Ondernemen in 2016 Binnenland sterker, buitenland onzeker
ING Economisch Bureau / december 2015
De Nederlandse economie 3
Bouw 31
Agrarische sector 63
De Nederlandse economie
Woningbouw
Akkerbouw
Sectoren
Utiliteitsbouw
Groenten en fruit
Infrasector
Intensieve veehouderij
De wereld 6
Installatiebranche
Sierteelt
Wereldeconomie
Onderhoud, herstel en verbouw
Zuivel
Exportmarkten
Commercieel vastgoed Horeca 70
Succesvolle ondernemers kijken vooruit en monitoren hun omgeving. Zo ontdekt u als ondernemer welke ontwikkelingen zich afspelen die voor uw bedrijf van belang kunnen zijn. Op basis van kennis, ervaring, historische cijfers en actuele trends geven de ING-economen in deze publicatie hun visie op de te verwachten economische prestaties in uw sector voor het komend jaar. Ik vertrouw erop dat deze informatie u helpt om het ondernemen makkelijker te maken en inzicht geeft in de kansen die zich in 2016 voordoen. Ik wens u een mooi, ondernemend en succesvol 2016.
Zakelijke dienstverlening 13
Transport en logistiek 39
Hotels
Accountantskantoren
Wegtransport
Restaurants
Flexbranche
Binnenvaart
Cafetaria's en fastservice
Juridische dienstverlening
Vervoer door de lucht
Cafés
Organisatieadviesbureaus
Logistieke dienstverlening
Reisbranche
Public sector 76
Software en services sector
Groothandel 45
Woningcorporaties
Agrarische producten
Lagere overheden
Industrie 21
Voedingsmiddelen
Onderwijs
Voedingsmiddelenindustrie
Non-food
Goede doelen
Chemie
Kapitaalgoederen
Kinderopvang
Rubber en kunststofindustrie
Grondstoffen
Metaalbewerking
Gezondheidszorg 83
Elektrotechnische industrie
Detailhandel 52
Eerstelijnszorg
Machinebouw
Supermarkten
Geestelijke gezondheidszorg
Transportmiddelenindustrie
Foodspeciaalzaken
Ziekenhuiszorg
Grafische industrie
Kleding
Langdurige zorg
Schoenen Woninginrichting
Annerie Vreugdenhil Directeur Zakelijk ING Nederland
Contactpersonen 89
Doe-het-zelf Consumentenelectronica
Disclaimer 90
Persoonlijke verzorging Automotive
ING Economisch Bureau
2
Ondernemen in 2016 / december 2015
De Nederlandse economie
De Nederlandse economie Sectoren
De Nederlandse economie
Binnenland sterker, buitenland onzeker De Nederlandse economie trekt in 2016 de
opgaande lijn door. Consumenten en bedrijven dragen het meeste bij, geholpen door banengroei, belastingverlaging en een sterkere huizenmarkt. De export groeit ook, maar dan moet de wereldhandel wel herstellen.
Sterkere binnenlandse vraag De inhaalrace zet door. De Nederlandse economie groeit in 2016, net als in 2015, harder dan gemiddeld in het eurogebied. Nederland was door een kopschuwe consument achterop geraakt, maar die laat weer vaker zijn geld rollen. Het consumentenvertrouwen stond sinds 2007 niet zo hoog.
Banktegoeden wijzen op meer bestedingsruimte Reële groei ten opzichte van jaar eerder, in procenten 10 5 0
Meer bestedingsruimte Er kán ook meer worden uitgegeven. Vermogens nemen toe en de lonen stijgen sneller dan de prijzen. Ook komen er per saldo banen bij in Nederland. Het aantal vacatures stijgt al twee jaar op rij. De geplande belastingverlaging geeft de koopkracht in 2016 een extra impuls. Verder helpt de lage rente de huizenmarkt verder omhoog. Dat leidt ook tot meer bestedingen. Doordat de verkoopaantallen precrisisniveaus naderen, vlakt de toename wel af.
-10 -15 2005
2007
2009
2011
2013
2015
Consumptie exclusief gas Tegoed op betaalrekeningen Bron: DNB, Macrobond, berekeningen ING Economisch Bureau
Investeringen stijgen, maar minder hard Bedrijven zien hun afzet en productieniveaus stijgen en de winstgevendheid verbeteren. Zij investeren meer in machines en ICT. De groei van de investeringen in woningen koelt na een plus van 25% in 2015 volgend jaar af. Voorspellingen
2014
2015
2016
Economische groei (bbp)
1,0%
2,0%
2,5%
Consumptie huishoudens
0,0%
1,7%
2,0%
Bedrijfsinvesteringen
4,9%
10,6%
5,1%
Export
4,0%
4,7%
4,8%
Inflatie (CPI)
1,0%
0,7%
1,6%
Werkloosheid (in %)
7,4%
6,9%
6,5%
154
178
190
Huizenverkopen (in dzd)
-5
Neerwaartse risico’s vooral in buitenland Exporteurs profiteren in 2016 van de goedkopere euro. Ook trekt de wereldhandel naar verwachting aan, al hangt dat sterk af van herstel in opkomende markten (zie pagina 10). Als de groei daar juist verder afkoelt, hebben vooral Nederlandse exporteurs van eigen makelij daar last van. “Volgend jaar wordt een goed jaar voor de consument: we verwachten de hoogste groei van de inkomens en de consumptie in 15 jaar.” Marieke Blom, Hoofdeconoom ING Nederland
Bron: Macrobond, voorspellingen ING Economisch Bureau
ING Economisch Bureau
4
Ondernemen in 2016 / december 2015
Sectoren
Derde jaar van groei in alle marktsectoren Alle Nederlandse bedrijfssectoren groeien in
2016. De hoogste groei is te vinden in de bouw en de zakelijke dienstverlening. De detailhandel en horeca profiteren van toenemende koopkracht en vertrouwen onder consumenten. Door de afkoeling van opkomende economieën blijft de groei in de industrie gematigd. De bezuinigingen in de zorg, zorgen in deze sector nog niet voor groei in 2016.
Hoogste groei in zakelijke dienstverlening en bouw
Binnenlandse vraag laat transport bloeien
De omzetten in de zakelijke dienstverlening nemen in 2016 snel toe. De sector profiteert van de breder gedragen economische groei, waarbij bedrijven vaker hun diensten inschakelen. Door de betere woningmarkt wordt de opleving in de bouw bijna volledig gedragen door de woningbouw.
Door de toenemende consumptie maken wegtransporteurs een opleving door. De groei in de bouw geeft een extra zet doordat circa een kwart van het wegtransport hieraan gelinkt is. Ook de binnenvaart ziet de vracht toenemen door de aantrekkende bouwvolumes.
Koopkrachtplus positief voor horeca en detailhandel
Industrie: last van terugval opkomende economieën
De horeca en detailhandel profiteren in 2016 van het toenemende vertrouwen bij consumenten. Het vooruitzicht is ook goed door verder herstel van de koopkracht. In de detailhandel stijgt het volume naar verwachting in 2016 met twee procent.
Nu de economische groei in de opkomende markten wat tegenvalt, maakt het productieniveau een meer zijwaartse beweging. De verwachte groei voor de industriële productie is voor 2016 1,5%.
Zorg: meevallende bezuinigingen In de zorg wordt minder bezuinigd dan eerder verwacht. Desondanks groeien de zorgvolumes in 2016 naar verwachting niet.
Alle commerciële sectoren groeien in 2016 Volumemutaties naar bedrijfstak (% j.o.j.) 7% 6%
2015
5%
2016
4% 3%
2% 1%
0%
0% -1% Agraris che sector
Bouw
Detailhandel Groothandel
Horeca
Industri e
Transport & log isti ek
Zak. Dienstv.
Onderwijs
Overheid
0%
Zorg & welz ijn
Bron: Ramingen ING Economisch Bureau
ING Economisch Bureau
5
Ondernemen in 2016 / december 2015
De wereld
Wereldeconomie Wereldhandel
Wereldeconomie
Het jaar van de waarheid Belangrijke groeibepalende factoren
(rentedaling, daling olieprijs, groei opkomende economieën) boeten aan kracht in. Daarmee lijkt 2016 het jaar van de waarheid te gaan worden. Volgend jaar zal blijken hoe sterk de economische groei in de ‘ontwikkelde markten’ onderliggend is omdat van ‘wind mee’ nauwelijks meer sprake zal zijn. De Amerikaanse economie groeit in een redelijk tempo en de Fed verhoogt de rente. De ECB is nog lang niet toe aan het verhogen van de rente. In het eurogebied blijft het groeitempo achter bij dat in de VS en zal de steun vanuit een waardedaling van de euro afnemen. Ondernemers lijken ook in 2016 te kunnen profiteren van een gunstige prijs voor het aantrekken van vreemd vermogen.
Lagere groei in China De Chinese economie koerst af op een lager – zij het internationaal gezien nog steeds hoog – groeipad. Dit beïnvloedt niet alleen de groei van de handelspartners in de regio negatief maar ook die van verder weg gelegen grondstoffenexporteurs, zoals bijvoorbeeld Australië en Brazilië. Ook de maakindustrie in de VS en in het eurogebied (vooral in Duitsland) zien hun afzet onder druk komen.
Groeimodel van investeringen naar consumptie De Chinese autoriteiten proberen een al te sterke groeivertraging te voorkomen door de economische groei te stimuleren. Niettemin moet voor de groei van de Chinese economie zowel voor volgend jaar als voor de wat langere termijn van een lager tempo worden uitgegaan. Het huidige economische model dat zwaar leunt op investeringen is op de langere termijn niet houdbaar en een verschuiving naar consumptie zal per saldo tot een wat lagere groei leiden.
Groeimodel China zal (moeten) veranderen Bestedingen China (in % BBP) 50% 45% 40% 35% 30% 2000 2002 2004 2006 2008 2010 2012 2014 Investeringen
Particuliere consumptie
Bron: Macrobond, ING
Amerikaanse industrie heeft last van ‘China’
Volume productie particuliere sector VS, 1e kw ‘08=100
Rentestijging in de VS Ondanks de wat mindere prestaties van de industrie, is het groeitempo van de Amerikaanse economie als geheel met circa 2½% toch nog redelijk, zij het niet spectaculair. De dienstensector, die erg belangrijk is voor de Amerikaanse economie, groeit duidelijk harder dan de maakindustrie die te kampen heeft met een dure dollar en afnemende afzet in de opkomende markten. Bij een economische groei van 2½% en een inflatie die richting de twee procent gaat is een situatie ontstaan waarin de centrale bank – de Federal Reserve – de beleidsrente kan gaan normaliseren. In december heeft de Federal Reserve al een eerste renteverhoging doorgevoerd. De eerste sinds 2006.
130 120 110 100
90 80
70 2005
2009 Diensten
2013 Maakindustrie
Bron: Macrobond, ING
ING Economisch Bureau
7
Ondernemen in 2016 / december 2015
Wereldeconomie
Het jaar van de waarheid (vervolg) Financiële marktpartijen gaan er vanuit dat er in 2016 nog twee à drie rentestappen van elk 0,25%-punt zullen volgen. De bestuurders van de Fed geven aan dat dit ook wel eens meer zou kunnen worden.
Lage groei en lage rente in het eurogebied In het eurogebied blijft het groeitempo, met zo’n 1,5%, achter bij dat in de VS. Daar is de centrale bank nog lang niet toe aan het verhogen van de rente. De inflatie gaat namelijk maar mondjesmaat omhoog en blijft ook volgend jaar met naar raming 1 – 1,5% nog onder de doelstelling (‘onder maar dichtbij 2%’) van de ECB. Echter, zolang de inflatie verder blijft oplopen en het groeitempo gehandhaafd blijft, is het niet waarschijnlijk dat de ECB het monetaire beleid nog verder zal gaan verruimen.
Afnemende stimulans vanuit olie Ook vanuit de olieprijs verwachten we geen verdere stimulans meer voor de economische groei. In 2015 was de olieprijs gemiddeld $53 per vat; 46% lager dan het jaar ervoor. Maar voor 2016 verwachten we ruwweg een stabilisatie van de olieprijs. Mogelijk stijgt de olieprijs zelfs licht tegen de achtergrond van een ruwweg gelijkblijvende olieproductie door de OPEC en andere olieproducenten en een licht groeiende vraag. Ook hier geldt dus dat de ‘wind in de rug’ naar verwachting verdwijnt. Producenten en consumenten profiteren volgend jaar weliswaar nog van lage energieprijzen maar er zal geen sprake zijn van een additionele stimulans.
Kerninflatie eurogebied loopt op Consumentenprijzen excl. voedsel, energie, alcohol en tabak (in % ten opzichte van een jaar eerder) 2,0 1,5 1,0 0,5 0,0 2010
Einde aan rentedalingen
ECB start kwantitatieve verruiming
2011
2012
2013
2014
2015
Bron: Macrobond, ING
Daarmee lijkt aan de rentedaling in het eurogebied een einde te komen. Alleen voor de driemaands geldmarktrente – die thans tussen de 10 en 15 basispunten negatief schommelt – lijkt nog ruimte voor een beperkte verdere daling tot 15 à 20 basispunten negatief. De rente op de kapitaalmarkt – afgemeten aan de tienjaarsrente voor Duitse overheidsleningen – ligt nu iets boven de 0,5% en zou in 2016 – onder invloed van oplopende rentes in de VS en inflatieverwachtingen in het eurogebied – licht kunnen stijgen tot circa 1%. Historisch gezien blijft de rente daarmee zeer laag. Ondernemers lijken derhalve ook in 2016 nog te kunnen profiteren van een gunstige prijs voor het aantrekken van vreemd vermogen.
ING Economisch Bureau
8
Ondernemen in 2016 / december 2015
Wereldeconomie
Het jaar van de waarheid (vervolg) In de loop van 2016 mogelijk herstel van euro
Risico’s vanuit China, Saoedi-Arabië en Zuid-Europa
Ditzelfde geldt voor de wisselkoers van de euro. Op korte termijn kan de euro nog wel wat verder dalen ten opzichte van de Amerikaanse dollar door de combinatie van een ruim blijvend monetair beleid in het eurogebied en (verwachtingen omtrent) hogere rentes in de VS. Maar in de loop van 2016 zullen beleggers er mogelijk op gaan anticiperen dat de ECB ergens in 2017 wel eens een begin zou kunnen gaan maken met het terugschroeven van het zeer ruime monetaire beleid. Dit zou dan al in 2016 kunnen leiden tot een waardestijging van de euro. Gemiddeld zou de eurodollar wisselkoers in 2016 rond 1,05 uit kunnen komen; slechts 5 dollarcent lager dan het gemiddelde van dit jaar.
De belangrijkste neerwaartse risico’s bij deze groeiverwachting zijn een onverwachte harde landing van de Chinese economie en een plotselinge stijging van de olieprijs, bijvoorbeeld omdat Saoedi-Arabië besluit te stoppen met de strategie om marktaandeel te winnen ten koste van de winstmarge. Een opnieuw oplaaien van de onzekerheid over de financieel-economische koers van de landen in Zuid -Europa zou de groeivooruitzichten in het eurogebied ook negatief kunnen beïnvloeden. Geheel uitgesloten is dit niet. In Griekenland kan de implementatie van afgesproken hervormingsmaatregelen tot een nieuwe politieke crisis leiden, in Spanje dreigt Catalonië met afscheiding en in Portugal is er onzekerheid over de mate waarin het hervormingsbeleid zal worden doorgezet.
Meer groei op eigen kracht Dit betekent dat drie belangrijke groeibevorderende factoren van 2015 (rentedaling, dalende olieprijs, waardedaling euro) zich in 2016 niet meer in dezelfde mate zullen manifesteren. Ook de opkomende economieën zijn minder dan voorheen een stuwende kracht achter de groei van de wereldeconomie. De rugwind voor de Europese economie zal afnemen en de groei zal meer dan voorheen ‘op eigen kracht’ moeten worden gegenereerd. Gelukkig zien we hier voortekenen van. De werkgelegenheid groeit en de lonen nemen toe. Dit is positief voor de ontwikkeling van de consumptieve bestedingen en daarmee de afzetverwachtingen van ondernemers. Het begrotingsbeleid kan – onder invloed van de vluchtelingencrisis en dreiging van terroristische aanslagen – mogelijk positief aan de groei gaan bijdragen als er door de verschillende overheden meer aan opvang en veiligheid wordt uitgegeven. Per saldo betekent dit dat de groei in het eurogebied in 2016 ruwweg hetzelfde zal zijn als in 2015. ING Economisch Bureau
Flinke daling olieprijs Prijs per vat Brent olie in dollars
160 140 120 100 80 60 40 20 0 2000
2003
2006
2009
2012
2015
Bron: Macrobond, ING
9
Ondernemen in 2016 / december 2015
Wereldhandel
Herstel van de wereldhandel in 2016 De wereldhandel veert in 2016 op, nadat
de handelsgroei in 2015 ver achter bleef bij de groei van de wereldeconomie. Vooral de wereldwijde vraag naar voedingsmiddelen en machines neemt toe. Het Nederlandse exportpakket sluit hier op zich goed op aan, waardoor 2016 ook voor de Nederlandse export een jaar van herstel kan worden. Daarbij blijft de Nederlandse export bovengemiddeld afhankelijk van specifieke markten als olie– en gas (aanhoudend moeilijke markt) en chipindustrie (volatiele markt).
Groei wereldhandel verdubbelt in 2016 Het volume van de wereldhandel in goederen en grondstoffen zal in 2016 3,4% toenemen, een ruime verdubbeling van de groei in 2015. Het groeicijfer voor 2015 komt naar verwachting niet hoger uit dan 1,5%, fors lager dan onze raming voor de wereldwijde BBP-groei (2,5%). Het komt zelden voor dat de toename van de wereldhandel zo sterk achterblijft bij de groei van de wereldeconomie.
Importen opkomende landen onder druk Gedurende de eerste twee kwartalen van 2015 liet de wereldhandel kwartaal op kwartaal een krimp zien. Niet alleen in geldbedragen maar ook in hoeveelheden. Vooral in de opkomende markten stond de importvraag onder druk. De trage groei van de wereldwijde goederenhandel is niet aan Nederlandse exporteurs voorbij gegaan. Vooral de binnenlands geproduceerde uitvoer staat sinds eind 2014 onder druk, ondanks de goedkopere euro.
Tegenwind neemt af in 2016 Een aantal ontwikkelingen die in 2015 een rem hebben gezet op de groei van de wereldhandel zullen in 2016 minder zwaar wegen. Ten eerste zal de groei van de industrie in sommige regio’s aantrekken. Dat is van belang voor de wereldhandel omdat de industriële productie en de vraag naar geïmporteerde grondstoffen en halffabrikaten sterk samenhangen. Een regio waarvoor ING verwacht dat de industriële productie zal bijtrekken is de eurozone.
Opkomende landen drukken wereldhandel Ontwikkeling importen per maand (Index 2014=100 110 105 100 95 90 jan-14 jul-14 Opkomende landen Wereldimport
jan-15 jul-15 Ontwikkelde landen
Bron: CPB
Daling wereldhandel treft export eigen product Ontwikkeling per kwartaal (Index 2013=100) 110 108 106
104 102 100
98 2013
2014
2015
Goederenuitvoer NL eigen product
Goederenexport NL wederuitvoer Wereldhandelsvolume Bron: CBS
ING Economisch Bureau
10
Ondernemen in 2016 / december 2015
Wereldhandel
Herstel van de wereldhandel in 2016 (vervolg) Europa zorgt voor herstel wereldhandel
Licht herstel van grondstoffenprijzen
In 2015 heeft de industrie in de eurozone zich veel zwakker ontwikkeld dan in deze fase van de conjunctuur verwacht zou mogen worden. Aangezien de voorraden laag zijn en het sentiment onder industriële inkoopmanagers nog steeds positief, voorzien wij voor 2016 een hogere groei van de industriële productie. Dat zal een meer dan gemiddeld effect hebben op de wereldhandel omdat Europa de grootste speler is in de wereldhandel en de eurozone het leeuwendeel van de Europese productie voor zijn rekening neemt.
Voor 2016 wordt ook enig herstel van enkele grondstofprijzen verwacht wat de inkomsten van grondstofexporteurs volgend jaar doet toenemen. Dit zal de importvraag vanuit deze landen volgend jaar ondersteunen.
Afzwakken economische tegenwind in opkomende landen
Nederland goed gepositioneerd Nederland is in principe goed gepositioneerd om te profiteren van het herstel van de wereldhandel. Zowel Agrifood als machines, twee belangrijke Nederlandse exportcategorieën, behoren in 2016 tot de top vier van productcategorieën die wereldwijd op de grootste toename van de vraag mogen rekenen.
Verwachte procentuele jaarstijging in 2016 6% 5% 4%
3% 2% 1% 0% Voedsel
Ten tweede zal de economische tegenwind in enkele opkomende markten afzwakken. In Rusland en Brazilië zal de recessie volgend jaar naar verwachting minder diep zijn dan dit jaar. Zodoende zullen deze grote handelslanden in 2016 een minder grote rem op de wereldhandel zetten dan in 2015.
ING Economisch Bureau
Vier snelste importgroeiers wereldwijd
Brandstoffen
Kleding
Machines
Bron: Oxford Economics
11
Ondernemen in 2016 / december 2015
Wereldhandel
Herstel van de wereldhandel in 2016 (vervolg) Vooral risico’s Er lijken vooral neerwaartse risico’s te zijn voor het basisscenario waarin de wereldhandel in 2016 met 3,4% groeit. De ontwikkeling in China is met meer dan de gebruikelijke onzekerheid omgeven. De groei van de industriële productie is in 2015 afgenomen en het eerder verwachtte aantrekken van de productie in het vierde kwartaal heeft zich nog niet overtuigend aangediend. Onderdeel van onze verwachting is de aanname dat er een positief effect van de ingezette begrotingsstimulansen zal uitgaan. De investeringen in infrastructuur zou de industriële productie moeten aanjagen, maar de eerste twee maanden van het slotkwartaal van 2015 hebben zowel een tegen– als een meevaller maandscore laten zien voor de industriële productie. Het is dus te vroeg om van een ommekeer in de ontwikkeling van de industrie uit te gaan.
ING Economisch Bureau
Aanhoudende groeivertraging China als stimulans niet aanslaat... Mochten de overheidsstimulansen niet voldoende aanslaan en de vertraging van de industriële groei doorzetten dan zal de Chinese importvraag inzakken en daarmee het herstel van de wereldhandel in de weg staan.
…wat herstel in Rusland en Brazilië kan verhinderen De inkomsten van grondstofexporteurs krijgen in dit scenario opnieuw een klap te verwerken. Als daardoor het herstel in landen als Rusland en Brazilië uitblijft, zal dit voor Nederland voelbaar zijn bij de export naar deze landen. Vooral Rusland is van belang met een 12e plek op de ranglijst van exportbestemmingen. Maar ook Brazilië, dat de afgelopen jaren een inhaalslag heeft gemaakt, is inmiddels een niet te verwaarlozen afzetmarkt voor de Nederlandse uitvoer.
12
Verkrapping monetair beleid Een ander neerwaarts risico is de wijze waarop het Amerikaanse monetaire beleid verkrapt wordt en de communicatie daarover door de monetaire beleidsmakers. Verassingen kunnen tot abrupte veranderingen van kapitaalstromen leiden. In 2013 hebben we gezien dat signalen van de Amerikaanse centrale bank, die leken te duiden op een hoger tempo waarin het kwantitatieve verruimingsbeleid zou worden teruggedraaid, in opkomende economieën tot grote kapitaaluitstroom leidden. De neerwaartse druk die dit opleverde voor de wisselkoers van de betreffende landen zorgde voor economische problemen.
Opkomende landen gevoelig voor kapitaalvlucht Opkomende markten zijn, gezien hun nog steeds omvangrijke schulden in dollars, ook nu nog gevoelig voor een plotselinge uitstroom van kapitaal. Kapitaalvlucht leidt veelal tot pogingen om de waarde van de eigen valuta te verdedigen met renteverhogingen. Een dergelijk scenario zou een herstel van de economie in opkomende landen in de weg staan, omdat het een rem zet op investeringen en consumptieve uitgaven. Een uitblijvend herstel zal gepaard gaan met een aanhoudend tegenvallende omvang van de importen van opkomende markten .
Ondernemen in 2016 / december 2015
Zakelijke dienstverlening
Accountantskantoren Flexbranche Juridische dienstverlening Organisatieadviesbureaus Reisbranche Software en services sector
Zakelijke dienstverlening
Hoge groei blijft gehandhaafd in 2016 In 2016 groeien de volumes in de zakelijke
dienstverlening met naar verwachting 4%, iets minder dan in 2015. De vraag naar zakelijke diensten komt uit vele bedrijfssectoren, terwijl de vraag vanuit de publieke sector nog iets achterblijft. De kennisintensieve diensten hebben nog altijd te maken met de transformatie naar digitale dienstverlening. De groep overige zakelijke dienstverleners groeit het snelst, vooral omdat uitzenders ook in 2016 flinke groei laten zien.
Groei zakelijke diensten blijft op hoog niveau Na een periode van krimp zet de zakelijke dienstverlening het herstel van 2014 in 2015 voort. De groei is gedurende het jaar aangetrokken, maar begint vanaf het derde kwartaal enigszins af te zwakken. Vooralsnog blijft de volumegroei op een hoog niveau. Voor 2016 wordt een groei in de volumes van 4% verwacht, tegen 5% in 2015. De vraag naar zakelijke diensten komt vooral uit het bedrijfsleven. De terughoudendheid van overheid en zorg bij de inhuur van externe dienstverleners blijft in 2016 bestaan. De best presterende subsector binnen de zakelijke diensten is opnieuw de uitzendbranche. Ook schoonmaak en beveiliging klimmen verder uit het dal. Binnen de kennisintensieve dienstverlening bestaan qua groei flinke verschillen. Een aantal branches kampt door digitalisering met vraaguitval. Digitale dienstverleners en organisatieadviseurs profiteren in 2016 volop van de bedrijvigheid. Binnen de digitale technologiesector gaat de opmars van clouddiensten verder. Softwareontwikkelaars profiteren in 2016, naast groei van de cloud, van de verdere behoefte aan automatisering en digitalisering van alle sectoren.
