Ondersteuningsprofiel WCII-Regio-Ede 1. Inleiding Het ondersteuningsprofiel (OSP) is een instrument om de ondersteuning die scholen bieden en de kwaliteit ervan op een eenvoudige manier in beeld te brengen. De mogelijkheden van de school voor het bieden van passend onderwijs aan leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften worden in het OSP beschreven. Dat levert een beeld op van zowel de onderwijsinhoudelijke als de procesmatige en structurele kenmerken van de school op het niveau van basis- en extra ondersteuning. In het OSP beschrijft de school welke ondersteuning zij nu kan realiseren. Daarnaast wordt ook beschreven hoe de school zich wil ontwikkelen. De omschrijvingen in het OSP worden in handelingsgerichte termen gesteld. Met het OSP kunnen samenwerkingsverbanden en besturen snel informatie verzamelen over de basisondersteuning, over de zorgzwaarte, over de deskundigheid, de voorzieningen en over de eventuele extra ondersteuningsmogelijkheden van hun scholen. Ze krijgen daarmee zicht op de over dekking van het zorgaanbod binnen de eigen regio.
2. Algemene gegevens Naam van de school: Brinnummer: Postadres: Bezoekadres: Soort onderwijs: Samenwerkingsverband: Datum vaststelling profiel:
1
Eben-Haëzerschool 06 JP Postbus 157, 3770 AD Barneveld Schoutenstraat 109, 3771 CH Barneveld basisonderwijs PO landelijk reformatorisch SWV (PO0001); Regio Ede Juli 2015
3. Onderwijsconcept 3.1. Kernopdracht De kernopdracht van onze school is, onderwijs geven wat verankerd ligt in de grondslag en toerust voor de maatschappij. Het motto wat we daarbij voeren is: Toerusting vanuit identiteit en kwaliteit. In de kernopdracht zit onze visie op het kind verwerkt. Allereerst zijn onze leerlingen geschapen voor de eeuwigheid; kinderen die verloren liggen en wederom geboren moeten worden en gewassen in Christus’ bloed. Daarom staat het Bijbelse onderwijs bovenaan. De opbrengsten daarvan zijn niet in getallen te meten. We hopen dat dit onderwijs gezegend mag worden aan de zielen en er veel vrucht mag zijn. Daarnaast zijn onze leerlingen burgers van Nederland. We hebben ze voor te bereiden op de maatschappij. Aan de ene kant staan de eisen van maatschappij en inspectie; aan de andere kant ieder kind met zijn eigen gaven, mogelijkheden en beperkingen. Dit heeft grote gevolgen voor het pedagogisch en didactisch handelen, de zorgstructuur, de onderwijstijd en het leerstofaanbod. We proberen binnen de reguliere groepen zoveel mogelijk convergent te differentiëren, waarbij we (binnen de grenzen) zoveel mogelijk tegemoet komen aan de onderwijsbehoeften van onze leerlingen. We gaan uit van het leerstof jaarklassen systeem. Daarnaast hebben we onze schakelgroepen, om de zorg verder te verdiepen. We maken binnen de school duidelijk verschil tussen de kleuter en het schoolkind. De kleuter ontwikkelt spelenderwijs; het onderwijs is daarop afgestemd. Een schoolkind (groep 3 t/m 8) is meer gericht op informatie verzamelen. Kennis en vaardigheden op verschillende terreinen zijn daarom erg belangrijk, De ouders blijven als eerste verantwoordelijk voor het opvoeden van hun kinderen. In het verlengde van het gezin werkt de school vanuit de volgende doelstelling: De school draagt er zorg voor, de aan haar toevertrouwde kinderen in overeenstemming met Gods Woord en de daarop gegronde belijdenisgeschriften te leiden, te onderwijzen, te vormen, en hulp te verlenen. De school legt daardoor mede de grondslag voor het volgen van aansluitend voortgezet onderwijs. De school probeert de kinderen te leren hun taak en opdracht in kerk, gezin en het maatschappelijke leven te vervullen naar de eis van Gods Woord. We willen als school een veilige plek bieden aan de kinderen van onze achterban. Zoveel als mogelijk is, willen we binnen de reguliere, vertrouwde omgeving hen onderwijs bieden. Bij iedere bijzondere aanmelding willen we bekijken: wat kunnen we voor dit kind betekenen binnen onze school? Kunnen we ons onderwijsaanbod aanpassen, zodat er een plaats is binnen onze school? En zo niet, hoe kunnen we de beste plaats opzoeken i.s.m. de ouders?
3.2. Organisatiestructuur De school wordt aangestuurd door directie met de teamleiders en IB-ers van de verschillende bouwen.
3.3. Handelingsgericht werken Binnen school verbeteren we de kwaliteit van het onderwijs en de begeleiding voor alle leerlingen door handelingsgericht te werken. Handelingsgericht werken (HGW) is een planmatige en cyclische werkwijze met 7 uitgangspunten: 1. Onderwijsbehoeften staan centraal Dé leidende vraag voor de leerkracht en intern begeleider is steeds: wat heeft dit kind nodig, wat zijn de onderwijsbehoeften én ontwikkelingsmogelijkheden (qua leren, gedrag en werkhouding), hoe bepalen we die, en hoe kunnen we onze aanpak daarop afstemmen? Dit verwoorden we in de groepsplannen en ontwikkelingsperspectieven (OPP). De leerling staat centraal. Dat betekent niet, dat de leerling de regie heeft. Als onderwijsgevenden weten we, wat de ondersteuningsbehoefte van het kind is. Hierin hebben we als leerkrachten een leidende rol, van groep 1 t/m 8. Ons onderwijs is daarom ook veel programmagericht.
Binnen groep 1 en 2 zal het opvoeden meer de boventoon hebben (opvoedingsgericht), waarbij de totale ontwikkeling van de kleuter centraal staat. In groep 3 t/m 8 zal meer het cognitieve aandacht krijgen, waarbij het opvoedingsaspect belangrijk blijft. W.b. de voor- en vroegschoolse educatie staan we achter het principe van de gezinsgerichte benadering: de ouders van kinderen tot 4 jaar zijn degenen die de primaire taak van opvoeden hebben; ze mogen die taak niet overdragen aan de peuterspeelzaal. 2. Afstemming en wisselwerking Een kind ontwikkelt zich in interactie met zijn of haar omgeving. Een belangrijke vraag van de leerkracht is dan: wat zijn de stimulerende en belemmerende factoren bij deze leerling? Er is een wisselwerking tussen actie en reactie van leerkracht, leerling, groep en ouders. Er wordt voortdurend geprobeerd die wisselwerking positief te beïnvloeden. De ontwikkeling van het kind wordt steeds beschreven in het kinddossier van Parnassys. 3. De leerkracht doet ertoe De leerkracht stelt regelmatig de vraag: wat heeft dit kind, van deze ouders, in deze klas, met deze leerkracht, onder deze omstandigheden nodig? Er is een directe relatie tussen de kwaliteit van de school, de effectiviteit van het handelen van de leerkracht en de leerresultaten van leerlingen. De leerkracht krijgt indien nodig ondersteuning bij de aanpak van zijn of haar groep. Het IGDI-model (Interactief Gedifferentieerd Directe Instructiemodel) wordt door alle leerkrachten gebruikt, om een effectieve instructie en gedifferentieerde les te geven. De leerkracht stemt de instructie en verwerking af op de verschillen in ontwikkeling tussen leerlingen. Ook het aanleren van strategieën voor denken en leren bij rekenen, lezen en taal zijn daarbij onmisbaar. We bieden leerstrategieën aan. 4. Positieve aspecten zijn van groot belang Er wordt doelgericht gezocht naar positieve aspecten bij leerlingen, ouders en leerkrachten. Hierdoor wordt zoveel mogelijk voorkomen dat er een negatief beeld ontstaat van een kind, een groep, de ouders of de leerkracht. Positieve feedback naar kinderen is belangrijk. Niet alleen kijken we naar de zwakke kanten, maar we benutten ook de sterke kanten van kinderen en collega’s. 5. We werken constructief samen De school betrekt ouders zoveel mogelijk bij de omstandigheden van hun kind. Hiervoor is een goede communicatie nodig. De situatie wordt samen met de ouders geanalyseerd, er worden doelen en onderwijsbehoeften geformuleerd en er wordt naar oplossingen gezocht. Vanaf 2010 is dat een van onze speerpunten. Ook de studiedag van mei 2013 was gericht op oudercommunicatie. 6. Ons handelen is doelgericht Via het toetsoverleg worden de resultaten van de leerlingen en groepen naast de inspectienormen en de schooldoelen gezet. Er worden nieuwe interventies uitgezet voor het werken met een bepaalde groep of bepaalde leerling. Ook worden schoolbrede conclusies getrokken uit de analyse van het LOVS van CITO en de analyse van de CITO-eindtoets van groep 8. Tevens werken we met groepsplannen voor rekenen en spelling, en in groep 3 voor rekenen en lezen. 7. Werkwijze is systematisch, in stappen, transparant Het is voor elk teamlid en voor ouders duidelijk hoe we willen werken en waarom. Onze werkwijze is doelgericht en inzichtelijk. Dit is vastgelegd in de schoolgids en in de jaarplanning (o.a. de toetskalender en datarooster voor vergaderingen en overleggen). Er zijn procedures waarin vastgelegd wordt wanneer een kind in aanmerking komt voor extra zorg. Onderstaand schema geeft het cyclisch proces binnen de school weer.
