Ondersteuningsprofiel van De Windwijzer, onderdeel van de Stichting Sarkon Scholengroep Den Helder Noord 1.
Functie van het ondersteuningsprofiel In het ondersteuningsprofiel beschrijft de school haar mogelijkheden om leerlingen te ondersteunen wanneer het regulier aanbod van de school onvoldoende aansluit bij de ontwikkeling van de leerling. In het ondersteuningsprofiel zijn de daarvoor relevante gegevens opgenomen zodat voor ouders, samenwerkingsverband en de overige scholen van de onderwijsgroep de mogelijkheden van de school duidelijk zijn. Het ondersteuningsprofiel maakt een onderscheid in basisondersteuning en extra ondersteuning. De basisondersteuning ligt bij voorkeur bij alle scholen op een gelijk niveau. Afspraken over een minimumniveau worden in het samenwerkingsverband gemaakt en gelden voor alle scholen. Extra ondersteuning kan per school verschillen. Bij extra ondersteuning gaat het om specifieke kwaliteiten van de school gericht op leerlingen die deze vorm van ondersteuning vragen. Extra ondersteuning vertaalt zich in arrangementen die de school kan bieden en waarvoor doorgaans extra middelen worden ingezet. Arrangementen kunnen deels structureel deel uitmaken van het ondersteuningsaanbod en deels een tijdelijk karakter hebben. Een arrangement geeft aan: welke deskundigheid wordt ingezet de tijd die beschikbaar is het programma dat uitgevoerd wordt en de gebruikte materialen het mogelijke specifieke gebruik van het schoolgebouw samenwerking met ouders, onderwijs en mogelijke ketenpartners Het ondersteuningsprofiel geeft eveneens informatie over de basiskwaliteit van de school. Daarom is het oordeel van de inspectie over deze basiskwaliteit opgenomen in het ondersteuningsprofiel. Het ondersteuningsprofiel van de school vormt voor ouders een houvast bij schoolkeuze en voor de scholen/besturen een houvast bij de toelating van leerlingen en het vinden van de meest geschikte plek voor een leerling. De inhoud van dit schoolondersteuningsprofiel (SOP) bestaat uit: • gegevens van de school • karakteristiek en onderwijsvisie van de school • kengetallen • oordeel van de onderwijsinspectie • organisatie van de ondersteuning • ondersteuning sociaal emotionele ontwikkeling • ondersteuning lezen en spelling • ondersteuning rekenen en wiskunde • grenzen aan ondersteuning • professionalisering
1
2.
Gegevens van De Windwijzer Texel Directeur : Arthur Nowack Tel.nr. : 0223-616991 E-mail :
[email protected] Website school : www.windwijzer.nl Website stichting : www.sarkon.nl
3.
Karakteristiek en onderwijsvisie van de school De Windwijzer maakt deel uit van Stichting Sarkon, een katholiek bestuur met 19 scholen in de kop van Noord-Holland. Dat betekent dat ons leven en werken in de school mede bepaald wordt door deze christelijke levensbeschouwing. De Windwijzer bevindt zich aan de Pasteurstraat 4a in Den Helder. De Windwijzer is gehuisvest in een nieuwe Brede School,samen met De Verrekijker, de Kinderopvang en de buitenschoolse opvang. Naast diverse ondersteunende ruimtes is er een grote gymzaal, een gemeenschapsruimte en een speellokaal voor de kleuters. De school is toegankelijk voor minder validen en heeft een aangepast invalidentoilet Daarnaast beschikt de school over een natuurlijke speeltuin en maken wij gebruik van het grote speelveld aan de Pasteurstraat. De school heeft momenteel 15 groepen. .Bij de start van het schooljaar 2013-2014 bezoeken ongeveer 350 kinderen de school.
