Jac. Catsstraat 70-72 3881 XR Putten 0341-353541
[email protected]
Ondersteuningsprofiel: schooljaar 2015-2016
CNS Putten B.m.d.B. De Akker Ondersteuningsprofiel is opgesteld in september/ oktober 2015.
1
Ondersteuningsprofiel B.m.d.B. De Akker 2015-2016 Inhoudsopgave 1
Inleiding
2
Algemene gegevens van de school
3
Vijf onderwijsconcepten op basisschool De Akker
4
Inspectie van onderwijs
5
Kengetallen
6
Voorzieningen
7
Basisondersteuning
8
Extra ondersteuning
9
Conclusies en ambities
2
1
Inleiding
Het ondersteuningsprofiel (OSP) is een instrument om de ondersteuning die scholen bieden en de kwaliteit ervan op een eenvoudige manier in beeld te brengen. De mogelijkheden van de school voor het bieden van passend onderwijs aan leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften worden in het OSP beschreven. Dat levert een beeld op van zowel de onderwijsinhoudelijke als de procesmatige en structurele kenmerken van de school op het niveau van basis- en extra ondersteuning. In het OSP beschrijft de school welke ondersteuning zij nu kan realiseren. Daarnaast wordt ook beschreven hoe de school zich wil ontwikkelen. De omschrijvingen in het OSP worden in handelingsgerichte termen gesteld. Met het OSP kunnen samenwerkingsverbanden en besturen snel informatie verzamelen over de basisondersteuning, over de zorgzwaarte, over de deskundigheid, de voorzieningen en over de eventuele extra ondersteuningsmogelijkheden van hun scholen. Ze krijgen daarmee zicht op de dekkendheid van het zorgaanbod binnen de eigen regio.
2
Algemene gegevens van de school
Naam van de school: Brinnummer: Locatie / vestiging Soort onderwijs: Samenwerkingsverband Datum vaststelling profiel
B. m.d. B. De Akker 13TR Jac. Catsstraat 70-72 3881XR Putten Primair Onderwijs (PO) Onderwijs Zorgkoepel Noord-Veluwe (OZKNV) 31 oktober 2015
3
3
Vijf onderwijsconcepten op basisschool De Akker
De zinsnede van onze school is “Groeien op goede grond.” Deze zinsnede is ontstaan vanuit de visie dat ieder kind een uniek schepsel is van God. Kernwaarden hierbij zijn: relatie, autonomie en competentie. Bij ‘relatie’ gaat het om de relatie met De Ander, de ander en het andere. Vanuit onze relatie met God gaan we respectvol om met elkaar en de omgeving. Vanuit deze relatie werken we aan de zelfstandigheid, ‘autonomie’, van het kind. Leerlingen ontwikkelen zich optimaal binnen hun mogelijkheden en ervaren iets te kunnen, ‘competentie’. Vanuit deze visie is er binnen basisschool De Akker gekozen voor een centraal onderwijsconcept: zelfstandig werken. Met name in de ochtenden, tijdens het aanbieden van de basisvakken, vindt dit plaats. Al vanaf groep 1 werken we toe naar een einddoel, namelijk het kunnen werken met dag- en weektaken in groep 8, waarbij de taken zijn afgestemd op het kind. Een tweede belangrijk centraal onderwijsconcept, is dat van het Handelingsgericht Werken (HGW). HGW beoogt de kwaliteit van het onderwijs en de begeleiding voor alle leerlingen te verbeteren. HGW maakt adaptief (aangepast) onderwijs en doeltreffende leerlingbegeleiding concreet, zodat een schoolteam/ de leerkracht effectief kan omgaan met verschillen tussen leerlingen. HGW is een planmatige en cyclische werkwijze, waarbij een aantal uitgangspunten worden toegepast. 1. De onderwijsbehoeften van de leerlingen staan centraal, met daarbij de vraag: ‘Wat heeft een leerling nodig om een bepaald doel te halen? 2. Positieve aspecten van kind, leerkracht, groep, school en ouders zijn van belang. 3. De vorderingen van de kinderen van groep 1 t/m 8 kunnen door ouders een aantal keer per jaar met de leraar besproken worden. Dit gebeurt op geplande spreekmiddagen en spreekavonden. 