ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING MEAO-college
Financieel Medewerkers
Leerweg: Crebo:
Sector: Cohort: Vorm: Locatie:
BBL (beroepsbegeleidende leerweg) / BOL (Beroepsondersteunende leerweg) 93200 Financieel administratief medewerker MBO3 vakopleiding 93211 Assistent-accountant MBO4 middenkader 93212 Bedrijfsadministrateur MBO4 middenkader 93213 Salarisadministrateur MBO4 middenkader Financiële beroepen 2011-2012 Avond- en / of dagonderwijs Ten Burgt / Wellant Rijswijk
vastgesteld door het bevoegd gezag op 1 november 2010 / treedt in werking op 1 januari 2011
Inhoud 1
Inleiding ........................................................................................................................................... 3
2
MBO3/4 Financiële beroepen ......................................................................................................... 4
3
Inrichting van de opleiding/organisatie van het onderwijs........................................................... 10 3.1 Opleidingsspecificatie.................................................................................................................. 10 3.2 Organisatie van het onderwijs..................................................................................................... 10 3.3 Inhoud van de opleiding ............................................................................................................. 10 3.4 Taal en rekenen ........................................................................................................................... 12 3.5 Leerwegen ................................................................................................................................... 12 3.6 Beroepspraktijkvorming .............................................................................................................. 13 3.7 Stage ............................................................................................................................................ 13 3.8 Urenverdeling .............................................................................................................................. 13 3.9 Succesvolle afronding/ Toetsplan ............................................................................................... 15 3.9.1 Onderwijsmodules................................................................................................................ 15 3.9.2 Stage of BPV ......................................................................................................................... 16 3.9.3 Examen ................................................................................................................................. 16 3.10 Kosten ........................................................................................................................................ 19
4
De Examenregeling ........................................................................................................................ 20 4.1 Organisatie van de examens ....................................................................................................... 20 4.2 Inschrijving voor examens .......................................................................................................... 20 4.3 Afname van examens .................................................................................................................. 21 4.4 Herkansingen ............................................................................................................................... 21 4.5 Onvoorziene gevallen .................................................................................................................. 21
5
Centraal Examenreglement Beroepsonderwijs............................................................................. 22
2
1
Inleiding
Deze Onderwijs- en Examenregeling (OER), is geschreven om inzicht te geven in hoe het onderwijs en de examinering van de opleidingen is geregeld. Hierbij wordt direct aangesloten bij de Competentiegerichte kwalificatiestructuur zoals beschreven door het Kenniscentrum Ecabo: 2011-2012. In de onderwijsregeling wordt duidelijk gemaakt hoe de opleiding is opgebouwd en in welke volgorde de leerstof wordt aangeboden. In de examenregeling staat hoe en wanneer die leerstof wordt getoetst. Bij deze OER hoort het Centraal Examenreglement Beroepsonderwijs (CEB), waarin de rechten en plichten van studenten en van Kronenburgh Beroepsopleidingen bij examinering zijn vastgelegd. De OER is bestemd voor studenten, docenten, domeindirectie en onderwijsmanager, leden van de examencommissie. De OER is geldig voor het cohort dat op het voorblad is vermeld (een cohort is een groep studenten die in hetzelfde jaar aan dezelfde opleiding begint) en is in principe geldig voor de duur van je hele opleiding. De OER wordt gepubliceerd voordat de opleiding start en is te downloaden van de website van Kronenburgh Beroepsopleidingen. Als zich wijzigingen voordoen in de OER, dan worden deze opgenomen in de online versie van de OER. De meest actuele versie is dus te vinden op de website.
3
2
MBO3/4 Financiële beroepen
De kerntaken van de Administratief medewerker zijn: 1. Houdt de dagboeken bij 2. Verricht werkzaamheden t.b.v. periodeafsluitingen en belastingaangiften 3. Verricht activiteiten voor het debiteuren- en crediteurenbeheer 4. Houdt kwantiteitenregistraties bij 5. Verricht werkzaamheden t.b.v. payroll services Algemene informatie uit het kwalificatiedossier Financieel Administratief Medewerker:
4
Algemene informatie uit het kwalificatiedossier Bedrijfsadministrateur:
5
Algemene informatie uit het kwalificatiedossier Assistent Accountant:
6
7
Algemene informatie uit het kwalificatiedossier Salarisadministrateur:
8
9
3
Inrichting van de opleiding/organisatie van het onderwijs
3.1 Opleidingsspecificatie Kronenburgh Beroepsopleidingen, het MEAO-college biedt verschillende opleidingen voor de administratieve en financiële functie: 90471
Administratief medewerker
Bedrijfsadministratief medewerker
MBO2
Zie separate onderwijsexamenregeling 93200
Financiële beroepen 3
93211
Financiële beroepen 4
Financieel administratief medewerker Assistent-accountant
93212
Financiële beroepen 4
Bedrijfsadministrateur
93213
Financiële beroepen 4
Salarisadministrateur
MBO3 MBO4 MBO4 MBO4
3.2 Organisatie van het onderwijs De niveau 3 en 4 opleidingen zijn eenjarige opleidingen. Het collegeprogramma Praktijkdiploma Boekhouden PDB is verdeeld over de MBO3 en MBO4 opleiding. Het is dus gewenst dat de student zowel de MBO3 als de MBO4 opleiding volgt. De opleidingen worden aangeboden als voltijd- en deeltijd-BOL opleiding en als BBL-opleiding. De opleidingsprogramma’s zijn opgebouwd uit modules van 4, 8, 12 of 16 weken. Elke module wordt afgesloten met een tentamen. Naast de colleges loopt de student stage of werkt de student aan de BPV. Aan het einde van de MBO3 opleiding dient de student een uitstroomrichting voor de MBO4 opleiding te kiezen: Administrateur, Salarisadministrateur of Assistent Accountant.
