ONDERSTEUNINGSPROFIEL
VERSIE: 1.0 DATUM: 28 JUNI 2013
Ondersteuningsprofiel Koningin Beatrixschool
1
INHOUDSOPGAVE 1. 2. 3. 4. 5.
Inleiding Passend onderwijs voor elke leerling Passend onderwijs in onze school Passend onderwijs in een (zeer) gespecialiseerde school Onze ontwikkelambities passend onderwijs
Ondersteuningsprofiel Koningin Beatrixschool
2
1. Inleiding Passend onderwijs voor elke leerling Het samenwerkingsverband Betuws Primair Passend Onderwijs (BePO) bouwt (verder) aan het realiseren van een samenhangend geheel van onderwijsvoorzieningen om alle leerlingen in de regio passend onderwijs te kunnen bieden. Basisscholen, scholen voor speciaal basisonderwijs (SBO) en scholen voor speciaal onderwijs (SO) dragen gezamenlijk zorg dragen voor een samenhangend, vraaggestuurde aanbod van voorzieningen in de regio. BePO heeft richtinggevende uitgangspunten vastgesteld voor de inrichting en werking van het regionale aanbod van onderwijsondersteuning. Deze zijn geconcretiseerd in het BePO model ‘Onderwijsondersteuning: basis – plus – speciaal’. Elke school binnen de BePO regio levert vanaf 01-08-2014 onderwijsondersteuning aan haar leerlingen (en ouders / verzorgers) in samenhang met dit model. Schoolondersteuningsprofiel In het schoolondersteuningsprofiel beschrijft elke school over welke mogelijkheden zij beschikt om vanaf 01-08-2014 passend onderwijs aan de leerlingen te bieden.
Route De BePO besturen hebben met elkaar afgesproken dat elke school het concept schoolondersteuningsprofiel uiterlijk vóór 1 juli a.s. opstelt. Elk schoolbestuur stelt de concept profielen vervolgens beschikbaar aan BePO. De concept profielen gaan onderdeel uitmaken van het BePO (concept) Ondersteuningsplan dat in oktober a.s. breed wordt gecommuniceerd met o.a. de BePO Ondersteuningsplanraad (OPR) en de gemeenten.
Waarom een schoolondersteuningsprofiel? De wetgever heeft in de Wet Passend onderwijs opgenomen dat elk samenwerkingsverband het beleid dat zij voert en de daarmee samenhangende inzet van beschikbare middelen vastlegt in het Ondersteuningsplan. Daarnaast heeft de wetgever in de wet opgenomen dat elke school het schoolondersteuningsprofiel opstelt in samenhang met dit Ondersteuningsplan. Het schoolondersteuningsprofiel wordt opgenomen in de schoolgids. Het profiel is in eerste instantie bedoeld om ouders te informeren over de wijze waarop de school vorm geeft aan passend onderwijs. Welke informatie staat beschreven in het schoolondersteuningsprofiel? Het schoolondersteuningsprofiel bevat relevante informatie voor ouders en andere betrokkenen over de mogelijkheden die de school kan inzetten om elke leerling passend onderwijs te bieden. Het profiel bevat een beschrijving van de onderwijsondersteuning die de school biedt voor leerlingen. Het profiel wordt zodanig opgesteld dat de beschreven mogelijkheden zichtbaar en aantoonbaar zijn in de dagelijkse praktijk van de school. Wie stelt het ondersteuningsprofiel op? Het profiel wordt opgesteld door de schoolleiding in samenspraak met het schoolteam. De schoolleiding gebruikt hierbij de richtlijnen die BePO heeft vastgesteld voor het profiel en de aanvullende richtlijnen vanuit het ‘eigen’ schoolbestuur.
Ondersteuningsprofiel Koningin Beatrixschool
3
Welke bronnen zijn van belang bij het opstellen van het profiel? Voor het opstellen van het schoolondersteuningsprofiel heeft de schoolleiding en het schoolteam de beschikking over o.a. de volgende bronnen: Rapportage KoG van AVS; Schoolplan; Jaarplan (jaarlijks verbeterplan). Hoe vindt de besluitvorming over het schoolondersteuningsprofiel plaats? Het schoolbestuur van de school stelt het schoolondersteuningsprofiel vast. Voordat het bestuur dit doet heeft zij advies gevraagd aan de medezeggenschapsraad van de school. Daarnaast heeft het schoolbestuur het profiel getoetst aan de BePO richtlijnen voor het schoolondersteuningsprofiel. Welke samenhang is er met andere documenten? Het schoolondersteuningsprofiel heeft samenhang met de volgende documenten: Schoolgids (van de school) Schoolplan (van de school) Beleidsplan (van het CPOB) Ondersteuningsplan (van het samenwerkingsverband / BePO)
Ondersteuningsprofiel Koningin Beatrixschool
4
2. PASSEND ONDERWIJS VOOR ELKE LEERLING Alle kinderen krijgen de onderwijsondersteuning die zij nodig hebben Vanuit dit uitgangspunt hebben de schoolbesturen in zes Betuwse gemeenten de handen ineengeslagen. In het samenwerkingsverband Betuws Passend Primair Onderwijs (BePO) dragen de besturen gezamenlijk de verantwoordelijkheid voor goede onderwijsondersteuning in de regio. Deze bestuurlijke krachtenbundeling sluit aan bij landelijke ontwikkelingen: vanaf 1 augustus 2014 heeft elk schoolbestuur ‘zorgplicht’. Dit wil zeggen dat besturen wettelijk verplicht zijn alle kinderen passend onderwijs te bieden op de eigen school of een andere school. Door samen te werken kunnen de schoolbesturen en de scholen zorg dragen voor een dekkend aanbod van onderwijsondersteuning zodat elke leerling onderwijs krijgt dat aansluit op zijn / haar onderwijsbehoeften. Zo dicht mogelijk bij de eigen leefomgeving Uitgangspunt van BePO is dat kinderen zoveel mogelijk op een reguliere school met succes het basisonderwijs doorlopen, eventueel met extra ondersteuning vanuit het samenwerkingsverband. Dat lukt niet altijd en sommige kinderen zijn aangewezen op speciaal basisonderwijs of een school voor speciaal onderwijs. BePO adviseert of een leerling toelaatbaar is tot deze vormen van onderwijs en werkt daarom nauw samen met deze onderwijsinstellingen. De zorg voor kinderen is echter niet alleen de verantwoordelijkheid van het onderwijs. Daarom werkt BePO intensief samen met ketenpartners uit de jeugdgezondheidszorg, de jeugdhulpverlening en het maatschappelijk