www.researchportal.be - 24 Nov 2015 14:01:04
Onderzoeksprojecten (1 - 500 van 531) Zoekfilter: Classificaties: Volksgezondheid, epidemiologie
. KU Leuven Abstract: Fortunately, the production, use and reuse of asbestos have been gradually forbidden and disappearing since the 90s in many Western countries. However, the use of carbon nanotubes (CNTs) and carbon nanofibers (CNFs) has become widespread and is increasing rapidly. Scientific concern is growing about the carcinogenicity of CNTs and CNFs since the inductionof mesothelioma in sensitive rodents. Asbestos is known to induce directly and indirectly malignant mesothelioma. Besides genotoxic effects, asbestos, CNFs and CNTs could induce epigenetic effects, which are known to play a major role during carcinogenesis. In this project, we will identify critical biological effects (biomarker) and those physico-chemical characteristics of asbestos, CNT, CNF associated with (epi)genetic effects. This knowledge is important for early diagnosis and the development of safe materials. Organisaties: • Omgeving en Gezondheid
Onderzoekers: • Lode Godderis • Peter Hoet
13th International Conference on in vivo Methods: Monitoring Molecules in Neuroscience. (12-16 September 2010) Vrije Universiteit Brussel Abstract: 13th International Conference on in vivo Methods: Monitoring Molecules in Neuroscience. 12-16 September 2010 Organisaties: • Farmaceutische Chemie, Analyse van Geneesmiddelen en Geneesmiddelenkennis
Onderzoekers: • YVETTE MICHOTTE
13th International Conference on In Vivo Methods - Monitoring Molecules in Neuroscience. September 12-16, 2010 Vrije Universiteit Brussel Abstract: 13th International Conference on In Vivo Methods - Monitoring Molecules in Neuroscience. September 12-16, 2010 Organisaties: • Farmaceutische Chemie, Analyse van Geneesmiddelen en Geneesmiddelenkennis
Onderzoekers: • YVETTE MICHOTTE
31/Pancake-project-EFSA-onderaanneming - "Verzamelen van voedselconsumptiegegevens, nutriënten bij kinderen in Europa: pilootstudie" Universiteit Gent Abstract: Ontwikkelen, testen en evalueren van methodes en procedures in het kader van een pan-Europese voedselconsumptiepeiling bij zuigelingen, kinderen, jongeren en borstvoedende moeders. Organisaties: • Vakgroep Maatschappelijke gezondheidkunde
Onderzoekers: • Stefaan De Henauw
31/Pancake-project-EFSA-onderaanneming - "Verzamelen van voedselconsumptiegegevens, nutriënten bij kinderen in Europa: pilootstudie" Universiteit Gent Abstract: Ontwikkelen, testen en evalueren van methodes en procedures in het kader van een pan-Europese voedselconsumptiepeiling bij zuigelingen, kinderen, jongeren en borstvoedende moeders. Organisaties: • Vakgroep Maatschappelijke gezondheidkunde
Onderzoekers: • Stefaan De Henauw
Aanlegstoornissen van de hersenschors: Op zoek naar nieuwe genen als opstap naar preventie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Studie rond aanlegstoornissen van de hersenschors in opdracht van de Stichting Marguerite-Marie Delacroix. Deze staat in voor een professionele begeleiding van kinderen en volwassenen met een matig tot diep mentale handicap, met eventuele bijkomende motorische stoornissen, en van volwassenen met niet-aangeboren hersenletsel. Organisaties: • Maatschappelijke Gezondheidszorg
Onderzoekers: • Anna JANSEN
Aantrekkelijkheid generieke verpakkingen via Focus Group Discussies (FGD). Universiteit Antwerpen Abstract: Aantrekkelijkheid generieke verpakkingen via Focus Group Discussies (FGD). Organisaties: • Epidemiologie en sociale geneeskunde (ESOC)
Onderzoekers: • Guido Van Hal
Aanwezigheid van antibiotica-resistente pathogene bacteriën in de omgeving en de humane comensale flora: is er een verband met ziekte?
Universiteit Antwerpen Abstract: Het hoofddoel van deze studie is een beschrijving te geven van antibiotica-resistente klinisch relevante bacteriën (ARB) in de omgeving en de humane commensale flora in Gauteng/Zuid-Afrika. Bovendien zal de genetische verwantschap van deze ARB worden bestudeerd om de mechanismen van verspreiding van ARB in de bevolking te begrijpen. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Robert Colebunders • Herman Goossens • Surbhi Malhotra • Fabienne Paasch
Activiteiten met betrekking tot de preventie van hepatitis B in Centraal en Oost-Europa en de NOS. Universiteit Antwerpen Abstract: Deze activiteiten omvatten de financiering van de vertaling van engelstalige publicaties van de VHPB in het Russisch, de deelname van een aantal experten op gebied van virale hepatitis in Centraal en Oost Europa aan de VHPB vergaderingen en de organisatie van een VHPB congres in Kiev , juni 2001, over het onderwerp: introductie van een universeel hepatitis B vaccinatiecampagne in de landen van Centraal en OostEuropa en de NOS. De organisatie van deze congressen past in het kader van de activiteiten van het wetenschappelijk secretariaat van de VHPB binnen de vakgroep Epidemiologie en Sociale Geneeskunde. Organisaties: • Epidemiologie en sociale geneeskunde • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Pierre Van Damme
Additieven in de plantenbescherming: inventarisatie, eigenschappen, gebruik, neveneffecten en ontwikkeling van experimentarium. Hogeschool Gent Abstract: In een eerste luik wordt gepoogd een overzicht te geven van de gebruikte hulpstoffen (additieven + adjuvantia) in de plantenbescherming. Een tweede luik van het onderzoek behelst de ontwikkeling van experimentele methodieken die van belang zijn bij de beleidskundige evaluatie van de werking en de noodzaak of het nut van hulpstoffen. De activiteit van een werkzame stof en de beïnvloeding ervan door hulpstoffen wordt in sterke mate mede bepaald door omgevingsparameters voor, tijdens en na toediening. Experimenten in een gestandaardiseerde omgeving zullen de biologische activiteit, de synergetische werking en de fytotoxiciteit van een selectie representatieve hulpstoffen in combinatie met verschillende gewasbeschermingsmiddelen vastleggen. Veldproeven dienen als toetsingskader voor de resultaten van de laboratoriumtesten. In een derde luik zal daarbij veel aandacht besteed worden aan het residuverloop van hulpstoffen. Vanwege hun zeer specifieke scheikundige structuur en eigenschappen stellen ze heel wat problemen waardoor ze niet altijd kunnen bepaald worden via de gangbare residubepalingsmethodes van bijvoorbeeld pesticiden. Een methodologie die eenvoudig een selectie representatieve hulpstoffen analytisch bepaalt, laat toe om meer inzicht te verwerven over de omvang en de impact in de voedselketen en het milieu. Veldproeven stellen de afbraakdynamiek op voor residu’s van hulpstoffen in diverse gewassen en bodem in praktijkomstandigheden. Naast de residuproblematiek zullen bio-assays worden uitgewerkt. Het gebruik van een biosensor-benadering geeft heel wat mogelijkheden i.v.m. de impact-evaluatie. Recent onderzoek heeft aangetoond dat dergelijke assays zich o.a. uitermate lenen tot het ontrafelen van toxische werkingsmechanismen van chemicaliën (Belkin et al. 1997, De Coen et al. 2002). Bovendien werd ermee duidelijk dat biosensoren mengseltoxiciteit op een zeer gedetailleerde manier in kaart kunnen brengen.In een vierde luik wordt tot slot een evaluatiesysteem betreffende het gebruik van hulpstoffen uitgewerkt. De neveneffecten van adjuvantia en additieven kunnen in dit luik geëvalueerd worden aan de hand van een risico-analysesysteem in analogie met een PIAS-benadering (Pesticide Impact Assessment System) zoals de POCER indicator van de UGent (Vercruysse & Steurbaut, 2001). Organisaties: • Departement Biowetenschappen en Landschapsarchitectuur • Vakgroep Plantaardige Productie
Onderzoekers: • Geert Haesaert
Advanced modelling of CD4 count decline in ARV naive, HIV positive individuals in South Africa Universiteit Hasselt Abstract: Een dieper begrip van HIV progressie en de factoren die hierop een invloed hebben kunnen de ontwikkeling van nieuwe behandelmethoden vergemakkelijken. CD4+ T-lymfocyten ( CD4 ) zijn de belangrijkste doelgroep van het humaan immunodeficiëntie virus . Bij patiënten die geen antiretrovirale therapie ontvangen, is een dalende CD4-telling sterk geassocieerd met een toenemend risico op aids en een toenemend risico op overlijden. Een andere belangrijke HIV/AIDS-progressie merker is de viral load, waarbij de hoeveelheid virus in het bloed gekwantificeerd wordt. Het primaire doel van dit proefschrift is om multistate modellen en lineaire gemengde modellen toe te passen om het tempo van HIV progressie te onderzoeken . De dataset. De ontwikkelde methodiek wordt toegepast op de Sinikithemba cohortstudie . De studie begon in 2003 en heeft tot op heden 451 chronisch HIV - 1 subtype C - geïnfecteerde volwassenen ingeschreven. Socio - demografische kenmerken , plasma viral load metingen , en CD4-cel tellingen werden verkregen op baseline. Follow-up CD4-cel tellingen en plasma viral load metingen werden uitgevoerd op intervallen van respectievelijk intervallen van 3 en 6 maanden. De studie werd goedgekeurd door het Biomedical Research Ethics Committee van de Universiteit van Kwazulu-Natal en elke deelnemer gaf schriftelijk toestemming voor deelname aan de studie. Hoge-resolutie HLA klasse I typering werd uitgevoerd met behulp van moleculaire methoden en interleukine-10 (IL-10) APOBEC en PSIP1 polymorfismen werden onderzocht. Eerder onderzoek heeft het bezitten van een beschermend HLA allel significant gecorreleerd met de snelheid van de afname van het aantal CD4-cellen afname en uit onderzoek van PSIP polymorfismen bleek dat rs12339417 (SNP3)C geassocieerd werd met een tragere daling van de CD4-cellen. Hoewel diverse genetische merkers bewezen hebben belangrijke voorspellers te zijn van snelle HIV progressie, geen enkel eerder onderzoek werd uitgevoerd om de interactie tussen verschillende genetische merkers en hun gezamenlijke effect op CD4 daling te bepalen. De CD4-telling is een merker die gevoelig is voor schommelingen en meetfouten, vandaar smoothing technieken en methoden voor het kwantificeren van fluctuatie en willekeurige variatie zal onderzocht worden. Een bijkomende doelstelling van dit proefschrift is om gezamenlijk CD4telling en viral load te modelleren en een samengestelde merker voor HIV Bijzonder OnderzoeksFonds-Aanbesteding te ontwikkelen. Doctoraatsbeurzen in het kader van de bilaterale programma progressie . Dit onderzoek kan een dieper begrip van de natuurlijke progressie van HIV/AIDS bieden en eventueel clinici begeleiden op passende criteria om de timing van ARV initiatie bepalen. Organisaties: • Centrum voor Statistiek • Centrum voor Statistiek
Onderzoekers: • Geert MOLENBERGHS
Analyse van de huidige benaderingen en kennis om een Guidance Document op te stellen voor blootstelling aan pesticiden van toepasser, werknemer, omstaander en buurbewoners Universiteit Gent Abstract: Een overview van alle bestaande data omtrent blootstelling en risico analyse voor toepassers, werknemers, omstaanders en buurtbewoners zal gegeven worden. Het document zal de belangrijkste knelpunten identificeren alsook zwaktes en hiaten in de huidige benaderingen. Verder te ondernemen stappen zullen aangegeven worden. Een draft Guidance Document voor humane evaluatie van de blootstelling aan pesticiden zal uitgewerkt worden voor gebruik op het Europees en Lidstaten niveau. Organisaties: • Vakgroep Gewasbescherming
Onderzoekers: • Walter Steurbaut
Analyse van de vitamine D status van Vlaamse kinderen Universiteit Gent Abstract: De doelstelling is om longitudinaal (over een periode van 4 jaar) de vitamine D status (25-hydroxyvitamine D (250HD) in serum) en een reeks van gerelateerde biologische en levensstijl factoren te meten in een groep van 500 Vlaamse schoolkinderen. Organisaties: • Vakgroep Maatschappelijke gezondheidkunde
Onderzoekers: • Stefaan De Henauw • Isabelle Sioen
Analyse van geneesmiddelen in afvalwater: ontwikkeling, validatie en evaluatie van een nieuw en innovatief model voor de opvolging van hun (rationeel) verbruik. Universiteit Antwerpen Abstract: Het fundamentele doel van dit project is de ontwikkeling en validatie van een model om aan de hand van de in België meest voorgeschreven en gebruikte GM (via RIZIV-gegevens) gemeten concentraties in afvalwater te correleren met een hoeveelheid gebruikt geneesmiddel (gemeten vs. voorspelde concentraties). Organisaties: • Laboratorium Experimentele geneeskunde en Pediatrie (LEMP)
Onderzoekers: • Philippe Jorens • Ronny Blust • Lieven Bervoets • Hugo Neels • Adrian Covaci
Arteriële drukgolfvorm en genomische telomeerlengte in relatie tot preklinische atherosclerose. Een cross-sectionele en prognostische studie in 3000 proefpersonen initieel vrij van klinische atherosclerose Universiteit Gent Abstract: Bij 3000 bewoners (35-55 jaar, initieel vrij van klinische atherosclerose) van Erpe-Mere worden een aantal indicatoren van vroegtijdige atherosclerose opgespoord (intimamedia diktes, nieuwe lumped parameters afgeleid uit lokale tonometrisch geregistreerde drukgolven, biochemische merkers, en (afzonderlijke) telomeerlengte van de leukocyt chromosomen). Daarnaast wordt met echocardiografie diastolische functie en ventriculo-arteriële koppeling bestudeerd. Na initiële analyse van cross-sectionele verbanden worden de metingen 4-jaarlijks herhaald en is er een 12 jaar follow-up voorzien naar harde eindpunten. Organisaties: • Vakgroep Inwendige ziekten
Onderzoekers: • Thierry Gillebert
A university training unit in a model project of primary health care (Zuid-Afrika). Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het Zuidafrikaans gezondheidsbeleid werd na de apartheid georiënteerd naar de ontwikkeling van een breed, geïntegreerd, rechtvaardig en efficiënt Nationaal Gezondheidssysteem. Naar implementatie zijn er echter nog veel lacunes. De Noorderprovincie - één van de armste en meest verwaarloosde gebieden in Zuid Afrika met de eigenschappen van een typisch Sub-Saharisch ontwikkelingsgebied - is hiervan een goede illustratie. De voornaamste problemen zijn: een gebrek aan artsen en aan adekwaat opgeleide verpleegkundigen en een slecht en inadekwaat functionerende gezondheidsinfrastructuur. In deze provincie bevindt zich de University of the North, de partneruniversiteit van dit project. Deze beschikt over een faculteit Gezondheidswetenschappen, maar tot op heden worden er geen artsen opgeleid. Zij wenst primary health care in de opleiding van haar gezondheidswerkers op te nemen. Het project moet de ontwikkeling van een model voor een systeem van eerstelijnsgezondheidszorg in een ruraal district, met terugval op een referentieziekenhuis in de buurt van de University of the North, vergemakkelijken en versnellen. Tevens is het de bedoeling ervoor te zorgen dat er in de universiteit een structuur komt die instaat voor de continue opleiding in eerstelijnsgezondheidszorg van alle gezondheidswerkers. De stages zouden dan kunnen gebeuren in de 'model'eerstelijngezondheidsdiensten. Om de operationalisering van dit model in het
omliggende district mogelijk te maken zijn nodig: - een identificatie van de gezondheidsproblemen en kennis van de noden aan basis districtinfrastructuur; - bijscholing in klinische vaardigheden en training in het gebruik van essentiële geneesmiddelen bij verpleegkundigen, verbetering van de patiëntenregistratie en een permanente in-service training en supervisie - verbetering en coördinatie van de communicatie tussen verschillende beleidsverantwoordelijken en veldwerkers op de verschillende niveau's; - betrekken van de bestaande universitaire departementen bij de ontwikkeling van deze eerstelijnsstructuur. Organisaties: • Maatschappelijke Gezondheidszorg
Onderzoekers: • ANNE-MARIE DEPOORTER
Autoclaaf: noodzakelijke basisuitrusting voor onderzoek naar pathogeen-gastheer interacties bij veterinair en zoönotisch belangrijke bacteriën en fungi Universiteit Gent Abstract: Het onderzoek aan de vakgroep pathologie-bacteriologie-pluimveeziekten, faculteit diergeneeskunde, betreft voornamelijk de studie van pathogeen-gastheer interacties bij veterinair en zoönotisch belangrijke bacteriën en fungi. Voor het uitvoeren van dit onderzoek is deze autoclaaf onontbeerlijk. Organisaties: • Vakgroep Pathologie, bacteriologie en pluimveeziekten
Onderzoekers: • Richard Ducatelle • Freddy Haesebrouck • An Martel
Autoclaaf: noodzakelijke basisuitrusting voor onderzoek naar pathogeen-gastheer interacties bij veterinair en zoönotisch belangrijke bacteriën en fungi Universiteit Gent Abstract: Het onderzoek aan de vakgroep pathologie-bacteriologie-pluimveeziekten, faculteit diergeneeskunde, betreft voornamelijk de studie van pathogeen-gastheer interacties bij veterinair en zoönotisch belangrijke bacteriën en fungi. Voor het uitvoeren van dit onderzoek is deze autoclaaf onontbeerlijk. Organisaties: • Vakgroep Pathologie, bacteriologie en pluimveeziekten
Onderzoekers: • Richard Ducatelle • Freddy Haesebrouck
Beheersing van de geneesmiddelenkosten in België: welke overheidsmaatregelen zijn effectief en waarom (niet)? Universiteit Antwerpen Abstract: De stijgende kosten voor geneesmiddelen vormen een bedreiging voor het financiële evenwicht van het sociale zekerheidssysteem in België. Aan de hand van een kwalitatieve en kwantitatieve onderzoeksmethode zal worden nagegaan welke overheidsmaatregelen om geneesmiddelenkosten te beheersen, effectief zijn. Organisaties: • Epidemiologie en sociale geneeskunde (ESOC)
Onderzoekers: • Guido Van Hal
Behoefte aan een dagcentrum voor pubers en adolescenten met een complexe problematiek van zowel een psychologische of psychiatrische aard in Brussel en Brusselse westrand Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' Centrum voor Geestelijke Gezondheidszorg - Brussel' hebben voor het project ' Behoefte aan een dagcentrum voor pubers en adolescenten met een complexe problematiek van zowel een psychologische of psychiatrische aard in Brussel en Brusselse westrand' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Organisatie, beleid en sociale ongelijkheden in gezondheidszorg
Onderzoekers: • MARCUS LEYS
Beleidsgegevens over psychiatrische diensten en instellingen: permanente registratie van klinische en sociale variabelen. Overeenkomst inzake de ondersteuning van registratiesysteem: "Minimale Psychiatrische Gegevens" Universiteit Hasselt Abstract: Op intiatief van de Federale Overheid wordt in alle Belgische residentiële psychiatrische instellingen een uniforme set van patiëntgegevens verzameld: de Minimale Psychiatrische Gegevens (MPG). Deze nationale databank moet beleidsondersteunend onderzoek toelaten. Censtat is verantwoordelijk voor de ondersteuning van de instellingen in het uitvoeren van de dataverzameling. Organisaties: • Centrum voor Statistiek • Centrum voor Statistiek
Onderzoekers: • Marc AERTS • Herbert THIJS
Belgisch Centrum voor Evidence-Based Medicine, Belgische tak van de Cochrane Collaboration.
KU Leuven Abstract: Doelstelling: (1) stimuleren van de bekendheid en het toepassen van EBMin belgië; (2) het stimuleren van Cochrane aktiviteiten (systematische reviews); (3) opleiden tot de ontwikkeling van richtlijnen, validatie richtlijnen; (4) uitbouw en testen van een virtuele bibliotheek gezondheids- zorg. Organisaties: • Acad. Centr. voor Huisartsgeneeskunde
Onderzoekers: • Bert Aertgeerts • Frank Buntinx
Bepalen van een gedetailleerde epidemologie van acute nierinsufficiënte bij intensieve zorg patiënten en evaluatie van een protocol van Early Goal Directed Therapy voor acute nierinsufficiëntie. Universiteit Gent Abstract: De eerste studie heeft als doel om een gedetailleerde epidemiologie te beschrijven van ANI bij intensieve zorg (IZ) patiënten. de 2de studie evalueert de effecten van EGDT bij IZ patiënten. Ze zal toestaan de effecten van Early en Goal Directed Therapy te differentiëren. Tevens worden de effecten op de inflammatoire repsons gemeten. Organisaties: • Vakgroep Inwendige ziekten
Onderzoekers: • Johan Decruyenaere
Bepaling van de doelgroepen die prioriteit moeten krijgen voor seizoensgebonden influenza vaccinatie - deel I. Universiteit Antwerpen Abstract: Bepaling van de doelgroepen die prioriteit moeten krijgen voor seizoensgebonden influenza vaccinatie - deel I. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Philippe Beutels
Beschermingsduur na hepatitis B vaccinatie: uitgebreide statistische modellering van lange-termijn opvolggegevens, mogelijke beïnvloedende factoren en het verband tussen humoraal en cellulair immuunantwoord. Universiteit Antwerpen Abstract: Beschermingsduur na hepatitis B vaccinatie: uitgebreide statistische modellering van lange-termijn opvolggegevens, mogelijke beïnvloedende factoren en het verband tussen humoraal en cellulair immuunantwoord. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Pierre Van Damme • Koen Van Herck
Beslissingen tot beperking van therapie op ziekenhuisniveau Universiteit Gent Abstract: De toenemende technische mogelijkheden om het leven te verlengen, confronteren patiënt en hulpverleners met de zinvolheid van bepaalde therapieën. Dit project wil het aantal therapiebeperkende beslissingen evenals de factoren die een rol spelen in het tot stand komen ervan, in kaart brengen. Specifieke aandacht zal gaan naar deze factoren die hulpverleners ervan weerhouden om tijdig therapiebeperkende handelingen af te spreken. Organisaties: • Vakgroep Inwendige ziekten
Onderzoekers: • Nele Van Den Noortgate
Beslissingen van artsen rond het levenseinde bij pasgeborenen en zuigelingen. Een empirisch onderzoek aan de hand van een bevraging van artsen in Vlaanderen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dt onderzoek dient na te gaan welke medische besluitvorming voorafgaat aan het overlijden van pasgeboren en zuigelingen tijdens het eerste levensjaar. Tevens worden een aantal bio-ethische 'zorgvuldigheidscriteria' van deze besluitvorming onderzocht : intentie van de behandelende arts, overleg met de ouders, consultatie van collega's, enz,.. Volgende onderzoeksvragen staan daarbij centraal: 1.Wat is de frequentie van de verschillende medische beslissingen rond het levenseinde bij pasgeborenen en zuigelingen ? 2. Met welke zorgvuldigheid worden medische beslissingen rond het levenseinde bij pasgeborenen en zuigelingen genomen ? 3.Sociologisch profiel van de betrokken actoren ? Methode : de gegevens worden verzameld via twee methodes. Enerzijds een schriftelijke enquête onder de artsen die in Vlaanderen in een periode van 1 jaar een overlijdensattest van een -1 jarige hebben ondertekend. Anderzijds zullen aanvullende gegevens worden verzameld via mondelinge interviews bij een representatieve steekproef van de betrokken artsen. Voor het sterfgevallenonderzoek werd reeds in het kader van het FWO-onderzoek een positief advies van de Orde der Geneesheren en de samenwerking van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap bekomen. Organisaties: • Zorg rond het levenseinde • Pediatrie
Onderzoekers: • YVAN VANDENPLAS • LUC DELIENS
• VEERLE PROVOOST
Besluitvorming in kritische medische situaties in het ziekenhuis binnen de context van een toenemende multiculturele (patienten/naasten en hulpverleners) populatie Vrije Universiteit Brussel Abstract: Zorgverleners worden vaak geconfronteerd met kritische medische beslissingen waarbij beslissingen moeten genomen worden over leven en dood. Dit vindt meer en meer plaats in een multiculturele omgeving. Tot nu toe is hier nauwelijks onderzoek naar gedaan. Het doel van deze studie is om te beschrijven om welke manier dergelijke beslissingen genomen worden. Deze studie wordt uitgevoerd in een setting met patienten met chronische aandoening en met acute aandoening. Data worden verzameld dmv een etnografisch onderzoek. Organisaties: • Kritische Zorgen • Maatschappelijke Gezondheidszorg • Medische Beeldvorming en Fysische Wetenschappen
Onderzoekers: • LUC HUYGHENS • JOHAN BILSEN • REGINALD DESCHEPPER • WILLEM DISTELMANS
Bevolkingsonderzoek naar de prognose geassocieerd met linkerventrikel disfunctie. KU Leuven Abstract: Vijftien millioen Europeanen lijden aan hartfalen (HF). EPLORE zal voorde eerste maal op het niveau van de bevolking de incidentie van subklinisch HF documenteren evenals de progressie hiervan tot klinisch manifestHF en de associatie van subklinisch HF met de incidentie van cardiovasculaire verwikkelingen.nbsp;EPLORE zal een set van urinaire peptiden identificeren, die het risico op HF meer nauwkeurig voorspellen dan de huidig beschikbare biomerkers.nbsp;EPLORE omvat ook een "proof-of-concept" gerandomiseerde klinische studie, die tot doel heeft de resultaten te vertalen naar de klinische praktijk en als grondslag te dienenvoor nieuwe richtlijnen.nbsp;EPLORE zal bijdragen tot het welzijn vam de circa 20% Europeanen, die op dit ogenblik lijden aan subklinische linkerventrikel disfunctie en die hierdoor een groot risico hebben symptomatisch HF te ontwikkelen. Organisaties: • Hypertensie & Cardiovasc. Epidemiologie
Onderzoekers: • Jan Staessen
Bilaterale samenwerking in het kader van gezamenlijke doctoraatsprojecten_Bench fee i.h.k. van Joint PhD VUBKULeuven_Mommaerts Jean-Luc Vrije Universiteit Brussel Abstract: Joint PhD overeenkomst voor Jean-Luc Mommaerts Organisaties: • Huisartsen en zorg rond het levenseinde
Onderzoekers: • DIRK DEVROEY
Bilaterale samenwerking in het kader van gezamenlijke doctoraatsprojecten_Bench fee i.h.k. van Joint PhD VUB-KUL, Evelien Mertens Vrije Universiteit Brussel Abstract: Prospectieve studie van sedentariteit, fysieke (in)activiteit, fysieke fitheid en gezondheidsgerelateerde parameters bij Vlaamse volwassenen. Organisaties: • Biometrie en Biomechanica
Onderzoekers: • PETER CLARYS
Bilaterale samenwerking in het kader van gezamenlijke doctoraatsprojecten_Bench fee i.h.k. van Joint PhD VUB-UGent, Ariane Ghekiere Vrije Universiteit Brussel Abstract: Bilaterale samenwerking in het kader van gezamenlijke doctoraatsprojecten_Bench fee i.h.k. van Joint PhD VUB-UGent, Ariane Ghekiere Organisaties: • Biometrie en Biomechanica
Onderzoekers: • PETER CLARYS
Bilaterale samenwerking in het kader van gezamenlijke doctoraatsprojecten_Bench fee i.h.k. van Joint PhD VUB-UGent, Dorien Simons Vrije Universiteit Brussel Abstract: Bilaterale samenwerking in het kader van gezamenlijke doctoraatsprojecten_Bench fee i.h.k. van Joint PhD VUB-UGent, Dorien Simons Organisaties: • Biometrie en Biomechanica
Onderzoekers: • PETER CLARYS
Biobeschikbaarheid en transformatie van arseen uit levensmiddelen: rol van voedselbereiding, -bewaring en ?vertering Universiteit Gent Abstract: Arseen (As) is een frequent voorkomende contaminant in tal van voedingsmiddelen. Het BIOTRAs-project beoogt: i) na te gaan wat het effect is van voedselbewaring, voedselbereiding en gastro-intestinale voedselvertering op de speciatie van arseen in levensmiddelen; ii) de biobeschikbaarheid en toxiciteit van deze As-species te evalueren; iii) te komen tot een meer accurate blootstellingsevaluatie. Organisaties: • Vakgroep Biochemische en microbiele technologie • Vakgroep Toegepaste analytische en fysische chemie
Onderzoekers:
• Tom Van de Wiele • Gijs Du Laing
Biologische Basis voor Beta-Cel Transplantatie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In 1990 hebben we een multicenterprogramma gestart waarin humane Beta-cellen worden geïsoleerd in een centrale eenheid en ter beschikking gesteld voor, eenerzijds, een klinische trial over Beta-celtransplantatiebij diabetici en anderzijds, een basis research project dat de mogelijke oorzaken van entfalen onderzoekt en strategieën ontwikkeld om ze te vermijden. Klinische en basisresearch met humane Beta-cellen wordt echter sterk gehinderd door het tekort aan donorweefsel en door de hoge kost van de celbereiding. Twee zijprojecten werden daarom gestart om in de toekomst te kunnen beschikken over grotere en goedkopere bronnen; in het eerste wordt gezocht naar Beta-cel precursors in de humane pancreas, in het tweede worden foetale big Beta-cellen geïsoleerd en bestudeerd als mogelijk model voor diabetesonderzoek en therapie. De verlenging van het FWO-programma G.3057.94 wordt nu gevraagd voor 2 jaar, maar antwoorden zoeken op de gestelde vragen zal zeker een langere tijd vergen. Organisaties: • Pathologische Biochemie en Fysiologie
Onderzoekers: • DANIEL PIPELEERS • BART KEYMEULEN • ZHIDONG LING
Biomerkers voor inschatting van de gezondheidsimpact van luchtverontreiniging tijdens de perinatale periode. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project bestudeert de biomerkers in uitgeademde lucht voor inschatting van de langetermijnimpact van luchtpolluenten op de respiratoire gezondheid en allergieën. Organisaties: • Departement Biomedische Wetenschappen - overige
Onderzoekers: • Greta Schoeters
Blootstellingstudie van de Belgische bevolking aan mycotoxines via biomerkers Universiteit Gent Abstract: Dit project zal de blootstelling aan mycotoxines in België in kaart brengen via de directe meting van blootstellingsbiomerkers in ochtendurine van een representatieve steekproef van de Belgische bevolking met behulp van een gevalideerde LC-MS/MS methode. Verbanden tussen de gemeten biomerkers en de gerapporteerde consumptie van verschillende voedinsgmiddelengroepen zowel de dag voor de urinecollectie als de vorige maand, zullen onderzocht worden. Organisaties: • Vakgroep Bioanalyse • Vakgroep Maatschappelijke gezondheidkunde
Onderzoekers: • Stefaan De Henauw • Sarah De Saeger
Blootstellingstudie van de Belgische bevolking aan mycotoxines via biomerkers Universiteit Gent Abstract: Dit project zal de blootstelling aan mycotoxines in België in kaart brengen via de directe meting van blootstellingsbiomerkers in ochtendurine van een representatieve steekproef van de Belgische bevolking met behulp van een gevalideerde LC-MS/MS methode. Verbanden tussen de gemeten biomerkers en de gerapporteerde consumptie van verschillende voedinsgmiddelengroepen zowel de dag voor de urinecollectie als de vorige maand, zullen onderzocht worden. Organisaties: • Vakgroep Bioanalyse
Onderzoekers: • Sarah De Saeger
Borstkankeropsporing. Universiteit Antwerpen Abstract: Om de te lage participatiegraad aan het Vlaams programma voor borstkankeropsporing op te krikken, moeten vernieuwende, vaak niet dure, methoden getest en ontwikkeld worden. Voor dit project is bij meer dan 10.000 vrouwen nagegaan hoe zij het onderzoek van de mammografie bij de radioloog ervoeren. De mammografische eenheid (ME) waar het onderzoek wordt uitgevoerd, lijkt namelijk een belangrijke impact te hebben op de participatietrouw van de vrouwen. In de enquête die naar de vrouwen werd gestuurd, werden een aantal facetten bevraagd die ons kunnen toelaten het bezoek aan de ME voor de vrouw aangenamer te maken, zodat de participatietrouw zal stijgen. Organisaties: • Epidemiologie en sociale geneeskunde (ESOC)
Onderzoekers: • Guido Van Hal
Bundeling van krachten om de weerstand tegen Plasmodium falciparum weerstand in Oost- en Centraal-Afrika te detecteren en controleren. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds VLIR. UA levert aan VLIR de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Epidemiologie en sociale geneeskunde (ESOC)
Onderzoekers: • Jean-Pierre Van geertruyden
Capaciteitsopbouw om state of the art surveillance systemen te implementeren m.b.t. antibioticaconsumptie en resistentie in Kosovo (KOSOVO). Universiteit Antwerpen Abstract: Verhoging van onderzoekscapaciteit in de gezondheidszorg in Kosovo om de prevalentie te bepalen van antibiotica-resistente bacteriën en de kwaliteit van het voorschrijven van antibiotica te verbeteren in Kosovo, met als algemeen doel om de gezondheid en het welzijn van patiënten
en hun gezinnen, besmet met antimicrobieel resistente organismen, te verbeteren in Kosovo. Organisaties: • Medische microbiologie • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Herman Goossens
CArcinoma-geassocieerde Fibroblasten: Functie in kanker cel EXpansie en Invasie Universiteit Gent Abstract: Kankercellen kunnen vermenigvuldigen, invaderen en metastaseren, maar of deze activiteiten gerealiseerd worden, hangt af van de weerstand en de collaboratie van de tumor omgeving. In dit project bestaande uit Europese topgroepen onderzoeken we de functie van CAFs in groei en invasie van kankercellen in diverse tumoren. Organisaties: • Vakgroep Radiotherapie en Experimenteel Kankeronderzoek
Onderzoekers: • Olivier De Wever
Care Organization:a Re-Thinking EXpedition in search for Sustainability Universiteit Hasselt Abstract: De duurzaamheid van de Vlaamse zorgsystemen staat onder druk door de snel toenemende medische consumptie. 'Geïntegreerde zorg' wordt beschouwd als een belangrijke nieuwe benadering om specifieke delen van de zorgsector te veranderen in de richting van systemen die meer vraaggestuurd, patiëntgericht en kostenbewust zijn. De noodzakelijke herschikking van (delen van) het voornamelijk aanbodgestuurde zorgstelsel in Vlaanderen vereist een brede en multidisciplinaire aanpak. Een dergelijke herinrichting van de zorg moet gebaseerd zijn op onderzoeksresultaten. Dit project richt zich op 'geïntegreerde zorg' voor patiënten met behoefte aan langdurige en chronische zorg. Het doel van het project is om de toekomstige opties voor de Vlaamse zorg helder te krijgen, en aan te geven hoe een hogere zorgkwaliteit kan bereikt worden die tegelijk minder kost. Organisaties: • Health Care
Onderzoekers: • Johan HELLINGS
Characterisation of the role of astrocytic B2-adrenergic receptors in multiple sclerosis: an invivo approach. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Multiple sclerose is een chronische neurodegeneratieve aandoeningen die vooral jonge, actieve patiënten treft. De impact op persoonlijk zowel als socio-economisch vlak van deze aandoening zijn dramatisch. De etiologie blijft tot op heden grotendeels onbekend en de huidige behandelingen hebben eerder bescheiden effecten op het ziekteverloop. Bovendien blijft de impact van ehandeling op lange termijn en de progressieve vormen van de ziekte onbepaald. Uit voorgaand onderzoek bleek dat astrocyten bij MS deficiënt zijn aan ?2-adrenerge receptoren. Deze receptoren spelen een belangrijke rol in een hele reeks processen die een van belang zijn bij het ziekteproces van MS. De receptor onderdrukt inflammatie, reguleert de expressie van neurotrofe factoren, ondersteunt het metabolisme van de neurotoxische transmitter glutamaat, stuurt de glycogenolyse aan die voor de energietoevoer naar axonen instaat. Het doel van ons onderzoeksproject betreft de translatie van preliminaire in-vitro bevindingen omtrent de rol van ?2-adrenerge receptoren naar invivo onderzoek in fysiologische en pathologische omstandigheden. Organisaties: • Farmaceutische Chemie, Analyse van Geneesmiddelen en Geneesmiddelenkennis
Onderzoekers: • Ralph CLINCKERS
Chlamydiascreening in de huisartspraktijk: van een theoretisch model (efficacy) naar de praktijk (effectiveness). Universiteit Antwerpen Abstract: Chlamydia trachomatis is bij ons de meest frequente bacteriële SOA (prevalentie 3-8%); de meeste infecties verlopen asymptomatisch en worden niet gediagnosticeerd. Belangrijke complicaties en sequellen zijn echter PID, tubaire infertiliteit, extra-uteriene zwangerschap en chronische buikpijn. Vooral jonge vrouwen zijn at risk voor het oplopen van de infectie. Door het grote aantal asymptomatische infecties dringt screening zich op. De ontwikkeling en commercialisering van de DNA-amplificatietechnieken, die zeer goede testeigenschappen hebben en non-invasieve staalafname mogelijk maken, opent nieuwe perspectieven voor screening. Screening op Chlamydia heeft een hoge kostprijs en is arbeidsintensief; daarom is selectieve screening, op basis van een risicoprofiel, de meest haalbare strategie. Risicoprofielen zijn traditioneel bepaald bij hoogrisicopopulaties zoals in abortusklinieken, SOA klinieken, of bij bevolkingsgroepen van Afrikaanse afkomst. Deze risicoprofielen zijn niet zonder meer overdraagbaar naar de algemene patiëntenpopulatie in België. Om deze reden is het nodig een specifiek risicoprofiel te bepalen vanuit de huisartspraktijk. Dit project beoogt het ontwikkelen van een model voor selectieve screening op urogenitale Chlamydia bij vrouwen in de huisartspraktijk. Voorts worden de randvoorwaarden onderzocht waaraan moet worden voldaan om deze strategie in de praktijk te brengen. Bijzondere aandacht wordt besteed aan de feasibility en de aanvaardbaarheid van het model voor de betrokken actoren (m.n. huisartsen en patiënten).In een volgende fase wordt het model geimplementeerd en in de praktijk geëvalueerd. Een economische evaluatie van het screeningsmodel in de praktijk wordt vergeleken met de gezondheidswinst van het theoretische model. Organisaties: • Huisartsgeneeskunde • Eerstelijns - en interdisciplinaire zorg Antwerpen (ELIZA)
Onderzoekers: • Dirk Avonts • Veronique Verhoeven
CIHSD Vrije Universiteit Brussel Abstract: Consultancy voor een casestudie rond Methodologie en Capaciteitsbouwen in opdracht van CIHSD (Wereldgezondheidsorganisatie) Organisaties: • Huisartsen en zorg rond het levenseinde
Onderzoekers: • DIRK DEVROEY
"Citizen -led Gender Budget Initiatives" bij de lokale overheid: een quasi-experimentele impact studie gericht op de gezondheidszorg van het Kabale District, Oeganda. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds VLIR. UA levert aan VLIR de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • AID Policy • Ontwikkeling: processen, actoren en beleid
Onderzoekers: • Nathalie Holvoet
COllaborative Management Platform for detection and Analyses of (Re-)emerging and foodborne outbreaks in Europe (COMPARE). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EU. UA levert aan EU de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Herman Goossens • Surbhi Malhotra
COMADIS: Klinisch geoptimaliseerd mammografie display Universiteit Gent Abstract: COMADIS: Clinically optimized mammography display Dit onderzoeksproject heeft een sterke focus op nieuwe beeldschermtechnologie en beeldwerking-technologie om de visualisatie van subtiele tekens van kanker in een vroeg stadium te verbeteren. Door middel van een diepgaand inzicht in moeilijke klinische gevallen zal een klinisch geoptimaliseerd prototype beeldscherm gebouwd worden waarvan Barco optimistisch is dat dit de performantie bij een borstkankerscreening kan verhogen. Deze nieuwe technologie zal gevalideerd worden door middel van een klinische studie op een grote hoeveelheid screeningbeelden. IWT + Barco NV O&O 130472 Organisaties: • Vakgroep Maatschappelijke gezondheidkunde
Onderzoekers: • Koen Van Herck
Complexe genetica van de ziekte van Alzheimer en verwante aandoeningen. Universiteit Antwerpen Abstract: De ziekte van Alzheimer en verwante neurodegeneratieve aandoeningen zijn zeer belastende en uiteindelijk fatale aandoeningen. Door veranderende demografie en uitblijven van een geneesmiddel, vormen deze aandoeningen een grote bedreiging, niet alleen voor de persoonlijke gezondheid maar ook voor de samenleving. Dit project beoogt een beter begrip van de genetica van deze aandoeningen, en heeft eveneens als doel de genetische bevindingen te vertalen in vooruitgang op het gebied van moleculaire diagnostiek en risico voorspelling. Om dit doel te bereiken wordt gebruikt gemaakt van een zeer krachtige en goedgedocumenteerde studiepopulatie, geavanceerde moleculair genetische technieken inclusief next generation sequencing en genoomwijde copy number variation detectie, en genetische epidemiologuie. Op basis van de bevindingen zullen markers voor vroege diagnostiek en moleculaire profielen worden gekarakteriseerd, die op de langere termijn een gepersonaliseerde behandeling van deze aandoeningen mogelijk moeten maken. Organisaties: • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Kristel Sleegers
Consortium Agreement in het kader van het EDCD-project :"VACCINE PREVENTABLE DISEASES MODELLING IN THE EUROPEAN UNION AND EEA/EFTA COUNTRIES: FORECASTING TNHE EFFECT OF INTRODUCING A NEW VACCINE IN A NATIONAL/REGIONAL PROGRAM" Universiteit Hasselt Abstract: In dit project modeleren we de infectieziekte variccela. We modeleren serological gegevens en schatten de ongekende parameters voor de transmissie van de infectie in de populatie. We onderzoeken de invloed van vaccinatieprogrammas op de verspreiding van de varicella infectie in de populatie. We onderzoeken verschillende methoden voor vaccinatie met combinatie van verschillende typen van mixing patterns in de populaties van 12 staten van de Europese unie. Organisaties: • Centrum voor Statistiek • Centrum voor Statistiek
Onderzoekers: • Ziv SHKEDY
Consumptie van alcohol, illegale drugs, hypnotica en tranquillizers bij de Belgische bevolking. Preventie en behandeling door huisartsen en gezondheidstoezicht op de werkvloer door arbeidsgeneesheren; kennis, noden en voorraad (UP TO DATE). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de federale overheid. UA levert aan de federale overheid de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Eerstelijns - en interdisciplinaire zorg Antwerpen (ELIZA)
Onderzoekers: • Roy Remmen • Lieve Peremans
Consumptie van alcohol, illegale drugs, hypnotica en tranquillizers bij de Belgische bevolking. Preventie en behandeling door huisartsen en gezondheidstoezicht op de werkvloer door arbeidsgeneesheren; kennis, noden en voorraad (UP TO DATE). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de federale overheid. UA levert aan de federale overheid de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Kind-, Jeugd- en Volwassenpsychiatrie (CAPRI)
Onderzoekers: • Geert Dom
Corticale malformaties: geno-en fenotypische karakterisaties in mens en dier. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Corticale malformaties vormen een belangrijke oorzaak voor mentale en motorische handicap, ernstige epilepsie, leerstoornissen en autisme. De etiologie en het herhalingsrisico zijn grotendeels onbekend en de behandeling is louter symptomatisch. Deze studie is er in een eerste fase op gericht nieuwe genen betrokken bij het ontstaan van corticale malformaties te identificeren en de genotype- fenotype correlaties te verfijnen om zo de diagnostiek en genetische counseling te optimaliseren. Gezien het heterogene karakter van de corticale malformaties wordt geopteerd voor een multicentrische patientenrecrutering. In een tweede luik zal het epileptisch fenotype geassocieerd aan corticale malformaties worden bestudeerd in verschillende genetische diermodellen. Dit omvat onder meer het registreren van spontane aanvallen en het bepalen van de gevoeligheid van deze dieren aan chemoconvulsieve stoffen. Tot slot wordt de mogelijkheid tot postnatale regressie van de corticale malformatie en de hieruit resulterende epileptische aanvallen nagegaan in bestaande en nieuwe diermodellen. Recent onderzoek in een ratmodel voor subcorticale band heterotopie toont aan dat re-expressie van het defecte gen inderdaad tot dit resultaat kan leiden. Dit experiment illustreert dat een dergelijke onderzoeksstrategie perspectieven opent voor een toekomstige behandeling van corticale malformaties via genetische manipulatie of farmacologische potentiering van gerelateerde genen. Organisaties: • Maatschappelijke Gezondheidszorg
Onderzoekers: • Anna JANSEN
Cost-effectiveness of 7, 10 and 13-valent pneumococcal conjugate vaccines 2009-52_HTA. Universiteit Antwerpen Abstract: Met dit project willen we schatten dmv simulatiemodellen wat de effectiviteit en kosten-effectiviteit is van de verschillende opties van gebruik van 7-, 10- en 13-valente geconjugeerde pneumokokkenvaccins in Belgie, waarbij we rekeneing houden met de Belgische en internationale ervaring met deze vaccins op het vlak van efficaciteit, veiligheid en effectiviteit.We gaan ook de impact na van groepsimmuniteitseffecten, serotypevervanging en waar mogelijk tevens de indirecte impact van kruisprotectie en antibioticaresistentie. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Pierre Van Damme • Philippe Beutels
Creatie van een referentie centrum voor gastrointestinale tumors in Cambodia Universiteit Gent Abstract: Met dit project wensen we een chirurgisch oncologisch centrum op te richten met speciale aandacht voor gastro-intestinale kankers. Het Khmer-Soviet Friendship ziekenhuis (ASKH), een ziekenhuis gelinkt aan de universiteit, zal als gastziekenhuis optreden. De doelstelling op gebied van ontwikkeling is de nationale gezondheidszorg te verbeteren met een niveauverhoging van de diagnose, behandeling en follow-up van gastrointestninale kankers. De academische doelstelling omvat de introductie van een wetenschappelijk oncologisch programma met de oprichting van een referentiecentrum voor de behandeling van gastro-intestinale kankertumoren. Dit zal leiden tot een beter begrip van kanker in het algemeen en de behandeling hiervan in Combodja in het bijzonder. Organisaties: • Vakgroep Heelkunde
Onderzoekers: • Piet Pattyn
Cytogenetic biomarkers and human cancer risk. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De partners van dit project hebben voorheen aangetoond dat een hoge frequentie van chromosomale aberraties (CA) in perifere lymfocyten voorspellend is voor een toenemend kankerrisico, onachtzaam het roken of beroepsblootstelling aan carcinogenen. Het huidig multidisciplinair project beoogt het verduidelijken van de redenen voor deze resultaten. Celculturen, voorhanden van individuen vroeger onderzocht voor cytogenetische biomerkers, zullen geanalyseerd worden voor de belangrijkste genetische polymorfismen die verondersteld worden chromosoom schade te beïnvloeden. Deze data zullen gebruikt worden om die polymorfismen te verklaren die de frequentie van CAs en/of zuster chromatid uitwisselingen (SCE) en de kanker associatie van chromosoom aberraties wijzigen. De bestaande cohortes zullen heronderzocht worden om de types van CAs bepalend voor kankerrisico te identificeren en om te herevalueren of SCEs kanker kunnen voorspellen. Twee nieuwe Europese cohortes zullen samengesteld worden, een om de resultaten van CAs en SCEs te bevestigen en om het verband met de belangrijkste kankertypes te bestuderen, en een andere studie om te zien of kankerrisico voorspelbaar is door micronucleus frequentie in lymfocyten. Organisaties: • Cellulaire Genetica
Onderzoekers: • MICHELINE VOLDERS
Data-gestuurde modellering van de impact van vervroegde, grootschalige HIV behandeling in Zuid-Afrika Universiteit Gent Abstract: Het project beoogt bij te dragen tot de preventie van HIV in Zuid-Afrika via HIV behandeling. De belangrijkste doelstellingen omvatten: karakterisatie van leeftijdsverschillen tussen partners en overlappende relaties; ontwikkeling van een epidemiologisch model om de relatiedynamieken en de impact van vervroegde, grootschalige behandeling op HIV incidentie te simuleren; opleiding van Master?s en
doctoraatsstudenten, en de introductie van een cursus biostatistiek. Organisaties: • Vakgroep Uro-gynaecologie
Onderzoekers: • Wim Delva
Data-gestuurde modellering van de impact van vervroegde, grootschalige HIV behandeling voor de incidentie van HIV in Zuidelijk Afrika Universiteit Gent Abstract: Dit project hanteert zowel statistische als wiskundige modellen om HIV transmissie en interventies ter behandeling van HIV te modelleren in complexe seksuele netwerken. Het betreft een samenwerking tussen onderzoekers van ICRH en de onderzoeksgroep Statistiek aan de vakgroep Toegepaste Wiskunde en Computerwetenschappen, beide aan de Universiteit Gent, Censtat aan de Universiteit Hasselt, en SACEMA aan de Universiteit van Stellenbosch. Organisaties: • Vakgroep Uro-gynaecologie
Onderzoekers: • Marleen Temmerman
Dataregistratie- en evaluatiesysteem Mondgezondheid Belgische Bevolking Universiteit Gent Abstract: Haalbaarheidsstudie als piloot voor een continu dataregistratieproject naar de mondgezondheid van de Belgische bevolking voor verschillende leeftijdsgroepen. Deze haalbaarheidsstudie gebeurt in samenwerking met het Wetenschappelijk Instituut voor Volksgezondheid (WIV) en het Nationaal Instituut voor Statistiek (NIS) ten einde de bekomen gegevens te integreren in de data van de gezondheidsenquête 2008 en volgende. Hiervoor wordt een dataregistratie, koppeling en analysesysteem ontwikkeld met betrekking tot de mondgezondheid van de Belgische bevolking, gerelateerd aan de algemene gezondheid. De gegevens worden verzameld door middel van een enquête en klinisch onderzoek. Duur: 16 maanden. Organisaties: • Vakgroep Tandheelkunde
Onderzoekers: • Bruno Vanobbergen
Dataregistratie- en Evaluatiesysteem Mondgezondheid Belgische bevolking 2012-2014 Universiteit Gent Abstract: In 2008-2010 werd voor het eerst, in samenwerking met het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid, een onderzoek verricht naar de mondgezondheid en determinanten van mondgezondheid van de Belgische bevolking. In de vervolgfase zal het onderzoek bestaan uit de voltooiing van de voorbereiding, de eigenlijke dataverzameling, de analyse en rapportering van het project ?Dataregistratie- en Evaluatiesysteem Mondgezondheid Belgische Bevolking 2012-2014?. Organisaties: • Vakgroep Tandheelkunde
Onderzoekers: • Jacques Vanobbergen
Data representativiteit: problemen en oplossingen Universiteit Hasselt Abstract: De kwaliteit van de gegevensbestanden, door EFSA gebruikt in het kader van risico evaluaties, en in het bijzonder de gegevens van het pesticide monitoring programma, zal geëvalueerd worden naar representativiteit en geschiktheid. De beoordeling omvat een kritische evaluatie van (1) de kwaliteit van de gegevensbestanden , (2) de impact van de steekproefneming, de steekproefgrootte en populatie kenmerken die foutief of niet in rekening gebracht werden bij het statistische verwerken van de resultaten en besluitvorming, (3) statistische technieken die toelaten om vertekening (bias) in de resultaten te verminderen. Organisaties: • Centrum voor Statistiek • Centrum voor Statistiek
Onderzoekers: • Geert MOLENBERGHS • Cristina SOTTO • Wim VAN DER ELST
De alcohol- en drughulpverlening in de provincie Antwerpen: instroom en uitstroom. Universiteit Antwerpen Abstract: Het drugbeleid van de federale regering benadrukt het belang van meer afstemming en overleg tussen voorzieningen in de alcohol- en drughulpverlening en stimuleert het aangaan van functionele samenwerkingsverbanden. Om dit veranderingsproces te ondersteunen is het evenwel belangrijk om over een aantal objectieve en vergelijkbare gegevens te beschikken die de omvang en de aard van de drugproblematiek in kaart brengen. Op initiatief van het Stedelijk Overleg Drugs Antwerpen (SODA) en het Overlegplatform Geestelijke Gezondheidszorg Provincie Antwerpen (OGGPA) werd daarom een registratie-onderzoek opgezet binnen de alcohol- en drughulpverlening in de provincie Antwerpen. Het onderzoek wordt gefinancierd door de Province Antwerpen en wordt uitgevoerd door de Universiteit Gent (Vakgroep Orthopedagogiek) in samenwerking met het Universitair Wetenschappelijk Instituut voor Drugproblemen (UWID) van de Universiteit Antwerpen. Met dit onderzoek willen we zicht krijgen op het aantal cliënten in de alcohol- en drughulpverlening, hun karakteristieken en de manier waarop ze gebruik maken van de zorg. Het onderzoek bestaat uit drie fasen: de opstart-, de instroom- en de uitstroomfase. Gedurende één week zullen alle cliënten worden geregistreerd die op dat ogenblik in begeleiding of behandeling zijn (opstartfase) bij één van de deelnemende centra (dagcentra, centra geestelijke gezondheidszorg, psychiatrische ziekenhuizen, psychiatrische afdelingen in algemene ziekenhuizen, medisch-sociaal opvangcentrum, crisisinterventiecentrum, centra algemeen welzijnswerk). Gedurende zes maanden zullen alle cliënten worden geregistreerd die in deze centra een vraag stellen naar behandeling (instroomfase). Tijdens de opstart- en de instroomfase zullen gegevens verzameld worden met betrekking tot de volgende categorieën: socio-demografische en drugsspecifieke gegevens, informatie over de behandelingsgeschiedenis en tenslotte ook een aantal gegevens met betrekking tot de afloop van het intakegesprek (instroom) of tot de huidige behandeling (opstart). Gedurende 12 maanden zal vervolgens geregistreerd worden op welke manier cliënten die tijdens de instroomfase een begeleiding of behandeling zijn gestart, hun begeleiding of behandeling afronden (uitstroom). Organisaties: • Epidemiologie en sociale geneeskunde (ESOC)
Onderzoekers: • Guido Van Hal
De analyse van ethylglucuronide in haar als merker voor alcoholinname. Universiteit Antwerpen Abstract: Alcoholgebruik is één van de meest voorkomende oorzaken van ziektes, blessures en overlijdens. Een vroege diagnose van schadelijk gebruik van alcohol is een belangrijke stap in de ontwikkeling van een effectief beleid. De analyse van ethylglucuronide in haar is vanaf het midden van de jaren 2000 voorgesteld als potentiële merker voor het gebruik van alcohol gedurende meerdere maanden. Deze analyse zou zijn toepassing kunnen vinden in specfieke situaties zoals alcoholontwenningsprogramma's, het teruggeven van rijbewijzen, het opvolgen van alcoholgebruik tijdens en na levertransplanties, etc. Het doel van dit project is om een analytische procedure op basis van chromatografie en massaspectrometrie voor de bepaling van ethylglucuronide in hair te optimaliseren en te valideren. De ontwikkelde methode zal verder toegepast worden op haarstalen van patiënten die een levertransplantatie gehad hebben of in de toekomst zullen hebben om mogelijk alcoholgebruik te detecteren en om een mislukking van de transplantatie te voorkomen. Organisaties: • Toxicologie
Onderzoekers: • Alexander van Nuijs
De Drugs for Neglected Diseases Working Group: stimulering van de ontwikkeling van geneesmiddelen voor tropische ziekten. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Jaarlijks sterven 17 miljoen mansen aan infectieziekten. Meer dan 90% hiervan leeft in ontwikkelingslanden. Terwijl de medische wetenschap steeds geavanceerdere geneesmidellen en techologieën ontwikkelt om de levenverwachtingen en kwaliteit van de rijkere bevolking te verhogen, wordt zeer weinig inspanning gedaan met betrekking tot tropische ziekten. Bijna niemans schijnt nog geïnteresseerd te zijn in het ontwikkelen van goede en betaalbare geneesmiddelen tegen deze ziekten. Van de 1233 nieuwe geneesmiddelen die op de markt kwamen tussen 1975 en 1997, waren er slechts 11 bestemd voor tropische ziekten. Bovendien zijn de bestaande geneesmiddlen vaak te duur voor de zeer arma bevolking uit het Zuiden. De Drugs for Neglected Diseases Working Group is een nieuwe multidisciplinaire werkgrope die dit probleem wil aankaarten op de interantionale agenda. In eerste instatnie worden de redenen voor dit probleem verder in kaart gebracht. Vervolgens zullennieuwe en creatieve oplossingen voorgesteld en uitgewerkt worden ten einde de ontwikkeling en beschikbaarheid van geneesmiddelen voor deze ziekten te verzekeren. Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • LODE WYNS
De epidemiologie van malignant mesothelioma in Belgie. KU Leuven Abstract: We intend to provide comprehensive data and state-of-the-art statistical analyses, based on existing national and regional sources of information about the temporal trend in the past incidence of a malignant mesothioma (MM) in order ot make reliable projections regarding the futuredisease burden; the spatial distribution of MM cases in Belgium in order to detect/confirm the existence of hot spots; the exposure profile of patients with MM in order to determine the specific contributions of occupational , paraoccuppational and environmental exposures to asbestos, with a particular attention devoted to the risk associated with (administrative) work in buildings containing asbestos. Organisaties: • Pneumologie
Onderzoekers: • Kristiaan Nackaerts
De epidemiologie van suïcidepogingen in Vlaanderen (2011-2012) Universiteit Gent Abstract: Aan de hand van het IPEO en KIPEO instrument worden de epidemiologische gegevens over de incidentie van suïcidepogingen en de kenmerken van de suïcidepogers in de spoegevallendiensten van deelnemende Algemene ziekenhuizen in Vlaanderen verzameld. Op basis van deze registraties wordt er beleidsrelevante informatie over de preventie van zelfdoding in het algemeen en de opvang van suïcidepogers in het bijzonder aangeleverd. Organisaties: • Vakgroep Psychiatrie en medische psychologie
Onderzoekers: • Cornelis Van Heeringen • Gwendolyn Portzky
De EUROASPIRE IV survey Universiteit Gent Abstract: De EUROASPIRE studies (I, II, III en IV) zijn Europese surveys uitgevoerd onder auspiciën van de European Society of Cardiology met de bedoeling cardiovasculaire risicofactoren bij coronaire patiënten en hoog-risico individuen in kaart te brengen, alsook hun behandeling op basis van medicatie en levensstijl-aanpassingen te beschrijven. Op die manier willen we evalueren hoe het staat met de implementatie van de huidige wetenschappelijke evidence-based richtlijnen zoals de Joint European Guidelines on Cardiovascular Disease Prevention. De Vakgroep Maatschappelijke Gezondheidkunde is ondermeer het centrale statistische centrum voor elk van deze enquêtes. Organisaties: • Vakgroep Maatschappelijke gezondheidkunde
Onderzoekers: • Dirk De Bacquer
De European Quality of Care Pathways (EQCP) studie. KU Leuven Abstract: De European Quality of Care Pathways (EQCP) studie is een internationalonderzoek van de Katholieke Universiteit Leuven, dat optreedt als internationale coordinator, in nauwe samenwerking met de Amedeo Avogadro University van Oost Piemonte, Italië en de European Pathway Association. De EQCP studie is een cluster Randomised Controlled Trial over de impact van zorgpaden op outcomes en dit voor patiënten met exacerbatie van Chronisch Obstructief Longlijden en patiënten met een Proximale Heupfractuur. Naast de meer klinische invalshoek heeft de studie tevens tot doel om deimpact van zorgpaden op multidisciplinaire teamwerking te onderzoeken. Het onderzoek wordt uitgevoerd in België, Nederland, Ierland, Italië en Portugal.
Organisaties: • Centr. Ziekenhuis- en Verplegingswet.