3.3 Inhoud van de opleiding De opleidingsprogramma’s zijn als volgt opgebouwd: Jaarplanning MBO3 2011-2012 Financieel Financieel Administratief Medewerker
Vakken Praktijkdiploma BKB/BKB Nima Marktoriëntatie Debiteuren / Crediteuren Basiskennis Loonadministratie NL Rek
BOL dd 16 12 16 8 8 8
uren 3 3 3 3 3 3
10
totaal 48 36 48 24 24 24
BBL dd 16
uren 3
totaal 48
8
3
24
Zakelijke Correspondentie ECDL Praktijkdiploma FA / KC Projectadministratie Accountancy Persoonlijke Effectiviteit Projectmedewerker Economie I Congresmanagement ENG
4 8
3 3
12 24
16 4 8 4 4 12 4 8
3 3 3 3 3 3 3 3
48 12 24 12 12 36 12 24 420
Jaarplanning MBO4 2011-2012 (Salaris) Administrateur Assistent Accountant
3
48
120
Financieel
Vakken Bestuurlijke informatievoorziening BIV Fiscaal I BE/PA ALL nl/eng/rek PDL / MBO4 Sal MBO4 Salaris ALL NEMAS NBM Ondernemingsrecht I Economie Accountancy All Projectmanagement ALL nl/eng/rek ALL Pers. + Org ALL Ondernemingsplan ALL Persoonlijke Effectiviteit: Vergaderen en presenteren Ondernemingsrecht II Fiscaal II
Vakken Bestuurlijke informatievoorziening BIV Fiscaal I BE/PA ALL nl/eng/rek
16
BOL dd 12 4 16 16 12 4 12 4 8 12 4 8 8 8 4
uren 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3
totaal 36 12 48 48 36 12 36 12 24 36 12 24 24 24 12
4 4
3 3
12 12 420
BBL Administrateur dd uren totaal 12 3 36 4 3 12 16 3 48
8
3
24
120
BBL Salarisadministrateur BBL Assistent Accountant dd uren totaal dd uren totaal
4 16
3 3
11
12 48
4 16
3 3
12 48
PDL / MBO4 Sal 12 MBO4 Salaris ALL NEMAS NBM Ondernemingsrecht I Economie Accountancy All Projectmanagement ALL nl/eng/rek 8 ALL Pers. + Org ALL Ondernemingsplan ALL Persoonlijke Effectiviteit: Vergaderen en presenteren Ondernemingsrecht II Fiscaal II
3
3
36
24
12
3
36
8
3
24
120
120
NL/ENG/Rek: Nederlands, Engels en Rekenen op referentieniveaus BKL: Basiskennis Loonadministratie: praktijkexamenprogramma BKB: Basiskennis Boekhouden: praktijkexamenprogramma BKC: Basiskennis Kostencalculatie: praktijkexamenprogramma FA: Financiële Administratie: praktijkexamenprogramma KC: Kostencalculatie: praktijkexamenprogramma BE: Bedrijfseconomie: praktijkexamenprogramma PA: Periodeafsluiting: praktijkexamenprogramma NL/ENG/Rek: Nederlands, Engels en Rekenen op referentieniveaus
3.4 Taal en rekenen Er wordt aangesloten bij de Referentieniveaus Nederlandse taal, Vreemde taal en rekenen zoals beschreven door Ecabo (zie hierboven ook bij algemene informatie bij de kwalificaties. Bij Kronenburgh Beroepsopleidingen wordt tijdens de ingeplande lessen onderzocht op welk niveau de student zich bevindt en zal een trainingsprogramma worden opgesteld om op het gewenste niveau te komen. Het trainingsprogramma zal deels zelfstandig worden uitgevoerd aanvullend op de opleiding zelf.
