Dansacademie Lucia Marthas Amsterdam | Groningen
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Mbo Dansleider/Dans 2014/2015 Driejarig traject
Onderwijs- en Examenregeling MBO-niveau 4 Startcohort 2013/2014 CREBO nummer kwalificatie dossier: CREBO nummer kwalificatie Naam kwalificatie: Naam Kenniscentrum: Certificeerbare eenheid: Leerweg: BOL BBL BOL-dt School voor: Teamcode:
Versie kwalificatiedossier: 2012
22201 90031 Artiest, Dans Calibris, ECABO nvt Aantal SBU: 6400
Aantal leerjaren: 3
x nvt nvt Dansacademie Lucia Marthas DLM01, DLM02
De OER is ontwikkeld onder regie van teammanager:
Vastgesteld door de schooldirecteur:
Karin Haentjens en Lucia Marthas Amsterdam, juni 2014
Lucia Marthas Amsterdam, juni 2014
Over wijzigingen/aanpassingen van de OER wordt de leerling geïnformeerd. Formeel vastgesteld door het College van Bestuur ROC Noorderpoort Drs. R. Schuur Voorzitter Groningen, 1 september 2014 - De BOL en BBL voldoen aan de WSF-TOP urennorm. BOL= Beroeps Opleidende Leerweg; BBL = Beroeps Begeleidende Leerweg; BOL-dt = bol-deeltijd1. - De OER wordt uitgewerkt in het Trededossier en het Examendossier (“Proeve van Bekwaamheid”).2
1 2
De bol-dt is m.i.v. schooljaar 2013/2014 geen leerweg meer. Er is enkel nog: BOL, BBL, entreeopleidingen en 35+. De studiewijzer en de jaarplanning zijn op 1 september 2014 beschikbaar voor leerlingen.
DLM/NP © 2014 Dansacademie Lucia Marthas
OER MBO Dansleider/Dans 2014/2015
1
Inhoudsopgave 0. 0.1 0.2 0.3 0.4 0.5
Inleiding Vooraf Achtergrond Missie en visie De Tredentrap Organogram
4 4 4 5 6 7
1. 1.1 1.2 1.3
De Opleiding Typering, karakterisering en visie op onderwijs Competentiegericht curriculum Competentiegerichte beoordelingssystematiek
8 8 9 9
2. 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 25.1 2.5.2 2.5.3 2.5.4 2.5.5
Beroepscompetenties Domeinen Kerntaken vs. competenties Kerntaken, werkprocessen en competenties Competenties Eindcompetenties per domein Domein Dans- & Muziektheater Domein Onderwijs- & Theater Theorie Domein Algemene Ontwikkeling Brugdomein Domein Onderwijs- & Theaterpraktijk
10 10 10 11 12 12 13 14 15 16 17
3. 3.1 3.2 3.3 3.4
Opbouw van de opleiding Vooropleiding Opbouw Mbo-opleiding Versnelde opleidingsroute Wijzigingen en aanpassingen
18 18 18 19 19
4. 4.1 4.2 4.2.1 4.2.2 4.2.3 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7
Opleidingprogramma De domeinen Studielast - tabellen Studielast Trede 8B Studielast Trede 8 Studielast Trede 9B Overgangregelingen Vrije keuzepunten Opleidingsbegeleiding Aanwezigheidsplicht Vrijstellingen
20 20 20 21 22 23 24 24 24 24 24
5. 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6
Toelating Vooropleidingseisen Deficiënte vooropleiding Auditieregeling Beoordeling toelatingscommissie Onderwijsovereenkomst Vrijwillige bijdrage
25 25 25 28 26 26 26
6. 6.1 6.2
Opleidingsadvies Bindend opleidingsadvies tijdens trede 8B Opleidingsadvies na trede 8B
27 27 27
7. 7.1 7.2 7.3
Stages, excursies en projecten Stages Excursies Projecten
28 28 29 29
DLM/NP © 2014 Dansacademie Lucia Marthas
OER MBO Dansleider/Dans 2014/2015
2
7.4 7.5
Project Integratie Eindexamenproject
29 29
8. 8.1 8.2 8.3 8.4 8.5 8.6 8.7 8.8 8.9 8.10 8.11 8.12 8.13 8.14 8.15 8.16
Examen- en Tentamenregeling Visie en systematiek Toetsvormen en –instrumenten Specifieke toetsing Geïntegreerde toetsing Beoordelingssystematiek Cesuur & afronding Compensatieregeling Beoordeling AO Geen inschrijving & absenties Gedragscode examen/tentamens Dyslexie en andere functiebeperkingen Fraude Inzage examens/tentamens Herkansingen Geldigheidsduur Protocol Tentamens & Examens
30 30 31 31 33 34 36 36 37 37 38 38 38 38 39 40 40
9. 9.1 9.2 9.3 9.4
Afstuderen Inrichting examinering Indicatoren Tijdlijn examinering Examenregeling
41 41 41 41 42
10 10.1 10.2 10.3 10.4
Commissies Algemeen Algemene commissie Examencommissie Verzoekschriften
44 44 44 44 45
DLM/NP © 2014 Dansacademie Lucia Marthas
OER MBO Dansleider/Dans 2014/2015
3
0.
Inleiding
0.1
Inleiding
Vooraf
Voor u ligt de Onderwijs- en Examenregeling (hierna “OER”) betreffende de driejarige opleiding MBO Dansleider/Dans, zoals deze wordt verzorgd door Dansacademie Lucia Marthas te Amsterdam en Groningen in samenwerking met het Noorderpoort te Groningen (hierna als collectief te noemen “DLM”). In deze regeling beschrijft LMIPA de inrichting van de onderwijs- en leerprocessen waarmee zij vorm geeft aan haar missie en visie. Overal waar in deze OER naar leerlingen als “hij” wordt verwezen, wordt uiteraard ook “zij” bedoeld. In alle gevallen waarin deze OER geen uitsluitsel biedt, beslist de algemene commissie (zie ook hoofdstuk 9 “Algemene commissie”).
0.2
Inleiding
Achtergrond
In Nederland was jarenlang het volgen van een Hbo-opleiding Dans de enige manier waarop iemand zich tot professionele danser/docent dans kon laten scholen. Een aantal getalenteerde jongeren vindt inderdaad zijn weg naar een dergelijke Hboopleiding en ontwikkelt zich tot hoogopgeleide, professionele dansers. Voorwaarde is uiteraard wel dat zij over voldoende cognitieve vermogens beschikken om een Hboopleiding te volgen. Dat wil zeggen dat zij moeten beschikken over een Havogetuigschrift of een verwante Mbo-opleiding hebben voltooid. Er zijn echter relatief veel jongeren die, ondanks hun danstalent en inzet, om diverse redenen niet aan deze voorwaarden kunnen voldoen en dus geen toegang hebben tot een Hbo-opleiding. Een aantal ROC’s en andere opleidingsinstituten reageerden hierop door diverse dansopleidingen op Mbo-niveau aan te bieden, soms onder de vlag van een sportopleiding, soms als alleenstaande kunstvakopleiding. DLM is er echter van overtuigd dat een Mbo-opleiding Dans uitsluitend thuishoort bij het kunstvakonderwijs, bij een dansopleiding, waar men kan bogen op jarenlange ervaring op alle niveaus en een doorlopende leerlijn aan kan bieden. Om jongeren die geen toegang hebben tot een Hbo-opleiding Dans een reële kans te geven hun talent optimaal te ontwikkelen is DLM in september 2004 de opleiding Mbo Dansleider/Dans gestart. In het eerste jaar draaide de Amsterdamse opleiding als een particuliere opleiding, maar met ingang van het schooljaar 2005/2006 werd een samenwerkingsovereenkomst met het Noorderpoort in Groningen aangegaan. Hierdoor verkreeg de opleiding de status van experimentele opleiding en werd zij van rijkswege bekostigd. Vanaf het opleidingsjaar 2007-2008 wordt er naast de opleiding in Amsterdam een identieke opleiding in Groningen aangeboden. In beide steden is de Mbo-opleiding nauw verwant met de Hbo-opleidingen van Lucia Marthas Institute for Performing Arts. De opleiding is een zogenaamde Beroepsopleidende Leerweg, niveau 4. Per studiejaar 2014-2015 is de Mbo-opleiding Dansleider Dans teruggebracht van vier naar drie jaar.
DLM/NP © 2014 Dansacademie Lucia Marthas
OER MBO Dansleider/Dans 2014/2015
4
0.3
Inleiding
Missie en visie
Dansacademie Lucia Marthas vormt met haar Mbo-opleiding een onderdeel van het Lucia Marthas Institute for Performing Arts (ook wel afgekort als “LMIPA”). Binnen het LMIPA worden momenteel, naast deze Mbo-opleiding, vier vooropleidingtrajecten en drie Hbo-Bacheloropleidingen, waarvan een Associate Degree-opleiding Dans (hierna “AD Dans”), een Hbo-opleiding Dans en een Hbo-opleiding Docent Dans verzorgd. LMIPA heeft ervoor gekozen om het gehele curriculum in te delen in treden. Hiermee is de meer gebruikelijke indeling in jaren verlaten. Alle treden bij elkaar vormen een trap, waarbij trede één de jongste vooropleiding-groep is en trede 14 de laatste fase van de (nog in ontwikkeling zijnde) masteropleiding. Het Lucia Marthas Institute for Performing Arts wil een eigentijds, innovatief, laagdrempelig en multicultureel opleidingsinstituut zijn voor pop-, show-, urban- en musicalpodiumkunsten. Talent staat centraal. In een inspirerend klimaat halen gedreven studenten en bevlogen docenten het beste uit zichzelf en uit elkaar; als kunstenaar, als docent én als mens. Kortom, de missie van LMIPA luidt: Waar talent excelleert Binnen de Mbo-opleiding leidt Dansacademie Lucia Marthas podiumkunstenaars en docenten op voor het pop-, show-, urban- en musicalwerkveld. Dit werkveld vormt een belangrijk onderdeel van de hedendaagse podiumkunsten en heeft behoefte aan hoogopgeleide, breed inzetbare podiumkunstenaars. Het curriculum wordt voortdurend geijkt op de eisen die het werkveld aan afgestudeerden stelt en geeft hiernaast blijk van een duidelijke, eigen benadering van onderwijs en leren. Deze benadering heeft zich inmiddels bewezen, zoals blijkt uit de waardering van afgestudeerden, het werkveld, visiterende instellingen en de overheid. De visie, waarin DLM haar ambitie voor de toekomst verwoordt, luidt als volgt: DLM wil getalenteerde jongeren die geen (directe) toegang hebben tot een Hboopleiding Dans een kans bieden hun talent te ontwikkelen en daarmee de hofleverancier zijn van optimaal opgeleide krachten voor het Mbo-werkveld.
DLM/NP © 2014 Dansacademie Lucia Marthas
OER MBO Dansleider/Dans 2014/2015
5
0.4
Inleiding
De Tredentrap
Werkveld MBO
Werkveld Bachelor
Werkveld AD
Werkveld Master
14 13
10 9 9b 8 voortgezet onderwijs
12
12
11
11
10
Auditie
10 9
Auditie
8
7
8b
6
Auditie
5 4 Auditie
3 3b 2 basisonderwijs
2b 1 1b Auditie
Associate Degree
HBO
vooropleiding bb-h
dans
regulier
docent dans
vooroplediingbb-m
Master (i.o)
uitstroom
MBO Vooropleiding
doorstroom
DLM/NP © 2014 Dansacademie Lucia Marthas
OER MBO Dansleider/Dans 2014/2015
6
0.5
Inleiding
Organogram
HG Raad van Toezicht
MIPA Raad van Toezicht
Noorderpoort Raad van Toezicht
College van Bestuur
Bestuur
College van Bestuur
Algemeen directeur LMIPA Lucia Marthas Adviescommissie
SMR HG (School Medezeggenschapsraad)
Innovatieteam Rich Ascroft, Roemjana de Haan, Karin Haentjens, Robert Jan Kloppenburg, Lucia Marthas, Patrick Nahafahik, Corine Shlomo
AMROC HG (Medezeggenschapsraad / Opleidingscommissie)
Adjunct-directeur Chris v.d. Loop Teamleider LMIPA Groningen Caroline Banus Opleidingshoofdcoördinatoren Hbo Roemjana de Haan Mbo Corine Shlomo Vooropleiding & Leerbedrijf Chris v.d. Loop
Beleid/Marketing Karin Haentjens Robert Jan Kloppenburg
Examencommissie Hbo/Ad 1 Toetscommissie Hbo/Ad 2 Corine Shlomo (vz 1 & lid 2) Roemjana de Haan (vz 2 & lid 1) Karin Haentjens (secretaris) 1 Rich Ascroft 1 Harriët Bode 1 Peter Mak 1 & 2 James v.d. Velden 1
Examencommissie Mbo 1 Toetscommissie Mbo 2
Algemene commissie Lucia Marthas (voorzitter), Rich Ascroft, Caroline Banus, Harriët Bode, Roemjana de Haan, Chris v.d. Loop, Cora Ringelberg, Corine Shlomo, James v.d. Velden
Lucia Marthas (voorzitter) 1 Corine Shlomo (vz 2 & lid 1) Karin Haentjens (secretaris) 1 Roemjana de Haan 1 & 2 James v.d. Velden 2
Afdelings- en Domeincoördinatoren/Studieleiding Hbo algemeen: Roemjana de Haan Hbo AM: Roemjana de Haan Hbo GR: James v.d. Velden DT: James v.d. Velden OT: Corine Shlomo MT: Rich Ascroft TT: Roemjana de Haan TP: Rich Ascroft OP: James v.d. Velden BD: Roemjana de Haan Stages TP: Cora Ringelberg
Vo & Leerbedrijf alg.: Chris v.d. Loop Vbbh: Melaisa Illis Vbbm: Corine Shlomo Basis-sch: Chris v.d. Loop Vbbw: Harriet Bode Vo G: Henk Janssen Vo R: Jeffrey Stuut Vbbm/w/r: Kelly Timmers Leerbedrijf AM: Iris Lasry Leerbedrijf GR: Willemien Benjaminse
Mbo algemeen: Corine Shlomo DMT: Sundi Siere OTP: Sundi Siere/Saskia Gardien OTT: Corine Shlomo AO: Patrick Nahafahik BD: Corine Shlomo Stages OTP: Saskia Gardien & Derek Blok
0 ONDERWIJSONDERST. MEDEWERKERS
DLM/NP © 2014 Dansacademie Lucia Marthas
DOCENTEN (ook actief als lid van de beoordelingscommissies)
EXTERNEN (ook actief als lid van de beoordelingscommissies)
OER MBO Dansleider/Dans 2014/2015
7
1.
