Geassocieerde faculteiten: Toegepaste Ingenieurswetenschappen Toegepaste Bio-ingenieurswetenschappen Toegepaste Taalkunde Handelswetenschappen en bestuurskunde
Onderwijs- en examenregeling Artikelsgewijze reglementering
2012 2013
Inhoudsopgave I.
ALGEMEEN .................................................................................... 5
Artikel 1. Algemene regelgeving ............................................................................... 5 Artikel 2. Definities ................................................................................................... 5 Artikel 3. Toetredingsovereenkomst ....................................................................... 10 Artikel 4. Gedragsregels ......................................................................................... 10 Artikel 5. Deelname aan de onderwijsactiviteiten ................................................... 11 Artikel 6. Initiatiefname door studenten ................................................................ 11 Artikel 7. Intellectuele eigendomsrechten .............................................................. 11
II. TAALREGELING ........................................................................... 14 Artikel 8. Bestuurstaal en onderwijstaal ................................................................. 14 Artikel 9. Gedragscode onderwijstaal anders dan het Nederlands .......................... 14
III. BESTUUR .................................................................................. 16 Artikel 10. Het bestuur van de Hogeschool Gent (http://www.hogent.be) ............ 16 Artikel 11. De faculteiten ........................................................................................ 16 Artikel 12. Vertegenwoordiging van studenten (http://studentenraad.hogent.be) 16 Artikel 13. Associatie Universiteit Gent .................................................................. 17
IV.
OPLEIDINGSAANBOD ............................................................... 18
Artikel 14. Bacheloropleiding.................................................................................. 18 Artikel 15. Masteropleiding ..................................................................................... 18 Artikel 16. Schakelprogramma ............................................................................... 18 Artikel 17. Voorbereidingsprogramma .................................................................... 18 Artikel 18. Vervolgopleidingen ............................................................................... 19
V. OPBOUW VAN EEN OPLEIDING ................................................... 20 Artikel 19. Opleidingsprogramma ........................................................................... 20 Artikel 20. Opleidingsonderdelen en studieomvang ................................................ 20
VI.
TOELATINGSVOORWAARDEN ................................................... 22
Artikel 21. Algemene bepalingen ............................................................................ 22
Onderwijs- en examenregeling
1
Academiejaar 2012-2013
Artikel 22. Bijzondere vooropleidingseisen en bijkomende toelatingsvoorwaarden 22 Artikel 23. Toelatingsvoorwaarden voor de bacheloropleiding ............................... 23 Artikel 24. Toelatingsvoorwaarden voor de masteropleiding .................................. 25 Artikel 25. Toelatingsvoorwaarden voor de vervolgopleidingen ............................. 25 Artikel 26. Procedure toelating op basis van buitenlandse studiebewijzen ............. 26
VII. INSCHRIJVING VAN DE STUDENT ............................................ 27 Artikel 27. Algemene bepalingen ............................................................................ 27 Artikel 28. Aard van de inschrijving ........................................................................ 27 Artikel 29. Soorten contracten ................................................................................ 27 Artikel 30. Soorten studietrajecten ......................................................................... 29 Artikel 31. Gelijktijdige inschrijvingen van opleidingen die elkaar opvolgen .......... 29 Artikel 32. Inschrijving voor een opleiding waarvoor men reeds het diploma behaalde ................................................................................................................. 30 Artikel 33. Studievoortgangsbewaking voor bachelor- en masteropleidingen, voorbereidings- en schakelprogramma’s ................................................................ 30 Artikel 34. Inschrijvingsdata .................................................................................. 31 Artikel 35. Procedure van inschrijving .................................................................... 31 Artikel 36. Aanvraag vrijstellingen ......................................................................... 34 Artikel 37. Wijzigen van inschrijving / stopzetten van contract / uitschrijving ...... 35 Artikel 38. Studiegeld en registratiekosten ............................................................ 37
VIII. ORGANISATIE VAN DE ONDERWIJSACTIVITEITEN .................. 39 Artikel 39. Academische kalender ........................................................................... 39 Artikel 40. Regelgeving betreffende onderwijsactiviteiten ..................................... 39 Artikel 41. Het volgen van onderwijsactiviteiten in andere faculteiten binnen de Hogeschool Gent en in andere instellingen voor hoger onderwijs in binnen- en buitenland .............................................................................................................. 40 Artikel 42. Bachelorproef, masterproef, eindwerk, afstudeerproject, stage …. ....... 40 Artikel 43. Bijzondere studiekosten ........................................................................ 41 Artikel 44. Individuele onderwijs- en examenmaatregelen .................................... 41
IX.
ORGANISATIE VAN EXAMENS .................................................. 43
Artikel 45. Toepassing van examenregels............................................................... 43 Artikel 46. Examenzittijden en -periodes ................................................................ 43 Onderwijs- en examenregeling
2
Academiejaar 2012-2013
Artikel 47. Coördinatie en organisatie van examens ............................................... 43 Artikel 48. Examenregeling en -roosters ................................................................ 44 Artikel 49. Evaluatiesystemen en -vormen ............................................................. 45 Artikel 50. Voorbereiding van de examens ............................................................. 45 Artikel 51. Aanvraag voor aanwezigheid van derden bij een examen ..................... 45 Artikel 52. Openbaarheid van examens .................................................................. 46
X. EXAMENCOMMISSIES.................................................................. 47 Artikel 53. Samenstelling van de examencommissie .............................................. 47 Artikel 54. Plaatsvervanging van een lid van de examencommissie ....................... 47 Artikel 55. Aanwezigheid ........................................................................................ 47 Artikel 56. Werking van de examencommissie ....................................................... 47 Artikel 57. Regels bij het beraadslagen .................................................................. 48
XI.
EXAMENBESLISSINGEN / EXAMENTUCHTBESLISSINGEN ......... 49
Artikel 58. Examenbeslissing voor een opleidingsonderdeel................................... 49 Artikel 59. Examenbeslissing voor een opleiding .................................................... 49 Artikel 60. Examentuchtbeslissing: onregelmatigheden met betrekking tot de examens ................................................................................................................. 51 Artikel 61. De gemotiveerde beslissingen van de examencommissie ...................... 51
XII. BEKENDMAKING VAN DE EXAMENRESULTATEN: ...................... 52 Artikel 62. Creditcontract - examencontract met het oog op het behalen van creditbewijzen ........................................................................................................ 52 Artikel 63. Diplomacontract – examencontract met het oog op het behalen van een diploma .................................................................................................................. 52 Artikel 64. Feedback ............................................................................................... 53
XIII. KWALITEITSZORG EN KLACHTEN ............................................. 54 Artikel 65. Ombudsman .......................................................................................... 54 Artikel 66. Onderwijsevaluatie ............................................................................... 54 Artikel 67. Herzien studievoortgangbeslissing/beslissing in verband met het leerkrediet aangetast door een materiële vergissing .............................................. 55 Artikel 68. Beroep bij onregelmatigheden van studievoortgangbeslissingen/beslissingen in verband met het leerkrediet ............ 56
Onderwijs- en examenregeling
3
Academiejaar 2012-2013
XIV. ORDE- EN TUCHTREGELING...................................................... 59 Artikel 69. Algemeen .............................................................................................. 59 Artikel 70. Orde- en tuchtmaatregelen ................................................................... 59 Artikel 71. Tuchtcommissie .................................................................................... 60 Artikel 72. Tuchtprocedure: Rechtspositie van de student ..................................... 60 Artikel 73. Beroep tegen tuchtmaatregelen ............................................................ 60
Onderwijs- en examenregeling
4
Academiejaar 2012-2013
I. Algemeen Artikel 1. Algemene regelgeving Onderhavige onderwijs- en examenregeling met inbegrip van de rechtspositieregeling van de student is opgesteld in uitvoering van: - het decreet betreffende de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap dd. 13/07/1994, zoals gewijzigd; - het decreet betreffende de herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen dd. 04/04/2003, zoals gewijzigd; - het decreet betreffende de rechtspositieregeling van de student, de participatie in het hoger onderwijs, de integratie van bepaalde afdelingen van het hoger onderwijs voor sociale promotie in de hogescholen en de begeleiding van de herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen dd. 19/03/2004, zoals gewijzigd; - het decreet betreffende de flexibilisering van het hoger onderwijs in Vlaanderen en houdende dringende hogeronderwijsmaatregelen dd. 30/04/2004, zoals gewijzigd; - het decreet betreffende de studiefinanciering en studentenvoorzieningen in het hoger onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap dd. 30/04/2004, zoals gewijzigd; - het decreet tot instelling van een aantal maatregelen tot herstructurering en flexibilisering van het hoger onderwijs in Vlaanderen dd.16/06/2006, zoals gewijzigd; - het decreet betreffende de lerarenopleidingen in Vlaanderen dd.15/12/2006, zoals gewijzigd; - het decreet betreffende de financiering van de werking van de hogescholen en de universiteiten in Vlaanderen dd.14/03/2008, zoals gewijzigd. In de onderwijs- en examenregeling wordt een departement benoemd als faculteit, departementsraad als faculteitsraad, een departementshoofd als decaan, departementale aanvullingen op de onderwijs- en examenregeling als facultaire aanvullingen. Aan de onderwijs- en examenregeling kunnen slechts wijzigingen aangebracht worden bij beslissing van de raad van bestuur. Het bestuurscollege kan, op voorstel van de faculteitsraad aanvullingen bij of afwijkingen op de onderwijs- en examenregeling toestaan via specifieke facultaire aanvullingen.
Artikel 2. Definities 1.
2.
3.
academiejaar: een periode van één jaar die ten vroegste op 1 september en uiterlijk op 1 oktober begint en eindigt op de dag voor het begin van het volgende academiejaar. Van de vaste duur van één jaar kan uitzonderlijk afgeweken worden indien het hogeschoolbestuur beslist de start van het academiejaar ofwel te vervroegen ofwel te verlaten; accreditatie: de formele erkenning van een opleiding op grond van een beslissing van een onafhankelijk orgaan waarin vastgesteld wordt dat de opleiding voldoet aan vooraf vastgestelde minimale kwaliteits- en niveauvereisten; actualiseringsprogramma: een programma dat kan worden opgelegd aan studenten die wensen verder te studeren op grond van een creditbewijs, een eerder verworven kwalificatie (EVK) of een bewijs van bekwaamheid dat meer dan 5 kalenderjaren oud is. De termijn van 5 kalenderjaren wordt berekend vanaf de eerste dag van de maand oktober die volgt op de maand waarin het EVK of bewijs van bekwaamheid werd behaald;
Onderwijs- en examenregeling
5
Academiejaar 2012-2013
4.
5. 6.
7. 8. 9.
10.
11.
12.
13.
14.
afstandsonderwijs: het onderwijs dat bijna uitsluitend met behulp van multimedia wordt verstrekt, waardoor de student niet aan een bepaalde plaats van onderwijsverstrekking gebonden is; afstudeerrichting: een differentiatie in een opleidingsprogramma met een studieomvang van ten minste 30 studiepunten; associatie: de vereniging zonder winstoogmerk die bestaat uit één rechtspersoon verantwoordelijk voor één universiteit en minstens één rechtspersoon verantwoordelijk voor een hogeschool; voor de Associatie Universiteit Gent zie artikel 13; bachelor: zie artikel 14; bekwaamheidsonderzoek: het onderzoek van de competenties van een persoon, met het oog op het behalen van een bewijs van bekwaamheid; beursstudent: een student die een studietoelage ontvangt van de Vlaamse Gemeenschap, overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 8 juni 2007 betreffende de studiefinanciering van de Vlaamse Gemeenschap; beurstariefstudent: de student die: a) een studietoelage ontvangt van de Vlaamse Gemeenschap, overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 8 juni 2007 betreffende de studiefinanciering van de Vlaamse Gemeenschap, of a-bis) voldoet aan de voorwaarden bepaald in artikel 12 van het decreet van 30 april 2004 betreffende de studiefinanciering en studentenvoorzieningen in het hoger onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap en beantwoordt aan de financiële criteria voor het verkrijgen van een studiefinanciering van de Vlaamse Gemeenschap, of b) onderdaan is van een staat behorende tot de Europese Economische Ruimte en beantwoordt aan de financiële criteria voor het verkrijgen van een studiefinanciering van de Vlaamse gemeenschap, of c) een DGOS-bursaal, een BTC-bursaal of een bursaal in de programma’s van de ontwikkelingssamenwerking van de Vlaamse Interuniversitaire Raad is; bewijs van bekwaamheid: het bewijs dat een student op grond van eerder verworven competenties (EVC’s), de competenties heeft verworven eigen aan: a) het bachelorniveau in het hoger professioneel onderwijs of het academisch onderwijs, of b) het masterniveau, of c) een welomschreven opleiding, opleidingsonderdeel, deelopleidingsonderdeel of cluster van opleidingsonderdelen. Bedoeld bewijs betreft een document of een registratie dat geldt binnen de instellingen van de Associatie Universiteit Gent, evenals binnen elke instelling die met de validerende instantie een overeenkomst heeft gesloten; bijna-beursstudent: een student die geen studietoelage van de Vlaamse Gemeenschap ontvangt, maar waarvan het referentie-inkomen ten hoogste 1.240 euro, aan te passen aan de index, boven de financiële maximumgrens, bepaald in de regelgeving betreffende de studietoelagen, ligt; creditbewijs: een document of registratie ter erkenning van het feit dat een student blijkens een examen de competenties, verbonden aan een opleidingsonderdeel, heeft verworven; credits: de verworven studiepunten die verbonden zijn aan een bepaald opleidingsonderdeel waarvoor de student een creditbewijs heeft behaald;
Onderwijs- en examenregeling
6
Academiejaar 2012-2013
15. creditcontract: het contract dat de student ondertekent bij inschrijving met het oog op het behalen van een creditbewijs voor één of meer opleidingsonderdelen; 16. diplomacontract: het contract dat de student ondertekent bij de inschrijving met het oog op het behalen van een graad of diploma van een opleiding of met het oog op het behalen van een getuigschrift voor een schakelprogramma, een voorbereidingsprogramma of een postgraduaatsopleiding; 17. departement, departementsraad, departementshoofd, departementale aanvullingen bij of afwijkingen op de onderwijs- en examenregeling, departementale afwijkingen op de academische kalender worden respectievelijk faculteit, faculteitsraad, decaan, facultaire aanvullingen bij of afwijkingen op de onderwijs- en examenregeling, facultaire afwijkingen op de academische kalender genoemd; 18. EVC: eerder verworven competentie, zijnde het geheel van kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes dat niet met een studiebewijs uit formele leertrajecten werd geattesteerd en/of dat ontwikkeld werd op basis van relevante ervaring die voldoende geworteld is in de praktijk; 19. EVK: een eerder verworven kwalificatie, zijnde elk binnenlands of buitenlands studiebewijs dat aangeeft dat een formeel leertraject, al dan niet binnen onderwijs, met goed gevolg werd doorlopen, voor zover het niet gaat om een creditbewijs dat werd behaald binnen de instelling en opleiding waarbinnen men de kwalificatie wenst te laten gelden; 20. examen: elke evaluatie van de mate waarin een student op grond van zijn studie de competenties, verbonden aan een opleidingsonderdeel, heeft verworven; 21. examenbeslissing: elke beslissing die een eindoordeel inhoudt over het voldoen voor een deelopleidingsonderdeel, opleidingsonderdeel, meerdere opleidingsonderdelen van een opleiding, of een opleiding als geheel; 22. examencontract: het contract dat de student ondertekent bij inschrijving voor het afleggen van examens met het oog op het behalen van: een diploma van een opleiding, een getuigschrift van een schakelprogramma of een voorbereidingsprogramma, een getuigschrift van een postgraduaatsopleiding een creditbewijs voor één of meerdere opleidingsonderdelen; 23. examentuchtbeslissing: elke sanctie opgelegd naar aanleiding van examenfeiten; 24. examinator: het onderwijzend personeelslid belast met een onderwijsactiviteit en het evalueren hiervan voor een betrokken student; 25. geïndividualiseerd traject: een studietraject op maat van een bepaalde student; 26. graad: aanduiding van bachelor of master verleend op het einde van een opleiding gepaard gaande met de uitreiking van een diploma; 27. graad van verdienste: de graad op het diploma die uitdrukt in welke mate de competenties van een opleiding verwezenlijkt zijn; 28. jaarprogramma: bestaat uit een opleidingsonderdeel of een geheel van opleidingsonderdelen waarvoor de student in een bepaald academiejaar ingeschreven is en een contract heeft afgesloten; 29. kwalificatie van een graad: toevoeging bij de graad die verwijst naar de naam van de voltooide opleiding; 30. leerkrediet: het totale pakket van studiepunten dat een student gedurende zijn studieloopbaan kan inzetten voor een inschrijving onder diplomacontract in een initiële bachelor- of masteropleiding of voor een opleidingsonderdeel onder creditcontract en dat evolueert naargelang het aantal studiepunten waarvoor de student zich inschrijft en het aantal dat hij verwerft. Bij elke inschrijving wordt Onderwijs- en examenregeling
7
Academiejaar 2012-2013
het aantal opgenomen studiepunten afgetrokken van het individueel leerkrediet. De verworven studiepunten worden terug toegevoegd aan het leerkrediet, waarbij de eerste 60 verworven studiepunten onder diplomacontract eenmalig dubbel worden geteld. Een hogeschool of universiteit kan een inschrijving weigeren als het leerkrediet van de student kleiner of gelijk is aan nul. Een student start met een leerkrediet van 140 studiepunten bij de eerste inschrijving in het hoger onderwijs. Bij het behalen van een masterdiploma wordt het leerkrediet verminderd met 140 studiepunten; 31. master: zie artikel 15; 32. masterproef: een werkstuk waarmee een masteropleiding wordt voltooid. Daardoor geeft een student blijk van een analytisch en synthetisch vermogen of van een zelfstandig probleemoplossend vermogen op academisch niveau of van het vermogen tot kunstzinnige schepping. Het werkstuk weerspiegelt de algemeen kritisch-reflecterende ingesteldheid of de onderzoeksingesteldheid van de student; 33. modeltraject: een door de instelling vooraf uitgetekend traject voor een groep van studenten. Voor de bachelor- en masteropleidingen worden 2 modeltrajecten aangeboden. 34. opgenomen studiepunten: studiepunten, verbonden aan de opleidingsonderdelen, waarvoor een student zich heeft ingeschreven in een bepaald academiejaar; 35. opleiding: de structurerende eenheid van het onderwijsaanbod; 36. opleidingskenmerken: de profielafbakening van een opleiding, voortvloeiend uit: a) de kwalificatie en/of specificatie van de graad verleend op het einde van de opleiding, en/of b) de studieomvang van de opleiding, en/of de instelling waar de opleiding wordt georganiseerd; c) een specifieke afstudeerrichting binnen een opleiding; d) desgevallend andere specifieke keuzerichtingen; 37. opleidingsonderdeel: een afgebakend geheel van onderwijs-, leer- en evaluatieactiviteiten dat gericht is op het verwerven van welomschreven competenties inzake kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes; deelopleidingsonderdeel is een in het opleidingsprogramma voorzien deel van een opleidingsonderdeel; 38. opleidingsprogramma: een samenhangend geheel van opleidingsonderdelen gericht op de verwezenlijking van welomschreven doelstellingen inzake kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes waarover diegene die een opleiding voltooit, dient te beschikken; 39. proclamatie: de officiële bekendmaking van de examenresultaten; 40. schakelprogramma: zie artikel 16; 41. student: de persoon ingeschreven in een instelling voor hoger onderwijs; 42. studiefiche: beschrijft het onderwijs van een gegeven opleidingsonderdeel conform het bepaalde in artikel 20§4; 43. studiegeld: het bedrag te betalen door de student voor de deelname aan onderwijsactiviteiten en/of examens, zoals beslist door de raad van bestuur; 44. studiegids: beschrijft het onderwijs van een opleiding en bevat informatie over de opleiding, een schema van het opleidingsprogramma en de studiefiches; 45. studieomvang: het aantal studiepunten toegekend aan een opleidingsonderdeel of aan een opleiding; Onderwijs- en examenregeling
8
Academiejaar 2012-2013
46. studiepunt: een binnen de Vlaamse Gemeenschap aanvaarde internationale eenheid die overeenstemt met ten minste 25 en ten hoogste 30 uren voorgeschreven onderwijs- , leer- en evaluatieactiviteiten en waarmee de studieomvang van elke opleiding of elk opleidingsonderdeel wordt uitgedrukt; 47. studietijd: de in uren weergegeven tijd die van de normstudent wordt gevergd om de voorgeschreven onderwijs- , studie- en toetsactiviteiten van een opleidingsonderdeel, een opleidingsprogramma of een opleiding af te ronden; 48. studietraject: heeft betrekking op de wijze waarop het opleidingsprogramma wordt doorlopen en bepaalt de modaliteiten inzake studieomvang, beraadslaging en studievoortgangs-bewaking; 49. studievoortgang: de wijze waarop de student voortgang maakt in het studietraject via de deelname aan onderwijs en/of examens. De studievoortgang wordt gemeten door het verwerven van studiepunten; 50. studievoortgangbeslissing: dit kan zijn: een examenbeslissing die, al dan niet op grond van een deliberatie, een eindoordeel inhoudt over het voldoen voor een opleidingsonderdeel, meerdere opleidingsonderdelen van een opleiding, of een opleiding als geheel; een examentuchtbeslissing die een sanctie oplegt naar aanleiding van examenfeiten; de toekenning van een bewijs van bekwaamheid, dat aangeeft dat een student op grond van eerder verworven competenties of eerder verworven kwalificaties bepaalde competenties heeft verworven; de toekenning van een vrijstelling, die de verplichting opheft om over een opleidingsonderdeel examen af te leggen; een beslissing die het volgen van een schakelen/of voorbereidingsprogramma oplegt en de studieomvang van dergelijk programma vaststelt; het opleggen van een maatregel van studievoortgangbewaking; 51. studievoortgangbewaking: betreft maatregelen die opgelegd worden ter bewaking van de studievoortgang, zie artikel 33; 52. de titularis van een opleidingsonderdeel: het onderwijzend personeelslid dat optreedt als verantwoordelijke en als puntendrager voor een opleidingsonderdeel en voor een betrokken student; titularis wordt in Bamaflex terminologie als “ coördinator “ aangeduid 53. toetredingsovereenkomst: overeenkomst tussen de Hogeschool Gent en de student, die de contractuele verhouding tussen de instelling en de student vorm geeft, zie artikel 3; 54. validerende instantie: orgaan opgericht binnen de associatie, dat een bewijs van bekwaamheid toekent na het positief doorlopen van het bekwaamheidsonderzoek voor EVC; 55. verworven studiepunten: studiepunten, verbonden aan de opleidingsonderdelen, waarvoor een student een creditbewijs heeft ontvangen; 56. volgtijdelijkheid: de door de faculteit bepaalde regels inzake het gevolgd hebben van of het geslaagd zijn voor een opleidingsonderdeel of opleiding of het bezitten van de competenties vooraleer een student een examen kan afleggen over een ander opleidingsonderdeel of een andere opleiding; 57. voorbereidingsprogramma: zie artikel 17; 58. vrijstelling: ontheffing van de verplichting om over een opleidingsonderdeel examen af te leggen;
Onderwijs- en examenregeling
9
Academiejaar 2012-2013
Artikel 3. Toetredingsovereenkomst De Hogeschool Gent en toetredingsovereenkomst af.
