ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING ALGEMENE SCHOOLREGELING
ROC ZEELAND Vestiging: Middelburg
CLUSTER HTV
Cohort
:
2006-2007
Vastgesteld door bevoegd gezag : 01-04-2006
Examenregeling
Bepalingen, Pagina 1
Ingangsdatum Expiratiedatum
: 01-08-2006 : 31-07-2010
Openbaar gemaakt
: 01-05-2006
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING
INHOUD
EXAMENREGELING Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3
De regeling van de examens De organisatie van de examens Bezwaar en beroep
Pagina 1 Pagina 7 Pagina 9
OVERZICHT VERANTWOORDELIJKHEDEN & TAKEN
Pagina 10
BEGRIPPENLIJST
Pagina 13
MODEL PROCES-VERBAAL
Pagina 31
Zie voor de Onderwijsregeling, Examencommissie, samenstelling en taken, Afnameprocedures theorie- en praktijkexamens, Adressen, verzendlijst en examenprogrammering de specifieke Onderwijs- en Examenregeling van betreffende van de betreffende opleiding.
Examenregeling
Bepalingen, Pagina 2
HOOFDSTUK 1:
DE REGELING VAN DE EXAMENS
art. 1.1 omvang reglement
Bij dit reglement horen een begrippenlijst en de bijlagen 1 tot en met 5. De begrippenlijst en de bijlagen zijn een onderdeel van het reglement.
art. 1.2 toegang en toelating
lid 1 Degenen die aan de onderwijsinstelling als deelnemer zijn ingeschreven, hebben toegang tot de examenvoorzieningen. Aan de toegang zijn de volgende aanvullende voorwaarden gesteld: − voor de toegang tot bepaalde toetsen of examenonderdelen kan vereist worden dat andere toetsen of examenonderdelen met goed gevolg zijn afgelegd − elke deelnemer, niet zijnde extraneus, is automatisch ingeschreven voor elke toets die valt binnen het overeengekomen onderwijstraject, met dien verstande dat met inachtneming van artikel 2.3 voor bepaalde toetsgelegenheden aanmelding kan worden verlangd door het bevoegd gezag − in bepaalde gevallen gelden overeenkomstig het vermelde in de betreffende examenprogrammering aanvullende voorwaarden.
extraneï
lid 2 Degene die uitsluitend tot de examenvoorzieningen wenst te worden toegelaten, kan zich als examendeelnemer in laten schrijven. Aan die inschrijving zijn de volgende voorwaarden verbonden: − voldoen aan de voorwaarden voor inschrijving en toelating zoals in deze onderwijs - en examenregeling voor de opleiding zijn vastgesteld − betaling van de verschuldigde examenkosten, zoals die − voor de betreffende examens/toetsingen zijn vermeld in de studiegids voor het betreffende (school)jaar − verklaring van werkgever, school of andere instantie, − waar uit het bevoegd gezag de conclusie kan trekken dat toegang tot de toetsen zinvol is (als zodanig gelden in elk geval verklaringen betreffende a. het gevolgd hebben van minimaal een vergelijkbare opleiding of opleiding op hoger niveau b. idem van onderdelen van een dergelijke opleiding c. het voldoen aan de voorwaarden die gelden voor een EVK procedure als bedoeld in artikel 1.4 lid 2) − aanmelden voor elke toets op de voorgeschreven wijze (zie art. 2.3).
art. 1.3 aanwezigheid
Kandidaten zijn verplicht deel te nemen aan de toetsen waarvoor zij zijn ingeschreven. Kandidaten die aan een toets niet hebben deelgenomen, overleggen binnen maximaal 24 uur na het examen aan de examencommissie een schriftelijke verklaring waarop de reden van het verzuim is vermeld. De examencommissie oordeelt over de geldigheid van het verzuim. Voor kandidaten die een geldige reden hadden komt de eerstvolgende toetsgelegenheid in de plaats van de verzuimde toetsgelegenheid. Voor kandidaten die geen geldige reden hadden, is de verzuimde toetsgelegenheid geldig als zijnde plaatsgevonden gelegenheid voor deelname in de zin van artikel 1.11 lid 1 van dit reglement.
Examenregeling
Bepalingen, Pagina 3
art. 1.4 vrijstelling
lid 1 De examencommissie kan op verzoek van de betrokkene op basis van vooropleiding of ervaring, vrijstelling verlenen van het afleggen van één of meer toetsen en examenonderdelen. De examencommissie baseert zich bij het verlenen van vrijstellingen op de richtlijnen van het bevoegd gezag, zoals die in de onderwijs- en examenregeling zijn neergelegd. Deelnemers die in het bezit zijn van een certificaat, verkregen op grond van een met succes voltooide deelkwalificatie aan een andere instelling, zijn vrijgesteld van het daarmee overeenkomende examenonderdeel.
lid 2 Voor de toepassing van lid 1 kan de examencommissie op verzoek van de betrokkene studie - of ervaringsresultaten erkennen die elders zijn verkregen. Het bevoegd gezag kan aan deze erkenning bijzondere voorwaarden verbinden (procedure voor erkenning verworven kwalificaties: EVK)
art. 1.5 examenprogrammering
lid 1 Alle gegevens met betrekking tot de inhoud en organisatie van de examens worden in de examenprogrammering bekendgemaakt. De examenprogrammering is opgenomen in bijlage 4
lid 2 Gegevens over externe legitimering zijn te vinden in de overeenkomst die ROC Zeeland met de exameninstelling gesloten heeft en in de examenprogrammering van deze onderwijs - en examenregeling.
Art. 1.6 fraudebepalingen
lid 1 De examencommissie kan maatregelen treffen tegen kandidaten die ten aanzien van toetsing onregelmatigheden plegen. Voordat de maatregel wordt opgelegd, wordt de kandidaat gehoord. De kandidaat kan zich laten bijstaan door een meerderjarige; de minderjarige kandidaat laat zich vergezellen door een wettelijk vertegenwoordiger.
lid 2 Als onregelmatigheid wordt in ieder geval aangemerkt: spieken; het niet opvolgen van instructies van surveillanten; het gebruik van niet-toegestane hulpmiddelen. Verder staat het ter beoordeling van de examencommissie om gedragingen, handelingen en dergelijke aan te merken als onregelmatigheid in de zin van dit artikel. Van een geconstateerde onregelmatigheid en de naar aanleiding daarvan genomen actie wordt proces-verbaal opgemaakt door degene die belast is met het toezicht op het verloop van het examen.
Examenregeling
Bepalingen, Pagina 4
lid 3 De inspectie en alle partijen die betrokken zijn bij een onderwijsovereenkomst die op de opleiding van toepassing is, worden van de maatregel schriftelijk in kennis gesteld.
lid 4 De maatregelen bedoeld in dit artikel kunnen zijn: − ongeldigheidverklaring van de uitslag van de betreffende toets; − uitsluiting van (verdere) deelname aan toetsing.
Personeel
lid 5 Indien de onregelmatigheid te wijten is aan het gedrag van personeel van de instelling of van hulpkrachten die door de instelling zijn aangetrokken, hetzij door gedragingen hetzij door het verstrekken van verkeerde informatie, worden maatregelen als bedoeld in lid 4 alleen toegepast voor zover de kandidaat zelf verantwoordelijk is te houden voor die onregelmatigheid.
art. 1.7 toezicht
De inspectie houdt namens de minister toezicht op de examens.
art. 1.8 uitslag
De uitslag van elke toets wordt door de examinator binnen vijftien werkdagen na afname van de toets bekendgemaakt. De uitslag van het examen wordt, voor zover de bepaling van de uitslag door de school geschied, door het bevoegd gezag binnen vijftien werkdagen na afsluiting van de opleiding bekendgemaakt. Indien de bepaling van de uitslag buiten de school plaats vindt, worden de uitslagen binnen 10 werkdagen na ontvangst aan de kandidaten medegedeeld. Uitslagen van examens en toetsen worden schriftelijk aan de kandidaten bekend gemaakt. Verzameloverzichten van uitslagen gelden daarbij als schriftelijke bekendmaking. De schriftelijke mededeling van het resultaat als hiervoor aangegeven geldt als bewijsstuk van de geleverde prestatie. De privacy van de leerling wordt zoveel mogelijk gewaarborgd. Indien de uitslagen voor anderen dan betrokkene en het personeel van de school toegankelijk zijn, worden kandidaten door middel van een code vermeld.
art. 1.9 bezwaar/beroep
Kandidaten kunnen tegen de uitslag van de toetsen en tegen maatregelen als bedoeld in artikel 1.6 lid 4 bezwaar aantekenen volgens de regels van hoofdstuk 3.
