ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING
TechnoDesign Crebonummer
:
10054
Werktuigbouwkunde
10232
Middenkaderfunctionaris Automatiserings elektronica (MK-AEC)
10235
Middenkaderfunctionaris Automatiserings energietechniek (MK-AEN)
10237
Middenkaderfunctionaris Elektrotechnische Installatie Techniek (MK-EIT)
Cohort
:
2008-2012
Niveau
:
4, middenkaderopleiding
Leerweg
:
BOL
Opleidingsvariant
:
Standaard
Leerjaren
:
4
Inhoudsopgave
Inleiding
A
Onderwijsregelingen crebo‟s 10054, 10232, 10235, 10237
B
Examenregeling
C
B.1
Opleidingspecifiek deel
B.2
Algemeen deel
Bijlagen C.1
Geldigheid
C.2
Examensystematiek
C.3
Nadere bepalingen toetsafname
C.4
WSF / TOP
C.5
Adressen
C.6
Taken van de examencommissie
C.7
Vrijstellingsregeling
C.8
Bijzondere bepalingen
C.9
Aanmeldingsdocument voor deelname aan alle deeltoetsen
Albeda College, OER TechnoDesign, crebonummers 10054/10232/10235/10237, cohort 2008 –2012, BOL, standaard 2/23
Inleiding Voor je ligt de onderwijs- en examenregeling (OER) van de opleidingen die uitgevoerd worden binnen het onderwijsconcept TechnoDesign. Het bestaat uit 3 hoofddelen: A. Onderwijsregeling B. Examenregeling C. Bijlagen Het doel van dit document is om naar deelnemers en overige betrokkenen duidelijk te maken hoe het opleidingstraject is opgebouwd, wanneer, wat, en hoe er getoetst wordt, welke keuze mogelijkheden er zijn, enz. Hieronder worden eerst nog wat begrippen toegelicht vanuit het onderwijsconcept “Technodesign” . Uitgangspunten: TechnoDesign een onderwijsconcept op basis van natuurlijk leren en is ontworpen rondom de volgende begrippen: a) Contextrijk leren b) Integraal ontwerpen b) Competentiegericht leren c) De deelnemer centraal In het hierna volgende deel wordt in het kort de achtergrond uitgelegd. a. Contextrijk leren Tijdens de opleiding worden die dingen geleerd, die nodig zijn om in een beroepssituatie goed te kunnen functioneren. Om dit te bereiken bestaat het grootste gedeelte van de opleiding uit het werken aan projecten, individueel en in groepjes. De projecten, prestaties genaamd, komen sterk overeen met opdrachten die in de latere beroepssituatie regelmatig voorkomen. Prestaties worden verricht in een realistische leeromgeving, dat wil zeggen een omgeving die lijkt op de werkelijke praktijk, dan wel in een reële leeromgeving, de werkelijke praktijk in een bedrijf of instelling. Het uitvoeren van de prestatie gebeurt zoveel mogelijk in samenwerking met en / of in het bedrijfsleven, een gemeente of een maatschappelijke instelling. We noemen dit: leren in een „contextrijke‟ omgeving. Gesimuleerde praktijksituaties kunnen op school worden gecreëerd. We spreken dan van een realistische leeromgeving. Tijdens de uitvoering van de prestatie kan de deelnemer regelmatig van uitvoeringsplek wisselen, een keer op school dan weer in het bedrijf. De opleiding is over de gehele periode maar vooral in de laatste twee jaar sterk gerelateerd aan de beroepspraktijk. b. Integraal ontwerpen Onder Integraal ontwerpen verstaan we o.a. het doorbreken van hokjes en schotten binnen een bedrijf. Een ontwerper kan misschien een fantastisch product ontwerpen, maar als dit niet voor een concurrerende prijs kan worden aangeboden, zal het product op de markt geen succes worden. Bij zijn ontwerp dient hij verder ook al rekening te houden met productiemogelijkheden, technische haalbaarheid, verkoop en milieuaspecten. Maar ook moet hij toekomstig onderhoud in ogenschouw nemen, zodat dit later goedkoop en eenvoudig uitgevoerd kan worden. Het is daarom belangrijk dat je als toekomstige werknemer niet alleen maar binnen de grenzen van je eigen vakgebied blijft. Je moet in staat zijn om samen te werken met mensen uit andere vakgebieden en natuurlijk moet je weten wanneer je collega's uit een ander vakgebied moet raadplegen. Er wordt steeds meer in teamverband gewerkt. Het is belangrijk dat een team goed functioneert en wij vinden het daarom belangrijk dat je als persoon in zo'n team goed kunt samenwerken. Een ander aspect van integraal ontwerpen is documenteren. Je moet verantwoord met je tijd om kunnen gaan, je handelingen documenteren en je vorderingen presenteren. Je moet dus verantwoording af kunnen leggen over wat je hebt gedaan. Het documenteren is vooral belangrijk om ervoor te zorgen dat kennis die je opdoet bij bijvoorbeeld het ontwikkelen van een product niet verloren gaat. Het gebruik van ICT-hulpmiddelen is hierbij essentieel.
Albeda College, OER TechnoDesign, crebonummers 10054/10232/10235/10237, cohort 2008 –2012, BOL, standaard 3/23
c. Competentiegericht leren Als de deelnemer een prestatie tot een goed einde wil brengen, dan worden verschillende dingen van hem verwacht. Hij moet de nodige (technische) kennis hebben opgedaan. Hij heeft de vereiste (technische) vaardigheden verworven. Hij bezit de gepaste (beroeps)houding, voldoende motivatie en het juiste inzicht. Deze aspecten samen leiden tot het gewenste beroepsgedrag. Dit samenhangend geheel van kennis, vaardigheden en houdingen, noemen we een „competentie‟. Er zijn vele competenties te onderscheiden. Om een volwaardig beroepsbeoefenaar en burger te zijn, heeft iemand niet alleen vaktechnische competenties, maar ook maatschappelijke competenties nodig. We doelen hiermee op het vermogen om informatie te vergaren, deel te kunnen nemen aan maatschappelijke verbanden in de samenleving, etc. Deze competenties komen binnen TechnoDesign-opleidingen ruimschoots aanbod. Met het volbrengen van een prestatie is de deelnemer in aanraking gekomen met een combinatie van leermomenten, waarin competenties min of meer gemakkelijk verworven kunnen worden. c. De deelnemer staat centraal Een TechnoDesign-opleiding is maatwerk voor de deelnemer. De opleiding start met een intake- en introductieperiode. Aan het eind van deze periode is voor elke deelnemer duidelijk in welke vakrichting, of combinaties daarvan, hij van start gaat. Deze keuzes worden in een Persoonlijk Ontwikkelings Plan vastgelegd (POP). Het POP is weer een onderdeel van het portfolio. De docent treedt op als leermeester. Voortdurend begeleid door zijn leermeester, gaat de deelnemer aan de slag. Van de deelnemer gaat steeds het initiatief uit. Het navigeren door de opleiding heen wordt al lerende aan de deelnemer overgelaten: van sturing naar zelfsturing. Hij kiest in overleg de prestaties (projecten / opdrachten) die passen bij de richting die hij op wil. Leergesprekken tussen de deelnemer en de leermeester zijn belangrijke elementen van de opleiding. In die gesprekken wordt o.a. gekeken naar wat er is geleerd en welke volgende leerpunten er aan de orde zijn. Als door (leer)ervaringen tijdens de opleiding de interesses van een deelnemer verandert, is wisselen van vakrichting zonder veel problemen mogelijk. Dat de deelnemer centraal staat komt ook tot uiting in de wijze waarop kennis en beroepsvaardigheden worden verworven. De deelnemer geeft aan wat hij wil leren en wanneer hij daar aan toe is. De school creëert vervolgens voor de deelnemer de mogelijkheid, afhankelijk van de mogelijkheden van de school; verder geldt daarbij altijd als leidraad een arbeidsmarktrelevant kwalificatieprofiel.