de
student
sluiten
door
de
inschrijving
een
De toetredingsovereenkomst bestaat enerzijds uit de algemeen geldende voorwaarden waaronder: - een artikelsgewijze reglementering van het onderwijs en de examens; - de wederzijdse rechten en plichten van het hogeschoolbestuur en de student en de gevolgen van de niet-naleving ervan daarvan, zoals opgenomen in de artikelsgewijze reglementering en de facultaire aanvullingen; - de facultaire aanvullingen op de onderwijs- en examenregeling waarin specifieke regelingen eigen aan de opleidingen binnen de faculteit kunnen worden opgenomen. - de studiegids met o.a.: o de opleidingsfiches met voor elke opleiding de graad, de kwalificatie van de graad en desgevallend de specificatie van de graad en de doelstelling van de opleiding ; o de opleidingsprogramma’s en de indeling ervan in modeltrajecten; o de studiefiches met de informatie per opleidingsonderdeel. (zie webpagina http://www.hogent.be) Door inschrijving verklaart de student zich akkoord met de algemeen geldende voorwaarden. De toetredingsovereenkomst bestaat anderzijds uit een contract dat de student afsluit bij inschrijving en het voor akkoord verklaarde jaarprogramma van de student.
Artikel 4. Gedragsregels §1.De studenten dienen zich in hun gedragingen, zowel binnen als buiten de hogeschoolgemeenschap, door de eerbied voor de menselijke persoon te laten leiden en geen handelingen te stellen die onverenigbaar zijn met de doelstellingen van de Hogeschool Gent. De studenten dienen de wet na te leven en in het bijzonder de algemene en specifieke veiligheidsreglementeringen van toepassing in de Hogeschool Gent. Het hogeschoolbestuur kan alle maatregelen van orde nemen die hiervoor nodig zijn. §2. Voor het gebruik van specifieke infrastructuur zoals de bibliotheek, de videotheek, de mediatheek, het taallabo, het labo, computerlokalen, techniekklassen, het magazijn, de verschillende studio's, ... bestaan er specifieke deelreglementen, die aldaar verkregen kunnen worden. §3. Voor de uitvoering van stages bestaan specifieke facultaire stagereglementen die worden bekendgemaakt voor de aanvang van de stage. Er wordt een stageovereenkomst ondertekend door alle betrokken partijen. §4. Bij het gebruiken en eventueel kopiëren van werken van letterkunde en kunst die aanwezig zijn in en/of eigendom zijn van de Hogeschool Gent, dient de student de wet betreffende het auteursrecht en de naburige rechten van 30 juni 1994 (“auteurswet”) na te leven. §5. De student verbindt er zich bovendien toe bij het gebruiken en eventueel kopiëren van computerprogramma’s, waarvoor de Hogeschool Gent met een derde een licentiecontract heeft afgesloten, de inhoud van het bedoelde licentiecontract te respecteren. De ICT-infrastructuur mag niet gebruikt worden om ongeoorloofde informatie te verwerven, te verwerken, te verspreiden of op te slaan (zie webpagina http://student.hogent.be).
Onderwijs- en examenregeling
10
Academiejaar 2012-2013
§6. De studenten hebben geen recht op het maken van geluids- of beeldopnamen van de onderwijsactiviteiten, tenzij hieromtrent een specifieke afspraak is gemaakt met het onderwijzend personeelslid van de onderwijsactiviteit. Het opnamemateriaal kan enkel gebruikt worden voor didactische doeleinden ten behoeve van de student zelf of de studentengroep van het lopende academiejaar. Commercieel gebruik is in elk geval uitgesloten, evenals het opnemen van examens voor eender welk gebruik. De studenten kunnen zich niet verzetten tegen het maken van opnamen van onderwijsactiviteiten die de docent gebruikt voor simultane uitzending en/of plaatsing op leerplatformen; ze kunnen wel vragen niet persoonlijk in beeld gebracht te worden. §7. Een student die materiaal van de hogeschool stuk maakt of verliest, is aansprakelijk, behalve als hij overmacht of schuld van derden kan bewijzen. Bij betwisting kan de zaak aanhangig gemaakt worden bij de rechtbank. Elke student kan hoofdelijk financieel aansprakelijk gesteld worden, niet alleen voor de schade door zijn daad, maar ook voor die welke hij door zijn nalatigheid of door zijn onvoorzichtigheid heeft veroorzaakt. Hij blijft aansprakelijk ook als de fout gebeurde tijdens onderwijsactiviteiten. Het hogeschoolbestuur kan de student aanspreken om zijn schade te vergoeden.
Artikel 5. Deelname aan de onderwijsactiviteiten De studenten dienen deel te nemen aan de onderwijsactiviteiten zoals omschreven in de studiegids. De facultaire aanvullingen omvatten desgevallend de regelgeving betreffende de afwezigheid op onderwijsactiviteiten.
Artikel 6. Initiatiefname door studenten Geen enkele student is bevoegd om initiatieven te nemen namens de Hogeschool Gent zonder toestemming van de faculteitsraad.
Artikel 7. Intellectuele eigendomsrechten §1.Definities 1. Onder intellectuele eigendomsrechten wordt bedoeld: - vermogensrechten op onderzoeksresultaten; - auteursrechten op de tijdens de studie gecreëerde werken van letterkunde of kunst, in de zin van de Belgische Auteurswet, zoals artistiek of vormgevend werk of een eindwerk/scriptie/ bachelorproef/masterproef. 2. Onderzoeksresultaten: zijn resultaten van onderzoek of ontwikkeling die gerealiseerd worden in het kader van onderwijsactiviteiten (masterproef/eindwerk en stage/ afstudeerproject/stage/bachelorproef/…), met uitzondering van werken van letterkunde en kunst, maar met inbegrip van computerprogramma’s en databanken. 3. Vermogensrechten: hebben betrekking op de mogelijkheid om een eindwerk/scriptie, masterproef, bachelorproef, kunstwerk of onderzoeksresultaat op om het even welke wijze of in welke vorm ook geheel of gedeeltelijk te (laten) reproduceren: reproductie- en mededelingsrecht, adaptatie- en vertalingsrecht, recht tot verhuring en uitlening. 4. Morele rechten: de rechten die de intieme band tussen de auteur en zijn eindwerk/scriptie, masterproef, bachelorproef, kunstwerk beschermen, onder meer het recht tot bekendmaking. 5.Auteursrechten: betreffen de uitsluitende morele en vermogensrechten die toekomen aan de maker van tijdens de studie gecreëerde werken van letterkunde of kunst, in de zin van de Belgische Auteurswet, zoals artistiek of vormgevend werk of een eindwerk/scriptie/ bachelorproef/masterproef. Onderwijs- en examenregeling
11
Academiejaar 2012-2013
§2.Auteursrechten De auteursrechten op de tijdens de studie gecreëerde werken van letterkunde of kunst, in de zin van de Belgische Auteurswet, zoals artistiek of vormgevend werk of een eindwerk/scriptie/ bachelorproef/masterproef komen toe aan de student indien hij het werk zelfstandig heeft gecreëerd. Ingeval meerdere personen hebben bijgedragen tot de creatie van het ingediende werk is het auteursrecht verdeeld en moet de student de schriftelijke toestemming hebben van alle medeauteurs alvorens hij het werk publiek bekend kan maken (bijv. door deel te nemen aan symposia, manifestaties, festivals, wedstrijden e.d.). In deze toestemming wordt geregeld in hoeverre en onder welke voorwaarden het werk kan bekend gemaakt worden. De Hogeschool Gent en de betrokken faculteit krijgen een gebruiksrecht op het werk van de student in het kader van tentoonstellingen, toonmomenten, concerten, voorstellingen en communicatie over de school en de opleidingen. In dat verband zal de student zich niet beroepen op de aan de auteur toegekende vermogensrechten om een eventueel gebruik van het werk door de Hogeschool Gent te verbieden of in te perken, op voorwaarde dat zijn of haar naam vermeld wordt zoals bij wetenschappelijk onderzoek gebruikelijk is. Indien de student artistiek en/of vormgevend werk, dat tot stand kwam tijdens en in het kader van zijn of haar studie aan de faculteit, kenbaar maakt aan derden tijdens een tentoonstelling, concert, voorstelling of in een andere presentatievorm, dan zal de student steeds de Hogeschool Gent en de betrokken faculteit vermelden. De student ondertekent bij de eerste inschrijving aan de faculteit een verklaring die dit artikel m.b.t. auteursrecht bevestigt. §3.Vermogensrechten op onderzoeksresultaten Er wordt een onderscheid gemaakt tussen onderzoeksresultaten die gegenereerd worden binnen de Hogeschool Gent en onderzoeksresultaten die ontstaan in een extern bedrijf. Voor onderzoeksresultaten die ontstaan uit onderwijsactiviteiten (masterproef/bachelorproef/ stage/…) binnen de Hogeschool Gent wordt, wat de vermogensrechten betreft, rekening gehouden of de student al dan niet beroep heeft gedaan op middelen van de Hogeschool Gent. Indien een student bij de creatie van onderzoeksresultaten gebruik maakt van of beroep doet op middelen of uitrusting van de Hogeschool Gent, komen de vermogensrechten op de onderzoeksresultaten toe aan de Hogeschool Gent. Op het ogenblik dat vastgesteld wordt dat de onderzoeksresultaten vatbaar zijn voor commercialisering en/of maatschappelijke implementatie zal in een schriftelijke overeenkomst tussen de Hogeschool Gent en de student bevestigd worden dat de vermogensrechten op de onderzoeksresultaten toekomen aan de Hogeschool Gent en zullen in deze overeenkomst bepalingen worden opgenomen betreffende het verloop van de valorisatieprocedure. Indien een student bij de creatie van onderzoeksresultaten geen gebruik maakt van of geen beroep doet op middelen of uitrusting van de Hogeschool Gent, komen de vermogensrechten op de onderzoeksresultaten toe aan de student. De vermogensrechten op die onderzoeksresultaten kunnen slechts door middel van een schriftelijke overeenkomst overgedragen worden aan de Hogeschool Gent. Voor de onderzoeksresultaten ontstaan in het kader van de masterproef/bachelorproef/ eindwerk en stage/afstudeerproject/… uitgevoerd bij een externe organisatie wordt de toewijzing van de vermogensrechten geregeld via schriftelijke overeenkomst tussen de student, de Hogeschool Gent (de betrokken faculteit) en de externe organisatie. §4.Bekendmaking, archivering en reproductie
Onderwijs- en examenregeling
12
Academiejaar 2012-2013
Ingeval de ingediende eindwerken, scripties/bachelorproeven en masterproeven betrekking hebben op onderzoeksresultaten waarvan de vermogensrechten toekomen aan de Hogeschool Gent kan de student het werk enkel publiek bekend maken mits de schriftelijke toestemming van de decaan. In deze toestemming wordt geregeld in hoeverre en onder welke voorwaarden het werk kan bekend gemaakt worden. Iedere belanghebbende heeft het recht zich te verzetten tegen de reproductie van (bepaalde delen) van een eindwerk/scriptie/bachelorproef/masterproef ingeval deze vertrouwelijke informatie van of over derden bevat of indien dit noodzakelijk is voor de intellectuele bescherming en/of valorisatie van de onderzoeksresultaten. De Hogeschool Gent heeft het recht de ingediende eindwerken/scripties/bachelorproeven/ masterproeven te archiveren en in papiervorm en op CD-ROM in de bibliotheek en elektronisch via het intranet beschikbaar te stellen voor haar docenten en studenten. Haar docenten hebben het recht de ingediende eindwerken/scripties/bachelorproeven/ masterproeven te citeren in het kader van onderwijs of wetenschappelijke werkzaamheden, steeds met vermelding van de bron en de naam van de auteur(s). Verder hebben haar docenten en studenten het recht de ingediende eindwerken/scripties/bachelorproeven/ masterproeven geheel of gedeeltelijk te kopiëren voor zover deze reproductie uitsluitend bestemd is voor privé-gebruik of voor educatieve of wetenschappelijke doeleinden.
Onderwijs- en examenregeling
13
Academiejaar 2012-2013
II. Taalregeling Artikel 8. Bestuurstaal en onderwijstaal De onderwijstaal in de Hogeschool Gent is het Nederlands met uitzondering van het bepaalde in artikel 9.
Artikel 9. Gedragscode onderwijstaal anders dan het Nederlands §1.Anderstalige opleidingen Een opleiding kan in een andere taal dan het Nederlands worden gegeven in de volgende gevallen: 1. indien het een bachelor-na-bachelor of een master-na-master betreft; 2. indien het een postgraduaat betreft; 3. indien het permanente vorming/bij- en nascholing betreft; 4. indien het een master betreft in het kader van een International Course Programme (ICP) of in het kader van Erasmus Mundus; 5. indien het een bachelor of een master betreft die specifiek ten behoeve van buitenlandse studenten is ontworpen op voorwaarde dat er in dezelfde instelling een equivalente opleiding in het Nederlands wordt aangeboden. Desgevallend kan het aanbod van een anderstalige opleiding en van de equivalente opleiding in het Nederlands worden verwezenlijkt door samenwerking en taakverdeling tussen de voor de betrokken opleiding bevoegde instellingen binnen dezelfde provincie. De onderwijstaal van een opleiding wordt vermeld in de opleidingsfiche in de studiegids. De onderwijstaal van de opleiding wordt samen met het opleidingsprogramma voorgesteld door de faculteitsraad en beslist door het bestuurscollege. Examens in anderstalige opleidingen, zoals hierboven beschreven, worden afgelegd in de onderwijstaal van de opleiding. Examens over opleidingsonderdelen die een taal tot voorwerp hebben binnen een anderstalige opleiding, worden afgelegd in de onderwijstaal van het opleidingsonderdeel. §2.
Anderstalige opleidingsonderdelen in bachelor- en masteropleidingen Een opleidingsonderdeel kan in een andere taal dan het Nederlands worden aangeboden in de bachelor, de master, de bachelor-na-bachelor en de masterna-master, indien: 1. het die taal tot voorwerp heeft; 2. het, met goedkeuring van de faculteitsraad, wordt gevolgd aan een andere instelling voor hoger onderwijs; 3. het wordt gedoceerd door een anderstalige gastprofessor; 4. het gebruik van de andere taal een meerwaarde voor de student betekent en functioneel is voor de opleiding. Gevallen 1 en 2 zijn toegelaten zonder restricties. Gevallen 3 en 4 mogen samen niet meer dan 10% (18 studiepunten) van de betrokken opleiding uitmaken indien het om een bacheloropleiding (180 studiepunten) gaat. In geval 4 mag het opleidingsonderdeel niet volledig in de andere taal worden gegeven. Dit betekent dat, met het oog op het vermijden van een zwaardere studielast, er moet worden voorzien in bijvoorbeeld nadere toelichtingen in het Nederlands, woordenlijsten met termen uit het anderstalig vakjargon, gebruik van vertaalwoordenboek op het examen … . Het opleidingsonderdeel kan slechts in de andere taal worden gegeven indien het betrokken onderwijzend personeelslid de andere taal op adequate wijze beheerst. De onderwijstaal van het opleidingsonderdeel wordt op voorstel van de opleidingscommissie, mits expliciete en omstandige motivering, vastgelegd door de faculteitsraad.
Onderwijs- en examenregeling
14
Academiejaar 2012-2013
Met inachtneming van het voorgaande gelden volgende regels in verband met examens over anderstalige opleidingsonderdelen: - in de gevallen 1 en 2: de examens worden afgelegd in de onderwijstaal van het opleidingsonderdeel; - in de gevallen 3 en 4: de student heeft steeds het recht om zijn examen in het Nederlands af te leggen. De betrokken student deelt dit schriftelijk mee aan de decaan: - vóór de eerste evaluatie en ten laatste vóór 1 december voor examens van de eerste examenperiode van de eerste examenzittijd; - vóór de eerste evaluatie en ten laatste vóór 1 mei voor examens van de tweede examenperiode van de eerste examenzittijd en voor examens van de tweede zittijd. In een professioneel gerichte bacheloropleiding geldt bovendien de beperking dat over de leerstof die in een andere taal aangeboden wordt, nooit een examen kan worden afgenomen, tenzij dezelfde leerstof ook in het Nederlands werd aangebracht of gedoceerd. De onderwijstaal wordt vermeld in de studiefiche van het betrokken opleidingsonderdeel. §3.
Faciliteiten voor studenten Voor anderstalige opleidingsonderdelen, zoals beschreven in §2 geval 3 en 4 moeten de studenten de mogelijkheid krijgen om taallessen te volgen in en over de taal waarin de betrokken opleidingsonderdelen worden gegeven, tenzij de betreffende taal in het opleidingsprogramma van de opleiding zelf of in het opleidingsprogramma van de vooropleiding opgenomen is.
§4. Toezicht over de taalbeheersing van gastprofessoren en onderwijzende personeelsleden in geval van een anderstalige opleiding (§1) of een anderstalig opleidingsonderdeel (§2, gevallen 3 en 4) Het onderwijzend personeelslid of de gastprofessor dient te slagen voor een speciaal daartoe ontworpen taaltest tenzij de taalbeheersing kan bewezen worden door andere middelen te beoordelen door de faculteit. §5.
Studentenmobiliteit De faculteitsraad kan jaarlijks beslissen om in het kader van internationale studentenmobiliteit afzonderlijke opleidingsonderdelen in een andere taal te doceren en te examineren.
§6.
Rapportering De faculteitsraad rapporteert jaarlijks in de maand oktober die volgt op het afsluiten van het betrokken academiejaar over de toepassing van onderhavige gedragscode aan het bestuurscollege.
Onderwijs- en examenregeling
15
Academiejaar 2012-2013
III. Bestuur Artikel 10. Het bestuur van de Hogeschool Gent (http://www.hogent.be) Het bestuur wordt uitgeoefend door de raad van bestuur, de voorzitter van de raad van bestuur, het bestuurscollege, de algemeen directeur, de faculteitsraden en de decanen. De raad van bestuur staat in voor het globale en overkoepelende beleid en functioneert tegelijkertijd als inrichtende macht. Het bestuurscollege staat in voor het operationeel beleid en bereidt ook de dossiers voor de raad van bestuur voor. De algemeen directeur is verantwoordelijk voor de dagelijkse leiding. Hij wordt bijgestaan door de centrale administratie.
