedeeld geheugen kan gebeuren. Organisaties: • Vakgroep Elektronica en informatiesystemen
Onderzoekers: • Dirk Stroobandt
Een oncogenomics-gebaseerde in vivo screen om melanoma progressie en drivers in metastase te identificeren KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Labo voor Moleculaire Kankerbiologie
Onderzoekers: • Diether Lambrechts • Jean-Christophe Marine • Michael Olvedy
Een oncologisch centrum aan de University of Health Sciences in Phnom Penh : een uitdaging voor het uitbreiden van onderwijs- en onderzoeksfaciliteiten Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Heelkunde
Onderzoekers: • Piet Pattyn
Een onderzoek naar aspecten van de vroeg-christelijke antropologie in relatie met heidense filosofische theorieën over lichaam en ziel KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE De Wulf-Mansioncentrum
Onderzoekers: • Gerd Van Riel • Caroline Macé • Thomas Wauters
Een onderzoek naar de aard en noodzaak van een juridische grens tussen luchtruim en ruimte. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Instituut voor Internationaal Recht
Onderzoekers: • Jan Wouters • Rik Hansen
Een onderzoek naar de bijdrage van de evolutionair cognitieve neurowetenschappen tot het wijsgerig-antropologisch debat over de noties zelf en zelfbewustzijn Universiteit Gent Abstract: Enerzijds wordt nagegaan indien een evolutionaire invalshoek enige verdienste heeft voor cognitief neurowetenschappelijk onderzoek. Anderzijds wordt een evolutionair metatheoretisch kader toegepast op de noties zelf en zelfbewustzijn. Adaptieve hypotheses over zelfbewustzijn worden geformuleerd, geanalyseerd en gekoppeld aan neurowetenschappelijk onderzoek. Een aantal hypotheses worden getest aan de hand van experimenteel (o.a. fMRI) onderzoek naar introspectie, empathie, 'mind-reading' en simulatie. Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Onderzoekers: • Walter Verraes • Johan Braeckman
Een onderzoek naar de cross-culturele verschillen in het adoptieproces van elektrische auto's Universiteit Antwerpen Abstract: In mijn doctoraat testte ik een model voor de adoptie van elektrische auto's in Vlaanderen. Dit voorstel breidt dit uit in een internationale context: 1.Empirisch testen van dit adoptiemodel in verschillende Europese landen 2.Empirisch testen van een alternatief model, gebaseerd op ethische determinanten, in verschillende Europese landen 3.Verklaren van de verschillen tussen deze landen, gebaseerd op culturele raamwerken. Organisaties: • Productontwikkeling
Onderzoekers: • Ingrid Moons
Een onderzoek naar de determinanten van de Belgische fiscale Politiek.(1830-ca 1970) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Door dit project wensen de promotoren inzicht te verwerven in de manier waarop de Belgische fiscale politiek tot stand gekomen is in de periode 1830 tot ca 1970. Ze willen de krachtlijnen van het fiscaal beleid blootleggen an nagaan welke maatschappelijke krachten daartoe hebben bijgedragen.
Organisaties: • Centrum voor Hedendaagse Sociale Geschiedenis • Geschiedenis
Onderzoekers: • JUUL HANNES • GUY VANTHEMSCHE
Een onderzoek naar de integratie van landschap in ruimtelijk ontwerp in Vlaanderen Hogeschool Gent Abstract: Sinds het begin van de twintigste eeuw is landschap in Europa een aandachtspunt geworden bij de planning van de ruimte. De afgelopen jaren kwam de landschapszorg ook in Vlaanderen in een stroomversnelling terecht. Naast een aantal wetgevende initiatieven zijn ook een aantal wetenschappelijk onderbouwde documenten ontwikkeld om landschap te integreren in de ruimtelijke planning. Ze moeten ondersteuning bieden voor een professioneel en gefundeerd oordeel over het landschap in al haar aspecten. Uiteenlopende beleidsdomeinen integreren elk vanuit hun specifieke discipline het landschap in de ruimtelijke planning. Landschap lijkt meer en meer te worden gebruikt als een soort van gemeenschappelijk argument dat moet verantwoorden dat de aangereikte plan- of ontwerpoplossing de goede is. Desondanks wordt in Vlaanderen een beperkte doorwerking van landschapszorg in de ruimtelijke planning vastgesteld. Het onderzoek gaat er van uit dat het ruimtelijk ontwerp binnen de ruimtelijke planning een specifieke plaats inneemt. De ontwerper is vaak bij uitstek diegene die het dichtst staat bij de uitvoering van een plan. In feite zijn zij vaak diegenen die op het einde van de (plannings)rit bepalen of de zorg voor het landschap daadwerkelijk wordt weerspiegeld in de inrichting van de ruimte. Hun deskundigheid en praktijkervaring kan een belangrijke informatie- en/of inspiratiebron vormen voor de doorwerking van landschapszorg in de ruimtelijke planning en als model dienen voor een zogenaamde ‘landschappelijke aanpak’. In een eerste luik van het onderzoek wordt landschapsarchitectuur gesitueerd binnen het werkveld van de ruimtelijke planning, maar ook ten opzichte van andere beleidsdomeinen. In het tweede luik van het onderzoek ligt de nadruk op de manier waarop ontwerpers (en hun bureaus, administraties, ...) algemene ruimtelijke visies (meestal opgesteld door planologen en stedenbouwkundigen) vertalen in concrete ontwerpen. Aandachtspunt is de manier waarop landschap wordt geïntegreerd in het ruimtelijk ontwerp. Beide onderzoeksluiken gaan uit van de deskundigheid en ervaring van beleidsmakers en/of praktiserende ontwerpers door middel van halfgestructureerde diepte-interviews. Bij de selectie van de te onderzoeken projecten in het tweede luik wordt uitgegaan van de onderzoeksresultaten en de criteria uit het eerste luik van het onderzoek. De resultaten uit de diepte-interviews worden verwerkt aan de hand van een softwarepakket voor kwalitatieve data-analyse. Dit moet resulteren in een toetsingskader voor de integratie van landschap in het ruimtelijk ontwerp, dat wordt teruggekoppeld naar experts uit het werkveld en academici. Op basis hiervan worden tenslotte aanbevelingen en conclusies geformuleerd met betrekking tot de integratie van landschap in ruimtelijk ontwerp in Vlaanderen. Organisaties: • Departement Biowetenschappen en Landschapsarchitectuur • Vakgroep Plantaardige Productie • Vakgroep Ontwerpen en landschapsplanning
Onderzoekers: • Sylvie Van Damme • Geert Baert
Een onderzoek naar de invloed van Follikel Stimulerend Hormoon (FSH) en Insulin-like Growth Factor-I (IGF-I) op de folliculaire dynamiek van pre-antrale boviene ovariële follikels met behulp van transvaginale echo-geleide biopsies. Universiteit Antwerpen Abstract: Het voorliggend onderzoeksproject bij het rund heeft 3 grote doelstellingen: 1) Om een studie van de initiatie van de follikulaire groei in vivo mogelijk te maken, zal in eerste instantie een nieuwe techniek op punt gesteld worden met de bedoeling bij hetzelfde donordier herhaalde biopten van de ovariële cortex te nemen. Histologisch onderzoek van deze biopten moet ons toelaten na te gaan of er, binnen hetzelfde donordier in functie van de tijd (cyclus) een evolutie zit in de proporties van de verschillende stadia vroege follikels. Er zal gepoogd worden de biopten te nemen via een echo-geleide transvaginale punktie, een techniek die, volgens ons bekend is, nog nooit eerder is toegepast. De koe is daarbij het ideale model vanwege de mogelijke transvaginale route, die een laparoscopie overbodig maakt. 2) Ten tweede zal via histologisch onderzoek van de biopten (zie hoger) van ovaria van behandelde donoren worden bekeken in welke mate de toediening van FSH (bolus injectie of chronisch lage dosis) een invloed heeft op de proporties van de verschillende vroegste folliculaire stadia op de ovaria. 3) Finaal zal worden nagegaan of het toedienen van een intra-ovariële injectie met IGF-I in combinatie met een lage dosis FSH een gunstige invloed heeft op de initiatie van de folliculaire dynamiek. Hiertoe zullen ovariële biopten (zie hoger) van donoren die volgens dit protocol zijn behandeld histologisch worden onderzocht. Na het verwerken van de waarnemingen moeten we in staat zijn te beoordelen of de ovariële biopten ons een reproduceerbaar beeld geven van de folliculaire toestand op het ovarium en of er evoluties zijn binnen eenzelfde en tussen de verschillende donoren, in functie van de cycliciteit. De behandeling met FSH moet ons toelaten de folliculaire ontwikkelingsfase te identificeren waarop FSH zijn stimulerende activiteit op de initiatie van de folliculaire groei uitoefent én of een gelijktijdige injectie met IGF-I leidt tot een bijkomende proliferatie van de populatie van actieve follikels en de ingesloten granulosacellen. Organisaties: • Veterinaire fysiologie en biochemie
Onderzoekers: • Peter Bols
Een onderzoek naar de modulerende invloed van de dopaminerge middenhersenen op cognitieve controle en motivatie bij menselijk gedrag Universiteit Gent Abstract: Het onderhavige project onderzoekt de complexe rol van het dopaminerge systeem in cognitieve controle en motivatie. Wij zullen beloning-gemoduleerde taken aanwenden en zullen verschillende neuroimaging technieken combineren (functional magnetic resonance imaging en electroencephalography) om de interactie tussen corticale en subcortical hersenengebieden tijdens de gedragsmodulaties en aanpassingen in menselijke deelnemers te onderzoeken. Organisaties:
• Vakgroep Experimentele psychologie
Onderzoekers: • Carsten Böhler
Een onderzoek naar de mogelijkheden van ultrasoon-geleide transvaginale follikelpunctie en eicelaspiratie bij prepuberale kalveren en kleine herkauwers. Universiteit Antwerpen Abstract: Een onderzoek naar de mogelijkheden van ultrasoon-geleide transvaginale follikelpunctie en eicelaspiratie bij prepuberale kalveren en kleine herkauwers. Organisaties: • FYSIOLOGIE VAN DE HUISDIEREN • Veterinaire fysiologie en biochemie
Onderzoekers: • Peter Bols
Een onderzoek naar de relatie tussen organisationeel burgerschapsgedrag en de combinatie van werk en familieleven Vrije Universiteit Brussel Abstract: During the past 20 years, research on the effects of organizational citizenship behavior (i.e., those behaviors that go beyond an employee's job description, such as helping a colleague) focused on the positive outcomes for the organization and the employee performing OCB. Only recently voices were raised to examine the potential downsides of OCB outside the work domain. The few studies examining the effect of OCB on the work-family interface (i.e., the interference of one's work role with the family role) reported beneficial as well as detrimental effects. In this project, we advance a theoretical model that explains the underlying mechanisms between OCB and interface between work and family life. The recent differentiation between proactive OCB (performed out of self-interest) and reactive OCB (performed to meet the needs of others) plays a key role in this model. Our basic assumption is that proactive OCB has a positive influence on the work-family interface, whereas the influence of reactive OCB depends on whether the OCB performer feels obliged to perform OCB or not. In particular, we examine: (1) how proactive/reactive OCB and the work-family interface mutually influence each other, (2) how the work-family interface mediates the effect of proactive/reactive OCB on employees' personal and their partners' well-being, and (3) how the interference of the family role with one's work role (i.e., family-work interface) influences the performance of proactive/reactive OCB. Organisaties: • Experimentele en Toegepaste Psychologie
Onderzoekers: • Sara DE GIETER
Een onderzoek naar de verschuivingen en ontwikkelingen in de beeldvorming en het identitaire discours van de Belgische arbeidersbeweging tegenover immigranten en hun nakomelingen Vrije Universiteit Brussel Abstract: 'Belgen' en 'anderen' in een zoektocht naar solidariteit. De houding van de Belgische vakbonden t.a.v. de migrantenproblematiek in de jaren '90. Dit onderzoek biedt een analyse van de dilemma's die het discours en de houding van de christelijke en socialistische vakbonden ten aanzien van migratie en racisme kenmerken. Vakbonden zijn niet alleen socio-economische en politieke drukkingsgroepen maar ook organisaties met een eigen collectieve identiteit en eigen waarden. Deze worden niet alleen bepaald door hun klassebegrip en politieke en ideologische stellingnames maar evenzeer door hun conceptie van nationale en regionale identiteit. De aanwezigheid van laaggeschoolde migranten vormde een uitdaging voor de veronderstelde eenheid van de arbeidersklasse en de dominante ideeën over identiteit en solidariteit. Aan de hand van een kwalitatieve analyse van het officiële discours van de christelijke en socialistische vakbonden in Vlaanderen enerzijds en diepte-interviews met enkele van zijn officiële vertegenwoordigers anderzijds wordt getracht de basisconcepten die hun houding t.a.v. de migrantenproblematiek en racisme bepalen te identificeren en te begrijpen. (contact: Anja Detant) Organisaties: • Centrum voor de Interdisciplinaire Studie van Brussel • Geschiedenis
Onderzoekers: • ELS WITTE • ANJA DETANT
Een onderzoek naar gefailleerde herstarters in Vlaanderen Hogeschool Gent Abstract: Dit Projectmatig Wetenschappelijk Onderzoeksproject, met als titel ’Een onderzoek naar gefailleerde herstarters in Vlaanderen’, heeft als doel de beeldvorming in Vlaanderen rond gefailleerden weer te geven en de thematiek van herstarters in kaart te brengen. Er verstrijkt geen week zonder dat we geconfronteerd worden met faillissementen en de negatieve gevolgen ervan, onder andere voor de werkgelegenheid. Maar ook voor de ondernemers zelf heeft een faillissement heel wat implicaties op persoonlijk en materieel vlak. Aan de andere kant tracht de overheid ondernemen zo veel mogelijk te stimuleren via allerhande manieren. Want zonder ondernemers zou het waarschijnlijk al helemaal slecht gesteld zijn met onze economie. Maar als een ondernemer faalt, dan is er weinig of geen ondersteuning. Vindt de publieke opinie in België dat falen een persoonlijke mislukking betekent? Wordt de gefailleerde ondernemer aanzien als een sjoemelaar? Verdient de gefailleerde een tweede kans? Het antwoord op deze laatste vraag varieert aanzienlijk van land tot land. In de Verenigde Staten bijvoorbeeld wordt falen aanzien als een mogelijkheid om een meer succesvolle ondernemer te worden. In veel Europese landen bestaat er echter een stigma op falen. Dit stigma kan een belangrijke factor zijn om niet te starten als ondernemer. De Europese Commissie is zich ook reeds langer bewust van dit heersende stigma op falen en de mogelijke gevolgen ervan en vraagt de EU-lidstaten om aandacht te hebben voor een beleid van tweede kans. Want uit onderzoek blijkt dat een gefailleerde ondernemer meestal zijn ondernemingsgeest niet kwijt is. Integendeel, onderzoek geeft weer dat de mogelijkheid bestaat dat uit dit falen een ondernemer unieke kennis kan verwerven om een meer succesvolle onderneming op te richten. De Europese Commissie heeft zelfs een website ontwikkeld rond de thematiek van gefailleerde herstarters. Maar hoe zit het eigenlijk juist met gefailleerde herstarters in Vlaanderen? Voelen zij zich gestigmatiseerd door het eerdere faillissement? Hebben zij geleerd uit hun “falen”? Met welke problemen werden zij geconfronteerd bij een herstart? Organisaties: • Departement Bedrijfskunde Aalst • Departement Handelswetenschappen en Bestuurskunde • Vakgroep Talen • Vakgroep Toegepaste Economie • Vakgroep Algemene Economie
Onderzoekers: • Ruth DeVreese • Ann-Sophie Bouckaert • Linda Verbist
Een onderzoek naar gefailleerde herstarters in Vlaanderen, spoor 2 Hogeschool Gent Abstract: Dit PWO-vervolgproject is een vervolg op het PWO-basisproject ‘Een onderzoek naar gefailleerde herstarters in Vlaanderen’. Tijdens de uitvoering van het PWO-basisproject werd het duidelijk dat de maatschappelijke relevantie van dit thema zeer groot en actueel is. De algemene bedoeling van het PWO-vervolgproject is dan ook de verdere ontwikkeling van een meer uitgebreide onderzoekslijn rond tweedekansondernemerschap, waarbij ook aansluiting gezocht wordt bij internationaal onderzoek op dit vlak. Binnen deze onderzoekslijn willen we in de eerste plaats een antwoord formuleren op volgende onderzoeksvragen: (1)Welke zijn de motivaties en beweegredenen voor herstarters in Vlaanderen om na een faillissement opnieuw te ondernemen; (2)Welke zijn de hinderpalen en knelpunten die herstarters in Vlaanderen ondervinden door het eerdere faillissement; (3)Wat hebben herstarters geleerd uit hun faillissement dat ze kunnen toepassen bij hun nieuwe zaak; (4)Hebben herstarters een stigma ervaren na hun faillissement; (5)Ondervinden herstarters andere problemen dan ondernemers zonder faillissement; (6)Zijn de algemene bevindingen uit het PWO-onderzoek geldig op Europees niveau. Met het vervolgproject zullen de gevonden resultaten uit de interviews met de herstarters (basisproject) getoetst worden bij alle herstarters (faillissement vanaf 1995) in Vlaanderen. Daarnaast wordt er een controle uitgevoerd van de bevindingen bij een gelijkaardige groep ondernemers zonder faillissement. Het is de bedoeling problemen en knelpunten te identificeren specifiek bij herstarters en dit te kunnen vergelijken met problemen en knelpunten bij ondernemers in het algemeen. Als tweede doelstelling wordt de uitbouw van een Europees netwerk rond deze onderzoekslijn vooropgesteld. De realisatie van een boek op basis van de interviews met de herstarters wordt vooropgesteld en in mei 2012 wordt er opnieuw een symposium rond dit thema georganiseerd. De resultaten uit het onderzoek zullen teruggekoppeld worden naar vertegenwoordigers van belangengroepen en met de opleiding. Organisaties: • Departement Bedrijfskunde Aalst • Departement Handelswetenschappen en Bestuurskunde • Vakgroep Talen • Vakgroep Toegepaste Economie • Vakgroep Algemene Economie
Onderzoekers: • Ruth DeVreese • Sabine Moenssens • Ann-Sophie Bouckaert • Els Van Speybroeck
Een onderzoek naar het belang van winkelpaden voor marketing informatie systemen Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoeksprojecy heeft als doel de beweging van klanten in een winkelinrichting te bestuderen (bvb. Shopping-centra). Pad-data bevat waardevolle informatie voor markonderzoekers omdat deze weergeven hoe consumenten interageren met hun omgeving. Het doel van dit project is om methodes te ontwikkelen voor descriptieve en meer geavanceerde analysemes teneinde relevante inzichten te genereren voor het management. Organisaties: • Vakgroep Marketing
Onderzoekers: • Dirk Van den Poel
Een onderzoek naar het effect van visuele communicatiestrategieën op de ouderlijke sensitiviteit bij dove kinderen tussen 18 en 20 maanden. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit onderzoek gaat na of het leren gebruiken van de visuele communicatiestrategieën, kenmerkend bij dove ouders, leidt tot een meer sensitieve interactiestijl bij horende ouders van jonge kinderen met een auditieve handicap. De opvoeding van kinderen met een auditieve handicap wordt geconfronteerd met twee hardnekkige problemen. Binnen de poulatie van dove kinderen en volwassenen is de prevalentie van gedragsproblemen en psychopatologie drie tot vijf mal hoger dan in de normaalhorende populatie. Als tweede hardnekkig probleem geldt dat de meerderheid van dove personen, zowel de geschreven als gesproken taal slechts in beperkte mate verwerven. De problematische ouderkindinteractie tussen horende ouders en dove kinderen op jonge leeftijd wordt aangeduid als één van de belangrijkste oorzakelijke factoren. In tegenstelling toto dove ouders, wordt het interactiegedrag van horende ouders gekenmerkt door een gebrek aan sensitiviteit en een hoge mate van controle met negatieve gevolgen voor de sociaal-emotionele ontwikkeling en taalaanwerving van het kind. Dove ouders daarentegen ontwikkelen een vlotte communicatie door specifieke communicatiestrategieën aan horende ouders met als doel het voorkomen en doorbreken van een insensitieve en controlerende interactie, is onderwerp van dit onderzoek. Organisaties: • Pedagogiek en Orthopedagogiek
Onderzoekers: • FRANK DE FEVER
Een onderzoek naar het ruimtelijk sturend potentieel van een geïntegreerd regionaal openbaar vervoersproject voor de Vlaamse Nevelstad & Een netwerk van verknoopte corridors als strategie voor de transformatie van mobiliteits- en verstedelijkingspatro KU Leuven Abstract: Het onderzoek streeft ernaar een antwoord te formuleren op de volgende twee complementaire vragen: 1° Is het mogelijk om een goed functionerend openbaar vervoersnetwerk te ontwikkelen binnen de sterk gefragmenteerde ruimtelijke structuur in Vlaanderen?2° Kan dergelijk netwerk een hefboom of een strategisch instrument zijn om ruimtelijke ontwikkelingen te sturen, en zo op lange termijn het territorium te herstructureren?Het doctoraatsonderzoek benadert deze twee vragen vanuit een specifieke invalshoek. Het concept voor een sturend hoogwaardig regionaal openbaar vervoersnetwerk wordt geanalyseerd vanuit een benadering als één systeem, waarbij de focus vooral gelegd wordt op de onderlinge interacties tussen mobiliteit, transportinfrastructuur en verstedelijkingspatronen. Dit impliceert een contextuele benadering: openbaar
vervoer bevindt zich zowel binnen een ruimtelijk-fysische context als binnen een institutionele en beleidsmatige context. Als gevolg van deze benadering wordt een antwoo Organisaties: • Departement Architectuur
Onderzoekers: • Michael Ryckewaert • Marcel Smets • Matthias Blondia
Een onderzoek naar mogelijke paracriene effecten van intra-ovarieel toegediend Follikel Stimulerend Hormoon (FSH) op de folliculaire dynamiek, al of niet in combinatie met een Gonadotropine Releasing Hormoon (GnRH) agonist. Universiteit Antwerpen Abstract: Een onderzoek naar mogelijke paracriene effecten van intra-ovarieel toegediend Follikel Stimulerend Hormoon (FSH) op de folliculaire dynamiek, al of niet in combinatie met een Gonadotropine Releasing Hormoon (GnRH) agonist. Organisaties: • FYSIOLOGIE VAN DE HUISDIEREN • Veterinaire fysiologie en biochemie
Onderzoekers: • Peter Bols
Een onderzoek naar Spinoza's kritieken op de morele en epistemologische aspiraties van natuurwetenschap Universiteit Gent Abstract: Het onderzoeksproject stelt zich tot doel uiteen te zetten waar de natuurwetenschap volgens Spinoza niet in staat is ons iets te vertellen over de totaliteit van de natuur, en bijgevolg onmogelijk in de positie verkeert uit haar bevindingen filosofische en morele conclusies te trekken. Spinoza was een vroege, geïnformeerde criticus van de morele en epistemologische aspiraties van de natuurwetenschap. Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Onderzoekers: • Eric Schliesser
Een onderzoeksinitiatief naar de isolatie en identificatie van biotensiden, geproduceerd uit recycleerbare oliën en vetten. Universiteit Antwerpen Abstract: Sophorolipiden (SL), gesynthetiseerd door micro-organismen met verschillende substraten, treden naar voor als biotensiden met een brede waaier van industriële toepassingen. Het is wenselijk een efficiënt en consistent analytisch platform te ontwikkelen voor de scheiding, de identificatie en kwantificering van de verschillende SL in het complex fermentatiemengsel d.m.v. LC-MSn. Specia-le aandacht wordt hierbij besteed aan de veranderingen van de SL-samenstelling en de verschil-lende toegevoegde lipofiele substraten. Organisaties: • Biomolecular & Analytical Mass Spectrometry (BAMS)
Onderzoekers: • Edgard Esmans
Een onderzoekskaart over de mobiliteit van de adel in de Oostenrijkse Nederlanden Universiteit Gent Abstract: De ?all-in-one? onderzoekskaart combineert de kennis over het historische landschap gebaseerd op een retrogressieve kaartanalyse met 18de-eeuwse geografische data over transport en mobiliteit uit kaarten en brieven van de cartograaf Joseph de Ferraris. Daarbij belicht ze nieuwe onderzoeksvragen over transport en mobiliteit van de adel in de Oostenrijkse Nederlanden en over afstand en nabijheid in hun sociale netwerken. Organisaties: • Vakgroep Geografie
Onderzoekers: • Philippe De Maeyer
Een ontogenisch varkensmodel als humaan surrogaat voor preklinische farmacokinetische en farmacodynamische geneesmiddelenstudies. Universiteit Gent Abstract: Pediatrisch geneesmiddelenonderzoek staat tot op vandaag in de kinderschoenen. De hoofdoorzaak hiervoor is het ontbreken van representatieve preklinische onderzoeksmethoden en diermodellen die de leeftijdsgebonden ontwikkeling van kinderen accuraat kan voorspellen. Omwille van de sterke anatomische en fysiologische gelijkenissen tussen de mens en het varken, zal de toepasbaarheid van het varken als surrogaat voor pediatrische geneesmiddelen studies onderzocht worden. Organisaties: • Vakgroep Farmacologie, Toxicologie en Biochemie
Onderzoekers: • Siska Croubels
Een ontwerpmethodologie voor actieve microgolfantennes met digitale bundelvorming Universiteit Gent Abstract: Dit project heeft tot doel een methodologie en een aantal innoverende architecturen te ontwikkelen die het ontwerp en de toepassingsmogelijkheden van actieve microgolfantennes voor mobiel gebruik ten goede komen. E methodologie en een aantal antennetypes zullen op hun performantie worden getest en gevalideerd. Er zal ook een specifieke teststrategie worden ontwikkeld en gevalideerd. Organisaties: • Vakgroep Informatietechnologie
Onderzoekers: • Jan Vandewege • Daniël De Zutter
Een ontwerpproces voor parallelle dataverwerking in embedded systemen. Universiteit Antwerpen Abstract: In het toepassingsdomein van embedded systemen is er nood aan ontwerptechnieken voor parallelle dataverwerking in FPGA's. In dit project zal, aan de hand van een case studie rond patroonherkenning, een ontwerpproces worden ontwikkeld met behulp van een high-level synthesis tool. Dit zal leiden tot nieuwe generieke inzichten in het ontwerpproces voor FPGA-code, alsook tot het efficiënter ontwikkelen van
algoritmes te gebruiken binnen experimenteel onderzoek in de deeltjesfysica. Organisaties: • Elementaire-Deeltjesfysica
Onderzoekers: • Paul De Meulenaere • Nick Van Remortel
Een ontwikkelingspsychologische studie van deductief, inductief en abductief redeneren: Werkgeheugen, executieve functies en oogbewegingen. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Labo voor Experimentele Psychologie
Onderzoekers: • Walter Schaeken
Een open intelligent revalidatie framework voor cliëntgerichte functionele therapie m.b.v. bewegingsdetectiesystemen. Universiteit Hasselt Abstract: Fysieke revalidatie is belangrijk voor personen met neurologische en musculoskeletale aandoeningen om terug beter te functioneren in de maatschappij en kan een grote bijdrage leveren aan de mate van zelfredzaamheid en bijgevolg de levenskwaliteit. Binnen fysieke revalidatie is de cliëntgerichte functionele benadering uitermate belangrijk omdat de patiënt betrokken wordt in het opstellen van doelen en de therapie individueel afgesteld is op de noden en activiteiten die de persoon zelf kiest. Uit voorgaand onderzoek en literatuur blijkt de meerwaarde van cliëntgerichte functionele therapie t.o.v. een standaard revalidatieprogramma (die zich vooral richt op standaard oefeningen) omdat het leidt tot een betere motivatie, een betere revalidatie uitkomst (met grotere zelfredzaamheid tot gevolg), waarbij sneller resultaat geboekt wordt en waardoor de residuele zorgvraag zal verminderen. Organisaties: • Revalidatiewetenschappen • Biomedisch Onderzoeks Instituut
Onderzoekers: • Annick TIMMERMANS
Een open-label, multicenter fase II uitbreiding van studie 28063 (ATAMS) voor het verkrijgen van de lange-termijn followup van gegevens bij patiënten met relapsing multiple sclerose behandeld met atacicept voor maximaal 5 jaar (ATAMSextensie) Universiteit Hasselt Abstract: Dit project kadert in een dienstverleningsopdracht tussen enerzijds het onderzoeksinstituut BIOMED (UHasselt) en anderzijds Merck Serono. BIOMED levert aan Merck Serono de onderzoeksresultaten naar 'Een open-label, multicenter fase II uitbreiding van studie 28063 (ATAMS) voor het verkrijgen van de lange-termijn follow-up van gegevens bij patiënten met relapsing multiple sclerose behandeld met atacicept voor maximaal 5 jaar (ATAMS-extensie)' onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Immunologie - Biochemie • Biomedisch Onderzoeks Instituut
Onderzoekers: • Robert MEDAER
Een oplossing voor de ruis- en stabiliteitsbeperkingen van optische vezels in precisie-spectroscopie: op weg naar betere prestaties voor de HERMES spectrograaf KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Departement Natuurkunde en Sterrenkunde
Onderzoekers: • Conny Aerts • Hans Van Winckel • Gert Raskin
Een op "negatieve" dendritische cellen gebaseerd vaccin voor de behandeling van multiple sclerose: een eerste multicentrische test op mensen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds IWT. UA levert aan IWT de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Nathalie Cools
Een optimale prothese beha ontwerpen Vrije Universiteit Brussel Abstract: Een optimale prothese beha ontwerpen Organisaties: • Lymfoedeem • Elektronica en Informatica • Mechanica van Materialen en Constructies • Micro-economie voor Profit en Non-Profit Sector • Heelkundige Specialiteiten
Onderzoekers: • PIERRE LIEVENS • HICHEM SAHLI • MARC JEGERS • JAN LAMOTE
• Sigrid ADRIAENSSENS
Een optioneel instrument voor de Europese Unie. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht toegekend door de Universiteit Antwerpen. De promotor levert de Universiteit Antwerpen de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd door de universiteit. Organisaties: • Onderneming en recht
Onderzoekers: • Gerhard Straetmans
Een optisch afbeeldingsstelsel voor in vivo bioluminescente en fluorescerende beeldvorming voor kleine proefdieren. KU Leuven Abstract: Moleculaire beeldvorming laat toe om biologische processen zichtbaar temaken, te karakteriseren en kwantificeren in levende organismen. Hierdoor kunnen o.a. ziekteprocessen en therapeutische ingrepen vroeg opgevolgd worden in individuele dieren. Dit reduceert de variabiliteit, het aantal dieren en dus ook de kosten. De aanvraag betreft een toestel voor optische beeldvorming in kleine proefdieren op basis van bioluminescentie (BLI) (lichtproductie door het luciferase enzyme, vb afkomstig van de vuurvlieg) en fluorescentie (FLI) (gebaseerd op fluorescente moleculen). Beide beeldvormingsmodaliteiten zijn complementair met specifieke voordelen naar kwantificatie, weefselpenetratie, 3D informatie enz. De aanvraag past binnen het beeldvormingsplatform MoSAIC (Molecular Small Animal Imaging Center) aan de KULeuven, dat uniek is in Vlaanderen doordat het alle belangrijke beeldvormingsfaciliteiten voor kleine proefdieren verzamelt in een kader waar ook de nodige expertise en infrastructuur aanw Organisaties: • Onderzoeksgr_Neurobio_en Gentherapie
Onderzoekers: • Zeger Debyser • Veerle Baekelandt • Rik Lories • Guy Bormans • Patrick Van Dijck • Johan Nuyts • Liesbet Lagae • Catherine Verfaillie • Michel Koole • Uwe Himmelreich • Jean-Christophe Marine
Een optische melksensor voor het opvolgen van koegezondheid KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling MeBioS
Onderzoekers: • Wouter Saeys • Cornelius Rasenberg
Een optisch/infrarood studie van actieve galactische kernen op middelhoge roodverschuiving Universiteit Gent Abstract: In deze studie combineren we waarnemingen van een steekproef van actieve galactische kernen in het optische, nabije en verre infrarood met Monte Carlo stralingsoverdrachtssimulaties met als doel om de kosmische evolutie van actieve galactische kernen te onderzoeken en om het unificatiemodel te testen. Organisaties: • Vakgroep Wiskundige natuurkunde en sterrenkunde
Onderzoekers: • Maarten Baes
Een overzicht van en duiding bij de competitieve voordelen van metropolen (en hun economisch hinterland) in de wedren naar innovatie en economische groei: een case study van Amsterdam en Antwerpen. Universiteit Antwerpen Abstract: Het bovenstaande onderzoeksvoorstel heeft de volgende doelstellingen: -het uitvoeren en ordenen van een data verzameling over innovatie en welvaartsgroei in Antwerpen en dat in vergelijking tot Amsterdam, -het verduidelijken hoe en waarom de welvaart van een metropool en haar economisch hinterland aan haar capaciteit om creativiteit (in het algemeen) en innovatie (i.e. de economische uitdrukking van creativiteit) te stimuleren vast hangt. Organisaties: • Engineering Management
Onderzoekers: • Johan Braet
Een panelonderzoek naar de vorming van stemintenties in de aanloop naar de parlementsverkiezingen van 2007. Universiteit Antwerpen Abstract: In het kader van de federale verkiezingen van 2007 wordt via een emailpanel een deel van het Vlaamse electoraat gevolgd in de aanloop naar de stembusgang. Hoe, wanneer en waarom kiest de kiezer? Dit project bouwt verder op eerdere panelstudies en laat toe (een deel van) de respondenten te volgen gedurende een volledige legislatuur. De resultaten dragen bij aan de wetenschappelijke kennis over het belang van hedendaagse verkiezingscampagnes en partij-identificatie. Organisaties: • Media, middenveld en politiek (M2P)
Onderzoekers: • Peter Van Aelst
Een Parsed Corpus van Historische Nederduits Universiteit Gent
Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Latijn en Grieks
Onderzoekers: • Liliane Haegeman
Een pathogene rol voor cytotoxische CD4+CD28null T-cellen in multiple sclerose? Universiteit Hasselt Abstract: Chronische stimulatie van T-cellen leidt tot een verlies van het co-stimulatoire molecule CD28. De expansie van zogenaamde "CD4+CD28null T-cellen" is geassocieerd met verschillende auto-immune en chronisch inflammatoire aandoeningen zoals reumatoïde artritis, de ziekte van Graves en Wegener's granulomatosis. Verhoogde frequenties van CD4+CD28null T-cellen werden ook aangetoond in een subgroep van MS-patiënten. Onze onderzoeksgroep rapporteerde dat deze cellen deels autoreactief zijn, cytotoxische eigenschappen bezitten en accumuleren in actieve MS-letsels. Het is echter onduidelijk welke genetische en immunologische factoren leiden tot de expansie van CD4+CD28null T-cellen bij MS en of deze cellen ook effectief bijdragen aan het ziekteproces ter hoogte van de hersenen. In dit project trachten we deze factoren te identificeren. De resultaten van deze studie kunnen de basis vormen voor de ontwikkeling van selectieve therapieën voor MS. Organisaties: • Immunologie - Biochemie • Biomedisch Onderzoeks Instituut
Onderzoekers: • Pieter STINISSEN • Niels HELLINGS
Een perspectief voor een Vlaams beleid in de toekomstige buitengordel van de Europese Unie. Universiteit Antwerpen Abstract: Een perspectief voor een Vlaams beleid in de toekomstige buitengordel van de Europese Unie. Organisaties: • Politieke wetenschappen • Internationale politiek
Onderzoekers: • Yvan Vanden Berghe
Een portret van de staatsman als kunstenaar: schrijvende staatslieden in de oudheid Universiteit Gent Abstract: Hoe beoordeelden antieke auteurs een staatsman die tegelijkertijd een literair auteur was? Door een analyse van een aantal diachronisch gekozen case-studies zal dit project licht werpen op de representatie en waardering van de combinatie literatuur en politieke macht in een persoon door antieke auteurs en door de schrijvende staatslieden zelf. Organisaties: • Vakgroep Frans
Onderzoekers: • Kristoffel Demoen
Een post-totalitaire perspectief op de theologie: Wat kan een West-Europese theologie leren van post-communistische, Oost-Europese theologen? KU Leuven Abstract: Theologen en filosofen van wie de bakermat in gebieden die onder invloed stonden van totalitaire regimes lag, zorgden voor een sterk intellectueel engagement met die regimes en ontwikkelden onvervalste kritiek op het totalitaire systeem, dat we zodoende een post-totalitair perspectief noemen. Aan de ene kant stimuleerden deze denkers de dialoog met cultuur en samenleving, en aan de andere kant plaatsten ze de theologie van binnenuit voor een serieuze uitdaging. Sindsdien zijn we meer te weten gekomen over de werking van totalitarisme in Centraal-Oost Europa en voeren we onderzoek uit naar de vraag in hoeverre filosofisch-theologische redeneringen bij machte zijn het sociaal-religieuze debat te voeden met het oog op het onderdrukken van totalitair gedachtegoed. In een periode echter dat nationale, etnische en religieuze identiteiten de neiging hebben op zichzelf terug te plooien kan theologie, begrepen vanuit een post-totalitair perspectief, wel degelijk een kritische kijk op de samenle Organisaties: • OE Systematische Theologie & Religiewet.
