Onderwijs- en examenregeling Medewerker Maatschappelijke Zorg Crebonummer 92650, niveau 3, bbl, kwalificatiedossier 2014-2015
Cohort 2014-2016 Leerjaar 1 en 2 Versiedatum: juni 2014
Inhoudsopgave Voorwoord ................................................................................................................................................... 4 Hoofdstuk 1: Wat moet ik weten als ik een mbo-studie doe?..................................................................... 5 1.1 Hoe moet ik me inschrijven? .............................................................................................................. 5 1.2 Als ik vrijstellingen wil…? ................................................................................................................... 5 1.3 Wat als ik een handicap of beperking heb? ....................................................................................... 5 1.4 Wat moet ik weten over studiefinanciering? ..................................................................................... 5 1.6 Welke officiële documenten ontvang ik tijdens de opleiding? ........................................................... 6 1.7 Hoe gaat het met uitschrijven? .......................................................................................................... 6 Hoofdstuk 2: Wat wordt op school en in mijn toekomstig beroep van mij verwacht? ............................... 7 2.1 Wanneer kan ik geplaatst worden bij de opleiding? .......................................................................... 7 2.2 Wat betekent identiteit voor het Hoornbeeck College en voor mij? .................................................. 7 2.3 Wat houdt mijn toekomstig beroep in? ............................................................................................. 7 2.4 Waar kan ik straks gaan werken? ...................................................................................................... 9 2.5 Kan ik ook doorstuderen? .................................................................................................................. 9 Hoofdstuk 3: Hoe ziet mijn opleiding eruit? .............................................................................................. 10 3.1 Welke onderdelen komen aan bod?................................................................................................. 10 3.2 Hoe ziet het opleidingsmodel er uit? ................................................................................................ 11 3.3 Wanneer krijg ik wat? ...................................................................................................................... 12 3.4 Kan ik een individueel traject volgen? .............................................................................................. 14 3.5 Zijn er uitstroommogelijkheden? ..................................................................................................... 14 3.6 Zijn er extra (keuze) mogelijkheden? ............................................................................................... 14 3.7 Hoe zit het met deelname aan onderwijsactiviteiten?..................................................................... 14 3.8 Hoe word ik begeleid? ...................................................................................................................... 14 3.9 Hoe ziet mijn beroepspraktijkvorming (bpv) er uit? ......................................................................... 15 3.9.1 Wat is het doel van de bpv? ...................................................................................................... 15 3.9.2 Wat is de inhoud van de bpv? ................................................................................................... 15 3.9.3 Hoe kom ik aan een bpv-plaats? ............................................................................................... 15 3.9.4 Hoe word ik begeleid tijdens de bpv? ....................................................................................... 15 3.9.5 Hoe wordt de bpv beoordeeld? ................................................................................................ 15 3.9.6 Hoeveel uur werk ik tijdens de bpv? ......................................................................................... 16 3.9.7 Wat houdt de praktijkovereenkomst in? .................................................................................. 16 Hoofdstuk 4: Hoe loopt de weg naar mijn diploma? ................................................................................. 17 4.1 Wat voor toetsen krijg ik? ................................................................................................................ 17 4.2 Hoe vindt beoordeling van mijn toetsen plaats?.............................................................................. 17 4.3 Krijg ik een resultatenoverzicht? ...................................................................................................... 17 4.4 Kan ik een toets inhalen? ................................................................................................................. 18 4.5 Mag ik een toets herkansen? ........................................................................................................... 18 4.6 Wat als ik onvoldoende sta voor een kwalificerende toets na benutting van mijn toetsmogelijkheden?.............................................................................................................................. 19 4.7 Wat als ik na afloop van mijn onderwijsovereenkomst nog geen diploma heb behaald? ............... 19 4.8 Wat moet ik weten over studieadvies en studiebesluit? .................................................................. 20
SAW-MZ BBL Niveau 3 92650
2
cohort 2014-2016
Hoofdstuk 5: Hoe ziet het toetsplan van mijn opleiding er uit? ................................................................ 21 5.1 Wat moet ik weten voor ik het toetsplan lees? ................................................................................ 21 5.2 Het toetsplan van mijn opleiding ..................................................................................................... 25 5.3 Heb ik mijn diploma behaald?………………………………………………………………………………………………………36 5.4
Heb ik een certificeerbare eenheid behaald? ............................................................................. 36
Bijlagen Bijlage 1 Programmering onderwijstijd Bijlage 2 Samenvatting inhoud kwalificatiedossier
Specifieke bijlagen op te vragen bij je opleidingsmanager 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Examenreglement Kwalificatieprofiel Vrijstellingenprocedure Verzuimprocedure Procedure time-out, schorsing en verwijdering Exitprocedure Klachtenregeling
SAW-MZ BBL Niveau 3 92650
3
cohort 2014-2016
Voorwoord Beste student, Dit document is de onderwijs- en examenregeling van de opleiding die je volgt. Meestal kortweg ‘de OER’ genoemd. Hierin staat alle informatie die je tijdens je opleiding nodig hebt. Het is dus van belang dit document steeds bij je hebben. Wanneer er tijdens je opleiding informatie wijzigt, ontvang je deze als bijlage (erratum) bij deze onderwijs- en examenregeling. Voor vragen over de onderwijs- en examenregeling kun je terecht bij je bbl-coördinator of opleidingsmanager. De bbl-opleidingen van de sector welzijn worden verzorgd op de locaties Amersfoort en Rotterdam. Per opleiding (en cluster) is een stuurgroep samengesteld die onder leiding van het sector-management voor het gehele Hoornbeeck College verantwoordelijk is voor de ontwikkeling en de uitvoering van het onderwijskundige beleid van de betreffende opleiding(en). De leden van de stuurgroep coördineren tevens de dagelijkse gang van zaken binnen de opleiding(en) op de locatie. Zij doen dat in samenwerking met het kernteam van docenten van die locatie. Voor de bbl-opleidingen is de volgende stuurgroep samengesteld:
drs. A.G. Blonk dhr. A. Morren. dhr.. A. J. de Visser mw. drs. A. de Muynck dhr. G.A. Wassink
-
sectordirecteur opleidingsmanager SAW locatie Amersfoort opleidingsmanager OA/BBL-SAW locatie Rotterdam bbl-coördinator locatie Rotterdam bbl-coördinator locatie Amersfoort
We wensen je een prettige studietijd op het Hoornbeeck College toe!
SAW-MZ BBL Niveau 3 92650
4
cohort 2014-2016
Hoofdstuk 1: Wat moet ik weten als ik een mbo-studie doe? 1.1 Hoe moet ik me inschrijven? Inschrijven kan via het invullen en opsturen van het aanmeldingsformulier naar de Centrale Administratie van het Hoornbeeck College. Wanneer je aansluitend aan je huidige opleiding een tweede opleiding aan het Hoornbeeck College wilt gaan doen, heb je een doorstroomformulier nodig. Dit kun je ophalen bij de administratie.
1.2 Als ik vrijstellingen wil…? Als je in aanmerking denkt te komen voor (een) vrijstelling(en) kun je contact opnemen met de opleidingsmanager. Deze zal je informeren over de wijze waarop je (een) vrijstelling(en) kunt verkrijgen. (Zie verder digitale bijlage 3.)
1.3 Wat als ik een handicap of beperking heb? Zowel op het aanmeldingsformulier als op het intakevragenformulier heb je kunnen aangeven of je een handicap of chronische ziekte hebt. Ook heb je hierop kunnen aangeven of je wilt dat het Hoornbeeck College hier mee rekening houdt. Als je dit met ‘ja’ beantwoord hebt, dan word je in contact gebracht met iemand van het Steunpunt Studie en Handicap (SSH). Het SSH kan jou adviseren en ondersteunen. Eén van de zaken die het SSH regelt is het uitvoeren van examenaanpassingen. Voor bijvoorbeeld een slechtziende student kan geregeld worden dat de schriftelijke toets op A3-formaat afgedrukt wordt. Voor bijvoorbeeld een student met dyslexie kan extra tijd voor het maken van een toets, een goede regeling zijn. Ook als een beperking of handicap tijdens je opleiding ontstaat zijn examenaanpassingen mogelijk. Vraag dan aan je opleidingsmanager wie dat voor jou kan regelen.
1.4 Wat moet ik weten over studiefinanciering? Als bbl-student heb je geen recht op studiefinanciering.
1.5 Kan school een financiële bijdrage leveren? Het kan zijn dat jullie gezin moet rondkomen met een beperkt inkomen. Het is dan mogelijk om een tegemoetkoming te krijgen in de studiekosten. Wel moet aangetoond kunnen worden dat er echt sprake is van een laag inkomen. Als je hoge reiskosten hebt, kom je ook in aanmerking voor een tegemoetkoming. In de informatiegids staat wat je moet doen om een aanvraag voor een tegemoetkoming in te dienen. Het komt voor dat studenten en hun ouders hoge extra kosten moeten maken om de beroepspraktijkvorming die bij de opleiding hoort te realiseren. Hiervoor is een bpv-fonds ingesteld. Als je voor een bijdrage uit dit fonds in aanmerking denkt te komen, kun je contact opnemen met je bpvcoördinator.
SAW-MZ BBL Niveau 3 92650
5
cohort 2014-2016
1.6 Welke officiële documenten ontvang ik tijdens de opleiding? In de loop van de opleiding ontvang je de volgende officiële documenten:
Een onderwijsovereenkomst (OOK): In deze overeenkomst staat aangegeven wat wij van jou als student verwachten en wat jij van ons mag verwachten. Deze overeenkomst heb je getekend voor aanvang van je opleiding. Wanneer je nog geen achttien jaar bent, hebben ook je ouder(s)/verzorger(s) deze overeenkomst getekend. Bij deze onderwijsovereenkomst hoort ook het zogenaamde deelnemersstatuut. In dit document staan de schoolregels over gedrag en levensstijl. Een onderwijs- en examenregeling (OER): Dit document heb je nu in handen. Je hebt deze onderwijs- en examenregeling bij de start van je opleiding ontvangen. In dit oer staat alle praktische informatie over je opleiding. Denk aan informatie over beroepspraktijkvorming en examinering. Informatiegids: Ook deze gids heb je bij de start van je opleiding ontvangen. Hierin staat informatie over het Hoornbeeck College in het algemeen. Denk aan informatie over de organisatie, het beleid, de klachtenregeling en medezeggenschap. Ook informatie over de docenten die lessen verzorgen bij jouw opleiding is opgenomen in de informatiegids. Locatie-informatiegids: Bij de start van je opleiding ontvang je ook een locatie-informatiegids. Hierin staan de spelregels van de locatie van het Hoornbeeck College waar jij je opleiding doet. BPV-gids: Voordat je op beroepspraktijkvorming (stage) gaat, ontvang je als bijlage bij de onderwijs- en examenregeling de zogenaamde BPV-gids. In deze gids staat alle informatie die je nodig hebt voor je beroepspraktijkvorming. Praktijkovereenkomst (POK): Voordat je op beroepspraktijkvorming gaat, onderteken je een praktijkovereenkomst. In deze overeenkomst staat onder andere aangegeven waar en wanneer je beroepspraktijkvorming plaats vindt en hoeveel uren je op beroepspraktijkvorming gaat. Deze overeenkomst wordt ook door de instelling/het bedrijf waar je op beroepspraktijkvorming gaat ondertekend. Wanneer je nog geen achttien bent, tekenen ook je ouder(s)/verzorger(s).
1.7 Hoe gaat het met uitschrijven? Als je een BOL-opleiding met goed gevolg hebt afgerond, word je na de uitreiking van je diploma automatisch uitgeschreven. Je moet zelf aan DUO doorgeven dat je opleiding is afgerond. Als je de BBLopleiding hebt afgerond is dit niet van toepassing. Wanneer je hebt voldaan aan de leerplicht én de kwalificatieplicht kun je je uitschrijven zonder dat er sprake is van voortijdig schoolverlaten. Leerplicht betekent dat je tot en met het jaar waarin je 16 wordt voltijd onderwijs moet volgen. e Kwalificatieplicht wil zeggen dat je in elk geval tot je 18 verjaardag een (mbo) opleiding moet volgen.
