Inhoud
§ Het Nederlandse onderwijs: een veranderende context § Onze context: Rijnlands – Anglo Amerikaans § Finse paradoxen, passend in ‘onze’ onderwijstraditie? § Cirkel van invloed: werkopdracht § Pasi-tips voor Nederland § Wat neem je mee naar de werkvloer?
Onderwijs in Nederland verandert …. Binnen tien jaar met pensioen: • leraren -> circa 28% PO en 37% VO • schoolleiders -> circa 32% PO en 38% VO
Feminisering van het onderwijs (2011): onderwijzend personeel =
86%
directie =
43,1%
www.stamos.nl
Meerscholen directeuren -> gedeeld leiderschap
Onderwijs in Nederland verandert …. § Leerbehoe!es van de leerlingen veranderen (21st CS) § Leerverwachtingen van de ouders veranderen -> maatschappelijke status § Afrekencultuur: opbrengsten – opbrengsten – opbrengsten! § Bezuinigingen; meer doen met minder middelen
Leerbehoe!es van de leerlingen
Leerverwachtingen ouders 20% e f f e c t
80%
school/leraar
maximaal
§ aanleg (erfelijke factoren) § thuissituatie § omgevingsfactoren
Opbrengsten, opbrengsten, opbrengsten
Traditie en culturele identiteit als waardevolle ankers Finland blij" trouw aan zijn traditie en culturele identiteit: Gelijke onderwijskansen, respecteren en benutten van diversiteit als basis voor leren, maatschappelijk vertrouwen in de professional Wat zijn de Nederlandse verworvenheden van het onderwijs? • Artikel 23 van de grondwet: Vrijheid van Onderwijs • Nederlandse kinderen zijn de gelukkigste kinderen van de wereld -> veel aandacht voor pedagogisch klimaat • Bevoegd gezag benoemt haar personeel ->hoge eisenvakbekwaamheid • Nederland hee! van oudsher een open, democratische samenleving • Context: Anglo-Amerikaans of Rijnlands?
Anglo-Amerikaans
Rijnlands
1. Wie de baas is mag het zeggen
Wie het weet mag het zeggen
2.
Mensbeeld: solidariteit
Mensbeeld: individualisme
3. Doelstelling is vertrekpunt
‘Hier en nu’ als vertrekpunt
4. Organisatie als geldmachine
Organisatie is werkgemeenschap
5. Zelf willen schitteren
Samen schitteren: team play
6. Regelgedreven
Principegedreven
7. Regels zijn regels
Contextgevoelig
8. Functiesplitsing als norm
Vakmanschap als basis
9. Coördinatie van bovenaf
Coördinatie vanaf de werkvloer
10. Staf(aan)gestuurd 11. Standaardisering 12. Weten is meten
Primair proces centraal Maatwerk Meten is weten
Anglo-Amerikaans
Rijnlands
1. Wie de baas is mag het zeggen
Wie het weet mag het zeggen
2. Mensbeeld: individualisme
Mensbeeld: solidariteit
3. Doelstelling is vertrekpunt
‘Hier en nu’ als vertrekpunt
4. Organisatie als geldmachine
Organisatie is werkgemeenschap
5. Zelf willen schitteren
Samen schitteren: team play
6. Regelgedreven
Principegedreven
7. Regels zijn regels
Contextgevoelig
8. Functiesplitsing als norm
Vakmanschap als basis
9. Coördinatie van bovenaf
Coördinatie vanaf de werkvloer
10. Staf(aan)gestuurd
Primair proces centraal
11. Standaardisering
Meten is weten
12. Weten is meten
Predicaat ‘excellente school’ School Aan Zet! Opbrengsten
Maatwerk
CITO Eindtoets publiceren Inspectiekader etc.
De Anglo-Amerikaanse school
De Rijnlandse school
1. Gericht op leerstof
Gericht op kwaliteiten en talenten
2. Leerstofopbouw->makkelijk naar moeilijk
Interesse en talent sturen het leren
3. Leerstof centraal
Kinderlijke ontwikkeling centraal
4. Standaardisering
Pluriformiteit
5. Toets is er voor de leraar
Toets voor de leerling
6. Eerst theorie, dan praktijk
Praktijk en theorie gaan samen
7. Leren voor later
Leren voor nu
8. Zinvol
Betekenisvol
9. Alleen leren
Samen leren
10. Leraar als uitvoerder 11. Leraar stuurt het proces 12. Directie als beheerder
Leraar als vakman Zelfsturing/verantwoordelijkheid leerling Directie als onderwijskundig leider
Global Education Reform Movement(GERM) GERM
FERM (= Finnish Way)
Standaardisatie van het leren en lesgeven (voorgeschreven)
‘Op maat’ leren en lesgeven (flexibel nationaal curriculum)
Focus op taal- en rekenvaardigheid Focus op creatief leren Werken met een voorgeschreven curriculum
Aanmoedigen van risico’s nemen
Lenen van hervormingsideeën uit het bedrijfsleven
Eigenaar blijven van de eigen innovatietraditie (good practice!)
