www.researchportal.be - 25 Aug 2015 05:01:23
Onderzoeksprojecten (20500 - 21000 van 29735) Experimenteel onderzoek in vlammen op industriele schaal. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het project is gericht op het gebruik van FTIR voor de multicomponent-analyse van gassen in vlammen en schouwen, met nadruk op de vorming van stikstofoxides in een dubbel annulaire 100 kW brander. Het doel van het project is een beter inzicht te krijgen in de interactie tussen de geometrie van de brander en aerodynamica van de vlam en hun invloed op de produktie van NOy. De emissies van de brander zullen voor verschillende werkingspunten bestudeerd worden mbv een FTIR-analyzer. De branderparameters die gevarieerd worden zijn de druk, de recirculatie ratio, de verhouding primaire/secundaire lucht, het zuurstofoverschot en de swirl. Uitgaande van de emissiemetingen zullen werkingspunten met interessante NOy emissies geselecteerd worden. Voor deze werkingspunten zullen concentratie (mbv FTIR) en temperatuursprofielen (thermokoppel) in de vlam van de brander worden opgenomen. Deze zullen samen met de LDA snelheidsmetingen, geleverd door een samenlopend project, de nodige experimentele data genereren om simulatieberekeningen te valideren of verwerpen. Voor de simulaties maakt men gebruik van CFD-berekeningen met elementaire verbrandingschemie. Deze geven de concentraties van belangrijkste componenten (N2,H2O, CO2, O~, fuel), de temperatuurs- en snelheidsprofielen. Deze worden vervolgens gebruikt om een netwerk van ideale reactoren te construeren dat de produktie van micropolluenten zoals NOy berekent met meer gedetailleerde verbrandingschemie. De berekening en het ontwerp van dit netwerk gebeurt met ASPEN+. Organisaties: • Toegepaste Mechanica
Onderzoekers: • JACQUES DE RUYCK
Experimenteel onderzoek in deeltjesfysica en astrodeeltjesfysica Vrije Universiteit Brussel Abstract: Studie van hoge-energie galactische en extra galactische neutrino's met behulp van de IceCube Cherenkov detector geplaatst diep in het Antarctische ijs nabij de Zuidpool. IceCube is de grootste neutrino detector ter wereld en wordt momenteel geinstalleerd op de Zuidpool. Hiermee start een wereldwijde inspanning voor de observatie van hoge-energie neutrino's afkomstig van kosmische fenomenen. Neutrino's zijn speciale astronomische boodschappers; zij zijn de enige die informatie kunnen overbrengen van de verste uithoeken in het heelal. De hoofddoelstelling van IceCube is de zoektocht naar hoge-energie neutrino's (orde 100-10 8 GeV) afkomstig van Actieve Galactische kernen (AGNs), of Gamma Ray Bursts (GRBs) in de buurt van dewelke hevige schokgolven optreden die deeltjes versnellen tot extreem hoge energie. Voor de detectie van deze neutrino's wordt diep in het ijs op de Zuidpool een rooster met 4800 foton vermenigvuldigers, gespreid over 80 KM-lange kabes, geinstalleerd. Een andere ontbrekende schakel in ons begrip van het heelal is de aard van donkere materie. Observaties tonen aan dat slechts 5% van de materie in het heelal opgebouwd is uit gekende deeltjes, 70% bestaat uit donkere energie, en 25% uit donkere materie. Een populaire kandidaat voor donkere materie is het neutralino, dat geposuleerd wordt in de zgn SuperSymmetrie theorie. Neutralinos kunnen gevangen worden in zware objecten als bvb de zon. Uit interacties van deze deeltjes kunnen neutrino's ontstaan met GeV-TeV energieën. Om de gevoeligheid van IceCube te verbeteren voor neutrino's met zulke 'lage' energie, wordt het observatorium uitgebreid met een dense kern, Deep Core. De Deep Core detector wordt door de Europese partners gefinancierd. België wenst één kabel van 60 sensoren te financieren, 50/50 verdeeld over FWO en FNRS Organisaties: • Natuurkunde
Onderzoekers: • CATHERINE DE CLERCQ
Experimenteel-Numerieke studie op Offshore Vermoeidheid Analyse van Staal constructies onder variabele belasting voorwaarden beïnvloed door omgevingsfactoren Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Mechanische constructie en productie
Onderzoekers: • Wim De Waele
Experimenteel en theoretisch onderzoek naar het mechanisch gedrag van vezelversterkte thermoplasten onder vermoeiingsbelasting Universiteit Gent Abstract: Het mechanisch gedrag in vermoeiing van vezelversterkte thermoplasten wordt onderzocht. Er worden experimenten uitgevoerd in trek/druk buiging en afschuiving en de stijfheidsdegradatie, hysteresis en (eventuele) temperatuurstijging wordt opgemeten. Op basis van deze data wordt een schademodel ontwikkeld om de schade-initiatie en -propagatie in deze composieten te beschrijven, gaande van eerste belastingscyclus tot aan breuk. Organisaties: • Vakgroep Mechanische constructie en productie
Onderzoekers: • Joris Degrieck • Wim Van Paepegem
Experimenteel en fenomenologisch onderzoek van deeltjesproducie in lepton-hadron en hadron-hadron wisselwerkingen. Universiteit Antwerpen Abstract: Het onderzoek behelst studie van botsingen tussen mesonen, leptonen en baryonen bij hoge energie (> 100 GeV/c) uitgevoerd aan deeltjesversnellers in CERN, Serpukhov (USSR) en Fermilab (USA), met als doel de produktiemechanismen van hadronen in dit soort processen te toetsen aan bestaande theorieën (quantumchromodynamica en Weinberg-Salam theorie der elektro-zwakke wisselwerkingen). Organisaties: • Elementaire deeltjesfysica • Elementaire-Deeltjesfysica
Onderzoekers: • Eddi De Wolf
Experimenteel en celbiologisch onderzoek naar het effect van lanthaan en strontium op osteoblasenfunctie en botmineralisatie. Universiteit Antwerpen Abstract: Voortgaande op vroegere bevindingen in het Laboratorium voor Nefrologie-Hypertensie, waarbij werd aangetoond dat zowel strontium als lanthaan bij de nierinsufficiënte rat botlesies veroorzaken die histologisch to expressie komen onder de vorm van osteomalacie, zal in onderhavig onderzoeksproject worden nagegaan in hoeverre het mineralisatiedefect geïnduceerd door beide elementen al dan niet volgens een zelfde stramien verloopt. Hiervoor zal worden bestudeerd in hoeverre de verstoorde mineralisatie het gevolg is van een louter fysicochemisch, extracellulair proces of anderzijds resulteert uit een direct effect ter hoogte van de osteoblast. Ook zullen we de interferentie van beide elementen met de secretie en/of synthese van een aantal relevante botmatrixproteïnen onderzoeken. Het ligt in de bedoeling om in het kader van huidig project hierop een antwoord te vinden gebruikmakend van zowel in vitro (primaire osteoblastculturen) als in vivo (rattenmodel met chronische nierinsufficiciëntie) set-ups. Organisaties: • Nefrologie • Pathofysiologie
Onderzoekers: • Patrick D'Haese • An Bervoets • Marc De Broe
Experimenteel en celbiologisch onderzoek naar de onderliggende mechanismen verantwoordelijk voor het ontstaan van een mineralisatiedefect tengevolge blootstelling aan een aantal sporenelementen bij chronische nierinsufficiëntie. Universiteit Antwerpen Abstract: Bij patiënten met chronische nierinsufficiëntie kan de wisselwerking tussen de verminderde nierfunctie enerzijds en de verhoogde blootstelling aan een aantal sporenelementen zoals lanthaan, strontium en aluminium anderzijds, aanleiding geven tot het ontstaan van een mineralisatiedefect. In het kader van dit BOF project zullen we gebruikmakend van zowel in vivo (rattenmodel met chronische nierinsufficiëntie) als in vitro (mineraliserende osteoblastenculturen) setups nagaan in hoeverre de effecten geïnduceerd door hogergenoemde sporenelementen op de botmineralisatie (i) resulteren uit louter fysicochemische, extracellulaire processen (ii) gemedieerd worden door interferentie van deze elementen met een aantal functionele parameters van de osteoblast (iii) beïnvloed worden door de graad van botturnover (adynamic bone vs. hyperparathyroidisme). Organisaties: • Nefrologie • Pathofysiologie
Onderzoekers: • Patrick D'Haese • Marc De Broe
Experimenteel draadloos coöperatief netwerk voor digitale communicatie en positiebepaling Universiteit Gent Abstract: Deze aanvraag heeft betrekking op een draadloos netwerk, waarvan de knooppunten bestaan uit zender/ontvanger-modules voor coöperatieve communicatie en positiebepaling. De fysische laag en de hogere netwerklagen van deze modules kunnen softwarematig gedefinieerd worden Organisaties: • Vakgroep Telecommunicatie en informatieverwerking
Onderzoekers: • Marc Moeneclaey • Ingrid Moerman • Hendrik Rogier • Heidi Steendam
Experimentation vs. Interpretation: Exploring New Paths in Music Performance in the Twenty-First Century. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Musicologie Leuven
Onderzoekers: • David Burn • Lucia D'Errico
Experimental studies on nuclei far from stability. KU Leuven Abstract: We intend to study experimentally the structure of nuclei far from stability, nuclei with a ratio between the number of neutrons and protons that differs significantly from those normally found in nature. The surprising features found in such systems challenge the understanding of the atomic nucleus, forcing a revision of present models and theories. The investigations will take advantage of the recent developments of methods for the production of exotic nuclei in the form of beams of ions. Such beams will be used in experiments at the present and forthcoming facilities. Various techniques will be employed including nuclear reactions and decay. Work around the
development of novel detection methods and instruments is also foreseen, in particular concerning the use of a new, very efficient gaseous detector for the measurement of nuclear reactions. Organisaties: • Afdeling Kern- en Stralingsfysica
Onderzoekers: • Riccardo Raabe • Sara Sambi
Experimental studies of hypersonic laminar to turbulent boundary layer transition in a high Enthalpy shock tube facility KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Faculteit Wetenschappen
Onderzoekers: • Dirk Vandepitte • N. N. • Johan Steelant
Experimental Modal Analysis and System Identification Using Dynamic Strain Measurements KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling PMA
Onderzoekers: • Wim Desmet • N. N.
Experimentale en numerieke modelering van dynamische baggerpluimen Universiteit Gent Abstract: Studie van het gedrag van een sedimentpluim gegenereerd door de overvloei van een sleephopperzuiger, door middel van een fysische modelstudie, CFD simulaties en een terreinmeting. Organisaties: • Vakgroep Civiele techniek
Onderzoekers: • Tom De Mulder
Experimental Condensed Matter Physics. Universiteit Antwerpen Abstract: Experimental Condensed Matter Physics. Organisaties: • Experimentele fysica van de gecondenseerde materie (ECM)
Onderzoekers: • Etienne Goovaerts
Experimental characterization of multiphase transport processes in novel milli-scale reactors KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afd. Procestechnologie v. Duurzame Syst.
Onderzoekers: • Leen Thomassen • Simon Kuhn
Experimental Analysis of the Dynamic Characteristics and Lubricant Film of a Ball Bearing under Combined Static and Dynamic Load (Experimentele analyse van de dynamische eigenschappen en smeerfilm van een kogellager onder gecombineerde statische en dynami KU Leuven Abstract: Wentellagers zijn één van de meest gebruikte componenten in machines, maar tevens één van de meest kritische. Lagers zijn goedkoop, maar lagerfaling niet. Bij sterk wisselend belaste lagers wordt een significante reductie van de werkelijke levensduur ten opzichte van de klassiek berekende levensduur waargenomen. De studie van dit manuscript wil het effect van een extern opgelegde dynamische belasting op de levensduur van lagers in kaart brengen. Het effect wordt experimenteel onderzocht m.b.v. een innovatieve testopstelling. De opstelling laat toe om een gecontroleerd multi-axiale belasting uit te oefenen op een testlager. Het gedrag van het testlager wordt gemeten tijdens dynamische belasting. Ook worden versnelde levensduurtesten onder hoge dynamische belasting uitgevoerd. Organisaties: • TC Werktuigk.Industr.Ing.techn. De Nayer
Onderzoekers: • Paul Sas • David Moens • William Jacobs
Experimental analysis of cerebellar coding. Universiteit Antwerpen Abstract: Experimental analysis of cerebellar coding. Organisaties: • Theoretische neurobiologie en neuroengineering
Onderzoekers:
• Erik De Schutter
Experience and Religion in the Thought of William James KU Leuven Abstract: In recent decades, questions on the status of religion and on the nature of religious experience have animated philosophical debates, across different areas and approaches, from French phenomenology to post-structuralism, from analytical philosophy to cognitive science. However, one of the earliest and most influential figures in the field is the psychologist and philosopher William James (1842-1910). His work "The Varieties ofReligious Experience" (1902) not only offers an accurate description ofdifferent types of religious experiences, but also questions the notions of experience, truth and human understanding. The value of this work has been often relegated to its psychological insights, and only a few have examined its philosophical importance. Besides its intrinsic value and methodological originality, Varieties constitutes a keywork for James#oeuvre and continues to challenge contemporary debates. This research project then aims at exploring Varieties, first through a historical Organisaties: • OE Husserl-Archief: Centr.Fenomenologie
Onderzoekers: • N. N. • Nicolas Fernando de Warren
EXPEKT - Photonics Explorer - Developing a photonics educational kit for Europe's secondary schools. Vrije Universiteit Brussel Abstract: EXPEKT beoogt het bekomen van een durende positieve impact op de wijze waarop Photonics in Europese middelbare scholen wordt onderwezen. Organisaties: • Toegepaste Natuurkunde en Fotonica
Onderzoekers: • HUGO THIENPONT
Expanded Documentary: Een studie naar de mediale mogelijkheden van documentaires Hogeschool Gent Abstract: Wat kunnen de hedendaagse ontwikkelingen in mediale opstellingen voor documentaire filmmakers betekenen? In 1970 beargumenteerde Gene Youngblood in zijn visionair boek Expanded Cinema hoe men met film en video tal van nieuwe mediale experimenten kan ontwikkelen die niet alleen een radicaal andere beleving evoceren, maar die het audiovisuele medium in zijn geheel ook nieuwe betekenissen en een ruimere horizon bieden. Met dit project willen beide promotoren (vanuit hun expertise in respectievelijk de antropologische documentaire en de mediatheorie) deze probleemstelling vooropstellen in een hedendaagse context met betrekking tot documentaires. Hiermee willen we aansluiten bij een internationale tendens die sinds enkele jaren uitdrukkelijk onder de (documentaire) kunstenaars leeft: de zoektocht naar andere reflectiekaders en beeldstrategieën. Mediale opstellingen voorzien hierbij in een ruim register aan alternatieve presentatiemogelijkheden (denken we bijvoorbeeld aan interactieve en generatieve installaties, 3-dimensionale en dynamische visualisaties). Tevens ontwikkelde de mediakunst het laatste decennia in een versneld tempo eigen artistieke benaderingen en visualiseringmethodes die de documentaire een erg creatief instrumentarium kunnen bieden. Dit project wil, vertrekkende vanuit de artistieke praktijk van Jasmina Fekovic, Sarah Vanagt en Laurent van Lancker, nagaan hoe een dialoog tussen documentairefilm, mediakunst en theorie een surplus kan generen. De centrale onderzoeksvraag is hierbij: hoe kan dit team de mediale technieken en logica’s als middel gebruiken voor een verruiming van documentaire demarches? Hoe kan men voorts een reflectie of kritiek ontwikkelen op de bestaande beeldcultuur of kunsttraditie door middel van beeldcitaten, vervreemdingseffecten of heropvoeringen? Hoe kunnen mediale opstellingen het werk vanuit een zintuiglijke en belichaamde benadering, ervaringen van dislocatie, breuken (in plaats, cultuur, tijd), culturele transitie simuleren en versterken? Organisaties: • Departement Koninklijke Academie voor Schone Kunsten • Vakgroep Theoretische omkadering van de kunstpraktijk • Vakgroep Audiovisuele kunsten
Onderzoekers: • An van Dienderen • Robrecht Vanderbeeken
Exotische sub-mesoscopische supergeleiders (FWO Vis. Fel., Juha JAYKKA, Finland). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Theorie van de gecondenseerde materie
Onderzoekers: • Milorad Milosevic
Exotische sub-mesoscopische supergeleiders. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Kwantumchemie en Fysicochemie
Onderzoekers: • Liviu Cibotaru
Exotische sub-mesoscopische supergeleiders. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Theorie van de gecondenseerde materie
Onderzoekers: • Milorad Milosevic • Golibjon Berdiyorov
Exotische kernen aan Spiral2. KU Leuven Abstract: De fundamentele krachten die werkzaam zijn in de atomen zijn de elektromagnetische, zwakke en sterke interactie. Terwijl de eerstgenoemde reedszeer goed in kaart gebracht werd, is onze kennis over de laatste twee nog erg beperkt. Zeker indien het gaat over hun rol in de opbowu van een atoomkern. Met dit project wensen we de invloed van de zwakke en sterke interactie op de eigenschappen van de atoomkern te bestuderen en op dezemanier nieuwe informatie te verkrijgen over de interactie zelf. Dit is niet alleen van belang vanuit fundamenteel onderzoekstandpunt, maar ook voor het begrijpen van de evolutie van sterren en het ontstaan van de elementen.De zoektocht naar de ontbrekende schakels om deze interacties beter te begrijpen leidt naar atoomkernen met een ongewoon aantal protonen en/of neutronen. Deze zogenoemde 'exotische atoomkernen' zijn radioactief en hebben meestal een zeer korte levensduur. Ze komen niet voor op aarde en moeten dus artificieel aangemaakt worden. We zullen zowel ve Organisaties: • Afdeling Kern- en Stralingsfysica
Onderzoekers: • Riccardo Raabe • Pieter Van Duppen • Natalis Severijns • Marc Huyse • Gerda Neyens
Exotic fruit quality characteristics in relation to ethylene biosynthesis KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling MeBioS
Onderzoekers: • Annemie Geeraerd • Muluken Bantayehu Nigatie
Exosoom communicatie: identificatie van nieuwe therapeutische doelwitten in multipel myeloom Vrije Universiteit Brussel Abstract: Multiple Myeloma (MM) is een ongeneeslijke plasmacel maligniteit met een incidentie van 5 per 100.000 inwoners, waardoor ongeveer 25.000 nieuwe patiënten per jaar getroffen worden in de EU. De MM tumor kloon ontstaat hoofdzakelijk in het beenmerg (BM) aangezien dit micromilieu het meest optimaal niche voor tumorcel overleving is. Bovendien biedt het BM bescherming tegen de meeste types behandeling met geneesmiddelen, wat leidt tot MM patiënt herval. Daarom is er nood aan alternatieve behandeling strategieën, gericht op de BM micro-omgeving zelf, waardoor MM uitgroei voorkomen kan worden. In dit project willen we interfereren met de BM-MM interacties op exosome niveau en onderzoeken of exosomen bruikbare biomarkers kunnen zijn in MM. Exosomen zijn 30-100nm diameter membraneuze blaasjes constitutief vrijgegeven door verschillende celtypen. Zij bemiddelen lokale cel-cel communicatie en het is aangetoond dat exosomen verhoogd zijn in kanker. Dit project zou uiteindelijk kunnen leiden tot identificatie van nieuwe biomarkers en nieuwe therapeutische doelwitten. Organisaties: • Immunologie en Microbiologie
Onderzoekers: • Eline MENU • Karin VANDERKERKEN
Exosome staging ter predictie van oksel lymfekliermetastase in vroege borstkanker. Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Geneesmiddelenleer
Onderzoekers: • Kevin Braeckmans
Exosomen van kankercellen en hun rol in het tumor ecosysteem Universiteit Gent Abstract: Kankercellen secreteren oplosbare factoren en chemokines die BMDCs (bone marrow derived cells) recruteren naar plaatsen van toekomstige metastasevorming. Recent werden naast oplosbare factoren ook kleine vesikels (exosomen, 30-100 nm) beschreven die mRNA?s, miRNA?s en polypeptiden bevatten van de cel van origine. Dergelijke exosomen instrueren BMDCs om de metastatische niche te helpen voorbereiden. Organisaties: • Vakgroep Radiotherapie en Experimenteel Kankeronderzoek
Onderzoekers: • Marc Bracke
Exosomen: nanogidsen voor metastatische niche vorming Universiteit Gent Abstract: Kankercellen secreteren oplosbare factoren en chemokines die BMDCs (bone marrow derived cells) recruteren naar plaatsen van toekomstige metastasevorming. Recent werden naast oplosbare factoren ook kleine vesikels (exosomen, 30-100 nm) beschreven die mRNA?s, miRNA?s en polypeptiden bevatten van de cel van origine. Dergelijke exosomen instrueren BMDCs om de metastatische niche te helpen voorbereiden. Organisaties: • Vakgroep Radiotherapie en Experimenteel Kankeronderzoek
Onderzoekers:
• Marc Bracke
Exosomen, microRNA en een verminderde blootstelling aan fijn stof bij bejaarden: Kunnen kleine structuren bijdragen tot de gezondheidsvoordelen? Universiteit Hasselt Abstract: Fijn stof is een mengsel van kleine deeltjes die bijdragen tot luchtvervuiling. In dit project willen we de gezondheidsvoordelen van verlaagde concentraties fijn stof onderzoeken. We plaatsen een luchtfilter in de woonkamer van ouderen in een serviceflat of rusthuis, waardoor 80% van het fijn stof weg gefilterd wordt. Er is gekozen om met ouderen (65-plus) te werken omdat zij meer vatbaar zijn voor de gezondheidseffecten gerelateerd aan fijn stof en omdat ze een merendeel van de dagelijkse activiteiten binnen uitvoeren, zullen ze het meest blootgesteld worden aan binnenshuis fijn stof. Gedurende 3 periodes van 2 weken (voor het filteren, tijdens en na het filteren) zullen er op regelmatige tijdstippen klinische metingen doorgaan op de verblijfplaats van de personen. Met dit onderzoek willen we enerzijds een inzicht krijgen op de effecten in hart en bloedvaten. Hiernaast kijken we ook naar algemene kenmerken van ontsteking (a.d.h.v. bloed) en oxidatieve stress (a.d.h.v. urine) in het lichaam. Anderzijds wordt de communicatie tussen cellen d.m.v. specifieke kleine vesikels in het bloed, ook wel exosomen genoemd. Het genetisch materiaal in de vesikels wordt bepaald in verband met veranderingen in blootstelling voor de interventie, tijdens de luchtfiltering en na de interventie. Resultaten van dit project dragen bij tot de inzichten in hoe fijn stof kan leiden tot ziekte alsook in de zoektocht naar biomerkers die ontwikkeling van ziekte vroegtijdig kunnen aantonen. Organisaties: • Milieubiologie • Centrum voor Milieukunde
Onderzoekers: • Tim NAWROT
Exomesequencing ter identificatie van nieuwe genen verantwoordelijk voor verstandelijke beperking. Universiteit Antwerpen Abstract: Het humane genoomproject heeft de afgelopen jaren geleid tot de opheldering van de volledige basenpaarvolgorde van het menselijke genoom. Ook hebben technologische doorbraken ervoor gezorgd dat het bepalen van de volgorde van de basenparen van alle coderende exonen van elk individu nu binnen het bereik is van genetische centra als het onze. Een verstandelijke beperking komt voor bij 2-3% van de bevolking. Dit betekent dat er alleen al in Vlaanderen tussen de 120.000 en 180.000 patiënten zijn. Slechts in ongeveer de helft van de gevallen is een diagnose gesteld. Geen diagnose betekent dat er geen toegespitste behandeling mogelijk is en dat er in de familie geen informatie over het herhalingsrisico gegeven kan worden. Door gebruik te maken van de laatste technologische doorbraken willen wij nu een aantal van deze ziektebeelden ophelderen. Dit willen wij bereiken door het exoom (= de basenpaarvolgorde van alle coderende sequenties van het genoom) van patiënten te vergelijken met die van hun ouders. Op deze manier kunnen we de novo mutaties in het genoom van onze patiënten opsporen die causaal zijn voor de verstandelijke beperking in de patiënt. We zullen de functies van de genen waarin mutaties gevonden worden bestuderen door diermodellen te verwerven en te bestuderen. Organisaties: • Cognitieve Genetica (COGNET)
Onderzoekers: • Frank Kooy • Céline Helsmoortel
Exocriene klieren bij Neotropische wespen en bijen: nieuwe perspectieven voor systematiek en sociobiologisch onderzoek. KU Leuven Abstract: De Neotropische regio is gekenmerkt door een enorme biologische diversiteit. Wespen en bijen in dit gebied vertonen een grote sociale complexiteit en variatie, die vaak nog onbekend is. De bedoeling van dit project is het opstarten van een samenwerking op lange termijn om deze diversiteit te bestuderen. Als startpunt beogen we twee subprojecten in het domein van sociobiologisch onderzoek bij wespen en bijen, waarbij de studie van exocriene klieren in vergelijkend systematisch onderzoek centraal staat. Organisaties: • Afd. Ecologie, Evolutie en Biodiv.behoud
Onderzoekers: • Johan Billen
Ex Machina Universiteit Hasselt Abstract: Dit project omvat een haalbaarheidsstudie voor de valorisatie van een raamwerk voor het bouwen van mobiele gidsen, in eerste instantie voor de culturele sector. Het gaat hierbij om mobiele ICT toepassingen die de bezoekerservaring verrijken en een plezierige, sociale, verrassende en persoonlijk zinvolle ervaring aanbieden. Door bezoekers onder te dompelen in de verhalen van de instelling en hen te stimuleren om zowel met hun medebezoekers als met de omgeving te interageren willen we de tevredenheid bij bezoekers verhogen en bovendien hun motivatie verhogen om enerzijds deze specifieke instelling opnieuw te bezoeken of anderzijds om gelijksoortige sites en musea te gaan ontdekken. Voor de realisatie van de mobiele ICT toepassingen is er binnen het Expertisecentrum voor Digitale Media (EDM) een software raamwerk ontwikkeld tijdens die gesubsidieerd werden door zowel lokale, regionale als Europese overheden met het oog op toegepast onderzoek. Dit software raamwerk maakt het mogelijk om op een flexibele manier mobiele gidsen te ontwikkelen op maat van een specifieke instelling en haar specifieke noden. Om de te volgen valorisatiestrategie goed te kunnen inschatten wordt er binnen dit project een haalbaarheidsstudie uitgevoerd. Organisaties: • Expertisecentrum voor Digitale Media • Expertisecentrum voor Digitale Media
Onderzoekers: • Karin CONINX • Kris LUYTEN
Exesoom geïnspireerde nanopartikels voor de afgifte van small interfering RNA Universiteit Gent Abstract: Het klinisch gebruik van siRNA wordt sterk gehinderd door intra-en extracellulaire barrières. Om deze te kunnen omzeilen, dienen siRNAs ingesloten te worden in nanoscopische geneesmiddeldragers. Recent onderzoek doet vermoeden dat cellulaire microvesikels (bv. exosomen) bruikbaar zijn als dragers voor macromoleculaire geneesmiddelen. Het hoofddoel van dit project is om exosomen en exosoom-mimetische nanopartikels (EMNs) te evalueren als dragers voor siRNA afgifte
Organisaties: • Vakgroep Geneesmiddelenleer
Onderzoekers: • Stefaan De Smedt • Koen Raemdonck
Exemplaargebaseerde modellen van menselijke zinsverwerking. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project onderzoekt de mogelijkheid om een exemplaargebaseerd model van menselijke zinsverwerking te ontwikkelen, dat in staat is om de relaties tussen de verschillende woorden van een zin op een psychologisch adequate manier te identificeren. Om dit model te evalueren wordt nagegaan of de voorspellingen van het model correleren met experimentele gegevens over de verwerking van structureel niet-ambigue en tijdelijk structureel ambigue zinnen. Voor de toetsing van het model beperken we ons tot de relatie tussen het werkwoord en zijn argumenten. Op die manier kunnen een aantal cruciale problemen van menselijke zinsverwerking worden onderzocht. Organisaties: • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers: • Walter Daelemans • Dominiek Sandra • Bram Vandekerckhove
Exegi monumentum. Lokale en nationale identiteit in de kunst-en handelsmetropool Antwerpen (1830-1914). Universiteit Antwerpen Abstract: De oprichting van publieke monumenten en de inhuldigings- en herdenkingsfeesten die hiermee gepaard gingen, worden als uitgangspunt gebruikt voor de studie van de identiteitsvorming in Antwerpen in de periode 1830-1914. .Het onderzoek wil concreet nagaan welk zelfbeeld de Antwerpse stedelijke samenleving in deze periode ontwikkelde, hoe dit identiteitsvormingsproces gestalte kreeg, hoe het evolueerde en welke verklaringsgronden hiervoor kunnen aangehaald worden. Organisaties: • CENTRUM ANTWERPSE CULTUURGESCHIEDENIS • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Alfons Thijs • Ben Croon
Executieve functies bij kinderen met dyslexie en/of dyscalculie Universiteit Gent Abstract: Dyslexie en dyscalculie zijn vaak voorkomende leerstoornissen. Ze staan sterk in relatie tot elkaar. Een mogelijke verklaring hiervoor wordt gevonden in de de hypothese met betrekking tot deficits in executieve functies. Deze studie brengt daarom de profielen van executieve functies in kaart. Dit aan de hand van een vergelijkend onderzoek met vier groepen: dyslexie, dyscaluculie, dyslexie en dyscalculie, en een controlegroep. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Herbert Roeyers • Anne Desoete
Executief functioneren, zelf-efficiëntie en deelname aan behandeling van cocaineafhankelijke personen met en zonder ADHD Universiteit Gent Abstract: Het doel van deze studie is om verschillen na te gaan in het neuropsychologische profiel en behandelingsgerelateerde variabelen (zelfefficiëntie, alliance) van cocaine afhankelijke individuen met comorbide ADHD versus cocaine afhankelijke individuen zonder ADHD en de rol van deze neuropsychologische en behandelingsgerelateerde variabelen in de behandelingsuitkomsten. Organisaties: • Vakgroep Orthopedagogiek
Onderzoekers: • Eric Broekaert
Excuses door politieke actoren als vorm van herstel na normovertreding : conceptuele doorlichting van de ethische betekenis en analyse van casussen uit de politieke realiteit binnen staten en op internationaal niveau. Universiteit Antwerpen Abstract: Over heel de wereld zien we op het politieke niveau na normovertreding onderhandelingen over verantwoordelijkheid, schuld en over herstel. Opvallend daarbij is de vraag naar excuses en de bereidheid om excuses uit te drukken. We willen het inzicht verdiepen in excuses op het publieke niveau. Mogelijke functies en beperkingen van dit fenomeen worden aangegeven. Enerzijds vraagt dit een analyse van het ethische conceptuele veld rond excuses. Anderzijds wordt ook de politieke realiteit van het fenomeen in kaart gebracht en verder uitgediept aan de hand van verschillende casussen. Organisaties: • Politieke wetenschappen • Internationale politiek
Onderzoekers: • Yvan Vanden Berghe • Ellen Verguts
Exclusion in kind and in mind. Een sociologisch onderzoek naar het verband tussen armoede en depressie vanuit een multidimensioneel armoedeperspectief. Universiteit Antwerpen Abstract: Op basis van het Belgische Huishoudenpanel en de Nationale Gezondheidsenquête van 2001 wordt de aanwezigheid en ontwikkeling van depressies bekeken vanuit een multidimensioneel armoedeperspectief. Dit bracht ons tot de vaststelling dat specifieke vormen van armoede meer dan andere deprimerend zijn, of omgekeerd, door een depressie worden veroorzaakt. Armoede blijkt deprimerend te zijn als een acute, chronische, maar ook als een voorbije ervaring. Omgekeerd blijkt dat depressies niet alleen de kans op een confrontatie met armoede vergroten, maar dat ze ook een barrière vormen om uit de armoede te ontsnappen. In de relatie tussen armoede en depressie speelt relatieve deprivatie een belangrijke
rol. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Jean Vranken • Katia Levecque
Exclusion from aid resources and political change at the community level. Universiteit Antwerpen Abstract: Exclusion from aid resources and political change at the community level. Organisaties: • Armoede en welzijn als kenmerk van lokale institutionele processen
Onderzoekers: • Johan Bastiaensen
Exclusieve mesonproductie aan nucleonen en kernen Universiteit Gent Abstract: Een essentiële schakel bij het ontrafelen van de interne structuur van hadronen en de aard van de sterke interactie is de bepaling van het nucleonspectrum. Experimentele informatie hieromtrent kan vergaard worden via de elektromagnetische productie van mesonen aan nucleonen of kernen. De theoretische interpretatie van dergelijke experimenten gebeurt in een hadrodynamisch model gebaseerd op effectieve veldentheorieën. Organisaties: • Vakgroep Fysica en Sterrenkunde
Onderzoekers: • Jan Ryckebusch
Exclusieve kaonproductie boven het resonantieregime Universiteit Gent Abstract: Met behulp van een specifiek model, ontwikkeld binnen de onderzoeksgroep, zal een grondige studie doorgevoerd worden van kaon fotoen elektroproductie boven het resonantieregime en dit zowel voor nucleonen als kernen. De "hoge"-energie data zal geleverd worden door de geupdate Jefferson Lab elektronenaccelerator. De aandacht zal in het bijzonder gevestigd worden op de longitudinale, transversale en interferentie werkzame doorsnede in p(e,eK+)? reacties. Organisaties: • Vakgroep Fysica en Sterrenkunde
Onderzoekers: • Jan Ryckebusch
Exclusieve contracten en marktafscherming in de auto-industrie. KU Leuven Abstract: Economisten en beleidsmakers worden sinds jaren geconfronteerd met de vraag of verticale contracten de economische welvaart ten goede komen of schaden. Hoewel economische theorie recent nieuwe inzichten gebracht heeft in deze materie, zijn er nog geen ondubbelzinnige conclusies. Door devraag empirisch te beantwoorden, willen we deze lacune in de literatuurdichten. Concreet onderzoeken we het effect van exclusiviteitscontracten in de distributie van auto's. Exclusieve contracten kunnen nieuwe autoproducenten hinderen bij het zoeken naar distributeurs, waardoor de toetredingskosten stijgen en de contracten dienen als toetredingsbarrière. Een ander probleem ontstaat als toetreders een zeker aantal dealers nodighebben om hun vaste kosten te recupereren. In dit geval kunnen exclusieve contracten gebruik maken van dealers' gebrek aan coördinatie om toetreding te verhinderen. Deze marktsafschermingstrategieën kunnen ook dienen als handelsbelemmering door gevestigde binnenlandse bedrijven. And Organisaties: • OG Econometrie Leuven
Onderzoekers: • Frank Verboven • Laura Nurski
Excitonen in halfgeleidende nanokristallen als energieleveranciers voor opto-elektronische en biomedische toepassingen. Universiteit Antwerpen Abstract: Excitonen in halfgeleidende nanokristallen als energieleveranciers voor opto-elektronische en biomedische toepassingen. Organisaties: • Theorie van kwantumsystemen en complexe systemen
Onderzoekers: • Alfonsius Brosens
Excitonen en polaronen in lage-bandkloofpolymeren : optische generatie en scheiding van ladingsdragers. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit doctoraatsproject zal onderzoek verricht worden naar de karakterisering van de eigenschappen van polymeren die hun toepassing vinden in de plastic elektronica, fotovoltaïsche cellen, organische licht-emitterende diodes (OLEDs) en organische halfgeleiders. In het bijzonder zal dit project handelen over de karakterisering van de aangeslagen toestanden na foto-excitatie (singlet- en tripletexcitontoestanden), de studie van polaronen en de studie van het ladingsscheidingsproces dat essentieel is voor fotocelmaterialen. Hiervoor zal gebruik gemaakt worden van volgende meettechnieken, namelijk optische absorptie- en fluorescentiespectroscopie, (L)EPR-spectroscopie ((Licht geïnduceerde) Elektron Paramagnetische Resonantie) en ODMR-spectroscopie (Optisch geDetecteerde Magnetische Resonantie) zowel in X-band (~9.5GHz) als in Wband (~95GHz). Organisaties: • Experimentele fysica van de gecondenseerde materie (ECM)
Onderzoekers: • Etienne Goovaerts • Sofie Cambré
Excitonencomplexen in realistische nanostructuren. Universiteit Antwerpen
Abstract: De eigenschappen van de excitoncomplexen in halfgeleidernanostructuren zullen worden onderzocht. In het bijzonder zullen we de energietoestanden en de optische eigenschappen van de excitoncomplexen in kwantumdraden en kwantumstippen onderzoeken. De afwijkingen van het idealistische beeld in realistische nanostructuren t.g.v. het groeiproces zal ook in rekening gebracht worden. Het effect van externe magnetische velden zal ook worden onderzocht. Organisaties: • Theorie van de gecondenseerde materie • Theorie van de gecondenseerde materie
Onderzoekers: • Clara Riva
Exciteerbaarheid in halfgeleiderringlasers: naar het geïntegreerd optisch neuron. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Exciteerbare systemen spelen een belangrijke rol in verscheidene domeinen van de wetenschap, met als oervoorbeeld uiteraard het neuron. In het kort is een systeem exciteerbaar als het een grote puls uitstuurt wanneer het geëxciteerd wordt door een voldoende groot inputsignaal, maar bijna niet reageert wanneer dit inputsignaal te klein is. Een optische component die - onder welbepaalde omstandigheden - ook dergelijk exciteerbaar gedrag vertoont is de halfgeleiderringlaser. Deze exciteerbaarheid wordt geïndiceerd door een asymmetrie in te voeren in de circulatie lasercaviteit. Bovendien kan de halfgeleiderringlaser erg klein gemaakt worden en integreerbaar zijn op een chip, wat maakt dat deze component bijzonder geschikt is voor de studie van netwerken van gekoppelde exciteerbare systemen. In dit project willen we de dynamica bestuderen van zowel een enkele asymmetrische halfgeleiderringlaser als van een newerk van twee of meer gekoppelde lasers, en onze theoretische bevindingen experimenteel verifiëren. Organisaties: • Toegepaste Natuurkunde en Fotonica
Onderzoekers: • JAN DANCKAERT
Exciteerbaarheid en connectiviteit van neurale circuits. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project gebruikt de gecombineerde technische expertise van de drie onderzoeksgroepen om drie onderzoekstopics te bestuderen: het cerebellum, het enterisch zenuwstelsel en kaliumkanalen. Specifiek worden de indeling van neuronen in korrelcellaag, kaliumkanalen in Purkinjecellen en hun inhibitie van de diepe kernen onderzocht, alsook expressie van kaliumkanalen in viscerosensorische neuronen en veranderingen ervan onder invloed van inflammatorische mediatoren vrijgesteld door mestcellen en de expressie en functie van 5 nieuwe subeenheden van kaliumkanalen in de hersenen. Organisaties: • Theoretische neurobiologie en neuroengineering
Onderzoekers: • Jean-Pierre Timmermans • Erik De Schutter • Dirk Snyders
Exchange training programme : verblijf Peter AKA(15/2/2006-17/4/2006) ikv ECNIS-contract N° 513943 (EU234) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Binnen het ECNIS contract ('Network of Excellence' dat enkele van de beste Europese onderzoeksgroepen samenbrengt in een gezamelijke poging om een beter inzicht te krijgen in de omgevingsoorzaken van kanker, het vermogen van het dieet om kanker te voorkomen en de manieren waarop erfelijkheid de individuele gevoeligheid voor carcinogenen kan beïnvloeden, met het uiteindelijke doel het aantal kankergevallen in Europa te verminderen)zal Peter Aka in het "Department of Public Health, Section of Environmental Health, University of Copenhagen" verblijven in het kader van één van de doelstellingen van het ECNIS project, namelijk het zich aansluiten bij de rest van de Europese en wereld onderzoeksgemeenschap om trainingsmogelijkheden te voorzien voor nieuwe en jonge onderzoekers en om wetenschappelijke steun en advies te verschaffen aan regulatoren, de industrie en het algemene publiek. Hij zal onderzoek verrichten op het niveau van DNA repair genotype en fenotype. Organisaties: • Biologie
Onderzoekers: • MICHELINE VOLDERS
Exchange-biased nanoschaal materialen met meerdere interfaces geproduceerd door ionenimplantatie. KU Leuven Abstract: Exchange bias, dat voortvloeit uit de interactie tussen een ferromagneet en een antiferromagneet, manifesteert zich meestal door een verschuiving en verbreding van de hysteresislus. Het heeft gewonnen aan technologisch belang omdat het wordt gebruikt om een referentie richting te induceren in spintronic toepassingen. Het grootste deel van het exchangebias onderzoek is gericht op dunne lagen waarin Co en CoO de respectievelijke archetypische ferromagnetische en antiferromagnetische materialenzijn. In essentie berust de vorming van CoO op het gebruik van natuurlijke oxidatie, hetgeen een zelflimiterend proces is, en resulteert het in een oxide dikte van een paar nanometer. Onlangs is aangetoond dat ionen implantatie geschikt is om CoO te vormen ingebed in een dunne Co laag, om zo de beperkte dikte van de antiferromagneet te overwinnen. Er is echter weinig bekend over de structuur van de antiferromagnetischebestanddelen en de diepte afhankelijkheid van de exchange bias eigenschappen. Het Organisaties: • Afdeling Kern- en Stralingsfysica
Onderzoekers: • Kristiaan Temst • André Vantomme • Enric Menéndez Dalmau
ExaScience Life Pharma Universiteit Hasselt Abstract: Het ExaScience Life Pharma project is er op gericht doorbraken te realiseren in het biofarmaceutisch onderzoek, via state-of-the-art computationele methodologie van hoge performantie. Indien succesvol, wordt er een ExaScience Life Lab gevormd, een expertise centrum voor High Performance Computational Life Sciences in Vlaanderen. Zowel Intel als Janssen Pharmaceutica beschouwen het laboratorium als een strategisch partnerschap, de basis voor hun expertise in Europa. Indien succesvol, is het de bedoeling van het laboratorium op permanente basis uit te bouwen, met de steun van een bredere waaier aan bedrijven. Statistische, wiskunde, ingenieurs- en biofarmaceutische expertise komen samen in dit project.
