QuickTime™ en een -decompressor zijn vereist om deze afbeelding weer te geven.
Onderzoek naar de invloed van online gokken op het werk
Bachelorscriptie
Faculteit Economie en Bedrijfskunde Afdeling Human Resource Management Organization Behaviour
Sander Kock [5623103] Scriptiebegeleidster: Dr. W. van Eerde Augustus 2009
2 Inhoudsopgave
1. Inleiding..................................................................................................................................3 1.1 Doelstelling en vraagstelling...................................................................................4 2. De theoretische inbedding......................................................................................................5 2.1. Cyberslacking.........................................................................................................5 2.2. Internetgebruik op het werk....................................................................................6 2.3. Online gokken tegenover offline gokken...............................................................7 2.4. Internet gokverslaving..........................................................................................10 2.5. Feiten over gokpopulatie......................................................................................11 3. Methoden van onderzoek......................................................................................................14 3.1. Deelnemers...........................................................................................................14 3.2. Ontwerp................................................................................................................14 3.3. Materialen.............................................................................................................14 3.4. Procedure..............................................................................................................15 4. Resultaten..............................................................................................................................16 4.1. Categorisatie van online gokgedrag......................................................................16 4.2. Casussen...............................................................................................................18 4.2.1. Casus 1: de recreatieve gokker.............................................................18 4.2.2. Casus 2: de potentiële probleemgokker................................................19 4.2.3. Casus 3: de probleemgokker.................................................................21 4.2.4. Casus 4: de probleemgokker.................................................................23 5. Discussie...............................................................................................................................26 5.1 Conclusie...............................................................................................................26 5.1. De invloed op het werk.........................................................................................28 5.2. De toekomst..........................................................................................................30 6. Limitaties..............................................................................................................................31 7. Vervolgonderzoek.................................................................................................................32
Bibliografie...............................................................................................................................33 Bijlage 1. Vragenlijst................................................................................................................34
3 1.
Inleiding
Het internet is niet meer weg te denken uit het dagelijks leven en ook niet in het bedrijfsleven. Ongeveer 70% van de organisaties verschaft tegenwoordig internettoegang aan meer dan de helft van haar werknemers (Young en Case, 2004, p.105). Deze toegang wordt gebruikt voor werkgerelateerde zaken, maar in steeds grotere mate ook voor persoonlijk gebruik en leidt daarbij af van het werk. ‘Cyberslacking’ is de Engelse term uit de literatuur die hierop van toepassing is. Door Garrett en Danziger (2008) wordt dit omschreven als een werkvermijdende strategie, die vooral te maken heeft met het uitdrukken van ongenoegen tegenover de baas of de werkplek, en niet zozeer met de voldoening die het internet brengt (p.287). Mills, Hu, Beldona en Clay (2001) hebben het over recreatief surfen op het web of het gebruik van internet tijdens werk voor persoonlijke doeleinden (p.34). Activiteiten die onder cyberslacking vallen, zijn het versturen van persoonlijke e-mails, het verhandelen van aandelen, bekijken van porno, online shoppen, surfen voor het plezier, het bekijken van filmpjes, het zoeken naar andere banen en het spelen van spelletjes of online gokken (Mills et al., 2001, p.35). Het online gokken is een onderdeel van cyberslacking dat momenteel nog maar betrekkelijk weinig aandacht krijgt. Het internet heeft in de gokindustrie grote invloed; de activiteiten die te maken hebben met gokken, zijn nu veel wijder toegankelijk dan traditionele gokkanalen als bijvoorbeeld het casino en kunnen nu ook naar huis en naar de werkomgeving gebracht worden. Dit houdt in dat gokken een thuis- of werkactiviteit kan worden. Iedereen met een internetverbinding en elektronische betaalmogelijkheid kan online, 24 uur per dag, 7 dagen per week gokken (Griffiths en Barnes, 2008, p.195), bijvoorbeeld via websites als Bwin.com en Betfair.com. In Nederland is deze vorm van gokken officieel verboden, maar wordt min of meer gedoogd. Het online gokken is een activiteit die groeiende is in Nederland. De omzet wordt momenteel geschat op 475 miljoen euro op jaarbasis, en daarbij is het aantal spelers sinds 2002 verdubbeld tot 485.000 (BN/De Stem, 2009). Dit onderzoek zal zich richten op personen die gokken via het internet. De vraag die in dit onderzoek centraal zal staan, luidt: ’Wat is het verloop van de gokgeschiedenis van online gokkers en hoe beïnvloedt dit het werk?’ Allereerst zal een literatuuronderzoek gedaan worden, waarbij de bestaande literatuur over dit onderwerp weergegeven zal worden, en daarna zal een aantal interviews afgenomen worden met personen die online gokken. Er zal gekeken worden naar de kenmerken van een groep online gokkers, de gokgeschiedenis van deze personen en hoe deze personen het gokken in relatie tot het werk doen. D’Abate (2005), die onderzoek heeft gedaan naar de persoonlijke activiteiten waarmee mensen zich tijdens het werk bezighouden, was enigszins verbaasd over het feit dat de mensen bereid waren veel
4 persoonlijke informatie met haar te delen. De verwachting is dat dit ook hier zal gelden voor de personen die online gokken .
1.1
Doelstelling en vraagstelling
Het gaat hier specifiek om het online gokken. Deze vorm van gokken is in de literatuur nog onderbelicht. Er zijn wel onderzoeken gedaan naar de sociaal-psychologische effecten van internetgokken en de invloed van het internet op het gokken (Griffiths, Parke, Wood en Parke, 2005), maar er is nog niet echt gekeken naar de relatie met het werk. Daarnaast is er weinig bekend over de groep online gokkers zelf en zijn deze nog nooit echt zelf aan het woord geweest. Om het beantwoorden van de hoofdvraag (Wat is het verloop van de gokgeschiedenis van online gokkers en hoe beïnvloedt dit het werk?) te vergemakkelijken zijn een aantal deelvragen opgesteld: •
Wat is cyberslacking?
•
Wat is het verschil tussen online gokken en het offline gokken?
•
Wat zijn de drijfveren om te gaan gokken?
•
Hoe zien gokkers hun werk?
•
Wat zijn probleemgokkers?
•
Lijdt het werk onder het gokken? Zo ja, hoe?
Het doel van dit onderzoek is om dit onderwerp beter te verkennen en 1) een beter beeld te krijgen van de personen die online gokken, 2) uit te zoeken waarom deze mensen het doen en ermee beginnen en 3) uiteindelijk de gevolgen van het online gokken proberen te beschrijven. Dergelijk onderzoek is interessant omdat het nuttig is te weten wat voor invloed online gokken kan hebben op personen, alsmede op bedrijven, en wat de gevolgen hiervan kunnen zijn. De groep online gokkers is in Nederland nog vrij klein. Aangenomen dat niet al deze gokkers ook een baan hebben, is het maar een beperkte groep online gokkers waar bedrijven mee te maken hebben. Toch kan het wel degelijk nuttig zijn voor bedrijven om te weten op welke signalen gelet moet worden. Het is misschien mogelijk het verloop van het online gokgedrag te schetsen en verschillende fasen aan te geven. Dit onderzoek zal niet heel concreet antwoord geven op deze vragen, maar kan wel dienen als opstapje naar vervolgonderzoeken over dit onderwerp. Noodzakelijk te vermelden is nog dat om de leesbaarheid van dit onderzoek te vergroten in een aantal gevallen slechts ‘hij’ is genoemd, waar in feite ‘hij/zij’ bedoeld wordt en ook gelezen moet worden.
5 2
De theoretische inbedding
2.1
Cyberslacking
Computergebruik en -technologieën hebben voor bedrijven de kwaliteit en productiviteit op het
werk
verbeterd.
Het
internet
heeft
nieuwe
wegen
geopend
voor
verdere
productiviteitsverhogingen, hogere flexibiliteit en nieuwe applicaties voor het werk dat we doen. Het is nu mogelijk om in de bedrijfsomgeving direct en op een efficiënte wijze toegang te krijgen tot onbegrensde informatiebronnen . Het internet zorgt voor een globale integratie van de gehele informatie-economie. Het internet is daarbij zowel een medium om zaken te doen als een medium voor het creëren van nieuwe businesses (Greenfield, 2002, p.351). Met het internetgebruik ontstaat er voor bedrijven echter ook een omgeving die tijdsverspilling toestaat. Het is immers gemakkelijk om even snel e-mails te lezen, te chatten of te surfen op het internet. Een groot deel van de werknemers neemt tijdens dit persoonlijke internetgebruik maatregelen om te voorkomen dat ze betrapt worden door hun leidinggevende. Het verspillen van de tijd en resources van het bedrijf door je op het internet te vermaken terwijl er gewerkt moet worden, wordt in het Engels aangeduid als ‘cyberslacking’ (Lavoie en Pychyl, 2001 p.432). Garrett en Danziger (2008) stellen dat cyberslacking ten koste gaat van het werk dat gedaan moet worden. Cyberslacking is volgens hen een werkvermijdende strategie, waarbij het in mindere mate draait om vermaak en persoonlijke voldoening, maar vooral om het uiten van ongenoegen tegenover de werkplaats (p.287). Door cyberslacking zou de productiviteit verlaagd worden, wat voor bedrijven een schadepost zou opleveren die tot in de miljarden loopt (Garrett en Danziger, 2008, p. 291). Cyberslacking is enigszins te verklaren volgens het onderdeel van tijdsfragmentatie uit de theorie van uitstellen van Silver en Sabini (1981). Zij stellen dat een bepaald type uitstel te maken heeft met de irrationele fragmentatie van tijd in korte intervallen om het werken aan een taak uit te stellen. De beslissing om te gaan werken wordt niet ingetrokken, alleen voorlopig nog even uitgesteld. In plaats van zich bezig te houden met de bedoelde taak zoekt het individu rechtvaardiging voor het doen van een plezierige taak in de direct komende periode (bijvoorbeeld 5 minuten). Die beslissing wordt genomen op basis van een rationalisering dat de hoeveelheid werk die gedaan kan worden in de paar minuten minimaal is, en dat die minuten dus beter aan een wél plezierige taak besteed kunnen worden. Op die manier rechtvaardigt dit het uitstellen van de taak. Het individu gaat door met uitstellen, totdat hij/zij beseft dat de 5 minuten hard nodig zijn om de bedoelde taak te voltooien. Volgens Silver en Sabini kiest het individu vooral voor plezierige activiteiten die kort en makkelijk te stoppen zijn. Hieronder vallen ook de internetactiviteiten zoals e-mailen of
6 surfen op het net, want die leveren direct plezier, zijn snel en kunnen op ieder moment onderbroken worden (Lavoie en Pychyl, 2001, p.432). Een ander aspect van het uitstellen van een taak dat ook relevant is voor ‘cyberuitstel’, is het begrip van het overdrijven van de toewijding voor een taak. In het geval dat een individu besluit om geen pauze te nemen bij het werken aan een taak, kan uitstel toch voorkomen wanneer er gezocht wordt naar afleidingen buiten de taak, waarbij wel de schijn wordt opgehouden dat hij/zij nog steeds aan de taak werkt. Er ontstaat zo een bepaalde uitstelmodus waarbij de werkpositie wordt aangehouden (zodat de werknemer zichzelf kan voorhouden dat hij aan het werk is), maar tegelijkertijd wordt er vanaf de werkplek naar afleiding gezocht, zodat de taak eigenlijk niet voltooid wordt (p.433) Een individu in deze uitstelmodus is extra kwetsbaar voor elke activiteit waarbij het niet nodig is de huidige locatie te verlaten, waarbij minimale toewijding vereist is en die de aandacht weet vast te houden. Het internet voldoet aan deze criteria. Er is namelijk maar één muisklik nodig om terug te keren naar de oorspronkelijke taak (dit betekent weinig toewijding), maar het belangrijkst is dat het individu denkt dat hij/zij nog steeds bezig is de taak te volbrengen omdat hij/zij nooit het bureau verlaat om de taak uit te stellen (p.433).