SAW-MZ BBL Niveau 3 92650
6
cohort 2014-2016
Hoofdstuk 2: Wat wordt op school en in mijn toekomstig beroep van mij verwacht? 2.1 Wanneer kan ik geplaatst worden bij de opleiding? Om geplaatst te worden bij de opleiding BLL-SAW moet je aan een aantal voorwaarden voldoen. In de eerste plaats moet je de juiste vooropleiding hebben: een diploma vmbo in de kaderberoepsgerichte, gemengde of theoretische leerweg overgangsbewijs van Havo-3 naar Havo-4 of van Vwo-3 naar Vwo-4; MBO-diploma niveau 2 of niveau 3. EVC (EerderVerworvenCompetenties), werkervaring dienstverband in een erkend leerbedrijf van 24 uur per week e leeftijd van minimaal 18 jaar in het 1 leerjaar Ook worden er eisen gesteld aan je houding en motivatie ten opzichte van de opleiding: tijdens een intakegesprek laat je zien dat je een positieve motivatie hebt voor het werken in een verzorgend beroep. Verder gelden er eisen op het gebied van de identiteit. Daar wordt bij de aanmelding naar gekeken maar ook tijdens het volgen van de opleiding. In de volgende paragraaf kun je meer lezen over de identiteit. Ook wanneer je een diploma niveau 2 Helpende zorg en welzijn hebt, kun je instromen in de opleiding BBL-SAW niveau 3. Met diploma niveau 3 VZ en SAW kun je instromen in de opleiding BBL-SAW niveau 4.
2.2 Wat betekent identiteit voor het Hoornbeeck College en voor mij? De grondslag van het Hoornbeeck College is de Bijbel en de daarop gebaseerde reformatorische belijdenisgeschriften. De Bijbel is dan ook in en buiten de school de enige norm voor ons doen en laten. In de klas wordt de dag begonnen met het lezen van een gedeelte uit de Bijbel, het zingen van een psalmvers en met gebed. Hierin wordt van jou een actieve houding verwacht. Alle studenten (met uitzondering van BBLstudenten) hebben in principe twee lesuren per week godsdienstonderwijs. Verder dient iedereen zich te houden aan de gedragsregels die door de school zijn opgesteld. Deze gedragsregels zijn deels verbonden met de identiteit van de school en deels algemeen geldende regels. Bij de door jou te ondertekenen onderwijsovereenkomst hoort een studentenstatuut en een identiteitsverklaring. In deze documenten staan jouw rechten en de plichten nauwkeurig omschreven, ook op het gebied van gedrag en leefwijze. Zorg dat je kennis hebt genomen van deze documenten zodat je weet wat wij van je verwachten.
2.3 Wat houdt mijn toekomstig beroep in? Als welzijnswerker houd jij je bezig met hulp- en dienstverlening aan groepen mensen die (tijdelijk) niet voor zichzelf kunnen zorgen. Je levert een bijdrage aan de opvoeding, verzorging en begeleiding. Je werkt mee om het welzijn van mensen die ook aan jouw zorgen zijn toevertrouwd te bevorderen. Je werkt doelgericht en volgens een plan. De opleiding BBL-SAW wordt op niveau 3 en op niveau 4 aangeboden. In principe wordt alleen de variant SAW-MZ aangeboden. Bij de opleiding op niveau 3 ligt het accent op het praktische, uitvoerende werk. Bij de opleidingen op niveau 4 werk je zelfstandiger, ben je mede verantwoordelijk voor het
SAW-MZ BBL Niveau 3 92650
7
cohort 2014-2016
vormgeven van beleid en heb je een belangrijke rol bij het handhaven en verbeteren van de kwaliteit van de zorg. Als Medewerker Maatschappelijke Zorg (niveau 3) lever je een bijdrage aan het maken van een plan van aanpak door informatie aan te leveren. Je hebt contact met de cliënten voor wie je werkt. Op basis van de hulpvragen die in het plan van aanpak staan, bied je cliënten onder-steuning bij o.a. persoonlijke verzorging, wonen, vrije tijd, school of werk. Je leert de cliënt o.a. zo zelfstandig mogelijk koken of schoon te maken. Het is belangrijk dat je weet op welke manier je dit het beste kunt doen. Daarbij gaat het er vooral om dat je de cliënt respecteert zoveel mogelijk rekening houdt met zijn/haar wensen. Verder heb je verstand van allerlei ziektebeelden, beperkingen en aandoeningen en weet je welke gevolgen dit heeft voor het begeleiden. Functies die je kunt vervullen zijn bijvoorbeeld: sociaal pedagogisch beroepskracht, supportmedewerker, ondersteuner, groepsleider, groepsbegeleider, begeleider woongroep, begeleider activiteitencentrum. Je werkt je met volwassenen en ouderen die zich door allerlei problemen niet zelfstandig staande kunnen houden in de samenleving. Sommige cliënten hebben langdurige ondersteuning nodig. Het kan zijn dat zij in een instelling wonen, bijvoorbeeld een psychiatrisch centrum, een instelling voor gehandicaptenzorg, een verzorgingshuis of een verpleeghuis. Andere cliënten bied je tijdelijke ondersteuning, zodat ze weer kunnen terugkeren in de samenleving. Hier kan je denken aan verslaafden, daken thuislozen en vrouwen (en hun eventuele kinderen) die een onderkomen zoeken in een instelling voor vrouwenopvang. Jouw werk Je ondersteunt individuele cliënten of een groep cliënten bij het wonen, werken en leven. Het welbevinden van de cliënt(en) staat daarbij voorop. Voor de ene cliënt betekent dat een zinvolle dagbesteding, de andere cliënt heeft behoefte aan een aangename en gezellige omgeving. Je zorgt ervoor dat de cliënt zijn mogelijkheden zoveel mogelijk benut, dat hij zo zelfstandig mogelijk functioneert en zijn zelfredzaamheid vergroot en behoudt. Helaas lukt het niet altijd om elke cliënt verder te ontwikkelen. Sommige cliënten moet je daarom helpen accepteren dat er geen vooruitgang mogelijk is. Dit is ook iets dat je zelf moet accepteren: sommige cliënten zullen zich niet ontwikkelen, of vallen terug in oude gewoontes en gedragingen. Omdat niet altijd duidelijk is wat de hulpvragen en wensen van de cliënt zijn, is het belangrijk dat je deze onderzoekt. Je sluit aan bij de vragen, behoeften, voorkeuren, achtergrond en cultuur van de cliënt, maar daarbij houd je wel altijd de begeleidingsdoelen voor ogen. Je signaleert veranderingen in het gedrag van de cliënt of in de situatie, zoals gedragsproblemen of gezondheidsproblemen. Je kunt dan op tijd ingrijpen of deze signalen doorgeven aan de verantwoordelijke functionaris. Je schat voortdurend in waarmee je het optimale resultaat kunt realiseren: motiveren, enthousiasmeren, coachen, ondersteunen, activeren, sturen of verzorgen. Je wisselt voortdurend tussen deze rollen, afhankelijk van de cliënt en de situatie. En al deze rollen moet je flexibel kunnen hanteren. Bij sommige cliëntgroepen heb je niet alleen te maken met de cliënt zelf, maar ook met zijn ouders of zijn wettelijke vertegenwoordigers en/of het sociale netwerk van de cliënt. Jouw kwaliteiten Je hebt direct contact met cliënten, daarom is jouw persoonlijkheid doorslaggevend. Je gaat een professionele relatie met de cliënten aan. Daarvoor moet je de volgende kwaliteiten en eigenschappen ontwikkelen: Betrokkenheid: je werkt vanuit interesse voor maatschappelijke vraagstukken en je kunt hierbij een professionele afstand houden. Empathisch vermogen: je kunt je inleven in de situatie van de cliënt en je ziet zijn kwaliteiten, talenten en mogelijkheden en kunt die waarderen. Assertiviteit: je kunt op een juiste, positieve manier voor jezelf opkomen. Representativiteit: je hebt een positieve, professionele uitstraling naar cliënten en collega’s. Je presenteert je als vertegenwoordiger van jouw organisatie. Integriteit: je bent betrouwbaar en handelt volgens algemeen geldende ethische normen en de beroepscode.
SAW-MZ BBL Niveau 3 92650
8
cohort 2014-2016
2.4 Waar kan ik straks gaan werken? Je kunt komen te werken bij instellingen die begeleiding en zorg geven op gebied van persoonlijke verzorging, wonen of dagbesteding. Denk hierbij aan bijvoorbeeld: een kleinschalige woonvorm voor ouderen of gehandicapten, een dak- en thuislozen tehuis, een psychiatrisch centrum, een zorgboerderij, een verzorgings- of verpleeghuis. Daarnaast kan je komen te werken bij instellingen zoals bijvoorbeeld een sociale werkvoorziening, een reïntegratiebedrijf, een asielzoekerscentrum, een justitiële inrichting. Je streeft ernaar mensen in de maatschappelijke zorg, ook wel cliënten genoemd, zo zelfstandig mogelijk te laten functioneren in hun eigen omgeving en als lid van de samenleving. Je krijgt te maken met bijvoorbeeld: • mensen van alle leeftijden met een lichamelijke en/of verstandelijke beperking en/of zintuigelijke beperking • volwassenen en ouderen met een psychiatrische aandoening • volwassenen en ouderen met een verslavingsprobleem • volwassenen en ouderen met een psychosociaal of gedragsprobleem • ouderen met ouderdomsklachten • volwassenen en ouderen die dak- of thuisloos zijn • vrouwen (en hun eventuele kinderen) en mannen die te maken hebben gehad met huislijk geweld • aanstaande tienermoeders • volwassenen en ouderen die in justitiële inrichtingen verblijven • volwassenen en ouderen die asiel zoeken in Nederland • volwassenen en ouderen met een combinatie van problemen
2.5 Kan ik ook doorstuderen? Je kunt na je opleiding Medewerker maatschappelijke zorg aan de slag gaan in het werkveld, maar je kunt ook doorleren. Je kunt doorstromen naar een niveau 4 opleiding, bijvoorbeeld de opleiding Medewerker gehandicaptenzorg of Medewerker specifieke doelgroepen. Het is ook mogelijk om naar andere mbo-opleidingen op niveau 4 door te stromen, zoals Pedagogisch Werker, Sociaal Cultureel Werker, Onderwijsassistent of Maatschappelijk Dienstverlener of Verpleegkundige. Met het diploma Medewerker Gehandicaptenzorg of Medewerker Volwassenenwerk kun je doorstromen naar HBOopleidingen, bijvoorbeeld de opleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening, Maatschappelijke Dienstverlening of HBO-Verpleegkunde.