Artikel 11. De faculteiten §1.Voorstelling van de faculteiten De Hogeschool Gent organiseert haar onderwijs in 8 faculteiten (zie webpagina http://www.hogent.be). §2. Samenstelling van de faculteitsraad De faculteitsraad bestaat uit: 1° de decaan; 2° zes vertegenwoordigers van het personeel, verkozen door en onder de personeelsleden; 3° drie vertegenwoordigers van studenten; 4° drie vertegenwoordigers uit de sociaal-economische of culturele milieus op voordracht van de vertegenwoordigers bedoeld in 2° en 3°. §3. Bevoegdheid van de faculteitsraad De faculteitsraad bestuurt de faculteit. Hij wordt voorgezeten door de decaan. De faculteitsraad organiseert de onderwijsverstrekking, het wetenschappelijk en het projectmatig wetenschappelijk onderzoek, de ontwikkeling en de beoefening van de kunsten en de maatschappelijke en wetenschappelijke dienstverlening. De faculteitsraad coördineert de bestuurstaken op het niveau van de faculteit, conform de richtlijnen van de raad van bestuur en het bestuurscollege. De faculteitsraad kan sommige van zijn bevoegdheden uitdrukkelijk toewijzen aan de decaan. De decaan brengt omtrent de uitoefening van deze bevoegdheden verslag uit aan de faculteitsraad.
Artikel 12. Vertegenwoordiging van studenten (http://studentenraad.hogent.be) §1.Studenten zijn vertegenwoordigd in de volgende organen binnen de Hogeschool Gent: - de raad van bestuur; - elke faculteitsraad; - de Hogeschool Gent studentenraad; - de opleidingscommissie van elke opleiding. §2.Studenten zijn vertegenwoordigd in volgende organen buiten de Hogeschool Gent: - de algemene vergadering en de raad van bestuur van Sovoreg; - de studentenraad, de algemene vergadering en de raad van bestuur van de Associatie Universiteit Gent. §3.De procedureregels die gelden bij het uitoefenen van de participatierechten door de studentenraad, worden bepaald door het participatiereglement. In het kader van dit reglement is in elke faculteit een participatiecommissie opgericht, die de participatierechten uitoefent op facultair niveau. Onderwijs- en examenregeling
16
Academiejaar 2012-2013
Het participatiereglement werd beslist door de raad van bestuur enerzijds en de studentenraad anderzijds.
Artikel 13. Associatie Universiteit Gent De Hogeschool Gent maakt samen met de Universiteit Gent, de Arteveldehogeschool en de Hogeschool West-Vlaanderen deel uit van de vzw Associatie Universiteit Gent, verder AUGent genoemd. Binnen de AUGent bundelen de vier instellingen hun krachten op het vlak van onderwijs, onderzoek, dienstverlening en infrastructuur. De AUGent wordt bestuurd door een algemene vergadering en een raad van bestuur. Het directiecomité staat in voor het dagelijks bestuur.
Onderwijs- en examenregeling
17
Academiejaar 2012-2013
IV. Opleidingsaanbod Artikel 14. Bacheloropleiding §1.De Hogeschool Gent biedt opleidingen aan die leiden tot de graad van bachelor. §2.Bacheloropleidingen, zijn ofwel professioneel gericht ofwel academisch gericht. Professioneel gerichte bacheloropleidingen hebben tot doel de studenten te brengen tot een niveau van algemene en specifieke kennis en competenties nodig voor de zelfstandige uitoefening van een beroep of groep van beroepen. Academisch gerichte bacheloropleidingen hebben tot doel de studenten te brengen tot een niveau van kennis en competenties eigen aan het wetenschappelijk of artistiek functioneren in het algemeen en aan een specifiek domein van de wetenschappen of de kunsten in het bijzonder, dat als doelstelling heeft het doorstromen naar een masteropleiding. §3.De studieomvang van een bacheloropleiding bedraagt ten minste 180 studiepunten.
Artikel 15. Masteropleiding §1.De Hogeschool Gent biedt opleidingen aan die leiden tot de graad van master. §2.Masteropleidingen zijn academisch gericht maar kunnen daarenboven een professionele gerichtheid hebben. §3.Masteropleidingen hebben tot doel de studenten te brengen tot een gevorderd niveau van kennis en competenties eigen aan het wetenschappelijk of artistiek functioneren in het algemeen en aan een specifiek domein van de wetenschappen of de kunsten in het bijzonder, dat noodzakelijk is voor de autonome beoefening van de wetenschappen of de kunsten of voor de aanwending van wetenschappelijke of artistieke kennis in de zelfstandige uitoefening van een beroep of groep van beroepen. §4.De studieomvang van een masteropleiding bedraagt ten minste 60 studiepunten. §5.Een masteropleiding wordt afgesloten met een masterproef, waarvan de studieomvang minstens 15 studiepunten en maximum 30 studiepunten bedraagt.
Artikel 16. Schakelprogramma Een schakelprogramma is een programma dat kan worden opgelegd aan een student die zich wenst in te schrijven voor een masteropleiding op grond van een professionele bachelor. Het programma beoogt de algemene wetenschappelijke competenties en wetenschappelijk-disciplinaire basiskennis bij te brengen. Dit programma heeft een studieomvang van ten minste 45 studiepunten en ten hoogste 90 studiepunten. De hogeschool kan voorafgaand aan de inschrijving een bekwaamheidsonderzoek voorschrijven. Op grond van EVK’s en/of een bewijs van bekwaamheid kan de minimale studieomvang van een schakelprogramma verminderd worden of kan de student vrijgesteld worden van de verplichting om een schakelprogramma te volgen. Het Hogeschoolbestuur beslist over de toe te laten kwalificaties, de omvang en de inhoud van schakelprogramma’s. Een schakelprogramma wordt afgesloten met een getuigschrift.
Artikel 17. Voorbereidingsprogramma Een voorbereidingsprogramma is een programma dat kan worden opgelegd aan een student die niet in het bezit is van een diploma dat op rechtstreekse wijze toelating verleent tot een master (-na-master) of bachelor-na-bachelor waarvoor hij zich wenst in te schrijven. De Onderwijs- en examenregeling
18
Academiejaar 2012-2013
inhoud en studieomvang van het voorbereidingsprogramma kunnen differentiëren naar gelang van de graad van inhoudelijke verwantschap tussen de opleidingskenmerken van de desbetreffende bachelors of masters. Het Hogeschoolbestuur beslist over toe te laten kwalificaties, de omvang en de inhoud van voorbereidingsprogramma’s. Een voorbereidingsprogramma wordt afgesloten met een getuigschrift.
Artikel 18. Vervolgopleidingen §1. Postgraduaat: de studieomvang van een postgraduaat bedraagt ten minste 20 studiepunten. Het gaat om opleidingstrajecten die in het kader van verdere professionele vorming, een verbreding c.q. verdieping van de competenties verworven bij de voltooiing van een bachelor- of masteropleiding beogen. Een postgraduaatsgetuigschrift wordt uitgereikt na een succesvolle voltooiing van het opleidingstraject. §2. Navorming: korte opleidingstrajecten in het kader van permanente vorming met het oog op de bij- en nascholing, navorming genoemd. Bij voltooiing van navorming wordt een attest uitgereikt. §3. Specifieke lerarenopleiding Afgestudeerden van masteropleidingen in de studiegebieden handelswetenschappen en bedrijfskunde, audiovisuele kunst en beeldende kunst of muziek en podiumkunsten kunnen inschrijven voor een specifieke lerarenopleiding. Een inschrijving voor de specifieke lerarenopleiding kan samen gaan met een inschrijving voor de masteropleiding of een schakelprogramma voor professionele bachelors. De omvang van een specifieke lerarenopleiding bedraagt 60 studiepunten, waarvan 30 studiepunten praktijkcomponent. Het diploma van leraar kan pas uitgereikt worden na het behalen van het masterdiploma.
Onderwijs- en examenregeling
19
Academiejaar 2012-2013
V. Opbouw van een opleiding Artikel 19. Opleidingsprogramma §1.Het hogeschoolbestuur stelt voor elke opleiding een opleidingsprogramma vast. Dit bestaat uit een samenhangend geheel van opleidingsonderdelen gericht op de verwezenlijking van welomschreven doelstellingen inzake kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes waarover diegene die een opleiding voltooit, dient te beschikken. Bij de vaststelling van het opleidingsprogramma houdt het hogeschoolbestuur rekening met de bij of krachtens de wet, het decreet of de Europese richtlijn vastgelegde voorwaarden die de toegang tot bepaalde ambten of beroepen reguleren of andere voorschriften inhouden met betrekking tot de opleiding. §2.Elk opleidingsprogramma wordt aangeboden volgens minstens 2 modeltrajecten. Dit is desgevallend niet van toepassing voor de postgraduaatsopleidingen, de navormingen, de specifieke lerarenopleiding, de voorbereidingsprogramma’s en de schakelprogramma’s. §3.Per opleiding worden de volgende elementen bepaald en bekendgemaakt: 1° doelstellingen inzake kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes waarover diegene die de opleiding voltooit, dient te beschikken en een korte inhoud van de opleiding; 2° het opleidingsprogramma, opgedeeld in modeltrajecten met opleidingsonderdelen rekening houdende met de volgtijdelijkheid (zoals vermeld in de facultaire aanvullingen); 3° de studieomvang.
Artikel 20. Opleidingsonderdelen en studieomvang §1.De studieomvang van elk opleidingsonderdeel wordt uitgedrukt in hele studiepunten en bedraagt minimaal 3 studiepunten. §2.Eén studiepunt komt overeen met 25 à 30 uren voorgeschreven onderwijs-, leeren evaluatieactiviteiten. §3.Een opleidingsonderdeel wordt georganiseerd en geëxamineerd binnen één semester: opleidingsonderdelen die in het eerste, resp. tweede semester staan geprogrammeerd, worden in het eerste, resp. tweede semester geëvalueerd. Uitzonderlijk kunnen opleidingsonderdelen waarvoor het leerproces of de onderwijsorganisatie een continuïteit of opbouw vereist die niet binnen de tijdspanne van één semester kan worden gerealiseerd, als jaaropleidingsonderdeel georganiseerd worden: evaluaties van “jaaropleidingsonderdelen” vinden steeds plaats in de tweede examenperiode van de eerste examenzittijd - behoudens afwijkingen toegestaan door de faculteit. §4.Per opleidingsonderdeel worden volgende elementen bepaald en opgenomen in de studiefiche: 1° de studieomvang, uitgedrukt in studiepunten, de totale studietijd en het aantal uren onderwijs- en studieactiviteiten ingedeeld in: - hoorcollege (uiteenzettingen, lezingen …); - werkcollege (oefeningenlessen, labo, atelier, trainingssessies, practica, groepsdiscussies, simulatiespelen …); - begeleid zelfstandig leren en externe leeractiviteiten (excursies, observaties, stages, scriptie, cases, projecten, papers …); - zelfstudie (presentatie voorbereiden, literatuur doornemen, stage voorbereiden en verwerken, cursus instuderen …) en het aantal uren evaluatie. 2° het niveau (inleidend, uitdiepend, gespecialiseerd), de onderwijstaal, trefwoorden, begincompetenties, eindcompetenties, doelstellingen, Onderwijs- en examenregeling
20
Academiejaar 2012-2013
leerinhoud, onderwijsvormen, leermaterialen, studiebegeleiding, evaluatievormen, studiekosten. §5.De indeling van opleidingsonderdelen per semester of in deeltijdse modeltrajecten wordt opgenomen in het opleidingsprogramma. §6.De toelatingsvereisten voor een opleidingsonderdeel via een creditcontract of een examencontract worden opgenomen in de facultaire aanvullingen en/of de studiefiche.
Onderwijs- en examenregeling
21
Academiejaar 2012-2013
VI. Toelatingsvoorwaarden Artikel 21. Algemene bepalingen De toelatingsvoorwaarden die in volgende artikels worden bepaald gelden zowel voor de inschrijving voor een opleiding als voor een opleidingsonderdeel of meerdere opleidingsonderdelen, ongeacht het contract.
Artikel 22. Bijzondere vooropleidingseisen en bijkomende toelatingsvoorwaarden §1.Taalvoorwaarden 1° Bij de inschrijving voor een Nederlandstalige opleiding dient de kandidaatstudent te bewijzen voldoende kennis te bezitten van de Nederlandse taal: - of door het afleveren van een bewijs van ten minste één met vrucht voltooid leerjaar in het Nederlandstalig secundair onderwijs; - of door het afleveren van een bewijs van slagen voor een opleiding of één of meer opleidingsonderdelen, met een totale studieomvang van ten minste 60 studiepunten in het Nederlandstalig hoger onderwijs; - of door het afleveren van taalattest. Het taalattest moet het bewijs leveren dat de student een niveau B2 (‘Vantage’ in het Europees Referentiekader) bezit. B2 komt overeen met: o een attest van slagen in niveau 5 aan het Universitair Centrum voor Talenonderwijs Gent; of o een attest van slagen in richtgraad 3 niveau 7 aan het Instituut voor Volwassenenonderwijs; of o een certificaat ‘Nederlands als vreemde taal’, profiel van ‘professionele taalvaardigheid’ van de Nederlandse Taalunie. In uitzondering met het bovenvermelde geldt het volgende: - voor een inschrijving in de Bachelor in de toegepaste taalkunde, de Master in het vertalen, de Master in het tolken en de Master in de meertalige communicatie is een taalattest van niveau C1 (‘Effectiveness’ in het Europees Referentiekader) vereist. C1 komt overeen met: o een attest van slagen in niveau 6 aan het Universitair Centrum voor Talenonderwijs Gent; of o een attest van slagen in richtgraad 4 niveau 8 aan het Instituut voor Volwassenenonderwijs; of o een certificaat ‘Nederlands als vreemde taal’, profiel ‘academische taalvaardigheid’ van de Nederlandse Taalunie. 2° Voor postgraduaatopleidingen en navormingen kunnen in de facultaire aanvullingen afwijkende taalvereisten opgenomen worden. §3.Toelatingsvoorwaarden inzake leerkrediet 1° Toelating tot een initiële bacheloropleiding Bij inschrijving in een initiële bachelor wordt de student toegelaten ten belope van zijn nog voorhanden zijnde leerkrediet. Een individuele uitzondering kan worden toegestaan op basis van gemotiveerde aanvraag, gericht aan het departement/de faculteit. De student die zich op basis van de goedkeuring van deze aanvraag mag inschrijven, betaalt het gewone studiegeld. Een student die na afloop van een 1ste semester zijn leerkrediet terug heeft opgebouwd kan ten belopen van het voorhanden zijnde leerkrediet een inschrijving nemen voor opleidingsonderdelen van het 2desemester. 2° Toelating tot een initiële masteropleiding Onderwijs- en examenregeling
22
Academiejaar 2012-2013
De student die voldoet aan de toelatingsvoorwaarden inzake diploma voor een initiële masteropleiding wordt ongeacht de stand van zijn leerkrediet toegelaten tot die initiële masteropleiding. De student betaalt het gewone studiegeld. 3° Voor studenten die reeds een masterdiploma behaalden: Bij inschrijving in een initiële masteropleiding wordt de student die reeds een masterdiploma behaalde, toegelaten ten belopen van zijn nog voorhanden zijnde leerkrediet. Een individuele uitzondering kan worden toegestaan op basis van gemotiveerde aanvraag, gericht aan het departement/de faculteit. De student die zich op basis van de goedkeuring van deze aanvraag mag inschrijven, betaalt het gewone studiegeld. §4.Creditcontract of examencontract voor behalen van credit: Onverminderd de bepalingen van §1 en 2 kunnen kandidaat-studenten, die niet voldoen aan de toelatingsvoorwaarden zoals vermeld in de artikels 23 tot en met 25, zich inschrijven voor afzonderlijke opleidingsonderdelen onder een credit- of examencontract voor het behalen van credits op voorwaarde dat uit een onderzoek blijkt dat de betrokkene beschikt over de bekwaamheid om het opleidingsonderdeel of de opleidingsonderdelen goed te kunnen volgen. Kandidaat-studenten dienen een gemotiveerde aanvraag te richten tot de faculteitsraad die beslist over de toelating op basis van het dossier. Studenten met buitenlandse studiebewijzen moeten zich, conform art. 26, bij de centrale studentenadministratie melden.
Artikel 23. Toelatingsvoorwaarden voor de bacheloropleiding §1.Algemene toelatingsvoorwaarden Voor de inschrijving voor een bacheloropleiding geldt als algemene toelatingsvoorwaarde het bezit van één van de volgende diploma’s: 1° een diploma van het secundair onderwijs uitgereikt door de Vlaamse Gemeenschap; 2° een diploma van het hoger onderwijs van het korte type met volledig leerplan; 3° een diploma van het hoger onderwijs voor sociale promotie, met uitzondering van het Getuigschrift Pedagogische Bekwaamheid; 3°bis een diploma of certificaat, uitgereikt in het kader van het hoger beroepsonderwijs; 4° een studiebewijs dat krachtens een wettelijke norm, een Europese richtlijn of een internationale overeenkomst als gelijkwaardig met één van de voorgaande diploma’s wordt erkend. Bij ontstentenis van een dergelijke erkenning kan het hogeschoolbestuur personen die in een land van zowel binnen als buiten de Europese Unie een diploma of getuigschrift hebben behaald dat toelating verleent tot het universitair onderwijs in dat land, toelaten tot de inschrijving voor een bacheloropleiding. Voor de instellingen van de AUGent vallen de volgende studiebewijzen onder punt 4° hierboven: Belgische studiebewijzen: een diploma van het secundair onderwijs uitgereikt door de Franstalige of Duitstalige Gemeenschap; een brevet van het aanvullend secundair beroepsonderwijs; een diploma van eerste prijs, uitgereikt door een muziekconservatorium of het Lemmensinstituut, met uitzondering van een diploma eerste prijs notenleer; een diploma van technisch ingenieur; een diploma van het hoger muziekonderwijs van de eerste graad met volledig leerplan, uitgereikt door een conservatorium; Onderwijs- en examenregeling
23
Academiejaar 2012-2013
een diploma van de hogere technische school van de derde graad; een getuigschrift waaruit blijkt dat men geslaagd is in ten minste twee studiejaren met volledig leerplan van een opleiding die leidt tot het diploma van het hoger kunstonderwijs met volledig leerplan van de tweede graad, diploma van het hoger kunstonderwijs met volledige leerplan van de derde graad, diploma van de hogere technische school van de derde graad of diploma van binnenhuisarchitect; een getuigschrift waaruit blijkt dat men geslaagd is in ten minste twee studiejaren in eenzelfde studierichting van het hoger onderwijs van sociale promotie of hoger beroepsonderwijs niveau 5 of een getuigschrift/getuigschriften/deelcertificaten van modules uit eenzelfde studierichting van het hoger beroepsonderwijs niveau 5 waarvoor de kandidaat geslaagd is met een totaal aantal contacturen van ten minste 2/3 van het totaal; een bachelordiploma of gelijkwaardig; een masterdiploma of gelijkwaardig; een kandidaatsdiploma of gelijkwaardig. Buitenlandse studiebewijzen: een Europees “Baccalaureaat Diploma”, uitgereikt door de Europese scholen in België of het buitenland; een “Diplôme du baccalauréat international”, uitgereikt door het Office du Baccalauréat International te Genève; een Luxemburgs «diplôme de Fin d’Etudes secondaires» of «diplôme de Fin d’Etudes secondaires techniques»; een Nederlands diploma “Voorbereidend wetenschappelijk onderwijs” (VWO); een Nederlands “Getuigschrift van met goed gevolg afgelegd propaedeutisch examen”; een Frans diploma «Baccalauréat» (minimum score 10/20); een Duits diploma “Zeugnis der Allgemeinen Hochschulreife/Abitur”; een “High school diploma” (USA) met een ‘record of transcript’ (puntenlijst), dat ten minste 4 AP’s (Advanced Placements) vermeldt; een diploma uitgereikt door de SHAPE-school (NAVO); een bachelordiploma of gelijkwaardig; een masterdiploma of gelijkwaardig. §2.Afwijkende toelatingsvoorwaarden: Kandidaat-studenten die niet voldoen aan de hierboven vermelde toelatingsvoorwaarden kunnen toelating verkrijgen om zich in te schrijven voor een bacheloropleiding indien ze slagen in een toelatingsonderzoek (zie webpagina http://www.hogent.be). Een specifieke procedure regelt dit onderzoek. Om deel te kunnen nemen aan het toelatingsonderzoek dient de kandidaat te voldoen aan de taalvoorwaarden zoals bepaald in artikel 22 §2, 1°. Het toelatingsonderzoek kan worden aangevraagd door: - kandidaat-studenten die niet voldoen aan de voormelde toelatingsvoorwaarden, op voorwaarde dat ze minstens 21 jaar zijn; - vluchtelingen en ontheemden, zonder leeftijdsbeperking; - virtuozen, zijnde personen die een bepaalde discipline op een uitzonderlijke wijze beheersen, zonder leeftijdsbeperking; - houders van een getuigschrift van het secundair-na-secundair, zonder leeftijdsbeperking. Om zich uiteindelijk te kunnen inschrijven dient de kandidaat ook te voldoen aan de eventuele bijkomende toelatingsvoorwaarden voor de opleiding waarvoor de kandidaat wenst in te schrijven.