Inrichting van de opleiding Elke opleiding kent een normduur van 4 jaar. De studiebelasting telt in totaal 6400 klokuren. De vrije ruimte wordt verdeeld over de gehele opleiding. Deelnemers zijn 5 dagen per week met hun opleiding bezig. In tijd gezien beslaat de opleiding 8 semesters. De opleiding kan langer of korter duren dan de gestelde normtijd afhankelijk van de ontwikkeling van de deelnemer.
S8
Prestaties
Min. 2 bedrijven
Duaal
S7 S6
Werken & Leren
HBO
S5
Workshops
Pfg
Vaardigheden
Pfg
Vaardigheden
Pfg
Prestaties
S4 S3 S2 S1
Prestaties (intern en extern)
LVT
Workshops
BPV (8 weken = 320 klokuren) Prestaties (intern)
Workshops
Albeda College, OER TechnoDesign, crebonummers 10054/10232/10235/10237, cohort 2008 –2012, BOL, standaard 4/23
De deelnemers werken in lesgroepen en prestatiegroepen en volgen workshops. Dit gebeurt zowel individueel als in groepen. De deelnemer met zijn leervraag staat centraal en geeft dus voortdurend aan welke leerbehoefte hij heeft. Hij is tenslotte zelf verantwoordelijk voor zijn opleidingstraject. Deze vorm van zelfstandigheid en het zelfinitiatief moeten veelal worden geleerd. Intensieve begeleiding en ondersteuning, op velerlei gebied, wordt ingezet om de deelnemer daarbij te helpen. Deelnemers worden zowel beroepsgericht als sociaal begeleid. Fasen Gedurende de opleiding wordt een aantal fasen doorlopen. De fasen hebben telkens een bepaalde normduur. De normduur is de gemiddelde tijd die nodig is om een fase te doorlopen. Fase
Activiteit
Normduur - E
Normduur - W
1. Oriënteren
Eventueel switchen van studierichting Werktuigbouwkunde of Elektrotechniek
½ jaar
½ jaar
2. Verdiepen en kiezen
Verdiepen van de opleiding en keuze maken afstudeerrichting
1 ½ jaar
2 ½ jaar
3. Profileren
Afstuderen
2 jaar
1 jaar
Beroepspraktijkvorming (BPV) / Prestaties Een prestatie is een concrete opdracht binnen een contextrijke leeromgeving, die door de deelnemer individueel of binnen een groep wordt uitgevoerd binnen een bepaald tijdsbestek. Het gaat daarbij om het ontwikkelen van beroepscompetenties en overige competenties, gerelateerd aan de kerntaken en opgaven van het beroep. Hierbij is reflectie op het werkproces een belangrijk leermechanisme, terwijl de beoordeling van de prestatie mede als input dient voor de voortgangsgesprekken met de leermeester. Prestaties zijn zo geformuleerd dat ze dicht bij de praktijk staan. Hierdoor kunnen binnen een prestatie meerdere competenties worden ontwikkeld. Op dit punt komen prestaties binnen de schoolomgeving (realistische leeromgeving) overeen met prestaties binnen een bedrijf (reële leeromgeving). Een prestatie bestrijkt meerdere competentiegebieden die zelfs per deelnemer (kunnen) verschillen. Dat laatste is sterk afhankelijk van de afgesproken taakverdeling en aanwezige expertises binnen een prestatieteam. Verwacht wordt dat een team dat een prestatie uitvoert (prestatieteam) zal zijn samengesteld uit circa zes deelnemers uit - zo mogelijk en indien relevant - verschillende vakgebieden. Deze samenwerking stimuleert de (door het bedrijfsleven) gewenste kennisverbreding. Elke prestatie biedt zo de mogelijkheid sociaal-maatschappelijke, persoonlijke, ontwikkelings- en beroepscompetenties te integreren. Op basis van de met een deelnemer uitgezette leer- en ontwikkelingslijn worden de prestaties ingezet om de gewenste competenties te ontwikkelen. De beide lijnen bieden ondersteuning bij de keuze om een bepaalde prestatie op een bepaald moment van een leerjaar in te zetten. Een juiste schakeling van prestaties garandeert op deze wijze dat aan te leren competenties tot op het gewenste niveau kunnen worden geoefend. In de eerste twee leerjaren hebben de prestaties vooral een binnenschools karakter met een geleidelijke overgang naar prestaties die buiten de school plaatsvinden. In het derde en vierde leerjaar wordt overgegaan op een duaal model, waarbij alle prestaties worden uitgevoerd in en begeleid door het bedrijfsleven. Omdat we binnen het TechnoDesign-concept streven naar contextrijk Ieren (= in de beroepspraktijk), is de beroepspraktijkvorming voortdurend met de opleiding verweven. Leren vindt altijd in de praktijk of in nauwe samenhang met de praktijk plaats. Er wordt gewerkt met prestaties die voor een echte opdrachtgever worden uitgevoerd, waardoor echte beroepssituaties ontstaan. Deze continue stages zijn in het eindtermendocument niet als een afzonderlijke deelkwalificatie benoemd, maar omvatten inhouden die deel uit maken van meerdere deelkwalificaties. Prestatiegroepen Prestatiegroepen kunnen bestaan uit deelnemers van verschillende vakrichtingen. Deelnemers leren binnen de groep sturing te geven aan hun eigen leerproces. Het gaat hier dus om competenties met een brede reikwijdte (leren – leren) en/of die buiten de beroepscontext geleerd kunnen worden. Gedurende de gehele opleiding worden de deelnemers individueel begeleid door hun leermeester. Daarnaast voert de leermeester leergesprekken, individueel en in groepen van circa zes deelnemers. De deelnemers voeren ook binnen de prestatiegroep prestaties uit. Tenslotte werken deelnemers zelfstandig aan activiteiten als het bijhouden van het eigen portfolio.