Zorgstructuur Eben-Haëzerschool 1. Rol leerkracht: algemeen Dyslexieleerlingen12-13 Zorgleerlingen12-13
** 3
3. Rol IB-er
2. Parallelcollega’s (overleg, reflectie, coll. consult.)
HGW-cyclus op groepsniveau Procedures zijn in onderstaande hyperlinks beschreven:
** 6 -------------------------
--------------------------
** 1
** 2
Zie Besprekingen onderbouw Zie Besprekingen groep 3 Zie Besprekingen gr 4-8 Evt. extra diagnostische onderzoeken Observatie IB-er e
** 5
-------------------------
1 oudergesprek: alleen leerkracht e 2 oudergesprek: leerkracht en IB-er (bij voorkeur op school) Zie Besprekingen onderbouw Zie Besprekingen gr 3 ZieBesprekingen gr 4-8
** 4 -------------------------
Alle acties communiceren met de ouders Hier zijn ten alle tijden een of meerdere gesprekken met ouders geweest; door leerkracht met de IB-er
1a. Rol leerkracht Schakelgroepen Zie procedures SG 4. OT
5. CJG
6. Onderzoek/begeleiding
7. SBO/SO
** 7
** 7
3.4. Werken met groepsplannen Door te werken met groepsplannen houden we rekening met de verschillende talenten van de kinderen. In het groepsplan worden voor rekenen, spelling en lezen de specifieke onderwijsbehoeften van verschillende clustergroepjes beschreven. Het groepsplan is een uitstekend middel om overzichtelijk, doelgericht en planmatig te werken. Zij biedt ook goed ruimte voor regelmatige evaluatie om de effectiviteit van het onderwijs te meten. Verder is de organisatie binnen de groep op deze manier van werken afgestemd. Handelingsgericht werken en groepsplannen houden nauw verband met elkaar. Je kijkt bij de groepsplannen voor wat er al gaat komen. In dynamische groepsplannen gebeurt dit. Brede schoolanalyse moet ook worden gebruikt voor het groepsplan. Speerpunten in de leerstof zijn steeds de optimalisering van het leerstofaanbod. 3.5. Kwaliteitszorg Door het hanteren van de HGW-cyclus is er zicht op de onderwijsbehoeften van kinderen en kan de zorg geclusterd worden. Op deze wijze streven we ernaar, dat elke leerling het juiste onderwijs ontvangt. 3.5.1.
Basisondersteuning
Onderwijs in de groep Hieronder verstaan we het dagelijks werk in de klas: de groepsleerkracht is verantwoordelijk en geeft zoveel mogelijk hulp binnen de klas door te differentiëren in instructie en verwerking bij (voorbereidend) taal, lezen en rekenen & wiskunde. Dit willen we verwezenlijken door de rol van de leerkracht te versterken. Uitgangspunten hierbij zijn:
differentiatie waar nodig; gebruik van aangepaste leerroutes: op 3 niveaus wordt binnen de klas dezelfde les gemaakt; gerichte aandacht voor de instructie, o.a. door grote groep/kleine groep met verlengde instructie, maar ook pre-teaching; kinderen wordt geleerd om zelfstandig te werken, zodat de leerkracht extra aandacht en uitleg kan geven; gebruik van materialen zelfstandig werken; inzet van de computer voor lezen, taal, rekenen (o.a. de tafels). De leerkracht wordt hierbij ondersteund door IB’er, RT’er en collega’s. De zorg verdiept zich door groepsplannen, door verder onderzoek van leerkracht, IB’er, RT’er of schoolbegeleider. Sommige leerlingen werken op hun eigen niveau met een aangepast programma; dit gebeurt vooral in de bovenbouw. Op onze school zijn we terughoudend in het zittenblijven of versnellen van leerlingen. Wanneer de zorg intensiever wordt en niet alleen binnen de groep gegeven kan worden, hebben we hiervoor verschillende mogelijkheden: Schakelgroepen
Plusgroepen Extra hulp (RT). Dit is vooral voor leerlingen met beperkingen
3.5.2.
Extra ondersteuning
Wanneer wij als school handelingsverlegen zijn in de begeleiding van onze leerlingen, kunnen we een beroep doen op ons samenwerkingsverband Berséba. Dit doen we in de vorm van het aanvragen van arrangementen. Voordat daadwerkelijk overgegaan kan worden tot het aanvragen van zo’n arrangement, dient de school aan te tonen welke hulp er het achterliggende halfjaar geboden is. En daarbij moet gebleken zijn dat deze interne hulp onvoldoende effect heeft gehad. Binnen onze school hebben we hier afspraken voor gemaakt, verwoord in onze ‘procedure leerlingenzorg’. Arrangementen die aangevraagd kunnen worden, zijn divers van inhoud. Bijna in alle gevallen betekent het dat er een ambulant begeleider op school komt, om handelingsadviezen te geven aan de leerkracht. Daarnaast is het mogelijk dat de ambulant begeleider af en toe gesprekjes met de leerling heeft over deze begeleidingsbehoeften. Om hoeveel uren dit op jaarbasis gaat, hangt af van het soort arrangement dat toegekend wordt. Hierin is onderscheid gemaakt tussen licht, medium en intensief. Er zijn arrangementen op drie verschillende gebieden: gedrag/sociaal-emotioneel, medisch/lichamelijk en cognitief. 3.5.3. Schakelgroepen Niet alle leerlingen kunnen het onderwijs binnen de gewone groep bijhouden. Omdat de leerstof te hoog gegrepen is, of omdat er teveel prikkels zijn in de groep. Daarom zijn er op onze school schakelgroepen naast de reguliere groepen. Soms is even terugschakelen genoeg; soms moeten we in een lager tempo door blijven werken. Binnen de schakelgroep werken we in niveaus. Er zijn drie schakelgroepen: schakelgroep 3/4, schakelgroep 4/5 en schakelgroep 6/7/8. Het doel van de schakelgroep is: leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften de kans bieden om met extra zorg een stevige basis te leggen voor de hogere groepen. Kenmerken van de schakelgroep zijn:
Een schakelgroep blijft klein. Er wordt binnen de groep gewerkt met verschillende niveaus. Er wordt gebruik gemaakt van de gewone lesmethoden. Er wordt veel extra instructie gegeven. In groep 3 heeft het de vorm van diepgaande RT: alle reken- en taallessen van groep 3 worden voor deze leerlingen in de schakelgroep gedaan; de rest van de lessen in de groep van het kind (stamgroep). In schakelgroepen 3/4 zijn de kinderen tijdens de cognitieve vakken in de schakelgroep, in schakelgroep 4/5 en 6/7/8 zijn de kinderen bijna de hele dag in de schakelgroep en volgen verschillende niveaus. Voor verdere info over de procedures van de afzonderlijke schakelgroepen verwijzen we u naar de website.
3.5.4. Plusgroep Op onze school werken we in de bovenbouw met de “plusgroep”. Deze groep is bedoeld voor meerbegaafde kinderen die laten zien dat zij meer aankunnen dan de reguliere stof. Het doel van de plusgroep is dan ook om: 1. extra uitdaging te geven 2. onderpresteerders uit hun negatieve spiraal te trekken 3. kiene leerlingen beter te laten wennen aan huiswerk 4. perfectionistische leerlingen tegen hun grenzen aan te laten lopen 5. huiswerk beter te leren plannen 6. te leren omgaan met leerlingen die hen intellectueel evenaren. In deze groep heeft de leerstof brede verrijking ten doel; de leerstof omvat reken-, taal-, geschiedenis-, natuurkunde-, tekenopdrachten enz. Daarnaast bijv. ook denk- en inzichtelijke vragen, leerstrategieën, debatteren, lange teksten leren lezen, een vreemde taal leren, organiseren. Om een leerling in aanmerking te laten komen voor de plusgroep, wordt er eerst overlegd met leerkracht en IB-er. Daarnaast worden ouders betrokken bij het nemen van deze beslissing. Wanneer een kind in de plusgroep zit, wordt er contact onderhouden op contactavonden. Daarnaast is er telefonisch overleg (indien nodig) over de vorderingen.
