Opleidingsgids
(Onderwijs- en examenregeling) School Kwalificatiedossier/ jaartal Cohort (startjaar) Schooljaar Crebonummer
: School voor Zakelijke dienstverlening : Financiële beroepen / 2012-2013 : 2012-2015 : 2013-2014 : 93200
Uitstroom 1 Crebonummer uitstroom Uitstroom 2 Crebonummer uitstroom Uitstroom 3 Crebonummer uitstroom
: Financieel administratief medewerker (FAM) : 93200 : : : :
Variant KBB Niveau Leerweg Opleidingsduur Studiebelastingsuren
: : ECABO :3 : BBL : 2,5 jaar : 4000
Opleidingsgids 2013-2014, School ZD, BBL, BFAM – klas BFAM3b 1
1.1 Wat doet een financieel administratief medewerker De financieel administratief medewerker is werkzaam op de administratie van een bedrijf of instelling (klein, middelgroot, groot, profit, non-profit). De werkzaamheden zijn primair intern gericht. Hoewel ook de financieel administratief medewerker steeds meer externe contacten onderhoudt, is er doorgaans sprake van een back office functie. De financieel administratief medewerker werkt nauwkeurig en behoudt zijn concentratie, ook als de werkomstandigheden minder gunstig zijn. De financieel administratief medewerker controleert altijd aangeboden gegevens, op juistheid, plausibiliteit en op autorisatie. Hij controleert zijn eigen werk systematisch. De financieel administratief medewerker is in staat altijd zorgvuldig om te gaan met gegevens. Hij werkt met vertrouwelijke bedrijfsinformatie en kan op de hoogte zijn van privé-gegevens. Van hem wordt verwacht dat hij op integere wijze omgaat met de aan hem toevertrouwde informatie. De financieel administratief medewerker is in staat om de gevolgen van niet toepaste regelgeving af te wegen tegen voordelen op korte termijn en klanttevredenheid. Voordelen op korte termijn en klanttevredenheid stroken niet altijd met de correcte toepassing van de regelgeving. Van de financieel administratief medewerker wordt verwacht dat hij altijd integer is en situaties goed beoordeelt. 1.2 Inhoud van de beroepsopleiding Iedere beroepsopleiding is gebaseerd op een kwalificatiedossier. Hierin wordt beschreven wat je allemaal moet weten en kunnen om het beroep, waarvoor je opgeleid wordt, goed uit te voeren. In je opleiding heb je te maken met kerntaken en werkprocessen. Kerntaken zijn taken die in een bepaald beroep steeds weer terugkomen en die je als beroepskracht moet kunnen uitvoeren. Iedere kerntaak bestaat weer uit een aantal activiteiten, die werkprocessen worden genoemd. Om de kerntaken en werkprocessen goed uit te kunnen voeren moet je beschikken over een aantal competenties. Iedere beroepsopleiding, dus ook die waar jij op zit, zorgt ervoor dat jij opgeleid wordt tot een beginnende beroepskracht. Daarvoor is het nodig dat jij alle kerntaken en werkprocessen goed kunt uitvoeren. Binnen de opleiding worden de volgende kerntaken en werkprocessen geëxamineerd:
Opleidingsgids 2013-2014, School ZD, BBL, BFAM – klas BFAM3b 2
Kerntaken
Werkprocessen
1. Houdt de dagboeken bij
1.1. Werkt het inkoopboek bij 1.2. Werkt het verkoopboek bij 1.3. Werkt de bankboeken bij 1.4. Werkt het kasboek bij
3. Verricht activiteiten voor het debiteuren- en crediteurenbeheer
3.1. Voert stamgegevens in en wijzigt deze 3.2. Stelt facturen op en controleert deze 3.3. Bewaakt betalingstermijnen en verricht activiteiten voor de invordering 3.4. Controleert inkoopfacturen en verricht activiteiten voor fiattering van inkoopfacturen
x x x
4.2. Houdt een urenadministratie bij 4.3. Houdt administraties van kwantitatieve gegevens bij of controleert deze
x x
4. Houdt kwantiteiten-registraties bij
Uitstroom financieel administratief medewerker x x x x
x
In een kwalificatiedossier kunnen uitstroomdifferentiaties en certificeerbare eenheden vermeld worden. In jouw kwalificatiedossier staat het volgende vermeld: Crebocode 93200
Uitstroomdifferentiatie Financieel administratief medewerker (FAM)
