Onderwijs- en examenregeling 2012 – 2013 Bacheloropleiding Bedrijfseconomie voltijd, crohonummer 34401
Advies afgegeven door Opleidingscommissie,
d.d. 16 mei 2012
Instemming verleend door Centrale Medezeggenschap,
d.d. 17 juli 2012
Vastgesteld door het College van Bestuur,
d.d. 18 juli 2012
1
Inhoudsopgave 1 Algemeen Art. 1 Begripsbepalingen Art. 2 Reikwijdte van de regeling Art. 3 Vaststelling en looptijd van de regeling
4
2 Toelating tot de opleiding 7 Art. 1 Vooropleidingseisen voor opleidingen Art. 2 Nadere vooropleidingseisen voor opleidingen Art. 3 Aanvullend onderzoek ex. art. 7.25 lid 4 WHW Art. 4 Aanvullende eisen Art. 5 Colloquium doctum (toelatingsonderzoek 21 jaar en ouder) Art. 6 Eisen werkkring voor de deeltijdopleidingen Art. 7 Toelating duaal onderwijs, eisen werkkring Art. 8 Vrijstelling van vooropleidingseisen op grond van andere diploma’s ex. art. 7.28 WHW Art. 9 Aanvullend onderzoek ex. art. 7.28 lid 3 en 4 Art. 10 Toelating tot de post-propedeutische fase Art. 11 Rechtsbescherming 3 Art. Art. Art. Art. Art. Art. Art. Art.
1 2 3 4 5 6 7 8
Onderwijsprogramma Doelstelling van de opleiding Inrichting en studielast van de opleiding Voertaal in het onderwijs Voorzieningen voor student met functiebeperking Samenstelling van de propedeutische fase Samenstelling van de post-propedeutische fase Samenstelling Associate-degreeprogramma Minor
13
4 Examens en getuigschriften Art. 1 De examens van de opleiding Art. 2 Toekenning graden Art. 3 Getuigschriften Art. 4 Toekenning van getuigschriften Art. 5 Ondertekening getuigschriften Art. 6 Data van de uitslag en uitreiking getuigschriften Art. 7 Cum Laude-regeling Art. 8 Verklaringen Art. 9 Vergelijkingstabel van Nederlands, Duits scoringssystemen en Grade Point Average Art. 10 Rechtsbescherming
16
5 Art. Art. Art. Art. Art. Art. Art. Art. Art. Art. Art. Art.
21
Tentamens, toetsen en beoordelen 1 Vorm van de tentamens en toetsen 2 Volgorde van tentamens en toetsen 3 Tijdvakken en frequentie van tentamens en toetsen 4 Gestelde eisen tentamens en toetsen 5 Inschrijvingsprocedure voor tentamens en toetsen 6 Praktische gang van zaken bij schriftelijke tentamens en toetsen 7 Mondelinge tentamens en toetsen 8 Vaststelling van de beoordelingen 9 Normering van de beoordelingen 10 Het verlenen van vrijstellingen 11 Toekenning van studiepunten 12 Vastlegging en bekendmaking van de beoordelingen
2
Art. Art. Art. Art. Art. Art.
13 14 15 16 17 18
Geldigheidsduur van studieresultaten Inzage van tentamens en toetsen Bewaring van afgelegde tentamens en toetsen Fraude en plagiaat Intellectueel eigendom Rechtsbescherming
6. Studieloopbaanbegeleiding en Studieadvies 31 Art. 1 Studieloopbaanbegeleiding Art. 2 Studieadvies aan het einde van het eerste jaar van inschrijving aan dezelfde opleiding aan dezelfde instelling Art. 3 Studieadvies aan het einde van het tweede jaar van inschrijving aan dezelfde opleiding aan dezelfde instelling Art. 4 Voorwaarden Bindend Studieadvies met afwijzing (BSA) Art. 5 Gevolgen bindend studieadvies met afwijzing (BSA) Art. 6 Doorstroom van propedeutische fase naar postpropedeutische fase Art. 7 Verwijzing in de postpropedeutische fase Art. 8 Rechtsbescherming 7. Examencommissie Art. 1 Instelling en samenstelling Examencommissie
36
8. Art. Art. Art. Art.
37
1 2 3 4
Slot- en invoeringsbepalingen Hardheidsclausule Onvoorziene omstandigheden Bekendmaking van de regeling Citeertitel, inwerkingtreding
Bijlage A Bijlage B Bijlage C
Competenties van de opleiding Nadere uitwerking van de onderwijseenheden van het curriculum voor de propedeutische fase Nadere uitwerking van de onderwijseenheden van het curriculum voor de postpropedeutische fase
3
1
Algemeen
Artikel 1 Begripsbepalingen In deze regeling wordt verstaan onder: afstudeerrichting: een specialisatie binnen de opleiding als bedoeld in artikel 7.13 WHW, niet zijnde een Associate-degreeprogramma of een minor; Associate-degreeprogramma: programma als bedoeld in artikel 7.8a WHW met een studielast van tenminste 120 studiepunten; bezwaar, beroep en klachtenloket: faciliteit als bedoeld in artikel 7.59a WHW; college van beroep voor de examens: college als bedoeld in artikel 7.60 WHW; college van bestuur: het instellingsbestuur als bedoeld in artikel 1.1 en 10.8 WHW; competentie: een integraal geheel van beroepskennis, -houding en -vaardigheden die een persoon nodig heeft om binnen relevante beroepscontexten adequaat te kunnen functioneren; EVC-procedure: procedure die wordt uitgevoerd door een als zodanig door de instelling erkende organisatie – niet zijnde een opleiding of een Examencommissie - om op basis van deugdelijk onderzoek te komen tot erkenning van verworven competenties en het waarderen van kennis en vaardigheden die buiten het onderwijs zijn opgedaan, van een persoon die niet als student of extraneus bij de opleiding is ingeschreven; examen: afsluitend onderdeel van een opleiding als bedoeld in artikel 7.3 WHW of de propedeutische fase als bedoeld in artikel 7.8 WHW; examencommissie: commissie als bedoeld in artikel 7.12 WHW; examinator: persoon als bedoeld in artikel 7.12c WHW, niet zijnde een student of extraneus; extraneus: degene die als extraneus als bedoeld in artikel 7.32 en 7.36 WHW is ingeschreven bij de opleiding die voltijds of deeltijds is ingericht; gedragscode internationale student: gedragscode internationale student hoger onderwijs, zoals deze geldt per 1 oktober 2009; instelling: Stenden Hogeschool; les-, toets- en tentamentijden: 8.00 uur tot 21.30 uur. centrale medezeggenschapsraad: raad als bedoeld in artikel 10.17 WHW; minorprogramma: een samenhangend keuzeprogramma van 30 studiepunten, dat gevolgd wordt in de postpropedeutische fase, niet zijnde een afstudeerrichting; onderwijseenheid: onderwijseenheid als bedoeld in artikel 7.3 WHW, die in samenhang met andere onderwijseenheden het onderwijsprogramma van de opleiding vormt, waaraan één eindbeoordeling is verbonden. Een onderwijseenheid kan betrekking hebben op een praktische oefening; opleidingscommissie: commissie als bedoeld in artikel 10.3c WHW;
4
opleidingsjaar: het tijdvak dat aanvangt op 1 september en eindigt op 31 augustus van het daaropvolgende kalenderjaar en, indien men zich inschrijft per 1 februari, het tijdvak dat aanvangt op 1 februari en eindigt op de laatste dag van februari van het daaropvolgende kalenderjaar; opleidingsvariant: een opleiding kan in de voltijd-, deeltijd- en/of duale variant aangeboden worden; post-propedeuse: de hoofdfase van de opleiding direct volgend op de propedeuse; praktische oefening: een onderwijseenheid als bedoeld in artikel 7.3 lid 2 WHW waarin de nadruk ligt op de praktische voorbereiding op de beroepsuitoefening en op de beroepsuitoefening in verband met het onderwijs in een duale opleiding, voor zover deze activiteiten onder begeleiding van de instelling plaatsvinden. Een praktische oefening kan vormgegeven zijn in een project, werkstuk, of ontwerp, scriptie, mondelinge presentatie, doorlopen van een stage, deelname aan excursie, werken in (thema)groepen; programma: het samenhangend geheel van onderwijseenheden verzorgd door de opleiding; propedeuse: propedeutische fase van de opleiding, als bedoeld in artikel 7.8 WHW; progRESS: studenten informatie systeem; schooldag:alle dagen die in de jaarplanning doorgaans niet als vakantiedagen, zaterdagen, zondagen of reguliere feestdagen zijn aangeduid, zijn schooldagen, waarbij de zaterdag uitsluitend bestemd mag worden voor afname van tentamens en of toetsen en of examens. schoolmedezeggenschapsraad: raad bedoeld als in artikel 16.25 WHW. student: degene die als student als bedoeld in artikel 7.32 WHW is ingeschreven bij de instelling; studentenstatuut: statuut als bedoeld in artikel 7.59 WHW; studiejaar: het wettelijk studiejaar dat aanvangt op 1 september en eindigt op 31 augustus van het daaropvolgende kalenderjaar; studieloopbaanbegeleider/studiecoach/studiebegeleider: degene die namens de opleiding is aangewezen om de student te begeleiden in zijn studie, keuze- en planningsprocessen, gericht op een effectieve studievoortgang; studiepunt: eenheid voor berekening van de studielast als bedoeld in artikel 7.4 WHW, waarbij 1 studiepunt gelijk staat aan 28 uren studie; tentamen: een onderzoek naar kennis, inzicht, vaardigheden als bedoeld in artikel 7.3 en 7.10 WHW, waarvan de uitkomst in een beoordeling wordt uitgedrukt en die de afsluiting vormt van een onderwijseenheid; toets: een onderdeel van een tentamen waaraan een beoordeling door een examinator is verbonden; WHW: Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. Artikel 2
Reikwijdte van de regeling 5
1. Deze regeling is van toepassing op het onderwijs en de examens van de bacheloropleiding Bedrijfseconomie voltijd, crohonummer 34401, verder te noemen: de opleiding. 2. Deze regeling is van toepassing op de studenten en extraneï die staan ingeschreven bij de opleiding en op aspirant-studenten en -extraneï die verzoeken om toegelaten te worden tot de opleiding. 3. Wordt de opleiding aangemerkt als een gezamenlijke opleiding, dan is deze regeling onverkort van toepassing, tenzij in de overeenkomst die aan de gezamenlijke opleiding ten grondslag ligt anders is bepaald. 4. Kent de opleiding een of meer afstudeerrichtingen, dan is deze regeling onverkort van toepassing, tenzij in de overeenkomst(en) die aan deze afstudeerrichting(en) ten grondslag lig(t)(en)anders is bepaald. 5. Indien van toepassing, een Associate-degreeprogramma is een onderdeel van de bachelor opleiding. Artikel 3
Vaststelling en looptijd van de regeling
1. Deze Onderwijs- en examenregeling wordt, gehoord de centrale medezeggenschapsraad conform artikel 10.20 WHW, vastgesteld door het College van Bestuur. 2. De opleidingscommissie wordt jaarlijks tijdig in de gelegenheid gesteld deze regeling te beoordelen en daarover advies uit brengen aan de Head of School. De opleidingscommissie zendt een afschrift van dit advies aan de Schoolmedezeggenschapsraad (SMR). 3. De regeling geldt voor de duur van een studiejaar. Gedurende het studiejaar kan de regeling niet worden gewijzigd, tenzij dit als gevolg van overmacht noodzakelijk is en studenten daar niet onevenredig door worden benadeeld. Een tussentijdse wijziging behoeft de voorafgaande instemming van de Head of School; de bepalingen in dit artikel zijn alsdan van overeenkomstige toepassing.
6
2
Toelating tot de opleiding
WHW:
7.24, 7.25, 7.26, 7.27, 7.28, 7.29.
Artikel 1
Vooropleidingseisen voor opleidingen
1. Voor de inschrijving voor een opleiding in het hoger onderwijs geldt als vooropleidingseis het bezit van een diploma voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (vwo) of hoger algemeen voortgezet onderwijs (havo) of een diploma van een middenkaderopleiding of van een specialistenopleiding als bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB) (mboniveau 4). Met een diploma bedoeld in de eerste volzin wordt voor de toepassing van dit lid gelijkgesteld het diploma van de bij ministeriële regeling aangewezen vakopleidingen, bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, onder c, van de WEB. Artikel 2
Nadere vooropleidingseisen voor opleidingen
1. De volgende diploma's van middelbaar beroepsonderwijs (mbo niveau 4), hoger algemeen voortgezet onderwijs (havo) en voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (vwo) geven rechtstreeks toegang tot de opleiding, waarbij op grond van een ministeriële regeling eisen aan het vakkenpakket kunnen worden gesteld: a. mbo-diploma niveau 4; b. havo-diploma, profiel natuur en techniek, geen eisen aan het vakkenpakket; c. havo-diploma, profiel natuur en gezondheid, mits economie of management & organisatie in het vakkenpakket; d. havo-diploma, profiel economie en maatschappij, geen eisen aan het vakkenpakket; e. havo-diploma, profiel cultuur en maatschappij, mits (economie of management & organisatie) + (wiskunde A of wiskunde B) in het vakkenpakket; f. vwo-diploma, profiel natuur en techniek, geen eisen aan het vakkenpakket; g. vwo-diploma, profiel natuur en gezondheid, mits economie of management & organisatie in het vakkenpakket; h. vwo-diploma, profiel economie en maatschappij, geen eisen aan het vakkenpakket; i. vwo-diploma, profiel cultuur en maatschappij, mits economie of management & organisatie in het vakkenpakket. De diploma’s vermeld onder de letters b tot en met i hebben betrekking op profielen havo/vwo die gelden vanaf 1 augustus 2007. j. havo-diploma, profiel natuur en techniek, mits economie 1 in het vakkenpakket; k. havo-diploma, profiel natuur en gezondheid, mits economie 1 in het vakkenpakket; l. havo-diploma, profiel economie en maatschappij, geen eisen aan het vakkenpakket; m. havo-diploma, profiel cultuur en maatschappij, mits wiskunde a1,2 of wiskunde b1 in het vakkenpakket; n. vwo-diploma, profiel natuur en techniek, mits economie 1 in het vakkenpakket; o. vwo-diploma, profiel natuur en gezondheid, mits economie 1 in het vakkenpakket; p. vwo-diploma, profiel economie en maatschappij, geen eisen aan het vakkenpakket; q. vwo-diploma, profiel cultuur en maatschappij, mits economie 1 in het vakkenpakket
7
De diploma’s vermeld onder de letters j tot en met q hebben betrekking op profielen havo/vwo die tot 1 augustus 2007 werden gehanteerd. Artikel 3
Aanvullend onderzoek ex. art. 7.25 lid 4 WHW
1. Het College van Bestuur kan bepalen dat de bezitter van een diploma genoemd in artikel 1, die niet voldoet aan de in dit artikel 2 genoemde voorwaarden, toch wordt ingeschreven, onder de voorwaarde dat blijkens een onderzoek wordt voldaan aan inhoudelijk daarmee vergelijkbare eisen. Aan deze eisen moet zijn voldaan voor de aanvang van de opleiding. 2. In geval van een aanvullend onderzoek wordt de kennis van de vereiste vakken dan wel het vereiste niveau, genoemd in artikel 2, getoetst. Artikel 4
Aanvullende eisen (DIT ARTIKEL IS NIET VAN TOEPASSING)
1. Indien de uitoefening van het beroep of de beroepen waarop een opleiding voorbereidt, dan wel de organisatie en de inrichting van het onderwijs, specifieke eisen stelt ten aanzien van kennis of vaardigheden die niet of niet in voldoende mate onderdeel zijn van het voortgezet onderwijs of van het beroepsonderwijs, bedoeld in de Wet voortgezet onderwijs, onderscheidenlijk specifieke eisen stelt ten aanzien van de eigenschappen van de student, kunnen bij ministeriële regeling in verband daarmee eisen worden gesteld in aanvulling op de eisen, bedoeld in artikel 1 en 2 2. Bij algemene maatregel van bestuur wordt vastgesteld ten aanzien van welke opleidingen het eerste lid toepassing kan vinden. Artikel 5
Colloquium doctum (toelatingsonderzoek 21 jaar en ouder)
1. Het College van Bestuur kan personen van eenentwintig jaar en ouder die niet voldoen aan de vooropleidingseisen genoemd in artikel 1, noch daarvan krachtens art. 7.28 WHW zijn vrijgesteld, van die vooropleidingseis vrijstellen, indien zij bij een onderzoek door een door het College van Bestuur in te stellen commissie hebben blijk gegeven van geschiktheid voor het desbetreffende onderwijs en van voldoende beheersing van de Nederlandse taal voor het met vrucht kunnen volgen van het onderwijs. 2. De bij het onderzoek te stellen eisen worden opgenomen in de onderwijs- en examenregeling (OER) van de opleiding. Voorafgaand aan het Algemene Toelatingsonderzoek vindt er een intakegesprek plaats tussen studieloopbaanbegeleider of teamleider en de aspirant-student. In dit gesprek wordt vastgesteld of de aspirant-student de juiste motivatie heeft om de opleiding te volgen en beschikt over kennis van economie, management & organisatie en wiskunde op havo-niveau, cf. de geldende nadere vooropleidingseisen. Naar aanleiding van de bevindingen in deze intake wordt aan de aspirant-student een advies verstrekt om zich wel of niet aan te melden voor het Algemene Toelatingsonderzoek 21 jaar en ouder. Een positief advies op het intakegesprek gecombineerd met een positief afgerond Algemene Toelatingsonderzoek 21 jaar en ouder leidt tot besluit dat de aspirantstudent toelaatbaar is voor de opleiding. 3. Het College van Bestuur kan ten aanzien van een bezitter van een buiten Nederland afgegeven diploma dat in het eigen land toegang geeft tot een opleiding aan een instelling voor het hoger onderwijs, afwijken van de in lid 1 genoemde leeftijdsgrens. Van die leeftijdsgrens kan het College van Bestuur ook afwijken, indien in bijzondere gevallen geen diploma kan worden overlegd. 8
Artikel 6
Eisen werkkring voor de deeltijdopleidingen (DIT ARTIKEL IS NIET VAN TOEPASSING)
1. Het College van Bestuur kan met het oog op de inschrijving voor een deeltijdse opleiding eisen omtrent het verrichten van werkzaamheden tijdens het volgen van de opleiding stellen. 2. In het geval het College van Bestuur werkzaamheden aanmerkt als onderwijseenheden, kunnen er eisen gesteld worden aan de werkzaamheden. Artikel 7
Toelating duaal onderwijs, eisen werkkring (DIT ARTIKEL IS NIET VAN TOEPASSING)
1. Extraneï worden niet toegelaten tot een duale opleiding. 2. De beroepsuitoefening van een duale opleiding vindt plaats op basis van een overeenkomst, namens de instelling gesloten door de opleiding, de student en het bedrijf of de organisatie waar het beroep in de praktijk wordt uitgeoefend. 3. De overeenkomst als bedoeld in het tweede lid omvat tenminste bepalingen over: de duur van de overeenkomst en de tijdsduur van de periode of perioden van de beroepsuitoefening, de begeleiding van de student, het deel van de kwaliteiten op het gebied van kennis, inzicht en vaardigheden die een student bij beëindiging van de opleiding moet hebben verworven en die tijdens de beroepsuitoefening dienen te worden gerealiseerd, alsmede de beoordeling daarvan, en de gevallen waarin en de wijze waarop de overeenkomst voortijdig kan worden ontbonden. 4. Degene die tot een duale opleiding wenst te worden toegelaten dient op het moment van toelating, dan wel uiterlijk zes maanden nadien te beschikken over een overeenkomst als bedoeld in het tweede lid. Wordt niet voldaan aan de eis als bedoeld in de vorige volzin, dan wordt betrokkene geacht niet te voldoen aan de voorwaarden om aan de duale opleiding deel te nemen. Dit betekent dat de Examencommissie alsdan kan besluiten de student de toegang tot de duale opleiding te ontzeggen. Over een besluit als bedoeld in de vorige volzin wordt de student schriftelijk geïnformeerd. 5. Wordt een overeenkomst als bedoeld in het tweede lid voortijdig beëindigd als gevolg van toerekenbaar verzuim van de student, dan wordt de student voor een periode van maximaal zes maanden in de gelegenheid gesteld een nieuwe overeenkomst te sluiten als bedoeld in het tweede lid. Lukt dit niet, dan wordt de student geacht niet meer te voldoen aan de voorwaarden om aan de duale opleiding deel te nemen. Dit betekent dat de Examencommissie alsdan kan besluiten de student de toegang tot dit onderwijs te ontzeggen. Over een besluit als bedoeld in de vorige volzin wordt de student schriftelijk geïnformeerd. Artikel 8
Vrijstelling van vooropleidingseisen op grond van andere diploma’s ex. art. 7.28 WHW
1. Degene aan wie een graad (bachelor of master) is verleend, en de bezitter van een met goed gevolg afgelegd propedeutisch examen aan een instelling voor hoger onderwijs zijn vrijgesteld van de in artikel 1 bedoelde vooropleidingseisen, onverminderd het vierde en vijfde lid van dit artikel. 2. Van de vooropleidingseisen is eveneens vrijgesteld degene die toegang heeft tot het wetenschappelijk onderwijs of het hoger beroepsonderwijs in het land van een verdragspartij die het Verdrag inzake de erkenning van kwalificaties betreffende hoger onderwijs in de Europese regio (Trb. 2002, 137) heeft geratificeerd, 9
onverminderd de bevoegdheid van het College van Bestuur om op grond van artikel IV.1 van het genoemde verdrag een aanzienlijk verschil aan te tonen tussen de algemene eisen betreffende de toegang op het grondgebied van het bedoelde land waar de kwalificatie werd behaald en de algemene eisen bij of krachtens deze wet. 3. Het College van Bestuur, na advies van de Examencommissie, verleent vrijstelling van de in artikel 1 bedoelde vooropleidingseis aan de bezitter van een al dan niet in Nederland afgegeven diploma dat bij ministeriële regeling is aangemerkt als tenminste gelijkwaardig aan het in het desbetreffende lid bedoelde diploma, onverminderd het derde en vierde lid. Het College van Bestuur kan vrijstelling verlenen aan de bezitter van een al dan niet in Nederland afgegeven diploma dat niet in de in de eerste volzin genoemde ministeriële regeling is opgenomen, indien dat diploma naar het oordeel van het College van Bestuur, na advies van de Examencommissie tenminste gelijkwaardig is aan het bepaalde in artikel 1. Indien het een buiten Nederland afgegeven diploma betreft, kan het College van Bestuur bepalen dat geen examens of onderdelen daarvan worden afgelegd dan nadat ten genoegen van de desbetreffende Examencommissie het bewijs is geleverd van voldoende beheersing van de Nederlandse taal voor het met vrucht kunnen volgen van het onderwijs. Het College van Bestuur kan, na advies van de Examencommissie tevens bepalen dat betrokkene niet wordt ingeschreven zolang het in de voorgaande volzin bedoelde bewijs niet is geleverd. 4. Indien bij ministeriële regeling nadere vooropleidingseisen als bedoeld in artikel 7.25 WHW en opgenomen in artikel 2, zijn vastgesteld kan de bezitter van een diploma geen examens afleggen voordat hij op een door het College van Bestuur te bepalen wijze op grond van een aanvullend onderzoek heeft aangetoond te beschikken over de kennis en vaardigheden waarop de eisen, bedoeld in artikel 2 betrekking hebben. 5. Het College van Bestuur kan bepalen dat de bezitter van een diploma als bedoeld in art. 1 niet kan worden ingeschreven indien dat bestuur van oordeel is dat de nadere vooropleidingseisen, bedoeld in artikel 2 van dien aard zijn dat redelijkerwijs verwacht kan worden dat niet tijdens het eerste jaar van inschrijving voor de opleiding op grond van een aanvullend onderzoek als bedoeld in het vierde lid aangetoond kan worden dat betrokkene beschikt over de kennis en vaardigheden waarop die eisen betrekking hebben. Het College van Bestuur bepaalt op welke wijze betrokkene op grond van een aanvullend onderzoek met het oog op de inschrijving vrijgesteld kan worden van die eisen. 6. De bij het onderzoek, bedoeld in de leden 4 en 5, te stellen eisen zijn opgenomen in art. 9. Artikel 9
Aanvullend onderzoek ex. art. 7.28 lid 3 en 4 WHW
1. Indien de aspirant-student beschikt over een propedeutisch getuigschrift (hbo of wo), een hbo-getuigschrift of een wo-getuigschrift, maar niet voldoet aan de nadere vooropleidingseisen, genoemd in artikel 2, wordt in het aanvullend onderzoek de kennis van de vereiste vakken dan wel het vereiste niveau, genoemd in artikel 2, getoetst. 2. Indien een aspirant-student beschikt over een buitenlands diploma dat gelijkwaardig is aan een havo, vwo-diploma maar niet voldoet aan de nadere vooropleidingseisen, genoemd in artikel 2, wordt in het aanvullend onderzoek de kennis van de vereiste vakken dan wel het vereiste niveau, genoemd in artikel 2, getoetst en worden er ten aanzien van de beheersing van de Nederlandse taal of
10
Engelse taal eisen gesteld. 3. Indien een aspirant-student als bedoeld in lid 2 zich wil inschrijven voor een Nederlandstalige opleiding moet het diploma NT2-tweede niveau aantoonbaar zijn behaald. In afwijking hierop kan voor een aspirant-student met een Duits gelijkwaardig diploma van deze eis worden afgeweken. De aspirant-student heeft de Stenden cursus Nederlands met goed gevolg afgelegd. De cursus kent een omvang van 6 EC. In de afsluitende toets wordt de mondelinge en schriftelijke kennis van het Nederlands op het niveau NT2-niveau getoetst. De toets moet tenminste met het cijfer 5,5 zijn afgerond. De cursus leidt tot een Stenden certificaat. 4. Indien de aspirant-student als bedoeld in lid 2 zich wil inschrijven voor een Engelstalige opleiding moet de aspirant-student aantoonbaar hebben voldaan aan een IELTS score zes. Onder een - met een IELTS-test score 6.0 te vergelijken - test wordt verstaan: a. TOEFL10 Paper: 550; b. TOEFL Computer: 213; c. TOEFL Internet: 80: d. TOEIC11: 670; e. Cambridge ESOL12: CAE – C. Artikel 10
Toelating tot de post-propedeutische fase
Een student kan op verschillende manieren rechtstreeks toegang krijgen tot de postpropedeutische fase van een opleiding: 1. Voor de inschrijving voor een opleiding na het propedeutisch examen geldt als eis het bezit van een getuigschrift van het met goed gevolg afgelegde propedeutisch examen van die opleiding. 2. Het College van Bestuur kan vrijstelling verlenen van de in het eerste lid bedoelde eis aan de bezitter van een al dan niet in Nederland afgegeven diploma, indien dat diploma naar het oordeel van het College van Bestuur ten minste gelijkwaardig is aan het in het eerste lid bedoelde getuigschrift. Indien het een buiten Nederland afgegeven diploma betreft, kan het College van Bestuur daarbij bepalen dat geen examens of onderdelen daarvan worden afgelegd dan nadat ten genoegen van de desbetreffende Examencommissie het bewijs is geleverd van voldoende beheersing van de Nederlandse taal voor het met vrucht kunnen volgen van het onderwijs. 3. De Examencommissie kan, in afwijking van het eerste lid, aan degene die is ingeschreven, op zijn verzoek, reeds de toegang tot het afleggen van een of meer onderdelen van het afsluitend examen verlenen voordat hij het propedeutisch examen van de desbetreffende opleiding met goed gevolg heeft afgelegd. Een aspirant-student is alleen toelaatbaar met een elders in Nederland behaald propedeutisch getuigschrift Bedrijfseconomie in combinatie met een intakegesprek waarin de betreffende curricula worden vergeleken en wordt geconstateerd dat de competenties Bedrijfseconomie uit de propedeuse op het juiste niveau aanwezig zijn. Deze curriculumvergelijking leidt tot een dringend studieadvies. Artikel 11
Rechtsbescherming
1. Een (aspirant) student kan binnen zes weken na dagtekening tegen besluiten over de toelating via
[email protected] bezwaar maken bij het College van Bestuur. Alvorens te beslissen wint het College van Bestuur advies in bij de Geschillen- en
11
Klachtenadviescommissie. 2. Tegen een beslissing op bezwaar staat beroep open bij het College van Beroep voor het Hoger Onderwijs in Den Haag.