Onderzoekers: • Lieven Boeve • Martin Koci
Een praktijkgericht onderzoek naar de knelpunten in de huidige Belgische strafprocedure met het oog op het schrijven van een nieuwe strafprocedure. Universiteit Gent Abstract: Het onderzoeksplan doelt op het opsporen van knelpunten binnen de huidige strafprocedure. In een eerste face worden deze opgespoord dmv literatuurstudie en het bevragen van respondenten via vragenlijsten. Ook worden interviews en focusgroepen van interessante experten georganiseerd. Daarboven wordt een rechtsvergelijkend luik opgesteld. Door integratie van de verschillende fases komt men tot een eindrapport, hetwelk de onderzoeksresultaten weergeeft en aanbevelingen formuleert. Organisaties: • Vakgroep Strafrecht en criminologie
Onderzoekers: • Gert Vermeulen
Een praktische beslissingsprocedure voor de keuze van niet-lineaire afhankelijkheidsstructuren: een toepassing op de samenhang van activa binnen vermogensportefeuilles. Universiteit Antwerpen Abstract: Eén van de problemen waar zowel academici als niet-academici mee geconfronteerd worden wanneer gebruik wordt gemaakt van copula's, is de vraag hoe te kiezen uit het grote aanbod van copula's. Welke copula of welke familie van copula's moeten in een bepaalde situatie gebruikt worden om het beste resultaat te krijgen, en een optimale schatting te krijgen van de echte onderliggende afhankelijkheidsstructuur? De keuze kan immers cruciaal zijn voor het resultaat, b.v. als het gaat om het bepalen van prijzen voor financiële producten (derivaten e.a.). Om deze vraag te kunnen beantwoorden is het nodig om een methode te ontwikkelen die toelaat om de verschillende copula's en de verschillende families met elkaar te vergelijken, en te zoeken naar mogelijke (statistische) verwantschappen tussen de verschillende copula's. Bovendien is het interessant na te gaan, of het dan mogelijk is om goede eigenschappen van verschillende copula's met elkaar te combineren.
Organisaties: • Wiskunde, statistiek en actuariaat
Onderzoekers: • Ann De Schepper • Frederik Michiels
Een praktisch-theologische benadering van pastorale begeleiding van suïcidale personen met een psychiatrische stoornis. KU Leuven Abstract: Fenomenologische analyse van pastorale zorg voor geïnterneerden die wasgegroeid uit geestelijke oefeningen en uitzonderlijk #goede# resultaten had in Massachusetts, heeft geleid tot modellen voor pastorale klinische gesprekken en praktische begeleiding ingebed in een theologie van transformatie. De hieraan gepaard gaande ontologische en existentiële omkeringspiritualiteit raakt niet alleen de personen met geestesstoornissen zelf, maar ook de aalmoezeniers, de behandelende staf, de familieleden, zelfs de hele gemeenschap; althans, mijn ervaring lijkt dit aan te wijzen. Met het voorgestelde onderzoeksproject willen we vaststellen of dezetheoretische en praktische modellen ook in Vlaanderen toepasbaarheid kunnen vinden. Daartoe moeten wij enerzijds deze klinische en theologische praktijk formeel beschrijven en kritisch vergelijken met bestaande literatuur, en anderzijds de aanverwante methoden praktisch toetsen, ze op basis van bewijsmateriaal verifiëren met aanvaarde en gestandardiseerde Organisaties: • OE Pastoraaltheol. en Empirische Theol.
Onderzoekers: • Axel Liegeois • N. N.
Een Precies Design van Polymeren in functie van nieuwe-materialenontwikkeling Universiteit Hasselt Abstract: Eén van de meest bekende syntheseroute voor geconjugeerde polymeren is de zogenaamde Gilch of Gilch-type polymerisatie (GTP). In de GTP wordt een monomeer precursor gebruikt die na een reactie met een sterke base een actief quinodimethaan systeem vormt dat een radicalaire polymerisatie kan ondergaan. De GTP is een aantrekkelijke syntheseroute omdat de radicalaire polymerisatie in relatief milde reactiecondities kan doorgaan en er eveneens een hoge tolerantie ten aanzien van functionele groepen mogelijk is. Het doel van het voorgestelde onderzoek is de ontwikkeling van controlemechanismen om een nauwkeurige synthese van poly(phenylvinylenen) of andere poly(arylvinylenen) toe te laten op een zelfde manier als gekend bij de gecontroleerde levende radicalaire polymerisatietechnieken in het domein van de conventionele radicalaire polymerisatie (deze technieken laten momenteel nog geen gecontroleerde GTP toe). Momenteel zijn er geen controlemechanismen gekend wat leidt tot de synthese van geconjugeerde polymeren met een hoge dispersiteit en tot onvoldoende controle over het gemiddelde moleculair gewicht en functionaliteit. Indien een gecontroleerde GTP mogelijk is, kunnen geconjugeerde polymeren met een klein moleculaire gewichtsverdeling, met een exact op voorhand te bepalen moleculair gewicht en met een grote controle van de eindgroep gesynthetiseerd worden. Dit betekent dat verschillende types van blokcopolymeren met de sequentiële of met de modulair design methode kunnen worden bekomen. Het onderzoek wordt vanuit een bottom up benadering gevoerd. Eerst worden de bestaande methoden geanalyseerd en een grondige kennis over de mechanische en kinetische aspecten van de polymerisatie verworven Met deze kennis wordt een kinetisch model ontwikkeld dat vervolgens gebruikt wordt om controlestrategieën te testen. Door karakterisatie van het polymeer wordt de beste synthesemethode bepaald. Zodra een gecontroleerde GTP mogelijk is, is deze methode geschikt om verschillende polymeerarchitecturen te synthetiseren en zo nieuwe materialen te maken voor toepassingen gebaseerd op plastic electronics. Organisaties: • Organische en Bio-polymere Chemie • Instituut voor Materiaalonderzoek
Onderzoekers: • Dirk VANDERZANDE • Thomas JUNKERS
Een Principaal-Agent perspectief op de autonomie van regionale organisaties in het kader van de VN-Veiligheidsraad: nog steeds een kwestie van delegatie? KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE LINES
Onderzoekers: • Bart Kerremans • Edith Drieskens • Yf Reykers
Een principiële benadering voor het verbeteren van datakwaliteit: het overbruggen van theorie en praktijk. Universiteit Antwerpen Abstract: De verbetering van de kwaliteit van gegevens is erkend als een van de belangrijkste uitdaging voor het beheren van gegevens. De behoefte aan effectieve methoden om fouten in de data te detecteren, om objecten te identificeren van mogelijk onbetrouwbare gegevensbronnen, en om deze fouten te herstellen is evident. Inderdaad, er is een toenemende vraag naar dergelijke methoden vanuit verscheidene hoeken in onze huidige digitale samenleving en vanuit de industrie in het bijzonder. Om tegemoet te komen aan deze vraag, is meer fundamenteel onderzoek in data quality vereist en de praktische mogelijkheden hiervan dienen te worden gerealiseerd. Meer specifiek, voortbouwend op eerder onderzoek, een uniforme theorie zal worden ontwikkeld om de kwaliteit van gegevens te verbeteren in een verscheidenheid van toepassingsgebieden. Organisaties: • Ontwikkeling database systemen (ADReM)
Onderzoekers: • Floris Geerts
Een principiële benadering voor het verbeteren van datakwaliteit: het overbruggen van theorie en praktijk. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht toegekend door de Universiteit Antwerpen. De promotor levert de Universiteit Antwerpen de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd door de universiteit. Organisaties: • Ontwikkeling database systemen (ADReM)
Onderzoekers:
• Floris Geerts
Een probabilistische aanpak voor het verbeteren van gegevenskwaliteit. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Ontwikkeling database systemen (ADReM)
Onderzoekers: • Floris Geerts
Een probabilistische ontwerpmethodologie voor optimalisatie van gebouwprestatiesEen toepassing op lageenergiewoningen KU Leuven Abstract: Bij het berekenen van gebouwprestaties worden doorgaans deterministische simulaties gebruikt. Aangezien vele invloedsparameters van nature onzeker zijn, kan dit leiden tot onbetrouwbare voorspellingen van de ontwerpimpact en vandaar tot extreme verschillen tussen ontwerp en werkelijkheid. Zulke verschillen zijn gewoonlijk ongewenst: opdrachtgevers willen immers garanties dat hun investeringen de gewenste impact hebben. Daarom zijn de algemene doelstellingen van dit onderzoek (1) de ontwikkeling vaneen probabilistische robuuste ontwerpmethodologie om deze onzekerheden mee te nemen in de analyse en optimalisatie van gebouwprestaties en (2) haar illustratieve toepassing op het thermische ontwerp van comfortabeleen betaalbare robuuste lage-energiewoningen.In de ontwikkelde methodologie worden verschillende ontwerpopties met elkaar vergeleken op basis van de kansverdeling van de bestudeerde prestaties. Daarvoor wordteen meerlagige Monte Carlo onzekerheidsanalyse uitgevoerd die alle opties o Organisaties: • Afdeling Bouwfysica
Onderzoekers: • Gustaaf Roels • Liesje Van Gelder
Een proces van belang? Procesbelang bij de Raad van State in het licht van de rechtsbescherming Universiteit Gent Abstract: Het procesbelang is een ontvankelijkheidsvereiste voor een vernietigingsberoep voor de Raad van State. De invulling van dit begrip heeft dus een belangrijke impact op het recht op toegang tot een rechter. Dit project onderzoekt of de huidige interpretatie van het procesbelang dat grondrecht waarborgt, en zoniet, welke aanpassingen nodig zijn. Organisaties: • Vakgroep Procesrecht, arbitrage en internationaal privaatrecht
Onderzoekers: • Sabien Lust
Een programmeertalenparadigma voor Ambient Intelligence. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Gedreven door een steeds verdere miniaturisering van computers, de opkomst van stabiele draadloze netwerktechnologie (zoals bvb. BlueTooth en WiFi), de steeds verder doorgedreven integratie van ad-hoc hardware (zoals GSM, PDA, mp3-spelers, domoticasystemen) en het verschijnen van zogenoemde "wearable hardware", wordt er in academische middens steeds meer gewag gemaakt van Ambient Intelligence (kort: AmI). De visie achter AmI is dat in de toekomst personen onafgebroken omgeven zullen zijn door een processorenwolk die bestaat uit de hierboven beschreven apparaatjes en het netwerk gevormd door hun onderlinge communicatie (een zg. "Personal Area Network" of PAN). De bedoeling van AmI is dat applicaties die draaien op dit dynamisch bepaalde netwerk naadloos samenwerken met elkaar en met andere apparatuur die in de wolk verschijnt doordat personen zich geografisch verplaatsen. Deze visie werd door de IST Advisory Group (ISTAG) van de Europese Commissie naar voren geschoven als ÈÈn van de strategische onderzoekspunten binnen het europese 6'de kaderprogramma. Om haar visie kracht bij te zetten heeft de ISTAG een lijvig document geschreven dat een reeks realistische scenario's beschrijft van de beoogde status en gebruik van AmI omtrent 2010. Verschillende onderzoekstakken zoals context-adaptation, ubiquitous computing, intelligent buildings en pervasive computing worden door AmI onder ÈÈn en dezelfde onderzoeksvisie samen gebundeld. Het feit dat dit door alle betrokken onderzoeksvelden wordt onderschreven bewijst de organisatie van het eerste europese symposium dat recent in Nederland plaats heeft gevonden en waarop deze verschillende onderzoekstakken allen in de vorm van artikels vertegenwoordigd waren (ref: website en proceedings). Dat dit niet zomaar een nieuw modegrilletje is bewijst dat prestigieuze instituten zoals het MIT en Philips Research recent hun visies rond AmI hebben gepubliceerd. Vanuit een technisch-wetenschappelijk standpunt is AmI nog lang niet verwezenlijkt. Naast het optimimaliseren en integreren van de nodige hardware en netwerktechnologie is er immers een enorme kloof in de software engineering te dichten. Vermits gebruikers zich met hun hardware zich relatief t.o.v. mekaar gaan verplaatsen gaat het hier dus over een uiterst dynamisch gedefinieerd gedistribueerd systeem dat bovendien open is aangezien onvoorziene processoren de PAN wolk kunnen betreden en verlaten. Het bouwen van zulke systemen zal dus nog een grootte-orde complexer zijn dan wat we vandaag kennen als een gedistribueerd systeem. Ze zullen dus m.b.v. de huidige programmeertalen quasi niet te programmeren zijn. De huidige generatie van programmeertalen heeft immers geen enkele voorziening om om te gaan met dynamisch bepaalde context en om adequaat te reageren op onvoorziene omstandigheden zoals delen van programma's en/of gegevens die plots niet meer voorhanden zijn omdat een gebruiker de wolk heeft verlaten. De enige wapens die de huidige programmeertalen aanbieden om deze complexiteit te bedwingen zijn de selectie ("if") en foutafhandelingsmechanismen ("try catch"). In het onderzoek naar voor geschoven in dit voorstel zullen we trachten een consistent, wetenschappelijk onderbouwd, programmeertalenparadigma te definiÎren (en van een experimentele implementatie te voorzien) dat speciaal is toegespitst op het bouwen van AmI toepassingen. Eigenschappen van het beoogde model zijn (merk op: om de leesbaar te bewaren hebben we soms voor het engelstalige vakjargon geopteerd): ï contextgevoeligheid: Huidige programmeertalen baseren hun operaties op namen die in de zichtbaarheid (Eng: "scope") van de programmatekst voorkomen. Zulke lexicale namen zijn momenteel de enige manier om code te parametriseren. De problematiek van AmI dwingt ons echter na te denken over programma's die zich in verschillende (geografische) contexten anders gaan gedragen. Met de deze dynamiciteit in acht genomen, zal het op klassieke wijze parametriseren van programma's met contextparameters echter tot code leiden waarvan de algoritmiek totaal vervuild zal zijn met contextparametrisatie-instructies. Dit is immers in "gewone" gedistribueerde systemen reeds heel problematisch. In ons voorstel zullen we varianten van dynamische scoping (zoals ooit verwijderd uit Lisp) opnieuw onder de loupe nemen teneinde code makkelijker contextafhankelijk te maken. Monad-gebaseerde technieken (de "wormgaten" van functionele programmeertalen) zouden bijvoorbeeld soelaas kunnen brengen. ï mobiliteit: De door ISTAG beschreven AmI scenario's geven nu reeds aan dat sterke mobiliteit een onmiskenbaar onderdeel van AmI zal vormen. Hiermee wordt draaiende software bedoeld die zich verplaatst tussen verschillende hardwarecomponenten aanwezig in de processorenwolk en de berekening na de verplaatsing gewoon verder zet alsof er niets aan de hand was. Deze vorm van mobiliteit eist een aantal voorzieningen in de
systeemsoftware die momenteel hun intrede doen in wijdverspreide virtuele machines. De abstracties om er conceptueel over te redeneren op programmeertaalniveau staan echter nog in hun kinderschoenen. Dit punt zal beslist ÈÈn van de belangrijkste foci zijn in het onderzoek. ï prototypes: Ons paradigma zal object-georienteerd zijn. De verdiensten van het inkapselen van interne staat in objecten zijn immers overduidelijk in alle lagen van de informatica. Een belangrijk probleem in het kader van mobiliteit is dat transmissie van objecten eveneens de transmissie van de transitieve afsluiting van hun klassestructuur eist. Dit heeft heel wat technische en conceptuele problemen tot gevolg. We zullen ons daarom richten op zogenoemde prototype-gebaseerde talen. Dit zijn klasseloze talen waarin objecten "gewoon" aangemaakt worden door attributen te groeperen, of, door bestaande objecten te klonen. Deze talen zijn doorgaans dynamisch getypeerd wat tevens een enorm voordeel is gegeven de dynamiek waarvan hier sprake. Ze hebben ook het voordeel over zeer krachtige meta- en reflectiefaciliteiten te beschikken. ï parallellisme en distributie: AmI leidt quasi per definitie tot parallelle en gedistribueerde programma's. Daarvoor zullen we teruggrijpen naar bestaande paradigma's zoals actors. Doch, aanpassing van dit model zal nodig zijn wegens de dynamiciteit van de processorenwolk. Momenteel denken we hiervoor bijvoorbeeld aan wat we "multivalues" noemen, een soort waarden die tegelijk meerdere objecten kunnen bevatten. Berichten gestuurd naar zulke waarden zijn zich niet bewust van het aantal objecten die de waarde op een gegeven ogenblik bevat en worden dan ook in parallel verstuurd. Alle resultaten die uit de in parallel verstuurde berichten worden vergaard vormen opnieuw zo'n multivalue. Deze vorm van "object-georienteerde vectorinstructies" laten toe heel wat programmeerpatronen rechtstreeks te abstraheren. ï partial failure voorzieningen: De toepassingen die in een AmI omgeving zullen draaien zullen moeten kunnen adequaat reageren op onvoorziene situaties t.g.v. apparaatjes die onverwacht de processorenwolk verlaten. Geavanceerde taalconcepten om met zulke "partial failure" om te gaan zullen dus deel uitmaken van het beoogde paradigma. Hiervoor kan gekeken worden naar moderne foutafhandelingsmechanismen die veel verder gaan dan de simplistische "try catch" techniek uit de gangbare programmeertalen. Zulke mechanismen worden momenteel ontwikkeld in het kader van object-georienteerde programmeertalen. ï transactievoorzieningen: Onvoorziene veranderingen in de hardwareconstellatie kunnen aanleiding geven tot de noodzaak van het volledig ongedaan maken van (een deel van) de uitvoering van een programma. In het jargon wordt gesproken van atomaire transacties (die men in zijn geheel kan afbreken of doorvoeren) om omkeerbare berekeningen (Eng: reversible computations) te ondersteunen. In plaats van zulke begrippen op te nemen in een bibliotheek of in zogenoemde middleware, zullen ze in ons model een centrale plaats innemen in de basisbegrippen van het programmeerparadigma. Dit zijn de voornaamste punten waar we tijdens ons onderzoek rekening zullen mee houden. Voor sommige van de hierboven eigenschappen (bvb mobiliteit, distributie en partial failures) is het onderzoek er ÈÈn van innovatie. Voor andere (zoals bvb. metatechnieken en parallelisme) ligt de moeilijkheid eerder in integratie. De bedoeling is immers van niet in de val van "overfeaturing" te trappen door ÈÈn of andere bestaande taal uit te breiden met verschillende uitpuilende taalfeatures die op niet consistent wijze interageren. De bedoeling is wel vanaf nul een nieuw wetenschappelijk onderbouwd programmeerparadigma te bedenken dat bovenstaande eigenschappen in een minimum aantal gestroomlijnde concepten huisvest. Het laboratiorium waar dit onderzoek zal gebeuren (PROG) heeft een rijke ervaring in het ontwerp van object-georienteerde programmeertalen. Recent werd deze ervaring geherorienteerd in de richting van mobiliteit in de context AmI in het kader van o.m. IWT projecten en van bursalen (zowel IWT als FWO). Organisaties: • Informatica en Toegepaste Informatica
Onderzoekers: • Tom VAN CUTSEM • THEO D'HONDT
Een prospectieve multicentrische cohort studie over diabetes tijdens dezwangerschap KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Klinische & Experimentele Endocrinologie
Onderzoekers: • Johan Verhaeghe • Chantal Mathieu • Roland Devlieger • Katrien Fouzia Benhalima
Een prospectieve studie naar de invloed van sensorimotorische incongruentie op de transitie van acute naar chronische whiplash-geassocieerde aandoeningen. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit onderzoek willen we nagaan of een aanhoudend conflict tussen motorische activiteit en sensorische feedback aanleiding kan zijn voor sensitisatie van het centrale zenuwstelsel en het ontwikkelen van chronische pijn na een acuut whiplash trauma. De proefpersonen zullen gedurende 6 maanden worden opgevolgd en op 3 verschillende tijdstippen worden getest (0, 2 en 6 maanden na het whiplash trauma). Organisaties: • Translationele Neurowetenschappen (TNW)
Onderzoekers: • Patrick Cras
Een psychoanalytische benadering van de obsessieve-compulsieve stoornis: 2 studies naar de empirische verbanden tussen symptomen, driften en de verhouding met de ouders Universiteit Gent Abstract: De symptomen van de obsessieve-compulsieve stoornis (OCS) vertonen gelijkenis met dwangsymptomen waarrond Freud een theorie construeerde. Hij koppelde deze aan 2 driften (neiging tot bepaald gedrag): de sadistische en anale drift. Verder beschreef hij een typische verhouding met de ouders. We toetsen deze hypothesen a.d.h.v. interviews, vragenlijsten en impliciete maten in 2 steekproeven: OCS (vs. Gematchte klinische steekproef) en studenten. Organisaties: • Vakgroep Psychoanalyse en raadplegingspsychologie
Onderzoekers: • Stijn Vanheule
Een publiek beschikbare Economische Onzekerheids-Indicator voor de G8 landen m.b.v. tekst mining. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project focussen we op de vraag: hoe kunnen we onzekerheid omtrent economisch beleid meten? Recent ontwikkelden we een EPU (Economic Policy Uncertainty) index voor België, door online nieuwsartikels van de grootste kranten te minen. Gegeven de veelbelovende resultaten die we bekwamen, wensen we deze tekst mininggebaseerde methodologie toe te passen voor andere landen (de G8 landen) en zullen
we een publieke website creëren waar deze index wekelijks automatisch zal worden geupdate. Organisaties: • Engineering Management
Onderzoekers: • Walter Daelemans • David Martens
Een quasi-experimenteel onderzoek naar de impact van gegeven en zelf-gegenereerde Mind Maps op het verwerken en leren van tekstinformatie in het basisonderwijs. Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoek focust op leerstrategieën die leerlingen uit de 3de graad basisonderwijs kunnen gebruiken voor het effectief verwerken, verwerven en leren van informatie. Werken met Mind Maps lijkt veelbelovend in het ondersteunen van leerlingen op dit vlak. We gaan na hoe kinderen tekstinformatie structureren, verwerken en instuderen met en zonder gegeven en zelf-gegenereerde Mind Maps. Verder worden ook specifieke leerlingkarakteristieken in rekening gebracht. Organisaties: • Vakgroep Onderwijskunde
Onderzoekers: • Hilde Van Keer
Een quasi-experimenteel onderzoek naar de invloed van zorgtrajecten op de kwaliteit van leven van oudere geïnterneerden Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Sociaal-agogisch werk • Departement Gezondheidszorg Vesalius • Vakgroep Orthopedagogiek • Vakgroep Nursing
Onderzoekers: • Stefaan De Smet • Stijn Vandevelde
Een queer perspectief op emergente seksualiteiten en dissidente mannelijkheid in Kisangani. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Instituut voor Antropologie in Afrika
Onderzoekers: • Filip De Boeck • Thomas Hendriks
Een raamwerk voor het creëren en exploreren van cross-platform expressiecompendia KU Leuven Abstract: Het meten van genexpressie op een genoom schaal is ondertussen routine is geworden in de meeste moleculaire laboratoria. Hierdoor is in het publiek domein een onschatbare hoeveelheid genexpressie metingen beschikbaar voor diverse modelorganismen. Hoewel uitgebreid in de gendimensie, beperkt elke individuele genexpressie studie zich tot het meten van de expressie in een enkele conditie. Door data van verschillende labos te combineren in een enkel expressiecompendium kan een meer globaalbeeld bekomen worden van de conditieafhankelijkheid van transcriptionele regulatie en dus genexpressie. De bedoeling van deze thesis was dan ook om een methodologie te ontwikkelen die het toelaat om aande hand van publiek beschikbare expressiegegevens op een semi-automatische wijze een organisme-specifiek expressiecompendium te bouwen. Hierbijwerd geopteerd voor een cross-platform compendium waarbij gegevens gemeten op verschillende microarray platformen worden gecombineerd in een uniform compendium. Der Organisaties: • Centr. Microbiële en Plantengenetica
Onderzoekers: • Kathleen Marchal • Kristof Engelen • Qiang Fu
Een random, dubbel geblindeerde, placebo-gecontroleerde, parallele groep, multicenter studie voor de vaststelling van veiligheid en efficiëntie van Natalizumab bij subjecten met recidieve MS. Universiteit Hasselt Abstract: Dit contract betreft een dienstverleningscontract tussen onderzoeksgroep BIOMED (LUC) en BIOGEN LIMITED afgesloten op 30.11.2001. Het betreft een random, dubbel geblindeerde, placebo-gecontroleerde, parallele groep, multicenter studie voor de vaststelling van veiligheid en efficiëntie van Natalizumab bij subjecten met recidieve MS. Organisaties: • Immunologie - Biochemie • Biomedisch Onderzoeks Instituut
Onderzoekers: • Robert MEDAER
Een rational drug design voor de aanpak van nieuwe Thy-X remmers voor de behandeling van tuberculose KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Medicinale Chemie
Onderzoekers: • Eveline Lescrinier • Piet Herdewyn • Rania Abou El Asrar
Een rechtstheoretische en rechtssociologische studie naar de relatie tussen rechtspraak, rechtschepping en democratie in de opvatting van magistraten in cassatie. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoek wil achterhalen, door middel van een gecombineerde rechtstheoretische (literatuuronderzoek) en rechtssociologische methode (interviews), hoe magistraten in cassatie zélf hun rechtscheppende rol begrijpen. Daarmee wordt onder meer inzicht geboden in de democratische attitude van deze magistraten, en daarmee op een van de meest wezenlijke aspecten van het functioneren van de democratische rechtsstaat. Organisaties: • Overheid en Recht
Onderzoekers: • Leonardus Adams • Koen Van Aeken
Een rechtvaardige en duurzame handel, tussen markt en solidariteit: diagnose en perspectieven Universiteit Antwerpen Abstract: Een rechtvaardige en duurzame handel, tussen markt en solidariteit: diagnose en perspectieven Organisaties: • BEDRIJFSBELEID • Marketing
Onderzoekers: • Patrick De Pelsmacker
Een recurrent connectionistisch model van causale en dispositionele oordelen Vrije Universiteit Brussel Abstract: In verleden onderzoek hebben we ons vooral gericht op een feedfoward connectionistisch netwerk model om allerlei fenomenen van sociale oordelen te verklaren, zoals causale en dispositionele attributies, attitudeverandering door cognitieve dissonantie en illusoire correlatie bij groepen. Het feedfoward model is een van de meest eenvoudige en primitieve connectionistische modellen om zulke oordelen te beschrijven. Dit biedt het voordeel dat de onderzochte processen relatief gemakkelijk te volgen zijn en geanalyseerd kunnen worden, en dus ook gemakkelijk geïntroduceerd kunnen worden in de sociale psychologie. Het nadeel is echter dat sommige meer complexe sociale processen met dit eenvoud model niet kunnen gereproduceerd worden. Het doel van dit onderzoeksvoorstel is een uitbreiding van het feedforward model te toetsen, met name een gemodificieerd recurrent netwerk dat uniek is omdat het zowel contrast als assimilatie van afwezige informatie toelaat. We zullen nagaan in welke mate dit recurrent model toelaat mer complexe oordelen over menselijk gedrag en disposities te verklaern, meer bepaald processen waarbij de interrelaties tussen oorzaken en de context een rol spelen. Organisaties: • Persoonlijkheids- en Sociale Psychologie
Onderzoekers: • FRANK VAN OVERWALLE
Een recurrent connectische model van persoon- en groepswaardering. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Onderzoek naar groeps- en persoonsperceptie wordt gewonlijk onafhankelijk van elkaar uitgevoerd. Het doel van dit project is het introduceren en testen van een connectionistisch model dat de bevindingen van deze schijnbaar uiteenlopende onderzoeksgebieden op theoretisch vlak integreert. het project omvat twee delen: in een deel zullen we bekende fenomenen binnen groeps- en persoonsperceptie trachten te stimuleren, met inbegrip van fenomenen die door andere auteurs werden gestimuleerd door middel van minder toereikende constraint satisfaction modellen. Mogelijk leiden deze simulaties tot het aanpassen van het voorgestelde model. Het belangrijkste deel van het project omvat het testen van de nieuwe predicties die ons model voortbrengt, alsook het analyseren van de maten waarin de voorgestelde variant op het recurrent netwerk model in staat is om de resultaten te reproduceren die uitdit onderzoek naar voor komen. Het recurrent netwerk model in staat is om de resultaten te reproduceren die uit dit onderzoek naar voor komen. Het recurrent netwerk model in staat is om de resultaten te reproduceren die uit dit onderzoek naar voor komen. Het recurrent netwerk model dat gebruikt wordt in de huidige simulaties is gebaseerd op het auto-associatiefmodel dat reeds succesvol werd toegepast voor d simulatie van causaliteit en persoons-en groepsstereotypen. Organisaties: • Persoonlijkheids- en Sociale Psychologie
Onderzoekers: • FRANK VAN OVERWALLE • Tim VANHOOMISSEN
Een reflectie van de wereld in het landschap. Aspecten van rituele en funeraire praktijken bij de vroegere bevolking van de Sajan-Altaj regio Universiteit Gent Abstract: Het project beoogt de studie van het archeologische landschap van het Altaj-Sajanisch gebergte door een archeologisch en geofysisch onderzoek van de regio en van de funeraire en rituele structuren die door de bevolkingsgroepen van het Laat-Neolithicum tot de Turkse periode zijn achtergelaten. Daarmee wil het bijdragen tot het onderzoek naar de rol van geografische en geologische factoren in antropogentische processen. Organisaties: • Vakgroep Archeologie
Onderzoekers: • Jean Bourgeois • Rudi Goossens • Alain De Wulf
Een Resultaatsgerichte Evaluatie van Opleidingsmodellen voor Dringende Geneeskundige Hulpverlening. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Faculteit Geneeskunde
Onderzoekers: • Dirk Ramaekers • Marc Sabbe • N. N.