4. Kengetallen a. Leerlingpopulatie
Totaal aantal leerlingen (per 1 okt.): Aantal leerlingen met leerlinggewicht 0,3 (per 1 okt.): Aantal leerlingen met leerlinggewicht 1,2 (per 1 okt.): Gemiddelde groepsgrootte (excl. Schakelgroepen) Gemiddelde groepsgrootte (incl. schakelgroepen)
2012-2013 aantal In % 682 172 25.2 2 0.3 24.4 22.7
2013-2014 aantal In % 706 189 26.8 2 0.3 26 24
2014-2015 aantal In % 703 186 26.5 2 1.4 26 24 -
b. Leerlingstromen De onderstaande kengetallen betreffen leerlingstromen binnen de school en naar andere of van andere scholen. Zowel het aantal als het percentage (afgezet tegen het totaal aantal leerlingen van de school) is vermeld.
12-13
13-14
14-15
Doorstroom verlengde kleuterperiode doublures
0% 1,7%
0% 1,7%
1.1% 1.1%
versnellers
0,2%
0,2%
0%
Verwijzing naar SO cluster 1 (slechtziend) naar SO cluster 1 (blind) naar SO cluster 2 (ernstige spraak- of taalmoeilijkheden) naar SO cluster 2 (slechthorend) naar SO cluster 2 (doof) naar SO cluster 3 (zeer moeilijk lerend) naar SO cluster 3 (lichamelijk gehandicapt) naar SO cluster 3 (langdurig ziek) naar SO cluster 3 (meervoudig gehandicapt) naar SO cluster 4 (o.a. gedragsproblemen) naar SBO naar BAO (niet veroorzaakt door verhuizing)
12/13 aantal
13/14 aantal
14/15 aantal -
1
Terugplaatsing Vanuit SO Vanuit SBO
c. Ondersteuningszwaarte De onderstaande kengetallen betreffen de ondersteuningszwaarte. Het betreft door een externe professional vastgestelde beperkingen (uitgezonderd de vraag naar leerlingen met een eigen leerlijn en met een ontwikkelingsperspectief). De kengetallen betreffen schooljaar 2014-2015. aantal
type ondersteuningszwaarte onderwijs- of ondersteuningsbehoeften vanwege leren o Dyslexie
2012-2013 24
2013-2014 18
2014-2015 10
o dyscalculie/ernstige rekenproblemen o hoogbegaafdheid (zie 4f, uitleg plusgroep)
20 15
12 12
o dysfatische ontwikkeling o NLD o anders, nl.
10 3
13 2
1
1
o o o o
spraakbeperkingen selectief mutisme taalbeperkingen anders, nl.
1 21 plusgroepleerlingen, geen officiele diagnose hoogbegaafdheid 9 3
1
o motorische beperking, nl. o langdurige ziekte, nl.
1 1
o o o o o o
4 2 1 2 5
4 1 1 3 8 1
4
3
2
4
26
16
PDD NOS Asperger MCDD ADD ADHD anders, nl. ASS
o
nl.
o ambulante begeleiding gericht op leren o ambulante begeleiding gericht op gedrag o andere, t.w. o aantal leerlingen met een ontwikkelingsperspectief
o slechtziend
1 2 8 1
1
1
o blind o ernstige spraak- of taalmoeilijkheden o slechthorend o doof o o o o
leerachterstanden o aantal leerlingen met een eigen leerlijn/leerroute (voorheen met een OPP niet zijnde extra ondersteuning SWV)
o
o
o
1 1
1 1
4
2
4
zeer moeilijk lerend lichamelijk gehandicapt langdurig ziek meervoudig gehandicapt
o geen specificatie
o o
1 2 2
2012-2013
2013-2014
2014-2015
0
0
1
2012-2013
2013-2014
2014-2015
Arrangementen op school = Extra Ondersteuning SWV (of cl.1 en 2) = Ontwikkelingsperspectief cluster 1 slechtziend 1 1 0 blind 0 0 0 cluster 2 TOS (Taalontwikkelingsstoornis): 0 0 0 Licht 0 0 0 Medium 0 0 0 Intensief slechthorend 3 2 2 Licht 0 0 0 Medium 0 0 0 Intensief doof Licht
o
o
o
o
o
Medium Intensief “cluster 3” (cognitieve, medische of lichamelijke arrangementen) zeer moeilijk lerend Licht Medium Intensief lichamelijk gehandicapt Licht Medium Intensief langdurig ziek Licht Medium Intensief meervoudig gehandicapt Licht Medium Intensief “cluster 4” (soc.emot., gedrags of werkhoudingsarrangementen) geen specificatie 0 Licht 0 Medium 2 Intensief
0 0 3
0 2 2
d. Deskundigheid Onderstaande expertise is binnen de school beschikbaar en/of structureel aanwezig. De school geeft aan óf de expertise aanwezig is en zo ja, of deze intern of extern beschikbaar is. In hoeverre er sprake is van voldoende deskundigheid is afhankelijk van de opleiding en/of ervaring van de medewerker(s). G = goed
V = voldoende A = aandachtspunt/ontwikkelingspunt expertise op A / V of G gedragsbeperkingen bij ja, nl. V
intern/extern I+E
lichamelijke beperkingen bij ja, nl. verstandelijke beperkingen bij ja, nl. slechtziend en blind bij ja, nl. slechthorend en doof bij ja, nl. taal-/spraakbeperkingen bij ja, nl. dysfasie dyslexie dyscalculie rekenspecialist (didactische/organisatorische expertise voor extra ondersteuning) taalspecialist (didactische/organisatorische expertise voor extra ondersteuning) gedragsspecialist pedagogische/organisatorische expertise voor extra ondersteuning) hoogbegaafdheid sova-trainer anders, nl.
V G G G V V V v V
E I+E I+E I+E I+E I+E I+E E I+E
V G
I+E I+E
V v
I+E E
e. Fysieke voorzieningen De school beschikt over de volgende fysieke voorzieningen. type voorziening rolstoeltoegankelijkheid time-out ruimte (altijd beschikbaar) grotere lokalen (in relatie tot aantal leerlingen) bredere gangen (in relatie tot aantal leerlingen) verzorgingsruimte revalidatieruimte snoezelruimte rustruimte keuken (voor leerlingen) zwembad
ja (j)/nee (n) J J N J J N N N N N
f. Organisatorische voorziening De school beschikt over de volgende organisatorische voorzieningen type voorziening
Korte toelichting
Schakelgroepen
Voor inhoudelijke informatie wordt verwezen naar de procedure schakelgroepen die op de website van de school in te zien zijn. Hieronder een korte samenvatting: 1. Het doel van de schakelgroep is: leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften de kans bieden om met extra zorg een stevige basis te leggen voor de verdere ontwikkeling. 2. De kenmerken van de schakelgroep zijn: Een schakelgroep is klein. Er wordt binnen de groep gewerkt met verschillende niveaus. Er wordt veelal gebruik gemaakt van de reguliere lesmethoden. Er wordt veel extra instructie gegeven. Er zijn drie schakelgroepen: schakelgroep 3/4, schakelgroep 4/5 en schakelgroep 6/7/8. 3. Doelgroep: Niet alle leerlingen kunnen het onderwijs binnen de gewone groep bijhouden. Omdat de leerstof te moeilijk is of omdat er teveel prikkels zijn in de groep. Soms is even terugschakelen genoeg; soms moeten we in een lager tempo door blijven werken. 4. Criteria: Bij de plaatsing in de schakelgroep kijken we naar de volgende zaken: *Cito-toetsen en methodetoetsen: is er uitval op meerdere gebieden of een zeer sterke uitval op één gebied? *IQ-test: is er een laag IQ? *Sociaal-emotioneel onderzoek: is het gedrag of de werkhouding of het welbevinden erg verstoord? *Het hebben van een rugzak is geen criterium voor de schakelgroep. 1. Het doel van de plusgroep is: a) om uitdaging te geven aan kiene leerlingen, zodat motivatie voor overige vakken stijgt. b) om daarmee onderpresteerders uit hun negatieve spiraal te halen. c) om kiene leerlingen te leren leren door moeilijk huiswerk te geven. d) om perfectionistische leerlingen veel werk te geven, waardoor ze tegen de grenzen aanlopen. e) huiswerk leren plannen. f) omgaan met leerlingen, die intellectueel gelijk zijn of hoger; deze interactie ervaren. 2. De inhoud van de lessen in de plusgroep zijn: a) voor groep 7: kruiswoordraadsel maken, rekenopgaven, sterrenkunde, studiekaarten maken over teksten, perspectief tekenen, Bijbelteksten leren, aardrijkskundeopdrachten, vreemde taal leren. b) voor groep 8: debat voeren n.a.v. een stelling ; Spaans; tekst over Spanje met diverse opdrachten;
Plusgroepen
RT