Onderwijs- en examenregeling
24
Academiejaar 2012-2013
De kandidaat richt een schriftelijke aanvraag voor deelname aan het toelatingsonderzoek voor de bacheloropleidingen van de AUGent-instellingen aan de Validerende Instantie van de AUGent. De kandidaat wordt meegedeeld: - dat het toelatingsonderzoek gebeurt in het Nederlands; - dat voor virtuozen internationale experts bij het onderzoek betrokken kunnen worden; - dat motivatie een belangrijk aspect van het toelatingsonderzoek is; - wat de overige specifieke modaliteiten van het onderzoek zijn (op welke manier, waar, wanneer …). De beslissing van de Validerende Instantie, gebaseerd op het resultaat van het toelatingsonderzoek, wordt schriftelijk meegedeeld aan de kandidaat. De toelating geldt voor alle bacheloropleidingen van de AUGent-instellingen. Als bijkomende voorwaarde om te kunnen inschrijven vindt een oriënterend gesprek plaats van de kandidaat met een medewerker van de opleiding waarvoor of de instelling waar de kandidaat wenst in te schrijven. Op die manier wordt gegarandeerd dat een kandidaat uit deze specifieke doelgroep goed geïnformeerd is en zijn inschrijving weloverwogen gebeurt.
Artikel 24. Toelatingsvoorwaarden voor de masteropleiding De toegang tot de master kan via volgende wegen: 1° rechtstreekse toegang De student kan direct doorstromen in de master met een door de Hogeschool Gent vastgelegde academische bachelor met specifieke opleidingskenmerken; 2° een voorbereidingsprogramma voor academische bachelors andere dan bedoeld in 1°; 3° een schakelprogramma voor professionele bachelors; 4° voor een buitenlands gelijkwaardig verklaard bachelordiploma bepaalt de faculteit op basis van de diplomasupplementen via welke weg (zoals bepaald in 1°, 2° of 3°) een student toegang heeft tot een master.
Artikel 25. Toelatingsvoorwaarden voor de vervolgopleidingen §1.
Postgraduaat Voor de toelating tot een postgraduaatsopleiding is, in functie van de aard van de opleiding, een graad van bachelor of master vereist. Het hogeschoolbestuur beslist over de vereiste graden en kwalificaties. Het departement/de faculteit kan de inschrijving afhankelijk maken van een onderzoek naar geschiktheid en bekwaamheid van de student om de opleiding te volgen. Het verloop van dit onderzoek wordt opgenomen in de facultaire aanvullingen. §2. Navorming De faculteitsraad beslist over de toelatingsvoorwaarden voor de navorming. §3. Schakelprogramma Voor de toelating tot het schakelprogramma is een professionele graad van bachelor vereist. Het hogeschoolbestuur beslist over de vereiste kwalificaties. §4. Voorbereidingsprogramma Voor de toelating tot het voorbereidingsprogramma voorafgaand aan de master is een academische graad van bachelor vereist. Het hogeschoolbestuur beslist over de vereiste kwalificaties. Voor de toelating tot het voorbereidingsprogramma voorafgaand aan een bachelor na bachelor is een graad van bachelor vereist. Het hogeschoolbestuur beslist over de vereiste kwalificaties.
Onderwijs- en examenregeling
25
Academiejaar 2012-2013
Artikel 26. Procedure toelating op basis van buitenlandse studiebewijzen Iedere student die wenst te studeren op grond van een buitenlands diploma of getuigschrift dient zich aan te melden volgens de richtlijnen van de Universiteit Gent.
Onderwijs- en examenregeling
26
Academiejaar 2012-2013
VII. Inschrijving van de student Artikel 27. Algemene bepalingen §1.Een student schrijft zich in voor zover hij voldoet aan de toelatingsvoorwaarden, inclusief de taalvoorwaarden. De inschrijving is gebonden aan een bepaald academiejaar. §2.De inschrijving van een student die niet voldoet aan de decretale en reglementaire toelatingsvoorwaarden is nietig. §3.De student is ingeschreven en is studiegeld verschuldigd zodra hij het inschrijvingsformulier heeft ondertekend. Indien het studiegeld van een vorige inschrijving aan de Hogeschool Gent geheel of gedeeltelijk onbetaald is op het ogenblik van de inschrijving, dient dit eerst betaald te worden vooraleer tot een nieuwe inschrijving wordt overgegaan. Men kan slechts deelnemen aan de onderwijsactiviteiten en/of examens afleggen na indiening van het ingevulde inschrijvingsformulier. De student ontvangt een bevestiging van de inschrijving. §4.Elke ingeschreven student krijgt een Hogeschool Gent account met bijhorend emailadres. Dit account geeft toegang tot de elektronische leeromgeving (Chamilo). Het account is geldig voor de duur van het academiejaar en wordt automatisch verlengd bij herinschrijving. Het Hogeschool Gent e-mailadres wordt gebruikt als officieel communicatiekanaal. §5.Een voorwaardelijke inschrijving is niet mogelijk. §6.De student verklaart zich akkoord met het vastgelegde jaarprogramma. Het zich akkoord verklaren van het jaarprogramma (volgens de richtlijnen via handtekening op papier of via elektronisch akkoord) maakt deel uit van de toetredingsovereenkomst en is een voorwaarde om deel te nemen aan de examens. §7.De student die zich inschrijft met een diplomacontract, met uitzondering van een postgraduaat, kan aanspraak maken op een studiefinanciering bij de Vlaamse Gemeenschap op voorwaarde dat het studietraject van de student minstens 27 studiepunten omvat. Deze voorwaarde geldt niet voor studenten die inschrijven in het academiejaar waarin ze hun diploma kunnen behalen. De student vermeldt bij inschrijving of hij een aanvraag richt tot het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap - Afdeling Studietoelagen of tot de vzw Sovoreg om als beurstariefstudent of bijna-beurstariefstudent erkend te worden. De aanvraag dient bij voorkeur vóór 31 oktober maar uiterlijk vóór 30 juni ingediend bij het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap en de vzw Sovoreg. §8.De bepalingen over inschrijven zijn niet van toepassing op inkomende uitwisselingstudenten. §9.De bepalingen over inschrijven zijn niet van toepassing op personen die uitsluitend op grond van een bewijs van bekwaamheid en/of EVK’s de competenties eigen aan een welomschreven opleiding bezitten en zich registreren voor het uitreiken van een diploma.
Artikel 28. Aard van de inschrijving Een student schrijft zich in voor: - één opleiding of meer opleidingen tegelijk en/of - één opleidingsonderdeel of meer opleidingsonderdelen, die behoren tot één of meer opleidingen en/of - een schakel- of voorbereidingsprogramma en/of - een postgraduaatsopleiding.
Artikel 29. Soorten contracten §1.Diplomacontract Onderwijs- en examenregeling
27
Academiejaar 2012-2013
Een student schrijft zich met het oog tot het behalen diploma/getuigschrift in voor: - een opleiding, met het oog op het behalen van een diploma of - een schakelprogramma of - een voorbereidingsprogramma of - een postgraduaatsopleiding.
van
een
§2.Creditcontract Een student schrijft zich in voor één of meerdere opleidingsonderdelen en legt daarvoor examens af met het oog op het behalen van een creditbewijs per geslaagd opleidingsonderdeel. Om ingeschreven te worden voor een opleidingsonderdeel met een creditcontract moet men, onverminderd de toelatingsvoorwaarden van artikel 22 §1 en 2 voldoen aan de toelatingsvereisten, zijnde de begincompetenties en de volgtijdelijkheid van het betrokken opleidingsonderdeel zoals opgenomen in de studiefiche en/of de facultaire aanvullingen. De graad of het diploma van een opleiding kan niet verleend worden aan een student ingeschreven met een creditcontract. De Hogeschool Gent kan een diploma uitreiken louter op grond van een bewijs van bekwaamheid en/of EVK, voor zover de EVK geen creditbewijs is dat werd behaald binnen de opleiding van Hogeschool Gent waarvoor men de kwalificatie wenst te laten gelden. §3.Examencontract Een student kan zich inschrijven voor het uitsluitend afleggen van examens met het oog op: - het behalen van een diploma van een opleiding; - een getuigschrift van een schakelprogramma of een voorbereidingsprogramma; - een getuigschrift van een postgraduaatsopleiding (tenzij anders bepaald in de facultaire aanvullingen); of - het behalen van een creditbewijs voor één of meer opleidingsonderdelen. De student met een examencontract kan niet deelnemen aan de onderwijsactiviteiten en kan geen gebruik maken van de onderwijsondersteunende faciliteiten. De student kan gebruik maken van de elektronische leeromgeving enkel voor het bekomen van leermateriaal, niet voor onderwijskundige begeleiding. Om ingeschreven te worden voor één of meerdere opleidingsonderdelen met een examencontract met het oog op het behalen van creditbewijzen moet, onverminderd de toelatingsvoorwaarden van artikel 22, voldaan worden aan de toelatingsvereisten zijnde de begincompetenties en de volgtijdelijkheid van het betrokken opleidingsonderdeel zoals opgenomen in de studiefiche en/of de facultaire aanvullingen. Bepaalde opleidingsonderdelen komen wegens hun aard niet in aanmerking voor een examencontract (bijv. opleidingsonderdelen met niet-periodegebonden evaluatie). De student zal dan één inschrijving nemen met twee contracten zijnde een examencontract met het oog op het behalen van een diploma of getuigschrift voor deze opleidingsonderdelen waarvoor uitsluitend examen afgelegd wordt en een diplomacontract voor deze opleidingsonderdelen waarvoor het noodzakelijk is om de onderwijsactiviteiten bij te wonen, bijvoorbeeld opleidingsonderdelen met niet-periodegebonden evaluatie. De examenresultaten behaald via het examencontract met het oog op het behalen van een diploma of getuigschrift en via een diplomacontract worden te samen als examenbeslissing voor een opleiding behandeld. Onderwijs- en examenregeling
28
Academiejaar 2012-2013
De graad of het diploma van een opleiding kan niet student die ingeschreven is met een examencontract creditbewijs voor één of meer opleidingsonderdelen. De graad of het diploma van een opleiding kan wel student die ingeschreven is met een examencontract diploma.
verleend worden aan een voor het behalen van een verleend worden aan een voor het behalen van een
Artikel 30. Soorten studietrajecten §1.Een studietraject heeft betrekking op de wijze waarop het opleidingsprogramma wordt doorlopen en bepaalt de modaliteiten inzake studieomvang, beraadslaging en studievoortgangbewaking. Het soort studietraject wordt bepaald bij inschrijving: - een modeltraject of - een geïndividualiseerd traject. §2.Een modeltraject is een door de instelling vooraf uitgetekend traject voor een groep van studenten. Voor de bachelor- en masteropleidingen worden minstens twee modeltrajecten qua studieomvang per academiejaar aangeboden. In de studiegids worden voor elke opleiding de modeltrajecten aangegeven. §3.Een geïndividualiseerd traject is een studietraject op maat van een bepaalde student. De opportuniteit van het doorlopen van een geïndividualiseerd traject wordt op zorgvuldige wijze getoetst, rekening houdende met de volgtijdelijkheid, de haalbaarheid in hoofde van de student en in functie van de organisatie van de opleiding.
Artikel 31. Gelijktijdige inschrijvingen van opleidingen die elkaar opvolgen §1. In afwijking van de toelatingsvoorwaarden kan een student zich inschrijven conform §2en §3 van dit artikel. De student richt hiervoor een aanvraag aan de faculteitsraad uiterlijk 15 kalenderdagen na het begin van het academiejaar en bij laattijdige inschrijving binnen de 15 kalenderdagen na inschrijving. De faculteit zal zijn beslissing schriftelijk meedelen aan de student: - binnen de 15 kalenderdagen na de aanvang van het academiejaar, indien de aanvraag ingediend werd vóór de aanvang van het academiejaar of - binnen de 15 kalenderdagen na het indienen van de aanvraag, indien de aanvraag ingediend werd na de aanvang van het academiejaar. §2. Een inschrijving voor een schakelprogramma of een voorbereidingsprogramma kan gecombineerd worden met de inschrijving voor: - het opleidingsprogramma van de vooropleiding zonder er echter deel van uit te maken; - het opleidingsprogramma van de opleiding die erop volgt, of een deel ervan. Voor het behalen van het diploma van bedoelde opleiding is het noodzakelijk dat het voorbereidings- of schakelprogramma met succes is voltooid. De bevoegde examencommissies delibereren autonoom en mogelijks opeenvolgend. §3. Een student, ingeschreven in het diplomajaar, die wenst in te schrijven voor een masteropleiding, zonder in het bezit te zijn van het vereiste bachelor- of masterdiploma, kan gelijktijdig inschrijven voor beide opleidingen. Voor het behalen van het diploma van bedoelde masteropleiding is het bezit van het diploma van de bacheloropleiding echter noodzakelijk. De bevoegde examencommissies delibereren autonoom en mogelijks opeenvolgend. §4. Een student, ingeschreven in het diplomajaar, die wenst in te schrijven voor een postgraduaatsopleiding, zonder in het bezit te zijn van het vereiste bachelorof masterdiploma, kan gelijktijdig inschrijven voor beide opleidingen.
Onderwijs- en examenregeling
29
Academiejaar 2012-2013
Voor het behalen van het postgraduaatsgetuigschrift is het bezit van het diploma van de onderliggende bachelor- of masteropleiding echter noodzakelijk. De bevoegde examencommissies delibereren autonoom en mogelijks opeenvolgend. Volgende modeltrajecten worden onderscheiden: - een voltijds modeltraject is een studietraject dat de student in staat stelt om per academiejaar een jaarprogramma te voltooien van ten minste 54 en ten hoogste 66 studiepunten; - een deeltijds modeltraject is een studietraject dat de student in staat stelt om per academiejaar een jaarprogramma te voltooien van ten minste 27 en ten hoogste 53 studiepunten.
Artikel 32. Inschrijving voor een opleiding waarvoor men reeds het diploma behaalde Ten aanzien van de inschrijving voor een bachelor- of masteropleiding waarvan een student reeds het diploma bezit, geldt de voorwaarde dat de student nog opleidingsonderdelen voor een studieomvang van ten minste 30 studiepunten moet volgen. Een student, ingeschreven in het diplomajaar, kan gelijktijdig inschrijven voor dezelfde opleiding met een andere afstudeerrichting, zonder in het bezit te zijn van het diploma van de desbetreffende opleiding. Hiertoe dient de student een aanvraag in conform het bepaalde in artikel 31§1.
Artikel 33. Studievoortgangsbewaking voor bachelor- en masteropleidingen, voorbereidings- en schakelprogramma’s §1. Wanneer een student ingeschreven met een diplomacontract of examencontract voor het behalen van een diploma niet voor minstens de helft van de opgenomen studiepunten credits heeft behaald en zich voor dezelfde opleiding inschrijft, moet de student tijdens de 2de inschrijving met diplomacontract of examencontract voor het behalen van een diploma voor dezelfde opleiding voor minstens de helft van de opgenomen studiepunten credits verwerven. Wanneer de student tijdens deze 2de inschrijving voor dezelfde opleiding niet voor minstens de helft van de opgenomen studiepunten credits heeft verworven, kan hij niet meer worden ingeschreven voor dezelfde opleiding. De faculteit kan bijkomende bindende voorwaarden bij de 2de inschrijving in het kader van studievoortgangsbewaking opleggen: - geen vrije keuze van samenstelling van het jaarprogramma; - het volgen van één van de volgende begeleidingsmaatregelen: sessies studiemethodiek, monitoraat of andere begeleidingen; - slagen voor (bepaalde) opleidingsonderdelen die hernomen moeten worden. Het niet volgen van de bindende voorwaarden heeft een weigering van een 3de inschrijving voor de opleiding tot gevolg. Wegens uitzonderlijke omstandigheden en na gunstig advies van de faculteit kan de inschrijving alsnog worden toegestaan mits schriftelijke gemotiveerde aanvraag bij de decaan. De weigering van inschrijving voor deze opleiding onder geldt voor elke contractvorm. §2. De inschrijving van een student wordt geweigerd, ongeacht eerder opgelegde – al dan niet nagekomen – bindende voorwaarden, wanneer de student na drie inschrijvingen voor een diplomacontract voor minder dan één derde van de gedurende de drie inschrijvingen opgenomen studiepunten credits heeft verworven. Wegens uitzonderlijke omstandigheden kan de inschrijving alsnog worden toegestaan mits schriftelijke aanvraag bij de decaan.
Onderwijs- en examenregeling
30
Academiejaar 2012-2013
§3. Bij een creditcontract of examencontract met het oog op het behalen van een creditbewijs wordt de student geweigerd wanneer hij zich al tweemaal voor dat opleidingsonderdeel heeft ingeschreven zonder het creditbewijs te halen. Wegens uitzonderlijke omstandigheden kan de inschrijving alsnog worden toegestaan mits schriftelijke aanvraag bij de decaan. §4. Voor de toepassing van dit artikel worden ook eventuele voorafgaande inschrijvingen aan andere instellingen van hoger onderwijs in rekening gebracht. §5. Tegen het opleggen van bindende voorwaarden alsook tegen weigering tot inschrijving kan intern beroep worden aangetekend bij de interne beroepscommissie, zoals bepaald in artikel 68.
Artikel 34. Inschrijvingsdata §1.Diplomacontract en creditcontract: - vóór 1 december: de student die opleidingsonderdelen van de 1ste semester of jaaropleidingsonderdelen wil opnemen moet zich inschrijven vóór 1 december. De student kan zich vóór 1 december tevens voor 2de semester opleidingsonderdelen inschrijven. Om te garanderen dat het inschrijvingsdossier volledig in orde kan gebracht worden, moet de student vóór 16 november een aanvraag tot inschrijving op het studentensecretariaat indienen. - vanaf 1 december t.e.m. 15 maart: de student kan zich voor 2de semester opleidingsonderdelen inschrijven (voor de opleidingen muziek en drama moet vanaf 15 oktober een aanvraag ingediend worden). Om te garanderen dat het inschrijvingsdossier volledig in orde kan gebracht worden moet de student vóór 1 maart een aanvraag tot inschrijving op het studentensecretariaat indienen. Wil de student ook 1ste semester opleidingsonderdelen opnemen om aldus nog examens te kunnen afleggen, dan kunnen deze enkel opgenomen worden in een afzonderlijk examencontract als de inschrijving voor dat opleidingsonderdeel via examencontract mogelijk is. Het volgen van een deeltijds modeltraject in het tweede semester kan enkel, rekening houdende met de volgtijdelijkheid van opleidingsonderdelen, zoals bepaald in de facultaire aanvullingen. Bij een laattijdige inschrijving bestaat de mogelijkheid dat de evaluatie van bepaalde opleidingsonderdelen en de toekenning van examencijfers al voorbij zijn. Indien geen 2de examenkans voorzien is in hetzelfde academiejaar kan de student deze opleidingsonderdelen niet in zijn diplomacontract opnemen. §2. Examencontract: Voor een examencontract kan de student zich in te schrijven t.e.m. 15 maart. In afwijking hierop kan een student, voor wie de examencommissie in de 1ste zittijd heeft bepaald dat hij een niet geslaagd opleidingsonderdeel niet moet hernemen voor het behalen van het diploma, zich voor de tweede examenzittijd inschrijven met een examencontract om toch dit creditbewijs te behalen. Een aanvraag hiertoe dient te gebeuren uiterlijk drie werkdagen na de feedback van de eerste examenzittijd. Voor opleidingsonderdelen waarvoor in de tweede zittijd geen examen kan afgelegd worden, is deze inschrijving niet mogelijk. §3. Voor postgraduaten en navormingen kunnen in de facultaire aanvullingen op de onderwijs- en examenregeling afwijkende inschrijvingsdata opgenomen worden.