werk. Niveaus van onderwijsondersteuning De ondersteuningsbehoefte van kinderen varieert: meestal is ‘de gewone ondersteuning’ afdoende, soms is specifieke begeleiding nodig. Voor een aantal kinderen is tijdelijke of langdurige plaatsing op een speciale of zeer gespecialiseerde onderwijsvoorziening een goede oplossing. Die verschillen zijn uitgangspunt voor het werk van BePO. Er zijn drie niveaus van onderwijsondersteuning in het samenwerkingsverband beschikbaar: Basisondersteuning: Dit is de ondersteuning die basisschoolleerkrachten in de eigen groep aan kinderen bieden, eventueel met ondersteuning van een intern begeleider of een inhoudelijke expert. Plusondersteuning: Sommige kinderen zijn prima op hun plaats in een reguliere basisschool, maar hebben meer dan basisondersteuning nodig om de wettelijk vastgestelde kerndoelen te kunnen halen. Op grond van een persoonlijk ontwikkelingsperspectief krijgen zij extra ondersteuning in de eigen school. Eventueel worden hiervoor specialisten vanuit het samenwerkingsverband BePO ingezet. Op deze manier kunnen deze leerlingen op een verantwoorde wijze in hun eigen leefomgeving de onderwijsondersteuning krijgen die zij nodig hebben en die aansluit op de specifieke onderwijsbehoeften. Speciale ondersteuning: Een zeer kleine groep kinderen heeft te maken met een complexe pedagogische en/of onderwijskundige problematiek. Daarom is tijdelijke of langdurige plaatsing op een school voor speciaal basisonderwijs of speciaal onderwijs de aangewezen ondersteuning. Ook bij deze kinderen is het individuele ontwikkelingsperspectief leidend voor de vorm en intensiteit van de ondersteuning.
Ondersteuningsprofiel Koningin Beatrixschool
5
3. PASSEND ONDERWIJS IN ONZE SCHOOL Wij zorgen ervoor dat onze leerlingen de onderwijsondersteuning krijgen die zij nodig hebben om zich zo goed mogelijk te kunnen ontwikkelen en daarbij de kerndoelen behalen van het basisonderwijs. Dit doen we in samenspraak met de ouders en/of verzorgers. Pas als de hulpvraag van de leerling de mogelijkheden van onze school aantoonbaar te boven gaat, zoeken we naar een andere meer passende onderwijsvoorziening voor deze leerling. We werken hiervoor optimaal samen met de andere basisscholen, de scholen voor speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs in het BePO samenwerkingsverband. Door intensief samen te werken zorgen we ervoor dat elke leerling zo dicht mogelijk bij de eigen leefomgeving de onderwijsondersteuning krijgt die zij of hij nodig heeft. Onze mogelijkheden Wij kunnen in onze school veel doen om de leerlingen passend onderwijs te bieden. Wij beschikken over diverse mogelijkheden om goed onderwijs voor alle leerlingen te bieden en extra ondersteuning voor de leerlingen die dit nodig hebben. Wij kunnen veel doen maar niet alles. Sommige leerlingen hebben hele specialistische ondersteuning nodig vanuit een (zeer) specifieke onderwijsbehoeften. Hier lopen wij in onze school tegen grenzen aan. We beschrijven hieronder wat we in onze school kunnen bieden en waar hierbij onze grenzen liggen. We beschrijven wanneer de hulpvraag van de leerling de mogelijkheden van onze school aantoonbaar te boven gaat. Dit markeert de situatie waarbij we in samenspraak met ouders (verzorgers) op zoek gaan naar een andere meer passende leeromgeving voor de leerling. Wij bieden basisondersteuning voor onze leerlingen In onze school bieden wij onze leerlingen basisondersteuning. Deze onderwijsondersteuning is erop gericht dat elke leerling zich in een ononderbroken proces kan ontwikkelen en daarbij de kerndoelen van het basisonderwijs behaalt. Basisondersteuning bestaat uit het onderwijsprogramma (leerstofaanbod, didactische aanpak, pedagogische aanpak, klassenmanagement, schoolklimaat) dat wij voor onze leerlingen verzorgen inclusief de daarmee samenhangende ondersteuning. Ons schoolteam voert de basisondersteuning uit. Concreet houdt dit in dat de groepsleerkracht in samenwerking met de andere leden van het schoolteam onderwijs en ondersteuning geeft aan een groep leerlingen. Basisondersteuning bestaat uit arrangementen. Afhankelijk van de onderwijsbehoeften ontvangt de leerling een passend arrangement. Onze school heeft de beschikking over 3 arrangementen: A. Basisarrangement: Dit is het (standaard) onderwijsprogramma dat elke leerling in de groep volgt inclusief de daarmee samenhangende ondersteuning. Voor de meeste leerlingen is het basisarrangement voldoende om de kerndoelen van het basisonderwijs te behalen. B. Intensief basisarrangement Dit arrangement is bedoeld voor onze leerling die niet genoeg hebben aan het basisarrangement. Deze leerling heeft specifieke onderwijsbehoeften en daarmee samenhangend intensieve ondersteuning nodig om het minimum niveau van de basisschool te kunnen behalen. Het intensieve arrangement omvat de ondersteuning die onze leerling krijgt
Ondersteuningsprofiel Koningin Beatrixschool
6