Albeda College, OER TechnoDesign, crebonummers 10054/10232/10235/10237, cohort 2008 –2012, BOL, standaard 5/23
Workshops Bij het uitvoeren van een prestatie, zal een deelnemer vanuit de ervaring van „het geheel‟ (de prestatie) ontdekken dat benodigde kennis en/of vaardigheden worden ontbeerd. Hieruit zullen leervragen ontstaan. Door in te tekenen op de aan prestaties gerelateerde thema‟s (theorie- of praktijklessen of practica) kan het ervaren kennistekort worden aangevuld. Daarnaast kunnen deelnemers zelfstandig theoretische kennis verwerven. Thema‟s zijn dus ondersteunende leermomenten die precies op tijd of op verzoek moeten worden aangeboden. Kenmerkend is dat het gaat om kennis en vaardigheden als ondersteuning bij het uitvoeren van contextrijke prestaties. Vaardigheden In de eerste 2 leerjaren is een aantal vaardigheden op vaste momenten geprogrammeerd. Zo hoort het behalen van het Veiligheidscertificaat (VCA) tot de vaste onderdelen. Verder is er een aantal routinevaardigheden die eigen gemaakt moeten worden voorzover dat nog niet gebeurd is. Denk hierbij aan het beheersen van het tekenprogramma AutoCad, het omgaan met draaibanken, freesbanken, lasapparatuur. Het kunnen monteren van schakelingen, soldeertechnieken, enz. Begeleiding De deelnemer wordt begeleid door de leermeester. De leermeester volgt de deelnemer in de loopbaan met het accent op persoonlijke kwaliteiten en voert hiertoe individuele gesprekken met de deelnemer. We noemen dit leergesprekken of portfoliogesprekken. De werkmeester begeleidt de deelnemer bij de prestaties met het accent op de ambachtelijke vaardigheden en kennis. De werkmeester is verantwoordelijk voor een bepaald werkgebied en is verbonden aan de school. In een bedrijf wordt er gesproken over een bedrijfsfunctionaris. Deze aanduiding kan per bedrijf verschillen. Voorbeelden zijn: praktijkopleider, praktijkbegeleider, stagebegeleider, etc. Leer- en ontwikkelingslijnen Leer- en ontwikkelingslijnen maken stappen in het leerproces zichtbaar en volgbaar en geven de deelnemer de kans om eigenaar van het eigen leerproces te zijn. Leer- en ontwikkelingslijnen zijn gerelateerd aan het beroep. Leerlijnen richten zich op kennis of vaardigheden. Ontwikkelingslijnen maken een ontwikkeling van persoonlijke kwaliteiten zichtbaar. Voor iedere fase van de opleiding is een aantal van deze leerlijnen geformuleerd. Deze leerlijnen (aangevuld met kennisonderdelen) en ontwikkelingslijnen corresponderen met de wettelijke normen van de opleiding (eindtermen). Portfolio Alle gegevens en bewijsstukken van de deelnemer en daarmee bewijzen van behaalde competenties, worden in een portfolio bijgehouden en bewaard. Gedurende de opleiding verzamelt de deelnemer daarmee diverse „blijken van kunnen‟. De inhoud van een portfolio kan variëren van werkstukken en verslagen tot video-opnamen en uitwerkingen van gesprekken, waarin de voortgang van de ontwikkeling van de deelnemer wordt vastgelegd. In het portfolio komt de profielkeuze van de deelnemer naar voren en de individuele invulling die daaraan gegeven is. Het bijhouden van het portfolio gebeurt samen met de leermeester. Het portfolio is het eerste CV van de deelnemer. Hiermee wordt aantoonbaar wat het werk- en denkniveau van de deelnemer is en welke verdere relevante ervaring is opgedaan. Dat heeft meerwaarde ten opzichte van een „standaard‟ diploma. Het portfolio is op meerdere gebieden inzetbaar. Het kan gebruikt worden bij de intake, als de deelnemer voorafgaand aan de opleiding al een portfolio heeft opgebouwd (vooropleiding, werkervaring, enz.). Tevens kan het dienen bij de begeleiding van de deelnemer; het geeft een beeld van de vorderingen van de deelnemer. Het portfolio is dus een ontwikkelingsinstrument, een pedagogisch instrument (motiveren) en een instrument bij het bijhouden van de ontwikkeling van competenties. Het portfolio bevat het bewijs dat een deelnemer gekwalificeerd de opleiding afrondt. De afgetekende competenties komen tenslotte in het portfolio terecht, samen met de bewijsstukken. Het is de verantwoordelijkheid van de deelnemer het portfolio bij te houden. De leermeester houdt hier controle op.
Albeda College, OER TechnoDesign, crebonummers 10054/10232/10235/10237, cohort 2008 –2012, BOL, standaard 6/23
A: Onderwijsregeling In deze onderwijsregeling is een aantal belangrijke zaken vastgelegd, zoals het aantal deelkwalificaties, de studielast, niveau, leerweg. Binnen TechnoDesign ziet men tijdens het volgen van de opleiding niet direct welke deelkwalificaties gevolgd worden. Hoe zit het dan wel? Opleidingen zijn gericht op het behalen van eindtermen die in overleg met het bedrijfsleven zijn opgesteld door het Kenniscentra Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (Kenteq). Het Ministerie van OC&W heeft deze eindtermen goedgekeurd. Deze zijn opgenomen in de eindtermendocumenten van de hieronder genoemde opleidingen en zijn tevens op Internet te vinden op www.kenteq.nl. 10054
Werktuigbouwkunde
10232
Middenkaderfunctionaris Automatiserings electronica (MK-AEC)
10235
Middenkaderfunctionaris Automatiserings energietechniek (MK-AEN
10237
Middenkaderfunctionaris Elektrotechnische installatie techniek (MK-EIT)
Binnen TechnoDesign zijn genoemde opleidingen ingericht m.b.v. van leer- en ontwikkelingslijnen (competenties). De keuze en differentiatie zijn afhankelijk van de persoonlijke voorkeur van de deelnemer en de ontwikkelingsfase waarin de deelnemer verkeert. Anders dan in de “klassieke” structuur van de opleiding ontwikkelt de deelnemer zich m.b.v. deze leer- en ontwikkelingslijnen. De ontwikkeling hiervan vindt plaats in een gedeeltelijk cyclisch proces waarbij uiteindelijk het vereiste eindniveau wordt bereikt. Anders dan in het verleden wordt er dus niet gewerkt met lesstofeenheden binnen deelkwalificaties maar staat de ontwikkeling van de deelnemer centraal. Diplomering vindt plaats wanneer een deelnemer het vereiste niveau van het vastgestelde pakket leer- en ontwikkelingslijnen heeft behaald. Nadrukkelijk is aangegeven dat het te behalen diploma volledig voldoet aan de eindtermen die gelden voor de genoemde opleidingen. Met de conversietabel worden de leer- en ontwikkelingslijnen omgezet naar de daarvoor vereiste deelkwalificaties.
