Onderzoek Passend Onderwijs
Rapportage Onderzoek passend onderwijs
In samenwerking met:
Algemeen Dagblad
Contactpersoon:
Ellen van Gaalen
Utrecht, augustus 2015
DUO Onderwijsonderzoek drs. Liesbeth van der Woud drs. Tanya Beliaeva
Postbus 681 3500 AR Utrecht telefoon:
030 263 1080
e-mail:
[email protected]
website:
www.duo-onderwijsonderzoek.nl
Onderzoek Passend Onderwijs INHOUDSOPGAVE
1
INLEIDING .......................................................................................................................................... 3
2
ONDERZOEKSDOELSTELLING ...................................................................................................... 4
3
ONDERZOEKSOPZET ....................................................................................................................... 5
4
RESULTATEN ..................................................................................................................................... 7
4.1
Bekendheid met en voorbereidingen op passend onderwijs ........................................... 7
4.2
Houding tegenover passend onderwijs ............................................................................ 14
4.3
Gevolgen van de invoering van passend onderwijs ....................................................... 19
4.4
Behoefte aan ‘ondersteuningsmaatregelen’ ..................................................................... 28
4.5
Kengetallen passend onderwijs ......................................................................................... 32
Rapportage Onderzoek Passend Onderwijs - augustus 2015 – DUO Onderwijsonderzoek
2
Onderzoek Passend Onderwijs 1
INLEIDING
Op 1 augustus 2014 is de Wet passend onderwijs ingevoerd op alle scholen in het primair onderwijs, het voortgezet onderwijs, het speciaal onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs. Passend onderwijs is de naam voor de nieuwe manier waarop onderwijs aan leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben, wordt georganiseerd. Door passend onderwijs kunnen meer kinderen, eventueel met extra ondersteuning, in het reguliere onderwijs blijven. Passend onderwijs gaat over alle leerlingen in het primair onderwijs, het voortgezet onderwijs, het speciaal onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs die extra ondersteuning nodig hebben. Passend onderwijs is ingevoerd omdat de manier waarop extra ondersteuning op school was geregeld een aantal problemen had. Het oude systeem heet leerling-gebonden financiering, in de praktijk rugzakje genoemd. Het doel van passend onderwijs is om de problemen met het oude systeem op te lossen en het aantal thuiszitters terug te dringen. Met de invoering van de Wet passend onderwijs is het rugzakje dan ook komen te vervallen. In samenwerking met Algemeen Dagblad hebben we besloten om een onderzoek uit te voeren onder verschillende doelgroepen naar de ervaringen met passend onderwijs op scholen een jaar na de invoering van de Wet passend onderwijs. In deze rapportage worden de resultaten van het onderzoek beschreven.
Rapportage Onderzoek Passend Onderwijs - augustus 2015 – DUO Onderwijsonderzoek
3
Onderzoek Passend Onderwijs 2
ONDERZOEKSDOELSTELLING
De doelstelling van het onderzoek luidt: Het verkrijgen van inzicht in de ervaringen met passend onderwijs op scholen sinds de invoering van de Wet paseend onderwijs op 1 augustus 2014. Om de doelstelling te bereiken zijn in een online vragenlijst circa 25 vragen voorgelegd die in de volgende thema’s ondergebracht kunnen worden: 1.
In welke mate zijn verschillende doelgroepen bekend met en voorbereid op passend onderwijs?
2.
Hoe staan verschillende doelgroepen tegenover passend onderwijs?
3.
Wat zijn de gevolgen van de invoering van passend onderwijs?
4.
Is er behoefte aan ondersteuningsmaatregelen met betrekking tot passend onderwijs onder verschillende doelgroepen?
5.
Wat is de huidige situatie wat betreft in- en uitstroom van leerlingen met behoefte aan extra ondersteuning?
Rapportage Onderzoek Passend Onderwijs - augustus 2015 – DUO Onderwijsonderzoek
4
Onderzoek Passend Onderwijs
3
ONDERZOEKSOPZET
Er is een kwantitatief onderzoek uitgevoerd onder acht verschillende doelgroepen, namelijk: 1.
Directeuren PO;
2.
Interne begeleiders PO;
3.
Leerkrachten PO;
4.
Directeuren S(B)O;
5.
Directeuren VSO;
6.
Directeuren VO;
7.
Zorgcoördinatoren VO;
8.
Docenten VO.
Het onderzoek is online verricht. Voor het realiseren van de respons is gebruik gemaakt van de onderwijsdatabase, het Leerkrachtenpanel en het Directeurenpanel PO van DUO Onderwijsonderzoek die (onder meer) de namen en e-mailadressen bevatten van directeuren, docenten en begeleiders in het primair, speciaal en voortgezet onderwijs. Hieruit is een a-selecte steekproef getrokken van in totaal n=8.995 mensen die wij voor het onderzoek eenmalig met een e-mail hebben benaderd voor het invullen van de vragenlijst. In totaal hebben 1.668 respondenten de online vragenlijst ingevuld. Deze respons is representatief naar regio (Noord, Midden en Zuid), schoolgrootte (aantal leerlingen) en denominatie (Openbaar, Rooms Katholiek, Protestants Christelijk en overig). Het volledige overzicht van de respons per doelgroep is in de tabel hieronder te vinden.
Uitgenodigd
Ingevuld
Respons
779
222
29%
2.135
443
21%
Leerkracht PO
972
290
30%
Directeuren S(B)O/ VSO
765
149
19%
Directeuren VO
203
102
50%
Zorgcoördinatoren VO
641
169
26%
3.500
293
8%
Directeuren PO Interne begeleiders PO
Docenten VO
Rapportage Onderzoek Passend Onderwijs - augustus 2015 – DUO Onderwijsonderzoek
5
Onderzoek Passend Onderwijs Omdat als gevolg van non-respons (wat altijd optreedt) niet de gehele populatie aan het onderzoek heeft deelgenomen, moet bij de interpretatie van de resultaten rekening worden gehouden met nauwkeurigheidsmarges. Hieronder is een tabel opgenomen waarin bij verschillende steekproefgroottes de bijbehorende nauwkeurigheidsmarges zijn vermeld. Wij hebben directeuren PO als voorbeeld genomen. Hierbij is uitgegaan van een betrouwbaarheid van de resultaten van 95% (betrouwbaarheid = de mate waarin bij herhaalde meting dezelfde resultaten worden verkregen).