4. Leerkrachten realiseren passend onderwijs en leveren daarmee een onmisbare bijdrage aan een positieve ontwikkeling van leerlingen op het gebied van leren, werkhouding en sociaalemotioneel functioneren. HGW stelt leerkrachten in staat om doelmatig te werken. We werken daarom, binnen een klas, met een maximale verdeling in vijf niveaugroepen. Het samenstellen van die niveaugroepen gebeurt vanuit het HGW-groepsoverzicht en toets- en observatiegegevens. Tot slot een derde onderwijsconcept: opbrengstgericht werken (OGW). De kern is dat de leerkrachten hun onderwijs aanpassen aan de hand van de meetbare resultaten. Het verbeteren van de resultaten start met een grondige analyse naar de achterliggende oorzaken. Aan de hand van die analyse wordt een actieplan opgesteld met meetbare doelen. Want het vaststellen van de gewenste opbrengsten zorgt voor optimale opbrengstgerichtheid. Opbrengstgerichtheid wil daarnaast zeggen: het bewust, cyclisch en systematisch werken met als doel de grootst mogelijke opbrengst. Die opbrengsten hebben betrekking op leerprestaties, de sociaal-emotionele resultaten en de tevredenheid van ouders, leerlingen en het vervolgonderwijs. Tweemaal per jaar worden de opbrengsten van de school inzichtelijk gemaakt en besproken in een zogeheten opbrengstenboekje. Niet de getallen zelf staan centraal maar vooral het proces dat er voor gezorgd heeft dat de getallen er zo uit zien. Naast de, door de overheid vastgestelde doelen, stellen we ook streefdoelen op voor elke groep. Een vierde onderwijsconcept dat op basisschool De Akker belangrijk is, is dat er volgens het principe van International Primary Curriculum (IPC) wordt gewerkt. Zaakvakken worden hiermee thematisch aangeboden. Het betreft 80 thema’s waarin de kerndoelen worden aangeboden. In de groepen 4 t/m 8 worden thema’s gekozen waarin de kerndoelen welke bij de groep horen aangeboden. De groepen 1, 2 en 3 gebruiken de IPC-structuur wel, maar werken daarbinnen met eigen thema’s. De onderwijskundige (kennis) doelen zijn geformuleerd op volwassen en kindniveau. Naast de onderwijskundige doelen zijn er ook vaardigheidsdoelen op volwassenniveau en op kindniveau beschreven. De actieve rol van de leerling is een speerpunt binnen onze school, als vijfde onderwijsconcept. Binnen de leerontwikkeling van kinderen richten we ons niet alleen op resultaten (het product), maar vinden we ook het proces belangrijk. We hebben het met kinderen niet alleen over de vraag “Wat heb ik geleerd?” maar proberen ook de vraag “Hoe heb ik het geleerd?” te laten beantwoorden. De leerling draagt op deze wijze medeverantwoordelijkheid voor zijn ontwikkeling.
4
4
Inspectie van onderwijs
De Onderwijsinspectie (Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) wil bevorderen dat het Nederlandse onderwijs goed functioneert. Daartoe onderzoeken zij de kwaliteit ervan en stimuleren zij de kwaliteitsverbetering van een school. Met de resultaten van deze onderzoeken vestigen zij de aandacht op zaken die goed gaan, maar brengen zij ook verbeterpunten onder de aandacht door over de staat van het onderwijs te rapporteren. Op 4 juni 2015 heeft basisschool De Akker een inspectiebezoek gehad en daaruit is het volgende gebleken. •
Basisschool De Akker heeft haar kwaliteit op orde en de inspectie handhaaft het basisarrangement. De leerresultaten van De Akker zijn van voldoende kwaliteit. Directie en leraren van De Akker werken aan schooleigen doelen om leerresultaat te behalen. De leraren geven les volgens herkenbare en schoolbrede afspraken. De leraren werken met hun leerlingen aan een veilig schoolklimaat, waar respectvol wordt omgegaan met elkaar. Er is een heldere aansturing en verantwoording van schoolontwikkelingen en activiteiten.