Organisaties: • Centrum voor Statistiek • Centrum voor Statistiek
Onderzoekers: • Geert MOLENBERGHS
Exascience Life Pharma. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds Janssen. UA levert aan Janssen de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Ontwikkeling database systemen (ADReM)
Onderzoekers: • Tim Van den Bulcke
Exascience Life Pharma Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Informatietechnologie
Onderzoekers: • Piet Demeester
ExaScience Life High Performance Computing Universiteit Hasselt Abstract: Dit ExaScience Life Pharma project wordt samen ingediend met het ExaScience Life HPC project. De concrete innovatie doelstellingen van beide projecten zijn gekoppeld, maar elk heeft een specifieke invalshoek op de resultaten. Het ExaScience Life HPC projectvoorstel is gericht op de ontwikkeling van Next-Generation High Performance Computing-technologie voor de Life Sciences sector. Het ExaScience Life Pharma projectvoorstel heeft als doel doorbraken te realiseren op farmaceutisch gebied met behulp van State of the Art High Performance Computingtechnologie. De uiteindelijke, langere termijn doelstelling wordt gedeeld: de oprichting van een ExaScience Life Lab: een expertisecentrum voor High Performance Computational Life Sciences in Vlaanderen. Zowel Intel als Janssen Pharmaceutica beschouwen dit lab als een strategisch partnerschap dat hun expertise centrum in Europa vormt. Het is de bedoeling om een permant lab te vormen. Tijdens dit project wordt er actief gezocht naar andere onderzoeksgroepen en bedrijven die zich hierbij willen aansluiten. Voor Janssen Pharmaceutica, is dit onderzoek een strategische prioriteit om zijn concurrentiepositie in de ontwikkeling van geneesmiddelen te verstevigen door het gebruik van geavanceerde computationele en big datatools. Voor Intel is dit onderzoek cruciaal om de next generation technologie - nodig voor de High Performance Computing-systemen in de Life Sciences sector - te ontwikkelen. De concrete doelstelling van dit project is om te onderzoeken hoe High Performance Computing (HPC) kan worden ingezet om de huidige Big Data analyse en simulatie beperkingen weg te werken. Hiermee kan het concurrentievermogen van Janssen Pharmaceutica verstevigd worden, en in het verlengde hiervan de bredere Vlaamse farmaceutische en Life Sciences industrie. Dit impliceert - onder ander - het onderzoek naar de noodzakelijke aanpassingen in ICT en hardware-technologie die nodig zijn om tot efficiënt oplossingen te kunnen komen Organisaties: • Expertisecentrum voor Digitale Media • Expertisecentrum voor Digitale Media
Onderzoekers: • Frank VAN REETH
Exaschaal algoritmen en geavanceerde computertechnieken (EXA2CT) Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EU. UA levert aan EU de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Toegepaste wiskunde en numerieke analyse
Onderzoekers: • Wim Vanroose
Example Based Recognition with Syllable Sized Units (Voorbeeld gebaseerde spraakherkenning met syllaben) KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling ESAT - PSI
Onderzoekers: • Dirk Van Compernolle • Kseniya Paiva Proenca
Exacte en benaderende oplossingen voor incidentele parameter problemen. KU Leuven Abstract: Panel data zijn in toenemende mate beschikbaar in de economie en anderedisciplines. In panel data modellen worden vaak agentspecifieke parameters (zogenaamde "fixed effects") geïntroduceerd om te controleren voor niet-geobserveerde heterogeniteit. Deze fixed-effects aanpak is aantrekkelijk, maar in dynamische of niet-lineaire modellen doet zich een probleem voor van incidentele parameters: klassieke schattingsmethoden zoals kleinste kwadraten en grootste aannemelijkheid leveren inconsistente schatters voor de modelparameters die gemeenschappelijk zijn aan alle agenten.Dit onderzoek is gericht op een uitbreiding van recent voorgestelde exacte of benaderende oplossingen voor incidentele parameter problemenin de volgende empirisch relevante richtingen: de inclusie van tijd-specifieke effecten; niet-stationaire data; correcties van hogere orde vertekening met het oog op zeer korte panels; lineaire panel data modellen met ruimtelijke en temporele dynamiek. Organisaties: • OG Econometrie Leuven
Onderzoekers: • Geert Dhaene
Ex abundantia cordis. Een godsdienstfilosofisch onderzoek naar de rol van emoties in de religie. Universiteit Antwerpen Abstract: Vooral in de filosofie van de geest en in de moraalfilosofie werden diverse theorieën van de passies en de emoties opgesteld. Deze theorieën werden nog niet toegepast op het specifieke domein van de religieuze passies en emoties. Dit onderzoeksproject wil door genoemde toepassing inzicht verkrijgen in volgend vraagstuk. Hinderen, begeleiden of constitueren emoties de religieuze houding van het subject? Organisaties: • DEPARTEMENT FILOSOFIE EN RELIGIEUZE WETENSCHAPPEN • Centrum voor Europese Filosofie
Onderzoekers: • Willem Lemmens • Walter Van Herck
EVTecLab: Vlaams EV Technologisch Laboratorium Vrije Universiteit Brussel Abstract: Een consortium van tien Vlaamse bedrijven en onderzoeksinstellingen, gecoördineerd door Punch Powertrain, zal via EV TecLab nieuwe aandrijftechnologieën voor elektrische bestelwagens, vrachtwagens en bussen evalueren en op punt stellen voor commercialisatie. De voertuigen worden ingezet voor goederentransport en openbaar vervoer. De testen vinden plaats in reële gecontroleerde gebruiksomstandigheden. EV TecLab wil op deze manier bijdragen tot de introductie van elektrische voertuigen en duurzame mobiliteit. Het consortium zal bovendien onderzoeksresultaten delen met alle andere betrokken partijen, waaronder een groot aantal voertuigproducenten. Dit alles dient te resulteren in nieuwe commerciële producten en diensten. Het consortium beoogt met EV TecLab dus een aanzienlijke toegevoegde waarde voor zowel de betrokken Vlaamse ondernemingen als de Vlaamse economie in het algemeen. Organisaties: • Elektrotechniek-Energietechniek • Mobiliteit en voertuig technologie onderzoeksgroep
Onderzoekers: • Thierry Clement COOSEMANS • Sylvia HEYVAERT • JOERI VAN MIERLO
EvoSym: (ERA-Net Complexity-Net) Oorsprong en evolutie van biologische symbool systemen. (Emergence and Evolution of Biological Symbol Systems). Vrije Universiteit Brussel Abstract: EvoSym is a collaborative European research project supported under the Complexity-NET 2009 pilot funding call, Interdisciplinary Challenges for Complexity Science. Complexity-NET is the European Network for the Coordination of Complexity Research and Training Activities. The project applies methods and techniques of complexity science to understand the emergence and evolution of biological "symbol systems" (also called "biosemiotic systems"), such as genetic coding (DNA-protein), RNA editing, cell signalling, etc. It also investigates potential technological applications in distributed agent-based software and robotics. It aims two anser two key questions: (1) How do complex representational and communicative coding systems emerge, self-organise and evolve, from micro to macro levels, in the natural biosphere? and (2) How can this biological understanding be applied to the artificial evolution of complex coding systems in computational and/or robotic systems? The project is further structured into three major work packages: WP1 builds on previous work in modelling prebiotic molecular evolution in spatially extended individual-based systems. It specifically considers whether or how "RNA coding" could evolve in such an environment (Lead partner: Bioinformatics Group, Universiteit Utrecht). WP2 is a complementary investigation of the origin and evolution of evolvable coding and translation in purely computational systems specifically "coreworlds" (e.g., tierra , nanopond etc.) and "artificial chemistries", which can model evolving software agents in networked computer systems (Lead partner: Artificial Life Lab, Rince Institute.) WP3 bridges between the other two workpackages, to apply principles of language evolution in collective robotic systems to the emergence of complex (i.e., compositional and grammatical) languages in models of chemical communication among biological cells. (Lead partner: Artificial Intelligence Laboratory, Vrije Universiteit Brussel.) Organisaties: • Informatica en Toegepaste Informatica
Onderzoekers: • LUC STEELS
Evo-Mech: Evolutionaire mechanica en de oorsprong van biocomplexiteit. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In recente jaren is de duale procestheorie in cognitie steeds meer performant geworden in het verklaren van cognitieve, affectieve en sociale processen. Terwijl duale procestheorie in cognitie ons begrijpen van expliciete en impliciete processen heeft verhoogd, is er zeer weinig aandacht geweest voor een toepassing van deze aanpak voor de studie van creativiteit. Creatieve verwezenlijkingen houden nochtans duidelijk
zowel bewuste, gecontroleerde en intentionele denkprocessen in als onbewuste, impulsieve en automatische. Verder, alhoewel veel onderzoek heeft aangetoond dat individuele verschillen in de gecontroleerde gewilde reflexieve processen die onderliggend zijn aan het 'Expliciet Systeem' zeer sterk gerelateerd zijn aan psychometrische intelligentie en werkgeheugen, zijn er weinig studies die individuele verschillend hebben onderzocht voor automatische, niet-intentionele en onbewuste processen die het 'Impliciete Systeem' onderliggen. Het onderzoek voorgesteld in dit project beoogt om belangrijke bronnen van variaties in beide denksystemen bloot te leggen en te onderzoeken hoe individuele verschillen in deze twee systemen interageren met mekaar en met persoonlijkheid met de bedoeling om het hoogste niveau van creatieve denken in de kunst en de wetenschap te kunnen voorspellen. Organisaties: • Centrum Leo Apostel
Onderzoekers: • Diederik AERTS
Evolvable hardware Vrije Universiteit Brussel Abstract: The project concerns the use of evolvable hardware for real-word and real-time applications. Since a couple of years, new technologies have been developed that make reconfigurable hardware devices possible, i.e. devices of which the archetecture and as a result its functionality can be changed extremely fast while the device is still functionning.Since their reintroduction in the mid-eighties adaptation or learning techniques such as neural networks, genetic algorithms became very important and have been applied succesfuly in many areas such as computer science, engineering, economics, artificial life. One major drawback of these techniques is that the adaptations have to proceed offline insteadof online because the underlying adaptation algorithms are currently too slow. Oggline means that the adaptive system is trained in a test environment which is a simplification of the real environment and it can use as much time as needed to adapt to that environment. Later on, the system is then put in the real environment. A much better and realistic situation is an adaptive system which adapts in real-time to the real environment, i.e. online adaptation. The combination of reconfigurable hardware devices with the existing adaptation techniques offers new perspectives for online adaptation and in this project we want to explore this combination further. Organisaties: • Informatica en Toegepaste Informatica
Onderzoekers: • Bernard MANDERICK
Evolution of the mutualism between N-fixing bacteria and leguminose plant species under eutrophication. KU Leuven Abstract: Leguminose plantensoorten zijn in staat om stikstof (N) te verwerven door interactie met N fixerende bacteriën van het geslacht Rhizobium. Wat een duidelijk fitnessvoordeel biedt ten opzichte van concurrenten, in het bijzonder onder N limiterende omstandigheden. De afgelopen 50 jaar is de bodem sterk aangerijkt met stikstof via atmosferische depositie en kunstmest afvoer. Omdat eutrofiëring ruimtelijke variatie vertoont, wordener geografische selectie mozaïeken verwacht voor de interactie tussen Rhizobium en zijn gastheer omdat de selectie op de eigenschappen die bemiddelen in co-evolutie zullen variëren. Dit resulteert in ruimtelijke variatie in co-evolutionaire interacties (ook gekend als "The geographical mosaic of co-evolution" sensu Thompson (2005)). Deze co-evolutionaire interacties kunnen een ecologische impact hebben op de plantengemeenschap, het ecosysteem of zelfs op hogere trofische niveaus. Deze studie zal worden uitgevoerd op de mutualistische relatie tussen de klonale leg Organisaties: • Afd. Ecologie, Evolutie en Biodiv.behoud
Onderzoekers: • Olivier Honnay • Jannick Van Cauwenberghe
Evolution of the microstructure of frozen foods during storage Experimental characterization and modeling of phenomena of recrystallization and sublimation Application to meat and vegetables KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling MeBioS
Onderzoekers: • Bart Nicolai • Victor Vicent
Evolution of the magnetospheric mass budget KU Leuven Abstract: The goal of the research is to investigate the evolution of the atmosphere and magnetosphere in interaction with the solar wind and more energetic corpuscular radiation. Processes such as solar wind entry, auroral precipitations, polar wind escape, magnetic reconnection etc. and their associated fluxes will be examined. In this way we will try to estimate the plasma exchange between the ionosphere and the magnetosphere and between the magnetosphere and the interplanetary medium so as to establish the global net loss or gain. Initially we will do this for Earth's magnetosphere, but later we will also do this for the planets Venus and Mars. Eventually the aim is to obtain a parametrized model that describes the magnetospheric mass flux for a terrestrial planet, in terms of parameters such as solar wind density and speed, IMF strength and orientation, planetary magnetic field strength and geometry, solar UV emission, etc. Such a model can help to assess the long-term evolution of the atmo Organisaties: • Afdeling Plasma-astrofysica
Onderzoekers: • Stefaan Poedts • N. N.
Evolutionary reconstruction of viral spread in time and space KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Klinische & Epidemiologische Virologie
Onderzoekers: • Philippe Lemey • Filip Bielejec
Evolutionary Insights of C3 Mophotype Bacteriophages using Phylogenomic Network and Strucutral Characterization of a Novel Bacteriophage-Encoded Gene Relevant to CRISPR DNA Regulation KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Gentechnologie
Onderzoekers: • Rob Lavigne
Evolutionary ecophysiological study of the synergism between UV stress and heavy metals KU Leuven Abstract: This dissertation will study the synergism between UV stress and heavy metals in the water flea Daphnia magna focusing on (i) the physiological-mechanistic underpinnings and (ii) micro-evolutionary changes of vulnerability of Daphnia to these stressors and (iii) resulting ecoevolutionary dynamics with regard to vulnerability to predation. The project will therefore combine different approaches: physiological assays of defence mechanisms, candidate gene expression analysis, resurrection ecology andexperimental evolution, and predation experiments. There will be stronginternational collaboration with other groups for the experimental workon UV stress and resurrection ecology mainly the group of Prof. Ruben Sommaruga (Laboratory of Aquatic Photobiology and Plankton Ecology, Univ.Innsbruck), and the group of Prof. Susana Agusti (Department of Global Change Research, Mediterranean Institute for Advanced Studies). Organisaties: • Afd. Ecologie, Evolutie en Biodiv.behoud
Onderzoekers: • Robby Stoks • Sarah Oexle
Evolutionary ecological study of the pace-of-life syndrome in Ischnura damselflies. KU Leuven Abstract: Animals differ strongly in their life history (e.g. growth rate, longevity) and physiology (e.g. metabolic rate, immune function) traits but not in a random way. These traits tend to cluster along a slow-fast continuum with at the fast end, for example, rapid growers with a high metabolic rate, low immune function and a short lifespan. This so-called pace-of-life syndrome (POLS) hypothesis, can be extended through integration of two promising concepts: oxidative stress (caused by reactive oxygen species) and behavioural traits associated with personality (e.g. boldness). First, we will investigate whether differences in both cluster together with the POLS traits along a slow-fast continuum. We expect, for example, that animals with a fast life history will be more sensitive to oxidative stress, more active and bolder. Second, we will test whether the (extended) POLS can be used as a predictive framework for how animals will deal with ecological interactions. We will test whether animal Organisaties: • Afd. Ecologie, Evolutie en Biodiv.behoud
Onderzoekers: • Robby Stoks • Sara Debecker
Evolution and Normativity KU Leuven Abstract: This dissertation aims to problematize various attempts to use evolutionary theory or biological processes to better conceptualize health and disease (normativism, naturalism, Darwinism) and does so by appealing to the work of Georges Canguilhem as well as biological theories such as plasticity and niche construction. Organisaties: • OE Centr. Logica en Analyt. Wijsbegeerte
Onderzoekers: • Andreas De Block • Jonathan Sholl
Evolution and development of amphibian limbs Vrije Universiteit Brussel Abstract: Eén van de meest significante structurele en adaptieve veranderingen tijdens de evolutie van vertebraten was de transformatie van obligaat aquatische vissen naar terrestrische amfibieën. Maar hoe kon een zwemmende vin getransformeerd worden in een lopende poot, en hoe konden amfibieën zulk een brede waaier van ecologische specialisaties ontwikkelen? Drie onderzoeksgroepen samengebracht in dit voorstel zullen expertise in ontwikkelingsbiologie, evolutieve genetica en computerwetenschappen combineren om een nieuwe onderzoeksrichting op the starten in EVO-DEVO (staat voor evolution and development). In deze samenwerking zullen ze proberen verscheidene interessante vragen te beantwoorden op het gebied van de ontwikkeling van het lichaamsplan bij amfibieën. De studie van Hox genen biedt de gelegenheid om de verwantschappen tussen morfologische transformaties, moleculaire evolutie, genoomorganisatie en gen-expressie beter te begrijpen. Deze samenwerking is er daarom op gericht om de volgende doelstellingen te bereiken: 1. Isolatie en characterisatie van de volledige genomische sequentie van de HoxA cluster in een soort van elk van de drie ordes van amfibieën. 2. Ontwikkeling van een relationele database voor Hox-data, om aldus een gebruiksvriendelijke data-exploratie omgeving te creëren. 3. Karakterisatie van de wijze en snelheid van evolutie van phylogenetic footprints in Hox clusters bij amfibieën. 4. Bepaling van expressiepatronen van verscheidene hox genen tijdens de vorming van de ledematen bij amfibieën, en functioneel testen van de regulatorische elementen die door de studie 'phylogenetic footprinting' geïdentificeerd werden. Het voorgestelde project is erop gericht om een nieuwe synergie te ontwikkelen tussen bestaande onderzoeksgroepen om aldus een nieuwe richting, EVO-DEVO, op te starten. Als toegevoegde waarde voor de VUB zien we de creatie van een specifieke EVO-DEVO onderzoeksgroep, integratie van een biocomputing eenheid van BEN binnen de VUB, en input van nieuw onderzoeksmateriaal dat door verscheidene onderzoeksgroepen zal kunnen gebruikt worden. Als toegevoegde waarde voor de opleiding binnen de VUB, zien we zowel nieuwe mogelijkheden voor studenten als nieuwe voordelen met betrekking tot bestaande en nieuwe cursussen. Tenslotte hopen we een optionele cursus 'bio-informatica en databanken voor genomische studies' op te richten voor drie van de grootste groepen studenten binnen de VUB, namelijk de biologie, biotechnologie en informatica studenten. Organisaties: • Biologie • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • Luc LEYNS • LODE WYNS • Franky BOSSUYT
Evolution and biomechanics of hand structure and function. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Ontwikkeling en Regeneratie Kulak
Onderzoekers: • Evie Vereecke • Faes Kerkhof
Evolutionair potentieel van de humane parasiet Schistosoma mansoniin een veranderende wereld KU Leuven Abstract: De parasitaire platworm Schistosoma mansoni leeft in de bloedvaten van meer dan 80 miljoen mensen in Afrika en Zuid-Amerika. De hevigste infecties komen voor bij kinderen en jonge volwassenen die hierdoor een fysische en intellectuele achterstand oplopen, terwijl chronische infecties leiden tot nierfalen en schade aan de lever. Dankzij de beschikbaarheid van het goedkoop en doeltreffend geneesmiddel praziquantel zijn er verschillende initiatieven van start gegaan om deze ziekte wereldwijd te bestrijden. Een voorbeeld hiervan is de Schistosomiasis Control Initiative, gesteund door de Bill en Melinda Gates Foundation, die in zes Afrikaanse landen praziquantel uitdeelden aan meer dan 44 miljoen mensen. Hoewel deze grootschalige behandelingscampagnes de patiënten op korte termijn vooruit helpen, is het onduidelijk wat het lange termijn effect op deze parasietenpopulaties zou kunnen zijn. In dit doctoraat werd er gebruik gemaakt van moleculaire merkers om S. mansoni parasieten genetisch t Organisaties: • Afd. Ecologie, Evolutie en Biodiv.behoud
Onderzoekers: • Filip Volckaert • Tine Huyse • Frederik Van den Broeck
Evolutionaire verklaringen van religie: ontluistering of verwondering? KU Leuven Abstract: Dit project toont aan of en op welke manier kan vermeden worden dat eenevolutietheoretische benadering van religie de particulariteit van een religie, die een eigen narratief perspectief op de werkelijkheid wil bieden, reduceert tot een culturele en/of psychologische functie; zonder daarbij dit wetenschappelijk onderzoek naar religie a priori af te wijzen.Het beoogt concreet een voorbeeld uit te werken van 'Mutual Interactionof Theology and Science'. Organisaties: • OE Systematische Theologie & Religiewet.
Onderzoekers: • Lieven Boeve • Tom Uytterhoeven
Evolutionaire veranderingen in morfologie en gedrag van een bosvlinder ten gevolge van habitatfragmentatie. Universiteit Antwerpen Abstract: De doelstelling van dit doctoraatsproject is te onderzoeken of habitatfragmentatie leidt tot micro-evolutionaire veranderingen in morfologische en gedragskenmerken (partnerzoekgedrag) die samenhangen met mobiliteit bij dagvlinders. De studiesoort is Pararge aegeria. We gaan o.a. na in hoeverre er variatie bestaat in individuele mobiliteitskenmerken tussen dagvlinderpopulaties gekenmerkt door een verschillend type habitatfragmentatie, a.h.v. morfologisch relevante kenmerken en dispersieschattingen. Organisaties: • Dierenecologie • Dierenecologie
Onderzoekers: • Erik Matthysen • Hans J E Van Dyck • Thomas Merckx
Evolutionaire reconstructie van virale verspreiding in tijd en ruimte. KU Leuven Abstract: Vele virale infecties vormen een belangrijke bedreiging voor de gezondheid van de mens en kunnen zich in onze mobiele wereld zeer snel verspreiden, getuige hiervan de H1N1 influenza A uitbraak. Voor het achterhalen van de mechanismen die aan de basis liggen van ziekteuitbraken, de plaatsgebonden instandhouding van ziektes en hun epidemische uitbreiding, ishet noodzakelijk om de verspreiding van de ziekteverwekker in tijd en ruimte in kaart te brengen. In dit project willen we verschillende statistische modellen ontwikkelen om de geografische verspreiding van virussenop basis van hun genetische data te reconstrueren en hypothesis hieromtrent te testen. Spatiotemporele voorspellingen vanuit deze modellen kunnen bijdragen tot de ontwikkeling van effectieve interventie- en preventiestrategieën. Organisaties: • Klinische & Epidemiologische Virologie
Onderzoekers: • Philippe Lemey
Evolutionaire genetica van arenavirus-knaagdierinteracties: Mopeia virus en de reservoirgastheer Mastomys natalensis. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Joëlle Gouy de Bellocq
Evolutionaire ecotoxicologie met Daphnia: genomische, transcriptomische en fysiologische mechanismen van tolerantie voor en adaptatie aan cadmium en cyanobacteriële stress Universiteit Gent Abstract: Het doel van dit onderzoek is om (1) de adaptatie aan Cd stress te begrijpen, in Noord-Amerikaanse Daphnia pulex uit meren verontreinigd met zware metalen, en dit op genomisch, transcriptomisch en fysiologisch niveau; (2) de cross-tolerantie van deze populaties aan
cyanobacteriële stress te onderzoeken; en (3) om deze bevindingen te valideren met de Europese watervlo-soort Daphnia magna. Organisaties: • Vakgroep Toegepaste ecologie en milieubiologie
Onderzoekers: • Colin Janssen
Evolutionaire ecologie van twee arthropoden in populaties aan de rand van hun opschuivend areaal. KU Leuven Abstract: De studie van geografische areaalgrenzen is een belangrijk onderzoeksdomein in ecologie en evolutie dat raakpunten heeft met bedreigende omgevingsinvloeden waarmee de mens wordt geconfronteerd (o.a. biologische invasies en klimaatsverandering). Momenteel creëert global warming evolutionaire experimenten waarbij soorten hun areaalgrenzen verschuiven. We willen de evolutionaire ecologie van marginale en centrale populaties vergelijken in soorten die hun areaal naar het noorden opschuiven en hierbij inzicht krijgen in de gevolgen voor lokale ecologische interacties en de potentie tot verdere areaalverschuivingen. We zullen documenteren hoe marginale populaties verschillen in ecologische relevante kenmerken. Om fenotypische differentiatie in deze kenmerken te begrijpen, zullen we ook de ermee geassocieerde selectiedrukken kwantificeren en nagaan in hoeverre deze differentiatie gerelateerd is aan neutrale, kwantitatief-genetische en functioneel genetische/genomische variatie. Verder zullen Organisaties: • Afd. Ecologie, Evolutie en Biodiv.behoud
Onderzoekers: • Robby Stoks • Marjan De Block
Evolutionaire ecologie van twee arthropoden in populaties aan de rand van hun opschuivend areaal Universiteit Gent Abstract: Onder invloed van klimaatswijzigingen verschuiven veel soorten hun areaal. Deze gewijzigde omstandigheden aan de rand van het opschuivend areaal creëren sterek evolutionaire drukken op levensgeschiedeniskenmerken die op hun beurt een sterke impact hebben op ecologische processes. Deze zullen empirisch onderzocht worden aan de hand van experimenten in mesocosmos omgevingen en aan de hand van ruimtelijk expliciete, stochastische simulatiemodellen. De genetische basis van deze wijzigingen zal aan de hand van genomics-technieken achterhaald worden. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Dries Bonte
Evolutionaire ecologie van twee arthropoden in populaties aan de rand van hun opschuivend areaa Universiteit Gent Abstract: Onder invloed van klimaatwijzigingen verschuiven veel soorten hun areaal. Deze gewijzigde omstandigheden aan de rand van het opschuivend areaal creëren sterke evolutionaire drukken op levensgeschiedeniskenmerken die op hun beurt een sterke impact hebben op ecologische processes. Deze zullen empirisch onderzocht worden aan de hand van experimenten in mesocosmos omgevingen en aan de hand van ruimtelijke expliciete, stochastische simulatiemodellen. De genetische basis van deze wijzigingen zal aan de hand van genomics-technieken achterhaald worden. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Dries Bonte • Thomas Van Leeuwen
Evolutionaire ecologie van parthenogenetische organismen : general-purpose genotype en DNA-repair. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Persistente parthenogenetische organismen zouden op lange termijn gedoemd zijn tot extiniste te wijten aan een stijgende mutatieachtergrond. De ostracode familie Darwinula zou nochtans asexueel zijn voor meer dan 100 miljoen jaar en de type, Darwinula stevensoni, voor minstens 25 miljoen jaar. Deze soort vormt bijgevolg een interessante stootgroep om de persistentie van asexuelen te verstaan. De meest plausibele hypothesen (tot nu toe) die de persistentie van Darwinula stevenson verklaren, is dat deze soort een "general-purpose genotype" heeft ontwikkeld en dat dit genotype intact wordt behouden dankzij een efficiënt DNA-repairmechanisme. Dit zal experimenteel getest worden; de GPGstudie is reeds gestart. Organisaties: • Cellulaire Genetica
Onderzoekers: • MICHELINE VOLDERS
Evolutionaire ecologie van de gaffelwaterjuffer tijdens areaaluitbreiding KU Leuven Abstract: mso-ansi-language:NL-BE"lang="NL-BE">Onder invloed van de huidige klimaatsopwarmingondervinden veel soorten een noordwaardse opschuiving van hun areaal.Populaties aan het uitbreidingsfront zijn onderhevig aan andere selectiedrukkenin vergelijking met populaties in de kern van het verspreidingsgebied en ditkan een grote invloed hebben voor de evolutie van kenmerken aan hetuitbreidingsfront. Het vaststellen van veranderingen in fenotypische kenmerkkentijdens areaaluitbreiding is belangrijk omdat dergelijke veranderingen desnelheid van verdere areaaluitbreiding kunnenbepalen. Daarbovenop kunnendergelijke fenotypische veranderingen degevoeligheid voor stressoren enbiotische interacties (zoals competitie en predatie) aan het uitbreidingsfrontbeïnvloeden.mso-ansi-language:NL-BE" lang="NL-BE">In verschillende studies documenteerde ikveranderingen in vlieggerelateerde kenmerken die suggereren dat adulten aan hetuitbreidingsfront van Coenagrion scitulumeen beter vliegvermogen hebben. Ik vond ee Organisaties: • Afd. Ecologie, Evolutie en Biodiv.behoud
Onderzoekers: • Robby Stoks • Lieven Therry
Evolutionaire ecologie van bet-hedging. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract
Organisaties: • Afd. Ecologie, Evolutie en Biodiv.behoud
Onderzoekers: • Luc Brendonck
Evolutionaire ecologie van arenavirus-knaagdier interacties: Mopeia virus en zijn natuurlijke gastheer, Mastomys natalensis. Universiteit Antwerpen Abstract: De doelstellingen van dit project zijn volgende aspecten te onderzoeken: i) ruimtelijke en temporele patronen van MV aanwezigheid in relatie tot de poulatiedynamiek van M. natalensis en omgevingsfactoren in Tanzania en ii) de rol van MV in de evolutie van de gastheerpopulaties. Meer in het bijzonder, zal ik de volgende vragen aanpakken: 1- Is er een ruimtelijk-temporeel patron in het voorkomen van MV bij M. natalensis populaties naargelang hun populatiedynamiek? 2- Welke demografische eigenschappen beïnvloeden de kans dat een individuele muis besmet is of raakt? 3- Welke biotoopkenmerken zijn gecorreleerd aan het voorkomen van MV? 4- Wat is de evolutionaire impact van MV op de gastheerpopulaties, m.n. op het MHC-polymorfisme? Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Herwig Leirs • Joëlle Gouy de Bellocq
Evolutionaire dynamiek van virale pathogenen en de relatie met ziekteprogressie. KU Leuven Abstract: RNA virussen worden gekenmerkt door extreme genetische variabiliteit zowel binnen een gastheer als tussen verschillende gastheren. Deze evolutionaire flexibiliteit laat deze virussen toe om zich snel aan te passen aan veranderende omgevingsinvloeden. Krachtige selectieve druk die wordt uitgeoefend door antivirale therapie of door het immuunsysteem heeft eensterke invloed op de evolutionaire dynamiek van het virus binnen de gastheer. Bijgevolg wordt de diversiteit van de virale populatie gevormd door mutaties die worden gefixeerd ten gevolge van de slectieve druk op het virus. De snelheid waarbij RNA virussen genetische veranderingen accumuleren in een populatie en waarbij ziekteprogressie verloopt wordt bepaald door virale en humae factoren evenals interacties tussen beiden. In dit project gaan we de rol van intra-patiënt virale evolutie en adaptief vermogen onderzoeken in relatie met veranderingen in immuunrespons, therapeutische interventie en ziekteprogressie. In een verdere stap zu Organisaties: • Klinische & Epidemiologische Virologie
Onderzoekers: • Anne-Mieke Vandamme • Kristof Theys
Evolutionaire dynamica van resistentie-ontwikkeling tegen een biofilm inhibitor in Salmonella Typhimurium KU Leuven Abstract: Salmonella is één van de meest belangrijke pathogenen van mens en dier.Jaarlijks zijn er miljoenen gevallen van salmonellose die hospitalisatie vereisen. Het algemeen voorkomende serotoype van Salmonella, S. Typhimurium genoemd, veroorzaakt gastro-intestinale infecties die, indien ze niet tijdig en adequaat behandeld worden, kunnen leiden tot de dood. Daarnaast is Salmonella ook gekend als veroorzaker van typhoïde infecties by muis en mens, en asymptomatische kolonisatie bij kippen. Jammer genoeg is het aantal gerapporteerde gevallen van voedselgerelateerde infecties nog steeds hoog. Omwille van het gezondheidsbedreigende effect vanSalmonella infecties, is salmonellose gerangschikt binnen de top vijf van voedselgerelateerde pathogenen. Een groot probleem bij het bestrijdenvan Salmonella infecties is gerelateerd aan het feit dat Salmonella biofilmen kan vormen zowel op biotische als abiotische oppervlakken. Biofilmen zijn aggregaten van bacteriën ingebed in een zelf-geproduceerde matrix Organisaties: • Centr. Microbiële en Plantengenetica
Onderzoekers: • Jozef Vanderleyden • Kathleen Marchal • Akanksha Dubey
Evolutionaire constructie van kennissystemen: een theoretische en empirische studie in het kader van het Principia Cybernetica Project. Vrije Universiteit Brussel Abstract: We gaan ervan uit dat het mogelijk is om de opbouw van nieuwe kennissysteem te verklaren vanuit een evolutionair-systeemtheoretische benadering, gebaseerd op de recombinatie en selectie van bestaande concepten. Wij willen zulk model ontwikkelen op basis van een integratie van bestaande, partiële theorieën: Holland's classifiers en genetische algoritmes, de memetica, heuristische modellen van discovery en- kennis herformulering, en Campbell's evolutionaire epistemologie. Dit model zal empirisch getest worden door zijn voorspellingen te vergelijken met de resultaten van een computerondersteund proces van systeembouw, zoals voorgesteld in het Principia Cybernetica Project. Hierbij zal, via o.a. electronic mail en het World-Wide Web gedistribueerd hypermedia netwerk, intensief samengewerkt worden met buitenlandse collega's die deel uitmaken van het PRINCIPIA CYBERNETICA netwerk. Organisaties: • Centrum voor Logica en Wetenschapsfilosofie • Persoonlijkheids- en Sociale Psychologie • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen
Onderzoekers: • FRANCIS HEYLIGHEN • FRANK VAN OVERWALLE • JEAN VAN BENDEGEM
Evolutionaire conservatie en divergentie van cis-regulerende interactiestijdens de ontwikkeling van het Drosophila oog KU Leuven Abstract: Na het sequentiëren van het humane genoom, is een van de huidige wetenschappelijke uitdagingen de annotatie en karakterisering van alle functionele elementen die verantwoordelijk zijn voor het sturen van verscheidene biologische processen. Er wordt verwacht dat inspanningen om regulerende elementen en hun interacties te identificeren uiteindelijk zullen leiden tot het uitgebreid in kaart brengen van regulerende regios die aan de basis liggen van ontwikkeling, ziekte en evolutie. In dit proefschrift exploiteren we de vooruitgang die geboekt is op het gebied van hogedoorvoer methoden binnen de genetica, epigenetica en genexpressie. In combinatie met een computationele aanpak trachten we nieuwe
strategieën te ontwikkelen om functionele elementen en hun evolutie te bepalenen dit met als model systeem de ontwikkeling van het oog in de fruitvlieg. In het eerste deel van dit proefschrift focussen we op de ontdekking van geconserveerde ontwikkelingsprogrammas. We stellen voor om weefsel-spe Organisaties: • Departement Menselijke Erfelijkheid
Onderzoekers: • Stein Aerts • Marina Naval Sanchez
Evolutionair-ecologische studie van predator-geïnduceerde fysiologischestress-effecten en hun verband met ecologische stoïchiometrie in aquatische voedselwebben. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afd. Ecologie, Evolutie en Biodiv.behoud
Onderzoekers: • Luc De Meester • Robby Stoks
Evolutionair ecologische perspectieven op het familieleven bij vogels: een studie naar de genetische en fenotypische mechanismen van bedelgedrag. Universiteit Antwerpen Abstract: Bedelgedrag, de vraag naar voedsel door nog onzelfstandige jongen, is een gedrag van enorm groot belang, omdat het directe effecten heeft op de groei, overleving, en dus de fitness van de nestjongen. Jongen proberen met behulp van hun bedelgedrag de ouders te stimuleren om voedsel aan hen door te geven, maar hun vraag naar voedsel is vaak groter dan de ouders zouden willen geven, omdat, tenminste bij vogels, ouders en nestjongen niet genetisch identiek zijn. Op het ogenblik dat nestjongen bedelgedrag vertonen, oefenen zij een selectieve druk op hun ouders uit, maar tegelijkertijd is hun gedrag ook het doelwit van selectie, omdat hun gedrag beïnvloedt word door de ouderlijke respons op hun gedrag. Beide gedragingen zullen dus vanuit evolutionaire perspectief co-adapteren. Vanuit deze redeneringen wordt duidelijk dat bedelgedrag een complex evolutionair patroon zal volgen, gekenmerkt door co-evolutie en evolutionaire interesse conflicten. Om deze complexiteit beter te kunnen begrijpen, is het noodzakelijk om uitgebreide informatie over de selectie op en erfelijkheid van bedelgedrag te verkrijgen. Een heel geschikte kwantitatief genetische techniek om evolutionaire processen te bestuderen is artificiële selectie op het kenmerk waarin men geïnteresseerd is uit te oefenen, in dit geval het bedelgedrag van de jongen. Door gebruik te maken van artificiële selectie is het niet alleen mogelijk om de patronen van genetische overerving te bestuderen, maar ook om covariantie en co-selectie met kenmerken te bestuderen, die eventueel trade-offs veroorzaken of gecoadapteert zijn. Dit maakt het uiteindelijk mogelijk om belangrijke evolutionair ecologische aannames te testen, bijvoorbeeld in de context van evolutionaire interesse conflicten in de familie of de eerlijkheid van bedelgedrag als signaal voor noodzaak. Artificiële selectie is ook geschikt om de onderliggende mechanismen van bedelgedrag te identificeren, omdat fenotypische selectie op bedelgedrag tot een gecorreleerde respons in de fysiologische mechanismen kan leiden. Fysiologische mechanismen zoals de endocriene regulatie van bedelgedrag via testosteron kunnen de selectie en evolutie beïnvloeden of zelfs hinderen, indien een en hetzelfde mechanisme de expressie van verschillende fenotypische kenmerken beïnvloedt. Echter blijft het vaak onduidelijk hoe fysiologische mechanismen de evolutie van kenmerken beïnvloeden en is het dus noodzakelijk om niet alleen de genetische maar ook de fenotypische mechanismen te bestuderen. Uiteindelijk zal de gecombineerde informatie helpen te begrijpen welke mechanismen bedelgedrag adaptief maken en dus ons kennis van de evolutionaire ecologie van life-history kenmerken en fitness componenten verhogen. Organisaties: • Ethologie
Onderzoekers: • Wendt Müller • Nolwenn Fresneau
Evolutionaire biologie van arenavirus-knaagdier interacties. Universiteit Antwerpen Abstract: De evolutionaire interacties van gastheer-pathogeen systemen zijn fundamenteel biologisch gezien zeer interessant, maar dragen ook bij tot een beter begrip van de ecologie en epidemiologie van infecties. Het Mopeia virus (MOPV) is nauw verwant aan het voor de mens gevaarlijke Lassa virus (LASV) en heeft dezelfde knaagdier gastheer, Mastomys natalensis. MOPV is echter niet pathogeen voor de mens wat de studie van de ecologie en evolutie van deze arenavirussen in natuurlijke gastheerpopulaties vergemakkelijkt. Het doel van dit doctoraatsvoorstel is om de genetische basis van de MOPV-Mastomys natalensis interactie te achterhalen, om uiteindelijk de MOPV dynamica in termen van evolutie en populatie-ecologie in zijn gastheerpopulatie na te gaan. Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Herwig Leirs • Joëlle Gouy de Bellocq • Sophie Gryseels
Evolutionaire biologie van arenavirus-knaagdier interacties. Universiteit Antwerpen Abstract: De evolutionaire interacties van gastheer-pathogeen systemen zijn fundamenteel biologisch gezien zeer interessant, maar dragen ook bij tot een beter begrip van de ecologie en epidemiologie van infecties. Het Mopeia virus (MOPV) is nauw verwant aan het voor de mens gevaarlijke Lassa virus (LASV) en heeft dezelfde knaagdier gastheer, Mastomys natalensis. MOPV is echter niet pathogeen voor de mens wat de studie van de ecologie en evolutie van deze arenavirussen in natuurlijke gastheerpopulaties vergemakkelijkt. Het doel van dit doctoraatsvoorstel is om de genetische basis van de MOPV-Mastomys natalensis interactie te achterhalen, om uiteindelijk de MOPV dynamica in termen van evolutie en populatie-ecologie in zijn gastheerpopulatie na te gaan. Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Herwig Leirs • Joëlle Gouy de Bellocq • Sophie Gryseels
Evolutionaire biogeografie en systematiek van de Halymeniaceae (Rhodophyta) in de westelijke Indische Oceaan
Universiteit Gent Abstract: De roodwierfamilie Halymeniaceae vormt een goed modelsysteem om de huidige classificatie gebaseerd op morfologische en anatomische kenmerken te testen aan de hand van onafhankelijke moleculaire merkers. Bijkomend zal de bekomen fylogenie geïnterpreteerd worden vanuit een biogeografisch oogpunt om zo een beter inzicht te verkrijgen in de evolutie en ontstaansgeschiedenis van de macrowierflora's in de westelijke Indische Oceaan. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Eric Coppejans
Evolutieve adaptaties aan een gespecialiseerde voedingsniche: algenschrapen bij tropische meervallen Universiteit Gent Abstract: Dit project beoogt de studie van de evolutie van een uiterst gespecialiseerde voedsel-opnameapparaat, nl. dat voor het schrapen van algen via een zuigmond. Deze uiterst gespecialiseerde voedingsniche is enkel ingenomen geworden door kikkerlarven en tropische meervallen. Dit project zal vanuit een multidisciplinaire benadering de ontogenie, functionaliteit en evolutie van dit apparaat bestuderen bij drie families van tropische meervallen. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Dominique Adriaens
Evolutieve adaptaties aan een gespecialiseerde voedingsniche : algenschrapen bij tropische meervallen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project beoogt de studie van de evolutie van een uiterst gespecialiseerd voedsel-opnameapparaat, nl. dat voor het schrapen van algen via een zuigmond. Deze uiterst gespecialiseerde voedingsniche is enkel ingenomen geworden door kikkerlarven en tropische meervallen. Dit project zal vanuit een multidisciplinaire benadering de ontogenie, functionaliteit en evolutie van dit apparaat bestuderen bij drie families van tropische meervallen. Organisaties: • Functionele morfologie
Onderzoekers: • Peter Aerts
Evolutie van vrouwelijk kleurpolymorfisme bij waterjuffers (Odanata, Zygoptera). Universiteit Antwerpen Abstract: Polymorfismen komen in de natuur zeer algemeen voor. Bij vele soorten waterjuffers worden meerdere discrete vrouwelijke vormen in natuurlijke populaties waargenomen. Het vrouwelijke fenotype dat qua lichaamskleur en soms ook qua gedrag op het conspecifieke mannetje lijkt wordt andromorf genoemd, terwijl het gynomorfe fenotype duidelijk verschillend van het mannetjes en andromorfen. Recent onderzoek geeft aan dat de expressie van een kleurvorm genetisch bepaald is en dat selectieprocessen een belangrijke rol spelen bij hun coëxistentie. Huidige adaptieve hypothesen veronderstellen dat een conflict tussen de seksen aan de basis ligt van dit vrouwgelimiteerd polymorfisme bij waterjuffers. Meer in detail worden vrouwtjes teveel lastiggevallen door paarlustige mannetjes en dit zou leiden tot differentiële fitness-kosten voor andro- en gynomorfen. Het hoofddoel van dit onderzoek is beter inzicht te verwerven in het voortbestaan en de evolutie van vrouwelijke kleurvormen bij waterjuffers. Er wordt voornamelijk aandacht besteed aan de volgende 4 aspecten: ¿Hoewel dit een cruciale assumptie vormt, ontbreekt het aan studies die testen of het conflict tussen de seksen effectief leidt tot vormspecifieke fitness-kosten. Deze vraag wordt op experimentele wijze onderzocht door kleurvormen, ondergebracht in vliegkooien, bloot te stellen aan een verschillend aantal copulaties en verschillende gradaties van mannelijk lastigvallen. Vervolgens wordt nagegaan wat de effecten hiervan zijn op levensduur en fecunditeit. Tevens wordt het mannelijk lastigvallen van vrouwelijke vormen in natuurlijke populaties gekwantificeerd. Finaal wordt nagegaan of het vrouwelijk gedrag varieerd onder verschillende densiteiten en frequenties. ¿Spatiale en temporele variatie in de frequentie van de vrouwelijke vormen in natuurlijke populaties zal gekwantificeerd worden. Dit gebeurd aan de hand van een gestandaardiseerde methodiek, door middel van observaties in afgebakende transecten of door een uniforme vangsttechniek met een insectennet. ¿Verschillen in lichaamskleur en/of gedrag spelen een belangrijke rol in de thermische ecologie van een soort. Algemeen warmen donkere individuen sneller op dan lichtere waardoor ze meer actief (bvb. ontwijken predatoren, rijpen van eieren) kunnen zijn bij minder geschikte weersomstandigheden wat uiteindelijk leidt tot een fitnessvoordeel. In dit kader zal ik de thermische karakteristieken van mannetjes en de vrouwelijke kleurvormen bestuderen onder experimentele condities en in hun natuurlijke populatie. ¿Hypothesen suggereren dat de vrouwelijke kleurvormen verschillen in kosten en baten bij verschillende omgevingsomstandingheden met als gevolg dat hun fitness variabel is. Ik zal het bestaan van variatie in fitness bestuderen onder wijzigende populatiecondities (gedurende een volledig vliegseizoen). Er wordt geopteerd voor het bepalen van verschillende conditiematen (korte en lange termijn) zodat de conditie tijdens verschillende fasen in het leven van een individu kunnen ingeschat worden. De lichaamslengte en de ontwikkelingstabiliteit (fluctuerende assymetrie) weerspiegelen de conditie van het individu tijdens het larvale stadium (lange termijn). De aanwezige energiereserves van het individu geven een maat voor de huidige voedingsstatus die gevoelig is aan variabele omgevingsomstandigheden (korte termijn). Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Hans Van Gossum • Stefan Van Dongen • Jessica Hélène Leo Christine Bots