3.5 Leerwegen Er zijn meerdere leerwegen om de kwalificatie te behalen: de beroepsbegeleidende leerweg (BBL) en de beroepsopleidende leerweg (BOL). Het verschil zit in de hoeveelheid beroepspraktijkvorming (BPV). BBL: meer dan 60% van de totale opleidingsduur is ingericht met BPV. BOL: tussen 20% en 60% van de totale opleidingsduur is ingericht met BPV. Binnen BOL en/of BBL kunnen diverse opleidingsvarianten worden aangeboden; het gaat hierbij om varianten in duur of intensiteit van de opleiding. Kronenburgh Beroepsopleidingen, het MEAO-college verzorgt de opleidingen in zowel de BOL- als de BBL-variant. Dit betekent dat leren en werken wordt gecombineerd (BPV / Stage). De BOL-variant wordt aangeboden als:
12
-
Voltijd-BOL: ’s morgens college, ’s middags huiswerk op school Deeltijd-BOL: ’s morgens college, ’s middags huiswerk / bpv BBL: 1 tot 2 dagdelen per week college in de ochtend (dagopleiding) of in de avond (avondopleiding)
3.6 Beroepspraktijkvorming Een belangrijke onderdeel van de opleiding is de zogenaamde beroepspraktijkvorming (BPV). Tijdens de BPV worden beroepsactiviteiten geoefend bij een bedrijf of instelling (de BPV-verlener) in een werkelijke arbeidssituatie. In de BPV worden ook de competenties geoefend en getoetst. BPV vindt plaats in een door kenniscentrum Ecabo erkend leerbedrijf. Voorafgaande aan de BPV wordt een BPV-overeenkomst (BPVO) getekend door: • De student; • De BPV-verlener; • Het Kenniscentrum • Kronenburgh Beroepsopleidingen. In de BPVO staan alle rechten en plichten van de student, de BPV-verlener, het Kenniscentrum en Kronenburgh Beroepsopleidingen vastgelegd. Tijdens de BPV wordt de student begeleid door een BPV-docent van Kronenburgh Beroepsopleidingen en een begeleider van de BPV-verlener. Kronenburgh Beroepsopleidingen is na zorgvuldig overleg met de BPV-verlener verantwoordelijk voor de eindbeoordeling. De eindbeoordeling vindt op dezelfde wijze plaats als de examinering. Zie voor een verdere uitwerking bij examinering. Bij de beoordeling van de BPV of Stage wordt een op een aangesloten bij de competentiegerichte kwalificatiestructuur van ECABO zoals vermeld op de site van ECABO. De student moet tijdens de stage of BPV op alle kerntaken aantoonbare ervaring opdoen. Als er zich tijdens de BPV problemen of conflicten voordoen, worden deze besproken met één of beide begeleiders. Zij proberen in gezamenlijk overleg tot een oplossing te komen. Indien het probleem niet naar je tevredenheid wordt opgelost, kan de student conform het deelnemersstatuut zich wenden tot het bevoegd gezag).
3.7 Stage Bij een BOL-opleiding loopt de student stage. Inhoudelijk is de stage gelijk aan BPV en derhalve verwijzen wij naar de voorgaande paragraaf. (De arbeidsrelatie tussen de stageverlener en de stagiaire is anders dan de relatie tussen de BPV-er en de BPV-verlener. )
3.8 Urenverdeling Een erkende opleiding moet minimaal 850 WSF-uren per jaar inroosteren. WSF-uren zijn onder meer lesuren, begeleidingsuren en BPV-uren.
