Onderwijs- en examenregeling 2013 – 2014 Bacheloropleiding
Logistiek en Economie voltijd, crohonummer 34436 Logistiek en Economie duaal, crohonummer 34436
Advies afgegeven door Opleidingscommissie,
d.d. 24 juni 2013
Instemming verleend door Centrale Medezeggenschap,
d.d. 3 juli 2013
Vastgesteld door het College van Bestuur,
d.d.9 juli 2013
NB: Uniformiteit Onderwijs- en Examenregeling (OER) 1. Deze OER bevat artikelen in de hoofdstukken 1 t/m 8 die voor een opleiding wel of niet van toepassen zijn. In geval een artikel(lid) niet van toepassing is wordt dit bij het betreffende artikel(lid) aangegeven. Wetsvoorstellen 2. In deze OER zijn in de hoofdstukken 1 t/m 8 artikelen opgenomen die voortvloeien uit de wetsvoorstellen: Wetsvoorstel Versterking Kwaliteitswaarborgen Hoger Onderwijs Wetsvoorstel Kwaliteit in Verscheidenheid Hoger Onderwijs. De betreffende artikelen zijn aangeduid met een voetnoot onder verwijzing naar het betreffende wetsvoorstel. Zodra deze wetsvoorstellen in werking treden maken de genoemde artikelen onderdeel uit van deze OER.
1
Inhoudsopgave 0 Algemeen Art. 1 Begripsbepalingen Art. 2 Reikwijdte van de regeling Art. 3 Vaststelling en looptijd van de regeling 1 Art. Art. Art. Art. Art.
1 2 3 4 5
Aanmelding, studiekeuzeactiviteiten en studiekeuze advies Aanmelding uiterlijk op 1 mei Rechten en verplichtingen bij aanmelding uiterlijk op 1 mei Aanmelding na 1 mei voor een andere bacheloropleiding Aanmelding na 1 mei voor de eerste keer Te verstrekken persoonsgebonden nummer bij aanmelding
2 Toelating tot de opleiding Art. 1 Vooropleidingseisen voor opleidingen Art. 2 Nadere vooropleidingseisen voor opleidingen Art. 3 Aanvullend onderzoek ex. art. 7.25 lid 4 WHW Art. 4 Aanvullende eisen Art. 5 Toelating tot versneld traject gericht op studenten met een vwo-diploma Art. 6 Toelating tot speciaal traject als bedoeld in art. 7.9b WHW Art. 7 Colloquium doctum (toelatingsonderzoek 21 jaar en ouder) Art. 8 Eisen werkkring voor de deeltijdopleidingen Art. 9 Toelating duaal onderwijs, eisen werkkring Art. 10 Vrijstelling van vooropleidingseisen op grond van andere diploma’s ex. art. 7.28 WHW Art. 11 Aanvullend onderzoek ex. art. 7.28 lid 3 en 4 Art. 12 Toelating tot de post-propedeutische fase Art. 13 Doorstroom Associate degree Art. 14 Rechtsbescherming 3 Art. Art. Art. Art. Art. Art. Art. Art. Art.
1 2 3 4 5 6 7 8 9
Onderwijsprogramma Beoordeling Onderwijs- en examenregeling Doelstelling van de opleiding Inrichting en studielast van de opleiding Voertaal in het onderwijs Voorzieningen voor student met functiebeperking Samenstelling van de propedeutische fase Samenstelling van de post-propedeutische fase Samenstelling Associate-degree programma Minor
4 Art. Art. Art. Art. Art. Art. Art. Art. Art.
1 2 3 4 5 6 7 8 9
Examens en getuigschriften De examens van de opleiding Toekenning graden Getuigschriften Toekenning van getuigschriften Ondertekening getuigschriften Data van de uitslag en uitreiking getuigschriften Cum Laude regeling Verklaringen Rechtsbescherming
5 Art. Art. Art. Art.
1 2 3 4
Tentamens, toetsen en beoordelen Vorm van de tentamens en toetsen Volgorde van tentamens en toetsen Tijdvakken en frequentie van tentamens en toetsen Gestelde eisen tentamens en toetsen 2
Art. Art. Art. Art. Art. Art. Art. Art. Art. Art. Art. Art. Art. Art. Art.
5 Inschrijvingsprocedure voor tentamens en toetsen 6a Praktische gang van zaken bij schriftelijke tentamens en toetsen 6b Praktische gang van zaken bij digitale tentamens en toetsen 7 Mondelinge tentamens en toetsen 8 Vaststelling van de beoordelingen 9 Normering van de beoordelingen 10 Het verlenen van vrijstellingen 11 Toekenning van studiepunten 12 Vastlegging en bekendmaking van de beoordelingen 13 Geldigheidsduur van studieresultaten 14 Inzage van tentamens en toetsen 15 Bewaring van afgelegde tentamens en toetsen 16 Fraude en plagiaat 17 Intellectueel eigendom 18 Rechtsbescherming
6. Studieloopbaanbegeleiding en Studieadvies Art. 1 Studieloopbaanbegeleiding Art. 2 Studieadvies aan het einde van het eerste jaar van inschrijving aan dezelfde opleiding aan dezelfde instelling Art. 3 Studieadvies aan het einde van het tweede jaar van inschrijving aan dezelfde opleiding aan dezelfde instelling Art. 4 Voorwaarden Bindend Studieadvies met afwijzing (BSA) Art. 5 Gevolgen bindend studieadvies met afwijzing (BSA) Art. 6 Doorstroom van propedeutische fase naar postpropedeutische fase Art. 7 Verwijzing in de postpropedeutische fase Art. 8 Doorstroommaster Art. 9 Rechtsbescherming 7. Examencommissie Art. 1 Instelling en samenstelling Examencommissie 8. Art. Art. Art. Art.
1 2 3 4
Slot- en invoeringsbepalingen Hardheidsclausule Onvoorziene omstandigheden Bekendmaking van de regeling Citeertitel, inwerkingtreding
Bijlage A Bijlage B Bijlage C Bijlage D Bijlage E
Bijlage F
Competenties van de opleiding Nadere uitwerking van de onderwijseenheden van het curriculum voor de propedeutische fase Nadere uitwerking van de onderwijseenheden van het curriculum voor de postpropedeutische fase Nadere uitwerking van de onderwijseenheden van het curriculum voor de Bachelor Duaal Logistiek Nadere uitwerking van de onderwijseenheden van het curriculum Associate Degree Duaal Logistiek Jaartoetsrooster
3
0
Algemeen
Artikel 1 Begripsbepalingen In deze regeling wordt verstaan onder: afstudeerrichting: een specialisatie binnen de opleiding als bedoeld in artikel 7.13 WHW, niet zijnde een Associate-degreeprogramma of een minor; Associate-degreeprogramma: programma als bedoeld in artikel 7.8a WHW met een studielast van tenminste 120 studiepunten; bezwaar, beroep en klachtenloket: faciliteit als bedoeld in artikel 7.59a WHW; college van beroep voor de examens: college als bedoeld in artikel 7.60 WHW; college van bestuur: het instellingsbestuur als bedoeld in artikel 1.1 en 10.8 WHW; competentie: een integraal geheel van beroepskennis, -houding en -vaardigheden die een persoon nodig heeft om binnen relevante beroepscontexten adequaat te kunnen functioneren; EVC-procedure: procedure die wordt uitgevoerd door een als zodanig door de instelling erkende organisatie – niet zijnde een opleiding of een Examencommissie - om op basis van deugdelijk onderzoek te komen tot erkenning van verworven competenties en het waarderen van kennis en vaardigheden die buiten het onderwijs zijn opgedaan, van een persoon die niet als student of extraneus bij de opleiding is ingeschreven; examen: afsluitend onderdeel van een opleiding als bedoeld in artikel 7.3 WHW of de propedeutische fase als bedoeld in artikel 7.8 WHW; examencommissie: commissie als bedoeld in artikel 7.12 WHW; examinator: persoon als bedoeld in artikel 7.12c WHW, niet zijnde een student of extraneus; extraneus: degene die als extraneus als bedoeld in artikel 7.32 en 7.36 WHW is ingeschreven bij de opleiding die voltijds of deeltijds is ingericht; gedragscode internationale student: gedragscode internationale student hoger onderwijs, zoals deze geldt per 1 oktober 2009; instelling: Stenden Hogeschool; les-, toets- en tentamentijden: 8.00 uur tot 21.30 uur. centrale medezeggenschapsraad: raad als bedoeld in artikel 10.17 WHW; minorprogramma: een samenhangend keuzeprogramma van 30 studiepunten, dat gevolgd wordt in de postpropedeutische fase, niet zijnde een afstudeerrichting; onderwijseenheid: onderwijseenheid als bedoeld in artikel 7.3 WHW, die in samenhang met andere onderwijseenheden het onderwijsprogramma van de opleiding vormt, waaraan één eindbeoordeling is verbonden. Een onderwijseenheid kan betrekking hebben op een praktische oefening; opleidingscommissie: commissie als bedoeld in artikel 10.3c WHW;
4
opleidingsjaar: het tijdvak dat aanvangt op 1 september en eindigt op 31 augustus van het daaropvolgende kalenderjaar en, indien men zich inschrijft per 1 februari, het tijdvak dat aanvangt op 1 februari en eindigt op de laatste dag van februari van het daaropvolgende kalenderjaar; opleidingsvariant: een opleiding kan in de voltijd-, deeltijd- en/of duale variant aangeboden worden; post-propedeuse: de hoofdfase van de opleiding direct volgend op de propedeuse; praktische oefening: een onderwijseenheid als bedoeld in artikel 7.3 lid 2 WHW waarin de nadruk ligt op de praktische voorbereiding op de beroepsuitoefening en op de beroepsuitoefening in verband met het onderwijs in een duale opleiding, voor zover deze activiteiten onder begeleiding van de instelling plaatsvinden. Een praktische oefening kan vormgegeven zijn in een project, werkstuk, of ontwerp, scriptie, mondelinge presentatie, doorlopen van een stage, deelname aan excursie, werken in (thema)groepen; programma: het samenhangend geheel van onderwijseenheden verzorgd door de opleiding; propedeuse: propedeutische fase van de opleiding, als bedoeld in artikel 7.8 WHW; progRESS: studenten informatie systeem; schooldag:alle dagen die in de jaarplanning doorgaans niet als vakantiedagen, zaterdagen, zondagen of reguliere feestdagen zijn aangeduid, zijn schooldagen, waarbij de zaterdag uitsluitend bestemd mag worden voor afname van tentamens en of toetsen en of examens. School-, Dienstenmedezeggenschapsraad: raad bedoeld als in artikel 10.25 WHW. student: degene die als student als bedoeld in artikel 7.32 WHW is ingeschreven bij de instelling; studentenstatuut: statuut als bedoeld in artikel 7.59 WHW; studiejaar: het wettelijk studiejaar dat aanvangt op 1 september en eindigt op 31 augustus van het daaropvolgende kalenderjaar; studieloopbaanbegeleider/studiecoach/studiebegeleider: degene die namens de opleiding is aangewezen om de student te begeleiden in zijn studie, keuze- en planningsprocessen, gericht op een effectieve studievoortgang; studiepunt: eenheid voor berekening van de studielast als bedoeld in artikel 7.4 WHW, waarbij 1 studiepunt gelijk staat aan 28 uren studie; tentamen: een onderzoek naar kennis, inzicht, vaardigheden als bedoeld in artikel 7.3 en 7.10 WHW, waarvan de uitkomst in een beoordeling wordt uitgedrukt en die de afsluiting vormt van een onderwijseenheid; toets: een onderdeel van een tentamen waaraan een beoordeling door een examinator is verbonden; WHW: Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek.
5
Artikel 2
Reikwijdte van de regeling
1. Deze regeling is van toepassing op het onderwijs en de examens van de bacheloropleiding Logistiek en Management voltijd, crohonummer 34436 en Logistiek en Management duaal, crohonummer 34436, verder te noemen: de opleiding. 2. Deze regeling is van toepassing op de studenten en extraneï die staan ingeschreven bij de opleiding en op aspirant-studenten en -extraneï die verzoeken om toegelaten te worden tot de opleiding. 3. Wordt de opleiding aangemerkt als een gezamenlijke opleiding, dan is deze regeling onverkort van toepassing, tenzij in de overeenkomst die aan de gezamenlijke opleiding ten grondslag ligt anders is bepaald. 4. Kent de opleiding een of meer afstudeerrichtingen, dan is deze regeling onverkort van toepassing, tenzij in de overeenkomst(en) die aan deze afstudeerrichting(en) ten grondslag lig(t)(en)anders is bepaald. 5. Indien van toepassing, een Associate-degreeprogramma is een onderdeel van de bachelor opleiding. Artikel 3
Vaststelling en looptijd van de regeling
1. Deze Onderwijs- en examenregeling wordt, gehoord de centrale medezeggenschapsraad conform artikel 10.20 WHW, vastgesteld door het College van Bestuur. 2. De opleidingscommissie wordt jaarlijks tijdig in de gelegenheid gesteld deze regeling te beoordelen en daarover advies uit brengen aan de Head of School. De opleidingscommissie zendt een afschrift van dit advies aan de School-, Dienstenmedezeggenschapsraad (SMR en DMR). 3. De regeling geldt voor de duur van een studiejaar. Gedurende het studiejaar kan de regeling niet worden gewijzigd, tenzij dit als gevolg van overmacht noodzakelijk is en studenten daar niet onevenredig door worden benadeeld. Een tussentijdse wijziging behoeft de voorafgaande instemming van de Head of School; de bepalingen in dit artikel zijn alsdan van overeenkomstige toepassing.
6
Aanmelding, studiekeuzeactiviteiten en studiekeuzeadvies1
1 WHW:
7.31a, 7.31b, 7.31c, 7.31d, 7.31e
Artikel 1
Aanmelding uiterlijk op 1 mei
1. Uiterlijk op 1 mei voorafgaand aan het desbetreffende studiejaar meldt degene die zich als student wil inschrijven voor een bepaalde propedeutische fase van een bacheloropleiding aan een bepaalde instelling of, indien die fase niet is ingesteld, de eerste periode in een bacheloropleiding met een studielast van 60 studiepunten, zich aan bij Onze minister, met inachtneming van artikel 4 en overeenkomstig bij ministeriële regeling vast te stellen regels van procedurele aard. 2. De aanmelding geschiedt onder vermelding van de instelling waarbij en de bacheloropleiding waarvoor de aspirant-student zich wil inschrijven. 3. Indien de aspirant-student zich voorafgaand aan het desbetreffende studiejaar voor meer dan een bacheloropleiding wil aanmelden, geldt de verplichting, bedoeld in het eerste lid, voor één bacheloropleiding. 4. Onze minister levert de aanmeldingsgegevens aan de instelling of instellingen waarvoor de aspirant-student zich heeft aangemeld. 5. Dit artikel is niet toepassing op een student die zich na 1 mei aanmeldt bij een andere bacheloropleiding dan die waarbij hij oorspronkelijk was ingeschreven maar kan aantonen dat de nieuwe aanmelding het gevolg is van een beëindiging van de inschrijving op grond van art. 7.8b lid 5 WHW, op een zodanig tijdstip dat hij zich niet kon aanmelden voor 1 mei, voorafgaand aan het studiejaar waarvoor hij zich wenst in te schrijven. Artikel 2
1
Rechten en verplichtingen bij aanmelding uiterlijk op 1 mei
1.
Indien de aspirant-student zich uiterlijk op 1 mei voor één of meer bacheloropleidingen heeft aangemeld op de wijze, bedoeld in artikel 1 eerste lid, heeft hij het recht deel te nemen aan door de instelling met betrekking tot de desbetreffende bacheloropleidingen te organiseren studiekeuzeactiviteiten. Het College van Bestuur kan besluiten dat de aspirant-student verplicht is deel te nemen aan de studiekeuzeactiviteiten.
2.
Het College van Bestuur brengt ten aanzien van elke student die zich heeft aangemeld en die heeft deelgenomen aan de studiekeuzeactiviteiten, een studiekeuzeadvies uit. Bij ministeriële regeling kan een maximum aantal studiekeuzeadviezen worden vastgesteld waarop de aspirant-student recht heeft.
3.
Indien toepassing is gegeven aan de tweede volzin van het eerste lid en de aspirant-student zonder geldige reden niet deelneemt aan de studiekeuzeactiviteiten, bedoeld in dat lid, kan het College van Bestuur besluiten de inschrijving van de aspirant-student te weigeren.
4.
Het College van Bestuur stelt ter uitvoering van dit artikel nadere regels vast die in elk geval betrekking hebben op de aard en de inhoud van de studiekeuzeactiviteiten voor de instelling of per opleiding, de termijn waarbinnen de studiekeuzeactiviteiten plaatsvinden, de termijn waarbinnen en de wijze waarop
Wetsvoorstel Kwaliteit in Verscheidenheid Hoger Onderwijs
7
het studiekeuzeadvies wordt uitgebracht, de gevolgen van het zonder geldige reden van verhindering niet deelnemen aan studiekeuzeactiviteiten en de geldige redenen van verhindering voor het deelnemen aan die activiteiten. Bij het vaststellen van de nadere regels treft het College van Bestuur voor aspirantstudenten afkomstig uit de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba onderscheidenlijk Aruba, Curaçao en Sint Maarten zodanige voorzieningen dat zij kunnen deelnemen aan de studiekeuzeactiviteiten zonder dat hun fysieke aanwezigheid op de instelling vereist is. 5.
Dit artikel is niet van toepassing op: a. de inschrijving voor een bacheloropleiding waarvoor een selectieprocedure is ingesteld en, b. degene die op grond van artikel 7.28 WHW vanwege het bezit van een buiten Nederland behaald diploma, is vrijgesteld van de diploma-eisen, bedoeld in de artikelen 7.24 WHW, eerste en tweede lid.
Artikel 3
Aanmelding na 1 mei voor een andere bacheloropleiding
1. Indien de aspirant-student heeft voldaan aan de verplichting, bedoeld in artikel 1, eerste lid, en zich na 1 mei voor een andere bacheloropleiding dan de bacheloropleiding, bedoeld in genoemde bepaling, aanmeldt, kan het College van Bestuur besluiten dat de aspirant-student verplicht is deel te nemen aan de studiekeuzeactiviteiten, bedoeld in artikel 2, eerste lid behorend bij die andere bacheloropleiding. 2. Dit artikel is van overeenkomstige toepassing op de student, bedoeld in artikel 1 vijfde lid. Artikel 4 Aanmelding na 1 mei voor de eerste keer 1. Indien de aspirant-studenten niet heeft voldaan aan de verplichting, bedoeld in artikel 1, eerste lid, en zich na 1 mei voor een bacheloropleiding aanmeldt, kan het College van Bestuur besluiten dat: a. a. hij de aspirant-student de inschrijving voor de desbetreffende bacheloropleiding weigert, of b. b. de aspirant-student verplicht is deel te nemen aan de studiekeuzeactiviteiten, bedoeld in artikel 2, eerste lid. 2.
Met betrekking tot het eerste lid, aanhef en onderdeel b, is artikel 2, tweede lid, van toepassing. Indien het College van Bestuur een negatief studiekeuzeadvies heeft uitgebracht, kan hij besluiten dat hij de aspirant-student de inschrijving voor de desbetreffende bacheloropleiding weigert. Met betrekking tot dit artikel is voorts artikel 2, derde, vierde en vijfde lid, van overeenkomstige toepassing.
3.
Dit artikel is niet van toepassing op de student, bedoeld in artikel 1 lid 5.
Artikel 5 Te verstrekken persoonsgebonden nummer bij aanmelding 1. Bij de aanmelding, bedoeld in deze paragraaf, legt de aspirant-student mede zijn persoonsgebonden nummer over. Indien de student aannemelijk maakt dat hij geen persoonsgebonden nummer kan overleggen, vindt de aanmelding plaats met inachtneming van het derde lid. 2. Het persoonsgebonden nummer wordt overgelegd door middel van een van overheidswege verstrekt document, waarop tevens de gegevens over de geslachtsnaam, de voorletters, de geboortedatum en het geslacht van de 8
aspirant-student zijn vermeld. 3. Indien de aspirant-student aannemelijk maakt dat hij geen persoonsgebonden nummer kan overleggen, verstrekt Onze minister binnen acht weken na ontvangst van de aanmelding aan hem zijn onderwijsnummer. Het onderwijsnummer is een door Onze minister uitgegeven en aan de aspirant-student toegekend persoonsgebonden nummer. 4. Onze minister verstrekt binnen acht weken na ontvangst van de aanmelding aan het College van Bestuur van de instelling waaraan de aspirant-student zich wil inschrijven, het persoonsgebonden nummer van de aspirant-student en de gegevens, bedoeld in artikel 7.52, tweede lid, voorzover die door de aspirantstudent zijn verstrekt.
9
2
Toelating tot de opleiding
WHW:
7.8a, 7.24, 7.25, 7.26, 7.27, 7.28, 7.29.
Artikel 1
Vooropleidingseisen voor opleidingen
1. Voor de inschrijving voor een opleiding in het hoger onderwijs geldt als vooropleidingseis het bezit van een diploma voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (vwo) of hoger algemeen voortgezet onderwijs (havo) of een diploma van een middenkaderopleiding of van een specialistenopleiding als bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB) (mboniveau 4). Met een diploma bedoeld in de eerste volzin wordt voor de toepassing van dit lid gelijkgesteld het diploma van de bij ministeriële regeling aangewezen vakopleidingen, bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, onder c, van de WEB. Artikel 2
Nadere vooropleidingseisen voor opleidingen
1. De volgende diploma's van middelbaar beroepsonderwijs (mbo niveau 4), hoger algemeen voortgezet onderwijs (havo) en voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (vwo) geven rechtstreeks toegang tot de opleiding, waarbij op grond van een ministeriële regeling eisen aan het vakkenpakket kunnen worden gesteld: a. mbo-diploma niveau 4 [mits….. conform Ministeriële regeling 2]; b. havo-diploma, profiel natuur en techniek, mits economie of management & organisatie in het vakkenpakket; c. havo-diploma, profiel natuur en gezondheid, mits economie of management & organisatie in het vakkenpakket; d. havo-diploma, profiel economie en maatschappij, geen eisen aan het vakkenpakket; e. havo-diploma, profiel cultuur en maatschappij, mits (economie of management & organisatie) + (wiskunde A of wiskunde B) in het vakkenpakket; f. vwo-diploma, profiel natuur en techniek, mits economie of management & organisatie in het vakkenpakket; g. vwo-diploma, profiel natuur en gezondheid, mits economie of management & organisatie in het vakkenpakket; h. vwo-diploma, profiel economie en maatschappij, geen eisen aan het vakkenpakket; i. vwo-diploma, profiel cultuur en maatschappij, mits economie of management & organisatie in het vakkenpakket. De diploma’s vermeld onder de letters b tot en met i hebben betrekking op profielen havo/vwo die gelden vanaf 1 augustus 2007. j. havo-diploma, profiel natuur en techniek, mits economie 1 in het vakkenpakket; k. havo-diploma, profiel natuur en gezondheid, mits economie 1 het vakkenpakket; l. havo-diploma, profiel economie en maatschappij, geen eisen aan het vakkenpakket; m. havo-diploma, profiel cultuur en maatschappij, geen eisen aan het vakkenpakket; n. vwo-diploma, profiel natuur en techniek, geen eisen aan het vakkenpakket; o. vwo-diploma, profiel natuur en gezondheid, mits economie 1 in het vakkenpakket; p. vwo-diploma, profiel economie en maatschappij geen eisen aan het vakkenpakket; q. vwo-diploma, profiel cultuur en maatschappij, mits economie 1 in het vakkenpakket. De diploma’s vermeld onder de letters j tot en met q hebben betrekking op 2
Wetsvoorstel Kwaliteit in Verscheidenheid Hoger Onderwijs
10
profielen havo/vwo die tot 1 augustus 2007 werden gehanteerd. Artikel 3
Aanvullend onderzoek ex. art. 7.25 lid 4 WHW
1. Het College van Bestuur kan bepalen dat de bezitter van een diploma genoemd in artikel 1, die niet voldoet aan de in dit artikel 2 genoemde voorwaarden, toch wordt ingeschreven, onder de voorwaarde dat blijkens een onderzoek wordt voldaan aan inhoudelijk daarmee vergelijkbare eisen. Aan deze eisen moet zijn voldaan voor de aanvang van de opleiding. 2. In geval van een aanvullend onderzoek wordt de kennis van de vereiste vakken dan wel het vereiste niveau, genoemd in artikel 2, getoetst. Artikel 4
Aanvullende eisen (DIT ARTIKEL IS NIET VAN TOEPASSING)
1. Indien de uitoefening van het beroep of de beroepen waarop een opleiding voorbereidt, dan wel de organisatie en de inrichting van het onderwijs, specifieke eisen stelt ten aanzien van kennis of vaardigheden die niet of niet in voldoende mate onderdeel zijn van het voortgezet onderwijs of van het beroepsonderwijs, bedoeld in de Wet voortgezet onderwijs, onderscheidenlijk specifieke eisen stelt ten aanzien van de eigenschappen van de student, kunnen bij ministeriële regeling in verband daarmee eisen worden gesteld in aanvulling op de eisen, bedoeld in artikel 1 en 2. Daarbij geldt dat het moet gaan om een combinatie van ten minste twee soorten toelatingseisen, waarbij een rechtstreeks verband moet bestaan tussen de selectiecriteria en het opleidings- of beroepsprofiel3. 2. Bij algemene maatregel van bestuur wordt vastgesteld ten aanzien van welke opleidingen het eerste lid toepassing kan vinden, alsmede op welke kostensoorten het betrekking heeft en welke bedragen ten hoogste kunnen worden gevorderd. 4 Artikel 5
Toelating tot versneld traject gericht op studenten met een vwodiploma5
1. Het College van Bestuur kan binnen de opleiding een versneld traject aanbieden dat toegankelijk is voor een aspirant-student in bezit van een diploma voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (vwo) dan wel op grond van art. 7.28 tweede lid WHW, bij ministeriële regeling als tenminste gelijkwaardig aangemerkt onderscheidenlijk naar het oordeel van het College van Bestuur daaraan tenminste gelijkwaardig diploma. 2. Een aspirant-student die aan de in het eerste lid bedoelde voorwaarden en overige voorwaarden voor inschrijving voldoet, wordt voor een versneld traject ingeschreven indien hij daarom verzoekt. 3. Het College van Bestuur kan besluiten ook een andere aspirant-student dan degene, bedoeld in het eerste lid, tot het versnelde traject toe te laten indien hij naar het oordeel van het College van Bestuur blijk heeft gegeven van geschiktheid voor dat traject. Artikel 6
Toelating tot speciaal traject als bedoeld in art. 7.9b WHW6
[indien de opleiding geen speciale trajecten kent, tekst van dit artikel vervangen door Niet 3 4 5
6
Wetsvoorstel Kwaliteit in Verscheidenheid Hoger Onderwijs Wetsvoorstel Kwaliteit in Verscheidenheid Hoger Onderwijs Wetsvoorstel Kwaliteit in Verscheidenheid Hoger Onderwijs Wetsvoorstel Kwaliteit in Verscheidenheid Hoger Onderwijs
11
van toepassing.] 1. Indien het College van Bestuur binnen een opleiding een speciaal traject aanbiedt dat gericht is op het behalen van een hoger kennisniveau van studenten, kan selectie worden toegepast. 2. Het College van Bestuur stelt regels vast met betrekking tot de selectie, bedoeld in het eerste lid. Het betreft de volgende regels: [invullen regels waaronder in ieder geval: * cognitieve en non-cognitieve criteria; * relatie selectiecriteria en opleidingsprofiel; * gemotiveerd toelaten of afwijzen.] Artikel 7
Colloquium doctum (toelatingsonderzoek 21 jaar en ouder)
1. Het College van Bestuur kan personen van eenentwintig jaar en ouder die niet voldoen aan de vooropleidingseisen genoemd in artikel 1, noch daarvan krachtens art. 7.28 WHW zijn vrijgesteld, van die vooropleidingseis vrijstellen, indien zij bij een onderzoek door een door het College van Bestuur in te stellen commissie hebben blijk gegeven van geschiktheid voor het desbetreffende onderwijs en van voldoende beheersing van de Nederlandse taal voor het met vrucht kunnen volgen van het onderwijs. 2. De bij het onderzoek te stellen eisen worden opgenomen in de onderwijs- en examenregeling (OER) van de opleiding. Voorafgaand aan het Algemene Toelatingsonderzoek vindt er een intakegesprek plaats tussen studieloopbaanbegeleider of teamleider en de aspirant-student. In dit gesprek wordt vastgesteld of de aspirant-student de juiste motivatie heeft om de opleiding te volgen en beschikt over kennis van economie, management & organisatie op havo-niveau, cf. de geldende nadere vooropleidingseisen. Naar aanleiding van de bevindingen in deze intake wordt aan de aspirant-student een advies verstrekt om zich wel of niet aan te melden voor het Algemene Toelatingsonderzoek 21 jaar en ouder. Een positief advies op het intakegesprek gecombineerd met een positief afgerond Algemene Toelatingsonderzoek 21 jaar en ouder leidt tot besluit dat de aspirantstudent toelaatbaar is voor de opleiding. 3. Het College van Bestuur kan ten aanzien van een bezitter van een buiten Nederland afgegeven diploma dat in het eigen land toegang geeft tot een opleiding aan een instelling voor het hoger onderwijs, afwijken van de in lid 1 genoemde leeftijdsgrens. Van die leeftijdsgrens kan het College van Bestuur ook afwijken, indien in bijzondere gevallen geen diploma kan worden overlegd. Artikel 8
Eisen werkkring voor de deeltijdopleidingen (DIT ARTIKEL IS NIET VAN TOEPASSING)
1. Het College van Bestuur kan met het oog op de inschrijving voor een deeltijdse opleiding eisen omtrent het verrichten van werkzaamheden tijdens het volgen van de opleiding stellen. 2. In het geval het College van Bestuur werkzaamheden aanmerkt als onderwijseenheden, kunnen er eisen gesteld worden aan de werkzaamheden. Artikel 9
Toelating duaal onderwijs, eisen werkkring
1. Extraneï worden niet toegelaten tot een duale opleiding. 2. De beroepsuitoefening van een duale opleiding vindt plaats op basis van een 12
overeenkomst, namens de instelling gesloten door de opleiding, de student en het bedrijf of de organisatie waar het beroep in de praktijk wordt uitgeoefend. 3. De overeenkomst als bedoeld in het tweede lid omvat tenminste bepalingen over: de duur van de overeenkomst en de tijdsduur van de periode of perioden van de beroepsuitoefening, de begeleiding van de student, het deel van de kwaliteiten op het gebied van kennis, inzicht en vaardigheden die een student bij beëindiging van de opleiding moet hebben verworven en die tijdens de beroepsuitoefening dienen te worden gerealiseerd, alsmede de beoordeling daarvan, en de gevallen waarin en de wijze waarop de overeenkomst voortijdig kan worden ontbonden. 4. Degene die tot een duale opleiding wenst te worden toegelaten dient op het moment van toelating, dan wel uiterlijk zes maanden nadien te beschikken over een overeenkomst als bedoeld in het tweede lid. Wordt niet voldaan aan de eis als bedoeld in de vorige volzin, dan wordt betrokkene geacht niet te voldoen aan de voorwaarden om aan de duale opleiding deel te nemen. Dit betekent dat de Examencommissie alsdan kan besluiten de student de toegang tot de duale opleiding te ontzeggen. Over een besluit als bedoeld in de vorige volzin wordt de student schriftelijk geïnformeerd. 5. Wordt een overeenkomst als bedoeld in het tweede lid voortijdig beëindigd als gevolg van toerekenbaar verzuim van de student, dan wordt de student voor een periode van maximaal zes maanden in de gelegenheid gesteld een nieuwe overeenkomst te sluiten als bedoeld in het tweede lid. Lukt dit niet, dan wordt de student geacht niet meer te voldoen aan de voorwaarden om aan de duale opleiding deel te nemen. Dit betekent dat de Examencommissie alsdan kan besluiten de student de toegang tot dit onderwijs te ontzeggen. Over een besluit als bedoeld in de vorige volzin wordt de student schriftelijk geïnformeerd. Artikel 10
Vrijstelling van vooropleidingseisen op grond van andere diploma’s ex. art. 7.28 WHW
1. Degene aan wie een graad (bachelor of master) is verleend, en de bezitter van een met goed gevolg afgelegd propedeutisch examen aan een instelling voor hoger onderwijs zijn vrijgesteld van de in artikel 1 bedoelde vooropleidingseisen, onverminderd het vierde en vijfde lid van dit artikel. 2. Van de vooropleidingseisen is eveneens vrijgesteld degene die toegang heeft tot het wetenschappelijk onderwijs of het hoger beroepsonderwijs in het land van een verdragspartij die het Verdrag inzake de erkenning van kwalificaties betreffende hoger onderwijs in de Europese regio (Trb. 2002, 137) heeft geratificeerd, onverminderd de bevoegdheid van het College van Bestuur om op grond van artikel IV.1 van het genoemde verdrag een aanzienlijk verschil aan te tonen
13
tussen de algemene eisen betreffende de toegang op het grondgebied van het bedoelde land waar de kwalificatie werd behaald en de algemene eisen bij of krachtens deze wet. 3. Het College van Bestuur, na advies van de Examencommissie, verleent vrijstelling van de in artikel 1 bedoelde vooropleidingseis aan de bezitter van een al dan niet in Nederland afgegeven diploma dat bij ministeriële regeling is aangemerkt als tenminste gelijkwaardig aan het in het desbetreffende lid bedoelde diploma, onverminderd het derde en vierde lid. Het College van Bestuur kan vrijstelling verlenen aan de bezitter van een al dan niet in Nederland afgegeven diploma dat niet in de in de eerste volzin genoemde ministeriële regeling is opgenomen, indien dat diploma naar het oordeel van het College van Bestuur, na advies van de Examencommissie tenminste gelijkwaardig is aan het bepaalde in artikel 1. Indien het een buiten Nederland afgegeven diploma betreft, kan het College van Bestuur bepalen dat geen examens of onderdelen daarvan worden afgelegd dan nadat ten genoegen van de desbetreffende Examencommissie het bewijs is geleverd van voldoende beheersing van de Nederlandse taal voor het met vrucht kunnen volgen van het onderwijs. Het College van Bestuur kan, na advies van de Examencommissie tevens bepalen dat betrokkene niet wordt ingeschreven zolang het in de voorgaande volzin bedoelde bewijs niet is geleverd. 4. Indien bij ministeriële regeling nadere vooropleidingseisen als bedoeld in artikel 7.25 WHW en opgenomen in artikel 2, zijn vastgesteld kan de bezitter van een diploma geen examens afleggen voordat hij op een door het College van Bestuur te bepalen wijze op grond van een aanvullend onderzoek heeft aangetoond te beschikken over de kennis en vaardigheden waarop de eisen, bedoeld in artikel 2 betrekking hebben. 5. Het College van Bestuur kan bepalen dat de bezitter van een diploma als bedoeld in art. 1 niet kan worden ingeschreven indien dat bestuur van oordeel is dat de nadere vooropleidingseisen, bedoeld in artikel 2 van dien aard zijn dat redelijkerwijs verwacht kan worden dat niet tijdens het eerste jaar van inschrijving voor de opleiding op grond van een aanvullend onderzoek als bedoeld in het vierde lid aangetoond kan worden dat betrokkene beschikt over de kennis en vaardigheden waarop die eisen betrekking hebben. Het College van Bestuur bepaalt op welke wijze betrokkene op grond van een aanvullend onderzoek met het oog op de inschrijving vrijgesteld kan worden van die eisen. 6. De bij het onderzoek, bedoeld in de leden 4 en 5, te stellen eisen zijn opgenomen in art. 9. Artikel 11
Aanvullend onderzoek ex. art. 7.28 lid 3 en 4 WHW
1. Indien de aspirant-student beschikt over een propedeutisch getuigschrift (hbo of wo), een hbo-getuigschrift of een wo-getuigschrift, maar niet voldoet aan de nadere vooropleidingseisen, genoemd in artikel 2, wordt in het aanvullend onderzoek de kennis van de vereiste vakken dan wel het vereiste niveau, genoemd in artikel 2, getoetst. 2. Indien een aspirant-student beschikt over een buitenlands diploma dat gelijkwaardig is aan een havo, vwo-diploma maar niet voldoet aan de nadere vooropleidingseisen, genoemd in artikel 2, wordt in het aanvullend onderzoek de kennis van de vereiste vakken dan wel het vereiste niveau, genoemd in artikel 2, getoetst en worden er ten aanzien van de beheersing van de Nederlandse taal of Engelse taal eisen gesteld.