Kwaliteitsgebied 1: Onderwijsresultaten • Resultaten in kernvakken Kwaliteitsgebied 2: Onderwijsproces • Aanbod • Zicht op ontwikkeling • Didactisch handelen • Ondersteuning Kwaliteitsgebied 3: Schoolklimaat en veiligheid • Schoolklimaat • Veiligheid Kwaliteitsgebied 4: Kwaliteitszorg en ambitie • Evaluatie en verbetering • Kwaliteitscultuur • Verantwoording en dialoog
Voldoende Goed Voldoende Voldoende Voldoende Goed Goed Goed Goed Goed
5
5
Kengetallen
Leerlingpopulatie 2015-2016 aantal 202 18 4 25
Totaal aantal leerlingen (peildatum 1 oktober 2015): Aantal leerlingen met leerlinggewicht 0,3 (peildatum 1 oktober 2015): Aantal leerlingen met leerlinggewicht 1,2 (peildatum 1 oktober 2015): Gemiddelde groepsgrootte
8.9% 2.0% -
Leerlingstromen 2014-2015 De onderstaande kengetallen betreffen leerlingstromen binnen de school en naar andere of van andere scholen. Zowel het aantal als het percentage (afgezet tegen het totaal aantal leerlingen van de school) is vermeld. Peildatum: 31 juli 2015 (einde schooljaar). Van intern Van extern Intern naar extern naar intern Groep Aantal Doublure Verlengde Verhuizin Verwijzin Verwijzin Vanuit lln. kleuterg g g BAO elders periode BAO S.O. SBaO. 1 35 1 6 0 0 0 2 2 26 1 2 0 0 1 3 35 4 1 1 2 2 4 25 0 1 0 0 0 5 28 0 0 0 0 0 6 27 0 0 0 0 0 7 20 0 0 0 0 1 8 23 0 0 0 0 0 Totaal 219 2.7% 9.8% (1-2) 1.8% 0.5% 0.9% 2.7%
Verwijzing naar SO cluster 1 (slechtziend) naar SO cluster 1 (blind) naar SO cluster 2 (ernstige spraak- of taalmoeilijkheden) naar SO cluster 2 (slechthorend) naar SO cluster 2 (doof) naar SO cluster 3 (zeer moeilijk lerend) naar SO cluster 3 (lichamelijk gehandicapt) naar SO cluster 3 (langdurig ziek) naar SO cluster 3 (meervoudig gehandicapt) naar SO cluster 4 (o.a. gedragsproblemen) naar SBO naar BAO (niet veroorzaakt door verhuizing) Terugplaatsing (TAB) Vanuit SO Vanuit SBO
12/13 aantal
13/14 aantal
14/15 aantal
15/16 aantal
1
1
2 2 1
1 2 4
6
Ondersteuningszwaarte De onderstaande kengetallen betreffen de ondersteuningszwaarte. Het betreft door een externe professional vastgestelde beperkingen (uitgezonderd de vraag naar leerlingen met een eigen leerlijn en met een ontwikkelingsperspectief). De kengetallen betreffen schooljaar 2012-2013 en 2013-2014 en 2014-2015. Type ondersteuningszwaarte
Aantal 2012-2013
onderwijs- of ondersteuningsbehoeften vanwege leren dyslexie 7 dyscalculie/ernstige rekenproblemen 2 hoogbegaafdheid anders, nl. onderwijs- of ondersteuningsbehoeften vanwege taalontwikkeling taal-spraakbeperkingen (vastgestelde ESM) 4 anders, nl. logopedie 9 anders, nl. onderwijs- of ondersteuningsbehoeften vanwege lichamelijke beperkingen motorische beperking, nl. Ergotherapie (extern) motorische beperking, nl. Fysiotherapie (extern) motorische beperking, nl. Intraverte (extern) onderwijs- of ondersteuningsbehoeften vanwege gedragsbeperkingen PDD NOS 2 Asperger 1 ADHD 5 Anders, namelijk Kanjertraining of andere SOVA-training Anders, namelijk Buurtzorg Jong multi onderwijs- of ondersteuningsbehoeften nl. NT-2 leerlingen nl. ondersteuningsarrangementen samenwerkingsverband ambulante begeleiding gericht op leren 4 ambulante begeleiding gericht op gedrag 4 andere, t.w. andere, t.w. Aantal kinderen met een ontwikkelingsperspectief (OPP) Groep 1 Groep 2 Groep 3 Groep 4 Groep 5 Groep 6 Groep 7 Groep 8 aantal rugzakken LGF cluster 1 slechtziend blind cluster 2 ernstige spraak- of taalmoeilijkheden slechthorend doof cluster 3 zeer moeilijk lerend lichamelijk gehandicapt
Aantal 2013-2014 9 3
Aantal 2014-2015 2 10 3 1
4 15
3 12
1 6 20
1 7 25
2 1 9 2 4
3 1 9 11 4 4 1 6 2
7 3
2012-2013
2013-2014
1
1
1 1 2
1 1 2
2014-2015 0 1 0 0 3 6 2 1
2012-2013
2013-2014
2014-2015
2
2
3
7
langdurig ziek meervoudig gehandicapt cluster 4 gedrag
1
8
6
Voorzieningen
Deskundigheid Onderstaande expertise is binnen de school beschikbaar en/of structureel aanwezig. De school geeft aan óf de expertise aanwezig is en zo ja, of deze intern of extern beschikbaar is. In hoeverre er sprake is van voldoende deskundigheid is afhankelijk van de opleiding en/of ervaring van de medewerker(s). Expertise op AB = Ambulant Begeleider LKR = Leerkrachten O = orthopedagoog IB = Intern Begeleider gedragsbeperkingen Bij ja, nl. lichamelijke beperkingen Bij ja, nl. verstandelijke beperkingen Bij ja, nl. slechtziend en blind Bij ja, nl. slechthorend en doof Bij ja, nl. taal-/spraakbeperkingen Bij ja, nl. dysfasie Bij ja, nl. dyslexie Bij ja, nl. dyscalculie Bij ja, nl. rekenspecialist Bij ja, nl. taalspecialist Bij ja, nl. gedragsspecialist Bij ja, nl. hoogbegaafdheid Bij ja, nl. sova-trainer Bij ja, nl. training motoriek; psychomotorisch Bij ja, nl. training kinderen van gescheiden Bij ja, nl. ouders