Examenregeling
Bepalingen, Pagina 5
art. 1.10 uitslagregels
lid 1 Per deelkwalificatie wordt door de examencommissie vastgesteld of een kandidaat daarvoor geslaagd is of niet. De eindwaardering voor een deelkwalificatie wordt weergegeven in een van de volgende begrippen: - onvoldoende; - voldoende; - goed; of in een van de volgende cijfers: 10 = uitmuntend 9 = zeer goed 8 = goed 7 = ruim voldoende 6 = voldoende 5 = bijna voldoende 4 = onvoldoende 3 = gering 2 = slecht 1 = zeer slecht. De waardering van toetsen betreffende onderwijseenheden geschiedt op eenzelfde wijze, met dien verstande dat de beoordeling van de door de kandidaat geleverde prestatie kan plaats vinden door de examinator(en) onder verantwoordelijkheid van de examencommissie. Ingeval van een vrijstelling wordt het betreffende examenonderdeel met de kwalificatie voldoende gewaardeerd.
Lid 2 Een kandidaat is voor een deelkwalificatie geslaagd indien: − het behaalde resultaat met minimaal voldoende wordt gewaardeerd dan wel het gewogen gemiddelde van de behaalde resultaten na afronding 6 of meer is; − voldaan is aan de overige eisen die in de examenprogrammering aan de behaalde resultaten worden gesteld; − voldaan is aan de criteria voor de verrichtingen tijdens de beroepspraktijk - vorming, voor zover deze verrichtingen deel uitmaken van de deelkwalificatie en zijn overeengekomen in de praktijk - overeenkomst, een en ander overeenkomstig hetgeen in de examenprogrammering vermeld is. − Deelcijfers worden vastgesteld tot één decimaal; het eindcijfer wordt afgerond tot een geheel getal.
Examenregeling
Bepalingen, Pagina 6
lid 3 Bij afronding worden breuken van een half of meer naar boven afgerond en breuken van minder dan een half naar beneden. Hierbij geldt een decimaal van minder dan 0,50 als minder dan een half. (Het deelcijfer 5,49 wordt afgerond tot 5,5. Het eindcijfer 5,49 wordt afgerond tot 5.)
art. 1.11 meerdere toetsgelegenheden
lid 1 Indien een toets voor een deelkwalificatie ingevolge het bepaalde in artikel 1.10 lid 2 als onvoldoende geldt, heeft een kandidaat het recht om binnen de overeengekomen studieduur een toets voor een deelkwalificatie of een toets voor een onderwijseenheid maximaal nog twee keer af te leggen. De examencommissie bepaalt in overleg met de examinator op welke wijze deze toetsen worden afgenomen. De hoogste waardering treedt in de plaats van de eerder verworven lagere waardering. Indien bij een herkansing eerder afzonderlijk getoetste onderdelen van de betreffende deelkwalificatie geïntegreerd zijn in één examen of toets, betreft het bij herkansing behaalde resultaat ook de in de herkansing geïntegreerde onderdelen, die mogelijk eerder door middel van de afzonderlijke toetsing waren afgesloten. In een dergelijk geval verliezen de resultaten van de eerdere afzonderlijke toetsing hun geldigheid, tenzij de examencommissie anders beslist.
lid 2 Het bevoegd gezag adviseert de kandidaat die na de extra toetsgelegenheden niet is geslaagd voor de deelkwalificatie over de voortgang van de opleiding.
art. 1.12 beroepspraktijkvorming
Het bevoegd gezag beoordeelt met inachtneming van het bepaalde in art. 1.10 lid 2 of de betreffende eindtermen zijn behaald. Het bevoegd gezag kan de beoordeling als hier bedoeld in handen geven van de examencommissie.
art. 1.13 diploma/ certificaat
Documenten: − een diploma met cijferlijst wordt uitgereikt aan de kandidaat die geslaagd is voor alle deelkwalificaties die bij dat diploma horen en ook verder voldaan heeft aan de vereisten op het gebied van de beroepspraktijkvorming, − de kandidaat die geslaagd is voor een deelkwalificatie en de opleiding beëindigt of de school verlaat ontvangt een certificaat voor die deelkwalificatie. De kandidaat die geslaagd is voor meer dan één examenonderdeel, maar niet voor een deelkwalificatie, en de opleiding beëindigt of de school verlaat, ontvangt op verzoek een verklaring waarop de examenonderdelen zijn vermeld die met goed gevolg zijn afgelegd Het model van de certificaten en diploma's wordt vastgesteld door het bevoegd gezag.
art. 1.14 onvoorziene omstandigheden
In geval van omstandigheden waarin het reglement niet voorziet, beslist het bevoegd gezag in samenspraak met de examencommissie.
Examenregeling
Bepalingen, Pagina 7
HOOFDSTUK 2
DE ORGANISATIE VAN DE EXAMENS
art. 2.1 examen commissie
Het bevoegd gezag stelt ten behoeve van de organisatie en het afnemen van de examens een examencommissie in. Daarbij kan worden samengewerkt met andere onderwijsinstellingen. De leden zijn docenten uit de betreffende vakgebieden en, voor de beroepspraktijkvorming, praktijkopleiders. Ook ander personeel van de school en/of bpv - organisatie, dat bij de opleiding betrokken is, kan deel uitmaken van de examencommissie. De taken van de examencommissie zijn opgenomen in bijlage 1. Het aantal stemgerechtigde leden is oneven.
art. 2.2 bekendmaking
Alle gegevens met betrekking tot de planning, organisatie en vorm van de toetsen worden in de examenprogrammering bekend gemaakt. De examenprogrammering maakt deel uit van deze onderwijs- en examenregeling.
art. 2.3 aanmelding
Kandidaten zijn ingeschreven voor de toets of het examen onder de voorwaarden als vermeld in artikel 1.2 van dit reglement. De wijze waarop in voorkomend geval aanmelding moet plaatsvinden wordt uiterlijk 21 dagen voor aanvang van de toetsing door het bevoegd gezag bekend gesteld.
art.2.4 hulpmiddelen
Kandidaten worden in de examenprogrammering op de hoogte gebracht van de hulpmiddelen die zij bij de toetsen mogen gebruiken.
art. 2.5 examinator
De examencommissie wijst de examinatoren aan.
art. 2.6 oproep
Kandidaten worden uiterlijk vier weken vóór de vastgestelde datum van een toets, op de hoogte gebracht van de toetsgelegenheid en de onderdelen waarop die toetsing betrekking heeft.
art. 2.7 ziekte/ overmacht
Kandidaten die door ziekte of een andere vorm van overmacht niet in staat zijn aan toetsen deel te nemen, worden opnieuw in de gelegenheid gesteld de betreffende toetsen af te leggen. De examencommissie kan van de kandidaat verlangen dat de reden van afwezigheid wordt aangetoond.
art. 2.8 laatkomers
Kandidaten die zich binnen twintig minuten na aanvang van de toets melden, verlaat door omstandigheden welke naar het oordeel van de betreffende surveillant niet aan henzelf zijn te wijten, mogen nog meedoen aan de toets, mits op dat moment nog geen kandidaat de examenruimte heeft verlaten. De afnameduur wordt voor deze kandidaten in beginsel niet verlengd.
