Onderzoekend en ontwerpend leren in de basischool
STUDIENAMIDDAG
Expertisecentrum Ervaringsgericht Onderwijs K.U. Leuven
Verwelkoming & inleiding
Ludo Heylen – Directeur CEGO Vorming & Consult Expertisecentrum Ervaringsgericht Onderwijs K.U. Leuven
Een kader voor effectieve praktijk in Wetenschap & Techniek
Prof. dr. Ferre Laevers
Expertisecentrum Ervaringsgericht Onderwijs K.U. Leuven
Het Oog
Het werkelijkheidsgebied
[Uit: Procesgericht Kindvolgsysteem - CEGO]
De kerncompetentie
[Uit: Procesgericht Kindvolgsysteem CEGO]
De barst in de steel De hangende traptreden De kerkstoel Het mechanisme om hoge ramen te openen Het smeltpatroon van sneeuw op een dak
…. Overal: hoe is dat, hoe kan dat, hoe zit het in elkaar, wat gebeurt daar…?
Grote motoriek Kleine motoriek Beeldende expressie Taalvaardigheid Begrijpen van de fysische wereld (m.i.v. technologie) Sociale competentie Logisch en wiskundig denken Zelfsturing en ondernemingszin
De kerncompetentie
Test fysische kennis Materiaal PING-PONGBAL KNIKKERS KEIEN SLEUTEL SATÉ-STOKJE TAKKEN LEPEL MUNTSTUK VEDERS BOTERVLOOT
Afname Fase 1: 10 minuten vrij experimenteren Fase 2: Voorspellen waarnemen verklaren Fase 3: Probleem oplossen
PING-PONGBAL
M–J+ M: “zal ondergaan” – J: “dat drijft”
KNIKKERS
M+J+ “die bal niet zwaar, die knikkers een beetje zwaar zijn voor dat water”
KEIEN
M+J+ “naar beneden vallen” - “ook omdat die stenen zwaar zijn”
MUNTSTUK
M+J+ “naar beneden vallen” - “omdat die zwaar zijn”
SLEUTEL
“omdat die zwaar zijn”
LEPEL
J+
SATÉ-STOKJE
M+J–
“ondergaan” - “omdat die zwaar zijn”
BOTERVLOOT
M: “zal boven blijven”- “omdat J: “zal ondergaan” / “als je zo doet…” - “omdat niet zo die licht zijn” zwaar” M+J+ “blijven drijven” - “omdat die zwaar genoeg zijn”
TAKKEN
+/–
“de kleine boven” – “de grote onder” – “blijven alle twee boven” – waarom? “ik weet het ook niet”
KEI DOEN DRIJVEN M: “de boot!” – M: kei: zinkt - J: kei: drijft M: (over die van J):“dat komt omdat die zo ne lichte steen is” M: “probeer mijne steen” J: zinkt – M: “da komt omdat die zwaarder is” L: “Wat kunnen we nog vinden?” M: neemt zwaan POTJE DOEN ZINKEN
M: neemt satéstokje / dan de lichtste tak / dan een ander potje (lukt niet) J: neemt een steen (lukt) / dan een ander potje en duwt die onder
◦ “omdat iets licht altijd naar boven springt” ◦ “dit is van plastic [ping-pongbal] en plastic blijft altijd boven, maar glas [de knikker] zakt erdoor” ◦ “als houten planken daarop blijven drijven, dan drijven die stokken ook” [saté-stokjes] ◦ “dit is ook van hout, en daar maken ze dingen mee…” ◦ “omdat dit ook van ijzer is…”
Wie zijn de beste ingenieurs?
