Plusklaswijzer
Koningin Beatrixschool en Koning Willem-Alexanderschool 1
Inhoudsopgave 1
Hoogbegaafdheid
p. 3
2
Visie
p. 4
3
Doelstellingen
p. 4
4
Selectieprocedure voor de Plusklas
p. 4
5
Evaluatie
p. 5
6
Organisatie
p. 6
7
Presentatie
p. 7
8
Informatie naar ouders
p. 7
9
Leerlingmateriaal
p. 8
2
1
(Hoog)begaafdheid
Hoogbegaafdheid wordt gedefinieerd als een combinatie van uitzonderlijke intelligentie, creativiteit en doorzettingsvermogen. Als maat voor (hoog)begaafdheid wordt vaak het IQ genomen. Men spreekt doorgaans van hoogbegaafdheid bij een IQ vanaf 130. Bij een IQ vanaf 120 spreekt men van begaafdheid. In de schoolpraktijk zijn wij echter niet (in eerste instantie) geïnteresseerd in het IQ van een leerling, maar in zijn welbevinden en zijn leerprestaties in relatie tot de mogelijkheden. Hoogbegaafde kinderen zijn volgens SLO (het nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling) onder andere te herkennen aan de volgende kenmerken: hoge intelligentie (IQ hoger dan 130) vroege ontwikkeling / ontwikkelingsvoorsprong uitblinken op meerdere gebieden gemakkelijk kunnen leren goed leggen van (causale) verbanden makkelijk kunnen analyseren van problemen maken van grote denksprongen voorkeur voor abstractie hoge mate van zelfstandigheid brede of juist specifieke interesse/hoge motivatie/veel energie creatief/origineel perfectionistisch apart gevoel voor humor hoge mate van concentratie Prof. Dr. Franz Mönks hanteert de volgende kenmerken: grote nieuwsgierigheid en leergierigheid veel energie zich met meerdere taken tegelijk bezig kunnen houden buitengewoon goed geheugen breed scala aan interesses bijzonder gevoel voor humor hoge mate van empathie en betrokkenheid denken in veel gevallen al op buitengewoon jonge leeftijd na over de zin van het leven het veel lezen en verzamelen van informatie veel feitenkennis, grote algemene ontwikkeling opvallend taalgebruik
3
2
Visie
Ons onderwijsaanbod en pedagogische aanpak zijn afgestemd op de ontwikkelingsmogelijkheden en leerbehoeften van de leerlingen. Het onderwijsaanbod wordt zodanig vormgegeven dat het maximale uit de leerling kan worden gehaald. Alle basisscholen, dus ook de scholen van de VPCO Boskoop/Waddinxveen hebben een aantal (hoog)begaafde leerlingen die meer uitdaging nodig hebben dan de reguliere lesstof hen biedt. Deze leerlingen hebben behoefte aan uitdaging, persoonlijke begeleiding en omgang met ontwikkelingsgelijken. Om aan deze behoeften te voldoen is er een Plusklas voor de scholen van deze Vereniging in Waddinxveen. 3
Doelen
De doelen voor de Plusklas zijn de volgende: De leerlingen werken met ontwikkelingsgelijken Het creatief en oplossend denkvermogen wordt gestimuleerd, waardoor de leerlingen (weer) gemotiveerd raken De leerlingen kunnen extra kennis opdoen De leerlingen leren leren De leerlingen leren samenwerken De leerlingen leren plannen 4
Selectieprocedure voor de Plusklas
De Plusklas bestaat uit (hoog)begaafde leerlingen uit de groepen 5, 6, 7 en 8. De kinderen die hiervoor in aanmerking komen, moeten voldoen aan een aantal criteria: Het kind valt op door creatief en inventief denken: Het kind is creatief in het bedenken en oplossen van vraagstukken, denkt buiten de reguliere kaders en heeft een bijzonder gevoel voor humor.
begrijpt de leerstof snel: Het kind is snel van begrip, kan grote denkstappen maken en heeft een goed geheugen.
is gemotiveerd om te leren: Het kind is nieuwsgierig, stelt veel vragen en staat kritisch tegenover beweringen. Sommige kinderen zijn niet (meer) gemotiveerd om de leerstof van school te leren, maar vertonen dit gedrag wel bij onderwerpen die hun interesse hebben.
heeft diepgaande interesses: Het kind heeft grote en diepgaande interesse, een grote parate kennis en kan over veel zaken meepraten.
heeft een ontwikkelingsvoorsprong: Het kind is geestelijk vroegrijp, heeft een grote woordenschat, een scherp opmerkingsvermogen, en haalt gedurende meerdere jaren Cito-scores op het gebied van rekenen en begrijpend lezen op A- en A+-niveau.