2.2
Internetgebruik op het werk
Het internet zorgt voor vermaak en amusement. Lavoie en Pychyl (2001) hebben in hun onderzoek een positieve relatie gevonden tussen het uitstellen van de werktaak door internetgebruik en gevoelens van minder stress. Stress is een sterke motivator voor het vermijden van een taak. Het uitstellen hiervan leidt tot een vermindering van de onprettige gevoelens die verbonden zijn met het uitvoeren van saaie of moeilijke taken. Daarbij biedt het uitstellen ook tijdelijke rust voor degenen die denken de capaciteiten voor het uitvoeren van de taak niet te bezitten (p.441). Het nadeel hiervan is dat dit gevoel vaak maar tijdelijk is en uiteindelijk gepaard gaat met schuldgevoelens. Ook Tice en Baumeister (1997) zijn tot de conclusie gekomen dat het uitstellen van een taak op de lange termijn vaak juist gepaard gaat met gevoelens van verhoogde stress en ziekte. In hun onderzoek komt naar voren dat het uitstellen van een taak of project kortetermijnvoordelen voor de gezondheid heeft. De uitstellers lijken voordeel te hebben van een zorgeloze, stressvrije situatie die ze voor zichzelf creëren in de vroege fase van een project of taak. Zolang de deadline ver weg blijft, zijn uitstellers beter af. De stress- en gezondheidsvoordelen van uitstel verkeren echter in hun tegendeel naarmate de tijd verstrijkt. Naar het einde van het project of de taak toe is er meer stress en ziekte onder uitstellers. Daarenboven blijkt dat de totale stress en ziekte voor de uitstellers hoger is dan voor nietuitstellers en dat uitstel ook het niveau van stress significant vergroot. De voordelen behaald
7 in de vroege fasen wegen dus niet op tegen de latere kosten. Ten slotte concluderen Tice en Baumeister (1997) dat uitstellers minder goed werk afleveren, wat nadelig is voor de werkgever (p.457). Op de korte termijn zijn uitstellers dus beter af, maar ze lijden meer op de lange termijn. Ook Stanton (2002) heeft onderzoek gedaan naar internetgebruik in relatie tot het werk. In zijn onderzoek vond hij geen specifieke kenmerken voor de groep van frequente internetgebruikers. Wel gaven frequente internetgebruikers op het werk een hogere arbeidstevredenheid aan. Organ (1996) heeft aangetoond dat arbeidstevredenheid samengaat met meer pro-sociaal gedrag, zoals het helpen van anderen en het verder gaan dan de verplichtingen van de baan. Ostroff (1992) vond een verband tussen tevredenheid en prosociaal gedrag met organisationele effectiviteit. Dit zou betekenen dat frequente internetgebruikers evenveel of zelfs meer aan organisaties bijdragen dan hun collega’s die minder frequent het internet gebruiken (in: Staton, 2002, p.58).
2.3
Online gokken tegenover offline gokken
Technologische innovatie heeft ook in de gokwereld voor een aantal nieuwe trends gezorgd. Eén daarvan is dat het gokken uit een geïsoleerde gokomgeving is gekomen en naar huis en werk is gebracht (Griffiths, 2003; Smeaton en Griffiths, 2004). Daarnaast zorgt de technologie voor een grotere deregulatie en meer mogelijkheden tot gokken. Een probleem hierbij is wel de potentiële toename van probleemgokkers (gokverslaafden) (p.558). Er zijn volgens Griffiths een aantal factoren die online activiteiten als het internetgokken verleidelijk en/of verslavend maken, én verschillen met traditionele media. -
Toegankelijkheid. Toegang tot het internet is bijna overal beschikbaar, thuis en op het werk. Het vóórkomen van gedragingen hangt sterk samen met de toegang tot een activiteit. Door de toegenomen toegankelijkheid is daarom ook het gebruik toegenomen. Internetgokken is wereldwijd toegankelijk, en 24 uur per dag, 365 dagen per jaar beschikbaar (Griffiths, 2003, p.562).
-
Betaalbaarheid. Het is steeds goedkoper geworden om gebruik te maken van diensten op het internet .
-
Anonimiteit. Gebruikers kunnen gokken zonder door anderen in de gaten te worden gehouden. De gebruiker voelt dat hij/zij de controle heeft en er niemand is die hem/haar veroordeelt. Dat ervaart hij als prettig, vooral wanneer hij verliest. Een nadeel, en een groot verschil met offline gokken, is dat er geen bescherming meer is van kwetsbare personen. In de ‘offlinewereld’ worden die beschermd door verantwoordelijke leden van de gokindustrie. Op internet valt alle controle weg. Zo is het ook niet meer mogelijk te zien of een persoon onder de invloed van alcohol of
8 drugs is of als minderjarige de creditcard van de ouders gebruikt (Smeaton en Griffiths, 2002, p.562). -
Gemak. Online gedragingen komen vaak voor in vertrouwde, prettige omgevingen. Dat de gokker zijn huis of werkplek niet hoeft te verlaten, heeft een positief effect op het online gokgedrag en de frequentie hiervan.
-
Vlucht uit de werkelijkheid. Online gedragingen en ook het gokken kunnen een uitvlucht zijn voor de stress en spanningen van het echte leven.
-
Isolement. Het internet kan zorgen voor een isolement dat weer kan zorgen voor gevoelens van vluchten. Voorbeelden zijn het verliezen van het gevoel voor tijd, waardoor mensen langer blijven gokken.
-
Verminderde terughoudendheid. Op het internet zijn mensen minder terughoudend en veel opener. Dit zorgt er mede bij gokkers voor dat ze meer geld vergokken.
-
Frequentie van evenementen. De frequentie van gokactiviteiten wordt door de operator bepaald. De tijd tussen bepaalde gokevenementen kan bepalend zijn voor het feit of sommige mensen een gokprobleem voor een bepaald type gokken kunnen ontwikkelen.
-
Interactiviteit. Het internet is een interactief medium dat kan zorgen voor een grotere persoonlijke betrokkenheid bij het kansspel. Dit kan de illusie van controle verhogen wat gokken weer kan vergemakkelijken.
-
Simulatie. Internet-goksimulatie heeft onverwachte effecten. Potentiële klanten kunnen oefenen met nepgeld en ook minderjarige spelers kunnen hierdoor worden aangetrokken. Daarbij vermindert het internetgokken door het gebruik van elektronisch geld de psychologische waarde van geld. Mensen gokken dan ook meer met elektronisch geld dan ze met echt geld zouden doen (Smeaton en Griffiths, 2004, p.563).
-
Non-sociabiliteit. Gokkers die de meeste problemen ervaren, zijn degenen die alleen spelen. Het internet maakt het gokken steeds minder sociaal; men zit nu gewoon thuis achter de computer. Hierdoor zullen meer gokproblemen ontstaan.
Twee van de snelst groeiende vormen van online gokken zijn het online pokeren en de online ‘betting exchanges’. Betting exchanges zijn sites waar gegokt kan worden op sportuitslagen tegen andere personen. Deze sites zijn populair, omdat ze betere quoteringen bieden dan traditionele ‘bookmakers’: personen of organisaties die het mogelijk maken om te wedden op de uitslag van een wedstrijd, toernooi of gebeurtenis en hier een soort honorarium voor vangen, in een percentage van de winst. Hoewel betting exchanges betere quoteringen bieden, gokt merendeel van de mensen toch nog steeds via bookmakers. De reden hiervoor is dat deze veel meer weddenschappen aanbieden en er bijna op alles gegokt kan worden, vaak met ‘live-
9 action betting’. Tijdens live-action betting kunnen weddenschappen geplaatst worden op de uitkomsten van live gebeurtenissen tijdens een sportevenement of wedstrijd. Een voorbeeld hiervan is het gokken op het aantal penalty’s in een voetbalwedstrijd of de weddenschap dat de net gegeven penalty wel of niet gescoord gaat worden. Op de betting exchange sites kan alleen gegokt worden op de uitslag van een wedstrijd, bijvoorbeeld winst of verlies van een club. Ook kan de online gokker zelf als bookmaker optreden door eigen quoteringen te kiezen, waarbij andere personen de mogelijkheid wordt geboden deze quoteringen te accepteren. Het accepteren van de quoteringen houdt in dat de persoon tegen jouw uitslag gokt. Dit wordt ook wel ‘fixed-odd betting’ genoemd, waarbij weddenschappen geplaatst worden op de uitkomsten van sportevenementen of wedstrijden, meestal voor aanvang en op vooraf vaststaande quoteringen (LaPlante, Schumann, LaBrie, Schaffer, 2008, p.2401). Het online pokeren is niets meer dan het spelen van het populaire kaartspel op het internet, met Texas Hold ‘em als meest gespeelde vorm van poker. Een speler kan hier kiezen mee te doen aan online pokertoernooien, te spelen aan cash-tafels (met meerdere pokeraars) of ‘heads-up’ (één op één tegen de tegenstander). De groei op deze terreinen is te verklaren uit het feit dat er 1) reële winkansen zijn voor de gokkers en 2) een kans is om op de lange termijn te winnen omdat er een vaardigheidselement meespeelt in het plaatsen van de weddenschappen en het pokeren zelf (Griffiths, 2005, p.29). Dat de populariteit van het pokeren zo sterk toeneemt, heeft een aantal oorzaken. 1) Poker wordt in verschillende media getoond, waardoor het bekend raakt bij grote groepen mensen, 2) spelers kunnen gratis leren pokeren; de drempel om te beginnen is dus laag, 3) spelers kunnen met lage inzet en instapkosten beginnen, 4) spelers kunnen altijd wel een potje poker spelen, het is elke minuut van de dag beschikbaar online en 5) steeds meer beroemdheden zijn bij het poker betrokken (Griffiths, Parke, Wood en Rigbye, 2009, p.2). Daarnaast heeft het pokerspel een aantal positieve aspecten, afgezien van de winst of het winnen. Het brengt plezier met zich mee, en daarnaast helpt het blij de ontwikkeling van vaardigheden: op het internet kunnen pokerspelers eenvoudig 1000 handen per week spelen, en dus veel ervaring opbouwen (p.6). De belangrijkste vaardigheden zijn discipline en zelfbeheersing, maar ook enig begrip van kansberekening, analyserend vermogen en logisch redeneren spelen een rol in het pokerspel. Tot slot heeft het poker op het internet juist sociale aspecten. Mensen kunnen met hun vrienden van ver weg poker spelen. De populariteit van het poker zorgt voor nieuwe gevallen van probleemgokkers, maar ook voor het ontstaan van een nieuwe soort probleemgokker, namelijk een gokker die weliswaar veel geld wint, maar wel zeer veel tijd kwijt is met het pokeren (Griffiths et al., 2009, p.6). Pokerspelers met het meeste financiële succes zijn de spelers die een goed inzicht hebben in de vaardigheden die het pokeren vraagt, en zichzelf in het bezit achten van die vaardigheden. Het gevolg hiervan kan zijn dat ze meer zelfverzekerd zijn en om hogere
10 inzetten spelen. Gevolg van die hogere inzetten is weer dat ze meer geld kunnen verdienen. Verder spelen de succesvolle spelers gedisciplineerd en vermijden ze overschrijding van hun maandelijkse budget (Griffiths et al., 2009, p.3).