12
3
Onderwijsprogramma
WHW:
6.13, 7.2, 7.4, 7.4b, 7.7, 7.8, 7.8b, 7.9, 7.11, 7,13.
Artikel 1
Doelstelling van de opleiding
1. Met de opleiding wordt beoogd de student zodanige kennis, houding en vaardigheden bij te brengen op het terrein van [Vakgebied invullen] zodat deze bij het voltooien van de opleiding in staat is tot de professionele uitvoering van taken op dat gebied en tevens in aanmerking komt voor een eventuele voortgezette opleiding. Na voltooiing van de opleiding moet de student als beroepsbeoefenaar zelfstandig en met kritische instelling kunnen werken en beschikt de student over de competenties op hbo-niveau zoals vermeld in bijlage A. Artikel 2
Inrichting en studielast van de opleiding
1. De opleiding heeft een studielast van 240 studiepunten, waarvan 60 studiepunten behoren tot de propedeutische fase en 180 studiepunten behoren tot de postpropedeutische fase. 2. De opleiding is voltijds ingericht en wordt verzorgd door de School of Business. 3. De voltijds opleiding kent afstudeerrichting(en). De voltijds opleiding kent geen Associate-degreeprogramma. 4. De afstudeerrichting en Financial Service Management en Accountancy & Control zijn voltijds ingericht. De afstudeerrichtingen kennen een studielast van 60 studiepunten. 5.
Indien geen ingevuld: n.v.t., indien wel in gevuld:] Het Associatedegreeprogramma kent een studielast van aantal studiepunten invullen studiepunten. DIT ARTIKELLID IS NIET VAN TOEPASSING.
6. Indien opleiding voltijds en/of deeltijds is ingericht: n.v.t. Indien opleiding duaal is ingericht: Voor studenten die de opleiding in duale vorm volgen, worden de perioden waarin werkzaamheden in de beroepspraktijk worden verricht, aangemerkt als een onderwijseenheid, voor zover deze werkzaamheden onder begeleiding van de opleiding plaatsvinden. Aan deze werkzaamheden worden de volgende eisen gesteld: a. de tijdsduur van de perioden in de beroepspraktijk bedraagt omvang in maanden of weken invullen; b. de studielast van de perioden in de beroepspraktijk bedraagt omvang in studiepunten invullen c. een zodanige inrichting van elke periode dat de student in staat wordt gesteld de competenties te ontwikkelen tot het niveau dat voor die periode is genoemd in de overeenkomst tussen instelling, student en bedrijf; d. onderwijseenheden die in de beroepspraktijk worden uitgevoerd, worden afgesloten met een tentamen. DIT ARTIKELLID IS NIET VAN TOEPASSING.
Artikel 3
Voertaal in het onderwijs 13
1. Het onderwijs in de opleiding wordt gegeven in het Nederlands en op sommige onderdelen in het Engels, tenzij: a. het onderwijs betreft dat betrekking heeft op een andere taal; b. het onderwijs betreft dat in het kader van een gastcollege gegeven wordt door een anderstalige gastdocent; c. de specifieke aard, de inrichting of de kwaliteit van het onderwijs, dan wel de herkomst van de studenten noodzaakt een andere taal te gebruiken. Het College van Bestuur heeft hiertoe een Gedragscode voor het gebruik van andere talen dan het Nederlands in het onderwijs, vastgesteld. 2. In een opleiding die in het Nederlands wordt aangeboden kan gebruik gemaakt worden van anderstalige literatuur. Artikel 4
Voorzieningen voor student met functiebeperking
1. De Head of School biedt aan studenten met een functiebeperking een onderwijsomgeving aan die zo veel als mogelijk gelijkwaardig is aan die van studenten zonder functiebeperking en die gelijkwaardige kansen op studiesucces biedt. De Regeling Studie & Handicap voorziet in de benodigde en afgesproken facilitering van betrokkene. Artikel 5
Samenstelling van de propedeutische fase1
1. De propedeutische fase heeft drie doelstellingen: a. oriëntatie; b. verwijzing; c. selectie. 2. De propedeutische fase van de opleiding omvat de onderwijseenheden zoals beschreven in bijlage B, met de daarbij vermelde studielast (totaal 60 studiepunten). Artikel 6
Samenstelling van de postpropedeutische fase2
1. De postpropedeutische fase van de opleiding - alsmede de daarmee verbonden afstudeerrichting(en- omvat de onderwijseenheden zoals beschreven in bijlage C, met de daarbij vermelde studielast (totaal 180 studiepunten). Artikel 7
Samenstelling Associate-degreeprogramma (DIT ARTIKEL IS NIET VAN TOEPASSING)
1. Het Associate-degreeprogramma als bedoeld in artikel 2 lid 5 omvat de onderwijseenheden zoals beschreven in de betreffende bijlage met de daarbij vermelde studielast. Artikel 8
Minor
1
Voor de opleiding tot leraar basisonderwijs wordt in het voltijd en deeltijdonderwijs de inhoud van het onderwijsprogramma mede bepaald door de afspraken die daarover in de HBO-raad op 3 februari 2011 zijn gemaakt. Deze afspraken worden als bijlage opgenomen in de OER van de betreffende opleidingen en maken daar deel van uit. 2 Voor de opleiding tot leraar basisonderwijs wordt in het voltijd en deeltijdonderwijs de inhoud van het onderwijsprogramma mede bepaald door de afspraken die daarover in de HBO-raad op 3 februari 2011 zijn gemaakt. Deze afspraken worden als bijlage opgenomen in de OER van de betreffende opleidingen en maken daar deel van uit.
14
1. Het minorprogramma heeft een omvang van 30 studiepunten en maakt deel uit van de postpropedeutische fase. 2. De minor die een student volgt, is gerelateerd aan de ambities van de student en heeft een duidelijke relatie met de eindcompetenties van de opleiding. De minor dient een aanvulling te zijn op overige onderdelen van de opleiding die de student volgt. 3. De Examencommissie van de School die de minor heeft ontwikkeld, is verantwoordelijk voor de inhoud van de minor en draagt er zorg voor dat de minor ten minste voldoet aan de eisen gesteld in het volgende lid. 4. De door de instelling aangeboden minoren worden voor het begin van het opleidingsjaar geplaatst op de voor alle studenten toegankelijke website. Op de website wordt tenminste vermeld: a. welke minoren binnen de instelling worden aangeboden; b. of het aanbieden van de minor wel of niet gebonden is aan een minimum aantal deelnemers; c. welke procedure wordt gehanteerd voor het inschrijven op een minor; d. welke toelatingseisen voor een minor van toepassing zijn; e. welke school verantwoordelijk is voor de inhoud van de minor en wie de verantwoordelijke is binnen het school; f. uit welke onderdelen de minor bestaat, met inbegrip van het aantal studiepunten en de wijze van toetsing en herkansing van elk onderdeel. 5. Gedurende het opleidingsjaar kan de inhoud van een minor niet worden gewijzigd. Het bepaalde in artikel 1.3, lid 5 is van overeenkomstige toepassing. In afwijking van het bepaalde in de vorige volzin kan een aangeboden minor niet worden verzorgd, ingeval van onvoldoende belangstelling, mits op de website als bedoeld in het vierde lid is aangegeven dat voor het verzorgen van een minor een minimaal aantal deelnemers is vereist. Een minor kan pas worden gevolgd als het propedeutisch examen en tenminste 50 studiepunten zijn behaald. 6. Ongeacht het voorgaande behoeft de toelating van een student tot een minor de goedkeuring van de Examencommissie van de opleiding die de student volgt. De Examencommissie kan ervoor kiezen een lijst te publiceren van minoren die studenten mogen volgen zonder persoonlijk toestemming te hoeven vragen. 7. Buiten de door de instelling aangeboden minoren kunnen studenten minoren volgen via www.kiesopmaat.nl. De toelating van een student tot een minor via deze route behoeft goedkeuring van de Examencommissie van de opleiding waar de student ingeschreven is.
Downloads: Gedragscode voor het gebruik van andere talen dan het Nederlands in het onderwijs. Regeling Studie & Handicap.
15
4
Examens en getuigschriften
WHW:
7.10, 7.10a, 7.11, 7.12c, 7.19a, 7.33
Artikel 1
De examens van de opleiding
1. In de opleiding wordt de propedeutische fase afgesloten met een examen en de postpropedeutische fase met een afsluitend examen. Is aan de opleiding een Associate-degreeprogramma verbonden dan wordt ook dat programma afgesloten met een examen. 2. De examens als bedoeld in het eerste lid zijn behaald, indien alle onderwijseenheden van de betreffende fase dan wel programma met goed gevolg (examen en beoordeling tezamen) zijn afgelegd, dan wel daarvoor vrijstelling is verkregen. 3. Het afsluitend examen in de postpropedeutische fase kan niet eerder worden behaald dan nadat het propedeutisch examen is behaald, dan wel vrijstelling is verleend voor het afleggen daarvan. 4. De Examencommissie stelt de uitslag vast van de examens bedoeld in het eerste lid, nadat zij heeft onderzocht of de student aan alle voor het betreffende examen geldende verplichtingen heeft voldaan. 5. De Examencommissie reikt een getuigschrift uit aan de student die een examen heeft behaald en ook verder voldoet aan de wettelijke vereisten. Per opleiding wordt één getuigschrift uitgereikt. Geen propedeuse getuigschrift wordt uitgereikt aan degene die van de Examencommissie vrijstelling heeft verkregen om deze fase van de opleiding te volgen. Artikel 2
Toekenning graden
1. De Examencommissie verleent namens het College van Bestuur de graad Bachelor of Business Administration, indien het afsluitend examen in de postpropedeutische fase met goed gevolg is behaald. 2. In geval van onderwijs in het buitenland is de notitie “Gedragslijn Nederlands Onderwijs in het buitenland” van de Minister van OCW van toepassing. 3. De Examencommissie verleent namens het College van Bestuur de graad Associate Degree afgesproken aanduiding van de graad invullen, aan degene die met goed gevolg het examen heeft afgelegd van een Associatedegreeprogramma. DIT ARTIKELLID IS NIET VAN TOEPASSING. Artikel 3
Getuigschriften
1. Het College van Bestuur hanteert het model van de getuigschriften en stelt de hierna genoemde bijlagen vast met inachtneming van artikel 7.11 WHW. In ieder geval wordt vermeld:
16
a. de naam van de opleiding en de instelling die de opleiding verzorgt, zoals die worden vermeld in het Centraal Register Opleidingen Hoger Onderwijs (CROHO); b. welke onderwijseenheden het examen omvatte; c. in voorkomende gevallen welke minor is behaald; d. in voorkomende gevallen welke bevoegdheid met betrekking tot de uitoefening van een beroep aan het getuigschrift is verbonden; e. welke graad door het College van Bestuur is verleend; f. op welk tijdstip de opleiding voor het laatst is geaccrediteerd dan wel de toets nieuwe opleiding met goed gevolg heeft ondergaan; 2. De onderwijseenheden van het examen en de behaalde minor worden benoemd in een gewaarmerkte bijlage, waarbij tevens per onderwijseenheid de omvang in studiepunten en de behaalde beoordeling worden vermeld. De beoordeling als bedoeld in de vorige volzin wordt uitgedrukt in gehele cijfers als bedoeld in artikel 9 van hoofdstuk 5. 3. De Examencommissie voegt aan een getuigschrift van het met goed gevolg afgelegde afsluitend examen, een diplomasupplement toe dat voldoet aan het Europese overeengekomen standaardformat. Het diplomasupplement heeft tot doel inzicht te verschaffen in de aard en inhoud van de afgeronde opleiding, mede met het oog op internationale herkenbaarheid van opleidingen. Het in het Engels gesteld diplomasupplement bevat in elk geval: a. de naam van de opleiding en de instelling die de opleiding verzorgt, b. of het een opleiding in het wetenschappelijk onderwijs dan wel een opleiding in het hoger beroepsonderwijs betreft, c. een beschrijving van de inhoud van de opleiding, en d. de studielast van de opleiding. Artikel 4
Toekenning getuigschriften
1. Ten bewijze dat het examen met goed gevolg is afgelegd, wordt door de Examencommissie een getuigschrift uitgereikt. 2. De student die aanspraak heeft op uitreiking van een getuigschrift, kan overeenkomstig door het College van Bestuur vast te stellen regels de Examencommissie verzoeken daartoe nog niet over te gaan. 3. Indien de student een fout constateert op zijn resultatenoverzicht dan dient de student direct contact op te nemen met de afdeling ESO – Information & Registration Centre. Indien daar geen fout wordt geconstateerd dan dient hij uiterlijk binnen vier schoolweken na vaststelling van de definitieve uitslag van een onderwijseenheid, schriftelijk te reageren naar de Examencommissie. 4. Voor de datum op het getuigschrift wordt de datum aangehouden waarop de Examencommissie heeft vastgesteld dat de student aan de voorwaarden heeft voldaan. Als procedurele voorwaarde voor toekenning van het getuigschrift geldt dat de student ingeschreven moet staan bij de opleiding Artikel 5
Ondertekening getuigschriften
1. Het getuigschrift wordt namens het College van Bestuur ondertekend: a. Door de voorzitter en de secretaris van de Examencommissie of hun plaatsvervangers; 17
b. Door de student. 2. Het diplomasupplement bij het getuigschrift genoemd in artikel 3 worden ondertekend en voorzien van naam door de voorzitter van de Examencommissie en secretaris of hun plaatsvervangers. 3. De namen tekenbevoegden worden geregistreerd in een handtekeningenregister. Dit register wordt beheerd door de afdeling ESO-Toetsbureau. Artikel 6
Data van de uitslag en uitreiking getuigschriften
1. Aan het begin van elk studiejaar stelt de Examencommissie de data vast waarop de uitslag als bedoeld in artikel 1 wordt vastgesteld, met inachtneming van het derde en vierde lid van artikel 1. 2. Aan het begin van elk studiejaar stelt de Head of School de data vast waarop de getuigschriften als bedoeld in artikel 3 in een openbare bijeenkomst worden uitgereikt. 3. Het vaststellen van de uitslag van het propedeutisch examen vindt tweemaal per jaar plaats, aan het einde van het opleidingsjaar, na verwerking van de resultaten van de laatste herkansingen. Op verzoek van de student kan de uitslag ook tussentijds in de loop van het opleidingsjaar vastgesteld worden. Artikel 7
Cum laude-regeling
1. De student dient bij de Examencommissie een verzoek in tot toekenning van het predicaat Cum Laude bij het propedeuse- en bachelorgetuigschrift. Het verzoek wordt vergezeld van een door de student aangeleverd overzicht van alle door de student behaalde beoordelingen op basis waarvan de student meent aanspraak te kunnen maken op het predicaat Cum Laude. 2. Het beoordelen van de toekenning van het predicaat Cum Laude vindt plaats door de Examencommissie. 3. Het predicaat Cum Laude als bedoeld in lid 1 wordt toegekend indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarde(n): a. de student heeft elke individueel beoordeelde onderwijseenheid behaald met minimaal het cijfer 8 (op een beoordelingsschaal van 1 tot en met 10); b. en/of- de student heeft elke individueel beoordeelde onderwijseenheid behaald met de score van minimaal 80% van de te behalen punten binnen de onderwijseenheid; c. en/of- de student heeft elke individueel beoordeelde onderwijseenheid behaald met minimaal de beoordeling “goed”; d. de student heeft elke niet individueel beoordeelde onderwijseenheid behaald met minimaal het cijfer 8 (op een beoordelingsschaal van 1 tot en met 10); e. en/of- de student heeft elke niet individueel beoordeelde onderwijseenheid behaald met de score van minimaal 80% van de te behalen punten binnen de onderwijseenheid; f. en/of- de student heeft elke niet individueel beoordeelde onderwijseenheid behaald met minimaal de beoordeling “goed”; g. de bedoelde beoordelingen in lid 3 zijn in beginsel behaald in de eerste (toets)kans, zonder dat er sprake is of is geweest van het behalen van een beoordeling na herkansing. Artikel 8
Verklaringen
18
1. Een student die meer dan één tentamen met goed gevolg heeft afgelegd en aan wie geen getuigschrift als bedoeld in artikel 4 kan worden uitgereikt, ontvangt desgevraagd, mits binnen een jaar na uitschrijving van de student, een door de desbetreffende Examencommissie af te geven verklaring waarin in elk geval de tentamens zijn vermeld die door hem met goed gevolg zijn afgelegd. Artikel 9
Vergelijkingstabel van Nederlands, Duits scoringssystemen en Grade Point Average
1. Aan het diplomasupplement, zoals bedoeld in artikel 3 lid 3, wordt de navolgende tabel toegevoegd:
© Stenden Hogeschool. Artikel 10
Rechtsbescherming
1. De student die het oneens is met een beslissing van de Examencommissie op grond van de bepalingen in dit hoofdstuk kan daar tegen bezwaar maken bij de Examencommissie van de opleiding. 2. De student heeft de mogelijkheid om tegen het besluit van de Examencommissie op het ingediende bezwaar in beroep te gaan bij het College van Beroep voor de Examens (COBEX). 3. De student heeft de mogelijkheid om tegen het besluit van de COBEX in beroep te gaan bij het College van Beroep voor het Hoger Onderwijs in Den Haag.
19
Download: “Gedragslijn Nederlands Onderwijs in het buitenland” van de Minister van OCW van toepassing.
20
5
Tentamens, toetsen en beoordelen
WHW:
7.3, 7.8b, 7.11, 7.12b, 7.12c, 7.13, 7.34, 7.61, 7.10.
Artikel 1
Vorm van de tentamens3 en toetsen4
1. De onderwijseenheden 5 van het onderwijsprogramma worden getoetst op de wijze zoals aangegeven in de bijlage met de samenstelling van de propedeutische en postpropedeutische fase. 2. Een tentamen en of toets die door een groep van studenten gezamenlijk dient te worden uitgevoerd, wordt zodanig ingericht dat deze voor elke betrokken student tot een individuele beoordeling leidt. Daarbij wordt in ieder geval gewaarborgd dat de kwalificatie ‘onvoldoende’ als beoordeling wordt toegekend aan de student die zich onvoldoende heeft ingezet bij de uitvoering van deze toets. In de formulering van de opdracht wordt aangegeven hoe hieraan concreet invulling is gegeven. 3. Van een tentamen en of toets die bij herhaling in hetzelfde opleidingsjaar wordt aangeboden, moeten alle gelegenheden in dat opleidingsjaar dezelfde vorm hebben. 4. Van de bepaling in het vorige lid kan worden afgeweken in geval van overmacht of indien het om organisatorische en/of onderwijskundige redenen niet mogelijk is een herkansing aan te bieden met dezelfde vorm als de eerste gelegenheid in het betreffende opleidingsjaar. In dat geval mag de herkansing een andere vorm hebben, maar moet wel zijn voldaan aan de eisen van gelijkwaardigheid zoals bedoeld in artikel 4 van dit hoofdstuk. Behalve ingeval van overmacht dient een situatie zoals beschreven in de vorige volzin aan het begin van het opleidingsjaar te worden bekend gemaakt en betreft de volgende onderwijseenheden: a. onderwijseenheid ; DIT ARTIKELLID IS NIET VAN TOEPASSING. 5. Een student met een functiebeperking kan aan de Examencommissie verzoeken gelegenheid te krijgen de toetsen op een zo veel mogelijk aan zijn individuele beperking aangepaste wijze af te leggen. De procedure is beschreven in de Regeling Studie & Handicap. 6. Een student die voldoet aan de criteria van de door het College van Bestuur vastgestelde Regeling Financiële ondersteuning student-topsporter kan de Examencommissie verzoeken om een aangepaste inroostering van de toetsen, waarbij - indien dit naar het oordeel van de Examencommissie mogelijk is en voor de opleiding niet bezwaarlijk - zo veel mogelijk wordt aangesloten bij de individuele mogelijkheden van de student. In geval van een aan OSNN verbonden student-topsporter vindt er overleg plaats tussen de betrokkenen. Artikel 2
Volgorde van tentamens en toetsen
3
Tentamen = een onderzoek naar kennis, inzicht, vaardigheden als bedoeld in art. 7.3 en 7.10 WHW, waarvan de uitkomst in een beoordeling wordt uitgedrukt en die de afsluiting vormt van een onderwijseenheid. 4 Toets = een onderdeel van een tentamen waaraan een beoordeling door een examinator is verbonden. 5 Onderwijseenheid = als bedoeld in art. 7.3 WHW, die in samenhang met andere onderwijseenheden het onderwijsprogramma van de opleiding vormt, waaraan een tentamen is verbonden. Een onderwijseenheid kan betrekking hebben op een praktische oefening.
21
1. De tentamens en toetsen van de onderwijseenheden van het propedeutisch examen en van het afsluitend examen kunnen binnen de desbetreffende fase in een willekeurige volgorde worden afgelegd. 2. Ongeacht het bepaalde in de vorige leden kan een minor pas worden gevolgd als is voldaan aan het bepaald in artikel 8 van hoofdstuk 3. Artikel 3
Tijdvakken en frequentie van tentamens en toetsen
1. Tot het afleggen van de tentamens en toetsen van de propedeutische fase wordt elk opleidingsjaar ten minste tweemaal gelegenheid gegeven, de eerste maal direct aansluitend op het onderwijs in de desbetreffende onderwijseenheid. 2. Tot het afleggen van de tentamens en toetsen van de postpropedeutische fase wordt elk opleidingsjaar ten minste tweemaal gelegenheid gegeven, waarvan eenmaal direct aansluitend op het onderwijs in de desbetreffende onderwijseenheid. 3. Bij het bepalen van de datum van de tweede tentamen- en of toetsgelegenheid in een opleidingsjaar, wordt rekening gehouden met de vereiste studeerbaarheid van het totale programma voor een student. 4. In afwijking van het bepaalde in het tweede lid wordt in een opleidingsjaar slechts eenmaal gelegenheid gegeven voor het afleggen van het tentamen of een toets van een onderwijseenheid waarvan het onderwijs in dat opleidingsjaar niet is gegeven, met dien verstande dat voor het tentamen en de toets van voornoemde onderwijseenheid nog tweemaal gelegenheid wordt gegeven, te rekenen vanaf het laatste opleidingsjaar waarin het onderwijs wordt aangeboden. 5. De tijdvakken waarin de toetsgelegenheden worden aangeboden, worden jaarlijks door de Examencommissie vastgesteld en uiterlijk bij aanvang van het opleidingsjaar bekend gemaakt. 6. Een student die verhinderd is van een toetsgelegenheid gebruik te maken, is aangewezen op de volgende toetsgelegenheid. In bijzondere gevallen kan de Examencommissie besluiten in een voor de student gunstige zin af te wijken van deze regel. Artikel 4
Gestelde eisen tentamens en toetsen
1. De Examencommissie maakt voor elk tentamen en elke toets afzonderlijk tijdig bekend welke eisen worden gesteld bij het afleggen van dat tentamen of die toets, zodat de student zich zo goed mogelijk kan voorbereiden. De Examencommissie vermeldt daarbij ook welke hulpmiddelen zijn toegestaan en welke beoordelingsnormen zullen worden gehanteerd. Deze informatie is in ieder geval opgenomen in het onderwijsmateriaal van de betreffende onderwijseenheid. Voor zover dat bij het ter perse gaan van dit Onderwijs- en Examenreglement mogelijk was, zijn bij het tentamen toegestane hulpmiddelen vermeld in de Bijlagen . 2. Van een tentamen of toets die bij herhaling binnen een opleidingsjaar wordt aangeboden, moet elke gelegenheid wat betreft inhoud, niveau en zwaarte gelijkwaardig zijn aan de voorafgaande gelegenheid. 3. Wanneer een student een onderwijseenheid niet heeft behaald in het opleidingsjaar waarin hij het onderwijs in die onderwijseenheid heeft gevolgd en in het volgende opleidingsjaar alsnog een tentamen of toets in die
22
onderwijseenheid wil afleggen, gelden ten aanzien van de gestelde eisen de eisen van het lopende opleidingsjaar. Artikel 5
Inschrijvingsprocedure voor tentamens en toetsen
1. Voor mondelinge tentamens en toetsen en voor tentamens of toetsen ter afsluiting van praktische oefeningen dient de student zich tijdig in te schrijven, op een nader door de Examencommissie aan te geven wijze. De student maakt een individuele afspraak met de betreffende docent. 2. Voor andere toets- en tentamenvormen dan genoemd in het eerste lid is de student verplicht zich te houden aan de volgende inschrijvingsprocedure voor deelname aan schriftelijke tentamens en toetsen: a. De student is verplicht zich digitaal voor een schriftelijke tentamen- en of toetskans in te schrijven, tenzij anders is bepaald. De student moet na inschrijving een bewijs van inschrijving uitprinten. b. Indien een student niet kan intekenen voor een toets en of tentamen dan neemt de student rechtstreeks contact op met het ESO-Toetsservicebureau. Voor de vestigingen Emmen, Meppel en Assen geldt dat de student contact opneemt met het secretariaat van de opleiding, die vervolgens contact opneemt met het ESOToetsservicebureau. c. Inschrijven betekent verplicht deelnemen aan de toets en of tentamen én een kans gebruiken, overmachtsituaties uitgezonderd. d. Iedere secretaris van de Examencommissie meldt aan het ESOToetsservicebureau voor 15 mei van elk opleidingsjaar het aantal tentamen- en toetsgelegenheden dat een student aan de desbetreffende opleiding aangeboden krijgt. Bij overschrijding van dit aantal gelegenheden wordt de intekening voor deelname aan de betreffende toets en of tentamen geblokkeerd. e. Het ESO-Toetsservicebureau publiceert bij aanvang van het opleidingsjaar het jaartoetsrooster per opleiding. Het definitieve rooster worden uiterlijk twee schoolweken voor een tentamenperiode gepubliceerd. f.