Missie De Windwijzer is een Rooms-katholieke basisschool in Den Helder. Wij streven ernaar om in ons onderwijs zo veel mogelijk tegemoet te komen aan de leerbehoeften van kinderen en aan de behoeften op het gebied van relatie, competentie en autonomie. Elk kind en elke leerkracht is uniek. Dit houdt in dat ze verschillende kwaliteiten bezitten. Wij accepteren deze verschillen. Op organisatorisch, pedagogisch en didactisch gebied willen wij afstemming bewerkstelligen om met deze verschillen om te gaan. Met ons onderwijs willen wij bijdragen aan de optimale ontwikkeling van de kinderen, zodat zij in de toekomst als individuen kunnen functioneren in de maatschappij. R.K.B.S. De Windwijzer, veel richtingen, één duidelijke koers! Visie De kern van ons onderwijs is om zoveel mogelijk tegemoet te komen aan de basisbehoeften van de leerlingen, namelijk; - De behoefte aan relatie - De behoefte aan competentie - De behoefte aan autonomie Wij geven leerlingen het gevoel dat ze gewaardeerd worden, we stimuleren het geloof in eigen kunnen en we leren hen verantwoordelijkheid te dragen voor hun eigen leerproces. Dit betekent dat we ons leerkrachtgedrag; interactie, instructie en het klassenmanagement, aanpassen aan deze behoeften en koppelen aan de inhoud van ons onderwijs om een rijke leeromgeving te creëren. We vinden het belangrijk dat kinderen actief leren en dat realiseren wij door ze van en met elkaar te laten leren.
2
De vreedzame school Als vreedzame school streven wij ernaar om de school en de klas een gemeenschap te laten zijn, waarin iedereen zich verantwoordelijk en betrokken voelt. Behalve training in conflictoplossingsvaardigheden leren alle betrokkenen in de school op een positieve manier met elkaar om te gaan. Ook leren de kinderen om zorg te dragen voor de klas, de school en de omgeving. Een belangrijk doel is dat er in alle groepen afstemming plaatsvindt hoe we met elkaar omgaan en hoe we conflicten kunnen vermijden. De lessen zijn hierbij een hulpmiddel en bieden een kapstok om de inhoud aan te bieden. Veel belangrijker is de toepassing van het gedachtegoed van de vreedzame school door de groepsleerkracht (en alle andere volwassenen in de school die met leerlingen te maken hebben) en de kinderen op elk moment in elke situatie. Opbrengstgericht werken Opbrengstgericht werken is een wijze van feedback geven aan leerkrachten én leerlingen. Dit betekent dat leerkrachten zich in het bijzonder op de leeropbrengsten van leerlingen richten. Onze focus ligt op het verbeteren van het lees-, taal- en rekenonderwijs in de klas. Meer effectieve leertijd, betere instructie, meer en betere feedback aan de leerlingen door middel van hogere eisen stellen en aandacht voor leerstrategieën dragen bij aan het verhogen van de opbrengsten. De constatering dat leerprestaties verbeteren werkt voor zowel de leerlingen als de leerkracht motiverend. ‘Je ziet waar je het voor doet’. Het opbrengstgericht werken gebeurt op leerling-, groeps- en schoolniveau, waardoor er een doorgaande lijn ontstaat. Deze doorgaande lijn draagt bij aan de optimale ontwikkeling van de leerling. Het GIP-model Om zoveel tegemoet te komen aan de leerbehoeften van de leerlingen werken wij op school met het GIP-model. GIP is een gemakkelijke snelle afkorting voor Groeps- en Individueel gericht Pedagogisch en didactisch handelen van de leerkracht. In alle groepen zitten leerlingen die op verschillende niveaus werken. De grote verschillen die er bestaan tussen leerlingen stellen hoge eisen aan het klassenmanagement om iedereen datgene te bieden wat ze nodig hebben. Het GIP-model richt zich in eerste instantie op een goede organisatie in de groep, waardoor de leerlingen zelfstandig kunnen werken. De leerkracht krijgt daardoor de mogelijkheid om instructie en begeleiding op maat te geven. Zelfstandig werken wordt gezien als een voorwaarde voor het geven van instructie aan individuele leerlingen of aan een groepje leerlingen. Dat betekent dat de leerlingen om moeten leren gaan met uitgestelde aandacht. Ook leren de kinderen zelf verantwoordelijkheid te dragen voor hun eigen leerproces door zelf keuzes te maken met betrekking tot het zelfstandig werken. 4.