Onderzoekers: • Walter Sermeus
De evaluatie van een computer-getailorde interventie gericht op het reduceren van sedentair gedrag Universiteit Gent Abstract: Dit project zal een online computer-getailorde interventie gericht op het reduceren van zitten ontwikkelen, implementeren en evalueren bij gezonde volwassenen. Na de piloottesting, zal het programma geëvalueerd worden aan de hand van 3-groepen gerandomiseerde en gecontroleerde studie. Zowel korte als langetermijneffecten zullen vergeleken worden bij deelnemers die (1) advies op maat, (2) standaard advies, of (3) geen advies krijgen. Organisaties: • Vakgroep Bewegings- en sportwetenschappen
Onderzoekers: • Ilse De Bourdeaudhuij
De fysieke omgeving en fysieke activiteit bij oudere volwassenen: experimenten met foto's naar de bewuste en onbewuste keuze om fysiek actief te zijn in een omgeving Universiteit Gent Abstract: Dit project beoogt om: (1) de omgevingsinvloeden op wandelen bij ouderen te exploreren, (2) de belangrijkste omgevingskenmerken gerelateerd aan wandelen te identificeren en (3) de causale effecten van veranderingen in deze omgevingskenmerken op wandelen na te gaan. De studies zullen gebruik maken van innovatieve onderzoeksmethoden zoals go-along interviews, manipulaties van foto's en keuzetaken. Organisaties: • Vakgroep Maatschappelijke gezondheidkunde
Onderzoekers: • Benedicte Deforche
De fysieke omgeving en fysieke activiteit bij oudere volwassenen: experimenten met foto's naar de bewuste en onbewuste keuze om fysiek actief te zijn in een omgeving Vrije Universiteit Brussel Abstract: Deze studies zijn gebaseerd op nieuwe methoden met behulp van foto's (manipulatie van) en choicereaction tijd taken. Daardoor kunnen we de invloed van (combinaties van) micro-schaal milieukenmerken op de bewuste en onbewuste keuze om te lopen in mannelijke vs. vrouw en fysiek actief vs. inactief oudere volwassenen onderzoeken en vergelijken. Organisaties: • Biometrie en Biomechanica
Onderzoekers: • Benedicte DEFORCHE
De geschiktheid van het voorschrijven van antibiotica in de eerstelijns gezondheidszorg in Europa met betrekking tot resistentie tegen antibiotica (APRES). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EU. UA levert aan EU de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Samuel Coenen • Herman Goossens
De immunologische basis voor de immunisatie serie over hepatitis B. Universiteit Antwerpen Abstract: De immunologische basis voor de immunisatie serie over hepatitis B. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Pierre Van Damme
De impact van een lage keten polyonverzadigde vetzuren en micronutriënten aangerijkte complementaire voeding op de groei en ontwikkeling van zuigelingen in Ethiopië Universiteit Gent Abstract: Dit doctoraatsvoorstel bestaat uit twee onderzoeksluiken: 1) de ontwikkeling van een geoptimaliseerde - lange-keten polyonverzadigde vetzuren en micronutriënten aangerijkte - complementaire voeding, en 2) het effect van de consumptie van de geoptimaliseerde voeding op de groet en ontwikkeling van zuigelingen. De resultaten zullen de evidence-base leveren voor de ontwikkeling van een complementaire voeding met lokale voedingsmiddelen. Organisaties: • Vakgroep Voedselveiligheid en Voedselkwaliteit
Onderzoekers: • Dirk De Craemer
De impact van globale gezondheidsinitiatieven en donorharmonisatie op gezondheidssystemen op nationaal en districtsniveau. Universiteit Antwerpen Abstract: Onderzoek wordt uitgevoerd naar globale gezondheidsinitiatieven en donorharmonisatie in de gezondheidssector, waaronder sectorwijde benaderingen en globale budgetondersteuning, alsook naar hun relatie met andere, meer verticale Global Health Initiatives (GHI) zoals The Global Fund to fight Aids, Tuberculosis and Malaria; The Global Alliance for Vaccins and Immunisation (GAVI) en The President's Emergency Plan For Aids Relief (Pepfar). We stellen vast dat donoren in de gezondheidssector op dit moment eerder een tweesporenbeleid toepassen voor hun hulpverlening: enerzijds is er een focus op harmonisatie en "alignement", waaronder sectorwijde benaderingen en globale budgetondersteuning. Dit in combinatie met het responsabiliseren van de lokale overheden om hen aan te zetten tot goed beleid. Anderzijds zijn er de GHIs die eerder in het Noorden worden gedefinieerd en vervolgens als het ware worden opgelegd aan het Zuiden. Deze kennen vooral een sterke groei op het vlak van
de HIV/AIDS bestrijding. De dualiteit leidt tot ernstige coördinatie- en coherentieproblemen op nationaal en lokaal niveau. De hieruit voortvloeiende onderzoeksvraag is tweeledig. We onderzoeken hoe de ruime GHIs zich verhouden tot donor harmonisatie en "alignement" en daarnaast gaan we na wat de gevolgen van het tweesporenbeleid zijn in de ontwikkelingslanden, met de nadruk op het beleids- en implementatieniveau. De centrale doelstelling is bijdragen tot meer duidelijkheid in de complexe coördinatie tussen de verschillende donoren onderling en deze tussen donoren en de "recipient countries" in de gezondheidssector. Om dit onderzoek uit te voeren zal nauw samengewerkt worden met het Instituut voor Ontwikkelingsbeleid van de Universiteit Antwerpen en het Instituut voor Tropische Geneeskunde waarbij de combinatie van een politiek-economische en een volksgezondheidsvisie wordt beoogd. Organisaties: • Centrum voor Longitudinaal en Levensloop Onderzoek (CELLO)
Onderzoekers: • Herman Meulemans
De impact van herbehandeling met een combinatie op basis van artemisine op de incidentie van malaria en de potentiële selectie van resistente vormen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EDCTP. UA levert aan EDCTP de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Epidemiologie en sociale geneeskunde (ESOC)
Onderzoekers: • Jean-Pierre Van geertruyden
De kloof dichten tussen klinisch epidemiologisch onderzoek en de gemeenschap door gezondheidsonderzoek binnen de gemeenschap te consolideren. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds VLIR. UA levert aan VLIR de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Epidemiologie en sociale geneeskunde (ESOC)
Onderzoekers: • Jean-Pierre Van geertruyden
De Koziol-Green en het mengsel Koziol-Green-modellen met covariaten onder afhankelijke censureren Universiteit Hasselt Abstract: In de overlevingswiskunde zijn we geïnteresseerd in de tijd tot dat een bepaalde gebeurtenis zich voordoet. Bijvoorbeeld, de tijd tot dat een patiënt met een bepaald type kanker, sterft aan deze kanker. Echter door praktische problemen, zoals het verliezen van contact met de patiënten of het sterven van patiënten aan andere oorzaken, kunnen we vaak de overlevingstijden niet exact observeren, maar vinden we slechts een ondergrens. Om alsnog een schatting te vinden voor de verdelingsfunctie van de overlevingstijden, wordt er in de meeste studies aangenomen dat het censureringsmechanisme onafhankelijk is van de overlevingstijd waarin we geïnteresseerd zijn. We kunnen binnen deze groep van studies een sub-groep onderscheiden waarbij we als extra voorwaarde aannemen dat de overlevingsfunctie van de censureringstijd een positieve macht is van de overlevingsfunctie van de overlevingstijd. We spreken in dit geval van een Koziol-Green model en noemen de censurering informatief. In dit project bekijken we twee uitbreidingen voor dit Koziol-Green sub-model. Hierbij introduceren we een nieuwe vorm van informatieve censurering, namelijk afhankelijke censurering. We onderstellen dat het censureringsmechanisme niet meer onafhankelijk is van de overlevingstijd en nemen aan dat de gezamelijke overlevingsfunctie van de overlevingstijd en de censureringstijd beschreven wordt door een copula-functie. We beschouwen in het eerste deel van dit project het veralgemeende Koziol-Green model onder afhankelijke censurering. Naast de afhankelijke censurering zoals hierboven aangegeven, formuleren we een veralgemening van het Koziol-Green sub-model. We beschouwen in dit nieuwe model twee types van informatieve censurering en ontwikkelen hieruit een nietparametrische schatter voor de verdelingsfunctie van de overlevingstijd. In het tweede deel van dit project beschouwen we een gemengd model onder afhankelijke censurering. Hierbij nemen we aan dat de verdelingsfunctie van de censureringstijd een gemengde verdeling is met twee componenten. De eerste component is gerelateerd aan de verdelingsfunctie van de overlevingstijd via de veralgemeende Koziol-Green assumptie terwijl de tweede component volledig willekeurig is. We slaan met dit project een nieuwe onderzoeksrichting in binnen de overlevingswiskunde, namelijk van afhankelijke censurering. In de literatuur wordt deze richting slechts zelden bestudeerd, doch verschillende studies in de praktijk geven aan dat de gebruikelijke aanname van onafhankelijkheid tussen het censureringsmechanisme en de overlevingstijd niet correct is. Met dit project wensen wij enerzijds de literatuur omtrent dit onderwerp uit te breiden en anderzijds de nodige richtlijnen te ontwikkelen voor personen die deze modellen in praktijk willen toepassen. Organisaties: • Centrum voor Statistiek • Centrum voor Statistiek
Onderzoekers: • Roel BRAEKERS
De kwantitatieve analyse van de varicella-zoster-virus infectie: van epidemiologie tot immunologie. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht toegekend door de Universiteit Antwerpen. De promotor levert de Universiteit Antwerpen de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd door de universiteit. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Benson Ogunjimi
De ontwikkeling en verspreiding van een Europees onderwijspakket en website over antibiotica en hygiëne voor leerlingen van de lagere en de middelbare school. (E-BUG PACK) Universiteit Antwerpen Abstract: E-bug is een Europees, door DG SANCO gefinancierd onderwijspakket over antibiotica en hygiëne voor leerlingen van de lagere en de middelbare school. Dit pakket zal de gunstige werking van antibiotica benadrukken, maar eveneens het belang van het voorzichtig gebruik en hoe onoordeelkundig gebruik kan leiden tot verhoogde resistentie. Hand-en luchtweghygiëne, alsook verspreiding van infecties zullen behandeld worden, inclusief het aanleren van hoe de handen het meest effectief te wassen. Aangezien het internet een krachtig onderwijsmedium is geworden, zal dit pakket vergezeld worden door een website met complementaire spelletjes en interactieve quizzen. Organisaties:
• Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Herman Goossens
De ontwikkeling van statistische methodologie voor de analyse van gegevens over microbiologische resistentie in isolaten van zoonotische dragers van dieren en voedsel. Universiteit Hasselt Abstract: Op basis van de Europese richtlijn 2003/99/EC dienen de lidstaten van de Europese Unie elk jaar gegevens te verzamelen, te analyseren en te rapporteren aan de Europese Commissie, over zoonosen, zoonotische dragers en antimicrobiologische resistentie, en uitbraken van voedselvergiftiging . Deze informatie wordt gepubliceerd door EFSA in de Community Summary Reports, om trends in het voorkomen van zoonotische dragers en de bronnen van humane infecties te identificeren. Lidstaten zijn verplicht om het voorkomen van antimicrobiologische resistentie in Salmonella, Campylobacter, E. coli en Entercocci van dieren en voedselproducten te rapporteren. De doelstelling van dit project is het ontwikkelen van statistische methodologie voor de analyse van temporale trends in the data over antimicrobiologische resistentie. Organisaties: • Centrum voor Statistiek • Centrum voor Statistiek
Onderzoekers: • Marc AERTS • Christel FAES • Jose CORTINAS ABRAHANTES
De ontwikkeling van voorspellende modellen voor de groei van L. monocytogenes en voor de naleving van de L. monocytogenes voedselveiligheid criteria in levensmiddelen waarvoor de nulmeting prevalentie van L. monocytogenes besmet voedsel RTE is Universiteit Hasselt Abstract: Voorspellende modellen voor microbiële groei van L. monocytogenes zullen worden ontwikkeld rekening houdend met de verschillende opslagcondities. Deze modellen zullen gebruik maken van opsomming van gegevens uit de enquêtes over verpakte vis op twee verschillende tijdstippen (bij bemonstering en aan het einde van de houdbaarheidstermijn). Het effect van temperatuur, pH en water activiteit zal worden aangepakt. De ontwikkeling van voorspellende modellen voor de naleving van de L. monocytogenes criteria is vastgelegd in Verordening 2073/2005 inzake microbiologische criteria voor levensmiddelen. Het doel van de modelmatige aanpak zal zijn om te beoordelen of de waargenomen prevalentie schattingen van L. monocytogenes in verpakte vis, in zachte of halfzachte kazen en in verpakte warmtebehandelde vleesproducten aan het eind van de houdbaarheidsperiode compatibel zijn met de L. monocytogenes criteria beschreven in de bovengenoemde verordening. Organisaties: • Centrum voor Statistiek • Centrum voor Statistiek
Onderzoekers: • Marc AERTS • Christel FAES • Cristina SOTTO • Ruth NYSEN • Stijn JASPERS
De relevantie van de familie in het behandelen van voedsel-, gezondheid- en milieu-onveiligheid . Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds VLIR. UA levert aan VLIR de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Epidemiologie en sociale geneeskunde (ESOC)
Onderzoekers: • Jean-Pierre Van geertruyden
De rol van blootstelling aan allergenen en polluenten tijdens de perinatale periode in het ontstaan van astma, allergische rhinitis en atopisch eczeem bij het kind : een epidemioloigsche studie. Universiteit Antwerpen Abstract: Inleiding: Vanaf 1997 is er gestart met een onderzoek naar het effect van risicofactoren voor en na de geboorte (perinataal) op het ontstaan van astma en allergieën bij kinderen. Het onderzoek is de PIPO-studie genoemd, dit staat voor Pasgeborenen en de Invloed van Perinatale factoren op Overgevoeligheid. Zwangere vrouwen worden gevraagd om mee te doen en hun kinderen worden opgevolgd tot ze minstens 4 jaar zijn. Er zijn inmiddels 800 deelnemers aan dit onderzoek en er zullen nog nieuwe deelnemers bijkomen tot mei 2001, zodat er in totaal ongeveer 1.200 kinderen aan de studie meedoen. Vraagstellingen van de PIPO-studie: 1. Welke factoren rond de geboorte spelen een rol bij het ontstaan van astma en andere atopische aandoeningen (hooikoorts, eczeem)? 2. Welke factoren bepalen de sterkte van het verband tussen de blootstelling aan de veel voorkomende allergenen (huisstofmijt, katten-epitheel) en het ontstaan van astma en allergie? 3. Hoe ontwikkelt de immunologische reactie op deze allergenen zich in de tijd en wat is de relatie hiervan met klinische symptomen? 4. Zijn er vermijdbare factoren voor het ontstaan van astma en allergie? Doelstelling van het voorliggend project: Uitvoeren van de follow-up van de kinderen van de PIPO-studie op de leeftijd van 4 jaar, aangezien de onderzoekspopulatie reeds grotendeels is gevormd. Werkplan: Tijdens de studie worden twee stofmonsters genomen: op 5 maanden zwangerschap en 3 maanden na de geboorte. De hoeveelheid huisstofmijtallergenen zal in deze stofmonsters bepaald worden. Verder worden er 2 uitgebreide vragenlijsten afgenomen. Verschillende risicofactoren worden hierin bevraagd (o.a. familiale aanleg, rookgedrag, voeding, binnenhuis-factoren). Vooral factoren vóór, rond en na de geboorte (perinataal) worden nagevraagd. De ouders noteren gedurende het eerste jaar, eenmaal per week allergische en ademhalingsklachten. Ook de arts van Kind&Gezin of de eigen arts wordt gevraagd om 4 keer per jaar een medische vragenlijst in te vullen. Op de leeftijd van 1 jaar krijgen alle kinderen, na toestemming van de ouders, een lichamelijk onderzoek door een onderzoeksarts en wordt er bloed afgenomen voor een evaluatie van de aanwezigheid van allergie. Aangezien astma en allergie vooral ook pas op latere leeftijd ontstaan, is een verdere follow-up van de kinderen zeer belangrijk. Deze follow-up zal met behulp van dit project worden uitgevoerd. Van alle kinderen worden gedurende het hele onderzoek ieder half jaar gegevens verzameld over veranderingen in de omgevingsfactoren en het optreden van astma en atopische aandoeningen. Dit gebeurt aan de hand van via de post verzonden vragenlijsten, die de ouders invullen en terugsturen. Vervolgens vindt op de leeftijd van 4 jaar een uitgebreid onderzoek plaats. Dit zal onder andere gebeuren via een vragenlijst, lichamelijk onderzoek en een bloedafname voor de bepaling van totaal en specifieke allergische kenmerken in het bloed.
Resultaten worden bekend gemaakt in een rapport en aan internationale vaktijdschriften aangeboden. Organisaties: • Epidemiologie en sociale geneeskunde • Epidemiologie en sociale geneeskunde (ESOC)
Onderzoekers: • Hugo Van Bever • Paul A C V Vermeire • Willem Stevens • Joost Weyler
De rol van CMV-infectie in leeftijdsgerelateerde hyporesponsiviteit voor influenza vaccinatie. Universiteit Antwerpen Abstract: Het bereiken van een hogere leeftijd gaat gepaard met immuundysfunctie en dysregulatie, benoemd als immunosenescentie. Eerder onderzoek vond een associatie tussen deze immuundetoriatie en de cytomegalovirus (CMV) carrier status. Dit project wil nagaan of er een verband bestaat tussen de CMV-serostatus en CMV- specifieke Tcell Immuniteit enerzijds en respons op influenza vaccinatie anderzijds, in een bejaarde populatie. De bevindingen zullen bijdragen tot de kennis van mogelijke mechanismen betrokken bij immunosenescentie, en kunnen leiden tot nieuwe vaccinatiestrategieen, zoals pre -vaccinatie screening, om een effectievere respons na te streven bij bejaarden. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Pierre Van Damme • Heidi Theeten
De rol van de cystine/glutamaat antiporter (system Xc) in hippocampale functie, mechanismen van epilepsie en de comorbiditeiten. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In dit project beogen we de identificatie van de cystine-glutamaat antiporter of systeem xc- als innovatief target, dat op termijn kan leiden tot nieuwe, meer effectieve antiepileptica met minder nevenwerkingen. Systeem xc- voorziet de cel van cystine, dat intracellulair wordt gereduceerd tot cysteïne, substraat in de synthese van glutathion, een belangrijk antioxidans in de hersenen. De import van cystine is obligatoir gekoppeld aan de vrijstelling van glutamaat. Aangezien zowel oxidatieve stress als glutamaatexcitotoxiciteit belangrijke mediatoren zijn in de pathogenese van epilepsie, kan de betrokkenheid van systeem xc- tweevoudig zijn. xCT knockout muizen - xCT is de specifieke subunit van systeem xc- - vertonen geen glutathione tekort, maar wel significant gedaalde extracellulaire glutamaat concentraties, wat gepaard gaat met een verlaagde gevoeligheid in acute limbische epilepsie modellen. Het beter begrijpen van de processen die leiden tot epileptogenese wordt wereldwijd beschouwd als een topprioriteit in het huidige epilepsieonderzoek. Vandaar dat we in het huidige project ook zullen investeren in het onderzoek van systeem xc- als mogelijk antiepileptogeen aangrijpingspunt. Hiervoor zullen we onder andere gebruik maken van xCT knockout en overexpressie muizen en een specifiek xCT antilichaam, die reeds in ons bezit zijn. Er wordt specifiek gekozen om het chronisch pilocarpine muismodel te hanteren, waarvan de fysio- en histopathologische kenmerken nauw aansluiten bij de humane situatie, hetgeen van belang is voor de latere translatie van preklinische gegevens naar de humane situatie. Organisaties: • Farmaceutische Chemie, Analyse van Geneesmiddelen en Geneesmiddelenkennis
Onderzoekers: • Ann MASSIE • YVETTE MICHOTTE • Ilse Julia SMOLDERS
De rol van de locus coeruleus en hippocampale noradrenerge transmissie in het anti-epileptisch effect van nervus vagus stimulatie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Nervus vagus stimulatie (NVS) bij patiënten met moeilijk behandelbare epilepsie leidt tot een gemiddelde aanvalsreductie die varieert tussen 25% en 55% en sterk verschilt van patiënt tot patiënt. Het preciese aanvalsonderdrukkend werkingsmechanisme van NVS is tot op heden niet opgehelderd. Recent bewijs in de literatuur en een studie uitgevoerd in onze laboratoria wijzen op een rol van de locus coeruleus (LC) en noradrenerge transmissie in het werkingsmechanisme van NVS. In dit project zal de rol van de LC neuronen en hippocampale noradrenerge transmissie bij NVS verder worden onderzocht door gebruik te maken van selectieve laesies en specifieke antagonisten. Daarnaast zal activatie van noradrenerge transmissie als potentiële biomerker voor doeltreffendheid van NVS worden geëvalueerd in een model met spontane epileptische aanvallen. Bij dit onderzoek zal neuronale activiteit en neurotransmitter secretie geëvalueerd worden met behulp van state-of-the art neurofysiologische en biochemische technieken. Het verder ontrafelen van het werkingsmechanisme van NVS kan leiden tot een optimalisatie van NVS parameters en de doeltreffendheid van de behandeling. Organisaties: • Farmaceutische Chemie, Analyse van Geneesmiddelen en Geneesmiddelenkennis
Onderzoekers: • Alfred MEURS • Ilse Julia SMOLDERS • Ralph CLINCKERS
De rol van de locus coeruleus en hippocampale noradrenerge transmissie in het antiepileptisch effect van nervus vagus stimulatie Vrije Universiteit Brussel Abstract: Nervus vagus stimulatie (NVS) bij patiënten met moeilijk behandelbare epilepsie leidt tot een gemiddelde aanvalsreductie die varieert tussen 25% en 55% en verschilt sterk van patient tot patient. Het preciese aanvalsonderdrukkend werkingsmechanisme van NVS is tot op heden niet opgehelderd. Recent bewijs in de literatuur en een studie uitgevoerd in onze laboratoria wijzen op een rol van de locus coeruleus (LC) en aanvalsonderdrukkend werkingsmechanisme van NVS is tot op heden niet opgehelderd. Recent bewijs in de literatuur en een studie uitgevoerd in onze laboratoria wijzen op een rol van de locus coeruleus (LC) en noradrenerge transmissie in het werkingsmechanisme van NVS. In dit project zal de rol van de LC neuronen en hippocampale noradrenerge transmissie bij NVS verder worden onderzocht door gebruik te maken van noradrenerge transmissie in het werkingsmechanisme van NVS. In dit project zal de rol van de LC neuronen en hippocampale noradrenerge transmissie bij NVS verder worden onderzocht door gebruik te maken van selectieve laesies en specifieke antagonisten. Daarnaast zal activatie van noradrenerge transmissie als potentiële biomerker voor doeltreffendlheid van NVS worden geëvalueerd in een model met spontane epileptische aanvallen. Bij dit onderzoek zal neuronale activiteit en neurotransmitter secretie geëvalueerd worden met behulp van state-of-the art neurofysiologische en biochemische technieken. Het verder ontrafelen van het werkingsmechanisme van NVS kan leiden tot een optimalisatie van NVS parameters en de doeltreffendheid van de behandeling. Organisaties:
• Farmaceutische Chemie, Analyse van Geneesmiddelen en Geneesmiddelenkennis
Onderzoekers: • Ilse Julia SMOLDERS
De rol van de verschillende actoren in de beheersing van geneesmiddelenkosten in België. Universiteit Antwerpen Abstract: In het landschap van de productie, de verdeling, de betaling, het voorschrijven en de inname van geneesmiddelen zijn verschillende actoren te onderscheiden. Inzicht in het belang van en in de onderliggende verbanden tussen deze actoren en van de relatieve invloeden van deze actoren op het systeem, is noodzakelijk. In de Europese context is hierover zeer weinig onderzoek voorhanden. Kennis over dit onderwerp is noodzakelijk voor de overleving van het gezondheidszorgsysteem in België. Organisaties: • Epidemiologie en sociale geneeskunde (ESOC)
Onderzoekers: • Herman Meulemans • Guido Van Hal • Philippe Beutels
De rol van humaan kraakbeen glycoprotein-39 als T cel autoantigeen en groeifactor in chronische gewrichtsontsteking Universiteit Gent Abstract: Studie van de expressie van HC gp-39 in synoviale membraan, alsook extra-articulaire localisatie bij patiënten met verschillende vormen van chronische artritis. Studie van T cel responsen op dit antigeen bij patiënten met chronische artritis. Rol van HC gp-39 als groeifactor. Organisaties: • Vakgroep Inwendige ziekten
Onderzoekers: • August Verbruggen • Filip De Keyser • Dieter Deforce • Dirk Elewaut
De rol van knaagdieren en insectivoren in de epidemiologie van mycobacteriële infecties in Afrika. Universiteit Antwerpen Abstract: Om de rol van knaagdieren en insectivoren bij de epidemiologie van mycobacteriële infecties in Afrika te bepalen, wordt een groot aantal kleine zoogdieren gevangen op plaatsen in Tanzania waar mycobacteriële infecties werden waargenomen bij mens en vee. Verschillende organen worden getest dmv cultuurmethoden, PCR en zuurvaste kleuring. De geïsoleerde mycobacteriën worden vergeleken met voorheen geïsoleerde mycobacteriën bij mens en vee. Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Herwig Leirs • Lies Durnez
De rol van knaagdieren in de epidemiologie van mycobacteriële ziekten in Afrika. Universiteit Antwerpen Abstract: Mycobacteriën kunnen allerlei ziekten veroorzaken, o.a. lepra, tuberculose en Buruli ulcer. Vanwege het stijgend aantal HIV-positieve patiënten, voornamelijk in de ontwikkelingslanden, is de controle van dergelijke mycobacteriële ziekten heel belangrijk. Knaagdieren kunnen een reservoir zijn voor mycobacteriën en daardoor een bron van infectie voor mens en vee. Het is echter nog niet duidelijk wat de verspreiding is van mycobacteriële infecties bij knaagdieren en wat hun rol is bij de overdracht van de infectie naar mensen. Een beter inzicht in de rol van knaagdieren zal belangrijke informatie opleveren voor het begrijpen van de epidemiologie van mycobacteriële aandoeningen in dichtbevolkte gebieden, onder omstandigheden met een relatief laag niveau van openbare hygiëne, zoals rond zich snel uitbreidende Afrikaanse steden. In dit onderzoek zal getracht worden om de mycobacteriële flora van knaagdieren in en rond een Afrikaanse stad te inventariseren. De bekomen stammen zullen worden vergeleken met behulp van moleculaire technieken met de mycobacteriën die in de humane populatie, en bij vee, worden aangetroffen. Eerdere studies richtten zich enkel of op mensen, of op dieren, en onderzoek naar natuurlijke reservoirsoorten is zo goed als onbestaande. De veterinaire component wordt ingesloten enerzijds omwille van het economisch belang van de veestapel zelf, maar vooral omwille van het feit dat vee een algemene infectiebron is voor zoönotische tuberculose bij de mens. Het uiteindelijke objectief is om door een beter begrip van de ecologie van deze infecties tot een betere beheersing van de ziekte met meer efficiënte controlestrategieën te komen. Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Herwig Leirs • Lies Durnez
De rol van neuroinflammatie en oxidatieve stress op alpha-synucleïne aggregatie en intercellulaire transmissie van de pathologie in de ziekte van Parkinson Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project beoogt neuroprotectieve verbindingen die kunnen voorkomen in in vivo a-syn aggregatie door interferentie van ontsteking en de NADPH oxidase gerelateerde oxidatieve stress, te valideren. We zullen bovendien onderzoeken of deze mechanismen betrokken zijn bij de verspreiding van een a-syn pathologie. Twee vragen zullen worden onderzocht:1) Wat is het verband tussen oxidatieve stress, inflammatie en asyn aggregatie?; 2) Kan modulatie van inflammatie en oxidatieve stress de verspreiding van PD pathologie voorkomen? Wordt dit effect ook verkregen door de remming van de cel-naar-cel transmissie van een a-syn oligomeer? Organisaties: • Farmaceutische Biotechnologie en Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Ann MASSIE
De rol van verpleegkundigen in de besluitvorming en uitvoering van euthanasie en andere medische beslissingen rond het levenseinde : een representatief onderzoek in Vlaanderen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In de hedendaagse samenleving worden overlijdens vaak voorafgegaan door medische beslissingen rond het levenseinde (MBLs). Eerder onderzoek heeft gewezen op een grote betrokkenheid van verpleegkundigen binnen MBLs. Deze studies werden echter uitgevoerd vanuit het
standpunt van artsen en zijn sterk toegespitst op hun rol. Uit buitenlandse studies bleek dat verpleegkundigen een belangrijke maar onderschatte rol spelen bij MBLs. In Vlaanderen ontbreekt het echter aan empirisch onderzoek via bevraging van verpleegkundigen. De hoofddoelstelling van dit onderzoek is het verkrijgen van inzicht in de rol die verpleegkundigen vervullen in de medische praktijk inzake MBLs in Vlaanderen. De bronpopulatie zal bestaan uit verpleegkundigen die werkzaam zijn in een ziekenhuis, in de thuiszorg of in bejaardentehuizen. Omwille van de complexiteit van de rol van verpleegkundigen bij MBLs en omdat er in Vlaanderen op dit terrein nog geen onderzoek is gepubliceerd, is het aangewezen om het representatieve kwantitatieve onderzoek te laten voorafgaan door een explorerende fase d.m.v. kwalitatieve onderzoeksmethodes (focusgroep-gesprekken en interviews). Het kwalitatief gedeelte zal vooral gericht zijn op de betrokkenheid en de manier waarop MBLs door de verpleegkundigen worden ervaren. De uitkomsten zullen onder andere worden gebruikt bij het construeren van de vragenlijst voor het kwantitatieve gedeelte. In die fase worden volgende aspecten nagegaan: 1) algemene opinies en attitudes van de verpleegkundige ten aanzien van MBLs; 2) de meest recente ervaringen van de verpleegkundige met een overlijden waarbij hij betrokken was als professionele zorgverstrekker en waarbij er een MBL heeft plaats gevonden en 3) enkele achtergrondkenmerken van de betreffende patiënt, alsook van de verpleegkundige. Hierbij moet opgemerkt worden dat er bijzondere aandacht zal gegeven worden aan de bescherming van de privacy van de deelnemende patiënten, verpleegkundigen en de betrokken instanties. Organisaties: • Zorg rond het levenseinde
Onderzoekers: • JOHAN BILSEN • LUC DELIENS • Els INGHELBRECHT
De symptomen verlichten van kinkhoest bij heel jonge kinderen in verschillende epidemiologische omgevingen door de concentratie van moederlijke antilichamen tijdens de zwangerschap te vergroten. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds VLIR. UA levert aan VLIR de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Pierre Van Damme
Detectie van nieuwe genoom ziektebeelden in mentale retardatie. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project wil de introductie van SNP arrays voor de diagnose van mentaal gehandicapten op punt stellen. Daartoe zullen 400 geselecteerde patiënten (100 patiënten/jaar) met idiopathische metale retardatie geanalyseerd worden op een Affymetrix platform met een 950 K chip. Dit zal naar schatting leiden tot de identificatie van 20/40 subtelomete deleties/duplicaties en 20-40 interstitiële deleties, waaronder ook nieuwe , tot nu toe onbekende syndromen. Van al deze nieuw ontdekte deleties/duplicaties zal de grootte van de deletie/duplicatie bepaald worden. Analyse van de breukpunten zal ons inzicht verschaffen in de mechanismen die tot het ontstaan van dergelijke genomische herschikkingen leiden. Van een geselecteerd aantal gevallen met kleine deleties die slechts weinig genen bevatten zullen kandidaat-genen geïdentificeerd worden. Organisaties: • Cognitieve Genetica (COGNET)
Onderzoekers: • Berten Ceulemans • Frank Kooy
Determinanten van beslissingen van artsen rond het levenseinde : ervaringen, opvattingen en attitudes van huisartsen en specialisten in vlaanderen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De rol van de medische zorg aan het einde van het leven van patiënten is momenteel een belangrijk ethisch vraagstuk met een groeiende wetenschappelijke en matschappelijke aandacht. In België komt het onderzoek over handelswijzen van artsen rond het levenseinde van patiënten HALP's maar langzaam op gang. de resultaten van incidentie onderzoek in Vlaanderen FWO-project G011797 leren ons dat er in de medische praktijk in Vlaanderen ook daadwerkelijk levenskortend wordt gehandeld en dat de beslissingen van artsen rond het levenseinde een vooraanstaande positite hebben in het medisch handelen aan het levenseinde. in de internationale literatuur zijn er, naast een beperkt aantal incidentiestudies, relatief veel attitudestudies gepubliceerd. De meeste van deze studies faalden om de vragen over attitudes te linken aan de feitelijke beslissingen inzake het levenseinde in de medische praktijk. De nieuwe OZR/FWO-studies moet een emirische basis van kennis opleveren over de samenhang tussen de determinanten van beslissingen rond het levenseinde van patiënten en de eigenlijke medische praktijk. In de huidige stand van de wetenschap is het onduidelijk n welk mate de opvattingen en attitudes van de artsen mbt beslissingen rond het levenseinde bepalend zijn voor hun feitelijk gedrag. verder kan ook de vraag worden gesteld in welke mate de attitudes en het gedrag ook worden beïnvloed door de waardeoriëntatie van de arts. Het onderzoeksproject heeft als doel een beter inzicht te krijgen in de redenen, motieven en andere determinanten van de medische praktijk rond het levenseinde zowel van het al dan niet nemen van een dergelijke beslissing, als van de keuze tussen de verschillende alternatieven of HALP-types. Organisaties: • Zorg rond het levenseinde
Onderzoekers: • JOHAN BILSEN • LUC DELIENS • GRETA VAN DER KELEN • REGINALD DESCHEPPER
Determinanten van eetgedrag en gezondheid bij kinderen, adolescenten en hun ouders Universiteit Gent Abstract: I.Family is een vervolgproject van het Europees project IDEFICS waarbij in België een cohorte van tweeduizend kinderen (2-10 jaar) opgevolgd werd. In I.Family worden dezelfde kinderen opnieuw onderzocht alsook broers/zussen en ouders. Het doel van de studie is de voedingskeuze bij jongeren exploreren alsook de invloed ervan op overgewicht, en de rol van het gezin en andere sociale invloeden bestuderen. Organisaties: • Vakgroep Maatschappelijke gezondheidkunde
Onderzoekers: • Stefaan De Henauw
Determinanten voor niet-participatie van vrouwen uit de doelgroep aan het Vlaamse bevolkingsonderzoek naar borstkanker en de manieren om de participatie gunstig te beïnvloeden.
Universiteit Antwerpen Abstract: Via kwantitatief en kwalitatief onderzoek zal de groep niet-participanten aan het Vlaams bevolkingsonderzoek naar borstkanker worden in kaart gebracht. Daarnaast zal ook worden nagegaan waarom vrouwen die een eerste keer deelnemen aan het onderzoek, na het verstrijken van het interval van 2 jaar niet opnieuw deelnemen ('participatietrouw'). Aangezien de bejegening bij de radiologische dienst waar de vrouw haar mammografie laat uitvoeren van uitermate groot belang is voor de participatietrouw, zal er bovendien een evaluatie gebeuren van de dienstverlening binnen de mammografische eenheden. Uiteindelijk moeten de resultaten van dit onderzoek leiden tot een beter inzicht in hoe de moeilijk bereikte groep kan worden gemotiveerd en gensensibiliseerd om meer deel te nemen aan het screeningsprogramma voor borstkanker en welke maatregelen kunnen worden genomen om de drop-out tegen te gaan, o.a. door de tevredenheid van de dames bij hun bezoek aan de mammografische eenheden te verhogen. Organisaties: • Epidemiologie en sociale geneeskunde (ESOC)
Onderzoekers: • Guido Van Hal
Developing and evaluating guidelines to assess the impacts and risks of climate change and to propose adequate measures, applied to the Limpopo Province (South Africa). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds Erasmus Mundus. UA levert aan Erasmus Mundus de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Milieu en Samenleving (M&S)
Onderzoekers: • Ilse Loots
Dienstenovereenkomst Opleiding van Huisartspraktijkassistenten (HAPA's) Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' Huis voor Gezondheid' hebben voor het project ' Dienstenovereenkomst' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Huisartsen en zorg rond het levenseinde
Onderzoekers: • DIRK DEVROEY
Dienstenovereenkomst Scholengroep KTA Jette: KB project GF-Huis Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' Scholengroep Brussel (KTA-Jette)' hebben voor het project ' Dienstenovereenkomst Scholengroep KTA Jette: KB project GF-Huis' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Huisartsen en zorg rond het levenseinde
Onderzoekers: • DIRK DEVROEY
dienstverleningsovereenkomst Ugent / UZ (Sofie Verhaeghe) Universiteit Gent Abstract: Met het oog op het ontwikkelen van een beleid inzake registratie en vorming betreffende agressie: 1. het op wetenschappelijke basis ontwikkelen en valideren van een vormingspakket dat theoretische en praktische kennis aanreikt inzake de preventie van gevallen van agressie, het omgaan met gevallen van potentiële agressie en gevallen van agressie en het registreren van gevallen van agressie; 2. het voorstellen van variabelen die zullen geëvalueerd worden in het kader van de selectie van de opleiders die zullen instaan voor de opleiding van minstens één medewerker per ziekenhuis dat beschikt over minstens één psychiatrische afdeling; 3. het op wetenschappelijke basis deelnemen aan de selectie van deze opleiders met het oog op een maximum aan objectiviteit en diversiteit; 4. het gedurende het onderzoeksproject bereikbaar en beschikbaar zijn voor opleiding en ondersteuning van deze opleiders; 5. het verrichten van een meting naar het voorkomen van gevallen van agressie aan de hand van een op wetenschappelijk en statistisch gefundeerde basis geselecteerd meetinstrument; 6. rapporteren van gedetailleerd en op wetenschappelijke analyses gebaseerd cijfermateriaal inzake de gevallen van agressie; 7. formuleren van conclusies die de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu moeten in staat stellen om de resultaten effectief te gaan gebruiken in de praktijk. Organisaties: • Vakgroep Maatschappelijke gezondheidkunde
Onderzoekers: • Sofie Verhaeghe
D -SCOPE : Detectie - Ondersteuning en zorg voor ouderen in hun omgeving .
Universiteit Antwerpen Abstract: De gezondheidszorg wordt meer en meer geconfronteerd met ouderen die leiden aan een multitude van biopsychosociale problemen ('frailty', of kwetsbaarheid als gevolg van een mix aan problemen), maar toch verkiezen om in hun eigen thuisomgeving oud te worden. Als dergelijke fragiliteit niet tijdig gedetecteerd en accuraat ondersteund wordt kan dit leiden tot een daling van de levenskwaliteit van de oudere en zijn omgeving, en wordt ook het zelfstandig thuis wonen bedreigd. Hoewel er talrijke ondersteuningskanalen bestaan, ontbreekt er tot op vandaag een systematische en tijdige detectie van kwetsbaarheid bij ouderen alsook een actieve begeleiding/empowerment naar de juiste ondersteuning in de directe omgeving van de oudere. De centrale onderzoeksvraag van dit project is: "Hoe kan primaire/secundaire/tertiaire preventie bij kwetsbare ouderen gerealiseerd worden?" Organisaties: • Neurochemie en gedrag
Onderzoekers: • Sebastiaan Engelborghs
Dying well at the place of wish Vrije Universiteit Brussel Abstract: Zowel op maatschappelijk als op wetenschappelijk vlak blijkt een groeiende erkenning van de noodzaak voor adequate (palliatieve) zorgverlening van terminaal zieke patiënten. Omdat de palliatieve zorg steeds meer zijn plaats verwerft in de zorg aan terminale patiënten, komt de keuze van de patiënt inzake zijn plaats van zorg en plaats van overlijden steeds meer op de voorgrond. Onderzoek heeft daarenboven aangetoond dat meer mensen thuis wensen te overlijden dan dat dit effectief zo is. Doel van dit project is het vergroten van het inzicht in de plaats (en keuze) van overlijden, de plaats (en keuze) van de terminale zorg, de zorgbehoeften en de toegankelijkheid van palliatieve zorg in de laatste fase van het leven van patiënten in Vlaanderen. Meer in het bijzonder zijn we geïnteresseerd in de wensen, ervaringen en opinies van artsen en patiënten (door proxy interviews met nabestaanden). Het project bestaat uit 2 complementaire deelstudies: (1) Sterfgevallenonderzoek: een statistische analyse van de plaats van overlijden van 'alle sterfgevallen' uit Vlaanderen (2001), en van de relatie tussen de doodsoorzaak, de socio-demografische kenmerken (geslacht, leeftijd,...) en de plaats van overlijden. (2) Retrospectieve interviewstudie: een studie van de prevalentie en belangrijkste kenmerken van (palliatieve) zorg in de laatste drie levensmaanden van 400 patiënten die niet plotseling en geheel onverwacht zijn overleden. Deze sterfgevallen worden geïncludeerd op basis van de patientenpopulaties van een representatieve steekproef van huisartsen in Vlaanderen. Organisaties: • Zorg rond het levenseinde • Sociaal Onderzoek
Onderzoekers: • JEAN BERNHEIM • JOHAN BILSEN • Joachim COHEN • Cindy DE GENDT • LUC DELIENS • Katrien DRIESKENS • Lieve VAN DEN BLOCK • PATRICK DEBOOSERE • REGINALD DESCHEPPER • WILLEM DISTELMANS
Dying well with dementia. Studying mortality statistics and investigating the quality of end-of-life care according to the experiences of physicians, patients and their families. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Ondanks het groeiend aantal mensen die sterven met dementie en de nood om de zorg aan het levenseinde te verbeteren, blijven er belangrijke hyaten in onze kennis over kwaliteit van levenseindezorg voor mensen met gevorderde dementie en hun naasten. Het is onduidelijk welke componenten van zorgverlening kwaliteit van zorg in positieve zin beïnvloeden of welke elementen kunnen bijdragen tot een betere kwaliteit van sterven. De doelen van dit onderzoeksproject zijn: (1)een epidemiologische database opbouwen over hoe mensen met dementie sterven in België (2)het beschrijven van de (kwaliteit van) levenseindezorg en beslissingen over behandelingen aan het levenseinde (3)het identificeren van de zorgprocessen die goede zorg omvatten en leiden tot verbeterde zorguitkomsten bij personen met dementie in rusthuizen (4)het maken van cross-nationale vergelijkingen tussen België en Nederland Daarom zal een combinatie van grootschalig, kwantitatief, retrospectief onderzoek en prospectief observationeel onderzoek in rusthuizen uitgevoerd worden. Study I: analyse van de overlijdenscertificaten in België 2006 (N=all deaths in Belgium). Study II: secondaire analyse van bestaande retrospectieve databases binnen de onderzoeksgroep Zorg rond het Levenseinde: - onderzoek naar medische beslissingen rond het levenseinde: death certificate studie waarbij vragenlijsten zijn ingevuld door artsen die het overlijdensattest ondertekenden van een representatieve steekproef van overlijden (in 2001 N=2950 studied deaths, enin 2007, sample will be 6000 deaths). - mortality follow-back study via de Huisartsenpeilpraktijken (ongoing tussen 2005 until 2008): onderzoekt verschillende zorgprocessen en uitkomsten (N=+/-1300 studied deaths each year). Study I en II zullen inzicht geven in zorg voor mensen die sterven met dementie in België onafhankelijk van de zorgsetting. We schatten dat ongeveer 9% van alle overlijden in elke database sterft met dementie. Study III: een prospectieve cohort study van patiënten met dementie, hun naasten en professionele zorgverleners, in 14 rusthuizen, met als doel de componenten die verantwoordelijk zijn voor verbeterde of slechtere zorguitkomsten te identificeren. Overheen 12 maand zullen 560 patiënten met dementie geïdentificeerd en opgevolgd worden tot aan overlijden of tot het einde van de dataverzameling (max 2.5 jaar). Het design is gebaseerd op bestaand onderzoek in Nederland en de VS. We beogen internationaal vergelijkend onderzoek voor alle substudies in dit voorstel. Organisaties:
• Zorg rond het levenseinde
Onderzoekers: • An VANDERVOORT • JOHAN BILSEN • LUC DELIENS • Lieve VAN DEN BLOCK • WILLEM DISTELMANS
Een geïntegreerde genetisch-epidemiologische en moleculair genetische benadering van Alzheimer dementie en verwante fenotypes. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoek heeft tot doel bij te dragen tot een beter begrip van de genetische etiologie van de complexe vorm van Alzheimer dementie, door middel van genetisch-epidemiologische en moleculair genetische technieken, om zo moleculaire mechanismen op te sporen die als aangrijpingspunt kunnen dienen voor vroege detectie, preventie en therapie van deze veelvoorkomende en ongeneeslijke ziekte. High-throughput associatiestudies (zowel genoomwijd als gericht op biologische pathways) en intermediaire of endofenotypes in een goed gekarakteriseerde studiepopulatie met voldoende statistische power zullen hiervoor toegepast worden. Translatie van de bevindingen naar voorstadia van AD zal uitwijzen welke factoren al vroeg in de pathologische cascade relevant zijn, en zo het ontwikkelen van de ziekte kunnen voorspellen. Aan de hand van pathway-analyses zullen subgroepen geïdentificeerd worden met een verhoogd epidemiologisch risicoprofiel. Daarnaast zullen we onderzoeken of deze 'prognostische' risicofactoren een effect hebben op eenvoudig te meten kwantitatieve biomarkers, bijvoorbeeld in een geïntegreerde studie van genoomwijde genotype data en differentiële eiwitexpressie in een proteoomonderzoek. Als een relatie kan worden aangetoond, kan dit verschil in eiwitexpressie worden gebruikt als biomarker die specifiek is voor het ziekteproces. Ook hopen we genetische factoren te identificeren die de aanvangsleeftijd beïnvloeden, om nieuwe aangrijpingspunten te vinden voor het ontwikkelen van een therapie die het pathologisch proces kan voorkomen. Organisaties: • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Christine Van Broeckhoven • Kristel Sleegers
Een model-gebaseerd aanpak voor het evalueren van veiligheid en omgevingseffecten van verkeerspolitie maatregels. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Onze huidige mobiliteitpatronen, voornamelijk gebaseerd op gemotoriseerd privé-vervoer, oefenen een grote druk uit op onze samenleving. Als een voorname oorzaak van vervuiling (lucht, geluid, licht...), verkeersonveiligheid en schade aan de menselijke gezondheid is transport is één van de grootste bron van milieugezondheidsproblemen in Europa. Overheden zoeken daarom steeds naar nieuwe maatregelen om deze negatieve effecten te kunnen tegen gaan. Dit project wil een integratief model aanleveren dat beleidsmakers toelaat hun maatregelen zowel direct als indirect te kunnen evalueren. Door middel van een activity-based transport model is het mogelijk verkeersstromen te berekenen en kunnen dus de transportvolumes ten gevolge van een bepaalde maatregel berekend worden. Dit laat op zijn beurt toe op een nauwkeurigere wijze de emmissies en de verkeers(on)veiligheid van die transportvolumes te berekenen. Als laatste kan dan ook de impact op de menselijke gezondheid berekend worden. De VUB staat in dit project in voor het vertalen van de luchtvervuiling en verkeers(on)veiligheid van transport naar de effecten op de menselijke gezondheid. 1. Effecten van luchtvervuiling Een Health Impact Assessment zal uitgevoerd worden om de gevolgen van fijn stof (PM) en benzeen na te gaan voor de volgende gezondheidsuitkomsten: cardiovasculaire en respiratoire mortaliteit en ziekenhuisopnames, kankers, astmagevallen en gevallen van chronische bronchitis. Dit met bijzondere aandacht voor kinderen en ouderen als kwetsbare groepen. 2. Effecten van verkeersonveiligheid Bij verkeersonveiligheid gaat de aandacht vooral uit naar de verborgen gevolgen na een verkeersongeval. Zo zal enerzijds getracht worden het risico te berekenen op een beperking na een ongeval. Anderzijds zal ook gekeken worden naar de psychologische gevolgen van een verkeersongeval en de algemene levenskwaliteit. Door verschillende opvolgingsmomenten na een verkeersongeval zal getracht worden een beeld te krijgen van de levenskwaliteit tot een jaar na het ongeval. Organisaties: • Menselijke Ecologie • Wiskunde, Operationeel Onderzoek, Statistiek en Informatica voor Management • Medische Sociologie
Onderzoekers: • David PROOT • Stijn DHONDT • CATHY MACHARIS • Koen PUTMAN
Een netwerkbenadering van de machtsprocessen bij de integratie van geestelijke gezondheidszorgdiensten in de gezondheidszorg Universiteit Gent Abstract: De integratie van geestelijke gezondheidszorgsdiensten in de gezondheidszorg is onvoldoende onderzocht in lage- en gemiddelde inkomenslanden. In deze studie zal ik de rol die machtsstructuren spelen in dit integratieproces in Zuid-Afrika verder onderzoeken aan de hand van sociale netwerkanalyses en diepte-interviews. Hierdoor kan ik dieper ingaan op de rol van macht in de relaties tussen belanghebbenden tijdens dit integratieproces. Organisaties: • Vakgroep Sociologie
Onderzoekers: • Piet Bracke
Een op "negatieve" dendritische cellen gebaseerd vaccin voor de behandeling van multiple sclerose: een eerste multicentrische test op mensen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds IWT. UA levert aan IWT de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.
Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Nathalie Cools
Een tijd van zorgen en verzorgd worden: een crossnationale vergelijking van de organisatie van verloskundige zorg en het welbevinden van moders Universiteit Gent Abstract: In de postdoctorale fase worden twee doelstellingen nagestreefd: 1) de verderzetting van de studie van het spanningsveld tussen de organisatie van formele en informele zorg en tewerkstelling op het welbevinden van moders en vaders, 2) de uitbreiding van de crossnationale vergelijking van Vlaanderen en Nederland met andere landen in de aanloop naar een nieuwe dataverzameling. Er wordt aansluiting gezocht met sociologische theorievorming over medicalisering, gender en de welvaartstaat en werk-gezin conflict. Organisaties: • Vakgroep Sociologie
Onderzoekers: • Piet Bracke
Effectieve en aanvaardbare strategieën voor de controle van SARS en andere opkomende infecties in China en Europa (SARSControl). Universiteit Antwerpen Abstract: Effectieve en aanvaardbare strategieën voor de controle van SARS en andere opkomende infecties in China en Europa (SARSControl). Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Pierre Van Damme • Philippe Beutels
Effectonderzoek naar preventie bij sekswerkers. Universiteit Antwerpen Abstract: Onderzoek naar de effecten van de vzw's betrokken bij sekswerkers. Wat is het bereik van de vzw's? Zijn er groepen of plaatsen binnen hun werkingsgebied die zij niet of in mindere mate bereiken? Aantal sekswerkers in Limburg en Vlaams-Brabant in kaart brengen. Organisaties: • Epidemiologie en sociale geneeskunde (ESOC)
Onderzoekers: • Guido Van Hal
Effectonderzoek naar preventie bij sekswerkers. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de Vlaamse overheid. UA levert aan de Vlaamse overheid de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Epidemiologie en sociale geneeskunde (ESOC)
Onderzoekers: • Guido Van Hal
Effect van castratie op jonge leeftijd op de gezondheid en het dierenwelzijn bij katten Universiteit Gent Abstract: Acht honderd kittens afkomstig van Vlaamse asielen werden onderverdeeld in 2 groepen: VC (vroegtijdige catratie op 8-12 weken leeftijd) en LC (laattijdige castratie op 6-8 maanden leefijd). Het doel is om chirurgische en anesthetische protocollen uit te schrijven en het voorkomen van obesitas, problemen met de lagere urinewegen, spontane botbreuken of gedragsproblemen te vergelijken tussen de twee groepen. Organisaties: • Vakgroep Geneeskunde en klinische biologie van de kleine huisdieren
Onderzoekers: • Ingeborgh Polis • Hilde De Rooster
Efficiëntie, billijkheid en autonomie: de ethiek van een vaccinatiebeleid. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Pierre Van Damme • Philippe Beutels
ELDPOL - Medische beslissingen rond het levenseinde : implicaties voor een public beleid. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het doel van dit project is het verrichten van een meta-analyse en synthese van de bestaande informatie inzake sociale ongelijkheid bij medische beslissingen rond het levenseinde, i.c.: - een systematische literatuur review - secundaire analyse van bestaande databases - identificatie van groepen die risico lopen op suboptimale informatie en betrokkenheid bij medische beslissingen rond het levenseinde - identificeren van noden en belemmeringen ivm sociale gelijkheid inzake medische beslissingen rond het levenseinde, en suggesties voor optimaliseren van public health policy. Organisaties: • Zorg rond het levenseinde • Medische Sociologie
Onderzoekers: • LUC DELIENS • REGINALD DESCHEPPER
End-of-Life Care in the last three months of life in Belgium. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Zowel nationaal als internationaal is weinig epidemiologisch onderzoek verricht naar de omstandigheden waarin terminale patiënten overlijden. In de huidige studie wensen we (1) de plaats van zorg en overlijden en het zorgtraject tijdens de laatste levensmaanden van terminale patiënten in kaart te brengen; (2) de zorg die terminale patiënten verkrijgen en de mate waarin de huisarts hierin betrokken is, te bestuderen; (3) de symptomen en behoeften die huisartsen identificeren, te omschrijven; en (4) de kwaliteit van sterven en medische beslissingen aan het levenseinde van patiënten in de huisartsenpraktijk te beschrijven. Terminale patiënten worden in deze studie op retrospectieve wijze gedefinieerd als patiënten (+ 1-jarigen) die op niet-plotse of niet-onverwachte wijze overleden zijn. De terminale fase die bestudeerd wordt, omvat in dit onderzoek de laatste 3 levensmaanden. Om deze doelstellingen te realiseren, werd een samenwerkingsovereenkomst afgesloten tussen de Onderzoeksgroep Zorg rond het Levenseinde (Vrije Universiteit Brussel VUB) en het Wetenschappelijk Instituut voor Volksgezondheid (WIV) afdeling Epidemiologie. Deze laatste werkt met een representatieve steekproef van huisartsen in België, m.n. de huisartsenpeilpraktijken opgericht in 1979. Deze peilartsen hebben zich geëngageerd om wekelijks registraties uit te voeren omtrent verschillende gezondheidsproblemen in de huisartsenpraktijk. Op basis van deze wekelijkse registraties worden niet-plotse overlijdens geïdentificeerd. Per inclusie wordt aan de huisarts meer informatie gevraagd omtrent de zorg aan het levenseinde d.m.v. een bijkomend registratieformulier en een face-to-face semi-gestructureerd interview. De huisartsen nemen op vrijwillige basis deel. Om de haalbaarheid van dit onderzoek te toetsen is vanaf april t.e.m. juni 2004 een pilootstudie opgestart waarin de methode evenals het instrumentarium uitgetest zijn. Nadien is het hoofdonderzoek van start gegaan. Dit project is een verlenging van het FWO aspirantmandaat van Lieve Van den Block, goedgekeurd door de Navorisingscommissie van de Fac Geneeskunde. Organisaties: • Medische Sociologie
Onderzoekers: • LUC DELIENS • Lieve VAN DEN BLOCK
Eonomische evaluatie van vaccinatieprogramma's tegen infecties die via de lucht worden overgedragen, gebaseerd op dynamische compartimentele simulatiemodellen. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van dit onderzoeksproject is aan de hand van mathematische simulatiemodellen inzicht te verwerven in de epidemiologie en transmissiedynamiek van infecties die verspreid worden via de lucht en in de impact van vaccinatie hierop. Economische evaluaties van diverse vaccinatiestrategieën zullen een integraal onderdeel robnaken van deze modelleringen. De ontwikkelde methodologie en de resultaten uit de toegepaste analyses gebaseerd op dit onderzoek zullen relevant zijn voor binnen- en buitenlands gezondheidsbeleid en -onderzoek. Organisaties: • Epidemiologie en sociale geneeskunde • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Pierre Van Damme
Epidemiologie en bestrijding van zoönotische infecties in Gambia en Senegal. Universiteit Antwerpen Abstract: Epidemiologie en bestrijding van zoönotische infecties in Gambia en Senegal. Organisaties: • Moleculaire beeldvorming, Pathologie, Radiotherapie & Oncologie (MIPRO)
Onderzoekers: • Eric Van Marck
Epidemiologische typering van enterohemorragische Escherichia coli op basis van de karakterisatie van plasmiden en de studie van bacteriofagen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De genen die coderen voor de Shiga-like toxins zijn gelegen op getemperde bacteriofagen. We zullen de getemperde bacteriofagen aanwezig in humane en runder enterohemorragische Escherichia coli stammen na inductie zuiveren en karakteriseren. De bacteriofaag-gebieden die de sltII genen flankeren zullen door IPCR geamplifieerd worden en vervolgens zal de nucleotidesequentie van deze flankerende gebieden bepaald worden. Deze sequenties, bekomen voor verschillende bacteriofagen, zullen vergeleken worden met de reeds gekende bacteriofaagsequenties en met elkaar. Deze analyse zal toelaten een mogelijk verband aan te tonen tussen bacteriofagen geïsoleerd uit runderstammen en uit humane stammen. Deze informatie zal in de toekomst mogelijks toelaten de oorsprong van de EHEC stammen geïsoleerd bij de mens te traceren en alzo nieuwe infecties te voorkomen. De rol van getemperde bacteriofagen in de verspreiding van de toxinegenen van een toxine-positieve bacterie naar toxine-negatieve bacteriën zal nagegaan worden. Bacteriofagen kunnen bacteriecellen infecteren en lysogeniseren en also bijdragen tot de snelle verspreiding van de toxinegenen naar de niet-pathogene E. coli stammen. Daarom zal ook van de verschillende geïsoleerde bacteriofagen de host range bepaald worden op welgekende serotypes van E. coli. Organisaties: • Biologie • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • JEAN-PIERRE HERNALSTEENS • HENRI DE GREVE
Epidemiologisch onderzoek naar de rol van en de interactie tussen immunlogische, infectieuze en inflammatoire biomarkers bij coronaire hartziekten. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Doelstellingen: 1. Transversaal Onderzoek: a) een gevallen-controle onderzoek, waarbij prevalente gevallen van CHZ vergeleken worden met gezonde personen. b) een analytisch onderzoek bij gezonde volwassenen naar verbenden en interacties. 2. Prospectief Onderzoek: De hele studiepopulatie vrij can CHZ bij aanvang wordt gedurende de volgende jaren opgevolgd met betrekking tot incidentie van CHZ. Organisaties: • Menselijke Fysiologie en Algemene Biologische Scheikunde
Onderzoekers: • KENNY DE MEIRLEIR
Epidemiologisch onderzoek naar de rol van en de interactie tussen immunologische infectieuze en inflammatoire biomarkers bij coronaire hartziekten. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Doelstellingen: 1. Transversaal Onderzoek: a) een gevallen-controle onderzoek, waarbij prevalente gevallen van CHZ vergeleken worden met gezonde personen. b) een analytisch onderzoek bij gezonde volwassenen naar verbenden en interacties. 2. Prospectief Onderzoek: De hele studiepopulatie vrij can CHZ bij aanvang wordt gedurende de volgende jaren opgevolgd met betrekking tot incidentie van CHZ. Organisaties: • Menselijke Fysiologie en Algemene Biologische Scheikunde
Onderzoekers: • KENNY DE MEIRLEIR
Epidemiologisch onderzoek naar het vookomen en effect van (zware) metalen in het bedrijf Indaver. Universiteit Antwerpen Abstract: Literatuurgegevens tonen aan dat bij gecombineerde blootstelling aan zware metalen, ze met elkaar kunnen interageren en de verhoogde/verlaagde aanwezigheid van een bepaald metaal de potentiële toxiciteit van een ander metaal zowel negatief als positief kan beïnvloeden. Evidentie hiervoor is veelal afkomstig van proefdieronderzoek terwijl het aantal goed onderbouwde studies bij de mens relatief beperkt is. De doelstelling van de studie is om de multi-element status van de ganse werknemerspopulatie van Indaver te biomonitoren en het cumulatief toxisch of protectief effect van matig-verhoogde beroepsmatige multi-element blootstelling aan zware metalen op een aantal relevante klinische en biochemische outcomeparameters van de nier te onderzoeken. Organisaties: • Pathofysiologie
Onderzoekers: • Patrick D'Haese
Epidemiologisch onderzoek naar het voorkomen en effect van (zware) metalen in het bedrijf Indaver. Universiteit Antwerpen Abstract: Literatuurgegevens tonen aan dat bij gecombineerde blootstelling aan zware metalen, ze met elkaar kunnen interageren en de verhoogde/verlaagde aanwezigheid van een bepaald metaal de potentiële toxiciteit van een ander metaal zowel negatief als positief kan beïnvloeden. Evidentie hiervoor is veelal afkomstig van proefdieronderzoek terwijl het aantal goed onderbouwde studies bij de mens relatief beperkt is. De doelstelling van de studie is om de multi-element status van de ganse werknemerspopulatie van Indaver te biomonitoren en het cumulatief toxisch of protectief effect van matig-verhoogde beroepsmatige multi-element blootstelling aan zware metalen op een aantal relevante klinische en biochemische outcomeparameters van de nier te onderzoeken. Organisaties: • Epidemiologie en sociale geneeskunde (ESOC)
Onderzoekers: • Marc van Sprundel
EPODE voor de bevordering van de Gezondheid Equity Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Maatschappelijke gezondheidkunde
Onderzoekers: • Stefaan De Henauw
EU-bonuskrediet type B2c voor EU project: INTEGRATE Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het INTEGRATE project beoogt het ontwikkelen van innovatieve infrastructuren om data en kennis te delen en om grootschalige samenwerking op biomedisch onderzoek te stimuleren. Organisaties: • Huisartsen en zorg rond het levenseinde
Onderzoekers: • DIRK DEVROEY
EU-cofinanciering type B2b voor EPISTOP Vrije Universiteit Brussel Abstract: Europese studie rond epilepsie Organisaties: • Maatschappelijke Gezondheidszorg
Onderzoekers: • Anna JANSEN
EU-cofinanciering type B2b voor PACE Vrije Universiteit Brussel Abstract: linked to PACE project EU455 PACE "Palliative Care for Older People" Organisaties:
• Huisartsen en zorg rond het levenseinde
Onderzoekers: • Lieve VAN DEN BLOCK
EUROASPIRE III - European Action on Secondary and Primary Prevention by Intervention to Reduce Events Universiteit Gent Abstract: The main objectives of EUROASPIRE III are to determine in patients with established CHD and in high multifacorialrisk individual whether the European recommendations on CVD prevention are being followed. EUROASPIRE III - European Action on Secondary and Primary Prevention by Intervention to Reduce Events. Organisaties: • Vakgroep Maatschappelijke gezondheidkunde
Onderzoekers: • Gui De Backer
European Health Workforce Planning and forcasting (EUHWforce). KU Leuven Abstract: European Health Workforce Planning and forcasting (EUHWforce). Organisaties: • Centr. Ziekenhuis- en Verplegingswet.