Artikel 35. Procedure van inschrijving §1.Wijze van aanmelden 1° Studenten die zich voor het eerst in de Hogeschool Gent inschrijven dienen zich persoonlijk aan te melden voor de inschrijving en te voldoen aan alle Onderwijs- en examenregeling
31
Academiejaar 2012-2013
inschrijvingsmodaliteiten: ze dienen o.m. volgende documenten voor te leggen bij inschrijving: - Geldig Belgisch identiteitsbewijs of verblijfsdocument (bij ontstentenis hiervan dient men zich aan te melden bij de centrale studentenadministratie); - origineel diploma secundair onderwijs; - documenten m.b.t. voorgaande studies hoger onderwijs. Bij inschrijving vermeldt de student tevens of hij een aanvraag voor studietoelage richt tot het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap - Afdeling Studietoelagen of tot de vzw Sovoreg voor de erkenning als beurstariefstudent of als bijna-beurstariefstudent (art. 27 §7). Volgende studenten melden zich aan bij de trajectbegeleider om de nodige documenten in te dienen en/of een dossier samen te stellen: - studenten met een functiebeperking (al dan niet geregistreerd bij het Vlaams agentschap voor personen met een handicap); - werkstudenten: een werkstudent is een persoon die: a) in het bezit is van een bewijs van tewerkstelling in een dienstverband met een omvang van tenminste 80 uren per maand of in het bezit is van een bewijs van uitkeringsgerechtigde werkzoekende en de opleiding kadert binnen het door een gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling voorgesteld traject naar werk; en b) nog niet in het bezit is van een tweede cyclusdiploma of masterdiploma; en c) ingeschreven wordt in een specifiek studietraject voor werkenden; Personen die al student zijn aan de Hogeschool Gent, krijgen na de eerste of tweede examenzittijd de nodige inschrijvingsdocumenten. De inschrijving kan gebeuren volgens de instructies van de faculteit: persoonlijke herinschrijving op het studentensecretariaat of per post. Bij de inschrijving moet men rekening houden met het feit dat het soort contract (§2) en het jaarprogramma (§3) zo snel mogelijk vastgelegd moeten worden. 2° Studenten moeten het studiegeld betalen. Wanneer de student de studiegelden, zoals op dat moment gekend in de studentenadministratie, niet vóór 1 november van het lopend academiejaar betaald heeft, mag de student niet meer deelnemen aan de onderwijs- en examenactiviteiten. Bij inschrijving vanaf 15 oktober moet de student, binnen de 2 weken het studiegeld betaald hebben. Als hier niet aan voldaan is, mag de student niet meer deelnemen aan de onderwijs- en examenactiviteiten. §2.Bepalen van het contract Bij inschrijving wordt het soort contract bepaald: een diplomacontract; een creditcontract; een examencontract met het oog op het behalen van een diploma of een getuigschrift; een examencontract met het oog op het behalen van een of meerdere creditbewijzen. §3.Vastleggen van het studietraject voor een diplomacontract en voor een examencontract met het oog op het behalen van een diploma of een getuigschrift 1° Modeltraject Studenten die een modeltraject wensen te volgen, moeten hiertoe geen aanvraag indienen. De studenten moeten, conform de facultaire instructies, Onderwijs- en examenregeling
32
Academiejaar 2012-2013
tijdig de keuze-opleidingsonderdelen binnen het modeltraject meedelen of aanvragen. 2° Geïndividualiseerd traject a) Een student die een geïndividualiseerd traject wenst te volgen richt een aanvraag aan de faculteitsraad uiterlijk 15 kalenderdagen na het begin van het academiejaar en bij laattijdige inschrijving binnen de 15 kalenderdagen na inschrijving. De faculteitsraad beslist over het al dan niet toekennen van een geïndividualiseerd traject. De opportuniteit van het doorlopen van een geïndividualiseerd traject wordt op zorgvuldige wijze getoetst, rekening houdende met de volgtijdelijkheid en de haalbaarheid in hoofde van de student en in functie van de organisatie van het onderwijs. De student die een geïndividualiseerd traject wenst aan te vragen zal zijn aanvraag laten adviseren door de trajectbegeleider. De beslissing zal aan de student schriftelijk meegedeeld worden: - binnen de 15 kalenderdagen na de aanvang van het academiejaar, indien de aanvraag ingediend werd vóór de aanvang van het academiejaar of - binnen de 15 kalenderdagen na het indienen van de aanvraag, indien de aanvraag ingediend werd na de aanvang van het academiejaar. b)Een student die zowel opleidingsonderdelen moet hernemen als credits heeft verworven voor een jaarprogramma, zal bij herinschrijving voor deze opleidingsonderdelen een geïndividualiseerd traject volgen. De betrokken student moet hiertoe geen aanvraag indienen. Als de student naast de te hernemen opleidingsonderdelen bijkomende opleidingsonderdelen wenst te volgen, moet hij wel een aanvraag indienen bij de faculteitsraad. Credits zijn in principe onbeperkt geldig binnen de betrokken opleiding van de Hogeschool Gent. Een actualiseringsprogramma kan worden opgelegd aan studenten die in het hoger onderwijs wensen door te stromen op grond van een creditbewijs dat ten minste 5 kalenderjaren eerder werd behaald. De termijn van 5 kalenderjaren wordt berekend vanaf de eerste dag van de maand oktober die volgt op de maand waarin het creditbewijs werd behaald. §4.Vastleggen van het studietraject voor een creditcontract en een examencontract met het oog op het behalen van creditbewijzen De student die inschrijft voor een credit- of examencontract met het oog op het behalen van creditbewijzen maakt bij inschrijving de lijst over van de te volgen opleidingsonderdelen, rekening houdende met de volgtijdelijkheid, de vereiste begincompetenties en de toelatingsvereisten voor deze opleidingsonderdelen, zoals bepaald in de facultaire aanvullingen. §5.Attesten van inschrijving Na betaling van het studiegeld ontvangt de student volgende documenten: 1° Diplomacontract en creditcontract Studenten die inschrijven voor een diploma- of creditcontract ontvangen na inschrijving een studentenkaart en de inschrijvingsbewijzen voor het ziekenfonds en de openbare vervoersmaatschappijen. Indien de inschrijving minstens 27 studiepunten bedraagt, zullen na inschrijving eveneens de inschrijvingsbewijzen voor het kinderbijslagfonds en voor de Dienst Studietoelagen rechtstreeks aan de betrokken instellingen worden overgemaakt. 2° Examencontract
Onderwijs- en examenregeling
33
Academiejaar 2012-2013
Studenten die inschrijven voor een examencontract krijgen een bewijs van inschrijving en een studentenkaart.
Artikel 36. Aanvraag vrijstellingen §1.Vrijstellingen op basis van eerder verworven kwalificatie (EVK) Een student die op basis van EVK’s vrijstellingen/deelvrijstellingen wenst te bekomen, richt een aanvraag aan de faculteitsraad uiterlijk 15 kalenderdagen na het begin van het academiejaar en bij laattijdige inschrijving binnen de 15 kalenderdagen na inschrijving. De student bezorgt samen met de aanvraag de nodige originele bewijsstukken (attest/ getuigschrift/diploma/…). De faculteit zal de aanvraag behandelen in functie van welomschreven competenties, de inhoud en de studieomvang van het opleidingsonderdeel/ deelopleidingsonderdeel. De faculteit kan oordelen dat naast het onderzoek op stukken een bijkomend onderzoek vereist is. De student zal hiertoe de noodzakelijke bijdrage betalen. De faculteitsraad neemt een gemotiveerde beslissing over het al dan niet toekennen van vrijstellingen op basis van EVK’s. De beslissing zal aan de student schriftelijk meegedeeld worden: - binnen 15 kalenderdagen na de aanvang van het academiejaar, indien de aanvraag ingediend werd vóór de aanvang van het academiejaar of - binnen de 15 kalenderdagen na het indienen van de aanvraag, indien de aanvraag ingediend werd na de aanvang van het academiejaar. De termijn van 15 kalenderdagen begint pas te lopen als het aanvraagdossier volledig is en indien geen bijkomend bekwaamheidsonderzoek vereist is. Gezien het toekennen van een vrijstelling op basis van EVK steunt op een binnenlands of buitenlands studiebewijs van slagen zal de student de creditbewijzen behaald in een andere opleiding waarvoor hij inschrijft voorleggen en geldt bij toekennen volgende regel: - vrijstelling van een opleidingsonderdeel: er wordt geen examencijfer van het creditbewijs overgenomen bij inschrijving noch bij examenbeslissing; §2.Vrijstellingen op basis van eerder verworven competenties (EVC) Een student die op basis van EVC’s vrijstellingen/deelvrijstellingen wenst te bekomen, dient bij zijn aanvraag een bewijs van bekwaamheid voor te leggen. 1° Het behalen van een bewijs van bekwaamheid: Een student die een bewijs van bekwaamheid voor bepaalde competenties of voor alle competenties van een bepaalde opleiding wil bekomen, richt een aanvraag via het geijkte aanvraagformulier aan de decaan van de betrokken opleiding. De student bezorgt samen met de aanvraag het portfolio dat alle relevante bewijsstukken in verband met de aangevraagde competenties bevat. Het aanvraagformulier samen met het portfolio dient geviseerd te worden door de Hogeschool Gent EVC-begeleider. Voor de opmaak van het portfolio kan tevens een beroep gedaan worden op de EVC-begeleider. Het bekwaamheidsonderzoek voorziet dat, indien nog bijkomende informatie noodzakelijk is om te kunnen oordelen over de competenties, de decaan kan beslissen een bijkomend onderzoek te organiseren. Het bekwaamheidsonderzoek start na betaling van de bijdrage. Het al dan niet erkennen van competenties zal aan de student schriftelijk meegedeeld worden. De student ontvangt een bewijs van bekwaamheid bij een positief resultaat van het onderzoek. Het bewijs van bekwaamheid vermeldt de competenties die verworven zijn eigen aan het niveau van een bachelor, een master of van een welomschreven opleiding, opleidingsonderdeel/deelopleidingsonderdeel of cluster van opleidingsonderdelen. Onderwijs- en examenregeling
34
Academiejaar 2012-2013
2° Het bekomen van vrijstellingen op basis van een bewijs van bekwaamheid: Een student die een bewijs van bekwaamheid heeft bekomen, komt in aanmerking voor het aanvragen van vrijstellingen. Hij richt hiertoe een aanvraag aan de faculteitsraad uiterlijk 15 kalenderdagen na het begin van het academiejaar en bij laattijdige inschrijving binnen de 15 kalenderdagen na inschrijving. De student bezorgt het bewijs van bekwaamheid samen met de aanvraag. De faculteitsraad neemt een gemotiveerde beslissing over het al dan niet toekennen van vrijstellingen. De beslissing zal aan de student schriftelijk meegedeeld worden: - binnen 15 kalenderdagen na de aanvang van het academiejaar, indien de aanvraag ingediend werd vóór de aanvang van het academiejaar of - binnen de 15 kalenderdagen na het indienen van de aanvraag, indien de aanvraag ingediend werd na de aanvang van het academiejaar. De termijn van 15 kalenderdagen begint pas te lopen als het aanvraagdossier volledig is. Wanneer het bewijs van bekwaamheid betrekking heeft op alle competenties van een bepaalde opleiding, komt de student in aanmerking voor het aanvragen van vrijstellingen voor de hele opleiding. Hij richt hiertoe een aanvraag aan de faculteitsraad uiterlijk 15 kalenderdagen na de registratie voor het uitreiken van een diploma. Hij bezorgt het bewijs van bekwaamheid samen met de aanvraag. De faculteitsraad neemt een gemotiveerde beslissing over het al dan niet toekennen van vrijstellingen. De beslissing zal aan de student schriftelijk meegedeeld worden binnen de 15 kalenderdagen na het indienen van de aanvraag. De termijn van 15 kalenderdagen begint pas te lopen als het aanvraagdossier volledig is. Gezien het toekennen van een vrijstelling. op basis van EVC steunt op een bewijs van bekwaamheid zal de student geen creditbewijzen voorleggen en geldt bij toekennen van vrijstelling volgende regel: - vrijstelling van een opleidingsonderdeel: er wordt geen examencijfer gehanteerd bij inschrijving noch bij examenbeslissing; §3.Geldigheidsduur van EVK’s en bewijzen van bekwaamheid EVK’s en bewijzen van bekwaamheid zijn in principe onbeperkt geldig. Een actualiseringsprogramma kan worden opgelegd aan studenten die in het hoger onderwijs wensen door te stromen op grond van EVK’s en bewijzen van bekwaamheid die meer dan 5 kalenderjaren oud zijn. De termijn van 5 kalenderjaren wordt berekend vanaf de eerste dag van de maand oktober die volgt op de maand waarin het EVK of bewijs van bekwaamheid werd behaald.
Artikel 37. Wijzigen van inschrijving / stopzetten van contract / uitschrijving §1.Wijzigen van inschrijving Een wijziging van inschrijving kan zijn: - wijziging soort contract: wijzigen van het soort studiecontract (diplomacontract, creditcontract, examencontract) kan eenmalig gebeuren na afloop van het 1ste semester en uiterlijk tot en met 15 maart. Een wijziging van het soort contract impliceert geen overgang naar een nieuwe opleiding: de student blijft ingeschreven voor dezelfde opleiding of opleidingsonderdelen.
Onderwijs- en examenregeling
35
Academiejaar 2012-2013
De opleidingsonderdelen waarvoor examen werd afgelegd kunnen niet meer gewijzigd worden van contract; - wijziging jaarprogramma (wijziging inhoud contract): de student kan extra opleidingsonderdelen opnemen in zijn contract of opleidingsonderdelen uit zijn jaarprogramma laten verwijderen; - wijziging opleiding of afstudeerrichting (heroriënteren): indien de student credits wenst te verwerven van zijn lopende opleiding of afstudeerrichting is een wijziging van opleiding of afstudeerrichting slechts mogelijk na afloop van een semester. De beëindiging van het eerst aangegane contract heeft geen invloed op eventuele in het eerste semester behaalde creditbewijzen: deze blijven behouden en kunnen eventueel gevaloriseerd worden binnen de andere opleiding indien zij daarin voorkomen. Volgende data dienen gerespecteerd te worden m.b.t. wijzigingen van de inschrijving voor een jaarprogramma, opleiding of afstudeerrichting: - vóór 1 december voor opleidingsonderdelen van het 1ste semester (financiële consequenties vanaf 1 november – zie art.38 §8); - tot uiterlijk 15 maart voor opleidingsonderdelen van het 2de semester. Om te garanderen dat het dossier met betrekking tot wijziging of stopzetting van een contract volledig in orde kan gebracht worden, dient de student respectievelijk vóór 16 november en vóór 1 maart een aanvraag tot inschrijving op het studentensecretariaat in te dienen. De student die de inschrijving wenst te wijzigen heeft hierover een gesprek met de trajectbegeleider. De student dient te voldoen aan alle inschrijvingsvoorwaarden van het gewijzigde contract of de gewijzigde opleiding of opleidingsonderdelen. Aan een wijziging van inschrijving zijn meestal financiële gevolgen verbonden. Bij wijziging ontvangt de student een bijkomende vordering of een terugbetaling. Er dient uitvoering gegeven te worden aan alle andere mogelijke wijzigingen van inschrijvingsvoorwaarden en -modaliteiten voortvloeiend uit de wijzigingen in/van het contract. §2.Stopzetten van een contract Een student die meerdere contracten heeft aangegaan en één van deze contracten wenst te stoppen dient dit persoonlijk op het betrokken studentensecretariaat te melden. De dag van aanmelding geldt als stopzettingdatum. Het studentensecretariaat handelt het administratieve dossier af. In tegenstelling tot §3 ‘uitschrijven’ impliceert het stopzetten van een contract niet het verlies van de status ‘student’: de student heeft immers nog een contract lopen. Volgende data dienen gerespecteerd te worden m.b.t. stopzetting van een contract: - vóór 1 december voor opleidingsonderdelen van het 1ste semester (financiële consequenties vanaf 1 november – zie art.38 §8); - tot uiterlijk 15 maart voor opleidingsonderdelen van het 2de semester. Om te garanderen dat het dossier met betrekking tot stopzetting van een contract volledig in orde kan gebracht worden, dient de student respectievelijk vóór 16 november en vóór 1 maart een aanvraag tot inschrijving op het studentensecretariaat in te dienen. Aan een wijziging van inschrijving zijn meestal financiële gevolgen verbonden. §3.Uitschrijven Een student die alle contracten (dus alle studies) in de loop van het academiejaar stopzet, moet een uitschrijvingformulier invullen en de studentenkaart inleveren. De datum van poststempel of persoonlijke afgifte van het uitschrijvingformulier, Onderwijs- en examenregeling
36
Academiejaar 2012-2013
geldt als uitschrijvingdatum. De student verliest de status “student”, met de eraan verbonden gevolgen voor studiegeld, kinderbijslag, beurstoelage. De student moet zich aanmelden met het uitschrijvingformulier op het studentensecretariaat voor het afhandelen van zijn administratief dossier. Hij kan zich bij de trajectbegeleider melden voor het invullen van het uitschrijvingformulier en een eventueel adviesgesprek. Volgende data dienen gerespecteerd te worden m.b.t. uitschrijven: - vóór 1 december voor opleidingsonderdelen van het 1ste semester (financiële consequenties vanaf 1 november – zie art.38 §8); - tot uiterlijk 15 maart voor opleidingsonderdelen van het 2de semester.
Artikel 38. Studiegeld en registratiekosten §1. Jaarlijks worden de bedragen van het studiegeld vastgelegd door het hogeschoolbestuur. §2. Het studiegeld bestaat uit een vast en een variabel bedrag. Voor sommige opleidingen wordt daarenboven een bijzonder studiegeld gevorderd. Het variabel bedrag is afhankelijk van het soort contract en het aantal opgenomen studiepunten. §3. Bij een diplomacontract (met uitzondering van de inschrijving voor een postgraduaat is het studiegeld ook afhankelijk van het feit of een student een niet-beurstariefstudent, een bijna-beurstariefstudent of een beurstariefstudent is. Bij een creditcontract kunnen studenten het statuut van beurstarief- of bijnabeurstariefstudent aanvragen indien ze voldoen aan de financiële voorwaarden zoals bepaald in de regelgeving betreffende de studietoelagen. Zij hebben echter geen recht op een studiefinanciering maar kunnen een verminderd studiegeldtarief aanvragen bij de vzw Sovoreg. Bij een examencontract kan men enkel niet-beurstariefstudent zijn. §4. Bij de inschrijving betaalt de student een forfaitair bedrag. De verrekening van het volledige studiegeld zal gebeuren in functie van het soort contract, het aantal opgenomen studiepunten en het al dan niet beurstariefstudent zijn. §5.Meerdere inschrijvingen Als algemene regel geldt dat het vaste gedeelte van het studiegeld slechts één maal per academiejaar verschuldigd is aan dezelfde instelling voor hoger onderwijs. Voor de berekening van het studiegeld worden alle inschrijvingen van een student voor één of meerdere opleidingen en/of voor één of meerdere opleidingsonderdelen onder diploma- en/of creditcontract dan ook beschouwd als één inschrijving. In afwijking van deze algemene regel worden de inschrijvingen voor postgraduaten steeds beschouwd als afzonderlijke inschrijvingen en worden de inschrijvingen van beurstariefstudenten eveneens beschouwd als afzonderlijke inschrijvingen. §6. Indien de regels voor het stopzetten van postgraduaatopleidingen en navormingen afwijken, worden deze opgenomen in de facultaire aanvullingen. §7.Registratiekosten voor het uitreiken van een diploma uitsluitend op grond van EVC/EVK of bij gelijktijdige inschrijvingen van opleidingen die elkaar opvolgen Een student kan zich registeren voor het toekennen van een diploma uitsluitend op grond van EVK’s en/of een bewijs van bekwaamheid. Een student die zich ingeschreven heeft voor twee opleidingen die elkaar opvolgen en het diploma van de vereiste vooropleiding niet behaalt in hetzelfde academiejaar als het diploma van de vervolgopleiding, kan het diploma niet verwerven. Het diploma van de vervolgopleiding kan slechts uitgereikt worden Onderwijs- en examenregeling
37
Academiejaar 2012-2013
wanneer het diploma van de vooropleiding behaald wordt. De student moet zich registreren voor het toekennen van het diploma van de vervolgopleiding in de examenperiode waarin hij het diploma van de vooropleiding behaalt. De student betaalt 50,00 € voor de registratie met het oog op het uitreiken van een diploma. §8.Financiële consequenties (verschuldigd studiegeld) bij uitschrijving, stopzetting of wijziging van of in een contract (enkel geldig voor de initiële bachelor- en masteropleidingen tenzij anders bepaald in de facultaire aanvullingen): a) ingeschreven voor het eerste en het tweede semester te betalen studiegeld bij uitschrijving, stopzetting of wijziging van of in een contract: - vóór 1 november: enkel het vast bedrag dient betaald te worden; - vanaf 1 november t.e.m. 15 maart: voor de opgenomen studiepunten van het eerste semester (inclusief jaarvakken) dient het studiegeld betaald te worden; - na 15 maart: het studiegeld is verschuldigd voor alle opgenomen studiepunten. b) ingeschreven voor het tweede semester te betalen studiegeld bij uitschrijving, stopzetting of wijziging van of in een contract: - t.e.m. 15 maart: enkel het vast bedrag dient betaald te worden; - na 15 maart: het studiegeld is verschuldigd voor alle opgenomen studiepunten. c) bij uitschrijving voor de aanvang van het academiejaar is geen studiegeld verschuldigd. §9.Financieel voordeel bij heroriëntering binnen de Associatie Universiteit Gent Bij heroriëntering binnen de Associatie Universiteit Gent en op voorlegging van het bewijs van uitschrijving bij één van de associatiepartners, zal de Hogeschool Gent als ‘ontvangende instelling’ de student een korting toestaan op het studiegeld ter waarde van het vast gedeelte ervan. Deze regel is enkel geldig voor initiële bachelor- en masteropleidingen.
