Omgevingsvergunning tweede fase Burgemeester en wethouders hebben op een aanvraag voor een omgevingsvergunning tweede fase ontvangen voor: - Project: Nieuwbouw 8 appartementen en een groepsruimte - Locatie: Nijverheidsweg 3 - Activiteiten: Bouwen - Zaaknummer: 22579 - Aanvrager: Preferent Projectontwikkeling B.V. Mevrouw Y. van den Elsen Postbus 2008 2002CA Velserbroek Besluit Burgemeester en wethouders besluiten de omgevingsvergunning tweede fase te verlenen en hierbij de omgevingsvergunning eerste fase aan te passen in die zin dat het oppervlak wordt vergoot met 2,6 m2, conform de tekeningen. De omgevingsvergunning tweede fase wordt verleend onder de bepaling dat de gewaarmerkte stukken deel uitmaken van de vergunning. Uitgebreide procedure en qefaseerde vergunning De uitgebreide besluitvormingsprocedure is uitgevoerd overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.10, eerste lid, aanhef en onder a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Dit omdat sprake is van afwijken van het bestemmingsplan op basis van artikel 2.12, eerste lid, onder a en onder 3 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Ingevolge artikel 2.5 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht kan een omgevingsvergunning gefaseerd worden aangevraagd. Dat is hier gebeurd. Het gaat hier om de tweede fase, bouwen. Voor dit project is ook een omgevingsvergunning voor de activiteit afwijken van het bestemmingsplan vereist. Dit is aan de orde gekomen in de aanvraag eerste fase. Hiervoor is een aparte procedure gevoerd. Omdat de uitbreide procedure vereist is in het kader van het afwijken van het bestemmingsplan, is ook voor de tweede fase, het bouwen, een uitgebreide procedure vereist. Overwegingen Juridische cirondslaq In artikel 2.10 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht zijn de weigeringsgronden vastgelegd voor een omgevingsvergunning voor het bouwen. De volgende weigeringsgronden zijn hier van toepassing: a) Niet aannemelijk is gemaakt dat de activiteit voldoet aan het Bouwbesluit; b) Niet aannemelijk is gemaakt dat de activiteit voldoet aan de Bouwverordening Heemstede; c) De activiteit in strijd is met planologische voorschriften. Het gaat om het bestemmingsplan, de beheerverordening of het exploitatieplan, of de regels die zijn gesteld krachtens provinciale verordening, of algemene maatregel van bestuur op grond van artikel 4.1 lid 3 respectievelijk 4.3 lid 3 van de Wet ruimtelijke ordening; Gemeente Heemstede Postadres Tel: 14 023 Raadhutsplein 1 Postbus 352
[email protected] 2101 HA Heemstede 2100 AJ Heernstede www.heemstede.n1
d) De activiteit in strijd is met redelijke eisen van welstand. Bovenstaande weigeringsgronden geven geen aanleiding de vergunning te weigeren. Wiizioen ornoevinosverounning eerste fase vanweoe toecienomen oppervlak Bij de omgevingsvergunning eerste fase is uitgegaan van een combinatie van kalkzandsteen en houtskeletbouw. Bij de aanvraag tweede fase is dit aangepast naar een bouwmethodiek in alleen kalkzandsteen. De muren zijn hierdoor dikker. Hierdoor worden de binnenruimten iets kleiner. De uitwendige maten nemen ook toe, waardoor het totaie oppervlak toeneemt van 296 m2 naar 298,6 m2. De omgevingsvergunning tweede fase wordt dus verleend voor een oppervlak van 298,6 m2. Wij stellen voor de omgevingsvergunning eerste fase op grond van artikel 2.5, zesde lid van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht te wijzigen naar een bouwmethodiek in alleen kalkzandsteen met een oppervlak van 298,6 m2 conform de tekeningen. Welstand Het plan is op 27 augustus 2015 akkoord bevonden door de adviescommissie voor ruimtelijke kwaliteit. Wij hebben dit advies overgenomen en zijn van mening dat de activiteit in overeenstemming is met redelijke eisen van welstand. De adviezen zijn als bijlage bijgevoegd. lnzage In het kader van de uniforme openbare voorbereidingsprocedure heeft de ontwerpvergunning vanaf donderdag 8 oktober 2015 tot en met woensdag 18 november 2015 ter inzage gelegen. Gedurende deze periode is gelegenheid geboden zienswijzen in te dienen.