Volume softwarebranche groeit harder dan zakelijke dienstverlening Ontwikkeling in procenten t. o. v. voorgaande jaar 10 8
6 4 2 0
-2 -4 -6
2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015* 2016* Zakelijke dienstverlening
Software & services
Bron: CBS, * ramingen ING Economisch Bureau
Positieve lijn in beoordeling winstgevendheid Saldo verbetering - verslechtering winstgevendheid 14
4
“Zakelijke dienstverleners kunnen niet stil zitten, ondanks de positieve ontwikkelingen. Bedrijfs– en verdienmodellen komen ook onder druk door disruptie en daarom is actie nodig.” Sasja Winters, Sectormanager Zakelijke Dienstverlening
-6 -16 -26 -36
2012
2013 2014 2015 Specialistische zakelijke dienstverleners Overige zakelijke dienstverleners
Bron: CBS
ING Economisch Bureau
14
Ondernemen in 2016 / december 2015
Accountantskantoren
Stagnatie in accountancybranche De omzet en volumes van de accountancy-
branche stabiliseren na jaren van krimp. In 2016 stijgt de omzet licht (1%). Groei in advisering en controle biedt tegenwicht aan de krimp in administratie en samenstelwerk. De tarieven staan onder druk. Voor controles daalt het uurtarief, waardoor het in 2015 nog altijd 12% lager ligt dan in 2008.
Omzet en volume stabiliseren in 2016 Dankzij een sterk derde kwartaal is de omzet van de accountancybranche in de eerste negen maanden van 2015 met 0,9% gestegen. In 2016 blijven digitalisering, automatisering en standaardisering zorgen voor omzetdruk. Meer en meer klanten kiezen voor gebruiksvriendelijke (online) boekhoudprogramma’s en meer kantoren maken efficiciencyslagen. De groeiende economie en aantrekkende bedrijvigheid vormen door een grotere potentiële klantenbasis en via uitbreiding van advisering, een tegenwicht. Ook de controlepraktijk kan licht groeien door de extra inspanningen van accountantskantoren vanwege roulatie en om de kwaliteit van controles te vergroten. In 2016 groeit de brancheomzet naar verwachting per saldo met 1%.
Tarieven accountantscontrole 12% gedaald sinds 2008 Index 2008=100 105 100
95 90
85 2008
2012
2014
Bron: CBS
Volume stagneert na jarenlange daling Index 2009=100
Tarieven stabiel
105 100
Omzet
95 90 Volume
85 2008
2010
2010
2012
2014
2016*
De prijzen voor het werk van accountants, fiscalisten en administrateurs nemen dit jaar niet toe. In de eerste zes maanden van 2015 daalde het gerealiseerde tarief met gemiddeld 0,2% ten opzicht van een jaar eerder. Binnen de controlepraktijk staan de tarieven nog altijd sterk onder druk, met een afname van 4,1% in het eerste halfjaar van 2015. Sinds 2008 zijn de gerealiseerde uurtarieven per saldo 12% gedaald. De prijs van een gemiddelde wettelijke controle voor een bedrijf of instelling dat niet als organisatie van openbaar belang is aangemerkt bedroeg in 2014 € 33.000.
Bron: CBS, * ramingen ING Economisch Bureau
ING Economisch Bureau
15
Ondernemen in 2016 / december 2015
Flexbranche
Opbouw flexschil in lager tempo in 2016 De flexmarkt gaat het vierde opeenvolgen-
de jaar van omzetgroei tegemoet in 2016. De omzet stijgt naar verwachting met 8%. De doorgroeiende economie en het verdere herstel van de arbeidsmarkt blijven de vraag naar tijdelijk personeel stimuleren, maar de uitbreiding van de flexibele schil zal een lager tempo hebben.
2016 wordt vierde jaar op rij met omzetgroei De flexmarkt gaat een vierde opeenvolgend jaar van omzetgroei tegemoet in 2016. De doorgroeiende economie en het verdere herstel van de arbeidsmarkt blijven de vraag naar tijdelijk personeel stimuleren. De omzet groeit in 2016 naar verwachting met 8%. Bedrijven hebben vooral in 2015 hun flexibele schil uitgebreid. Dit zal in 2016 in een lager tempo gebeuren, ook omdat ondernemingen nieuw personeel meer aan zich willen binden, zeker waar schaarste heerst. De verbeterde (financiële) vooruitzichten van bedrijven maken dit ook mogelijk. In de eerste negen maanden van 2015 is de omzetgroei van uitzenders en andere flexbedrijven uitgekomen op gemiddeld 9,5%. Voor heel 2015 verwacht ING Economisch Bureau een groei van ongeveer 10%, de eerste dubbelcijferige groei in jaren.
Omzetgroei flexbranche In procenten ten opzichte van voorgaande jaar 12 8 4 0 -4 -8
-12 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015* 2016* Bron: CBS, * ramingen ING Economisch Bureau
Groei technisch personeel vlakt af De flexbranche is nog altijd de drijvende kracht achter de banengroei. Van de in het derde kwartaal van 2015 per saldo gecreëerde 33.000 banen, kwamen er 21.000 via uitzenders tot stand. Technisch personeel is gewild. Weliswaar is de groei in uren gedurende het jaar teruggelopen van 20% of meer tot daar onder, maar het technische segment heeft nog altijd de sterkste groei ten opzichte van een jaar eerder. Dat neemt niet weg dat ook voor industriële en administratieve beroepen de urengroei rond de 10% uitkomt. De branche benut steeds meer software. Vendor management systemen waren al gemeengoed voor de segmenten met grotere volumes, maar worden ook steeds relevanter bij het bemiddelen van professionals.
Omzet uitzenders in technisch segment groeit het snelst Ontwikkeling t.o.v. jaar eerder in procenten Technisch personeel
30 25 20 15 10 5 0 -5 -10
Totaal
2012
2013
2014
2015
Bron: ABU
ING Economisch Bureau
16
Ondernemen in 2016 / december 2015
Juridische dienstverlening
Groeitempo neemt licht af in 2016 De omzet in de juridische dienstverlening
groeit in 2016 in een lager tempo dan in 2015. De minder uitbundige groei van woning– en overnamepraktijk leiden tot een verwachte omzettoename van 3%. De advocatuur profiteert in 2015 van meer transactiewerk, notarissen groeien mee met de woningmarkt, terwijl deurwaarders het nog altijd lastig hebben. Hoewel de tarieven in 2015 stijgen, blijft onverminderd prijsdruk bestaan voor standaarddiensten. In het notariaat dalen de prijzen nog altijd.
Overnames en huizenmarkt stuwen groei In 2015 neemt de omzet in de juridische dienstverlening met 4% toe. De advocatuur, en dan vooral de Amsterdamse Zuidaskantoren, profiteren van de in 2015 sterk aangetrokken markt voor fusies en overnames. Het notariaat groeide door het herstel op de woningmarkt. In het derde kwartaal van 2015 steeg het aantal o.g. akten bijvoorbeeld met een derde ten opzichte van een jaar eerder. De groei in de familie en ondernemingspraktijk is bescheidener, hoewel het aantal levenstestamenten in dat kwartaal bijvoorbeeld met twee derde toenam. Deurwaarderskantoren hebben het nog altijd lastig, vanwege felle concurrentie op de incassomarkt en de hoge kosten bij het innen van schulden. In 2016 groeit de juridische dienstverlening opnieuw, zij het in een lager tempo (3%). Dit komt vooral door een minder uitbundige groei van de huizenverkoop en het transactiewerk.
Omzet juridische diensten aangetrokken Ontwikkeling t.o.v. jaar eerder in procenten 6
4
2
0
Aantal akten familiepraktijk redelijk stabiel 300.000 250.000 200.000 150.000 100.000 50.000
0 2012
2013
2014
2015*
Bron: CTR, KNB, * ramingen ING Economisch Bureau
Tarief advocaat herstelt, maar blijft voor notaris onder druk De tarieven in de juridische dienstverlening daalden tussen 2012 en 2014. In 2015 is daar, met een stijging van 2,8% in de eerste jaarhelft, een einde aan gekomen. In de advocatuur lijkt door de opleving van de transactiepraktijk ook de prijsdruk verlicht. Toch blijven de prijzen voor standaarddiensten onder druk staan, ook door concurrentie van nietadvocaten en de inzet van technologie. Binnen het notariaat blijven de tarieven in de o.g. praktijk dalen (-3,6% in de eerste helft van 2015) ondanks het herstel van de huizenmarkt en in het kielzog het aantal aktes. De prijsstijgingen in de ondernemings– en familiepraktijk maken die daling niet goed, waardoor notariële diensten bijna 2% goedkoper zijn geworden in de eerste zes maanden van 2015.
2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015* 2016* Bron: CBS, ramingen ING Economisch Bureau
ING Economisch Bureau
17
Ondernemen in 2016 / december 2015
Organisatieadviesbureaus
Steeds meer spelers op groeiende adviesmarkt Organisatieadviesbureaus profiteren in
2016 van verder toenemende bedrijvigheid en de aanpassingen waar organisaties voor staan, gezien verschuivingen in de economie. Na jaren van kwakkelen en krimp is 2015 een goed jaar en dit krijgt in 2016 een vervolg. De omzet van de branche stijgt naar verwachting met 7%. De groeiende adviesmarkt trekt nog altijd nieuwe spelers, vooral zzp’ers. Het aantal bedrijven is tussen 2007 en 2015 bijna verdubbeld, al vlakt de groei de laatste jaren wat af.
Veel meer advieswerk Na zes jaar van kwakkelen en krimp herstellen organisatieadviesbureaus zich krachtig in 2015. In de eerste negen maanden kwam de groei uit op 7,4%. Nu steeds meer bedrijven minder door de korte termijn worden geregeerd, stijgt de vraag naar (strategisch) advies. Verschuivingen in de economie zoals digitalisering zorgen er tegelijkertijd voor dat veel organisaties zich moeten aanpassen. Adviseurs profiteren hier ook in 2016 van in combinatie met de verdere aantrekkende bedrijvigheid. Voor 2016 verwacht ING Economisch Bureau een omzetgroei van 7%. Het is niet verwonderlijk dat in deze groeiende adviesmarkt de groei van het aantal organisatieadviesbureaus doorgaat. Eind 2015 zijn er meer dan 100.000 consultancybedrijven, waarvan 91% zzp’er is. De groei in het aantal bedrijven vlakt de laatste jaren wel af. In 2015 was deze 6%, waar in de jaren voor 2012 sprake was van dubbelcijferige groei.
Omzet blijft stijgen na jaren van kwakkelen en krimp Ontwikkeling t.o.v. jaar eerder in procenten 12 8 4
0 -4
-8 -12 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015* 2016* Bron: CBS, * ramingen ING Economisch Bureau
Steeds meer organisatieadviesbureaus Aantal bedrijven in vierde kwartaal
Redenen voor sterke toename aantal organisatieadviesbureaus
100.000
De toetredingsdrempel is laag. Naast een zeer lage
80.000
kapitaalintensiteit speelt mee dat iedereen zich organisatieadviseur kan noemen. De gestegen werkloosheid in voorgaande jaren leidde tot veel toetredende ZZP’ers. Bij baanverlies is organisatieadviseur voor veel hoger opgeleide 40+-ers een eerste alternatief. De aantrekkende markt voor adviesdiensten heeft momenteel een aanzuigende werking.
60.000 40.000
20.000 0 2007
2009 Overig
2011
2013
2015
Zzp'ers
Bron: CBS
ING Economisch Bureau
18
Ondernemen in 2016 / december 2015
Reisbranche
Groei buitenlandse vakanties stuwt omzet In 2016 neemt het aantal vakanties van Ne-
derlanders naar verwachting met 2% toe tot 35,8 miljoen. Hoger consumentenvertrouwen en hogere besteedbare inkomens zorgen voor deze groei. De omzetten van de reisbranche stijgen sterk. Online travel agencies, touroperators en reisbureaus profiteren van het herstelde consumentenvertrouwen. De zakenreismarkt trekt aan, door economisch positieve ontwikkelingen waardoor het zakenreizen weer gestimuleerd wordt.
Meer vakanties, meer omzet Gedreven door meer consumentenvertrouwen en hogere besteedbare inkomens zit er weer groei in de vakantiemarkt. In 2016 neemt het aantal vakanties van Nederlanders naar verwachting met 2% toe tot 35,8 miljoen. Daarmee ligt het aantal vakanties nog onder het niveau van 2008. In 2015 is het aantal buitenlandse vakanties met 1% toegenomen. In het winterseizoen 2014/2015 werden bovendien 7% meer wintervakanties ondernomen. De totale bestedingen aan vakanties stegen tot € 16 miljard. Online travel agencies, reisbureaus en touroperators profiteren van de toegenomen (zakelijke) reislust. De brancheomzet steeg tot en met september 2015 met 19%. Geopolitieke gebeurtenissen gooien voor bepaalde bestemmingen wel regelmatig roet in het eten. Onrust in Griekenland en terrorisme in bijvoorbeeld Egypte schaadden in 2015 al dan niet tijdelijk de omzet, zeker van specialisten. Dergelijke geopolitieke risico’s blijven ook in 2016 van invloed op het succes. De zakenreismarkt profiteert van de verdere economische groei en toenemende handel buiten Europa. TUI veruit grootste reisbedrijf Grootste reisbedrijven naar omzet en werknemers in 2014
Aantal ondernomen vakanties in miljoenen 37 36 35 34 33
Bron: NBTC-NIPO, * ramingen ING Economisch Bureau
Pakketreizen duurder, omzet touroperators weer in de lift Ontwikkeling in procenten t. o. v. voorgaande jaar 14 9
Omzet (€mln)
FTE
1.775
1.938
-1
BCD Nederland
868
636
-6
Corendon
425
135
-11
Thomas Cook Nederland
420
218
-16
D-reizen
407
815
TUI Nederland
Bron: TravMagazine
ING Economisch Bureau
Aantal vakanties groeit naar niveau 2008
Prijs pakketreis
4
Omzet touroperators
2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 Bron: CBS
19
Ondernemen in 2016 / december 2015
Software en services sector
Softwaresector groeit door in 2016 De nieuwe groeifase van de software en ser-
vices sector resulteert sinds 2014 in omzetgroei van minimaal 5%. Drijvende kracht achter de groei zijn de investeringen van bedrijven en overheden in de cloud, waardoor de vraag naar software as as service (SaaS) bijvoorbeeld toeneemt. Deze cloud trend zorgt samen met enkele andere ontwikkelingen in 2016 voor omzetgroei. Met 8% komt de toename op een met 2015 vergelijkbaar niveau uit. IT consultancy diensten kampen met vraaguitval, met name omdat de automatisering steeds meer zelf geautomatiseerd wordt.
Sterke omzetgroei krijgt vervolg in 2016 De software en services sector is vanaf 2014 in een nieuwe groeifase terecht gekomen. In 2015 groeit de omzet met 8% opnieuw sterk. Bedrijven investeren in software, ook al omdat software een steeds groter deel vormt van hun producten en diensten. Verschillende ontwikkelingen stuwen de vraag naar software, waarbij de adoptie van de cloud een centrale rol speelt. Het is daarom vooral de groei van software die gebruikt wordt in de (private) cloud (SaaS) die sterk is. De zogenoemde ‘on premise’ software boet juist aan belang in. In 2016 gaat deze ontwikkeling verder waardoor de omzet van de software en services sector in 2016 naar verwachting opnieuw met 8% stijgt. Er is binnen de sector wel een duidelijk onderscheid tussen de prestaties van software inclusief nauw hieraan verwante diensten als ontwikkeling enerzijds en de overige diensten anderzijds. De vraag naar consultants loopt namelijk steeds verder terug nu de automatisering zelfs steeds meer geautomatiseerd verloopt. Bovendien wordt in de publieke sector nog altijd gesneden in advies, inhuur en projecten. Daarnaast blijft er concurrentie uit lage lonen landen. Zo verschuift de vraag steeds meer in de richting van technologie (software, platformen, infrastructuur).
Omzet blijft hard groeien Ontwikkeling t.o.v. jaar eerder in procenten 9 6
3 0 -3
-6 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015* 2016*
Bron: CBS, * ramingen ING Economisch Bureau
Bestedingen aan cloud software groeien sterk Bestedingen in miljarden euro’s en groei 6
4
Groeidrivers in software &services
3
2
Cloud Mobile Social Analytics (Big Data) Beveiliging
+ 1%
5
+ 62%
1
2013
2015 Lokaal
Cloud
Bron: Marktmonitor ICT
ING Economisch Bureau
20
Ondernemen in 2016 / december 2015
Industrie Voedingsmiddelenindustrie Chemie Rubber en kunststofindustrie Metaalbewerking Elektrotechnische industrie Machinebouw Transportmiddelenindustrie Grafische industrie
Industrie
Gematigde groei voor industrie Na een sterke eerste helft van 2015 staat
de groei van de industrie onder druk. Over heel 2015 wordt een productietoename van 1% verwacht. Ook voor 2016 wordt een gematigde groei (1%) verwacht. De export was lange tijd de steun voor de industrie, maar de ontwikkeling van de exportorders suggereren dat deze steun afneemt. De relatief lage prijzen van onder meer olie en metalen brengt een belangrijk deel van de Nederlandse industrie wat meer winstmarge. Dit biedt enige (extra) ruimte voor toekomstgerichte investeringen.
Voorlopig beperkte groei voor industrie De stijgende lijn die de Nederlandse industrie tot medio 2015 te pakken had, is in het derde kwartaal gekeerd. Met name de groeivertraging in China en van de Duitse industrie zorgt voor afzwakking bij de Nederlandse industrie. De gunstigere omstandigheden op de binnenlandse markt kunnen dit niet compenseren. De productiegroei over heel 2015 komt naar verwachting uit op 1%. In 2016 zet dit tempo zich naar verwachting door.
Groei maakindustrie in lagere versnelling De voedingsindustrie is een stabiele groeier, terwijl de chemische industrie juist in moeilijk vaarwater zit, vanwege de hoge mate van concurrentie op de wereldmarkt. De derde belangrijke pijler van de Nederlandse industrie, de maakindustrie, kende tot medio 2015 een behoorlijke groei. Vooral de machinebouw doet nu echter een stapje terug. In het derde kwartaal lag de productie bijna 7% lager dan in het tweede kwartaal. Omdat daarnaast toeleveranciers aan de olie– en gassector de vraag fors hebben zien terugvallen, blijft de groei van de industrie als geheel beperkt.
Steun export valt weg voor industrie Orders (> 50 = groei)
65 60 55 50
45 40 2014
2015 Exportorders
Binnenlandse orders*
Bron: * berekeningen ING Economisch Bureau o.b.v. NEVI, CBS
Verwachte productieontwikkeling industrie 2014
2015
2016
Industrie totaal
1,1%
1,0%
1,0%
Voedingsmiddelen
2,1%
1,7%
1,2%
-0,6%
-3,5%
1,0%
Rubber– en kunststof
3,4%
2,5%
0,0%
Metaalbewerking
1,2%
1,5%
1,0%
Elektrotechnisch
1,5%
3,5%
1,0%
“Inzet van technologie is essentieel om voorop te lopen. Maak tijd vrij om los te komen van de dagelijkse hectiek en zoek een antwoord op de vraag: wat betekent nieuwe technologie voor mijn bedrijf?”
Chemie
Machinebouw
5,3%
0,0%
0,0%
Arnold Koning, Sectormanager Industrie
Transportmiddelen
3,3%
6,5%
2,5%
Grafisch
1,7%
-2,5%
0,0%
Bron: CBS, ramingen ING Economisch Bureau
ING Economisch Bureau
22
Ondernemen in 2016 / december 2015
Voedingsmiddelenindustrie
Stabiele groei voedingsmiddelenindustrie Met een productie-aandeel van bijna 20% is
de voedingsmiddelenindustrie een belangrijke pijler van de Nederlandse industrie. Met een verwachte groei van ruim 1% in 2016 ligt de productie circa 10% boven het niveau van 2010. De sector groeit hiermee harder dan de industrie als geheel (+6% ten opzichte van 2010). Voor de meeste segmenten, waaronder vlees, zuivel en aardappelen worden in 2016 stijgende prijzen verwacht. Hogere inkoopprijzen kunnen de marges van de industrie gaan drukken.
Volumegroei met aanhoudende prijsdruk
Export stuwt groei voedingsindustrie
De Nederlandse voedingsindustrie weet het groeitempo redelijk vast te houden. De sector is van nature weinig gevoelig voor economische schommelingen. Desalniettemin biedt de verdere koopkrachtverbetering bij consumenten wel kansen voor omzetgroei in het luxere segment.
130
Export trekt de kar
115
De binnenlandse omzet staat de laatste jaren door lagere afzetprijzen onder druk. Aan de exportkant weet de sector echter beduidend hogere volumes te verkopen, waardoor de omzet stijgt, ondanks gemiddeld lagere verkoopprijzen. Zuivel blijft een sterk exportproduct, met in 2015 zelfs zo’n 30% groei richting Noord– en Zuid-Amerika. De zwakkere euro t.o.v. de dollar heeft hierbij zeker geholpen.
Index 2010=100
125
120
110 105 100 2014
2015
Omzet binnenland
Omzet buitenland
Bron: CBS
Productie voedingsindustrie groeit gestaag Index 2010=100
115 110
105 100 95 2014
2015
Bron: CBS
ING Economisch Bureau
23
Ondernemen in 2016 / december 2015
Chemie
Enig herstel lonkt voor chemie Met een krimp van circa 3,5% is ook 2015
een moeilijk jaar voor de chemiesector. De krimp lijkt echter verleden tijd: in 2016 wordt gerekend op een groei van 1%. De Nederlandse chemie heeft een sterke positie binnen Europa, maar investeringen van de mondiaal opererende chemieconcerns zijn nog altijd veelal gericht op de VS, Midden-Oosten en Azië. Hoewel de concurrentiepositie op de wereldmarkt nog altijd lastig te noemen is, bieden de lagere olieprijs en eurokoers verzachting.
Export groeit wel De Nederlandse chemiesector bevindt zich nog altijd in uitdagende omstandigheden. De kostprijsverschillen (energie) t.o.v. de VS en het Midden-Oosten zijn niet zomaar te veranderen en creëren met name op de wereldmarkt een lastige concurrentiepositie. Desalniettemin weet de sector haar buitenlandse omzet in 2015 wel te laten groeien ten opzichte van 2014 (+4%). Voor 2016 wordt beperkt herstel verwacht. De Europese economie ontwikkelt zich redelijk, maar investeringen en industriële productie nemen nog weinig toe. Voor de chemie, als ‘industrie van de industrie’, betekent dit een klein herstel (+1%) na een moeilijk jaar (productie –3,5% in 2015).
Nog geen productiegroei in chemie Index 2010=100
120 110
100 90 80 2014
2015
Bron: CBS
Export chemie groeit wel in 2015 Exportwaarde, in miljarden euro’s
14 13 12 11 10
9 8 2014
2015
Bron: CBS
ING Economisch Bureau
24
Ondernemen in 2016 / december 2015
Rubber– en kunststofindustrie
Groei ebt weg na sterke periode Van medio 2014 tot medio 2015 ging het
voor de wind in de rubber– en kunststofindustrie. De tweede helft van 2015 toont een duidelijke verzwakking, maar over het jaar blijft een productiegroei van 2,5% over. In belangrijke afzetmarkt Duitsland staat de industriële groei al enige tijd onder druk. Mede door de economische afzwakking in opkomende economieën zal dit voorlopig niet of nauwelijks herstellen. Dit raakt ook de Nederlandse rubber– en kunststofindustrie. Voor 2016 is de verwachting dat de productie stabiel blijft.
Productie stabiliseert in 2016 na 2,5% groei in 2015 De rubber– en kunststofindustrie kende een goede periode tussen medio 2014 en medio 2015. Zowel de wereldeconomie groeide goed, terwijl in het binnenland het herstel in de bouwsector gestalte kreeg. Op de binnenlandse afzet blijft de bouw een belangrijke afnemer. Dit gunstige tij is enigszins gekeerd. Binnenlands gaat het nog redelijk, maar afzwakking van de economie in opkomende markten zorgt direct en indirect (vooral via de Duitse industrie) voor minder goede perspectieven. Begin derde kwartaal gaf bijna een kwart van de bedrijven aan ‘onvoldoende vraag’ als belangrijkste productiebelemmering te zien. Een half jaar eerder was dit nog zo’n elf procent. Hoewel het jaar 2015 nog circa 2,5% groei zal laten zien, zwakt dit af tot naar verwachting 0% in 2016.
Buitenland steunpilaar voor omzet Index 2010=100
140 130
120 110
100 90 80 2014
2015
Omzet binnenland
Omzet buitenland
Bron: CBS
Productie valt terug in derde kwartaal Index 2010=100
115 110 105
100 95 2014
2015
Bron: CBS
ING Economisch Bureau
25
Ondernemen in 2016 / december 2015
Metaalbewerking
2014-2016: drie jaren met lichte groei De metaalbewerking heeft haar van ouds-
her binnenlandse focus losgelaten en de afgelopen jaren een flinke exportgroei gerealiseerd. De productie ontwikkelt zich licht positief. De binnenlandse economie (bouw) biedt enige steun. Het buitenland, in het bijzonder de Duitse afzetmarkt, tempert de groeiverwachtingen enigszins. De groei van de sector is te beperkt om de concurrentie– en prijsdruk te doen verminderen. Wel bieden lage grondstofprijzen van metalen enige lucht aan inkoopzijde.
Metaalsector groeit beperkt De metaalbewerkende industrie is een gefragmenteerde markt waarin relatief veel kleine bedrijven actief zijn. Van de totale industriële productie neemt de branche ongeveer 6% voor haar rekening. Dit terwijl bijna 18% van de industriële bedrijven actief is in de metaalbewerking. De Nederlandse metaalsector was lange tijd sterk afhankelijk van het binnenland (circa 70% van de omzet). Indirect gingen producten wel naar het buitenland, maar steeds meer weet de sector direct buitenlandse klanten te bedienen. Tegelijkertijd betekent dit dat de sector nu de teruggang in de Duitse en Aziatische industrie voelt. Juist de binnenlandse markt, in het bijzonder de bouwsector, zorgt nu voor enige ondersteuning voor de groei. Per saldo blijft er een verwachte productiegroei in 2016 over van 1%.
Productiegroei metaalbewerking valt stil Index 2010=100
110
105
100
95 2014
2015
Bron: CBS
Binnenlandse afzet blijft op laag niveau Index 2010=100
140 130
120 110
100 90 80 2014
2015
Omzet binnenland
Omzet buitenland
Bron: CBS
ING Economisch Bureau
26
Ondernemen in 2016 / december 2015
Elektrotechnische industrie
Lagere groei na goed 2015 De elektrotechnische industrie kent een
goede periode vanaf het tweede kwartaal van 2014. Inmiddels valt de groei wat terug maar voor heel 2015 blijft een groei over van circa 2,5%. De sector exporteert veel en is daardoor in belangrijke mate afhankelijk van ontwikkelingen in onder meer de Duitse en Aziatische economie. De groeivertraging hier zorgt voor een lagere productietoename in 2016, van naar verwachting 1%. Veel elektrotechnische bedrijven opereren als toeleverancier en zullen meer verantwoordelijkheid en investeringen (zoals in kwaliteit, ketenaansprakelijkheid en innovatie) moeten dragen om de juiste partij voor eindfabrikanten te blijven.