Verantwoording op basis van toetsen en controle
Gedeelde verantwoordelijkheid en vertrouwen (ondersteuning geven)
Anglo-Amerikaans
Rijnlands
Nederland Polderen
Ruilverkaveling
Onze Nederlandse traditie
Paradoxen met het Finse onderwijs • • • • • • • •
Leerlingen gaan met zeven jaar naar de basisschool Minder budget naar onderwijs Minder lesuren po en vo Leraren staan minder uren voor de klas; meer tijd voor andere zaken Minder (geen gestandaardiseerde) toetsen Nauwelijks onderwijsinspectie Professionele dialoog (wij- land, geen eiland) Erkenning professionaliteit van de leraar: publiek vertrouwen
Paradoxen met het Finse onderwijs • • • • • • •
Universitaire opleiding van de leraar en de schoolleider Onderwijs onafhankelijk zittingsduur kabinet Sterke maatschappelijke betrokkenheid (lokaal) Geen doublures, wel parttime SBO Schoolleiders moeten lesbevoegd zijn Schoolontwikkeling: ‘bottum-up’ Meer zakelijke onderwijsstructuur
Nederland: het land van leuk en aardig, van ruilverkaveling en ruilhandel Nodig: Erkenning van de professionaliteit van de leraar! * beroepsethos: “Het is een intensief en prachtig vak” * scherpe, professionele dialoog: in en tussen scholen * sturen op pedagogiek en didactiek, fors investeren in vakmanschap en professioneel leren in en tussen scholen VERTROUWEN! TOEGANKELIJKHEID! SAMENWERKING!
Cirkel van invloed • Studenten en invallers ‘strenger beoordelen -> zwarte lijst, in samenwerking met de PABO’s/lerarenopleidingen • Onvoldoende, incompetente leraren beoordelen -> werken met een competentiecyclus • Lokale samenwerking met gemeente, pedagogische partners en collega- scholen uitbouwen • Expertise van het S(B)O/VSO veel meer benutten -> parttime SBO op de eigen school creëren • Minder toetsen – minimum toetsprogramma opstellen: meten of weten? • Essenties van leerstof bepalen -> keuzes (durven) maken binnen bestaande methodes
Cirkel van invloed • Focus op de collegiale dialoog -> vergadercultuur en – structuur aanpassen • Meer draagvlak door het stimuleren van bottum-up initiatieven (good practice) • Blijven lesgeven • Studeren van teamleden en jezelf uit de taboesfeer halen/ houden: kennis delen • Positief over je vak praten -> vertrouwen!
Opdracht in groepen “The Finland Phenonemon” “Finnish Lessons”
• Welke onderdelen spreken jou als ‘onderwijskundige’ aan? • Met welke Finse paradoxen zouden we iets in het Nederlandse onderwijs moeten doen? • Wat ligt binnen jouw persoonlijke ‘cirkel van invloed’?
Zeer Betrouwbare Organisaties (ZBO) Kenmerken: • Duidelijke doelen, constant toezicht op het realiseren hiervan • Helder inzicht in de noodzakelijke voorwaarden waaronder deze doelen worden verwezenlijkt • Onmiddellijk corrigerend optreden als de doelen niet worden gehaald (Bellamy, Crawford, Marshall, Coulter)
Energiebedrijven, kerncentrales, luchtverkeersleiding, onderwijs?
Zeer Betrouwbare Organisaties (ZBO) Onderwijs: • scholen/ leraren/ schoolleiders • schoolbesturen • schoolorganisaties • Ministerie van OC en W • Inspectie van het onderwijs • Vakbonden, samenwerkingsverbanden, pers, e.d.
Criteria:
leerlingprestaties, welbevinden Noodzakelijke voorwaarde: vertrouwen, toegankelijkheid, samenwerking
Vertrouwen Hoe zie je de kernwaarde ‘vertrouwen’ terug in jouw werk?
Finse lessen voor Nederland 1. Meer samenwerking – minder competitie 2. Meer verantwoordelijk, gebaseerd op vertrouwen minder afrekening door toetsen 3. Meer eigenaarschap bij het lesgeven - minder externe controle 4. Meer focus op gelijke kansen - minder op marktwerking 5. Meer beleid, gebaseerd op succeservaringen – minder experimenteren met mensen
Pasi Sahlberg: Masterclass, Nederland januari 2013
Tenslotte Wat neem je morgen mee naar de werkvloer?
www.finnishlessons.nl www.onderwijsmaakjesamen.nl