O + AB AB AB AB AB AB + LKR + IB + O AB LKR + IB + O LKR + IB + O Iemand in opleiding Iemand in opleiding O IB + O We verwijzen extern We verwijzen extern
Fysieke voorzieningen De school beschikt over de volgende fysieke voorzieningen. type voorziening
A / V of G
intern/ extern
G V V V V G V G G A A G V+G G G G
I+E E E E E I+E E I I nu nog E nu nog E I I+E E I E
Ja (J) Nee (N) N J J N N N N N N N
rolstoeltoegankelijkheid time-out ruimte (altijd beschikbaar) grotere lokalen (in relatie tot aantal leerlingen) bredere gangen (in relatie tot aantal leerlingen) verzorgingsruimte revalidatieruimte snoezelruimte rustruimte keuken (voor leerlingen) zwembad anders, nl. N.B.: een revitalisatie is op komst, waardoor enkele van bovenstaande fysieke voorzieningen gerealiseerd worden. Organisatorische voorziening De school beschikt over de volgende organisatorische voorzieningen Type voorziening Korte toelichting Digitaal schoolbord In alle groepen Computers Eén computer per zes leerlingen
9
Personeel De onderstaande kengetallen betreffen de inzet van functies van belang voor de ondersteuning binnen de school. functie Aantal dagdelen per week leerkracht interne begeleiding/ orthopedagoog 5, op aanvraag 7 Intern onderwijsassistent(e) 8 (verdeeld onder twee) Intern remedial teaching 3 Intern schoolmaatschappelijk werk Extern logopedist Extern, op aanvraag intern psychomotorische training 2 Intern Opbrengsten Door de inspectie is aan de school per schooljaar 2014-2015/2015-2016 het volgende arrangement toegekend: basisarrangement. Zie hiervoor ook: ‘Inspectie van onderwijs’ op pagina 3 van dit ondersteuningsprofiel. Financiën Hieronder geeft de school aan welke inkomsten de school ontvangt vanuit de middelen van het samenwerkingsverband en hoe ze deze middelen voor extra ondersteuning inzet. Betreft het schooljaar 2015-2016. De school geeft bij een batig saldo aan hoe ze hiermee omgaat. N.B.: 31 okt. 2015: Nog niet ingevuld: we hebben tot op heden nog geen beschikking voor het nieuwe schooljaar van de OZKNV ontvangen. inkomsten: € uitgaven: personeel: ondersteuning (IB) € handen in klas (OA) € remedial teaching (RT) € anders, nl.: € materieel: € € € totaal:
10
7
Basisondersteuning
De basisondersteuning is het niveau van ondersteuning dat op de school intern (of van buiten naar binnen gehaald) geboden kan worden. Het bestaat uit basiskwaliteit en een aantal preventieve en licht curatieve interventies. Uitgangspunt bij het bepalen bij het niveau van basisondersteuning is het referentiekader. a. Basiskwaliteit De basiskwaliteit is het minimumniveau waaraan volgens de onderwijsinspectie (zie toezichtskader) het onderwijs moet voldoen. In het onderstaande overzicht geeft de school (alle teamleden samen) aan hoe het staat met de kwaliteit op de verschillende onderdelen. De OZKNV geeft 3.2 en hoger als voldoende. Een score 3.1 en lager is een verbeterpunt. OZKNV – Monitor Uitkomsten oktober 2015
1
Leerlingen ontwikkelen zich in een veilige omgeving.
Gemiddelde
1.1
De leerlingen voelen zich aantoonbaar veilig op school.
3,6
1.2
De school heeft inzicht in de veiligheidsbeleving van leerlingen en in de incidenten die zich voordoen.
3,5
1.3
De school heeft een veiligheidsbeleid gericht op het voorkomen en afhandelen van incidenten.
3,5
1.4
Het personeel zorgt ervoor dat de leerlingen op een respectvolle manier met elkaar en anderen omgaan.
4,0
1.5
De school hanteert regels voor veiligheid en omgangsvormen.
3,8
1.6
Het personeel gaat vertrouwelijk om met informatie over leerlingen.
3,9
3,7
2
De school heeft continu zicht op de ontwikkeling van leerlingen.
Gemiddelde
2.1
De school heeft normen vastgesteld voor de resultaten die zij met de leerlingen nastreeft.
4,0
2.2
De normen bevatten in elk geval de referentieniveaus taal en rekenen.
4,0
2.3
Ten minste tweemaal per jaar worden de resultaten van de leerlingen geanalyseerd op schoolniveau, groepsniveau en individueel niveau.