Onderzoekers: • Walter Sermeus
European standardisation of dietary assessment methods for a public health purpose Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Gezondheidszorg Vesalius • Vakgroep Voeding en Diëtetiek
Onderzoekers: • Willem De Keyzer
European Suveillance Network for Influenza in Pigs 3 (ESNIP3) Universiteit Gent Abstract: ESNIP3, een voortzetting van de eerder EC-gefinancierde projecten ESNIP1 en 2, heeft tot doelstelling om meer inzicht te verkrijgen in de epidemiologie van varkensinfluenza in Europa. Daarvoor bestudeert ESNIP3 de antigene en genetische evolutie van varkensinfluenzavirussen in Europa, ontwikkelt en onderhoudt het een Europese varkensinfluenza databank en interageert het met andere influenza netwerken evenals met de internationale gemeenschap. Organisaties: • Vakgroep Virologie, parasitologie en immunologie
Onderzoekers: • Kristien Van Reeth
Europees-Zuid-Afrikaans HIV co-infectie onderzoeksconsortium (ESAHIV coinfRes). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EU. UA levert aan EU de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Epidemiologie en sociale geneeskunde (ESOC)
Onderzoekers: • Jean-Pierre Van geertruyden
Evaluatie op populatieniveau van de kwaliteit en kosteneffectiviteit van zorg aan het levenseinde Vrije Universiteit Brussel Abstract: Care often tends to focus on cure and life-prolonging treatments until the very last stages of life, even when no longer warranted or beneficial. This 'aggressiveness' of end-of-life care impacts the quality and costs in the last phase of life. Up to date no robust population-level evaluation of the quality and costs of end-of-life care exists outside of North America. As collecting population-level data (across settings and types of care) would be an immense and costly effort, the challenge lies in making an efficient use of administratively collected data. Using high quality full-population health care claims and cancer registry data in Belgium we will address three research aims: - 1) to develop a comprehensive and valid set of quality indicators of end-of-life care in cancer, COPD, and dementia and calculate them at a population level - 2) to map the direct healthcare costs of end-of-life care at a population level in these illnesses - 3) to evaluate the influence of primary care and palliative care services on the quality and costs of end-of-life care
A combination of evidence and stakeholder consensus will be used to develop quality indicators. Administrative full-population healthcare claims and cancer registry data will be used to calculate the quality indicators and the costs. A retrospective cohort design with a propensity score matching method (which is essential in order to compare comparable patients in different settings of the health care system) will be used to evaluate the influence of primary care and palliative care. Organisaties: • Medische Sociologie
Onderzoekers: • Dirk HOUTTEKIER • Joachim COHEN • LIEVEN ANNEMANS
Evaluatie van beleidsscenario's met betrekking tot fijn stof (PM2.5). Universiteit Antwerpen Abstract: De gevolgen voor de volksgezondheid van luchtverontreiniging door deeltjes wordt nu als een belangrijk thema voor het beleid erkent, maar er zijn nog belangrijke onzekerheden m.b.t. de verklaring van deze impacts, en welke kenmerken van de deeltjes hiervoor verantwoordelijk zijn. Voorgesteld onderzoek wil in de context van deze onzekerheid prioritaire "no- regret" beleidsmaatregelen identificeren, dit zijn maatregelen die -rekening houdend met bovenvermelde onzekerheden - het meest relevant zijn om de impacts in Vlaanderen te beperken. Hiertoe zal uit een kritisch overzicht van de internationale kennis op gebied van de effecten en mechanismen van fijn stof verschillende hypotheses worden geïdentificeerd. Ten tweede zal een stand van zaken worden opgemaakt met betrekking tot de bronnen en verspreiding van fijn stof. De hierbij vastgestelde leemtes zullen we aanvullen via het uitvoeren van bijkomende metingen en analyses. Op basis van deze geactualiseerde informatie kunnen we dan de baten van verschillende beleidsmaatregelen doorrekenen aan de hand van geactualiseerde verspreidings- en impact modellen. Uit deze resultaten kunnen we tenslotte een set van no-regret beleidsmaatregelen identificeren, in functie van verschillende verklaringsmechanismen voor de schadelijkheid van deeltjes. Organisaties: • Micro- en Sporenanalyse • AXES
Onderzoekers: • Rene Van Grieken
Evaluatie van de kwaliteit van terminale palliatieve zorg in de thuiszorg: het perspectief van de patiënt. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Tot op heden is in Vlaanderen geen patiëntgericht onderzoek uitgevoerd naar de kwaliteit van palliatieve thuiszorg, meer specifiek naar de verschillen tussen het palliatieve en reguliere zorgsysteem en naar de meerwaarde van palliatieve zorg voor de levenskwaliteit van terminaal zieke patiënten. Deze studie evalueert de kwaliteit van de palliatieve thuiszorg adhv een prospectief, case-control en longitudinaal patiëntenonderzoek. We vergelijken de kwaliteit van zorg, in termen van het zorgproces (welke zorg precies verleend wordt) en de zorguitkomst (kwaliteit van leven en sterven), van de palliatieve thuiszorgequipes met de kwaliteit van zorg in de reguliere thuiszorg, en bestuderen de evolutie van de kwaliteit van de geleverde zorg gedurende de laatste 6 levensmaanden van terminaal zieke patiënten. We evalueren de zorg adhv informatie van de patiënt zelf, diens mantelverzorger en professioneel verzorger. Via hun huisartsen includeren we minimum 30 patiënten die thuiszorg verkrijgen door de palliatieve thuiszorgequipe Omega (Regio Brussel-Halle-Vilvoorde) en minimum 30 patiënten die reguliere thuiszorg verkrijgen, over een periode van twee jaar inclusie. We matchen deze patiënten minimaal volgens aandoening en levensduurverwachting. We combineren kwantitatieve (vragenlijsten) en kwalitatieve (semi-gestructureerde interviews) meetinstrumenten om de zorgprocessen en uitkomstmaten op geregelde tijdstippen tijdens de laatste 6 levensmaanden en éénmalig na het overlijden te evalueren. Rekening houdend met de ethische overwegingen bij patiëntenonderzoek, ontwikkelen we strikte ethische procedures en sturen deze ter goedkeuring naar het Ethisch Comité van het AZ-VUB. Organisaties: • Zorg rond het levenseinde
Onderzoekers: • JOHAN BILSEN • LUC DELIENS • Katrien DRIESKENS • Lieve VAN DEN BLOCK • REGINALD DESCHEPPER • WILLEM DISTELMANS
Evaluatie van de neonatale hepatitis B vaccinatie dekking en houding in de Mekong-delta (ANBeCAM). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds VLIR. UA levert aan VLIR de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Pierre Van Damme • Elke Leuridan
Evaluatie van de Vlaamse 24 uur stoppen met roken campagne (2011). Universiteit Antwerpen Abstract: Evaluatie van de Vlaamse 24 uur stoppen met roken campagne: advies, analyses van gegevens met de focus op intentieverhoging, rookgedrag en effect van de campagne van de deelnemende populatie, rapportering. Organisaties: • Epidemiologie en sociale geneeskunde (ESOC)
Onderzoekers: • Guido Van Hal • Sofie Van Roosbroeck
Evaluatie van de Vlaamse 24 uur stoppen met roken campagne (2012). Universiteit Antwerpen Abstract: Evaluatie van de Vlaamse 24 uur stoppen met roken campagne: advies, analyses van gegevens met de focus op intentieverhoging, rookgedrag en effect van de campagne van de deelnemende populatie, rapportering. Organisaties: • Epidemiologie en sociale geneeskunde (ESOC)
Onderzoekers: • Guido Van Hal • Sofie Van Roosbroeck
Evaluatie van het druggebruik in België door analyse van afvalwater. Universiteit Antwerpen Abstract: De doelstelling van dit project is tweedelig. Eerst zullen er geschikte analysemethoden ontwikkeld en gevalideerd worden om verschillende drugs (cocaïne, amfetamine-achtigen, cannabis,...) en/of hun metabolieten in waterstalen te bepalen. Daarna zullen de concentraties gevonden in afvalwaterstalen gebruikt worden om het verbruik van drugs door de Vlaamse bevolking te schatten en in kaart te brengen. Organisaties: • Toxicologie
Onderzoekers: • Hugo Neels • Adrian Covaci • Alexander van Nuijs
Evidence-based medicine bij kankerpreventie aan de Universiteit Antwerpen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht toegekend door de Universiteit Antwerpen. De promotor levert de Universiteit Antwerpen de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd door de universiteit. Organisaties: • Laboratorium voor celbiologie en histologie
Onderzoekers: • Johannes Bogers • Paul Van Royen
Evolutie van prevalentie en determinanten van astma, COPD en allergie bij volwassenen in Vlaanderen; een vervolgstudie van de ECRHS. Universiteit Antwerpen Abstract: De belangrijkste objectieven zijn: -een follow-up onderozek uit te voeren bij zoveel mogelijk personen die aan de tweede fase van de ECHR-I hebben deelgenomen. -het bestuderen van een nieuwe steekproef om de evolutie van de prevalentie binnen deze leeftijdsgroep na te gaan -de prevalentie, incidentie en evt. remissie van respiratoire symptonen en allergie na te gaan -de evolutie van symptomatologie, atopie, longfunctie en bronchiale hyperreactiviteit onderzoeken en het effect van de behandeling op de prognose. ... Organisaties: • Epidemiologie en sociale geneeskunde (ESOC)
Onderzoekers: • Marc van Sprundel • Joost Weyler
ExaScience Life Pharma Universiteit Hasselt Abstract: Het ExaScience Life Pharma project is er op gericht doorbraken te realiseren in het biofarmaceutisch onderzoek, via state-of-the-art computationele methodologie van hoge performantie. Indien succesvol, wordt er een ExaScience Life Lab gevormd, een expertise centrum voor High Performance Computational Life Sciences in Vlaanderen. Zowel Intel als Janssen Pharmaceutica beschouwen het laboratorium als een strategisch partnerschap, de basis voor hun expertise in Europa. Indien succesvol, is het de bedoeling van het laboratorium op permanente basis uit te bouwen, met de steun van een bredere waaier aan bedrijven. Statistische, wiskunde, ingenieurs- en biofarmaceutische expertise komen samen in dit project. Organisaties: • Centrum voor Statistiek • Centrum voor Statistiek
Onderzoekers: • Geert MOLENBERGHS
Farmaco-epidemiologisch onderzoek naar de relatie tussen geneesmiddeleninteracties en polyfarmacie gebaseerd op gegevens uit de Farmanet databank. Universiteit Antwerpen Abstract: Literatuurstudie omtrent de voornaamste klinisch belangrijke interacties met geneesmiddelenklassen en moleculen die in België frequent worden voorgeschreven en opspoorbaar zijn via Farmanet. Opstellen van een onderzoeksprotocol met ondermeer aangeven van ATC codes, en na te gane covarianten met betrekking tot de patiënt en de voorschrijven. Organisaties: • Laboratorium Experimentele geneeskunde en Pediatrie (LEMP)
Onderzoekers: • Philippe Jorens • Gert Verpooten
Flexibele wiskundige en statistische modellen voor microbiologische risicobeoordeling. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoek past in een breed interdisciplinair onderzoeksgebied en wil zich voornamelijk toespitsen op het modelleren van complexe (gecorreleerde) datastructuren en het daarmee gepaard gaande theoretisch raamkader voor betrouwbare inferentie. In het bijzonder wil het zich toespitsen op het ontwikkelen van flexibele wiskundige en statistische modellen voor microbiologische risicobeoordeling van zoonoses in de
voedselketen. Organisaties: • Translationele Neurowetenschappen (TNW)
Onderzoekers: • Patrick Cras
Foliumzuurgebruik en preconceptioneel advies: bundelen van informatie, bouwen van een website en het uitwerken van een evaluatiestrategie Universiteit Gent Abstract: Deze opdracht betreft: 1) het bundelen van alle informatie rond de correcte inname van extra foliumzuur door vrouwen in de preconceptieperiode; 2) Het oplijsten van de consensus binnen andere subthema?s op vlak van preconceptieadvies. 3) Het bouwen van een website voor het grote publiek als voor de zorgverstrekkers. 4) Het uitwerken van een strategie voor het monitoren van de foliumzuurinname. Organisaties: • Vakgroep Geschiedenis
Onderzoekers: • Antoon Vrints
Fysieke training bij patiënten met het metabool syndroom: effect van verschillende trainingsmodaliteiten; fenotypische en genotypische determinanten van het trainingsantwoord. KU Leuven Abstract: Training verhoogt het aërobe vermogen en heeft een gunstig effect op het metabool syndroom (MetS).nbsp;Er heerst echter een grote mate van controverse met betrekking tot de intensiteit en de modaliteit van training welke resulteert in de meest gunstige effecten.nbsp;Verderis het zo dat niet iedere risicofactor en niet ieder individu op dezelfde wijze reageert op éénzelfde dosis van fysieke activiteit.nbsp;Dit kan verklaard worden door zowel genetische als omgevingsfactoren welke op dit moment slechts weinig gekend zijn.nbsp;Een gerandomiseerde gecontroleerde studie zal worden gestart in individuen met het metabool syndroom om zo het effect van intensiteit en volume van training op inspanningstolerantie, individuele cardiovasculaire risicofactoren en de clustering van deze risicofactoren na te gaan.nbsp;Als secundaire outcomes zullen we andere determinanten van het trainingsantwoordonderzoeken: 1) spierfunctie, 2) werking van het autonome zenuwstelsel,3) renin-angiotensin-aldosteron sys Organisaties: • Groep Biomedische Wetenschappen
Onderzoekers: • Lucien Vanhees • Véronique Cornelissen
Gebruik van genetisch gemodifieerde lactococcus bij de behandeling van astma Universiteit Gent Abstract: In onze westerse omgeving is het voornaamste allergeen de huisstofmijt. In dit project zal gepoogd worden door gebruik van genetisch gemodificeerde lactococcus bacteriën, die het genetisch materiaal voor het relevante DERP-1-allergeen bevatten, de ernst van de allergische ontsteking alsook de bronchiale hyperactiviteit in een proefdiermodel voor astma te reduceren. De lactococcus zal in die mate gemodificeerd worden dat er immuno-modulatoire molecules toegevoegd worden aan het genetisch materiaal als fusie-eiwit met het DERP-1-eiwit. Deze pilootexperimenten kunnen mogelijks leiden tot het gebruik van deze behandeling bij patiënten met huisstofmijtallergie. Organisaties: • Vakgroep Inwendige ziekten
Onderzoekers: • Bart Lambrecht
Gedragsverandering van zorgverleners en publiek naar een meer voorzichtig gebruik van anti-microbiële agentia (CHAMP). Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van CHAMP (Changing behaviour of Health care professionals And the general public towards a More Prudent use of antimicrobial agents) is het doelmatig gebruik van antibiotica te bevorderen door efficiënte hulpmiddelen te ontwikkelen om gedrag van professionelen in de gezondheidszorg, patiënten in de eerste lijn en het algemene publiek in verband met het voorschrift en gebruik van antibiotica te veranderen. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Samuel Coenen • Herman Goossens
Geïnformatiseerde beslissingsondersteuning ter bevordering van aanvragen van laboratiorium tests KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Acad. Centr. voor Huisartsgeneeskunde
Onderzoekers: • Bert Aertgeerts • Dirk Ramaekers • Stijn Van de Velde • Nicolas Delvaux
Geïntegreerd onderzoek naar vaccins en infectieziekten. Universiteit Antwerpen Abstract: De behandeling en preventie van bacteriële en virale infecties is de focus van het Methusalem-project VAXINFECTIO. Hierbij komen antibioticaresistentie, anti-tumor afweerreacties bij witte bloedcellen, de evaluatie van vaccinaties en de socio-economische aspecten van antibioticagebruik aan bod. Het Vaccin- en Infectieziekten Instituut (Vaxinfectio) van de Universiteit Antwerpen - bestaande uit het Laboratorium voor Medische Microbiologie (LMM), het Laboratorium voor Experimentele Hematologie (LEH) en het Centrum voor de Evaluatie van Vaccinaties (CEV) - werkt hierbij nauw samen met het Centrum voor Statistiek van de Universiteit Hasselt. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers:
• Pierre Van Damme • Zwi Berneman • Herman Goossens
Gender en depressie in Europe. Een interlandelijk, vergelijkend onderzoek Universiteit Gent Abstract: Gebruik makend van de data van de derde golf van de European Social Survey wordt een schatting gemaakt van de prevalentie van depressiviteit bij vrouwen en mannen van 23 Europese landen. Het gelsachtsratio wordt geschat en interlandelijke verschillen in het voorkomen van klachten van depressiviteit worden bestudeerd vanuit een macrosociologisch perspectief. Organisaties: • Vakgroep Sociologie
Onderzoekers: • Piet Bracke
Geneesmiddelenconsumptie in Belgische rust- en verzorgingstehuizen. Universiteit Antwerpen Abstract: Onderzoek naar de afstemming tussen medische noden en reIe consumptie van geneesmiddelen in Belgische rusthuizen en rust- en verzorgingstehuizen. Bijzondere aandacht zal besteed worden aan de kostprijs (ZIVkost en remgelden), de kwaliteit en de organisatiekenmerken van de geneesmiddelenstroom. De geneesmiddelenverstrekking in deze sector wordt gekenmerkt door specifieke aanbodstructuren. Door de hoge graad van zorgafhankelijkheid van de betrokken populatie en de specifieke zorgomgeving krijgt bet klassieke probleem van informatie-asymmetrie en relatie tussen zorgverstrekker en patiënt een bijzondere betekenis. De analyse van de kostprijs spitst zich toe op de geobserveerde geneesmiddelenconsumptie (welke geneesmiddelen, dosering, kostprijs) en dit voor verschillende analyseniveaus (per patiënt, instelling, groep van ATC-codes...). De kwaliteit van de geneesmiddelenconsumptie wordt beoordeeld aan de hand van o.a. volgende kenmerken: effectiviteit van geneesmiddelen, polyfarmacie, gebruik van empirisch formularium... Meer concreet wordt het verantwoord geneesmiddelengebruik ("appropriate medication use") in ROB's/RVT's geëvalueerd door een validatie van de Beers criteria (inclusief de update) voor België. Deze studie maakt deel uit van het domein "Health Care Services Research". Organisaties: • Centrum voor Onderzoek en Innovatie in de Zorg (CRIC)
Onderzoekers: • Monique Elseviers
Geneesmiddelenconsumptie in Belgische rust- en verzorgingstehuizen. Universiteit Antwerpen Abstract: Onderzoek naar de afstemming tussen medische noden en reIe consumptie van geneesmiddelen in Belgische rusthuizen en rust- en verzorgingstehuizen. Bijzondere aandacht zal besteed worden aan de kostprijs (ZIVkost en remgelden), de kwaliteit en de organisatiekenmerken van de geneesmiddelenstroom. De geneesmiddelenverstrekking in deze sector wordt gekenmerkt door specifieke aanbodstructuren. Door de hoge graad van zorgafhankelijkheid van de betrokken populatie en de specifieke zorgomgeving krijgt bet klassieke probleem van informatie-asymmetrie en relatie tussen zorgverstrekker en patiënt een bijzondere betekenis. De analyse van de kostprijs spitst zich toe op de geobserveerde geneesmiddelenconsumptie (welke geneesmiddelen, dosering, kostprijs) en dit voor verschillende analyseniveaus (per patiënt, instelling, groep van ATC-codes...). De kwaliteit van de geneesmiddelenconsumptie wordt beoordeeld aan de hand van o.a. volgende kenmerken: effectiviteit van geneesmiddelen, polyfarmacie, gebruik van empirisch formularium... Meer concreet wordt het verantwoord geneesmiddelengebruik ("appropriate medication use") in ROB's/RVT's geëvalueerd door een validatie van de Beers criteria (inclusief de update) voor België. Deze studie maakt deel uit van het domein "Health Care Services Research". Organisaties: • Algemene economie
Onderzoekers: • Mike Smet
Geneesmiddelenconsumptie in de Belgische Rust- en verzorgingstehuizen Universiteit Gent Abstract: In deze studie wordt het verband geanalyseerd tussen organisatiekenmerken van rusthuizen in België en de kwaliteit van het voorschrijven van geneesmiddelen. In een veldonderzoek worden in drie Belgische provincies (Oost-Vlaanderen, Antwerpen en Henegouwen) telkens 20 rusthuizen beschreven via een ondervraging van directies, afdelingshoofden en verpleegkundigen. Per rusthuis worden 30 residenten beschreven met administratieve gegevens, medicatiegegevens en aanvullende klinische gegevens. Organisaties: • Vakgroep Farmacologie
Onderzoekers: • Robert Vander Stichele
Genetica als hulpmiddel in de strijd tegen antibiotica resistentie bij lage luchtweg infecties in Europa. (GRACE) Universiteit Antwerpen Abstract: GRACE is een Expertisenetwerk dat zich op het complexe en controversiële gebied van community-verworven lage luchtweg infecties (LLWI) toelegt, één van de hoofdoorzaken voor een bezoek aan de huisarts. Het overmatig gebruik van antibiotica voor de behandeling van deze LLWIs kost veel aan de gemeenschap niet enkel wegens het antibiotica gebruik maar ook omwille van de dramatische stijging aan antibiotica resistentie. De algemene doelstelling van GRACE is antimicrobiële resistentie te bestrijden door het integreren van expertise centra en het exploiteren van genomica in het onderzoek van community-verworven LWI. Microbiële en menselijke genomica zullen geïntegreerd worden met gezondheidswetenschappelijk onderzoek bestaande uit klinische waarnemings en interventiestudies, gezondheidseconomisch onderzoek en opleiding en voorlichting om beleid aangaande de behandeling van deze infecties te veranderen. GRACE is uitzonderlijk aangezien het onderzoekers van basislaboratoriumwetenschappen, klinische geneeskunde, en gezondheidseconomie samenbrengt. In het gezamenlijk uitgevoerde onderzoeksprogramma, zullen 17 academische groepen, die wijd over 9 lidstaten van de EU en 5 Kleine/middelgrote ondernemingen worden uitgespreid deelnemen. GRACE zal professioneel onderwijs, met inbegrip van web-based onderwijs en praktische cursussen, via twee belangrijke Europese wetenschappelijke organisaties (de Europese Organisatie voor Klinische Microbiologie en Infectieziekten en de Europese Respiratoire Organisatie) organiseren om de expertise van het project te verspreiden. Een hoog niveau van coördinatie zal door een professioneel IT-ondersteund en strenge beheersstructuur worden verkregen, om een optimale synergie van de
componenten van GRACE te bereiken. Wij pogen om een genomisch laboratoriumnetwerk in 8 Europese landen en een netwerk van huisartsen in 11 Europese landen te ontwikkelen tijdens de eerste 18 maanden van het project, en dan op de infrastructuur voort te bouwen om het gezamenlijk uitgevoerde onderzoeksprogramma tot stand te brengen. Het consortium zal een virtueel "Europees Onderzoekscentrum LLWI" worden, met potentieel om een forum te worden dat onderzoek en goede praktijk op het gebied van community-verworven LLWI promoot. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Samuel Coenen • Herman Goossens
Gezondheidseconomie. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht toegekend door de Universiteit Antwerpen. De promotor levert de Universiteit Antwerpen de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd door de universiteit. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Philippe Beutels
gezondheidseconomische aspecten van bevolkingsonderzoeken naar kanker in Vlaanderen Universiteit Gent Abstract: 1) Een systematische review en kritische evaluatie van recente (< 3jaar) 'best evidence' kosteneffectiviteitsstudies van bevolkingsonderzoek naar borst-, baarmoederhals- en dikkedarmkanker in Europa. 2) Gezondheidseconomische evaluatie van de tijdens het voortraject van de gezondheidsconferentie voorgestelde preventiestragieën en acties om deze strategiën te realiseren, met het oog op prioritering bij het organiseren van bevolkingsonderzoek naar borst-, baarmoederhals- en dikkedarmkanker in Vlaanderen. Op basis van de literatuur bijkomende doelmatige preventiestrategieën voorstellen (met inbegrip van acties om deze strategieën te realiseren) voor het organiseren van bevolkingsonderzoek naar borst-, baarmoederhals- en dikkedarmkanker in Vlaanderen. Deze bijkomende preventiestrategieën worden ingepast in de prioritering vermeld onder perceel 2, deel 1. 3) Het derde perceel betreft het uitwerken van een model om de efficiëntie (doelmatigheid) van de bevolkingsonderzoeken naar borst-, baarmoederhals- en dikkedarmkanker en de verschillende bijhorende preventiestrategieën uit de gezondheidsconferentie op te volgen en te evalueren. 4) Het uitwerken van een passen financieringsmodel voor de organisatie van de bevolkingsonderzoeken in Vlaanderen Organisaties: • Vakgroep Maatschappelijke gezondheidkunde
Onderzoekers: • Lieven Annemans
Gezondheidseconomische evaluatie van de rotavirusvaccinatie (RV) van zuigelingen in België. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit rapport wordt een model gebruikt om te begrijpen hoe we de op dit moment beschikbare orale rotavirus vaccins (Rotarix® en RotaTeq®) in ons grootste voordeel kunnen gebruiken. In gezondheidseconomische evaluatie, zoals toegepast in dit rapport, wordt hetgeen het grootste voordeel is voor onze maatschappij gedefinieerd als de combinatie van interventies die leiden tot de grootste mogelijke gezondheidswinst, voor zoveel mogelijk mensen (d.i. het maximaliseren van de gezondheidswinst (hier hoofdzakelijk uitgedrukt als levensjaren en "voor kwaliteit van leven aangepaste levensjaren" of "gezonde levensjaren" (Quality Adjusted Life Year, QALY)), gegeven een beperkt budget. We hebben zowel de gepubliceerde internationale literatuur als de niet-gepubliceerde (grijze) literatuur nagekeken en bovendien een hele reeks Belgische epidemiologische en kostengegevens verzameld en geanalyseerd. Vervolgens werd een simulatiemodel ontwikkeld, dat we geparametriseerd en aangepast hebben, zoveel mogelijk aan de hand van Belgische gegevensbronnen. Hiermee werd dan gesimuleerd hoe effectief en kosteneffectief een veralgemeende vaccinatie van de Belgische zuigelingen met Rotarix® en RotaTeq® zou zijn. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Pierre Van Damme • Philippe Beutels • Jose Ramet
Gezondheidseconomisch onderzoek en mathematische modellering van infectieziekten. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht toegekend door de Universiteit Antwerpen. De promotor levert de Universiteit Antwerpen de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd door de universiteit. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Samuel Coenen • Pierre Van Damme • Herman Goossens • Philippe Beutels
Gezondheidseffecten van de inname van plantaardige en dierlijke eiwitten en vezels Universiteit Gent Abstract: Doel is om de inname van dierlijke & plantaardige eiwitten en vezels en het verband met obesitas indicatoren in Europese en Chinese adolescenten te evalueren op basis van de HELENA-CSS* en de Chinese Health and Nutrition survey, respectievelijk. De inname zal worden vergeleken met internationale aanbevelingen en gezondheidseffecten van eiwitten en vezels in de preventie van obesitas worden onderzocht.
* Healthy Lifestyle in Europe by Nutrition in Adolescence - Cross Sectional Study Organisaties: • Vakgroep Maatschappelijke gezondheidkunde
Onderzoekers: • Stefaan De Henauw • Inge Huybrechts
Gezondheidseffecten van fijn stof in relatie met fysisch-chemische karakteristieken en meteorologie. (PARHEALTH) Universiteit Antwerpen Abstract: Gezondheidseffecten van fijn stof in relatie met fysisch-chemische karakteristieken en meteorologie. (PARHEALTH) Organisaties: • AXES
Onderzoekers: • Rene Van Grieken
Gezondheidseffecten van fijn stof in relatie met fysisch-chemische karakteristieken en meteorologie. (PARHEALTH tweede fase) Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de federale overheid. UA levert aan de federale overheid de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • AXES
Onderzoekers: • Rene Van Grieken
Gezondheids- en Milieu Netwerk.(HENVINET) Universiteit Antwerpen Abstract: De voertaal van dit Europees project is het Engels. To protect the health of populations and individuals, policies need to integrate environmental and health issues. The aim of HENVINET is to support such informed policy making. HENVINET will review, exploit and disseminate knowledge on environmental health issues based on research and practices, for wider use by relevant stakeholders. Organisaties: • Milieu en Samenleving (M&S)
Onderzoekers: • Ilse Loots • Hans Keune
Gezondheidsenquête 65+. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoeksproject rond de gezondheid van ouderen in België, zal de mogelijkheden nagaan van de gegevens beschikbaar via de Nationale Gezondheidsenquête 2004 als informatiebron over de gezondheid van 65-plussers. Op basis van de beschikbare gegevens van de Nationale Gezondheidsenquête, zullen er ook voorstellen worden geformuleerd voor verder onderzoek naar deze leeftijdsgroep. Organisaties: • Epidemiologie en sociale geneeskunde (ESOC)
Onderzoekers: • Maurits Vandewoude • Guido Van Hal • Jozef Breda
Gezondheidspromotie van Antwerpse prostituees, overeenkomstig het convenant tussen Gh@pro en de Vlaamse Gemeenschap. Universiteit Antwerpen Abstract: In 1999-2000 werd een pilootonderzoek uitgevoerd naar de haalbaarheid van hepatitis B vaccinatie van prostituees in het Antwerpse. Dit project gaat gepaard met een breder GVO-project over voorlichting en informatie rond SOI's, condoomgebruik, doorverwijzingsbeleid en hygiene in het algemeen. Het project wordt op grotere schaal voortgezet in 2001 en 2002 met een deel financiering vanuit Gh@pro om het personeelsgedeelte van het project te kunnen steunen vanuit de UIA/CEV. Organisaties: • Epidemiologie en sociale geneeskunde • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Pierre Van Damme
Globale evaluatie van lang bestaande psoriasisbehandelingen. Universiteit Antwerpen Abstract: Psoriasis is een chronische huidziekte met een prevalentie van ongeveer 2%. Momenteel wordt verondersteld dat psoriasis een T-cel gemedieerde ziekte is. De meest voorkomende vorm van psoriasis kenmerkt zich klinisch met erythemateuze, geïndureerde, hyperkeratototische plaques op voornamelijk de strekzijden van de ledematen, laag lumbaal en de scalp. Driekwart van de patiënten met psoriasis kan worden geholpen met lokale behandelingen (corticosteroïden, vitamine-D derivaten, retinoïden en emollientia). Systemische therapie is voorbehouden aan degenen met ernstige psoriasis. De standaard systemische psoriasisbehandelingen zijn psoralen+ultraviolet-A (PUVA), methotrexaat, acitretine en cyclosporine. De laatste paar jaar vertaalt het verworven inzicht in de pathogenese zich in het ontwikkelen van nieuwe behandelingen. Deze behandelingen richten zich op het `selectief' moduleren dan wel inhiberen van de immunologische component van de ziekte. De eerste klinische resultaten zijn nog niet volledig bevredigend en de veiligheid op lange termijn is nog niet gekend. Daarenboven zijn deze behandelingen extreem duur in vergelijking met reeds bestaande behandelingen. Het beschikbaar komen van nieuwe behandelingen is een positieve ontwikkeling, maar zou ook een stimulatie moeten zijn om de bestaande behandelingen nader te bestuderen om de positie van de nieuwkomers te bepalen. Vandaar dat we gebruik hebben gemaakt van twee datasets (`PUVA Follow up Study' en national surveys of the Psoriasis Foundation) om zowel de naamsbekendheid, het gebruik, de tevredenheid van de patiënt en de neveneffecten van geregistreerde psoriasisbehandelingen te bestuderen. Hieronder volgt een korte beschrijving van de twee datasets waarop ik mij heb gebaseerd.
Organisaties: • Translationeel pathofysiologisch onderzoek (TPR)
Onderzoekers: • Julien Lambert • Tamarius Nijsten
Gradient Project Universiteit Gent Abstract: Het project heeft tot doel de sociale ongelijkheid inzake gezondheid van gezinnen en kinderen te onderzoeken: in welke mate heeft de socio-economische achtergrond van gezinnen een invloed op hun preventief en zorggedrag; welke zijn de protectieve factoren voor de gezondheid van gezinnen en welke beleidsopties zijn het meest effectief om de sociale ongelijkheid inzake gezondheid te verminderen Organisaties: • Vakgroep Maatschappelijke gezondheidkunde
Onderzoekers: • Lea Maes
Haalbaarheid van een gegevensverzameling over de gezondheid door de geneesheren van het Brussels hoofdstedelijk Gewest Vrije Universiteit Brussel Abstract: Eerste fase: bevraging van steekproven van huisartsen over hun problemen, wensen en behoeften ivm de indicatoren van gezondheidsproblemen. Bevragen van de bereidheid en eventuele motivatie stimuli van het opzetten van een registratienetwerk. Formuleren van voostellen naar het beleid. (Regering Brussels Gewest). Organisaties: • Huisartsen en zorg rond het levenseinde
Onderzoekers: • WILLEM BETZ
Hartfalen KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Acad. Centr. voor Huisartsgeneeskunde
Onderzoekers: • Bert Aertgeerts • Miek Smeets
Hazard assessment of genotoxicants. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project is een matching fund op verscheidene nationale en internationale projecten van het laboratorium voor Cellulaire Genetica en is gericht op het ontrafelen van de genetische veranderingen die leiden tot mutagenese/carcinogenese. De variaties in genotype en fenotype, celdelingspathways, celdood en genetische veranderingen relevant voor de toename aan kanker bij de mens worden bestudeerd. Genotoxiciteitstests laten toe de inductie van DNA schade, genmutaties, en structurele en numerieke aberraties te bestuderen. De genotoxiciteitstesten en genotypering die uitgevoerd worden in het laboratorium worden gebruikt om de werkingsmechanismen van mutagenen/carcinogenen te bestuderen (e.g. indirecte mechanismen van genotoxiciteit door verstoring van de spoelfiguur proteïnen, DNA-repair enzymen en cellulair transport), om predictive biomerkers van humane genetische susceptibiliteit te ontwikkelen door combinatie met genotypering en geïntegreerde fenotypering, voor de identificatie van mogelijk gevoeligere sub-populaties (e.g. kinderen) , en voor risicobepaling van omgevings/beroepsblootstelling aan nieuw ontwikkelde stoffen/materialen (e.g. nanopartiekels). Organisaties: • Biologie
Onderzoekers: • MICHELINE VOLDERS
Het analyseren en rapporteren van gegevens op multi-resistentie in antimicrobiële resistent geïsoleerde gegevens bekomen via vrijwillig deelnemende lidstaten voor het jaar 2010. Universiteit Hasselt Abstract: Tot nu toe werd antimicrobiële resistentie (AMR), gerapporteerd door de lidstaten, geanalyseerd door EFSA op een geaggregeerd niveau. Echter, gegevens uit het bacteriële isolate niveau maken een meer diepgaande analyse van de weerstand mogelijk, waaronder multi-resistentie patronen van isolaten en een beschrijving van klonale verspreiding van resistente stammen. Een pilot AMR isolate gebaseerde gegevenscollectie voor 2010 werd gelanceerd, in samenwerking met een aantal vrijwillige lidstaten. Het doel van dit project is om de isolate gebaseerde gegevens over antimicrobiële resistentie te analyseren op Salmonella, Compylobacter, indicator E. coli en indicator enterococcen, afgeleid van voedsel en dieren, gebaseerd op de piloot AMR isolate gebaseerde gegevenscollectie voor 2010. De specifieke doelstellingen zijn: - Analyseren door gebruik te maken van passende methoden van gegevens over antimicrobiële multiresistance in Salmonella, Compylobacter, indicator E. coli en indicator enterococcen, geïsoleerd uit voedsel en dieren - Bestuderen van de kwantitatieve relatie tussen resistentie tegen verschillende antibiotica in Salmonella, Compylobacter, indicator E. coli en indicator enterococcen. - Een verslag schrijven over de resultaten en de analyse, op basis van Salmonella serovars, Campylobacter soorten, enterococcal soorten, de rapporterende landen en diersoorten/populaties Organisaties: • Centrum voor Statistiek • Centrum voor Statistiek
Onderzoekers: • Marc AERTS • Christel FAES • Cristina SOTTO • Ruth NYSEN
Het Asklepios project Universiteit Gent Abstract: Het Asklepios project is een longitudinaal bevolkingsonderzoek dat peilt naar preklinische atherosclerose, preklinisch hartfalen en cardiovasculaire veroudering. De eerste meetronde werd uitgevoerd bij gezonde vrijwilligers (35-55 jaar) in 2002-2004 (onderzoeksproject G.0423.03). Het huidig onderzoeksproject volgt op dit vorig project en moet gesitueerd worden in het kader van de tweede meetronde, waarbij follow up gegevens worden verzameld. Deze meetronde wordt tegen het einde van huidig kalenderjaar opgestart. Het huidig FWO project is toegespitst op de morfologie en op de functie van het hart, voornamelijk van het linker ventrikel. Organisaties: • Vakgroep Inwendige ziekten
Onderzoekers: • Dirk De Bacquer • Thierry Gillebert
Het Belgisch mucovisidose register: bijzondere onderzoekstopics (socio-economische status en transplantatiegegevens. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het Belgisch Mucoviscidose register (BMR-RBM) beschikt, na zes jaar over klinisch epidemiologische gegevens van 909 personen met mucoviscidose (CF). Jaarlijks vergaart het BMR-RBM van zoveel mogelijk patiënten (867 in 2003 tov. 534 in 1998, stijging van 62,3 %) de resultaten van klinische parameters die toelaten de (natuurlijke) evolutie van de ziekte te volgen. Het enquêteformulier, dat inhoudelijk quasi geen veranderingen heeft gekend bestaat uit 200 rubrieken per patient. Het BMR-RBM moet rekening houden met het stijgen van de leeftijd van de patiënten. Het percentage van patiënten 18 jaar en ouder was 42,4 in 2002. Daarom wordt voorgesteld 2 bijzondere topics te onderzoeken. (1) Onderzoek in detail naar de socio-economische status van patiënten ouder dan 14 jaar (± 400 in België). De vraagstelling zal zowel op niveau 'quality of care' (Belgische criteria) als op 'quality of life' (CF - 14 - Klijn) gericht worden in verschillende referentiecentra voor mucoviscidose. Uit de resultaten zal blijken welke de beste parameters dienen gebruikt te worden en aangewend voor het meten van de socio-economische status van de personen met CF. (2) Patiënten die een (hart)longtransplantatie ondergaan behoren meestal tot dezelfde leeftijdsgroep als in (1). Door het creëren van een sub-database betreffende hun status als getransplanteerden, zal een rechtstreeks verband worden gelelgd met de BMR-RBM database om continuiteit in de medische informatie te verschaffen. De fysiopathogische en psychologische breuken tussen de ziekte mucoviscidose en de transplantatiestatus zullen worden toegelicht. Organisaties: • Pathologische Anatomie • Pediatrie • Maatschappelijke Gezondheidszorg
Onderzoekers: • ANNE MALFROOT • CLAUDE SEVENS • ANNE-MARIE DEPOORTER • Herwig JANSEN
Het Belgisch mucovisidose register: bijzondere onderzoekstopics (socio-economische status en transplantatiegegevens. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het Belgisch Mucoviscidose register (BMR-RBM) beschikt, na zes jaar over klinisch epidemiologische gegevens van 909 personen met mucoviscidose (CF). Jaarlijks vergaart het BMR-RBM van zoveel mogelijk patiënten (867 in 2003 tov. 534 in 1998, stijging van 62,3 %) de resultaten van klinische parameters die toelaten de (natuurlijke) evolutie van de ziekte te volgen. Het enquêteformulier, dat inhoudelijk quasi geen veranderingen heeft gekend bestaat uit 200 rubrieken per patient. Het BMR-RBM moet rekening houden met het stijgen van de leeftijd van de patiënten. Het percentage van patiënten 18 jaar en ouder was 42,4 in 2002. Daarom wordt voorgesteld 2 bijzondere topics te onderzoeken. (1) Onderzoek in detail naar de socio-economische status van patiënten ouder dan 14 jaar (± 400 in België). De vraagstelling zal zowel op niveau 'quality of care' (Belgische criteria) als op 'quality of life' (CF - 14 - Klijn) gericht worden in verschillende referentiecentra voor mucoviscidose. Uit de resultaten zal blijken welke de beste parameters dienen gebruikt te worden en aangewend voor het meten van de socio-economische status van de personen met CF. (2) Patiënten die een (hart)longtransplantatie ondergaan behoren meestal tot dezelfde leeftijdsgroep als in (1). Door het creëren van een sub-database betreffende hun status als getransplanteerden, zal een rechtstreeks verband worden gelelgd met de BMR-RBM database om continuiteit in de medische informatie te verschaffen. De fysiopathogische en psychologische breuken tussen de ziekte mucoviscidose en de transplantatiestatus zullen worden toegelicht. Organisaties: • Pathologische Anatomie • Pediatrie • Maatschappelijke Gezondheidszorg
Onderzoekers: • ANNE MALFROOT • CLAUDE SEVENS • ANNE-MARIE DEPOORTER • Herwig JANSEN
Het effect van ergotherapie op de functionaliteit van de thuiswonende kwetsbare oudere KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Acad. Centr. voor Huisartsgeneeskunde
Onderzoekers: • Bert Aertgeerts • Aniana Declercq • Marleen De Coninck
Het effect van kinkhoestvaccinatie tijdens de zwangerschap. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van dit onderzoek is om de immunologische effecten te onderzoeken van kinkhoestvaccinatie tijdens de zwangerschap, op zowel zwangere vrouwen als hun kinderen. Verder wil het project het bewijs leveren dat deze strategie bescherming kan bieden aan beiden. De studie wordt uitgevoerd in 2 landen met verschillende epidemiologie, en verschillende vaccins worden gebruikt bij de zuigelingen (België en Vietnam). Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Pierre Van Damme • Elke Leuridan
Het IMPACT model: het verklaren van trends in ziekte en mortaliteit ten gevolge van coronaire hartziekte en het onderzoeken van toekomstige beleidsopties. Implementatie in België. Universiteit Gent Abstract: Het IMPACT model zal gebruikt worden om de recente daling in CHD mortaliteit en ziekte in Belgie en Vlaanderen te verklaren. Daarnaast zullen we een projectie maken naar de toekomst om een overzicht te krijgen van de interventies met het grootste potentieel om het aantal CHD aandoeningen te reduceren. Uiteindelijk zal ook een kosten-effectiviteitsstudie van de verschillende strategieën uitgevoerd worden. Organisaties: • Vakgroep Maatschappelijke gezondheidkunde
Onderzoekers: • Dirk De Bacquer
Het integreren van moleculaire archeologie en Bayesiaanse fylodynamica om de verborgen geschiedenis van HIV-1 te onthullen. KU Leuven Abstract: Het bestrijden van de verspreiding van pathogenen en hun geassocieerde ziektes stelt een enorme uitdaging die inspanningen vergt zowel op het gebied van onderzoek en volksgezondheidsbeleid. De beschikbaarheid van genomische data levert een belangrijke bijdrage in de karakterisering van het samenspel van virus evolutie en gastheer ecologie, inclusief de bepaling van de sleutelfactoren in de succesvolle epidemische verspreiding in de humane populatie. Deze factoren zijn echter grotendeels ongekend voor een van de meest verwoestende pandemieën uit de humane geschiedenis, namelijk de AIDS pandemie veroorzaakt door het humaan immunodeficiëntie virus (HIV). Ondanks de continue ontwikkelingen in statistische fylodynamica, zijn historische reconstructies op basis van de huidige sequentie data inherent gelimiteerd. Gemotiveerd door de mogelijkheid om dergelijke analyses te informeren met HIV-1 sequenties bekomen uit gearchiveerde histopathologische stalen, stellen we in dit onderzoenbsp;k voor Organisaties: • Klinische & Epidemiologische Virologie
Onderzoekers: • Philippe Lemey
Het leergedrag van studenten in een blended learning leeromgeving KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Acad. Centr. voor Huisartsgeneeskunde
Onderzoekers: • Geraldine Clarebout • Ann Roex • Sanne Peters
Het natuurlijk verloop van infecties met het humaan papillomavirus: rol van de humorale en cellulaire immuunrespons. Universiteit Antwerpen Abstract: Doel van dit onderzoek is om aan de hand van een follow-up studie vast te stellen hoe de klaring van HPV (humaan papillomavirus) infecties verloopt, met de nadruk op de humorale en cellulaire immuunrespons. Dit is van groot belang voor een beter inzicht in de epidemiologie van dit virus, dat een belangrijke rol speelt in de ontwikkeling van premaligne cervicale intraepitheliale neoplasie (CIN) en baarmoederhalskanker. Organisaties: • Eerstelijns - en interdisciplinaire zorg Antwerpen (ELIZA)
Onderzoekers: • Veronique Verhoeven
Het ontstaan, de ontwikkeling en de organisatie van de Paliatieve Zorg in België. Vergelijking met de landen Nederland, Duitsland, Groot-Brittannië, Frankrijk en Canada. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De nadruk van dit exploratieve en kwalitatieve onderzoek ligt op de sociale en organisatorische componenten van palliatieve zorgen in België. Er wordt vertrokken met een retrospectieve beschrijving van het ontstaan van palliatieve zorgen en dieper ingegaan op welke manier er een invulling kwam van een nood aan palliatieve zorgen. Er wordt een studie gemaakt van de organisatievormen en de geboden sociale zorgen en van de voorzieningen binnen elk van de organisatievormen van palliatieve zorgen (thuiszorg, eenheid, dagcentrum, team, en palliatieve netwerken). Deze gegevens worden eveneens verzameld voor de landen Nederland, Duitsland, Groot-Brittannië, Frankrijk en Canada en vergeleken met de Belgische gegevens. Met dit onderzoek wordt de link gelegd tussen het zich ontwikkelende veld van de palliatieve zorgen, de taboesfeer rond dood en sterven binnen onze samenleving en cultuur en de (groeiende) nood aan degelijke informatie rond een kwaliteitsvol levenseinde bij gezondheidszorgprofessionelen en (nog sluimerend) bij de bevolking. Organisaties: • Medische Sociologie
Onderzoekers: • FREDDY LOUCKX
Het ontwikkelen van een kwaliteitsmonitor voor de evaluatie van Begeleiding Nieuwe Medicatie (BNM). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds IFEB. UA levert aan IFEB de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties:
• Epidemiologie en sociale geneeskunde (ESOC)
Onderzoekers: • Guido Van Hal
Het openen van de zwarte doos van de prestatiegerichte financiering in de gezondheidszorg: Een case studie over motivatie, huurzoekgedrag en M & E in Oeganda. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds VLIR. UA levert aan VLIR de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Ontwikkeling: processen, actoren en beleid
Onderzoekers: • Nathalie Holvoet • Dimitri Renmans
Het schatten van de vaccinatie couverture gebaseerd op trivariate serologische gegevens en incidentiegegevens. Universiteit Hasselt Abstract: De Onderzoeksraad heeft op 17 februari 2011 het verblijf van 2 maanden van Dr. James Wood (University of New South Wales, Sydney) aan de UHasselt goedgekeurd ten laste van het BOF-programma Korte Verblijven. Gedurende dit verblijf zal Dr. James Wood onderzoek uitvoeren in samenwerking met prof. Niel Hens (onderzoeksgroep Centrum voor Statistiek). Het verblijf zal plaatsvinden van 11 april 2011 tot 11 juni 2011. Organisaties: • Centrum voor Statistiek • Centrum voor Statistiek
Onderzoekers: • Niel HENS
Het verbeteren van zorg en onderzoek elektronische data vereniging Antwerpen (ICAREDATA). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de Vlaamse overheid. UA levert aan de Vlaamse overheid de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Eerstelijns - en interdisciplinaire zorg Antwerpen (ELIZA)
Onderzoekers: • Samuel Coenen • Roy Remmen • Paul Van Royen
Het vertalen van evidence-based praktijkrichtlijnen voor de diagnose, preventie en behandeling van misbruik van genotsmiddelen bij kinderen en jongeren naar een lokale, Belgische context (ADAPT_YOUTH). Universiteit Antwerpen Abstract: Met dit project streven we naar een set van richtlijnen voor het voorkomen, detecteren en behandelen van misbruik van genotsmiddelen in de doelgroep kinderen en jongeren tussen de leeftijd van 12 en 25 jaar, door gebruik te maken van de methodologie van ADAPTE. Organisaties: • Eerstelijns - en interdisciplinaire zorg Antwerpen (ELIZA)
Onderzoekers: • Paul Van Royen
Het vertalen van evidence-based praktrijkrichtlijnen voor diagnose, preventie en behandeling van misbruik van genotsmiddelen bij kinderen en jongeren naar een lokale, Belgische contect (ADAPTE YOUTH) Universiteit Gent Abstract: De bedoeling van dit onderzoek is om richtlijnen te ontwikkelen voor de preventie en behandeling van middelenmisbruik bij kinderen en jongeren van 12 tot 18 jaar aan de hand van het ADAPTE-proces. De prevalentie van problematisch alcohol en druggebruik onder jongeren en kwetsbare groepen (bv. Kinderen van verslaafde ouders) zal geschat worden. Tevens zal een inventaris gemaakt worden van alle organisaties die betrokken zijn bij de alcohol- en drugpreventie en -behandeling in België. De aanpassing van de richtlijn vormt de voornaamste focus van dit onderzoek. Het project zal resulteren in een aantal context-specifieke richtlijnen met betrekking tot de diagnose, preventie en behandeling van middelenmisbruik bij kinderen en adolescenten, op basis van bestaande internationale richtlijnen. Organisaties: • Vakgroep Orthopedagogiek
Onderzoekers: • Wouter Vanderplasschen
HIV preventie bij jonge vrouwen in sub-Saharisch Afrika: statistische en epidemiologische modellering om biologische, sociologische, epidemiologische en gedragswetenschappen bijeen te brengen Universiteit Gent Abstract: De incidentie van HIV is bijzonder hoog bij jonge vrouwen in sub-Saharisch Afrika. Dit fenomeen is het gevolg van biologische, gedragsmatige en epidemiologische factoren. Gebruik makend van data uit Malawi, statistische en epidemiologische technieken zullen toegepast worden om deze complexe dynamieken in een consistent, holistisch model te kaderen, en vanuit dit model zullen implicaties voor HIV preventie geformuleerd worden. Organisaties: • Vakgroep Uro-gynaecologie
Onderzoekers: • Wim Delva
Hoe kiezen ouders met jonge kinderen als zij medische hulp nodig hebben buiten de normale consultatie-uren? Een onderzoek naar preferenties in de regio Deurne Borgerhout. Universiteit Antwerpen Abstract: Er is weinig bekend over de preferenties van zorgconsumenten buiten kantooruren. Het gebruik van discrete keuze techniek laat toe deze preferenties te kwantificeren. In de regio Deurne Borgerhout (veel allochtonen, grootstedelijk milieu) worden via raadple¬gingen van Kind en Gezin (waar alle jonge ouders naar
toe komen) 300 respondenten be¬vraagd. De gegevens kunnen gebruikt worden bij verdere planning van het hulpaanbod. Organisaties: • Algemene economie
Onderzoekers: • Diana De Graeve