2.4
Internet gokverslaving
Het overkoepelende begrip internetverslaving omvat een grote verscheidenheid van gedragingen en impulsbeheersingsproblemen. Eén daarvan is de ‘dwangmatigheid’, waarbij het online gokken, shoppen, of ‘traden’ een obsessie wordt. Een gokverslaafde die bepaalde gedragingen online uitvoert, is niet verslaafd aan het internet. Het internet is slechts de plaats waar hij/zij het gedrag kan uitvoeren (Griffiths, 2003, p.561). Door meer gokmogelijkheden zijn er in potentie ook meer gokverslaafden. Verslaving resulteert altijd uit een samenspel van vele factoren, waaronder de biologische en genetische aanleg van een persoon, zijn psychologische gesteldheid, zijn sociale omgeving en de aard van de activiteit zelf (p.29). Extreme vormen van internetgebruik komen voor bij individuen die problemen hebben met het beheersen van hun drang naar het internet. Hetzelfde geldt voor de drang naar online gokken, die bijvoorbeeld kan worden gedreven door geld of verslaving. Deze drang kan er bij de werknemers voor zorgen dat ze zich niet begaan voelen met hun organisatie, vervreemd raken van hun collega’s en leidinggevenden, ontevreden zijn met hun baan en daardoor niet in staat om productieve bijdragen aan de organisatie te leveren. Meerdere van zulke individuen zouden onvermijdelijk de organisationele effectiviteit kunnen verminderen (Stanton, 2002, p.58). Gokken is een vrij verborgen activiteit, die met het online gokken nog anoniemer en minder sociaal is geworden. Organisaties verschaffen aan hun medewerkers vaak ongelimiteerde toegang tot het internet. Dit maakt het voor werknemers mogelijk te gokken zonder dat management of collega’s daarvan op de hoogte zijn. Voor veel mensen is gokken geen serieus probleem en het kan in sommige gevallen zelfs positieve effecten hebben, zoals teambuilding en het creëren van een collegiale sfeer. Denk hierbij aan de toto op het werk tijdens een EK of WK voetbal, waarbij iedereen een geldbedrag inlegt en de uitslagen probeert te voorspellen. Voor de mensen waarvoor gokken wel een probleem is, kan het echter de organisatie en collega’s beïnvloeden op de manier als hierboven beschreven. Walker & Barnett (1999) hebben een onderzoek gedaan naar de sociale kosten van gokken en gokverslaving. Deze kosten betreffen onder andere: 1) gemiste inkomsten door gemist werk, 2) verlaagde productiviteit tijdens het werk, 3) depressie en lichamelijke ziektes die samenhangen met stress, 4) een verhoogd aantal zelfmoordpogingen, 5) niet betaalde schulden en faillissement 6) spanningen bij openbare diensten en 7) echtscheidingen als gevolg van het gokken. Hoewel het eerste punt bij internetgokken minder van toepassing is,
11 aangezien men vaak gewoon onder werktijd kan gokken, kan er met gokken tijdens het werk wel sprake zijn van verlaagde productiviteit en depressie. Volgens
Griffiths
(2002)
worden
er
door
de
gokkers
vaak
wel
waarschuwingssignalen afgegeven, maar worden die door bedrijven niet altijd opgevangen. Die signalen zijn op te delen in vijf categorieën. De eerste is het misbruik van tijd (zoals het te laat arriveren of te vroeg weggaan), de tweede heeft te maken met productiviteit en efficiëntie (die wordt verlaagd door internetmisbruik, slechte concentratie etc.), de derde is financieel van aard (het lenen van geld etc.), onder de categorie vallen de criminele activiteiten (het meedoen aan illegale activiteiten, stelen etc.) en de laatste categorie is ‘diversen’ (het individu heeft rare vakantiepatronen etc.). Niet elke persoon is gevoelig voor het online gokken of een gokverslaving. Na inzicht te hebben verkregen in de effecten van de gokkers en hun gokverslaving zal in het volgende stuk de beschikbare data over de online gokpopulatie naar voren gebracht worden om een beter beeld te krijgen van de personen die online gokken.
2.5
Feiten over gokpopulatie
Naar de gokpopulatie op het internet zijn nog maar een klein aantal onderzoeken gedaan. Motivaction heeft in 2007 in opdracht van het Holland Casino een onderzoek uitgevoerd naar de
sociodemografische
kenmerken
van
deelnemers
aan
betaalde
interactieve
internetkansspelen (e-gaming). Hierbij is een steekproef genomen van 14.949 personen tussen de 18-65 jaar. De steekproef is representatief gemaakt naar de Nederlandse internetpopulatie met behulp van een RIM-weging (‘rim’ is het Engelse woord voor randtotaal). Het idee hierbij is dat de randtotalen van de steekproef gelijk worden gemaakt met die van de doelpopulatie. Er wordt dan net zolang gerekend tot de steekproef aan de eisen voldoet. De steekproef in dit onderzoek is uiteindelijk op de variabelen leeftijd, geslacht en opleiding gewogen naar de Nederlandse gokpopulatie (Motivaction, 2007, p.49). Uit dit onderzoek is gebleken dat de deelnemers significant vaker middelbaar opgeleide mannen zijn, jonger dan 35 jaar. Over het algemeen is het volgende te stellen: 1) Mannen gokken in 2007 relatief iets vaker dan vrouwen. In 2005 was de deelname onder mannen en vrouwen nog niet significant verschillend. Er heeft in die twee jaar dus een verschuiving plaatsgevonden wat betreft het geslacht. 2) In 2007 doet 4,5% van de Nederlandse internetpopulatie van 18 tot 55 jaar mee aan betaalde interactieve internetkansspelen. Vertaald naar absolute aantallen spelers in de Nederlandse internetpopulatie van 18-55 jaar zijn dit 397.131 personen. 3) De gemiddelde leeftijd van de deelnemers aan betaalde interactieve kansspelen is in 2007 35 jaar. Het profiel van betalende kansspelers komt overeen met de
12 bevolkingsgroepen waar riskante kansspelen vaak gespeeld worden. Over het algemeen is de deelname aan kansspelen ongeveer gelijk tussen mannen en vrouwen en populairder bij mensen ouder dan 25 jaar. Bij de deelname aan betaalde internetkansspelen voeren jonge mannen, in de leeftijd van 18 tot 25 jaar, de boventoon. 4) De deelnemers aan betaalde internetkansspelen zijn vaak gemiddeld opgeleid. Onder de betaalde internetkansspelers uit 2007 heeft 54% een gemiddelde opleiding genoten, is 11% laag opgeleid en heeft 35% een hoge opleiding. 5) Het inkomensniveau binnen de betaalde internetkansspelen is redelijk gelijk verdeeld. 27% van de betaalde internetkansspelers heeft een benedenmodaal inkomen, 25% heeft een modaal inkomen, 32% een bovenmodaal inkomen en van de resterende 16% zijn geen gegevens bekend. In 2007 is de deelname aan betaalde internetkanspelen ten opzichte van 2005 toegenomen onder benedenmodale inkomens en toegenomen onder bovenmodale inkomens.
In 2007 is de deelnamefrequentie verder 53 keer per jaar en hebben de meeste betalende internetkansspelers aangegeven gemiddeld 15-30 minuten per sessie te besteden aan interactieve kansspelen. De redenen om mee te doen aan interactieve kansspelen zijn spanning (32%), het gemak (32%), impuls (26%), verveling (18%) en aantrekkelijke prijzen (16%). Binnen de groep mensen die slechts één keer hebben meegedaan, -
gaf 40% van de personen aan de internetkansspelen onbetrouwbaar te vinden
-
vond 32% de internetkansspelen te verslavend
-
was voor 27% van de personen de inzet te hoog, waarbij 24% aangaf dat de winkans te laag was. 9% gaf aan het prijzengeld te laag te vinden.
-
vond 16% van de personen de internetkansspelen gewoonweg niet leuk
-
vond 14% van de personen de betalingen via het internet onbetrouwbaar.
De ondervraagde personen werd ook gevraagd een zo goed mogelijke schatting te maken van het bedrag dat ze de afgelopen 12 maanden hadden uitgegeven aan betaalde internetkansspelen. 55% van de ondervaagden gaf meer uit dan 50 euro per jaar en 8% meer dan 500 euro per jaar. Gemiddeld gaven de personen 230 euro per jaar uit aan betaalde internetkansspelen. Wanneer de personen echter gevraagd werd wat ze de afgelopen maand aan internet kansspelen hadden uitgegeven, kwam dit neer op een gemiddeld bedrag van 59 euro. Griffiths en Barnes (2008) hebben onder studenten in het Verenigd Koninkrijk onderzoek gedaan naar hun gokactiviteiten op het internet. Ze hebben daarvoor een steekproef van 473 studenten onderzocht tussen de 18 en 52 jaar. Daaruit is ten eerste gebleken dat mannen significant meer op het internet gokken dan vrouwen. Ten tweede dat
13 internetgokkers significant vaker probleemgokkers zijn dan niet-internetgokkers. Een derde uitkomst was dat mannen significant vaker probleemgokkers zijn dan vrouwen (p.201). Een ander onderzoek van Griffiths, Parke, Wood en Rigbye (2009) onder 422 online pokerspelers naar de verklarende factoren voor het financiële succes van online pokerspelers heeft uitgewezen dat de spelers die de meeste problemen ervaren als gokkers 1) niet gedisciplineerd spelen en vaak over hun voorgenomen budget heen gaan, 2) vaker poker spelen en voor langere periodes en 3) zich vaker voordoen als iemand van het tegenovergestelde geslacht. Mannen voelen een bepaalde soort van macht als ze zich voordoen als vrouw en denken dat ze hiermee hun mannelijke tegenstander kunnen beïnvloeden. De probleemgokkers zijn de spelers die meer frequent gokken en aan meerdere vormen van online gokken deelnemen dan alleen poker (p.5). Het wordt gevaarlijk wanneer spelers op ‘tilt’ slaan. Dit houdt in dat ze hun verliezen gaan proberen goed te maken door meer tijd en geld in het gokken te steken en roekeloos worden. Op het moment dat spelers over hun voorgenomen budget heen gaan, zal dit leiden tot hogere vormen van problematisch gokken (p.6). Het internet draagt bij aan probleemgokken, omdat het de gokactiviteit meer problematisch maakt voor het individu. Door de hoge frequentie van evenementen wordt het individu de mogelijkheid geboden zijn/haar verliezen te vergeten en eventueel terug te winnen (Griffiths en Barnes, 2008, p.201). Het aantal probleemgokkers in Nederland heeft Motivaction gemeten aan de hand van een aantal stellingen zoals bijvoorbeeld ‘Het is in de afgelopen 12 maanden voorgekomen dat ik meer tijd heb besteed aan interactieve internetkansspelen dan gepland’ of ‘Ik ben in de afgelopen 12 maanden wel eens weggebleven van werken, school of studie door het meedoen aan betaalde interactieve internetkansspelen’. Opvallend is het feit dat een groot deel van de respondenten aangeeft soms meer tijd en geld te besteden aan betaalde internetkansspelen dan ze zich hadden voorgenomen. 13% heeft zelfs tevergeefs geprobeerd om te stoppen met spelen (p.44). Motivaction (2007) maakt onderscheid tussen recreatieve gokkers, potentiële probleemgokkers en probleemgokkers. De gokuitgaven van potentiële probleemgokkers liggen aanzienlijk hoger dan die van recreatieve gokkers. De groep potentiële probleemgokkers geeft per jaar gemiddeld 594 euro uit aan betaalde interactieve internetkansspelen, tegenover de 168 euro van de groep recreatieve gokkers (Motivaction, 2007). De schatting uit het onderzoek van Griffiths, Parke, Wood en Rigbye (2009) is dat regelmatige gokkers in Europa ongeveer 1000 pond per persoon per jaar aan gokken besteden.