Steekproefgrootte 150
Uitkomst 50%-50%
Uitkomst 75%-25%
Uitkomst 90%-10%
7,9%
6,9%
4,7%
175
7,3%
6,3%
4,4%
200
6,8%
5,9%
4,1%
225
6,4%
5,6%
3,9%
250
6,1%
5,3%
3,7%
Toelichting op de tabel Bij een steekproef van bijvoorbeeld 200 directeuren in het primair onderwijs dient bij een resultaat ‘75% is op de hoogte van informatie over passend onderwijs en 25% niet op de hoogte’, rekening te worden gehouden met het feit dat de werkelijke percentages zullen liggen tussen respectievelijk: −
Wel op de hoogte: 69,1% (75% -/- 5,9%) en 80,9% (75% + 5,9%) en
−
Niet op de hoogte: 19,1% (25% -/- 5,9%) en 30,9% (25% + 5,9%).
De vragenlijst is in nauw overleg met Algemeen Dagblad opgesteld en bestaat uit circa 25 vragen.
Rapportage Onderzoek Passend Onderwijs - augustus 2015 – DUO Onderwijsonderzoek
6
Onderzoek Passend Onderwijs 4
RESULTATEN
4.1
Bekendheid met en voorbereidingen op passend onderwijs
Als eerste is de respondenten gevraagd om de volgende informatie over passend onderwijs goed door te lezen: “Met de invoering van de Wet passend onderwijs op 1 augustus 2014 is het rugzakje komen te vervallen. Passend onderwijs is de naam voor de nieuwe manier waarop onderwijs aan leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben, georganiseerd moet worden. Door passend onderwijs kunnen meer kinderen in het reguliere onderwijs blijven, dat is althans de bedoeling. Passend onderwijs gaat over alle leerlingen in het primair onderwijs, het voortgezet onderwijs, het speciaal onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs die extra ondersteuning nodig hebben. Voor het regulier onderwijs gaat het dan om cluster 3 en 4 leerlingen – verstandelijke beperkingen, lichamelijke beperkingen, chronische ziekten, gedragsstoornissen, ontwikkelingsstoornissen en psychiatrische problemen – en om leerlingen zonder indicatie die extra ondersteuning nodig hebben. De scholen voor het speciaal onderwijs (cluster 3 en 4) vormen samen met reguliere scholen regionale samenwerkingsverbanden. Binnen die samenwerking spreken de scholen af welke leerlingen ze doorverwijzen naar het speciaal onderwijs.” Vervolgens is de respondenten de vraag voorgelegd in hoeverre ze al op de hoogte waren van de bovenstaande informatie. Uit de figuur hieronder blijkt dat (vrijwel) alle respondenten geheel of grotendeels bekend waren met de informatie over passend onderwijs. De bekendheid is het laagst onder leerkrachten PO (91%) en docenten VO (88%). Ook blijkt dat zij aanzienlijk vaker ‘grotendeels’ en minder vaak ‘geheel’ op de hoogte zijn van deze informatie in vergelijking met de andere doelgroepen.
In hoeverre was u al op de hoogte van informatie over passend onderwijs? - voorgelegd aan iedereen (n=1668) Directeur PO (n=222)
80%
Intern begeleider PO (n=443)
19%
84%
Leerkracht PO (n=290)
1
15%
43%
49%
8% 1
Directeur S(B)O (n=107)
93%
5% 11
Directeur VSO (n=42)
93%
7%
Directeur VO (n=102)
90%
Zorgcoördinator VO (n=169)
10%
88%
Docent VO (n=293)
11% 1
43% 0%
20%
44% 40%
Geheel op de hoogte Deels wel, deels niet op de hoogte Helemaal niet op de hoogte
60%
9% 3% 80%
100%
Grotendeels op de hoogte Grotendeels niet op de hoogte
Rapportage Onderzoek Passend Onderwijs - augustus 2015 – DUO Onderwijsonderzoek
7
Onderzoek Passend Onderwijs Daarna is de respondenten gevraagd om aan te geven in hoeverre ze het eens zijn met een aantal stellingen over de voorbereidingen op de invoering van passend onderwijs. De meerderheid van bijna alle groepen (behalve docenten VO) is het (helemaal) eens met de stelling dat de leraren van te voren goed zijn geïnformeerd over wat de invoering van passend onderwijs inhoudt. Het grootste deel van de respondenten die het (helemaal) oneens zijn met deze stelling, is te vinden bij leerkrachten PO (22%) en docenten VO (33%).
De leraren zijn van tevoren goed geïnformeerd door onze school over wat de invoering van passend onderwijs inhoudt - voorgelegd aan iedereen (n=1668) Directeur PO (n=222)
13%
Intern begeleider PO (n=443)
10%
Leerkracht PO (n=290)
10%
64% 59%
28%
Directeur VSO (n=42)
29%
Docent VO (n=293)
23% 53% 55%
17%
Zorgcoördinator VO (n=169)
16%
45%
Directeur S(B)O (n=107)
Directeur VO (n=102)
17%
66%
11% 7% 0%
50%
23%
35% 20%
24% 40%
5% 12%
17%
5%
10%
6% 3%
12%
5%
15%
2%1
11%
5%
23% 60%
3%
80%
10% 100%
Helemaal mee eens
Mee eens
Neutraal
Mee oneens
Helemaal mee oneens
Weet niet/geen mening
Rapportage Onderzoek Passend Onderwijs - augustus 2015 – DUO Onderwijsonderzoek
8
Onderzoek Passend Onderwijs Ook de ouders zijn van te voren goed geïnformeerd over wat de invoering van passend onderwijs inhoudt, volgens de meerderheid van de directeuren PO (57% (helemaal) mee eens met de stelling), directeuren S(B)O (64%) en directeuren VSO (69%). Onder interne begeleiders en zorgcoördinatoren is deze groep kleiner (respectievelijk 44% en 38%). Onder leerkrachten PO is de grootste groep het juist (helemaal) oneens (38%) met de stelling dat de school de ouders van tevoren goed heeft geïnformeerd over passend onderwijs. Onder docenten VO zijn de meningen verdeeld (21% (helemaal) eens) en 21% (helemaal) oneens met de stelling).
Onze school heeft ouders van tevoren goed geïnformeerd over wat de invoering van passend onderwijs inhoudt - voorgelegd aan iedereen (n=1668) Directeur PO (n=222)
7%
Intern begeleider PO (n=443)
4%
Leerkracht PO (n=290)
3%
50% 40%
18%
Directeur VSO (n=42)
19% 6%
Zorgcoördinator VO (n=169)
3%
Docent VO (n=293)
3%
24%
50%
21%
37% 28%
20%
15%
40%
7% 2% 12%
19% 6%
60%
5% 11% 1
40%
35%
4%1
14% 24%
46%
41%
0%
18%
32%
18%
8% 1
33%
23%
Directeur S(B)O (n=107)
Directeur VO (n=102)
32%
1
4% 2%
30% 80%
100%
Helemaal mee eens
Mee eens
Neutraal
Mee oneens
Helemaal mee oneens
Weet niet/geen mening
Rapportage Onderzoek Passend Onderwijs - augustus 2015 – DUO Onderwijsonderzoek
9
Onderzoek Passend Onderwijs Wat betreft de scholing van de leraren op het gebied van passend onderwijs, is de meerderheid binnen vrijwel alle doelgroepen het (helemaal) oneens met de stelling dat de leraren van tevoren goede scholing hebben gehad op het gebied van passend onderwijs. Onder leerkrachten PO en docenten VO is het aantal respondenten dat het hier niet mee eens is, het grootst (respectievelijk 66% en 68%). Directeuren S(B)O, VSO en VO zien het veel positiever en de grootste groep is van mening dat de leraren op dit gebied wel goede scholing hebben gehad.