Examenregeling
Bepalingen, Pagina 8
art. 2.9 afwikkeling van de toetsing
De gang van zaken tijdens de toetsing is omschreven in bijlage 2.
art. 2.11 inzagerecht, bezwaartermijn en recht op bespreking
Gemaakt werk van kandidaten wordt, indien de aard of omvang van dat werk het toelaat, tezamen met de toets en de beoordelingscriteria door of vanwege het bevoegd gezag bewaard. De bewaartermijn bedraagt zes maanden. De termijn gaat in na de bekendmaking van de einduitslag van de betreffende deelkwalificatie. Tot twee weken na het ingaan van deze termijn hebben kandidaten recht op inzage onder toezicht van een lid van het personeel van de school en heeft de kandidaat recht op bespreking van het materiaal en motivering van de beoordeling. Na afloop van de bewaartermijn komt het materiaal toe aan het bevoegd gezag.
art. 2.12 geheimhouding
Een ieder die betrokken is bij de uitvoering van de examinering en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift terzake van die gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding daarvan, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hen tot bekendmaking verplicht of uit zijn taak bij de uitvoering van de examinering noodzaak tot bekendmaking voortvloeit.
art. 2.13 afwijkende toetsing
Ten aanzien van nader vast te stellen specifieke doelgroepen en gehandicapten kan het bevoegd gezag toestaan dat een toets in een afwijkende vorm wordt afgenomen. De toetsing blijft daarbij voldoen aan de toetstechnische eisen zoals validiteit en betrouwbaarheid. De doelstelling en het niveau van de toetsing zullen niet anders zijn dan de beoogde doelstellingen en het niveau van de oorspronkelijke toets. Voor zover het een afzonderlijke deelnemer betreft wordt de regeling in de vorm van een schriftelijke verklaring vastgelegd en aan de deelnemer uitgereikt, zodanig dat deze de afwijkingsregeling indien noodzakelijk kan aantonen.
HOOFDSTUK 3:
BEZWAAR EN BEROEP
art. 3.1 bezwaar
Een kandidaat kan tegen maatregelen en beslissingen met betrekking tot het examen schriftelijk bezwaar aantekenen bij de examencommissie. Daarvoor geldt de door het cluster opgestelde bezwaarprocedure bij examens als vermeld in de klachtenregeling, het kwaliteitshandboek examinering en is geplaatst op de website www.rochtv.nl
Examenregeling
Bepalingen, Pagina 9
art. 3.2 beroep
lid 1 Een kandidaat kan tegen een uitspraak van de examencommissie beroep aantekenen bij de Commissie van Beroep voor de Examens of bij de Commissie van Beroep voor de Extern gelegitimeerde Examens. De commissie behandelt het beroep volgens het 'beroepsreglement examens' dat door de commissie is opgesteld en vastgesteld. De commissie stelt de examencommissie op de hoogte van het ingestelde beroep.
lid 2 De kandidaat stuurt het beroepsschrift aan het bevoegd gezag. Het bevoegd gezag voorziet het beroepsschrift van een dagstempel en stuurt het onverwijld naar de juiste Commissie van Beroep. De dagstempel toont de datum waarop het beroep is ingediend en is doorslaggevend voor de termijnstelling van artikel 3.4 van dit hoofdstuk.
art. 3.3 bezwaar /beroepsschrift
Het bezwaar - of beroepsschrift houdt in: − naam en adres van de indiener; − datum van indiening; − datum en titel van het betreffende examen of toetsing − omschrijving van de maatregel of beslissing waartegen bezwaar of beroep wordt ingediend (kopie meesturen); − de gronden van het bezwaar of beroep.
art. 3.4 termijn indiening
De termijn voor het indienen van een bezwaar - of beroepsschrift bedraagt twee weken De termijn vangt aan op de dag na de dag waarop de uitslag van de toetsing waartegen het bezwaar of beroep wordt ingesteld bekend gemaakt is. De commissie van beroep voor de examens beslist binnen vier weken na ontvangst van het bezwaar of het beroep. De commissie kan de termijn eenmaal verlengen met een maximum van twee weken
art. 3.5 termijn uitspraak commissie
art. 3.6 bekendmaking
De opleiding draagt er zorg voor dat de kandidaat bij deelname aan het examen of examenonderdeel bekend is met de in dit hoofdstuk beschreven mogelijkheden van bezwaar en beroep.
EXAMENREGELING, ALGEMEEN: Indien de examinering overgedragen is aan een andere instelling dan het ROC Zeeland, dan komt de examenregeling van die betreffende instelling in de plaats van deze regeling. In voorkomend geval wordt dit door ROC Zeeland zonder uitstel bekend gemaakt aan de ingeschreven deelnemer/examenkandidaten, onder bekendmaking van de dan geldende examenregeling
Examenregeling
Bepalingen, Pagina 10
OVERZICHT VERANTWOORDELIJKHEDEN & TAKEN in Onderwijs - & examenregeling Referentie Voorblad Alg.p.2/d Spec.p.4.
Omschrijving Vaststelling OER Inschrijving weigeren of intrekken Afwijken van toelatingsvoorwaarden
OER - vermelding 1 2 3 X X
4
Overdracht naar: 1 2 3
Bijzonderheden 4 Geen overdracht. Geen overdracht. Attentie: Indien er sprake is van verwante kwalificaties bij verschillende vestigingen, vormt met name t.a.v. onderwijsaanbod en examenregelingen de afstemming tussen de vestigingen een permanent aandachtspunt.
X
Ex.reg. art 1.2. lid 1 Ex.reg. art. 1.2 lid 2 Idem
Uitdrukkelijke aanmelding voor examen of toetsing verlangen Examenkosten voor extraneï
X X
Ex. reg. art 1.4. lid 2
Ex.reg. art. 1.6.
Overleg CvB – Vestigingen
♦
Binnen het vastgestelde vestigingsbeleid eventueel aan examencommissie op te dragen
Zinvolheid deelname extraneus beoordelen X
Ex.reg. art 1.4 lid 1
♦
a. Richtlijnen opstellen voor vrijstelling in onderwijsdeel OER b. Vrijstelling verlenen op basis van de richtlijnen a. Procedure voor EVK opstellen b. Erkennen elders verworven studie - of ervaringsresultaten met inachtneming van de EVK – procedure onder a.
lid 1: Treffen van maatregelen i.v.m. onregelmatigheden
X X
Geen actie nodig ! ♦
X X
X
MANDAAT, Pagina 11
♦
Procedure op ROC - niveau ontwikkelen. Toepassing en uitvoering op vestigingsniveau. Afweging c.q. beoordeling door Examencommissie. Degene belast met de daadwerkelijke afname moet ingeval van
Referentie
Omschrijving
OER - vermelding 1 2 3
lid 2: Aanmerken van gedrag als onregelmatigheid
Ex. reg. art. 1.8 Ex. reg. art 1.10
Ex. reg. art 1.11 lid 1
Advies voortgang opleiding bij uitblijven succes
Ex.reg. art 1.14 Ex.reg. art 2.1 WEB art. 7.4.5 Ex.reg. art 2.1.
Onvoorziene omstandigheden
Ex.reg. art 2.2. t/m 2.4
Bekendmaking van organisatorische en huishoudelijke gang van zaken bij examens/toetsing
Beoordeling prestaties BPV (behalen eindtermen)
onregelmatigheden zelf actie kunnen ondernemen conform lid 2 van artikel 1.6
X Geen overdracht
X ♦ X
E
Om pragmatische reden door examinator te laten vaststellen.
X X
(X)
Model diploma/certificaat vaststellen
Een ROC - model lijkt aanbevelenswaardig. Inkleuring per vestiging.
X
Instellen examencommissie(s) & benoemen leden examencommissie(s)
Bijzonderheden 4
S E
Beoordeling prestatie bij toetsing onderwijseenheden Vaststellen wijze van hertoetsing
Ex. reg. art 1.11 lid 2 Ex.reg. art 1.12 Ex.reg.art 1.13
Overdracht naar: 1 2 3
X
Opmaken van een proces-verbaal Bekend maken van toetsresultaten Bekend maken van examenresultaten Vaststellen uitslag deelkwalificatie
4
X
X
X
Taken examencommissie in bijlage 1.
Overzicht in bijlage 2 moet in overeenstemming zijn met de feitelijke toedeling van verantwoordelijkheden & taken X
MANDAAT, Pagina 12
Referentie Ex. reg. art 2.5 Ex. reg. art 2.10 Ex.reg. art 3.2 lid 2
Omschrijving
OER - vermelding 1 2 3
Aanwijzing examinatoren Bewaren gemaakt werk kandidaten Doorzenden van door de kandidaat ingesteld beroep
Ex reg Bijlage Inrichten examenlocatie en –ruimte(n) 2 Taken direct betrokkenen bij afname (examinatoren, surveillanten) WEB art 7.4.4 − Zorgdragen voor externe legitimering art 7.5.1. − Instellen Commissie van Beroep voor de examens art 7.6.1 − Instellen Commissie van Beroep voor extern gelegitimeerde examens
4
Overdracht naar: 1 2 3
Bijzonderheden 4 Geen wijziging
X X X X X
E S
X X X
MANDAAT, Pagina 13
Overwegend van de verantwoordelijkheid van de examencommissie afgeleide taken
BEGRIPPENLIJST
Actie
Een door degene die met het toezicht op het examen is belast getroffen maatregel t.a.v. de kandidaat of het verloop van het examen.