Buitenland trekt de kar voor elektro-industrie De elektrotechnische industrie is een belangrijke pijler van de industrie (productie-aandeel ruim € 33 miljard, 11% van totale industrie) en de grootste tak binnen de technologische (maak)industrie. Circa 70% van de productie is bestemd voor export, en vooral die afzet gaat goed. Echter, de afzwakking van de Duitse industrie en van investeringen in China wordt ook gevoeld door de elektrotechnische industrie. De productie valt daardoor wat terug, waarbij herstel in de loop van 2016 wordt verwacht. De productiegroei over heel 2016 wordt op 1% geraamd.
Productie valt terug na sterke groei
Index 2010=100
160 140 120 100 80 2015 1e kw.
Index 2010=100
2015 2e kw
Omzet binnenland
115
2015 3e kw
Omzet buitenland
Bron: CBS
Eindfabrikant vraagt meer van elektro-industrie
110 105
100 95 2014
2015
Bron: CBS
ING Economisch Bureau
Buitenland steunpilaar voor elektro-industrie
27
Bedrijven in de elektrotechnische industrie opereren vaak als toeleveranciers in de high-tech keten. Belangrijke eindfabrikanten in de machine– en installatiebouw en transportmiddelenindustrie leggen steeds meer verantwoordelijkheden bij haar toeleveranciers. Dit betekent dat deze bedrijven meer en meer in staat moeten zijn om productvernieuwing te kunnen brengen. Toeleveranciers hebben op hun specifieke terrein dikwijls meer kennis dan de eindfabrikant. Proactief opereren en betrokkenheid vroeg in ontwikkelprocessen zorgen voor de echte toegevoegde waarde naar klanten.
Ondernemen in 2016 / december 2015
Machinebouw
Machinebouw maakt pas op de plaats De tweede helft van 2015 laat een duidelijke
productie-afname zien voor de machinebouw, vooral omdat investeringen in opkomende economieën onder druk staan. De verwachte jaargroei valt terug van ruim 5% in 2014 naar 0% in 2015. Ook over 2016 wordt een stabilisatie van de productie verwacht. De perspectieven op langere termijn voor de machinebouw blijven gunstig. Met een hoge complexiteit en lage productievolumes zijn machines bij uitstek producten waarmee Nederlandse bedrijven op de wereldmarkt kunnen concurreren.
Krimp in derde kwartaal vaagt goede start weg De machinebouw maakt pas op de plaats na een flinke groei in 2014 van ruim 5%. De verwachting is dat het productieniveau in 2015 en 2016 op het niveau van 2014 blijft hangen. Bedrijven investeren weliswaar, maar prioriteiten liggen vooral bij ICT. Bovendien groeit de vraag in eindmarkten - zeker in Europa - niet hard, waardoor investeringen in uitbreiding van productiecapaciteit beperkt zijn. Daarbovenop komt de afzwakking van de wereldeconomie, mede door een groeivertraging in China, die ook de export onder druk zet.
Productie machinebouw valt flink terug
Steun export valt weg voor machinebouw Index 2010=100
140 130
120 110
100 90 80 2014
Index 2010=100
2015
Omzet binnenland
115
Omzet buitenland
Bron: CBS
Diensten naast de machine voor lange termijn groei 110
105
100 2014
2015
Bron: CBS
ING Economisch Bureau
28
De perspectieven op langere termijn blijven gunstig voor de machinebouw. Nederlandse bedrijven onderscheiden zich met hoogtechnologische producten en zijn vaak wereldwijd actief. Tal van mondiale uitdagingen, denk aan voedsel– en energievoorziening, zorg of mobiliteit, bieden kansen genoeg voor deze industrietak. Wel verandert het ‘product’ waarmee geld verdiend kan worden. Naast de machine zullen diensten aan belang winnen. Onderhoud is hierbij een vanzelfsprekende, waarbij nieuwe technologieën (Internet of Things, big data) kunnen zorgen voor een vele malen efficiëntere inzet van zowel mens als machine. Hierbij is het zaak voor fabrikanten primair te denken vanuit de klantbehoefte. De technisch beste machine hoeft niet de beste machine voor klanten te zijn.
Ondernemen in 2016 / december 2015
Transportmiddelenindustrie
Buitenland zorgt voor verdere groei De productiegroei bij VDL Nedcar geeft een
belangrijke impuls aan de transportmiddelenindustrie. In 2015 groeit de sector met circa 6,5%. Voor 2016 wordt een groei van 2,5% voorzien. Naast auto– en bussenproductie bij VDL kent Nederland nog altijd een miljardenproductie in scheepsbouw en vrachtwagens. De binnenlandse omzet blijft hangen op een niveau van 65% t.o.v. 2010. Het geeft aan dat binnenlandse investeringen in kapitaalgoederen maar moeilijk herstellen.
Prille omzetgroei zet vanwege tegenslag niet door De productiegroei bij VDL Nedcar geeft de transportmiddelenindustrie een mooie duw in de rug. De start van de productie van een tweede model zorgt voor verdere productie– en banengroei. Tegelijkertijd zorgt deze wederopstanding van de auto-industrie voor een diverser karakter van de Nederlandse transportmiddelenindustrie. Andere belangrijke producten zijn vrachtwagens, bussen, fietsen en boten. Deze laatste productcategorie, goed voor een omzet in 2014 van naar schatting € 5 miljard, krijgt wel een knauw vanuit olie– en gasgerelateerde activiteiten. Investeringen in offshore olie– en gasactiviteiten staan op een bijzonder laag pitje door de lage olieprijs. Het effect van de lage olieprijs reikt echter verder, omdat overheidsfinanciën van grote olielanden onder druk staan. Grote investeringen in transportmiddelen (boten/bussen) komen in die landen vaak vanuit publieke hoek.
Productie blijft goed na flinke groei in 2014 Index 2010=100
125 120 115 110
105 100 2014
2015
Bron: CBS
Buitenland brengt sector groei Index 2010=100
200
150
100
50 2014
2015
Omzet binnenland
Omzet buitenland
Bron: CBS
ING Economisch Bureau
29
Ondernemen in 2016 / december 2015
Grafische industrie
Omzetdruk blijft bij sector in transitie Omzetdruk is nog altijd actueel in de sector.
In 2015 is de omzet met rond de 7% gedaald. Het geeft aan dat overcapaciteit onverminderd aanwezig is en de financiële weerbaarheid van de sector gemiddeld niet op peil is. Tegelijkertijd zijn er bedrijven die juist groeien. Dit kan in specifieke segmenten zijn zoals verpakkingsdrukwerk of bij ondernemers die een succesvolle transitie van print naar digital hebben gemaakt. In de online en digitale markt zijn ook de nodige startups te zien.
Omzetdruk zet bedrijven in beweging De jarenlange omzetdruk die de sector teistert, is nog niet ten einde. Sinds 2007 is de omzet ruim 40% afgenomen, ondanks een positieve ontwikkeling van de buitenlandse omzet. Dit beeld zal in 2016 niet veel anders zijn en zal de sector verder veranderen. Lastige factor voor individuele bedrijven is dat de financiële weerbaarheid vaak beperkt is en de investeringen die nodig zijn om een nieuwe strategie uit te voeren direct de juiste moeten zijn. Een andere ontwikkeling die voorlopig zal blijven, is het samengaan van bedrijven. Schaalgrootte is een vereiste voor het reguliere drukwerk, waarbij backoffices zoveel mogelijk worden samengevoegd. Voor gezonde groei moet echter de ‘voorkant’ van het bedrijf op orde zijn: klantspecifieke oplossingen - steeds vaker in een digitale en online-omgeving en flexibiliteit zijn hierbij de belangrijkste succesfactoren.
Productie herstelt licht na terugval in 2014 Index 2010=100
110 105 100
95 90 2014
2015
Bron: CBS
Buitenlandse omzet verzacht de pijn enigszins Index 2010=100
150 130 110 90 70 50 2014
2015
Omzet binnenland
Omzet buitenland
Bron: CBS
ING Economisch Bureau
30
Ondernemen in 2016 / december 2015
Bouw
Woningbouw Utiliteitsbouw Infrasector Installatiebranche Onderhoud, herstel en verbouw Commercieel vastgoed
Bouw
Bouwproductie groeit voor derde jaar op rij In 2016 groeit de bouwproductie naar ver-
wachting met vier procent. In de loop van 2015 is de groei van de verkoop van nieuwbouw en het aantal afgegeven vergunningen gestagneerd. De lange doorlooptijden van projecten zorgen er echter voor dat de woningbouw ook in 2016 de groeimotor van de bouw is. Door de beëindiging van het lage btw-tarief was er halverwege 2015 een tussensprint in de omzetten. De opgeleefde woningmarkt blijft echter ook in 2016 zorgen voor veel verbouwopdrachten. In de utiliteitsbouw en de infrasector is het herstel nog beperkt.
Bouwers weer optimistisch In het derde kwartaal van 2015 kromp de bouwproductie met twee procent ten opzichte van het vorige kwartaal. De beëindiging van het lage btw-tarief per juni 2015 was hier debet aan. Door het sterke begin in 2015 stijgt de bouwproductie naar verwachting over geheel 2015 wel met zes procent. Aannemers zijn (per saldo) ook voor het eerst sinds 2008 weer optimistisch gestemd. Het herstel van de infrasector en de bouw van nieuwe bedrijfsgebouwen blijft nog duidelijk achter. Het is dan ook vooral de nieuwbouw van woningen die door de aangetrokken woningmarkt de kar trekt. Ook in 2016 leidt dit tot een verdere groei van de bouwproductie.
2016: Derde jaar van groei bouwproductie Naar verwachting groeit de bouwproductie in 2016 met 4%. Hierdoor neemt het volume voor het derde jaar op rij toe. De krimp van de recessie is hierdoor eind 2016 voor circa de helft goedgemaakt. “Technologische vernieuwingen, zoals BIM, bieden mogelijkheden om efficiënt samen te werken. Dat is dé manier om het huidige nog ontoereikende rendement in de bouw structureel te verbeteren.” Jan van der Doelen, Sectormanager Bouw en Vastgoed
Vertrouwensindicator bouw flink gestegen % saldo pos. -/- neg. antwoorden seizoensgecorrigeerd 40 20 0 -20 -40 -60 2005
2007
2009
2011
2013
Productie afgelopen 3 mnd
2015
Vertrouwen Bouw
Bron: Europese Commissie
Ontwikkeling Bouwproductie (% j.o.j.) 2014
2015
2016
Totaal bouw
3,1%
6,0%
4,0%
Woningen & bedrijfsgebouwen (B&U)
2,2%
9,0%
6,0%
Aantal nieuwbouwwoningen
44.040 47.000 53.000
Infrasector
3,5%
2,5%
2,0%
Installatie, afwerking & sloop
3,7%
5,0%
2,5%
Bouwmaterialenindustrie
1,1%
5,0%
2,5%
Architecten & ingenieurs
3,4%
3,0%
2,0%
Gerelateerde sectoren:
Bron: CBS en ramingen ING Economisch Bureau
ING Economisch Bureau
32
Ondernemen in 2016 / december 2015
Woningbouw
Temporisering verkoop nieuwbouw Ook in 2016 is de woningnieuwbouw de
groeimotor van de bouw. De aangetrokken woningmarkt heeft gezorgd voor een toename van verkochte nieuwbouw. Deze woningen worden (gedeeltelijk) in 2016 gerealiseerd. De enorme groei van bouwvergunningen, orderboeken en verkopen van nieuwbouw stabiliseerde in de tweede helft van 2015. De eerdere toename zorgt in ieder geval in 2016 nog voor een flinke stijging van de woningbouwproductie. ING Economisch Bureau verwacht 53.000 afgebouwde nieuwbouwwoningen in 2016.
Sterke groei afgegeven vergunningen voorbij Het aantal afgegeven vergunningen is door de aantrekkende woningmarkt tussen eind 2013 en de zomer van 2015 flink gestegen. Sindsdien stabiliseert echter de afgifte van de vergunningen. Een gebrek aan nieuwe bouwlocaties maar ook bouwbedrijven die een gecontroleerde groei willen doormaken lijken hiervoor de belangrijkste oorzaken. Gemiddeld ligt er anderhalf tot twee jaar tussen de vergunningverlening en voltooiing van een woning. Hierdoor verwacht ING Economisch Bureau dat het aantal gerealiseerde woningen in 2016 wel nog verder stijgt naar 53.000 van 47.000 in 2015.
Verkopen nieuwbouw en orderboeken stabiliseren op hoger niveau Door de opgeleefde woningmarkt is ook de verkoop van nieuwbouwwoningen flink aangetrokken. In de eerste tien maanden van 2015 werden er ruim 25.000 nieuwbouwwoningen verkocht. Dit aantal ligt op het pré-crisis niveau van begin 2008. In 2015 is het aantal verkochte nieuwbouwwoningen echter niet meer verder gestegen. Gecorrigeerd voor seizoensinvloeden liggen de verkopen in het najaar op ongeveer hetzelfde niveau als begin 2015, terwijl de verkoop van bestaande woningen wel bleef toenemen. Een soortgelijke ontwikkeling maakt de voorraad werk bij woningbouwers door. Deze steeg van 5,5 maand in de zomer van 2013 naar 7,9 maand in maart 2015 en stabiliseerde daarna (oktober 7,9 maand).
Einde groei verkoop nieuwbouwwoningen Aantal verkopen seizoensgecorr. 3 mnds voortschr. 20.000 4.000 17.500 15.000
3.000
12.500 10.000
2.000
7.500 5.000
1.000
2.500 0 2007
0 2009
2011
2013
Bestaande woningen (l. as)
2015 Nieuwbouw (r. as)
Bron: NVB en CBS, bewerkt door ING Economisch Bureau
Afgifte vergunningen woningbouw stabiliseert 12 mnds voortschrijdend gemiddelde in aantallen
100.000 80.000 60.000
40.000 20.000 2005
2007
Vergunningen
2009
2011
2013
2015
Afgebouwde nieuwbouwwoningen
Bron: CBS, bewerkt door ING Economisch Bureau
ING Economisch Bureau
33
Ondernemen in 2016 / december 2015
Utiliteitsbouw
Nog geen herstel utiliteitsbouw Investeringen in bedrijfsgebouwen zijn laat-
cyclisch. Bedrijven zitten na de crisis nog steeds ruim in hun jas. Een afnemende waarde van afgegeven bouwvergunningen voor bedrijfsgebouwen en stabiliserende orderboeken wijzen voor 2016 nog niet op herstel van het bouwvolume van utiliteitsbouwers. Uitzondering is de bouw van logistiek vastgoed. Daar is door onder andere ecommerce grote vraag naar moderne logistieke panden. De vraag naar nieuwe winkels neemt structureel af door e-commerce. “Het Nieuwe Werken” drukt de vraag naar nieuwe kantoren.
Utiliteitsbouw: orderboeken herstellen nog niet In de utiliteitsbouw is het herstel nog niet structureel. Investeringen in bedrijfsgebouwen namen in de eerste helft van 2015 licht toe maar daalden weer in het derde kwartaal 2015. Orderboeken van utiliteitsbouwers zijn ook nog niet beter gevuld. In oktober 2015 was de werkvoorraad 7,2 maanden. Dit is gelijk aan januari 2015. Ook de waarde van de afgegeven bouwvergunningen neemt bij de bedrijfsgebouwen (nog) niet toe. In het derde kwartaal 2015 lag de waarde van de afgegeven vergunningen voor bedrijfsgebouwen zes procent onder het niveau van dezelfde periode in 2014. De vraag naar logistiek vastgoed op de belangrijkste knooppunten is hierop een uitzondering door de toenemende vraag vanuit e-commerce. In zogenaamde built-tosuit developments worden voor de eindgebruiker logistieke panden op maat ontwikkeld.
Lichte daling investeringen in bedrijfsgebouwen Investeringen in bedrijfsgebouwen in € mld per kwartaal (seizoensgecorrigeerd) 7
6 5 4 3 2 1 0 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015
Geen toename vergunningen bedrijfsgebouwen 12 mnds voortschr. gemiddelde in € mln per kwartaal
1.600 1.400 1.200 1.000 800 600 400 200 0 2005
2007
2009
2011
2013
2015
Bron: CBS, bewerkt door ING Economisch Bureau
Structureel minder vraag naar bedrijfsgebouwen Bedrijven zitten na de crisis nog ruim in hun jas en structurele veranderingen zoals e-commerce en “Het Nieuwe Werken” zorgen voor een dalende vraag naar nieuwe winkelvloeren en kantoren. Investeringen in bedrijfsgebouwen zijn ook laat cyclisch. Bedrijven investeren vaak eerst in hardware, software, machines en het wagenpark voordat zij het bedrijfspand uitbreiden of vervangen. Als eenmaal toch een besluit genomen wordt voor uitbreiding van het bedrijfspand dan duurt het door onder andere vergunningverlening ook nog enige tijd voordat aan de bouw begonnen wordt. Hierdoor zal de productie in de utiliteitsbouw in 2016 nauwelijks boven het niveau van 2015 uitkomen.
Bron: CBS, bewerkt door ING Economisch Bureau
ING Economisch Bureau
34
Ondernemen in 2016 / december 2015
Infrasector
Lichte groei in infrasector De aantrekkende woningbouw in 2015 laat
de vraag naar nieuwe toegangswegen weer toenemen. Bouwbedrijven actief in de infrasector zijn nog steeds niet optimistisch gestemd. Lagere overheden blijven besparen op onderhoud van wegen. Naar verwachting groeit het volume van de infrasector in 2016 met twee procent.
Vooral natte waterbouw laat omzet groeien In de eerste drie kwartalen van 2015 groeide de omzet van bedrijven die actief zijn in de infrasector met 1,5%. Deze groei kwam vooral tot stand bij de natte waterbouw en overige civieltechnische diensten. Dit komt onder andere doordat baggeraars het goed deden en grote internationale opdrachten binnenhaalden, zoals de aanleg van het tweede Suezkanaal. Ook de waterbouwprojecten in Nederland uit het Deltafonds namen toe. De omzet van buizenen kabelleggers daalde in deze periode, maar zal in 2016 licht stijgen door de aantrekkende nieuwbouw van woningen. De omzet van wegenbouwers is al enkele jaren stabiel. Lagere overheden bezuinigen op infrastructuur en vooral op uitgaven aan wegen wordt bespaard. Al jaren daalt ook de groei van het wegennet. Zo kwam er in Nederland in 2002 nog meer dan 1.000 kilometer weg bij. In 2014 is dit gedaald tot 400 kilometer.
Flinke omzetstijging natte waterbouw Omzetontwikkeling (% j.o.j.)
60% 40% 20% 0% -20% (Spoor)wegen & tunnels
Buizen- & kabelleggers
2013
2015 tm q3
2014
Natte waterbouw & overige civieltech.
Vertrouwen infrabouwers blijft negatief Saldo positieve & negatieve antwoorden
40 20 0
-20 -40 -60 2001 2003 2005 2007 2009 2011 2013 2015 Infrasector B&U sector Bron: Europese Commissie
Lichte groei in 2016 Voor het eerst sinds jaren is het vertrouwen van infrabedrijven lager dan dat van B&U-bouwbedrijven. Bezuinigingen van de overheid zorgen voor een kleinere opdrachtenstroom. Over het algemeen zijn infrabedrijven echter minder getroffen door de recessie dan in de B&U-sector en hierdoor is het vertrouwen de afgelopen jaren wel redelijk stabiel gebleven. Een aantrekkende woningbouw in de B&U sector zorgt ook voor weer meer bouw van (toegangs) wegen in nieuwe woonwijken. De beperkte omzetgroei bij ingenieurs duidt als voorlopende indicator ook op lichte groei. Voor 2016 verwacht ING Economisch Bureau daarom toch een volumegroei van twee procent voor de infrasector.
Bron: CBS
ING Economisch Bureau
35
Ondernemen in 2016 / december 2015
Installatiebranche
Omzetgroei installateurs in 2016 Voor 2016 wordt een groei van de omzet
verwacht. Installateurs ontvangen vooral meer orders van de nieuwbouw van woningen. Het belang van installateurs in de bouw neemt de komende jaren toe door steeds meer technologie in gebouwen. Er liggen voor installateurs kansen op het gebied van het energiezuiniger maken van gebouwen.
Omzetstijging bij installateurs in 2016 De afhankelijkheid van de B&U-sector zorgt er voor dat installatiebedrijven in 2015 hun omzet flink zagen stijgen. De omzetstijging was echter wel kleiner dan van de totale bouw. Dit komt doordat de installatiebranche voor een groot deel afhankelijk is van de minder conjunctuurgevoelige onderhoud- en renovatiemarkt. In het derde kwartaal 2015 liet de installatiebranche wel een lagere omzetgroei zien doordat het lage btw-tarief in juli 2015 werd beëindigd.
Vooral van nieuwbouw woningen verwachten installateurs fors meer opdrachten Marktverwachting orders installateurs Onderhoud infra Nieuwbouw infra Onderhoud utiliteit Nieuwbouw utiliteit
Vooral groei door meer nieuwbouw woningen Voor 2016 verwacht ING Economisch Bureau een verdere stijging van de omzet in de installatiebranche. Het zijn vooral installatiebedrijven die afhankelijk zijn van de woningbouw die positief zijn. Voor de utiliteitsbouw verwachten installateurs vooral opdrachten voor onderhoud. De ontwikkeling van de orderportefeuilles voor de infra is het meest gematigd. Net als in de rest van de bouw is er in de installatiebranche nog wel steeds overcapaciteit, waardoor de prijzen onder druk blijven staan.
Belang van de installateur neemt toe Door de toename van installaties en complexiteit in gebouwen neemt het belang van de installateur in het bouwproces de komende jaren toe. Door in te spelen op trends als domotica, energiebesparing, luxer sanitair en vergrijzing kunnen installateurs ook de komende jaren verder aan terrein winnen.
Onderhoud woningen Nieuwbouw woningen 2015 IV 2014 IV
-20%-10% 0% 10% 20% 30% 40%
Bron: Uneto-VNI, bewerkt door ING Economisch Bureau
Lichte omzetgroei installateurs Omzetontwikkeling (% j.o.j.)
20% 10% 0%
-10% -20%
-30% 2005
2007
2009
B&U
2011
2013
2015
Installateurs
Bron: CBS
ING Economisch Bureau
36
Ondernemen in 2016 / december 2015
Onderhoud, herstel en verbouw
Aanhoudende lichte groei in onderhoud Naar verwachting groeit het productievolu-
me van de onderhoud, herstel en verbouw sector in 2016 licht. De herstel en verbouwmarkt profiteert van de aantrekkende woningmarkt. In de utiliteitsbouw neemt het aantal afgegeven vergunningen voor herstel en verbouw nog niet toe. Het verlaagde btw-tarief heeft in het tweede kwartaal 2015 voor een piek in de omzetten gezorgd bij kleine bouwbedrijven. Verduurzaming van de woningvoorraad en transformatie van leegstaande kantoorpanden biedt de komende jaren kansen.
Meer verbouwvergunningen bij woningbouw Het aantal afgegeven vergunningen voor herstel en verbouw werkzaamheden aan woningen is in 2015 flink gestegen. De aantrekkende woningmarkt en het tijdelijke lage btw-tarief heeft hierbij voor een stimulans gezorgd. De stijging van het uiteindelijke aantal verbouwopdrachten kan hoger zijn door het feit dat er per november 2014 minder snel een vergunning nodig is voor uitbouwwerkzaamheden. Net als bij de nieuwbouw komt het herstel volledig op het conto van de woningbouw en blijft het aantal afgegeven vergunningen in de utiliteitsbouw relatief constant.
Einde van stimulans verlaagd btw-tarief Het verlaagde btw-tarief op arbeid van verbouw en onderhoud van woningen die ouder zijn dan twee jaar is op 1 juli 2015 beëindigd. Dit heeft voor kleinere bouwbedrijven voor een duidelijke piek gezorgd in de omzetontwikkeling. Deze steeg in het tweede kwartaal 2015 met bijna 10% ten opzichte van het vorige kwartaal. In het derde kwartaal 2015, toen de btw weer verhoogd werd, daalde de omzet van deze bedrijven weer flink naar het niveau van een jaar eerder. De aantrekkende woningmarkt zal ondanks de hogere btw in 2016 zorgen voor meer herstel- en verbouwwerkzaamheden doordat nieuwe huiseigenaren vaak hun aangekochte stulpje willen opknappen.
Toename verbouwvergunningen woningen 12 mnds voortschr. gemidd. vergunningen onderhoud & herstel in € mln 800
400
700
350
600
300
500
250
400 2005
200 2007 2009 Utiliteitsbouw
2011
2013 2015 Woningen (r.as)
Bron: berekeningen ING Economisch Bureau o.b.v. NEVI, CBS
Beëindiging laag btw leidde tot piekomzet kleine bouwers Omzet B&U bouwers per kwartaal seizoensgecorr. naar bedrijfsgrootte (index 2010=100) 140
120 100 80 60 2010
2011
2012
10-100 werkzame personen >100 we rkz ame persone n
2013
2014
2015
1-10 werkzame personen
Bron: CBS, bewerkt door ING Economisch Bureau
ING Economisch Bureau
37
Ondernemen in 2016 / december 2015
Commercieel vastgoed
Vastgoedbeleggingsmarkt naar nieuw record
beleggers duwt het beleggingsvolume in Nederlands vastgoed naar een record. Aanvangsrendementen voor de top van de markt dalen door de grote interesse van beleggers tot onder die van 2007. De vraag naar moderne logistieke ruimten neemt toe door structurele ontwikkelingen zoals e-commerce. De opname van kantoren en winkels stijgt nog nauwelijks. Er is in toenemende mate sprake van een tweedeling in de markt; met groeiende (structurele) leegstand op meer secundaire locaties. Op deze plekken dalen de huren ook veelal.
Aanvangsrendementen dalen
Beleggingsvolume naar nieuw record
De vastgoedbeleggersmarkt wordt gesteund door een positief sentiment onder beleggers en door een enorme hoeveelheid beschikbaar kapitaal. Buitenlandse partijen zien de markt als relatief aantrekkelijk geprijsd. De rendementen naderen hiermee die van de top van de markt in 2007. De verwachting is dat de aanvangsrendementen in 2016 in sommige gevallen ook onder zullen gaan duiken.