aanvullend op het basisarrangement. Bij de inhoudelijke vormgeving van het intensief arrangement zet de leerkracht specialistische expertise en programma’s in. C. Verdiept basisarrangement Dit arrangement is bedoeld voor onze leerlingen die te weinig hebben aan het basisarrangement omdat zij meer aan kunnen. Bij de inhoudelijke vormgeving van het verdiept basisarrangement zetten onze leerkrachten specialistische expertise en programma’s in. Wij bieden basisondersteuning van goede kwaliteit De basisondersteuning die wij onze leerlingen bieden is van een goede kwaliteit. Wij hanteren in onze school de kwaliteitstandaard die we binnen BePO hiervoor hebben vastgesteld en die aansluit op de landelijke normen van de onderwijsinspectie. We onderscheiden de volgende vier kwaliteitsaspecten die zichtbaar en aantoonbaar in onze school beschikbaar zijn. A. Opbrengsten De opbrengsten van onze school liggen op het niveau dat op grond van de kenmerken van onze leerlingpopulatie verwacht mag worden. De taalresultaten liggen op dit niveau. De rekenresultaten liggen op dit niveau. De sociale competenties van onze leerlingen ligt op een niveau dat mag worden verwacht. Onze leerlingen doorlopen in beginsel de school binnen de verwachte periode van 8 jaar. Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden. B. Onderwijsleerproces De wijze waarop wij het onderwijsleerproces in onze school vorm geven heeft de volgende kenmerken. De leerstofinhouden die we aanbieden bereiden onze leerlingen voor op het vervolgonderwijs en de samenleving. Onze leraren geven de leerlingen voldoende tijd om zich het leerstofaanbod eigen te maken. Ons schoolklimaat wordt gekenmerkt door veiligheid en respectvolle omgangsvormen. Onze leraren leggen duidelijk uit, organiseren de onderwijsactiviteiten efficiënt en houden de leerlingen taakbetrokken. Onze leraren stemmen aanbod, instructie, verwerking en onderwijstijd af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. C. Opbrengstgericht werken & extra ondersteuning Wij werken in onze school planmatig / systematisch aan het bieden van de onderwijsondersteuning aan onze leerlingen die zoveel mogelijk aansluit op de onderwijsbehoeften van onze leerlingen. Onze leraren volgen systematisch de vorderingen van de leerlingen. Wij gebruiken hiervoor een samenhangend systeem van genormeerde instrumenten voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen.
Ondersteuningsprofiel Koningin Beatrixschool
7
Onze leraren volgen en analyseren systematisch de voortgang in ontwikkeling van de leerlingen.
D. Ondersteuningsstructuur De leerlingen die dat nodig blijken te hebben krijgen extra ondersteuning in de vorm van een intensief of verdiept basisarrangement. Wij signaleren vroegtijdig welke leerlingen extra ondersteuning nodig hebben. Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens stellen we wanneer dit van belang is voor deze leerlingen een ontwikkelingsperspectief op en bepalen aan de hand hiervan de aard van de extra ondersteuning. De leerkracht voert eventueel in samenwerking met andere teamleden en/of expertise vanuit BePO de extra ondersteuning uit. Wij evalueren regelmatig de effecten van de geboden extra ondersteuning. Onze school maakt gericht gebruik van de diensten van het BePO expertisenetwerk wanneer de eigen expertise ontoereikend is voor het opstellen en/of uitvoeren van het beoogde arrangement. E. Kwaliteitszorg Onze school hanteert een systeem van kwaliteitszorg met de volgende kenmerken. Het schoolteam heeft inzicht in de onderwijsbehoeften van onze leerlingpopulatie. We evalueren periodiek de resultaten van het geboden onderwijs en de ondersteuning aan onze leerlingen. We werken systematisch aan de verbetering van de onderwijskwaliteit. Onze school legt jaarlijks verantwoording af over de gerealiseerde onderwijskwaliteit aan belanghebbenden waaronder BePO. Wij maken gebruik van specialistische programma’s en expertises In onze school werken we in het team intensief samen om de basisondersteuning te bieden aan leerlingen & ouders op het beoogde kwaliteitsniveau. Binnen het schoolteam hebben we de beschikking over de volgende specialistische programma’s en expertises:
Taalstimuleringsprogramma Voor- en vroegschoolse educatie De toeleiding van de kinderen naar de voorschool wordt verzorgd door het consultatiebureau. Vanaf schooljaar 2011-2012 hanteert het consultatiebureau daarvoor een protocol. De bezoeken aan het consultatiebureau vormen de basis voor het signaleren van risicofactoren. Vanaf de eerste contacten met het gezin is het consultatiebureau alert op signalen en wanneer het kind 18 maanden is zet het consultatiebureau zo nodig de indicatieprocedure in. Er zijn duidelijke criteria voor de signalering van een mogelijke (kans op) achterstand, de activiteiten die ondernomen moeten worden, de vier indicatiecategorieën en het tijdpad. In het geval het consultatiebureau een kind indiceert volgt een gesprek met de ouders over het belang van deelname aan het project ‘Speel Mee’ en over het belang van aanmelding voor een VVE-plaats. Het project Speel Mee is bedoeld voor ouders met kinderen tussen 18 maanden en 2,5 jaar. Het consultatiebureau regelt vervolgens – met toestemming van de ouders - dat het kind op de centrale wachtlijst wordt geplaatst. In het geval ouders afzien van Speel Mee en ook geen gebruik maken van de
Ondersteuningsprofiel Koningin Beatrixschool
8
centrale VVE-wachtlijst, gaat Jeugdgezondheidszorg met de ouders in gesprek. Het consultatiebureau heeft de regie. De centrale wachtlijst peuterspeelzaalwerk wordt beheerd door SKPC. De SKPC koppelt terug naar het consultatiebureau of het kind daadwerkelijk deelneemt. Als dat niet het geval is omdat ouders er toch vanaf zien, gaat Jeugdgezondheidszorg opnieuw met de ouders in gesprek. In afstemming tussen het consultatiebureau en SKPC wordt een huisbezoek gearrangeerd. Ook voor kinderen die momenteel een reguliere kindplaats bezetten en die een achterstand hebben, is een duidelijke werkwijze afgesproken rond de indicatiestelling. Doel van de vroegschoolse educatie Het CPOB wil een goede aansluiting van voor- naar vroegschoolse educatie en een vloeiende overgang naar de schoolse educatie voor alle kinderen. Kinderen planmatig stimuleren in hun taal, -reken,- motorische, en sociaal-emotionele ontwikkelingen. Kinderen die opgroeien in een minder taalrijke omgeving een extra stimulans geven. De KBS gebruikt al een aantal jaren de VVE- erkende de methode Ik en Ko hiervoor. Deze methode geeft een impuls aan een rijke onderwijsomgeving met als hoofddoel het vergroten van de taalvaardigheid van kinderen.