Bijgevoegde documenten De volgende documenten worden meegezonden met het besluit en zijn als gewaarmerkt stuk bijgevoegd: O Aanvraagformulier, d.d. 8 mei 2015 O Set bouwtekeningen, 25 augustus 2015 O Welstandsadviezen • Constructieve uitgangspunten, d.d. 28 april 2015 • Akoestische onderzoeken 8 appartementen, d.d. 27 augustus 2015 • Aanvulling geluidwering gevels d.d. 25 september 2015 • Milieuprestatieberekening d.d. 7 juli 2015 • EPC berekening d.d. 7 mei 2015 • Advies brandweer inclusief Bris rapportage d.d. 23 juni 2015 • 6x bouwbesluittoets • Verkennend bodemonderzoek definitief • Tekening wijziging eerste fase • Zienswijzen Voorschriften Deze vergunning of een afschrift hiervan moet tijdens de werkzaamheden op het perceel aanwezig zijn; Wij kunnen deze vergunning intrekken als daarvan niet binnen 26 weken na het onherroepelijk worden van deze vergunning gebruik is gemaakt. Zie voor overige voorschriften de bijgevoegde bijlage. Melding overgang vergunning Deze omgevingsvergunning geldt voor een eder die het project uitvoert waarop zij betrekking heeft. lndien deze omgevingsvergunning zal gaan gelden voor een ander dan de aanvrager of de vergunninghouder, meldt de aanvrager, en/of de vergunninghouder dat ten minste een maand voordien aan het college van burgemeester en wethouders, onder vermelding van de volgende gegevens: a. zijn naam en adres; b. de omgevingsvergunning of omgevingsvergunningen krachtens welke de activiteiten worden verricht; c. de naam, het adres en het telefoonnummer van degene voor wie de omgevingsvergunning zal gaan gelden; d. een contactpersoon van degene voor wie de omgevingsvergunning zal gaan gelden; e. het beoogde tijdstip dat de omgevingsvergunning zal gaan gelden voor de onder c bedoelde persoon. Zie artikel 2.25 lid 1 en 2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 4.8 van het Besluit omgevingsrecht. lnwerkingtreding Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na afloop van de termijn voor het indienen van een beroepschrift. Zie hiervoor de beroepsclausule onder de ondertekening van d vergunning. Dit tenzij binnen deze term ijn een verzoek voorlopige voorziening wordt ingediend. De omgevingsvergunning eerste fase die op 6 oktober 2015 is verleend, treedt gelijktijdig met deze omgevingsvergunning tweede fase in werking.
Zienswijzen Wij hebben twee brieven met zienswijzen ontvangen. De ene brief is van omwonenden. De andere brief is van een bewoner van de Slotlaan. Deze laatste is geen belanghebbende. Nu de uitgebreide procedure van toepassing is kan ingevolge artikel 3.12, vijfde lid van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht een ieder zienswijzen indienen. Men hoeft dus geen belanghebbende te zijn. De zienswijzen zijn geen aanleiding de omgevingsvergunning te weigeren. Zie voor onze overwegingen naar aanleiding van de zienswijzen de van deze vergunning deel uitmakende bijlage.
Heemstede, datum besluit: 1 december 2015 datum verzending: - 4 DEC. 2015
burgemeester en wethouders van Heemstede, de secfetarii de burgemeester,
( mr. W. van den
mw. drs. M.J.C.
ans
Op grond van het bepaalde in de artikelen 8:1 juncto 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan een belanghebbende die in de voorfase zienswijzen heell ingediend dan wet die niet verweten kan worden geen zienswijzen te hebben ingediend, beroep aantekenen bij de Rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, sector bestuursrecht, Postbus 1621, 2003 BR te Haarlem. Een beroepschrifi moct uiterlijk 21 januari 2016 worden ingediend.
Een bemepschrift dient te worden ondertekend en in it:der geval dc volgende onderdelen te bevatten: - naam en adres indiener; - dagtekening; - omschrijving van het besluit waartegen het beroep zich richt; - de gronden van beroep. Bij het beroepschritt diem zo mogelijk een afschrift van het besluit waarop het gesehil betrekking !weft te worden overlegd.