spreekbeurten; poster over pesten maken, leerstrategieën oefenen, opdracht n.a.v. Prinsjesdag; tekenen geïnspireerd door Escher; koloniën/democratieën. 3. Leerlingen voor de plusgroep: a) Leerlingen die kien, actief en betrokken zijn. b) Leerlingen die kien zijn en perfectionistisch: die lopen tegen hun grenzen aan: ze moeten leren dat alles niet kan/hoeft. c) Leerlingen die kien zijn, maar er te gemakkelijk over denken: ze moeten m.b.v. ouders leren leren. d) Leerlingen die afgezien van het leer/huiswerkgedrag ook apart gedrag vertonen. In de plusklas zijn er onderling grote verschillen qua inzet, gedrag en IQ. De groep is niet homogeen, toch wordt van allen hetzelfde verwacht. e) Vooral voor leerlingen uit categorie b. en c. is de plusgroep erg nuttig. f) Criterium: welke leerlingen komen er in de schakelgroep? Leerlingen die een hoog IQ hebben, door de jaren getoond hebben boven het maaiveld uit te steken. Het LVS kan geen criterium zijn, omdat sommigen van hen onderpresteren. 4. Organisatie van de plusgroep: a) De leerkracht bespreekt de optie Plusgroep met de IB-er bovenbouw, en met IB-er J. Buitendijk i.v.m. haar affiniteit met de Plusgroep. b) De leerkracht belt de ouders; hij vraagt toestemming voor het begeleiden in de plusgroep; hij noemt ook de consequenties (ouderbetrokkenheid bij het huiswerk). c) Daarna gaat er een brief mee met het doel en de inhoud van de plusgroep. d) Het verdere contact van ouders over de plusgroep is met de plusgroepsleerkracht. Dat contact is: *als het huiswerk niet geleerd wordt *tijdens de contactavonden e) Leerlingen kunnen tussentijds niet instromen of uitstromen; Bij hoge uitzondering na de contactavond. f) De voortgang van de Plusgroep wordt met de IB-er besproken. Aan het begin van het nieuwe schooljaar is dan helder welke kinderen er (blijvend) in aanmerking komen voor een plaats in de Plusgroep. g) Extra aandachtspunt: het is beter om de Plusgroep niet op maandag te plannen, in verband met het huiswerk. Voor informatie over de opzet van onze RT verwijzen we naar het document RT op de website van de school. RT wordt op school gegeven aan: 1. Leerlingen met een cluster 1, 2 of 4 indicatie 2. Huiswerkbegeleiding voor groep 7 en 8 3. Plusgroep voor groep 7 en 8
4. Rekenen schakelgroep leerlingen 5. Nazorg schakelgroep leerlingen 6. Professionele dyslexiebegeleiding, alleen bij vergoede regeling dyslexie Overig
1. Schouder aan schouder 2. Prentenboek/taaluurtjes/voorleesuurtjes 3. Dysfatische ontwikkeling Expertise: Door de cursus ‘ Dysfatische ontwikkeling’ te volgen bij mw. Buma (Zetten), is er een grote mate van expertise binnen de school over dysfatische ontwikkeling. Deze kennis wordt jaarlijks weer opgefrist tijdens de bouwvergaderingen. De leerkrachten zijn in staat om deze leerlingen tijdens de les extra ondersteuning te bieden. Via logopediepraktijk mw. Houtman/mw. Buma worden leerlingen gediagnosticeerd en krijgt de school ook praktische tips over de begeleiding binnen de school. 4. Diabetes/koortsstuip/epilepsie Binnen de school hebben we verschillende kinderen met diabetes (gehad) en ook een leerling waar het gevaar voor een koortsstuip aanwezig is. Verder is er een leerling die epilepsie heeft .Leerkrachten hebben in het ziekenhuis uitleg gekregen over de ziekte zelf en de aanpak bij verschillende uitingsvormen (hypo/hyper). De verschillende protocollen zijn besproken, alle collega’s’ zijn ingelicht, zodat ieder weet wat hij moet doen, als er daadwerkelijk tot actie overgegaan moet worden.
g. Personeel De onderstaande kengetallen betreffen de inzet van functies van belang voor de ondersteuning binnen de school. functie Leerkracht Leerkracht (schakelgroepen) Aantal lln schakelgroepen interne begeleiding onderwijsassistent(e) remedial teaching orthopedagoog schoolmaatschappelijk werk logopedist
Aantal dagdelen per week 27x9 3x9 20 18 9 10 0,1 1 -
Intern / extern E E E
h. Opbrengsten De tussenopbrengsten van CITO LOVS en de eindopbrengsten van CITO eindtoets groep 8 zijn voldoende. Daarom heeft de Inspectie van het Onderwijs een basisarrangement toegekend op 21 april 2015. i. Financiën Hieronder geeft de school aan welke inkomsten de school ontvangt vanuit de middelen van het samenwerkingsverband en hoe ze deze middelen voor preventieve, licht-curatieve of extra ondersteuning denkt in te zetten. Betreft het schooljaar 2015/2016. inkomsten: uitgaven:
personeel:
Materieel/SMW:
totaal:
extra i.b. extra handen in klas 6.15x 25x40 40x25x40 15x35x40 Cluster 2 arrangement (1.30) 40x52,50= Cluster 4 arrangement 40x25x 3 Dyslexiebehandeling 40x25x1,5 Plusgroep 40x 35 x2 Huiswerkgroep 40x25x1 Vast bedrag per leerling Sova training enz ……..
€ 12.500,00 € 6150,00 €40.000,00 €21.00,00 € 2100 € 3000,00 € 1500,00 € 2800,00 € 1000,00 79,80 € 500,00 € €
5. Basisondersteuning De basisondersteuning is het niveau van ondersteuning dat op de school intern (of van buiten naar binnen gehaald) geboden kan worden. Het bestaat uit basiskwaliteit en een aantal preventieve en licht curatieve interventies. Uitgangspunt bij het bepalen bij het niveau van basisondersteuning is het referentiekader (Passend onderwijs jan. 2012). a. Basiskwaliteit. De basiskwaliteit is het minimumniveau waaraan volgens de onderwijsinspectie (zie toezichtskader) het onderwijs moet voldoen. In het onderstaande overzicht geeft de school aan hoe het staat met de kwaliteit op de verschillende onderdelen. ONDERWIJSLEERPROCES1 1. Duidelijk
G
De leerkrachten leggen de leerstof op een duidelijke manier uit aan de leerlingen. Ze gaan steeds na of de leerlingen de uitleg goed begrijpen. En tijdens de uitleg wordt de oplossingsstrategie centraal gesteld.
2.Taakgericht
G
De leerkrachten zorgen voor een duidelijke structuur in de onderwijsactiviteiten. Het onderwijsleerproces wordt gekenmerkt door orde en rust. De leerkrachten geven de leerlingen feedback op hun werkhouding en taakaanpak.
3.Activerend
V
De leerkrachten stimuleren de leerlingen om steeds actief mee te doen en mee te denken. De leerkrachten laten de leerlingen regelmatig en op een doelmatige wijze samenwerken.
4.Resultaatgericht
V
De leerkrachten hebben hoge verwachtingen van de resultaten van de leerlingen. In de groepen wordt gewerkt met streefdoelen voor de basisvaardigheden. De leerkrachten evalueren nauwgezet de resultaten die de leerlingen halen. De leerkrachten gaan met de leerlingen in gesprek over de door hen behaalde resultaten.
5.Afgestemd
G
De leerkrachten stemmen de leerstof af op verschillen in onderwijsbehoeften tussen de leerlingen. De leerkrachten stemmen de instructie af op verschillen in onderwijsbehoeften tussen de leerlingen. De leerkrachten stemmen de verwerkingsopdrachten af op verschillen in onderwijsbehoeften tussen de leerlingen. De leerkrachten stemmen de onderwijstijd af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen.
SCHOOLKLIMAAT 6.Betrokkenheid De leerkrachten geven de leerlingen positieve persoonlijke aandacht. De leerkrachten bevorderen het zelfvertrouwen van de leerlingen. 1
G=goed, V=voldoende, A= aandachtspunt/ontwikkelpunt.
G
7.Sfeer
G
De leerkrachten stimuleren leerlingen op een respectvolle manier met elkaar om te gaan. De leerkrachten begeleiden de leerlingen bij het respectvol omgaan met elkaar.
8.Veiligheid
V
Naar aanleiding van onderzoek naar de veiligheidsbeleving en analyse van de incidentenregistratie onderneemt de school gerichte acties. De personeelsleden weten hoe ze moeten handelen bij incidenten.
LEERSTOFAANBOD 9.Volledig aanbod
V
Bij de aangeboden leerinhouden voor ‘Nederlandse taal’ en ‘Rekenen en wiskunde’ betrekken de leerkrachten alle kerndoelen als te bereiken doelstellingen.
10.Gelegenheid tot leren
G
De school biedt de leerinhouden voor ‘Nederlandse taal’ en ‘Rekenen en wiskunde’ aan zoveel mogelijk leerlingen aan tot en met het niveau van leerjaar 8. De gebruikte methoden kennen een goede doorgaande leerstoflijn. De leerlinhouden bij Nederlandse taal passen bij de onderwijsbehoeften van de leerlingen. Het leerstofaanbod voor groep 1 sluit goed aan op de ontwikkeling van de instromende leerlingen.