Een retailer's huismerken portfolio: budget, standaard en premium huismerken. KU Leuven Abstract: In de grocery sector zijn huismerken uitgegroeid tot zeer succesvolle merken. Doorheen de jaren is hun rol in de retailers strategie geleidelijk geëvolueerd van functionele, laaggeprijsde producten, naar een brederassortiment van verschillende types van huismerken. Vandaag de dag kunnen huismerken opgedeeld worden in drie groepen in termen van prijs en kwaliteit: de laaggeprijsde basic-kwaliteit huismerken (budget), mediumgeprijsde mediumkwaliteit huismerken (standard), en relatief hooggeprijsde premiumkwaliteit huismerken (premium).In tegenstelling tot voorgaand onderzoek, wordt in dit project expliciet een onderscheid gemaakt tussen de verschillende types van huismerken op basis van hun positionering. Een eerste studie bestudeert in welk type categorieën de drie types van huismerken vereist zijn. Een tweede studie gaat na welke mate winkeltrouw gerelateerd is met het huismerkenaanbod van de retailer, waar een derde studie de concurrentie tussen de verschillende types van hui Organisaties: • OG Econometrie Leuven
Onderzoekers: • Frank Verboven • Lien Lamey
Een retorisch-narratologisch onderzoek van figuurlijkheid in narratieve settings, met toepassingen op handelingsrijke Duitstalige prozaliteratuur van de vroege moderniteit tot het poëtisch realisme (1660-1880) Universiteit Gent Abstract: Het onderzoeksproject voert een systematische analyse door van de interferentie tussen complexe figuurlijke en stilistische processen enerzijds en gelaagde narratieve settings anderzijds in een historisch gedifferentieerd corpus van handelingsrijke vertellende teksten (Grimmelshausen, Forster, Kleist, Meyer, Keller, Raabe). Hierbij wordt bijzondere aandacht besteed aan de cotextuele verankering van de figuurlijke processen en aan de wijzen waarop ze de lezerbetrokkenheid sturen. Organisaties: • Vakgroep Duits
Onderzoekers: • Benjamin Biebuyck
Een revealed preference analyse van het modelleren van gezinsconsumptie. KU Leuven Abstract: In de literatuur werd reeds een brede waaier aan modellen voorgesteld om het consumptiegedrag van meerpersoons gezinnen te modelleren. Deze modellen vertrekken vanuit gegeven voorkeuren voor de individuele gezinsleden en modelleren vervolgens het beslissingsgedrag binnen gezinnen. De uiteenlopende karakterisaties verschillen van elkaar in termen van hun modellering van dit beslissingsgedrag, die kan variëren van niet-coöperatief tot coöperatief. De doelstelling van dit project bestaat erin een instrumentarium te ontwikkelen voor het vergelijken van de empirische prestaties van de verschillende modellen. De typische benadering hiertoe in deliteratuur is de zogenaamd differentiële benadering. In dit project wijken we af van deze gangbare praktijk door een revealed preference benadering te volgen. Eerst en vooral willen we revealed preference karakterisaties ontwikkelen voor de bestaande modellen van (niet-coöperatief en coöperatief) groepsconsumptiegedrag. Daarnaast beogen we ook de em Organisaties: • FEB Kulak
Onderzoekers: • Laurens Cherchye • Bram De Rock • Thomas Demuynck
Een revisie van Amerikaanse poëtica's uit het midden van de twintigste eeuw: correspondenties in de poëzie en het proza van Wallace Stevens, John Ashbery en Frank O'Hara. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Literatuur van de moderniteit
Onderzoekers: • Bart Eeckhout • Lesley Janssen
Een Ricardiaanse Analyse van de impact van de klimaatsverandering op de Europese landbouw Universiteit Hasselt Abstract: Het onderzoek schat de impact in van de klimaatverandering op de Europese landbouw met behulp van een Ricardiaanse analyse. Deze analyse onderzoekt hoe het klimaat in verschillende Europese regio's invloed heeft op de netto huur of de waarde van landbouwgrond, rekening houdend met de verscheidenheid van substituties, aanpassingen en andere activiteiten die 'niet-meer-voordeel activiteiten' verdringen als het klimaat verandert (Mendelsohn et al., 1994.; Mendelsohn en Dinar, 2009). Op deze manier kan een holistische evaluatie van de klimaatverandering op de landbouw de uitdaging van het beleid betreffende de aanpak van de natuurlijke hulpbronnen ondersteunen. Bovendien beoogt dit onderzoeksproject ook om verschillende landbouwtechnologieën te beoordelen met betrekking tot (de prognoses) van de winst per hectare als een functie van temperatuur en neerslag. Organisaties: • Milieueconomie • Centrum voor Milieukunde
Onderzoekers: • Steven VAN PASSEL
een roadmap voor Vlaanderen met vizier op Europa (haalbaarheidsstudie KET) Universiteit Gent Abstract: Industriële Biotechnolgie Industriële Biotechnolgie: een roadmap voor Vlaanderen met vizier op Europa (haalbaarheidsstudie KET) IWT + GBEV + Fisch vzw
130790 Organisaties: • Vakgroep Voedselveiligheid en Voedselkwaliteit
Onderzoekers: • Wim Soetaert
Een robuuste aanpak voor lawaaibestrijding in gebouwen. KU Leuven Abstract: Een belangrijk deel van de bevolking wordt getroffen door lawaai afkomstig van verkeer, industriële activiteiten of de woonbuurt. Een mogelijkemanier om bescherming te bieden tegen lawaai is de geluidisolatie van woningen en wooneenheden te verbeteren. Het voorspellen van geluidisolatieniveau's in gebouwen is echter een complex probleem, en onzekerheden ingeometrische ennbsp;materiaaleigencshappen spelen meestal een belangrijke rol. In dit onderzoeksproject zal een efficiënte methode voorde voorspelling van geluidisolatie, die geschikt is om complexe systemen te analyzeren en die alle onzekerheden in rekening kan nemen, ontwikkeld worden. Organisaties: • Afdeling Bouwmechanica
Onderzoekers: • Edwin Reynders
Een robuuste dienstregeling voor de Belgische Spoorwegen. KU Leuven Abstract: Infrabel, de infrastructuurbeheerder van het Belgische spoorwegnet, wiltegen eind 2013 een nieuwe dienstregeling klaar hebben. Infrabel,die verantwoordelijk is voor het opstellen van de spoorwegdienstregeling, wil -in de mate van het mogelijke- komaf maken met kleine vertragingen. De ingebruikneming van enkele nieuwe realisaties zoals de rechtstreekse lijn tussen de luchthaven van Zaventem en Mechelen, het Diabolo-project, en de verdubbeling van de sporen op diverse plaatsen, is het geschikte moment daarvoor.Om een nieuwe en robuuste dienstregeling teontwikkelen, heeft Infrabel de hulp van het Centrum voor Industrieel Beleid (CIB) ingeroepen. Het doel van het onderzoek binnen het CIB is om technieken te ontwikkelen die helpen bij het wegwerken van vertragingen van de eerste en tweede orde. Vooral tijdens de spits zijn er veel treinen met een kleine vertraging. Bovendien zijn de (veiligheids-)voorschriften die beslissen over het vertrek of de onderlinge afstandenredelijk strikt, wat zor Organisaties: • Afdeling Industrieel Beleid / Verkeer
Onderzoekers: • Dirk Cattrysse • Pieter Vansteenwegen • Thijs Dewilde
Een Rol voor B cellen in de Behandeling van Multiple Sclerose. KU Leuven Abstract: Verschillende nieuwe behandelingen voor multipele sclerose (MS) kwamen de voorbije jaren op de markt of zijn in ontwikkeling. Deze evolutie stelt de neuroloog en persoon met MS voor een dilemma: voor welke therapie kiezen zij? Daarom willen we in dit project het werkingsmechanisme van veel gebruikte behandelingen bepalen en vooral de rol van een specifiek type van immuuncellen, de B cellen, daarin verhelderen. Vervolgens zullenwe nagaan of genetische factoren kunnen voorspellen hoe een persoon metMS zal reageren op een behandeling. Organisaties: • Laboratorium voor Neuro-immunologie
Onderzoekers: • An Goris • Ide Smets
Een schaalbare gedistribueerde infrastructuur voor probabilistische gegevensbanken. Universiteit Antwerpen Abstract: Het onderzoek in probabilistische gegevensbanken situeert zich in het raakvlak van gegevensbanken en probabilistische grafische modellen. Ons eerder werk in dit gebied startte meer dan 6 jaar geleden aan de Universiteit van Stanford met de ontwikkeling van het probabilistische gegevensbanksysteem "Trio". Tot op de dag van vandaag vormen probabilistische gegevensbanken een rijk onderzoeksdomein met tal van interessante en nog onderkende aspecten. Met dit projectvoorstel willen we de verkenning motiveren van een nieuwe, gedistribueerde en schaalbare infrastructuur voor probabilistische gegevens. We beginnen bij het ontwikkelen van een dergelijke volledige infrastructuur echter niet van nul. Inderdaad, de rode draad in dit project is te bekijken hoe bestaande methoden (inclusief door onze eerder ontwikkelde methoden) kunnen worden aangepast tot gedistribueerde scenario's, en om op deze manier gegevensbeheer en probabilistische inferentie te versnellen door middel van parallelle query evaluatie voor een SQLgebaseerde omgeving. Op dit moment zijn dergelijke gedistribueerde probabilistische gegevensbanksystemen niet voorhanden. We merken echter op dat in "Machine Learning" reeds methoden zijn ontwikkeld voor gedistribueerde probabilistische inferentie. Spijtig genoeg ondersteunen deze methoden SQL niet. Omgekeerd zijn huidige gedistribueerde gegevensbanksystemen niet voorzien van probabilistische inferentie en ze laten geen onzekere gegevens toe. Het doel van dit project is om een brug te slaan tussen methoden in gegevensbanken en machine learning. Dit is nog nooit eerder onderzocht, voor zover geweten, in de literatuur. We zijn ervan overtuigd dat het voorgestelde onderzoek tal van intrigerende en uitdagende aspecten bevat voor een doctoraatsthesis, zowel vanuit een theoretisch als vanuit een systeemontwikkeling perspectief. Organisaties: • Ontwikkeling database systemen (ADReM)
Onderzoekers: • Martin Theobald • Hernan Blanco
Een schaalbare onderbouw voor multi-paradigma modelleren. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project bouwt de fundamenten van Multi-Paradigma Modelleren in de vorm van de ModelVerse, een conceptueel raamwerk en een oplslagplaats voor multi-paradigma modellen. Dit vormt de basis voor gedistribueerd en collaboratief modelleren van systemen alsook van de gebruikte modelleertalen. Om modelleertalen expliciet te modelleren dienen hun concrete en abstracte syntax gemodelleerd, alsook hun semantiek. Voor semantiek moet ofwel een interpreter/simulator of een mapping (transformatie) naar een gekend formalisme gespecifieerd worden. De ModelVerse ondersteunt modelmanipulaties zoals documentatie, analyse, simulatie, (software) synthese en evolutie. Deze zijn alle gebaseerd op modeltransformatie.
Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Antwerp Systems and software Modelling (AnSyMo)
Onderzoekers: • Hans Vangheluwe • Yentl Van Tendeloo
Een Schelde-model uitgebreid met de effecten van de Rupel en van de sediment-water interactie met slikken en schorren in het zoetwatergetijdengebied. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds IWT. UA levert aan IWT de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire • Lindsay Geerts
Een search and matching benadering van tussenhandel in landbouwproducten in ontwikkelingslanden Universiteit Gent Abstract: Dit project ontwikkelt een search and matching model voor het bestuderen van de dynamiek van tussenhandelaars in landbouwproducten in ontwikkelingslanden. Het model zal worden gebruikt voor het voorspellen van de implicaties van een beleid van regionale specialisatie, investeringen in transport en communicatie, en handelsbeleid voor landbouwontwikkeling. De modellen worden empirisch getest door het vergelijken van de effecten van het sterk verschillend landbouwbeleid in Burundi en Rwanda. Organisaties: • Vakgroep Landbouweconomie
Onderzoekers: • Guido Van Huylenbroeck • Marijke D'Haese
Een semi-longitudinale, multidisciplinaire, neurowetenschappelijke studie van tweetaligheid in ontwikkeling. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Een semi-longitudinale, multidisciplinaire, neurowetenschappelijke studie van tweetaligheid in ontwikkeling. Organisaties: • Specialiteiten (KNO, Dermatologie, Oftalmologie, Psychiatrie) • Taal- en Letterkunde • Medische Beeldvorming en Fysische Wetenschappen
Onderzoekers: • Chris BAEKEN • Peter VAN SCHUERBEEK • TADEUSZ STADNIK • PIERRE VAN DE CRAEN • ROBERT LUYPAERT • Katrien MONDT
Een signaalgeöriënteerde benadering van akoestische signaalverbetering:kader, gevalstudies en evaluatie. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling ESAT - STADIUS
Onderzoekers: • Marc Moonen • Toon van Waterschoot • Moritz Diehl
Een silicium compatibele laser op basis van colloïdale kwantumdots Universiteit Gent Abstract: Dit project combineert ultracompacte siliciumgolfgeleiders met een deklaag van colloidale kwantumdots voor de realisatie van silicium compatibele lichtbronnen. Het project omvat de synthese van de kwantumdots, het ontwerp van de golfgeleiderstructuren, de optische karakterisatie van de materialen en de realisatie van de eigenlijke laserstructuren. Organisaties: • Vakgroep Informatietechnologie
Onderzoekers: • Zeger Hens • Dries Van Thourhout
Een simulatiemodel voor de aanloopprocedure in de haven van Antwerpen. Universiteit Antwerpen Abstract: De aanloopprocedure voor de haven van Antwerpen is een complex geheel van operationale regels en nautisch-technische nevenvoorwaarden om een vlotte toegankelijkheid tot de haven te garanderen. D.m.v. discrete event simulatie wil het onderzoeksteam de huidige toestand analyseren en voor onderwijs- en onderzoeksdoeleinden aan systeemoptimatisatie doen. Organisaties: • ITMMA
Onderzoekers: • Willy Winkelmans
Een single molecule microscopie studie naar de rol van alpha-secretaseziekte van Alzheimer KU Leuven
Abstract: Alzheimers disease (AD), the most common form of dementia, is characterized by the accumulation of a small peptide, the ß-amyloid peptide(Aß), in the brain. This neurotoxic peptide is generated by sequential cleavage of the amyloid precursor protein (APP) by two enzymes, ß and alpha-secretase. These two enzymes are obvious and main therapeutic targets of AD.In an alternative pathway, APP is cleaved by alphasecretase, which prevents the formation of Aß and consequent accumulation inthe brain. Recent studies have shown that regulation of ADAM10, an enzyme with alpha-secretase activity, affects the levels of Aß in the brain.Importantly, it was found that some patients with AD present mutations in this enzyme.In this project we aim to understand the mechanisms behind the regulation of ADAM10 at a molecular level. We will combine advanced biology protocols with cutting edge fluorescence microscopic technologies to characterize the interaction of ADAM10 with APP in live cellsat a single mo Organisaties: • Afd. Moleculaire Visualisatie & Fotonica
Onderzoekers: • Willem Annaert • Johan Hofkens • Hideaki Mizuno • Susana Rocha
Een sociaal-contextperspectief op de rol van feedbackinterventies in het stimuleren van innovatief werkgedrag Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoeksproject heeft tot doel een breder perspectief te bieden op de rol van feedback in het stimuleren van creativiteit en innovatie. Via experimenteel en veldonderzoek zal nagegaan worden (a) wie de voornaamste bronnen zijn voor werknemers wanneer zij feedback zoeken over hun ideeën, (b) welke impact het zoeken van feedback bij diverse bronnen heeft op creativief en innovatief gedrag. Organisaties: • Vakgroep Personeelsbeleid-, arbeids- en organisatiepsychologie
Onderzoekers: • Frederik Anseel
Een sociale netwerkanalyse van klassiek Athene (403-322 v. Chr.): een bevestiging van de idee van de staatloze polis? Universiteit Gent Abstract: Dit project beoogt een evaluatie van Berent?s stelling dat de Griekse polis een staatloze samenleving was. Indien ?de? polis daadwerkelijk functioneerde als een staatloze samenleving, zou de afwezigheid van een staat als dwangapparaat moeten gecompenseerd zijn door andere krachten van integratie. Dit project zal onderzoeken in welke mate sociale netwerken in Athene (403-322 v. Chr.) als dergelijke krachten van integratie functioneerden. Organisaties: • Vakgroep Geschiedenis
Onderzoekers: • Andries Johan Zuiderhoek
Een sociologische analyse van de wijzigingen in de werking en bedrijfscultuur van de arbeidshoven en -rechtbanken (FWO:G.0242.00) Universiteit Antwerpen Abstract: De studie beoogt een sociologische analyses van de reacties van de verschillende actoren in de arbeidshoven en arbeidsrechtbanken op de (externe) beïnvloeding van de wijzigingen in hun belangen en bedrijfscultuur. Er zal worden gebruik gemaakt van drie relevante theorethische benaderingen: de rechtssociologie, de sociologie van de 'professions' en de sociologie van de organisaties. Naast een globaal beeld van de activiteiten van de arbeidsrechtbang zal bijzondere aandacht worden besteed aan conflicten in de sfeer van de werkloosheid. Organisaties: • CENTRUM VOOR RECHTSSOCIOLOGIE • Centrum voor rechtssociologie
Onderzoekers: • Jean Laenens • Daniël Cuypers • Jean Van Houtte • Francis Van Loon
Een spiegel voor elke school. De ontwikkeling van een Vlaams school feedback systeem. Universiteit Antwerpen Abstract: Een spiegel voor elke school. De ontwikkeling van een Vlaams school feedback systeem. Organisaties: • EduBROn
Onderzoekers: • Peter Van Petegem
Een stamcel gebaseerde studie van progranuline-gemedieerde neurodegeneratie. KU Leuven Abstract: Frontotemporal dementia (FTD) is a disease characterized by degeneration of cortical neurons, playing a role in memory, attention, thought, language, and consciousness. A proportion of FTD cases have a familial component. The most common genetic defect causes a decrease in the levels ofprogranulin (PRGN), a protein whose role in disease progression is still unknown. The aim of this project is to study the role of PRGN in FTD. Human embryonic stem cells (hESC), derived from an early stage embryo, can be used as a model to study human embryonic development thanks to their pluripotency, i.e. give rise to all different cell types of the body.Recent developed technology, called induced pluripotent stem cells (iPSC) makes it possible to generate cell lines similar to ESC lines starting from mature cells, and advances in zinc-finger-mediated homologous recombination makes it possible to knockout the PRGN gene from human ES. Such human pluripotent stem cells, harbouring the PRGN defect will be Organisaties: • Stamcelbiologie en Embryologie
Onderzoekers: • Philip Van Damme • Martine Geraerts • Catherine Verfaillie
Een stamcel gebaseerd organoid model voor hepatotrope infecties.
KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Stamcelbiologie en Embryologie
Onderzoekers: • Jan Paeshuyse • Catherine Verfaillie
Eén-stap aptameerselectie op een digitale lab-on-a-chip. KU Leuven Abstract: text-autospace:none">mso-ansi-language:NL;mso-fareast-language:EN-US" lang="NL">Het succes van een aptameerselectie-procedure wordt bepaald door de selectie-efficiëntie en deuiteindelijke affiniteit en specificiteit van de geselecteerde aptameren voor hundoelmolecule. In dit project zal een digitaalmicrofluïdisch platform ontwikkelt worden waarop een één-stap-aptameerselectiekan uitgevoerd worden. bold;mso-bidi-fontstyle:italic">Om dit te bereiken zullen onderstaandedoelen bereikt moeten worden:text-autospace:none">mso-ansi-language:NL;mso-fareastlanguage:EN-US" lang="NL"> Ontwerp en fabricatievan een digitaal microfluïdisch platform waarop de één-stap aptameerselectieuitgevoerd kan worden. Dit omvat naast het chipontwerp en de microfabricatie,de integratie van lasertechnologie in de opstelling.text-autospace:none">mso-ansilanguage:NL;mso-fareast-language:EN-US" lang="NL"> Integratie van deoligonucleotide bibliotheek op het oppervlak van de digitale chip via magnetischepartikels e Organisaties: • Afdeling MeBioS
Onderzoekers: • Jeroen Lammertyn • Deborah Decrop
Een stAPP naar een betere gezondheid. KU Leuven Abstract: Doel: Meten en bewust maken van sedentair gedrag en gedragsverandering stimuleren via het gebruik van een innovatieve en leuke app op een smartphone. Doelgroep We richten ons in dit project naar 19- tot 59-jarigen waarbij we trachten om in hun thuisomgeving en vrije tijd hetsedentair gedrag te verminderen. Verloop:ect bundelt de expertise van bewegingsdeskundigen, Logo-medewerkers, motivatiepsychologen en ingenieurs en bestaat uit volgende stappen:Fase 1: De eerste fase van het project bestaat uit de ontwikkeling, de validatie en een interventiestudie van de app. Door middel van permanente opvolging en onderlingefeedback tussen gebruikers, onderzoekers, ontwikkelaars en terreinwerkers, worden de app en de verschillende toepassingsmogelijkheden ontwikkeld, geoptimaliseerd en verfijnd. Vervolgens zal het gebruik van de app gevalideerd worden bij een representatieve groep van gebruikers. Aansluitend wordt door middel van een gecontroleerde interventiestudie nagegaan in hoeverre het gebrui Organisaties: • Fysieke Activiteit, Sport & Gezondheid
Onderzoekers: • Christophe Delecluse
Eén-staps aptameerselectie uit een 'pre-designed' bibliotheeligonucleotiden via digitale lab-on-a-chip technologie. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling MeBioS
Onderzoekers: • Jeroen Lammertyn
Een statistisch onderzoek met het oog op het verzamelen van basismateriaal over de doelgroep holebi?s Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoek betreft een opvolging van het beleidsondersteunend holebi-onderzoek van Vincke en Stevens(1999). Methodologische en inhoudelijke sterktes en zwaktes van het genoemde onderzoek zullen eerst geïnventariseerd worden. Vervolgens zullen beleidsindicatoren omtrent de leefsituatie van holebi?s opgesteld worden op basis van en in vergelijking met ander gelijksoortig Vlaams en Europees onderzoek. Uiteindelijk zal de output het Gelijke kansenbeleid onderbouwen. Organisaties: • Vakgroep Sociologie
Onderzoekers: • Johny Vincke
Een stedelijk fiscaal instrumentarium Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Handelswetenschappen en Bestuurskunde • Vakgroep Bestuur en beleid • Vakgroep Algemene Economie
Onderzoekers: • Junior Burssens
Een stem voor kinderen. Ruimte voor leerlingeninitiatief in de muziekles. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Bijzondere Faculteit Kunsten
Onderzoekers: • Thomas De Baets • Luc Nijs • Tine Castelein
Een sterk geïntegreerde optische sensor voor point of care identificatie van bacteriën die sepsis veroorzaken en bepaling van het antibiotica resistentieprofiel. (InTopSens)
Universiteit Antwerpen Abstract: InTopSens heeft tot doel de ontwikkeling van snelle fotonische ongelabelde biosensoren met detectielimieten onder 1 pg/mm2. Door de integratie van verschillende biosensoren op een ongelabelde biochip wordt de identificatie van bacteriën die sepsis veroorzaken mogelijk gemaakt alsook de determinering van hun antibioticumresistentieprofiel. Sepsis wordt gekenmerkt door meervoudig orgaanfalen resulterend in de dood. Binnen de Europese Unie wordt geschat dat sepsis € 7,6 miljard aan gezondheidszorg kost en per jaar 146 000 levens eist. De voornaamste remedie tegen sepsis bestaat uit een snelle diagnose gevolgd door een geschikte antibioticumbehandeling. De momenteel beschikbare 'snelle' detectiemethoden zijn gebaseerd op laboratoriumtesten en hebben een duurtijd tot 12 uur. Bijgevolg wordt merendeels een empirische antibioticumbehandeling gestart alvorens de testresultaten te kennen. Dit ongerichte en heel vaak ongeschikte antibioticumgebruik heeft geleid tot meervoudige antibioticumresistentie bij bacteriën met inbegrip van de sepsis veroorzakende bacteriën. De ontwikkeling van het InTopSens toestel tot een modulaire test voor sepsis wordt voorgesteld voor de detectie van sepsis veroorzakende pathogenen en de profilering van hun antibioticumresistentie. De test wordt uitgevoerd naast het bed van de patiënt in de intensieve zorgen eenheid van het ziekenhuis. Uitgaande van een druppel bloed (~ 5 ml) aangebracht op de chip wordt binnen 5-10 minuten de aanwezigheid van bacteriën en de identificatie tot op species/genus niveau bereikt. Het antibioticumresistentieprofiel van de bacteriële pathogenen zal beschikbaar zijn binnen 30 minuten. Ongeveer 120 datapunten zijn nodig om dit profiel te identificeren zodat dankzij de grote integratiemogelijkheden op een 1 mm2 chip tot 250 datapunten kunnen worden geïntegreerd. Het finale prototype zal zowel preklinisch als klinisch gevalideerd worden om het potentieel na te gaan van deze sepsistest in het voorkomen/verminderen van ongepast antibioticumgebruik bij sepsispatiënten. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Herman Goossens • Surbhi Malhotra
Een stochastische en dynamische methodologie voor de beoordeling van het risico op schimmelgroei en houtrot in houtskeletbouwconstructies. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Bouwfysica
Onderzoekers: • Gustaaf Roels
Een strategie voor de implementatie van een duurzaam logistiek concept voor de stadsdistributie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Vandaag wordt 80% van de stadsdistributie voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (BHG) bereikt door wegtransporten en hun aandeel neemt nog steeds toe. De behoefte aan een oplossing voor een duurzaam stadsdistributienetwerk is daarom van cruciaal belang. Dit onderzoek maakt deel uit van een gekoppeld en geïntegreerd project van vier jaar dat de vooruitzichten voor een duurzame oplossing voor de stedelijke distributie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest onderzoekt. In nauwe samenwerking met het onderzoeksproject van Milena Janjevic (Université Libre de Bruxelles, ULB), heeft dit tot doel te onderzoeken en praktische aanbevelingen voor een optimale uit te werken voor een optimaal en volledig geïntegreerd scenario van een logistiek stadsdistributienetwerk in Brussel. De belangrijkste benaderingen zijn het vinden van een duurzame en economisch relevante oplossing die bruikbare resultaten oplevert. Bijzondere nadruk wordt toegeschreven aan de samenwerking met de belanghebbenden. In het bijzonder wordt dit deel van het project gewijd aan de schone technologische aspecten die kunnen worden geïntegreerd in het duurzaam plan. De focus ligt op de ICT-oplossingen en op de schone transportoplossingen om de werkzaamheden zo efficiënt mogelijk te optimaliseren. Bovendien zal dit voorstel, in nauwe samenwerking met de ULB, werken op de institutionele, socio-economische en ruimtelijke omgeving van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Beide onderzoekers zullen na de eerste twee jaar een verslag leveren dat een reeks uitvoerbare scenario's voor een duurzame stadsdistributie voorstelt. In de tweede helft van het project (laatste twee jaar), zal de bijdrage van de VUB de mileueffectenbeoordeling van deze scenario's zijn, terwijl de bijdrage van de ULB de micro- en macro-ascpecten zal bevatten. Zodra de evaluaties zijn afgerond, zal de VUB het beste scenario selecteren op basis van de actoren door de multi-actor, multi-criteria analyse (MAMCA). Ten slotte zal een verslag het optimale scenario voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest suggereren, met een duidelijk strategisch plan over hoe het te implementeren. Als gevolg hiervan, zal dit onderzoeksproject perfect bijdragen aan de doelstelling voor 2020 van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, die een slimmer en schoner leveringssysteem voor ogen heeft. In een bredere context, zal het een essentiële rol spelen bij de verwezenlijking van de EU-doelstellingen van CO2-vrije stadslogistiek in stedelijke centra in 2030 en het Clean Vehicle Plan van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Organisaties: • Wiskunde, Operationeel Onderzoek, Statistiek en Informatica voor Management • Elektrotechniek-Energietechniek • Mobiliteit en voertuig technologie onderzoeksgroep
Onderzoekers: • Philippe LEBEAU • CATHY MACHARIS • JOERI VAN MIERLO
Een structurele aanpak van de verarming: de eenoudergezinnen. Universiteit Antwerpen Abstract: De context en het doel van het onderzoek worden door de Koning Boudewijn Stichting (KBS) uitvoerig toegelicht in de projectbeschrijving. In de projectbeschrijving worden ook 6 operationele doelstellingen onderscheiden: 1. Het opstellen van een socio-economisch profiel van de eenoudergezinnen in België en de gewesten 2. Het beschrijven van de hulpverleningssituatie van deze gezinnen op basis van individuele gesprekken, focusgroepen, getuigengroepen en literatuurstudie 3. Het analyseren van de inkomenssituatie van deze gezinnen 4. Het analyseren van beleidsalternatieven 5. Het opstellen van beleidsaanbevelingen 6. De organisatie van een ronde-tafel conferentie Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Natascha Van Mechelen
Een structurele en functionele studie van niet-vertebraten haemoglobines. Universiteit Antwerpen Abstract: De objectieven van het project zijn : (1) onderzoek naar de mogelijke rol van niet-vertebraten Hbs in het NO metabolisme (2) de rol van tyrosine op positie B10 en E7 in de kinetiek van de O2 binding van Hb (3) studie van een minimaal hemaglobine. Organisaties: • Eiwitchemie • Proteïnechemie, proteoomanalyse en epigenetische signalisatie (PPES)
Onderzoekers: • Luc Moens
Een structurele studie van pentamere ligand-geactiveerde ionenkanalen. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Laboratorium Structurele Neurobiologie
Onderzoekers: • Chris Ulens
Een studie naar de functionele rol van het "mannelijke" hormoon testosteron bij vrouwelijke vertebraten. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van dit project is om de effecten van testosteron (T) te onderzoeken op de morfologie, fysiologie en gedrag van vrouwtjes koolmezen (Parus major) en uiteindelijk de fitness van de vrouwtjes. Verder wil ik nagaan of de T-concentraties in vrouwtjes het gevolg zijn van een gecorreleerde respons op de T-concentraties in mannetjes. Aan het einde van dit project zullen de resultaten geïntegreerd worden met de op dat ogenblik beschikbare literatuur over T bij vrouwelijke vogels. Hierdoor kunnen we een beter inzicht krijgen in de rol van T bij wijfjes en algemene conclusies kunnen maken over verbanden tussen T en gedragsmatige, fysiologische en morfologische parameters. Organisaties: • Ethologie
Onderzoekers: • Marcel Eens • Berber De Jong
Een studie naar de invloed van Brain Derived Neurotrophic Factor (BDNF) op sensitieve perioden voor vocaal leergedrag in de zebravink: implicaties voor menselijk taalleren. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van het voorgestelde project is het onderzoeken van de invloed van BDNF op de sensitieve periode voor het aanleren van complexe vocalisatie. De sensitieve periode voor het leren van zang in de zebravink zal dienen als model voor de sensitieve periode van het taallerende kind. De studie zal zich richten op het toedienen van BDNF in een targetregio in het vogelbrein teneinde deze sensitieve periode te verlengen in zebravinken die op jonge leeftijd geen zang gehoord hebben. Zowel de mate waarin de vogels in staat zijn tot het verlaat aanleren van met name de syntactische elementen van zang als de neurale reactie op het horen van een tutorzang zullen dienen als indicatoren voor een verlengde sensitieve periode Organisaties: • Bio-imaging
Onderzoekers: • Anne Marie Van Der Linden • Anne van der Kant
Een studie naar de ontologische, epistemologische en morele status van het dier in het discours van het pittoreske, het mooie en het sublieme in de Britse romantiek. Vrije Universiteit Brussel Abstract: 1. Kritische Achtergrond en Probleemstelling Dit project past in de traditie van het ecocriticism. Deze relatief jonge tak van de literatuurkritiek bestudeert de functie en morele positie van de niet-menselijke natuur in de literaire tekst. Terwijl het Amerikaanse ecocriticism zich voornamelijk concentreert op het werk van Henry David Thoreau en Ralph Waldo Emerson (zie bijvoorbeeld Buell en Scheese), legt de Britse richting het zwaartepunt op de natuurpoëzie van William Wordsworth (zie als belangrijkste grondleggers Bate en Kroeber). De Britse ecologische tekstinterpretatie vertoont echter een aantal opmerkelijke lacunes, die dit onderzoek wil opvullen. Al te vaak bestuderen ecocritici de natuur als homogeen geheel en gaan ze voorbij aan de bijzondere positie die het dier inneemt in de romantische ethiek en kunst. Organisaties: • Taal- en Letterkunde
Onderzoekers: • Peter HEYMANS • JOHAN CALLENS
Een studie naar de rol van intestinale barrière integriteit en microbiotica in de ontwikkeling van abdominale overgevoeligheid KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • TARGID
Onderzoekers: • Guy Boeckxstaens • Mira Wouters • Javier Aguilera
Een studie naar het verband tussen stotterernst en het zelfbeeld bij adolescenten via mediërende interne processen, de positie in de klasgroep en de relatie met de leraar. Op weg naar meer begrip van een complexe spraakstoornis. Universiteit Antwerpen Abstract: Probleemstelling: Ondanks dat meer dan 100 000 Belgen leven met een stotterprobleem, wordt deze complexe spraakstoornis in ons land weinig bestudeerd op academisch niveau. Stotteren kent echter een nefaste invloed op verschillende aspecten van het leven en kan leiden tot
functionele problemen in communicatie, een verminderd vermogen om doelen te bereiken in het leven en een lagere levenskwaliteit. Bovendien richten de meeste internationale studies naar behandelingsresultaten zich op veranderingen in de waarneembare kenmerken van stotteren en worden er beduidend minder studies uitgevoerd naar de bredere gevolgen van het stotteren. Deze waarneembare stottergedragingen zijn echter slechts het topje van de ijsberg. De interne stottergedragingen, zoals angstgevoelens en denkstoornissen, maken iemand tot een stotteraar. Kortom, een niche binnen het onderzoeksveld dat dringend meer aandacht vraagt. Onderzoeksvragen: Binnen dit onderzoek willen we de complexe wisselwerking tussen interne en externe beïnvloedende factoren ontrafelen. Onze primaire focus is daarbij de relatie tussen stotteren en het zelfbeeld. De adolescentie wordt gekenmerkt door een sterk zelfbewustzijn en is daarom bij uitstek de interessantste periode om deze relatie te onderzoeken. Een longitudinale onderzoeksopzet zal ten eerste meer duidelijkheid brengen in het verband tussen de evolutie in stotterernst en het zelfbeeld van adolescenten. Als interne mediërende factoren van de relatie tussen stotterernst en zelfbeeld bestuderen we vervolgens de negatieve communicatieattitudes, maladaptief perfectionisme en temperament. Als externe mediërende factoren brengen we de relatie met de leerkracht en de positie die een stotterende leerling inneemt in de klas in rekening. De adolescentieperiode gaat immers gepaard met een toenemende afhankelijkheid van peers en een corresponderende toenemend streven naar onafhankelijkheid ten aanzien van volwassenen. We houden daarbij ook rekening met de invloed van eventuele negatieve attitudes van leraren ten aanzien van stotteren. Innovatief onderzoek: Dit onderzoek bouwt voort op een eerdere innovatieve, exploratieve studie uitgevoerd door één van de leden van het onderzoeksteam. Deze studie voegt daar echter nog diverse nieuwe elementen aan toe. Tot op heden werd het verband tussen de evolutie in stotterernst en zelfbeeld als multi-dimensioneel concept nog niet bestudeerd (longitudinale data). Ook de rol van temperamentkenmerken en de beïnvloedende sociale factoren binnen het mediatieproces werden tot op heden niet onderzocht. Het bestuderen van de relatie die een stotterende adolescent ontwikkelt met zijn klasgenoten en zijn leerkrachten en de impact hiervan op het zelfbeeld van de adolescent is uniek en zal interessante inzichten opleveren vanuit diverse oogpunten. Meerwaarde/opbrengst onderzoek: Om deze verschillende onderzoeksvragen te beantwoorden is een multidisciplinaire samenwerking tussen NKO artsen binnen de Faculteit van Geneeskunde en de onderwijsdeskundigen en schoolpsychologen van het Instituut voor Onderwijs- en Informatie¬wetenschappen onontbeerlijk. De unieke samenwerking zal niet alleen belangrijke inzichten opleveren voor de theorievorming rond stotteren, maar zal ongetwijfeld ook nieuwe aangrijpingspunten aanbieden voor de behandeling van stotteren. Voor de onderwijspraktijk zal deze samenwerking concrete richtlijnen opleveren voor het ontwikkelen van een zorgbeleid op maat van individuele leerlingen, binnen de hedendaagse onderwijskundige context waarin leraren als primaire zorgverleners beschouwd worden. Organisaties: • EduBROn
Onderzoekers: • Paul Van de Heyning • Elke Struyf
Een studie naar statistische en dynamische factoren die de impact van projectreserves op het projectsucces kunnen voorspellen en beheren Universiteit Gent Abstract: Het project bestaat uit drie onderzoeksfasen. Een eerste studie mikt op een statische integratie van project planning en risico analyse in een project controle omgeving. Een tweede fase beoogt een dynamische integratie van verstoringsfactoren in een project controle omgeving. In een laatste integrerende fase wordt een allocatiemodel van reservemiddelen ontwikkeld om het project tot een succesvol einde te brengen. Organisaties: • Vakgroep Beleidsinformatica en Operationeel beheer
Onderzoekers: • Mario Vanhoucke
Een studie van de geloofsovertuigingen, houdingen en praktijken in verband met sterven en dood van middelbare en oudere moslimvrouwen van Marokkaanse origine in Antwerpen, België KU Leuven Abstract: Dit interdisciplinair onderzoek is een combinatie van diverse godsdienstwetenschappelijke en ethische perspectieven. We bestuderen hierbij de religieuze en ethische houdingen, het geloof en de praktijken ten aanzienvan sterven en dood bij moslimvrouwen van Marokkaanse origine in Antwerpen, België. Uit dit onderzoek zal blijken of er in onze huidige postmoderne, multiculturele en geglobaliseerde samenleving behoefte is aan specifieke maatregelen in de ouderenzorg en met betrekking tot de reguleringvan de uitvaart voor moslims.