Onderwijs- en examenregeling
38
Academiejaar 2012-2013
VIII. Organisatie van de onderwijsactiviteiten Artikel 39. Academische kalender §1. §2.
Het academiejaar start 13 weken voor de aanvang van de kerstvakantie. De onderwijsactiviteiten worden georganiseerd volgens een semesterplan: Eerste semester: - 13 weken onderwijsactiviteiten (inclusief één week inhaal- en begeleidingsactiviteiten) - 4 weken blok en examens (eerste examenzittijd, eerste examenperiode) Tweede semester: - 13 weken onderwijsactiviteiten (inclusief één week inhaalen begeleidingsactiviteiten) - 6 weken blok- en examenperiode, beraadslaging, proclamatie en feedback (eerste examenzittijd, tweede examenperiode) Tweede examenzittijd (derde examenperiode): - 4 weken examenperiode (inclusief deliberatie, proclamatie en feedback)
Tijdens de periode van inhaal- en/of begeleidingsactiviteiten kunnen volgende activiteiten plaatsvinden: - het aanbrengen van leerinhouden die niet konden worden afgerond in de daartoe vastgelegde periode - herhalingslessen en/of extra oefeningen - de niet-periodegebonden evaluaties. §3. Er wordt vóór de aanvang van het academiejaar door elk departement en per opleiding één week heroriëntering en onthaal- en voorbereidingsactiviteiten voor niet-geslaagde studenten en voor nieuwe studenten georganiseerd. §4. Onderwijsactiviteiten en examens worden geschorst tijdens sluitingsdagen en de volgende periodes: - 2 weken kerstreces - 1 week intersemestriëel reces - 2 weken paasreces - 6 weken zomerreces Volgende activiteiten kunnen plaatsvinden tijdens de weken reces en de sluitingsdagen: - toelatingsprocedures - activiteiten in kader van postgraduaat en navorming - stages met bijhorende evaluaties - uitzonderlijk examenactiviteiten in kader van studentenmobiliteit. §5. Op advies van de faculteitsraad, na onderhandeling in het facultair overlegcomité, kunnen door het bestuurscollege afwijkingen op de academische kalender voorzien worden.
Artikel 40. Regelgeving betreffende onderwijsactiviteiten Naast de facultaire reglementen gelden de volgende regels: 1° lesuren worden uitgedrukt in eenheden van 60 minuten; 2° wanneer het onderwijzend personeelslid van de onderwijsactiviteit, of zijn vervanger, zich na 15 minuten niet heeft aangeboden, vraagt een afgevaardigde van de studenten bij het studentensecretariaat inlichtingen of instructies; indien geen bevestiging op het secretariaat verkregen wordt over de aanwezigheid van het onderwijzend personeelslid, wordt de onderwijsactiviteit uitgesteld. De studenten melden op het studentensecretariaat dat ze, na 15 minuten te wachten, de plaats van de onderwijsactiviteit verlaten.
Onderwijs- en examenregeling
39
Academiejaar 2012-2013
3° wijzigingen van uurroosters of leslokalen, afwezigheden van het onderwijzend personeel (occasioneel of langdurig) worden ad valvas en desgevallend elektronisch bekendgemaakt. Afspraken omtrent pedagogische activiteiten tussen onderwijzende personeelsleden en studenten worden ad valvas en/of via de elektronische leeromgeving bekendgemaakt.
Artikel 41. Het volgen van onderwijsactiviteiten in andere faculteiten binnen de Hogeschool Gent en in andere instellingen voor hoger onderwijs in binnen- en buitenland §1.Belgische instellingen buiten de Associatie Universiteit Gent en instellingen in het buitenland Een student kan onderwijsactiviteiten volgen in een andere instelling van het hoger onderwijs voor zover de instelling deel uitmaakt van officieel erkende, bilaterale en/of multilaterale samenwerkings- of uitwisselingsprogramma of overeenkomst. De student die in 2013-2014 onderwijsactiviteiten wil volgen in een instelling voor hoger onderwijs buiten de AUGent of in het buitenland, ter vervanging zijn (deel)opleidingsprogramma, dient zich aan te melden volgens. richtlijnen van de UGent. §2.Andere faculteiten binnen de Hogeschool Gent en instellingen binnen de Associatie Universiteit Gent Studenten die opleidingsonderdelen wensen te volgen aan een andere faculteit binnen de Hogeschool Gent of aan een andere instelling binnen de AUGent, dienen het daartoe voorbestemd formulier in te vullen en te bezorgen aan de decaan bij vastlegging van het jaarprogramma. Aan de uitwisseling zijn drie voorwaarden gekoppeld: - de betreffende opleidingsonderdelen mogen niet voorkomen in één van de opleidingsprogramma’s van de zendende instelling/faculteit. In geval van twijfel beslist de bevoegde opleidingscommissie; - het handelt over opleidingsonderdelen die de student als uitwisselingsstudent mag volgen: de opleidingsonderdelen moeten deel uitmaken van hun jaarprogramma van de student in de zendende instelling/faculteit; - het akkoord van zowel de zendende als de ontvangende instelling/faculteit is vereist. De studenten die in aanmerking wensen te komen dienen zich te richten tot de facultaire contactpersoon of trajectbegeleider die optreedt als aanspreekpunt tussen de zendende en de ontvangende instelling/faculteit. De opleidingsonderdelen die in een andere faculteit/AUGent-instelling gevolgd worden, worden door de zendende faculteit van de Hogeschool Gent in het curriculum van de student opgenomen. In de ontvangende faculteit/AUGentinstelling wordt de student als gaststudent geregistreerd en krijgt het betreffende opleidingsonderdeel toegewezen. §3. De student vraagt zelf bij de ontvangende instelling de betreffende creditbewijzen of een equivalent ervan op.
Artikel 42. Bachelorproef, masterproef, eindwerk, afstudeerproject, stage …. De regels van de organisatie en de evaluatie van een bachelorproef, masterproef, eindwerk, afstudeerproject, stage, … worden opgenomen in de facultaire aanvullingen of in een specifiek daartoe opgemaakt reglement dat goedgekeurd is door de faculteitsraad. Indien deze activiteiten plaats vinden in het buitenland, dient voldaan te worden aan de betreffende formaliteiten.
Onderwijs- en examenregeling
40
Academiejaar 2012-2013
Artikel 43. Bijzondere studiekosten De faculteiten kunnen specifieke en in omvang beperkte kosten voor gebruik van goederen en organiseren van specifieke evenementen aan de student doorrekenen voor zover deze rechtstreeks verband houden met de organisatie van de opleiding (bv. losbladige fotokopieën in kleine aantallen, studie-uitstappen,…. De faculteiten die bijzondere studiekosten innen, leggen de regeling hierover vast in de facultaire aanvullingen op de onderwijs- en examenregeling.
Artikel 44. Individuele onderwijs- en examenmaatregelen §1. Een individuele onderwijs- en examenmaatregel is een redelijke aanpassing op maat om gelijkheid van kansen voor studenten te waarborgen, zodat ze volwaardig kunnen participeren aan onderwijs- en examenactiviteiten. Deze maatregel voldoet aan de criteria van noodzakelijkheid, uitvoerbaarheid, verdedigbaarheid en competentiebewaking. Noodzakelijkheid: zonder deze maatregel kan de student niet volwaardig deelnemen aan de onderwijs- en examenactiviteiten. Uitvoerbaarheid: de maatregel mag geen aantoonbare onevenredige belasting teweegbrengen voor de organisatie. Verdedigbaarheid: de maatregel is te verantwoorden t.o.v. betrokkenen. Competentiebewaking: de maatregel mag de beoogde eindcompetenties niet aantasten. Enkel het proces om deze competenties te verwerven, wordt door het toekennen van de maatregel aangepast. §2. De student kan individuele onderwijs- en examenmaatregelen aanvragen op basis van: - medische redenen en/of functiebeperkingen; - uitzonderlijke sociale of individuele omstandigheden; - topsport; - kunstbeoefening uitgezonderd voor studenten die een externe kunstbeoefening uitoefenen welke volledig aansluit binnen hun opleiding in faculteit School of Arts KASK en Koninklijk Conservatorium ; - het bekleden van een mandaat in de bestuursorganen van de Hogeschool Gent, de AUGent, de vzw Sovoreg; - het bekleden van een mandaat in de studentenraad van de Hogeschool Gent, de AUGent; - het bekleden van een mandaat in de participatiecommissies en/of de opleidingscommissies van de Hogeschool Gent; - de vertegenwoordiging in raden en commissies van de Hogeschool Gent; - de vertegenwoordiging van de HoGent in raden/werkgroepen van VLHORA en VLOR; - het bekleden van een politiek mandaat. §3. Voorbeelden van individuele onderwijs- en examenmaatregelen zijn: - veranderen van klas of groep om een aangepast uurrooster te bekomen, wanneer meer dan één klas of groep georganiseerd wordt; - toelating tot beperkte afwezigheid, met dien verstande dat dit niet meer kan zijn dan opgenomen is in de facultaire aanvullingen betreffende de regeling voor niet-periode gebonden evaluatie; - verplaatsen van practica of stages; - verplaatsen van examens tijdens het academiejaar, exclusief vakantieperiodes en voor zover mogelijk; - het voorzien van een vervangingsopdracht; Onderwijs- en examenregeling
41
Academiejaar 2012-2013
- digitaal ter beschikking stellen van cursussen; - aangepaste onderwijs- en examenmethodes; - ICT-toepassingen (o.a. voorleessoftware, spraaksoftware, …); - … §4. Aanvraagprocedure Het verkrijgen van individuele onderwijs- en examenmaatregelen gebeurt op uitdrukkelijke en individuele vraag van de student. Hij richt daartoe een schriftelijk verzoek, via het daartoe bestemd aanvraagformulier, aan de facultaire contactpersoon individuele maatregelen vóór de start van de studieen/of examenactiviteiten. - De student die op basis van topsport, kunstbeoefening of het bekleden van een mandaat (cf. §2) individuele onderwijs- en examenmaatregelen aanvraagt, moet het bewijs van ‘speciaal statuut’ voorleggen. Het ‘speciaal statuut’ wordt schriftelijk aangevraagd bij de commissie speciale statuten. De aanvraag wordt ingediend uiterlijk op 15 oktober en bij laattijdige inschrijving binnen 15 kalenderdagen na inschrijving. In uitzonderlijke omstandigheden kunnen aanvragen later ingediend worden. De uitzonderlijkheid moet worden aangetoond. De student draagt de volle verantwoordelijkheid voor de inhoud en de volledigheid van het dossier. De commissie speciale statuten beslist over het toekennen van het ‘speciaal statuut’. De commissie speciale statuten brengt de faculteit en meer specifiek de trajectbegeleider op de hoogte van haar advies binnen 15 kalenderdagen na het indienen van de aanvraag. De erkenning is slechts één academiejaar geldig en moet door de student elk jaar opnieuw worden aangevraagd. Het bewijs van ‘speciaal statuut’ wordt bij de aanvraag van individuele maatregelen gevoegd. - De student die op basis van uitzonderlijke sociale of individuele omstandigheden, medische redenen en/of functiebeperkingen, individuele onderwijs- en examenmaatregelen aanvraagt, moet geen bewijs ’speciaal statuut’ voorleggen maar zal de noodzakelijke attesten bij de aanvraag voegen. De faculteitsraad beslist over de toe te kennen individuele onderwijs- en examenmaatregelen en houdt hierbij rekening met de criteria van noodzakelijkheid, uitvoerbaarheid, verdedigbaarheid en competentiebewaking. De student bespreekt samen met de facultaire contactpersoon individuele maatregelen de uitvoering ervan.
Onderwijs- en examenregeling
42
Academiejaar 2012-2013
IX. Organisatie van examens Artikel 45. Toepassing van examenregels Het examenreglement is van toepassing op alle examens aan Hogeschool Gent, ongeacht de aard van inschrijving, met uitzondering van de navormingen.
Artikel 46. Examenzittijden en -periodes §1. De Hogeschool Gent organiseert ieder academiejaar per jaarprogramma twee examenzittijden. De eerste examenzittijd bestaat uit twee examenperiodes. De examenzittijden en -periodes worden jaarlijks vastgelegd in de academische kalender. In een semestersysteem worden opleidingsonderdelen volledig binnen een semester afgehandeld en geëxamineerd. De faculteit maakt aan zijn studenten een overzicht bekend van die opleidingsonderdelen waarvoor de onderwijsactiviteiten en de examens in het eerste semester en van deze die in het tweede semester worden georganiseerd en geëxamineerd. Periodegebonden evaluaties van jaaropleidingsonderdelen vinden steeds plaats in de tweede examenperiode. §2. Buiten de vastgestelde examenperiodes/examenzittijden kunnen enkel examens georganiseerd worden bij beslissing van de faculteitsraad: 1° om gegronde pedagogische redenen; 2° wanneer het oefeningen, seminaries, stages, ... betreft. Deze examens worden dan geacht als zijnde georganiseerd in een examenzittijd. De studenten worden bij het begin van het academiejaar hiervan op de hoogte gebracht. §3. Binnen eenzelfde examenzittijd kan een student slechts éénmaal beoordeeld worden over hetzelfde opleidingsonderdeel. Niemand mag zich in de loop van het academiejaar meer dan tweemaal voor hetzelfde examen of examengedeelte aanmelden ongeacht het contract. §4. Een student heeft voor ieder opleidingsonderdeel waarvoor hij ingeschreven is en waarvoor hij niet slaagde of niet gedelibereerd werd, het recht op een tweede examenkans in de tweede examenzittijd tenzij de aard van het opleidingsonderdeel dit niet toelaat. Een student die ingeschreven is met het oog op het behalen van het diploma na de eerste examenperiode (art.56 §1) en niet geslaagd is voor sommige opleidingsonderdelen waarvoor in de studiefiche vermeld staat dat er geen 2de zittijd mogelijk is, kan deze opleidingsonderdelen wel hernemen in de periode van het 2de semester met het oog op het behalen van het diploma in de 2de zittijd (bijv. het opleidingsonderdeel stage in de lerarenopleiding kan mogelijks in het 2de semester georganiseerd worden). Een student die in de eerste examenperiode niet slaagde voor één of meerdere opleidingsonderdelen waarvoor in de studiefiche vermeld staat dat er geen examenmogelijkheid is in de tweede examenzittijd, kan eventueel wel een tweede examenkans krijgen in de tweede examenperiode van de eerste zittijd indien de faculteit dit organisatorisch kan toelaten met het oog op een examenbeslissing in 2de examenzittijd.
Artikel 47. Coördinatie en organisatie van examens §1. De faculteitsraden zijn verantwoordelijk voor de coördinatie en de organisatie van de examens.
Onderwijs- en examenregeling
43
Academiejaar 2012-2013
§2. In iedere faculteit en zo nodig per opleiding, wordt gedurende elke examenperiode een examensecretariaat ingericht, onder de bevoegdheid van de secretaris van de examencommissie. Het examensecretariaat fungeert als centrale meldings- en informatiecel voor alle bij de examens betrokken partijen. Aan het examensecretariaat worden onder andere gemeld: - adreswijzigingen tijdens de examens; - wijzigingen in de examenregeling; - afwezigheden door overmacht; - alle feiten die de examenregeling in het gedrang kunnen brengen of een vlot verloop van de examens kunnen hinderen. Het examensecretariaat staat tijdens de examenperiode in voor het informeren van de belanghebbenden.
Artikel 48. Examenregeling en -roosters §1. Voor elk modeltraject van een opleiding en voor elke examenperiode wordt een volledige en gedetailleerde examenregeling opgesteld, bij beslissing van de faculteitsraad. Deze regeling omvat: - het rooster van de examens, de plaats, het tijdstip (datum en uur) van het examen en de naam van de examinator; - taak, zetel, telefoonnummer van het examensecretariaat; - naam van de voorzitter van de examencommissie (decaan of zijn afgevaardigde); - naam van de secretaris van de examencommissie - naam, zetel, e-mail adres, telefoonnummer en bereikbaarheid van de ombudsman; - de data waarop de examenbeslissingen bekendgemaakt/geproclameerd worden en feedback georganiseerd wordt. §2. De examenroosters van elk modeltraject worden zo opgesteld dat een behoorlijke spreiding van de examens over de totaliteit van een examenperiode wordt bekomen. Vooraf aan de opmaak van de examenroosters wordt over de principes van de opbouw overleg gepleegd met de betrokken studenten of de betrokken participatiecommissies. §3. De secretaris van de examencommissie maakt de examenregelingen aan de betrokken examinatoren over en maakt ze ad valvas bekend, ten minste 5 weken vóór de aanvang van elke examenperiode. §4. Naleving van de examenregeling: 1° De bij het examen betrokken partijen houden zich stipt aan de uitgewerkte examenregeling; 2° Op basis van ernstige redenen of in geval van overmacht kan de student de toestemming krijgen om op een andere vorm dan voorgeschreven, op een ander tijdstip of een andere locatie dan voorgeschreven geëvalueerd te worden. De student dient het examensecretariaat onmiddellijk te verwittigen en richt een verzoek tot aanpassing aan de voorzitter van de examencommissie. Een schriftelijke melding wordt overgemaakt aan het examensecretariaat. Desgevallend bepaalt de voorzitter van de examencommissie een nieuwe regeling. De nieuwe regeling of de reden van weigering wordt meegedeeld aan de student; 3° Bij de afwezigheid op een examen voor een opleidingsonderdeel verkrijgt de student een ‘Afwezig’ als examenresultaat. Bij de afwezigheid op een examen voor een onderdeel van het examen van een opleidingsonderdeel of voor het examen van een deelopleidingsonderdeel kan geen examenresultaat voor het Onderwijs- en examenregeling
44
Academiejaar 2012-2013
opleidingsonderdeel bepaald worden en verkrijgt de student geen examenresultaat. 4° Wanneer een examinator wettelijk verhinderd is om te examineren in de voorziene examenperiode, meldt hij dit onmiddellijk aan de voorzitter van de examencommissie, die beslist over de uit te werken nieuwe regeling of die een andere examinator aanduidt als plaatsvervanger.
Artikel 49. Evaluatiesystemen en -vormen §1. De faculteitsraad bepaalt per opleidingsonderdeel/onderwijsactiviteit het evaluatie-systeem, de evaluatievorm, de organisatie en de periode van de evaluaties. §2. Er worden twee systemen van evaluatie onderscheiden: - niet-periodegebonden evaluatie: een evaluatie van de studieprestaties van een student tijdens de periodes voor onderwijs- en studieactiviteiten, zoals voorzien in de academische kalender. - periodegebonden evaluatie: een evaluatie van de studieprestaties van een student tijdens de examenperiodes, zoals voorzien in de academische kalender. Niet-periodegebonden evaluatie en periodegebonden evaluatie kunnen gecombineerd worden. §3. Mogelijke examenvormen bij de twee evaluatiesystemen zijn: schriftelijke examens, mondelinge examens, praktische examens of praktijkopdrachten. Elk examen kan ook georganiseerd worden als een combinatie ervan.
Artikel 50. Voorbereiding van de examens §1. Bij aanvang van een opleidingsonderdeel, verschaft elk onderwijzend personeelslid de studenten gedetailleerde informatie over de doelstellingen, de vereiste competenties en de inhoud, over de systemen en de vormen van evaluatie en de gehanteerde weging voor de verschillende onderwijsactiviteiten. Deze gegevens zijn opgenomen in de studiefiche. §2. Elk onderwijzend personeelslid duidt tijdig per opleidingsonderdeel de leerstof aan waarover het examen zal lopen. §3. Elk onderwijzend personeelslid schakelt in zijn onderwijs vragen en/of oefeningen in, die de concrete eisen weerspiegelen die op het examen gesteld worden. §4. De elementen die de basis vormen voor de evaluatie dienen vooraf vermeld te worden. §5. De examenvragen dienen gespreid te worden over de gehele leerinhoud. §6. Bij mondelinge theorie-examens moet de student de gelegenheid krijgen minimum drie vragen, oefeningen, opdrachten, ... te trekken, uit de verzameling van vragen voor hetzelfde opleidingsonderdeel. §7. Bij schriftelijke theorie-examens moet het examen uit minimum drie vragen, opdrachten, … bestaan. §8. Bij schriftelijke examens moeten aanvangsuur en maximale duur van het examen meegedeeld worden op de examenregeling.
Artikel 51. Aanvraag voor aanwezigheid van derden bij een examen De student en de examinator hebben het recht bij een examen de aanwezigheid van een tweede lid van het onderwijzend personeel als waarnemer te vragen. De student of examinator richt dit verzoek schriftelijk tot de voorzitter van de examencommissie ten laatste één week vóór het desbetreffende examen.