13
De opleiding bestaat uit meer dan alleen WSF-uren zoals voorbereidings-, huiswerk- en examenvoorbereidingsuren. Het totaal aantal uren waaruit een opleiding bestaat noemen we Studiebelasting. Per jaar zijn er 1600 studiebelastinguren (SBU’s). Dit zijn dus de uren waarvan men denkt dat je die gemiddeld nodig hebt om de opleiding goed te doorlopen. Hoeveel WSF-uren per jaar zijn ingeroosterd en de wijze waarop de student de jaarlijkse SBU’s besteed, wordt d.m.v. het overzicht Transparante OnderwijsProgrammering (TOP-model) inzichtelijk gemaakt. Topmodel MBO3 / 4-opleidingen
Onderwijsprogrammering (TOP-model) Bol Voltijd: 1 jaar Begeleid leren Les BOL Begeleiding / tentamen BPV begeleid Subtotaal
420,00 (min 340 / max 680) 584,50 200,00 (min 170 / max 510) 1204,50 (min 850)
Onbegeleid leren huiswerk BPV onbegeleid Subtotaal TOTAAL
262,50 160,00 422,50 1627,00 (min 1600)
Onderwijsprogrammering (TOP-model) BOL Deeltijd: 1 jaar Begeleid leren Les BOL Begeleiding / tentamen BPV / Bedrijf Subtotaal
420,00 52,50 920,00 1392,50 (min 850)
Onbegeleid leren huiswerk tent.week regulier huiswerk Subtotaal TOTAAL
82,50 180,00 262,50 1655,00 (min 1600)
Onderwijsprogrammering (TOP-model) BBL: 1 jaar Begeleid leren Les BOL Begeleiding / tentamen BPV / Bedrijf
120,00 16,50 713,50
14
Subtotaal Onbegeleid leren huiswerk BPV / Bedrijf Subtotaal TOTAAL
850,00 (min 850)
180,00 646,50 826,50 1676,50 (min 1600)
3.9 Succesvolle afronding/ Toetsplan Het diploma wordt verkregen bij een voldoende voor alle onderwijsmodules, de beroepspraktijkvorming /stage en het examen. 3.9.1 Onderwijsmodules Het onderwijs is zo georganiseerd dat een kwalificatie (de opleiding) is opgedeeld in kleinere eenheden: modulen. Toetsplan MBO3 2011-2012 Financieel Administratief Medewerker
Financieel
Vakken Praktijkdiploma BKB/BKB Nima Marktorientatie Debiteuren / Crediteuren Basiskennis Loonadministratie NL Rek Zakelijke Correspondentie ECDL
Schriftelijk x x . x . x x x
Mondeling . . . . . . . .
Beiden . . x . x . . .
Praktijkdiploma FA / KC Projectadministratie Accountancy Persoonlijke Effectiviteit Projectmedewerker Economie Congressmanagement ENG
x x x . x x x .
. . . . . . . .
. . . x . . . x
Toetsplan MBO4 2011-2012 (Salaris) Administrateur Assisent Accountant Vakken
Financieel
Schriftelijk
15
Mondeling
Beiden
Bestuurlijke informatievoorziening BIV x Fiscaal I x BE/PA x ALL nl/eng/rek PDL / MBO4 Sal x MBO4 Salaris x ALL NEMAS NBM Ondernemingsrecht I x Economie x Accountancy x All Projectmanagement x ALL nl/eng/rek ALL Pers. + Org ALL Ondernemingsplan ALL Persoonlijke Effectiviteit: Vergaderen en presenteren Ondernemingsrecht II x Fiscaal II x
x
x
x x x x
Opdrachten die tijdens de modules worden gemaakt kunnen onderdeel uitmaken van het betreffende examen.Alle onderdelen (modulen) uit het opleidingsprogramma dienen met succes (voldoende) te worden afgerond uitgezonderd de vakken waarvoor een vrijstelling is verleend. 3.9.2 Stage of BPV De BedrijfsPraktijkVorming (BPV) is een afzonderlijk examenonderdeel. Ook hiervoor dient een voldoende te worden behaald. 3.9.3 Examen Aan het einde van de opleiding vindt de examinering plaats op stage of BPV-plaats. Tijdens de examinering wordt onderzocht in hoeverre de student aantoonbaar bovengenoemde kerntaken op niveau heeft uitgevoerd (portfolio) of kan uitvoeren (demonstreren). De examinering toont aan dat de student beschikt over alle vereiste competenties. Bij de examinering wordt gebruik gemaakt van de kwalificatiedossiers van Ecabo 2011-2012 zoals hierboven bij BPV / Stage reeds is beschreven. Voor de opleidingen in de Financiële beroepen (MBO3 en MBO4) moet de student de volgende kerntaken op voldoende niveau uitvoeren:
16
17
Bij de beoordeling van de kerntaken in meer detail wordt gebruikgemaakt van het kwalificatiedossier van Ecabo 2011-2012. Hieronder een voorbeeld:
18
De beoordeling van de eindtermen zal zich allereerst concentreren op de aantoonbaarheid van het gewenste resultaat met de daarbij behorende prestatie-indicatoren. Wanneer dit niet geheel overtuigend is, zal nader worden ingezoomd op de hierachter liggende vakkennis en vaardigheden om te bepalen waar de deficiëntie zich bevind opdat alsnog aantoonbaar gemaakt kan worden al dan niet met extra of aanvullende praktijkervaring, dat ook hierop een positieve beoordeling gegeven kan worden. Bij MBO3 is het mogelijk om de examinering te laten vervallen wanneer de student de vervolgopleiding MBO4 gaat doen. De student ontvangt dan geen diploma maar een overgangscertificaat. Wanneer het op de stage- of BPV-plek niet mogelijk is een kerntaak goed uit te voeren kan er voor worden gekozen deze kerntaak te beoordelen tijdens een simulatie op school of op een andere door Ecabo erkende stage- of BPV-plaats.