14 3
Methoden van onderzoek
3.1
Deelnemers
Er zijn op dit moment in Nederland naar schatting 485.000 personen die online gokken, waarvan een deel dit ook onder werktijd zal doen (BN/De Stem, 2009). In mijn onderzoek zijn de deelnemers drie jonge mannen, in de leeftijd van 22 tot 26 jaar. Ze zijn benaderd via de fora van de sites van http://forum.betfair.com/ en uit online chatboxen van de websites van bookmakers als www.bwin.com. Een belangrijke voorwaarde was dat ze dat ze uit Nederland zouden komen. Daarnaast is getracht één of twee gokverslaafden te benaderen via fora van sites als www.nooitmeergokken.nl, www.gokkendebaas.nl en www.agog.nl. Het bleek echter lastig een echte gokverslaafde te vinden. Uiteindelijk is één persoon bereid gevonden mee te doen, eveneens een jonge man (30 jaar). Dit bracht het totale aantal interviews op vier.
3.2
Ontwerp
Data in dit mijn onderzoek zijn verzameld aan de hand van een semi-gestructureerd interview via de chat, waarbij de deelnemers werd gevraagd naar hun demografische gegevens, hun online gokactiviteiten, hun gokgeschiedenis en hun werksituatie. Mijn studie was vooral geïnteresseerd naar het verloop van de gokcarrière van de deelnemers en de invloed van het online gokken op het werk. Hierbij werd onderscheid gemaakt tussen verschillende soorten gokkers (recreatieve gokker, potentiële probleemgokker en echte probleemgokker).
3.3
Materialen
Het interview vond plaats via de computer, via het chatprogramma Windows Live Messenger (WLM) van Microsoft. Het is aan het einde opgeslagen zodat het later teruggelezen en geanalyseerd kon worden. Het bestond uit drie delen, een inleidend gedeelte over de aard en het doel van dit onderzoek en gelegenheid tot eventuele vragen vooraf. Vervolgens een deel met demografische gegevens van de geïnterviewde en de onderwerpen online gokken en probleemgokken. Het type ‘gokgedrag’ is gemeten volgens de zeven stellingen van het onderzoek van Motivaction. Indien twee of meer stellingen positief beantwoord werden en de respondent meer dan 500 euro per jaar uitgaf aan het online gokken, werd de respondent voor het doel van deze studie geclassificeerd als probleemgokker. Het derde deel bestond uit open vragen op het gebied van de online gokactiviteiten en de relatie tot het werk. De vragen zijn opgesteld aan de hand van de bestaande wetenschappelijke literatuur over dit onderwerp. Ze hadden te maken met de aard en
15 geschiedenis van de gokactiviteiten, de rol van familie en vrienden, en de situatie op het werk. De bedoeling was om zoveel mogelijk door te vragen op de door de respondenten gegeven antwoorden.
3.4
Procedure
Ongeveer elf personen zijn op het internet benaderd met de vraag of ze mee zouden willen werken aan een universitair bacheloronderzoek over online gokken. Elke persoon kreeg een korte uitleg over het doel en de aard van de studie. Er werd ze verzekerd dat ze geheel anoniem zouden blijven. De personen werd meteen gevraagd of ze een baan hadden. Om het onderzoek niet te veel te beperken gold een bijbaantje of part-time baan als voldoende. Indien ze geen baan hadden, werden ze bedankt voor hun tijd. Van de 7 personen die overbleven, is vervolgens het e-mailadres gevraagd waarmee ze op het chatprogramma te vinden waren. De personen werden vervolgens toegevoegd aan de contactpersonenlijst en één tot twee dagen later werd nogmaals de intentie om mee te werken aan het onderzoek gepolst. Met de vier personen die nog steeds positief tegenover dit onderzoek stonden, is vervolgens een datum geprikt om het interview af te nemen. De interviews duurden allemaal 40 minuten tot een uur.
16 4
Resultaten
4.1
Categorisatie van online gokgedrag
Volgens het onderzoek van Motivaction (2007) kan het online gokgedrag gemeten worden aan de hand van zeven stellingen en daarna ingedeeld worden in drie categorieën.
De stellingen zijn opgedeeld in twee delen. De eerste drie stellingen bepalen of de gokker een potentiële probleemgokker is. Stelling vier tot en met zeven bepalen of de gokker een probleemgokker is. De respondent heeft het afgelopen jaar: 1) Meer tijd besteed aan interactieve internetkansspelen dan gepland 2) Meer geld aan interactieve internetkansspelen besteed dan voorgenomen 3) Tevergeefs geprobeerd om deelname aan interactieve internetkansspelen te verminderen of helemaal te stoppen 4) Meer dan eens slaaptekort gehad door het meedoen aan betaalde interactieve internetkansspelen 5) Geld geleend voor betaalde interactieve internetkansspelen of schulden opgelopen vanwege betaalde interactieve internetkansspelen 6) Werk, school of studie verzuimd door het meedoen aan betaalde interactieve internetkansspelen 7) Geleden wat betreft het werk, school of studie door de deelname aan interactieve internetkansspelen
Categorie 1 – De recreatieve gokker Een gokker die betaalde internet kansspelen speelt, maar daarbij niet meer dan één stelling positief beantwoordt.
Categorie 2 – De potentiële probleemgokker Een gokker die bij de eerste drie stellingen twee of meer stellingen positief beantwoordt, wordt aangemerkt als potentiële probleemgokker. Mocht een gokker twee of meer stellingen uit de laatste vier positief beantwoorden, maar wel minder uitgeven dan 500 euro per jaar, zal de gokker nog steeds geclassificeerd worden als potentiële probleemgokker. Categorie 3 – De probleemgokker Een gokker die bij de laatste vier stellingen twee of meer stellingen positief beantwoordt en meer dan 500 euro besteedt aan betaalde interactieve internetkansspelen kan geclassificeerd worden als een probleemgokker.
17
Opmerkelijk uit het onderzoek van Motivaction (2007) is dat niemand aangemerkt kon worden als probleemgokker en 86 % van de ondervraagden geclassificeerd konden worden als recreatieve gokker. In mijn onderzoek is er sprake van één recreatieve speler, één potentiële probleemgokker en twee probleemgokkers, waarvan 1 ex-gokverslaafde. Hieronder zullen de casussen van de vier gokkers afzonderlijk uitgewerkt worden, waarna ook nog een aantal kanttekeningen bij de classificatie van de type gokkers uit het onderzoek van Motivaction (2007) geplaatst zullen worden. Ten slotte zal worden ingegaan op de relatie tussen de verschillende categorieën en het werk.
18 4.2
Casussen
4.2.1
Casus 1: de recreatieve gokker
Meneer C is 26 jaar en gokt naar eigen zeggen voor de lol. Meneer C werkt vier dagen per week binnen een functie als management ondersteuning, waar hij het erg naar zijn zin heeft. Na zijn mavo heeft hij een MBO-opleiding afgerond. Meneer C is ongeveer 2 jaar geleden begonnen met het online gokken op sportuitslagen en doet dit bijna uitsluitend op bwin.com. Bwin sponsort de Spaanse voetbalclub Real Madrid, op deze manier is meneer C erover gaan lezen en zich gaan interesseren voor het online gokken. Meneer C meldde zich aan bij bwin.com en kreeg meteen een extra bonus op het geld dat hij gestort had. In vrij korte tijd maakte hij van 200 euro inleg ongeveer 800 euro door te wedden op voetbal- en tennisuitslagen. Een paar dagen daarna was hij dit geld alweer kwijt. Hij heeft toen opnieuw geld gestort, maar ook dit verloor hij weer. Zijn vriendin kreeg toen lucht van zijn gokactiviteit en na lange discussies (hij wilde het gokken niet helemaal opgeven) hebben ze de afspraak gemaakt dat hij elke maand 80 euro mag uitgeven aan het online gokken. Meestal is hij die 80 euro nog steeds vóór de helft van de maand kwijt. Een enkele keer gaat het goed en wint hij eens of twee keer per jaar bijvoorbeeld 100 of 150 euro. Hij blijft op de hoogte door verschillende media en internetsites te volgen. Zo leest hij zich regelmatig in over de vorm van tennissers en voetbalclubs en houdt dit goed in de gaten. “Toen ik net begon met gokken, zat ik bijna elke dag op de site, er was zoveel te vinden om op te gokken. Op een gegeven ogenblik speurde ik alles af om te kijken waar de beste waarde te halen was en verleidde ik me zelfs tot het gokken op sporten waar ik totaal geen verstand van heb.” Nu is meneer C er heel nuchter onder en denkt hij niet meer verslaafd te kunnen raken. “Ik ken nu de gevaren en gok al veel minder. Nu plaats ik nog maar een aantal keer per maand een paar weddenschappen. Ik heb niet de drang veel geld te winnen en laat me dus ook niet meer drijven door de winst. Ik heb een sportieve achtergrond en vind het dus leuk sporters en teams te volgen. Het gokken is een soort van hobby: het houdt mij bezig en geeft ook wel een kick als het goed gaat, maar de verliezen doen mij weinig. Natuurlijk heb ik liever dat ik niet verlies, maar ik heb niet het gevoel dat ik het geld moet terugwinnen. Op het moment dat ik mijn bet plaats, schrijf ik hem af. Het is leuk als je dan wat wint.” Meneer C neemt het gokken wel mee naar zijn werk. In het begin zat hij ook elke dag op zijn werk op bwin.com om de uitslagen te volgen en te speuren naar nieuwe weddenschappen. “Het grootste deel zit ik toch achter de computer, dus niemand heeft in de gaten als ik een extra browservenster open. Daarbij voerde ik wel altijd gewoon mijn taken uit. Als er iemand langskwam of iemand kwam kijken, klikte ik gewoon weg.” Omdat meneer C tegenwoordig minder gokt, doet hij dit ook minder op het werk. “Maar als ik een
19 weddenschap heb gemaakt en de wedstrijd vindt plaats onder werktijd, zet ik wel altijd de live score of live video op, zodat ik het verloop met een half oog kan volgen.” Er kan zich zelfs tijdens het werk een zekere opgewondenheid van hem meester maken. Bijvoorbeeld wanneer hij merkt dat er nog maar één team of speler van zijn combinatieweddenschap hoeft te winnen, of wanneer hij in zijn ogen een mooie weddenschap heeft geplaatst, bijvoorbeeld op de underdog, en die dan aan het winnen is. “Dan wil het voorkomen dat ik die laatste wedstrijd fanatiek volg. Maar op mijn werk weten ze inmiddels dat ik wel eens een gokje waag en kijken ze niet meer raar op als ze mij soms horen juichen achter mijn computer. Sommige collega’s blijven zelfs even hangen achter mijn bureau om te zien hoe de wedstrijd afloopt. En als het goed gaat, geeft het mij toch een soort van voldoening dat ik de weddenschap goed heb uitgekozen.” Zijn vrienden, vriendin, familie en collega’s weten van zijn gokactiviteit dus hij kan er vrij over praten. Gelukkig zijn er van grote verliezen geen sprake, dus die hoeft hij ook niet te verbergen. “Mijn baas is tevreden over mijn werkzaamheden en laat mij dus redelijk vrij, ook met wat ik doe achter de computer. Als er echt serieus gewerkt moet worden, geeft hij dit wel aan en dan zet ik mijn live scores uiteraard ook uit.”