De keuze voor deze uitstroomdifferentiatie maak je op grond van je vooropleiding en je BPVplaats direct bij aanvang van je opleiding. Na voltooiing van de niveau 3 opleiding Financieel administratief medewerker (FAM) kun je doorstromen naar de niveau 4 opleidingen Bedrijfsadministrateur (BA) of Assistent Accountant (AA). Je bent niet toelaatbaar tot de niveau 4 opleiding wanneer je een negatief advies krijgt van de docentenvergadering! Certificeerbare eenheden: Junior medewerker debiteuren- en crediteurenadministratie Junior financieel administratief medewerker
Opleidingsgids 2013-2014, School ZD, BBL, BFAM – klas BFAM3b 3
Extern erkende eenheden: geen Iedereen die een mbo-opleiding volgt moet naast de kerntaken en werkprocessen die in een kwalificatiedossier staan ook voldoen aan andere eisen: Nederlands (algemene eisen en eisen vanuit het beroep) Rekenen (algemene eisen en eisen vanuit het beroep) Eén of meerdere moderne vreemde talen (bijvoorbeeld Engels, Frans of Duits) (eisen vanuit het beroep) Loopbaan en Burgerschap Keuzeruimte Nederlands (referentieniveau Meijerink) – generiek (algemene eisen vanuit de maatschappij)
Lezen
Mondelinge Mondelinge taalvaardigheid taalvaardigheid (luisteren) (gesprekken voeren)
Mondelinge Schrijven taalvaardigheid (inclusief (spreken) begrippenlijst en taalverzorging)
4F 3F 2F
X
X
X
X
X
Nederlands (referentieniveau Meijerink) – beroepsspecifiek (eisen vanuit het beroep)
Lezen
Mondelinge Mondelinge taalvaardigheid taalvaardigheid (luisteren) (gesprekken voeren)
Mondelinge Schrijven taalvaardigheid (inclusief (spreken) begrippenlijst en taalverzorging)
4F 3F 2F
X
X
X
X
Opleidingsgids 2013-2014, School ZD, BBL, BFAM – klas BFAM3b 4
Rekenen (referentieniveau Meijerink) - generiek (algemene eisen vanuit de maatschappij)
Getallen
Verhoudingen
Meten en meetkunde
Verbanden
X
X
X
X
4F 3F 2F
Rekenen (referentieniveau Meijerink) - beroeps specifiek (eisen vanuit het beroep)
Getallen
Verhoudingen
X
X
Meten en meetkunde
Verbanden
X
X
4F 3F 2F
Generiek: zie schema’s bij 1.4.5 Beroeps specifiek: Alle onderdelen van Nederlands, Rekenen en Engels beroepsspecifiek moeten behaald worden.
Moderne vreemde taal – beroepsspecifiek (eisen vanuit het beroep) Engels
Luisteren
Lezen
Gesprekken voeren
X
X
X
Spreken
Schrijven
C1 B2 B1 A2 A1
X X
Opleidingsgids 2013-2014, School ZD, BBL, BFAM – klas BFAM3b 5
Loopbaan Loopbaanoriëntatie en -ontwikkeling
Dimensies van burgerschap Politiek-juridische dimensie
Economische dimensie
Sociaal maatschappelijke dimensie
Vitaal burgerschap
De inspanning die je als student moet leveren Je bent in staat én bereid om je te verdiepen in de politiek van Nederland en een actieve bijdrage te leveren door bijvoorbeeld te stemmen of mee te denken bij politieke besluitvorming bijvoorbeeld door lid te zijn van de studentenraad. a. Je bent bereid én in staat een bijdrage te leveren aan het arbeidsproces b. Je bent bereid én in staat om op een verantwoorde manier je te gedragen als consument
Je bent in staat én bereid om deel uit te maken van de samenleving en daar een bijdrage aan te leveren door bijvoorbeeld vrijwilligerswerk te doen. Je bent bereid én in staat om te reflecteren op je eigen gezondheid en leefstijl. Je bent bereid én in staat zorg te dragen voor je eigen gezondheid en leefstijl als burger én als werknemer.
Individuele keuzeopdracht Politiek-Juridisch; deze moet minimaal voldoende zijn
Individuele keuzeopdracht Arbeid (a) en individuele keuzeopdracht Kritisch consument (b); beide moeten minimaal voldoende zijn; score: V+V=V V+G=V G+G=G Individuele keuzeopdracht Sociaal maatschappelijk; deze moet minimaal voldoende zijn
Individuele keuzeopdracht Vitaal burgerschap; deze moet minimaal voldoende zijn
NB: bij minimaal 1 opdracht moet je een duidelijke link leggen met je leerbedrijf. NB: je wordt bij het maken van deze opdrachten op afstand begeleid door de docent Burgerschap voor de BBL, mw. Petra Kleijne.
Keuzeruimte Een deel van jouw opleiding heet ‘keuzeruimte’. Dit onderwijs gaat niet direct over de eisen die bij de opleiding horen, maar is extra. Het keuzeprogramma moet met een voldoende worden afgesloten om je diploma te behalen.