Hoe zien huisartsen de rol van een palliatief dagcentrum binnen het geheel van de gezondheidsvoorzieningen (voor palliatieve patiënten) ? Universiteit Antwerpen Abstract: Vanuit het idee ongeneeslijke zieken zolang mogelijk thuis te kunnen blijven houden, worden in een experimentele fase dagcentra voor palliatieve patiënten opgericht. Ze kunnen er terecht voor tijdelijke opvang en ondersteuning, terwijl de familie de kans krijgt zijn draagkracht te vergroten. De dagcentra bieden patiënt en familie fysieke, psychosociale en spirituele ondersteuning, met als uiteindelijke doelstelling dat de ongeneeslijke zieke zijn kwaliteit van leven kan behouden. Een tijdelijke opvang geeft patiënt en familie tegelijk de gelegenheid om de draagkracht te vergroten. Het dagcentrum is tegelijk een centrale plaats waar andere ongeneeslijke zieken elkaar kunnen ontmoeten en waar ervaringen kunnen worden uitgewisseld. Tot op heden maakten weinig patiënten gebruik van dit aanbod. Het vermoeden bestaat dat huisartsen het bestaan van dit opvangcentrum niet kennen. In een explorerend beschrijvend onderzoek wordt via een postenquête nagegaan welke visie de huisarts heeft op een palliatief dagcentrum. Organisaties: • Huisartsgeneeskunde • Eerstelijns - en interdisciplinaire zorg Antwerpen (ELIZA)
Onderzoekers: • Bartholomeus Van Den Eynden • Paul Van Royen
Humane blootstelling aan het endocrien verstorende Bisphenol-A Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Toxicologie
Onderzoekers: • Hugo Neels • Adrian Covaci • Tinne Geens
Humane blootstelling aan het endocrien verstorende Bisphenol-A. Universiteit Antwerpen Abstract: Humane blootstelling aan het endocrien verstorende Bisphenol-A. Organisaties: • Toxicologie
Onderzoekers: • Hugo Neels • Adrian Covaci • Tinne Geens
ICRH -WHO Collaboration Centre on Sexual and Reproductive Health Universiteit Gent Abstract: Als WHO collaborating centre biedt ICRH technische en logistieke ondersteuning foor operationeel en toegepast onderzoek, programmadesign, - planning, -implementatie, -monitoring en ?evaluatie, training, beleidsdialoog en pleitbezorging in verband met volgende thema?s: HIV/aids, HPV en baarmoederhalskanker, vrouwelijke genitale verminking (FGM), gedwongen huwelijken, eer-gerelateerd geweld en andere schadelijke culturele praktijken, en gender-gerelateerd geweld. Organisaties: • Vakgroep Uro-gynaecologie
Onderzoekers: • Marleen Temmerman
Identificatie en karakterisatie van met genexpressie geassocieerde variaties in het PRNP gen van schapen en geiten voor de ontwikkeling van een efficiënte genotyperingstest voor TSE gevoeligheid Universiteit Gent Abstract: Dit project is een verderzetting van project ID: 160K2304. De hierin geïdentificeerde polymorfismen zullen in eerste instantie gekarakteriseerd en gevalideerd worden in het kader van de hypothese van de differentiële PRNP genexpressie via reportergen analyse. De gevalideerde polymeorfismen zullen betrokken worden in een genetische associatiestudie met TSE gevoeligheid. Indien er een associatie wordt gevonden is het de praktische doelstelling om op basis hiervan een meer efficiënte en gevalideerde high-throughput genotyperingstest te ontwikkelen voor de selectie van TSE resistente schapen. Daarnaast is het ook de bedoeling om parallel een analoge strategie toe te passen bij geiten. Omdat bij de geit enkel de coderende sequentie van het PRNP gen is beschreven, zal eerst het volledige gen de novo worden gesequeneerd. Organisaties: • Vakgroep Voeding, Genetica en Ethologie
Onderzoekers: • Luc Peelman
Identificatie van genetische factoren die leiden tot neurologische complicaties van waterpokken. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds ESPID. UA levert aan ESPID de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers:
• Philippe Beutels • Jose Ramet • Benson Ogunjimi
Identificatie van target cellen en antigen voor boviene neonatale pancytopenie-geassocieerde antilichamen Universiteit Gent Abstract: boviene neonatale pancytopenie (BNP) is de consensus naam voor een bloeding en pancytopenisch syndroom in neonatale kalveren die ontstond in 2008 in heel Europa. BNP beïnvloedt meestal kalveren jonger dan een maand oud. Tot nu toe weten we dat antilichamen die kunnen binden aan leukocyten, aanwezig in serum van BNP dammen en dus zeer waarschijnlijk (maar nog niet bewezen) ook colostrum van BNP dammen. Voor de beoordeling van een potentiële co-factorship van vaccinatie in de inductie van deze antilichamen en de BNP syndroom, nauwkeurige identificatie van de celtypes die antilichaambinding tonen en het doelwit epitoop van deze antilichamen is noodzakelijk. Organisaties: • Vakgroep Virologie, parasitologie en immunologie
Onderzoekers: • Piet Deprez • Eric Cox
Immuun senescentie: ouderdom en immuniteit KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Acad. Centr. voor Huisartsgeneeskunde
Onderzoekers: • Catharina Matheï • Frank Buntinx • Wim Adriaensen
Impact van het dieet van de moeder voor en tijdens de zwangerschap op DNA methylatie status van moeder en kind en het risico van het kind op obesitas KU Leuven Abstract: We will investigate whether a diet high in methyl group donors and cofactors during pregnancy will result in global and specific DNA methylation changes in genes related to obesity in mother and child and will affect the child's risk of obesity. If an effect of diet should be established, this would create an enormous potential for preventive intervention with a tremendous health benefit for every citizen. Organisaties: • Omgeving en Gezondheid
Onderzoekers: • N. N. • Sara Pauwels
Indicatoren voor de erkenning van afdelingen en departementen medisch toezicht. Universiteit Antwerpen Abstract: Indicatoren voor de erkenning van afdelingen en departementen medisch toezicht. Organisaties: • Epidemiologie en sociale geneeskunde (ESOC)
Onderzoekers: • Marc van Sprundel
Indicators for monitoring COPD and asthma in the EU. Universiteit Antwerpen Abstract: Indicators for monitoring COPD and asthma in the EU. Organisaties: • Epidemiologie en sociale geneeskunde • Epidemiologie en sociale geneeskunde (ESOC)
Onderzoekers: • Paul A C V Vermeire • Joost Weyler
Individueel gedrag en extra-utilitaristische ethische overwegingen in gezondheidseconomische evaluatie: een individugebaseerde modelmatige benadering van mazeleneliminatie. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Philippe Beutels
Informatieavond over de stage voor apothekers 26/9/2013 Vrije Universiteit Brussel Abstract: Informatieavond over de stage voor apothekers georganiseerd door de faculteit geneeskunde VUB 26/9/2013 Organisaties: • Farmaceutische Chemie, Analyse van Geneesmiddelen en Geneesmiddelenkennis
Onderzoekers: • FRANCIS PUTTEMANS • YVETTE MICHOTTE
Informatie-gestuurde modellering van de impact van vervroegde, grootschalige HIV behandeling op de HIV incidentie in Zuidelijk Afrika Universiteit Hasselt Abstract: De recente publicatie van Granich et al. (2009) heeft aangetoond dat universele, vrijwillige HIV tests met onmiddellijke antiretrovirale therapie een belangrijk effect kan hebben op de HIV incidentie in landen met algemene HIV epidemieën. Onder meer realistische scenarios van suboptimale HIV behandeling, zullen leeftijdsverschillen tussen seks partners en concurrent relationships (twee of meer in tijd overlappende seksuele relaties) echter een effect hebben op de impact van HIV behandeling op HIV incidentie. De hoofddoelstelling van het project is de impact van een vroege, grootschalige HIV behandeling op de HIV incidentie in Mozambique en ZuidAfrika te modelleren, gebruikmakend van het simulatiemodel SIMPACT. Om het model correct te parameteriseren dienen gegevens over het seksueel gedrag te worden verzameld aan de hand van enquêtes over de vorming van (seksuele) relaties bij vrouwelijke sekswerkers en hun mannelijke cliënten in Tete, Mozambique en huishoudens in Kaapstad in ZuidAfrika. Recurrent event analysis zal gebruikt worden om de duur en de frequentie van relaties te modelleren. Het epidemiologisch stochastisch model SIMPACT zal gebruikt worden om de impact van vroege HIV behandeling op HIV incidentie te schatten in Mozambique en Zuid-Afrika, rekening houdend met complexiteiten van leeftijdsstructuren en overlappende relaties in de populatie. Organisaties: • Centrum voor Statistiek • Centrum voor Statistiek
Onderzoekers: • Marc AERTS • Niel HENS
Initiatieven ter ondersteuning van mantelzorgers: evaluatie van opties voor België. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds KCE. UA levert aan KCE de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Eerstelijns - en interdisciplinaire zorg Antwerpen (ELIZA)
Onderzoekers: • Roy Remmen
INTEGRATE Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het INTEGRATE project beoogt het ontwikkelen van innovatieve infrastructuren om gegevens en kennis te delen en ter bevordering van grootschalige samenwerking in biomedisch onderzoek. Organisaties: • Huisartsen en zorg rond het levenseinde
Onderzoekers: • DIRK DEVROEY
Integrated mobility planning (IMP) for Hai Phong City, Vietnam. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Hai Phong is voordelig met zijn plaats als één van de belangrijkste gateways in Noordelijk Vietnam. Het is gesitueerd in het Noordoostelijke deel van Vietnam, bij 102 km van Ha Noi en is de historische gateway van het kapitaal van Vietnam tot de zee. De stadsgastheren de grootste haven van het gebied en kunnen als midden met maat haven op de internationale scène worden gecategoriseerd. Het achterland van de haven breidt zich over het gehele Noorden van Vietnam en ook in een groeiende mate aan China uit. Gezien deze algemene achtergrond van snelle mobiliteitsontwikkeling die door de indrukwekkende economische groei en bevolkingstoename, en gezien een bestaand strategisch plan wordt gedreven, dat hoofdzakelijk door de mobiliteitsinfrastructuur uit te breiden wordt gedreven, beoogt dit project de bijdrage tot de volgende strategische planningsfase in Hai Phong. Zijn algemene doelstelling is in deze plannings milieu en milieuhygiëne gevolgen als gevolg van de uitbreidende mobiliteit in Hai Phong te introduceren en verwante verlichtende maatregelen te treffen. Gezien in een breder kader zal dit project ook duurzaam vervoer bevorderen dat tot milieubescherming in de stad leidt en stedelijke gebieden omringt. Doelstellingen: De specifieke doelstellingen van dit project moet tot de volgende strategische mobiliteitsplanning in Hai Phong bijdragen door milieu en milieuhygiënegevolgen te introduceren in het proces van mobiliteitsplanning en actieve participatie vestigen van alle bewaarders in het proces. Het project wordt bij Programma Eco II/een van Azië van de Europese Unie Proinitiatief van de Europese Gemeenschap medegefinancierd om reinigingsmachine, meer deskundige middelen en duurzame oplossingen aan milieuproblemen in Azië te bevorderen. Het projectvennootschap bestaat uit 3 partners: Vakgroep Menselijke Ecologie van Vrije Universiteit Brussel (dhe-VUB)/België; Het Laboratorium van de Optimalisering van het systeem van de Universiteit van Thessaly (sol-UTH)/Griekenland; en Instituut van Marien Milieu en Middelen van de Vietnamese Academie van Wetenschap en Technologie (IMER)/Vietnam. Plaats: Hai Phong, Vietnam Duur: 18 maanden, vanaf 1 Maart 2007 Werkten aan dit Project is: Le Xuan Quynh, Dagmar Germonprez (op korte termijn) Organisaties: • Menselijke Ecologie
Onderzoekers: • David PROOT • LUC HENS • Dagmar GERMONPREZ
• Quynh LE XUAN
Integratie van leefmilieu-indicatoren in het Electronisch Medisch Dossier (EMD) van de huisarts Universiteit Gent Abstract: Het project bestaat uit twee delen. Luik 1: Verzamelen van wetenschappelijke informatie over het verband tussen leefmilieu en gezondheid, met het oog op het informeren van huisartsen en het gebruik in het globaal Elektronisch Medisch Dossier (EMD)van de huisarts. Luik 2: Het opstellen van een theoretisch concept waarbij factoren vanuit het leefmilieu van de individuele patiënt in het EMD gebruikt worden bij het stellen van de diagnose, het plannen van een therapie en het uitwerken van een opvolgplan. Organisaties: • Vakgroep Huisartsgeneeskunde en eerstelijnsgezondheidszorg
Onderzoekers: • Dirk Avonts
Internationale co-ordinatie actie: ICRH - WHO Collaborating Centre voor seksuele en reproductieve gezondheid Universiteit Gent Abstract: ICRH coördineert een internationaal netwerk in het kader van de erkenning als WHO-collaborating centre voor seksuele en reproductieve gezondheid (seksueel overdraagbare aandoeningen, moeder- en kindgezondheid, gentale verminking, gender gerelateerd geweld, seksuele en reproductieve gezondheid van specifieke populaties zoals adolescenten en sekswerkers, ?). Dit netwerk is actief op het vlak van onderzoek, capaciteitsopbouw en informatie-uitwisseling/sensibilisering. Organisaties: • Vakgroep Uro-gynaecologie
Onderzoekers: • Olivier Degomme
Internationale studie rond fysieke omgeving, fysieke activiteit en overgewicht/obesitas Universiteit Gent Abstract: Het doel van dit project is te onderzoeken of volwassenen die in bewegingsvriendelijke buurt wonen meer fysiek actief zijn, minder sedentair gedrag vertonen en een lagere BMI hebben dan zij die in bewegingsonvriendelijke buurten wonen. Het project wordt uitgevoerd in 13 landen wereldwijd, om de variatie in omgevingen, culturele kenmerken en bewegingsgewoontes zo ruim mogelijk te maken. Organisaties: • Vakgroep Bewegings- en sportwetenschappen
Onderzoekers: • Ilse De Bourdeaudhuij
Interne overdrachten UZ Brussel Vrije Universiteit Brussel Abstract: Interne overdrachten UZ Brussel Organisaties: • Farmaceutische Chemie, Analyse van Geneesmiddelen en Geneesmiddelenkennis
Onderzoekers: • YVETTE MICHOTTE
Interne overdracht voor aanstelling van Liesbeth Anna Dora BORGERMANS Vrije Universiteit Brussel Abstract: Interne overdracht voor aanstelling van Liesbeth Anna Dora BORGERMANS Organisaties: • Huisartsen en zorg rond het levenseinde
Onderzoekers: • DIRK DEVROEY
Interpreteerbare systemen ter ondersteuning van klinische besluitvorming. KU Leuven Abstract: Systemen voor klinische besluitvorming zullen sneller in gebruik genomen worden in de klinische praktijk wanner ze zo weinig mogelijk interfereren met het klinisch werk.nbsp;Vandaar dat variabelen vaak gecategoriseerd worden om zo de interpreteerbaarheid te verbeteren.nbsp;Andere systemen focuseren op de modelingsaspecten en reduceren daarbij hun kans om werkelijk gebruikt te worden in de klinische praktijk.nbsp;Dit ondezoek zal huidige methoden verbeteren en alternatieve modellen voorstellen om het mogelijke verlies aan informatie ten gevolge van categorizatie te controleren.nbsp;Belangrijke aspecten hierbij zijn de keuze van de loss functie, regularizatieschemas, optimalizatie inhoge dimensies, formuleren van het duale probleem en inclusie van spaarsheid.nbsp;Dit kader zal modellen voor overlevingsanalyse en (meerklasse) klassificatie met interactie-effecten bestuderen.Validatie binnen klinische studies zal aantonen welke aspecten belangrijk zijn om een goede performantie te verkrij Organisaties: • Afdeling ESAT - STADIUS
Onderzoekers: • Sabine Van Huffel • Dirk Timmerman • Vanya Van Belle
Interuniversitaire samenwerkingsovereenkomst Dataregistratie- en evaluatie mondgezondheid bij de Belgische bevolking. KU Leuven Abstract: Deze pilootstudie omvat het voorbereidende werk voor het punt stellen van een systeem dat moet toelaten gegevens te verzamelen, te analyseren en te verwerken die relavant zijn voor de mondgezondheid van de belgische bevolking. Het project omvat de ontwikleing van benodigde instrumenten (vragenlijsten, klinisch onderzoek), het benodigde informatieve documentatiemateriaal voor de registratie ervan en het leggen van de nodigecontacten met alle relevante instanties.Het project is een initiatief van het RIZIV-INAMI en wordt uitgevoerd door een inter-universitaire equipe.nbsp;nbsp; Organisaties: • Biomaterialen - BIOMAT
Onderzoekers:
• Dominique Declerck
Interventie door de huisarts als participatieverhogende maatregel voor het Vlaams bevolkingsonderzoek naar borstkanker. Universiteit Antwerpen Abstract: Participatieverhogende maatregelen voor de borstkankerscreening zijn een noodzaak gezien het aantal deelnemers momenteel te laag is (45%), waardoor de doeltreffendheid van het bevolkingsonderzoek daalt. Met dit onderzoek willen we cijfermatig nagaan wat het effect is van een interventie door de huisarts als 'informator, motivator en verwijzer' op de participatie bij vrouwen uit de doelgroep. Organisaties: • Epidemiologie en sociale geneeskunde (ESOC)
Onderzoekers: • Sofie Van Roosbroeck
Interventie op basis van de 'Social Norms Approach' voor de preventie van polydruggebruik (SNIPE). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EU. UA levert aan EU de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Epidemiologie en sociale geneeskunde (ESOC)
Onderzoekers: • Guido Van Hal
Intestinale immuniteitsinductie door targetting van oplosbare antigenen naar aminopetidase N ter hoogte van de borstelzoom : rol van antigeen, enterocyten en intestinale dendritische celllen Universiteit Gent Abstract: In een eerste fase zal door gebruik van polymerische en monomerische F4, de intercatie tussen antigen en de APN receptor bestudeerd worden, en de antigenen tegen APN, en de edocytose en transocytose van cellen met APN expressie. In een tweede fase zullen de cytokine signalen van de enterocyten en DC bestudeerd worden na contact met verschillende antigenen. Organisaties: • Vakgroep Virologie, parasitologie en immunologie
Onderzoekers: • Eric Cox
Introducing provider-patient communication as a new topic for training and research at health institutes in Cochabamba (Bolivia) and Cuenca (Ecuador) Universiteit Gent Abstract: The objective is to promote communication skills of health professionals. The project aims to awake interest among the local actors and to create favorable conditions for progressing towards the integration of the communication theme into the academic program namely by 1) identifying, motivating and training pioneers in each city, 2) supplying tools and background information, 3) implementing training activities, 4) carrying out research, 5) disseminating results and experiences and 6) creating a supportive network Organisaties: • Vakgroep Uro-gynaecologie
Onderzoekers: • Marleen Temmerman
In vivo monitoring van neuropeptiden tijdens epilepstische aanvallen met nano LC-MS/MS en karakterisering van hun mogelijke anticonvulsieve rol Vrije Universiteit Brussel Abstract: Neuropeptiden zijn belangrijke signalisatiemoleculen in de hersenen die vooral belangrijk worden tijdens pathologische condities en tijdens het neuronaal afvuren met hoge frequenties (i.e. zoals tijdens epileptische aanvallen). Om betere inzichten te verkrijgen in the centrale peptiderge effecten is het interessant om hun concentraties te kunnen meten in functie van de tijd, bijvoorbeeld door middel van microdialyse. Kwantificatie van neuropeptiden in dialysaten is een analytische uitdaging omdat de peptiden in lage concentraties aanwezig zijn in het extracellulair milieu, er een optimale temporele resolutie moet worden beoogd, het over kleine staalvolumes gaat, de matrix complex is en neuropeptiden makkelijk adsoberen aan recipïenten en materialen voor staalname. LC-MS/MS is de voorkeurstechniek om neuropeptiden in microdialysaten kwantitatief te kunnen bepalen. Organisaties: • Farmaceutische Chemie, Analyse van Geneesmiddelen en Geneesmiddelenkennis
Onderzoekers: • Ilse Julia SMOLDERS • Ann VAN EECKHAUT
Invloed van de stikstofoxide pathway in de aanzet tot "homing" van endotheliale progenitorcellen na myocardiale ischemie. Universiteit Antwerpen Abstract: Invloed van de stikstofoxide pathway in de aanzet tot "homing" van endotheliale progenitorcellen na myocardiale ischemie. Organisaties: • Translationeel pathofysiologisch onderzoek (TPR)
Onderzoekers: • Jean-Pierre Timmermans • Christiaan Vrints
IRIS: Pathogenese, klinische en volksgezondheid aspecten. Universiteit Antwerpen Abstract: De pathogenese, de klinische manifestaties en de volksgezondheidsaspecten van het Immuun Reactivation Inflammatory Syndrome (IRIS) zullen onderzocht worden. In Oeganda en Ethiopië zal onderzocht worden hoe frequent sputum negatieve longtuberculosepatiënten ten gevolge van IRIS, sputum positief kunnen worden en wat de effecten van IRIS zijn op de gezondheidsdiensten en de therapietrouw van de patiënt. Organisaties: • Epidemiologie en sociale geneeskunde (ESOC)
Onderzoekers: • Robert Colebunders • Anali Conesa Botella
Is het tijd om Hepatitis A controle wereldwijd te maken? Universiteit Antwerpen Abstract: Is het tijd om Hepatitis A controle wereldwijd te maken? Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Pierre Van Damme
Kanker en proactieve geneeskunde. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van dit project is de gevolgen op individueel en maatschappelijk niveau nagaan van de inzet van nieuwe technologieën voor het bepalen of beïnvloeden van het risico op kanker en voor de vroegtijdige detectie van kanker. Deze onderzoeksopdracht wil dit thema wetenschappelijk onderbouwd verkennen, met verschillende betrokken doelgroepen. In een mogelijke vervolgfase kunnen aanbevelingen geformuleerd worden aan het Vlaams Parlement. Organisaties: • Epidemiologie en sociale geneeskunde (ESOC)
Onderzoekers: • Guido Van Hal
Kankerregistratie Provincie Antwerpen voor het Antwerps Kankerregister. Universiteit Antwerpen Abstract: In het (recente) verleden waren de ziekenfondsen de enige aangevers van gegevens voor de kankerregistratie in Vlaanderen. Onvolledigheid, gebrek aan standaardisatie en laattijdigheid waren de belangrijkste tekorten van het kankerregister. Het Project beoogt door een actieve gegevensverzameling, een performant kankerregister uit te bouwen. Doelstelling is de uniforme verzameling en verwerking van een beperkt aantal relevante gegevens uit de dossiers van alle in ziekenhuizen behandelde gevallen van kanker Het uitbouwen van een kwalitatief hoogstaand register betekent een belangrijke bijdrage in de strijd tegen kanker. Een dergelijk register laat toe de oorzaken van kanker verder te bestuderen en de effecten van interventies (preventief en curatief) te evalueren. Organisaties: • Epidemiologie en sociale geneeskunde • Epidemiologie en sociale geneeskunde (ESOC)
Onderzoekers: • Joost Weyler
Karakterisatie van het naso-oro-pharyngeale microbioom en resistoom in de Europese populatie. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Herman Goossens • Surbhi Malhotra
Karakterisatie van preklinische biomerkers voor epileptogenese voor de evaluatie van de antiepileptogene eigenschappen van monoaminerge antidepressiva. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Algemeen wordt aangenomen dat neurodegeneratieve en inflammatoire processen cruciaal betrokken zijn bij de pathogenese van TLE. In dit project zal nagegaan worden of preklinische biomerkers voor deze processen kunnen gebruikt worden als biomerkers voor epileptogenese. Simultaan zullen ook de neuroprotectieve, anti-inflammatoire en antiepileptogene potentie van een reeks antidepressiva onderzocht worden. Om na te gaan of het primair werkingsmechanisme van deze farmaca een impact heeft op de antiepileptogene potentie zal een screening uitgevoerd worden met respectievelijk een selectief dopaminerg, serotoninerg en noradrenerg antidepressivum. Er zal hierbij gekeken worden naar differentiële effecten op de geselecteerde biomerkers en neuronale schade. We zullen hiervoor in een eerste fase een microarraystudie uitvoeren op verschillende tijdstippen na een kainaat-geïnduceerde SE. Hierbij zal specifiek gekeken worden naar het expressieniveau van genen die betrokken zijn bij neurodegeneratieve en -inflammatoire processen tijdens de acute en latente fase van TLE in vergelijking met controleratten. Als proof of principle zullen in deze experimenten ook controle en epileptische ratten geïncludeerd worden waarin een gecombineerde neuroprotectieve/anti-inflammatoire behandeling wordt opgestart. Er zullen hiervoor een aantal antidepressiva gebruikt worden aangezien uit verscheidene preklinische studies is gebleken dat deze farmaca aan dit preferentieel werkingsprofiel beantwoorden. Tot dusver werden de antiepileptogene eigenschappen van antidepressiva nog niet bestudeerd. Wel is duidelijk dat zij, in tegenstelling tot wat in het verleden altijd werd aangenomen, alvast over potent anticonvulsieve eigenschappen beschikken. Er zal hierbij nagegaan worden wat het effect is op het genexpressieniveau in vergelijking met de respectieve controlegroepen. Op basis van deze oriënterende experimenten zullen vervolgens een aantal potentiële biomerkers voor neuroprotectie en anti-inflammatie geselecteerd worden voor verdere studie. In een tweede fase zullen de geselecteerde biomerkers op eiwitniveau bestudeerd worden. Deze ratten zullen aan de hoger beschreven experimentele condities onderworpen worden. In het onthaallabo worden courant een aantal merkers voor neuronale/gliale schade, proinflammatoire mediatoren en neuroprotectieve mediatoren bestudeerd voor de evaluatie van neurodegeneratieve processen volgend op een ischemisch insult en in modellen voor de ziekte van Parkinson. Afhankelijk van de microarryresultaten zullen ofwel deze fysiologische merkers bestudeerd worden ofwel deels nieuwe methodes uitgewerkt worden via ELISA en Western Blot technieken voor de analyse van alternatieve merkers. In elke rat zal ook op histologisch vlak de neuronale schade van de post-SE laesie geëvalueerd worden zodat de biomerkergegevens hieraan kunnen gekoppeld worden. Op basis van deze experimenten zal de neuroprotectieve en anti-inflammatoire potentie van de verschillende antidepressiva - en aldus de impact van de verschillende monoaminerge systemen - geëvalueerd worden. De finale derde fase omvat de opvolging van ratten waarbij gedurende de latentiefase volgend op een kainaat-geïnduceerde SE al dan niet een chronische behandeling met antidepressiva werd opgestart. Er zal hierbij gebruik gemaakt worden van telemetrische electrocorticografische (EEG) analyse in combinatie met 24-uur video analyse om betrouwbare spontane aanvalsdetectie mogelijk te maken. Dergelijke experimentele aanpak zal ons in staat stellen de antiepileptogene eigenschappen van de antidepressiva te kwantificeren. Er zal alzo kunnen nagegaan worden of er een correlatie bestaat tussen het mogelijks antiepileptogeen effect van het antidepressivum en zijn op basis van de hoger beschreven screeningsexperimenten bepaalde 'disease-modifying' eigenschappen. Met andere woorden zullen we finaal kunnen besluiten of een gunstige beïnvloeding van biomerkers voor neuroprotectie en anti-inflammatie inderdaad een predictieve waarde hebben voor het antiepileptogeen karakter
van een behandeling. Organisaties: • Farmaceutische Chemie, Analyse van Geneesmiddelen en Geneesmiddelenkennis
Onderzoekers: • Ilse Julia SMOLDERS
Kennisplatform Innovatie Ouderenzorg (KIO)ikv Proeftuin Zorginnovatieruimte Vlaanderen: Wetenschappelijke begeleiding. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het Kennisplatform Innovatie Ouderenzorg (KIO) staat in voor de begeleiding -op basis van wetenschappelijke kennis en inzichten- van de platformen en projecten die gesteund worden in het kader van de Proeftuin Zorginnovatieruimte Vlaanderen Organisaties: • Organisatie, beleid en sociale ongelijkheden in gezondheidszorg • Toegepaste economie • Elektronica en Informatica • Gerontologie
Onderzoekers: • Ellen GORUS • Bart JANSEN • MARC JEGERS • MARCUS LEYS
Kinkhoestvaccinatie tijdens de zwangerschap: wat is de invloed van maternale antistoffen op het immuunantwoord bij voldragen en premature zuigelingen: de MAMA studie. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Ludo Mahieu • Pierre Van Damme • Elke Leuridan
Klaring van de humaan papillomavirus infectie. Universiteit Antwerpen Abstract: Middels een follow-up onderzoek van vrouwelijke eerstejaars studenten, waarbij naast een HPV bepaling ook onderzoek gedaan wordt naar de humorale en cellulaire immuunrespons gericht tegen HPV, zal meer inzicht worden verkregen in het mechanisme van klaring van de virale infectie. Tevens wordt, door onderzoek naar de correlatie tussen HPV infectie en seksueel gedrag, een beter beeld verkregen van de startleeftijd voor de toepassing van een preventief vaccin tegen HPV, in relatie tot de coitarche. Organisaties: • Moleculaire beeldvorming, Pathologie, Radiotherapie & Oncologie (MIPRO)
Onderzoekers: • Marc Baay
Klinische en genetische epidemiologie van de ziekte van Parkinson: belang van ziekteprogressie en niet-motorische symptomen. Universiteit Antwerpen Abstract: De ziekte van Parkinson (PD) is een neurodegeneratieve aandoening, die veroorzaakt wordt door een samenspel van genetische en omgevingsfactoren. Tijdens het laatste decennium werden vijf causale genen geïdentificeerd die leiden tot monogenetische familiale vormen van PD. Er werd aangetoond dat variaties in deze genen eveneens de susceptibiliteit verhogen voor het ontwikkelen van sporadische PD. In dit project zal prospectief een grote Belgische populatie van familiale en sporadische PD patiënten verzameld worden. We zullen de patiënten uitgebreid fenotypisch karakteriseren met gevalideerde meetinstrumenten op verschillende tijdsmomenten. Genetische variaties (simpele mutaties, CNV's en variaties in regulatorische regio's) in de reeds gekende causale PD genen worden opgespoord bij elke patiënt met state-of-the-art genetische technieken. We zullen eveneens genotype-fenotype correlatiestudies uitvoeren. Vermits de heterogeniteit in het fenotype van PD voornamelijk tot uiting komt in variabele ziekteprogressie, zal de nadruk worden gelegd op deze ziekteprogressie, respons op dopaminerge therapie en nietmotorische symptomen. In samenwerking met internationale onderzoekspartners zullen patiënt-controle gebaseerde associatiestudies opgezet worden om zo nieuwe genetische risicofactoren te identificeren. In informatieve families zullen nieuwe causale PD genen via positionele cloneringsstrategie geïdentificeerd worden. Een belangrijke troef van dit project is de koppeling van objectieve gegevens over de ziekteprogressie met resultaten uit high-throughput genetische onderzoeken. Organisaties: • Translationele Neurowetenschappen (TNW)
Onderzoekers: • Christine Van Broeckhoven • Patrick Cras • David Crosiers
(Kosten-) effectiviteits analyses van rotavirus vaccinatie programma's verbeteren: dynamisch modelleren combineren met diepgaande onzekerheidsanalyse. Universiteit Antwerpen Abstract: Het algemeen doel van dit project is om het gezondheidseconomisch onderzoek van vaccinaties te bevorderen op het vlak van het gebruikt van transmissie-dynamische modellen en onzekerheidsanalyse, en dit door de meest geavanceerde technieken voor transmissiedynamisch modelleren en onzekerheidsanalyse toe te passen op het realistisch voorbeeld van ziekte door en vaccinatie voor rotavirus. Meer specifiek beoogt het onderzoek (1) een model te ontwikkelen dat het best de huidige kennis over rotavirus infectie en vaccinatie voorstelt, en (2) te bepalen welke onzekerheden het meest de effectiviteit en kosten-effectiviteit van een universeel rotavirus vaccinatie programma beïnvloeden. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Philippe Beutels • Joke Bilcke
Kritische omgevingsfactoren en de relatie met fysieke activiteit bij kinderen, adolescenten, volwassenen en senioren: een experimentele invalshoek. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het doel van dit project is om de relatie te onderzoeken tussen omgevingsfactoren en objectief gemeten fysieke activiteit. In een eerste studie zullen proefpersonen de opdracht krijgen om met een digitale camera gedurende 1 week tijdens hun vrije tijd elk uur hun omgeving in beeld te brengen en tegelijk ook een bewegingsmeter te dragen. Op die manier willen we een visueel beeld krijgen van de omgevingen waar mensen van verschillende leeftijd hun vrije tijd doorbrengen en fysiek actief zijn en nagaan of er een link is tussen de objectieve mate van fysieke activiteit en bepaalde kenmerken van de in beeld gebrachte omgevingen door de gedigitaliseerde beelde nte linken met de per uur geregistraarde fysieke activiteit. In een tweede studie zullen we aan de hand van een labo experimente zullen kritische omgevingsfactoren (zoals bepaald in studie 2) getest worden onder variërende weersomstandigheden en sociale condities. In een derde labo experiment zullen videobeelden getoond worden van omgevingen waar zowel actieve als sedentaire activiteiten kunnen gedaan worden. Met deze studie willen we nagaan welke persoonlijke factoren een rol spelen bij de keuze voor een actieve versus sedentaire activiteit in eenzelfde fysieke omgeving en nagaan welke omgevingen eerder uitnodigen tot actieve versus sedentaire activiteiten. Organisaties: • Biometrie en Biomechanica
Onderzoekers: • PETER CLARYS
Kwalitatieve en kwantitatieve analyse van snurken als instrument voor verbeterde klinische diagnostiek en evaluatie van therapeutische interventies Universiteit Gent Abstract: Het onderzoek beoogt de geluidsregistratie van snurken. Manueel aangeduide events worden naderhand geëvalueerd op geluidskarakteristieken. Aan de hand hiervan wordt een algortime opgesteld waardoor automatische herkenning van snurkfrequentie en -intensiteit mogelijk wordt. Deze techniek wordt dan gebruikt om de natuurlijke variabiliteit van snurken alsook het effect van therapie te onderzoeken. Organisaties: • Vakgroep Elektronica en informatiesystemen • Vakgroep Inwendige ziekten
Onderzoekers: • Jean Martens • Luc Martens • Dirk Pevernagie
Kwaliteitsverbetering in de aanpak en behandeling van knieartrose KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Acad. Centr. voor Huisartsgeneeskunde
Onderzoekers: • Patrick Vankrunkelsven • Lies Grypdonck
Kwaliteitsverbetering van de farmaco-specifieke zorg van verpleegkundigen in rust- en verzorgingstehuizen. Universiteit Antwerpen Abstract: Onderzoeksdoelstellingen: 1. Selecteren van de pijnpunten op gebied van farmacologie waar de verpleegkundigen een wezenlijke bijdrage kunnen leveren. 2. Ontwikkelen van een detectiesysteem voor medicatieproblemen, met de ontwikkeling van uitvoerbare instructies voor verpleegkundigen, die kunnen ingebed worden in een elektronisch monitoringsysteem van het gebruik van geneesmiddelen. 3. Opzetten en uitvoeren van een interventiestudie naar de effectiviteit van dit monitoringsysteem met de outcome voor de patiënt als parameter. Organisaties: • Centrum voor Onderzoek en Innovatie in de Zorg (CRIC)
Onderzoekers: • Monique Elseviers • Tinne Dilles
Kwaliteit van palliatieve zorg in de eerste lijn Vrije Universiteit Brussel Abstract: As part of my pre and postdoctoral FWO fellowship I coordinated the Belgian SENTI-MELC study and international EUROSENTI-MELC study (2005-2010) describing the circumstances of dying in Belgium, the Netherlands, Spain and Italy, using representative GP networks. In 20132014, the EUROSENTI-MELC study will be continued focusing on the development and testing of quality indicators to measure palliative care in primary care, nationally and internationally. Based on previous work of the End-of-Life Care Research Group concerning the development of a generic test set of quality indicators for palliative care, we will develop, test and improve quality indicators for primary palliative care and use them to evaluate and compare the quality of primary care of different countries in Europe. This grant application searches the necessary additional funding for the continuation of the EURO sentimelc study in 2013. While the content of the new registrations will be worked out as part of my postdoctoral fellowship, additional costs are needed to ensure that all partners will continue to participate. Organisaties: • Huisartsen en zorg rond het levenseinde • Medische Sociologie
Onderzoekers: • LUC DELIENS • Lieve VAN DEN BLOCK
Kwantificering van varicella-zoster virus boosting mechanismes met hun volksgezondheidsimplicaties voor vaccinatie. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers:
• Pierre Van Damme • Philippe Beutels • Evelien Smits • Niel Hens
Lage luchtweginfecties in de huisartspraktijk: kwalitatief onderzoek naar factoren die bijdragen tot variatie in antibioticagebruik en resistentie. Universiteit Antwerpen Abstract: Lage luchtweginfecties zijn een van de belangrijkste indicaties voor het voorschrijven van antibiotica in de eerste lijn met een aanzienlijke toename van antibioticaresistentie tot gevolg. Dit kwalitatief onderzoek gaat na welke factoren de variatie in het antibiotica gebruik in de huisartsenpraktijk in Utrecht en Antwerpen beïnvloeden. Met semi-gestructureerde interviews exploreren we de opvattingen over antibioticagebruik en resistentie bij zowel artsen als patiënten . Organisaties: • Eerstelijns - en interdisciplinaire zorg Antwerpen (ELIZA)
Onderzoekers: • Samuel Coenen
Leeftijdsgenoten en AIDS preventie. Het ontwikkelen en testen van invloedsmodellen voor de verspreiding van HIVpreventie gerelateerde kennis en houdingen onder Vlaamse scholieren Universiteit Gent Abstract: AIDS-preventie impliceert gedragsverandering. Voor jongeren zijn leeftijdsgenoten een belangrijke referentiegroep. Dit project onderzoekt de mechanismen van sociale invloed onder jongeren mbt AIDS-preventie kennis, houdingen en gedrag. Verschillende netwerk modellen van sociale invloed worden ontwikkeld en getest op een grote steekproef van Vlaamse middelbare scholieren. Organisaties: • Vakgroep Sociologie
Onderzoekers: • Ronan Van Rossem
Lichaamsbeweging in primaire en secundaire preventie: "opsporen, diagnose, behandeling en preventie van burn-out en beroepsgebonden depressie bij werknemers in de dienstensector en een bijkom. studie over oxidat. stress bij inspanningen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De doelstellingen van dit onderzoek zijn meervoudig: bepalen van incidentie, maken van inventaris van oorzaken, studie van medische, sociale, beroeps- en financiele gevolgen van burn-out en beroepsgebonden depressie in onderwijs en verpleegkunde. Tijdens dit cross-sectioneelonderzoek zal gepoogd worden over te gaan tot identificatie van de karakteristieken van de risicogroepen en van twee risicomilieu's voor burn-out. In het bijzonder zal een onderzoek gewijd worden aan de stress-gerelateerde immunosuppressie en oxidatieve stress. Op basis van dit onderzoek en van een interventiestudie zullen specifieke aanbevelingen kunnen gemaakt worden voor primaire en secundaire preventie. Tenslotte words de oxidatieve-stress van inspanning en wordt de invloed van het toedienen van antioxidantia hierop onderzocht. Organisaties: • Menselijke Fysiologie en Algemene Biologische Scheikunde
Onderzoekers: • KENNY DE MEIRLEIR
Lidmaatschap van de federale controle- en evaluatiecomissie inzake euthanasie Universiteit Gent Abstract: Onder de voorwaarden bepaald bij de Wet van 28 mei 2002 betreffende de euthanasie, kan een arts in België euthanasie uitvoeren. Om de toepassing van de wet te controleren, heeft om werkgever de federale controle - en evaluatiecommissie in het leven geroepen. Alle gevallen van euthanasie worden gerapporteerd van de commissie. Bovendien moet om commissie, tweejaarlijks, de toepassing van de wet evaluaeren. Organisaties: • Vakgroep Burgerlijk Recht
Onderzoekers: • Walter De Bondt
Linkage disequilibrium patronen, single nucleotide polymorphism-gebaseerde analyse van populatiesubstructuur en potentieel voor "genome-wide association" studies in een geïsoleerde populatie. Universiteit Antwerpen Abstract: Sinds ongeveer tien jaar is de focus van de menselijke genetica aan het verschuiven van monogene ziekten naar complexe of multifactoriële ziekten. Complexe ziekten vertonen, in tegenstelling tot monogene ziekten, geen eenvoudig Mendeliaans overervingspatroon maar worden veroorzaakt door een samenspel tussen genetische factoren, omgevingsfactoren (met inbegrip van leefgewoonten) en toeval. Genoomwijde associatiestudies die de identificatie van genen betrokken bij complexe ziekten beogen, zijn door een aantal recente technologische en methodologische ontwikkelingen een realiteit geworden. Doorslaggevend daarbij was de beschikbaarheid van DNA microarrays die het mogelijk maken om op een geautomatiseerde manier honderdduizenden genetische merkers verspreid over het ganse genoom in één enkel individu te genotyperen. Er zijn verschillende factoren die het succes van zulke genoomwijde studies bepalen. Er zijn aanwijzingen dat geïsoleerde populaties uitermate geschikt zijn voor genetische associatiestudies. De doelstellingen van dit doctoraatsproject zijn: 1.) Evaluatie van het potentieel voor genoomwijde associatiestudies in een geïsoleerde populatie uit Finland: de Saami, een van oorsprong nomadisch volk dat het Noord-Scandinavische Lapland bewoont. 2.) Ophelderen van de genetische verwantschap tussen Saami, Finnen en West-Europeanen. 3.) De ontwikkeling van een R pakket (R is een populair open source statistisch softwareprogramma) voor de analyse van genoomwijde associatiestudies. Concreet worden: a.) nieuwe statistische methodes geprogrammeerd die corrigeren voor verwantschap tussen individuen en inteelt, twee problemen die eigen zijn aan genetische data afkomstig uit geïsoleerde populaties, en b.) de implementatie van methodes voor de analyse van copy number variants, DNA segmenten die in een variabel aantal herhalingen voorkomen. Organisaties: • Menselijke moleculaire genetica
Onderzoekers:
• Jeroen Huyghe • Guido Van Camp
Literatuurstudie met als doel ' identificeren bewijsmateriaal gebaseerde beleid, strategieën en acties dat bevorderlijk is voor de dekking van de universele gezondheidszorg met mensgerichte en geïntegreerde zorg. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Literatuurstudie met als doel het identificeren van bewijsmateriaal-gebaseerde beleid, strategieën en acties dat bevorderlijk is voor de dekking van de universele gezondheidszorg met mensgerichte en geïntegreerde zorg. Organisaties: • Huisartsen en zorg rond het levenseinde
Onderzoekers: • JAN VANDEVOORDE • DIRK DEVROEY
Luchtweginfecties in de huisartspraktijk : naar een evidence-based beleid. Universiteit Antwerpen Abstract: Voor talrijke problemen waarmee in de eerste lijn wordt geconsulteerd, ontbreekt harde evidentie om het beleid te onderbouwen. Daarenboven bestaat er een probleem om beleid gebaseerd op voorhanden onderzoeksbewijs te implementeren in de dagelijkse praktijk. Dit leidt in beide gevallen tot suboptimale patiëntenzorg en misbruik van de beschikbare middelen. Luchtweginfecties zijn hiervan een goed voorbeeld (Coenen S. Antibiotica voor hoesten in de huisartspraktijk [Proefschrift]. Universiteit Antwer- pen 2003). Voor lage luchtweginfectie (LLWI) ontbreekt eenduidige evidentie betreffende de effectiviteit van antibiotica. Bovendien laat het onderzoeksbewijs niet toe patiënten te identificeren die (geen) baat zouden hebben van een behandeling met een antibioticum. Voor middenoorontsteking met effusie (OME) bieden antibiotica een erg geringe winst. Aan de andere kant is er wel relevante onderbouwing van de algemene effectiviteit van heelkunde bij OME. In dit verband echter is er een zwakke selectiviteit gedocumenteerd bij de verwijzingen van huisartsen naar neus-, keel-, oor-specialisten (NKOs). Het huidige onderzoeksproject wil bijdragen aan de ontwikkeling van interventies om de voorspellende waarde van OM verwijzingen te verhogen en om pragmatische keuzes in verband met het gebruik van antibiotica voor alle patiënten met LLWIs en voor belangrijke klinische subgroepen patiënten met LLWIs te bevorderen. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Samuel Coenen • Herman Goossens • Paul Van Royen
Luchtweginfecties in de huisartspraktijk : naar een evidence-based beleid. Universiteit Antwerpen Abstract: Voor talrijke problemen waarmee in de eerste lijn wordt geconsulteerd, ontbreekt harde evidentie om het beleid te onderbouwen. Daarenboven bestaat er een probleem om beleid gebaseerd op voorhanden onderzoeksbewijs te implementeren in de dagelijkse praktijk. Dit leidt in beide gevallen tot suboptimale patiëntenzorg en misbruik van de beschikbare middelen. Luchtweginfecties zijn hiervan een goed voorbeeld (Coenen S. Antibiotica voor hoesten in de huisartspraktijk [Proefschrift]. Universiteit Antwer- pen 2003). Voor lage luchtweginfectie (LLWI) ontbreekt eenduidige evidentie betreffende de effectiviteit van antibiotica. Bovendien laat het onderzoeksbewijs niet toe patiënten te identificeren die (geen) baat zouden hebben van een behandeling met een antibioticum. Voor middenoorontsteking met effusie (OME) bieden antibiotica een erg geringe winst. Aan de andere kant is er wel relevante onderbouwing van de algemene effectiviteit van heelkunde bij OME. In dit verband echter is er een zwakke selectiviteit gedocumenteerd bij de verwijzingen van huisartsen naar neus-, keel-, oor-specialisten (NKOs). Het huidige onderzoeksproject wil bijdragen aan de ontwikkeling van interventies om de voorspellende waarde van OM verwijzingen te verhogen en om pragmatische keuzes in verband met het gebruik van antibiotica voor alle patiënten met LLWIs en voor belangrijke klinische subgroepen patiënten met LLWIs te bevorderen. Organisaties: • Eerstelijns - en interdisciplinaire zorg Antwerpen (ELIZA)
Onderzoekers: • Samuel Coenen • Herman Goossens • Paul Van Royen
Mantelzorg bij HIV/Aids patienten binnen de extra-murale zorg. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Mantelzorg, de peiler van de extramurale zorg voor HIV/ AIDS patienten, is weinig onderzocht.Ons vorig onderzoek toont nochtans dat ze economisch zeer belangrijk is: van alle zorgverrichtingen voor AIDS patienten komt ze op de 2de plaats na hospitalisaties. Deze gegevens zijn afkomstig van patiënten. In dit project willen we de mantelzorgers van de patiënten zelf onderzoeken naar aard, duur en omvang van hun taken om tot een nauwkeuriger inschatting van de kostprijs te komen, hun noden en behoeften, naar hun relatie met gezondheids- en welzijnszorg en vrijwilligersorganisaties. Ze zullen een interview krijgen d.m.v. een gestandaardiseerde vragenlijst, en een dagboek invullen. Om daartoe gemotiveerd te worden zullen ze regelmatig dienen gevolgd te worden. Dezelfde onderzoekers als bij de patiënten zullen worden ingeschakeld om de respons te maximaliseren. Naar ons weten is dergelijk diepte onderzoek niet eerder gebeurd.Het project wil de maatschappelijke kost van HIV/AIDS beter helpen inschatten, en bijdragen tot een betere samenwerking tussen professionele en informele zorg. Door ziekte van de onderzoeker is dit project nog niet gerealiseerd. Organisaties: • Maatschappelijke Gezondheidszorg
Onderzoekers: • ANNE-MARIE DEPOORTER
Mantelzorgers die zorgen voor een thuiswonende kwetsbare oudere: omgaan met acute en geleidelijke veranderingen in gezondheid en afhankelijkheid. Universiteit Antwerpen Abstract: Titel Mantelzorgers die zorgen voor een thuiswonende kwetsbare oudere: omgaan met acute en geleidelijke veranderingen in gezondheid en afhankelijkheid. Achtergrond In de nabije toekomst zal de vergrijzing van de bevolking een grote invloed hebben op de vraag naar formele en informele langdurige zorg. Informele zorg wordt voornamelijk verleend door familieleden, vooral echtgenoten en kinderen. In België verleent bijna 10% van personen die 15 jaar of ouder zijn informele zorg. Toch zijn ze vaak 'onzichtbaar'. Ze zoeken niet snel hulp, zelfs niet als ze overbelast dreigen te raken. Doel In deze studie willen we de ervaring van het zorgen voor een kwetsbare oudere die thuis woont verkennen. We zijn vooral geïnteresseerd in hoe mantelzorgers omgaan met acute en geleidelijke veranderingen in de gezondheid of afhankelijkheid van de oudere persoon. Onderzoeksvragen - Hoe ervaren mantelzorgers het zorgen voor een kwetsbare oudere persoon die thuis woont en verandert deze ervaring in de loop van de tijd? - Hoe gaan mantelzorgers om met acute en geleidelijke veranderingen in afhankelijkheid, lichamelijke en geestelijke gezondheid van de kwetsbare oudere persoon? - Wat is de impact van deze acute en geleidelijke veranderingen op de fysieke, mentale en sociale gezondheid van de mantelzorger? Methodologie We plannen een longitudinaal case study onderzoek. Een doelgerichte steekproef van ongeveer 10 mantelzorgers van kwetsbare ouderen zal worden samengesteld. In dit kwalitatieve onderzoek geven we de voorkeur aan een kleine steekproef om hun ervaringen in de diepte en longitudinaal te kunnen bestuderen. Bij aanvang en na 6 en 12 maanden zullen we interviews en assessments doen met de mantelzorgers bij hen thuis. Daarnaast doen we maandelijks semi-gestructureerde telefonische interviews met de mantelzorgers. Organisaties: • Eerstelijns - en interdisciplinaire zorg Antwerpen (ELIZA)
Onderzoekers: • Veronique Verhoeven
Measuring Technology for Diagnosis and Monitoring (Out-of-Hospital) Emergencies in a General Practisce Adult Population KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Acad. Centr. voor Huisartsgeneeskunde
Onderzoekers: • Frank Buntinx • Walter Renier
Mechanismen van kruisbescherming tegenover het H3N2 influenzavirus bij het varken en de mens (FLUCROSS) Universiteit Gent Abstract: In FLUCROSS wordt onderzocht in welke mate infectie- of vaccinatie-immuniteit tegenover varkens- en humane influenzavirussen kunnen beschermen tegenover infectie met een al dan niet antigenisch sterk verschillend varkensinfluenzavirus. Onze aandacht gaat uit naar H3N2 varkensinfluenzavirus dat een potentiële kandidaat is voor een volgende pandemie. Daarnaast wordt onderzocht hoe de interpretatie van serologische resultaten tegenover varkensinfluenzavirussen bij de mens kan verbeteren. Organisaties: • Vakgroep Virologie, parasitologie en immunologie
Onderzoekers: • Eric Cox • Kristien Van Reeth
Mechanismen van verlaagde bewegingsvaardigheid bij kinderen met overgewicht Universiteit Gent Abstract: Er wordt voornamelijk uitgegaan van de mechanische hypothese die stelt dat extra massa en de verschillende massaverdeling de lagere bewegingsvaardigheid bij kinderen met obesitas kan verklaren. Alhoewel recente studies ook een verschil suggereren in de perceptueel motorische controleprocessen en een mogelijke relatie tussen mate van fysieke activiteit en overgewicht. Doel van dit project is om deze drie mechanismen te onderzoeken. Organisaties: • Vakgroep Bewegings- en sportwetenschappen
Onderzoekers: • Ilse De Bourdeaudhuij • Matthieu Lenoir
Meer en veiliger mobiliteit bij adolescenten: testen van een conceptueel model voor het verklaren van actief en veilig transport bij adolescenten. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het eerste doel van deze studie is ter bevordering van veilige korte afstand wandelen en fietsen naar verschillende bestemmingen in oudere adolescenten als alternatief voor de verkeer-risico's gerelateerd aan gemotoriseerd vervoer in deze populatie. Een tweede doel is om te leren veilig cyclus en gemotoriseerde rijden om te voorkomen dat verkeersongevallen bij adolescenten. Organisaties: • Biometrie en Biomechanica
Onderzoekers: • Benedicte DEFORCHE • PETER CLARYS
Metabolisatie en transfer van mariene toxines van algen naar weekdieren bedoeld voor consumptie.