Sommige (hoog)begaafde kinderen zijn zogenaamde onderpresteerders. Zij hebben inmiddels geen goede werkhouding meer en behalen ook geen hoge CITO-scores. Deze kinderen worden in het werkgroepoverleg besproken 4
en kunnen worden toegelaten naar aanleiding van observaties van de leerkrachten en Intern Begeleiders. In het werkgroepoverleg zitten de Plusklasleerkracht, de Intern Begeleiders en eventueel de directeuren van de deelnemende scholen. Tijdens het intakegesprek tussen schooldirecteur en nieuwe ouders wordt besproken of er mogelijk sprake is van (hoog)begaafdheid. Leerkrachten vanaf groep 1 geven jaarlijks aan welke kinderen mogelijk in aanmerking zullen komen voor de Plusklas. Ieder schooljaar worden observaties en CITOresultaten verzameld van mogelijk (hoog)begaafde kinderen in iedere jaargroep. Deze kinderen worden jaarlijks besproken in het werkgroepoverleg. De leerlingen die eventueel in aanmerking komen voor de Plusklas, worden aangedragen door de leerkracht en de Intern Begeleider. Op grond van de bovengenoemde criteria wordt besloten of het kind aan de Plusklas mag deelnemen. Hierna zal contact worden opgenomen met de ouders en komt er een gesprek met het kind. Ook zullen er gesprekken tussen de Intern Begeleiders en de groepsleerkrachten plaatsvinden, waarin de groepsleerkracht kan aangeven waar de leerling vastloopt in de klas en uitdagend materiaal kan gebruiken. Het meedoen aan de Plusklas is niet vrijblijvend. Leerlingen krijgen op basis van gemaakt werk en inzet een beoordeling, die ook zal worden vermeld op het rapport. Leerlingen ontvangen dit rapport 2 keer per jaar. 5
Evaluatie
Twee keer per jaar (in januari/februari en in juni) wordt de inzet van de leerling in de Plusklas geëvalueerd en wordt bekeken of de leerling de volgende periode weer zal deelnemen aan de Plusklas. Criteria die zullen worden gehanteerd bij de evaluatie zijn: werkhouding in zowel de klas als de Plusklas inzet voor de Plusklas en de extra opdrachten de resultaten van het reguliere werk in de klas de resultaten van de Plusklasopdrachten de CITO-scores De evaluatie zal plaatsvinden met de Plusklasleerkracht en ondersteunende werkgroep. De Intern Begeleiders hebben van te voren met de groepsleerkracht gesprekken gehad over de betreffende leerlingen. De Plusklasleerkracht observeert de leerlingen, houdt hun vorderingen bij. Op basis van deze gegevens worden de criteria getoetst en wordt er gekeken of de leerling de volgende periode weer deelneemt aan de Plusklas. Als er wordt besloten om een kind niet langer te laten deelnemen, volgt er een gesprek met de ouders en de leerkracht van deze leerling. Iedere leerling begint in de Plusklas met een proefperiode.
5
6
Organisatie
De bijeenkomsten van de Plusklas vinden plaats op dinsdagochtend voor groep 7/8 en dinsdagmiddag voor groep 5/6 op de Koningin Beatrixschool in Waddinxveen. Ouders zijn zelf verantwoordelijk voor het brengen en halen van de leerlingen. De groep wordt begeleid door een vaste Plusklasleerkracht. Deze leerkracht heeft regelmatig contact met de werkgroep die is samengesteld uit de Intern Begeleiders van elke deelnemende school. Deze werkgroep zorgt voor ondersteuning en voor de communicatie tussen de Plusklas, de school en de groepsleerkracht van de Plusklasleerling. We streven naar een maximum van 15 kinderen in iedere Plusklas. In de Plusklas wordt vooral projectmatig gewerkt. Sommige projecten worden gezamenlijk gemaakt, andere kunnen individueel worden ingevuld, zodat beide organisatievormen aan bod komen. De projectdoelen verschillen per project. Projecten kunnen gericht zijn op planning, samenwerking, uitbreiding van de algemene ontwikkeling, leren onderzoeksvragen te stellen, creatief oplossend vermogen aanspreken of een combinatie van deze. Leerlingen krijgen van te voren de doelen te horen. Deze doelen worden aan het einde van het project geëvalueerd. Eén à twee projecten per jaar zullen leeropdrachten bevatten. Deze leeropdrachten zullen variëren in soort leerwerk en daardoor ook een andere manier van leren vergen. De Plusklasleerkracht bespreekt steeds de beste leertactiek met de kinderen, biedt hen materiaal aan en begeleidt het leerproces. Na toetsing van het geleerde wordt het leerproces met de kinderen geëvalueerd. Eén keer per jaar gaat de Plusklas, in het kader van het project, op excursie. Naast de projecten worden activiteiten gedaan, die zijn gericht op samenwerking, filosofie, creatief