Beleggingsvolume commercieel vastgoed in mln € (12 mnds voortschrijdend gemiddelde) 3.000
2.500 2.000
1.500
Logistiek vastgoed blijft hot
1.000
De goede positie van Nederland als logistiek land en structurele ontwikkelingen (zoals e-commerce) in de markt, dragen bij aan de aanhoudende vraag naar modern logistiek vastgoed op belangrijke knooppunten. De opnamecijfers blijven naar verwachting ook in 2016 op een hoog niveau.
500
0 2007
De vraag naar kantoormeters blijft gericht op kwalitatief goede (moderne) panden op multifunctionele en bereikbare locaties. De opname van kantoren is in 2015 licht gestegen. De leegstand blijft echter onverminderd hoog.
Vraag naar winkels van internationale retailers Winkeliers worden steeds meer geconfronteerd met het veranderend gedrag van de consument. De groei in online is vele malen groter dan die in fysieke winkels. Het overall positieve beeld in de detailhandel vertaalt zich daarom niet naar de winkelvastgoedmarkt. De vraag naar winkelruimte wordt ook in 2016 naar verwachting met name gedreven door internationale retailers die hun winkelketen willen uitbreiden. Voor 2016 verwachten we, behalve op de toplocaties, geen huurgroei voor winkels.
2009
2011
2013
2015
Bron: CBRE, bewerkt door ING Real Estate Finance market research
Lichte stijging opname kantoren
Flink opnameherstel bedrijfsruimten
Duizenden
Veel beschikbaar kapitaal bij buitenlandse
Opname x 1.000 m2 per kwartaal seizoensgecorrigeerd 1.200
1.000 800 600 400
200 0 2007 2009 Kantoren
2011 2013 Bedrijfsruimtes
2015 Winkels
Bron: PropertyNL research, Bewerkt door ING Economisch Bureau
ING Economisch Bureau
38
Ondernemen in 2016 / december 2015
Transport en logistiek
Wegtransport Binnenvaart Vervoer door de lucht Logistieke dienstverlening
Transport & Logistiek
Aanhoudende groei met accentverschuiving De transport en logistieksector heeft de
vaart er in 2015 ingekregen. In 2016 kan het groeitempo van 3% naar verwachting worden vastgehouden. Internationaal is het beeld wisselend positief. De logistieke vraag vanuit handelshuizen groeit sterker dan vanuit de industrie. Tegelijkertijd ontwikkelt de behandeling en belevering van consumentengoederen zich nationaal en in de buurlanden gunstig. De wegtransportsector profiteert het meest van de aantrekkende economische groei in Nederland. Structureel blijft logistieke dienstverlening dé groeimarkt.
Groei transport en logistieksector zet door
Vooruitzichten Transport & Logistiek
De transport– en logistieksector heeft de vaart er ingekregen. Door de diversiteit in opdrachtgevers is de sector als geheel eind 2015 alweer 4% groter dan voor de economische crisis. Na het internationale herstel heeft terugkeer van groei in de bouw en detailhandel voor versnelling gezorgd. Volgend jaar zet de groei in transport en logistiek in het zelfde tempo door (+3%). Door aanhoudend lagere brandstofkosten en blijvende prijs– en efficiëntiedruk komt de omzetgroei hier slechts licht bovenuit. Dit toont ook aan dat tariefdruk in transport en logistiek van alle tijden is. Voor margeverbetering is een hogere innovatiescore nodig.
Breed gedragen groei in transport en logistiek
Accentverschuiving maar over volle breedte groei Met de aantrekkende Nederlandse economie is het zwaartepunt meer naar de binnenlandse logistieke vraag verschoven. Vooral het wegvervoer plukt hier de vruchten van. Internationaal is er meer volatiliteit, wat in de overzeese logistieke relaties is te merken. Vanuit industriële verladers, die vaak exporteren, zwakt de groei af. Dat de logistieke dienstverlening ook in 2016 het sterkst naar voren komt, is te danken aan de structurele groei in deze markt.
Volume
2014
2015
2016
Transport en Logistiek totaal
2,0%
3,0%
3,0%
Wegtransport
2,1%
2,9%
2,6%
Vervoer over water
2,1%
3,3%
3,5%
Vervoer door de lucht
3,2%
2,7%
3,2%
Logistieke dienstverlening
1,7%
3,3%
3,5%
Transport en logistiek totaal
2,2%
2,2%
3,5%
Wegtransport
3,7%
2,5%
3,5%
Logistieke dienstverlening
2,7%
3,0%
4,0%
Omzet
Bron: CBS, ING Economisch Bureau
Transport en logistiek procyclisch Volume Transport en Logistiek versus de economie, index 2008 = 100 110 105
“In een aantrekkende markt verbetert de winstgevendheid niet automatisch, ook blijft verandering aandacht vragen. Het is de kunst om dit snel te signaleren en in de strategie te implementeren.” Machiel Bode Sectormanager Transport & Logistiek
100 95 90 2008
2010 2012 2014 2016F Volume Transport en Logistiek BBP (Economische groei)
Bron: CBS, ING Economisch Bureau
ING Economisch Bureau
40
Ondernemen in 2016 / december 2015
Wegtransport
Wegtransport laat mineurfase achter zich De binnenlandse markt blijft in 2016 een
vliegwiel voor het wegtransport. De volumegroei komt uit op 2,6% bij 3,5% meer omzet. De dalende rentabiliteit heeft een keerpunt bereikt en zal naar verwachting ook in 2016 licht verbeteren. Hiervoor zullen de tarieven wel moeten stijgen. De wegtransportsector heeft weer perspectief. Internationaal verliest de sector nog steeds marktaandeel, maar de aantrekkende markt in een cirkel van 300 km rondom de standplaats is nu sterker.
Wegtransport goed op gang De wegtransportactiviteiten van logistieke bedrijven groeien weer. Veel Nederlandse bedrijven hebben hun vleugels al geruime tijd geleden uitgeslagen met vestigingen in Oost-Europa. Vanuit Nederland is de straal nu grotendeels beperkt tot een cirkel van 300 km. Hiermee is de binnenlandse markt steeds belangrijker geworden en dat is te merken. Sinds de consument weer vaker de portemonnee trekt in de detailhandel en de bouwproductie weer toeneemt, groeit de wegtransportsector weer. In 2016 zet dit door, waarbij het sterk opgeveerde bouwgerelateerde vervoer een stapje minder hard zal groeien. Over de hele linie groeit het vrachtvolume naar verwachting gemiddeld met 2,6% bij een omzetgroei van 3,5%
Vrachttarieven zullen in 2016 moeten stijgen De winstgevendheid van het wegtransport is na een jarenlange daling aan de beterende hand. De verschillen zijn groot, maar 73% van de bedrijven maakt in de herfst van 2015 winst, waar dit begin 2013 nog slechts 40% was. Dit is te danken aan een combinatie van een aantrekkende markt (hogere productiviteit), stabiele loonkosten en lagere brandstofkosten. In 2015 (tot december) is de diesel aan de pomp per saldo nog slechts 2% goedkoper geworden. De nieuwe verhoging van de cao-lonen met 2,75% per 1 januari zal er in combinatie met verwachte stabiele brandstofkosten voor zorgen dat de kostprijs met tenminste 1,5%2% stijgt. Dit kan slechts deels worden goed gemaakt met verdere efficiëntieverbetering. Om de winstgevendheid opnieuw te verhogen zullen bedrijven bij de contractonderhandelingen voor 2016 wel de tarieven moeten verhogen. Naar verwachting is dit haalbaar.
Breedgedragen groei in transport en logistiek Omzet wegtransport per jaar 4,9% 3,7% 2,7%
3,5% 2,5%
2,0%
-1,0%
2010
2011
2012
2013
2014
2015F 2016F
Bron: CBS, ING Economisch Bureau
Gemiddelde rendement door het dal Gemiddelde rentabiliteit*, index 2000 = 100 105
Grote verschillen: Bedrijven met >50 trucks realiseren gemiddeld 3% -4% marge, voor kleine bedrijven is dit gemiddeld negatief.
100 95 90 2000 2002 2004 2006 2008 2010 2012 2014 Binnenlands vervoer Internationaal vervoer Bron: NEA, ING Economisch Bureau. *Excl zzp-ers, na gew. Loon DGA
ING Economisch Bureau
41
Ondernemen in 2016 / december 2015
Binnenvaart
Terug in ruimer vaarwater in 2016 De kwakkelende binnenvaartomzet kreeg
medio 2015 een sterke impuls door historisch lang aanhoudend laag water. Hoewel het vrachtvolume in 2016 groei laat zien, doet de omzetgroei weer een stap terug naar 2,5%. De sector moet het voor groei steeds meer van de containervaart hebben. Positief is dat de binnenvaart nationaal in de lift zit en marktaandeel wint op andere modaliteiten. De tankvaart kampt structureel met stagnerende groei, maar profiteert voorlopig van de volatiele oliemarkt.
Vervoersvraag gaat door, omzet loopt terug Met steun van maandenlang laag water (en daardoor hogere tarieven) heeft de binnenvaart in 2015 toch nog een flinke omzetgroei gerealiseerd. De gemiddelde omzet bevindt zich onder invloed van overcapaciteit desondanks nog 7% onder het niveau van 2008, terwijl het vrachtvolume alweer flink hoger ligt. In 2016 wordt een volumegroei van 3,5% verwacht. Uitgaande van ‘normale omstandigheden’ blijft de omzet daarbij licht achter (+2,5%).
Vooral groei in containers Ontwikkeling vrachtvolume binnenvaart, index 2000 = 100 120
Containers int. Containers nat.
110
Binnenlands vervoer Totaal
100
Steeds intensievere binnenvaart in eigen land De binnenvaart wordt steeds meer ingezet voor vervoer van en naar de zeehavens. Het aandeel van de binnenvaart vanuit Rotterdam is van 2011-2014 gestegen van 33,4% 35,7% en dit zal met de verdere ingebruikname van de containerterminals op de Tweede Maasvlakte doorstijgen. Daarbij ontdekken steeds meer verladers de ‘Blue road’ voor nationaal vervoer. Met gebruik van inland terminals blijkt het in het waterrijke Nederland goed mogelijk om ladingpakketten gebundeld en in containers naar de binnenvaart te verplaatsen. Van 2010 tot en met 2014 heeft de binnenvaart hier een groei van 16% gerealiseerd en ook in 2016 zal hier groei te zien zijn. Gunstig voor individuele ondernemers is dat droge bulkschepen ook voor containervervoer ingezet kunnen worden. Dit biedt compensatie voor de aanstaande krimp in de kolenstroom.
Tijdelijke terugval in 2015 door laag water
90
Bron: CBS, ING Economisch Bureau
Lagere omzetgroei door normalisering in 2016 Omzetontwikkeling per jaar 12%
7% 2%
-1%
4% 2,5%
Ca. 3% door laag water
-7%
Tankvaart overgeleverd aan olieprijs De tankvaart fluctueert. Door de beweeglijkheid van de olieprijs was er in 2015 veel handel, wat te zien was in de overslag van minerale olie. Bij aanhoudende volatiliteit zal de tankvaart in 2016 opnieuw profiteren.
1%
-18% 2008
2010
2012
2014
2016F
Bron: CBS, ING Economisch Bureau
ING Economisch Bureau
42
Ondernemen in 2016 / december 2015
Vervoer door de lucht
Passagiers overtreffen vracht in luchtvaart Het Nederlandse vervoer door de lucht
groeit in 2016 met zo’n 3% in volume. Terwijl het passagiersvervoer blijft groeien, kampt het luchtvrachtvervoer met tegendruk en afgenomen groeivooruitzichten. Afkoeling van de Chinese economie blijft de groeipotentie van luchtvracht ook in 2016 beperken. De goed draaiende NoordAmerikaanse markt biedt enige verlichting.
Luchtvervoer blijft groeien, winstgevendheid niet Het vervoer door de lucht blijft aan passagierszijde groeien. In 2015 komt de groei op Schiphol uit op 6%. Dit staat in contrast met de vrachtkant waar de groeivooruitzichten zijn afgenomen (2015 –1%). Vooral de Europese passagier goed voor ruim 70% van het totaal - blijft voor groei zorgen. Door toetreding en groei van low cost carriers en spelers uit Azië staat de winstgevendheid in de luchtvaart ondanks lagere kerosineprijzen (ca. 40% van de kostprijs) nog steeds sterk onder druk. Lichtpunt is dat deze kerosineprijzen in 2016 naar verwachting niet veel zullen stijgen.
Luchtvracht vanuit met name Azië onder druk Anders dan het passagiersvervoer is het Nederlandse luchtvrachtvervoer sterk op Azië gericht, met Shanghai als verreweg de belangrijkste counterpart. Op vrachtgebied neemt Schiphol daarmee de derde positie in Europa in. Totaal is Azië aan inkomende zijde goed voor 40% en aan uitgaande zijde voor 38% van het volume. De ontwikkeling van Azië is daarmee voor vracht veel belangrijker dan voor passagiersvervoer. In 2015 daalde de inkomende overslag met 10% (Chinese export). De Chinese economie ontwikkelt zich minder uitbundig dan in het recente verleden door de verslechterde concurrentiepositie en structurele veranderingen. In 2016 kan de groei een stapje verder terug doen en dit zorgt ervoor dat luchtvrachtvervoer onder druk blijft staan. De uitfasering van ‘full freighters’ van KLM/Martinair is voor Schiphol ongunstig. Tot voor kort werd hier 60% van de vracht in deze toestellen vervoerd en nog slechts 40% in de ‘Belly’. Mede doordat het passagiersvervoer belangrijker is, groeit het totale volume van de sector in 2016 naar verwachting met zo’n 3%.
Azië bepalend voor de luchtvrachtactiviteiten Inkomende en uitgaande vracht en groei 2015 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%
-10%
3%
Azië
Midden Oosten 6% 1%
-5%
Afrika Latijns Amerika
6%
-1% 1%
-2%
15%
Europa
0%
-26%
Inbound
Outbound
Noord-Amerika
Bron: Schiphol, ING Economisch Bureau
Passagiersvervoer groeit door, vracht kwakkelt Ontwikkeling passagiersvervoer en vracht 20% 10% 0% -10%
-20% 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015F Aantal passagiers Schiphol Vrachtoverslag Schiphol Bron: Schiphol, ING Economisch Bureau
ING Economisch Bureau
43
Ondernemen in 2016 / december 2015
Logistieke dienstverlening
Logistieke diensten in volatiele groeimarkt Logistieke dienstverleners zien ook volgend
jaar het volume groeien. Structurele groei blijft komen van uitbesteding door onder andere retailers, maar ook meer specialistische verladers. De logistieke dienstverlening is succesvol in vooral procesinnovatie en weet zo bovengemiddelde waarde te creëren. Innovatie in de dienstverlening gebeurt nog te weinig en is uitdaging.
Structurele groei aanjager logistieke diensten Logistieke bedrijven als expediteurs, terminals en vooral opslagbedrijven hebben in de jaren na de crisis een sterke groei doorgemaakt (zie figuur). Hierbij is de warehouse oppervlakte vooral in Zuid-Nederland (Venlo, West Brabant) sterk gegroeid. Gezien de reeds grote voorraden en gevulde opslagplaatsen van grondstoffen zoals olieproducten, groeien expeditie en ‘value added logistics’ (o.a. klantspecifiek maken) in 2016 sneller. Onder invloed van de afzetgroei in de Nederlandse detailhandel en verder herstel in de rest van (West) Europa groeit de logistieke dienstverlening naar verwachting met 3,5% en komt de omzetgroei hier nog iets bovenuit, al kan de vraag volatiel blijven (zie figuur)
Voortdurende groei logistieke dienstverleners Omzetontwikkeling logistieke dienstverleners
5,6%
4,0% 2,7%
2,4%
3,0%
0,7%
2010
Uitbesteding blijft aanjager logistieke diensten Een belangrijke bron van vooruitgang in logistieke dienstverlening is uitbesteding door verladers. Verladers zijn kritischer geworden op bijvoorbeeld de foutmarge en kiezen soms weer voor insourcing, maar logistiek is met de digitalisering en data-analyse ook steeds meer een specialisme. Europese distributie van consumentenproducten (o.a. via E -commerce) blijft nog een groeimarkt.
5,4%
2011
2012
2013
2014
2015F 2016F
Bron: CBS, ING Economisch Bureau
Europees beeld: beweeglijk, per saldo positief Vrachtvolumes volgens logistieke dienstverleners 75 >50 indiceert groei
Logistieke bedrijven succesvol in optimalisatie Logistiek gaat over volumes en hierbij is de druk tot proces– innovatie continu aanwezig. Niet zelden is de afspraak dat de tarieven van de verlader gelijk blijven en dat kostenstijging met efficiëntie moet worden goedgemaakt. Dat dit goed lukt, blijkt uit de toegevoegde waarde. Deze is de afgelopen vijf jaar met 4% per jaar twee keer zo hard gegroeid is als gemiddeld in transport en logistiek.
50
25 2014
2015
Bron: Enquête Danske Bank
ING Economisch Bureau
44
Ondernemen in 2016 / december 2015
Groothandel
Agrarische producten Voedingsmiddelen Non-food Kapitaalgoederen Grondstoffen
Groothandel
Groei 2016 heeft brede basis De omzet in de groothandel leeft na vier
jaar omzetkrimp in 2016 naar verwachting weer op (+4%). De omzetgroei is het sterkst in de ICT- en bouwmaterialengroothandel en nihil in de groothandel in grondstoffen. Het vertrouwen van ondernemers in de groothandel is momenteel groot en heeft in het derde kwartaal van 2015 een recordhoogte bereikt. Het prijsherstel voor de groothandel als geheel blijft minimaal vanwege de relatief lage olieprijzen en de sterke vertegenwoordiging van deze sector. In 2015 lijdt de groothandel in olie en steenkool naar verwachting een omzetverlies van 25%.
Groothandel in positieve flow Qua volumegroei heeft de groothandel sinds 2008 van alle sectoren de meeste vooruitgang geboekt. Voor de waardeontwikkeling is het beeld pas vanaf volgend jaar weer positief. In de eerste drie kwartalen van 2015 was er wel ook al wel omzetgroei in alle sectoren, behalve voor olie en steenkool en chemische producten. Dit is het gevolg van de enorme dip in de olieprijzen. Dit beeld zal in 2016 naar verwachting hetzelfde blijven. Dankzij een verbreding van het economisch herstel ligt voor de groothandel in 2016 na vier krimpjaren weer omzetgroei in het verschiet, tot een omzetniveau van ruim € 450 miljard. De drie grote drivers van de groothandel groeien dit en volgend jaar: de export met circa 4,5%, de consumptie met ruim 1,5% (mede dankzij de aangekondigde lastenverlichtingen) en de investeringen met 9% in 2015 en 4,5% in 2016. De invoer stijgt met ongeveer 5%, iets hoger dan de uitvoer. Dit is gunstig voor groothandelaren die zich met wederuitvoer bezighouden. Ook bij vele Europese handelspartners is sprake van aantrekkende groei. Dit is gunstig voor een breed scala aan groothandels, van ICT en kapitaalgoederen tot aan non-food consumentenproducten. “De groothandel heeft een prima uitgangspositie om de rol van ketenregisseur op te pakken. Een voorwaarde om de waardecreatie te verhogen is te investeren in digitale platforms” Marinus van der Meer Sectormanager Groothandel
Omzetgroei in 2016 eindelijk weer positief % ontwikkeling j.o.j. 4% 2% 0% -2% -4% -6% 2012
2013 Omzet
2014 Volume
2015F
2016F
Prijs
Bron: CBS en ING Economisch Bureau
Vooral wederuitvoer sinds 2009 hard gegroeid Index 2009 = 100 160 140
120 100 80
2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015F 2016F BBP Wederuitvoer Uitvoer binnenlands geproduceerd product Bron: CBS en CPB; bewerking ING Economisch Bureau
ING Economisch Bureau
46
Ondernemen in 2016 / december 2015
Agrarische producten
Omzetgroei blijft ook in 2016 gematigd De omzet van de agrarische groothandel is
ondanks de aanhoudende druk op de graanprijzen in 2015 gestegen, met circa 3%. Ook in 2016 zal de omzetgroei naar verwachting tot 3% beperkt blijven vanwege aanhoudend lage graanprijzen. De prijzen die handelaren voor uien en aardappelen betaald krijgen, hebben in het seizoen 2015/16 een prima start gemaakt. Aanhoudende consumptiegroei en de gunstige eurokoers pakken vooral positief uit voor de omzet van groothandels in bloemen en planten.
Lagere graanprijzen drukken omzetgroei In de groothandel voor agrarische producten (akkerbouwproducten en bloemen en planten) ging in 2015 bijna € 45 miljard om. De omzet van de totale agrarische groothandel trok na twee krimpjaren weer aan. In 2014 daalde de omzet met 5,5%, vooral door prijsdalingen van akkerbouwproducten (70% van het sectortotaal). De gemiddelde graanprijsdaling was ook aanzienlijk (-18%) en de oogstraming voor 2016 is vooralsnog zo gunstig dat nieuwe prijsdalingen worden voorzien. Dit zal de omzetgroei in zowel 2015 als 2016 drukken tot circa 3% (zie figuur). De omzetontwikkeling in de akkerbouw is volatieler dan die van andere landbouwproducten. Ook uien– en aardappelprijzen zijn afhankelijk van de door weersomstandigheden bepaalde opbrengst en kwaliteit. In 2014/15 waren deze prijzen beneden gemiddeld en in 2015/16 zijn de prijzen bij de seizoenstart bovengemiddeld.
Gunstig groeiperspectief sierteeltgroothandel De omzetontwikkeling bij sierteeltproducten wordt in hoge mate bepaald door de consumentenmarkten in de exportlanden. Twee derde van de bloemen en planten wordt uitgevoerd, bij akkerbouwproducten bijna een kwart. Voor deze groothandels zijn de voortekenen voor 2016 gunstig. De consumptieve bestedingen in veel exportlanden ontwikkelen zich positief en de eurokoers blijft gunstig. Vooral de export naar het VK, Frankrijk en Polen zal in 2015 en 2016 naar verwachting sterk toenemen. Omdat er minder via de veiling wordt verhandeld, is er enige neerwaartse prijsdruk in de handel, omdat afnemers in het buitenland eerder zullen kiezen voor goedkopere alternatieven.
Gematigd omzetherstel vanwege prijsdruk Index 2010 = 100 25% 20% 15% 10% 5% 0%
-5% -10% -15%
2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015F 2016F Bron: CBS; raming ING Economisch Bureau
Omzetontwikkeling akkerbouw meest volatiel Index 2010 = 100 150 140 130 120 110 100 90 2008
2009
2010
2011
Akkerbouwproducten Groenten en fruit
2012
2013
2014
2015
Sierteelt Zuivel, vetten, eieren
Bron: CBS en ING Economisch Bureau
ING Economisch Bureau
47
Ondernemen in 2016 / december 2015
Voedingsmiddelen
Groothandel food profiteert van eurokoers De omzetgroei van groothandels in voe-
dingsmiddelen zal naar verwachting in zowel 2015 als 2016 circa 3% bedragen, dankzij zowel binnen– als buitenlandse consumptiegroei. De groothandel in groenten en fruit en dranken behaalde in 2015 betere resultaten dan de groothandel in zuivel. De VS is dankzij de laag blijvende eurokoers zeker nog in 2016 een groeimarkt. Voor de komende jaren is China echter exportgroeimarkt nr.1 voor de food groothandel. De ontwikkeling van de afzet naar EUlanden stagneerde in 2015, maar zal dankzij de groei van de consumptieve bestedingen in diverse Europese landen in 2016 opleven.
Exportgroei EU nihil, VS en China groeimarkten Op basis van de groei in de eerste drie kwartalen van 2015 lijkt de omzetgroei in de food groothandel in 2015 uit te komen op bijna 3%. Bovengemiddeld presteren de groothandel in groenten en fruit en dranken. De omzet in de zuivelgroothandel lijdt onder de slechte prijzen. Ook voor 2016 wordt dankzij de goedkope euro en gunstigere zuivelprijzen een exportgroei van minstens 3% voorzien. De uitvoerwaarde van voeding en levende dieren (€ 56 mrd in 2014) steeg in de eerste negen maanden van 2015 nauwelijks, die van dranken en tabak (€ 6,5 mrd) daalde flink. De belangrijkste groeimarkten waren de VS en China. Ook de binnenlandse markt en vooral de foodservicemarkt trok aan dankzij groei van de consumptieve bestedingen. Het aandeel van de wederuitvoer bij dranken en tabak is de laatste jaren snel toegenomen, met name door de sluiting van Philip Morris. Exportontwikkeling food naar land / regio (% j.o.j.)
% ontwikkeling j.o.j. 5% 4% 3% 2% 1% 0% -1% 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015F 2016F Bron: CBS en ING Economisch Bureau
Wederuitvoer dranken en tabak fors gestegen Aandeel wederuitvoer in % van totale uitvoerwaarde
2003-13
2014
2015*
Voeding en levende dieren
6
4
0
EU
6
2
0
Niet-EU landen
6
10
4
VS
2
19
20
20%
26
18
52
15%
Dranken en tabak
2
-11
-11
10%
EU
1
-13
-14
Niet-EU landen
5
-6
-6
VS
-3
-5
22
China
24
144
188
China
Bron: CBS en ING Economisch Bureau; * januari-september
ING Economisch Bureau
3% omzetgroei voedingsgroothandel 2016
48
30% 25%
5% 0% Voeding en levende dieren Dranken en tabak 2002 2015 jan-aug Bron: CBS en ING Economisch Bureau
Ondernemen in 2016 / december 2015
Non-food
Non-food doet het ook in 2016 goed De voorziene verdere verbetering van de
koopkracht in binnen– en buitenland stimuleert de afzet van de groothandel non-food ook in 2016. De verwachte omzetgroei bedraagt ongeveer 5%, na een groei van 7,5% in 2015. De volumeontwikkeling in de groothandel is prima, het schort nog aan de groei van de toegevoegde waarde. De uitdaging voor ondernemers in de groothandel ligt in het combineren van de aansluiting op digitale platforms en het bereiken van vooral meer niet-Europese afzetmarkten.
Koopkrachtverbetering stimuleert omzet De groothandel in non-food consumentenproducten genereert in 2015 een omzet van ruim € 82 miljard. De omzet beweegt ongeveer gelijkmatig met die van de conjunctuur. De omzetgroei in 2015 kwam boven die in 2013 en 2014 uit dankzij het aantrekken van de consumptieve bestedingen. Dit blijkt bijvoorbeeld uit de ontwikkeling van de retailomzet non-food. Deze neemt in 2015 met ongeveer 1,5% toe, na vier krimpjaren. In 2016 verbetert de koopkracht in Nederland en in diverse Europese afzetlanden verder, terwijl de exportvooruitzichten richting bijvoorbeeld China iets onzekerder zijn. Al met al wordt voor 2016 5% omzetgroei verwacht. Qua volumegroei in de afgelopen jaren overtreft de groothandel de meeste andere sectoren. De ontwikkeling uitgedrukt in toegevoegde waarde valt echter tegen.