Universiteit Gent Abstract: Het doel van dit project bestaat erin om deze processen die de levenscyclus van mariene toxines in de Noordzee beïnvloeden na te aan. Hiertoe zullen de ecologische factoren die de productie van mariene toxines in dinophysis acuminata beïnvloeden, onderzocht worden,m.b.v. geavanceerde massaspectrometrische technieken. vervolgens wordt een karakterisatie van alle relevante mariene toxines en zijn metabolieten bij weekdieren voorzien. Organisaties: • Vakgroep Veterinaire volksgezondheid en voedselveiligheid
Onderzoekers: • Lynn Vanhaecke
Methodenormalisatie, valideringsprotocols en kwaliteitsbewaking van testen voor de biomonitoring van mutagenen/carcinogenen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Algemeen wordt aangenomen dat de meeste kankers voorkomen kunnen worden door de blootstellingen aan mutagenen/carcinogenen in het milieu te beheersen. Om de mechanismen die verantwoordelijk zijn voor kankerinductie beter te begrijpen, om de mutagenen/carcinogenen beter te kunnen classificeren en, tenslotte, om aan gepaste preventie te kunnen doen op basis van deze gegevens, zijn biomonitoringstudies essentieel. Opdat deze doelstellingen haalbaar zouden zijn moeten de tests voor biomonitoring voldoende gevalideerd zijn, methoden die door verschillende laboratoria worden gebruikt dienen waar mogelijk genormaliseerd te worden en de middelen voor effectieve kwaliteitsbewaking moeten voorhanden zijn. De drie doelstellingen van dit project m.b.t. specifieke biomonitoringstests voor mutagenen/carcinogenen zijn: * De methode te valideren. * Het opstellen van een standaard 'modus operandi' voor iedere methode in overeenstemming met het valideringsprotocol. Deze 'modus operandi' moet zich lenen om in een genormaliseerde methode geïncorporeerd te worden. * Het uitwerken van procedures voor kwaliteitsbewaking. De biomonitoringstests waarvoor bovenstaande doelstellingen in het project werden opgenomen zijn: * De bepaling van monohydroxy-1-nitropyreen in urine om de blootstelling aan dieseluitlaatgassen te bepalen. Deze methode is een test voor de bepaling van inwendige dosis. * De alkaline comet or single cell gel electrophoresis assay voor de deectie van DNA_strengbreuken, alkali labiele sites, onvolledige excisie repair en crosslinks op het niveau van afzonderlijke cellen. De test meet in hoofdzaak de blootstelling en secundair de vroege biologische effecten. * De bepaling van N-terminale valine-adducten m.b.v. de gemodifieerde Edman-degradatietechniek voor epoxidevormende mutagenen. Deze test is gericht op het meten van biologische effectieve dosis van deze stoffen. * De micronucleustest als hulpmiddel voor de bepaling van schade aan de chromosomen veroorzaakt door ioniserende stralen en chemicaliën. deze test meet biologische effecten. Organisaties: • Cellulaire Genetica
Onderzoekers: • MICHELINE VOLDERS
Methodes voor genetisch epidemiologisch onderzoek naar complexe ziektes op basis van dense SNP datasets. Universiteit Antwerpen Abstract: De beschikbaarheid van DNA microarrays die het mogelijk maken om op een geautomatiseerde manier 100,000en single nucleotide polymorphisms (SNPs) te typeren, heeft een revolutie teweeggebracht in de menselijke genetica. Via genoomwijde associatiestudies is men begonnen aan de ontrafeling van de genetische basis van verschillende complexe ziektes. De doelstellingen van dit project zijn: 1) de ontwikkeling van nieuwe methodes voor het in kaart brengen van ziektegenen op basis van dense SNP data, 2) het evalueren van het potentieel voor op koppelingsonevenwicht-gebaseerde genoomwijde studies in een geïsoleerde populatie, de Finse Saami, en 3) de identificatie van genen betrokken bij de etiologie van presbyacusis en niet-syndromale doofheid. Organisaties: • Menselijke moleculaire genetica
Onderzoekers: • Jeroen Huyghe • Guido Van Camp
Methodologie ter inschatting van de impact van PM2.5 en gassen in relatie tot de ontwikkeling van astma en allergie bij jonge volwassenen. Universiteit Antwerpen Abstract: In een eerder onderzoek van de geneeskundige partner is gebleken dat men in het centrum van Antwerpen dubbel zoveel astmaklachten waarnam dan in de zuidelijke agglomeratie. Een aantal bekende persoons- en omgevingsgebonden factoren konden slechts gedeeltelijk dit verschil verklaren. Daarom zal in dit projectvoorstel getracht worden om in Vlaanderen de impact van bepaalde polluenten (in de eerste plaats PM2.5, d.i. de fractie van atmosferische stofmet een diameter beneden 2.5 micrometer) op de ademhalingsgezondheid te bepalen. Hiertoe zal door de chemische partner in een aantal representatieve residentiële woningen de binnenlucht bemonsterd worden en de concentratie van PM2.5 en de samenstelling van de gasfase bepaald worden. Ook in de corresponderende buitenlucht zal de concentratie aan PM2.5 nagegaan worden. Zo kan voor de betrokken proefpersonen de individuele blootstelling worden berekend. De bekomen stalen zullen gescreend worden op de aanwezigheid van een geselecteerde groep van polluenten (polycyclische aromatische waterstoffen en hun nitro-analogen; HNO2 en NO2). De luchtmetingen zullen genomen worden in de woningen van een steekproef van deelnemers aan het vervolgonderzoek van de European Community Respiratory Health Survey (ECRHS). Het medische gedeelte van dit onderzoek zal uitgevoerd worden met partiële steun van het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek-Vlaanderen. De ECRHS zal plaatsvinden in dezelfde gebieden als in vorig onderzoek, aangezien hier reeds grote verschillen in ademhalingsklachten en allergie tussen de verschillende gebieden gevonden werden en deze verschillen konden niet verklaard worden door verschillen in persoonlijke risicofactoren. De bernonsteringsplaatsen voor de buitenluchtmetingen zullen dus op representatieve plaatsen in deze
gebieden (rooster) gekozen worden. Voor de binnenlucht zal zoveel mogelijk in de huizen van de proefpersonen worden gemeten. Door nu ook de luchtverontreiniging (met name PM2.5) te meten, zal een inschatting gemaakt kunnen worden van het effect van een verandering van de PM2.5 (zowel in buiten- als in binnenlucht) op het voorkomen van ademhalingsklachten en allergie op de Vlaamse bevolking. Organisaties: • Micro- en Sporenanalyse • AXES
Onderzoekers: • Rene Van Grieken
Methodologie ter inschatting van de impact van PM2.5 en gassen in relatie tot de ontwikkeling van astma en allergie bij jonge volwassenen. Universiteit Antwerpen Abstract: In een eerder onderzoek van de geneeskundige partner is gebleken dat men in het centrum van Antwerpen dubbel zoveel astmaklachten waarnam dan in de zuidelijke agglomeratie. Een aantal bekende persoons- en omgevingsgebonden factoren konden slechts gedeeltelijk ditverschil verklaren. Daarom zal in dit projectvoorstel getracht worden om in Vlaanderen de impact van bepaalde polluenten (in de eerste plaats PM2.5, d.i. de fractie van atmosferische stofmet een diameter beneden 2.5 micrometer) op de ademhalingsgezondheid te bepalen. Hiertoe zal door de chemische partner in een aantal representatieve residenti~le woningen de binnenlucht bemonsterd worden en de concentratie van PM2.5 en de samenstelling van de gasfase bepaald worden. Ook in de corresponderende buitenlucht zal de concentratie aan PM2.5 nagegaan worden. Zo kan voor de betrokken proefpersonen de individuele blootstelling worden berekend. De bekomen stalen zullen gescreend worden op de aanwezigheid van een geselecteerde groep van polluenten (polycyclische aromatische waterstoffen en hun nitro-analogen; HNO2 en NO2). De luchtmetingen zullen genomen worden in de woningen van een steekproefvan deelnemers aan het vervolgonderzoek van de European Comrnunity Respiratory Health Survey (ECRHS). Het medische gedeelte van dit onderzoek zal uitgevoerd worden met parti~le steun van het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek-Vlaanderen. De ECRHS zal plaatsvinden in dezelfde gebieden als in vorig onderzoek, aangezien hier reeds grote verschillen in ademhalingsklachten en allergie tussen de verschillende gebieden gevonden werden en deze verschillen konden niet verklaard worden door verschillen in persoonlijke risicofactoren. De bernonsteringsplaatsen voor de buitenluchtmetingen zullen dus op representatieve plaatsen in deze gebieden (rooster) gekozen worden. Voor de binnenlucht zal zoveel mogelijk in de huizen van de proefpersonen worden gemeten. Door nu ook de luchtverontreiniging (met name PM2.5) te meten, zal een inschatting gemaakt kunnen worden van het effect van een verandering van de PM2.5 (zowel in buiten- als in binnenlucht) op het voorkomen van ademhalingsklachten en allergie op de Vlaamse bevolking. Organisaties: • Epidemiologie en sociale geneeskunde • Epidemiologie en sociale geneeskunde (ESOC)
Onderzoekers: • Joost Weyler
Middelengebruik bij de Antwerpse studentenpopulatie. Universiteit Antwerpen Abstract: In de loop van 2005 werd via de elektronische leeromgeving Blackboard een grootschalige enquête uitgevoerd naar het middelengebruik bij de studenten van de Associatie Universiteit en Hogescholen Antwerpen. Meer dan 5.500 studenten stuurden een ingevulde enquête terug. De uitgebreide databank wordt verder geanalyseerd en er wordt een rapport geschreven, waarbij veel aandacht wordt geschonken aan de bruikbaarheid van de resultaten voor het opstellen van een drugpreventiebeleidsplan voor het Antwerpse hoger onderwijs. Organisaties: • Epidemiologie en sociale geneeskunde (ESOC)
Onderzoekers: • Guido Van Hal
Milieuvriendelijke hulpstoffen voor een duurzame gewasbescherming Hogeschool Gent Abstract: Chemische gewasbeschermingsmiddelen spelen nog steeds een hoofdrol in de bestrijding van ziekten en plagen niettemin de laatste jaren aanzienlijke inspanningen geleverd zijn om de productiesystemen in land- en tuinbouw minder afhankelijk te maken van chemische gewasbescherming (o.a. door integratie van biologische en mechanische bestrijdingstechnieken, aandacht voor tolerante rassen, meer vruchtwisseling, …). Tevens werd het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen gerichter (o.a. door het invoeren van meer waarschuwingssystemen), performanter (o.a. door nieuwe spuittechnologie) en milieuvriendelijker (o.a. door het schrappen van milieuonvriendelijke middelen). Dit uitte zich in een significante daling van het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen t.a.v. het ijkjaar 1990.Bij het toepassen van chemische en biologische gewasbeschermingsmiddelen wordt gebruik gemaakt van hulpstoffen of adjuvants. Dit zijn een heterogene groep van chemische verbindingen die de werking van de werkza(a)m(e) stof(fen) van gewasbeschermingsmiddelen verbeteren, de formulering stabiliseren, de risico's voor de gebruiker verkleinen en de kans op milieucontaminatie verminderen o.a. door driftreductie en beperking van de verdamping. De impact van hulpstoffen op de biologische activiteit van gewasbeschermingsmiddelen is groot omwille van het feit dat ze op een directe wijze de opname en herverdeling van werkzame stoffen in de plant, de grootte en persistentie van het depot van de gewasbeschermingsmiddelen op de plant, de grootte van het contactoppervlakte van de spuitoplossing met het targetorganisme, e.a. beïnvloeden. Een gerichte en efficiënte toediening van gewasbeschermingsmiddelen is derhalve onmogelijk zonder de inzet van hulpstoffen. Tevens past de inzet van adequaat werkende hulpstoffen in een milieuvriendelijke toediening van chemische gewasbeschermingsmiddelen: door een verbeterde biologische activiteit moet minder werkzame stof worden gedoseerd, een betere regenvastheid leidt tot minder bespuitingen en een beperking van drift en verdamping geeft minder milieucontaminatie.Het project wil op zoek gaan naar milieu en toxicologisch vriendelijke hulpstoffen. Het project wil in deze context zowel synthetische, semi-synthetische (afgeleid van natuurlijke verbindingen) als biologische verbindingen evalueren. Het project wil zich beperken tot deze hulpmiddelen die zorgen voor een verbeterde werkingsefficiëntie bij bladtoedieningen van gewasbeschermingsmiddelen. Organisaties: • Departement Biowetenschappen en Landschapsarchitectuur • Vakgroep Plantaardige Productie
Onderzoekers: • Geert Haesaert
Milieuwetgevingsnavigator: aanpassen van de index Stoffen en parameters Universiteit Gent Abstract: Het project heeft tot doel om de index Stoffen en parameters van de Vlaamse milieunavigator te optimaliseren opdat de gebruiksvriendelijkheid ervan verbeterd wordt. Er wordt zowel een analytische als een thematische index ontwikkeld, waardoor de gebruiker hetzij op basis van stoflijsten, hetzij volgens de aard of de gevaarseigenschappen van stoffen gerichte zoekacties kan uitvoeren in de integrale milieuwetgeving. Organisaties: • Vakgroep Civiele techniek
Onderzoekers: • Greta Van Eetvelde
Modeling CD4 count of HIV/AIDS patients' before and after the initiation of Antiretroviral therapy (ART) in Amhara Region, Northwest Ethiopia. Universiteit Hasselt Abstract: Introductie van antiretrovirale therapie ( ART ) heeft 2,5 miljoen sterfgevallen voorkomen in lage - en midden-inkomenslanden wereldwijd sinds 1995. Sub-Sahara Afrika is goed voor de overgrote meerderheid van de vermeden sterfgevallen: ongeveer 1,8 miljoen. Meer dan 8 miljoen mensen hadden toegang tot antiretrovirale therapie in 2011 in lage en midden-inkomenslanden deze geven 20% verhoging vanaf 2010. In Ethiopië werd het cumulatieve aantal patiënten die ooit zijn begonnen met de behandeling 268.934 , en 246.347 nemen momenteel de behandeling, bestaande uit 76,6 % dekking van het geschatte totale aantal HIV- positieve patiënten die de ART behandeling vereisen . Amhara Region is de eerste van zeer getroffen regio's door HIV/aids in Ethiopië waar de gemiddelde prevalentie 2,7% (9,9% stedelijke en rurale 1.5) was. Van de totale HIV positieve populatie kregen slechts 63.147 toegang tot ART in deze regio. De criteria om ART behandeling te laten beginnen worden CD4celtelling, virale lading, WHO klinische fase, aanwezigheid van co-infectie en totale lymfocyt telling overwogen. De behandeling dient te worden gestart bij alle patiënten met CD4-tellingen van minder dan 350/mm3 ongeacht de symptomen. Het basisprincipe van antiretrovirale therapie is immuun herstel door het bereiken van een maximale terugwinning van CD4-cellen met permanente en aanhoudende virologische onderdrukking, vermindering van hospitalisatie tempo's, opportunistische infecties en sterfgevallen in verband met HIV-infectie. Het project heeft als doel de CD4 telling en overleving van HIV/AIDS-patiënten die momenteel op ART behandeling zijn om het tempo van HIV progressie te onderzoeken. Survival analyse zal gebruikt worden om correlaten van overlijden van HIV/AIDS-patiënten te identificeren nadat ze beginnen met ART drugs. Bovendien zullen semi-parametrische gemengde effect model en Bayesiaanse benadering worden gebruikt om de CD4-celtellingen te modelleren met de andere verklarende variabelen in het document. Gezamenlijke modellering zal gebruikt worden om de overlevingsstatus en de ontwikkeling van CD4 telling van de patiënten modelleren. De ontwikkelde methodiek wordt toegepast op het cohort van HIV / AIDS- patiënten die op zijn follow-up bij de ART klinieken in de regio Amhara, Ethiopië . Er waren in totaal 10.862 patiënten die ART klinieken bezochten sinds de start van het programma. 7.334 van deze patiënten begonnen ooit ART terwijl 3.528 op pre-ART follow-up zijn. Een totaal van 971 patiënten begon ART sinds 2009 en hebben een leeftijd hoger dan 14 en hebben ten minste twee CD4celtelling metingen. De opgenomen variabelen zijn geslacht, leeftijd, ontmoetingsdatum, ART startdatum, datum afspraak, functionele status, WHO fase, de basis en de follow-up CD4-celtelling, origineel regimen en het follow-up regime. Een follow-up CD4-celtelling werd uitgevoerd op intervallen van 3 en 6 maanden, respectievelijk. De studie is goedgekeurd door het kernproces van onderzoek en gemeenschapsdienstverlening van de University of Gondar. Een toestemmingsbrief werd verkregen van de medisch directeur van het ziekenhuis . Organisaties: • Centrum voor Statistiek • Centrum voor Statistiek
Onderzoekers: • Ziv SHKEDY
Modelisering van het individuele longitudinale verloop van het lichaamsgewicht en andere gezondheidsgerelateerde groeivariabelen van de mens Vrije Universiteit Brussel Abstract: In de menselijke biometrie worden moddelen voorgesteld die erin slagen het groeiverloop te beschrijven van de variabele lichaamslengte. Variabelen zoals onderhuids vetweefsel, spieromtrekken en ook lichaamsgewicht zijn de huidig gekende modellen niet geschikt. In een eerste fase van het voorgestelde 2-jarig onderzoek zal een literatuurstudie van 3maanden worden uitgevord van de mogelijke mathematische modellen. In een tweede fase ( 6 maanden) zal de opdracht tot het schrijven van een specifieke software worden uitbesteed, gevolgd door 3 maande voor uittesten vanb de programmatuur. In het tweede jaar zullen zes maanden besteed worden aan de modelisering van de genoemde variabelen. De laatste zes maanden zullen worden gebruikt voor rapporteing. De werkhypothese van het onderzoekis dat de individuele evolutie van deze gezondheidsgerelateerde variabelen, ondanks de verschillen in verloop tussen individuen, en ondanks het onregelmatig verloop bij sommige personen, vatbaar is voor mathematische modelisering. Organisaties: • Biometrie en Biomechanica
Onderzoekers: • WILLIAM DUQUET • JAN BORMS
Modelleren van de verspreiding van infectieziekten aan de hand van sociale contactgegevens Universiteit Hasselt Abstract: De studie van contactpatronen tussen mensen maakt het mogelijk om de overdracht van infectieziekten beter te modelleren alsook om de impact van eventuele interventiestrategieën beter te kwantificeren. Hiertoe worden contact matrices opgesteld die de leeftijd-specifieke individuele contact rate tussen individuen beschrijven. Deze gegevens worden verzameld met behulp van zogenaamde contact onderzoeken. De Comes-F (Contact Matrix Estimation - Frankrijk) is een bevolkingsonderzoek uitgevoerd in Frankrijk, waarin 2.033 personen contactgegevens voor 2 opeenvolgende dagen, op 2 verschillende perioden van het jaar (winter / lente) registreerden. Deelnemers gebruiken hierbij een papieren dagboek om tijdens twee opeenvolgende dagen bestaande uit een mix van weekdag, weekend en feestdagen, al hun contacten in te vullen. De informatie die verzameld wordt over deze contacten bestaat uit de leeftijd van de contactpersoon, geslacht, locatie, duur, frequentie en het al of niet aanraken. Een contact werd immers gedefinieerd door ofwel een conversatie met iemand op een afstand van ten hoogse 2 meter, ofwel door het aanraken van iemand. De gegevens werden verzameld door IPSOS. De Comes-F studie zal ons toelaten om de volgende onderzoeksvragen te beantwoorden: - Het schatten van een contact matrix voor Frankrijk, relevant voor infectieziekten die overgedragen worden door sociale contacten zoals via de lucht of door contact met de huid. - Om de impact van het seizoen, het weer, feestdagen en weekend op de contact rate en daarmee op de verspreiding van een besmettelijke ziekte te evalueren. -Om de impact van verschillende interventies, zoals een vaccinatieprogramma evenals het sluiten van scholen op de verspreiding van besmettelijke ziekten te evalueren. -Om de impact van interventies te vergelijken met andere Europese landen. Organisaties: • Centrum voor Statistiek • Centrum voor Statistiek
Onderzoekers: • Niel HENS
Modellering en economische evaluatie van rotavirus en HPV vaccinatiestrategieën in Australië. Universiteit Antwerpen
Abstract: Dit project betreft internationaal collaboratief onderzoek naar de effectiviteit en kosten-effectiviteit van rotavirus en HPV vaccinatie in Australie Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Philippe Beutels
Modellering van evacuatiesituaties met behulp van geografische netwerkanalyses Universiteit Gent Abstract: Het vooropgesteld onderzoek beoogt bestaande microsimulatiemodellen voor evaluatiesituaties te vergelijken, verder uit te breiden en te integreren in een GIS-omgeving. Hierdoor wordt het mogelijk om simulaties van meerdere aaneengeschakelde locaties uit te voeren op geografische netwerken en om evaluaties / panieksituaties te simuleren die zich kunnen afspelen bij manifestaties of crisissituaties binnen (een deel van) een stad. Organisaties: • Vakgroep Geografie
Onderzoekers: • Walter Buylaert • Philippe De Maeyer
Moleculaire epidemiologie van Bordetella pertussis infectie (kinkhoest) in Vlaanderen en België. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Zoals in andere landen m et een hge vaccinatiedekking ziet men tegenwoordig in Vlaanderen en België een stijging van het aantal gekweekte Bordetell pertussis stammen in het referentielaboratorium van het AZ-VUB is ook fel gestegen. Het is nochtans niet duidelijk of het hier gaat om de verspreiding van één stam of om een polyclonale stijging, die misschien gewoon te wijten is aan verhoogde waakzaamheid bij pediaters. In de studie zullen verschillende typeringstechnieken toegepast worden op meer dan 150 Bordetella pertussis isolaten verzameld vanaf 1988 in het kader van onze referentieactiviteiten alsook op de gebruikte vaccnstammen: 1) Typering van de virulentiefactoren van B. pertussis - het polymorphisme van de genen die voor pertactine coderen zal dmv een PRC protocol bepaald worden. - het polymorphisme van de genen die voor het perussis toxine coderen kan niet dmv deze techniek bepaald worden en zal door DNA sequentieanalyse gebeuren. 2) Bepaling van de algemene verwantschap van de klinische isolaten dmv pulsed field gel electrophoresis 3) Onderzoek van de toepasselijkheid van de infrequentrestriction-site PCR als alternatief voor de PFGE: deze techniek die sneller en veel minder arbeidsintensief zou hetzelfde onderscheidingsvermogen bereiken als deze techniek die sneller en veel minder arbeidsintensief is zou het zelfde onderscheidingsvermogen bereiken als de PFGE. Organisaties: • Immunologie en Microbiologie
Onderzoekers: • BENJAMIN VAN CAMP
Moleculaire merkers voor epidemiologische monitoring van geneesmiddelenresistentie bij viscerale leishmaniasis. Universiteit Antwerpen Abstract: De behandeling van de tropische ziekte Leishmaniasis wordt steeds moeilijker door het onstaan van resistentie tegen de eerstelijnsgeneesmiddelen. Epidemiologisch onderzoek naar de verspreiding van deze resistentie vormt de basis voor de correcte positionering van behandelingsstrategiën. Dit project heeft tot doel de fenotypering van veldstammen en ontwikkeling/evaluatie van moleculaire tools voor detectie van natuurlijke SbV-resistentie bij Leishmania donovani. Meer specifiek omvat voorgesteld project volgende objectieven: 1. Identificatie van resistentie merkers die het best correleren met natuurlijke SbV-resistentie veldstammen. 2. Experimentele verificatie van de bijdrage van de geselecteerde merkers tot de in vitro resistentie/fenotype. 3. Evaluatie van de ontwikkelde moleculaire tools voor SbV-resistentie in klinische stalen van VL-patienten. 4. Testen van de correlatie tussen de aanwezigheid van de R-merkers en het klinisch falen van SbV-behandeling. Organisaties: • Laboratorium voor Microbiologie, Parasitologie en Hygiëne (LMPH)
Onderzoekers: • Louis Maes
Moleculair epidemiologische aanpak in een translationele studie naar de complexe vorm van Alzheimer dementie. Universiteit Antwerpen Abstract: Alzheimer dementie (AD) is een veelvoorkomende, ongeneeslijke aandoening. Door veranderende demografie neemt de prevalentie van AD snel toe. Dit project beoogt door gebruik van state-of-the-art technieken tot een beter begrip te komen van de genetische etiologie van deze ziekte, onder andere door middel van exploratieve associatie studies van genen in hun biologische netwerken, en ultra high throughput sequencing om allelische heterogeniteit in kaart te brengen. Naast AD zullen we het voorstadium van mild cognitive impairment onderzoeken om genetische factoren te detecteren die al vroeg in de pathologische cascade een rol spelen. Daarnaast stellen wij in dit onderzoeksproject een geïntegreerde aanpak voor van genetica en proteoom analyse. Doordat de genetische en proteomische analyses op dezelfde individuen worden uitgevoerd, kunnen we ook onderzoeken of de 'prognostische' genen ook eenvoudig te meten kwantitatieve biomarkers (zoals verschillen in eiwit expressie) kunnen bepalen. Organisaties: • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Christine Van Broeckhoven • Kristel Sleegers
Monitoring van de impact van HPV-vaccinatie via onderzoek van DNA HPV prevalentie in urinemonsters van adolescenten. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds IARC-WHO. UA levert aan IARC-WHO de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Pierre Van Damme
Multifactoriële aanpak aan de hand van gedragsmodellen ter preventie van overgewicht in de vroege kindertijd Universiteit Gent Abstract: Het Europese ToyBox-project is gericht op de preventie van overgewicht en obesitas bij kleuters tussen 4 en 6 jaar. Een interventie wordt uitgevoerd in 6 Europese landen (België, Bulgarije, Duitsland, Polen, Spanje en Griekenland), tijdens het schooljaar 2012-2013. De interventie is gericht op vier doelen: meer fysieke activiteit, minder sedentair gedrag, meer water en minder gesuikerde dranken en gezonde tussendoortjes. Organisaties: • Vakgroep Bewegings- en sportwetenschappen
Onderzoekers: • Ilse De Bourdeaudhuij
Naar eeen beter begrip van de relatie tussen luchtverontreiniging en gezondheid dankzij het onderzoeken van personen die gedurende meerdere dagen blootgesteld zijn aan sterk uiteenlopende niveaus van fijn stof. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Arb_verzek_g
Onderzoekers: • Benoit Nemery de Bellevaux
Naar een betere zorgverstrekking voor Turkse diabetes type 2 patiënten Universiteit Gent Abstract: Diabetes komt vaak voor bij personen van Turkse origine. Veel patiënten ondervinden echter moeilijkheden met de dagelijkse inname van hun diabetesmedicatie ('therapietrouw' genoemd). Dit project omvat het organiseren van informatie-avonden over diabetes. Tijdens deze avonden zullen ook deelnemers gerecruteerd worden voor een enquête i.v.m. therapietrouwbelemmerende en -bevorderende factoren bij Turkse diabetespatiënten. Op basis hiervan zullen aanbevelingen voor een betere begeleiding van deze patiënten geformuleerd worden. Organisaties: • Vakgroep Bioanalyse
Onderzoekers: • Koen Boussery
Naar een gezondheidsbeleid in 8 Brusselse scholen Vrije Universiteit Brussel Abstract: De doelstelling van de procesevaluatie kunnen als volgt worden omschreven. - Het inventariseren van de mogelijkheden, de knelpunten en de behoeften die zich voordoen bij het implementeren van gezondheidsbevordering. - Het in kaart bregen van de uitgangspunten, randvoorwarden en methodieken tijdens dit project. - Het nagaan van welke factoren bv. leerevaringen, verbreding naar het voltallige schoolteam, betrokkenheid ondersteunende diensten, ouders en jongeren een rol spelen in de procesgang van de implementatie. Algemeen kunnen we stellen dat deze procesevaluatie een bijdrage wenst te leveren aan het kennisbestand het opzetten en uitvoeren van een gezondheidsbeleid in Brusselse scholen. Een begeleidingscommissie volgt de opzet en uitvoering van deze procesevaluatie op. Deze begeleidingscommissie zal bestaan uit pedagogische adviseurs, nascholingscentrum Brussel, CSBO, de onderwijskoepels en de opdrachtgever het Brussels Gezondheidsoverleg van de VGC. De opdrachtgever kan de begeleidingscommissie bij de aanvang aanvullen met specifieke deskundigen. Afhankelijk van het verloop van het project kunnen extra overlegmomenten en met deze tuurgroep worden ingebouwd. Organisaties: • Ontwikkelings- en Levenslooppsychologie
Onderzoekers: • CAROLINE ANDRIES
NanoLC-ESI-MS/MS voor de absolute in vivo kwantificatie van neuromedine U en neuromedine S Vrije Universiteit Brussel Abstract: Neuropeptides seem to play an important role when the central nervous system is challenged. In order to obtain better insights into the central peptidergic effects, it is essential to monitor their concentration in the brain. Quantification of neuropeptides in dialysates is challenging due to their low extracellular concentrations (low pM range), their low microdialysis efficiencies, the need for acceptable temporal resolution, the small sample volumes, the complexity of the matrix and the tendency of peptides to stick to glass and polymeric materials. The quantification of neuropeptides in dialysates therefore necessitates the use of very sensitive nanoLC-MS/MS methods. A number of LC-MS/MS and microdialysis parameters need to be optimized to achieve maximal sensitivity. In this project, we focus on the development of nanoLC-MS/MS methods for the quantification of 2 larger peptides (20-40 amino acids) in brain microdialysates. Both peptides belong to the neuromedin family and are involved in the regulation of the hypothalamo-pituitary-adrenal axis, which in turn is involved in the neurobiology of depression. Therefore, the optimized and validated methods will be used to investigate the in vivo neuromedin U and neuromedin S release in two rodent models for depression, in this way initiating new and immense challenges for the development of new drugs. Organisaties: • Farmaceutische Chemie, Analyse van Geneesmiddelen en Geneesmiddelenkennis
Onderzoekers: • Ann VAN EECKHAUT
Nationale Databank Mortaliteit en Morbiditeit: Individiuele record linkage van de doodsoorzaken. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het steunpunt Demografie heeft reeds de koppeling uitgevoerd van alle sterften van 1991-1996 in België aan het individuele databestand van de Volkstelling van 1991. Aldus beschikken we over een primeur in België omdat de volkstelling tal van socio-economische karakteristieken opmeet die nu voor de analyse van differentiële mortaliteit kunnen gebruikt worden. Het ontbrekende stuk hierbij zijn de doodsoorzaken. Dit is een afzonderlijk NIS-bestand. Via dit project wensen we eveneens een directe record-linkage uit te voeren met de bestaande databank zodat de finale databank kan aangemaakt worden met de doodsoorzaken inbegrepen. Organisaties: • Sociaal Onderzoek
Onderzoekers: • RONNY LESTHAEGHE
Nationale enquête over werkbaarheid Universiteit Gent
Abstract: De doelstellingen van het.onderzoek zijn: ? de organisatie van een nationale enquete in 3 activiteitensectoren met twee instrumenten. de vow/QFT en de WAI o de 3 activiteitensectoren zijn : de bouw, de industriele schoonmaak (kantoren. industriele werkplaatsen ... ) en de tertiaire (voornamelijk bureauwerk) o voor iedere sector moet er een aselecte steekproef worden getrokken die representatief is voor de sector om het mogelijk te maken 600 werknemers te ondervragen, of 1800 voor de 3 sectoren o de vragenlijst VOW/QFT en WAI moeten worden gebruikt om de werknemers te ondervragen o idealiter worden de vragenlijsten niet door de werknemer alleen ingevuld, maar wordt hij best ondervraagd door een gespecialiseerd persoon zoals een arbeidsgeneesheer. een psycholoog ?... o idealiter bevat de steekproef zowel werknemers die onderworpen zijn aan het gezondheidstoezicht als werknemers die er niet aan onderworpen zijn ? de analyse van de verzamelde gegevens o globaal voor het geheel van de sectoren : beschrijving van de resultaten. statistische analyses volgens de sleutelthematieken: leeftijd, geslacht, beroepsstatuut ... o per activiteitensector, maar ook met vergelijkingen tussen de sectoren ? de vergelijking van de verkregen resultaten met de VOW/QFT en deze verkregen met de WAI en de conclusie over de eventuele complementariteit van deze 2 vragenlijsten ? de update van de normen van de VOW/QFT met de nieuwe gegevens verkregen in 2013 ? de realisatie van een beschrijvende statistische analyse met commentaren over de globale resultaten volgens sleutelthematieken: leeftijd. geslacht. beroepsstatuut, sector, ... 0 de evolutie van de gegevens van. 2007_tot 2013 zal eveneens worden geanalyseerd en becommentarieerd . de vergelijkingen in de mate van het mogelijke van de resultaten van de nationale Belgische enquete gehouden in 2010 met de medewerking van Eurofound (Dublin) ? de vergelijking in de mate van het mogelijke van de resultaten met andere Belgische gegevens specifiek over de 3 sectoren Organisaties: • Vakgroep Maatschappelijke gezondheidkunde
Onderzoekers: • Lutgart Braeckman
Nazicht van veiligheids- en efficiëntiedossiers van de cosmetische producten BIODERMAL en eventueel aan te passen volgens de voorschriften van de Europese Cosmetische Wetgeving. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Nazicht van veiligheids- en efficiëntiedossiers van de cosmetische producten BIODERMAL en aan te passen volgens de voorschriften van de Europese Cosmetische Wetgeving. Organisaties: • Toxicologie, Dermato-cosmetologie en Farmacognosie
Onderzoekers: • MARLEEN PAUWELS • VERA ROGIERS
Nazicht van veiligheids- en efficiëntiedossiers van de cosmetische producten GALENCO en aanpassen volgens de voorschriften van de Europese Cosmetische Wetgeving. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Nazicht van veiligheids- en efficiëntiedossiers van de cosmetische producten GALENCO en aanpassen volgens de voorschriften van de Europese Cosmetische Wetgeving. Organisaties: • Toxicologie, Dermato-cosmetologie en Farmacognosie
Onderzoekers: • MARLEEN PAUWELS • VERA ROGIERS
Nazicht veiligheids- en efficiëntiedossiers van de cosmetische producten GALENCO en aanpassing volgens voorschriften van de Europese cosmetische wetgeving. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Nazicht van de veiligheids- en efficiëntiedossiers van de cosmetische producten van de firma Galenco en ze aanpassen volgens de voorschriften van de Europese cosmetische wetgeving Organisaties: • Toxicologie, Dermato-cosmetologie en Farmacognosie
Onderzoekers: • MARLEEN PAUWELS • VERA ROGIERS
Netwerk Statistiek voor Seksueel Overdraagbare Infectie Epidemiologie Universiteit Hasselt Abstract: De epidemiologie van HIV en andere Seksueel Overdraagbare Aandoeningen (soa's) blijven een onacceptabele hoge last uitoefenen op de wereldwijde morbiditeit en mortaliteit, en dan voornamelijk in sub-sahara Afrika. De verspreiding van soa's, en de daaruit voortvloeiende gevolgen voor preventie en behandeling, hangen sterk af van de seksuele netwerken waarin deze infecties zich verspreiden. De wetenschappelijke onderzoeksgemeenschap (SRC), gefinancierd door het Vlaamse Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek (FWO), zal de bundeling der krachten formaliseren van groepen die internationaal voornamelijk toegejuicht worden voor hun werk op soa's en HIV epidemiologie, microbiologie en volksgezondheid en groepen die een internationaal track record hebben in het ontwikkelen en toepassen van geavanceerde statistische methodologie en computer simulaties voor netwerk analyse. Op deze manier richt het SRC zich op het avanceren van wetenschap en het versterken van de academische capaciteit in netwerk statistiek en soa epidemiologie. Hiertoe wil het SRC een onderzoek uitwisselingsprogramma implementeren, de ontwikkeling van gezamenlijke onderzoeksvoorstellen faciliteren en een tweejaarlijkse zomerschool op netwerkstatistiek
organiseren. De vooropgestelde wetenschappelijke doelen van het SRC omvatten de beschrijving van seksuele netwerken en hun kenmerken die soa besmetting bij mannen mediëren die seks hebben met mannen in Vlaanderen, en in heteroseksuele populaties in sub-sahara Afrika, met behulp van bestaande datasets en gevestigde netwerk analyse methoden; De extensie van netwerk analyse methoden die bestaan voor statische netwerken naar meer algemene methoden voor dnamische, tijdsafhankelijke netwerken onderliggend aan soa transmissies; en de ontwikkeling en toepassing van een nieuw theoretisch raamwerk voor het modelleren van HIV (soa) transmissie in seksuele netwerken, die sociocentrische en egocentrische netwerkkarakteristieken verenigt met de resultaten van fylogenetische boom analyse. Naast CenStat, omvat het SRC van ICRH op de Universiteit van Gent, het HIV/AIDS centrum op het Instituut van Tropische Geneeskunde in Antwerpen, het Zuid-Afrikaanse centrum voor epidemiologische modellering en analyse (SACEMA) op de Stellenbosch Universiteit, het Heilbrunn Departement voor Populatie en Familie Gezondheid (HDPFH) op de Universiteit van Colombia, het theoretische Biologie Labo op de McMaster Universiteit, en het Research Methodology Centre op de Human Sciences Research Counsil (HSRC). Organisaties: • Centrum voor Statistiek • Centrum voor Statistiek
Onderzoekers: • Marc AERTS • Ziv SHKEDY • Niel HENS • Nele GOEYVAERTS • Fei MENG
Nieuwe instrumenten voor de bewaking van resistentie tegen geneesmiddelen in viscerale leishmaniasis in het Indische subcontinent. (KALADRUG-R) Universiteit Antwerpen Abstract: Dit EU-FP7 multi-disciplinair project, KALADRUG-R genoemd, heeft tot doel nieuwe technieken te ontwikkelen, te evalueren en te versrpeiden om de geneesmiddelresistentie van L.donovani te bepalen en tevens innoverende methoden voor te stellen voor opvolging van KalaAzar behandeling in veldomstandigheden. De UA is specifiek betrokken in basisonderzoek naar de oxidatieve stress gevoeligheid van antimoonresistentie veldisolaten en in toegepast onderzoek met betrekking tot de feenotypische bepaling van resistentie aan de hand van laboratorium modellen. Dit omvat de in vitro groei en metacyclogenese van promastigoten van veldisolaten en gevoeligheidsbepalingen op het nivequ van intracellularire amastigoten. Verder wordt de 'fitness' van deze veldstammen onderzocht in laboratorium diermodellen. Organisaties: • Laboratorium voor Microbiologie, Parasitologie en Hygiëne (LMPH)
Onderzoekers: • Louis Maes
Nieuw financieringsmodel onderzoek: ZAP-startkrediet 2012 Vrije Universiteit Brussel Abstract: Toekenning startkrediet aan nieuw lid ZAP VUB Organisaties: • Farmaceutische Chemie, Analyse van Geneesmiddelen en Geneesmiddelenkennis
Onderzoekers: • Ann VAN EECKHAUT
Noden van alleenstaanden in de thuiszorg: de visie van alleenstaande kankerpatiënten en hun zorgverleners. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Alleenstaande patiënten met kanker hebben specifieke psychosociale node. Tot nu toe is echter nog maar weinig geweten welke noden deze patiënten hebben. We hebben ook geen goed zicht op extra kwetsbare subgroepen binnen deze populatie. Het doel van deze studie is: 1) een grondig inzicht krijgen in de welke noden deze patiënten ervaren en welke zij als meest bedreigend ervaren, 2) de identificatie van extra-kwetsbare groepen. Methode. Voor deze studie wordt een systematische literatuurstudie voorzien en een kwalitatief onderzoek op basis van interviews met patiënten en focusgroepen met verschillende hulpverleners (verpleegkundigen, verzorgers en huisartsen). Organisaties: • Medische Sociologie • Maatschappelijke Gezondheidszorg
Onderzoekers: • JOHAN BILSEN • REGINALD DESCHEPPER
Obesitas preventie bij Europees Netwerk Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Maatschappelijke gezondheidkunde
Onderzoekers: • Stefaan De Henauw
Odysseus grant Bart lambrecht Universiteit Gent Abstract: Dendritische cellen (DC) zijn de belangrijkste antigeen presenterende cellen in het immuunsysteem die verantwoordelijk zijn voor de herkenning van lichaamseigen en lichaamsvreemde stoffen en zorgen voor activatie en rust in het immuunsysteem. Dit project zal de eigenschappen van DCs verder bestuderen en deze kennis toepassen bij de ontwikkeling van nieuwe therapieën voor de behandeling van astma en auto-immuunziekten, alsook voor de behandeling van kanker. Organisaties: • Vakgroep Inwendige ziekten
Onderzoekers:
• Bart Lambrecht
Offerte methodologische ondersteuning HIS2008 Universiteit Hasselt Abstract: Deze offerte kadert in een dienstverleningsopdracht tussen enerzijds het onderzoeksinstituut CENSTAT (UHasselt) en anderzijds WIV. Het onderzoeksinstituut CENSTAT levert aan WIV de onderzoeksresultaten naar "Offerte methodologische ondersteuning HIS2008" onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Centrum voor Statistiek • Centrum voor Statistiek
Onderzoekers: • Geert MOLENBERGHS
Omega-3 en -6 vetzuurinname bij volwassenen in België Universiteit Gent Abstract: Doel van dit project is het berekenen en evalueren van de gebruikelijke inname van de individuele vetzuren: linolzuur (LA), alfalinoleenzuur (ALA), eicosapentaeenzuur (EPA) en docosahexaeenzuur (DHA) voor de Belgische volwassen populatie vanaf 15 jaar, gebruik makend van de Belgische voedselconsumptiepeiling (VCP) verzameld in 2004 Organisaties: • Vakgroep Maatschappelijke gezondheidkunde
Onderzoekers: • Stefaan De Henauw
Omgevingsfactoren en socio-economische factoren die fysieke activiteit en overgewicht bepalen bij volwassenen in Nigeria Universiteit Gent Abstract: Het eerste doel is de validering van 3 vragenlijsten: de IPAQ, de PANES en de NEWS in Nigeria. Het tweede doel is het uitvoeren van een cross-sectionele studie waarbij de verbanden worden nagegaan tussen omgevingsfactoren en fysieke activiteit en overgewicht bij volwassenen in Nigeria. Het derde doel is de studie van fysieke activiteit als mediator tussen de omgeving en overgewicht te bestuderen. Het vierde doel is een vergelijking maken van patronen voor sedentair gedrag en fysieke activiteit bij volwassen uit Nigeria en België. Het vijfde doel is het bestuderen van de verschillen in omgevingsdeterminanten van fysieke activiteit en overgewicht bij volwassenen uit Nigeria en België. Organisaties: • Vakgroep Bewegings- en sportwetenschappen
Onderzoekers: • Ilse De Bourdeaudhuij • Benedicte Deforche
onderaanneming ihkv 'voedselconsumptiepeiling' met FOD Volksgezondheid Universiteit Gent Abstract: Wetenschappelijke en methodologische samenwerking voor de voedselconsumptiepeiling bij, kinderen, jongeren en volwassenen. taakpakket: Voorbereiding van een nieuwe Epic-soft versie voor kinderen en volwassenen, op basis van de VCP versie 2009 - 1 versie die later wordt uitgesplitst in een interviewsessie en een data entry versie: - toevoegen/aanpassen van een aantal descriptors - toevoegen van zuigelingenvoeding, ... Einddatum en werkbelasting zijn enkel haalbaar indien er geen extra grote aanpassingen, met de daarbij horende impact op verschillende Epic-soft files, binnen de Epic-softversie 2009 nodig zijn. Het gebruik/keuze van een nieuw fotoboek alsook de eventuele verplichting van rangschikking van voedingsmiddelen binnen nieuwe/andere voedingsmiddelengroepen in Epic-soft kunnen grote aanpassingen impliceren waardoor de werkbelasting verhoogt. Bespreking en eventuele herziening van de werkbelasting ten laatste eind april 2013 Geven van aanbevelingen/Opstellen van documenten betreffende de eetdagboekjes- kinderen voor de data entry versie. Oefenen EMP platform. Opstellen van een Epic-soft hand leiding, Epic-soft trainingsinformatie voor de diëtisten. Geven van Epic-soft trainingen, in samenwerking met dietiste van het WIV, ook voor de Franstaligen. Ondersteuning, gedurende een 2-tal maanden, van de dietiste WIV bij de start van het veldwerk: - ondersteuning bij de controle en verwerking van F1-schermen - ondersteuning bij de eventuele bijsturing van de dietisten Adviserende functie, bijwonen van vergaderingen van het wetenschappelijk comité en ondersteuning van de diëtiste van het WIV, a rato van 3 dagen per maand. Uitschrijven van het eindrapport. Eindrapport (wetenschappelijk) overmaken aan het WIV Finaal rapport (wetenschappelijk en financieel) overmaken aan het WIV. Organisaties: • Vakgroep Maatschappelijke gezondheidkunde
Onderzoekers: • Stefaan De Henauw
Onderaanneming in het kader van het WHO-project: " Influenza illness and vaccination in Asia: Data collection of Social Contacts and Mixing Patterns"
Universiteit Hasselt Abstract: De verspreiding van infectieziekten zoals influenza gebeurd wanneer mensen in nabij contact komen met elkaar. Een betere kennis van de contactpatronen tussen mensen kan tot meer inzichten in de verspreiding van influenza leiden. Deze inzichten zouden dan gebruikt kunnen worden om betere modellen te ontwikkelen om dusdanig the effectiviteit en kosten-effectiviteit van interventieprogrammas beter in te schatten. In Europa werden er onlangs studies uitgevoerd gebruikmakend van dagboekjes om zulke contactinformatie te registreren. Dit project breidt dit werk uit met het uitvoeren van contactstudies in Zuid-Oost Azië om dusdanig de bijhorende contactpatronen te schatten en te vergelijken met bestaande studies zoals deze in Europa en Oost-Azië. Dit project heeft mede als doel om lokale expertise rond het verzamelen van contactgegevens op te bouwen om dusdanig betere wiskundige modellen te ontwikkelen voor influenza in deze regio. Organisaties: • Centrum voor Statistiek • Centrum voor Statistiek
Onderzoekers: • Niel HENS
Onderaannemingscontract: Beleidsgegevens over psychiatrische diensten en instellingen: permanente registratie van klinische en sociale variabelen / Overeenkomst inzake de ondersteuning van registratiesystemen : 'Minimum Psychiatric Data' 2011 Universiteit Hasselt Abstract: Op intiatief van de Federale Overheid wordt in alle Belgische residentiële psychiatrische instellingen een uniforme set van patiëntgegevens verzameld: de Minimale Psychiatrische Gegevens (MPG). Deze nationale databank moet beleidsondersteunend onderzoek toelaten. Censtat is verantwoordelijk voor de ondersteuning van de instellingen in het uitvoeren van de dataverzameling Organisaties: • Centrum voor Statistiek • Centrum voor Statistiek
Onderzoekers: • Marc AERTS
Onderbouwde inschatting an de gezondheidskundige ernst van thallium, arseen en molybdeen ter formulering van beleidsaanbevelingen voor verdere opvolging in het leefmilieu en/of de mens. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' VITO (Vlaamse Instelling voor Technologisch onderzoek)' hebben voor het project ' Onderbouwde inschatting an de gezondheidskundige ernst van thallium, arseen en molybdeen ter formulering van beleidsaanbevelingen voor verdere opvolging in het leefmilieu en/of de mens.' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Analytisch- Milieu- & Geo-Chemie • Scheikunde
Onderzoekers: • KIM CROES • David VERSTRAETEN • Sam DE CRAEMER • WILLY BAEYENS • MARTINE LEERMAKERS
Ondersteuning van de puntprevalentiestudie van gezondheidszorg-geassocieerde infecties en antimicrobieel gebruik in Europese ziekenhuizen. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project omvat een pilootstudie waarbij de EU HAI-AB survey, ontwikkeld door ECDC, zal worden getest. Dit zal resulteren in een volwaardige survey in 2011 in Europa. De pilootstudie zal worden uitgevoerd in een groot aantal Europese landen. Het project heeft tot doel de haalbaarheid van een dergelijke survey na te gaan, met inbegrip van het identificeren van de grote methodologische problemen en valkuilen en het testen van instrumenten voor datainvoer. Bovendien zal de pilootstudie de landen de kans geven om verschillende configuraties te testen op vlak van deelnemende ziekenhuizen, keuze van instrumenten en protocol versie voor de aanvang van de volwaardige survey. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Herman Goossens
Ondersteuning van het OZR-project (OZR479) : Beslissingen van artsen rond het levenseinde bij pasgeborenen en zuigelingen. Een empirisch onderzoek aan de hand van een bevraging van artsen in Vlaanderen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit onderzoek dient na te gaan welke medische besluitvorming voorafgaat aan het overlijden van pasgeboren en zuigelingen tijdens het eerste levensjaar. Tevens worden een aantal bio-ethische 'zorgvuldigheidscriteria' van deze besluitvorming onderzocht : intentie van de behandelende arts, overleg met de ouders, consultatie van collega's, enz,.. Volgende onderzoeksvragen staan daarbij centraal: 1.Wat is de frequentie van de verschillende medische beslissingen rond het levenseinde bij pasgeborenen en zuigelingen ? 2. Met welke zorgvuldigheid worden medische beslissingen rond het levenseinde bij pasgeborenen en zuigelingen genomen ? 3.Sociologisch profiel van de betrokken actoren ? Methode : de gegevens worden verzameld via twee methodes. Enerzijds een schriftelijke enquête onder de artsen die in Vlaanderen in een periode van 1 jaar een overlijdensattest van een -1 jarige hebben ondertekend. Anderzijds zullen aanvullende gegevens worden verzameld via mondelinge interviews bij een representatieve steekproef van de betrokken artsen. Voor het sterfgevallenonderzoek werd reeds in het kader van het FWO-onderzoek een positief advies van de Orde der Geneesheren en de samenwerking van het
Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap bekomen. Organisaties: • Zorg rond het levenseinde • Pediatrie
Onderzoekers: • YVAN VANDENPLAS • LUC DELIENS • VEERLE PROVOOST
Onderzoek en dienstverlening in het kader van het GRACE-project (Genomics to combat Resistance against Antibiotics in Community-acquired LRTI in Europe). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds Cardiff University. UA levert aan Cardiff University de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Samuel Coenen • Herman Goossens
Onderzoek middelengebruik bij jongeren. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In de voorbije twee jaar (1994-1995), ID 1941140990 en ID 1951 140980, voerden we een onderzoek uit bij jongeren van 12 tot 22 jaar inzake het gebruik van de genotmiddelen: alcohol, medicatie en illegale drugs, in relatie tot hun vrije tijdsbesteding. Analyses van de resultaten tonen aan dat drugsgebruik meestal gerelateerd is aan experimenteel en recreatief drugsgebruik. In de tweede fase van het onderzoek wordt in functie van het maken van een inventaris van de bestaande interventie- en preventieprogramma's, bij de verschillende betrokken instanties nagegaan in welke mate zij met het vermelde fenomeen geconfronteerd word en en hoe ze er op inspelen. In het verleden werden reeds een waaier van benaderingen, ter preventie van misbruik van middelen bij adolescenten, ontwikkeld en uitgetest. Doch het ontwikkelen van effectieve preventiestrategieen bleek veel moeilijker te zijn dan oorspronkelijk werd gedacht. Tijdens het begin van de jaren '90 werd een programma ontwikkeld in Vlaanderen. 'Leefsleutels' is gebaseerd op deze 'Life Skills Training' en is aangepast aan de Vlaamse cultuur. Het doel van dit onderzoek is de effectiviteit van dit programma te bepalen.Het onderzoek omvat een kleinschalige pilot-studie voor een honderdtal leerlingen van scholen die reeds ervaringen hebben opgedaan met 'Leefsleutels'. Organisaties: • Ontwikkelings- en Levenslooppsychologie
Onderzoekers: • CAROLINE ANDRIES
Onderzoek naar burn-out in België Universiteit Gent Abstract: Deze studie heeft als eerste doelstelling een overzicht te maken van de wetenschappelijke literatuur en de omvang van burnout te meten bij de Belgische beroepsbevolking. In een tweede fase staan 1) het ontwikkelen van een vroegtijdig opsporingsinstrument voor burnout om zo de voortekenen te detecteren en 2) het aanbevelen van preventiepistes voor primaire, secundaire en tertiaire preventie centraal. Organisaties: • Vakgroep Maatschappelijke gezondheidkunde
Onderzoekers: • Lutgart Braeckman
Onderzoek naar de aangeboren immuunrespons tegenover een genitale Chlamydia trachomatis infectie of immunisatie Universiteit Gent Abstract: Het project wil meer inzicht verwerven in de bacterie-gastheercel interactie, met bijzondere aandacht voor de aangeboren immuunrespons tegenover de obligaat intracellulaire bacterie Chlamydia trachomatis. Organisaties: • Vakgroep Moleculaire biotechnologie
Onderzoekers: • Daisy Vanrompay
Onderzoek naar de cystine/glutamaat antiporter of systeem xc- als innovatief neurofarmacologisch aangrijpingspunt voor majeure depressie Vrije Universiteit Brussel Abstract: Majeure depressie is een frequent voorkomende stemmingsstoornis, die vaak leidt tot verminderde levenskwaliteit. De laatste halve eeuw wordt de antidepressieve therapie gedomineerd door de monoamine hypothese. Vermits slechts 50-60% van de depressieve patiënten reageert op een eerste antidepressieve behandeling, is er ruimte voor verbetering en noodzaak aan ontwikkeling van nieuwe medicatie. De recente glutamaathypothese toont aan dat glutamaat een primaire mediator is van majeure depressie en zodoende een potentieel interessant doelwit is voor antidepressieve therapie. Zeer recent nam ook de interesse voor gliale glutamaattransporters toe in de pathofysiologie van depressie, aangezien zij een belangrijke rol spelen in de abnormale extrasynaptische glutmaatconcentratie. Onderzoekshypothese: In dit project zullen we aantonen of systeem xc-, een antiporter die intracellair glutamaat uitwisselt voor extracellulair cystine en belangrijk is in verschillende hersenregio's, betrokken is in de mechanismen van depressie. Om deze hypothese te toetsen worden 3 werkpakketten opgesteld. Organisaties: • Farmaceutische Chemie, Analyse van Geneesmiddelen en Geneesmiddelenkennis • Farmaceutische Biotechnologie en Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Ann MASSIE • Ilse Julia SMOLDERS
Onderzoek naar de geografische verspreiding, de gastheer, de ziektelast, optimale diagnose en behandeling van Emmonsia hoerikwaggiana infecties. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel.
Organisaties: • Epidemiologie en sociale geneeskunde (ESOC)
Onderzoekers: • Robert Colebunders
Onderzoek naar de mogelijke associatie tussen toediening van het Pandemrix vaccin en Guillain-Barré syndrome (GBS). Universiteit Antwerpen Abstract: Onderzoek naar de mogelijke associatie tussen de toediening van het pandemrix vaccin en het Guillain-Barré syndroom en de studieopzet in de context van bestaande Belgische gegevensbanken om die mogelijke associatie te onderzoeken. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Philippe Beutels • Niel Hens
Onderzoek naar de moleculaire pathogenese van Chlamydophila psittaci Universiteit Gent Abstract: Het project wil meer inzicht verwerven in de bacteriële gastheercel interactie, met bijzondere aandacht voor de moleculaire pathogenese en herprogrammatie van de cel door de obligat intracellulaire bacterie. Hiervoor beschikken we over gekarakteriseerde stammen met gekende virulentieverschillen in vitro en in vivo. Organisaties: • Vakgroep Moleculaire biotechnologie
Onderzoekers: • Daisy Vanrompay
Onderzoek naar een nieuw medical device met gegarandeerde collectie van eerste fractie urine voor de detectie van humaan papilloma virus. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project heeft als doel een nieuw medisch 'device' te ontwikkelen om de detectie van sexueel overdraagbare infecties in urine te optimaliseren en standaardiseren. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Pierre Van Damme
Onderzoek naar het effect van leren interprofessioneel samenwerken in de gezondheidszorg. Universiteit Antwerpen Abstract: Ondanks de toenemende aandacht voor en noodzaak van interprofessioneel samenwerken in de gezondheidszorg, zijn er weinig onderzoeken die het effect ervan aantonen. Dit onderzoek heeft als hoofddoel het effect te meten van interprofessioneel samenwerken op de kwaliteit van zorg voor bewoners van woon- en zorgcentra. Het onderzoek is ingedeeld in vier grote delen. In het eerste deel wordt een beschrijving gegeven van wat interprofessioneel samenwerken betekent en hoe deze competentie wordt onderwezen in onderwijsmodules. Deze interprofessionele onderwijsmodules vormen tevens de basis van de interventiestudie voor dit doctoraatsproject. In het tweede deel wordt een systematische literatuurstudie uitgevoerd met als doel een zicht te krijgen op de uitkomsten van interprofessioneel samenwerken als interventie voor chronisch geriatrische zorg. Er wordt gezocht naar evidentie die al dan niet aantoont of leren interprofessioneel samenwerken een invloed heeft op de kwaliteit van zorg en hoe dit gemeten wordt. In het derde deel is het de bedoeling de bestaande zorg (regio Antwerpen) voor bewoners in woonzorgcentra (WZC's) te beschrijven. Met behulp van focusgroepen en diepte-interviews worden de ervaringen van professionals en bewoners in kaart gebracht. Zo krijgen wij een beter beeld over hoe de zorg 'interprofessioneel' georganiseerd wordt, en wat de huidige knelpunten zijn in samenwerken. In het vierde en laatste deel van dit project wordt een cluster gecontroleerde studie in de eerste lijn met één jaar follow-up uitgevoerd. Met deze experimentele studie wordt getracht het effect van interprofessioneel samenwerken als interventie op de kwaliteit van zorg voor bewoners in een WZC te meten. Deze studie meet op drie niveaus welke invloed 'leren interprofessioneel samenwerken' heeft. Er wordt een SWOT opgemaakt over de interprofessionele samenwerking in de interventiegroep op basis van de ervaringen van de deelnemende professionals. Daarnaast wordt geregistreerd welke veranderingen er al dan niet zijn sinds de implementatie van 'interprofessioneel samenwerken'. Op bewonersniveau worden een aantal indicatoren opgevolgd die door samenwerken beïnvloed zouden kunnen worden, bijvoorbeeld de valincidentie, de kwaliteit van leven, enz. Ook op woon- en zorgcentrum niveau wordt nagegaan welke invloed 'leren interprofessioneel samenwerken' kan hebben op bijvoorbeeld werkabsenteïsme, bijscholingen, enz. Met deze doctoraatstudie is het de bedoeling een beeld te krijgen over de invloed van 'leren interprofessioneel samenwerken' op de kwaliteit van zorg, uitgedrukt in een beperkt aantal uitkomstparameters en dit vergeleken met de bestaande zorg. Het kan helpen samenwerken, indien aangewezen, anders te organiseren en op te volgen. Organisaties: • Eerstelijns - en interdisciplinaire zorg Antwerpen (ELIZA)
Onderzoekers: • Herman Meulemans • Paul Van Royen
Onderzoek naar het huidige blootstellingsniveau aan zware metalen in de Noorderkempen. Universiteit Antwerpen Abstract: Onderzoek naar het huidige blootstellingsniveau aan zware metalen in de Noorderkempen. Organisaties: • Epidemiologie en sociale geneeskunde (ESOC)
Onderzoekers: • Joost Weyler
Onderzoek naar het werkingsmechanisme van nieuwe therapieën in de ziekte van Parkinson. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Onderzoek naar nieuwe behandelingsstrategieën voor de ziekte van Parkinson spitst zich tegenwoordig toe op farmaca die zowel de symptomen behandelen als neuroprotectief zijn. Gekende farmaca met neuroprotectieve eigenschappen of nieuwe molecules bekomen via samenwerking (IWT-SBO) worden na screening in vitro in vivo getest op hun vermogen om de neurodegeneratie van de dopaminerge neuronen te verminderen of te vertragen. Dit gebeurt eerst in het hemi-Parkinson rat model, daarna ook in genetische modellen. Wanneer neuroprotectie is
aangetoond wordt onderzocht via welk(e) mechanisme(n) dit gebeurt en of deze geneesmiddelen ook in staat zijn de dopaminetransmissie te beïnvloeden (antiparkinsonactiviteit). Tevens wordt in dit project neurofarmacologisch onderzoek verricht naar het werkingsmechanisme van DBS (Deep Brain Stimulation). Om het werkingsmechanisme van deze hoog frequente stimulatie op te helderen wordt de subthalamische kern (NST) met specifieke receptorliganden gestimuleerd en wordt met in vivo mecrodialyse de neurotransmittervrijstelling bepaald. Dit wordt uitgevoerd in normale en in dopamine deficiënte dieren. Hierdoor wordt de rol van deze kern in de controle van de motoriek beter in kaart gebracht. Daarna wordt de NST ook electrisch gestimuleerd en het effect bestudeerd op de neurotransmittervrijstelling in andere kernen van de basale ganglia. De resultaten van deze studies moeten ons ook een betere kennis geven van de rol van de NST in de controle van de motoriek, maar kunnen eveneens bijdragen tot de ontwikkeling van nieuwe relevante geneesmiddelen voor de ziekte van Parkinson. Organisaties: • Farmaceutische Chemie, Analyse van Geneesmiddelen en Geneesmiddelenkennis
Onderzoekers: • SOPHIE SARRE
onderzoek naar leeftijds management Universiteit Gent Abstract: De onderzoek doelstelling zijn: - definieer concreet leeftijd management - Identificeer de huidige praktijken van de HR-managers over het beheer van verouderen op het werk. Bestuderen hoe deze leeftijden management beïnvloedt in hun dagelijks leven en business management praktijken. - zorgen voor concrete en praktische adviezen aan corporate werkgevers en hun HRM om eerst uit te leggen wat leeftijd management is en het belang voor de uitvoering van dit management. En te tweede hen te helpen hun een reële leeftijd management te ontwikkelen Organisaties: • Vakgroep Maatschappelijke gezondheidkunde
Onderzoekers: • Lutgart Braeckman
Onderzoek naar Ontwikkeling v/e gebruiksvriendelijk informatiesysteem v/h chemisch risico in beroepsomgeving ikv Europees project "Risques chimiques" (N°23- DOCUP fédéral FSE) Vrije Universiteit Brussel Abstract: De doelstelling van dit project is het ontwikkelen van een beheersinstrument van het scheikundig risico ten behoeve van de preventieraadgevers, de administraties (bijvoorbeeld Tewerkstelling en Arbeid, Volksgezondheid), het Fonds voor Beroepsziekten en de organisaties die de sociale partners vertegenwoordigen. Ter aanvulling van de vaak zeer academische wetenschappelijke publicaties beoogt dit instrument het ter beschikking stellen van informatie, een toenaderingsweg en rechtstreeks nuttige en praktische aanbevelingen, die zeer snel toegankelijk zijn en regelmatig bijgehouden worden dankzij internet-technologie. Het instrument richt zich op het toxicologische aspect van de verplichtingen voorzien door de Codex over het Welzijn op het Werk die vrij dikwijls tot moeilijkheden leidt in de dagelijkse praktijk. In bepaalde gevallen (bijvoorbeeld de KMOs) bestaat de moeilijkheid eruit de informatie te vinden, in andere situaties zit het probleem in het sorteren van deze soms zeer omslachtige informatie, er de krijtlijnen uithalen, of nog, het verwoorden van praktische aanbevelingen voor de medische opvolging van blootgestelde werknemers. Tot op heden werden twee onafhankelijke instrumenten ontwikkeld, die elk een bijzonder aspect van het scheikundige risico dekt. Enerzijds een methodologische benadering van de evaluatie van het scheikundige risico verenigbaar met de preventiepolitiek in de schoot van de ondernemingen, KMO's inbegrepen (REGETOX: http://www.regetox.med.ulg.ac.be). Dit eerste lijn-instrument werd ontwikkeld aan de Universiteit van Luik. En daarnaast een evaluatie-instrument van het carcinogeen/mutageen risico (Carcinogenic Risk in Occupational Settings, CRIOS: http://www.crios.be) ontwikkeld aan de VUB, de KUL, de ULg, de RUG, en de UCL. Het huidige project is toegespitst op de potentiële complementariteit van deze twee initiatieven waarvan de promotoren de interactie in partnerschap met het FBZ wensen te promoveren. Organisaties: • Cellulaire Genetica
Onderzoekers: • MICHELINE VOLDERS
Onderzoek naar psychosociale aspecten in de zorg voor patiënten met kanker. Universiteit Hasselt Abstract: Dit doctoraatsonderzoek kadert in een ruimer geheel waarbij LSM het Oncologisch Studiecentrum Erika Thijs de opdracht gaf een transmuraal psychosociaal zorgpad te ontwikkelen voor patiënten met kanker. Dit academisch onderzoeksproject heeft tot doel een beter zicht te krijgen op de psychosociale aspecten van de zorg vanuit perspectief van de patiënt of zorggebruiker, om vervolgens wetenschappelijk onderbouwde inzichten en evidence based practices aan te reiken die de inbedding van psychosociale aspecten in de transmurale zorg voor kankerpatiënten zouden kunnen optimaliseren. Organisaties: • Health Care
Onderzoekers: • Johan HELLINGS
Onderzoek naar vaccinatietoestand bij darminvaginatie voorkomend tijdens het eerste levensjaar. Universiteit Antwerpen Abstract: Project om te onderzoeken of het mogelijk zou zijn om voor één belangrijke medische diagnose, namelijk darminvaginatie voorkomend tijdens het eerste levensjaar, de vaccinatietoestand te detecteren en dit op anonieme wijze om zo een appreciatie te kunnen maken van deze medische toestand na vaccincatie. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Philippe Beutels • Niel Hens
Onderzoeksgroep Alliantie UGent - VUB 'Lichamelijke opvoeding, fysieke activiteit en voeding'. VUB: Prof. Peter Clarys (voorzitter), UGent: Prof. Greet Cardon (co-voorzitter)- PANU Vrije Universiteit Brussel Abstract: De onderzoeksgroep zal zich richten op het meten en analyseren van fysieke activiteit en voeding, het bepalen van determinanten van fysieke activiteit en gezonde voeding, de promotie van fysieke activiteit en gezonde voeding en de kwaliteit van de les Lichamelijke Opvoeding.
Organisaties: • Biometrie en Biomechanica
Onderzoekers: • PETER CLARYS
Onderzoeksovereenkomst tussen Censtat en Vose Software in het kader van de IWT haalbaarheidsstudie O&O " Ontwikkeling van risicobeheersinstrumenten voor de bewaking van opduikende dierenziekten (RISKEMERG)" Universiteit Hasselt Abstract: Dit project heeft als doel de haalbaarheid van de ontwikkeling van stand-alone software tools voor risicobeheer van opduikende dierenziekten te schatten. De haalbaarheid wordt geschat voor twee, onafhankelijk maar complementaire, toepassingen: 1. reductie van het risico voor introductie van opduikende dierenziekten door toepassing van de HACCP prinicpes op bewakingssystemen 2. verbetering van de snelle detectie van opduikende dierenziekten door het gebruik van 'syndrome surveillance' methodologie. Het project zal een gefundeerd studievoorbeeld ontwikkelen om potentiële klanten te overtuigen en om vervolgens de bedrijfsactiviteiten van Vose Software in het gebied van dierengezondheidsrisicoanalyse te doen toenemen. Organisaties: • Centrum voor Statistiek • Centrum voor Statistiek
Onderzoekers: • Marc AERTS • Christel FAES • Herbert THIJS
Onderzoeksovereenkomst tussen Janssen Pharmaceutica en Universiteit Hasselt betreffende IWT O&O project Universiteit Hasselt Abstract: Ziekte van Alzheimer (AD) is een leeftijdsgebonden ziekte gekenmerkt door neurodegeneratie en andere symptomen. Gezien de overeenkomsten met andere vormen van dementie, AD is soms moeilijk te diagnosticeren in een vroeg stadium. Huidige diagnose van afbraak van hersencellen is sterk afhankelijk van Magnetic Resonance Imaging (MRI), die niet-invasief is in vergelijking met de operatief verkregen histologie gegevens. Metingen van MRI voor de hersenen bestaan meestal uit de diffusiviteit van watermoleculen in de hersenen. Bij gezonde hersencellen, de diffusiviteit van watermoleculen vertoont een Gaussische verdeling. Diffusion Tensor Imaging (DTI) maakt gebruik van dit aspect van de beoordeling van de diffusie gradiënt langs verschillende tensoren. Diffusion Kurtosis Imaging DKI kwantificeert de kurtosis als gevolg van niet-Gaussische diffusie in de hersenen. DKI heeft een kortere acquisitie tijd ten opzichte van DTI en verder omvat het de zes DTI maatregelen. Het doel van dit project is om de correlatie tussen DKI en histologie gegevens te schatten, met als doel te evalueren of DKI kan worden gebruikt als een surrogaat voor histologie. De gegevens zullen worden verzameld uit twee muizen genotypen -APP/PS1 (Active-groep) en wild type (WT-controle) met 2 maanden interval tussen de leeftijd van 2-8 maanden. De muizen worden opgeofferd op geregelde tijdstippen en verzamelen histologie gegevens. Voor elk dier zal daarom een langsprofiel voor DKI en een waarde voor histologie beschikbaar zijn. Gezamenlijke modellering van DKI en Histologie gegevens op elke leeftijd worden toegepast bij het bepalen of er een verband is tussen DKI en histologie van gegevens. Voorafgaand aan het laatste experiment, zal een simulatiestudie worden uitgevoerd om de geschikte steekproefgrootte te bepalen. Als dat lukt, is het de bedoeling dat DKI een goede diagnostische meting is voor de ziekte van Alzheimer als het kan non-invasief verkregen worden, met gemak en op jongere leeftijd. Organisaties: • Centrum voor Statistiek • Centrum voor Statistiek
Onderzoekers: • Geert MOLENBERGHS • Ziv SHKEDY
Onderzoeksproject inzake de opleiding en de specialisatie van de beroepsmensen uit de gezondheidssector in milieugeneeskunde en medische milieukunde. Universiteit Antwerpen Abstract: Uitwerking van een project betreffende de opleiding en de bewustmaking van de beroepsmensen uit de gezondheidszorgsector op het vlak van milieugeneeskunde en medische milieukunde. Organisaties: • Milieu en Samenleving (M&S)
Onderzoekers: • Greta Schoeters • Ilse Loots
Onderzoeksproject omtrent de oorzaken van de verschillen in werkverzuim wegens ziekte tussen de beide geslachten Universiteit Gent Abstract: In deze studie staat de verklaring centraal van de verschillen tussen de geslachten in werkverzuim wegens ziekte. Het onderzoek bestaat uit een schriftelijke bevraging van werknemers in deelnemende bedrijven of openbare diensten. Nadien wordt het werkverzuim opgevolgd gedurende één kalenderjaar. De steekproefomvang bedraagt 3300 personen tussen 30 en 55 jaar, waarvan de helft vrouwen en de helft mannen. Organisaties: • Vakgroep Maatschappelijke gezondheidkunde
Onderzoekers: • Gui De Backer
Ongelijkheden in de gezondheidssector: de rol van inkomen en het belang van een conceptueel raamkader. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project bestaat uit drie delen : 1) een longitudinale focus op de correlatie tussen socio-economische status en gezondheid: dynamica en causaliteit. 2) Econometrische modellering van de determinanten van het aantal contacten met verschillende types gezondheidszorg. 3) Conceptueel kader voor het meten van socio-economische ongelijkheden in de gezondheidssector: alternatieven en decomposities.