4.2.2
Casus 2: de potentiële probleemgokker
Meneer A is 22 jaar en nu sinds 1½ jaar bezig met online gokken. Buiten het internet om heeft hij nooit fanatiek gegokt. Hij heeft wel een aantal keer het casino bezocht, maar deed dit meer als recreatieve bezigheid met een groepje vrienden. Het casino heeft meneer A nooit getrokken, omdat hij daar geen financieel gewin kan behalen. Het casino is vaak een kwestie van geluk. Meneer A is op een tamelijk eigenaardige wijze de online gokwereld ingerold. Via het uitzendbureau kreeg hij een ‘spam-mailtje’ van één van zijn bazen waarin stond dat er een manier was om geld te verdienen met het zoeken naar prijsverschillen tussen de verschillende bookmakers op het internet en zo gegarandeerd kleine percentages te winnen door op beide uitslagen te gokken (hier zijn verschillende computerprogramma’s voor). Bij de aanmelding via de link bij deze bookmakers werd ook een bonus aangeboden. Daardoor kwam meneer A vaak op goksites en zag hij hoeveel er gegokt werd op paardenraces en tenniswedstrijden. Meneer A focust zich nu vooral op paardenraces.“Ik ben begonnen met veel races te kijken, en ik zag dat tijdens de race de quoteringen heel snel versprongen en dat dit een perfecte gelegenheid was om te traden. Ook voor de race gingen de quoteringen alle kanten op en daar heb ik ook veel op getraded. Ik zag ontzettend veel mogelijkheden om consistent te winnen. Ik heb toen een systeem ontwikkeld waarbij ik aan het einde van elke race kleine bedragen bij elkaar kan sprokkelen.” Het gokken doet hij voornamelijk op betfair.com, de
20 grootste betting exchange die er momenteel is op het internet. “Het voordeel van betfair is dat er een "API" op zit (net zoals bij de aandelen), [een application programming interface (API) is een verzameling definities op basis waarvan een computerprogramma kan communiceren met een ander programma of onderdeel], daarmee kun je gemakkelijk BOTs bouwen, dat is een computerprogramma dat de ingevoerde handelingen allemaal automatisch doet voor je. Het systeem dat ik eerder beschreef, zit nu ook in een BOT.” Naast het ontwikkelen van BOTs is meneer A ook bezig geweest met de vorm van de verschillende paarden. Hij heeft toen een tipservice gehad, waarbij hij mensen tegen betaling tips gaf over welk paard niet zou winnen, zodat de mensen tegen dit paard konden gokken (ook wel ‘layen’ genoemd; als je een paard ‘layt’, zeg je dat het paard niet gaat winnen). Zijn tipservice was een groot succes de eerste maand. “Het was alleen ontzettend veel werk om te doen; ik was er zeker 10 uur per dag mee bezig en heb daarom besloten daar niet mee verder te gaan.” Opmerkelijk is dat meneer A samen met zijn vader gokt. Zijn vader is programmeur en ziet het bouwen van BOTs als een extra uitdaging buiten het werk om. Meneer A denkt niet dat zijn vader erg beïnvloed raakt in zijn eigen werk. “Natuurlijk is hij er wel mee bezig tijdens het werk, of bekijkt hij even de winst/verlies (profit en loss) van de dag, maar verder heeft hij goede beoordelingen van zijn baas en doet eigenlijk al het werk in de treinreis van en naar het werk.” Meneer A werkt zelf één dag vast bij een inbound call center, soms zijn het twee dagen. De afleidingen van het gokken op het werk zijn minimaal. “Ik werk vaak in de ochtend, dus dan heb ik weinig verleidingen naar het gokken omdat er dan geen races/wedstrijden bezig zijn. Maar 's middags ligt dat toch wel anders! Als ik even geen telefoontje heb, kijk ik toch wel vaak hoe het er die dag voorstaat met de BOT, of bekijk ik live scores. Ik doe dit vrijwel nooit als ik met iemand aan de telefoon zit.” Na een beetje doorvragen blijkt dat meneer A toch een aantal mensen stiekem in de wacht heeft gezet omdat hij een race wilde afzien, maar dat heeft nooit lang geduurd. En ook heeft hij wel eens klanten doorverbonden naar collega’s als hij geen zin had een lastige vraag te beantwoorden als er net een spannende race aan de gang was. In de beginfase van het ontwikkelen van zijn ‘winnende systeem’ heeft zijn werk er wel onder geleden. “Omdat ik nog in de beginfase zat, moest ik goed kijken wat er goed en fout ging, en waar nodig aanpassingen bedenken. Ik was er dus constant mee bezig. Er blijven nog zoveel mogelijkheden dat je 24 uur per dag bezig kan zijn met dingen bedenken en testen, het liefst meteen, dus ook onder werktijd. Dan zat ik regelmatig aantekeningen te maken in mijn kladblok. Maar op een gegeven moment brak dat mij toch wel op. Er zijn systemen die werken, maar ook zoveel die er niet werken. Dat vreet toch energie van je. Daarom heb ik voor mijzelf besloten er een punt achter te zetten en tevreden te zijn met het systeem dat ik nu heb. En als het nu een dagje niet zo lekker loopt, weet ik dat het op lange termijn gewoon goed komt, dat is een hele geruststelling!” Van een verslaving wil meneer A niet spreken. Hij geeft toe er veel mee bezig te zijn geweest; zeker in
21 de vakanties bleef hij dingen uitproberen. Een mens wil nu eenmaal altijd meer. Meneer A is onlangs gewisseld van HBO-studie. Hij vindt het een lastige vraag of zijn studie onder zijn gokactiviteiten heeft geleden. “Nee, ik denk het niet. Vorig jaar heeft mijn studie er wel een beetje onder geleden, maar dat is eigenlijk lastig te zeggen omdat ik die studie helemaal niks vond. Daarom besteedde ik veel tijd aan het gokken en bedenken van systemen. Ik merk nu al dat ik er veel minder mee bezig ben dan toen, zelfs in de vakantie! Ik kan alles onder controle houden nu, en ik denk er ook niet meer constant aan. Ik wil mijn studie nu gewoon in vier jaar afronden.” Ook zijn verliezen heeft meneer A goed onder controle. “Het gaat in het begin altijd om het testen van systemen, dus gebruik je maar kleine bedragen. Ik heb aan bepaalde systemen nooit meer dan een paar honderd euro verloren. Ik heb eigenlijk nooit serieuze verliezen geleden. Ik weet wat ik aan het doen ben en waar ik heen wil. Wel heb ik vaak mijn winsten verloren door te gokken zonder een systeem of goede informatie.” Dat is volgens meneer A de doodsdoener voor elke gokker. Alleen als iemand gedisciplineerd bezig is, bestaat er de kans om op lange termijn financieel gewin te behalen Met zijn draaiende systeem geeft meneer A naar eigen zeggen bijna niks meer uit aan gokken. “Ik gok af en toe nog wel eens wat op tenniswedstrijden, vooral omdat ik het leuk vind. Dat kost mij denk ik 200 euro per maand gemiddeld.” Zijn familie weet natuurlijk van de gokactiviteiten, maar daarnaast heeft hij het er alleen met goede vrienden over, verder met niemand. “Ik heb één keer verteld dat ik 150 euro had verloren op tennis. Die conversatie kreeg daarna gelijk een negatieve smaak. Dat vind ik op zich wel jammer, want in mijn ogen is er niks mis mee als je maar weet wanneer je moet stoppen.”
4.2.3
Casus 3: de probleemgokker
Meneer B is 23 jaar en een fanatiek pokeraar. Na zijn VWO ging hij studeren, maar hij kwam al snel tot de conclusie dat de universiteit op dat moment niks voor hem was. Hij kon de motivatie niet opbrengen om hard te studeren. Meneer B wilde liever geld verdienen en is toen gaan werken. Hij werkt momenteel drie dagen per week voor een agentschap. Meneer B is op aanraden van vrienden begonnen met online poker. Drie jaar geleden, toen de populariteit van poker snel begon toe te nemen, pokerde ook meneer B wel eens met zijn vrienden. Eerst voor de lol zonder geld, later met kleine geldpotjes bij iemand thuis. Een vriend van hem vertelde hem toen over het pokeren op internet. Die vriend speelde vooral kleine toernooitjes, met een kleine inleg en daardoor ook een kleine prijzenpot. Zo is meneer B ook begonnen, maar hij vond dit eigenlijk niks. Meneer B is toen aan cashtafels gaan zitten, waar voor echt geld gepokerd wordt en per hand geld wordt ingezet. Meneer B speelt dit momenteel aan 4 tot 5 tafels tegelijk en speelt alleen zijn goede handen uit. Een slechte hand gooit hij meteen weg. Dit doet meneer B ongeveer 5 uur per dag, 5 à 6 dagen in de week. De
22 volgende quote hierover: “Het is hard werken, zo aan 5 tafels tegelijk en vergt veel concentratie. Echter als je goed vasthoudt aan je systeem, dat wil zeggen dat je alleen goede handen speelt en op de juiste moment een ‘bluf’ weet te maken, kan het zeer winstgevend zijn.” Poker is volgens meneer B zeker een vaardigheidsspel. “Er zijn in het pokerspel inderdaad een aantal factoren die je niet kunt beïnvloeden, zoals de ‘river-kaart’ [de laatste kaart die op tafel omgedraaid wordt]. Maar als je het goed en gedisciplineerd speelt, beïnvloedt dit alleen de kortetermijnuitkomsten. Op de lange termijn maak je winst door goed en slim te spelen. En te zorgen voor voldoende bankroll [het geld dat je beschikbaar hebt].” Naast cashtafels speelt meneer B ook wel eens grote toernooien. Deze hebben een hoge inzet en dus een hogere prijzenpot en ook kunnen er toegangsbewijzen, (in de vorm van vliegtickets) worden gewonnen tot echt grote pokertoernooien. [Notitie: het gaat hier om grote offline pokertoernooien in Las Vegas bijvoorbeeld]. “Ik heb één keer zo’n toegangsbewijs weten te bemachtigen, maar dat duurde wel lang. Eerst moet je de voorrondes zien door te komen en daar moet je zeker niet te snel willen winnen, maar gedisciplineerd je kansen afwachten. In het begin laat ik anderen altijd dingen proberen, zo leer ik de spelers ook kennen.” Poker is voor meneer B momenteel winstgevend, maar hij lijdt soms ook verliezen; in het poker noemt men dit ‘swings’. Op de lange termijn maakt meneer B steeds winst. “Ik weet dat ik met poker kan verliezen en als ik dat doe, hoef ik het geld niet per se gelijk terug te winnen. Zeker in het begin van mijn pokercarrière heb ik redelijk wat verlies moeten incasseren. Soms schrok ik hier wel van, maar iedereen om mij heen vertelde mij ook dat het deel uitmaakte van het leerproces. We noemen het daarom ook leergeld. Om goed te worden moet je veel ervaring opdoen en veel handen spelen. Op het internet kan dit makkelijk.” Meneer B is naar eigen zeggen al redelijk vaardig in het pokerspel geworden en heeft veel ervaring. Net als al zijn vrienden eigenlijk. Meneer B gokt in een vriendengroep. Ze houden elkaar in de gaten en vragen elkaar om raad. Ook wordt er onderling wel eens geld geleend, maar dat is tot nu toe altijd terugbetaald. Het samen pokeren is een sociale bezigheid geworden, maar brengt ook enige vorm van zekerheid met zich mee: “Ik kan niet met iedereen over mijn pokeractiviteiten praten, met mijn vrienden wel. Ook letten we goed op elkaar. Mocht het fout gaan en ik in de problemen komen, weet ik zeker dat ze mij zullen opvangen.” Meneer B pokert voornamelijk ’s avonds en ’s nachts. Soms uit tactische overwegingen: op deze tijdstippen komt hij vaak dronken of domme mensen tegen, die niet nadenken bij het spel en makkelijk hun geld verliezen. Vaak speelt hij ook op deze tijdstippen omdat hij overdag moet werken. Soms gaat het zo lekker dat hij iets langer door blijft gaan dan gepland en door slaapgebrek moe aankomt op het werk. De ochtend gebruikt hij dan vooral om wakker te worden, vaak haalt hij de tijd ’s middags wel weer in. “Soms voel ik me
23 heel moe als ik die avond daarvoor weinig slaap heb gekregen. Of ik kom te laat op mijn werk aan. Ik werk voor het grootste gedeelte toch achter de computer, dan zit ik in de morgen gewoon niks te doen en wat koffie te drinken om wakker te worden. Maar ik heb mijn baas nog nooit horen klagen dat ik slecht werk heb afgeleverd. Soms ben ik wel bang dat ik mijn taak niet afkrijg omdat ik te veel tijd verspil in de morgen, maar dit is nog nooit gebeurd.” Meneer B heeft drie keer zijn werk afgezegd door zijn pokeractiviteiten. Eén keer was toen hij zo ver vorderde in een pokertoernooi dat het met zijn werk in de knoop kwam. “Het begon om twee uur ‘s nachts. Normaal gesproken ben ik dan na drie uur wel uitgespeeld, nu kwam ik echter zo ver dat ik om acht uur nog bezig was. Om negen uur zou ik me moeten melden op het werk. Toen heb ik me maar ziek gemeld.” Bij de andere twee keren lukte het hem gewoon niet om de volgende morgen op te staan na een nachtje poker. Meneer B ziet zelf in dat het leven dat hij nu leidt, niet ideaal is. “Mijn uiteindelijke doel is om later niet meer te hoeven werken en van poker mijn baan te maken. Nu is het nog lastig en ik kan het ook nog niet aan mijn ouders vertellen. Ze weten wel dat ik poker, maar nog niet dat ik er ook van rond kan komen. Het is makkelijker te verkopen dat ik mijn huur betaal door gewoon te werken.” Ook op het werk weet bijna niemand dat hij pokert. Meneer B vertelt het niet aan iedereen, ook een beetje uit voorzorg. Uit ervaring weet hij dat niet iedereen het kan waarderen en hij al gauw het negatieve stempel van ‘gokker’ op zich geplakt krijgt. De collega’s van zijn leeftijd aan wie hij het wel vertelt, kunnen het waarderen. Van zich afzonderen op het werk is geen sprake. Over het algemeen wordt meneer B gezien als een sociale en serieuze jongen die met iedereen goed kan opschieten.