Technisch lezen en spellen Zo leer je kinderen lezen en spellen Het doel van het pakket ‘Zo leer je kinderen lezen en spellen’ is de effectiviteit van het lees-spellingonderwijs te vergroten door de leerkrachten een preventieve instructiemethodiek aan te bieden, zodat bovenstaande problemen voorkomen worden. Het pakket richt zich op zowel de inhoud en vorm van instructie als op het modelgedrag van de leerkracht. De methodiek is bedoeld voor de instructieles. Binnen deze instructieles staan oefeningen die direct met het lezen en spellen te maken hebben centraal. Dit zijn de kernonderdelen. Tevens biedt de methodiek een denkkader om gericht naar methodes, materialen en toetsen te kijken. De manier van werken kan voor het technisch lezen gevolgd worden tot en met AVI 9 en voor spelling tot en met groep 8.
Bij technisch lezen en spellen doen zich bij tal van kinderen problemen voor, zoals gebrekkige letterkennis, vastzitten van globaalwoorden, niet goed kunnen analyseren, de eerste letter vergeten, te lang spellen lezen of globaal lezen, problemen met het lezen van lange woorden, problemen met het schrijven van open en gesloten lettergrepen en andere niet-klankzuivere woorden.
Gedrag/sociaal-emotionele ontwikkeling KiVa-programma KiVa is een bewezen effectief standaardprogramma tegen pesten. KiVa is ontwikkeld aan de Universiteit van Turku, Finland. Het is gebaseerd op jaren van onderzoek en
Ondersteuningsprofiel Koningin Beatrixschool
9
werd voor het eerst getest in Finland in het schooljaar 2007-2008. Inmiddels is KiVa de standaard in Finland; meer dan 90% van de basisscholen gebruikt het programma om pesten tegen te gaan. Dat is ook niet zo verwonderlijk als je bedenkt welke positieve uitkomsten KiVa heeft. De belangrijkste uitkomst van KiVa is dat pesten op KiVa-scholen sterk afneemt. In vergelijking met controlescholen waren er op KiVa-scholen to 40% minder pestsituaties. Als pesten toch voorkwam, zorgde een curatieve aanpak (steungroepaanpak en/of herstelaanpak) er voor dat de pestsituaties bijna zonder uitzondering werden opgelost. Maar dit is niet alles. KiVa zorgt er ook voor dat het schoolwelbevinden, de motivatie en de schoolprestaties van alle leerlingen verbeteren. Ook het welbevinden van de leerkracht verbetert, omdat KiVa-leerkrachten beter zijn toegerust om pesten aan te pakken, waardoor de sfeer in de klas verbetert. KiVa is een Fins woord en betekent leuk of fijn. Het is ook een afkorting voor de Finse zin: In deze school wordt niet gepest. Onderdelen van KiVa KiVa is een preventief antipestprogramma. Scholen gaan pesten aanpakken vóór het begint. Om dat zo goed mogelijk te kunnen, volgden leerkrachten, intern begeleiders en de directie een tweedaagse training over preventie en aanpak van pesten. De training wordt gegeven door wetenschappers en ervaren schoolbegeleiders. Dag één gaat over de preventieve aspecten van KiVa en over achtergronden bij pesten. Dag twee gaat vooral over het aanpakken en oplossen van pesten als het toch plaatsvindt. Verder bestaat KiVa uit de volgende onderdelen:
10 lessen van anderhalf uur. Leerkrachten geven gedurende het schooljaar 10 lessen die gaan over brede onderwerpen als respect en gedrag in een groep, en meer specifiek over pesten en het aanleren van strategieën om pesters te ontmoedigen en slachtoffers te helpen. De lessen zijn gericht op het preventief werken aan groepsvorming en het bieden van een veilige leeromgeving. Leerlingen en leerkrachten wordt inzicht gegeven in de rol van de groep bij het in stand houden van pesten. De lessen zijn goed opgebouwd en hebben aantrekkelijke werkvormen, zoals: oefeningen, discussies, groepswerk, en rollenspellen.
Computerspel. In de lessen is een computerspel geïntegreerd met vijf verschillende levels. In dit spel kiezen leerlingen een karakter waarmee ze door een virtuele school lopen en daar in aanraking komen met verschillende situaties. Centraal staat hierbij het verwerven van kennis over pesten, het toepassen van strategieën om pesten tegen te gaan en het aanmoedigen van leerlingen om deze strategieën ook toe te passen op hun eigen school.
KiVa-team. Het KiVa-team bestaat uit minstens drie volwassenen die zijn getraind om pesten aan te pakken. Dit zijn leerkrachten en bijvoorbeeld interne begeleiders. Als er ondanks de KiVa-lessen toch wordt gepest, probeert het KiVa-team deze problemen op te lossen. Het KiVa-team is het eerste aanspreekpunt als het om KiVa en pesten gaat.