SAW-MZ BBL Niveau 3 92650
9
cohort 2014-2016
Hoofdstuk 3: Hoe ziet mijn opleiding eruit? 3.1 Welke onderdelen komen aan bod? Je opleiding bestaat uit de volgende onderdelen: het beroepsgerichte gedeelte van je opleiding loopbaan Burgerschap en godsdienst Nederlands Rekenen Engels Het Hoornbeeck College wil je op basis van deze opleidingsonderdelen zo goed mogelijk vormen en toerusten voor je toekomstig functioneren in beroep, gezin, kerk en maatschappij. Hierbij wordt aandacht besteed aan kennis, vaardigheden en beroepshouding. Kerntaken, werkprocessen en competenties De inhoud van de opleiding is gebaseerd op de kerntaken en werkprocessen van het beroep waar je voor wordt opgeleid. Een kerntaak beschrijft de werkzaamheden die bij het beroep horen. Elke kerntaak is verdeeld in werkprocessen. Een werkproces is een afgebakend geheel van werkzaamheden. Om de werkprocessen goed te kunnen uitvoeren, moet je bepaalde competenties beheersen. Een voorbeeld van een competentie is: samenwerken en overleggen. Een competentie is een cluster van kennis, vaardigheden en houding die van invloed is op een belangrijk deel van iemands taak, rol of verantwoordelijkheid. De opleiding Maatschappelijke Zorg kan verschillende uitstromen bevatten. In het onderstaande schema wordt aangegeven welke kerntaken en werkprocessen de verschillende uitstromen gemeen hebben. Zo wordt gelijk ook duidelijk gemaakt waar de verwantschap tussen de verschillende uitstromen zich bevindt en waar uitstromen van elkaar verschillen. De opleiding Maatschappelijke Zorg (kwalificatiedossier 2014-2015) MAATSCHAPPELIJKE ZORG Kerntaken Opstellen van een plan van aanpak
Bieden van ondersteunende, activerende begeleiding en zorg
Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken
UITSTROOM
Werkprocessen
MZ niv.3
MZGH niv.4
MZSD niv.4
X
1.1
Inventariseert hulpvragen van de cliënt
X
X
1.2
Schrijft het plan van aanpak
X
X
1.3
Specificeert het plan van aanpak tot een activiteitenplan
X
X
2.1
Ondersteunt de cliënt bij de persoonlijke verzorging
X
X
X
2.2
Ondersteunt de cliënt bij wonen en huishouden
X
X
X
2.3
Ondersteunt de cliënt bij dagbesteding
X
X
X
2.4
Begeleidt een groep cliënten op sociaal-maatschappelijk gebied
X
X
X
2.5
Ondersteunt de cliënt bij voeren van de regie over zijn leven
X
X
2.6
Ondersteunt het sociale systeem
X
X
2.7
Voert verpleegtechnische handelingen uit
X
3.1
Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering
X
X
X
3.2
Werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg
X
X
X
3.3
Stemt de werkzaamheden af met betrokkenen
X
X
X
3.4
Voert coördinerende taken uit
X
X
3.5
Voert beheertaken uit
3.6
Evalueert de geboden ondersteuning
SAW-MZ BBL Niveau 3 92650
X
10
X
X
X
cohort 2014-2016
Toelichting kolom uitstroom: MMZ = uitstroom Medewerker maatschappelijke zorg (niveau 3) MZ-GH = uitstroom Werker gehandicaptenzorg (niveau 4) MZ-SD = uitstroom Werker specifieke doelgroepen (niveau 4)
3.2 Hoe ziet het opleidingsmodel er uit? De SAW-MZ opleiding op niveau 3 duurt twee jaar en de opleidingen op niveau 4 aansluitend één jaar. Een schooljaar is verdeeld in perioden van tien weken. In onderstaand schema kun je zien hoe de opleiding is opgebouwd. Sociaal Agogisch Werk – Maatschappelijke Zorg (BBL) 1e leerjaar MMZ (niveau 3)
Basisjaar: oriëntatie op doelgroepen
2e leerjaar MMZ (niveau 3)
Verdieping: ouderenzorg, gehandicaptenzorg en psychiatrie
3e leerjaar MZ (niveau 4)
GH : Gehandicaptenzorg Uitstroom
SAW-MZ BBL Niveau 3 92650
SD : Specifieke doelgroepen
11
cohort 2014-2016
3.3 Wanneer krijg ik wat? Hieronder vind je het jaarrooster Je lesrooster wordt voorafgaand aan een nieuwe periode bekendgemaakt.
Jaarrooster BBL-SAW cursusjaar 2014-2015 e, e e (1 2 en 3 leerjaar / locatie Rotterdam) Week 37
Donderdag 11 september 2014
Periode 1 - introductie
Week 38
Donderdag 18 september 2014
Periode 1 - lesdag 2
Week 39
Donderdag 25 september 2014
Periode 1 - lesdag 3
Week 40
Donderdag 2 oktober 2014
Periode 1 - lesdag 4
Week 41
Donderdag 9 oktober 2014
Periode 1 - lesdag 5
Week 42
Donderdag 16 oktober 2014
Periode 1 - lesdag 6
Week 43
Donderdag 23 oktober 2014
Herfstvakantie
Week 44
Donderdag 30 oktober 2014
Periode 1 - lesdag 7
Week 45
Donderdag 6 november 2014
Periode 1 - lesdag 8
Week 46
Donderdag 13 november 2014
Periode 1 - lesdag 9
Week 47
Donderdag 20 november 2014
Periode 1 - lesdag 10/toetsen
Week 48
Donderdag 27 november 2014
Periode 2 - lesdag 1
Week 49
Donderdag 4 december 2014
Periode 2 - lesdag 2
Week 50
Donderdag 11 december 2014
Periode 2 - lesdag 3
Week 51
Donderdag 18 december 2014
Periode 2 - lesdag 4
houdingsscores
Week 52
Donderdag 25 december 2014
Kerstvakantie
Voortgangsgesprek
Week 1
Donderdag 1 januari 2015
Kerstvakantie
Voortgangsgesprek
Week 2
Donderdag 8 januari 2015
Periode 2 - lesdag 5
Week 3
Donderdag 15 januari 2015
Periode 2 - lesdag 6
Week 4
Donderdag 22 januari 2015
Periode 2 - lesdag 7
Voortgangsgesprek
Week 5
Donderdag 29 januari 2015
Periode 2 - lesdag 8
Voortgangsgesprek
Week 6
Donderdag 5 februari 2015
Periode 2 - lesdag 9
Voortgangsgesprek
Week 7
Donderdag 12 februari 2015
Periode 2 - lesdag 10/toetsen
Week 8
Donderdag 19 februari 2015
Periode 3 - lesdag 1
Week 9
Donderdag 26 februari 2015
Voorjaarsvakantie
Week 10
Donderdag 5 maart 2015
Periode 3 - lesdag 2
Week 11
Donderdag 12 maart 2015
Periode 3 - lesdag 3
Week 12
Donderdag 19 maart 2015
Periode 3 - lesdag 4
Week 13
Donderdag 26 maart 2015
Periode 3 - lesdag 5
Week 14
Donderdag 2 april 2015
Periode 3 - lesdag 6
Week 15
Donderdag 9 april 2015
Periode 3 - lesdag 7
Week 16
Donderdag 16 april 2015
Periode 3 - lesdag 8
Week 17
Donderdag 23 april 2015
Periode 3 - lesdag 9
Week 18
Donderdag 30 april 2015
Periode 3 - lesdag 10/toetsen
Week 19
Donderdag 7 mei 2015
Meivakantie
SAW-MZ BBL Niveau 3 92650
12
houdingsscores
houdingsscores
cohort 2014-2016
Week 20
Donderdag 14 mei 2015
Periode 4 - lesdag 1
Week 21
Donderdag 21 mei 2015
Periode 4 - lesdag 2
Week 22
Donderdag 28 mei 2015
Periode 4 - lesdag 3
Week 23
Donderdag 4 juni 2015
Periode 4 - lesdag 4
Week 24
Donderdag 11 juni 2015
Periode 4 - lesdag 5
Week 25
Donderdag 18 juni 2015
Periode 4 - lesdag 6
Week 26
Donderdag 25 juni 2015
Periode 4 - lesdag 7
Week 27
Donderdag 2 juli 2015
Periode 4 – lesdag 8 /toetsen
Week 28
Woensdag 8 juli 2015
Diplomering niveau 3 en 4
Week 29
Donderdag 16 juli 2015
Zomervakantie
SAW-MZ BBL Niveau 3 92650
13
houdingsscores
Inleveren Pr2M-map
cohort 2014-2016
3.4 Kan ik een individueel traject volgen? Wanneer je een andere route wilt of moet volgen, worden er samen met jou afspraken gemaakt over het volgen van de lessen op school en over de beroepspraktijkvorming. Het Hoornbeeck College stelt de opleidingsduur per leerweg vast mede op grond van eventuele Eerder Verworven Competenties (de zgn. EVC's). Aantoonbare maatschappelijke ervaring kan leiden tot vrijstelling voor kerntaken van LLB, (Leren, Loopbaan en Burgerschap) Specifieke (aantoonbare) werkervaring kan leiden tot een vrijstelling voor (onderdelen van) een (aantal) zogenaamde werkprocessen.
3.5 Zijn er uitstroommogelijkheden? Binnen de opleiding BLL-SAW niveau heb je twee uitstroommogelijkheden: (MZ) Maatschappelijke Zorg en (PW) Pedagogisch Werk.
3.6 Zijn er extra (keuze) mogelijkheden? Met het diploma SAW niveau 3 kun je doorstromen naar de opleiding SAW niveau 4. De opleiding SAW niveau 4 heeft twee uitstroommogelijkheden: Pedagogisch Werk (PW) en Maatschappelijke Zorg (MZ). De opleiding SAW niveau 4 wordt in de BBL vooralsnog alleen aangeboden voor de opleiding MZ met de uitstroommogelijkheden: Gehandicaptenzorg (GH) en Volwassenwerk (VW).
3.7 Hoe zit het met deelname aan onderwijsactiviteiten? In artikel 11 ‘Inspanningsverplichting student’ uit het Reglement Onderwijsovereenkomst staat: “De student is gehouden zich naar beste vermogen in te spannen de opleiding binnen de gestelde termijn met succes af te ronden. In het bijzonder is de student gehouden daadwerkelijk aan de opleidingsactiviteiten deel te nemen, tenzij dit om zwaarwegende redenen niet van hem/haar gevergd kan worden.” Ook is volgens het Examenreglement deelname aan de toetsen verplicht. Als je dan ook bepaalde onderwijsactiviteiten niet kunt bijwonen, moet je verlof vragen. Als school houden we bij wanneer en waarom er onderwijsactiviteiten verzuimd zijn en zo nodig nemen we maatregelen.
3.8 Hoe word ik begeleid? Tijdens je schoolloopbaan op het Hoornbeeck College word je door diverse personen binnen de school begeleid. Allereerst is er het opleidingsteam dat zich richt op de opleiding. De docenten uit het opleidingsteam dragen zorg voor de onderwijsactiviteiten. Daarnaast heb je een studieloopbaanbegeleider. Hij/zij begeleidt je bij het leren. Bij hem/haar kun je terecht met vragen en problemen op het gebied van de studie in het algemeen of sociale vaardigheden. (In de BBL-opleiding is je BPV-docent tevens je SLB-er) Hij/zij is het aanspreekpunt voor jou, onderhoudt indien nodig de contacten met de ouders en verwijst eventueel door naar andere personen, zoals bijvoorbeeld iemand van het Studentenzorgteam (SZT). De decaan begeleidt je bij het kiezen van de juiste (vervolg)opleiding. Tot slot noemen we de opleidingsmanager en BBL-coördinator. Zij bewaken de goede gang van zaken binnen de opleiding.
SAW-MZ BBL Niveau 3 92650
14
cohort 2014-2016
3.9 Hoe ziet mijn beroepspraktijkvorming (bpv) er uit? 3.9.1 Wat is het doel van de bpv? Omdat je een beroepsopleiding volgt, ben je een belangrijk deel van je opleiding in de beroepspraktijk bezig. Hiervoor ga je regelmatig op beroepspraktijkvorming (bpv). De kerntaken die bij het beroep horen kun je hier meemaken en oefenen. Ook kun je dan laten zien of je deze kerntaken beheerst. 3.9.2 Wat is de inhoud van de bpv? Tijdens de bpv neem je deel aan de dagelijkse werkzaamheden in de bpv-instelling en werk je aan bpvopdrachten. Wat er precies van je wordt verwacht tijdens de bpv staat in de bpv-gids. Deze gids is een bijlage bij de OER. Je ontvangt de bpv-gids aan het begin van het cursusjaar. Op school wordt deze gids besproken, zodat je goed voorbereid je bpv in gaat. Tijdens de bpv wordt gebruikt gemaakt van de proeves van PROVE2MOVE.
3.9.3 Hoe kom ik aan een bpv-plaats? Door middel van sollicitatie heb je een leerbedrijf gevonden met een arbeidscontract van 24 uur Deze bpv-instelling moet een erkend leerbedrijf zijn. De erkende leerbedrijven zijn opgenomen in het register van Calibris, www.calibris.nl. 3.9.4 Hoe word ik begeleid tijdens de bpv? Tijdens de bpv word je begeleid door een werkbegeleider van het leerbedrijf. Deze persoon stelt je in staat om aan de bpv-eisen te voldoen. Vanuit de school word je begeleid door je bpv-docent. Deze docent bewaakt de goede voortgang van de bpv, legt bezoeken af aan de stage-instelling en is voor jou het eerste aanspreekpunt voor allerlei vragen over de bpv. Begeleiding vanuit het leerbedrijf Elke instelling heeft de begeleiding anders geregeld. Ook zijn er verschillende benamingen voor de begeleiding. Dit kan zijn: werkbegeleider, praktijkbegeleider, praktijkcoördinator, etc. Hieronder lees je de algemene regels die belangrijk zijn voor de begeleiding vanuit de instelling: - Als bbl-er word je regelmatig begeleid door een collega die gediplomeerd is. - Je hebt wekelijks een gesprek met deze werkbegeleider over hoe het gaat op de afdeling. - Je hebt vier keer per jaar een houdingsgesprek met je werkbegeleider. - Je hebt voortgangsgesprekken met je werkbegeleider vanuit de instelling en de begeleidingsdocent vanuit het Hoornbeeck College. - Je bespreekt je leerdoelen en opdrachten Begeleiding vanuit het Hoornbeeck College Je bpv-docent houdt contact met de praktijkbegeleider uit de organisatie waar je werkt. Dit doet de bpvdocent door telefonisch of via de mail te overleggen over de studievoortgang van de studenten die werkzaam zijn in de instelling. Ook gaat de bpv-docent 1 of 2 keer per jaar bij de instelling op bezoek. Tijdens dit bezoek zal de bpvdocent met de praktijkbegeleider spreken over de studievoortgang van jou als student.