Beoordelaar
Degene die belast is met het beoordelen en/of waarderen (becijferen) van het door de kandidaat gemaakte werk.
Betrouwbaarheid (zie ook: Validiteit)
Begrip uit de psychometrie. In verband met toetsing in het onderwijs betreft het met name zaken als: − discrimineert de toets op een systematische en objectieve wijze tussen voldoende en onvoldoende presterende kandidaten − vormen de behaalde resultaten een juiste indicatie van de mogelijkheden van de kandidaat op het getoetste gebied (zoveel mogelijk uitschakelen van toevalligheden in de prestatie: standaardiseren van de afname en afnamecondities, verantwoorde itemconstructie, objectieve beoordeling en scoring, enz.) (Vergelijking CINOP-model OER, hoofdstukken 3 en 4, niet in deze regeling opgenomen; De Groot. A.D., e.a., Studietoetsen: construeren, afnemen en analyseren, deel 1, 1969) In de standaarden KCE 2005 is het begrip betrouwbaarheid vervangen door “zorgvuldigheid”
Beroep
Protest tegen een beslissing. Dat protest is gericht tot een instantie die onafhankelijk is van degene die de beslissing genomen heeft. Vaak moet eerst bezwaar worden aangetekend voordat beroep mogelijk is.
Beroepsbegeleidende leerweg
Zie leerweg.
Beroepsopleidende leerweg
Zie leerweg.
Beroepsonderwijs
Gericht op de theoretische en praktische voorbereiding voor de uitoefening van beroepen. Daarnaast bevordert het beroepsonderwijs de algemene vorming en de persoonlijke ontplooiing van de deelnemers en draagt het
Onderwijs- en examenregeling
BEGRIPPENLIJST, Pagina 14
bij tot het maatschappelijk functioneren. Beroepsonderwijs sluit aan op het voorbereidend beroepsonderwijs en het algemeen voortgezet onderwijs. Beroepsonderwijs omvat niet het hoger onderwijs. Het beroepsonderwijs wordt door de WEB in de plaats gestelde van de huidige opleidingen MBO (kort en lang), het leerlingwezen en het deeltijdsMBO. Zie artikel 1.2.1.
Beroepspraktijkvorming
Onderwijs dat plaatsvindt in de praktijk van het beroep (dus in een bedrijf of organisatie). Van elke beroepsopleiding, of deze nu gevolgd wordt in de beroepsbegeleidende of beroepsopleidende leerweg, maakt onderwijs in de praktijk van het beroep deel uit. In het leerlingwezen werd de beroepspraktijkvorming voorheen de praktijkcomponent genoemd en in het MBO de stage. De beroepspraktijkvorming wordt verzorgd op grondslag van een overeenkomst, gesloten door de instelling, de deelnemer en het bedrijf dat de beroepspraktijkvorming verzorgt. Als het gaat om een praktijkovereenkomst voor de beroepsbegeleidende leerweg, ondertekent ook het landelijk orgaan beroepsonderwijs, dat daarmee verklaart dat de praktijkopleidingsplaats een gunstige beoordeling heeft. De praktijkovereenkomst regelt de rechten en verplichtingen van partijen en omvat bepalingen over: de duur van de overeenkomst en de omvang van de periode van de beroepspraktijkvorming; de begeleiding van de deelnemer; dat deel van de eindtermen dat de deelnemer tijdens de praktijkperiode dient te realiseren en de beoordeling daarvan; de gevallen waarin en de wijze waarop de overeenkomst voortijdig kan worden ontbonden. Het bedrijf dat of de organisatie die de beroepspraktijkvorming verzorgt, draagt zorg voor de begeleiding van de deelnemers binnen het bedrijf. De instelling beoordeelt of de deelnemer de eindtermen in de praktijkperiode heeft gerealiseerd. Zie artikel 7.2.8., 7.2.9.
Beroepsprofiel
Onderwijs- en examenregeling
Een omschrijving van de eisen en kwalificaties waaraan een beroepsbeoefenaar tenminste moet voldoen om als goede beroepsbeoefenaar te kunnen worden gekwalificeerd. De beroepsprofielen worden door de sociale partners opgesteld en dienen als uitgangspunt voor de daarop te baseren eindtermen. Thans is er een wending naar een competentiegerichte benadering van beroepseisen en BEGRIPPENLIJST, Pagina 15
kwalificatieeisen.
Bevoegd gezag
Het bevoegd gezag is in de meeste gevallen het bestuur van de instelling. Juridisch wordt dat bevoegd gezag soms anders gedefinieerd: denk aan B&W bij openbare instellingen. Gedetailleerde informatie is te vinden in art. 1.1.1. WEB.
Bezwaar
Protest tegen een beslissing. Dat protest is gericht tot de instantie die de beslissing genomen heeft. Kijk ook bij beroep.
Centraal Register Beroepsopleidingen (CREBO)
Een systematisch geordende verzameling van gegevens met betrekking tot de opleidingen uit de kwalificatiestructuur beroepsonderwijs die door de bekostigde- en niet-bekostigde instellingen worden verzorgd. Het CREBO bevat een overzicht van opleidingen per instelling. Zie artikel 6.4.1. WEB
Centrale Directie of College van Bestuur
Elke instelling heeft een centrale directie of een college van bestuur, bestaande uit ten hoogste drie leden, waarvan er één door het bevoegd gezag wordt benoemd tot voorzitter. De centrale directie heeft onder de verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag, de leiding over de voorbereiding en uitvoering van het beleid, de coördinatie van de dagelijkse gang van zaken en het beheer van de instelling. Het college van bestuur is belast met de taken en bevoegdheden van de centrale directie en de door het bevoegd gezag aan het college overgedragen taken en bevoegdheden. Zie artikel 9.1.4.
Certificaat
Een bewijsstuk van het behalen van een deelkwalficatie van een opleiding. Zie artikel 7.4.7.
Cesuur
De grens tussen de hoogste toetsscore waaraan een onvoldoende wordt toegekend en de laagste toetsscore waaraan een voldoende wordt toegekend. Wat een “voldoende” is, moet in het examen zijn opgenomen. Soms zal dat een cijfer zijn (het cijfer 6); soms zal dat het predikaat “voldoende” zijn. De wet schrijft daar niets over. Men zou dus bijv. ook kunnen kiezen voor een 5-puntsschaal, waarvan de 4 en de 5 “voldoende” zijn. (zie scoren)
Onderwijs- en examenregeling
BEGRIPPENLIJST, Pagina 16
Code
In dit geval een aanduiding van de kandidaat op een zodanige wijze, dat identificatie door derden onwaarschijnlijk wordt. Bijvoorbeeld een vemelding onder leerlingnummer.
Cohort
Een jaargang deelnemers. Meer precies: een groep deelnemers die allen een bepaalde opleiding in een bepaald (school)jaar aangevangen hebben. Hiertoe worden ook gerekend deelnemers die op een later tijdstip worden opgenomen in deze groep ("zijinstroom").
College van Bestuur
Zie Centrale directie.
Commissie van beroep (voor de examens)
De commissie die het beroep behandelt dat door een kandidaat is ingesteld. Er gaat een bezwaarprocedure bij de examencommissie aan vooraf. De commissie van beroep is een onafhankelijke commissie die werkt met een eigen reglement. ROC Zeeland houdt samen met ROC Westerschelde een gezamenlijke commissie van beroeps voor de examens in stand. Zie art. 7.5.1.
CREBO
Zie Centraal Register.
Cijferlijst
Een bij het diploma behorend overzicht met de door de kandidaat behaalde resultaten per deelkwalificatie.