De leraren hebben van tevoren goede scholing gehad op het gebied van passend onderwijs - voorgelegd aan iedereen (n=1668) Directeur PO (n=222) 2% Intern begeleider PO (n=443)
24%
36%
2% 14%
Leerkracht PO (n=290) 1% 11% Directeur S(B)O (n=107)
33%
Directeur VO (n=102)
6%
Zorgcoördinator VO (n=169)
2%
0%
12%
6% 1
14% 2%
42% 35%
20% 20%
1
36%
33%
Docent VO (n=293) 2% 8%
25% 32%
33%
18%
16%
41% 31%
14%
5%
36%
21%
19%
Directeur VSO (n=42)
33%
18% 35%
34% 40%
10% 34%
60%
1
80%
2% 100%
Helemaal mee eens
Mee eens
Neutraal
Mee oneens
Helemaal mee oneens
Weet niet/geen mening
Rapportage Onderzoek Passend Onderwijs - augustus 2015 – DUO Onderwijsonderzoek
10
Onderzoek Passend Onderwijs Als gevraagd wordt of de leraren op school weten wat er van hen verwacht wordt als het gaat over de concrete vormgeving van passend onderwijs in de klas, zegt de meerderheid van directeuren PO (63%), interne begeleiders PO (51%) en directeuren VO (52%) het (helemaal) eens te zijn met deze stelling. De leraren zelf hebben hier een andere mening over. Van alle leerkrachten PO is 40% het (helemaal) oneens met de stelling dat de leraren weten wat er van hen verwacht wordt. Onder docenten VO is dit percentage nog hoger (51%).
Leraren van onze school weten wat er van hen verwacht wordt als het gaat over de concrete vormgeving van passend onderwijs in de klas - voorgelegd aan iedereen behalve SO (n=1519) 8%
Directeur PO (n=222) Intern begeleider PO (n=443) Leerkracht PO (n=290)
55%
6%
7%
Zorgcoördinator VO (n=169)
4%
Docent VO (n=293)
3% 0%
28%
45%
4%
Directeur VO (n=102)
26%
32%
24%
Mee oneens
33% 23%
34% 40% Mee eens
60%
Helemaal mee oneens
Rapportage Onderzoek Passend Onderwijs - augustus 2015 – DUO Onderwijsonderzoek
4%
13%
39%
39%
20% Helemaal mee eens
17% 27%
45%
19%
8% 3%
8% 20% 17% 80% Neutraal
1
5% 3% 100%
Weet niet/geen mening
11
Onderzoek Passend Onderwijs Als het gaat om de stappen die de leraren moeten nemen als een leerling extra ondersteuning nodig heeft, geeft de ruime meerderheid (minimaal 56%) binnen alle groepen (behalve docenten VO) aan het (helemaal) eens te zijn met de stelling dat de leraren wel weten welke stappen ze moeten nemen. Onder docenten VO is deze groep kleiner (45%) en is de groep respondenten die het (helemaal) oneens zijn met deze stelling juist groter (25%) dan onder andere doelgroepen. Leraren op onze school weten welke stappen zij moeten nemen als een leerling extra ondersteuning nodig heeft - voorgelegd aan iedereen (n=1668) 16%
Directeur PO (n=222) Intern begeleider PO (n=443)
6%
Leerkracht PO (n=290)
6%
Directeur VO (n=102)
7%
Zorgcoördinator VO (n=169)
9%
Docent VO (n=293)
57% 20%
59% 50%
28% 61%
38% 20%
Helemaal mee eens
Mee eens
13%
2%
15%
1
18% 29%
40%
10%
27%
61%
7% 0%
17%
60% Neutraal
Mee oneens
Rapportage Onderzoek Passend Onderwijs - augustus 2015 – DUO Onderwijsonderzoek
11% 1 23%
80%
5%
2% 100%
Helemaal mee oneens
12
Onderzoek Passend Onderwijs Als laatste is aan de respondenten een samenvattende stelling voorgelegd over de voorbereiding op de invoering van passend onderwijs. Onderstaande grafiek laat zien dat vooral de directeuren van scholen vinden dat hun school zich al met al goed heeft voorbereid (minimaal 59% (helemaal) eens met de stelling). Onder interne begeleiders en zorgcoördinatoren is dit percentage lager (respectievelijk 51% en 50%). Onder leerkrachten PO en docenten VO geven juist meer respondenten aan het (helemaal) oneens te zijn met de stelling dat hun school goed is voorbereid op de invoering van passend onderwijs (respectievelijk 35% en 37%).
Onze school heeft zich al met al goed voorbereid op de invoering van passend onderwijs - voorgelegd aan iedereen (n=1668) Directeur PO (n=222)
9%
Intern begeleider PO (n=443) Leerkracht PO (n=290)
50%
7% 4%
44%
23%
Directeur VSO (n=42)
24%
35%
7%
Docent VO (n=293)
3%
11% 18%
57%
29%
43% 25% 20%
35% 29% 40%
5% 3%
12%
56%
0%
13% 3%1 24%
51%
12%
Zorgcoördinator VO (n=169)
6%
33%
25%
Directeur S(B)O (n=107)
Directeur VO (n=102)
33%
3% 11% 4%
26% 60%
7%
12% 80%
5% 100%
Helemaal mee eens
Mee eens
Neutraal
Mee oneens
Helemaal mee oneens
Weet niet/geen mening
Rapportage Onderzoek Passend Onderwijs - augustus 2015 – DUO Onderwijsonderzoek
13
Onderzoek Passend Onderwijs 4.2
Houding tegenover passend onderwijs
Om te houding tegenover passend onderwijs in kaart te brengen onder de verschillende doelgroepen is als eerste gevraagd hoe de respondenten tegenover passend onderwijs staan. De figuur hieronder laat zien dat de grootste groep directeuren en interne begeleiders/zorgcoördinatoren ronduit positief of meer positief dan negatief tegenover passend onderwijs staan. Wat weer opvalt, is dat leerkrachten PO en docenten VO hier een andere mening over hebben. De meerderheid binnen deze groepen geeft aan ronduit negatief of meer negatief dan positief tegenover passend onderwijs te staan (respectievelijk 54% en 60%).
