ONDERZOEKMETHODOLOGIE ARCHITECTUURGESCHIEDENIS ARCHITECTUURTHEORIE 7X811 Bart van der Veen 0615359 Foto voorkant: Prora vakantiekolonie - Duitsland http://www.flickr.com/photos/ libaer2002/2680411210/sizes/o/ Foto achterkant: Casa Milà - Barcelona - Spanje http://www.flickr.com/photos/s3k/214957815/ wsizes/o/
A-I) Hegel stelt dat architectuur voort komt uit de beschaving waar ze in gebouwd is. Een beschaving is een al maar gaand proces, het is constant bezig met vernieuwen opbouwen afbreken enz. Dit proces heeft haar eigen geestesvorm, die Hegel als zeitgeist bestempeld. Aan deze zeitgeist kan alles gemeten en afgeleid worden. Het is de rode draad in de beschaving waar alles aan opgehangen kan worden. Deze algemene set van dingen (normen en waarden) zit opgesloten in ieders brein. Dit wil zeggen, volgens Hegel, dat ieder idee slechts een verwezenlijking is
met zekerheid kunt zeggen of het goed of fout is. Op basis van de regels kun wel degelijk het startpunt van de witte bal achterhalen maar of het goed startpunt is. En om de kans op fouten te verkleinen kun je binnen dit paradigma grondiger onderzoek naar de achtergronden, voorkeuren, invloeden, enz. van de architect in kwestie. A-II) Maar genoeg metaforen, laten we eens kijken naar wat er in de praktijk nog van overblijft. Hegel is een figuur uit de vroege 19e eeuw, het hoogtepunt van het historische onderzoek in Europa. Waarschijnlijk
van een al bestaand wereldbeeld. Dit is als je het zo letterlijk bekijkt een enorme vorm van doctrine, het laat geen ruimte meer voor creativiteit. Alles is onbewust al gemaakt en het zijn slechts de mensen met een beeldend talent die het naar boven brengen. De vraag is dan wel waar het idee vandaan komt? Het als maar moeten veranderen van de beschaving zou volgens Hegel stellen dat alles een afzetting of een aansluiting is op het voorgaande. Alles is een geïnspireerd op dat wat al bestaat. Samengevat levert dat twee punten op: 1) Het
als zijn theorieën over de 20 eeuw worden gelegd is er een grote kans op frictie. Hegel, volgens het artikel, hangt zijn theorie op aan een fenomeen wat hij zeitgeist noemt. Deze zeitgeist werkt waarschijnlijk prima op de oude, griekse en romeinse, beschaving. In deze beschavingen hadden gebouwen ook een andere rol. Naast zijn functie was ook het idee om hetzelfde gebouw in de andere stad te overtreffen in grote, schoonheid en overspanning. De gebouwen die worden onderzocht: tempels, overheidsgebouwen, theater enz. lenen zich hier ook uitstekend voor. Het
bestaan van een oersoep waar alles al in zit en 2) constante bal van actie en reactie. Of nog weer korter gesteld, 1) regels, 2) interpretaties. Je zou het kunnen zien als een pool tafel met één witte en een aantal gekleurde ballen. De ballen gedragen zich volgens de regels, en waar twee ballen bij elkaar komen is er een interpretatie van die regels. Als je dit beeld in een onderzoeksvorm zou gieten zou je het
is waarschijnlijk ook veel makkelijker om te kijken naar wat de “ander” bouwt en daar gewoon overheen te gaan dan zelf iets nieuws te bedenken. Maat wat gebeurt er nu als je nergens meer overheen hoeft? Het is niet interessant voor een tegenwoordige architect om een woongebouw uit een ander land te pakken en dat groter, hoger en mooier te maken. Het is voor de architect veel belangrijker om een
volgende voor kunnen stellen. Je krijgt een foto van een pooltafel en je kent de regels. Is het dan mogelijk om de start positie van de witte bal te achterhalen? Of als voorbeeld in de architectuur geschiedenis, een foto van een ornament aan een gevel uit de 17 eeuw in milaan. Kun je vertellen waar de vorm van dat ornament vandaag komt. Ja is het antwoord, de oorsprong van zowel de bal als het ornament is herleidbaar. Maar - en dit is een grote maar – om
gebouw te maken wat goed op zijn locatie staat en binnen zijn functie goed functioneert en waar dat even kan origineel is. En daarmee heb ik de tweede verschuiving te pakken. De eerste is de rol van de architect. In Griek/Romeinse tijden is de architect de bouwmeester die de kennis en ervaring van materiaal en constructie in pacht heeft. Tegenwoordig is de architect verantwoordelijk voor het ruimtelijk concept. Het tweede punt is dat van de creativiteit.