3.9.5 Hoe wordt de bpv beoordeeld? De school heeft de eindverantwoordelijkheid bij de beoordeling van de bpv. De wijze van beoordeling staat in de bpv-gids beschreven.
SAW-MZ BBL Niveau 3 92650
15
cohort 2014-2016
3.9.6 Hoeveel uur werk ik tijdens de bpv? De door jou te werken bpv-uren worden opgenomen in je praktijkovereenkomst (POK). Wanneer tijdens de beroepspraktijkvorming hierover andere informatie wordt verstrekt, geldt de informatie uit de praktijkovereenkomst. Je verantwoordt de door jou gewerkte uren door: 1. alle dienstroosters te bewaren; 2. deze dienstroosters door je praktijkbegeleider te laten ondertekenen; 3. de ondertekende dienstroosters aan het einde van het cursusjaar in te leveren bij je bpvdocent. 3.9.7 Wat houdt de praktijkovereenkomst in? Voordat je op bpv gaat, wordt er een leerwerkovereenkomst gesloten tussen het Hoornbeeck College, de bpv-instelling en jou als student. Deze overeenkomst is een contract waarin verschillende afspraken vastgelegd zijn die gelden tijdens je bpv-periode. Onderdeel hiervan de is het reglement, waarin de rechten en plichten staan van zowel de school, de bpv-instelling als van de student. De overeenkomst wordt door school, de instelling en door jou ondertekend en ieder krijgt hiervan een exemplaar. Wanneer de afspraken die in de overeenkomst staan niet worden nagekomen worden, kan de bpv worden gestopt.
SAW-MZ BBL Niveau 3 92650
16
cohort 2014-2016
Hoofdstuk 4: Hoe loopt de weg naar mijn diploma? 4.1 Wat voor toetsen krijg ik? Ontwikkelingsgerichte toetsen geven aan welke onderdelen je voldoende beheerst en aan welke onderdelen je meer aandacht moet besteden. De uitkomst hiervan komt niet op je diploma te staan. Kwalificerende toetsen zijn om aan te tonen dat je onderdelen van de opleiding beheerst. De resultaten van deze toetsen komen op je diploma te staan. Voor alle kwalificerende toetsen is het Examenreglement van toepassing. Je kunt dit vinden op de website van het Hoornbeeck College. In het toetsplan kun je lezen welke toetsen er tijdens jouw opleiding afgenomen worden. Dit toetsplan is in deze OER opgenomen. Binnenschoolse toetsen worden meestal afgenomen in de laatste week van een periode. Tien dagen van te voren ontvang je een toetsrooster. Hierin staat wanneer welke toets afgenomen wordt, waar je moet zijn en hoeveel tijd je voor de toets krijgt. Bij iedere opleiding hoort een examencommissie. Deze commissie is eindverantwoordelijke voor de examinering. Wanneer je vragen over examens hebt kun je terecht bij de opleidingsmanager (voorzitter van de teamexamencommissie) of de secretaris van de teamexamencommissie.
4.2 Hoe vindt beoordeling van mijn toetsen plaats? Binnen vijftien schooldagen na het afnemen van de binnenschoolse toets ontvang je de uitslag van de beoordeling. Dit gebeurt meestal door de docent die jouw toets heeft beoordeeld. Deze docent geeft je ook de gelegenheid om het beoordeelde werk in te zien. Het kan dan voorkomen dat je het niet eens bent met de beoordeling. Dit bespreek je eerst met de betreffende docent. Wanneer er dan een verschil van mening over de beoordeling blijft bestaan, kun je een aanvraag doen voor een tweede beoordeling. Een tweede beoordeling moet je schriftelijk aanvragen bij de teamexamencommissie (via de opleidingsmanager) met de redenen erbij vermeld. Je krijgt dan binnen twee weken van de teamexamencommissie hierover bericht. Ben je het met de uitspraak van de teamexamencommissie niet eens, dan bestaat er nog een mogelijkheid om hiertegen bezwaar aan te tekenen. Hoe dit in zijn werk gaat, kun je lezen in het examenreglement dat je kunt vinden op de website van het Hoornbeeck College. In hoofdstuk 5 kun je zien welke toetsen binnenschools zijn en welke toetsen in de beroepspraktijkvorming worden afgenomen.
4.3 Krijg ik een resultatenoverzicht? Na iedere periode wordt er een resultatenvergadering gehouden. Na deze vergadering worden de resultatenoverzichten beschikbaar gesteld aan de studenten. Als er aanleiding voor is, wordt het resultatenoverzicht door je studieloopbaanbegeleider/BPV-docent met jou doorgesproken.
4.4 Kan ik een toets inhalen? Er kunnen geldige redenen zijn waardoor je verhinderd bent een toets bij te wonen. Je krijgt de gelegenheid om deze toets in te halen.
SAW-MZ BBL Niveau 3 92650
17
cohort 2014-2016
Je hebt twee toetsgelegenheden. Wanneer je onwettig* een toets niet maakt of een toets niet tijdig inlevert, is sprake van een nietbenutte toetsgelegenheid. Daarmee houd je minder mogelijkheden over om een bepaalde toets te maken. *Onwettig wil in dit verband zeggen: als je geen geldige reden hebt waardoor je verhinderd was een toets te maken of wanneer je je niet correct hebt afgemeld voor een toets.
4.5 Mag ik een toets herkansen? Om voor een diploma in aanmerking te komen dienen alle kwalificerende toetsen met een voldoende beoordeling te worden afgesloten. Daarnaast worden zowel de kwalificerende toetsen als de ontwikkelingsgerichte toetsen meegenomen bij het bepalen van een studieadvies of studiebesluit. Het is mogelijk om onvoldoende resultaten te herkansen. Dit kan echter niet onbeperkt. Bij herkansing telt het hoogst behaalde resultaat. De toetsingsregeling (inclusief herkansingsregeling) is als volgt: Per (ontwikkelingsgerichte of kwalificerende) toets zijn er drie toetsgelegenheden. Eerste toetsgelegenheid: Bij binnenschoolse toetsing aan het einde van de periode waarin les is gegeven ter voorbereiding op deze toets. Bij buitenschoolse toetsing tijdens de bpv-periode. Tweede toetsgelegenheid: Deze is van toepassing indien: o Een toets moet worden ingehaald of indien. o Een toets met een onvoldoende is beoordeeld en een voldoende nodig is als anders voortgang van de opleiding in gevaar komt. Bij binnenschoolse toetsing wordt deze tweede toetsgelegenheid bij voorkeur ingepland op de volgende inhaal- of herkansingstoetsdag. Bij buitenschoolse toetsing wordt deze tweede toetsgelegenheid ingepland in de eerstvolgende bpv-periode. Een student schrijft zich zelf in voor een tweede toetsgelegenheid. Nadat het laatste studieadvies van de opleiding is verstrekt, geldt het volgende voor herkansing: Er vindt alleen herkansing plaats van kwalificerende toetsen, omdat voor deze toetsen een voldoende nodig is om te kunnen diplomeren. Wanneer je twee keer een onvoldoende behaalt voor kwalificerende toetsing kun je niet verder met de opleiding. Per student wordt een herkansingstraject opgesteld, wat kan inhouden dat er sprake is van uitgestelde diplomering. In geval van bijzondere omstandigheden kan de teamexamencommissie besluiten van bovengenoemde toetsingsregeling af te wijken ten gunste van de student.
SAW-MZ BBL Niveau 3 92650
18
cohort 2014-2016
4.6 Wat als ik onvoldoende sta voor een kwalificerende toets na benutting van mijn toetsmogelijkheden? Wanneer je voor een of meerdere kwalificerende toetsen na het benutten van de herkansingsmogelijkheden nog onvoldoende staat, betekent dit dat je de opleiding niet binnen de gestelde tijd kan behalen. Om toch je diploma te kunnen behalen, moet je na afloop van de onderwijsovereenkomst je inschrijven als examendeelnemer. Als examendeelnemer kun je tegen betaling opnieuw je onvoldoende toetsen maken. In dat geval wordt door de secretaris van de teamexamencommissie een individueel traject voor je samengesteld.
4.7 Wat als ik na afloop van mijn onderwijsovereenkomst nog geen diploma heb behaald? Wanneer je tijdens de duur van de onderwijsovereenkomst geen diploma hebt behaald, zijn er de volgende mogelijkheden voor het vervolgen van je (studie)loopbaan: 1. Komen tot diplomering op dezelfde opleiding door verlenging van de onderwijsovereenkomst. Dit is alleen van toepassing als aangetoond kan worden dat hiermee voldaan wordt aan de 850urennorm. Concreet betekent dit dat verlenging van de onderwijsovereenkomst van toepassing is als je nog beroepspraktijkvorming moet doen of nog een bij de opleiding behorend lesprogramma moet volgen. 2. Uitschrijven als student voor betreffende opleiding. In dit geval zijn er drie mogelijkheden voor het vervolgen van je (studie)loopbaan: a. Komen tot diplomering op dezelfde opleiding door inschrijving voor een traject als examendeelnemer, waarbij je tegen betaling in de gelegenheid wordt gesteld om bepaalde toetsen voor een opleiding te doen; b. Komen tot diplomering op een lager niveau door overstap naar een opleiding van een lager niveau dan de huidige opleiding; c. Niet vervolgen van de studieloopbaan (dit is alleen mogelijk indien voldaan is aan leer- en kwalificatieplicht). In situatie b en c zal worden bezien of je in aanmerking komt voor een of meerdere certificeerbare eenheden. In paragraaf 5.4 lees je hierover meer.
SAW-MZ BBL Niveau 3 92650
19
cohort 2014-2016
4.8 Wat moet ik weten over studieadvies en studiebesluit?
Wat betreft studieadvies en studiebesluit geldt het volgende: Een studieadvies en –besluit heeft betrekking op de opleidingsonderdelen: het beroepsgerichte deel van je opleiding Loopbaan en burgerschap; Nederlands en rekenen; Engels.
1. -
-
Na afloop van elke periode bepaalt de docentenvergadering voor jou een studieadvies. Dit advies kan zijn: de door jou behaalde resultaten zijn tot tevredenheid. Dit is van toepassing indien 20% of minder van alle te behalen (ontwikkelingsgerichte) toetsen met een onvoldoende is beoordeeld of onwettig niet is gemaakt/tijdig ingeleverd. de door jou behaalde resultaten geven aanleiding tot bezorgdheid over het kunnen behalen van de opleiding. Dit is aan de orde indien meer dan 20% van alle te behalen (kwalificerende en ontwikkelinggerichte) toetsen met een onvoldoende is beoordeeld of onwettig niet is gemaakt/tijdig ingeleverd. Een niet gedane toets wordt bij het bepalen van het studieadvies meegeteld als zijnde een onvoldoende toets (tenzij er wettige redenen zijn voor het niet-gedaan-zijn van een toets).
2.
Bij een positief studieadvies wordt mondelinge/telefonische toelichting door de studieloopbaanbegeleider/BPV-docent gegeven. Bij een negatief studieadvies is er een gesprek met student en bbl- coördinator en/of BPV-docent waarin het studieadvies wordt toegelicht. In overleg met het leerbedrijf wordt een vervolgtraject vastgesteld.
3.
Een studieadvies en –besluit is gebaseerd op het traject dat met jou is afgesproken. Dit betreft een regulier traject of een maatwerktraject.
4.
Tegen het studiebesluit kun je bezwaar aantekenen bij de teamexamencommissie en bij afwijzing van zijn bezwaar in beroep gaan bij de Commissie van Beroep voor de examens volgens de werkwijze zoals beschreven in hoofdstuk 5 van het examenreglement.