Hoe staat u tegenover passend onderwijs? - voorgelegd aan iedereen (n=1668) Directeur PO (n=222)
19%
Intern begeleider PO (n=443)
41%
14%
Leerkracht PO (n=290) 3%
47% 23%
Directeur S(B)O (n=107)
21%
Directeur VSO (n=42)
21%
Directeur VO (n=102)
14%
Zorgcoördinator VO (n=169)
15%
Docent VO (n=293) 3% 0%
18% 18%
20%
22% 19%
50% 54% 20%
60%
6%
24% 25%
10% 2%
16%
13% 2%
46% 40%
3% 6%
1
36%
20%
17%
48%
33%
17%
19%
14% 80%
100%
Ronduit positief
Meer positief dan negatief
Neutraal
Meer negatief dan positief
Ronduit negatief
Weet niet/geen mening
Rapportage Onderzoek Passend Onderwijs - augustus 2015 – DUO Onderwijsonderzoek
14
Onderzoek Passend Onderwijs Op de vraag waarom men ronduit positief of meer positief dan negatief tegenover passend onderwijs staat, zijn de volgende redenen het vaakst genoemd: -
Alle kinderen krijgen een gelijke kans in het regulier onderwijs;
-
De leerling staat centraal;
-
Er kan nu wel sneller worden gehandeld en leerlingen met behoefte aan extra ondersteuning blijven minder lang thuiszitten;
-
Ontwikkelingskansen voor zowel scholen als de leerlingen;
-
Thuisnabij onderwijs nu mogelijk voor kinderen die extra ondersteuning nodig hebben;
-
Kinderen met behoefte aan extra ondersteuning zijn zo beter voorbereid op vervolgonderwijs en de maatschappij, ze kunnen zich ook beter ontwikkelen door met gewone kinderen om te gaan.
Verder wordt door vrijwel alle respondenten gezegd dat ze de achterliggende gedachte van passend onderwijs geweldig vinden en volledig steunen, maar dat in de praktijk (nog) veel problemen ontstaan door de invoering van passend onderwijs. Velen zien passend onderwijs als een bezuiniging, vooral omdat er te weinig geld beschikbaar is om de kinderen met behoefte aan extra ondersteuning, de ondersteuning die ze nodig hebben te kunnen bieden. Ook zijn de klassen te groot geworden en de docenten en leerkrachten zijn niet voldoende opgeleid om de kinderen met behoefte aan extra ondersteuning op de juiste manier te kunnen begeleiden. Daarnaast krijgen de gewone leerlingen veel minder aandacht na de invoering van passend onderwijs, wat ook veel klachten oplevert. Op de vraag waarom men ronduit negatief of meer negatief dan positief tegenover passend onderwijs staat, zijn de volgende redenen het vaakst genoemd: -
Niet genoeg aandacht voor zowel gewone leerlingen als de leerlingen met behoefte aan extra ondersteuning;
-
Onvoldoende deskundigheid bij leerkrachten en docenten om kinderen met behoefte aan extra ondersteuning te begeleiden;
-
Het toch doorverwijzen van leerlingen naar speciaal onderwijs is veel moeilijker geworden, waardoor leerlingen die het echt veel beter in het speciaal onderwijs zouden hebben, toch te lang in het regulier onderwijs blijven;
-
Het kost regulier onderwijs veel tijd en geld;
-
Enorme administratieve last;
-
Werkdruk te hoog geworden en de klassen te groot, waardoor leerlingen niet de aandacht krijgen die zij nodig hebben, dus nadelig voor zowel gewone leerlingen als leerlingen met behoefte aan extra ondersteuning;
-
Passend onderwijs lijkt veel meer op een bezuiniging;
-
Het gaat ten koste van de kwaliteit van het onderwijs.
Daarnaast komen hier veel punten terug die door de respondenten met een positieve instelling tegenover passend onderwijs als problemen zijn genoemd.
Rapportage Onderzoek Passend Onderwijs - augustus 2015 – DUO Onderwijsonderzoek
15
Onderzoek Passend Onderwijs Vervolgens is de respondenten gevraagd of ze verwachten dat veel leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben, het alsnog niet redden in het regulier onderwijs. Vooral directeuren S(B)O en directeuren VSO zijn het hier mee eens (respectievelijk 82% en 79% (helemaal) mee eens met de stelling), gevolgd door leerkrachten PO (66%) en docenten VO (68%).
Ik verwacht dat veel leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben, het alsnog niet redden in het regulier onderwijs - voorgelegd aan iedereen (n=1668) Directeur PO (n=222)
9%
Intern begeleider PO (n=443)
36%
7%
36%
17%
Leerkracht PO (n=290)
32%
Directeur S(B)O (n=107)
28% 24%
6%
Zorgcoördinator VO (n=169)
10%
Docent VO (n=293)
29%
22% 0%
15% 30%
28% 45% 20%
Helemaal mee eens
40% Mee eens
60% Mee oneens
Rapportage Onderzoek Passend Onderwijs - augustus 2015 – DUO Onderwijsonderzoek
7%
27%
2%
32%
1
21%
Neutraal
2%
9% 6% 3%
59% 36%
3%
11%
51%
20%
Directeur VO (n=102)
27%
49% 31%
Directeur VSO (n=42)
20%
11% 1
80%
100%
Helemaal mee oneens
16
Onderzoek Passend Onderwijs Uit de volgende drie grafieken blijkt dat vooral ‘cluster 4 kinderen’ niet makkelijk in de reguliere klassen te houden zijn volgens alle ondervraagde doelgroepen. Met betrekking tot ‘kinderen zonder indicatie die extra ondersteuning nodig hebben’ zijn de meningen verdeeld. Volgens de grootste groep respondenten (minimaal 44%) is het niet makkelijk om de kinderen met lichamelijke beperkingen, chronische ziekten en verstandelijke beperkingen (cluster 3) in de reguliere klassen te houden.
Zijn de kinderen met lichamelijke beperkingen, chronische ziekten en verstandelijke beperkingen (cluster 3) over het algemeen makkelijk in de reguliere klassen te houden? - voorgelegd aan iedereen (n=1668) Directeur PO (n=222)
29%
Intern begeleider PO (n=443)
28%
Directeur S(B)O (n=107)
24%
64%
31%
31%
Zorgcoördinator VO (n=169)
52%
17%
47%
39% 25% 0%
27%
67%
5%
Docent VO (n=293)
21%
53%
9%
Directeur VO (n=102)
19%
51%
21%
Leerkracht PO (n=290)
Directeur VSO (n=42)
52%
44% 20%
Ja, makkelijk
40% Nee, niet makkelijk
14% 31%
60%
80%
100%
Weet ik niet/geen mening
Wat betreft de kinderen uit cluster 4 (kinderen met gedragsstoornissen, ontwikkelingsstoornissen en psychische problemen) is een ruime meerderheid van alle respondenten (minimaal 83%) van mening dat het niet makkelijk is om deze kinderen in de reguliere klassen te houden.