In dit doctoraatsproject ligt de focusop de volgende specifieke aspecten: - hun houding en praktijken ten aanzien van ouderenzorg (1); - hun geloof en houding ten aanzien van gezondheid, ziekte en geneeskunde (2); - hun houding ten opzichte van behandelingen aan het levenseinde (euthanasie, hulp bij zelfdoding en het weigeren van curatieve en levensverlengende behandeling) (3); - hun religieuze visie op sterven, dood en het hiernamaals (4); - hun houding, Organisaties: • OE Theologische en Comparatieve Ethiek
Onderzoekers: • Bert Broeckaert • Chaïma Ahaddour
Een studie van de interactie tussen frame theorie en approach theorie. Universiteit Antwerpen Abstract: Een studie van de interactie tussen frame theorie en approach theorie. Organisaties: • ANALYTISCHE EN TOPOLOGISCHE STRUCTUREN • Fundamentele Wiskunde
Onderzoekers: • Robert Lowen • Christophe Van Olmen
Een studie van de interactie tussen frame theorie en approach theorie. Universiteit Antwerpen Abstract: Approach frames vormen een puntvrije abstractie van approach ruimten. De eigenschappen van deze categorie worden bestudeerd in dit onderzoek, er wordt nagegaan welke begrippen uit zowel approach theorie als frame theorie natuurlijk zijn in deze nieuwe context en hoe de zo ontstane interactie tussen approach theorie en frame theorie nieuwe nuttige begrippen oplevert in approach theorie. Organisaties: • Fundamentele Wiskunde
Onderzoekers: • Robert Lowen • Christophe Van Olmen
Een studie van de personificaties in de poëzie van Guido Gezelle. Universiteit Antwerpen Abstract: Van alle tropen in Guido Gezelles poëzie, komt de personificatie het vaakst voor. Deze studie beoogt een grondig onderzoek van de functie van de verschillende soorten personificaties in Gezelles poëtica. Daartoe wordt een theoretisch kader ontwikkeld dat toelaat de personificatie te definiëren, de verschillende vormen van de personificatie (prosopopeia, apostrofe, allegorie) te detecteren, literair-historisch te situeren en op te nemen in de hermeneutiek. Via dat kader wordt Gezelles poëzie (opnieuw) gelezen en wordt onderzocht wat er het vaakst wordt gepersonifieerd en waarom, wat het belang is van de personificatie, welke de intertekstuele en historische referenties ervan zijn en of de stijlfiguur aan bod kan komen om Gezelles oeuvre literair-historisch te situeren. Organisaties: • CENTRUM VOOR NEDERLANDSE LITERATUURGESCHIEDENIS • Instituut voor de studie van de letterkunde in de Nederlanden (ISLN)
Onderzoekers: • Bart A.G. Vervaeck • Piet Couttenier
Een studie van de rechtspraak over maatschappelijke dienstverlening en het recht op maatschappelijke integratie van het jaar 2012 Universiteit Gent Abstract: Werkwijze Het gaat om circa 4000 vonnissen en arresten. Om geen tijd te verliezen zou er onmiddellijk na het lezen van een vonnis of arrest een schriftelijke neerslag moeten gebeuren. Eerst alles lezen en daarna ordenen lijkt niet opportuun gezien de massa beslissingen. Daarom verkiezen wij eerst een gedetailleerd kader te bouwen gebaseerd op de vakliteratuur. In dit kader worden alle items opgenomen, zowel inhoudelijke als procedurele. Dit kader dient als kapstok voor iedere projectmedewerker. Bij het lezen van de beslissingen wordt dan de tekst onmiddellijk ondergebracht bij de juiste rubriek(en). Wij verkiezen uitsluitend in het Nederlands te werken, ook wat de Franstalige vonnissen en arresten betreft. Nadien wordt het geheel vertaald naar het Frans. Methodologie Zoals hoger aangegeven worden de arresten een na een gelezen en onmiddellijk nadien wordt de relevante tekst ondergebracht in het kader dat vooraf ontworpen is. Er wordt thematisch met doorlopende tekst gewerkt waarbij er door middel van voetnoten verwezen wordt naar de vonnissen en arresten. Iedere medewerker vult de tekst uit vonnissen en arresten in bij de juiste rubriek(en). De coördinator van het project brengt de teksten samen en kijkt over geen overlappingen zijn. Hij zorgt er ook voor dat het geheel een leesbare tekst blijft. Planning De planning loopt over acht maanden. Indien er door onvoorziene omstandigheden vertraging zou optreden, kan aldus het geheel nog binnen de gestelde termijn afgrond worden. Tijdens de eerste twee weken wordt het kader gecreëerd. Vanaf dan kan er tekst uit de vonnissen en arresten ondergebracht worden. In de loop van de vierde maand wordt er een tussentijds verslag opgemaakt: hierin wordt zeker vermeld welke de tendensen zijn en welk aantal vonnissen en arresten reeds verwerkt zijn. Er wordt verder gewerkt aan de analyse van de vonnissen en arresten tot maand zeven. Er is een maand voorzien voor de vertaling. Organisaties: • Vakgroep Europees, Publiek- en Internationaal Recht
Onderzoekers: • Ludo Veny
Een studie van het literatuurkritische werk van Richard Minne in 'vooruit' (1933-1965) Universiteit Gent Abstract: Een studie van het volledige literatuurkritische werk van de dichter Richard Minne in de socialistische krant Vooruit (1933-1965) en van diens positionering als criticus door middel van comparatistisch poëticaonderzoek, literair-institutionele analyse en receptietheoretisch onderzoek. Organisaties: • Vakgroep Nederlandse literatuur
Onderzoekers: • Yves T'Sjoen
Een studie van ruimtevlucht geïnduceerde neurale plasticiteit door mdidel van geavanceerde MRI-methoden (BRAIN-DTI). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de federale overheid. UA levert aan de federale overheid de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Biofysica en Biomedische Fysica
Onderzoekers: • Floris Wuyts • Anne Marie Van Der Linden • Jan Sijbers
• Paul Parizel • Paul Van de Heyning
Een studie vna nieuwe kwantitatieve convergentistructuren in de kanstheorie en hun toepassingen in de stochastische analyse en de niet-parametrische en parametrische statistiek. Universiteit Antwerpen Abstract: Een eerste pijler is de theoretische studie van enkele kwantitatieve convergentiestructuren in maattheoretische context, in het bijzonder op ruimten van kansvariabelen en kansmaten. We bestuderen in de eerste plaats nieuwe structuren die meer inzicht verschaffen in de pWassersteinmetriek, die momenteel zowel wat betreft haar toepassingen als haar structurele aspecten actief onderzocht wordt. Een tweede pijler is het toetsen van de theoretische kennis aan verscheidene toepassingen in de stochastische analyse (convergentie van Fellerprocessen, martingalen en oplossingen van stochastische differ-entiaalvergelijkingen) en de statistiek (convergentie van reguliere schatters in parametrische en niet-parametrische modellen). Organisaties: • Fundamentele Wiskunde
Onderzoekers: • Robert Lowen • Ben Berckmoes
Een supramoleculaire benadering voor de katalytische omzetting van biomassa. KU Leuven Abstract: Cellulose biedt potentieel als alternatieve koolstofbron voor de aanmaak van biobrandstoffen en chemicaliën. De depolymerisatie van cellulose tot kleinere moleculen geldt als één van de belangrijkste strategieën in het concept van een zogenaamde bioraffinaderij. Deze nieuwe chemische bouwstenen kunnen immers worden aangewend in reeds bestaande petrochemische processen. Waar in eerste instantie op zoek werd gegaan naar conventionele heterogene katalysatoren voor de omzetting van cellulose, blijft de hamvraag hoe de diffusieproblemen van dergelijke water-onoplosbarebiopolymeren kunnen beperkt worden. Dit postdoctoraal onderzoek is gericht op de parallelle studie van twee supramoleculaire benaderingen voor een innovatief ontwerp van nieuwe katalysatoren voor de omzetting van biomassa. Meer specifiek verkent het project de synthese, functionalisatieen katalytische toepassing van polymeren voor de katalytische omzettingvan biomassa-afgeleide koolhydraten tot industrieel relevannbsp;te chemi Organisaties: • Centr. vr Oppervlaktechemie & Katalyse
Onderzoekers: • Bert Sels • Stijn Van de Vyver
Een supramoleculaire benadering voor de katalytische omzetting van biomassa. KU Leuven Abstract: Cellulose biedt potentieel als alternatieve koolstofbron voor de aanmaak van biobrandstoffen en chemicaliën. De depolymerisatie van cellulose tot kleinere moleculen geldt als één van de belangrijkste strategieën in het concept van een zogenaamde bioraffinaderij. Deze nieuwe chemische bouwstenen kunnen immers worden aangewend in reeds bestaande petrochemische processen. Waar in eerste instantie op zoek werd gegaan naar conventionele heterogene katalysatoren voor de omzetting van cellulose, blijft de hamvraag hoe de diffusieproblemen van dergelijke water-onoplosbarebiopolymeren kunnen beperkt worden. Dit postdoctoraal onderzoek is gericht op de parallelle studie van twee supramoleculaire benaderingen voor een innovatief ontwerp van nieuwe katalysatoren voor de omzetting van biomassa. Meer specifiek verkent het project de synthese, functionalisatieen katalytische toepassing van polymeren voor de katalytische omzettingvan biomassa-afgeleide koolhydraten tot industrieel relevannbsp;te chemi Organisaties: • Centr. vr Oppervlaktechemie & Katalyse
Onderzoekers: • Bert Sels • Joost Van Aelst
Een synergetische benadering voor extraheren, leren en redeneren bij machinaal lezen Universiteit Gent Abstract: Onderzoekers in het domein van de kunstmatige intelligentie zijn reeds lange tijd gefascineerd door de mogelijkheden om systemen te ontwerpen die automatisch kennis vergaren bij het lezen van teksten. Om dit doel tebereiken moet een systeem in staat zijn om (1) informatie uit tekst te extraheren, (2) regels te leren die verschillende stukken informatie samenvoegen om nieuwe kennis eruit af te leiden, en (3) te redeneren met deze kennis en te verifiëren welke van de geëxtraheerde en afgeleide feiten waar zijn. Het doel van dit project is een één gemaakt "machine reading" systeem te onderzoeken waarbij een hoge betrouwbaarheid van de geëxtraheerde kennis wordt beoogd. Organisaties: • Vakgroep Toegepaste wiskunde en informatica
Onderzoekers: • Martine De Cock
Een synergetische benadering voor extraheren, leren en redeneren bijmachinaal lezen. KU Leuven Abstract: Onderzoekers in het domein van de kunstmatige intelligentie zijn reeds lange tijd gefascineerd door de mogelijkheden om systemen te ontwerpen die automatisch kennis vergaren bij het lezen van teksten. Om dit doel tebereiken moet een systeem in staat zijn om (1) informatie uit tekst te extraheren, (2) regels te leren die verschillende stukken informatie samenvoegen om nieuwe kennis eruit af te leiden, en (3) te redeneren met deze kennis en te verifiëren welke van de geëxtraheerde en afgeleide feiten waar zijn. Onderzoekers hebben momenteel heel wat vooruitgang geboekt in deze drie domeinen. Er is echter weinig onderzoek om deze drie problemen in een geïntegreerd kader aan te pakken. Het doel van dit project iseen één gemaakt machine reading systeem te onderzoeken waarbij een hoge betrouwbaarheid van de geëxtraheerde kennis wordt beoogd. We plannen om volgende belangrijke wetenschappelijke objectieven te behalen. Een eerste doelstelling betreft de ontwikkeling van een methode die een m Organisaties: • Afdeling Informatica
Onderzoekers: • Marie-Francine Moens • Jesse Davis
Een syntactische atlas van de Nederlandse dialiecten (SAND).
Universiteit Antwerpen Abstract: Het project beoogt een theoretisch onderbouwde syntactische atlas maken van de traditionele Nederlandse dialecten van Vlaanderen en Nederland in vier afleveringen, corresponderend met de vier inhoudelijke thema's: woordvolgordevariatie in de rechterperiferie van de zin, woordvolgordevariatie in de linkerperiferie van de zin, variatie in pronominale verwijzing en variatie in negatie en kwantificatie. De atlas zal bestaan uit ongeveer 400 kaarten, met bij elke kaart een uitvoerige toelichting, een bespreking van de bestaande literatuur en een schets van de taalkundige theoretische relevantie. Organisaties: • Linguistiek • Centrum voor grammatica, cognitie en typologie
Onderzoekers: • Johan Van der Auwera
Een systeembiologiebenadering om een stress-geïnduceerd transcriptioneel netwerk te ontrafelen Universiteit Gent Abstract: IWT/SB-lichting 2014 IWT/SB/Van den Broeck Lisa/131013 Een systeembiologiebenadering om een stress-geïnduceerd transcriptioneel netwerk te ontrafelen Organisaties: • Vakgroep Plantenbiotechnologie en Genetica
Onderzoekers: • Dirk Inzé
Een systeembiologische aanpak voor het definiëren van de moleculaire sleutelspelers die leiden tot celdood, toename van oxidatieve stress en veranderingen in de NP-cGMP signaaltransductie bij doxorubicine-geïnduceerde cardiotoxiciteit KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Dep. Cardiovasculaire Wetenschappen
Onderzoekers: • Heinrich Huber • Michele Andreazzi
Een systeem biologische analyse van metaal geïnduceerde responsen in de zebravis, Danio rerio. Universiteit Antwerpen Abstract: In het kader van dit project willen we in de genetisch zeer goed gekarakteriseerde zebravis, Danio rerio een vergelijkende studie uitvoeren van de metaalregulatie, compartimentalisatie en toxiciteit voor twee essentiële metalen (koper en zink) en het niet-essentieel metaal cadmium. We willen daarbij nagaan wat de verschillen en overeenkomsten zijn in metaal behandeling en responsen na blootstelling onder drie verschillende fysiologische situaties. Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Ronny Blust • Wim De Coen • Dries Knapen • Erwin J M Witters
Een systeembiologische benadering van bladmorfogenese Universiteit Antwerpen Abstract: Ontwikkelingsprocessen, worden gereguleerd door een interactienetwerk van meerdere regulatorische processen, die traditioneel afzonderlijk worden bestudeerd. Wij stellen een systeembiologische benadering voor, waarbij experimentele biologen nauw samenwerken met wiskundige modelleerders om de functionele relaties tussen auxine signalering, celdeling en expansie en bladmorfogenese te ontrafelen. Organisaties: • Moleculaire Plantenfysiologie en Biotechnologie
Onderzoekers: • Jan Broeckhove • Wim Vanroose • Els Prinsen • Kris Vissenberg • Gerardus Beemster
Een systeem biologische benadering van Wnt signalisatie in kraakbeen KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Skeletale Biologie en Engineering
Onderzoekers: • Rik Lories • Tine Peeters
Een systeembiologische studie voor een diepgaand inzicht in de ontwikkeling en adaptatie van Leishmania donovani. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit PhD-project zal een systeembiologische benadering aanwenden om de ontwikkeling en adaptatie van Leishmania te bestuderen. De integratie van -omics data van verschillende functionele niveaus (genoom, transcriptoom, proteoom en metaboloom) moet leiden tot een meer holistische visie op de cellulaire processen in deze parasiet. Organisaties: • Departement Biomedische Wetenschappen - overige
Onderzoekers:
• Kris Laukens • Jean-Claude Dujardin • Bart Cuypers
Een systematische studie van de samenhang tussen psychologische behoeftebevrediging en slaappattroon Universiteit Gent Abstract: Mensen hebben voldoende en een goede kwaliteit van slaap nodig om fysiek en psychisch te herstellen. Het voorliggende project beoogt de wederkerige relatie tussen de bevrediging van de psychologische behoeftes aan autonomie, competentie en relationele verbondenheid enerzijds en subjectieve en objectieve slaapkwaliteit anderzijds doorheen een reeks van cross-sectionele, dagboek- en longitudinale studies in diverse steekproeven na te gaan. Organisaties: • Vakgroep Ontwikkelings-, persoonlijkheids- en sociale psychologie
Onderzoekers: • Maarten Vansteenkiste
Een systematisch onderzoek naar de hoedanigheid en betekenis van muziek in de Grieks antieke mythologie Vrije Universiteit Brussel Abstract: De algemene probleemstelling van deze studie is de vraag naar het voorkomen van het thema muziek in de Grieks antieke mythologie. De doelstelling is tweeledig : 1) de hoedanigheid doorgronden waaronder muziek zich in de Griekse mythen voordoet, en 2) de betekenis daarvan duiden in het licht van pertinente musicologische theorieën.. In het mythologisch onderzoeksdeel wordt er eerst een geëigende methodologie ontwikkeld, aan de hand waarvan de gekende muzikale mythen dan aan een individuele en vergelijkend onderzoek worden onderworpen. Er wordt gezocht naar het voorkomen van het thema muziek in a) de individuele muzikale mythen b) het corpus der muzikale mythen c) het samenstel der Griekse mythologie. In het musicologisch onderzoeksdeel worden eerst de pertinente muziektheoretische concepten uitgetekend, waaraan de mythologische onderzoeksresultaten dan worden gerelateerd. Er wordt nagegaan in hoeverre de mythologische bevindingen kunnen convergeren met de musicologische theorieën omtrent a) het mythisch substraat en de metaforische eigenschappen van muziek b) de sociaal-religieuze werking en verankering van muziek en c) de ritualistische grondslagen van muziek. De einddoelstelling is te concluderen tot de algemenere betekenis van het specifiek voorkomen van muziek in de Griekse mythologie. Organisaties: • Centrum Leo Apostel
Onderzoekers: • Diederik AERTS
Een taxonomische herconceptualisatie van persoonlijkheidsstoornissen: persoonlijkheidsdimensies en mate van disfunctie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Inleiding As II van de huidige editie van de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM-IV-TR; APA, 2000) wordt internationaal gebruikt voor de beschrijving en diagnostiek van persoonlijkheidsstoornissen. Desondanks gaat deze diagnostische taxonomie nog steeds gepaard met theoretische en methodologische problemen. De categoriale benadering resulteert namelijk in belangrijke knelpunten zoals een overmatige heterogeniteit binnen elke van de tien specifieke diagnostische categorieën en de ontoereikendheid van deze categorieën. Om een meer gedifferentieerde en volledigere classificatie te bekomen, is een overschakeling naar een dimensionaal systeem noodzakelijk. Recent onderzoek (Clark, 2007; Widiger & Simonsen, 2005) duidt het Vijf Factoren Model (VFM) aan als geschikt dimensionaal systeem, omdat het een valide taxonomie is om zowel adaptieve als maladaptieve persoonlijkheidskenmerken te beschrijven. Aan de hand van VFM prototypes, gebaseerd op de lagere-orde structuur (zes facetten per domein), kunnen subtiele beschrijvingen van specifieke DSM-IV-TR persoonlijkheidsstoornissen gemaakt worden (Miller, Bagby, Pilkonis, Reynolds & Lynam, 2005; Samuel & Widiger, 2006). De validiteit van deze prototypes werd echter nog niet systematisch onderzocht. Een bijkomend probleem is dat er geen prototypes bestaan voor een van de meest voorkomende diagnoses in de klinische praktijk (Westen & Arkowitz-Westen, 1998; Verheul & Widiger, 2004): 'persoonlijkheidsstoornis niet anderszins omschreven'. Hierbij zijn aan de algemene DSM-IV-TR criteria voor de aanwezigheid van een persoonlijkheidsstoornis voldaan, maar kan op basis van de huidige criteriavereisten geen specifieke persoonlijkheidsstoornis worden vastgesteld. Nader onderzoek naar de specifieke kenmerken van deze categorie in termen van het VFM is noodzakelijk om tot een omvattende classificatie van persoonlijkheidspathologie te komen. Een ander belangrijk knelpunt bij de huidige DSM classificatie is dat de algemene definitie van een persoonlijkheidsstoornis de aanwezigheid van disfunctie (subjectieve stress of functionele tekortkomingen) vereist, maar dat dit aspect in de klinische praktijk niet afzonderlijk wordt gemeten (Clark, 2007). Oorzaak is dat een integrale theorie op basis waarvan disfunctie kan beschreven worden ontbreekt. Parker en collega's (2002) zijn de enigen die, op basis van de bestaande empirische literatuur, mogelijke indicatoren van disfunctie hebben geïdentificeerd. Volgens hun intieel onderzoek (Parker et al., 2004) zijn er 11 indicatoren voor disfunctie, die een hogere-orde structuur vormen, bestaande uit twee dimensies: non-coping en noncooperativeness. Een noodzakelijke stap is de empirische validering van hun theoretisch model en even cruciaal is het nagaan van de klinische bruikbaarheid van dit model. Doelstellingen Om een antwoord te kunnen bieden op bovengenoemde problemen met de huidige DSM classificatie zijn de belangrijkste objectieven van dit onderzoek: 1) De classificatie van persoonlijkheidsprototypes op basis van het VFM verder ontwikkelen door a) de reeds bestaande prototypes te valideren, en b) bijkomende prototypes te formuleren voor de categorie 'persoonlijkheidsstoornis niet anderszins omschreven', opdat de variatie voorkomend bij persoonlijkheidsstoornissen voldoende omvat wordt (Onderzoeksfase 1). Dit maakt een fundamentele herziening van het DSM systeem in termen van het dimensionale VFM mogelijk. 2) Het theoretisch model voor disfunctie van Parker en collega's a) empirisch valideren en b) de klinische bruikbaarheid ervan nagaan (Onderzoeksfase 2). Zo wordt het mogelijk om disfunctie afzonderlijk te meten, een stap die noodzakelijk is om van een persoonlijkheidsstoornis te kunnen spreken. Organisaties: • Klinische- en Levenslooppsychologie
Onderzoekers: • GINA ROSSI
een tijdruimtelijk onderzoeksinfrastructuur voor vroegmodern Vlaanderen en Brabant . Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Geschiedenis
Onderzoekers: • Isabelle Devos
Een tijd van zorgen en verzorgd worden: een crossnationale vergelijking van de organisatie van verloskundige zorg en het welbevinden van moders Universiteit Gent Abstract: In de postdoctorale fase worden twee doelstellingen nagestreefd: 1) de verderzetting van de studie van het spanningsveld tussen de organisatie van formele en informele zorg en tewerkstelling op het welbevinden van moders en vaders, 2) de uitbreiding van de crossnationale
vergelijking van Vlaanderen en Nederland met andere landen in de aanloop naar een nieuwe dataverzameling. Er wordt aansluiting gezocht met sociologische theorievorming over medicalisering, gender en de welvaartstaat en werk-gezin conflict. Organisaties: • Vakgroep Sociologie
Onderzoekers: • Piet Bracke
Een toekomst voor cactussen? Ontwikkelen van een strategie voor beheer van genetische diversiteit in ex situ collecties bruikbaar voor behoud en herstel van biodiversiteit Universiteit Gent Abstract: Cactussen zijn erg belangrijk in de tuinbouw. Als gevolg daarvan hebben wilde cactus populaties veel te lijden onder illegale oogst en handel. Daarom zijn cactussen een prioriteit voor Botanic Gardens Conservation International, de IUCN / SSC Global Tree Specialist Group en de International Organization for Succulent Plant Study. Ondanks de prioriteit voor het behoud van cactussen, is de genetische diversiteit van ex situ collecties grotendeels onbepaald en werd ze nog nauwelijks vergeleken met de diversiteit aanwezig in wilde populaties. In dit project zal een scala van genomica-instrumenten worden toegepast om de genetische diversiteit aanwezig in ex situ collecties wereldwijd te beoordelen voor drie cactus geslachten en deze te vergelijken met de totale genetische variatie aanwezig is in wilde populaties. Prioriteit populaties voor ex situ behoud zullen worden geïdentificeerd en de definitie van een genetisch representatieve ex situ collectie (hoeveelheid genetische variatie, het aantal accessies, enz.) zal worden bepaald. Ook zullen we testen of bedreigde soorten met nauwe verspreiding genetisch verarmd zijn. Het doel is het ontwikkelen van algemene richtlijnen en een protocol voor de genetische beheer van ex situ collecties die behoudstrategieën voor cactussen kan ondersteunen. Samen met de grotere PLAN(E)T project willen we de ontwikkelde genomische hulpmiddelen voor snelle karakterisering van de genetische variatie veralgemenen om te gebruiken in het beheer van zowel wilde populaties en als ex situ collecties van een breed scala van planten in de botanische tuinen over de hele wereld. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Paul Goetghebeur
Een toekomst voor radio-ecologie in Europa (FUTURAE). Universiteit Antwerpen Abstract: Een toekomst voor radio-ecologie in Europa (FUTURAE). Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Ronny Blust
Een totaalaanpak voor evaluatie en het verbeteren van rijvaardigheid met behulp van een rijsimulator. Universiteit Hasselt Abstract: Het IOF (staat for 'Industrieel Onderzoeksfonds' van de AUHL - Associatie Universiteit Hogescholen Limburg) project beoogt de voorbereiding van een spinoff inzake de ontwikkeling van een online trainingstool en mobiele rijsimulator voor assessment en training van rijvaardigheid. Hiertoe zal onze huidige rijsimulator worden omgebouwd tot een mobiel systeem en zal het reeds bestaande assessment worden geautomatiseerd en gevalideerd. Tevens zal een online trainingstool ontwikkeld worden, zodanig dat deelnemers na een assessment kunnen werken aan de verbetering van die aspecten van rijvaardigheid die als onvoldoende naar voren kwamen uit het assessment. De spinoff wil met andere woorden een complete benadering van rijvaardigheid aanbieden, vertrekkende van een goed assessment tot een online platform met toepassingen waar de gebruiker kan werken aan zijn/haar rijvaardigheid. Organisaties: • Verkeersveiligheid • Verplaatsingsgedrag • Instituut voor Mobiliteit
Onderzoekers: • Tom BRIJS • Dirk ROOX • Ellen JONGEN • Marc GERAERTS • Caroline ARIEN
Een totaal converterend en bioveilig hydrolysecompartiment voor MELISSA Universiteit Gent Abstract: Het project omvat de ontwikkeling van een anaeroob vergistingscompartiment voor de totale omzetting van organisch afval in biogas in de context van life support voor lange afstandsvluchten in de ruimte. De complete hydrolyse en vergisting tot methaangas en de veilige recyclage van het vergistingsresidu staan hierbij centraal. Organisaties: • Vakgroep Biochemische en microbiele technologie
Onderzoekers: • Willy Verstraete
Een transactionele benadering tot aspectinteractie en aspectcompositie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Een transactionele benadering tot aspectinteractie en aspectcompositie Aspect-georiënteerd programmeren onderzoekt de notie van systeemdoorsnijdende bekommernissen in software systemen. De basisidee is dat er verschillende bekommernissen bestaan (zoals bvb synchronisatie of persistentie) waar wel op een modulaire manier kan over nagedacht worden, maar waarvan de feitelijke code zo goed als alle onderdelen van een softwaresysteem zal aantasten. Aspectgeoriënteerd programmeren onderzoekt dit fenomeen en tracht talen te vinden die toelaten dit soort bekommernissen in aparte modules onder te brengen (zogenaamde aspecten) die dan nadien door een aspectwever doorheen de basis van het systeem geweven worden. Het schrijven van software m.b.v. dit soort wevers noemt men dan aspect-georiënteerde software ontwikkeling (AOSD). AOSD is intussen lang geen nicheonderzoeksgebied meer. Verschillende nationale en internationale onderzoeksprojecten lopen momenteel in Europa en de jaarlijkse AOSD conferentie trekt gemiddeld meer dan tweehonderd deelnemers aan. Een fundamenteel probleem in AOSD is het aspectcompositieprobleem dat zich voordoet bij het samenstellen van aspecten. De vraag hoe men verschillende -onafhankelijk van elkaar ontwikkelde -- aspecten samen doorheen eenzelfde basisprogramma kan weven is grotendeels onopgelost. De kern van het probleem ligt in het feit dat de verschillende aspecten -- door verweving -- het basisprogramma destructief veranderen en aldus elkaar kunnen beïnvloeden. De afwezigheid van een wetenschappelijk gefundeerde aspectcompositietheorie is dus te herleiden naar het gebrek aan een wetenschappelijk gefundeerde definitie van aspectinteractie. Dit voorstel vertrekt van het feit dat aspect code en basiscode gebruik maken van
dezelfde variabelen van een softwaresysteem. Aspecten waarvan de interne variabelen los staan van de variabelen van andere aspecten en van de variabelen van het basissysteem, zijn immers triviaal samen te stellen met die andere aspecten en het basissysteem. Pas wanneer het basissysteem en de aspecten gemeenschappelijk geheugen manipuleren kunnen zij mekaar potentieel voor de voeten lopen. Meer nog kan men stellen dat interactieproblemen zich slechts voordoen wanneer één van de partijen (aspectcode en/of basiscode) de variabelen destructief veranderen: zolang aspecten en basiscode de variabelen enkel uitlezen is er geen interactieprobleem. Daarom gaan we in dit voorstel uit van het feit dat basiscode en aspectcode eigenlijk bestaan uit transacties die variabelen in het geheugen lezen en schrijven. De vraag of aspecten gecombineerd kunnen worden met een basisprogramma en/of met mekaar komt dan eigenlijk neer op de vraag of de corresponderende transacties geserializeerd kunnen worden of niet. De kern van ons voorstel bestaat erin serializatietheorie uit de transactiewereld toe te passen op het aspectinteractieprobleem (en dus bij gevolg op het aspectcompositieprobleem). Hiertoe dienen we een basisprogramma en de aspecten voor te stellen als hiërarchisch opgebouwde samengestelde transacties: een programma leest en schrijft al zijn variabelen; een module leest en schrijft slechts een deel van deze variabelen; een methode leest en schrijft slecht een deel hiervan en een statement zal doorgaan slechts een handvol variabelen lezen en slechts één ervan schrijven. Een aspect is op zijn beurt een hiërarchisch opgebouwde container code waarvan elk niveau in de hiërarchie een beperkt aantal variabelen leest en schrijft. De vraag of een aspect interactieloos toe te passen is op één van deze systeemcomponenten komt dus neer op de vraag of de transacties die gedefinieerd worden door het basisprogramma en door het aspect al dan niet serialiseerbaar zijn. Dezelfde redenering is toe te passen voor de samenstelling van twee aspecten. Eén van de moeilijkheden die met dit voorstel gepaard gaan is dat de transacties waarvan sprake geen gewone eenvoudige transacties zijn. Inderdaad, om systemen, modules, klassen, methoden en statements correct af te beelden op transacties die variabelen manipuleren zullen we onze toevlucht moeten zoeken tot zogenoemde geavanceerde transactiemechanismen. Voorbeelden hiervan zijn geneste transacties [1] en sagas [2]. Door het feit dat deze transacties een interne structuur bezitten zijn ze afbeeldbaar op de samengestelde structuur van basis- en aspectcode. Het serialiseren van dit soort geavanceerde transacties is echter ook moeilijker. Ons voorstel bestaat dus uit het bestuderen van de verschillende soorten geavanceerde transacties (op basis van de unificerende ACTA theorie [3, 4]) en te onderzoeken hoe de abstracte syntaxbomen van zowel basiscode en aspectcode geassocieerd kunnen worden met een bijbehorende geavanceerde transactie. Vervolgens onderzoeken we hoe serialisatietheorie voor deze transacties tot een theorie kan dienen om interacties en composities tussen basiscode en aspectcode strikt wetenschappelijk te definiëren en hoe nietserialiseerbaardheid van de transacties kan gebruikt worden om interactieproblemen precies aan te duiden. Het bovenstaande voorstel kadert in een breder kader van recent onderzoek waarbij synchronisatiekennis uit parallelle systemen gebruikt wordt om het aspectinteractieprobleem in kaart te brengen. Eerder onderzoek focusseert zich echter grotendeels op het synchroniseren van berichten die voorkomen in de verschillende constituenten van een compositie. Het innovatieve aan dit voorstel is dat het zich toespitst op het gemeenschappelijk geheugen dat door de constituenten gemanipuleerd wordt, in plaats van het beschouwen van hun gemeenschappelijke ingrijppunten, zoals bijvoorbeeld in [5]. Dit onderzoek zal gevoerd worden binnen de omkadering van het Programming Technology Lab (PROG) van de Vrije Universiteit Brussel. Deze onderzoeksgroep heeft een lange geschiedenis in het domein van software- en programmeertaalontwikkeling. De laatste jaren heeft het lab zich geprofileerd als een belangrijke speler in AOSD-onderzoek. Zo is PROG samen met SSEL -- eveneens een onderzoeksgroep van de VUB -- actief binnen AspectLab [6], een samenwerkingsverband voor AOSD-onderzoek tussen de Vrije Universiteit Brussel, de Katholieke Universiteit Leuven en Universiteit Gent, gefinancierd door het IWT. Daarnaast zijn PROG en SSEL ook lid van AOSD-Europe [7], een pan-Europees onderzoeksnetwerk in het AOSD-domein, gefinancierd door de EU. Organisaties: • Informatica en Toegepaste Informatica
Onderzoekers: • THEO D'HONDT
Een transgene muis reporter lijn voor DNA hydroxylase TET1 om de rol van DNA (hydroxy)methylatie dynamica te onderzoeken bij geïnduceerd pluripotent en epigenetisch geheugen KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Stamcelbiologie en Embryologie
Onderzoekers: • Catherine Verfaillie • Kian Peng Koh • Michela Bartoccetti
Een Trojaans paard-strategie voor antimicrobiële therapie KU Leuven Abstract: Tijdens de afgelopen zeven decennia maakten antibiotica een essentieel onderdeel uit van ons geneesmiddelenarsenaal en deze vormen één van de belangrijkste redenen voor onze toegenomen levensverwachting. Ten gevolge van de ontwikkeling van resistentie tegen de bestaande antibiotica is er echter een dringende behoefte om op zoek te gaan naar nieuweanalogen of naar nieuwe bacteriële doelwitten die essentieel zijn voor het overleven van pathogene organismen. De laatste jaren werd hiervoor door meerdere onderzoeksgroepen opnieuw sterk gefocust op aminoacyl-tRNA synthetasen (aaRSs) als veelbelovende en klinisch gevalideerde doelwitten. De aminoacyl-tRNA synthetasen zijn een familie van enzymen die een sleutelrol spelen in het vertaalproces en die verantwoordelijk zijn voor het laden van het tRNA met de corresponderende aminozuren. Hoewel deze enzymen over de tijden heen weinig geëvolueerd zijn, is er toch voldoende structurele divergentie opgetreden waardoor selectieve remming van de bacter Organisaties: • Medicinale Chemie
Onderzoekers: • Arthur Van Aerschot • Bharat Gadakh
Een twee-armen fase III gerandomiseerde multi-centrische studie: dosisdesescalatie op elektieve klierregio's, het slikapparaat en de weke delen van de hals, met gebruik van beeldvormingsgestuurde intensiteitsgemoduleerde radiotherapie. Universiteit Gent Abstract: Dysfagie en halsfibrose, worden veroorzaakt door hoge stralingsdosissen die toegediend worden aan de hals, de pharyngeus constrictorspieren en de cervikale slokdarm. Deze gerandomiseerde studie beoogt het verminderen van deze bijwerkingen door selectieve dosis de-escalatie ter hoogte van gevoelige zones in de hals. Deze de-escalatie is mogelijk door BG-IMRT. UZLeuven, UZGent, UZBrussel en UZAntwerpen werken mee aan deze studie. Organisaties: • Vakgroep Radiotherapie en Experimenteel Kankeronderzoek
Onderzoekers: • Wilfried De Neve
Een tweejarige multicenter, random, dubbel-geblindeerde, placebo gecontroleerde, parallelle groepstudie voor de evaluatie van breukefficiëntie en veiligheid van intraveneuze zoledronisch zuur 5mg, jaarlijks voor de behandeling van osteoporosis Universiteit Hasselt Abstract: Dit project kadert in een dienstverleningsopdracht tussen enerzijds het Biomedisch Onderzoeksinstituut, anderzijds Novartis Pharma. Biomed levert aan Novartis de onderzoeksresultaten naar "een tweejarige multicenter, random, dubbel-geblindeerde, placebo gecontroleerde, parallelle groepstudie voor de evaluatie van breukefficiëntie en veiligheid van intraveneuze zoledronisch zuur 5mg, jaarlijks voor de behandeling van osteoporosis" onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Immunologie - Biochemie • Biomedisch Onderzoeks Instituut
Onderzoekers: • Pieter GEUSENS
Een typologische studie van eigennamen als grammaticale categorie: verzameling van primaire gegevens. Universiteit Antwerpen Abstract: In het kader van een postdoctoraal mandaat (FWO) maak ik een typologische studie van eigennamen als grammaticale categorie. Omdat eigennamen in de theoretische en descriptieve taalkunde onderbestudeerd zijn, moet ik actief primaire gegevens verzamelen d.m.v. veldwerk en enquêtes. De middelen van dit BOF-project moeten mij in staat stellen specialisten van verschillende taalfamilies te ontmoeten en wat veldwerk te verrichten. Organisaties: • Centrum voor grammatica, cognitie en typologie
Onderzoekers: • Mark Van de Velde
Een uniek beeldvormingsysteem bestaande uit de combinatie van flow cytometrie en confocale microscopie Universiteit Gent Abstract: In dit project zal een beeldvormingsysteem toegepast worden, bestaande uit een combinatie van kwantitatieve beeldanalyse (microscopie) en ?fluorescence activated cell sorting (FACS)?. Door middel van deze techniek zullen individuele cellen in detail gevisualiseerd kunnen worden om bvb organel structuren te analyseren, mitochondriale depolarizatie te meten, het volgen van cellen en fluorescentie gelabelde eiwitten in tijd en colokalisatie van (signaal) moleculen. Organisaties: • Vakgroep Inwendige ziekten
Onderzoekers: • Dirk Elewaut
Een Uniform Programmeermodel voor Rijke Internettoepassingen Vrije Universiteit Brussel Abstract: Rijke internettoepassingen zijn bezig aan een opmars, doordat recente evoluties in browsertechnologie toelaten om interactievere en rijkere toepassingen te schrijven. Deze rijke toepassingen doen het onderscheid tussen de client (de browser) en de server vervagen, doordat de client steeds meer aan belang wint. De programmeertechnologie voor internettoepassingen gaat echter nog steeds uit van het klassieke three tier model, waarbij een toepassing is opgedeeld in client, server en database. Dit maakt het ontwikkelen van rijke toepassingen een complexe zaak, aangezien de applicatie een combinatie is van verschillende technologie•en, elk voor een andere tier. Eerst en vooral dwingen deze technologie•en de programmeur om een statische opdeling te maken tussen client en server, wat het moeilijk maakt om internettoepassingen te ontwikkelen die een ander distributiemodel volgen. Ten tweede, hebben deze verschillende programmeertechnologieën elk een andere representatie van de data, waardoor de programmeur manueel deze datamodellen moet overbruggen. Tenslotte, hebben deze rijke internettoepassingen steeds meer gerepliceerde data nodig, zodat de data steeds snel beschikbaar is voor de client, ook wanneer er geen verbinding met de server is. Hierdoor zit de data verspreid over het distributiemodel en moet de toepassing garanderen dat de data steeds consistent blijft. Strategieën om data te repliceren en consistent te houden, worden vooralsnog niet aangeboden door mainstream webtechnologie. Het probleem dat we aankaarten is het feit dat de programmeertechnologie niet voorzien is op rijke internettoepassingen, wat leidt tot complexe oplossingen die slecht onderhoudbaar zijn en subtopimaal presteren. Het doel van dit onderzoek is het opstellen van een uniform programmeermodel voor rijke internettoepassingen. Hierbij heeft het model drie kerneigenschappen, die elk een van de reeds opgesomde problemen oplossen. Zo zal het model de applicatielogica loskoppelen van het distributiemodel, waardoor de programmeur tierless code zal schrijven, terwijl het model de code verdeelt over de lagen van de webtoepassing. Daarnaast wordt de data uniform gerepresenteerd, zodat de programmeur niet langer manueel verschillende representaties moet synchroniseren. Het programmeermodel voorziet ook replicatie- en consistentiestrategieën zodat de data voor andere knopen in het netwerk snel en oine beschikbaar is. Dit programmeermodel zal leiden tot een raamwerk dat aan de kerneigenschappen van het model voldoet, waarbij we niet blind zijn voor de state of the art technologie•en en we meer concreet kijken naar JavaScript, dat uitgegroeid is tot een performant platform. Dit onderzoek zal zowel een programmeermodel als raamwerk opstellen voor rijke internettoepassingen, waarbij het raamwerk als validatie dient voor het programmeermodel. Hierbij vallen we voor het raamwerk terug op bestaande state of the art webtechnologie, en meer bepaald JavaScript. De recente reflectie API voor JavaScript stelt ons in staat om de taal op een elegante manier uit te breiden. Organisaties: • Informatica en Toegepaste Informatica
Onderzoekers: • WOLFGANG DE MEUTER
Een universele nanoporie sensor voor single-molecule detectie. KU Leuven Abstract: Dit project heeft als doel de ontwikkeling van een single-molecule nanoporie biosensor voor de detectie en studie van proteïnen en andere macromoleculen. Nanoporie sensing steunt op het principe dat elk analyt datinterageert met een enkelvoudige nanoporie de ionenstroom doorheen de porie op een specifieke manier beïnvloedt. Dit project zal gebruik maken van een biologische nanoporie, Cytolysin A (ClyA), wiens dimensies compatibel zijn met de gemiddelde grootte van wateroplosbare proteïnen. We hebben reeds aangetoond dat ClyA in staat is om nauw verwante proteïnen (humaan en runder thrombine, 86% sequentie identiteit) van elkaar te onderscheiden. De ClyA nanoporie bezit echter geen intrinsieke selectiviteit,wat maakt dat meerdere proteïnen de porie kunnen binnendringen en het output signaal gecompliceerd wordt. In dit project zal het vermogen van ClyA om verscheidene biologisch relevante proteïnen (bv. kanker biomerkers) te onderscheiden getest worden. Bovendien zal getracht worden om Organisaties: • Afd. Biochemie, Molecul.& Struct. Biol.