14
3. Indien een aspirant-student als bedoeld in lid 2 zich wil inschrijven voor een Nederlandstalige opleiding moet het diploma NT2-tweede niveau aantoonbaar zijn behaald. In afwijking hierop kan voor een aspirant-student met een Duits gelijkwaardig diploma van deze eis worden afgeweken. De aspirant-student heeft de Stenden cursus Nederlands met goed gevolg afgelegd. De cursus kent een omvang van 6 EC. In de afsluitende toets wordt de mondelinge en schriftelijke kennis van het Nederlands op het niveau NT2-niveau getoetst. De toets moet tenminste met het cijfer 5,5 zijn afgerond. De cursus leidt tot een Stenden certificaat. 4. Indien de aspirant-student als bedoeld in lid 2 zich wil inschrijven voor een Engelstalige opleiding moet de aspirant-student aantoonbaar hebben voldaan aan een IELTS score zes. Onder een - met een IELTS-test score 6.0 te vergelijken - test wordt verstaan: a. TOEFL10 Paper: 550; b. TOEFL Computer: 213; c. TOEFL Internet: 80: d. TOEIC11: 670; e. Cambridge ESOL12: CAE – C. Artikel 12
Toelating tot de post-propedeutische fase
Een student kan op verschillende manieren rechtstreeks toegang krijgen tot de post- propedeutische fase van een opleiding: 1. Voor de inschrijving voor een opleiding na het propedeutisch examen geldt als eis het bezit van een getuigschrift van het met goed gevolg afgelegde propedeutisch examen van die opleiding. 2. Het College van Bestuur kan vrijstelling verlenen van de in het eerste lid bedoelde eis aan de bezitter van een al dan niet in Nederland afgegeven diploma, indien dat diploma naar het oordeel van het College van Bestuur ten minste gelijkwaardig is aan het in het eerste lid bedoelde getuigschrift. Indien het een buiten Nederland afgegeven diploma betreft, kan het College van Bestuur daarbij bepalen dat geen examens of onderdelen daarvan worden afgelegd dan nadat ten genoegen van de desbetreffende Examencommissie het bewijs is geleverd van voldoende beheersing van de Nederlandse taal voor het met vrucht kunnen volgen van het onderwijs. 3. De Examencommissie kan, in afwijking van het eerste lid, aan degene die is ingeschreven, op zijn verzoek, reeds de toegang tot het afleggen van een of meer onderdelen van het afsluitend examen verlenen voordat hij het propedeutisch examen van de desbetreffende opleiding met goed gevolg heeft afgelegd. Een aspirant-student is alleen toelaatbaar met een elders in Nederland behaald propedeutisch getuigschrift Logistiek en Economie in combinatie met een intakegesprek waarin de betreffende curricula worden vergeleken en wordt geconstateerd dat de competenties Logistiek en Economie uit de propedeuse op het juiste niveau aanwezig zijn. Deze curriculumvergelijking leidt tot een dringend studieadvies. Artikel 13
7
Doorstroom Associate degree7
Wetsvoorstel Kwaliteit in Verscheidenheid Hoger Onderwijs
15
1. Een student aan wie een graad als bedoeld in art. 7.10b lid 1 WHW is verleend, heeft het recht zijn bacheloropleiding in het hoger beroepsonderwijs te vervolgen. Het College van Bestuur kan daarbij voorschrijven welke onderwijseenheden binnen de bacheloropleiding nog moeten worden gevolgd. Artikel 14
Rechtsbescherming
1. Een (aspirant) student kan binnen zes weken na dagtekening tegen besluiten over de toelating via
[email protected] bezwaar maken bij het College van Bestuur (hyperlink). Alvorens te beslissen wint het College van Bestuur advies in bij de Geschillen- en Klachtenadviescommissie. 2. Tegen een beslissing op bezwaar staat beroep open bij het College van Beroep voor het Hoger Onderwijs in Den Haag.
16
3
Onderwijsprogramma
WHW: Artikel 1
6.13, 7.2, 7.4, 7.4b, 7.7, 7.8, 7.8a, 7.8b, 7.9, 7.9b, 7.11, 7,13, 7.14. Beoordeling Onderwijs- en examenregeling
1. Het College van Bestuur draagt zorg voor een regelmatige beoordeling van de Onderwijs- en Examenregeling (OER) en weegt daarbij, ten behoeve van de bewaking en zo nodig bijstelling van de studielast, het tijdsbeslag dat daaruit voor de studenten voortvloeit. Artikel 2
Doelstelling van de opleiding
1. Met de opleiding wordt beoogd de student zodanige kennis, houding en vaardigheden bij te brengen op het terrein van Logistiek en Economie, zodat deze bij het voltooien van de opleiding in staat is tot de professionele uitvoering van taken op dat gebied en tevens in aanmerking komt voor een eventuele voortgezette opleiding. Na voltooiing van de opleiding moet de student als beroepsbeoefenaar zelfstandig en met kritische instelling kunnen werken en beschikt de student over de competenties op hbo-niveau zoals vermeld in bijlage A. Artikel 3
Inrichting en studielast van de opleiding
1. De opleiding heeft een studielast van 240 studiepunten, waarvan 60 studiepunten behoren tot de propedeutische fase en 180 studiepunten behoren tot de postpropedeutische fase. 2. In afwijking van het eerste lid bedraagt de studielast voor een studiejaar van een versneld traject, bedoeld in art. 7.9a WHW, gemiddeld 80 studiepunten. Het College van Bestuur bepaalt de jaarlijkse studielast van deeltijdopleidingen 8. 3. De opleiding is voltijds en duaal ingericht en wordt verzorgd door de School of Business. 4. De voltijdsopleiding kent geen afstudeerrichting(en). De voltijdsopleiding kent geen Associate-degreeprogramma. 5. De afstudeerrichting [Naam afstudeerrichting invullen] is [kies alternatief] voltijds [of] deeltijds ingericht. De afstudeerrichting kent een studielast van [aantal studiepunten invullen] studiepunten. DIT ARTIKELLID IS NIET VAN TOEPASSING 6. Het Associate-degreeprogramma kent een studielast van [aantal studiepunten (tenminste 120) invullen] studiepunten]. DIT ARTIKELLID IS NIET VAN TOEPASSING 7. De student aan wie de graad Associate Degree is verleend en die de bacheloropleiding vervolgt, dient de door het College van Bestuur voorgeschreven onderwijseenheden binnen de bacheloropleiding te volgen. De student dient hierover in overleg te treden met de desbetreffende Examencommissie9.
8
9
Wetsvoorstel Kwaliteit in Verscheidenheid Hoger Onderwijs Wetsvoorstel Kwaliteit in Verscheidenheid Hoger Onderwijs
17
8. [Indien opleiding voltijds en/of deeltijds is ingericht: n.v.t. Indien opleiding duaal is ingericht:] Voor studenten die de opleiding in duale vorm volgen, worden de perioden waarin werkzaamheden in de beroepspraktijk worden verricht, aangemerkt als een onderwijseenheid, voor zover deze werkzaamheden onder begeleiding van de opleiding plaatsvinden. Aan deze werkzaamheden worden de volgende eisen gesteld: a. de tijdsduur van de perioden in de beroepspraktijk bedraagt 84 weken; b. de studielast van de perioden in de beroepspraktijk bedraagt 72 studiepunten; c. een zodanige inrichting van elke periode dat de student in staat wordt gesteld de competenties te ontwikkelen tot het niveau dat voor die periode is genoemd in de overeenkomst tussen instelling, student en bedrijf; d. onderwijseenheden die in de beroepspraktijk worden uitgevoerd, worden afgesloten met een tentamen. Artikel 4
Voertaal in het onderwijs
1. Het onderwijs in de opleiding wordt gegeven in het Nederlands en Engels, tenzij: a. het onderwijs betreft dat betrekking heeft op een andere taal; b. het onderwijs betreft dat in het kader van een gastcollege gegeven wordt door een anderstalige gastdocent; c. de specifieke aard, de inrichting of de kwaliteit van het onderwijs, dan wel de herkomst van de studenten noodzaakt een andere taal te gebruiken. Het College van Bestuur heeft hiertoe een Gedragscode voor het gebruik van andere talen dan het Nederlands in het onderwijs, vastgesteld. 2. In een opleiding die in het Nederlands wordt aangeboden kan gebruik gemaakt worden van anderstalige literatuur. Artikel 5
Voorzieningen voor student met functiebeperking
1. De Head of School biedt aan studenten met een functiebeperking een onderwijsomgeving aan die zo veel als mogelijk gelijkwaardig is aan die van studenten zonder functiebeperking en die gelijkwaardige kansen op studiesucces biedt. De Regeling Studie & Handicap voorziet in de benodigde en afgesproken facilitering van betrokkene. Artikel 6
Samenstelling van de propedeutische fase
1. De propedeutische fase heeft drie doelstellingen: a. oriëntatie; b. verwijzing; c. selectie. 2. De propedeutische fase van de opleiding omvat de onderwijseenheden zoals beschreven in bijlage B, met de daarbij vermelde studielast (totaal 60 studiepunten). Artikel 7
Samenstelling van de postpropedeutische fase
1. De postpropedeutische fase van de opleiding - alsmede de daarmee verbonden afstudeerrichting(en- omvat de onderwijseenheden zoals beschreven in bijlage C, met de daarbij vermelde studielast (totaal 180 studiepunten). Artikel 8
Samenstelling Associate-degreeprogramma (DIT ARTIKEL IS NIET VAN TOEPASSING) 18
1. Het Associate-degreeprogramma als bedoeld in artikel 2 lid 5 omvat de onderwijseenheden zoals beschreven in de betreffende bijlage met de daarbij vermelde studielast. Artikel 9
Minor
1. Het minorprogramma heeft een omvang van 30 studiepunten en maakt deel uit van de postpropedeutische fase. 2. De minor die een student volgt, is gerelateerd aan de ambities van de student en heeft een duidelijke relatie met de eindcompetenties van de opleiding. De minor dient een aanvulling te zijn op overige onderdelen van de opleiding die de student volgt. 3. De Examencommissie van de School die de minor heeft ontwikkeld, is verantwoordelijk voor de inhoud van de minor en draagt er zorg voor dat de minor ten minste voldoet aan de eisen gesteld in het volgende lid. 4. De door de instelling aangeboden minoren worden voor het begin van het opleidingsjaar geplaatst op de voor alle studenten toegankelijke website. Op de website wordt tenminste vermeld: a. welke minoren binnen de instelling worden aangeboden; b. of het aanbieden van de minor wel of niet gebonden is aan een minimum aantal deelnemers; c. welke procedure wordt gehanteerd voor het inschrijven op een minor; d. welke toelatingseisen voor een minor van toepassing zijn; e. welke school verantwoordelijk is voor de inhoud van de minor en wie de verantwoordelijke is binnen het school; f. uit welke onderdelen de minor bestaat, met inbegrip van het aantal studiepunten en de wijze van toetsing en herkansing van elk onderdeel. 5. Gedurende het opleidingsjaar kan de inhoud van een minor niet worden gewijzigd. Het bepaalde in artikel 1.3, lid 5 is van overeenkomstige toepassing. In afwijking van het bepaalde in de vorige volzin kan een aangeboden minor niet worden verzorgd, ingeval van onvoldoende belangstelling, mits op de website als bedoeld in het vierde lid is aangegeven dat voor het verzorgen van een minor een minimaal aantal deelnemers is vereist. Een minor kan pas worden gevolgd als het propedeutisch examen en tenminste 50 studiepunten zijn behaald. 6. Ongeacht het voorgaande behoeft de toelating van een student tot een minor de goedkeuring van de Examencommissie van de opleiding die de student volgt. De Examencommissie kan ervoor kiezen een lijst te publiceren van minoren die studenten mogen volgen zonder persoonlijk toestemming te hoeven vragen. 7. Buiten de door de instelling aangeboden minoren kunnen studenten minoren volgen via www.kiesopmaat.nl. De toelating van een student tot een minor via deze route behoeft goedkeuring van de Examencommissie van de opleiding waar de student ingeschreven is.
Bijlage: Gedragscode voor het gebruik van andere talen dan het Nederlands in het onderwijs. Regeling Studie & Handicap.
19
4
Examens en getuigschriften
WHW: Artikel 1
7.10, 7.10a, 7.11, 7.12c, 7.19a, 7.33 De examens van de opleiding
1. In de opleiding wordt de propedeutische fase afgesloten met een examen en de postpropedeutische fase met een afsluitend examen. Is aan de opleiding een Associate-degreeprogramma verbonden dan wordt ook dat programma afgesloten met een examen. 2. De examens als bedoeld in het eerste lid zijn behaald, indien alle onderwijseenheden van de betreffende fase dan wel programma met goed gevolg (examen en beoordeling tezamen) zijn afgelegd, dan wel daarvoor vrijstelling is verkregen. 3. Het afsluitend examen in de postpropedeutische fase kan niet eerder worden behaald dan nadat het propedeutisch examen is behaald, dan wel vrijstelling is verleend voor het afleggen daarvan. 4. De Examencommissie stelt de uitslag vast van de examens bedoeld in het eerste lid, nadat zij heeft onderzocht of de student aan alle voor het betreffende examen geldende verplichtingen heeft voldaan. 5. De Examencommissie reikt een getuigschrift uit aan de student die een examen heeft behaald en ook verder voldoet aan de wettelijke vereisten. Per opleiding wordt één getuigschrift uitgereikt. Geen propedeuse getuigschrift wordt uitgereikt aan degene die van de Examencommissie vrijstelling heeft verkregen om deze fase van de opleiding te volgen. 6. Het examen dat met goed gevolg is afgelegd en de met het oog daarop vervaardigde werkstukken worden door het College van Bestuur gedurende een periode van ten minste zeven jaar bewaard.10 Artikel 2
Toekenning graden
1. De Examencommissie verleent namens het College van Bestuur de graad Bachelor Business Administration, indien het afsluitend examen in de postpropedeutische fase met goed gevolg is behaald. 2. In geval van onderwijs in het buitenland is de notitie “Gedragslijn Nederlands Onderwijs in het buitenland” van de Minister van OCW van toepassing. 3. De Examencommissie verleent namens het College van Bestuur de graad afgesproken aanduiding van de graad invullen, aan degene die met goed gevolg het examen heeft afgelegd van een Associate-degreeprogramma. DIT ARTIKELLID IS NIET VAN TOEPASSING. Artikel 3
Getuigschriften
1. Het College van Bestuur hanteert het model van de getuigschriften en stelt de hierna genoemde bijlagen vast met inachtneming van artikel 7.11 WHW. In ieder geval wordt vermeld:
10
Wetsvoorstel Versterking Kwaliteitswaarborgen Hoger Onderwijs, art. 7.3 WHW.
20
a. de naam van de opleiding en de instelling die de opleiding verzorgt, zoals die worden vermeld in het Centraal Register Opleidingen Hoger Onderwijs (CROHO); b. welke onderwijseenheden het examen omvatte; c. in voorkomende gevallen welke minor is behaald; d. in voorkomende gevallen welke bevoegdheid met betrekking tot de uitoefening van een beroep aan het getuigschrift is verbonden; e. welke graad door het College van Bestuur is verleend; f. op welk tijdstip de opleiding voor het laatst is geaccrediteerd dan wel de toets nieuwe opleiding met goed gevolg heeft ondergaan; 2. De onderwijseenheden van het examen en de behaalde minor worden benoemd in een gewaarmerkte bijlage, waarbij tevens per onderwijseenheid de omvang in studiepunten en de behaalde beoordeling worden vermeld. De beoordeling als bedoeld in de vorige volzin wordt uitgedrukt in gehele cijfers als bedoeld in artikel 9 van hoofdstuk 5. 3. De Examencommissie voegt aan een getuigschrift van het met goed gevolg afgelegde afsluitend examen, een diplomasupplement toe dat voldoet aan het Europese overeengekomen standaardformat. Het diplomasupplement heeft tot doel inzicht te verschaffen in de aard en inhoud van de afgeronde opleiding, mede met het oog op internationale herkenbaarheid van opleidingen. Het in het Nederlands of Engels gesteld diplomasupplement bevat in elk geval: a. de naam van de opleiding en de instelling die de opleiding verzorgt, b. of het een opleiding in het wetenschappelijk onderwijs dan wel een opleiding in het hoger beroepsonderwijs betreft, c. een beschrijving van de inhoud van de opleiding, en d. de studielast van de opleiding, en e. een score-vergelijkingstabel van de opleiding dat door de Examencommissie is vastgesteld. Artikel 4
Toekenning getuigschriften
1. Ten bewijze dat het examen met goed gevolg is afgelegd, wordt door de Examencommissie een getuigschrift uitgereikt. 2. De student die aanspraak heeft op uitreiking van een getuigschrift, kan overeenkomstig door het College van Bestuur vast te stellen regels de Examencommissie verzoeken daartoe nog niet over te gaan. 3. Indien de student een fout constateert op zijn resultatenoverzicht dan dient de student direct contact op te nemen met de afdeling ESO – Information & Registration Centre. Indien daar geen fout wordt geconstateerd dan dient hij uiterlijk binnen vier schoolweken na vaststelling van de definitieve uitslag van een onderwijseenheid, schriftelijk te reageren naar de Examencommissie. 4. Voor de datum op het getuigschrift wordt de datum aangehouden waarop de Examencommissie heeft vastgesteld dat de student aan de voorwaarden heeft voldaan. Als procedurele voorwaarde voor toekenning van het getuigschrift geldt dat de student ingeschreven moet staan bij de opleiding. Artikel 5
Ondertekening getuigschriften
1. Het getuigschrift wordt namens het College van Bestuur ondertekend: a. Door de voorzitter en de secretaris van de Examencommissie of hun plaatsvervangers; 21
b. Door de student. 2. Het diplomasupplement bij het getuigschrift genoemd in artikel 3 worden ondertekend en voorzien van naam door de voorzitter van de Examencommissie en secretaris of hun plaatsvervangers. 3. De namen tekenbevoegden worden geregistreerd in een handtekeningenregister. Dit register wordt beheerd door de afdeling ESO-Toetsbureau. Artikel 6
Data van de uitslag en uitreiking getuigschriften
1. Aan het begin van elk studiejaar stelt de Examencommissie de data vast waarop de uitslag als bedoeld in artikel 1 wordt vastgesteld, met inachtneming van het derde en vierde lid van artikel 1. 2. Aan het begin van elk studiejaar stelt de Head of School de data vast waarop de getuigschriften als bedoeld in artikel 3 in een openbare bijeenkomst worden uitgereikt. 3. Het vaststellen van de uitslag van het propedeutisch examen vindt tweemaal per jaar plaats, aan het einde van het opleidingsjaar, na verwerking van de resultaten van de laatste herkansingen. Op verzoek van de student kan de uitslag ook tussentijds in de loop van het opleidingsjaar vastgesteld worden. Artikel 7
Cum laude-regeling
1. De student dient bij de Examencommissie een verzoek in tot toekenning van het predicaat Cum Laude bij het propedeuse- en bachelorgetuigschrift. Het verzoek wordt vergezeld van een door de student aangeleverd overzicht van alle door de student behaalde beoordelingen op basis waarvan de student meent aanspraak te kunnen maken op het predicaat Cum Laude. 2. Het beoordelen van de toekenning van het predicaat Cum Laude vindt plaats door de Examencommissie. 3. Het predicaat Cum Laude als bedoeld in lid 1 wordt toegekend indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarde(n): a. de student heeft elke individueel beoordeelde onderwijseenheid behaald met minimaal het cijfer 8 (op een beoordelingsschaal van 1 tot en met 10); b. en/of- de student heeft elke individueel beoordeelde onderwijseenheid behaald met de score van minimaal 80% van de te behalen punten binnen de onderwijseenheid; c. en/of- de student heeft elke individueel beoordeelde onderwijseenheid behaald met minimaal de beoordeling “goed”; d. de student heeft elke niet individueel beoordeelde onderwijseenheid behaald met minimaal het cijfer 8 (op een beoordelingsschaal van 1 tot en met 10); e. en/of- de student heeft elke niet individueel beoordeelde onderwijseenheid behaald met de score van minimaal 80% van de te behalen punten binnen de onderwijseenheid; f. en/of- de student heeft elke niet individueel beoordeelde onderwijseenheid behaald met minimaal de beoordeling “goed”; g. de bedoelde beoordelingen in lid 3 zijn in beginsel behaald in de eerste (toets)kans, zonder dat er sprake is of is geweest van het behalen van een beoordeling na herkansing. Artikel 8
Verklaringen
1. Een student die meer dan één tentamen met goed gevolg heeft afgelegd en aan 22
wie geen getuigschrift als bedoeld in artikel 4 kan worden uitgereikt, ontvangt desgevraagd, mits binnen een jaar na uitschrijving van de student, een door de desbetreffende Examencommissie af te geven verklaring waarin in elk geval de tentamens zijn vermeld die door hem met goed gevolg zijn afgelegd. Artikel 9
Rechtsbescherming
1. De student die het oneens is met een beslissing van de Examencommissie op grond van de bepalingen in dit hoofdstuk kan daar tegen bezwaar maken bij de Examencommissie van de opleiding. 2. De student heeft de mogelijkheid om tegen het besluit van de Examencommissie op het ingediende bezwaar in beroep te gaan bij het College van Beroep voor de Examens (COBEX). 3. De student heeft de mogelijkheid om tegen het besluit van de COBEX in beroep te gaan bij het College van Beroep voor het Hoger Onderwijs in Den Haag. Bijlage: “Gedragslijn Nederlands Onderwijs in het buitenland” van de Minister van OCW van toepassing.
23
5
Tentamens, toetsen en beoordelen
WHW:
7.3, 7.8b, 7.11, 7.12b, 7.12c, 7.13, 7.34, 7.61, 7.10.
Artikel 1
Vorm van de tentamens3 en toetsen4
1. De onderwijseenheden 5 van het onderwijsprogramma worden getoetst op de wijze zoals aangegeven in de bijlage met de samenstelling van de propedeutische en postpropedeutische fase. 2. Een tentamen en of toets die door een groep van studenten gezamenlijk dient te worden uitgevoerd, wordt zodanig ingericht dat deze voor elke betrokken student tot een individuele beoordeling leidt. Daarbij wordt in ieder geval gewaarborgd dat de kwalificatie ‘onvoldoende’ als beoordeling wordt toegekend aan de student die zich onvoldoende heeft ingezet bij de uitvoering van deze toets. In de formulering van de opdracht wordt aangegeven hoe hieraan concreet invulling is gegeven 3. Van een tentamen en of toets die bij herhaling in hetzelfde opleidingsjaar wordt aangeboden, moeten alle gelegenheden in dat opleidingsjaar dezelfde vorm hebben. 4. Van de bepaling in het vorige lid kan worden afgeweken in geval van overmacht of indien het om organisatorische en/of onderwijskundige redenen niet mogelijk is een herkansing aan te bieden met dezelfde vorm als de eerste gelegenheid in het betreffende opleidingsjaar. In dat geval mag de herkansing een andere vorm hebben, maar moet wel zijn voldaan aan de eisen van gelijkwaardigheid zoals bedoeld in artikel 4 van dit hoofdstuk. Behalve ingeval van overmacht dient een situatie zoals beschreven in de vorige volzin aan het begin van het opleidingsjaar te worden bekend gemaakt en betreft de volgende onderwijseenheden: a. b. c. d.
Minor 1 OECMIN1; Minor 2 OECMIN2; Major1 L&E OLEMAJ1; Major2 L&E OLEMAJ2.
5. Een student met een functiebeperking kan aan de Examencommissie verzoeken gelegenheid te krijgen de toetsen op een zo veel mogelijk aan zijn individuele beperking aangepaste wijze af te leggen. De procedure is beschreven in de Regeling Studie & Handicap. 6. Een student die voldoet aan de criteria van de door het College van Bestuur vastgestelde Regeling Financiële ondersteuning student-topsporter kan de Examencommissie verzoeken om een aangepaste inroostering van de toetsen, waarbij - indien dit naar het oordeel van de Examencommissie mogelijk is en voor de opleiding niet bezwaarlijk - zo veel mogelijk wordt aangesloten bij de individuele mogelijkheden van de student. In geval van een aan OSNN verbonden student-topsporter vindt er overleg plaats tussen de betrokkenen.
3
Tentamen = een onderzoek naar kennis, inzicht, vaardigheden als bedoeld in art. 7.3 en 7.10 WHW, waarvan de uitkomst in een beoordeling wordt uitgedrukt en die de afsluiting vormt van een onderwijseenheid. 4 Toets = een onderdeel van een tentamen waaraan een beoordeling door een examinator is verbonden. 5
Onderwijseenheid = als bedoeld in art. 7.3 WHW, die in samenhang met andere onderwijseenheden het onderwijsprogramma van de opleiding vormt, waaraan een tentamen is verbonden. Een onderwijseenheid kan betrekking hebben op een praktische oefening.
24
Artikel 2
Volgorde van tentamens en toetsen
1. De tentamens en toetsen van de onderwijseenheden van het propedeutisch examen en van het afsluitend examen kunnen binnen de desbetreffende fase in een willekeurige volgorde worden afgelegd. 2. Ongeacht het bepaalde in de vorige leden kan een minor pas worden gevolgd als is voldaan aan het bepaald in artikel 8 van hoofdstuk 3. Artikel 3
Tijdvakken en frequentie van tentamens en toetsen
1. Tot het afleggen van de tentamens en toetsen van de propedeutische fase wordt elk opleidingsjaar ten minste tweemaal gelegenheid gegeven, de eerste maal direct aansluitend op het onderwijs in de desbetreffende onderwijseenheid. 2. Tot het afleggen van de tentamens en toetsen van de postpropedeutische fase wordt elk opleidingsjaar ten minste tweemaal gelegenheid gegeven, waarvan eenmaal direct aansluitend op het onderwijs in de desbetreffende onderwijseenheid. 3. Bij het bepalen van de datum van de tweede tentamen- en of toetsgelegenheid in een opleidingsjaar, wordt rekening gehouden met de vereiste studeerbaarheid van het totale programma voor een student. 4. In afwijking van het bepaalde in het tweede lid wordt in een opleidingsjaar slechts eenmaal gelegenheid gegeven voor het afleggen van het tentamen of een toets van een onderwijseenheid waarvan het onderwijs in dat opleidingsjaar niet is gegeven Tot het maken van het betreffende tentamen en of toets bestaat nog tweemaal de mogelijkheid, te rekenen vanaf het laatste opleidingsjaar waarin de bedoelde onderwijseenheid wordt aangeboden. 5. De tijdvakken waarin de toetsgelegenheden worden aangeboden, worden jaarlijks door de Examencommissie vastgesteld en uiterlijk bij aanvang van het opleidingsjaar bekend gemaakt. 6. Een student die verhinderd is van een toetsgelegenheid gebruik te maken, is aangewezen op de volgende toetsgelegenheid. In bijzondere gevallen kan de Examencommissie besluiten in een voor de student gunstige zin af te wijken van deze regel. Artikel 4
Gestelde eisen tentamens en toetsen
1. De Examencommissie maakt voor elk tentamen en elke toets afzonderlijk tijdig bekend welke eisen worden gesteld bij het afleggen van dat tentamen of die toets, zodat de student zich zo goed mogelijk kan voorbereiden. De Examencommissie vermeldt daarbij ook welke hulpmiddelen zijn toegestaan en welke beoordelingsnormen zullen worden gehanteerd. Voor zover beschikbaar voorafgaand aan het ter perse gaan van dit Onderwijs- en Examenreglement is de informatie over de tijdens de tentamens toegestane hulpmiddelen opgenomen in Bijlagen. Die informatie is in ieder geval (ook) aan te treffen in het onderwijsmateriaal van de betreffende onderwijseenheid. Dit laatste geldt ook voor de bij de toetsing te hanteren beoordelingsnormen. 2. Van een tentamen of toets die bij herhaling binnen een opleidingsjaar wordt aangeboden, moet elke gelegenheid wat betreft inhoud, niveau en zwaarte gelijkwaardig zijn aan de voorafgaande gelegenheid.
25
3. Wanneer een student een onderwijseenheid niet heeft behaald in het opleidingsjaar waarin hij het onderwijs in die onderwijseenheid heeft gevolgd en in het volgende opleidingsjaar alsnog een tentamen of toets in die onderwijseenheid wil afleggen, gelden ten aanzien van de gestelde eisen de eisen van het lopende opleidingsjaar. Artikel 5
Inschrijvingsprocedure voor tentamens en toetsen
1. Voor mondelinge tentamens en toetsen en voor tentamens of toetsen ter afsluiting van praktische oefeningen dient de student zich tijdig in te schrijven, op een nader door de Examencommissie aan te geven wijze. De student maakt een individuele afspraak met de betreffende docent. 2. Voor andere toets- en tentamenvormen dan genoemd in het eerste lid is de student verplicht zich te houden aan de volgende inschrijvingsprocedure voor deelname aan schriftelijke tentamens en toetsen: a. De student is verplicht zich digitaal voor een schriftelijke tentamen- en of toetskans in te schrijven, tenzij anders is bepaald. De student moet na inschrijving een bewijs van inschrijving uitprinten. b. Indien een student niet kan intekenen voor een toets en of tentamen dan neemt de student rechtstreeks contact op met het ESO-Toetsservicebureau. Voor de vestigingen Emmen, Meppel en Assen geldt dat de student contact opneemt met het secretariaat van de opleiding, die vervolgens contact opneemt met het ESOToetsservicebureau. c. Inschrijven betekent verplicht deelnemen aan de toets en of tentamen én een kans gebruiken, overmachtsituaties uitgezonderd. d. Iedere secretaris van de Examencommissie meldt aan het ESOToetsservicebureau voor 15 mei van elk opleidingsjaar het aantal tentamen- en toetsgelegenheden dat een student aan de desbetreffende opleiding aangeboden krijgt. Bij overschrijding van dit aantal gelegenheden wordt de intekening voor deelname aan de betreffende toets en of tentamen geblokkeerd. e. Het ESO-Toetsservicebureau publiceert bij aanvang van het opleidingsjaar het jaartoetsrooster per opleiding. Het definitieve rooster worden uiterlijk twee schoolweken voor een tentamenperiode gepubliceerd. f.
Verzoek tot wijziging van intekening voor een toets en of tentamen moet altijd door de student ter beoordeling aan de secretaris van de Examencommissie worden voorgelegd, overmachtsituaties uitgezonderd. Na toestemming van de secretaris van de Examencommissie kan tot twee werkdagen voor aanvang van de toetsweek/-periode tot 12.00 uur de toegestane wijzigingen door ESOToetsservicebureau worden verwerkt.
g. Indien de student te laat is met digitaal intekenen én er is daarbij sprake van bijzondere omstandigheden dan neemt de student rechtstreeks contact op met de secretaris van de Examencommissie. Artikel 6a
Praktische gang van zaken bij schriftelijke tentamens en toetsen
Bij het afnemen van tentamens en toetsen moet aan de eisen gesteld in de volgende leden worden voldaan. 1. De student dient zich te kunnen legitimeren door middel van zijn of haar Multifunctionele kaart (MFK). Daarnaast moet de student zich desgevraagd 26
kunnen legitimeren met een geldig identiteitsbewijs. 2. De student dient vijf minuten voor aanvang van het aanvangstijdstip in de tentamenzaal aanwezig te zijn en plaats te nemen op de door de organisatie aangewezen plaats. 3. Degene die als gevolg van overmacht meer dan 30 minuten te laat arriveert, kan de toegang worden geweigerd. 4. Het is niet toegestaan om gedurende de eerste 30 minuten het lokaal te verlaten. 5. De aanwijzingen van de examinator of surveillant moeten worden opgevolgd. 6. De aangegeven tijd voor een toets en/of tentamen is inclusief het uitreiken en verzamelen van tentamenopgaven en antwoordformulieren. 7. De student dient bij ontvangst van de toets- en/of tentamenopgaven te controleren of hij een juist en volledig exemplaar heeft ontvangen. 8. Het is niet toegestaan om het tentamen en toets te maken op ander dan door de surveillant uitgedeelde antwoordformulieren. 9. De student dient -indien van toepassing- op de toets- en of tentamenopgaven en het antwoordformulier te vermelden: a. b. c. d. e. f.
naam studentnummer / relatienummer toets en/of tentamen aantal antwoordformulier-bladen dat wordt ingeleverd datum waarop aan de toets en of tentamen is deelgenomen handtekening van de student
10. Het gebruik van andere hulpmiddelen dan schrijfgerei en het ter plekke uitgereikte materiaal is uitsluitend toegestaan als dit uitdrukkelijk is aangegeven. 11. Informatie- en communicatiemiddelen dienen vóór de aanvang te worden uitgezet en te worden weggeborgen. Het gebruik van dergelijke hulpmiddelen is niet toegestaan, tenzij toestemming voor gebruik is gegeven op de wijze zoals beschreven in het vorige lid. 12. Het is niet toegestaan zonder toestemming van de examinator of surveillant te communiceren met andere personen in of buiten het lokaal waar het tentamen of de toets wordt afgenomen. 13. De examinator en de surveillant zijn bevoegd passende maatregelen te nemen indien de orde en rust wordt verstoord. 14. De toets- en of tentamenopgaven moeten tegelijkertijd met de antwoordformulieren bij aftekening worden ingeleverd bij de surveillant. 15. De student wordt geacht aan een schriftelijke toets en of tentamen te hebben deelgenomen als de toets- en of tentamenopgaven en het totale aantal antwoordformulieren is ingeleverd en de presentielijst is getekend. Dit artikellid is onverkort van toepassing op degene die het antwoordformulier niet dan wel onvolledig heeft ingevuld.