3.10 Kosten Per maand € 8.900.- € 742.€ 6.700.- € 558.€ 2.250.- € 271.-
Studiekosten BOL voltijds 1 jaar BOL deeltijd 1 jaar BBL 1 jaar
De opleidingskosten zijn inclusief MBO-tentamenkosten. De examenkosten bedragen €600,-. Bij ECDL-hertentamens wordt 32,50 in rekening gebracht. * Studiemateriaal bij BOL-opleidingen varieert van € 500,00 tot € 1215,- en bij BBL-opleidingen van € 250,- tot € 750,-. Zie voor de actuele kosten www. meao-college.nl. Het is ook mogelijk dat aanvullende materiaalkosten in rekening worden gebracht. * De opleidingen zijn vaak opgebouwd uit praktijkopleidingen waar bij externe examenbureaus examen wordt afgelegd. De kosten voor deze examens variëren van € 100,- tot € 250,-. Kijk voor de actuele kosten op www.meao-college. * De student dient zelf te beschikken over een lab-top met het besturingsysteem en software zoals die door Kronenburgh Beroepsopleidingen wordt voorgeschreven. De Lab-Top moet kunnen werken met een internet-wifi-verbinding. Wij brengen geen arrangementskosten in rekening. Wij brengen geen inschrijfkosten in rekening. De opleidingen zijn vrij van BTW.
19
4
De Examenregeling
De bepalingen van het Centraal Examenreglement Beroepsonderwijs (CEB) zijn van toepassing op alle toetsen en examens. Deze examenregeling is een nadere uitwerking van en aanvulling op het CEB. Tegen beslissingen van de examencommissie of examinatoren kun je beroep aantekenen bij de Commissie van Beroep van de examens.
4.1 Organisatie van de examens Alle gegevens met betrekking tot de planning, de organisatie en de vorm van toetsing zijn terug te vinden in het toetsplan. Gedurende de studie wordt de studievoortgang van de student beoordeeld door de docentenvergadering. Deze brengt een studieadvies uit. Als dit advies negatief is, wordt de student hierover schriftelijk geïnformeerd. De student krijgt dan: •
Ofwel de gelegenheid de resultaten te verbeteren
• Ofwel het advies van de directie om een andere opleiding, leerweg of niveau te gaan volgen. Indien hierna onvoldoende verbetering optreedt, kan een bindend studieadvies worden gegeven, conform het studentenstatuut.
4.2 Inschrijving voor examens 1 Aan de onderwijsinstelling ingeschreven studenten, hebben toegang tot de examenvoorzieningen. Studenten zijn verplicht deel te nemen aan alle toetsen van de opleiding waarvoor zij zijn ingeschreven. 2 Studenten die uitsluitend tot de examenvoorzieningen wensen te worden toegelaten, kunnen zich als extraneus in laten schrijven. Aan deze inschrijving zijn kosten verbonden. De examencommissie beslist over toelating. 3 Als een student verhinderd is aan een toetsopdracht deel te nemen, dient hij dit schriftelijk voor aanvang van de toets of op de eerste werkdag na de toetsopdracht onder opgave van redenen aan de secretaris van de examencommissie te melden. 4 Studenten die verhinderd zijn aan een toets deel te nemen en gehandeld hebben overeenkomstig het gestelde in lid 3 van dit artikel, komen in aanmerking voor deelname aan de tweede gelegenheid van de toetsing van het betreffende (deel van het) examenonderdeel in het lopende cursusjaar, indien de examencommissie van oordeel is dat de student een geldige reden voor afwezigheid had bij de gemiste toetsgelegenheid. Deelname aan deze tweede toetsgelegenheid geldt als inhalen. 5 Indien de student geen legitimatiebewijs bij zich heeft of meer dan 15 minuten na aanvang van de toetsgelegenheid arriveert, wordt de student niet toegelaten tot de toetsgelegenheid. Deze afwezigheid geldt als een afwezigheid zonder geldige reden.
20
6 De student die geen geldige reden had voor afwezigheid bij de eerste toetsgelegenheid, mag de toetsopdracht niet inhalen. De student krijgt wel de gelegenheid de toetsopdracht te herkansen (door deel te nemen aan een toetsgelegenheid bij een andere / volgende groep).
4.3 Afname van examens Toetsen kunnen schriftelijk, mondeling, praktisch, digitaal op school of tijdens de beroepspraktijkvorming worden afgenomen. Tijdens het toetsmoment wordt, indien dit nodig is, gezorgd voor voldoende toezicht door adequate surveillanten. Op het toetsblad kun je de instructies voor het maken van de toets lezen. Je krijgt de opdracht voor het maken van een werkstuk of andere opdrachten op een redelijke termijn voor het moment van inleveren. Voorwaarden voor deelname aan toetsen kunnen zijn: Inleveren van voorwaardelijke opdrachten en het maken van voorwaardelijke toetsen. Deze staan in het toetsplan.