Opleidingsgids 2013-2014, School ZD, BBL, BFAM – klas BFAM3b 6
1.3 Het opleidingsprogramma Alle opleidingen binnen de BBL kennen een flexibele instroom: in overleg met de coördinator kan gedurende elke onderwijsperiode met een opleiding worden gestart. Het schooljaar is verdeeld in vier onderwijsperiodes. Vanwege deze mogelijkheid is het onderwijs georganiseerd in de vorm van lessen, workshops, vragenuren en zelfstandig werken (onder begeleiding van vakdocenten op loopafstand). De student werkt voor een groot deel in eigen tempo en bepaalt samen met zijn loopbaanbegeleider wat hij per periode gaat doen. De student moet de gehele lesdag op school aanwezig zijn. In de volgende paragrafen zie je hoe de opleiding opgebouwd is. Het onderwijsprogramma is voor de gehele opleiding beschreven. Gemiddeld ben je hier 2 tot 2,5 jaar mee bezig, afhankelijk van vooropleiding en studietempo. Ieder leerjaar bestaat uit 4 onderwijsperiodes. Iedere onderwijsperiode duurt 10 weken. De opleiding bestaat uit 3 programmaonderdelen: 1. Het onderwijsprogramma 2. Het loopbaanprogramma 3. Het examenprogramma Het onderwijsprogramma bestaat uit vier onderdelen: 1. Integrale leerlijn 2. Basisleerlijn 3. Burgerschap 4. Keuzeruimte
In het onderwijsprogramma werk je aan grotere opdrachten die belangrijk zijn voor het beroep. In die beroepssituaties werk je aan integrale opdrachten. Hierdoor leer je wat de samenhang is tussen kennis, vaardigheden en inzicht in het beroep. Sommige integrale opdrachten voer je alleen uit, maar de meeste integrale opdrachten voer je samen met studiegenoten of collega’s op het werk uit. Hierdoor leer je samenwerken, taken verdelen, werk plannen, overleggen, enz. Als je klaar bent met de integrale opdrachten wordt er niet alleen gekeken naar het eindresultaat van de opdracht, maar wordt er ook gekeken naar het proces van het komen tot het eindresultaat en naar je eigen inbreng. Dit noemen we reflecteren. Je zult merken dat hoe vaker je het reflecteren oefent, hoe gemakkelijker het wordt. Naast de integrale opdrachten, zijn er ook ondersteunende onderwijsactiviteiten in de basisleerlijn. Hier leer je de basiskennis en basisvaardigheden die je nodig hebt om te kunnen werken aan de integrale opdrachten. Binnen de basisleerlijn worden ook de verplichte onderdelen aangeboden zoals: Nederlands, Engels en rekenen. In de opleiding wordt aandacht besteed aan de groei naar goed burgerschap. De onderdelen worden via verschillende programmaonderdelen aangeboden. Voor het behalen van een diploma is voorgeschreven om naast algemene vakken en beroep specifieke onderdelen ruimte vrij te maken voor onderwijs dat niet direct gekoppeld is aan het kwalificatiedossier, de keuzeruimte. Het keuzeprogramma moet met een voldoende worden afgesloten om je diploma te behalen. Opleidingsgids 2013-2014, School ZD, BBL, BFAM – klas BFAM3b 7
In het loopbaanprogramma ben je vooral bezig met je eigen loopbaan. Als student word je tijdens je ROC loopbaan begeleid in je ontwikkeling tot een goede beroepskracht en in je persoonlijke groei. Je stelt samen met je loopbaanbegeleider een leerroute op. Tijdens je leerloopbaan bespreek je geregeld met je loopbaanbegeleider jouw leerproces. Bij loopbaan leer je de volgende competenties ontwikkelen: Ontdek je talent (Capaciteitenreflectie) Ontdek je passie (Motievenreflectie)
Ontdek je werkplek (Werkexploratie)
Zelf aan zet (Loopbaansturing)
In gesprek met (Netwerken)
Wat kun je? Waar ben je goed in? Waar wil je het beste in worden? Wat wil je? Wat houdt je bezig? Waar wil je moeite voor doen? Wat kies je? Welke uitdagingen en dilemma’s kom je tegen op je werk/je BPV? Wat voor (soort) werk past bij mij? Wat ga je ontdekken? Wat ga je oefenen en bewijzen? Wat ga ik doen om mijn opleiding af te maken of werk te vinden? Wie heb je nodig om je wensen te realiseren? Wie kun je om hulp vragen?
De opleiding verwacht een actieve inspanning van jou voor zowel loopbaan als burgerschap. Je moet aan deze inspanningsverplichting voldoen om het diploma te kunnen behalen.
In het examenprogramma zijn examenopdrachten opgenomen die jij aflegt. Deze examenopdrachten moet je behalen als onderdeel van het diploma.
In onderstaand schema zie je welke onderdelen aan bod komen en wanneer de beroepspraktijkvorming (BPV) gepland staat. Als je meer over de verschillende onderdelen van het opleidingsprogramma wilt weten kun je dit opzoeken in Fronter, P&S (Planning en scores). In dit programma is de opleiding opgenomen en worden je studievorderingen bijgehouden.