Verzoek tot wijziging van intekening voor een toets en of tentamen moet altijd door de student ter beoordeling aan de secretaris van de Examencommissie worden voorgelegd, overmachtsituaties uitgezonderd. Na toestemming van de secretaris van de Examencommissie kan tot twee werkdagen voor aanvang van de toetsweek/-periode tot 12.00 uur de toegestane wijzigingen door ESOToetsservicebureau worden verwerkt.
g. Indien de student te laat is met digitaal intekenen én er is daarbij sprake van bijzondere omstandigheden dan neemt de student rechtstreeks contact op met de secretaris van de Examencommissie. Artikel 6
Praktische gang van zaken bij schriftelijke tentamens en toetsen
1. Bij het afnemen van tentamens en toetsen moet aan de eisen gesteld in de volgende leden worden voldaan. | 2. De student dient zich te kunnen legitimeren door middel van zijn of haar Multifunctionele kaart (MFK). Daarnaast moet de student zich desgevraagd kunnen legitimeren met een geldig identiteitsbewijs.
23
3. De student dient vijf minuten voor aanvang van het aanvangstijdstip in de tentamenzaal aanwezig te zijn en plaats te nemen op de door de organisatie aangewezen plaats. 4. Degene die als gevolg van overmacht meer dan 30 minuten te laat arriveert, kan de toegang worden geweigerd. 5. Het is niet toegestaan om gedurende de eerste 30 minuten het lokaal te verlaten. 6. De aanwijzingen van de examinator of surveillant moeten worden opgevolgd. 7. De aangegeven tijd voor een toets en/of tentamen is inclusief het uitreiken en verzamelen van tentamenopgaven en antwoordformulieren. 8. De student dient bij ontvangst van de toets- en/of tentamenopgaven te controleren of hij een juist en volledig exemplaar heeft ontvangen. 9. Het is niet toegestaan om het tentamen en toets te maken op ander dan door de surveillant uitgedeelde antwoordformulieren. 10. De student dient -indien van toepassing- op de toets- en of tentamenopgaven en het antwoordformulier te vermelden: a. b. c. d. e. f.
naam studentnummer / relatienummer toets en/of tentamen aantal antwoordformulier-bladen dat wordt ingeleverd datum waarop aan de toets en of tentamen is deelgenomen handtekening van de student
11. Het gebruik van andere hulpmiddelen dan schrijfgerei en het ter plekke uitgereikte materiaal is uitsluitend toegestaan als dit uitdrukkelijk is aangegeven. 12. Informatie- en communicatiemiddelen dienen vóór de aanvang te worden uitgezet en te worden weggeborgen. Het gebruik van dergelijke hulpmiddelen is niet toegestaan, tenzij toestemming voor gebruik is gegeven op de wijze zoals beschreven in het vorige lid. 13. Het is niet toegestaan zonder toestemming van de examinator of surveillant te communiceren met andere personen in of buiten het lokaal waar het tentamen of de toets wordt afgenomen. 14. De examinator en de surveillant zijn bevoegd passende maatregelen te nemen indien de orde en rust wordt verstoord. 15. De toets- en of tentamenopgaven moeten tegelijkertijd met de antwoordformulieren bij aftekening worden ingeleverd bij de surveillant. 16. De student wordt geacht aan een schriftelijk toets en of tentamen te hebben deelgenomen als de toets- en of tentamenopgaven en het totale aantal antwoordformulieren is ingeleverd en de presentielijst is getekend. Dit artikellid is onverkort van toepassing op degene die het antwoordformulier niet dan wel onvolledig heeft ingevuld. 17. Aan studenten met een functiebeperking kan de Examencommissie een verlenging van de standaardduur van het tentamen en of toets en/of het gebruik van hulpmiddelen toestaan, naast de bevoegdheid bepaald in artikel 1 voor studenten 24
met een functiebeperking de toetsvorm nog verder aan te passen aan de mogelijkheden van de betrokken student. 18. Indien de student een klacht wil indienen betreffende de afname van een toets en of tentamen dan laat de student zijn/ haar klacht direct op het protocolformulier noteren door een surveillant van de toets en of tentamen. Daarnaast schrijft de student een schriftelijke klacht aan de betreffende Examencommissie. 19. Indien een student een klacht heeft betreffende de inhoud van de toets en of tentamen dan moet deze klacht schriftelijk binnen twee werkdagen ingeleverd worden bij de secretaris van de betreffende Examencommissie. De benodigde toets- en of tentamensleutel wordt binnen 24 uur na afloop van de toets en of tentamen beschikbaar gesteld. Artikel 7
Mondelinge tentamens en toetsen
1. Mondeling wordt niet meer dan één student tegelijk getoetst, tenzij de Examencommissie anders heeft bepaald. 2. Het mondeling afnemen van een toets en of tentamen is niet openbaar, tenzij de Examencommissie of de desbetreffende examinator in een bijzonder geval anders heeft bepaald, dan wel de student daartegen bezwaar heeft gemaakt. 3. Bij het afnemen van een mondeling tentamen en of toets met een studiebelasting van minimaal 28 uur dient een tweede examinator aanwezig te zijn of dient het examen met behulp van audiovisuele middelen te worden vastgelegd. Artikel 8
Vaststelling van de beoordelingen
1. De examinator stelt de beoordeling vast. De termijn voor de vaststelling van de beoordeling is in de regel vijftien werkdagen, nadat het schriftelijke werk is gemaakt. Indien deze termijn wordt overschreden, wordt dit door de Examencommissie met redenen omkleed aan de student gemeld. 2. Niet iedere onderwijseenheid hoeft met goed gevolg afgelegd te zijn. 3. Ten aanzien van de uitslagen van de laatste onderwijsperiode van een opleidingsjaar kan door de opleidingen een versnelde procedure worden toegepast. 4. De beoordeling van een tentamen en of toets door een examinator geschiedt voor elke student afzonderlijk. 5. Indien de voorlopige uitslag van een tentamen en of toets door meer dan één examinator wordt vastgesteld, geschiedt de vaststelling in onderling overleg. Indien de examinatoren niet tot overeenstemming kunnen komen, wordt, nadat de betrokken examinatoren zijn gehoord, de definitieve uitslag vastgesteld door de voorzitter van de Examencommissie. 6. De datum waarop een student een toets en/of tentamen heeft behaald is de datum waarop de toets en of tentamen is afgelegd en beoordeeld. Antedatering is niet toegestaan. 7. De examinator stelt de beoordeling van een mondelinge toets en of tentamen vast direct, dan wel dezelfde dag na het afnemen van die toets en of tentamen en verstrekt de student een schriftelijke verklaring met de uitslag.
25
8. De Examencommissie stelt vast of de student aan de gestelde eisen voor de toets en/of tentamen heeft voldaan. Artikel 9
Normering van de beoordelingen
1. De uitslag van een tentamen en of toets wordt uitgedrukt in een cijfer op een schaal van 1 tot en met 10 met ten hoogste één decimaal dan wel in een kwalificatie uitmuntend /goed/ voldoende/ onvoldoende. 2. Als laagste kwalificatie ‘voldoende’ geldt het cijfer 5,5. 3. Voor het afronden van decimale getallen gelden de volgende regels: a. Het gemiddelde van meerdere cijfers wordt naar beneden afgerond (=afgekapt) op één decimaal. b. Indien aan de orde wordt een cijfer met één decimaal op de normale, rekenkundige manier afgerond op een geheel getal (het cijfer 5,5 wordt dan afgerond tot een 6). 4. Indien de tentamen- en of toetsuitslag samengesteld wordt uit verschillende deelresultaten, wordt de wijze waarop de uitslag berekend wordt (bijvoorbeeld een rekenkundig of gewogen gemiddelde) nauwkeurig in de OER beschreven. 5. Bij deelname aan een tentamen en of toets krijgt de student tenminste het cijfer één of de kwalificatie onvoldoende. 6. Indien een tentamen en of toets niet met goed gevolg is afgelegd kan een student een verzoek indienen bij de Examencommissie tot een second opinion van de betreffende toets en of tentamen. De Examencommissie kan hiervoor een termijn stellen. 7. Indien de student een reeds eerder afgelegde toets en of tentamen nogmaals aflegt, is de hoogst behaalde beoordeling bepalend voor de vraag of de student aan zijn verplichtingen heeft voldaan. Artikel 10
Het verlenen van vrijstellingen
1. Een vrijstelling wordt door een Examencommissie altijd individueel verleend op basis van haar vrijstellingenbeleid en met in achtneming van de navolgende bepalingen van dit artikel. 2. Studenten studerend op één van de site(s) van Stenden Hogeschool volgen op enig moment een representatief deel van het onderwijs van de opleiding met een omvang van 60 EC bij de Nederlandse instelling. Dit onderwijsprogramma wordt uitgewerkt in de betreffende bijlage. Dit is van toepassing voor studenten die ingeschreven zijn vanaf september 2012. DIT ARTIKELLID IS NIET VAN TOEPASSING. 3. Studenten met het diploma diploma invullen zijn vrijgesteld van het afleggen van de toetsen van de volgende onderwijseenheden genoemd in de bijlage met de samenstelling van propedeutische en postpropedeutische fase: a. onderwijseenheid; DIT ARTIKELLID IS NIET VAN TOEPASSING. 4. De student die in aanmerking wil komen voor de in dit artikel genoemde vrijstellingen, dient hiertoe een schriftelijk gemotiveerd verzoek in bij de Examencommissie. Bij het verzoek moet het diploma worden overgelegd evenals 26
verdere bewijsstukken om aan te tonen dat reeds is voldaan aan de vereisten voor de onderwijseenheden waarvoor vrijstelling wordt gevraagd. DIT ARTIKELLID IS NIET VAN TOEPASSING. 5. Vrijstellingen kunnen mede gebaseerd zijn op de EVC-procedure. Degene die op basis van een EVC-procedure meent in aanmerking te komen voor een of meer vrijstellingen, dient hiertoe een gemotiveerd verzoek in bij de Examencommissie, met bijsluiting van de EVC-rapportage. 6. Degene die op andere dan in de vorige leden bedoelde gronden meent in aanmerking te komen voor vrijstelling van het afleggen van een tentamen of toets, dient daartoe een schriftelijk en gemotiveerd verzoek in bij de Examencommissie, waarbij tevens de bewijsstukken ter onderbouwing van het verzoek worden overgelegd. 7. De Examencommissie beoordeelt mede aan de hand van de overgelegde bewijsstukken of wordt voldaan aan de vereisten gesteld voor de desbetreffende onderwijseenheid of onderdelen daarvan. 8. De Examencommissie kent een individueel verzoek om een vrijstelling toe, indien verzoeker aantoonbaar voldoet aan de vereisten gesteld voor de desbetreffende onderwijseenheid, dan wel voor – in voldoende mate afgeronde - onderdelen daarvan. De Examencommissie informeert de student over haar beslissing binnen vier schoolweken gerekend vanaf de datum waarop het verzoek is ontvangen. 9. Vrijstellingen worden in het resultatenoverzicht van de student getoond met de omschrijving „vrijstelling‟. Een tentamen en of toets waarvoor de student vrijstelling heeft gekregen, telt niet mee in eventuele middelingen tot een eindcijfer van de onderwijseenheid waarbij dit tentamen en toets is betrokken. Artikel 11
Toekenning van studiepunten
1. Als een onderwijseenheid wordt afgesloten met een tentamen, is de onderwijseenheid behaald en worden de bijbehorende studiepunten toegekend indien de student voor het tentamen en of toets een voldoende resultaat heeft behaald. 2. Als een onderwijseenheid wordt afgesloten met twee of meer (deel)toetsen, is de onderwijseenheid behaald en worden de bijbehorende studiepunten toegekend indien de student als beoordeling voor de onderwijseenheid een voldoende resultaat heeft ontvangen en tevens de resultaten voor de (deel)toetsen en of (deel) tentamens voldoen aan de daaraan gestelde eisen. In het bouwsteenboek wordt, indien aan de orde, dit voor de onderwijseenheid uitgewerkt. 3. Als de student voor een onderwijseenheid een vrijstelling heeft gekregen, is de onderwijseenheid behaald en worden de bijbehorende studiepunten toegekend. 4. Een minorprogramma is behaald en de bijbehorende studiepunten worden toegekend indien de student alle onderwijseenheden heeft behaald waaruit de minor is samengesteld. 5. Als datum waarop de studiepunten zijn behaald, wordt geregistreerd de datum waarop de toets en of tentamen, c.q. de laatste deeltoets is afgelegd inclusief de beoordeling die heeft geleid tot het behalen van de onderwijseenheid c.q. de minor. Antedatering is niet mogelijk.
27
6. Heeft een onderwijseenheid in het voltijd of deeltijd onderwijs betrekking op de praktische voorbereiding op de beroepsuitoefening, dan worden aan die onderwijseenheid alleen studiepunten toegekend als de activiteiten onder begeleiding van de opleiding plaatsvinden. Artikel 12
Vastlegging en bekendmaking van de beoordelingen
1. De beoordelingen die een student heeft behaald, worden opgenomen in een geautomatiseerd systeem van studievoortgangregistratie (ProgRESS.www). Op het gebruik van dit systeem is de Regeling Bescherming Persoonsgegevens van de instelling van toepassing. 2. De registratie van studieresultaten vindt plaats onder verantwoordelijkheid van de Examencommissie. 3. De student ontvangt van de behaalde beoordelingen geen schriftelijk bewijsstuk maar kan deze inzien in ProgRESS.www. 4. Indien de student een fout constateert op zijn resultatenoverzicht dan dient de student direct contact op te nemen met de afdeling ESO-Toetsservicebureau. Indien daar geen fout wordt geconstateerd dan dient hij uiterlijk vier schoolweken, na vaststelling van de definitieve uitslag van een onderwijseenheid, schriftelijk te reageren naar de Examencommissie. 5. Indien er een toets en of tentamenuitslag ontbreekt op de publicatielijst dan neemt de betreffende student direct contact op met de afdeling ESOToetsservicebureau. 6. Bij het ontbreken van een toets- en of tentamenuitslag worden protocolformulier, presentielijst en toets- en of tentamenopgaven door de afdeling ESOToetsservicebureau gecontroleerd. 7. Indien de student op protocolformulier en presentielijst als aanwezig staat geregistreerd en de toets- en of tentamenopgave ontbreekt dan dient de student schriftelijk een klacht in bij de secretaris van de Examencommissie. Artikel 13
Geldigheidsduur van studieresultaten
1. De geldigheidsduur van examenonderdelen is in beginsel onbeperkt. In afwijking hiervan kan de Examencommissie aan de student een aanvullend dan wel een vervangend tentamen opleggen indien het examenonderdeel langer dan acht jaar geleden is behaald. 2. Als wettelijk bewijs gelden de resultaten zoals vastgesteld door de Examencommissie. Artikel 14
Inzage van tentamens en toetsen
1. De Examencommissie draagt er zorg voor dat de student het door hem gemaakte en beoordeelde schriftelijk tentamen en of toetswerk kan inzien binnen twee maanden na de laatste dag van een tentamen en of toetsperiode of tenminste tien schooldagen voor een eventuele herkansing, tenzij afgeweken moet worden van gestelde termijnen op grond van redelijkheid en billijkheid 6. 2. Een student kan alleen inzage worden geboden in schriftelijk en beoordeeld tentamen- en of toetswerk in het bijzijn van de betrokken examinator of diens 6
De landelijk verplichte toetsen van de opleiding Leraar Basisonderwijs zijn hier van uitgezonderd.
28
plaatsvervanger. 3. De Examencommissie kan bepalen, dat de inzage of kennisneming geschiedt op een vaste plaats en op een vast tijdstip. Artikel 15
Bewaring van afgelegde tentamens en toetsen
1. De Examencommissie draagt er zorg voor dat de inspectie en organisaties in het kader van het accreditatieproces kennis kunnen nemen van de opdrachten, de opgaven en de bijbehorende beoordelingsnormen voor de schriftelijke en praktische examenonderdelen, alsmede inzage kunnen hebben in het schriftelijk tentamen- en of toetswerk. 2. In geval van beroep tegen de uitslag van een schriftelijk tentamen en of toets wordt het werk bewaard gedurende de periode dat nog niet op het (hoger) beroep is beslist. 3. De Examencommissie draagt er zorg voor, dat van elke student de tijdens het (post-) propedeutisch examen behaalde cijfers dan wel kwalificaties en de uitslag van het examen en het bijbehorende toets- en of tentamenwerk bewaard blijven in het archief van de opleiding, conform de geldende regeling bewaartermijnen. 4. Wanneer een student na afloop van een schriftelijke toets en/of tentamen de toets- en/of tentamenopgaven en het totale aantal antwoordformulieren heeft ingeleverd wordt dit door de surveillant afgetekend op het protocolformulier. Op dat moment gaat de verantwoordelijkheid tot zorgvuldige bewaring van een schriftelijke tentamenwerk over op de hogeschool. 5. In het geval dat tentamen- en of toetswerk als bedoeld in artikel 15.4 desalniettemin zoek raakt waardoor geen beoordeling kan plaatsvinden, wordt deze gang van zaken door de Examencommissie vastgesteld. Vervolgens wordt, na de betreffende student te hebben gehoord, door de betrokken docent, onderscheidenlijk coördinator, vastgesteld op welk tijdstip en in welke vorm de toets en/of tentamen opnieuw moet worden afgelegd. 6. De Examencommissie geeft de documenten bedoeld in de vorige leden op zodanige wijze in bewaring dat de authenticiteit van de documenten gedurende de bewaartermijn gewaarborgd is. 7. De student is gehouden een afschrift (schriftelijk en/of digitaal) van het ingeleverde toets- en of tentamen(onderdeel) onder zich te houden gedurende één jaar na inlevering, voor zover de omstandigheden zich hiertegen niet verzetten. 8. Een kopie van het getuigschrift en diplomasupplement wordt gedurende dertig jaren in het archief bewaard. Artikel 16
Fraude en plagiaat
1. Indien een student of extraneus fraudeert en of plagiaat pleegt, kan de Examencommissie betrokkene het recht ontnemen één of meer door de Examencommissie aan te wijzen toetsen, tentamens of examens af te leggen, gedurende een door de Examencommissie te bepalen termijn van ten hoogste een jaar. 2. Bij ernstige fraude kan het College van Bestuur op voorstel van de Examencommissie de inschrijving voor de opleiding van de betrokken student of
29
extraneus definitief beëindigen. 3. Wat in dit artikel wordt aangemerkt als fraude of ernstige fraude als bedoeld in artikel 7.12b WHW is nader uitgewerkt in het Reglement Fraude en Plagiaat Stenden Hogeschool. Artikel 17
Intellectueel eigendom
1. Het auteursrecht van een werk komt toe aan de student, mits deze als maker ervan kan worden aangemerkt. 2. Als maker wordt, behoudens tegenbewijs, beschouwd degene die als zodanig op of in het werk is aangeduid. 3. Indien het werk tot stand is gebracht naar het ontwerp van een ander dan de student en de student tevens heeft gewerkt onder diens leiding en toezicht, dan wordt deze ander als maker van dat werk aangemerkt. Artikel 18
Rechtsbescherming
1. De student die het oneens is met een beslissing van de Examencommissie op grond van de bepalingen in dit hoofdstuk kan daar tegen bezwaar maken bij de Examencommissie van de opleiding. 2. De student heeft de mogelijkheid om tegen het besluit van de Examencommissie op het ingediende bezwaar in beroep te gaan bij het College van Beroep voor de Examens (COBEX). 3. De student heeft de mogelijkheid om tegen het besluit van de COBEX in beroep te gaan bij het College van Beroep voor het Hoger Onderwijs in Den Haag. Downloads Regeling Studie & Handicap Reglement Fraude en Plagiaat Stenden Hogeschool
30
6
Studieloopbaanbegeleiding en Studieadvies
WHW:
Artikel 1
art. 5.5, 7.8b, 7.13, 7.34, 7.51, 7.59, 11.15.
Studieloopbaanbegeleiding
1. De Head of School draagt zorg voor de studieloopbaanbegeleiding van elke student, mede ten behoeve van zijn oriëntatie op mogelijke studiewegen in en buiten de opleiding. 2. De Head of School besteedt bij de studieloopbaanbegeleiding bijzondere zorg aan de begeleiding van studenten met een functiebeperking waarvan de deelname in het hoger onderwijs in belangrijke mate achterblijft bij de deelname van studenten die hier niet toe behoren. 3. De Head of School besteedt namens het College van Bestuur bij de studieloopbaanbegeleiding bijzondere zorg aan de begeleiding van studenten die behoren tot een etnische of culturele minderheid waarvan deelname aan het hoger onderwijs in betekenende mate achterblijft bij de deelname van Nederlanders die niet behoren tot een dergelijke minderheid. 4. De student kan zich wenden tot zijn studieloopbaancoach voor problemen die rechtstreeks samenhangen met de studie. 5. De student kan zich wenden tot de decaan voor problemen van persoonlijke aard, al dan niet rechtstreeks samenhangend met de studie. Artikel 2
Studieadvies aan het einde van het eerste jaar van inschrijving aan dezelfde opleiding aan dezelfde instelling
1. Namens het College van Bestuur brengt de Examencommissie aan iedere student aan het einde van diens eerste jaar van inschrijving aan dezelfde opleiding aan dezelfde instelling voor de propedeutische fase van de opleiding advies uit over de voortzetting van zijn studie binnen de opleiding. 2. De brief waarin de Examencommissie het advies aan de student kenbaar maakt, mag in geval van de september-instroom niet later worden verstuurd dan in de derde week van de maand juli. 3. Voor de februari-instroom wordt in afwijking van lid 1 het woord ‘jaar’ vervangen door 13 maanden. Deze uitzondering ten opzichte van de reguliere instroom in september vindt plaats op grond van organisatorische redenen die worden veroorzaakt door een afwijkende opbouw van het opleidingsjaar bij de februariinstroom. De brief waarin de Examencommissie het advies aan de student kenbaar maakt, mag in geval van de februari-instroom niet later worden verstuurd dan in de laatste week van februari. 4. Het studieadvies heeft een bindend afwijzend karakter indien de student minder dan 42 studiepunten uit de propedeutische fase heeft behaald, alsmede niet de door de opleiding aangewezen onderwijseenheden uit de propedeutische fase met een voldoende heeft afgesloten op het moment dat het advies wordt uitgebracht.
31
5. De door de opleiding aangewezen onderwijseenheden als bedoeld in de vorige volzin zijn: a. ‘Bedrijfseconomie & Bedrijfsadministratie” (DECBEBA), “Bedrijfseconomie 2” (DECBE2) en “Bedrijfseconomie 3” (DECBE3. Van deze onderwijseenheden moeten er minstens twee met een voldoende worden afgesloten in het eerste jaar van inschrijving. 6. Resultaten behaald door vrijstelling tellen wel mee bij de vaststelling of het minimum van 42 studiepunten is behaald. 7. Studenten die hun inschrijving bij de opleiding in de loop van het opleidingsjaar tussentijds hebben beëindigd ontvangen uiterlijk aan het einde van het opleidingsjaar een studieadvies propedeuse en dat kan ook een bindend studieadvies met afwijzing (BSA) zijn, tenzij er - gelet op de persoonlijke omstandigheden van de student - voor de Examencommissie aanleiding bestaat geen bindend studieadvies met afwijzing (BSA) uit te brengen. 8. Studenten die zich bij een opleiding hebben ingeschreven, de studie staken en zich vervolgens weer opnieuw inschrijven bij dezelfde opleiding bij dezelfde instelling worden wettelijk beschouwd als ‘studenten tweede jaar van inschrijving’. Dit betekent dat deze studenten aan het einde van hun tweede jaar van inschrijving aan al hun propedeuse verplichtingen moeten hebben voldaan. Artikel 3
Studieadvies aan het einde van het tweede jaar van inschrijving aan dezelfde opleiding aan dezelfde instelling
1. De Examencommissie brengt een bindend studieadvies met afwijzing (BSA) uit indien de student aan het einde van het tweede jaar van inschrijving aan dezelfde opleiding aan dezelfde instelling het propedeutisch examen niet heeft behaald. 2. De brief waarin de Examencommissie het advies aan de student kenbaar maakt, mag in geval van de september-instroom niet later worden verstuurd dan in de derde week van de maand juli. 3. Voor de februari-instroom wordt in afwijking van lid 1 het woord ‘jaar’ vervangen door 13 maanden. Deze uitzondering ten opzichte van de reguliere instroom in september vindt plaats op grond van organisatorische redenen die worden veroorzaakt door een afwijkende opbouw van het opleidingsjaar bij de februariinstroom. De brief waarin de Examencommissie het advies aan de student kenbaar maakt, mag in geval van de februari-instroom niet later worden verstuurd dan in de laatste week van februari. 4. Studenten die hun inschrijving bij de opleiding in de loop van het opleidingsjaar tussentijds hebben beëindigd ontvangen uiterlijk aan het einde van het opleidingsjaar een studieadvies propedeuse en dat kan ook een bindend studieadvies met afwijzing (BSA) zijn, tenzij er - gelet op de persoonlijke omstandigheden van de student - voor de Examencommissie aanleiding bestaat geen bindend studieadvies met afwijzing (BSA) uit te brengen. 5. Na het verstrijken van de termijn als bedoeld in lid 2 en 3 van dit artikel kan geen bindend studieadvies met afwijzing (BSA) meer worden uitgebracht. Artikel 4
Voorwaarden Bindend studieadvies met afwijzing (BSA)
1. Een bindend studieadvies met afwijzing (BSA) wordt niet uitgebracht wanneer de student gedurende het opleidingsjaar niet tijdig ten minste eenmaal via de opleiding en op een redelijke termijn door de opleiding is gewaarschuwd dat hij bij 32
ongewijzigde omstandigheden een bindend studieadvies met afwijzing (BSA) zal kunnen ontvangen, alsmede wat de gevolgen daarvan zijn. 2. Indien aan de orde meldt een student bijzondere omstandigheden tijdig bij de studentendecaan en eventueel de studieloopbaancoach en verzoekt de Examencommissie deze mee te wegen in haar besluit over het uitbrengen van een bindend studieadvies met afwijzing (BSA). Slechts met toestemming van de student kan de Examencommissie de betrokken studentendecaan en studieloopbaancoach om nader advies vragen ten aanzien van mogelijke persoonlijke omstandigheden die kunnen rechtvaardigen dat wordt afgezien van het uitbrengen van een bindend studieadvies met afwijzing (BSA) aan de betrokken student. 3. Een melding van een bijzondere omstandigheid wordt aangemerkt als tijdig wanneer de student de omstandigheden meldt zodra deze zich voordoen dan wel zeer spoedig daarna. 4. Als bijzondere omstandigheden worden aangemerkt: a. b. c. d. e.
ziekte zwangerschap bijzondere familieomstandigheden lichamelijke, zintuiglijke of andere functiestoornis bestuursactiviteiten die een student in het kader van de medezeggenschap van Stenden verricht, waarbij sprake is van een substantiële tijdsbesteding, ter beoordeling aan het College van Bestuur, onder voorwaarde dat de student kan aantonen dat de geldende facilitering de studievertraging niet compenseert en derhalve als bijzondere omstandigheid kan worden aangemerkt.