4.4 Herkansingen Het aantal herkansingen is gebonden aan een maximum per toetsopdracht. De examencommissie kan besluiten een student op een ander moment een extra herkansingsmoment aan te bieden, wanneer hij/zij daarmee alsnog kan voldoen aan de normen in artikel 7 lid 3 en 4. Na herkansing geldt het hoogste behaalde cijfer. Het aantal herkansingen per toetsmoment is binnen de opleidingseenheid vastgesteld op 1. Tijdens de docentenvergadering, na afloop van een onderwijsperiode, wordt een studieadvies vastgesteld m.b.t. de af te leggen herkansingen. Dit advies wordt door de docent met de student besproken. De student mag afwijken van dit advies.
4.5 Onvoorziene gevallen In gevallen waarin dit reglement niet voorziet beslist de examencommissie.
21
5
Centraal Examenreglement Beroepsonderwijs
De bepalingen die in dit Centraal Examenreglement Beroepsonderwijs (CEB) gelden voor de reguliere (CREBO gerelateerde) examens voor beroepsopleidingen. In alle gevallen geldt dat zowel het proces van examinering als de examenproducten voldoen aan de vigerende standaarden van het Kwaliteitscentrum Examinering, alsook aan betreffende bepalingen uit het vigerende toezichtskader van de Onderwijsinspectie BVE. De regels uit dit examenreglement gelden voor alle examens, tenzij anders is bepaald. Het Centraal Examenreglement Beroepsonderwijs is laatstelijk vastgesteld door het bevoegd gezag van Kronenburgh Beroepsopleidingen op 01052010 en treedt in werking op 01082010. ARTIKEL 1 Regeling van de examens 1.1 Begripsbepalingen In dit reglement wordt verstaan onder: • Certificaat: een door de examencommissie uitgereikt bewijsstuk, dat een deelkwalificatie met goed gevolg is afgesloten. •
Bevoegd Gezag: de belast met de leiding van de Kronenburgh Beroepsopleidingen.
•
Deelkwalificatie: onderdeel van de opleiding (module).
• Student: een persoon die is ingeschreven voor een opleiding bij Kronenburgh Beroepsopleidingen en de onderwijsovereenkomst heeft getekend. • Diploma: een door de examencommissie uitgereikt bewijsstuk, dat het examen met goed gevolg is afgelegd. • Directie: eindverantwoordelijke van het college, dan wel een door deze schriftelijk aangewezen persoon die namens hem optreedt. • Examen: Omvat een onderzoek naar de vakkennis, het inzicht, de vaardigheden en in voorkomende gevallen, de beroepshouding die de student zich bij de voltooiing van de opleiding eigen moet hebben gemaakt, alsmede de beoordeling van de uitkomsten van dat onderzoek aan de hand van de kerntaak, competenties, prestatie-indicatoren. Het examen van een beroepsopleiding is met gunstig gevolg afgelegd indien alle examenonderdelen van die opleiding met gunstig gevolg zijn afgelegd. • Examencommissie: elk college heeft tenminste één examencommissie die belast is met verschillende taken rond examinering. In de examencommissie zitten geen leden van de directie van het betreffende college. • Externe legitimering: het proces dat wordt uitgevoerd door de Onderwijsinspectie, om te waarborgen dat de exameninhoud en het examenproces voldoen aan de kwaliteitsnormen en het niveau en de inhoud zijn afgestemd op de eindtermen.
22
• Examenonderdeel: Het geheel van examentoetsen waarmee een deelkwalificatie wordt afgesloten. •
Herkansen: Opnieuw afleggen van een toetsopdracht over leerstof die eerder getoetst is.
• Inhalen: Alsnog doen van een toetsopdracht, wanneer geen gebruik is gemaakt van een eerdere toetsgelegenheid. • Onderwijs- en Examenreglement: een door het bevoegd gezag vastgesteld reglement, met daarin de beschrijving van de belangrijkste kenmerken van de opleiding, waaronder de toetsing en examinering. • Toetsopdracht: Alle mogelijke toetsvormen die aan een student worden voorgelegd om te komen tot certificering. •
Wet: de Wet Educatie en Beroepsonderwijs.