SAW-MZ BBL Niveau 3 92650
20
cohort 2014-2016
Hoofdstuk 5: Hoe ziet het toetsplan van mijn opleiding er uit? 5.1 Wat moet ik weten voor ik het toetsplan lees? In het toetsplan staan alle toetsen die je tijdens je opleiding maakt. In het schema van het toetsplan kom je een aantal termen tegen, die hieronder worden toegelicht.
Gebruikte term
Toelichting
Naam toets Leerdoel(en)
De naam van de toets zoals deze wordt afgenomen. Beschrijft (een) streefsituatie(s) voor het zich eigen willen maken van kennis, vaardigheden en/of houding; dit op het bijpassende reproductieve, productieve of zelfsturende niveau. De vorm van de toets, bijvoorbeeld: proeve van bekwaamheid portfolio-assessment De omgeving waarin de toets plaatsvindt, bijvoorbeeld: school bpv simulatie De periode waarin de toets over het algemeen wordt afgenomen (indien van toepassing). De tijdsduur van de toets (indien van toepassing). Een kwalificerende toets (examen) telt mee voor je diploma. Een ontwikkelingsgerichte toets telt niet mee voor je diploma.
Beoordelingsvorm
Context
Periode Duur Kwalificerend of ontwikkelingsgericht
K = kwalificerend O = ontwikkelingsgericht
In het toetsplan van Nederlands en Engels kom je in plaats van kerntaak, werkproces en competentie enkele andere termen tegen: Taal
De taal die wordt getoetst. Bijvoorbeeld: Nederlands of Engels.
Aandachtsgebied
Het onderdeel van Nederlands of Engels Taal dat wordt beoordeeld, te weten: luisteren, lezen, gesprekken voeren, spreken en schrijven.
Beheersingsniveau
Het niveau waarop Nederlands of Engels wordt getoetst. Hiervoor wordt een landelijk opgestelde nummering gebruikt. Bijvoorbeeld: B1.
SAW-MZ BBL Niveau 3 92650
21
cohort 2014-2016
5.2 Het toetsplan van mijn opleiding 5.2.1 Toetsplan behorend bij het kwalificatiedossier Naam kwalificatie Crebocode kwalificatie Opleidingsvariant Toetsplan
: : : :
Kwalificatiedossier jaar 1 ontwikkelingsgericht
Code: W3SKD50
Naam toets
Toetsinhoud
Toetscode
Werkprocessen
Beoordelingsvorm
Schaal
Context
Periode Duur
SAW-KVD Ontwikkelingspsychologie
Ontwikkelingspsychologie
W3S501
WP1.1
Schriftelijk
Cijfer
school
1
90 min. O
SAW-OMD Pedagogiek/ methodiek
Pedagogiek/ methodiek
W3S502
WP 1.1
Schriftelijk/ Opdracht
Cijfer
1
O
SAW-ZGK Persoonlijke zorg
Persoonlijke zorg
W3S503
WP2.1
Schriftelijk
Cijfer
1
50 min. O
SAW-KVD Doelgroep Ouderen
Doelgroep Ouderen
W3S505
WP 1.1
Schriftelijk
Cijfer
2
90 min. O
SAW-OMD Methodische Vaardigheden
Methodische Vaardigheden
W3S506
WP 1.1
Opdracht
Cijfer
werk
2
O
SAW-ZGK Ondersteunen bij pers.zorg/ouderen
Ondersteunen bij pers.zorg/ouderen
W3S507
WP 2.1
Schriftelijk Integratief
Cijfer
school
2
90 min. O
SAW-KVD Doelgroep Gehandicapten
Doelgroep
W3S508
WP 1.1
Schriftelijk
Cijfer
school
3
70 min. O
SAW-GMD Overleggen/Samenwerken
Overleggen/
W3S509
WP 3.1
Opdracht
Cijfer
werk
3
O
SAW-MZ BBL Niveau 3 92650
Gehandicapten samenwerken
25
Medewerker Maatschappelijke Zorg niveau 3 92650 Beroepsbegeleidende leerweg e 1 en 2e leerjaar (2014-2016)
Schaal:-
cohort 2014-2016
School/ werk School/ werk School/ werk
K/O
SAW-HHK Ondersteunen bij wonen
Ondersteunen
SAW-MCV Ondersteunen bij dagbesteding
Ondersteunen
SAW-ZGK Ondersteunen bij pers. Zorg en wonen SAW-KVD Doelgroep GGZ
W3S514
WP 2.2
Checklist
Cijfer
W3S511
WP 2.3
Opdracht
Cijfer
Ondersteunen bij pers.zorg en wonen
W3S510
WP 2.1, 2.2
Opdracht
Cijfer
Doelgroep GGZ
W3S512
WP 1.1
Schriftelijk
W3S513
WP 2.2
Opdracht
bij wonen dagbesteding
Ondersteunen SAW-GMD Ondersteunen bij begeleiden
bij begeleiden
werk
3
O
3
O
werk
3
O
Cijfer
school
4
O
Cijfer
werk
4
O
K/O
School/ werk
Godsdienstige vorming Kwalificatiedossier jaar 2 ontwikkelingsgericht
Code: W3SKD51
Naam toets
Toetsinhoud
Toetscode
Werkprocessen
Beoordelingsvorm
Schaal
Context
Periode Duur
SAW-KVD Verdieping gehandicaptenzorg
Verdieping gehandicaptenzorg
W3S516
WP 1.1
schriftelijk
Cijfer
school
5
100 min.
O
SAW-OMD Methodiek, activiteitenbegeleiding
Methodiek, activiteitenbegeleiding
W3S517
WP 1.1
5
100 min.
O
SAW-KVD Psychiatrie
Psychiatrie
W3S518
WP 1.1
schriftelijk
Cijfer
6
100 min.
O
SAW-OMD Deskundigheidsbevordering
Deskundigheidsbevorderi W3S519 ng
WP 3.1
opdracht
Cijfer
SAW-MCV vakmethodiek
vakmethodiek
W3S520
WP 2.3
opdracht
Cijfer
SAW-KVD Verdieping
Verdieping doelgroepen
W3S521
WP 1.1
schriftelijk
Cijfer
SAW-MZ BBL Niveau 3 92650
26
Schaal:-
schriftelijk/
Cijfer
opdracht
cohort 2014-2016
school/ werk school school/ werk school/ werk school
6
O
6
O
7
90 min. O
doelgroepen SAW-OMD kwaliteitszorg
kwaliteitszorg
W3S522
WP 3.2
opdracht
Cijfer
SAW-ZGK Ziekteleer, medicatie
Ziekteleer, medicatie
W3S523
WP 2.1; 2.2
opdracht
Cijfer
SAW-OMD Groepsdynamica, begeleidingsstijlen
Groepsdynamica, begeleidingsstijlen
W3S524
WP 2.4; 2.5
opdracht
SAW-ZGK ziekteleer
ziekteleer
W3S525
WP 2.1
SAW-KVD Verdieping Ouderenzorg
Verdieping Ouderenzorg
W3S531
WP1.1
SAW-MZ BBL Niveau 3 92650
27
school/
7
O
school/ werk
7
O
Cijfer
school/wer k
8
O
schriftelijk
Cijfer
school
8
60 min. O
schriftelijk
Cijfer
8
90 min. O
cohort 2014-2016
werk
school/ werk
Naam kwalificatie Crebocode kwalificatie Opleidingsvariant Toetsplan
: : : :
Kwalificerende opdrachten jaar 1 en 2
Code: W3SBPV50
Naam opdracht
Toetscode Werkprocessen
Beoordelingsvorm Schaal
Context Periode Duur
K/O
1 Ondersteunen bij persoonlijke zorg op maat: Uiterlijke verzorging
W3S100
2.1
PvB
O-V-G
Buitenschools
2
1 week
K
1 Ondersteunen bij persoonlijke zorg op maat; Zorggebied 2 Keuze 1
W3S101
2.1
PvB
O-V-G
Buitenschools
2
1 week
K
1 Ondersteunen bij persoonlijke zorg op maat; Zorggebied 2 Keuze 2
W3S102
2.1
PvB
O-V-G
Buitenschools
2
1 week
K
2 Ondersteunen bij wonen en huishouden; Zorggebied 1
W3S103
2.2
PvB
O-V-G
Buitenschools
2
1 week
K
2 Ondersteunen bij wonen en huishouden; Zorggebied 2 Keuze 1
W3S104
2.2
PvB
O-V-G
Buitenschools
2
1 week
K
2 Ondersteunen bij wonen en huishouden; Zorggebied 2 Keuze 2
W3S105
2.2
PvB
O-V-G
Buitenschools
2
1 week
K
2 Ondersteunen bij wonen en huishouden; Zorggebied 2 Keuze 3
W3S106
2.2
PvB
O-V-G
Buitenschools
2
1 week
K
3 Budgetbeheer
W3S107
2.2,2.3,2.4
PvB
O-V-G
Buitenschools
3
1 week
K
Toetsinhoud
Medewerker Maatschappelijke Zorg niveau 3 92650 Beroepsbegeleidende leerweg e 1 en 2e leerjaar (2014-2016)
Schaal:-
Examenopdracht A Ondersteunen bij dagelijkse bezigheden MMZ3
SAW-MZ BBL Niveau 3 92650
28
cohort 2014-2016
Examenopdracht B Planmatig werken MMZ3 1 Hulpmiddel inzetten bij hulpvraag op het gebied van persoonlijke zorg; Zorggebied A
W3S108
2.1, 3.3
PvB
O-V-G
Buitenschools
3
3 weken
K
1 Hulpmiddel inzetten bij hulpvraag op het gebied van persoonlijke zorg; Zorggebied B
W3S109
2.1, 3.3
PvB
O-V-G
Buitenschools
3
3 weken
K
2 Ondersteunen bij een activiteit gericht op werk/dagbesteding, scholing of vrije tijd
W3S110
2.3,3.2,3.3
PvB
O-V-G
Buitenschools
4
3 weken
K
3 Doorlopende groepsactiviteit aanbieden
W3S111
2.4, 3.3, 3.6
PvB
O-V-G
Buitenschools
4
5 weken
K
4 Beleving van leef-of groepsklimaat verbeteren
W3S112
1.1, 2.2,3.6
PvB
O-V-G
Buitenschools
4
2 weken
K
Plan van aanpak schrijven
W3S113
1.1, 2.3, 3.1, 3.2
PvB
O-V-G
Buitenschools
5
3 weken
K
Plan van aanpak uitvoeren
W3S114
2.1, 2.2, 2.3, 3.1, 3.2
PvB
O-V-G
Buitenschools
5
3 weken
K
Evalueren en verbeterpunten aandragen
W3S115
3.1, 3.2, 3.8
PvB
O-V-G
Buitenschools
6
1 week
K
Overzicht houden en prioriteiten stellen
W3S116
2.1, 2.2, 2.3, 3.3
PvB
O-V-G
Buitenschools
6
3 dagen K
W3S117
3.1
PvB
O-V-G
Buitenschools
7
2 weken
Examenopdracht C Opvoeden,begeleiden en stimuleren MMZ 3
Examenopdracht Terugblikken en vooruitkijken De reflecterende beroepsbeoefenaar
SAW-MZ BBL Niveau 3 92650
29
cohort 2014-2016
K
5.2.2 Toetsplan behorend bij Godsdienst, loopbaan en burgerschap Naam kwalificatie
:
Medewerker Maatschappelijke Zorg niveau 3
Crebocode kwalificatie
:
92650
Opleidingsvariant
:
Beroepsbegeleidende leerweg
Toetsplan
:
1 en 2e leerjaar (2014-2016)
Burgerschap jaar 1 en 2 kwalificerend
Code: W3LB50
Naam toets
Toetsinhoud
e
Schaal:cijfer
Toetscode Domein
Beoordelingsvorm
Schaal
Context Periode Duur
K/O
Rekenregel: Elke toets heeft weging 1 Arbeid & werk
Politiek-juridische dimensie
ZOUT! –Hoofdstuk 2 (paragraaf 1 t/m 4) ZOUT! – Hoofdstuk 3
H9B1.02
Economische dimensie (deel 1)
Schriftelijk tentamen
Cijfer, bodem 1,0
School
2
60 min.
K
H9B1.03
Politiek-juridische dimensie
Schriftelijk tentamen
Cijfer, bodem 1,0
School
6
60 min.
K
H9B1.04
Economische dimensie (deel 2)
Schriftelijk tentamen
Cijfer, bodem 1,0
School
8
60 min.