27
16. Aan studenten met een functiebeperking kan de Examencommissie een verlenging van de standaardduur van het tentamen en of toets en/of het gebruik van hulpmiddelen toestaan, naast de bevoegdheid bepaald in artikel 1 voor studenten met een functiebeperking de toetsvorm nog verder aan te passen aan de mogelijkheden van de betrokken student. 17. Indien de student een klacht wil indienen betreffende de afname van een toets en of tentamen dan laat de student zijn/ haar klacht direct op het protocolformulier noteren door een surveillant van de toets en of tentamen. Daarnaast schrijft de student een schriftelijke klacht aan de betreffende Examencommissie. 18. Indien een student een klacht heeft betreffende de inhoud van de toets en of tentamen dan moet deze klacht schriftelijk binnen twee werkdagen ingeleverd worden bij de secretaris van de betreffende Examencommissie. De benodigde toets- en of tentamensleutel wordt binnen 24 uur na afloop van de toets en of tentamen beschikbaar gesteld. Artikel 6b Praktische gang van zaken bij digitale tentamens en toetsen [Indien aan de orde moet in dit artikel de eisen bij het afnemen van digitale tentamens en toetsen worden opgenomen. Zo niet, dan niet van toepassing vermelden] 1. Bij het afnemen van digitale tentamens en toetsen moet aan de eisen gesteld in de volgende leden worden voldaan: a. ….. b. ….. Artikel 7
Mondelinge tentamens en toetsen
1. Mondeling wordt niet meer dan één student tegelijk getoetst, tenzij de Examencommissie anders heeft bepaald. 2. Het mondeling afnemen van een toets en of tentamen is niet openbaar, tenzij de Examencommissie of de desbetreffende examinator in een bijzonder geval anders heeft bepaald, dan wel de student daartegen bezwaar heeft gemaakt. 3. Bij het afnemen van een mondeling tentamen en of toets met een studiebelasting van minimaal 28 uur dient een tweede examinator aanwezig te zijn of dient het examen met behulp van audiovisuele middelen te worden vastgelegd. Artikel 8
Vaststelling van de beoordelingen
1. De examinator stelt de beoordeling vast. De termijn voor de vaststelling van de beoordeling is in de regel dertien werkdagen, nadat het schriftelijke werk is gemaakt. Indien deze termijn wordt overschreden, wordt dit door de Examencommissie met redenen omkleed aan de student gemeld. 2. Niet iedere onderwijseenheid hoeft met goed gevolg afgelegd te zijn. 3. Ten aanzien van de uitslagen van de laatste onderwijsperiode van een opleidingsjaar kan door de opleidingen een versnelde procedure worden toegepast. 4. De beoordeling van een tentamen en of toets door een examinator geschiedt voor elke student afzonderlijk. 5. Indien de voorlopige uitslag van een tentamen en of toets door meer dan één examinator wordt vastgesteld, geschiedt de vaststelling in onderling overleg. Indien de examinatoren niet tot overeenstemming kunnen komen, wordt, nadat de betrokken examinatoren zijn gehoord, de definitieve uitslag vastgesteld door 28
de voorzitter van de Examencommissie. 6. De datum waarop een student een toets en/of tentamen heeft behaald is de datum waarop de toets en of tentamen is afgelegd en beoordeeld. Antedatering is niet toegestaan. 7. De examinator stelt de beoordeling van een mondelinge toets en of tentamen vast direct, dan wel dezelfde dag na het afnemen van die toets en of tentamen en verstrekt de student een schriftelijke verklaring met de uitslag. 8. De Examencommissie stelt vast of de student aan de gestelde eisen voor de toets en/of tentamen heeft voldaan. Artikel 9
Normering van de beoordelingen
1. De uitslag van een tentamen en of toets wordt uitgedrukt in een cijfer op een schaal van 1 tot en met 10 met ten hoogste één decimaal dan wel in een kwalificatie uitmuntend / goed / voldoende / onvoldoende. 2. Als laagste kwalificatie ‘voldoende’ geldt het cijfer 5,5. 3. Voor het afronden van decimale getallen gelden de volgende regels: a. Het gemiddelde van meerdere cijfers wordt naar beneden afgerond (=afgekapt) op één decimaal. b. Indien aan de orde wordt een cijfer met één decimaal op de normale, rekenkundige manier afgerond op een geheel getal (het cijfer 5,5 wordt dan afgerond tot een 6). 4. Indien de tentamen- en of toetsuitslag samengesteld wordt uit verschillende deelresultaten, wordt de wijze waarop de uitslag berekend wordt (bijvoorbeeld een rekenkundig of gewogen gemiddelde) nauwkeurig in de OER beschreven. 5. Bij deelname aan een tentamen en of toets krijgt de student tenminste het cijfer één of de kwalificatie onvoldoende. 6. Indien een tentamen en of toets niet met goed gevolg is afgelegd kan een student een verzoek indienen bij de Examencommissie tot een second opinion van de betreffende toets en of tentamen. De Examencommissie kan hiervoor een termijn stellen. 7. Indien de student een reeds eerder afgelegde toets en of tentamen nogmaals aflegt, is de hoogst behaalde beoordeling bepalend voor de vraag of de student aan zijn verplichtingen heeft voldaan. Artikel 10
Het verlenen van vrijstellingen
1. Een vrijstelling wordt door een Examencommissie altijd individueel verleend op basis van haar vrijstellingenbeleid en met in achtneming van de navolgende bepalingen van dit artikel. 2. Studenten studerend op één van de site(s) van Stenden Hogeschool volgen op enig moment een representatief deel van het onderwijs van de opleiding met een omvang van 60 EC bij de Nederlandse instelling. Dit onderwijsprogramma wordt uitgewerkt in de betreffende bijlage. Dit is van toepassing voor studenten die ingeschreven zijn vanaf september 2012. DIT ARTIKELLID IS NIET VAN TOEPASSING. 3. Studenten met het diploma Soort diploma invullen en zo nodig toevoegen van 29
welke toeleverende school zijn vrijgesteld van het afleggen van de toetsen van de volgende onderwijseenheden genoemd in de bijlage met de samenstelling van propedeutische en postpropedeutische fase: a. Onderwijseenheid; DIT ARTIKELLID IS NIET VAN TOEPASSING. 4. De student die in aanmerking wil komen voor de in dit artikel genoemde vrijstellingen, dient hiertoe een schriftelijk gemotiveerd verzoek in bij de Examencommissie. Bij het verzoek moet het diploma worden overgelegd evenals verdere bewijsstukken om aan te tonen dat reeds is voldaan aan de vereisten voor de onderwijseenheden waarvoor vrijstelling wordt gevraagd. DIT ARTIKELLID IS NIET VAN TOEPASSING. 5. Vrijstellingen kunnen mede gebaseerd zijn op de EVC-procedure. Degene die op basis van een EVC-procedure meent in aanmerking te komen voor een of meer vrijstellingen, dient hiertoe een gemotiveerd verzoek in bij de Examencommissie, met bijsluiting van de EVC-rapportage. 6. Degene die op andere dan in de vorige leden bedoelde gronden meent in aanmerking te komen voor vrijstelling van het afleggen van een tentamen of toets, dient daartoe een schriftelijk en gemotiveerd verzoek in bij de Examencommissie, waarbij tevens de bewijsstukken ter onderbouwing van het verzoek worden overgelegd. 7. De Examencommissie beoordeelt mede aan de hand van de overgelegde bewijsstukken of wordt voldaan aan de vereisten gesteld voor de desbetreffende onderwijseenheid of onderdelen daarvan. 8. De Examencommissie kent een individueel verzoek om een vrijstelling toe, indien verzoeker aantoonbaar voldoet aan de vereisten gesteld voor de desbetreffende onderwijseenheid, dan wel voor – in voldoende mate afgeronde - onderdelen daarvan. De Examencommissie informeert de student over haar beslissing binnen vier schoolweken gerekend vanaf de datum waarop het verzoek is ontvangen. 9. Vrijstellingen worden in het resultatenoverzicht van de student getoond met de omschrijving „vrijstelling‟. Een tentamen en of toets waarvoor de student vrijstelling heeft gekregen, telt niet mee in eventuele middelingen tot een eindcijfer van de onderwijseenheid waarbij dit tentamen en toets is betrokken. Artikel 11
Toekenning van studiepunten
1. Als een onderwijseenheid wordt afgesloten met een tentamen, is de onderwijseenheid behaald en worden de bijbehorende studiepunten toegekend indien de student voor het tentamen en of toets een voldoende resultaat heeft behaald. 2. Als een onderwijseenheid wordt afgesloten met twee of meer (deel)toetsen, is de onderwijseenheid behaald en worden de bijbehorende studiepunten toegekend indien de student als beoordeling voor de onderwijseenheid een voldoende resultaat heeft ontvangen en tevens de resultaten voor de (deel)toetsen en of (deel) tentamens voldoen aan de daaraan gestelde eisen. In het bouwsteenboek wordt, indien aan de orde, dit voor de onderwijseenheid uitgewerkt. 3. Als de student voor een onderwijseenheid een vrijstelling heeft gekregen, is de onderwijseenheid behaald en worden de bijbehorende studiepunten toegekend. 4. Een minorprogramma is behaald en de bijbehorende studiepunten worden 30
toegekend indien de student alle onderwijseenheden heeft behaald waaruit de minor is samengesteld. 5. Als datum waarop de studiepunten zijn behaald, wordt geregistreerd de datum waarop de toets en of tentamen, c.q. de laatste deeltoets is afgelegd inclusief de beoordeling die heeft geleid tot het behalen van de onderwijseenheid c.q. de minor. Antedatering is niet mogelijk. 6. Heeft een onderwijseenheid in het voltijd of deeltijd onderwijs betrekking op de praktische voorbereiding op de beroepsuitoefening, dan worden aan die onderwijseenheid alleen studiepunten toegekend als de activiteiten onder begeleiding van de opleiding plaatsvinden. Artikel 12
Vastlegging en bekendmaking van de beoordelingen
1. De beoordelingen die een student heeft behaald, worden uiterlijk vijftien werkdagen na het maken van het tentamen en of de toets opgenomen in een geautomatiseerd systeem van studievoortgangregistratie (ProgRESS.www). Op het gebruik van dit systeem is de Regeling Bescherming Persoonsgegevens van de instelling van toepassing. 2. De registratie van studieresultaten vindt plaats onder verantwoordelijkheid van de Examencommissie. 3. De student ontvangt van de behaalde beoordelingen geen schriftelijk bewijsstuk maar kan deze inzien in ProgRESS.www. 4. Indien de student een fout constateert op zijn resultatenoverzicht dan dient de student direct contact op te nemen met de afdeling ESO-Toetsservicebureau. Indien daar geen fout wordt geconstateerd dan dient hij uiterlijk vier schoolweken, na vaststelling van de definitieve uitslag van een onderwijseenheid, schriftelijk te reageren naar de Examencommissie. 5. Indien er een toets en of tentamenuitslag ontbreekt op de publicatielijst dan neemt de betreffende student direct contact op met de afdeling ESOToetsservicebureau. 6. Bij het ontbreken van een toets- en of tentamenuitslag worden protocolformulier, presentielijst en toets- en of tentamenopgaven door de afdeling ESOToetsservicebureau gecontroleerd. 7. Indien de student op protocolformulier en presentielijst als aanwezig staat geregistreerd en de toets- en of tentamenopgave ontbreekt dan dient de student schriftelijk een klacht in bij de secretaris van de Examencommissie. Artikel 13
Geldigheidsduur van studieresultaten
1. De geldigheidsduur van examenonderdelen is in beginsel onbeperkt. In afwijking hiervan kan de Examencommissie aan de student een aanvullend dan wel een vervangend tentamen opleggen indien het examenonderdeel langer dan acht jaar geleden is behaald. 2. Als wettelijk bewijs gelden de resultaten zoals vastgesteld door de Examencommissie. Artikel 14
Inzage van tentamens en toetsen
1. De Examencommissie draagt er zorg voor dat de student het door hem gemaakte en beoordeelde schriftelijk tentamen en of toetswerk kan inzien binnen twee 31
maanden na de laatste dag van een tentamen en of toetsperiode of tenminste tien schooldagen voor een eventuele herkansing, tenzij afgeweken moet worden van gestelde termijnen op grond van redelijkheid en billijkheid 6. 6
De landelijk verplichte toetsen van de opleiding Leraar Basisonderwijs zijn hier van uitgezonderd.
32
2. Een student kan alleen inzage worden geboden in schriftelijk en beoordeeld tentamen- en of toetswerk in het bijzijn van de betrokken examinator of diens plaatsvervanger. 3. De Examencommissie kan bepalen, dat de inzage of kennisneming geschiedt op een vaste plaats en op een vast tijdstip. Artikel 15
Bewaring van afgelegde tentamens en toetsen
1. De Examencommissie draagt er zorg voor dat de inspectie en organisaties in het kader van het accreditatieproces kennis kunnen nemen van de opdrachten, de opgaven en de bijbehorende beoordelingsnormen voor de schriftelijke en praktische examenonderdelen, alsmede inzage kunnen hebben in het schriftelijk tentamen- en of toetswerk. 2. In geval van beroep tegen de uitslag van een schriftelijk tentamen en of toets wordt het werk bewaard gedurende de periode dat nog niet op het (hoger) beroep is beslist. 3. De Examencommissie draagt er zorg voor, dat van elke student de tijdens het (post-) propedeutisch examen behaalde cijfers dan wel kwalificaties en de uitslag van het examen en het bijbehorende toets- en of tentamenwerk bewaard blijven in het archief van de opleiding, conform de geldende regeling bewaartermijnen. 4. Wanneer een student na afloop van een schriftelijke toets en/of tentamen de toets- en/of tentamenopgaven en het totale aantal antwoordformulieren heeft ingeleverd wordt dit door de surveillant afgetekend op het protocolformulier. Op dat moment gaat de verantwoordelijkheid tot zorgvuldige bewaring van een schriftelijke tentamenwerk over op de hogeschool. 5. In het geval dat tentamen- en of toetswerk als bedoeld in artikel 15.4 desalniettemin zoek raakt waardoor geen beoordeling kan plaatsvinden, wordt deze gang van zaken door de Examencommissie vastgesteld. Vervolgens wordt, na de betreffende student te hebben gehoord, door de betrokken docent, onderscheidenlijk coördinator, vastgesteld op welk tijdstip en in welke vorm de toets en/of tentamen opnieuw moet worden afgelegd. 6. De Examencommissie geeft de documenten bedoeld in de vorige leden op zodanige wijze in bewaring dat de authenticiteit van de documenten gedurende de bewaartermijn gewaarborgd is. 7. De student is gehouden een afschrift (schriftelijk en/of digitaal) van het ingeleverde toets- en of tentamen(onderdeel) onder zich te houden gedurende één jaar na inlevering, voor zover de omstandigheden zich hiertegen niet verzetten. 8. Een kopie van het getuigschrift en diplomasupplement wordt gedurende dertig jaren in het archief bewaard. Artikel 16
Fraude en plagiaat
1. Indien een student of extraneus fraudeert en of plagiaat pleegt, kan de Examencommissie betrokkene het recht ontnemen één of meer door de Examencommissie aan te wijzen toetsen, tentamens of examens af te leggen, gedurende een door de Examencommissie te bepalen termijn van ten hoogste een jaar.
33
2. Bij ernstige fraude kan het College van Bestuur op voorstel van de Examencommissie de inschrijving voor de opleiding van de betrokken student of extraneus definitief beëindigen. 3. Wat in dit artikel wordt aangemerkt als fraude of ernstige fraude als bedoeld in artikel 7.12b WHW is nader uitgewerkt in het Reglement Fraude en Plagiaat Stenden Hogeschool. Artikel 17
Intellectueel eigendom
1. Het auteursrecht van een werk komt toe aan de student, mits deze als maker ervan kan worden aangemerkt. 2. Als maker wordt, behoudens tegenbewijs, beschouwd degene die als zodanig op of in het werk is aangeduid. 3. Indien het werk tot stand is gebracht naar het ontwerp van een ander dan de student en de student tevens heeft gewerkt onder diens leiding en toezicht, dan wordt deze ander als maker van dat werk aangemerkt. Artikel 18
Rechtsbescherming
1. De student die het oneens is met een beslissing van de Examencommissie op grond van de bepalingen in dit hoofdstuk kan daar tegen bezwaar maken bij de Examencommissie van de opleiding. 2. De student heeft de mogelijkheid om tegen het besluit van de Examencommissie op het ingediende bezwaar in beroep te gaan bij het College van Beroep voor de Examens (COBEX). 3. De student heeft de mogelijkheid om tegen het besluit van de COBEX in beroep te gaan bij het College van Beroep voor het Hoger Onderwijs in Den Haag. Bijlage Regeling Studie & Handicap Reglement Fraude en Plagiaat Stenden Hogeschool
34
6
Studieloopbaanbegeleiding en Studieadvies
WHW:
Artikel 1
art. 5.5, 7.8b, 7.13, 7.34, 7.51, 7.59, 11.15.
Studieloopbaanbegeleiding
1. De Head of School draagt zorg voor de studieloopbaanbegeleiding van elke student, mede ten behoeve van zijn oriëntatie op mogelijke studiewegen in en buiten de opleiding. 2. De Head of School besteedt bij de studieloopbaanbegeleiding bijzondere zorg aan de begeleiding van studenten met een functiebeperking waarvan de deelname in het hoger onderwijs in belangrijke mate achterblijft bij de deelname van studenten die hier niet toe behoren. 3. De Head of School besteedt namens het College van Bestuur bij de studieloopbaanbegeleiding bijzondere zorg aan de begeleiding van studenten die behoren tot een etnische of culturele minderheid waarvan deelname aan het hoger onderwijs in betekenende mate achterblijft bij de deelname van Nederlanders die niet behoren tot een dergelijke minderheid. 4. De student kan zich wenden tot zijn studieloopbaancoach voor problemen die rechtstreeks samenhangen met de studie. 5. De student kan zich wenden tot de decaan voor problemen van persoonlijke aard, al dan niet rechtstreeks samenhangend met de studie. Artikel 2
Studieadvies aan het einde van het eerste jaar van inschrijving aan dezelfde opleiding aan dezelfde instelling
1. Namens het College van Bestuur brengt de Examencommissie aan iedere student aan het einde van diens eerste jaar van inschrijving aan dezelfde opleiding aan dezelfde instelling voor de propedeutische fase van de opleiding advies uit over de voortzetting van zijn studie binnen de opleiding. 2. De brief waarin de Examencommissie het advies aan de student kenbaar maakt, mag in geval van de september-instroom niet later worden verstuurd dan in de derde week van de maand juli. 3. Voor de februari-instroom wordt in afwijking van lid 1 het woord ‘jaar’ vervangen door 13 maanden. Deze uitzondering ten opzichte van de reguliere instroom in september vindt plaats op grond van organisatorische redenen die worden veroorzaakt door een afwijkende opbouw van het opleidingsjaar bij de februariinstroom. De brief waarin de Examencommissie het advies aan de student kenbaar maakt, mag in geval van de februari-instroom niet later worden verstuurd dan in de laatste week van februari. 4. Het studieadvies heeft een bindend afwijzend karakter indien de student minder dan 51 studiepunten uit de propedeutische fase heeft behaald, alsmede niet de door de opleiding aangewezen onderwijseenheden uit de propedeutische fase met een voldoende heeft afgesloten op het moment dat het advies wordt uitgebracht. 5. De door de opleiding aangewezen onderwijseenheden als bedoeld in de vorige volzin zijn:
35
a. Logistiek en Economie voltijd: Van de bouwstenen ‘Inleiding Logistiek” (OLEIL), “Fysieke distributie'' en “Logistiek Operationeel Management” moeten alle drie bouwstenen met een voldoende worden afgesloten.; b. Logistiek en Economie duaal: Van de bouwstenen ‘Inleiding Logistiek” (OLEIL), “Fysieke distributie'' en “Logistiek Operationeel Management” moeten alle drie bouwstenen met een voldoende worden afgesloten. 6. Resultaten behaald door vrijstelling tellen wel mee bij de vaststelling of het minimum van 51 studiepunten is behaald. 7. Studenten die hun inschrijving bij de opleiding in de loop van het opleidingsjaar tussentijds hebben beëindigd ontvangen uiterlijk aan het einde van het opleidingsjaar een studieadvies propedeuse en dat kan ook een bindend studieadvies met afwijzing (BSA) zijn, tenzij er - gelet op de persoonlijke omstandigheden van de student - voor de Examencommissie aanleiding bestaat geen bindend studieadvies met afwijzing (BSA) uit te brengen. 8. Studenten die zich bij een opleiding hebben ingeschreven, de studie staken en zich vervolgens weer opnieuw inschrijven bij dezelfde opleiding bij dezelfde instelling worden wettelijk beschouwd als ‘studenten tweede jaar van inschrijving’. Dit betekent dat deze studenten aan het einde van hun tweede jaar van inschrijving aan al hun propedeuse verplichtingen moeten hebben voldaan. Artikel 3
Studieadvies aan het einde van het tweede jaar van inschrijving aan dezelfde opleiding aan dezelfde instelling
1. De Examencommissie brengt een bindend studieadvies met afwijzing (BSA) uit indien de student aan het einde van het tweede jaar van inschrijving aan dezelfde opleiding aan dezelfde instelling het propedeutisch examen niet heeft behaald. 2. De brief waarin de Examencommissie het advies aan de student kenbaar maakt, mag in geval van de september-instroom niet later worden verstuurd dan in de derde week van de maand juli. 3. Voor de februari-instroom wordt in afwijking van lid 1 het woord ‘jaar’ vervangen door 13 maanden. Deze uitzondering ten opzichte van de reguliere instroom in september vindt plaats op grond van organisatorische redenen die worden veroorzaakt door een afwijkende opbouw van het opleidingsjaar bij de februariinstroom. De brief waarin de Examencommissie het advies aan de student kenbaar maakt, mag in geval van de februari-instroom niet later worden verstuurd dan in de laatste week van februari. 4. Studenten die hun inschrijving bij de opleiding in de loop van het opleidingsjaar tussentijds hebben beëindigd ontvangen uiterlijk aan het einde van het opleidingsjaar een studieadvies propedeuse en dat kan ook een bindend studieadvies met afwijzing (BSA) zijn, tenzij er - gelet op de persoonlijke omstandigheden van de student - voor de Examencommissie aanleiding bestaat geen bindend studieadvies met afwijzing (BSA) uit te brengen. 5. Na het verstrijken van de termijn als bedoeld in lid 2 en 3 van dit artikel kan geen bindend studieadvies met afwijzing (BSA) meer worden uitgebracht. Artikel 4
Voorwaarden Bindend studieadvies met afwijzing (BSA)
1. Een bindend studieadvies met afwijzing (BSA) wordt niet uitgebracht wanneer de student gedurende het opleidingsjaar niet tijdig ten minste eenmaal via de 36
opleiding en op een redelijke termijn door de opleiding is gewaarschuwd dat hij bij ongewijzigde omstandigheden een bindend studieadvies met afwijzing (BSA) zal kunnen ontvangen, alsmede wat de gevolgen daarvan zijn. 2. Indien aan de orde meldt een student bijzondere omstandigheden tijdig bij de studentendecaan en eventueel de studieloopbaancoach en verzoekt de Examencommissie deze mee te wegen in haar besluit over het uitbrengen van een bindend studieadvies met afwijzing (BSA). Slechts met toestemming van de student kan de Examencommissie de betrokken studentendecaan en studieloopbaancoach om nader advies vragen ten aanzien van mogelijke persoonlijke omstandigheden die kunnen rechtvaardigen dat wordt afgezien van het uitbrengen van een bindend studieadvies met afwijzing (BSA) aan de betrokken student. 3. Een melding van een bijzondere omstandigheid wordt aangemerkt als tijdig wanneer de student de omstandigheden meldt zodra deze zich voordoen dan wel zeer spoedig daarna. 4. Als bijzondere omstandigheden worden aangemerkt: a. b. c. d. e.
ziekte zwangerschap bijzondere familieomstandigheden lichamelijke, zintuiglijke of andere functiestoornis bestuursactiviteiten die een student in het kader van de medezeggenschap van Stenden verricht, waarbij sprake is van een substantiële tijdsbesteding, ter beoordeling aan het College van Bestuur, onder voorwaarde dat de student kan aantonen dat de geldende facilitering de studievertraging niet compenseert en derhalve als bijzondere omstandigheid kan worden aangemerkt.
5. De situaties genoemd onder a t/m d dienen schriftelijk te worden vastgesteld door een onafhankelijke deskundige. 6. Als de Examencommissie besluit af te zien van een bindend studieadvies met afwijzing (BSA) in gevallen zoals bedoeld in het vorige lid, dan is de Examencommissie bevoegd om in plaats daarvan een niet-bindend advies uit te brengen aan de betrokken student. 7. Afhankelijk van de aard van de persoonlijke omstandigheden kan de student de Examencommissie verzoeken de informatie verstrekt in het kader van het advies als bedoeld in het tweede lid vertrouwelijk te behandelen. 8. Ongeacht het bepaalde in de vorige leden stelt de Examencommissie - alvorens tot een bindend studieadvies met afwijzing (BSA) over te gaan - de student in de gelegenheid om door of namens de Examencommissie te worden gehoord. Artikel 5
Gevolgen bindend studieadvies met afwijzing (BSA)
1. Degene die een bindend studieadvies met afwijzing (BSA) heeft ontvangen, kan zich gedurende minimaal één jaar niet meer aan de instelling voor dezelfde opleiding als student of extraneus worden ingeschreven. Na deze periode moet bij een hernieuwde inschrijving ten genoege van de Examencommissie van de opleiding aannemelijk gemaakt worden dat de opleiding met vrucht zal kunnen volgen. 2. Indien de student een Bindend studieadvies met afwijzing (BSA) ontvangt, wordt de inschrijving beëindigd door het College van Bestuur conform de geldende 37
uitschrijfprocedure in hoofdstuk 2 van het Studentenstatuut. 3. De Examencommissie is bevoegd in bepaalde gevallen tegemoet te komen aan onbillijkheden van overwegende aard, die zich bij toepassing van het verstrekken van een Bindend studieadvies met afwijzing (BSA) mochten voordoen. Artikel 6
Doorstroom van propedeutische naar postpropedeutische fase
1. Aan het einde van het eerste opleidingsjaar stelt de Examencommissie vast welke studenten kunnen doorstromen van de propedeutische fase naar de postpropedeutische fase. De volgende categorieën studenten zijn toelaatbaar: a. studenten die het propedeutisch examen hebben behaald; b. studenten die ten minste 51 studiepunten hebben behaald in de propedeutische fase en niet om andere redenen een bindend studieadvies met afwijzing (BSA) hebben gekregen. 2. De student die 51 of meer maar minder dan 60 studiepunten van de propedeutische fase heeft behaald, dient in overleg met de studieloopbaancoach een studieplan op te stellen primair gericht op het inlopen van de achterstand in de propedeuse. In dit studie-plan wordt vastgelegd tot welke onderwijseenheden van de postpropedeutische fase de student toegang heeft. 3. De student die 51 of meer maar minder dan 60 studiepunten van de propedeutische fase heeft behaald, dient eerst te overleggen met de studieloopbaancoach maar heeft daarna rechtstreeks toegang tot alle onderwijseenheden van de postpropedeutische fase. 4. Bij de uitwerking van de beide vorige leden wordt er rekening mee gehouden dat het de student niet is toegestaan deel te nemen aan een onderwijseenheid uit de postpropedeutische fase die een rechtstreekse voortzetting vormt van een onderwijseenheid uit de propedeuse die hij nog niet heeft behaald. Ook wordt rekening gehouden met de bepalingen van hoofdstuk 5, artikel 2 over de volgorde waarin toetsen en of tentamens kunnen worden afgelegd. 5. Aan het volgen van onderwijs uit zowel de propedeutische fase als de postpropedeutische fase kan de student geen rechten ontlenen ten aanzien van de wijze van inroostering. Het is dus mogelijk dat dergelijke onderwijsactiviteiten gelijktijdig gegeven worden. Artikel 7 1.
Verwijzing in de postpropedeutische fase (DIT ARTIKEL IS NIET VAN TOEPASSING)
Alternatief 1. Indien dit alternatief van toepassing is, de tekst van lid 2 en 3 vervangen [ door Niet van toepassing ] Studenten van de opleiding hebben toe gang tot alle afstudeerrichtingen beschreven in hoofdstuk 3, artikel 2.
2. Alternatief 2 De Examencommissie kan beslissen dat een student in de postpropedeutische fase slechts toegang heeft tot één of enkele van de afstudeerrichtingen beschreven in hoofdstuk 3, artikel 2. 3. De Examencommissie baseert haar beslissing op: a. b.
de studieresultaten van de student: Nadere eisen invullen en/of in hoeverre het door de student gevolgde studieprogramma voldoende aansluit op de door de student gewenste afstudeerrichting:Nadere eisen invullen].
38
4. De Examencommissie stelt de student in de gelegenheid te worden gehoord alvorens tot een beslissing over te gaan. Bij de beslissing houdt de Examencommissie rekening met de persoonlijke omstandigheden van de student. Artikel 8
Doorstroommaster
[indien de opleiding geen doorstroommaster kent, tekst van dit artikel vervangen door Niet van toepassing.] 1. Studenten met een getuigschrift van de bacheloropleiding hebben toegang tot de doorstroommaster [naam master invullen] indien wordt voldaan aan de volgende eisen [eisen invullen]. Artikel 9
Rechtsbescherming
1. De student die het oneens is met het verstrekte studieadvies kan daar tegen bezwaar maken bij de Examencommissie van de opleiding. 2. De student heeft de mogelijkheid om tegen het besluit van de Examencommissie op het ingediende bezwaar in beroep te gaan bij het College van Beroep voor de Examens (COBEX). 3. De student heeft de mogelijkheid om tegen het besluit van de COBEX in beroep te gaan bij het College van Beroep voor het Hoger Onderwijs in Den Haag. 4. De consequentie van een bezwaar- en beroepsprocedure betreffende een bindend studieadvies met afwijzing (BSA) is dat zolang de student nog geen onherroepelijk uitspraak heeft ontvangen vóór de start van het onderwijs op 1 september, zich niet kan herinschrijven. Bijlage Gedragscode Internationale student in het hoger onderwijs
39
7
Examencommissie
WHW:
7.10,7.11,7.12,7.12b, 7.12c, 7.13, 7.28, 7.30, 7.42a, 7.61
Artikel 1
Instelling en samenstelling Examencommissie
1. Elke opleiding of groep van opleidingen heeft een Examencommissie. De Examencommissie is het orgaan dat op objectieve en deskundige wijze vaststelt of een student voldoet aan de voorwaarden die deze regeling stelt ten aanzien van kennis, inzicht en vaardigheden die nodig zijn voor het verkrijgen van een graad als bedoeld in artikel 2 van Hoofdstuk 4 van deze OER. De samenstelling, werkwijze, taken en bevoegdheden van de Examencommissie zijn uitgewerkt in het Reglement Examencommissies van de Stenden Hogeschool. Bijlage: Reglement Examencommissies Opleiding of groep van Opleidingen.
40
8
Slot- en invoeringsbepalingen
WHW:
10.20
Artikel 1
Hardheidsclausule
1. De examencommissie is bevoegd in bepaalde gevallen tegemoet te komen aan onbillijkheden van overwegende aard, die zich bij toepassing van deze OER mochten voordoen. Artikel 2
Onvoorziene omstandigheden
1. In gevallen waarin deze OER niet voorziet en waaromtrent een onmiddellijke beslissing noodzakelijk is, beslist de examencommissie op basis van redelijkheid en billijkheid. Artikel 3
Bekendmaking van de regeling
1. De Head of School draagt zorg voor een passende en tijdige bekendmaking van deze onderwijs- en examenregeling. Artikel 4
Citeertitel, inwerkingtreding
1. Deze Onderwijs- en examenregeling wordt, gehoord de centrale medezeggenschapsraad conform artikel 10.20 WHW, vastgesteld door het College van Bestuur, vervangt de eerder voor de opleiding geldende Onderwijs- en examenregeling en kan worden aangehaald als Onderwijs- en examenregeling opleiding Logistiek en Management voltijd, crohonummer 34436 en Logistiek en Management duaal, crohonummer 34436 en treedt in werking op 1 september 2013.
41
Bijlage A Competenties van de opleiding Na voltooiing van de opleiding moet de student als beroepsbeoefenaar zelfstandig en met kritische instelling kunnen werken en beschikt de student over de volgende competenties op hbo-niveau: Domeincompetenties DC 1. Ontwikkelen van een visie op veranderingen en trends in de externe omgeving en ontwikkelen van relaties, netwerken en ketens. BoKs Theorieën van organisatiewetenschappen Methoden van informatieverzameling Juridische- en economische ontwikkelingen DC 2. Analyseren van beleidsvraagstukken, vertalen in beleidsdoelstellingen en –alternatieven en voorbereiden van besluitvorming. BoKs Budgetten- en kosten Haalbaarheidsanalyse Kwaliteitssystemen Procesmanagement Beslissings- en besluitvormingsmodellen Interne organisatieleer DC 3. Toepassen van human resource management in het licht van de strategie van de organisatie. BoKs HRM-beleid Personeelsinstrumenten Leiderschapsstijlen Structuur en gebruik van gespreksmodellen t.b.v. HRM DC 4. Inrichten, beheersen en verbeteren van bedrijfs- of organisatieprocessen. BoKs Organisatiekunde Relatiemanagement Financieel management Informatiesystemen Zorgsystemen Verandermanagement DC 5. Analyseren van de financiële en juridische aspecten, interne processen en de bedrijfs- of organisa- tieomgeving om samenhang en wisselwerking te versterken. BoKs Bedrijfseconomie Administratieve organisatie Privaatrecht Publiekrecht Managementcontrol DC 6. Ontwikkelen, implementeren en evalueren van een veranderingsproces. BoKs Advieskunde- en vaardigheden Verandermanagement Projectmanagement Planning and control DC 7: Logistieke competentie: Het op professionele wijze ontwikkelen , uitvoeren en aansturen van logistieke processen DC 8. Sociale en communicatieve competentie (interpersoonlijk, organisatie): • samenwerken in een beroepsomgeving en meedenken over doelen en inrichting van de organisatie, waaruit eisen voortvloeien die betrekking hebben op de volgende kenmerken: multidisciplinariteit en interdisciplinariteit, klantgerichtheid, collegialiteit, leidinggeven (het sociale deel van de competentie);
42
• communiceren intern op alle niveaus, effectief en in de gangbare bedrijfstaal, veelal in het Nederlands en/of Engels; in termen van beroepstaken omvat dat zaken als het opstellen en schrij-ven van plannen en notities, informeren, overleg voeren, draagvlak creëren, stimuleren, motive- ren, overtuigen, verwoorden van besluiten. DC 9. Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar of professional): • sturen en reguleren van de eigen ontwikkeling ten aanzien van leren, resultaatgericht werken, initiatief nemen en zelfstandig optreden, flexibiliteit; • nadenken en reflecteren over en verantwoording nemen voor eigen handelen wat wijst op betrokkenheid en kritische zelfbeoordeling; • ontwikkelen van een beroepshouding met ruimte voor normatief-culturele aspecten, respect voor anderen, een beroepscode en ethische principes voor het professioneel handelen; • leveren van een bijdrage aan de verdere professionalisering van de branche, publicaties, bijdragen aan congressen, enzovoort.
Dublin Descriptoren (DD) DD1: Kennis en inzicht DD2: Toepassen kennis en inzicht DD3: Oordeelsvorming DD4: Communicatie DD5: Leervaardigheden Niveau van toetsen N1: Weten N2: Inzien N3: Toepassen N4: Integreren
43
Bijlage B Nadere uitwerking van de onderwijseenheden van het curriculum van de opleiding voor de propedeutische fase:
Propedeuse
Periode Vak 1.1
1.2
1.3
1.4
Code
Naam
EC Toetsing
1
GMOCO1
G.Mondelinge communicatie 1
3
S/O/M
2
DECCE1
D.Marketing 1
3
S/O/M
3
DECMAN1
D.Management 1
3
S/O/M
4
OLEIL
O.Inleiding Logistiek
3
S/O/M
5
OLEOR
I.De Organisatie L&E
3
S/O/M
1
GSC01
G.Schriftelijke communicatie 1
3
S/O/M
2
DECCE2
D.Marketing 2
3
S/O/M
3
DECEN1
D.Engels 1
3
S/O/M
4
OLEWT
O.Warehousing en Transport
3
S/O/M
5
OLEFD
I.Fysieke distributie
3
S/O/M
1
GOZ1
G.Onderzoek 1
3
S/O/M
2
DECBEBA
D.Bedrijfseconomie en -administratie
3
S/O/M
3
DECEN2
D.Engels 2
3
S/O/M
4
OLELOM
O.Logistiek Operationeel Management
3
S/O/M
5
OLEMM
I.Materials Management
3
S/O/M
1
GSLB1
G.SLB/ZM 1
3
S/O/M
2
DECRE
D.Recht 1
3
S/O/M
3
DECBE3
D.Bedrijfseconomie 3
3
S/O/M
De organisatie
De klant
Het proces 1
De onderneming
44
4
DECIK1
O.Inkoop 1
3
S/O/M
5
OECOP
I.Ondernemingsplan
3
S/O/M
Totaal
60
De volgende onderdelen moeten in het eerste jaar met een voldoende worden afgerond als kwalitatief onderdeel van het Binden Studieadvies. codes
eenheid
OLEFD
Fysieke distributie
OLELOM
Logistiek Operationeel Management
OLEIL
Inleiding Logistiek
Appendix Vrijstellingenbeleid Examencommissie School of Business
In artikel 10 van hoofdstuk 5 van het OER wordt de regelgeving met betrekking tot het verlenen van vrijstellingen door de Examencommissie beschreven. Het eerste geeft aan dat vrijstellingen worden verleend op basis van het vrijstellingenbeleid. In dit document worden de uitgangspunten voor het vrijstellingenbeleid beschreven.
1. Vrijstellingen moeten worden aangevraagd zes weken voordat een programmaonderdeel in het opleidingstraject van de studenten aan de orde is. 2. Studenten moeten vrijstellingsverzoeken indienen op de formulieren die op Blackboard zijn geplaatst. 3. De student moet documenten bij het verzoek toevoegen waaruit blijkt dat aan de kwalificaties/doelen/competenties is voldaan. 4. De student moet een vakdocent of modulecoördinator vragen een getekend en gemotiveerd advies te schrijven op het formulier of het advies naar de secretaris van de examencommissie toe te sturen via zijn Stenden emailaccount. 5. De examencommissie kan een verzoek afwijzen als de documenten die als grond voor het vrijstellingsverzoek dienen, ouder zijn dan vijf jaar.
45
L en E jaar 1 Propedeutische fase Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Soort bouwsteen: Aantal credits: Opleiding Periode: Duur: Instapniveau: (min. competentieniveau) Taal bouwsteen:
GMOCO1 Mondelinge communicatieve vaardigheden 1 Generiek 3 EC BE/CE/IBL/L&E 1.1.1 9 weken GLSB1 Nederlands/Engels
Korte beschrijving van de inhoud In deze bouwsteen gaat het om mondelinge communicatie in groepsverband. Je leert presenteren en vergaderen. Bij het onderdeel presenteren word je je bewust van de nonverbale aspecten van communicatie. Je leert hoe je een presentatie voorbereidt en opbouwt en welke hulpmiddelen je kunt inzetten. Je leert boeiend en overtuigend te zijn. Tenslotte leer je hoe je een presentatie beoordeeld en opbouwende kritiek geeft. Deze bouwsteen legt een basis voor de verdere duur van je opleiding en loopbaan en is onderdeel van alle Stenden studies. Ook bij het onderdeel vergaderen word je je bewust van de non-verbale aspecten van communicatie. Je leert de spelregels van een vergadering en welke processen in een vergadering binnen een groep spelen. Je leert een vergadering voorbereiden, leiden en een effectieve bijdrage levert als deelnemer. Toetsvorm De vaardigheden tijdens de training getoetst: assessment for learning. Dit deel van de toetsing wordt gedocumenteerd met een productenmap. Werkvorm Hoorcolleges en workshops, Kennis en vaardigheden (uit de BOKS), Niet van toepassing: bouwsteen is ontwikkeld op basis van dublin descriptor 4: Communicatie “De student is in staat om informatie, ideeën en oplossingen over te brengen op een publiek bestaande uit specialisten of niet-specialisten” Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) 1) Je weet hoe je moet O Bouwsteendoelstellingen: vergaderen, deze voorbereidt, als voorzitter leidt en hoe je als deelnemer actief een goede bijdrage aan de vergadering levert. 2) Je kunt een presentatie houden en deze voorbereiden, opbouwen met juiste ondersteuning (PP), je publiek boeien, constructieve feedback op een presentatie kunt geven.