De opleiding
1.1
De opleiding
Typering, karakterisering en visie op onderwijs
De opleiding Mbo Dansleider/Dans heeft een eigen competentieprofiel en dient twee gelijkwaardige doelen: 1. Uitstroom: leerlingen opleiden om op Mbo-niveau in het werkveld aan de slag te gaan, waarbij het werkveld grofweg als volgt kan worden opgedeeld:
Dansleider Onderwijsassistent Dans Danser
Dankzij de ervaringen die DLM met het werkveld heeft, is zij goed in staat de eisen van het toekomstig werkveld in te schatten. Het curriculum is dan ook enerzijds gebaseerd op die eisen, anderzijds op de visie die DLM heeft op kunst en op kunstonderwijs. Voor de Mbo-opgeleide mensen is er een duidelijk werkveld: binnen de buurthuizen, naschoolse opvang en het recreatieve dansen ligt een groot werkterrein voor de dansleider. Maar ook als assistent van de dansdocent is er grote vraag naar Mbo-opgeleide mensen en tot slot zijn er veel dansers nodig in bijvoorbeeld dinershows en pretparken. 2. Doorstroom: geschikte leerlingen voorbereiden op de Bachelor Hbo-opleiding Dans of Docent Dans of Associate Degree Dans. Ook de eisen van een eventuele Hbo-vervolgopleiding zijn bij de totstandkoming van het curriculum meegenomen; gemiddeld stroomt tussen de 30 en 40% door naar Hboopleidingen. Contacturen Het onderwijs dat DLM aanbiedt wijkt in een aantal opzichten af van het reguliere middelbaar beroepsonderwijs. De opleiding wordt gekenmerkt door een groter dan gemiddeld aantal contacturen tussen docenten en leerlingen. Het spreekt voor zich dat naast het perfectioneren van de ambachtelijke vaardigheid en kennis, ook het aanleren van houding en kunstzinnigheid belangrijke elementen in de opleiding zijn. Daarnaast is er ruim aandacht voor het verstevigen van de algemene ontwikkeling van de leerling. Ook het aanleren van sociale vaardigheden, zelfreflectie en discipline is een belangrijk element in de opleiding. Leerlingen volgen in principe dezelfde niet-modulaire leerroute, waarbij succesvolle afsluiting van eerdere domeinonderdelen vereist is voordat latere domeinonderdelen kunnen worden gevolgd. Daarnaast is in het curriculum structurele ruimte ingeruimd voor de ontwikkeling van de eigen creativiteit van de leerling, die uiteindelijk in een lessituatie of in het theater zijn brood zal moeten verdienen. Stages Omdat het onderwijs sterk vak- en praktijkgericht is, zijn stages in het werkveld een integraal onderdeel van de opleiding. Dat houdt in dat leerlingen gedurende hun hele opleiding kortere en langere stages lopen, waarbij zij met zoveel mogelijk facetten van het werkveld kennismaken. Zie 7.1 voor meer informatie over stages.
DLM/NP © 2014 Dansacademie Lucia Marthas
OER MBO Dansleider/Dans 2014/2015
8
1.2
De opleiding
Competentiegericht curriculum
De inrichting van alle opleidingen binnen het Lucia Marthas Institute for Performing Arts is primair gebaseerd op de eisen die het werkveld en/of een eventuele vervolgopleiding aan afgestudeerden en gediplomeerden stelt. Het aangeboden onderwijs is gericht op de verwerving en verdere ontwikkeling van beroeps- en opleidingsrelevante competenties. Onder competentie wordt verstaan: Het duurzaam ontwikkelbare vermogen van een leerling om als dansleider, onderwijsassistent van een docent Dans of als danser in een eenvoudige productie binnen een relevante arbeidssituatie de gewenste prestatie te leveren. Wordt een competentie meestal gezien als een geheel van de elementen kennis, houding en vaardigheid, LMIPA heeft daar een voor het kunstonderwijs essentieel element aan toegevoegd: kunstzinnigheid.
1.3
De opleiding
Competentiegerichte beoordelingssystematiek
Het Mbo-curriculum behelst de treden 8 en 9. Trede 8 is onderverdeeld in trede 8B (basis) en trede 8. Trede 9 bestaat uit trede 9B. Per trede heeft DLM voor elk domeinonderdeel deelcompetenties gedefinieerd. Getoetst wordt of de leerling het vereiste competentieniveau heeft verworven dat is gespecificeerd voor de trede waarin hij zich bevindt. Omdat alle opleidingstrajecten binnen DLM onderdeel zijn van één groot competentieprofiel, wordt direct duidelijk wat bijvoorbeeld de verschillen en de aansluitingsmogelijkheden zijn tussen de Mbo- en Hbo-competenties. Zie voor een gedetailleerde beschrijving van alle tredencompetenties de Trededossiers. Bij een competentiegericht curriculum hoort uiteraard ook een competentiegerichte beoordelingssystematiek: iedere trede omvat een aantal domeinen, die op hun beurt weer een aantal domeinonderdelen bevatten. De domeinen hebben eind- en deelcompetenties (tredencompetenties). Leerlingen behalen niet langer een cijfer voor bijvoorbeeld het domeinonderdeel Ballet, maar zij halen hun domein Dans- en Musicaltechniek, waarin naast ballet ook nog een aantal andere verwante dans- en musicalvakken zit. Zie voor een volledige beschrijving van de beoordeling hoofdstuk 8 van deze OER.
DLM/NP © 2014 Dansacademie Lucia Marthas
OER MBO Dansleider/Dans 2014/2015
9
2.
Beroepscompetenties
2.1
Beroepscompetenties
Domeinen
In 2002 heeft het Netwerk Dans voor de Hbo-opleidingen Dans een aantal landelijke eindcompetenties geformuleerd. DLM heeft deze landelijke competenties vervolgens aan de eigen situatie aangepast en bijgebogen, zodat er een duidelijk eigen, maar landelijk stevig verankerd competentieprofiel ontstond. Vervolgens heeft DLM op basis van het eigen Hbo-profiel en in samenwerking met het werkveld eindcompetenties voor de Mbo-opleiding geformuleerd. Op deze manier wordt de leerling zowel voorbereid op het toekomstig Mbo-werkveld als op de eventuele Hbo-vervolgopleiding. Per trede zijn uiteraard tredencompetenties gedefinieerd die alle toewerken naar de eindcompetenties. Deze tredencompetenties staan geformuleerd in het Trededossier. De opleiding is onderverdeeld in vijf domeinen: 1. 2. 3. 4. 5.
Domein Dans- & Muziektheater (DMT) Domein Onderwijs- & Theater Theorie (OTT) Domein Algemene Ontwikkeling (AO) Brugdomein (BD) Domein Onderwijs- en Theater Praktijk (OTP)
Ieder domein behelst een aantal domeinonderdelen. Voor een aantal domeinonderdelen van het Brugdomein wordt geen eindexamen gedaan. Deze dienen ter ondersteuning van andere opleidingsonderdelen in andere domeinen en worden aldaar getoetst. Zie voor de precieze inhoud van de verschillende domeinonderdelen de Trededossiers.
2.2
Beroepscompetenties
Kerntaken vs. competenties
In onze ogen kan een structurele doorstroom van Mbo naar Hbo in het kunstvakonderwijs alleen worden gerealiseerd wanneer de Mbo- en Hbo-opleidingen op een gelijkwaardige grondslag worden ingericht. Vandaar ook dat DLM ervoor heeft gekozen voor een hybride inrichting van het kwalificatiedossier. De landelijke kerntaken en hun inrichting zijn zo duidelijk zichtbaar en toetsbaar en aansluiting op onze Hboopleiding blijft gewaarborgd.
DLM/NP © 2014 Dansacademie Lucia Marthas
OER MBO Dansleider/Dans 2014/2015 10
2.3
Beroepscompetenties Kerntaken, werkprocessen en competenties In onderstaande tabellen is per landelijke kerntaak te zien welke werkprocessen er plaatsvinden: 1
2
3
Creëert en onderhoudt het eigen werkveld 1.1
Legt en onderhoudt contacten
1.2
Verwerft opdrachten
1.3
Voert administratieve werkzaamheden uit
1.4
Werkt mee aan publiciteit en aan promotionele activiteiten
1.5
Organiseert (kleine) podiumpresentaties
1.6
Verzorgt workshops
Bereidt de voorstelling/uitvoering voor 2.1
Maakt of een muziekstuk, of een choreografie, of een act
2.2
Zet ideeën, concepten en/of scripts om in een voorstelling/concrete producten
2.3
Repeteert materiaal en eigen inbreng individueel
2.4
Repeteert in groepsverband
Zet de voorstelling/uitvoering neer 3.1
Bereidt zich voor op de voorstelling/uitvoering van producten
3.2
Voert de voorstelling of uitvoering uit/levert de producten op
3.3
Evalueert de voorstelling/producten
3.4
Mixt en regelt geluid af
DLM/NP © 2014 Dansacademie Lucia Marthas
OER MBO Dansleider/Dans 2014/2015 11
2.4
Beroepscompetenties
Competenties
Tijdens de kerntaken en werkprocessen worden de volgende competenties getoetst: A Beslissen en activiteiten initiëren B Aansturen C Begeleiden D Aandacht en begrip tonen E Samenwerken en overleggen F Ethisch en integer handelen G Relaties bouwen en netwerken H Overtuigen en beïnvloeden I
Presenteren
J
Formuleren en rapporteren
K Vakdeskundigheid toepassen L
Materialen en middelen inzetten
M Analyseren N Onderzoeken O Creëren en innoveren P Leren Q Plannen en organiseren R Op de behoeften en verwachtingen van de ‘klant’ richten S Kwaliteit leveren T Instructies en procedures opvolgen U Omgaan met verandering en aanpassen V Met druk en tegenslag omgaan W Gedrevenheid en ambitie tonen X Ondernemend en commercieel handelen Y Bedrijfsmatig handelen
De wijze waarop het aanleren van de bovenstaande kerntaken c.q. de verwerving van de bovenstaande competenties worden getoetst is vastgelegd in het ExamenDossier Mbo (Proeve van Bekwaamheid).
2.5
Beroepscompetenties
Eindcompetenties per domein
In de volgende tabellen staat beschreven welke eindcompetenties er per domein worden getoetst.
DLM/NP © 2014 Dansacademie Lucia Marthas
OER MBO Dansleider/Dans 2014-2015
12
2.5.1 Beroepscompetenties
Domein Dans- & Muziektheater
Eindcompetenties:
Domeinonderdelen:
Ambachtelijk De gediplomeerde maakt in zijn werkzaamheden vakbekwaam en professioneel gebruik van een breed scala aan instrumentele vaardigheid en ambachtelijke kennis.
Ballet Ballet is de basis waarop alle andere danstechnieken voortbouwen. Contemporary Contemporary is een zelfstandige danstechniek, waarbij creativiteit ontwikkeling en innovatie binnen de dans centraal staan.
