Onderwijs en Kinderopvang Rapportage ledenpeiling 19 juni tot en met 9 juli 2014
Inleiding Scholen in het primair onderwijs werken steeds vaker nauw samen met organisaties voor kinderopvang of bieden zelf opvang aan. Op sommige plaatsten heeft dit geleid tot het inrichten van zogenaamde integrale kindcentra (IKC's). Elders worden de mogelijkheden voor een IKC onderzocht. Verus wilde graag weten hoe op de scholen van zijn leden wordt samengewerkt met de kinderopvang. Is er sprake van een intensivering, bieden scholen zelf opvang aan, of willen ze zelfs komen tot een IKC? Wat is de rol van de gemeente bij dit alles? En welk belang hechten scholen aan de levensbeschouwelijke identiteit bij het (laten) verzorgen van kinderopvang? De ledenpeiling Onderwijs en kinderopvang is opengesteld op 19 juni 2014 en kon worden ingevuld tot en met 9 juli. Alle directeuren van bij Verus aangesloten basisscholen ontvingen een uitnodiging om mee te doen. Van deze 1826 genodigden vulden 201 personen (11%) de enquête in. Gezien de timing van de peiling (in de drukke periode vlak voor de zomervakantie) is dit een heel redelijk percentage.
Vraag 1: Wie verzorgt voor uw leerlingen de voor-, tussen- en buitenschoolse opvang? En wie de opvang voor kinderen jonger dan vier jaar? 70%
66%
Voorschoolse opvang Tussen schoolse opvang
60%
Naschoolse opvang Kinderopvang <4jr
48%
50% 41% 40%
36%
35%
31% 30%
30%
26%
24%
20% 14% 10%
9% 3% 4%
5% 5%
8% 7%
6%
2%
2%
0% Bieden wij zelf aan
Bieden wij zelf aan, Wordt verzorgd door een We verwijzen door naar Is een zaak van de ouders maar juridisch is het partner die organisatorisch een externe partij waar we gescheiden van de school los van ons staat, maar verder inhoudelijk niet waar we inhoudelijk mee mee samenwerken samenwerken
Allereerst is duidelijk dat de respondenten vooral tussenschoolse opvang zelf aanbieden. De andere vormen van opvang worden door tussen de 11 en 14% van de respondenten zelf aangeboden, al of niet juridisch gescheiden. Een grote meerderheid van de respondenten verwijst voor de andere vormen van opvang door naar een andere partij, waarbij ruim de helft wel inhoudelijk samenwerkt met deze partij. Deze samenwerking kan intensief zijn, zoals blijkt uit het feit dat scholen die zichzelf Rapportage ledenpeiling Besturenraad – Onderwijs en kinderopvang
Pagina 2 van 9
beschouwen als IKC vaak aangeven dat voor- en naschoolse opvang en opvang van kinderen jonger dan vier jaar door een externe partner wordt verzorgd waarmee wordt samengewerkt. Het minst vaak wordt naar een externe partij doorverwezen voor opvang van niet leerplichtige kinderen, al doet bijna 60% dat wel. 30% van de respondenten ziet hier geen verantwoordelijkheid voor zichzelf. Een aantal respondenten geeft een toelichting op de antwoorden. Van hen blijkt een aantal op weg te zijn naar meer inhoudelijke samenwerking.
Vraag 2: Ons bevoegd gezag bestuurt (al of niet in via een aparte rechtspersoon) ook een of meer peuterspeelzalen.
20%
Ja Nee
80%
Voor een vijfde van de scholen geldt dat het bevoegd gezag waaronder zij vallen naast een of meer scholen ook een of meer peuterspeelzalen exploiteert.
Rapportage ledenpeiling Besturenraad – Onderwijs en kinderopvang
Pagina 3 van 9
Vraag 3: Op welke locatie vindt de opvang van leerlingen, kinderopvang van kinderen jonger dan vier jaar en het peuterspeelzaalwerk plaats?
Niet geheel onverwacht vindt vooral de tussenschoolse opvang plaats in het eigen schoolgebouw van de respondenten of in de brede school waarin zij zijn gehuisvest (meer dan 90%). En hoewel nog relatief weinig scholen zelf voor- en naschoolse opvang aanbieden vindt dit wel bijna even vaak (voorschoolse opvang) of iets vaker (naschoolse opvang) plaats in het eigen schoolgebouw/de brede school dan dat het op een andere locatie wordt aangeboden. Ook de peuterspeelzaal bevindt zich vrijwel even vaak in de eigen (brede) school als op een andere locatie. Kinderopvang voor kinderen jonger dan vier jaar wordt het minst vaak in de eigen (brede) school aangeboden. In de toelichting geeft een aantal respondenten aan dat na komende nieuwbouw kinderopvang (wel) in de eigen (brede) school zal worden gevestigd.