Ondersteuningsprofiel Koningin Beatrixschool
10
Dyslexie Dyslexie is een stoornis die gekenmerkt wordt door een hardnekkig probleem met het aanleren en het accuraat en / of vlot toepassen van het lezen en / of spellen op woordniveau. Dyslexie uit zich bij elk individu anders, maar in het algemeen gesproken geldt het volgende: Er zijn automatiseringsproblemen bij het (leren) lezen en/of spellen Deze problemen zijn hardnekkig en resistent tegen behandeling De problemen zijn niet te herleiden tot andere problemen of stoornissen Dyslexie is meestal erfelijk bepaald: bij dyslectische leerlingen wordt vaak dyslexie in de familie aangetroffen Voordat dyslexie bij kinderen kan worden vastgesteld, fungeren de CPOB- basisscholen als “poortwachter” Na het 1e jaar lees- en spellingonderwijs stelt de school vast of een kind problemen kent met lezen en/of spellen en of er vermoedens zijn van dyslexie. Onze leerkrachten en Intern begeleiders maken hierbij gebruik van de protocollen Leerproblemen en Dyslexie. Met genormeerde toetsen (Cito toetsen) wordt vastgesteld of er sprake is van een leerachterstand. Bij een achterstand in lezen en/of spellen is de school primair verantwoordelijk de lees/ en/of spellingsproblemen te begeleiden. De CPOB-scholen hebben 3 dyslexiespecialisten in dienst die leerkrachten en Intern begeleiders kunnen ondersteunen in dit proces. De school dient door middel van minstens 3 meetmomenten en tenminste 2 interventieperiodes van minimaal 12 weken het vermoeden van ernstige, enkelvoudige dyslexie te onderbouwen. De CPOB-scholen maken daarna gebruik van de adviseurs van Marant voor consultatie en beoordeling of indienen van een leerling-dossier kansrijk lijkt voor een diagnosestelling dyslexie. Ouders melden vervolgens hun dochter of zoon aan bij Marant voor een onderzoek. Vanuit het complete onderzoek stelt de diagnosticus van Marant een verslag op en wordt al dan niet een dyslexieverklaring afgegeven. In dit verslag wordt de indicatie (=zorgbehoefte) voor behandeling omschreven. Afhankelijk van de gebleken ernst en enkelvoudigheid van de dyslexie, zal in het verslag worden aangegeven in hoeverre behandeling nodig is en verantwoord kan worden. Naast de behandelindicatie (volgens Protocol Diagnose en Behandeling, Blomert 2006), zal een ONL-verslag ook een uitgebreide diagnosestelling bevatten volgens de richtlijnen van de Stichting Dyslexie Nederland (volgens brochure SDN, geheel herziene versie 2008). De dyslexie wordt geclassificeerd (onderkennende diagnose) waarmee de ernst en enkelvoudigheid wordt benoemd. In de diagnose wordt dan beschreven uit welke onderzoeksresultaten de dyslexie al dan niet blijkt (verklarende diagnose) en wordt aangegeven welke begeleiding het kind nodig heeft (indicerende diagnose). Behandeling Wanneer uit het dyslexieonderzoek de indicatie (=zorgbehoefte) tot behandeling is afgegeven, kan de hulp worden doorgezet. De behandeling bestaat uit wekelijkse (individue-
Ondersteuningsprofiel Koningin Beatrixschool
11
le) sessies waarbij uw kind ook huiswerk mee krijgt. Het is de bedoeling dat thuis met het kind ook wordt geoefend. Het kind krijgt een eigen ONL-map waarin het huiswerk wordt bewaard. Tijdens de behandeling zijn verschillende evaluatie- en toetsmomenten ingepland om de voortgang goed bij te houden. De ontwikkeling en voortgang van het kind wordt besproken binnen het multidisciplinaire team van het ONLonderwijsadviesbureau ( Marant). Dit team zal bestaan uit minimaal een of meerdere (GZ- en/of NIP Kinder- en Jeugd-)psychologen en (NVO-generalist-)orthopedagogen en een of meerdere (geregistreerde) Remedial Teachers, (geregistreerde) logopedisten, leesspecialisten en onderwijskundigen. Nadere bijzonderheden behandeling:
Het kind krijgt individuele begeleiding, 45 minuten per week. De behandelaar komt hiervoor op school Ouders/ school doen oefeningen thuis/op school ter ondersteuning. Duur: 40 tot 60 behandelingen, maximaal 11/2 jaar (60 behandelingen). Op verschillende vaste momenten tijdens de behandeling wordt de voortgang van het kind geëvalueerd. Aan de hand hiervan wordt het behandelplan al dan niet aange-
past. Uitgangspunten bij de behandeling van dyslexie: Het vergroten van de lees- en spellingsvaardigheid van de leerling met een vaste methode. Hierbij ligt grote nadruk op het herkennen van de (klank) structuur van woorden en het bevorderen van het vloeiend lezen. Aandacht voor specifieke problemen van een leerling. Vergroten van de leesmotivatie en het kind leren omgaan met zijn/haar leesproblemen. Plusklassen voor hoogbegaafde leerlingen Een belangrijk doel van alle scholen die bij de stichting Christelijk Primair Onderwijs Betuwe en Bommelerwaard (CPOB) horen is: ieder kind het onderwijs geven dat het nodig heeft. Voor kinderen, die meer uitdaging nodig hebben biedt elke CPOB-school extra verdiepingsmogelijkheden, door bijvoorbeeld activiteiten op het gebied van techniek, kunst en taal te organiseren. Binnen CPOB is er aandacht voor elk kind. Sommige kinderen hebben meer prikkels en uitdaging nodig. Hiervoor heeft het CPOB plusklassen in het leven geroepen. Een plusklas biedt deze kinderen wel de extra uitdaging, maar isoleert hen niet. Ze groeien gewoon op met de kinderen uit hun eigen klas. De plusklas is een kwalitatief goede aanvulling op de diverse activiteiten die scholen zelf al ondernemen om kinderen extra uit te dagen in hun talentontwikkeling en leerproces; de plusklas stimuleert de kinderen om hun sterke leerstrategieën in te zetten om tot verbeterde opbrengsten te komen. Een plusklas is een groep kinderen van eenzelfde hoog leerniveau. Eén ochtend in de week werken zij op een uitdagende manier aan taal, rekenen, filosofie, sociale vaardigheid en aan uiteenlopende verdiepingsprojecten (bijv. over kunst).