Albeda College, OER TechnoDesign, crebonummers 10054/10232/10235/10237, cohort 2008 –2012, BOL, standaard 7/23
A : Onderwijsregeling Titel kwalificatie Differentiatie Soort opleiding Opleidingsduur Opleidingsvariant Leslocatie TOELICHTING:
Werktuigbouwkunde n.v.t. Middenkaderopleiding 4 jaar Standaard Aleyda van Raephorstlaan, Schiedamseweg
Crebo-nummer Diff. nummer Niveau WSF Leerweg Cohort
10054 n.v.t. 4 (M) Ja BOL 2008 - 2012
De beroepsopleiding Middenkaderopleiding Werktuigbouwkunde behoort tot de beroepengroep Werktuigbouwkunde van de kwalificatiestructuur Metaal. Om het diploma van deel opleiding te behalen sluit de deelnemer in totaal acht deelkwalificaties met voldoende resultaat af. 7 Deelkwalificaties zijn verplicht (V). Uit 3 keuze deelkwalificaties dient de deelnemer een verplichte keuze te maken (VK).
Crebo dkw:
50253 50252 52998 50250 50249 50243 50242 50247 50246 53376
Deelkwalificatienaam: Verspanen MOW Plaat en constructie MOW Montage / onderhoud MOW Tekenen / construeren MOW Bedrijfsvoering MOW Extra-functioneel niveau 4 Maatschappelijk-cultureel niveau 4 Mechaniseren /installeren Tekenen / construeren Commerciële techniek
V / VK
Keuze
V (1 uit 1) V (1 uit 1) V (1 uit 1) V (1 uit 1) V (1 uit 1) V (1 uit 1) V (1 uit 1) VK (1 uit 3) VK (1 uit 3) VK (1 uit 3) Netto studiebelastingsuren: Studiebelastingsuren vrije ruimte: Totaal aantal studiebelastingsuren: netto + vrije ruimte: Verdeling studiebelastingsuren over school en bpv (beroepspraktijkvorming): Aantal (V) verplichte deelkwalificaties: Aantal (VK) verplichte keuze deelkwalificaties: Aantal (K) keuze deelkwalificaties:
Netto school
Netto BPV
3664
2096
3664 640 4304 67%
2096 0 2096 33%
5760 640 6400 100% 7 1 0
V = verplicht, VK = verplichte keuze, WSF = Wet StudieFinanciering Via leer- en ontwikkelingslijnen wordt er een conversie gemaakt naar de hier bovenstaande deelkwalificaties.
Albeda College, OER TechnoDesign, crebonummers 10054/10232/10235/10237, cohort 2008 –2012, BOL, standaard 8/23
A : Onderwijsregeling
Titel kwalificatie Differentiatie Soort opleiding Opleidingsduur Opleidingsvariant Leslocatie TOELICHTING:
Middenkaderfunctionaris Automatiserings Elektronica n.v.t. Middenkaderopleiding 4 jaar Standaard Aleyda van Raephorstlaan, Schiedamseweg
Crebo-nummer
10232
Diff.nummer: Niveau WSF Leerweg Cohort
n.v.t. 4 (M) Ja BOL 2008 - 2012
De beroepsopleiding Middenkaderfunctionaris Automatiserings Elektronica behoort tot de beroepengroep Elektronica van de kwalificatiestructuur Elektrotechniek. Om het diploma van deze opleiding te behalen sluit de deelnemer in totaal 7 deelkwalificaties met voldoende resultaat af.
Crebo dkw:
50860 50489 50859 50868 50869 50870 50871
Deelkwalificatienaam: Basisvaardigheden Ifnormatietechniek Maatschappelijke en culturele vorming Algemene vaardigheden MK-functionaris elektrotechniek Service verlenen aan moderne communicatieapparatuur Ontwerpen en modificeren van besturingselektronica Ontwikkelen, onderhouden en modificeren van bedrijfscontrolesystemen Projectmanagement Autmatiseringselektronica
Verplicht
Keuze
V V V
(1 uit 1) (1 uit 1) (1 uit 1)
V
(1 uit 1)
V V
(1 uit 1) (1 uit 1)
V (1 uit 1) Netto studiebelastingsuren: Studiebelastingsuren vrije ruimte: Totaal aantal studiebelastingsuren: netto + vrije ruimte: Verdeling studiebelastingsuren over school en bpv (beroepspraktijkvorming): Aantal (V) verplichte deelkwalificaties: Aantal (VK) verplichte keuze deelkwalificaties: Aantal (K) keuze deelkwalificaties:
5760 640 6400 100% 7 0 0
Netto school
Netto BPV
3664
2096
3664 640 4304 67%
2096 0 2096 33%
V = verplicht, VK = verplichte keuze, WSF = Wet StudieFinanciering Via leer- en ontwikkelingslijnen wordt er een conversie gemaakt naar de hier bovenstaande deelkwalificaties.
Albeda College, OER TechnoDesign, crebonummers 10054/10232/10235/10237, cohort 2008 –2012, BOL, standaard 9/23
A : Onderwijsregeling
Titel kwalificatie Differentiatie Soort opleiding Opleidingsduur Opleidingsvariant Leslocatie TOELICHTING:
Middenkaderfunctionaris Automatiserings Energietechniek n.v.t. Middenkaderopleiding 4 jaar Standaard Aleyda van Raephorstlaan, Schiedamseweg
Crebo-nummer Diff.nummer: Niveau WSF Leerweg Cohort
10235 n.v.t. 4 (M) Ja BOL 2008 - 2012
De beroepsopleiding Middenkaderfunctionaris Automatiserings Energietechniek behoort tot de beroepengroep Energietechniek van de kwalificatiestructuur Elektrotechniek. Om het diploma van deze opleiding te behalen sluit de deelnemer in totaal 7 deelkwalificaties met voldoende resultaat af.