Onderwijs- en examenregeling
45
Academiejaar 2012-2013
Artikel 52. Openbaarheid van examens De examens zijn openbaar en worden afgenomen in de lokalen vastgelegd in de examenregeling of, wat betreft de niet-periode gebonden evaluatie, in de lokalen aangeduid door de faculteit. Bij schriftelijke examens veronderstelt de openbaarheid, dat de student op de door de faculteit georganiseerde feedback de proeven kan inzien. Bij mondelinge examens veronderstelt de openbaarheid dat derden aanwezig kunnen zijn, met uitzondering van studenten die voor eenzelfde opleidingsonderdeel zijn ingeschreven. Een derde mag op geen enkele wijze tussenkomen bij het examen.
Onderwijs- en examenregeling
46
Academiejaar 2012-2013
X. Examencommissies Artikel 53. Samenstelling van de examencommissie §1. Ieder academiejaar stelt de faculteitsraad vóór 1 december per opleiding een examencommissie samen voor de bacheloropleidingen, de masteropleidingen, de schakelprogramma’s, de voorbereidingsprogramma’s en de postgraduaatsopleidingen. Elke wijziging na die datum, wordt beslist door de faculteitsraad. De examencommissie functioneert enkel voor diplomacontracten en examencontracten met het oog op het behalen van een diploma of een getuigschrift. Voor een creditcontract of een examencontract met het oog op het behalen van creditbewijzen wordt geen examencommissie samengesteld. §2. De leden van de examencommissie zijn: 1° de titularis van een opleidingsonderdeel als verantwoordelijke en puntendrager voor het opleidingsonderdeel en voor de betrokken student; 2° de cotitularis: elk onderwijzend personeelslid belast met de onderwijsactiviteiten van het opleidingsonderdeel; 3° de voorzitter: de decaan of zijn afgevaardigde.
Artikel 54. Plaatsvervanging van een lid van de examencommissie Elk lid van de examencommissie dient voor de aanvang van de evaluatie/examens omwille van persoonlijke redenen (onder andere partnerschap, bloed- of aanverwantschap tot de vierde graad met een student) de voorzitter van de examencommissie te verzoeken een plaatsvervanger aan te duiden voor het afnemen van het examen, het toekennen van de beoordeling en te zetelen in de examencommissie. Het lid neemt evenmin deel aan de beraadslaging van de examencommissie voor de betrokken student.
Artikel 55. Aanwezigheid §1. De stemgerechtigde leden van de examencommissie hebben de plicht de beraadslaging bij te wonen en de aanwezigheidslijst te ondertekenen. §2. Wie geen lid is van de examencommissie kan niet deelnemen aan de beraadslaging van die examencommissie. §3. Wanneer een stemgerechtigd lid wettig verhinderd is om de beraadslaging bij te wonen, meldt hij dit onverwijld en schriftelijk aan de voorzitter van de examencommissie; een niet gewettigde afwezigheid van een stemgerechtigd lid wordt door de voorzitter van de examencommissie aan de faculteitsraad meegedeeld.
Artikel 56. Werking van de examencommissie §1. Voor een examenbeslissing voor een jaarprogramma functioneert de examencommissie minstens tweemaal per academiejaar: eenmaal in de tweede examenperiode van de eerste examenzittijd en een tweede maal in de tweede examenzittijd. Voor een examenbeslissing voor het toekennen van een diploma functioneert de examencommissie na de eerste examenperiode van de eerste examenzittijd, na de tweede examenperiode van de eerste examenzittijd en na de derde examenperiode in de tweede examenzittijd. Deze examencommissie neemt vooreerst een beslissing over het jaarprogramma van de betrokken studenten. §2. De voorzitter van de examencommissie beslist welke examencommissies samen vergaderen. §3. De secretaris van de examencommissie is vanuit deze functie geen lid van de examencommissie. Onderwijs- en examenregeling
47
Academiejaar 2012-2013
§4. De titularissen en de voorzitter hebben spreekrecht en stemrecht. §5. De cotitularissen hebben enkel spreekrecht, geen stemrecht. §6. Voor bepaalde onderwijsactiviteiten wordt de titularis/cotitularis bijgestaan door derden, al dan niet behorend tot het onderwijzend personeel. Deze derden zijn geen lid van de examencommissie. §7. De ombudsman kan als adviserend orgaan de beraadslagingen van de examencommissie bijwonen. §8. De trajectbegeleider kan als adviserend orgaan de beraadslagingen van de examencommissie bijwonen.
Artikel 57. Regels bij het beraadslagen §1. De leden van de examencommissie kunnen actief deelnemen aan alle besprekingen van de door hen geëvalueerde student. De titularissen zijn bij de beraadslagingen enkel stemgerechtigd voor de betrokken student. §2. Elk stemgerechtigd lid van de examencommissie heeft slechts één stem, ongeacht het aantal opleidingsonderdelen waarvoor hij verantwoordelijk is. §3. De stemgerechtigde leden van de examencommissie beraadslagen gezamenlijk en beslissen in principe bij consensus. Het voorstel van de voorzitter wordt bij consensus aanvaard, tenzij een lid van de examencommissie een stemming vraagt. §4. Bij gebrek aan consensus beslist de examencommissie bij gewone meerderheid van stemmen. Bij stemmingen worden onthoudingen niet in aanmerking genomen. Bij gelijkheid van stemmen beslist de voorzitter. De stemming gebeurt bij handopsteking, tenzij expliciet anders gevraagd door 1/3 van de stemgerechtigde leden. §5. Om geldig te beraadslagen moet ten minste de helft van de voor die student stemgerechtigde leden aanwezig zijn, behoudens gevallen van overmacht. §6. De beraadslagingen van de examencommissie zijn geheim. §7. De examencommissie is bevoegd om te beraadslagen over het jaarprogramma van de student en over het toekennen van een diploma. De student registreert zich automatisch voor de examencommissie van zijn jaarprogramma bij inschrijving.
Onderwijs- en examenregeling
48
Academiejaar 2012-2013
XI. Examenbeslissingen / examentuchtbeslissingen Artikel 58. Examenbeslissing voor een opleidingsonderdeel §1. De titularis van een opleidingsonderdeel kent het cijfer na beoordeling toe. §2. De beoordeling wordt per opleidingsonderdeel uitgedrukt in een geheel examencijfer op een totaal van twintig punten. Per opleidingsonderdeel wordt slechts één examencijfer toegekend. §3. Een student slaagt voor een opleidingsonderdeel wanneer hij minstens 10 op 20 behaalt. §4. Een student behaalt een creditbewijs voor elk opleidingsonderdeel waarvoor hij geslaagd is. Met een creditbewijs wordt geen graad van verdienste toegekend. §5. Een student kan niet verzaken aan een creditbewijs. §6. De examencijfers worden volgens onderstaand beoordelingskader omschreven: 19-20: uitmuntend: voldoet op uitmuntende wijze aan de beoordelingscriteria (outstanding: achieves an outstanding performance, satisfying criteria) 17-18: uitstekend: voldoet in zeer ruime mate aan de beoordelingscriteria (excellent: satisfies all criteria to a very large extent) 15-16: zeer goed: voldoet in ruime mate aan de beoordelingscriteria (very good: satisfies all criteria to a large extent) 13-14: goed: voldoet op bevredigende wijze aan de beoordelingscriteria (good: satisfies all criteria ) 10-11-12: voldoende: voldoet aan de minimale beoordelingscriteria (satisfactory: meets the minimum requirements for acceptance) 7-8-9: niet geslaagd: voldoet niet aan de minimale beoordelingscriteria (fail: does not meet the minimum requirements for acceptance) -7: niet geslaagd: totaal onvoldoende (fail: unacceptable in all respects)
Artikel 59. Examenbeslissing voor een opleiding §1. Examenbeslissing voor een jaarprogramma 1° Een student die voor alle opleidingsonderdelen van zijn jaarprogramma minstens 10/20 heeft behaald, kan de aangevatte studies voor het behalen van het diploma verder zetten. 2° Een opleidingsonderdeel waarvoor de student in zijn jaarprogramma geen 10/20 heeft behaald, dient te worden hernomen. De examencommissie kan beslissen een opleidingsonderdeel te delibereren zodat het niet hernomen moet worden. Een student die gedelibereerd wordt voor een opleidingsonderdeel komt niet in aanmerking voor een creditbewijs voor het betrokken opleidingsonderdeel. Het delibereren van een opleidingsonderdeel heeft enkel betekenis voor het verder zetten van de studies en voor het behalen van het diploma. Studenten die niet geslaagd zijn voor één of meerdere opleidingsonderdelen en deze dienen te hernemen, kunnen de aangevatte studies voor het behalen van het diploma eveneens verder zetten, behoudens anders beslist zoals bepaald in artikel 33. 3° De examencommissie heeft geen bevoegdheid om de punten toegekend door de titularis aan te passen, behoudens materiële vergissingen. 4° Een examencijfer van een deelopleidingsonderdeel komt niet in aanmerking voor deliberatie. §2. Examenbeslissing voor het toekennen van een diploma
Onderwijs- en examenregeling
49
Academiejaar 2012-2013
1° Een student verwerft een diploma van een opleiding als hij voldoet aan de vereiste toelatingsvoorwaarden en als hij voor alle opleidingsonderdelen die horen bij het opleidingsprogramma een creditbewijs heeft behaald of gedelibereerd is conform §1, 2°, onverminderd de vrijstellingen toegekend op basis van EVC en EVK. 2° De examencommissie bepaalt de graad van verdienste voor een diploma. Bij het bepalen van de graad van verdienste worden de examencijfers van alle opleidingsonderdelen van het opleidingsprogramma in aanmerking genomen, rekening houdende met de wegingsfactor per opleidingsonderdeel. Het aantal studiepunten wordt als wegingsfactor toegepast. Het totaal van de gewogen examencijfers wordt uitgedrukt in een percentage. 3° De examencommissie bepaalt de graad van verdienste voor het diploma volgens volgende algemene principes: - geslaagd met de grootste onderscheiding met 82,5 % of meer; - geslaagd met grote onderscheiding met 75% of meer; - geslaagd met onderscheiding met 67,5 % of meer; - geslaagd op voldoende wijze met 50 % of meer. Deze principes doen geen afbreuk aan de autonome deliberatiebevoegdheid van de examencommissies. Eens een graad van verdienste werd toegekend, kan die niet meer gewijzigd worden. 4° Wanneer een student een tweede diploma van dezelfde opleiding wenst te behalen, zullen de examenresultaten van de nieuw opgenomen studiepunten (minstens 30 studiepunten) in rekening gebracht worden voor de beraadslaging en de toekenning van een graad van verdienste. 5° Een student kan een diploma verwerven uitsluitend op basis van bewijzen van bekwaamheid en/of EVK’s. De student dient zich te registreren voor het toekennen van het diploma conform artikel 38. De voorzitter van de examencommissie beslist tot het uitreiken van het diploma op de vastgestelde examenzittijd en -periode. Hij kent hierbij geen graad van verdienste toe. 6° Een student kan een diploma verwerven op basis van bewijzen van bekwaamheid, EVK’s en/of creditbewijzen van een opleidingsprogramma van de Hogeschool Gent verworven via een diplomacontract of een examencontract met het oog op het behalen van een graad of diploma. De examencommissie kent hierbij een graad van verdienste toe voor zover er voor minstens 30 studiepunten examencijfers worden behaald. §3. Examenbeslissing voor het toekennen van een getuigschrift voor een schakelprogramma, voorbereidingsprogramma of postgraduaatsopleiding 1° Een student verwerft het getuigschrift van een schakelprogramma, een voorbereidingsprogramma of een postgraduaatsopleiding indien hij voldoet aan de vereiste toelatingsvoorwaarden en indien hij voor alle examens die horen bij het opleidingsprogramma een creditbewijs heeft behaald of gedelibereerd is, conform §1, 2°, onverminderd de vrijstellingen toegekend op basis van EVC en EVK. De student verkrijgt de vermelding ‘met goed gevolg’. 2° Voor een schakelprogramma en een voorbereidingsprogramma wordt geen graad van verdienste toegekend. De student verkrijgt de vermelding ‘met goed gevolg’.
Onderwijs- en examenregeling
50
Academiejaar 2012-2013
3° Voor een postgraduaatsopleiding kan in functie van de aard en de omvang van de opleiding de faculteit beslissen een graad van verdienste toe te kennen. Dit wordt vermeld in de facultaire aanvullingen.
Artikel 60. Examentuchtbeslissing: onregelmatigheden met betrekking tot de examens §1. Elke vorm van onregelmatigheid met inbegrip van poging tot fraude, medewerking aan fraude of het geven van aanleiding tot fraude die vastgesteld wordt in het kader van een examen, niet-periode gebonden evaluatie, stage, … wordt aanhangig gemaakt bij de voorzitter van de examencommissie. De student, eventueel bijgestaan door de ombudsman, wordt door de voorzitter van de examencommissie gehoord. §2. Wanneer een examinator vaststelt dat een student tijdens een ondervraging onregelmatigheden pleegt, kan hij de lopende ondervraging van die student stilleggen. De student die verdacht wordt van onregelmatigheden kan evenwel zijn reeks van ondervragingen verder zetten, zolang de examencommissie geen sanctie heeft uitgesproken. Indien de voorzitter van de examencommissie vaststelt dat de student ten onrechte werd verdacht van onregelmatigheden en zijn lopend examen werd stilgelegd, wordt het lopende examen hernomen. §3. Het gebruik van elektronische hulpmiddelen vb. mobiele telefoons, PDA’s (personal digital assistant),… is verboden op examens en wordt als een onregelmatigheid beschouwd behalve indien uitdrukkelijk toegelaten. Het plegen van plagiaat wordt als een onregelmatigheid beschouwd. §4. De examencommissie zal, indien ze de feiten bewezen acht, één van de volgende beslissingen nemen: 1° voor het opleidingsonderdeel wordt het cijfer ‘0’ genoteerd; 2° voor het opleidingsonderdeel wordt ‘bedrog’ genoteerd; 3° voor alle opleidingsonderdelen van de betrokken examenperiode wordt ‘o’ genoteerd. Deze examentuchtbeslissingen zijn van toepassing bij fraude voor een examen van een onderwijsactiviteit, van een deelopleidingsonderdeel en van een opleidingsonderdeel. §5. Een examencommissie kan daarenboven op om het even welk moment beraadslagen voor het nemen van examentuchtbeslissingen.
Artikel 61. De gemotiveerde beslissingen van de examencommissie De beslissingen van de examencommissie worden opgenomen in een proces-verbaal (hetzij schriftelijk, hetzij elektronisch), waarin op uitdrukkelijke wijze melding wordt gemaakt van zowel de juridische als de feitelijke redenen waarop de beslissingen zijn gesteund. In dit proces-verbaal worden minstens opgenomen: de aanwezigheidslijst, de examenresultaten voor iedere student, de genomen beslissing en motiveringen van de genomen beslissingen en desgevallend het verslag van de ombudsman. De voorzitter kan aan een student die zijn belang daartoe aantoont, inzage geven in de beslissing van de betrokken student. Het ondertekende proces-verbaal wordt gedurende vijftig jaar bewaard.
Onderwijs- en examenregeling
51
Academiejaar 2012-2013
XII. Bekendmaking van de examenresultaten: Artikel 62. Creditcontract - examencontract met het oog op het behalen van creditbewijzen §1. Examens 1ste examenperiode (1ste zittijd): De examenresultaten (effectief behaalde punten en credits) worden uiterlijk op het einde van de eerste lesweek van het 2de semester bekendgemaakt. De titularissen/OP-leden belast met een opleidingsonderdeel zorgen er voor dat de examenresultaten van hun opleidingsonderdeel in de database van het deliberatie/puntenpakket zo snel mogelijk ingebracht zijn. De punteninbreng kan op elk moment gebeuren en moet ten laatste volledig afgehandeld zijn op het einde van de eerste lesweek van het 2de semester, rekening houdend met het moment waarop de feedback en de eventuele beraadslaging voor het toekennen van diploma vastgelegd werden. De feedback kan op elk moment gebeuren maar moet ten laatste volledig afgehandeld zijn op het einde van de eerste lesweek van het 2de semester, dit met het oog op snelle feedback en eventuele heroriëntering. De faculteiten zorgen ervoor dat de regeling uitgewerkt wordt met een haalbare timing en respect voor de intersemestriële vakantieweek van personeel. Eén dag voor de feedback wordt door het examensecretariaat aan iedere student op elektronische wijze een gedetailleerde lijst ter beschikking gesteld met de examencijfers per opleidingsonderdeel en de opleidingsonderdelen waarvoor een credit werd behaald. §2. Examens 2de examenperiode (1ste zittijd): de examenresultaten (behaalde punten en credits) worden één dag voor de feedback bekendgemaakt. §3. Examens 3de examenperiode (2de zittijd): de examenresultaten (behaalde punten en credits) worden één dag voor de feedback bekendgemaakt.
Artikel 63. Diplomacontract – examencontract met het oog op het behalen van een diploma §1.Examens 1ste examenperiode (1ste zittijd): De examenresultaten (effectief behaalde punten en credits) worden uiterlijk op het einde van de eerste lesweek van het 2de semester bekendgemaakt. De titularissen/OP-leden belast met opleidingsonderdeel zorgen er voor dat de examenresultaten van hun opleidingsonderdeel in de database van het deliberatie/puntenpakket ingebracht zijn. De punteninbreng kan op elk moment gebeuren en moet ten laatste volledig afgehandeld zijn op het einde van de eerste lesweek van het 2de semester, rekening houdend met het moment waarop de feedback en de eventuele beraadslaging voor het toekennen van diploma vastgelegd werden. De feedback kan op elk moment gebeuren maar moet ten laatste volledig afgehandeld zijn op het einde van de eerste lesweek van het 2de semester, dit met het oog op snelle feedback en eventuele heroriëntering. De faculteiten zorgen ervoor dat de regeling uitgewerkt wordt met een haalbare timing en respect voor de intersemestriële vakantieweek van personeel. Eén dag voor de feedback wordt door het examensecretariaat aan iedere student op elektronische wijze een gedetailleerde lijst ter beschikking gesteld met de examencijfers per opleidingsonderdeel en de opleidingsonderdelen waarvoor een credit werd behaald. §2. Examens 2de examenperiode (1ste zittijd): - De examenbeslissing voor een jaarprogramma, een schakelprogramma, een voorbereidingsprogramma en een postgraduaat wordt ten laatste tijdens de feedback door het examensecretariaat aan iedere student meegedeeld: een gedetailleerde lijst met de examencijfers per opleidingsonderdeel en de
Onderwijs- en examenregeling
52
Academiejaar 2012-2013
opleidingsonderdelen waarvoor een credit werd behaald wordt ter beschikking gesteld. - De examenbeslissing voor het toekennen van een diploma wordt na de beraadslaging van de examencommissie openbaar bekend gemaakt, binnen 5 werkdagen volgend op de beraadslaging. Tevens wordt de graad van verdienste tijdens de proclamatie medegedeeld. Eén dag voor de feedback wordt door het examensecretariaat aan iedere student een gedetailleerde lijst ter beschikking gesteld met de examencijfers per opleidingsonderdeel en de opleidingsonderdelen waarvoor een credit werd behaald. §3. Examens 3de examenperiode (2de zittijd): - De examenbeslissing voor een jaarprogramma, een schakelprogramma, een voorbereidingsprogramma en een postgraduaat wordt één dag voor de feedback door het examensecretariaat aan iedere student meegedeeld: een gedetailleerde lijst met de examencijfers per opleidingsonderdeel/deelopleidingsonderdeel en de opleidingsonderdelen waarvoor een credit werd behaald wordt ter beschikking gesteld. - De examenbeslissing voor het toekennen van een diploma wordt na de beraadslaging van de examencommissie openbaar bekend gemaakt, binnen 5 werkdagen volgend op de beraadslaging. Tevens wordt de graad van verdienste tijdens de proclamatie medegedeeld. Ten laatste tijdens de feedback wordt door het examensecretariaat aan iedere student een gedetailleerde lijst ter beschikking gesteld met de examencijfers per opleidingsonderdeel/ deelopleidingsonderdeel en de opleidingsonderdelen waarvoor een credit werd behaald.
Artikel 64. Feedback §1. De feedback naar aanleiding van de eerste examenperiode moet ten laatste volledig afgehandeld zijn op het einde van de eerste lesweek van het 2de semester. De feedback naar aanleiding van de tweede en derde examenperiode vindt plaats binnen de desbetreffende examenperiodes. §2. Op de feedback staan de examinatoren ter beschikking van de studenten om de resultaten van de afgelegde examens te bespreken. Hierbij wordt aan de student uitleg gegeven betreffende het tot stand komen van het examenresultaat en aanwijzingen verstrekt met het oog op nieuwe deelname aan examens. Tijdens de bespreking van de examenresultaten op de feedback hebben studenten recht tot inzage van hun kopij, in het bijzijn van de examinator of daartoe gemachtigde en indien gewenst in het bijzijn van de ombudsman. §3. Kopijen van schriftelijke examens worden door de leden van de examencommissie tot minstens 90 dagen na de proclamatie bewaard. §4. De studenten kunnen advies vragen over het verder zetten van hun studies bij de trajectbegeleider.