Werkvorm(en) WC
Hulpmiddelen nvt
Toetsvorm(en)
Werkvorm(en)
Hulpmiddelen
O
HC/workshops
nvt
Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: DC 8. Sociale en communicatieve competentie (interpersoonlijk, organisatie)
Niveau van toetsing: N3: Toepassen
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Gesprekken in organisaties – Y. Gramsbergen-Hoogland, H. van der Molen, Wolters Noordhoff, 4e druk
ISBN 978 90-01-70625-8
46
Henk T. Van der Molen, and Yvonne Gramsbergen-Hoogland, Communication in Organizations.Basic Skills and Conversation Models, Hove UK: Psychology Press 2005. Internet bronnen (aanbevolen/verplicht) http://iwp.cs.utwente.nl/Vaardigheden/6Presenteren/Voormeting/voormeting.html http://www.learnit.nl/gratiscursus/cursus_presenteren/ http://www.carrieretijger.nl/functioneren/communiceren/mondeling/model len/presentatie http://www.lichaamstaal.nl/lichaamstaal.html?presentatie.html
978-1-84169-556-3
47
Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Taal bouwsteen:
DECCE1 Marketing 1 3 ects 1.1.2 1 periode Geen NL
Korte beschrijving van de inhoud: In deze bouwsteen maakt de student kennis met het vakgebied marketing. Wat is marketing, hoe organiseer je dit, welke vormen zijn er etc. Vervolgens wordt ingegaan op de omgeving, met welke factoren moet een marketeer rekening houden (op macro- en microniveau). Aansluitend wordt er aandacht geschonken aan de doelgroep, op wie wil een bedrijf zich richten. Hierbij is de eerste stap dat je de totale markt onderverdeelt in kleinere segmenten met gelijksoortige kenmerken. In deze bouwsteen wordt er ingegaan op hoe je dat effectief kunt doen. Als de totale markt in kleinere segmenten is verdeeld, kies je voor het marktsegment waar jij je marketingactiviteiten op wilt gaan afstemmen, hiermee heb je de keuze voor je doelgroep gemaakt. Na het identificeren van je doelgroep ga je als bedrijf je positioneren binnen het segment. De positionering is de plaats die het product, merk of dienst in de ogen van de consument inneemt in vergelijking met de concurren. De positionering vormt de basis van de daadwerkelijke marketingactiviteiten. Werkvormen Per week is er een hoorcollege (1 lesuur): hierin wordt een toelichting gegeven op de stof die voor deze week op het programma staat. Daarnaast is er per week een werkcollege (2 lesuren): hierin worden de opgaven en cases behandeld behorend bij de stof die voor deze week op het programma staat. Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) S 1. De student kan de
marketingmanagement
Werkvorm(en) HC en WC
Hulpmiddelen Rekenmachine, worodenboek (D-NL)
concepten onderscheiden. 2. De student kent de termen maatschappelijk verantwoordelijkheid en marketingethiek. 3. De student kent het verloop van de beslissingsprocessen bij klanten en de beïnvloedende factoren. 4. De student kent het perceptieproces van de klant. 5. De student kent de verschillen tussen goederen en diensten. 6. De student heeft inzicht in het strategisch marketingmanagementproc
48
Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
Werkvorm(en)
Hulpmiddelen
es, de onderdelen daarvan en mogelijke hulpmiddelen daarbij. 7. De student kent de verschillen tussen consumenten en zakelijke klanten en heeft inzicht in de marketingimplicaties hiervan. 8. De student kan op basis van relevante criteria de markt segmenteren en segmenten beschrijven. 9. De student kan op basis van marktsegmentatie een aantrekkelijke doelgroep kiezen. 10. De student kan positioneringstrategieën formuleren. 11. De student kent het belang van klantrelaties en concurrentievoordeel
Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: DC 1. Ontwikkelen van een visie op veranderingen en trends in de externe omgeving en ontwikkelen van relaties, netwerken en ketens. BoKs Theorieën van organisatiewetenschappen Methoden van informatieverzameling
Niveau van toetsing: N2: Inzien
DC 4. Inrichten, beheersen en verbeteren van bedrijfsof organisatieprocessen. BoKs Organisatiekunde DC 7: Logistieke competentie: Het op professionele wijze ontwikkelen , uitvoeren en aansturen van logistieke processen
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Boekema, J.J. e.a., Basisboek Marketing, 5 e druk, Noordhoff, Groningen
ISBN ISBN: 9001092586
49
Aanbevolen literatuur Internet bronnen (aanbevolen/verplicht) Basisboekmarketing.noordhoff.nl Actuele artikelen en publicaties die in deze bouwsteen zijn verwerkt (aanbevolen/verplicht)
50
Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Taal bouwsteen:
DECMAN1 Management 1 84 uur, 3 ects 1.1.3 1 periode MBO/HAVO Nederland en Engels
Korte beschrijving van de inhoud In de bouwsteen Management 1 maak je kennis met de beginselen van Management en Organisatiekunde en is een voorbereiding op Management 2. Deze bouwsteen geeft je inzicht in de aansturing van organisaties en worden de kenmerken van organisaties behandeld. De onderwerpen die binnen deze bouwsteen Organisatie en Management aan de orde komen zijn: De geschiedenis en denkrichtingen van Organisatie & Management De relatie met de omgeving Management Besluitvorming Besturing Structurering Cultuur Werkvormen DECMAN 1 kent drie werkvormen: Een viertal hoorcolleges, zeven werkcolleges en een achttal PGO-bijeenkomsten. Tijdens de hoorcolleges worden de verschillende onderwerpen uit de literatuur ingeleid. Tijdens de werkcolleges worden opdrachten en cases besproken. Tijdens de PGO- taken werken studenten aan taken die gericht is op het tot stand brengen van een koppeling tussen de theorie en de beroepspraktijk. Voor de uitwerkingen van werkcolleges en PGO-taken moet een minimale score worden gehaald, alvorens studenten worden toegelaten tot het tentamen. Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) de denkrichtingen en S ontwikkelingen uit de op het gebied van organisatie en management weergeven, de invloeden vanuit de omgeving op een organisatie uiteenzetten, de besluitvormingsproblematiek in organisatie weergeven en verschillende besluitvormingsprocessen typeren en bepalen de belangrijkste S managementtaken en leiderschapsstijlen typeren en bepalen, de besturingsproblematiek in organisatie weergeven, de verschillende bedrijfsprocessen benoemen en bepalen, de structuur van een organisatie typeren en modelleren, het effectiviteits streven van organisaties beschrijven en de cultuur van een organisatie beschrijven en bepalen WC=71% Cesuur PGO=55% Tentamen=55%
Werkvorm(en) WC=M
Hulpmiddelen WC=alle Tentamen= Geen
PGO=M WC=M
WC=alle PGO=alle Tentamen= geen
51
Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: DC 1. Ontwikkelen van een visie op veranderingen en trends in de externe omgeving en ontwikkelen van relaties, netwerken en ketens. BoKs Theorieën van organisatiewetenschappen
Niveau van toetsing: N2: Inzien
DC 2. Analyseren van beleidsvraagstukken, vertalen in beleidsdoelstellingen en –alternatieven en voorbereiden van besluitvorming. BoKs Interne organisatieleer DC 3. Toepassen van human resource management in het licht van de strategie van de organisatie. BoKs Structuur en gebruik van gespreksmodellen t.b.v. HRM DC 4. Inrichten, beheersen en verbeteren van bedrijfsof organisatieprocessen. BoKs Organisatiekunde
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Een praktijkgerichte benadering van Organisatie en Management, Nick van Dam en Jos Marcus (Nederlands editie). Voor DECMAN1 gaat het om de hoofdstukken 1, 2, 6 t/m 6.3.3, 7 t/m 7.4, 8 t/m8.2, 9 t/m 9.4 en 10 t/m 10.3
ISBN 978-90-01-76665-8 978-90-01-57704-9 (engelse versie)
52
Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Studiejaar: Periode: Duur: Instapniveau: Taal bouwsteen:
OLEIL Inleiding logistiek 3 ECTS 1 1.1.4 9 weken HAVO 5, MBO niveau 4 (Instroom niveau HBO Nederlands
Korte beschrijving van de inhoud Logistiek is een veel voorkomend begrip. Veel mensen hebben er wel een bepaald beeld van, maar het is vaak lastig om een goed en volledig beeld van dit vakgebied te vormen.Tijdens deze module zul je zien dat je eigen omgeving veel raakvlakken heeft met logistiek en door logistiek wordt beïnvloed. Deze module laat je kennis maken met de verschillende deelgebieden binnen logistiek management. Ook wordt er aandacht besteed aan de belangrijkste trends binnen het vakgebied logistiek. Binnen het vakgebied logistiek worden veel Nederlandse en Engelse vaktermen gebruikt. Na deze module beheers je de basis van dit vakjargon zodat je met je medestudenten en externe partijen kunt communiceren over logistiek. De binnen deze module behandelde stof zul je in een later stadium binnen je opleiding weer nodig hebben en hiermee een goede bijdrage aan de opdrachten te leveren aan de opdachten. Werkvormen Hoorcolleges, werkcolleges en PGO sessies Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) De student kan de inhoud van S/O het logistiek vakgebied afbakenen De student kan de opgedane S/O kennis in de context van opdrachten en artikelen kunnen toepassen. De student heeft kennis van S/O het logistiek concept en dit concept gebruiken logistiek concept. De student herkent de S/O belangrijkste trends binnen de logistiek 55% Cesuur Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: DC 1. Ontwikkelen van een visie op veranderingen en trends in de externe omgeving en ontwikkelen van relaties, netwerken en ketens. BoKs Theorieën van organisatiewetenschappen Methoden van informatieverzameling
Werkvorm(en) HC/WC/PGO
Hulpmiddelen Nvt
HC/WC/PGO
Nvt
HC/WC/PGO
Nvt
HC/WC/PGO
Nvt
Niveau van toetsing: N1: Weten
DC 2. Analyseren van beleidsvraagstukken, vertalen in beleidsdoelstellingen en –alternatieven en voorbereiden van besluitvorming. BoKs Budgetten- en kosten Haalbaarheidsanalyse Interne organisatieleer
53
DC 4. Inrichten, beheersen en verbeteren van bedrijfsof organisatieprocessen. BoKs Organisatiekunde Financieel management Informatiesystemen Zorgsystemen DC 5. Analyseren van de financiële en juridische aspecten, interne processen en de bedrijfs- of organisatieomgeving om samenhang en wisselwerking te versterken. BoKs Verandermanagement Administratieve organisatie DC 6. Ontwikkelen, implementeren en evalueren van een veranderingsproces. BoKs Projectmanagement Planning and control DC 7: Logistieke competentie: Het op professionele wijze ontwikkelen , uitvoeren en aansturen van logistieke processen
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Werken met Logistiek, Visser & Van Goor, 6e druk, Noordhoff Uitgevers
ISBN 9789001794408
54
Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Studiejaar: Periode: Duur: Instapniveau: Taal bouwsteen:
OLEOR De organisatie 3 ECTS 1 1.1.5 9 weken HAVO 5, MBO niveau 4 (Instroom niveau HBO) Nederlands
Korte beschrijving van de inhoud In je werkzame leven na deze opleiding zul je naar alle waarschijnlijkheid een bepaalde tijd binnen een organisatie werkzaam zijn. Daarom laten we, als beginnend student op het hbo, als eerste kennis maken met de algemene processen binnen een organisatie en je te oriënteren op je toekomstig vakgebied. De positiebepaling van de organisatie zowel intern als extern speelt daarbij een belangrijke rol. Vervolgens krijg je de mogelijkheid om de kennis opgedaan in de algemene bouwstenen Bedrijfseconomie I, Marketing I, Management I en Inleiding Logistiek toe te passen in praktijk gerelateerde cases. Werkvormen Een PGO groep van ongeveer 12 studenten werkt aan diverse opdrachten. Daarnaast vindt er een bedrijfsbezoek en een managementgame plaats. Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) De student kan processen S/O binnen een organisatie herkennen en benoemen. De student kan van S/O verschillende samenwerkingsvormen tussen bedrijven de voor- en nadelen benoemen en aangeven welke vorm wanneer het meest zinvol is. 55% Cesuur Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: DC 1. Ontwikkelen van een visie op veranderingen en trends in de externe omgeving en ontwikkelen van relaties, netwerken en ketens. BoKs Theorieën van organisatiewetenschappen Methoden van informatieverzameling Juridische- en economische ontwikkelingen
Werkvorm(en) PGO
Hulpmiddelen Nvt
PGO
Nvt
Niveau van toetsing: N3: Toepassen
DC 2. Analyseren van beleidsvraagstukken, vertalen in beleidsdoelstellingen en –alternatieven en voorbereiden van besluitvorming. BoKs Budgetten- en kosten Haalbaarheidsanalyse Kwaliteitssystemen Procesmanagement Beslissings- en besluitvormingsmodellen Interne organisatieleer DC 3. Toepassen van human resource management in het licht van de strategie van de organisatie. BoKs HRM-beleid
55
Personeelsinstrumenten Leiderschapsstijlen DC 4. Inrichten, beheersen en verbeteren van bedrijfsof organisatieprocessen. BoKs Organisatiekunde Relatiemanagement Financieel management Informatiesystemen Zorgsystemen DC 5. Analyseren van de financiële en juridische aspecten, interne processen en de bedrijfs- of organisatieomgeving om samenhang en wisselwerking te versterken. BoKs Verandermanagement Administratieve organisatie Managementcontrol DC 6. Ontwikkelen, implementeren en evalueren van een veranderingsproces. BoKs Advieskunde- en vaardigheden Verandermanagement Projectmanagement Planning and control DC 7: Logistieke competentie: Het op professionele wijze ontwikkelen , uitvoeren en aansturen van logistieke processen Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Een praktijk gerichte benadering van Organisatie en Management, Nick van Dam en Jos Marcus, zesde druk, Noordhoff Uitgevers Basisboek Bedrijfseconomie, de Boer, Brouwers en Koetzier, 8 e druk (Ned), Noordhoff Uitgevers Introductie Bedrijfsadministratie, Klerks, 4 e druk, Noordhoff Uitgevers Principes van Marketing, Kotler, 5e druk, Pearson Education benelux Werken met Logistiek, Visser & Van Goor, 6e druk, Noordhoff Uitgevers
ISBN 9789001766658 9789001702427 9789001709983 9789043016223 9789001794408
56
Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Soort bouwsteen: Aantal credits: Opleiding Periode: Duur: Instapniveau: (min. competentieniveau) Taal bouwsteen:
GSC01 Schriftelijke communicatie 1 Generiek 3 EC BE/CE/IBL/L&E 1.2.1 9 weken Beginniveau HBO Nederlands/Engels
Korte beschrijving van de inhoud De Stenden opleidingen richten zich op 4 sectoren (Economie, Techniek, Sociaal Agogisch en Onderwijs), waarin schriftelijke communicatie altijd een rol speelt. Ook in de opleidingen wordt veel schriftelijk gecommuniceerd, waarbij de studenten hun studieresultaten, kennis, vaardigheden en ontwikkeling schriftelijk moeten vastleggen. Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) De student gebruikt O bouwplannen voor zijn schriftelijke communicatie De student gebruikt de O passende structuur bij doel en doelgroep. De student gebruikt de O passende stijl bij doel en doelgroep. De student argumenteert O volgens de methode van Toulmin. De student vat informatie O samen. De student schrijft in de fases: O bouwplan, eerste opzet, herschrijven, vorm geven. De student vermeldt op de APA O manier zijn bronnen in zijn schriftelijke communicatie. Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: DC 8. Sociale en communicatieve competentie (interpersoonlijk, organisatie)
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Veelal websites
Werkvorm(en) HC/PGO
Hulpmiddelen Nvt
PGO
Nvt
PGO
Nvt
PGO
Nvt
PGO
Nvt
PGO
Nvt
PGO
Nvt
Niveau van toetsing: N3: Toepassen
ISBN
57
Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Taal bouwsteen:
DECCE2 Marketing 2 3 ects 1.2.2 1 periode Geen NL
Korte beschrijving van de inhoud: In deze bouwsteen draait het om de marketingmix. De marketingmix wordt namelijk geheel ontwikkeld op basis van de positionering. In deze bouwsteen gaan we uitgebreid in op de elementen van de marketingmix. De 4 P’s of 7P’s of…… zijn de essentiële instrumenten binnen het vakgebied om de marketingstrategie te operationaliseren. Immers een reis naar de Seychellen dat niet gepromoot wordt, wordt niet verkocht! Marketeers zoeken naar de optimale verhouding in deze P’s om zodoende de effectiviteit en bedrijfsresultaten van de organisatie te verbeteren en de klant te bedienen. Hoe bepaal je de prijs, waar is het product verkrijgbaar, welke promotiemiddelen ga je inzetten, hoe moet het product eruit zien, welke personeel staat aan de balie, hoe ziet de winkel eruit en welke procedures ondergaat de klant? Vragen die een antwoord vinden in Marketing 2. Werkvormen Per week is er een hoorcollege (1 lesuur): hierin wordt een toelichting gegeven op de stof die voor deze week op het programma staat. Daarnaast is er per week een werkcollege (2 lesuren): hierin worden de opgaven en cases behandeld behorend bij de stof die voor deze week op het programma staat.
Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) S 1. De student kan het door een onderneming te voeren
Werkvorm(en)
Hulpmiddelen Rekenmachine, worodenboek (D-NL)
productbeleid op elementair niveau ontwikkelen en beoordelen. 2. De student kan het door een onderneming te voeren distributiebeleid op elementair niveau ontwikkelen en beoordelen. 3. De student het door een onderneming te voeren prijsbeleid op elementair niveau ontwikkelen en beoordelen. 4. De student kan het door een onderneming te voeren promotiebeleid op elementair niveau ontwikkelen en beoordelen. Cesuur
55%
Competenties en niveau van toetsing:
58
Competenties en BOKS: DC 1. Ontwikkelen van een visie op veranderingen en trends in de externe omgeving en ontwikkelen van relaties, netwerken en ketens. BoKs Theorieën van organisatiewetenschappen Methoden van informatieverzameling
Niveau van toetsing: N2: Inzien
DC 7: Logistieke competentie: Het op professionele wijze ontwikkelen , uitvoeren en aansturen van logistieke processen
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Boekema, J.J. e.a., Basisboek Marketing, 5 e druk, Noordhoff, Groningen
ISBN ISBN: 9001092586
Aanbevolen literatuur Internet bronnen (aanbevolen/verplicht) Basisboekmarketing.noordhoff.nl Actuele artikelen en publicaties die in deze bouwsteen zijn verwerkt (aanbevolen/verplicht)
59
Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Soort bouwsteen: Aantal credits: Periode: Duur: Instapniveau: (min. competentieniveau) Taal bouwsteen:
DECEN1 English 1 Domain Related 3 EC 1.2.3 9 weken A2/ B1 Nederlands
Korte beschrijving van de inhoud In deze bouwsteen werkt de student aan de ontwikkeling van de basisvaardigheden van zakelijk Engels. De cursus richt zich op de ontwikkeling van belangrijke zakelijke communicatievaardigheden zoals telefoneren, vergaderen, onderhandelen, presenteren en het schrijven van emails, memo’s en korte rapporten. Daarnaast wordt de zakelijke woordenschat uitgebreid en worden de belangrijkste grammaticale structuren herhaald. Tot slot wordt de student zich bewust van de communicatieve conventies die gelden in het Angelsaksische taalgebied.
Toetsvorm Schriftelijke toets en mondeling Werkvorm Werkcolleges, rollenspelen, case studies, discussie, opdrachten en zelfwerkzaamheid. Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) De student kan deelnemen M aan gesprekken en discussies over onderwerpen uit het vakgebied.
Werkvorm(en)
Hulpmiddelen Geen
De student kan een korte presentatie houden over een onderwerp uit de studie – en werksfeer en vragen daarover beantwoorden.
M
Geen
De student kan teksten over onderwerpen uit het vakgebied begrijpen.
S
Geen
De student kan emails, korte rapporten en samenvattingen schrijven over onderwerpen uit de studie – en werksfeer.
S
Geen
De student beschikt over een voldoende woordenschat over onderwerpen uit het vakgebied en heeft een voldoende beheersing van de relevante structuren en taalfuncties.
S/M
Geen
Cesuur
55%
Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS:
Niveau van toetsing:
60
DC 8. Sociale en communicatieve competentie (interpersoonlijk, organisatie)
CEF B1
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Cotton, D., Falvey, D. and Kent, S. Market Leader Upper Intermediate, 3rd edition, (2-pack) Course book and Practice file, Pearson Longman Aanbevolen literatuur Longman Business English Dictionary, new edition, paper edition + CDROM, Pearson Longman Internet bronnen (aanbevolen/verplicht) bbc.co.uk, ft.com, economist.com, time.com, nytimes.com Actuele artikelen en publicaties die in deze bouwsteen zijn verwerkt (aanbevolen/verplicht)
ISBN 9781408291696
9781405867061
61
Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Taal bouwsteen:
OLEWT O. Warehousing and Transport 3EC 1.2.4 8 Nederlands
Korte beschrijving van de inhoud: Logistieke medewerkers opereren vaak in complexe situaties. De complexe praktijkproblemen kunnen alleen opgelost worden met behulp van kennis en vaardigheden uit verschillende disciplines (vakgebieden). In ieder cluster/thema wordt dan ook een praktijkprobleem aangeboden dat met behulp van kennis en vaardigheden uit verschillende vakgebieden moet worden opgelost. Op die manier worden verschillende vakgebieden aan elkaar gekoppeld. In dit tweede cluster staan marketing en logistiek centraal, dat wil zeggen dat we ons bezig gaan houden met de markt, het eind van de logistieke keten (zie vorig pagina). Na de inleiding in de eerste periode zal nu dieper worden ingegaan op de verschillende marketinginstrumenten en de raakvlakken die zij hebben met logistiek. Warehouse en transport zijn hierbij de centrale logistieke thema’s.
Werkvormen Hoorcollege, werkcollege, gastcollege Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Kan voor een onderneming het S/O distributiekanaal schetsen en de integratie mogelijkheden schetsen Kan voor een (product)groep S/O het onderdeel Plaats van de marketingmix uitwerken Kan voor een product groep op S/O basis van verschillende aspecten de juiste vervoersmodaliteit selecteren Kan voor een transporttraject S/O het totale operationele proces in kaart brengen Heeft een goed beeld van de S/O markt van logistieke dienstverleners actief in Europa Kan de kennis van processen S/O en inrichting van een magazijn omzetten korte aanbevelingen op operationeel niveau 55% Cesuur
Werkvorm(en) PGO
Hulpmiddelen
PGO
PGO
PGO
PGO
PGO sessies (80%)
Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: DC 1. Ontwikkelen van een visie op veranderingen en trends in de externe omgeving en ontwikkelen van relaties, netwerken en ketens. BoKs Theorieën van organisatiewetenschappen
Niveau van toetsing: N1: Weten N2: Inzien N3: Toepassen
62
Methoden van informatieverzameling Juridische- en economische ontwikkelingen DC 2. Analyseren van beleidsvraagstukken, vertalen in beleidsdoelstellingen en –alternatieven en voorbereiden van besluitvorming. BoKs Budgetten- en kosten Kwaliteitssystemen Beslissings- en besluitvormingsmodellen Interne organisatieleer DC 4. Inrichten, beheersen en verbeteren van bedrijfsof organisatieprocessen. BoKs Organisatiekunde Financieel management Informatiesystemen Zorgsystemen DC 5. Analyseren van de financiële en juridische aspecten, interne processen en de bedrijfs- of organisatieomgeving om samenhang en wisselwerking te versterken. BoKs Verandermanagement Administratieve organisatie Publiekrecht DC 6. Ontwikkelen, implementeren en evalueren van een veranderingsproces. BoKs Projectmanagement DC 7: Logistieke competentie: Het op professionele wijze ontwikkelen , uitvoeren en aansturen van logistieke processen Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Integral Warehouse management, Jeroen P van den Berg Interne operationel logistiek, Gerben Esmeijer
ISBN 9781419668760 9789062286911
63
Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Taal bouwsteen:
OLEFD Physical Distribution 1.2.5
Korte beschrijving van de inhoud: Bouwsteen in ontwikkeling. Informatie wordt gepubliceerd via de Blackboard-site van de Bouwsteen.
Kennis en vaardigheden
Werkvormen
Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) O
Cesuur
Werkvorm(en)
Hulpmiddelen
55%
Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: DC 1. Ontwikkelen van een visie op veranderingen en trends in de externe omgeving en ontwikkelen van relaties, netwerken en ketens. BoKs Methoden van informatieverzameling Juridische- en economische ontwikkelingen
Niveau van toetsing: N3: Toepassen
DC 4. Inrichten, beheersen en verbeteren van bedrijfsof organisatieprocessen. BoKs Organisatiekunde Relatiemanagement Financieel management Zorgsystemen DC 5. Analyseren van de financiële en juridische aspecten, interne processen en de bedrijfs- of organisatieomgeving om samenhang en wisselwerking te versterken. BoKs Bedrijfseconomie Privaatrecht DC 8. Sociale en communicatieve competentie (interpersoonlijk, organisatie)
64
DC 9. Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar of professional) Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
ISBN
65
Bouwsteen code: Bouwsteen naam: Studielast: Periode: Duur: Bouwsteen taal Niveau
OZ1 Onderzoek 3 ects 1.3 1 periode Nederlands Propedeuse
Korte beschrijving van de inhoud Professionals dienen in hun beroepsuitoefening beslissingen te nemen die zijn gebaseerd op degelijke situatie analyse, gefundeerde inschatting van verwachte effecten van mogelijke interventies en valide uitspraken over gerealiseerde resultaten. Zij dienen daartoe op verantwoorde wijze gebruik te maken van beschikbare onderzoekspublicaties, onderzoeksopdrachten te formuleren en beoordelen en uit te voeren. In deze eerste bouwsteen leert de student de gehele cyclus van het onderzoeks proces te doorlopen.
Werkvorm Deel A: Groepsopdracht: een combinatie van (werk)colleges, tutorials en groepsopdrachten. Deel B: Kwantitatieve onderzoeks methoden: colleges
Doelstellingen, werkvorm en toetsing Deel A: Een onderzoeksopdracht uitvoeren waarin elke fase van de onderzoekscyclus wordt doorlopen van probleem analyse tot en met de eindrapportage. Input voor de opdracht is een case gebaseerd op een recente afstudeer scriptie van de Opleiding. De focus is op desk research. Kennis en vaardigheden ontwikkelen om onderzoek uit te kunnen voeren. DD1-2 Aantonen dat de de student kennis heeft van de theorie en concepten in DD1 Aantonen dat de student de theorie en concepten kan toepassen DD2 Cesuur Weging Part B: Kennis en vaardigheden ontwikkelen om kwantitatief onderzoek uit te kunnen voeren. DD1-2 Aantonen dat de de student kennis heeft van de theorie en concepten in DD1 Aantonen dat de student the theorie en concepten kan toepassen DD2 Cesuur Weging
Competenties en toets niveau Competenties en Body of Knowledge and Skills (BOKS) C 1. Ontwikkelen van een visie op veranderingen en trends in de externe omgeving en ontwikkelen van relaties, netwerken en ketens. C 8. Sociale en communicatieve competentie : Informatie management (interpersoonlijk, organisatie):
Werkvorm Colleges Tutorials
Werkvorm Colleges Tutorials
Toetsvorm Opdracht Presentatie
55% 50% Toetsvorm Written
55% 50%
Toetsniveau N3: Toepassen
Verplichte literatuur: 66
Verhoeven, N. (2011). Wat is onderzoek?: praktijkboek methoden en technieken voor het hoger onderwijs (4e druk). Den Haag: Boom Lemma uitgevers.
Buijs, A. (2012). Statistiek om mee te werken (9e druk).Groningen:Noordhoff. Buijs, A. (2012). Statistiek om mee te werken opgaven –en uitwerkingenboek(9e druk).Groningen:Noordhoff.
9789059316713
9789001802486 9789001802592
67
Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Taal bouwsteen:
DECBEBA Inleiding Bedrijfseconomie- en administratie 3 ECTS 1.3.2 9 weken Geen Nederlands
Korte beschrijving van de inhoud Basiskennis van bedrijfseconomie en bedrijfsadministratie Werkvormen Werkcolleges
Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) een jaarrekening te lezen, te O analyseren en te interpreteren financiële gegevens te S/O verwerken in de boekhouding Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: DC 5. Analyseren van de financiële en juridische aspecten, interne processen en de bedrijfs- of organisatieomgeving om samenhang en wisselwerking te versterken. BoKs Bedrijfseconomie
Werkvorm(en) WC
Hulpmiddelen Rekenmachine
WC
Rekenmachine
Niveau van toetsing: N2: Inzien
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Basisboek Bedrijfseconomie, negende druk, De Boer, Brouwers, Koetzier Basisboek Bedrijfseconomie, opgaven, achtste druk, De Boer, Brouwers, Koetzier Introductie bedrijfsadministratie, 4e druk, Klerks
ISBN 978-90-01-79788-1 978-90-01-79776-8 978-90-01-70998-3
68
Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Taal bouwsteen:
DECEN2 Business English 2 3 EC 1.3.3 1 moduul A2/ B1 Engels
Korte beschrijving van de inhoud In deze bouwsteen werkt de student aan de ontwikkeling van de basisvaardigheden van zakelijk Engels. De cursus richt zich op de ontwikkeling van belangrijke zakelijke communicatievaardigheden zoals telefoneren, vergaderen, onderhandelen, presenteren en het schrijven van emails, memo’s en korte rapporten. Daarnaast wordt de zakelijke woordenschat uitgebreid en worden de belangrijkste grammaticale structuren herhaald. Tot slot wordt de student zich bewust van de communicatieve conventies die gelden in het Angelsaksische taalgebied. Werkvormen Werkcolleges, rollenspelen, case studies, discussie, opdrachten en zelfwerkzaamheid.
Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) De student kan deelnemen aan M gesprekken en discussies over onderwerpen uit het vakgebied.
Werkvorm(en)
Hulpmiddelen Geen
De student kan een korte presentatie houden over een onderwerp uit de studie – en werksfeer en vragen daarover beantwoorden.
M
Geen
De student kan teksten over onderwerpen uit het vakgebied begrijpen.
S
Geen
De student kan emails, korte rapporten en samenvattingen schrijven over onderwerpen uit de studie – en werksfeer.
S
Geen
De student beschikt over een voldoende woordenschat over onderwerpen uit het vakgebied en heeft een voldoende beheersing van de relevante structuren en taalfuncties.
S/M
Geen
Cesuur
55%
Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: DC 8. Sociale en communicatieve competentie (interpersoonlijk, organisatie)
Niveau van toetsing: CEF B1
Literatuur
69
Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Cotton, D., Falvey, D. and Kent, S. Market Leader Upper Intermediate, 3rd edition, (2-pack) Course book and Practice file, Pearson Longman Aanbevolen literatuur Longman Business English Dictionary, new edition, paper edition + CDROM, Pearson Longman Internet bronnen (aanbevolen/verplicht) bbc.co.uk, ft.com, economist.com, time.com, nytimes.com Actuele artikelen en publicaties die in deze bouwsteen zijn verwerkt (aanbevolen/verplicht)
ISBN 9781408291696
9781405867061
70
Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Taal bouwsteen:
OLELOM O. Logistics Operational Mangement 1.3.4
Korte beschrijving van de inhoud: In het dagelijks leven speel je, als consument, een rol binnen een keten van organisaties welke jou een dienst of een product aanbieden. Deze producten en/of diensten worden voortgebracht door mensen binnen die organisaties. In deze periode en deze bouwsteen zul je kennismaken met de theorie en achtergronden welke nodig zijn om operationele processen in de verschillende omgevingen goed te kunnen inrichten en beheersen.
Werkvormen Werkcollege’s Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) De student toont aan dat hij de S invloed van de andere schakels in de keten op de eigen bedrijfsorganisatie kan analyseren. De student toont aan dat hij in S staat is een eenvoudig (productie)proces te besturen. De student toont aan dat hij S het softwarepakket Excel beheerst. De student toont aan dat hij in S staat is een materiaal uitgifteplan op te stellen. De student toont aan dat hij S inzicht heeft in de planningshierarchie van een organisatie. De student toont aan dat hij S eenvoudige capaciteitsberekeningen kan maken. De student toont aan dat hij hij S een eenvoudige layout van een productieproces kan ontwerpen De student toont aan dat hij hij S een eenvoudige layout van een productiebedrijf kan ontwerpen 55% Cesuur Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: DC 1. Ontwikkelen van een visie op veranderingen en trends in de externe omgeving en ontwikkelen van relaties, netwerken en ketens. BoKs Theorieën van organisatiewetenschappen
Werkvorm(en) PGO
Hulpmiddelen
PGO PGO PGO PGO
PGO
PGO PGO
Niveau van toetsing: N2: Inzien N3: Toepassen
71
DC 3. Toepassen van human resource management in het licht van de strategie van de organisatie. BoKs HRM-beleid Personeelsinstrumenten DC 4. Inrichten, beheersen en verbeteren van bedrijfsof organisatieprocessen. BoKs Organisatiekunde Relatiemanagement Informatiesystemen Zorgsystemen Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Operations Management, Jay Heizer and Barry Render, Ninth Edition, Person education,
ISBN 9780138134549.
72
Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Soort bouwsteen: Aantal credits: Opleiding Periode: Duur: Instapniveau: (minimaal competentieniveau) Taal bouwsteen:
OLEMM Materials Management Opleidingsspecifiek 3 EC BE/CE/IBL/LenE 1.3.5 9 weken
Nederlands
Bouwsteen rationale: Een professional met een bachelor degree in Logistiek & Economie, dient met betrekking tot het management van de beschikbare middelen in de supply chain (gehele logistieke keten), problemen te kunnen begrijpen, analyseren en interpreteren. Als medewerker bij het productie management is het noodzakelijk om kennis te hebben van de belangrijkste kenmerken van productieprocessen. Daarnaast is het belangrijk om de kansen en mogelijkheden te kunnen onderscheiden om deze productieprocessen te optimaliseren. Dit om de opbrengsten bij verkoop te maximaliseren door flexibiliteit te ondersteuning richting marketingprocessen, ofwel door aan de andere kant de kosten en kostprijzen te minimaliseren. Uiteraard is het nog beter als zowel hogere opbrengsten als lagere kosten bereikt worden. Een bachelor degree houdt impliciet in dat over deze thema’s zowel nationaal in het Nederlands als internationaal (vooral Engels) gecommuniceerd kan worden. Dit vanwege het bepalen en inschatten van de effecten van deze ontwikkelingen op de bedrijfsprocessen op verschillende niveau’s in de organisatie: op operationeel, tactisch en strategisch niveau. De theorie van operations management, in het bijzonder van materials management, aangevuld met de micro & macro-economische theorie inzake international economics die in andere onderdelen van het studie proces aan de orde komen, leveren de benodigde methodes, kennis en inzicht. Deze bouwsteen voorziet studenten van de vereiste theoretische kennis en schept het kader voor het conceptueel denken inzake alternatieve oplossingen en de praktische uitwerking daarvan. De toepassing van de theorie in een praktisch rapport en het presenteren van de bevindingen vanuit achtereenvolgende PBL-taken maakt het leren van de relevante theorie effectiever. Immers problem based learning -PBL- is de belangrijkste leermethode. Ten slotte geldt voor elke theorie: niet alleen de kennis is relevant maar ook de vaardigheid om deze kennis toe te passen. Werkvormen Theorie Toepassingen van de theorie Field Research mbt toepassingen Desk Research mbt toepassingen Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) De student kan zijn O bevindingen in een ter zake deskundige omgeving communiceren. De student kan de methodiek van Problem Based Learning (PBL) gestructureerd toepassen, door middel van het verkrijgen van ervaring in de vijf verschillende types problemen, die dienen te worden toegepast op de afzonderlijke “bouwstenen”van deze periode 1.3 : Explanation Problem Dilemma Problem Strategy Problem
HC/WC PGO Practicum Individueel & PGO
Werkvorm(en)
Hulpmiddelen
73
Bouwsteendoelstellingen: Application Task Action Task Dat houdt in dat elke student zowel een explanation problem en ook een dilemma problem alsmede een strategy problem dient te formuleren voor het onderdeel ‘Operations Management’. En natuurlijk ook een application task en een action task. De geformuleerde problems dienen ter voorbereiding voor de studietrip dat wat later staat gepland, een studietrip naar een specifiek productiebedrijf om daar met eigen ogen te aanschouwen hoe materials management in de praktijk plaatsvindt. Hetzelfde problem formuleren dient te worden verricht voor de andere onderdelen van 1.3: ‘Onderzoek’, ‘Engels’, ‘Mondelinge communicatie’. Na het individueel formuleren van de PBL-taken, worden de meest relevante PBL-taken geselecteerd door de groep om uit te voeren. Vervolgens dient de PBL methodiek van de zevensprong helder te worden toegepast voor elk onderdeel (elke bouwsteen) waarvoor het PBL probleem of de PBL-taak wordt uitgevoerd. Doelstelling is het verkrijgen van ervaring met de PBLbenadering, zowel individueel als collectief.