Kengetallen
Leerlingaantallen Gewichtenleerlingen 0,3 Gewichtenleerlingen 1,2 Verwijzingen naar: Speciaal basisonderwijs Speciaal onderwijs Plusvoorziening Eureka Plusklas
5.
01-10-2010 329 36 8
01-10-2011 316 30 8
01-10-2012 349 37 7
01-10-2013 339 31 6
0 0 0 0
1 0 0 0
2 0 0 0
4 1 0 1
Oordeel van de onderwijsinspectie Op 19 maart 2013 heeft de inspectie in het kader van het vierjaarlijkse bezoek ook De Windwijzer gevisiteerd. Uit het inspectierapport blijkt dat de kwaliteit van het onderwijs voor de meeste indicatoren op orde is. Het betreft hier met name de aspecten opbrengsten, Zorg en begeleiding en kwaliteitszorg.
3
Mogelijke verbeterpunten zijn: -
-
Analyse, planmatig uitvoering en evaluatie van de zorg met betrekking tot leerlingen die uitvallen op het leerlingvolgsysteem. De V-scores. De individuele analyse zijn nog te weinig gericht op mogelijke oorzaken van leerproblemen. Implementatie van leerlingvolgsysteem voor sociaal emotionele ontwikkeling. Transparante en inzichtelijke verslaggeving naar ouders over bereikte effecten van verbeteronderwerpen. De conclusie van de inspectie is daarom ook als volgt: Kwaliteit: “De inspectie concludeert dat de kwaliteit van het onderwijs op RKBS De Windwijzer op de onderzochte onderdelen grotendeels op orde is. Uit het onderzoek is gebleken dat de school op die gebieden nauwelijks tekortkomingen kent. Om die reden wordt het reeds aan de school toegekende basisarrangement gehandhaafd.”
6.
Organisatie van de ondersteuning Wanneer leerlingen extra ondersteuning nodig hebben in hun ontwikkeling, dan kunnen we de ondersteuning telkens een niveau opschalen, waarbij de inzet van externen en ouders steeds belangrijker wordt. Wij onderscheiden vier niveaus die we beknopt weergegeven. Klasse of groepsniveau De leerkracht, eventueel samen met de intern begeleider(IB) en reken- of taalleescoördinator, organiseert ondersteuning in de klas of op school. De leerkracht informeert de ouders daarover. Schoolniveau Vanaf dit niveau worden de ouders / verzorgers intensief betrokken bij de ondersteuning die de leerling nodig heeft. Het gaat nu om meer complexe ondersteuningsvragen waarbij eventueel ook het schoolmaatschappelijk werk of andere deskundigheid betrokken kan worden. De in te zetten ondersteuning bespreken we in ons Ondersteuningsteam (OTS) en leggen we vast in een "groeidocument". Scholengroepniveau Wanneer extra ondersteuning, die de school niet alleen kan bieden, noodzakelijk lijkt vragen we, op basis van het groeidocumenten een "arrangement" aan bij het ondersteuningsteam (OTG) van de scholengroep. Bij toekenning van een “arrangement” voor extra ondersteuning, kan die zowel op de eigen school als op een andere school worden geboden. Ook in deze fase blijven ouders direct betrokken. Samenwerkingsverbandniveau Wanneer plaatsing op een school voor speciaal basisonderwijs, speciaal onderwijs of op de plusvoorziening van het samenwerkingsverband aan de orde lijkt dienen we deze aanvraag, weer in overleg met de ouders, in bij het CTO (Centrale Toelaatbaarheid Onderwijsvoorzieningen). Het CTO geeft een toelaatbaarheidsverklaring af die nodig is voor een plaatsing op één van deze voorzieningen. Aanwezige expertise personeel Op De Windwijzer zijn de intern begeleider, de directeur, de adjunct directeur en vertrouwenscontactpersoon geschoold in het voeren van effectieve gesprekken met ouders / verzorgers, stagiaires, teamleden en kinderen. Tevens hanteren zij de filmcamera t.b.v. het versterken van de interactie tussen leerling en leerkracht en het versterken van de instructies door de leerkracht.