K
(paragraaf 1 t/m 4) Media & Consumeren
ZOUT! – Hoofdstuk 4 (paragraaf 1 t/m 4)
SAW-MZ BBL Niveau 3 92650
30
cohort 2014-2016
Godsdienst ontwikkelingsgericht Naam toets
Code: W3SGD1 Toetsinhoud
Schaal: -
Toetscode Domein
Beoordelingsvorm Schaal
Context
Periode Duur
K/O
Het Woord
H3G001
Toets
Cijfer
School
4
50
O
Tien geboden
H3G002
Toets
Cijfer
School
5
50
O
Apologetiek
H3G003
Toets
Cijfer
School
5
50
O
Schoolverklaring voor Godsdienst als elke toets is 5,5 of hoger
SAW-MZ BBL Niveau 3 92650
31
cohort 2014-2016
5.2.3 Toetsplan behorend bij Nederlands Naam kwalificatie
:
Medewerker Maatschappelijke Zorg niveau 3
Crebocode kwalificatie
:
92650
Opleidingsvariant
:
Beroepsbegeleidende leerweg
Toetsplan
:
1 en 2e leerjaar (2014-2016)
Nederlands kwalificerend
Code: H2N1 (bodemcijfer 5,0)
Naam toets
Toetsinhoud
e
Schaal:cijfer
Toetscode Vereist niveau
Beoordelingsvorm Schaal
Context Periode Duur
COE
Elke deeltoets heeft weging 1
Le/Lu
2F
IE
Elke deeltoets heeft weging 1 + omrekening naar cijfer vermelden
IE Schrijfvaardigheid
Sc
2F
Integratief
Cijfer
School
IE Gesprekken voeren
Ge
2F
Integratief
Cijfer
IE Spreken
Sp
2F
Integratief
Cijfer
Lezen en luisteren
Cijfer
7
K/O O
Deeltoetsen: COE Lezen/luisteren Schrijfvaardigheid, gesprekken voeren en spreken
COE
Cijfer
School
O
Cijfer
7
O
2
7
O
School
7
7
O
School
7
7
O
Deeltoetsen:
SAW-MZ BBL Niveau 3 92650
32
cohort 2014-2016
5.2.4 Toetsplan behorend bij rekenen Naam kwalificatie
:
Medewerker Maatschappelijke Zorg niveau 3
Crebocode kwalificatie
:
92650
Opleidingsvariant
:
Beroepsbegeleidende leerweg
Toetsplan
:
1 en 2e leerjaar (2014-2016)
Rekenen ontwikkelingsgericht
Code: W3RN50
e
Schaal:-
Naam toets
Toetsinhoud
Toetscode Vereist niveau
Beoordelingsvorm
Getallen 2F
Eindtoets Deviant Getallen
H2R001
2F
Verhoudingen 2F
Eindtoets Deviant Verhoudingen
H2R002
Meten en Meetkunde 2F
Eindtoets Deviant Meten en Meetkunde
Verbanden 2F
Eindtoets Deviant Verbanden
Rekenen kwalificerend Naam toets
Toetsinhoud
COE rekenen 2F
SAW-MZ BBL Niveau 3 92650
Context Periode Duur
K/O
Digitale/schriftelijke Cijfer toets
School
1 60 min
O
2F
Digitale/schriftelijke Cijfer toets
School
1 60 min
O
H2R003
2F
Digitale/schriftelijke Cijfer toets
School
5 60 min
O
H2R004
2F
Digitale/schriftelijke Cijfer toets
School
5 60 min
O
Code:
33
Schaal
Schaal:
Toetscode Vereist niveau
Beoordelingsvorm
Schaal
Context Periode Duur
H2R100
COE
Cijfer
School
2F
cohort 2014-2016
K/O
7 120 min K
5.2.5 Toetsplan behorend bij Engels Naam kwalificatie
:
Medewerker Maatschappelijke Zorg niveau 3
Crebocode kwalificatie
:
92650
Opleidingsvariant
:
Beroepsbegeleidende leerweg
Toetsplan
:
1 en 2e leerjaar (2014-2016)
Engels ontwikkelingsgericht
Code: W3ES50
Naam toets IE Lezen IE Luisteren IE Schrijfvaardigheid
Toetsinhoud Bloktoets Lezen A2 – toets B Bloktoets Luisteren A2 – toets B Bloktoets Schrijven A2 – toets B
e
Schaal:-
Toetscode Indicatief niveau
Beoordelingsvorm Schaal
Context Periode Duur
K/O
W3E006
A2
Digitaal examen
O/V/G
School
4
O
W3E007
A2
Digitaal examen
O/V/G
School
4
O
W3E008
A2
Vaardigheidstoets O/V/G
School
5
O
IE Gesprekken voeren
Bloktoets Gesprekken A2 – toets B
W3E009
A2
Vaardigheidstoets O/V/G
School
5
O
IE Spreken
Bloktoets Spreken A2 – toets B
W3E010
A2
Vaardigheidstoets O/V/G
School
5
O
Slaag-/zakbeslissing
Vanuit cohortenschema versie mei 2013 schema C: mbo 2 en 3 vanaf cohort 2010, diplomering in 2015-2016 Nederlands: niveau 2 F, verplichte centrale examinering voor lezen en luisteren. Het cijfer van het centrale examen (met 1 decimaal) en het cijfer van het instellingexamen (met 1 decimaal) worden gemiddeld tot een eindcijfer. Dit eindcijfer mag niet lager zijn dan een 5.0 Rekenen: verplichte centrale examinering, het eindcijfer heeft geen invloed op de zak/slaagregeling. Engels: is ontwikkelingsgericht en het eindcijfer heeft geen invloed op de zak/slaagregeling.
SAW-MZ BBL Niveau 3 92650
34
cohort 2014-2016
5.3 Heb ik mijn diploma behaald? Je hebt je diploma behaald, wanneer je: a. een voldoende hebt voor alle kwalificerende toetsen van het beroepsgerichte gedeelte van je opleiding (zie schema op deze bladzijde); b. een voldoende hebt voor (alle kwalificerende toetsen in) de beroepspraktijkvorming; c. gemiddeld voldoende staat voor loopbaan en burgerschap; d. voldoet aan de zak-/slaagregeling van Nederlands, MVT en rekenen.
5.4 Heb ik een certificeerbare eenheid behaald? Wanneer je niet in aanmerking komt voor een diploma, kan het zijn dat je wel in aanmerking komt voor een certificeerbare eenheid. Hieronder staat uitgewerkt welke certificeerbare eenheden je opleiding kent en welke toetsen je moet hebben gehaald om voor een certificeerbare eenheid in aanmerking te komen. MAATSCHAPPELIJKE ZORG niveau 3
Kerntaken
Werkprocessen
Opstellen van een plan van aanpak
1.1
Inventariseert hulpvragen van de cliënt
2.1
Ondersteunt de cliënt bij de persoonlijke verzorging
2.2
Ondersteunt de cliënt bij wonen en huishouden
2.3
Ondersteunt de cliënt bij dagbesteding
2.4
Begeleidt een groep cliënten op sociaal-maatschappelijk gebied
3.1
Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering
3.2
Werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg
3.3
Stemt de werkzaamheden af met betrokkenen
3.6
Evalueert de geboden ondersteuning
Bieden van ondersteunende, activerende begeleiding en zorg
Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken
SAW-MZ BBL Niveau 3 92650
36
Kwalificerende toetsen W3S112, W3S113 W3S100 W3S101 W3S102 W3S108 W3S109 W3S114 W3S116 W3S103 W3S104 W3S105 W3S106 W3S107 W3S112 W3S114 W3S116 W3S107 W3S110 W3S113 W3S114 W3S116 W3S107 W3S111 W3S113 W3S114 W3S115 W3S117 W3S110 W3S113 W3S114 W3S108 W3S109 W3S110 W3S111 W3S116 W3S111 W3S112
cohort 2014-2016
Bijlage 1: Programmering onderwijstijd Wat is een BBL-traject? Het Hoornbeeck College is bevoegd de opleidingen in de Beroeps Begeleidende Leerweg (BBL) binnen de sector Welzijn aan te bieden. Ook binnen deze leerweg volgen deelnemers een voltijdse opleiding. Het verschil met de BOL-opleidingen is dat bij de BBL-opleidingen de volwassen deelnemer een arbeidscontract heeft met een instelling waarbinnen de Beroeps Praktijk Vorming plaats vindt. Een veel groter deel van de opleiding vindt dan ook plaats in de praktijk. De BPV maakt ongeveer twee derde deel van de opleiding uit. Opleidingsduur en studiebelasting Een normatief studiejaar omvat 1600 studiebelastingsuren (SBU) (= 40 weken x 40 uur, inclusief BPV). De reguliere opleiding SAW-MZ3 in de BOL heeft 4800 SBU en duurt dus 3 jaar. De BBL-variant van de opleiding SAW-MMZ3 kan met inbreng van de EVC's worden teruggebracht tot 3200 SBU en dan worden aangeboden in 2 jaar. De reguliere opleiding SAW-MZ4 in de BOL heeft 6400 SBU en duurt 4 jaar. De BBL-variant van de opleiding SAW-MZ4 kan met inbreng van de EVC's worden teruggebracht tot 4800 SBU en dan worden aangeboden in 3 jaar.
SAW-MZ BBL Niveau 3 92650
37
cohort 2014-2016
Programmering Onderwijstijd Cursusjaar 2014-2015 Crebo Naam opleiding
: 92650 : BBL-SAW
Cohort Niveau Leerweg Begindatum opleiding : 8 september 2014 Einddatum opleiding Geprogrammeerde uren beroepspraktijkvorming voor gehele opleiding:
: : : :
2013-2015 3 BBL .. juli 2016
Leerjaar 1
Geprogrammeerde begeleide lestijd in lesuren (zie lessentabel) Geprogrammeerde begeleide binnen- en buitenschoolse onderwijsactiviteiten (naast lessen) in klokuren Geprogrammeerde beroepspraktijkvorming in klokuren Subtotaal geprogrammeerde klokuren Totaal aantal geprogrammeerde klokuren (excl. voorziene uitval/extra's)
Periodisering Periode 1 Periode 2 Periode 3 Periode 4
SAW-MZ BBL Niveau 3 92650
Periode 1
Periode 2
Periode 3
Periode 4
60
60
60
60
5
5
5
5
200 255
200 255
200 255
200 255
1020
Begindatum: 8 september 2014 Begindatum: 24 november 2014 Begindatum: 16 februari 2015 Begindatum: 11 mei 2015
38
Einddatum: 21 november 2014 Einddatum: 13 februari 2015 Einddatum: 1 mei 2015 Einddatum: 10 juli 2015
cohort 2014-2016
Bijlage 3: Samenvatting inhoud kwalificatiedossier (2014-2015) De opleiding Maatschappelijke Zorg MAATSCHAPPELIJKE ZORG Kerntaken Opstellen van een plan van aanpak
Bieden van ondersteunende, activerende begeleiding en zorg
Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken
UITSTROOM
Werkprocessen
MZ niv.3
MZGH niv.4
MZSD niv.4
X
X
X
1.1
Inventariseert hulpvragen van de cliënt
1.2
Schrijft het plan van aanpak
X
X
1.3
Specificeert het plan van aanpak tot een activiteitenplan
X
X
2.1
Ondersteunt de cliënt bij de persoonlijke verzorging
X
X
X
2.2
Ondersteunt de cliënt bij wonen en huishouden
X
X
X
2.3
Ondersteunt de cliënt bij dagbesteding
X
X
X
2.4
Begeleidt een groep cliënten op sociaal-maatschappelijk gebied
X
X
X
2.5
Ondersteunt de cliënt bij voeren van de regie over zijn leven
X
X
2.6
Ondersteunt het sociale systeem
X
X
2.7
Voert verpleegtechnische handelingen uit
X
3.1
Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering
X
X
X
3.2
Werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg
X
X
X
3.3
Stemt de werkzaamheden af met betrokkenen
X
X
X
3.4
Voert coördinerende taken uit
X
X
3.5
Voert beheertaken uit
X
3.6
Evalueert de geboden ondersteuning
X
X
X
Toelichting kolom uitstroom: MMZ = uitstroom Medewerker maatschappelijke zorg (niveau 3) MZ-GH = uitstroom Medewerker gehandicaptenzorg (niveau 4) MZ-SD = uitstroom Medewerker specifieke doelgroepen (niveau 4) Kerntaak 1 : Opstellen van een plan van aanpak Beschrijving De beroepskracht maatschappelijke zorg voert in opdracht van het multidisciplinair team taken uit om informatie te achterhalen, bijvoorbeeld door gesprekken met cliënt en cliëntsysteem te voeren, door omgang met de cliënt tijdens haar werkzaamheden, het uitvoeren van observaties en het raadplegen van informatiebronnen, bijvoorbeeld het plan van aanpak of verslagen over de cliënt. Ze geeft relevante informatie die ze verkrijgt door aan het multidisciplinair team. De medewerker gehandicaptenzorg/volwassenenwerk analyseert de verzamelde informatie over de cliënt en selecteert de relevante informatie. Ze consulteert collega’s over mogelijke begeleidingsdoelen en -methodieken. Op basis van de verkregen informatie formuleert ze doelstellingen voor de begeleiding. Samen met de cliënt stelt ze doelen voor de begeleiding vast en kiest ze de soort activiteiten en de vorm van begeleiding die bijdraagt aan het bereiken van de doelstellingen. Op basis hiervan schrijft de medewerker het plan van aanpak. Ze legt het plan van aanpak voor aan de cliënt en aan het multidisciplinair team om instemming te verkrijgen voor dit plan. Ze licht het plan toe en motiveert gemaakte keuzes. Zonodig stelt ze het plan bij. De medewerker gehandicaptenzorg/volwassenenwerk stelt op basis van het plan van aanpak met de cliënt een activiteitenplan op. Ze gaat met de cliënt na met welke specifieke activiteiten de cliënt gaat werken aan de doelstellingen uit het plan van aanpak. Ze raadpleegt collega’s en eventueel deskundigen over de specifieke invulling van het activiteitenplan voor de betreffende cliënt. Op basis van de wensen van de cliënt, zijn plan van aanpak en de aandachtspunten van de collega’s werkt de beroepskracht het plan van aanpak uit tot een activiteitenplan. SAW-MZ BBL Niveau 3 92650
39
cohort 2014-2016
Toelichting Uiteindelijk is één persoon verantwoordelijk voor de accordering van het plan van aanpak en niet het team of de cliënt. Meestal is de gedragsdeskundige/behandelaar eindverantwoordelijk. Het maken van een goed plan van aanpak is een complexe taak. Het in kaart brengen van de hulpvragen en wensen van de cliënt is een activiteit waar de verschillende hulpverleners rondom de cliënt een bijdrage aan leveren. Om vanuit alle gegevens een plan te maken dat tegemoetkomt aan de hulpvragen en wensen van de cliënt en dat tegelijkertijd realistisch en haalbaar is, vraagt deskundigheid om vraagstukken te ontrafelen en te vertalen in kleinere, haalbare doelen en tussenstappen en vraagt soms om creatieve oplossingen. De beroepskracht kan niet volstaan met een standaardplan. De cliënt moet zich kunnen vinden in het plan van aanpak, ook als bepaalde wensen van de cliënt niet gehonoreerd kunnen worden.