Rapportage ledenpeiling Besturenraad – Onderwijs en kinderopvang
Pagina 4 van 9
Vraag 4: Levensbeschouwelijke identiteit speelt bij ons een doorslaggevende rol bij het (laten) verzorgen van kinderopvang en/of peuterspeelzaalwerk
26%
Ja Nee
74%
Voor ruim een kwart van de respondenten is de levensbeschouwelijke identiteit van doorslaggevend belang bij het (laten) verzorgen van kinderopvang en/of peuterspeelzaalwerk. Een enkele respondent die 'Nee' heeft geantwoord geeft aan dat dit een gemiste kans is, of dat als zij opnieuw zou mogen kiezen levensbeschouwelijke identiteit wel een belangrijke rol zou spelen. Andere respondenten geven aan dat ze geen keuze hadden voor kinderopvang met een christelijke identiteit of dat dat in hun gemeente niet wordt aangeboden. Van de respondenten dat zijn/haar school beschouwd als een IKC (zie vraag 5) zegt ook een kwart dat levensbeschouwelijke identiteit van doorslaggevend belang is bij het (laten) verzorgen van kinderopvang en/of peuterspeelzaalwerk.
Vraag 5: Mijn school is te beschouwen als een integraal kindcentrum.
Rapportage ledenpeiling Besturenraad – Onderwijs en kinderopvang
Pagina 5 van 9
De term integraal kindcentrum (IKC) is een vrij nieuw begrip waarvan verschillende definities in omloop zijn. Bij deze vraag werd de volgende definitie gegeven van een IKC: een IKC is een voorziening waarin voor kinderen van 0 tot 12 jaar een totaalpakket op het gebied van educatie, opvang en ontwikkeling wordt aangeboden. Er is sprake van één gezamenlijke pedagogische en didactische visie en voor ouders is er één aanspreekpunt. Een IKC biedt kinderen een dagprogramma met flexibele uren afgestemd op de wensen van de ouders. In een IKC kunnen verschillende onderwijs- en opvangorganisaties samenwerken, maar men treedt gezamenlijk naar buiten. Hoewel afhankelijk van het soortopvang bijna 40% of meer van de respondenten of zelf de opvang aanbiedt of inhoudelijk samenwerkt met een externe aanbieder beschouwd nog maar een relatief klein percentage zich als een IKC. Bijna alle respondenten die een toelichting geven zeggen dat ze nu nog geen IKC zijn, maar er wel naar toewerken.
Vraag 6: In de nabije toekomst…..
Respondenten die bij vraag 5 aangaven dat hun school te beschouwen is als een IKC kregen deze vraag niet. Van de overige respondenten (88%) wil de helft de situatie met betrekking tot
Rapportage ledenpeiling Besturenraad – Onderwijs en kinderopvang
Pagina 6 van 9
kinderopvang houden zoals die nu is. Veel van deze respondenten werken al wel inhoudelijk samen met de kinderopvang. 30% van de respondenten wil in de nabije toekomst een IKC realiseren, waarvan 10% dat samen met een of meer andere scholen wil doen. Dat betekent dat in totaal ruim 40% van de respondenten een IKC is of binnen afzienbare tijd wordt. Van de respondenten die voor de optie ´Anders´ kiest geeft een aantal aan ook richting een IKC te willen werken. Maar weinig respondenten (3%) wil binnen het te vormen IKC zelf de kinderopvang verzorgen. Naar de reden daarvoor hebben we niet gevraagd. Uit eerder onderzoek bleek dat scholen die op zich wel kinderopvang willen aanbieden veel obstakels zien op het terrein van o.a. cao's en geldstromen.
Vraag 7: Bij de realisatie van een integraal kindercentrum of een minder vergaande samenwerking met betrekking tot kinderopvang heeft/had de gemeente waarin mijn school staat…….