Onderzoekers:
• Giovanni Maglia • Annemie Biesemans
Een universele nanoporie sensor voor single-molecule detectie. KU Leuven Abstract: De afgelopen jaren kwam de hondenfokkerij in opspraak: de gezondheid enhet welzijn van rashonden wordt in vraag gesteld. Ook in België zouden heel wat hondenrassen belast zijn met verschillende erfelijke aandoeningen die allerlei gezondheids- en welzijnsproblemen veroorzaken. De meestehondenrassen zijn gesloten populaties, met enkel een kleine fractie vande honden die gebruikt wordt voor de fokkerij. De beperkte genetische diversiteit, al dan niet het gevolg van inteelt versterkt mogelijks het optreden van genetische gebreken.In dit doctoraatsproject wordt daarom de genetische diversiteit bestudeerd van hondenrassen in België, enerzijds via stamboom-analyse, anderzijds via moleculaire merkers. Vervolgens zullen fokwaarden geschat worden voor enkele polygene aandoeningen waarvan klinische data voorhanden zijn. Ook zal de prevalentie van de genetische aandoeningen, en het maatschappelijk-economisch belang hiervan ingeschat worden. Al deze informatie zal als doel hebben om een specifiek f Organisaties: • Afdeling Gentechnologie
Onderzoekers: • Nadine Buys • Katrien Wijnrocx
Een validatie van het angstmediatie-model bij adolescenten: Een longitudinale studie. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE School vr Massacommunicatieresearch
Onderzoekers: • Keith Roe • Kathleen Custers
Een van een uitvoerige inleiding voorziene en geannoteerde tekstuitgave van Barthémemy Carré's Le courrier de l'Orient 1672-1674. Universiteit Antwerpen Abstract: Onderzoek over 17de-eeuwse Franse reisliteratuur bracht mij op het spoor van Bathélemy Carré en diens onuitgegeven Le Courrier de l'Orient 1672-1674, bewaard in het India Office te Londen en gepubliceerd in Engelse vertaling door de prestigieuze Hakluyt Society (Londen, 19471948, 3 dln.). Een microfilm van het autograaf manuscript (650 folio's van gemiddeld 45 regels) is in mijn bezit. ' Carré reisde in opdracht van Colbert via het Midden-Oosten en Perzië naar Indië om er de vestigingen van de Compagnie royale des Indes orientales te inspecteren. Zijn kleurig relaas in dagboekvorm, bestemd voor Colbert, is inhoudelijk en literair een juweel van de Franse reisliteratuur. (Autografe?) fragmenten worden bewaard in Parijs en Laval. Het project omvat een uitvoerige inleiding, plus transcriptie, modernisering en annotatie zal steunen op materiaal bewaard in Parijs, Londen en Den Haag. Organisaties: • VAKGROEP ROMAANSE TAAL- EN LETTERKUNDE EN LATIJN • Departement Letteren - overige
Onderzoekers: • Dirk Van der Cruysse
Een variationele studie van de uit-evenwicht dynamica van kwantumveldentheorieën Universiteit Gent Abstract: Het doel van dit project is het ontwikkelen van nieuwe methoden voor de beschrijving van uit-evenwicht dynamica van geïsoleerde als open kwantumveldentheorieën. Hiervoor zullen variationele methoden worden gebruikt op basis van continue matrixproducttoestanden. Deze hebben reeds bewezen om een accurate benadering toe te laten van grondtoestanden van kwantumveldtheorieën, maar werden tot op heden niet gebruikt om de dynamica te bestuderen. Organisaties: • Vakgroep Fysica en Sterrenkunde
Onderzoekers: • Frank Verstraete • Jutho Haegeman
Een veiliger internet: het (semi)automatisch herkennen van internetpedofilie in meertalige online social networks. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project stellen we enerzijds een methodologie voor om de manuele controle van peer-to-peernetwerken te (semi)automatiseren en anderzijds een methodologie voor de automatische extractie en analyse van stijlkenmerken (geassocieerd met persoonlijkheid, leeftijdsgroep en misleidend taalgebruik) die we willen toepassen op individuele pedofielen en groepen van pedofielen in chatruimtes. Organisaties: • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers: • Walter Daelemans • Claudia Peersman • Leona Van Vaerenbergh
Een verbeterde niet-invasieve diagnose van cardiovasculaire ziektes met ultrageluid: ontwikkeling van nieuwe technieken voor kwantitatieve analyse van de bloedstroming en vaatwand, op basis van multifysische modellering en in-vivo validatie Universiteit Gent Abstract: Vasculaire applicaties van medisch ultrageluid vertonen ernstige limitaties. Voorheen werd reeds een multifysisch simulatiemodel ontwikkeld om validatie van nieuwe technieken te ondersteunen. Dit project zal dit simulatiemodel gebruiken om beeldvormingsmodaliteiten voor vasculaire mechanica te ontwikkelen, een potentieel zeer nuttige tool voor screening van kwetsbare arteriële aandoeningen (e.g. plaques). Zowel conventionele als nieuwere technieken zullen onderzocht worden adhv mensen- en muizendata. Organisaties: • Vakgroep Civiele techniek
Onderzoekers: • Patrick Segers
Een verbredende en verdiepende studie van formele vaaglogica op grond van niet-prelineaire structuren Universiteit Gent Abstract: Een vaaglogica is een veralgemening van klassieke logica. De waarheidswaarden blijven niet beperkt tot 0 en 1, en mogen zelfs onvergelijkbaar zijn. Ook vaaglogica's kunnen worden opgebouwd adhv axioma's en deductieregels. Een belangrijke vraag is dan welke onderliggende algebraïsche structuur hiermee correspondeert en of de vaaglogica betrouwbaar en volledig is tov deze structuur. Organisaties: • Vakgroep Toegepaste wiskunde en informatica
Onderzoekers: • Etienne Kerre
Een verfijning van de Limited-Processing-Capacity theorie in tweede- en vreemdetaalverwerving: (h)erkenning van variabelen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Taalstudie Organisaties: • Centrum voor Linguistiek • Taal- en Letterkunde
Onderzoekers: • Aline GODFROID • Alexis HOUSEN
Een vergelijjkend onderzoek naar de substantiële vertegenwoordiging van allochtonen, ouderen en vrouwen. Universiteit Antwerpen Abstract: De algemene onderzoeksvraag "Hoe en waarom vindt substantiële vertegenwoordiging plaat?" omsluit 4 subvragen. 1)Wie zijn de actoren? 2)Welke handelingen omvat substantiële vertegenwoordiging? 3)Welke thema's vormen het onderwerp van de substantiële vertegenwoordiging? 4) In welke context vindt substantiële vertegenwoordiging plaats? Organisaties: • Burgerschap, gelijkheid en diversiteit (CED)
Onderzoekers: • Petra Meier
Een vergelijkende analyse van de aard en de vorm van bewegingen en partijen die mobiliseren rond protest tegen het politiek systeem Vrije Universiteit Brussel Abstract: Nieuwe politieke partijen boeken sinds de jaren '60 in Europa behoorlijke suksessen. De Belgische verkiezingsuitslag van 24 nov. 92 was wat dat betreft niet uitzonderlijk en ook voor België niet echt nieuw. De verklaringen voor het sukses van die partijen - en voor het falen van de traditionele partijen - zijn echter partieel. Er zijn modellen over de ontwikkelingen binnen de grote partijen, theorieën ter verklaring van het sukses van de Groenen, van het sukses van extreem-rechts. In dit projekt zal gepoogd worden om a.d.h.v. een goed gedokumenteerde inventaris van deze nieuwe partijen, hun programma's en hun achterban, een verklaringsmodel te ontwikkelen dat de nadruk legt op het reeds sinds de jaren '60 aanwezige ongenoegen met het funktioneren van de politiek. Dat wordt dan in verband gebracht met het steeds duidelijker zichtbaar worden voor de bevolking van de dilemma's van een moderne demokratie.Verlenging:Dit project is een verlenging met één jaar van het project: "Een vergelijkende analyse van de aard en de vorm van bewegingen en partijen die mobiliseren rond protest tegen het politiek systeem."Een model werd voorgesteld dat de ontwikkeling van politieke partijen poogt te duiden als een soort 'levenscyclus', waarbij cruciale stappen aan de hand van een aantal kenmerken (ideologisch, organisatorisch, strategisch) kunnen herkend worden. Dit bouwt verder op een model, dat is uitgewerkt door Morgens Pedersen in 1982. Buiten het leveren van meer wetenschappelijke inzichten in de evolutie van partijen, moet het een antwoord bieden op de vraag: kunnen we aan de hand van een analyse van kenmerken, bepalen in welke fase een partij zit, en voor welke nieuwe keuzen zij zal worden geplaatst? Bijzonder cruciaal daarbij is -in het kader van dit project- de overgang van"protest" naar "beleid".Hiervoor is nog bijkomend empirisch materiaal nodig, dat wordt geleverd door het onderzoek naar het Rassemblement Wallon, de Volksunie, Agalev en het Vlaams Blok. Organisaties: • Politieke Wetenschappen
Onderzoekers: • CHRISTIAN DESCHOUWER
Een vergelijkende studie over stedelijk bestuur in China en de EU-lidstaten. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EU. UA levert aan EU de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Management & Bestuur (M&B)
Onderzoekers: • Wouter Van Dooren
Een vergelijkende studie van de begrippen 'vernieuwing' en 'hervorming' in teksten van het Tweede Vaticaans Concilie, het postconciliaire magisterium en de oecumenische dialoog. KU Leuven Abstract: Het doel van dit onderzoek bestaat erin aan te tonen hoe een hernieuwd verstaan van de concepten renovatio en reformatio kan helpen om het Tweede Vaticaans Concilie te begrijpen als een levende traditie, die opnieuwtoegeëigend moet worden in het leven en de missie van de kerk van vandaag. Onze these is dat het Concilie geen louter moment is uit de geschiedenis, dat herdacht verdient te worden, maar dat het eerder een theologische bron is voor authentieke vernieuwing en hervorming in de kerk. Vandaar dat we bijzonder aandacht hebben voor de spanning tussen continuïteiten discontinuïteit, hervorming en discontinuïteit, alsook voor de spanning tussen trouw en dynamiek bij het overdragen van het geloofsdepositum(depositum fidei). Hoewel we ons bewust zijn dat reeds veel onderzoek plaatsvond over dit onderwerp, is het onze bedoeling op een meer praktische wijze aan te tonen hoe de concepten van vernieuwing en hervorming eenunieke bijdrage zijn van het Tweede Vaticaans Concilie, in het bijzo Organisaties: • Faculteit Theologie en Religiewetensch.
Onderzoekers:
• Peter De Mey • N. N.
Een vergelijkende studie van extractietechnieken en chromatografische analyses in de forensische toxicologie KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Toxicologie en Farmacologie
Onderzoekers: • Wim Dehaen • Jan Tytgat • N. N. • Eva Cuypers
Een vergelijkende studie van het CP-domein in Kleinaziatisch Grieks: van veldwerk tot cartografie. Universiteit Gent Abstract: Dit project zal, gebruikmakend van de cartografische benadering tot generatieve syntax, de compositie van de CP-laag van Farasiot en Kappadocisch (twee Kleinaziatisch Griekse varianten) verkennen, i.e. de pre-subject positie, die verschillende types conjuncties heeft, getopicaliseerde en gefocuste constituenten, en vraagmarkeringen. De analyse wordt gebaseerd op opnames van spontane spraak, aangevuld met ontlokte data gebaseerd op de intuities van sprekers. Organisaties: • Vakgroep Latijn en Grieks
Onderzoekers: • Marc Janse
Een vergelijkende studie van het stedelijk beleid in China en de EU-lidstaten. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EU. UA levert aan EU de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Management & Bestuur (M&B)
Onderzoekers: • Wouter Van Dooren
Een vergelijkend onderzoek naar belangengroepen in de Europese handelspolitiek ten aanzien van China. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoek betreft de relatieve invloed van verschillende belangengroepen in de Europese externe handelspolitiek ten aanzien van China. Tot op welke hoogte en waarom beïnvloeden belangengroepen van importeurs en groothandelaars in toenemende mate de EU handelspolitiek, en beleidsdomein traditioneel beheerst door producentengroepen? Door middel van een gecontroleerde vergelijking van verschillende belangengroepen wordt een antwoord gezocht op deze vraag. De specifieke, empirische doelstelling van dit onderzoek bestaat uit het komen tot een beter begrip van de politieke economie van het Europese handelsbeleid. Dit zal gebeuren aan de hand van de volgende drie onderzoeksvragen: 1) Verliezen de traditioneel invloedrijke producentenbelangengroepen van exporteurs en sectoren die concurreren met importen aan invloed op het Europese handelsbeleid? 2) Hebben importeurs en groothandelbedrijven vandaag de dag meer invloed op de beleidsbeslissingen van de Europese handelspolitiek dan tijdens de jaren tachtig en, zo ja, in welke mate? en 3) Wat zijn de gevolgen van deze ontwikkelingen voor zowel de institutionele structuur als de beleidsinhoud (protectie of liberalisering) van de Europese handelspolitiek? Organisaties: • Instituties en Meerlagige Politiek (ACIM)
Onderzoekers: • Dirk De Bièvre • Jappe Eckhardt
Een vergelijkend onderzoek naar belangengroepen in de Europese handelspolitiek ten aanzien van China. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoek betreft de relatieve invloed van verschillende belangengroepen in de Europese externe handelspolitiek ten aanzien van China. Tot op welke hoogte en waarom beïnvloeden belangengroepen van importeurs en groothandelaars in toenemende mate de EU handelspolitiek, en beleidsdomein traditioneel beheerst door producentengroepen? Door middel van een gecontroleerde vergelijking van verschillende belangengroepen wordt een antwoord gezocht op deze vraag. De specifieke, empirische doelstelling van dit onderzoek bestaat uit het komen tot een beter begrip van de politieke economie van het Europese handelsbeleid. Dit zal gebeuren aan de hand van de volgende drie onderzoeksvragen: 1) Verliezen de traditioneel invloedrijke producentenbelangengroepen van exporteurs en sectoren die concurreren met importen aan invloed op het Europese handelsbeleid? 2) Hebben importeurs en groothandelbedrijven vandaag de dag meer invloed op de beleidsbeslissingen van de Europese handelspolitiek dan tijdens de jaren tachtig en, zo ja, in welke mate? en 3) Wat zijn de gevolgen van deze ontwikkelingen voor zowel de institutionele structuur als de beleidsinhoud (protectie of liberalisering) van de Europese handelspolitiek? Organisaties: • Instituties en Meerlagige Politiek (ACIM)
Onderzoekers: • Dirk De Bièvre • Jappe Eckhardt
Een vergelijkend statistisch onderzoek van de digitalisatienauwkeurigheid van cinematografische en videoanalyse systemen in biomechanisch bewegingsonderzoek. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Hoewel 16-mm-cinematografie in de biomechanische bewegingsonderzoek nog altijd de standaard is voor kinematisch analyses van menselijke bewegingen, zijn de operationele kosten van cinesystemen heden zo sterk opgelopen dat analysesystemen op basis van videotechnologie een aantrekkelijk alternatief vormen. Het is daarom de bedoeling van deze studie de prestaties van de huidige geavanceerde videotechnologie in biomechanisch bewegingsonderzoek ten opzichte van de klassieke 16-mm-cinematografie terug te evalueren. Het betreft hier vooral de digitaliseringsnauwkeurigheid wrrbij de coördinaten van merkpunten in identieke video- en cinebeelden op eenzelfde wijze opgemeten worden en statisch met gekende ijkwaarden worden vergeleken.
Organisaties: • Biometrie en Biomechanica
Onderzoekers: • BARTOLD VAN GHELUWE
Een vergelijking van de diagnostische waarde van de combinatie radiografie-echografie met die van de kostelijke beeldvormingstechnieken (CT, NMR en arthroscopie) voor het onderzoek van de kogel en spronggewrichten bij het paard Universiteit Gent Abstract: Echografie (weke delen en botoppervlakte) en radiografie (bot zijn zeer complementaire technieken en zijn beschikbaarhei voor veel dierenartsen. Computer tomografie (CT), nucleaire magnetische resonantie (NMR) en arthroscopie zijn duurdere beeldvormingstechnieken en zijn minder verspreid. De huidige studie vergelijkt de diagnotische waarde van de combinatie radiografie + echografie met CT, NMR en arthroscopie voor de diagnosestelling van aandoeningen van kogel- en spronggewricht bij paarden. Organisaties: • Vakgroep Medische Beeldvorming van de Huisdieren en Orthopedie van de Kleine Huisdieren
Onderzoekers: • Henri van Bree • Jimmy Saunders
Een vergelijking van de effecten van papieren zakdoekjes op de toestand van de huid van de neus en de perinasale zones. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Een vergelijking van de effecten van papieren zakdoekjes op de toestand van de huid van de neus en de perinasale zones Een verkoudheid is waarschijnlijk één van de meest banale ziekten die voorkomt. Volwassenen hebben ongeveer 2 tot 4 verkoudheden per jaar, terwijl voor kinderen dat cijfer op 6 tot 12 ligt. Het syndroom 'verkoudheid' kan veroorzaakt worden door meer dan één verschillende virussen, maar Rhinovirussen en Coronavirussen zijn verantwoordelijk voor 30 tot 40% van de verkoudheden bij volwassenen. Een gewone verkoudheid of een acute virale rhinitis kan gedurende het hele jaar voorkomen, maar er is een verhoogde incidentie in de herfst-en wintermaanden. De symptomen van een verkoudheid zijn gewoonlijk mild: niezen, een waterige afscheiding uit de neus, obstructie van de nasale luchtwegen, tijdelijk verlies van de reuk- en smaakzin, zwelling van de sinusmembranen, een pijnlijke keel, hoest en hoofdpijn. De symptomen doen zich meestal voor 2 tot 3 dagen na de besmetting en duren doorgaans 2 tot 10 dagen. Bij een acute virale rhinitis, kan enkel symptomatisch behandeld worden. Bij een verkoudheid kan de huid van de buitenste onderkant van de neusgaten (verder gedefinieerd als zone 1), alsook de huidzone onder de uitmonding van de neusgaten (zone 2) en de huid in het midden, juist onder de neusbrug (zone 3) zeer pijnlijk zijn. Hierdoor vertoont de huid op deze plaats vaak erytheem en schraalheid. Deze karakteristieke kenmerken zijn het gevolg van maceratie van de huid door het waterige neusslijm en - waarschijnlijk meer belangrijk - het frequent wrijven met zakdoeken. Beide partijen, zowel P&G als de VUB, nemen aan dat de schade van deze huidzones toegeschreven kan worden aan de verwijdering van de hydrolipidenfilm van de huid (oppervlaktelipiden van de huid) en een verstoorde barrièrefunctie van de bovenste huidlagen. Daar komt nog bij dat het niet ontkend kan worden dat de alkalische pH van het neusslijm bij virale infecties een effect heeft op de toestand van de huid in deze zones. Bovendien kan het voorkomend erytheem en de schraalheid van de huid gekwantificeerd worden om zo inzicht te krijgen in de manier waarop de huid beschadigd wordt. - Visuele beoordeling van de globale toestand van de huid in de zones rondom de neus (digitale camera). Een klinische scoring zal in vivo uitgevoerd worden, alsook op de digitale reproducties. - Wanneer een hydrolipidenfilm verwijderd werd, kan dat aangetoond worden door een verlaagde hydratatie van het stratum corneum (SC) in vergelijking met de situatie waarin een persoon geen beschadigde huid heeft in de zone rond de neus door rhinitis. - Bovendien, het verlies aan oppervlakkige, apolaire lipiden van de hydrolipidenfilm kan kwalitatief en kwantitatief bepaald worden met een tape stripping methode, gevolgd door dunlaag chromatografische analyse (HPTLC). - Een verstoring van de barrièrefunctie van het SC wordt gekarakteriseerd door een significante stijging in transepidermaal waterverlies (TEWL), hetgeen te meten is met een watergradiënt methode. - Een veranderde pH van de huid kan nagegaan worden met potentiometrische pH-metingen. - De pH van het neusslijm kan bepaald worden door chromatometrisch de kleur van een papieren pH-indicator stripje te meten, nadat het in neusslijm gedrenkt werd. - Erytheem of roodheid van de huid kan beoordeeld worden door een kleurmeting. - Schraalheid of ruwheid van de huid kan geëvalueerd worden door een screening van de squames die gecollecteerd worden door een kleurmeting. Alle parameters kunnen in vivo bestudeerd worden met pijnloze, niet-invasieve meettechnieken. Deze parameters zullen bij elke proefpersoon opgetekend worden tijdens een verkoudheid en nadien,wanneer de proefpersoon volledig hersteld is van zijn verkoudheid. Omdat er in de literatuur geen onderzoek naar deze eigenschappen van de huid rond de neus (zones 1,2 en 3) beschreven is, zullen deze parameters ook bestudeerd worden in een volledig gezonde populatie. De bedoeling van deze studie is het verklaren van de beschadiging die een loopneus berokkent aan de huid direct onder de neus en op de buitenste onderkant van de neusgaten. Bovendien wordt het effect op deze beschadiging door het gebruik van twee verschillende 'P&Gzakdoekjes' in vergelijking met een gewoon papieren zakdoekje, onderzocht. Organisaties: • Toxicologie, Dermato-cosmetologie en Farmacognosie
Onderzoekers: • VERA ROGIERS • KRISTIEN DE PAEPE
Een vergelijking van de verklarende kracht van drie theoretische perspectieven in de organisatorische adoptie van kennisintensieve informatietechnologie-innovaties Universiteit Antwerpen Abstract: In dit onderzoeksproject bestuderen we de organisatorische adoptie van kennisintensieve informatietechnologie-innovaties door Vlaamse organisaties. Deze innovaties zijn moeilijk te adopteren omdat hieraan kennisbarrières zijn verbonden. Om een beter begrip te verkrijgen van het innovatiegedrag van organisaties met betrekking tot de adoptie van dit type innovaties, wordt de adoptie bestudeerd vanuit drie verschillende theoretische perspectieven.
