ONDERSTEUNINGSPROFIEL
De Meeander
Inhoudsopgave 1. Inleiding ..................................................................................................................................................3 2. De school ...............................................................................................................................................4 2.1 Het onderwijsconcept .........................................................................................................................4 2.2 De voorzieningen op de vijf velden ......................................................................................................5 3. Grenzen en groeimogelijkheden van de school ............................................................................................7 3.1 Groeimogelijkheden en grenzen v.w.b. onderwijsconcept ......................................................................7 3.2 Groeimogelijkheden en grenzen v.w.b. voorzieningen op de vijf velden ...................................................9 4. Tot slot ................................................................................................................................................. 13 Bijlage 1 ................................................................................................................................................... 14 Bijlage 2 ................................................................................................................................................... 15
2
1. Inleiding Onze school biedt onderwijszorg aan leerlingen die speciale onderwijsbehoeften hebben. Wanneer onze school tegen haar grenzen aanloopt, is er de mogelijkheid om de leerling en zijn of haar ouders te verwijzen naar een andere basisschool of een school voor speciaal (basis)onderwijs. Scholen verschillen in de onderwijszorg die zij (kunnen) bieden. Uit verwijsgedrag van scholen bijvoorbeeld blijkt dit heel duidelijk: een leerling waarbij de ene school tegen de grenzen van haar onderwijszorg aanloopt, kan op een andere school zonder al te veel inspanning passend onderwijs krijgen. Soms is de reden makkelijk aanwijsbaar: een school in een gebouw met veel trappen en weinig ruimte is niet zomaar passend voor een leerling in een rolstoel. Maar meestal is het lastiger om aan te geven wanneer een leerling niet, en wanneer wel op de school terecht kan. Zowel voor de school zelf als voor ouders, en voor de bovenschoolse organisatie die het bovenschoolse netwerk van onderwijszorgvoorzieningen inricht (schoolbestuur, samenwerkingsverband po, regionaal netwerk Passend Onderwijs) is het van belang te weten waar de school staat voor wat betreft de onderwijszorg, en wat mogelijkheden zijn om de onderwijszorg te versterken en eventueel uit te breiden. In dit verslag is gekeken naar de ‘match’ tussen de onderwijsbehoeften van de leerlingen uit het voedingsgebied van de school met het onderwijsaanbod van de school. Deze match tussen vraag en aanbod is in kaart gebracht in termen van kenmerken van het onderwijszorgaanbod, van de school dus. Het profiel van het onderwijszorgaanbod van een reguliere school wordt bepaald door: de mate waarin het onderwijsconcept bijdraagt aan het zich geaccepteerd voelen van kinderen met een speciale onderwijsbehoefte de positie op vijf velden van onderwijsbehoefte: 1. de hoeveelheid aandacht in de groep 2. speciale onderwijsmaterialen 3. de ruimtelijke omgeving 4. expertise 5. samenwerking met externe instanties die zich ook met de zorg voor het kind bezighouden. Informatie over deze kenmerken is verzameld door: Directie en intern begeleider en getoetst bij het gehele team.
3
2. De school
2.1 Het onderwijsconcept
In hoeverre heeft de school te maken met verschillen tussen leerlingen? De Meeander had op 1 oktober 2013 324 leerlingen verdeeld over 13 groepen op 2 locaties. De hoofdlocatie staat in Varsseveld en de nevenvestiging is in Heelweg. De locaties hebben ieder een volledig aanbod van groep 1 t/m 8. De leerlingen op de locatie in Heelweg komen vanuit het buiten gebied. Van oorsprong een kleine plattelandsschool met een eigen cultuur en ouderbetrokkenheid. Op dit moment wordt er hard gewerkt om eenheid van beide locaties te maken. Op de locatie in Varsseveld is een brede school gebouwd in de sinds mei 2013 in gebruik is genomen samen met de partner Zonnekinderen. Zonnekinderen biedt dagopvang en buitenschoolse opvang. Samen bieden we een doorgaande ontwikkellijn voor kinderen van 0-12 jaar. De achtergrond van de ouders gemiddeld op MBO/HBO-niveau. Het niveau van leren van de leerlingen is net bovengemiddeld, met daarin uitschieters naar boven en naar beneden. De niveaus wisselen per groep en zijn wisselend binnen de groepen. De gemiddelde uitstroom naar het VO is bovengemiddeld. De school heeft de laatste 4 jaren 3 leerlingen verwezen, 2 naar SBO en 1 naar het speciaal basisonderwijs cluster 4. De school heeft 1 leerling met een rugzak LGF voor cluster 4 en 1 leerling met een rugzak cluster 3. Er zijn meer leerlingen met een diagnose ASS/ADHD of PPD NOS op school waar geen rugzak voor is aangevraagd. De school is in deze gevallen niet handelingsverlegen en weet een passende leeromgeving voor deze leerlingen te realiseren zonder daarvoor extra middelen nodig te hebben.