4
Er is één leerkracht met een Master SEN (Special Educational Needs), een gespecialiseerde opleiding voor leerlingenzorg en twee leerkrachten hebben de Master Leren en Innoveren gevolgd. Twee leerkrachten hebben zich geschoold of tot rekencoördinator of tot taalleescoördinator. Eén leerkracht heeft de post-hbo-opleiding “Kleuters, een vak apart” gevolgd. Daarnaast heeft iedere bouw zijn eigen bouwcoördinator. Samen met de leerkrachten van onze school zorgen zij voor een op voldoende niveau functioneren van een: samenhangend systeem van genormeerde instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen het systematisch volgen en analyseren van de voortgang in de ontwikkeling van leerlingen het op basis van een analyse van verzamelde gegevens tijdig bepalen van de aard van de te bieden ondersteuning het planmatig uitvoeren van de ondersteuning het regelmatig evalueren van de effecten van de ondersteuning. Wanneer ouders hun kind aanmelden op De Windwijzer, en ze geven aan dat hun kind een specifieke ondersteuningsbehoefte heeft, gaan we altijd eerst met hen in gesprek. Samen met de ouders / verzorgers kijken we wat het kind nodig heeft en we bespreken de mogelijkheden die we als school kunnen bieden. We willen een realistisch ontwikkelingsperspectief schetsen op basis van een reële inschatting van de onderwijsbehoeften van het kind. Wanneer we tot de conclusie komen dat plaatsing op De Windwijzer niet haalbaar of minder wenselijk is, dan gaan we samen met de ouders / verzorgers op zoek naar een beter alternatief binnen de regio. De school neemt hierbij het initiatief, waarbij intensieve communicatie en afstemming essentieel zijn. Voor meer informatie verwijzen we u naar hoofdstuk 4 van onze schoolgids, dat geheel gewijd is aan de wijze waarop we onze ondersteuning aan leerlingen organiseren. 7. 7.1
Ondersteuning Sociaal Emotionele Ontwikkeling Basiskwaliteit
Een steeds belangrijker wordend aspect van het onderwijs is het begeleiden van de kinderen met betrekking tot de sociaal emotionele ontwikkeling. Voor het aanleren en versterken van wenselijk gedrag, het leren samenwerken, verantwoordelijkheid dragen en andere sociaal emotionele aspecten in het kader van burgerschap, gebruiken we de methode "De Vreedzame School". Hierin verwerkt zit de methodiek " Grip op de groep" bestemd om in de eerste zes weken van het jaar de groepsstructuur ter versterken. Sinds het schooljaar 2013 – 2014 werken we met SCOL, een leerlingvolgsysteem voor sociaal emotionele ontwikkeling. Door de eenduidige manier van werken in al onze groepen, waarbij we werken aan de autonomie, relatie en competentie van onze leerlingen, bieden we voor veel kinderen een leer-, leef- en werkomgeving waarin zij voldoende rust en duidelijkheid vinden om zich te kunnen ontplooien.