Deelcijfer
Toegekend cijfer of waardering voor prestaties van de kandidaat op onderdelen van de deelkwalificatie.
Deelkwalificatie
Een combinatie van eindtermen, vastgesteld voor een bepaalde beroepsopleiding, die in het licht van de uitoefening van het beroep waarop de opleiding is gericht een zelfstandige betekenis heeft. Elke deelkwalificatie wordt afgesloten met een toets. Zie artikel 7.2.3.
Deelnemer
In de WEB wordt niet gesproken van leerlingen of studenten, maar van deelnemers. Een deelnemer is een persoon, die zich met het oog op het gebruik van de onderwijsvoorzieningen laat inschrijven bij een onderwijsinstelling. Zie artikel 8.1.1.
Onderwijs- en examenregeling
BEGRIPPENLIJST, Pagina 17
Diploma
Een diploma is een bewijsstuk voor het behalen van een volledige kwalificatie van een opleiding. De examencommissie van de onderwijsinstelling reikt het diploma uit. Zie artikel 7.4.5., 7.4.6.
Eindtermen
Eindtermen zijn omschreven kwaliteiten op het gebied van kennis, inzicht, vaardigheden en in voorkomende gevallen beroepshoudingen, waarover degene die de opleiding voltooit, dient te beschikken.Eindtermen hebben betrekking op het maatschappelijk en beroepsmatig functioneren en hebben in voorkomende gevallen betekenis voor de doorstroming naar vervolgonderwijs. Deze eindtermen geven niet aan op welke wijze de opleidingen tot het behalen van de eindtermen moeten leiden en evenmin hoe de deelnemer tot dat resultaat komt. Zie artikel 7.1.3. Thans is er een wending naar een competentiegerichte benadering van beroepseisen en kwalificatieeisen. De eindtermen benadering zal daarmee overgaan naar een systeem van vereiste “beroepscompetenties”
Eindtermendocument
Het voorstel van het voormalige landelijk orgaan beroepsonderwijs (thans kenniscentrum beroepsonderwijs genaamd) aan de minister op basis waarvan de eindtermen van een opleiding door de minister worden vastgesteld. Zie artikel 7.2.4.
EVK/EVC
Erkenning van verworven kwalificaties of competenties. Kennis, vaardigheden en ervaringen van een deelnemer, opgedaan buiten de erkende onderwijskanalen, kan beoordeeld worden en erkend worden als zijnde gelijkwaardig aan bepaalde onderdelen van de opleiding waarvoor een deelnemer opteert. Op basis van een dergelijke procedure kan een passend en efficiënt aanvullend onderwijsaanbod plaats vinden. De term EVK is inmiddels op de achtergrond geraakt ten gunste van de term EVC. De nadruk op verworven competententies geeft ruimte aan het herkennen en erkennen van uiteenlopende verworvenheden, al dan voorzien van formele bewijsstukken.
Examen
Het examen toetst of de examenkandidaat bij het voltooien van de opleiding voldoet aan de eindtermen. Het examen kan bestaan uit afzonderlijke onderdelen. Het examen van beroepsopleidingen bestaat uit onderdelen
Onderwijs- en examenregeling
BEGRIPPENLIJST, Pagina 18
die overeenkomen met de deelkwalificaties. Het examen van een beroepsopleiding is met gunstig gevolg afgelegd, indien alle toetsen van die opleiding met gunstig gevolg zijn afgelegd. Zie WEB, artikel 7.4.2., 7.4.3.
Examencommissie
Examenkosten
De commissie die belast is met verschillende taken rond examens. Die taken staan o.a. in het reglement vermeld. Het bevoegd gezag benoemt de leden. Zie art. 7.4.5 en 7.4.6 WEB. De examencommissie werkt ten behoeve van de organisatie en het afnemen van de examens voor elke door de onderwijsinstelling verzorgde opleiding Door het bevoegd gezag vastgesteld bedrag voor het afleggen van examens of onderdelen van examens door extraneï. Dit bedrag kan per examen of onderdeel van het examen verschillend zijn.
+++++++++ Examenmateriaal
Voor het examen of de toetsing benodigd materiaal, gereedschap en hulpmiddelen, voor zover de kandidaat dit niet zelf hoeft mee te brengen. Materiaal omvat in dit kader zowel toetsopgaven, schriftelijke instructie, tekeningen, antwoordbladen e.d. als benodigd productiemateriaal. Het begrip is daarmee meer omvattend dan het begrip toetsmateriaal.
Examenonderdeel
Een onderdeel van het examen. Examenonderdelen komen overeen met deelkwalificaties. Zie art. 7.4.2.en 7.4.3. WEB.
Examenproducent
Een begrip dat niet in de WEB voorkomt. Te interpreteren als “toetsproducent”: degene die toetsmateriaal ontwikkelt, al dan niet met behulp van een geautomatiseerd itembanksysteem. Het KCE (Kwaliteitscentrum Examinering) gebruikt in haar kwaliteitsstandaarden echter wel de term “examenproduct”. Dat kan dan ruimer zijn dan alleen examentoetsen of –opdrachten. Het kan ook gaan om een exameafname en/of beoordelingssituatie.
Examenprogrammering
Het gedeelte van de onderwijs- en examenregeling waarin zo concreet mogelijk de toetsing wordt omschreven in al zijn aspecten. Dit begrip komt niet in de WEB voor. Zie ook kenbaarheid.
Onderwijs- en examenregeling
BEGRIPPENLIJST, Pagina 19
Examenruimte
Ruimte waarin het examen of de toetsing plaats vindt.
Examenuitvoering
De voorbereiding, afname en afhandeling van het examen volgens de regels die in de onderwijs- en examenregeling zijn vastgelegd.
Examenvoorziening
Door of vanwege de onderwijsinstelling geboden mogelijkheid aan deelnemers en extraneï om deel te nemen aan examens of onderdelen daarvan.
Examenwerk
Het door de kandidaat in het kader van een toetsing ingeleverde produkt.
Examinator
Degene die belast is met afnemen van het examen. Wordt aangewezen door de examencommissie. Zie verder WEB, art. 7.4.5.. Zie ook de toelichting bij examen. Daar uit blijkt, dat het begrip “examinator” eigenlijk onjuist gebruikt is.
Expiratiedatum
De datum waarop de onderwijs- en examenregeling ophoudt van kracht te zijn.
Extraneus
Iemand die deelneemt aan toetsing maar niet als onderwijsdeelnemer is ingeschreven. Zie 8.1.1. lid 1 WEB. Het begrip “extraneus” komt niet voor in de WEB. De extraneus wordt in de WEB aangeduid als “de examendeelnemer”.
Format voor de kwalificatiestructuur
Het format is een uniform, bedrijfstakoverstijgend geheel van ordeningsprincipes voor het ontwikkelen en onderhouden van de kwalificatiestructuur. Het format vormt het programma van eisen voor het opstellen en onderhouden van de kwalificatie-structuur en de eindtermendocumenten.
Gecommitteerde
Komt niet in de WEB voor. Wel is er de eis bij de examinering het beroepenveld te betrekken. Op welke wijze en in welke hoedanigheid blijft daarbij onbesproken (onderdeel van standaard Kwaliteitscentrum Examinering)
Onderwijs- en examenregeling
BEGRIPPENLIJST, Pagina 20
Geldigheid
In de onderwijs- en examenregeling wordt hiermee verwezen naar de aanvaardbaarheid van excuses.
Herkansing
Een herhaalde mogelijkheid voor de deelnemer om na afwijzing opnieuw deel te nemen aan het examen (of onderdeel daarvan).
Inschrijving
De inschrijving van deelnemers, die door het bevoegd gezag zijn toegelaten tot een onderwijsinstelling (zie ook toelating). Zie artikel 8.1.1.
Ingangsdatum
Datum waarop de onderwijs- en examenregeling voor het eerst van kracht is.
Itembank
Een verzameling geordende toetsvragen (items) waaruit volgens een toetsmatrijs een toets kan worden samengesteld. Het CITO noemt dit een opgavenbank; uit art. 7.4.8.WEB kan opgemaakt worden dat “opgave” gelijk is aan het begrip “toets”.