Hoe wordt binnen de school op speciale onderwijsbehoeften gereageerd? Het onderwijsconcept is overwegend sturend en resultaat gericht. Daarnaast vindt het team het belangrijk om ruimte te geven voor de leerlingen die meer uitdaging nodig hebben De school werkt vanuit een traditioneel leerstofjaarklassensysteem waarbinnen groepsdoorbrekend wordt gewerkt als het nodig is. Binnen iedere groep wordt gewerkt met 3 verschillende niveaus, er is een aanbod voor de leerlingen die meer aan kunnen en een aanbod voor de leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Het team heeft een teamaanpak voor klassenmanagement en gaat uit van het model van effectieve instructie. Er wordt gewerkt met picto's voor dagritme in de onderbouw en met dag en weektaken in de middenbouw en bovenbouw. De school heeft ontwikkelingsprofielen voor de leerlingen die een eigen leerlijn hebben en die niet zullen uitstromen naar het regulier voortgezet onderwijs. Binnen de 1 zorgroute werken we handelingsgericht, handelingsgericht werken is de basis voor de leerlingenzorg. Het team werkt op dit moment aan de herijking van de doorgaande lijn van het IGDI model. Voor alle leerlingen wordt het dagritme elke dag duidelijk zichtbaar gemaakt, dat gaat in de onder en middenbouw vooral met picto's en in de bovenbouw wordt dit op het bord uitgeschreven. De regels en afspraken rond het omgaan met uitgestelde aandacht worden door de hele school gehanteerd. De school heeft voor de leerlingen met zeer speciale onderwijsbehoeften twee dagdelen de mogelijkheid hulp te bieden van een specialist. Voor begaafde leerlingen en kinderen met een hoge intelligentie zijn er twee momenten, één voor onderbouw en één voor bovenbouw, om te leren-leren en specifieke opdrachten te maken die in de groep nog lastig zijn in te passen. Daarnaast wordt voor de begeleiding van leerlingen met speciale onderwijsbehoeften ook gekeken naar de expertise en competenties binnen het hele team. Leerkrachten van andere groepen kunnen soms worden ingezet voor de begeleiding van een leerling wanneer dit beter passend is en goed aansluit bij wat de leerling nodig heeft. Er is voor 4 dagdelen een onderwijsassistent beschikbaar . De zorgspecialisten van school hebben de kennis, middelen en tijd om leerkrachten te coachen in de groep om zo het handelen van de leerkracht te versterken De leerkracht is verantwoordelijk voor de zorg aan de leerlingen in zijn/haar groep en maakt de groepshandelingsplannen. Het voeren van diagnostische gesprekken met leerlingen is binnen de school in ontwikkeling.
4
Het groepsdoorbrekend werken wordt mogelijk gemaakt door het parallelroosteren door de hele school heen. Zo doen er twee leerlingen uit groep 7 mee met de rekeninstructie in groep 6, waarna ze in hun eigen groep de verwerking kunnen doen. De leerkracht groep 1 gaat bij nieuwe gezinnen éénmalig op huisbezoek. De ouders worden betrokken bij alle stappen binnen de cyclus van de leerlingenzorg. Taakspel wordt ingezet als de groep dit nodig heeft om taakgericht te werken. Middels Kanjertraining is er één teamaanpak op het gebied van sociaal- emotionele ontwikkeling. Enkele leerkrachten worden vanaf schooljaar 2014-2015 geschoold op het gebeid van Taakspel en Kanjertraining. Toekomstig nieuwe leerkrachten in de school zullen op beide vlakken geschoold worden. Voor de signalering wordt Zien ingevuld. De school maakt gebruik van de expertise van cluster 4 en 3 die regelmatig in de school aanwezig is. Daarnaast kan het team de expertise van de OPD van Accent gebruiken voor nader onderzoek en eventuele speciale begeleiding van leerlingen met speciale onderwijsbehoeften. Als een leerling verwezen moet worden naar het sbo of het so worden leerlingen ingebracht bij het zorgloket. Wanneer de leerling besproken wordt in het zorgloket worden de ouders daar ook bij uitgenodigd. In de gemeente Oude IJsselstreek maakt de school gebruik van schoolmaatschappelijkwerk.
Hoe wordt de continuïteit van de onderwijszorg voor elke leerling verzekerd? De Meeander werkt met het Cito leerlingvolgsysteem en gebruikt daarnaast de methode gebonden toetsten om de ontwikkeling van iedere leerling te volgen en vast te leggen. Van elke leerling is een dossier waarin de (groeps)handelingsplannen, oudergesprekken en resultaten van toetsen en testen worden opgenomen. Er zijn groepsbesprekingen waarin alle leerlingen besproken worden en bij de laatste bespreking van het schooljaar is altijd de nieuwe leerkracht aanwezig. Op die manier wordt een warme overdracht gerealiseerd. De kleuters die binnenkomen van de peuterspeelzaal hebben een overdrachtsformulier. Hierover zijn binnen het VVE overleg afspraken gemaakt. In een enkel geval, b.v. vanuit de peuterspeelzaal in Heelweg is er sprake van een warme overdracht. Bij Zonnekinderen hebben we naast de papierenoverdracht altijd een warme overdracht met ouders en medewerkers van beide instellingen. De contacten met het VO zijn goed en alle leerlingen worden mondeling overgedragen aan het VO. Het VO komt daarvoor op school. Daarnaast is er van iedere leerling een digitaal overdrachtsdossier waarin alle gegevens, leerresultaten en bijzonderheden van de leerling worden overgedragen naar het VO. De leerlingen die naar het LWOO en PRO gaan krijgen een nader onderzoek en voor de toelating worden deze leerlingen aangemeld bij de RVC VO. Alle aanmeldingen voor het sbo en so gaan via het zorgloket , waarin alle partijen aan tafel zitten. 2.2 De voorzieningen op de vijf velden Wij beschrijven hier de voorzieningen van de school tegen de achtergrond van alle mogelijke voorzieningen die op dit moment op scholen, van wat voor soort dan ook, bestaan. In de praktijk heeft geen enkele school alle voorzieningen. Van reguliere scholen kan, in de huidige verdeling van mensen en middelen onder de schoolsoorten, verwacht worden dat zij maar beperkt kunnen ‘scoren’ op deze velden van onderwijszorgvoorziening. De basisvoorzieningen die elke reguliere school heeft uitgaande van een minimale rijksbekostiging, veronderstellen we aanwezig, en vermelden we dus niet. Bij de flexibilisering van waar en hoe de ‘extra’ mensen en middelen vanuit zorgbekostiging worden ingezet, is het interessant na te gaan waar voor een school groeimogelijkheden liggen, en waar de grenzen zijn.