4,0
2.4
De school gebruikt een samenhangend systeem van genormeerde instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en ontwikkeling van leerlingen.
4,0
11
2.5
Het personeel volgt en analyseert systematisch de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen.
4,0
2.6
De school signaleert vroegtijdig welke leerlingen ondersteuning nodig hebben.
3,8
4,0
Het personeel werkt opbrengst- en handelingsgericht aan het realiseren van de ontwikkelingsperspectieven van leerlingen.
Gemiddelde
3.1
De school past op grond van verzamelde toetsgegevens tweemaal per jaar de (groeps)plannen aan.
4,0
3.2
De school past op grond van verzamelde toetsgegevens ten minste tweemaal per jaar de ontwikkelingsperspectieven voor individuele leerlingen aan.
4,0
3.3
Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens bepaalt de school de aard van de ondersteuning voor de leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften.
4,0
3.4
De school voert de ondersteuning planmatig uit.
4,0
3.5
De school evalueert regelmatig de effecten van de ondersteuning.
3,8
3
4,0
4
Het personeel werkt met effectieve methoden en aanpakken.
Gemiddelde
4.1
De school heeft extra (orthodidactische) materialen voor leerlingen met extra onderwijsbehoeften.
3,3
4.2
Het personeel stemt de werkvormen af op verschillen tussen leerlingen.
3,3
4.3
Het personeel geeft leerlingen met extra onderwijsbehoeften extra en directe feedback.
3,5
4.4
De school gebruikt materialen en methoden die differentiatie mogelijk maken.
3,8
4.5
De school met een substantieel aantal leerlingen met leerlinggewicht biedt bij Nederlandse taal leerinhouden aan die passen bij de onderwijsbehoeften van leerlingen met een taalachterstand.
3,3
4.6
Het personeel stemt de aangeboden leerinhouden af op verschillen in ontwikkeling tussen leerlingen.
3,7
4.7
Het personeel stemt de instructie af op verschillen in ontwikkeling tussen leerlingen.
3,7
12
4.8
Het personeel stemt de verwerking af op verschillen in ontwikkeling tussen leerlingen.
3,4
4.9
Het personeel stemt de onderwijstijd af op verschillen in ontwikkeling tussen leerlingen.
3,1
3,4
5
Het personeel werkt continu aan hun handelingsbekwaamheid en competenties.
Gemiddelde
5.1
Het personeel beschikt over didactische competenties voor de begeleiding van leerlingen met extra onderwijsbehoeften.
3,2
5.2
Het personeel beschikt over organisatorische competenties voor de begeleiding van leerlingen met extra onderwijsbehoeften.
3,5
5.3
Het personeel beschikt over pedagogische competenties voor de begeleiding van leerlingen met extra onderwijsbehoeften.
3,6
5.4
Het personeel staat open voor reflectie en voor ondersteuning bij hun handelen.
3,8
5.5
Het personeel werkt continu aan handelingsgerichte vaardigheden.
3,7
5.6
Het personeel krijgt de mogelijkheid in teamverband te leren en te werken.
3,5
5.7
Het personeel wordt gestimuleerd en gefaciliteerd voor deelname aan lerende netwerken over de leerlingenondersteuning.
3,6
3,6
6
Voor leerlingen die een passend curriculum nodig hebben is een ambitieus ontwikkelingsperspectief (OPP) vastgesteld.
Gemiddelde
6.1
Het OPP heeft een vaste structuur volgens een vast format.
4,0
6.2
Het OPP bevat in elk geval tussen- en einddoelen.
4,0
6.3
Het OPP bevat in elk geval een leerlijn die gekoppeld is aan de referentieniveaus taal en rekenen.
4,0
6.4
Het OPP bevat de inzet van middelen en extra menskracht.
4,0
6.5
Het OPP is handelingsgericht opgesteld.
4,0
13
6.6
Het OPP bevat evaluatiemomenten.
4,0
6.7
Het OPP maakt deel uit van het leerlingdossier.
4,0
6.8
Het OPP heeft een integraal karakter (één-kind-één-plan).
4,0
6.9
Het OPP is leidend voor het personeel en eventuele externe begeleiders.
3,8
4,0
7
De school draagt leerlingen zorgvuldig over.
Gemiddelde
7.1
Bij leerlingen met extra onderwijsbehoeften vindt warme overdracht plaats van de voorschoolse voorziening of de vorige school.
3,7
7.2
Het OPP van een leerling sluit aan bij het OPP van de voorschoolse voorziening of de vorige school van de leerling.
3,6
7.3
Het OPP van leerlingen wordt binnen de school warm overgedragen bij de overgang naar een volgende groep of een volgende leraar.
3,8
7.4
Het OPP van leerlingen wordt warm overgedragen bij de overgang naar een andere school.
3,8
7.5
De school koppelt in het eerste jaar de ontwikkeling van leerlingen met extra onderwijsbehoeften terug naar de voorschoolse voorzieningen of de vorige school.