Evolutie van vrouwelijk kleurpolymorfisme bij waterjuffers (Odanata, Zygoptera). Universiteit Antwerpen Abstract: Polymorfismen komen in de natuur zeer algemeen voor. Bij vele soorten waterjuffers worden meerdere discrete vrouwelijke vormen in natuurlijke populaties waargenomen. Het vrouwelijke fenotype dat qua lichaamskleur en soms ook qua gedrag op het conspecifieke mannetje lijkt wordt andromorf genoemd, terwijl het gynomorfe fenotype duidelijk verschillend van het mannetjes en andromorfen. Recent onderzoek geeft aan dat de expressie van een kleurvorm genetisch bepaald is en dat selectieprocessen een belangrijke rol spelen bij hun coëxistentie. Huidige adaptieve hypothesen veronderstellen dat een conflict tussen de seksen aan de basis ligt van dit vrouwgelimiteerd polymorfisme bij waterjuffers. Meer in detail worden vrouwtjes teveel lastiggevallen door paarlustige mannetjes en dit zou leiden tot differentiële fitness-kosten voor andro- en gynomorfen. Het hoofddoel van dit onderzoek is beter inzicht te verwerven in het voortbestaan en de evolutie van vrouwelijke kleurvormen bij waterjuffers. Er wordt voornamelijk aandacht besteed aan de volgende 4 aspecten: ¿Hoewel dit een cruciale assumptie vormt, ontbreekt het aan studies die testen of het conflict tussen de seksen effectief leidt tot vormspecifieke
fitness-kosten. Deze vraag wordt op experimentele wijze onderzocht door kleurvormen, ondergebracht in vliegkooien, bloot te stellen aan een verschillend aantal copulaties en verschillende gradaties van mannelijk lastigvallen. Vervolgens wordt nagegaan wat de effecten hiervan zijn op levensduur en fecunditeit. Tevens wordt het mannelijk lastigvallen van vrouwelijke vormen in natuurlijke populaties gekwantificeerd. Finaal wordt nagegaan of het vrouwelijk gedrag varieerd onder verschillende densiteiten en frequenties. ¿Spatiale en temporele variatie in de frequentie van de vrouwelijke vormen in natuurlijke populaties zal gekwantificeerd worden. Dit gebeurd aan de hand van een gestandaardiseerde methodiek, door middel van observaties in afgebakende transecten of door een uniforme vangsttechniek met een insectennet. ¿Verschillen in lichaamskleur en/of gedrag spelen een belangrijke rol in de thermische ecologie van een soort. Algemeen warmen donkere individuen sneller op dan lichtere waardoor ze meer actief (bvb. ontwijken predatoren, rijpen van eieren) kunnen zijn bij minder geschikte weersomstandigheden wat uiteindelijk leidt tot een fitnessvoordeel. In dit kader zal ik de thermische karakteristieken van mannetjes en de vrouwelijke kleurvormen bestuderen onder experimentele condities en in hun natuurlijke populatie. ¿Hypothesen suggereren dat de vrouwelijke kleurvormen verschillen in kosten en baten bij verschillende omgevingsomstandingheden met als gevolg dat hun fitness variabel is. Ik zal het bestaan van variatie in fitness bestuderen onder wijzigende populatiecondities (gedurende een volledig vliegseizoen). Er wordt geopteerd voor het bepalen van verschillende conditiematen (korte en lange termijn) zodat de conditie tijdens verschillende fasen in het leven van een individu kunnen ingeschat worden. De lichaamslengte en de ontwikkelingstabiliteit (fluctuerende assymetrie) weerspiegelen de conditie van het individu tijdens het larvale stadium (lange termijn). De aanwezige energiereserves van het individu geven een maat voor de huidige voedingsstatus die gevoelig is aan variabele omgevingsomstandigheden (korte termijn). Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Stefan Van Dongen • Jessica Hélène Leo Christine Bots
Evolutie van variatiepatronen in morfologische en reproductieve kenmerken bij geselecteerde diatomeeëntaxa Universiteit Gent Abstract: Dit project beoogt na te gaan in welke mate variatiepatronen in sexuele reproductiestrategiën en mloïdie gerelateerd zijn aan morfologische en moleculair-fylogenetische variatiepatronenbij geselecteerde diatomeeëntaxa. Hierdoor zal het mogelijk zijn om te onderzoeken hoe de waargenomen variatie in morfologische, cytologische en reproductieve kenmerken geëvolueerd is, en, vica versa, in welke mate reproductieve processen een mogelijke rol spelen bij speciatieprocessen in diatomeeën. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Wim Vyverman
Evolutie van prevalentie en determinanten van astma, COPD en allergie bij volwassenen in Vlaanderen; een vervolgstudie van de ECRHS. Universiteit Antwerpen Abstract: De belangrijkste objectieven zijn: -een follow-up onderozek uit te voeren bij zoveel mogelijk personen die aan de tweede fase van de ECHR-I hebben deelgenomen. -het bestuderen van een nieuwe steekproef om de evolutie van de prevalentie binnen deze leeftijdsgroep na te gaan -de prevalentie, incidentie en evt. remissie van respiratoire symptonen en allergie na te gaan -de evolutie van symptomatologie, atopie, longfunctie en bronchiale hyperreactiviteit onderzoeken en het effect van de behandeling op de prognose. ... Organisaties: • Epidemiologie en sociale geneeskunde (ESOC)
Onderzoekers: • Marc van Sprundel • Joost Weyler
Evolutie van prestatievermogen bij hagedissen : de fitness gradient. Universiteit Antwerpen Abstract: Het schijnbaar perfecte verband tussen de vorm van organismen en hun omgeving spreekt al sinds eeuwen tot de verbeelding van biologen. Terwijl de 19de eeuwse natuurtheologen dit verband aanwendden als bewijs voor het bestaan van een Goddelijke Schepper, gebruikte Charles Darwin (1859) dezelfde observatie om zijn theorie van evolutie door natuurlijke selectie te staven. Hierdoor geïnspireerd, verklaarden vele `traditionele' evolutiebiologen alle vorm-functie relaties als adaptaties. In de jaren 70 kwam hierop sterke kritiek en in 1983 stelde Stevan Arnold een methode voor waarmee de aanwezigheid van adaptaties expliciet kan getest worden. De zogenaamde adaptatieketen van Arnold splitst het adaptatieproces op in twee componenten, namelijk de prestatie-gradiënt en de fitness-gradiënt. Terwijl de prestatie-gradiënt gedefinieerd wordt als het effect van variatie in bouw (design) op variatie in prestatievermogen, wordt de fitness-gradiënt gedefinieerd als het effect van variatie in prestatievermogen op de variatie in overleving en reproductief succes (fitness). De fitness van een organisme wordt echter niet door een geïsoleerde prestatiemaat, maar door meerdere prestatiematen tegelijkertijd beïnvloed. Als deze verschillende prestatiematen tegengestelde eisen stellen aan dezelfde design kenmerken, treden er evolutionaire trade-offs op. In vele gevallen vertroebelen deze ecomorfologische relaties. Het is dan ook noodzakelijk verschillende prestatiematen te kwantificeren en onderling te correleren als men de relatie tussen design, prestatievermogen en fitness wilt begrijpen. Een belangrijke oorsprong van conflicten in design is het spanningsveld tussen natuurlijke s.s. en seksuele selectie. Een duidelijke uiting daarvan is seksueel dimorfisme. De link met fitness is in deze context zelden correct onderzocht. De verschillende hypothesen en speltheoretische modellen die werden opgesteld in verband met seksuele selectie werden tot hiertoe vooral getest voor design kenmerken. Hierbij wordt meestal niet verder gegaan dan het correleren van seksuele kenmerken aan de overleving en het reproductief succes van een organisme. In dit project bestudeer ik het onderliggende mechanisme door na te gaan hoe deze correlaties tot stand komen en in welke gevallen seksuele kenmerken negatieve effecten hebben. Als studieorganismen gebruik ik hagedissen behorende tot de familie Lacertidae en het genus Anolis. Organisaties: • Functionele morfologie • Functionele morfologie
Onderzoekers: • Peter Aerts • Beatrijs Vanhooydonck
Evolutie van polycentriciteit in megastad-regio?s: een Chinees paradigma voor de Yangtze River Delta. Universiteit Gent
Abstract: Dit onderzoek analyseert polycentriciteit in de Yangtze River Delta tussen 2000 en 2013, en probeert daarbij de relaties tussen hiërarchische en netwerkevoluties naar boven te brengen. Op basis hiervan wordt een model gebouwd die de relatie legt tussen het ontstaan van wereldsteden en megastadregio?s. De lokale aandrijvingsfcatoren voor de Yangtze River Delta worden op systematische manier onderzocht. Organisaties: • Vakgroep Geografie
Onderzoekers: • Ben Derudder
Evolutie van plantenparasitisme in nematoden: van vroege radiatie tot speciatie Universiteit Gent Abstract: Dit project heeft tot doel de diversiteit van plantenparasitaire nematoden efficiënter en vollediger te karakteriseren. Een fylogenetisch kader kan de morfologische, moleculaire, biogeografische en ecologische patronen geassocieerd met plantenparasitisme onthullen. Bovendien zal de geïntegreerde dataset een beter inzicht verschaffen in het ontstaan van parasitaire soorten, en toelaten deze correct af te bakenen en efficiënt te detecteren. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Wim Bert
Evolutie van plantenparasitisme in nematoden: van vroege radiatie to speciatie Universiteit Gent Abstract: Dit project heeft tot doel de diversiteit van plantenparasitaire nematoden efficiënter en vollediger te karakteriseren. Een fylogenetisch kader kan de morfologische, moleculaire, biogeopfrafische en ecologische patronen geassocieerd met plantenparasitisme onthullen. Bovendien zal de geïntegreerde dataset een beter inzicht verschaffen in het ontstaan van parasitaire soorten, en toelaten deze correct af te bakenen en efficiënt te detecteren. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Wim Bert
Evolutie van Oude Wereld arenavirussen en hun knaagdiergastheren in Afrika. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Herwig Leirs • Erik Matthysen • Joëlle Gouy de Bellocq
Evolutie van multipele seksuele signalen bij hagedissen. Universiteit Antwerpen Abstract: De theorie van seksuele selectie verklaart waarom bij vele organismen extravagante signalen geëvolueerd zijn, hoewel deze kostelijk zijn in energetische termen, of hun drager zichtbaarder maken voor predatoren. De idee is dat het bezit van deze kenmerken voordelig is in de strijd met seksuele rivalen en/of bijdraagt tot de atractiviteit voor de andere sekse. Ruwweg kunnen drie mechanismen aangehaald worden om te verklaren hoe partnerkeuze evolueert en leidt tot seksuele signalen bij de andere sekse: (1) directe fitness-voordelen verbonden aan de keuze (vb. verhoogde ouderzorg en daardoor verbeterde overleving van de nakomelingen); (2) indirecte genetische voordelen door overerving van genen belangrijk voor de overleving (Zahavi's handicap-principe) of voor de atractiviteit (Fishers runaway model); en (3) exploitatie van bestaande sensorische preferenties bij de ontvanger. Er bestaat nu aanzienlijke theoretische en empirische evidentie dat elk van deze mechanismen, afzonderlijk of simultaan, operationeel kunnen zijn. De meeste studies bekeken evenwel slechts één signaal tegelijkertijd, terwijl het steeds duidelijker wordt dat dieren hun partnerkeuze baseren op multipele signalen. Organisaties: • Functionele morfologie
Onderzoekers: • Anthony R Herrel • Raoul Van Damme • Annemie Cools
Evolutie van Modelleertalen. Universiteit Antwerpen Abstract: In modelgedreven ontwikkeling is evolutie alomtegenwoordig doorheen de levenscyclus van een complex software-intensief systeem, in het bijzonder hele productfamilies. Niet alleen instanties zijn onderhevig aan evolutie, maar ook modelleertalen zelf. Dit geldt in het bijzonder voor domeinspecifieke talen. Vandaag de dag gebeurt deze evolutie van modelleertalen manueel, met een lastige en foutgevoelige migratie van gerelateerde artefacten zoals instanties als resultaat. In dit project worden de verschillende evolutiescenario's onderzocht voor uiteenlopende modelleer-artefacten, zoals instanties, metamodellen en transformatiemodellen. Vervolgens wordt evolutie in vier primitieve scenarios opgedeeld, die alle mogelijke vormen van evolutie omvatten. Deze structurele aanpak maakt het ontwerpen van (semi-)automatische oplossingen voor evolutie van modelleertalen mogelijk. Organisaties: • Antwerp Systems and software Modelling (AnSyMo)
Onderzoekers: • Hans Vangheluwe • Bart Meyers
Evolutie van microbiële gemeenschappen en functionele dynamica in anaerobe bioreactors voor de duurzame productie van groene energie Universiteit Gent Abstract: Dit project zal onderzoek verrichten naar de microbiële biodiversiteit in anaerobe vergisters en bioelektrische systemen, bioreactors die tot op heden vaak als een black box behandeld werden. Nieuwe ecologische principes, moleculaire technieken, mathematische ondersteuning en statistische verwerking zullen in dit project gecombineerd worden tot een krachtig tool om het verband tussen species diversiteit en functionele
stabiliteit te achterhalen. Organisaties: • Vakgroep Biochemische en microbiele technologie
Onderzoekers: • Nico Boon
Evolutie van kopvorm en functie bij Caraïbische Anolis hagedissen. Universiteit Antwerpen Abstract: Waar `traditionele' evolutionaire biologen geloofden in de almachtige kracht van evolutie door natuurlijke slectie, ligt recentelijk meer nadruk op de studie van processen die evolutie vertragen of zelfs onmogelijk maken. Evolutionaire trade-offs treden bijvoorbeeld op indien verschillende functies vervuld door hetzelfde systeem verschillende functionele eisen stellen. Caraibische Anolis hagedissen zijn de laatste decennia tot een van de parade paardjes van de ecomorfologie uitgegroeid. Op elk eiland in de Caraiben zijn er namelijk, onafhanklijke van elkaar een reeks soorten ontstaan met zeer gelijkaardige morfologische en ecologische kenmerken, ecomorfen genaamd. Naast verschillen in pootdimensies, zijn er grote verschillen in kopvorm tussen de verschillende ecomorfen. Alhoewel men in het verleden wel eens gespeculeerd heeft over de mogelijke functionele relevantie van deze variatie in kopvorm is er echter nagenoeg niks geweten over de evolutie in kopvorm en functie bij deze dieren. De variatie in kopvorm tussen de ecomorfen lijkt zich vooral te situeren binnen een gradient van robust naar spits toe. De variatie in kopvorm bij deze hagedissen lijkt dus gestuurd te worden door een trade-off tussen bijtkracht en kaaksluitsnelheid. We verwachten dus dat soorten met langere kaken beter zullen zijn in het grijpen van evasieve prooien terwijl soorten met een robuste kopvorm beter zullen zijn in het verbrijzelen van harde prooien. Organisaties: • Functionele morfologie
Onderzoekers: • Anthony R Herrel
Evolutie van kenmerk groepen en limitaties door intralocus seksueel conflict. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Ethologie
Onderzoekers: • Arne Iserbyt
Evolutie van intraseksueel kleurpolymorfisme in vrouwelijke waterjuffers. Universiteit Antwerpen Abstract: Het samen voorkomen van meerdere vormen binnen een soort vormt een uitdaging vanuit een evolutionair denkkader. Huidige verklaringen voor het verklaren van vrouwgelimiteerde polymorfismen schieten tekort voor de recent waargenomen, veel ruimer dan eerder geapprecieerde, variatie in vrouwelijke vormfrequenties. Studie van de relatie tussen densiteiten en frequenties enerzijds, en vormspecifieke fitness, gedrag en morfologie anderzijds moet toelaten om te komen tot een meer algemene geldende verklaring. Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Stefan Van Dongen • Arne Iserbyt
Evolutie van intraseksueel kleurpolymorfisme bij vrouwelijke waterjuffers met verschillende vormfrequenties. Universiteit Antwerpen Abstract: Evolutie van intraseksueel kleurpolymorfisme bij vrouwelijke waterjuffers met verschillende vormfrequenties. Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Stefan Van Dongen • Arne Iserbyt
Evolutie van intraseksueel kleurpolymorfisme bij vrouwelijke waterjuffers met verschillende vormfrequenties. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds IWT. UA levert aan IWT de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Stefan Van Dongen • Arne Iserbyt
Evolutie van het diepzee-ecosysteem tijdens mondiale opwarmingen van het vroege Eoceen: stabiele isotopen- en foraminiferendata. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Tijdens het laat Paleoceen - vroeg Eoceen (60-50 Ma) onderging de aarde de warmste omstandigheden van het Cenozoicum. Vooral op hoge en gematigde breedten waren de temperaturen veel hoger dan vandaag. Bovenop deze warme basissituatie beïnvloedde een felle en kortstondige opwarming (hyperthermaal) van de aarde, bekend als het Paleoceen-Eoceen thermische maximum (55 Ma), de ontwikkeling van de biogeosfeer op dramatische wijze. Recente studies tonen aan dat er tijdens het late Paleoceen en vroege Eoceen een reeks van secundaire hyperthermalen plaatsvonden. De twee bekendste staan bekend als Elmo en Xevent. De gevolgen op korte- en lange termijn van deze hyperthermalen voor de ontwikkeling van de mariene biosfeer zijn vooralsnog nauwelijks gekend. In samenwerking met diverse partners in binnenen buitenland worden momenteel de vroeg-Eocene hyperthermalen onderzocht in opeenvolgingen van de continentale rand, met name in de ondiepe randbekkens langs de Tethys en de Atlantische Oceaan. In het huidige onderzoeksvoorstel wordt het bathymetrisch bereik van de shelf uitgebreid naar de diepzee (gebaseerd op DSDP en ODP materiaal). Op deze manier wordt getracht een vollediger beeld te verkrijgen van de gevolgen van snelle opwarming en circulatieveranderingen van de oceanen voor het hele dieptespectrum van mariene benthische ecosystemen. Organisaties: • Geologie
Onderzoekers: • Philippe CLAEYS
Evolutie van het botmetabolisme na niertransplantatie : histomorfometrische en biochemische parameters. Universiteit Antwerpen Abstract: Evolutie van het botmetabolisme na niertransplantatie : histomorfometrische en biochemische parameters. Organisaties: • Centrum voor Onderzoek en Innovatie in de Zorg (CRIC)
Onderzoekers: • Marie Madeleine Couttenye
Evolutie van het amateurtoneel te Brussel in de na oorlogse peroide en onderzoek naar de educatieve en maatschappelijke politieke functies. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Voorliggend onderzoeksvooorstel heeft een dubbele doelstelling. Ten eerste zal het nederlandstalig amateurtoneel te Brussel na WO II in kaart worden gebracht. Ten tweede zal er onderzoek gedaan worden naar twee belangrijke functies van deze tak binnen het volksontwikkelingswerk. Enerzijds vervult het amateurtoneel een educatieve functie die inspeelt op de persoonlijke invloedssfeer van de mens. Hierin onderscheiden we het sociaal-culturele aspect (de ontplooiing van de mens als individueel en sociaal wezen)en het aspect van de kunstzinnige vorming (mensen vormen in het begrijpen van kunst). Anderzijds heeft het amateurtoneel te Brussel steds een ruime maatschappelijke-politieke functie gehad inzake de uitbouw van het nederlandstalige identiteitsgevoel. Organisaties: • Agogiek
Onderzoekers: • WILLEM ELIAS
Evolutie van getijdenrivieren (TIDE). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds Interreg. UA levert aan Interreg de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire
Evolutie van genregulatie en groei in veranderende omgevingen KU Leuven Abstract: Organismen reageren gewoonlijk op veranderingen in hun milieu door de expressie van genen die nodig zijn om te overleven aan te passen. Echter, een dergelijke herprogrammering van transcriptie vergt tijd en energie, en kan er ook voor zorgen dat het organisme slecht aangepast is wanneer de oorspronkelijke omgeving terugkeert. Tijdens mijn doctoraat bestudeerde ik de dynamiek van transcriptionele herprogrammering en fitness in het modelorganisme Saccharomyces cerevisiae als reactie op veranderende koolstofomgevingen. In één studie vond ik door middel van populatie en individuele-cel analyses dat sommige wilde giststammen op een snelle en uniforme wijze hun genexpressie en groei aanpassen aan veranderende koolstofbronnen, terwijl andere stammen langzamer reageren, wat leidt tot langdurige langzame groei (de zogenaamde "lag-fase") met grote verschillen tussen individuele cellen in de populatie.Ik heb gebruik gemaakt van deze klonale heterogeniteit om een set van mutanten te evolueren die Organisaties: • Centr. Microbiële en Plantengenetica
Onderzoekers: • Kevin Verstrepen • Aaron New
Evolutie van faunale verspreidingspatroneen in India en Zuid-Oost Azië tijdens het Cenozoicum : een fylogenetische benadering. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De huidige Aziatische fauna en flora vormen een smeltkroes van evolutieve lijnen die hun oorsprong en vroege diversificatie zowel op Laurasia (Centraal en Zuid-Oost Azië) als op Gondwana (Indisch subcontinent) kenden. De jongere verwantschappen (Cenozoïsch, 65 miljoen jaar geleden tot heden) binnen Aziatische biota zijn echter gevormd door meerdere golven van dispersie tussen en binnen deze respectievelijke regio's. Om de distributie van bepaalde biota te verklaren, werden een reeks hypotheses voorgesteld, waaronder de Satpura-, de Brij-, en Eastern Ghats hypothese, die allen bepaalde migratieroutres vooropstellen. Deze theoriën zijn uitsluitend gebaseerd op oppervlakkig waargenomen morfologische gelijkenissen en werden nog nooit getest in dispersie-vicariantie analyses, met voldoende sampling, binnen een gekend tijdskader, en/of op moleculaire data. Zonder een gedetailleerde kennis van de fylogenetische verwantschappen van een aantal grote, evolutieve groepen, zijn de verschillende hypotheses over de oorsprong van de fauna op het Indisch subcontinent en delen van Azië moeilijk te achterhalen. Met dit project bestuderen we (1) de fylogenetische verwantschappen binnen een aantal representatieve evolutieve lijnen van Natatanura (Ranidae, Dicroglossidae, Nyctibatrachidae) en Bufonidae (Indische Adenomus radiatie) (2) de biogeografische patronen binnen deze groepen om de relatieve bijdrage van de verschillende voorgestelde hypotheses in te schatten, en (3) bestuderen we of gelijkaardige patronen binnen de verschillende evolutieve groepen waarneembaar zijn. Organisaties: • Biologie
Onderzoekers: • Franky BOSSUYT
Evolutie van eiwit interacties in de MADS-box gen familie. KU Leuven Abstract: MADS-domain proteins are best known for establishing the identity of floral organs and are thought to have played a key role in the originof the flower. Biochemically, they acquire functions through dimeric protein interactions with other MADS-domain proteins. In this projectwe aim to clarify how these protein-protein interactions evolved. Organisaties: • Afd. Mol. Fysiol. Planten & Micro-org.
Onderzoekers:
• Koen Geuten
Evolutie van een nieuw regulatorisch netwerk via de duplicatie en neofunctionalisering van een centrale transcriptionele regulator KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Centr. Microbiële en Plantengenetica
Onderzoekers: • Kevin Verstrepen • Ksenia Pugach
Evolutie van de technologie van de transportmiddelen (o.a. wegvoertuigen) en van de bijkomende infrastructuur, gericht op veiligheid, efficientie en milieu-ontlasting. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Evolutie van de technologie van de transportmiddelen (o.a. wegvoertuigen) en van de bijkomende infrastructuur, gericht op veiligheid, efficientie en milieu-ontlasting. Organisaties: • Elektrotechniek-Energietechniek
Onderzoekers: • GASTON MAGGETTO • JOERI VAN MIERLO
Evolutie van de influenza A virus quasispecies in de naïeve en immune gastheer Universiteit Gent Abstract: De invloed van het cellulaire en humorale adaptieve immuunantwoord op de genetische stabiliteit van influenza A virussen zal worden onderzocht. De immuunselectiedruk door conventionele en nieuwe experimentele influenzavaccins zal worden vergeleken Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Xavier Saelens
Evolutie van de fotosynthesecapaciteit van in vitro naar in vivo omstandigheden bij Guzmania 'Hilda' (Bromeliaceae). KU Leuven Abstract: Micropropagatie via weefselkweek is een veelvuldig gebruikte techniek voor de vermeerdering van planten. Het is een manier om op grote schaal uniforme en ziektevrije planten te produceren. Tijdens de in vitro fase van de weefselkweek worden planten blootgesteld aan lage lichtintensiteiten en een beperkte gasuitwisseling. Deze factoren zijn beiden betrokken bij een verminderde fotosynthese. Om die reden hebben de in vitro planten nood aan een andere energie- en koolstofbron voor hun groei en wordt algemeen sucrose toegevoegd aan het medium. In dit werk wordt de interactie tussen heterotofe groei (via sucrose) en autotrofe groei (via fotosynthese) onderzocht. Het onderzoek werd uitgevoerd met de bromelia Guzmania 'Hilda', een sierplant die commercieel vermeerderd wordt via weefselkweek. Voor het uitvoeren van de experimenten werden vier verschillende sucroseconcentraties aan het in vitro bewortelingsmedium toegevoegd: 15, 37, 73 en 117 µmol g-1medium. Na 8 weken op dit medium worden de p Organisaties: • Afdeling Plantenbiotechniek
Onderzoekers: • Maurice De Proft • Johan Ceusters • Ruth Lembrechts
Evolutie van de controle van het kaak- en hyolinguaal apparaat tijdens het voedseltransport bij hagedissen: een experimentele test van het bestaan van centrale patroon generatoren en de rol van sensorische feedback. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van dit project bestaat uit het onderzoek naar een centrale patroon generator (CPG) dat het voedingsgedrag in Squamaten controleert en het testen van hypotheses in verband met constraints in de evolutie van de motorcontrole. De bekomen data zullen dan gebruikt worden om een ancestraal model van de controle van voedseltransport op te stellen en dit te vergelijken met bestaande gegevens van zoogdieren en andere vertebraten. Organisaties: • Functionele morfologie
Onderzoekers: • Peter Aerts • Vicky Schaerlaeken
Evolutie van de controle van het kaak- en hyolinguaal apparaat tijdens het voedseltransport bij hagedissen: een experimentele test van het bestaan van centrale patroon generatoren en de rol van sensorische feedback. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van dit project bestaat uit het onderzoek naar een centrale patroon generator (CPG) dat het voedingsgedrag in Squamaten controleert en het testen van hypotheses in verband met constraints in de evolutie van de motorcontrole. De bekomen data zullen dan gebruikt worden om een ancestraal model van de controle van voedseltransport op te stellen en dit te vergelijken met bestaande gegevens van zoogdieren en andere vertebraten. Organisaties: • Functionele morfologie
Onderzoekers: • Peter Aerts • Vicky Schaerlaeken
Evolutie van craniale morfologie in hagedissen: optimaal ontwerp of historisch fenomeen ? Universiteit Antwerpen Abstract: De schedelstructuur bij zoogdieren wordt door velen aangehaald als een klassiek voorbeeld van een optimaal ontwerp. Naarmate er echter meer experimentele data verschenen bleek echter dat, in tegenstelling tot de voorspellingen van heel wat theoretische modellen, de schedel bij zoogdieren helemaal niet zo 'optimaal' ontworpen was. Verassend genoeg is er echter bijzonder weinig geweten over het belang van
mechanische optimalisatie van de schedelstructuur bij niet-zoogdieren. Hagedissen vertonen bijvoorbeeld veel meer variatie in schedelstructuur dan de meeste andere groepen vertebraten. In eerste instantie lijkt het echter aannemelijk dat deze variatie in schedelstructuur wel degelijk gerelateerd is aan de functionele eisen die aan de schedel gesteld worden. Om inzichten te verwerven in de bouw en functie van een mechanische structuur moeten de krachten die op de structuur uitgeoefend worden, alsook de vervormingen en spanningen die daardoor ontstaan nauwkeurig gemeten kunnen worden. Hiervoor kan er gebruikt gemaakt worden van rekstrookjes (Eng. strain gauges) die de locale vervormingen van het beenelement kunnen meten en, indien op de juiste manier gecalibreerd, inzichten kunnen verschaffen over de krachten die hiervoor verantwoordelijk zijn. In dit projekt zal door middel van de meting van de vervorming van de schedel bij hagedissen getest worden of het ontwerp gerelateerd is aan een functie tijdens de voedselopname. Organisaties: • Functionele morfologie
Onderzoekers: • Anthony R Herrel
Evolutie van chemische communicatie in lacertide hagedissen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dieren gebruiken een indrukwekkend arsenaal aan signalen en gedragingen om te communiceren met soortgenoten en andere soorten. Net als alle andere biologische karakeristieken, zijn de organen en structuren die instaan voor het zenden en opvangen van die signalen, én de signalen zelf, een product van evolutie. Men vermoedt dat natuurlijke selectie communicatie heeft geboetseerd in functie van de lokale biotische en fysische omgeving. In dit project willen we de rol van de fysische omgeving in de evolutie van chemische communicatie onderzoeken. Hagedissen van de familie Lacertidae deponeren feromonen in de omgeving, die informatie bevatten over de soort, het geslacht en de kwaliteit van het individu als seksuele rivaal of partner. Deze chemische aanwijzingen worden verpakt in een wasachtige substantie geproduceerd door speciale klieren (de femorale klieren), gelegen op de binnenkant van de dijen. De hagedissen markeren hiermee actief of passief objecten binnen hun leefgebied. Soortgenoten pikken de chemische informatie op met hun gespecialiseerde gevorkte tong, die de geurpartikels aflevert aan een speciaal chemosensorisch orgaan (het orgaan van Jacobson), in het dak van de mond. Lacertide hagedissen bewonen een grote verscheidenheid aan habitaten, van toendra over regenwouden tot zandwoestijnen. In dit project gaan we na in hoeverre deze grote diversiteit aan omgevingscondities (adaptieve) veranderingen heeft teweeg gebracht in de organen die de signalen produceren (de femorale klieren), in het chemoreceptieve systeem (tong, orgaan van Jacobson, hersenen) en in de signalen zelf (fysische karakteristieken, chemische samenstelling). Organisaties: • Functionele morfologie
Onderzoekers: • Raoul Van Damme • Katleen Huyghe • Charlotte Van Moorleghem
Evolutie van bipedalie bij de Hominoidea : vergelijking van kinesiologie en voetmorfologie van Hylobates, Pan en Homo. Universiteit Antwerpen Abstract: De vraag kan worden gesteld waarom bipedalie enkel bij Homo obligaat geworden is. Inderdaad, alle recente genera van de Hominoidea vertonen in min of meerdere mate bipedalie in hun locomotierepertoire. Hierbij valt het bovendien op dat de nauwste verwanten van de mens (genus Pan), ondanks hun grote morfologische en morfometrische gelijkenis (McHenry & Corruccini, 1991; Zihlman, 1984) slechts in beperkte mate gebruik maken van een tweebenige voortbeweging (< 2%; Duchêne, 1997). De gibbons (genus Hylobates), de verste verwanten van de mens, zijn daarentegen het meest bipedaal van alle niet-humane primaten (Schmid & Piaget, 1994) en dit ondanks hun specifieke aanpassingen aan een andere locomotievorm, namelijk brachiatie. De groep waartoe de recente Hylobates-soorten behoren heeft zich ongeveer 20 miljoen jaar geleden afgesplitst van de lijn die heeft geleid naar de Hominidae. Het is dus niet onwaarschijnlijk dat de bipedale locomotie van Hylobates onafhankelijk ontstond van deze die we terugvinden bij recentere genera zoals Pan en Homo. Om deze hypothese te ondersteunen (of te verwerpen) moet eerst de volgende concrete vraag worden beantwoord : wat zijn de functioneel-morfologische en kinesiologische verschillen en gelijkenissen in de bipedalie bij Hylobatidae en Hominidae ?Dit voorstel is een uitbreiding van het lopende FWO-project (G.0209.99) waarin de locomotie van de bonobo (Pan paniscus) in een evolutieve context wordt geanalyseerd (samenwerking UIA, UG en KMDA). Dit impliceert dat deze doctoraatsstudie zich in eerste instantie zal toespitsen op de kinesiologie en morfologie van het locomotieapparaat van Hylobates. Alhoewel er reeds meerdere studies bestaan over de brachiatie bij dit genus (Chang et al., 2000; Betram et al., 1999), werd de kinesiologie van de terrestrische bipedale locomotie nog niet in detail onderzocht. Een grondige analyse van de voetstructuur is een essentiële aanvulling nodig voor de interpretatie van deze biomechanische studie. In tweede instantie zal er worden teruggegrepen naar de resultaten van het hierboven vermelde biomechanische onderzoek (Aerts et al., 2000) van de bonobo (en de mens) om de vooropgestelde vergelijking van de bipedale voortbeweging uit te voeren. Aangezien de detailstudie van de voet van Pan paniscus geen onderwerp uitmaakt van het genoemde inter-universitaire FWO-project, wordt de morfologische analyse van de voet van de bonobo ook in dit doctoraatsvoorstel opgenomen. Organisaties: • Functionele morfologie • Functionele morfologie
Onderzoekers: • Peter Aerts • Evie E Vereecke
Evolutie van bipedalie bij de Hominoidea : vergelijking van kinesiologie en voetmorfologie van Hylobates, Pan en Homo. Universiteit Antwerpen Abstract: De vraag kan worden gesteld waarom bipedalie enkel bij Homo obligaat geworden is. Inderdaad, alle recente genera van de Hominoidea vertonen in min of meerdere mate bipedalie in hun locomotierepertoire. Hierbij valt het bovendien op dat de nauwste verwanten van de mens (genus Pan), ondanks hun grote morfologische en morfometrische gelijkenis (McHenry & Corruccini, 1991; Zihlman, 1984) slechts in beperkte mate gebruik maken van een tweebenige voortbeweging (< 2%; Duchêne, 1997). De gibbons (genus Hylobates), de verste verwanten van de mens, zijn daarentegen het meest bipedaal van alle niet-humane primaten (Schmid & Piaget, 1994) en dit ondanks hun specifieke aanpassingen aan een andere locomotievorm, namelijk brachiatie. De groep waartoe de recente Hylobates-soorten behoren heeft zich ongeveer 20 miljoen jaar geleden afgesplitst van de lijn die heeft geleid naar de Hominidae. Het is dus niet onwaarschijnlijk dat de bipedale locomotie van Hylobates onafhankelijk ontstond van deze die we terugvinden bij recentere genera zoals Pan en Homo. Om deze hypothese te ondersteunen (of te verwerpen) moet eerst de volgende concrete vraag worden beantwoord : wat zijn de functioneel-morfologische en kinesiologische verschillen en gelijkenissen in de bipedalie bij Hylobatidae en Hominidae ?Dit voorstel is een uitbreiding van het lopende FWO-project (G.0209.99) waarin de locomotie van de bonobo (Pan paniscus) in een evolutieve context wordt geanalyseerd (samenwerking UIA, UG en KMDA). Dit impliceert dat deze doctoraatsstudie zich in eerste instantie zal toespitsen op de kinesiologie en morfologie van het locomotieapparaat van Hylobates. Alhoewel er reeds meerdere studies bestaan over de brachiatie bij dit genus (Chang et al., 2000; Betram et al., 1999), werd de kinesiologie van de terrestrische bipedale locomotie nog niet in detail onderzocht. Een grondige analyse van de voetstructuur is een essentiële aanvulling nodig voor de interpretatie van
deze biomechanische studie. In tweede instantie zal er worden teruggegrepen naar de resultaten van het hierboven vermelde biomechanische onderzoek (Aerts et al., 2000) van de bonobo (en de mens) om de vooropgestelde vergelijking van de bipedale voortbeweging uit te voeren. Aangezien de detailstudie van de voet van Pan paniscus geen onderwerp uitmaakt van het genoemde inter-universitaire FWO-project, wordt de morfologische analyse van de voet van de bonobo ook in dit doctoraatsvoorstel opgenomen. Organisaties: • Functionele morfologie
Onderzoekers: • Peter Aerts • Evie E Vereecke
Evolutietheorie en Christelijke ethiek over de fundering van morele systemen. Over de emergentie van menselijke wilsvrijheid en morele verantwoordelijkheid KU Leuven Abstract: Our doctoral project explores the interface between Evolutionary theories and Christian ethics on the foundation of moral systems. We propose that attempts to limit morality to a biological adaptation in some evolutionary approaches are not only a pernicious reductionism, but a reification that promotes biological determinism. We will locate the human question on the framework of emergence alongside the science of complexity toargue that an interpretive horizon must elaborate the cumulative process that transforms biological realities through symbolic relation with the environment and culture. We will employ the resources from the Thomistic personalist tradition to connect the natural inclinations to a visionof friendship made possible by the exercise of intention and motive as well as emotions and cognition. Within the interdisciplinary location ofthis project, we will avail of more comparative, hermeneutical and critical tools of dialogue. Organisaties: • OE Theologische en Comparatieve Ethiek
Onderzoekers: • Johan De Tavernier • Augustine Ikott
Evoluties in de uitoefening van rechtsmacht in de exclusief economische zone Universiteit Gent Abstract: Op basis van een analyse van de statenpraktijk van kuststaten, zullen de verschillende visies ten aanzien van de lacunes en de mogelijk ruime interpretaties (creeping jurisdiction) van de bepalingen m.b.t. de verdeling van rechtsmacht in de exclusief economische zone uit het Verdrag van Montego Bay, 1982 (Zeerechtverdrag), evenals de beleidsinstrumenten die daaruit voortvloeien aan een kritische studie onderworpen worden. Organisaties: • Vakgroep Internationaal publiekrecht
Onderzoekers: • Eduard Somers
Evoluties in de juridische cultuur van het laatmiddeleeuwse Vlaanderen (ca.1280- ca.1477): een kwalitatieve en kwantitatieve analyse van het grafelijk wetgevend discours. Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoeksvoorstel brengt de evoluties in kaart die doorheen de 14de-15de eeuw plaatsvonden in de juridische cultuur binnen het graafschap Vlaanderen. Het zal nagaan in welke mate de vorst voornamelijk werd gezien als enkel een rechter, of ook als een wetgever en bron van gratie, en hoe de privileges van zijn onderdanen zich verhielden tot diens juridische prerogatieven. Organisaties: • Vakgroep Geschiedenis
Onderzoekers: • Marc Boone
Evoluties in de beginselen van vrijwillige instemming en overheidsaansprakelijkheid in het internationaal klimaatrecht Universiteit Hasselt Abstract: Ons klimaat staat onder een toenemende druk. Duidelijk bewijs toont aan dat ons klimaat verandert en dat de wereldwijde gemiddelde temperatuur stijgt. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door de uitstoot van broeikasgassen (BKG). Ter vermindering van de uitstoot van broeikasgassen, de internationale gemeenschap heeft in 1992 de conventie van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering (UNFCCC) en in 1997 het Kyoto-protocol aangenomen. Echter, de drie landen met de hoogste uitstoot van broeikasgassen (China, de VS en India) hebben geen emissiereductie verplichtingen. Het doel van het onderzoeksproject is om te zien of (delen van) het UNFCCC en het Kyoto-protocol regels zijn geworden van het internationale recht. Bovendien analyseert het hoe staten verantwoordelijk gehouden kunnen worden voor schade door de klimaatverandering. Organisaties: • Centrum Overheid en Recht • Centrum voor Milieukunde
Onderzoekers: • Bernard VANHEUSDEN
Evoluties en kenmerken van niet-formele educatie in kaart brengen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In 2007 werd door het Agentschap Sociaal-Cultureel Werk voor Jeugd en Volwassenen beslist tot de aanmaak van een rapport waarin de evoluties en kenmerken van niet-formele educatie in kaart worden gebracht. Hiervoor werd een overeenkomst afgesloten met de Vrije Universiteit Brussel. Recente beleidsevoluties en andere ontwikkelingen die verband houden met de volwasseneneducatie in het algemeen en de niet-formele educatie in het bijzonder, zowel op internationaal als op Vlaams niveau, worden in het rapport geanalyseerd en gesynthetiseerd. Er werd hierbij gefocust op de educatieve component van het sociaal-cultureel werk. Het rapport reikt in de eerste plaats denkkaders aan en verkent een aantal pistes met het oog op een verdere legitimering van de sector en is als dusdanig een beleidsondersteunend document. Het adviesrapport werd als achtergrond gebruikt worden voor een actieonderzoek dat meer duidelijkheid biedt inzake gemeenschappelijke positionering, afstemming en beleidsvoering van de regionale volkshogescholen. Organisaties: • Centrum Leo Apostel • Agogiek • Educatiewetenschappen
Onderzoekers: • Tine BUFFEL • Wim DE PAUW • Koen LOMBAERTS • Pieter MEURS • Tom VANWING
Evolutie en preferentie vorming Universiteit Gent Abstract: Intuïtief zou men verwachten dat enkel payoff-maximerende preferenties evolutionair stabiel zijn. In situaties waar preferenties geheel of gedeeltelijk observeerbaar zijn, is het echter mogelijk dat ook niet-payoff-maximerende preferenties stabiel zijn. Voor mijn post-doctoraal onderzoek is het mijn doelstelling om de lijst van niet-payoff-maximerende preferenties die verklaard woorden door middel van de indirecte evolutionaire aanpak, aan te vullen met (i)gewoontevorming en verslaving preferenties en (ii) discriminerende preferenties. Organisaties: • Vakgroep Sociale economie
Onderzoekers: • Dirk Van de gaer
Evolutie en fylogenie van lianen in het genus Hydragea sensu lato (Hydrangeaceae). Een biomechanische, morfologische en anatomische studie binnen een moleculaire fylogenie Universiteit Gent Abstract: Dit project zal 1) de verwantschapsrelaties duiden tussen de taxa van de tribus Hydrangeeae, aan de hand van micromorfologische en moleculaire studies, 2) de Amerikaanse Hydrangea sectie Cornidia reviseren op basis van materiaal in te zamelen in het wild en 3) inzicht verwerven in de evolutie van groeivormen in de tribus Hydrangeeae aan de hand van biomechanische en anatomische studies. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Paul Goetghebeur
Evolutie en functie van het cranio-cervicaal systeem bij vertebraten. Universiteit Antwerpen Abstract: Het ontstaan van de terrestrische voedselopname en het ontstaan van de amniote schedel structuur zijn ongetwijfeld sleutelelementen geweest in de evolutie van vertebraten. Alhoewel er veel onderzoek is verricht omtrent de schedelstructuur en de voedingsmechanismen bij vogels en zoogdieren, is er nog relatief weing geweten over deze systemen bij "lagere" Tetrapoda. Nochtans is de studie van dergelijke basale groepen essentieel om evolutionaire processen beter te kunnen begrijpen. In het voorgestelde postdoctorale mandaat zullen, binnen het bovenstaande kader, twee topics meer in detail behandeld worden. Ten eerste zal er onderzoek verricht worden naar de neuromotorische basis van de voeding bij hagedissen, waarbij de vraagstelling rond stereotypie van motor-patronen een centrale rol zal spelen. Samenhangend daarmee zal ook het belang van feedback-systemen bij de coordinatie en de evolutie van de voedselopname bij hagedissen onderzocht worden. Het tweede luik van dit postdoctoraal onderzoek zal zich toespitsen op de ecomorfologie van het voedingsapparaat bij hagedissen. Hierbij zal in een expliciet vergelijkende studie, binnen een strikt fylogenetisch kader, onderzoek verricht worden naar het belang van een aantal prestatie parameters van het voedselopname apparaat. Deze aanpak moet toelaten om die elementen binnen het voedingssysteem te identificeren die een belangrijke rol gespeeld hebben in de evolutionaire diversificatie van de groep. De methodologie die zal aangewend worden voor de analyse van dergelijke gegevens (welke aangleerd zal worden in het lab. van Dr. D. Irschick, Tulane University - New Orleans) zal dan later gebruikt worden om ook elementen van neuro-motorische controle bij hagedissen te analyseren. Organisaties: • Functionele morfologie
Onderzoekers: • Anthony R Herrel • Peter Aerts
Evolutie en functie van het craniocervicaal apparaat bij squamata. Universiteit Antwerpen Abstract: Het ontstaan van de terrestrische voedselopname en het ontstaan van de amniote schedel structuur zijn ongetwijfeld sleutelelementen geweest in de evolutie van vertebraten. Alhoewel er veel onderzoek is verricht omtrent de schedelstructuur en de voedingsmechanismen bij vogels en zoogdieren, is er nog relatief weing geweten over deze systemen bij "lagere" Tetrapoda. Nochtans is de studie van dergelijke basale groepen essentieel om evolutionaire processen beter te kunnen begrijpen. In het voorgestelde postdoctorale mandaat zullen, binnen het bovenstaande kader, twee topics meer in detail behandeld worden. Ten eerste zal er onderzoek verricht worden naar de neuromotorische basis van de voeding bij hagedissen, waarbij de vraagstelling rond stereotypie van motor-patronen een centrale rol zal spelen. Samenhangend daarmee zal ook het belang van feedback-systemen bij de coordinatie en de evolutie van de voedselopname bij hagedissen onderzocht worden. Het tweede luik van dit postdoctoraal onderzoek zal zich toespitsen op de ecomorfologie van het voedingsapparaat bij hagedissen. Hierbij zal in een expliciet vergelijkende studie, binnen een strikt fylogenetisch kader, onderzoek verricht worden naar het belang van een aantal prestatie parameters van het voedselopname apparaat. Deze aanpak moet toelaten om die elementen binnen het voedingssysteem te identificeren die een belangrijke rol gespeeld hebben in de evolutionaire diversificatie van de groep. De methodologie die zal aangewend worden voor de analyse van dergelijke gegevens (welke aangleerd zal worden in het lab. van Dr. D. Irschick, Tulane University - New Orleans) zal dan later gebruikt worden om ook elementen van neuro-motorische controle bij hagedissen te analyseren. Organisaties: • Functionele morfologie • Functionele morfologie
Onderzoekers: • Anthony R Herrel • Peter Aerts • Frits L A De Vree
Evolutie en ecologische adaptatie van antimicrobiële huidpeptiden in een explosieve radiatie van amfibieën. Vrije Universiteit Brussel Abstract: A. Achtergrond "Explosieve" radiaties worden beschouwd als uitgelezen modelsystemen om inzicht te krijgen in de evolutieve processen die aan de basis liggen van soortvorming en huidige biodiversiteitspatronen. Recente fylogenetische analyses van onze onderzoeksgroep hebben aangetoond dat de hedendaagse diversiteit aan amfibieën grotendeels onstaan is door een opeenvolging van relatief korte, intense radiatieepisodes2. Bovendien blijkt dat parallelle amfibieradiaties (o.a. Microhylidae, Natatanura, Noblobatrachia, Plethodontidae en Salamandridae) gecorreleerd waren met geologische gebeurtenissen en milieuveranderingen in het Laat-Krijt en Vroeg-Tertiair (o.a.