Veld 1: de hoeveelheid aandacht in de klas De Meeander heeft een gemiddelde klassengrootte van 25 leerlingen. Er is buiten de groep extra ondersteuning voor leerlingen die specifieke ondersteuning en leerlingen die extra uitdaging nodig hebben. Daarnaast is er voor drie dagdelen een onderwijsassistent en een ochtend een vrijwilligster en een aantal stagiaires. De leerkrachten worden tijdens de uren van de vakleerkracht beweging, ingezet in de andere groepen.
5
Veld 2: de onderwijsmaterialen De Meeander beschikt over een orthotheek die alle standaard materialen bevat die op veel scholen aanwezig zijn. Materialen die hierin opgenomen zijn o.a. Met sprongen vooruit, Zo leer je kinderen lezen en spellen, Kien, Slimme kleuters, Taal…..enz.. Specifiek voor lezen: Ralfi, Connect lezen, Sprint plus, Ralfi, enz. De school heeft met Kanjertraining en Taakspel een teamaanpak op het gebied van gedrag en sociaal emotionele ontwikkeling. Voor leerlingen met fysieke belemmeringen werkt de school met sissel kussens, aangepaste tafels en stoelen, balans materialen, stap stenen, enz. Voor langdurig zieke leerlingen werkt de school met een webcam, zodat de leerlingen betrokken kunnen blijven bij de groep.
Veld 3: de ruimtelijke omgeving De locatie Varsseveld is in 2013 nieuw gebouwd er zijn veel extra ruimtes voor bijv. verzorging, gesprekken, werkplekken en time-out. De school is zo gebouwd dat er mogelijkheden zijn om met groepen samen te werken. Beide locaties van de school zijn rolstoel toegankelijk, de locatie Heelweg heeft weinig extra ruimtes en geen verzorgingsruimte. Er is bij beide locaties een speel/gymlokaal dat tevens dienst kan doen als therapie of revalidatie ruimte. De school heeft op de hoofdvestiging een grote hal die multifunctioneel gebruikt wordt, zoals voor het geven van handvaardigheid. Daarnaast gebruiken we de ruimtes van Zonnekinderen voor diverse expressievakken. Er is een atelier, kookstudie en theater. Op locatie Heelweg wordt handvaardigheid gegeven in het leslokaal. Buiten is er veel ruimte, waaronder een groot voetbalveld, voor verschillende spelactiviteiten. De beide locaties hebben een groot plein met diverse voorzieningen voor verschillende activiteiten van de leerlingen.
Veld 4: de expertise De eerste groep vragen over expertise waren vragen naar de teamexpertise. Daarmee werd gedoeld op kennis en ervaring die geïntegreerd is in de teamaanpak en geïnternaliseerd in het handelen van alle medewerkers. Daarna volgde een groep vragen naar de beschikbaarheid van specifieke, bij één of meer interne of externe collega’s/partners aanwezige expertise.
6
De Meeander heeft teamexpertise op het gebied van handelingsgericht werken, dyslexie en een doorgaande lijn op het gebied van klassenmanagement, ook is er teamexpertise op het gebied van gedrag doormiddel van Kanjertraining en Taakspel. Daarnaast creëert het team de expertise op hoogbegaafdheid doormiddel van scholing en het invoeren van beleid voor hulp in de groepen. De Meeander heeft (nog) geen (volledige) teamexpertise op het gebied van leerlingen met visuele beperkingen. De beschikbaarheid van expertise (gecertificeerd) op specifieke gebieden is bij de Meeander als volgt: Binnenschools
Buitenschools snel toegankelijk
Expertiseveld
nee
ja
Visuele beperkingen
nee
ja
Auditieve beperkingen
ja ja
ja ja
Spraakmoeilijkheden en taalstoornissen Verstandelijke beperkingen
ja
ja
Motorische beperkingen
nee
ja
Beperkingen door chronische ziektes
ja
ja
Autisme Spectrum Stoornissen (ASS)
ja ja
ja ja
ADHD en ADD Angst- en hechtingsstoornissen
ja
ja
Overige psychiatrische aandoeningen
ja
ja
Gedragsproblemen
ja
ja
Dyslexie
nee
ja
Onderwijsachterstanden andere culturen
Veld 5: de samenwerking met andere instanties De Meeander werkt een enkele keer samen met het SMW, ZIOS en de BJZ, wanneer de problematiek van een leerling daarom vraagt. Met de GGD wordt regelmatig samengewerkt op basis van het reguliere takenpakket van de GGD. De Meeander heeft een enkele keer contacten met MEE, KDC en MKD. Met de gemeente zijn contacten als het gaat om VVE. 3. Grenzen en groeimogelijkheden van de school 3.1 Groeimogelijkheden en grenzen v.w.b. onderwijsconcept Een basis voor onderwijs aan kinderen met diverse onderwijsbehoeften wordt gelegd door het onderwijsconcept van de school. Op het gebied van de diversiteit zijn twee kenmerken van het onderwijsconcept bepalend: het draagvlak binnen het team, en de mate waarin de lesstof dan wel de individuele onderwijsbehoefte van de leerling uitgangspunt van het lesprogramma is. Dit laatste kenmerk kan worden gezien als een dimensie van methodegestuurd naar leerlingengestuurd. Aan het ene uiterste van die dimensie staan de scholen die bijna de volledige lestijd de methode als leidraad hanteren. Leerlingen die onvoldoende uit de weg kunnen met de standaard methode krijgen herhalingsstof, extra instructie of verdiepingsstof – zoals die binnen de methode is gegeven. Het gemiddelde niveau en tempo van de standaardmethode is maatgevend. Scholen die dit concept welbewust hanteren zijn vaak van opvatting dat ‘een leerling bij de groep houden’ betekent dat de leerkracht zijn of haar uiterste best doet om de zwakkere leerling voor wat betreft zijn of haar prestaties zoveel mogelijk bij de gemiddelde groep aan te laten haken. Het andere uiteinde van de dimensie wordt bezet door scholen die hun onderwijsconcept afstemmen op de specifieke groep die op dat moment de klas vormt. De start ligt bij de individuele onderwijsbehoeften van leerlingen met hun individuele ontwikkelings- en leerlijnen. Het overzicht van die lijnen in de groep geeft mogelijkheid tot het bundelen van de leerlijnen waar deze (bijna) samenvallen. De instructieplanning wordt afgestemd op deze gebundelde leerlijnen. De werkvormen in de groep zijn vaak heterogeen, waardoor ‘een