Analytisch De gediplomeerde weet dansbewegingen Ensemblezang/koorzang Ensemblezang dient als basis voor het te ontleden. domeinonderdeel Song and Dance. Koorzang is een uibreiding van Ensemblezang waarbij het Artistiek kerndoel meerstemmigheid is. De gediplomeerde geeft artistieke invulling aan kunstzinnige opdrachten en Improvisatie/acteren geeft creatief vorm aan eenvoudige Improvisatie/acteren heeft als doel de leerling te danscombinaties. ondersteunen binnen zijn uitingen van kunstzinnigheid. Daarbij heeft het ook als doel de Assimilerend basis te leggen op een eventuele vervolgopleiding De gediplomeerde legt verband tussen binnen de performing arts. zijn kennis en vaardigheid. Jazzdans Jazzdans dient als basis voor de pop-,show- , Creërend musical- en urbandanstechniek, maar is ook een De gediplomeerde heeft een persoonlijke zelfstandige danstechniek. en artistieke bewegingstaal. Moderne Dans Moderne Dans dient als basis voor de pop-, show Lerend en jazzdans, maar is ook een zelfstandige De gediplomeerde leert graag, houdt danstechniek. kennis en vaardigheid op peil en blijft deze verbeteren en vernieuwen. PopShowMusicalUrban-dans PopShowMusicalUrban-dans is een verzamelnaam Professioneel voor verschillende traditionele en hedendaagse van De gediplomeerde heeft een duidelijk oorsprong niet-academische dansvormen die zijn beroepsethos ontwikkeld, zowel in de ontstaan vanaf het einde van de 19e eeuw. context van zijn toekomstige werkveld als Song & Dance/Musical van een eventuele doorstroom naar het In het studieonderdeel Song & Dance/Musical Hbo. komen de onderdelen dans en zang samen. Reflectief De gediplomeerde kijkt kritisch naar zichzelf en onderneemt zonodig verbeteracties. Samenwerkend De gediplomeerde werkt constructief samen met anderen.
Tapdans Tapdans dient als basis voor de pop-, show-, musical- en urbandans, maar is ook een zelfstandige danstechniek. Theatre Latin Standard Dans (TLSD) TLSD is een onderdeel van het ballroomdansen en een verzamelnaam voor verschillende dansen die zijn ontstaan uit traditionele niet-academische dansvormen, die vervolgens vanaf het begin van de 20ste eeuw gestandaardiseerd zijn tot zelfstandige danstechnieken. Urban Dance Trend Urban Dans behelst op zichzelf staande danstechnieken, die voortdurend aan vernieuwing en verandering onderhevig zijn.
DLM/NP © 2014 Dansacademie Lucia Marthas
OER MBO Dansleider/Dans 2014-2015
13
2.5.2 Beroepscompetenties
Domein Onderwijs- & Theater Theorie
Eindcompetenties:
Domeinonderdelen:
Analytisch De gediplomeerde analyseert in grote lijnen tijd, stijl en vorm op basis van zijn theoretische kennis.
Communicatie en Sociale Vaardigheden De theoretische basisprincipes van de intermenselijke communicatie staan centraal bij dit domeinonderdeel. Ook wordt er heel veel aandacht besteed aan normen en waarden, alsmede planning en omgangsvormen.
Assimilerend De gediplomeerde is zich bewust van het verband tussen zijn kennis en de toepassing Culturele en Kunstzinnige Vorming (CKV) daarvan. Bij CKV wordt ingegaan op de grote lijnen van de kunst-, muziek- en popgeschiedenis en Communicatief wordt de dans- en musicalgeschiedenis in De gediplomeerde verwoordt op duidelijke historisch perspectief geplaatst. wijze het eigen handelen. Didactiek/Methodiek Lerend Bij Didactiek/Methodiek wordt ingegaan op de De gediplomeerde leert graag, houdt kennis principes van het lesgeven en het assisteren en vaardigheid op peil en blijft deze binnen de disciplines PopShowMusicalUrbanverbeteren. dans en aerobic/workouts. Bovendien omvat het de zelfstandige ontwikkeling en uitvoering van Ondernemend leer- en lesplannen ten behoeve van urban De gediplomeerde beschikt over de dans en aerobic/workouts. theoretische kennis om onder aansturing invulling te geven aan onderwijs- en Mens- en Bewegingskunde leerprocessen. Mens- en Bewegingskunde omvat een basale kennis van anatomie van het bewegings- en Pedagogisch stemapparaat en relevante EHBODe gediplomeerde levert op basis van zijn vaardigheden. theoretische kennis een bijdrage aan het scheppen van een veilige, stimulerende, Muziektheorie effectieve en respectvolle leeromgeving. Muziektheorie gaat in op de theoretische aspecten van de muziek en plaatst relevante Professioneel muziekstromen in historisch perspectief. De gediplomeerde heeft een duidelijk beroepsethos ontwikkeld, zowel in de context Pedagogiek Theorie van zijn toekomstige werkveld als van een Pedagogiek Theorie omvat de relevante eventuele doorstroom naar het Hbo. algemene onderwijskundige principes ten behoeve van het dansleiderschap en Reflectief onderwijsassistentschap Dans. De gediplomeerde kijkt kritisch naar zichzelf en onderneemt zo nodig verbeteracties. Samenwerkend De gediplomeerde werkt constructief samen met anderen.
DLM/NP © 2014 Dansacademie Lucia Marthas
OER MBO Dansleider/Dans 2014-2015
14
2.5.3 Beroepscompetenties Eindcompetenties:
Domein Algemene Ontwikkeling Domeinonderdelen:
Analytisch De gediplomeerde maakt in zijn werkzaamheden vakbekwaam gebruik van degelijke cognitieve basis.
Engels De gediplomeerde beheerst het algemeen Engels waarbij het taalgebruik zich zowel op het generieke als het beroepsgerichte deel richt. Het beroepsgerichte deel wordt Assimilerend “Performing English” genoemd. Het vereiste De gediplomeerde koppelt kennis en beheersingsniveau voor de vaardigheden vaardigheid. luisteren, lezen, schrijven, gesprekken voeren en spreken is niveau B2 voor het onderdeel Lerend luisteren en B1 voor de andere onderdelen. De gediplomeerde leert graag, houdt kennis en Dit is gerelateerd aan het Referentiekader vaardigheid op peil en blijft deze verbeteren en Moderne Vreemde Talen. vernieuwen. Loopbaan en Burgerschap Omgevingsgericht Dit domeinonderdeel is landelijk verplicht voor De gediplomeerde heeft belangstelling voor en het gehele Mbo. De doelstelling is om de neemt kennis van wat er in de wereld gebeurt. leerling voor te bereiden op het leven in de huidige samenleving in sociaal-economische Professioneel zin. De gediplomeerde heeft een sterk beroepsethos ontwikkeld, zowel in de context Nederlands van zijn toekomstige werkveld als van een Het vak Nederlands richt zich op de wettelijk eventuele doorstroom naar het Hbo. vastgelegde referentieniveaus voor Mboleerlingen voor zowel het generieke als Reflectief beroepsgerichte deel. Het beroepsgerichte De gediplomeerde kijkt kritisch naar zichzelf en deel wordt “Performing Dutch” genoemd. De onderneemt zo nodig verbeteracties. taalvaardigheidseisen richten zich op de eisen voor een beginnend beroepsbeoefenaar en tevens op de mogelijke doorstroom naar het vervolgonderwijs. Naast leesvaardigheid, mondelinge taalvaardigheid en schrijfvaardigheid komen de traditionele onderdelen aan bod zoals spellen, formuleren, briefconventies en argumenteren. Ook is er ruime aandacht voor uitbreiding van de woordenschat. Het vereiste beheersingsniveau voor de vaardigheden luisteren, lezen, schrijven, gesprekken voeren en spreken is niveau 3F. Rekenen Ook het vak Rekenen richt zich op de wettelijk vastgelegde referentieniveaus voor Mboleerlingen voor zowel het generieke als het beroepsgerichte deel. Het beroepsgerichte deel wordt “Performing Rekenen” genoemd Het vereiste beheersingsniveau voor de vaardigheden van de domeinen getallen, verhoudingen, meten en meetkunde en verbanden is 3F.
DLM/NP © 2014 Dansacademie Lucia Marthas
OER MBO Dansleider/Dans 2014-2015
15
2.5.4 Beroepscompetenties
Brugdomein
Eindcompetenties:
Domeinonderdelen:
Ambachtelijk De gediplomeerde maakt in zijn werkzaamheden vakbekwaam en professioneel gebruik van een breed scala aan instrumentele vaardigheden en ambachtelijke kennis.
Acrobatiek Acrobatiek helpt bij het optimaliseren van de fysieke ontwikkeling en de acrobatische vaardigheden. Acrobatiek is ondersteunend voor de pop-, show-, urban- en musicaldanstechniek.
Assimilerend De gediplomeerde is zich bewust van het verband tussen zijn kennis en de toepassing daarvan.
BHV In dit domeinonderdeel behaalt de leerling een erkend BHV certificaat.
Lerend De gediplomeerde leert graag, houdt kennis en vaardigheid op peil en blijft deze verbeteren en vernieuwen.
Frans Bij het domeinonderdeel Frans staan de Franse ballettermen centraal, zowel de vertaling hiervan als het schrijven en uitspreken.
Professioneel De gediplomeerde heeft een duidelijk beroepsethos ontwikkeld, zowel in de context van zijn toekomstige werkveld als van een eventuele doorstroom naar het Hbo.
Maatonderdeel Domeinonderdelen die niet standaard in het lesprogramma zijn opgenomen, maar afhankelijk van wat leerlingen nog nodig hebben zullen onder het maatonderdeel opgenomen worden. Voorbeelden van Reflectief maatonderdelen zijn bijvoorbeeld De gediplomeerde kijkt kritisch naar zichzelf en improviseren/acteren, stemcoaching en onderneemt zo nodig verbeteracties. zangtechniek. Samenwerkend De gediplomeerde werkt constructief samen met anderen.
Opleidingsbegeleiding De leerlingen worden, in samenwerking met andere leerlingen of individueel, begeleid in hun opleidingsloopbaan,projecten, stages en portfolio’s. Werkveldoriëntatie Werkveldoriëntatie heeft als doel onder begeleiding inzicht te verschaffen in alle aspecten van het toekomstig werkveld, inclusief werknemerschap en ondernemerschap.
D
DLM/NP © 2014 Dansacademie Lucia Marthas
OER MBO Dansleider/Dans 2014-2015
16
e 2.5.5 Beroepscompetenties Eindcompetenties:
Domein Onderwijs- & Theaterpraktijk Pedagogisch De gediplomeerde levert op basis van zijn kennis en vaardigheid een bijdrage aan een veilige, stimulerende, effectieve en respectvolle leeromgeving.
Ambachtelijk De gediplomeerde maakt in zijn werkzaamheden vakbekwaam en professioneel gebruik van een breed scala aan instrumentele vaardigheden en Reflectief ambachtelijke kennis. De gediplomeerde kijkt kritisch naar zichzelf en onderneemt zo nodig verbeteracties. Analytisch De gediplomeerde weet dansbewegingen Samenwerkend te ontleden. De gediplomeerde werkt constructief samen met anderen. Artistiek De gediplomeerde geeft artistieke Domeinonderdelen: invulling aan kunstzinnige opdrachten en geeft creatief vorm aan eenvoudige Eindstage danscombinaties. Dit onderdeel brengt alle geleerde theorie- en praktijkonderdelen bij elkaar. Assimilerend De gediplomeerde is zich bewust van het Lesgeven/Workshops verband tussen zijn kennis en de Lesgeven/Workshops omvat een choreografie voor toepassing daarvan. kinderen/jeugd en een individuele presentatie lesgeven. Communicatief De gediplomeerde kan in gesprekken Project CIS met derden de eigen mening adequaat Het Project CIS omvat een groepspresentatie eigen verwoorden en heeft respect voor de vaardigheid en een individuele presentatie naar mening van zijn gesprekspartners. keuze (zang/dans/spel). Creërend Project Integratie De gediplomeerde heeft een persoonlijke Het Project Integratie bevat de uitvoering van een en artistieke bewegingstaal. voorstelling onder leiding van diverse choreografen/regisseurs, waarbij zoveel mogelijk Lerend domeinonderdelen van alle domeinen geïntegreerd De gediplomeerde leert graag, houdt zijn tot een samenhangend geheel. kennis en vaardigheid op peil en blijft deze verbeteren en vernieuwen. Projecten Kerntaken 1/2/3 In de projecten Kerntaken 1/2/3 wordt de leerling Omgevingsgericht voorbereid op de landelijke kwalificaties. De gediplomeerde heeft belangstelling voor en neemt kennis van wat er in zijn Praktijk Onderwijs omgeving gebeurt en vertaalt dit naar zijn Deze stages bieden mogelijkheden om bij een beroepscontext. docent ervaring op te doen als onderwijsassistent. Ondernemend De gediplomeerde beschikt over de theoretische kennis om onder aansturing invulling te geven aan onderwijs- en leerprocessen.
Project Onderwijs en Theater Praktijk (OTP) Dit project biedt mogelijkheden om als dansleider, deels onder supervisie en deels zelfstandig, lessen in pop-, show-,musical- en urban dans en aerobic/workouts te verzorgen.