Specifieke voorwaarden 1. goon Algemene voorwaarden Tenminste 3 weken voor aanvang van de werkzaamheden moeten de volgende bescheiden bij bouw- en woningtoezicht zijn ingediend: het funderingsplan van het bouwwerk; de constructieve gegevens van het bouwwerk met betrekking tot sterkte en stigheid; stabiliteitsberekening van het nieuwe en bestaande bouwwerk; gegevens omtrent de technische installaties; kwaliteitsverklaringen; het bouwveiligheidsplan. Alciemene (wettelijke) verplichtinoen voor de vergunninqhouder 1. Binnen 26 weken na het onherroepelijk worden van de vergunning moet een begin worden gemaakt met de bouwwerkzaamheden. 2. Het bouwtoezicht dient tenminste twee dagen voor de aanvang van elk der hiema te noernen onderdelen van het bouwproces schriftelijk in kennis to worden gesteld: a. de aanvang van de werkzaamheden, ontgravingwerkzaamheden daaronder begrepen; b. de aanvang van het inbrengen van de funderingspalen, het slaan van proefpalen daaronder begrepen; c. aanvang van de grondverbetering werkzaamheden; en ten minste een dag van tevoren van het storten van beton. 3. De bouw mag tussentijds niet !anger dan 26 weken stilliggen. 4. Het bouwtoezicht dient onmiddellijk na voltooiing schriftelijk in kennis te worden gesteld van: a. het gereedkomen van putten en van grand- en huisaansluitleidingen van de riolering, en van leidingdoorvoeren en mantelbuizen door wanden en vloeren beneden straatpeil; b. de beeindiging van de werkzaamheden waarop de vergunning betrekking heeft. 5. De bouw moet overeenkomstig de verleende vergunning worden uitgevoerd. lndien u bij nader inzien van de vergunning af wilt wijken, kunt u na overleg met de afdeling Bouw- en Woningtoezicht vooraf een revisietekening in tweevoud indienen. 6. Het is verboden een bouwwerk, waarvoor omgevingsvergunning voor het bouwen is verleend, in gebruik te nemen of te geven voordat het bouwwerk gereed is gemeld bij de gemeente. Bovendien is het verboden een bouwwerk, waarvoor omgevingsvergunning voor het bouwen is verieend, in gebruik te nemen of te geven indien niet overeenkomstig de vergunning is gebouwd. 7. Het is verboden to bouwen, indien de bouw op grond van het bepaaide in artikel 11.1 van de Bouwverordening is stilgelegd. Gebrulk aemeentegrond Voor het plaatsen van containers en/of bouwmaterialen op gemeentegrond heeft u toestemming van de gemeente nodig. Na de melding aan Bouw- en Woningtoezicht dat u tijdelijk van gemeentegrond gebruik wilt maken, vindt een opname van het terrein plaats. Indien het gebruik van gemeentegrond mogelijk is, wordt voor het tijdelijk gebruik precario geheven. Het is mogelijk dat nog nadere voorwaarden aan het gebruik worden gesteld. Doze worden dan opgenomen in de toestemming tot gebruik van de grond. Eventueel ontstane schade aan gemeente-eigendom wordt op u verhaald. Besluit bodemkwaliteit Het Besluit bodemkwaliteit stelt voorwaarden aan het toepassen van grond, baggerspecie en bouwstoffen op of in de bodem of in het oppervlaktewater. Alle bouwstoffen in de hole bouwstoffenketen moeten voldoen aan de maximale samenstellings- en emissiewaarden. De maximale samenstellings- en emissiewaarden zijn opgesteld voor stoffen die vaak in bouwstoffen voorkomen on die invloed hebben op de kwaliteit van de bodem. De maximale samenstellings- en emissiewaarden zijn to vinden in Bijlage A van de Regeling Besluit bodemkwaliteit. In beginsel moet van elke partij bouwstoffen de kwaliteit zijn bepaald en de partij moet zijn voorzien van een milieu hygienische verklaring waarop de kwaliteit staat aangegeven. Als u van plan bent am bouwstoffen, grand of baggerspecie toe te passen moet u dit melden via het Me!daunt bodemkwaliteit. Via het meldsysteem kunt u oak eenmalig de toepassingstocatie van een werk van moor dan 50 m3 schone grond melden. U dient kwaliteitsgegevens van toe te passen grond, baggerspecie en bouwstoffen to kunnen overleggen. Het strijdig toepassen van grond, baggerspecie en bouwstoffen zal worden gehandhaafd. Let op Doze vergunning laat onverlet uw eigen verantwoordelijkheid om to voldoen aan het bouwhesluit en de bouwverordening.
Behoort bij beschikking van nurgemeester en wethouders van HEEMSTEE,EJ,
0 1 DEC 7015
ZIENSWIJZEN Zienswijzen Op 18 november 2015 hebben wij schriftelijk zienswijzen ontvangen van bewoners van Waterpark 1 De informatievoorziening verliep chaotisch. De digitale toezending aan een adviseur nam veel tijd in beslag. De verzonden stukken sloten niet volledig aan op het dossier op het gemeentehuis. Daardoor hebben bezwaarden te weinig tijd gehad. Hierop is een klacht ingediend. De gem eente heeft de klacht schriftelijk ongegrond verklaard en zet de procedure onverminderd voort. Bezwaarden nemen hier geen genoegen mee. Verdaging van de term ijn, of het volledig opnieuw starten van de procedure is de enige gepaste oplossing in deze. Omdat het juiste overzicht nu ontbreekt, is het onmogelijk gemaakt een juiste zienswijze in te dienen. Het bouwen en het afwijken van het bestemmingsplan zijn onlosmakelijke activiteiten. Daarom had een integrale procedure voor de hele aanvraag moeten plaats vinden. Dit op grond van artikel 2.7 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Het opdelen in fases mag er niet toe leiden dat er hiaten en onduidelijkheden ontstaan. Dat is hier wel het geval.