Organisaties: • Algemene economie
Onderzoekers: • Jacques Vanneste • Tom Van Ourti
Onthouden van vocht en/of voeding aan het levenseinde van ouderen in bejaardentehuizen in Vlaanderen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Advance care planning in rusthuizen in Vlaanderen. De focus van onderhavig project wordt verruimd naar het geheel van advance care planning (ACP) in rusthuizen in Vlaanderen. Er werd binnen dit project een pilootstudie opgezet om een aantal aspecten van het onderzoeksdesign uit te testen. Hieruit bleek dat beslissingen tot onthouding van vocht en/of voeding in rusthuizen meer en meer geïntegreerd worden in een ruimer comfortdossier van de patiënt, waarin ook informatie terug te vinden is over andere medische beslissingen rond het levenseinde betreffende de patiënt (zowel ACP als de effectief genomen zorg-beslissingen bij het optreden van het probleem). Gezien dit geheel niet los van elkaar kan worden bestudeerd, is het nodig dit ruimere kader te onderzoeken om een beter begrip te krijgen van onthouding van vocht en/of voeding. Een goede medische praktijk veronderstelt ACP. Op deze manier kan, indien de patiënt wilsonbekwaam wordt, toch nog zo veel als mogelijk gehandeld worden volgens diens wensen. In het buitenland verkrijgen patiënten bij wet (bv. 'Patient Self Determination Act' in de Verenigde Staten) steeds meer mogelijkheden om actief deel te nemen aan medische besluitvorming. Diverse studies toonden daar aan dat slechts voor een minderheid van de nursing homebewoners ACP-documentatie is terug te vinden in de patiëntendossiers. In Vlaanderen kan in dit kader enkel beroep gedaan worden op de wet betreffende de rechten van de patiënt en recent ook op de Code van Geneeskundige Plichtenleer. Tot op heden werd nog niet onderzocht of en voor hoeveel rusthuisbewoners ACP wordt gedocumenteerd in Vlaanderen, hoeveel rusthuizen momenteel reeds een schriftelijk beleid hebben geformuleerd met betrekking tot ACP en welke vormen dit aanneemt. Bovendien is nog steeds onbekend in welke mate het bestaan van een dergelijk beleid en de beschikbaarheid van palliatieve zorg in het rusthuis een invloed heeft op het omgaan met patiënten aan het levenseinde (bv aantal transfers, plaats van overlijden, ACP-documentatie per patiënt). De huidige studie wil hierop antwoorden geven. Organisaties: • Zorg rond het levenseinde
Onderzoekers: • JOHAN BILSEN • Cindy DE GENDT • LUC DELIENS
Ontrafelen van de rol van systeem xc- in epileptogenese Vrije Universiteit Brussel Abstract: studie naar de rol van systeem xc- in epileptogenese. Organisaties: • Farmaceutische Chemie, Analyse van Geneesmiddelen en Geneesmiddelenkennis • Farmaceutische Biotechnologie en Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Ann MASSIE • Ilse Julia SMOLDERS
Ontvangst Yana Chekalarova van 10 tot 21 december 2012: Study of the role of the angiotensin modulatory system in the mechanisms linking epileptic seizures to hypertension () Vrije Universiteit Brussel Abstract: studie van de rol van de angiotensine modulerend systeem in de mechanismen die epileptische aanvallen koppelen aan hypertensie Organisaties: • Farmaceutische Chemie, Analyse van Geneesmiddelen en Geneesmiddelenkennis
Onderzoekers: • Ilse Julia SMOLDERS
Ontwerp van een geïntegreerde leeromgeving voor het verwerven van competenties in de ontwikkelingsevaluatie van jonge kinderen. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Jeugdgezondh
Onderzoekers: • Karel Hoppenbrouwers
Ontwikkelen en optimaliseren van stochastische individu-gebaseerde simulatiemodellen door middel van parallelle multicore rekentechnieken. Universiteit Antwerpen Abstract: In de studie van de epidemiologie van infectieziektes, is men sterk geïnteresseerd in het voorspellen van de evolutie van nieuw opkomende pathogenen of om de effecten van doelgerichte of universele interventieprogramma's op de verspreiding van infectieziektes in humane populaties in kaart te brengen. Voor vele van deze onderzoeksvragen, zoals in de initiële fase van een pandemie, zijn "toeval" ("stochasticiteit") en heterogeniteit in risico's sleuteldeterminanten voor het al dan niet verder verspreiden van een infectie, of het al dan niet effectief en kosten-effectief zijn van interventies om dit te vertragen of te verhinderen. Daarom vormen stochastische individu-gebaseerde simulatiemodellen een waardevol alternatief voor de tot nu toe veelgebruikte deterministische compartimentele modellen. Gezien de computationele complexiteit van individugebaseerde simulatiemodellen in grote populaties moeten efficiënte programmeertechnieken ontwikkeld en toegepast worden teneinde onzekerheidsanalyses en zinvolle calibratieprocedures mogelijk te maken. We stellen in dit onderzoeksproject vier centrale multidisciplinaire onderzoeksvragen: (1) wat is de computationeel meest efficiënte manier om een nieuwe opkomende infectieziekte-epidemie te modelleren? (2) wat is de meest efficiënte manier om onzekerheidsanalyses en calibratie-procedures uit te voeren in een stochastisch individu-gebaseerd model voor pandemische griep? (3) Wat zijn de hoofdfactoren die de verspreiding van pandemische griep in Vlaanderen beïnvloeden? (4) Gegeven sleuteleigenschappen van pandemische griep (scenarios gedefinieerd in relatie tot het basisreproductiegetal, het serieel interval en de morbiditeit en mortaliteit in verscheidene subgroepen in de populatie), welke preventie en controle maatregelen zijn het meest effectief en kosten-effectief om
de verspreiding ervan in Vlaanderen te temperen? Het ontwikkelde simulatiemodel zal initieel gebruikt worden voor Vlaanderen maar onze beoogde generisch ge-optimaliseerde programmatie is cruciaal voor een efficiënte toepassing op andere regios in de wereld, en op andere opkomende pathogenen. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Jan Broeckhove • Philippe Beutels • Niel Hens
Ontwikkeling en evaluatie van een interventie om een actieve levensstijl te promoten bij recent gepensioneerde volwassenen Universiteit Gent Abstract: In dit project zal een interventie ontwikkeld, geïmplementeerd en geëvalueerd worden om bij recent gepensioneerde volwassenen een actieve levensstijl te promoten. Na het bepalen van de kritische determinanten van deze gedragingen aan de hand van focugroepen en een observationele studie, zal een multidimensionele interventie ontwikkeld en geïmplementeerd worden. Korte (3 maanden) en lange (12 maanden) termijn effecten van de interventie zullen worden onderzocht. Organisaties: • Vakgroep Bewegings- en sportwetenschappen
Onderzoekers: • Ilse De Bourdeaudhuij
Ontwikkeling en evaluatie van nucleïnezuur amplificatie methodes voor de detectie van respiratoire pathogene organismen in community acquired pneumonie. (NAACAP) Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project zal resulteren in een aantal snelle 'real time' multiplex nucleïnezuur amplificatie testen (NZAT) die het gehele spectrum verwekkers van atypische pneumonie beslaan, en in algoritmes voor hun toepassing. Elk van de 4 partners zal in nauwe samenwerking met de anderen een deel van de noodzakelijke testen ontwikkelen. De combinatie hiervan zal resulteren in NASBA (RNA doelwit) en PCR (DNA doelwit) multiplex testen. De deelname van een industriële partner is van cruciaal belang om technische problemen op te lossen. De testen zullen onderling gevalideerd worden door gebruik te maken van proficiency panels. De ontwikkelde testen zullen klinisch gevalideerd worden door ze toe te passen op een significant aantal goed gedocumenteerde respiratoire monsters die door 3 partners verzameld worden. De analyse van de resultaten zal toelaten om algoritmes te ontwikkelen en toe te passen omde etiologische diagnose van CAP te stellen. Het doel van dit project is de ontwikkeling en standaardisatie van moleculaire testen met 'real time' detectie door gebruik te maken van moleculaire beacons voor de etiologische agentia verantwoordelijk voor dit syndroom en de optimalisatie van de diagnostische bruikbaarheid door de individuele testen te combineren in een multiplex vorm doordat de traditionele benadering voor de diagnose van community acquired pneumonie traag, ongevoelig en omslachtig is. De gebundelde krachten van de 4 labo's, met elk zijn eigen ervaring en competentie met betrekking tot de verschillende aspecten van het probleem, staan garant om de gestelde objectieven te verwezenlijken. De implementatie van de ontwikkelde testen moet resulteren in een verbeterde gezondheidszorg door zowel een snellere diagnostiek en een correcte identificatie van een breed spectrum etiologische verwekkers verantwoordelijk voor community acquired pneumonie als een beter afgestemd gebruik van antimicrobiële middelen resulterend in een verminderde antibiotica druk en in een verminderde antibioticum resistentie Organisaties: • Medische microbiologie • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Margareta Ieven • Herman Goossens
Ontwikkeling en toepassing van statistische methodologie voor de analyse van het fenomeen van multi-drug resistentie in de EU: demonstratie van analytische benaderingen met behulp van antimicrobiële resistentie-isolaat gebaseerde data. Universiteit Hasselt Abstract: MDR wordt beschouwd als een belangrijk probleem voor de volksgezondheid. Het is belangrijk dat EFSA een evidence-based evaluatie kan verschaffen van de rol van de voedselproductie in de opkomst en verspreiding van meerdere drug resistant micro-organismen. Verder analytisch en methodologisch voorbereidend werk wordt verricht op de beschikbare 2010-2013 isolate-based gegevens met het oog op een meer diepgaande analyse van MDR, met name om associaties te onderzoeken tussen weerstandseigenschappen en voor het uitvoeren van tracerende analyses van de geografische en temporele verspreiding van MDR. Dit project biedt geschikte analyse methoden om deze vragen te beantwoorden en kan domeinen identificeren voor het verbeteren van bewakingssystemen. Organisaties: • Centrum voor Statistiek • Centrum voor Statistiek
Onderzoekers: • Marc AERTS • Christel FAES • Chellafe ENSOY • Stijn JASPERS • Tapiwa GANYANI
Ontwikkeling, implementatie en evaluatie van een beslissingshulp voor vroegtijdige opsporing van prostaatkanker in Vlaanderen KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Acad. Centr. voor Huisartsgeneeskunde
Onderzoekers: • Chantal Van Audenhove • Hendrik Van Poppel • Annelies Engelen
Ontwikkelingsstoornis/Leerstoornissen Universiteit Gent
Abstract: Deze associatieonderzoeksgroep wil translationeel onderzoek doen vanuit interdisciplinair perspectief. Het betreft onderzoek naar 1. comorbiditeit van dyscalculie, dyslexie, DCD en ADHD in vlaanderen, 2. prodomen van leerstoornissen op jonge leeftijd, 3. kenmerken en diagnostiek van leerstoornissen op volwassen leeftijd, 4. en naar de impact, sterke en zwakke punten van personen met leerstoornissen Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Anne Desoete
Ontwikkeling van diagnostica en innovatieve bestrijdingsmiddelen voor Chlamydiaceae infecties in de Belgische varkenssector Universiteit Gent Abstract: Varkens worden geïnfecteerd door Chlamydia psittaci, Chlamydia pecorum, Chlamydia abortus en Chlamydia suis. Deze bacteriën veroorzaken uiteenlopende ziektebeelden waaronder reproductie stoornissen. Deze infecties veroorzaken aanzienlijk economische verliezen in de varkenssector. Dit project richt zich op de ontwikkeling van nieuwe diagnostica en innovatieve bestrijdingsmiddelen voor Chlmaydia suis infecties in de Belgische varkenssector. Organisaties: • Vakgroep Virologie, parasitologie en immunologie
Onderzoekers: • Daisy Vanrompay
Ontwikkeling van diagnostica en innovatieve bestrijdingsmiddelen voor Chlamydiaceae infecties in de Belgische varkenssector Universiteit Gent Abstract: Varkens worden geïnfecteerd door Chlamydia psittaci, Chlamydia pecorum, Chlamydia abortus en Chlamydia suis. Deze bacteriën veroorzaken uiteenlopende ziektebeelden waaronder reproductie stoornissen. Deze infecties veroorzaken aanzienlijk economische verliezen in de varkenssector. Dit project richt zich op de ontwikkeling van nieuwe diagnostica en innovatieve bestrijdingsmiddelen voor Chlmaydia suis infecties in de Belgische varkenssector. Organisaties: • Vakgroep Moleculaire biotechnologie
Onderzoekers: • Eric Cox • Daisy Vanrompay
Ontwikkeling van diagnostica en innovatieve bestrijdingsmiddelen voor Chlamydiaceae infecties in de Belgische varkenssector Universiteit Gent Abstract: Varkens worden geïnfecteerd door Chlamydia psittaci, Chlamydia pecorum, Chlamydia abortus en Chlamydia suis. Deze bacteriën veroorzaken uiteenlopende ziektebeelden waaronder reproductie stoornissen. Deze infecties veroorzaken aanzienlijk economische verliezen in de varkenssector. Dit project richt zich op de ontwikkeling van nieuwe diagnostica en innovatieve bestrijdingsmiddelen voor Chlmaydia suis infecties in de Belgische varkenssector. Organisaties: • Vakgroep Moleculaire biotechnologie
Onderzoekers: • Daisy Vanrompay
Ontwikkeling van een gebruiksvriendelijk informatiesysteem van het chemisch risico in beroepsomgeving. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De doelstelling van dit project is het ontwikkelen van een beheersinstrument van het scheikundig risico ten behoeve van de preventieraadgevers, de administraties (bijvoorbeeld Tewerkstelling en Arbeid, Volksgezondheid), het Fonds voor Beroepsziekten en de organisaties die de sociale partners vertegenwoordigen. Ter aanvulling van de vaak zeer academische wetenschappelijke publicaties beoogt dit instrument het ter beschikking stellen van informatie, een toenaderingsweg en rechtstreeks nuttige en praktische aanbevelingen, die zeer snel toegankelijk zijn en regelmatig bijgehouden worden dankzij internet-technologie. Het instrument richt zich op het toxicologische aspect van de verplichtingen voorzien door de Codex over het Welzijn op het Werk die vrij dikwijls tot moeilijkheden leidt in de dagelijkse praktijk. In bepaalde gevallen (bijvoorbeeld de KMOs) bestaat de moeilijkheid eruit de informatie te vinden, in andere situaties zit het probleem in het sorteren van deze soms zeer omslachtige informatie, er de krijtlijnen uithalen, of nog, het verwoorden van praktische aanbevelingen voor de medische opvolging van blootgestelde werknemers. Tot op heden werden twee onafhankelijke instrumenten ontwikkeld, die elk een bijzonder aspect van het scheikundige risico dekt. Enerzijds een methodologische benadering van de evaluatie van het scheikundige risico verenigbaar met de preventiepolitiek in de schoot van de ondernemingen, KMO's inbegrepen (REGETOX: http://www.regetox.med.ulg.ac.be). Dit eerste lijn-instrument werd ontwikkeld aan de Universiteit van Luik. En daarnaast een evaluatie-instrument van het carcinogeen/mutageen risico (Carcinogenic Risk in Occupational Settings, CRIOS: http://www.crios.be) ontwikkeld aan de VUB, de KUL, de ULg, de RUG, en de UCL. Het huidige project is toegespitst op de potentiële complementariteit van deze twee initiatieven waarvan de promotoren de interactie in partnerschap met het FBZ wensen te promoveren. Organisaties: • Cellulaire Genetica
Onderzoekers: • MICHELINE VOLDERS
Ontwikkeling van een geïntegreerde tool ter ondersteuning van de diëtistenpraktijk Hogeschool Gent Abstract: Dit onderzoeksproject situeert zich in het domein van de relatie voeding en gezondheid. De wetenschappelijke kennis over deze relatie neemt op dit ogenblik in zeer snel tempo toe.Het onderzoek heeft als finaliteit de positie van de diëtist(e)/voedingsdeskundige in zijn/haar hoedanigheid van verstrekker van voedingsadvies en voedingsvoorschriften op maat van de individuele patiënt of cliënt, uit te breiden en te verstevigen. Het is de bedoeling dit te realiseren via de ontwikkeling van een geïntegreerd instrument dat alle relevante dimensies van een goede dieetkundige praktijk op een gebruiksvriendelijke manier verenigt, dat aangepast is aan de huidige stand van de wetenschappelijke kennis en bovendien de noodzakelijke flexibiliteit vertoont ten aanzien van een snel veranderend en uitbreidend dieetkundig arsenaal. Het globale doel van het project is de ontwikkeling en evaluatie van een conceptueel kader voor een optimale geïntegreerde voedingsbegeleiding en dieetkundige behandeling van de patiënt/cliënt, conform de meest recente op voldoende evidentie gebaseerde wetenschappelijke inzichten en rekening houdende met alle relevante randgegevens van de patiënt/cliënt die nodig zijn voor een holistische benadering van de specifieke voorliggende gezondheidsproblematiek. Een bijkomende doelstelling is de uitvoering van een functionele analyse ter voorbereiding op de ontwikkeling van een
software pakket dat de verschillende dimensies van een dergelijk conceptueel kader op een eenvoudige en gebruiksvriendelijke wijze kan integreren en ter beschikking kan stellen als een interactief medium van de diëtist(e)/voedingsdeskundige in zijn/haar dagelijkse praktijkomgeving en voor de studenten gedurende de opleiding. Organisaties: • Departement Toegepaste Ingenieurswetenschappen • Departement Gezondheidszorg Vesalius • Vakgroep Informatica • Vakgroep Voeding en Diëtetiek
Onderzoekers: • Stefaan De Henauw • Veerle Ongenae • Willem De Keyzer • Mia Verschraegen • Nele Callewaert
ontwikkeling van een methodiek ter vermindering van sedentair gedrag in de werkomgeving Universiteit Gent Abstract: Het doel van het project is het ontwikkelen van een interventie die de totale hoeveelheid zitten en langdurige periodes van ononderbroken zitten bij werknemers en bedrijfsleiders van Vlaamse bedrijven vermindert. Er wordt getracht het zitten te vervangen door activiteiten van lage intensiteit (staan, wandelen). De interventie wordt geëvalueerd aan de hand van objectieve meetinstrumenten (ActivPALs) en vragenlijsten. Organisaties: • Vakgroep Bewegings- en sportwetenschappen
Onderzoekers: • Ilse De Bourdeaudhuij
Ontwikkeling van een methodologie voor de kwantitatieve beoordeling van zoönotische risico's in België toegepast op het model Salmonella bij varkens Universiteit Gent Abstract: Het project beoogt een robuust systeem te ontwikkelen voor de kwantitatieve beoordeling voor zoönosen in de voedselketen. Het systeem zal ontwikkeld worden aan de hand van de problematiek omtrent salmonellose in de varkenssector en met Belgische of voor België relevante gegevens. Het project zal onder andere gebruik maken van reeds beschreven methoden voor kwantitatieve risico-evaluatie om het systeem op te bouwen. Organisaties: • Vakgroep Veterinaire volksgezondheid en voedselveiligheid • Vakgroep Duurzame Organische Chemie en Technologie
Onderzoekers: • Lieven De Zutter • Dominick Maes
Ontwikkeling van een module voor de immunologische basis voor de immunisatieserie over hepatitis B Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een dienstverleningsopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds the World Health Organization (WHO). UA levert aan World Health Organization (WHO) de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Pierre Van Damme
Ontwikkeling van een platform voor het inschatten van het potentieel pandemisch risico van welbepaalde influenzavirussen (FLURISK) Universiteit Gent Abstract: Het FLURISK project heeft als doel een platform te ontwikkelen dat kan helpen om het risico in te schatten van welbepaalde influenzavirussen om de species barrière te doorbreken van dier naar mens en infectie bij mensen te veroorzaken. Het platform kan echter niet voorspellen wat het volgende pandemisch virus zal worden. Organisaties: • Vakgroep Virologie, parasitologie en immunologie
Onderzoekers: • Kristien Van Reeth
Ontwikkeling van een recombinant vaccin voor Chlamydophila psittaci Universiteit Gent Abstract: De doelstelling van het project is de ontwikkeling van een recombinant vaccin voor de obligaat intracellulaire bacterie C. psittaci. Organisaties: • Vakgroep Moleculaire biotechnologie
Onderzoekers: • Daisy Vanrompay
Ontwikkeling van interventiestrategieën om fysieke activiteit te verhogen en sedentair gedrag te verminderen bij secundaire schoolmeisjes met behulp van gezondheidsonderzoek in groep. Universiteit Gent Abstract: Aangezien secundaire schoolmeisjes vele uren sedentair en weinig fysiek actief zijn, is een interventie belangrijk in deze doelgroep. De interventie zal vertrekken vanuit het concept ?participatory health research? door actief de doelgroep te betrekken in het ganse onderzoeksproces. Het uiteindelijke doel is om een prototype te voorzien met de belangrijkste interventiestrategieën om gedrag te veranderen bij de secundaire schoolmeisjes. Organisaties: • Vakgroep Bewegings- en sportwetenschappen
Onderzoekers: • Ilse De Bourdeaudhuij
Ontwikkeling van moleculaire diagnostische mogelijkheden voor het beheer van multiresistente tuberculose Zuid-Kivu Universiteit Gent Abstract: Er zijn geen gegevens gekend wat betreft de prevalentie en incidentie van multidrug resistente tuberculose in het oosten van de Democratische Republiek Congo, die noodzakelijk zijn voor de ontwikkeling en uitvoering van een nationaal programma ter bestrijding van de epidemie. Via dit project worden diagnostische vaardigheden ontwikkeld om een opvolging in Noord-en Zuid-Kivu te starten, middels geavanceeerde moleculaire biologie (PCR). Organisaties: • Vakgroep Inwendige ziekten
Onderzoekers: • Dirk Vogelaers • Steven Callens
Ontwikkeling van nieuwe semi-parametrische mengmodellen voor interval gecensureerde data: mathematische eigenschappen, gedrag voor eindige steekproeven, vergelijkende studie, met toepassingen in het domein van antimicrobiële resistentie Universiteit Hasselt Abstract: Antimicrobiële resistentie heeft zich de laatste jaren gemanifesteerd als een van de meest belangrijke gevaren voor de publieke gezondheid. Vandaar is het heel belangrijk om het mogelijke toenemen van resistente bacteriën op te volgen, te bestuderen en te monitoren. Om dit te bereiken dienen we de zogenaamde minimale remmende concentraties (MIC) te analyseren. MIC is gedefinieerd als de kleinste concentratie van een antimicrobiële substantie die de visuele groei van een micro-organisme zal tegenhouden. Hoewel de analyse van deze data zeer belangrijk is, zijn de mathematische ontwikkelingen in het domein van antimicrobiële resistentie (AMR) vrij gelimiteerd aangezien de meeste aandacht gaat naar het verzamelen van gegevens in plaats van naar de analyse. Een typische analyse van MIC data begint met het dichotomiseren van data gebruik makend van een epidemiologische cut-off waarde (ECOFF), waarna methoden voor binaire data kunnen worden toegepast. De analyse van MIC data op de binaire schaal heeft echter enkele nadelen, waaronder het feit dat een trend boven de ECOFF niet geobserveerd kan worden. Het wordt daarom aangeraden om de MIC distributie op de continue schaal te bestuderen. Mengmodellen hebben de laatste jaren steeds meer aandacht gekregen en zijn daardoor vrij standaard en erg populair geworden. Een van de grootste sterktes van deze modellen is dat ze een natuurlijk kader vormen voor het modelleren van heterogene populaties, die we ook terugvinden bij AMR gegevens. Het overkoepelende doel van dit project is het ontwikkelen van nieuwe mengmodellen voor AMR gegevens, op de continue schaal, en het bestuderen van de mathematische eigenschappen ervan. Bij de ontwikkeling van de modellen zullen extra moeilijkheden in rekening gebracht worden alsook het modelleren van het effect van covariaten en tijdstrends. Meer specifiek zullen we focussen op i) het ontwikkelen en bestuderen van nieuwe hiërarchische mengmodellen, ii) de studie van de uitbreiding naar gecensureerde data en iii) de studie van de uitbreiding naar het modelleren van tijdstrends binnen de verschillende componenten van het hiërarchische model. De objectieven i)-iii) omvatten onder meer de studie van mathematische eigenschappen, de studie van eindige steekproeven door middel van simulaties, de implementatie van nieuwe software en het toepassen op gegeven. De uiteindelijke schatters zullen een goed hulpmiddel zijn voor het monitoren van antimicrobiële resistentie. Organisaties: • Centrum voor Statistiek • Centrum voor Statistiek
Onderzoekers: • Marc AERTS • Geert VERBEKE
Onzekerheid in ruimtelijke gezondheidsanalyse als gevolg van onvolledigheid en aggregatie effecten Universiteit Hasselt Abstract: In dit project zullen nieuwe methodes ontwikkeld worden voor het modelleren en analyseren van small area gezondheidsgegevens afkomstig van verschillende aggregatie niveaus. In het bijzonder zijn we geïnteresseerd in het vermogen van verschillende aggregatie-niveaus om bij te dragen aan niet-geobserveerde effecten op andere niveaus. Een voorbeeld van dit is waar mensen worden ondervraagd in sommige regio's, maar in andere niet. In die situatie zal op regio-niveau gevolgtrekking redelijkerwijs worden gemaakt voor de regio's met de aanwezige individuen, maar we wensen ook gevolgtrekkingen te maken over gebieden waar geen personen ondervraagd werden. Dit is een vorm van ontbrekende gegevens probleem met aggregatie. Organisaties: • Centrum voor Statistiek • Centrum voor Statistiek
Onderzoekers: • Christel FAES
Opbouw van een HPV referentiecentrum en uitbouw van een HPV onderzoeksnetwerk in Afrika. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds VLIR. UA levert aan VLIR de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Laboratorium voor celbiologie en histologie
Onderzoekers: • Johannes Bogers
Opbouw van vaccinologie-expertise in Zuidoost-Azië. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds VLIR. UA levert aan VLIR de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Epidemiologie en sociale geneeskunde (ESOC)
Onderzoekers: • Joost Weyler • Carine Dochez
Operationele implementering en kwaliteitsbewaking van het Vlaams Bevolkingsonderzoek naar Borstkanker. Universiteit Gent Abstract: CPVOK (Centrum voor de Preventie en Vroegtijdige Opsporing van Kanker) zorgt, als één van de vijf Afdelingen van het Centrum voor Kankeropsporing, mee voor de implementering en kwaliteitsbewaking van het Vlaams Bevolkingsonderzoek naar Borstkanker. Dit
screeningsprogramma wordt aangeboden aan vrouwen behorende tot de doelgroep (50-69 jaar) via de bestaande infrastructuur van erkende mammografische diensten. Organisaties: • Vakgroep Maatschappelijke gezondheidkunde
Onderzoekers: • Koen Van Herck
Opleiding huisartsen in opleiding: criteria voor kwaliteit. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project, dat een onderdeel is van een groter project, werken we aan twee vragen. Wat is de stand van zaken met betrekking tot de kwaliteit van de opleidingsplaatsen tot medisch specialist in Belgie. Hiertoe wordt een documentanalyse uitgevoerd van de werkzaamheden van de erkenningscommissies in Wallonie en Vlaanderen. Wat is in het kader van de opleiding tot medisch specialist en huisarts bekend over de kwaliteit van de opleidingsplaatsen en de stagebegeleiders. Hiertoe wordt een systematisch literatuuronderzoek uitgevoerd. Organisaties: • Eerstelijns - en interdisciplinaire zorg Antwerpen (ELIZA)
Onderzoekers: • Roy Remmen • Paul Van Royen
Opportuniteiten bij de opwaardering van de financiering van gezondheid en vaccinatie in de Democratische Republiek Congo. Universiteit Antwerpen Abstract: Opportuniteiten bij de opwaardering van de financiering van gezondheid en vaccinatie in de Democratische Republiek Congo. Organisaties: • Impact van globalisatie
Onderzoekers: • Danny Cassimon
Oprichting van een klinische onderzoekseenheid aan UNIKIN, Democratische Republiek Congo. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds VLIR. UA levert aan VLIR de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Epidemiologie en sociale geneeskunde (ESOC)
Onderzoekers: • Marc van Sprundel
Opstellen van veiligheidsdossiers van cosmetische producten volgens de voorschriften v/d gangbare Europese Cosmetische Wetgeving en bijkomende wetenschappelijke rapporten op aanvraag van de opdrachtgever. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Opstellen van veiligheidsdossiers van cosmetische producten volgens de voorschriften van de gangbare Europese Cosmetische Wetgeving en bijkomende wetenschappelijke rapporten op aanvraag van de opdrachtgever (Schreuder Research Bv). Organisaties: • Toxicologie, Dermato-cosmetologie en Farmacognosie
Onderzoekers: • MARLEEN PAUWELS • VERA ROGIERS
Opstellen van veiligheids-en efficiëntiedossiers van cosmetische producten volgens de voorschriften van de gangbare Europese Cosmetische Wetgeving. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Opstellen van veiligheids-en efficiëntiedossiers van cosmetische producten volgens de voorschriften van de gangsbare Europese Cosmetische Wetgeving voor de firma Soprodal NV. Organisaties: • Toxicologie, Dermato-cosmetologie en Farmacognosie
Onderzoekers: • MARLEEN PAUWELS • VERA ROGIERS
Opstellen van veiligheids- en efficiëntiedossiers van de cosmetische producten BIODERMAL. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Opstellen van veiligheids- en efficiëntiedossiers van de cosmetische producten BIODERMAL en aanpassen volgens de voorschriften van de Europese Cosmetische Wetgeving Organisaties: • Toxicologie, Dermato-cosmetologie en Farmacognosie
Onderzoekers: • MARLEEN PAUWELS • VERA ROGIERS
Overeenkomst betreffende de financiering van de ondersteuningsactiviteiten in het kader van het federale meerjarenprogramma "coördinatie van de kwaliteit en de patiëntveiligheid" Universiteit Hasselt Abstract: In de context van het tweede meerjarig programma (2013-2017) engageert de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu (FOD VVVL) zich in het ondersteunen van ziekenhuizen bij de uitvoering van de jaarlijkse contracten 'coördinatie kwaliteit en patiëntveiligheid' door het aanbieden van een reeks van opleidingen. Het opleidingsprogramma wordt uitgewerkt in samenwerking met FOD VVVL en 8 expertisecentra: 5 universiteiten en 3 'écoles de santé publique'. Elk van deze centra heeft specifieke activiteiten ontwikkeld, gelieerd aan de
specifieke en de generieke thema's uit het tweede meerjarig programma (www.patient-safety.be). Deze ondersteunende activiteiten zullen de instellingen (ziekenhuizen) in staat stellen om de thema's uit het tweede meerjarig programma (20132017) beter te begrijpen. Bovendien willen we een synergetisch effect creëren tussen de vereisten van de jaarlijkse contracten en de interne initiatieven voor kwaliteitsverbetering en accreditering. Het is de bedoeling dat deze ondersteunende activiteiten verder ontwikkeld en aangeboden worden om ervoor te zorgen dat de doelstellingen van de FOD Volksgezondheid (criteria) stapsgewijs en procesmatig (PDCA) worden bereikt. De UHasselt zal in dit kader opleidingen aanbieden rond het thema veiligheidscultuur in de ziekenhuizen. Eveneens werkt de UHasselt in samenwerking met de KULeuven een opleidingsprogramma uit voor de ziekenhuizen rond (clinical) leadership. De gebruikte pedagogische middelen zijn divers: seminaries, opleidingsdagen met oefeningen, discussie, goede praktijkvoorbeelden uit binnen- en buitenland, toolkits, 'learning community', 'e-learning', ... Organisaties: • Health Care
Onderzoekers: • Annemie VLAYEN
Overeenkomst tussen UHasselt en Maastro Clinic in het kader van het doctoraat van Pascale Simons met titel " Effecten van een Lean Management Interventie op Patiëntveiligheid en Organisatorische Indicatoren in de Gezondheidszorg: een effectanalyse " Universiteit Hasselt Abstract: De gezondheidszorg wordt steeds duurder vanwege een groeiende zorgvraag. De verwachtingen van de patiënt worden steeds groter en kwaliteit en patiëntveiligheid zijn een vanzelfsprekendheid geworden. De combinatie van deze factoren enerzijds, en een afname aan personeelsaanbod in de toekomst anderzijds, eisen een andere aanpak in de zorg. Hierdoor wordt de lean management filosofie, die kwaliteit en efficiëntie tegelijkertijd nastreeft in steeds meer gezondheidszorgorganisaties toegepast. Lean Management is een filosofie die van oorsprong in de auto industrie is toegepast, met als bekendste voorbeeld Toyota. Het doel is om ultieme kwaliteit en veiligheid voor de patiënt te leveren tegen de laagste kosten met tevreden medewerkers. De filosofie streeft naar continue verbetering door het oplossend vermogen van alle medewerkers in de organisatie te laten groeien1. Tot op heden worden dergelijke bedrijfsstrategieën geëvalueerd enkel op bedrijfsresultaten. Echter kan verondersteld worden dat deze strategieën op meerdere gebieden effecten vertonen. Zodoende wordt waarschijnlijk geen realistisch beeld geschetst van de effecten en worden verschillende strategieën niet gedegen tegen elkaar afgewogen. Lean heeft zich in de auto-industrie bewezen als een effectieve strategie. De gezondheidszorg kan waarschijnlijk ook zijn voordelen doen met deze bedrijfsfilosofie 2-4. Er zijn echter nog weinig wetenschappelijke studies die de effecten van lean interventies gedegen weergeven. Het doel van dit project is om de effecten van lean management weer te geven gebruik makend van een uitgebreider model van te verwachten effecten, voornamelijk op het vlak van patiëntveiligheid en medewerkertevredenheid. Organisaties: • Economie & gezondheidszorg • Economie en beleidsmanagement
Onderzoekers: • Pascale SIMONS • Dominique VANDIJCK
Overheidsopdracht voor economische en sociaalrelevante diensten, studies en onderzoeken gerelateerd aan nachtelijke verzorging van kwetsbare ouderen die thuiswonen in de regio van het Brussel Hoofstedelijk Gewest Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de opdrachtgever. UA levert aan de opdrachtgever de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Eerstelijns - en interdisciplinaire zorg Antwerpen (ELIZA)
Onderzoekers: • Roy Remmen • Sibyl Anthierens
PACE: Comparing the effectiveness of palliative care for elderly people in long term care facilities in Europe Vrije Universiteit Brussel Abstract: Aging populations, rising costs and sustainable delivery of high-quality care are increasingly common concerns in all EU countries. PACE aims to perform comparative effectiveness research concerning palliative care in long-term care facilities (LTCFs) in Europe. While a growing number of older people will require palliative care in institutionalized settings, palliative care has only recently begun to be developed in LTCFs and effectiveness research hardly exists. PACE aims to compare, in six EU countries (BE, UK, IT, FI, PL, NL) (1) the effectiveness of health care systems with and without formal palliative care structures in LTCFs on patient and family outcomes -quality of dying, quality of life- quality of palliative care and cost-effectiveness, by performing a representative cross-sectional study in 48 LTCFs per country to include at least 1,152 deceased residents (2) the impact of the UK palliative care health service intervention Route to Success on patient outcomes, family and staff in LTCFs, by performing a controlled cluster trial across the six countries, randomly allocating 24 LTCFs to intervention and 24 to control. The PACE consortium brings together leading academic partners from multiple disciplines with EU organizations/networks actively tapping into the most important professional groups and policy-makers in the field, making it possible to influence research, practice, policy and public at national and international level in and beyond participating PACE countries. PACE will help to achieve the objectives of the European 2020 Strategy, specifically the European Innovation Partnership on Healthy and Active Aging. Based on its study results, PACE will develop tools to assist practitioners and policy and decision-makers to make evidence-based decisions regarding best palliative care practices in LTCFs. This will ultimately lead to optimizing the delivery of palliative care to the large proportion of EU citizens living and dying in old age. Organisaties: • Huisartsen en zorg rond het levenseinde
Onderzoekers: • Lieve VAN DEN BLOCK
Parameterschatting en real-time voorspelling van Dengue uitbraken met behulp van het gemiddelde model
Universiteit Hasselt Abstract: De parameter estimation (definitieve grootte van de epidemieën, keerpunt, R0) en de real-time voorspellingen van eenvoudige en multipicks dengue uitbraken worden behandeld in verschillende papers, enkel gebruikt makend van de Richards model en zijn varianten voor multi-picks dengue uitbraken. Het doel van deze studie is parameters schatten en real-time voorspellingen doen met behulp van verschillende niet-lineaire modellen en het opmaken van het gemiddelde model als onzkerheidsmodel onzekerheid in de reeks van mogelijke niet-lineaire sigmoid modellen . In het geval van multi-picks dengue uitbraak wordt een nieuwe methodiek ontwikkeld, die vergeleken zal worden met de vaak gebruikte in de afgelopen papers. De voorgestelde methodologie zal van toepassing zijn op gegevens van enkelvoudige en multi-picks dengue uitbraken in 2001 en 2006 in Cuba. Ten slotte zullen we rekening houden met de stedelijke structuur van de bevolking, dat wil zeggen, rekening houdend met overdracht binnen wijken in een stad, het niet-lineaire model uitbreiden naar de setting van niet-lineaire mixed effect modellen. Organisaties: • Centrum voor Statistiek • Centrum voor Statistiek
Onderzoekers: • Ziv SHKEDY
Pathogenese en transmissie van influenza bij varkens (FLUPIG) Universiteit Gent Abstract: Pandemisch influenzavirus vindt zijn oorsprong bij wilde vogels, maar moet zich aanpassen om efficiënt te kunnen vermeerderen en verspreiden bij mensen vooraleer een pandemie ontstaat. Varkens worden aanzien als belangrijke tussengastheer waarin adaptatie kan gebeuren. FLUPIG onderzoekt genetische, gastheer- en omgevingsfactoren nodig voor adaptatie. Daarenboven wordt de rol van kruisbeschermende immuniteit onderzocht op het ontstaan en verloop van een pandemie. Organisaties: • Vakgroep Virologie, parasitologie en immunologie
Onderzoekers: • Kristien Van Reeth
PhysPhar 2011 Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het doel van dit congres was om zowel basiswetenschappers als clinici die actief wetenschappelijk onderzoek doorvoeren in de domeinen van de fysiologie en farmacologie bij elkaar te brengen, dialoog te stimuleren en nieuwe interdisciplinaire samenwerkingen te activeren. Ook al is de fysiologie en de farmacologie immers nauw met elkaar verwant, toch worden wetenschappelijke resultaten meestal gepubliceerd in separate tijdschriften of worden interessante data besproken in aparte meetings. Deze meeting wil daarom actief de interdisciplinariteit bevorderen. De focus van het congres lag op de meest recente state-of-the-art ontwikkelingen in beide domeinen. Organisaties: • Farmaceutische Chemie, Analyse van Geneesmiddelen en Geneesmiddelenkennis
Onderzoekers: • Ilse Julia SMOLDERS
Pilootproject "bevolkingsonderzoek naar dikkedarmkanker". Universiteit Antwerpen Abstract: Dikkedarmkanker is één van de kankers waarvoor de Europese code voor kankerbestrijding een bevolkingsonderzoek aanbeveelt. In Vlaanderen zal vanaf februari 2009 gestart worden met het proefonderzoek naar dikkedarmkankeropsporing. Het proefonderzoek bestaat uit twee delen. Het eerste deel betreft dikkedarmkankeropsporing bij personen met gewoon risico en zal uitgevoerd worden in drie regio's. Elke inwoner van 50 tot en met 74 jaar van Schilde, Vosselaar en Borgerhout kan deelnemen aan dit eerste deel van de dikkedarmkankeropsporing. Het tweede deel betreft naaste familieleden (biologische ouders, kinderen, broers en zussen) van personen met dikkedarmkanker en zal starten vanuit zeven deelnemende ziekenhuizen in Antwerpen en Turnhout. Alle naaste familieleden van 40 tot en met 74 jaar van nieuwe dikkedarmkankerpatiënten van één van de zeven deelnemende ziekenhuizen kunnen deelnemen aan dit tweede deel van de dikke-darmkankeropsporing. Dit project heeft primair tot doel het vergaren van kennis over de te bereiken participatiegraad in eventueel bevolkingsonderzoek naar dikkedarmkanker in Vlaanderen. Het levert informatie op over eventuele verschillen in opkomst tussen twee uitnodigingsmethoden, de geografische verdeling van (niet)participanten, leeftijdsgroepen, etniciteit en sociaal-economische klasse van de (niet)participanten en het effect van sensibilisatie. Daarnaast kunnen de prestaties van de test bestudeerd worden (percentage testpositieven, positief voorspellende waarde, detectiecijfers van adenomen en invasieve darmkanker). Het project levert aanvullende informatie op over de haalbaarheid van bevolkingsonderzoek (benodigde capaciteit colonoscopie, compliance, verwerking van test- en follow up-gegevens) en aanvullende gegevens voor gezondheidseconomische modelberekeningen. Organisaties: • Epidemiologie en sociale geneeskunde (ESOC)
Onderzoekers: • Guido Van Hal
Pilootproject Bijzondere Noden en Glimlachen Universiteit Gent Abstract: dit onderzoek richt zich op het in kaart brengen en sensibiliseren van patiëntengroepen met Bijzondere Noden, in het bijzonder patiënten met fysieke en mentale beperkingen en kwetsbare ouderen. De sensibilisering, inclusief effect evaluatie, is gericht op kinderen en jongeren van 0 tot 18 jaar met een oversampling van kansengroepen. Organisaties: • Vakgroep Tandheelkunde
Onderzoekers: • Jacques Vanobbergen
Plasma Abeta als endofenotype voor genetische studies van Alzheimer dementie. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project beoogt genetische risicofactoren te identificeren voor Alzheimer dementie (AD) aan de hand van Aß1-42 in plasma als endofenotype. Door Aß1-42 als uitkomstmaat te gebruiken kan direct het werkingsmechanisme van geassocieerde kandidaat genen in functie van de amyloid cascade geëvalueerd worden. Kennis van de genetische variatie in Aß1-42 spiegels zal op de langere termijn bijdragen tot gerichte ontwikkeling van therapie en preventie. Organisaties: • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Kristel Sleegers
Post-doctorale sponsorovereenkomst tussen UHasselt en AXA Research Fund Universiteit Hasselt Abstract: Dynamische modellen voor persoon-tot-persoon overdracht van infectieziekten steunen op veronderstellingen over sociale interacties. In massa-actie-modellen maken personen contact met elkaar tegen een bepaalde leeftijdsspecifieke frequentie. Dit model wordt meestal gebruikt om de leeftijdsspecifieke prevalentie van een endemische infectieziekte te beschrijven. Anderzijds bestaan er netwerkmodellen waarin individuen voorgesteld worden door punten of knopen, die met een lijn verbonden worden indien de twee personen met elkaar in contact komen. Netwerkmodellen houden dus expliciet rekening met de verschillen tussen individuen en de clustering van contacten. Deze aspecten zijn belangrijk in het modelleren van het dynamisch tijdsverloop van een epidemie. Hoewel massa-actie-modellen (gebaseerd op sociale contactgegevens) en netwerkmodellen beiden aangewend worden om modellen voor de overdracht van infectieziekten te verbeteren en zo realistisch mogelijk te maken, werden ze voornamelijk apart bestudeerd. Het doel van dit project is om nieuwe statistische en wiskundige methoden te ontwikkelen die de twee kaders dichter bij elkaar brengen en toelaten om belangrijke verbanden te leggen. Er zijn drie hoofddoelstellingen: (1) Het ontwikkelen van statistische methoden om netwerkmodellen te informeren gebruik makend van gegevens uit enquêtes waarin het sociale contactgedrag bevraagd wordt; (2) Een methode ontwikkelen om massa-actie-modellen en netwerkmodellen te vergelijken m.b.t. het dynamisch tijdsverloop van een epidemie; (3) Netwerkvarianten van populatie-gebaseerde epidemiologische parameters oplijsten en uitbreiden. Organisaties: • Centrum voor Statistiek • Centrum voor Statistiek
Onderzoekers: • Niel HENS • Nele GOEYVAERTS
Preconceptiezorg in Vlaanderen: Praktijk, kennis, attitude en noden Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoek zal nagaan wat de praktijkvoering, noden, kennis en attitude is van patiënten en eerstelijnshulpverleners ten opzichte van preconceptiezorg. Ten tweede wordt onderzoek gevoerd naar de incidentie, determinanten en zwangerschapsuitkomst van ongeplande zwangerschappen in Vlaanderen. Een interventie wordt systematisch ontwikkeld, getaillored en geïmplementeerd binnen de eerstelijnszorg om de praktijkvoering, attitude en kennis van zowel patiënten en hulpverleners te verhogen. Organisaties: • Vakgroep Maatschappelijke gezondheidkunde
Onderzoekers: • Dirk De Bacquer • Annie De Sutter • Sofie Verhaeghe • Ann Van Hecke • Ilse Delbaere
PREDI-NU Preventie van depressieve en sensibilisering door networking in de EU. KU Leuven Abstract: PREDI-NU is een Europees actie- en onderzoeksproject dat nieuwe interventies voor de preventie van depressie bij jongeren wil uittesten. Het project wordt uitgevoerd door een uitgebouwd netwerk van Europese expertenin de preventie van depressie en suïcide, die reeds eerder samenwerkte in de European Alliance Against Depression (EAAD) en Optimised Suicide Prevention and Implemention in Europe (OSPI) projecten. Het PREDI-NU project bouwt voort op deze ervaringen en wil specifiek inzoomen op de nodenvan jongeren met een beginnende of milde depressie. Er wordt gezocht naar nieuwe methodieken en technologieën om jongeren, voornamelijk jonge mannen, te bereiken die via de bestaande kanalen de weg naar gepaste hulpniet vinden. Het voornaamste doel van het PREDI-NU project is het ontwikkelen van een evidence based online zelfhulp instrument voor jongeren met een beginnende of milde depressie. Het tweede doel is het verbeteren van de deskundigheid van professionals die met jongeren in contact k Organisaties: • Acad. Centr. voor Huisartsgeneeskunde
Onderzoekers: • Chantal Van Audenhove
Preparatory work in the ananlysis and reporting of data on multi-resistance in antimicrobial resistance isolate based data collected from reporting countries for the year 2011 Universiteit Hasselt Abstract: De algemene doelstelling van dit project is het analyseren en rapporteren van de geïsoleerde gegevens over antimicrobiële resistentie bij dieren en voedsel gerapporteerd door de EU-lidstaten en een aantal andere landen die verslag uitbrengen over het rapporteringsjaar 2011. Organisaties: • Centrum voor Statistiek • Centrum voor Statistiek
Onderzoekers: • Marc AERTS • Christel FAES • Ruth NYSEN • Stijn JASPERS
Preventie en controle van hepatitis B in Zuid-Afrika : beschermend effect van het vaccin, vaccinatiegraad, 'nonresponders' en 'escape'-mutanten. Universiteit Antwerpen Abstract: Hepatitis B (HB) wordt door het hepatitis-B-virus (HBV) veroorzaakt en wordt wereldwijd als een ernstige en levensbedreigende ziekte beschouwd. In Zuid-Afrika bijvoorbeeld is het effect ervan verwoestend. Hepatitis B kan echter vermeden worden door vaccinatie; er bestaat immers een efficiënt, veilig en betaalbaar vaccin. Rationele en algemene implementatie ervan in nationale immunisatieprogrammes, zoals aanbevolen door de WHO, kan vele mensenlevens redden. In dit bilaterale samenwerkingsverband Vlaanderen-Zuid-Afrika worden een aantal aspecten van HB-vaccinatie onderzocht: 1.Beschermend effect van het HB-vaccin in Zuid-Afrika, voornamelijk in afgelegen landelijke gebieden. 2. De vaccinatiegraad voor hepatitis B in een geselecteeerde Zuid-Afrikaanse provincie. 3. Bepaling van het aantal baby's dat niet reageert op het hepatitis-B-vaccin ('non-responders'). 4. Nagaan of massale vaccinatie van baby's tegen hepatitis B tot selectie van HBV-mutanten kan leiden. 5. Moleculaire karakterisatie van antilichaamresistante mutanten die in Zuid-Afrika worden gedetecteerd.
Organisaties: • Epidemiologie en sociale geneeskunde • Epidemiologie en sociale geneeskunde (ESOC)
Onderzoekers: • Andre Meheus • Guido François
Preventie en verbeterde diagnostiek van genitale ziekte bij adolescenten van schistosomiasis endemisch KwaZulu-Natal, Zuid-Afrika (IRSES) Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EU. UA levert aan EU de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Moleculaire beeldvorming, Pathologie, Radiotherapie & Oncologie (MIPRO)
Onderzoekers: • Filip Lardon • Marc Baay
Prijs 'Burggravin Valine de Spoelberch' Vrije Universiteit Brussel Abstract: Prize: Research into the mechanism of angiotensin IV and angiotensin receptor ligands in learning and memory, limbic epilepsy and Parkinson disease. Organisaties: • Farmaceutische Chemie, Analyse van Geneesmiddelen en Geneesmiddelenkennis
Onderzoekers: • YVETTE MICHOTTE
Prijs ING Vrije Universiteit Brussel Abstract: Bouwend op de ervaring die Ze had opgedaan tijdens de Eerste Wereldoorlog, vooral in de vier hospitalen aan het Belgische front, richtte Koningin Elisabeth in 1926 de naar Haar genoemde geneeskundige stichting op. Ze beoogde hiermee het laboratorium-onderzoek te stimuleren en een nauwe samenwerking tot stand te brengen tussen vorsers en ziekenhuisartsen, omdat de kwaliteit van hun relatie bepalend werd geacht voor het welzijn van de patiënten. Organisaties: • Farmaceutische Chemie, Analyse van Geneesmiddelen en Geneesmiddelenkennis • Farmaceutische Biotechnologie en Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Ann MASSIE • Ilse Julia SMOLDERS
primaire vs secundaire resistentie aan EGFR-gerichte therapie in colorectale tumoren: biologische en predictieve significantie van stromaal neureguline-1 Universiteit Gent Abstract: Anti-EGFR therapie (cetuximab of panitumumab) is een doelgerichte therapie bij gemetastaseerd colorectale kanker. Dit project zal inzichten verwerven in stromale communicatie betrokken bij resistentie aan doelgerichte EGFR therapie of mechanismen van verworven resistentie aan EGFR therapie. Dit project beoogt ook de identificatie van biomerkers voor selectie van patienten die een hoog risico vertonen om therapie resistentie te ontwikkelen. Organisaties: • Vakgroep Radiotherapie en Experimenteel Kankeronderzoek
Onderzoekers: • Olivier De Wever
Prioritisering van de doelgroepen met betrekking tot de vaccinatie voor seizoensgriep Universiteit Hasselt Abstract: De tweede fase bevat een simulatie van het aantal gevallen en overlijdens ten gevolge van seizoensgriep die door middel van vaccinatie bij kinderen kunnen vermeden worden (inclusief de constructie van een dynamisch model omwille van de transmissie) en een volledige economische analyse van de invoering van seizoensgriep vaccinatie bij alle groepen (de huidige risicogroepen, kinderen en volwassenen zonder risicofactoren). Organisaties: • Centrum voor Statistiek • Centrum voor Statistiek
Onderzoekers: • Niel HENS
Prioritisering van de doelgroepen met betrekking tot de vaccinatie voor seizoensgriep - deel 2. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds KCE. UA levert aan KCE de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Philippe Beutels
Project Diabeteszorg. Universiteit Antwerpen Abstract: De studie heeft tot doel beleidsvoorstellen te formuleren voor een kwaliteitsvolle diabeteszorg en de organisatie ervan, rekening houdende met de ernst en met geassocieerde co-morbiditeit. In de internationale literatuur en bestaande guidelines wordt gezocht naar kwaliteitsindicatoren en randvoorwaarden voor een kwaliteitsvolle opsporing, behandeling en opvolging van de diabetespatiënt en tevens naar organisatiemodellen van optimale diabeteszorg. Alle relevante literatuur wordt samengebracht in 'evidence tables' , waarin een appreciatie van de kwaliteit wordt gegeven. De beleidsvoorstellen worden getoetst bij een groep van experts.
Organisaties: • Eerstelijns - en interdisciplinaire zorg Antwerpen (ELIZA)
Onderzoekers: • Paul Van Royen
Project met betrekking tot zorgverlening van type 2 diabetespatiënten gecoördineerd door huisartsen Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project heeft tot doel na te gaan of via een model van `shared care' gecoördineerd door huisartsen de zorg voor diabetespatiënten significant kan verbeteren. Tevens wordt onderzocht welke maatregelen nodig en effectief zijn en wordt beschreven welke kosten hiermee gepaard gaan. Er wordt een specifieke gecoördineerde 1e-lijnsequipe ontwikkeld, met diëtisten, podologen en de diabeteseducator als steunfiguur voor de huisarts. Een shared care programma wordt opgezet, op basis van een multidisciplinair zorgprotocol en gedefinieerde taakverdelingen en verantwoordelijkheden. Dit 1e- lijnsequipe toelaten de efficiëntie van het zorgproces te optimaliseren. Centraal staat de empowerment van de patiënt vanuit de 1e-lijnsequipe, waarbij de diabetespas een bruikbaar instrument kan zijn. Uiteraard gebeurt dit project ook in samenwerking en overleg met de 2e en 3e lijn. Organisaties: • Huisartsgeneeskunde • Eerstelijns - en interdisciplinaire zorg Antwerpen (ELIZA)
Onderzoekers: • Paul Van Royen
Project voedselconsumptiepeiling dienstjaar 2007 Universiteit Gent Abstract: In 2007 werden volgende opdrachten uitgevoerd ten behoeve van de Belgisch Voedselconsumptiepeiling (http://www.iph.fgov.be/nutria/). 1) Ontwikkeling van een conversiemodel voor primaire agrarische producten, namelijk fruit en groenten. En dit voor alle geselecteerde voedingsmiddelen en recepten van de voedselconsumptiepeiling 2004. 2) Ontwikkeling van een ingrediëntendatabank 3) Ontwikkeling van een conversiedatabank voor de samengestelde voedingsmiddelen/recepten/ingrediënten "zoals gegeten" naar het "primair agrarisch product". Organisaties: • Vakgroep Maatschappelijke gezondheidkunde
Onderzoekers: • Gui De Backer
Promotie van een actieve levensstijl bij werkende jongvolwassenen: ontwikkelen en testen van een smartphone interventie Vrije Universiteit Brussel Abstract: Voor dit onderzoeksproject ontwikkelen en testen we een smartphone interventie die bijdraagt tot het promoten van een actieve levensstijl bij werkende jongvolwassenen. Organisaties: • Biometrie en Biomechanica
Onderzoekers: • Benedicte DEFORCHE
Promotie van gezonde voeding en beweging en verminderen van sedentair gedrag bij lagere schoolkinderen: effect- en proces evaluatie van een online video-interventie bij ouders Universiteit Gent Abstract: 1. Ontwikkelen van een methodiek voor ouders van lagere schoolkinderen om via videomateriaal en online feedback aan ouders vaardigheden aan te leren voor het bekomen van gezondheidswinst via het gezin. 2. Effect- en procesevaluatie van de methodiek. 3. Ontwikkeling van een implementatiegids met het VIGEZ als primaire partner en in samenwerking met de partnerorganisaties op het terrein. Organisaties: • Vakgroep Bewegings- en sportwetenschappen
Onderzoekers: • Ilse De Bourdeaudhuij
Promotie van handhygiëne in Vlaamse Woon- en Zorgcentra. Onderzoek naar de invloed van handhygiëne op de infectieuze morbiditeit binnen rust- en verzorgingstehuizen: een interventiestu-die gericht op rusthuispersoneel en bewoners Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Gezondheidszorg Vesalius • Vakgroep Nursing
Onderzoekers: • David De Wandel
Prospectief cohort onderzoek naar valvrees en risicogedrag bij ouderen Universiteit Gent Abstract: De doelstellingen van dit project zijn: (1) het onderzoeken van incidentie en prevalentie van maladaptieve valagnst bij ouderen, (2) het onderzoeken hoe ouderen met en zonder maladaptieve valangst zich onderscheiden op fysiologisch en psychologisch vlak, (3) het onderzoeken hoe ouderen hun valangst bijstellen na blootstelling aan angstgerelateerde activiteiten, (4) het ontwikkelen van een verklarend model rond valangst en verhoogd valrisico bij ouderen. Organisaties: • Vakgroep Revalidatiewetenschappen en kinesitherapie
Onderzoekers: • Dirk Cambier • Geert Crombez
Prospectief follow-up onderzoek naar reproductieve gezondheid en comborbiditeit bij tweelingen Universiteit Gent
Abstract: Dit project heeft als doel om een databank met reproductieve variabelen te realiseren (N = 3500 vrouwelijke tweelingan van 18 tot 46 jaar)ter aanvulling van het bestaande Oost ? Vlaamse meerlingenregister met perinatale gegevens. Beide databanken kunnen informatie leveren over de invloed van nature/nurture op reproductieve factoren enerzijds en het verloop van de reproductie over verschillende generaties heen anderzijds. Organisaties: • Vakgroep Maatschappelijke gezondheidkunde
Onderzoekers: • Dirk De Bacquer • Ilse Delbaere
Prospectief onderzoek van directe en indirecte kosten vd zorg voor HIV/AIDS-patiënten na de invoering van de tritherapie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In een patiënt-gecentreerde studie noteren personen met HIV/AIDS in verscheidene stadia van de ziekte aan de hand van een dagboek alle ontvangen zorg en gemaakte kosten gedurende een maand. Dit moet toelaten een vergelijking te maken tss de totale kosten, gebonden aan deze ziekte, voor de invoering van de tritherapie en erna. Aanvullend worden ook facturen bekenen. De gebruikte methodologie laat toe alle vormen van zorg, ook de informele, in het licht te stellen. Aan de hand van bevraging bij patiënten en mantelzorg worden de inkomsten ttz de indirecte kosten berekend. De accuraatheid van de dagboekmethode is groot, maar de practische bruikbaarheid is beperkt. Deze studie zal nagaan hoe dit aspect kan verbeteren om de generaliseerbaarheid te bevorderen. Een vergelijking tussen gegevens, verkregen met de dagboekmethode en met methoden die het meest worden toegepast in de literatuur zal een bijdrage geven tot de internationale vergelijkbaarheid van de verschillende methoden die in kostenstudies gebruikt worden. Organisaties: • Maatschappelijke Gezondheidszorg
Onderzoekers: • ANNE-MARIE DEPOORTER
Prospectieve associaties van sedentair gedrag, fysieke activiteit en fysieke fitheid met metabool risico bij Vlaamse volwassen mannen en vrouwen. Universiteit Gent Abstract: Het huidig onderzoeksproject richt zich op de longitudinale of prospectieve analyse van fysieke (in)activiteit, fysieke fitheid en zijn verschillende componenten, en verschillende gezondheidsgerelateerde parameters bij Vlaamse volwassenen. Naast het bepalen van de validiteit van een continue metabole risico score, wordt ook de relatie tussen levensstijl en verschillende gezondheidsgerelateerde fitheidscomponenten onderzocht. Organisaties: • Vakgroep Bewegings- en sportwetenschappen
Onderzoekers: • Jan Bourgois
Protocolakkoord inzake partenariaat 2007 : Opleiding en informatie van de werknemers en de hiërarchische lijn over chemische risico's (project n° 23). Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project sluit aan bij doelstelling 3 van het federaal EPD ESF (consolidering van de werkgelegenheid) en betreft de ontwikkeling van een strategie inzake de opleiding en de informatie van de werknemers over chemische risicos door de preventieadviseurs van de onderneming met participatie van de werknemers /werkneemsters en de leden van hiërarchische lijn. De ontwikkelde methode doet beroep op de participatie van de werknemers door hun de gelegenheid te geven om hun bekwaamheden te valoriseren (in het bijzonder voor de oudere werknemers) en hun kennis te vergroten (voor de jongere werknemers). Het informaticaluik van de methode kan eveneens een toegangspoort naar nieuwe technologieën openen. Het rekening houden met de genderdimensie en de psychosociale aspecten van de arbeidsvoorwaarden laat synergiën toe met andere projecten betreffende gender en veiligheid/gezondheid op het werk. Informatie- en sensibiliseringssessies zullen georganiseerd worden met het doel de ontwikkelde instrumenten over te brengen naar concrete arbeidssituaties, het is te zeggen op de werkplaatsen. De verspreiding van deze methodologie omvat een essentieel aspect van het partenariaat. Een tweede belangrijk aspect van het partenariaat betreft het onderzoekscontract tussen het Fonds voor Beroepsziekten enerzijds en anderzijds de Université Catholique de Louvain, De Vrije Universiteit Brussel en l'Université de Liège. Deze partners zullen naast hun betrokkenheid bij het project Toxtrainer een bijzondere aandacht schenken aan de integratie van het instrument TOXPRO. Dit instrument moet een concreet antwoord geven aan de sensibiliseringscampagne door een massa feitelijke gegevens over de risicos van chemische agentia ter beschikking te stellen op een informaticadrager Organisaties: • Biologie
Onderzoekers: • MICHELINE VOLDERS
Protocolakkoord inzake partenariaat 2008 : Opleiding en informatie van de werknemers en de hiërarchische lijn over chemische risico's (project n° 23). Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project sluit aan bij doelstelling 3 van het federaal EPD ESF (consolidering van de werkgelegenheid) en betreft de ontwikkeling van een strategie inzake de opleiding en de informatie van de werknemers over chemische risicos door de preventieadviseurs van de onderneming met participatie van de werknemers /werkneemsters en de leden van hiërarchische lijn. De ontwikkelde methode doet beroep op de participatie van de werknemers door hun de gelegenheid te geven om hun bekwaamheden te valoriseren (in het bijzonder voor de oudere werknemers) en hun kennis te vergroten (voor de jongere werknemers). Het informaticaluik van de methode kan eveneens een toegangspoort naar nieuwe technologieën openen. Het rekening houden met de genderdimensie en de psychosociale aspecten van de arbeidsvoorwaarden laat synergiën toe met andere
projecten betreffende gender en veiligheid/gezondheid op het werk. Informatie- en sensibiliseringssessies zullen georganiseerd worden met het doel de ontwikkelde instrumenten over te brengen naar concrete arbeidssituaties, het is te zeggen op de werkplaatsen. De verspreiding van deze methodologie omvat een essentieel aspect van het partenariaat. Een tweede belangrijk aspect van het partenariaat betreft het onderzoekscontract tussen het Fonds voor Beroepsziekten enerzijds en anderzijds de Université Catholique de Louvain, De Vrije Universiteit Brussel en l'Université de Liège. Deze partners zullen naast hun betrokkenheid bij het project Toxtrainer een bijzondere aandacht schenken aan de integratie van het instrument TOXPRO. Dit instrument moet een concreet antwoord geven aan de sensibiliseringscampagne door een massa feitelijke gegevens over de risicos van chemische agentia ter beschikking te stellen op een informaticadrager Organisaties: • Biologie
Onderzoekers: • MICHELINE VOLDERS
Psychische klachten in de algemene belgische bevolking: de invloed van gemeenschapskenmerken Universiteit Gent Abstract: Aan de hand van een multilevelbenadering wenst deze studie een contextuele benadering van sociale determinanten van de mentale gezondheid van de algemene niet-behandelde belgische bevolking te verwezenlijken. Steunend op de onderzeokstradities van de sociale epidemiologie en de sociologie wordt - controlerend voor verschillen in individuele kenmerken- het effect van sociale ongelijkheid op psychische klachten (zoals depressiviteit, slaapproblemen, somatisatie en angst), bestudeerd. Organisaties: • Vakgroep Sociologie
Onderzoekers: • Piet Bracke
Psychosociale aspecten op het werk en arbeidsongevallen Universiteit Gent Abstract: Onderzoek naar het verband tussen psychosociale aspecten op het werk en (ernstige) arbeidsongevallen in België. Preventie van veiligheid in bedrijven door ook aandacht te hebben voor preventie op het niveau van psychosociale aspecten. Organisaties: • Vakgroep Maatschappelijke gezondheidkunde
Onderzoekers: • Lutgart Braeckman
Public health interventions. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds Erasmus Mundus. UA levert aan Erasmus Mundus de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Epidemiologie en sociale geneeskunde (ESOC)
Onderzoekers: • Robert Colebunders
Public health interventions. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds Erasmus Mundus. UA levert aan Erasmus Mundus de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Epidemiologie en sociale geneeskunde (ESOC)
Onderzoekers: • Jean-Pierre Van geertruyden
Raamovereenkomst i.v.m. de gezondheid en het welzijn door de ontwikkeling van initiatieven op het vlak van informatie en preventie. Promotie van initiatieven m.b.t. het bevorderen van de samenwerking en de communicatie tussen de huisartsen en patiënten. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project wil initiatieven ontwikkelen ter bevordering van de samenwerking en communicaties tussen huisartsen en patiënten, in het bijzonder door een internetgebaseerde toepassing. Daartoe zullen artikels of teksten ter beschikking gesteld worden die verband houden met gezondheidspreventie en die benevita wenst te publiceren. Daarnaast kunnen inhoudelijke dossiers m.b.t. gezondheid of welzijn alsook concepten die bijdragen tot de samenwerking van huisartsen en patienten worden ontwikkeld. Tot slot worden testomgevingen voor wetenschappelijk onderzoek georganiseerd. Organisaties: • Eerstelijns - en interdisciplinaire zorg Antwerpen (ELIZA)
Onderzoekers: • Paul Van Royen
Randvoorwaarden en goede praktijken voor het (her-)organiseren en implementeren van bevolkingsonderzoek naar borst, baarmoederhals- en dikkedarmkanker. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de Vlaamse overheid. UA levert aan de Vlaamse overheid de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Epidemiologie en sociale geneeskunde (ESOC)
Onderzoekers: • Guido Van Hal
Rationeel voorschrijven van antibiotica bij acute rhinosinusitis : evaluatie van de impact en kosten van implementatiestrategieën uitgaande van een multidisciplinaire evidence-based richtlijn. Universiteit Antwerpen
Abstract: De doelstelling van dit project ligt in de lijn van de Commissie voor de Coordinatie van het Antibioticabeleid (BAPCOC, FOD Volksgezondheid), m.n. een doelmatig gebruik van antibiotica. Het voorgelegde project wordt ingediend door de twee Vlaamse universiteiten die zich hebben onderscheiden in het exploreren, beschrijven en optimaliseren van het voorschrijven van antibiotica voor luchtweginfecties in het kader van de alarmerend toenemende antimicrobiele resistentie. Zoals (uit de referenties) zal blijken, brachten we het huidige voorschrijfgedrag voor o.a. acute keelpijn, acute hoest en acute rhinosinusitis in kaart, liggen we aan de basis van de ontwikkeling van 'evidence based' richtlijnen 'voor goede medische praktijk', resp. 'voor het goed gebruik van antibiotica' voor deze aandoeningen, en vonden we aanwijzingen dat het implementeren van aanbevelingen in de huisartspraktijk door middel van onafhankelijke artsenbezoekers effectief kan zijn om 'antibiotica minder vaak en beter' te gebruiken in Vlaanderen. Ons eerder klinisch onderzoek werd ook moeilijk door sponsors zoals de farmaceutische industrie gesteund gezien onze vraagstelling niet direct een onmiddellijk commer- cieel of promotioneel karakter heeft. We laten ons bijstaan door Flora Haaijer-Ruskamp van de Universiteit van Groningen, die in dit domein reeds jaren onderzoek verricht. Organisaties: • Eerstelijns - en interdisciplinaire zorg Antwerpen (ELIZA)
Onderzoekers: • Samuel Coenen • Paul Van Royen
Realisatie van een interactief anti-tabak voorlichtingspakket voor scholieren. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project heeft als doel om een interactief antirookpakket voor scholen te ontwikkelen. Het einddoel van het project is om Vlaamse (schoolgaande) jongeren op een zeer gerichte en direct manier van het roken af te houden. Organisaties: • Moleculaire beeldvorming, Pathologie, Radiotherapie & Oncologie (MIPRO)
Onderzoekers: • Filip Lardon
Reduceren van de last van kinkhoest (pertussis) bij zeer jonge kinderen in verschillende epidemiologische settings door middel van vaccinatie tegen pertussis tijdens de zwangerschap. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Pierre Van Damme
Registers van acute coronaire aanvallen in de stad Gent en in de regio Brugge Universiteit Gent Abstract: Doelstellingen: De tijdstrend van incidentie, lethaliteit en sterfte tgv acute coronaire aanvallen te volgen Bij te dragen tot kwaliteitsverbetering van sterftestatistieken De effectiviteit van behandelingswijze in de gezondheidszorg te beoordelen Organisaties: • Vakgroep Maatschappelijke gezondheidkunde
Onderzoekers: • Gui De Backer
Registers van Acute Coronaire Aanvallen in de stad Gent en in de regio Brugge Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoek prolongeert het WHO-MONICA (MONItoring of Trends and Determinants of CArdiovascular Diseases) project waaraan in 1982-1992 werd meegewerkt. In de bevolking van 25-74 jaar wordt de attack rate van acute coronaire aanvallen geregistreerd. Doelstellingen: opvolgen tijdstrend van incidentie, morbiditeit en lethaliteit tgv acute coronaire aanvallen; bijdragen tot kwaliteitszorg mbt sterftestatistieken; opvolgen van effectiviteit van behandelingswijze in gezondheidszorg. Organisaties: • Vakgroep Maatschappelijke gezondheidkunde
Onderzoekers: • Stefaan De Henauw • Koen Van Herck
Registratie en follow-up van suicidepogingen in Vlaanderen Universiteit Gent Abstract: Het project heeft enerzijds als doelstelling het verzamelen van nauwkeurige epidemiologische gegevens inzake de prevalentie en risicofactoren van zelfmoordpogingen in Vlaanderen via registratie in algemene ziekenhuizen. Anderzijds beoogt het project het in kaart brengen en evalueren van de huidige patronen van zorgverstrekking aan suïcdepogers om zodoende het zorgtraject van de suïcdepogers te evalueren. Organisaties: • Vakgroep Psychiatrie en medische psychologie
Onderzoekers: • Cornelis Van Heeringen
Registratie van het soort aandoeningen, de zwaartegraad en de sociale omstandigheden van patiënten/cliënten met een zorgenplan in de thuiszorg. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Een zorgenplan is een afsprakenregeling, een soort zorgcontract, tussen de thuisverzorgde patiënt met een complexe zorgenproblematiek, zijn mantelzorgers en minstens drie betrokken hulp- en zorgverleners, waaronder obligaat de huisarts. Het is bedoeld om de interdisciplinaire samenwerking te vergemakkelijken, de mantelzorgers beter te ondersteunen en de zelfzorg van de hulpbehoevende te optimaliseren. Alle zorgtaken (b.v. toezicht, hygiënische zorg, uitvoering van medische voorschriften, bevorderen van mobiliteit, sociale opdrachten, bijkomende huishoudelijke hulp...) worder erin genoteerd, en wie ervoor verantwoordelijk is. Het vormt de basis van de financiering van de SIT's (samenwerkingsinitiatieven thuiszorg) die in Vlaanderen ingeplant zijn a rato van 1 per 25 000 inwoners en vanaf erkend zijn geworden. Het doel van de studie is aan de hand van het profiel van de patiënten/cliënten met een zorgenplan wat betreft hun aandoening, hun sociale achtergrond en de complexiteit van hun thuiszorgsituatie, inzicht te verwerven in de omstandigheden waarbij een zorgenplan wordt opgemaakt en in welke situaties een zorgenplan behulpzaam kan zijn om de patiënt/cliënt zo lang mogelijk in zijn thuissituatie te handhaven.