platentectoniek, klimaatsveranderingen en biotische turnover)1-3. Deze waarnemingen doen vragen rijzen omtrent de ecologische en genetische adaptaties die bijdroegen tot versnelde soortvorming in amfibieën. Hoewel huidige amfibiesoorten die afstammen van oude explosieve radiaties een grote ecologische diversiteit vertegenwoordigen, weerspiegelt deze niet per se de adaptieve aard van de radiatie-periode zelf; de adaptieve diversificatie kan zich immers ook grotendeels gradueel of veel later voltrokken hebben en de intensiteit van de radiatie zelf kan bepaald geweest zijn door andere factoren (zoals allopatrische soortvorming of seksuele selectie)4. Deze mogelijkheid wordt ondersteund door de observatie dat sommige recente amfibieradiaties verrassend cryptisch zijn en weinig ecologische variatie vertonen (bvb. Srilankese boomkikkers en wormsalamanders)5. Een moleculair systeem dat inzicht kan verschaffen in de link tussen explosieve radiatie en ecologische adaptatie is het antimicrobieel peptidoom. Via granulaire klieren in de huid scheiden amfibieën een arsenaal van antimicrobiële peptiden (AMP's) uit die een primaire verdedigingslinie vormen tegen een breed spectrum aan pathogene micro-organismen (virussen, bacteriën, schimmels en Protozoa). Biochemische analyses tonen aan dat één amfibiesoort tot 20 unieke AMP's kan produceren6. De variatie in hun compositie, structuur en doelwitorganismen heeft geleid tot de voorspelling dat hun evolutie zeer dynamisch is en een adaptieve rol kan gespeeld hebben bij fylogenetische habitatverschuivingen, geografische dispersie6 en het overleven van kleine populaties na invasieve infecties7. In analogie kan het AMP-arsenaal belangrijk zijn bij ontogenetische habitatverschuivingen. De typische "amfibische" levensloop omvat immers een aquatisch larve-stadium gevolgd door een volwassen stadium met een voornamelijk terrestrische specialisatie, en beide brengen eenzelfde amfibie in contact met zeer verschillende microbiële gemeenschappen. Omdat AMP's amniozuursequenties vertegenwoordigen die door genen worden gecodeerd, kunnen ze vrij eenvoudig in een moleculair-fylogenetische context geanalyseerd worden. Indien een explosieve radiatie inderdaad gepaard ging met intense ecologische diversificatie, dan verwachten we een accumulatie van genetische en functionele veranderingen in het AMP-arsenaal tijdens de radiatie-periode. Dit patroon kan versterkt worden door evolutieve wisselwerkingen met huidpeptiden die andere functies uitoefenen maar ook betrokken zijn bij ecologische adaptatie en soortvorming. Zo kunnen zowel toxische peptiden (defensie tegen predatoren) als geslachtsferomonen genetisch gerecruteerd worden uit AMP's8. Gezien hun groot therapeutisch potentieel6 heeft het huidig onderzoek naar AMP's in amfibieën een uitgesproken farmacologische inslag. Bovendien is hun evolutieve achtergrond grotendeels onbekend gebleven door de sterke taxonomische limitatie van AMPonderzoek in amfibieën (grotendeels beperkt tot nauwverwante soorten in enkele kikkerfamilies) en het gebrek aan een robuste fylogenetische hypothese voor amfibieën. De recente beschikbaarheid van een statistisch onderbouwde moleculaire tijdschaal1-3 voor deze diergroep biedt echter de mogelijkheid om de evolutieve dynamiek van het AMParsenaal te bestuderen en belangrijke veranderingen in een paleobiologische context te plaatsen. Een uitgebreid evolutief raamwerk voor de AMP-diversiteit in amfibieën levert tevens een oriëntatiemiddel voor de exploratie van nieuwe farmacologische componenten in een meer gevarieerd biochemisch spectrum. B. Doelstellingen 1. Identificatie en karakterisatie van nieuwe antimicrobiële peptiden in een ruime amfibie-diversiteit. 2. Opsporen van adaptieve evolutie en gewijzigde expressie van AMP's gelinkt aan: (1) succesvolle kolonisatie van nieuwe habitats en geografiche regio's, (2) ontogenetische habitat-shift, (3) overleving van populaties na een invasieve infectie (chytridiomycose, veroorzaakt door een parasitaire huidschimmel die wereldwijd honderden amfibie-soorten bedreigd). 3. Fylogenetische en temporele reconstructie van evolutieve innovaties in het AMP-arsenaal in een representatieve amfibiegroep en analyse van hun associatie met de explosieve radiatie van deze groep. 4. Bepaling van de genetische mechanismen die aan de basis liggen van deze innovaties (bvb. rekrutering van AMP genen uit "house-keeping" genen, tandem duplicaties, genconversies). 5. Fylogenetische reconstructie van functionele wisselwerkingen tussen AMP's, huidtoxines en feromonen (zie aanvraag Post-Doc verlenging van Franky Bossuyt). Organisaties: • Biologie
Onderzoekers: • Kim ROELANTS
Evolutie en dynamiek van collenchymatische celwanden: een structureel-functionele benadering Universiteit Gent Abstract: De specifieke eigenschappen van plantenweefsels hangen af van de combinatie van polymeren in hun celwanden. Gedetailleerde informatie over weefsel-specifieke celwandsamenstelling ontbreekt echter. Het doel van dit project is om inzicht te krijgen in structureel-functionele eigenschappen van collenchymatische celwanden door het bestuderen van hun evolutie, celwandsamenstelling, dynamiek en biomechanische eigenschappen. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Ronald Viane
Evolutie en controle van cellulaire metabolische flux: experimentele manipulatie en mathematische modellering van arginine biosynthese in Escherichia coli en Saccharomyces cerevisiae Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het project is een samenwerking tussen de groepen van R. Cunin (MICR/VUB), van L. De Vuyst (IMDO/VUB) en van A. Golbeter (Chronobiologie Théorique/ULB). Het splitst zich toe op de modellering van de biosynthese van arginine en z'n regulatie in E. Coli. Het doet beroep zowel op theoretische systeemmodellering als op rechtstreekse experimentele storingen van het systeem, monitoring van parameters (product- en metabolietconcentraties, enzymatische activiteiten, gentranscriptie), en verdere modellering. Een eerste model werd ontwikkeld (ULB) dat experimentele gegevens kan simuleren en dat de waargenomen variaties in arginine en pyrimidine concentraties als gevolg van mutaties op korrekte wijze kan voorspellen. Het model zal verder experimenteel getoetst worden door de arginine feedback-inhibitie controle van de flux door mutatie te elimineren (MICR) en de gevolgen hiervan te monitoren op cruciale enzymatische activiteiten (MICR) en op de metabolieten en arginine pools (MICR/IMDO). De resultaten zullen gebruikt worden om het model te verfijnen (ULB), en om een hiërarchie van de verschillende regulaties vast te leggen. Een samenwerking wordt met POSC/VUB aangegaan om de koolstofflux verdeling tussen arginine en pyrimidine biosynthesen door 13C NMR te monitoren. Dit is een bijkomend stuk onderzoek tov het lopend FWO/OZR VUB project. Deze determinaties zijn belangrijk voor de refinment van het model maar ze vormen ook op zichzelf een origineel stuk onderzoek. Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • Luc DE VUYST • RAYMOND CUNIN
Evolutie en controle van cellulaire metabolische flux : experimentele manipulatie en mathematische modellering van arginine biosynthese in Escherichia coli en Saccharomyces cerevisiae. Vrije Universiteit Brussel Abstract: This project is a collaboration between the teams of R. Cunin and of M. Crabeel (Genetics and Microbiology (MICR), VUB), of L. De Vuyst (IMDO, VUB) and A. Goldbeter (Unit of Theoretical Chronobiology, ULB). It will analyze the metabolic control of arginine biosynthesis in the bacterium Escherichia coli and in the yeast Saccharomyces cerevisiae, using an approach integrating theoretical system modeling and direct experimental methods (biochemistry, genetics, molecular biology), with iterations of perturbations of the system, monitoring of parameters (product and metabolite pool sizes, enzymatic activities), and further modeling. The different teams have complementary expertises. MICR is specialized in microbial physiology (in particular, regulation of arginine and pyrimidine metabolism), molecular genetics and enzymology. IMDO is specialized in the physiology of industrial microorganisms and the control of fermentation processes, including modeling, and has expertise in the measurement of metabolites. Theoretical Chronobiology is specialized in the theoretical modeling of cellular systems and has applied this approach, which resorts
to the rapidly developing field of computational cell biology, to the description of various cellular processes. Organisaties: • Biologie • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • Luc DE VUYST • MARJOLENE CRABEEL • RAYMOND CUNIN
Evolutie eigenschappen van AGB sterren en stellaire clusters in de Melkwegstelsel en in de Magelhaense Wolken. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Sterrenkunde
Onderzoekers: • Conny Aerts • Santiago Triana
Evolutie eigenschappen van AGB sterren en stellaire clusters in de Melkwegstelsel en in de Magelhaense Wolken KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Sterrenkunde
Onderzoekers: • Leen Decin • Roald Guandalini
Evoluerende netwerk patronen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Ontwikkeling database systemen (ADReM)
Onderzoekers: • Kris Laukens • Bart Goethals
Evolueerbaarheid in bedrijven: een geïntegreerde aanpak op basis van fundamentele engineeringconcepten. Universiteit Antwerpen Abstract: Hedendaagse organisaties worden geconfronteerd met een zeer competitieve omgeving, gekenmerkt door steeds snellere veranderingen en stijgende complexiteit. De huidige methodologieën voor de ontwikkeling van ondersteunende informatiesystemen schieten duidelijk tekort om deze "changing complexity" aan te pakken. De theorie omtrent Normalized Systems (NS) legt een raamwerk voor dat verklaart waarom de huidige modulaire structuren binnen informatiesystemen slechts een zeer beperkte evolueerbaarheid kennen en hoe men deze beperkingen kan wegnemen. De strategische doelstelling van dit project bestaat er dan uit om te onderzoeken in welke mate "evolueerbare modulariteit" als een theoretisch raamwerk kan toegepast worden op het bedrijfskundige niveau van bedrijfsprocessen en enterprise architecturen en de ondersteunende informatiesystemen. Organisaties: • Beleidsinformatica
Onderzoekers: • Herwig Mannaert • Peter De Bruyn
EVIDENCE: Optimalisatie van de kennis van intensievezorgenverpleegkundigen omtrent evidence-based infectiepreventie Hogeschool Gent Abstract: Korte samenvatting: Via een Europese behoeftenanalyse bij intensievezorgen(IZ)verpleegkundigen toonden we een aanzienlijk kennistekort aan over evidence-based maatregelen voor infectiepreventie. Om gericht aan de gedetecteerde noden tegemoet te komen, ontwikkelden we een interactieve e-cursus die alle beginselen van infectiepreventie bundelt. Deze cursus wordt vandaag getest op zijn effectiviteit op korte en middellange termijn. Fasen: Fase 1: 2006-2009 Peiling naar de kennis van Europese IZ-verpleegkundigen over evidence-based infectiepreventie d.m.v. valide en betrouwbare meerkeuze kennistesten. Respons van 3405 verpleegkundigen uit 22 Europese landen toonden aanzienlijke ruimte voor verbetering aan. Fase 2: 2009 – 2010 Ontwikkeling, validatie, en usability testing van een interactieve elektronische webcursus die alle beginselen van infectiepreventie bundelt. Fase 3: 2010 – 2012 Er werd een studiewebsite ontwikkeld (www.evidenceproject.org), en via promotiecampagnes wordt heden een internationale steekproef geworven die door het instuderen van de cursus en het afleggen van kennistesten op drie verschillende tijdstippen van het studietraject de effectiviteit van de cursus op zowel korte (onmiddellijke kennistoename) als middellange termijn (3 maanden - kennisretentie) helpt te meten. Het EVIDENCE-project geniet de steun van de Vlaamse Vereniging voor Intensieve Zorgen Verpleegkundigen (VVIZV) en van het European Critical Care Research Network (ECCRN) van de Europese Vereniging voor Intensieve Zorgen (European Society for Intensive Care Medicine ESICM). Organisaties: • Departement Gezondheidszorg Vesalius • Vakgroep Nursing • Vakgroep Spraak-, taal- en gehoorwetenschappen
Onderzoekers: • Paul Corthals • Sonia Labeau
Evidence-based medicine bij kankerpreventie aan de Universiteit Antwerpen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht toegekend door de Universiteit Antwerpen. De promotor levert de Universiteit Antwerpen de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd door de universiteit. Organisaties: • Laboratorium voor celbiologie en histologie
Onderzoekers: • Johannes Bogers • Paul Van Royen
Evidence-based ICT interventies tegen (cyber-) pesten onder jongeren. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van dit project is om op een wetenschappelijk onderbouwde manier te onderzoeken hoe ICT-gebaseerde interventies (of interventie-onderdelen) kunnen worden gebruikt in de strijd tegen (cyber)pesten. De nadruk ligt zowel op het in kaart bregen van het probleem (cyber)pesten als op het ontwikkkelen en testen van dynamische, state-of-the-art ICT-toepassingen om het probleem aan te pakken. Organisaties: • Media & ICT/Interpersoonlijke relaties in Organisaties & Samenleving (MIOS)
Onderzoekers: • Heidi Vandebosch • Karolien Poels
Evidance base van preventiestrategieën middelengebruik inzake cannabisgebruik in Vlaanderen. Universiteit Antwerpen Abstract: Het onderzoek bestaat uit twee fasen. In de eerste fase wordt, aan de hand van een literatuurstudie, een overzicht gemaakt van drugpreventiestrategieën. Hierbij wordt aandacht besteed aan hun ontwikkeling, implementatie, evaluatie en evidence base. Tevens wordt de huidige Vlaamse drugpreventie situatie geschetst. In de tweede fase wordt een methode ontwikkeld die toelaat om een berekening te maken van de effecten inzake gezondheidswinst (op bevolkingsniveau) die kunnen worden verwacht wanneer deze strategieën zouden worden geïmplementeerd in Vlaanderen. Organisaties: • Epidemiologie en sociale geneeskunde (ESOC)
Onderzoekers: • Guido Van Hal
Evevnwichtsproblemen voor maten en toepassingen in random matrix theorie. KU Leuven Abstract: Dit onderzoeksproject gaat over een aantal problemen in wiskundige analyse waarbij men de oplossing van een extremaalprobleem in twee-dimensionale potentiaaltheorie nodig heeft. De eenvoudigste versie bestaat erin om op zoek te gaan naar de verdeling van lading met minimale energie op een compacte verzameling. De oplossing van dit minimaalprobleem noemt mende evenwichtsmaat op de verzameling en deze is erg relevant voor een aantal problemen in complexe analyse en approximatietheorie. Dit basisprobleem werd op een aantal manieren uitgebreid. Eerst en vooral kan men eenuitwendig veld toevoegen aan het probleem zodat men op zoek gaat naar de minimale ladingsverdeling in aanwezigheid van een extern veld. Vervolgens kan men een beperking opleggen die een bovengrens geeft op de verdeling van de lading. Tenslotte kan men meerdere verdelingen nemen die met elkaar interageren (afstoting of aantrekking). Onze interesse is in de algemene situatie waarbij al deze elementen worden gecombineerd: Eve Organisaties: • Afdeling Analyse
Onderzoekers: • Walter Van Assche • Arnoldus Kuijlaars
Every seed deserves a full blossom KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Educatie, Cultuur en Samenleving
Onderzoekers: • Paul Smeyers • Yanfei Wu
Everybody needs good neighbours. De drijveren achter het Europese Nabuurschapsbeleid ten aanzien van de mediterrane regio Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoek analyseert het ENP door na te gaan welke intenties de EU heeft met het ENP ten aanzien van de Mediterrane regio en of de invulling op het terrein daar ook mee correspondeert. Uit het onderzoek (op basis van twee theoretisch geïnspireerde hypotheses) worden voorzichtige conclusies afgeleid met betrekking tot de drijfveren achter het proces. Organisaties: • Vakgroep Politieke wetenschappen
Onderzoekers: • Hendrik Vos • Jan Orbie
Evenwichtsproblemen voor maten en hun toepassingen. KU Leuven Abstract: Een aantal problemen in complexe analyse worden bestudeerd, waarbij hetnodig is om de oplossing te vinden van een extremaalprobleem in logaritmische potentiaaltheorie. De eenvoudigste versie is om de verdeling van punten te vinden in een compacte verzameling van het complexe vlak, zodanig dat hun logaritmische energie minimaal is. De oplossing van dit extremaalprobleem is de evenwichtsmaat die zeer belangrijk is voor een aantal problemen in complexe analyse. Dit extremaalprobleem werd uitgebreid door het toevoegen van een extern veld (om te vermijden dat punten naar oneindig gaan op niet-compacte verzamelingen) en bovengrenzen (beperkingen) om de maat te controleren. Onze interesse gaat uit naar meerderematen die met elkaar interageren en we krijgen dan evenwichtsproblemen voor interagerende maten met externe velden en beperkingen. Dit heeft toepassingen in approximatietheorie (nulpunten van meervoudige orthogonale veeltermen,
polen van rationale benaderingen), eigenwaarden van random Organisaties: • Afdeling Analyse
Onderzoekers: • Walter Van Assche • Arnoldus Kuijlaars
Event-Driven Demand Response for Electric Vehicles in Multi-aggregator Distribution Grid Settings (Eventgebaseerde vraagsturing voor elektrische voertuigen in distributienetten met meerdere aggregatoren) KU Leuven Abstract: In de zoektocht naar het integreren van een groter aandeel hernieuwbareenergiebronnen in het elektriciteitsnet, is actieve vraagsturing onder hernieuwde onderzoeksaandacht gekomen. Tegelijkertijd toont de opkomendeelektrificatie van mobiliteit en transport aan dat de huidige distributienetten niet voldoende gedimensioneerd zijn op het laden van grote groepen wagens in residentiële omgevingen. Daarom is er nood aan oplossingendie de goede werking van het distributienetwerk waarborgen en tegelijkertijd vraagsturing op basis van marktobjectieven mogelijk maken.In dit werk worden situaties onderzocht waarin actieve vraagsturing problemen oplevert in het net, en wordt een algoritme uitgewerkt voor actieve vraagsturing van elektrische voertuigen. Dit agent-gebaseerde algoritme laat toe typische marktobjectieven te integreren met de harde beperkingen van het distributienet. Via simulaties wordt de schaal van het conflict tussen markt- en technische objectieven in kaart gebracht, en wordt het Organisaties: • Afdeling ESAT - ELECTA
Onderzoekers: • Geert Deconinck • Klaas De Craemer
Evenement "Brussels for Europe" Vrije Universiteit Brussel Abstract: Evenement "Brussels for Europe" Organisaties: • Geografie
Onderzoekers: • ERIC CORIJN
Evans blauw als diagnostisch middel voor oppervlakkige blaastumoren en interstitiële cystitis: een preklinische studie KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Moleculaire Bio-ontdekking
Onderzoekers: • Hendrik Van Poppel • Peter de Witte • Sanne Elsen
Evans blauw als diagnosticum van niet-spierinvasieve blaaskanker en interstiniële cystitis : een preklinische studie. KU Leuven Abstract: We ontdekten recent dat Evans blauw, een wateroplosbare diazo kleurstofmet een intense blauwe kleur, zich specifiek in vitro opstapelt in sferoïden die bestaan uit urotheliale cel carcinoma cellen en in vivo in niet-spier-invasieve blaaskanker, zoals aangetoond in een AY-27 rattenmodel. Deze opstapeling vindt plaats in de paracellulaire ruimte ten gevolge van een relatief gebrek aan intercellulaire cohesie tussen maligne cellen. Onze bevindingen zijn bijgevolg belangrijk voor toekomstige ontwikkelingen op het vlak van denbsp;diagnose van blaaskanker, alsook voor het bepalen van de kwaadaardigheid en het stadium van de tumor, gebruik makende van witlicht-cystoscopie.De accumulatie van Evansblauw zal verder in vitro onderzocht worden in multicellulaire sferoïden bereid vertrekkende van normale humane urotheliale (NHU) cellen en ICScellen geïsoleerd uit patiënten, en van verschillende humane urotheliale cel carcinoma (UCC) cellijnen. De sferoïden zullen onderzocht worden op hun gen- en pr Organisaties: • Moleculaire Bio-ontdekking
Onderzoekers: • Hendrik Van Poppel • Peter de Witte
e-VALVAS: Nieuwe actuatieparadigma's met hoge efficiënte voor variabele belasting bij variabele snelheid Vrije Universiteit Brussel Abstract: Bij vele toepassingen van elektrische motoren, zoals bijvoorbeeld bij robots, moeten deze kunnen rijden met variabele belasting op variabele snelheden, wat resulteert in een verlies van energie. Het doel van dit project is het reduceren van dit energieverlies door de mechanismen te bestuderen die de efficiëntie verbeteren. Organisaties: • Toegepaste Mechanica
Onderzoekers: • DIRK LEFEBER
Evaluation of the socio-economic effects of ESA funding towards privateorganizations. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Onderzoeksgroep GIC Brussel
Onderzoekers: • Peter Teirlinck • Pegah Haji mirza khoshnevis
Evaluation of the Failure or Success of Social Housing in Alleviating social and Spatial Segregation During the Last Decade in Tehran, Iran
KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Architectuur en Maatschappij
Onderzoekers: • Frank Moulaert • Alireza Vaziri Zadeh
Evaluation of the distribution, occurrence and fate of persistent organic pollutants (POPs) in agricultural products and wildlife in South Africa. Universiteit Antwerpen Abstract: Evaluation of the distribution, occurrence and fate of persistent organic pollutants (POPs) in agricultural products and wildlife in South Africa. Organisaties: • Toxicologie
Onderzoekers: • Hugo Neels • Paul Schepens • Adrian Covaci
Evaluation of p53 aggregation as a drug target in oncology KU Leuven Abstract: Het doel is om de klinische relevantie en de diagnostische/therapeutische waarde van p53 aggregatie aan te tonen. Organisaties: • Switch Laboratorium
Onderzoekers: • Hans Deckmyn • Joost Schymkowitz
Evaluation of nonlinear ultrasonic propagation characteristics of fats during crystallization. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • M²S Kulak
Onderzoekers: • Imogen Foubert • Annelien Rigolle
Evaluation of low-cost cellulosic materials from agricultural by-products for removal of heavy metals from polluted water sources. KU Leuven Abstract: The overall objective of the project is the improvement of water quality in Vietnam by low-cost cellulosic adsorbents. In order to advance towards this objective, the project aims at removal heavy metals in water resources by using agricultural by-products in rural areas. This will be achieved through a strong collaboration between the project partners. Organisaties: • Afd. Procestechnologie v. Duurzame Syst.
Onderzoekers: • Bart Van der Bruggen
Evaluation of irradiation effects on coal sulfur forms and chemical desulfurization using AP-TPR method Universiteit Hasselt Abstract: Steenkool is de belangrijkste niet-hernieuwbare fossiele energiebron. Steenkool bevat verschillende onzuiverheden zoals zwavel, silicaten, carbonaten, sulfaten en zware metalen. Waarbij zwavel schadelijk is voor gewassen, leidt tot corrosie en ademhalingsproblemen bij dieren en mensen veroorzaakt. Vandaar dat het noodzakelijk is om het zwavelgehalte in steenkool te verminderen vooraleer het te gebruiken in verschillende toepassingen. Demineralisatie en desulfurisatie van steenkool kan bekomen worden door zowel fysische als chemische technieken. De fysische processen zijn kostefficiënte methoden maar zijn niet effectief in het scheiden van fijn gedispergeerde of chemisch gebonden mineralen. De chemische methodes zijn wel gekend voor het doeltreffend demineraliseren en desulfuriseren van steenkool door gebruik te maken van de oplosbaarheid van anorganische substanties in verschillende solventen. In dit project wordt het gebruik van ultrasoon - en microgolfstraling als mogelijke alternatieve zuiveringsmethode voor steenkool nagegaan. Voor deze methoden wordt het effect op de chemische desulfurisatie en op de verbrandingseigenschappen van steenkool bestudeerd. Organisaties: • Toegepaste en Analytische Chemie • Instituut voor Materiaalonderzoek
Onderzoekers: • Jan YPERMAN
Evaluation of adaptation strategies to landslide risks in Central Africa KU Leuven Abstract: The PhD project frames in the BELSPO project, called AfreSLIDE and deals with landslide (LS) hazard assessment. This BELSPO project focuses on 4 representative study areas known for having suffered severely from rainfall-triggered LS in Uganda (Mount Elgon, Mount Rwenzori) and SW and NWCameroon (Mount Cameroon, Bamenda).
The first task is the assessmentof household level resilience strategies. This task includes literaturereview on resilience strategies for landslides that have been implemented and evaluated throughout the world; compilation of a database of contrasted resilience strategies; and a survey of strategies at household level. For the latter, semi-structured questionnaires will be carried out in the study areas to document and locate resilience strategies implemented at household level.
The second task will be the assessment of policy level resilience strategies. First of all, political stakeholders atlocal and regional levels will be interviewed to identify the existi Organisaties: • Afdeling Geografie
Onderzoekers: • Jean Poesen • Liesbet Vranken • Jan Maes
Evaluation des polluants et la qualité d'échantillons d'anguilles argentées de différentes rivières européennes. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds een privé-instelling. UA levert aan de privé-instelling de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract met de Muséum national d'histoire naturelle. Organisaties: • Toxicologie
Onderzoekers: • Adrian Covaci
Evaluation and treatment of gait deviations in patients following different surgical approaches in total hip arthroplasty KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Neuromotorische Revalidatie
Onderzoekers: • Jean-Pierre Simon • Katleen Desloovere • Ilse Jonkers • Christophe Meyer
Evaluation and treatment of bimanual function in children with developmental coordination disorders and cerebral palsy KU Leuven Abstract: Kinderen met ontwikkelingsproblemen ervaren vaak motorische problemen. Vooral problemen in de bimanuele coördinatie komen frequent voor en hebben een grote impact op het bereiken van bimanuele vaardigheden in het dagelijks leven (vb. schoenveters binden, knopen sluiten, een pot open draaien). Zwakke bimanuele vaardigheden werden reeds gerapporteerd bij kinderen met cerebrale parese (CP) en kinderen met milde motorische stoornissen zoals #Developmental Coordination Disorders# (DCD). Hoewel de handfunctie reeds onderzocht werd in deze populaties, werd er tot op heden nog weinig onderzoek verricht naar de specifieke problemen in bimanuele coördinatie. Dit kan verklaard worden vanuit een tekort aan gestandardizeerde klinische meetinstrumenten die bimanuele coördinatie meten, zeker bij kinderen met DCD. Er is ook nog beperkte kennis over deonderliggende oorzaken van problemen in bimanuele coördinatie.Intensieve behandelingen zoals #Constraint-Induced Movement Therapy# (CIMT) of #Hand#Arm Bi Organisaties: • Neuromotorische Revalidatie
Onderzoekers: • Hilde Feys • N. N. • Katrijn Klingels
Evaluation and improvement of statistical downscaling methods for climate change impact analysis on hydrological extremes KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Hydraulica
Onderzoekers: • Patrick Willems • Els Van Uytven
Evaluating the effects of policies, institutions and public attidtudes on discrimination as perceived by Muslim immigrants in Europe a new comparative strategy KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Centrum voor Sociologisch Onderzoek
Onderzoekers: • Marc Swyngedouw • Ahu Alanya
Evaluatie werking en uitvoering decreet sportdiensten en analyse knelpunten bij de implementatie van kwaliteitszorg. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Alhoewel het decreet van 05/04/95 voor wat betreft de gemeentelijke en provinciale sportdiensten van recente datum is, dringen er zich nu reeds een aantal noodzakelijke accentverschuivingen op; er dient meer aandacht te gaan naar kwaliteit, het promotieplan dient geïntegreerd te worden in een globaal sportbeleidsplan en er dient meer prioriteit gelegd te worden op het belang van de jeugdsport. Het doel van deze studie is dan ook om ongeveer twee jaar na het in werking treden van het decreet van '95 op korte termijn een evaluatie te maken van de werking en uitvoering ervan, aldook van de knelpunten van de implementatie van kwaliteitszorg binnen sportdiensten. Organisaties: • Sportbeleid en -management
Onderzoekers: • PAUL DE KNOP
Evaluatie v/d door OVAM uitgeschreven vragenlijsten en opgaven betreffende grondwatermodellen ivm de erkenningsprocedure van bodemdeskundige. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Sinds 1995 werkt de OVAM planmatig samen met de bouwsector. Dat leverde goede resultaten op het vlak van het beheer van bouw- en sloopafvalstoffen. Het beleidsprogramma 'materiaalbewust bouwen in kringlopen' schept voor de periode 2014 - 2020 een kader voor een duurzaam beheer van materialen in de bouwsector. Organisaties: • Hydrologie en Waterbouwkunde
Onderzoekers: • FLORIMOND DE SMEDT
Evaluatie van Vluchtige Bestanddelen in Farmaceutische Produkten door Middel van Gaschromatografie KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Farmaceutische Analyse
Onderzoekers: • Erwin Adams • Ann Van Schepdael • Didi Mana Kialengila
Evaluatie van virale replicatie van hepatitis virussen in geoptimiseerde humane pluripotente stamcel gederiveerde hepatocyt kweken. KU Leuven Abstract: Meer dan 570 miljoen mensen zijn vandaag chronisch geïnfecteerd met hethepatitis B of het hepatitis C virus. Chronische infecties met deze virussen kunnen leiden tot lever cirrose en kankerontwikkeling. Meer en meer aandacht gaat vandaag ook uit naar het hepatitis E virus omwille van de toenemende incidentie door de verspreiding van dier naar mens. Het onderzoek naar deze virussen is jammer genoeg gehinderd door het ontbreken van relevante cellijnen en slechte groei in cultuur. Vandaag de dag worden meestal hepatoma cellijnen gebruik maar deze verschillen sterk van humane levercellen en omdat ze zelf afgeleid zijn van kankerweefsel zijn ze niet ideaal in onderzoek naar kankerverwekkende virussen. Humane levercellen zouden het onderzoek naar deze virussen moeten vergemakkelijken. Helaas is er een sterk tekort aan donors en zijn deze levercellen moeilijk om in cultuur te brengen/houden. Het project tracht hier een oplossing voor te bieden door te werken met humane embryonale and geïnduce Organisaties: • Embryo & Sta
Onderzoekers: • Johan Neyts • Catherine Verfaillie • Nicky Helsen
Evaluatie van uremische retentiestoffen als kandidaat neurotoxines. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project beoogt een multidisciplinaire studie van uremische neurotoxines. In een eerste faze zal worden gezocht naar de identiteit van de retentiestoffen. Er zal worden overgegaan tot fractionering van de uremische biologische vloeistoffen. De fracties zullen worden getest in verschillende in vitro en in-vivo settings (respectievelijk op neuronen in cultuur en bij proefdieren na ICV of meer gelocaliseerde applictie). Effecten op neurotransmissie, excitotoxiciteit en gedragsmanifestaties (epilepsie en cognitie) zullen worden nagegaan. In tweede instantie zal de graad van eiwitbinding van de geïdentificeerde uremische retentiestoffen worden nagegaan. Daaropvolgend zou worden gepoogd de dialyseerbaarheid van desbetreffende stoffen te optimaliseren. Organisaties: • Neurochemie en gedrag • Neurochemie en gedrag
Onderzoekers: • Peter De Deyn • Bartold Marescau
Evaluatie van uremische retentiestoffen als kandidaat neurotoxines. Universiteit Antwerpen Abstract: Evaluatie van uremische retentiestoffen als kandidaat neurotoxines. Organisaties: • ELEKTROBIOLOGIE • Translationeel pathofysiologisch onderzoek (TPR)
Onderzoekers: • Pierre-Paul Van Bogaert
Evaluatie van strategieën voor disseminatie en implementatie van praktijkrichtlijnen: kwalitatief onderzoek van de Belgische organisaties die praktijkrichtlijnen produceren en verspreiden: beschrijving van hun methoden en hun organisatie. Universiteit Antwerpen Abstract: Diverse Belgische instanties genereren en verspreiden praktijkrichtlijnen met de bedoeling de kwaliteit van de gezondheidszorg te bevorderen. Met een literatuurstudie en een kwalitatief onderzoek met Belgische stakeholders, zal deze studie de doeltreffendheid en doelmatigheid van disseminatie en implementatie strategieën van praktijkrichtlijnen bestudeerd worden. Organisaties: • Eerstelijns - en interdisciplinaire zorg Antwerpen (ELIZA)
Onderzoekers: • Roy Remmen
Evaluatie van sterk immunogene tumorcelvaccins in combinatie met depletie van regulatorische T-cellen Universiteit Gent Abstract: Het doel van dit project is de efficiëntie van tumorcel vaccins te verhogen door de immunogeniciteit van ex vivo gedode tumorcellen te verhogen in combinatie met een depletie van regulatoire T-cellen. Deze nieuwe vaccinatie strategie zullen we eerst in muizen met een tumor
evalueren. Vervolgens zal het meest effectieve kanker vaccinatie protocol in honden met kanker worden geëvalueerd. Organisaties: • Vakgroep Voeding, Genetica en Ethologie
Onderzoekers: • Niek Sanders
Evaluatie van serale anti-elastine antistoffen in de diagnose van chronisch progressief lymfoedeem bij trekpaarden. Universiteit Antwerpen Abstract: Evaluatie van serale anti-elastine antistoffen in de diagnose van chronisch progressief lymfoedeem bij trekpaarden. Organisaties: • Toegepaste diergeneeskundige morfologie
Onderzoekers: • Hilde De Cock
Evaluatie van p53 aggregatie als een drug target in de oncologie Universiteit Gent Abstract: Dit projectvoorstel bevat 4 grote onderzoeksthema's: - Incidentie: Gebruik makend van immuunfluorescentie zullen verschillende tumoren gescreend worden om de incidentie van eiwitaggregatie te bepalen. Op deze manier kan het toepassingspotentieel van aggregatiegerichte geneesmiddelen geëvalueerd worden. Daarnaast zal er een nieuwe test voor gebruik op een reeds bestaand diagnostische platform ontwikkeld worden. Deze test zal in enkele geselecteerde internationale multicenter studies geëvalueerd worden. -Causaliteit: Ontwikkeling van nieuwe methodes om het verband tussen eiwitaggregatie en verhoogde celproliferatie te versterken. Op deze manier kan aangetoond worden dat eiwitaggregatie een goed therapetisch doelwit is in de oncologie. -Mechanisme: In kaart brengen van de fysiologische oorzaken van eiwitaggregatie. Hierbij zal er voornamelijk aan de fysiologische stressfactoren zoals veroudering, chemotherapie en hypoxie aandacht besteed worden. Het mechanisme dat de kankerbevorderende eigenschappen medieert zal eveneens onderzocht worden. -Therapie: Evalueren van het therapeutisch potentieel van een aantal nieuwe manieren om eiwitaggregatie tegen te gaan. Deze stap omvat het zoeken naar nieuwe therapeutica aan de hand van zowel virtuele screening als screening gebaseerd op een cellulaire assay. Organisaties: • Vakgroep biochemie
Onderzoekers: • Kris Gevaert
Evaluatie van nieuwe types stationaire fases en kolomdimensies voor de ontwikkeling van hoogefficiënte en generische superkritische vloeistofchromatografie Universiteit Gent Abstract: Een techniek die de chromatografische voordelen van GC en de brede toepasbaarheid van HPLC combineert is superkritische vloeistofchromatografie (SFC). Superkritische vloeistoffen vertonen bijzondere eigenschappen. Dit project heeft als doel om de performantie van SFC ten opzichte van HPLC grondig te evalueren, om bij te dragen tot de optimalisatie en valorisatie van de huidige SFC hardware, om nieuwe ?op maat gemaakte? SFC stationaire fasen te ontwikkelen, om ?generische? SFC methoden te ontwikkelen. Organisaties: • Vakgroep Organische chemie (WE)
Onderzoekers: • Annemieke Madder • Frederic Lynen
Evaluatie van nieuwe types stationaire fases en kolomdimensies voor de ontiwkkeling van hoogefficieënte en generische superkritische vloeistofchromatografie. Universiteit Gent Abstract: Een techniek die de chromatografische voordelen van GC en de brede toepasbaarheid van HPLC combineert is superkritische vloeistofchromatografie (SFC). Superkritische vloeistoffen vertonen bijzondere eigenschappen. Dit project heeft als doel om de performantie van SFC ten opzichte van HPLC grondig te evalueren, om bij te dragen tot de optimalisatie en valorisatie van de huidige SFC hardware, om nieuwe "op maat gemaakte" SFC stationaire fasen te ontwikkelen, om "generische" SFC methoden te ontwikkelen. Organisaties: • Vakgroep Organische chemie (WE)
Onderzoekers: • Patrick Sandra • Annemieke Madder • Frederic Lynen
Evaluatie van nieuwe types stationaire fasen voor chirale scheidingen met behulp van capillaire electrochromatografie en capillaire vloeistofchromatografie Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het bestaan van chiraliteit heeft gevolgen voor de ontwikkeling van geneesmiddelen omdat beide enantiomeren in het lichaam verschillende farmacodynamische en farmacokinetische eigenschappen kunnen vertonen. Bijgevolg dienen, tijdens de geneesmiddelenontwikkeling, beide enantiomeren gescheiden te worden. Er bestaan reeds verschillende analytische technieken die gebruikt kunnen worden voor de scheiding van deze moleculen namelijk, highperformance liquid chromatography (HPLC), capillaire electroforese (CE), gaschromatografie (GC), super-kritische vloeistofchromatografie (SFC) en capillaire electrochromatografie (CEC). CEC is een hybride techniek van HPLC en CE en bezit hierdoor eigenschappen van beide technieken waaronder chromatografische partitie en electroforetische migratie. Miniaturisatie is de laatste jaren een trend, mede daarom wint CEC aan populariteit. Maar CEC wordt momenteel nog gekenmerkt door een aantal experimentele nadelen, zoals de noodzaak aan frits, gebrek aan stationaire fasen speciaal ontwikkeld voor CEC en het gebrek aan commerciële kolommen. Vaak worden voor de CEC capillairen HPLC polysaccharide stationaire fasen gebruikt. Deze hebben echter niet noodzakelijk de geschikte dimensies en zijn vaak niet echt ontwikkeld om een elektrisch veld over aan te leggen waardoor de performantie van de kolom daalt in functie van de tijd. In deze thesis zal onderzoek gevoerd worden naar de toepasbaarheid van nieuwe types gechloreerde polysaccharide chirale stationaire fasen voor
CEC analyses (Sepapak® types). Er zal nagegaan worden of bestaande generische scheidingsstrategieën teopasbaar zijn op deze nieuwe chirale stationaire fasen Organisaties: • Analytische Scheikunde en Farmaceutische Technologie
Onderzoekers: • Yvan VANDER HEYDEN
Evaluatie van nieuwe trends in vloeistofchromatografie voor controle van geneesmiddelen KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Farmaceutische Analyse
Onderzoekers: • Erwin Adams • Deirdre Cabooter • Huiying Song
Evaluatie van nieuwe tracers op het vlak van biodistributie, farmacokinetiek en compartimentanalyse met een hoge resolutie PET scanner voor kleine dieren. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De VUB en de RUG gaan samen een hoge resolutie PET scanner ontwikkelen voor gebruik bij dierproeven tijdens de ontwikkeling van geneesmiddelen. Deze scanner al hoofdzakelijk aan de VUB ontwikkeld worden en zal daarna ter beschikking van de dienst farmacologie van de RUG staan. Organisaties: • Natuurkunde • Medische Beeldvorming en Fysische Wetenschappen
Onderzoekers: • STEFAAN TAVERNIER • MICHEL DEFRISE
Evaluatie van nieuwe radioacief gemerkte pseudo-peptiden van het type Neurotensine voor scintigrafisch onderzoek van humane Neurotensine-receptor-positieve carcinoma's. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Evaluatie van nieuwe radioacief gemerkte pseudo-peptiden van het type Neurotensine voor scintigrafisch onderzoek van humane Neurotensine-receptor-positieve carcinoma's. nederlands abstract niet beschikbaar Organisaties: • Medische Beeldvorming en Fysische Wetenschappen
Onderzoekers: • AXEL BOSSUYT
Evaluatie van nieuwe methoden om het latente HIV reservoir in vitro en in vivo te onderzoeken Universiteit Gent Abstract: In dit onderzoeksproject zullen nieuwe methoden ontwikkeld worden om het latente HIV reservoir in vivo te onderzoeken. Om integratieplaatsen van HIV te onderzoeken zal een techniek ontwikkeld worden voor sequentie specifieke isolatie van procinaal HIV DNA. Daarnaast zal ee techniek ontwikkeld worden voor de identificatie van latent geïnfecteerde cellen met in situ hybrydisatie en laser capture microdissectie voor genexpressie-analyse. Organisaties: • Vakgroep Inwendige ziekten
Onderzoekers: • Linos Vandekerckhove
Evaluatie van nieuwe methoden om het latente HIV reservoir in vitro en in vivo te onderzoeken Universiteit Gent Abstract: In dit onderzoeksproject zullen nieuwe methoden ontwikkeld worden om het latente HIV reservoir in vivo te onderzoeken. Om integratieplaatsen van HIV te onderzoeken zal een techniek ontwikkeld worden voor sequentie specifieke isolatie van proviraal HIV DNA. Daarnaast zal een techniek ontwikkeld worden voor de identificatie van latent geïnfecteerde cellen met in situ hybridisatie en laser capture microdissectie voor genexpressie-analyse. Organisaties: • Vakgroep Inwendige ziekten
Onderzoekers: • Linos Vandekerckhove
Evaluatie van nieuwe materialen voor blauwe OLEDs : graftcopolymeren versus blends. Universiteit Antwerpen Abstract: Met als objectief nieuwe luminescente materialen voor blauw emitterende OLEDs te bekomen, zullen een aantal graftpolymeren worden gesynthetiseerd en hun prestaties worden vergeleken met deze van mengsels van luminescente oligomeren in een polymere matrix. De graftpolymeren zullen bestaan uit derivaten van 1,4-bis?2,2-diphenylethenyl?benzeen als de chromoforen, geënt in verschillende belading ' en op hetzij een copolymeer van vinylbenzylchloride (VBC) met vinylcarbazool, hetzij een copolymeer van VBC met styreen. Organisaties: • Structuurchemie • Structuurchemie
Onderzoekers: • Herman J V H Geise • Christian Van Alsenoy • Cindy Wuyts
Evaluatie van nieuwe materialen voor blauwe OLEDs : graftcopolymeren versus blends.
Universiteit Antwerpen Abstract: Met als objectief nieuwe luminescente materialen voor blauw emitterende OLEDs te bekomen, zullen een aantal graftpolymeren worden gesynthetiseerd en hun prestaties worden vergeleken met deze van mengsels van luminescente oligomeren in een polymere matrix. De graftpolymeren zullen bestaan uit derivaten van 1,4-bis(2,2-difenylethenyl)benzeen als de chromoforen, geënt in verschillende belading en op hetzij een copolymeer van vinylbenzylchloride (VBC) met vinylcarbazool, hetzij een copolymeer van VBC met styreen. Organisaties: • Structuurchemie
Onderzoekers: • Frank Blockhuys • Cindy Wuyts
Evaluatie van nieuwe biomerkers van cardiale allogreffe vasculopathie KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Moleculaire en Vasculaire Biologie
Onderzoekers: • Bart De Geest • Johan Van Cleemput • Neha Singh
Evaluatie van neuroplasticiteits-geïnduceerde veranderingen ten gevolge van repetitieve Transcraniële Magnetische Stimulatie Universiteit Antwerpen Abstract: Repetitieve transcraniële magnetische stimulatie (rTMS) is een veelbelovende behandeling voor verscheidene neurologische aandoeningen, die gebruik maakt van snel variërende magnetische velden om neuronale ensembles op een niet-invasieve manier te stimuleren. De effecten veroorzaakt door rTMS blijven nazinderen na het stoppen van de stimulatie, wat de inductie van lange termijn neuroplasticiteit suggereert. Daarom zullen we aan de hand van complementair multimodaal beeldvormend onderzoek van de rattenhersenen de veranderingen in neuronale exciteerbaarheid en de lange termijn veranderingen in functionele connectiviteit tussen hersengebieden onderling, veroorzaakt door rTMS, gaan visualiseren en evalueren. Positron Emissie Tomografie zal gebruikt worden om veranderingen in neuronale excitatie of inhibitie te visualiseren, terwijl resting-state functionele Magnetische Resonantie Beeldvorming gebruikt zal worden om veranderingen in de functionele interactie tussen bepaalde hersengebieden van de rat te gaan in beeld brengen. Bevindingen uit het beeldvormingsonderzoek zullen worden gecorreleerd en gevalideerd aan de hand van Motorische Geëvoqueerde Potentialen, die een indirecte maat zijn voor de mate van exciteerbaarheid van de motorische cortex na lange termijn rTMS. Organisaties: • Moleculaire beeldvorming, Pathologie, Radiotherapie & Oncologie (MIPRO)
Onderzoekers: • Tine Wyckhuys
Evaluatie van mRNA beladen microbubbels voor ultrasound geleide kankervaccinatie Universiteit Gent Abstract: Dendritische cellen zijn de meest belangrijke antigen presterende cllen van ons immuunsysteem en kunnen specifieke tumor antigenen aan T--lymfocten presenteren en hierdoor een cytotoxische T-cel respons induceren. Daarom worden deze cellen onderzocht als potentieel antikanker vaccin. In dit onderzoek willen we nagaan of we in staat zijn om dendritische cellen te laden met mRNA door gebruik te maken van mRNA lipoplex beladen microbubbels en ultrasound. Dit zowel ex vivo als in vivo (intranodaal). Indien deze methode op punt gesteld kan worden zou dit de huidige ex vivo aanpak kunnen vermijden en zo de rompslomp en hoge kostprijs van de huidige dendritische kankervaccinatie strategie kunnen omzeilen. Organisaties: • Vakgroep Geneesmiddelenleer
Onderzoekers: • Stefaan De Smedt • Sabine Lentacker
Evaluatie van mRNA beladen microbubbels voor ultrasound geleide kankervaccinatie Vrije Universiteit Brussel Abstract: DCs, de professionele antigenpresenterende cellen van ons immuun systeem, induceren CTL responsen tegen tumor antigenen. Bijgevolg is er interesse in hun gebruik als cellular anticancer vaccin. Het GRGN is betoken in onderzoek omtrent het gebruik van ultrasound en microbubbles voor drug aflevering. Het LMCT heeft expertise in het gebruik van mRNA voor modificatie van DCs. In deze studie, zal de expertise van het GRGN en LMCT gebundeld worden om mRNA beladen microbubbles aan te maken en na te gaan of deze kunnen aangewend worden om mbv sonoporatie DCs in de lymfeknoop te modificeren. Organisaties: • Fysiologie • Medische Beeldvorming en Fysische Wetenschappen
Onderzoekers: • Sophie HERNOT • Karine BRECKPOT
Evaluatie van management en speenstrategieën in de varkensvleesproductie op de ontwikkeling van het intestinale immuunsysteem van de big, in het bijzonder de laag-geboortegewicht-big. Universiteit Antwerpen Abstract: Laag-geboortegewicht-biggen vormen een belangrijk economisch verlies voor de varkenshouder. Deze biggen vertonen immers een hoge mortaliteit en morbiditeit, groeiachterstand, een hogere slachtleeftijd, een verminderde vleeskwaliteit en meer stress, wat het dierenwelzijn negatief beïnvloedt. Dit project beoogt de verschillen in de ontwikkeling en maturatie van het immuunsysteem, in het bijzonder het darm-geassocieerde lymfoïde weefsel (GALT), tussen laag-geboortegewicht-biggen en normaal-geboortegewicht-biggen in kaart te brengen. Daarenboven worden de effecten van vroeg spenen en verdere opfok met melkvervanger op het immuunsysteem van de big, in het bijzonder de laag-geboortegewicht-big, onderzocht. De aangewende methodologie om de onderzoeksdoelen te bereiken omvat morfometrie van het GALT, bepaling van het verschijnen van en aantal M cellen, evalueren van de in vitro immunologische capaciteit, en stimulatie van het immuunsysteem door middel van immunostimulantia. De resultaten van dit project kunnen bijdragen aan het wetenschappellijk onderbouwde gezondheidsmanagement van biggen. Organisaties:
• Toegepaste diergeneeskundige morfologie
Onderzoekers: • Christophe Casteleyn • Sara Prims
Evaluatie van leptine antagonisten voor de behandeling van multipele sclerose Universiteit Gent Abstract: Het cytokine-type hormoon leptine functioneert als een adipostaat die de energiestatus van het lichaam naar de hersenen signaliseert. Daarnaast oefent leptine ook een regulerende invloed uit op perifere celtypes, waarbij ondermeer immuunreacties en angiogenese gemoduleerd worden. Dit project omvat volgende deelstudies: (1) ontwikkeling van geoptimaliseerde leptine antagonisten, (2) analyse van leptine antagonisten in muis modelsystemen voor MS, (3) zoektocht naar de leptine transporter ter hoogte van de hersen-bloedbaan barrière. Organisaties: • Vakgroep biochemie
Onderzoekers: • Jan Tavernier
Evaluatie van laag aktief afval & puin in nucleair medische praktijken. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Gebruik van hoge energie-ioniseerende straling in radiotherapie-machines houdt snelle neutronen in die altijd resulteren in de activatie v/h biologische schild die rond de installaties gebouwd zijn. Deze laag aktieve activatie kan de oorzaak zijn van een gevaar voor de gezondheid te wijten aan de ondergeschikte emissie van straling. Het is dan ook mogelijk dat de activatie in de meeste hospital installaties zo laag zal zijn dat de activiteit van het puin of van de machine & infrastructuur (ofwel direct ofwel na een eerder korte periode beneden de nucleaire regularisering concern vallen). Om vrijlating toe te staan van het hierboven vermelde afval of machine onderdelen zal het nodig zijn te demonstreren door een a priori berekening, staalneming en vergelijking met standaards dat niemand die activiteit boven het achtergrond maakte voorharder is. Onze voorafgaande resultaten moeten gestaafd worden en moet een grondige studie over de impact van de straling op de publeke blootstelling en over de ofvalpolitiek in de regio Brussel gemaakt worden. Organisaties: • Toegepaste Natuurkunde en Fotonica
Onderzoekers: • ALEX HERMANNE
Evaluatie van kwalitatieve verschillen tussen modi voor goederentransport, Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van het onderzoek is de studie van de kwalitatieve verschillen tussen vervoersmodi in het interstedelijk goederenvervoer. Het gaat om verschillen op het niveau van de veiligheid, betrouwbaarheid, flexibiliteit, stiptheid, informatie, schadegevoeligheid, etc. Het is de bedoeling om de impact van deze kwalitatieve factoren in het modale keuzeproces te meten en, indien mogelijk, om de resulterende (kosten) voordelen te benutten. De aard van de goederen, evenals de organisatie van de verlader en de bestemmeling (voorraden en distributie) spelen een belangrijke rol bij de uiteindelijke modale keuze. Het belang van deze factoren neemt toe aangezien een merendeel van de transporten een internationaal karakter vertoont en er meerdere tussenpersonen betrokken zijn. Via een bevraging wordt de noodzakelijke informatie verkregen om dit probleem wetenschappelijk te bestuderen. Organisaties: • VAKGROEP TRANSPORT EN RUIMTELIJKE ECONOMIE • Transport en ruimtelijke economie
Onderzoekers: • Hilde Meersman • Eddy Van de Voorde
Evaluatie van kwalitatieve verschillen tussen modi voor goederentransport Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoek streeft ernaar om kwalitatieve factoren zoals betrouwbaarheid, veiligheid, informatie, flexibiliteit van respons, schade, enz. te integreren in een globale analyse van de factoren die de goederenvervoerswijzekeuze bepalen. Het grootste deel van het onderzoek dat tot op heden is uitgevoerd, is gericht op kosten en/of prijzen van transport, en hetgeen er bekend is over ander beslissingsfactoren is meestal bijkomstig. Organisaties: • Vakgroep Geografie
Onderzoekers: • Frank Witlox
Evaluatie van klinische en moleculaire biomarkers van epileptogenese ineen genetisch model van epilepsie (tubereuze sclerose) door middel van een langetermijn prospectieve studie KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Orgaansystemen
Onderzoekers: • Lieven Lagae • N. N.
Evaluatie van irrigatie op de waterbalans van het Lake Tana stroomgebied Universiteit Gent Abstract: Om de productiviteit van de landbouwgewassen te verhogen, is irrigatie van groot belang binnen het Lake Tana stroomgebied. Bijgevolg wint deze praktijk aan belangstelling. Echter heeft het gebruik van water voor irrigatiedoeleinden een belangrijke impact op de waterbalans van het stroomgebied. In dit onderzoek wordt via modellering de impact van irrigatie op de waterbeschikbaarheid in het Lake Tana stroomgebied nagegaan. Organisaties: • Vakgroep Bos- en Waterbeheer
Onderzoekers: • Niko Verhoest • Jan Nyssen
Evaluatie van intestinale oxalaat- en fosfaatbinding als preventiestrategie voor renale calcificaties.
Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds IWT. UA levert aan IWT de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Pathofysiologie
Onderzoekers: • Patrick D'Haese • Stef Robijn
Evaluatie van intestinale oxalaat- en fosfaatbinding als preventiestrategie voor renale calcificaties. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds IWT. UA levert aan IWT de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Pathofysiologie
Onderzoekers: • Patrick D'Haese • Stef Robijn
Evaluatie van inheemse microbiële inoculanten (Arbuscular Mycorrhizal Fungi en Trichoderma Spp.) voor het bestrijden van yam nematoden, een verbeterde bodemvruchtbaarheiden verhoogde yam pruductiviteit en houdbaarheid. Universiteit Gent Abstract: deze studie odnerzoekt de diversiteit van yam nematode en hun interactie met yam, een bijzonder belangrijk basisvoedsel in West-Afrika. Yam cultivars worden gescreed op resistentie tegen nematoden. In vitro en in situ onderzoek zal het potentieel van arbusculaire mycorrhiza en trichoderma spp. om nematoden te onderdrukken, yam groei te bevorderen en yam houdbaarheid onthullen. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Wim Bert
Evaluatie van immuunregulatorische mechanismen in lymfocyten en basofielen bij patiënten met hymenopteragifallergie : effecten van gifimmunotherapie. Universiteit Antwerpen Abstract: Gifimmunatherapie is veilig en effectief gebleken in de behandeling van hymenapteragifallergie. Weliswaar bestaan er geen gaede parameters die taelaten te beslissen wanneer immunatherapie veilig kan warden stapgezet. De daelstellingen van dit werk zijn enerzijds het bestuderen van de relatie tussen de basafielactivatie test, anamnese, huidtest en specifiek IgE en anderzijds de evalutie van de basafielactivatie test gedurende gifimmunatherapie. Organisaties: • Translationeel pathofysiologisch onderzoek (TPR)
Onderzoekers: • Willem Stevens
Evaluatie van immunogene eigenschappen van gemodificeerde mRNA en zelfreplicerende RNA-gebaseerde vaccins tegen kanker Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Voeding, Genetica en Ethologie
Onderzoekers: • Niek Sanders
Evaluatie van ibrutinib in het 5T33MM muis model Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' Janssen Research & Development, Janssen Pharmaceutica NV' hebben voor het project ' Research services agreement Evaluation of ibrutinib in the myeloma mouse model 5T33MM' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Immunologie en Microbiologie
Onderzoekers: • Karin VANDERKERKEN
Evaluatie van Hu-SCID model om de werkzaamheid van anti-OX40L Nanobodies te testen Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Inwendige ziekten
Onderzoekers: • Bart Lambrecht
Evaluatie van humane huidafgeleide voorlopercellen en hun in vitro bekomen hepatische cellen in experimentele leverziektemodellen bij de muis Vrije Universiteit Brussel Abstract: Leverschade geïnduceerd door geneesmiddelen is een belangrijke oorzaak van leverfalen dat zowel acuut als chronisch kan zijn. Op dit ogenblik is orthotopische levertransplantatie (OLT) de eerste behandelingskeuze voor levensbedreigende leveraandoeningen. Echter, OLT alsook de transplantatie van allogene menselijke levercellen wordt belemmerd door het tekort aan humaan donormateriaal. Daarom dienen andere bronnen, zoals humane stamcellen, met een grote zelfvernieuwings- en differentiatiecapaciteit, geëxploreerd en bestudeerd te worden in
experimentele diermodellen van leverschade. Hier worden humane huidafgeleide voorlopercellen (hSKP) bestudeerd. Deze stamcelpopulatie (i) kan geïsoleerd worden uit zowel autologe als allogene postnatale humane huid, (ii) kan in vitro differentiëren naar hepatocytachtige cellen en (iii) vertoont interessante immunologische eigenschappen. Dit maakt hen interessant voor zowel drug screeningstoepassingen alsook allogene therapeutische applicaties. In het huidige postdoctorale onderzoeksproject wordt hun impact bestudeerd in experimentele diermodellen met leverschade. De in vivo innestelling van deze cellen en hun functionaliteit zal op verschillende stadia van hepatische differentiatie bepaald worden voor xenobiotische biotransformatie, drug transporter capaciteit en andere vitale functies. Ook zal hun immunogeniciteit bepaald worden daar dit belangrijke informatie zal opleveren met betrekking tot hun eventuele allogene afstoting. Organisaties: • Toxicologie, Dermato-cosmetologie en Farmacognosie
Onderzoekers: • Joery DE KOCK
Evaluatie van hulpmiddelen binnen het SUCCEED project. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een dienstverleningsopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds the University of Alicante. UA levert aan the University of Alicante de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers: • Walter Daelemans
Evaluatie van het toxische werkingsmechanisme van endocrien verstorende stoffen bij de zebravis, danio rerio Universiteit Antwerpen Abstract: Evaluatie van het toxische werkingsmechanisme van endocrien verstorende stoffen bij de zebravis, danio rerio Organisaties: • ECOFYSIOLOGIE EN BIOCHEMIE • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Wim De Coen
Evaluatie van het potentieel van Boldoa saponinen als vaccin adjuvans Universiteit Antwerpen Abstract: Vaccinering is een van de meest effectieve gezondheidsinterventies en behoort tot de beste aanpak om epidemieën te vermijden. In het algemeen zijn traditionele vaccins (levend, maar verzwakte of geïnactiveerde organismen) en nieuwe generatie vaccins (bv. recombinante proteinen, gezuiverde antigenen en DNA) zwak immunogeen tgv weinig of geen effectieve immuunstimulus. Daardoor is er een belangrijke rol weggelegd voor adjuvantia in vaccin formulaties. Momenteel werden meer dan 100 potente adjuvantia gerapporteerd. Echter, de meeste daarvan kunnen niet op de markt gebracht worden wegens de ongewenste neveneffecten die ze veroorzaken. Zelf de best gekende chemische adjuvantia momenteel toegepast in humane vaccins (bv. Alum, FDA goedkeuring maar neurotoxisch) tonen nevenwerkingen zoals ondermeer pijn op de plaats van injectie, ontsteking, lymfademopathie, granuloma's. Ten gevolge van toxiciteit van de huidige beschikbare adjuvantia is er dus nood aan het ontwikkelen en ontdekken van moleculen met adjuvans activiteit die een potente immuun respons initiëren maar die minder systemische toxiciteit vertonen. In deze studie gaan we de saponinen uit Boldoa purpurascens evalueren als potentiële vaccin adjuvantia. Uit preliminaire resultaten blijken deze veiliger en minder toxisch te zijn dan andere reeds gekende saponinen adjuvantia (Quilaja QS 21). De ontdekking van een nieuw saponin-type adjuvans zou kunnen leiden tot meer efficiënte vaccins die een specifieke, beschermende en langdurende immuniteit na vaccinatie kunnen uitlokken. De centrale onderzoekshypothese luidt als volgt: 'nieuwe saponinen opgezuiverd uit Boldoa purpurascens vertonen een immuun adjuvans activiteit zonder systemische toxiciteit. Om deze hypothese te bestuderen zullen we de saponinen opzuiveren (isoleren) en de structuren volledig ophelderen. De haemolytische activiteit en cytotoxiciteit zal worden bepaald en de meest interessante saponinen of goed gekarakteriseerde saponinen fracties zullen in vitro geëvalueerd worden voor hun potentieel als vaccin adjuvans. Organisaties: • Farmacognosie, Functionele voeding en Farmaceutische Analyse (NatuRA)
Onderzoekers: • Sandra Apers • Yannarys Hernández Ortega
Evaluatie van het lokale waterbeleid (in het kader van het Milieu- en natuurrapport Vlaanderen MIRA-BE 2005). Universiteit Antwerpen Abstract: Evaluatie van het lokale waterbeleid (in het kader van het Milieu- en natuurrapport Vlaanderen MIRA-BE 2005). Organisaties: • Milieu en Samenleving (M&S)
Onderzoekers: • Pieter Leroy
evaluatie van het kostenvoordeel van huidkanker screeningswerkwijze Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Maatschappelijke gezondheidkunde • Vakgroep Dermatologie
Onderzoekers: • Lieve Brochez • Lieven Annemans
Evaluatie van het experiment modularisering in het secundair onderwijs.(OBPWO 2002) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Vanaf het schooljaar 2000-2001 wordt in het Vlaams onderwijs geëxperimenteerd met een modulaire opleidingsstructuur. Dit experiment vindt plaats in 41 modulaire scholen. In dit onderzoek werd nagaan in welke mate de modulaire opleidingsstructuur de gestelde doelen bereikt heeft. Er wordt daarvoor verder gebouwd op het OBPWO 00.04 onderzoek. In dat onderzoek werden de eerste twee cohortes die instapten in het modulair onderwijs en een controlegroep twee keer bevraagd. Daarnaast werd op schoolniveau nagegaan hoe het modulair onderwijs werd ingevoerd en welke de knelpunten zijn. In het hier voorgestelde onderzoek zullen de beide cohortes opnieuw worden bevraagd met het oog op de
evaluatie van de gestelde doelstellingen. Daarnaast zal ook ingegaan worden op de pedagogische en organisatorische uitbouw van het project modularisering. Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS • TOON KUPPENS • TIM PEETERS • KOEN PELLERIAUX
Evaluatie van het experiment modularisering in het secundair onderwijs- OBPWO 2000 Vrije Universiteit Brussel Abstract: In de beleidsnota 'Onderwijs en Vorming 1999-2004', van Minister Vanderpoorten, wordt geopteerd voor het modulariseren van kwalificatiegericht onderwijs. Men merkte namelijk dat vooral in het beroepsonderwijs een zeer hoge mate van ongekwalificeerde uitstroom op te merken viel. Een experimenteel project werd ingevoerd in een 30-tal scholen, men heeft een aantal richtingen tot modules omgevormd. Het onderzoek heeft als bedoeling om enerzijds te evalueren in hoeverre de doelstellingen van de modulaire opleidingsstructuur behaald werden en anderzijds te rapporteren over pedagogisch-didactische vernieuwingen in de scholen en eventuele knelpunten bij de implementatie in de scholen. Het onderzoek bestaat dan ook uit een aantal deelaspecten: ten eerste werd een nulmeting verricht bij leerlingen in de experimentele groep en leerlingen in een controlegroep, ten tweede werd de schoolloopbaan van leerlingen in beide groepen opgevolgd, ten derde werd de invoering van de modulaire opleidingsstructuur in de opleidingen die effectief startten op 1 september 2000 gemonitord worden, tenslotte zal hetzelfde gebeuren voor de scholen die startten op 1 september 2001, daarenboven wordt in deze scholen bevraagd hoe de voorbereiding verliep. De bedoeling van bovenstaande bevragingen is om terug te rapporteren aan het departement onderwijs om de verdere invoering van de modulaire onderwijsstructuur voor te bereiden. Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS • TOON KUPPENS • TIM PEETERS • KOEN PELLERIAUX
Evaluatie van het experiment modularisering in het secundair onderwijs. Universiteit Antwerpen Abstract: Evaluatie van het experiment modularisering in het secundair onderwijs. Organisaties: • Cultuur en welzijn • Cultuur en welzijn
Onderzoekers: • Koen Pelleriaux
Evaluatie van het ESF-project "Ervaringsdeskundigen in armoede en sociale uitsluiting" Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoek beoogt de evaluatie van het ESF-pilootproject 'Tewerkstelling van ervaringsdeskundigen in armoede en sociale uitsluiting binnen de Federale Overheidsdiensten'. Aan de hand van documentanalyse, kwalitatieve diepte-interviews en focusgroepen met de sleutelfiguren van het project wordt een kritische sterkte-zwakte-analyse van het bestaande project uitgevoerd. Deze analyse dient te resulteren in concrete aanbevelingen om het project bij te sturen. Organisaties: • Vakgroep Sociale agogiek
Onderzoekers: • Maria De Bie
Evaluatie van het effect van prikplaats en cryopreservatie op bloedcelaantallen voor verschillende subpopulaties Universiteit Antwerpen Abstract: Deze studie wenst de impact van de locatie van bloedname op bloedcelaantallen te bepalen. Bloed zal genomen worden via een antecubitale vene, een handrug vene en de art. radialis voor gepaarde vergelijkingen van het aantal rode bloedcellen, bloedplaatjes en witte bloedcellen (incl. lymfocytensubpopulaties met flowcytometrie). Lymfocytensubpopulaties zullen ook geteld worden na een invriesperiode om het effect van cryopreservatie te bestuderen. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Evelien Smits
Evaluatie van het effect van hard metaal op de genexpressie in humane perifere bloed mononucleaire cellen, humane primaire monocyten en de humane aveolaire epitheelcellijn A549. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De mechanismen voor longfibrose versus kankerinductie door hard metaal (WC-Co) zijn nog niet duidelijk gekend. Terwijl de astmatische symptomen veroorzaakt worden door gelijk welke kobalt species, wordt de ontwikkeling van kanker en fibroserende alveolitis voornamelijk toegeschreven aan de simultane blootstelling aan kobalt en wolfraamcarbide. In vitro in menselijke PBMC en in vivo in rat pneumocyten, werd aangetoond dat WC-Co genotoxiciteit en apoptose induceert. Het doel van dit project is de expressie niveaus van verschillende klassen van genen betrokken bij apoptose, celproliferatie, inflammatie, celcycluscontrole en DNA repair te vergelijken in relevante menselijke celtypes: perifere bloed monocucleaire cellen (reportercellen voor biomonitoring), primaire monocyten en alveolaire epitheliale cellen A549 (doelwitcellen voor kankerverwekkende effecten op de long) behandeld met hard metaal (WC-Co). Deze genexpressie analyse zal zich situeren op 2 niveaus: 1) op mRNA niveau (transcriptomics) met behulp van microarrays en 2) op proteine niveau (proteomics) met ELISAs van belang voor meer kwantitatief onderzoek naar de belangrijke op/downgereguleerde genen aangetoond op mRNA niveau. Een betere kennis van deze type signalisatiepathways zou een inzicht moeten geven over de modulerende effecten van apoptose (eliminatie van gemuteerde cellen, onrechtstreekse stimulatie van celproliferatie) op de inductie van fibrose en longkanker. Organisaties: • Biologie
Onderzoekers:
• MICHELINE VOLDERS
Evaluatie van het effect van een specifieke orthopedagogische methode op depressie bij kinderen en op de ermee samenhangende problematische opvoedingssituaties. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Niettegenstaande depressie bij kinderen slechts vrij recent officeel werd erkend, zijn onderzoekers het ermomenteel over eens dat deze stoornis bestaat en dat de prognose ongunstig is, tenzij de depressie vroegtijdig wordt gediagnosticeerd en behandeld. Meer en meer ook erkennen zij het grote belang van de opvoeding en daaraan leveren wij een bijdrage. De werkhypothese is dar een antwoord dat is afgestemd op de orthopedagogische typevraag, gelezen vanuit de theorieën van cicchetti en Van der Doef, een gunstig effect heeft op de depressie en op de ermee samenhangende problematische opvoedingssituatie. Die typevragg houdt in dat het kind met een depressie behoefte heeft aan 1) een warm en liefdevol pedagogisch klimaat, 2) een uitnodigende en belonende situatie, 3) een autoritatieve opvoederspresentatie, 4) interpersoonlijke, cognitieve, probleemoplossende vaardigheden. Twee interventies die we in eerder publicaties integraal hebben beschreven, moeten zorgen voor een adequate afstemming tussen vraag en antwoord. De interventie voor de ouders bestaat uit zes sessies van twe uur. De interventie voor de kinderen bestaat uit veertien sessies van een half uur. We toetsen de werkhypothese in een breed experimenteel onderzoek met voor- en nameting bij experimenteel onderzoek met voor- en nameting bij experimentele en controlegroepen. Organisaties: • Pedagogiek en Orthopedagogiek
Onderzoekers: • FRANK DE FEVER
Evaluatie van het druggebruik in België door analyse van afvalwater. Universiteit Antwerpen Abstract: De doelstelling van dit project is tweedelig. Eerst zullen er geschikte analysemethoden ontwikkeld en gevalideerd worden om verschillende drugs (cocaïne, amfetamine-achtigen, cannabis,...) en/of hun metabolieten in waterstalen te bepalen. Daarna zullen de concentraties gevonden in afvalwaterstalen gebruikt worden om het verbruik van drugs door de Vlaamse bevolking te schatten en in kaart te brengen. Organisaties: • Toxicologie
Onderzoekers: • Hugo Neels • Adrian Covaci • Alexander van Nuijs
Evaluatie van het agro-bemesting potentieel van de lokale natuurlijke middelen (agro-mining) om de productiviteit en de landbouwproductie in de Democratische Republiek Congo te verhogen. Universiteit Gent Abstract: Versterking van het onderzoek naar de bodem geochemie in het gebied/gebruik van de landbouw en onderzoek naar de ontwikkeling van rationele methoden voor het duurzaam beheer van arme en zure bodems. Versterking van de mogelijkheden voor ondersteuning aan bedrijven door de overdracht van kennis op het gebied van de vruchtbaarheid op de bodem, en de verspreiding van de resultaten naar de boeren door ngo's en Congolese agrarische instituten. Organisaties: • Vakgroep Toegepaste biowetenschappen
Onderzoekers: • Geert Baert
Evaluatie van hersentumortherapie met behulp van multi-modale beeldvorming van kleine proefdieren KU Leuven Abstract: Multimodale beeldvorming voor de evaluatie van hersentumortherapie in kleine proefdierenWanneer een kwaadaardige hersentumor wordt vastgesteld betekent dit meestal een doodvonnis voor de patiënt. Eén van de grootste redenen hiervoor is het infiltratieve groeipatroon van deze tumoren. Cellen verplaatsen zich weg van detumormassa en infiltreren het gezonde hersenweefsel, waar ze nieuwe tumoren kunnen vormen. Eén veelbelovende nieuwe behandeling is het toedienen van stamcellen die specifiek deze kleine tumorhaarden kunnen opsporen. Door de stamcellen te voorzien van een enzyme(HSV-tk) dat bepaalde producten (gancyclovir), ook wel pro-drug genoemd, schadelijk maakt voor de cel, is het mogelijk zowel de stamcellen als de tumorcellen te doden. Het gebruik van deze stamcellen berust momenteel echter op veronderstellingen ivm hun migratiemogelijkheden, snelheid,.... Deze behandelingen missen dan ook vaak kennisgebaseerde toediening van de benodigde prodrug. Deze veelbelovende aanpak kan op pun Organisaties: • Biomedische MRI
Onderzoekers: • Uwe Himmelreich • Cindy Leten
Evaluatie van gene flow door pollen en bestuiversbewegingen in biologische corridors : Primula vulgaris als modelsoort. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Evaluatie van gene flow door pollen en bestuiversbewegingen in biologische corridors : Primula vulgaris als modelsoort. Organisaties: • Biologie
Onderzoekers: • LUDWIG TRIEST • Fabienne VAN ROSSUM
Evaluatie van gehalogeneerde iminen en elektrofiele allylhalogeniden in de asymmetrische synthese van nieuwe conformationeel beperkte beta-aminozuren Universiteit Gent Abstract: Gelet op het succes van gehalogeneerde iminen en elektrofiele allylhalogeniden als bouwstenen in de synthetische organische chemie, dienen deze verbindingen zich aan als veelbelovende substraten voor de chirale synthese van heterocyclische en carbocyclische beta-aminozuren. In dit project wordt de asymmetrische synthese van nieuwe conformationeel beperkte beta-aminozuurderivaten en analogen ontwikkeld op basis van Michael- en Mannich-addities en reacties van 1-azaällylanionen. Organisaties: • Vakgroep Duurzame Organische Chemie en Technologie
Onderzoekers:
• Norbert De Kimpe
Evaluatie van financiële rapportering aan de hand van anomalieonderzoek Universiteit Gent Abstract: De bedoeling van dit onderzoeksvoorstel is via diverse statistische methoden marktinefficiënties op te sporen die gebaseerd zijn op boekhoudkundige data. Deze anomalieën kunnen dan voorgelegd worden aan boekhoudregelgevers als domeinen waar de regelgeving kan verbeterd worden. Organisaties: • Vakgroep Accountancy en Bedrijfsfinanciering
Onderzoekers: • Philippe Van Cauwenberge
Evaluatie van fenotypische voorspellingen voor de erfelijke overdraagbaarheid van het darmmicrobioom Universiteit Gent Abstract: Het darmmicrobioom speelt een belangrijke rol bij tal van gezondheidsrelevante processen. De vraag stelt zich of de samenstelling van het microbioom deels gekenmerkt wordt door erfelijke overdraagbaarheid. In dit project zal worden gewerkt met genomische informatie van het microbioom van een uitgebreide cohorte monozygote en dizygote tweelingen en zal worden nagegaan of genomische verschillen zich ook uiten op fenotypisch en functioneel vlak. Organisaties: • Vakgroep Biochemische en microbiele technologie
Onderzoekers: • Tom Van de Wiele
Evaluatie van een scanner van het Positron Emissie Tomograaf type gebaseerd op een nieuw werkingsprincipe. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In de laatste jaren werd in onze eenheid een nieuw detectie principe van gamma stralen uitgevonden en getest. Dit detectie principe kan gebruikt worden in de Positron Emissie Tomografie om de resolutie van de scanner te verbeteren of om een grotere gevoeligheid te bekomen. We hebben een prototype van een kleine hoge resolutie scanner gebouwd die gebruik maakt van dit nieuw principe. Het huidige project heeft als doel dit prototype te evalueren aan de hiand van technische tests en van toepassingen in biomedische projecten Organisaties: • Natuurkunde
Onderzoekers: • STEFAAN TAVERNIER
Evaluatie van een recent ontwikkelde in vivo MRI techniek - Diffusion Kurtosis Beeldvorming - aan de hand van transgene ratmodellen voor polyglutamine aandoeningen. Universiteit Antwerpen Abstract: Evaluatie van een recent ontwikkelde in vivo MRI techniek - Diffusion Kurtosis Beeldvorming - aan de hand van transgene ratmodellen voor polyglutamine aandoeningen. Organisaties: • Bio-imaging
Onderzoekers: • Anne Marie Van Der Linden • Ines Blockx
Evaluatie van een recent ontwikkelde in vivo MRI techniek - Diffusion Kurtosis Beeldvorming - aan de hand van transgene ratmodellen voor polyglutamine aandoeningen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds IWT. UA levert aan IWT de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Bio-imaging
Onderzoekers: • Anne Marie Van Der Linden • Ines Blockx
Evaluatie van een positron emissie tomograaf voor kleine proefdieren gebaseerd op een nieuw detectieprincipe Vrije Universiteit Brussel Abstract: Aan de VUB hebben we een Positron Emissie Tomograaf (PET) scanner ontwikkeld voor studies op kleine proefdieren. De constructie van dit eerste prototype is bijna voltooid en het doel van dit project is de finalisatie van het apparaat en de evaluatie van de performanties. De afwerking van het prototype bestaat in de implementatie van een rotatie mechanisme dat de scanner heen en weer draait over 360É en de ontwikkeling van een nieuwe electronische module om de uitleessnelheid met een factor 10 te verbeteren. Dit laatste gebeurd in samenwerking met BARCO. In eerste instantie zullen de opgemeten karakteristieken van de scanner performantie vergeleken worden met de voorspellingen van Monte Carlo simulaties gebruikt tijdens de ontwerpfaze van de scanner. In deze studies zal het object roteren om het effect van een roterende scanner voorlopig te simuleren. Aan de hand van de gegevens opgenomen tijdens de eerste testen zullen we ook twee beeldreconstructiealgoritmes uit testen : Single Slice Rebinning en Fourier Rebinning. Tevens zal gezocht worden naar een efficinte normalisatie procedure gezien het normalisatie proces in 3D niet voor de hand liggen is.Na het installeren en het testen van het rotatie systeem, zowel op hardware als op software niveau, wordt de scanner naar het Royal Marsden Hospitaal in Londen gebracht. Daar zal de scanner gebruikt worden in medisch-biologisch onderzoek naar kanker.Dit zal ons toelaten de scanner te beoordelen in rele omstandigheden en te vergelijken met andere prototype PET scanners voor kleine proefdieren gebaseerd op andere technologie. Organisaties: • Natuurkunde
Onderzoekers: • STEFAAN TAVERNIER
Evaluatie van een nieuw op ionenwisseling gebaseerd metaal-adsorptiesysteem Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties:
• Departement Toegepaste Ingenieurswetenschappen
Onderzoekers:
Evaluatie van de woninghuurwetgeving. Universiteit Antwerpen Abstract: Het onderzoek wil de niet-geëvalueerde delen van het woninghuurrecht aan een analyse onderwerpen, duiden welke knelpunten er zijn in het geheel van de huidige federale wegeving vanuit het perspectief van de problemen van de private huurmarkt en aangeven welke opportuniteiten de regionalisering van de bevoegdheid inzake private huurwetgeving biedt. De bedoeling is daarbij om een beleidsmatige en juridisch-technische insteek te geven ter voorbereiding van een toekomstig Vlaams woninghuurrecht, rekening houdend met huidige en voorziene problemen op de private huurmarkt, een inschatting van effecten en aandachtspunten aangereikt door de actoren die in het Beleidsveld wonen. Organisaties: • Overheid en Recht
Onderzoekers: • Bernard Hubeau
Evaluatie van de Vlaamse 24 uur stoppen met roken campagne (2012). Universiteit Antwerpen Abstract: Evaluatie van de Vlaamse 24 uur stoppen met roken campagne: advies, analyses van gegevens met de focus op intentieverhoging, rookgedrag en effect van de campagne van de deelnemende populatie, rapportering. Organisaties: • Epidemiologie en sociale geneeskunde (ESOC)
Onderzoekers: • Guido Van Hal • Sofie Van Roosbroeck
Evaluatie van de Vlaamse 24 uur stoppen met roken campagne (2011). Universiteit Antwerpen Abstract: Evaluatie van de Vlaamse 24 uur stoppen met roken campagne: advies, analyses van gegevens met de focus op intentieverhoging, rookgedrag en effect van de campagne van de deelnemende populatie, rapportering. Organisaties: • Epidemiologie en sociale geneeskunde (ESOC)
Onderzoekers: • Guido Van Hal • Sofie Van Roosbroeck
Evaluatie van de typografische variatie in kaartperceptie Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoek beoogt, door middel van gebruikersstudies, regels te definiëren voor typografisch ontwerp op kaarten. Hierbij wordt rekening gehouden met zowel de preferenties als de efficiëntie van gebruikers. Experten en niet-experten zullen deelnemen aan de onderzoeken. Typografisch ontwerp voor twee alfabettypes (Arabisch en Latijns) zal onderzocht worden, met het oog op het maken van efficiëntere en kwalitatievere kaarten voor de gebruikers. Organisaties: • Vakgroep Geografie
Onderzoekers: • Veerle Van Eetvelde • Philippe De Maeyer
Evaluatie van de toepasbaarheid van ontwikkelingsinstabiliteit als risico merker in farmatoxicologische studies Universiteit Antwerpen Abstract: Ontwikkelingsinstabiliteit (OI), de gevoeligheid van een ontwikkelend systeem tegen random verstoring, wordt verondersteld een maat te zijn voor de kwaliteit en 'gezondheid' van individuen en/of populaties. In deze pilootstudie wordt nagegaan of OI toegepast kan worden als betrouwbare en gevoelige merker voor mogelijke teratogene effecten bij proefdieren in farmatoxicologisch onderzoek. Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Jessica Hélène Leo Christine Bots
Evaluatie van de toegevoegde waarde van functionele beeldvorming aan een set van biomerkers voor de predictie van therapierespons in solide tumoren. Universiteit Gent Abstract: Er is nood aan niet-invasieve in vivo surrogaatmerkers die clinici voorzien van relevante informatie omtrent de werking van de ziekte en de therapeutische doeltreffendheid van de behandeling. Daarom zullen bepaalde biomerkers en beeldvormingsvariabelen voor enkele van de meest voorkomende kankers, niet-kleincellige longkanker en metastatische colorectale kanker, geïdentificeerd en gevalideerd worden in zowel een retrospectieve als prospectieve studie. Organisaties: • Vakgroep Inwendige ziekten
Onderzoekers: • Jan Van Meerbeeck
Evaluatie van de steun van het Europees Sociaal Fonds voor gendergelijkheid. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds FGB. UA levert aan FGB de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Danielle Dierckx
Evaluatie van de socio-economische effecten van ESA funding aan privateorganisaties. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Onderzoeksgroep GIC Brussel
Onderzoekers: • Peter Teirlinck
Evaluatie van de schoolsport in Vlaanderen : Doorlichting van de Stichting Vlaamse Schoolsport (SVS) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit onderzoek omvat een evaluatie van de huidige schoolsport in Vlaanderen betreffende de concrete invulling van het decreet van 1-12-1993 en de organisatie door SVS teneinde haalbare en goed geargumenteerde beleidsaanbevelingen te kunnen formuleren. Organisaties: • Sportbeleid en -management
Onderzoekers: • PAUL DE KNOP
Evaluatie van de rol van het proprotïne convertase furine in de lever: betrokkenheid bij niet-alcoholische steatohepatitis en heptocellulair carcinoma. KU Leuven Abstract: Furine is een proproteïne convertase betrokken bij de activatie van verschillende proteïnen zoals groeifactoren, receptoren, enzymen en cel adhesie moleculen, door endoproteolytische klieving aan basische aminozuurmotieven. Lever-specifieke inactivatie van furine in muizen resulteerde in een fenotype dat sterkt lijkt op niet-alcoholisch steatohepatitis (NASH). Dit muizenmodel zal verder gekarakteriseerd worden op biochemisch enmorfologisch niveau. De moleculaire mechanismen die aanleiding geven tot de ontwikkeling van NASH zullen ontrafeld worden door de furine substraten te identificeren zowel via een kandidaat substraat benadering als door differentiële proteomics. De bruikbaarheid van dit muizenmodel voor drugs screening zal geëvalueerd worden, door gebruik te maken van goed gekarakteriseerde en experimentele medicijnen voor de behandeling van NASH. Furine speelt ook een rol bij de regulatie van carcinogenese, angiogenese en metastase. Er werd al aangetoond dat inhibitie en genetisc Organisaties: • Departement Menselijke Erfelijkheid
Onderzoekers: • Johannes Creemers
Evaluatie van de rol van dopamine neuronen in de midhersenen in incentive sailence. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Onderzoeksgroep Neurofysiologie
Onderzoekers: • Luc Lauwers • Sabrina Bruyneel • Sebastian Haesler • Joachim Morrens
Evaluatie van de robuustheid van modelgebaseerde regelaars in gebouwbeheersystemen KU Leuven Abstract: Doelstelling: Dit doctoraatsvoorstel focust op het ontwikkelen van eenobjectieve evaluatiemethodiek voor modelgebaseerde regelaars, die naastde typische systeemidentificatie ook de impact van bijkomende afwijkingen op kernindicatoren van de gebouwbeheerder meeneemt. Het doel van ditdoctoraatsproject is de evaluatie van modelgebaseerde regelaars in gebouwbeheerssystemen volgens het risiconiveau van afwijkingen, door middel van emulatie. Hiermee kan de robuustheid van deze regelaars ten opzichtevan dit soort afwijkingen beoordeeld worden. Dit project laat toe om de selectie en afstelling van een GBS regelaar dus meer situatiegebonden (en optimaal) te maken, wat uiteindelijk leidt tot een verhoogd gebouwcomfort en/of verlaagd energiegebruik.
Onderzoeksaanpak: Er zal een overzicht gemaakt worden van de meest toegepaste & state-of-the-art regelaars in kantoorgebouwen in Vlaanderen. Deze regelsystemen, met uitbereiding naar modelgebaseerde en zelf-lerende (adaptieve) systemen zul Organisaties: • Afd. Toeg. Mechanica & Energieconversie
Onderzoekers: • Dirk Saelens • Lieve Helsen • Geert Van Ham • Joachim Verhelst
Evaluatie van de proeftuinprojecten voor minderjarige meisjes 'Switch' en 'JEZ11', zoals opgenomen in het Globaal Plan Jeugdzorg, doelstelling 22. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het agentschap Jongerenwelzijn wilt met het proeftuinproject de opvang van minderjarige vrouwelijke delictplegers en zeer moeilijk te begeleiden meisjes op nieuwe sporen te zetten met een zeer gespecialiseerd aanbod, bestaande uit een verblijf in een leefgroep waarbij na de residentiële fase wordt overgegaan naar de context. 2 doelstellingen staan centraal
- Een grondige analyse van het programma theorie - Het meten de effectiviteit Organisaties: • Klinische- en Levenslooppsychologie
Onderzoekers: • JOHAN VANDERFAEILLIE
Evaluatie van de proefmethodes ter bepaling van de luchtvriendelijkheid van inslaggarens Hogeschool Gent Abstract: Het project onderzocht de bruikbaarheid van de luchtindexmeter bij het weven met lucht. Dit instrument geeft de wevers de mogelijkheid aangekochte garens vooraf te testen op hun verweefbaarheid met lucht. In de eerste fase van het project werd er gestart met het onderzoek naar de correlatie tussen de luchtindexwaarde en de verschillende gareneigenschappen. Uit deze studie kon besloten worden dat de correlatie tussen het garennummer en de LI-waarde het meest significant is. In een tweede fase werden er weefproeven uitgevoerd en werden er verschillende proefmethodes uitgewerkt om de weefparameters te optimaliseren. Daarbij werd opnieuw naar de correlatie gezocht tussen de weefparameters en de luchtindex. Het onderzoek wees uit dat er een verband bestaat tussen de luchtindex en de snelheid van de machine, de stuurduur van hoofd- en bijblazers en de druk van de bijblazers. Als gevolg hiervan kon bij garens met hoge luchtindexwaarde aanzienlijk bespaard worden op het luchtverbruik wat belangrijke economische voordelen oplevert. Tevens werd er een flowchart opgesteld die de volledige optimlalisatie van de machineparameters voor elk garen toelaat. Organisaties: • Departement Toegepaste Ingenieurswetenschappen
Onderzoekers:
Evaluatie van de preproteïne-translocatiemotor SecA1 van Staphylococcusaureus als doelwit voor de ontwikkeling van nieuwe antibiotica. KU Leuven Abstract: Antibioticaresistentie is een belangrijk probleem bij de behandeling van bacteriële infecties. Pathogene bacteriën die resistent zijn voor bijna alle van de momenteel gebruikte antibiotica zijn reeds geïdentificeerd. Daarom is er dringend nood aan de ontwikkeling van nieuwe antibiotica,die bij voorkeur gericht zijn tegen nieuwe antibacteriële doelwitten via een uniek werkingsmechanisme. In dit project zullen we daarom het ATPase SecA1 van Staphylococcus aureus evalueren als potentieel antibacterieel doelwit.Omdat veel bacteriële proteïnen hun functie buiten het cytoplasma (waar ze worden gesynthetiseerd) vervullen, moeten deze eiwitten door de cytoplasmatische membraan worden getransporteerd om hun eindbestemming te bereiken. Een belangrijke route voor eiwittranslocatie is deSec-secretieweg. Een belangrijke component van de translocatieweg is het ATPase SecA, dat de energie voor de eiwittranslocatiereactie levert. nbsp;In dit project zal via plaatsgerichte mutagenese onderzocht worden Organisaties: • Laboratorium Moleculaire Bacteriologie
Onderzoekers: • Kenneth Segers
Evaluatie van de preproteïne-translocatiemotor SecA1 van Staphylococcusareus als doelwit voor de ontwikkeling van nieuwe antibiotic. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Laboratorium Moleculaire Bacteriologie
Onderzoekers: • Johan Neyts • Evelien De Waelheyns • Anastassios Economou
Evaluatie van de potentie van immunodulatory drugs ter verbertering van de effectiviteit van dendritische cel gebaseerd immunotherapie voor multiple myeloma Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' Koning Boudewijnstichting - Fonds Catherina Weckers' hebben voor het project ' Evaluation of the potency of immunodulatory drugs to enchance the effectiveness of dendritic cell based immunotherapy for multiple myeloma' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Fysiologie
Onderzoekers: • Brenda DE KEERSMAECKER • KRISTIAAN THIELEMANS
Evaluatie van de platworm Macrostomum lignano als een in vivo epigenetisch modelsysteem Universiteit Gent Abstract: De globale DNA-methylatiestatus van de platworm Macrostomum lignano, het (transgenerationele) effect van inhibitoren van DNA methyltransferases en histon deacetylases op stamceldynamica en fenotypische eindpunten zullen onderzocht worden. RNAi zal aantonen wat de specifieke effecten van epigenetische wijzigingen op stamcellen zijn. verschillende chemische stoffen zullen worden gescreend op hun epigenetische effecten. Organisaties: • Vakgroep Toegepaste ecologie en milieubiologie
Onderzoekers: • Jean Remon • Colin Janssen • Maxime Willems • Michiel Vandegehuchte
Evaluatie van de phytostabilisatie op een grote oppervlaktedefinitie en effecten op lange termijn en met het oog op het overbrengen van de resultaten op andere besmette territoria.
Universiteit Hasselt Abstract: Het voorliggende contract betreft een samenwerkingsovereenkomst tussen CMK (UHasselt) en ADEME voor de periode van 01.09.2007 tot 31.12.2010. Het onderzoek betreft de evaluatie van de phytostabilisatie op een grote oppervlaktedefinitie en effecten op lange termijn en met het oog op het overbrengen van de resultaten op andere besmette territoria. Organisaties: • Milieubiologie • Anorganische en Fysische Chemie • Centrum voor Milieukunde
Onderzoekers: • Jaak VANGRONSVELD • Ann RUTTENS • Jan COLPAERT
Evaluatie van de participatie van huisartsen aan het interdisciplinair oncologisch instituut (MOC) aan de hand van een webgestuurde applicatie. Universiteit Antwerpen Abstract: De participatie van huisartsen een Medisch Oncologisch Consult via de webgestuurde applicatie zal worden geëvalueerd aan de hand van twee korte studies. Organisaties: • Epidemiologie en sociale geneeskunde (ESOC)
Onderzoekers: • Guido Van Hal
Evaluatie van de overleving en groei van andere MCAs op het lichaam van werksters van de hommel van Bombus terrestris. Zie ook WDV74 Vrije Universiteit Brussel Abstract: In dit project wordt de overleving en groei van andere MCAs op het lichaam van werksters van de hommel van Bombus terrestris onderzocht. Zie ook WDV74 Organisaties: • Biologie
Onderzoekers: • Guy SMAGGHE
Evaluatie van de opzet en de werking van de topsportscholen in Vlaanderen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Alhoewel het decreet van 05/04/95 voor wat betreft de gemeentelijke en provinciale sportdiensten van recente datum is, dringen er zich nu reeds een aantal noodzakelijke accentverschuivingen op; er dient meer aandacht te gaan naar kwaliteit, het promotieplan dient geïntegreerd te worden in een globaal sportbeleidsplan en er dient meer prioriteit gelegd te worden op het belang van de jeugdsport. Het doel van deze studie is dan ook om ongeveer twee jaar na het in werking treden van het decreet van '95 op korte termijn een evaluatie te maken van de werking en uitvoering ervan, aldook van de knelpunten van de implementatie van kwaliteitszorg binnen sportdiensten. Organisaties: • Sportbeleid en -management • Bewegingsagogiek, Sport- en Vrijetijdsbeleid
Onderzoekers: • PAUL WYLLEMAN • PAUL DE KNOP
Evaluatie van de Noorse en Zweedse steun ten behoeve van de Rechten van het Kind. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een dienstverleningsopdracht tussen enerzijds het Chr. Michelsen Institute en anderzijds de Universiteit Antwerpen. In het project wordt de integratie van kinderrechten in de Noorse en Zweedse ontwikkelingssamenwerking geëvalueerd, met bijzondere aandacht voor mainstreaming. Organisaties: • Recht en Ontwikkeling
Onderzoekers: • Wouter Vandenhole
Evaluatie van de NGO-partnerships op het vlak van capaciteitsversterking DEEL 2. Universiteit Antwerpen Abstract: De evaluatie heeft tot doel om de capaciteitsversterking activiteiten van Belgische Niet-Gouvernmentele Organisaties (NGO's) te evalueren in het kader van Noord-Zuid NGO-partnerships. Het gaat over de erkende NGO's die fondsen ontvingen van de Belgische Staat in het kader van ontwikkelingssamenwerking. De steekproef omvat 40 partnerships in 7 landen in de documentaire fase en 30 partnerships in 6 landen voor de terreinfase. Organisaties: • AID Policy
Onderzoekers: • Robrecht Renard • Nadia Molenaers
Evaluatie van de neonatale hepatitis B vaccinatie dekking en houding in de Mekong-delta (ANBeCAM). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds VLIR. UA levert aan VLIR de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Pierre Van Damme • Elke Leuridan
Evaluatie van de mogelijkheden van isotopische analyse van de essentiële transitiemetalen Fe, Cu en Zn in bloedserum en volbloed voor medische diagnose Universiteit Gent Abstract: Chromatografische isolatie van de essentiële transitiemetalen Fe, Cu en Zn uit volbloed of bloedserum voor de daaropvolgende isotopische analyse van de targetelementen via MC-ICP-MS (multi-collector ICP-massaspectrometrie). Vergelijken van resultaten voor een referentie-populatie met deze voor patiëntgroepen voor evaluatie van de diagnostische mogelijkheden van isotopenanalyse in deze context. De onderzochte aandoeningen omvatten o.m. hemochromatose, ziekte van Crohn, ziekte van Wilson en verschillende types leveraandoeningen. Evaluatie van de mogelijkheid tot analyse van ?blood spots? via gebruik van LA (laser ablatie) voor monsterintroductie. Organisaties: • Vakgroep Analytische chemie
Onderzoekers: • Frank Vanhaecke • Hans Van Vlierberghe
Evaluatie van de kwaliteit van terminale palliatieve zorg in de thuiszorg: het perspectief van de patiënt. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Tot op heden is in Vlaanderen geen patiëntgericht onderzoek uitgevoerd naar de kwaliteit van palliatieve thuiszorg, meer specifiek naar de verschillen tussen het palliatieve en reguliere zorgsysteem en naar de meerwaarde van palliatieve zorg voor de levenskwaliteit van terminaal zieke patiënten. Deze studie evalueert de kwaliteit van de palliatieve thuiszorg adhv een prospectief, case-control en longitudinaal patiëntenonderzoek. We vergelijken de kwaliteit van zorg, in termen van het zorgproces (welke zorg precies verleend wordt) en de zorguitkomst (kwaliteit van leven en sterven), van de palliatieve thuiszorgequipes met de kwaliteit van zorg in de reguliere thuiszorg, en bestuderen de evolutie van de kwaliteit van de geleverde zorg gedurende de laatste 6 levensmaanden van terminaal zieke patiënten. We evalueren de zorg adhv informatie van de patiënt zelf, diens mantelverzorger en professioneel verzorger. Via hun huisartsen includeren we minimum 30 patiënten die thuiszorg verkrijgen door de palliatieve thuiszorgequipe Omega (Regio Brussel-Halle-Vilvoorde) en minimum 30 patiënten die reguliere thuiszorg verkrijgen, over een periode van twee jaar inclusie. We matchen deze patiënten minimaal volgens aandoening en levensduurverwachting. We combineren kwantitatieve (vragenlijsten) en kwalitatieve (semi-gestructureerde interviews) meetinstrumenten om de zorgprocessen en uitkomstmaten op geregelde tijdstippen tijdens de laatste 6 levensmaanden en éénmalig na het overlijden te evalueren. Rekening houdend met de ethische overwegingen bij patiëntenonderzoek, ontwikkelen we strikte ethische procedures en sturen deze ter goedkeuring naar het Ethisch Comité van het AZ-VUB. Organisaties: • Zorg rond het levenseinde
Onderzoekers: • JOHAN BILSEN • LUC DELIENS • Katrien DRIESKENS • Lieve VAN DEN BLOCK • REGINALD DESCHEPPER • WILLEM DISTELMANS
Evaluatie van de klinische bruikbaarheid van de ergoreflexactiviteit bij patiënten met lichte, matig of ernstig gedaalde cardiale functie Universiteit Gent Abstract: Overactiviteit van ergoreceptoren, die gevoelig zijn aan metabole producten, wordt verondersteld medeverantwoordelijk te zijn voor inspanningsintolerantie in hartfalen. Onder de huidige medicamenteuze behandeling, is het momenteel niet geweten in welke mate ergoreflexactiviteit bijdraagt tot hyperventilatie en dit wordt onderzocht. Daarnaast wordt ook de relatie tussen nieuwe biomarkers en inpanningsvariabelen bestudeerd alsook het effect van training in hartfalen patiënten. Organisaties: • Vakgroep Inwendige ziekten
Onderzoekers: • Johan De Sutter
Evaluatie van de karakteristieken van de vulnerabele vaatrijke atherosclerotische plaque door immunohistochemische technieken en 64 detector CT-angiografie. Universiteit Antwerpen Abstract: Het onderzoeksproject zal gericht zijn op: 1. Bijdragen tot de ontwikkeling en evaluatie van een nieuw diermodel van vulnerabele plaque. Hierbij wordt aangesloten bij een groter onderzoeksproject, waarbij gebruik gemaakt wordt van het manchetmodel. Het aanbrengen van een siliconen manchet rond de halsslagader van konijnen, gecombineerd met een cholesterolrijkqjeet, is een bestaande en in onze onderzoeksgroep zeer goed gekarakteriseerde techniek om atherosclerotische plaques te induceren op een welbepaalde plaats. De manchet staat in verbinding met een osmotische minipomp. Hierlangs kunnen fysiologische oplossing of een te onderzoeken product ter hoogte van de halsslagader aangebracht worden. Dit project omvat volgende onderzoeksvragen: a. Kunnen microvaatjes geïnduceerd worden in atherosclerotische plaques van konijnen door toediening vanuit een perivasculaire cuff van recombinant vascujaire endotheliale groeifactor (rVEGF) (11) en oncostatine M(OSM)? In een pilootexperiment kon een duidelijke inductie van microvaatjes met behulp van rVEGF en OSM in plaques van konijnen worden aangetoond, hetgeen de haalbaarheid van dit experiment onderstreept. b. Heeft de vorming van microvaatjes een invloed op het tot stand komen van onstabiele plaques? We zullen daarvoor gebruik maken van (immuno)histochemische technieken om te onderzoeken of door het ontstaan van microvaatjes in de plaque er een invloed is op het aantal inflammatoire cellen en gladde spiercellen, de hoeveelheid collageen en celdood. c. Is er een verband tussen het ontstaan van microvaatjes en de snelheid van optreden van trombotische occlusie? Na fotochemische beschadiging van het endotheel zal de tijd, nodig voor het vormen van een occlusieve trombus, gemeten worden. Deze tijd zal vergeleken worden tussen plaques met en zonder microvaatjes. d. Hebben potentieel stabiliserende farmaca zoals statines en NO-donoren een invloed op de vorming van microvaatjes in plaques? 2. evaluatie van plaquekarakterisatie door middel van 64 detector CT In een eerste stap zal de anatomopathologische analyse van plaques ter hoogte van de carotiden van konijnen gecorreleerd worden aan de bevindingen op de 64 detector CT. In een tweede stap zal deze techniek eveneens aangewend worden bij patiënten die een carotisendarterectomie zullen ondergaan. Anatomopathologische bevindingen van het letsel, gepreleveerd tijdens chirurgie, zal retrospectief gerelateerd worden aan het CT - onderzoek. Zowel dierexperimenteel, als klinisch zal tevens een vergelijking gemaakt worden met de bevindingen van intravasculair ultrageluid onderzoek, momenteel de enige, klinische gevalideerde techniek van plaquekarakterisatie. Organisaties: • Fysiofarmacologie (FAR)
Onderzoekers: • Christiaan Vrints • Arnold Herman • Jozef Van Herck
Evaluatie van de karakteristieken van de vulnerabele vaatrijke atherosclerotische plaque door immunohistochemische technieken en 64 detector CT-angiografie. Universiteit Antwerpen Abstract: Het onderzoeksproject zal gericht zijn op: 1. Bijdragen tot de ontwikkeling en evaluatie van een nieuw diermodel van vulnerabele plaque. Hierbij wordt aangesloten bij een groter onderzoeksproject, waarbij gebruik gemaakt wordt van het manchetmodel. Het aanbrengen van een siliconen manchet rond de halsslagader van konijnen, gecombineerd met een cholesterolrijkqjeet, is een bestaande en in onze onderzoeksgroep zeer goed gekarakteriseerde techniek om atherosclerotische plaques te induceren op een welbepaalde plaats. De manchet staat in verbinding met een osmotische minipomp. Hierlangs kunnen fysiologische oplossing of een te onderzoeken product ter hoogte van de halsslagader aangebracht worden. Dit project omvat volgende onderzoeksvragen: a. Kunnen microvaatjes geïnduceerd worden in atherosclerotische plaques van konijnen door toediening vanuit een perivasculaire cuff van recombinant vascujaire endotheliale groeifactor (rVEGF) (11) en oncostatine M(OSM)? In een pilootexperiment kon een duidelijke inductie van microvaatjes met behulp van rVEGF en OSM in plaques van konijnen worden aangetoond, hetgeen de haalbaarheid van dit experiment onderstreept. b. Heeft de vorming van microvaatjes een invloed op het tot stand komen van onstabiele plaques? We zullen daarvoor gebruik maken van (immuno)histochemische technieken om te onderzoeken of door het ontstaan van microvaatjes in de plaque er een invloed is op het aantal inflammatoire cellen en gladde spiercellen, de hoeveelheid collageen en celdood. c. Is er een verband tussen het ontstaan van microvaatjes en de snelheid van optreden van trombotische occlusie? Na fotochemische beschadiging van het endotheel zal de tijd, nodig voor het vormen van een occlusieve trombus, gemeten worden. Deze tijd zal vergeleken worden tussen plaques met en zonder microvaatjes. d. Hebben potentieel stabiliserende farmaca zoals statines en NO-donoren een invloed op de vorming van microvaatjes in plaques? 2. evaluatie van plaquekarakterisatie door middel van 64 detector CT In een eerste stap zal de anatomopathologische analyse van plaques ter hoogte van de carotiden van konijnen gecorreleerd worden aan de bevindingen op de 64 detector CT. In een tweede stap zal deze techniek eveneens aangewend worden bij patiënten die een carotisendarterectomie zullen ondergaan. Anatomopathologische bevindingen van het letsel, gepreleveerd tijdens chirurgie, zal retrospectief gerelateerd worden aan het CT - onderzoek. Zowel dierexperimenteel, als klinisch zal tevens een vergelijking gemaakt worden met de bevindingen van intravasculair ultrageluid onderzoek, momenteel de enige, klinische gevalideerde techniek van plaquekarakterisatie. Organisaties: • Fysiofarmacologie (FAR)
Onderzoekers: • Christiaan Vrints • Guido De Meyer • Arnold Herman • Jozef Van Herck
Evaluatie van de inhoudelijke en financiële aspecten van het Vlaams inburgeringsbeleid. Universiteit Antwerpen Abstract: Evaluatie van de inhoudelijke en financiële aspecten van het Vlaams inburgeringsbeleid. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES) • Centrum voor Migratie en Interculturele Studies (CeMIS)
Onderzoekers: • Christiane Timmerman
Evaluatie van de ingrepen in het zomerbed van de Gemeenschappelijke Maas / Grensmaas voor de visgemeenschap. Universiteit Hasselt Abstract: Het onderzoek heeft tot doel om de effecten van de aangelegde grinddrempels, de grindrug en enkele aanpassingen aan de bedding (zomeroever te Hochter Bampt, Herbricht en Meeswijk) te evalueren naar de lokale visgemeenschap toe. Door het versterken en verhogen van het aantal drempels, vooral in het bovenstroomse deel van de Grensmaas, wordt het aanbod aan ondiepe stroomversnellingen verhoogd, wordt het stroomkuilenpatroon versterkt en het aandeel aan ondiepe grindbanken bij lage zomerafvoer neemt toe tengevolge de ingrepen. Deze structuren zijn van zeer groot belang voor de overleving van de juveniele (0+-jaarklasse) riviervissen (De Vocht et al. 2003). De hypothese is dat deze toename in structuurrijkheid zal resulteren in hogere densiteiten aan juveniele vissen en meer specifiek juvenielen van stroomminnnende soorten in deze structuren. Organisaties: • Milieubiologie • Centrum voor Milieukunde
Onderzoekers: • Alain DE VOCHT
Evaluatie van de impact van metabole cardiovasculaire risicofactoren opde ontwikkeling van cardiomyopathie KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Moleculaire en Vasculaire Biologie
Onderzoekers: • Bart De Geest • Ilayaraja Muthuramu
Evaluatie van de impact van azole resistentie mechanismen op de therapierespons in invasieve pulmonaire aspergillose op basis van niet-invasieve beeldvorming in experimentele Aspergillus-infectiemodellen. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Klinische Bacteriologie en Mycologie
Onderzoekers: • Katrien Lagrou • Johan Maertens
Evaluatie van de impacts van klimaatveranderingen en aanpassingsmaatregelen voor mariene activiteiten Universiteit Gent Abstract: Onderzoek en modellering om de primaire effecten van klimaatverandering te bepalen en te onderscheiden van de natuurlijke evolutie op Noordzee. Daanra worden secundaire effecten van klimaatverandering op het Noordzee-ecosysteem en de sociaal-economische activiteiten bepaald. Twee gedetailleerde gevalstudies (visserij en overstromingen) hebben een hoge graad van extrapolatie voor de Noordzee. Aanpassingsmaatregelen worden geformuleerd voor het ecosysteem en de andere mariene activiteiten. Organisaties: • Vakgroep Internationaal publiekrecht
Onderzoekers: • Frank Maes
Evaluatie van de functionele selectiviteit van het purino- en cannabinoïd ligand-receptor systeem in celmigratie. Universiteit Gent Abstract: G-proteïne gekoppelde receptoren zijn belangrijke aangrijpingspunten voor tal van geneesmiddelen. In dit project wensen we de effecten van purines en cannabinoïden te evalueren, met celmigratie als functionele'read-out'. Hiertoe zullen transiënte en stabiele celsystemen worden ontworpen, die zullen gebruikt worden voor de screening van een breed panel aan (potentiële) liganden. Deze functionele informatie (celmigratie) zal gekoppeld worden aan biochemische informatie (receptor activatie). Organisaties: • Vakgroep Bioanalyse
Onderzoekers: • Christophe Stove
Evaluatie van de functie van LRP4 in de regulatie van de Wnt/B-catenine afhankelijke signalisatie en van de botvorming. Universiteit Antwerpen Abstract: Osteoporose is een frequent voorkomende aandoening die wordt gekenmerkt door een verlaagde botdensiteit en een verhoogd fractuurrisico. Voorafgaande studies hebben reeds aangetoond dat de Wnt/-catenin afhankelijke pathway, een belangrijke rol heeft in de regulatie van de botdensiteit. LRP4 is een transmembranair proteïne dat een belangrijke rol speelt in de regulatie van deze Wnt pathway. Bijgevolg is het doel van deze studie om de rol van LRP4 in de regulatie van de Wnt signalisatie en in de regulatie van de het botmetabolisme verder op te helderen. Deze kennis kan leiden tot nieuwe mogelijkheden in de ontwikkeling van geneesmiddelen voor osteoporose en andere botaandoeningen. Organisaties: • Medische genetica van obesitas en skeletaandoeningen (MGENOS)
Onderzoekers: • Wim Van Hul • Eveline Boudin
Evaluatie van de flexibele norm, zoals opgenomen in het ministeriële besluit tot gelijkstelling van bepaalde dagen afwezigheid met werkelijke aanwezigheid in het raam van de subsidies voor het verblijf van de minderjarigen in de voorzieningen van de bi... Vrije Universiteit Brussel Abstract: De centrale onderzoeksdoelstelling is een grondige analyse van de implicaties van het vernieuwde ministeriële besluit tot gelijkstelling van bepaalde dagen afwezigheid met werkelijke aanwezigheid in het raam van de subsidies voor het verblijf van de minderjarigen in de voorzieningen van de bijzondere jeugdbijstand van de categorieën 1 en 2, waarbij de meerwaarde op cliënt- en organisatieniveau moet worden aangetoond. Tevens moet dit onderzoek aanbevelingen genereren inzake de organisatie en subsidiëring van het (residentiële) hulpaanbod in de bijzondere jeugdbijstand. Organisaties: • Klinische- en Levenslooppsychologie
Onderzoekers: • JOHAN VANDERFAEILLIE
Evaluatie van de federale infocampagne drugs en alcohol. Universiteit Antwerpen Abstract: Achtergrond Tussen 29 januari en 25 februari 2008 werd een nationale informatie- en preventiecampagne gelanceerd op televisie, grote publiciteitspanelen, dagbladen en postkaarten. Met behulp van een 'Feit of Fabel-concept' probeert de campagne het thema "alcohol en drugs" meer bespreekbaar te maken in de algemene Belgische bevolking. Daarenboven tracht de campagne de mensen aan te sporen na te denken over het thema en zichzelf te informeren over het thema door aangeboden contactadressen te verkennen: een specifieke telefoonlijn en een website. Deze campagne werd geëvalueerd om zijn effectiviteit in kaart te brengen.