Toetsvorm(en)
Cesuur
PGO 50% (24% Groepsopdracht, 25% Individuele opdracht) Mondeling 50%
Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: DC 1. Ontwikkelen van een visie op veranderingen en trends in de externe omgeving en ontwikkelen van relaties, netwerken en ketens. BoKs Theorieën van organisatiewetenschappen Juridische- en economische ontwikkelingen
Werkvorm(en)
Hulpmiddelen
Niveau van toetsing: N3: Toepassen
DC 2. Analyseren van beleidsvraagstukken, vertalen in beleidsdoelstellingen en –alternatieven en voorbereiden van besluitvorming. BoKs Kwaliteitssystemen DC 3. Toepassen van human resource management in het licht van de strategie van de organisatie. BoKs HRM-beleid
74
Personeelsinstrumenten DC 4. Inrichten, beheersen en verbeteren van bedrijfsof organisatieprocessen. BoKs Organisatiekunde Financieel management Informatiesystemen Zorgsystemen Verandermanagement DC 5. Analyseren van de financiële en juridische aspecten, interne processen en de bedrijfs- of organisatieomgeving om samenhang en wisselwerking te versterken. BoKs Administratieve organisatie DC 6. Ontwikkelen, implementeren en evalueren van een veranderingsproces. BoKs Advieskunde- en vaardigheden DC 8. Sociale en communicatieve competentie (interpersoonlijk, organisatie) Werkvorm: Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Operations Management, 8 th Edition or newer, Jay Heizer, Barry Render, Published by Prentice Hall Werken met Logistiek, Visser en Van Goor Wolters-Noordhoff vanaf 5 e druk. Aanbevolen literatuur Matt McGee- Economics - In Terms of the Good, the Bad and the Economist - 2nd Edition 2009
ISBN
ISBN: 978-1-876659-22-6
75
Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Studiejaar: Periode: Duur: Instapniveau: Taal bouwsteen:
GSLB1 SLB1 3 ECTS BE1, LE1, CE1, ILM1, IBL1 1.4.1 Gehele eerste jaar Studenten die voldoen aan de toelatingseisen voor de studie Nederlands en Engels
Korte beschrijving van de inhoud De bouwsteen studieloopbaanbegeleiding 1 bestaat uit 2 onderdelen, te weten “Studieloopbaanvaardigheden” (SLV) en “Studieloopbaancoaching” (SLC). Wie ben ik? , Wat kan ik al?, Waar pas ik? , Wat wil ik worden?, Wat moet ik nog doen? Onderstaande verplichte onderdelen ondersteunen je gedurende het hele studiejaar in het vinden van een antwoord op deze vragen. Voor SLB1 gelden de volgende verplichte onderdelen: Startweek, Startgesprek (periode 1), Werkveldoriëntatie activiteiten en stageterugkomdag, Portfolio met uitwerkingen van de opdrachten SLV en bewijsstukken van de activiteiten, Eindgesprek met studiecoach waarin de student zijn ontwikkeling toelicht aan de hand van SMART geformuleerde concrete doelen. Kennis en vaardigheden Informatievaardigheden, APA normen Studievaardigheden, studeren in het HBO, leren leren in het competentieonderwijs Studiehouding, studieplanning, motivatie, leerstijlen Reflecteren, feedback geven/ ontvangen, opstellen POP, leerdoelen SMART formuleren Werkvormen SLV werkcolleges in periode 1, 3 en 4 SLC klassikale coachingsuren in periode 1,2,3 en4 SLC individuele coachingsgesprekken in periode 1,2,3 en 4 Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Je vergroot je zelfinzicht door het O maken van testen en opdrachten en daarop te reflecteren. Daarnaast zul je vaardigheden leren die jou in staat stellen in de toekomst adequater naar je zelf te kijken, waarmee je nog beter sturing aan je persoonlijke ontwikkeling kunt geven. Studievaardigheden komen ook aan bod. Na het succesvol afronden van deze bouwsteen: heb je zicht op het curriculum, weet je welke informatie je nodig hebt, kan je deze opsporen, evalueren en verwerken tot een concreet product. Je leert je eigen leerstijl ontwikkelen en je bent in staat deze waar nodig bij te stellen. Je hebt inzicht in de functie en mogelijkheden van studieloopbaancoaching, je kunt vijf studieloopbaancompetenties benoemen en toepassen op een niveau dat past bij jouw ontwikkelingsfase. Je kunt een
Werkvorm(en) WC
Hulpmiddelen
76
Bouwsteendoelstellingen: portfolio samenstellen dat de gestelde eisen inzake de bewijslast van jouw opleiding. Je bent je bewust van de waarde van zelfreflectie en kan je hiervoor passende instrumenten kiezen en toepassen. Aan de hand van jouw portfolio kun je op zowel inhoudals procesniveau reflecteren op jouw eigen ontwikkelproces.
Toetsvorm(en)
Cesuur
55%
Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: DC 9. Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar of professional)
Werkvorm(en)
Hulpmiddelen
Niveau van toetsing: N2: Inzien
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Dankers-Van der Spek, M.(2010), Studieloopbaanontwikkeling, Beroepsgeschikt, Amsterdam, 2e druk, Pearson Education Benelux
ISBN 978-90-430-1807-4
77
Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Studiejaar: Periode: Duur: Instapniveau: Taal bouwsteen:
DECRE Algemene Inleiding in het Recht 3 1 1.4.2 9 weken Geen speciale vereisten Nederlands
Korte beschrijving van de inhoud: In deze bouwsteen krijg je een algemene inleiding in het recht, zoals dat van belang is voor studenten die na hun afstuderen werkzaam zullen zijn in economische beroepen of een economische master-opleiding willen volgen. De bouwsteen vormt een basis voor andere bouwstenen die raken aan juridische aspecten. Na een kennismaking met de bronnen van het recht en de rechtsgebieden, verdiepen we ons kort in het staatsrecht, de rechtsstaat en de rechten van de mens. Vervolgens gaan we wat dieper in op het bestuursrecht – een rechtsgebied waarmee ondernemers veelvuldig te maken krijgen. Het zwaartepunt van deze onderwijseenheid ligt bij het privaatrecht. Je maakt kennis met het systeem van het Burgerlijk Wetboek en daarmee met de brede maatschappelijke relevantie van het privaatrecht. Je leert om regels op te zoeken in het Burgerlijk Wetboek en om met behulp daarvan rechten en plichten vast te stellen van partijen bij een overeenkomst of als het gaat om een conflict over schadevergoeding, bijvoorbeeld veroorzaakt door een gebrekkig product.
Werkvormen Werkgroepen, zelfstudie, individuele opdrachten. Competenties en wijze van toetsing: Competenties en BOKS:
DC 1. Ontwikkelen van een visie op veranderingen en trends in de externe omgeving en ontwikkelen van relaties, netwerken en ketens. Juridische ontwikkelingen DC 5. Analyseren van de financiële en juridische aspecten, interne processen en de bedrijfs- of organisatieomgeving om samenhang en wisselwerking te versterken. Privaatrecht( overeenkomsten, schadevergoeding, aansprakelijkheid) en publiekrecht (vergunningen en inspectie
Niveau van toetsing:
Wijze van toetsing:
Inzien
Schriftelij k
Inzien
Schriftelij k
(de deskundigheidsgebieden ’arbeidsrecht’ en ‘inspectie’ zijn opleidingsspecifiek en daarom niet in deze algemene inleiding in het recht opgenomen.)
Belangrijkste doelstelling(en) inclusief niveau aanduiding zoals in de matrix is opgenomen en wijze van toetsing en de toegestane hulpmiddelen: Doelstelling: Wijze Toegesta van ne toetsing: hulpmidd elen De student heeft kennis van en inzicht in de ‘rechtsbronnen’ en de Schriftelij Wettenbu belangrijkste rechtsgebieden. k ndel Constitutioneel recht: De student heeft kennis van en inzicht in de Schriftelij Wettenbu begrippen ‘staatsrecht’, ‘rechtsstaat’, ‘grondrechten’ en het belang daarvan k ndel voor ondernemers en burgers. Bestuursrecht: De student heeft kennis van en inzicht in: enige Schriftelij Wettenbu basisbegrippen en rechtsbronnen van het bestuursrecht, criteria aan de k ndel hand waarvan de bestuursrechter het bestuurshandelen toetst, en het belang van he bestuursrecht voor ondernemers. Aan de hand van de Awb kan de student in eenvoudige situaties vaststellen of bezwaar en beroep
78
mogelijk is. Privaatrecht: De student heeft kennis van en inzicht in: de begrippen ‘codificatie’ en ‘common law’ vs. ‘civil law’, enige belangrijke rechtsbronnen, basisbegrippen van het privaatrecht, het belang van het privaatrecht voor ondernemers, het systeem van het burgerlijk recht, het overeenkomstenrecht inclusief algemene voorwaarden, onrechtmatige daad, productaansprakelijkheid. Aan de hand van het Burgerlijk Wetboek kan de student in eenvoudige situaties vaststellen wat de rechten plichten van partijen zijn. Cesuur Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Wetteksten hoger onderwijs 2012-2013 Keizer, Bedrijf & Recht
Schriftelij k
Wettenbu ndel
55%
ISBN 9789001815479
Aanbevolen literatuur 9789012388931 (of recentere versie) Internet bronnen (aanbevolen/verplicht) www.overheid.nl>wet- en regelgeving Actuele artikelen en publicaties die in deze bouwsteen zijn verwerkt (aanbevolen/verplicht) Bouwsteenboek
79
Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Taal bouwsteen:
DECBE3 Bedrijfseconomie 3 3 ECTS 1.4.3 9 weken DECBEBA Nederlands
Korte beschrijving van de inhoud In deze bouwsteen leer je allerlei begrotingen te maken die nodig zijn in een ondernemingsplan of als ondersteuning voor bepaalde managementbeslissingen Kennis en vaardigheden Ontwerpen, inrichten en onderhouden van (geautomatiseerde) informatiesystemen voor het besturen van organisaties. Bepalen en verstrekken van financieel-economische en fiscale informatie voor de besluitvorming. Verstrekken van informatie t.b.v. externe belanghebbenden.
Werkvormen Werkcolleges Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) verschillende financiële S overzichten te maken; investeringsprojecten te S beoordelen; werkkapitaal te beheren. S 55% Cesuur Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: DC 5. Analyseren van de financiële en juridische aspecten, interne processen en de bedrijfs- of organisatieomgeving om samenhang en wisselwerking te versterken. BoKs Bedrijfseconomie
Werkvorm(en) WC
Hulpmiddelen Rekenmachine
WC
Rekenmachine
WC
Rekenmachine
Niveau van toetsing: N2: Inzien N3: Toepassen
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Basisboek Bedrijfseconomie, negende druk, De Boer, Brouwers, Koetzoer Basisboek Bedrijfseconomie, opgaven negende druk, De Boer, Brouwers, Koetzoer
ISBN 978-90-01-79788-1 978-90-01-79776-8
80
Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Studiejaar: Periode: Duur: Instapniveau: Taal bouwsteen:
OECIK1 Inkoop 2 84 uur, 3 ects 2 1.4.4 1 periode OECIK1 Nederlands en Engels
Korte beschrijving van de inhoud Door het volgen van deze bouwsteen verkrijgt de student kennis en inzicht van de eerder genoemde onderwerpen. De student oefent hiertoe met cases die zijn toegesneden op de verschillende te behandelen onderwerpen. Daarnaast worden de belangrijkste onderwerpen door de student toegepast op de eigen situatie binnen het bedrijf waar hij/zij of een mede student werkzaam is. Op deze wijze wordt de theorie van het vakgebied ‘Inkoop’ zo dicht mogelijk bij de belevingswereld van de student gebracht en in relatie gebracht met de beroepspraktijk. Er is geen specifieke voorkennis voor het volgen van deze module noodzakelijk. Een algemene opleiding op MBO-4 of HAVO niveau is voldoende.
Werkvormen Werkcollege’s en PGO
Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) De belangrijkste S/O inkoopbegrippen omschrijven inkoop als schakel in de S/O voortbrengingsketen weergeven de inkoopprocessen S/O beschrijven;
Werkvorm(en) WC/PGO
Hulpmiddelen Woordenboek
WC/PGO
Woordenboek
WC/PGO
Woordenboek
de rol en positie van inkoop in een productiebedrijf beschrijven;
S/O
WC/PGO
Woordenboek
de rol en positie van inkoop in een facilitaire omgeving beschrijven ;
S/O
WC/PGO
Woordenboek
de rol en positie van inkoop in een zakelijke dienstverleningsomgeving beschrijven;
S/O
WC/PGO
Woordenboek
de rol en positie van inkoop in een omgeving van Public procurement beschrijven;
S/O
WC/PGO
Woordenboek
de rol en positie van inkoop in retailorganisaties beschrijven;
S/O
WC/PGO
Woordenboek
de marktvormen beschrijven en herkennen;
S/O
WC/PGO
Woordenboek
81
Bouwsteendoelstellingen: en opzet van inkoopmarktonderzoek weergeven; de aspecten benoemen die van belang zijn bij Leveranciersbeoordeling en – ontwikkeling;
Toetsvorm(en) S/O
Werkvorm(en) WC/PGO
Hulpmiddelen Woordenboek
S/O
WC/PGO
Woordenboek
De rol en betekenis van duurzaam inkopen, integriteit en ethiek beschrijven.
S/O
WC/PGO
Woordenboek
Cesuur
55%
Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS:
Niveau van toetsing:
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Inkoop in strategisch perspectief, analyse, strategie, planning en praktijk, Prof. Dr. A.J. van Weele. Uitgever: Kluwer, zesde druk, Voor Inkoop 1 gaat het om de hoofdstukken 1, 2, 4, 5, 6,7, 15, 16.1 t/m 16.5 en 17.
ISBN ISBN: 978 90 13 05607 5
An English edition is also available: Purchasing and Supply Chain Management, Analysis, Strategy, Planning and ISBN: 978-1-4080Practice by Prof. Dr. A.J. van Weele. Publisher: Cengage Learning EMEA, fifth 1896-5 edition, For Purchasing 1 study chapter: 1, 2, 4, 5, 6,7, 15, 16.1 t/m 16.5 en 17.
82
Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Soort bouwsteen: Aantal credits: Periode: Duur: Instapniveau: (min. competentieniveau) Taal bouwsteen:
OECOP Ondernemingsplan Opleidingspecifiek twee opleidingen 3 EC 1.4.5 9 weken Nederlands
Korte beschrijving van de inhoud Van een student economie wordt verwacht dat hij gedurende zijn opleiding ondernemerskwaliteiten ontwikkelt. Ondernemerskwaliteiten zijn nodig als hij als je als afgestudeerde student een functie krijgt binnen een bestaande organisatie. Je leert denken als een ondernemer en alle facetten van een organisatie kennen. Stap 1: Ken jezelf als ondernemer Onderzoek naar je eigen ondernemerskwaliteiten. Sterke- en ontwikkelpunten, kansen en valkuilen Stap 2: Werk je idee uit Wat wil je verkopen? Haalbaarheid bepalen en je missie en doelstellingen Stap 3: Zet je onderneming op Je bedenkt de naam, rechtsvorm, huisvesting en doet onderzoek naar vergunningen, regels, subsidies en verzekeringen. Stap 4: Onderzoek je markt Klant-, concurrentie analyse. Manier van aanbieden en benaderen markt. Stap 5: Bepaal je promotie Marketingplan Stap 6: Organiseer je onderneming Organiseren van productieproces, boekhouding, personeel en eventueel automatiseringshulpmiddelen. Stap 7: Regel de financiën Inversteerders, startkapitaal, openingsbalans, te verwachten resultaat. Stap 8: Voer het ondernemingsplan uit Presentatie aan de bank. In deze stap staan nog allerlei tips voor ná de start. Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) 1. Sterke en zwakke S ondernemerskwaliteiten benoemen en maatregelen nemen zwakke punten te neutraliseren. 2. Commercieel productidee S uitwerken tot een samenhangend en uitvoerbaar ondernemingsplan 3. Op basis van een S commercieel idee beslissingen nemen over de rechtsvorm, huisvesting, aanvraag vergunningen, regels, subsidies en verzekeringen. 4. Gestructureerde inschatting S van de marktmogelijkheden van het commerciële productidee. 5. Ontwerp maken van de S praktische inrichting van een startend bedrijf 6. Financiële begrotingen S opstellen (omzetprognose,
Werkvorm(en) PGO
Hulpmiddelen
PGO
PGO
PGO
PGO
PGO
Rekenmachine
83
Bouwsteendoelstellingen: investeringsbegroting, financieringsplan, openingsbalans, resultatenbegroting, liquiditeitsbegroting) 7. BTW-verplichtingen toepassen. 8. Overtuigend presenteren voor de geldschieter.
Toetsvorm(en)
Werkvorm(en)
Hulpmiddelen
S
PGO
Rekenmachine
M
PGO
Cesuur
55%
Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: DC 2. Analyseren van beleidsvraagstukken, vertalen in beleidsdoelstellingen en –alternatieven en voorbereiden van besluitvorming. BoKs Budgetten- en kosten Haalbaarheidsanalyse
Niveau van toetsing: N3: Toepassen
DC 3. Toepassen van human resource management in het licht van de strategie van de organisatie. BoKs HRM-beleid DC 4. Inrichten, beheersen en verbeteren van bedrijfsof organisatieprocessen. BoKs Organisatiekunde Financieel management Informatiesystemen DC 5. Analyseren van de financiële en juridische aspecten, interne processen en de bedrijfs- of organisatieomgeving om samenhang en wisselwerking te versterken. BoKs Bedrijfseconomie Publiekrecht DC 8. Sociale en communicatieve competentie (interpersoonlijk, organisatie) DC 9. Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar of professional)
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Zo maak je een ondernemingsplan Internet bronnen (aanbevolen/verplicht)
ISBN NL: 9789001712846 www.zomaakjeeenondernemingsplan.no ordhoff.nl
84
Bijlage C Nadere uitwerking van de onderwijseenheden van het curriculum voor de postpropedeutische fase:
Hoofdfase
Periode Vak 2.1
2.2
2.3
2.4
Code
Naam
EC
Toetsing
1
GMOCO2
G.Mondelinge Communicatie 2
3
S/O/M
2
DECAE
D.Algemene Economie
3
S/O/M
3
OLEPM
O.Projectmanagement
3
S/O/M
4
OLEHL
O.Human Logistics
3
S/O/M
5
OLEEL
I.Event logistics
3
S/O/M
1
GCD
G.Conceptueel Denken
3
S/O/M
2
DECMAN2 D.Management 2
3
S/O/M
3
DECHR1
D.HRM 1
3
S/O/M
4
DECIK2
O.Inkoop 2
3
S/O/M
5
OLESL
I.Sustainable logistics
3
S/O/M
1
DECBE2
D.Bedrijfseconomie 2
3
S/O/M
2
OECER
O.Economisch rekenen en OR
3
S/O/M
3
DECEN3
O.Engels 3
3
S/O/M
4
OLEAO
O.AO en ERP
3
S/O/M
5
DLEEL
I.E-logistics
3
S/O/M
1
GSLB2
G.SLB/ZM 2
3
S/O/M
2
OECIZA
O.Internationaal Zaken doen A
3
S/O/M
3
DECEN4
O.Engels 4
3
S/O/M
De gebeurtenis
Het proces 2
De keten
Het netwerk
85
3.1
4
OLEINL
O.Internationale Logistiek/SCM
3
S/O/M
5
OLETG
I.Trade and Globalization
3
S/O/M
OECSTA1
O.Stage 1
15
S/O/M
OECSTA2
O.Stage 2
15
S/O/M
OECMIN1
M.Minor 1
15
S/O/M
OECMIN2
M.Minor 2
15
S/O/M
1
DECSM1
D.Strategisch Management 1
3
S/O/M
2
OLEMAJ1
O.Major 1 L&E
12
S/O/M
1
DECSM2
D.Strategisch Management 2
3
S/O/M
2
OLELV
O.Logistieke verdieping
3
S/O/M
3
OLELO
O.Logistiek onderzoek
9
S/O/M
OECAF1
O.Afstudeerstage
15
S/O/M
OECSCR1
O.Scriptie
15
S/O/M
Totaal
180
Stage 1 1
3.2
Stage 2 1
3.3
Minor 1 1
3.4
Minor 2 1
4.1
4.2
4.3
Major 1
Logistiek onderzoek
Afstuderen 1
4.4
Scriptie 1
Appendix Vrijstellingenbeleid Examencommissie School of Business
In artikel 10 van hoofdstuk 5 van het OER wordt de regelgeving met betrekking tot het verlenen van vrijstellingen door de Examencommissie beschreven. Het eerste geeft aan dat vrijstellingen worden verleend op basis van het vrijstellingenbeleid. In dit document worden de uitgangspunten voor het vrijstellingenbeleid beschreven.
86
1. Vrijstellingen moeten worden aangevraagd zes weken voordat een programmaonderdeel in het opleidingstraject van de studenten aan de orde is. 2. Studenten moeten vrijstellingsverzoeken indienen op de formulieren die op Blackboard zijn geplaatst. 3. De student moet documenten bij het verzoek toevoegen waaruit blijkt dat aan de kwalificaties/doelen/competenties is voldaan. 4. De student moet een vakdocent of modulecoördinator vragen een getekend en gemotiveerd advies te schrijven op het formulier of het advies naar de secretaris van de examencommissie toe te sturen via zijn Stenden emailaccount. 5. De examencommissie kan een verzoek afwijzen als de documenten die als grond voor het vrijstellingsverzoek dienen, ouder zijn dan vijf jaar.
87
LenE jaar 2
Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Taal bouwsteen:
GMOCO2 Mondelinge communicatie 2 2.1.1 1 module Mondelinge communicatie 1 Nederlands en Engels
Korte beschrijving van de inhoud Onze samenleving is een communicatiesamenleving. Voor alle Hbo-functies zijn communicatieve vaardigheden van groot belang. Deze bouwsteen leert de student twee gesprekstechnieken, te weten:Onderhandelen en conflicthantering; Luisteren, samenvatten en doorvragen
Kennis en vaardigheden Op een correcte en effectieve wijze onderhandelen en conflicten hanteren; Het interpreteren van mondelinge informatie op een juiste manier en samenvatten door goed door te vragen Werkvormen Hoorcollege’s Werkcollege’s (aanwezigheid bij tentminste 80% van de werkgroepen is vereist) Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Verplichte actieve werkcollegeParticipatie voorbereiding De student toont aan dat hij O inzicht heeft in de verschillende wijzen van onderhandelen door middel van het bestuderen van de theorie De student kan een interview O afnemen en dit interview verwerken tot een artikel De student kan O gesprekstechnieken toepassen in verschillende situaties De student verwerft de O benodigde vaardigheden door het uitspelen van casussen 55% Cesuur Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: DC 8. Sociale en communicatieve competentie (interpersoonlijk, organisatie)
Werkvorm(en) PGO
Hulpmiddelen
PGO
PGO
PGO
PGO
Niveau van toetsing: N3: Toepassen
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Gramsbergen-Hoogland, Y. & Van der Molen, H. ( 2008 ). Gesprekken in organisaties ( 4e druk ). Groningen/Houten: Wolters-Noordhoff Aanbevolen literatuur Janssen, D ( 2007 ). Zakelijke communicatie 1: Een leergang communicatieve vaardigheden voor het HBO (5e geh.herz.dr.). Groningen:
ISBN 978 90-01-706258
88
Wolters-Noordhoff Internet bronnen (aanbevolen/verplicht) www.managersonline.nl www.writingstudio.eu
89
Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Taal bouwsteen:
DECAE Algemene economie 3 ECTS 2.1.2 1 moduul : 8 weeks lessons Mimimum Havo Engels
Korte beschrijving van de inhoud The microeconomic principles, theories and methods of analysis form a part of it in order to prepare them to use this knowledge within an applied framework of analysis: market structures (monopoly, oligopoly, (non)perfect competition, elasticity’s, price theory), supply/demand, market failures (externalities, public goods, taxation, subsidies, property rights, etc.). The macroeconomic theory considers the performance of the (regional) economy as a whole (production, income, (un)employment, inflation, multiplier effect, etc) Kennis en vaardigheden This course provides sound knowledge, equips you with tools for critical attitude. The analytical skills will be challenged and sharpened. Thinking rationally, based on relevant economic theory, is for a bachelor in economics self-evident; Capable of using practical economic insight and skills, required for successfully managing business functions in the turbulent economic world. A student is able to carry out risk analysis on the basis of rate of interest, fiscal, exchange, Macroeconomic, Meso-economic information, Economic system and economic politics, policy of rate of interest. Fundamental information related to strategic tools such as SWOT, and DESTEP Werkvormen Lessons and hands on workshops on writing article on any current economics topic. The students are encourage to contribute by providing cases and examples. Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) The student can identify the O basic problem and collect relevant and recent information The student can analyse and interpret the collected information The student is able to apply S the theory and information to the general economic , social, company problems on the basis of insights 55% Cesuur Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: DC 1. Ontwikkelen van een visie op veranderingen en trends in de externe omgeving en ontwikkelen van relaties, netwerken en ketens. BoKs Theorieën van organisatiewetenschappen Methoden van informatieverzameling Juridische- en economische ontwikkelingen
Werkvorm(en) WC
Hulpmiddelen Rekenmachine, woordenboek (ENGNL)
WC
Rekenmachine, woordenboek (ENGNL)
Niveau van toetsing: N2: Inzien N3: Toepassen
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Matt McGee- Economics: In terms of the good the bad and the economics. First published in 2004 by IBID press, Victroria, Australia ISBN no. 187 6659 10 6 Second edition: ISBN 978 1 876659 22 6
ISBN
90
History of economic thought http://www.boisestate.edu/econ/lreynol/web/PDF_HET/CHAPTER1INTRO.pdf Aanbevolen literatuur 'Introduction to Microeconomics' by Saul Estrin and David Laidler, 4th edition, Harvester & Wheatsheaf, 1995 (EL) 'ECONOMICS' by Dornbusch, Begg and Fischer;, Mcgraw-Hill , 7th edition, 2002. Internet bronnen (aanbevolen/verplicht) Business Source Premier: http://ebsco.chn.nl
91
Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Studiejaar: Periode: Duur: Instapniveau: Taal bouwsteen:
OLEPM Project- en Informatiemanagement 84 (3 credits) LE 2 2.1.3 1 periode Geen Nederlands en Engels
Korte beschrijving van de inhoud Projectmanagement De samenleving verandert voortdurend. Organisaties moeten hierop telkens reageren en erop vooruitlopen. Om veranderingen door te voeren, wordt vaak een projectmatige aanpak gekozen. Projectmanagement is hierdoor een ‘must’ geworden. Belangrijke vragen zijn: Wat is een project? Wanneer kiest men voor een projectmatige aanpak? Hoe is een project aan te pakken? Om studenten in het hoger en wetenschappelijk onderwijs te trainen, werken zij steeds meer samen in projectverband. Voordat een project begint, is veel tijd nodig om eenzelfde manier van werken af te spreken. Indien men zich deze tijd niet gunt, zullen projectmedewerkers behoorlijk langs elkaar heen kunnen werken, met een voorspelbaar slecht projectresultaat. Plannen Het kunnen werken met MS Project en het ontwikkelen van een planning voor een project. Kennis en vaardigheden Samenwerken in een projectgroep Maken Plan van aanpak (beroepsproduct) Maken Planning met de computer Werkvormen Projectmanagement 5 x Introductiecolleges Projectmanagement Maken wekelijkse opdrachten in werkgroep Opdracht: maken Plan van Aanpak op basis van een Case MS Project Zelfstandig uitvoeren van een computerpracticum aan de hand van minicursus MSproject Maken planning bij Plan van Aanpak Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Maken concept plan van O aanpak Maken definitief plan van O aanpak Maken Planning MS Project M Cesuur
Werkvorm(en)
Hulpmiddelen
Adhv een Checklist met criteria
80% Aanwezigheid 55%
Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: DC 2. Analyseren van beleidsvraagstukken, vertalen in beleidsdoelstellingen en –alternatieven en voorbereiden van besluitvorming. BoKs Budgetten- en kosten
Niveau van toetsing: N3: Toepassen
DC 6. Ontwikkelen, implementeren en evalueren van een veranderingsproces. BoKs Projectmanagement Planning and control
92
DC 8. Sociale en communicatieve competentie (interpersoonlijk, organisatie) Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Projectmanagement Aanbevolen literatuur
ISBN 978-90-01-79092-9
Internet bronnen (aanbevolen/verplicht) www.projectmanagement.noordhoff.nl
93
Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Studiejaar: Periode: Duur: Instapniveau: Taal bouwsteen:
OLEHL Human Logistics 3 ECTS 2 2.1.4 9 weken Nederlands
Korte beschrijving van de inhoud Binnen deze bouwsteen zullen we een aantal logistieke processen rond de mens bespreken. We gaan ons meer richten op de service logistiek. Binnen deze periode zullen de volgende onderwerpen worden besproken: service logistiek, event management, urban logistics en humanitarian logistics. Aan de hand van een aantal opdrachten, cases en een game zul je kennis opdoen van de verschillende facetten van human logistics en met name de verschillen met de traditionele logistiek zullen in het oog springen. Kennis en vaardigheden Omgevingsanalyse, break even analysis, stakeholder analysis, risico analyse, budgetten, project mangement, Kennis van wachttijdtheorie, e logistics, event management, urban logistics. Werkvormen Hoorcolleges, Individuele opdrachten, Groepsopdrachten Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) De student is in staat de S/O relevante deelgebieden van Human Logistics te schetsen. De student is in staat de S/O verschillen tussen de planning van operationele activiteiten en projectmatige activiteiten te benoemen De student is in staat de S/O belangrijkste onderwerpen op het gebied van stads logistiek te duiden. De student is in staat S/O processen binnen een service omgeving te schetsen en te analyseren. 55% Cesuur Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: DC 1. Ontwikkelen van een visie op veranderingen en trends in de externe omgeving en ontwikkelen van relaties, netwerken en ketens. BoKs Juridische- en economische ontwikkelingen
Werkvorm(en) HC/WC/PGO
Hulpmiddelen
HC/WC/PGO
HC/WC/PGO
HC/WC/PGO
Niveau van toetsing: N3: Toepassen
DC 2. Analyseren van beleidsvraagstukken, vertalen in beleidsdoelstellingen en –alternatieven en voorbereiden van besluitvorming. BoKs Budgetten- en kosten Haalbaarheidsanalyse Procesmanagement
94
Beslissings- en besluitvormingsmodellen Interne organisatieleer DC 4. Inrichten, beheersen en verbeteren van bedrijfsof organisatieprocessen. BoKs Organisatiekunde Financieel management Informatiesystemen DC 5. Analyseren van de financiële en juridische aspecten, interne processen en de bedrijfs- of organisatieomgeving om samenhang en wisselwerking te versterken. BoKs Bedrijfseconomie Administratieve organisatie Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Operations Management, Jay Heizer and Barry Render, Ninth Edition, Person education Successful Event Management, Anton Shone and Bryn Parry, second edition, South Western Reader Human Logistics Aanbevolen literatuur
ISBN 9780138134549 9871844800766 Via Blackboard
Internet bronnen (aanbevolen/verplicht) people.hofstra.edu/geotrans Actuele artikelen en publicaties die in deze bouwsteen zijn verwerkt (aanbevolen/verplicht)
95
Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Studiejaar: Periode: Duur: Instapniveau: Taal bouwsteen:
OLEEL Event Logistics 3 ECTS 2 2.1.5 9 weken 2 Nederlands
Korte beschrijving van de inhoud Samen met je groep ben je verantwoordelijk voor het verbeteren van de organisatie van een sport evenement. Je brengt hierover advies uit in de vorm van een draaiboek waarin de voorbereiding en uitvoering van het evenement gedetailleerd zijn beschreven. Werkvormen Als groep werk je aan het opstellen van een draaiboek. Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Kennis hebben van diverse O facetten binnen event management Het kunnen opstellen van een O draaiboek Het kunnen adviseren op het O gebied van locatie selectie en risico managment 55% Cesuur Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: DC 1. Ontwikkelen van een visie op veranderingen en trends in de externe omgeving en ontwikkelen van relaties, netwerken en ketens. BoKs Juridische- en economische ontwikkelingen
Werkvorm(en) PGO
Hulpmiddelen
PGO PGO
Niveau van toetsing: N3: Toepassen
DC 2. Analyseren van beleidsvraagstukken, vertalen in beleidsdoelstellingen en –alternatieven en voorbereiden van besluitvorming. BoKs Budgetten- en kosten Haalbaarheidsanalyse Kwaliteitssystemen Procesmanagement Beslissings- en besluitvormingsmodellen Interne organisatieleer DC 3. Toepassen van human resource management in het licht van de strategie van de organisatie. BoKs HRM-beleid Leiderschapsstijlen DC 4. Inrichten, beheersen en verbeteren van bedrijfsof organisatieprocessen. BoKs Organisatiekunde Relatiemanagement Financieel management
96
Informatiesystemen Zorgsystemen DC 5. Analyseren van de financiële en juridische aspecten, interne processen en de bedrijfs- of organisatieomgeving om samenhang en wisselwerking te versterken. BoKs Bedrijfseconomie Administratieve organisatie Privaatrecht Publiekrecht Managementcontrol DC 6. Ontwikkelen, implementeren en evalueren van een veranderingsproces. BoKs Advieskunde- en vaardigheden Projectmanagement DC 7: Logistieke competentie: Het op professionele wijze ontwikkelen , uitvoeren en aansturen van logistieke processen DC 8. Sociale en communicatieve competentie (interpersoonlijk, organisatie) DC 9. Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar of professional) Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Operations Management, Jay Heizer and Barry Render, Ninth Edition, Person education Successful Event Management, Anton Shone and Bryn Parry, second edition, South Western Reader Human Logistics
ISBN 9780138134549 9871844800766
97
Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Soort bouwsteen: Aantal credits: Opleiding Periode: Duur: Instapniveau: (minimaal competentieniveau) Taal bouwsteen:
GCD Conceptueel denken Sector Economie 3 EC BE/CE/IBL/L&E 2.2.1 9 weken MBO-4, HAVO of gelijkwaardig Nederlands
Korte beschrijving van de inhoud Conceptueel denken is het bedenken van nieuwe oplossingen in het kader van de visie en missie van de organisatie. Voor een HBO’er is het hebben van een conceptueel denkniveau noodzakelijk om een bijdrage te leveren aan ontwikkelingen en vernieuwingen in de praktijk.In vrijwel alle bedrijfstakken en sectoren zie je namelijk een toegenomen behoefte om constant te veranderen en te innoveren in producten en diensten. De levenscyclus van bepaalde diensten en producten is veel korter dan voorheen, ze dienen voortdurend aangepast te worden aan de –nieuwe- behoeften van de maatschappij.Vanuit dit gegeven is er in het bedrijfsleven en in andere sectoren een toenemende behoefte aan innovatieve mensen die ‘out of the box’, creatief en concept-denken kunnen toepassen.In deze bouwsteen gebruiken we de Frappa-methodiek, waarin een aantal theoretische modellen worden aangeboden die dit denken ondersteunen. Daarnaast worden verschillende bewustzijnsoefeningen en technieken aangeboden om bewust te worden van de eigen aannames en paradigma’s en ruimte voor innovatie te laten ontstaan. De kern van deze bouwsteen, deze Frappa onderwijseenheid, is het bevorderen van jouw creatief en concept-denken. Je maakt daarbij gebruik van diverse technieken, theorieën en oefeningen voor je bewustwording en verbeelding om te kunnen innoveren. Frappa is opgebouwd rondom het concept koffie. Zo worden theoretische modellen weergegeven in de vorm van koffiefilters. Figuurlijk omdat je na het creëren van zoveel mogelijk ideeën (divergeren), de informatie moet filteren (convergeren). Daarnaast ook letterlijk omdat de meeste creatieve en conceptuele modellen in de vorm van een lemniscaat, ijsberg of in de vorm van een filter kunnen worden weergegeven. Daarnaast is deze Frappa drank ook erg luchtig. Met humor en door afstand te houden en te proeven, creëer je lucht in jouw innovatieve proces en in je hoofd en lichaam. Misschien klinkt deze beschrijving nog aardig frappant en abstract…maar daar leer je zelf helderheid in te scheppen. Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Door het uitvoeren van O bewustwordingsoefeningen, los komen van bestaande structuren en processen (lateraal leren denken), via bewustwording van de eigen leerstijl, aannames en paradigma’s en het creëren van een open houding, door reflectie de eigen rol en positie in de groep bepalen en bijdragen aan een creativiteitsstimulerend klimaat Door het begrijpen van verschillende theoretische modellen ten aanzien van creatieve/conceptuele processen, deze denkwijzen in termen van concepten kunnen hanteren en zo nieuwe concepten ontwikkelen In een pitch een vernieuwd concept/visie/ ideeën/of andere uitkomst presenteren en onderbouwen, en de werkwijze waarop deze ideeën tot stand
Werkvorm(en) PGO
Hulpmiddelen
98
Bouwsteendoelstellingen: gekomen zijn uiteenzetten.