Organisaties: • Beleidsinformatica
Onderzoekers: • Kris Ven
Een vergelijking van twee modellen van ADHD: Toestandsregulatie versus aversie voor uitstel Universiteit Gent Abstract: Het doel van ons onderzoek is het vergelijken van twee vooraanstaande neuropsychologische modellen van ADHD: toestandsregulatie en aversie voor uitstel. Aan de hand van gedrags- en psychofysiologische metingen worden specifieke voorspellingen van beide modellen nagegaan en wordt getracht het inzicht in cognitieve en motivationele processen te vergroten. Ons onderzoek draagt bij tot de psychologische theorievorming rond ADHD, met implicaties voor diagnostiek en behandeling. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Herbert Roeyers
Een verhandeling over de twaalf werken van Herakles door Johannes Pediasimos (ca. 1250-1314)Overblijfselen van het genre van de mythografie in Byzantium. KU Leuven Abstract: Dit project heeft als doel inzicht te verwerven in de radicaal veranderde positie van het genre van de mythografie in Byzantium. Hoewel mythografie in de oudheid een erg populaire bezigheid was, lijkt dit genre tochvolledig van de radar verdwenen te zijn in de Byzantijnse literatuur, die nochtans erg conservatief van aard is. Het huidige project wil onze kennis over het mythografische genre aanvullen door onderzoek te verrichten binnen een quasi onontgonnen wetenschapsdomein. Naast een meer literair theoretisch onderzoek naar de positie van de mythografie in Byzantium, wil dit project ook de kritische editie en Franse vertaling verzorgen van twee van de zeldzame gevallen van Byzantijnse mythografie: (1) een tekstje over de twaalf werken van Herakles toegeschreven aan Johannes Pediasimos, en (2) een anoniem gedicht over hetzelfde onderwerp. Deze kritische edities zullen dan als basis dienen voor nader onderzoek naar de brontekst(en) van beide werkjes (vermoedelijk Pseudo-Apollodoros Bi Organisaties: • OG Griekse Studies Leuven
Onderzoekers: • Peter Van Deun • Ulrike Kenens • Katrien Levrie
Een verkennende studie van kenmerkselectietechnieken voor clustering Universiteit Gent Abstract: Kernmerkselectie is een belangrijk aspect van data mining, dat steeds meer aan belang wint door het vrijkomen van grote en hoogdimensionele dataverzamelingen. In dit onderzoek zullen we nagaan in hoeverre de huidige taxonomie van kenmerkselectietechnieken voor classificatie overgedragen kan worden naar het gerelateerde probleem van clustering. Organisaties: • Vakgroep Plantenbiotechnologie en Genetica
Onderzoekers: • Yves Van de Peer
Een verkennend onderzoek naar buurtsportwerk in Vlaanderen Vrije Universiteit Brussel Abstract: Een verkennend onderzoek naar buurtsportwerk in Vlaanderen Organisaties: • Sportbeleid en -management
Onderzoekers: • MARC THEEBOOM
Een verkennend onderzoek naar regionale verschillen in studieprestaties in Vlaanderen en de oorzaken ervan.(OBPWO 2001) Vrije Universiteit Brussel Abstract: De aanleiding voor dit onderzoek was dat West-Vlaamse studenten meer slaagden voor de toegangsexamens arts en tandarts. De hogere slaagpercentages voor de toegangsexamens zijn geen toeval, want uit dit onderzoek blijkt dat er sterke regionale verschillen zijn in studieprestaties in het Vlaamse secundair en hoger onderwijs. Vier representatieve databanken van Vlaamse secundaire scholen tonen aan dat West-Vlaamse leerlingen beter presteren voor wiskunde, wetenschappen, en leesvaardigheid (PISA2000 en TIMSS), en dat ze minder vaak B- en C-attesten behalen (twee TOR-onderzoeken bij jongeren uit 1996 en 2000). Leerlingen uit Antwerpse en Vlaams-Brabantse scholen behalen iets meer B- en C-attesten. Het scherpste beeld van de regionale verschillen vinden we in de gegevens van de Databank Tertiair Onderwijs (19992000). Van de eerstejaars die recht uit het secundair onderwijs komen, slaagt gemiddeld 43,2 procent, maar bij de West-Vlamingen is dat 53,9 procent. Ook binnen West-Vlaanderen zijn er nog grote verschillen. Studenten uit de arrondissementen Kortrijk, Ieper, Roeselare, Tielt en Diksmuide in het zuidoosten van West-Vlaanderen halen een gemiddeld slaagpercentage van 57,5 procent, dat is bijna 15 procentpunten hoger dan het Vlaams gemiddelde. Aan het andere uiteinde vinden we Brussel terug met een slaagpercentage van slechts 38,8 procent. Dat de slaagpercentages in de stad Antwerpen (en in mindere mate ook in Gent en andere steden) ook lager liggen, wijst erop dat het hier om een (groot)stedelijk probleem gaat. Een analyse van de VLIR-databank toont aan dat deze regionale verschillen voor West-Vlaanderen en Brussel al minstens teruggaan tot het schooljaar 1990-1991. In de acht databanken vonden we verschillende deelverklaringen voor de betere prestaties van West-Vlamingen. Ten eerste kunnen de betere prestaties van West-Vlamingen op leesvaardigheid en wiskunde in het secundair onderwijs ten dele verklaard worden door het kleine aantal allochtonen in West-Vlaamse scholen. Ten tweede kiezen West-Vlamingen minder vaak voor ASO en voor universitaire opleidingen. Dat ze minder hoog mikken en misschien realistischer kiezen, kan een deel van de verschillen in slaagpercentages verklaren. De derde en belangrijkste verklaring voor de betere studieprestaties van West-Vlamingen wordt gevormd door een cluster van culturele kenmerken die samengaan met goede prestaties, en die iets meer in West-Vlaanderen aanwezig zijn. West-Vlamingen komen uit onze analyses als iets conformistischer en gezagsgetrouwer. De concentratie van deze kenmerken op klas- of schoolniveau zorgt voor een klas- of schoolklimaat waar het voor leerkrachten gemakkelijker werken is. Dit is een goede basis voor een 'effectieve' school. De voorsprong in kennis en studiehouding die de West-Vlamingen tijdens het secundair onderwijs opbouwen, nemen ze mee naar het hoger onderwijs waar ze erg hoge slaagpercentages halen. Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS • TOON KUPPENS
Een verstrengelde studie van codeertheorie en projectieve meetkunde. Universiteit Gent Abstract: ik onderzoek de verstrengelde eigenschappen van codeertheorie en projectieve meetkunde over eindige velden, teneinde nieuwe resultaten in deze gebieden te bekomen. Bijzondere aandacht hierbij gaat uit naar (q+t,t)-bogen van type (0,2,t), compressed sensing op basis van eindige meetkunde, en random network coding. Organisaties: • Vakgroep Wiskunde
Onderzoekers: • Leo Storme
Een verstrooiingstype scanning nabije-veld millimetergolven microscoop Universiteit Gent Abstract: De studie, verwezenlijking en validatie van een vectoriële scanning nabije-veld mm-golfmicroscoop (SNMM, 30 - 300GHz), die zeer performant is qua beeldvorming en resolutie, op basis van een grondig onderzoek naar geavanceerde microprobes, originele modulatietechnieken en gesofistikeerde Maxwell-gebaseerde elektromagnetische beeldvormingsalgoritmes. Testen op een aantal specifieke toepassingen in verschillende domeinen van de (ingenieurs) wetenschappen: elektronica, biotechnologie, materiaalkunde. Organisaties: • Vakgroep Informatietechnologie
Onderzoekers: • Ann Franchois
Een verstrooiïngstype scanning nabije-veld millimetergolven microscoop. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De doelstelling van dit project is de studie, verwezenlijking en validatie van een vectoriële scanning nabije-veld mm-golfmicroscoop (SNMM), die zeer performant is qua beeldvorming en resolutie, op basis van een grondig onderzoek naar geavanceerde microprobes, originele modulatietechnieken en gesofistikeerde elektromagnetische beeldvormingalgoritmes. Uniek in dit project is dat ook multi-parameter (frequentie, polarisatie, invalshoek) belichting zal gebruikt worden om de beeldvorming te verbeteren! Deze doelstelling is slechts haalbaar dankzij een combinatie van uiteenlopende competenties. Onderzoekspartner VUB/LAMI is expert op het vlak van opto-elektronisch ontwerp en technologie in het optisch en mm-golfgebied en is sinds geruime tijd vertrouwd met het uitvoeren van verre-veld mm-golfbeeldvormingsexperimenten met een MVNA. De inbreng in dit onderzoeksdomein van exacte elektromagnetische modellerings- en beeldvormingstechnieken, gebaseerd op de Maxwell vergelijkingen, is vernieuwend en zal uitgevoerd worden door onderzoekspartner UGent/INTEC, die op dit vlak een uitstekende reputatie geniet en die tevens vertrouwd is met microgolfmetingen (microgolfnetwerkanalyzer, antenneconcepten). De performantie van de ontwikkelde microscoop zal getest worden op een aantal specifieke toepassingen in verschillende domeinen van de (ingenieurs)wetenschappen: elektronica, biotechnologie, materiaalkunde (corrosie),... Organisaties: • Elektronica en Informatica
Onderzoekers: • JOHAN STIENS • ROGER VOUNCKX
Een virtuele vriend voor audio-visuele spraaktraining van gehoorgestoorde kinderen en volwassenen in Brussel. Vrije Universiteit Brussel Abstract: We stellen voor om kinderen met spraakmoeilijkheden een leeromgeving aan te reiken waarim ze mer een 3-dimensionaal virtueel gelaat een woordspel spelen. Het doel van het onderzoekis de ontwikkeling, evaluatie en toepassing van een leeromgeving in dewelke een levendige vriendelijk, artificiële persoon de training in gesproken communicatie vergemakkelijkt door het creëren van visuele spraak. De wetenschappelijke doelstelling is nagaan hoe de analyse- en synthesetechnieken voor de integratie van audiovisuele modaliteiten van spraak kunnen worden toegepast. De technische doelstelling is een demonstrator die in staat is om audiovisuelecomputer-gegenereerde sprekende personen op het scherm te tonen in de educatieve setup. Dit zal gebeuren aan de hand van drie scenario's: 1 presentatie en imitatie van woorden in verschillende modaliteiten met assistentie van het gelaat van de virtuele vriend; 2 herkenning en identificatie van de woorden in spelvorm voor het leggen van verbanden en voor educatieve herhaling; 3 ontdekking en communicatie waarin elk kind een virtuele vriend aanstuurt met zijn eigen mondbeweging tijdens het vertellen over de aangeleerde woorden. Ook richt het project zich tot gehoorgestoorde volwassenen voor het verbeteren van hun zelfvertrouwen tijdens communicatie. Testen zullen uitgevoerd worden om de vooruitgang van de gebruikers in correcte perceptie en reproductie van gesproken taal aan te tonen. Organisaties: • Elektronica en Informatica
Onderzoekers: • HICHEM SAHLI
Een voortbrengend systeem voor membraanconstructies Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het onderzoek heeft tot doel een bouwsysteem bestaande uit gestandardiseerde,modulaire elementen op te stellen waarmee membranconstructies gemaakt kunnen worden. Organisaties: • Architectonische ingenieurswetenschappen
Onderzoekers: • MARIJKE MOLLAERT
Een voortbrengend systeem voor membraanconstructies. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het doel van het project is het ontwikkelen van een uitbreidbare catalogus van onderling compatibele onderdelen die de ontwerper/bouwer in staat moet stellen om op een snelle en relatief eenvoudige wijze, tijdelijke en volledig demontabele membraanconstructies op te bouwen. In het domein van de membraanconstructies wordt reeds veel gewerkt met modulaire en/of geprefabriceerde elementen. Op heden gebruikt men "units" (opbouwende modules zijn kleine volledige tenten) en vorm-en-functie-gebonden oplossingen (demonteerbare constructies hebben telkens ze opgebouwd worden dezelfde vorm en functie). Het onderzoek zal de mogelijkheden verder uitdiepen om tot een volledig voortbrengend systeem voor (tijdelijke) membraanconstructie te komen, t.t.z. een systeem waarmee men zowel de draagconstructie als de membranen, dewelke uiteindelijk als een geheel moeten samenwerken, uit modulaire componenten kan opbouwen. De studie gebeurt in eerste
instantie op abstract niveau : vormen, schakelmethoden en combinatieconcepten zullen opgesteld en onderzocht worden. De verdere uitwerking gebeurt met zowel specifieke maquettes als met numerieke simulaties (programma's zoals EASY of Memform). Belangrijk in deze fase zijn de vormstudie, de krachtwerking en het bepalen van de compatibiliteitsregels om modules te kunnen combineren en herconfigureren. De methodologie om modules en componenten op een unieke wijze te beschrijven en de opbouw zowel als de demontage te simuleren (Easyer, Easy of andere tools), wordt op punt gezet. Organisaties: • Architectonische ingenieurswetenschappen
Onderzoekers: • MARIJKE MOLLAERT
Eenvoudiger synhtese- en depositiemethodes voor elektroluminescente beeldschermen Universiteit Gent Abstract: Uitgaande van de bestaande conventionele technologie zullen eenvoudiger en dus goedkopere vervaardigignsmethodes van elektroluminescente cellen onderzocht worden. Het onderzoek zal zich vooral richten op alternatieve depositiemethodes voor anorganische factoren isolatorlagen, zoals zeefdrukken, dipcoating, spincoating en sol-gel processen, met inbegrip van methodes voor het maken en aanwenden van luminescente nanodeeltjes. Organisaties: • Vakgroep Elektronica en informatiesystemen
Onderzoekers: • Patrick De Visschere
Eenvoudiger synthese- en depositiemethodes voor elektroluminescente beeldschermen Universiteit Gent Abstract: Uitgaande van de bestaande conventionele technologie zullen eenvoudiger en dus goedkopere vervaardigingsmethodes van elektroluminescente cellen onderzocht worden. Het onderzoek zal zich vooral richten op alternatieve depositiemethodes voor anorganische fosforen isolatorlagen, zoals zeefdrukken, dipcoating, spincoating en sol-gel processen, met inbegrip van methodes voor het maken en aanwenden van luminescente nanodeeltjes. Organisaties: • Vakgroep Elektronica en informatiesystemen
Onderzoekers: • Patrick De Visschere • Kristiaan Neyts
Eenvoudig te synthetiseren organische linkers voor de 2D extensie van MOF nanoreactoren Universiteit Antwerpen Abstract: Het project beoogt functionaliseerbare nanoreactoren te construeren onder de vorm van metaal-organische netwerken met makkelijk synthetiseerbare benzylideenaniline linkers. De in de linkers te integreren functionaliteiten zijn transitiemetaalkatalysatoren, die door de grote poriën in het netwerk en de resulterende hoge oppervlak/volume verhouding een activiteit zullen hebben vergelijkbaar met homogene katalysatoren. Organisaties: • Geavanceerde Reactor Technologie (ART)
Onderzoekers: • Christophe M L F Vande Velde
Een Webgebaseerd Multimodaal Beslissingsmodel. Universiteit Antwerpen Abstract: Voor de correcte afweging van transport- en voorraadgerelateerde implicaties van de vervoerswijzekeuze zijn in de literatuur reeds diverse modellen ontwikkeld. Ondanks het feit dat deze modellen toelaten om in het merendeel van de situaties bedrijfsbeslissingen te ondersteunen, worden zij vooralsnog weinig gebruikt omwille van de moeilijkheid bij hun praktische implementatie. Het huidig project heeft als doel state-of-the-art benaderingen te integreren in een gebruiksvriendelijk en mistake-proof webgebaseerd model voor beslissingen m.b.t. de vervoerswijzekeuze. Organisaties: • ITMMA
Onderzoekers: • Wout Dullaert
Een web service voor stylometrie- en leesbaarheidsonderzoek voor het Nederlands Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Vertaalkunde • Vakgroep Taaltechnologie
Onderzoekers: • Veronique Hoste
Een web service voor stylometrie- en leesbaarheidsonderzoek voor het Nederlands (STYLENE). Universiteit Antwerpen Abstract: Doel van het project is de implementatie van een robuust, modulair stysteem voor stylometrie- en leesbaarheidsonderzoek op basis van bestaande technieken voor automatische tekstanalyse en zelflerende technieken, en de ontwikkeling van een web service die onderzoekers in de HSS toelaat teksten te analyseren met behulp van het systeem. Op die manier wil het project recente vooruitgang op het gebied van het computationeel modelleren van stijl en leesbaarheid beschikbaar maken voor onderzoek in de sociale en geesteswetenschappen. Organisaties: • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers: • Walter Daelemans
Een wereld van geesten en goden. De invloed van spiritualiteit in de hedendaagse kunst. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het vooropgestelde doel in dit project is een door de werken zelf aangereikte problematiek te geven over de aspecten van hedendaagse kunst die een invloed ondervinden van de verschillende vormen van traditionele spiritualiteit. Het onderzoek richt zich bijgevolg op de veruiterlijking
van spirituele tradities in de werken en de culturele belevingswereld van verscheidene kunstenaars. Dit maakt het mogelijk om meerdere gezichtspunten binnen de hedendaagse kunst tot een bijzondere dialoog te laten komen. Enerzijds kan de wisselwerking tussen spirituele tradities en de vernieuwingen die ze veroorzaken binnnen de hedendaagse kunststromingen benaderd worden en anderzijds kan men de invloed van spiritualiteit analyseren binnen kunstvormen die gebonden zijn aan een welbepaalde symbolische vormentaal en binnen kunstuitingen die streven naar zuivere abstractie? er wordt hoofdzakelijk aandacht gechonken aan die vormen van spirualiteit die reeds een lange weg van traditie en wereldwijde erkenning achter zich hebben. De Allernieuwste, en <etenschappelijk niet erkende, vormen van spiritualiteti zullen niet in het onderzek betrokken worden. Organisaties: • Kunstwetenschappen en Archeologie
Onderzoekers: • ANNIE RENIERS
Een wereld van (on)verschil. Tweesprakencyclus over diversiteit en marginalisering in noord en zuid. Universiteit Antwerpen Abstract: De tweesprakencyclus wil de verbanden tussen `hier' en `ginds' benadrukken, zowel gelijkaardigheden als verschillen en met bijzondere aandacht voor wederzijdse inwerking. Vanuit een betere kennis van de eigen samenleving kunnen we beter reflecteren over het zuiden en kweken we een gevoeligheid voor de debatten over diversiteit en marginalisering in de eigen samenleving. Organisaties: • Instituut voor Ontwikkelingsbeleid en -beheer - overige
Onderzoekers: • Tom De Herdt
Een wereld van (on)verschil: tweespraken over de milleniumontwikkelingsdoelstellingen. Universiteit Antwerpen Abstract: Probleemstelling: Met de formulering van de zg. Milleniumontwikkelingsdoelstellingen (MDGs) gaat de Intemationale Gemeenschap een nieuwe fose in van gemeenschappelijk ontwikkelingsbeleid, dat voortaan gefocused wordt naar de armste bevolkingsgroepen in het Zuiden. Oorspronkelijk geformuleerd in 1996 door de OESO, zal het plan voor de 'halvering van de Armoede tegen 2015' tijdens een VN-top in september 2005 effectief van start gaan. Maar over welke doelstellingen gaat het precies ? Hoe passen ze binnen het huidige denken over armoede en ontwikkeling? Hoe kan de sprong gemaakt worde.n van een globaal plan naar een lokale invulling ervan in het Zuiden ? Doelsteflingen : Na een inleidend debat over het project van de Milleniumontwikkelingsdoelstellingen alsdusdanig willen we telkens d.m.v. een tweespraak een thema bespreken dat verband houdt met elk van de acht MDGs. Tevens wil de cyclus een aanleiding zijn om academici aan de Universiteit Antwerpen bijeen te brengen rond een maatschappelijk debat dat zowel in het noorden als het widen gevoerd wordt. De ervaring van voorbije debatfencycli leert ons dat, terwijl de structuur van een tweespraak in principe een 'debat' toelaat, de meest leerrijke avonden eerder beschreven kunnen worden als een 'dialoog' tussen een 'Noordelijk' en een 'Zuidelijk' perspectief op een bepaald thema. Organisaties: • Instituut voor Ontwikkelingsbeleid en -beheer - overige • Politieke economie van de Grote Meren Regio
Onderzoekers: • Christiane Timmerman • Tom De Herdt
Een wijsgerig-antropologisch onderzoek naar de rol van zelfbewustzijn en empathie in de oorsprong en evolutie van moraliteit. Universiteit Gent Abstract: Onderhavig project beoogt de constructie van een wijsgerig-antropologisch en moraalwetenschappelijk model over de rol van zelfbewustzijn en op zelfbewustzijn gestoelde empathie of mindreading in de oorsprong en evolutie van moraliteit. Doel is de bestaande visie op de rol van zelfbewustzijn in moraliteit in de moraalfilosofie te verfijnen en onderbouwen met inzichten en onderzoeksresultaten uit de moderne moraalpsychologie en evolutiepsychologie. Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Onderzoekers: • Johan Braeckman
Een wittgensteiniaanse analyse van de vrije wil. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Centr. Ethiek, Soc. & Pol. Filosofie
Onderzoekers: • Stefaan Cuypers • Stefan Rummens
Een zelfcorrigerend algoritme voor nauwkeurige rekmetingen op composieten met behulp van digitalebeeldcorrelatie. KU Leuven Abstract: Digitale beeldcorrelatie (EN: digital image correlation, DIC) is een optisch-numerieke meettechniek die toelaat om complexe verplaatsingen en vervormingen aan het oppervlak van objecten te meten. De grote voordelen van deze techniek zijn dat de opmeting contactloos gebeurt, informatie oplevert over het volledige oppervlak van het object (zgn. #full-field#) en bovendien toepasbaar is op eender welk materiaal onder arbitraire belastingsomstandigheden. Met deze eigenschappen onderscheidt DIC zichfundamenteel van meer traditionele rekmetingen zoals bijvoorbeeld rekstrookmetingen. Deze methode (met de subsetmethode) heeft al zijn nut bewezen in tal van applicaties, maar bezit toch nog een aantal belangrijke nadelen. Het doel van het voorgestelde onderzoek is het tegengaan van deze nadelen door het implementeren en valideren van een nieuwe DIC procedure die concepten ontleent aan de adaptieve eindige elementen methode en de traditionele beeldverwerking. In dit nieuw algoritme wordt er niet l Organisaties: • Faculteit Wetenschappen • TC Materialentechnologie Gent-Aalst
Onderzoekers:
• Dimitri Debruyne • Lukas Wittevrongel
Een zelf-kalibrerende array voor het akoestisch monitoren van vleermuizen. Universiteit Antwerpen Abstract: Veel vleermuissoorten worden gemonitord door in het veld geplaatste opname apparatuur. Dergelijke recorders registreren de echolocatie geluiden van vleermuizen gedurende lange perioden (weken tot maanden). De huidige recorders hebben een aantal tekortkomingen. In dit project willen we een array systeem bestaande uit onafhankelijke recorders ontwikkelen dat deze tekortkomingen niet heeft. Dit array systeem zal een flexibel alternatief vormen voor de single-microphone recorders die momenteel worden gebruikt. Het doel van dit project is om een proof-ofconcept van dit systeem bestaande uit vijf eenheden te bouwen, en om het systeem in te zetten in het veld waar de prestaties zullen worden vergeleken met een aantal bestaande bat recorder systemen die op dit moment de 'gouden standaard ' zijn. Daarnaast zullen er opties geëxploreerd worden om het systeem in productie te brengen, Organisaties: • Engineering Management
Onderzoekers: • Dieter Vanderelst
Een zelfregulatiebenadering van moreel bewustzijn en ethisch leiderschap Universiteit Gent Abstract: Het huidig projectvoorstel handelt over de condities die ethisch gedrag van leiders stimuleren door hun bewustzijn van de morele aspecten van hun dagelijkse beslissing te vergroten. Het voorstel integreert onderzoek naar moreel bewustzijn met recent onderzoek naar informatieverwerkingsasecten van macht en zelfregulatie. Organisaties: • Vakgroep Ontwikkelings-, persoonlijkheids- en sociale psychologie
Onderzoekers: • Alain Van Hiel
Een zieke maatschappij: Over de pathogenisering en medicalisering van de sociale normen. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Centr. Logica en Analyt. Wijsbegeerte
Onderzoekers: • Roger Vergauwen • Jonathan Sholl
Eenzijdige wijziging van arbeidsovereenkomsten in de publieke sector: de moeilijke wisselwerking tussen bestuursrecht en arbeidsrecht Universiteit Hasselt Abstract: Het project is gericht op het onderzoeken van een van de meest cruciale juridische kwesties gekoppeld aan de werkgelegenheid van contractuele werknemers in de publieke sector. Een belangrijk onderscheid tussen statutaire en contractuele tewerkstelling in de publieke sector betreft de mogelijkheid om eenzijdig de tewerkstellingsomstandigheden te wijzigen. Voor zover de ambtenaren (die statutair tewerkgesteld zijn) bekeken worden, laat het principe van openbare diensten toe, onder bepaalde omstandigheden, eenzijdig hun arbeidsvoorwaarden te wijzigen. Eenzijdige wijziging van de arbeidsvoorwaarden voor het personeel in dienst met een arbeidsovereenkomst is veel beperkter naar Belgische wetgeving. Deze strekking van het zogenoemde ius variandi is zeer beperkt. De mogelijkheid om eenzijdig de arbeidsvoorwaarden te wijzigen wordt beïnvloed door het juridisch evenwicht tussen industriële relaties (collectieve arbeidsverhoudingen) en individuele arbeidsverhoudingen. De ius variandi in de privésector moet geanalyseerd worden inzake de mogelijkheid de arbeidsvoorwaarden te wijzigen door onderhandelingen naar een nieuwe collectieve arbeidsovereenkomst. De regels in de collectieve arbeidsovereenkomsten kunnen, onder bepaalde omstandigheden, de individuele arbeidsverhoudingen beïnvloeden. Het evenwicht tussen de regels resulterend van collectieve onderhandelingen en de individuele arbeidsvoorwaarden van ambtenaren is fundamenteel verschillend in de privé- en in de publieke sector. Publiekrecht vereist dat de resultaten van collectieve onderhandelingen nog steeds moeten worden omgezet door een eenzijdige administratieve actie door de publieke werkgever. Echter, de juridische status van contractuele werknemers in de publieke sector wordt gereguleerd door aspecten van publiekrecht voor zover de industriële relaties beschouwd worden wanneer hun status beheerd wordt door privaatrecht voor zover hun individuele arbeidsverhouding beschouwd wordt. Dit leid tot een fundamenteel juridisch probleem betreffende het evenwicht tussen industriële en individuele arbeidsverhoudingen voor contractuele werknemers in de publieke sector. Dit probleem wordt steeds acuter wanneer het aantal contractuele werknemers in de publieke sector al vele jaren aan het verhogen is geweest. Dit onderzoeksproject is gericht op het analyseren van deze fundamentele juridische kwestie en om potentiële oplossingen te formuleren gebaseerd op vergelijkend onderzoek. Beide zijden van de medaille worden onderzocht waarbij Denemarken weet collectieve arbeidsovereenkomsten te binden voor contractuele werkgevers in de publieke sector, terwijl Frans publiekrecht de status van contractuele werknemers in de publieke sector behandelt. Daarom, om een oplossing te kunnen vinden voor de Belgische juridische onzekerheid, is een vergelijkende analyse van de Deense en het Franse geval noodzakelijk. Organisaties: • Centrum Overheid en Recht
Onderzoekers: • Alexander DE BECKER
Een zoektocht in de Vlaamse bevolking naar genen en omgevingsfactoren met invloed op de micro- en macrocirculatie KU Leuven Abstract: <SPAN style="LINE-HEIGHT: 150%; FONT-FAMILY: 'Times New Roman','serif'; FONT-SIZE: 12pt; mso-bidi-font-size: 11.0pt; mso-ansilanguage: NL-BE" lang=NL-BE> FONT-FAMILY: 'Times New Roman','serif'; FONT-SIZE: 12pt; mso-bidi-font-size: 11.0pt; mso-ansi-language: NLBE" lang=NL-BE>In deze doctoraatsthesis onderzochten we de genetische en milieu-gerelateerde determinanten van de micro en macrocirculatie.In onze studie, toonden we een aanvaardbare reproduceerbaarheid aan van he centrale retinale arteriool equivalent (CRAE) en het centrale retinale venulaire equivalent (CRVE). CRAE nam toe met vrouwelijk geslacht en roken en nam af met de leeftijd en de gemiddelde arteriële druk. CRVE nam af met de leeftijd. CRVE en CRAE hadden zowel genetische als milieu-gerelateerde correlaties. We stelden een matige erfelijkheidsgraad vast voor CRAE en CRVE. Het 1675 G/A polymorfisme in the angiotensine II type-2 receptor (AT2R) was geassocieerd met CRAE. Het 1675 A allel was geassocieerd met een groter Organisaties: • Hypertensie & Cardiovasc. Epidemiologie
Onderzoekers: • Jan Staessen • Yanping Liu
Een zoektocht naar elektroneninjecterende materialen bruikbaar in LED's en zonnencellen. Universiteit Antwerpen Abstract: Het samenwerkingsproject tussen het Instituut Fotografische Chemie, Chinese Acad. Wetenschappen enerzijds en IMEC (Leuven) en Structuurchemie (UIA, Univ. Antwerpen) anderzijds heeft de volgende objectieven: 1. Synthese van nieuwe ladingstransporterende en licht emitterende materialen uit de groep aryleenvinylenen en metaalchelaten 2. Evaluatie van de nieuwe materialen in Organische LED's en zonnnencellen. 3. Ontwerpen van procedures om nieuwe en bestaande organische halfgeleidermaterialen te maken en te testen in veld-effect transistoren Organisaties: • Structuurchemie • Structuurchemie
Onderzoekers: • Christian Van Alsenoy
Een zoektocht naar nieuwe inzichten en aangrijpingspunten in de preventie en behandeling van obesitas en type 2 diabetes. KU Leuven Abstract: Obesitas is een chronische aandoening die zich vooral ontwikkelt bij sedentaire personen die een overmaat aan (vetrijk) voedsel consumeren. Momenteel is obesitas de belangrijkste oorzaak van levensbedreigende aandoeningen zoals type 2 diabetes, levercirrose en hart-en vaatziekten, terwijl beschikbare behandelingen voor obesitas zeer gelimiteerd zijn en teleurstellende lange termijn effecten hebben. De mechanismen die leiden tothet ontstaan van obesitas en het oorzakelijk verband tussen obesitas entype 2 diabetes zijn momenteel niet gekend. In dit project willen we een beter inzicht verwerven in de oorzaak van obesitas wat kan leiden tot nieuwe aangrijpingspunten voor geneesmiddelen.Genetische studies suggereren een rol voor de Wnt signaalcascade in het ontstaan van obesitas:in een eerste doelstelling willen we de exacte rol van deze signaalcascade in het ontstaan en de preventie van obesitas bestuderen. Een voorgaande studie, uitgevoerd door onze onderzoeksgroep, toonde reeds een belan Organisaties: • Klinische & Experimentele Endocrinologie
Onderzoekers: • Chantal Mathieu • Bart Van Der Schueren • Michael Maris
EEO - European electromobility Observatory Vrije Universiteit Brussel Abstract: Wetenschappelijke ondersteuning voor de ontwikkeling van een Europese databank met betrekking tot Elektromobiliteit. Organisaties: • Elektrotechniek-Energietechniek • Mobiliteit en voertuig technologie onderzoeksgroep
Onderzoekers: • Thierry Clement COOSEMANS • Sylvia HEYVAERT • PETER VAN DEN BOSSCHE • JOERI VAN MIERLO
(eerder opgemaakt onder BRGEOZ93) Bepaling van de ecologische status van sommige vijvers beheerd door de A.G.R. van het B.I.M. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Bepaling van de ecologische status van sommige vijvers beheerd door de A.G.R. van het B.I.M. Organisaties: • Biologie
Onderzoekers: • LUDWIG TRIEST
Eergerelateerd geweld en geweld in naam van de eer: mythe of realiteit? Een pilootonderzoek in Vlaanderen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Eergerelateerd geweld kan, in de context van migratre, begrepen worden als een vorm van gendergerelateerd, geweld dat als functie heeft cuturele grenzen van minderheidsgroepen te bepalen en de morele eigenheid van de groepsidentiteit af te bakenen ten aanzien van de genderspecifieke normen en waarden van de dominante cultuur in de samenleving. Daarbij worden aan meisjes/vrouwen en jongens/mannen verschillende rollen en normen opgelegd. Eergerelateerd geweld omvat niet alleen (pogingen tot) eremoord en eerwraak maar ook gedwongen huwelijken, gedwongen maagdelijkheid, vrijheidsberoving, opsluiting enz. In tegenstelling tot andere Europese landen (zoals Nederland, Duitsland, het Verenigd Konrnkrijk en Zweden) is er tot op heden, geen grondig en systematisch onderzoek gebeurd naar het fenomeen in Belgie. Voorliggend onderzoek wenst in een eerste fase een brede exploratieve studie uit te voeren in Vlaanderen (voorkomen, kenmerken, types, ) en in een tweede fase een kwalitatief diepteonderzoek uit te voeren dat gericht is op conceptuele verheldering en theoretische begripsvorming. Daarbij wensen we na te gaan wat de betekenis en invloed is van concepten van (mannelijke)eer en (vrouwelijke) bescheidenheid op gebied van seksuele en relationele moraal in enkele culturele minderheidsgroepen, en in welke mate deze al dan niet een invloed uitoefenen op gedragsregulering en sanctionering in de vorm van dwang en geweldpleging. Dit houdt ook in na te gaan wat de relatieve impact is van verschillende factoren en determinanten van geweldpleging in de context van migratie, in welke mate en op welke gronden dit geweld verschilt van andere vormen van partner en intrafamiliaal geweld in de gastsamenleving, en in hoeverre al dan niet sprake is van (angst voor) een stigmatiserende perceptie van de culturele 'ander'. Organisaties: • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen
Onderzoekers: • Gily COENE
Eerste generatie Steunpunt : Milieu en gezondheid. Vrije Universiteit Brussel
Abstract: Het Steunpunt Milieu en Gezondheid is een consortium waarbij alle Vlaamse universiteiten betrokken zijn en bovendien instellingen zoals VITO, PIH en OPZ-Geel en de universiteit van Maastricht. Concreet beoogt de uitdaging van het onderzoek een verdere uitdieping van de vraagstelling naar de impact van het milieu op de gezondheid van de samenleving. De Vakgroep focust zich vooral op de ontwikkeling van milieuen gezondheidsindicatoren als beleidsondersteunende elementen. Organisaties: • Menselijke Ecologie • Scheikunde
Onderzoekers: • David PROOT • LUC HENS • WILLY BAEYENS
Eerste gezamenlijk congres van het Belgisch, Koninklijk Spaans en Luxemburgs Wiskundig Genootschap Luik 06/06/2012 - 08/06/2012 Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het KWG verenigt in ons land al degenen die beroepsmatig of uit persoonlijke belangstelling geinteresseerd zijn in wiskunde. Het KWG stelt zich ten doel als nationale beroepsorganisatie de samenhang en communicatie binnen de wiskundige gemeenschap te versterken; zich in te spannen voor de versterking en verbetering van het imago van wiskunde en haar beoefenaars, zowel bij het publiek in het algemeen als bij scholieren en studenten in het bijzonder; de wiskundige gemeenschap zowel binnen als buiten onze grenzen te vertegenwoordigen, bijvoorbeeld in de Betafederatie, de European Mathematical Society en de International Mathematical Union. Organisaties: • Wiskunde-TW
Onderzoekers: • STEFAAN CAENEPEEL
Eerste Hulp Kit-krediet: Micro-fotonica Vrije Universiteit Brussel Abstract: Samenwerking tussen twee departementen van de VUB nl. TONA en LAMI inzake onderzoek naar fundamenteel en toegepaste onderzoekstopics op het multidisciplinair gebied van micro-fotonica. Organisaties: • Elektronica en Informatica • Toegepaste Natuurkunde en Fotonica
Onderzoekers: • HUGO THIENPONT • ROGER VOUNCKX
Eerstelijnschemo-immunotherapie gebruik makend van Wilms' tumor proteïne 1 (WT1)-gerichte dendritische celvaccinaties voor resectabele kwaadaardige pleurale mesotholiomen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds STK. UA levert aan STK de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Paul Germonpre • Zwi Berneman
Eerstelijnszorg voor patiënten met multimorbiditeit: het ontwikkelen van een richtlijn voor een verpleegkundige interventie voor een adequater zelfmanagement en behoud van biomedische variabelen binnen het multidisciplinair team. Universiteit Gent Abstract: Chronische aandoeningen vragen een overweldigende therapie. Verpleegkundigen zijn een goede optie voor patiëntgerichte zorg. Het doel is het ontwikkelen van een verpleegkundig spreekuur voor patiënten met multimorbiditeit. Kwalitatieve interviews met patiënten en zorgverleners worden gebruikt om de nodige inhoud te exploreren. Na de implementatie wordt mixed method onderzoek gebruikt om de interventie te testen en aan te passen. Organisaties: • Vakgroep Maatschappelijke gezondheidkunde
Onderzoekers: • Sofie Verhaeghe
Eerste PET -MR: een Vlaams interuniversitair onderzoek naar gelijktijdige vluchttijd van een PET-MR-scanner. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de Vlaamse overheid. UA levert aan de Vlaamse overheid de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Moleculaire beeldvorming, Pathologie, Radiotherapie & Oncologie (MIPRO)
Onderzoekers: • Jan Sijbers • Paul Parizel • Sebastiaan Engelborghs • Sigrid Stroobants
Eerst het eten, dan de moraal: de rol van (nieuwe) media in het verval van de gezamenlijke maaltijd en de impact op de ontwikkeling en activering van morele attitudes en moreel gedrag
Universiteit Antwerpen Abstract: Mede door de opgang van televisiegebruik is de gezinsmaaltijd in verval, waardoor ook rituelen van morele socialisatie teloorgaan, wat kan verklaren waarom lage frequenties in gezinsmaaltijden correleren met negatief psychologisch welzijn. Dit project beoogt de relatie tussen eetpatronen, moraliteit en welzijn te analyseren, waarbij de rol van nieuwe media, alsook het samen eten buiten de gezinscontext betrokken worden als nieuwe invalshoek. Organisaties: • Media & ICT/Interpersoonlijke relaties in Organisaties & Samenleving (MIOS)
Onderzoekers: • Charlotte De Backer
EFACTS KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Orgaansystemen
Onderzoekers: • Gunnar Buyse
Effect decompositie en tijdsafhankelijke confounding in causale mediatie analyse Universiteit Gent Abstract: Mediatie analyse betreft de decompositie van een causaal effect in directe en gemedieerde effecten. De eenvoud van de huidige methoden komt niet overeen met de complexiteit van realistische gegevens: principes voor continue gegevens worden toegepast op andere soorten gegevens zonder rechtvaardiging; bovendien wordt het probleem van confounding grotendeels genegeerd. Dit project heeft als doel om deze beperkingen te overwinnen. Organisaties: • Vakgroep Toegepaste wiskunde en informatica
Onderzoekers: • Tom Loeys • Stijn Vansteelandt • Beatrijs Moerkerke
Effecten-onderzoek van trajectcoaching op de academische integratie van eerstejaarsstudenten. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project beoogt aan de hand van een longitudinaal survey onderzoek na te gaan welke affectieve en niet-cognitieve effecten bij studenten optreden wanneer zij participeren aan diverse vormen van trajectcoaching in het eerste jaar hoger onderwijs. Naast het in kaart brengen van de rol van autonomie-ondersteuning en betrokkenheid in trajectcoaching, zal ook de ontwikkeling van academisch zelfconcept, zelf-effectiviteit, academische motivatie en studiecommitment nader worden onderzocht. Organisaties: • EduBROn
Onderzoekers: • Vincent Donche
Effecten van anticipatieangst op aandachtscontrole: een geïntegreerde psychophysiologische benadering. Universiteit Gent Abstract: Angst is een krachtige motivationele drive, met een substantiële impact op aandachtsallocatiestrategieën -en processen. Zowel de wetenschappelijke literatuur en de klinische praktijk suggereren dat verschillende types van angst (bv. sociale angst vs. specifieke fobieën) aandacht op een verschillende manier beïnvloeden. Hierdoor kan perceptie op verschillende en soms zelfs tegengestelde manieren beïnvloed worden. In dit project onderzoeken we de effecten van verschillende types van angst op de hersenmechanismen die aandacht en sensorische verwerking controleren. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Gilles Pourtois
Effecten van benthische en pelagiale sediment veranderingen op estuariene biodiversiteit en ecosysteeem functioneren Universiteit Gent Abstract: Onderzoek naar de effecten van sediment verandering op de biodiversiteit en het ecosysteem functioneren, en hun onderlinge relaties, in het Schelde esuarium. De uitwisseling van nutrienten, zuurstof en sediment tussen water en sediment matrix (benthisch-pelagische koppeling) wordt ondezocht aan de hand van veldstudies en labo-experimenteel onderzoek. De specifiek rol van mariene bodemdieren wordt hierbij in detail bestudeerd. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Tom Moens • Carl Van Colen
Effecten van bestrijdingsmiddelen en type 18 biociden op mens en milieu Universiteit Gent Abstract: In dit project zal getracht worden om de impact van bestrijdingsmiddelen (voor landbouwkundig en niet-landbouwkundig gebruik) en biociden (type 18: bestrijding van insecten) in te schatten. De belangrijkste doelstelling is om een inventaris te maken van deze impact voor de Belgische situatie en de bekomen resultaten aan te wenden als resultaten voor het Belgische situatie en de bekomen resultaten aan te wenden als resultaten voor het Belgische reductieplan voor bestrijdingsmiddelen en biociden. Organisaties: • Vakgroep Gewasbescherming
Onderzoekers: • Walter Steurbaut
Effecten van bestrijdingsmiddelen en type 18 siocides op mens en milieu (HEEPEBI)
Universiteit Gent Abstract: In dit project zal getracht worden om de impact van bestrijdingsmiddelen (voor landbouwkundig en niet-landbouwkundig gebruik) en siociden (type 1F: bestrijding van insecten) in te schatten. De belangrijkste doelstelling is om een inventaris te maken van deze impact voor de Belgische situatie en de bekomen resultaten aan te wenden als instrumenten voor het Belgische reductieplan voor bestrijdingsmiddelen en biociden. Organisaties: • Vakgroep Gewasbescherming • Vakgroep Biosysteemtechniek
Onderzoekers: • Walter Steurbaut
Effecten van biodiversiteit en klimaatsopwarming op koolstofopslagmechanismen in terrestrische ecosystemen. Universiteit Antwerpen Abstract: De twee onderzoeksgroepen wensen de koolstofbalans (`sources' en `sinks') en C-fluxen te kwantificeren van een specifiek vegetatietype (nl. een gematigd graslandecosysteem) aan de hand van een centraal experimenteel platform, geconstrueerd door de UIA-onderzoeksgroep. Er wordt geopteerd voor een geïntegreerde, procesmatige benadering van alle belangrijke componenten van de C-sekwestratie-pathway, met inbegrip van de rol van vegetatie, micro-organismen en bodem. In dit platform voor gezamelijk gebruik door de twee onderzoeksgroepen, worden verschillende `global change' scenario's experimenteel gesimuleerd (verlies van biodiversiteit, klimaatsopwarming, en de combinatie van beide). Studies worden uitgevoerd op de C-cyclus (assimilatie, respiratie, opslag in biomassa en bodem-pools, residentietijd), op ondergrondse allocatieprocessen (wortelproductie, groei en turnover van fijne wortels, C-exudatie) en op trofische relaties (microbieel C-gebruik en -immobilizatie, verschillen tussen decompositie door bacteriën en fungi). Zowel biogeochemische als biotische interacties tussen plantendiversiteit en klimaatsverandering komen aan bod, met nadruk op verschuivingen tussen nutriëntenopname door planten en bacteriële immobilisatie, en op soortspecifieke veranderingen in de fenologie van planten t.g.v. blootstelling aan een gewijzigd temperatuursregime. Organisaties: • Planten- en vegetatie ecologie • Planten- en vegetatie-ecologie (PLECO)
Onderzoekers: • Ivan Nijs • Reinhart Ceulemans
Effecten van blootstelling aan cadmium en kwik op regeneratie, stamcel dynamiek en redox status bij de vrijlevende platworm Macrostomum sp. (Macrostomida) Universiteit Hasselt Abstract: In dit project zullen de gevolgen onderzocht worden van blootstelling aan polluenten op Macrostomum sp., een vertegenwoordiger van de mariene interstitiële meiofauna. Effecten, vooral op regeneratie en stamceldynamiek, zullen worden onderzocht op het microscopische, het ultrastructurele en het moleculaire niveau. Organisaties: • Dierkunde: Biodiversiteit en Toxicologie • Centrum voor Milieukunde
Onderzoekers: • Tom ARTOIS
Effecten van bodem- en waterconservatie structuren op de regen-afvoer relatie en bodemverlies in Tigray, Ethiopië KU Leuven Abstract: Landdegradatie door watererosie in combinatie met de erg wisselvallige en vaak ontoereikende neerslag vormen de grootste bedreigingen voor de voedselveiligheid en duurzame ontwikkeling in Tigray (Noord-Ethiopië). Sinds de jaren 80 worden op grote schaal bodem- en waterconserveringsstructuren (SWC: Soil and Water Conservation structures) zoals stenen muurtjes (stone bunds) en greppels (trenches) ingepland. Verder startte de regionale overheid projecten om irrigatie en wateropvang te bevorderen, onder meer door het installeren van kleine waterreservoirs (micro dams). Het succes van deze reservoirs is echter beperkt doordat de geïnstalleerdeSWC-maatregelen niet enkel leidden tot een verminderde sedimentaanvoer,maar ook tot een verminderde wateraanvoer. Om in de toekomst het effect van dergelijke SWC-maatregelen op het functioneren van waterreservoirs te voorspellen,onderzocht dit doctoraatsonderzoek hoe landgebruik, hellingsgraad, en SWC-maatregelen waterafvoer (runoff) en bodemverliezen Organisaties: • Afdeling Geografie
Onderzoekers: • Jean Poesen • Gebeyehu Wondim
Effecten van boomsoortendiversiteit op vitaliteit, groei en kwaliteit van jonge bosopstanden. KU Leuven Abstract: <w:latentstyles deflockedstate="false" defunhidewhenused="true" defsemihidden="true" defqformat="false" defpriority="99" Organisaties: • Afdeling Bos, Natuur en Landschap
Onderzoekers: • Bart Muys • Thomas Van de Peer
Effecten van deeltjesgrootte op de luminescentie van gedopeerde halfgeleiders: van bulk tot nano Universiteit Gent Abstract: Luminescente materialen worden tegenwoordig alom toegepast, zowel voor verlichtings-, signalisatie- als beeldschermtoepassingen. Veelal worden hiervoor zeldzameaardgedopeerde materialen gebruikt, waarvan het gedrag op macroscopische schaal meestal goed gekend is. Het voorgestelde fundamenteel onderzoek focust op het effect van het verkleinen van de gastmatrix (tot nanoschaal) op de emissie-eigenschappen van het dopantion, o.a. wat betreft spectrum, kwantumefficiëntie en thermisch gedrag. Organisaties: • Vakgroep Vaste-stofwetenschappen
Onderzoekers: • Dirk Poelman
Effecten van de habitatfragmentatie op de nectarcompositie in de orchideesoort Gymnadenia conopsea.