7
leerling bij de groep houden’ hier een gelijke betekenis heeft voor elke leerling. Bij een dergelijk concept worden veelal ook standaardmethoden en methodegebonden toetsen gebruikt, maar dan als middel zonder dat zij direct het didactisch en pedagogisch handelen sturen. Alle scholen hebben te maken met verschillen tussen kinderen. Relevant voor Passend Onderwijs zijn verschillen tussen leerlingen op het gebied van: leercompetenties leerstijlen gedragscompetenties gedragsstijlen culturele achtergronden gezinsachtergronden. Van een extra vergroting van de range van onderwijsbehoeften in een klas is sprake bij combinatieklassen. Leerkrachten op scholen die vooral methodegestuurd werken, rekken naarmate er meer verschillende kinderen in hun klas zitten, de mogelijkheden van hun onderwijsaanbod steeds verder op. Manieren om binnen het methodegestuurde concept onderwijs te bieden aan leerlingen met verschillende onderwijsbehoeften zijn o.a.: het groeperen van handelingsplannen het werken in niveaugroepen zelfstandig werken vergroting van de expertise van de leerkracht incidentele toepassing van vormen van leren in heterogene groepen de keuze van methodes die heel veel ruimte bieden voor gedifferentieerd werken. Omdat het uitgangspunt van de les bepaald is door de centrale aanpak van de methode, betekent elke nieuwe onderwijsbehoefte een extra aanpassing bij die aanpak. Wanneer veel aanpassingen nodig zijn beleeft de leerkracht dit vaak als een stapeling van taken, en daarmee als een toenemende belasting. Soms uit zich dit door de behoefte van de leerkracht aan steeds meer orde en rust in de klas, om de controle te kunnen houden over alle verschillende activiteiten die gelijktijdig plaatsvinden. Met het toenemen van de organisatorische belasting van de leerkracht blijft er minder tijd en energie over voor het ter plekke inspelen op specifieke behoeften van leerlingen op het moment dat die zich aandienen. Het methodegestuurde onderwijsconcept is begrensd in haar capaciteit om kinderen met andere onderwijsbehoeften op te nemen. In het volgende schema wordt het onderwijsconcept van De Meeander weergegeven in de relatie tussen de mate waarin de lesmethode sturend is en de mate waarin diversiteit van leerlingen opgevangen kan worden.
X
8
De gebogen lijn geeft van links naar rechts een mogelijk model van de ontwikkeling van een onderwijsconcept, startend bij het leerstofjaarklassensysteem met een strakke hantering van standaardmethoden. Via het oprekken van de methodegestuurde aanpak toont het model een omslag in de aanpak naar het starten van de lesinhoud bij de individuele onderwijsbehoeften van de leerlingen in de klas. Let wel: de richting van links naar rechts geeft alleen een wenselijke richting aan wanneer: de school meer ruimte wil bieden aan de bestaande diversiteit onder de leerlingen de school meer leerlingen met speciale onderwijsbehoeften onderwijs wil kunnen bieden de leerlingpopulatie van de school steeds meer divers wordt. Scholen bevinden zich ergens op of onder de gebogen lijn. De Meeander bevindt zich op positie X. De Meeander werkt binnen de kader van het leerstofjaarklassensysteem, zoekt daarbinnen zoveel mogelijk ruimte door te werken aan een goed klassenmanagement en het groepsdoorbrekend werken als het nodig is. De school heeft een Meeandergroep ingericht waar een enkel kind individueel of in kleine groepjes ondersteunt kan worden. De leerkrachten van de Meeandergroep zijn zorgspecialisten op het gebied van beperkingen en vertraging van ontwikkeling alswel op het gebied van meer- en hoogbegaafden. De zorgspecialisten zullen de leerkrachten middels coaching vaardig maken de nodige ondersteuning zelf in de groepen te kunnen bieden. Het team staat open voor diversiteit en vindt het vanzelfsprekend om aan te sluiten bij de onderwijsbehoeften van de leerlingen.
Groeimogelijkheden voor De Meeander voor wat betreft het schoolconcept: Binnen het huidige onderwijsconcept lijkt de Meeander al heel veel ruimte te hebben gevonden om aan te sluiten bij de onderwijsbehoeften van de leerlingen. Het team vindt dit heel vanzelfsprekend en zoekt naar mogelijkheden om nog beter in te kunnen spelen op de onderwijsbehoeften van de leerlingen. Het team staat open voor meer diversiteit. De groeimogelijkheden voor De Meeander liggen op het gebied van het zich eigen maken van de leerlijnen en het loslaten van de methode zodat het aanbod meer leerlinggericht wordt. Dit willen we bewerkstellingen doormiddel van steeds betere analyses van de toetsgegevens en de aanpassingen hierop. Daarnaast willen we het aantal momenten van zelfstandig werken en extra instructie vergroten. De verschillende leerstijlen worden nog niet expliciet aangeboden maar zijn verweven in het expressie circuit op locatie Varsseveld. In de toekomst zou er onderzoek gedaan kunnen worden hoe we dit bij andere vakgebieden kunnen uitbreiden.
Grenzen voor De Meeander voor wat betreft het schoolconcept: Uit de genoemde groeimogelijkheden kan het team verder in gedachten gaan over passend onderwijs. De groei moet acceptabel voor het team zijn en er moet steeds gekeken worden wat op dat moment de grenzen zijn.