Toetsvorm(en)
Cesuur
55%
Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: DC 4. Inrichten, beheersen en verbeteren van bedrijfsof organisatieprocessen. BoKs Relatiemanagement Verandermanagement
Werkvorm(en)
Hulpmiddelen
Niveau van toetsing: N3: Toepassen
DC 6. Ontwikkelen, implementeren en evalueren van een veranderingsproces. BoKs Advieskunde- en vaardigheden DC 8. Sociale en communicatieve competentie (interpersoonlijk, organisatie) DC 9. Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar of professional)
99
Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Studiejaar: Periode: Duur: Instapniveau: Taal bouwsteen:
DECMAN2 Management 2 3 EC 2.2.2 3 9 weken DECMAN1 Nederland en Engels
Korte beschrijving van de inhoud: De bouwsteen Management 2 is een vervolg op Management 1. Er wordt ingegaan op de onderwerpen die ook al in Management 1 aan de orde zijn geweest. Er wordt nu dieper op de betreffende onderwerpen ingegaan, er komen nu andere visies/modellen aan de orde of er worden andere onderwerpen binnen hetzelfde thema behandeld. In DECMAN2 komen twee nieuwe onderwerpen aan de orde, nl.: Strategisch Management (inleiding) en Samenwerking Werkvormen DECMAN 2 kent drie werkvormen: Een viertal hoorcolleges, zeven werkcolleges en een achttal PGO-bijeenkomsten. Tijdens de hoorcolleges worden de verschillende onderwerpen uit de literatuur ingeleid. In de werkcolleges worden opdrachten en cases besproken. Tijdens de PGO- taken werken studenten aan taken die gericht is op het tot stand brengen van een koppeling tussen de theorie en de beroepspraktijk. Voor de uitwerkingen van werkcolleges en PGO-taken moet een minimale score worden gehaald, alvorens studenten worden toegelaten tot het tentamen. Competenties en wijze van toetsing: Competenties en BOKS DC 2. Analyseren van beleidsvraagstukken, vertalen in beleidsdoelstellingen en –alternatieven en voorbe-reiden van besluitvorming. BoKs Beslissings- en besluitvormingsmodellen
Niveau van toetsing: N2
Wijze van toetsing S/M
DC 4. Inrichten, beheersen en verbeteren van bedrijfs- of organisatieprocessen. BoKs Organisatiekunde Belangrijkste doelstelling(en) en wijze van toetsing: Doelstelling: de wijze waarop managers een organisatie besturen uiteenzetten, kan de relatie tussen management, ethiek en informatie weergeven, de verschillende aspecten die een rol spelen bij besluitvorming weergeven, hulpmiddelen en technieken bij besluitvorming gebruiken, organisatieconfiguraties van Mintzberg modelleren, overleg/communicatie structuren opstellen, de ontwikkelingen m.b.t. het structureren van organisaties weergeven, de verschillende methoden van organisatieadvieswerk en organisatie onderzoek weergeven de klassieke benadering van strategisch management uiteenzetten, het strategiemodel van Hamel & Prahalad weergeven, de verschillende vormen van samenwerking van organisaties vaststellen en kan de aspecten die bij een samenwerkingsvorm een rol spelen bepalen, verschillende methoden van het besturen van organisaties opstellen, de ontwikkeling van een organisatie bepalen Cesuur
Toegestane hulpmiddelen WC=alle Tentamen= Geen
WC=alle PGO=alle Tentamen= geen
WC=71% PGO=55% Tentamen=55%
100
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Een praktijkgerichte benadering van Organisatie en Management, Nick van Dam en Jos Marcus (Nederlands editie). Voor DECMAN2 gaat het om de hoofdstukken 3, 4, 6.3.4 tot einde, 7.5 tot einde, 8.3 tot einde, 9.4 tot einde en 10.4 tot einde
ISBN 978-90-01-76665-8 978-90-01-57704-9 (engelse versie)
101
Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Soort bouwsteen: Aantal credits: Opleiding Periode: Duur: Instapniveau: (minimaal competentieniveau) Taal bouwsteen:
DECHR1 Human resouce management 1 Generiek 3 EC BE/CE 2.3.2 9 weken Basiskennis van management Nederlands/Engels
Korte beschrijving van de inhoud Iedere organisatie heeft te maken met personeel. Binnen de dienstverlenende organisaties in het werkveld kan bijvoorbeeld hospitality, vrijetijd, media en toerisme is personeel een groot goed. Het is daarom van belang dat studenten leren hoe ze personeel kunnen managen. In eerste instantie vanuit strategisch perspectief, maar omdat lijnmanagement ook steeds meer directe HRM taken krijgt, ook vanuit operationeel perspectief. Toetsvorm: Invullen: Actieve participatie / opdracht Werkvormen Wekelijks zijn is er een werkcollege waarin tevens de theorie wordt behandeld. Studenten werken – alleen of samen- aan opdrachten. De uitwerkingen worden tijdens de werkcolleges besproken en gewaardeerd. Er is een aanwezigheidsplicht van 80% en de score voor de individuele- en groepsopdrachten is voldoende. Als hieraan wordt voldaan, mag men meedoen aan de toetsing.
Doelstelling:
Wijze van toetsing:
De student begrijpt wat HRM proces inhoudt en wat zijn of haar rol is, gezien vanuit de positie van een lijnmanager. Tevens wordt het inzicht van de student getoetst wanneer, welke instrumenten kunnen worden ingezet, hoe ze werken en wat de voor en nadelen zijn. Cesuur
Tentamen
Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: DC 3. Toepassen van human resource management in het licht van de strategie van de organisatie. BoKs HRM-beleid Personeelsinstrumenten Leiderschapsstijlen Structuur en gebruik van gespreksmodellen t.b.v. HRM
Opdracht Presentatie
Toegesta ne hulpmidd elen Geen Geen
Niveau van toetsing: N2: Inzien
DC 8. Sociale en communicatieve competentie (interpersoonlijk, organisatie)
102
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) ISBN Introducing Human Resource Management, Foot,M., 978-02-737120008 (paperback) Hook,C. (2008), Pearson Education, Edition 5th. Human Resource Management, Foot, M., Hook, C. 978-90-43015653 (2009), Amsterdam: Pearson Education Internet bronnen (aanbevolen/verplicht) Business Source Premier Ga naar www.stenden.com Kies MyStenden Kies Studielandschap vh CHN (of Mediatheek vh HD) Kies Catalogi en digitale databases (of Literatuurlijsten en electronische bestanden) Kies Full text databases (of Electronische bestanden Economie) Kies business source premier http://www.marketlineinfo.com/library/default.aspx http://owl.englisch.purdue.edu/handouts/research/r apa.htlm http://www.thewritesources.com/APA/APA.html
103
Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Studiejaar: Periode: Duur: Instapniveau: Taal bouwsteen:
OECIK2 Inkoop 2 84 uur, 3 ects 2 2.2.4 Periode 2: LE/ILM ; Periode 3 : CE 1 periode OECIK1 Nederlands en Engels
Korte beschrijving van de inhoud De afspraken die met leveranciers moeten worden gemaakt hebben niet alleen betrekking op prijs aspecten, maar ook op zaken als kwaliteit, levertijd en zelfs productontwikkeling. Daarnaast richten ondernemingen zich in toenemende mate op één of enkele kernactiviteiten. Dit ten gevolgen van toenemende schaalvergroting en productcomplexiteit binnen bedrijven. Dit heeft ondermeer tot gevolg dat een onderneming een steeds groter deel van zijn producten en diensten inkoopt. Hierdoor neemt de rol die inkoop binnen een organisatie speelt sterk toe. De ondernemingsstrategie is uiteraard leidend, de taak van inkoop is om binnen de grenzen van de ondernemingsstrategie de inkoopfunctie zo goed mogelijk vorm te geven (inkoopstrategie). Deze module is gericht op de strategische aspecten van inkoop. Op strategisch niveau moeten diverse beslissingen worden genomen. Onderwerpen die op strategisch niveau aan de orde komen zijn o.m.: professionalisering van de inkoop, uitbestedings en risicomanagement, sourcingstrategieën, inkoop en productontwikkeling, kwaliteitszorg en logistiek, structuur en organisatie van inkoop en het beoordelen van de inkoopprestaties. De module is bedoeld voor Commercieel Economen, studenten International Business and languages en logistici Kennis en vaardigheden De student kan: het inkoopbeleid en de relatie met de ondernemingsstrategie weergeven, het inkoopmanagementproces bespreken, het ontwikkelen van inkoop- en sourcingstrategieën weergeven , de prestatiemetingen in inkoop uiteenzetten, het uitbestedings en risicomanagement uiteenzetten, innovatie en kwaliteitszorg binnen inkoop weergeven, de relatie van inkoop, logistiek en supply chain management benoemen. Werkvormen OECIK2 kent drie Werkvormen Een viertal hoorcolleges, zeven werkcolleges en een achttal PGObijeenkomsten. Tijdens de hoorcolleges worden de verschillende onderwerpen uit de literatuur ingeleid. In de werkcolleges worden opdrachten en cases besproken. Tijdens de PGO- taken werken studenten aan taken die gericht is op het tot stand brengen van een koppeling tussen de theorie en de beroepspraktijk. Voor de uitwerkingen van werkcolleges en PGO-taken moet een minimale score worden gehaald, alvorens studenten worden toegelaten tot het tentamen. Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) het inkoopbeleid en de relatie S/O met de ondernemingsstrategie weergeven, het inkoopmanagementproces bespreken, het ontwikkelen van inkoop- en sourcingstrategieën weergeven , de prestatiemetingen in inkoop uiteenzetten het uitbestedings en S/O risicomanagement uiteenzetten, innovatie en kwaliteitszorg binnen inkoop weergeven, de relatie van inkoop, logistiek en supply chain management benoemen 55% Cesuur
Werkvorm(en) WC/PGO
Hulpmiddelen Woordenboek
WC
Woordenboek
104
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Inkoop in Strategisch perspectief (analyse, strategie, planning en praktijk). Door Prof. Dr. A.J. van Weele, Hoofdstukken: 3, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14.
ISBN 978-90-13-05607-5 978-1-4080-1896-5 (engelse versie)
105
Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Studiejaar: Periode: Duur: Instapniveau: Taal bouwsteen:
OLESL Sustainable Logistics 3 ECTS 2 2.2.5 9 weken Onderwijs Nederlandstalig, Literatuur Engelstalig
Korte beschrijving van de inhoud Wat is green supply chain management en wat is het green supply chain framework. Binnen het green supply chain framework leert de student de voordelen, beïnvloeders, uitdagingen en hulpmiddelen, en methoden om te komen tot meer sustainable bedrijfsprocessen. De onderwerpen die aan de orde komen zijn; Green supply chain planning, Green procurement, Green production, Green logistics, Green packaging, Green marketing, Supply Loops, Carbon Management, Green supply chain Migration strategy en continue verbetering. De student zal de theorie zoals behandeld in de hoorcolleges en tijdens de gastcolleges aan de hand van een praktijk opdracht aan een werkelijke supply chain koppelen en hierbij de theorie verbinden aan de praktijk. Kennis en vaardigheden De student heeft kennis van de motivatoren en beïnvloeders naar een green supply chain. Hij kent de gebieden waarop verbeterd kan worden en kent ook op dit gebied de motivatoren en beïnvloeders en is in staat dit in een rapport op een werkelijke supply chain toe te passen en advies te geven over de aandachtsgebieden en bijbehorende hulpmiddelen en methodes om tot daadwerkelijke verbeteringen te komen. Werkvormen Hoorcollege Werkcollege met aanwezigheidsverplichting van 80% Niet begeleid groepswerk Gastsprekers (“LEAN manufacturing in Theory & Practice”/”A vacuum cleaner from recycled material”) met een aanwezigheidsverplichting van 80%
Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) De student kan een process S/O map maken van een supply chain De student kan de gebieden in S/O een supply chain benoemen waarop verbeteringen in de sustainability kunnen worden bereikt. Tevens is hij/zij in staat methodes en tools te benoemen en beschrijven die hierbij relevant zijn. De student kan verwoorden S/O welke interne en externe groepen en redenen het gedrag van een bedrijf kunnen op sustainability gebied kunnen beïnvloeden en op welke wijze deze het gedrag kunnen beïnvloeden De student kent mogelijkheden S/O om de performance van een bedrijf en/of een supply chain meetbaar te maken en kan reflecteren op deze meting De student kan uitleggen op S/O
Werkvorm(en) HC/WC
Hulpmiddelen
HC/WC
HC/WC
HC/WC
HC/WC
106
Bouwsteendoelstellingen: welke wijze een supply chain een overkoepeld verbeterplan zou moeten managen
Toetsvorm(en)
Cesuur
55% 80% aanwezigheidsverplichting tijdens HC en WC
Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: DC 1. Ontwikkelen van een visie op veranderingen en trends in de externe omgeving en ontwikkelen van relaties, netwerken en ketens. BoKs Theorieën van organisatiewetenschappen Juridische- en economische ontwikkelingen
Werkvorm(en)
Hulpmiddelen
Niveau van toetsing: N2: Inzien N3: Toepassen
DC 2. Analyseren van beleidsvraagstukken, vertalen in beleidsdoelstellingen en –alternatieven en voorbereiden van besluitvorming. BoKs Kwaliteitssystemen Procesmanagement Interne organisatieleer DC 4. Inrichten, beheersen en verbeteren van bedrijfsof organisatieprocessen. BoKs Verandermanagement DC 5. Analyseren van de financiële en juridische aspecten, interne processen en de bedrijfs- of organisatieomgeving om samenhang en wisselwerking te versterken. BoKs Publiekrecht Managementcontrol DC 6. Ontwikkelen, implementeren en evalueren van een veranderingsproces. BoKs Advieskunde- en vaardigheden Verandermanagement DC 9. Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar of professional)
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Green Supply Chains; an action manifesto
ISBN 978-0-470-6841-7
107
Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Taal bouwsteen:
DECBE2 Bedrijfseconomie 2 3 ECTS 2.3.1 9 weken DECBEBA Nederlands
Korte beschrijving van de inhoud In deze bouwsteen leer je wat kosten zijn en verschillende manieren om kostprijzen te berekenen, afhankelijk van de situatie in een bedrijf. Kennis en vaardigheden Het kunnen berekenen van het break-even punt. Het kunnen berekenen van kostprijzen. Het kunnen analyseren van verschillen tussen de gebudgetteerde en werkelijke kosten. Werkvormen Werkcolleges Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Het kunnen berekenen van het S break-even punt Het kunnen berekenen van S kostprijzen Het kunnen analyseren van S verschillen tussen de gebudgetteerde en werkelijke kosten 55% Cesuur Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: DC 5. Analyseren van de financiële en juridische aspecten, interne processen en de bedrijfs- of organisatieomgeving om samenhang en wisselwerking te versterken. BoKs Bedrijfseconomie
Werkvorm(en) WC
Hulpmiddelen Rekenmachine
WC
Rekenmachine
WC
Rekenmachine
Niveau van toetsing: N2: Inzien
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Basisboek Bedrijfseconomie, negende druk, De Boer, Brouwers, Koetzoer Basisboek Bedrijfseconomie, oopgaven negende druk, De Boer, Brouwers, Koetzoer
ISBN 978-90-01-79788-1 978-90-01-79776-8
108
Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Taal bouwsteen:
OECER O. Economic Calculation an OR 3 EC 2.3.2
Engels
Korte beschrijving van de inhoud: Operations research, Excel, Calculating Werkvormen Werkcollege’s en practicum Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) The student is able to S formulate an LP (linear programming) model. The student is able to resolve an LP model with 2 variables in graph form. The student is able to resolve an LP model with computer software. The student is able to interpret a sensitivity analysis generated by computer Software The student is able to solve shortest path problems. The student is able to solve transport problems. The student has knowledge of linear programming The student understands Dijkstra’s algorithm for solving the shortest-route problem. The student understands the transport stepping stone for resolving transport methods. The student understands de starting methods for a transportation table. Working with formulas, S functions and graphs. Working with text, numbers and calculations. Working with cell reference copying from formulas (relative and absolute). Working with logical functions and look-up functions Working with financial functions and textfunctions. Working with the option pivot table Percentages S Compound Interest Geometric series 55% Cesuur
Werkvorm(en) WC
Hulpmiddelen Rekenmachine
WC
Rekenmachine
Rekenmachine
109
Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: DC 2. Analyseren van beleidsvraagstukken, vertalen in beleidsdoelstellingen en –alternatieven en voorbereiden van besluitvorming. BoKs Haalbaarheidsanalyse
Niveau van toetsing: N2: Inzien
DC 4. Inrichten, beheersen en verbeteren van bedrijfsof organisatieprocessen. BoKs Financieel management DC 7: Logistieke competentie: Het op professionele wijze ontwikkelen , uitvoeren en aansturen van logistieke processen
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Operations Management Global edition tenth edition Jay Heizer Barry Render ISBN 139780135111437Pearson Module B: Module C: CD tutorial 4
ISBN
Linear Programming Transportation Models (you will find it on BB)
Working with Excel Syllabus (Stenden) “Mathematics for Economics and Business”, by Ian Jacques, Prentice Hall fifth edition, ISBN 0-273-70195-9 Chapter 3 sections 3.1 3.2 and 3.3
110
Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Studiejaar: Periode: Duur: Instapniveau: Taal bouwsteen:
DECEN3 Business English 3 3 ECTS 2 2.3.3 een module CEF B2.1 English
Korte beschrijving van de inhoud In deze cursus ontwikkel je de Engelse woordenschat en taalfuncties die je nodig hebt voor een carrière in het bedrijfsleven. Daarnaast werk je aan belangrijke communicatievaardigheden zoals presenteren, telefoneren, netwerken, onderhandelen en vergaderen. Tot slot word je je bewust van culturele verschillen in de internationale zakenwereld.
Kennis en vaardigheden Woordenschat: logistics, marketing, energy, employment, business ethics; Relevante grammatica en taalfuncties: adverbs, emphasis, articles, relative clauses, gerunds, modal perfect, multiword verbs; Taalvaardigheden: luisteren (interviews, presentations) spreken (dialogues, discussions, presentations), lezen (articles) en schrijven( e-mails, reports, minutes); Communicatievaardigheden: presenteren, onderhandelen en vergaderen. Werkvormen Werkcollege, rollenspelen, case studies, dialogen, presentaties, kijk- en luisteropdrachten, zelfstandig werk. Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Je kunt op een effectieve wijze M deelnemen aan gesprekken en discussies over financiële onderwerpen en onderwerpen van praktische en sociale aard. Je kunt een duidelijke en M gedetailleerde presentatie houden over een onderwerp uit de studie – en werksfeer. Je kunt specialistische teksten S over onderwerpen uit het vakgebied, correspondentie en rapporten begrijpen. Je beschikt over een S/M uitgebreide woordenschat over onderwerpen uit het vakgebied en hebt een goede beheersing van de relevante structuren en functies. Je kunt duidelijke, S gedetailleerde teksten schrijven (emails, rapporten, samenvattingen, slides) over onderwerpen uit de studie – en werksfeer. 55% Cesuur
Werkvorm(en)
Hulpmiddelen
111
Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: DC 8. Sociale en communicatieve competentie (interpersoonlijk, organisatie)
Niveau van toetsing: N3: Toepassen
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Market Leader: Advanced, 3rd edition, Dubicka en O’Keeffe, Pearson Longman, 2011 Materiaal op Blackboard
ISBN 978-1-40823703-8
112
Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Studiejaar: Periode: Duur: Instapniveau: Taal bouwsteen:
OLEAO Administratieve Organisatie en ERP 3 ECTS 2 2.3.4 9 weken 2 Nederlands
Korte beschrijving van de inhoud Binnen deze module wordt diep ingegaan op welke wijze organisaties kunnen worden ingericht en op welke aspecten de structuur van een organisatie kan worden verbeterd. In de theorie wordt gebruikt met hier voor afkortingen als BPI (business Process Improvement) en BPM (Business Process Management). Aan de hand van de stappen: “ analyseren, verbeteren, meten en evalueren en tot slot implementeren” maken je kennis met de theoretische achtergronden en de toepassing ervan. Omdat de implementatie van (ERP) software voor veel bedrijven de trigger is om na te denken hoe processen zijn georganiseerd, besteden we ook aandacht aan het softwarepakket SAP. Kennis en vaardigheden adviesvaardigheden, implementatiemodellen, veranderingsstrategieën- en modellen, weerstand tegen verandering , visie, missie, doelen, risicoanalyse, Operations management theorieën en modellen, Managementbenaderingen, Business redesign
Werkvormen De studenten wordt er op zowel individuele basis als in groepen gewerkt aan verschillende opdrachten. De basiscursus SAP zal worden ondersteund door een computer practicum. Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) De student is in staat O processen te beschrijven, analyseren en te verbeteren. De student is instaat verbeteringen te implementeren
O
De student heeft kennis van en kan werken met een ERP pakket
O
Cesuur
55%
Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: DC 1. Ontwikkelen van een visie op veranderingen en trends in de externe omgeving en ontwikkelen van relaties, netwerken en ketens. BoKs Theorieën van organisatiewetenschappen
Werkvorm(en)
Hulpmiddelen
Niveau van toetsing: N3: Toepassen
DC 2. Analyseren van beleidsvraagstukken, vertalen in beleidsdoelstellingen en –alternatieven en voorbereiden van besluitvorming. BoKs Budgetten- en kosten Haalbaarheidsanalyse Kwaliteitssystemen
113
Procesmanagement Beslissings- en besluitvormingsmodellen Interne organisatieleer DC 3. Toepassen van human resource management in het licht van de strategie van de organisatie. BoKs HRM-beleid Personeelsinstrumenten Leiderschapsstijlen DC 4. Inrichten, beheersen en verbeteren van bedrijfsof organisatieprocessen. BoKs Organisatiekunde Financieel management Informatiesystemen Zorgsystemen Verandermanagement DC 5. Analyseren van de financiële en juridische aspecten, interne processen en de bedrijfs- of organisatieomgeving om samenhang en wisselwerking te versterken. BoKs Bedrijfseconomie Administratieve organisatie Managementcontrol DC 6. Ontwikkelen, implementeren en evalueren van een veranderingsproces. BoKs Advieskunde- en vaardigheden Verandermanagement DC 7: Logistieke competentie: Het op professionele wijze ontwikkelen , uitvoeren en aansturen van logistieke processen Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Organisation and Management, Marcus and Van Dam, First Edidtion, WoltersNoordhoff Operations Management, Jay Heizer and Barry Render, Tenth Edition, Person education De praktijk van SAP ERP en IDES, DJ Schenk, C Draijer en A.A Caris, 9 de druk, Noordhoff uitgevers Reader BPM en Verandermanagement, samensteller P de Jong, 1ste druk, Stenden University
ISBN 978900157704 9 978013813454 9 978900177363 2
114
Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Taal bouwsteen:
DLEEL I.E Logistics 3EC 2.3.5
Korte beschrijving van de inhoud: Door middel van het toepassen van de theorie in een aantal opdrachten zul je kennis opbouwen over de theorieën, methodieken en concepten m.b.t. e-business, e-commerce en de gevolgen hiervan voor de logistieke afhandeling. Het hoofddoel is niet het uit je hoofd leren van wat er allemaal beschikbaar is, maar hoe je zaken kunt gebruiken. De taken zijn groepsopdrachten. De uitwerkingen van de opdrachten dienen te worden ondersteund door verwijzingen naar literatuur en andere bronnen. Samenstelling groepen: de studenten maken een voorstel voor indeling van de groepen en sturen dit aan de docent. De groepsindeling wordt vastgesteld door de docent. Werkvormen PGO Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) De student kan de betekenis S/O en reikwijdte van e business en en de verschillende elementen definiëren,. De student is in staat de S/O primaire en secundaire processen alsmede de goederen-, geld- en informatiestromen van een organisatie te onderscheiden. De student is in de redenen S/O voor de overstap op ecommerce en e-business te kunnen samenvatten evenals obstakels. De student is in staat de S/O belangrijkste bedrijfs- en marktmodellen voor electronisch zakendoen vast te stellen. De student is in staat diverse S/O inkomstenmodellen van online diensten te beschrijven. De student is in staat hardware S/O en softwaretechnologieën te beschrijven. De student is in staat de S/O elemeneten in macro omgeving te kunnen identificeren m.b.t. e-business en e-commerce. De student kan de juiste S/O strategie kiezen voor ebusiness. 55% Cesuur Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS:
Werkvorm(en) PGO
Hulpmiddelen
PGO
PGO
PGO
PGO PGO PGO
PGO
Niveau van toetsing:
115
DC 1. Ontwikkelen van een visie op veranderingen en trends in de externe omgeving en ontwikkelen van relaties, netwerken en ketens. BoKs Juridische- en economische ontwikkelingen
N3: Toepassen
DC 4. Inrichten, beheersen en verbeteren van bedrijfsof organisatieprocessen. BoKs Organisatiekunde Relatiemanagement Informatiesystemen Verandermanagement DC 6. Ontwikkelen, implementeren en evalueren van een veranderingsproces. BoKs Advieskunde- en vaardigheden Verandermanagement Projectmanagement DC 8. Sociale en communicatieve competentie (interpersoonlijk, organisatie) DC 9. Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar of professional) Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
ISBN
116
Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Soort bouwsteen: Aantal credits: Opleiding Periode: Duur: Instapniveau: (minimaal competentieniveau) Taal bouwsteen:
SLB2/ZM2 SLB2/ZM2 Generiek 3 EC CE/IB/,BE/LE/ILM 2.4.1 Gehele tweede jaar SLB 1 Nederlands / Engels
Korte beschrijving van de bouwsteen: De student toont aan dat hij een helder beeld heeft van de verschillende functies die met de genoten opleiding kunnen worden uitgeoefend en dat hij een realistische inschatting kan maken van loopbaanmogelijkheden die bij de verschillende functies horen. Hij kan zijn eigen sterktes en zwaktes spiegelen aan de eisen die aan de functies worden gesteld. Hij heeft een helder beeld van de eigen wensen m.b.t. de mogelijke functies. De student kan een consistent en realistisch loopbaanplan (POP) opstellen aansluitend bij de wensen, sterkten en zwakten. De student kan SMART op basis van loopbaancompetenties zijn leerdoelen formuleren. Toetsvorm: Sollicitatieverslag en eindgesprek met studiecoach op basis van portfolio. Werkvorm: Werkcollege en studiecoachingsgesprekken.
Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Der student toont aan dat hij O inzicht heeft in zijn eigen kwaliteiten. De student kan een koppeling maken tussen de eigen kwaliteiten en de competenties die werkgevers vragen aan huidige HBO’ers.
Werkvorm(en) WC
Hulpmiddelen nvt
O
WC
nvt
O
WC
nvt
O
WC
nvt
De student heeft een duidelijk beeld krijgen van wat de arbeidsmarkt vraagt en zicht krijgen op wat geschikte bedrijven en stageplaatsen zijn. De student kan een beargumenteerde keuze maken voor een stagebedrijf. De student kan een goede sollicitatiebrief schrijven en hij kan een adequaat CV opstellen. De student kan een succesvol sollicitatiegesprek voeren.
117
Bouwsteendoelstellingen: Cesuur
Toetsvorm(en) 55%
Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: DC 9. Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar of professional)
Werkvorm(en)
Hulpmiddelen
Niveau van toetsing: N2: Inzien
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) ISBN Dankers-Van der Spek, M.(2010), Studieloopbaanontwikkeling, 978-90-430-1807-4 Beroepsgeschikt, Amsterdam, 2e druk, Pearson Education Benelux Aanbevolen: diverse sites die genoemd staan in de bouwsteen.
118
Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Studiejaar: Periode: Duur: Instapniveau: Taal bouwsteen:
OECIZA O. International Business A 3 ECTS 2 2.4.2 1 period : 8 weeks lessons Propedeutisch fase Engels
Korte beschrijving van de inhoud This course will include have basics of international trade, necessity of International trade, the hidden aspects of the trade, the impact on the balance. The course includes basic principles and theory of finance, the advantages and disadvantages of international trade, different payment methods of the international financial, the problem of information in the market, the broader perspectives of models economic growth and development. The current developments in the global organizations Werkvormen Lessons with to be applied examples from international field. The students are encourage to contribute by providing cases and examples. Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) The student is able to apply S and identify the theory and information to the general economic , social, company problems on the basis of insights 55% Cesuur Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: DC 1. Ontwikkelen van een visie op veranderingen en trends in de externe omgeving en ontwikkelen van relaties, netwerken en ketens. BoKs Juridische- en economische ontwikkelingen
Werkvorm(en)
Hulpmiddelen
Niveau van toetsing: N3: Toepassen
DC 2. Analyseren van beleidsvraagstukken, vertalen in beleidsdoelstellingen en –alternatieven en voorbereiden van besluitvorming. BoKs Haalbaarheidsanalyse Kwaliteitssystemen Procesmanagement DC 4. Inrichten, beheersen en verbeteren van bedrijfsof organisatieprocessen. BoKs Zorgsystemen DC 5. Analyseren van de financiële en juridische aspecten, interne processen en de bedrijfs- of organisatieomgeving om samenhang en wisselwerking te versterken. BoKs Administratieve organisatie Managementcontrol DC 7: Logistieke competentie: Het op professionele
119
wijze ontwikkelen , uitvoeren en aansturen van logistieke processen Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Matt McGee- Economics: In terms of the good the bad and the economics. First published in 2004 by IBID press, Victroria, Australia ISBN no. 187 6659 10 6 Second edition: ISBN 978 1 876659 22 6 History of economic thought http://www.boisestate.edu/econ/lreynol/web/PDF_HET/CHAPTER1INTRO.pdf Internet bronnen (aanbevolen/verplicht) Business Source Premier: http://ebsco.chn.nl
ISBN
120
Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studiejaar: Periode: Duur: Instapniveau: Taal bouwsteen:
DECEN4 English 4 2.4.3
Korte beschrijving van de inhoud: In deze bouwsteen verdiept de student zijn mondelinge en schriftelijke vaardigheden van de Engelse taal en ontwikkelt de specialistische woordenschat op het gebied van Logistics Management. Daarnaast wordt de student zich bewust van de communicatieve conventies die gelden in het Angelsaksische taalgebied.
Werkvormen Werkcolleges, rollenspelen, case studies, discussie, opdrachten en zelfwerkzaamheid. Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) De student kan deelnemen aan M gesprekken en discussies over onderwerpen uit het vakgebied.
Werkvorm(en)
Hulpmiddelen Geen
De student kan een korte presentatie houden over een onderwerp uit de studie – en werksfeer en vragen daarover beantwoorden.
M
Geen
De student kan teksten over onderwerpen uit het vakgebied begrijpen.
S
Geen
De student kan emails, korte rapporten en samenvattingen schrijven over onderwerpen uit de studie – en werksfeer.
S
Geen
De student beschikt over een voldoende woordenschat over onderwerpen uit het vakgebied en heeft een voldoende beheersing van de relevante structuren en taalfuncties.
S/M
Geen
Cesuur
55%
Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: DC8: Sociale en communicatieve competentie (interpersoonlijk, organisatie)
Niveau van toetsing: CEF B1
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Pilbeam, A and O'Driscoll, N. Logistics Management, 1e druk, Pearson Longman Aanbevolen literatuur Longman Business English Dictionary, new edition, paper edition + CD-
ISBN 9781408220061
9781405867061
121
ROM, Pearson Longman Internet bronnen (aanbevolen/verplicht) bbc.co.uk, ft.com, economist.com, time.com, nytimes.com Actuele artikelen en publicaties die in deze bouwsteen zijn verwerkt (aanbevolen/verplicht)
122
Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Studiejaar: Periode: Duur: Instapniveau: Taal bouwsteen:
OLEINL Internationale Logistiek/ Supply Chain Management 3 ECTS 2 2.4.4 9 weken Nederlandstalig lessen, Engelse literatuur
Korte beschrijving van de inhoud Supply and Demand Chain Management (SDCM) is a much-used term within the area of logistics and can be described as managing the various flows between organizations in a chain. More in detail: it is the management of controlling and optimizing the flow of goods, information and money within and between entities in the chain from suppliers to end customers, within a value chain or a network. It is often also called Supply Chain Management (SCM). We will use both phrases indiscriminately although SDCM is said to focus more on the demands and wishes of the end customer downstream. Stenden University wants to discuss the most important subjects of SCM and have you discover the relationship between SCM and the subjects you studied earlier. We will discuss some theory from the book in class, but will focus on analyzing existing supply and demand chains.
Werkvormen PBL
Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Classify and define an existing S supply chain. Describe the various parties S within supply chains. Describe the relationship S between various aspects and subject areas of supply chain management. Analyze the relations of the S external factors to supply chains. Analyze the degree of S cooperation between the several parties. Describe and analyze S important trends within the area of supply chain management. Develop a vision on a subject S of choice within the area of supply chain management. Find and select relevant S literature additional to the literature offered during the course. 55% Cesuur Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: DC 1. Ontwikkelen van een visie op veranderingen en trends in de externe omgeving en ontwikkelen van
Werkvorm(en) PBL
Hulpmiddelen
PBL PBL
PBL
PBL
PBL
PBL
PBL
Niveau van toetsing: N3: Toepassen
123
relaties, netwerken en ketens. BoKs Juridische- en economische ontwikkelingen DC 2. Analyseren van beleidsvraagstukken, vertalen in beleidsdoelstellingen en –alternatieven en voorbereiden van besluitvorming. BoKs Haalbaarheidsanalyse Kwaliteitssystemen Procesmanagement DC 4. Inrichten, beheersen en verbeteren van bedrijfsof organisatieprocessen. BoKs Zorgsystemen DC 5. Analyseren van de financiële en juridische aspecten, interne processen en de bedrijfs- of organisatieomgeving om samenhang en wisselwerking te versterken. BoKs Administratieve organisatie Managementcontrol DC 6. Ontwikkelen, implementeren en evalueren van een veranderingsproces. BoKs Planning and control DC 9. Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar of professional) Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Logistics and Supply Chain Management | Martin Christopher Engels - Hardcover | 2010 Prentice Hall 4th Edition
ISBN ISBN-10: 0273731122 | ISBN13: 978-0273731122
124
Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Taal bouwsteen:
OLETG Trade and Globalization 3 EC 2.4.5 8 Engels
Korte beschrijving van de inhoud: Bouwsteen in ontwikkeling. Informatie wordt gepubliceerd via de Blackboard-site van de Bouwsteen.
Werkvormen PBL Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) an internal analysis of S/M Strengths and Weaknesses regarding transport opportunities
Werkvorm(en) PBL
a comparative analysis with other dry-ports
S/M
PBL
an advise concerning the strategic choices accompanied by a financial risk-analysis
S/M
PBL
an feasibility strategy and a plan to implement this strategy.
S/M
PBL
Cesuur
55%
Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: DC 7: Logistieke competentie: Het op professionele wijze ontwikkelen , uitvoeren en aansturen van logistieke processen Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
Hulpmiddelen
Niveau van toetsing:
ISBN
125
Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Taal bouwsteen:
STAGE Stage 30 credits 3.1 en 3.2 2 perioden Voldoen aan de stagenorm: Propedeuse behaald + 30 credits na propedeuse (hoofdfase) Taal van het land
Korte beschrijving van de inhoud Als onderdeel van je opleiding doe je bij een normaal studieverloop in het derde jaar je stage. Een stage duurt twintig weken en moet bij een geschikt bedrijf of een geschikte instelling worden uitgevoerd. De uit te voeren werkzaamheden moeten liggen op het vakgebied van de opleiding. Ter voorbereiding en uitvoering: Sollicitatie naar stageplaats, Formuleren stagevoorstel,Leerdoelen formuleren, Plan van aanpak opstellen,100 dagen praktijkstage, Verslag stagebedrijf en stagewerkzaamheden, Evaluatie stagewerkzaamheden en eigen functioneren
Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Je moet op het sociale vlak S/O binnen een organisatie leren functioneren.
Werkvorm(en) Practicum
Hulpmiddelen nvt
Je moet een globaal beeld verkrijgen van het functioneren van een organisatie.
S/O
Practicum
nvt
Je verwerft praktische competenties in je toekomstige beroepspraktijk.
S/O
Practicum
nvt
Je moet je op school verworven kennis leren toepassen in de praktijk.
S/O
Practicum
nvt
Cesuur
55%
Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: DC 7: Logistieke competentie: Het op professionele wijze ontwikkelen , uitvoeren en aansturen van logistieke processen DC 8. Sociale en communicatieve competentie (interpersoonlijk, organisatie): DC 9. Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk,
Niveau van toetsing:
N4: Integreren
Daarnaast minimaal één van de volgende 6 domeincompetenties: DC 1. Ontwikkelen van een visie op veranderingen en trends in de externe omgeving en ontwikkelen van relaties, netwerken en ketens. BoKs Theorieën van organisatiewetenschappen Methoden van informatieverzameling Juridische- en economische ontwikkelingen DC 2. Analyseren van beleidsvraagstukken, vertalen in
126
beleidsdoelstellingen en –alternatieven en voorbereiden van besluitvorming. BoKs Budgetten- en kosten Haalbaarheidsanalyse Kwaliteitssystemen Procesmanagement Beslissings- en besluitvormingsmodellen Interne organisatieleer DC 3. Toepassen van human resource management in het licht van de strategie van de organisatie. BoKs HRM-beleid Personeelsinstrumenten Leiderschapsstijlen Structuur en gebruik van gespreksmodellen t.b.v. HRM DC 4. Inrichten, beheersen en verbeteren van bedrijfsof organisatieprocessen. BoKs Organisatiekunde Relatiemanagement Financieel management Informatiesystemen Zorgsystemen Verandermanagement DC 5. Analyseren van de financiële en juridische aspecten, interne processen en de bedrijfs- of organisatieomgeving om samenhang en wisselwerking te versterken. BoKs Bedrijfseconomie Administratieve organisatie Privaatrecht Publiekrecht Managementcontrol DC 6. Ontwikkelen, implementeren en evalueren van een veranderingsproces. BoKs Advieskunde- en vaardigheden Verandermanagement Projectmanagement Planning and control
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Projectmanagement Stagehandleiding Delen A en B Internet bronnen (aanbevolen/verplicht) www.projectmanagement.noordhoff.nl
ISBN 978-90-01-79092-9
127
Proposal major period 4.1 and 4.2 for L&E and ILM To: Curriculum committee L&E and ILM, studentcommittee L&E and ILM From: Dennis Vegter Date: 30 May 2013 Overview period 4.1 and 4.2 Period 4.1
Period 4.2
3 EC
Leadership: Covey training
International Management
3 EC
Change management
Change management
3 EC
Improvement methods
Improvement methods
3 EC
Supply Chain innovation
Supply Chain innovation
3 EC
Logistics Consultancy
Logistics Consultancy
Short overview Period 4.1 and 4.2 is the major of the study program of Logistiek & Economie and International Logistics Management. The major is deepening in the logistics field and is compulsory for all students. An important part of working in the logistics field is constantly improving the existing way of working. Therefore period 4.1 and 4.2 is focused on change, improvement methods and innovation. To actually succeed in achieving improvements co-operation with others, consultancy skills and knowledge about research are essential. Another goal of period 4.1 and 4.2 is to prepare students for the final part of their study: the graduation project. Period 4.1 has a focus on theory, mainly consists of lectures and will be assessed by an individual exam at the end of period 4.1. Period 4.2 has a focus on the appliance of theory. The students will work in mixed groups (L&E/ILM) of 4 students. The group has to write a consultancy report on a strategic problem from the logistics practice from a perspective of change, improvement and innovation. Preferably this problem is provided by a company the students have to find on their own. If the students are not capable of finding such a company, there are cases available to do the assignment. In period 4.2 the students have the choice to focus on a specific subject of their own interest: warehousing, transport, operations, supply chain. Language of period 4.1 and 4.2 is English. Assessment Individual assessment For the building blocks Logistics Consultancy, Change management, Improvement methods and Supply Chain Innovation there will be – per building block! - an individual exam at the end of period 1. For the building block Leadership the students will build a portfolio which consists of an individual logbook, personal mission statement and weekly planning; the student will give an individual presentation and defense at the end of period 1. For the building block International Management there will be an individual exam at the end of period 2. For Supply Chain innovation there will be an individual exam at the end of period 1. In period 2 the students will build an individual portfolio consisting of a literature study on recent developments in supply chain innovation. The students will defend their portfolio in an oral exam at the end of period 2. Group assessment For Logistics Consultancy the group has to write a consultancy report on a strategic problem from the logistics practice from a perspective of change, improvement and innovation. This report has to be presented and defended at the end of period 2. The group has to build a group portfolio. This group portfolio will be part of the defense at the end of period 2.