5. De situaties genoemd onder a t/m d dienen schriftelijk te worden vastgesteld door een onafhankelijke deskundige. 6. Als de Examencommissie besluit af te zien van een bindend studieadvies met afwijzing (BSA) in gevallen zoals bedoeld in het vorige lid, dan is de Examencommissie bevoegd om in plaats daarvan een niet-bindend advies uit te brengen aan de betrokken student. 7. Afhankelijk van de aard van de persoonlijke omstandigheden kan de student de Examencommissie verzoeken de informatie verstrekt in het kader van het advies als bedoeld in het tweede lid vertrouwelijk te behandelen. 8. Ongeacht het bepaalde in de vorige leden stelt de Examencommissie - alvorens tot een bindend studieadvies met afwijzing (BSA) over te gaan - de student in de gelegenheid om door of namens de Examencommissie te worden gehoord. Artikel 5
Gevolgen bindend studieadvies met afwijzing (BSA)
1. Degene die een bindend studieadvies met afwijzing (BSA) heeft ontvangen, kan zich gedurende minimaal één jaar niet meer aan de instelling voor dezelfde opleiding als student of extraneus worden ingeschreven. Na deze periode moet bij een hernieuwde inschrijving ten genoege van de Examencommissie van de opleiding aannemelijk gemaakt worden dat de opleiding met vrucht zal kunnen volgen. 2. Indien de student een Bindend studieadvies met afwijzing (BSA) ontvangt, wordt de inschrijving beëindigd door het College van Bestuur conform de geldende
33
uitschrijfprocedure in hoofdstuk 2 van het Studentenstatuut. 3. De Examencommissie is bevoegd in bepaalde gevallen tegemoet te komen aan onbillijkheden van overwegende aard, die zich bij toepassing van het verstrekken van een Bindend studieadies met afwijzing (BSA) mochten voordoen. Artikel 6
Doorstroom van propedeutische naar postpropedeutische fase
1. Aan het einde van het eerste opleidingsjaar stelt de Examencommissie vast welke studenten kunnen doorstromen van de propedeutische fase naar de postpropedeutische fase. De volgende categorieën studenten zijn toelaatbaar: a. studenten die het propedeutisch examen hebben behaald; b. studenten die ten minste 42 studiepunten hebben behaald in de propedeutische fase en niet om andere redenen een bindend studieadvies met afwijzing (BSA) hebben gekregen. 2. De student die 42 of meer maar minder dan 51 studiepunten van de propedeutische fase heeft behaald, dient in overleg met de studieloopbaancoach een studieplan op te stellen primair gericht op het inlopen van de achterstand in de propedeuse. In dit studie-plan wordt vastgelegd tot welke onderwijseenheden van de postpropedeutische fase de student toegang heeft. 3. De student die 51 of meer maar minder dan 60 studiepunten van de propedeutische fase heeft behaald, dient eerst te overleggen met de studieloopbaancoach maar heeft daarna rechtstreeks toegang tot alle onderwijseenheden van de postpropedeutische fase. 4. Bij de uitwerking van de beide vorige leden wordt er rekening mee gehouden dat het de student niet is toegestaan deel te nemen aan een onderwijseenheid uit de postpropedeutische fase die een rechtstreekse voortzetting vormt van een onderwijseenheid uit de propedeuse die hij nog niet heeft behaald. Ook wordt rekening gehouden met de bepalingen van hoofdstuk 5, artikel 2 over de volgorde waarin toetsen en of tentamens kunnen worden afgelegd. 5. Aan het volgen van onderwijs uit zowel de propedeutische fase als de postpropedeutische fase kan de student geen rechten ontlenen ten aanzien van de wijze van inroostering. Het is dus mogelijk dat dergelijke onderwijsactiviteiten gelijktijdig gegeven worden. Artikel 7
Verwijzing in de postpropedeutische fase
1. Studenten van de opleiding hebben toegang tot alle afstudeerrichtingen beschreven in hoofdstuk 3, artikel 2. 2. De Examencommissie baseert haar beslissing op: a. b.
de studieresultaten van de student: Nadere eisen invullen en/of in hoeverre het door de student gevolgde studieprogramma voldoende aansluit op de door de student gewenste afstudeerrichting: Nadere eisen invullen.
3. De Examencommissie stelt de student in de gelegenheid te worden gehoord alvorens tot een beslissing over te gaan. Bij de beslissing houdt de Examencommissie rekening met de persoonlijke omstandigheden van de student. Artikel 8
Rechtsbescherming
34
1. De student die het oneens is met het verstrekte studieadvies kan daar tegen bezwaar maken bij de Examencommissie van de opleiding. 2. De student heeft de mogelijkheid om tegen het besluit van de Examencommissie op het ingediende bezwaar in beroep te gaan bij het College van Beroep voor de Examens (COBEX). 3. De student heeft de mogelijkheid om tegen het besluit van de COBEX in beroep te gaan bij het College van Beroep voor het Hoger Onderwijs in Den Haag. 4. De consequentie van een bezwaar- en beroepsprocedure betreffende een bindend studieadvies met afwijzing (BSA) is dat zolang de student nog geen onherroepelijk uitspraak heeft ontvangen vóór de start van het onderwijs op 1 september, zich niet kan herinschrijven. Downloads Gedragscode Internationale student in het hoger onderwijs
35
7
Examencommissie
WHW:
7.10,7.11,7.12,7.12b, 7.12c, 7.13, 7.28, 7.30, 7.42a, 7.61
Artikel 1
Instelling en samenstelling Examencommissie
1. Elke opleiding of groep van opleidingen heeft een Examencommissie. De Examencommissie is het orgaan dat op objectieve en deskundige wijze vaststelt of een student voldoet aan de voorwaarden die deze regeling stelt ten aanzien van kennis, inzicht en vaardigheden die nodig zijn voor het verkrijgen van een graad als bedoeld in artikel 4.2. De samenstelling, werkwijze, taken en bevoegdheden van de Examencommissie zijn uitgewerkt in het Reglement Examencommissie van de Stenden Hogeschool. Download: Reglement Examencommissies Opleiding of groep van Opleidingen.
36
8
Slot- en invoeringsbepalingen
WHW:
10.20
Artikel 1
Hardheidsclausule
1. De examencommissie is bevoegd in bepaalde gevallen tegemoet te komen aan onbillijkheden van overwegende aard, die zich bij toepassing van deze OER mochten voordoen. Artikel 2
Onvoorziene omstandigheden
1. In gevallen waarin deze OER niet voorziet en waaromtrent een onmiddellijke beslissing noodzakelijk is, beslist de examencommissie op basis van redelijkheid en billijkheid. Artikel 3
Bekendmaking van de regeling
1. De Head of School draagt zorg voor een passende en tijdige bekendmaking van deze onderwijs- en examenregeling. Artikel 4
Citeertitel, inwerkingtreding
1. Deze Onderwijs- en examenregeling wordt, gehoord de centrale medezeggenschapsraad conform artikel 10.20 WHW, vastgesteld door het College van Bestuur, vervangt de eerder voor de opleiding geldende Onderwijs- en examenregeling en kan worden aangehaald als Onderwijs- en examenregeling opleiding Bedrijfseconomie voltijd, crohonummer 34401 en treedt in werking op 1 september 2012.
37
Bijlage A Competenties van de opleiding Na voltooiing van de opleiding moet de student als beroepsbeoefenaar zelfstandig en met kritische instelling kunnen werken en beschikt de student over de volgende competenties op hbo-niveau: DC 1. Ontwerpen, inrichten en onderhouden van (geautomatiseerde) informatiesystemen voor het besturen van organisaties. BoKs Planning and control cyclus Financiële administratie o.a. boekhoudcyclus Kostentoerekening Financiële informatie systemen DC 2. Vormgeven, inrichten en toetsen van de administratieve organisatie. BoKs Grondslagen en inrichting AO Kwaliteitszorg en kwaliteitsbeheersing Verandermanagement/organisatie van mensen, structureren en processen Betrouwbaarheid van de informatie DC 3. Bepalen en beheersen van financieel-economische en fiscale risico’s. BoKs Werkkapitaal beheer Risico management Belastingrecht Transfer pricing DC 4. Bepalen en verstrekken van financieel-economische en fiscale informatie voor besluitvorming. BoKs Marketing Kostencalculaties/budgetteren en verschilanalyse Ondernemingsrecht Algemene economie DC 5. Verstrekken van informatie t.b.v. externe belanghebbenden. BoKs Externe verslaglegging/ IFRS Inversterings- en waarderingsvraagstukken Corporate Governance DC 6. Geven van adviezen en verlenen van diensten op financieel-economisch en fiscaal terrein aan belanghebbenden. BoKs Financiering particulier Ondernemingsfinanciering Fusies en overnames Efficiënte en effectiviteit van de bedrijfsvoering DC 7. Sociale en communicatieve competentie (interpersoonlijk, organisatie): • samenwerken in een beroepsomgeving en meedenken over doelen en inrichting van de organisatie, waaruit eisen voortvloeien die betrekking hebben op de volgende kenmerken: multidisci- plinariteit en interdisciplinariteit, klantgerichtheid, collegialiteit, leidinggeven (het sociale deel van de competentie); • communiceren intern op alle niveaus, effectief en in de gangbare bedrijfstaal, veelal in het Nederlands en/of Engels; in termen van beroepstaken omvat dat zaken als het opstellen en schrijven van plannen en notities, informeren, overleg voeren, draagvlak creëren, stimuleren, motiveren, overtuigen, verwoorden van besluiten. DC 8. Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar of professional): • sturen en reguleren van de eigen ontwikkeling ten aanzien van leren, resultaatgericht werken, initiatief nemen en zelfstandig optreden, flexibiliteit; • nadenken en reflecteren over en verantwoording nemen voor eigen handelen wat wijst op be-trokkenheid en kritische zelfbeoordeling;
38
• ontwikkelen van een beroepshouding met ruimte voor normatief-culturele aspecten, respect voor anderen, een beroepscode en ethische principes voor het professioneel handelen; • leveren van een bijdrage aan de verdere professionalisering van de branche, publicaties, bijdra- gen aan congressen, enzovoort.
Dublin Descriptoren (DD) DD1: Kennis en inzicht DD2: Toepassen kennis en inzicht DD3: Oordeelsvorming DD4: Communicatie DD5: Leervaardigheden Niveau van toetsen N1: Weten N2: Inzien N3: Toepassen N4: Integreren
39
Bijlage B Nadere uitwerking van de onderwijseenheden van het curriculum van de opleiding voor de propedeutische fase: Propedeuse, Cohort 2012
Periode Vak
Code
Naam
EC
Toetsing
1.1 De organisatie 1 DECBEBA
D.Bedrijfseconomie en -administratie
3
S/O/M
2 DECCE1
D.Marketing 1
3
S/O/M
3 DECMAN1
D.Management 1
3
S/O/M
4 OLEIL
O.Inleiding Logistiek
3
S/O/M
5 OBEBP1
I.De organisatie (Bedrijfsprocessen)
3
S/O/M
1 GSC01
G.Schriftelijke communicatie 1
3
S/O/M
2 DECCE2
D.Marketing 2
3
S/O/M
3 DECBE2
D.Bedrijfseconomie 2
3
S/O/M
4 DECAE
D.Algemene Economie
3
S/O/M
5 OBEIN
I.Innovate
3
S/O/M
1 GOZ1
G.Onderzoek 1
3
S/O/M
2 GMOCO1
G.Mondelinge communicatie 1
3
S/O/M
3 OBEAO1
O.Administratieve Organisatie 1
3
S/O/M
4 OBEBA1
O.Bedrijfsadministratie 1
3
S/O/M
5 OBEBP2
I.De vooruitgang
3
S/O/M
1 GSLB1
G.SLB/ZM 1
3
S/O/M
2 DECRE
D.Recht 1
3
S/O/M
3 DECBE3
D.Bedrijfseconomie 3
3
S/O/M
4 OBEPM
O.Project- en Informatiemanagement
3
S/O/M
5 OECOP
I.Ondernemingsplan
3
S/O/M
1.2 De omgeving
1.3 De bedrijfsvoering
1.4 De onderneming
Totaal
60
40
Het volgende onderdeel moet in het eerste jaar met een voldoende worden afgerond: codes
eenheid
DECBEBA
Bedrijfseconomie en Bedrijfsadministratie
Daarnaast dient één van de volgende onderdelen in het eerste jaar met een voldoende worden afgerond: codes
eenheid
DECBE2
Bedrijfseconomie 2
DECBE3
Bedrijfseconomie 3
41
BE jaar 1 Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Taal bouwsteen:
OLEIL Inleiding logistiek 3 ECTS 1.1.1 9 weken HAVO 5, MBO niveau 4 (Instroom niveau HBO) Nederlands
Korte beschrijving van de inhoud Logistiek is een veel voorkomend begrip. Veel mensen hebben er wel een bepaald beeld van, maar het is vaak lastig om een goed en volledig beeld van dit vakgebied te vormen. Tijdens deze module zul je zien dat je eigen omgeving veel raakvlakken heeft met logistiek en door logistiek wordt beïnvloed. Deze module laat je kennis maken met de verschillende deelgebieden binnen logistiek management. Ook wordt er aandacht besteed aan de belangrijkste trends binnen het vakgebied logistiek. Binnen het vakgebied logistiek worden veel Nederlandse en Engelse vaktermen gebruikt. Na deze module beheers je de basis van dit vakjargon zodat je met je medestudenten en externe partijen kunt communiceren over logistiek. De binnen deze module behandelde stof zul je in een later stadium binnen je opleiding weer nodig hebben en hiermee een goede bijdrage aan de opdrachten te leveren aan de opdachten. Kennis en vaardigheden Organisatie ontwerpen, Managementinformatiesystemen, besluitvormingsmodellen, STEP of SWOT analyse. Werkvormen Gedurende 8 weken zijn er 8 hoorcolleges gekoppeld aan de voor de betreffende week voorgeschreven theorie. Tevens is er één maal per week een werkcollege waarin de student werkt aan de verschillende opdrachten zowel uit het boek “Werken met Logistiek” als opdrachten welke door de docent verstrekt worden. Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) De student kan de inhoud van Toets/opdracht het logistiek vakgebied afbakenen De student kan de opgedane Toets/opdracht kennis in de context van opdrachten en artikelen kunnen toepassen. De student heeft kennis van Toets/opdracht het logistiek concept en dit concept gebruiken logistiek concept. De student herkent de Toets/opdracht belangrijkste trends binnen de logistiek Cesuur
Werkvorm(en) HC/WC
Hulpmiddelen Rekenmachine
HC/WC
Rekenmachine
HC/WC
Rekenmachine
HC/WC
Rekenmachine
55%
Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: DC 2. Vormgeven, inrichten en toetsen van de administratieve organisatie. BoKs Kwaliteitszorg en kwaliteitsbeheersing
Niveau van toetsing: N1: Weten
42
Organisatie van mensen, structureren en processen DC 4. Bepalen en verstrekken van financieeleconomische en fiscale informatie voor besluitvorming. BoKs Kostencalculaties en verschilanalyse
N1: Weten
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Werken met Logistiek, Visser & Van Goor, 6e druk, Noordhoff Uitgevers
ISBN 9789001794408
43
Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Taal bouwsteen:
DECBEBA Inleiding Bedrijfseconomie- en administratie 3 ECTS 1.1.2 9 weken geen nederlands
Korte beschrijving van de inhoud Basiskennis van bedrijfseconomie en bedrijfsadministratie Kennis en vaardigheden Inzicht hebben in de samenstelling van een jaarrekening Het analyseren en interpreteren van een jaarrekening Het verwerken van financiële gegevens in de boekhouding Werkvormen Werkcolleges Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) een jaarrekening te lezen, te opdracht analyseren en te interpreteren financiële gegevens te Opdracht en toets verwerken in de boekhouding Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: DC 1. Ontwerpen, inrichten en onderhouden van (geautomatiseerde) informatiesystemen voor het bestu- ren van organisaties.
Werkvorm(en) WC
Hulpmiddelen Rekenmachine
WC
Rekenmachine
Niveau van toetsing: N2: Inzien
BoKs Financiële administratie o.a. boekhoudcyclus
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Basisboek Bedrijfseconomie, negende druk, De Boer, Brouwers, Koetzier Basisboek Bedrijfseconomie, opgaven, achtste druk, De Boer, Brouwers, Koetzier Introductie bedrijfsadministratie, 4e druk, Klerks
ISBN 978-90-01-79788-1 978-90-01-79776-8 978-90-01-70998-3
44
Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Taal bouwsteen:
DECCE1 Marketing 1 3 ects 1.1.3 1 periode Geen NL
Korte beschrijving van de inhoud: In deze bouwsteen maakt de student kennis met het vakgebied marketing. Wat is marketing, hoe organiseer je dit, welke vormen zijn er etc. Vervolgens wordt ingegaan op de omgeving, met welke factoren moet een marketeer rekening houden (op macro- en microniveau). Aansluitend wordt er aandacht geschonken aan de doelgroep, op wie wil een bedrijf zich richten. Hierbij is de eerste stap dat je de totale markt onderverdeelt in kleinere segmenten met gelijksoortige kenmerken. In deze bouwsteen wordt er ingegaan op hoe je dat effectief kunt doen. Als de totale markt in kleinere segmenten is verdeeld, kies je voor het marktsegment waar jij je marketingactiviteiten op wilt gaan afstemmen, hiermee heb je de keuze voor je doelgroep gemaakt. Na het identificeren van je doelgroep ga je als bedrijf je positioneren binnen het segment. De positionering is de plaats die het product, merk of dienst in de ogen van de consument inneemt in vergelijking met de concurren. De positionering vormt de basis van de daadwerkelijke marketingactiviteiten. Werkvormen Per week is er een hoorcollege (1 lesuur): hierin wordt een toelichting gegeven op de stof die voor deze week op het programma staat. Daarnaast is er per week een werkcollege (2 lesuren): hierin worden de opgaven en cases behandeld behorend bij de stof die voor deze week op het programma staat. Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Schriftelijk tentamen 1. De student kan de met daarin 40 MCmarketingmanagement vragen en 1 à 2 open vragen in de toets. De concepten onderscheiden. verdeling over de stof 2. De student kent de termen is evenredig. Met de maatschappelijk open vragen wordt vooral toepassing verantwoordelijkheid en getoetst. marketingethiek.
Werkvorm(en) HC en WC
Hulpmiddelen Rekenmachine, worodenboek (D-NL)
3. De student kent het verloop van de beslissingsprocessen bij klanten en de beïnvloedende factoren. 4. De student kent het perceptieproces van de klant. 5. De student kent de verschillen tussen goederen en diensten. 6. De student heeft inzicht in het strategisch marketingmanagementproc
45
Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
Werkvorm(en)
Hulpmiddelen
es, de onderdelen daarvan en mogelijke hulpmiddelen daarbij. 7. De student kent de verschillen tussen consumenten en zakelijke klanten en heeft inzicht in de marketingimplicaties hiervan. 8. De student kan op basis van relevante criteria de markt segmenteren en segmenten beschrijven. 9. De student kan op basis van marktsegmentatie een aantrekkelijke doelgroep kiezen. 10. De student kan positioneringstrategieën formuleren. 11. De student kent het belang van klantrelaties en concurrentievoordeel
Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: DC 4. Bepalen en verstrekken van financieeleconomische en fiscale informatie voor besluitvorming. BoKs Marketing
Niveau van toetsing: N2: Inzien
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Boekema, J.J. e.a., Basisboek Marketing, 5 e druk, Noordhoff, Groningen
ISBN ISBN: 9001092586
Aanbevolen literatuur Internet bronnen (aanbevolen/verplicht) Basisboekmarketing.noordhoff.nl Actuele artikelen en publicaties die in deze bouwsteen zijn verwerkt (aanbevolen/verplicht)
46
Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Taal bouwsteen:
DECMAN1 Management 1 84 uur, 3 ects 1.1.4 1 periode MBO/HAVO Nederland en Engels
Korte beschrijving van de inhoud In de bouwsteen Management 1 maak je kennis met de beginselen van Management en Organisatiekunde en is een voorbereiding op Management 2. Deze bouwsteen geeft je inzicht in de aansturing van organisaties en worden de kenmerken van organisaties behandeld. De onderwerpen die binnen deze bouwsteen Organisatie en Management aan de orde komen zijn: De geschiedenis en denkrichtingen van Organisatie & Management De relatie met de omgeving Management Besluitvorming Besturing Structurering Cultuur Werkvormen DECMAN 1 kent drie werkvormen: Een viertal hoorcolleges, zeven werkcolleges en een achttal PGO-bijeenkomsten. Tijdens de hoorcolleges worden de verschillende onderwerpen uit de literatuur ingeleid. Tijdens de werkcolleges worden opdrachten en cases besproken. Tijdens de PGO- taken werken studenten aan taken die gericht is op het tot stand brengen van een koppeling tussen de theorie en de beroepspraktijk. Voor de uitwerkingen van werkcolleges en PGO-taken moet een minimale score worden gehaald, alvorens studenten worden toegelaten tot het tentamen. Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) de denkrichtingen en Tentamen=S ontwikkelingen uit de op het gebied van organisatie en management weergeven, de invloeden vanuit de omgeving op een organisatie uiteenzetten, de besluitvormingsproblematiek in organisatie weergeven en verschillende besluitvormingsprocessen typeren en bepalen de belangrijkste Tentamen=S managementtaken en leiderschapsstijlen typeren en bepalen, de besturingsproblematiek in organisatie weergeven, de verschillende bedrijfsprocessen benoemen en bepalen, de structuur van een organisatie typeren en modelleren, het effectiviteits streven van organisaties beschrijven en de cultuur van een organisatie beschrijven en bepalen WC=71% Cesuur PGO=55% Tentamen=55%
Werkvorm(en) WC=M
Hulpmiddelen WC=alle Tentamen= Geen
PGO=M WC=M
WC=alle PGO=alle Tentamen= geen
47
Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: DC 2. Vormgeven, inrichten en toetsen van de administratieve organisatie. BoKs Organisatie van mensen, structureren en processen
Niveau van toetsing: N3: Toepassen
Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Een praktijkgerichte benadering van Organisatie en Management, Nick van Dam en Jos Marcus (Nederlands editie). Voor DECMAN1 gaat het om de hoofdstukken 1, 2, 6 t/m 6.3.3, 7 t/m 7.4, 8 t/m8.2, 9 t/m 9.4 en 10 t/m 10.3
ISBN 978-90-01-76665-8 978-90-01-57704-9 (engelse versie)
48
Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Taal bouwsteen:
OBEBP1 (nog juist in te vullen door Pieter de Jong) De Organisatie 84 sbu 1.1.5 8 weken 1e jaar periode 1 + 2 afgerond Nederlands
Korte beschrijving van de inhoud De bouwsteen die je nu gaat volgen is een andere dan de overige bouwstenen binnen deze periode dit is namelijk een integratieve bouwsteen. Het is de bedoeling dat je alle kennis en vaardigheden die je opdoet bij de bouwstenen Inleiding Logistiek, Management I, Marketing I en Bedrijfseconomie I geïntegreerd gaat toepassen bij de bouwsteen De Organisatie.
Werkvormen Begeleide tutorgroepen Onbegeleid opdrachten uitwerken in subgroepen
Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Schriftelijk De student kan processen
Werkvorm(en) PGO
Hulpmiddelen Nvt
Schriftelijk
PGO
Nvt
Schriftelijk
PGO
Nvt
Schriftelijk
PGO
Nvt
Schriftelijk
PGO
Nvt
Schriftelijk
PGO
Nvt
binnen een organisatie herkennen en benoemen. De student kan van verschillende samenwerkingsvormen tussen bedrijven de voor- en nadelen benoemen en aangeven welke vorm wanneer het meest zinvol is. De student kan signalen in de omgeving van een bedrijf herkennen en aangeven hoe deze signalen kunnen leiden tot veranderingen in de organisatie. De student kan een jaarrekening analyseren en interpreteren. De student kan de invloed van klanten op bedrijfsprocessen benoemen en interpreteren De student draagt bij aan een positieve werksfeer en respecteert en maakt gebruik van de bijdragen van anderen.