7.2 Basisondersteuning Wanneer kinderen door een bepaalde oorzaak zich niet of minder snel ontwikkelen op het gebied van deze sociaal emotionele ontwikkeling, al dan niet als gevolg van een aanwijsbare aangetoonde oorzaak als ADHD, autisme gerelateerde stoornissen of anderszins, dan is het aan de leerkrachten om de kinderen hierin specifiek te begeleiden. Met name door de steeds grotere kennis die hierover beschikbaar komt en de steeds hogere eisen die de maatschappij aan de scholen stelt om deze kinderen te begeleiden, is het van belang om hierin continu te blijven scholen en te ontwikkelen. Door een mini-enquête vanuit het SWV (februari 2013) is er zicht gekomen op de vaardigheden die het team beheerst rondom het bieden van extra ondersteuning op verschillende terreinen rondom
5
sociaal emotionele ondersteuning. Hieruit blijkt dat De Windwijzer al veel ondersteuning in eenvoudige en enkelvoudige vorm op school kan bieden. Echter: begeleiding en ondersteuning kunnen bieden is geen "vast" gegeven, maar zal steeds moeten worden afgestemd op de specifieke ondersteuningsbehoeften van het kind. Daarbij komt dat door wisselingen in personele bezetting de ondersteuningsmogelijkheden ook kunnen wisselen. Het hieronder genoemde aanbod geeft dan ook vooral een indicatie weer van de ondersteuning die we in principe kunnen bieden, gerelateerd aan onze ondersteuningsstructuur. Begeleiding zal altijd afgestemd worden in overleg met de ouders en moet passen binnen de mogelijkheden van de school. Wij kunnen nu de volgende ondersteuning realiseren.
ADHD: herkennen, structurele aanpak in de klas (met de componenten acceptatie, begrip en indien gewenst compensatie en dispensatie), gesprek met ouders over afstemming aanpak, observatie en begeleidingsadviezen door OTS PDD NOS: herkennen, structurele aanpak in de klas (met de componenten acceptatie, begrip en indien gewenst compensatie en dispensatie), gesprek met ouders over afstemming aanpak, observatie en begeleidingsadviezen door OTS meerkunners en hoogbegaafdheid: herkennen, d.m.v. compacten en verrijken aansluiten bij hun ontwikkelbehoeften in de klas, in bijzondere gevallen versnellen, gesprek met ouders over afstemming aanpak, observatie en begeleidingsadviezen door OTS faalangst en concentratieproblemen: herkennen, structurele aanpak in de klas (met de componenten acceptatie, begrip en indien gewenst compensatie en dispensatie), gesprek met ouders over afstemming aanpak, observatie en begeleidingsadviezen door OTS pestgedrag: herkennen, aanpak via anti-pest protocol, in bijzondere gevallen protocol “time-out, schorsing en verwijdering”
7.3 Extra ondersteuning In een aantal gevallen hebben kinderen behoefte aan meer specialistische ondersteuning. Zo nodig wordt nader onderzocht welke ondersteuning nodig is. In overleg met het Ondersteuningsteam van de scholengroep (OTG) vindt vertaling plaats in de vorm van een “arrangement”, waarin doorgaans het ter beschikking stellen van deskundige formatie en/of middelen en duidelijke werkdoelen zijn opgenomen. In goed overleg met de ouders wordt dit opgenomen in het groeidocument. Op De Windwijzer is het mogelijk om ondersteuning te bieden op enkele specialismen, mits hiervoor voldoende extra ondersteuningsmogelijkheden (arrangementen) beschikbaar zijn: - opvang en begeleiding van leerlingen met het syndroom van Down tot en met groep 2 - opvang en begeleiding van leerlingen met PTSS-problematiek.
8.
Ondersteuning lezen en spelling
8.1 Basiskwaliteit We besteden veel aandacht aan het leesonderwijs. We hanteren een doorgaande lijn in zowel Technisch als Begrijpend lezen. In groep 1-2 worden voorbereidende activiteiten gedaan m.b.v. het programma “Fonemisch Bewustzijn” en in groep 3 wordt begonnen met het leren lezen. In groep 3 maken we gebruik van de methode “Veilig Leren Lezen”. Deze methode biedt zowel het lezen als schrijven geïntegreerd aan. Na het aanvankelijk lezen in groep 3, wordt er in de groepen 4 en 5 veel tijd en aandacht besteed aan het Voortgezet Technisch Lezen. Hiervoor maken we gebruik van de methode “Estafette Nieuw”. Belangrijk uitgangspunt van “Estafette Nieuw” is dat kinderen eerst correct leren lezen, waarna zij hun leessnelheid verhogen om vlot en vloeiend te leren lezen. Iedere ochtend starten de groepen 3 t/m 8 de dag met stillezen. Uit onderzoek is gebleken dat kinderen het beste leren lezen door regelmatig stil te lezen in boeken die passen passen bij hun niveau en belevingswereld. Het stillezen wordt afgesloten met een korte boekpromotie.