Rapportage Onderzoek Passend Onderwijs - augustus 2015 – DUO Onderwijsonderzoek
17
Onderzoek Passend Onderwijs
Zijn de kinderen met gedragsstoornissen, ontwikkelingsstoornissen en psychiatrische problemen (cluster 4) over het algemeen makkelijk in de reguliere klassen te houden? - voorgelegd aan iedereen (n=1668) Directeur PO (n=222) 2%
91%
7%
Intern begeleider PO (n=443)
3%
92%
4%
Leerkracht PO (n=290)
4%
91%
5%
Directeur S(B)O (n=107) 1%
93%
7%
Directeur VSO (n=42) 2%
88%
10%
Directeur VO (n=102)
3%
Zorgcoördinator VO (n=169) Docent VO (n=293)
95%
2%
83%
10% 3%
7%
90%
0%
20%
40%
Ja, makkelijk
8% 60%
Nee, niet makkelijk
80%
100%
Weet ik niet/geen mening
Uit de onderstaande figuur blijkt dat vooral primair onderwijs van mening is dat de kinderen zonder indicatie die extra ondersteuning nodig hebben, over het algemeen makkelijk in de reguliere klassen te houden zijn. In het speciaal en voortgezet onderwijs zijn er toch meer respondenten die van mening zijn dat ook deze kinderen niet makkelijk in de reguliere klassen te houden zijn; daar is men er meer verdeeld over.
Zijn de kinderen zonder indicatie die extra ondersteuning nodig hebben over het algemeen makkelijk in de reguliere klassen te houden? - voorgelegd aan iedereen (n=1668) -
Directeur PO (n=222)
51%
Intern begeleider PO (n=443)
37%
45%
41%
49%
Leerkracht PO (n=290) Directeur S(B)O (n=107)
Directeur VO (n=102)
27% 45%
21%
42%
49%
Docent VO (n=293)
40% 20% Ja, makkelijk
9%
51%
39%
0%
15%
52% 33%
Zorgcoördinator VO (n=169)
14%
37%
21%
Directeur VSO (n=42)
12%
10%
42% 40% Nee, niet makkelijk
60%
18% 80%
100%
Weet ik niet/geen mening
Rapportage Onderzoek Passend Onderwijs - augustus 2015 – DUO Onderwijsonderzoek
18
Onderzoek Passend Onderwijs 4.3
Gevolgen van de invoering van passend onderwijs
In deze paragraaf gaan we in op de gevolgen die de invoering van passend onderwijs heeft voor de verschillende doelgroepen. Respondenten is gevraagd of er iets in hun werk veranderd is vanwege de invoering van passend onderwijs. De grootste groep van directeuren PO (47%), leerkrachten PO (57%), directeuren VO (54%) en docenten VO (51%) zegt dat er niets is veranderd in hun werk vanwege de invoering van passend onderwijs. De meerderheid van interne begeleiders PO (53%), directeuren S(B)O (59%) en directeuren VSO (67%) ervaart veranderingen in negatieve zin. Bijna de helft van de zorgcoördinatoren (47%) geeft aan dat hun werk juist in de positieve zin is veranderd. Al met al zien we dat vrijwel alle groepen vaker negatieve dan positieve veranderingen ervaren vanwege de invoering van passend onderwijs.
Is er in uw werk iets veranderd vanwege de invoering van passend onderwijs (per 1 augustus 2014)? Meerdere antwoorden mogelijk - voorgelegd aan iedereen (n=1668) 23% Directeur PO (n=222)
32% 47% 30%
Intern begeleider PO (n=443)
53% 23% 9%
Leerkracht PO (n=290)
35% 57% 31%
Directeur S(B)O (n=107)
59% 17% 36%
Directeur VSO (n=42)
67% 14% 24% 28%
Directeur VO (n=102)
Ja, in positieve zin 54%
Ja, in negatieve zin
47% Zorgcoördinator VO (n=169)
Nee, niets veranderd
36% 22% 9%
Docent VO (n=293)
40% 51% 0%
20%
40%
60%
Rapportage Onderzoek Passend Onderwijs - augustus 2015 – DUO Onderwijsonderzoek
80%
100%
19
Onderzoek Passend Onderwijs Vervolgens is de respondenten gevraagd wat er in positieve en/of negatieve zin veranderd is in hun werk. De meest genoemde antwoorden van mensen die aangeven dat er iets in hun werk in positieve zin is veranderd, zijn: -
Minder administratieve zorgen en aanvragen zijn minder omvangrijk geworden;
-
Als school kunnen we nu zelf bepalen welke leerlingen extra hulp nodig hebben en wat haalbaar is;
-
Optimale ontwikkeling van school en leerlingen;
-
Beter zicht op de individuele leerling/meer zorg op maat;
-
Betere samenwerking en afstemming tussen de betrokken partijen (samenwerkingsverbanden);
-
Bewustwording van de verschillende onderwijsbehoeften bij de leerlingen;
-
Werk is breder en uitdagender geworden;
-
Meer structuur in alle processen van de begeleiding.
De meest genoemde antwoorden van de respondenten die aangeven dat er iets in hun werk in negatieve zin is veranderd, zijn: -
Kost veel tijd om de leerlingen op de juiste plek te krijgen en de juiste begeleiding te bieden;
-
Het moeten samenwerken met veel samenwerkingsverbanden die hun eigen regels hanteren;
-
Administratieve last/aanvragen van extra ondersteuning vragen veel administratie;
-
Werkdruk is drastisch toegenomen;
-
Van leraren wordt te veel verwacht;
-
Te veel spanning om kinderen te behouden die beter af zijn op andere scholen;
-
Het gevoel dat je als school te kort schiet door gebrek aan expertise;
-
Veel onduidelijkheid over de uitvoering van passend onderwijs in de praktijk.
Rapportage Onderzoek Passend Onderwijs - augustus 2015 – DUO Onderwijsonderzoek
20
Onderzoek Passend Onderwijs Aan alle doelgroepen, behalve directeuren S(B)O en directeuren VSO, is een aantal stellingen voorgelegd met betrekking tot mogelijke gevolgen van de invoering van passend onderwijs op school. Vooral de leerkrachten PO en docenten VO zijn het (helemaal) eens met de stelling dat passend onderwijs ten koste gaat van de aandacht voor de ‘gewone’ leerling (respectievelijk 70% en 71% (helemaal) eens met de stelling). De andere groepen zijn het hier in mindere mate mee eens. Onder zorgcoördinatoren is de grootste groep het juist (helemaal) oneens met de stelling dat passend onderwijs ten koste gaat van de aandacht voor de ‘gewone’ leerling (48% (helemaal) oneens met de stelling).