dit systeem te laten werken moet je aannames doen over een of meerdere stappen terug. En het is logische dat hoe meer stappen je terug kunt of moet hoe groter de kans op fouten is. Op zich zelf is het maken van fouten natuurlijk niet zo erg, het probleem wat hier alleen om de hoek komt kijken is dat je niet
Vroeger was het vooral hoe krijg een gebouw op de plaats waar het komt en binnen het budget wat er beter uitziet dan dat van de buurman. Tegenwoordig is creativiteit het zoeken van oplossingen in allerlei velden en meer en meer gekoppeld aan de specifieke wensen van de gebruikers, constructie, klimaat of
7X811 - 3
indeelbaarheid. Het zijn de origineelste oplossing die de media halen niet langer de grootste of de mooiste. Je ziet dus dat, zeker de laatste 200 jaar, de maatschappelijke druk om beter te zijn op bouwkundig vlak dan de buurman sterk terugneemt. De zeitgeist op dit punt neemt sterk af of wordt minder een regime. Zeitgeist gaat in dit geval ook over nationaal gevoel, hoeveel ben ik Nederlander, Europeaan, wereldburger, tukker, of inwoner van Eindhoven? Als ondersteuning een voorbeeld.
waar het in staat. Kijk voor uitleg maar naar de grote nieuwbouw projecten in China voor de olympische spelen, hoe chinees zijn die architectonische nou nog. Zeitgeist als collectief zijn van een wezen is helaas op sterven na dood. Haar laatste sprankje hoop is Dubia. Dit is waarschijnlijk het laatste land ter wereld wat zijn nationale trots nog uitdrukt in architectuur in plaats van wapens. De hoogste toren van dit moment staat op 800 meter, het grootste eiland op 1200 voetbal velden en het mooiste hotel op 7 sterren. Allemaal in Dubia.
Tussen 1906 en 1912 bouwt Anthonnie Gaudi aan Casa Milà (zie afbeelding achterzijde). Het gebouw heet in de volksmond la padrera wat steengroeve betekend. Dit geeft al aan hoe de inwoners zich voelden ten opzichte van het gebouw, kortweg ze vonden het het lelijkste gebouw ooit. En daar zit het probleem, als zeitgeist of het zelfde denken voor het algemeen goed een gebouw produceert hoe kan het dan zo zijn dat het gebouw niet als positief word bevonden door zijn soort mensen. Of anders dat er gebouwen ontstaan die zo afwijken van de norm dat
A-III) Porphyrios sluit zijn analyse van Hegel af met de woorden “interpetief commentaar”. Om het terug te zetten in de vergelijking van de pooltafel, het blijft een beetje een gok waar de witte bal vandaan kwam. Daar komt nog eens bij hoe je de waarde van de stoot kunt bepalen. Het is technische misschien leuk uitgevoerd of je kunt stellen dat het hier om een ongebruikelijke keuze van schot gaat, maar het blijft “interpetief commentaar”. Het zou voor de beoordeling van de stoot beter zijn om te weten wat de speler op dat moment dacht. Ging hij voor de pot,
ze kunnen worden vervreemd. Het frappante aan de architectuur geschiedenis is wel dat ze oplossing voor Gaudi zoeken. Gaudi valt op zich niet binnen een heel duidelijke stroming of school, maar ondertussen is iedereen het er over eens dat wat Gaudi neerzet van esthetische en technische hoge waarde is. Oplossing voor dit probleem, er wordt een nieuwe stroming
of juist voor het blokkeren van een pot? Om dit te kunnen doen moeten we kijken naar de staat/verloop van het spel. Als je het doel van de stoot kent kun veel makkelijker de onrelevante elementen elimineren. Dit weer terug gezet in de architectuur zou je dus moeten kijken naar de staat van de architectuur. Porphyrios omschrijft het als “het kennisveld van de architectuur op een bepaalt moment bestuderen”. Het pad van
speciaal voor Gaudi gemaakt. En om er zeker van te zijn dat Gaudi in zijn waarde wordt gelaten plaatsen we hem vooraan. En laten we enkele grote (en nog wat losse restjes) achter hem aansluiten. Mendelson, Lloyd wright, le Corbusier, Gehry. De vraag blijft dit staan binnen de context van zeitgeist en inspiratie? Ze staan in chronologische volgorde en het is met de globalisering van de samenleving redelijk om aan te namen dat ze het werk van hun voorganger(s)
de bal is niet genoeg om de stoot van op waarde te kunnen beoordelen. Je moet ook weten of het zijn doel heeft bereikt. Niet kijken waar het vandaan komt maar wat het er doet.