Opleidingsgids 2013-2014, School ZD, BBL, BFAM – klas BFAM3b 8
1.3.1 Onderwijsprogramma en loopbaanprogramma in schema
Alle leerjaren
OP1
OP2
OP3
OP4
Integrale leerlijn
BPV, minimaal 24 klokuren per week
BPV, minimaal 24 klokuren per week
BPV, minimaal 24 klokuren per week
BPV, minimaal 24 klokuren per week
Alle kerntaken en werkprocessen;
Alle kerntaken en werkprocessen
Alle kerntaken en werkprocessen
Alle kerntaken en werkprocessen
Basis leerlijn
Engels Nederlands Rekenvaardigheid Bedrijfseconomie Bedrijfsadministratie
Engels Nederlands Rekenvaardigheid Bedrijfseconomie Bedrijfsadministratie
Engels Nederlands Rekenvaardigheid Bedrijfseconomie Bedrijfsadministratie
Engels Nederlands Rekenvaardigheid Bedrijfseconomie Bedrijfsadministratie
Burgerschap
individuele keuzeopdrachten (waarvan min 1 in relatie tot bpv) ECDL onderdelen en maatschappelijke activiteiten naar keuze (privé of in het bedrijf)
individuele keuzeopdrachten (waarvan min 1 in relatie tot bpv) ECDL onderdelen en maatschappelijke activiteiten naar keuze (privé of in het bedrijf)
individuele keuzeopdrachten (waarvan min 1 in relatie tot bpv) ECDL onderdelen en maatschappelijke activiteiten naar keuze (privé of in het bedrijf)
individuele keuzeopdrachten (waarvan min 1 in relatie tot bpv) ECDL onderdelen en maatschappelijke activiteiten naar keuze (privé of in het bedrijf)
Loopbaangesprek
Loopbaangesprek
Loopbaangesprek
Loopbaangesprek
(afhankelijk van stadium van studie: intro, reflectie en voortgang, afronden, vervolgstudie etc)
(afhankelijk van stadium van studie: intro, reflectie en voortgang, afronden, vervolgstudie etc)
(afhankelijk van stadium van studie: intro, reflectie en voortgang, afronden, vervolgstudie etc)
(afhankelijk van stadium van studie: intro, reflectie en voortgang, afronden, vervolgstudie etc)
Keuzeruimte
Loopbaan-programma
Opleidingsgids 2013-2014, School ZD, BBL, BFAM – klas BFAM3b
9
1.3.2 Beroepspraktijkvorming (BPV) Een deel van je opleiding volg je beroepspraktijkvorming in een bedrijf. De opleiding werkt met een BPV-gids voor de BBL, waarin onder meer regels over de beroepspraktijkvorming zijn opgenomen. De BPV-gids staat voor je in Fronter (algemene ruimte ZD-ICT onder documenten). Per opleiding is er een BPV-werkboek. Deze ontvang je bij aanvang van je opleiding voor in het bedrijf en is ook te vinden in de BBL-ruimte in Fronter. 1.3.3 Keuzeruimte Een deel van jouw opleiding heet ‘keuzeruimte’. Dit onderwijs gaat niet direct over de eisen die bij de opleiding horen, maar is extra. De opleiding biedt de volgende keuzeruimte aan: Naam keuzedeel
Leerjaar
Aantal studiepunten
Onderdelen van ECDL: Word, PowerPoint, Excel en Access
Alle
Zie Fronter/Planning&Scores (gem moet min 5,5 zijn)
en: Alle Maatschappelijke activiteiten naar keuze (privé of in bedrijf): Naast je werk en je studie blijft een mens een leven lang leren. Het kan zijn dat je je verdiept binnen je werk maar het kan ook zijn dat je in je privé leven allerlei activiteiten uitvoert die je verder brengen in je maatschappelijk leven.
Moet min Voldoende zijn
Voor het halen van studiepunten van dit onderdeel van de keuzeruimte maak je zelf een voorstel. Je moet 40 klokuren verantwoorden. Je kunt deze uren bijvoorbeeld besteden aan. Een extra training binnen het bedrijf Intervisie met collega’s Een maatschappelijke functie, trainer, bestuur, werkgroep Een cursus/studie buiten het werk Een maatschappelijke activiteit (mantelzorg, zorg voor anderen, werkzaam lid van een vereniging) Een combinatie van activiteiten Etc……. Maak een voorstel. Leg dit voor aan je loopbaanbegeleider. Indien je voorstel akkoord is maak je gedurende het jaar een verslag waarin je de 40 uur verantwoordt, bv in een logboek. Dit is een van de onderwerpen die tijdens je loopbaangesprek besproken worden. Wanneer je de 40 uur hebt volgemaakt kan het eindverslag worden ingeleverd bij je loopbaanbegeleider. 10
1.3.4 Ontwikkelingsgerichte beoordeling Binnen de opleiding wordt gekeken naar de voortgang van het leren: hoe staat het met de competenties, kennis en vaardigheden. Je vorderingen worden beoordeeld door middel van ontwikkelingsgerichte beoordelingen. Deze beoordelingen worden vastgesteld en afgenomen door de docenten van de opleiding in de lessen. Deze beoordelingen leveren studiepunten op, die bepalend zijn voor de voortgang van de opleiding.