3,2
7.6
De school volgt de leerlingen die de school hebben verlaten ten minste gedurende drie jaar v.w.b. a. cognitief leerrendement en b. sociaal - emotionele ontwikkeling .
3,4
3,6
Ouders (en leerlingen) zijn nauw betrokken bij de school en de ondersteuning.
Gemiddelde
8.1
De school bevraagt ouders regelmatig over de wensen en verwachtingen bij de begeleiding van hun kinderen.
3,8
8.2
Het personeel bevraagt ouders regelmatig over hun ervaringen met hun kind thuis en hun kennis van de ontwikkeling van hun kind op school en thuis.
3,9
8.3
De school voert met ouders een intakegesprek bij aanmelding.
4,0
8.4
De school informeert ouders tijdig en regelmatig over de voortgang in de ontwikkeling van hun kinderen.
3,9
8
14
8.5
De school betrekt ouders bij het opstellen en evalueren van het onderwijsondersteuningsarrangement.
4,0
8.6
De school maakt samen met ouders afspraken over de begeleiding en wie waarvoor verantwoordelijk is.
4,0
8.7
Als een leerling de school verlaat, stelt de school samen met de ouders en de leerling een (onderwijskundig) rapport op. Ouders ontvangen een kopie.
3,8
8.8
De school ondersteunt ouders en leerlingen bij de overgang naar een andere school.
3,8
3,9
9
De school voert een helder beleid op het terrein van de leerlingenondersteuning.
Gemiddelde
9.1
De school heeft een expliciete visie op leerlingenondersteuning.
3,6
9.2
Deze visie wordt gedragen door het hele team.
3,5
9.3
De school heeft vastgelegd wat een leerling met extra onderwijsbehoeften is.
3,3
9.4
De procedures en afspraken over leerlingenondersteuning zijn duidelijk.
3,6
9.5
De inzet van ondersteuningsmiddelen is duidelijk.
3,7
9.6
De school weet wat onderwijsbehoeften van haar leerlingen zijn.
3,8
3,6
10
De school heeft haar ondersteuningsprofiel vastgesteld
Gemiddelde
10.1
Het ondersteuningsprofiel is na overleg met het team vastgelegd.
3,9
10.2
De medezeggenschapsraad heeft positief geadviseerd over het ondersteuningsprofiel.
3,8
10.3
Het ondersteuningsprofiel is onderdeel van het schoolplan en de schoolgids.
3,8
10.4
Het ondersteuningsprofiel bevat een oordeel over de kwaliteit van de basisondersteuning.
3,9
15
10.5
Het ondersteuningsprofiel bevat een beschrijving van het aanbod van de school aan onderwijs, begeleiding, expertise en voorzieningen.
3,7
10.6
Het ondersteuningsprofiel biedt aanknopingspunten voor verdere ontwikkeling van de leerlingenondersteuning.
3,9
3,8
11
De school bepaalt jaarlijks de effectiviteit van de leerlingenondersteuning en past het beleid zo nodig aan.
Gemiddelde
11.1
De school evalueert jaarlijks de leerlingenondersteuning.
3,9
11.2
De school bepaalt jaarlijks de effectiviteit van de ingezette ondersteuningsmiddelen.
3,6
11.3
De school evalueert jaarlijks de resultaten van de leerlingen.
4,0
11.4
De school evalueert jaarlijks het onderwijsleerproces.
3,9
11.5
De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten.
3,8
11.6
De school borgt de kwaliteit van het onderwijsleerproces.
3,8
11.7
De school verantwoordt zich aan belanghebbenden over de gerealiseerde onderwijskwaliteit.
3,8
3,8
12
De school heeft een effectieve interne ondersteuningsstructuur.
Gemiddelde
12.1
De school heeft interne begeleiding met een duidelijke taakomschrijving.
4,0
12.2
Coaching en begeleiding van leraren maken onderdeel uit van de taak van de interne begeleiding.
3,9
12.3
Taken en verantwoordelijkheden van leraren en directie op het terrein van de leerlingenondersteuning zijn duidelijk en transparant.
3,6
12.4
Leraren worden ondersteund bij het opstellen en uitvoeren van de ontwikkelingsperspectieven.
4,0
12.5
De interne begeleiding maakt integraal onderdeel uit van de ondersteuningsstructuur van de school
4,0
16
12.6
De interne begeleiding is voldoende gekwalificeerd.
4,0
12.7
De school kan snel voldoende deskundigheid inschakelen voor hulp.
4,0
12.8
De school grijpt bij ernstige problemen snel in.
3,8
12.9
Leraren weten waar zij terecht kunnen in de regio voor leerlingen met extra onderwijsbehoeften.
3,7
12.10
De interne ondersteuning is afgestemd op de ondersteuningsstructuur van het samenwerkingsverband.