4.2.4
Casus 4: de probleemgokker
Meneer D is 30 jaar en heeft van zijn 28-29e levensjaar intensief gegokt op het internet. Hij begon op zijn 26e als een accountant in opleiding, maar is toen hij 28 was, ontslagen omdat hij te veel verzuimde en zich op het werk vaak niet concentreerde. Meneer D is altijd al verslavingsgevoelig geweest en heeft gokken en fruitautomaten altijd fascinerend gevonden. Hij is begonnen met gokken in het casino, en toen hij erachter kwam dat hij ook van huis uit op het internet kon gokken, is hij daar ook mee begonnen. Meneer D woonde nog bij zijn ouders, maar die hebben het grootste deel van de tijd niks doorgehad. “Ik ben echt slecht bezig geweest, ik heb geld gestolen van mijn ouders en zelfs spullen van mijn ouders verkocht, zoals een extra DVD-speler zodat ik geld had om te gokken. In het begin heb ik zelfs geld geleend van mijn ouders. Toen ze gingen zeuren over de terugbetaling, heb ik geld van een vriend moeten lenen om mijn ouders terug te betalen. Ook heb ik van een andere vriend geld geleend, ik zei dan dat ik geld nodig had voor een eigen bedrijf dat ik wilde opzetten.” Meneer D vond het niet raar dat zijn ouders nooit iets gemerkt hebben. “Ik was altijd heel
24 voorzichtig. Ik leefde boven in mijn kamer, daar kwamen ze nooit. Bij het eten aan tafel probeerde ik altijd zo normaal mogelijk te doen. Als mijn moeder soms vroeg waarom ik zo lang achter mijn computer zat, zei ik dat ik een leuk meisje had ontmoet uit Australië waar ik mee aan het chatten was.” Meneer D gokte op alles wat los en vast zat. Er zat totaal geen idee achter zijn activiteiten. Meneer D gokte op sportuitslagen, maar verloor ook regelmatig geld in de online casino’s met roulette en spelletjes als blackjack. “Ik had mezelf totaal niet onder controle. Als ik bijvoorbeeld een grof bedrag verloor op een basketbalwedstrijd, dacht ik dat geld even snel terug te verdienen door mijn geld te verdubbelen met roulette. Soms ging het één ronde goed, maar dan werd ik weer zo gretig dat ik al mijn winst nog een keer probeerde te verdubbelen en uiteindelijk toch weer met lege handen stond.” Meneer D heeft altijd contact gezocht met andere gokkers op het internet. Op fora boden die dan voor een kleine vergoeding hun nieuwe ideeën, systemen of selecties aan. Meneer D heeft er veel geprobeerd. De selecties van tennis-, rugby- en voetbalwedstrijden gingen soms goed. Soms leek het alsof hij een goudmijntje had gevonden.“Het stikt op de Engelse fora van mensen die gokken op paardenraces en cricket. Ik vond mensen die mij tegen een betaling in percentages van de winst hun selecties aanboden. In tegenstelling tot alle andere opties die ik had geprobeerd, ging het met cricket en paardenraces voor lange tijd goed. [Let wel: lange tijd is in de gokwereld bijvoorbeeld tien of vijftien achtereenvolgende dagen winstgevend].
Ik verdiende zelfs wat geld terug. Uiteindelijk bleken ook deze
‘systemen’ die ik volgde, net als alle andere systemen verliesgevend.” Het gokken in relatie met het werk kon nooit lang goed gaan. “In het begin ging het nog wel, dan kwam ik alleen maar te laat. Maar naarmate ik meer geld verloor, was ik alleen maar bezig met gokken en geld verdienen, waardoor ik op een gegeven moment aan concentratieproblemen begon te lijden. Niet alleen begon ik mijn werk steeds meer af te rafelen, ik was ook steeds bezig met andere dingen. Op het werk zat ik constant op goksites, te kijken waar en wanneer ik weer geld kon verdienen. Er zijn zelfs dagen dat ik mijn werk heb afgebeld en gewoon thuis achter de computer zat te gokken of naar het casino ging.” “Ik vraag me af of mijn collega’s ooit door hebben gehad dat ik gokverslaafd was. Ik heb het ze nooit verteld en probeerde het ook goed te verbergen. Ik denk wel dat ik in enige zin vervreemd ben geraakt van mijn collega’s. Ik verloor contact met ze. Als mijn collega’s mij meevroegen in het weekend, ging ik nooit mee, terwijl ik dat vroeger wel altijd deed. In de pauze wilde ik ook nooit meer samen lunchen, ik ging liever even snel naar het casino, waar ik vaak dan weer eigenlijk te lang bleef zitten. Ik denk wel dat ze doorhadden dat er iets aan de hand was, want ze hebben me wel een aantal keer proberen mee te sleuren. Maar na een tijdje vroegen ze me niet eens meer mee.” Het werk werd op een gegeven moment zo slecht dat ontslag volgde.
25 Een paar maanden na zijn ontslag is meneer D korte tijd gestopt met gokken en voor een uitzendbureau gaan werken, maar hij hield dit niet lang vol. “De baantjes daar verdienden zo weinig en waren vaak zo saai dat ik alweer snel terug ging naar het gokken.” De vriend waar hij geld van heeft geleend, heeft uiteindelijk ook geholpen. Toen meneer D vaker om geld kwam vragen, merkte die waarschijnlijk dat iets niet pluis was. “Ik ben hem heel dankbaar, ik ben onlangs afgekickt en zal nog wel even moeten werken om al mijn schulden terug te betalen. Gelukkig steunen mijn ouders mij. Ik probeer mijn verhaal te vertellen aan anderen op het internet. Ik hoop dat ik jonge mensen kan behoeden dezelfde fouten te maken als ik. Maar ik heb er zelf ook behoefte aan mijn verhaal kwijt te kunnen.”
26 5
Discussie
5.1
Conclusie
Het gemak en de toegankelijkheid zoals omschreven door Griffiths (2003) van het online gokken valt bij de geïnterviewden meteen op. De respondenten zijn heel gemakkelijk in de online gokwereld gerold. Vereist zijn slechts een internetverbinding, aanmelding en het storten van een geldbedrag. Wie begint met online gokken, doet dat op aanraden van vrienden of door verwijzingen op het internet. Online gokken is voor veel mensen een nieuw fenomeen, maar voor de probleemgokker of de personen die al redelijk verslaafd, zijn is het internet een extra medium om te gokken buiten de traditionele kanalen om, zoals bijvoorbeeld het casino. De frequentie van de gokactiviteiten op de sites is kenmerk van het online gokken dat ervoor zou kunnen zorgen dat men verslaafd raakt. Het online gokken is altijd beschikbaar en de frequentie is hoog; het gokken gaat de hele dag door en er is altijd wel wat om op te gokken. Alle respondenten geven toe dat ze wel eens langer door blijven gokken dan gepland. Het isolement van het internetgokken kan er volgens Griffiths (2003) namelijk voor zorgen dat gokkers het gevoel voor tijd verliezen. Opvallend is het feit dat het gokken voor sommigen juist een sociale activiteit is. Zo gokt meneer B in een vriendengroep, meneer A gokt samen met zijn vader en bij meneer C zorgt het gokken soms wel voor een collegiale sfeer. Dan komen zijn collega’s om de computer staan om samen met hem de wedstrijden te volgen. Meneer D, de probleemgokker, zocht contact op fora van goksites met allerlei mensen op het internet, iets wat gekenmerkt kan worden als een nieuwe soort van sociale activiteit in de virtuele wereld van het internet. De personen uit dit onderzoek voldoen allemaal aan het profiel van de online gokker. Uit het onderzoek van Motivaction (2007) is gebleken dat de gemiddelde leeftijd van deelnemers aan betaalde interactieve kansspelen 35 jaar is en dat jonge mannen in de leeftijd van 18-25 de boventoon voeren. In dit onderzoek zijn de deelnemers vier jonge mannen, in de leeftijd van 22 tot 30 jaar. Drie van hen zijn gemiddeld opgeleid en één is hoog opgeleid. Ook dit komt overeen met het profiel van Motivaction (2007). Deelnemers aan betaalde interactieve internetkansspelen zijn meestal gemiddeld opgeleid, met laag opgeleide personen als kleinste groep (p.24). De in dit onderzoek aangehouden gradaties van recreatieve gokker, potentiële probleemgokker en probleemgokker hebben te maken met het bedrag dat wordt uitgegeven aan gokken, de tijd die aan het gokken besteed wordt en de invloed van het online gokken op de dagelijkse activiteiten. In dit onderzoek is gebleken dat de indeling in de categorieën vrij voor de hand liggend is. Er is alleen wat onduidelijkheid over het jaarlijkse bedrag dat acceptabel is voor de verschillende categorieën. Meneer C is een recreatieve gokker: met zijn
27 huidige gokactiviteiten heeft hij alles onder controle. In het verleden heeft hij wel meer geld en tijd besteed aan het online gokken, maar nu heeft hij een vast maandelijks budget wat hij mag vergokken. Meneer C vergokt 80 euro per maand, een bedrag van 960 euro op jaarbasis. Soms wint hij een prijs van 100 of 150 euro. De recreatieve gokker is de speler die zichzelf onder controle heeft, voor de lol gokt en niet voor het geld en bij wie het dagelijks leven niet lijdt onder de gokactiviteiten. Meneer A kan geclassificeerd worden als potentiële probleemspeler. Meneer A heeft 1) meer tijd besteed aan interactieve internetkansspelen dan gepland en 2) zijn werk of studie heeft wel eens geleden onder de deelname aan interactieve internetkansspelen. Het bedrag dat meneer A uitgeeft aan gokken, is meer dan 500 euro per jaar. Meneer A heeft zichzelf goed onder controle en niet de neiging echt problematisch gedrag te gaan vertonen in de toekomst. Meneer A verdient momenteel naar eigen zeggen zelfs een redelijk bedrag aan zijn gokactiviteiten. Belangrijk hierbij is zijn beheersing en controle over de gokactiviteiten. Meneer A is tevreden met wat hij momenteel heeft en kent zelf ook de gevaren van het gokken. Meneer D daarentegen heeft geen beheersing en controle over zijn gokactiviteiten en kan duidelijk aangewezen worden als een probleemgokker, ook wel verslaafde probleemgokker. Meneer D heeft 1) meer tijd besteed aan betaalde interactieve internetkansspelen dan gepland, 2) meer geld aan betaalde interactieve internetkansspelen besteed dan voorgenomen, 3) tevergeefs geprobeerd om deelname te verminderen of helemaal te stoppen, 4) geld geleend voor betaalde interactieve internetkansspelen, 5) hij is weggebleven van werk door het meedoen aan betaalde interactieve internetkansspelen en 6) het werk heeft geleden onder deelname aan betaalde interactieve internetkansspelen. Daarbij gaf hij veel meer uit dan 500 euro per jaar. Meneer D is een gokverslaafde. Zoals al bleek uit eerder onderzoek van Griffiths (2003) is het internet voor een gokverslaafde een extra medium om te gokken. Meneer D gokt daarbuiten ook in het casino. In dezelfde categorie van ‘probleemgokker’ belandt ook meneer B, de online pokeraar. Dit omdat hij 1) meer dan eens slaaptekort heeft gehad door het meedoen aan betaalde interactieve internetkansspelen en 2) wel eens is weggebleven van zijn werk door het meedoen aan betaalde interactieve internetkansspelen en 3) zijn werk wel eens heeft geleden onder de deelname aan interactieve internetkansspelen. Daarnaast geeft hij meer dan 500 euro per jaar uit aan het online pokeren. Toch kan deze respondent zich goed beheersen. Hij is heel bewust bezig met het pokeren, maakt goede winsten en kan zijn verliezen accepteren. Hij is er wel veel tijd aan kwijt, maar uiteindelijk betaalt dit zich ook uit. Griffiths, Parke, Wood en Rigbye (2009) spraken in hun onderzoek naar online pokerspelers onder studenten al van een ‘nieuwe soort probleemgokker’, namelijk de persoon die veel geld wint, maar er wel veel tijd mee bezig is (p.6). Meneer B voldoet precies aan dit profiel.