Passend onderwijs gaat op onze school ten koste van de aandacht voor de ‘gewone’ leerling - voorgelegd aan iedereen behalve SO (n=1519) Directeur PO (n=222) Intern begeleider PO (n=443)
10%
32%
8%
36%
Leerkracht PO (n=290) Directeur VO (n=102) Zorgcoördinator VO (n=169)
28% 27%
25% 5% 8%
Docent VO (n=293)
45% 32%
18%
0%
20% Helemaal mee eens
4% 12% 1% 4%
44% 38%
Mee eens
26%
35%
26%
40%
3%
17%
24%
33%
27%
4%
15% 60%
Neutraal
Mee oneens
Rapportage Onderzoek Passend Onderwijs - augustus 2015 – DUO Onderwijsonderzoek
80%
12% 2% 100%
Helemaal mee oneens
21
Onderzoek Passend Onderwijs Vooral directeuren VO en zorgcoördinatoren VO vinden dat door passend onderwijs de school beter kan inspelen op de individuele ondersteuningsbehoeften van leerlingen (respectievelijk 53% en 51% (helemaal) eens met de stelling). De grootste groep leerkrachten PO (48%) en docenten VO (53%) is het hier juist (helemaal) mee oneens. Bij de directeuren PO en interne begeleiders PO zijn de meningen hierover verdeeld (bijna evenveel respondenten zijn het er mee eens als mee oneens).
Door passend onderwijs kan onze school beter inspelen op de individuele ondersteuningsbehoeften van leerlingen - voorgelegd aan iedereen behalve SO (n=1519) Directeur PO (n=222)
4%
30%
Intern begeleider PO (n=443)
5%
30%
Leerkracht PO (n=290)
3%
31% 32%
21%
7%
46%
Zorgcoördinator VO (n=169)
7%
44%
Docent VO (n=293)
1%
20%
Helemaal mee eens
5%
28%
16%
27%
Mee eens
60% Neutraal
Mee oneens
Rapportage Onderzoek Passend Onderwijs - augustus 2015 – DUO Onderwijsonderzoek
4%
21%
40% 40%
3%
43%
26% 20%
6%
29%
28%
Directeur VO (n=102)
0%
30%
1%
13% 80%
100%
Helemaal mee oneens
22
Onderzoek Passend Onderwijs Volgens 70% van leerkrachten PO en 60% van docenten VO heeft passend onderwijs tot gevolg dat er minder leerlingen naar het speciaal onderwijs worden verwezen. Wat de andere groepen betreft zijn de meningen hierover wat meer verdeeld.
Passend onderwijs heeft bij ons tot gevolg dat er minder leerlingen naar het speciaal onderwijs worden verwezen - voorgelegd aan iedereen behalve SO (n=1519) Directeur PO (n=222)
8%
Intern begeleider PO (n=443)
8%
Leerkracht PO (n=290)
30%
27% 27%
34%
12%
Directeur VO (n=102)
Docent VO (n=293) 0%
19%
43%
31%
36% 11%
Helemaal mee eens
40% Mee eens
28% 30% 60%
Neutraal
Mee oneens
Rapportage Onderzoek Passend Onderwijs - augustus 2015 – DUO Onderwijsonderzoek
5% 9% 2% 18%
26% 48%
20%
8%
26%
58%
8%
Zorgcoördinator VO (n=169) 4%
27%
5% 10% 1%
80%
100%
Helemaal mee oneens
23
Onderzoek Passend Onderwijs Geen enkele doelgroep ziet passend onderwijs als een goede oplossing voor leerlingen met gedragsproblemen. Onder leerkrachten PO en docenten VO is het percentage van de respondenten die het (helemaal) oneens zijn met de stelling, het hoogst (respectievelijk 75% en 68%).
Passend onderwijs is een goede oplossing voor leerlingen met gedragsproblemen - voorgelegd aan iedereen (n=1668) Directeur PO (n=222)
3% 10%
Intern begeleider PO (n=443)
9%
Leerkracht PO (n=290)
7%
Directeur S(B)O (n=107)
Docent VO (n=293)
23%
1
44%
15%
32%
1% 16%
0%
15%
52%
27%
32%
38%
21%
3% 11%
19%
45%
18%
13%
Zorgcoördinator VO (n=169) 1%
43%
31%
Directeur VSO (n=42) 2% Directeur VO (n=102)
25%
32%
35% 18% 20%
Helemaal mee eens
7% 13%
34%
9%
41% 40% Mee eens
27% 60%
Neutraal
Mee oneens
Rapportage Onderzoek Passend Onderwijs - augustus 2015 – DUO Onderwijsonderzoek
80%
100%
Helemaal mee oneens
24
Onderzoek Passend Onderwijs Aan leerkrachten PO en docenten VO is een aantal stellingen voorgelegd met betrekking tot de mogelijke gevolgen van de invoering van passend onderwijs op de leerkrachten en docenten zelf. Onderstaande figuur laat de resultaten voor leerkrachten PO zien. Uit deze figuur blijkt dat een ruime meerderheid van de leerkrachten PO het (helemaal) eens is met de stellingen: -
Ik heb te weinig tijd om leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben, goed te helpen (84%);
-
Ik kan minder aandacht besteden aan ‘gewone’ leerlingen omdat er veel tijd gaat naar de
-
Door de invoering van passend onderwijs is mijn werkdruk hoger geworden (75%).
leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben (76%);
Opmerkelijk is dat deze zaken ook eerder zijn genoemd als antwoord op de vraag waarom men negatief staat tegenover passend onderwijs (zie paragraaf 4.2). Leerkrachten PO zijn het juist (helemaal) oneens met de stelling dat er al leerlingen met behoefte aan extra ondersteuning terug zijn gegaan naar het speciaal onderwijs (45%) en dat leerkrachten PO achterlopen met hun lessen omdat ze veel tijd moeten besteden aan de leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben (43%).