3.2 Groeimogelijkheden en grenzen v.w.b. voorzieningen op de vijf velden In het licht van Passend Onderwijs kunnen vier schoolprofielen binnen het regulier basisonderwijs worden onderscheiden, te weten: 1. de netwerkschool 2. de smalle zorgschool 3. de brede zorgschool en 4. de inclusieve school. Onder deze vierdeling van schoolprofielen ligt een dimensie die loopt van gesegregeerd (‘exclusie’) naar geïntegreerd onderwijs (‘inclusie’). In andere woorden: de netwerkschool profiteert adequaat en optimaal van de geïnstitutionaliseerde speciale (onderwijs)zorg binnen andere instellingen, zoveel mogelijk gelegen in de directe omgeving van de school. Deze is aanwezig in andere speciale scholen, of in gespecialiseerde zorginstellingen als een revalidatiecentrum. Op de inclusieve school daarentegen is in principe alle speciale onderwijszorg ‘in huis’ aanwezig om zorgleerlingen te kunnen handhaven, mede door een vaste partnerrelatie met zorginstellingen buiten het onderwijs zoals het genoemde revalidatiecentrum. De schoolprofielen kunnen ook benaderd worden vanuit een ‘ontwikkelingsperspectief’, waarbij de netwerkschool als beginfase en de inclusieve school als eindfase wordt gezien. Op die manier kunnen scholen die zichzelf
9
herkennen in één van de schoolprofielen, de intentie uitspreken om te streven naar een ander, nabijgelegen schoolprofiel. Bedenk dat deze vier schoolprofielen ideaaltypisch zijn. In de praktijk komen er allerlei (sub)varianten voor die uiteindelijk wel weer zijn te herleiden naar één van bovenstaande schoolprofielen op het gebied van speciale onderwijszorg. Uiteraard is het schoolprofiel waartoe de school zich ontwikkelt ook geen statische grootheid. Schoolprofielen veranderen met de transformatie van de schoolpopulatie en de schoolkeuzen daaromtrent mee. Hierna worden de voorzieningen op de school per veld, na een omschrijving, ingedeeld als passend bij een netwerkschool, een smalle zorgschool, een brede zorgschool of een inclusieve school. De volledige tabellen staat in de bijlage bij dit rapport.
Veld 1: de hoeveelheid aandacht in de klas De omschrijving van de huidige situatie past bij het profiel van een brede zorgschool: Veld 1. Hoeveelheid aandacht en tijd
De -
Setting Binnen de klas • De leerkracht zorgt. d.m.v. een goed klassenmanagement voor b.v. preteaching/verlengde instructie, extra leertijd, op tijdelijke basis (enkele uren per week). • Er wordt grotendeels gewerkt met de gegeven groepsgrootte (± 25 leerlingen). Er is de mogelijkheid om extra handen in de groep te regelen. b.v. een onderwijsassistent daar waar nodig.
Binnen de school • Er is speciale onderwijszorg door zorgspecialist en/of ib-er, op semipermanente basis (gedurende enkele dagen per week, gericht op het kind en de leerkrachtvaardigheden). • Er is tijdelijke ondersteuning in de vorm van Collegiale Intensieve Ondersteuning beschikbaar • Er is speciale onderwijszorg door een ambulant begeleideer (gericht op het kind en versterking van de leerkrachtvaardigheden) • Er is een teamaanpak m.b.t effectieve instructie
hoeveelheid aandacht, in de klas is afhankelijk van: De organisatie van het onderwijs De kwaliteiten van de leerkracht De beschikbare formatie
Veld 2: de onderwijsmaterialen De omschrijving van de huidige situatie past bij het profiel van een brede zorgschool: Veld Setting Binnen de klas Binnen de school 2. Onderwijs Er wordt niveau- en • Er is een orthotheek met onderwijsmaterialen materialen beschikbaar die tegemoet tempodifferentiatie toegepast binnen de les-methoden. komen aan specifieke didactische kenmerken, speciale pedagogische/ Voor zorgleerlingen zijn er aparte methoden beschikbaar. psychologische kenmerken en fysieke/lichamelijke kenmerken. Er is aanvullend remediërend • Er wordt door de hele school gewerkt materiaal, behorend bij de met een speciaal programma voor de gebruikte lesmethoden. sociaal-emotionele ontwikkeling (bijv. Er wordt lesstof aangeboden Leefstijl/kanjertraining). vanuit leerlijnen die gebaseerd zijn op de kerndoelen. De school heeft een methode voor gedragsondersteuning, naast een standaard orthotheek.
10
Veld 3: de ruimtelijke omgeving Heelweg De omschrijving van de huidige situatie past bij het profiel van een netwerkschool( Heelweg ) en inclusieve school (Varsseveld) Heelweg 3. Ruimtelijke omgeving Varsseveld 3. Ruimtelijke omgeving
Setting Binnen de klas Aan de instructietafel wordt in kleine groepjes begeleiding gegeven. Setting Binnen de klas De lokalen zijn aangepast voor leerlingen met speciale bewegings-behoeften (bijv. rolstoelgebruik), de lokalen zijn ruim bemeten, bieden deelruimtes voor diverse activiteiten
Binnen de school Er zijn ruimtes waar een (sub)groepje leerlingen prikkelarm kan werken Binnen de school • De binnen- en buitenruimte zijn volledig aangepast voor leerlingen met speciale bewegingsbehoeften (bijv. rolstoelgebruik, time-out), voor speciale verzorging (bijv. revalidatie, fysiotherapie) en voor speciale leerbehoeften (bijv. schooltuin). • Er zijn meerdere aparte ruimtes met een eigen functie (bijv. voor time-out).
Het gebouw in Heelweg is een traditioneel schoolgebouw met weinig extra ruimten voor bv. een rust ruimte of time-out ruimte. Het gebouw heeft geen verzorgingsruimte. Het gebouw in Varsseveld heeft dat allemaal wel in huis. Beide gebouwen zijn wel rolstoeltoegankelijk.