6
Vanaf groep 5 komt de nadruk steeds meer op het begrijpend (en later ook het studerend) lezen te liggen. Voor het begrijpend lezen gebruiken we vanaf groep 5 de methode “Nieuwsbegrip” en “Nieuwsbegrip XL”. Deze beide methodes koppelen begrijpend lezen aan actuele maatschappelijke thema’s uit het nieuws. In de groepen 7 en 8 krijgen de kinderen naast begrijpend lezen ook les in studerend lezen. Hiervoor maken wij gebruik van de methode “Blits”. 8.2 Basisondersteuning De basiskwaliteit van de school is van voldoende niveau om de meeste leerlingen een ruim voldoende leesvaardigheid te laten verwerven. We toetsen het begrijpend en technisch lezen met behulp van het Cito-leerlingvolgsysteem en de methode-gebonden toetsen. Deze laten zien wanneer een leerling (on)voldoende leesvorderingen maakt. Wanneer er sprake is van een vertraagde leesontwikkeling, dan krijgen deze leerlingen een verlengde, intensievere instructie van de leerkracht en vindt er extra ondersteuning plaats tijdens de meer zelfstandige verwerking van de leerstof. Instructie en verwerking vinden bijna altijd plaats in de ‘kleine kring’ of aan de instructietafel. Naar aanleiding van de opbrengsten bij de methodetoetsen en de methode-onafhankelijke toetsen stelt de groepsleerkracht meerdere keren per jaar een groepsplan op of bij. In het groepsplan zijn de doelen van het streef- en fundamenteel-niveau voor de 3 niveaus opgenomen en worden de werkwijze, materialen en didactiek in kaart gebracht. Bij het opstellen van het groepsplan kan de groepsleerkracht ondersteuning krijgen van de taalleescoördinator. Wij zijn er op gericht dyslexie tijdig te herkennen en kunnen leerlingen vanaf groep 1-2 gericht ondersteunen. Sinds het schooljaar 2013 – 2014 hanteert De Windwijzer het “Screeningsinstrument Dyslexie” van CITO. 8.3 Extra ondersteuning Voor leerlingen die ondanks de uitbreiding van de instructie en oefentijd onvoldoende vorderingen maken treffen we tijdig extra maatregelen. Kinderen uit groep 2 die in hun spraak-taalontwikkeling en/of letterkennis achterblijven of onvoldoende klankbewustzijn hebben verwijzen wij voor de “Voorschotbenadering” naar de logopedie. We zijn hierbij extra alert op kinderen waarbij erfelijk m.b.t. dyslexie aanwezig is. Kinderen die vanaf groep 3 ondanks de extra zorg op school achterblijven in hun taal-leesontwikkeling verwijzen wij ook door naar de logopedie voor extra hulp waarbij o.a. met Connect en Ralfi gewerkt wordt i.s.m. ouders. Logopedie ontvangt, met toestemming van ouders, van school de resultaten die de kinderen behalen bij de methode-onafhankelijke toetsen. School ontvangt van logopedie tussentijdse overzichten van de resultaten van de behandeling die bij logopedie worden behaald. Voor kinderen met een verhoogd risico op dyslexie en kinderen die sterk achterblijven bij technisch lezen en/of spellen hanteert De Windwijzer het “Screeningsinstrument Dyslexie” van CITO. School kan ouders adviseren een (al dan niet vergoed) dyslexieonderzoek af te laten nemen.
9.