Professioneel De gediplomeerde heeft een duidelijk beroepsethos ontwikkeld, zowel in de context van zijn toekomstige werkveld als van een eventuele doorstroom naar het Hbo.
Praktijk Podium Tijdens Praktijk Podium doen leerlingen als danser, deels onder supervisie en deels zelfstandig, podiumervaring op.
DLM/NP © 2014 Dansacademie Lucia Marthas
OER MBO Dansleider/Dans 2014-2015
17
3.
Opbouw van de opleiding
3.1
Opbouw van de opleiding
Vooropleiding
Iemand, die van dans zijn beroep wil maken moet vroeg beginnen. De opleiding Mbo Dansleider/Dans is dan ook niet los te zien van een adequaat vooropleidingtraject. Samen met het Gerrit van der Veen College en het Zuiderlicht College in Amsterdam en het Thorbecke Voortgezet Onderwijs in Rotterdam biedt Lucia Marthas Institute for Performing Arts een met het voortgezet onderwijs geïntegreerde vooropleiding aan. Leerlingen van deze vooropleiding volgen naast hun voortgezet onderwijs lessen binnen de muren van LMIPA. Daarnaast heeft LMIPA een niet-geïntegreerd vooropleidingstraject, waarbinnen leerlingen met name in het weekend les volgen aan LMIPA. Voor meer informatie over de verschillende vooropleidingstrajecten zie de OER Vooropleiding.
3.2
Opbouw van de opleiding
Opbouw Mbo-opleiding
De opleiding Mbo Dansleider/Dans bestaat uit vier treden. In de praktijk komt het begrip trede meestal overeen met het begrip jaar. De normale leerroute is als volgt: Trede 8B (af te ronden in maximaal twee jaar) Trede 8 Trede 9B Elke trede heeft een geheel eigen thema en doel: De functie van trede 8B is oriëntatie, vormen, wennen en leren kennen. In de loop van trede 8B ontdekt de leerling, samen met zijn docenten, de antwoorden op de volgende drie vragen: Kan ik het? Vind ik het leuk? Wil ik het? Tijdens trede 8B wordt gewerkt aan: De aanleg van een methodische, technische, cognitieve en artistieke bodem, waarop in de latere treden wordt voortgebouwd; De oriëntatie op het beroepenveld; De beslissing, in samenspraak met de docenten, welke opleiding wellicht beter bij de leerling past wanneer blijkt dat de antwoorden op een of meer van de vragen Kan ik het? Vind ik het leuk? en Wil ik het? negatief is. De functie van trede 8 is verbreding, verdieping en ontwikkeling. Tijdens trede 8 wordt gewerkt aan: Het verbreden van de in trede 8B aangebrachte technische, cognitieve en artistieke bodem; Het verbeteren van het fysiek instrument; Het onder begeleiding opdoen van praktijkervaring. De functie van trede 9B is beslissen, optimalisering en afronding. Tijdens trede 9B wordt gewerkt aan: Het optimaliseren van de kwaliteit van alle in eerdere treden verworven Kennis, Vaardigheid, Houding en Kunstzinnigheid; Het zowel begeleid als zelfstandig ervaring opdoen in het werkveld, leren reflecteren op opleiding, werkveld en de eigen rol hierbij. Voor de gehele opleiding Mbo Dansleider/Dans geldt:
DLM/NP © 2014 Dansacademie Lucia Marthas
OER MBO Dansleider/Dans 2014-2015
18
3.3
De opleiding is een voltijdse opleiding; De opleiding kent geen interne differentiaties; De opleiding kent geen kent aparte stageperiode, maar heeft de stages geïntegreerd in de drie treden van de opleiding.
Opbouw van de opleiding
Versnelde opleidingsroute
Bepaalde categorieën leerlingen kunnen in de gelegenheid gesteld worden één of meerdere treden over te slaan. Ook kan op grond van de auditieresultaten besloten worden een leerling in een hogere trede dan 8B in te laten stromen. Leerlingen die in aanmerking kunnen komen voor een versneld traject zijn:
Leerlingen die tijdens een trede een zeer grote en snelle ontwikkeling doormaken; Leerlingen die elders de benodigde competenties voor een bepaalde trede al hebben verworven.
De beslissing of iemand in aanmerking komt voor een versneld traject ligt onverkort bij de examencommissie, in samenspraak met de algemene commissie.
3.4
Opbouw van de opleiding
Wijzigingen en aanpassingen
Bij een opleiding die de eisen van het werkveld continu en scherp in het vizier houdt en bovendien een volstrekt nieuwe opleiding is, is het niet meer dan logisch dat het curriculum mee verandert met de veranderende eisen van dat werkveld. Domeinonderdelen worden, soms op korte termijn, aangepast of aangescherpt. Indien zich wijzigingen voordoen in het curriculum waardoor uit dit curriculum onderdelen vervallen en/of worden vervangen, beslist de algemene commissie in overleg met de leerling op welke wijze hij de gelegenheid krijgt aan zijn verplichtingen te voldoen.
DLM/NP © 2014 Dansacademie Lucia Marthas
OER MBO Dansleider/Dans 2014-2015
19
4.
Opleidingsprogramma
4.1
Opleidingsprogramma
De domeinen
Het opleidingsprogramma is opgebouwd uit vijf domeinen, die op hun beurt weer opgebouwd zijn uit een aantal verwante domeinonderdelen. 1. Domein Dans- & Muziektheater In dit domein staat de beheersing van de danstechnische vakken centraal, waarbij ballet de technische basis vormt voor alle andere domeinonderdelen uit dit domein. De dansvakken worden, in principe, met behulp van diverse methodes aangeleerd en daarnaast is er bij de invulling van de lessen ruimte voor de methodische inzichten van de individuele docent. 2. Domein Onderwijs & Theater Theorie De domeinonderdelen van dit domein geven de leerling een basale kennis van de theoretische achtergronden van het toekomstig werkveld. Bovendien dragen de domeinonderdelen bij tot verbreding en verdieping van de algemene ontwikkeling van de leerling. 3. Domein Algemene Ontwikkeling In dit domein ontwikkelt de leerling zich vooral op cognitief gebied en leert hij zich openstellen voor kennis en vaardigheid, die al dan niet direct met kunst te maken hebben, maar die hem in de context van beroep en maatschappij zullen helpen beter te functioneren.
4.2 eed
4.
Brugdomein Alle domeinonderdelen van dit domein hebben als doel de domeinonderdelen van andere domeinen te ondersteunen en te faciliteren.
5.
Onderwijs & Theater Praktijk In dit domein maakt de leerling onder andere door middel van stages, oriëntaties en werkbezoeken kennis met zijn toekomstig werkveld. De onderwijs- en theaterstages zijn steeds op een niveau dat past bij de opleidingsfase waarin de leerling zich bevindt. In het kader van het domeinonderdeel werkveldoriëntatie maakt de leerling kennis met alle mogelijke vormen van kunst en kunstuitingen en een breed werkveld.
Opleidingsprogramma
Studielast-tabellen
Op de volgende pagina’s zijn per trede de domeinonderdelen met hun studielast in overzicht gezet.
DLM/NP © 2014 Dansacademie Lucia Marthas
OER MBO Dansleider/Dans 2014-2015
20
4.2.1 Opleidingsprogramma
8B
Domeinonderdelen Ballet
DMT
Ensemblezang Jazzdans Moderne Dans/ Contemporary PopShowMusicalUrbandans Tapdans TLSD Urban Dance Trend
SubT
OTT
CKV Communicatie &Sociale vaardigheden Didaktiek/Methodiek Muziektheorie
SubT
AO
Engels/Performing English Loopbaan & Burgerschap Nederlands/Performing Dutch Rekenen/Performing Rekenen AO module
SubT BD
Opleidingsbegeleiding Werkveldoriëntatie Maatonderdeel
SubT OTP
Praktijk Onderwijs/OTP Praktijk Podium Project Integratie Project Kerntaken 1/2/3
SubT TOT
DLM/NP © 2014 Dansacademie Lucia Marthas
Studielast Trede 8B
Contact uren
Zelfst andig
Toets perio de A/B
Toets perio de C/D
ECTS 1/2
ECTS 3/4
ECT S Tot.
5
9
14
97,5 32,5 32,5 32,5 37 65 26 32,5 32,5 351 32,5
37
26 32,5 26 117 52 26 78
45 45
Continuous assessment
2
2
Continuous assessment 3
3
2
4
6
4
4
5
6
11
2
2
4
39
Continuous assessment / Praktijkevaluatie 1 2
4
11
15
214
22
18
65
52 26 234 32 26 26 84 50 64 225 39 378 1164
66 28 28 39
32
50
OER MBO Dansleider/Dans 2014-2015
21
4.2.2 Opleidingsprogramma
8
DMT
Domeinonderdelen Ballet Ensemblezang Jazzdans Moderne Dans/Contemporary PopShowMusicalUrbandans Tapdans TLSD Urban Dance Trend Acrobatiek
SubT OTT
Didaktiek/Methodiek Mens- en Bewegingskunde Muziektheorie Pedagogiek Theorie
SubT
AO
Engels/Performing English Loopbaan & Burgerschap Nederlands/Performing Dutch Rekenen/Performing Rekenen AO module
Studielast Trede 8
Contact uren
26 32,5 32,5 26 377 32,5 39 26 26 123,5 52 26 78
Praktijk Onderwijs/OTP Praktijk Podium Project Integratie Project Kerntaken 1/2/3
DLM/NP © 2014 Dansacademie Lucia Marthas
ECTS 3/4
ECTS Tot.
39
2
2
6
9
15
3
3
2
4
6
38,5 38,5
66
Continuous assessment
52
1183,5
OTP
Continuous assessment
65
TOT
SubT
39
ECTS 1/2
32,5
SubT
BD
Frans Opleidingsbegeleiding Werkveldoriëntatie
Toetspe Toetspe riode riode A/B C/D
97,5 32,5 32,5
26 234 26 32 13 71 50 64 225 39 378
SubT
Zelf stan dig
66
4
4
5
6
11
1
1
1
2
3
4
11
15
18
32
50
11 11 39 39 193,5
Continuous assessment / Praktijk-evaluatie 1
2 23
OER MBO Dansleider/Dans 2014-2015
22
4.2.3 Opleidingsprogramma
9B
Domeinonderdelen
DMT
Ballet/Spitzen Jazzdans Moderne dans/ Contemporary PopShowMusicalUrbandans Song & Dance/Musical Urban Dance Trend
SubT
AO
Engels/Performing English Nederlands/Performing Dutch Rekenen/Performing Rekenen
SubT
Studielast Trede 9B
Contact uren
32,5 32.5 325
4
© 2014 Dansacademie Lucia Marthas
ECTS 3/4
ECTS Tot.
35
2
2
5
8
13
10
6
0
1
1
4
4
8
6
4 10
0
32,5
1260,5
DLM/NP
ECTS 1/2
4
TOT
OTP
Eindstage Lesgeven/workshops OTP portfolio deel 2 Project CIS Project Integratie
Continuous assessment
78
SubT
SubT
35
32,5
78 32 13 32,5 188 450 14 14 32,5 225 735,5
BD
Toetspe Toetspe riode riode A/B C/D
117 32,5
12 Improvisatie/acteren DMT Maatonderdeel Opleidingsbegeleiding Werkveldoriëntatie Zang DMT
Zelf stan dig
36
Continuous assessment
36
0
0
40,5
Continuous assessment / Praktijkevaluatie
40,5
8
10
18
28
121,5
18
19
33
50
OER MBO Dansleider/Dans 2014-2015
23
4.3
Opleidingsprogramma
Overgangsregelingen
Om onbeperkt toegelaten te worden tot een volgende trede, dienen alle domeinen uit de voorafgaande trede met een voldoende afgesloten te zijn.
4.4
Opleidingsprogramma
Vrije keuzepunten
DLM kent -vooralsnog- geen vrije keuzepunten, maar biedt wel een aantal maatonderdelen aan, die echter niet volledig vrij zijn.
4.5
Opleidingsprogramma
Opleidingsbegeleiding
DLM kent een intensief begeleidingstraject. In alle treden in het rooster is ruimte gecreëerd voor opleidingsbegeleiding.
4.6
Opleidingsprogramma
Aanwezigheidsplicht
Deelname aan het onderwijs is verplicht. Indien een leerling om een bijzondere reden niet aanwezig kan zijn, meldt hij of zijn ouders/verzorgers (bij jongeren onder de 18 jaar) dit telefonisch via de receptie/het secretariaat (Amsterdam: 020-6261370, Groningen: 050-5955454) en per email bij zijn studiebegeleider. Als het erop lijkt dat de leerling langdurig afwezig zal zijn wegens ziekte, neemt de ouder/verzorger contact op met de studiebegeleider in verband met afspraken over de studievoortgang. Er kan een schriftelijke verklaring van een arts, Arbodienst of GGD gevraagd worden. Voor onvoorziene persoonlijke omstandigheden (zoals ziekte, doktersafspraken, OV) geldt dat leerlingen per periode maximaal 10% van de contacturen mogen missen. Indien een leerling meer dan 10% van de lessen mist op grond van aantoonbare onvoorziene omstandigheden, dan beslist de algemene commissie in samenspraak met de examencommissie op welke wijze de betrokken leerling de gemiste contacturen kan inhalen. Niet-gemelde absentie wordt beschouwd als ongeoorloofd verzuim en moet door DLM worden gemeld aan de leerplichtambtenaar en RMC medewerker. De algemene commissie bekijkt in samenspraak met de examencommissie per geval wat de gevolgen voor de opleidingsvoortgang van de betrokken leerling zullen zijn.Dit kan in bepaalde gevallen leiden tot schorsing c.q. verwijdering van school. Ook absentie tijdens stages worden gemeld. Gemiste toetsen, examens, stages e.d. moeten in overleg met de betrokken docenten worden ingehaald.