Crebo dkw.
50885 50849 50859 50884 50883 50882 50880
Deelkwalificatienaam Basisvaardigheden Energietechniek Maatschappelijke en culturele vorming Algemene vaardigheden MK functionaris Elektrotechniek Installeren en onderhouden van elektrische componenten van industriële geautomatiseerde installaties Installeren en onderhouden van elektrische industriële geautomatiseerde installaties Uitwerken, tekenen, inregelen en in bedrijf stellen van elektrische industriële geautomatiseerde installaties Projectmanagement Automatiserings energietechniek
Verplicht
Keuze
V V V
(1 uit 1) (1 uit 1) (1 uit 1)
V
(1 uit 1)
V
Netto school
Netto BPV
3664
2096
3664 640 4304 67%
2096 0 2096 33%
(1 uit 1)
V (1 uit 1) V (1 uit 1) Netto studiebelastingsuren: 5760 Studiebelastingsuren vrije ruimte: 640 Totaal aantal studiebelastingsuren: netto + vrije ruimte: 6400 Verdeling studiebelastingsuren over school en bpv (beroepspraktijkvorming): 100% 7 Aantal (V) verplichte deelkwalificaties: 0 Aantal (VK) verplichte keuze deelkwalificaties: 0 Aantal (K) keuze deelkwalificaties:
V = verplicht, VK = verplichte keuze, WSF = Wet StudieFinanciering Via leer- en ontwikkelingslijnen wordt er een conversie gemaakt naar de hier bovenstaande deelkwalificaties.
Albeda College, OER TechnoDesign, crebonummers 10054/10232/10235/10237, cohort 2008 –2012, BOL, standaard 10/23
A : Onderwijsregeling
Titel kwalificatie Differentiatie Soort opleiding Opleidingsduur Opleidingsvariant Leslocatie TOELICHTING:
Middenkaderfunctionaris Elektrotechnische Installatietechniek n.v.t. Middenkaderopleiding 4 jaar Standaard Aleyda van Raephorstlaan, Schiedamseweg
Crebo-nummer Diff.nummer: Niveau WSF Leerweg Cohort
10237 n.v.t. 4 (M) Ja BOL 2008 - 2012
De beroepsopleiding Middenkaderfunctionaris Elektrotechnische Installatietechniek behoort tot de beroepengroep Energietechnie k van de kwalificatiestructuur Elektrotechniek. Om het diploma van deze opleiding te behalen sluit de deelnemer in totaal 9 deelkwalificaties met voldoende resultaat af.
Crebo dkw.
50885 50849 50859 50896 50895 50894 53145 53037 53038
Deelkwalificatienaam Basisvaardigheden Energietechniek Maatschappelijke en culturele vorming Algemene vaardigheden MK-functionaris Elektrotechniek Ontwerpen, begroten en opleveren van elektrische woninginstallaties en gewone bedrijfsinstallaties Ontwerpen, begroten en opleveren van elektrische utiliteitsinstallaties Ontwerpen, begroten en opleveren van elektrische industriële installaties Installeren geïntegreerde installaties Algemene ondernemersvaardigheden (AOV) Bedrijfstechniek (BT)
Verplicht
Keuze
V V
(1 uit 1) (1 uit 1)
V
(1 uit 1)
V
(1 uit 1)
V
(1 uit 1)
V (1 uit 1) V (1 uit 1) V (1 uit 1) V (1 uit 1) Netto studiebelastingsuren: Studiebelastingsuren vrije ruimte: Totaal aantal studiebelastingsuren: netto + vrije ruimte: Verdeling studiebelastingsuren over school en bpv (beroepspraktijkvorming): Aantal (V) verplichte deelkwalificaties: Aantal (VK) verplichte keuze deelkwalificaties: Aantal (K) keuze deelkwalificaties:
5760 640 6400 100% 9 0 0
Netto school
Netto BPV
3664
2096
3664 640 4304 67%
2096 0 2096 33%
V = verplicht, VK = verplichte keuze, WSF = Wet StudieFinanciering Via leer- en ontwikkelingslijnen wordt er een conversie gemaakt naar de hier bovenstaande deelkwalificaties.
Albeda College, OER TechnoDesign, crebonummers 10054/10232/10235/10237, cohort 2008 –2012, BOL, standaard 11/23
B: Examenregeling B.1
Opleidingspecifiek deel
Competentiegericht beoordelen vooronderstelt toetsen in context-relevante situaties. Het beoordelen omvat een onderzoek naar de vereiste competenties. De vereiste leer-, beroeps- en burgerschapscompetenties zitten verweven in de leer- en ontwikkelingslijnen van de opleidingen. Examinering (en dus uiteindelijk diplomering) is gericht op het beoordelen van de verschillende lijnen. Elke leer- en ontwikkelingslijn wordt afzonderlijk beoordeeld op de drie hieronder aangegeven onderdelen: I Indicatoren: Voor elke leer- en ontwikkelingslijn zijn zogenaamde indicatoren opgesteld die houding, vaardigheden en kennistoepassing kunnen meten. Indicatoren worden beoordeeld aan de hand van uitgevoerde prestaties. Indicatoren worden als volgt beoordeeld: Slecht, Onvoldoende, Voldoende, Goed. Voor de indicatoren geldt dat geen enkele indicator met “slecht” beoordeeld mag zijn en dat de gemiddelde score voldoende is. De score van de indicatoren representeren een cijferwaarde (0 tot 100) voor de leer- of ontwikkelingslijn. Alle indicatoren voldoende betekent een score van 60. Een score van onvoldoende of goed wordt via een factor verrekend in het gemiddelde. Elke prestatie levert een bepaald aantal producten op. Dit kan een werkstuk zijn, een verslag, een tekening, een verklaring van tevredenheid van de opdrachtgever, etc. Bewijsstukken van deze resultaten worden door de deelnemer in schriftelijke vorm of in andere vorm, zoals bijv. foto‟s, video, etc., in zijn portfolio opgenomen. Ter afsluiting van de prestatie volgt een presentatie van de prestatie door de deelnemers. II Toetsen De toetsen van een lijn toetsen de kenniscomponent van de lijn af. Toetsen worden beoordeeld met een cijfer van 1,0 tot 10,0 waarbij geldt dat op geen enkele toets lager dan een 4,0 gescoord mag worden. Het gemiddelde van alle toetsen moet minimaal een 5,5 zijn om de lijn met succes af te ronden. Indien er niet wordt voldaan aan deze voorwaarde kan een lijn niet worden afgerond. III Bewijslast Bewijs van de verschillende prestaties (opgeslagen in het portfolio) moet als voldoende worden aangegeven om de lijn met succes te kunnen afronden. Een team van deskundigen uit praktijk en school geeft een waardering hierover. Indien er niet wordt voldaan aan deze voorwaarde kan een lijn niet worden afgerond. NB: in sommige gevallen zijn er geen toetsen en worden alleen onderdeel I en III beoordeeld. Dit betekent dat een lijn alleen beoordeeld wordt aan de hand van uitgevoerde prestaties en aangeleverde bewijslast. Diplomering Bovengenoemde drie onderdelen genereren een puntenscore van 0 tot 100 per leer- en ontwikkelingslijn. Deze score wordt bepaald door onderdeel I (de indicatoren). Onderdeel II en III zijn voorwaardelijk. Deze onderdelen moeten volgens de hierboven geschreven regels behaald zijn. De norm voor een lijn bedraagt 60. Dit betekent dat een lijn met succes wordt afgerond indien 60 punten of meer behaald worden. Alle lijnen van een opleiding moeten voldoende afgerond zijn. Het gemiddelde van alle lijnen zorgt voor een score die leidt tot behalen van een deelkwalificatie. Het met succes afronden van alle deelkwalificaties van een opleiding leidt tot diplomering. Een overzicht van de af te ronden deelkwalificaties, leerlijnen, indicatoren en toetsen is terug te vinden in het leerlingbegeleidingssysteem. In dit systeem zijn ook de resultaten, voortgang en portfolio terug te vinden.