Gevolgen van de invoering van passend onderwijs voor leerkrachten PO - voorgelegd aan leerkrachten PO (n=290) Ik heb te weinig tijd om leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben, goed te helpen
30%
Ik kan minder aandacht besteden aan ‘gewone’ leerlingen, omdat er veel tijd gaat naar de leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben
26%
Door de invoering van passend onderwijs is mijn werkdruk hoger geworden
13%
Ik heb te weinig kennis om goed te kunnen omgaan met de diversiteit aan leerlingen in de klas
11%
In zie positieve resultaten bij de leerlingen die extra ondersteuning krijgen
1%
Ik loop achter met mijn lessen omdat ik veel tijd moet besteden aan de leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben
4%
Er zijn al leerlingen met behoefte aan extra ondersteuning teruggegaan naar het speciaal onderwijs
42%
Neutraal
23%
36%
5%1 3%
18%
31%
10% 4% 6%
8% 1
14%
60%
Helemaal mee oneens
Rapportage Onderzoek Passend Onderwijs - augustus 2015 – DUO Onderwijsonderzoek
6% 5%
7% 1
35%
40%
5%
30%
34%
20%
16%
19%
43%
Mee oneens
5% 12
16%
23%
28%
17%
16%
29%
35%
3% 14%
0% Mee eens
45%
8%
Door de komst van de leerlingen met behoefte aan extra ondersteuning is het rommeliger in de klas
11% 4% 1
50%
30%
Bij ons op school zijn er voldoende mensen die weten hoe ze met verschillende ‘zorgbehoeften’ van leerlingen moeten omgaan
Helemaal mee eens
54%
20%
80%
100%
Weet niet/geen mening
25
Onderzoek Passend Onderwijs Een ruime meerderheid van de docenten VO is het (helemaal) eens met de volgende stellingen: -
Ik loop achter met mijn lessen omdat ik veel tijd moet besteden aan de leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben (84%);
-
Er zijn al leerlingen met behoefte aan extra ondersteuning terug gegaan naar het speciaal onderwijs (75%);
-
Ik heb te weinig kennis om goed te kunnen omgaan met de diversiteit aan leerlingen in de klas (74%);
-
Door de invoering van passend onderwijs is mijn de werkdruk hoger geworden (62%).
Daarentegen is een relatief grote groep docenten VO (39%) het (helemaal) oneens met de stelling dat het rommeliger is geworden in de klas door de komst van de leerlingen met behoefte aan extra ondersteuning.
Gevolgen van de invoering van passend onderwijs voor docenten VO - voorgelegd aan docenten VO (n=293) Ik loop achter met mijn lessen omdat ik veel tijd moet besteden aan de leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben
30%
54%
Er zijn al leerlingen met behoefte aan extra ondersteuning teruggegaan naar het speciaal onderwijs
31%
44%
Ik heb te weinig kennis om goed te kunnen omgaan met de diversiteit aan leerlingen in de klas
30%
44%
Door de invoering van passend onderwijs is mijn werkdruk hoger geworden
19%
Ik heb te weinig tijd om leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben, goed te helpen In zie positieve resultaten bij de leerlingen die extra ondersteuning krijgen
4%
Bij ons op school zijn er voldoende mensen die weten hoe ze met verschillende ‘zorgbehoeften’ van leerlingen moeten omgaan
7%
Door de komst van de leerlingen met behoefte aan extra ondersteuning is het rommeliger in de klas 0% Helemaal mee eens
Mee eens
Neutraal
33%
23%
18%
20% Mee oneens
18%
21%
38%
9%
11%
23%
40%
13%
Ik kan minder aandacht besteden aan ‘gewone’ leerlingen, omdat er veel tijd gaat naar de leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben
16%
43%
7%
8% 6% 12
31%
22%
17%
31%
40%
Helemaal mee oneens
Rapportage Onderzoek Passend Onderwijs - augustus 2015 – DUO Onderwijsonderzoek
11% 2% 2
12% 4%4%
22%
4%4%
26%
6% 1
13% 4%
11%
26%
4%
32%
60%
6% 1 3
80%
7% 3%
100%
Weet niet/geen mening
26
Onderzoek Passend Onderwijs Als aan leerkrachten PO en docenten VO gevraagd wordt of er leerlingen met behoefte aan extra ondersteuning zijn die naar hun mening ondanks de hulp die ze krijgen, het toch moeilijk hebben in het regulier onderwijs, zegt de ruime meerderheid van zowel leerkrachten (81%) als docenten (91%) dat dit inderdaad het geval is. Het gaat dan om gemiddeld drie leerlingen per klas in het primair onderwijs en gemiddeld zes leerlingen per klas in het voortgezet onderwijs die het toch moeilijk hebben in het regulier onderwijs.
Zijn er leerlingen met behoefte aan extra ondersteuning in uw klas(sen) die naar uw mening ondanks de hulp die ze krijgen, het toch moeilijk hebben in het regulier onderwijs? - voorgelegd aan leerkrachten PO en docenten VO (n=583) Leerkracht PO (n=290)
19%
81%
Docent VO (n=293)
91%
0%
20%
40%
9%
60%
Ja
80%
100%
Nee
De leerlingen die het toch moeilijk hebben in het regulier onderwijs, hebben vooral moeite met: -
Zich aanpassen aan de groep/structuur van de school;
-
Aandacht vasthouden/concentratie;
-
Zelfstandig werken;
-
Zich aan de regels houden/gedrag;
-
Tempo van de leerstof;
-
Sociaal-emotionele aspecten;
-
Plannen en organiseren;
-
Met het feit dat ze anders zijn.
Op de vraag waarom deze leerlingen het moeilijk hebben in het regulier onderwijs, zijn de volgende antwoorden het vaakst genoemd: -
Te grote klassen;
-
Ze zijn gewend aan individuele aandacht en programma’s op maat;
-
Ze zijn anders/voelen zich onbegrepen;
-
Ze kunnen het tempo niet bijhouden;
-
Ze hebben te complexe problemen;
-
Te weinig individuele aandacht;
-
Te veel prikkels.
Rapportage Onderzoek Passend Onderwijs - augustus 2015 – DUO Onderwijsonderzoek
27
Onderzoek Passend Onderwijs 4.4
Behoefte aan ‘ondersteuningsmaatregelen’
In deze paragraaf worden de behoeften aan ‘ondersteuningsmaatregelen’ in kaart gebracht. Onderstaande grafiek laat zien dat de ruime meerderheid (minimaal 86%) van alle doelgroepen zegt dat hun school veel of enigszins behoefte heeft aan extra scholing voor leraren op het gebied van passend onderwijs.
Extra scholing voor leraren op het gebied van passend onderwijs - voorgelegd aan iedereen behalve SO (n=1519) 29%
Directeur PO (n=222)
58%
Intern begeleider PO (n=443)
45%
Leerkracht PO (n=290)
42%
Directeur VO (n=102)
49%
14% 45%
47% 0%
9%
57% 51%
Docent VO (n=293)
8%
47%
29%
Zorgcoördinator VO (n=169)
13%
20% Veel behoefte aan
4%
42% 40%
60%
Enigszins behoefte aan
12% 80%
100%
Geen behoefte aan
Ook geeft de ruime meerderheid (minimaal 80%) van alle doelgroepen aan dat hun school veel of enigszins behoefte heeft aan uitwisseling van kennis en ervaring met andere scholen. Docententen VO hebben hier relatief minder behoefte aan (20% geen behoefte).