Kenbaarheid
Het principe waarbij iedereen die betrokken is bij examens op tijd alle informatie op toegankelijke wijze ter beschikking heeft. Het feit dat de onderwijs- en examenregeling voor 1 mei voorafgaand aan het studiejaar beschikbaar moet zijn, is hier een voorbeeld van.
Kandidaat
Deelnemer of extraneus, die rechtens deelneemt aan de examenvoorziening.
Kandidatenlijst
Verzameloverzicht, waarop de namen zijn aangegeven van degenen die deelnemen aan het examen/de toetsing.
Kwalificatie
Een opleiding die is opgenomen in de kwalificatiestructuur beroepsonderwijs leidt op tot een kwalificatie voor één van de niveaus van beroepsuitoefening. Zie artikel 7.2.2.
Kwalificatieniveau
Een aanduiding van het niveau van beroepsuitoefening, gebaseerd op de mate van verantwoordelijkheid,
Onderwijs- en examenregeling
BEGRIPPENLIJST, Pagina 21
complexiteit en transfer, dat de gediplomeerde heeft bereikt. De WEB onderscheidt 4 kwalificatieniveaus: niveau 1: assistentopleiding niveau 2: basisberoepsopleiding niveau 3: vakopleiding niveau 4: middenkaderopleiding en specialistenopleiding Deze indeling sluit aan bij de internationale SEDOCindeling. Daarin worden vijf niveaus onderscheiden. Het vijfde SEDOC-niveau is vergelijkbaar met het niveau van het hoger beroepsonderwijs. Zie artikel 7.2.2.
Kwaliteitscentrum Examiniering Beroepsopleidingen (KCE)
Kwaliteitseisen
Ingesteld door de overheid met als doel het doen van onderzoek naar de kwaliteit van de examinering van beroepsopleidingen. KCE voert jaarlijks een kwaliteitsonderzoek examinering beroepsopleidingen uit bij de examinerende instellingen. Dit resulteert in een verklaring van goedkeuring, een verklaring van afkeuring dan wel een voorwaardelijke verklaring per opleidingsexamen. Bij een afkeurende verklaring kan de de Minister de instelling het recht om voor de betreffende beroepsopleiding te examineren - gedurende minimaal een periode van 3 jaar - ontnemen. WEB, art. 4.7.9 (a t/m k) Uitdrukking van de behoeften, of hun vertaling in een verzameling van kwantitatief of kwalitatief kenbaar gemaakte eisen, voor de kenmerken van een entiteit om realisering en onderzoek daarvan mogelijk te maken. Bij ministeriële regeling worden - op voorstel van het kwaliteitscentrum examinering - landelijke standaarden voor de kwaliteit van de examens beroepsonderwijs vastgesteld. Betreft de inhoud, het niveau van de examens, de procedures rond examens en de afnamevoorwaarden.Zie WEB, art.7.4.4. en 7.4.9.a.
Kwaliteitssysteem
Organisatiestructuur, procedures, processen en middelen die nodig zijn voor het implementeren van kwaliteitszorg.
Kwaliteitszorg
Alle activiteiten van de totale managementfunctie die het kwaliteitsbeleid, de doelstellingen en de verantwoordelijkheden vaststelt en deze implementeert met middelen als kwaliteitsplanning, kwaliteitsbeheersing, kwaliteitsborging en kwaliteitsverbetering binnen het kwaliteitssysteem.
Onderwijs- en examenregeling
BEGRIPPENLIJST, Pagina 22
Kennis centrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleveren (KBB) (Voorheen:Landelijk Orgaan….)
Per bedrijfstak of groep van bedrijfstakken is er een landelijk kenniscentrum beroepsonderwijs - bedrijfsleven. Het bestuur van deze kenniscentra bestaat uit werkgevers en werknemers (bipartiet) of uit vertegenwoordigers van werkgevers, werknemers en onderwijsinstellingen (tripartite). Onderdeel van in ieder geval een bipartiet samengesteld KBB is een commissie onderwijs-bedrijfsleven (COB), waarin het bedrijfsleven en het onderwijs evenredig vertegenwoordigd zijn. De taken van de KBB’s zijn: − bijdragen aan het ontwikkelen en onderhouden van een landelijke kwalificatiestructuur. Hierbij gaat het met name om het formuleren van voorstellen van eindtermen in het kader van de kwalificatiestructuur van het beroepsonderwijs; − bijdragen aan de bevordering van de kwaliteit en de beschikbaarheid van de plaatsen waar de beroepspraktijkvorming wordt verzorgd. Landelijke organen hebben tevens tot taak een regelmatige beoordeling te geven van die bedrijven en organisaties die beroepspraktijkvorming verzorgen; − Zie WEB, artikel 9.2.1., 1.5.2.
Leerweg
De WEB kent twee leerwegen, die tot eenzelfde kwalificatie leiden. Het betreft: − de beroepsbegeleidende leerweg: de praktijkcomponent omvat een praktijkdeel van 60% of meer van die studieduur; − de beroepsopleidende leerweg: de praktijkcomponent omvat een praktijkdeel van minimaal 20% en minder dan 60% van de studieduur. (Een gecombineerde leerweg is ook mogelijk) Bij het vaststellen van de eindtermen bepaalt de minister in welke leerweg of leerwegen de opleiding kan worden verzorgd. Zie artikel 7.2.2.
Meerderjarig, minderjarig
Meerderjarig is de deelnemer vanaf 18 jaar. Tot 21 jaar is de wettelijk vertegenwoordiger van de deelnemer mede aansprakelijk voor financiële handelingen van een deelnemer.
Onderwijs- en examenregeling
BEGRIPPENLIJST, Pagina 23
Niveau
Zie kwalificatieniveau.
Normering/normstelling
Beschrijving van de minimale prestatie van een examenkandidaat ten behoeve van de vaststelling of een deelkwalificatie wordt beheerst. Binnen een deelkwalificatie wordt vooraf bepaald welke uitslag door de examendeelnemer minimaal moet worden behaald om voor een voldoende beoordeling in aanmerking te komen. Indien het hierbij gaat om één toets, zal dit begrip identiek zijn aan het begrip cesuur.
Onderwijseenheid
Een onderwijseenheid is een deel van een opleiding. Eén of meer onderwijseenheden vormen een deelkwalificatie. Zie artikel 7.1.2.
Onderwijs- en examenregeling
Het document waarin de belangrijkste kenmerken van de opleiding, waaronder inhoud en inrichting, de studieduur voor een groep of groepen van deelnemers en de toetsing en examinering, worden vastgelegd door het bevoegd gezag van de instelling. Ook wordt in de onderwijs- en examenregeling vastgelegd welke opleidingstrajecten voldoen aan de eisen van de Wet Studie Financiering (WSF) of de eisen voor tegemoetkoming van de studiekosten voor studerenden tot 18 jaar. Zie artikel 7.4.8.
Onderwijsovereenkomst
Een overeenkomst tussen deelnemer en bevoegd gezag, die ten grondslag ligt aan de inschrijving. De overeenkomst regelt de rechten en verplichtingen tussen instelling en deelnemer. In de overeenkomst worden per deelnemer zaken zoals de inhoud van het onderwijs, de examens en de studiebegeleiding overeengekomen. Zie artikel 8.1.3.
Onderwijsinstelling
De WEB onderscheidt verschillende oorten onderwijsinstellingen: 1.Regionale opleidingencentra (ROC) Een ROC is een onderwijsinstelling die is ontstaan uit de volgende elementen: − 3 sectoren middelbaar beroepsonderwijs; − beroepsbegeleidend onderwijs/leerlingwezen; − vavo; − basiseducatie; − vormingswerk.