49
Bouwsteendoelstellingen: De student verzamelt
Toetsvorm(en) Schriftelijk
Werkvorm(en) PGO
Hulpmiddelen Nvt
informatie, ontleedt een probleem, situatie of proces in componenten en begrijpt de herkomst en samenhang hiervan. Cesuur
55%
Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: DC 2. Vormgeven, inrichten en toetsen van de administratieve organisatie. BoKs Verandermanagement/organisatie van mensen, structureren en processen
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
Niveau van toetsing: N3: Toepassen
ISBN
50
Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Soort bouwsteen: Aantal credits: Opleiding Periode: Duur: Instapniveau: (min. competentieniveau) Taal bouwsteen:
GSC01 Schriftelijke communicatie 1 Generiek 3 EC BE/CE/IBL/L&E 1.2.1 9 weken Beginniveau HBO Nederlands/Engels
Korte beschrijving van de inhoud De Stenden opleidingen richten zich op 4 sectoren (Economie, Techniek, Sociaal Agogisch en Onderwijs), waarin schriftelijke communicatie altijd een rol speelt. Ook in de opleidingen wordt veel schriftelijk gecommuniceerd, waarbij de studenten hun studieresultaten, kennis, vaardigheden en ontwikkeling schriftelijk moeten vastleggen. Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) De student gebruikt Productenmap/ bouwplannen voor zijn Actieve participatie schriftelijke communicatie De student gebruikt de Productenmap/ passende structuur bij doel en Actieve participatie doelgroep. De student gebruikt de Productenmap/ passende stijl bij doel en Actieve participatie doelgroep. De student argumenteert Actieve participatie volgens de methode van Toulmin. De student vat informatie Productenmap/ samen. Actieve participatie De student schrijft in de fases: Productenmap bouwplan, eerste opzet, herschrijven, vorm geven. De student vermeldt op de APA Productenmap manier zijn bronnen in zijn schriftelijke communicatie. Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: DC 7. Sociale en communicatieve competentie (interpersoonlijk, organisatie)
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Veelal websites
Werkvorm(en) HC/PGO
Hulpmiddelen Nvt
PGO
Nvt
PGO
Nvt
PGO
Nvt
PGO
Nvt
PGO
Nvt
PGO
Nvt
Niveau van toetsing: N3: Toepassen
ISBN
51
Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Taal bouwsteen:
DECCE2 Marketing 2 3 ects 1.2.2 1 periode Geen NL
Korte beschrijving van de inhoud: In deze bouwsteen draait het om de marketingmix. De marketingmix wordt namelijk geheel ontwikkeld op basis van de positionering. In deze bouwsteen gaan we uitgebreid in op de elementen van de marketingmix. De 4 P’s of 7P’s of…… zijn de essentiële instrumenten binnen het vakgebied om de marketingstrategie te operationaliseren. Immers een reis naar de Seychellen dat niet gepromoot wordt, wordt niet verkocht! Marketeers zoeken naar de optimale verhouding in deze P’s om zodoende de effectiviteit en bedrijfsresultaten van de organisatie te verbeteren en de klant te bedienen. Hoe bepaal je de prijs, waar is het product verkrijgbaar, welke promotiemiddelen ga je inzetten, hoe moet het product eruit zien, welke personeel staat aan de balie, hoe ziet de winkel eruit en welke procedures ondergaat de klant? Vragen die een antwoord vinden in Marketing 2. Werkvormen Per week is er een hoorcollege (1 lesuur): hierin wordt een toelichting gegeven op de stof die voor deze week op het programma staat. Daarnaast is er per week een werkcollege (2 lesuren): hierin worden de opgaven en cases behandeld behorend bij de stof die voor deze week op het programma staat. Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: DC 4. Bepalen en verstrekken van financieeleconomische en fiscale informatie voor besluitvorming. BoKs Marketing
Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Schriftelijk tentamen 1. De student kan het door met daarin 40 MCeen onderneming te voeren vragen en 1 à 2 open productbeleid op vragen in de toets. De verdeling over de stof elementair niveau is evenredig. Met de ontwikkelen en beoordelen. open vragen wordt vooral toepassing 2. De student kan het door getoetst een onderneming te voeren
Niveau van toetsing: N3: Toepassen
Werkvorm(en)
Hulpmiddelen Rekenmachine, worodenboek (D-NL)
distributiebeleid op elementair niveau ontwikkelen en beoordelen. 3. De student het door een onderneming te voeren prijsbeleid op elementair niveau ontwikkelen en beoordelen. 4. De student kan het door een onderneming te voeren promotiebeleid op
52
Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
Werkvorm(en)
Hulpmiddelen
elementair niveau ontwikkelen en beoordelen. Cesuur
55%
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Boekema, J.J. e.a., Basisboek Marketing, 5 e druk, Noordhoff, Groningen
ISBN ISBN: 9001092586
Aanbevolen literatuur Internet bronnen (aanbevolen/verplicht) Basisboekmarketing.noordhoff.nl Actuele artikelen en publicaties die in deze bouwsteen zijn verwerkt (aanbevolen/verplicht)
53
Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Taal bouwsteen:
DECBE2 Bedrijfseconomie 2 3 ECTS 1.2.3 9 weken DECBEBA Nederlands
Korte beschrijving van de inhoud In deze bouwsteen leer je wat kosten zijn en verschillende manieren om kostprijzen te berekenen, afhankelijk van de situatie in een bedrijf. Kennis en vaardigheden Het kunnen berekenen van het break-even punt. Het kunnen berekenen van kostprijzen. Het kunnen analyseren van verschillen tussen de gebudgetteerde en werkelijke kosten. Werkvormen Werkcolleges Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Het kunnen berekenen van het schriftelijk break-even punt Het kunnen berekenen van schriftelijk kostprijzen Het kunnen analyseren van schriftelijk verschillen tussen de gebudgetteerde en werkelijke kosten 55% Cesuur Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: DC 4. Bepalen en verstrekken van financieeleconomische en fiscale informatie voor besluitvorming. BoKs Kostencalculaties/budgetteren en verschilanalyse
Werkvorm(en) WC
Hulpmiddelen Rekenmachine
WC
Rekenmachine
WC
Rekenmachine
Niveau van toetsing: N2: Inzien
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Basisboek Bedrijfseconomie, negende druk, De Boer, Brouwers, Koetzoer Basisboek Bedrijfseconomie, oopgaven negende druk, De Boer, Brouwers, Koetzoer
ISBN 978-90-01-79788-1 978-90-01-79776-8
54
Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Taal bouwsteen:
DECAE Algemene economie 3 ECTS 1.2.4 1 moduul : 8 weeks lessons Mimimum Havo Engels
Korte beschrijving van de inhoud The microeconomic principles, theories and methods of analysis form a part of it in order to prepare them to use this knowledge within an applied framework of analysis: market structures (monopoly, oligopoly, (non)perfect competition, elasticity’s, price theory), supply/demand, market failures (externalities, public goods, taxation, subsidies, property rights, etc.). The macroeconomic theory considers the performance of the (regional) economy as a whole (production, income, (un)employment, inflation, multiplier effect, etc) Kennis en vaardigheden This course provides sound knowledge, equips you with tools for critical attitude. The analytical skills will be challenged and sharpened. Thinking rationally, based on relevant economic theory, is for a bachelor in economics self-evident; Capable of using practical economic insight and skills, required for successfully managing business functions in the turbulent economic world. A student is able to carry out risk analysis on the basis of rate of interest, fiscal, exchange, Macroeconomic, Meso-economic information, Economic system and economic politics, policy of rate of interest. Fundamental information related to strategic tools such as SWOT, and DESTEP Werkvormen Lessons and hands on workshops on writing article on any current economics topic. The students are encourage to contribute by providing cases and examples. Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) The student can identify the Report basic problem and collect relevant and recent information The student can analyse and interpret the collected information The student is able to apply Written exam the theory and information to the general economic , social, company problems on the basis of insights 55% Cesuur Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: DC 3. Bepalen en beheersen van financieeleconomische en fiscale risico’s. BoKs Risico management DC 4. Bepalen en verstrekken van financieeleconomische en fiscale informatie voor besluitvorming. BoKs Algemene economie
Werkvorm(en) WC
Hulpmiddelen Rekenmachine, worodenboek (ENGNL)
WC
Rekenmachine, worodenboek (ENGNL)
Niveau van toetsing: N3: Toepassen
Literatuur
55
Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Matt McGee- Economics: In terms of the good the bad and the economics. First published in 2004 by IBID press, Victroria, Australia ISBN no. 187 6659 10 6 Second edition: ISBN 978 1 876659 22 6 History of economic thought http://www.boisestate.edu/econ/lreynol/web/PDF_HET/CHAPTER1INTRO.pdf Aanbevolen literatuur 'Introduction to Microeconomics' by Saul Estrin and David Laidler, 4th edition, Harvester & Wheatsheaf, 1995 (EL) 'ECONOMICS' by Dornbusch, Begg and Fischer;, Mcgraw-Hill , 7th edition, 2002. Internet bronnen (aanbevolen/verplicht) Business Source Premier: http://ebsco.chn.nl
ISBN
56
Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Soort bouwsteen: Aantal credits: Opleiding Periode: Duur: Instapniveau: (min. competentieniveau) Taal bouwsteen:
OBEIN Innovate, don’t immitate Generiek/Domein Economie/Opleiding 3 EC CE 1.2.5 9 weken Marketing 1 moet gevolgd zijn Nederlands
Korte beschrijving van de inhoud Consumentengedrag is ingrijpend veranderd en ook de communicatiekanalen ontwikkelen zich in snel tempo. Diensten zijn net zo belangrijk geworden als producten en soms zelfs nog belangrijker. Internet en e-commerce en andere ontwikkelingen hebben de marketing ingrijpend gewijzigd. In deze bouwsteen komt de student in de situatie dat het marketingbeleid voor een bepaald product moet worden geanalyseerd en geformuleerd om aan de steeds veranderende consumentenvraag te blijven voldoen. Toetsvorm Het eindproduct voor deze bouwsteen is een Introductieplan voor een nieuw product. Werkvorm PGO-taken. Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) De student kan het door een opdracht onderneming te voeren productbeleid op elementair niveau ontwikkelen en beoordelen. De student kan het door een opdracht onderneming te voeren distributie-beleid op elementair niveau ontwikkelen en beoordelen. De student kan het door een opdracht onderneming te voeren prijsbeleid op elementair niveau ontwikkelen en beoordelen. De student kan het door een opdracht onderneming te voeren promotiebeleid op elementair niveau ontwikkelen en beoordelen. De student kan een integrale opdracht kostprijs opstellen. De student kan een Breakopdracht Even-analyse uitvoeren. 55% Cesuur Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: DC 4. Bepalen en verstrekken van financieeleconomische en fiscale informatie voor besluitvorming. BoKs Algemene economie
Werkvorm(en) PGO
Hulpmiddelen
PGO
PGO
PGO
PGO
Rekenmachine
PGO
Rekenmachine
Niveau van toetsing: N3: Toepassen
57
Kostencalculaties/budgetteren en verschilanalyse Marketing
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Principes van marketing Kotler e.a. (5e druk) (is al voorgeschreven bij DECMAR2) Basisboek bedrijfseconomie (is al voorgeschreven bij DECBE2)
ISBN NL: 90-430-1071-5 -
58
Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Taal bouwsteen:
GOZ1 Onderzoek 1 84 uur (3 ECTS) 1.3.1 1 periode HBO-toelaatbaar Nederlands of Engels
Korte beschrijving van de inhoud Professionals dienen in hun beroepsuitoefening beslissingen te nemen die zijn gebaseerd op degelijke situatie analyse, gefundeerde inschattingen van verwachte effecten van mogelijke interventies, en valide uitspraken over gerealiseerde resultaten. Zij dienen daartoe op verantwoorde wijze gebruik te maken van beschikbare onderzoekspublicaties, onderzoeksopdrachten formuleren en beoordelen, uitvoeren van onderzoek. In deze eerste bouwsteen leert de student de gehele cyclus van het onderzoeksproces te doorlopen, van probleemanalyse tot en met de eindrapportage. Kennis en vaardigheden De student voert de onderzoeksopdracht in principe zelfstandig (in koppels of in groepen) uit en wordt daarbij ondersteund middels verschillende didactische werkvormen. Per week wordt een bepaald gedeelte van onderzoek in het algemeen toegelicht in een hoorcollege en worden bepaalde technieken doorgenomen in een workshop. Op drie tussentijdse momenten is er een consultatiecollege waar de student praktische ondersteuning bij de opdracht krijgt aangeboden. Onderwerp Introductie Aanleiding Afbakening Onderzoekstypen
Inhoud Uitleg & toelichting, Onderzoekscyclus Fasen in onderzoek Keuze van onderwerp, Informatie verzamelen Onderzoekspad, Probleemstelling formuleren, Begrippen, Hypothesen & modellen, Onderzoeksplan, Ontwerpkeuze Kwantitatief, Kwalitatief, Keuze voor type
Dataverzamelings methoden
Van theorie naar praktijk, Enquêtevragen opstellen, Topics bij interviews, Populatie en steekproef, Kwaliteit van onderzoek
Conclusie en discussie Onderzoeksrapport
Conclusies trekken, Discussie en evaluatie Opbouw van rapport, Criteria voor inhoud rapport, APA
Opmerkingen Kenniscomponenten in hoorcolleges Kan in workshop t.b.v. voorbereiding opdracht Kenniscomponenten in hoorcolleges, kan gekoppeld worden aan opdracht Overwegend kenniscomponenten Overwegend kenniscomponenten, kan gekoppeld worden aan opdracht Deels kenniscomponenten, deels practicum Kenniscomponenten, kan gekoppeld worden aan opdracht
Werkvormen Combinatie hoorcolleges en werkcolleges Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Kan de onderzoekscyclus Schriftelijke toets beschrijven De fasen in een onderzoek Schriftelijke toets beschrijven Een onderzoeksonderwerp Schriftelijke toets, afbakenen opdracht De aanleiding tot een Schriftelijke toets, onderzoek geven opdracht Een aantal eenvoudige Opdracht zoekacties naar literatuur en
Werkvorm(en) HC/WC
Hulpmiddelen Rekenmachine
HC/WC HC/WC HC/WC HC/WC
59
Bouwsteendoelstellingen: andere bronnen uitvoeren Uitleggen wat het doel is van het opzetten van een logboek Een goede probleem- en doelstelling formuleren Indien van toepassing deelvragen ontwikkelen Begrippen uit probleem- en doelstelling omschrijven en afbakenen De wijze waarop een model de verwachte uitkomsten weergeeft beschrijven Een beargumenteerde keuze voor een bepaald onderzoekstype maken De onderdelen van een survey beschrijven De onderdelen van een experiment beschrijven Beschrijven wat een secundaire analyse is De werking van een monitor beschrijven Een aantal onderzoekstypen beschrijven (observatie, interview, literatuuronderzoek, inhoudsanalyse, gevalsstudie) Uitleggen op welke wijze de theoretische opzet van een onderzoek vertaald kan worden naar onderzoek in de praktijk Een deelverzameling afbakenen ten behoeve van eigen onderzoek De bruikbaarheid, validiteit en betrouwbaarheid van een onderzoeksontwerp bespreken Bepalen wat de inhoud van conclusies, aanbevelingen en discussie moet zijn Op de juiste wijze conclusies trekken op grond van de resultaten van een onderzoeksanalyse In een evaluatie de interne validiteit van conclusies beoordelen Zinvolle (bruikbaar voor opdrachtgever) aanbevelingen doen voor verder beleid of vervolgonderzoek Een relevante discussieparagraaf over een onderzoeksontwerp schrijven De opzet en structuur van een goed onderzoeksverslag, inclusief doelen en tijdsplanning beschrijven De criteria waaraan een wetenschappelijk rapport moet
Toetsvorm(en)
Werkvorm(en)
Hulpmiddelen
Schriftelijke toets
HC/WC
Schriftelijke toets, opdracht Schriftelijke toets, opdracht Schriftelijke toets, opdracht
HC/WC
Schriftelijke toets
HC/WC
Schriftelijke toets, opdracht
HC/WC
Schriftelijke toets
HC/WC
Schriftelijke toets
HC/WC
Schriftelijke toets
HC/WC
Schriftelijke toets
HC/WC
Schriftelijke toets
HC/WC
Schriftelijke toets
HC/WC
Schriftelijke toets, opdracht
HC/WC
Rekenmachine
Schriftelijke toets, opdracht
HC/WC
Rekenmachine
Schriftelijke toets, opdracht
HC/WC
Schriftelijke toets, opdracht
HC/WC
Schriftelijke toets, opdracht
HC/WC
Opdracht
HC/WC
Opdracht
HC/WC
Schriftelijke toets
HC/WC
Schriftelijke toets
HC/WC
HC/WC HC/WC
60
Bouwsteendoelstellingen: voldoen omschrijven Op de juiste wijze literatuurverwijzing en bronvermelding toepassen
Toetsvorm(en)
Werkvorm(en)
Opdracht
HC/WC
Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: DC 2. Vormgeven, inrichten en toetsen van de administratieve organisatie. BoKs Betrouwbaarheid van de informatie DC 7. Sociale en communicatieve competentie (interpersoonlijk, organisatie)
Hulpmiddelen
Niveau van toetsing: N3: Toepassen
N3: Toepassen
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Verhoeven, N. (2007). Wat is onderzoek? Den Haag: Boom. Aanbevolen literatuur Baarda, B.D. & Goede, de, M.P.M. (2006). Basisboek Methoden en Technieken. Groningen: Wolters-Noordhoff Broekhoff, M.A. (2007). Deskresearch. Groningen: WoltersNoordhoff Kooiker, R., Broekhoff, M.A. & Stumpel, H. (2007). Marktonderzoek. Groningen: Wolters-Noordhoff
ISBN 978-90-473-0001-4 978-90-207-3315-0 978-90-01-70027-0 978-90-01-40029-3
61
Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Soort bouwsteen: Aantal credits: Opleiding Periode: Duur: Instapniveau: (min. competentieniveau) Taal bouwsteen:
GMOCO1 Mondelinge communicatieve vaardigheden 1 Generiek 3 EC BE/CE/IBL/L&E 1.3.2 9 weken GLSB1 Nederlands/Engels
Korte beschrijving van de inhoud In deze bouwsteen gaat het om mondelinge communicatie in groepsverband. Je leert presenteren en vergaderen. Bij het onderdeel presenteren word je je bewust van de non-verbale aspecten van communicatie. Je leert hoe je een presentatie voorbereidt en opbouwt en welke hulpmiddelen je kunt inzetten. Je leert boeiend en overtuigend te zijn. Tenslotte leer je hoe je een presentatie beoordeeld en opbouwende kritiek geeft. Deze bouwsteen legt een basis voor de verdere duur van je opleiding en loopbaan en is onderdeel van alle Stenden studies. Ook bij het onderdeel vergaderen word je je bewust van de non-verbale aspecten van communicatie. Je leert de spelregels van een vergadering en welke processen in een vergadering binnen een groep spelen. Je leert een vergadering voorbereiden, leiden en een effectieve bijdrage levert als deelnemer. Toetsvorm De vaardigheden tijdens de training getoetst: assessment for learning. Dit deel van de toetsing wordt gedocumenteerd met een productenmap. Werkvorm Hoorcolleges en workshops, Kennis en vaardigheden (uit de BOKS), Niet van toepassing: bouwsteen is ontwikkeld op basis van dublin descriptor 4: Communicatie “De student is in staat om informatie, ideeën en oplossingen over te brengen op een publiek bestaande uit specialisten of niet-specialisten” Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Participatie / 1) Je weet hoe je moet peerassessment/ vergaderen, deze voorbereidt, als voorzitter leidt en hoe je als portfolio deelnemer actief een goede bijdrage aan de vergadering levert. 2) Je kunt een presentatie Participatie / houden en deze voorbereiden, peerassessment/ opbouwen met juiste portfolio / individuele ondersteuning (PP), je publiek en groepspresentatie boeien, constructieve feedback op een presentatie kunt geven. Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: DC 7. Sociale en communicatieve competentie (interpersoonlijk, organisatie)
Werkvorm(en) WC
Hulpmiddelen nvt
HC/workshops
nvt
Niveau van toetsing: N3: Toepassen
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Gesprekken in organisaties – Y. Gramsbergen-Hoogland, H. van der Molen, Wolters Noordhoff, 4e druk Henk T. Van der Molen, and Yvonne Gramsbergen-Hoogland, Communication in Organizations.Basic Skills and Conversation Models,
ISBN 978 90-01-70625-8 978-1-84169-556-3
62
Hove UK: Psychology Press 2005. Internet bronnen (aanbevolen/verplicht) http://iwp.cs.utwente.nl/Vaardigheden/6Presenteren/Voormeting/voormeting.html http://www.learnit.nl/gratiscursus/cursus_presenteren/ http://www.carrieretijger.nl/functioneren/communiceren/mondeling/model len/presentatie http://www.lichaamstaal.nl/lichaamstaal.html?presentatie.html
63
Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Soort bouwsteen: Aantal credits: Opleiding Periode: Duur: Instapniveau: (min. competentieniveau) Taal bouwsteen:
OBEAO1 Administratieve Organisatie 1 Opleidingsspecifiek 3 EC Bedrijfseconomie 1.3.3 9 weken Nederlands
Korte beschrijving van de inhoud De bouwsteen Administratieve Organisatie I gaat over het beheersen van processen en het gedrag van de organisatie in de samenleving. De Administratieve Organisatie is gericht op de te nemen organisatorische maatregelen voor het ontwerpen, in stand houden en optimaliseren van het totaal van de gegevensverwerkende processen. Onderwerpen: Kennismaken met AO Het functioneren van organisaties Informatieverzorging AO onderdelen: omgevingscondities, ontwerpcondities, realisatiecondities, methoden en technieken Opvattingen betreffende het ontwerp van beheersings- en controlesystemen De bouwsteen is een inleiding voor de bouwsteen Administratieve Organisatie 2. Toetsvorm Kennistoets met open vragen en eindopdracht waarin ontwerp AO beoordeeld wordt. Werkvorm Hoor-/werkcolleges. Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) 1 De student kan een Toets organisatieschema opstellen. 2 De student kan de Toets informatiebehoefte vaststellen van de verschillende bedrijfsprocessen. 3 De student kan een Toets knelpuntenanalyse uitvoeren per deelproces van een organisatie. 4 De student kan het Toets/Opdracht ontwerp van de adminstratieve organisatie toetsen. 55% Cesuur Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: DC 2. Vormgeven, inrichten en toetsen van de administratieve organisatie. BoKs Betrouwbaarheid van de informatie Grondslagen en inrichting AO
Werkvorm(en) WC
Hulpmiddelen Nvt
WC
Nvt
WC
Nvt
WC
Nvt
Niveau van toetsing: N2: Inzien
Literatuur
64
Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Grondslagen administratieve organisatie. Deel A: algemene beginselen, E.O.J. Jans, K. Wezeman Aanbevolen literatuur 'Bestuurlijke informatieverzorging Deel 1: algemene grondslagen, Starreveld
ISBN 9789001600969
9789020730524
65
Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Taal bouwsteen:
OBEBA1 Bedrijfsadministratie 1 3 ECTS 1.3.4 9 weken DECBEBA Nederlands
Korte beschrijving van de inhoud Permanentie in de boekhouding, ontvangst en afgifte van goederen en facturen, duurzame productiemiddelen en voorzieningen. Kennis en vaardigheden Het kunnen toepassen van de permanence op verschillende boekingen Het kunnen maken van boekingen i.v.m. ontvangst/afgifte van goederen en facturen Het kunnen maken van boekingen i.v.m. duurzame productiemiddelen en voorzieningen Werkvormen werkcolleges Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) afhankelijk van het soort bedrijf, schriftelijk verschillende boekingen te maken van diverse kostensoorten; boekingen te maken betreffende de schriftelijk voorraad bij hantering van verschillende voorraadwaarderingssystemen boekingen te maken betreffende de schriftelijk oprichting en winstverdeling van een VOF, BV of NV 55% Cesuur Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: DC 1. Ontwerpen, inrichten en onderhouden van (geautomatiseerde) informatiesystemen voor het besturen van organisaties. BoKs Financiële administratie o.a. boekhoudcyclus
Werkvorm(en) WC
Hulpmiddelen Rekenmachine
WC
Rekenmachine
WC
Rekenmachine
Niveau van toetsing: N2: Inzien
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Boekhouden Geboekstaafd deel 1, Fuchs en van Vlimmeren, 10e druk Boekhouden Geboekstaafd deel 1, opgavenboek, Fuchs en van Vlimmeren, 10e druk
ISBN 9001410065 9001410049
66
Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Taal bouwsteen:
OBEBP2 De Vooruitgang 84 sbu 1.3.5 8 weken 1e jaar periode 1 + 2 afgerond Nederlands
Korte beschrijving van de inhoud Het beoordelen van de administratieve organisatie, het maken van kostprijsberekeningen en het opstellen van een Winst- en Verliesrekening en Balans voor een middelgroot productiebedrijf. Kennis en vaardigheden De bouwstenen DECBEBA1 en DECBE2 zijn afgerond. Werkvormen Begeleide tutorgroepen Onbegeleid opdrachten uitwerken in subgroepen Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Schriftelijk middels Kostenverdeelstaat opstellen weekopdrachten Kostprijsberekeningen maken en eindrapport Verschillenanalyse maken Balans en Resultatenrekening opstellen Knelpuntsanalyse per deelproces van de organisatie uitvoeren Administratieve processen analyseren/beoordelen Cesuur
Werkvorm(en) PGO PGO
Hulpmiddelen Rekenmachine Rekenmachine
PGO
Rekenmachine
PGO
Rekenmachine
PGO PGO 55%
Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: DC 2. Vormgeven, inrichten en toetsen van de administratieve organisatie. BoKs Grondslagen en inrichting AO Kwaliteitszorg en kwaliteitsbeheersing DC 4. Bepalen en verstrekken van financieeleconomische en fiscale informatie voor besluitvorming. BoKs Kostencalculaties/budgetteren en verschilanalyse
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Basisboek bedrijfseconomie
Niveau van toetsing: N3: Toepassen
ISBN 9789001702427
67
Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Studiejaar: Periode: Duur: Instapniveau: Taal bouwsteen:
GSLB1 SLB1 3 ECTS BE1, LE1, CE1, ILM1, IBL1 1.4.1 Gehele eerste jaar Studenten die voldoen aan de toelatingseisen voor de studie Nederlands en Engels
Korte beschrijving van de inhoud De bouwsteen studieloopbaanbegeleiding 1 bestaat uit 2 onderdelen, te weten “Studieloopbaanvaardigheden” (SLV) en “Studieloopbaancoaching” (SLC). Wie ben ik? , Wat kan ik al?, Waar pas ik? , Wat wil ik worden?, Wat moet ik nog doen? Onderstaande verplichte onderdelen ondersteunen je gedurende het hele studiejaar in het vinden van een antwoord op deze vragen. Voor SLB1 gelden de volgende verplichte onderdelen: Startweek, Startgesprek (periode 1), Werkveldoriëntatie activiteiten en stageterugkomdag, Portfolio met uitwerkingen van de opdrachten SLV en bewijsstukken van de activiteiten, Eindgesprek met studiecoach waarin de student zijn ontwikkeling toelicht aan de hand van SMART geformuleerde concrete doelen. Kennis en vaardigheden Informatievaardigheden, APA normen Studievaardigheden, studeren in het HBO, leren leren in het competentieonderwijs Studiehouding, studieplanning, motivatie, leerstijlen Reflecteren, feedback geven/ ontvangen, opstellen POP, leerdoelen SMART formuleren Werkvormen SLV werkcolleges in periode 1, 3 en 4 SLC klassikale coachingsuren in periode 1,2,3 en4 SLC individuele coachingsgesprekken in periode 1,2,3 en 4 Doelstellingen en wijze van toetsing Bouwsteendoelstellingen: Je vergroot je zelfinzicht door het maken van testen en opdrachten en daarop te reflecteren. Daarnaast zul je vaardigheden leren die jou in staat stellen in de toekomst adequater naar je zelf te kijken, waarmee je nog beter sturing aan je persoonlijke ontwikkeling kunt geven. Studievaardigheden komen ook aan bod. Na het succesvol afronden van deze bouwsteen: heb je zicht op het curriculum, weet je welke informatie je nodig hebt, kan je deze opsporen, evalueren en verwerken tot een concreet product. Je leert je eigen leerstijl ontwikkelen en je bent in staat deze waar nodig bij te stellen. Je hebt inzicht in de functie en mogelijkheden van studieloopbaancoaching, je kunt vijf studieloopbaancompetenties benoemen en toepassen op een niveau dat past bij jouw ontwikkelingsfase. Je kunt een
en werkvorm Toetsvorm(en) Opdrachten/ portfolio/ eindgesprek
Werkvorm(en) WC
Hulpmiddelen
68
Bouwsteendoelstellingen: portfolio samenstellen dat de gestelde eisen inzake de bewijslast van jouw opleiding. Je bent je bewust van de waarde van zelfreflectie en kan je hiervoor passende instrumenten kiezen en toepassen. Aan de hand van jouw portfolio kun je op zowel inhoudals procesniveau reflecteren op jouw eigen ontwikkelproces.