Maatschappelijk Zorg
Competenties D
E
J
K
M
N
Q
R
Aandacht en begrip tonen
Samenwerken en overleggen
Formuleren en rapporteren
Vakdeskundigheid toepassen
Analyseren
Onderzoeken
Plannen en organiseren
Op behoeften/verwachting “klant” richten
Kerntaak 1
X
X
Werkprocessen 1.1
Inventariseert hulpvragen van de cliënt
X
1.2
Schrijft het plan van aanpak
1.3
Specificeert plan van aanpak tot een activiteitenplan
X X
X X
X X
Kerntaak 2 : Bieden van ondersteunende, activerende begeleiding en zorg Beschrijving De beroepskracht maatschappelijke zorg ondersteunt de cliënt bij wassen, toiletgang, uiterlijke verzorging, mobiliteit en slaap/waakritme. Ze schept de voorwaarden waarin de cliënt zich goed kan ontwikkelen en bouwt een vertrouwensband op met de cliënt. Ze zorgt voor aangepaste materialen en ruimten en voor privacy. Ze ondersteunt de cliënt bij wonen en huishouden. Ze voorziet in de voorwaarden de cliënt te laten oefenen met nieuwe, huishoudelijke vaardigheden of met zijn zelfstandigheid. Ze zorgt er bijvoorbeeld voor dat benodigde materialen en middelen beschikbaar zijn. Ze zorgt voor een prettige leefsituatie door de woonruimte – samen met de cliënt(en) - aangenaam in te richten en aan te kleden en bevordert daarbij tevens het groepsklimaat. Ze stimuleert , indien nodig, de sociale ontwikkeling gericht op de eigen waarden en normen van de cliënt bij wonen en huishouden. Ze signaleert veranderingen in het gedrag van de cliënt en rapporteert hierover aan haar leidinggevende of aan het team. De beroepskracht maatschappelijke zorg ondersteunt de cliënt bij het realiseren van zijn wensen en behoeften op het gebied van werk, scholing en vrije tijd overeenkomstig het activiteitenplan ten behoeve van een aangename of zinvolle dagbesteding. Zij gaat samen met de cliënt na op welke wijze invulling wordt gegeven aan de activiteiten uit het activiteitenplan. Ze reikt voorbeelden, keuzemogelijkheden en alternatieven aan. Ze creëert de voorwaarden waarin de cliënt zijn behoeften op het gebied van werk, scholing en vrije tijd kan realiseren. Bijvoorbeeld wijst zij hem de weg in het aanbod en bezoekt samen met de cliënt een opleidingscentrum of het cwi. De beroepskracht begeleidt SAW-MZ BBL Niveau 3 92650
40
cohort 2014-2016
de cliënt bij de uitvoering van de activiteiten tijdens de dagbesteding, waarbij ze hem motiveert de gestelde doelen te bereiken. Bij de dagbesteding stemt ze haar begeleiding af op individuele en groepsdoelen en begeleidt het groepsproces zodanig dat iedereen zijn doelen kan bereiken. Ze bevordert een goed groepsklimaat en voorkomt mogelijke agressie door te reageren op veranderingen in de situatie en bij de ondersteuning aan te sluiten bij de wensen en mogelijkheden van de cliënt. Ze creëert leersituaties, zodat de cliënt kan oefenen of experimenteren met ander gedrag. De medewerker gehandicaptenzorg/volwassenenwerk organiseert de activiteiten op het gebied van werk, scholing en vrije tijd, deze bereidt ze voor en voert ze uit of laat ze voorbereiden en uitvoeren door een collega, of door een deskundige. Hierbij stimuleert zij de cliënt in zijn sociale ontwikkeling door de cliënt te ondersteunen bij het aangaan, opbouwen en onderhouden van relaties en contacten met mensen in zijn omgeving. Zonodig leert zij de cliënt omgaan met anderen en algemene gedragsregels, normen en waarden op sociaal gebied na te leven. De medewerker gehandicaptenzorg/volwassenenwerk ondersteunt, stimuleert en motiveert de cliënt regie te voeren over zijn eigen leven. Ze maakt afspraken met de cliënt wat hij zelf doet en waarvoor diensten van anderen ingezet worden. Ze coördineert de activiteiten rond die regie. Ze schakelt collega’s, deskundigen of het sociale systeem van de cliënt in om doelen c.q. diensten te helpen realiseren. De medewerker treedt op als aanspreekpunt voor de cliënt en derden. Ze informeert de cliënt over geplande ondersteuning en gemaakte afspraken en koppelt informatie over de cliënt terug aan de betrokken hulp- en dienstverleners. Ze schakelt het sociale systeem van de cliënt in om de regie te voeren wanneer de cliënt zelf daartoe niet in staat is. Indien nodig neemt de medewerker zelf de regie, tijdelijk of permanent, gedeeltelijk of geheel over. Zo bemiddelt zij bijvoorbeeld tussen de cliënt en potentiële werkplek, onderwijs of vereniging. Ze bewaakt de kwaliteit en de continuïteit van de regie van de cliënt over zijn eigen leven. De medewerker gehandicaptenzorg/volwassenenwerk voert activiteiten uit om de draagkracht van het sociale netwerk van de cliënt te vergroten. Zij informeert hen bijvoorbeeld over het ziektebeeld van de cliënt en de gewenste en eventueel ongewenste aanpak van de cliënt. Zij verwijst naar informatiebronnen en voorzieningen. Ze voorziet het sociale systeem van tips voor de dagelijkse omgang en ondersteuning van de cliënt en treedt op als vraagbaak. Ze voert, indien nodig, verpleegtechnische handelingen uit met inachtneming van voorzorgsmaatregelen, procedures en voorschriften. Voordat ze de verpleegtechnische handelingen uitvoert, controleert zij de gezondheidssituatie en de psychische gesteldheid van de cliënt. Ze creëert de voorwaarden waardoor ze die handelingen optimaal kan uitvoeren. Zo neemt ze vooraf en tijdens de uitvoering van die handeling(en) angst en onzekerheid en weerstand van de cliënt weg door uitleg over de handeling(en) uitvoert en voorziet ze in een optimaal controlesysteem. Toelichting: De beroepskracht maatschappelijke zorg stemt handelen en interactie steeds af op de wensen en mogelijkheden van de cliënt, de doelstellingen uit het plan van aanpak en de situatie. Tijdens de ondersteuning leidt en stimuleert ze de cliënt tot steeds meer zelfredzaamheid en zelfstan-digheid. In de begeleiding zal er niet altijd sprake zijn van een opwaartse lijn, hoe goed de begeleiding ook is. Soms is behoud van een bestaande ontwikkeling het hoogst haalbare. Ook is een achteruitgang in ontwikkeling of gedrag niet altijd te voorkomen. Van belang is dat de cliënt de optimale ondersteuning krijgt, ook bij (het aanvaarden van) stilstand of achteruitgang. Bij agressie, onverwachte, lastige situaties en/of crisissituaties weegt ze af of ze haar handelen aanpast en indien nodig intervenieert ze helder, respectvol, doelgericht en volgens afspraken in het plan van aanpak, de richtlijnen van de organisatie en wet- en regelgeving. Zowel de ontstane problemen als de uitgevoerde interventies worden geëvalueerd met alle betrokkenen. Bij de uitvoering van de verpleegtechnische handelingen is het van belang dat de medewerker gehandicaptenzorg beschikt over ruime medische kennis. Bij de voorbehouden handeling subcutaan injecteren is uitgebreide medische kennis van diabetes mellitus onontbeerlijk. De handelingen moeten op deskundige en zorgvuldige wijze worden verricht om risico's voor de gezondheid van de cliënt te vermijden. De medewerker gehandicaptenzorg dient bekwaam te zijn om deze handelingen uit te voeren en voert ze altijd uit in opdracht van een 'zelfstandig bevoegd' beroepsbeoefenaar (arts). Hieronder een overzicht van de verpleegtechnische handelingen: SAW-MZ BBL Niveau 3 92650
41
cohort 2014-2016
medicijnen checken(dosering etc.), registreren, distribueren; medicijnen toedienen: oraal, rectaal, via de huid, via de slijmvliezen, via de luchtwegen; wonden verzorgen: met uitzondering van zwarte wonden; maagsonde, stoma en blaaskatheter, controleren, verzorgen en sondevoeding toedienen; sondevoeding toedienen; monsters verzamelen ten behoeve van diagnostiek (steriel en niet steriel materiaal); eerste hulp verlenen bij verwondingen, vergiftigingen, verstikking, verslikken; eerste hulp bij ademstilstand, circulatiestilstand; medicijnen toedienen per injectie (subcutaan) - dit betreft een voorbehouden handeling.