Methode In de eerste fase werd de campagne voor het grote publiek geëvalueerd. Volgens een nauwgezet script werden telefonische vragenlijsten afgenomen, proportioneel verspreid over de verschillende provincies in België. Een cd-rom met daarop 4.500.000 abonnees van vaste lijnen werd gebruikt om een steekproef van 1.000 personen te bekomen. Om een meer representatieve steekproef verspreid over alle leeftijdgroepen te krijgen, werden mobiele telefoonnummers verkregen en 50 jongeren werden geïnterviewd in de straat in Brussel en Antwerpen. In de tweede fase hebben we diepte-interviews gedaan om het promotiemateriaal van de campagne te evalueren bij personen van gezondheids- of jeugdsectoren die het materiaal gebruikt hebben.
Resultaten
De responsgraad voor de telefonische vragenlijsten was: van de 2687 gebelde nummers hebben 864 (32.2%) geantwoord, 1295 (48.4%) waren niet bereikbaar en 446 (16.5%) personen weigerden deel te nemen. Van de 1.000 succesvolle gesprekken hebben 188 (18.8%) de campagne gezien. Voor 42.6% van deze groep, heeft de campagne aangezet na te denken over hun alcohol- en druggebruik en dat van hun omgeving. 35.1% van de personen die de campagne gezien hebben werden aangezet te praten over hun alcohol- en druggebruik en dat van hun omgeving. Eerste resultaten van de diepte-interviews: de campagne kan meer humor of prenten gebruiken en ze mag langer duren. Organisaties: • Epidemiologie en sociale geneeskunde (ESOC)
Onderzoekers: • Guido Van Hal
Evaluatie van de effectiviteit van trajectcontrole (proefopstelling ter hoogte van E17 - viaduct Gentbrugge, richting Kortrijk) Universiteit Hasselt Abstract: In de studie 'Evaluatie van de effectiviteit van snelheiscamera's op vlak van verkeersveiligheid' werden 3 locaties geselecteerd voor het uitvoeren van de snelheidsmetingen als onderdeel van het onderzoek dat zowel het evalueren van het effect van onbemande camera's op rijsnelheid (eerste deel) als het evalueren van het effect van de onbemande camera's op het aantal ongevallen omvat (tweede deel). Deze opdracht voorziet een uitbreiding op de oorspronkelijke taak, meerbepaald wordt in deze opdracht een evaluatie gemaakt van de effectiviteit van een systeem van trajectcontrole. In het bijzonder gaat het over de effectiviteit van de proefopstelling ter hoogte van het viaduct Gentbrugge op de E17 Antwerpen-Gent-Kortrijk in de richting Kortrijk. Organisaties: • Verkeersveiligheid • Verplaatsingsgedrag • Instituut voor Mobiliteit
Onderzoekers: • Tom BRIJS • Gerhard WETS • Stijn DANIELS
Evaluatie van de effectiviteit van snelheidscamera's op vlak van verkeersveiligheid. Universiteit Hasselt Abstract: Centraal in het uit te voeren onderzoek staat het beantwoorden van de vraag of de camera's een gunstig effect hebben op de verkeersveiligheid. Er is sprake van twee te onderzoeken effecten: enerzijds is er het effect van het aantal ongevallen, anderzijds het effect op de rijsnelheid. Het effect op het aantal ongevallen kan als het beoogde effect op langere termijn beschouwd worden. Dit effect is echter indirect aangezien de plaatsing van een onbemande camera als dusdanig geen direct effect heeft op het aantal of de ernst van ongevallen kan hebben. Het effect op het aantal ongevallen verloopt immers via een tussenliggende variabele, namelijk de snelheid, aangezien een verhoogd toezicht via onbemande camera's in eerste instantie een potentieel effect heeft op het snelheidsgedrag. De evaluatie zal dus zowel gebeuren op het vlak van de effecten op de snelheid als het aantal ongevallen. Organisaties: • Verkeersveiligheid • Data-analyse en Modellering • Instituut voor Mobiliteit
Onderzoekers: • Tom BRIJS • Gerhard WETS
Evaluatie van de effectiviteit van natuurtechnische maatregelen in het waterlopenbeheer. Universiteit Antwerpen Abstract: In het kader van Integraal Waterbeheer worden diverse herstelprojecten uitgevoerd in de rivierbekkens, zonder dat er achteraf een grondige wetenschappelijke evaluatie van de uitgevoerde maatregelen gebeurd. Binnen dit project ligt de nadruk op de evaluatie van een aantal door de provincie van Antwerpen uitgevoerde herstelprojecten, waarbij o.a. gebruik gemaakt wordt van beoordelingstechnieken op basis van de aanwezige macrofyten, macro-invertebraten en vissen . De evaluatie zal vervolgens worden gebruikt als input voor educatief materiaal voor waterbeheerders met betrekking tot de genomen maatregelen. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire
Evaluatie van de effecten van de maximumfactuur op de consumptie van gezondheidszorg. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project zal trachten volgende onderzoeksvragen te beantwoorden: - Wat is de totaalkost van de maximumfactuur aan de sociale zekerheid (collectieve kost)? - Wie heeft gebruik gemaakt van de maximumfactuur (doelgroepen)? - Zijn er consumptieverschillen voor bepaalde groepen voor en na de invoering van de maximumfactuur (gedragseffecten)? Organisaties: • Algemene economie
Onderzoekers: • Diana De Graeve
Evaluatie van de ecologische staat van waterlichamen en vijvers van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in 2013, (in toepassing van de Ordonnantie Water van 20/10/2006) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Artikel 51 § 2.2 van de ordonnantie van 20 oktober 2006 tot opstelling van een kader voor het waterbeleid (Kaderordonnantie Water van het Brussels-Hoofdstedelijk Gewest, hierna KOW genoemd) bepaalt het volgende: "[...] De Regering stelt, binnen dezelfde termijn, de lijst vast van de gewestelijke of gemeentelijke besturen, van de intercommunales of andere gewestelijke instellingen van openbaar nut en van de rechtspersonen die actief zijn in het beheer van de waterkringloop in het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest die haar, op haar verzoek en binnen de door haar vastgestelde termijn, de informatie over hun bevoegdheden moeten verstrekken die relevant is voor de opstelling van het plan". Die lijst moet bijgevolg worden bijgewerkt met het oog op de herziening van het Waterbeheersplan dat op 22 december 2015 afloopt. Er wordt voorgesteld om een basislijst voor te leggen aan de operatoren die een openbaredienstopdracht verzekeren en een uitgebreide lijst aan de andere actoren die op het vlak van waterbeheer in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest actief zijn: ? De basislijst bevat de operatoren die een openbaredienstopdracht inzake water uitoefenen op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, zoals gedefinieerd in artikel 17 van de KOW onder de bescherming van de bevoegde overheid: de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. ? De uitgebreide lijst inventariseert de actoren, verschillend van de actoren vermeld in de basislijst, die actief zijn op het gebied van water en van wie de activiteit of de ervaring in het beheer van de waterkringloop relevant voor de belangrijke kwesties van het Waterbeheersplan (WBP) worden geacht. Deze lijst vermeldt ook Leefmilieu Brussel (BIM) voor de openbaredienstopdrachten die het uitoefent in het kader van het beheer van de waterkringloop, maar die niet bij bedoeld artikel 17 van de KOW zijn toegewezen. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest beheert de overheidssector de waterkringloop globaal en geïntegreerd. De waterdiensten zijn van algemeen belang. We onderscheiden twee categorieën actoren die in de waterkringloop actief zijn: - de collectieve actoren (daaronder begrepen de operatoren en andere instellingen van openbaar nut die actief zijn in het beheer van de waterkringloop) zoals de gemeenten, intercommunales, industriële consortia en verenigingen. - de individuele actoren: (bewoners, zie enkele landbouwers) verbruiken water, lozen afvalwater, verspreiden eventueel diffuse verontreiniging (meststoffen, voertuigen). Ze betalen de waterfactuur en onttrekken soms rechtstreeks water aan de waterlaag. Ter informatie: de bevolking van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest telt 1 132 781 bewoners (IBSA, 2012), wat neerkomt op een bevolkingsdichtheid van meer dan 7000 bewoners per km². Op zich vertegenwoordigt de Brusselse bevolking om en bij de 10% van de totale populatie van het Internationale Stroomgebiedsdistrict van de Schelde. Organisaties: • Biologie
Onderzoekers: • LUDWIG TRIEST
Evaluatie van de ecologische staat van sterk veranderde en artificiële waterlichamen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zoals bepaald in de Kaderrichtlijn Water 2000/60/EG. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Evaluatie van de ecologische staat van sterk veranderde en artificiële waterlichamen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zoals bepaald in de Kaderrichtlijn Water 2000/60/EG. Organisaties: • Biologie
Onderzoekers: • LUDWIG TRIEST
Evaluatie van de druk/volumerelatie van de rechter ventrikel, tijdens inspanning, in patiënten met pulmonale hypertensie. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Cardiologie
Onderzoekers: • Marion Delcroix • Hein Heidbüchel
Evaluatie van de diversiteit van intra-gastheer hepatitis B virus populaties en gastheer-specifieke immuunmerkers aan de hand van next-generation sequencing: van chronische infectie tot leverfalen en leverkanker. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Klinische & Epidemiologische Virologie
Onderzoekers: • MahmoudReza Pourkarim
Evaluatie van de conventie locomotorische revalidatie gefinancierd door het RIZIV. Universiteit Antwerpen Abstract: Evaluatie van de conventie locomotorische revalidatie gefinancierd door het RIZIV. Organisaties: • Algemene economie
Onderzoekers: • Mike Smet
Evaluatie van de convenantenregeling bij het VAPH. Universiteit Antwerpen Abstract: Het sturen van welzijnsvoorzieningen gebeurt niet enkel via algemene regels maar meer en meer ook met convenanten. In casu gaat het hier over het distribueren van extra-capaciteit die residentiële voorzieningen enkel ambulant kunnen inzetten. Dit onderzoeksproject analyseert de voordelen en beperkingen van dit instrument, voor de gebruikers, de voorzieningen en de financierende overheid. Organisaties: • Welzijn en verzorgingsstaat
Onderzoekers: • Jozef Breda
Evaluatie van de compressie-eigenschappen van farmaceutische formulaties met behulp van een rotatieve comprimeermachine Universiteit Gent Abstract: Een volledig geïnstrumenteerde rotatieve tabletpers zal worden aangewend: 1. voor het tabletteren van granules geproduceerd via continue granulatie (twin-screw extrusie) 2. voor het bepalen van de compressie-eigenschappen van poeders geproduceerd via co-sproeidrogen van geneesmiddelen en hulpstoffen. 3. voor het bepalen van het effect van een verlengde 'dwell time' gedurende compressie en van
een constante tabletdensiteit op de tableteigenschappen (hardheid, desintegratie, geneesmiddelvrijstelling) Organisaties: • Vakgroep Geneesmiddelenleer
Onderzoekers: • Jean Remon • Chris Vervaet
Evaluatie van de CD4+ T cel respons geïnduceerd door mRNA geëlektroporeerde humane dendritische cellen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Anti-tumor vaccins kunnen toegediend worden als aanvullende therapie samen met conventionele therapieën, of aan patiënten wiens tumorcellen een multi-drug resistent fenotype gekregen hebben, zodat klassieke therapie niet meer baat. Omdat dendritische cellen (DCs) de enige antigen-presenterende cellen van het immuunsysteem zijn die in staat zijn naïeve T lymfocyten te stimuleren, vormen ze ideale kandidaten voor gebruik in kanker immuuntherapie Organisaties: • Fysiologie
Onderzoekers: • Aude BONEHILL
Evaluatie van de capaciteit van dendritische cellen en immunomodulerende drugs om veelvoudige myeloma-specifieke immuunresponsen te verbeteren Vrije Universiteit Brussel Abstract: Kankeronderzoek: Evaluatie van de capaciteit van dendritische cellen en immunomodulerende drugs om veelvoudige myeloma-specifieke immuunresponsen te verbeteren Organisaties: • Fysiologie
Onderzoekers: • KRISTIAAN THIELEMANS
Evaluatie van de bouwstenen en concept demonstratie van gemakkelijk installeerbare fysische contactconnectoren voor toekomstige fiber optische netwerken Universiteit Gent Abstract: Het Project omhelst een aantal technische facetten die onderzocht moeten worden om over te gaan tot de concrete ontwikkeling van een gamma van connectoren. Het einddoel ligt in een connector voor mono mode vezel met een verzwakking van het optisch signaal met minder dan 0.15dB. Tyco Electronics wil deze interconnectietechnologie aanvullen met een verbeterde meting van het netwerk door middel van een op Bragg reflectie gebaseerde technologie, waardoor het aantal interventies verder gereduceerd en efficiënter doorgevoerd kan worden door betere lokalisatie van het probleem Organisaties: • Vakgroep Organische chemie (WE)
Onderzoekers: • Peter Dubruel
Evaluatie van de bioveiligheid van probiotische melkzuurbacteriën bestemd voor humaan gebruik. (PROSAFE) Universiteit Antwerpen Abstract: Probiotische bacteriën, voornamelijk melkzuurbacteriën (MZB) (bv. lactobacilli, pediococci, enterococci en bifidobacteriën) worden als veilig beschouwd voor humaan gebruik. Toch hebben recente infecties, de verspreiding van antibiotica resistentiegenen en de ontwikkeling van nieuwe en/of gemodificeerde probiotische melkzuurbacteriën tot een zekere ongerustheid geleid op gebied van bioveiligheid. Het doel van dit project is dan ook om de bioveiligheid van deze probiotische MZB na te gaan. Isolaten van gezonde personen en immuungecompromiteerde patiënten, commercieel beschikbare en nieuwe probiotische MZB zullen bestudeerd worden. Na taxonomische identificatie van de probiotische MZB zal hun bioveiligheid worden nagegaan aan de hand van: (i) de detectie van antibiotica resistentie en horizontale transfer van antibiotica resistentiegenen; (ii) de detectie van nieuwe en gekende virulentiefactoren; (iii) evaluatie van immunologische effecten van MZB; (iv) overleving, kolonisatie en genetische stabiliteit van probiotische MZB in de darm. Het project zal leiden tot de ontwikkeling van bioveiligheidscriteria en testen van de bioveiligheid van MZB. De conclusies van het project zullen voorgesteld worden op de slotconferentie. Organisaties: • Medische microbiologie • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Herman Goossens
Evaluatie van de antibiotica (ciprofloxacin en Fluconazol) voor de behandeling van infecties bij premature geboorten en op tijd geboren baby's. (TINN) Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EU. UA levert aan EU de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Laboratorium Experimentele geneeskunde en Pediatrie (LEMP)
Onderzoekers: • Bart Van Overmeire
Evaluatie van de 5-HT2A receptoren in de hersenen van depressieve patiënten met 123 I-5-I-R91150 en single photon emission computerized tomography. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Er bestaat sinds enige tijd een heropleving van de interesse voor een rol van dopamine bij depressieve toestanden. In diermodellen voor depressie werd met name het belang van het mesolimbisch dopamine systeem aangetoond. Wij hebben recent (D'haenen and Bossuyt, 1994) een verhoging van dopamine D2 receptoren in de basale ganglia van depressieve patiënten kunnen aantonen. De invloed van een antidepressieve behandeling op deze D2 receptoren werd nooit in vivo bij de mens onderzocht. In gedragsfarmacologische studies bij dieren werd een verhoogde responsiviteit van postsynaptische D2 receptoren na chronische antidepressieve behandeling aangetoond (Spyraki and Fibiger, 1981; Maj, 1990;
...). Nog bijdieren kon geen wijziging in dopamine D2 receptor binding na een dergelijke behandeling worden aangetoond (Bergstrom and Kellar, 1979; Rosenblatt et al, 1979; Tang et al, 1981;...). De bedoeling van dit project bestaat erin de invloed van een antidepressieve behandeling op de dopamine D2 receptoren, in vivo bij de mens, na te gaan. Organisaties: • Specialiteiten (KNO, Dermatologie, Oftalmologie, Psychiatrie)
Onderzoekers: • HUGO D'HAENEN
Evaluatie van culturen en co-culturen van hepatocyten als in vitro model voor biotransformatie- en toxiciteitsstudies van geneesmiddelen Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit researchproject ligt volledig in de ljin van het basisonderzoek van FAFY en biedt een verder uitdiepen van het model "co-cultuur van hepatocyten met epitheelcellen" als alternatief voor in vivo toxiciteits- en biotransformatiestudies van geneesmiddelen. Het sluit aan bij vorige projecten die gesteund werden door het NFWO en de OZR en bij de 2 nieuwe projecten die door de EEG gefinancierd worden (DG XI). Het project omvat : - Onderzoek naar het fase I biotransformatie-enzyme flavine containing monooxy- genase, een sleutel biotransformatiesysteem dat in vivo redelijk bestudeerd werd maar waarvan in vitro niets geweten is. De verschillende isoenzymen staan in voor de oxygenatie van N-,S-,Se- en Pbevattende geneesmiddelen en het onderzoek zal gebeuren op 3 niveau's : enzymen, protelnen en mRNA en dit zo mogelijk bij verschillende species. - Een tweede deel omvat de studie van het glutathion afhankelijke detoxicatie- svsteem in culturen en co-culturen. De hypothese dat oxidatieve stress,vermoedelijk hoger in culturen dan in co-culturen, mogelijks aan de basis ligt van de dedifferentiatie in de biotransformatiesystemen, in hogere mate geobserveerd in culturen dan in co-culturen, zal onderzocht worden. Dit is mogelijk door na te gaan welk het verband is tussen peroxidatie, malondialdehyde produktie glutathionconcentratie, glutathion reductase en glutathion peroxidase aktiviteit en dit in verschillende cultuurcondities. Organisaties: • Farmaceutische en Farmacologische Wetenschappen
Onderzoekers: • VERA ROGIERS
Evaluatie van Crisis en Case Management. (ECCAM) Universiteit Antwerpen Abstract: Middelengebonden stoornissen komen vaak voor in de Belgische algemene bevolking. Deze stoornissen starten vroeg (tussen 16 en 21 jaar) en worden gekenmerkt door een chronisch verloop met frequente terugvalverschijnselen. Personen met middelengebonden problemen zoeken vaak hulp in de spoedgevallensetting. Een belangrijke behandelingsstrategie is case management binnen de crisisopvang, een gegeven dat onvoldoende is onderzocht in België. Het project bestaat uit een stapsgewijze evaluatie van bovenstaande crisisopvangmogelijkheden met 5 doelstellingen: (1) 'epidemiologische mapping' van deze voorzieningen, (2) omschrijving van het begrip 'crisis' in het kader van de doelgroepen van deze voorzieningen; (3) identificatie van de specifieke kerntaken van case management voor de doelpopulatie; (4) een gezondheidseconomische visie op de resultaten bekomen in de eerste 3 doelstellingen; (5) formulering van aanbevelingen met het oog op een betere afstemming van het zorgaanbod op de zorgvraag. Organisaties: • Epidemiologie en sociale geneeskunde (ESOC)
Onderzoekers: • Guido Van Hal • Philippe Beutels
Evaluatie van cardiale remodeling na acuut myocard op lange termijn metcardiocvasculaire magnetische resonantie beeldvorming. Naar een beter inzicht van de onderliggende mechanismen bij ischemisch hartfalen. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Groep Biomedische Wetenschappen • Translationele MRI
Onderzoekers: • Jan Bogaert • Stefan Janssens
Evaluatie van capillaire electrochromatografie voor chirale scheidingen Vrije Universiteit Brussel Abstract: Capillaire electrochromatografie (CEC) is een scheidingstechniek die de eigenschappen van chromatografie en capillaire electroforese (CE) combineert. Scheidingen worden uitgevoerd door het aanleggen van een spanning (zoals in CE) over een capillair, gevuld met stationaire fase (zoals in chromatografie). CEC is dus een chromatografische techniek op een CE-systeem. De drijvende kracht voor de vloeistofstroom in de capillairen is de electro-endosmotische flow die het gevolg is van het aanleggen van de spanning. Zowel CEC als CE kunnen gebruikt worden om chirale stoffen enerzijds en een geneesmiddel en zijn onzuiverheden anderzijds, te scheiden. Dit project is gelinkt aan een lopend onderzoek binnen de Separation Group van het FABI departement, VUB, Brussel, België, namelijk de creatie van een Knowledge Based System (KBS) voor Chirale Scheidingen. Binnen het hier voorgestelde project wordt de ontwikkeling van snelle chirale scheidingen met CEC beschouwd. Minimale screening designs, b.v. saturated twee- en drie-level factorials, zullen gebruikt worden. Het doel van dit project is de ontwikkeling van scheidingsstrategieën, die moeten toelaten te evalueren of CEC als een additionele techniek kan toegevoegd worden aan het KBS. Organisaties: • Analytische Scheikunde en Farmaceutische Technologie
Onderzoekers: • DESIRE MASSART • Yvan VANDER HEYDEN • JOHANNA VERBEKE
Evaluatie van beschikbare gegevens over aanwezigheid van gechloreerde verbindingen in lokaal geteelde voeding en de relevantie ervan voor humane belasting als basis voor een ontwerp actieplan afgestemd op de beoogde doelgroepen. Universiteit Antwerpen Abstract: De studie heeft als doel: de evaluatie van beschikbare gegevens over aanwezigheid van gechloreerde verbindingen in lokaal geteelde voeding en de relevantie ervan voor de humane belasting als basis voor een ontwerpactieplan afgestemd op de beoogde doelgroepen. Organisaties: • Milieu en Samenleving (M&S)
Onderzoekers: • Ilse Loots • Lieve Goorden
Evaluatie van beleid voor duurzame productie- en consumptiepatronen. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project beoogt een evaluatie van beleidsinitiatieven, meer bepaald van hun beoogde doelstellingen, hun formulering, hun efficiëntie en hun doelmatigheid. Het project heeft de volgende doelstellingen: (1) nagaan of de Belgische beleidsmaatregelen die een verandering in productieen consumptiepatronen beogen (zoals opgesomd in de inventaris van de FOD Volksgezondheid en Milieu) een coherent geheel vormen; (2) een analyse maken van de sterkten en de zwakten van het bestaande beleid; (3) aanbevelingen formuleren op basis van relevante concepten, instrumenten en methoden. We houden hierbij ook rekening met vrijwillige initiatieven van private actoren en beleid. Organisaties: • Instituties en Meerlagige Politiek (ACIM)
Onderzoekers: • Peter Bursens • Ilse Loots
Evaluatie van beleidsscenario's met betrekking tot fijn stof (PM2.5). Universiteit Antwerpen Abstract: De gevolgen voor de volksgezondheid van luchtverontreiniging door deeltjes wordt nu als een belangrijk thema voor het beleid erkent, maar er zijn nog belangrijke onzekerheden m.b.t. de verklaring van deze impacts, en welke kenmerken van de deeltjes hiervoor verantwoordelijk zijn. Voorgesteld onderzoek wil in de context van deze onzekerheid prioritaire "no- regret" beleidsmaatregelen identificeren, dit zijn maatregelen die -rekening houdend met bovenvermelde onzekerheden - het meest relevant zijn om de impacts in Vlaanderen te beperken. Hiertoe zal uit een kritisch overzicht van de internationale kennis op gebied van de effecten en mechanismen van fijn stof verschillende hypotheses worden geïdentificeerd. Ten tweede zal een stand van zaken worden opgemaakt met betrekking tot de bronnen en verspreiding van fijn stof. De hierbij vastgestelde leemtes zullen we aanvullen via het uitvoeren van bijkomende metingen en analyses. Op basis van deze geactualiseerde informatie kunnen we dan de baten van verschillende beleidsmaatregelen doorrekenen aan de hand van geactualiseerde verspreidings- en impact modellen. Uit deze resultaten kunnen we tenslotte een set van no-regret beleidsmaatregelen identificeren, in functie van verschillende verklaringsmechanismen voor de schadelijkheid van deeltjes. Organisaties: • Micro- en Sporenanalyse • AXES
Onderzoekers: • Rene Van Grieken
Evaluatie van beleidsmaatregelen voor de promotie van milieuvriendelijke voertuigen. Evaluation of policy measures for the promotion of cleaner vehicles. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Deze studie verricht onderzoek naar de meest optimale beleidsmaatregelen die de milieuperformantie in het aankoopgedrag van wagens kunnen integreren. Hiertoe zal er in fase één een aankoop- en gebruiksmodel ontwikkeld worden. Dit micro-economisch model zal vooreerst de beslissingsfactoren die cruciaal zijn bij de aankoop van een wagen formuleren, opgesplitst naar private en bedrijfsvoertuigen. Vervolgens zal er een Life Cycle Cost (LCC) model opgemaakt worden dat zowel de private als de externe kosten in kaart zal brengen van voertuigen met conventionele en alternatieve brandstoffen en aandrijfsystemen. Een tweede onderdeel van de LCC analyse zal bestaan uit de analyse van prijselasticiteiten teneinde gedragsveranderingen als gevolg van prijsveranderingen te onderzoeken. Een laatste deel van de LCC-analyse bestaat uit simulaties onder nieuwe prijs- en regulatorische maatregelen. Tot slot zal het aankoop- en gebruiksmodel ontwikkeld worden gebaseerd op de verschillende marktsegmenten, beslissingsfactoren en elasticiteiten. Rekening houdend met de belangrijkste potentiële hindernissen, kunnen implementatiepaden ter promotie van milieuvriendelijke voertuigen ontwikkeld worden. In de tweede fase zal er gebruik gemaakt worden van de Multi-Actor-Multi-Criteria-Analyse (MAMCA) (Macharis et al., 2004) om het maatschappelijk draagvlak van de implementatiepaden te toetsen. Deze MAMCA zal toelaten beleidsaanbevelingen te formuleren die de aankoop en het gebruik van milieuvriendelijke voertuigen in België moeten stimuleren. Organisaties: • Bedrijfseconomie en Strategisch Beleid • Mobiliteit en voertuig technologie onderzoeksgroep
Onderzoekers: • Laurence TURCKSIN • CATHY MACHARIS
Evaluatie van Autobussen met Hybride Aandrijvingen Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' MIVB' hebben voor het project ' Autobussen met Hybride Aandrijvingen (AHA) MIVB' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Elektrotechniek-Energietechniek • Mobiliteit en voertuig technologie onderzoeksgroep
Onderzoekers: • Thierry Clement COOSEMANS • Maarten MESSAGIE • Julien MATHEYS • JOERI VAN MIERLO
Evaluatie van arm- en handfuncties bij kinderen en jong volwassenen metDuchenne Spierdystrophie. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Neuromotorische Revalidatie
Onderzoekers: • Hilde Feys • Nathalie Goemans
Evaluatie van APP-gerelateerde moleculen in het transgene APP23 muismodel voor de ziekte van Alzheimer. Universiteit Antwerpen Abstract: Het verband tussen amyloïd ß pathologie en klinische symptomatologie van de ziekte van Alzheimer is onvoldoende overtuigend. Recent werd de amyloïd cascade theorie aangevuld met niet-fibrillaire oplosbare Aß oligomeren (Aß-derived diffusible ligands (ADDL), dewelke hierin de ontbrekende schakel zouden kunnen vormen. ADDL en andere amyloïd precursor proteïne gerelateerde moleculen zullen geanalyseerd worden in het valide APP23 transgeen muismodel. Organisaties: • Neurochemie en gedrag
Onderzoekers: • Debby Van Dam
Evaluatie van anti-galectine-1 geneesmiddelen in combinatie met chemo- immunotherapie bij de behandeling van hooggradige gliomen. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Experimentele Neurochirurgie & -anatomie
Onderzoekers: • Stefaan Van Gool • Steven De Vleeschouwer • Matthias Van Woensel
Evaluatie van 5-HT4 receptor agonisme in centrale en perifere in vitro modellen Universiteit Gent Abstract: De invloed van een reeks nieuwe 5-HT4 receptor agonisten wordt nagegaan in verschillende elektrofysiologische protocols in hippocampale hersenschijfjes van de rat. Effecten op perifere 5-HT4 receptoren worden nagegaan in 4 modellen : de spierlaag van het slijmvlies in de slokdarm van de rat, de proximale dikdarm bij de cavia en de proximale maag en het linker atrium bij het varken. Organisaties: • Vakgroep Farmacologie
Onderzoekers: • Romain Lefebvre
evaluatie van 2000 planten Lolium multiflorum Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Plantaardige productie
Onderzoekers: • Dirk Reheul
Evaluatie "Rokers verdienen een beloning ... als ze 24 uur niet roken". Universiteit Antwerpen Abstract: Evaluatie "Rokers verdienen een beloning ... als ze 24 uur niet roken". Organisaties: • Epidemiologie en sociale geneeskunde (ESOC)
Onderzoekers: • Guido Van Hal
Evaluatieproject Europese Werkgelegenheidsstrategie. Studie werkloosheid en leefloon. Universiteit Antwerpen Abstract: Evaluatieproject Europese Werkgelegenheidsstrategie. Studie werkloosheid en leefloon. Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Ive Marx
Evaluatie pilootproject 'de flexibele opdracht van de leerkracht L.O.' Vrije Universiteit Brussel Abstract: 1. Situering De laatste jaren raakte de sportsector er van overtuigd dat er ingrijpende maatregelen nodig zijn om de kwaliteit in de jeugdsport te verbeteren. De professionalisering van de begeleiding wordt, naast de inzet van de talrijke onmisbare vrijwilligers, een grote uitdaging voor de 21ste eeuw beschouwd. Om die reden wordt reeds een aantal jaren gedacht aan het efficiënt inzetten van de leerkrachten L.O. om de problemen inzake het tekort aan kwaliteit in de sportieve begeleiding van jongeren op te vangen en de vrijwilligers in de naschoolse sport te ondersteunen. In het 'Strategisch Plan voor Sportend Vlaanderen' (Martens, 1997) en de beleidsnota 2000-2004 wordt de leerkracht L.O. duidelijk voorgesteld als een spilfiguur in de samenwerking tussen de school, de gemeente en de club. In dit beleidsdocument krijgen begrippen als kwaliteit, kwaliteitscriteria, kwaliteitscontrole en kwaliteitszorg ruime aandacht in het kader van schoolsport en andere vormen van georganiseerde sport. De Vlaamse regering keurde in 2000 het project 'flexibele opdracht van de leerkracht L.O.' goed. Hierbij wordt de leerkracht L.O. deeltijds gedetacheerd uit het onderwijs en krijgt hij/zij een deeltijdse opdracht in het naschoolse lokale sportgebeuren. Op 1 september 2001 gingen 17 leerkrachten met hun activiteiten van start. Het pilootproject loopt ten einde op 31 augustus 2002. De strategische doelstelling die binnen het project wordt beoogd, luidt als volgt: 'Zoveel mogelijk jongeren op een verantwoorde manier laten bewegen en beter leren bewegen via het inschakelen van de leerkracht L.O. in de naschoolse sportbeoefening in school, gemeente en club en finaal de jongeren stimuleren om lid te worden van een sportclub.' Het proefproject wordt zowel intern vanuit de cel Sport (Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, administratie Cultuur, afdeling Jeugd & Sport) als extern aan de hand van een wetenschappelijk onderzoek geëvalueerd. Aangezien het project en het onderzoek nog niet zijn afgerond, zal de nadruk worden gelegd op het onderzoeksopzet. 2. Onderzoeksopzet
In onze studie wordt nagaan of het haalbaar en zinvol is het concept 'flexibele opdracht van de leerkracht L.O.' op grotere schaal te implementeren met een meerwaarde voor alle partners, met name de jongeren, de instanties en uiteraard de leerkrachten zelf. De onderzoeksvragen richten zich voornamelijk naar de invloed van de leerkrachten op de sportstimulering, de kwaliteit van de begeleiding en het sportbeleid, naar jobtevredenheid en naar mogelijke hindernissen en knelpunten. Verder wordt nagegaan welke ervaringen de jongeren en de betrokken instanties hebben met de flexibele leerkracht en welke veranderingen voor hen merkbaar zijn tussen de situatie voor en tijdens het proefproject. De dataverzameling gebeurt aan de hand van diepte-interviews bij de 17 leerkrachten, observaties van naschoolse activiteiten en groepsinterviews bij de deelnemers en partners (school, gemeente, sportclub, federatie) en een groepsgesprek met de selectiecommissie. Naast dit kwalitatief onderzoek bestaat de evaluatie tevens uit een kwantitatief luik, waarbij de leerlingen schriftelijk bevraagd worden aan de hand van een enquête. Voor het conceptueel kader, die de basis vormt voor de interpretatie van de onderzoeksgegevens, wordt beroep gedaan op vier hoofdthema's: - de basiscompetenties van de leerkracht L.O. en van de jeugdtrainer; - de ervaringen van leerlingen met de sportieve begeleiding in de lichamelijke opvoeding en de naschoolse sport; - sportstimulering; - kwaliteitszorg in het jeugdsportbeleid.
Referenties Martens, L. (1997). Het strategisch plan voor sportend Vlaanderen. Brussel: Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. Organisaties: • Bewegingsvorming en Sporttraining
Onderzoekers: • RENE GOOSSENS • KRISTINE DE MARTELAER
Evaluatie pedagogische begeleidingsdiensten volwassenenonderwijs en VOCVO. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project wordt uitgevoerd om de werkzaamheden van de commissie te ondersteunen die verantwoordelijk is voor de evaluatie van de pedagogische begeleidingsdiensten (PBD) in het volwassenenonderwijs en het Vlaams ondersteuningscentrum voor volwassenenonderwijs (Vocvo). Het onderzoek spitst zich toe op de werking, het bereik en de gepercipieerde effecten van de aanvullende opdrachten van de PBD in het volwassenenonderwijs en van Vocvo, alsmede hun samenwerkingsverband. Organisaties: • EduBROn
Onderzoekers: • Peter Van Petegem • Jan Vanhoof
Evaluatie op populatieniveau van de kwaliteit en kosteneffectiviteit van zorg aan het levenseinde Vrije Universiteit Brussel Abstract: Care often tends to focus on cure and life-prolonging treatments until the very last stages of life, even when no longer warranted or beneficial. This 'aggressiveness' of end-of-life care impacts the quality and costs in the last phase of life. Up to date no robust population-level evaluation of the quality and costs of end-of-life care exists outside of North America. As collecting population-level data (across settings and types of care) would be an immense and costly effort, the challenge lies in making an efficient use of administratively collected data. Using high quality full-population health care claims and cancer registry data in Belgium we will address three research aims: - 1) to develop a comprehensive and valid set of quality indicators of end-of-life care in cancer, COPD, and dementia and calculate them at a population level - 2) to map the direct healthcare costs of end-of-life care at a population level in these illnesses - 3) to evaluate the influence of primary care and palliative care services on the quality and costs of end-of-life care A combination of evidence and stakeholder consensus will be used to develop quality indicators. Administrative full-population healthcare claims and cancer registry data will be used to calculate the quality indicators and the costs. A retrospective cohort design with a propensity score matching method (which is essential in order to compare comparable patients in different settings of the health care system) will be used to evaluate the influence of primary care and palliative care.