Albeda College, OER TechnoDesign, crebonummers 10054/10232/10235/10237, cohort 2008 –2012, BOL, standaard 12/23
B.2 Algemeen deel Het algemeen deel betreft het Examenreglement van het Albeda College, versie augustus 2008. Het Handboek Examinering van het Albeda College ligt ter inzage op de kamer van de teamleider. Het bestaat uit: Hoofdstuk 1 1.1 1.2 1.3 1.4 Hoofdstuk 2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 Hoofdstuk 3 3.1 3.2 Hoofdstuk 4 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 Hoofdstuk 5 5.1 5.2 5.3 5.4 Hoofdstuk 6 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5
Algemene bepalingen Begripsbepalingen De indeling van het examen en de toepassing van dit reglement De inhoud en vorm van het examen De toelating tot het examen Regeling van het examen De organisatie van het examen Het examenprogramma De examinatoren Het toezicht op de examens Geheimhouding De afname van het examen Procedure rond het examen De gang van zaken tijdens het examen Uitslag, herkansing, diplomering Vaststelling van het examenresultaat Vrijstellingen Uitslag Diploma, certificaat, beoordelingslijst Herkansing examens Bewaren en inzage van beoordelingen en processen verbaal Onregelmatigheden Onregelmatigheden Klachten over het examen Recht van beroep De samenstelling van de Commissie van Beroep voor de examens Overige bepalingen examendeelnemers (voorheen : extraneï) afwijkende wijze van examinering onvoorziene omstandigheden informeren kandidaten inwerkingtreding
Albeda College, OER TechnoDesign, crebonummers 10054/10232/10235/10237, cohort 2008 –2012, BOL, standaard 13/23
Bijlage C.1: Geldigheid Deze onderwijs- en examenregeling geldt voor alle hierna genoemde opleidingen, leerweg: BOL, van het Albeda College
Opleidingsvariant Niveau Leerweg Aantal leerjaren
: : : :
Standaard 4, middenkaderopleiding BOL 4
Crebonummer
: : :
10054 10232 10235 10237
Werktuigbouwkunde Middenkaderfunctionaris Automatiserings elektronica (MK-AEC) Middenkaderfunctionaris Automatiserings energietechniek (MK-AEN) Middenkaderfunctionaris Elektrotechnische Installatie Techniek MK-EIT)
: Cohort
:
2008 - 2012
Ingang
:
01-08-2008
Expiratie
:
31-07-2012
Handtekening van of namens het bevoegd gezag:
Dhr. J.B. Boer Directeur Branche Techniek
Datum vaststelling : 1 april 2008 Openbaar gemaakt: 15 april 2008
Albeda College, OER TechnoDesign, crebonummers 10054/10232/10235/10237, cohort 2008 –2012, BOL, standaard 14/23
Bijlage C.2: Examensystematiek Het Albeda College voert de interne borg uit van de kwaliteit van examinering. De Onderwijsinspectie voert de externe borg uit van de kwaliteit van de examinering.
Albeda College, OER TechnoDesign, crebonummers 10054/10232/10235/10237, cohort 2008 –2012, BOL, standaard 15/23
Bijlage C.3: Nadere bepalingen toetsafname Afwijkende wijze van examineren 1.
De examencommissie kan toestaan dat een gehandicapte kandidaat het examen geheel of gedeeltelijk aflegt op een wijze die is aangepast aan de mogelijkheden van die kandidaat. In dat geval bepaalt de examencommissie de wijze waarop het examen zal worden afgelegd. De commissie doet hiervan zo spoedig mogelijk mededeling aan het bevoegd gezag, in dezen vertegenwoordigd door de branchedirectie.
2.
Tenzij sprake is van een objectief waarneembare lichamelijke handicap, geldt ten aanzien van de in het eerste lid bedoelde aangepaste wijze van examineren dat: a. er een deskundigenverklaring is die door een ter zake deskundige psycholoog of orthopedagoog is opgesteld, b. de aanpassing kan bestaan uit een verlenging van de duur van de desbetreffende toets met ten hoogste 25%, en c. een andere aanpassing slechts kan worden toegestaan voor zover daartoe in de onder a genoemde deskundigenverklaring ten aanzien van betrokkene een voorstel wordt gedaan dan wel indien de aanpassing aantoonbaar aansluit bij de begeleidingsadviezen, vermeld in de deskundigenverklaring.
3.
De examencommissie kan in verband met onvoldoende beheersing van de Nederlandse taal afwijken van de bepalingen in deze Onderwijs- en examenregeling met betrekking tot de toetsduur en toetsvorm. Voor deze afwijking kan een kandidaat in aanmerking komen die met inbegrip van het schooljaar waarin hij de (deel)toets aflegt, ten hoogste zes jaren onderwijs in Nederland heeft gevolgd en voor wie het Nederlands niet de moedertaal is. De in de eerste volzin bedoelde afwijking kan betrekking hebben op: a. het vak Nederlandse taal en letterkunde; b. het vak Nederlandse taal; c. enig ander vak waarbij het gebruik van de Nederlandse taal van overwegende betekenis is.