1.3.5 Studiepunten In je opleiding wordt gewerkt met studiepunten. Voor deze opleiding kun je in totaal 150 studiepunten behalen. Je krijgt studiepunten toegekend als de prestatie die daarvoor geleverd moet worden voldoet aan de gestelde eisen. De studiepunten worden toegekend aan het ontwikkelingsgerichte deel en aan het kwalificerende deel van de opleiding. De behaalde studiepunten zijn zichtbaar in Fronter/Planning & Scores. Om het diploma van de opleiding te kunnen behalen moet je alle studiepunten voor het kwalificerende deel van de opleiding verwerven. 1.3.6 Studievoortgang Studiepunten zijn bepalend in de normen die gelden voor de voortgang van de opleiding: Je kunt maximaal 150 studiepunten behalen in deze opleiding. Deze zijn verdeeld over de diverse vakken. Wanneer je in het ontwikkelingsgerichte deel minder dan de helft van de studiepunten voor een vak of onderdeel hebt behaald aan het einde van het schooljaar, dan wordt in de docentenvergadering besproken of je verder kunt in de opleiding en of er aanvullende afspraken gemaakt moeten worden. Deze aanvullende afspraken worden vastgelegd in Planning & Scores in de vorm van een studieadvies. Kun je niet verder in de opleiding, dan krijg je een bindend studieadvies, hetgeen inhoudt dat je moet stoppen met de opleiding. Ook al mag je op basis van de behaalde studiepunten doorgaan in de opleiding, is het belangrijk te weten dat je uiteindelijk alle studiepunten voor de kwalificerende toetsen zult moeten behalen om in aanmerking te kunnen komen voor het diploma van de opleiding. 1.4 Examenprogramma 1.4.1 Examinering (kwalificerend) Naast de ontwikkelingsgerichte beoordelingen, krijg je in de opleiding kwalificerende beoordelingen (examens). Je legt examens af om te laten zien dat je voldoet aan de eisen die de opleiding stelt. Elke onderwijsperiode is er een teamweek gepland. In die teamweek heb je op dinsdag en donderdag examens (kwalificerende toetsen) en voortgangsmetingen. Ook werk je zelfstandig aan opdrachten. De examens moet je minimaal 4 weken voor aanvang van deze teamweek via Fronter aanvragen. Na sluitingsdatum is aanvragen van toetsen niet meer mogelijk. In de laatste onderwijsperiode heb je in week 25 (week van 16 juni) de examens en voortgangsmetingen. In de teamweek (week 26) heb je dan eventuele herkansingen en / of derde kansen. 11
Deze manier van plannen houdt voor jou in dat je een aantal dagen per jaar ook op de andere lesdag beschikbaar moet zijn. Welke examens je moet doen, is hieronder weergegeven. EXAMENPLAN
Financieel Administratief Medewerker
Financieel administratief medewerker 93200 2012-2015, schooljaar 2013-2014 BBL Financiële beroepen niveau 3 Kwalificatiedossier Kerntaak: 1. Houdt de dagboeken bij Werkproces:
cohort 2012-2015
Opleiding: Crebonummer: Cohort: Leerweg en niveau:
Examen
1.1 Werkt het inkoopboek bij
PVB 1.1 (bpv) + SKE Elem. BA (bi) + SKE Elem. BE (bi) VE spreadsh. Toep. (bi) + SKE Rv voor fin. Toep. (bi) 1.2 Werkt het verkoopboek bij PVB 1.2 (bpv) + SKE Elem. BA (bi) + SKE Elem. BE (bi) VE spreadsh. Toep. (bi) + SKE Rv voor fin. Toep. (bi) 1.3 Werkt de bankboeken bij PVB 1.3 (bpv) + SKE Elem. BA (bi) + SKE Elem. BE (bi) VE spreadsh. Toep. (bi) + SKE Rv voor fin. Toep. (bi) 1.4 Werkt het kasboek bij PVB 1.4 (bpv) + SKE Elem. BA (bi) + SKE Elem. BE (bi) VE spreadsh. Toep. (bi) + SKE Rv voor fin. Toep. (bi) Bepaling eindcijfer kerntaak 1 voor FAM (V=6; G=8) Examen Weging PvB 1.1 inkoopboek 1 PvB 1.2 verkoopboek 1 PvB 1.3 bankboeken 1 PvB 1.4 kasboek 1 Spreadsheettoepassingen 1 Elementaire BA 1 Elementaire BE 1 Rv voor fin. Toep. 1 Engels VE Luisteren A2(bi) 0,5 Engels VE Lezen A2 (bi) 0,5 Nederlands Luisteren 2F (in PvB 1.1) Nederlands Lezen 2F (in PvB 1.2)
+ + + +
Kerntaak: 3. Verricht werkzaamheden voor het debiteuren- en crediteurenbeheer Werkproces: Examen 3.1 Voert stamgegevens in en wijzigt deze. 3.2 Stelt facturen op en controleert deze.
PVB 3.1 (bpv) + SKE Elem. BA (bi) + VE spreadsh. Toep. (bi) + SKE Rv voor fin. Toep. (bi) PVB 3.2 (bpv) + SKE Elem. BA (bi) + VE spreadsh. Toep. (bi) + SKE Rv voor fin. Toep. (bi) PVB 3.3 (bpv) + VE spreadsh. Toep. (bi) + SKE Rv voor fin. Toep. (bi) PVB 3.4 (bpv) + SKE Elem. BA (bi) + VE spreadsh. Toep. (bi) + SKE Rv voor fin. Toep. (bi)
3.3 Bewaakt betalingstermijnen en verricht activiteiten voor invordering. 3.4 Controleert inkoopfacturen en verricht activiteiten voor fiattering van inkoopfacturen. Bepaling eindcijfer kerntaak 3 voor FAM (V=6; G=8) Examen weging PvB 3.1 stamgegevens 1 PvB 3.2 facturen 1 PvB 3.3 bet.termijnen 1 PvB 3.4 controle ink.fact. 1 Spreadsheettoepassingen 1
12
Elementaire BA Rv voor fin. Toep. Engels VE Luisteren A2(bi) Engels VE Lezen A2 (bi) Engels VE gesprekken voeren A2(bi) Engels VE schrijven A2 (bi) Nederlands Luisteren 2F (in PvB 3.1) Nederlands Lezen 2F (in PvB 3.2) Nederlands gesprekken voeren 2F (in PvB 3.3, 3.4) Nederlands schrijven 2F (in PvB 3.4) Rv Getallen 3F (in PvB 3.4) Rv Verhoudingen 3F (in PvB 3.4) Rv Meten en meetkunde 2F (in PvB 3.4) Rv Verbanden 2F (in PvB 3.3)
1 1 0,25 0,25 0,25 0,25
Kerntaak: 4. Verricht werkzaamheden t.b.v. periode afsluiting Werkproces: 4.2 Houdt een urenadministratie bij.