11.Toerusten en vormen
V
De school heeft een specifiek aanbod om sociale competenties te ontwikkelen. De school heeft een aanbod gericht op bevordering van actief burgerschap en sociale integratie.
ZORG EN BEGELEIDING 12.Leerlingbegeleiding
G
De school gebruikt een samenhangend systeem van genormeerde instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen. De leerkrachten volgen systematisch de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen. Analyse van opbrengsten leidt daar waar nodig voor groepjes leerlingen of voor individuele leerlingen tot aanpassing van het onderwijs. De school stelt, indien nodig, voor leerlingen een ontwikkelingsperspectief vast. De school volgt en evalueert het ontwikkelingsperspectief en stellen het indien nodig bij.
13.Leerlingenzorg
G
De leerkrachten signaleren vroegtijdig welke leerlingen bijzondere zorg nodig hebben. Op basis van de analyse van de verzamelde gegevens bepalen de leerkrachten de aard van de zorg voor de leerlingen. De leerkrachten inzicht in de specifieke onderwijsbehoeften van de leerlingen. De leerkrachten voeren de zorg planmatig uit. De leerkrachten evalueren regelmatig de effecten van de zorg.
14.Doorstroom van leerlingen De leerkrachten gebruiken de informatie van scholen en instellingen waar de leerlingen vandaan komen voor de begeleiding van de leerlingen. De school maakt beredeneerde afwegingen bij de doorstroom van leerlingen binnen de school. De school zorgt voor een ‘warme overdracht’ tijdens de schoolloopbaan van de leerlingen.
G
15.Zorgstructuur
G
Er is structureel overleg tussen de leerkracht en de interne begeleider. De school werkt daar waar nodig samen met externe organisaties en deskundigen. Er is regelmatig overleg tussen de interne begeleider en de schoolleiding over het functioneren van de leerlingenzorg. De verdeling van verantwoordelijkheden en bevoegdheden met betrekking tot de zorg is voor ieder duidelijk. De leerkrachten zien zichzelf als de eerstverantwoordelijke voor wat betreft de zorg aan de leerlingen.
KWALITEITSZORG 16.Voorwaarden voor kwaliteit
G
De school gaat actief na wat de onderwijsbehoeften zijn van de leerlingpopulatie. De school stemt het onderwijsleerproces af op de onderwijsbehoeften van onze leerlingpopulatie. De school gaat na hoe leerlingen zich handhaven in het onderwijs.
17.Systeem van evaluatie
G
De school plant elk jaar activiteiten in om de kwaliteit van het onderwijs te onderzoeken, te borgen, te verbeteren en openbaar te maken. De school heeft doelen en activiteiten op het gebied van kwaliteitszorg vastgelegd in een kwaliteitsbeleidsplan. De schoolleiding zorgt voor een systematische analyse van het onderwijsleerproces en de leerlingopbrengsten met als doel tijdig zwakke plekken te signaleren. De school verzamelt systematisch feedback van personen van buiten de school over de aspecten die zij zelf ook evalueert.
COMMUNICATIE MET OUDERS 18.Meedenken
V
De personeelsleden laten zich waar nodig informeren over de opvattingen en bevindingen van ouders over de ontwikkeling van hun kind op school en thuis. De ouders/verzorgers van leerlingen worden betrokken bij de zorg aan hun kind. De school ondersteunt de ouders bij de aanpak van hun kind thuis.
CONTACTEN MET EXTERNEN 19.Functioneel
G
De school onderhoudt functionele contacten met voor- en naschoolse voorzieningen. De school onderhoudt functionele contacten met scholen voor voortgezet onderwijs. De school onderhoudt functionele contacten met de onderwijsadviesdienst(en). De school neemt actief deel aan relevante netwerken.
SCHOOLONTWIKKELING 20.Resultaatgericht
G
De schoolleiding stimuleert een resultaatgerichte cultuur en draagt dit uit. Het team werkt met schoolspecifieke streefdoelen. Het team werkt planmatig aan goede resultaten. Wanneer de resultaten daar aanleiding toegeven wordt het onderwijsleerproces door het team nader geanalyseerd. De conclusies naar aanleiding van analyses worden besproken binnen het team. Het team stelt gezamenlijk verbeteronderwerpen en succesmaten vast. De schoolleiding gaat met de leerkrachten in gesprek over de in hun groep behaalde resultaten en dat in relatie tot hun lesgeven.
b. Preventieve en licht curatieve ondersteuning. In deze paragraaf wordt beschreven hoe de school door middel van preventieve en licht curatieve ondersteuning tegemoet komt aan onderwijs- en ondersteuningsbehoeften van leerlingen. Onder preventie verstaan we in dit geval de basisondersteuning voor alle leerlingen die er op is gericht om tijdig leerproblemen en opgroei- en opvoedproblemen te signaleren. Vroegtijdige signalering vereist de aanwezigheid van diagnostische expertise en kan al dan niet in samenwerking met ketenpartners worden georganiseerd. Ook de zorg voor een veilig schoolklimaat (zowel voor leerlingen als medewerkers) maakt deelt uit van de basisondersteuning. Herkenning problematiek2 G De school is in staat vroegtijdig leer- opgroei en opvoedproblemen te signaleren. Zorgteam / ketenpartners G De school beschikt over (of participeert binnen) een zorgteam, dat over voldoende expertise beschikt om op een adequate wijze handelingsgericht te (laten) handelen in de onderwijs- en ondersteuningsbehoeften van leerlingen en gezinnen. De school werkt daarbij samen met de relevante ketenpartners: scholen voor VO, (school)maatschappelijk werk, leerplichtambtenaar, GGD. Dyslexie G De school hanteert een sluitende ondersteunings- en zorgaanpak voor leerlingen met dyslexie. (tijdige signalering, op leerling afgestemde aanpak, hanteren van het dyslexieprotocol). Dyscalculie V De school hanteert een sluitende ondersteunings- en zorgaanpak voor leerlingen met dysalculie. (tijdige signalering, op leerling afgestemde aanpak) Aanpak voor minder begaafden G De school hanteert onderwijsprogramma’s en leerlijnen die goed zijn afgestemd op leerlingen met minder dan gemiddelde intelligentie. Aanpak voor meerbegaafden V De school hanteert onderwijsprogramma’s en leerlijnen die goed zijn afgestemd op leerlingen met meer dan gemiddelde intelligentie. Meervoudig lichamelijke beperking G De school is fysiek toegankelijk voor en heeft beschikking over hulpmiddelen voor leerlingen met een (meervoudig) lichamelijke beperking. Aangepaste werk- en instructieruimtes en de beschikbaarheid van hulpmiddelen voor leerlingen die dit nodig hebben. 2
G=goed, V=voldoende, A= aandachtspunt/ontwikkelpunt.
Sociale veiligheid en gedragsproblemen V De school hanteert een sluitende aanpak op sociale veiligheid en gedragsproblemen. (ortho)pedagogische en/of ortho-didactische programma’s en methodieken die gericht zijn op sociale veiligheid en het voorkomen en aanpakken van gedragsproblemen. Medische handelingen G De school heeft een voor alle medewerkers bekend en toegankelijk protocol voor medische handelingen (wat te doen bij….?, ongelukjes, medicijnen verstrekken, uitvoering van medische handelingen).
6. Extra ondersteuning Alles wat boven de basisondersteuning uitgaat, is extra ondersteuning. In deze paragraaf beschrijven we de extra (specifieke) ondersteuningsmogelijkheden die de school kan bieden. We doen dat in de vorm van arrangementen die al dan niet structureel onderdeel uitmaken van het onderwijsaanbod van de school. Een arrangement bestaat altijd uit meerdere onderdelen, die, waar van toepassing, beschreven worden.