Veld 4: de expertise De omschrijving van de huidige situatie past bij het profiel van een smalle zorgschool, maar ontwikkelt zich sterk naar een brede zorgschool: Veld Setting Binnen de klas Binnen de school 4. Expertise De leerkrachten hebben enige kennis De rt’er en/of ib’er hebben kennis van en van en competenties op het gebied competenties op het gebied van vele van de speciale onderwijsbehoeften speciale onderwijsbehoeften. Enkele leerkrachten hebben zich Een deel van het team heeft kennis van verdiept in de meest voorkomende en competenties op het gebied van de problemen/aandoeningen/stoornissen speciale onderwijsbehoeften Eén manier om naar de groei van de expertise te kijken is door het onderscheid te maken tussen teamexpertise en individuele expertise. De inzet van individuele expertise is altijd zinvol, maar heeft veel meer effect wanneer deze is ingebed in een expertomgeving van het team. Het team heeft vooral op het gebied van gedrag al een brede expertise en daarbij hebben we ook een gedragsspecialist binnen het team. Het team werkt met een teamaanpak op het gebied van gedrag, Kanjertraining en Taakspel. Er wordt handelingsgericht gewerkt. Individuele expertise op hoogbegaafdheid wordt uitgebreid naar teamexpertise evenals individuele expertise op kinderen met een vertraagde of achterstand in ontwikkeling. Individuele scholing van leerkrachten is altijd mogelijk via de Accent academie. Team scholing en individuele scholing buiten de Accent Academie wordt aangeboden als het past binnen de ontwikkelingslijn van de school of bij de ontwikkeling van de individuele medewerker.
11
Veld 5: de samenwerking met andere instanties De omschrijving van de huidige situatie past bij het profiel van een brede zorgschool: Veld 5. Samenwerking met andere instanties
Setting Binnen de klas De ib’er, rt’er en leerkracht werken regelmatig samen met professionals van externe instanties (bijv. algemeen maatschappelijk werk, RIAG, GG&GD)
Binnen de school Er is geregelde samenwerking en afstemming met professionals uit speciaal onderwijs en zorginstellingen. Begeleiding/samenwerking, aangevraagd door ouders, van verschillende disciplines is mogelijk binnen de school als de expertise wordt gedeeld en geldt als een ontwikkeling voor het individuele kind en voor de school.
De school is goed op de hoogte van het netwerk van voorzieningen en expertise rond de school en kan daar snel over beschikken als het moet. Dat is o.a. mogelijk via de expertise van cluster 3 en 4 in de school, plaatselijke logopedie, sofa training, (school)maatschappelijk werk via de gemeente, Berkel-B, fysiotherapie, ergotherapie, psychologische en pedagogische adviesbureaus, enz De behoefte aan samenwerking met andere instanties groeit mee met de aanwezigheid op school van leerlingen met speciale onderwijsbehoeften. Dyslexie begeleiding en kindercoach zijn actief op school en delen de expertise met leerkracht en ib-er. De Meeander werkt op basis van de ondersteuningsbehoeften van de leerlingen samen met de andere instanties. De lijnen naar de instanties zijn kort en geborgd via de OPD van Accent en het Zorgloket. De samenwerking met Zonnekinderen is een geregelde afstemming tussen professionals.
12
4. Tot slot
Over het geheel genomen is De Meeander te karakteriseren als een brede zorgschool. Op de meeste en zwaarst wegende velden en binnen het onderwijsconcept past op dit moment het profiel van een brede zorgschool het beste bij De Meeander.
Netwerkschool
Smalle zorgschool
Brede zorgschool
Onderwijsconcept
x
1. Aandacht in de klas
x
2. Materialen
x
3. Ruimtelijke omgeving 4. Expertise
X (Heelweg)
Inclusieve school
X (Varsseveld)
x 5. Relaties
X
De aangegeven groeimogelijkheden op het algemene onderwijsconcept van de school en op de vijf velden bieden perspectief op ontwikkeling. De groei moet acceptabel voor het team zijn en er moet steeds gekeken worden wat op dat moment de grenzen zijn. Alle aangegeven groeimogelijkheden bieden kansen om meer leerlingen met speciale onderwijsbehoeften onderwijs te kunnen bieden, maar ook om de ‘gewone’ leerlingen meer aan hun specifieke onderwijsbehoeften aangepast onderwijs te bieden.
13
Bijlage 1 Geschatte aantallen leerlingen speciaal (basis)onderwijs per 100 leerlingen op een basisschool Per 100 leerlingen op een basisschool zijn er: ~ 3 leerlingen sbo ~ 0,5 leerlingen cluster 2 ~ 1 leerling cluster 3 ~ 0,75 leerling cluster 4 (waarvan ~ 0,3 leerling ZMOK) 0,07 leerling rugzakje Cluster 1 0,27 leerling rugzakje Cluster 2 0,4 leerling rugzakje Cluster 3 0,6 leerling rugzakje Cluster 4 De verblijfsduur op het sbo van een leerling is gemiddeld 4 (tot 5) jaar. Bij een school van bijvoorbeeld 270 leerlingen zou je dus verwachten dat er gemiddeld per jaar (2,7 x 3) / 4 ~ 2 leerlingen verwezen worden naar het sbo. De verblijfsduur op het so schatten wij op 5 (tot 6) jaar. Bij een school van bijvoorbeeld 270 leerlingen zou je dus verwachten dat a - eens in de drie jaar een leerling verwezen wordt naar cluster 2 - twee keer in drie jaar een leerling verwezen wordt naar cluster 3 - twee keer in vijf jaar een leerling verwezen wordt naar cluster 4 - er waarschijnlijk geen leerling is met rugzakje cluster 1 - er ongeveer 50 % kans is dat er 1 leerling is met rugzakje cluster 2 - er waarschijnlijk 1 leerling is met een rugzakje cluster 3 - er waarschijnlijk 1 leerling is met een rugzakje cluster 4
a
Deze aantallen zouden gelden wanneer alle leerlingen via het regulier onderwijs naar het speciaal onderwijs zouden stromen. In werkelijkheid vindt verwijzing soms al plaats vóór dat de leerling een reguliere school heeft bezocht. 14
Bijlage 2 Tabel 1: Speciale onderwijszorg op netwerkschool Veld 1. Hoeveelheid aandacht en tijd
2. Onderwijsmaterialen
3. Ruimtelijke omgeving
Setting Binnen de klas De lk zorgt zelf voor bijv. preteaching, werken aan de instructietafel, op tijdelijke basis (een uur per week). Er wordt gewerkt met de gegeven groepsgrootte (± 25 leerlingen). Er wordt waar nodig gebruik gemaakt van niveaudifferentiatie in de lesmethoden. Er is aanvullend remediërend materiaal voor de kernvakken, behorend bij de gebruikte lesmethoden. Aan de tafel van de zorgleerlingen wordt één-op-één begeleiding gegeven.