Ondersteuning rekenen en wiskunde
9.1 Basiskwaliteit Over het algemeen verwerven de meeste leerlingen met behulp van het onderwijsaanbod uit de methode voldoende rekenvaardigheid in hun ontwikkeling naar functionele gecijferdheid. De referentieniveaus geven vulling aan de inhoud en moeilijkheid. Voor het basisonderwijs geldt het streefniveau (1S) en fundamenteel niveau (1F). In de groepen 1 t/m 8 vindt dagelijks een weloverwogen aanbod plaats vanuit de “Wereld in Getallen”, waarbij het voor zowel de leerkracht als het kind duidelijk is wat er vandaag geleerd wordt en aan het eind van de les besproken wordt ook voldoende gelukt is. Hierbij spreken wij als leerkracht hoge verwachtingen uit naar de kinderen en worden ze regelmatig gecomplimenteerd. Kinderen en leerkrachten geven elkaar bij de evaluatie van de les opstekers.
7
"De wereld in getallen" is een realistische rekenmethode. Dat betekent dat de methode uitgaat van situaties in het dagelijks leven en niet alleen rijtjes sommen aanbiedt. Binnen een bepaald thema worden er in leerblokken steeds aangeleerde vaardigheden herhaald, waarna de stof met een nieuw rekenonderdeel wordt aangevuld. Zo ontstaat stap voor stap inzicht in de rekenstof. Kinderen worden ingedeeld in drie niveaus, waarbij de leerkracht de kinderen specifieke instructie en verwerking geeft. Vanaf groep 3 wordt na ieder blok wordt door middel van een toets bekeken of de leerling de stof beheerst. Afhankelijk van de uitkomst van de toets, krijgt de leerling gerichte oefeningen, die aansluiten bij zijn of haar niveau. Kinderen die de stof al goed beheersen krijgen in een aantal gevallen een aparte aanpak, waarbij er gedifferentieerd wordt op tempo, inhoud en hoeveelheid.
9.2 Basisondersteuning De reguliere basisondersteuning bij het rekenonderwijs bestaat uit het structureel werken op 3 niveaus. Kinderen die extra ondersteuning nodig hebben mogen gebruik maken van compenserende materialen en qua verwerking vindt dispensatie plaats. We toetsen het rekenonderwijs met behulp van het Cito-leerlingvolgsysteem en de methodegebonden toetsen. Deze laten zien wanneer een leerling (on)voldoende rekenvorderingen maakt. Wanneer er sprake is van een vertraagde rekenontwikkeling, dan krijgen deze leerlingen een verlengde, intensievere instructie van de leerkracht en vindt er extra ondersteuning plaats tijdens de meer zelfstandige verwerking van de leerstof. Instructie en verwerking vinden bijna altijd plaats in de ‘kleine kring’ of aan de instructietafel. Naar aanleiding van de opbrengsten bij de methodetoetsen en de methode-onafhankelijke toetsen stelt de groepsleerkracht meerdere keren per jaar een groepsplan op of bij. In het groepsplan zijn de doelen van het streef- en fundamenteel-niveau voor de 3 niveaus opgenomen en worden de werkwijze, materialen en didactiek in kaart gebracht. Bij het opstellen van het groepsplan kan de groepsleerkracht ondersteuning krijgen van de rekencoördinator. 9.3
Extra ondersteuning
Wanneer over een periode van zes maanden een leerling onvoldoende baat heeft bij het afgestemde aanbod (op basis van de methode) is aanvullend (intern) diagnostisch onderzoek nodig om de aard van de problemen beter in kaart te brengen. Vaak wijst dit onderzoek uit dat de leerling in een of meer leerlijnen hiaten heeft of dat te snel is overgestapt naar een te hoog abstractieniveau. Het is belangrijk vast te stellen of er sprake is van een automatiseringsprobleem of een begripsprobleem. Begrip is vereist, voordat automatisering zich duurzaam ontwikkelt. Wanneer de bron van de problemen is vastgesteld gaat de leerkracht in zijn (individuele) instructies terug in