Maatschappelijk Zorg B
C
D
E
F
H
I
K
L
Q
R
T
U
V
Aansturen
Begeleiden
Aandacht en begrip tonen
Samenwerken en overleggen
Ethisch en integer handelen
Overtuigen en beïnvloeden
Presenteren
Vakdeskundigheid toepassen
Materialen en middelen inzetten
Plannen en organiseren
Op behoeften/verwachting “klant” richten
Instructies en procedures opvolgen
Omgaan met verandering en aanpassen
Met druk en tegenslag omgaan
Werkprocessen Ondersteunt cliënt bij 2.1 persoonlijke verzorging Ondersteunt cliënt bij 2.2 wonen en huishouden Ondersteunt cliënt bij 2.3 dagbesteding Begeleidt een groep 2.4 cliënten op sociaalmaatschappelijk gebied Ondersteunt cliënt bij 2.5 voeren regie eigen leven Ondersteunt het 2.6 sociale systeem Voert verpleegtechnische 2.7 handelingen uit
A Beslissen en activiteiten initiëren
Kerntaak 2
Competenties
X
X
X X x X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
x
x
x
x
X
X X
X
X
X
X X
X
X
X
X X
X
Kerntaak 3 : Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken Beschrijving De beroepskracht maatschappelijke zorg werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep. Zij leest vakliteratuur en volgt bijscholingen en voert haar werkzaamheden uit volgens de daar geleerde kennis en vaardigheden. Ze vraagt om feedback over haar eigen functioneren en geeft feedback aan anderen. Ze stelt samen met haar leidinggevende een persoonlijk ontwikkelplan op en voert dit uit. Zij neemt deel aan inhoudelijke discussies met collega's en anderen over het beroep en levert zo een bijdrage aan visieontwikkeling van het beroep en de beroepsuitoefening en draagt deze visie ook uit aan anderen. De medewerker maatschappelijke zorg zet zich in voor (de belangen van) de beroepsgroep. De beroepskracht werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg. Zij werkt mee aan het verbeteren van de kwaliteit van de zorg en ondersteuning door o.a. te participeren in ontwikkel- of SAW-MZ BBL Niveau 3 92650
42
cohort 2014-2016
intervisiegroepen en door vakkennis in te zetten bij verbetertrajecten. Ze neemt deel aan onderzoeken, gebruikt waar mogelijk informatie uit wetenschappelijk onderzoek en werkt mee aan standaard- en/of protocolontwikkeling. Ze werkt met kwaliteitszorgsystemen. Ze werkt volgens de protocollen en richtlijnen van de organisatie. De beroepskracht maatschappelijke zorg stemt de werkzaamheden af met collega's, draagt werkzaamheden mondeling en/of schriftelijk over, maakt afspraken over de zorg en begeleiding en over knelpunten daarin. Zij neemt deel aan voor de afstemming van haar werkzaamheden relevante overlegvormen. De medewerker gehandicaptenzorg/volwassenenwerk verdeelt de werkzaamheden, geeft prioriteiten aan en houdt contact met de medewerkers. Ze stemt de werkzaamheden van collega's en deskundigen vanuit andere disciplines op elkaar af, ze ziet toe op de uitvoering van de werkzaamheden en de continuïteit van de zorgverlening en ondersteuning. Ze werkt aan en onderhoudt een actief netwerk binnen en buiten de organisatie. De beroepskracht evalueert periodiek en aan het eind van het traject, de geboden ondersteuning. Ze verzamelt relevante gegevens voor de evaluatie en analyseert deze. Op basis daarvan schrijft zij een evaluatieverslag of evalueert zij - indien dit gewenst is - mondeling met haar leidinggevende. Zij bespreekt de gegevens uit de evaluatie met de client en het team. Zij voert, indien daartoe aanleiding is, in overleg gewenste veranderingen in de zorg en begeleiding door. De medewerker gehandicaptenzorg/volwassenenwerk evalueert hiernaast ook de door haar uitgevoerde coördinerende taken. Maatschappelijk Zorg B
D
E
G
J
K
L
M
P
Q
S
T
Y
Aansturen
Aandacht en begrip tonen
Samenwerken en overleggen
Relaties bouwen en netwerken
Formuleren en rapporteren
Vakdeskundigheid toepassen
Materialen en middelen inzetten
Analyseren
Leren
Plannen en organiseren
Kwaliteit leveren
Instructies en procedures opvolgen
Bedrijfsmatig handelen
Kerntaak 3
Competenties
X
X
Werkprocessen Werkt aan deskundigheidsbevordering en 3.1 professionalisering Werkt aan het bevorderen en bewaken van 3.2 kwaliteitszorg 3.3 Stemt werkzaamheden af met betrokkenen 3.4
Voert coördinerende taken uit
3.5
Voert beheertaken uit
3.6
Evalueert de geboden ondersteuning
X
X
X X
X
X X
X x
X
X
x
x X
Leren, loopbaan en burgerschap Naast de eisen die gesteld worden om in het beroep aan de slag te kunnen, worden ook eisen gesteld op het gebied van leren, loopbaan en burgerschap. Voldoende beheersing van de eisen op dit gebied is net zo belangrijk als de beheersing van de kerntaken van het beroep en dus net zo nodig om je mbo-diploma te krijgen. Bij burgerschap gaat het om het functioneren van burgers in de samenleving. Er wordt aandacht besteed aan politieke, economische en sociaal-culturele aspecten van het ‘burger-zijn’. Bij leren en loopbaan staat het ‘leven lang leren’ centraal. Een veranderende samenleving vraagt om mensen die SAW-MZ BBL Niveau 3 92650
43
cohort 2014-2016
hun talenten altijd weer willen en kunnen ontwikkelen. Vandaar de aandacht voor het zelf sturing geven aan je eigen ontwikkeling. Ook bij leren, loopbaan en burgerschap is er sprake van kerntaken en werkprocessen. In de schema’s kun je lezen aan welke kerntaken en bijbehorende werkprocessen er aandacht wordt besteed en welke competenties je daarvoor nodig hebt. Kerntaak 1:
Benoemt zijn eigen ontwikkeling en gebruikt middelen en wegen om daarbij passende leerdoelen te bereiken Competenties A
J
M
N
O
P
Q
W
Beslissen en activiteiten initiëren
Formuleren en rapporteren
Analyseren
Onderzoeken
Creëren en innoveren
Leren
Plannen en organiseren
Gedrevenheid en ambitie tonen
X
X
X
Werkprocessen 1.1 Benoemt leerdoelen voor eigen ontwikkeling 1.2
Inventariseert geschikte manieren van leren
1.3
Kiest bij situatie en zichzelf passende leermanieren
X
1.4
Plant zijn eigen leerproces en voert het uit
X
1.5
Evalueert de gekozen manier van leren
Kerntaak 2:
X X
X X X X
X
X
Stuurt de eigen loopbaan Competenties N
U
W
Beslissen en activiteiten initiëren
Omgaan met verandering en aanpassen
Gedrevenheid en ambitie tonen
X
X
Werkprocessen 2.1 Reflecteert op eigen kwaliteiten en motieven 2.2
Onderzoekt welk werk er is en bij hem past
2.3
Stuurt eigen loopbaan en onderneemt de nodige acties
SAW-MZ BBL Niveau 3 92650
X
44
Onderzoeken
M Analyseren
G Relaties bouwen en netwerken
D Aandacht en begrip tonen
A
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
cohort 2014-2016
Kerntaak 3:
Participeert in het politieke domein, in besluitvorming en beleidsbeïnvloeding Competenties A
H
M
N
T
Beslissen en activiteiten initiëren
Overtuigen en beïnvloeden
Analyseren
Onderzoeken
Instructies en procesdures opvolgen
X
X
Werkprocessen 3.1 Oriënteert zich op onderwerpen m.b.t. politieke besluitvorming 3.2
Vormt een eigen mening
X
3.3
Onderneemt acties naar aanleiding van gemaakte keuzen
X
Kerntaak 4:
X X
X
Functioneert als werknemer in een arbeidsorganisatie Competenties
Stelt zich collegiaal op
Kerntaak 5:
S
T
U
V Met druk en tegenslag omgaan
4.3
P
Omgaan met verandering en aanpassen
Maakt gebruik van werknemersrechten
N
Instructies en procedures opvolgen
Overtuigen en beïnvloeden Ethisch en integer handelen Samenwerken en overleggen
Beslissen en activiteiten initiëren
Werkprocessen 4.1 Gedraagt zich als werknemer bij uitvoering werk 4.2
H
Kwaliteit leveren
F
Leren
E
Onderzoeken
A
X
X
X
X
X
X X
X
X
X
X
X
X
Functioneert als kritisch consument Competenties H
J
M
N
P
T
Samenwerken en overleggen
Overtuigen en beïnvloeden
Formuleren en rapporteren
Analyseren
Onderzoeken
Leren
Instructies en procedures opvolgen
SAW-MZ BBL Niveau 3 92650
E
Beslissen en activiteiten initiëren
Werkprocessen Oriënteert zich op de consumentenmarkt en houdt 5.1 rekening met eigen wensen en mogelijkheden Onderneemt acties om producten en diensten 5.2 aan te schaffen
A
X
X
X
X
X X
45
X
X
X
cohort 2014-2016
Kerntaak 6:
Deelnemen in allerlei sociale verbanden en respectvol gebruiken van de openbare ruimte Competenties A
D
E
F
N
Q
T
Beslissen en activiteiten initiëren
Aandacht en begrip tonen
Samenwerken en overleggen
Ethisch en integer handelen
Onderzoeken
Plannen en organiseren
Instructies en procedures opvolgen
X
X
X
X
X X
X
Werkprocessen Neemt deel in diverse sociale verbanden en leeft in de 6.1 openbare ruimte Voert activiteiten uit voor de leefbaarheid van zijn sociale 6.2 omgeving
Kerntaak 7:
X
X
Zorgt voor de eigen gezondheid (vitaal burgerschap) Competenties A
E
F
K
L
M
N
T
Beslissen en activiteiten initiëren
Samenwerken en overleggen
Ethisch en integer handelen
Vakdeskundigheid toepassen
Materialen en middelen inzetten
Analyseren
Onderzoeken
Instructies en procecedures opvolgen
X
X
Werkprocessen 7.1 Zoekt informatie over een gezonde leefwijze
X
7.2
Beslist op basis van informatie en handelt ernaar
X
7.3
Onderneemt activiteiten ter bevordering gezondheid
X X
X X
X
X
Nederlands, Engels De beheersing van de Nederlandse taal is een eerste vereiste om als burger in de samenleving te kunnen functioneren. Daarom is het verplicht dat je aan het eind van je opleiding op een bepaald niveau je Nederlands beheerst. Bij de vaststelling van dit niveau is gekeken naar wat je aan Nederlands nodig hebt voor je beroep én wat je nodig hebt voor een eventuele vervolgopleiding. In de tabel hieronder kun je zien welke onderdelen van Nederlands in je opleiding aan de orde komen. Ook is het beheersingsniveau aangegeven. Het programma van Nederlands is zo opgezet dat je aan het eind van de opleiding het vereiste niveau beheerst. Mondelinge taalvaardigheid
Leesvaardigheid
Schrijfvaardigheid
Taalverzorging en taalbeschouwing
Niveau 3F (niveau 4)
X
X
X
X
Niveau 2F (niveau 3)
X
X
X
X
Niveau 1F
X
X
X
X
NEDERLANDS Niveau 4F
SAW-MZ BBL Niveau 3 92650
46
cohort 2014-2016
In een steeds internationaler wordende wereld is ook het belang van moderne vreemde talen groot. Daarom is in jouw opleiding Engels een verplicht onderdeel. Ook bij de vaststelling van het eindniveau van Engels is gelet op wat nodig is bij de uitoefening van je beroep. In de tabel kun je zien aan welke onderdelen bij Engels aandacht wordt besteed en op welk niveau je moet worden gebracht. Het niveau geldt voor de opleiding op niveau 4. Het programma van Engels is zo opgezet dat je aan het eind van de opleiding het vereiste niveau beheerst.
ENGELS
Luisteren
Lezen
Gesprekken voeren
Spreken
Schrijven
B1 – niveau
X
X
A2 – niveau
X
X
X
X
X
A1 – niveau
X
X
X
X
X
C1 – niveau B2 – niveau
Godsdienst en levensbeschouwelijke vorming Uiteraard komen ook in deze opleiding de onderdelen Godsdienst en levensbeschouwelijke vorming aan bod. Dit staat in nauw verband met de grondslag van de school. Eerder is al genoemd dat de grondslag van het Hoornbeeck College de Bijbel is en de daarop gebaseerde reformatorische belijdenisgeschriften. Daarom zal in de opleiding in ieder geval aandacht worden geschonken aan de Bijbel, de Belijdenisgeschriften, de Reformatie en de Nadere Reformatie. Wat levensbeschouwelijke vorming betreft, wordt aandacht besteed aan het handelen als christen in het toekomstige beroep.
SAW-MZ BBL Niveau 3 92650
47
cohort 2014-2016