Digitalisering en internationalisering van belang De internetomzet groeit veel sneller dan die in winkels en zal in 2016 waarschijnlijk ongeveer driekwart hoger zijn dan in 2010. Deze groei is ook beduidend hoger dan die van de exportwaarde (zie figuur), die geremd wordt door de aanhoudende prijzendruk. De uitdaging voor de groothandel non-food zit naast waardecreatie onder meer in het voorkomen dat omzet weglekt omdat er vaker rechtstreeks bij de fabrikant wordt besteld. Behalve het beleveren van webwinkels worden ook het zelf openen van webwinkels of het faciliteren van digitale platforms een must voor de groothandel. Bovenaan de ‘to do’ lists zou het inzetten van de modernste IT systemen ten behoeve van internationale digitale platforms moeten staan, in combinatie met internationaal zaken doen in vooral niet-Europese afzetlanden.
Omzet groothandel non-food groeit stevig door % ontwikkeling j.o.j. 10%
5%
0%
-5% 2009
2010
2011
2012
2013
2014 2015F 2016F
Bron: berekeningen ING Economisch Bureau o.b.v. CBS
Internetomzet groeit 3,5x zo snel als export Index 2010 = 100 180 160 140 120 100 80 2010
2011 2012 2013 2014 2015F 2016F Omzet non-food detailhandel (niet-internet) Omzet internetwinkels Exportwaarde
Bron: berekeningen ING Economisch Bureau o.b.v. CBS
ING Economisch Bureau
49
Ondernemen in 2016 / december 2015
Kapitaalgoederen
Omzetgroei 2016 van ruim 5% verwacht De hoge groei van de bedrijfsinvesteringen
vertaalt zich in een herstel van de omzet in zowel 2015 als 2016. In 2016 kan de omzetgroei boven de 5% uitkomen dankzij herstel van de ICT investeringen na de pas op de plaats in 2015. De groothandel in vervoermiddelen was met een omzetherstel van 20% in 2015 de grote motor achter de groei. De groothandel in machines zal na een investeringsgroei van circa 7% in 2015 in het nieuwe jaar terugvallen vanwege toenemende exportonzekerheden naar China.
Verwachte investeringsimpuls 2016 dankzij ICT De groothandel in kapitaalgoederen (ICT, transportmaterieel, landbouwmachines en industriële machines) kent een omzet van ongeveer € 40 miljard. De sector profiteert sinds 2015 van het aangetrokken investeringsklimaat. De binnenlandse bedrijfsinvesteringen nemen in 2015 met circa 9% toe. Op basis van de omzetgroei in de eerste drie kwartalen ligt voor 2015 voor de groothandel in kapitaalgoederen een omzetgroei van 5% in het verschiet. Door aantrekkende investeringsgroei in de ICT wordt voor 2016 een investeringsgroei van ruim 5% verwacht.
Neerwaartse risico’s voor machines De investeringsgroei in de ICT is in 2015 afgevlakt, na de hoge groeipercentages in de jaren ervoor (zie figuur). Voor 2016 wordt verwacht dat de groei ongeveer 6% bedraagt, iets lager dan het groeigemiddelde sinds 2000. Digitalisering blijft immers core business voor vrijwel alle sectoren. De investeringen in vervoermiddelen maakten de drie jaren van krimp van in totaal ruim 20% in 2015 in één klap weer goed en zullen in 2016 op basis van een positief producentenvertrouwen naar verwachting met circa 5% kunnen doorgroeien. Ook de investeringen in machines en overige materiële activa ontwikkelen zich na een flinke groei in 2015 (+7%) in 2016 nog wel positief, maar minder goed dan die van de ICT investeringen en met bovendien neerwaartse risico’s. Dit vooral vanwege somberheid omtrent exportgroei naar China.
Groei investeringen impuls voor omzetgroei groothandel kapitaalgoederen % ontwikkeling j.o.j. 10% 5% 0% -5% -10% -15% 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015F 2016F Bron: berekeningen ING Economisch Bureau o.b.v. CBS
Investeringsimpuls zet door in 2016 Index 2010 = 100 150 140
130 120 110 100 90 2010
2011
2012
2013
2014
2015F
2016F
Totaal Vervoermiddelen ICT Machines en overige materiële activa Bron: berekeningen ING Economisch Bureau o.b.v. CBS
ING Economisch Bureau
50
Ondernemen in 2016 / december 2015
Grondstoffen
Omzet oliehandel nog niet uit de put De handel in olie en steenkool boekt al vier
jaren forse omzetverliezen door grote prijsdalingen. Sinds 2011 is ongeveer 60% aan omzet ingeleverd. De olieprijzen blijven in 2016 naar verwachting laag en zullen per saldo nauwelijks stijgen ten opzichte van 2015. Ook de groothandel in chemische producten ondervindt de nadelen van de lage olieprijzen en zal na de omzetkrimp in 2016 maar mondjesmaat herstellen. De verwachte groei in 2016 is te danken aan de groei in de segmenten bouwmaterialen en metaalwaren.
Lage olieprijzen blijven omzetherstel drukken De handel in olie en steenkool maakt ruim de helft uit van de omzet in grondstoffen en halffabricaten (metaal, bouwmaterialen, metaal– en chemische producten). De lage olieprijzen sinds medio 2014 hebben in 2015 tot een omzetverlies van ruim 8% geleid voor deze sector. Ook 2016 blijft een turbulent jaar voor groothandelsbedrijven actief in de grondstoffenbranche. De prijzen zullen naar verwachting stabiliseren op de huidige lage niveaus. Het omzetherstel voor deze sector van circa 4% wordt dan ook gevoed door de omzetgroei in bouwmaterialen, metaal en metaalproducten.
Bouwmaterialen en metaalwaren groeipijlers Groothandels in grondstoffen en halffabricaten kennen een uiteenlopende dynamiek. De omzet in de groothandel in bouwmaterialen noteerde vanwege de crisis op de woningmarkt sinds 2009 vier krimpjaren. In 2014 zette voorzichtig het herstel in, maar in 2015 is dit segment in de groothandel met een groei van ruim 7% de sterkste pijler. De groothandel in metaal herstelde zich na drie krimpjaren in 2015 met een omzetherstel van ruim 3%. De groothandel in chemische producten bleek in 2015 ook gevoelig voor de neerwaartse druk op de olieprijzen, waardoor de omzet ruim 6% daalde. Voor 2016 wordt een gering herstel van circa 2% voorzien. De oliehandel spant momenteel echter de kroon met in 2015 alleen al een omzetdaling van een kwart en sinds 2011 van circa 60%. De omzetgroei in 2016 wordt geraamd op 0%.
Beperkt herstel na vier jaar omzetverlies % ontwikkeling j.o.j. 20% 15% 10% 5% 0% -5%
-10% 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015F 2016F Bron: berekeningen ING Economisch Bureau o.b.v. CBS
Fors omzetverlies oliehandel in drie jaar tijd Index 2010 Q4=100; 4-kw. voortschrijdend gemiddelde 120 110 100 90 80 70 60 50 2011 2012 2013 Olie en steenkool Bouwmaterialen Chemische producten
2014 2015 Metaal en erts Metaalwaren, verwarming
Bron: berekeningen ING Economisch Bureau o.b.v. CBS
ING Economisch Bureau
51
Ondernemen in 2016 / december 2015
Detailhandel Supermarkten Foodspeciaalzaken Kleding Schoenen Woninginrichting Doe-het-zelf Consumentenelectronica Persoonlijke verzorging Automotive
Detailhandel
Retail met kleine stapjes uit dal De omzet in de detailhandel heeft de stij-
gende lijn te pakken. Ook in 2016 wordt weer een stapje omhoog gezet. Daarmee klimt retail in gestaag tempo uit een diep dal. Nog steeds is de omzet lager dan het pre-crisis niveau. Een hogere versnelling is vooralsnog niet gevonden. Huishoudens blijken nog voorzichtig en in 2015 lag het vertrouwen over de eigen financiële situatie onder het langjarig gemiddelde. Retailers die harder willen groeien dan de markt zullen in hun segment moeten uitblinken.
Licht herstel zet door in 2016 De afgelopen jaren was Non-food het zorgenkind van de retail. Positief is daarom de terugkeer van groei in deze subsector. Naar verwachting stijgt de omzet in 2015 met 1,5%. Toch zijn daarmee de zorgen niet voorbij. De groei binnen Non-food is onevenwichtig. Bovendien gaat volume veelal voor prijs, waardoor de druk op de marge in veel branches aanwezig blijft. De omzetgroei in Food is in 2016 met 1,8% iets hoger dan in 2015. Supermarkten blijven de stabiele factor binnen retail, maar weten nauwelijks te versnellen. Dit terwijl de consumentenbestedingen het afgelopen jaar wel toenamen. Die trend zet door in 2016, en ook de nonfood detailhandel kan weer rekenen op groei. De omzet stijgt naar verwachting met een kleine 2%, en is evenwichtiger verdeeld over de verschillende branches. Daarmee blijft de omzet in de detailhandel nog steeds onder het precrisis niveau. Consumenten zijn, zeker in 2015, voorzichtig en niet onverdeeld positief over hun financiële positie. Extra inkomen wordt gespaard, gebruikt om schulden af te lossen of eindelijk dat huis te kopen. Voor de detailhandel is het lastig een versnelling hoger te schakelen. Om harder te gaan zullen retailers in hun segment moeten uitblinken. “Local hero’s kunnen kiezen voor een traditioneel bedrijfsmodel, waarbij authenticiteit en ambacht centraal staan. Een andere optie is samenwerking en innovatie Local wil niet altijd zeggen dat technologie geen rol speelt.”
Met kleine stapjes naar hogere omzet Omzetontwikkeling in procenten vs. voorgaande jaar
1,5% 0,7%
0,2%
2011
2,0%
-1,9%
-2,0%
2012
2013
2014
2015*
2016*
Bron: CBS (excl. apotheken, pure webshops en tankstations), *Ramingen ING
Vertrouwen groeit, maar fin. situatie negatief Ontwikkeling consumentenvertrouwen en oordeel over financiële situatie laatste 12 maanden 15 10 5 0 -5 -10 -15 -20 -25 -30 dec'14
nov'15 consumentenvertrouwen financiële situatie laatste 12 maanden
Dirk Mulder, Sectormanager Food & Retail Bron: CBS
ING Economisch Bureau
53
Ondernemen in 2016 / december 2015
Supermarkten
Stabiele factor in de detailhandel De omzet van supermarkten blijft met 2% in
2016 geleidelijk groeien. De omzetgrens van 35 miljard euro wordt in 2016 doorbroken. De consument is positief gestemd en heeft ruimte in de portemonnee om zijn bestedingen op te voeren. De servicesupermarkt ondervindt concurrentie aan de randen van zijn businessmodel. Die concurrentie komt met name van discounters, de speciaalzaak 2.0, foodverkopen bij non-food retail, maaltijdboxen en online boodschappenbezorgers.
Omzetgroei supermarkten 2%, regelmaat troef De omzet in de supermarktbranche neemt in 2016 naar verwachting met 2% toe. De pieken en dalen die de rest van de detailhandel doormaakt gaan aan de supermarkt voorbij. Supermarkten blijken de stabiele factor in de roerige retailwereld. Dit maakt supermarkten in winkelgebieden ook gewild als trekker van winkelend publiek. Die stabiliteit zorgt echter ook dat in periodes waarin de consument de portemonnee makkelijker trekt supermarkten beperkt profiteren. Restaurants weten veel sneller te groeien. Wat vaker of wat luxer uit eten in een restaurant lijkt de voorkeur te genieten boven een boodschappenkar gevuld met luxere en duurdere artikelen.
Groei bij supermarkten maar restaurants groeien harder Omzetontwikkeling in procenten vs. voorgaande jaar 8% 6% 4% 2% 0% 2011
Supermarkten reageren op nieuwe concurrenten De kracht van servicesupermarkten is dat ze een brede doelgroep bedienen. In de marge van hun businessmodel ontstaat nieuwe concurrentie die juist kiest om in niches te beginnen. Voorbeelden zijn leveranciers van boodschappenboxen of specialisten in biologisch assortiment. Wordt een niche groot genoeg dan stappen supermarkten in om de markt niet aan zich voorbij te laten gaan. Door die stap is de biologische markt de afgelopen periode flink in omvang toegenomen. Hetzelfde gebeurt met supermarktformules die een steeds ruimer scala aan online boodschappen opties bieden. Medio 2015 werd volgens GfK 2% van de supermarktomzet online gerealiseerd. Onze verwachting is dat online in 2025 goed kan zijn voor een omzetaandeel van 10%. De winkelvloer blijft dus belangrijk, als plaats van aankoop maar ook als plek waar veel consumenten inspiratie opdoen.
2012
2013
Supermarkten
2014
2015*
2016*
Restaurants
Bron: CBS, *ramingen ING Economisch Bureau
Supermarkt voor velen inspiratiebron Stelling: als ik alleen online boodschappen zou doen, zou ik de inspiratie uit de winkel missen. Mee eens
73%
Neutraal
13%
Niet mee eens
13%
Geen mening
1%
Bron: ING, enquête onder 1.100 Nederlanders van 18 jaar en ouder
ING Economisch Bureau
54
Ondernemen in 2016 / december 2015
Foodspeciaalzaken
Stilstand in omzetontwikkeling De omzet bij speciaalzaken vertoont weinig
groei, de verwachte lichte plus in 2016 is het gevolg van hogere prijzen. Op dagelijkse boodschappen als AGF, brood en vlees is de concurrentie met supermarkten verder toegenomen. In overige productcategorieën weten specialisten wel uit te breiden. Bijna 80% van de consumenten doet per week meerdere boodschappentrips, verschuiving van het boodschappenmoment in de week biedt speciaalzaken mogelijkheden.
Weinig beweging in omzet speciaalzaken Er zit weinig beweging in de omzetontwikkeling van speciaalzaken. Na twee jaar van stilstand wordt voor 2016 een lichte plus verwacht. Die plus is het gevolg van hogere prijzen voor producten. De daling van de verkopen houdt naar verwachting aan en het heeft er alle schijn van dat specialisten op de dagelijkse boodschappen terrein verliezen. Steeds grotere supermarkten zetten hun extra winkelmeters met name in voor vers en dan vooral AGF, brood en vlees. Dus zet de verschuiving in het aanbod door. Het aantal slagerijen, groentezaken en bakkers daalt en het aantal viswinkels, kaaszaken en winkels in overige voeding (o.a. koffie en thee) stijgt. Onderscheid voor de specialist zit in productkwaliteit, service, ambacht, productkennis en bijzonder assortiment. Dat vraagt ook investeringen in concept, uitstraling, openingstijden en online aanwezigheid.
Omzetontwikkeling in procenten vs. voorgaande jaar 0,8% 0,0% -0,5%
-2,5%
2011
2012
-2,1%
2013
2014
2015*
Vraag: hoe vaak doet u boodschappen (in de winkel of online) (Bijna) iedere dag
15,7%
4-5 keer per week
15,6%
2-3 keer per week
48,5%
1 keer per week < 1 keer per week
16,8%
3,5%
Bron: ING, enquête onder 1.100 Nederlanders van 18 jaar en ouder
Inspelen op veranderend boodschappenpatroon
Nauwelijks beweging in omzetgroei
-2,3%
Meerdere keren week boodschappen is de norm
2016*
De boodschappenfrequentie van Nederlanders is hoog, acht op de tien consumenten maakt iedere week meerdere boodschappentrips. Speciaalzaken kunnen profiteren van die consumenten die vaak pas last-minute inkopen doen. Gewoontes van consumenten veranderen en de zondag wordt belangrijker terwijl de avond iets aan belang lijkt in te boeten. Voor speciaalzaken is het van strategisch belang om openingstijden en doelgroep op elkaar af te stemmen. Ter indicatie: momenteel realiseren supermarkten 4% van hun omzet op zondag en 8% in de avond. Die momenten zijn vooral populair bij jongeren en werkenden. Dit zijn qua koopkracht en qua toekomstige bestedingen interessante doelgroepen voor de speciaalzaak.
Bron: CBS, *ramingen ING Economisch Bureau
ING Economisch Bureau
55
Ondernemen in 2016 / december 2015
Kleding
Werk aan de winkel Economische groei en meer koopkracht zor
gen voor hogere consumentenbestedingen. Na 7 jaar onafgebroken krimp, stijgt de omzet weer in 2015 en 2016. De stijging van de omzet blijft echter wel beperkt. Internet trekt nog altijd omzet naar zich toe. Nieuwe technologie is steeds belangrijker. Dit vereist investeringskracht en innovatief vermogen van retailers. De dominantie van grote internationale winkelketens en pure players zal toenemen. Local hero’s kunnen tegengas geven, mits in staat te excelleren.
Groei na 7 magere jaren Het waren 7 magere jaren voor winkels in kleding. Van 2008 tot en met 2014 daalde de omzet . In 2015 hebben winkels in kleding weer enig houvast. De omzet stijgt naar verwachting met 1%, vooral dankzij een goede tweede helft van het jaar. Die trend zet door in 2016 met een verwachte omzetgroei van 2%. Economische groei en stijging van de koopkracht zorgen voor hogere consumentenbestedingen. Daar tegenover staat het feit dat het online kanaal nog steeds omzet naar zich toetrekt. Deze komt deels bij de omnichannel retailers uit de sector terecht, maar belandt ook deels in de handen van pure players (web-only). In 2014 bedroeg het online (omzet)aandeel volgens Thuiswinkel.org en GfK 14% en in 2015 groeit dit aandeel door. ING Economisch Bureau verwacht in 2025 een online aandeel van 30% in kleding.
Technologie (nog) belangrijker Naast internet speelt ook andere, nieuwe technologie in fashion retail een steeds belangrijkere rol. Het succes van internationale fast fashion ketens en grote pure players hangt nauw samen met hun vermogen te innoveren. Internet of things, big data en slimme computers helpen hen mee vraag en aanbod real-time in kaart te brengen om de (aanlever)keten nog efficiënter en effectiever te laten functioneren. Snel en flexibel spelen zij in op de marktvraag. Voor met name middelgrote winkelketens wordt het steeds lastiger met deze partijen te concurreren. De keus bestaat uit doorgroeien of inkrimpen. Voor local hero’s met meerwaarde richting consument lijkt wel plek. Daarvoor zijn ondernemerschap en kennis over en passie voor hun assortiment essentieel.
Omzet groei na jaren van krimp Omzetontwikkeling in procenten vs. voorgaande jaar
2,0% 1,0%
-1,2%
-1,5% -2,9% 2011
2012
-3,6% 2013
2014
2015*
2016*
Bron: CBS, *ramingen ING Economisch Bureau
Ruim 1 op 5 verwacht ander business model Denkt u in de komende 5 jaar uw business model te moeten aanpassen door technologische ontwikkeling?
64%
22% 13%
eens
oneens
Neutraal / weet niet
Bron: TNS NIPO in opdracht van ING (enquête 100 non-food retailers)
ING Economisch Bureau
56
Ondernemen in 2016 / december 2015
Schoenen
Een maatje kleiner Winkels in schoenen zullen in 2015 hun om-
zet verder zien krimpen. Voor 2016 wordt een lichte groei voorzien. Het online kanaal wint in hoog tempo meer en meer terrein en lijkt in 2015 op weg naar 1/5 van de markt. Steeds meer (fysieke) schoenenwinkels hebben moeite de strijd vol te houden. Prijzen en resultaten staan onder druk. Het aantal vestigingen daalt.
Wisselend succes Net als winkels in kleding hebben ook winkels in schoenen moeilijke jaren achter de rug. Cijfers van het CBS geven aan dat ook in 2015 sprake was van een terugval in omzet. Maanden van groei en krimp lossen elkaar af, waarbij uiteindelijk een neergaande trend overheerst. ING Economisch Bureau verwacht over het totale jaar een krimp van 1%. Verdere economische groei en meer vertrouwen onder consumenten moeten echter in 2016 leiden tot omzetgroei (1,5%). Overigens zijn de cijfers niet over de gehele branche negatief. Zo spreekt brancheorganisatie INretail in 2015, in tegenstelling tot CBS, juist over een stijgende omzet onder haar leden. Ook pure webshops zien hun omzet voornamelijk groeien. In 2014 bedroeg hun omzetaandeel volgens GfK 16%. In 2015 zal dit aandeel richting de 20% stijgen.
Omzetontwikkeling in procenten vs. voorgaande jaar 1,5%
-1,8%
-1,0%
2014
2015*
-3,8%
-8,8% 2011
2012
2013
Aantal vestigingen winkels in schoenen 3.500 3.250 3.000 2.750 2.500
2011
2012
2013
2014
2015
Bron: CBS
Meer online, minder in winkelstraat
Groei omzet in 2016 na lastige jaren 2,0%
Dalend aantal schoenenwinkels in Nederland
2016*
De trend naar meer online verkoop van schoenen zal voorlopig aanhouden. Zo noteert Zalando, een van de belangrijkste partijen in online schoenen, consequent hogere cijfers gedurende het jaar. De verwachting is dat het online aandeel in Nederland de komende 10 jaar verdubbelt tot 40%.Dit heeft uiteraard grote consequenties voor (fysieke) schoenenwinkels. Sinds 2012 is sprake van een flinke daling van het aantal vestigingen van schoenenretailers in Nederland. In 3 jaar tijd verdween 11,5% van de winkels. Prijzen en resultaten staan onder druk. Sinds eind 2013 is sprake van een bijna onafgebroken prijsval. CBS en Panteia wijzen op een daling van het gemiddelde bedrijfsresultaat van 4,1% in 2012 naar 2,6% in 2014. Net als in kleding is ook hier de behoefte aan nieuwe business modellen groot.
Bron: CBS, *ramingen ING Economisch Bureau
ING Economisch Bureau
57
Ondernemen in 2016 / december 2015
Woninginrichting
Comeback kent grenzen Winkels in woninginrichting behoorden tot
de zwaarste verliezers in retail tijdens de crisis. In 2015 zijn zij één van de snelste groeiers. Het herstel van de woningmarkt leidt ook in 2016 tot omzetgroei. Winkels in woninginrichting krijgen weer wat lucht. Toch zal de sector rekening moeten houden met het feit dat deze comeback grenzen kent. Consumenten zullen noodgedwongen scherper inkopen in woninginrichting dan in het verleden.
Woningverkoop stimulans voor woninginrichting In de periode 2007-2014 moest de sector woninginrichting een groot verlies aan omzet incasseren. Bijna 30% van de totale omzet van winkels in woninginrichting verdween. Dankzij economische groei en een sterk herstel van de woningmarkt behoorde de sector in 2015 tot de sterkst groeiende segmenten in retail. Volgens cijfers van het CBS en Kadaster groeide het aantal woningverkopen in 2014 met bijna 40% tot ruim 153.000. Ook in de eerste drie kwartalen van 2015 steeg het aantal verkopen (+23%). Daarmee is het niveau van voor de crisis echter nog niet bereikt. In de periode 2005-2007 kregen jaarlijks ruim 200.000 huizen een nieuwe eigenaar.
Herstel woninginrichting in 2015 en 2016 Omzetontwikkeling in procenten vs. voorgaande jaar 5,5%
2,5%
-0,1% -2,8%
-7,7% 2011
Grenzen aan comeback Voor geheel 2015 verwacht ING Economisch Bureau een groei in omzet van winkels in woninginrichting van 5,5%. Ook volgend jaar stijgt de omzet, iets langzamer, met 2,5%. Ondanks de snelle comeback van de huizenmarkt zal de sector woninginrichting naar verwachting niet terugkeren naar de hoge omzetten uit het verleden. Aan het eind van 2015 zal het omzetniveau nog altijd zo’n 23% lager zijn dan in 2007. Een restrictiever beleid met betrekking tot hypothecaire leningen zorgt er voor dat consumenten noodgedwongen scherper moeten inkopen als het gaat om woninginrichting. Vaker zal eigen spaargeld worden aangewend voor grotere aankopen. Ook zal men wellicht langer vasthouden aan een (oudere) inrichting. Woonaccessoires zullen daarentegen juist belangrijker worden om toch een frisse look te houden. Retailers die op deze nieuwe realiteit inspelen kunnen kopers naar zich toetrekken.
2012
-6,3% 2013
2014
2015*
2016*
Bron: CBS, *ramingen ING Economisch Bureau
Comeback woninginrichting kent grenzen Index omzet woninginrichting en woningverkoop 2007 = 100 120 100
80 60 40 20
0 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015* Omzet winkels in woninginrichting Woningverkoop Bron: CBS/Kadaster, *raming ING Economisch Bureau
ING Economisch Bureau
58
Ondernemen in 2016 / december 2015
Doe-het-zelf
Strijd met ups and downs De doe-het-zelf sector kent na een positief
2014 een tegenvallend 2015. Professionele klussers lijken meer te profiteren van de opgeleefde woningmarkt dan dhz winkels. De verwachting is dat, dankzij een stijgend consumentenvertrouwen en meer koopkracht voor huishoudens, de sector in 2016 weer het groeipad vindt. De strijd om die extra omzet is echter hevig. Zowel binnen als buiten de sector is concurrentie om de verkoop van dhz en woon gerelateerde artikelen. Prijzen en marges staan onder druk. Schaal en efficiency worden steeds belangrijker.
Felle strijd
Terug in de min Herstel leek aanwezig binnen de doe-het-zelf sector. In 2014 werd een groei in de omzet van 2,1% genoteerd. Dit positieve cijfer krijgt echter geen vervolg in 2015. De markt daalt naar verwachting met 2%. Een opvallende daling, gezien het herstel van de woningmarkt. Vooral professionele klussers lijken hiervan te hebben geprofiteerd, mede door de lagere btw in de eerste helft van het jaar. ING Economisch Bureau denkt overigens dat de omzet in de branche in 2016 weer enigszins herstelt. De omzet groeit dan naar verwachting met 2%. Naast de woningmarkt kunnen het stijgende consumentenvertrouwen en groei in koopkracht de dhz markt een stimulans bieden. Er zal door retailers fel worden gestreden om een deel van die extra omzet te bemachtigen.
Zeker op het gebied van woonaccessoires, een belangrijk segment voor bouwmarkten, is het aantal concurrenten groot. Niet alleen winkels in woninginrichting, maar ook tuincentra, winkels in huishoudelijke artikelen, webshops en zelfs supermarkten binden op dit vlak de strijd met elkaar aan. Ook binnen de dhz branche is sprake van toenemende strijd. De Duitse keten Hornbach tracht met grootschalige nieuwe vestigen zich al geruime tijd een aandeel te verwerven in de Nederlandse dhz markt. Ook Bauhaus probeert nu voet aan de grond te krijgen. Nederlandse bouwmarkten expanderen juist weer met stadsvestigingen. Ook online zal de strijd toenemen. De toenemende concurrentie lijkt onder meer te resulteren in prijsdruk. Net als in woninginrichting shoppen consumenten (nog) prijsgerichter. Schaal en efficiency nemen daardoor in belang toe.