128
Competencies The individual building blocks will be explained in detail on the following pages. Per building block the relevant competency is mentioned. These competencies are taken from the current curriculum. The competencies of the current curriculum are built from the BBA competencies, logistics competence and the process-oriented competencies. A competency is a set of skills that a person must have to perform a task, to solve a problem or to handle a situation in the context of a specific profession, . The description of a competence is the central context, otherwise the competence remains too general and not recognizable to students and the labor market. BBA competencies in the current curriculum: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Develop a vision of changes and trends in the external environment and develop relationships, networks and chains. Analyzing policy issues, translating into policy objectives and alternatives and preparing decisions. Applying human resource management in the light of the strategy of the organization. Setting up, controlling and improving organizational processes. Analyzing the financial and legal aspects, internal processes and organizational environment to strengthen and coordinate interaction. Develop, implement and evaluate a change.
Logistics competence in the current curriculum: 7.
A professional manner of development, management and execution of logistics processes.
Process-oriented competencies in the current curriculum: A. Social and communication skills (interpersonal, organizational) B. Self-managing competence (intrapersonal or professional): Dublin descriptors One of the demands being placed on an accreditation by the Dutch government is that the level of HBO-courses are in line with the internationally and nationally accepted bachelor level. This level is described by the Dublin Descriptors: 1.
2.
3.
4.
5.
Knowledge and Understanding Has demonstrated knowledge and understanding and superlative compared to the level of secondary education. Has demonstrated knowledge and understanding that make it possible to operate – using specialized manuals - at a level that includes aspects where knowledge of the latest developments in the field is required Application Knowledge and Understanding Is competent to develop arguments and to deepen the purpose of problem-solving in the professional field. Can approach work or profession in a professional manner. Judgment Can gather and interpret relevant data (usually within their field of study) for purposes of the judgment. Weighs judgment on relevant social, scientific or ethical issues Communication Is able to present information, ideas and solutions Can transfer information, ideas and solutions to an audience of specialists and non-specialists. Learning skills Possesses learning skills necessary for further studies that assume a high level of autonomy.
The individual building blocks will be explained in detail on the following pages. Per building block the level according to the Dublin descriptors is mentioned. 129
Leadership Building block code Building block name
Leadership
Study load
3 EC
Study year
4
Period
1
Duration
9 weeks
Entry level Building block language
English
Concise description of the contents De Covey training ‘The seven habits of highly effective students’ consists eight meetings. During these meetings the basics of these training are explained and the seven habits of highly effective people are practiced. In an individual logbook the students register their performance and reflect on their beliefs, behavior and outcomes (see, do, get). Students improve their effectiveness via the application of the competences pro-activity, focus (begin with the end in mind) and prioritize (put first things first). Effective leadership focuses on cooperation on the basis of the competences: think win-win, seek first to understand then to be understood and synergize. After this building block the student is able to: Understand the 7 habits of personal and interpersonal effectiveness. Apply the 7 habits of personal and interpersonal effectiveness. Work forms Meetings Seven meetings and an individual presentation/defense in week 8.
If the students has active participation during the meetings and the individual presentation and defense in week is sufficient, then the student receives the certificate from the Franklin Covey Educational Group. For the Covey-training attendance is compulsory. If a student does not attend 2 meetings or more, it is not possible to receive the Covey-certificate.
130
Assessment The student is able to reflect on his/her development on the basis of assignment from the workbook and examples from practice. The student builds an individual logbook, an personal mission statement and a weekly planning. The course ends with an individual presentation/defense. During this presentation/defense the student has to show these documents. Literature Compulsory literature (books, articles)
ISBN
The seven habits of highly effective students
(EUR 35,,- for sale via mediatheek Stenden Emmen) Recommended literature (books, articles)
ISBN
Compentencies CA – Social and communication skills (interpersonal, organizational) Dublin descriptors D3 - Judgment D4 - Communication
131
International Management Building block code Building block name
International Management
Study load
3 EC
Study year
4
Period
2
Duration
9 weeks
Entry level Building block language
English
Concise description of the contents Managementstyle and culture have a great influence on logistics companies. Various managementstyles are available. The Rijnland-model and Anglo-saksion model are well known in this respect. Every company has its own culture. In managementstyles and cultures innovative styles appear, for instance ‘the learning organization’. This building block focuses on the managementstyle and culture in an international perspective. In what way does the managementstyle differ in various countries of the world. What does this mean for an individual within this company, for the planning and control of processes, for the way of working. Students from different countries/regions Assessment Written exam for the various models and aspects of international management, managementstyles and culture. Group presentation per country of origin from the students. Literature Compulsory literature (books, articles)
ISBN
Reader
Recommended literature (books, articles)
ISBN
Compentencies C1: Develop a vision of changes and trends in the external environment and develop relationships, networks and chains. C2: Analyzing policy issues, translating into policy objectives and alternatives and preparing decisions. C5: Analyzing the financial and legal aspects, internal processes and organizational environment to strengthen and coordinate interaction. Dublin descriptors D3 - Judgment D4 - Communication
132
Change management Building block code Building block name
Change management
Study load
3 EC and 3 EC
Study year
4
Period
1 and 2
Duration
9 weeks and 9 weeks
Entry level Building block language
Engels
Concise description of the contents Change actually is very complicated. especially to get a clear picture of what is going on underneath the surface of formal organizational structures. Basic assumption is that change will only occur if specific interests and power of stakeholders are taken into account. The key to success lies in generating and addressing energy, commitment and creativity of everyone involved. The students learn different models by which organizational change can be analyzed, diagnosed, designed and evaluated. Assessment Written exam for the various models and aspects of organizational change. The team has to produce a change diagnosis for the subject covered in Logistics Consultancy. Literature Compulsory literature (books, articles)
Leon de Caluwe en Hans Vermaak: Learning to change, Kluwer, 1st edition, 2003.
Recommended literature (books, articles)
ISBN
ISBN
-
Compentencies C1 - Develop a vision of changes and trends in the external environment and develop relationships, networks and chains. C3 - Applying human resource management in the light of the strategy of the organization. C4 - Setting up, controlling and improving organizational processes. C6 - Develop, implement and evaluate a change. C7 – A professional manner of development, management and execution of logistics processes Dublin Descriptors D2 – Apply Knowledge and Understanding D3 - Judgment
133
Improvement methods Building block code Building block name
Improvement methods
Study load
3 EC and 3 EC
Study year
4
Period
1 and 2
Duration
9 weeks and 9 weeks
Entry level Building block language
English
Concise description of the contents Students are capable of describing a supply chain process and can recognize opportunities for improvement. Students can describe these improvements and its possible benefits for the specific organization. The most common improvement methods will be covered: Business Process Redesign, Balanced Scorecard en SCOR (Supply Chain Operations Reference). Assessment Individual written exam on the improvement methods. The team has to produce a plan with opportunities for improvement in Logistics Consultancy. Literature Compulsory literature (books, articles)
Kaplan, Norton: Balanced Scorecard: Translating strategy into action, Harvard Business School Publishing Bolstorff, Rosenbaum: Supply Chain Excellence: A Handbook for Dramatic Improvement Using the SCOR Model
Recommended literature (books, articles)
ISBN
ISBN
Hammer, Champy: Reengineering the Corporation: A Manifesto for Business Revolution
Compentencies C4 - Setting up, controlling and improving organizational processes. C5 - Analyzing the financial and legal aspects, internal processes and organizational environment to strengthen and coordinate interaction. C6 - Develop, implement and evaluate a change. C7 – A professional manner of development, management and execution of logistics processes. Dublin Descriptors D2 – Apply Knowledge and Understanding D3 - Judgment
134
Supply Chain Innovation Building block code Building block name
Supply Chain innovation
Study load
3 EC and 3 EC
Study year
4
Period
1 and 2
Duration
9 weeks and 9 weeks
Entry level Building block language
English
Concise description of the contents E-business, IT and various other developments offer a wide range of opportunities to improve the performance of a supply chain. Especially in the field of collaboration with customers and suppliers, new forms of work organization, social innovation, ICT-technology, yield management, tracking & tracing, intelligent logistics and supply chain design it is important to recognize these opportunities. This building block aims at giving students an overview of the most important and/or the most recent developments in supply chain innovation. Students know the pros and cons of various innovations and can apply this knowledge to improve the performance of a specific organization. Students are capable of writing a report on the first steps of implementation of a specific innovation. Assessment The student has to do individual assignment. These assignments consists of literature studies on recent developments in supply chain innovation. In the report for Logistics Consultancy the team must investigate possibilities for supply chain innovation for a specific organization. Literature Compulsory literature (books, articles)
Reader Stenden
Recommended literature (books, articles)
ISBN
ISBN
-
Compentencies C1 – Develop a vision of changes and trends in the external environment and develop relationships, networks and chains. C5 - Analyzing the financial and legal aspects, internal processes and organizational environment to strengthen and coordinate interaction. Dublin Descriptors D2 – Apply Knowledge and Understanding D3 - Judgment
135
Logistics Consultancy Building block code Building block name
Logistics Consultancy
Study load
3 EC and 3 EC
Study year
4
Period
1 and 2
Duration
9 weeks and 9 weeks
Entry level Building block language
English
Concise description of the contents N.B.: equal to Logistics Consultancy in the current study program. Completions are: in groups of 4 students ,the possibility to work on a case- and a better connection with the graduation project. The students work together as a consultancy team. The team must write a report about possible improvements in the operations and supply chain processes of an organization. The report, which should be scientifically substantiated, must in any case contain an overview of supply chain innovations applicable for this organization. After consultation with the logistics manager of the organisation, a selection will be made from the supply chain innovations, and one or more innovations will be scientifically analysed by the consultancy team. Moreover, the consultancy team will demonstrate the application areas and consequences of these innovations for the organisation. The report will ultimately be presented to the personnel involved within the organisation. Assessment Individual exam on research and methodology at the end of period 1. The consultancy team has to produce a research proposal, research plan, research report, presentation and defense at the end of period 2. The group has to build a group portfolio. This group portfolio will be part of the defense at the end of period 2. Literature Compulsory literature (books, articles)
Book on research in second year of study program
Recommended literature (books, articles)
ISBN
ISBN
-
Compentencies C1 - Develop a vision of changes and trends in the external environment and develop relationships, networks and chains. C2 - Analyzing policy issues, translating into policy objectives and alternatives and preparing decisions. C3 - Applying human resource management in the light of the strategy of the organization. C4 - Setting up, controlling and improving organizational processes. C5 - Analyzing the financial and legal aspects, internal processes and organizational environment to strengthen and coordinate interaction. C6 - Develop, implement and evaluate a change. C7 - A professional manner of development, management and execution of logistics processes. CB - Self-managing competence (intrapersonal or professional) Dublin Descriptors
136
D3 - Judgment D4 - Communication
137
Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Taal bouwsteen:
Afstudeerstage Afstudeeronderzoek 30 credits 4.3 en 4.4 2 perioden (half studie jaar) Voldaan aan de afstudeernorm: Stage behaald + 120 credits totaal ná propedeuse (hoofdfase) Taal van het land
Korte beschrijving van de inhoud Als onderdeel van je opleiding doe een afstudeeronderzoek. Dit duurt ongeveer twintig weken en moet bij een geschikt bedrijf of een geschikte instelling worden uitgevoerd. Het onderzoek wordt op een gestructureerde wijze uitgevoerd en leidt tot een onderzoeksrapport en een presentatie (inclusief verdediging). Ter voorbereiding en uitvoering: Sollicitatie naar afstudeerplaats, Formuleren onderzoeksvoorstel, Plan van aanpak opstellen, Formuleren onderzoeksplan, Gegevens verzamelen en analyseren, Literatuuronderzoek, Ongeveer 100 dagen praktijkonderzoek en verslaglegging in een organisatie, Verslag onderzoek (50% van het cijfer), Presentatie en verdediging van het onderzoeksrapport (50% van het cijfer), Evaluatie afstudeeronderzoek
Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Je moet tijdens de Schriftelijk afstudeerperiode aantonen (afstudeerverslag/scriptie) dat je op grond van de verworven theoretische inzichten en de al eerder opgedane praktijkervaring in staat bent een voor je opleiding relevant onderwerp te onderzoeken. Dit levert een onderzoeksrapport Presentatie onderzoekrapport Mondeling + verdediging onderzoekrapport 55% Cesuur Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: DC 7: Logistieke competentie: Het op professionele wijze ontwikkelen , uitvoeren en aansturen van logistieke processen
Werkvorm(en) Practicum
Hulpmiddelen checklist
Practicum
Checklisten
Niveau van toetsing: N4: Integreren
DC 8. Sociale en communicatieve competentie (interpersoonlijk, organisatie): DC 9. Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk, Daarnaast minimaal één van de volgende 6 domeincompetenties: DC 1. Ontwikkelen van een visie op veranderingen en trends in de externe omgeving en ontwikkelen van relaties, netwerken en ketens. BoKs Theorieën van organisatiewetenschappen Methoden van informatieverzameling Juridische- en economische ontwikkelingen
138
DC 2. Analyseren van beleidsvraagstukken, vertalen in beleidsdoelstellingen en –alternatieven en voorbereiden van besluitvorming. BoKs Budgetten- en kosten Haalbaarheidsanalyse Kwaliteitssystemen Procesmanagement Beslissings- en besluitvormingsmodellen Interne organisatieleer DC 3. Toepassen van human resource management in het licht van de strategie van de organisatie. BoKs HRM-beleid Personeelsinstrumenten Leiderschapsstijlen Structuur en gebruik van gespreksmodellen t.b.v. HRM DC 4. Inrichten, beheersen en verbeteren van bedrijfsof organisatieprocessen. BoKs Organisatiekunde Relatiemanagement Financieel management Informatiesystemen Zorgsystemen Verandermanagement DC 5. Analyseren van de financiële en juridische aspecten, interne processen en de bedrijfs- of organisatieomgeving om samenhang en wisselwerking te versterken. BoKs Bedrijfseconomie Administratieve organisatie Privaatrecht Publiekrecht Managementcontrol DC 6. Ontwikkelen, implementeren en evalueren van een veranderingsproces. BoKs Advieskunde- en vaardigheden Verandermanagement Projectmanagement Planning and control
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Afstudeerhandleiding Zo doe je een onderzoek Internet bronnen (aanbevolen/verplicht) www.zodoejeeenonderzoek.noordhoff.nl
ISBN Stenden Blackboard 978-90-01-71284-6
139
Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Studiejaar: Duur: Instapniveau: Taal bouwsteen:
Minor: Green Minor 30 credits 3.4 2 perioden (half studie jaar) Engels
Korte beschrijving van de inhoud This Green Logistics minor focuses on managing the aspects of profit, people and planet (the three Ps) in Logistics. It is a broad minor for students from all economic faculties inside or outside Stenden university. It deals with important current green (sustainable) trends and studies and manages the impact of our business activities on the people and the planet we live on. You will learn to balance these three P’s and improve the results in these three areas. You will learn to assess business processes in a (international) supply chain within or between organizations focused on preventing waste and on simplicity. An important aspect is applying relevant management skills which are needed to create support for drastic change processes. This is trained in a case study where you will exercise in a school environment but also in a business environment where you will conclude with a consultancy report. Here you will apply the acquired theory into practice. You will work on an assignment on the subject of sustainable logistics in cooperation with (international) production or service companies. After your graduation, you can use the experience and know-how from this minor in professions like account manager, purchaser, supply chain manager, consultant, marketing manager. Rollen en op te leveren producten tijdens de minor In the 3rd period, you are member of a ‘task force’ of external consultants, hired by the company ‘Xilkington, a glass manufacturing company which urgently needs to further improve its green performance. In the 4th period you will deepen your knowledge and insights in green logistics. You and your team will conduct a consultancy assignment with a real-life company, write a manual on a green topic (for instance: How can my company save fuel …) and you will organize a seminar. In the 3rd period, students will produce an integrated consultancy report. In the 4th period students will write a report on their assignment, write a reader on a Green topic, and organize an interesting seminar. Furthermore students will compose their personal portfolios. Topics: Management skills and personal portfolio Change management Green commerce (Marketing,sales, purchasing) International Law and regulation Business ethics and sustainable Business methods JIT / cradle2cradle, green logistics Quality management and six sigma Macro and micro economics Cross Cultural Connections
Werkvormen PBL, HC WC
Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm 140
Hulpmiddelen
Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
Cesuur
55% per onderdeel minimaal
Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS:
Werkvorm(en)
Niveau van toetsing:
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
ISBN
Aanbevolen literatuur
141
Code bouwsteen:
International Transport
Naam bouwsteen: Studielast:
30 ects
Periode:
Minor
Duur:
20 weken
Instapniveau: Taal bouwsteen:
Nederlands
Korte beschrijving van de inhoud Voor een beschrijving van de Engelstalige Diepe Minor International Transport verwijzen wij naar de Blackboard-site van de onderwijseenheid.
Werkvormen
Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
Cesuur
55% per onderdeel minimaal
Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS:
Werkvorm(en)
Hulpmiddelen
Niveau van toetsing: 142
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
ISBN
Aanbevolen literatuur
143
Bijlage D
Nadere uitwerking van de onderwijseenheden van het curriculum voor de Bachelor Duaal Logistiek
Logistiek & Economie Bachelor degree duale variant Inleiding De Bachelor degree Logistiek & Economie duale variant (in het vervolg Bd duaal genoemd) is één van de vier programma’s die worden aangeboden binnen de opleiding Logistiek & Economie van Stenden Hogeschool. Logistiek & Economie is één van de vijf opleidingen binnen de School of Business. Het is een kleine opleiding, maar met een lange historie. In 1995 was het de tweede opleiding voor logistiek HBO onderwijs binnen Nederland. De opleiding biedt zowel Nederlandse als internationale studenten de mogelijkheid tot het volgen van een voltijds Bachelor programma zowel Nederlandstalig als Engelstalig. Daarnaast worden er twee duale progamma’s aangeboden; een bachelor- en een Ad programma. De duale programma’s worden uitsluitend aan Nederlandstalige studenten aangeboden. Duaal: theorie en praktijk een versterkende verbinding Een duale opleiding is een vorm waarbij de student werken en leren combineert. De doelgroepen voor deze opleiding zijn mensen werkzaam bij een logistieke organisatie maar ook mensen werkzaam in een logistieke functie bij andere organisaties. De opleiding kent een algemeen programma dat de student de ruimte biedt onderdelen van de opleiding op de werkplek in te vullen. Door het duale karakter van de opleiding hebben de docenten direct contact met het werkveld wat een bijdrage levert aan de professionele ontwikkeling van de docent. De kracht van de duale opleiding is de relatie tussen theorie en praktijk. Bijna altijd is er een directe koppeling tussen de theorie, een opdracht en de eigen werkomgeving. Deze directe toepassing versneld het leerproces en stelt je in staat studie en werk te combineren. De begeleiding op de werkplek, intervisie met studiegenoten en het contact met docenten leert je de opdrachten vanuit verschillende invalshoeken te benaderen. In de opdrachten worden de theorie en de werksituatie geïntegreerd. Dit betekent dat de kennis opgedaan tijdens de lesdagen wordt toegepast in de dagelijkse werkzaamheden. De opdrachten bieden vaak de mogelijkheid deze uit te voeren binnen de eigen werkomgeving. Op deze manier kun je werken en leren beter combineren. Een opdracht buiten de eigen werkomgeving is ook mogelijk. Op deze manier kun je kennis en vaardigheden verbreden.
144
Het programma Jaar Periode 1
Periode 2
Periode 3
Periode 4
1
M1 Inleiding Logistiek
M2 Marktgericht
M3 Inkooplogistiek
M4 Productielogistiek 1
2
M5 Warehousing
M6 Productielogistiek 2
M7 Lean Six Sigma
M8 Logistiek onderzoek
3
M9 Supply Chain Management
M10 International Logistics
M11 Minor 1
M12 Minor 2
4
M13 Afstuderen
M14 Afstuderen
M15 Stage (vrijstelling)
M16 Stage (vrijstelling)
Verantwoording van het competentieprofiel Het competentieprofiel van Logistiek&Economie is direct afgeleid van het profiel als opgesteld door het Landelijk Platform Logistiek. Het landelijke beroepsprofiel dient te voldoen aan de domeincompetenties van de Bachelor of Administration. De modules in de opleiding worden op HBO-niveau aangeboden, hetgeen betekent dat de problematiek die in de modules centraal staat zich moet lenen voor de drie competentieniveaus operationeel, tactisch, strategisch. Dit is ongeacht het leerjaar waarin de student zich bevindt. Daarmee is niet gezegd dat studenten in het eerste leerjaar de corresponderende problematiek op alle drie niveaus al moeten beheersen. Wel zal de complexiteit van de problematiek door de jaren heen verschuiven naar oordeelsvorming in een steeds complexere leeromgeving. Hieronder volgt een omschrijving van het vakgebied Logistiek, een omschrijving van het beroepsprofiel en een overzicht van de daarbij behorende competenties. Deze zijn deels ontleend aan het “Beroeps- en competentieprofiel Logistiek”, zoals vastgesteld door het Landelijk Platform Logistiek op 29 juni 2007. Omschrijving van het vakgebied Logistiek Traditioneel werd het vakgebied opgedeeld in twee deeltrajecten: materials management en physical distribution. Materials Management is het geheel van activiteiten om de stroom van grondstoffen en halffabrikaten, en de daarmee verband houdende gegevensstromen, zo efficiënt mogelijk naar en door het productieproces te voeren. Materials Management omvat verder ook de werkzaamheden gericht op het zo efficiënt mogelijk benutten van het productieapparaat. Physical distribution is het geheel van activiteiten om de stroom van goederen vanaf het einde van het productieproces, via de diverse distributiekanalen, tot en met het punt van consumptie te voeren. Maatschappelijke en economische ontwikkelingen zorgen, nationaal en international, voor een toenemende complexiteit van de goederenstromen. Om deze complexiteit beter te kunnen besturen ontstaat een derde traject. Dit wordt ook wel met de term physical supply aangeduid. Voor de toepassing van JIT- en LEAN-concepten en soortgelijke filosofieën is een optimale afstemming tussen physical supply en productie van groot belang. Een vierde traject ontstaat doordat bijna alle overheden in de westerse landen steeds strengere eisen stellen aan producentverantwoordelijkheid en milieubeheersing (‘maatschappelijk verantwoord ondernemen’). De wel gehoorde uitdrukkingen als: ‘Van korrel tot borrel’ en ‘Van zand tot klant’ voldoen niet meer om het gehele logistieke traject te beschrijven. Er ontstaat immers een steeds grotere retourstroom van producten die worden hergebruikt of die recyclebaar zijn. Dit traject wordt meestal aangeduid met de term reverse logistics. Beroepsprofiel van de logisticus Het werkveld van de logisticus wordt gevormd door publieke en private organisaties in het binnen- en het buitenland: productie- en handelsbedrijven (detail- en groothandel), (overheids)instellingen, logistieke dienstverleners, tussenpersonen (expediteurs, cargadoors), transport- en distributiebedrijven. Daarnaast komen steeds meer logistici in de zakelijke dienstverlening terecht, met name de adviesbureaus die de (logistieke) informatie- en communicatietechnologie voor bedrijven verzorgen. Facility management wint terrein. Het organiseren van (grote) evenementen bevat een belangrijke logistieke component. Ook wordt de aandacht voor logistiek in de zorgsector steeds belangrijker. Het belang van logistieke dienstverlening neemt toe, omdat bedrijven zich in toenemende mate concentreren op kernactiviteiten en logistieke functies aan gespecialiseerde dienstverleners uitbesteden. 145
Afgestudeerde logistici komen terecht bij zowel het midden- en kleinbedrijf als bij grote industriële en dienstverlenende bedrijven. Bij het MKB en publieke organisaties, zoals overheden en ziekenhuizen, is een startfunctie op managementniveau geen uitzondering. Bij de grote organisaties groeit de jonge logisticus via verschillende gespecialiseerde functies naar een leidinggevende plaats. Gespecialiseerde functies hebben betrekking op specifieke activiteitenclusters, zoals inkoop, productie en customer service. Ook bij specialisatie is de logisticus in staat bedrijfsprocessen te overzien en zijn werkzaamheden te relateren aan de optimalisering van het functioneren van het bedrijf en de keten. Het werkveld is zeer divers door de verschillen in het niveau van logistieke ontwikkeling van organisaties. De ontwikkelingsstadia lopen parallel met het historisch denken over de logistieke structuur. In de traditionele organisatie is logistiek versnipperd in het bedrijf. In een latere fase is het onderscheid gemaakt naar materials management (bijv. onder verantwoordelijkheid van het hoofd productie) en fysieke distributie (bijv. onder verantwoordelijkheid van het hoofd marketing). In reactie daarop volgde de geïntegreerde logistieke functie, uitmondend in een organisatie met een professionele logistiek staf (logistiek met een zeer brede verantwoordelijkheid). Voor de komende jaren staat met name de interorganisationele samenwerking centraal. Deze overgang markeert de overstap van een interne, bedrijfsgerichte visie op logistiek en de logistieke functie naar een ketengerichte benadering. In de daarop volgende fase waarin de logistieke functie bepalend is voor de strategische flexibiliteit van de organisatie, zal een logistiek manager vanuit alle mogelijke interne en externe perspectieven moeten kunnen denken en handelen. Het logistieke ontwikkelingsstadium van een bedrijf bepaalt in belangrijke mate de werkzaamheden van de logisticus. De beroepskwalificaties hebben betrekking hebben op alle stadia van logistieke bewustwording. Door de toenemende integratie aan de in- en verkoopzijde, mede mogelijk gemaakt door ICT-toepassingen zoals Enterprise Resource Planning, Supply & Demand Chain Management, Efficient Consumer Response en E-Business, wordt de regiefunctie belangrijker. Ook de afgestudeerde HBO-logisticus komt hiervoor in aanmerking, hoewel dit zeker niet een positie zal zijn die direct na het afstuderen binnen het bereik ligt. Anderzijds moet de jonge logisticus in staat worden geacht tenminste twee schakels in de keten op elkaar af te stemmen. De logisticus zal steeds meer een multidisciplinaire manager van processen zijn, binnen en tussen ondernemingen, een teamspeler en strategisch denker, die veel weet van logistiek, en ook goed thuis is in informatietechnologie, financiën, marketing, human resource management en inkoop. Toenemende internationalisering vormt een andere invalshoek die van belang is voor de positie en functie van de logistiek manager. Inzichten in internationaal inkoopmanagement, internationaal HRM, internationale wetgeving, internationaal transport, internationale (zaken)cultuur en het kunnen communiceren in vreemde talen gelden derhalve steeds meer als basisvereiste. Competentieprofiel van de logisticus Een competentie is een set van (handelings)bekwaamheden waarover iemand moet beschikken om in de context van een concrete beroepsuitoefening, een specifieke taak te kunnen uitvoeren, een probleem te kunnen oplossen of een situatie te kunnen hanteren. Bij de beschrijving van een competentie staat de context centraal, anders blijft de competentie te algemeen en niet herkenbaar voor studenten en arbeidsmarkt. Voor de BBA logisticus gelden de volgende domeincompetenties. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
8.
Ontwikkelen van een visie op veranderingen en trends in de externe omgeving en ontwikkelen van relaties, netwerken en ketens. Analyseren van beleidsvraagstukken, vertalen in beleidsdoelstellingen en –alternatieven en voorbereiden van besluitvorming. Toepassen van human resource management in het licht van de strategie van de organisatie. Inrichten, beheersen en verbeteren van bedrijfs- of organisatieprocessen. Analyseren van de financiële en juridische aspecten, interne processen en de bedrijfs- of organisatieomgeving om samenhang en wisselwerking te versterken. Ontwikkelen, implementeren en evalueren van een veranderingsproces. Sociale en communicatieve competentie (interpersoonlijk, organisatie): samenwerken in een beroepsomgeving en meedenken over doelen en inrichting van de organisatie, waaruit eisen voortvloeien die betrekking hebben op de volgende kenmerken: multidisciplinariteit en interdisciplinariteit, klantgerichtheid, collegialiteit, leidinggeven (het sociale deel van de competentie); communiceren intern op alle niveaus, effectief en in de gangbare bedrijfstaal, veelal in het Nederlands en/of Engels; in termen van beroepstaken omvat dat zaken als het opstellen en schrijven van plannen en notities, informeren, overleg voeren, draagvlak creëren, stimuleren, motiveren, overtuigen, verwoorden van besluiten. Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar of professional): 146
sturen en reguleren van de eigen ontwikkeling ten aanzien van leren, resultaatgericht werken, initiatief nemen en zelfstandig optreden, flexibiliteit; nadenken en reflecteren over en verantwoording nemen voor eigen handelen wat wijst op betrokkenheid en kritische zelfbeoordeling; ontwikkelen van een beroepshouding met ruimte voor normatief-culturele aspecten, respect voor anderen, een beroepscode en ethische principes voor het professioneel handelen; leveren van een bijdrage aan de verdere professionalisering van de branche, publicaties, bijdragen aan congressen, enzovoort. 9. Op professionele wijze op het HBO-niveau (zie blz. 3 van Beroeps- en Logistieke competentie) en in verschillende (beroeps)rollen van de beroepsbeoefenaar logistieke processen kunnen ontwikkelen, verbeteren, uitvoeren en aansturen. Fasering van de ontwikkeling De rode draad die gevolgd wordt in de opbouw van het onderwijs is van operationeel naar strategisch. In de propedeuse gaat de aandacht vooral uit naar de operationele kant van de bedrijven waarvoor wordt opgeleid. Het onderwijsprogramma is gericht op oriëntatie/kennismaking met het werkveld en het ondernemerschap, selectie en verwijzing, leren studeren, elementaire theorie en basisvorming. Het eindniveau van het eerste jaar is het niveau van een ervaren medewerker. In de post-propedeutische fase krijgt het leren omgaan met verantwoordelijkheden steeds meer aandacht. De lijn gaat van operationeel, via het tactische naar het strategisch management. Van groot belang is daarbij de persoonlijke ontplooiing en vorming van de student. In het tweede studiejaar ligt de nadruk op het leren kennen en toepassen van de werkwijzen in de praktijk middels ervaringsgericht leren, procedures leren kennen en het toepassen van de theorie. Het eindniveau van het tweede studiejaar is beginnend leidinggevende. In het derde studiejaar worden vraagstukken in de beroepspraktijk behandeld, waarvan het probleem niet op voorhand duidelijk is omschreven. De student wordt geleerd complexe probleemsituaties zelfstandig te definiëren en te analyseren en oplossingsstrategieën te ontwerpen en het effect ervan te beoordelen. Het niveau van het derde studiejaar is het niveau van een vervangend afdelingsmanager. In het vierde jaar behandelen de studenten een vraagstuk uit de beroepspraktijk, waarvan het probleem niet op voorhand duidelijk is omschreven. Deze student moet daarbij zelfstandig het probleem analyseren, tot mogelijke oplossingen komen en de gevolgen van deze oplossingen kunnen aangeven. In een afstudeeropdracht wordt zelfstandig aan deze vraagstukken gewerkt.
147
Toetsing en beoordeling In iedere module zijn de ects als volgt verdeeld: Onderdeel
EC
Max. punten
Norm in punten
Norm in %
Min. punten
Participatie trainingsdagen
1
28
28
100%
28
Kennistoets
2
56
42
75%
34
Modulerapport
3
84
46
55%
Specialisatie
1
28
15
55%
Vaardigheidstraining
1
28
15
55%
Zelfmanagement
1
28
28
100%
Competentieontwikkeling
6
168
168
100%
Totaal
15
420
342
Her kansing
2x 1x
11
1x
Participatie Bij alle bijeenkomsten is het van belang dat door de studenten actief participeren. Alleen bij actieve participatie van alle studenten wordt het meeste rendement behaald voor de hele groep. Aan actieve participatie tijdens de bijeenkomsten worden daarom punten toegekend. Er wordt niet alleen bijgehouden of je elke keer aanwezig bent geweest, er wordt ook bekeken hoe actief je bij de workshops betrokken bent. De actieve participatie wordt beoordeeld op de volgende criteria:
aanwezigheidsverplichting van minimaal 80 % van de bijeenkomsten aantoonbare voorbereiding van de bijeenkomsten nakomen van de gemaakte afspraken positieve bijdrage aan de bijeenkomsten. Hierbij kun je denken aan: actief luisteren, eigen mening geven, open staan voor feedback, opbouwende feedback geven, inbrengen van relevante voorkennis etc.
De docenten stelt aan het einde van de module de actieve participatie definitief vast. Kennistoets Iedere module wordt afgesloten met een kennistoets. Deze toets integreert de verschillende vakgebieden en wordt gewaardeerd met een cijfer. Module-opdracht Iedere module bevat een opdracht die de kennis verbindt aan de praktijk. Deze opdracht kan zowel een individuele opdracht als een groepsopdracht betreffen. Het rapport wordt beoordeeld met een cijfer. Specialisatie Iedere module heeft de mogelijkheid om het programma nader in te vullen naar behoefte van de studenten. De specialisatie biedt daarmee ruimte om specifieke wensen ten aanzien van competentieontwikkeling nader in te vullen. De specialisatie wordt afgesloten met een opdracht of met een kennistoets. Vaardigheidstraining De vaardigheidstraining richt zich specifiek op het ontwikkelen van sociale en communicatieve competenties. De vaardigheidstraining wordt afgesloten met een opdracht. Zelfmanagement Het onderdeel zelfmanagement richt zich specifiek op het ontwikkelen van zelfsturende competenties. Het onderdeel zelfmanagement wordt afgesloten met een Persoonlijk Ontwikkelings Plan (POP). Competentieontwikkeling Het deel ‘Competentieontwikkeling’ van iedere module is gekoppeld aan de ontwikkeling van de student. Dit kan zijn zowel in school, maar zal grotendeels zijn op de werkplek. De beoordeling van dit onderdeel wordt gedaan aan de hand van een portfolio. Het portfolio is de basis voor het portfoliogesprek waarin wordt vastgesteld of de student de gestelde leerdoelen 148
heeft behaald. Dit gesprek wordt gevoerd door de student, de Stenden coach en de bedrijfscoach. De Stenden coach vormt een eindoordeel over ontwikkeling van de student aan de hand van het portfolio. Het oordeel van de bedrijfscoach wordt als advies meegenomen in het eindoordeel. De beoordeling resulteert in een Voldoende of een Onvoldoende. Actoren binnen de opleiding De student Heeft een werkplek die voldoet aan de door Stenden gestelde criteria met een minimale aanstelling van 24 uur. Opleidingscoördinator Is verantwoordelijk voor de planning van de ontwikkeling en uitvoering van het onderwijsprogramma. Draagt zorg voor een goede afstemming van de operationele activiteiten binnen de opleiding. Docent Verzorgt de ontwikkeling, voorbereiding, uitvoering en afronding deel van het onderwijsprogramma. Gezamenlijk met andere docenten is hij verantwoordelijk voor de toetsing en beoordeling van de kennis in de vorm van een kennistoets en de beoordeling van de module opdracht. Stenden coach De Stenden coach is het eerste aanspreekpunt voor (een deel) van de studenten binnen een cohort. Hij/zij draagt zorg voor de belgeleiding van en treedt op als coach van de student. De Stenden coach is gedeeltelijk verantwoordelijk voor de beoordeling van het portfolio gekoppeld aan de competentieontwikkeling. Bedrijfsbegeleider Begeleidt de student op de werkplek en treedt op als coach. Hij/zij bewaakt of de student in staat wordt gesteld om de opleiding en de werkzaamheden te combineren. Hij/zij is deelnemer aan het portfoliogesprek en heeft een adviserende rol in de beoordeling.