KU Leuven Abstract: Recent comprehensive meta-analyses have demonstrated that plant traits such as breeding system and seed bank persistence mediate the response of a species to anthropogenic habitat fragmentation. In turn, some evidence has recently become available that habitat fragmentation may also exert selective forces on the plant traits themselves. Seed dispersal capacity, for example, has been shown to be under selective pressure in humanaltered landscapes. Another such a candidate plant trait, possibly under selection, is the amount of nectar an individual produces and its chemical composition. Nectar plays a crucial role in the interaction betweenplants and their pollinators and hence in mating patterns and mating success. Because of the phenotypic variation in nectar composition, its inheritability, and the direct link between nectar production and plant reproductive success, it can be expected that nectar characteristics are subject to strong selective forces. In small and isolated population Organisaties: • L_Plant_ecol
Onderzoekers: • Olivier Honnay • Pieter Gijbels
Effecten van de lithologieën op de vorming van inslagkraters: mathematische modellen van geselecteerde kraters. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De studie van inslagkraters is van belang bij de documentatie van de evolutie van planeten. Op aarde bepaalt de samenstelling van de "target" lithologie verschillende krater parameters, waaronder de grootte en de uiteindelijke morfologie van de krater, de chemische samenstelling en de temperatuur van de gaswolk, de distributie van ejecta en de totale productie van gesmolten materiaal. Studies toonden aan dat de verhouding silicaten/sediment, de hoeveelheid volatiele componenten, evenals de porositeit, permeabiliteit en de aanwezigheid van water in de "target" gesteenten enkele van de belangrijkste bepalende factoren zijn. Het doel van dit project is op basis van een aantal kraters computer modelering (SOVA, SALEB) te gebruiken om de rol van de "target" samenstelling in het impact proces op aarde te verduidelijken. Dat kan worden bereikt door 1) een betere inschatting van de thermodynamische eigenschappen bij de simulatie van processen met faseovergangen van vast naar vast, opsmelting en/of verdamping, 2) modelering van kratervorming in gebieden met complexe target lithologieën, en 3) een beter begrip van de invloed van de verschillende fysische en thermische eigenschappen van de target op de vorming en distributie van ejecta. Deze mathematische modellen worden proefondervindelijk getest door op het terrein en in het laboratorium de fysische eigenschappen van de impactieten en ejecta van de geselecteerde kraters na te gaan. Organisaties: • Wetenschappen van het Systeem Aarde • Geologie
Onderzoekers: • Philippe CLAEYS
Effecten van de lithologieën op de vorming van inslagkraters: mathematische modellen van geselecteerde kraters. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De studie van inslagkraters is van belang bij de documentatie van de evolutie van planeten. Op aarde bepaalt de samenstelling van de "target" lithologie verschillende krater parameters, waaronder de grootte en de uiteindelijke morfologie van de krater, de chemische samenstelling en de temperatuur van de gaswolk, de distributie van ejecta en de totale productie van gesmolten materiaal. Studies toonden aan dat de verhouding silicaten/sediment, de hoeveelheid volatiele componenten, evenals de porositeit, permeabiliteit en de aanwezigheid van water in de "target" gesteenten enkele van de belangrijkste bepalende factoren zijn. Het doel van dit project is op basis van een aantal kraters computer modelering (SOVA, SALEB) te gebruiken om de rol van de "target" samenstelling in het impact proces op aarde te verduidelijken. Dat kan worden bereikt door 1) een betere inschatting van de thermodynamische eigenschappen bij de simulatie van processen met faseovergangen van vast naar vast, opsmelting en/of verdamping, 2) modelering van kratervorming in gebieden met complexe target lithologieën, en 3) een beter begrip van de invloed van de verschillende fysische en thermische eigenschappen van de target op de vorming en distributie van ejecta. Deze mathematische modellen worden proefondervindelijk getest door op het terrein en in het laboratorium de fysische eigenschappen van de impactieten en ejecta van de geselecteerde kraters na te gaan. Organisaties: • Wetenschappen van het Systeem Aarde • Geologie
Onderzoekers: • Philippe CLAEYS
Effecten van de stimulusvoorgeschiedenis op de antwoorden van inferotemporale neuronen van de aap KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Lab voor Neuro- en Psychofysiologie
Onderzoekers: • Rufin Vogels • Venkata Kuravi
Effecten van de verschillende justitiële afhandelingen voor druggebruikers Universiteit Gent Abstract: De laatste decennia werden alternatieven ingevoerd voor de klassieke strafrechtelijke reactie op druggebruikers. Dit onderzoek geeft een kritische beschrijving van deze alternatieven, gaat na wat de effecten voor de druggebruikers zijn, en attitudes van de justitiële actoren en de druggebruikers tegenover de alternatieven. Hiervoor worden een dossieranalyse op parketniveau en semi-gestructureerde interviews gebruikt. Organisaties: • Vakgroep Strafrecht en criminologie
Onderzoekers: • Brice De Ruyver • Paul Ponsaers
Effecten van de verschillende justitiële afhandelingen voor druggebruikers Universiteit Gent Abstract: De laatste decennia werden alternatieven ingevoerd voor de klassieke strafrechtelijke reactie op druggebruikers. Dit onderzoek geeft een kritische beschrijving van deze alternatieven, gaat na wat de effecten voro de druggebruikers tegenover de alternatieven. Hiervoor worden een dossieranalyse op parketniveau en semi-gestructeerde interviews gebruikt. Organisaties: • Vakgroep Strafrecht en criminologie
Onderzoekers: • Brice De Ruyver • Paul Ponsaers
Effecten van divergentie in ecologisch relevante kenmerken op fitness en reproductieve isolatie in ruimtelijk gestructureerde populaties Universiteit Gent Abstract: Met gebruik van moleculaire merkers en kruisingsexperimenten poogt dit project (i) neutrale genetische divergentie in ruimtelijk gescheiden populaties van verschillende Lycosidae (wolfspinnen) te relateren aan kwantitatief genetische divergentie, en (ii) intrinsieke effecten van kwantitatief genetische divergentie op fitness te kwantificeren. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Luc Lens
Effecten van een Helicobacter suis infectie op de gastrale micro-omgeving bij het varken Universiteit Gent Abstract: In het eerste doel van dit onderzoeksproject wordt nagegaan hoe Helicobacter suis de secretie van maagzuur beïnvloedt. Een directe interactie tussen H. suis en zuursecreterende cellen zal onderzocht worden, naast mogelijke indirecte effecten gerelateerd aan ontsteking. Bovendien zal een mogelijk verband onderzocht worden tussen een H. suis infectie, secretie van maagzuur en de samenstelling van de microbiota in de maag. Organisaties: • Vakgroep Pathologie, bacteriologie en pluimveeziekten
Onderzoekers: • Freddy Haesebrouck • Bram Flahou
Effecten van emotie-inducerende informatie op attituden t.o.v. informatiemateriaal en -bron Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project onderzoekt de mate waarin organisationeel informatiemateriaal( cfr. introductiebrochures) een invloed heeft op die organisatie.Als werkhypothese wordt gesteld dat deze relatie verloopt via de emoties die dit materiaal oproept bij nieuwe werknemers.Dit onderzoek verloopt in diverse fasen.Vooreerst worden beoordelingscriteria voor reëel informatiemateriaal opgespoord ,hetgeen tevens moet leiden tot een schalering van diverse stimuli ( informatiebrochures) op deze criteria.Vervolgens kunnen de stimuli gebruikt worden om een experimentele variatie in de beoordelingscriteria toe te passen waarbij de emotie-inducerende waarde van deze factoren worden onderzocht.In een derde fase wordt tenslotte de verbinding gelegd tussen de geinduceerde emoties enerzijds, en attituden en herinneringen i.v.m. dit materiaal en de informatiebron zelf (nl. de organisatie) anderzijds.Vanuit deze data zal getracht worden om via structurele modelering variabelen zoals informatiefactoren , emoties, materiaalherinnering en ' commitment' op mekaar te betrekken. Dit onderzoek zal ontegensprekelijk een bijdrage leveren tot het begrijpen van communicatieprocessen in het algemeen en organisatiepsychologische processen in het algemeen. Organisaties: • Arbeids- en Organisatiepsychologie
Onderzoekers: • ROLAND PEPERMANS
Effecten van endocriene verstoorders op de spermafysiologie bij vissen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project zal de effecten van endocrien verstorende stoffen op de spermakwaliteit van zebravissen evalueren gebruik makende van flow cytometrische analyse. Tevens zal de impact van differentiële blootstelling bestudeerd worden op de spermacompetitie bij bevruchting. Hiermee zullen we vaststellen in hoeverre blootgestelde dieren in staat zijn te reproduceren wanneer ze in competitie gaan met niet blootgestelde organismen. Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Wim De Coen
Effecten van experimenteel geïnduceerde slaapverstoring op de semicircadiane alertheid. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Met dit onderzoek willen wij nagaan welke de effecten zijn van specifieke slaapfasenverstoring (REM en SWS slaap) en van verkorting van de totale slaaptijd op de aandachtsfuncties tijdens de daaropvolgende dag. Meer bepaald gaan we na wat de effecten zijn op de semicircadiane alertheid. Dit aan de hand van selectieve aandachtstests en van een simulatierit over een uur in een ééntonige omgeving. Organisaties: • Cognitieve en Fysiologische Psychologie
Onderzoekers: • RAYMOND CLUYDTS
Effecten van fosforbeperkingen op het leve, het aardesysteem en de samenleving (IMBALANCE-P). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EU. UA levert aan EU de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Planten- en vegetatie-ecologie (PLECO)
Onderzoekers: • Ivan Janssens
Effecten van gecontroleerde mechanische ventilatie in ratten met verminderde diafragmafunctie en tiijdsduur van diafragma herstel.nbsp; KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Pneumologie
Onderzoekers: • Marc Decramer • Karen Maes
Effecten van gepolychloreerde biphenyls (PCBs) op de expressie van schildklierhormoon responsieve genen tijdens de hersenontwikkeling van de kip. Universiteit Antwerpen Abstract: Effecten van gepolychloreerde biphenyls (PCBs) op de expressie van schildklierhormoon responsieve genen tijdens de hersenontwikkeling van de kip. Organisaties: • Toxicologie • Toxicologie
Onderzoekers: • Paul Schepens
Effecten van glucocorticoïden en een selectieve glucocorticoïd modulator op een tumor micro-omgeving. Universiteit Gent Abstract: De ligand-gebonden glucocorticoïd receptor (GR) functioneert als een transcriptiefactor om de expressie van meerdere genen te reguleren. Wij onderzoeken de invloed van GR en zijn liganden, i.e. glucocorticoïden en selectieve GR modulatoren op de cross-talk tussen kankercellen en hun omringende stromale cellen. Deze wederzijdse communicatie via gesecreteerde producten kan het invasieve potentieel van de kankercel sterk beïnvloeden. Organisaties: • Vakgroep Radiotherapie en Experimenteel Kankeronderzoek
Onderzoekers: • Marc Bracke • Karolien De Bosscher
Effecten van groepssamenstelling. KU Leuven Abstract: The school context affects the lives of all members: students and staffmembers. One of the major school context variables that has been studied in educational effectiveness research in the past few decades, was thegroup composition. The group composition effect can be defined as the impact of students or teachers aggregated characteristics (SES, ethnic background, prior achievement, gender, self-efficacy beliefs etc.) by taking into account the individual-level variables. In this dissertation project, two types of school composition effects are central: the composition of a schools student body and the composition of a schools teacher team. More specifically, the impact of these two types of school composition on students and teachers psychosocial and cognitive functioningis investigated. The measurement of group composition effects has been the focus of several methodological discussions. The methodological flaws in current group composition research mainly lie in the cross-sect Organisaties: • Onderwijseffectiviteit en -evaluatie
Onderzoekers: • Karine Verschueren • Beatrijs De Fraine • Sarah Gielen • Barbara Belfi
Effecten van habitatfragmentatie op de nectarsamenstelling bij de door vlinders bestoven orchidee Gymnadenia conopsea. KU Leuven Abstract: Recent werd aangetoond dat de respons van een plantensoort de habitatfragmentatie sterk wordt bepaald door de kenmerken van de soort. Omgekeerdis er meer en meer bewijs voorhanden dat habitatfragmentatie mogelijk micro-evolutionaire gevolgen heeft voor de plantenkenmerken zelf. Dit onderzoeksproject zal nagaan of de nectarsamenstelling van kleine en gefragmenteerde populaties van de door vlinders gepollineerde orchidee Gymnadenia conopsea onderhevig is aan selectie. Enerzijds verwachten we selectie voor aantrekkelijkere nectar in kleine, pollinator-gelimiteerde populaties. Anderzijds kan een te aantrekkelijke nectar leiden tot verhoogde zelfbestuiving door geitonogamie, eventueel resulterend in een inteeltdepressie. Het resultaat van deze twee mechanismen is onbekend en vormt de belangrijkste onderzoeksvraag van het project.Concreet zal dit project gebruik maken van genetische merkers om de graad van zelfbestuiving en inteelt te relateren aan nectarsamenstelling. Daarbij gaat de aandac Organisaties: • Afd. Ecologie, Evolutie en Biodiv.behoud
Onderzoekers: • Olivier Honnay
Effecten van Helicobacter suis op de gezondheid en functie van pariëtale cellen, verantwoordelijk voor de secretie van maagzuur.
Universiteit Gent Abstract: Het doel van dit onderzoek is om na te gaan hoe Helicobacter suis de maag van mens en dier beschadigt. Hierbij zullen de bacteriële factoren en de pathofysiologische mechanismen die een rol spelen bij het veroorzaken van pariëtale celdood en het doorbreken van de barrièrefunctie van het maagepitheel onderzocht worden. Organisaties: • Vakgroep Pathologie, bacteriologie en pluimveeziekten
Onderzoekers: • Freddy Haesebrouck
Effecten van historisch denken op burgerschapsattitudes. Een vlaamse case study inzake een lessenreeks over migratiegeschiedenis KU Leuven Abstract: Dit onderzoek start vanuit de bestaande spanning tussen burgerschapseducatie en geschiedenisonderwijs, en gaat na, of en in welke mate een historische lessenreeks, niet gericht op het bijbrengen van morele lessen, waarden en specifieke attitudes, maar specifiek gericht op het bevorderenvan het historisch denken van leerlingen, de burgerschapsattitudes van leerlingen kan beïnvloeden.Meerbepaald onderzoeken we de effecten op etnocentrisme, open wereldbeeld, veralgemeend vertrouwen en wederkerigheid.Het onderzoek gebeurt via een pre- en posttest, en omvat ook een controlegroep. Naast effecten op attitudes wordt ook de toename van kennis gemeten. De historische lessenreeks behandelt het thema migratiegeschiedenis. Organisaties: • Faculteit Theologie en Religiewetensch. • OE Geschiedenis Leuven
Onderzoekers: • Karel Van Nieuwenhuyse • Ellen Claes
Effecten van klimaatsopwarming en gewijzigde biodiversiteit op de koolstof-, water- en stikstofbalans van graslanden bij droogte. (GRASSLAND) Universiteit Antwerpen Abstract: Globale veranderingen van de aarde omvatten zowel klimaatveranderingen als veranderingen in landgebruik en in biodiversiteit. De impact van klimatologische omgevingsstress en van de druk van het landgebruik op graslanden is tot nog toe onvoldoende gekend. Men veronderstelt echter dat graslanden de grootste veranderingen in diversiteit zullen ondergaan omdat zij gelijktijdig beinvloed worden door een combinatie van verschillende factoren, zoals stikstof(N)-depositie, overbegrazing, toenemende atmosferische CO2 concentraties en opwarming. Dit is vooral belangrijk omdat graslanden een belangrijke poel uitmaken in de globale koolstof(C-)cyclus. Zij nemen daarenboven ongeveer 20% van alle terrestrische CO2 fluxen voor hun rekening en zij vertegenwoordigen een gelijkaardig aandeel in de globale bodem-organische-koolstof. Tot nog toe hebben weinig of geen studies aandacht geschonken aan de gecombineerde effecten van verhoogde temperatuur en (i) droogtestress, of (ii) verhoogde N-depositie op het verlies aan diversiteit. Het hier voorgestelde onderzoeksproject tracht de impact van deze gecombineerde effecten na te gaan op het diversiteitsverlies, en op de C- en N-cycli, inclusief de allocatie van C en N tussen planten en bodem, tijdens verschillende ontwikkelingsstadia van de plant. Meer in het bijzonder worden volgende facetten onderzocht: (i) de performantie, productiviteit en efficientie van het waterverbruik; (ii) de bodem-koolstofbalans; en (iii) verschillende aspecten van de N-cyclus en van de waterverbruiksefficientie, en dit alles voor verschillend typen van graslandgemeenschappen. Verschillende experimenten zullen worden uitgevoerd aan de hand van modelecosystemen die groeien in 12 klimaatgecontroleerder groeikassen onder buitencondities. Elke groeikas bevat 24 plantengemeenschappen met verschillende combinaties van negen graslandsoorten: drie grassoorten, drie stikstoffixerende dicotylen en drie niet-stikstoffixerende dicotylen. Elke plantengemeenschap bestaat uit één, drie of negen soorten zodat verschillende niveaus van soortenrijkdom gesimuleerd worden. De helft van alle groeikassen wordt aan de omgevingsluchttemperatuur blootgesteld, terwijl de andere helft met 3°C opgewarmd wordt. Het voorgestelde onderzoek laat ons toe om beter te begrijpen hoe de ecosysteemdiversiteit zal reageren op stresssituaties in een toekomstig klimaat, en draagt bij tot een vermindering van de huidige onzekerheden met betrekking tot het verlies aan diversiteit in graslanden. Organisaties: • Planten- en vegetatie-ecologie (PLECO)
Onderzoekers: • Reinhart Ceulemans
Effecten van langdurige pensionering op welzijn, gezondheid en sociale integratie Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project is het vervolg op het explorerend toekomstgericht onderzoek 'De gemobiliseerde samenleving' dat werd verricht in 1996 voor de Koning Boudewijn Stichting. Het project onderzoekt het fenomeen van de 'busy age' en de evolutie van tijdsdruk over de levensloop. Het project gaat na wat het verband is tussen tijdsbesteding en het het gevoel van tijdsdruk aan de ene kant, en welzijn en gezondheid aan de andere kant. Binnen dit project wordt er ook aandacht besteed aan de tijdsbesteding van jong gepensioneerden en aan de gevolgen van langdurige pensionering op welzijn. Een ander aspect dat binnen dit project wordt onderzocht is de manier waarop de jongere generaties omgaan met hulpbehoevende ouders en de manier waarop de diensteneconomie zich ontwikkelt in Vlaanderen. België kent een lange traditie van brugpensioenregelingen. Wanneer mensen op de leeftijd van 50-55 jaar op pensioen gaan, hebben zij nog één derde van hun leven in het vooruitzicht, aangezien de gemiddelde levensverwachting in België rond de 85 jaar ligt. Er rijzen dan ook vragen over de manier waarop mensen omgaan met een dergelijke lange post-active fase. We weten zo goed als niks over de gevolgen van zo een uitgerekte fase van inactiviteit. Het project tracht volgende vragen te beantwoorden: hoe actief zijn de gepensioneerden, leidt een lange post-actieve fase tot meer of minder welzijn, een betere of slechtere gezondheid en meer of minder sociale participatie? Binnen dit project worden 1500 Vlaamse 75-jarigen bevraagd om een deskundig antwoord te kunnen formuleren op de vragen omtrent de effecten van langdurige pensionering. Dit onderzoek wordt uitgevoerd in het kader van een geconcerteerde onderzoeksactie (GOA 19). Organisaties: • Ontwikkelings- en Levenslooppsychologie • Farmacologie • Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS • ASTRID FAELENS • IGNACE GLORIEUX • INGRID KRISTOFFERSEN • JEAN BERNHEIM • SASKIA DE GROOF
Effecten van lichaamsgrootte op de werking van de kopspieren bij de Afrikaanse katvis Clarias gariepinus. Universiteit Antwerpen
Abstract: Voorgaand onderzoek naar de effecten van grootte op de werking van het voedselopname systeem bij de Afrikaanse katvis suggereren een discrepantie tussen de groei van de morfologie en de geobserveerde bewegingen. Het is het doel van het huidige project om deze schijnbare paradox te onderzoeken door de effecten van grootte op de werking vande spieren zelf te onderzoeken. Dit zal gebeuren in samenwerking met Dr. R. James (Coventry University), een expert op het gebied van spierfysiologie. Organisaties: • Functionele morfologie
Onderzoekers: • Anthony R Herrel
Effecten van lichtpollutie op gedragsmatige, 'life-history' en fysiologische kenmerken bij zangvogels: een geïntegreerde benadering. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Ethologie
Onderzoekers: • Marcel Eens • Annie Pinxten
Effecten van lipoproteïnen op stamcellen. KU Leuven Abstract: In dit project concentreren we ons op een nieuw mechanisme dat bijdraagt tot de atheroprotectieve effecten van hoge densiteit lipoproteïnen (HDL), namelijk modulatie van endothelial progenitor cel (EPC) biologie. EPCs spelen een rol in het onderhouden van de integriteit van het endotheel. Wij hebben aangetoond dat verhoogde HDL cholesterolwaarden na hepatocyt-gerichte humaan apolipoproteïne (apo) A-I transfer in C57BL/6 apoE-/-muizen of in C57BL/6 muizen het aantal circulerende EPCs doet stijgen, de incorporatie van beenmerg-afgeleide EPCs in het beschadigd endotheel verhoogt en neo-intimavorming in een murien model van allogreffevasculopathie reduceert. Het protectief effect van humaan apo A-I transfer op allogreffevasculopathie vereist scavenger receptor-BI expressie in beenmerg-afgeleide cellen. Dit suggereert sterk dat de effecten van HDL op EPCsessentieel zijn voor de attenuatie van allogreffevasculopathie. De driehoofddoelstellingen van dit project zijn 1) de bijdrage van EPCs to Organisaties: • Stamcelbiologie en Embryologie
Onderzoekers: • Yingmei Feng • Catherine Verfaillie
Effecten van maaibeheer op ontwikkeling van levensgemeenschappen van kleine zeggenmoerassen in beekdalen. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van het onderzoek is om te bepalen: 1°) Welke microstructuren en fauna voorkomen in grondwatergevoede mesotrofe zeggenmoerassen in samenhang met de beheerhistorie; 2°) Of in herstelsituaties van grondwatergevoede mesotrofe zeggenmoerassen zich microstructuren gaan ontwikkelen bij afwezigheid van maaibeheer en de netto-effecten van niet maaien op de ontwikkeling van de structuur en biota gunstig zijn t.o.v. zeggenmoerassen met maaibeheer. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Rudy van Diggelen
Effecten van mechanische ventilatie op diafragma functie bij patiënten en verschillende proefdiermodellen. KU Leuven Abstract: Mechanische ventilatie is een levensreddende techniek voor respiratoireproblemen. Ontwennen van mechanische ventilatie komt vaak voor en kan een ernstig en tijdrovend probleem zijn. Proefdiermodellen van mechanische ventilatie hebben aangetoond dat diafragmakracht zeer snel afnam na mechanische ventilatie en dit wordt geassocieerd met atrofie van het diagragma. Het doel van dit project is: 1) De effecten van gecontroleerde mechanische ventilatie op fiafragmafunctie in dieren met reeds een verzwaktdiafragme te onderzoeken en om de tijdsduur van diafragmafunctie herstel na mechanische ventilatie in gezonde dieren en in dieren met reeds verzwakte diafragma's te bepalen; 2) De effecten van NAVA op het verlies enhet herstel van diafragmafunctie in kritiek zieke patiënten te bepalen.Voor het eerste deel zullen dieren met sepsis en dieren met emfyseem mechanische beademd worden. Voor het tweede deel zullen kritiek zieke patiënten NAVA krijgen of klassieke ventilatie. Diafragmakracht zal geëvo Organisaties: • Pneumologie
Onderzoekers: • Ghislaine Gayan-Ramirez • Marc Decramer • Greet Hermans
Effecten van membraanvervuiling bij zeewaterontzouting en afvalwaterhergebruik: vergelijking van omgekeerde osmose en forward osmose (FO en RO) Universiteit Gent Abstract: Door een gebrek aan zoetwaterbronnen, kiezen veel landen tegenwoordig voor zeewaterontzouting of hergebruik van afvalwater als alternatieve bronnen voor drinkwater. Hierbij wordt voornamelijk gebruik gemaakt van membraantechnieken om het water te zuiveren. Membraantechnieken worden echter nog steeds geplaagd door membraanvervuiling. Membraantechnieken worden echter nog steeds geplaagd door membraanvervuiling. Een beter fundamenteel begrip van vervuiling in traditionele (RO) en nieuwere (FO) membraanapplicaties is daarom nodig. Organisaties: • Vakgroep Toegepaste analytische en fysische chemie
Onderzoekers: • Arne Verliefde
Effecten van metalen en hun mengsels op chemosensatie en gedrag.
Universiteit Antwerpen Abstract: De accumulatie van metalen in het milieu blijft een belangrijke (eco)toxicologische bekommernis gezien de talrijke negatieve effecten op gezondheid van diverse dieren, inclusief de mens. In het labo zijn toxische effecten voor enkele metalen reeds in kaart gebracht, maar we weten zeer weinig over de mogelijks versterkende effecten van hun mengsels, zoals die zich in de natuur voordoen. Eén van de grootste ecotoxicologische uitdagingen is dan ook om inzicht te verwerven in deze mengsel-toxiciteit of combinatie-toxicologie, om vervolgens tot een realistische normstelling inzake kwaliteitscriteria te bekomen. Verder is het noodzakelijk om de moleculaire werkingsmechanismen te bestuderen, zeker indien de mengsels een sterk verhoogde toxiciteit hebben dan hun enkelvoudige componenten (zoals we reeds gevonden hebben voor de zebravis). Aangezien moleculaire veranderingen de toxische effecten op fysiologisch en gedragsmatig niveau voorafgaan, kunnen moleculaire biomerkers tevens aangewend worden om nadelige gevolgen van vervuilingen op hogere niveaus te voorspellen in een zo vroeg mogelijk stadium. Metaaltoxiciteit blijkt ook in te werken op de neuronale excitabiliteit, werd in verband gebracht met neurodegeneratieve aandoeningen en blijkt een effect te hebben op chemosensatie. We willen daarom tevens onderzoeken of en hoe metaaltoxiciteit de chemosensorische capaciteit van een organisme aantast en wat de gevolgen zijn op gedragsmatig en organismaal vlak. We zullen de diverse voordelen van de bodemnematode Caenorhabditis elegans benutten als ideaal modelorganisme voor fundamenteel neurobiologische onderzoek en (eco)toxicologie, door gebruik te maken van diverse multidisciplinaire technieken zoals proteomics en gedragsstudies. Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Steven Husson • Sofie Moyson
Effecten van neureguline op ventriculaire functie: een in vivo studie. Universiteit Antwerpen Abstract: Neureguline is een cardioprotectieve factor waarvan de werkingsmechanismen in vivo ongekend zijn. Het voorgestelde project onderzoekt de rol van eNOS en cGMP in inotrope en cardioprotectieve effecten van neureguline met invasieve druk- en volumemetingen. We stellen voorop dat neureguline het gehalte aan ventriculaire cGMP opdrijft en dat de protectieve werking van neureguline verschilt naargelang de activeringsgraad van PDE5 (dat cGMP afbreekt). Organisaties: • Menselijke fysiologie en pathofysiologie
Onderzoekers: • Katrien Lemmens
Effecten van omgevingsstress op de genetische structuur van natuurlijke populaties van intertidale ongewervelden. Universiteit Antwerpen Abstract: Effecten van omgevingsstress op de genetische structuur van natuurlijke populaties van intertidale ongewervelden. Organisaties: • ECOFYSIOLOGIE EN BIOCHEMIE • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Ronny Blust • Hans De Wolf
Effecten van omgevingsstress op de genetische structuur van natuurlijke populaties van intertidale ongewervelden. Universiteit Antwerpen Abstract: Effecten van omgevingsstress op de genetische structuur van natuurlijke populaties van intertidale ongewervelden. Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Ronny Blust • Hans De Wolf • Thierry Backeljau
Effecten van omgevingsstress op het evolutionaire potentieel van ontwikkelingsstabiliteit. Universiteit Antwerpen Abstract: Ontwikkelingsstabiliteit wordt verondersteld een schatter te zijn van individuele genetische kwaliteit. Individuele onwikkelingstabiliteit kan op een ogenschijnlijk eenvoudige manier gemeten worden aan de hand van kleine afwijkingen van perfecte symmetrie (zgn. fluctuerende asymmetrie). In dit project wordt nagegaan wat de invloed is van omgevingsstress op de relatie tussen enerzijds de individuele genetische kwaliteit en anderzijds ontwikkelingsstabiliteit en fluctuerende asymmetrie. Organisaties: • Dierenecologie • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Stefan Van Dongen
Effecten van onderhoud waterlopen op hergroei, biomassa en mogelijke bijsturing naar efficiëntere en goedkopere werkwijze. Universiteit Antwerpen Abstract: Een toegenomen hoeveelheid waterplanten, o.a. als gevolg van de verbeterde waterkwaliteit in combinatie met hoge stikstof-en fosforconcentraties, stuwt het water in onze waterlopen op. Landbouwers wensen daarom vaker een kruidruiming wat hogere kosten voor de waterbeheerder met zich meebrengt. In het Netebekken zijn echter een aantal waterlopen beschermd d.m.v. de Europese Habitatrichtlijn. Een aantal vissoorten moeten beschermd worden en ook de waterplanten in de waterloop hebben een hoge ecologische waarde. Kruidruimingen, zeker in het voorjaar en in de zomer, hebben een negatieve impact op de beschermde waterplanten en vissen. Door het regelmatig verwijderen van waterplanten kan het bovendien zijn dat de snelgroeiende soorten er juist hun voordeel uithalen waardoor de biomassa en de opstuwing nog meer zullen toenemen zodat het uiteindelijke doel van het beheer teniet gedaan wordt. Vandaar dat er nood is aan meer informatie over het effect van kruidverwijderingen op de soortensamenstelling en op de hergroei. Daarnaast zal het al dan niet verwijderen van vegetatie een groot effect hebben op de sedimentdynamiek. In het algemeen kan er gesteld worden dat de rivierbedding stabieler is in aanwezigheid van waterplanten. Op deze manier kan er voorkomen worden dat er sediment in suspensie komt zodat slibruimingen ook worden vermeden. Met dit onderzoek willen we enkele antwoorden bieden op praktische problemen gedurende kruidruimingen in de waterlopen van het Netebekken: -Wat is het effect van kruidruimingen op biomassa en diversiteit van waterplantensoorten? -Hebben kruidruimingen vroeg in het vegetatieseizoen hetzelfde effect op de soortensamenstelling als later uitgevoerde kruidruimingen?