Ondersteuningsprofiel Koningin Beatrixschool
12
CPOB heeft een aantal criteria vastgesteld waar kinderen van een plusklas aan moeten voldoen. Overleg tussen ouders en school wijst uit of een kind in een plusklas op zijn of haar plek zal zijn. Een eerste selectie van herkenbare leereigenschappen van hoogbegaafde leerlingen laat zien dat wij ons richten op leerlingen die beschikken over
een hoge intelligentie een grote interesse een grote algemene kennis een hoog leertempo (anders dan: “hoog werktempo”) een goed geheugen een snel leervermogen een creatief probleemoplossend vermogen sterke verbale capaciteiten eigen oplossingsstrategieën en minder gebruik maken van opgelegde strategieën
In het beleid voor hoogbegaafden is ook ruimte voor de benadering van “onderpresteerders”. Onderpresteerders zijn die leerlingen die op grond van hun intellectuele capaciteiten kunnen behoren tot een van bovengenoemde groepen maar waarbij de prestaties achterblijven bij de verwachting. Het gaat hier om die leerlingen die een psychodiagnostisch onderzoek hebben gehad en waarvan intelligentiequotiënt is vastgesteld. Daar waar dit niet is vastgesteld, komt de onderpresteerder voort uit een gerichte observatie van de leerkracht en signalen van de ouders. Doelstelling ten behoeve van de leerlingen. contact met ontwikkelingsgelijke ondersteuning van de sociaal-emotionele ontwikkeling van deze leerlingen uitdaging betreffende het leerstofaanbod zodat leerlingen leren studeren (leren plannen, structuren, reflecteren) en leren samenwerken; het formele leren ontwikkelen van een realistisch zelfbeeld uitdagen van talenten voorkomen van problemen die de leerling kan ervaren in het leerproces of in de persoonlijkheid van de leerling begeleiding bij werk- en leerstrategieën begeleiding bij onderpresteren begeleiding bij faalangst begeleiding indien de leerling een negatief zelfbeeld dreigt te ontwikkelen Er zijn twee leerlijnen, die centraal staan in de plusklassen Groepsleerlijnen: Leerlingen leren door middel van samenwerking met gelijkgestemden, delen van meningen, samen tot een plan komen en vergroten daarmee hun sociale competentie. Verhogen van kennis en vaardigheden. Vaardigheden gericht op onderzoek en probleemoplossend denken, plannen en structureren van werk. Leerlingen leren reflecteren op elkaars handelen en het eigen handelen. Hiervoor wordt de methode van Reflectiemeester gebruikt. De pedagogische ontwikkeling en didactische vaardigheden van de individuele leerling staan centraal. Individuele leerlijnen: Doelen die voortkomen uit de DHH van de leerling. Na de intake bij de aanvang van de Plusgroep maakt iedere leerling met de leerkracht/begeleider een persoonlijk ontwikkelingsplan (POP). De leerling is daarbij zelf medeverantwoordelijk voor zijn/haar POP.
Ondersteuningsprofiel Koningin Beatrixschool
13
Leerlingen leren studeren in projectverband, aanbieden van uitdagende lesstof. Het bevorderen van formeel leren in plaats van het informeel leren.
Activiteiten: In de plusklas wordt gewerkt vanuit thema’s/projecten om de gestelde leerdoelen te halen. Door het werken vanuit projecten hebben de leerlingen de mogelijkheid om te werken aan hun POP’s en komen de groepsdoelen aan bod. Deze thema’s/projecten worden in samenspraak met de leerlingen vastgesteld. Er wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met ieders wensen en mogelijkheden. Er wordt gewerkt vanuit het principe van het TASC model en Bloom (zie Beleidsnota Plusklas CPOB - bijlage 4). De manier van begeleiding is “coachend”; (leren) reflecteren, aanbieden van structuur en planning in een uitdagende leeromgeving en met uitdagende materialen. In de Plusklas wordt gewerkt met uiteenlopende materialen, technieken, leerboeken en digitale ondersteuning. Per project wordt vastgesteld wat de meest geschikte leermiddelen zijn (voor de groep en voor de individuele leerling).
Verantwoordelijkheid plusklasleerkrachten:
Passend onderwijs verzorgen voor meer- en hoogbegaafde leerlingen. Afstemming zoeken, overleg hebben met en verantwoording afleggen aan de intern begeleider van de school van herkomst en de plusklascoördinator. De plusklasleerkrachten adviseren de leerkrachten van de groep 8 leerlingen ten behoeve van het adviesgesprek naar VO. De leerkracht van de school van herkomst neemt hierbij het initiatief en blijft eindverantwoordelijk voor het advies. De ontwikkeling van een portfolio. Professionele collegiale consultatie/intervisie met andere plusklasleerkrachten. Ontwikkelen en beheren van een plusklas-leer/ontwikkelingsvolgsysteem. Op basis van opbrengstgerichte evaluatiemomenten inzetten van verbeter(handelings)plannen.
Zie voor meer informatie de Beleidsnota Plusklas CPOB. Logopedie Alle kinderen worden rond hun 5e verjaardag door een logopedist van de GGDRivierenland op school gescreend. Het is de bedoeling risicofactoren en stoornissen in een vroeg stadium op te sporen. Voordat de logopedist een leerling screent, worden de ouders/verzorgers geïnformeerd via een informatiebrief. Na de screening krijgen de ouders informatie over de resultaten. De screening kan aanleiding zijn om een kind op een specifiek terrein verder te onderzoeken. Als blijkt dat er iets aan de hand is, overlegt de logopedist met ouders en leerkrachten en of Intern begeleider. Gezamenlijk besluiten zij wat er verder gaat gebeuren. De screening duurt ongeveer 20 minuten. Het kind mag plaatjes benoemen, woorden en zinnen nazeggen, spelopdrachten met materiaal uitvoeren en er wordt een gesprekje gevoerd. Hierbij krijgt de logopedist een indruk van diverse logopedische gebieden De logopedist let op:
Horen en luisteren Door gehoorproblemen kan het spreken vertraagd of verkeerd op gang komen.
Ondersteuningsprofiel Koningin Beatrixschool
14
Kinderen kunnen moeite hebben met het horen van verschillen tussen klanken of voeren opdrachten niet goed uit. Een goed gehoor is nodig om met aandacht te leren luisteren.
Stem De stem kan hees zijn of schor, overslaan of zelfs wegvallen, bijvoorbeeld door verkeerd stemgebruik. De manier van ademen en de houding spelen hierbij een rol.