Uitwisseling van kennis en ervaring met andere scholen - voorgelegd aan iedereen behalve SO (n=1519) 24%
Directeur PO (n=222) Intern begeleider PO (n=443)
63%
32% 25%
61%
Directeur VO (n=102)
24%
64%
31% 0%
20% Veel behoefte aan
14% 12%
61%
29%
Docent VO (n=293)
9%
60%
Leerkracht PO (n=290)
Zorgcoördinator VO (n=169)
13%
10%
49% 40%
60%
Enigszins behoefte aan
Rapportage Onderzoek Passend Onderwijs - augustus 2015 – DUO Onderwijsonderzoek
20% 80%
100%
Geen behoefte aan
28
Onderzoek Passend Onderwijs Het is ook niet anders als het gaat om de behoefte aan praktijkgerichte informatie en handelingsadvies voor leraren (minimaal 90% heeft hier veel of enigszins behoefte aan), kleinere klassen (minimaal 86% veel of enigszins behoefte) en meer handen in de klas (minimaal 81% veel of enigszins behoefte), zie de volgende drie figuren.
Praktijkgerichte informatie en handelingsadviezen voor leraren - voorgelegd aan iedereen behalve SO (n=1519) 46%
Directeur PO (n=222)
48%
6%
Intern begeleider PO (n=443)
54%
40%
6%
Leerkracht PO (n=290)
53%
41%
6%
Directeur VO (n=102)
42%
Zorgcoördinator VO (n=169)
49% 38%
58%
Docent VO (n=293)
49% 0%
4%
41%
20%
40%
Veel behoefte aan
9%
60%
10% 80%
Enigszins behoefte aan
100%
Geen behoefte aan
Kleinere klassen - voorgelegd aan iedereen behalve SO (n=1519) 73%
Directeur PO (n=222) Intern begeleider PO (n=443)
20%
68%
Leerkracht PO (n=290)
19%
52%
Zorgcoördinator VO (n=169)
34%
14%
81% 0%
20% Veel behoefte aan
40%
5%
21%
71%
Docent VO (n=293)
7%
25%
77%
Directeur VO (n=102)
7%
8% 17%
60%
Enigszins behoefte aan
Rapportage Onderzoek Passend Onderwijs - augustus 2015 – DUO Onderwijsonderzoek
80%
2% 100%
Geen behoefte aan
29
Onderzoek Passend Onderwijs
Meer handen in de klas - voorgelegd aan iedereen behalve SO (n=1519) 85%
Directeur PO (n=222) Intern begeleider PO (n=443)
14%
88%
Leerkracht PO (n=290)
12%
81%
Directeur VO (n=102)
36%
Zorgcoördinator VO (n=169)
18% 45%
Docent VO (n=293)
57% 0%
20% Veel behoefte aan
19% 38%
53%
9%
27% 40%
60%
Enigszins behoefte aan
1%
16% 80%
100%
Geen behoefte aan
Als het gaat om de behoefte aan informatie over de ondersteuningsstructuur zodat mensen elkaar weten te vinden, hebben hier opvallend minder respondenten behoefte aan dan aan andere ‘ondersteuningmaatregelen’. Echter, nog steeds de meerderheid van alle doelgroepen heeft hier veel of enigszins behoefte aan (62%).
Informatie over de ondersteuningsstructuur (welke ondersteuning biedt de school intern en extern), zodat mensen elkaar weten te vinden - voorgelegd aan iedereen behalve SO (n=1519) 18%
Directeur PO (n=222)
57%
Intern begeleider PO (n=443)
31%
Leerkracht PO (n=290)
31%
Directeur VO (n=102)
11%
Zorgcoördinator VO (n=169)
53%
44%
20% Veel behoefte aan
17% 38%
32% 0%
24%
45%
51%
20%
Docent VO (n=293)
25%
36% 51%
40%
60%
Enigszins behoefte aan
Rapportage Onderzoek Passend Onderwijs - augustus 2015 – DUO Onderwijsonderzoek
18% 80%
100%
Geen behoefte aan
30
Onderzoek Passend Onderwijs Op de vraag of er behoefte is aan andere ‘ondersteuningsmaatregelen’ met betrekking tot passend onderwijs, antwoordt de meerderheid negatief, wat betekent dat ze geen behoefte hebben aan andere maatregelen.
Heeft u nog behoefte aan andere ‘ondersteuningsmaatregelen’ met betrekking tot passend onderwijs? - voorgelegd aan iedereen behalve SO (n=1519) 24%
Directeur PO (n=222)
Intern begeleider PO (n=443)
76%
32%
Leerkracht PO (n=290)
68%
15%
Directeur VO (n=102)
85%
18%
Zorgcoördinator VO (n=169)
82%
74%
26%
Docent VO (n=293)
21% 0%
79% 20%
40%
60%
Ja
80%
100%
Nee
Aan de respondenten die wel behoefte hebben aan andere maatregelen is gevraagd aan welke andere maatregelen ze behoefte hebben. De meest genoemde maatregelen zijn:
-
Administratieve ondersteuning/minder administratieve lasten; Financiële ondersteuning; Meer mensen en diensten om aan iedereen hulp te kunnen bieden; Meer tijd voor begeleiding; Speciale materialen ter ondersteuning; Duidelijke regelgeving.
Rapportage Onderzoek Passend Onderwijs - augustus 2015 – DUO Onderwijsonderzoek
31
Onderzoek Passend Onderwijs 4.5
Kengetallen passend onderwijs
In de onderstaande tabel staan enkele kengetallen die uit het onderzoek komen.
Primair onderwijs
Voortgezet onderwijs
Gemiddeld aantal leerlingen per school
208
1.085
Gemiddeld aantal leerlingen per school met behoefte aan ondersteuning
24
96
11%
9%
5
6
26%
41%
17%
7%
15%
27%
2
3
% leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben Gemiddeld aantal leerlingen per klas met behoefte aan ondersteuning % scholen waar het aantal leerlingen met behoefte aan ondersteuning is gestegen vanaf 1 augustus 2014 % waarmee het aantal leerlingen met behoefte aan ondersteuning is gestegen na de invoering van passend onderwijs % scholen die leerlingen dit jaar hebben geweigerd Gemiddeld aantal leerlingen dat is geweigerd per school (van de scholen die de leerlingen het afgelopen jaar hebben geweigerd)
De reden van weigering zijn: -
Agressief gedrag;
-
Al te veel kinderen die extra ondersteuning nodig hebben;
-
Complexe problematiek/te veel problemen;
-
Niet kunnen bieden van passende zorg;
-
Gedragsproblemen;
-
Te volle klassen.
Rapportage Onderzoek Passend Onderwijs - augustus 2015 – DUO Onderwijsonderzoek
32