28 Meneer A en meneer B zijn gokkers die er geld mee verdienen. Hun financiële succes is toe te schrijven aan het feit dat ze gedisciplineerd zijn, dat ze weten wat ze doen en er vaardig in zijn. Meneer B lijdt wel eens verliezen, maar gaat niet gauw over zijn budget heen. Meneer A heeft geen vast budget, maar verliest weinig. Als hij een systeem vindt dat niet werkt, verzint hij weer wat nieuws. Op tennis wil hij wel eens verliezen, maar hij verspilt er nooit meer aan dan 200 euro per maand. Dit is in lijn met het onderzoek van Griffiths et al. (2009), waar zij tot de conclusie komen dat pokerspelers (maar dit zou ook bij gewone gokkers moeten gelden) de meeste kans hebben op financieel succes wanneer ze gedisciplineerd spelen, hun budget niet overschrijden en de benodigde vaardigheden niet onderschatten en gebruiken (p.3). Onderdeel van gedisciplineerd spelen is het kunnen accepteren van de eventuele verliezen en niet op tilt slaan.
5.2
De invloed op het werk
Het online gokken is duidelijk een vorm van cyberslacking. De tijd die de personen op het internet besteden, gaat ten koste van het werk dat gedaan moet worden en is verspilling van de tijd van het bedrijf. Waar het bij cyberslacking draait om persoonlijk vermaak (Garrett en Danziger, 2008), ligt dit bij online gokken iets lastiger. Zoals we hebben kunnen zien gaat het bij recreatieve gokkers inderdaad om het eigen vermaak, maar de potentiële probleemgokkers en echte probleemgokkers worden meer gedreven door een bepaalde drang (bijvoorbeeld naar geld) of door hun verslaving. De theorie van het uitstellen van het werk van Silver en Sabini (1981) is daarom minder van toepassing. Het kan best zijn dat de gokkers, en vooral de recreatieve gokkers, denken dat het gokken in de komende paar minuten geen kwaad kan en daarmee de voltooiing van de werktaak niet in gevaar komt. Veel gokkers zijn echter constant bezig met het gokken en het zoeken naar financieel gewin. Bij het uitstellen van werktaken zijn volgens Silver en Sabini (1981) vooral de activiteiten die kort en makkelijk te stoppen zijn interessant. Gokken op het internet zou in principe kort en ook gemakkelijk te stoppen moeten zijn. Zelfs de werkplek hoeft hierbij niet verlaten te worden. Uit de praktijk blijkt echter dat het gokken een voortdurende bezigheid is, die de gokkers niet zomaar willen onderbreken. De respondenten geven zelf wel aan dat de prioriteit bij het werk ligt; immers wanneer ze van de baas op hun kop krijgen of wanneer er echt gewerkt moet worden, stoppen ze hun gokactiviteiten en gaan ze aan het werk. Echter, ieder ander moment lijkt besteed te worden aan het online gokken. Voor de gokverslaafde geldt dat nog sterker, want voor hem heeft het gokken de absolute prioriteit. Het is afhankelijk van de activiteiten en van de aard van het gokgedrag in hoeverre de gokkers de gokactiviteiten meebrengen naar het werk. Meneer B, de ‘nieuwe soort probleemspeler’, neemt het gokken zelf niet mee naar het werk, maar zijn werk lijdt wel
29 onder het feit dat hij constant tot diep in de nacht aan het pokeren is. Hij verschijnt daardoor vaak vermoeid op het werk en heeft dan de hele ochtend nodig voor het opstarten van zijn lichaam en geest in plaats van te werken. Dit brengt voor meneer B ook weer stress met zich mee; stress omdat het werk misschien niet afkomt door te veel tijdsverspilling. Stress is namelijk een gevolg van het uitstellen van een taak (Lavoie en Pychyl, 2001). Een andere schadepost voor bedrijven is dat meneer B vanwege zijn gokactiviteiten een aantal keer om een ongeldige reden heeft verzuimd Meneer A, de potentiële probleemgokker, neemt net als meneer C, de recreatieve gokker, en meneer D, de probleemgokker, de gokactiviteiten wél mee naar het werk. Deze activiteiten variëren van het volgen van de live scores of live video tot alle activiteiten van de verslaafde probleemgokker, bij wie het gokken het hele dagelijks leven en werk overneemt. De potentiële probleemgokker zit er een beetje tussenin; die houdt zijn weddenschappen bij tijdens het werk en is tijdens het werk op zoek naar nieuwe weddenschappen en mogelijkheden om ‘financieel gewin’ te behalen. Alle vier de respondenten zorgen op hun werk voor productiviteitsverlies, een gevolg van cyberslacking benoemd door Garrett en Danziger (2008). De gokkers zijn tijdens hun werk veel bezig met het gokken, waardoor er veel minder of half gewerkt wordt. Meneer C, de recreatieve gokker, raakt op zijn werk soms afgeleid door de wedstrijden die bezig zijn. Meneer A, de potentiële probleemgokker, geeft aan er niet met zijn hoofd bij te zijn en zich niet te focussen op zijn werk. Meneer B, de ‘nieuwe soort probleemgokker’, geeft aan er regelmatig niet met zijn hoofd bij te zijn en totaal niet productief te zijn in de morgen, omdat hij rustig wakker moet worden na een lang nachtje poker. Bij de probleemgokker is het productiviteitsverlies extreem. Hij is altijd bezig met gokken en zijn verslaving heeft concentratieproblemen en het afleveren van slecht werk tot gevolg. Verder verliezen bedrijven tijd door werknemers die gokken. De ‘nieuwe soort probleemgokker’ komt regelmatig te laat op het werk of komt helemaal niet. Ook de probleemgokker verzuimt van zijn werk, komt te laat, of neemt langere pauzes zodat hij naar het casino kan. De potentiële probleemgokker heeft wel eens klanten onnodig in de wacht gezet zodat hij zich bezig kon houden met zijn paardenraces. De laatste schadepost voor bedrijven is financieel van aard. De probleemgokker leverde op een gegeven moment slecht werk af. Het verbeteren en corrigeren van een werknemer kost de organisatie extra moeite, die niet nodig zou moeten zijn. Het onvermijdelijke ontslag dat volgt, brengt voor de organisatie ook weer allemaal kosten met zich mee. De sociale kosten van het gokken vallen ook in de financiële categorie (Walker en Barnett, 1999). Deze kosten ontstaan wanneer personen schulden aangaan die ze door het gokken niet meer kunnen terugbetalen. Alleen bij de probleemgokker zijn zulke kosten
30 voorgekomen. Pokeraar meneer B heeft ook wel eens geld geleend, maar dit altijd terug betaald. Er is bij het online gokken sprake van een bepaalde drang. De sterkte van die drang hangt samen met de verslaving. Stanton (2002) gaf al aan dat de drang ervoor kan zorgen dat personen zich constant met iets bezig gaan houden. Een gevolg is dan dat ze geen oog meer hebben voor andere zaken om zich heen en zo bijvoorbeeld op het werk vervreemd raken van hun collega’s. Dit proces van vervreemding van de collega’s heeft inderdaad plaatsgevonden bij de verslaafde probleemgokker. De verslaafde probleemgokker gaf aan niet meer betrokken te worden bij sociale activiteiten, waar dat vroeger nog wel gebeurde.
5.3
De toekomst
Uit de interviews en literatuur blijkt dat het niet normaal is om over de gokactiviteiten te praten. De recreatieve gokker had er het minst moeite mee om vrij over de activiteiten te praten, maar deze persoon heeft ook geen grote verliezen te verbergen. De verslaafde probleemgokker praat met niemand over zijn gokactiviteiten. De potentiële probleemgokker en ‘nieuwe soort probleemgokker’ vertellen alleen de naaste vrienden of familie over hun gokactiviteiten. Door de buitenwereld worden ze toch vreemd aangekeken als het bijvoorbeeld over verliezen gaat. Er is dus enige overeenstemming met het onderzoek van Stanton (2002), waarin gesteld wordt dat de gokkers die geen problemen hebben, vrij over de activiteiten kunnen praten. Toch zou meer tolerantie van de buitenwereld er voor kunnen zorgen dat er minder problemen ontstaan wat betreft het gokken. Doordat mensen gokkers (soms onbewust) veroordelen, zien gokkers niet het nut in om erover te praten. Zo blijft het gokken vrij anoniem en afgeschermd voor de buitenwereld. Het online gokken en poker winnen steeds meer aan populariteit. Het is dan slechts een kwestie van tijd voordat het voor bedrijven een echte rol gaat spelen . Het is daarom goed als er vrij over gesproken kan worden, zodat het online gokken niet een afgeschermd gebied blijft, waar de gokkers zich isoleren. Door naar buiten te treden kunnen niet alleen de probleemgevallen geholpen worden, maar hoeven fanatieke spelers het ook niet meer steeds stiekem te doen. Daarnaast moet de invloed van het online gokken niet onderschat worden. Sommige zaken lijken onschuldig, zoals het eenmalig ziek melden of afzeggen van het werk, klanten in de wacht zetten of doorverbinden bij lastige vragen. Wanneer elke werknemer zo denkt, kan het bedrijven wel degelijk forse schade toebrengen. Bij gokkers die de beheersing verliezen, kan het gokgedrag en gokverslaving verregaande gevolgen hebben, voor de personen zelf, maar ook voor de bedrijven. Volgens Griffiths (2002) geven probleemgokkers waarschuwingssignalen af naar buiten toe. Toch worden probleemgokkers vaak ontslagen zonder dat hun gokverslaving wordt opgemerkt. Dit komt door het feit dat het in grote
31 organisaties lastig is om elke werknemer in de gaten te houden, zo die organisaties daar al toe geneigd zijn of dat tot hun taak rekenen. Organisaties kunnen wel proberen zo alert mogelijk te blijven en het management zoveel mogelijk te betrekken bij hun medewerkers.