Organisaties: • Medische Sociologie
Onderzoekers: • Dirk HOUTTEKIER • Joachim COHEN • LIEVEN ANNEMANS
Evaluatie opmaak bekkenbeheerplannen. Universiteit Antwerpen Abstract: Deze opdracht heeft tot doel op basis van een evaluatie elementen voor verbetering te leveren voor de volgende plancycli van de bekkenbeheerplannen. Gefinancierd door de afdeling Haven- en Waterbeleid van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, worden een 20tal interviews afgenomen met belangrijke actoren in het integraal waterbeleid. De aandacht wordt toegespitst op het proces en de organisatie van de planvorming; verbetervoorstellen worden verzameld. Organisaties: • Milieu en Samenleving (M&S)
Onderzoekers: • Ilse Loots • Ann Crabbé
Evaluatieonderzoek "Welbevinden op school". Universiteit Antwerpen Abstract: Evaluatie van het project "Welbevinden op School (WOS)". Het project stelt zich tot doel scholen en schoolteams bewuster en op een meer systematische manier te laten stilstaan bij de kwaliteit van het preventie- en remediëringsbeleid in hun school." Organisaties: • EduBROn
Onderzoekers: • Peter Van Petegem • Jan Vanhoof
Evaluatieonderzoek van de vrijwilligerswerking binnen de diensten voor Slachtofferhulp Universiteit Gent Abstract: Sinds 1995 worden vrijwilligers ingezet binnen de diensten voor slachtofferhulp verbonden aan de Centra voor Algemeen Welzijnswerk. Op vraag van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap werd een onderzoek opgezet om in kaart te brengen welke de meerwaarde is van de inzet van vrijwilligers bij de diensten voor slachtofferhulp en onder welke voorwaarden deze (potentiële) meerwaarde optimaal gerealiseerd kan worden. Organisaties: • Vakgroep Sociale agogiek
Onderzoekers: • Nicole Vettenburg
Evaluatieonderzoek langetermijnparticipatie in het cAT project NOCA 2014-0471 (2014-0681). Universiteit Antwerpen Abstract: Het voeren van onderzoek naar de continuering van inspraak en participatie bij de implementatie en operationalisering van het cAtproject, met behulp van in de literatuur beschikbare kaders en modellen en het peilen van verwachtingen van betrokken actoren. Organisaties: • Milieu en Samenleving (M&S)
Onderzoekers: • Ilse Loots • Anne Bergmans
Evaluatieonderzoek Decreet Leren en Werken. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE IBSE Antwerpen
Onderzoekers: • Mike Smet
Evaluatieonderzoek Brussels Curriculum. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Onderwijsexperiment "Brussels curriculum" - Evaluatie In zijn Beleidsbrief Onderwijs 2008 gaat de minister dieper in op de problematiek van het Brussels Nederlandstalig onderwijs. Hij verwijst hierbij ook naar de rondetafelconferentie m.b.t. het Brussels onderwijs die onlangs plaatsgevonden heeft. Een van de thema's die hij behandelt, is het curriculaire thema, waaronder het Brussels curriculum. De minister kondigt aan dat het experiment "Brussels curriculum" wordt voortgezet in de eerste graad van het secundair onderwijs. 1.Het Centrum voor de Linguïstiek van de Vrije Universiteit Brussel heeft een evaluatieonderzoek gedaan over het Brussels curriculum tijdens het schooljaar 2004-2005 (eindrapport januari 2006). Dit onderzoek vond plaats in drie delen: (i) in oktober observaties in alle scholen (11), (ii) in februari casestudies in drie scholen en (iii) in juni en juli een bevraging van het beleid en van andere onderwijsactoren. Welk gevolg heeft de minister gegeven aan deze evaluatie? In hoeverre heeft hij er rekening mee gehouden in zijn beleid rond dit curriculum? 2.Plant de minister een nieuwe evaluatie van het Brussels curriculum? Het evaluatieonderzoek was namelijk niet onverdeeld positief over het experiment. Beschikt de minister over nieuwe elementen of informatie die de voortzetting van dit project ondersteunen? 3.In opvolging van de vraag om uitleg van Sven Gatz in december 2006 (Handelingen C54 van 14 december 2006, blz. 4-7) heb ik de volgende
vragen. Hoeveel scholen kiezen sinds dit schooljaar voor de variant om in de eerste graad meer taaluren te voorzien? Hoeveel scholen kiezen voor de tweede variant om een derde jaar in de eerste graad te voorzien? Hoe motiveren scholen welke keuze ze maken? Welke rol kan het Brussels curriculum blijven spelen om de uitdaging van de meertaligheid aan te pakken? Organisaties: • Germaanse Talen
Onderzoekers: • PIERRE VAN DE CRAEN
Evaluatie offertevoorstellen in het kader van het VIM-project "Openbaar personenvervoer te water: haalbaarheidsonderzoek voor trajecten over de Schelde naar antwerpen". Vrije Universiteit Brussel Abstract: Evaluatie offertevoorstellen in het kader van het VIM-project "Openbaar personenvervoer te water: haalbaarheidsonderzoek voor trajecten over de Schelde naar antwerpen". Organisaties: • Elektrotechniek-Energietechniek • Mobiliteit en voertuig technologie onderzoeksgroep
Onderzoekers: • JOERI VAN MIERLO
Evaluatie MDGSPOT.be (Millenniumdoelstellingen) Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' Wereldmediatheek vzw' hebben voor het project ' Evaluatie MDGSPOT.be (Millenniumdoelstellingen)' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • Leo VAN AUDENHOVE
Evaluatie lerarenopleiding vanuit het perspectief van de studenten en afgestudeerden. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het gevraagde onderzoek dient een bijdrage te leveren tot de evaluatie van de lerarenopleidingen die ingevoerd werden sedert 2007-2008. De evaluaties dienen te gebeuren vanuit het perspectief van de studenten en de afgestudeerden. Daarnaast heeft het evaluatieonderzoek ook tot doel om beter zicht te krijgen op de praktijk van de lerarenopleidingen in functie van mogelijke nieuwe beleidsinitiatieven. Organisaties: • Educatiewetenschappen
Onderzoekers: • Katrien STRUYVEN
Evaluatie lerarenopleidingen vanuit het perspectief van de opleidingen en de onderwijsinstellingen in het leerplichtonderwijs Universiteit Gent Abstract: Het decreet op de lerarenopleidingen van 2006 leidde tot vernieuwende ideeën in de Vlaamse lerarenopleidingen, gericht op innovatie, professionaliseren en excellentie van ons lerarenkorps. Om te evalueren of lerarenopleidingen de door de overheid beoogde kwaliteit realiseren, wordt in deze studie het Context Input Process Output Model - het CIPO-model - toegepast (Scheerens, 1990; cf. het CIPP model van Calder, 1994). Voor de lerarenopleiding wordt een vijfde pijler toegevoegd: 'Succession' (opvolging). Deze beleidsevaluatie gaat uit van het perspectief van alle actoren. Voorliggend onderzoeksvoorstel kiest het perspectief van de opleidingsinstellingen en de instellingen basis- en secundair onderwijs. Organisaties: • Vakgroep Onderwijskunde
Onderzoekers: • Martin Valcke
Evaluatie lerarenopleidingen vanuit het perspectief van de opleidingen en de onderwijsinstelingen in het leerplichtonderwijs Universiteit Gent Abstract: Onderzoeksvragen 1. Wat is het profiel van de student/cursist die in de lerarenopleiding instroomt? 2. Wat is het profiel van de lerarenopleiders, Zowel in de instellingen als in het werkveld? 3. Hoe zorgen lerarenopleidingen, rekening houdend met de diverse instroom, dat er kwalitatieve leraren uitstromen? 4. Wat doen lerarenopleidingen voor verdere professionalisering van opleiders? 5. Wat is het profiel van de doorstromende en uitstromende student/cursist in de lerarenopleiding? 6. In welke mate slagen de lerarenopleiding erin de basiscompetenties te realiseren bij hun studenten in opleiding en bij hun afgestudeerden? 7. Naar welke (vervolg)opleidingen of beroepssectoren stromen de afgestudeerden aan de lerarenopleiding door? 8. Welke initiatieven nemen lerarenopleiding i.v.m. de overgang initiële opleiding naar verdere professionalisering van (beginnende) leraren? 9. Welke zijn de belangrijkste toekomstige uitdagingen voor de lerarenopleidingen? Organisaties: • Vakgroep Onderwijskunde
Onderzoekers:
• Martin Valcke
Evaluatie instrument voor stageplaatsen verpleegkunde CLES+NL Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Gezondheidszorg Vesalius • Vakgroep Nursing • Vakgroep Voeding en Diëtetiek
Onderzoekers: • Willem De Keyzer • Sonia Labeau • Nico De Witte
Evaluatie en waardering van de archeologische sites Rooiveld-Papevijvers Oostkamp (West-Vlaanderen) Universiteit Gent Abstract: Dit project beoogt een inventaris te maken van de archeologische kennis van een gebied dat voor herbebossing in aanmerking komt. Gekoppeld hieraan worden een aantal archeologische sites en/of sporen d.m.v. proefsleuven onderzocht op hun gaafheid in functie van een aangepast beheer in eht kader van de herbebossing. Organisaties: • Vakgroep Archeologie
Onderzoekers: • Jean Bourgeois • Philippe Crombé
Evaluatie en versterking van (Europese) wapenexportcontroles adhv kleine en lichte wapens in beslaggenomen van illegale groepen te Colombia Universiteit Gent Abstract: Wapeninzamelingen bij het Colombiaanse vredesproces brachten aan het licht dat Europees materiaal er beschikbaar was voor illegale niet-staatse groepen. Deze registers wijzen op inbreuken van de niet-wederexportclausule in exportvergunningen die Europese overheden afleverden. Met reconstructie van vermoede wederexportroutes vergroot de empirische basis waarop het Europese wapenexportvergunningsbeleid kan worden geëvalueerd en verbeterd, ihb. Aftoetsen van Criterium 7 van de Europese Gedragscode. Organisaties: • Vakgroep Studie van de derde wereld
Onderzoekers: • Koen Vlassenroot
Evaluatie en optimalisatie van de gesproken communicatie bij jonge kinderen met cochleaire implantaten KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Experimentele Oto-rino-laryngologie
Onderzoekers: • Astrid Van Wieringen
Evaluatie en optimalisatie van de eigenschappen van compost voor gebruik in potgrond Hogeschool Gent Abstract: Alle gangbare potgronden ten behoeve van de beroepstuinbouwers bestaan hoofdzakelijk uit turf, gewonnen uit natuurlijke veengebieden vooral gesitueerd in Ierland, de Scandinavische landen en Duitsland. Veel veengebieden verkeren echter in een zo precair dynamisch evenwicht dat zelfs heel kleine veranderingen in de milieuomstandigheden kunnen resulteren in aanzienlijke wijzigingen en ecologische schade. Vandaar dat vanuit Europa en natuurverenigingen een steeds toenemende druk komt tot bescherming van deze ecologisch waardevolle gebieden, zowel voor ontginningen binnen als buiten de Europese Unie. Geschat wordt dat in Vlaanderen een jaarlijkse hoeveelheid van +/- 1 miljoen m3 potgrond op basis van veen geproduceerd wordt en dat potgrond gemiddeld meer dan 25 € per m3 kost.Het winnen van turf zal in de toekomst steeds problematischer worden en het zoeken naar alternatieven voor het reduceren van het turfgehalte in potgrond dringt zich op. Gezien zijn vergelijkbare eigenschappen biedt het gebruik van groencompost een duurzaam ecologisch en bovendien financieel gunstig alternatief. Organisaties: • Departement Biowetenschappen en Landschapsarchitectuur • Vakgroep Plantaardige Productie
Onderzoekers: • Geert Baert • Filip Debersaques • Omer Mekers
Evaluatie en ontwikkeling van bedrijfsinitiatieven inzake de controle en vermindering van woon-werkverplaatsingen. (ADICCT - tweede fase) Universiteit Antwerpen Abstract: Als bron van woon-werk verkeer genereren bedrijven heel wat mobiliteit. Veel werkgevers zijn zich daarvan bewust en ontwikkelen initiatieven om het autogebruik van hun werknemers te verminderen. Het ADICCT project onderzoekt deze Mobility Management initiatieven. Naast een grondige analyse van de Belgische enquête inzake woon-werkverkeer, omvat het project ook een case-study onderzoek gebaseerd op interviews met werkgevers die een vooruitstrevend mobiliteitsbeleid hebben. Organisaties: • Transport en ruimtelijke economie
Onderzoekers: • Ann Verhetsel
Evaluatie en ontwikkeling van bedrijfsinitiatieven inzake de controle en vermindering van woon-werkverplaatsingen. (ADICCT) Universiteit Antwerpen Abstract: Als bron van woon-werk verkeer genereren bedrijven heel wat mobiliteit. Veel werkgevers zijn zich daarvan bewust en ontwikkelen initiatieven om het autogebruik van hun werknemers te verminderen. Het ADICCT project onderzoekt deze Mobility Management initiatieven. Naast
een grondige analyse van de Belgische enquête inzake woon-werkverkeer, omvat het project ook een case-study onderzoek gebaseerd op interviews met werkgevers die een vooruitstrevend mobiliteitsbeleid hebben. Organisaties: • Transport en ruimtelijke economie
Onderzoekers: • Ann Verhetsel
Evaluatie en ontwikkeling van bedrijfsinitiatieven inzake de controle en vermindering van woon-werkplaatsingen Universiteit Gent Abstract: Onderzoek met als doel de beoordeling van de effectiviteit van initiatieven die ondernemingen hebben ondernemen om te komen tot duurzamer pendelverkeer aan de hand van case studies en een enquête. De evaluatie gebeurt gebruik makend van een economisch en ruimtelijk model. Het project eindigt met het vooropstellen en evaluaren van beleidsaanbevelingen inzake duurzame mobiliteit. Organisaties: • Vakgroep Geografie
Onderzoekers: • Frank Witlox
Evaluatie en implementatie van biologische fungiciden bij de preventie en bestrijding van ziekten in vollegrondsgroenten Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Biowetenschappen en Landschapsarchitectuur • Vakgroep Plantaardige Productie
Onderzoekers: • Geert Haesaert • Sarah Van Beneden • Jasper Carrette
Evaluatie en her-evaluatie van het zich ontwikkelende Gemeenschappelijk Europees Asielstelsel in het licht van het internationaal vluchtelingenrecht and internationale mensenrechtenstandaarden Universiteit Gent Abstract: Een belangrijke uitdaging voor de Europese Unie is de progressieve toename van de migratie-/vluchtelingenstroom in het Middellandse Zeegebied. Om hieraan het hoofd te bieden werden er sinds 1990 pogingen ondernomen om een gemeenschappelijk Europees beleid uit te stippelen. Het onderzoek zal de evolutie schetsen van het EU-asielbeleid en de verschillende pogingen evalueren tot de ontwikkeling van een Gemeenschappelijk Europees Asielsysteem en de voldoening ervan aan de normen inzake mensenrechten (o.a. het Verdrag van Genève betreffende de status van vluchtelingen, het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM)). Organisaties: • Vakgroep Publiek recht
Onderzoekers: • Yves Haeck
Evaluatie en gebruik van niet-invasieve en microschaal cellulaire flow cytometrische analysetechnieken informatief in milieutoxicologische en hematologische context. Universiteit Antwerpen Abstract: Evaluatie en gebruik van niet-invasieve en microschaal cellulaire flow cytometrische analysetechnieken informatief in milieutoxicologische en hematologische context. Organisaties: • ECOFYSIOLOGIE EN BIOCHEMIE • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Ronald Verhagen • Jan Scheirs • Wim De Coen
Evaluatie en gebruik van niet-invasieve en microschaal cellulaire flow cytometrische analysetechnieken informatief in milieutoxicologische en hematologische context. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoeksvoorstel zal gericht zijn op het ontwikkelen van niet-destructieve biomarkers die kunnen gebruikt worden om de algemene gezondheidstoestand van populaties van diverse species (vissen en zoogdieren) te evalueren. Om dit te bereiken zullen analytische flowcytometrische analysen worden gebruikt om het aantal alsook de fysiologie van de verschillende bloed cel types van diverse species te kwantificeren. Flow cytometrie, in het algemeen, beschikt over een aantal belangrijke technologische voordelen aangezien zeer snel een inzicht wordt verkregen over een brede waaier aan immunologische relevante criteria zoals de leukocyte fenotypische distributie, oppervlakte markers analyse, de lymfocyt proliferatieve respons, macrofaag fagocytose activiteit, neutrofiel functie en beenmerg capilariteit. Bovendien biedt deze techniek nog het voordeel dat kleine (e.g. 10 µl) stalen kunnen onderzocht worden, de methoden toepasbaar zijn voor een groot aantal diersoorten en dat het mogelijk is om in één enkele analyse verschillende eindpunten te bepalen. Organisaties: • Hematologie en bloedtransfusie • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Dirk R Van Bockstaele
Evaluatie en externe begeleiding van de Zuidwerking van Broederlijk Delen. Universiteit Antwerpen Abstract: Evaluatie en externe begeleiding van de Zuidwerking van Broederlijk Delen: analyse van de strategie en de instrumenten m.b.t. gemeenschapsversterking in het licht van de aanbevelingen van de programma-evaluatie van 2002. Dit project moet leiden tot twee rapporten: a) een eerste rapport met een evaluatie en kritische doorlichting van de stappen die door Broederlijk Delen werden gezet naar een operationalisering van het concept binnen de relaties met de partners en de doelgroepen; b) een tweede rapport dat de conceptualisering van "gemeenschapsversterking" in de context van de twee programma's van "rurale ontwikkeling" en "democratisering" in de partnerwerking van Broederlijk Delen herbekijkt.
Organisaties: • Armoede en welzijn als kenmerk van lokale institutionele processen
Onderzoekers: • Johan Bastiaensen • Tom De Herdt
Evaluatie en begeleiding van tweetalig onderwijs in het lager onderwijs in Brussel, Wallonie en Vlaanderen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Sinds vorig jaar is het project ingeschakeld in de 'European Language Council' gecoördineerd in Berlijn . Aan het project is een subproject van het thematisch netwerk over taal gewijd namelijk sub-groep 6 genaamd : "Bilingual Education and Teacher Training". Het onderzoek werd bijgevolg op Europees niveau getild . Vanaf vorig jaar wordt de aandacht volledig toegespitst op versterkt en tweetalig onderwijs . Het jaar 1999 wordt gewijd aan curricula opbouw . Tweetalig of versterkt taalonderwijs heeft nood aan specifieke curricula met name omdat binnen de methode die wordt voorgestaan, 'Content and Language Integrated Learning' (CLIL), vakonderricht in een andere taal wordt onderwezen met ingrijpende curricula-aspecten tot gevolg . Deze curriculaproblematiek hangt bovendien samen met de cognitieve aspecten van het taalonderwijs die in functie van de gewijzigde curricula worden onderzocht . Organisaties: • Germaanse Talen
Onderzoekers: • PIERRE VAN DE CRAEN • HUGO BAETENS BEARDSMORE • Alexis HOUSEN
Evaluatie en actualisatie van de handleiding 'Economische waardering van ecosysteemdiensten' en de online tool 'Natuurwaardeverkenner'. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van dit project is daarom om de handleiding 'Economische waardering van ecosysteemdiensten' en de eerste versie van de online rekentooi 'Natuurwaardeverkenner' te actualiseren, uit te breiden en gebruiksvriendelijker te maken. Omwille van de Europese en internationale belangstelling voor deze instrumenten (Europese Commissie, TEEB, ... ), is h€t verder ook de bedoeling om onderdelen van de Natuurwaardeverkenner en eventueel ook (stukken van) de handleiding in het Engels te vertalen. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire
Evaluatie Eenheidsreglement: Impact-effectmeting Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' WTCB (Wet. en Techn. Centrum vo.h. Bouwbedrijf)' hebben voor het project ' Evaluatie Eenheidsreglement: Impact-effectmeting ' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Wiskunde
Onderzoekers: • Kurt BARBÉ
Evaluatiecapaciteit van publieke sector organisaties. Een comparatieve kwalitatieve analyse. KU Leuven Abstract: Ondanks algemene en toegenomen consensus over de intrinsieke waarde vanbeleidsevaluatie voor goed bestuur, is er niettemin grote variabiliteitin evaluatieactiviteit tussen publieke sector organisaties. De evaluatieliteratuur biedt slechts fragmentaire kennis om deze variatie te begrijpen. Deze studie tracht deze lacune aan te pakken, en stelt zich de vraag welke combinaties van condities beleidsevaluatie(in)activiteit verklaren.Het onderzoek biedt een alternatief op de vele studies die zich exclusief richten op de wereldleiders inzake evaluatiepraktijk, door zich te concentreren op de Vlaamse overheid. Internationaal vergeleken behoort Vlaanderen tot de zogenaamde tweede golf van landen (regio's) waar beleidsevaluatie pas algemeen werd geïntroduceerd rond de millenniumwisseling. De Vlaamse administratie vormt een interessante case van een publieke sector waar New Public Management geïnspireerde hervormingen beleidsevaluatie op de bestuursagenda hebben geplaatst. In 2006 voerde de Vlaam Organisaties: • OE Instituut voor de Overheid
Onderzoekers: • Marleen Brans • Annie Hondeghem • Valérie Pattyn
Evaluatie Afrikabeleid. Universiteit Antwerpen Abstract: De evaluatiestudie beoogt inzicht te verschaffen in de vormgeving en uitvoering van het Afrikabeleid, de besteding van middelen in de periode 1998-2005, en, voor zover mogelijk, de resultaten van het gevoerde beleid. De evaluatie biedt de mogelijkheid verantwoording af te leggen over het gevoerde beleid, alsmede lessen te trekken uit de ervaringen die zijn opgedaan bij de uitvoering van het beleid. Organisaties: • Politieke economie van de Grote Meren Regio
Onderzoekers: • Filip Reyntjens
Evaluatie actieplan voeding en beweging Universiteit Gent Abstract: Taken: uitwerken van meetinstrumenten voor de proces- en effectevaluatie van acties binnen het Vlaams Actieplan Voeding en Beweging en de coördinatie, uitvoering en verwerking ervan in samenwerking met de projecthouders. Advisering van de Vlaamse overheid over de mogelijke continuering van de projecten. Uitwerking van een voorstel voor de wetenschappelijke evaluatie van de Vlaamse gezondheidsdoelstelling voeding en beweging.
Organisaties: • Vakgroep Maatschappelijke gezondheidkunde
Onderzoekers: • Greet Cardon
Evaluatie aanvullende rijopleiding "On the Road" Universiteit Hasselt Abstract: Uit recente cijfers kunnen we leren dat er nog te vaak ongevallen voorkomen met jongeren die net het rijbewijs behaald hebben. In 2005 werden 13.509 jongeren tussen de 18 en 24 jaar het slachtoffer van een verkeersongeval, waarvan 196 doden, 102 doden daarvan vielen in Vlaanderen. Uit een onderzoek van het steunpunt Verkeersveiligheid (Willems en Cuyvers, 2005) leren we dat jongeren een sterk verhoogd risico vertonen op een ongeval tegenover de rest van de bevolking. De redenen voor deze verhoging verdelen we in twee groepen: de leeftijdsgerelateerde factoren en de ervaringsgerelateerde factoren. Er wordt dan ook gesuggereerd dat de ervaringsgerelateerde factoren een groot deel, zo niet het grootste deel van de verhoogde risicos verklaren. De Vlaamse Stichting Verkeerskunde (VSV) en VTB-VAB organiseren daarom samen een aanvullende opleiding ('On the road', zie ook www.o-t-r.be ) voor jongeren tussen de 18 en 24 jaar die net of binnen de afgelopen drie jaar het rijbewijs behaald hebben zodat zij de kans krijgen meer kennis, attitude en vaardigheid op te doen met betrekking tot een grondige zelfevaluatie. Zodoende kunnen ze op een positieve manier ervaring opbouwen. '0n the road' bestaat uit een aanvullende opleiding van een halve dag, waarin de nadruk gelegd wordt op preventief rijgedrag. Er wordt ingespeeld op hoe men de rijstijl kan verbeteren, men verwerft inzicht in de risicos verbonden aan het autorijden en men leert hoe men het best inspeelt op moeilijke verkeerssituaties. Naast een theoretisch gedeelte bevat de cursus ook een praktische kant: het rijgedrag op de openbare weg wordt geëvalueerd en er zijn een aantal extra oefeningen op het terrein die de jongeren moeten helpen om sneller en beter te handelen in noodsituaties, zoals het maken van een noodstop en een uitwijkingsmanoeuvre. De opdrachtgever wil nu een wetenschappelijke evaluatie uitvoeren naar de effectiviteit van het project 'On the road'. Organisaties: • Data-analyse en Modellering
Onderzoekers: • Tom BRIJS • Gerhard WETS • Kris BRIJS
Evaluatie. KU Leuven Abstract: De Nederlandse vakbond FNV ondersteunt vakbewegingen in het Zuiden via de afdeling FNV Mondiaal. FNV Mondiaal gaf de opdracht tot de evaluatie van haar 2013-2016 programma in vier partnerland: Bangladesh, Zuid AFrika, Peru en Zimbabwe. HIVA-KU Leuven, in samenwerking met MDF Nederland, voert de baseline uit in 2013 en de tweede meting in 2016. The evaluatieaanpak is gebaseerd op Contribution Analysis (Mayne, 2012), en omvat dataverzamelingactiviteiten van het output tot het impactniveau. The evaluatie kijkt naar de effect van capaciteitsversterking van vakbondsparntersin de vier landen, effecten op de lokale overheden en de werkgevers, enthe impact op het vlak van de decent work situatie op het niveau van dearbeiders. The baseline loopt van mei tot november 2013, de tweede meting gaat door in de periode 2015-2016. Organisaties: • HIVA-OG Duurzame Ontwikkeling
Onderzoekers: • Huib Huyse
Evaluate the feasibility of the general concept of electrical measurement and imaging technology for the detection and diagnosis of dental caries. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Confidentieel. Organisaties: • Elektronica en Informatica
Onderzoekers: • BART TRUYEN • JAN CORNELIS
Evaluability assessment van het Vlaams klimaatadaptatiebeleid. Universiteit Antwerpen Abstract: De evaluability assessment heeft tot doel, in samenspraak tussen het MIRA-team en de Universiteit van Antwerpen: - lnititatieven te nemen die het engagement van de betrokkenen in het onderzoek verzekeren; - Antwoorden te formuleren op vragen en opmerkingen die rijzen bij het onderzoek om vervolgens (in coproductie tussen MlRA en de UA) oplossingen of alternatieven uit te werken. - Praktische afspraken te maken over timing van het onderzoek en datatoelevering. De evaluability assessment heeft niet tot doel de wenselijkheid van het onderzoek te beoordelen maar wel de modaliteiten ervan te bepalen na verkenning van de huidige (beleids)context. Organisaties: • Milieu en Samenleving (M&S)
Onderzoekers: • Ilse Loots • Ann Crabbé
EVA:Electric Vehicles in Action (Proeftuin EV - platform EVA). Vrije Universiteit Brussel Abstract: EVA platform Elektrische Voertuigen in Actie, kortweg EVA, is een initiatief van publieke en private partners om elektrisch rijden te stimuleren. Het consortium wordt geleid door Eandis. EVA zal de uitdagingen rond elektrisch rijden in Vlaanderen onderzoeken en aanpakken. Het is een open platform: onderzoekers, ondernemers en overheden in Vlaanderen vinden er ondersteuning voor hun innoverende initiatieven.
Levend laboratorium De komende maanden bouwt EVA een 'proeftuin' om elektrische voertuigen en hun bijhorende infrastructuur in reële omstandigheden uit te testen en te onderzoeken. Die proeftuin omvat:
De grootste laadinfrastructuur in Vlaanderen:EVA omvat de bouw van meer dan 200 laadpalen tegen september 2012. Op de openbare weg in Vlaanderen komen er meer dan 70 oplaad'eilanden'. Een oplaadeiland combineert laadpalen voor fietsen, elektrische personenwagens en bestelwagens met een WiFi-hotspot. De oplaadeilanden beschikken ook over een slimme meter en breedbandcommunicatie. Daardoor worden het zogenaamde 'slimme oplaadplaatsen'. Het laden kan vanop afstand worden gemonitord en aangestuurd. Naast een welgekozen spreiding van laadpalen, voorziet EVA ook concentraties van laadpunten in en rond grote steden en in specifieke regio's. Daarnaast komen er ook laadpunten op semipubliek domein zoals supermarkten, betaalparkings of winkelcentra Een omvangrijke en zeer gevarieerde testvloot: liefst 161 elektrische voertuigen worden uitgetest door een representatieve testpopulatie. De testvloot bevat een breed pallet van meer dan 20 verschillende merken en types voertuigen waaronder ook elektrische bestelwagens, bussen, scooters en quads. Een belangrijke gegevensbron voor onderzoek en ontwikkeling: Binnen EVA onderzoeken verschillende expertise- en onderzoekscentra voor elektrische mobiliteit hoe elektrisch rijden optimaal kan worden benut. De laadinfrastructuur, testvloot en testpopulatie bieden belangrijke input voor statistisch onderzoek en kennis over technische parameters in elektrische voertuigen, laadparameters en gebruikspatronen Organisaties: • Wiskunde, Operationeel Onderzoek, Statistiek en Informatica voor Management • Elektrotechniek-Energietechniek • Mobiliteit en voertuig technologie onderzoeksgroep
Onderzoekers: • Thierry Clement COOSEMANS • Sylvia HEYVAERT • CATHY MACHARIS • JOERI VAN MIERLO
EVACUATE. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Faculteit Theologie en Religiewetensch. • OE ICRI / CIR
Onderzoekers: • Joseph Dumortier
Eutrofiëring in de Belgische kustzone : transfer van micro- naar mesozoöplankton. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Vele Noord-Europese kustzones kennen een eutrofiëringsprobleem tgv. overbelasting aan organische stoffen en nutriënten. ECOL-VUB doet binnen een DWTC netwerk, met ULB en BMM onderzoek aan het functioneren van het planktonische voedselweb voor de Belgische kust. De taak van ECOL-VUB bestaat erin de transferten tussen microzooplankton (diatomeeën, Phaeocystis sp. en microzooplankton) te kwantificeren. Dit fundamenteel onderzoek draagt rechtsreeks bij tot het verbeteren van het huidigebeleidsondertseunende model van de Belgische kustzone. Teneinde de kwaliteit van de ECOL bijdrage tot dit project te kunnen optimaliseren, is een uitbreiding van de huidige WATERS HPLC opstelling met een Photodiode Array detector (kostprijs 580 800) noodzakelijk. Organisaties: • Biologie
Onderzoekers: • MARIE-HERMANDE DARO
EUTrigTreat. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Experimentele Cardiologie
Onderzoekers: • Karin Sipido
EUTEMPUS project : entrepreneurship at Local Economic Development (ELED) in Albania, Kosovo and Macedonia. Vrije Universiteit Brussel Abstract: EUTEMPUS project : entrepreneurship at Local Economic Development (ELED) in Albania, Kosovo and Macedonia. Organisaties: • Micro-economie voor Profit en Non-Profit Sector
Onderzoekers: • MARC JEGERS
EU-TEMPUS: Central Asian Network for Quality Assurance and accreditation (CANQA) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Ontwikkeling en uitvoering van kwaliteitsborging en cultuur van de kwaliteit in het hoger onderwijs van Centraal-Azië Organisaties: • Sociaal Onderzoek
Onderzoekers: • Jan VAN BAVEL • Carlos MACHADO GARCIA
EUTEMPE-RX. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Groep Biomedische Wetenschappen
Onderzoekers: • Hilde Bosmans • Wim Van Petegem
EU standaarden voor bescherming van getuigen en samenwerking met het gerecht
Universiteit Gent Abstract: Het project is erop gericht relevante wetgeving betreffende getuigenbescherming (incl. de anonieme getuige en de bedreigde getuige) en de samenwerking met de gerechtelijke autoriteiten van person die betrokken zijn of waren bij terrorisme of georganiseerde misdaad te bestuderen. In een eerste fase wordt de nationale wetgeving van België, Italië en Litouwen bestudeerd en worden er interviews afgenomen om de praktische ervaringen en problemen te beoordelen. Door een rechtsvergelijkende oefening zullen dan aanbevelingen geformuleerd worden. In een tweede fase worden de Europese en internationale standaarden met betrekking tot de bovenvermelde onderwerpen bestudeerd. Beide fases zullen essentieel blijken om tot een conclusie te komen. De algemene doelstelling van het project is een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van: een voorstel tot een EU kaderbesluit betreffende anonieme getuigen, beschermde getuigen, samenwerkers met het gerecht. Organisaties: • Vakgroep Strafrecht en criminologie
Onderzoekers: • Gert Vermeulen
EUROSA-project in het kader van het programma Erasmus Mundus Actie 2 Partnerships. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Faculteit Theologie en Religiewetensch.
Onderzoekers: • N. N.
Euroregional Platform for Advancing Cancer Treatment II. Universiteit Antwerpen Abstract: Euregional PACT II heeft als belangrijk doel een brug te slaan tussen het wetenschappelijk en technologisch onderzoek op Life Science gebied en het regionale bedrijfsleven. De samenwerking beoogt wetenschappelijke en technologische kennis toegankelijker te maken en sneller uit te wisselen met het bedrijfsleven in de Grensregio Vlaanderen-Nederland. Het bedrijfsleven krijgt een transparante blik in de "keuken" van de universiteiten van het consortium waardoor het gemakkelijker wordt om gerichter de weg te vinden in het kennis- en technologie arsenaal dat in de Grensregio aanwezig is en de interactie tussen bedrijfsleven en kennisinstellingen gestimuleerd wordt. Daarnaast heeft het project als doelstelling het bundelen van de unieke en complementaire kennis en expertise aanwezig in de as Gent-Antwerpen-Leuven-Maastricht-Aken in de vorm van een virtueel researchlaboratorium (Euregional Pact II) waarmee de ontwikkeling van innovatieve anti-kanker geneesmiddelen mogelijk wordt. Organisaties: • Laboratorium voor celbiologie en histologie
Onderzoekers: • Johannes Bogers
Europiumgedoteerde fosformaterialen voor foto- en elektroluminescentie Universiteit Gent Abstract: De materialen die zullen worden onderzocht zijn in eerste instantie de rode Ca1-xSrxS:Eu fosfor en de groene CaAl2S4:Eu en SrAl2S4:Eu fosfors. Eerst zal de poederpreparatiemethode geoptimaliseerd worden, daarbij zal ook aandacht besteed worden aan alternatieve, milieuvriendelijke methodes. Na verloop van tijd willen we met die laatste methode nanokristallen bekomen, om dan via eenvoudiger depositietechnieken fosforlagen te bekomen (spin- of dipcoating). Organisaties: • Vakgroep Vaste-stofwetenschappen
Onderzoekers: • Dirk Poelman
Europese zachte materie infrastructuur (ESMI). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EU. UA levert aan EU de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Elektronenmicroscopie voor materiaalonderzoek (EMAT)
Onderzoekers: • Gustaaf Van Tendeloo
Europese werkgroep arbeidsrecht. Universiteit Antwerpen Abstract: De onderzoekseenheden sociaal recht van de universiteiten van Antwerpen (prof. M. Rigaux), Brussel (VUB- prof. G. Van Limberghen), Cassino (prof. E. Ales), Gent (prof. P. Humblet), Hannover (prof.U. Wendeling-Schröder), Madrid (prof. E. Valdes), Straatsburg (prof. C. SachsDurand) en Utrecht (prof. T. Jaspers) onderhouden reeds verschillende jaren intensieve contacten en werden recent door het FWO erkend als onderzoeksgemeenschap. Hun onderzoek bestrijkt zowel het nationaal als het internationaal sociaal recht. Als onderzoeksgemeenschap richt de Europese Werkgroep Arbeidsrecht haar aandacht op een viertal onderzoeksonderwerpen: de problematiek van de contractualisering van de sociale bescherming, de toepassing van internationale normen in het nationale recht, de problematiek van herstructurering van ondernemingen, en tenslotte de problematiek van de deelneming van werknemers aan het economisch besluitvormingsproces in een onderneming. Deze topics zullen juridisch en multidisciplinair onderzocht worden. Organisaties: • Sociale Concurrentie en Recht
Onderzoekers: • Marc Rigaux
Europese Telecommunicatie: Audiovisueel en Mediabeleid: Bestuur en internationaal debatvoering Vrije Universiteit Brussel Abstract: Europese Telecommunicatie: Audiovisueel en Mediabeleid: Bestuur en internationaal debatvoering Organisaties: • Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • CAROLINE PAUWELS
Europese strategie tegen kinderarmoede. Universiteit Antwerpen Abstract: We evalueren de huidige Lissabon-strategie naar de rol die Europa opneemt ten aanzien van de bestrijding van kinderarmoede. We vertrekken vanuit de sleuteldocumenten die de Lissabon-strategie vormgeven. We starten bij het Verdrag van Lissabon. Daarna nemen we de documenten die verschenen zijn na de herziene Lissabon-strategie van 2005. Ten slotte focussen we op de voorbereiding naar de herziening in 2010. We screenen de meest relevante documenten op hun aandacht voor en impact op kinderarmoede. Vanuit een sterkte-zwakte-analyse van de bewandelde paden en actuele discussies formuleren we beleidssporen, die bruikbaar zijn voor de hervormingen van het Europese beleid, waarvoor in 2010 de basis wordt gelegd. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Danielle Dierckx
Europese slagkracht in periodes van malaise. De dynamieken achter het Europese handelsbeleid ten opzichte van ontwikkelingslanden Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoek gaat na welke dynamieken er een rol spelen in de besluitvorming mbt het handelsbeleid (meer specifiek tov ontwikkelingslanden) in de periodes 1970-1975 en 2000-2005. Het beleid kreeg toen vorm in een periode die voor het overige een malaise betekende voor de Europese integratie. Een overzicht van de besluitvormingsdynamieken mbt het handelsbeleid geeft inzicht in de diepere drijfveren achter het Europese integratieproces. Organisaties: • Vakgroep Politieke wetenschappen
Onderzoekers: • Hendrik Vos • Jan Orbie
Europese regio?s voor innovatieve productiviteit Universiteit Gent Abstract: Ontwikkelen en testen op 24 piloot-bedrijven van een effectieve methode voor het invoeren van Lean Manufacturing principes in KMO?s, gebaseerd op het Plato principe met de steun van excellente bedrijven in de deelnemende regio?s. Organisaties: • Vakgroep Technische bedrijfsvoering
Onderzoekers: • Hendrik Van Landeghem
Europese ontwikkeling van supergeleidende Tapes : het integreren van nieuwe materialen en architecturen in kosteneffectieve processen voor energie toepassingen en magneten Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Anorganische en fysische chemie
Onderzoekers: • Isabel Van Driessche
Europese ontwikkeling van supergeleidende strips: nieuwe materialen en constructies integreren in kosteffectieve processen voor power applicaties en magneten (EUROTAPES). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EU. UA levert aan EU de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Elektronenmicroscopie voor materiaalonderzoek (EMAT)
Onderzoekers: • Gustaaf Van Tendeloo
Europese nationale mensenrechteninstituten als bruggenbouwers in een meerlagig mensenrechtensysteem? Een internationaalrechtelijke analyse KU Leuven Abstract: Nationale Mensenrechteninstituten (NMRIs) zijn instituten opgericht door de overheid, met een mandaat om mensenrechten te promoten en beschermen; een rol die vaak een kritische houding impliceert van deze instituten ten opzichte van de overheid. De oprichting en werking van NMRIs wordt sterk aangemoedigd en ondersteund door de Verenigde Naties en regionale mensenrechteninstituten die in NMRIs potentieel zien om een brug te slaan tussen internationale en regionale mechanismes en normen enerzijds, en de nationale implementatie van mensenrechten, anderzijds. Hoewel NMRIs zijn opgericht over de hele wereld, zal deze thesis zich toespitsen op Europa als illustratie van het functioneren van NMRIs in een regionale context. Een diepgaande juridische analyse van NMRIsals bruggenbouwers in een meerlagig mensenrechtensysteem bestaat nog niet. Dit proefschrift beoogt deze lacune in de literatuur te vullen, en beoogt een antwoord te bieden op de internationaalrechtelijke vraagstukken die aan de op Organisaties: • Instituut voor Internationaal Recht
Onderzoekers: • Jan Wouters • Katrien Meuwissen
Europese Moslims en het levenseinde. Turkse en Marokkaanse houdingen in de richting van lijden, sterven en rouw in Antwerpen KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Theologische en Comparatieve Ethiek
Onderzoekers:
• Bert Broeckaert
Europese moleculaire beeldvormingslaboratoria (EMIL). Universiteit Antwerpen Abstract: Europese moleculaire beeldvormingslaboratoria (EMIL). Organisaties: • Bio-imaging
Onderzoekers: • Anne Marie Van Der Linden
Europese moleculaire beeldvormingslaboratoria (EMIL). Universiteit Antwerpen Abstract: Europese moleculaire beeldvormingslaboratoria (EMIL). Organisaties: • Bio-imaging
Onderzoekers: • Anne Marie Van Der Linden
Europese Master in Klinische Bewegingsanalyse. KU Leuven Abstract: CMAster zal en masteropleiding in klinische bewegingsanalyse oprichten.Dit is een groeiende discipline binnen de revalidatie en orthopedie, die gebruik maakt van geavanceerde infrastructuur om de beweging van de patiënt te meten. De interpretatie van deze verworven data is richtinggevend in de klinische besluitvorming. Follow-up analyses registreren verandering van bewegingspatronen en vormen tevens een basis voor evidence based klinische praktijk. In dit multidisciplinair domein is een specifieke klinische en technische expertise vereist. Introductiecursussen zijn reeds beschikbaar en succesvol, maar er zijn geen kansen voor verdere studie of accreditatie. De grootste nood aan training is voor personeel die reeds in het domein werkzaam is. Enerzijds zullen familiarisatie-bezoeken resulteren in een Institutional Mapping Report, die de context vande cursus voor elk betrokken instelling beschrijft en anderzijds zal deconsultatie van de stakeholders leiden tot een Key Competencies Organisaties: • Neuromotorische Revalidatie
Onderzoekers: • Katleen Desloovere • Wim Van Petegem
Europese loonflexibiliteit: een vergelijkend internationaal onderzoek naar de determinanten Universiteit Antwerpen Abstract: Het hoofddoel van dit onderzoek bestaat uit een analyse van de werking en de evolutie van de arbeidsmarkten in het eurogebied. Dit gebeurt aan de hand van een econometrische schatting van de looncurves in de deelnemende landen, gebruik makend van een consistente microeconomische databank voor de periode 1985-1998. Dit is een belangrijke beleidsvraag, vermits het succes van de EMU cruciaal afhankelijk is van de wijze waarop de nationale arbeidsmarkten binnen de EMU opereren. Organisaties: • Algemene economie
Onderzoekers: • Jozef Plasmans • André Van Poeck
Europese institutionele modellen als instrumenten voor crisisbeheersing in verdeelde staten van de Europese periferie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Europese institutionele modellen als instrumenten voor crisisbeheersing in verdeelde staten van de Europese periferie. Organisaties: • Politieke Wetenschappen
Onderzoekers: • BRUNO COPPIETERS
Europese identiteit en exclusie: de discursieve constructie van de 'joods-christelijke' traditie. KU Leuven Abstract: While the EU Parliament did not endorse the reference to Europes Judeo-Christian roots in its the constitution, the motion nonetheless provoked an on-going debate concerning Europes identity. On the one side arethose who cite the Judeo-Christian commandment to care for the stranger as central to European civilization, on the other are those who arguefor the exclusion of Islam from Europe in the name of the JudeoChristian tradition. While the media claims that Islamophobia is caused by a European identity crisis, these claims lack academic validation. To do so, I will (1) investigate the identity facet of nationalism in the 20th century with its concurrent rise of anti-Semitism (2) examine whether the current identity based rhetoric of Judeo-Christianity veils a violent past while producing a new enemy, and (3) apply these results in the analysis of Europes current situation with regard to Islam. Aware of thedifferences between Europes two forms of anti-Semitism, one Judaic Organisaties: • OE Centr. Ethiek, Soc. & Pol. Filosofie
Onderzoekers: • Antoon Braeckman • Anne Topolski
Europese gradiënten van weerstand bij het optreden van klimaatsextremen (SIGNAL). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de federale overheid. UA levert aan de federale overheid de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Planten- en vegetatie-ecologie (PLECO)
Onderzoekers: • Ivan Nijs
Europese besluitvormingsprocedures en democratische inspraak in het asiel- en migratiebeleid. Universiteit Antwerpen Abstract: De Europese Gemeenschap heeft sinds het Verdrag van Amsterdam eigen bevoegdheid over asiel en immigratie. De besluitvorming verloopt grotendeels via de raadplegingsprocedure waarbij het Europese Parlement maar beperkte bevoegdheid heeft. Voorwerp van het onderzoek is het respectieve aandeel van de Europese instellingen bij de totstandkoming van regelgeving, de mate van democratische inspraak en de mogelijke gevolgen hiervan voor de rechtsbescherming. Organisaties: • Overheid en Recht
Onderzoekers: • Dirk Vanheule
Europees-Zuid-Afrikaans HIV co-infectie onderzoeksconsortium (ESAHIV coinfRes). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EU. UA levert aan EU de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Epidemiologie en sociale geneeskunde (ESOC)
Onderzoekers: • Jean-Pierre Van geertruyden
Europees virtueel instituut voor speciatieanalyse voor de verbetering van de gezondheid, voeding, industrie en leefomgeving (EVISA). Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van het Europees Virtueel Instituut voor Speciatiemetingen (EVISA) is de ontwikkeling van een interactief en innovatief netwerk dat de individuele leden van het instituut ondersteunt. Deze bestaan uit individuele industrieën (voeding, speelgoed, farmacie, cosmetica, waterzuiveringsinstallaties, chemische industrie enz.), onderzoeksinstellingen, regelgevingsorganisaties, commerciële en overheidslaboratoria. Het is de intentie van EVISA om de gespreide informatie betreffende metaalspeciatie in Europa op de meest geschikte wijze te beheren en te verspreiden, zodat er een voortdurende interactie is tussen de academische laboratoria en de diverse gebruikers. Uiteinedelijk doel is om de industrie toegang te geven tot een netwerk van ervaring en kennis over speciatiemetingen. Organisaties: • Micro- en Sporenanalyse • Massaspectrometrie (Mitac 5)
Onderzoekers: • Freddy Adams • Luc Van Vaeck
Europees project BLAST Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Civiele techniek
Onderzoekers: • Julien De Rouck
Europees project betreffende de kwalificatie van transgene ratmodellen voor neurodegeneratieve en psychiatrische ziekten: geautomatiseerde home cage analyses, live beeldvorming en behandeling. (RATstream) Universiteit Antwerpen Abstract: Europees project betreffende de kwalificatie van transgene ratmodellen voor neurodegeneratieve en psychiatrische ziekten: geautomatiseerde home cage analyses, live beeldvorming en behandeling. (RATstream) Organisaties: • Bio-imaging
Onderzoekers: • Anne Marie Van Der Linden
Europees Prioritair Programma : 'Niet-commutatieve meetkunde' Universiteit Antwerpen Abstract: Nieuwe ontwikkelingen en interacties tussen natuurkunde en niet-commutatieve algebra gaven aanleiding tot het ontstaan van een nieuwe discipline 'miet-commutatieve meetkunde'. Dit werd door de European Science Foundation geselecteerd als Europees Prioriteir Programma, gesteund door 12 Europese lidstaten. Binnen dit NOG-programma worden congressen, workshops en zomerscholen georganiseerd alsook onderzoeksuitwisselingen gefinancierd. Het programma wordt gecoordineerd aan de UIA. Zie tevens de web-pagina : winwww.uia.ac.be/u/nog2000 voor meer informatie. Organisaties: • Algebra-topologie • Fundamentele Wiskunde
Onderzoekers: • Freddy Van Oystaeyen
Europees netwerk voor vezelcomposietwapening Universiteit Gent Abstract: Het netwerk bestaat uit een team van experten (uit 9 verschillende landen) op het gebied van vezelcomposietwapening (FRP) voor beton. De hoofddoelstellingen van het project zijn onderzoek om kennisleemtes binnen dit domein te verhelpen, ontwikkeling van proefmethoden en modellen in het kader van pre-normatief werk, versnelde kennisoverdracht en introductie van FRP in de bouw en training van jonge onderzoekers. Organisaties: • Vakgroep Bouwkundige constructies
Onderzoekers: • Stijn Matthys
Europees Netwerk voor neurorevalidatierobotica
Universiteit Hasselt Abstract: De vergrijzing van de Europese bevolking zal onvermijdelijk de vraag naar effectieve revalidatie behandelingen om de motorische stoornissen ten gevolge van belangrijke leeftijds-geassocieerde neurologische syndromen versnellen, zoals een beroerte. Robots voor neurorevalidatie bieden een belangrijk voordeel bij het aanpakken van deze behoefte. Ze kunnen fors de capaciteit van de therapeuten die werken met patiënten die lijden aan motorische stoornissen uitbreiden. Typische robotapparaten kunnen instructies overbrengen aan patiënten over de wijze waarop bepaalde bewegingen moeten worden uitgevoerd, kunnen u helpen en begeleiden de uitvoering van motorische acties en kunnen objectief beoordelen over de bewegingsmogelijkheden. De groeiende verscheidenheid aan robots die gebruikt worden in het primair onderzoek en de klinische praktijk biedt een uitgebreid kader voor het uitbreiden van hun gebruik in een toenemend aantal verschillende patiëntengroepen. De voornaamste doelstellingen van deze actie zijn in de eerste plaats om nieuwe, efficiënte en naar de patiënt op maat gemaakte robot-geassisteerde therapieën te ontwikkelen door het coördineren van fundamentele en toegepaste onderzoeksperspectieven. Ten tweede zal de actie een duidelijk gestructureerd overzicht over bestaande en nieuwe robot-geassisteerde therapieën voor artsen en therapeuten leveren, zodat ze de beschikbaarheid van effectieve, gestandaardiseerde klinische praktijk in Europa kunnen verhogen. De actie zal worden uitgevoerd door een interdisciplinair team van de meest vooraanstaande onderzoekers van robottechnieken, klinische motor neurorevalidatie, computationele neurowetenschappen en motor neuroimaging. Organisaties: • Revalidatiewetenschappen • Immunologie - Biochemie • Expertisecentrum voor Digitale Media • Biomedisch Onderzoeks Instituut
Onderzoekers: • Karin CONINX • Peter FEYS
Europees netwerk voor een geintegreerde studie van mariene systemen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: NFWO Wetenschappelijke onderzoeksgemeenschap. Verschillende onderzoeksdisciplines worden samengebracht rond het thema ìRol van de oceaan in de globale koolstof-cyclusî. Er wordt specifiek aandacht besteed aan de volgende problematieken. (1) Wat is eigenlijk primaire productie en hoe variabel is primaire productie tussen de verschillende groepen van een phytoplankton gemeenschap? (2) Wat gebeurt er met het gesynthetiseerde organische materiaal? (3) Wat is de relatieve rol van de verschillende fysische, chemische en biologische controleprocessen? Organisaties: • Scheikunde
Onderzoekers: • FRANK DEHAIRS
Europees Netwerk voor Duurzame Versterking en revalidatie oplossingen. Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Bouwkundige constructies
Onderzoekers: • Stijn Matthys
Europees netwerk voor de vergelijking van chemometrische software en methodes (contract of association for SMT4CT98-7521 tss EC en Kath Univ Nijmegen-NL). Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit netwerk met een twintigtal deelnemers uit universiteiten en industrie heeft als doel standaarddata voor chemometrische toepassingen te ontwikkelen en methoden voor proficiency studies in chemometrie op punt te stellen. Het netwerk is georganiseerd in vijf nuclei. Wij zijn verantwoordelijk voor de nucleus, die data ontwikkelt voor multivariate detectie. Organisaties: • Analytische Scheikunde en Farmaceutische Technologie
Onderzoekers: • DESIRE MASSART
Europees netwerk ter bevordering van onderzoek naar niet veel voorkomende kanker bij volwassenen en kinderen: pathologie, biologie en genetica van bottumoren (EuroBoNet). Universiteit Antwerpen Abstract: Europees netwerk ter promotie van onderzoek naar zeldzame kankers in volwassenen en kinderen: pathologie, biologie en genetica van bottumoren (EuroBoNet) Primaire bottumoren zijn zeldzaam en vertegenwoordigen ongeveer 0,2% van alle kankers waarbij zowel kinderen als jonge adolescenten getroffen worden. Hoewel de kennis de laatste jaren significant is toegenomen is de etiologie vaak niet gekend en is er een hoge mortalliteit binnen dezegroep van kankers. Het EuroBoNet netwerk bestaat uit 4 onderzoekslijnen (RL1: Kraakbeentumoren, RL2: osteogene tumoren en sarcomen, RL3: osteoclastogenese en Giant cell tumoren van bot en RL4: Ewing tumoren. Ondersteund door technology platforms, een virtuele Biobank, SOPs en uitwisseling van onderzoekers en materialen moeten deze onderzoekslijnen resulteren in een grotere kennis inzake bottumoren. Hierdoor moet het mogelijk worden betere therapieën en tumormerkers te ontwikkelen. Organisaties: • Medische Genetica (MEDGEN)
Onderzoekers: • Wim Wuyts • Wim Van Hul
Europees netwerk GENetic DEAFness (genetische doofheid) : pathogenische mechanismen, klinische en moleculaire diagnose, sociale impact. (GENDEAF) Universiteit Antwerpen Abstract: De algemene doelstelling van dit project is om een collaboratief network rond genetische doofheid samen te stellen in Europa. De specifieke doelstellingen zijn:
Studies rond connexine 26, het meest voorkomende gen voor niet-syndromaal ernstig gehoorverlies Usher syndroom en andere syndromen die doof-blindheid veroorzaken. Studie van de mechanismen betrokken bij mitochondriële doofheid Studie van de genotype-fenotype correlatie Psychosociale consequenties van genetische slechthorendheid Informatieverspreiding over het werk naar medisch personeel, associaties en families Organisaties: • Centrum medische genetica • Menselijke moleculaire genetica
Onderzoekers: • Guido Van Camp
Europees medisch informatie raamwerk (EMIF). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EU. UA levert aan EU de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Neurochemie en gedrag
Onderzoekers: • Sebastiaan Engelborghs
Europees media en communicatie beleid (Lifelong Learning: Erasmus, Jean Monnet) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het Lifelong Learning Programma (LLP) stelt particulieren in staat om in alle stadia van hun leven stimulerende leermogelijkheden in heel Europa voort te zetten. Organisaties: • Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • CAROLINE PAUWELS
Europees Lakwerk in Context: kunsthistorische, technologische en chemische karakterisering van Europees lakwerk in federale collecties (ELINC). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de federale overheid. UA levert aan de federale overheid de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Erfgoed en duurzaamheid
Onderzoekers: • Charles Indekeu
Europees humanitair beleid en civiele macht Europa Universiteit Gent Abstract: Het onderzoek spitst zich toe op het humanitaire beleid van de EU, een weinig onderzochte dimensie van het externe optreden van de Europese Unie. De rechtsgrondslag, de institutionele arrangementen, de besluitvormingsprocedures, de financiële middelen, alsook de geschiedenis van EU humanitair beleid worden toegelicht. Speciale aandacht wordt besteed aan de plaats van humanitaire hulp in EU crisismanagement en aan de relatie tussen humanitaire hulpverlening en ontwikkelingssamenwerking. Als conceptuele kapstok voor de analyse van de rol van de EU als internationale humanitaire donor wordt het rolconcept civiele macht Europa gebruikt. Organisaties: • Vakgroep Politieke wetenschappen
Onderzoekers: • Hendrik Coolsaet • Hendrik Vos
Europees grondwettelijk strafrecht in een Europese Unie zonder Grondwettelijke Verdrag. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Misdaden tegen de internationale gemeenschappen zijn internationale misdaden die aan alle staten het recht verlenen, of soms de plicht opleggen, om deze misdrijven te vervolgen ongeacht de plaats waar zij werden gepleegd en ongeachte de nationaliteit van dader of slachtoffer. Het universaliteitbeginsel heeft zijn intrede in de interne rechtsorde van alle lidstaten van de Europese Unie gedaan. De toepassing van het universaliteitsbeginsel in het nationaal strafrecht van de lidstaten, de (definiëring van) internationale misdrijven waarvoor de lidstaten het universaliteitsbeginsel aanwenden, de opsporing van internationale misdrijven in lidstaten, de vervolging van internationale misdrijven voor (inter)nationale rechtbanken en de invloed van Europese instellingen en instrumenten op de uitoefening van universele jurisdictie door lidstaten vormen de basis voor een rechtsvergelijkend onderzoek. Het rechtsvergelijkend onderzoek heeft vooreerst tot doel om gelijkenissen en verschillen inzake de uitoefening van universele jurisdictie door lidstaten vast te stellen. Het bepalen van de rol die de Europese instellingen spelen bij de toepassing van universele jurisdictie door lidstaten vormt de tweede doelstelling. In de derde plaats streeft het onderzoek om de toekomstige ontwikkelingen van universele jurisdictie binnen de Europese (kandidaat)lidstaten te schetsen. Organisaties: • Metajuridica
Onderzoekers: • PAUL DE HERT
Europees Economisch Recht KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Consument, Concurrentie en Markt
Onderzoekers: • Wouter Devroe • Hannelore Buelens
Europees concurrentiebeleid: theorie en toepassingen op transport en uitzendrechten in de sport. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project worden recente theorieën van industriële organisatie toegepast om de prijszetting en regulering te bestuderen in enkele specifieke economische sectoren zoals vervoer, sport en de communicatiesector. De nadruk ligt op de positieve analyse van recente voorgestelde maatregelen (bijvoorbeeld prijzen van de toegang tot infrastructuur en concurrentie in capaciteit in vervoer, de toewijzing van televisierechten van sportwedstrijden, enz.). Bovendien bekijken we de normatieve effecten door in elk van de bestudeerde toepassingen de potentiële welvaartsverbeteringen te analyseren. Keuze van de sectoren is geïnspireerd op de recente expertise van de promotoren. Organisaties: • Algemene economie
Onderzoekers: • Jan Bouckaert • Stephanus Kesenne • Bruno De Borger
Europees concurrentiebeleid Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Handelswetenschappen en Bestuurskunde • Vakgroep Algemene Economie
Onderzoekers: • An-Sofie Cottyn • Frank Naert
Europe, Brain and music: New perspectives for stimulating cognitive and sensory processes (EBRASMUS) Universiteit Gent Abstract: Doel van het EBRAMUS project is om onze algemene kennis van de hersenfunctie te vergroten en om invloed te hebben op de klinische en educatieve toepassingen, door het ontwikkelen van nieuwe diagnostische tools, training en revalidatie technieken, en nieuwe muziek technologie. Het EBRAMUS team bestaan uit een internationale en interdisciplinaire grope van partners. Het progamma is gebaseerd op 11 projecten. IPEM is de partner die het voortouw neemt voor het Cochlear Implant Music (CIM)-project. Het doel van het CIM-project is het ontwikkelen van een op gebaren gebaseerd audio-stimulatie systeem dat de koppeling van actie en waarneming is cochleaire implanaat gebruikers bevordert. Organisaties: • Vakgroep Kunst-, Muziek- en Theaterwetenschappen
Onderzoekers: • Marc Leman
European Youth and Value Change. Comparative Research on Political Attitudes and Behaviours among European Youth. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Centrum voor Politicologie
Onderzoekers: • Marc Hooghe
European union and Chinese structural foreign policy towards Africa: the role of perceptions, legitimacy, visibility. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE LINES
Onderzoekers: • Stephan Keukeleire • Floortje Keuleers
European Transport Research and Education Network - Training Courses (TRANSPORTNET). Universiteit Antwerpen Abstract: European Transport Research and Education Network - Training Courses (TRANSPORTNET). Organisaties: • Transport en ruimtelijke economie
Onderzoekers: • Hilde Meersman
European Training Network on (+)RNA virus replication and antiviral drug development. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Laboratorium Virologie en Chemotherapie
Onderzoekers: • Johan Neyts
European Training in Neural Regulation of Intestinal Function. KU Leuven Abstract: The NeuroGut network, consisting of experienced academic and industrialpartners organized in the European Neurogastroenterology and Motility Society, is therefore aimed at offering young researchers excellent training opportunities in neurogastroenterology and in complementary skills in order to generate a new generation of scientists dedicated to resolving open questions. Organisaties: • TARGID
Onderzoekers: • Guy Boeckxstaens
European trade policy KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Onderzoekseenheid MSI Leuven
Onderzoekers: • Christophe Crombez • Pieterjan Vangerven
European Thematic Network on Indicators of Social Quality. (ENIQ) Universiteit Antwerpen Abstract: Het betreft hier een Europees netwerk gecoördineerd door de stichting European Centre for Social Quality (Amsterdam). Het wetenschappelijk doel bestaat erin om op basis van het wetenschappelijk werk van de participerende teams en andere Europese projecten die daarmee in verband staan, een index rond sociale kwaliteit op te bouwen die in alle lidstaten van de EU kan worden toegepast. Het netwerk omvat wetenschappelijke vertegenwoordigers uit nagenoeg alle Europese lidstaten. Organisaties: • CENTRUM VOOR SOCIAAL BELEID • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Bea Cantillon
European Suveillance Network for Influenza in Pigs 3 (ESNIP3) Universiteit Gent Abstract: ESNIP3, een voortzetting van de eerder EC-gefinancierde projecten ESNIP1 en 2, heeft tot doelstelling om meer inzicht te verkrijgen in de epidemiologie van varkensinfluenza in Europa. Daarvoor bestudeert ESNIP3 de antigene en genetische evolutie van varkensinfluenzavirussen in Europa, ontwikkelt en onderhoudt het een Europese varkensinfluenza databank en interageert het met andere influenza netwerken evenals met de internationale gemeenschap. Organisaties: • Vakgroep Virologie, parasitologie en immunologie
Onderzoekers: • Kristien Van Reeth
European standardisation of dietary assessment methods for a public health purpose Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Gezondheidszorg Vesalius • Vakgroep Voeding en Diëtetiek
Onderzoekers: • Willem De Keyzer
European Social Survey ERIC. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Centrum voor Sociologisch Onderzoek
Onderzoekers: • Geert Loosveldt
European Social Cognition Network 2 3rd European Workshop on Social Neuroscience 24/06/2013 - 28/06/2013 Gent Vrije Universiteit Brussel Abstract: Europees programma met als doel een platform te creeëren om Europees wetenschappelijke samenwerking op het gebied van Sociale cognitie en Neurowetenschappen te bevorderen. Organisaties: • Experimentele en Toegepaste Psychologie
Onderzoekers: • FRANK VAN OVERWALLE
European research initiative for develping, implementing and evaluating complex interventions to improve the safety and person-centeredness of long-term care for older care-dependent persons KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Centr. Ziekenhuis- en Verplegingswet.