Tegenvaller in 2015 na groei 2014
Bedrijfsresultaat bouwmarkten onder druk
Omzetontwikkeling in procenten vs. voorgaande jaar
Bedrijfsresultaat = bruto winst- totale bedrijfskosten in % omzet
2,0%
2,1% 0,3%
2012
-2,0%
2013
2,9%
2,1%
-6,5% -8,0% 2011
2012
2014
2013
2014
Bron: CBS, *ramingen ING Economisch Bureau
ING Economisch Bureau
59
2015*
1,4%
2016* Bron: Panteia o.b.v. CBS (detailhandel.info)
Ondernemen in 2016 / december 2015
Consumentenelektronica
Uitputtingsslag vraagt om lange adem Na een opleving in 2014 is in 2015 weer
sprake van een krimpende omzet in consumentenelektronica. Voor 2016 zijn de vooruitzichten iets beter dankzij een stijging in vertrouwen en bestedingen van consumenten. De omstandigheden in de markt blijven echter uitdagend. De voortdurende prijsdruk zet marges en resultaten onder druk. Zowel online als offline vindt consolidatie plaats. Het aantal winkels daalt.
Onder druk Al jaren staat de sector consumentenelektronica onder druk. Hoewel het volume overeind blijft kent de omzet een dalende trend, door steeds lagere prijzen. In 2014 leek die trend, dankzij economisch herstel, doorbroken te worden. In 2015 is echter toch weer sprake van krimp. Naar verwachting daalt de omzet met 3%. In 10 jaar tijd is het gemiddelde prijsniveau in de branche bijna gehalveerd. Bepaalde producten, zoals tv’s en video apparatuur zijn razendsnel in prijs gedaald. Volgens het CBS lagen prijzen in deze productgroep in 2014 zo’n 60% lager dan in 2005. Opvallend is wel dat de prijsdaling in consumentenelektronica gedurende 2015 in kracht is geminderd. Dit kan duiden op een aantrekkende vraag richting het einde van het jaar. Voor 2016 wordt weer enige groei verwacht (+2%). Meer vertrouwen en koopkracht dienen daarbij als stimulans.
Consument moet zorgen voor groei in 2016 Omzetontwikkeling in procenten vs. voorgaande jaar 2,0%
2,2%
-2,6%
-2,9%
-3,0%
-8,5%
2011
2012
2013
2014
2015*
2016*
Prijsval tv’s en video apparatuur in 10 jaar tijd Ontwikkeling prijzen Televisietoestellen en video-app. Index 2006 = 100 120 100 80 60 40 20 0
2005
2008
2011
2014
Bron: CBS
Uitputtingsslag Ook nieuwe producten kunnen de omzet in de branche stimuleren. Grote doorbraken bleven de afgelopen jaren echter uit. De markten voor tablets en smartphones zijn verzadigd geraakt. Voor de verschillende spelers in consumentenelektronica blijven de omstandigheden op de markt zwaar. Winkeliers moeten in staat zijn tegen zeer geringe marges te opereren. Deze uitputtingsslag resulteert in een steeds lager aantal (fysieke) winkels. Het online kanaal is daarentegen verder gegroeid, maar kent eveneens consolidatie. Uiteindelijk zullen alleen de sterkste partijen, online en offline, de strijd doorstaan. Lage kosten (efficiency), effectieve marketing, hoge volumes en een lange adem zijn daarbij essentieel.
Bron: CBS, *ramingen ING Economisch Bureau
ING Economisch Bureau
60
Ondernemen in 2016 / december 2015
Persoonlijke verzorging
Groei tegen een prijs Na jarenlange stabiele groei stijgt de omzet
van winkels in persoonlijke verzorging fors in 2015. Ook 2016 kent relatief hoge groei. Deze stijging is enerzijds verklaarbaar door uitbreiding van de sector (meer winkels), de groeiende populariteit van gezondheid en wellness en het herstel van de economie. Anderzijds is de groei opmerkelijk gezien de felle concurrentie met supermarkten en discounters. De prijs voor groei wordt betaald in de vorm van lagere marges. De prijsdruk is hoog. Schaal is noodzakelijk in deze felle strijd. Consolidatie is gaande.
Forse groei De branche persoonlijke verzorging weet na jaren van veelal stabiele, lichte groei een versnelling hoger te schakelen in 2015. Naar verwachting groeit de omzet met 5%. In 2016 zal deze groei iets afzwakken, maar met 3% nog steeds op een relatief hoog niveau liggen. De sector weet haar grip op de consument te vergroten. In een periode waarbij in veel delen van de retail het aantal winkels krimpt, is in persoonlijke verzorging juist sprake van groei. Discounters breidden uit en concurreren ook steeds meer met het supermarktkanaal. Positief voor de sector is verder dat de populariteit van gezondheid en wellness eveneens groei stimuleert.
Groeispurt persoonlijke verzorging in 2015 Omzetontwikkeling in procenten vs. voorgaande jaar 5,0% 3,3%
Voor die hoge groei binnen persoonlijke bezorging wordt wel een prijs betaald. De promo druk, omzet uit promoties, is hoog. Supermarkten stuntten steeds meer, waardoor ook drogisterijen hun acties opvoeren. Daarnaast leidt de opkomst van discounters als Action en Big Bazaar tot extra prijsdruk. Cijfers van het CBS wijzen sinds eind vorig jaar op een dalend prijsniveau voor winkels in persoonlijke verzorging. Ook het gemiddelde bedrijfsresultaat van drogisterijen volgt een negatieve lijn en daalde van 4,8% in 2012 naar 4,2% in 2014 (Panteia o.b.v. CBS) Binnen de drogisterijbranche is het voor zelfstandige winkeliers steeds moeilijker deze strijd vol te houden. Schaal lijkt noodzaak om in deze fel bevochten markt te kunnen concurreren. Consolidatie is daarom al enige tijd gaande. Illustratief was de overname van Dirx drogisterijen door A.S. Watson (Kruidvat, Trekpleister).
1,7%
1,2%
0,5% 2011
Prijs wordt betaald
3,0%
2012
2013
2014
2015*
2016*
Bron: CBS, *ramingen ING Economisch Bureau
Lagere prijzen in drogisterijbranche Prijzen drogisterijen per kwartaal vs. zelfde periode in voorgaande jaar 5,0%
2,5%
0,0%
-2,5% K1'14 K2'14 K3'14 K4'14 K1'15 K2'15 K3'15 Bron: CBS
ING Economisch Bureau
61
Ondernemen in 2016 / december 2015
Automotive
Zakelijke opleving versus particuliere dip In 2015 stijgt het aantal registraties van
nieuwe personenauto’s naar verwachting tot 435 duizend. De omzet benadert zelfs het niveau van 2011. Deze opleving wordt veroorzaakt door de zakelijke markt. Een hogere vervangingsvraag en fiscale aanscherping (bijtelling) zijn de drijfveren achter deze groei. Grote zorg blijft de particuliere markt, die op een laag niveau opereert. Financiële horden verhinderen een snelle wederopstanding. Vergrijzing kan de komende 10 jaar een belangrijke stimulans zijn voor herstel van de particuliere markt. Onder de sterk groeiende groep van 65-plussers zal het autobezit namelijk toenemen.
Zakelijke opleving zorgt voor sterke groei omzet Het totaal aantal registraties van nieuwe personenauto’s stijgt in 2015 naar verwachting tot 435 duizend, dankzij de zakelijke markt. Naast het feit dat een hogere vervangingsvraag vanuit deze markt een stimulans vormt, is het ook de aanscherping van de bijtelling (per 2016) die 2015 extra registraties brengt. Belangrijk is dat de zakelijke markt zorgt voor de afzet van relatief dure auto’s. Dit leidt tot een sterke groei van de omzet, waarbij het niveau van 2011 wordt benaderd. Met name richting het einde van het jaar zullen veel nieuwe auto’s worden geregistreerd. Dit betekent echter dat 2016 traag zal starten. Ondanks verder economisch herstel verwacht ING Economisch Bureau daarom in 2016 een daling van het aantal registraties naar 415 duizend.
Terugwinnen particuliere koper is dé uitdaging De invloed van de zakelijke markt op de registraties is de afgelopen jaren gegroeid. Dit komt niet enkel door de kracht van de zakelijke markt, maar ook door een dalende particuliere markt. De kosten die gepaard gaan met aanschaf en bezit van een nieuwe auto vormen belangrijke financiële horden, zeker in een tijd waarin huishoudens nog steeds (financieel) bij moeten komen van de crisis. Er wordt langer doorgereden in auto’s en /of vaker gekozen voor een occasion. Het terugwinnen van particulieren op de markt voor nieuwe auto’s is dan ook één van de belangrijkste uitdagingen van de sector. De nog relatief kleine, maar wel snel groeiende markt van private lease speelt daarin een rol. Ook vergrijzing kan helpen. Het zijn juist ouderen die een belangrijke rol spelen op de particuliere markt (zie ook het Vooruitzicht Automotive ‘Vergrijzing stuwt wagenpark’).
Voor het eerst sinds 2011 omzetgroei
Korte opleving 2015 gevolgd door daling 2016
Omzet registraties nieuwe auto’s in miljarden euro’s
Registraties nieuwe personenauto's x 1.000 555 483
502
420
2010
2011
2012
2013
392
2014
435
415
2015*
2016*
Bron: VWE, bewerking en ramingen* ING Economisch Bureau
ING Economisch Bureau
62
15 14 13 12 11 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0
13,4 11,6
2010
2011
12,8
2012
11,8
2013
13,1
11,1
2014
2015*
Bron: ING o.b.v (VWE) cataloguswaarde, *2015 is schatting
Ondernemen in 2016 / december 2015
Agrarische sector
Akkerbouw Groenten en fruit Intensieve veehouderij Sierteelt Zuivel
Agrarische sector
Optimisme dankzij goede exportvooruitzichten In 2016 groeit het productievolume in de
agrarische sector naar verwachting met 1%, conform het langjarig gemiddelde. De export is de drijvende kracht achter de groei, maar ook binnenlands zijn er voldoende signalen dat de afzet verder groeit. Door de matige prijsontwikkeling in 2015 daalde de exportwaarde over een breed front. Groenten en bloemen vormden de uitzondering. Voor 2016 zal de prijsontwikkeling in melkvee– en varkenshouderij waarschijnlijk opwaarts zijn.
Groeivolume agrarische sector 1% Volgens het CBS bedroeg de productiegroei in de laatste twintig jaar gemiddeld 1% per jaar. In deze periode steeg het inkomen met 14% en slonk het aantal agrarische bedrijven met ruim 40% tot 65.000. De prijsontwikkeling was in 2015 voor diverse agrarische sectoren negatief. Uitzonderingen vormden groenten, bloemen en voor een deel van het jaar eieren. Voor sectoren als zuivel, akkerbouw en varkenshouderij is het perspectief voor 2016 beter dan in 2015. Voor zuivel wordt een geleidelijke stijging van de melkprijs voorzien tot 5% boven het gemiddelde van de laatste jaren. Voor aardappelen en uien begon het nieuwe productiejaar met goede prijzen. Voor varkenshouders werkt de varkenscyclus in 2016 in positieve zin, na de negatieve ontwikkelingen in 2015. De exportvooruitzichten blijven dankzij een gestaag stijgende vraag en een aanhoudend gunstige eurokoers goed. Bovendien blijven de olie– en gasprijzen naar verwachting op de huidige lage niveaus en dat is vooral gunstig voor de glastuinbouw.
Lage eurokoers stimuleert ook in 2016 export 1,60
1,00
1,50
0,95
1,40
0,90
1,30
0,85
1,20
0,80
1,10
0,75
1,00
0,70
0,90 2008
0,65 2010
2012
EUR/USD
2014
2016
EUR/GBP (r.as)
Bron: ING Economisch Bureau
Veelal lagere exportwaardes in 2015 % ontwikkeling j.o.j. 10% 5%
“De land- en tuinbouw is onmisbaar voor de Nederlandse economie. De sector vult de wereldwijd groeiende vraag naar gezonde en gevarieerde voeding in. Innovatie en duurzaamheid maakt Nederland tot gidsland”.
0% -5% -10% -15%
Vlees
Cor Bruns en Kees van Vliet, Sectormanagers Agrarisch
Melk
Kaas
Eieren
2014
Graan
Groenten
Fruit
Bloemen
Planten
2015 jan-sep
Bron: CBS
ING Economisch Bureau
64
Ondernemen in 2016 / december 2015
Akkerbouw
Hoge aardappel- en uienprijzen bij seizoenstart Het productiejaar 2015/2016 is begonnen
met bovengemiddeld hoge prijzen voor zowel consumptieaardappelen als uien. De kwaliteit en de opbrengsten variëren dit jaar lokaal sterk. Het exportseizoen is rustig begonnen. Het uitvoervolume ligt nog 3% achter bij dat van 2014/2015. Het aantal uitvoermarkten blijft groeien, zowel bij aardappelen als uien.
Prima start seizoen 2015/16 aardappelen en uien Akkerbouwers die aardappelen en uien verbouwen, kennen tot nu toe een prima prijsvorming. De prijzen in de periode september-november zijn voor aardappelen en uien 1,5 keer zo hoog als gemiddeld. Ten opzichte van vorig seizoen zijn de aardappelprijzen 4 tot 5 keer zo hoog (zie figuur). De kwaliteit en de opbrengsten variëren lokaal sterk. Er viel in sommige regio’s in het groeiseizoen extreem veel regen. Ook het nieuwe uienseizoen is prima begonnen. De oogst is 10% hoger dan het vorige seizoen en de prijzen liggen vooralsnog zowel boven die van vorig seizoen als die van het langjarig gemiddelde. Bovendien was medio november al bijna de helft geleverd, ook meer dan de jaren ervoor. De uitvoer komt wat langzamer op gang. Het exportvolume was tot en met week 44 3% lager dan een jaar eerder. De top 4 exportbestemmingen voor uien van het seizoen 2014/15 (Senegal, Brazilië, VK en Ivoorkust) laten allemaal nog een achterstand zien. Het aantal afzetmarkten groeit nog altijd, zowel voor aardappelen als uien.
Akkerbouwareaal (in ha) en bruto-opbrengst (in 1000 kg/ha) in 2015
Snijmaïs 223.900 Wintertarwe 127.800 Consumptieaardappelen 21.700 Suikerbieten 58.500 Zetmeelaardappelen 43.200 Pootaardappelen 42.000 Zomergerst 24.900 Zaaiuien 24.000
Bron: CBS; * 2014
ING Economisch Bureau
41,1 10,2 50,9 81,8 42,2* 37,0* 7,0 56,4
Goed begin aardappelseizoen 2015/16 prijs in € per 100 kg.
35 30 25 20 15 10 5 0
sep
okt
nov
dec
Gem.2000/14 2014/15
jan
feb
mar
2012/13 2015/16
apr
mei
jun
2013/14
Bron: LEI en ING Economisch Bureau
Bovengemiddelde uienprijs in 2015 prijs in € per 100 kg. 25 20 15 10 5 0 aug sep okt nov dec jan feb mar apr mei jun Gem.2000/11 2012/13 2013/14 2014/15 2015/16 Bron: LEI en ING Economisch Bureau
65
Ondernemen in 2016 / december 2015
Groenten en fruit
Toekomst sector diffuus ondanks prima 2015 2015 was qua prijsvorming een prima jaar
voor de kwekers van tomaten, komkommers en paprika. Het succes van de glastuinbouw in 2015 is te danken aan teeltproblemen buiten Nederland. De prille samenwerking in de coalitie HOT komt in 2016 met de eerste uitwerking van haar plannen voor de toekomst van de glastuinbouw. De uitbreiding van exportmarkten verloopt goed. Er zijn door ons land voor diverse producten nieuwe handelsovereenkomsten gesloten, onder meer met China, India, Brazilië en Vietnam.
2015 jaar met prima prijzen In de glastuinbouw hebben kwekers van tomaten, komkommers en paprika’s - de top 3 producten - een uitstekend jaar achter de rug. Door het te warme zomerweer bleef Spanje lang van de markt. De prijsvorming was zowel in het voor- als najaar prima. De prijzen daalden pas medio november, toen het gros van de Nederlandse oogst binnen was. Ook de kosten (vnl. gas) waren in 2015 acceptabel. In de AGF-schappen in de winkels zette deze voor de kwekers gunstige prijstendens door. Er werd dankzij de slechte Spaanse marktpositie in de eerste tien maanden 45% meer tomaten naar Spanje uitgevoerd. De totale exportvolumes daalden als gevolg van de hogere prijzen in de eerste tien maanden met 7%. Alleen de uitvoer van paprika’s ontwikkelde zich wel positief. De fruittelers zagen de appelexport stijgen, terwijl die van peren fors terugviel. Een groot deel van de perenoogst 2014/15 werd al vorig jaar verkocht.
in miljard kg. (x-as); % ontwikkeling j.o.j. 2.100.000
-7,0%
1.500.000
1.200.000
-5%
900.000
-14%
600.000
+3%
300.000 0
Totaal G&F
TomaatKomkommerPaprika
2014 (t/m week 45)
index 2006 = 100 130
120
110
100 2011
2012 Fruit
2013 2014 2015 Groenten en aardappelen
Bron: CBS
Coalitie HOT goede stap richting toekomst
Lagere groei exportvolumes in 2015
1.800.000
Prijzen in AGF-schap detailhandel ook omhoog
-22% +3% Peren
2015 (t/m week 45)
Appels
Een goed 2015 biedt geen enkele garantie voor weer een goed jaar. De areaalontwikkeling in 2016 is nog onduidelijk en weersomstandigheden in andere productielanden en Nederland zelf (lichtintensiteit en –inval in het voorjaar) zijn onvoorspelbaar. De glastuinbouwsector heeft door een reeks slechte jaren flink aan financiële en innovatiekracht ingeboet en krijgt de komende jaren met vele uitdagingen te maken. De in november gestarte ‘coalitie HOT’ (o.a. telersverenigingen, overheden en de logistieke sector) kijkt specifiek naar afzetstructuur, infrastructuur, ruimtelijke herstructurering, agrologistiek en vernieuwing van het Europese GMO-beleid. Daarnaast zijn er al stappen gemaakt op het gebied van nieuwe exportovereenkomsten van Nederland met landen als China, India, Vietnam en Brazilië.
Bron: GroentenFruit Huis en ING Economisch Bureau
ING Economisch Bureau
66
Ondernemen in 2016 / december 2015
Intensieve veehouderij
Varkenshouderij onder druk Houders van vleesvarkens en vooral zeugen
haalden in 2015 slechte rendementen. In 2016 zal het aanbod afnemen en kunnen de prijzen weer stijgen, conform het principe van de varkenscyclus. De hoge mestkosten blijven een punt van zorg en drukken de rendementen. Pluimveehouders hebben een goed jaar achter de rug. Hun vertrouwen in de toekomst van het bedrijf is momenteel een stuk hoger dan een jaar geleden. In 2016 zullen zeker voor legpluimveehouders de gemiddelde prijzen en rendementen lager uitkomen, maar mede dankzij dalende voerkosten boven het gemiddelde blijven.
Hogere prijzen in 2016 als gevolg varkenscyclus De varkenssector heeft een slecht jaar achter de rug. De prijzen van zowel vleesvarkens als zeugen zijn in de tweede helft van 2015 fors gekelderd. Er is overproductie in Europa en de vraag valt tegen. Nederlandse varkenshouders produceren weliswaar efficiënt, maar de kostprijs is en blijft door hoge eisen aan milieu en dierenwelzijn relatief hoog. Gecombineerd met de lage opbrengstprijs staan de rendementen onder druk. In “the survival of the fittest” dreigen vooral kleinere bedrijven het onderspit te delven. De ruim 30% ondernemers die zich richten op conceptvlees onderscheiden zich en hebben bovendien het tij mee. Beleidsmakers, consumenten en supermarkten kiezen langzamerhand voor sterrenvlees. Voor 2016 worden voor vleesvarkens en biggen een lager aanbod en dus hogere prijzen verwacht, conform het principe van de varkenscyclus.
Vooruitzichten pluimveehouders blijven goed De eierprijzen lagen een groot deel van het jaar ruim boven het langjarig gemiddelde. In de zomer leidde de uitbraak van vogelgriep in de VS dankzij een hogere importvraag tot een extra prijsimpuls. Gemiddeld zijn de prijzen in 2015 8% hoger dan het langjarige gemiddelde en 14% hoger dan in 2014. In 2016 zullen vraag, prijzen en rendementen naar verwachting weer tenderen naar gemiddelde niveaus. Houders van vleeskuikens boekten in 2015 voor het tweede jaar op rij bovengemiddelde resultaten. De saldi liggen 5% onder het niveau van 2014, maar 35% boven het langjarig gemiddelde. Als de tendens tot lagere voerkosten zich voortzet en de opbrengsten redelijk op peil blijven vanwege een stabiele consumptievraag, belooft ook 2016 een bovengemiddeld jaar te worden voor vleeskuikenhouders.
2015 prima jaar legpluimvee, slecht jaar zeugen Gemiddeld maandsaldo* in € / bedrijf 35000 30000 25000 20000 15000 10000
5000 0 Vleeskuikens
Leghennen Vleesvarkens
gem. t/m okt 2006-2013
t/m okt 2014
Zeugen
t/m okt 2015
Bron: LEI en ING Economisch Bureau; * rendement (opbrengst minus kosten) voor gestandaardiseerde bedrijven, exclusief BTW
14% hogere eierprijzen in 2015 Weekprijzen in €/100 stuks excl. BTW, bruin 62-63 gram 8 7 6 5 4 1
4
7 10 13 16 19 22 25 28 31 34 37 40 43 46 49 52 2013 2014 2015 gem.2005-2013
Bron: LEI en ING Economisch Bureau
ING Economisch Bureau
67
Ondernemen in 2016 / december 2015
Sierteelt
Bloemen doen het beter dan planten De sierteeltsector liet in 2015 een gemengd
beeld zien, met flinke exportgroei voor bloemen, maar een tegenvallende ontwikkeling bij potplanten. Ondanks de lagere prijzen voor potplanten verbetert het rendement, ook in 2016, door lagere energiekosten. Het herstel van de consumptieve bestedingen en de laag blijvende euro zorgen bovendien voor goede (internationale) afzetvooruitzichten. Voor bloemen wordt een exportgroei van 4% voorzien, voor potplanten van 3%.
Uitvoer bloemen groeit door, rentabiliteit omhoog De exportwaarde van pot– en tuinplanten daalde in de eerste tien maanden met 3%, die van bloemen steeg met 6%. Planten worden tegen lagere prijzen verkocht, maar omdat kwekers in een kleinere potmaat telen stijgt de rentabiliteit per m2. Volgens het LEI is sinds de crisis de rentabiliteit verbeterd. Ook door het lage gasprijsniveau zijn de kosten voor de kwekers gedaald en is de verwachting voor de resultaten in 2016 evenals in 2015 positief. Overigens ontstaat door “Kopen Op Afstand” enige neerwaartse prijsdruk in de handel, omdat buitenlandse importeurs gemakkelijker kunnen kiezen voor goedkopere alternatieven, buiten de veiling om.
Exportgroei vooral naar VK en Polen Uit de figuur blijkt dat er een samenhang is tussen de economische groei in de eurozone - het voornaamste afzetgebied van de Nederlandse sierteeltsector - en de uitvoerwaarde van vooral bloemen. Aangezien de groeivooruitzichten voor de eurozone in 2016 (+1,5%) en 2017 (+1,8%) positief zijn, betekent dat goede vooruitzichten voor de sierteeltsector. De bloemenexport stijgt naar verwachting met ongeveer 4%. Voor potplanten kan de terugval in exportwaarde in 2015 weer worden omgebogen. De Britse exportmarkt zal evenals in 2015 de snelste groeier zijn. De euro/pond koers blijft zich gunstig ontwikkelen, terwijl de consumptiegroei hoog blijft. Polen is groeiland nr.2. Rusland verliest als exportland aan betekenis. De exportomzet daalt dit jaar met een kwart. Vooral voor chrysanten, die voor de Russische markt worden geproduceerd, is er prijsdruk. Herstel van de Russische economie en de export ernaartoe wordt pas in 2017 voorzien.
Groei exportwaarde bloemen en planten 2016 % joj groei 6 4 2 0 -2 -4 -6
-8 2006
2008
2010
Snijbloemen
2012
Potplanten
2014
2016
BBP groei eurozone
Bron: VGB en ING Economisch Bureau
Totale groei exportomzet sierteelt in 2015 +3% % joj groei januari-oktober (aandeel tussen haakjes) TOTAAL Duitsland (29,1%)
V.K. (16,7%) Frankrijk (12,9%)
Italië (4,9%) België (4,0%) Polen (3,3%) Zwitserland (3,3%) Rusland (3,2%)
Zweden (3,0%) Oostenrijk (2,3%) -30%
-20%
-10%
0%
10%
20%
Bron: VGB en ING Economisch Bureau
ING Economisch Bureau
68
Ondernemen in 2016 / december 2015
Zuivel
Zonniger 2016 voor melkveehouders De melkprijzen waren in 2015 circa 7% lager
dan gemiddeld en 17% lager dan in 2014. Het rendement voor de melkveehouders zal in 2015 9% lager zijn dan gemiddeld en 20% lager dan in 2014. Voor 2016 wordt een geleidelijke stijging van de melkprijs voorzien, die gemiddeld 5% boven het langjarig gemiddelde en 10% boven die van 2015 kan uitkomen. Lagere voerkosten, een gunstige eurokoers en een verder stijgende internationale vraag spelen de melkveehouder in de kaart. De fosfaatwetgeving zorgt echter voor het uitblijven van verdere productiegroei.
Hogere prijzen en gemiddelde rendementen voor melkveehouders in 2016 Na het vervallen van de melkquotering op 1 april 2015 is de productie vooral in Nederland flink gestegen (circa 7%) en zijn de prijzen gedaald. In ons land steeg de productie sterker dan in de meeste andere EU-landen. De melkprijzen inclusief nabetalingen, heffingen en toeslagen komen in 2015 zo’n 7% onder het langjarig gemiddelde (€ 34,50) uit. De gemiddelde melkprijs van 2015 is 17% lager dan die in 2014, het rendement ruim 20%. Voor 2016 is de verwachting dat dankzij de toenemende internationale vraag de melkprijs geleidelijk gaat stijgen en kan uitkomen op 5% boven het langjarig gemiddelde (de zogenoemde KWIN-norm) en ruim 10% boven het gemiddelde prijsniveau van 2015. Voor de rendementen betekent dit bij hetzelfde kostenniveau als in 2015 dat 2016 een gemiddeld jaar kan worden. Het gemiddeld maandsaldo is dan bijna 10% hoger dan in 2015.