Onderwijs- en examenregeling
BEGRIPPENLIJST, Pagina 24
WEB, art. 1.3.1 2. Regionale Opleidingencentra in een samenwerkingsverband (samenwerking onder één bevoegd gezag) WEB, art. 1.3.2. 2. Agrarische opleidingscentra (AOC) Agrarische Opleidingscentra zijn onderwijsinstellingen waarin het beroepsonderwijs op het gebied van de landbouw en de natuurlijke omgeving en voorbereidend beroepsonderwijs in de sector landbouw en natuurlijke omgeving of in de sector levensmiddelentechnologie worden verzorgd. Deze onderwijsinstellingen vallen onder de verantwoordelijkheid van het ministerie van LNV. Zie WEB, artikel 1.3.3. 3. Agrarische innovatie- en praktijkcentra. Agrarische innovatie- en praktijkcentra zijn werkzaam ten behoeve van het beroepsonderwijs op het gebied van de landbouw en de natuurlijke omgeving WEB, art. 1.3.4.3.Onbekostigde onderwijsinstellingen Onbekostigde instellingen zijn instellingen die opleidingen aanbieden, die binnen de reikwijdte van de kwalificatiestrucuur van de WEB vallen en niet voor bekostiging in aanmerking komen. Zie artikel 1.4.1. 4.Vakscholen Vakscholen of vakinstellingen zijn onderwijsinstellingen die specifiek voor een bepaalde branche opleidingen verzorgen. Onder de WEB kunnen vakscholen, onder bepaalde condities, bekostigd blijven. Zie artikel 1.3.2.a. Voor de beroepsopleidingen verbonden aan de doveninstituten Effatha en Sint-Michelsgestel en aan de hogescholen Haarlem en Tilburg wordt de bekostiging voortgezet op grond van de artikelen 12.3.8. en 12.3.9 van de WEB.
Onderwijstraject (zie ook: Opleidingscyclus)
Het met een individuele deelnemer of groepen deelnemers overeengekomen studieplan.
Onregelmatigheid
Omstandigheid die de standaard afnamecondities van de examinering of toetsing in gevaar brengt.
Operationalisering
In het kader van deze regeling betreft het concretisering van onderwijs- en examendoelen (eindtermen) in voor de onderwijsuitvoering hanteerbare formuleringen en/of aanwijzingen.
Onderwijs- en examenregeling
BEGRIPPENLIJST, Pagina 25
Opgave
Verwarrend begrip, waarvan niet altijd duidelijk is of het om een item of over een toets gaat. Liever “item” of “toets” gebruiken. Het begrip “opgave” staat in art. 7.4.8. WEB en betekent daar waarschijnlijk “toets”. In de terminologie van het CITO wordt daar een “item” mee bedoeld. Naast de term “opgave” wordt ook de term “opdracht” gebruikt in relatie tot examinering. Deze term staat in relatie tot het demonstreren van kennis, inzichten, vaardigheden en (beroeps)houdingen. In verband met de beoordeling van de beroepspraktijk is deze term veelal passend.
Opleiding
Een samenhangend geheel van onderwijseenheden, gericht op het behalen van een diploma. Elke opleiding wordt afgesloten met een examen. In de WEB wordt onderscheid gemaakt tussen: 1.Beroepsopleidingen (zie ook kwalificatieniveaus): - assistentenopleiding - basisberoepsopleiding - vakopleiding - middenkaderopleiding - specialistenopleiding - andere opleidingen N.b. aan deze categorie van opleidingen is nog geen invulling gegeven. 2.Opleidingen educatie: - opleidingen voortgezet algemeen volwassenenonderwijs, gericht op het behalen van een diploma, bedoeld in de artikelen 7 tot en met 9 van de wet op het voortgezet onderwijs, of onderdelen van dat diploma; - opleidingen gericht op breed maatschappelijk functioneren; - de opleiding Nederlands als tweede taal (NT2) I en II; - andere opleidingen, gericht op sociale redzaamheid. Zie artikel 7.1.2., 7.2.2., 7.3.1.
Opleidingscyclus (zie ook: Onderwijstraject)
Het voor een bepaalde opleiding geldende opleidingsplan.
Prakticum
Het oefenen en/of toetsen van praktische vaardigheden binnen de onderwijsinstelling.
Praktijk
Zie beroepspraktijkvorming.
Praktijkopleider
Degene die verantwoordelijk is voor of uitvoering geeft aan het onderricht in de praktijk van het beroep.
Onderwijs- en examenregeling
BEGRIPPENLIJST, Pagina 26
Praktijkovereenkomst
De overeenkomst die de onderwijsinstelling, de deelnemer en het bedrijf dat de beroepspraktijkvorming verzorgt, met elkaar afsluiten. Als het gaat om een praktijkovereenkomst voor de beroepsbegeleidende leerweg, ondertekent ook het landelijk orgaan, dat daarmee verklaart dat de praktijkplaats een gunstige beoordeling heeft. De praktijkovereenkomst vormt de grondslag voor de beroepspraktijkvorming. De overeenkomst regelt de rechten en verplichtingen van partijen en omvat bepalingen over eindtermen, begeleiding en beoordeling. Zie artikel 7.2.9.
Praktijktoetsing
Toetsing van praktijkvaardigheden in een leer- of ‘stage’bedrijf of een examencentrum.
Privacy
De persoonlijke levenssfeer van de deelnemer. Gewaarborgd moet worden dat informatie met een persoonlijk karakter, zoals behaalde resultaten, beoordelingen, observaties, getroffen maatregelen, e.d., zorgvuldig worden behandeld en beheerd. Dit impliceert o.m. inzagerecht betrokkene, beperkte toegankelijkheid tot persoonlijke gegevens, beperking van schriftelijk vastgelegde informatie, vernietigingsprocedures.
Proces-verbaal (zie ook: Protocol)
Schriftelijke verslag van de afname van het examen/de toetsing. Het model hiervoor is opgenomen in bijlage 5 van deze regeling.
Protocol
zie Proces-verbaal
Regionaal Opleidingscentrum
Zie onderwijsinstelling.
Schoolonderwijs
Onderwijsactiviteiten, georganiseerd binnen de onderwijsorganisatie, theoretische en/of praktisch van aard, niet zijnde beroepspraktijkvorming.
Scoren
Het volgens bepaalde regels toekennen van punten aan waargenomen prestaties (goede, gedeeltelijk goede en foute antwoorden). In plaats van “punten” kunnen hier ook andere vormen van waardering worden gelezen. Punten kunnen na een cesuurvaststelling worden omgezet in een uitslag.
Onderwijs- en examenregeling
BEGRIPPENLIJST, Pagina 27
Service-document
Een begrip dat niet in de WEB voorkomt. Concretisering van de eindtermen in o.a. toetstermen en normering. Als onderdeel van de basisvoorziening leveren de KBB’s service-documenten.
Spieken
Het gebruik maken van ongeoorloofde informatie tijdens examen of toetsing. Daarnaast is de term “fraude” ingevoerd. Deze verwijst ook naar ander ongeoorloofd gedrag of ongeoorloofde omstandigheden. Zie hiervoor het betreffende artikel uit de examenregeling.
Studieduur
De studieduur van een opleiding wordt vastgesteld door het bevoegd gezag van de onderwijsinstelling. De studieduur kan verschillend zijn per deelnemer of groep van deelnemers. De studieduur wordt opgenomen in de onderwijs- en examenregeling van de opleiding voor zover deze voor een groep of groepen van deelnemers afzonderlijk is vastgesteld. Bij het vaststellen van de studieduur houdt het bevoegd gezag rekening met de wettelijk vastgestelde grenswaarden (normatieve studielast). Zie artikel 7.2.4.
Studiejaar
Een normatief studiejaar bestaat uit veertig weken van elk veertig uren, waaronder begrepen de beroepspraktijkvorming. Zie artikel 7.2.4.
Studielast
De studielast van elke opleiding wordt uitgedrukt in normatieve studiejaren. De normatieve studielast is de studielast die een deelnemer gemiddeld geacht wordt nodig te hebben om de opleiding te voltooien. De feitelijke situatie zal van persoon tot persoon verschillen. De studielast van de beroepsopleidingen bedraagt: assistentopleiding: 2 - 1 jaar basisberoepsopleiding: 2 - 3 jaar vakopleiding: 2 - 4 jaar middenkaderopleiding: 3 - 4 jaar specialistenopleiding: 1 - 2 jaar Zie artikel 7.2.4.
Surveillant
Iemand die bij afname van toetsen toezicht houdt (toezichthouder). Hoeft niet terzakekundig te zijn.