3,8
3,9
13
De school heeft een effectief ondersteuningsteam.
Gemiddelde
13.1
De interne begeleiding leidt het ondersteuningsteam in de school.
3,8
13.2
Taken van het ondersteuningsteam zijn vastgelegd.
3,3
13.3
Het ondersteuningsteam bereidt in elk geval de bespreking van leerlingen in een multidisciplinair team voor en is betrokken bij de aanvraag van de toelaatbaarheidsverklaring.
3,6
13.4
Het ondersteuningsteam zorgt voor het organiseren van de hulp om de school.
3,8
13.5
Het ondersteuningsteam ondersteunt ouders/verzorgers.
3,8
13.6
De school zoekt structurele samenwerking met ketenpartners waar noodzakelijke interventies op leerlingniveau haar eigen kerntaak overschrijden.
3,8
3,7
17
b. Preventieve en licht curatieve ondersteuning. In deze paragraaf wordt beschreven hoe de school door middel van preventieve en licht curatieve ondersteuning tegemoet komt aan onderwijs- en ondersteuningsbehoeften van leerlingen. Onder preventie verstaan we in dit geval de basisondersteuning voor alle leerlingen die er op is gericht om tijdig leerproblemen en opgroei- en opvoedproblemen te signaleren. Vroegtijdige signalering vereist de aanwezigheid van diagnostische expertise en kan al dan niet in samenwerking met ketenpartners worden georganiseerd. Ook de zorg voor een veilig schoolklimaat (zowel voor leerlingen als medewerkers) maakt deelt uit van de basisondersteuning. De OZKNV geeft 3.2 en hoger als voldoende. Een score 3.1 en lager is een verbeterpunt.
Herkenning problematiek1 G De school is in staat vroegtijdig leer- opgroei en opvoedproblemen te signaleren. Zorgteam / ketenpartners G De school beschikt over (of participeert binnen) een zorgteam, dat over voldoende expertise beschikt om op een adequate wijze handelingsgericht te (laten) handelen in de onderwijs- en ondersteuningsbehoeften van leerlingen en gezinnen. De school werkt daarbij samen met de relevante ketenpartners: scholen voor VO, (school)maatschappelijk werk, leerplichtambtenaar, GGD. Dyslexie G De school hanteert een sluitende ondersteunings- en zorgaanpak voor leerlingen met dyslexie. (tijdige signalering, op leerling afgestemde aanpak, hanteren van het dyslexieprotocol). Dyscalculie V De school hanteert een sluitende ondersteunings- en zorgaanpak voor leerlingen met dyscalculie. (tijdige signalering, op leerling afgestemde aanpak, hanteren van het dyscalculieprotocol) Aanpak voor minder begaafden V De school hanteert onderwijsprogramma’s en leerlijnen die goed zijn afgestemd op leerlingen met minder dan gemiddelde intelligentie. Aanpak voor meerbegaafden A De school hanteert onderwijsprogramma’s en leerlijnen die goed zijn afgestemd op leerlingen met meer dan gemiddelde intelligentie. Meervoudig lichamelijke beperking A De school is fysiek toegankelijk voor en heeft beschikking over hulpmiddelen voor leerlingen met een (meervoudig) lichamelijke beperking. Aangepaste werk- en instructieruimtes en de beschikbaarheid van hulpmiddelen voor leerlingen die dit nodig hebben. Sociale veiligheid en gedragsproblemen G De school hanteert een sluitende aanpak op sociale veiligheid en gedragsproblemen. (ortho)pedagogische en/of orthodidactische programma’s en methodieken die gericht zijn op sociale veiligheid en het voorkomen en aanpakken van gedragsproblemen. Medische handelingen V De school heeft een voor alle medewerkers bekend en toegankelijk protocol voor medische handelingen (wat te doen bij….?, ongelukjes, medicijnen verstrekken, uitvoering van medische handelingen).
1
G=goed, V=voldoende, A= aandachtspunt/ontwikkelpunt.