4.
De in het derde lid bedoelde afwijking bestaat slechts uit een verlenging van de duur van de desbetreffende toets met ten hoogste 25% en het verlenen van toestemming tot het gebruik van een verklarend woordenboek der Nederlandse taal.
5.
Van elke afwijking op grond van het derde lid wordt mededeling gedaan aan het bevoegd gezag , in dezen vertegenwoordigd door de branchedirectie.
Overige regels Aanmelding voor deelname Na ondertekening en inlevering van Bijlage C.9 is de kandidaat automatisch aangemeld voor alle toetsen die deel uitmaken van de opleiding. Oproep De kandidaat wordt uiterlijk twee weken voor de toetsdatum schriftelijk opgeroepen om deel te nemen aan de toets. Afwikkeling van een theorietoetsing Vóór aanvang: In principe zijn er twee surveillanten; De surveillanten zijn verantwoordelijk voor de inrichting van de toetslocatie; De surveillanten hebben de beschikking over een kandidatenlijst en over de benodigde toetsmaterialen; De surveillanten noteren de aanwezigheid van de kandidaten op het toetsprotocol; Kandidaten moeten zich kunnen legitimeren met een geldig legitimatiebewijs. Tijdens: Surveillanten noteren tijdstip van aankomst van laatkomers op het toetsprotocol; Surveillanten zien toe op orde en rust; Surveillanten vermelden onregelmatigheden op het toetsprotocol en stellen de examencommissie van de onregelmatigheden in kennis; Kandidaten mogen gedurende de eerste 30% van de toetstijd de toetslocatie niet verlaten.
Albeda College, OER TechnoDesign, crebonummers 10054/10232/10235/10237, cohort 2008 –2012, BOL, standaard 16/23
Aan het eind: Kandidaten leveren toetsmateriaal en gemaakte opgaven in bij de surveillant; pas na in orde bevinding door de surveillant verlaat de kandidaat de toetslocatie; Bij digitale toetsafname laten kandidaten aan de surveillant weten dat zij klaar zijn met de toets. De surveillant controleert of de toets op de juiste wijze is afgesloten. Na afloop: De surveillanten dragen de door de kandidaat ingeleverde toetsmaterialen en gemaakte toetsopgaven over aan de examencommissie of aan de examinator.
Afwikkeling van een praktijktoetsing Vóór aanvang: De gang van zaken vóór, tijdens en na afloop van de praktijktoetsing wordt tijdig aan de kandidaat kenbaar gemaakt; Kandidaten moeten zich kunnen legitimeren met een geldig legitimatiebewijs. Tijdens: De examinator noteert bijzonderheden betreffende de praktijktoetsing op het toetsprotocol. Aan het eind: De kandidaat levert toetsmateriaal en gemaakte toetsen in bij de examinator. De examinator controleert en noteert de ontvangst van toetsmateriaal en gemaakte opgaven op het toetsprotocol. Na afloop: De examinator draagt het toetsmateriaal en de gemaakte opgaven over aan de examencommissie of aan de beoordelaar. Bekendmaking uitslag De uitslag van een (deel-)toets die niet is afgenomen in een georganiseerde toetsperiode wordt uiterlijk na vijf schooldagen aan de kandidaat bekend gemaakt. De uitslag van een (deel-)toets die is afgenomen in een georganiseerde toetsperiode wordt uiterlijk vijftien werkdagen na afloop van de toetsperiode aan de kandidaat bekend gemaakt. Ingeval de toetsing en/of normering door de instelling is uitbesteed, bijvoorbeeld aan een examencentrum van een van de kenniscentra beroepsonderwijs bedrijfsleven, dan wordt de uitslag bekend gemaakt uiterlijk drie werkdagen na ontvangst van de cesuur of de toetsresultaten. Over de uitslag van een toets worden geen telefonische mededelingen gedaan. Inzage van het beoordeelde werk De deelnemer kan op eigen verzoek inzage krijgen in het beoordeelde werk. Als termijn van inzage gelden de vijf werkdagen volgend op het moment waarop de uitslag bekend is gemaakt. Procedure voor regeling van te laat komen bij een toets Een laatkomer wordt toegelaten tot het moment dat 30% van de toetstijd is verstreken. Meldt de laatkomer zich na deze periode, dan kan hij worden toegelaten, mits nog niemand van de aan de toets deelnemende kandidaten de toetslocatie heeft verlaten. Voor de laatkomers blijft het einde van de toetstijd gehandhaafd.
Albeda College, OER TechnoDesign, crebonummers 10054/10232/10235/10237, cohort 2008 –2012, BOL, standaard 17/23
Bijlage C.4: WSF / TOP Naam instelling Brin nummer Naam opleiding Crebonummers Cohort
: Albeda College : 00GT : Zie bijlage : 10054, 10232, 10235, 10237 : voorblad
Toepassing Wet op de Studiefinanciering (van toepassing bij BOL) Naar het oordeel van het bevoegd gezag omvat elk studiejaar van bovengenoemde opleiding tenminste 850 klokuren, zoals neergelegd in artikel 9, lid 1a van de Wet op de studiefinanciering en de nadere invullingen die daarna zijn gegeven.1 Toepassing Transparante Onderwijsprogrammering Naar het oordeel van het bevoegd gezag voldoet de programmering aan het Convenant inzake onderwijsprogrammering in het middelbaar beroepsonderwijs; d.d. 4 / 9 juli 2001 en brief Ministerie OC&W BVE/B/2002/731. Crebonummer
Kwalificatie
Niveau
Leerweg
10054
Werktuigbouwkunde
4 (M)
BOL
10232
Middenkaderfunctionaris Automatiserings El. (MK-AEC)
4 (M)
BOL
10235
Middenkaderfunctionaris Automatiserings Energietechniek (MK-AEN)
4 (M)
BOL
10237
Middenkaderfunctionaris Electrotechnische installatietechniek (MK-EIT)
4 (M)
BOL
1e jaar
2e jaar
3e jaar
4e jaar
Leren in school Leren in arbeidssituatie PPO Introductie Vertraagde weken WSF en TOP model Onbegeleid leren
508 320 10 10 27 875 725
830 10 38 875 725
233 888 10 469
233 888 10 1131 469
TOTAAL
1600
1600
1600
1600
1131
Ondertekening: Plaats: Rotterdam Datum : 1 april 2008 Namens het bevoegd gezag:
Dhr. J.B.Boer Directeur Branche Techniek
1 Zie uitleg OcenW-Regelingen van 3 december 1997, nr 30 Albeda College, OER TechnoDesign, crebonummers 10054/10232/10235/10237, cohort 2008 –2012, BOL, standaard 18/23
Bijlage C.5: Adressen Bevoegd gezag: Dhr. P. Boekhoud Voorzitter College van Bestuur Albeda College Rosestraat 1101 3071 AL ROTTERDAM Postbus 9451 3007 AL ROTTERDAM Examencommissie branche Techniek: Haastrechtstraat 3 3079 DC ROTTERDAM Voorzitter : J.B. Boer Subexamencommissie Metalectro / Elektrotechniek Haastrechtstraat 3 3079 DC ROTTERDAM Voorzitter : M. Seldenrath Subexamencommissie Mobiliteit: Van Graftstraat 10 3088 GL ROTTERDAM Voorzitter : A. Reyngoudt Subexamencommissie Bouwkunde Aleyda van Raephorstlaan 245 3054 CR ROTTERDAM Voorzitter : H. de Vlieger
Commissie van Beroep voor de Examens: Commissie van Beroep voor de Examens t.a.v. Mr. A. Bijloo, secretaris Postbus 9451 3007 AL ROTTERDAM
Albeda College, OER TechnoDesign, crebonummers 10054/10232/10235/10237, cohort 2008 –2012, BOL, standaard 19/23
Bijlage C.6: Taken van de examencommissie De examencommissie is verantwoordelijk voor het op een verantwoorde wijze doorlopen van de examenprocedures voor de opleidingen waarvoor zij is aangesteld door het College van Bestuur van het Albeda College. De examencommissie is verantwoordelijk voor de uitvoering van taken met betrekking tot de voorbereiding, de ontwikkeling, de vaststelling, eventuele inkoop van toetsen, de planning en afname, de beoordeling en de uitslag, bewaren en beheren en de evaluatie van examens. Een uitwerking van de taken van de examencommissie is te vinden in het Handboek Examinering.