4.7
Opleidingsprogramma
Vrijstellingen
Wanneer een leerling kan aantonen dat hij elders al de benodigde competenties heeft verworven, kan hij in aanmerking komen voor vrijstelling van bepaalde domeinonderdelen. De beslissing of een leerling daadwerkelijk in aanmerking komt voor een vrijstelling ligt onverkort bij de examencommissie.
DLM/NP © 2014 Dansacademie Lucia Marthas
OER MBO Dansleider/Dans 2014-2015
24
5.
Toelating
5.1
Toelating
Vooropleidingseisen
Officieel is voor een niveau 4 opleiding Vmbo-t of -k vereist, maar DLM neemt, bij groot talent, bij wijze van uitzondering ook leerlingen aan van andere Vmbo-opleidingen. Een positieve uitslag naar aanleiding van een cognitieve toelatingstest is dan een van de voorwaarden voor aanname. DLM stelt geen eisen aan het vakkenpakket van de toekomstige leerling. Er kunnen wel extra domeinonderdelen verplicht worden gesteld.
5.2
Toelating
Deficiënte vooropleiding
In principe worden kandidaat-leerlingen die niet over een Vmbo-diploma beschikken, niet aangenomen. Echter, in het geval van uitzonderlijk talent kan hierop een uitzondering worden gemaakt. Zij dienen dan wel naast auditie een uitgebreide cognitieve toelatingstest te doen.
5.3
Toelating
Auditieregeling
Toelating tot de opleiding Mbo Dansleider/Dans vindt plaats door middel van audities. De audities zijn in principe voor iedereen met een voldoende vooropleiding en niet ouder dan 19 jaar toegankelijk. Kandidaat-leerlingen melden zich schriftelijk aan bij de toelatingscommissie van DLM in Amsterdam of Groningen. De audities bestaan uit twee rondes. Auditanten krijgen tijdens de auditierondes les in een aantal dansdisciplines, waarbij het lesmateriaal bestaat uit materiaal dat behoort tot trede 7, dat wil zeggen de treden direct voorafgaande aan trede 8b. De docenten die de lessen geven nemen niet deel aan het beoordelingsproces. Eerste ronde: De deelnemers volgen auditielessen in PopShowMusicalUrban-dans, Streetdans, Hiphop, Ballet en Zang. Op basis van de resultaten van de eerste ronde worden deelnemers al dan niet toegelaten tot de tweede ronde. De geselecteerden krijgen schriftelijk bericht; de niet-geselecteerden krijgen mondeling bericht. Tweede ronde: De deelnemers volgen wederom auditielessen in PopShowMusicalUrban-dans, Streetdans, Hiphop, Ballet en Zang. Daarnaast zal er een intakegesprek plaatsvinden en worden de deelnemers getest op Nederlands, Engels, Rekenen en Algemene Ontwikkeling. De geselecteerden krijgen schriftelijk bericht; de niet-geselecteerden krijgen mondeling of schriftelijk bericht. Medische keuring: Om definitief toegelaten te worden tot de opleiding volgt nog een medische keuring door een door de opleiding aangewezen arts.
DLM/NP © 2014 Dansacademie Lucia Marthas
OER MBO Dansleider/Dans 2014-2015
25
5.4
Toelating
Beoordeling toelatingscommissie
De toelatingscommissie wordt samengesteld uit leden van de directie, de algemene commissie en de studieleiding. Tijdens de auditierondes wordt de kandidaat-leerling competentiegericht beoordeeld, op basis van de vier competentie-aspecten: Kennis
Vaardigheid
Houding
Kunstzinnigheid
5.5
Algemene ontwikkeling Opnemen & verwerken van correcties Vormbaarheid Fysieke geschiktheid Danstechniek Muzikaliteit Natuurlijke bewegingscoördinatie Gevoel voor ruimte Interesse Motivatie Gretigheid Communicatie Algehele artisticiteit Dansgevoeligheid Persoonlijkheid Creativiteit
Toelating
Onderwijsovereenkomst
Indien de leerling wordt toegelaten tot de opleiding Mbo Dansleider/Dans sluit hij een overeenkomst af, de zogenaamde onderwijsovereenkomst als bedoeld in artikel 8.3.1 van de Wet op Educatie en Beroepsonderwijs (WEB). Dit is een overeenkomst waarin de rechten en plichten van de deelnemer en de onderwijsinstelling staan vermeld.
5.6
Toelating
Vrijwillige bijdrage
De leerling kan per trede een bedrag ter hoogte van € 200,- betalen. Deze bijdrage is vrijwillig en dus niet verplicht. De vrijwillige bijdrage wordt besteed aan extra activiteiten buiten het normale onderwijsprogramma, waarvoor de lesgelden en cursusgelden bestemd zijn. Hieronder vallen onder andere readers, kopiëerkosten en de studiereis. Indien de leerling ervoor kiest de vrijwillige bijdrage niet te betalen moeten deze kosten apart worden voldaan.
DLM/NP © 2014 Dansacademie Lucia Marthas
OER MBO Dansleider/Dans 2014-2015
26
6.
Opleidingsadvies
6.1
Opleidingsadvies
Bindend opleidingsadvies tijdens trede 8B
Trede 8B kent een uitgebreide en intensieve opleidingsbegeleiding. 1. Eerste advies In december krijgen de leerlingen op basis van de resultaten van hun decembertentamens een voorlopig, schriftelijk opleidingsadvies, dat met de leerling in een persoonlijk gesprek wordt toegelicht. 2. Tweede advies In maart krijgen de leerlingen een schriftelijke indicatieve evaluatie, gebaseerd op de mate waarin hij verbetering heeft bereikt sinds december en de inschatting van zijn vormbaarheid en groeimogelijkheden door zijn docenten. Waar nodig wordt het advies in een gesprek met de leerling toegelicht en wordt met hem besproken op welke wijze hij zich kan verbeteren. Wanneer het ernaar uitziet dat een leerling niet aan de gestelde eisen zal kunnen voldoen wordt hij hiervan in een aparte brief schriftelijk op de hoogte gesteld. 3. Definitief advies In juni/juli krijgen de leerlingen een afsluitend schriftelijk opleidingsadvies. Een bindend advies wordt in principe gegeven aan leerlingen die onvoldoende ECTS credits (dat wil zeggen minder dan 35 ECTS) hebben behaald. Daarbij wordt echter evenzeer bekeken wat de oorzaak is van het niet behalen van de opleidingspunten en of dit in de ogen van de algemene commissie te verbeteren is. Het is dus mogelijk dat van twee leerlingen met hetzelfde aantal opleidingspunten de ene leerling een bindend advies krijgt omdat hij bijvoorbeeld in het kunstzinnigheidaspect faalt en de ander niet, omdat hij “slechts” aan vaardigheid te kort komt en de algemene commissie van mening is dat aan het vaardigheidsaspect met succes kan worden gewerkt. In bijzondere gevallen kan de examencommissie een afwijkende beslissing nemen.
6.2
Opleidingsadvies
Opleidingsadvies na trede 8B
Wanneer er redenen zijn om aan te nemen dat een leerling onvoldoende perspectief heeft in het werkveld, brengt de algemene commissie een advies uit om de opleiding te beëindigen. Voorbeelden van dergelijke redenen zijn: bovenmatige blessuregevoeligheid onvoldoende motivatie haperende kunstzinnige ontwikkeling Wanneer een dergelijk advies wordt uitgebracht zal de opleidingsbegeleider na overleg met de algemene commissie, wanneer de betreffende leerling besluit de opleiding te beëindigen, in goed overleg bijstand verlenen bij het zoeken naar een andere opleiding.
DLM/NP © 2014 Dansacademie Lucia Marthas
OER MBO Dansleider/Dans 2014-2015
27
7.
Stages, excursies en projecten
7.1
Stages, excursies en projecten
Stages
Het domein Onderwijs & Theater Praktijk van elke trede kent een uitgebreid en volledig geïntegreerd stageprogramma, dat gerelateerd is aan de rest van het opleidingsprogramma van de desbetreffende trede. Omdat het toekomstige werkveld van de gediplomeerde in drie delen uiteen valt, zijn voor elk deel stages ingericht. De moeilijkheidsgraad en omvang van de stages en de mate van zelfstandigheid van de leerling nemen toe naarmate hij verder in de opleiding komt. 7.1.1 Doelstelling De primaire doelstelling van stages is de leerling een goed beeld te verschaffen van en ervaring op te doen in het toekomstig beroep en werkveld. Zowel leerling als stagebegeleider zal het functioneren van de leerling kunnen afmeten aan de in het werkveld geldende eisen en de bijbehorende tredencompetenties. 7.1.2 Toewijzing stages De algemene commissie is verantwoordelijk voor een goede en eerlijke verdeling van de stageplekken. De algemene commissie ziet erop toe dat alle leerlingen aan het verplichte aantal stages kunnen voldoen dan wel op andere wijze aan de stageverplichtingen kunnen voldoen. 7.1.3 Inrichting stages De inrichting van de stage is gekoppeld aan de competenties die de leerling in de relevante fase van zijn opleiding moet verwerven. 7.1.4 Verplichte deelname Alle stages zijn verplicht. Indien om wat voor reden dan ook een leerling niet aan alle stageverplichtingen kan voldoen, dient deze dit vroegtijdig aan de Algemene commissie te melden, die vervolgens besluit of en in welke vorm een inhaalopdracht kan worden uitgevoerd. 7.1.5 Stagebegeleiding De leerling krijgt een interne stagebegeleider toegewezen. De stagebegeleider voert zowel de mondelinge en/of schriftelijke evaluatie uit. Evaluatie en beoordeling kunnen alleen plaatsvinden als de leerling het volledige portfolio heeft samengesteld en op het afgesproken tijdstip bij de opleidingsbegeleider heeft ingeleverd. 7.1.6 Onkosten Alle stages zijn in principe onbetaald. Gemaakte onkosten voor vervoer, etcetera worden in overleg met de algemene commissie zo nodig vergoed. 7.1.7 Praktijkovereenkomst Voor het deelnemen aan de stage sluit de leerling een overeenkomst af, de zogenaamde praktijkovereenkomst (POK) als bedoeld in artikel 7.2.8 van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB). Dit is een overeenkomst waarin de rechten en plichten staan vermeld gedurende een overeengekomen periode waarin de leerling leert in de beroepspraktijkvorming (BPV).
DLM/NP © 2014 Dansacademie Lucia Marthas
OER MBO Dansleider/Dans 2014-2015
28
7.2
Stages, excursies en projecten
Excursies
Excursies hebben als doel de (culturele) belangstelling van de leerling te verruimen en hem te leren bewust naar kunstuitingen te kijken, luisteren, te beleven en zijn algemene ontwikkeling te bevorderen. 7.2.1 Onkosten De algemene commissie bepaalt of, en in welke mate er sprake zal zijn van vergoeding van de voor excursies gemaakte onkosten.
7.3
Stages, excursies en projecten
Projecten
In het domein Onderwijs & Theater Praktijk van alle treden is ruimte vrijgemaakt voor een project. De invulling daarvan ligt niet vast en kan per leerling of groepje leerlingen verschillen, maar heeft altijd betrekking op de domeinonderdelen van het onderhavige domein.
7.4
Stages, excursies en projecten
Project Integratie
Periode E van alle treden staat volledig in het teken van het gemeenschappelijk domeinoverschrijdende Project Integratie, waarin alle domeinonderdelen en competenties van het gehele curriculum aan bod komen. Het Project Integratie (ook wel eindvoorstelling genoemd) vindt plaats in een theater en wordt een aantal keren opgevoerd voor publiek. Choreografieën worden gemaakt door docenten en choreografen van binnen en buiten de instelling.
7.5
Stages, excursies en projecten
Eindexamenproject
Zie hoofdstuk 9 (“Afstuderen”).
DLM/NP © 2014 Dansacademie Lucia Marthas
OER MBO Dansleider/Dans 2014-2015
29
8.