Toetsvorm(en)
Cesuur
55%
Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: DC 8. Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar of professional)
Werkvorm(en)
Hulpmiddelen
Niveau van toetsing: N2: Inzien
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Dankers-Van der Spek, M.(2010), Studieloopbaanontwikkeling, Beroepsgeschikt, Amsterdam, 2e druk, Pearson Education Benelux
ISBN 978-90-430-1807-4
69
Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Taal bouwsteen:
DECRE Algemene inleiding in het recht 3 ec 1.4.2 9 weken Geen specifieke vereisten Nederlands
Korte beschrijving van de inhoud De bouwsteen vormt een kennismaking met het recht voor studenten van economische opleidingen. De bouwsteen behandelt onderwerpen die hun regeling vinden in nationale rechtsstelsels, waarbij de Nederlandse rechtsorde centraal staat. De belangrijkste onderwerpen zijn: de bronnen van het in Nederland geldende recht, de staat als rechtsstaat, enkele basisbegrippen en –regels van het bestuursrecht, codificatie van het burgerlijk recht en het Nederlandse Burgerlijk Wetboek, overeenkomsten, onrechtmatige daad. Kennis en vaardigheden Na het succesvol doorlopen van deze bouwsteen kan de student de betekenis en het belang uitleggen van enige begrippen uit de algemene rechtsleer, de theorie van de rechtsstaat, het bestuursrecht en het privaatrecht. De student kan aan de hand van regels uit de Nederlandse Grondwet, de Algemene wet bestuursrecht en het Burgerlijk Wetboek vragen beantwoorden over eenvoudige casus. Werkvormen Wekelijks is er een kort hoorcollege en een werkcollege. Studenten werken – alleen of samen met anderen – aan opdrachten. De uitwerkingen van de studenten worden tijdens de werkcolleges besproken. Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) De student kan de betekenis Schriftelijk en het belang uitleggen van enige begrippen uit de algemene rechtsleer, de theorie van de rechtsstaat, het bestuursrecht en het privaatrecht. De student kan aan de hand Schriftelijk van regels uit de Nederlandse Grondwet, de Algemene wet bestuursrecht en het Burgerlijk Wetboek vragen beantwoorden over eenvoudige casus. 55% Cesuur Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: DC 3. Bepalen en beheersen van financieeleconomische en fiscale risico’s. BoKs Belastingrecht Ondernemingsrecht DC 4. Bepalen en verstrekken van financieeleconomische en fiscale informatie voor besluitvorming. BoKs
Werkvorm(en) HC/WC
Hulpmiddelen
HC/WC
Nederlandse Grondwet, de Algemene wet bestuursrecht en het Burgerlijk Wetboek
Niveau van toetsing: N2: Inzien
N2: Inzien
70
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Bouwsteenboek DECRE Keizer, Bedrijf & Recht, Sdu uitgevers, recente uitgave Wetteksten Hoger Onderwijs, Noordhoff Uitgevers, recente uitgave
ISBN -
71
Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Taal bouwsteen:
DECBE3 Bedrijfseconomie 3 3 ECTS 1.4.3 9 weken DECBEBA Nederlands
Korte beschrijving van de inhoud In deze bouwsteen leer je allerlei begrotingen te maken die nodig zijn in een ondernemingsplan of als ondersteuning voor bepaalde managementbeslissingen Kennis en vaardigheden Ontwerpen, inrichten en onderhouden van (geautomatiseerde) informatiesystemen voor het besturen van organisaties. Bepalen en verstrekken van financieel-economische en fiscale informatie voor de besluitvorming. Verstrekken van informatie t.b.v. externe belanghebbenden.
Werkvormen Werkcolleges Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) verschillende financiële schriftelijk overzichten te maken; investeringsprojecten te schriftelijk beoordelen; werkkapitaal te beheren. schriftelijk 55% Cesuur Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: DC 5. Verstrekken van informatie t.b.v. externe belanghebbenden. BoKs Externe verslaglegging/ IFRS DC 6. Geven van adviezen en verlenen van diensten op financieel-economisch en fiscaal terrein aan belanghebbenden. BoKs Ondernemingsfinanciering
Werkvorm(en) WC
Hulpmiddelen Rekenmachina
WC
Rekenmachine
WC
Rekenmachine
Niveau van toetsing: N2: Inzien
N2: Inzien
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Basisboek Bedrijfseconomie, negende druk, De Boer, Brouwers, Koetzoer Basisboek Bedrijfseconomie, opgaven negende druk, De Boer, Brouwers, Koetzoer
ISBN 978-90-01-79788-1 978-90-01-79776-8
72
Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Taal bouwsteen:
OBEPM Project- en Informatiemanagement 84 1.4.4 1 periode Geen Nederlands
Korte beschrijving van de inhoud Projectmanagement De samenleving verandert voortdurend. Organisaties moeten hierop telkens reageren en erop vooruitlopen. Om veranderingen door te voeren, wordt vaak een projectmatige aanpak gekozen. Projectmanagement is hierdoor een ‘must’ geworden. Belangrijke vragen zijn: Wat is een project? Wanneer kiest men voor een projectmatige aanpak? Hoe is een project aan te pakken? Om studenten in het hoger en wetenschappelijk onderwijs te trainen, werken zij steeds meer samen in projectverband. Voordat een project begint, is veel tijd nodig om eenzelfde manier van werken af te spreken. Indien men zich deze tijd niet gunt, zullen projectmedewerkers behoorlijk langs elkaar heen kunnen werken, met een voorspelbaar slecht projectresultaat. Informatiemanagement Het kunnen werken met Excel en het ontwikkelen van Excelsheets voor een economisch onderwerp. Kennis en vaardigheden Samenwerken in een projectgroep Maken Plan van aanpak (beroepsproduct) Maken Excelmodel economische situatie Werkvormen Projectmanagement 5 x Introductiecolleges Projectmanagement Maken wekelijkse opdrachten in werkgroep Opdracht: maken Plan van Aanpak op basis van een Case Informatiemanagement 6 x Computerpracticum MS Excel Maken spreadsheetopdrachten Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Collegeaanwezigheid 80% Presentie Maken concept plan van Mondeling aanpak Maken definitief plan van Schriftelijk aanpak Maken Excelmodel Mondelinge toets economische situatie 55% Cesuur Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: DC 2. Vormgeven, inrichten en toetsen van de administratieve organisatie. BoKs Kwaliteitszorg en kwaliteitsbeheersing DC 3. Bepalen en beheersen van financieeleconomische en fiscale risico’s. BoKs Risico management
Werkvorm(en)
Hulpmiddelen
HC/WC HC/WC
Checklist met criteria
HC/WC
Niveau van toetsing: N3: Toepassen
N3: Toepassen
73
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Projectmanagement Werken met Excel
ISBN 978-90-01-79092-9 Stendenpublicatie (BlackBoard)
Internet bronnen (aanbevolen/verplicht) www.projectmanagement.noordhoff.nl www.gratiscursus.be
74
Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Soort bouwsteen: Aantal credits: Periode: Duur: Instapniveau: (min. competentieniveau) Taal bouwsteen:
OECOP Ondernemingsplan Opleidingspecifiek twee opleidingen 3 EC 1.4.5 9 weken Nederlands
Korte beschrijving van de inhoud Van een student economie wordt verwacht dat hij gedurende zijn opleiding ondernemerskwaliteiten ontwikkelt. Ondernemerskwaliteiten zijn nodig als hij als je als afgestudeerde student een functie krijgt binnen een bestaande organisatie. Je leert denken als een ondernemer en alle facetten van een organisatie kennen. Stap 1: Ken jezelf als ondernemer Onderzoek naar je eigen ondernemerskwaliteiten. Sterke- en ontwikkelpunten, kansen en valkuilen Stap 2: Werk je idee uit Wat wil je verkopen? Haalbaarheid bepalen en je missie en doelstellingen Stap 3: Zet je onderneming op Je bedenkt de naam, rechtsvorm, huisvesting en doet onderzoek naar vergunningen, regels, subsidies en verzekeringen. Stap 4: Onderzoek je markt Klant-, concurrentie analyse. Manier van aanbieden en benaderen markt. Stap 5: Bepaal je promotie Marketingplan Stap 6: Organiseer je onderneming Organiseren van productieproces, boekhouding, personeel en eventueel automatiseringshulpmiddelen. Stap 7: Regel de financiën Inversteerders, startkapitaal, openingsbalans, te verwachten resultaat. Stap 8: Voer het ondernemingsplan uit Presentatie aan de bank. In deze stap staan nog allerlei tips voor ná de start. Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) 1. Sterke en zwakke Schriftelijk ondernemerskwaliteiten benoemen en maatregelen nemen zwakke punten te neutraliseren. 2. Commercieel productidee Schriftelijk uitwerken tot een samenhangend en uitvoerbaar ondernemingsplan 3. Op basis van een Schriftelijk commercieel idee beslissingen nemen over de rechtsvorm, huisvesting, aanvraag vergunningen, regels, subsidies en verzekeringen. 4. Gestructureerde inschatting Schriftelijk van de marktmogelijkheden van het commerciële productidee. 5. Ontwerp maken van de Schriftelijk praktische inrichting van een startend bedrijf 6. Financiële begrotingen Schriftelijk opstellen (omzetprognose, investeringsbegroting,
Werkvorm(en) PGO
Hulpmiddelen
PGO
PGO
PGO
PGO PGO
Rekenmachine
75
Bouwsteendoelstellingen: financieringsplan, openingsbalans, resultatenbegroting, liquiditeitsbegroting) 7. BTW-verplichtingen toepassen. 8. Overtuigend presenteren voor de geldschieter.
Toetsvorm(en)
Werkvorm(en)
Hulpmiddelen
Schriftelijk
PGO
Rekenmachine
Mondeling
PGO
Cesuur
55%
Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: DC 1. Ontwerpen, inrichten en onderhouden van (geautomatiseerde) informatiesystemen voor het besturen van organisaties. BoKs Financiële administratie o.a. boekhoudcyclus Financiële informatie systemen DC 4. Bepalen en verstrekken van financieeleconomische en fiscale informatie voor besluitvorming. BoKs Marketing Kostencalculaties/budgetteren en verschilanalyse Ondernemingsrecht DC 6. Geven van adviezen en verlenen van diensten op financieel-economisch en fiscaal terrein aan belanghebbenden. BoKs Ondernemingsfinanciering DC 7. Sociale en communicatieve competentie (interpersoonlijk, organisatie) DC 8. Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar of professional)
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Zo maak je een ondernemingsplan Internet bronnen (aanbevolen/verplicht)
Niveau van toetsing: N3: Toepassen
N3: Toepassen
N3: Toepassen
N3: Toepassen N3: Toepassen
ISBN NL: 9789001712846 www.zomaakjeeenondernemingsplan.no ordhoff.nl
76
Bijlage C Nadere uitwerking van de onderwijseenheden van het curriculum voor de postpropedeutische fase: Hoofdfase
Periode Vak
Code
Naam
EC
Toetsing
2.1 Informatiemanagement 1 GOZ2
G.Onderzoek 2
3
S/O/M
2 DECEN1
D.Engels 1
3
S/O/M
3 OBEBA2
O.Bedrijfsadministratie 2
3
S/O/M
4 OBEEV
O.Externe verslaggeving
3
S/O/M
5 OBEMIS
I.Management Information System
3
S/O/M
1 GMOCO2
G.Mondelinge Communicatie 2
3
S/O/M
2 DECEN2
D.Engels 2
3
S/O/M
3 OBEAO2
O.Administratieve Organisatie 2
3
S/O/M
4 OBEFM
O.Finance & Riskmanagement
3
S/O/M
5 OBEIS
I.Investeringsselectie
3
S/O/M
1 DECHR1
D.HRM 1
3
S/O/M
2 DECMAN2
D.Management 2
3
S/O/M
3 OBEBE
O.Business English
3
S/O/M
4 OBEOR
O.Ondernemingsrecht
3
S/O/M
5 OBESH
I.Strategisch handelen
3
S/O/M
1 GSLB2
G.SLB/ZM 2
3
S/O/M
2 GCD
G.Conceptueel Denken
3
S/O/M
3 OBEIEFA
O.International Economics and Finance
3
S/O/M
4 OBEMA
O.Management Accounting
3
S/O/M
5 OBEEM
I.Exportmanagement
3
S/O/M
1 OECSTA1
O.Stage 1
15
S/O/M
2.2 De investering
2.3 De manager
2.4 Internationalisering
3.1 Stage 1
77
3.2 Stage 2 1 OECSTA2
O.Stage 2
15
S/O/M
1 OECMIN1
M.Minor 1
15
S/O/M
1 OECMIN2
M.Minor 2
15
S/O/M
1 DECSM1
D.Strategisch Management 1
3
S/O/M
2 OBEMAJ1
O.Major 1 BE
12
S/O/M
1 DECSM2
D.Strategisch Management 2
3
S/O/M
2 OBEMAJ2
O.Major 2 BE
12
S/O/M
1 OECAF1
O.Afstudeerstage
15
S/O/M
1 OECSCR1
O.Scriptie
15
S/O/M
3.3 Minor 1
3.4 Minor 2
4.1 Major 1
4.2 Major 2
4.3 Afstuderen
4.4 Scriptie
Totaal
180
78
Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Taal bouwsteen:
GMOCO2 Mondelinge communicatie 2 2.1.1 1 module Mondelinge communicatie 1 Nederlands en Engels
Korte beschrijving van de inhoud Onze samenleving is een communicatiesamenleving. Voor alle Hbo-functies zijn communicatieve vaardigheden van groot belang. Deze bouwsteen leert de student twee gesprekstechnieken, te weten:Onderhandelen en conflicthantering; Luisteren, samenvatten en doorvragen
Kennis en vaardigheden Op een correcte en effectieve wijze onderhandelen en conflicten hanteren; Het interpreteren van mondelinge informatie op een juiste manier en samenvatten door goed door te vragen Werkvormen Hoorcollege’s Werkcollege’s (aanwezigheid bij tentminste 80% van de werkgroepen is vereist) Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Verplichte actieve werkcollegeParticipatie voorbereiding De student toont aan dat hij Opdracht / inzicht heeft in de verschillende Productenmap wijzen van onderhandelen door middel van het bestuderen van de theorie De student kan een interview Opdracht / afnemen en dit interview Productenmap verwerken tot een artikel Opdracht / De student kan Productenmap gesprekstechnieken toepassen in verschillende situaties De student verwerft de Opdracht / benodigde vaardigheden door Productenmap het uitspelen van casussen 55% Cesuur Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: DC 7. Sociale en communicatieve competentie (interpersoonlijk, organisatie)
Werkvorm(en) PGO
Hulpmiddelen
PGO
PGO PGO PGO
Niveau van toetsing: N3: Toepassen
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Gramsbergen-Hoogland, Y. & Van der Molen, H. ( 2008 ). Gesprekken in organisaties ( 4e druk ). Groningen/Houten: Wolters-Noordhoff Aanbevolen literatuur Janssen, D ( 2007 ). Zakelijke communicatie 1: Een leergang communicatieve vaardigheden voor het HBO (5e geh.herz.dr.). Groningen: Wolters-Noordhoff Internet bronnen (aanbevolen/verplicht)
ISBN 978 90-01-706258
79
www.managersonline.nl www.writingstudio.eu
80
Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Soort bouwsteen: Aantal credits: Opleiding Periode: Duur: Instapniveau: (min. competentieniveau) Taal bouwsteen:
DECEN1 English 1 Domain Related 3 EC BE/CE 2.1.2 9 weken B1 (CEFR) Nederlands
Korte beschrijving van de inhoud In deze bouwsteen werkt de student aan de ontwikkeling van de basisvaardigheden van zakelijk Engels. De cursus richt zich op de ontwikkeling van belangrijke zakelijke communicatievaardigheden zoals telefoneren, vergaderen, onderhandelen, presenteren en het schrijven van emails, memo’s en korte rapporten. Daarnaast wordt de zakelijke woordenschat uitgebreid en worden de belangrijkste grammaticale structuren herhaald. Tot slot wordt de student zich bewust van de communicatieve conventies die gelden in het Angelsaksische taalgebied. Toetsvorm Schriftelijke toets en mondeling Werkvorm Werkcolleges, rollenspelen, case studies, discussie, opdrachten en zelfwerkzaamheid. Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) De student kan deelnemen aan Mondeling gesprekken en discussies over onderwerpen uit het vakgebied.
Werkvorm(en)
Hulpmiddelen Geen
De student kan een korte presentatie houden over een onderwerp uit de studie – en werksfeer en vragen daarover beantwoorden.
Mondeling
Geen
De student kan teksten over onderwerpen uit het vakgebied begrijpen.
Schriftelijk
Geen
De student kan emails, korte rapporten en samenvattingen schrijven over onderwerpen uit de studie – en werksfeer.
Schriftelijk
Geen
De student beschikt over een voldoende woordenschat over onderwerpen uit het vakgebied en heeft een voldoende beheersing van de relevante structuren en taalfuncties.
Schriftelijk/mondeling
Geen
Cesuur
55%
Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: DC 7. Sociale en communicatieve competentie
Niveau van toetsing: CEF B1 - Toepassen
81
(interpersoonlijk, organisatie)
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Cotton, D., Falvey, D. and Kent, S. Market Leader Upper Intermediate, 3rd edition, (2-pack) Course book and Practice file, Pearson Longman
ISBN 9781408291696
Aanbevolen literatuur Longman Business English Dictionary, new edition, paper edition + CDROM, Pearson Longman
9781405867061
Internet bronnen (aanbevolen/verplicht) bbc.co.uk, ft.com, economist.com, time.com, nytimes.com Actuele artikelen en publicaties die in deze bouwsteen zijn verwerkt (aanbevolen/verplicht)
82
Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Taal bouwsteen:
OBEBA2 Bedrijfsadministratie 2 3 ECTS 2.1.3 9 weken OBEBA1 Nederlands
Korte beschrijving van de inhoud Fabrieksboekhouding Kennis en vaardigheden Het kunnen maken van boekingen die verband houden met de kosten van duurzame productiemiddelen. Het kunnen maken van boekingen, specifiek voor productie-ondernemingen. Het kunnen maken van boekingen bij toepassing van budgetten.
Werkvormen werkcolleges Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) boekingen te maken van schriftelijk kosten, verband houdende met duurzame productiemiddelen boekingen te maken bij schriftelijk gebruik van de kostenplaatsenmethode boekingen te maken van schriftelijk budgetten boekingen te maken bij schriftelijk verschillende productieprocessen boekingen te maken in schriftelijk verband met afval en/of uitval 55% Cesuur Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: DC 1. Ontwerpen, inrichten en onderhouden van (geautomatiseerde) informatiesystemen voor het besturen van organisaties. BoKs Financiële administratie o.a. boekhoudcyclus Kostentoerekening
Werkvorm(en) WC
Hulpmiddelen rekenmachine
WC
rekenmachine
WC
rekenmachine
WC
rekenmachine
WC
rekenmachine
Niveau van toetsing: N3: Toepassen
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Boekhouden Geboekstaafd deel 2, Fuchs en van Vlimmeren, 7e druk Boekhouden Geboekstaafd deel 2, opgavenboek, Fuchs en van Vlimmeren, 7e druk
ISBN 978-90-01-78428-7 978-90-01-78429-4
83
Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: (min. competentieniveau) Taal bouwsteen:
OBEEV Externe verslaggeving 3 EC 2.1.4 9 weken Bedrijfsecnomie 1 en 3 afgerond Nederlands/Engels
Korte beschrijving van de inhoud: Om als Bedrijfseconoom te kunnen functioneren is kennis nodig van de financiele informatie en hoe deze informatie gebruikt kan worden bij het besturen van een onderneming en als ondersteuning kan dienen bij het nemen/onderbouwen van beslissingen. De afzonderlijke financieel economische gegevens zoals de balans, resultatenrekening en het kasstroomoverzicht zijn reeds in de propedeuse aan de orde gekomen. Bij externe verslaggeving wordt de student geacht het verband tussen deze afzonderlijke financieel economische gegevens te kunnen leggen en op basis van financieel economische gegevens van de onderneming een jaarrekening te kunnen opstellen en een meerjarenanalyse te kunnen uitvoeren. Dit leggen van verbanden en het analyseren van financieel economische gegevens doet een beroep op een hoger perceptie niveau van de student. Het voeren van een goede financiële rapportage is wezenlijk voor de beheersing van de financiële risico’s en een betrouwbare verstrekking aan externe belanghebbenden. Toetsvorm: Schriftelijk tentamen en opdrachten Werkvorm: Werkcollege Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Schriftelijk De student(e) kan aangeven
Werkvorm(en) WC
Hulpmiddelen Rekenmachine
Schriftelijk
WC
Rekenmachine
Schriftelijk
WC
Rekenmachine
wat de gevolgen zijn voor de balanspresentatie bij toepassing van verschillende waarderingsgrondslagen. De student(e) heeft basiskennis van de jaarverslaggeving volgens internationale regelgeving (IFRS) en de Nederlandse regelgeving. De student(e) heeft kennis van de belangrijkste waarderingsstelsels en is in staat om deze toe te passen bij het analyseren en opstellen van een jaarrekening.
84
Bouwsteendoelstellingen: Cesuur
Toetsvorm(en) 55%
Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: DC 5. Verstrekken van informatie t.b.v. externe belanghebbenden. BoKs Externe verslaglegging/ IFRS Waarderingsvraagstukken
Werkvorm(en)
Hulpmiddelen
Niveau van toetsing: N3: Toepassen
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Jaarverslaggeving, Epe &Koetzier ,5e druk Aanbevolen literatuur Externe verslaggeving, Klaassen, Hoogendoorn, Vergoossen,1e druk Actuele artikelen en publicaties die in deze bouwsteen zijn verwerkt (aanbevolen/verplicht)
ISBN 9789001710088 9789001710101
85
Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Taal bouwsteen:
OBEMIS Management Informatiesystemen 84 sbu 2.1.5 8 weken 1e jaar afgerond Nederlands
Korte beschrijving van de inhoud Leren omgaan met basisfunctionaliteiten van SAP en Account View Kennis en vaardigheden 1e jaar afgerond Werkvormen Individueel werken op de computer tijdens ingeroosterde uren, in aanwezigheid docent. Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Inzicht krijgen in de werking Electronisch en van een ERP programma schriftelijk Inzicht krijgen in de werking Electronisch en van een boekhoudprogramma schriftelijk Inzicht krijgen in de werking Schriftelijk en functionaliteit van MIS 55% Cesuur Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: Kostentoerekening Financiële administratie o.a. boekhoudcyclus DC 1. Ontwerpen, inrichten en onderhouden van (geautomatiseerde) informatiesystemen voor het besturen van organisaties. BoKs
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) De praktijk van my SAP/IDES
Werkvorm(en) Practicum
Hulpmiddelen
Practicum PGO
Niveau van toetsing: N2: Inzien
ISBN
86
Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Soort bouwsteen: Aantal credits: Opleiding Periode: Duur: Instapniveau: (min. competentieniveau) Taal bouwsteen:
GOZ2 Onderzoek 2 Generiek 3 EC BE/CE 2.2.1 9 weken Onderzoek 1 moet gevolgd zijn Nederlands
Korte beschrijving van de inhoud In het tweede studiejaar wordt in bouwsteen Onderzoek 2 op bouwsteen Onderzoek 1 voortgebouwd. In deze bouwsteen staat professioneel onderzoek centraal het dient kwalitatief hoogwaardig uitgevoerd te worden. De theorie van de onderzoekscyclus komt aan bod, het accent ligt op kwantitatief onderzoek en toegepaste data-analyse. Met name wordt ingegaan op de bepaling van de steekproefomvang bij dit type onderzoek, en verschillende statistische technieken die kunnen worden toegepast voor de analyse van de verzamelde gegevens. Met ‘Professional Research’ wordt het leveren van een bijdrage aan zowel professionalisering van de student (richting beroepsbeoefenaar), het werkveld (richting kennisvermeerdering) en hogeschool (academisering) beoogd. Toetsvorm Schriftelijke toets Werkvorm Hoorcollege en werkcollege
Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) 1. Kan keuzes maken voor de Schriftelijke toets wijze waarop enquêtes en interviews uitgevoerd moeten worden 2. Kan keuzes maken voor de Schriftelijke toets wijze waarop bij enquêtes en interviews respondenten en deelnemers benaderd dienen te worden 3. Een aantal eenvoudige, Schriftelijke toets beschrijvende analyses van telkens één of twee variabelen beschrijven, herkennen, uitvoeren en interpreteren 4. Kan gegevens Schriftelijke toets overzichtelijk weergeven in een grafiek of tabel 5. Kan een aantal Schriftelijke toets samenvattende eigenschappen van variabelen beschrijven (centrum maten, modus, mediaan, gemiddelde, gewogen gemiddelde, standaard deviatie) 6. Kan deze samenvattende Schriftelijke toets eigenschappen herleiden (berekenen)
Werkvorm(en) HC/WC
Hulpmiddelen
HC/WC
HC/WC
HC/WC HC/WC
HC/WC
87
Bouwsteendoelstellingen: 7. Kan diverse analysemethoden toepassen met het statistisch pakket SPSS: Variantieanalyse, Chikwadraattoets, Enkelvoudige regressieanalyse, Meervoudige, regressieanalyse, Correlatieanalyse 8. Kan op basis van het meetniveau van variabelen een beredeneerde keuze maken voor een passende statistische techniek
Toetsvorm(en) Schriftelijke toets
Werkvorm(en) HC/WC
Schriftelijke toets
HC/WC
Cesuur
55%
Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: DC 1. Ontwerpen, inrichten en onderhouden van (geautomatiseerde) informatiesystemen voor het besturen van organisaties. BoKs Kostentoerekening (kwantitatief onderzoek) DC 7. Sociale en communicatieve competentie (interpersoonlijk, organisatie)
Hulpmiddelen
Niveau van toetsing: N3: Toepassen
N3: Toepassen
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Verhoeven, N. (2007). Wat is onderzoek? Den Haag: Boom. Memelink, R. (2011). Statistiek voor marktonderzoek. Groningen: Noordhoff Aanbevolen literatuur Baarda, D.B., De Goede, M.P.M., Van Dijkum, C.J., Basisboek Statistiek met SPSS (2007). Groningen: Noordhoff Uitgevers Baarda, D.B., Goede, de, M.P.M. (2006). Basisboek Methoden en Technieken. Groningen: Noordhoff Uitgevers Broekhoff, M.A. (2007). Deskresearch. Groningen: Wolters-Noordhoff Kooiker, R., Broekhoff, M.A., Stumpel, H. (2007). Marktonderzoek. Groningen: Wolters-Noordhoff Verhoeven, N. (2007), Wat is onderzoek?, Den Haag: Boom
ISBN 978-90-473-0001-4 978-90-01-79625-9
978-90-01-70010-2 978-90-207-3315-0 978-90-01-70027-0 978-90-01-40029-3 978-90-473-0001-4
88
Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Taal bouwsteen:
DECEN2 English 2 3 EC 2.2.2 1 moduul B1.1 (CEFR) Engels
Korte beschrijving van de inhoud In deze bouwsteen werkt de student aan de ontwikkeling van de basisvaardigheden van zakelijk Engels. De cursus richt zich op de ontwikkeling van belangrijke zakelijke communicatievaardigheden zoals telefoneren, vergaderen, onderhandelen, presenteren en het schrijven van emails, memo’s en korte rapporten. Daarnaast wordt de zakelijke woordenschat uitgebreid en worden de belangrijkste grammaticale structuren herhaald. Tot slot wordt de student zich bewust van de communicatieve conventies die gelden in het Angelsaksische taalgebied. Werkvormen Werkcolleges, rollenspelen, case studies, discussie, opdrachten en zelfwerkzaamheid.
Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) De student kan deelnemen aan Mondeling gesprekken en discussies over onderwerpen uit het vakgebied.
Werkvorm(en)
Hulpmiddelen Geen
De student kan een korte presentatie houden over een onderwerp uit de studie – en werksfeer en vragen daarover beantwoorden.
Mondeling
Geen
De student kan teksten over onderwerpen uit het vakgebied begrijpen.
Schriftelijk
Geen
De student kan emails, korte rapporten en samenvattingen schrijven over onderwerpen uit de studie – en werksfeer.
Schriftelijk
Geen
De student beschikt over een voldoende woordenschat over onderwerpen uit het vakgebied en heeft een voldoende beheersing van de relevante structuren en taalfuncties.
Schriftelijk/mondeling
Geen
Cesuur
55%
Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: DC 7. Sociale en communicatieve competentie (interpersoonlijk, organisatie)
Niveau van toetsing: CEF B1 – Toepassen
Literatuur
89
Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
ISBN
Cotton, D., Falvey, D. and Kent, S. Market Leader Upper Intermediate, 3rd edition, (2-pack) Course book and Practice file, Pearson Longman
9781408291696
Aanbevolen literatuur Longman Business English Dictionary, new edition, paper edition + CDROM, Pearson Longman
9781405867061
Internet bronnen (aanbevolen/verplicht) bbc.co.uk, ft.com, economist.com, time.com, nytimes.com Actuele artikelen en publicaties die in deze bouwsteen zijn verwerkt (aanbevolen/verplicht)
90
Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Aantal credits: Opleiding Periode: Duur: Instapniveau: (min. competentieniveau) Taal bouwsteen:
OBEAO2 Administratieve Organisatie 2 3 EC BE 2.2.3 9 wk OBEAO1 Nederlands
Korte beschrijving van de inhoud In deze Bouwsteen ga je de administratieve organisatie vormgeven, inrichten en toetsen van een handelsonderneming en van een productieonderneming. Welke organisatorische maatregelen moeten er getroffen worden zodat effectieve informatieverzorging plaats vindt aan de belanghebbende. Je leert de administratieve organisatie te omschrijven en de basis beginselen van (interne) controle.
Toetsvorm Schriftelijke toets Werkvorm Hoorcollege’s, werkcollege’s en gastcollege’s Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Schriftelijk de informatiebehoefte
Werkvorm(en) HC/WC
Hulpmiddelen
vast te stellen van de verschillende bedrijfsprocessen. een
Schriftelijk
HC/WC
Schriftelijk
HC/WC
knelpuntenanalyse uit te voeren per deelproces van een organisatie.
het ontwerp van de administratieve organisatie te toetsen.
Cesuur
55%
Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: DC 2. Vormgeven, inrichten en toetsen van de administratieve organisatie. BoKs Grondslagen en inrichting AO Betrouwbaarheid van de informatie
Niveau van toetsing: N3: Toepassen
91
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Grondslagen administratieve organisatie. Deel B: algemene beginselen, E.O.J. Jans, K. Wezeman Aanbevolen literatuur 'Bestuurlijke informatieverzorging Deel 2: algemene grondslagen, Starreveld
ISBN
92
Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Taal bouwsteen:
OBEFM Finance & Riskmanagement 2.2.4 1 moduul Nederlands
Korte beschrijving van de inhoud Om als Bedrijfseconoom te kunnen functioneren is kennis nodig van de financiële informatie en hoe deze informatie gebruikt kan worden bij het besturen van een onderneming en als ondersteuning kan dienen bij het nemen/onderbouwen van beslissingen. De afzonderlijke financieel-economische gegevens zoals de balans, resultatenrekening en het kasstroomoverzicht zijn reeds in de propedeuse aan de orde gekomen. Bij Finance & Riskmanagement wordt de student geacht het verband tussen deze afzonderlijke financieel-economische gegevens te kunnen zien en op basis van gegevens van de onderneming de risico’s te kunnen inschatten. Dit verkrijgen van inzicht doet een beroep op een hoger perceptieniveau van de student. Het voeren van een goed risk management is wezenlijk voor de beheersing van de financiële risico’s. Kennis en vaardigheden Bepalen en beheersen van financieel-economische en fiscale risico´s Opstellen van door derde gevraagde financiële en economische gegevens in specifieke gevallen zoals investeringen Verzamelen, interpreteren en beoordelen van financieel-economische en fiscale informatie ten behoeve van de particulier, zakelijke en interne klant Inventariseren en analyseren van de financiële risico’s en het doen van (product) voorstellen om de financiële risico’s te beperken. Werkvormen Gecombineerd Hoor/werkcollege waarin oefeningen worden gedaan met de lesstof en waar een duiding wordt gegeven van de theorie, aangevuld met een PGO opdracht waarbij de student een opdracht maakt aan de hand van een zelf gekozen jaarverslag. Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) De student is in staat om de Schriftelijk financieringsbehoefte van een onderneming te bepalen. De student is in staat om een Schriftelijk financiële positie van een onderneming vast te stellen en te beoordelen. De student is in staat om de Schriftelijk financiële planning op lange en korte termijn van een onderneming vast te stellen. De student kan een structuur Schriftelijk ontwikkelen voor het identificeren, analyseren en evalueren van de risico's, waaraan een onderneming of organisatie blootstaat De student kan oplossingen Schriftelijk voorstellen om de risico’s waaraan een onderneming blootstaat te beperken. 55% Cesuur
Werkvorm(en) WC/HC
Hulpmiddelen Rekenmachine
WC/HC
Rekenmachine
WC/HC
Rekenmachine
WC/HC
Rekenmachine
WC/HC
Rekenmachine
Competenties en niveau van toetsing:
93
Competenties en BOKS: DC 2. Vormgeven, inrichten en toetsen van de administratieve organisatie. BoKs Betrouwbaarheid van de informatie
Niveau van toetsing: N2: Inzien
DC 3. Bepalen en beheersen van financieeleconomische en fiscale risico’s. BoKs Werkkapitaal beheer Risico management
N2 en N3: Inzien en toepassen
DC 5. Verstrekken van informatie t.b.v. externe belanghebbenden. BoKs Inversterings- en waarderingsvraagstukken
N2 en N3: Inzien en toepassen
DC 6. Geven van adviezen en verlenen van diensten op financieel-economisch en fiscaal terrein aan belanghebbenden. BoKs Ondernemingsfinanciering Efficiënte en effectiviteit van de bedrijfsvoering
N3: Toepassen
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
ISBN e
Finance & Risk Management, Wim Tijhaar, 1 druk, Noordhoff Uitgevers. Aanbevolen literatuur Risicomanagement, P.F. Claes, 4e druk, Noordhoff Uitgevers Financieel management, Heezen en Kroot, 1 e druk, ISBNnr Noordhoff Uitgevers
9789001778156 9789001709792 9789001701321
94
Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Taal bouwsteen:
OBEIS Investeren en organiseren 84 sbu 2.2.5 8 weken propedeuse Nederlands
Korte beschrijving van de inhoud Haalbaarheidsonderzoek investeringsproject en in samenhang daarmee adviseren over (wijzigingen in de) interne procedures. Kennis en vaardigheden 1e jaar is afgerond Werkvormen Groepsbijeenkomsten waar aan de opdrachten wordt gewerkt + feedback door docenten op de opdrachten. Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Investeringsproject Schriftelijk doorrekenen Processen in de organisatie Schriftelijk analyseren en verbeteren Het adviseren van de Mondeling organisatie nav de uitgevoerde opdrachten 55% Cesuur Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: DC 2. Vormgeven, inrichten en toetsen van de administratieve organisatie. BoKs Grondslagen en inrichting AO DC 5. Verstrekken van informatie t.b.v. externe belanghebbenden. BoKs Inversterings- en waarderingsvraagstukken
Werkvorm(en) PGO
Hulpmiddelen Rekenmachine
PGO
Niveau van toetsing: N3: Toepassen
N3: Toepassen
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Basisboek Bedrijfseconomie; Grondslagen Administratieve Organisatie
ISBN
95
Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Studiejaar: Periode: Duur: Instapniveau: Taal bouwsteen:
Ondernemingsrecht (Voorheen Int. Zaken doen B) OBEOR (voorheen OECIZB) 3 ECTS 2 2.3.1 1 period : 8 weeks lessons Propedeutisch fase, DECRE1 Nederlands
Korte beschrijving van de inhoud Het ondernemingsrecht gaat over de rechtsvormen van organisaties. Veel onderwerpen waar je als Bedrijfseconoom mee te maken krijgt hebben op een of andere manier met de rechtsvorm van een organisatie waarvoor je werkt te maken: denk aan zaken als externe verslaglegging, management en organisatie, corporate governance. Het is daarom belangrijk dat je op een basisniveau kennis en inzicht ontwikkelt ten aanzien van de wet- en regelgeving op het gebied van het Ondernemingsrecht. In deze onderwijseenheid maak je daarmee een begin.
Toetsvorm: Schriftelijk tentamen en opdrachten Werkvormen Werkcollege Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Schriftelijk Het verzamelen, interpreteren
Werkvorm(en) WC
Hulpmiddelen Burgerlijk Wetboek en Wetboek van Koophandel
Schriftelijk
WC
Burgerlijk Wetboek en Wetboek van Koophandel
Schriftelijk
WC
Burgerlijk Wetboek en Wetboek van Koophandel
en beoordelen van financieeleconomische en fiscale informatie ten behoeve van de particuliere, de zakelijke en de interne klant, Het informeren over veranderende regelgeving, overheidsbeleid, rechterlijke uitspraken op sociaal (bv. WAO), fiscaal (bv. vennootschapsbelasting) en financieel economisch terrein (bv. IFRS en AFM) en de gevolgen aangeven van die veranderingen. Het inventariseren en beoordelen van de vragen, wensen en eisen van de klant op fiscaal en financieel economisch terrein. Cesuur
55%
96
Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: DC 4. Bepalen en verstrekken van financieeleconomische en fiscale informatie voor besluitvorming. BoKs Ondernemingsrecht
Niveau van toetsing: N3: Toepassen
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Keizer, Bedrijf & Recht, Hoofdstukken 2, 3, 4, (6)
ISBN
Burgerlijk Wetboek en Wetboek van Koophandel
Aanvullende literatuur/achtergrondliteratuur: Dorresteijn, A.F.M. en R.H. van het Kaar, De juridische organisatie van de onderneming, Deventer 2008. Brack, Bedrijfsrecht op een bedrijfskundige manier, Noordhoff 2010.
Overige informatie: Bijzonder nuttig is de informatie die verschaft wordt door de Kamer van Koophandel (zie website + downladable PDF-bestanden).
97
Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Soort bouwsteen: Aantal credits: Opleiding Periode: Duur: Instapniveau: (minimaal competentieniveau) Taal bouwsteen:
DECHR1 Human resouce management 1 Generiek 3 EC BE/CE 2.3.2 9 weken Basiskennis van management Nederlands/Engels
Korte beschrijving van de inhoud Iedere organisatie heeft te maken met personeel. Binnen de dienstverlenende organisaties in het werkveld kan bijvoorbeeld hospitality, vrijetijd, media en toerisme is personeel een groot goed. Het is daarom van belang dat studenten leren hoe ze personeel kunnen managen. In eerste instantie vanuit strategisch perspectief, maar omdat lijnmanagement ook steeds meer directe HRM taken krijgt, ook vanuit operationeel perspectief. Toetsvorm: Invullen: Actieve participatie / opdracht Werkvormen Wekelijks zijn is er een werkcollege waarin tevens de theorie wordt behandeld. Studenten werken – alleen of samen- aan opdrachten. De uitwerkingen worden tijdens de werkcolleges besproken en gewaardeerd. Er is een aanwezigheidsplicht van 80% en de score voor de individuele- en groepsopdrachten is voldoende. Als hieraan wordt voldaan, mag men meedoen aan de toetsing.
Doelstelling:
Wijze van toetsing:
De student begrijpt wat HRM proces inhoudt en wat zijn of haar rol is, gezien vanuit de positie van een lijnmanager. Tevens wordt het inzicht van de student getoetst wanneer, welke instrumenten kunnen worden ingezet, hoe ze werken en wat de voor en nadelen zijn. Cesuur
Tentamen
Werkvorm: Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: DC 2. Vormgeven, inrichten en toetsen van de administratieve organisatie. BoKs Verandermanagement/organisatie van mensen, structureren en processen
Opdracht Presentatie
Toegesta ne hulpmidd elen Geen Geen
Niveau van toetsing: N2: Inzien / N3: Toepassen
98
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) ISBN Introducing Human Resource Management, Foot,M., 978-02-737120008 (paperback) Hook,C. (2008), Pearson Education, Edition 5th. Human Resource Management, Foot, M., Hook, C. 978-90-43015653 (2009), Amsterdam: Pearson Education Internet bronnen (aanbevolen/verplicht) Business Source Premier Ga naar www.stenden.com Kies MyStenden Kies Studielandschap vh CHN (of Mediatheek vh HD) Kies Catalogi en digitale databases (of Literatuurlijsten en electronische bestanden) Kies Full text databases (of Electronische bestanden Economie) Kies business source premier http://www.marketlineinfo.com/library/default.aspx http://owl.englisch.purdue.edu/handouts/research/r apa.htlm http://www.thewritesources.com/APA/APA.html
99
Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Studiejaar: Periode: Duur: Instapniveau: Taal bouwsteen:
DECMAN2 Management 2 84 uur, 3 ects 2 Periode 2.2.3: LE/ILM/, Periode 2.3.3: CE/BE 1 periode DECMAN1 Nederland en Engels
Korte beschrijving van de inhoud De bouwsteen Management 2 is een vervolg op Management 1. Er wordt ingegaan op de onderwerpen die ook al in Management 1 aan de orde zijn geweest. Er wordt nu dieper op de betreffende onderwerpen ingegaan, er komen nu andere visies/modellen aan de orde of er worden andere onderwerpen binnen hetzelfde thema behandeld. In DECMAN2 komen twee nieuwe onderwerpen aan de orde, nl.: Strategisch Management (inleiding) en Samenwerking Werkvormen DECMAN 2 kent drie werkvormen: Een viertal hoorcolleges, zeven werkcolleges en een achttal PGO-bijeenkomsten. Tijdens de hoorcolleges worden de verschillende onderwerpen uit de literatuur ingeleid. In de werkcolleges worden opdrachten en cases besproken. Tijdens de PGO- taken werken studenten aan taken die gericht is op het tot stand brengen van een koppeling tussen de theorie en de beroepspraktijk. Voor de uitwerkingen van werkcolleges en PGO-taken moet een minimale score worden gehaald, alvorens studenten worden toegelaten tot het tentamen. Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) de wijze waarop managers een Tentamen=S organisatie besturen uiteenzetten, kan de relatie tussen management, ethiek en informatie weergeven, de verschillende aspecten die een rol spelen bij besluitvorming weergeven, hulpmiddelen en technieken bij besluitvorming gebruiken, organisatieconfiguraties van Mintzberg modelleren, overleg/communicatie structuren opstellen, de ontwikkelingen m.b.t. het structureren van organisaties weergeven, de verschillende methoden van organisatieadvieswerk en organisatie onderzoek weergeven de klassieke benadering van Tentamen=S strategisch management uiteenzetten, het strategiemodel van Hamel & Prahalad weergeven, de verschillende vormen van samenwerking van organisaties vaststellen en kan de aspecten die bij een samenwerkingsvorm een rol spelen bepalen, verschillende methoden van het besturen van organisaties opstellen, de
Werkvorm(en) WC=M
Hulpmiddelen WC=alle Tentamen= Geen
WC=M PGO=M
WC=alle PGO=alle Tentamen= geen
100
Bouwsteendoelstellingen: ontwikkeling van een organisatie bepalen
Toetsvorm(en)
Cesuur
WC=71% PGO=55% Tentamen=55%
Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: Verandermanagement/organisatie van mensen, structureren en processen DC 2. Vormgeven, inrichten en toetsen van de administratieve organisatie. BoKs
Werkvorm(en)
Hulpmiddelen
Niveau van toetsing: N2: Inzien / N3: Toepassen
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Een praktijkgerichte benadering van Organisatie en Management, Nick van Dam en Jos Marcus (Nederlands editie). Voor DECMAN2 gaat het om de hoofdstukken 3, 4, 6.3.4 tot einde, 7.5 tot einde, 8.3 tot einde, 9.4 tot einde en 10.4 tot einde
ISBN 978-90-01-76665-8 978-90-01-57704-9 (engelse versie)
101
Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Taal bouwsteen:
OBEBE English for Finance and Accounting 3 ECTS 2.3.4 1 moduul B2.1 English
Korte beschrijving van de inhoud In deze bouwsteen verdiept de student zijn mondelinge en schriftelijke vaardigheden van de het zakelijk Engels en ontwikkelt de specialistische woordenschat op het gebied van Accounting and Finance. Daarnaast wordt de student zich bewust van de communicatieve conventies die gelden in het Angelsaksische taalgebied.
Kennis en vaardigheden Financiële woordenschat; Relevante grammatica en taalfuncties; Taalvaardigheden: luisteren (interviews, presentations), spreken (discussies, presentaties), lezen (correspondentie, rapporten, artikelen, balance sheets ) en schrijven (correspondentie, rapporten; Communicatievaardigheden: presenteren, telefoneren, onderhandelen en vergaderen. Werkvormen Werkcolleges, rollenspelen, case studies, discussie, opdrachten en zelfwerkzaamheid. Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) De student kan deelnemen aan Mondeling gesprekken en discussies over onderwerpen uit het vakgebied.
Werkvorm(en)
Hulpmiddelen Geen
De student kan een korte presentatie houden over een onderwerp uit de studie – en werksfeer en vragen daarover beantwoorden.
Mondeling
Geen
De student kan teksten over onderwerpen uit het vakgebied begrijpen.
Schriftelijk
Geen
De student kan emails, korte rapporten en samenvattingen schrijven over onderwerpen uit de studie – en werksfeer.
Schriftelijk
Geen
De student beschikt over een voldoende woordenschat over onderwerpen uit het vakgebied en heeft een voldoende beheersing van de relevante structuren en taalfuncties.
Schriftelijk/mondeling
Geen
Cesuur
55%
Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: DC 7. Sociale en communicatieve competentie
Niveau van toetsing: CEF B1 – Toepassen
102
(interpersoonlijk, organisatie)
Literatuur Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
ISBN
Helm, S. Accounting and finance, 1e druk, Pearson Longman
9781408220023
Aanbevolen literatuur Longman Business English Dictionary, new edition, paper edition + CDROM, Pearson Longman
9781405867061
Internet bronnen (aanbevolen/verplicht) bbc.co.uk, ft.com, economist.com, time.com, nytimes.com Actuele artikelen en publicaties die in deze bouwsteen zijn verwerkt (aanbevolen/verplicht)
103
Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Soort bouwsteen: Aantal credits: Opleiding Studiejaar: Periode: Duur: Instapniveau: (minimaal competentieniveau) Taal bouwsteen:
OBESH Strategisch handelen Sector Economie 3 EC BE 2 2.3.5 9 weken MBO-4, HAVO of gelijkwaardig Nederlands
Korte beschrijving van de inhoud In deze bouwsteen worden de studenten geconfronteerd met een aantal problematische ontwikkelingen in het bedrijf DLM, een automatiseringsbedrijf dat hardware en software ontwikkelt en daaraan gelieerde diensten verricht. De problematiek bij DLM ligt op de vakgebieden Bedrijfsorganisatie, Recht, Bedrijfseconomie en Psychologisch handelen. Na zorgvuldige lezing van de casus zullen de studenten zien dat er van alles moet veranderen bij DLM. Het is aan de studenten om aan te geven wat er moet veranderen, waarom dat moet en hoe dat moet.Een en ander dient in de vorm van een adviesrapport te worden uitgewerkt. Dit advies is nadrukkelijk een reorganisatieadvies, dat wil zeggen een rapport waarin na een inventarisatie van de bestaande problemen een goed onderbouwd reorganisatie voorstel wordt gedaan. Dit rapport moet mondeling worden gepresenteerd en verdedigd tegenover de directie van DLM. Toetsvorm: Schriftelijk en mondeling Werkvorm: PGO, gastcolleges Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Schriftelijk en de student is in staat om mondeling bedrijfsorganisatorische en juridische aspecten van de casus te doorgronden Schriftelijk en de student is in staat een reorganisatieplan in hoofdlijnen mondeling op te stellen waarin op integrale wijze een oplossing wordt aangedragen voor de problematiek van de casus. Schriftelijk en Het voorzien in en verwerken mondeling van informatie ten behoeve van een duurzame besturing van bedrijfsproces 55% Cesuur Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: DC 2. Vormgeven, inrichten en toetsen van de administratieve organisatie. BoKs Verandermanagement/organisatie van mensen, structureren en processen DC 6. Geven van adviezen en verlenen van diensten op financieel-economisch en fiscaal terrein aan belanghebbenden.
Werkvorm(en) PGO
Hulpmiddelen
PGO
PGO
Niveau van toetsing: N3: Toepassen
N3: Toepassen
104
BoKs Fusies en overnames Efficiënte en effectiviteit van de bedrijfsvoering
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Nader te bepalen door de docent
ISBN
105
Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Soort bouwsteen: Aantal credits: Opleiding Periode: Duur: Instapniveau: (minimaal competentieniveau) Taal bouwsteen:
SLB2/ZM2 SLB1/ZM1 Generiek 3 EC CE/IB/,BE/LE/ILM 2.4.1 Gehele tweede jaar SLB 1 Nederlands / Engels
Korte beschrijving van de bouwsteen: De student toont aan dat hij een helder beeld heeft van de verschillende functies die met de genoten opleiding kunnen worden uitgeoefend en dat hij een realistische inschatting kan maken van loopbaanmogelijkheden die bij de verschillende functies horen. Hij kan zijn eigen sterktes en zwaktes spiegelen aan de eisen die aan de functies worden gesteld. Hij heeft een helder beeld van de eigen wensen m.b.t. de mogelijke functies. De student kan een consistent en realistisch loopbaanplan (POP) opstellen aansluitend bij de wensen, sterkten en zwakten. De student kan SMART op basis van loopbaancompetenties zijn leerdoelen formuleren. Toetsvorm: Sollicitatieverslag en eindgesprek met studiecoach op basis van portfolio. Werkvorm: Werkcollege en studiecoachingsgesprekken.
Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Der student toont aan dat hij Opdracht inzicht heeft in zijn eigen kwaliteiten.
Werkvorm(en) WC
Hulpmiddelen nvt
Opdracht
WC
nvt
Opdracht
WC
nvt
De student kan een succesvol sollicitatiegesprek voeren.
Opdracht
WC
nvt
Cesuur
55%
De student kan een koppeling maken tussen de eigen kwaliteiten en de competenties die werkgevers vragen aan huidige HBO’ers. De student heeft een duidelijk beeld krijgen van wat de arbeidsmarkt vraagt en zicht krijgen op wat geschikte bedrijven en stageplaatsen zijn. De student kan een beargumenteerde keuze maken voor een stagebedrijf. De student kan een goede sollicitatiebrief schrijven en hij kan een adequaat CV opstellen.
106
Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: DC 8. Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar of professional)
Niveau van toetsing: N3: Toepassen
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) ISBN Dankers-Van der Spek, M.(2010), Studieloopbaanontwikkeling, 978-90-430-1807-4 Beroepsgeschikt, Amsterdam, 2e druk, Pearson Education Benelux Aanbevolen: diverse sites die genoemd staan in de bouwsteen.
107
Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Soort bouwsteen: Aantal credits: Opleiding Periode: Duur: Instapniveau: (minimaal competentieniveau) Taal bouwsteen:
GCD Conceptueel denken Sector Economie 3 EC BE/CE/IBL/L&E 2.4.2 9 weken MBO-4, HAVO of gelijkwaardig Nederlands
Korte beschrijving van de inhoud Conceptueel denken is het bedenken van nieuwe oplossingen in het kader van de visie en missie van de organisatie. Voor een HBO’er is het hebben van een conceptueel denkniveau noodzakelijk om een bijdrage te leveren aan ontwikkelingen en vernieuwingen in de praktijk.In vrijwel alle bedrijfstakken en sectoren zie je namelijk een toegenomen behoefte om constant te veranderen en te innoveren in producten en diensten. De levenscyclus van bepaalde diensten en producten is veel korter dan voorheen, ze dienen voortdurend aangepast te worden aan de –nieuwe- behoeften van de maatschappij.Vanuit dit gegeven is er in het bedrijfsleven en in andere sectoren een toenemende behoefte aan innovatieve mensen die ‘out of the box’, creatief en concept-denken kunnen toepassen.In deze bouwsteen gebruiken we de Frappa-methodiek, waarin een aantal theoretische modellen worden aangeboden die dit denken ondersteunen. Daarnaast worden verschillende bewustzijnsoefeningen en technieken aangeboden om bewust te worden van de eigen aannames en paradigma’s en ruimte voor innovatie te laten ontstaan. De kern van deze bouwsteen, deze Frappa onderwijseenheid, is het bevorderen van jouw creatief en concept-denken. Je maakt daarbij gebruik van diverse technieken, theorieën en oefeningen voor je bewustwording en verbeelding om te kunnen innoveren. Frappa is opgebouwd rondom het concept koffie. Zo worden theoretische modellen weergegeven in de vorm van koffiefilters. Figuurlijk omdat je na het creëren van zoveel mogelijk ideeën (divergeren), de informatie moet filteren (convergeren). Daarnaast ook letterlijk omdat de meeste creatieve en conceptuele modellen in de vorm van een lemniscaat, ijsberg of in de vorm van een filter kunnen worden weergegeven. Daarnaast is deze Frappa drank ook erg luchtig. Met humor en door afstand te houden en te proeven, creëer je lucht in jouw innovatieve proces en in je hoofd en lichaam. Misschien klinkt deze beschrijving nog aardig frappant en abstract…maar daar leer je zelf helderheid in te scheppen. Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Door het uitvoeren van Schriftelijk bewustwordingsoefeningen, los komen van bestaande structuren en processen (lateraal leren denken), via bewustwording van de eigen leerstijl, aannames en paradigma’s en het creëren van een open houding, door reflectie de eigen rol en positie in de groep bepalen en bijdragen aan een creativiteitsstimulerend klimaat Door het begrijpen van verschillende theoretische modellen ten aanzien van creatieve/conceptuele processen, deze denkwijzen in termen van concepten kunnen hanteren en zo nieuwe concepten ontwikkelen In een pitch een vernieuwd concept/visie/ ideeën/of andere uitkomst presenteren en onderbouwen, en de werkwijze waarop deze ideeën tot stand gekomen zijn uiteenzetten.