Methode Populatie: aselecte steekproef van 30 zorgenplannen in drie gebieden met verschillende urbanisatiegraad. Contact met de geselecteerde patiënten voorinformed consent. Integratie van gegevens uit drie verschillende bronnen: zorgbehoefte, sociodemografische gegevens, aantal en aard hulpverleners uit SIT-dossiers (Interdisciplinaire Samenwerkingsinitiatieven Thuiszorg), socio-economische en zorggegevens uit een schriftelijke bevraging van de zorgbemiddelaar, medische gegevens uit een mondelinge bevraging van de huisarts. Organisaties: • Maatschappelijke Gezondheidszorg
Onderzoekers: • ANNE-MARIE DEPOORTER
Reinfectie-frequentie en klinische outcome bij asymptomatische vrouwen met Chlamydia trachomatis-infectie. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project wordt de reinfectie-frequentie en de klinische outcome van patienten die deelnemen aan opportunistische screening voor Chlamydia trachomatis bestudeerd. Hiervoor wordt een prospectieve cohort studie gevoerd in 30 huisartspraktijken in Antwerpen. Patienten bij wie door screening een asymptomatische CT infectie werd vastgesteld in 2001-2002, worden opgevolgd mbt recidieven en gynecologische en reproductieve outcome. Organisaties: • Eerstelijns - en interdisciplinaire zorg Antwerpen (ELIZA)
Onderzoekers: • Veronique Verhoeven
Research grant voor : Naomi Lombaert vanaf 1/7/2003 voor het uitvoeren van de genotoxische aspecten ikv ov tss Fed Belge contre le Cancer en de UCL. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De doelstelling van dit project is het ontwikkelen van een beheersinstrument van het scheikundig risico ten behoeve van de preventieraadgevers, de administraties (bijvoorbeeld Tewerkstelling en Arbeid, Volksgezondheid), het Fonds voor Beroepsziekten en de organisaties die de sociale partners vertegenwoordigen. Ter aanvulling van de vaak zeer academische wetenschappelijke publicaties beoogt dit instrument het ter beschikking stellen van informatie, een toenaderingsweg en rechtstreeks nuttige en praktische aanbevelingen, die zeer snel toegankelijk zijn en regelmatig bijgehouden worden dankzij internet-technologie. Het instrument richt zich op het toxicologische aspect van de verplichtingen voorzien door de Codex over het Welzijn op het Werk die vrij dikwijls tot moeilijkheden leidt in de dagelijkse praktijk. In bepaalde gevallen (bijvoorbeeld de KMOs) bestaat de moeilijkheid eruit de informatie te vinden, in andere situaties zit het probleem in het sorteren van deze soms zeer omslachtige informatie, er de krijtlijnen uithalen, of nog, het verwoorden van praktische aanbevelingen voor de medische opvolging van blootgestelde werknemers. Tot op heden werden twee onafhankelijke instrumenten ontwikkeld, die elk een bijzonder aspect van het scheikundige risico dekt. Enerzijds een methodologische benadering van de evaluatie van het scheikundige risico verenigbaar met de preventiepolitiek in de schoot van de ondernemingen, KMO's inbegrepen (REGETOX: http://www.regetox.med.ulg.ac.be). Dit eerste lijn-instrument werd ontwikkeld aan de Universiteit van Luik. En daarnaast een evaluatie-instrument van het carcinogeen/mutageen risico (Carcinogenic Risk in Occupational Settings, CRIOS: http://www.crios.be) ontwikkeld aan de VUB, de KUL, de ULg, de RUG, en de UCL. Het huidige project is toegespitst op de potentiële complementariteit van deze twee initiatieven waarvan de promotoren de interactie in partnerschap met het FBZ wensen te promoveren. Organisaties: • Biologie
Onderzoekers: • MICHELINE VOLDERS
Resistentie en gebruik van antibiotica in het Middellandse-Zeegebied (ARMed). Universiteit Antwerpen Abstract: Gedurende 48 maanden zullen resistentie gegevens verzameld worden in de landen van het Middellandse- Zeegebied. De resultaten zullen onderworpen worden aan een programma voor kwaliteitscontrole. Epidiomiologische factoren die een invloed uitoefenen op de ontwikkeling van resistentie zullen in de studie betrokken worden. Gebruikscijfers van antibiotica zullen verzameld worden volgens de methode die ook in het Europese ESAC project gehanteerd wordt en het beleid in verband met infectiecontrole zal bestudeerd worden zoals in het HARMONY project wat de koppeling van de ARMed database met bestaande Europese databases zal vergemakkelijken. Organisaties: • Medische microbiologie • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Herman Goossens
Rijden onder invloed van drugs of psychoactieve geneesmiddelen: opsporing in bloed en speeksel Universiteit Antwerpen Abstract: Het voorgestelde project heeft als eerste doel het gebruik van drugs en psychoactieve geneesmiddelen in het verkeer na te gaan via chromatografische bepalingen van bloed- en speekselstalen afkomstig van verkeerscontroles of verkeersongevallen. Het tweede doel is speekseltesten die vals-positief screenen in het kader van de Belgische wetgeving te verklaren. Organisaties: • Toxicologie
Onderzoekers: • Kristof Maudens
Risicofactoren voor HIV-infecties onder de vrouwen van arbedsmigrant inNepal KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Acad. Centr. voor Huisartsgeneeskunde
Onderzoekers: • Catharina Matheï • Subash Thapa
Rol van de gezondheid-gerelateerde claims en symbolen in het consumentengedrag Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Landbouweconomie
Onderzoekers: • Wim Verbeke
Rol van genen die coderen voor kandidaat-adhesines van Helicobacter heilmannii sensu stricto bij kolonisatie van de maagmucosa Universiteit Gent Abstract: Helicobacter heilmannii sensus stricto die van nature uit de maag van honden en katten koloniseert, kan ook maagpathologieën veroorzaken bij de mens. Voor de identificatie van genen betrokken bij kolonisatie van het maagslijmvlies, zullen deletie mutanten ontwikkeld worden. Voor mutanten die hun eigenschappen verloren hebben, zullen complementatie studies uitgevoerd worden om de functie van het gedeleteerde gen te bepalen. Organisaties: • Vakgroep Pathologie, bacteriologie en pluimveeziekten
Onderzoekers: • Freddy Haesebrouck • Annemieke Smet
Samenwerkingsovereenkomst Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' Select Research Ltd.' hebben voor het project ' Collaboration agreement ' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Experimentele Anatomie
Onderzoekers: • JAN PIETER CLARYS
Samenwerkingsovereenkomst met IDDI ivm het doctoraat van Leandro Garcia Barrado met titel "Bayesian statistics and Bioinformatics for Biomarker validation using Biobanks in Alzheimer's Disease (B4AD)" Universiteit Hasselt Abstract: De doelstellingen van het B4AD project zijn het ontwikkelen van AD biomarkers, een AD diagnostische test en nieuwe biostatistische designmethoden (BRAVO; Biomarker retrospectieve analyse voor validatie optimalisatie),die de ontwikkeling en validatie van AD biomarkers zullen vergemakkelijken en versnellen. AD is een ziekte die 15 miljoen mensen wereldwijd treft, die niet kan worden behandeld en dewelke 44-90,000 euro per patiënt per jaar kost in Europa. Er bestaat geen goedgekeurde diagnostische test en daarom zou zelfs een bescheiden verbetering van grote economische betekenis zijn. Onderzoekers van PamGene en de Vrije Universiteit Medisch Centrum (Amsterdam) hebben het potentieel van kinase-enzymes activiteit biomarkers voor gebruik in AD aangetoond. Echter, een van de grootste problemen in de R & D van biomarkers is de tijd en kosten die nodig zijn om ze te valideren, namelijk 10 tot 15 jaar. In het project is het de bedoeling om nieuwe biomarkers te identificeren en te valideren voor AD en een nieuw design platform te ontwikkelen wat een snellere en goedkopere diagnostiek zal creëren. Nieuwe biostatistische designmethoden zullen worden ontwikkeld om biomarker gegevens via een verfijnd kinase-activiteit testplatform te analyseren, voor biomarker profilering in combinatie met de beschikbare klinische gegevens in de biobank.In het bijzonder worden Bayesiaanse statistische methoden (die gebruik maken van voorkennis) en adaptieve ontwerpen (waardoor ontwerpkenmerken worden aangepast op basis van reeds beschikbare gegevens) gebruikt om het nieuwe ontwerp platform te ontwikkelen. Organisaties: • Centrum voor Statistiek • Centrum voor Statistiek
Onderzoekers: • Tomasz BURZYKOWSKI
Samenwerkingsovereenkomst tussen Censtat en Janssen Pharmaceutica in het kader van het doctoraat van Doreen Abainenamar. Universiteit Hasselt Abstract: Doctoraat met titel 'Allometrische schaling'. Het onderzoeksonderwerp betreft het ontwikkelen van biostatistische toepassingen om wetenschappelijke vragen te beantwoorden in farmaceutisch basisonderzoek en ontwikkeling. Gegevens komende van verschillende fases van het onderzoek zullen beschikbaar zijn om de methodeontwikkeling te focussen op allometrische schaling. Dit is het vertalen van pharmacokinetiek in dieren naar de mens. De meeste pharmacokinetische gegevens komen van in-vivo en in-vitro experimenten waaronder ook gegevens uit de literatuur, zullen in dit project alle gegevens op het individu niveau worden geanalyseerd. Een andere belangrijke focus ligt op het overbruggen van de gegevens uit de verschillende fases van het farmaceutisch onderzoek. De statistische modellen die zullen worden gebruikt en uitgebreid zijn de volgende: linear en no-linear mixed models, surrogate marker methodiek, multivariate projectie methoden en meta-analyse. Organisaties: • Centrum voor Statistiek • Centrum voor Statistiek
Onderzoekers: • Geert MOLENBERGHS • Herbert THIJS
samenwerkingsproject voor de organisatie van het XXIIIste congres van de Interantional Society of Biomechanics (Juli 2011) - ISB Brussel Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' ULB' hebben voor het project ' Partnership agreement for the organisation of the XXIIIrd Congress of the International Society of Biomechanics (July 2011) ISB 2011 Brussels' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek
of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Experimentele Anatomie • Biometrie en Biomechanica
Onderzoekers: • Aldo SCAFOGLIERI • Steven PROVYN • Pierre VAN ROY • Dirk AERENHOUTS • JEAN-PIERRE BAEYENS • Erik CATTRYSSE • JAN PIETER CLARYS
Schatten van het druggebruik in België door analyse van afvalwater Universiteit Antwerpen Abstract: De doelstelling van dit project is tweedelig. Eerst zullen er geschikte analysemethoden ontwikkeld en gevalideerd worden om verschillende drugs (cocaïne, amfetamine-achtigen, cannabis,...) en/of hun metabolieten in waterstalen te bepalen. Daarna zullen de concentraties gevonden in afvalwaterstalen gebruikt worden om het verbruik van drugs door de Vlaamse bevolking te schatten en in kaart te brengen. Organisaties: • Toxicologie
Onderzoekers: • Hugo Neels • Adrian Covaci • Alexander van Nuijs
Schatting van de prevalentie van L. monocytogenes besmet RTE voedsel en een analyse van de kwalitatieve en kwantitatieve onderzoekstestresultaten en analyse van factoren die verband houden met de prevalentie van L. monocytogenes besmet RTE voedsel. Universiteit Hasselt Abstract: De algemene doelstelling van het project is te analyseren en de resultaten van het EU-brede basisoverzicht over de prevalentie van L. monocytogenes in bepaalde RTE voedingsmiddelen uit te brengen. Specifieke doelstellingen zijn onder meer: i) de statistische analyse van de kwalitatieve en kwantitatieve resultaten van het EU-basisoverzicht naar de prevalentie van L. monocytogenes in bepaalde RTE voedsel, ii) de statistische analyse van de factoren in verband met de prevalentie. Organisaties: • Centrum voor Statistiek • Centrum voor Statistiek
Onderzoekers: • Marc AERTS • Christel FAES • Cristina SOTTO • Ruth NYSEN • Stijn JASPERS
Schrijven en verspreiden van aanbevelingen voor goede praktijkvoering. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project omvat: * mee schrijven aan de aanbeveling Beleid bij grieppandemie; uitgevoerd op basis van de werkwijze beschreven in de bundeling Aanbeveling en de concrete aanwijzigingen van de commissie Aanbevelingen. * mee werken aan de totstandkoming van het scenario voor de organisatie van de eerste lijn in geval van grieppandemie. Organisaties: • Eerstelijns - en interdisciplinaire zorg Antwerpen (ELIZA)
Onderzoekers: • Hilde Philips • Paul Van Royen
Schrijven en verspreiden van aanbevelingen voor goede praktijkvoering - Beleid bij grieppandemie. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project omvat: * mee schrijven aan de aanbeveling Beleid bij grieppandemie; uitgevoerd op basis van de werkwijze beschreven in de bundeling Aanbeveling en de concrete aanwijzigingen van de commissie Aanbevelingen. * mee werken aan de totstandkoming van het scenario voor de organisatie van de eerste lijn in geval van grieppandemie. Organisaties: • Eerstelijns - en interdisciplinaire zorg Antwerpen (ELIZA)
Onderzoekers: • Barbara Michiels • Paul Van Royen
Screeningsprogramma naar seksueel overdraagbare aandoeningen en hepatitis B vaccinatie bij prostitue(e)s in de provincie Antwerpen. Universiteit Antwerpen Abstract: In 2000 werd een pilootonderzoek uitgevoerd naar de haalbaarheid van hepatitis B vaccinatie van prostitue(e)s in het Antwerpse. 108 prostitue(e)s namen deel aan dit project. Dit project past binnen een breder gezondheidsvoorlichtings- en opvoedingsproject rond seksueel overdraagbare aandoeningen, condoomgebruik en hygiëne. Het project wordt op grotere schaal voortgezet in 2001 in de provincie Antwerpen met een ruimere permanentie en beschikbaarheid van artsen en verpleegkundige. Een structurele financiering wordt nog verder uitgewerkt om de noodzakelijke continuïteit voor dit project te garanderen. Organisaties: • Epidemiologie en sociale geneeskunde • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Pierre Van Damme
Screeningsprogramma naar seksueel overdraagbare aandoeningen en hepatitis B vaccinatie bij prostitue(e)s in de provincie Antwerpen. Universiteit Antwerpen Abstract: In 2000 werd een pilootonderzoek uitgevoerd naar de haalbaarheid van hepatitis B vaccinatie van prostitue( e )s in het Antwerpse. 108 prostitue( e )s namen deel aan dit project. Dit project past binnen een breder gezondheidsvoorlichtings- en opvoedingsproject rond seksueel overdraagbare aandoeningen, condoomgebruik en hygiene. Het project wordt op grotere schaal voortgezet in 2001 in de provincie Antwerpen met een ruimere permanentie en beschikbaarheid van artsen en verpleegkundige. Een structure le financiering wordt nog verder uitgewerkt om de noodzakelijke continuYteit voor dit project te garanderen. Organisaties: • Epidemiologie en sociale geneeskunde • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Pierre Van Damme
Sedentair gedrag: determinanten en de interacties met fysieke activiteit Universiteit Gent Abstract: Deze studie bestaat uit 3 delen. In een eerste studie zal de ActivPal monitor onderzocht worden in zijn relatie met accelerometers en zal de validiteit van een vragenlijst voor het meten van sedentair gedrag bestudeerd worden bij kinderen, adolescenten, volwassenen en ouderen (n=100 per groep). In een tweede studie zullen determinanten van sedentair gedrag bij deze 4 leeftijdsgroepen onderzocht worden. In een derde prospectieve studie zullen persoonlijke, sociale en omgevingsdeterminanten van sedentair gedrag worden bestudeerd. Organisaties: • Vakgroep Bewegings- en sportwetenschappen
Onderzoekers: • Ilse De Bourdeaudhuij • Greet Cardon • Leen Haerens
Seksualiteit in de laatste levensfase: ervaringen en behoeften bij terminaal zieke patiënten en hun partners, en de rol van hulpverlening Vrije Universiteit Brussel Abstract: De laatste jaren is er toenemende belangstelling en onderzoek rond het verlenen van psychosociale steun voor terminaal zieken, dit zowel in België als in andere landen. Hoewel goede palliatieve zorg gericht is op zowel fysieke als psychosociale en existentiële behoeften van patiënten en familie valt het op dat seksualiteit afwezig is als een wezenlijke component van de behoeften-evaluatie en zorg-bepaling. Uit recentelijke literatuur blijkt echter dat veel patiënten seksualiteit als waardevol achten binnen de gevorderde stadia van hun ziekte, en dat het belangrijk is om hierover met hun zorgverleners te kunnen communiceren. Toch hebben de meeste zorgverleners moeite om seksualiteit bespreekbaar te maken in de palliatieve setting, en is er weinig bekend over de reden waarom ze worstelen met dit niveau van communicatie in de klinische praktijk. De voorgestelde studie beoogt het longitudinaal onderzoeken van de seksuele ervaringen, problemen en behoeften van terminaal zieke patiënten en hun partners, alsook de rol van de zorgaanbieders met betrekking tot dit onderwerp. De gegevens worden verzameld via kwalitatief onderzoek, met inbegrip van face-to-face interviews met patiënten en hun partners, focusgroep interviews met zorgverleners in de oncologie en palliatieve zorg, en paneldiscussies met experts. Organisaties: • Maatschappelijke Gezondheidszorg
Onderzoekers: • Charlotte BENOOT • JOHAN BILSEN
Selectie van bioactieve chinoïden en analyse van een gecombineerde chemotherapie en immunoprofylaxis voor de controle van tuberculose. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project heeft tot doel om (1) innovatieve synthesen van nieuwe bioactieve 2-aza-antrachinonen te ontwerpen (UGent, VUB), (2) gerichte functionaliseringen van het 2-aza-antrachinonskelet te evalueren in het kader van een SAR-studie tot verbindingen bekomen worden met een gewenst activiteitsprofiel (UGent, VUB), (3) de in vitro en in vivo toxiciteit en genotoxiciteit van deze componenten te onderzoeken (WIV), (4) hun in vivo bacteriostatisch en bactericide vermogen te evalueren tegen M. tuberculosis (WIV), (5) hun therapeutisch potentieel te testen in twee in vivo modellen van latente tuberculose in combinatie met een post-exposure vaccinatie met plasmidisch DNA (WIV). Organisaties: • Organische synthese
Onderzoekers: • Kourosch Abbaspour Tehrani
Sensibiliseringsproject WODCA voor studenten hogeschool en universiteit. Universiteit Antwerpen Abstract: De visie in kaart brengen van studenten van de Associatie Universiteit en Hogescholen Antwerpen (AUHA) en Lessius Hogeschool op het invoeren van een alcohol- en drugbeleid op hun campus en de uitvoering ervan. Metals einddoelstelling om een beleid te kunnen uitschrijven dat gedragen wordt door de beoogde doelgroep. Daarnaast wensen we de WODCA-actie, die zich specifiek richt naar weekendongevallen door jonge bestuurders, bekend te maken in de studentenpopulatie. We proberen eveneens een beeld te krijgen van de mening en percepties van de studenten ten aanzien van rijden onder invloed. Tot slot willen we naast het verspreiden van een alcoholtester, de ervaringen en meningen van de studenten over het gebruik van een alcoholtester toetsen. Organisaties: • Epidemiologie en sociale geneeskunde (ESOC)
Onderzoekers: • Guido Van Hal
Seroprevalentie 2012. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds WIV. UA levert aan WIV de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.
Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Pierre Van Damme • Heidi Theeten • Tinne Lernout
Simulatiemodellen voor overdracht van besmettelijke ziekten en controleprocessen, met toepassing op de vijf grote gezondheidstopics vanuit het Vlaamse beleid. Universiteit Hasselt Abstract: Dit is een IWT-project met CENSTAT als onderzoekspartner. Andere partners zijn UA, KULeuven, WIV. Het betreft onderzoek naar "Simulatiemodellen voor overdracht van besmettelijke ziekten en controleprocessen, met toepassing op de vijf grote gezondheidstopics vanuit het Vlaamse beleid". Het onderzoek zal worden uitgevoerd volgens de bepalingen zoals gesteld in voorliggende overeenkomst. Organisaties: • Centrum voor Statistiek • Centrum voor Statistiek
Onderzoekers: • Marc AERTS • Niel HENS • Nele GOEYVAERTS
Sociale gezondheidsverschillen en ongelijke toegang tot zorg in België. Analyse op basis van de eerste nationale gezondheidsenquête. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het doel van dit project is de sociale ongelijkheid inzake ziekte en gezondheid te bepalen via vier invalshoeken : de gezondheidsstatus, leefstijlkenmerken, medische consumptie en financiële drempels in de toegang tot de gezondheidszorg. Dit gebeurt door een analyse van de eerste Belgische Gezondheidsenquête (1997) en door studie van de recente wetenschappelijke literatuur terzake. De empirische bevindingen zullen in een ruim sociaalwetenschappelijk kader worden geplaatst. Het onderzoek beoogt een verfijning van zowel de sociale als de gezondheidsindicatoren die aan de basis lagen van de eerste Belgische Gezondheidsenquête. Ook het creëren van een gefundeerde basis voor beleidsbeslissingen met het oog op het wegwerken van vermijdbare sociale gezondheidsverschillen, is een doelstelling van dit onderzoeksproject. In dit onderzoek zal gestreefd worden naar een creatieve wisselwerking tussen kwalitatieve en kwantitatieve onderzoeksmethodes. Er wordt ook belang gehecht aan de link tussen cijfermateriaal en theoretische denkkaders uit de internationale wetenschappelijke literatuur terzake. Op basis van de bevindingen kunnen bestaande theorieën en verklaringsmodellen eventueel worden genuanceerd. Organisaties: • Medische Sociologie
Onderzoekers: • FREDDY LOUCKX
Sociale gezondheidsverschillen (ikv AGORA-programma). Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het doel van dit project is de sociale ongelijkheden inzake ziekte en gezondheid te bepalen via vier invalshoeken : de gezondheidsstatus, leefstijlkenmerken, medische consumptie en financiële drempels in de toegang tot de gezondheidszorg. Dit gebeurt door een analyse van de eerste Belgische Gezondheidsenquête (1997) en door studie van de recente wetenschappelijke literatuur terzake. De empirische bevindingen zullen in een ruim sociaalwetenschappelijk kader worden geplaatst. Het onderzoek beoogt een verfijning van zowel de sociale als de gezondheidsindicatoren die aan de basis lagen van de eerste Belgische Gezondheidsenquête. Ook het creëren van een gefundeerde basis voor beleidsbeslissingen met het oog op het wegwerken van vermijdbare sociale gezondheidsverschillen, is een doelstelling van dit onderzoeksproject. In dit onderzoek zal gestreefd worden naar een creatieve wisselwerking tussen kwalitatieve en kwantitatieve onderzoeksmethodes. Er wordt ook belang gehecht aan de link tussen cijfermateriaal en theoretische denkkaders uit de internationale wetenschappelijke literatuur terzake. Op basis van de bevindingen kunnen bestaande theorieën en verklaringsmodellen eventueel worden genuanceerd. Organisaties: • Medische Sociologie
Onderzoekers: • FREDDY LOUCKX • Christophe VANROELEN
Sociale uitsluiting van patiënten met medisch onverklaarde pijn: de impact op het welzijn van de patiënt Universiteit Gent Abstract: Aan de hand van een vragenlijststudie, een dagboekstudie en een experimenteel opzet zal worden nagegaan wat de impact is van sociale uitsluiting van mensen met medische onverklaarde pijn op het algemeen welzijn (zelfgerapporteerde pijn, zelfbeeld, algemene stemming, depressieve symptomen en stress responsen) van deze mensen.
Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Liesbet Goubert
SOMT Leerstoel Onderwijs/onderzoek: (Realisatie van Opleiding tot professional master in Manuele Therapie én uitbouw van gezamenlijke onderzoekslijnen waaronder artrokinematica en musculoskeletale systemen in het bijzonder) Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' SOMT-Stichting Opleiding Manuele Therapie (NL- Amersfoort)' hebben voor het project ' SOMT Leerstoel Onderwijs/onderzoek Sponsoring van leergangen en leerstoelen : Manuele Therapie (Realisatie van Opleiding tot professional master én uitbouw van gezamenlijke onderzoekslijnen waaronder artrokinematica en musculoskeletale systemen in het bijzonder)' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Experimentele Anatomie
Onderzoekers: • Erik CATTRYSSE
Spatio-temporeel modelleren van infectieziekten. Universiteit Hasselt Abstract: Voor de analyse van de temporele en spatiale verspreiding van epidemieën zijn geadvanceerde statistische methoden, welke rekening houden met de spatiale correlatie in de gegevens, noodzakelijk. Het correct modelleren van de spatiale verdeling en verspreiding van infectieziekten is een grote uitdaging. Typisch wordt de verspreiding van infectieziekten onderzocht als functie van tijd of leeftijd van de host. In dit project zullen we de ruimtelijke verspreiding van infectieziekten bestuderen, zoals die zich vaak in praktijk voordoet. Mathematische modellen die de dynamica van infectieziekten beschrijven moeten aangepast worden om ook de ruimtelijk component in het model op te nemen. Daarnaast zullen flexibele methoden onderzocht worden voor de spatiale en spatio-temporale analyse van infectieziekten. Hiervoor zullen we gebruik maken van semi-parametrische penalized spline methodologie, en zullen we verscheidene complexiteiten welke in aanwezig zijn in infectieziekten in rekening brengen. Hierbij zullen geo-additieve modellen bestudeerd worden. De methode moet toelaten rekening te houden met (ruimtelijk en temporele) covariaten. Verder is het niet ondenkbaar in spatiale datasets dat sommige uitkomsten ontbrekend zijn. Aangezien deze complexe setting ook zal resulteren in computationeel complexe methodes zal het gebruik van benaderende schattingsmethodes, zoals variationele benaderingen, bestudeerd worden. Organisaties: • Centrum voor Statistiek • Centrum voor Statistiek
Onderzoekers: • Marc AERTS • Christel FAES
Spiritualiteit aan het levenseinde: kunst of wetenschap? KU Leuven Abstract: mso-hansi-theme-font:major-latin" lang="NL">De kunst van het sterven en van het praten met uw artsmso-ascii-theme-font:majorlatin;mso-hansi-theme-font:major-latin" lang="NL">Te horen krijgen dat je ongeneeslijk ziek bent roept heel wat vragen op: Waarom ik?, Hoe lang nog?, Wat zal er met mijn kinderen gebeuren als ik er niet meer ben? zijn slechts enkele voorbeelden. Naarmate de ziekte vordert komen er steeds meer relaties in het gedrang: op het werk, in de vriendenkring, of thuis. De zorg voor de betekenisvolle relaties van een zieke wordt in de internationale medische literatuur ook wel spirituele zorg genoemd. Mieke Vermandere maakte haar proefschrift over de rol van de huisarts en de thuisverpleegkundige in spirituele zorg aan het levenseinde.De meeste huisartsen zien wel degelijk het belang in van de spirituele dimensie van zorg. Deze relaties beïnvloeden namelijk de medische beslissingen. Zo kan een patiënt ervoor kiezen om een behandeling met weinig slaagkans en veel nev Organisaties: • Acad. Centr. voor Huisartsgeneeskunde
Onderzoekers: • Bert Aertgeerts • Jan De Lepeleire • Emmanuël Keirse • Mieke Vermandere
SPOTLIGHT: duurzame preventie van obesitas door geïntegreerde strategieën Universiteit Gent Abstract: Het doel van SPOTLIGHT is om op een systematische manier inzicht te krijgen in de determinanten van obesitas, en om multi-level interventies te identificeren die goed scoren op de verschillende RE-AIM dimensies (bereik, effectiviteit, adoptie, implementatie en duurzaamheid). Daarnaast willen we nagaan welke factoren ervoor zorgen dat multi-level interventies succesvol geïmplementeerd kunnen worden in de praktijk. Organisaties: • Vakgroep Bewegings- en sportwetenschappen
Onderzoekers: • Ilse De Bourdeaudhuij
Spraakverstaan en levenskwaliteit bij patiënten met een cochleair inplant. Universiteit Antwerpen Abstract: Door adequatere onderzoekstechnieken en analyse van resultaten in termen van QoL en auditief functioneren is een betere indicatiestelling voor Cl en een adequatere post-operatieve follow-up mogelijk. De doelstelling van het onderzoek kunnen we samenvatten in volgende punten: 1. evaluatie van nieuwe onderzoekstechnieken bij Cl voor de programmering van de spraakprocessor (NAT) 2. evaluatie van resultaten van Cl bij specifieke patientengroepen in termen van spraakverstaan en QoL. Onder deze noemer verstaan we DFNA9-patiënten, patiënten met auditieve neuropathie, bejaarde patiënten en patiënten met functioneel restgehoor (EAS, unilateraal gehoorverlies). 3. evaluatie van de resulaten van bilaterale Cl, en dit zowel bij volwassenen als bij kinderen. Organisaties:
• Translationele Neurowetenschappen (TNW)
Onderzoekers: • Paul Van de Heyning • Katrien Vermeire
Statistische eigenschappen van de infectiedruk, de contactmatrix en de reproductiesnelheid : kwantificering, onderlinge wisselwerking en impact in mathematische modellen voor de dynamische transmissie van infectieziekten. Universiteit Antwerpen Abstract: Het onderzoek naar de contactmatrix speelt een cruciale rol in het mathematisch modelleren van infectieziekten. Er zijn tot op heden maar een beperkt aantal pogingen geweest om contactpatronen tussen mensen te kwantificeren. Doel van dit onderzoeksproject is het schatten van de contactmatrix via een steekproef van dagboekgegevens en deze data te koppelen aan de geschatte infectiedruk voor bepaalde vaccineerbare aandoeningen (op basis van sero-epidemiologische gegevens). Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Pierre Van Damme
Statistische evaluatie van de reductie van Salmonella in dierpopulaties in de Europese Lidstaten. Universiteit Hasselt Abstract: Het Europees Voedselagentschap verzamelt jaarlijks informatie van zoonoses en antimicrobiologische resistentie van alle Europese lidstaten. Het objectief van dit project is de analyse van de trend in het voorkomen van zoonotische agenten en de bronnen van menselijke infecties, om zo de waarschijnlijkheid te bepalen waarmee de Europese lidstaten de vooropgestelde vermindering zullen behalen. De dierpopulaties in deze studie zijn braad- en legkippen. Voor braadkippen is de doelstelling een voorkomen van 1% (of minder) van positieve Salmonella flocks tegen het einde van 2009. Voor de legkippen is de doelstelling is een jaarlijkse reductie tot 2% (of minder) positieve Salmonella flocks tegen Februari 2011. In dit project bieden we statistische ondersteuning aan het Europees Voedselagentschap voor de evaluatie van deze doelstellingen. Organisaties: • Centrum voor Statistiek • Centrum voor Statistiek
Onderzoekers: • Marc AERTS • Christel FAES • Jose CORTINAS ABRAHANTES
Statistische methoden voor epidemiologisch en klinisch onderzoek voor de gezondheid van moeder en kind in de context van moeder-kind transmissie bij HIV en andere infectieziekten Universiteit Hasselt Abstract: Het project heeft de volgende doelstellingen. De doeltreffendheid en doelmatigheid van een strategie met de naam Option B+ zal worden geëvalueerd. Deze strategie heeft tot doel de moeder-kind trasmissie van de HIV infectie te voorkomen of minstens het voorkomen ervan te verlagen. Epidemiologische en klinische-studie methodologie wordt hiertoe gecombineerd. De praktische haalbaarheid van de strategie wordt eveneens geëvalueerd. Dit laatste gebeurt ter hoogte van gezondheidscentra, gemeenschappen, individuele patiënten, enz. Therapietrouw en maatregelen om die te verhogen krijgen bijzondere aandacht. Er wordt een statistisch model geconstrueerd om wachttijden voor doktersafspraken te modelleren en te beschrijven. Hierop gestoeld zal er een predictiemodel worden gemaakt, dat een descriptieve aanpak zal aanvullen met een pro-actieve, waarbij trouw aan afspraak idealiter in belangrijke mate kan verhoogd worden. De methodologie die gebruikt zal worden is gestoeld op een combinatie van de volgende gebieden: klinische studies, epidemiologische studies, survey sampling, herhaalde metingen, gemeenschappelijk modeleren van longitudinale en survival respons en het modeleren van overdispersie. Organisaties: • Centrum voor Statistiek • Centrum voor Statistiek
Onderzoekers: • Geert MOLENBERGHS
STEUNPUNT2012 Welzijn Volksgezondheid en Gezin en bijhorende kortetermijnopdrachten. KU Leuven Abstract: Het Steunpunt Welzijn, Volksgezondheid en Gezin (2012-2015), een initiatief van de Vlaamse overheid, is een consortium van de KU Leuven, de Universiteit Gent en de Vrije Universiteit Brussel dat de wetenschappelijkeexpertise van hoogleraren en onderzoekers in diverse disciplines verenigt. Het onderzoeksprogramma van het Steunpunt bestaat uit een meerjarenplan met onderzoek dat zich over meerdere jaren uitstrekt en korte termijnonderzoek.Het meerjarenplan bestrijkt drie onderzoekslijnen:Onderzoekslijn 1 - Monitoren van zorgbehoeften en gebruikOnderzoekslijn 2 - Evaluatie van preventieve en zorginterventiesOnderzoekslijn 3 - Zorgorganisatie en beleid.Het Steunpunt WVG voert jaarlijks op vraag van de minister van Welzijn,Volksgezondheid en Gezinkorte termijnonderzoeken uit die inspelen op acute beleidsvragen. Het korte termijnonderzoek wordt begeleid door stuurgroepen samengesteld uit vertegenwoordigers van het beleidsdomein Welzijn,Volksgezondheid en Gezin en onderzoekers. Het Steunpunt Organisaties: • Acad. Centr. voor Huisartsgeneeskunde
Onderzoekers: • Chantal Van Audenhove • Johan Put • Koen Hermans • Karel Hoppenbrouwers • Jozef Pacolet
Steunpunt Milieu en Gezondheid Universiteit Gent Abstract: Het steunpunt zal hoofdzakelijk biomonitoring onderzoek en theoretisch (literatuur) onderzoek verrichten inzake milieu en gezondheid. Het biomonitoringsproject zal metingen op bloed of urine omvatten naar zowel blootstellingsmerkers als effectmerkers. De ?Vraagbaak? van het Steunpunt zal enerzijds antwoorden trachten te geven op precieze vragen van de administraties van de Vlaamse Gemeenschap, en zich anderzijds concentreren op de lage dosis problematiek. Organisaties:
• Vakgroep Radiotherapie en Experimenteel Kankeronderzoek
Onderzoekers: • Nicolas Van Larebeke
Steunpunt Milieu en Gezondheid (2012-2015) Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de Vlaamse overheid. UA levert aan de Vlaamse overheid de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Milieu en Samenleving (M&S)
Onderzoekers: • Greta Schoeters • Marc van Sprundel • Ilse Loots
Steunpunt Milieu en Gezondheid 2012-2015 Universiteit Gent Abstract: Hoofddoelstellingen van het Steunpunt Milieu en Gezondheid: verzamelen, analyseren en ontsluiten van gegevens; uitvoeren van probleemgericht wetenschappelijk onderzoek (korte termijn); uitvoeren van fundamenteel wetenschappelijk onderzoek; verlenen van wetenschappelijke dienstverlening. De missie: het voeren van wetenschappelijk onderzoek naar de impact van het milieu op de gezondheid van de Vlaamse bevolking. Organisaties: • Vakgroep Maatschappelijke gezondheidkunde
Onderzoekers: • Stefaan De Henauw
Steunpunt : Verkeersveiligheid bij stijgende mobiliteit. + Bijk ov "impact van verkeersongevallen op de kwaliteit van het leven" ikv dit steunpunt. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De bijdrage van de Vakgroep Menselijke Ecologie situeert zich vooral op het vlak van de milieu- en gezondheidszorg. Enerzijds is er een rol weggelegd in het onderzoek naar de mogelijke inschakeling van ziekenhuisgegevens voor het vinden van correctiefactoren voor de ongevallendata. Anderzijds zal ook het onderzoek naar andere impacts van verkeer op de volksgezondheid dan de ongevallen mee vorm gegeven worden en zal er bijgedragen worden bij de ontwikkeling van risico-indicatoren. De bijkomende onderzoeksopdracht is een pilootstudie gericht op het verkrijgen van inzicht in de impact van verkeersongevallen op de kwaliteit van het leven. De focus ligt hierbij op whiplash-slachtoffers. Organisaties: • Menselijke Ecologie
Onderzoekers: • David PROOT • LUC HENS
Steunpunt Welzijn, Volksgezondheid en Gezin ?UGent (SWVG-UGent) Universiteit Gent Abstract: Het SWVG voert beleidsrelevant onderzoek uit geclustered in 3 onderzoekslijnen: monitoren van zorgbehoeften en gebruik; evaluatie van preventieve en zorginterventies en organisatie en beleid van zorg. Organisaties: • Vakgroep Maatschappelijke gezondheidkunde
Onderzoekers: • Jan De Maeseneer • Ilse De Bourdeaudhuij
Stigma en psychische ziekte in een cross-nationaal perspectief Universiteit Gent Abstract: Deze studie vormt een deel van een cross-nationaal comparatief onderzoek naar stigmatisering, met als einddoel het opstellen en testen van een multidisciplinair multilevel model. Aan de hand van gestandaardiseerde face-to-face interviews in een representatieve steekproef van de algemene bevolking worden in een 25-tal landen de denkbeelden, attitudes en gedragsintenties tegenover personen met psychische problemen vergeleken. Organisaties: • Vakgroep Sociologie
Onderzoekers: • Piet Bracke
Stigmatisering als belemmering voor de effectiviteit van geestelijke gezondheidszorg (GGZ)? Universiteit Gent Abstract: Deze studie gaat na in welke mate stigmatisering van personen met psychische moeilijkheden een belemmering vormt voor de doeltreffendheid van organisaties in de geestelijke gezondheidszorg in Vlaanderen. Daarenboven wordt de impact op de doeltreffendheid van het ruimere gezondheidszorgsysteem bestudeerd door aan de hand van internationale data het verband met (differentieel) zorggebruik na te gaan. Organisaties: • Vakgroep Sociologie
Onderzoekers: • Piet Bracke
Structurele financiering instituten: projectfinanciering CENSTAT voor fundamenteel onderzoek Universiteit Hasselt Abstract: Het nieuwe BOF-financieringsprogramma 'structurele financiering van de instituten' is een programma dat wordt ingezet ter ondersteuning van het speerpunten beleid van de UHasselt. In overeenstemming met het Beleidsplan Onderzoek (2011-2015) (SD 1- OD1) kent de onderzoeksraad sinds 2012 jaarlijks aan de instituten structureel BOF-middelen toe voor de uitbouw van het fundamenteel onderzoek binnen deze instituten. Deze middelen worden ingezet op onderzoekslijnen gedefinieerd in het strategisch plan van CENSTAT Organisaties:
• Centrum voor Statistiek
Onderzoekers: • Marc AERTS
Structurele financiering instituten: structurele financiering CENSTAT voor de werking van het instituut Universiteit Hasselt Abstract: Het nieuwe BOF-financieringsprogramma 'structurele financiering van de instituten' is een programma dat wordt ingezet ter ondersteuning van het speerpunten beleid van de UHasselt. In overeenstemming met het Beleidsplan Onderzoek (2011-2015) (SD 1- OD1) kent de onderzoeksraad sinds 2012 jaarlijks aan de instituten structureel BOF-middelen toe voor de organisatie en goede werking van deze instituten. Organisaties: • Centrum voor Statistiek
Onderzoekers: • Marc AERTS
Studie aangaande het invoeren van pneumokokkenvaccinatie in het nationale vaccinatieprogramma voor de zuigelingen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit rapport wil de doelmatigheid onderzoeken van een veralgemeende vaccinatie van jonge kinderen (tot de leeftijd van 2 jaar) met het thans beschikbare zeven-valent geconjugeerd pneumokokkenvaccin (PCV7). Het is de bedoeling dat hierbij zowel de directe gezondheidsvoordelen voor de gevaccineerde kinderen zelf als de indirecte gezondheidsvoordelen voor de hele bevolking (bescherming via groepsimmuniteit (herd immunity) bekeken worden. Een tweede doelstelling is het bepalen van het optimale vaccinatieschema om deze gezondheidsvoordelen op een doelmatige (kosteneffectieve) manier te behalen. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Philippe Beutels
Studie naar de invloed van de fijne deeltjesfractie in binnen- en buitenlucht op chronisch respiratoire aandoeningen in de Antwerpse regio op basis van een aangepaste chemische analytische methode. Universiteit Antwerpen Abstract: Chronische obstructieve respiratoire aandoeningen (Chronic obstructive pulmonary disease (COPD) en astma) vertonen een toenemende prevalentie met belangrijke economische gevolgen. Vermits luchtvervuiling een belangrijke factor kan zijn, heeft dit project als doel het nagaan van deze invloed. De volgende doelstellingen zijn geformuleerd: 1) Het vaststellen van gezondheidsparameters van de luchtwegen (luchtwegklachten, longfunctie, bronchiale overprikkelbaarheid) en allergie in Antwerpen en een aantal gemeenten in de Provincie. 2) De bepaling van de individuele blootstelling ('exposure assessment'). 3) Het evalueren van het verband tussen de samenstelling van de lucht (deeltjesfracties) en het voorkomen van ademhalingsklachten, astma en allergie bij volwassenen en kinderen in Antwerpen en een aantal gemeenten in de Provincie. 4) Om de relatie van deze aandoeningen met de chemische samenstelling van de fijne deeltjesfractie te kunnen bepalen, is een chemische karakterisatie noodzakelijk. Deze deeltjesfractie bestaat, naast anorganische componenten, vooral uit organische verbindingen en roet. De karakterisatie is, in het bijzonder voor de organische fractie en gezien het voorkomen van een groot aantal verbindingen in kleine concentraties, geen eenvoudige zaak. Om deze fractie beter in kaart te brengen, zullen de mogelijkheden van tweedimensionale Gaschromatografie, gekoppeld met Time-of-Flight Massaspectrometrie nagegaan worden. Verder zullen ook de andere (anorganische) fracties met moderne analysetechnieken geanalyseerd worden en dit zowel kwalitatief als (semi-)kwantitatief. Het geheel moet ons in staat stellen inzicht te verkrijgen in de rol van deze fracties met bovenvermelde respiratoire aandoeningen (COPD en astma). Organisaties: • Epidemiologie en sociale geneeskunde • Epidemiologie en sociale geneeskunde (ESOC)
Onderzoekers: • Hugo Van Bever • Rene Van Grieken • Marc van Sprundel • Wilfried De Backer • Joost Weyler
Studie naar de vaccinatiegraad in Vlaanderen in 2012. Universiteit Antwerpen Abstract: Voor de evaluatie van het vaccinatiebeleid wenst de Vlaamse overheid meer inzicht te verwerven in de subpopulaties die niet of onvoldoende bereikt worden door het huidige vaccinatieprogramma, de redenen van niet of onvolledig vaccineren, het aandeel van de belangrijkste vaccinatoren in het vaccinatieprogramma en welke initiatieven de effectiviteit van het vaccinatiebeleid kunnen bevorderen. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Pierre Van Damme • Heidi Theeten
Studie naar het effect van de Belgische antibioticacampagnes op het antibioticagebruik in de ambulante praktijk. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds BAPCOC. UA levert aan BAPCOC de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Samuel Coenen • Herman Goossens
Studie naar oxidatieve stress en excitotoxiciteit in de ziekte van Parkinson: rol van glutamaattransporters als mogelijke aangrijpingspunten voor de heilzame werking van theanine, een component van groene thee. Vrije Universiteit Brussel
Abstract: Binnen dit project zullen we de betrokkenheid van de glutamaattransporters, i.e. de hoge-affiniteit en de vesikulaire glutamaattransporters en de cystine-glutamaat antiporter, in de waargenomen excitotoxiciteit en oxidatieve stress bij de ziekte van Parkinson bestuderen. (1) We zullen de Expressieniveaus en de activiteit van de glumataattransporters bestuderen in de nuclei van de basale ganglia van hemi-Parkinson ratten met een unilaterale 6-hydroxydopamine (6-OHDA) lesie van de 'medial forebrain bundle' (MFB). (2) In transporter deficiënte muizen zal de gevoeligheid voor 6-OHDA nagegaan worden door het kwantificeren van neurodegeneratie en oxidatieve stress na verloop van tijd na inductie van MFB lesies. Dit zal verduidelijken of de waargenomen veranderingen op het nieveau van transporter expressie en/of activiteit de oorzaak of het gevolg zijn van de neurodegeneratie en/of oxidatieve stress. Indien onze data een oorzakelijk verband suggereren, zal de betrokken transporter een interessant aangrijpingspunt kunnen vormen voor de ontwikkeling van nieuwe farmacotherapieën die progressieve neurodegeneratie zouden kunnen voorkomen. (3) We zullen bovendien nagaan of theanine, een component van groene thee en glumataat analoog, neuroprotectief is in ons rat model voor de ziekte van Parkinson. ALs dit inderdaad het geval is, zullen we achterhalen of het werkingsmechanisme van theanine aan de glutamaattransporters kan gelinkt worden. Organisaties: • Farmaceutische Chemie, Analyse van Geneesmiddelen en Geneesmiddelenkennis
Onderzoekers: • Ann MASSIE • YVETTE MICHOTTE
Studie naar oxidatieve stress en excitotoxiciteit in de ziekte van parkinson: systeem Xc als mogelijk aangrijpingspunt voor de ontwikkeling van nieuwe farmacotherapieën. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Binnen dit project wordt de betrokkenheid van de cystine/glutamaat antiporter of systeem xc-, in de waargenomen excitotoxiciteit en oxidatieve stress bij de ziekte van Parkinson bestudeerd. Het expressieniveau van xCT, de specifieke subunit van systeem xc- is gestegen in het striatum ipsilateraal aan 6-hydroxydopamine (6-0HDA) injectie in de "medial forebrain bundle". Om meer inzicht te krijgen in de betekenis van deze opregulatie van xCT in de pathogenese van de ziekte van Parkinson, zullen we gebruik maken van transgene muizen. In xCT knockout muizen evenals in muizen met een induceerbare overexpressie van xCT in astrocyten zal de gevoeligheid voor 2 Parkinson inducerende neurotoxines, i.e. 6-0HDA en MPTP, nagegaan worden door het kwantificeren van neurodegeneratie in de substantia nigra en striataal dopamine verlies. We zullen hierbij eveneens aandacht besteden aan glutamaterge neurotransmissie en oxidatieve stress-gerelateerde processen. Bovendien zullen we de eventuele neuroprotectieve eigenschappen van ceftriaxone, een B-Iactam antibioticum dat zowel de heropname van glutamaat als de expressie van systeem xc- opreguleert, en van inhibitoren van systeem xc- nagaan in onze diermodellen voor de ziekte van Parkinson. Organisaties: • Farmaceutische Chemie, Analyse van Geneesmiddelen en Geneesmiddelenkennis
Onderzoekers: • Ann MASSIE
Studie van de Biologische Beschikbaarheid en de Fysiologische Impact van Fyto-oestrogenen met Betrekking tot de Menselijke Gezondheid Universiteit Gent Abstract: Een in-vitro onderzoek naar de biologische beschikbaarheid van fyto-oestrogenen en de invloed van de samenstelling van de intestinale microbiota wordt gecombineerd met een in-vivo observationele studie met proefpersonen. De fyto-oestrogenen en metabolieten zullen gekwantificeerd worden in bloed, urine, adem en feces. Voor de voornaamste fyto-oestrogenen zullen monoklonale antistoffen aangemaakt worden om hun distributie in weefsels en organen na te gaan. Organisaties: • Vakgroep Geneesmiddelenleer • Vakgroep Radiotherapie en Experimenteel Kankeronderzoek
Onderzoekers: • Marc Bracke • Denis De Keukeleire • Willy Verstraete • Herman Depypere
Studie van de vaccinatiegraad van jonge kinderen en adolescenten in Vlaanderen in 2004. (perceel 1 en perceel 2) Universiteit Antwerpen Abstract: Effectieve controle vereist surveillance van infectieziekten op verschillende vlakken, onder andere van vaccinatiegegevens. Vermits de registratiegegevens over vaccins van georganiseerde preventieve diensten niet volledig zijn, werd in 1999 voor de eerste maal een representatieve steekproef van de vaccinatiestatus van jonge kinderen tussen 18 en 24 maanden onderzocht. Deze meting wordt in 2005 herhaald en uitgebreid naar adolescenten en 7-jarigen om de actuele toestand te kennen en eventuele evoluties vast te stellen. In totaal zullen 3700 kinderen worden bevraagd over hun vaccinatietoestand. Bovendien zullen gemeenschappelijke kenmerken van niet- of onvolledig gevaccineerde kinderen worden nagegaan, met voorstellen voor beleidsondersteunende maatregelen als gevolg. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Pierre Van Damme
Studie van de vaccinatiegraad van jonge kinderen en adolescenten in Vlaanderen in 2008. Universiteit Antwerpen Abstract: Hoe goed zijn Vlaamse peuters gevaccineerd? Vaccinatiegraadmeting voor de vaccins aanbevolen in het basisvaccinatieschema bij Vlaamse kinderen van 18 tot 24 maand en onderzoek naar risicofactoren voor onvolledige vaccinatie in deze leeftijdsgroep, in het kader van de Vaccinatiegraadstudie bij jonge kinderen en adolescenten in Vlaanderen 2008 in opdracht van de Vlaamse Gemeenschap. In samenwerking met KULeuven, tot eind 2008. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Pierre Van Damme
Studie van geglyceerd eiwit als een merker voor diabetes in Centraal Afrika Universiteit Gent Abstract: In dit project worden de mogelijkheden nagegaan om glycatie van keratines van vingernagels te gebruiken als alternatieve goedkope biomerker voor het opsporen en volgen van diabetes. Klassieke diagnostische merkers (glucose, HbA1c) zijn immers moeilijk bruikbaar in Afrika. Organisaties:
• Vakgroep Klinische biologie, microbiologie en immunologie
Onderzoekers: • Joris Delanghe • Jan Philippe
Studie van miRNA expressie in prognostische subgroepen van acute lymfoblasten leukemie bij kinderen Universiteit Gent Abstract: Deze studie omvat de analyse van miRNA profielen in verschillende genetische subgroepen van B-ALL (hyperdiploïden, TEL-AML1, MLL, BCR-ABL1, normale karyotype's) in vergelijking met profielen bekomen uit gesorteerde normale B-cel precursor cellen. Deze miRNA profielen zullen eveneens gebruikt worden om B-ALL patiënten met goede overleving ten opzichte van patiënten die ziekteherval vertonen met elkaar te vergelijken. Organisaties: • Vakgroep Pediatrie en genetica
Onderzoekers: • Franki Speleman
Studie van subklinische cardiomyopathe in het postviraal chronic fatigue immune dysfunction syndrome. Vrije Universiteit Brussel Abstract: We kunnen de patiënten die lijden aan CVS indelen in twee groepen: - een eerste fase groep, zijnde die patiënten waarbij het CVS in de beginfase van de aandoening gediagnosticeerd wordt. Deze fase gaat vaak gepaard met een externe vermagering, ondanks een toegenomen eetlust. - Een tweede fase groep zijnde die patiënten in een latere fase van de aandoening, waarbij het lichaamsgewicht toeneemt zonder dat hun eetpatroon gewijzigd is. In een eerste onderdeel van de studie willen we het basaalmetabolisme in rust meten bij voornoemde twee groepen en de resultaten vergelijken met deze van een naar leeftijd en geslacht overeenkomstige groep controlepersonen met respectievelijk een normaal lichaamsgewicht, en grope anorectische en een groep obese controlepersonen. Deze proef gaat door in samenwerking met de Universiteit van Maastricht die haar meetapparatuur ter beschikking stelt. Verschillende energiedata worden bekomen 1) de slaap-metabole-snelheid (SMR) wordt bepaald in een respiratiekamer 2) de rust-metabole-snelheid (RMR wordt bepaald onder een ventilated hood 3) de gemiddelde dagelijkse metabole snelheid (ADMR) wordt bepaals met de enkelvoudige-gelabeled-water methode. Organisaties: • Menselijke Fysiologie en Algemene Biologische Scheikunde
Onderzoekers: • KENNY DE MEIRLEIR
Subfenotypering van otosclerose : multi-disciplinaire diagnostiek voor cochleaire otosclerose. Universiteit Antwerpen Abstract: Otosclerose is een frequent voorkomende botabnormaliteit van het otisch kapsel, gekenmerkt door abnormale resorptie en redepositie van bot. Men maakt een onderscheid tussen histologische en klinische otosclerose. Histologische otosclerose betekent dat de aanwezigheid van otosclerose post mortem gediagnosticeerd werd bij histologisch onderzoek van rotsbeenderen. Klinische otosclerose betekent de aanwezigheid van geleidings- of gemengde doofheid veroorzaakt door stapediale fixatie of ronde venster abnormaliteiten. Er is echter een belangrijke discrepantie in de prevalenties van beide vormen, respectievelijk 2.5 % voor histologische otosclerose en 0.3 % voor klinische otosclerose. Otosclerose wordt dus in de klinische praktijk duidelijk (factor 8!) ondergediagnosticeerd. Deze discrepantie tussen histologische en klinische otosclerose wordt veroorzaakt door de variabele topografie van de otosclerotische foci in het otische kapsel: niet alle lokalisaties veroorzaken een typische symptomatologie. Indien het gaat om fenestrale otosclerose (ovale of ronde venster) is de diagnose relatief gemakkelijk te stellen met audiometrische en tympanometrische technieken. Hier vindt men de aanwezigheid van een conductief of gemengd gehoorverlies, al dan niet met een kenmerkende Carhart notch. Indien de otosclerotische haarden elders in het otische kapsel voorkomen, kan deze zogenaamde 'cochleaire otosclerose' audiometrisch moeilijk gedifferentieerd worden van andere vormen van perceptief gehoorverlies. Door middel van radiologische beeldvorming kan in een aantal gevallen de diagnose van cochleaire otosclerose gesteld worden, hoewel met de huidige systemen de letsels meestal slecht herkenbaar zijn. Concluderend kan gesteld worden dat gezien de hoge frequentie in de populatie er een grote nood bestaat aan een sensitievere en specifiekere diagnostiek voor cochleaire otosclerose, zowel klinisch als radiologisch. Bovendien blijkt otosclerose een genetisch complexe aandoening veroorzaakt door een interactie van genen en omgevingsfactoren. De invloed van deze interactie is momenteel onvoldoende gekend maar ligt waarschijnlijk gedeeltelijk aan de basis van de heterogene fenotypische karakteristieken. Verdere classificatie van deze otosclerotische subfenotypes is dan ook een conditio sine qua non voor de klinische diagnostiek. Wanneer wetenschappelijk onderzoek erin slaagt eenduidig risicofactoren uit de omgeving of van genetische aard aan te duiden en deze te correleren aan fenotypische karakteristieken is de basis hiervoor gelegd. De fundamentele inzichten in het ontstaansmechanisme van otosclerose en de concretere classificatie van otosclerosesubfenotypes verworven door dit project, zal de NKO-artsen toelaten een meer specifieke diagnose te stellen. Op deze manier zal de huidige symptomatische aanpak van otosclerose evolueren naar een meer individu-specifieke aanpak. Organisaties: • Translationele Neurowetenschappen (TNW)
Onderzoekers: • Kris A B Van Den Bogaert • Paul Parizel • Paul Van de Heyning • Guido Van Camp
Surveillance of vaccine preventable hepatitis (HEPNET). Universiteit Antwerpen Abstract: Surveillance of vaccine preventable hepatitis (HEPNET). Organisaties: • Epidemiologie en sociale geneeskunde • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Pierre Van Damme
Surveillance van hepatitis B en C. Universiteit Antwerpen Abstract: Surveillance van hepatitis B en C. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Pierre Van Damme
Systeem xc- als innovatief aangrijpingspunt voor de behandeling van temporaalkwab epilepsie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In dit project beogen we de identificatie van de cystine-glutamaat antiporter of systeem xc- als innovatief target, dat op termijn kan leiden tot nieuwe, meer effectieve antiepileptica met minder nevenwerkingen. Systeem xc- voorziet de cel van cystine, dat intracellulair wordt gereduceerd tot cysteïne, substraat in de synthese van glutathion, een belangrijk antioxidans in de hersenen. De import van cystine is obligatoir gekoppeld aan de vrijstelling van glutamaat. Aangezien zowel oxidatieve stress als glutamaatexcitotoxiciteit belangrijke mediatoren zijn in de pathogenese van epilepsie, kan de betrokkenheid van systeem xc- tweevoudig zijn. xCT knockout muizen - xCT is de specifieke subunit van systeem xc- - vertonen geen glutathione tekort, maar wel significant gedaalde extracellulaire glutamaat concentraties, wat gepaard gaat met een verlaagde gevoeligheid in acute limbische epilepsie modellen. Het beter begrijpen van de processen die leiden tot epileptogenese wordt wereldwijd beschouwd als een topprioriteit in het huidige epilepsieonderzoek. Vandaar dat we in het huidige project ook zullen investeren in het onderzoek van systeem xc- als mogelijk antiepileptogeen aangrijpingspunt. Hiervoor zullen we onder andere gebruik maken van xCT knockout en overexpressie muizen en een specifiek xCT antilichaam, die reeds in ons bezit zijn. Er wordt specifiek gekozen om het chronisch pilocarpine muismodel te hanteren, waarvan de fysio- en histopathologische kenmerken nauw aansluiten bij de humane situatie, hetgeen van belang is voor de latere translatie van preklinische gegevens naar de humane situatie. Organisaties: • Farmaceutische Chemie, Analyse van Geneesmiddelen en Geneesmiddelenkennis
Onderzoekers: • Ann MASSIE • Ilse Julia SMOLDERS
Systematisch literatuuronderzoek ter voorbereiding van de consensusvergadering rond "influenza: vaccins en antivirale middelen" van 6 mei 2010. Universiteit Antwerpen Abstract: De uitvoering van een literatuuranalyse in het kader van de RIZIV-consensusvergadering over 'Influenza: vaccins en antivirale middelen'. Een consensusvergadering is een methode voor het ontwikkelen van geneeskundige en professionele richtlijnen die een op en consensus berustend standpunt willen innemen in een controverse betreffende een geneeskundige procedure, met als einddoel de verbetering van de kwaliteit van de geneeskundige verzorging. Deze consensus wordt opgesteld door een jury die zich baseert op het werk van de bibliografiegroep en deskundigen in het domein. De taak van de bibliografiegroep is alle relevante literatuur te verzamelen en te boordelen op methodologische kwaliteit, met als doel klinische vragen te beantwoorden die het RIZIV-organisatiecomité opstelt. Aan de antwoorden door de literatuurgroep en de jury worden een graad van wetenschappelijke evidentie en een graad van aanbeveling voor de klinische praktijk toegewezen. Organisaties: • Eerstelijns - en interdisciplinaire zorg Antwerpen (ELIZA)
Onderzoekers: • Paul Van Royen
Technologische hulpmiddelen binnen de zorg: overheidstussenkomst en de invloed op ondernemerschap. Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoek tracht -de instanties weer te geven die instaan voor overheidstussenkomst in het gebruik van verschillende gezondheidstechnologieën, -de processen en criteria bij beslissingen rond overheidstussenkomst na te gaan + de impact van dergelijke beslissingen op het marktpotentieel van die technologieën -kenmerken van ondernemers (en technologieën) te analyseren die erin geslaagd zijn financiële overheidstussenkomst en/of succesvolle marktintrede voor hun technologieën te bekomen. Organisaties: • Vakgroep Maatschappelijke gezondheidkunde
Onderzoekers: • Lieven Annemans
Tendensen in het genotmiddelengebruik (alcohol, medicatie en illegale drugs) van Nederlandstalige jongeren van 12 tot 22 jaar in Brussel en Vlaams-Brabant. Ontwikkelingsstimulering en opvoedingsondersteuning bij ouders van adolescenten Vrije Universiteit Brussel Abstract: Op basis van het onderzoek in 1994 bij een representatieve steekproef van 2103 jongeren uit Brusselse Nederlandstalige scholen werd het middelengebruik bij adolescenten van 12 tot 22 jaar in kaart gebracht. Deze resultaten betreffen de eerste epidemiologische gegevens op dit vlak voor het Nederlandstalige gedeelte van de hoofdstad alsook een eerste bevraging waarbij de volledige ontwikkelingsfase van de adolescentie bestreken wordt. Hoewel bij de opzet van het onderzoek rekening werd gehouden met de mogelijke vergelijkbaarheid van de onderzoeksresultaten met die van soortgelijke onderzoeken in Vlaanderen, is het niet eenduidig mogelijk resultaten naast elkaar te plaatsen. Op basis van deze regionale cross-sectionele studies is het zo goed als onmogelijk om tendenzen in het gebruik van genotmiddelen bij adolescenten na te gaan. Harrison maakt melding van een duidelijke stijging van het illegale genotmiddelengebruik in de V.S. sinds 1991. Om de evolutie van het gebruiksgedrag van genotmiddelen bij adolescenten te kunnen volgen is het noodzakelijk dit soort onderzoek op geregelde tijdstippen te herhalen. Inzicht in de tendenzen van het genotmiddelengebruik van adolescenten in de jaren 90 is voor verschillende doeleinden bruikbaar. Om zulke tendenzen in het genotmiddelengebruik na te gaan, dient het onderzoek herhaald te worden. Het onderzoek wordt omwille van onderzoektechnische redenen demografisch uitgebreid naar de provincie Vlaams-Brabant en het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest en dient gezien de omvang gespreid te worden over twee jaar. Organisaties: • Ontwikkelings- en Levenslooppsychologie
Onderzoekers: • CAROLINE ANDRIES
Terminale sedatie al dan niet gecombineerd met het onthouden van de toediening van vocht en/of voeding als alternatief voor euthanasie: de casus van het levenseinde van ouderen in Vlaamse rusthuizen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: PROBLEEMSTELLING Het onderzoek betreft het ethisch probleemgebied rond een drietal soorten beslissingen bij het levenseinde: euthanasie, terminale sedatie (TS; dit is het buiten bewustzijn houden van de patiënt tot aan het overlijden door het toedienen van sedativa als antwoord op refractaire symptomen)23 en een specifieke niet-behandelbeslissing, namelijk het zich onthouden van de kunstmatige toediening van vocht en voedsel (OKVV). De studie schrijft zich meer bepaald in in de lijn van een empirisch ondersteunde ethiek: de justificaties die in de praktijk door de betrokken actoren worden aangedragen, zullen worden geëxpliciteerd, kritisch onderzocht en beoordeeld aan de hand van normatieve wijsgerige opvattingen over de rechtvaardiging van medische beslissingen bij het levenseinde. Daardoor zal op een meer evidence-based manier kunnen gedebateerd worden over een al dan niet terechte ethische differentiatie tussen deze beslissingen, wat belangrijke implicaties heeft voor de
medische praktijk en voor de regelgeving daarrond. Een eerste vaststelling is dat de maatschappelijke impact van TS en OKVV op de wijze van sterven groter is dan men zou verwachten. Uit gegevens verzameld door de onderzoeksgroep blijkt dat TS, in vergelijking met andere Europese landen, heel vaak voorkomt in Vlaanderen (8.2% van alle overlijdens versus 5.7% in Nederland, 4.8% in Zwitserland, 3.2% in Zweden en 2.5% in Denemarken) , en wordt vaak (3.2%) gecombineerd met OKVV.18 Om de justificatiepraktijken terzake te onderzoeken wordt de problematiek van de oudere patiënten in rusthuizen voorgesteld. Uit eerdere studies verricht door de aanvragers is immers gebleken dat de incidentie van de opzettelijke toediening van middelen in letale doses ("actieve" levensbeëindiging) bij oudere patiënten (65+; 3.9%) lager ligt dan bij jongere patiënten (6.7%).1 Niet-behandelbeslissingen, waaronder OKVV, komen vaker voor bij oudere patiënten dan bij jongere (17.2% versus 14.6%).1 Andere bevindingen van de onderzoeksgroep zijn: (1) dat in Vlaanderen meer dan 1/5 van alle sterfgevallen plaatsvindt in rusthuizen2; (2) dat OKVV frequenter wordt toegepast in rusthuizen dan andere MBLs1-2,24 OKVV wordt zowel in de medische als in de medisch-ethische literatuur algemeen weergegeven als een belangrijke beslissing bij het levenseinde van patiënten.23;25-26 Bij oudere patiënten die in rusthuizen verblijven, hangt OKVV vaak samen met het door de patiënt voorafgaand en spontaan staken van het natuurlijk tot zich nemen van voedsel en/of drank. Bij de overweging door het medisch team om na het staken van natuurlijke voeding/vochtopname niet over te gaan tot de kunstmatige toediening van vocht en/of voeding heeft de gevorderde graad van dementie van de patiënt vaak een belangrijke invloed.25,27-28 OKVV, al dan niet in combinatie met terminale sedatie wordt internationaal ook vaak genoemd als een meer acceptabel alternatief voor euthanasie of geassisteerde zelfdoding.23;27,29 In landen waar euthanasie wettelijk niet is toegelaten kan het weigeren van vocht en voeding door de (dementerende) patiënt, gevolgd door TS, een laatste en wettelijk toegelaten uitweg bieden uit een dilemmasituatie. In de ethische literatuur bestaat een debat over de morele vraag of euthanasie (de toediening van letale middelen op mondeling en/of schriftelijk verzoek van de patiënt zelf) al dan niet equivalent is aan TS. Sommigen argumenteren dat TS (al dan niet samen met OKVV) behoort tot de "normale" medische praktijk, terwijl euthanasie daar geen deel van uitmaakt.20 De posities over de medische "normaliteit" van TS hangen daarbij samen met de justificaties aangebracht voor TS. Sommigen argumenteren bijvoorbeeld dat TS een toepassing is (of kan zijn) van de doctrine van het dubbel effect (DDE: het overlijden wordt dan beschouwd als een neveneffect van de sedatie). TS zou daarom als een vorm van "palliatie" duidelijk kunnen worden onderscheiden van euthanasie, die de dood van de patiënt uitdrukkelijk beoogt.30 Anderen zijn van mening dat DDE niet kan worden uitgebreid op zo'n wijze dat TS erdoor kan worden gejustifieerd.31 Nog anderen menen dat er een belangrijk ethisch verschil is tussen enerzijds TS in het geval van imminente dood en anderzijds TS samen met OKVV (ook wel Early Terminal Sedation genoemd), waarbij TS + OKVV op gelijkaardige justificatieproblemen stoot als euthanasie en als daarmee equivalent kan worden beschouwd, tenminste als er een verzoek van de patiënt aan voorafgaat.32 Indien niet, staat volgens deze laatsten de uitvoering van TS gelijk aan de toediening van letale middelen zonder verzoek van de patiënt. Nog anderen menen dat de combinatie van een op zich niet letale handeling (wegnemen bewustzijn), samen met een niet-behandelbeslissing (OKVV) niet neerkomt op iets doen, maar nog altijd een vorm van laten is. Die laatste conclusie wordt versterkt door de overweging dat de patiënt zelf sowieso de natuurlijke vocht- en voedseltoename had gestaakt.33 In verband met deze conceptuele vragen stelt zich ook een probleem mbt tot de feitelijke medische praktijk bij TS/OKVV. Vaak wordt het vermoeden uitgesproken dat TS/OKVV de arts de mogelijkheid biedt om de eis van de geïnformeerde toestemming vanwege de patiënt of zijn vertegenwoordigers af te zwakken of naast zich neer te leggen (cfr. problematiek van de dementie), om een moeilijk communicatieprobleem met de patiënt en/of diens naasten uit de weg te gaan, of om de administratieve last van de euthanasiemelding te vermijden. De wijze van gebruik van TS + OKVV, eerder dan haar conceptueel karakter zelf, zou haar dan ethisch problematisch kunnen maken. Organisaties: • Medische Sociologie • Maatschappelijke Gezondheidszorg
Onderzoekers: • Sam RYS • JOHAN BILSEN • LUC DELIENS • REGINALD DESCHEPPER
Terminale sedatie al dan niet gecombineerd met het onthouden van de toediening van vocht en/of voeding als alternatief voor euthanisie; de casus van het levenseinde van ouderen in Vlaamse rusthuizen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Terminale sedatie (TS) al dan niet incombinatie met het onthouden van vocht en voeding (OVV) is een veel voorkomende medische praktijk aan het levenseinde van ongeneeslijk zieke patiënten. Vaak wordt hierbij geopperd dat TS en OVV zouden aangewend worden als een meer aanvaardbaar alternatief voor euthanasie. Dit onderzoek gaat na wat de feitelijke medische praktijk is mbt TS en OVV in rusthuizen, welke problemen hulpverleners ervaren bij het voeden van rusthuisbewoners, wat de karakteristieken zijn van TS- en of OVV-besluiten, wat de impact is van de ev. wilsonbekwaamheid van de patiënt, hoe zorgverstrekkers staan tav TS en OVV versus het gebruik van letale middelen en hoe zij dit verantwoorden en of dit ethisch kan worden gejustifieerd. Het onderzoek zal via observaties, focusgroepen en diepte-interviews de visies en handelswijzen van de zorgverleners mbt deze problematiek worden onderzocht. In een empirisch kantitatief gedeelte tenslotte zullen een 500-tal rusthuisbewoners met OVV en TS gevolgd worden tot aan het overlijden en op verschillende momenten vragenlijsten ingevuld worden door zorgverleners en naasten aangaande o.a. karakteristieken van bewoners, de gevolgde besluitvorming, evolutie in de toestand van de bewoner, kwaliteit van en tevredenheid met de geleverde zorg. Organisaties: • Maatschappelijke Gezondheidszorg
Onderzoekers: • Sam RYS • JOHAN BILSEN
The detection and hazard evaluation of aneugenic chemicals Vrije Universiteit Brussel Abstract: Aneugenen, chemicaliën die numerieke chromosoomveranderingen induceren, kunnen een significant omgevingsrisico betekenen, gezien dit soort veranderingen in somatische cellen bijdraagt tot de progressie van tumoren, en in voortplantingscellen tot o.a. geboorteafwijkingen. In het geval van inductie van puntmutaties en structurele chromosoomveranderingen door chemicaliën, zoals pesticiden, is het voornaamste doelwit het DNA van de chromosomen zelf. In tegenstelling hiermee kunnen chemicaliën die numerieke chromosoomveranderingen induceren, zoals polyploidie en aneuploidie, een veel bredere waaier van doelwitten hebben, o.a. de componenten van de celcyclussen (mitose en meiose) en de bijhorende "checkpoints". Een aantal studies (sommige met EU ondersteuning) hebben aangetoond dat aneuploidie geïnduceerd wordt door een grote waaier van chemicaliën die terug te vinden zijn in het milieu. Het samenstellen van een pakket methoden om chemische aneugenen op te sporen, en het bepalen van de significantie van blootstelling aan chemische aneugenen ter hoogte van de voortplantingscellen in mens en dier (knaagdier) zijn de belangrijkste doelstellingen van dit project.