ARTIKEL 2 Het examen 2.1 Recht op deelname Studenten hebben toegang tot alle onderdelen van het examen waarvoor zij een onderwijscontract met Kronenburgh Beroepsopleidingen hebben gesloten voor zover die toegang niet is beperkt door bepalingen in de onderwijs- en examenregeling, dan wel door de bepalingen uit dit reglement. 2.2 Behaalde examenonderdelen Studenten die in het bezit zijn van een certificaat, verkregen op grond van een met succes voltooide deelkwalificatie aan een Nederlandse instelling voor beroepsonderwijs, zijn vrijgesteld van het daarmee overeenkomende examenonderdeel. 2.3 Elders verworven competenties De examencommissie kan, al dan niet op verzoek van de betrokkene, op basis van vooropleiding, kennis of ervaring van de student, bepalen dat voor één of meer onderdelen van het examen: • geheel of gedeeltelijke vrijstelling wordt verleend van het afleggen van het betreffende examenonderdeel; • de toetsopdracht(en) die zijn verbonden aan het examenonderdeel direct kunnen worden afgelegd. ARTIKEL 3 Organisatie van de examens 3.1 Bekendmaking organisatie van de examens Alle gegevens met betrekking tot de planning, de organisatie, de vorm van de toetsopdrachten en toegestane of verplichte hulpmiddelen worden tijdig aan de studenten bekend gemaakt. 3.2 Deelname aan een examenonderdeel
23
De examencommissie bepaalt of, en zo ja, op welke wijze, een student zich moet inschrijven voor een examenonderdeel. Studenten zijn verplicht deel te nemen aan de toetsopdrachten van het examenonderdeel waarvoor zij zich hebben ingeschreven. Als een student verhinderd is aan een toetsopdracht deel te nemen, dient hij zich af te melden conform de in de onderwijs- en examenreglement genoemde procedure. Bij verhindering dient hij zich vooraf, en in bijzondere gevallen de eerstkomende werkdag na de gemiste toetsgelegenheid, daarvoor te verantwoorden bij de examencommissie of de daarvoor in het onderwijs- en examenreglement genoemde instantie. De examencommissie beoordeelt of deze reden als geldig wordt aanvaard. Indien de examencommissie van oordeel is dat er geen geldige reden is, deelt zij dit binnen twee weken schriftelijk aan de student mee. 3.3 Inhalen toetsopdracht Voor studenten die een geldige reden hadden om niet aan een toetsopdracht deel te nemen komt een volgende toetsgelegenheid in de plaats van de verzuimde toetsgelegenheid. Het recht op herkansing blijft dan alsnog gehandhaafd. Voor studenten die geen geldige reden hadden, wordt een volgende toetsgelegenheid aangemerkt als een herkansing. 3.4 Herkansen toetsopdracht In het betreffende onderwijs- en examenreglement wordt (per toetsvorm) het aantal herkansingsmogelijkheden bepaald. Het minimum aantal herkansingen is één herkansing per toetsopdracht, met dien verstande dat in het betreffende onderwijs- en examenreglement het aantal herkansingsmogelijkheden per toetsperiode kan worden beperkt. Indien het maximale aantal herkansingen is gebruikt en het examenonderdeel niet is gehaald, kan de examencommissie bepalen dat de onderwijsdeelnemer pas opnieuw aan de toetsopdracht(en) voor dat examenonderdeel mag deelnemen, als hij het onderwijs of de praktijkervaring die voorafgaat aan het desbetreffende examenonderdeel geheel of gedeeltelijk opnieuw heeft afgelegd. Indien er meerkosten zijn verbonden aan een groter aantal herkansingen dan één, kan de Domeinvoorzitter besluiten de kosten daarvan geheel of gedeeltelijk aan de student door te berekenen. De kosten worden vooraf bekend gemaakt. 3.5 Afwijkende toetsing Ten aanzien van specifieke doelgroepen en gehandicapten kan de examencommissie toestaan dat onderdelen van het examen in afwijkende vorm worden afgenomen. De student dient hiertoe, uiterlijk vier weken voor de eerste toets, een schriftelijk verzoek in bij de examencommissie. Deze neemt binnen twee weken een beslissing. Bij ingekochte examenproducten wordt besloten op basis van de richtlijnen van de exameninstelling waarbij de examens worden ingekocht. De beslissing wordt uiterlijk twee weken na indiening van het verzoek, schriftelijk meegedeeld aan de student. ARTIKEL 4 Gang van zaken toetsafname 4.1 Bekendmaking gang van zaken De gang van zaken voor, tijdens en na afloop van de afname van theorie- en praktijkonderdelen van het examen wordt tijdig, dat wil zeggen, ten minste een week voor aanvang van de toetsing, aan de student kenbaar gemaakt.