Taal Bij sommige kinderen komt de taalontwikkeling te laat op gang of ontwikkelt zich te langzaam. Deze kinderen begrijpen onvoldoende van wat er wordt gezegd. Het kan ook zijn dat deze kinderen hun gedachten niet of moeilijk onder woorden kunnen brengen. De woordenschat is te klein of de zinnen zijn niet goed. De fonologische taalstoornis (moeite met het verwerken van klanken in de hersenen) is ook een belangrijke oorzaak van leesproblemen.
Spraak Bij articulatieproblemen vormen kinderen de klanken en woorden niet goed in hun mond. Hierdoor zijn ze minder verstaanbaar voor anderen. Sommigen kinderen stotteren of spreken slordig en te snel.
Vloeiendheid en stotteren Veel kinderen spreken een bepaalde periode niet vloeiend. Dit is een normale fase van de spraakontwikkeling. Tijdens de screening observeert de logopedist de vloeiendheid van het spreken en beoordeelt of ingrijpen nodig is.
Mondgedrag Afwijkende mondgewoonten zoals het ademen door de mond, duimen of verkeerd slikken hebben vaak een negatieve invloed op de uitspraak.
Onderzoek De screening kan aanleiding geven voor nader onderzoek. Maar ook ouders of leerkrachten die twijfelen over de taal of spraak van een kind kunnen zelf contact opnemen met de logopedist en vragen om een onderzoek. Voordat de logopedist een onderzoek start moeten ouders altijd toestemming geven via een ondertekend 'aanmeldingsformulier voor logopedisch onderzoek. Indien een kind in aanmerking komt voor behandelingen worden ouders doorverwezen naar een zelfstandige praktijk. Schoolarts De afdeling Jeugdgezondheidszorg (JGZ) volgens de volgende werkwijze. In de werkwijze is er meer tijd beschikbaar voor kinderen die extra aandacht van ons nodig hebben. De JGZ blijft alle kinderen in hun groei en ontwikkeling volgen. In de basisschoolperiode krijgt een kind nog steeds twee keer een uitnodiging voor een gezondheidsonderzoek; een als het kind 5/6 jaar is en een als het kind 10/11 jaar is. Alle 5jarigen krijgen ook een uitnodiging voor een logopedische screening door een GGDlogopedist. Voor de 7/8-jarigen is er voortaan een extra onderzoek op lengte en gewicht
Ondersteuningsprofiel Koningin Beatrixschool
15
(groei). Onderzoek 5/6-jarigen en 10/11-jarigen Het onderzoek voor de 5/6-jarigen en de 10/11-jarigen bestaat uit:
Een vragenlijstonderzoek onder de ouders.
Een gesprek met de leerkracht over eventuele aandachtspunten.
Een onderzoek op school.
De ouders wordt verzocht om twee vragenlijsten in te vullen. Deze informatie (eventueel ook over problemen die bij het kind worden opgemerkt of vermoed) is erg belangrijk. Tenslotte kent niemand het kind beter dan de ouders. Daarnaast bespreken wij de kinderen met de leerkracht en of Intern begeleider. De doktersassistente voert op school een onderzoek (screening) uit. Zij checkt bij de 5/6-jarigen de lengte, het gewicht, de ogen, de oren en de motoriek (bewegen). Bij de 10/11-jarigen checkt zij de lengte en het gewicht en de ogen en oren. De 7/8-jarigen worden alleen gemeten en gewogen. De ouders zijn niet bij de screening aanwezig. Op de eerste screeningsdag stelt de doktersassistente zich voor aan de leerlingen en legt uit wat er gaat gebeuren. De kinderen komen een voor een bij de doktersassistente in een aparte ruimte. Het kind hoeft zich voor het onderzoek niet u te kleden. De onderwerpen uit de vragenlijst komen tijdens de screening niet aan de orde. De spreekuren op school De door ouders ingevulde vragenlijsten, eventuele aandachtspunten van de leerkracht en de screening op school maken duidelijk of het kind extra aandacht nodig heeft van een jeugdarts of jeugdverpleegkundige. Is dit het geval, dan ontvangen de ouders een uitnodiging voor het spreekuur. Het spreekuur vindt maandelijks plaats op school en wordt om en om door een jeudarts en jeugdverpleegkundige verzorgd. Natuurlijk kunnen ouders zelf ook op de vragenlijsten aangeven gebruik te willen maken van het spreekuur omdat zij vragen hebben over de opvoeding of over de gezondheid van het kind. Zij ontvangen dan automatisch een uitnodiging voor het spreekuur. Bij twijfel, vragen of problemen met betrekking tot de ontwikkeling van het kind is het altijd mogelijk om het spreekuur te bezoeken. Dit kan buiten de onderzoeksmomenten om. Terugkoppeling en eventueel vervolg Binnen vier weken na de screening krijgen ouders bericht over de uitkomst van de screening. Indien nodig ontvangen ouders een uitnodiging voor het spreekuur op school.