de leerlijn en wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van concrete materialen en schematische materialen. D.m.v. compensatie en dispensatie worden kinderen bij de leerlijn van de groep gehouden, opdat zo optimaal mogelijk geprofiteerd wordt van de beschikbare instructietijd van de leerkracht. In bijzondere gevallen kan besloten worden een leerling een leerling lager of hoger te laten rekenen. Rekentijden van de betrokken groepen worden dan zo goed mogelijk op elkaar afgestemd. Als van versnellen of vertragen sprake is gebeurd dat in goed overleg met de betrokken ouders. Naast cognitieve argumenten spelen zo mogelijk sociaal emotionele aspecten een nog grotere rol bij de beslissing tot aanpassing van de leerlijn. 10. Grenzen aan ondersteuning De Windwijzer besteedt veel tijd en energie aan het begeleiden van uw kind met een bijzondere ondersteuningsvraag. Ouders worden pro-actief betrokken en in samenspraak met hen stellen we ondersteuningsarrangementen op. Echter, we blijven een reguliere basisschool die tegen grenzen van ondersteuning kan oplopen. Deze grenzen zijn bereikt wanneer: • een leerling niet meer te sturen is; • een leerling zo agressief is dat de veiligheid van andere leerlingen in het geding is;
8
• er ondanks de nodige ondersteuning stilstand in de ontwikkeling is; • een leerling zoveel begeleiding van de leerkracht vraagt dat dit teveel ten koste gaat van de aandacht voor de overige leerlingen; • een leerling de draagkracht van een leerkracht te boven gaat en er geen verdere mogelijkheden zijn voor ondersteuning en/of overplaatsing naar een andere groep. Wanneer de grens van onze ondersteuning bereikt is, gaan we over naar het niveau van bovenschoolse ondersteuning, zoals al eerder aangegeven.
9
11.
Professionalisering
Professionalisering en ontwikkeling De Windwijzer heeft als visie de basiskwaliteit van de leerkrachten zo hoog mogelijk te houden. Iedere leerkracht heeft daarom een Persoonlijk Ontwikkelings Plan (POP), dat jaarlijks in overleg met de directie wordt vastgesteld. Door functioneringsgesprekken, observaties, eigen behoeften en de behoeften van de school krijgt het POP concreet vorm. Iedere leerkracht heeft een budget tot zijn / haar beschikking om dit plan uit te voeren. De leerkrachten zijn zelf verantwoordelijk voor het bijhouden van hun leerkrachtdossier. Op schoolniveau is de afgelopen jaren structureel aandacht besteed aan een gelijke inrichting van ons onderwijs, waarbij GIP-organisatie, De Vreedzame School, Opbrengst gericht Werken een prominente plaats hebben ingenomen en nog steeds nemen. Alle leerkrachten zijn geschoold in de kennis van de leerlijnen van rekenen, taal en lezen en hoe deze flexibel leren toepassen in de praktijk. Daarnaast is iedere groepsleerkracht opgeleid in het begeleiden van stagiaires en zijn er drie schoolopleiders in de school aanwezig. Graag zijn wij voor hen een voorbeeld. Dit houdt ons alert op wat van een leerkracht in deze tijd gevraagd wordt. Onze aandacht richt zich nu steeds meer op kinderen bewust maken van het doel van de les en het lesverloop zo interactief mogelijk te laten zijn, waardoor de betrokkenheid van de kinderen nog verder wordt vergroot. e In de 1 periode van het schooljaar 2014 – 2015 richten wij onze aandacht op de meerkunners en hoogbegaafden. In het schooljaarplan staat aangegeven welke ontwikkelingsonderwerpen er worden opgepakt.
Tenslotte Mocht u na het lezen van dit schoolprofiel nog vragen of opmerkingen hebben, aarzel dan niet om contact met ons op te nemen. We gaan graag met u in gesprek! December 2013, Arthur Nowack, directeur en Jack Kuiters, intern begeleider.
10