Lange termijnperspectief goed Als de nieuwe fosfaatwetgeving op 1-1-2016 volgens planning ingaat, dan lijkt verdere productiegroei uitgesloten. Er wordt dan teveel mest geproduceerd. Verder zijn de vooruitzichten goed. De vraag naar zuivel blijft stijgen door toename van de wereldbevolking en de welvaart. Het goede imago van Nederland met steeds meer weidegang en duurzame productievormen lijkt een garantie voor prima exportvooruitzichten. De laag blijvende euro komt daar in 2016 als gunstige factor bovenop.
Melkprijs 2015 7% onder gemiddelde* (€ 34,50) in € per kg excl. BTW; 3,7% vet– en 3,35% eiwitgehalte 46 43 40 37 34 31 28 jan feb mar apr mei jun 2013
jul aug sep okt nov dec
2014
2015
Bron: LEI en ING Economisch Bureau; * KWIN-norm
Gemiddeld rendement 2016 weer ‘normaal’ in € per maand excl. BTW 20000 15000 10000 5000 0 2006-2014
2014
2006-2014
2014
2015
2015
2016
2016
Bron: LEI en ING Economisch Bureau
ING Economisch Bureau
69
Ondernemen in 2016 / december 2015
Horeca
Hotels Restaurants Cafetaria’s en fastservice Cafés
Horeca
Horeca houdt opgaande lijn vast De horeca-omzet stijgt. De verkopen nemen
naar verwachting met 2% toe in 2016. De groei bij hotels, restaurants en cafetaria’s houdt aan, bij cafés lijkt de volumedaling te stagneren. De verkoopvolumes in de horeca liggen ook eind 2016 nog onder het niveau van 2007. Voor restaurants ligt dat niveau mogelijk in 2017 al in verschiet, cafés zijn daar nog ver van verwijderd. De branchevreemde concurrentie neemt toe. Voor hotels gaat het om particuliere verhuur en door horeca-elementen toe te voegen begeeft de retail zich steeds meer op de markt voor eet-en drinkgelegenheden.
Sterke fase voor omzetgroei in horeca Het samenvallen van het huidige economische herstel in Nederland en de toestroom van toeristen is een gouden combinatie voor de horeca. Niet eerder dit millennium namen de verkopen van hapjes en drankjes en de boekingen van hotelkamers zo sterk toe als in 2014 en 2015. Ondanks dat de verwachte groei in 2016 (2%) wat gas terug neemt, lijkt de sector wederom op een goed jaar af te stevenen. Het omzetvolume van restaurants en hotels nadert door opeenvolgende jaren van groei het niveau van topjaar 2007.
De omzet stijgt... Ontwikkeling omzetvolume, jaar-op-jaar 4,0%
“De consument is positief gestemd en besteedt meer buiten de deur. Gunstig voor de horecaondernemer, mits zijn aanbod past bij de klantwens. Onderscheidend vermogen is van levensbelang aangezien het aanbod stijgt.” Jan van der Doelen, Sectormanager Horeca
2,0%
2,1%
Minder bedrijven in financiële problemen De groei in de horecabestedingen gaat gepaard met een toename van het aantal hotels, restaurants en cafetaria’s/ lunchrooms. Vooral eigenaren van eet– en drinkgelegenheden signaleren dat het animo onder consumenten om de horeca te bezoeken de afgelopen 2,5 jaar toeneemt. De markt is in staat om de extra hotelkamers en eetgelegenheden te absorberen. Dat betekent dat het aantal faillissementen in de horeca daalt en in 2015 onder het langjarig gemiddelde ligt.
4,0%
2011
-0,7%
-0,7%
2012
2013
2014
2015*
2016*
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
… en het aantal faillissementen daalt 3-maands gemiddelde, langjarig gemiddelde 30,5 50 40 30 20 10 0 2013 januari
juli
2014 januari
juli
2015 januari
juli
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
ING Economisch Bureau
71
Ondernemen in 2016 / december 2015
Hotels
2016: derde vette jaar op rij De vraag naar hotelkamers stijgt al twee
jaar gestaag en die ontwikkeling zet door. Voor 2016 is de verwachting dat het omzetvolume met 3% toeneemt. 2015 gaat de boeken in als een toeristisch topjaar, het aantal buitenlandse gasten is met ruim 14 miljoen hoger dan ooit tevoren. De grotere vraag naar kamers stimuleert nieuwe ontwikkelingen. Vooral in de grote steden is én wordt nieuw hotelaanbod ontwikkeld. Ook het beschikbare alternatieve aanbod (o.a. Airbnb) groeit sterk. In de aanhoudende internationale onrust schuilt een potentiële bedreiging voor de hotellerie.
Omzetstijging hotellerie zet door De toestroom van toeristen legt de hotellerie geen windeieren. Met ruim 14 miljoen buitenlandse toeristen, trekt Nederland meer bezoekers dan ooit tevoren. Het belang van toeristen voor hotels blijft daarmee toenemen. Het positieve sentiment onder Nederlandse consumenten is een tweede opsteker. Kamerprijzen en bezettingsgraden liggen op hoge niveaus en 2015 is met een volumegroei van ruim 5% het tweede topjaar op rij. Het groeivooruitzicht voor 2016 (+3%) is positief. Sterke groei in de zakelijke dienstverlening is gunstig voor de binnenlandse zakelijke markt en ook de Nederlandse consument gaat weer vaker op vakantie. In de aanhoudende internationale onrust en terreurdreiging schuilt een risico voor de hotellerie. Vooralsnog ligt een stijging van het aantal buitenlandse gasten echter meer in de lijn der verwachting.
Ontwikkeling per kwartaal 15,0%
50
7,5%
25
0,0%
0 -25
-15,0% 2011 Q1
2013 Q1
Omzet Hotels (volume, in %) Consumentenvertrouwen (rechter-as)
Aandeel in overnachtingen per regio, eerste helft 2015 Nederland
47,6%
Europa Amerika Azië en Australië
Afrika
40,0% 6,6% 5,3%
0,6%
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Nieuwe hotelconcepten en alternatief aanbod
Stijging van vertrouwen gunstig voor omzet
-7,5%
52% overnachtingen door buitenlandse gasten
-50 2015 Q3
De groei in de hotellerie leidt tot veel nieuwe ontwikkelingen. Buiten de steden en aan de rand van de stad groeien ketens als Van der Valk. In de grote steden, Amsterdam voorop, weten (nieuwe) hotels ook passanten en ondernemers aan zich te binden. Bijvoorbeeld door het bieden van kwalitatief hoogwaardige werkplekken en aantrekkelijke food– en beverage concepten. Wat ook groeit is het alternatieve aanbod, zo voert Airbnb actief campagne om meer Amsterdamse verhuurders te werven. De vatbaarheid van hotels voor dit alternatieve aanbod verschilt. Zakenhotels, hotels met een gemiddeld oudere doelgroep en hotels bij vervoersknooppunten zijn relatief minder gevoelig voor het nieuwe aanbod.
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
ING Economisch Bureau
72
Ondernemen in 2016 / december 2015
Restaurants
Restaurants in trek De omzetontwikkeling van restaurants zit al
vijf jaar in de lift. Voor 2016 is de verwachting dat de verkopen met ruim 2% toenemen. De bestedingen bij restaurants stijgen sterker dan die bij supermarkten of bij winkels. Dit is een teken van de prioriteit die consumenten aan een avond uit eten geven. Er zijn steeds meer restaurants: tijdens 2014 nam het restaurantaanbod sneller toe dan de omzetgroei.
Omzetgroei houdt aan, tempo iets lager Het positieve sentiment bij consumenten vertaalt zich door in een sterke groei in het aantal verkochte maaltijden in restaurants. Het omzetvolume maakt in 2014 en 2015 de sterkste groeiperiode van het huidige millennium door. De vooruitzichten zijn gunstig en voor 2016 wordt een groei van 2% verwacht. De koopkracht verbetert en de consument is sneller bereid om geld uit te geven. Maar die ontwikkeling verschilt wel per doelgroep. Vooral welvarende ouderen gaan er qua koopkracht slechts beperkt op vooruit, terwijl zij voor sommige restaurants juist een belangrijke doelgroep zijn. In het prioriteiten lijstje van de consument scoort uit eten gaan goed. De keuze voor een avond uit eten krijgt daarbij vooralsnog de voorkeur van de consument boven een beter gevulde boodschappenkar of nieuwe garderobe.
Ontwikkeling per kwartaal 10%
50
5%
25
0%
0
-10% 2011 Q1
-25
2013 Q1
Aantal restaurantvestigingen
12.495
12.795
12.940
13.110
2011
2012
2013
2014
14.330
2015
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Aantal restaurants groeit sneller dan omzet
Extra impuls omzet door positief sentiment
-5%
Forse toename van het aantal restaurants
-50 2015 Q3
Er worden meer maaltijden verkocht maar het aantal restaurants blijft ook toenemen. Volgens cijfers van het CBS steeg het restaurantaanbod in 2014 met bijna tien procent. Dat was fors meer dan de groei van de verkopen. De sterkste groei vindt plaats in de Randstad en in Noord-Brabant. Hier nam het aantal restaurants in vijf jaar tijd met 15 tot 20% toe. Daarmee concentreert de groei zich in regio’s met de sterkste bevolkingsgroei. In de andere provincies steeg het aanbod met circa tien procent. Ondanks de toename van de concurrentie neemt het aantal faillissementen onder eet– en drinkgelegenheden af.
Omzet Restaurants (volume, in %) Consumentenvertrouwen (rechter-as) Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
ING Economisch Bureau
73
Ondernemen in 2016 / december 2015
Cafetaria’s en fastservice
Gezonde concurrentie De omzet in cafetaria’s, lunchrooms en fast-
foodrestaurants blijft in 2016 naar verwachting groeien. Het omzetvolume stijgt circa 2%. Een snelle hap is doorgaans niet heel gezond terwijl het merendeel van de consumenten vet, zout en suiker probeert te vermijden. De branche kan dit met bewuste keuzes faciliteren. De foodtruck & trailer zijn terug van weggeweest. Volgens schattingen zijn er momenteel circa 400. De groei van het aantal mobiele keukens is een drijfveer voor het aantal foodfestivals.
Voor ieder wat wils De markt voor een snelle hap is minder ‘booming’ dan die voor hotels en restaurants maar profiteert wel degelijk van het herstel van de binnenlandse economie. Consumenten zijn meer op pad in eigen land en in vakantieperiodes profiteren aanbieders in toeristische regio’s van de steeds grotere toeristenstroom. Naast enkele grote fastfoodketens zijn er vooral heel veel kleinere formules en spelers. Nieuwe to go concepten doen hun intrede waarbij goed en gezond eten vaak een uitgangspunt is. Traditionele aanbieders van een snelle hap moeten daarin mee. Een keurmerk als verantwoord frituren en de uitgebreide voedingsinformatie bij McDonalds zijn daarvan voorbeelden. Naast het ruime aanbod van broodjeszaken, snackbars, fastfoodrestaurants en ijssalons zijn foodtrucks in trek. Veel meer dan andere partijen richten zij zich doorgaans op één specialiteit/signature dish met een hoge omloopsnelheid. Ieder jaar groeit het aantal vestigingen van cafetaria’s
Omzet groeit in gematigd tempo Ontwikkeling per kwartaal 15,0%
50
7,5%
25
0,0%
0
-7,5% -15,0% 2011 Q1
-50 2015 Q3
2013 Q1
Omzet Cafetaria's (volume, in %) Consumentenvertrouwen (recher-as) Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Minder faillissementen bij eet– en drinkgelegenheden
Aantal vestigingen
Groei
2011
11.365
1,8%
2012
11.990
5,5%
2013
12.240
2,1%
400
2014
12.575
2,7%
300
2015
13.295
5,7%
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
-25
Aantal faillissementen per jaar 500
200 100 0 2011
2012
2013
2014
2015*
Bron: CBS, *2015 raming ING Economisch
ING Economisch Bureau
74
Ondernemen in 2016 / december 2015
Cafés
Minder consumpties tegen hogere prijs De aanhoudende daling in de verkopen van
cafés vlakt af. In 2016 wordt een lichte krimp van 0,5% voorzien. Sinds 2007 zijn de omzetvolumes in de cafebranche ieder jaar teruggelopen. In het tweede en derde kwartaal van 2015 wisten cafés echter meer consumpties te verkopen. De opkomst van het aantal koffiezaken is indrukwekkend en lijkt nog niet ten einde. De cafébranche transformeert en de ‘ouderwetse kroeg’ wordt schaarser.
Omzet structureel onder druk Sinds geruime tijd lopen de verkoopvolumes in de cafébranche terug. In 2015 maakt die ontwikkeling een tijdelijke pas op de plaats. In het tweede en derde kwartaal stegen de volumes met 1%. De laatste keer dat dit in twee opeenvolgende kwartalen gebeurde, was in 2006. Hogere prijzen compenseren de dalende verkopen, gemiddeld stegen de prijzen de afgelopen tien jaar met bijna 3% per jaar. Voor 2016 is de verwachting dat er een beperkte daling plaatsvindt (-0,5%). Overall zijn de omstandigheden relatief gunstig, consumenten zijn positief, de koopkracht stijgt en het toerisme groeit. Wat het weer gaat doen speelt uiteraard een rol en het mislopen van het EK-voetbal is ongunstig. Voor individuele ondernemers kan het interessant zijn om als plan B de toeristen uit onze buurlanden te bedienen.
Omzetvolume van cafés ruim 10% gedaald Index 2010 = 100 105
100 95
90 85 80 2010 Q1
2015 Q3
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Vijf redenen voor de druk op de omzetvolumes Koffie in koffiezaak in plaats van bier in de kroeg betekent gemiddeld lagere besteding en volume.
Vergrijzing: de oudere consument is minder gericht op het café en meer op het restaurant. Nederland festivalland: het aantal festivals is sterk toegenomen en dit trekt bestedingen van elders weg. Regelgeving: verhoging van de alcoholleeftijd, het rookverbod en de verhoging van de accijnzen. De toegenomen prijsafstand tussen een consumptie thuis of in de kroeg.
Aantal cafés daalt geleidelijk Aantal vestigingen van cafés 15.000
12.425
11.325
10.000
5.000
0
2010
2011
2012
2013
2014
2015*
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
ING Economisch Bureau
75
Ondernemen in 2016 / december 2015
Public sector
Woningcorporaties Lagere overheden Onderwijs Goede doelen Kinderopvang
Public sector
Meer impact met minder middelen De public sector blijft in 2016 met 1% groei
ruim achter bij de economische groei van 2,5%. Voor publieke- en non-profitorganisaties staat het vergroten van de maatschappelijke impact voorop. Financieel scherp aan de wind zeilen is de andere grote uitdaging. Woningcorporaties focussen op de herziene woningwet en woningen voor vluchtelingen. Gemeenten kunnen door de regie te pakken hun impact vergroten op het vlak van werk, inkomen en zorg. Onderwijsinstellingen gaan zich meer specialiseren in een kleinschaliger opzet. In de kinderopvang is visie, flexibiliteit en ondernemerschap nodig om te overleven. Goede doelen creëren impact door donateurs met vernieuwende acties te binden.
2016: groei blijft achter bij marktsectoren Hervormingen en bezuinigingen van het kabinet hebben tot een kleinere public sector geleid. Het afgelopen jaar is de toegevoegde waarde van de sector met 0,5% licht gekrompen. Door bezuinigingen op ouderenzorg, ontwikkelingssamenwerking, cultuursubsidies en maatregelen als de verhuurdersheffing hebben publieke- en non-profitorganisaties hun personeelsbestand moeten inkrimpen. Ook in 2016 moeten zij de broekriem aanhalen. De aantrekkende economie zal wel weer tot lichte groei van de public sector leiden, maar deze blijft met 1% ruim achter bij de 2,5% van de economie als geheel.
Kloof met marktsectoren in 2016 iets kleiner Ontwikkeling bruto toegevoegde waarde 2,5% 2,0%
1,0%
“In de Public Sector draait het om het zichtbaarder maken van uw meerwaarde. Zo kunt u het verschil maken en uw relatie met klant, burger en politiek versterken: dat is ondernemen in 2016.” Ceel Elemans, Sectormanager Public Sector
Public Sector Economie
-0,2%
Onderwijs ziet werkgelegenheid weer groeien Het onderwijs profiteert juist van het kabinetsbeleid. Als belangrijke pijler van de kenniseconomie krijgt het onderwijs een kwaliteitsimpuls. Investeringen in kwaliteit van leraren, vastgoed en digitale toepassingen komen daardoor eerder van de grond. Door de teruglopende leerling– en studentenaantallen en de grote onderwijskundige en technologische uitdagingen zullen echter ook onderwijsinstellingen strak op de financiën moeten sturen.
1%
2014
-0,4% 2015*
2016*
Bron: ING Economisch Bureau (*raming) o.b.v. CBS
Minder personeel bij non-profit organisaties Aantal medewerkers, index 2010 = 100 120 Onderwijs 110
Overheden
100
Woningcorporaties
90
Goede doelen
80
Kinderopvang
70 2010 2011 2012 2013 2014 2015
Bron: ING EB o.b.v. CBS, Brancheorganisatie Kinderopvang, AEDES, VFI
ING Economisch Bureau
77
Ondernemen in 2016 / december 2015
Woningcorporaties
Woningwet en vluchtelingen top of mind De scheiding van DAEB en niet-DAEB is een
belangrijk thema in 2016. Het merendeel van de corporaties kiest voor een administratieve scheiding. De huisvesting van vluchtelingen bepaalt ook de agenda in 2016. Momenteel komen elke maand 10.000 vluchtelingen ons land binnen die huisvesting nodig hebben. Corporaties denken de vergunninghouders vooral in bestaande sociale huurwoningen te huisvesten. Hierdoor nemen de wachtlijsten verder toe. De financiële positie verbetert door verdere kostenbeheersing en huurstijging.
Woningwet belangrijkste thema in 2016 De invoering van de herziene Woningwet, waarin o.a. de scheiding van DAEB en niet-DAEB wordt geregeld, zien corporaties als de belangrijkste topic voor 2016. Woningcorporaties moeten uiterlijk 1 januari 2017 een conceptvoorstel indienen en uiterlijk 1 mei 2017 het definitieve scheidingsvoorstel. Naar verwachting zal de meerderheid, door hernieuwde focus op de kerntaak, kiezen voor de administratieve scheiding. Ook de opgelegde marktwaardering van het bezit vergt veel aandacht. De toegenomen focus op de kerntaak uit zich in een daling van de beïnvloedbare bedrijfslasten. In 2014 zijn die met 5% gedaald naar 925 euro per verhuureenheid. De totale bedrijfslasten stegen echter fors door niet-beïnvloedbare zaken zoals de verhuurdersheffing. Het WSW voorziet evenwel een verbetering van de financiële positie door stijging van de huren en verdere besparingen op personeel, onderhoud en leefbaarheid van wijken. Ondanks de bezuinigingen zijn huurders tevredener.
Totaal aantal asielverzoeken per maand 12.000
8.000
4.000
0 2014
Totale bedrijfslasten in sector (€ miljard) 5
2,5
0 2013
2014
Beïnvloedbare lasten Niet-beïnvloedbare lasten Bron: Aedes
Wachtlijsten zullen toenemen
Aantal vluchtelingen neemt toe
2013
Corporaties verlagen beïnvloedbare lasten
2015
Nederland heeft te maken met een forse toestroom van vluchtelingen. Momenteel komen er elke maand zo’n 10.000 ons land binnen. Uit onderzoek van Finance Ideas blijkt dat het merendeel van de corporaties (54%) verwacht de vluchtelingen in bestaande sociale huurwoningen op te vangen. De wachtlijsten van reeds ingeschreven woningzoekenden zullen hierdoor verder oplopen. Een kwart van de corporaties verwacht vergunninghouders in tijdelijke (container)woningen op te vangen. Vluchtelingen worden ook in leegstaande panden in eigendom van de gemeente gehuisvest. Sinds 1 december mogen corporaties deze panden in opdracht van gemeenten gaan beheren. Door het vraagstuk van de vergunninghouders krijgt de verkoop van woningen in 2016 waarschijnlijk minder prioriteit.
Bron: CBS
ING Economisch Bureau
78
Ondernemen in 2016 / december 2015
Lagere overheden
Meer regie en innovatie voor meer resultaat Lagere overheden moeten door aanhou-
dende druk op budgetten scherpe keuzes maken en efficiënter te werk gaan. Gemeenten kopen veel minder extern in. Daarnaast hebben zij hun personeelsbestand in vijf jaar met 12% teruggebracht. Voor veel maatschappelijke uitdagingen zijn dwarsverbanden tussen verschillende beleidsterreinen en samenwerking met private partijen nodig. Een regisserende en flexibele opstelling vanuit een heldere maatschappelijke visie is vereist om met minder geld meer resultaat te bereiken.
Gemeenten houden hand op de knip De decentralisaties en bezuinigingen blijven de budgetten van gemeenten fors onder druk zetten. Doordat lokale belastingen slechts 15% van de totale inkomsten uitmaken, richten gemeenten zich vooral op bezuinigen en het efficiënter organiseren van hun taken. Dit gaat steeds vaker ten koste van uitgaven aan bijvoorbeeld infrastructuur en subsidies voor bibliotheken of zwembaden. De grootste kostenbesparingen hebben gemeenten op de inkoop en inhuur van producten en diensten behaald (zie intermediair verbruik in rechter figuur). Daarnaast hebben zij het personeelsbestand in vijf jaar met 12% teruggebracht. Hoewel de aantrekkende economie geleidelijk voor minder financiële druk en stijgende opbrengsten uit verkoop van bouwgrond zorgt, moeten veel gemeenten op uitgavenbeheersing blijven focussen.
Schuldpositie gemeenten loopt op Ontwikkeling netto schuld per inwoner in euro’s 2.000
1.000
2010 2011 2012 2013
1.500
500 0 -500 -1.000 Gemeenten Provincies
Bron: Deloitte
ING Economisch Bureau
79
Water- Gezamenlijk schappen
Productie overheid 5,5% afgenomen in vijf jaar Productiecomponenten, index 2009 = 100 120
100
80
Bruto toegevoegde waarde 60
Intermediair verbruik
40 '96
'98
'00
'02
'04
'06
'08
'10
'12
'14
Bron: ING Economisch Bureau o.b.v. CBS
Meer maatschappelijke impact door meer regie De decentralisaties in het sociale domein hebben gemeenten met grotere financiële risico’s opgezadeld. Tegelijkertijd is op tal van beleidsterreinen meer regie nodig. Een goed voorbeeld zijn de ‘Retail Deals’ die 31 gemeenten inmiddels met de minister Kamp hebben gesloten. Hierin ontwikkelen de lokale belanghebbenden onder regie van de gemeente een visie en actieplan om winkelleegstand tegen te gaan. Vaak levert een kruisbestuiving tussen beleidsterreinen en met private partijen meer maatschappelijke impact op. Denk aan de omvorming van leegstaande kantoren, verzorgingshuizen en winkels tot woningen voor studenten of asielzoekers. Ook op het gebied van zorg en participatie kunnen slimme dwarsverbanden zowel maatschappelijk als financieel resultaat opleveren. Dit vergt wel een regisserende en flexibele opstelling en een heldere gemeentevisie. Ondernemen in 2016 / december 2015
Onderwijs
Investeren in onderscheidend onderwijs Het kabinet onderstreept met extra investe-
ringen de noodzaak van beter onderwijs om een concurrerende economie te blijven. De instroom van leerlingen onderaan het onderwijsgebouw krimpt verder door de geboortedaling. Universiteiten groeien door. Investeringen zijn behalve voor betere leerkrachten ook vereist voor het wegwerken van achterstallig onderhoud aan gebouwen en digitalisering. In MBO, HBO en WO staan kleinschalig onderwijs en profilering centraal. Instellingen moeten zich meer specialiseren en studenten intensiever begeleiden.
Erkenning van meerwaarde zorgt voor groei Het Nederlandse onderwijs vormt een stevige basis voor de kenniseconomie (figuur 1). Het kabinet onderstreept het belang van nog beter onderwijs met extra investeringen vanuit het Nationaal Onderwijsakkoord. In 2016 loopt het bedrag tot bijna 300 miljoen euro op. Door de studiebeurzen te vervangen door leningen speelt de minister (op termijn) geld vrij voor 15% meer docenten in het hoger onderwijs. Tegelijkertijd nemen de leerlingaantallen door de geboortedaling af. Terwijl de totale werkgelegenheid in het onderwijs groeit, krimpt het aantal docenten in het basis– en voortgezet onderwijs. In krimpgebieden zal concentratie van scholen noodzakelijk blijven. In het HBO groeien vooral de inschrijvingen bij tweejarige opleidingen (Associate Degrees). Universiteiten houden de aanwas op peil door hun internationale aantrekkingskracht, het toenemende opleidingsniveau van de bevolking en het langer doorleren.
Grote innovatiekracht tegen beperkte kosten 100 90
Innovatiekracht (index)
Zwi
Ned
VK Zwe VS Dui Kor Fin Oos NZe Fra Noo Aus Spa Jap Bel Por Ita Onderwijsuitgaven per leerling/student (index) Ier
80
70 60
50 40 40
50
60
70
80
90
100
Bron: ING Economisch Bureau o.b.v. OESO en Global Innovation Index
ING Economisch Bureau
80
Onderwijsbanen nemen weer toe Aantal banen, seizoengecorrigeerd, index 2010 = 100 108
104 100 96
92 88 '10
'11
'12
Onderwijs
'13 Zorg
'14
'15 Overheid
Bron: ING Economisch Bureau o.b.v. CBS
ICT, vastgoed en vakschool vergen investeringen, flexibilisering en profilering Behalve investeringen in meer en kwalitatief betere docenten die het Rijk oppakt, hebben veel scholen zelf nog het nodige achterstallige onderhoud weg te werken. Nederlandse leraren worden internationaal gezien relatief vaak in hun werk gehinderd door een gebrek aan computers en software. Ook de staat van schoolgebouwen laat vaak te wensen over. In het MBO ligt de uitdaging vooral in een betere aansluiting op de arbeidsmarkt met kleinschalige, flexibele vakscholen met een herkenbaar profiel voor studenten en het bedrijfsleven. In het hoger onderwijs staan kleinschalige lesvormen en profilering voorop. Universiteiten en hogescholen moeten zich meer van elkaar gaan onderscheiden, bijvoorbeeld via programma’s voor excellente studenten. Ondernemen in 2016 / december 2015
Goede doelen
Meerwaarde vereist vernieuwing Door een toenemend vertrouwen onder
consumenten en donateurs nemen de inkomsten van goede doelen weer toe. Huishoudens doneren minder geld, maar meer tijd. De vluchtelingenstroom zorgt voor veel nieuwe vrijwilligers. Overheidsbezuinigingen en trends in donaties nopen tot herziening van de fondsenwerving. Twee zaken staan centraal voor goede doelen: 1. creëer een actievere betrokkenheid van donateurs via vernieuwende acties; 2. focus niet op kosten, maar op de meerwaarde van acties op de lange termijn.