Bij ruim de helft van de respondenten die werken aan of hebben gewerkt aan een IKC of een minder vergaande samenwerking tussen scholen en kinderopvang speelt de gemeente geen rol. Dit is opvallend gezien de gemeentelijke rol op het gebied van huisvesting en het belang van het huisvestingsaspect bij nauwe samenwerking tussen onderwijs en kinderopvang. Wellicht speelt hier de interpretatie van de vraag een rol. Daar waar de gemeente volgens de respondenten wel een rol speelt is dat in ruim tweederde van de gevallen een faciliterende of volgende rol. In slechts 13% van de gevallen neemt de gemeente het initiatief of heeft ze een sturende rol.
Rapportage ledenpeiling Besturenraad – Onderwijs en kinderopvang
Pagina 7 van 9
Vraag 8: Bij de realisatie van een integraal kindercentrum of een minder vergaande samenwerking met betrekking tot kinderopvang…..
Deze vraag is alleen gesteld aan respondenten die bij vraag 7 aangaven dat de gemeente een rol speelde bij de realisatie van een IKC of een minder vergaande samenwerking tussen school en kinderopvang, dus aan 45% van de respondenten. Van hen geeft niemand aan dat de gemeente geen ruimte geeft of gaf voor levensbeschouwelijke identiteitsverschillen. Bij 44% van de respondenten was er ruimte voor identiteitsverschillen. Bij een kleine meerderheid was levensbeschouwelijke identiteit geen issue. Dit laatste kan verschillende dingen betekenen blijkt uit de antwoorden bij vraag 9. In een aantal gevallen is identiteit geen onderwerp van gesprek geweest. In een andere situatie bepaalde de gemeente waar de IKC´s komen en worden alle scholen in de buurt geacht samen te werken. In weer een andere situatie krijgen alle levensovertuigingen de ruimte.
Vraag 9: Waaruit bleek die ruimte of juist het gebrek aan? Zie de toelichting bij de uitkomsten van vraag 8.
Rapportage ledenpeiling Besturenraad – Onderwijs en kinderopvang
Pagina 8 van 9
Conclusie
Uit de ledenpeiling blijkt dat er tussen scholen een grote verscheidenheid is van aanbod van kinderopvang (en peuterspeelzaalwerk). Maar een beperkt deel van de respondenten biedt voor- en naschoolse opvang zelf aan. Daar waar men doorverwijst naar anderen werken scholen in meerderheid wel inhoudelijk samen met deze externe partijen. Bij opvang van kinderen jonger dan vier jaar ziet 30% van de schooldirecteuren geen rol voor zijn/haar school, ook niet in door verwijzende zin. Alle vormen van opvang, behalve die van kinderen jonger dan vier jaar, vinden in minstens de helft van de gevallen in de eigen (brede) school plaats. Nieuwbouw wordt in een aantal gevallen aangegrepen om ook kinderopvang mogelijk te maken. Maar een kwart van de respondenten vindt levensbeschouwelijke identiteit van doorslaggevend belang bij het (laten) verzorgen van kinderopvang en/of peuterspeelzaalwerk. Mogelijk speelt hier het gebrek aan keuzemogelijkheden voor een identiteitsgebonden partner voor kinderopvang een rol. Maar ook als er sprake is van een IKC geven de respondenten in een kwart van de gevallen aan dat levensbeschouwelijke identiteit van doorslaggevend belang is. Het aantal IKC's onder de respondenten is nog relatief klein, maar uit de reacties blijkt wel dat ongeveer een derde hier op korte termijn naartoe wil werken. Als dit ook daadwerkelijk gebeurt is in de nabij toekomst bij 40% van de respondenten sprake van een IKC. Daarbij zal voor de kinderopvang vooral worden samengewerkt met externe partners. Slechts een klein percentage wil kinderopvang zelf gaan verzorgen. Gemeenten lijken op basis van deze peiling opvallend genoeg in een minderheid van de gevallen een rol te spelen bij het komen tot een IKC of een minder vergaande samenwerking tussen scholen en kinderopvang. Daar waar de gemeente volgens de respondenten wel een rol speelt is het vooral een faciliterende. Bij een kleine meerderheid van situaties waarin de gemeente actief was speelde het identiteitsaspect geen rol. Dit kan, zoals uit een aantal reacties blijkt, zowel positief als negatief geduid worden. Ruim 40% van de respondenten geeft expliciet aan dat de gemeente ruimte geeft of gaf voor verschillen in identiteit.
Rapportage ledenpeiling Besturenraad – Onderwijs en kinderopvang
Pagina 9 van 9