149
Logistiek & Economie Bachelor Degree Duaal
Cohort 2010
Propedeuse Vak
Code
Naam
ECTS
Normering
Minimum
Toetsing O
EDLA - ER955 - Module 1 Inleiding Logistiek 1
Participatie
1
V/O
V
2
Kennistoets
2
Cijfer
5,5
S
3
Modulerapport
3
Cijfer
5,5
O
4
Specialisatie
1
Cijfer
5,5
M/S/O
5
Vaardigheidstraining
1
V/O
V
M/O
6
Zelfmanagement
1
V/O
V
O
7
Competentiebeoordeling
6
V/O
V
M/O O
EDLB - ER956 – Module 2 Marktgericht 1
Participatie
1
V/O
V
2
Kennistoets
2
Cijfer
5,5
S
3
Modulerapport
3
Cijfer
5,5
O
4
Specialisatie
1
Cijfer
5,5
M/S/O
5
Vaardigheidstraining
1
V/O
V
M/O
6
Zelfmanagement
1
V/O
V
O
7
Competentiebeoordeling
6
V/O
V
M/O O
EDLC - ER957 - Module 3 Inkooplogistiek 1
Participatie
1
V/O
V
2
Kennistoets
2
Cijfer
5,5
S
3
Modulerapport
3
Cijfer
5,5
O
4
Specialisatie
1
Cijfer
5,5
M/S/O
5
Vaardigheidstraining
1
V/O
V
M/O
6
Zelfmanagement
1
V/O
V
O
7
Competentiebeoordeling
6
V/O
V
M/O O
EDLD - ER958 - Module 4 Productielogistiek 1
Participatie
1
V/O
V
2
Kennistoets
2
Cijfer
5,5
S
3
Modulerapport
3
Cijfer
5,5
O
4
Specialisatie
1
Cijfer
5,5
M/S/O
5
Vaardigheidstraining
1
V/O
V
M/O
6
Zelfmanagement
1
V/O
V
O
7
Competentiebeoordeling
6
V/O
V
M/O
150
Logistiek & Economie Bachelor Degree Duaal
Cohort 2010
Hoofdfase module 5 t/m 8 Vak Code Naam ECTS EDLE - ER960 - Module 5 International Warehousing & Transport
Normering
Minimum
Toetsing
1
Participatie
1
V/O
V
O
2
Kennistoets
2
Cijfer
5,5
S
3
Modulerapport
3
Cijfer
5,5
O
4
Specialisatie
1
Cijfer
5,5
M/S/O
5
Vaardigheidstraining
1
V/O
V
M/O
6
Zelfmanagement
1
V/O
V
O
6
V/O
V
M/O
7 Competentiebeoordeling 3 EDLG - ER962 - Module 6 Productielogistiek 2 1
Participatie
1
V/O
V
O
2
Kennistoets
2
Cijfer
5,5
S
3
Modulerapport
3
Cijfer
5,5
O
4
Specialisatie
1
Cijfer
5,5
M/S/O
5
Vaardigheidstraining
1
V/O
V
M/O
6
Zelfmanagement
1
V/O
V
O
V/O
V
M/O
7 Competentiebeoordeling 3 6 MIN1A - ER966 - Module 7 Six Sigma en Verandermanagement 1
Participatie
1
V/O
V
O
2
Kennistoets
2
Cijfer
5,5
S
3
Modulerapport
3
Cijfer
5,5
O
4
Specialisatie
1
Cijfer
5,5
M/S/O
5
Vaardigheidstraining
1
V/O
V
M/O
6
Zelfmanagement
1
V/O
V
O
V/O
V
M/O
7 Competentiebeoordeling 4 6 MIN1B - ER967 - Module 8 Six Sigma en Verandermanagement 1
Participatie
1
V/O
V
O
2
Kennistoets
2
Cijfer
5,5
S
3
Modulerapport
3
Cijfer
5,5
O
4
Specialisatie
1
Cijfer
5,5
M/S/O
5
Vaardigheidstraining
1
V/O
V
M/O
6
Zelfmanagement
1
V/O
V
O
7
Competentiebeoordeling 4
6
V/O
V
M/O
151
Logistiek & Economie Bachelor Degree Duaal
Cohort 2010
Hoofdfase module 9 t/m 16 Vak Code Naam EDLH - ER963 - Module 9 Supply Chain Management
ECTS
Normering
Minimum
Toetsing
1
Participatie
1
V/O
V
O
2
Kennistoets
2
Cijfer
5,5
S
3
Modulerapport
3
Cijfer
5,5
O
4
Specialisatie
1
Cijfer
5,5
M/S/O
5
Vaardigheidstraining
1
V/O
V
M/O
6
Zelfmanagement
1
V/O
V
O
6
V/O
V
M/O
7 Competentiebeoordeling 5 EDLF - ER961 - Module 10 Export Management 1
Participatie
1
V/O
V
O
2
Kennistoets
2
Cijfer
5,5
S
3
Modulerapport
3
Cijfer
5,5
O
4
Specialisatie
1
Cijfer
5,5
M/S/O
5
Vaardigheidstraining
1
V/O
V
M/O
6
Zelfmanagement
1
V/O
V
O
6
V/O
V
M/O
7 Competentiebeoordeling 5 MIN1C - ER968 – Module 11 Minor 1 1
Participatie
1
V/O
V
O
2
Kennistoets
2
Cijfer
5,5
S
3
Modulerapport
3
Cijfer
5,5
O
4
Specialisatie
1
Cijfer
5,5
M/S/O
5
Vaardigheidstraining
1
V/O
V
M/O
6
Zelfmanagement
1
V/O
V
O
6
V/O
V
M/O
7 Competentiebeoordeling 6 MIN1D - ER969 – Module 12 Minor 2 1
Participatie
1
V/O
V
O
2
Kennistoets
2
Cijfer
5,5
S
3
Modulerapport
3
Cijfer
5,5
O
4
Specialisatie
1
Cijfer
5,5
M/S/O
5
Vaardigheidstraining
1
V/O
V
M/O
6
Zelfmanagement
1
V/O
V
O
7 Competentiebeoordeling 6 ER965 – Module 13 t/m 16 Praktijk
6
V/O
V
M/O
EAFS
1
Afstudeeropdracht
30
Cijfer
5,5
O
ESTA
1
Stage
30
Cijfer
5,5
M/O
152
Beschrijving van de verschillende modules Module 1 Inleiding Logistiek Het eerste studiejaar start te met een kennismaking met het vakgebied logistiek en bestaat uit bestaat uit de vakken Bedrijfsorganisatie, Bedrijfseconomie, Logistiek, Marketing en Studieloopbaanbegeleiding. Vanuit verschillende invalshoeken wordt gekeken naar de meest relevante organisatieaspecten. Module 2 Marktgericht In de module Marktgericht komen organisatie en klant bij elkaar en kijken we vanuit verschillende gezichtspunten hoe marketing verloopt en hoe “de wensen van de klant” verankerd zijn in de eigen bedrijfsomgeving. Je krijgt zo een beeld hoe marketing ingebed is in de eigen organisatie en je bekijkt je eigen rol daarin. Module 3 Inkooplogistiek De student toont aan dat hij de invloed van andere schakels in de keten (upstream) op de eigen organisatie kan analyseren. Hij toont aan dat hij het inkoopproces kan verbeteren op basis van gestructureerde leveranciersselectie, waarbij hij tevens rekening houdt met risico’s en de behoeften van eisen van schakels verderop in de keten (downstream). Hij kan de optimale voorraadgrootte en logistieke kwaliteitsaspecten integreren in een verbeterd inkoopproces. De student vergaart kennis in inkoop-methodieken, logistiek, administratieve organisatie, en statistiek. De student stelt een inkoopactieplan op aan de hand van een inkoopcasus uit de eigen organisatie en bestudeert casuïstiek uit de inkooppraktijk. De student heeft hierbij de rol van junior buyer en presenteert zijn analyses en concrete aanbevelingen aan jouw bedrijf en de docent(en). Module 4 Productie-logistiek De student toont aan dat hij de invloed van de andere schakels op het presteren van de eigen bedrijfsorganisatie kan analyseren en daarnaar kan handelen. De student toont aan dat hij in staat is een eenvoudig productieproces te besturen of te verbeteren en dat hij in staat is een begroting en een materiaal uitgifteplan op te stellen. Student vergaart kennis op het terrein van productielogistiek, budgettering, productieplanning en statistiek. De student stelt een productieplan of verbeterplan op aan de hand van een casus. Student heeft daarbij de rol van productieplanner of consultant binnen een afdeling logistiek of productie. De student presenteert zijn analyses en concrete aanbevelingen aan de docent(en) en medestudenten. De student toont aan dat hij de invloed van de andere schakels op het presteren van de eigen bedrijfsorganisatie kan analyseren en daarnaar kan handelen. De student toont aan dat hij in staat is een eenvoudig productieproces te besturen of te verbeteren en dat hij in staat is een materiaal uitgifteplan op te stellen. Student vergaart kennis op het terrein van productielogistiek. Module 5 International Warehousing & Transport In module 5 ligt de nadruk op warehousing en transport, Management & Organisatie, Statistiek en Internationaal recht. Aan de hand van actuele logistieke thema’s wordt er in deze module hernieuwd kennisgemaakt met het adviseren van een bedrijfsonderdeel in de eigen organisatie. Dit heeft een eigen dynamiek, o.a. veroorzaakt door de fysieke afstand tussen student en opdrachtgever en vaak ambitieuze doelstellingen en hectiek van het bedrijfsonderdeel. Module 6 Productielogistiek 2 In deze module staan de vakken bedrijfseconomie (investeringsproblematiek), bedrijfsorganisatie (organisatieveranderingen) en logistiek (productie-lay-out) centraal. Binnen de logistieke keten houden wij ons bezig met de productie, waarbij we niet alleen binnen het bedrijf kijken maar ook nadrukkelijk ook naar buiten. De module gaat over het opzetten van een nieuwe productiehal. Als alle investeringen zitten hier vanuit een bedrijfskundige optiek onzekerheden en mogelijkheden. Deze module is een verdieping van de M4 Produktielogistiek I, waar je op operationeel niveau een productieplanning verbeterd hebt. In deze module zul je op tactisch/strategisch naar de productieplanning rekenen. Module 7 en 8: Six Sigma Verandermanagement 153
In module 7 staan de verbetermethoden Lean en Six Sigma centraal. Met deze verbetermethoden leer je om om een proces zo in te richten dat er geen verspilling is. Het proces is er dan op gericht alleen die dingen te doen die de klant werkelijk wil en dat in 1 keer goed. Met deze verbetermethoden is het mogelijk om kosten te reduceren, klanttevredenheid te verhogen, de levertijd de verkorten. Resultaat is een hogere winst. In verbetermethoden speelt het doen van onderzoek een belangrijke rol. Dit zal dan ook in een afzonderlijk vak aan de orde komen. In module 8 staat het logistiek onderzoek centraal. In de voorgaande periode heb je al geleerd over verbetermethoden en onderzoek. Met kennis van verbetermethoden is het mogelijk om kosten te reduceren, klanttevredenheid te verhogen, de levertijd de verkorten. Dit zullen vaak opdrachten zijn waar je als logisticus aan zult werken. Bij het onderdeel Onderzoek heb je geleerd hoe je een onderzoek moet doen. In deze periode gaan we dit toepassen op een specifieke situatie in je eigen werkomgeving of bij een ander bedrijf dan waar je werkt. Dit heet dan een Logistiek Onderzoek. Aangezien Logistiek Onderzoek vaak in een project wordt gedaan zal in deze module ook aandacht worden besteed aan het onderwerp Projectmanagement. Module 9: Supply Chain Management In deze module staat de totale logistieke keten, de relaties die zich buiten de interne keten bevinden. Leveranciers en klanten, al dan niet in het buitenland, en de bijhorende complexiteit kunnen een grote invloed hebben op de interne keten van een bedrijf. Wie is de eigenaar van de keten, hoe sturen we leveranciers aan en hoe snel kunnen we veranderende vragen van klanten vertalen naar onze leveranciers. Binnen deze module gaat U ook kennis maken met een ERP- software pakket. Deze module omvat een introductie in SAP en een aan dit onderwerp gerelateerde praktische opdracht. Module 10 Exportmanagement In deze module evalueren de studenten een voorgenomen strategische beslissing. Zij doen dit op basis van de verzamelde informatie en schrijven een aanbeveling ten aanzie van de strategische beslissing. De module richt zich op de externe omgeving van het bedrijf en bevat de onderdelen: export, internationale economie, internationale financiering, internationale marketing. Module 11 en 12 Minor 1 en 2 De duaal studenten uit cohort 2010 hebben gekozen voor de minor ‘Green Logistics’. De minor ‘Green Logistics’ richt zich op de onderwerp van duurzaamheid met een focus op logistiek. De minor behandeld trends in duurzaamheid zoals tegenwoordig alom zichtbaar is in de media. Deze duurzaamheid heeft betrekking op de interne en externe organisatie. De minor is onderverdeeld in twee perioden: module 11 en module 12. In module 11 werken de studenten aan een adviesrapport voor een productiebedrijf op basis van een casebeschrijving. In module 12 werken de studenten aan een adviesrapport voor een bestaande organisatie. Voor zowel het productiebedrijf uit de case als voor de bestaande organisatie moet er een advies komen waarmee de organisatie haar duurzaamheid kan verbeteren. De minor richt zich bovenal op het besturen van de aspecten people, planet en profit, specifiek gericht op het logistieke vakgebied. Studenten leren om deze aspecten in onderlinge balans te verbeteren.
154
Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Taal bouwsteen:
Afstudeerstage Afstudeeronderzoek 30 credits 4.3 en 4.4 2 perioden (half studie jaar) Voldaan aan de afstudeernorm: Stage behaald + 120 credits totaal ná propedeuse (hoofdfase) Taal van het land
Korte beschrijving van de inhoud Als onderdeel van je opleiding doe een afstudeeronderzoek. Dit duurt ongeveer twintig weken en moet bij een geschikt bedrijf of een geschikte instelling worden uitgevoerd. Het onderzoek wordt op een gestructureerde wijze uitgevoerd en leidt tot een onderzoeksrapport en een presentatie (inclusief verdediging). Ter voorbereiding en uitvoering: Sollicitatie naar afstudeerplaats, Formuleren onderzoeksvoorstel, Plan van aanpak opstellen, Formuleren onderzoeksplan, Gegevens verzamelen en analyseren, Literatuuronderzoek, Ongeveer 100 dagen praktijkonderzoek en verslaglegging in een organisatie, Verslag onderzoek (50% van het cijfer), Presentatie en verdediging van het onderzoeksrapport (50% van het cijfer), Evaluatie afstudeeronderzoek
Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Je moet tijdens de Schriftelijk afstudeerperiode aantonen (afstudeerverslag/scriptie) dat je op grond van de verworven theoretische inzichten en de al eerder opgedane praktijkervaring in staat bent een voor je opleiding relevant onderwerp te onderzoeken. Dit levert een onderzoeksrapport Presentatie onderzoekrapport Mondeling + verdediging onderzoekrapport 55% Cesuur Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: DC 7: Logistieke competentie: Het op professionele wijze ontwikkelen , uitvoeren en aansturen van logistieke processen
Werkvorm(en) Practicum
Hulpmiddelen checklist
Practicum
Checklisten
Niveau van toetsing: N4: Integreren
DC 8. Sociale en communicatieve competentie (interpersoonlijk, organisatie): DC 9. Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk, Daarnaast minimaal één van de volgende 6 domeincompetenties: DC 1. Ontwikkelen van een visie op veranderingen en trends in de externe omgeving en ontwikkelen van relaties, netwerken en ketens. BoKs Theorieën van organisatiewetenschappen Methoden van informatieverzameling Juridische- en economische ontwikkelingen
155
DC 2. Analyseren van beleidsvraagstukken, vertalen in beleidsdoelstellingen en –alternatieven en voorbereiden van besluitvorming. BoKs Budgetten- en kosten Haalbaarheidsanalyse Kwaliteitssystemen Procesmanagement Beslissings- en besluitvormingsmodellen Interne organisatieleer DC 3. Toepassen van human resource management in het licht van de strategie van de organisatie. BoKs HRM-beleid Personeelsinstrumenten Leiderschapsstijlen Structuur en gebruik van gespreksmodellen t.b.v. HRM DC 4. Inrichten, beheersen en verbeteren van bedrijfsof organisatieprocessen. BoKs Organisatiekunde Relatiemanagement Financieel management Informatiesystemen Zorgsystemen Verandermanagement DC 5. Analyseren van de financiële en juridische aspecten, interne processen en de bedrijfs- of organisatieomgeving om samenhang en wisselwerking te versterken. BoKs Bedrijfseconomie Administratieve organisatie Privaatrecht Publiekrecht Managementcontrol DC 6. Ontwikkelen, implementeren en evalueren van een veranderingsproces. BoKs Advieskunde- en vaardigheden Verandermanagement Projectmanagement Planning and control Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Afstudeerhandleiding Zo doe je een onderzoek Internet bronnen (aanbevolen/verplicht) www.zodoejeeenonderzoek.noordhoff.nl
ISBN Stenden Blackboard 978-90-01-71284-6
156
Bijlage E Nadere uitwerking van de onderwijseenheden van het curriculum Associate Degree Duaal Logistiek
Logistiek & Economie Associate degree Logistiek projectcoördinator duale variant Inleiding De Associate degree Logistiek Projectcoördinator duale variant (in het vervolg Ad duaal genoemd) is één van de vier programma’s die worden aangeboden binnen de opleiding Logistiek & Economie van Stenden Hogeschool. Logistiek & Economie is één van de vijf opleidingen binnen de School of Business. Het is een kleine opleiding, maar met een lange historie. In 1995 was het de tweede opleiding voor logistiek HBO onderwijs binnen Nederland. De opleiding biedt zowel Nederlandse als internationale studenten de mogelijkheid tot het volgen van een voltijds Bachelor programma zowel Nederlandstalig als Engelstalig. Daarnaast worden er twee duale progamma’s aangeboden; een bachelor- en een Ad programma. De duale programma’s worden uitsluitend aan Nederlandstalige studenten aangeboden. Intenties De logistieke branche is benoemd als één van de topsectoren van de Nederlandse economie. Met het aanbieden van de Ad duale opleiding wordt invulling gegeven aan de in de Human Capital Agenda van de topsector genoemde ambitie om werknemers op een hoger opleidingsniveau te krijgen. De Ad opleiding is een niveau 5 opleiding en is de brug tussen MBO niveau 4 en HBO niveau 6 opleiding. Een Ad opleiding is een tweejarig HBO programma wat leidt tot een officieel erkend diploma. Met de start van de Ad opleiding zijn er in de regio logistiek opleidingen van niveau 2 tot en met niveau 6 beschikbaar. Het diploma van de Associate degree opleiding biedt de mogelijkheid door te stromen naar de bachelor opleiding en biedt werknemers op MBO de mogelijkheid om via de Ad uiteindelijk een bachelor diploma te behalen. Een duale opleiding is een vorm waarbij de student werken en leren combineert. De doelgroepen voor deze opleiding zijn mensen werkzaam bij een logistieke organisatie maar ook mensen werkzaam in een logistieke functie bij andere organisaties. De opleiding kent een algemeen programma dat de student de ruimte biedt onderdelen van de opleiding op de werkplek in te vullen. Door het duale karakter van de opleiding hebben de docenten direct contact met het werkveld wat een bijdrage levert aan de professionele ontwikkeling van de docent. Toelaatbaarheid. De student is toelaatbaar tot de opleiding Logistiek AD (duaal) volgens de geldende normen (zie de Opleidings- en Examenregeling 2013-2014) en: heeft bij de start van de opleiding een aanstelling van minimaal 24 uur en is werkzaam op getoetste werkplek. De opleiding heeft een bedrijfscan welke uitgevoerd wordt op ieder duale werkplek. Indien de bedrijfscan aantoont dat de werkplek als leeromgeving onvoldoende ruimte (mogelijkheid en kwaliteit van het niveau) biedt voor het behalen van alle competenties dan dient een deel van die competentie ontwikkeling op een andere werkplek te worden uitgevoerd. 157
De bedrijfscoach beschikt over minimaal HBO niveau aantoonbaar door middel van een diploma of een functie omschrijving van de huidige functie. De inschrijving van de student is pas definitief op het moment dat het contract met betrekking tot de werkplekovereenkomst is getekend door student, werkgever en Stenden.
Het programma Periode 1
Periode 2
Periode 3
Periode 4
De organisatie Bedrijfseconomie 1 Inleiding Logistiek Management 1
De Klant Marketing Warehouse en transport Bedrijfseconomie 2
De Operatie Logistiek OM Inkoop Engels 1
De Keten SCM Bedrijfseconomie 3 Engels 2
Management en PPO
Management en PPO
Management en PPO Management en PPO
Periode 5
Periode 6
Periode 7
Periode 8
Het evenement Project Management HRM Duits 1
De Verandering Management 2 Verandermanagement Duits 2
Onderzoek Onderzoek Onderzoek Onderzoek
Onderzoek Onderzoek Onderzoek Onderzoek
Management en PPO
Management en PPO
Management en PPO Management en PPO
De logistiek project coördinator kan zowel functioneren in een functie bij een logistieke organisatie als in een functie op de logistieke afdeling binnen andere organisaties. Je kunt hierbij denken aan organisaties zoals productiebedrijven, ziekenhuizen, facilitaire bedrijven, de retail , zakelijke dienstverlening enzovoort. De logistiek projectcoördinator is goed in het leggen van verbindingen en zo een essentiële schakel tussen beleid en de uitvoering binnen een organisatie. Hij/zij staat met beide benen in de praktijk als deel van de operatie en heeft de capaciteiten om met het management te communiceren. Naast de verbinding tussen de verschillende lagen en afdelingen van de organisatie, zorgt hij/zij ook voor verbinding binnen een team. Hierdoor levert het team een bijdrage in de realisatie van de doelstellingen van de onderneming. De logistiek projectcoördinator kan men bij verschillende soorten bedrijven tegenkomen. In de lijn voor de aansturing van teams of in de staf voor advisering van het management en vaak beide gelijktijdig. Of het nu de implementatie van verbeteringen op de werkvloer betreft of te adviseren in toekomstige veranderingen, hij/zij combineert denken en doen in een praktische context. De ervaring in de praktijk in combinatie met een gedegen theoretische ondergrond stelt de logistiek projectleider instaat zijn of haar leidinggevende te ondersteunen. Tijdens de afwezigheid kan hij/zij de leidinggevende vervangen. Na verloop van tijd is doorgroeien naar een andere functie binnen de organisatie een logisch vervolg. Men kan uitgroeien tot dé projectleider van de organisatie of general manager maar ook tot inhoudelijk expert. Duaal: theorie en praktijk een versterkende verbinding De kracht van de duale opleiding is de relatie tussen theorie en praktijk. Bijna altijd is er een directe 158
koppeling tussen de theorie, een opdracht en de eigen werkomgeving. Deze directe toepassing versneld het leerproces en stelt je in staat studie en werk te combineren. De begeleiding op de werkplek, intervisie met studiegenoten en het contact met docenten leert je de opdrachten vanuit verschillende invalshoeken te benaderen. In de opdrachten worden de theorie en de werksituatie geïntegreerd. Dit betekent dat de kennis opgedaan tijdens de lesdagen wordt toegepast in de dagelijkse werkzaamheden. De opdrachten bieden vaak de mogelijkheid deze uit te voeren binnen de eigen werkomgeving. Op deze manier kun je werken en leren beter combineren. Een opdracht buiten de eigen werkomgeving is ook mogelijk. Op deze manier kun je kennis en vaardigheden verbreden. Jaarperspectief leerjaar 1 Tijdens het eerste leerjaar van de opleiding volgen we de keten vanuit het perspectief van de (eigen) organisatie. Na een inleiding van een aantal belangrijke vakgebieden in de eerste periode, starten we bij de klant en gaan we via de operatie naar inkoop en behandelen dus het hele traject van zand tot klant. Vanuit organisatieperspectief worden de verschillende functies binnen een organisatie behandeld en wordt er gekeken naar de relatie met de omgeving. Het eerste leerjaar wordt afgesloten met een overzicht van de belangrijkste ontwikkelingen op het gebied van logistiek en supply chain management. Je eigen ontwikkeling start bij aanvang van de opleiding met een zogenaamde nul – meting. Op basis van de uitkomst van deze meting stel je voor de komende twee semesters jouw persoonlijke leerdoelen. In de eerste helft van het eerste jaar richt deze ontwikkeling zich sterk op je persoon. Er wordt gestart met time management, schriftelijke en mondelinge communicatie. In de loop van het jaar verschuift het accent naar je verhouding tot andere personen en richt het programma zich op managementvaardigheden en werken in projectverband. Daarnaast wordt er gewerkt aan de basisvaardigheden op het gebied van onderzoek. Jaarperspectief leerjaar 2 In het tweede leerjaar ligt de nadruk meer op je toekomstige rol als projectcoördinator. Vanuit de theorie gaan we dieper in op de rol die je binnen projecten zult kunnen gaan vervullen. Aan de hand van vakken zoals verandermanagement en projectmanagement wordt je geleerd op welke wijze je projecten kan coördineren. Dit alles binnen een logistieke context. In je persoonlijke ontwikkeling werk je langzaam toe naar het niveau van startend projectcoördinator. Je ontwikkelt ook de vaardigheden op het gebied van project management en leiderschap. Daarnaast wordt er aandacht besteed aan onderzoek; hoe je zelf een onderzoeksopzet moet maken maar ook hoe je onderzoek van anderen moet interpreteren. Uiteindelijk sluit je het tweede leerjaar af met een eindopdracht. De eindopdracht kun je beschouwen als een proeve van bekwaamheid, waarin jij laat zien in de praktijk een project in goede banen te kunnen leiden. Naast het product is ook de reflectie van jouw rol binnen dit proces een belangrijk onderdeel binnen het sluitstuk van de opleiding. Na afronding van de opleiding ben je van nog grotere waarde voor je werkgever door een bredere inzetbaarheid. Tevens heb je ook jouw carrièreperspectief vergroot door vergroting van je kennis en vaardigheden. 159
Doorstroming: Het diploma voor de Associate Degree (duaal) geeft recht op toelating tot de bachelor Logistiek & Economie duale variant. Mogelijk voorafgaand door een schakelprogramma.
Toetsing en beoordeling De moduleperiodes binnen de opleiding zijn verdeeld in twee blokken van respectievelijk 9 en 6 ects. Binnen het eerste blok zijn de activiteiten grotendeels gekoppeld aan het theoretische deel van de module. Iedere periode wordt dit blok afgesloten met een module toets. Deze toets integreert de verschillende vakgebieden en wordt gewaardeerd met een cijfer. Daarnaast bestaat dit blok uit een opdracht die de kennis verbindt aan de praktijk. Deze opdracht kan zowel een individuele opdracht als een groepsopdracht betreffen. Het rapport wordt beoordeeld met een cijfer. Een weging naar ratio van de studielast resulteert in een individueel eindcijfer voor het theoretisch deel. Het Management en Professionele- en Persoonlijke Ontwikkeling (PPO) deel van de module is gekoppeld aan de ontwikkeling van de student zowel op de opleiding maar grotendeels op de werkplek. De beoordeling van dit onderdeel van 6 ects wordt aan de hand van een portfolio uitgevoerd. Het portfolio is de basis voor het portfoliogesprek waarin wordt vastgesteld of de student de gestelde leerdoelen heeft behaald. Dit gesprek wordt gevoerd door de student, de Stenden coach en de bedrijfscoach. Daarnaast wordt het portfolio beoordeeld door een andere docent. Deze docent en de Stenden coach vormen een eindoordeel over ontwikkeling van de student aan de hand van competentie formulieren. Het oordeel van de bedrijfscoach wordt als advies meegenomen in het eindoordeel. De beoordeling resulteert in een voldoende of ene onvoldoende. NB. Bij ieder moduleperiode wordt de beoordeling in een apart hoofdstuk uitgewerkt. Vrijstellingen Er kunnen geen vrijstellingen worden verworven op basis van de werkervaring. Vrijstelling voor kennistoetsen en opdrachten gaat volgens de algemeen geldende procedure.
Actoren binnen de opleiding De student Heeft een werkplek die voldoet aan de door Stenden gestelde criteria met een minimale aanstelling van 24 uur. Opleidingscoördinator Is verantwoordelijk voor de planning van de ontwikkeling en uitvoering van het 160
onderwijsprogramma. Draagt zorg voor een goede afstemming van de operationele activiteiten binnen de opleiding. Docent Verzorgt de ontwikkeling, voorbereiding, uitvoering en afronding deel van het onderwijsprogramma. Gezamenlijk met andere docenten is hij verantwoordelijk voor de toetsing en beoordeling van de kennis in de vorm van een kennistoets en de beoordeling van de module opdracht. Stenden coach De Stenden coach is het eerste aanspreekpunt voor (een deel) van de studenten binnen een cohort. Hij/zij draagt zorg voor de belgeleiding van en treedt op als coach van de student. De Stenden coach is gedeeltelijk verantwoordelijk voor de beoordeling van het portflolio gekoppeld aan het Management en PPO deel van de opleiding. Docent beoordelaar Is verantwoordelijk voor de beoordeling van het portfolio van de student. Dit gebeurt in overleg met de Stenden coach. De docent beoordelaar kan ook de rol van docent binnen de opleiding vervullen.
Bedrijfsbegeleider Begeleidt de student op de werkplek en treedt op als coach. Hij/zij bewaakt of de student in staat wordt gesteld om de opleiding en de werkzaamheden te combineren. Hij/zij is deelnemer aan het portfoliogesprek en heeft een adviserende rol in de beoordeling. Onderwijsonderdelen, de Producten en planning. Module rapport Binnen iedere module wordt door de studenten gewerkt aan een module opdracht. Deze opdracht is gericht op het centrale thema van de periode en integreert alle vakgebieden van de periode. De opdracht kan zowel een individuele als een groepsopdracht betreffen. De opdracht dient voor het einde van de periode de periode worden ingeleverd. Kennistoets De kennistoets is een schriftelijke toets van een vak of een cluster van vakken. De toets kan bestaan uit een multiple choice vragen, open vragen of een mix. De kennistoets wordt afgenomen aan het begin van de laatste trainingsdag van de desbetreffende periode. Portfolio In het onderdeel managementvaardigheden en PPO wordt gebruik gemaakt van het portfolio. Het bijhouden van het portfolio is een continue proces waarvoor de student zelf verantwoordelijk is. Twee weken voor het eind van het semester wordt het portfolio ingeleverd bij de Stenden coach. 161
Aan de hand van het portfolio vindt er een portfoliogesprek plaats. Eindopdracht De opleiding wordt afgesloten met het schrijven van een projectplan voor een project binnen de eigen organisatie. Naast het projectplan schrijft de student een essay over een onderwerp gerelateerd aan project management. In het kader van management en PPO wordt een leerverhaal geschreven waarin de student reflecteert op het zijn of haar activiteiten in de periode van de eindopdracht. Management en PPO Management en PPO bestaat uit de onderdelen: -
Management Persoonlijke vaardigheden Competentie ontwikkeling
De student bereikt de leerdoelen voor een deel binnen de lessen en voor een groot deel in de praktijk op de werkplek. Voor de onderdelen management en persoonlijke vaardigheden kunnen lesactiviteiten zijn ontwikkeld. De competentie ontwikkeling vindt geheel in de praktijk plaats. Aan het begin van het eerste semester stelt de student zijn of haar beginsituatie vast door middel van een nulmeting. Deze nulmeting wordt aan de hand van competentie formulieren uitgevoerd. Op basis van de nulmeting stelt de student een persoonlijk ontwikkelingsplan op voor het komend semester. Aan het eind van het eerste semester wordt door middel van een portfoliogesprek tussen student, Stenden coach en bedrijfscoach bepaald of de student de doelstellingen voor het semester, dit is de eerste meting. Op basis van deze eerste meting stelt de student vervolgens een POP op voor het tweede semester waarvan de beoordeling plaats vindt aan het eind van dit semester in de tweede meting.
162
Competentie overzicht Logistiek & Economie AD Duaal A. Ontwikkelen van beleid: 1. Voert onderzoek uit door middel van analyse en vertaalt externe en interne ontwikkelingen naar consequenties voor de organisatie en haar stakeholders. 2. Formuleert beleid op één of meerdere domeinen van de logistiek. 3. Levert een bijdrage aan het ontwikkelen van relaties, ketens en netwerken in samenhang met economische ontwikkelingen. B. Aansturen van werkzaamheden 1. Geeft leiding aan het uitvoeren van processen binnen de logistieke domeinen. 2. Kan logistieke processen inrichten, beheersen en verbeteren. 3. Past managementtechnieken toe. 4. Ondersteunt bij het ontwikkelen, implementeren en evalueren van veranderingsprocessen binnen organisaties. C. Uitvoeren 1. Plant logistieke operaties en draagt zorg voor de uitvoering hiervan. 2. Onderkent problemen binnen de logistieke operaties, stelt diagnoses en correcties vast en draagt zorg voor de uitvoering hiervan. 3. Monitort prestaties binnen alle logistieke domeinen. D. Sociale en communicatieve deelcompetenties 1. Werkt samen in een beroepsomgeving en denkt mee over doelen en inrichting van de organisatie met als kenmerken multidisciplinariteit, interdisciplinariteit, collegialiteit en leidinggeven. 2. Communiceert effectief en zakelijk in de gangbare bedrijfstaal en in relevante beroepssituaties op alle niveaus. 3. Houdt rekening met (internationale) cultuurverschillen. E. Zelfsturende deelcompetentie 1. Stuurt en reguleert de eigen ontwikkeling op het gebied van leren. 2. Heeft een professionele beroepshouding. 3. Handelt professioneel, ethisch en (maatschappelijk) verantwoord. 4. Draagt bij aan de ontwikkeling van zijn of haar professie in de breedte. De logistieke competentie Het op professionele wijze ontwikkelen, aansturen en uitvoeren van logistieke processen.
163
Logistiek & Economie Duaal
Associate Degree Cohort 2013
MAJOR Propedeuse Vak
Code
Naam
ECTS
Normering
Minimum Toetsing
Module de Organisatie LED1-ORG LED1-ORG
De Organisatie
9
Cijfer
5,5
O/S
LED1-ORGa
Modulerapport
7
Cijfer
5,5
O
LED1-ORGb
Kennistoets
2
Cijfer
5,5
S
LED1-ORGMAN Management en PPO
6
V/O
V
M/O
LED1-ORGMANa
Managementvaardigheden
2
V/O
V
M/O
LED1-ORGMANb
Schriftelijke communicatie
1
Cijfer
LED1-ORGMANc
Competentie ontwikkeling **
3
V/O
LED1-KLA
De Klant
9
LED1-KlAa
Modulerapport
LED1-KLAb
5,5
O
V
MO
Cijfer
5,5
O/S
7
Cijfer
5,5
O
Kennistoets
2
Cijfer
5,5
S
LED1-KALMAN
Management en PPO
6
V/O
V
M/O
LED1-KLAMANa
Managementvaardigheden
2
V/O
V
M/O
LED1-KLAMANb
Mondelinge communicatie
1
Cijfer
LED1-KLAMANc
Competentieontwikkeling **
3
V/O
LED1-PR
Het Proces
9
LED1-PRa
Modulerapport
LED1-PRb
Module de Klant LED1-KLA
5,5
O
V
MO
Cijfer
5,5
O/S
7
Cijfer
5,5
O
Kennistoets
2
Cijfer
5,5
S
LED1-PRMAN
Management en PPO
6
V/O
V
M/O
LED1-PRMANa
Managementvaardigheden
2
V/O
V
M/O
LED1-PRMANb
Excel Spreadsheet
1
Cijfer
LED1-PRMANc
Competentie ontwikkeling**
3
V/O
LED1-KET
Het Proces
9
LED1-KETa
Modulerapport
LED1-KETb LED1-KETMAN
Module het Proces LED1PR
5,5
O
V
MO
Cijfer
5,5
O/S
7
Cijfer
5,5
O
Kennistoets
2
Cijfer
5,5
S
Management en PPO
6
V/O
V
M/O
LED1-KETMANa Managementvaardigheden
2
V/O
V
M/O
LED1-KETMANb Onderzoek 1
1
Cijfer
LED1-KETMANc Competentie ontwikkeling **
3
V/O
Module de Keten LED1-KET
5,5 V
O MO
164
Logistiek & Economie Associate Degree Duaal
Cohort 2013
MAJOR Hoofdfase (tweede jaar) Vak
Code
Naam
ECTS
Normering
Minimum Toetsing
9
Cijfer
5,5
O/S
5,5
O
5,5
O
Module het Project LED2-PRO LED2-PRO
Het Project
LED2-PROa
Modulerapport
7
Cijfer
LED2-PROb
Essay
2
Cijfer
LED2-PROMAN
Management en PPO
6
V/O
V
M/O
LED2-PROMANa
Managementvaardigheden
2
V/O
V
M/O
LED2-PROMANb
MS Project
1
Cijfer
LED2-PROMANc
Competentie ontwikkeling **
3
V/O
5,5
O
V
MO
Module de Verandering LED2-VER LED2-VER
De verandering
9
Cijfer
5,5
O/S
LED2-VERa
Modulerapport
7
Cijfer
5,5
O
LED2-VERb
Kennistoets
2
Cijfer
5,5
S
LED2-VERMAN
Management en PPO
6
V/O
V
M/O
LED2-VERMANa
Managementvaardigheden
2
V/O
V
M/O
LED2-VERMANb
Onderzoek 2
1
Cijfer
LED2-VERMANc
Competentie ontwikkeling **
3
V/O
LED2-OND1
Onderzoek
9
LED2-OND1a
Scriptie
LED2-OND1b
Onderzoeksvoorstel
5,5
O
V
MO
Cijfer
5,5
O/S
6
Cijfer
5,5
O
3
Cijfer
5,5
O
Module Onderzoek LED2-OND1
LED2-OND1MAN
Management en PPO
6
V/O
V
LED2-OND1MANa
Leerverhaal
3
V/O
V
M/O
LED2-OND1MANc
Competentie ontwikkeling**
3
V/O
V
MO
LED2-OND2
Het Proces
9
Cijfer
5,5
O/S
LED2-ONDa
Scriptie
9
Cijfer
5,5
S
LED2-OND2MAN
Management en PPO
6
V/O
V
M/O
LED2-OND2MANa
Verdediging
2
Cijfer
5,5
M
LED2-OND2MANb
Presentatie
1
Cijfer
5,5
M
M/O
Module Onderzoek LED2-OND
LED2-OND2MANc
Competentie ontwikkeling **
3
V/O
V
MO
165
Bijlage F
Jaartoetsrooster
166