Albeda College, OER TechnoDesign, crebonummers 10054/10232/10235/10237, cohort 2008 –2012, BOL, standaard 20/23
Bijlage C.7: Vrijstellingsregeling De regeling: Vrijstelling wordt op uitdrukkelijk verzoek van de kandidaat verleend door de examencommissie. Dit betekent dus dat er nooit automatisch vrijstelling wordt verleend. Het initiatief gaat uit van de deelnemer. Indien de deelnemer denkt recht te hebben op een vrijstelling, moet die aangevraagd worden bij de subexamencommissie en niet bij het bevoegd gezag. Gronden voor vrijstellingen: Vrijstelling kan worden verleend indien de kandidaat in het bezit is van een overeenkomstig certificaat, of naar aanleiding van de richtlijnen van het bevoegd gezag. De aanvraag: De aanvraag wordt ingediend tezamen met kopieën van diploma‟s en cijferlijsten of van een attest¹ waarop de eventuele vrijstelling is gebaseerd. De kopieën worden door de subexamencommissie op echtheid gecontroleerd en gewaarmerkt. Aanvraagformulieren kunnen worden afgehaald bij de teamleider van de opleiding. Vrijstellingen worden te allen tijde schriftelijk vastgelegd in een brief. Na ontvangst hiervan is de vrijstelling pas definitief.
____________________ ¹ schriftelijk bewijsstuk
Albeda College, OER TechnoDesign, crebonummers 10054/10232/10235/10237, cohort 2008 –2012, BOL, standaard 21/23
Bijlage C.8: Bijzondere bepalingen Deelname aan de lessen Alle aangeboden lessen, behorende tot de kwalificaties zoals vermeld in deze OER, dienen te worden gevolgd. Gebruik van hulpmiddelen Op het voorblad van de toets is aangegeven welke hulpmiddelen bij de toets zijn toegestaan . Rekenmachine Het gebruik van een rekenmachine is toegestaan indien dit apparaat aan de volgende eisen voldoet. De rekenmachine: - is niet afhankelijk van het lichtnet; - kan geen tekst opslaan; - is niet uitgerust met een mogelijkheid tot afdrukken op een papierstrook of iets dergelijks; - werkt geruisloos; - gaat de afmeting van een handzaam model niet te boven; - hindert de overige kandidaten niet; - mag geen onderdeel uitmaken van een apparaat met andere functies, zoals een telefoon of dergelijke . Definitie van het begrip toets Een toets is het verzameld resultaat van deeltoetsen: de tekst in het OER luidt: “Een deelkwalificatie wordt met een toets afgesloten = met een aantal deeltoetsen.” Herkansingen De deelnemer kan gebruik maken van de mogelijkheden tot herkansing, zoals opgenomen in de Examenregeling. De deelnemer komt voor herkansing in aanmerking mits hij niet meer dan 30% van de onderwijseenheden, behorend tot dat semester, met een onvoldoende resultaat heeft afgesloten. Termijn voor herkansing Herkansing van examenonderdelen vindt plaats op het eerstvolgende voor het betreffende examenonderdeel vastgelegde toetsmoment, zoals opgenomen in het toetsplan van de opleiding .
Albeda College, OER TechnoDesign, crebonummers 10054/10232/10235/10237, cohort 2008 –2012, BOL, standaard 22/23
Bijlage: C.9 Aanmeldingsdocument voor deelname aan alle (deel-) toetsen
Ondergetekende:
……………………………………………………………………..
Geboortedatum:
………………………………………………………………………
Klas:
………………………………………………………………………
meldt zich door ondertekening van dit document aan voor deelname aan alle toetsen. Als ik aan een toets niet kan deelnemen, dien ik dat vooraf schriftelijk, met redenen omkleed, mee te delen aan de Locatie Examen Organisator (de teamleider van de opleiding). Als ik door ziekte of een andere vorm van overmacht niet in staat ben om aan een toets deel te nemen, word ik na afloop van de ziekte of overmachtsituatie in de gelegenheid gesteld de toets bij de eerstvolgende examenmogelijkheid in te halen. (e.e.a. overeenkomstig met B.2, hoofdstuk 3, 3.1 Procedure rond het examen). In zo‟n situatie dient (eventueel achteraf) ook een schriftelijke verklaring te worden overlegd. Als ik zonder (schriftelijke) kennisgeving niet aan een toets deelneem, dan krijg ik de gelegenheid om de toets in te halen niet.
Datum:
……………………………………………………………………….
Plaats:
……………………………………………………………………….
Handtekening:
……………………………………………………………………….
Albeda College, OER TechnoDesign, crebonummers 10054/10232/10235/10237, cohort 2008 –2012, BOL, standaard 23/23