Onderwijs- en examenregeling
BEGRIPPENLIJST, Pagina 28
Toelating
Het bevoegd gezag besluit bij de inschrijving over de toelating van deelnemers tot opleidingen. De beroepsbegeleidende leerweg staat open voor deelnemers voor wie de volledige leerplicht is geëindigd. De beroeps-opleidende leerweg staat open voor iedereen. De assistentopleiding en basisberoepsopleiding kennen geen vooropleidingseisen. Voor de vakopleiding, de middenkaderopleiding en de specialistenopleiding gelden vooropleidingseisen. De educatie staat open voor volwassenen van 18 jaar of ouder, die behoren tot de groepen deelnemers waarvoor door de gemeente met de instellingen een contract is gesloten. Zie artikel 8.1.1.
Taxonomie
Systeem voor het categoriseren van onderwijsdoelen. In het BVE-kader zijn met name de taxonomieën van Romizowsky en De Block bekend. Een taxonomie geeft behalve ordening aan onderwijsdoelen tevens een indicatie van de aard van de beoogde kennis en vaardigheid.
Toets
Een toets vormt de afsluiting van een deelkwalificatie. Van het behalen van een toets wordt een bewijsstuk uitgereikt. Zie artikel 7.1.2. De begrippen "toets" en "toetsing" hebben in het kader van dit een bredere toepassing. Elke vaststelling m.b.t. het behaald hebben van (een deel van de) eindtermen is aan te merken als toetsing. De termen vinden daarom eveneens toepassing in verband met de afsluiting van onderwijseenheden.
Toetsenbank
Een verzameling toetsen. Zie de toelichting bij itembank.
Toetsgelegenheid
Voor de deelnemer of groepen deelnemers vastgesteld tijdstip om deel te nemen aan een toetsing.
Toetslokatie
Plaats van de toetsing.
Toetsmateriaal
Al hetgeen tijdens de toetsing aan materiaal in omloop is: toetsbladen, items (opgaven of opdrachten), verstrekte hulpmiddelen en materialen, door de kandidaat geproduceerd werk, e.d.
Onderwijs- en examenregeling
BEGRIPPENLIJST, Pagina 29
Toetsmatrijs
Bouwplan voor een toets. Een toetsmatrijs geeft de spreiding binnen een toets aan; spreiding in de zin van onderwerpenspreiding en taxonomie-verdeling. Bijvoorbeeld: de toets “Grafische vorming” van de gelijknamige deelkwalificatie: - blok 1 20% taxonomie 1 - blok 1.2 15% taxonomie 1 - blok 1.2 10% taxonomie 3 etc. De percentages hebben een relatie met het aantal vragen; de taxonomie slaat op de beheersingsgraad, bijvoorbeeld “weten, inzien, toepassen”. Blok 1 etc. slaat op de toetstermen: de geconcretiseerde eindtermen. De matrijs is met allerlei andere attributen uit te breiden; er kan bijvoorbeeld ook geselecteerd worden op steekwoorden of op psychometrische gegevens.
Toetsservicesysteem
Een itembanksysteem met extra faciliteiten. Een toetsservicesysteem is een geïntegreerd en (ten dele) geautomatiseerd stelsel van procedures voor: het opslaan, beheren en onderhouden van itembanken, het samenstellen van toetsen uit deze itembanken, het oproepen en presenteren van de toets (op papier of via de computer), het analyseren van toetsresultaten. Waar “item” staat, gebruikt de oorspronkelijke CITOdefinitie het woord opgave.
Toetstermen
Uitgewerkte eindtermen. De eindtermen worden zodanig bewerkt, dat duidelijk wordt hoe die eindterm getoetst kan worden. Ook wel: toetsdoelen, exameneisen of examenspecificaties. Een voorbeeld is moeilijk te geven, omdat hier verschillende opvattingen over bestaan. Vergelijk de notitie van de SBW over dit onderwerp met het kerstcadeautje van het CIBB-1995 “Van eindtermen naar toetstermen”.
Toezicht
De minister houdt toezicht op het onderwijs. Dat toezicht wordt uitgevoerd door de inspectie van het onderwijs. Zie art. 5.1 ev WEB. De beoordeling van de kwaliteit van de examens, van de examenprocedures en van de voorwaarden waaronder examens worden afgenomen is wettelijk toebedeeld aan het Kwaliteitscentrum Examinering Beroepsopleidingen (KCE), die eveneens onder het inspectietoezicht valt.
Onderwijs- en examenregeling
BEGRIPPENLIJST, Pagina 30
Zie art. 7.4.9a
Toezichthouder
Zie Surveillant
Vakinstelling
Zie onderwijsinstelling.
Validiteit (zie ook: Betrouwbaarheid)
Begrip uit de psychometrie. Handelt over de geldigheid van de resultaten. In verband met toetsing in het onderwijs betreft het met name zaken als: − meet de toets wat hij beoogt vast te stellen (bijvoorbeeld) een bepaalde economietoets appeleert meer aan leesvaardigheden dan aan kennis en inzicht in economische processen, of: de vorm van de toetsing vereist een grote redactionele vaardigheid, enz.) − representeren de opdrachten of items de inhoud, het niveau en de taxonomie op correcte wijze, enz. (Vergelijk CINOP-model OER, hoofdstukken 3 en 4, niet in deze regeling opgenomen; De Groot. A.D., e.a., Studietoetsen: construeren, afnemen en analyseren, deel 1, 1969) Veelal in verband gebracht met de eis van dekking van de eindtermen.
Vrije ruimte
De ruimte binnen de totale opleidingstijd die bedrijven en scholen naar eigen behoefte kunnen invullen met activiteiten die niet gericht zijn op het realiseren van de landelijk vastgelegde eindtermen. Onderdelen in de vrije ruimte worden niet landelijk erkend. Het voldoen aan de programmadoelen uit de vrije ruimte kan nooit eis voor diplomering zijn.
Onderwijs- en examenregeling
BEGRIPPENLIJST, Pagina 31
Voorbereidende en ondersteunende activiteiten (VOA)
Voor deelnemers die zijn ingeschreven voor een beroepsopleiding kunnen voorbereidende en ondersteunende activiteiten aan de beroepsopleiding worden toegevoegd. Deze activiteiten moeten bevorderen dat de deelnemers kunnen instromen in een beroepsopleiding en deze met goed gevolg kunnen voltooien. De activiteiten maken deel uit van de opleiding: er worden geen eindtermen voor vastgesteld. Voorbereidende en ondersteunende activiteiten zijn bestemd voor deelnemers voor wie de vooropleiding naar het oordeel van het bevoegd gezag onvoldoende uitzicht biedt op verwezenlijking van de eindtermen van de opleiding binnen redelijke termijn. Zie artikel 7.2.2.
Vrijstellingen
Het op grond van diploma's, certificaten of EVK/EVCprocedures kandidaten vrijstellen van bepaalde onderdelen van het examen. In feite betekent dit dat het verkregen diploma, certificaat of de EVK/EVC-erkenning inwisselbaar geacht wordt met voorafgaande diploma's, certificaten, onderwijseenheden van de beroepskwalificatie, waarvoor de betrokken kandidaat opteert.
Vooropleidingseisen
Eisen die worden gesteld aan de deelnemers om ingeschreven te worden voor een beroepsopleiding. De vereiste voopopleidingseisen zijn wettelijk bepaald. De rubriek “toelating” in deze OER noemt meer specifiek de voor de betreffende opleiding geldende toelatingseisen WEB, artikel 8.2.1
Wettelijk vertegenwoordiger
Onderwijs- en examenregeling
Ouder, voogd
BEGRIPPENLIJST, Pagina 32
Proces-verbaal afname examen / toets Vestiging Middelburg, sector Economie, locatie Ravensteijnweg Ravensteijnweg1 te Middelburg
Beroepskwalificatie: Facilitair Dienstverlener
Crebocode: 10438
Deelkwalficatie:
Crebocode:
Onderwijseenheid:
Code
Afnamedatum:
Lokaal:
Afnamedatum hertoets:
Lokaal
Toetstijd:
Toereikend: Ja / Nee
Aanvangstijd:
Aantal kandidaten:
Inlevertijdstip eerste kandidaat:
laatste kandidaat:
TE LAAT AANWEZIG: Naam:
wel / niet deelgenomen aan toetsing
ONREGELMATIGHEDEN: Omschrijving:
Naam betrokken kandidaat:
Ondernomen aktie:
BIJZONDERHEDEN
Naam toezichthouder: Handtekening toezichthouder:
Onderwijs- en examenregeling
BEGRIPPENLIJST, Pagina 33