4. Expertise
De lk hebben enige kennis van en competenties op het gebied van speciale onderwijsbehoeften
5. Samenwerking met andere instanties
De lk onderhouden contacten met de ib’er om op de hoogte te blijven.
Binnen de school Er is speciale onderwijszorg door rt’er en/of ib’er, op tijdelijke basis (gedurende enkele uren per week, gericht op het kind). Er zijn onderwijsmaterialen beschikbaar die tegemoet komen aan specifieke didactische kenmerken en speciale pedagogische/psychologische kenmerken (bijv. beloningssysteem). Er is op de gang ruimte waar éénop-één begeleiding of begeleiding van een (sub)groepje leerlingen kan plaatsvinden. De rt’er en/of ib’er hebben enige kennis van en competenties op het gebied van de meest voorkomende speciale onderwijsbehoeften. Er is op basis van behoefte samenwerking en afstemming met professionals uit so en zorginstellingen.
15
Tabel 2: Speciale onderwijszorg op smalle zorgschool Veld 1. Hoeveelheid aandacht en tijd
Setting Binnen de klas De lk zorgt. Voor b.v. preteaching, extra leestijd, op tijdelijke basis (enkele uren per week). Er wordt grotendeels gewerkt met de gegeven groepsgrootte (± 25 leerlingen).
2. Onderwijsmaterialen
Er wordt gebruik gemaakt van niveau- en tempodifferentiatie in de lesmethoden. Er is aanvullend remediërend materiaal, behorend bij de gebruikte lesmethoden.
3. Ruimtelijke omgeving
Er is een aparte plek (bijv. prikkelarm hoekje) waar één-opéén begeleiding of begeleiding van een (sub)groepje zorgleerlingen kan plaatsvinden. De lk hebben enige kennis van en competenties op het gebied van de speciale onderwijsbehoeften Enkele leerkrachten hebben zich verdiept in de meest voorkomende problemen/aandoeningen/stoorniss en De lk onderhouden contacten met de ib’er om op de hoogte te blijven.
4. Expertise
5. Samenwerking met andere instanties
Binnen de school Er is speciale onderwijszorg door rt’er en/of ib’er, op tijdelijke basis (een enkel dagdeel of enkele dag per week, gericht op het kind). Er is speciale onderwijszorg door ab’er (gericht op het kind). Er is een teamaanpak m.b.t effectieve instructie en zelfstandig werken Er zijn onderwijsmaterialen beschikbaar die tegemoet komen aan specifieke didactische kenmerken (bijv. picto-grammen) en speciale pedagogische/ psychologische kenmerken. Er wordt op projectbasis gewerkt aan het pedagogisch klimaat. Er is op de gang ruimte waar één-opéén begeleiding of begeleiding van een (sub)groepje zorgleerlingen kan plaatsvinden. De rt’er en/of ib’er hebben kennis van en competenties op het gebied van vele speciale onderwijsbehoeften Een deel van het team heeft kennis van en competenties op het gebied van de speciale onderwijsbehoeften Er is geregelde samenwerking en afstemming met professionals uit so en zorginstellingen.
16
Tabel 3: Speciale onderwijszorg op brede zorgschool Veld 1. Hoeveelheid aandacht en tijd
2. Onderwijsmaterialen
3. Ruimtelijke omgeving 4. Expertise
5. Samenwerking met andere instanties
Setting Binnen de klas De lk zorgt d.m.v. een goed klassenmanagement voor preteaching/verlengde instructie, extra leertijd, op tijdelijke basis (enkele uren per week). Er wordt grotendeels gewerkt met de gegeven groepsgrootte (± 25 leerlingen). Er is de mogelijkheid om extra handen in de groep te regelen. b.v. onderwijsassistent, daar waar nodig.
Er wordt niveau- en tempodifferentiatie toegepast binnen de lesmethoden. Voor zorgleerlingen zijn er aparte methoden beschikbaar. Er is aanvullend remediërend materiaal, behorend bij de gebruikte lesmethoden. Er wordt lesstof aangeboden vanuit leerlijnen die gebaseerd zijn op de kerndoelen. Er zijn aparte plekken waar éénop-één begeleiding en begeleiding van (sub)groepjes zorgleerlingen kan plaatsvinden. Meerdere lk hebben veel kennis en competenties op het gebied van de stoornissen en beperkingen van zorgleerlingen. Via collegiale consultatie en intervisie blijven lk scherp.