Werkvorm(en) PGO
Hulpmiddelen
108
Bouwsteendoelstellingen: Cesuur
Toetsvorm(en) 55%
Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: DC 2. Vormgeven, inrichten en toetsen van de administratieve organisatie. BoKs Verandermanagement/organisatie van mensen, structureren en processen Betrouwbaarheid van de informatie
Werkvorm(en)
Hulpmiddelen
Niveau van toetsing: N3: Toepassen
N3: Toepassen DC 4. Bepalen en verstrekken van financieeleconomische en fiscale informatie voor besluitvorming. BoKs Marketing Algemene economie DC 5. Verstrekken van informatie t.b.v. externe belanghebbenden. BoKs Inversterings- en waarderingsvraagstukken
N3: Toepassen
DC 8. Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar of professional)
N3: Toepassen
DC 7. Sociale en communicatieve competentie (interpersoonlijk, organisatie)
N3: Toepassen
109
Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Taal bouwsteen:
OBEMA Managementaccounting 3 ECTS 2.4.3 9 weken DECBE2 Nederlands
Korte beschrijving van de inhoud Kostensoorten, kostenindelingen, kostenverbijzonderingen en breakeven analyse Kennis en vaardigheden Het kunnen analyseren van prijs- en efficiencyverschillen Het kunnen opstellen van een kostprijscalculatie Het kunnen Opstellen van een make or buy decision Werkvormen werkcolleges Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) een kostprijsberekening te schriftelijk maken een break-even analyse uit te schriftelijk voeren verschillende methoden van schriftelijk kostentoerekening in de juiste situatie toe te passen berekeningen te maken waarop schriftelijk een gemotiveerde managementbeslissing genomen kan worden 55% Cesuur Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: DC 4. Bepalen en verstrekken van financieeleconomische en fiscale informatie voor besluitvorming. BoKs Kostencalculaties/budgetteren en verschilanalyse
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Cost & management Accounting, 1e druk, Wim Tijhaar
Werkvorm(en) WC
Hulpmiddelen Rekenmachine
WC
Rekenmachine
WC
Rekenmachine
WC
Rekenmachine
Niveau van toetsing: N3: Toepassen
ISBN 978-90-0177813-2
110
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Matt McGee- Economics: In terms of the good the bad and the economics. First published in 2004 by IBID press, Victroria, Australia History of economic thought http://www.boisestate.edu/econ/lreynol/web/PDF_HET/CHAPTER1INTRO.pdf
ISBN ISBN no. 187 6659 10 6 Second edition: ISBN 978 1 876659 22 6
Internet bronnen (aanbevolen/verplicht) Business Source Premier: http://ebsco.chn.nl
111
Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Taal bouwsteen:
International Economics and Finance OBEIEF 3 ECTS 2.4.4 1 period : 8 weeks lessons Propedeutisch fase, DECAE Engels
Korte beschrijving van de inhoud This course will include have basics of international trade, necessity of International trade, the hidden aspects of the trade, the impact on the balance. The course includes basic principles and theory of finance, the advantages and disadvantages of international trade, different payment methods of the international financial, the problem of information in the market, the broader perspectives of models economic growth and development. The current developments in the global organizations Toetsvorm: Schriftelijk tentamen en opdrachten Werkvormen Lessons with to be applied examples from international field. The students are encourage to contribute by providing cases and examples. Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) To be able to determine the Written exam nature and extent of the Financial risks of the companies with respect to the external factors. A student is able to carry out risk analysis on the basis of rate of interest, fiscal, exchange, Macro-economic, Meso-economic information, Economic system and economic politics, policy of rate of interest. Fundamental information related to strategic tools such as SWOT, and DESTEP 55% Cesuur Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS:
Werkvorm(en) WC/HC
Hulpmiddelen
Niveau van toetsing:
DC 3. Bepalen en beheersen van financieeleconomische en fiscale risico’s. BoKs Risico management
N3: Toepassen
DC 6. Geven van adviezen en verlenen van diensten op financieel-economisch en fiscaal terrein aan belanghebbenden. BoKs Ondernemingsfinanciering Fusies en overnames Efficiënte en effectiviteit van de bedrijfsvoering
N3: Toepassen
112
Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Taal bouwsteen:
OBEEM Export management: sales feasibility 3 ECTS 2 year 4 8 weeks PBL And exam week Completed 1 st year
Korte beschrijving van de inhoud During this project the students evaluate an intended strategic decision on the basis of the information they have collected and come forward with a recommendation on whether to accept that decision. The decision of the company is to set up a sales office in an English speaking area, U.nited Kingdon, United States of America or Canada. The executive board of Spekman is seriously considering to open a sales office in the United states of America. The aim is to generate 10% of the total revenue from this sales office. The students have to work in problem based learning groups and bring out an advice on the feasibility of sales office. They are expected to integrate the knowledge which will be imparted during this period. The project is elaborated on the basis of a company in the confectionery sector: Suikerwerkfabriek (Confectionery factory) Speckman BV. The following knowledge areas are covered in this project: Externe verslaggeving International Economics (International zakendoen A) International Finance and International law (International zakendoen B) Werkvormen Independent learning, the groups sessions, Feedback hours. Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Has understanding of the S concept of feasibility and can calculate the feasibility using various criteria Understand and calculate the financial economic and fiscal risks. has insight into the effects of GAAP on the decision making for the companies Is able to Able to provide the necessary sound financial information in the right format to the internal and external parties. Able to draw conclusion on the basis of legal, financial, economic and fiscal information. Is able provide the sound advice on the basis of analysis financial, economic legal and fiscal information. can make a general, business social-economic analysis of a country, understands the concepts of strategy and strategy formulation and can describe the course of a strategy formulation process, can evaluate collected
Werkvorm(en) PBL
Hulpmiddelen Sales feasibility report Calcualtor
113
Bouwsteendoelstellingen: information and ascertain the effect of the various factors on a company’s strategy, is able to investigate on a basic (European, English and American) level the legal environment as part of an analysis for example PESTELanalysis has a basic understanding of trends and contemporary issues in the global economy is familiar with the foundations of international economic and financial theory, can deploy theoretical insights when studying international trade policies and the globalization of finance, has insight into the effects of European integration on the strategy of individual companies, has knowledge of current developments in the area of European integration and EU relations with U.S.A., U.K. and Canada Has understanding of the concept of feasibility and can calculate the feasibility using various criteria Understand and calculate the financial economic and fiscal risks. has insight into the effects of GAAP on the decision making for the companies
Toetsvorm(en)
Cesuur
55%
Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: DC 3. Bepalen en beheersen van financieeleconomische en fiscale risico’s. BoKs Risico management DC 4. Bepalen en verstrekken van financieeleconomische en fiscale informatie voor besluitvorming. BoKs Marketing Algemene economie DC 6. Geven van adviezen en verlenen van diensten op financieel-economisch en fiscaal terrein aan belanghebbenden. BoKs Ondernemingsfinanciering DC 7. Sociale en communicatieve competentie (interpersoonlijk, organisatie):
Werkvorm(en)
Hulpmiddelen
Niveau van toetsing: N3: Toepassen
114
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Matt McGee- Economics: In terms of the good the bad and the economics. First published in 2004 by IBID press, Victroria, Australia ISBN no. 187 6659 10 6 Second edition: ISBN 978 1 876659 22 6 Aanbevolen literatuur Economics of Money, Banking and Financial Markets, The (9th Edition) Internet bronnen (aanbevolen/verplicht) http://www.rogersbrown.com/support/resources/Payment_Methods_Intl_Trade.pdf
ISBN First edition 187 6659 10 6 Second edition: ISBN 978 1 876659 22 6 ISBN-10: 0321599799 | ISBN13: 978-0321599797
115
Minoren Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Taal bouwsteen:
FSM1 Financial Service Management 1 30 ects Minor 20 weken Nederlands
Korte beschrijving van de inhoud De opzet van de minor is om studenten op te leiden voor een startfunctie binnen de financiële dienstverlening. Centraal hierbij staan die competenties (kennis, houding en vaardigheden) die een student nodig heeft om te kunnen functioneren als HBO-er in de financiële dienstverlening. De colleges worden verzorgd door ervaren docenten met praktijkervaring waarbij van verschillende werkvormen gebruik wordt gemaakt. Toetsing geschied door middel van Kennistoetsen, opdrachten en assessments van praktijksituaties. De minor staat open voor derdejaars HBO economiestudenten die hun propedeuse behaald hebben en 30 ECT punten van het tweede jaar behaald hebben. Naast het binnenhalen van de praktijk in de school door middel van gastcolleges van o.a. de Rabobank, ING , Meeus, TVM , Univé gaan de studenten ook verschillende bedrijven bezoeken. Zo staat een bezoek aan de De Nederlandse Bank, naast een bezoek aan andere banken altijd op het programma. De minor Financial Service Management 1 bestaat uit twee perioden, met elk een studieomvang van 15 EC. Periode 2 is onlosmakelijk verbonden met periode 1 en kan niet los van elkaar worden gezien. Wanneer beide perioden met een voldoende zijn afgesloten worden er 30 ECTS bijgeschreven in progress.
Werkvormen Werkvormen waarvan gebruik zal worden gemaakt zijn o.a. hoorcolleges, klas gesprekken, workshops, opdrachten (individueel en groepsopdrachten), zelfstudie. Dit laat zich zien in het voeren van een verkoopgesprek, het maken van een hypotheekadvies. Het schrijven van een Financieel plan. Communicatie wordt interactief gedoceerd. Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Participatie
Werkvorm(en) PGO
Hulpmiddelen
Blok 3 Hypotheken 1 Belastingrecht 1 Financiële markten en beleggen Communicatie 1 Financiële dienstverlening & WFT Estate planning, Fin. Planning en pensioen 1 Assurantiën 1 Blok 4
S/O/M
Hoor en werkcolleges.
Rekenmachines en rekenmodules tbv adviesplan
Hypotheken 2 Belastingrecht 2 Financiële markten en beleggen (Beleggingsleer) 2 Communicatie
S/O/M
Hoor en werkcolleges.
Rekenmachines en rekenmodules tbv adviesplan
116
Bouwsteendoelstellingen: Financiële dienstverlening & WFT Estate planning, Fin. Planning en pensioen 2 Assurantiën 2
Toetsvorm(en)
Werkvorm(en)
Cesuur
55% per onderdeel minimaal
Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: CE DC 1. Producten en diensten initieren en creeren, zelfstandig en ondernemend.
Hulpmiddelen
Niveau van toetsing: N2 en N3
Financieel management Recht en juridische zaken DC 2. Marktonderzoek uitvoeren, interpreteren, toetsen en evalueren
N3
Analyse van onderzoeksresultaten DC 6. Geven van adviezen en het verlenen van diensten op financieel-economisch en fiscaal terrein aan belanghebbenden
N2
Financiering particulier DC 7. Sociale en communicatieve competentie (interpersoonlijk, organisatie):
N3
DC 8. Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar of professional):
N3
BE DC 3. Bepalen en beheersen van financieel-economische en fiscale risico’s
N2 en N3
Risicomanagement Belastingrecht
DC 4. Bepalen en verstrekken van financieel-economische en fiscale informatie voor besluitvorming. Ondernemingsrecht DC 6. Geven van adviezen en verlenen van diensten op financieel-economisch en fiscaal terrein aan belanghebbenden.
N3
N2
Financiering particulier DC 7. Sociale en communicatieve competentie (interpersoonlijk, organisatie):
N3
117
DC 8. Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar of professional) Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) “Beleggen en financiële markten” van Hans Buunk. 3e druk , ISBN 9789039525722
N3
ISBN
WFT Financiële dienstverlening Bankzaken Economie van commercial banking Reinold Windeman Compendium Estate Planning Autar, Baard en Kolkman (red.) ISBN 9789013081305 Kluwer Belastingrecht voor Bachelors en Masters editie 2011/2012 Theorieboek ISBN 9789079564316 mr. G.A.C. Aarts MFP Convoy Uitgevers Belastingrecht voor Bachelors en Masters editie 2011/2012 Werkboek ISBN 9789079564323 Convoy Uitgevers Woningfinanciering, een inleiding ISBN 9789043016971 328 pagina’s 23-02-2010 Pearson Education Financiële planning voor de Particulier Academic Service Anneke de Koning Ploni Koevoet ISBN 9789039526309 Alles over verkopen Richte Lommert ISBN 9032509942 De Kern NIBE-SVV Wft-Schade Particulier Internet bronnen (aanbevolen/verplicht) Judex.nl AFM.nl Belastingdienst Wetboekonline.nl IEX.nl DNB.nl
118
Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Taal bouwsteen:
A&C 30 ects Minor 20 weken Nederlands
Korte beschrijving van de inhoud Bouwsteen is in ontwikkeling. Momenteel is alle informatie te vinden op Blackboard
Werkvormen
Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en)
Cesuur Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS:
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
Werkvorm(en)
Hulpmiddelen
55% per onderdeel minimaal
Niveau van toetsing:
ISBN
Aanbevolen literatuur
119
Major Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Studiejaar: Periode: Duur: Instapniveau: Taal bouwsteen:
FSM2 Financial Service Management 30 EC 4 1 en 2 20 weken Propedeuse + stage of FSM1, dan wel een andere minor Nederlands
Korte beschrijving van de inhoud: De ontwikkelingen in de financiële wereld volgen elkaar in snel tempo op, het is een zeer dynamische en uitdagende sector. Vooral internationaal zijn er enorme veranderingen gaande en in deze vooral Europese context wordt de minor FSM 2 aangeboden. Recente voorbeelden zijn er te over. De hypothekencrisis in de Verenigde Staten heeft wereldwijd geleid tot een kredietcrisis die zijn weerga niet kent en waarvan zelfs de deskundigen niet aan kunnen geven hoever de reikwijdte van de crisis is. Een direct gevolg hiervan is de Eurocrisis welke in deze minor uitvoerig bestudeerd wordt. Bovenstaande geeft aan dat de bank- en verzekeringsbranche niet alleen in een nationaal perspectief geplaatst moet worden maar zeker in een internationaal perspectief. Dat gaan we binnen de minor FSM 2 doen. We gaan letterlijk en figuurlijk over onze landsgrenzen heenkijken. We wensen jullie een zeer leerzame minor toe. Om in de dynamische en internationale bank- en verzekeringswereld aan de slag te kunnen zul je over bepaalde competenties moeten beschikken. Om te kunnen slagen voor de opleiding commerciële economie of bedrijfseconomie zul je aan moeten tonen dat je aan de vereiste competenties op een bepaald niveau voldoet. In die zin is FSM 2 een bijzondere minor, er wordt aan de competenties van twee afstudeerrichtingen gewerkt, zowel commerciële economie als bedrijfseconomie. Werkvormen Hoor- en werkcolleges, PBL, Excursies/Bedrijfsbezoeken, Assessments Competenties en wijze van toetsing: Competenties en BOKS: Maatschappelijk verantwoord ondernemen: Maatschappelijk bewustzijn: De beginnend beroepsbeoefenaar is zich bewust van de verschillende partijen in de samenleving en hoe zij elkaar (kunnen) beïnvloeden. Strategische inzicht: De beginnend beroepsbeoefenaar is in staat om strategisch te kijken naar de bedrijfsomgeving, en maatschappelijke ontwikkelingen te vertalen naar kansen en risico’s voor bedrijven, en hierdoor MVO te verbinden met de bedrijfsstrategie. Integriteit: De beginnend financieel-zakelijk dienstverlener demonstreert dat hij in staat is om vanuit de afweging rendement, risico en relatie klanten te accepteren of af te wijzen. Research: Leidinggeven en projectmatig werken: De beginnend beroepsbeoefenaar demonstreert dat zij/hij in staat is om samen te werken met anderen en anderen tot samenwerking te motiveren in teams, projectgroepen en andere samenwerkingsverbanden, ruimte te geven aan de standpunten van andere betrokkenen, te bemiddelen in conflicten en conclusies te formuleren, verantwoordelijkheid te nemen en leiding te geven Analyseren: De beginnend beroepsbeoefenaar demonstreert dat zij/hij in staat is om helder en kritisch te denken, ervaring, redenering en affectiviteit te integreren in weloverwogen oordelen binnen een handelingscontext.
Niveau van toetsing:
Wijze van toetsing:
Schriftelijk, ToePassen
Opdracht Mondeling
120
Zij/hij toont zich in een situatie te kunnen oriënteren, relevante factoren te onderscheiden, begrippen op eenduidige en heldere wijze te gebruiken, logisch en helder te redeneren, feiten, interpretaties en waardeoordelen te onderscheiden. Kwaliteit verbeteren: De beginnend financieel-zakelijk dienstverlener demonstreert dat hij in staat is kwaliteit te monitoren en vanuit de uitkomsten met verbeterplannen te komen waarvoor hij draagvlak heeft gecreëerd. Riskmanagement: Inzicht in en analyse van(financiele)informatie Bepalen en verstrekken van financieel-economische en fiscale informatie voor de besluitvorming. Berichtgeving omtrent nieuwe ontwikkelingen en veranderende wet - en regelgeving en martktontwikkelingen volgen en begrijpen en dit waar nodig met klanten delen. Hij kan de voor zijn organisatie en in zijn situatie van belang zijnde, fiscaal en financieel economisch ontwikkelingen toepassen in advisering of beleidsmatige beslissingen. Werken aan de organisatie Kunnen inspelen op politiek en economisch beleid. Inspelen op de (politieke) omgeving van zijn organisatie door een bijdrage te leveren in het (ontwikkelen van) beleid en de doelstellingen van zijn organisatie hierop (mede) af te stemmen. Finance: Het zorg dragen voor voorbereiden, uitvoeren, afwikkeling en nazorg van dienstverlening. Vanuit de afweging rendement, risico en relatie klanten accepteren of afwijzen. Advisering geven over inrichting van de ondernemingsstructuur, adviezen geven en diensten verlenen op financieel-economisch (en fiscaal) terrein aan belanghebbenden. Analytisch vermogen: Ondernemingsanalyse: Inschattingen maken over investeringsbeslissingen in ondernemingen, een financieel resultaat monitoren en zowel tussenevaluaties als een jaarrekening analyseren, herkennen hoe de financiële prestaties, financiële positie, continuïteit en/of reputatie van de organisatie is. Treasury: werken aan de business beleidsdocument schrijven werken aan je eigen professionaliteit benutten van leervermogen Sales: verleent diensten adviseren en verkopen Global Sustainability: Systeemgerichtheid Toekomstgerichtheid Persoonlijke inzet Leadership: Professionaliteit Oordeelsvorming Communicatie Belangrijkste doelstelling(en) inclusief niveau aanduiding zoals in de matrix is opgenomen en wijze van toetsing en de toegestane hulpmiddelen: Doelstelling: Wijze Toegevan stane toetsing: hulpmiddelen: De student heeft kennis en inzicht op het gebied van internationale SchrifteGeen financiële dienstverlening en kan deze kennis en betreffend inzicht lijk toepassen. MondeStudent weet zich een oordeel te vormen aangaande internationale
121
financiële ontwikkelingen en is in staat om informatie, ideeën en oplossingen aan te dragen. Cesuur Literatuur: Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Basisboek MVO, Lars Moratis & Mark van der Veen , Uitgeverij: van Gorcum , IDerde druk (2010) Zo doe je een onderzoek, Roel Grit & Mark Julsing, 2009 De Kredietcrisis voorbij, 1e Druk 2009m, Prof. dr. J. Koelewijn, Drs. P. de Keijzer, Drs. P.H.C Kuijk, Dr. E Melse MBA, Drs. B.J.J. Steinebach De financiële functie: Vermogensmarkt en ondernemingswaarde, 3e Druk 2010, A.W.W. Heezen, T. Ammeraal Risicobeheer, T. Ammeraal & A.W.W. Heezen Beslissingen en & planning, T. Ammeraal & A.W.W. Heezen Basisboek Duurzame Ontwikkeling, Niko Roorda, Noordhoff , Tweede editie (2010) Risicomanagement: Een nieuwe visie op het verzekeringsadvies, Paul Claes en Lizanne Vroom, Kluwer, 2000 Aanbevolen literatuur
ling 55%
ISBN 978 90 232 4627 5 978 90 01 77308 3 978-90-0177453-0 978-90-0178431-7 978-90-0103428-3 978-90-0103425-2 978 90 01 79638 9 90 312 1996 7
Internet bronnen (aanbevolen/verplicht) Actuele artikelen en publicaties die in deze bouwsteen zijn verwerkt (aanbevolen/verplicht)
122
Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Taal bouwsteen:
STAGE Stage 30 credits 3.1 en 3.2 2 perioden Voldoen aan de stagenorm: Propedeuse behaald + 30 credits na propedeuse (hoofdfase) Taal van het land
Korte beschrijving van de inhoud Als onderdeel van je opleiding doe je bij een normaal studieverloop in het derde jaar je stage. Een stage duurt twintig weken en moet bij een geschikt bedrijf of een geschikte instelling worden uitgevoerd. De uit te voeren werkzaamheden moeten liggen op het vakgebied van de opleiding. Ter voorbereiding en uitvoering: Sollicitatie naar stageplaats, Formuleren stagevoorstel,Leerdoelen formuleren, Plan van aanpak opstellen,100 dagen praktijkstage, Verslag stagebedrijf en stagewerkzaamheden, Evaluatie stagewerkzaamheden en eigen functioneren Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Je moet op het sociale vlak Schriftelijk binnen een organisatie leren stageverslag functioneren.
Werkvorm(en) Practicum
Hulpmiddelen nvt
Je moet een globaal beeld verkrijgen van het functioneren van een organisatie.
Schriftelijk stageverslag
Practicum
nvt
Je verwerft praktische competenties in je toekomstige beroepspraktijk.
Schriftelijk stageverslag
Practicum
nvt
Je moet je op school verworven kennis leren toepassen in de praktijk.
Schriftelijk stageverslag
Practicum
nvt
Cesuur
55%
Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: DC 7. Sociale en communicatieve competentie (interpersoonlijk, organisatie): DC 8. Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar of professional) Daarnaast minimaal één van de volgende 6 domeincompetenties: DC 1. Ontwerpen, inrichten en onderhouden van (geautomatiseerde) informatiesystemen voor het besturen van organisaties.
Niveau van toetsing: N4: Integreren
N4: Integreren
DC 2. Vormgeven, inrichten en toetsen van de administratieve organisatie. DC 3. Bepalen en beheersen van financieeleconomische en fiscale risico’s.
123
DC 4. Bepalen en verstrekken van financieeleconomische en fiscale informatie voor besluitvorming. DC 5. Verstrekken van informatie t.b.v. externe belanghebbenden. DC 6. Geven van adviezen en verlenen van diensten op financieel-economisch en fiscaal terrein aan belanghebbenden.
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Projectmanagement Stagehandleiding Delen A en B Internet bronnen (aanbevolen/verplicht) www.projectmanagement.noordhoff.nl
ISBN 978-90-01-79092-9
124
Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Taal bouwsteen:
Afstudeerstage Afstudeeronderzoek 30 credits 4.3 en 4.4 2 perioden (half studie jaar) Voldaan aan de afstudeernorm: Stage behaald + 120 credits totaal ná propedeuse (hoofdfase) Taal van het land
Korte beschrijving van de inhoud Als onderdeel van je opleiding doe een afstudeeronderzoek. Dit duurt ongeveer twintig weken en moet bij een geschikt bedrijf of een geschikte instelling worden uitgevoerd. Het onderzoek wordt op een gestructureerde wijze uitgevoerd en leidt tot een onderzoeksrapport en een presentatie (inclusief verdediging). Ter voorbereiding en uitvoering: Sollicitatie naar afstudeerplaats, Formuleren onderzoeksvoorstel, Plan van aanpak opstellen, Formuleren onderzoeksplan, Gegevens verzamelen en analyseren, Literatuuronderzoek, Ongeveer 100 dagen praktijkonderzoek en verslaglegging in een organisatie, Verslag onderzoek (50% van het cijfer), Presentatie en verdediging van het onderzoeksrapport (50% van het cijfer), Evaluatie afstudeeronderzoek
Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Je moet tijdens de Schriftelijk afstudeerperiode aantonen (afstudeerverslag/scriptie) dat je op grond van de verworven theoretische inzichten en de al eerder opgedane praktijkervaring in staat bent een voor je opleiding relevant onderwerp te onderzoeken. Dit levert een onderzoeksrapport Presentatie onderzoekrapport Mondeling + verdediging onderzoekrapport 55% Cesuur Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: DC 7. Sociale en communicatieve competentie (interpersoonlijk, organisatie): DC 8. Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar of professional) Daarnaast minimaal één van de volgende 6 domeincompetenties: DC 1. Ontwerpen, inrichten en onderhouden van (geautomatiseerde) informatiesystemen voor het besturen van organisaties.
Werkvorm(en) Practicum
Hulpmiddelen checklist
Practicum
Checklisten
Niveau van toetsing: N4: Integreren
N4: Integreren
DC 2. Vormgeven, inrichten en toetsen van de administratieve organisatie. DC 3. Bepalen en beheersen van financieeleconomische en fiscale risico’s.
125
DC 4. Bepalen en verstrekken van financieeleconomische en fiscale informatie voor besluitvorming. DC 5. Verstrekken van informatie t.b.v. externe belanghebbenden. DC 6. Geven van adviezen en verlenen van diensten op financieel-economisch en fiscaal terrein aan belanghebbenden.
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Afstudeerhandleiding Zo doe je een onderzoek Internet bronnen (aanbevolen/verplicht) www.zodoejeeenonderzoek.noordhoff.nl
ISBN Stenden Blackboard 978-90-01-71284-6
126