Arrangementen Omschrijving arrangement: slechtziend Expertise: De school heeft ervaring met slechtzienden, van groep 1 t/m 8. Ook lichtschuwheid en kleurenblind zijn bekend. We hebben verschillende ervaringsdeskundige leerkrachten. De leerkracht wordt begeleid door de ambulante begeleider van Bartimeus, Zeist. Aandacht en tijd: De leerkracht is beschikbaar gedurende de hele dag binnen de groep. Daarnaast geeft de RT-er indien nodig,vanuit het arrangement extra instructie en begeleiding gericht op de leerdoelen (o.a. gerichte kijkstrategie) Protocollen, aanpakken en methodieken: abonnement Dedicon, veel pre-teaching bij RT, Een doos vol gevoelens/Een huis vol gevoelens (soc. em. Ontw.) Fysieke omgeving (o.a. gebouw): De school heeft allerlei aanpassingen gerealiseerd in meubilair, methodieken, hulpmiddelen en ICT (bijv. TV-loep, vergrotingen van de boeken, beeldscherm op leerlingtafel, groot beeldscherm, vergrote toetsenbordletters), aangepast spelmateriaal (o.a. vergrote bal met rinkelbel), werken met contrast, plaats in het lokaal, glasbordkrijt, toneelkijker Samenwerking: De leerkracht volgt een nascholing bij Bartimeus, om meer inzicht te hebben in het omgaan met een slechtziende leerling. Leerkracht. De IB-er en Bartimeus zijn bij de begeleiding betrokken. Omschrijving arrangement: slechthorend Expertise: De school heeft ervaring met slechthorenden, van groep 1 t/m 8. We hebben verschillende ervaringsdeskundige leerkrachten. De leerkracht wordt begeleid door de ambulante begeleider vanuit Kentalis. Aandacht en tijd: De leerkracht is beschikbaar gedurende de hele dag binnen de groep. Het vereist oplettendheid, om te bemerken, wat men wel en niet hoort. Daarnaast geeft de RT-er vanuit de rugzakgelden extra instructie en begeleiding op de leerdoelen. Protocollen, aanpakken en methodieken: Totale communicatie; Denkstimulerende Gespreksmethode DGM (Marion Blank); Kijkdoosboeken, informatieboeken voor algemene ontwikkeling, Basboeken (woordenschat), Gezelschapsspelen, veel pre-teaching bij RT, Een doos vol gevoelens/Een huis vol gevoelens (soc. em. Ontw.), Krachttraining (Kentalis), project FF luisteren (Kentalis) Fysieke omgeving (o.a. gebouw): De school heeft allerlei aanpassingen gerealiseerd: tapijt en gordijnen in het lokaal, solo-apparatuur, plaats van het kind in de groep. Samenwerking: De leerkracht volgt een nascholing bij Kentalis, om meer inzicht te hebben in het omgaan met een slechthorende leerling. De IB-er en a.b.-er van Kentalis zijn bij de begeleiding betrokken. Lijst met ‘Praktische tips t.b.v. slechthorende leerlingen in het regulier onderwijs’.
Omschrijving arrangement: doof/ spraak-taal achterstand Expertise: De school heeft ervaring met dove leerlingen, van groep 1 t/m 8. Ook had een van de leerlingen een dubbele CI. We hebben verschillende ervaringsdeskundige leerkrachten. De leerkracht wordt begeleid door de ambulante begeleider vanuit Kentalis, Aandacht en tijd: De leerkracht is beschikbaar gedurende de hele dag binnen de groep. Het vereist oplettendheid, om te bemerken, wat men wel en niet hoort. Daarnaast geeft de RT-er indien nodig, vanuit het arrangement extra instructie en begeleiding op de leerdoelen. Protocollen, aanpakken en methodieken: Totale communicatie; Denkstimulerende Gespreksmethode DGM (Marion Blank); Kijkdoosboeken/informatieboeken voor algemene ontwikkeling, Basboeken (woordenschat), Gezelschapsspelen, veel pre-teaching bij RT, Een doos vol gevoelens/Een huis vol gevoelens (soc em ontw) Fysieke omgeving (o.a. gebouw): De school heeft allerlei aanpassingen gerealiseerd: tapijt en gordijnen in het lokaal, solo-apparatuur, plaats van het kind in de groep Samenwerking: De leerkracht volgt een nascholing bij Kentalis, om meer inzicht te hebben in het omgaan met een dove leerling. De IB-er en Auris/Kentalis zijn bij de begeleiding betrokken. Lijst met ‘Praktische tips t.b.v. slechthorende leerlingen in het regulier onderwijs’. Omschrijving arrangement: autisme Expertise: De school heeft veel ervaring met autistische kinderen, zowel PDD-NOS als Asperger. Verschillende leerkrachten hebben een cursus of opleiding gevolgd, bijvoorbeeld de cursus ‘autisme’ bij Colette de Bruin. Ook is tijdens een teamvergadering een nascholing gegeven over autisme. Aandacht en tijd: De leerkracht probeert preventief te werken binnen de groep; maar er wordt ook extra individuele begeleiding buiten de groep of in de schakelgroep gegeven. Wanneer een arrangement toegekend is, wordt er m.b.v. de ambulant begeleider een begeleidingsplan opgesteld en wordt er in de groep en bij rugzakbegeleiding gewerkt aan de opgestelde doelen. Protocollen, aanpakken en methodieken: begeleidingsplan en handelingsplan, boekjes gericht op psycho-educatie of gedragsregulatie (bijv. Geef me de vijf). Voor leerlingen die met een arrangement in de schakelgroep zitten, is er tevens een OPP. Fysieke omgeving (o.a. gebouw): allerlei materialen en literatuur is aangeschaft voor deze leerlingen. Daarnaast is er de beschikking over een oorkap, een werkplek buiten de groep, en een time-out-plaats. Samenwerking: De leerkracht is geschoold in autisme. De extra ondersteuning voor de leerkrachten is middels de AB-er. Omschrijving arrangement: ADHD/ADD Expertise: Binnen de school zijn vele leerlingen (geweest) met ADHD of ADD. Beide soorten van leerlingen hebben hun eigen aanpak nodig. Daardoor zijn de kennis en vaardigheden de afgelopen jaren toegenomen. Er is veel samenwerking geweest met de AB-er vanuit het REC. (Donnerschool). Protocollen, aanpakken en methodieken: begeleidingsplan en handelingsplan, boekjes gericht op psycho-educatie of gedragsregulatie. Voor leerlingen die met een arrangement in de schakelgroep zitten, is er tevens een OPP. Fysieke omgeving (o.a. gebouw): binnen de school zijn allerlei stilte-plekken waar een leerling rustig kan werken. Ook zijn er hulpmiddelen, om een kind structuur en rust te geven (bijv. de oorkap). Samenwerking: De extra ondersteuning voor de leerkrachten is middels de AB-er.
Omschrijving arrangement: lichamelijke handicap Expertise: We hebben acht jaar een meisje met spina bifida binnen de school gehad. Een aantal jaren binnen de reguliere groep; ook een aantal jaren in de schakelgroep. Daardoor is er veel kennis van en ervaring met spina bifida gekomen. Daarnaast hebben we in het verleden een jongen met een dwarslaesie acht jaar in de reguliere groep gehad. Aandacht en tijd: Juist op het gebied van ruimtelijke oriëntatie en rekenonderwijs is er ontzettend veel geïnvesteerd in hulp. De rugzakgelden werden daaraan besteed. Protocollen, aanpakken en methodieken: Ze had een aangepaste leerlijn voor rekenen; Een huis vol gevoelens (soc em ontw/sova); veel preteaching, Fysieke omgeving (o.a. gebouw): vanwege de rolstoel is de hele school drempelvrij gemaakt; is er een invalidentoilet met douchevoorziening gekomen; is er een hoog-laagbed aangeschaft; eigen laptop. Samenwerking: leerkracht, IB-er, REC a.b., eergo-therapeut, logopedist, met extra individuele begeleiding buiten de groep en in de schakelgroep. Ook kwam RST op school voor katheterisatie
7. Conclusie en ambities Nadat we de gegevens uit de hoofdstukken 3 t/m 6 geanalyseerd, gewogen, begrepen en besproken hebben, zijn er conclusies getrokken. Deze conclusies hebben geleid tot gezamenlijke ambities. De daarvoor benodigde randvoorwaarden zijn in kaart gebracht.
OB
AW
LK
POS
CON
DOE
SYS
Afstemming en wisselwerking
De leerkracht doet ertoe
Positieve aspecten zijn van groot belang
We werken constructief samen
Ons handelen is doelgericht
De werkwijze is systematisch en cyclisch
Basisondersteuning gerealiseerd Basisondersteuning in ontwikkeling Extra ondersteuning gerealiseerd Extra ondersteuning in ontwikkeling
Bij elk onderdeel staan zeven vakjes. De vakjes die gekleurd zijn, stemmen overeen met de 7 uitgangspunten van HGW:
Onderwijsbehoeften staan centraal
Hieronder staan alle aandachtspunten van de schoolontwikkeling. We hebben 4 categorieën: 1. Basisondersteuning wat gerealiseerd en geïmplementeerd is (donkergroen). 2. Basisondersteuning wat in ontwikkeling is (lichtgroen). 3. Extra ondersteuning wat gerealiseerd en geïmplementeerd is (donkerrose). 4. Extra ondersteuning wat in ontwikkeling is (lichtrose).
Ondersteuningsprofiel WCII-Regio-Ede Ambities
Schoolleiding Wat / hoe
OB AW LK POS CON DOE SYS 1.Er is een goede overleg structuur Elke week wordt er een overleg gehouden met een cyclus van 3 weken:
In week 1 een MT vergadering: hierin worden vooral organisatorische zaken behandeld.
OB AW LK POS CON DOE SYS 2.De taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van alle functies zijn overzichtelijk vastgelegd en vormen het functiebouwwerk.
Opstellen en communiceren van de functielijsten. Nagaan of de functielijst compleet is. Nagaan of men zelf voldoet aan de functielijst en daarmee de leerdoelen opstellen. Bespreking tijdens MT/IBoverleg (3x per jaar) Aan de orde stellen in de FG en VG.