Examen- en Tentamenregeling
8.1
Examen- en Tentamenregeling
Visie en systematiek
Competentiegerichte beoordeling per domein DLM past een competentiegerichte beoordelingssystematiek toe. Wat wordt getoetst is niet zozeer het (aan)leren c.q. beheersen van de verschillende domeinonderdelen als wel het verwerven van de opleidingscompetenties. Hoewel vrijwel alle domeinonderdelen daadwerkelijk worden getoetst, worden de studiepunten oftewel European Credits Transfer System (ECTS) credits niet per studieonderdeel maar per domein toegekend. Met andere woorden, alleen wanneer de verwerving van de competenties binnen een domein in zijn geheel als voldoende is beoordeeld worden de aan het betreffende domein verbonden ECTS credits voor de betreffende trede en periode toegekend. Verschillende inrichting per domein en trede De inrichting van de beoordeling verschilt per domein en per trede. De domeinen Dans- & Muziektheater en Onderwijs & Theater Praktijk zijn anders ingericht dan die van de theoriedomeinen (Onderwijs & Theater Theorie en Algemene Ontwikkeling). Ook wordt in trede 9B - het examenjaar - een op een aantal punten afwijkende systematiek en indeling gehanteerd ten opzichte van trede 8B en 8. Verantwoordelijke organen De eindverantwoordelijkheid voor het beleid en de inrichting van de tentaminering en examinering ligt bij de directie. De eindverantwoordelijkheid voor de uitvoering van de tentaminering en examinering ligt bij de examencommissie en de daaronder hangende toetscommissie. De daadwerkelijke beoordelingen worden uitgevoerd door een aantal beoordelingscommissies, waarin, afhankelijk van het beoordelingsmoment, ook docenten, coördinatoren en leden van de algemene commissie zitting kunnen hebben. Wanneer een lid van de algemene commissie deel uitmaakt van een beoordelingscommissie is zij/hij tevens voorzitter.
Beleid, coördinatie en uitvoering tentaminering en examinering
DLM/NP © 2014 Dansacademie Lucia Marthas
OER MBO Dansleider/Dans 2014-2015
30
8.2
Examen- en Tentamenregeling
Toetsvormen en -instrumenten
DLM hanteert de volgende toetsvormen/-instrumenten: Specifieke toetsing 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Continuous assessment Schriftelijke deeltoetsen Schriftelijke eindtoetsen /examen Mondelinge eindtoetsen /examen Praktijkbeoordeling Beoordeling schriftelijke opdrachten
Geïntegreerde toetsing 1. Domeintentamen /-examen 2. Beoordeling Portfolio 3. Beoordeling Project Integratie
8.3
Tentamen- & Examenregeling
Specifieke toetsing
1. Continuous assessment Beoordelings Het continuous assessment wordt per domeinonderdeel commissie: uitgevoerd door de docent(en) die het domeinonderdeel heeft/hebben gegeven in de trede/periode waarop de beoordeling betrekking heeft. Procedure:
Het continuous assessment vindt plaats met gebruikmaking van de per domein/trede/periode door de algemene commissie uitgegeven indicatorenformulieren. De deadline voor docenten om cijfers in te leveren wordt in principe vastgesteld in de jaarplanning; echter, de coördinator Tentamens & Examens kan besluiten van deze data af te wijken.
Normering & waardering:
De waardering vindt plaats door middel van aspectcijfers. Welke aspecten dit zijn en wat de onderlinge weging van deze aspecten is, staat vermeld op de indicatorenformulieren. 2. Schriftelijke deeltoetsen Beoordelings De schriftelijke deeltoetsen worden per domeinonderdeel commissie: uitgevoerd door de docenten die het domeinonderdeel op dat moment geven. Procedure:
De docent neemt, naar eigen inzicht, regelmatig deeltoetsen af. Deze deeltoetsen kunnen steekproefsgewijs worden gecontroleerd door de toetscommissie.
Normering & waardering:
De schriftelijke deeltoetsen worden gewaardeerd met een cijfer van 1 tot 10, waarbij de cesuur ligt op 5,5, dat wil zeggen 5,5 of hoger wordt beschouwd als voldoende. 3. Schriftelijke eindtoetsen/ schriftelijk examen Beoordelings De schriftelijke eindtoetsen / het schriftelijke examen commissie: worden/wordt per domeinonderdeel uitgevoerd door de docent die het domeinonderdeel heeft gegeven in de trede/periode waarop de beoordeling betrekking heeft. Hierbij is altijd een andere medewerker van DLM aanwezig. Procedure:
De schriftelijke eindtoetsen / het schriftelijke examen worden/wordt samengesteld door de docent die het domeinonderdeel heeft gegeven in de trede/periode waarop de
DLM/NP © 2014 Dansacademie Lucia Marthas
OER MBO Dansleider/Dans 2014-2015
31
beoordeling betrekking heeft, waarbij de gesloten leerdoelen van de betreffende trede/periode aanwijsbaar worden getoetst. Binnen het domein Algemene Ontwikkeling wordt voor Nederlands Lezen en Luisteren en Rekenen gebruikgemaakt van Centraal Ontwikkelde Examens (COE’s) van het College voor Examens. Voor de rest van de onderdelen binnen dit domein wordt gebruikgemaakt van de generieke TOA-toetsen. Normering & waardering:
De schriftelijke eindtoets /examen wordt gewaardeerd met een cijfer van 1 tot 10, waarbij de cesuur ligt op 5,5. Wanneer er schriftelijke deeltoetsen zijn afgenomen wordt het gemiddelde resultaat van de schriftelijke deeltoetsen bij de berekening van het resultaat eenmaal meegeteld, het resultaat van de schriftelijke eindtoetsen /examens tweemaal. Indien het eindcijfer onvoldoende is en niet gecompenseerd kan worden, bepaalt de docent welk lesmateriaal herkanst moet worden. 4. Mondelinge eindtoetsen / mondelinge examen Beoordelings De mondelinge eindtoetsen /examens worden per commissie: domeinonderdeel afgenomen door de docent(en) die het domeinonderdeel heeft/hebben gegeven in de trede/periode waarop de beoordeling betrekking heeft. Hiernaast is een secondant vanuit het docententeam of de externe beoordelaars aanwezig gedurende de gehele eindtoets /het gehele examen. Procedure:
De mondelinge eindtoetsen / examens worden samengesteld door de tentaminerende docent waarbij de gesloten leerdoelen van de betreffende trede/periode aanwijsbaar worden getoetst.
Normering & Het mondelinge tentamen/examen wordt gewaardeerd met een waardering: cijfer van 1 tot 10, waarbij de cesuur ligt op 5,5. 5. Praktijkbeoordeling Beoordelings De praktijkbeoordeling wordt uitgevoerd door de betreffende commissie: begeleidende docent of de stagebegeleider. In het geval van een examen heeft ook een lid van de algemene commissie of een door de algemene commissie aangewezen externe deskundige zitting in de beoordelingscommissie. Procedure:
Voor de praktijkbeoordeling wordt gebruik gemaakt van de hiertoe per domein/trede/periode door de algemene commissie uitgegeven indicatorenformulieren.
Normering & waardering:
De waardering vindt plaats door middel van aspectcijfers. Welke aspecten dit zijn en wat de onderlinge weging van deze aspecten is, staat vermeld op de indicatorenformulieren. 6. Beoordeling schriftelijke opdrachten Beoordelings De beoordeling schriftelijke opdrachten wordt aan de hand van de commissie: betreffende indicatoren uitgevoerd door de begeleidende docent. Procedure:
De schriftelijke opdrachten worden nagekeken door de bovenvermelde beoordelaar, op basis van het indicatorenformulier “Beoordeling schriftelijke opdrachten”. De toetscommissie controleert steekproefsgewijs schriftelijke opdrachten en de bijbehorende beoordeling(en).
Normering & waardering:
De waardering vindt plaats middels bovenvermelde indicatorenformulieren, waarop tevens de betreffende weging is aangegeven. Er kunnen voor verschillende soorten opdrachten/documenten verschillende indicatorenformulieren worden voorgeschreven. Wanneer de beoordeling bestaat uit het beoordelen van meerdere opdrachten/documenten worden deze gelijk gewogen gemiddeld, tenzij de examencommissie anders bepaalt.
DLM/NP © 2014 Dansacademie Lucia Marthas
OER MBO Dansleider/Dans 2014-2015
32
8.4
Tentamen- & Examenregeling
Geïntegreerde toetsing
1. Domeintentamen/-examen Beoordelings De beoordelingscommissie bestaat uit een lid van de algemene commissie: commissie, de domeincoördinator (die niet dezelfde persoon mag zijn als het bovengenoemde lid van de algemene commissie) en een externe deskundige of een docent, die niet het onderwijs van dat domein in de desbetreffende trede verzorgt. Het lid van de algemene commissie is voorzitter van de beoordelingscommissie. Bij het eindexamen heeft altijd een externe deskundige uit het werkveld zitting in de beoordelingscommissie. Procedure:
Normering & waardering:
Domeintentamens en -examens vinden plaats tijdens de tentamenperiode. Het domeintentamen wordt, in overleg met de algemene commissie, samengesteld en voorbereid door alle docenten van het betreffende domein. Tijdens het domeintentamen komen alle domeinonderdelen van het betreffende domein aan bod. Het domeintentamen wordt zo ingericht dat de beoordelingscommissie de betreffende competenties ook daadwerkelijk kan beoordelen. De mate waarin bepaalde domeinonderdelen aan bod komen tijdens het domeintentamen is afhankelijk van de mate waarin de betreffende competenties op basis van dat domeinonderdeel getoetst kunnen worden. Als richtlijn kan tien minuten per domeinonderdeel worden aangehouden. Domeincijfer Beoordeling vindt plaats door middel van continuous assessment. De beoordelingscommissie beoordeelt aan de hand van indicatorenformulieren. Zie voor de normering, waardering en weging artikel 8.3 (“Beoordelingssystematiek”).
Tweede domeincijfer (alleen bij het DMT) Bij het domein Dans- & Muziektheater wordt een tweede domeincijfer (“domeincijfer tentamen”) vastgesteld tijdens het domeintentamen/-examen door de beoordelingscommissie. Indien de beoordelingscommissie niet tot een eensluidend oordeel kan komen, wordt het tweede domeincijfer vastgesteld door de algemene commissie. Het uiteindelijke domeincijfer is het gemiddelde van het eerste domeincijfer en het tweede domeincijfer, waarbij het eerste domeincijfer twee keer telt en het tweede domeincijfer één keer telt. Het (uiteindelijke) domeincijfer wordt afgerond op een heel of half cijfer, waarbij een 5,5 wordt afgerond naar een 6. 2. Beoordeling Portfolio Beoordelings commissie: Dezelfde beoordelingsprocedure geldt als bij schriftelijke Procedure: opdrachten. Normering & waardering: 3. Beoordeling Project Integratie Beoordelings De leerling wordt tijdens de repetitieperiode door de commissie: opleidingbegeleider beoordeeld en tijdens de eindvoorstelling door een beoordelingscommissie. Deze commissie bestaat uit: een lid van de algemene commissie, de domeincoördinator (die niet dezelfde persoon mag zijn als het lid van de algemene commissie) en een externe deskundige of een docent, die niet het onderwijs van dat domein in de desbetreffende trede verzorgt. Het
DLM/NP © 2014 Dansacademie Lucia Marthas
OER MBO Dansleider/Dans 2014-2015
33
lid van de algemene commissie is voorzitter van de beoordelingscommissie. Procedure:
Tijdens de repetitieperiode wordt de leerling beoordeeld op grond van een continuous assessment. Hiervoor zijn vooraf indicatorenformulieren opgesteld. De beoordeling tijdens de eindvoorstelling verloopt tevens via vooraf opgestelde indicatorenformulieren.
Normering & waardering:
Het cijfer van het continuous assessment telt twee keer, het cijfer van de beoordeling tijdens de eindvoorstelling telt één keer. Het gemiddelde cijfer dat hieruit komt, is het deelcompetentieaspectcijfer (zie ook artikel 8.5 “Beoordelingssystematiek”).