Onderzoekers: • Sabina De Geest
European prospective study of environment, allergy and the lung (respiratory health survey II). (EU-PEAL) Universiteit Antwerpen
Abstract: European prospective study of environment, allergy and the lung (respiratory health survey II). (EU-PEAL) Organisaties: • Pneumologie en ademhaling • Laboratorium Experimentele geneeskunde en Pediatrie (LEMP)
Onderzoekers: • Paul A C V Vermeire • Wilfried De Backer
European Ph. D. in Biological Sciences. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Mobiliteit voor vorsers en studenten. Organisaties: • Biologie
Onderzoekers: • CHARLES SUSANNE
European Novel Imaging Systems for ION therapy Universiteit Gent Abstract: Het Envision project ontwikkelt nieuwe technieken voor on-line dosis monitoring en kwaliteitstesten door de ontwikkeling van nieuwe beeldvormingsmodaliteiten. Deze zijn gebaseerd op de interacties van de bundel met het object en laten toe om het behandelde volume te bepalen en de geleverde dosis te bepalen. Er wordt vooral gewerkt op de detectie van deeltjes die vrijkomen door nucleaire reacties (positron emittors voor in beam PET en fotonen voor in beam single particle imaging. Organisaties: • Vakgroep Elektronica en informatiesystemen
Onderzoekers: • Stefaan Vandenberghe
European Network of National Schizophrenia Networks Studying Gene-Environment Interactions. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Onderzoeksgroep Psychiatrie
Onderzoekers: • Marc De Hert
European Network of Knowledge Transfer in Health. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Faculteit Wetenschappen • LRD Centraal Beheer
Onderzoekers: • Paul Van Dun
European Network for Zero-Waste Red Mud Valorisation KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Duurzaam Materialenbeheer
Onderzoekers: • Peter Jones
European Network for Cancer research in Children and Adolescents (ENCCA) Universiteit Gent Abstract: Het doen van ENCCA is om een duurzame, geïntegreerde klinische en translationele odnerzoeksinfrastructuur uit te bouwen in Europa voor optimalisatie van de zorkaanpak van kanker bij kinderen en adolescenten. hierbij wordt gepoogd om debestaande informele klinische studie groepen samen te brengen in een Europees virtueel instituut om de fragmentatie van kennis te beperken en de communicatie en samenwerking te verhogen. Onze belangrijkste bijdrage in dit project betreft het integreren en harmoniseren van bestaande biologische datasets en experimentele data om gerichte therapie mogelijk te maken. Organisaties: • Vakgroep Pediatrie en genetica
Onderzoekers: • Franki Speleman
European Master Degree 'Ecotechnie' in Postgraduate and Teacher training. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Tempus programma onder coordinatie van de universiteit van Sgeged (HU) voor de ontwikkeling van een Master "Ecotechnic" Organisaties: • Biologie
Onderzoekers: • CHARLES SUSANNE
European laboratory for zeolithes and related materials (LEA). KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Centr. vr Oppervlaktechemie & Katalyse
Onderzoekers:
• Johan Martens
Europeanization of minimum income protection policies and welfare statemodels KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Centrum voor Sociologisch Onderzoek
Onderzoekers: • Jozef Berghman • N. N.
Europeanisering en politieke partijen: een vergelijkend onderzoek naar de rollen en functies van transnationale partijconferenties. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project bouwt verder op het onderzoek naar de relatie tussen christendemocraten en conservatieven in de EVP. Het theoretisch kader wordt verder uitgewerkt in de richting van de transnationale partijvorming. Tegelijkertijd wordt het aantal partijfamilies uitgebreid van één naar drie waardoor het onderzoek een uitgesproken comparatief karakter krijgt. Zowel het theoretisch kader als het comparatief perspectief zijn noodzakelijk om datgene te kunnen analyseren wat zich binnen deze Party Summits afspeelt: de transpositie van nationale partijpolitieke en ideologische tegenstellingen op het niveau van de EU. Organisaties: • Burgerschap, gelijkheid en diversiteit (CED)
Onderzoekers: • Guido Dierickx • Steven Van Hecke
Europeanisering en politieke partijen: een vergelijkend onderzoek naar de rollen en functies van transnationale partijconferenties. Universiteit Antwerpen Abstract: De door transnationale partijen georganiseerde conferenties van partij- en regeringsleiders zijn uitgegroeid tot belangrijke bijeenkomsten in het complexe besluitvormingsproces van de EU. Dit project onderzoekt de invloed van deze conferenties systematisch en comparatief (christendemocraten/conservatieven, socialisten, liberalen) door binnen het theoretische kader van de europeanisering van politieke partijen de verschillende rollen en functies in kaart te brengen. Organisaties: • Instituties en Meerlagige Politiek (ACIM)
Onderzoekers: • Steven Van Hecke
Europeanisering en flexibilisering van buitenlands beleid: de weg naar een versterkt Belgisch buitenlands beleid? Universiteit Gent Abstract: Dit project onderzoekt de wijze waarop buitenlandse politiek gemaakt wordt in Europa. Twee evoluties worden hierbij onderzocht: de toenemende europeanisering van nationaal buitenlands beleid van EU lidstaten en de toenemende flexiblisering van het Europees buitenlands beleid. Meer fundamenteel wordt hierbij de verschuiving van traditionele en hiërarchische naar meer fluïde en informele beleidsprocessen in de Europese buitenlandse politiek bestudeert. Tot slot zal deze studie nagaan of, en op welke wijze, beide evoluties het Belgisch buitenlands beleid beïnvloed. Organisaties: • Vakgroep Politieke wetenschappen
Onderzoekers: • Hendrik Coolsaet
European imaginaries: Women Making Space for Social Activism (The Case of the Gülen Movement in Belgium) KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Centr.Intercultural.,Migr.& Minderh.
Onderzoekers: • Nadia Fadil • Merve Reyhan Kayikci
European images of China: A study on the reception of the novel Romanceof the Tree Kingdoms in modern Europe KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Modern.& Samenlev. 1800-2000 Leuven
Onderzoekers: • Patrick Pasture • N. N. • Theodoor D'haen
European Identity, Cultural Diversity and political change. KU Leuven Abstract: In this general framework, we will focus on representation of a spatialobject (Europe). Here the term "representation" can be understood as the collective or personel image developed by an individual at the crossroad of her/his knowledge of Europe and how much she/he appreciates it or not. Organisaties: • OE LINES
Onderzoekers: • Katlijn Malfliet
European Historical Populations Samples - Network
KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Centrum voor Sociologisch Onderzoek
Onderzoekers: • Koenraad Matthys
European Health Workforce Planning and forcasting (EUHWforce). KU Leuven Abstract: European Health Workforce Planning and forcasting (EUHWforce). Organisaties: • Centr. Ziekenhuis- en Verplegingswet.
Onderzoekers: • Walter Sermeus
European format for exchange of social security education (ECHE). KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Instituut voor Sociaal Recht
Onderzoekers: • Paul Schoukens
European Culture and Identitiy. Diversity and Convergence in Food Habits, c.1800 - c.2000 Vrije Universiteit Brussel Abstract: In januari 2005 ging een eerste collectief FOST-project van start: 'Europese Cultuur en Identiteit. Convergentie en Divergentie in Eetgewoonten, 1800-2000'. Bedoeling is onderzoek te doen naar sociale en culturele divergentie en convergentie in de Europese maatschappij van de 18de eeuw tot nu, aan de hand van veranderingen in de voedingsgewoonten, vanuit drie verschillende invalshoeken. Lees meer : http://www.vub.ac.be/FOST/onderzoek.htm Organisaties: • Sociaal-culturele voedingsstudies • Elektronica en Informatica • Kunstwetenschappen en Archeologie • Politieke Wetenschappen • Sociologie • Germaanse Talen • Geschiedenis • Agogiek
Onderzoekers: • IGNACE GLORIEUX • Marc JACOBS • Nelleke TEUGHELS • Inge MESTDAG • PETER SCHOLLIERS • PIERRE VAN DE CRAEN • PATRICIA VAN DEN EECKHOUT • Danielle DE VOOGHT • WILLEM ELIAS • Dries TYS • Steven VAN DEN BERGHE
European control system security incident analysis network. KU Leuven Abstract: The protection of critical infrastructures increasingly demands solutions which support incident detection and management at the levels of individual CI, across CI's which are depending on each other, and across borders. An approach is required which really integrates functionalities across all these levels. ECOSSIAN is supposed to be the first attempt to develop this holistic system. Organisaties: • Faculteit Theologie en Religiewetensch. • OE ICRI / CIR
Onderzoekers: • Joseph Dumortier
European Consortium of Microbial Resources Centres - EMbaRC Universiteit Gent Abstract: EMbaRC beoogt - via netwerking, training en onderzoek - de verbetering, coördinatie en validatie van de werledwijde verdeling van goed gedocumenteeerde, authentieke micro-organismen door 'Microbial Resource Centres' (MRCs) aan onderzoekers uit academische en industriële kringen. EMbaRC beoogt eveneens de ontwikkeling van 'business' modellen om de zelf-duurzaamheid van MRCs te verhogen. Het wordt het Europese knooppunt van het OESO-initiatief 'Global Biological Resource Centre Network' (GBRCN) Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Paul De Vos • Rudi Beyaert
EuropeanaPhotography. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Literatuur en Cultuur Leuven
Onderzoekers: • Frederik Truyen
Europeana Libraries: Aggregeren van digitale content van Europese bibliotheken Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Directie Onderzoeksaangelegendheden
Onderzoekers: • Sylvia Van Peteghem
EUROPEANA INSIDE. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Faculteit Theologie en Religiewetensch.
Onderzoekers: • N. N.
EUROPA2. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling ESAT - PSI
Onderzoekers: • Luc Van Gool
EURONGI: Ontwerp van het Next Generation Internet voor multiservice netwerken Universiteit Gent Abstract: De bedoeling van het EURONGI netwerk is het creëren en in stand houden van een vooraanstaand excellentiecentrum op het vlak van het ontwerp van het Next Generation Internet, dat fungeert als een collectieve denktank, een belangrijke ondersteuning biedt voor de Europese telecommunicatie-industrie en tot een Europees leiderschap in dit domein kan leiden. Organisaties: • Vakgroep Telecommunicatie en informatieverwerking
Onderzoekers: • Herwig Bruneel • Bart Dhoedt • Sabine Wittevrongel
Euro-NF: Anticipatie van het netwerk van de toekomst - van theorie tot ontwerp Universiteit Gent Abstract: Euro-NF is een uitbreiding van de succesvolle netwerken Euro-NGI/FGI. Aldus zal Euro-NF doorgaan met de ontwikkeling van een vooraanstaand excellentiecentrum op het vlak van het ontwerp van toekomstige telecommunicatienetwerken, dat fungeert als een collectieve denktank, een belangrijke ondersteuning biedt voor de Europese gemeenschap en tot een Europees leiderschap in dit gebied kan leiden. Organisaties: • Vakgroep Telecommunicatie en informatieverwerking
Onderzoekers: • Sabine Wittevrongel
EUROMODupdate2 - Microsimulatie tool. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft de update van de Belgische component in het model EUROMOD. Het gaat om de volgende taken: 1) update van de input database gebaseerd op EU-SILC 2) bouwen van de beleidssystemen in EUROMOD 3) validering en opname in EUROMOD 4) Landenrapport Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Gerlinde Verbist
EUROMODupdate2 - Microsimulatie tool Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft de update van de Belgische component in het model EUROMOD. Het gaat om de volgende taken: 1) update van de input database gebaseerd op EU-SILC 2) bouwen van de beleidssystemen in EUROMOD 3) validering en opname in EUROMOD 4) Landenrapport Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Lina Salanauskaite
EURO-MILS: Veilige Europese Virtualisatie voor Betrouwbare Toepassingen in Kritieke Domeinen Universiteit Gent Abstract: Kritieke systemen worden met het internet verbonden, waardoor domeinen met verschillende veiligheidsvoorwaarden worden gemengd. De stand van de techniek laat niet toe dit op een betrouwbare manier te doen. Het EURO-MILS-poject zal daarom voor de eerste maal in Europa een "Common Criteria" evaluatie uitvoeren tot op het hoogste niveau van een MILS-systeem (Multiple Independent Levels of Security).
Organisaties: • Vakgroep Elektronica en informatiesystemen
Onderzoekers: • Koenraad De Bosschere
EURO Impact: Europese intersectoriale en multidisciplinaire training in onderzoek in palliatieve zorg Vrije Universiteit Brussel Abstract: EURO IMPACT is gericht op de ontwikkeling van een multi-disciplinair, multi-professionele en intersectorale onderwijs-en research training-netwerk gericht op het bewaken en verbeteren van de palliatieve zorg in Europa. Palliatieve zorg is in veel ontwikkelde landen minder dan optimaal en sommige patiënten lijden nog steeds aan ernstige symptomen. Terwijl internationale onderzoek naar palliatieve zorg ontwikkeld is in de afgelopen decennia, heeft het geen gelijke tred gehouden met de groeiende vraag naar kwalitatief hoogwaardige zorg. De toename van ouderen, chronisch zieken en kosten van de gezondheidszorg, maakt de levering van verbeterde opleiding in onderzoek in de palliatieve zorg een van de meest urgente maatschappelijke uitdagingen op EU-niveau. De opleidings-en onderzoeksprogramma van EURO IMPACT zijn nauw met elkaar verweven, waarbij 5 universiteiten, 2 particuliere bedrijven en 4 sociaal-economische actoren, 12 junior en 4 ervaren onderzoekers opleiden. De partners staan in de voorhoede van palliatieve opleiding in onderzoek en vertegenwoordigen een breed spectrum van disciplines en beroepen. Het training in onderzoek bestaat erin onderzoekers te leren werken met verschillende methoden en datasets verzameld in verschillende landen en vanuit meerdere perspectieven. Het zal een breed overzicht over palliatieve zorg opleveren en de kwaliteit ervan in Europa en tools identificeren om het te verbeteren. On-the-job training zal worden aangevuld met gestructureerde cursussen met betrekking tot palliatieve zorg onderzoek en het gehele netwerk training op multi-disciplinaire, ethiek, cross-nationaal onderzoek en maatschappelijke verspreiding. Met de bedoeling het beleid en de klinische praktijk te beïnvloeden in de palliatieve zorg, worden alle partners en onderzoekers betrokken bij de maatschappelijke verspreiding van de resultaten van de opleiding voor een breder nationaal en internationaal publiek. EURO IMPACT vermindert huidige versnippering van opleiding in onderzoek in de palliatieve zorg en geeft de nieuwe generatie van Europese onderzoekers de nodige wetenschappelijke en complementaire vaardigheden om toekomstige palliatieve zorg te beïnvloeden op nationaal en internationaal niveau alsook de praktijk en het beleidsniveau. Organisaties: • Medische Sociologie
Onderzoekers: • LUC DELIENS • Lieve VAN DEN BLOCK
EUROfusion werkpakket CfP-WP14-ER-01 werkpakket n° FZJ-03. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afd. Toeg. Mechanica & Energieconversie
Onderzoekers: • Martine Baelmans
EUROFLEETS project DIAPYCNA (Diazotrophic pico-cyanobacteria in the North Atlantic open ocean). Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het door de EU gefinancieerde Eurofleets project beoogt een alliantie te creëren tussen Europese mariene research centers zodat de samenwerkingen en uitwisselingen van informatie tussen de verschillende centers een verbetering opleveren van de kwaliteit van de Europese mariene research centers. Organisaties: • Scheikunde
Onderzoekers: • FRANK DEHAIRS
EUROFIT : European Fans in Training. KU Leuven Abstract: Social innovation to improve physical activity and sedentary behaviour through elite European football clubs (EUROFIT). Organisaties: • Centr. Ziekenhuis- en Verplegingswet.
Onderzoekers: • Matheus van Achterberg
Euro-FGI: Ontwerp van het Future Generation Internet voor multiservice netwerken Universiteit Gent Abstract: De bedoeling van het netwerk Euro-FGI is het ontwikkelen en in stand houden van een vooraanstaand excellentiecentrum op het vlak van het ontwerp vna het Future Generation Internet (FGI), dat fungeert als een collectieve denktank, een belangrijke ondersteuning biedt voor de Europese industrie en tot een Europees leiderschap op in dit domein kan leiden. Organisaties: • Vakgroep Telecommunicatie en informatieverwerking
Onderzoekers: • Herwig Bruneel • Bart Dhoedt • Sabine Wittevrongel
Euro-Dots-2. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling ESAT - MICAS
Onderzoekers: • Georges Gielen
EuroDIVERSITY - Microbial Diversity and Functionally in Cold Water. Coral Reef Ecosystems (MiCROSYSTEMS) Universiteit Gent Abstract: Exploratie campagnes in de Golf van Cadiz, tonen de aanwezigheid van verscheidene moddervulkanen en carbonaat bergen, gevormd door koudwater koralen, aan. Het doel van dit project is de studie van de microbiële gemeenschap met een nadruk op de anoxische oxidatie van methaan en carbonaat productie. Methaan wordt onderzocht als controle voor vasthechting van koralen en methaan emissie in de waterkolom Organisaties: • Vakgroep Biochemische en microbiele technologie
Onderzoekers: • Jean Henriet • Willy Verstraete
EUROCORES netwerkactiviteiten. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de opdrachtgever. UA levert aan de opdrachtgever de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Instituties en Meerlagige Politiek (ACIM)
Onderzoekers: • Jan Beyers
EuroCLIMATE - Development, calibration and application of independent salinity proxies (PaleoSalt), Salinity effects on proxy incorporation in bivalves. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Nieuwe saliniteit proxy op basis van bivalves Organisaties: • Elektriciteit • Scheikunde • Geologie
Onderzoekers: • EDWARD KEPPENS • JOANNES SCHOUKENS • FRANK DEHAIRS
EURO-CDG: A european network for a systematic approach ot CDG and related diseased. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Departement Menselijke Erfelijkheid
Onderzoekers: • Gert Matthijs
EUROASPIRE III - European Action on Secondary and Primary Prevention by Intervention to Reduce Events Universiteit Gent Abstract: The main objectives of EUROASPIRE III are to determine in patients with established CHD and in high multifacorialrisk individual whether the European recommendations on CVD prevention are being followed. EUROASPIRE III - European Action on Secondary and Primary Prevention by Intervention to Reduce Events. Organisaties: • Vakgroep Maatschappelijke gezondheidkunde
Onderzoekers: • Gui De Backer
EU-richtlijnen voor het opzetten van nationale knooppunten voor de uitgebreide geïntegreerde medische ondersteuning van slachtoffers van mensenhandel. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds Payoke. UA levert aan Payoke de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Eerstelijns - en interdisciplinaire zorg Antwerpen (ELIZA)
Onderzoekers: • Paul Van Royen • Griet Peeraer
EUREYECASE KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling PMA
Onderzoekers: • Dominiek Reynaerts
EURenOmics. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Orgaansystemen
Onderzoekers: • Elena Levtchenko
EURELTRA. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Moleculair Design en Synthese
Onderzoekers: • Koen Binnemans
Eureka project 1503 "HOLOMODAL" Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het doel van dit project is het modelliseren van trillende mechanisme structuren in het hoogfrekwent gebied(300-500 Hz). Organisaties: • Elektriciteit
Onderzoekers: • JOANNES SCHOUKENS
EUREGENAS ? European Regions Enforcing Actions Against Suicide Universiteit Gent Abstract: EUREGENAS is een Europees projet (2012-2014) dat beoogt bij te dragen aan zelfmoordpreventie in Europa via het ontwikkelen en implementeren van preventiestrategiëen op regionaal niveau, die als good practice kunnen dienen voor de Europese Gemeenschap. De Eenheid voor ZelfmoordOnderzoek (UGENT) en het Vlaams Agentschap voor Zorg en Gezondheid zijn partner in dit project. Meer info: www.euregenas.eu Organisaties: • Vakgroep Psychiatrie en medische psychologie
Onderzoekers: • Cornelis Van Heeringen • Gwendolyn Portzky
Eureca. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Moleculaire Virologie en Gentherapie
Onderzoekers: • Zeger Debyser
EU project: Practice and peRformance Analysis Inspiring Social Education" Vrije Universiteit Brussel Abstract: het project zal niet alleen zorgen voor de uitvoering van een onderzoek dat nodig is om een volledig operationeel systeem te bouwen maar zal zich ook richten op het voeren van spannende casestudy's, gericht op de verwerving van cognitief uitdagende vaardigheden voor Jazz en populaire muziek - zowel met kinderen en geavanceerde lerenden. Organisaties: • Informatica en Toegepaste Informatica
Onderzoekers: • LUC STEELS
EU project Nanel Vrije Universiteit Brussel Abstract: Studie rond electrochemisch synthese van geavanceerde nanogestructureerde materialen. Organisaties: • Materialen & chemie
Onderzoekers: • HERMAN TERRYN
EU-project BEST "Bringing energy services to the liberalised markets" (financiering Vlaams Gewest) Universiteit Antwerpen Abstract: Het totstandkomen van geliberaliseerde Europese eenheidsmarkten heeft geleid tot hogere efficiëntie in het aanbod van elektriciteit en gas. Nochtans blijven er nog verschillende belemmeringen voor energie-efficiëntie en een hogere betrokkenheid van energiemaatschappijen in activiteiten ten voordele van hogere energie-efficiëntie in het eindgebruik. De Europese Commissie heeft bijgevolg voorgesteld om de ontwikkeling van de markt van Energiediensten prioritair te behandelen in het Energie-efficiëntie actieplan. Zowel de Energieraad als het Europees parlement bevestigen deze prioriteit. In 2002 kunnen gepast EU-maatregelen worden voorgesteld. Organisaties: • VAKGROEP MILIEU, TECHNOLOGIE EN MANAGEMENT • Engineering Management
Onderzoekers: • Aviel Verbruggen
EUNITED. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Klinische Genetica
Onderzoekers: • Ludwine Casteleyn
EUMINAfab: Vrije Universiteit Brussel Abstract: EUMINAfab is een Europese onderzoeksinfrastructuur dat open toegang aanbiedt mbt techniek van multimaterial micro- en nanotechnologieën
Organisaties: • Toegepaste Natuurkunde en Fotonica
Onderzoekers: • HUGO THIENPONT
EULALIA - Doctoraal programma inzake juridische en economische aspecten van internationale handel. Universiteit Antwerpen Abstract: Het betreft een subsidie inzake de studiebeurzen voor de deelnemende doctorale studenten. Organisaties: • DEPARTEMENT DERDE WERELD • Instituut voor Ontwikkelingsbeleid en -beheer - overige
Onderzoekers: • German Calfat
EU KITE - Kennisbasis voor intermodaal personenvervoer in Europa Universiteit Hasselt Abstract: Het grootste deel van een verplaatsing gebeurt vaak per auto of vliegtuig in gevallen waar aanvaardbare vervoersalternatieven voorhanden zijn. De reden voor deze keuze is vaak de gebrekkige integratie van vervoersmodi of het beperkte vermogen van een individu om verschillende vervoersmodi te combineren. Bovendien hebben vervoersoperatoren slechts beperkte informatie van de potentiële markt voor geïntegreerde vervoersdiensten. De kennis van het huidige en potentiële vraag en aanbod van intermodaal personenvervoer is nog steeds gebrekkig. De hoofddoelstelling is daarom het verschaffen van een kennisdatabank (KB) ivm intermodaal personenvervoer in Europa. Deze KB zal alle relevante informatie ivm intermodaal personenvervoer bevatten, ze zal eveneens makkelijk beschikbaar zijn en ze zal belanghebbende partijen in staat stellen om intermodaliteitsgerelateerde maatregelen te ontwikkelen en te evalueren. De KB zal een essentieel element vormen voor de ondersteuning van een complementaire Coordinated Action (Forum). Dit zal bestaande informatie en data integreren en verspreiden. Het project begint met een overzicht van de huidige stand van zaken mbt intermodaliteit in personenvervoer en zal de op te vullen hiaten identificeren. Een analyse van bestaande statistieken zal inzicht verschaffen in het bestaande marktpotentieel. Andere projectdelen zullen een strategische aanpak ontwikkelen voor het verzamelen van intermodale data (enquêtes) of zal de nodige infrastructuur, het ontwerp van overstappunten en informatiediensten analyseren. Een lijst van intermodaliteitsbevorderende maatregelen die hierdoor verkregen wordt zal beoordeeld worden door een op maat ontworpen CBA-techniek. Tenslotte zal het geheel van de verzamelde informatie samengevoegd worden in een goed ontworpen KBstructuur die het gebruik, opzoeken, actualiseren en vervolledigen van relevante gegevens zal vergemakkelijken. Deze zal informatie bevatten ivm de mogelijkheden, attitude en vereisten van de gebruiker. Het zal eveneens standaardaanbevelingen bevatten voor intermodale diensten, informatie en interfaces, alsook een lijst van best practices in intermodaal personenvervoer. De catalogus van maatregelen die bijgevoegd is kan beschouwd worden als het ideaal voor intermodale transportsystemen. Organisaties: • Data-analyse en Modellering
Onderzoekers: • Gerhard WETS • Tim ASPERGES
EU-Japan Multidisciplinair Master programma (bi-diplomering). KU Leuven Abstract: EU-JAMM is designed to foster multidisciplinary competence of master students, focusing on knowledge, understanding, and comparative perspectives related to past, current, and future EU-Japan relations. Students achieve this development through studying for double master degrees from both regions after completing at least a full academic year of study. The established curriculum enables 43 mobile students to comprehensively explore and analyse EU-Japan relationships from the perspectives of the humanities and social as well as natural sciences. In addition to its focuson the EU and Japan and their interactions, EU-JAMM offers local language and culture courses as well as internship opportunities for students.In this way Japanese students will become EU experts with a deeper understanding of the EU as well as its cultural composition. European students, meanwhile, specialise in Japans global role from both a historical and contemporary perspective. The consortium consists of he follo Organisaties: • OG Japanse Studies Leuven
Onderzoekers: • Dimitri Vanoverbeke • Patrick Pasture • Kolja Raube
EU funding voor AON business ontwikkeling in Centraal en Oost-Europa Vrije Universiteit Brussel Abstract: zie vertaling in Engels Organisaties: • Economisch, Monetair en Financieel Beleid • Accountancy, Auditing en Bedrijfsfinanciering • Bedrijfseconomie en Strategisch Beleid
Onderzoekers: • Elvira HAEZENDONCK • Steven VANDUFFEL • DIANE BREESCH
EU FET Open project ICON KU Leuven Abstract: For years operational semantics has been accepted almost axiomatically in many areas of science. Efficiency, slow computational power, big datawere the main reasons to strive for low-level optimizations. It was theonly feasible way to handle them. Ho- wever, it is changing now dramatically. Many scientist have understood disadvantages of this approach. Isis inflexible and short-sighted in the long run. It has given rise to the project ICON at KU Leuven that is going to bridge the gap between twounconnected worlds: a declarative world of logic and constraint programming and an operational world of machine learning and data mining. Theproject is definitely ambitious, if it becomes successful, it will change perception and landscape of the both areas. It is exactly what makes me interested in the project. It is not only question of a paradigm shift, it is also a question of changing applications all around. For these applications a need for new machine learning algorithm is so high that Organisaties: • Afdeling Informatica
Onderzoekers: • Marc Denecker • Luc De Raedt • Gerda Janssens • Sergey Paramonov
Euergetai in Asia Minor (2de helft 3de eeuw v.C. - einde 1ste eeuw n.C): activiteiten sociale achtergronden, gedragspatronen en betekenis voor maatschappelijke evoluties Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het onderzoek beoogt de activiteiten van euergetai of de uitingen van evergetisme (weldoenerschap) binnen een specifieke historische context, in concreto Iasos in Karia, te inventariseren om vervolgens het evergetisme, zoals dit zich in deze welbepaalde stad manifesteerde, nader te omschrijven en te reconstrueren. Hierbij zal de aandacht in het bijzonder uitgaan naar prominent aanwezige patronen en hun evoluties, waarbij aspecten als de concrete invulling van evergetische daden, de erkenning vanuit de gemeenschap, de betrokken personen en hun achtergrond en de aanwezigheid van euergetai in de stad, in overweging genomen zullen worden. Deze resultaten zullen worden ingebed in de zowel stedelijke als regionale historische context en, waar mogelijk, zullen de nodige verbanden gelegd worden. Met oog op het onderscheiden van de kenmerkende aspecten van het evergetisme te Iasos, zal dit evergetisme geplaatst worden tegen de achtergrond van hét evergetisme als historisch fenomeen, zoals dit in de wetenschappelijke literatuur op een overkoepelend niveau wordt aangebracht, om verschillen, overeenkomsten en desgevallend lacunes te duiden. Vervolgens zal getracht worden op basis van en voor de casus Iasos, waar nodig en mogelijk, de maatschappelijke betekenis en impact van het evergetisme tijdens de Hellenistische Periode en de vroege Keizertijd voor de stedelijke samenleving in te schatten, te nuanceren of te bevestigen. Organisaties: • Geschiedenis
Onderzoekers: • WERNER GOEGEBEUR • Sabina COLPAERT
EUDIME Erasmus mundus gemeenschappelijke doctoraatsprogramma. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Centr. vr Oppervlaktechemie & Katalyse
Onderzoekers: • Ivo Vankelecom
EU democracy. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Onderzoekseenheid MSI Leuven
Onderzoekers: • Christophe Crombez • Rutger Hagen
EUDEM2-SCOT conferentie : 15-18 september 2003. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Van 15 tot 18 september 2003 verzamelen wetenschappers, industriëlen en topmilitairen (o.a. generaal L. Jones, NAVOopperbevelhebber voor Europa) in Brussel voor het internationaal congres EUDEM2-SCOT over de nieuwste technieken in humanitaire ontmijning. Sinds 1998 is in Europa geen gelijkaardig congres meer georganiseerd. Dat het congres op de VUB mag doorgaan is te danken aan de ruime expertise die de vakgroep Elektronica en Informatieverwerking van de VUB opgebouwd heeft in dit vakgebied. Op het congres worden deelnemers en sprekers uit de hele wereld verwacht waaronder ook een groep van eindgebruikers, d.w.z. mensen die mijndetectiesystemen dagelijks gebruiken om hun eigen leefomgeving mijnenvrij te maken en houden. Het is dan ook de bedoeling van dit congres om wetenschappers, industriëlen en (top)militairen te confronteren met de zorgen en verwachtingen van deze eindgebruikers. De nieuw ontwikkelde technologieën moeten immers kunnen beantwoorden aan de situatie op het terrein. Organisaties: • Elektronica en Informatica
Onderzoekers: • HICHEM SAHLI • JAN CORNELIS
EU-cofinanciering type B2b voor PORTOPIA Vrije Universiteit Brussel Abstract: Europese studie rond het Europees Havensysteem Organisaties: • Business
Onderzoekers: • Michael DOOMS
EU-cofinanciering type B2b voor PACE Vrije Universiteit Brussel Abstract: linked to PACE project EU455 PACE "Palliative Care for Older People" Organisaties: • Huisartsen en zorg rond het levenseinde
Onderzoekers: • Lieve VAN DEN BLOCK
EU-cofinanciering type B2b voor EPISTOP Vrije Universiteit Brussel Abstract: Europese studie rond epilepsie
Organisaties: • Maatschappelijke Gezondheidszorg
Onderzoekers: • Anna JANSEN
EUCelLEX. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Interfac. Centr. Biomed. Ethiek & Recht
Onderzoekers: • Pascal Borry
EU-bonuskrediet type B2c voor UMRIDA Vrije Universiteit Brussel Abstract: Europees samenwerkingsproject over studie rond virtuele prototyping Organisaties: • Toegepaste Mechanica
Onderzoekers: • CHRISTIAN LACOR
EU-bonuskrediet type B2c voor SYRNEMO Vrije Universiteit Brussel Abstract: SyrNemo is een innovatieve synchrone machine (SYRM) met de dichtheid van de macht van de hogere en hogere drijvende cyclus efficiëntie tegen lagere kosten dan de stand van de techniek (PM) permanente magneet synchrone machines. Organisaties: • Elektrotechniek-Energietechniek
Onderzoekers: • Thierry Clement COOSEMANS
EU-bonuskrediet type B2c voor SCANERGY Vrije Universiteit Brussel Abstract: Bonus krediet voor EU project Scanergy - betreffende studie rond Smart City Organisaties: • Informatica en Toegepaste Informatica
Onderzoekers: • ANN NOWE
EU-bonuskrediet type B2c voor PHAEDRA Vrije Universiteit Brussel Abstract: EU-bonuskrediet type B2c voor PHAEDRA, een Europees project rond de studie mbt databescherming (DPAs) en privacy rechten Organisaties: • Metajuridica
Onderzoekers: • PAUL DE HERT
EU-bonuskrediet type B2c voor NISTO Vrije Universiteit Brussel Abstract: NISTO is een samenwerkingsproject van zeven partners (afkomstig uit Verenigd Koninkrijk, België, Frankrijk, Nederland, Duitsland) en verschillende sub-partners, gesteund door de Europese Commissie in het Interreg IVB NWE programma. NISTO ontwikkelt een nieuwe en slimme (SMART) toolkit om smart mobility concepten te evalueren. Het doel van dit project is de ontwikkeling van een methodologische aanpak, dewelke transnationaal geïntroduceerd worden aan en gebruikt worden door planners. Bovendien vindt er een kennisoverdracht plaats om richtlijnen, die gericht zijn op mobiliteit en veiligheid, alsmede het Europese concurrentievermogen te verbeteren en daardoor ook de doelstellingen van de EU 2020-strategie te volgen. De NISTOpartners, voornamelijk bedrijven, universiteiten en lokale overheden uit de sector mobiliteit hebben al ervaring betreffende de evaluatie van bestaande projecten of concepten met betrekking tot de richtlijnen en criteria van smart mobility. Voor de eerste keer wordt een toolkit ontwikkeld dat door allerhande planners binnen (Noordwest) Europe gebruikt kan worden om mobiliteitsaspecten van projecten te plannen en te evalueren op een duurzame en intelligente manier. Website: http://www.nisto-project.eu Organisaties: • Business Technologies and Operations
Onderzoekers: • CATHY MACHARIS
EU-bonuskrediet type B2c voor MERIT Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het project MERIT project is het eerste EU gefinancierd project dat zich concentreerd op de vaardigheden en competenties van de tussenpersoon voor weg veiligheidskwesties in het geval van leerling-bestuurders, namelijk de rij-instructeurs Organisaties: • Fysiologie
Onderzoekers: • KRISTIAAN THIELEMANS
EU-bonuskrediet type B2c voor iHIVARNA Vrije Universiteit Brussel
Abstract: Europees samenwerkingsproject rond studie over HIV Organisaties: • Fysiologie
Onderzoekers: • KRISTIAAN THIELEMANS
EU-bonuskrediet type B2c voor H2R Vrije Universiteit Brussel Abstract: EU-bonuskrediet type B2c voor EU project H2R: studie rond mensachtige robotten Organisaties: • Toegepaste Mechanica
Onderzoekers: • DIRK LEFEBER
EU-bonuskrediet type B2c voor GO4SEM Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het GO4SEM-project beoogt het detecteren en analyseren van de specifieke technologie en producten in opkomende e-mobiliteit toevoerketens in derde landen. Organisaties: • Elektrotechniek-Energietechniek
Onderzoekers: • Thierry Clement COOSEMANS
EU-bonuskrediet type B2c voor EU project: Smart EV-VC Vrije Universiteit Brussel Abstract: EU-bonuskrediet type B2c voor EU project: Smart EV-VC Organisaties: • Elektrotechniek-Energietechniek • Mobiliteit en voertuig technologie onderzoeksgroep
Onderzoekers: • Thierry Clement COOSEMANS • JOERI VAN MIERLO
EU-bonuskrediet type B2c voor EU project: Optibirth Vrije Universiteit Brussel Abstract: Bonuskrediet Organisaties: • Medische Sociologie
Onderzoekers: • Koen PUTMAN
EU-bonuskrediet type B2c voor EU project: INTEGRATE Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het INTEGRATE project beoogt het ontwikkelen van innovatieve infrastructuren om data en kennis te delen en om grootschalige samenwerking op biomedisch onderzoek te stimuleren. Organisaties: • Huisartsen en zorg rond het levenseinde
Onderzoekers: • DIRK DEVROEY
EU-bonuskrediet type B2c voor EU project: ETTBIO Vrije Universiteit Brussel Abstract: EU project met als doel het identificeren en uitwisselen van de beste praktijken mbt Effectieve Technologie Transfer in Biotechnologie Organisaties: • Business
Onderzoekers: • ILSE SCHEERLINCK
EU-bonuskrediet type B2c voor EU FP7 project: TWIN HUB (INTERREG IVB NWE, 8th Call for proposals) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het doel van het project is het vergroten van de concurrentiekracht van het intermodale spoorwegvervoer in, vanuit en naar NWE, met name tussen de Nederlandse en de Belgische en Europese binnenvaart terminals Organisaties: • Wiskunde, Operationeel Onderzoek, Statistiek en Informatica voor Management
Onderzoekers: • CATHY MACHARIS
EU-bonuskrediet type B2c voor EU FP7 project: TELL ME (FP7-HEALTH-2011-two-stage) Vrije Universiteit Brussel Abstract: TELL ME beoogt het opzetten van een geïntegreerd onderzoeksproject door het betrekken van experten in sociale en gedragswetenschappen, communicatie en media, gezondheidsprofessionals en verscheidene niveau's en representatieven van burgerlijke organisaties, om een evidence-based gedrags- en mededeling pakket te ontwikkeln om te reageren op grote epidemische ziekten uitbraken, met name grieppandemieën. Organisaties: • Metajuridica
Onderzoekers: • PAUL DE HERT
EU-bonuskrediet type B2c voor EU FP7 project: S(P)EEDKITS (FP7-SEC-2011-1) Vrije Universiteit Brussel Abstract: S(P)EEDKITS is een 4-jarig Europees onderzoeksproject (FP7) naar snel inzetbare, modulair en lichtgewicht noodhulp units. Het project brengt partners met diverse expertise uit 6 verschillende europese landen samen. Er worden nieuwe materialen en concepten ontwikkeld die het volume en gewicht van noodhulp kits drastisch verminderen. Dit zal de snelheid (speed) van het transport verhogen en de kits zullen bruikbaar zijn voor het herstel op lange termijn na een ramp (seed). Het project trok onze aandacht, omdat onder meer als nieuw concept voor energievoorziening biogas uit sanitatie wordt onderzocht. Organisaties: • Architectonische ingenieurswetenschappen
Onderzoekers: • MARIJKE MOLLAERT
EU-bonuskrediet type B2c voor EU FP7 project: PRISMS (FP7-SEC-2011-1) Vrije Universiteit Brussel Abstract: De privacy en veiligheidsspiegels - Naar een Europees kader voor geïntegreerde besluitvorming. Organisaties: • Metajuridica
Onderzoekers: • SERGE GUTWIRTH
EU-bonuskrediet type B2c voor EU FP7 project: MID-FRAIL-STUDY (FP7-HEALTH-2011-two-stage) Vrije Universiteit Brussel Abstract: MID-Frail is een belangrijke nieuwe internationale onderzoek studie met als doel de beoordeling van de doeltreffendheid van geoptimaliseerde medisch beheer gecombineerd met oefening en dieet programma's, teneinde de functie en kwaliteit van het leven bij mensen leeftijd van 70 jaar en ouder die Type 2 diabetes hebben, te handhaven. Organisaties: • Gerontologie
Onderzoekers: • TONY METS
EU-bonuskrediet type B2c voor EU FP7 project: I-SCOPE (CIP-ICT PSP-2011-5) Vrije Universiteit Brussel Abstract: i-SCOPE: interoperabele Smart City diensten door middel van een Open Platform voor stedelijke ecosystemen Organisaties: • Informatica en Toegepaste Informatica
Onderzoekers: • WOLFGANG DE MEUTER • Ellie D'HONDT
EU-bonuskrediet type B2c voor EU FP7 project: IRISS (FP7-SSH-2011-2) Vrije Universiteit Brussel Abstract: IRISS beoogt het reconstrueren van de verspreiding van systemen voor de bewaking en technologieën in de publieke en private sector vanuit het oogpunt van hun effect op de structuur van een democratische samenleving. Organisaties: • Metajuridica
Onderzoekers: • PAUL DE HERT
EU-bonuskrediet type B2c voor EU FP7 project: EPINET (FP7-Science-in-society-2011-1) Vrije Universiteit Brussel Abstract: not available Organisaties: • Metajuridica
Onderzoekers: • SERGE GUTWIRTH
EU-bonuskrediet type B2c voor EU FP7 project: EDISON (CIP-ICT PSP-2011-5) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het Edison project probeert om te demonstreren dat, onder echte werkingscondities, een slim lichtsysteem het energie efficiëntie kan verbeteren, CO2 emissies kan verlagen en promoot het gebruik van hernieuwbare energiebronnen in Europese publieke gebouwen. Organisaties: • Elektronica en Informatica
Onderzoekers: • KRIS STEENHAUT
EU-bonuskrediet type B2c voor EU FP7 project: CYBERLEGS (FP7-ICT-2011-7) Vrije Universiteit Brussel Abstract: CYBERLEGs, een acroniem voor "De cybernetische Lower Limb cognitieve Ortho-prothese", is een gezamenlijk onderzoeksproject, gefinancierd door de Europese Commissie onder het zevende kaderprogramma. Organisaties: • Toegepaste Mechanica • Menselijke Fysiologie
Onderzoekers: • DIRK LEFEBER • ROMAIN MEEUSEN
EU-bonuskrediet type B2c voor ESSENCE Vrije Universiteit Brussel
Abstract: Europese studie over vrije ICT netwerken Organisaties: • Informatica en Toegepaste Informatica
Onderzoekers: • LUC STEELS
EU-bonuskrediet type B2c voor BIOMOT Vrije Universiteit Brussel Abstract: Europese studie rond biodiversiteit Organisaties: • Toegepaste Mechanica
Onderzoekers: • DIRK LEFEBER