OB AW LK POS CON DOE SYS 3.Leerkrachten werken volgens het IGDI-model (herhaling en verdieping)
OB AW LK POS CON DOE SYS 4.Leerkrachten volgen de ontwikkeling van de kinderen en gebruiken hierbij OVM, ZIEN en Parnassys
Bespreking tijdens MT/IBoverleg (3x per jaar) Aan de orde stellen in de FG en VG.
OB AW LK POS CON DOE SYS 5.De visie op basisondersteuning en extra ondersteuning krijgt gestalte in de dagelijkse
Voortdurende reflectie op de inhoud en structuur van de zorg.
Ondersteuningsprofiel Eben-Haëzerschool, Barneveld
Teamleiders Wat / hoe
IB’ ers Wat / hoe
Leerkrachten Wat / hoe
In week 2 een MT-IB vergadering: hierin krijgt vooral de onderwijskundige ontwikkeling van de school aandacht. De notulen van de IB vergadering komen terug op het MT-IB overleg. De functielijst is compleet. Nagaan of men zelf voldoet aan de functielijst en daarmee de leerdoelen opstellen.
In week 3 is er een IB vergadering. Dit is een soort Zorgteam, waarbij leerkracht, orthopedagoog of andere deskundige kan aanschuiven. Hierin wordt vooral de leerlingenzorg besproken.
De functielijst is compleet. Nagaan of men voldoet aan de functielijst en daarmee de leerdoelen opstellen.
De functielijst is compleet. Nagaan of men voldoet aan de functielijst en daarmee de leerdoelen opstellen.
Teamleiders stellen IGDImodel aan de orde in bouwvergaderingen. (3x per jaar) Klassenbezoeken (min. 1x per jaar) Aan de orde stellen in de FG en VG. Stellen OVM/ZIEN/ Parnassys aan de orde in bouwvergaderingen. (3x per jaar) Klassenbezoeken (min. 1x per jaar) Aan de orde stellen in de FG en VG Doorontwikkelen van de visie op de zorgstructuur door participatie in MT/IB
Aan de orde stellen tijdens bespreking groepsplan (2x per jaar). Aan de orde stellen tijdens toetsoverleg. Verbinding leggen tijdens bespreking groepsbezoek.
Gestalte geven in de dagelijkse praktijk. In het groepsplan uitwerken. Daar waar nodig opnemen in het POP.
Aan de orde stellen tijdens groepsbespreking (2x per jaar) Aan de orde stellen tijdens toetsoverleg. Verbinding leggen tijdens bespreking groepsbezoek.
Observeren en volgen van de ontwikkeling van het kind. Analyseren van observatiegegevens en overlegt met de IB’er
Doorontwikkelen van de visie op de zorgstructuur door deelname in MT/IB en visiegroep.
Leerkracht geeft gestalte aan de basiszorg en de breedtezorg.
Pagina 27
praktijk. Er zijn voldoende vastgelegde overlegmomenten om instroom, doorstroom en uitstroom te bespreken met de desbetreffende leerkrachten en IB-ers
Vorming van visie in MT, MT/IB en plenaire vergaderingen
en visiegroep. Overdragen van visie in het deelteam.
OB AW LK POS CON DOE SYS 6.Oudercontacten vinden plaats vanuit een duidelijke visie en bevorderen aantoonbaar zowel wederzijdse betrokkenheid als een goede samenwerking tussen school en thuis. De informatievoorziening houdt rekening met verwachtingen van ouders en stelt ouders in staat om te begrijpen, mee te leven en mee te denken. Er is een schoolcultuur waarin teamleden vanuit een proactieve houding een goede samenwerking met ouders bevorderen. De school stelt ouders in staat mee te denken over de aanpak van het kind in de groep en denkt actief mee met ouders over de aanpak thuis.
*Ouderenquete uitzetten onder ouders *Contacten met ouders via: - contactavond - oudergesprekken
*Uitdragen van de schoolvisie in het team. *Organiseren van activiteiten die de oudercommunicatie bevorderen, zoals kennismakings- en informatieavond, voorleesen opvoedingsavonden.
OB AW LK POS CON DOE SYS 7.We werken met groepsplannen. Daarin komen we tegemoet aan de zorgbehoeften van leerlingen door doelgericht en cyclisch de leerlingbehoeften te begrijpen, te clusteren, te plannen en uit te voeren.
De eindopbrengsten (CITO) liggen boven het landelijk gemiddelde en de schoolvorderingen liggen boven het IQ (SEO).
Tijdens de toetsoverleggen worden de resultaten besproken en geanalyseerd. Tevens worden de groepsplannen besproken. De resultaten zijn minimaal op het niveau van de schoolnorm.
*Vastleggen van de visie op de zorg vanuit het concept Handelingsgericht werken. *Professionalisering van de basiszorg door reflectie, intervisie en monitoring. *Verdieping en begrenzing van de extra ondersteuning door het formuleren van criteria voor instroom, doorstroom en uitstroom in of uit reguliere groepen en schakelgroepen, en vorming van werkgroep en interne PCL *Beschrijving van de zorgstructuur. Contacten met leerkracht en ouders over zorgleerlingen volgens zorgstructuur.
Tijdens de toetsoverleggen worden de resultaten besproken en geanalyseerd. De resultaten zijn minimaal op het niveau van de schoolnorm. Tevens worden de groepsplannen besproken. Tijdens de groepsbesprekingen
Aandacht voor gespreksvaardigheden van leerkrachten. Voorjaar 2013 teamscholing middels plenaire vergaderingen. Ouders van zorgleerlingen worden frequenter uitgenodigd voor een gesprek om de zorg af te stemmen. Activiteiten: Informatieavond Contactavonden Ouderbezoeken Week- of maandbrieven vanuit de groep Kennismakingsmorgens Projectavond Tijdens de toetsoverleggen worden de resultaten besproken en geanalyseerd. De resultaten zijn minimaal op het niveau van de schoolnorm. Tevens worden de groepsplannen besproken. Tijdens de groepsbesprekingen
Reflectie, collegiale consultatie en intervisie bevorderen de professionalisering. Aandacht voor activerende werkvormen en samenwerkend leren.
wordt opvallend gedrag van kinderen besproken. Reflectie en intervisie bevorderen de professionalisering
wordt opvallend gedrag van kinderen besproken. Reflectie, collegiale consultatie en intervisie bevorderen de professionalisering. Aandacht voor activerende werkvormen en samenwerkend leren. Verdere uitbouw van het gebruik van het Ontwikkelings-volgmodel (OVM)van Memelink. Verder ontwikkelen van groepsplannen. Borging van Engels in de onderbouw.
OB AW LK POS CON DOE SYS 8.De activiteiten in de onderbouw dragen bij aan een professionalisering van het onderwijs Leerkrachten beschikken over de alle competenties (zie format fg) die nodig zijn om leerlingen naar hun mogelijkheden te helpen ontwikkelen.
Bespreking tijdens MT/IBoverleg
Verdieping m.b.v. SBD Aan de orde stellen tijdens de bouwvergaderingen Monitoring tijdens de FG en VG.
Aan de orde stellen tijdens groepsbesprekingen
OB AW LK POS CON DOE SYS 9.Leerkrachten en IB’ers hebben kennis van de cruciale leermomenten in de vorige jaargroep, eigen jaargroep en volgende jaargroep. De leerkrachten hebben kennis van de minimumen einddoelen van de eigen groep.
Literatuur beschikbaar hebben Overzichten klaarmaken
Passende Perspectieven van SLO op eigen manier
Passende Perspectieven van SLO op eigen manier
Kennis van de cruciale leermomenten in de vorige jaargroep, eigen jaargroep en volgende jaargroep. De leerkrachten hebben kennis van de minimum- en einddoelen van de eigen groep.
OB AW LK POS CON DOE SYS 10.De procedures en afspraken binnen onze school zijn er op gericht om structuur, veiligheid en geborgenheid te bieden (pestprotocol en sovaregels). Daarbij is een extra aandachtspunt: veiligheid op het plein.
Faciliteren pestcoordinator. Beleid vasthouden om pesten tegen te gaan.
OB AW LK POS CON DOE SYS 11.De rapportage van de leerlingresultaten naar ouders en eventuele externen is doelmatig
We gebruiken Parnassys optimaal om leerlinggegevens vast te leggen. We hebben een doelmatige rapportage waarbij een
Er is binnen in het leerstofaanbod en op het plein structureel aandacht voor een goede omgang met elkaar. We werken met een pleinlogboek en hebben een protocol voor het tegengaan van pestgedrag. Via bouwvergadering de discussie leiden.
We oriënteren ons op een optimaal gebruik van het pedagogisch lvs Zien. Er wordt gebruik gemaakt van de methode ‘Kinderen en hun sociale talenten’. Er zijn SOVA-bijeenkomsten voor leerlingen, om de ernst van pesten te laten zien. Literatuur verzamelen en doornemen.