Het vermogen om de realiteit op het mentale niveau te re-presenteren ◦ gebruik makend van verbeeldingskracht ◦ betekenissen zo construeren ◦ dat men in zich een intense gewaarwording van het object/het aspect genereert ◦ die de reële ervaring/waarneming benadert
Het Vuur
Het proces van ontwikkeling
Geen opstapeling van „weetjes‟ Een „programma‟ of ‟software‟ die bepaalt wat je van de werkelijkheid maakt Bepaalt hoe competent je bent in de omgang met die werkelijkheid Een samenspel van kennis, vaardigheid, inzicht, intuïtie… Iets dat niet met een vingerknip, door simpele uitleg te veranderen is
Mentale schema’s
Ontologische realiteit
Wanneer kinderen... geconcentreerd en tijdvergeten bezig zijn geïnteresseerd, geboeid, gefascineerd intense mentale activiteit aan de dag leggen ten volle gewaarwordingen en betekenissen ervaren genieten van het explorend bezig zijn zich aan de grens van hun mogelijkheden bewegen
...is passie.
De Leuvense Betrokkenheidsschaal
5 niveaus >1 >2 >3 >4 >5
Geen activiteit Onderbroken activiteit Activiteit zonder intensiteit Activiteit met intense momenten Aangehouden intense activiteit
Trap 3: creativiteit ‘ideational fluency’
Trap 2: Verbeeldingskracht Intuïtieve intelligentie en het LOI-syndrom
Trap 1 Betrokkenheid Intense mentale activiteit
De aanpak [1]
Initiatief van de leerkracht
Schools
Open
Bewarend
Kindgericht
Initiatief van de kinderen
Hoeveel plaats krijgt het contact met de fysische wereld & technologie? ◦ ◦ ◦ ◦
alle zintuigen aangesproken? techniek én natuur? onderzoeken én ontwerpen? Welke subdomeinen in techniek gedekt?
Zijn de activiteiten voldoende uitdagend / hoeveel kan (nog) worden geëxploreerd? ◦ Diepte, verrassing, avontuur, serendipity
…
Een circulair proces Je weet niet wie wie programmeert Je weet niet wie hier het meeste leert Samen opgaan in de exploratie en het verleggen van grenzen
Ondersteun activiteiten met stimulerende tussenkomsten ◦ Suggesties voor activiteiten [A1] ◦ Boeiende informatie [A2] ◦ Open impulsen [A3] actie-stimulerend expressie-stimulerend communicatie-stimulerend denk-stimulerend
De aanpak [2]
External representation
To express is to impress (Gendlin)
SYMBOL
Unexpressed
Expressed
Kan iemand meesterschap op het intuïtieve vlak aan de dag leggen zonder concepten & theoretische kaders?
Hoe kunnen concepten & theorie iemand competenter maken op het intuïtieve vlak?
Waarop concepten groeien
Intuïtief verstaan is de bodem
Hands on – Brains on
Trap 4: Conceptualiseren
Trap 3: Articuleren Trap 2: Focussen Trap 1 Impliciet functioneren / perceptie
&
handelen
Intuïtief verstaan is de bodem
C ‟
B‟
A ‟
Trap 4: Conceptualiseren
Trap 3: Articuleren Trap 2: Focussen Trap 1 Impliciet functioneren © F. Laevers / CEGO - 2011
Slot
Techniek is overal
Heeft een natuurlijke aanzuigkracht
◦ Niet herleiden tot ICT en gebruik van High tech ◦ Het gaat om BEGRIJPEN en INGRIJPEN ◦ Is voor iedereen ook buiten school (IKEA) ◦ Brengt een derde speler op het toneel: de realiteit! (zie Decroly)
Is vanzelf meerlagig en complex ◦ Maakt talenten zichtbaar
Is geholpen door de bevlogenheid van de leerkracht niet per se door zijn/haar kennis
De Talenten-archipel • • • • • • • • •
Het Het Het Het Het Het Het Het Het
eiland v.d. taal beeldende eiland muzikale eiland eiland vd gr. motoriek eiland vd kl. motoriek sociale eiland eiland vd fys. werkelijk. eiland vh log/a denken eiland vd zelfst. & ondz.
Het Oog en het Vuur in de praktijk
Karel Mangelschots
Expertisecentrum Ervaringsgericht Onderwijs K.U. Leuven