Examen
PVB 4.2 (bpv) + VE spreadsh. Toep. (bi) + SKE Rv voor fin. Toep. (bi) PVB 4.3 (bpv) + VE spreadsh. Toep. (bi) + SKE Rv voor fin. Toep. (bi)
4.3 Houdt administraties van kwantitatieve gegevens bij of controleert deze. Bepaling eindcijfer kerntaak 4 voor FAM (V=6; G=8) Examen weging PvB 4.2 urenadm. 1 PvB 4.3 kwant. Geg. 1 Spreadsheettoepassingen 1 Rv voor fin. Toep. 1 Engels VE Luisteren A2(bi) 0,5 Engels VE gesprekken voeren A2(bi) 0,5 Nederlands Luisteren 2F (in PvB 4.3) Nederlands gesprekken voeren 2F (in PvB 4.2)
Nederlands generiek Vaardigheden
Niveau
Examen
1. Mondelinge taalvaardigheid
Luisteren Spreken Gesprekken voeren
2F 2F 2F
2. Leesvaardigheid 3. Schrijfvaardigheid 4. Begrippenlijst en taalverzorging
Lezen Schrijven incl. begrippenlijst en taalverzorging
2F 2F
COE Le/Lui (bi) VE Spreken (bi) VE Gesprekken voeren (bi) COE Le/Lui (bi) VE Schrijven (bi)
Vaardigheden
Niveau
Examen
1. Getallen 2. Verhoudingen 3. Meten en meetkunde 4. Verbanden
2F 2F 2F 2F
COE Rv COE Rv COE Rv COE Rv
Domeinen
Rekenen generiek 2F 2F 2F 2F
(bi) (bi) (bi) (bi)
13
Domeinen 1. Mondelinge taalvaardigheid
Nederlands beroepsspecifiek Vaardigheden Niveau Examen Luisteren
2F
Spreken Gesprekken voeren
n.v.t. 2F
2. Leesvaardigheid
Lezen
2F
3. Schrijfvaardigheid 4. Begrippenlijst en taalverzorging
Schrijven incl. begrippenlijst en taalverzorging
2F
Vaardigheden
Rekenen Beroepsspecifiek Niveau
1. Getallen
3F
2. Verhoudingen
3F
3. Meten en meetkunde 4. Verbanden
2F 2F
Vaardigheden
PVB 1.1, 3.1, 4.3 (bpv) PVB 3.3, 3.4, 4.2 (bpv) PVB 1.2, 3.2, (bpv) PVB 3.4 (bpv)
Wp 3.3, 3.4, 4.2 Wp 1.2, 3.2
Examen + 4.2
Kerntaak/werkproces Wp 3.4 + 4.2
+ 4.3
Wp 3.4 + 4.3
(bpv) + 4.3
Wp 3.4 Wp 3.3 + 4.3
PVB 3.4 (bpv) PVB 3.4 (bpv) PVB 3.4 PVB 3.3 (bpv)
Moderne Vreemde Taal 1 Beroepsspecifiek (Engels) Niveau Examen
1. Luisteren
A2
2. Lezen 3. Gesprekken voeren
A2 A2
4. Spreken
A1
5. Schrijven
A2
Kerntaak/werkproces Wp 1.1, 3.1, 4.3
VE Luisteren A2(bi) VE Lezen A2 (bi) VE gesprekken voeren A2(bi) VE spreken A1 (bi) VE schrijven A2 (bi)
Wp 3.4
Kerntaak/werkproces wp 1.1, 3.1, 4.3 wp 1.2, 3.2 wp 3.3, 3.4, 4.2 (geen koppeling met wp) wp 3.4
14
Overige voorwaarden voor diplomering BPV Burgerschap Loopbaanbegeleiding Keuzeruimte 360 = CE = CGI = MKE = PA = PE = PVB =
360-graden feedback Casusexamen Criteriumgericht interview Mondelinge kennisexamen Portfolio-assessment Praktijkexamen Proeve van bekwaamheid
Voldaan: minimaal voldoende voor elk werkproces Zie opleidingsgids Zie opleidingsgids Minimaal voldoende SKE = SML = VE = WSV = COE= (bi) = (bpv) / (bu) =
Schriftelijke kennisexamen Simulatie/rollenspel Vaardigheidsexamen Werkstuk/verslag Pilot examen of Centraal examen Binnenschools Buitenschools/in de bpv
PVB: de proeve van bekwaamheid wordt in principe één maal, aan het einde van de opleiding, voor alle werkprocessen afgenomen in de bpv. In de examenafspraken wordt aangegeven hoe lang de proeve in totaal duurt. Gangbaar is een tijdsduur van circa 4 weken.