De ib’er, rt’er en lk werken regelmatig samen met professionals van externe instanties (bijv. algemeen maatschappelijk werk, RIAG, GG&GD)
Binnen de school Er is speciale onderwijszorg door zorgspecialist en/of ib’er, op semi-permanente basis (gedurende enkele dagen per week, gericht op het kind en de leerkrachtvaardigheden). Er is tijdelijke ondersteuning in de vorm van Collegiale Intensieve Ondersteuning beschikbaar Er is speciale onderwijszorg door ab’er (gericht op het kind en versterking van de leerkrachtvaardigheden) Er is een teamaanpak m.b.t effectieve instructie Er is een orthotheek met onderwijsmaterialen beschikbaar die tegemoet komen aan specifieke didactische kenmerken, speciale pedagogische/ psychologische kenmerken en fysieke/lichamelijke kenmerken. Er wordt door de hele school gewerkt met een speciaal programma voor de sociaalemotionele ontwikkeling (bijv. Leefstijl/kanjertraining). Er is een aparte ruimte voor andere functies (bijv. voor verzorging of voor een time-out). Een groot deel van het team heeft kennis van en competenties op het gebied van de specifieke onderwijsbehoeften van zorgleerlingen. Experts m.b.t. voorkomende stoornissen en beperkingen zijn direct beschikbaar (bijv. schoolmaatschappelijk werker, logopedist). Er is geregelde samenwerking en afstemming met professionals uit speciaal onderwijs en zorginstellingen. Begeleiding/samenwerking, aangevraagd door ouders, van verschillende disciplines is mogelijk binnen de school als de expertise wordt gedeeld en geldt als een ontwikkeling voor het individuele kind en voor de school
17
Tabel 4: Speciale onderwijszorg op inclusieve school Veld Setting Binnen de klas Binnen de school 1. Hoeveelheid Er is speciale onderwijszorg aandacht en De lk zorgt voor (b.v. door zorgspecialist en/of ib’er, tijd preteaching/verlengde op semi-permanente basis instructie), extra leertijd, op (gedurende enkele dagen per tijdelijke basis (enkele uren week, gericht op de per week). leerkrachtvaardigheden). Er wordt grotendeels gewerkt Er is tijdelijke ondersteunning in met de gegeven de vorm van Colegiale groepsgrootte (± 25 Intensieve Ondersteuning leerlingen). beschikbaar Er zijn geregeld twee paar Er is speciale onderwijszorg handen in de klas, voor door ab’er (gericht op het kind intensieve begeleiding in en versterking van de kleine groepjes. leerkrachtvaardigeheden) Er is een teamaanpak m.b.t effectieve instructie 2. Onderwijsmaterialen
Zorgleerlingen volgen (individuele) leerlijnen in de kernvakken, gebaseerd op de kerndoelen. Er zijn onderwijsmaterialen aanwezig met speciale didactische kenmerken, speciale pedagogische/psychologische kenmerken en fysieke/lichamelijke kenmerken, tegemoetkomend aan kindspecifieke belemmeringen (bijv. verpleegmateriaal voor langdurig zieke kinderen).
3. Ruimtelijke omgeving
De lokalen zijn aangepast voor leerlingen met speciale bewegingsbehoeften (bijv. rolstoelgebruik), de lokalen zijn ruim bemeten, bieden deelruimtes voor diverse activiteiten.
4. Expertise
De lk zijn experts op het gebied van speciale onderwijsbehoeften. Daartoe zijn scholings- en certificeringstrajecten gevolgd (bijv. akte so en master SEN). De lk laten zich voortdurend bijscholen, m.b.v. coaching en ‘training on the spot’ (videointeractie-begeleiding). Via externe audits/ex ante inspectiebezoeken blijven lk scherp.
Er is een rijk geoutilleerde orthotheek met onderwijsmaterialen beschikbaar die tegemoet komen aan specifieke didactische kenmerken, speciale pedagogische/psychologische kenmerken en fysieke/lichamelijke kenmerken Er wordt door de hele school gewerkt met een speciaal programma voor de sociaalemotionele ontwikkeling (preventief pedagogisch schoolklimaat). De binnen- en buitenruimte zijn volledig aangepast voor leerlingen met speciale bewegingsbehoeften (bijv. rolstoelgebruik, time-out), voor speciale verzorging (bijv. revalidatie, fysiotherapie) en voor speciale leerbehoeften (bijv. schooltuin). Er zijn meerdere aparte ruimtes met een eigen functie (bijv. voor timeout). Het gehele team heeft kennis van en competenties op het gebied van de specifieke onderwijsbehoeften van de zorgleerlingen. Experts vanuit meerdere disciplines met betrekking tot alle voorkomende stoornissen en beperkingen zijn direct beschikbaar (bijv. schoolmaatschappelijk werker, orthopedagogisch specialist, logopedist, kinderfysio-therapeut, schoolpsycholoog). Er is een ouderconsulent die belangen behartigt van ouders, hen
18
wegwijs biedt in de ‘wereld die zorg heet’ (bijv. bij aanvragen lgf/pgb) 5. De ib’er, rt’er en lk werken Er is op structurele basis intensieve Samenwerking intensief samen met professionals samenwerking en afstemming met so met andere van externe instanties en andere zorginstellingen (ook met instanties (hogescholen en universiteiten), Bureau Jeugdzorg) voor alle benutten nieuwe zorgleerlingen (bijv. gezamenlijke wetenschappelijke inzichten en bijdrage aan uitvoering van ihp). evidence based behandelings Begeleiding/samenwerking, methoden (na raadpleging aangevraagd door ouders, van databank Effectieve verschillende disciplines is jeugdinterventies*). mogelijk binnen de school als de expertise wordt gedeeld en geldt als een ontwikkeling voor het individuele kind en voor de school De school biedt i.s.m. instellingen aantrekkelijke (opvoedings)cursussen aan voor ouders * Op de webpagina www.jeugdinterventies.nl van het NJi (Nederlands Jeugdinstituut) wordt bijgehouden wat in de speciale onderwijszorg werkt, wat wetenschappelijk bewezen is in de praktijk.
19