Inkomsten weer in de lift De inkomsten van goede doelen zijn in 2014 met 2% toegenomen. Net als het consumentenvertrouwen laat ook het vertrouwen in goede doelen sinds 2014 een stijgende lijn zien. Dit biedt perspectief op verdere inkomensgroei. Het aandeel van mensen dat doneert ligt met ongeveer 90% van de Nederlanders weer op pre-crisis niveau. Wel blijft het gemiddelde geefbedrag dalen. Daarentegen groeien de inkomsten uit nalatenschappen structureel door het toenemende aantal welvarende ouderen. Weliswaar doneren huishoudens steeds minder geld, zij steken wel meer tijd in goede doelen. Het aantal vrijwilligers neemt met name door de grote vluchtelingenstroom explosief toe. In de tweede helft van 2015 hielden de aanmeldingen van nieuwe asielzoekers en nieuwe vrijwilligers gelijke tred. Een radicale breuk met de langjarige trend van afnemende vrijwilligersinzet. Subsidies vormden in 2014 voor het eerst de grootste inkomensbron van goede doelen. De aankomende bezuinigingen op ontwikkelingshulp maken het voor internationale hulporganisaties echter noodzakelijk om zelf meer fondsen te gaan werven.
Kansen voor goede doelen in 2016 Geven dicht bij huis en met eigen inzet is in opkomst. Betrek donateurs bij vernieuwende acties. Focus op meerwaarde. Zowel bij fondsenwerving als bij projecten gaat het om het (langjarig) maatschappelijk rendement, niet om minimale kosten. Structurele investering in: communities, partnerships met bedrijven en focus op nalatenschappen.
Meer vertrouwen van donateurs stuwt inkomsten goede doelen 4,3 4,1
Inkomsten in miljarden euro's
Index
-10 -20
3,9
-30
3,7
-40
3,5 3,3
Inkomsten goede Inkomsten goede doelen (l. as) doelen (l. as)
2010
2011
-50
Donateursvertrouwen (r. as)
-60
2012
2013
2014
2015
Bron: ING Economisch Bureau o.b.v. CBF, VFI en WWAV
Nalatenschappen snelst stijgende inkomensbron Ontwikkeling bijdragen aan goede doelen, 2005 = 100 160 140
Nalatenschappen
120
Kansspelen
100
Huishoudens
80
Bedrijven
60
Fondsen
40 2005
2007
2009
2011
2013
Bron: ING Economisch Bureau o.b.v. Geven in Nederland 2015
ING Economisch Bureau
81
Ondernemen in 2016 / december 2015
Kinderopvang
Nasleep vraaguitval houdt marges onder druk Dankzij een hogere tegemoetkoming en
meer werkende ouders groeit de kinderopvang in 2016 met 2%. Ouders zullen onder invloed van het inconsistente overheidsbeleid niet weer massaal op formele opvang overstappen. Het herstel na de vraaguitval zal voorlopig beperkt zijn, waardoor overcapaciteit en margedruk aanhouden. Ouders en overheid eisen meer ontwikkeling op jonge leeftijd. Visie, flexibiliteit, ondernemerschap en lokale samenwerking zijn nodig om als aanbieder het verschil te maken.
Krimp bodemt uit, 2016 brengt lichte groei Na jaren van forse verlaging voert het kabinet sinds 2014 de tegemoetkoming die ouders voor kinderopvangkosten krijgen weer op. In 2016 trekt zij daar 290 miljoen euro extra voor uit. Samen met een toenemend aantal werkende ouders stimuleert dit de vraag naar kinderopvang. Ouders hebben de afgelopen jaren echter massaal formele voor informele opvang ingeruild. De gemaakte keuzes worden niet zomaar teruggedraaid en werken bovendien door in de keuzes voor kinderen die later geboren worden. Als ‘opa en oma’ eenmaal opvang voor het eerste kind verzorgen, zullen zij dit vaak ook voor de daaropvolgende kinderen doen. Verder moedigt het onvoorspelbare overheidsbeleid ouders niet aan om voor formele opvang te kiezen. Ondanks de vraaguitval van 35% van de opvanguren is de beschikbare opvangcapaciteit de afgelopen jaren praktisch gelijk gebleven. De financiële gezondheid van aanbieders blijft door de ontstane overcapaciteit veelal zorgelijk.
Visie, flexibiliteit en ondernemerschap essentieel Ouders en overheid worden steeds veeleisender. Kinderopvang draait niet alleen om het opvangen, maar ook om ontwikkelen. Een langetermijnvisie op de rol van de opvang in de ontwikkeling van het kind is van belang om als aanbieder de juiste wegen in te kunnen slaan en ouders te binden. Om tot de gewenste ‘integrale kindvoorzieningen’ te komen zullen aanbieders samenwerking met scholen, sportverenigingen, welzijn en gemeenten moeten zoeken. Daarvoor zijn flexibele wijkgerichte oplossingen nodig. Het ‘ken-uw-klant’-principe is belangrijker dan ooit. Biedt de klant flexibele oplossingen, maar pas daar wel de prijsstelling op aan.
Omzet kinderopvang groeit weer in 2016 Omzet en rijksuitgaven kinderopvang in miljarden euro 4 3,5 3 Brancheomzet kinderopvang
2,5 2
Uitgaven kinderopvangtoeslag
1,5 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Bron: Raming ING Economisch Bureau o.b.v. CBS en Rijksbegroting
Marges blijven onder druk door lage bezetting Aantal opvanguren per beschikbare kindplaats 2.000
1.600 1.200 800
Bezetting dagopvang
400 Bezetting buitenschoolse opvang
0
2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015
Bron: ING EB o.b.v. Brancheorganisatie Kinderopvang en Min. van SZW
ING Economisch Bureau
82
Ondernemen in 2016 / december 2015
Gezondheidszorg
Eerstelijns Zorg Geestelijke Gezondheidszorg Langdurige Zorg Ziekenhuiszorg
Gezondheidszorg
Transitie naar vraagsturing in volgende fase Het beeld van gezondheidszorg is voor 2016
gemengd: de eerstelijnszorg zet de sterke groei in 2016 voort, de GGZ krimpt, de ziekenhuiszorg groeit gematigd en de langdurige zorg stabiliseert door extra uitgaven van het kabinet. Zorgaanbieders maken een transitie door. De zorgconsument komt steeds meer centraal te staan. Het aanboddenken verliest terrein. Dit vergt bij veel partijen een cultuuromslag. Voor zorgverzekeraars is een belangrijke regierol weggelegd in het omvormen van gefragmenteerde zorg naar een geïntegreerd zorgaanbod over schotten heen. Innovatie komt van onderaf: aanbieders die tijdig de slag van aanbod naar vraaggerichte zorg maken hebben succes.
Zorg laat gemengd beeld zien in 2016 Het beeld van gezondheidszorg is voor 2016 gemengd: de eerstelijnszorg zet de sterke groei in 2016 voort, de GGZ krimpt, de ziekenhuiszorg groeit gematigd en de langdurige zorg stabiliseert door extra uitgaven van het kabinet. In de geneeskundige zorg komt de langjarige herinrichting van de zorg op gang. De zorg komt dichter bij de burger te staan. Tegelijkertijd stelt de burger als zorgconsument steeds hogere eisen aan zorgverleners. In de langdurige zorg ondervinden ouderenzorgaanbieders de grootste gevolgen van de stelselwijzigingen. Ook hier is het beeld gemengd: intensieve zorg groeit, terwijl lichte zorg krimpt.
Zorgconsument vraagt meer ondernemerschap Uiteindelijk is een gecoördineerde regionale aanpak over segmentsgrenzen heen nodig voor betere zorg. Voor zorgverzekeraars is een belangrijke regierol weggelegd in het omvormen van gefragmenteerde zorg naar een geïntegreerd zorgaanbod over schotten heen. Zorgverzekeraars zullen zich vaker langjarig moeten committeren. Maar innovatie komt van onderaf: aanbieders die tijdig de slag van aanbod naar vraaggerichte zorg maken hebben succes.
Tempo van uitgavenstijging neemt af Ontwikkeling zorguitgaven in miljarden euro’s 120 +3% p.j. +1% p.j.
100 +7% p.j.
80 60 40
20 0 '00
'02
'04
'06
'08
'10
'12
'14
Bron: ING Economisch Bureau (*raming) o.b.v. CBS
Bijna 90.000 zorgwerknemers minder in vier jaar Ontwikkeling aantal zorgwerkers tussen 2011 en 2015 +19.000
“Ook in 2016 staan bedrijfsvoering en uw positie centraal. Gemeentes en zorgverzekeraars sturen op meer doelmatigheid in de totale keten. Dit vereist scherpe keuzes!” Erwin Winkel, Sectormanager Gezondheidszorg
-86.000
Werknemers
Zelfstandigen
Bron: ING Economisch Bureau o.b.v. CBS
ING Economisch Bureau
84
Ondernemen in 2016 / december 2015
Eerstelijnszorg
Verbeteren door te verbinden
De eerste lijn krijgt meer steeds taken, met de huisarts als middelpunt
Huisartsenzorg groeit bovengemiddeld Ontwikkeling zorguitgaven 5,8%
5,7% 4,4%
3,5% 2,1%
2014
In het zorgakkoord is afgesproken dat zorg verleend in de eerste lijn (o.a. huisartsen, apothekers, fysiotherapeuten en wijkverpleegkundigen) sneller mag groeien dan zorg in de tweede lijn (vooral ziekenhuizen en GGZ-instellingen). Huisartsen vormen de spil in deze transitie. Zij worden gestimuleerd om steeds meer laagcomplexe en chronische zorgtaken voor hun rekening te nemen. In 2014 lag de groei van uitgaven aan huisartsenzorg door dit beleid bijna drie keer zo hoog als de groei van uitgaven aan ziekenhuiszorg. De overheveling van zorg vanuit ziekenhuis naar de eerste lijn en de leegloop van verzorgingshuizen is nog in volle gang. Voor 2016 betekent dit weer fors meer werk voor huisartsen en andere eerstelijnszorgaanbieders. Tegelijkertijd neemt door deze verschuiving ook de complexiteit van zorgverlening sterk toe. De vergrijzing, toenemende digitalisering (e-health) en opkomst van de kritische zorgconsument dragen daar ook aan bij.
2013
2016 voort. Huisartsen verwijzen patiënten minder snel door. Zij gaan meer taken van het ziekenhuis overnemen. De zorgverlening aan ouderen die niet meer in een verzorgingshuis terecht komen neemt ook toe. Deze verschuivingen maken, samen met de vergrijzing, e-health en kritischer zorgconsumenten, de praktijkvoering wel complexer. Samenwerking binnen grotere verbanden is vereist om alle nieuwe taken aan te kunnen, zowel zorginhoudelijk als bedrijfsmatig.
Eerste lijn groeit in 2016 sterk door
2012
De eerstelijnszorg zet de sterke groei in
0,8%
1,5%
-0,8% -2,8%
Ziekenhuizen en Geestelijke specialistengezondheidszorg praktijken
Huisartsenpraktijken
Bron: ING Economisch Bureau o.b.v. CBS
Verbreding en verdieping van samenwerking nodig Zorginhoudelijk vormen zorggroepen die gezamenlijk ketenzorg organiseren goede voorbeelden van succesvolle samenwerking en zorgvernieuwing over verschillende disciplines heen. Zij organiseren echter slechts een klein deel van de totale eerstelijnszorg. De eerste lijn is nog altijd zeer versnipperd. Het aantal groepspraktijken en gezondheidscentra groeit al enige jaren niet meer. Samenwerking en ondersteuning binnen grotere verbanden is vereist om alle nieuwe taken aan te kunnen, zowel op zorggebied als in facilitaire zaken. Om de focus van zorgverlening naar gezondheidswinst te kunnen verleggen moet de eerste lijn, de huisartsen voorop, zelf het initiatief nemen. Een cultuurverandering is nodig: van aanbodgericht naar vraaggericht werken en van solistisch werken naar samenwerken.
Bron: ING Economisch Bureau
ING Economisch Bureau
85
Ondernemen in 2016 / december 2015
Geestelijke gezondheidszorg
Nieuwe verdienmodellen nodig in krimpmarkt
Kansen voor de GGZ in 2016 Regie pakken in regionale afspraken met gemeenten, zorgverzekeraars en huisartsen voor een coherent aanbod, meer doorverwijzing en innovatiegeld. Technologie slim inzetten. Zoals: modules voor zelfzorg en data-analyse om vraag te voorspellen. Meer bedrijfsmatige aanpak: efficiënte bedrijfsvoering, heldere positionering en zorgstandaardisatie.
GGZ-uitgaven krimpen na onstuimige groei Ontwikkeling GGZ-uitgaven 14% 12%
10% 8% 6% 4%
2% 0% -2% '99
'01
'03
'05
'07
'09
'11
'13
Bron: ING Economisch Bureau o.b.v. CBS
Afbouw GGZ-capaciteit gaat in gematigd tempo Aantal opnameplaatsen o.b.v. gerealiseerde productie 20.000 16.000 12.000 8.000 4.000
0
2014
Na een jarenlange onstuimige groei is de GGZ-omzet in 2014 en 2015 voor het eerst gekrompen. Landelijk is afgesproken dat in 2020 maximaal tweederde van de intramurale GGZ-capaciteit van 2008 in gebruik is. Patiënten met lichtere psychische problemen kunnen bijhuisarts of basisGGZ terecht. Ook in 2016 zal de GGZ nog krimpen. Hoewel de afbouw van bedden vooralsnog in een bescheiden tempo gaat, hebben deze twee verschuivingen grote gevolgen. Gevestigde verdienmodellen staan onder druk. Aanbieders moeten saneren en omscholen om de capaciteit af te bouwen en meer ambulante zorg te verlenen. Tegelijkertijd worden veel minder patiënten doorverwezen door de huisarts. In vier jaar tijd is het aantal patiënten dat bij de huisarts door een praktijkondersteuner-GGZ wordt behandeld grofweg vervijfvoudigd. Daarnaast heeft de gespecialiseerde GGZ met wachtlijsten te kampen nu de beddenafbouw in gang is gezet. De behoefte aan intensieve zorg blijft namelijk overeind. Het speelveld is tot slot steeds complexer en administratief meer belastend geworden. De grotere rol van gemeenten vraagt veel extra afstemming en contractering.
2013
na verdrievoudigd. Sinds dat jaar krimpen de uitgaven door nieuw beleid. Ook 2016 brengt krimp. Aanbieders moeten een antwoord vinden op twee grote verschuivingen: minder GGZopnames en meer behandelingen door de huisarts. Gevestigde verdienmodellen staan onder druk. Kansen liggen in het pakken van de regie in regionaal overleg en de slimme inzet van technologie, formules en standaardisatie.
GGZ krimpt verder in 2016
2012
Tot 2014 zijn de GGZ-uitgaven in 15 jaar bij-
Zorgv.w. (opname tot 1 jaar)
AWBZ-B (verblijfsvoorzieningen)
AWBZ-C (Beschermd wonen)
Bron: Trimbos Instituut
ING Economisch Bureau
86
Ondernemen in 2016 / december 2015
Ziekenhuiszorg
Specialiseren en allianties om schotten heen De ziekenhuiszorg groeit in 2016 in gema-
tigd tempo, in lijn met landelijke afspraken. Patiënten komen minder vaak naar het ziekenhuis en verblijven er korter. De concentratie van hoogcomplexe zorg en spreiding van chronische, acute en planbare zorg is in volle gang. Ziekenhuizen moeten zich meer profileren op hun kwaliteiten en samenwerken met ketenpartners om de basiszorg dichter bij de burger te brengen, over ‘schotten’ heen. Toenemende exploitatierisico’s vereisen operationele wendbaarheid. Vrijgevestigde specialisten belemmeren dit nog te vaak.
Ziekenhuizen groeien in gematigd tempo Patiënten verblijven minder vaak en korter in het ziekenhuis. Inmiddels kan 50 procent van de patiënten na een dagbehandeling weer naar huis. Bovendien ligt het aantal opnames in Nederland relatief laag en neemt de verpleegduur steeds verder af. Uit internationale vergelijkingen blijkt dat dit een kenmerk van de hoge behandelkwaliteit is. De andere kant van de medaille is dat er steeds meer bedden leeg blijven. Ziekenhuizen zullen ook in 2016 hun huisvesting op de efficiëntere zorgverlening moeten aanpassen. Temeer omdat vanuit het zorgakkoord zorg naar de eerste lijn wordt overgeheveld. De omzetgroei van algemene ziekenhuizen kwam in 2014 met 1,3% op het laagste niveau in 25 jaar uit. Ook in 2016 zal de omzetgroei gematigd zijn. Vooral kleinere ziekenhuizen staan financieel onder druk. Meerjarencontracten met verzekeraars zijn nodig om ziekenhuizen de nodige comfort bij hun omvorming te bieden.
Nog veel ruimte voor efficiëntieverbetering Bezettingsgraad ziekenhuisbedden per land VK
84%
Oos.
83% 83%
Zwi.
Dui.
79%
Ita.
78%
Bel.
78%
Spa.
76%
Fra.
75%
VS
64%
Ned.
62%
Financieel sterker bij druk op productie Index 2009 = 100 200
Solvabiliteit Omzet alg. ziekenhuizen
150
Rentabiliteit
100
Meerdaagse opnamen Verpleegdagen
50 '09
'10
'11
'12
'13
'14
Bron: ING Economisch Bureau o.b.v. NVZ en Kiwa Carity
Specialisatie en samenwerking in kinderschoenen Het aantal locaties waarop ziekenhuiszorg wordt geleverd, neemt toe, terwijl het aantal organisaties als gevolg van fusies daalt. Ziekenhuizen zullen zich meer moeten profileren op hun kernkwaliteiten en met hun ketenpartners de basiszorg dichter bij de burger moeten brengen. Complexe zorg zal juist op steeds minder plekken en in grotere volumes worden aangeboden. Ondertussen werken ziekenhuizen ondanks dunne marges aan hun schokbestendigheid. De bedrijfsmatige wind die door de cure waait zorgt voor grotere exploitatierisico’s. Dat vrijgevestigde medischspecialisten vanuit fiscale overwegingen nieuwe bedrijven aan het optuigen zijn, vergroot de wendbaarheid van het ziekenhuis niet. In het verleden is een machtsblok van specialisten vaker een vloek dan een zegen gebleken.
Bron: NVZ o.b.v. OESO en Enquête Jaarcijfers Ziekenhuizen
ING Economisch Bureau
87
Ondernemen in 2016 / december 2015
Langdurige Zorg
Lichtere zorg krimpt, zwaardere zorg groeit De thuiszorg staat door bezuinigingen onder
druk en traditionele verzorgingshuizen lopen leeg. Voor 2016 heeft het kabinet 400 miljoen euro extra uitgetrokken voor verpleeghuiszorg en wijkverpleging. De vraag naar intensievere zorg op hogere leeftijd neemt structureel toe door de voortgaande vergrijzing. Ouderenzorgaanbieders moeten meer vraaggerichte dienstenpakketten ontwikkelen. Niet de zorg, maar het wonen staat voor zelfredzame ouderen centraal. De gehandicaptenzorg groeit binnen de uitgavenkaders.
Extra uitgaven aan ouderenzorg in 2016 Met ingang van 2015 is samen met de overgang van de AWBZ in de Wet langdurige zorg een fors deel van de ouderenzorg naar gemeenten (Wmo) en zorgverzekeraars (Zvw) overgeheveld. Tegelijkertijd heeft het kabinet substantieel gesneden in de budgetten voor thuiszorg. Veel thuiszorgaanbieders zijn in de problemen gekomen. De prijsdruk heeft voor een grote toename van laagbetaalde eenpitters gezorgd. Doordat opname in een instelling alleen nog voor zwaardere zorgvormen collectief bekostigd wordt, lopen verzorgingshuizen in rap tempo leeg. De vraag naar intensievere zorg op hogere leeftijd neemt daarentegen structureel toe door de voortgaande vergrijzing. Voor 2016 heeft het kabinet 400 miljoen euro extra uitgetrokken voor verpleeghuiszorg en wijkverpleging. De gehandicaptenzorg bevindt zich in rustiger vaarwater dan de ouderenzorg en groeit binnen de uitgavenkaders.
Nieuwe markt vergt vraaggerichte aanpak Aanbieders van verpleeghuis– en verzorgingshuiszorg intensiveren veelal hun zorgaanbod. Zij bieden veelal zwaardere zorgvormen aan, maar doen dit wel op minder plekken dan voorheen. Ook omdat zij gedurende de transitie een toenemend financieel risico lopen over hun vastgoed. Ouderenzorgaanbieders moeten de slag van een aanbodgericht naar een vraaggericht dienstenpakket maken. Ouderen zijn steeds welvarender en vitaler op hogere leeftijd. Zolang zij geen zware zorg nodig hebben, zijn zij op zoek naar een prettige leefomgeving met de garantie van zorg op afroep en in de nabijheid van hun woning. Niet de zorg, maar het wonen staat voor hen centraal. Dit vergt een vernieuwende aanpak van ouderenzorgaanbieders.
Bezuinigingen drukken groei langdurige zorg Ontwikkeling uitgaven aan langdurige zorg 15%
10%
5%
0% '00
'02
'04
'06
'08
Ouderenzorg
'10
'12
'14
Gehandicaptenzorg
Bron: ING Economisch Bureau o.b.v. CBS
Explosieve groei van eenpitters in thuiszorg Ontwikkeling aantal eenpitters, index 2009 = 100 850 700 550 400 250 100
'09
'10
'11
'12
'13
'14
'15
Thuiszorg
Medische praktijken
Paramedische praktijken
Ambulante jeugdzorg
Bron: ING Economisch Bureau o.b.v. CBS
ING Economisch Bureau
88
Ondernemen in 2016 / december 2015
Contactpersonen ING Sectormanagement Sasja Winters Machiel Bode Cor Bruns Jan van der Doelen Ceel Elemans Arnold Koning Marinus van der Meer Dirk Mulder Kees van Vliet Bert Woltheus Erwin Winkel
Zakelijke dienstverlening Transport & logistiek Agrarische sector Bouw, onroerend goed & leisure Public sector Industrie Groothandel & automotive Food & retail Agrarische sector Industrie Gezondheidszorg
06 30 28 41 63 06 54 22 77 30 06 54 31 33 14 06 55 81 22 15 06 54 78 82 83 06 52 31 46 05 06 50 69 25 95 06 11 38 09 71 06 55 79 88 31 06 27 00 66 24
Hoofdeconoom ING Nederland Agrarische sector & groothandel Regio’s Groningen, Friesland, Drenthe Gezondheidszorg, public & non-profit Detailhandel & automotive Nederlandse economie Food & leisure Regio’s Zeeland, Noord-Brabant, Limburg
06 53 90 45 31 06 19 30 31 53
Gerben Hieminga
Woningcorporaties, duurzaamheid & energie
06 83 64 00 72
Katinka Jongkind Maarten Leen Raoul Leering Rico Luman
MKB, starters en familiebedrijven Hoofd Macro-economie Hoofd internationaal Handelsonderzoek Transport & logistiek Regio’s Noord-, Zuid-Holland & Flevoland Zakelijke dienstverlening & digitale technologie Regio’s Overijssel, Gelderland, Utrecht Bouw & onroerend goed Industrie
06 83 64 98 76 020 563 4406 06 13 30 39 44 06 83 64 89 54
06 83 64 24 27
ING Economisch Bureau Marieke Blom Henk van den Brink Edse Dantuma Max Erich Dimitry Fleming Thijs Geijer
Ferdinand Nijboer Maurice van Sante Jurjen Witteveen ING Economisch Bureau
06 83 64 83 06 06 83 63 57 85 06 22 95 48 75 06 13 37 97 43
06 51 85 29 71 06 83 63 20 62 06 83 63 57 86 89
Ondernemen in 2016 / december 2015
Disclaimer
Disclaimer De informatie in dit rapport geeft de persoonlijke mening weer van de analist(en) en geen enkel deel van de beloning van de analist(en) was, is, of zal direct of indirect gerelateerd zijn aan het opnemen van specifieke aanbevelingen of meningen in dit rapport. De analisten die aan deze publicatie hebben bijgedragen voldoen allen aan de vereisten zoals gesteld door hun nationale toezichthouders aan de uit oefening van hun vak. Deze publicatie is opgesteld namens ING Bank N.V., gevestigd te Amsterdam en slechts bedoeld ter informatie van haar cliënten. ING Bank N.V. is onderdeel van ING Groep N.V. Deze publicatie is geen beleggingsaanbeveling noch een aanbieding of uitnodiging tot koop of verkoop van enig financieel instrument. Deze publicatie is louter informatief en mag niet worden beschouwd als advies. ING Bank N.V. betrekt haar informatie van betrouwbaar geachte bronnen en heeft alle mogelijk zorg betracht om er voor te zorgen dat ten tijde van de publicatie de informatie waarop zij haar visie in dit rapport heeft gebaseerd niet onjuist of misleidend is. ING Bank N.V. geeft geen garantie dat de door haar gebruikte informatie accuraat of compleet is. De informatie in dit rapport kan gewijzigd worden zonder enige vorm van aankondiging. ING Bank N.V. noch één of meer van haar directeuren of werknemers aanvaardt enige aansprakelijkheid voor enig direct of indirect verlies of schade voortkomend uit het gebruik van (de inhoud van) deze publicatie alsmede voor druk- en zetfouten in deze publicatie. Auteursrecht en rechten ter bescherming van gegevensbestanden zijn van toepassing op deze publicatie. Overneming van gegevens uit deze publicatie is toegestaan, mits de bron wordt vermeld. In Nederland is ING Bank N.V. geregistreerd bij en staat onder toezicht van De Nederlandsche Bank en de Autoriteit Financiële Markten. De tekst is afgesloten op 16 december 2015.
De inhoud van deze publicatie is gedeeltelijk gebaseerd op eerder verschenen Vooruitzichten van verschillende sectoren ING Economisch Bureau
90
Ondernemen in 2016 / december 2015