8.5 Tentamen- & Examenregeling
Beoordelingssystematiek
Beoordeling vindt plaats met of zonder indicatorenformulieren. Hieronder worden deze twee vormen van beoordeling uitgelegd: Beoordeling via indicatorenformulieren Werkwijze Om het resultaat inzichtelijk te maken, maakt DLM voor het continuous assessment, het mondelinge tentamen/examen (indien van toepassing), de praktijkbeoordelingen, de schriftelijke opdrachten/papers/portfolio en de geïntegreerde toetsing gebruik van indicatorenformulieren. Deze formulieren zijn over het algemeen ingedeeld op een of meerdere competentie-aspecten: Vaardigheden, Kennis, Houding en Kunstzinnigheid. Aan ieder aspect zijn in beginsel vijf indicatoren verbonden. Waardering en score De prestaties van de leerling worden gewaardeerd op de schaal van 4 t/m 10, met hele en halve cijfers, tenzij nadrukkelijk anders omschreven. De beoordeling waarbij alleen gebruik wordt gemaakt van indicatorenformulieren gaat als volgt: Per domeinonderdeel beoordelen docenten op verschillende competentieaspecten middels indicatoren; uit deze beoordeling volgen indicatorenscores; indicatorenscores worden per competentieaspect bij elkaar opgeteld, gemiddeld en onafgerond door de beoordelende docent doorgestuurd aan de Coördinator Tentamens & Examens. De indicatorenscores worden door de Coördinator Tentamens & Examens afgekapt op één cijfer achter de komma; dit wordt het deelcompetentieaspectcijfer genoemd; Per competentieaspect worden de deelcompetentieaspectcijfers van de verschillende domeinonderdelen bij elkaar opgeteld, gemiddeld en afgekapt op twee decimalen achter de komma; de score die hieruit volgt is het (competentie)aspectcijfer. Alle (competentie)aspectcijfers van het betreffende domein worden opgeteld, gemiddeld en afgerond op hele en halve cijfers (zie hieronder Afronding); waarbij een 5,5 wordt afgerond naar een 6. Dit heet het domeincijfer Het is ook mogelijk dat er geen onderverdeling in competentieaspecten wordt gemaakt. Het domeinonderdeelcijfer wordt dan bepaald door de scores voor alle indicatoren op het formulier te middelen. Weging
DLM/NP © 2014 Dansacademie Lucia Marthas
OER MBO Dansleider/Dans 2014-2015
34
Het kan zijn dat een of meerdere competentieaspecten zwaarder wegen dan de andere. Dit wordt dan aangegeven op het indicatorenformulier. De berekening wordt dan iets aangepast. Stel, er wordt beoordeeld op de competentieaspecten vaardigheden, kennis en kunstzinnigheid, waarbij wordt aangegeven dat kunstzinnigheid twee keer wordt gewogen. De scores per competentieaspect zijn: kennis 6, vaardigheden 7, houding 8 en kunstzinnigheid 5. Opgeteld is dit 6 + 7 + 8 + (2 x 5) = 31. Dit wordt dan gedeeld door 5, want kunstzinnigheid telt twee keer. Het eindcijfer is dan dus een 6,2 en wordt afgerond naar een 6 (zie hieronder “Afronding”). De aspectcijfers voor Kennis, Vaardigheid, Houding en Kunstzinnigheid worden als volgt gewogen bij het berekenen van de eindcijfers: Domein DMT OTT AO BD OTP
Kennis
Vaardigheid
Houding
2x 2x 2x 1x 1x
2x 1x 1x
1x 1x 1x 1x 1x
Kunstzinnigheid 2x 1x 1x
Het is mogelijk dat voor bepaalde beoordelingen een andere weging wordt gehanteerd. Dit wordt dan aangegeven op de betreffende indicatorenformulieren. De verschillende toetsvormen die worden gebruikt en de onderlinge weging in de totstandkoming van het domeincijfer zijn vastgelegd in het ExamenDossier. Beoordeling zonder gebruik van indicatorenformulieren Werkwijze Bij deze toetsing brengt de aard van de vragen met zich mee dat beoordeling middels indicatorenformulieren overbodig is. In veel gevallen gaat het hier om kennisvragen, waarbij vooraf is vastgelegd welke weging en score gehanteerd worden. Dit komt het meest voor bij schriftelijke tentamens/examens en in sommige gevallen bij mondelinge tentamens/examens. Waardering en score De prestaties van de leerling worden gewaardeerd op de schaal van 1 t/m 10, tenzij nadrukkelijk anders omschreven. De beoordeling gaat als volgt: Het cijfer dat uit deze beoordeling volgt wordt onafgerond door de beoordelende docent doorgestuurd aan de Coördinator Tentamens & Examens; Het cijfer wordt door de Coördinator Tentamens & Examens afgekapt op één cijfer achter de komma; dit wordt het deelcompetentieaspectcijfer genoemd; Per competentieaspect worden de deelcompetentieaspectcijfers van de verschillende domeinonderdelen bij elkaar opgeteld, gemiddeld en afgekapt op twee decimalen achter de komma; de score die hieruit volgt is het (competentie)aspectcijfer; Alle (competentie)aspectcijfers van het betreffende domein worden opgeteld, gemiddeld en afgerond op hele en halve cijfers (zie hieronder “Afronding”); waarbij een 5,5 wordt afgerond naar een 6. Dit heet het domeincijfer.
DLM/NP © 2014 Dansacademie Lucia Marthas
OER MBO Dansleider/Dans 2014-2015
35
8.6 Tentamen- & Examenregeling
Cesuur & afronding
Cesuur De cesuur ligt bij 5,5. Dat wil zeggen een score van 5,5 of hoger wordt beschouwd als voldoende. Zie hieronder “Compensatieregeling”. Afronding Cijfers tussen 5 en 5,5 worden naar beneden afgerond. Bijvoorbeeld: 5,49 (afkappen op één decimaal) = 5,4 (afronden naar beneden) = 5. Afronding bij cijfers onder de 5 en boven 5,5 vindt als volgt plaats: Eerste cijfer achter de komma: 1 of Eerste cijfer achter de komma: 3 of Eerste cijfer achter de komma: 6 of Eerste cijfer achter de komma: 8 of
2 4 7 9
Naar beneden afronden (heel cijfer) Naar boven afronden (half cijfer) Naar beneden afronden (half cijfer) Naar boven afronden (heel cijfer)
Voorbeelden:
6,49 (afkappen op 1 decimaal) = 6,4 (afronden naar halve/hele cijfer) = 6,5 6,29 (afkappen op 1 decimaal) = 6,2 (afronden naar halve/hele cijfer)= 6 3,75 (afkappen op 1 decimaal) = 3,7 (afronden naar halve/hele cijfer) = 3,5
NB1: Het domeincijfer wordt afgerond op een heel of half cijfer, waarbij een 5,5 wordt afgerond naar een 6. NB2: Het domein Algemene Ontwikkeling kent een andere beoordelingssystematiek dan de andere domeinen. Zie 8.8. Afronding ter compensatie binnen een competentieaspect wordt behandeld in 8.7 (“Compensatieregeling”).
8.7
Tentamen- & Examenregeling
Compensatieregeling
Binnen alle domeinen mag een leerling per aspect maximaal twee minpunten behalen mits één minpunt gecompenseerd wordt waardoor uiteindelijk er per aspect één minpunt overblijft. Compensatie is alleen toegestaan binnen eenzelfde competentieaspect.De aspectgemiddelden moeten voldoende zijn, anders vindt geen middeling plaats en wordt het domeincijfer niet toegekend. Een score van 5 telt als één minpunt, een score van 4 telt als twee minpunten. Een lagere score dan 4 is niet te compenseren en dient altijd te worden herkanst. Een score van 7 of hoger telt als één pluspunt. Om zicht te hebben op eventuele compensatiemogelijkheden worden de deelcompetetentieaspectcijfers officieus afgerond op hele en halve cijfers. Deze officieuze cijfers worden niet in de rapporten genoteerd. De rapporten bevatten de op één decimaal afgekapte cijfers. Het domein Algemene Ontwikkeling kent een andere compensatieregeling dan de andere domeinen. Zie hieronder 8.8.
DLM/NP © 2014 Dansacademie Lucia Marthas
OER MBO Dansleider/Dans 2014-2015
36
8.8
Tentamen- & Examenregeling
Beoordeling AO
De beoordelingssystematiek van het domein Algemene Ontwikkeling wijkt op de volgende punten af van de systematiek van de andere domeinen: 1. Compensatie Binnen het domein Algemene Ontwikkeling mag een leerling maximaal één minpunt behalen. Indien de leerling één minpunt heeft behaald, dan moeten de andere onderdelen van het domein Algemene Ontwikkeling worden afgesloten met tenminste een 6. 2. Afronding van cijfers Voor alle domeinonderdelen van het domein Algemene Ontwikkeling geldt dat alle behaalde resultaten worden geregistreerd met maximaal één cijfer achter de komma. Het eindcijfer wordt vervolgens afgerond op een heel getal. Indien het cijfer achter de komma een vier of lager is, wordt het naar beneden afgerond. Een vijf of hoger wordt naar boven afgerond. 3. Loopbaan en Burgerschap Voor het examenonderdeel Loopbaan en Burgerschap is een voldoende behaald als: De toetsen van elke trede met een voldoende zijn afgesloten; De verwerkingsopdrachten van elke trede met een voldoende zijn beoordeeld; De portfoliomap OTT/OTP met een voldoende is beoordeeld. Het examenonderdeel Loopbaan en Burgerschap wordt met goed afgesloten als:
8.9
Het gemiddelde van alle kennistoetsen een 7 of hoger is; De verwerkingsopdrachten met een voldoende of als goed zijn beoordeeld; De portfoliomap in trede 9M als goed is beoordeeld.
Tentamen- & Examenregeling
Geen inschrijving & absenties
Leerlingen hoeven zich niet in te schrijven voor de reguliere beoordelingsronden. Indien een leerling door ziekte of andere omstandigheden niet in staat is deel te nemen aan een toets/tentamen/examen/assessment/herkansing, moet hij vóór het tijdstip van aanvang de receptie daarvan telefonisch op de hoogte stellen en een email sturen aan de opleidingscoördinator Corine Shlomo (
[email protected]). Daarnaast dient de leerling binnen één week na de datum van het tentamen/examen een schriftelijke verklaring te overleggen aan de opleidingscoördinator waaruit blijkt dat zijn afwezigheid gegrond was.
DLM/NP © 2014 Dansacademie Lucia Marthas
OER MBO Dansleider/Dans 2014-2015
37
8.10 Tentamen- & Examenregeling
Gedragscode examens/tentamens
Om zich goed te kunnen opwarmen voor praktijktentamens/-examens dienen leerlingen minstens 30 minuten voor aanvang van het tentamen of examen in de daarvoor bestemde ruimte aanwezig te zijn. De leerling dient voor een theorietentamen/-examen minstens 15 minuten voor aanvang aanwezig te zijn. Laatkomers mogen tot 20 minuten na de aanvangstijd nog meedoen met het (her)tentamen/(her)examen. De leerlingen dragen hun kleding, schoeisel en haar zoals omschreven in de Wie?Wat?Waar? gids. Tijdens het tentamen of examen wordt niet gesproken, tenzij daartoe toestemming is gegeven. Leerlingen mogen tijdens het tentamen of examen niet eten of drinken.
Dyslexie en andere functiebeperkingen
8.11 Tentamen- & Examenregeling
Indien een leerling in verband met een (tijdelijke) functiebeperking meent beroep te kunnen doen op het recht tot extra toets-/examentijd of andere faciliteiten tijdens een toets/examen dient hij een verzoek in bij de examencommissie (via
[email protected]). Bij het verzoek voegt de leerling toe: - bij dyslexie: een officiële dyslexieverklaring; - bij overige functiebeperkingen: een verklaring van een arts. Het verzoek dient uiterlijk vier weken voor aanvang van de desbetreffende toets/het examen te zijn ontvangen door de examencommissie. De examencommissie beslist op het verzoek. Indien het een chronische functiebeperking betreft wordt het verzoek niet per toets/examen maar eenmalig gedaan.
8.12 Examen- en Tentamenregeling
Fraude
Indien een leerling fraudeert kan de examencommissie de betrokkene het recht ontnemen een of meer door de examencommissie aan te wijzen toetsen/examens af te leggen, gedurende een door de examencommissie te bepalen termijn van ten hoogste een jaar. Bij ernstige fraude kan de directie van DLM op voorstel van de examencommissie de inschrijving voor de opleiding van de betrokkene definitief beëindigen.
8.13 Examen- en Tentamenregeling
Inzage examens/tentamens
De examencommissie draagt er zorg voor dat de leerling het door hem gemaakte schriftelijke werk kan inzien binnen twintig werkdagen na de laatste dag van de onderwijsperiode. Voor zover een eventuele herkansing wordt aangeboden, wordt deze termijn verkort tot vijf werkdagen voor deze herkansing. Inzage dient schriftelijk te worden aangevraagd bij de examencommissie. Plaats en tijdstip waarop inzage wordt geboden, worden ten minste vijf werkdagen van te voren bekendgemaakt.