15
Examenprogramma EAI-1215-NE-COE-2F
Nederlands (COE) 2F
EAI-K-NE-LU/LE-2F EAI-K-NE-SC/IN/PR-2F EAI-K-NE IN 2F
Luisteren/Lezen 2F Schrijven/Gesprekken/ Spreken 2F NE Gesprekken 2F
Type waardering Cijfer
minimaal 5,5
Cijfer
5,5
EAI-K-NE PR 2F
NE Spreken 2F
Cijfer
5,5
EAI-K-NE SC 2F
NE Schrijven 2F
Cijfer
5,5
EA-K-BFAM-EN beroepsspecifiek EA-K-BFAM-EN LE A2
Engels - beroepsspecifiek EN Lezen A2
Cijfer
5,5
EA-K-BFAM-EN LU A2
EN Luisteren A2
Cijfer
5,5
EA-K-BFAM-EN SC A2
EN Schrijven A2
Cijfer
5,5
EA-K-BFAM-EN IN A2
EN Gesprekken A2
Cijfer
5,5
EA-K-BFAM-EN PR A1
EN Spreken A1
Cijfer
5,5
EA-K-BFB-pvb
PVB
EA-K-BFB-pvb1.1
PvB 1.1 inkoopboek
O/V/G
V
EA-K-BFB-pvb1.2
PvB 1.2 verkoopboek
O/V/G
V
EA-K-BFB-pvb1.3
PvB 1.3 bankboeken
O/V/G
V
EA-K-BFB-pvb1.4
PvB 1.4 kasboek
O/V/G
V
EA-K-BFB-pvb3.1
PvB 3.1 stamgegevens
O/V/G
V
studiepunten 1
1 1 1
1 1 1 1 1
3 3 3 3 3
gelegenheden 2
tijdsduur examenvorm 120 min VE COE
2
20 min
VE
2
20 min
VE
2
120 min
VE
2
60 min
VE
2
60 min
VE
2
60 min
VE
2
10-15 min 10 min
VE
in overleg in overleg in overleg in overleg in overleg
PVB
2
2 2 2 2 2
jaar/OP op aanvraag op aanvraag op aanvraag op aanvraag op aanvraag op aanvraag op aanvraag op aanvraag op aanvraag
VE
op aanvraag op aanvraag op aanvraag op aanvraag op aanvraag
PVB PVB PVB PVB
16
EA-K-BFB-pvb3.2
PvB 3.2 facturen
O/V/G
V
EA-K-BFB-pvb3.3
PvB 3.3 bet.termijnen
O/V/G
V
EA-K-BFB-pvb3.4
PvB 3.4 controle ink.fact.
O/V/G
V
EA-K-BFB-pvb4.2
PvB 4.2 urenadm.
O/V/G
V
EA-K-BFB-pvb4.3
PvB 4.3 kwant. Geg.
O/V/G
V
Cijfer
5,5
3 3 3 3 3
2
in overleg in overleg in overleg in overleg in overleg
PVB
2
120 min
SKE COE
op aanvraag
2
120 min
VE
2
120 min
SKE
2
120 min
SKE
2
120 min
SKE
op aanvraag op aanvraag op aanvraag op aanvraag
2 2 2 2
op aanvraag op aanvraag op aanvraag op aanvraag op aanvraag
PVB PVB PVB PVB
Rekenvaardigheid-generiek EAI-K-RE-CE-2F
Rekenvaardigheid 2F (COE)
EA-K-BFB-ten
Tentamens
EA-K-BFBspreadsheettoepassingen EA-K-BFB-elementaire BA
Spreadsheettoepassingen
Cijfer
5,5
Elementaire BA
Cijfer
5,5
EA-K-BFB-elementaire BE
Elementaire BE
Cijfer
5,5
EA-K-BFB-rv voor fin. Toep.
Rv voor fin. Toep.