6
Limitaties
Eén van de grote tekortkomingen van dit onderzoek is de generaliseerbaarheid van de resultaten. Er zijn in dit onderzoek slechts vier personen geïnterviewd. De resultaten zijn daarom niet representatief voor de gehele populatie. Het was ten eerste een lastige opgave om personen bereid te vinden om mee te werken aan dit onderzoek. Van tevoren was aangenomen dat men heel gemakkelijk mee zou willen werken aan een interview, maar die bereidheid bleek in de praktijk tegen te vallen. Een aantal personen gaf aan dat ze wel bereid waren een enquête in te vullen, maar liever niet mee wilden werken aan een interview. Ten tweede was het lastig personen te vinden die voldeden aan het doelgroepprofiel. Ze moesten ten eerste Nederlands zijn, en daarbij ook nog een baan hebben, en vervolgens natuurlijk ook nog mee willen werken aan dit onderzoek. Dit onderwerp is nog vrij nieuw en daarom is er nog weinig over geschreven en weinig over bekend op wetenschappelijk gebied. Dit is wel een van de eerste onderzoeken die een kwalitatieve aanpak heeft gebruikt in de vorm van interviews. De methode is tijdrovender, maar kan wel zorgen voor meer inzichten. Verder is dit een van de weinige onderzoeken met als terrein online gokken in combinatie met het werk . Eerdere onderzoeken van Griffiths, Parke, Wood en Rigbye (2009), Griffiths en Barnes (2008) naar online gokkers hadden een kwantitatieve aanpak in de vorm van enquêtes en poogden inzicht te krijgen in de gokpopulatie op het internet, de aard van de gokactiviteiten en de oorzaken van probleemgokkers. Een zwak punt van dit onderzoek blijft dat het de beleving van de geïnterviewde personen weergeeft. Hun respons op de interviewvragen zou een vertekend beeld van de werkelijkheid kunnen zijn of een verdraaiing van bepaalde informatie . De geïnterviewde gokkers, in het ergste geval gokverslaafden, zullen niet snel toegeven dat ze zichzelf wat betreft het gokken niet onder controle hebben. Het is dan lastig om vast te stellen in hoeverre ze zich echt kunnen beheersen. Dit zou opgelost kunnen worden door de personen ook echt op het werk te volgen, in de vorm van casestudies of in de vorm van een vooraf uitgedacht experiment. Dit is alleen in de praktijk heel moeilijk uitvoerbaar, gezien het feit dat de manager of leidinggevende vrijwel nooit op de hoogte is van de gokactiviteiten van zijn werknemers. Een nadeel van de interviews via de chat is dat de interviewer de gezichtsuitdrukking en lichaamstaal van de geïnterviewde niet kan lezen tijdens het interview, terwijl dat aspecten
32 zijn waaruit hij ook veel zou kunnen opmaken. Hij kan bijvoorbeeld merken wanneer de geïnterviewde moeite heeft met het beantwoorden van bepaalde vragen en daaruit ook opmaken of de geïnterviewde volledig oprecht is. Maar de voordelen van de gebruikte interviewmethode zijn ten eerste dat de barrière om mee te werken aan het onderzoek verkleind wordt, ten tweede dat het gevoel van anonimiteit vergroot wordt en ten derde dat de geïnterviewde in een vertrouwde omgeving zit en daardoor wellicht juist meer prijs geeft. Tot slot is het tijdsbeslag voor een dergelijke studie wellicht iets aan de korte kant geweest. Het zoeken naar voldoende deelnemers in een dergelijk onderzoek is een tijdrovende bezigheid. Er moet allereerst contact gelegd worden met de personen op het internet, waarna ze zorgvuldig uitgekozen moeten worden zodat ze aan het doelgroepprofiel voldoen. Daarbij moeten ze ook nog bereid zijn mee te doen.
7
Vervolgonderzoek
Voortkomend uit de mogelijke tekortkomingen van dit onderzoek, die hiervoor besproken zijn, zal ik enkele aanbevelingen aandragen voor een vervolgonderzoek. Ten eerste is het bij een vervolgonderzoek aan te raden meer tijd te reserveren voor het samen stellen van een geschikte steekproef. Dit is een verkennend onderzoek geweest met vier personen om te interviewen. Een vervolgonderzoek met meerdere respondenten zal de generaliseerbaarheid van de resultaten vergroten. Het is dan wel aan te raden een duidelijke analysemethode te hanteren, bijvoorbeeld met de codering van bepaalde uitspraken en kernwoorden. Een andere optie is om een kwantitatief onderzoek uit te voeren in de vorm van enquêtes, maar deze niet alleen uit te delen onder studenten, zoals Griffiths en Barnes (2008) of slechts pokerspelers, zoals Griffiths, Parke, Wood, Rigbye (2009). Een idee kan zijn om online gokkers te benaderen via de websites en kanalen waar de online gokkers zelf actief zijn, zoals op de sites van bookmakers en op fora van betting exchanges. Op deze manier is de steekproef meer divers en waarschijnlijk ook breder. Wel is het ook hier belangrijk om van tevoren goed uit te denken wat je precies wil meten en hoe je dat gaat analyseren. Een derde interessante mogelijkheid is om een vervolgonderzoek te doen naar de vorm van gokverslaving waarbij de gokker zichzelf niet meer in de hand heeft. Zoals uit dit onderzoek is gebleken zijn de gevolgen hiervan het grootst en brengen het bedrijfsleven, maar ook de maatschappij de meeste schade toe. Onderzoek naar de precieze gevolgen hiervan, met daarbij ook oplossingen ter voorkoming van de problemen kan zeer interessant zijn.
33 Bibliografie BN/De Stem (2009). http://www.bndestem.nl/algemeen/binnenland/4474268/Altijd-eencasino-aan-huis.ece, (07-02-2009) D’Abate, C.P. (2005). Working Hard or Hardly Working: A Study of Individuals Engaging in Personal Business on the Job. Human Relations. Vol.58, No.8, p.1009-1032. Garrett, R.K., Danziger, J.N. (2008). On Cyberslacking: Workplace Status and Personal Internet Use at Work. Cyberpsychology & Behavior, Vol. 11, No. 3 p.287 – 292. Greenfield, D., N., Davis, R.,A. (2002). Lost in Cyberspace: The Web @ Work. CyberPsychology & Behavior, Vol. 5, No. 4, p.347-353. Griffiths, M.D. (2002). Internet Gambling in the Workplace. In: M. Anandarajan & C. Simmers (Eds.). Managing Web usage in the workplace: A social, ethical and legal perspective (p.148-167). Hershey, PA: Idea Publishing. Griffiths, M.D. (2003). Internet Gambling: Issues, Concerns and Recommendations. CyberPsychology and Behaviour. Vol. 6, p.557-568. Griffiths, M.D., Barnes, A. (2008). Internet Gambling: An Online Empirical Study Among Student Gamblers. International Journal of Mental Health Addiction, Vol. 6, p.194204. Griffiths, M.D., Parke, J. (2002). The Social Impact of Internet Gambling. Social Science Computer Review, Vol.20, p.312-320. Griffiths, M.D., Parke, A., Wood, R., Parke, J. (2005). Internet Gambling: An Overview of Psychosocial Impacts. UNLV Gaming Research & Review Journal, Vol.10, No.1, p.2739. Griffiths, M., Parke, J., Wood, R., Rigbye, J. (2009). Online Poker Gambling in University Students: Further Findings from an Online Survey. International Journal of Mental Health and Addiction. Published online: 25 February, p.1-8. LaPlante, D.A., Schumann, A., LaBrie, R.A., Schaffer, H.J. (2008). Population Trends in Internet Sports Gambling. Computers in Human Behavior. Vol.24, p.2399-2414. Lavoie,J.A., Pychyl, T.A. (2001). Cyberslacking and the Procrastination Superhighway: A Web-Based Survey of Online Procrastination, Attitudes and Emotion. Social Science Computer Review, Vol.19, p.431-444. Mills, J.E., Hu, B., Beldona, S., Clay, J. (2001). Cyberslacking! A Liability Issue for Wired Workplaces. Cornell Hotel and Restaurant Administrative Quarterly. Vol.42, p.34-47. Motivaction (2007). Kansspelen via Nieuwe Media 2007: Monitor betaalde interactieve kansspelen in opdracht van Holland Casino. Projectnummer: K0797. Amsterdam, september 2007. Smeaton, M., Griffiths, M. (2004). Internet Gambling and Social Responsibility: An Exploratory Study. CyberPsychology and Behavior, Vol. 7, p.49-57. Stanton, J.M. (2002). Web Addict or Happy Employee? Company Profile of the Frequent Internet User. Communications of the ACM. Vol.45, No.1, p.55-59. Tice, D.M., Baumeister, R.F. (1997). Longitudinal Study of Procrastination, Performance, Stress and Health: The Cost and Benefits of Dawdling. Psychological Science. Vol.8, No.6, p.454-458. Walker, D.M., Barnett, A.H. (1999). The Social Costs of Gambling: An Economic Perspective. Journal of Gambling Studies, Vol.15, No.3, p.181-212. Young, K.S., Case, C.J. (2004). Internet Abuse in the Workplace: New Trends in Risk Management. CyberPsychology & Behavior, Vol. 7, p.105-111.
34 Bijlage 1. Vragenlijst 1. Demografische gegevens Man/vrouw Leeftijd Opleiding Inkomen 2. Stellingen bepaling soort gokker Potentiële probleemspeler: Meer tijd besteed aan interactieve internetkansspelen dan gepland Meer geld aan interactieve internetkansspelen besteed dan voorgenomen Tevergeefs geprobeerd om deelname te verminderen of helemaal te stoppen Probleemspeler: Meer dan eens slaaptekort gehad door het meedoen aan betaalde interactieve internetkansspelen Geld geleend voor betaalde interactieve internetkansspelen of om schulden vanwege betaalde interactieve internetkansspelen terug te betalen Weggebleven van werken, school of studie door het meedoen aan betaalde interactieve internetkansspelen Werk, school of studie gelden onder deelname aan betaalde interactieve internetkansspelen Geen van deze 3. Verdere richtlijnen interview Wanneer begonnen met gokken en hoe (kanalen)? Waarom begonnen met gokken? Hoe vaak bezig met gokken? Gokken buiten het internet om? Gokken tijdens het werk? Hoeveel gemiddeld uitgeven aan gokken? Altijd alleen gokken zonder mensen eromheen? Praten met anderen over winsten of verliezen? Zichzelf nog goed onder controle hebben / zo kunnen stoppen indien gewenst (wel eens geprobeerd of nagedacht te stoppen?