denken, etc. In groep 7/8 krijgen de kinderen Spaanse les. Spaans wordt gegeven met behulp van de methode Juan y Rosa. Daarbij worden ook andere middelen ingezet (beeldwoordenboek, computer, Spaanse spelletjes en een kopieerboek). Doel van de Spaanse les is, naast de extra uitdaging, het leren leren. Leeropdrachten voeren de kinderen thuis uit, in tegenstelling tot het maakwerk dat gewoon op school gebeurt. Iedere week krijgen de leerlingen werk mee voor in de klas, zodat zij ook de overige dagen voldoende uitdaging hebben. Dit werk kan te maken hebben met het project of het kunnen losstaande opdrachten zijn. Leerlingen van groep 5/6 krijgen 15 à 20 minuten per dag de tijd om hieraan te werken en leerlingen van groep 7/8 20 à 30 minuten per dag. Het werk wordt hier zoveel mogelijk op afgestemd. De kinderen krijgen steeds een planblad waarop het werk staat vermeld, met daarbij ruimte om het werk in te plannen. 6
In de Plusklas wordt het werk uitgelegd en met kinderen, die daaraan behoefte hebben, ingepland op het planblad. Eén à twee keer per week begeleidt de groepsleerkracht de kinderen (in de reguliere klas) bij hun Plusklaswerk. Als het werk klaar is, wordt het in de Plusklas nabesproken en/of geëvalueerd. Daarna leveren de kinderen het werk in bij de Plusklasleerkracht. Waar mogelijk wordt het gewone werk gecompact. Dat wil zeggen dat de lesstof van de verschillende vakgebieden (vooral rekenen en taal) wordt ingedikt. De extra oefenstof en herhaling zijn voor deze leerlingen vaak overbodig en zij hebben voldoende aan het kort werken aan de nieuw aangeboden lesstof. De Plusklasmaterialen zullen de leerlingen bewaren in hun eigen Plusklasmap. Op de eigen website van elke school is een onderdeel Plusklas, waarop het werk wordt vermeld. Hierop kunnen de leerkrachten van de kinderen zien welk werk de kinderen moeten maken. Ook de kinderen zelf en hun ouders hebben toegang tot deze informatie. 7
Presentatie
De leerlingen zullen de gemaakte opdrachten zoveel mogelijk presenteren. De presentatie of tentoonstelling vindt plaats voor de Plusklas en de ouders tijdens een speciaal presentatie-uur (aan het einde van de Plusklasochtend of –middag). Ouders ontvangen hiervoor tijdig een uitnodiging. In de meeste gevallen zullen de kinderen hierna, in overleg met hun groepsleerkracht, hun werk in de reguliere klas presenteren. 8
Informatie naar ouders
Ouders worden door de Intern Begeleiders van hun eigen school op de hoogte gebracht dat hun kind in aanmerking komt voor de Plusklas. In principe zijn de Intern Begeleider en de eigen groepsleerkracht het aanspreekpunt als er problemen zijn met het kind. Deze zullen dan indien nodig contact opnemen met de Plusklasleerkracht en zo nodig volgt er een gesprek. Zakelijke mededelingen (zoals bijvoorbeeld informatie over activiteiten) worden door de Plusklasleerkracht via mail naar ouders en Intern Begeleiders gestuurd. Ouders ontvangen aan het begin van ieder schooljaar een uitnodiging voor een informatieavond. Zij krijgen informatie over hoe de Plusklas dat jaar aan het werk gaat. Op deze avond zijn ook de Intern Begeleiders en groepsleerkrachten aanwezig. Halverwege het schooljaar ontvangen de ouders een uitnodiging voor een ouderavond. Tijdens deze avond kunnen ze vragen stellen en ervaringen uitwisselen. Op de websites van de scholen is een onderdeel Plusklas, waarin informatie wordt gegeven over de activiteiten die op dat moment plaatsvinden in de 7
Plusklas. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt bij de Plusklasleerkracht. Zij zorgt samen met de leerlingen voor de informatie en zet deze op de websites. Twee keer per jaar ontvangen de leerlingen een eigen Plusklasrapport.
8
9
Leerlingmateriaal
De kinderen hebben voor hun Plusklaswerk een multomap (35 rings) nodig met daarin 10 tabbladen. Het is handig om een usb-stick mee te nemen, zodat digitale bestanden altijd voorhanden zijn. Daarnaast vragen we ouders ieder jaar een vergoeding van € 10,00 voor vergoeding van (een deel van) de kosten. Hierin zijn o.a. deelname aan de Kangoeroewedstrijd en de jaarlijkse excursie inbegrepen. U kunt dit bedrag overmaken naar rekeningnummer NL65RABO0140368167 t.n.v. Koningin Beatrixschool. Alle gebruiks- en verbruiksmaterialen worden in principe door de scholen beschikbaar gesteld. Voor het uitwerken van projecten nemen de kinderen soms materiaal van thuis mee. In groep 7 en 8 krijgen de kinderen een lesboek te leen voor de cursus Spaans.
9