18
8
Extra ondersteuning
Alles wat boven de basisondersteuning uitgaat, is extra ondersteuning. In deze paragraaf beschrijven we de extra (specifieke) ondersteuningsmogelijkheden die de school kan bieden. We doen dat in de vorm van arrangementen die al dan niet structureel onderdeel uitmaken van het onderwijsaanbod van de school. Een arrangement bestaat altijd uit meerdere onderdelen, die, waar van toepassing, beschreven worden. Omschrijving arrangement: Kennis van Taal- en spraakproblematiek Expertise: Taal-spraakproblematiek (evt. vastgesteld: TOS) Aandacht en tijd: Binnen het team is kennis en kunde aanwezig, omdat er meerdere leerlingen met een Cluster 2-indicatie worden begeleid. Het overbrengen van deze kennis en kunde op volgende leerkrachten verdient aandacht. De kennis en kunde hebben wij vergaard vanuit ambulante begeleiding REC 2, bijeenkomsten georganiseerd door logopediepraktijken, etc. Protocollen, aanpakken en methodieken: Materialen waarbij de leerlingen visueel ondersteund worden, zoals: digibord, strategiekaarten, schuurpapierletters en visueel sterke stappenplannen. Fysieke omgeving (o.a. gebouw): lokalen waarbij het geluid niet teveel echoot zijn aanwezig. Daarnaast is het belangrijk dat de lokalen rustig, overzichtelijk en ruimtelijk zijn ingericht. Dit is het geval. Samenwerking: We werken momenteel samen voor extra vergaring van kennis met REC 2 (Auris), Omschrijving arrangement: Kennis van Gedragsproblematiek Expertise: Gedragsstoornissen Aandacht en tijd: Binnen het team is kennis en kunde aanwezig, omdat wij meerdere leerlingen met gedragsstoornissen op school hebben. We vergaren deze kennis en kunde op verschillende cursusmiddagen, uit artikelen, etc. We werken met veel basisregels in de school om de schoolsituaties zoveel mogelijk voor te structureren. Er is sprake van vaste werkwijzen in iedere groep, zoals: het stoplicht, een time-timer, de vraagdobbelsteen, een kwartier lezen aan het begin van iedere ochtend, enz. De leerlingen wordt geleerd hun taken te ordenen, zodat er overzicht over de lesstof ontstaat. We werken met dag- en weekplanningen en dagritmekaarten, zodat de leerlingen weten waar zij aan toe zijn. De instructies in de klas worden zoveel mogelijk kort en enkelvoudig geboden en daarna vindt een moment van verlengde instructie plaats. Protocollen, aanpakken en methodieken: Model van Directe Instructie en overig: zie ‘aandacht en tijd’. Fysieke omgeving (o.a. gebouw): De lokalen zijn rustig, overzichtelijk en ruimtelijk ingericht. Er hangen posters en hulpmiddelen die van belang zijn. Werkjes die kinderen zelf hebben gemaakt, hangen achterin de klas, zodat het zo min mogelijk afleidt. Samenwerking: Dit jaar gaan we bovenschoolse bijscholing volgen op het gebied van kindgedrag. Omschrijving arrangement: Overgang PO-VO (bovenschools) Expertise: leerlingen midden-eind groep 8 Aandacht en tijd: Binnen CNS Putten is een orthopedagoog aanwezig die leerlingen van alle groepen 8, waarbij de zorg bestaat dat zij moeite hebben met de overstap naar het VO, kan begeleiden in een op maat gemaakt zorgarrangement. Protocollen, aanpakken en methodieken: eigen ontwerp. Fysieke omgeving (o.a. gebouw): een centrale locatie is nodig om het voor alle leerlingen mogelijk te maken naar het zorgarrangement te komen. Samenwerking: de orthopedagoog werkt samen met de leerkrachten van de verschillende groepen 8. Omschrijving arrangement: Aanwezigheid orthopedagoog Expertise: In de praktijk betekent dit dat een orthopedagoog zich, naast het adviseren van ouders over ‘normale’ opvoedssituaties, ook bezighoudt met het begeleiden van kinderen (en hun ouders) bij wie de ontwikkeling of opvoedsituatie anders verloopt. Aandacht en tijd: Binnen CNS Putten en specifiek binnen BMDB De Akker is een orthopedagoog aanwezig die leerlingen (bij wie extra zorg nodig is) en ouders kan begeleiden. De orthopedagoog kan desgewenst ook onderzoek uitvoeren bij leerlingen, naar bijvoorbeeld de intellectuele capaciteiten of reken- en taalvaardigheden van een kind. Protocollen, aanpakken en methodieken: n.v.t. Fysieke omgeving (o.a. gebouw): n.v.t. Samenwerking: de orthopedagoog werkt samen met de leerkrachten en intern begeleiders van verschillende scholen binnen CNS Putten.
19
9
Conclusie en ambities
Nadat directie en team de gegevens uit de hoofdstukken 1 t/m 8 geanalyseerd, gewogen, begrepen en besproken hebben, zijn er conclusies getrokken. Deze conclusies hebben geleid tot gezamenlijke ambities. De daarvoor benodigde randvoorwaarden zijn in kaart gebracht. Basisondersteuning: (basiskwaliteit en preventieve- en licht curatieve zorg) Indicatoren welke in de basisondersteuning lager hebben dan 3.2 gescoord willen we minimaal op het niveau van 3.2 brengen. Extra ondersteuning Daar waar de leerling populatie vraagt om extra ondersteuning willen we dat inzetten naar behoefte. Overige ambities Staan weergegeven in het opvraagbare jaarplan 2015-2016.
20