DLM/NP © 2014 Dansacademie Lucia Marthas
OER MBO Dansleider/Dans 2014-2015
38
8.14 Tentamen- & Examenregeling
Herkansingen
Algemeen Voldoendes mogen niet worden herkanst; Indien het cijfer van de herkansing lager uitvalt dan het oorspronkelijke cijfer, telt het hoogste cijfer. In het geval dat het herkansingscijfer niet te compenseren is, moet de student nogmaals herkansen; Indien een leerling voor enigerlei domeinonderdeel meer dan 10% van de contacturen heeft gemist, moet hij deze uren inhalen. De examencommissie beslist over de wijze en het tijdstip waarop deze uren worden ingehaald; De algehele coördinatie van de herkansingen ligt bij de Coördinator Tentamens & Examens, in samenwerking met de examencommissie. De precieze data per periode en per studiejaar staan vermeld in de Planner, die bij aanvang van ieder studiejaar aan alle studenten en medewerkers wordt uitgereikt; Herkansingen dienen vóór 1 oktober van het nieuwe opleidingsjaar plaats te vinden. Hoe vaak mag er herkanst worden? Bij het domein Dans- & Muziektheater en het Brugdomein is per periode één herkansing mogelijk. Bij het domein Onderwijs & Theater Praktijk vindt herkansing plaats via continuous assessment en portfolio. Bij de domeinen Onderwijs & Theater Theorie en Algemene Ontwikkeling kunnen uitsluitend de domeinonderdelen die dermate onvoldoende zijn afgesloten dat de leerling het domein niet heeft behaald, tweemaal per jaar herkanst worden. Welke stof wordt herkanst? Binnen het domein Onderwijs & Theater Theorie dient de stof van de laatste deeltoets herkanst te worden. Binnen het domein Algemene Ontwikkeling beslist de docent welk onderdeel herkanst moet worden. Wanneer vinden de herkansingen plaats? DMT: herkansing is eenmaal mogelijk in periode C en eenmaal in periode E; BD: herkansing is eenmaal mogelijk in periode C en eenmaal in periode E; OTT: herkansing is voor periode A-B eenmaal per domeinonderdeel mogelijk in periode C en is voor periode C-D eenmaal per domeinonderdeel mogelijk in periode E. De tweede herkansing wordt gepland in de studieweek in augustus voorafgaande aan het nieuwe opleidingsjaar; OTP: herkansing via continuous assessment en via portfolio; AO (treden 8B en 8): herkansing is voor periode A-B eenmaal per domeinonderdeel mogelijk in periode C en is voor periode C-D eenmaal per domeinonderdeel mogelijk in periode E. De tweede herkansing wordt gepland in de studieweek in augustus voorafgaande aan het nieuwe opleidingsjaar. NB voor trede 9B gelden de volgende regels: Als de leerling voor het centraal examen Nederlands of Rekenen een 5 of lager heeft gehaald, heeft hij recht op ten minste één herkansing binnen de voor hem geldende studieduur (d.i. de studieduur zoals vastgelegd in de onderwijsovereenkomst). Een extra herkansing is mogelijk. Wanneer de leerling een 6 of hoger heeft gehaald voor het centraal examen Nederlands of Rekenen, mag hij maximaal één keer herkansen. Dit geeft leerlingen de gelegenheid om een hoger cijfer te halen. Het hoogste cijfer telt mee voor het bepalen van de eindwaardering van het examenonderdeel.
DLM/NP © 2014 Dansacademie Lucia Marthas
OER MBO Dansleider/Dans 2014-2015
39
8.15 Examen- en Tentamenregeling
Geldigheidsduur
De geldigheidsduur van examens en resultaten van tentamens is onbeperkt. Voor de leerling die ononderbroken aan de opleiding heeft ingeschreven gestaan, kan aan de geldigheidsduur van toegekende studiepunten en vrijstellingen geen beperkingen worden gesteld, tenzij de inschrijving de periode van de nominale studieduur vermeerderd met twee jaren overschrijdt.
8.16 Examen- en Tentamenregeling
Protocol Tentamens & Examens
Alle procedures omtrent de toetsen, examens en herkansingen zijn vastgelegd in het Protocol Tentamens & Examens. De digitale versie van dit protocol is te vinden op Mijn Dansvloer, Blackboard en AVAR.
DLM/NP © 2014 Dansacademie Lucia Marthas
OER MBO Dansleider/Dans 2014-2015
40
9.
Afstuderen
9.1
Afstuderen
Inrichting examinering
De afsluiting van de opleiding vindt plaats in de vorm van het eindexamen gedurende de treden 8 en 9B. De examinering en de beoordeling vinden plaats per domein. Het eindexamen omvat een aantal beoordelingsmomenten en continuous assessment. Zie voor de volledige omschrijving van de examenonderdelen en de onderlinge weging bij de totstandkoming van het domeineindcijfer het ExamenDossier (“Proeve van Bekwaamheid”).
9.2
Afstuderen
Indicatoren
Het beoordelingsproces rondom het afstuderen verloopt middels indicatorenformulieren. Deze zijn gebaseerd op de landelijke eindkwalificaties voor het Mbo. De gebruikte indicatorenformulieren zijn vastgelegd in het ExamenDossier (“Proeve van Bekwaamheid”). Hierin wordt tevens de weging per onderdeel vermeld.
9.3
Afstuderen
Tijdlijn examinering
De afsluiting van de opleiding vindt plaats in de vorm van afsluitende tentamens en examens gedurende de verschillende treden, het eindexamen vindt plaats in trede 9B.
Domein
Domeinonderdelen
DMT
Alle
OTT
CKV4 Didactiek/Methodiek Mens- & Bewegingskunde Muziektheorie Pedagogiek Theorie
Examens/afsluitende tentamens 8b 8 9b nvt X X X X X X
AO
Nederlands Engels Rekenen Loopbaan & Burgerschap
X X X X
BD
Frans Overige
X
OTP
Alle
X X X
X X
Tijdstippen van beoordelingen Het eindexamen wordt eenmaal per jaar afgenomen gedurende periode D/E. Alle informatie betreffende het eindexamen wordt bekend gemaakt middels het Examendossier (“Proeve van Bekwaamheid”), die minimaal twee maanden voorafgaand aan het eindexamen aan de kandidaten wordt uitgereikt. Het
DLM/NP © 2014 Dansacademie Lucia Marthas
OER MBO Dansleider/Dans 2014-2015
41
onderstaande schema laat zien hoe het jaar is ingedeeld en wanneer de beoordelingsmomenten vallen: Maand
Contacturen
September Oktober November December
V V V V
Januari Februari Maart April Mei
V V V V Project Integratie Project Integratie Project Integratie
Juni Juli Augustus
Beoordelingen
Tentamenronde 1 (indicatief: ben ik klaar voor het examen?) Herkansingronde perioden A/B Herkansingronde perioden A/B Indicatieve evaluatie (zie 1.4.5) Tentamens/Examens Herkansingronde periode C/D
2e Herkansingronde perioden A/B/C/D
4
9.4
Afstuderen
Examenregeling
1. Beoordelingssystematiek De beoordelingssystematiek van het eindexamen is met uitzondering van het domein Algemene Ontwikkeling voor alle domeinen dezelfde systematiek als beschreven in hoofdstuk 8 (“Tentamen- & Examenregeling”) van deze OER. De beoordelingssystematiek van het domein Algemene Ontwikkeling wordt beschreven in 8.8 en in het ExamenDossier. 2. Compensatieregeling Zie voor een volledige beschrijving van de compensatieregeling 8.7 van deze OER. 3. Functie van de indicatieve evaluatie De indicatieve evaluatie, die in maart plaatsvindt, geeft de leerling inzicht in zijn vorderingen sinds toetsperiode A/B, opdat hij zich optimaal voor het examen kan voorbereiden. Deze evaluatie biedt tevens herkansingsmogelijkheden voor domeinonderdelen van het domein Dans- en Muziektheater, het Brugdomein en het domein Onderwijs & Theater Praktijk uit toetsperiode A/B. 4. Toekenning van opleidingspunten Hoewel aan elk domeinonderdeel binnen een domein een aantal ECTS credits is toegekend, worden deze opleidingspunten pas toegekend wanneer het domeincijfer voldoende is. Toekenning van opleidingspunten vindt plaats na tentamenperiode 1 en aan het eind van het opleidingsjaar. 5.
Voorwaarden voor toelating tot eindexamen Om te worden toegelaten tot het eindexamen dient een leerling: 1. Alle domeinen in voorgaande studiejaren (treden 8B t/m periode C van 9M) met goed gevolg te hebben afgesloten; 2. De eindstage met goed gevolg te hebben afgesloten;
DLM/NP © 2014 Dansacademie Lucia Marthas
OER MBO Dansleider/Dans 2014-2015
42
3. Te hebben voldaan aan de aanwezigheidsplicht (zie 4.6 van deze OER); 4. Te hebben voldaan aan de stageplicht (zie 7.1 van deze OER); 5. Het praktijkportfolio met goed gevolg te hebben afgesloten. Als enige bewijs dat is voldaan aan bovengenoemde voorwaarden geldt een hiertoe strekkende verklaring die is ondertekend door de algemeen directeur en tenminste twee leden van de examencommissie. 1. Inschrijving voor het eindexamen Om toegelaten te worden tot het examen dient de kandidaat met behulp van het Aanvraagformulier Proeve van Bekwaamheid (dat is opgenomen in het ExamenDossier) de Proeve van Bekwaamheid aan te vragen bij de examencommissie. De examencommissie bekijkt of de kandidaat beschikt over alle benodigde stukken (geldige onderwijsovereenkomst en BPV-overeenkomst). Indien de kandidaat wordt toegelaten tot het examen wordt hij geïnformeerd door zijn coördinator/studiebegeleider. De uitslag wordt vastgesteld door de examencommissie en de kandidaat wordt schriftelijk op de hoogte gebracht van het beoordelingsresultaat. De gegevens en de documenten van de proeve worden door de examencommissie gearchiveerd, tenminste 12 maanden na definitieve uitslag. 2. Verlengde beoordeling Indien de beoordelaars om wat voor reden dan ook niet tot een duidelijke beoordeling kunnen komen, kunnen zij de tijdsduur van de beoordeling met maximaal 50% verlengen.
DLM/NP © 2014 Dansacademie Lucia Marthas
OER MBO Dansleider/Dans 2014-2015
43
10.
Commissies
10.1 Commissies
Algemeen
Een centrale rol binnen Lucia Marthas Institute for Performing Arts is weggelegd voor de algemene commissie, de examencommissie en de toetscommissies. In dit hoofdstuk wordt uitgelegd welke taken en bevoegdheden bij welke commissie horen. DLM kent één algemene commissie, één examencommissie en één toetscommissie voor zowel de Mbo-opleiding Dansleider/Dans in Amsterdam als in Groningen.
10.2 Commissies
Algemene commissie
De algemene commissie beslist over de algemene zaken in de breedste zin des woords betreffende LMIPA, de medewerkers leerlingen. De leden van de algemene commissie worden benoemd door de algemeen directeur.
10.3 Commissies
Examencommissie
De examencommissie bewaakt het niveau van de opleiding door intern toezicht te houden op de tentaminering en examinering qua inhoud, werkwijze en niveau. De examencommissie heeft de taak om vast te stellen of de afgestudeerde de in de Onderwijs- en Examenregeling (OER) beschreven eindkwalificaties gerealiseerd heeft. De leden van de examencommissie worden benoemd door de algemeen directeur. De examencommissie behandelt leerlingverzoeken met betrekking tot: Klachten en/of verzoeken van leerlingen met betrekking tot tentamens/examens; Vrijstelling voor het afleggen van een of meer tentamens/examens; Tentamen/examenvoorzieningen voor leerlingen met een functiebeperking; Rechtsbescherming Een leerling kan tegen een beslissing van de Examencommissie in beroep gaan. Alvorens beroep in te stellen bij het Commissie van Beroep van het Noorderpoort dient de leerling tegen het besluit bezwaar te maken bij het orgaan dat het besluit heeft genomen. Postadres Commissie van Beroep: Het Noorderpoort T.a.v. Commissie van Beroep Postbus 530 9700 AM Groningen Zie ook de procedureomschrijving in artikel 4b 1-2 van het CGO Examenreglement Noorderpoort.
DLM/NP © 2014 Dansacademie Lucia Marthas
OER MBO Dansleider/Dans 2014-2015
44
10.4 Commissies
Verzoekschriften
Indien een leerling een verzoek wil indienen bij de examencommissie of algemene commissie, dient het verzoek te voldoen aan de volgende eisen:
Het verzoek wordt schriftelijk door de leerling ingediend; Het verzoek wordt voorzien van een datum; Het betreft een concreet verzoek, indien het om een verzoek tot herziening gaat, sluit de leerling een kopie van de beslissing bij; Het verzoek wordt door de leerling gemotiveerd; De leerling vermeldt zijn voor- en achternaam, trede, correspondentieadres en telefoonnummer op het verzoekschrift; Het verzoekschrift dient binnen drie werkweken na bekendmaking van het besluit of (indien het gaat om een verzoek tot herziening: de beoordeling) in het bezit te zijn van de examencommissie/algemene commissie.
Het verzoekschrift kan per post of email worden gestuurd. Examencommissie Mbo: t.a.v. de secretaris Rustenburgerstraat 436
[email protected] 1072 HK Amsterdam Algemene commissie: t.a.v. de secretaris Rustenburgerstraat 436
[email protected] 1072 HK Amsterdam De betreffende commissie onderzoekt of het verzoek gehonoreerd kan worden. De leerling kan, indien nodig, gehoord worden. Leerlingen, van wie de verzoekschriften zijn behandeld, worden per email of brief binnen vijf werkdagen na het besluit van de commissie van het besluit op de hoogte gebracht. De examencommissie zendt van haar beslissing ook een afschrift aan de wettelijke vertegenwoordiger van de leerling als deze minderjarig is.
DLM/NP © 2014 Dansacademie Lucia Marthas
OER MBO Dansleider/Dans 2014-2015
45