We zijn vaardig om gedrag wat anders is te signaleren voor zowel individuele kinderen als de hele groep. Onze pedagogische kennis en ervaringen, en het resultaat van het Zien-groepsoverzicht koppelen we aan onze sovalessen. Meedenken en meelezen in de problematiek van de rapportage. Alle leerlinggegevens en leerlingresultaten in Parnassys invoeren.
OB AW LK POS CON DOE SYS 12. Het toepassen van de reken- en taallijnen in groep 1+2. OB AW LK POS CON DOE SYS 13. Binnen de school vindt collegiale consultatie om van elkaars sterke en zwakke punten te leren. OB AW LK POS CON DOE SYS 14. Het toepassen van activerend leren binnen de verschillende vakken.
OB AW LK POS CON 15. Beleidsplan VVE opstellen
DOE
SYS
OB AW LK POS CON DOE SYS 16. Van 2011-2013 is er in de onderbouw veel ontwikkeld w.b. spel. Om dit te implementeren zal men in 20132014 dit verder uitwerken. OB AW LK POS CON DOE SYS 17.Er is blijvende aandacht voor woordenschat. OB AW LK POS CON DOE SYS 18.Voor de groepen 3 t/m 6 wordt de lijn begrijpend lezen van Taalfontein toegepast. Voor groep 7 en 8 wordt de leerlijn begrijpen lezen m.b.v. Nieuwsbegrip ontwikkeld. OB AW LK POS CON DOE SYS 19.In de groepsplannen worden de leerlingen n.a.v. de toetsen in 3 niveaus verdeeld. OB AW LK POS CON DOE SYS 20. Preventief in groepsplannen zetten, welke leerstof elk jaar moeilijk is voor kinderen en
balans wordt gezocht tussen de Cito-scores en een pedagogische beoordeling Monitoren cito toetsen
Vervanging regelen
Nascholing is gevolgd. Literatuur toegankelijk maken.
*De gezinsgerichte benadering is de visie van de school op VVE. *We zijn in overleg met de gemeente. *Facilitering VVE activiteiten Beleid monitoren.
Monitoren cito toetsen Via bouwvergadering aansturen Op bouwvergadering stimuleren; leerdoelen formuleren Via plenaire en bouwvergadering bespreken en invoeren. Monitoren met klassenbezoeken. Teamleider kleuterbouw
Via bouwvergaderingen de ingezette lijn borgen.
Analyse woordenschat (methode en cito)
Per bouw woordenschat stimuleren en monitoren
Analyse niveau begrijpend lezen (methode en cito)
Inhoud BL-lessen evalueren Bovenbouw: nieuwsbegrip implementeren en blijvend coachen
Plannen en monitoren van bijeenkomsten voor groepsplanontwikkeling Monitoren cito toetsen
Monitoren of groepsplannen gemaakt en geëvalueerd worden
Monitoren leerlijnen. De lijnen zijn gemaakt en worden gebruikt. Nog meer implementeren. Speerpunten aanreiken Sterke en zwakke punten van collega’s benutten Monitoren via bouwvergadering Via plenaire en bouwvergadering bespreken en invoeren. Monitoren met klassenbezoeken.
Uitvoeren en implementeren van leerlijnen
*Overleg gemeente *Voorleesuurtjes en taaluurtjes stimuleren *Prentenboekbibliotheek *Overleg Kipkakel *Overdracht regelen Bij klassenbezoeken en groepsbesprekingen: in kaart brengen van spelontwikkeling van kinderen
Aanmelding uitbreiden: evt gesprek met leerkracht
Waarde van woordenschat blijvend onder de aandacht brengen d.m.v. analyse op toetsoverleg Coaching van BL-lessen d.m.v. bouwvergadering, klassenbezoeken en collegiale consultatie.
Coachen bij het opstellen van groepsplannen
Nauwgezet woordenschatonderwijs geven volgens de methode Taalfontein. Groep 3 t/m 6: Taalfontein volgen en evalueren. Groep 7 en 8: leerlijn Nieuwsbegrip volgen, toetsen en evalueren Groepsplannen maken (min 2x per jaar)
Monitoren leerlijnen. Monitoren methodetoetsen en citotoetsen.
Uitvoeren leerlijnen. Evalueren van methodetoetsen en preventieve begeleiding van
Elkaars lessen bezoeken en feedback geven
Uitvoeren bij verschillende vakgebieden.
Blijvend verdiepen in spelontwikkeling. Observeren stimuleren van verschillende soorten spel.
wat eraan gedaan wordt OB AW LK POS CON DOE SYS 21. Om het leesniveau te verhogen wordt in groep 3 de Connect-methode toegepast; in groep 4 en hoger de Ralfi-methode. OB AW LK POS CON DOE SYS 23. De plusgroep draait voor de meerbegaafde leerlingen uit de groepen 7 en 8. OB AW LK POS CON DOE SYS 24. Verdieping aanmelding plusgroep m.b.v. SIDI o.i.d. Ouders er meer bij betrekken. OB AW LK POS CON DOE SYS 25. Binnen de schakelgroep wordt op aangepaste wijze gedifferentieerd. De leerlingen worden geclusterd qua niveau en niet qua leeftijd/jaargroep. OB AW LK POS CON DOE SYS 26. De school participeert binnen een zorgteam, dat over voldoende expertise beschikt om op een adequate wijze handelingsgericht te (laten) handelen in de onderwijs- en ondersteuningsbehoeften van leerlingen en gezinnen. De school werkt daarbij samen met de relevante ketenpartners: scholen voor VO, (school)maatschappelijk werk, leerplichtambtenaar, GGD. Daarnaast houdt de school contact met het CJG, in het kader van decentralisatie Jeugdzorg. De school doet mee aan een pilot Jeugdzorg.
Schoolanalyse technisch lezen
Faciliteren van plusgroep
Monitoren cito toetsen
Om w.b. leerlingzorg een beter netwerk naar de hulpverlening te hebben, zijn er veel contacten met CJG en gemeente. Hoewel de decentralisatie van de jeugdzorg nog niet uitgewerkt is, zijn we met de gemeente in overleg, hoe we e.e.a. gestalte kunnen geven. In samenwerking met allerlei organisaties is een CJG@home gestart, waarbij er een snellere hulp kan starten, zonder BJZ.
Toetsresultaten monitoren Informatie over Ralfi regelmatig aan de orde stellen.
Bij leerlingen met leesproblemen: interventies toepassen
uitvallers. Nauwkeurig Connect en Ralfi toepassen. Secuur toepassen.
Materiaal en leerlijn ontwikkelen voor plusgroep. Leerlingen screenen voor plusgroep Monitoren leerlijnen Oudercommunicatie.
Leerlingen aanmelden voor plusgroep
Clusteren van leerlingen n.a.v. evaluatie toetsen; groepsplan opstellen en regelmatig evalueren
Clusteren van leerlingen n.a.v. evaluatie toetsen; groepsplan opstellen en regelmatig evalueren.
Intensiveren van ZT Meer contact met CJG en CJG@home
Aanleveren van leerlingen met persoonlijke en gezinsproblemen (volgens de reguliere route)
Uitvoeren leerlijnen
Procedure leerlingenzorg, februari 2015 Leerkracht heeft een hulpvraag Evt. overleg met ouders
Ouders hebben een hulpvraag Bespreken met leerkracht
Aanmelding bij CJG@home
Overleg met IB-er : invullen Formulier Leerlingenzorg (FL), vraag 1,2,4 en 5 (ParnasSys); evt. hulpplan Aanmelding bij School Maatschappelijk Werk Bespreken in IB-overleg a.d.h.v. Formulier Leerlingenzorg Contact met en toestemming van ouders, door leerkracht Bespreken in OT (met ouders): invullen FL, vraag 18 Aanvraag onderzoek SBD (volledig FL)
Consultatie SBD met leerkracht en IB-er: invullen FL, vraag 1-8
Aanmelding CJG@home door ouders en IB-er (volledig FL)
Bespreken in OT (met ouders): invullen FL, vraag 1-8
Aanmelding CJG@home, plaatsing schakelgroep
Aanmelding CJG@home door ouders en IB-er (volledig FL)
Aanvraag onderzoek SBD (volledig FL)
Aanvraag ondertekenen door ouders en IB-er Diagnostiek door SBD: *vragenlijst *observatie *onderzoek Na die tijd: contact met leerkracht
Aanvraag advies/arrangement a.d.h.v. OPP Berséba
Plaatsing in schakelgroep of rekengroep
Verslag binnen bij HH Via IB-er naar leerkracht Evt. terugkoppeling naar SBD
Toekenning arrangement
Opstellen OPP Berseba
Verslag naar ouders (aan kind meegeven)+ oudergesprek
Vaststellen OPP en ondersteuning Gesprekken ambulant begeleider
Bespreken OPP met leerkracht, ouders, SBD
Vervolgaanpak in groep n.a.v. verslag of begeleiding (in hulpplan, OPP of begeleidingsplan)