-Wat is het effect van kruidruimingen op het vis- en macro-invertebraten bestand? -Hoe snel is de hergroei na een kruidruiming? -Hoe groot is het aandeel van het volume verwijderde biomassa op de waterstanddaling in vergelijking met het aandeel van weerstandsverlaging? Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire
Effecten van ouderlijke voederstrategieën op de gezondheid van nakomelingen in een trekvogel: een veldexperiment Universiteit Gent Abstract: Ik zal nagaan in welke mate life-history strategieën, gerelateerd aan het verwerven en alloceren van voedsel, met elkaar interageren doorheen de jaarcyclus van kleine mantelmeeuwen (Larus fuscus). Daartoe worden individu-gebaseerde eco-toxicologische, biochemische, fysiologische en biometrische merkers tijdens discrete life-history stadia geïntegreerd en gecombineerd met gedetailleerde GPStracking/observaties en gecontroleerde experimenten in het broedgebied. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Luc Lens • Liesbeth De Neve
Effecten van polarisatie in hoog-energetische botsingen van nucleonen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Elementaire-Deeltjesfysica
Onderzoekers: • Pierre M S J Van Mechelen
Effecten van polluenten op populaties en benthische levensgemeenschappen in de Noordzee. Universiteit Antwerpen Abstract: Effecten van polluenten op populaties en benthische levensgemeenschappen in de Noordzee. Organisaties: • ECOFYSIOLOGIE EN BIOCHEMIE • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Ronny Blust
Effecten van proteasen, vrijgesteld door mestcellen, op afferente neuronen in het schistosomiasis-inflammatiemodel in de tractus disgestivus van de muis. Universiteit Antwerpen Abstract: PARs zijn eenvan de mogelijke sensorisch neuron- specifieke moleculaire doelwitten die bruikbaar kunnen zijn bij de therapeutische behandeling van een aantal inflammatoire darmaandoeningen. Dit project wil de rol achterhalen die deze receptoren spelen bij de neuroimmuuninteracties tussen mestcellen en de afferente component van het enterisch zenuwstelsel in het schistosomiasis-inflammatiemodel. Organisaties: • CEL- EN WEEFSELLEER • Laboratorium voor celbiologie en histologie
Onderzoekers: • Jean-Pierre Timmermans • Frans Van Meir
Effecten van scaffolding op zelfsturing en domeinspecifieke kennisverwerving in een gesloten digitale leeromgeving Universiteit Gent Abstract: In dit quasi- experimenteel onderzoek wordt de invloed nagegaan van scaffolds op het gebruik van zelfregulerende vaardigheden bij lerenden van 10-14 jaar die leren in een digitale leeromgeving met als doel domeinspecifieke kennis te verwerven. In dit onderzoek wordt rekening gehouden met persoonsgebonden kenmerken zoals motivatie, self- efficacy en voorkennis. Organisaties: • Vakgroep Onderwijskunde
Onderzoekers: • Johan van Braak
Effecten van schadelijke stoffen op de spermakwaliteit en het reproductief succes van vogels : een experimentele studie. Universiteit Antwerpen Abstract: Effecten van schadelijke stoffen op de spermakwaliteit en het reproductief succes van vogels : een experimentele studie. Organisaties: • Ethologie
Onderzoekers: • Marcel Eens • Tom Dauwe
Effecten van sedimentgebonden metaalmengsels op metaalopname en subletale toxiciteit bij bentische macroinvertebraten en hun impact op ecosysteemfuncties. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers:
• Maarten De Jonge
Effecten van sedimentgebonden metalen op het aquatisch milieu. Relaties tussen blootstelling, accumulatie, interne verdeling en de effecten op de macro-invertebraat levensgemeenschap. Universiteit Antwerpen Abstract: De centrale doelstelling van het project is het effect na te gaan van sedimentgebonden metalen op de samenstelling van macroinvertebraat levensgemeenschappen; dit in relatie tot metaalblootstelling en -accumulatie. Hierbij wordt er rekening gehouden met de aanwezigheid van verschillende metaalbindende sedimentkarakteristieken (o.a. Acid Volatile Sulfides, organisch materiaal, ijzer- en mangaanoxiden,...), metaalspeciatie en verschillen in soortgevoeligheid en algemene ecologie. De bekomen informatie wordt uiteindelijk gebruikt voor het vinden/bestuderen van bepaalde invertebraat soorten, die enerzijds gebruikt kunnen worden als maat voor de metaalbiobeschikbaarheid in het aquatische ecosysteem en anderzijds als voorspeller dienen voor effecten van metalen op andere, meer gevoelige organismen. Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Lieven Bervoets • Maarten De Jonge
Effecten van sedimentgebonden metalen op het aquatisch milieu. Relaties tussen blootstelling, accumulatie, interne verdeling en de effecten op de macro-invertebraat levensgemeenschap. Universiteit Antwerpen Abstract: De centrale doelstelling van het project is het effect na te gaan van sedimentgebonden metalen op de samenstelling van macroinvertebraat levensgemeenschappen; dit in relatie tot metaalblootstelling en -accumulatie. Hierbij wordt er rekening gehouden met de aanwezigheid van verschillende metaalbindende sedimentkarakteristieken (o.a. Acid Volatile Sulfides, organisch materiaal, ijzer- en mangaanoxiden,...), metaalspeciatie en verschillen in soortgevoeligheid en algemene ecologie. De bekomen informatie wordt uiteindelijk gebruikt voor het vinden/bestuderen van bepaalde invertebraat soorten, die enerzijds gebruikt kunnen worden als maat voor de metaalbiobeschikbaarheid in het aquatische ecosysteem en anderzijds als voorspeller dienen voor effecten van metalen op andere, meer gevoelige organismen. Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Lieven Bervoets • Maarten De Jonge
Effecten van training sessies op bovenste ledematen bewegingen en onderliggende zenuwnetwerken bij personen met MS. Universiteit Hasselt Abstract: De algemene doelstelling van dit doctoraatsproject is, bij personen met disfunctionerende bovenste ledematen als gevolg van MS, de effecten van intensieve arm oefenprogrammas te onderzoeken op zowel gedrags- als neurofysiologisch niveau. Gebaseerd op de planning van het project, worden drie doelstellingen onderscheiden: 1. De effecten van twee repetitieve oefenprogrammas (kracht en robot-gesteund) op spierkracht, functionele capaciteit, arm bewegingskwaliteit en thuis activiteit te onderzoeken. 2. Het identificeren van de types en de kwaliteit van de beweging van de bovenste ledematen, gebaseerd op accelerometrie. 3. Het bestuderen van de (differentiële) gevolgen van de kracht van de bovenste ledematen en/of robot-gesteunde oefenprogrammas op de neurale netwerken die ten grondslag liggen aan de prestaties van de armmotoriek. Organisaties: • Immunologie - Biochemie • Biomedisch Onderzoeks Instituut
Onderzoekers: • Peter FEYS • Bert OP 'T EIJNDE
Effecten van verhoogde atmosferische CO2 concentraties op een snelgroeiend populierenecocycteem : proces en structuur. Universiteit Antwerpen Abstract: Effecten van verhoogde atmosferische CO2 concentraties op een snelgroeiend populierenecocycteem : proces en structuur. Organisaties: • Planten- en vegetatie-ecologie (PLECO)
Onderzoekers: • Birgit Gielen
Effecten van verhoogde klimaatvariabiliteit en klimaatextremen op de koolstofcyclus in terrestrische ecosystemen. Universiteit Antwerpen Abstract: Recent studies predict increased climate variability and more frequent and more intense weather extremes such as heatwaves and droughts. Nonetheless, impacts of altered climate anomalies have not yet been accounted for in the considerations of the future evolution and vulnerability of terrestrial ecosystems. The aim of this project is to achieve an improved knowledge of the response of the terrestrial carbon cycle to climate variability and extremes. Specifically, we study the effects of extreme weather events on plant growth and its underlying processes, soil carbon stocks and ecosystem carbon sequestration over a wide range of ecosystems via analyses of a database of manipulation experiments that simulate climatic change and more frequent climate anomalies. Organisaties: • Planten- en vegetatie-ecologie (PLECO)
Onderzoekers: • Ivan Janssens • Sara Vicca
Effecten van versnippering van Afrotropisch regenwoud op life-history strategieën in een coöperatief broedende vogelsoort. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties:
• Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Erik Matthysen
Effecten van versnippering van Afrotropisch regenwoud op life-history strategieën in een coöperatief broedende vogelsoort. Universiteit Gent Abstract: We bestuderen hoe territoriumkwaliteit, habitatversnippering en habitat isolatie de voortplanting-, dispersie-, vestiging- en territoriale strategieën van een tropische, coöperatieve broedvogel beïnvloeden. Hypothesen worden getest ahv niet-invasieve metingen en staalnames, veldexperimenten, gedragsobservaties en een generiek populatiemodel. Deze benadering laat toe te onderzoeken hoe omgevingskwaliteit en coöperatief broedgedrag de gekoppelde evolutie van sex-specifieke disperie (afstanden en timing) aanstuurt. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Luc Lens
Effecten van verstedelijking op gastrointestinale microbiota en gastheer fitness in Passer domesticus. Universiteit Gent Abstract: Deze studie beoogt nieuwe inzichten te verschaffen in mogelijke effecten van anthropogene verstoring op de gastrointestinale microbiota van huismussen (Passer domesticus), en in mogelijke pathways waarmee habitat shifts de fysiologie, fitness, en populatie dynamiek van vogels kunnen beïnvloeden. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Luc Lens
Effecten, van verstedelijking op gastrointestinale microbiota en gastheer fitness in Passer domesticus Universiteit Gent Abstract: Deze studie beoogt nieuwe inzichten te verschaffen in mogelijke effecten van anthropogene verstoring op de gastrointestinale microbiota van huismussen (Passer domesticus), en in mogelijke pathways waarmee habitat shifts de fysiologie, fitness, en populatie dynamiek van vogels kunnen beïnvloeden. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Luc Lens
Effecten van weerstandstraining van de inademingspieren bij patiënten met chronisch obstructief longlijden (IMTCOstudie). KU Leuven Abstract: Een daling van het inspanningsvermogen is een belangriijke klinische manifestatie bij patiënten met chronisch obstructief longlijden (COPD). Dit is vaak gerelateerd aan symptomen van kortademigheid en perifere spierzwakte. Spierzwakte van de ademhalingsspieren is eveneens bij veel patiënten aanwezig en is ook gerelateerd aan een verminderd inspanningsvermogen en symptomen van kortademigheid. De toegevoegde waarde van weerstandstraining van de inademingspieren binnen een algemeen inspanningstrainingsprogramme voor patiënten met COPD is nog altijd onduidelijk. Klinische studies zijn er tot nu toe niet in geslaagd om aan te tonen of deze toegevoegde interventie klinisch belangrijke verbeteringen van het inspanningsvermogen, in de symptomen van kortademigheid en in het dagelijks functioneren teweeg brengt. Dit is vooral te wijten aan te kleine steekproeven en andere methodologische tekortkomingen van deze studies. Door de grote heterogeniteit in patiëntenselectie en onderzoeksmethodologie Organisaties: • Cardiovasc. en Respiratoire Revalidatie
Onderzoekers: • Marc Decramer • Henricus Gosselink • Daniel Langer
Effecten van zelfregulerend leren op sociale onderwijsmogelijkheden in het lager onderwijs. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Onderzoek wijst op sterke relaties tussen onderwijs en de socio-economische achtergrond van een gezin. De socio-economische status is een sterke voorspeller van onderwijsdeelname, studieresultaten, onderwijsniveau en schooluitval. In een eerste onderzoeksfase gaan we na of de leervorm 'zelfregulerend leren' sociale ongelijkheden tussen leerlingen kan reduceren. Ten eerste peilen we naar de mate waarin reeds sprake is van zelfregulerende praktijken in Brusselse lagere scholen. We inventariseren motieven die leraren hanteren voor een doorgedreven introductie van deze leervorm. Ten tweede gaan we na of er aanwijzingen zijn om te stellen dat zelfregulerend leren de schoolprestaties en studiekeuze van leerlingen uit lage socio-economische milieus positief beïnvloedt. We houden daarbij rekening met beïnvloedende gezins- en schoolkenmerken. Gebruik makend van structurele modellen en multilevel analyse, ontwikkelen we tenslotte een conceptueel model dat de invloed van zelfregulerende leerkenmerken op schoolprestaties weergeeft, rekening hou-dend met gezins- en schoolkarakteristieken. Het ontwikkelde conceptueel model zal als uitgangspunt gebruikt worden om, in latere onderzoeksfasen, de impact van een daadwerkelijke implementatie van zelfregulerend leren op sociale on-gelijkheden te meten. Organisaties: • Pedagogiek en Orthopedagogiek • Persoonlijkheids- en Sociale Psychologie
Onderzoekers: • HEDWIG SLOORE • FRANK DE FEVER
Effect-evaluatie van polluenten bij de Europese egel (Erinaceus europaeus L.) aan de hand van niet-destructieve biomerkers en populatie-ecologische parameters. Universiteit Antwerpen Abstract: Effect-evaluatie van polluenten bij de Europese egel (Erinaceus europaeus L.) aan de hand van niet-destructieve biomerkers en populatie-ecologische parameters. Organisaties:
• ECOFYSIOLOGIE EN BIOCHEMIE • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Wim De Coen • Helga D'Havé
Effect-evaluatie van polluenten bij de Europese egel (Erinaceus europaeus L.) aan de hand van niet-destructieve biomerkers en populatie-ecologische parameters. Universiteit Antwerpen Abstract: De toenemende industrialisering en welvaart van de afgelopen decennia heeft geleid tot de vervuiling van onze ecosystemen. Er zijn reeds heel wat studies gebeurd naar de blootstelling van wilde dieren aan vervuilende chemicaliën, waarbij deze stoffen traditioneel gekwantificeerd worden in de organen van opgeofferde dieren. Meer en meer is echter naast de blootstelling, de impact van de vervuiling op het individu en de populatie van belang. Daarnaast is er - vooral voor zoogdieren, waar het wegnemen van individuen uit de populatie vaak ethisch niet verantwoord is - nood aan niet-destructieve methodes om zowel de blootstelling van wilde dieren aan chemicaliën als de effecten ervan vast te stellen De algemene doelstelling van dit project is de relaties te onderzoeken tussen de blootstelling van de egel aan persistente polluenten (zware metalen, PCB's en gechloreerde pesticiden) en hun effecten op biochemisch en populatieniveau, en dit via niet-destructieve technieken. Om deze doelstellingen te bereiken worden geselecteerde egelpopulaties opgevolgd in parkgebieden in een gekende vervuilinggradiënt van zware metalen in het Antwerpse. Egels worden gedurende het nachtelijk veldwerk individueel gemerkt met een chip. Verder worden conditiematen en gegevens over de structuur van de populaties verzameld. Haarstalen worden bemonsterd om de concentraties van vervuilende chemicaliën te meten, terwijl op bloedstalen biochemische effecten worden gekwantificeerd. Enkele van de parameters die bepaald worden, zijn hormonen, hematologische parameters, genetische schade, ' Tenslotte zal de relatie gelegd worden tussen de blootstelling aan polluenten, de biochemische effecten ervan en de populatie-ecologische parameters. Deze gegevens zullen ons meer leren over de impact van persistente polluenten op natuurlijke egelpopulaties en meer specifiek of lokale egelpopulaties hierdoor in hun bestaan bedreigd worden. Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Ronald Verhagen • Jan Scheirs • Wim De Coen • Helga D'Havé
Effectieve en aanvaardbare strategieën voor de controle van SARS en andere opkomende infecties in China en Europa (SARSControl). Universiteit Antwerpen Abstract: Effectieve en aanvaardbare strategieën voor de controle van SARS en andere opkomende infecties in China en Europa (SARSControl). Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Pierre Van Damme • Philippe Beutels
Effectieve en Stabiele Internationale KlimaatAkkoorden [ESIKA]. KU Leuven Abstract: Dit project beoogt om de fundamentele determinanten te identificeren van de effectiviteit (in welvaarts- en milieutermen) en speltheoretische stabiliteit van internationale klimaatbeleidsakkoorden. Methodologisch zal het project de meest recente ontwikkelingen in de speltheoretische analyse van internationale klimaatsamenwerking (gemodelleerd als een globaal publiek goed) combineren met geavanceerde statistische analyse van numerieke simulatieresultaten geproduceerd met een integrated assessment economie-klimaat model. Deze benadering zal ons toelaten om te focussen opheterogeniteit van landen en regios in relevante achtergrondparameterszoals kwetsbaarheid voor klimaatverandering, mitigatie- en adaptatiekosten en stadium van economische ontwikkeling bijvoorbeeld. De resultaten van dit project omvatten een update van een numeriek IA model, een aantal state-of-the art publicaties in hoog aangeschreven wetenschappelijke tijdschriften in de domeinen van (milieu)economie en knbsp;limaatver Organisaties: • OG Energie, Transport en Milieu Leuven
Onderzoekers: • Johan Eyckmans
Effectieve gendergelijkheid in het onderzoek en de Academia (EGERA). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EU. UA levert aan EU de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Burgerschap, gelijkheid en diversiteit (CED)
Onderzoekers: • Petra Meier
Effectieve governance in private organisaties: de invloed van stimuli van verschillende belanghebbenden op organisatorisch succes en de bemiddelende rol van het bestuur Universiteit Gent Abstract: Het doel van het onderzoek is na te gaan hoe besturingsmechanismen in een organisatie bijdragen tot de resultaten van die organisatie. De interacties tussen de belangrijkste stakeholders in een organisatie worden in kaart gebracht, alsook welke besturingsmechanismen gebruikt worden en hoe deze interacties een invloed hebben op de realisatie van de doelstellingen van een organisatie. Organisaties: • Vakgroep Economisch Recht
Onderzoekers: • Christoph Van der Elst
Effectieve monitoring van de levensduur van 3D geprinte componenten Universiteit Gent Abstract: The twee belangrijkste doelstelling van dit IWT SBO-project zijn: - ontwikkeling van een robuste en effectieve technologie voor monitoring van de levensduur in vermoeiing van metallische componenten onder
realistische belastingen - verbetering van de vermoeiingseigenschappen van 3D geprinte componenten Organisaties: • Vakgroep Toegepaste Materiaalwetenschappen
Onderzoekers: • Wim Van Paepegem
Effectieve ondersteuning van studieschrijfvaardigheid. Een onderzoek naar het effect van taalondersteuning op de ontwikkeling van studieschrijfvaardigheid van eerstejaars hbo-studenten. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Instituut voor Levende Talen
Onderzoekers: • Jan Elen • Lieve De Wachter • N. N.
Effectieve reclame- en merkstrategieën voor de introductie van nieuwe producten. Universiteit Antwerpen Abstract: Het onderzoek heeft tot doel de reclame- en merkgerelateerde reacties van consumenten na te gaan op drie onderscheiden reclamestrategieën (rationeel, single-valence emotioneel en gemend emotioneel) voor drie merkstrategieën voor nieuwe productintroductie (nieuw merk, lijnextensie, merkextensie). Daarnaast wordt de modererende rol bestudeerd van consumentenkarakteristieken Consumer Innovatioveness, Need for Cognition, Affect Intensity en Proclivity to Accept Duality. Organisaties: • Marketing
Onderzoekers: • Patrick De Pelsmacker
Effectieve Spectrum Sensing ter inschakeling van communicatieve en economische stimulatie, naar (co-) operationele concepten: ESSENCES. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project richt zich zowel op de belangrijkste technische en wettelijke uitdagingen om flexibele spectrumgebruik. Organisaties: • Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • CAROLINE PAUWELS • PIETER BALLON
Effectieve theorieën van de Kosmologie van Microscopische Natuurkunde. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Theoretische Fysica
Onderzoekers: • Thomas Hertog • Matthew Williams
Effective and stable international climate accords. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Onderzoeksgroep CEDON Brussel
Onderzoekers: • Johan Eyckmans • Irina Bakalova
Effective community-based care KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Acad. Centr. voor Huisartsgeneeskunde
Onderzoekers: • Chantal Van Audenhove • Monia Vereecken
Effective governance in non-profit organisaties: invloed van incentives van de betrokken belanghebbenden op organisatorische prestatie en de mediatie door governancestructuur (deelproject van toegekend IWT-SBO 2009-2013) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Op basis van de centraal te ontwikkelen meetinstrumenten op het vlak van governance (dient gezamenlijk gestuurd te worden maar wordt geconcretiseerd aan de UA) wordt meer specifiek aan de VUB nagegaan of en eventueel hoe governancestructuren van nonprofitorganisaties gerelateerd zijn aan organisatieprestaties. De meting van dit laatste is een zeer specifiek nonprofit probleem, dat eveneens in een eerste fase door de VUB-onderzoekers dient aangepakt te worden. Dit gebeurt, naast een meer theoretische aanpak, door 20 diverse nonprofit organisaties op een kwalitatieve wijze grondig door te lichten door met verschillende betrokkenen diepteinterviews te houden. Dit moet leiden tot een kwantitatief testbaar model, dat, indien mogelijk, geïntegreerd dient te worden in een globaal model. Dit model zal empirisch getest worden met behulp van de gezamenlijk ontwikkelde meetinstrumenten. Organisaties: • Micro-economie voor Profit en Non-Profit Sector
Onderzoekers:
• MARC JEGERS
Effective Governance in particuliere organisaties: de invloed van stimuli van verschillende belanghebbenden op organisatorisch succes en de bemiddelende rol van het bestuur. Universiteit Antwerpen Abstract: Effective Governance in particuliere organisaties: de invloed van stimuli van verschillende belanghebbenden op organisatorisch succes en de bemiddelende rol van het bestuur. Organisaties: • Accountancy en financiering
Onderzoekers: • Christophe Boone • Marc Deloof • Anna Jorissen • Arjen van Witteloostuijn
Effective Governance in particuliere organisaties: de invloed van stimuli van verschillende belanghebbenden op organisatorisch succes en de bemiddelende rol van het bestuur. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van het onderzoek is na te gaan hoe structuren en besturingsmechanismen in een organisatie bijdragen tot de resultaten (financieel als niet-financieel) van die organisatie. In diverse organisatievormen zullen ten eerste interacties tussen de belangrijkste stakeholders in een organisatie in kaart gebracht worden. Ten tweede zal geanalyseerd worden welke besturingsmechanismen gebruikt worden. ten derde kijken we hoe deze interacties tussen stakeholders en governance of besturingsmechanismen een invloed hebben op de realisatie van de doelstellingen van een onderneming. Het volledige onderzoeksproject zal opgedeeld worden in deelprojecten rond een reeks organisatievormen (ter beurs genoteerd, niet ter beurs genoteerd (KMO), familiebedrijven, filialen van buitenlandse bedrijven, gefailleerde ondernemingen,NPOs), daar de mechanismen verschillen in functie van het type organisatie. De belanghebbenden of stakeholders zijn hierbij telkens de kapitaalverschaffers (eigenaars, leden, overheid, verstrekkers van vreemd vermogen), bestuurders en managers en werknemers (ondernemingsraden, syndicale afvaardiging of CPB). Resultaten uit de diverse organisatievormen zullen enerzijds meer inzicht versschaffen in passende besturingsmechanismen voor die betreffende organisatievormen. Anderzijds worden de resultaten gebruikt om te komen tot een algemeen contingency model mbt behoorlijk bestuur (hollistische aanpak). Op basis van de onderzoeksresultaten kunnen aanbevelingen gedaan worden mbt structuren en mechanismen die bijdragen tot een betere realisatie van organisatiedoelstellingen. Organisaties: • Accountancy en financiering
Onderzoekers: • Christophe Boone • Marc Deloof • Anna Jorissen • Arjen van Witteloostuijn
Effective governance in private organizations : the influence of multiple stakeholders' incentives on organized outcome and the mediating role of governance. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Effective governance in private organizations : the influence of multiple stakeholders' incentives on organized outcome and the mediating role of governance. Organisaties: • Micro-economie voor Profit en Non-Profit Sector
Onderzoekers: • MARC JEGERS
Effective innovation strategies for incumbent firms in high-velocity environments. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Onderzoekseenheid MSI Leuven
Onderzoekers: • Bart Van Looy • Annelies Geerts
Effective mid-frequency trim design for automotive application KU Leuven Abstract: Het doel van dit onderzoek is de ontwikkeling van een gestroomlijnd ontwerpproces voor trim, met focus op het mid-frequente gebied (200-1000Hz). Robuste simulatietechnieken ondersteunen dit proces.De complexiteit van het probleem en de verschillende betrokken fenomenen bemoeilijken een geoptimaliseerd ontwerp van een volledige trim package. Meerdere strategieen zijn voorgesteld en onderzocht,met focus op verschillende ontwerpparameters en filosofieen. Voor een gebalanceerd ontwerp is echter een meer globale kennis van het probleem vereist. Het eerste doel is dan ook het opstellen van een set van ontwerprichtlijnen. Een grondig begrip van alle betroikken fysica is hiervoor onontbeerlijk. Vanuit dit oogpunt, zijn de voldende doelen gesteld:Een grondig onderzoek van de impact van trim-ontwerpparameters op transmissieverlies, structurele demping en akoestische absorptie en een goed begrip van het evenwicht tussen deze eigenschappen in een trim package. Deze kennis is de basis voor een effe Organisaties: • Afdeling PMA
Onderzoekers: • Wim Desmet • Bart Bergen • Nicolas Schaefer
Effective Structural Health Monitoring with additive manufacturing (eSHM with AM). KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling PMA
Onderzoekers: • Jan Van Humbeeck • Jean-Pierre Kruth
Effective Worldvolume theory for higher dimensional black holes in Einstein-Maxwell theory KU Leuven Abstract: Black holes abandon their simplicity in more than four dimensions, and start exhibiting a range of new phenomena. Their horizon is not bound tobe spherical anymore, but can # for example # assume the shape of a ring, be strongly pancaked as a result of centrifugal forces, or even have an infinite extension along some directions. The common new characteristic is the emergence of two widely separated length scales that allow, bycoarse graining the small scale details, to describe their long distance physics using an effective model that describes black holes as fluid membranes moving in spacetime: blackfolds.
This innovative approach allowed recently to discover new kinds of black holes out of reach of other methods, e.g. black holes twisted into helices. A large portion of thepossible black hole configurations remains to be uncovered, and my goalis to extend these studies to black holes carrying electromagnetic charges. This will allow me to explore the black hole landscape further, Organisaties: • Afdeling Theoretische Fysica
Onderzoekers: • Antoine Van Proeyen • Bert Van Pol
Effectiviteit en efficiëntie van medicamenten gebruikt voor substitutie. (SUBST-OP) Universiteit Antwerpen Abstract: Effectiviteit en efficiëntie van medicamenten gebruikt voor substitutie. (SUBST-OP) Organisaties: • Kind-, Jeugd- en Volwassenpsychiatrie (CAPRI)
Onderzoekers: • Bernard Sabbe
Effectiviteit van duurzame interorganisationele samenwerkingen; case Buurtsport Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoeksvoorstel heeft twee doelstellingen. Enerzijds een evidence-based methodiek ontwikkelen voor de evaluatie van sportpromotie intitiatieven gericht op duurzame sportparticipatie. Anderzijds determinanten bepalen van duurzame en effectieve lokale samenwerkingsverbanden voor de promotie van sport voor allen. Deze doelstellingen dienen ter beantwoording van de onderzoeksvraag: ?Hoe lokale sport voor allen promotie initiatieven gebaseerd op samenwerkingsverbanden implementeren en evalueren??. Organisaties: • Vakgroep Bewegings- en sportwetenschappen
Onderzoekers: • Ilse De Bourdeaudhuij
Effectiviteit van een community-based revalidatieprogramma voor patiënten met COPD. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de UZA. UA levert aan de UZA de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Laboratorium Experimentele geneeskunde en Pediatrie (LEMP)
Onderzoekers: • Wilfried De Backer
Effectiviteit van een griepvaccinatie voor huisartsen. Besmettelijkheid van een huisarts tijdens de griepperiode.(Futuraprijs) Universiteit Antwerpen Abstract: Men neemt aan dat gezondheidspersoneel en huisartsen voldoende voorzorgen nemen om overdracht van infectie te voorkomen. Een mogelijke bescherming mag men verwachten van een vaccinatie tegen influenza. Met dit onderzoek willen we nagaan of een vaccin huisartsen beschermt tegen symptomen en verwikkelingen van griep. Daarnaast wrdt bestudeerd of vaccinatie van de artsen ook zijn/haar patiënten beschermt. In een pilootstudie wordt aan 30 niet gevaccineerde huisartsen gevraagd om bij zichzelf culturen afnemen uit neus en keel op vaste tijdstippen na contact met een patiënt met (vermoeden) van griep. Zij nemen ook culturen bij zichzelf af wanneer ze zelf koorts hebben boven 38°C tesamen met hoestklachten. Aan de hand hiervan willen we achterhalen of huisartsen virussen dragen thv neus en keel en wanneer precies de viruscultuur positief wordt. In een volgende fase willen we een vergelijkende studie maken van het dragerschap van 60 gevaccineerde artsen ten opzichte van 60 niet gevaccineerde artsen. Tevens zal worden nagegaan welke factoren een invloed hebben op de virusafscheiding en of het vaccin deze huisartsen beter beschermt tegen griep. Organisaties: • Huisartsgeneeskunde • Eerstelijns - en interdisciplinaire zorg Antwerpen (ELIZA)
Onderzoekers: • Paul Van Royen
Effectiviteit van een serious game over bloedtransfusie als leerinstrument bij Vlaamse studenten verpleegkunde. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Centr. Ziekenhuis- en Verplegingswet.
Onderzoekers: • Nathalie Charlier • Philip Moons
Effectiviteit van het Brussels Nederlandstalig basisonderwijs en de impact van de onderwijsondersteuning van het Onderwijscentrum Brussel (OCB) daarop. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Centrum voor Taal en Onderwijs Leuven
Onderzoekers: • Koenraad Van Gorp
Effectiviteit van intralokale samenwerkingsverbanden in de promotie van Sport voor Allen Universiteit Gent Abstract: In dit onderzoek dragen we bij tot het wegwerken van de huidige tekortkomingen in het onderzoek, zijnde geen toepassing op sport en gebrek aan empirisch onderzoek, en het bieden van een getoetst theoretisch kader voor de actoren in het lokale sportbeleid door na te gaan wat de determinanten van een effectieve samenwerking op intralokaal niveau voro de promotie van Sport voor Allen. Organisaties: • Vakgroep Bewegings- en sportwetenschappen
Onderzoekers: • Annick Willem
Effectiviteit van merkplaatsing: Naar een integrerend raamwerk. Universiteit Antwerpen Abstract: Brand placement of merkplaatsing, het (tegen betaling) visueel en/of auditief opnemen van merkproducten of merkkentekens in media programma's, is één van de alternatieven die vandaag door marketers gebruikt worden om hun commerciële boodschap oventuigender te brengen. Het huidige onderzoeksvoorstel verenigt traditionele theorieën rond reclame en informatieverwerking met bestaande theoretische kaders over brand placement om nieuwe vraagstukken op te lossen die de literatuur totnogtoe grotendeels genegeerd heeft. Het onderzoek stelt een serie van 4 studies voor, waarin 4 verschillende types van moderatoren aan bod komen: karakteristieken van de brand placement (bvb. prominentie, plot connectie), contexteffecten (bvb. perceptie van of voorliefde voor het programma), geïntegreerde marketing communicatie (bvb. interactie met andere vormen van communicatie, zoals traditionele reclame) en bekendmaking (de expliciete onthulling dat merken in het programma of de film geplaatst zijn in ruil voor sponsering of betaling). Er worden ook steeds verschillende uitkomstvariabelen (merkherinnering, houding tegen over het merk, aankoopintentie, attitude tov. brand placements, activering, etc.) gemeten. Op die manier moet het voorgestelde onderzoek ons in staat stellen om een breed raamwerk op te bouwen over de effectiviteit van brand placement, beschouwd vanuit verschillende invalshoeken. In de eerste studie worden op basis van een inhoudsanalyse relevante karakteristieken van brand placements (bvb. lengte, positie op scherm, interactie, etc.) in kaart gebracht. Door middel van kwalitatief onderzoek (focusgroepgesprek en diepteinterviews) wordt gepeild naar hoe kijkers brand placements met uiteenlopende karakteristieken verwerken. Daarna wordt aan de hand van een veldonderzoek en experimenten, nagegaan hoe verschillende karakteristieken samen bijdragen tot de effectiviteit van brand placements. In een tweede studie wordt bestudeerd in welke mate de effectiviteit van verschillende brand placement karakteristieken al dan niet contextafhankelijk is. Of iemand al dan niet van het programma houdt, kan de reactie tegenover de placements in het programma beïnvloeden. Ook het genre (thriller, komedie) van het programma, kan een rol spelen. Door middel van een aantal veldexperimenten en lab experimenten wordt nagegaan wat de interactie is tussen kenmerken van de placement en kenmerken van de context, op relevante maatstaven met betrekking tot effectiviteit. In de derde studie wordt de interactie van brand placement en andere communicatievormen bestudeerd: hoe kan bijkomende communicatie (bvb. traditionele reclame) het effect van brand placements versterken, of kan communicatie voor concurrende merken voor verwarring zorgen? Ook de inhoud van de communicatie (bvb. endorser) en de timing van de comunicatie (voor of na programma) komt aan bod. De vierde studie omvat een reeks aan elkaar gerelateerde experimenten over het effect van bekendmaking (de expliciete onthulling dat merken in het programma of de film geplaatst zijn in ruil voor sponsering of betaling) op de effectiviteit van merkplaatsing. In dit onderzoek wordt bekendmaking op verschillende manieren gemanipuleerd: bekendmaking vs. geen bekendmaking, timing van de bekendmaking (voor, tijdens, na programma), niveau van bekendmaking (generiek, productcategorie, merkspecifiek) en modaliteit (visueel, auditief, audio-visueel). Organisaties: • Marketing
Onderzoekers: • Patrick De Pelsmacker • Nathalie Dens • Yana Avramova
Effectiviteit van orale voedingssupplementen bij geriatrische patiënten- piloot studie KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Klinische & Experimentele Endocrinologie
Onderzoekers: • Christophe Matthys
Effectiviteit van orale voedingssupplementen bij geriatrische patiënten- piloot studie KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Klinische & Experimentele Endocrinologie
Onderzoekers: • Christophe Matthys
Effectiviteit van reclame, tijdreeksanalyse met hoogfrequente data. Universiteit Antwerpen
Abstract: Effectiviteit van reclame, tijdreeksanalyse met hoogfrequente data. Organisaties: • Marketing
Onderzoekers: • Patrick De Pelsmacker • Marcel Weverbergh