24
4.2 Afname De examencommissie is verantwoordelijk voor de goede gang van zaken tijdens de examens. De commissie is verantwoordelijk voor de inrichting van de toetslocatie en het beschikbaar zijn van de benodigde examenmaterialen en draagt zo nodig zorg voor adequate surveillance. 4.3 Laatkomers In het betreffende onderwijs- en examenreglement wordt bepaald tot welk moment na aanvang van het examen studenten nog mogen deelnemen. Behoudens door de examencommissie te bepalen gevallen van overmacht, blijft het tijdstip waarop de toets eindigt ongewijzigd. Bij praktische toetsen beslist de examinator omtrent toegang tot en verlaten van de examenruimte. 4.4 Legitimatie Alle studenten die een toetsopdracht afleggen moeten een geldig legitimatiebewijs kunnen tonen; wanneer zij daarvan in het bezit zijn hun studentenpasje. ARTIKEL 5 De uitslag 5.1 Bekendmaking uitslag De uitslag van elk examenonderdeel wordt door de examinator binnen tien schooldagen na afname van de toetsopdracht bekendgemaakt. Uitslagen worden in de regel schriftelijk aan de studenten bekendgemaakt. De student ontvangt, desgevraagd, een verklaring dat een deelkwalificatie is gehaald. 5.2 Inzagerecht, bewaartermijn en recht op bespreking Werkstukken en andere uitwerkingen van toetsopdrachten van studenten worden, indien de aard of omvang van de stukken dat toelaat, tezamen met de toetsopdracht en beoordelingscriteria door het Domein bewaard. De bewaartermijn bedraagt zes maanden. De termijn gaat in na de uitslag van het desbetreffende onderdeel van het examen. Na afloop van deze periode beslist de Domeinvoorzitter wat er met het materiaal gebeurt. Gedurende zes weken na de uitslag van de toetsopdracht hebben belanghebbenden recht op inzage en heeft de student recht op bespreking van het materiaal en op motivering van de beoordeling. 5.3 Geslaagd In het betreffende onderwijs- en examenreglement wordt bepaald wanneer een student is geslaagd voor een examenonderdeel. ARTIKEL 6 Onregelmatigheden 6.1 Onregelmatigheden De examencommissie is bevoegd toetsopdracht(en) van een examenonderdeel ongeldig te verklaren indien één of meer studenten onregelmatigheden plegen. Als onregelmatigheid wordt in ieder geval aangemerkt: -spieken, -het niet opvolgen van instructies van surveillanten, - het gebruiken van niet toegestane hulpmiddelen. Verder staat het ter beoordeling van de examencommissie om
25
gedragingen, handelingen en dergelijke aan te merken als onregelmatig in de zin van dit artikel. De student heeft in dat geval de mogelijkheid dat onderdeel te herkansen, indien hij nog geen gebruik heeft gemaakt van het maximale aantal herkansingen. 6.2 Horen student Alvorens de examencommissie een beslissing neemt inzake geschillen hoort deze de student. 6.3 Onregelmatigheden van ernstige aard Indien er sprake is van onregelmatigheden van ernstige aard kan de examencommissie de directie adviseren disciplinaire maatregelen te treffen, conform het Deelnemersstatuut. ARTIKEL 7 Beroepsrecht Studenten kunnen beroep aantekenen tegen beslissingen van de examencommissie of van de examinatoren die verband houden met het examen of een onderdeel daar van, op basis van het Deelnemersstatuut en conform het Reglement van Orde van de commissie van Beroep voor de Examens en de geschillencommissie op grond van het deelnemersstatuut. ARTIKEL 8 Slotbepaling 8.1 Onvoorziene gevallen In gevallen waarin dit reglement en het betreffende onderwijs- en examenreglement niet voorziet, beslist de examencommissie. 8.2 Geheimhouding Een ieder die betrokken is bij de uitvoering van de examinering en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift ter zake van die gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding daarvan, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hen tot bekendmaking verplicht of uit zijn taak bij de uitvoering van de examinering noodzaak tot bekendmaking voortvloeit. 8.3 Strijdigheid bepalingen Indien enige bepaling uit het onderwijs- en examenreglement strijdig is met de bepalingen uit dit reglement hebben de bepalingen uit dit reglement voorrang. ARTIKEL 9 Citeertitel Dit reglement kan worden aangehaald als het Centraal Examenreglement Beroepsonderwijs van Kronenburgh Beroepsopleidingen. 10
Bijlage Commissie van Beroep voor de examens
Een student kan beroep aantekenen tegen beslissingen die verband houden met de uitslag van en de behandeling tijdens een onderdeel van het examen bij de Commissie van Beroep voor de examens. Het beroep dient binnen twee weken na de beslissing te worden ingediend bij de Commissie van
26
beroep voor de examens door middel van een brief met de argumentatie voor het aantekenen van het beroep. Samenstelling Commissie van Beroep voor de examens
Voorzitter Griffier Lid / Plv Voorzitter Lid / Plv Griffier
Commissie voor beroepexamens Joop van Haar Michelle Schekman Jan Zonneveld Jos Verschoor
Adres: Kronenburgh Beroepsopleidingen De Commissie van Beroep voor de examens Van Vredenburchweg 158 2284TT Rijswijk. e-mail
[email protected] telefoon 070 – 3998806. Zie voor de manier waarop je beroep kunt aantekenen bij de Commissie van Beroep voor de examens het Reglement van Orde voor de Commissie van Beroep voor de examens en de Geschillencommissie op grond van het Deelnemersstatuut.
27