In het project zullen de samenwerkende laboratoria: * Significantie van chemisch geïnduceerde schade aan componenten van de celcyclus bepalen. * Een in vitro methodologie ontwikkelen en valideren voor de opsporing en evaluatie van aneugene chemicaliën. * Een in vivo methodologie ontwikkelen en evalueren om aneugene activiteit te bepalen in het maag-darm-kanaal en deze methodologie vergelijken met die voor het beenmerg. * Methoden ontwikkelen en evalueren voor het evalueren van aneugeen potentieel van geneesmiddelen e.d. in mannelijke en vrouwelijke voortplantingscellen. * Uiteindelijk een integraal pakket voorstellen met methoden voor de opsporing en evaluatie van aneugene chemicaliën uit het milieu. * Het effect van acute blootstelling aan chemische aneugenen evalueren. Organisaties: • Cellulaire Genetica
Onderzoekers: • MICHELINE VOLDERS
The provision of statistical analyses for the EuroAspire III survey Universiteit Gent Abstract: Centraal statistisch centrum voor de analyse van de EuroAspire III survey dit onderzoek gaat na in welke mate de aanbevelingen met betrekking tot de preventie van cardiovasculaire ziekten in de praktijk worden gebracht. Organisaties: • Vakgroep Maatschappelijke gezondheidkunde
Onderzoekers: • Gui De Backer
Toekenning van UVV: Waardig Levenseinde Vrije Universiteit Brussel Abstract: De Vrije Universiteit Brussel met het UZ Brussel is een grote voortrekker in het streven naar een waardig levenseinde, zowel als vernieuwer van (palliatieve) zorgmodellen als door haar onbevooroordeelde aandacht voor àlle beslissingen bij het levenseinde. Zo nam ze o.a. medio 1980 het eerste initiatief in de palliatieve zorg in België en Brussel door de oprichting van de thuisequipe OMEGA en stichtte ze later het eerste supportief dagcentrum TOPAZ. Zij zette zich mee in voor een euthanasiewet, lag samen met de vzw Recht op Waardig Sterven aan de basis van het LevensEinde InformatieForum (LEIF) en ontwikkelde de sociologische onderzoeksgroep Zorg rond het Levenseinde (ZrL). DeMens.nu installeert daarom de Leerstoel "Waardig Levenseinde" aan de Vrije Universiteit Brussel. Hierdoor kunnen de initiatieven en hun resulterende netwerking geoptimaliseerd en aangevuld worden. Organisaties: • Zorg rond het levenseinde
Onderzoekers: • WILLEM DISTELMANS
Toepassing van Fuzzy Logic in geautomatiseerde controle-systemen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De klassieke manier van process controle bestaat in het aanwenden van lineaire controllers, zoals PID, LQG enz. Lineaire controle schemas steunen op de mogelijkheid dat de te sturen processen gelinearizeerd kunnen worden in hun parameters rond een zeker werkingspunt. De gebezigde controller moet dan wel robust zijn t.o.v. alle niet lineariteiten en fouten in de modelparameters. Dit is meestal enkel gegarandeerd in de onmiddellijke nabijheid van het instelpunt, waarbij slechts kleine afwijkingen toegestaan worden. Het doel van dit project bestaat erin een vergelijkende studie door te voeren rond de controle strategieen. Hiertoe werd een proefopstelling gerealizeerd die zowel de omgekeerde als rechstreekse slinger laat sturen. Een dergelijke opstelling wordt wereldwijd aangewend als benchmark voor de vergelijking van controle technieken. Niet enkel zullen lineaire, maar ook niet-lineaire controllers, zoals Fuzzy Control, neurale netwerken e.a. bestudeerd worden. Organisaties: • Elektriciteit
Onderzoekers: • LEO VAN BIESEN
Total Diet Study Exposure (TDSEXPOSURE) Universiteit Gent Abstract: Dit project streeft naar geharmoniseerde procedures voor staalname en analyses en naar prioriteiten binnen voedingsmiddelen en chemische contaminanten toepasbaar voor total diet studies in Europese lidstaten en kandidaatlanden. Verschillende benaderingen en methodes voor staalname en analyses zullen uitgetest worden om de best practice te bepalen. Contaminenten en voedingsmiddelen die eest bjdragen tot de blootstelling van de Europeanen zullen nagegaan worden. Organisaties: • Vakgroep Maatschappelijke gezondheidkunde
Onderzoekers: • Stefaan De Henauw
Translationeel en epidemiologisch onderzoek naar de pathogenese en predisponerende factoren van Chronic Obstructive Pulmonary Disease (COPD) Universiteit Gent Abstract: Chronisch Obstructief Bronchiaal lijden (COPD) is een ziekte die wordt gekenmerkt door een progressieve beperking van de luchtstroom. COPD gaat gepaard met een ontstekingsreactie van de longen tov schadelijke gassen. Slechts 20% van de rokers ontwikkelt COPD, wat een genetische invloed voor de ziekte impliceert. Met behulp van een prospective cohort studie, zullen we nagaan welke (genetische) determinanten met COPD zijn geassocieerd.
Organisaties: • Vakgroep Inwendige ziekten
Onderzoekers: • Guy Brusselle
Trends in genotmiddelengebruik bij adolescenten van de provincie Vlaams-Brabant. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In dit onderzoeksproject, in opdracht van de Provincie Vlaams-Brabant - Departement Welzijn en Gezondheidszorg, werd een stap verder gezet in het genotmiddelengebruik bij adolescenten. Via een follow-up onderzoek na 4 jaar (Brussel) en na 7 jaar (Vlaams-Brabant) na het basisonderzoek worden de tendensen van het genotmiddelengebruik in de volledige adolescentiefase aan de oppervlakte gebracht. Naast het in kaart brengen van deze tendensen zal de relatie van het risicogedrag waartoe genotmiddelen wordt gerekend met opvoedingsgedrag van ouders worden nagegaan. Tezelfdertijd wordt een longitudinaal onderzoek uitgevoerd bij 300 leerlingen van het vierde secundair onderwijs. Deze leerlingen zullen gedurende 3 jaren worden gevolgd. Organisaties: • Ontwikkelings- en Levenslooppsychologie
Onderzoekers: • CAROLINE ANDRIES
UHPLC met elektrochemische detectie voor in vivo neurochemisch onderzoek Vrije Universiteit Brussel Abstract: In het onderzoek naar nieuwe therapieën voor neurologische aandoeningen is het opvolgen van veranderingen in neurotransmitterconcentraties een belangrijk hulpmiddel. Dit project richt zich specifiek op de analyse van de monoamines (DA, NAD, 5-HT) en hun voornaamste metabolieten (DOPAC, HVA en 5-HIAA). We beogen hierbij het ontwikkelen van verbeterde, snellere LCmethoden met ECD, zonder verlies aan scheidingsefficiëntie. Een tweede belangrijk criterium is de noodzaak om de gevoeligheid ten opzichte van de bestaande systemen te verbeteren. Naast jarenlange expertise in neurochemisch en neurofarmacologisch onderzoek, heeft het onthaallaboratorium ook een sterke analytische achtergrond en ontwikkelde het al gevalideerde microbore LC-ECD methoden voor de monoamines en hun metabolieten. In samenwerking met de firma Antec (Leiden, Nederland), de producent van ECD met de beste marktwaarde, zal getracht worden een snel, selectief en gevoelig multidimensioneel UHPLC-ECD systeem te ontwikkelen voor in vivo neurochemisch onderzoek. Organisaties: • Farmaceutische Chemie, Analyse van Geneesmiddelen en Geneesmiddelenkennis
Onderzoekers: • Ann VAN EECKHAUT
Uitvoeren van een pilootproject en uitwerken van een preventiestrategie rond sociale ongelijkheid. Universiteit Antwerpen Abstract: Uitwerken van een pilootproject en strategie om personen met een lage SES die door de overheid moeilijk worden bereikt te informeren en te sensibiliseren rond milieu en gezondheid met maximale persoonlijke gezondheidswinst. Organisaties: • Milieu en Samenleving (M&S)
Onderzoekers: • Ilse Loots • Peter Raeymaeckers • Frederic Vandermoere
Uitvoeren van een stapsgewijze beleidsdoorwerking (fasenplan) van de resultaten van de 2de Vlaamse humane biomonitoringscampagne uitgevoered ikv 2de generatie steunpunt Milieu & Gezondheid. Universiteit Antwerpen Abstract: De onderhavige opdracht behelst het doorlopen van het faseplan met betrekking tot de in de voorfase geselecteerde resultaten van de 2de cyclus van het Vlaams humaan biomonitoringprogramma. Het betreft zowel de inhoudelijk wetenschappelijke begeleiding als de procedurele begeleiding. Organisaties: • Milieu en Samenleving (M&S)
Onderzoekers: • Ilse Loots
Uitvoeren van een stapsgewijze beleidsdoorwerking (fasenplan) van de resultaten van het 3de Vlaamse humane biomonitoringscampagne (HBM-campagne) uitgevoered ikv 3de generatie steunpunt Milieu & Gezondheid - Gentse Kanaalzone. Universiteit Antwerpen Abstract: De onderhavige opdracht behelst het doorlopen van het faseplan met betrekking tot de in de voorfase geselecteerde resultaten van de 3de cyclus van het Vlaams humaan biomonitoringprogramma. Het betreft zowel de inhoudelijk wetenschappelijke begeleiding als de procedurele begeleiding. Organisaties: • Milieu en Samenleving (M&S)
Onderzoekers: • Ilse Loots
Uitwerking van referentiedata ter opvolging van generieke zorgtrajecten. Universiteit Antwerpen Abstract: Het initiatief rond de zorgtrajecten komt binnenkort op gang. Het zal starten met diabetes en nierinsufficiëntie als thema's. Het initiatief zal later uitgebreid worden met andere chronische aandoeningen waarvoor de kwaliteit van zorg maar kan worden gegarandeerd door goed afgestemde taakomschrijving, werkverdeling en partnerschappen tussen een diversiteit van betrokken zorgverlenende disciplines. De overheid heeft behoefte deze belangrijke nieuwe initiatieven op hun effecten, en hun kost-effriciëntie te blijven opvolgen via indicatoren en data. Een beperkte set van data zal komen van de zorgverleners zelf, en dit wordt ingebouwd in de afspraken rond de betreffende zorgtrajecten. Een
ander belangrijke set van data zal kunnen komen van de consumptiegegevens die in de verschillende IMA-databanken permanent worden opgevolgd. Als afsluiting bij de diabetesprojecten die als voorbereiding op de zorgtrajecten diabetes in Leuven en Aalst gelopen hebben, wordt momenteel in opdracht van het RIZIV een outcomestudie afgewerkt om zicht te krijgen op resultaatsparameters van deze beide projecten. Voor deze opdracht integreren onderzoeksequipes verschillende datasets, komende van de dossiers, voornamelijk gegevens komend van klinische laboratoria, en een databestand vanuit de data van de zeven verzekeringsinstellingen. Ze toetsen deze aan verwerkingsmodellen voor kostenreferenties en voorspellings-modellen voor toekomstige kosten die door betere zorg kunnen worden vermeden. Het RIZIV formuleert aan deze onderzoeksequipes een bijkomende opdracht om een knelpuntenanalyse te maken van de mogelijkheden en moeilijkheden die bij een meer permanente resultaatsopvolging van zorgtrajecten zullen aan bod komen, wanneer dit na de projectfase in een meer operationele opvolging zal worden gerealiseerd. Tegen eind juni 2009 zal dus, naast de vergelijkende analyse voor de beide diabetesprojecten, additioneel een aanbevolen scenarioboek met knelpuntenanalyse worden opgeleverd, bruikbaar voor de fase waarin de operationele zorgtrajecten via referentiedata over de looptijd heen opgevolgd dienen te worden. Organisaties: • Eerstelijns - en interdisciplinaire zorg Antwerpen (ELIZA)
Onderzoekers: • Paul Van Royen
Ultrastructurele en morfometrische analyse van de harde tandweefsels bij patienten met erfelijke bindweefselstoornissen Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoek streeft het determineren, evalueren en correleren na van de klinische, radiografische en ultrastructureel waarneembare morfologisch-pathologische manifestaties in het bindweefsel van het aangezicht en de tandstructuren bij patienten met het syndroom van Marfan of het Ehlers Danlos syndroom. Deze gegevens moeten de respectievelijke nosologieën aanvullen. Dit onderzoek moet bijdragen tot een betere diagnostiek en classificatie van individuele patiënten. Organisaties: • Vakgroep Tandheelkunde
Onderzoekers: • Luc Martens
Universitair Wetenschappelijk Instituut voor Drugproblemen : terreinverkenning en uitbouw van het academisch netwerk. Universiteit Antwerpen Abstract: Het UWID - Universitair Wetenschappelijk Instituut voor Drugproblemen, is een interuniversitair instituut dat zich tot doel stelt om alle krachten rond preventie, hulpverlening, onderzoek en dienstbetoon m.b.t. de drugsthematiek in Vlaanderen te bundelen. Bestaande initiatieven worden ondersteund en kennis rond de drugsthematiek wordt samengebracht om versnippering van de onderzoeksbudgetten tegen te gaan en om tot waardevollere onderzoeksresultaten te komen. Organisaties: • Epidemiologie en sociale geneeskunde (ESOC)
Onderzoekers: • Guido Van Hal
Update 2008 EMCDDA Insights boek ?Drug use, impaired driving and traffic accidents Universiteit Gent Abstract: Actualisatie van het in 2008 geschreven monografie over ?Drugs, verminderde rijvaardigheid en verkeersongevallen?. Toevoegen van de meest recente experimentele en epidemiologische studies en meta-analysen over rijden onder invloed van drugs. Organisaties: • Vakgroep Klinische biologie, microbiologie en immunologie
Onderzoekers: • Alain Verstraete
UP TO DATE. KU Leuven Abstract: Ondanks een divers aanbod aan ambulante zorg, worden huisartsen beschouwd als de belangrijkste actoren in de detectie van en de ondersteuning bij problemen gerelateerd aan druggebruik (illegaal of niet). Evenzeer wordt verwacht van arbeidsgeneesheren, dat zij als promotor van gezondheiden veiligheid op de werkplaats, een rol spelen op gebied van verslaving(Collectieve arbeidsovereenkomsten conventie Nr. 100). In België is weinig geweten omtrent de middelen en strategieën, die deze zorgverleners toepassen, wanneer ze geconfronteerd worden met dit probleem, noch wat hun interesse of houding daarin is. Om op deze vragen een antwoord te bieden, heeft UP TO DATE als doel inzicht te verwerven over 1) hoe de reële hulpvraag er in eerstelijnszorg uit ziet; 2) in welke mate huisartsen en arbeidsgeneesheren betrokken zijn bij dit probleem; 3) welke middelen zij ter beschikking hebben om een gepast antwoord op alle soorten vragen naarbehandeling van middelengebruik te bieden. Andere zorgverleners Organisaties: • Omgeving en Gezondheid
Onderzoekers: • Lode Godderis
Urineweginfecties bij ouderen in chronische zorginstellingen KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Acad. Centr. voor Huisartsgeneeskunde
Onderzoekers: • Jan De Lepeleire • Frank Buntinx • N. N.
Vaccinatietoestand van Rotarix bij darminvaginatie tijdens het eerste levensjaar. Universiteit Antwerpen Abstract: Met dit project gaan we na of er een mogelijke associatie is tussen rotavirusvaccinatie en darminvaginatie in Belgie.
Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Pierre Van Damme • Philippe Beutels
Validatie van klinisch besliskundige regels en de toegevoegde waarde vanlaboratoriumtesten, Point-of-Care testen en vitale tekens ter identificatie van ernstige infecties bij kinderen in de Eerste Lijnsgezondheidszorg en Spoedafdelingen: een IPD meta-anal KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Acad. Centr. voor Huisartsgeneeskunde
Onderzoekers: • Bert Aertgeerts • Frank Buntinx • Jan Verbakel
Validatie, verbetering van de kwaliteitscontrole en implementatie van technologiëen en technieken die geagregeerde gegevens bieden voor volksgezondheid op lange termijn. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De vergrijzing van de bevolking vereist meer en meer nieuwe diagnose- en behandelingsmethoden om de kwaliteit van leven te behouden en te verbeteren. De betrouwbare en precieze bepaling van de lichaamssamenstelling heeft een groot potentieel in de verbetering van de gezondheidszorg. Om de kwaliteit van de gezondheidszorg te blijven garanderen en de kosten te beveiligen dient enerzijds het gebruik van nieuwe hoog technologische methodes te worden gevalideerd, en anderzijds dienen betere klinische alternatieven te worden aangereikt. Dit project wil in een eerste fase nagaan of dual energy X-ray absorptiometrie (DXA) een valide alternatief is voor de CT-scan in de bepaling van de lichaamssamenstelling. Er zal worden nagegaan of de waterinhoud van de verschillende lichaamweefsels de bepaling van de lichaamssamenstelling door DXA beïnvloedt. In een tweede fase zal worden nagegaan met welke precisie het nemen van uitwendige lichaamsmaten de lichaamssamenstelling kan voorspellen. Tenslotte zal een klinisch betrouwbaar alternatief voor de BMI gezocht worden als instrument am de lichaamssamenstelling te bepalen. In dit kader dient het gebruik van ultrageluid als draagbaar alternatief te worden onderzocht. Organisaties: • Experimentele Anatomie
Onderzoekers: • Erik CATTRYSSE • JAN PIETER CLARYS
Valorisatie van Federale Sociaal-Economische databanken. Fase II Vrije Universiteit Brussel Abstract: Doelstelling van het project is het verwerven van meer inzicht in de samenhang tussen sociale ongelijkheid en verschillen in gezondheid, d.m.v.: - het opsporen en omstandig ontsluiten van primaire gegevens - het genereren van gezondheidsindicatoren en sociale indicatoren - een haalbaarheidsstudie naar de koppeling van gegevens uit verschillende ambtelijke databanken - cartografische voorstellingen van gezondheids- en sociale indicatoren - een status quaestionis van de witte vlekken in het statistisch materiaal rond dit thema - ontwikkeling van een databank 'SOBEL' inzake beleidsmaatregelen met potentiële impact op sociale ongelijkheid en gezondheidsverschillen - thematische publikaties met seminaries omtrent hete hangijzers in de gezondheidszorg - organisatie van een symposium over methodologische problemen bij het meten van ongelijkheid in gezondheid en verklaringsmodellen voor differentiële gezondheid - onderhoud van de databanken Soon, Sage en Bish en van het statistisch systeem SSG, ontwikkeld i.h. kader van het Steunpuntproject - continue dienstverlening aan gebruikers van statistisch en/of documentair materiaal. Organisaties: • Medische Sociologie
Onderzoekers: • FREDDY LOUCKX
Verbeterde impact- en dynamiekbepaling van zoönosen via geoptimaliseerde datacollectie Universiteit Gent Abstract: Surveillancesystemen worden maar zelden optimaal gebruikt als datagenererende mechanismen. In dit project zullen verschillende bemonsteringsmechanismen worden getest op agent-based ziektetransmissiemodellen. De resulterende surveillancegegevens zullen vervolgens worden geëvalueerd in een Bayesiaans statistisch kader, waarna ze zullen worden gebruikt in een verbeterde impactbepaling. Dit zal gebeuren voor drie zoönosen in Nepal: cysticerose, boviene tuberculose en Japanse encefalitis. Organisaties: • Vakgroep Virologie, parasitologie en immunologie
Onderzoekers: • Pierre Dorny
Verbeteren van de Europese volksgezondheid door modellering en economische evaluatie van interventies voor de controle van infectieziektes (POLYMOD). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit internationaal EU project beoogt de methodes van modellering en economische evaluatie van interventies voor de controle van infectieziektes (voornamelijk vaccinatie) te optimaliseren. Met name nieuwe informatie over hoe mensen sociaal mixen, en hoe dit bijdraagt tot de verspreiding van infectieziektes in Europa, zal worden verzameld en op optimale wijze gebruikt worden in dynamische mathematische
simulatiemodellen. Deze technieken zullen toegepast worden op specifieke interventies in combinatie met economische evaluatie. De resultaten van deze analyses zullen rechtstreeks beschikbaar worden gemaakt voor de besluitvorming in 15 Europese landen. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Pierre Van Damme • Philippe Beutels
Verbeteren van de manier waarop onzekerheid in rekening gebracht wordt in gezondheidseconomische evaluaties gebaseerd op dynamische transmissie modellen van infectie ziekten. Universiteit Antwerpen Abstract: De BOF beurs zou mijn persoonlijke onderzoekslijn ondersteunen, namelijk het fundamenteel verbeteren van de manier waarop onzekerheid in rekening gebracht wordt in gezondheidseconomische evaluaties van interventies tegen infectieziekten. De beurs zal gebruikt worden om gegevens aan te kopen die noodzakelijk zijn om de op dit moment meest geavanceerde techniek te gebruiken om onzekerheid in rekening te brengen. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Joke Bilcke
Verbeteren van de zorg aan het levenseinde van ouderen in rusthuizen - palliatieve zorg voor personen met dementie in rusthuizen in Vlaanderen KU Leuven Abstract: 1. Inleiding Wereldwijd lijden ongeveer 35,6 miljoen mensen aan dementie en er wordt verwacht dat dit aantal elke 20 jaar ongeveer zal verdubbelen (Alzheimer's Disease International, 2009). De prevalentie van dementie stijgt met de leeftijd: van 1 op 1000 personen bij 40- tot 65jarigen tot 1 op 5 bij tachtigplussers. Door de stijgende levensverwachting, zal hetaandeel van 65-plussers, en bijgevolg ook het aantal personen met dementie, in de maatschappij toenemen (Federaal Planbureau, Algemene DirectieStatistiek en Economische informatie, 2008; Van Audenhove, et al., 2009). Dementie is een progressieve neurologische aandoening waarvoor geen genezing bestaat (Alzheimer's Disease International, 2009).Onderzoek heeft uitgewezen dat het grootste deel van de personen met dementie in België overlijdt in een woonzorgcentrum (Houttekier, et al., 2010),en men verwacht dat dit aantal de komende 30 jaar nog zal verdubbelen (Houttekier, et al., 2011). Woonzorgcentra (WZC) zullen in de toekomst dus Organisaties: • Acad. Centr. voor Huisartsgeneeskunde
Onderzoekers: • Chantal Van Audenhove • Aniana Declercq • Evelien Coppens • Aline Sevenants • Sophie Ampe
Verbetering diensten en rechten inzake seksuele en reproductieve gezondheid van hoge risicogroepen in Tete, Mozambique Universiteit Gent Abstract: Het ICRH voert samen met zijn Mozambikaanse tegenhanger een 3-jarig project uit in Tete, Mozambique, dat als doelstelling heeft de toegang tot kwaliteitsvolle seksuele en reproductieve gezondheidszorg te verbeteren voor hoge risicogroepen, in het bijzonder vrouwelijke sekswerkers. De impact van het project wordt wetenschappelijk geëvalueerd via een vóór-na analyse aan de hand van zowel kwalitatieve als kwantitatieve onderzoeksmethodes. Organisaties: • Vakgroep Uro-gynaecologie
Onderzoekers: • Marleen Temmerman
Verbetering en versterking van de kwaliteit van de opleiding huisartsgeneeskunde in Ecuador, met behulp van capaciteitsopbouw en afstandsonderwijs. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van het project is de Eerstelijnsgezondheidszorg en Huisartsgeneeskunde in Ecuador te verbeteren. Dit zal worden bereikt door het opleiding van huisartsen die bijdragen tot eerstelijns- en interdisciplinaire gezondheidszorgvoorzieningen, gericht naar de echte noden van de patiënten, hun familie en gemeenschap. Het project heeft drie dimensies: onderzoek, capaciteitsopbouw en extensie. In de eerste fase, zal er onderzoek worden verricht om de indicatoren te bepalen voor de eerstelijnsgezondheidszorg en huisartsgeneeskunde en voor de medische opleiding in Ecuador. Het opbouwen, implementeren en evalueren van een huisartsgericht medisch curriculum bij de lokale partneruniversiteit zal de capaciteit verhogen en de 'performance' van opgeleide artsen en dit op verschillende niveaus: basisopleiding, beroepsopleiding en navorming. In het project zullen 3 PhD studenten het effect evalueren van het vernieuwen van het curriculum op diverse aspecten. Ze zullen worden getraind en opgenomen als opleiders/onderzoekers in diverse gezondheidszorgsectoren, om de onderzoekscapaciteit te versterken op lokaal en nationaal niveau. Tenslotte is het opbouwen van netwerken essentiëel voor het behoud van de resultaten van het project. Dit houdt in dat de resultaten zullen worden verspreid naar de verschillende betrokken 'stakeholders'. Organisaties: • Eerstelijns - en interdisciplinaire zorg Antwerpen (ELIZA)
Onderzoekers: • Christine Hendrickx • Roy Remmen • Paul Van Royen
Verbetering van de gezondheid van de toekomstige generaties door versterking van de zuigelingenvaccinatieprogramma's in Zuid-Afrika. Universiteit Antwerpen Abstract: De twee hoofddoelen van dit interuniversitair project tussen de `Medical University of Southern Africa' (MEDUNSA) en de Universiteit Antwerpen (UA) zijn de institutionele kracht en de capaciteit van Medunsa op het gebied van vaccineerbare infectieziekten verder uit te bouwen en de vaccinatieprogramma's te versterken in drie provincies van Zuid Afrika: Gauteng, North West en Limpopo. De specifieke objectieven zijn tijdens een interactieve werkvergadering op het Ministerie van Gezondheid in Pretoria in 2002 geïdentificeerd als relevant ook voor het Ministerie en toepasbaar binnen het kader van deze interuniverstitaire samenwerking tussen MEDUNSA en de UA:
-uitbouwen van een 'referentie centrum' op het gebied van vaccineerbare infectiezieken en immunisatie in MEDUNSA -aanpassen van de curricula voor geneeskunde studenten, verpleegkundigen, verloskundigen, apothekers, en laboranten -verbeteren van de epidemiologische en ziektelast kennis van vaccineerbare aandoeningen -onderkennen, aan de hand van sociologish-, gedrags-, en operationeel onderzoek, van struikelblokken in de vaccinatieprogramma's die leiden tot een lage vaccinatiegraad en slecht gebruik van de vaccinatiediensten -realiseren van aangepaste bewustmakingscampagnes -verbeteren van de kennis en praktische vaardigheden van alle gezondheidswerkers die betrokken zijn bij het vaccinatieprogramma. Dit project leidt tot een verhoogde samenwerking tussen MEDUNSA, het Ministerie en andere belanghebbenden en zal de vaccinatieprogramma's in Gauteng, North West and Limpopo verbeteren. Een goed omkaderd team van experts vanuit MEDUNSA zal het Ministerie van Gezondheid in Zuid-Afrika bijstaan in haar streven om ieder kind volledig te beschermen tegen de vaccineerbare infectieziekten. Organisaties: • Epidemiologie en sociale geneeskunde • Epidemiologie en sociale geneeskunde (ESOC)
Onderzoekers: • Andre Meheus
Verbetering van vaardigheden en institutionele capaciteit om de nationale programma's voor de immunisatie van adolesenten en gezondheidssystemen in de Afrikaanse regio. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de Vlaamse overheid. UA levert aan de Vlaamse overheid de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Epidemiologie en sociale geneeskunde (ESOC)
Onderzoekers: • Joost Weyler • Carine Dochez
Verderzetting v/h onderzoek naar Ontwikkeling v/e gebruiksvriendelijk informatiesysteem v/h chemisch risico in beroepsomgeving vr/d preventieraadgevers, de administraties v/h FMP en de vertegenwoordigers v/d sociale partners. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De doelstelling van dit project is het ontwikkelen van een beheersinstrument van het scheikundig risico ten behoeve van de preventieraadgevers, de administraties (bijvoorbeeld Tewerkstelling en Arbeid, Volksgezondheid), het Fonds voor Beroepsziekten en de organisaties die de sociale partners vertegenwoordigen. Ter aanvulling van de vaak zeer academische wetenschappelijke publicaties beoogt dit instrument het ter beschikking stellen van informatie, een toenaderingsweg en rechtstreeks nuttige en praktische aanbevelingen, die zeer snel toegankelijk zijn en regelmatig bijgehouden worden dankzij internet-technologie. Het instrument richt zich op het toxicologische aspect van de verplichtingen voorzien door de Codex over het Welzijn op het Werk die vrij dikwijls tot moeilijkheden leidt in de dagelijkse praktijk. In bepaalde gevallen (bijvoorbeeld de KMOs) bestaat de moeilijkheid eruit de informatie te vinden, in andere situaties zit het probleem in het sorteren van deze soms zeer omslachtige informatie, er de krijtlijnen uithalen, of nog, het verwoorden van praktische aanbevelingen voor de medische opvolging van blootgestelde werknemers. Tot op heden werden twee onafhankelijke instrumenten ontwikkeld, die elk een bijzonder aspect van het scheikundige risico dekt. Enerzijds een methodologische benadering van de evaluatie van het scheikundige risico verenigbaar met de preventiepolitiek in de schoot van de ondernemingen, KMO's inbegrepen (REGETOX: http://www.regetox.med.ulg.ac.be). Dit eerste lijn-instrument werd ontwikkeld aan de Universiteit van Luik. En daarnaast een evaluatie-instrument van het carcinogeen/mutageen risico (Carcinogenic Risk in Occupational Settings, CRIOS: http://www.crios.be) ontwikkeld aan de VUB, de KUL, de ULg, de RUG, en de UCL. Het huidige project is toegespitst op de potentiële complementariteit van deze twee initiatieven waarvan de promotoren de interactie in partnerschap met het FBZ wensen te promoveren. Organisaties: • Cellulaire Genetica
Onderzoekers: • MICHELINE VOLDERS
Verfijning en validatie van 'sewage epidemiology' om druggebruik in de algemene bevolking in te schatten. Universiteit Antwerpen Abstract: In this post-doctoral mandate, I will validate and refine an innovative approach for estimating illicit drug use in the general population based on sewage analysis for human excretion products of these substances ("sewage epidemiology"). In the first objective of this proposal, I will validate the approach by simultaneously executing a drug consumption questionnaire (the gold standard at this moment) and sewage epidemiology for a well-defined population and time period. The data resulting from both approaches will be compared and can serve as a validation of sewage epidemiology. The second objective focuses on refining sewage epidemiology backcalculations, by addressing the issue of estimating the population contributing to a specific sewage system in an objective, dynamic and real-time way. Different approaches for estimating the real amount of people contributing to a specific sewage system will be based on the analysis of specific markers in sewage that result from human activity. The last objective deals with applying sewage epidemiology for new and innovative purposes, such as the exploratory investigation of the use of new and emerging substances and through the execution of uniformed Europe-wide monitoring studies that allow reliable international comparisons on the epidemiology of illicit drug use. It is expected that the successful completion of these objectives will have positive implications for international drug policy and public health. Organisaties: • Toxicologie
Onderzoekers: • Philippe Jorens • Hugo Neels • Adrian Covaci • Alexander van Nuijs
Verfijning van genetische risicobepaling van type 1 diabetes bij verwanten en in de algemene bevolking: samenstellen van homogene studiepopulaties voor evaluatie van interventies ter preventie van diabetes Vrije Universiteit Brussel Abstract: Type 1 diabetes is een vooralsnog ongeneeslijke aandoening waarvan de chronische invaliderende complicaties niet door insulinebehandeling kunnen vermeden worden. In België wordt het absoluut risico om type 1 diabetes te ontwikkelen voor 40 jaar geschat op 0.4%. De chronische complicaties verminderen de levenskwaliteit en -verwachting van de patiënt, veroorzaken psychosociale problemen, en eisen een hoge financiële tol. De meeste gevallen van type 1 diabetes zijn het gevolg van een wisselwerking tussen gedeeltelijk geïdentificeerde
voorbeschikkende genetische factoren en nog grotendeels onbekende omgevingsfactoren welke een immuun-gemedieerde aanval tegen de pancreatische betacellen in gang zetten. Dosage van betacel-specifieke auto-antilichamen laat toe om in de preklinische fase de immuunaanval te identificeren en vormt de hoeksteen voor predictie. Preventie of uitstel van de klinische manifestatie van de ziekte zal een gunstig effect hebben op het ontstaan van chronische complicaties. Er bestaan actueel niet-toxische kandidaat-interventies (o.a. profylactische insulinetoediening, nicotinamide) welke bij het proefdier effectief blijken te zijn. Deze preventieve maatregelen worden actueel getest bij verwanten van gekende diabetespatiënten geselecteerd op antilichaam-positiviteit; in geval van bewezen werkzaamheid kunnen ze ook in de algemene bevolking uitgetest worden. Wil men op termijn de incidentie van de ziekte en van de chronische complicaties doen dalen, dan moet elk schema voor predictie en preventie finaal ook toepasbaar zijn in de algemene bevolking omdat het aantal sporadische gevallen van type 1 diabetes veel hoger (85%) is dan het aantal familiale gevallen. Er bestaan echter grote interindividuele verschillen in progressiesnelheid van betaceldestructie in de preklinische fase . Alhoewel veel antilichaam-positieve personen op zeer jonge leeftijd de ziekte zullen krijgen, stelt men vast dat het aantal antilichaam-positieve kinderen veel hoger is dan het aantal patiënten dat snel diabetes zal ontwikkelen. Type 1 diabetes verschijnt dan ook meestal op volwassen leeftijd en met een doorgaans milder fenotype (verminderde neiging tot ketosis en insulinebehoeften, grotere residuele betacelmassa weerspiegeld door hogere residuele C-peptidespiegels), en met gemiddeld lagere spiegels van bepaalde diabetes-specifieke autoantilichamen (tegen eilandjescellen, ICA; insuline, IAA; en IA-2-eiwit, IA2-A). Sommige merker-positieve personen zullen niet of slechts traag evolueren naar hyperglycemie en klinische diabetes, zelfs zonder preventieve behandeling. Deze heterogeniteit heeft aldus tot gevolg dat - om enig significant therapeutisch effect te kunnen waarnemen - er grote aantallen personen in een preventiestudie moeten opgenomen worden, waarvan een deel nodeloos zou blootgesteld worden aan preventieve medicatie. Er zijn aanwijzingen dat HLA klasse II allelen de progressiesnelheid naar diabetes kunnen moduleren. Gecombineerd gebruik van antilichaammerkers en genetische merkers zou dan toelaten om proefpersonen met een meer homogeen risico op diabetes te selecteren voor preventiestudies. Vooraleer dit in de praktijk te kunnen brengen moeten de genetische determinanten van het ontstaan of de bevordering van diabetes (± 15 loci) beter gekend zijn. Zij vormen op zich echter vrij zwakke predictoren voor het later ontstaan van diabetes. De belangrijkste zijn HLA klasse II genen op chromosoom 6, vnl. HLA-DQ en in mindere mate DR genen, die samen ongeveer 50% van het genetisch risico vertegenwoordigen, andere genen uit de HLA regio (klasse I en klasse III) en een aantal niet-HLA genen waarvan het insulinegen-promotergebied (5' INS) het best gekarakteriseerd is. Een aantal van deze genetische merkers blijkt geassocieerd te zijn met een jongere leeftijd bij diagnose (HLADQA1*-DQB1* 0301-0302/0501-0201 [klasse II], MICA [klasse I]), het mannelijk overwicht aan diabetespatiënten (mogelijke rol van X-chromosoomlocus), of een kleinere residuele betacelcapaciteit bij diagnose (HLA-A24 [klasse I]). De associaties van het MICA- en HLA-A-gen met type 1 diabetes zijn tot dusver onvoldoende bestudeerd geworden in HLA-DQ-identieke studiepopulaties. De ontrafeling van de rol van deze genetische factoren bij de etiologie van type 1 diabetes en bij de progressiesnelheid van betaceldestructie wordt echter bemoeilijkt door onderlinge interactie van deze genen of hun genproducten bv. tussen DQ en 5'INS, of door sterk 'linkage disequilibrium' tussen HLA-loci bv. DQB1*03 en DRB1*04 (DR4). Het schatten van de elk op zich zwakke bijdrage van deze additionele HLA en niet-HLA factoren moet bovendien gebeuren tegen de achtergrond van de relatief sterke HLA-DQ invloed. De meest specifieke genetische merker (heterozygoot HLA-DQA1*-DQB1* genotype 03010302/0501-0201) komt voor bij niet meer dan 2% van de algemene bevolking tegen ongeveer 30% van de type 1 patiënten; aanwezigheid van deze merker verleent op zich slechts 5-10% absoluut risico op het ontwikkelen van diabetes.Verfijning van de genetische risicobepaling door betere kennis van de interacties tussen verschillende genetische risicofactoren en van de interacties tussen genetische risicofactoren en antilichaammerkers bij diagnose en in de preklinische fase kan de selectie van verwanten voor preventiestudies verbeteren. Deze selectie zou ook toelaten om de selectie van risicopersonen uit de algemene bevolking te stroomlijnen aangezien eerstelijns genetische screening gevolgd door opvolging voor het verschijnen van antilichamen als de meest aangewezen strategie beschouwd wordt voor de selectie van proefpersonen voor preventiestudies van sporadische gevallen. Organisaties: • Medische Biochemie
Onderzoekers: • BART VAN DER AUWERA
Vergelijkende studie betreffende diabetes type 2. Universiteit Antwerpen Abstract: Evaluatie van een regionale complexe interventie voor diabetes type 2 op basis van bestaande gezondheidsgegevens. Dit project heeft als doel de kwaliteit van zorg voor patiënten met diabetes type 2 te verbeteren en op deze wijze bij te dragen tot een verbetering van de kwaliteit van leven in het algemeen belang van deze groep patiënten. Binnen dit project wordt de vergelijkende studie afwerkt, aangaande de Diabetesprojecten van Aalst en Leuven. In beide regio's werd een regionaal shared care programma ontwikkeld en geïmplementeerd. In deze studie worden de bekomen resultaten in de Diabetesprojecten van Aalst en Leuven vergeleken met deze van de controle-regio Sint-Niklaas en wordt ook ingegaan op het kosten-baten aspect van de diverse interventie-modaliteiten. Om deze evaluatie uit te voeren, wordt een regionale diabetesdatabank opgebouwd op basis van gegevens van de verzekeringsinstellingen enerzijds en klinische laboratoria anderzijds. Volgende onderzoeksvragen zullen worden beantwoord: - Worden de procesparameters inzake diabeteszorg beter opgevolgd in het kader van het Diabetesproject Leuven en het Diabetesproject Aalst in vergelijking met de aangeboden reguliere zorg? - Hebben de interventies in het kader van het Diabetesproject Leuven en het Diabetesproject Aalst een significant effect gehad op enkele primaire patiëntenuitkomsten (HbA1c, LDL-C) in vergelijking met de aangeboden reguliere zorg? - Wat is de kostprijs (directe medische kost) per diabetes type 2 patiënt in de controle en interventieregio's (groepen)? - Wat zijn de 'vermeden kosten' door toepassing van het Diabetesproject Leuven en het Diabetesproject Aalst in vergelijking met de kosten verbonden aan de reguliere zorgverlening? Organisaties: • Eerstelijns - en interdisciplinaire zorg Antwerpen (ELIZA)
Onderzoekers: • Paul Van Royen
Verhalen bij gezondheidscommunicatie: een multidiscplinaire benadering om het begrip te vergroten van de rollen en het gebruik van verhalen bij het overbrengen van gezondheidsinformatie en het wijzigen van levensstijl. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EU. UA levert aan EU de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Media & ICT/Interpersoonlijke relaties in Organisaties & Samenleving (MIOS)
Onderzoekers: • Heidi Vandebosch
Verlenen van wetenschappelijke bijstand bij de algemene ontwikkeling en/of opvolging van de door de opdrachtgever te bepalen cosmetische producten. Vrije Universiteit Brussel
Abstract: Verlenen van wetenschappelijke bijstand bij de algemene ontwikkeling en/of opvolging van de door de opdrachtgever (Avery Dennison Bvba) te bepalen cosmetische producten. Aan de hand van de opgebouwde expertise in het kader van de Europese Cosmetische Wetgeving alsook in het domein van efficiëntiemetingen en formulering van cosmetica, wordt wetenschappelijke bijstand geleverd naargelang de noden en prioriteiten bepaald door de opdrachtgever. Organisaties: • Toxicologie, Dermato-cosmetologie en Farmacognosie
Onderzoekers: • MARLEEN PAUWELS • VERA ROGIERS
Verpleegkundige activiteit op spoedgevallen. Universiteit Antwerpen Abstract: In het kader van het opzetten van een sanitaire waakfunctie wordt er gewerkt aan een spoedgevallenregistratie waarbij de gegevens online en praktisch realtime zullen opgevraagd worden. Een inschatting van de te verwachten werklast voor de spoedverpleegkundigen zou hierin een vaste aanvullende parameter moeten worden. Daarnaast stelt zich de vraag of deze gegevens ook zouden kunnen gebruikt worden voor de financiering van de spoedgevallendienst. Daarnaast dient er gezocht te worden naar andere elementen die een invloed hebben op de verpleegkundige activiteit en een eventuele bijkomende registratie van deze elementen dient uitgewerkt te worden. Organisaties: • Centrum voor Onderzoek en Innovatie in de Zorg (CRIC)
Onderzoekers: • Monique Elseviers
Vervolgonderzoek naar astma en allergie bij schoolgaande kinderen van de Antwerpse regio : Belgisch luik van de 'International study on Asthma and allergies in childhood'(Isaac fase 3) Universiteit Antwerpen Abstract: Vervolgonderzoek naar astma en allergie bij schoolgaande kinderen van de Antwerpse regio : Belgisch luik van de 'International study on Asthma and allergies in childhood'(Isaac fase 3) Organisaties: • Epidemiologie en sociale geneeskunde • Epidemiologie en sociale geneeskunde (ESOC)
Onderzoekers: • Joost Weyler
Vervollediging van de PIPO studie met de achtjarige kinderen. Universiteit Antwerpen Abstract: Vervollediging van de PIPO studie met de achtjarige kinderen. Organisaties: • Epidemiologie en sociale geneeskunde (ESOC)
Onderzoekers: • Joost Weyler
Virulentiefactoren van Helicobacter suis geassocieerd met cytoxiciteit, inhibitie van T-cel proliferatie en maagpathologie Universiteit Gent Abstract: De rol van het gamma-glutamyl transpeptidase van H. suis bij de inductie van celdood, het inhiberen van T-cel proliferatie en de inductie van maagpathologie zal nagegaan worden. Andere virulentiemechanismen die eveneens betrokken zijn bij gastheerceldood zullen eveneens onderzocht worden. Organisaties: • Vakgroep Pathologie, bacteriologie en pluimveeziekten
Onderzoekers: • Freddy Haesebrouck