Cijfer
5,5
3
3 3 3 1
Voorwaarden voor diplomering Naast het behalen van bovenstaande examens, gelden nog de volgende voorwaarden voor diplomering: Een voldoende beoordeling behalen voor de beroepspraktijkvorming (BPV) Voldoen aan de inspanningsverplichting voor loopbaan en burgerschap Een voldoende beoordeling behalen voor de keuzeruimte
17
1.4.2. Vormen van examens Binnen de opleiding krijg je te maken met een mix van diverse examenvormen: PVB= Proeve van bekwaamheid Een proeve van bekwaamheid is een examenopdracht die gaat over één of meerdere kerntaken/werkprocessen. Je wordt beoordeeld aan de hand van beoordelingscriteria. PE = Praktijkexamen Hier wordt bekeken hoe jij in de praktijk functioneert. Je voert bijvoorbeeld een opdracht uit in de praktijk en deze wordt beoordeeld. PA = Portfolio-assessment In het portfolio-assessment heb je verschillende bewijsstukken in een map verzameld, waarmee je laat zien dat je aan de eisen voldoet die de opleiding aan je stelt. Er kan – nadat je de map hebt ingeleverd – een gesprek plaatsvinden met een beoordelaar. CGI= Criteriumgericht interview Aan de hand van een aantal onderwerpen worden mondelinge vragen aan je gesteld. VE= Vaardigheidsexamen In deze toets laat je zien dat je beschikt over bepaalde vaardigheden. CE = Casusexamen Je krijgt (schriftelijk) een situatie voorgelegd waar jij in je beroep mee te maken kunt krijgen. Aan de hand van die situatie geef jij antwoord op de vragen: bijvoorbeeld ‘wat zou jij in die situatie wel of niet doen’ en ‘waarom’. SKE = Schriftelijk kennisexamen MKE = Mondeling kennisexamen Je laat zien of je over voldoende kennis beschikt. Dit is eenvoudig te toetsen door een mondelinge of schriftelijke toets. Dit kan zijn met open vragen of met meerkeuze vragen.
LE = Luisterexamen Deze vorm wordt vooral gebruikt bij het toetsen van de talen. 360 = 360 graden feedback Bij 360 graden feedback beoordelen verschillende personen (bijvoorbeeld de docent, de praktijkbegeleider en jij) jouw gedrag. COE = Centraal ontwikkeld examen Een landelijk examen, bijvoorbeeld voor Nederlands en rekenen.
18
1.4.3 Aantal gelegenheden Alle beroepsspecifieke examentoetsen voor Nederlands, Rekenen en de Moderne Vreemde Talen moeten behaald worden. Je hebt voor deze toetsen een 1e en 2e kans. Voor twee van deze toetsen heb je nog recht op een 3e kans. Je hebt op een 2e en 3e kans alleen recht wanneer de beoordeling lager dan 5,5 of onvoldoende is. Voor alle generieke examentoetsen Nederlands, Rekenen en Engels heb je een 1e en 2e kans. Je hebt ook voor de Centraal Ontwikkelde Examens Nederlands en Rekenen een 1e en 2e kans. Je hebt alleen recht op een 2e kans wanneer de beoordeling lager dan 5,5 of onvoldoende is. Uitzondering hierop: Voor het Centraal Ontwikkeld Examen Nederlands en Rekenen heb je ongeacht de beoordeling recht op de 2e kans. Voor alle andere examentoetsen (proeven van bekwaamheid, tentamens van de kerntaken van het beroepsdeel van de opleiding) heb je recht op een 1e en 2e kans, tenzij de opleiding anders heeft bepaald. Voor één van de tentamens van de kerntaken van het beroepsdeel van de opleiding heb je nog recht op een 3e kans. Je hebt op een 2e kans of 3e kans alleen recht wanneer de beoordeling lager dan 5,5 of onvoldoende is. 1.4.4 Waar wordt geëxamineerd? De volgende mogelijkheden komen voor: Binnen de school Buiten de school (bijvoorbeeld op de BPV-plaats) Buiten de school in een examencentrum.
1.4.5 Wanneer ben je geslaagd en heb je het diploma behaald ? Als de BPV met een voldoende beoordeeld is: dit wil zeggen als het aantal uren en jouw activiteiten voldoende zijn beoordeeld Als je alle examens van de beroepsopleiding behaald hebt Als je voldoet aan de generieke eisen voor Nederlands en rekenen (zie tabel hieronder) Als je voldoet aan de beroeps specifieke eisen voor Nederlands, rekenen en Engels Als je voldaan hebt aan de inspanningsverplichting voor Loopbaan en Burgerschap Als de keuzeruimte met een voldoende is beoordeeld
19
Niveau 2 en 3 vanaf cohort 2010 en examinering vóór schooljaar 2015-2016 Leergebied
Eisen
Examinering
Slaag/ zakbeslissing
Nederlands en rekenen
Niveau 2 F
Instellingsexamens
Behaalde resultaten voor Nederlands en rekenen hebben geen invloed op slaag-/ zakbeslissing De resultaten worden wel vermeld op het resultatenoverzicht
Niveau 2 en 3 vanaf cohort 2012 en diplomering in schooljaar 2015-2016 Leergebied
Eisen
Examinering
Slaag/ zakbeslissing
Nederlands en rekenen
Niveau 2 F
Verplichte (centrale) examinering Nederlands
Het eindcijfer voor Nederlands mag niet lager dan een 5 zijn.
Centrale examens voor lezen en luisteren Instellingsexamens subdomeinen schrijven( inclusief taalverzorging), gesprekken voeren en spreken
Instellingsexamen voor rekenen
Het eindcijfer voor rekenen heeft geen invloed op slaag/zakbeslissing
De resultaten worden wel vermeld op het resultatenoverzicht
1.4.6 Regelingen met betrekking tot examens Summa College heeft een examenreglement. In dit document staan alle regels rondom de examens. Hier vind je bijvoorbeeld wat je moet doen als je het niet eens bent met een uitslag van het examen. Het examenreglement vind je op www.summacollege.nl.
20