kennen. Maar is er dat een reden om aan te namen dat er sprake is van inspiratie? Waarschijnlijk niet zoals de manier waarop Hegel het bedoelde. Hedendaagse architectuur gaat veel meer over de indentiteit van de architect dan over de geist van de locatie of de zeitgeist van een cultuur 7X811 - 4
B-I) Het onderzoek wat ik wil bekijken is dat van Loes Veldpaus over de rol van het religieus erfgoed in de naoorlogse wijken. Niet zozeer vanwege het onderwerk maar meer vanwege de potentie om het over een breder spectrum van vragen uit te spreiden. Immers door het verschuiven van sociale context blijft er om de zoveel tijd wel een gebouw type over wat in ongebruikt raakt. De stedelijke industrie is een voorbeeld wat je op dit moment veel voorbij ziet komen. De Kerken als type zijn voor mij nieuwer. Waarschijnlijk omdat in het stukje van de wereld
gelijke voet in de hoop alle vragen en/of theorieën te beantwoorden en/of te ondersteunen uit de ander. Wat dit onderzoek zo interessant maakt is zijn mogelijkheid tot bredere inzetbaarheid. Als je het onderzoek ontdoet van zijn type geeft het een antwoord op de vraag hoe we om moeten gaan met ons sociaal erfgoed. En sociaal erfgoed is in dit geval zo breed mogelijk te zien. Niet alleen kerken en monumenten maar ook grote fabriekscomplexen, kazernes of woonblokken. Al dit soort objecten hebben een grote worteling in de samenwerking en
waar ik in woon meer industrie is dan leegstaande kerken. Wat waarschijnlijk ook mee speelt is mijn christelijke achtergrond, het zijn objecten waar je vanuit je achtergrond anders mee omgaat dan overige gebouwen. De typen onderzoek die zijn gebruikt sluiten aan bij de vraagstelling. Er is de sociale rol van het kerkgebouw die wordt geanalyseerd aan de hand van casestudie onderzoek. Dit wil zeggen omdat je moeilijk allemaal kunt bekijken wordt er een selectie gemaakt aan de hand van vooropgestelde criteria. En deze worden
het ongevraagd of ondoordacht slopen leidt meer dan eens dan eens tot sociale onrust. De pauleskerk in Rotterdam of de fabrieken in de citadel gebied in den Bosch of dichter bij huis voor mij de kazerne complexen en het ENKA (AZKO) fabrieken in ede. Ik ben van mening dat het belangrijk is dat we eens op een andere manier naar het behoud van onze geschiedenis gaan kijken. Het is niet altijd mogelijk om alles te restaureren en misschien is herbestemming dan een betere optie dan sloop voor het behoud van onze geschiedenis.
op de zelfde gronden onderzocht en/of vergeleken. Binnen de casestudie worden – in dit geval - zoveel mogelijk gegevens verzameld over de omgeving van de kerk. Er wordt meer gekeken naar wat het er doet dan waar het vandaan komt. Maar zoals in deel A-III al aangemerkt kun je niet uitsluitend kijken naar het waarom. Ook het waarvandaan is belangrijk voor de waarbepaling. Ja geld is nog steeds belangrijk, de
Bart van der Veen 09-01-2009
vraag in de praktijk blijft altijd: restaureren, renoveren of slopen? In de vraagstelling van het onderzoek zit het antwoord eigenlijk al opgesloten. De kerken zijn als object te bijzonder (in sociale context) om te slopen maar niet bijzonder genoeg (ruimtelijke rol) om te restaureren. Het onderzoek kijkt dan ook door middel van ontwerpend onderzoek naar mogelijkheden van behoud of hergebruik. Veldpaus geeft het zelf in een schema weer. Het startpunt is de informatie die ze heeft. Deze informatie/kennis roept vragen op die ze behulp van een “raamwerk” (waarvandaan) en de “casestudies” (waarom) probeert te beantwoorden. Het raamwerk en de casestudies hebben vanzelfsprekend een sterke wisselwerking. Ze opereren langdurig op
BRONNEN: 1: presentatie Loes Veldpaus - religieus erfgoed in de naoorlogse stad - 18 nov 2008 2: Geschiendenis van de Bouwkunst - W.J. van Heuvel ISBN: 902129090839 - 1996 Spruyt Leiden 3: Organische archtectuur - P van der Ree - ISBN: 9060384849 - 2000 Vrij geestesleven Zeist 4: Georg Wilhelm Friedrich Hegel - nl.wikipedia.org
7X811 - 5