Wij maken gebruik van beschikbare BePO voorzieningen Wanneer de basisondersteuning die we conform de BePO kwaliteitsstandaard bieden ontoereikend is werken wij intensief samen met onze partners uit het samenwerkingsverband. Dit betreft collega’s van andere basisscholen, de scholen voor speciaal (ba-
Ondersteuningsprofiel Koningin Beatrixschool
16
sis)onderwijs binnen en buiten het samenwerkingsverband en verdere ketenpartners uit onderwijs en jeugdzorg. BePO heeft deze samenwerking geconcretiseerd in ‘plusondersteuning’. Plusondersteuning heeft als doel de leerling met extra onderwijsbehoeften optimaal te ondersteunen op de onderwijsplek in de nabijheid van de eigen leefomgeving. Plusondersteuning omvat de ondersteuning die binnen BePO beschikbaar is om leerkrachten en/of schoolteams te helpen intensieve en verdiepte basisarrangementen voor op het juiste kwaliteitsniveau te kunnen inzetten. Plusondersteuning richt zich op 2 doelgroepen: A. Leerkracht en/of het schoolteam (informeren en adviseren; coaching en training; trajectbegeleiding). B. Leerling (onderzoeken; begeleiden; behandelen). De plusondersteuning wordt bekostigd uit de middelen die BePO hiervoor ter beschikking heeft. Wij trekken samen op met ouders Ouders zijn voor ons partners. Wij trekken samen met hen op zeker wanneer het gaat om het inzetten van onderwijsondersteuning voor hun kinderen. De samenwerking met ouders concretiseren wij als volgt: Contact met ouders Aan het begin van het schooljaar is er voor alle ouders een informatieavond. In de groepen wordt verteld hoe het komend schooljaar wordt gewerkt en is er gelegenheid om vragen te stellen. Voor de herfstvakantie worden alle ouders uitgenodigd door de leerkrachten. In dit gesprek wordt ook gesproken over de thuissituatie. In november worden er geen rapporten verstrekt maar worden de ouders uitgenodigd voor een 10-minuten gesprek en worden de vorderingen van de kinderen besproken. In januari/februari krijgen de ouders tijdens een 10-minuten gesprek het rapport uitgereikt en wordt dit besproken. In juni/juli dezelfde procedure met het eindrapport. Ouders van nieuwe leerlingen worden na 6 weken uitgenodigd voor een eerste gesprek. Elke maand wordt er een inloopuur voor de ouders georganiseerd. Diverse thema’s zullen worden besproken. Ook is er dan gelegenheid om te spreken met directie en IB-er Klachtenregeling. Het is niet alleen wettelijk verplicht, maar CPOB vindt het ook belangrijk dat ouders, leerlingen en medewerkers de gelegenheid wordt geboden hun klachten over de gang van zaken op school op een goede manier kwijt te kunnen. “Een klacht is een gratis advies” zei eens een CPOB-directeur en zo is het feitelijk ook. Afhankelijk van de situatie zijn contactpersonen per school, onafhankelijke vertrouwenspersonen en de landelijke klachtencommissie beschikbaar om ervoor te zorgen dat klachten serieus behandeld en afgewikkeld worden. Uiteraard is het van belang allereerst in gesprek met de direct-betrokkene(n) een klacht te bespreken en zo mogelijk te voorkomen. Als dat niet mogelijk is of niet lukt dan geven de “regeling hoe om te gaan met klachten binnen CPOB” en de “klachtenregeling PO en VO” inzicht in de gang van zaken. Beide regelingen zijn te vinden op de website van CPOB: www.cpob.nl (onder tabblad “ouders).
Ondersteuningsprofiel Koningin Beatrixschool
17
4. PASSEND ONDERWIJS IN EEN (ZEER) GESPECIALISEERDE SCHOOL Wanneer de hulpvraag van de leerling de mogelijkheden van onze school aantoonbaar te boven gaat, zoeken we naar een andere meer passende leeromgeving voor deze leerling. We werken hiervoor optimaal samen met de andere basisscholen, de scholen voor speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs in de BePO regio en wanneer dit nodig is buiten de regio. Deze scholen bieden ‘speciale ondersteuning’. Speciale ondersteuning omvat het (zeer) gespecialiseerde onderwijsprogramma (leerstofaanbod, didactische aanpak, pedagogische aanpak, klassenmanagement, schoolklimaat) dat elke speciale (basis)school voor haar leerlingen verzorgt. Scholen voor speciaal (basis)onderwijs bieden speciale ondersteuning Speciale ondersteuning is bedoeld voor de leerling met (zeer) specifieke onderwijsbehoeften. Dit maakt het noodzakelijk dat deze leerling gebruik maakt van een tijdelijke of langdurige begeleiding in een (zeer) gespecialiseerde onderwijsvoorziening. BePO beschikt over de volgende voorzieningen: Scholen voor speciaal (basis)onderwijs die in de BePO regio gevestigd zijn. Deze scholen bieden (zeer) gespecialiseerde onderwijsondersteuning voor: - Leerlingen met ernstige lichamelijke beperkingen; - Leerlingen met een sterke verstandelijke beperking; - Leerlingen met meervoudige beperkingen; - Leerlingen met een complexe sociale gedragsproblematiek; - Leerlingen met een ernstige concentratie problematiek; - Leerlingen met een grote leerachterstand (taal, lezen, rekenen).
Scholen voor speciaal (basis)onderwijs die buiten de BePO regio gevestigd zijn en waarmee BePO een samenwerkingsovereenkomst heeft gesloten. Deze scholen bieden (zeer) gespecialiseerde onderwijsondersteuning voor: - Leerlingen met een ernstige visuele beperking (SO 1) - Leerlingen met een ernstige auditieve en / communicatieve beperking (SO 2) - Langdurig zieke kinderen en kinderen met een ernstige vorm van epilepsie.
Ondersteuningsprofiel Koningin Beatrixschool
18
5. ONZE ONTWIKKELAMBITIES PASSEND ONDERWIJS Onze school biedt basisondersteuning van goede kwaliteit. We spannen ons doorlopend in deze kwaliteit op het beoogde niveau te houden en daar waar nodig en/of wenselijk de kwaliteit ervan te verbeteren. Dit doen we door o.a. de expertise van onze leraren te vergroten en onze onderwijsprocessen nog beter te laten aansluiten op de onderwijsbehoeften van onze leerlingen en de ouders / verzorgers. Verbeterthema’s Wij hebben in ons schoolteam de intentie vastgesteld de komende 3 jaren de beoogde kwaliteitsverbetering te focussen op: Meer/hoogbegaafdheid. Er is niet alleen sprake van kennisoverdracht. Dus niet alleen didactische zaken als verrijking, verdieping en compacting maar ook een pedagogische component. Hoogbegaafdheid wordt nogal eens verward met hoogintelligent. De benadering van hoogbegaafdheid zal in dezelfde mate moeten gebeuren als een problematiek als b.v. PDD nos. PDD nos Er is kennis en kunde op school aanwezig over PDD nos. Het team heeft toch behoefte om zich hier meer in te verdiepen en te bekwamen. 1-zorgroute. De school ligt op koers wat betreft de invoering van de 1-zorgroute betreft. De verdere invoering van groepsplannen zal de komende jaren worden uitgevoerd. Doel van dit geheel is om te komen tot boeiend opbrengstgericht onderwijs met gebruikmaken van een divers aanbod van didactische werkvormen.
Ondersteuningsprofiel Koningin Beatrixschool
19