Onderwijs- en examenregeling
53
Academiejaar 2012-2013
XIII. Kwaliteitszorg en klachten Artikel 65. Ombudsman §1. Taakomschrijving facultaire ombudsman De ombudsman treedt op als bemiddelaar bij geschillen tussen een student en één of meerdere personeelsleden. De ombudsman is hiertoe tot discretie verplicht. De geschillen houden verband met de toepassing van de onderwijs- en examenregeling en/of de rechtspositieregeling van de student en met als "onbillijk" en "onredelijk" ervaren handelingen, toestanden en beoordelingen. De ombudsman ontvangt, onderzoekt en behandelt de klachten en tracht een oplossing te bereiken in het belang van alle partijen. Indien de bemiddeling van de ombudsman geen voldoening schenkt kan de student zich richten tot de decaan of in geval van studievoortgangbeslissing de interne beroepscommissie binnen de decretaal vastgelegde vervaltermijn van 5 kalenderdagen (cfr. art.68). De ombudsman wordt gehoord door de decaan betreffende de ingediende klacht van de student. De ombudsmannen brengen jaarlijks vóór 1 november verslag uit over hun activiteiten bij de faculteitsraad. §2. Aanstelling facultaire ombudsman Per faculteit worden ieder academiejaar, vóór 1 november, één of meerdere facultaire ombudsmannen aangesteld door de faculteitsraad, na overleg met en op gunstig advies van de studentenvertegenwoordiging in deze raad. De ombudsman behoort tot het onderwijzend personeel. Bij gebrek aan kandidaten stelt de decaan een kandidaat voor. Er wordt tevens voorzien in een plaatsvervanger(s), voor het geval de ombudsman onvoorzien zijn taak niet kan waarnemen of zelf als examinator optreedt of niet mag optreden voor studenten die verwant zijn tot in de vierde graad. §3 Beschikbaarheid De facultaire ombudsman is gemakkelijk bereikbaar voor de studenten en is verplicht aanwezig tijdens de feedback. §4 Recht op informatie Teneinde zijn taak behoorlijk te kunnen vervullen heeft de facultaire ombudsman recht op alle nuttige informatie. Hij kan de beraadslagingen van de examencommissie bijwonen met adviesrecht.
Artikel 66. Onderwijsevaluatie §1. Een evaluatie door studenten van het genoten onderwijs is één van de elementen van de interne kwaliteitszorg van het onderwijs. In deze evaluatie wordt aan de studenten gevraagd om bepaalde aspecten van de onderwijsorganisatie en de onderwijsprocessen te beoordelen op efficiëntie en effectiviteit, met het oog op een functionele bijsturing. Bedoeling van de onderwijsevaluatie is een optimalisatie van het onderwijsgebeuren en meer specifiek zo concreet mogelijke feedback te leveren aan organisatoren en uitvoerders van onderwijs, teneinde hen de mogelijkheid te bieden gerichte aanpassingen in functie van de onderwijskwaliteit aan te brengen. De coördinatie van deze onderwijsevaluatie wordt waargenomen door de facultaire cel kwaliteitszorg. Als instrument voor deze evaluatie wordt een gestandaardiseerde vragenlijst gebruikt. De vragenlijsten worden voorgelegd aan de studenten wanneer alle fases van het onderwijsleerproces zijn beëindigd (al dan niet met inbegrip van de examens). Alle studenten die een bevraagd
Onderwijs- en examenregeling
54
Academiejaar 2012-2013
opleidingsonderdeel/opleiding gevolgd desbetreffende vragenlijsten in te vullen.
hebben,
worden
geacht
de
§2. Studenten die klachten hebben met betrekking tot de onderwijsverzorging kunnen zich richten tot de ombudsman of de decaan.
Artikel 67. Herzien studievoortgangbeslissing/beslissing in verband met het leerkrediet aangetast door een materiële vergissing §1. Examenbeslissing voor een opleidingsonderdeel Onderwijzende personeelsleden of studenten kunnen materiële vergissingen aan de decaan melden tot 10 kalenderdagen na de dag waarop de desbetreffende examenbeslissing is genomen. De decaan zorgt desgevallend voor de rechtzetting. §2. Examenbeslissing voor een jaarprogramma 1° De titularissen zijn individueel verantwoordelijk voor de correctheid van de toegekende examencijfers. 2° Materiële vergissingen die door onderwijzende personeelsleden of studenten worden vastgesteld en meegedeeld aan de voorzitter van de examencommissie tot 10 kalenderdagen na de dag waarop de examenbeslissing werd genomen, en - die niet van die aard zijn dat ze de beslissing van de examencommissie over het examenresultaat zouden kunnen beïnvloed hebben, worden door de voorzitter van de examencommissie desgevallend hersteld. Dit wordt in de eerstvolgende examenzittijd gerapporteerd. - die wel het examenresultaat beïnvloed zouden kunnen hebben of die de geldigheid van een door de examencommissie genomen beslissing in het gedrang gebracht zouden kunnen hebben, dienen aanhangig gemaakt te worden bij de voorzitter van de examencommissie. De voorzitter van de examencommissie oordeelt over de ontvankelijkheid van de klacht. Hij brengt de betrokkene onverwijld op de hoogte van zijn gemotiveerde beslissing. Ingeval de klacht door de voorzitter van de examencommissie als ontvankelijk wordt beoordeeld, stelt de voorzitter van de examencommissie of een daartoe gemachtigde, een dossier samen waarbij hij alle informatie omtrent de klacht inwint. Binnen een termijn van 5 kalenderdagen die ingaat op deze waarop de materiële vergissing werd vastgesteld, roept de voorzitter van de examencommissie de examencommissie samen in een buitengewone zitting en oordeelt over de gegrondheid van de klacht. De student kan op zijn verzoek gehoord worden in de buitengewone zitting van de examencommissie. De student kan zich laten bijstaan. De examencommissie beraadslaagt geldig indien minstens de helft van de stemgerechtigde leden aanwezig is, behoudens gevallen van overmacht. De gemotiveerde beslissing van de buitengewone examencommissie wordt onmiddellijk bekendgemaakt aan de betrokkene. §3. Andere studievoortgangbeslissingen/beslissingen in verband met het leerkrediet Materiële vergissingen die door onderwijzende personeelsleden of studenten worden vastgesteld tot 10 kalenderdagen na de dag waarop studievoortgangbeslissingen, andere dan hiervoor vermeld, werden genomen, worden door het betrokken decaan hersteld. Materiële vergissingen met betrekking tot het leerkrediet die door studenten worden vastgesteld tot 10 kalenderdagen na de dag waarop het leerkrediet vastgelegd werd door de hogeschool, worden door het betrokken decaan hersteld. Onderwijs- en examenregeling
55
Academiejaar 2012-2013
Artikel 68. Beroep bij onregelmatigheden van studievoortgangbeslissingen/beslissingen in verband met het leerkrediet §1. Intern beroep bij onregelmatigheden 1° Indienen van een klacht De student die oordeelt dat een ongunstige studievoortgangbeslissing aangetast is door een schending van het recht, heeft toegang tot een interne beroepsprocedure. Een studievoortgangsbeslissing is: - een examenbeslissing die, al dan niet op grond van een deliberatie, een eindoordeel inhoudt over het voldoen voor een opleidingsonderdeel, meerdere opleidingsonderdelen van een opleiding, of een opleiding als geheel; - een examentuchtbeslissing die een sanctie oplegt naar aanleiding van feiten gerelateerd tot de examens; - de toekenning van een vrijstelling, die de verplichting opheft om over een opleidingsonderdeel examen af te leggen; - het al dan niet opleggen van een schakel- of voorbereidingsprogramma en de studieomvang van dergelijk programma; - het opleggen van een maatregel van studievoortgangsbewaking (weigering inschrijving, geen vrije keuze bij de samenstelling van het jaarprogramma …); - de toekenning van een bewijs van bekwaamheid, dat aangeeft dat een student op grond van eerder verworven competenties of eerder verworven kwalificaties bepaalde competenties heeft verworven. De student die oordeelt dat een ongunstige beslissing inzake de vaststelling, vermeerdering of vermindering van het leerkrediet aangetast is door een schending van het recht, heeft toegang tot een interne beroepsprocedure. De student stelt een verzoek tot heroverweging van een studievoortgangbeslissing/ beslissing inzake leerkrediet in binnen een vervaltermijn van 5 kalenderdagen, die ingaat op de dag na deze waarop de beslissing wordt bekendgemaakt aan de student. De student dient hiertoe een gemotiveerde klacht te richten aan: - de interne beroepscommissie van de Hogeschool Gent met betrekking tot examenbeslissing, examentuchtbeslissing, vrijstelling, schakel- en voorbereidingsprogramma, studievoortgangbeslissingen, leerkrediet; - de validerende instantie van de Associatie Universiteit Gent met betrekking tot een bewijs van bekwaamheid. De klacht moet op straffe van niet-ontvankelijkheid aangetekend verstuurd worden naar de algemeen directeur (de datum van de poststempel geldt als bewijs) of in tweevoud afgegeven worden op het secretariaat van de algemeen directeur, waar een exemplaar door het secretariaat wordt afgestempeld, ondertekend en terugbezorgd aan de student. Wanneer het verzoekschrift uitgaat van de raadsman van de student wordt het verzoekschrift – op straffe van niet-ontvankelijkheid – vergezeld van de volmacht van de student aan de raadsman, behalve als deze raadsman ingeschreven is als advocaat bij de balie. De klacht vermeldt op straffe van niet-ontvankelijkheid de naam van de student, de faculteit en de opleiding waar de student ingeschreven is en het voorwerp van beroep met de feitelijke omschrijving van de ingeroepen bezwaren. Bewijsstukken/documenten ter staving van de klacht kunnen toegevoegd worden. Onderwijs- en examenregeling
56
Academiejaar 2012-2013
2° De interne beroepscommissie behandelt het intern beroep. De interne beroepscommissie wordt ad hoc samengesteld en bestaat uit: -
de algemeen directeur of een door hem aangeduide vervanger als voorzitter; de directeur onderwijs; twee decanen of hun afgevaardigde van een andere faculteit dan deze van de student; twee opleidingsvoorzitters van een andere opleiding dan deze van de student
Een secretaris, geen lid van de interne beroepscommissie, treedt op als notulist. De interne beroepscommissie kan slechts geldig beraadslagen als ten minste de helft van de leden aanwezig is. Ieder lid beschikt over één stem. Bij staking van stemmen beslist de voorzitter. 3° Behandeling van de klacht: De interne beroepscommissie behandelt het intern beroep uitsluitend op stukken. De interne beroepsprocedure verloopt als volgt: 1. Oordeel betreffende de ontvankelijkheid: De voorzitter van de interne beroepscommissie oordeelt over de ontvankelijkheid van de klacht. Dit houdt in dat nagegaan wordt of de klacht binnen de voorziene termijn, in de juiste vorm en met de juiste hoedanigheid werd ingesteld en of er kan worden uitgemaakt tegen welke studievoortgangbeslissing er beroep is ingesteld. Wanneer de klacht onontvankelijk is, wordt ze op gemotiveerde wijze afgewezen. De voorzitter van de interne beroepscommissie brengt de student per aangetekend schrijven op de hoogte van de gemotiveerde beslissing. 2. Onderzoek gegrondheid: In geval de klacht door de voorzitter van de interne beroepscommissie als ontvankelijk wordt beoordeeld, stelt hij of een daartoe gemachtigde, een dossier samen waarbij hij alle informatie omtrent de klacht inwint. De interne beroepscommissie neemt een beslissing die de oorspronkelijke beslissing op gemotiveerde wijze bevestigt of herziet. Van de behandeling ten gronde van dit intern beroep wordt proces-verbaal opgesteld. 4° De interne beroepsprocedure dient binnen een vastgelegde termijn afgehandeld te zijn: binnen een termijn van vijftien kalenderdagen die ingaat op de dag na die waarop het beroep is ingesteld, wordt de student per aangetekend schrijven op de hoogte gebracht van de gemotiveerde beslissing. 5° Het beroep bij onregelmatigheden van een studievoortgangbeslissing/een beslissing inzake het leerkrediet betreffende de toekenning van een bewijs van bekwaamheid wordt uitgewerkt in de EVC-procedure goedgekeurd door de Associatie Universiteit Gent. §2. Extern beroep bij onregelmatigheden (zie webpagina http://www.ond.vlaanderen.be/hogeronderwijs/Raad/) Er werd een Raad voor betwistingen inzake studievoortgangbeslissingen, verder “de Raad” genoemd, opgericht bij het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap.
Onderwijs- en examenregeling
57
Academiejaar 2012-2013
De Raad doet als administratief rechtscollege uitspraak over het beroep tegen studievoortgangbeslissingen dat door studenten wordt ingesteld, na uitputting van de interne beroepsprocedure. De Raad oordeelt of studievoortgangbeslissingen in overeenstemming zijn met: 1° de decretale en reglementaire bepalingen en de onderwijs- en examenregeling; 2° de algemene administratieve beginselen. De Raad stelt zijn appreciatie betreffende de waarde van een kandidaat niet in de plaats van die van het desbetreffende beslissingsorgaan. De behandeling van het verzoekschrift door de Raad leidt tot: 1° de gemotiveerde afwijzing van het beroep op grond van de nonontvankelijkheid en/of ongegrondheid ervan, of; 2° de gemotiveerde vernietiging van de onrechtmatig genomen studievoortgangbeslissing, waarbij de Raad de hogeschool kan bevelen een nieuwe beslissing te nemen, onder de door de Raad gestelde voorwaarden. Deze voorwaarden kunnen inhouden dat: a) een nieuwe examen(tucht)beslissing afhankelijk is van de organisatie van een nieuw examen of een onderdeel daarvan. De Raad kan de termijn en de materiële voorwaarden bepalen waaronder deze organisatie moet gebeuren; b) een nieuwe beslissing houdende de toekenning van een bewijs van bekwaamheid afhankelijk is van de organisatie van een nieuw bekwaamheidsonderzoek of een onderdeel daarvan. De Raad kan de termijn en de materiële voorwaarden bepalen waaronder deze organisatie moet gebeuren; c) welbepaalde onregelmatige of onredelijke motieven bij de totstandkoming van de nieuwe beslissing niet worden betrokken; d) welbepaalde regelmatige en redelijke motieven bij de totstandkoming van de nieuwe beslissing kennelijk in ogenschouw moeten worden genomen. In het geval bedoeld onder 2°, kan de Raad, zo hij dit op grond van de aangedragen feiten kennelijk noodzakelijk acht, bevelen dat de verzoeker in afwachting van een nieuwe beslissing voorlopig ingeschreven wordt alsof hij geslaagd was geweest, dan wel alsof geen nadelige studievoortgangbeslissing was genomen.
Onderwijs- en examenregeling
58
Academiejaar 2012-2013
XIV. Orde- en tuchtregeling Artikel 69. Algemeen Alle strafrechtelijke feiten die verband houden met de opleiding aan de hogeschool of zich voordoen in en rond de gebouwen van de hogeschool kunnen aanleiding geven tot tuchtrechtelijke vervolging, en dit los van enige gerechtelijke procedure. Bedrog, diefstal, beledigend gedrag, discriminatie, steaming en stalking door studenten worden niet getolereerd en kunnen aanleiding geven tot tuchtrechtelijke vervolging. Elke vorm van agressie, intimidatie, geweld of dreiging met geweld kan het voorwerp uitmaken van een tuchtprocedure. Elke beschadiging van gebouwen, meubilair of materiaal, moedwillig of door grove onachtzaamheid, kan het voorwerp uitmaken van een tuchtprocedure, eventueel een gerechtelijke vervolging. Conform de geldende regelgeving is het in de gebouwen van de Hogeschool Gent verboden te roken. Bij het vaststellen van een overtreding van het rookverbod wordt in toepassing van het rookreglement van de hogeschool de betrokken faculteit op de hoogte gebracht. Wie het rookreglement niet naleeft, stelt zich bloot aan een tuchtmaatregel.
Artikel 70. Orde- en tuchtmaatregelen § 1. Ordemaatregelen Gedragingen die de goede werking van het onderwijs of de hogeschool Gent hinderen, kunnen aanleiding geven tot het nemen van een ordemaatregel. Onverminderd het bepaalde in artikel 6, kunnen de volgende drie ordemaatregelen worden genomen door elk personeelslid van de Hogeschool Gent: de mondelinge of schriftelijke waarschuwing of terechtwijzing; de tijdelijke uitsluiting of verwijdering uit een onderwijsactiviteit; de tijdelijke ontzegging van de toegang tot een lokaal of een ruimte. In afwachting van een eventuele tuchtmaatregel kan de decaan overgaan tot het nemen van bewarende maatregelen. In het bijzonder kan de decaan bij wijze van ordemaatregel beslissen een student tijdelijk te schorsen voor de onderwijsactiviteiten van één of meerdere opleidingsonderdelen. § 2. Tuchtmaatregelen Gedragingen die geacht worden een gevaar uit te maken voor de goede werking van het onderwijs en de hogeschool Gent kunnen aanleiding geven tot een tuchtmaatregel. De volgende vier tuchtmaatregelen kunnen worden genomen. de blaam; het tijdelijk verbod om deel te nemen aan de onderwijsactiviteiten; de schorsing met inbegrip van de schorsing voor examens; de uitsluiting. De blaam en het tijdelijk verbod om deel te nemen aan onderwijsactiviteiten worden uitgesproken door de decaan. De decaan kan doorverwijzen naar de tuchtcommissie die de bevoegdheid heeft voor het uitspreken van één van de vier bovengenoemde tuchtmaatregelen. Indien de student geen band meer heeft met de faculteit waar hij als student aan verbonden was, kan de algemeen directeur de tuchtbevoegdheid van de decaan en de tuchtcommissie opnemen en een tuchtmaatregel uitspreken.
Onderwijs- en examenregeling
59
Academiejaar 2012-2013
Artikel 71. Tuchtcommissie De tuchtcommissie wordt als volgt samengesteld: de decaan van de betrokken faculteit; de departementssecretaris of een door de decaan gemachtigd medewerker; het diensthoofd studentenaangelegenheden van de directie Onderwijs; de juridisch adviseur van de Hogeschool Gent.
Artikel 72. Tuchtprocedure: Rechtspositie van de student Elk van de tuchtmaatregelen kan slechts worden uitgesproken, nadat de student werd gehoord en na het advies van de betrokken personeelsleden te hebben ingewonnen. De student kan door een raadsman worden bijgestaan. Elke beslissing tot tuchtmaatregel is met redenen omkleed en wordt binnen 7 kalenderdagen aan de student ter kennis gebracht via aangetekend schrijven. Een student heeft bij een tuchtprocedure recht op: 1° de mededeling van de aard van de jegens hem overwogen maatregelen en van de gronden waarop deze zijn gebaseerd; 2° inzage in en/of een kopie van het volledige dossier; 3° een redelijke termijn om een mondeling of schriftelijk verweer voor te bereiden en naar voor te brengen; 4° bijstand door een raadsman. De student of zijn raadsman heeft het recht het tuchtdossier in te zien, telkens alvorens hij gehoord wordt. Bij de uiteindelijke beslissing kan geen rekening worden gehouden met documenten en feiten die niet vooraf aan de student werden bekendgemaakt en/of niet bij het tuchtdossier waren gevoegd. Onder geen beding kan een derde inzage in het dossier worden verleend, behoudens een uitdrukkelijke en schriftelijke toestemming van de student of zijn wettelijke vertegenwoordiger. De student wordt ten laatste 5 kalenderdagen voordien schriftelijk op de hoogte gebracht van de plaats en het tijdstip van de hoorzitting, bij aangetekend schrijven. Hierbij moeten tevens de modaliteiten die het inzagerecht van het tuchtdossier regelen, vermeld worden. Van de hoorzitting wordt proces-verbaal opgemaakt door de tuchtcommissie en in graad van beroep door de secretaris van het bestuurscollege.
Artikel 73. Beroep tegen tuchtmaatregelen Binnen 7 kalenderdagen na ontvangst van de beslissing tot tuchtmaatregel kan de student of zijn wettige vertegenwoordiger bij aangetekende brief, ten aanzien van de algemeen directeur een beroep instellen bij het bestuurscollege. Het bestuurscollege doet uitspraak over de eventuele opschorting van de tuchtmaatregel vooraleer een definitieve beslissing te nemen. Het bestuurscollege doet uitspraak over het verzoekschrift binnen één maand na de ontvangst van het beroep. Alvorens uitspraak te doen, hoort het bestuurscollege de student, het betrokken decaan en personeelsleden. Het bestuurscollege kan alle nodig geachte onderzoeksdaden stellen. De student kan zich door een raadsman laten bijstaan. De beslissing wordt binnen 5 kalenderdagen bij aangetekend schrijven aan de betrokkene meegedeeld. De beslissing in hoger beroep is met redenen omkleed.
Onderwijs- en examenregeling
60
Academiejaar 2012-2013
Deze onderwijs- en examenregeling werd goedgekeurd door de Raad van Bestuur
Onderwijs- en examenregeling
61
Academiejaar 2012-2013