Door de wijze waarop de aanvraag omgevingsvergunning voor het bouwen is ingediend is er geen eenduidigheid en onduidelijkheid op een groot aantal punten, zoals:
Overweg_ingen B&W
De terinzagelegging is geschied overeenkomstig de daarvoor geldende voorschriften van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht. Voor de stelling dat de ter inzage gelegde stukken afwijken van het dossier dat digitaal aan de adviseur is gezonden hebben wij geen aanwijzingen aangetroffen. Ook uit de zienswijzen blijkt niet welke informatie zou afwijken. De procedurele belangen van omwonenden/belanghebbenden achten wij niet geschaad. Wij zien dan ook geen aanleiding de procedure opnieuw te voeren.
Aanvrager kan er voor kiezen niet een vergunning voor het hele project ineens aan te vragen, maar deelvergunningen voor aparte activiteiten van het project. Voordeel hiervan is dat de eerst vergunde activiteit dan alvast kan worden uitgevoerd. Artikel 2.7 lid 1 Wabo regelt dat onlosmakelijke activiteiten direct in eon keer moeten worden aangevraagd. Sinds enige tijd wordt een uitzondering gemaakt voor afwijken van het bestemmingsplan. Voor afwijken van het bestemmingsplan is onlosmakelijkheid dan ook nooit een belemmering voor deelvergunningen. Bovendien gaat het hier niet om een deelvergunning maar om een gefaseerde vergunning. Daar speel onlosmakelijkheid in het geheel geen rol. Bij deelvergunningen kan het eerste deel al worden uitgevoerd als het tweede deel nog niet verleend is. Bij een gefaseerde vergunning kan men pas beginnen als beide fasen in werking zijn getreden. Bij toetsing aan de omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen is de eigendomssituatie geen toetsingsgrond. Deze stukken zijn niet relevant voor de 2e
- exacte perceeltekeningen en erfgrenzen ontbreken, inclusief toekomstig gebruiksdoel; - maatvoeringen kloppen niet: onderlinge afstand gebouwen, afmetingen balkons zijn niet correct. - uitvoeringen van terrassen zijn in meerdere tekeningen tegenstrijdig. Er zijn aanpassingen ingevoerd ten aanzien van de dikte van de muren en uitwendige maten ten opzichte van de eerste fase.
fase. Het toekomstig gebruiksdoel blijkt uit het aanvraagformulier. Hierop staat dat de appartementen gebruikt goon worden voor het zelfstandig huisvesten van jongeren met een licht verstandelijke beperking. De onderlinge afstand tussen gebouwen is niet relevant voor de toetsing in de 2e fase (bouwen). BaIkons zijn in beide fasen juist getekend. In de eerste lase is een verkeerd oppervlakte in de tekening gezet. In de 2e fase is dit herstelt op de tekeningen. Het Bouwbesluit eist alleen dat er buitenruinnten zijn. Hieraan wordt voldaan door o.a. terrassen. De uitvoe ring van de terrassen maakt geen onderdeel uit van de aanvraag voor bouwen. Dit heeft te ma ken met het inrichtingsplan. Dot is niet vergunningplichtig. Het bestemmingsplan kent hier geen aanlegvergunningstelsel.
4
Bij de aanvraag is niet voldaan aan de indieningsvereisten zoals genoemd in artikel 2.3 van de ministeriele regeling omgevingsrecht. Een aantal stukken is niet ingeleverd. Dit sluit aan bij de opmerking over onlosmakelijkheid. Erfscheidingen, opstallen, gebruik etc. zijn onduidelijk. We!stand kon daardoor niet goed beoordeeld worden.
Artikel 2.3 van de ministeriele regeling omgevingsrecht geeft indieningsvereisten voor de planologische beoordeling. Die is bij het afwijken van het bestemmingsplan in de eerste fase al aan de orde gekomen. Het betreft hier ook stedenbouwkundige voorschriften uit de bouwverordening. In de tweede fase (bouwen) vind toetsing aan de bouwverordening plaats. De mogelijkheid om stedenbouwkundige voorschriften in de bouwverordening op te nemen is inmiddels geschrapt uit artikel 8 van de Woningwet. Artikel 9 Woningwet is daarom ook vervallen. Dat artikel regelde dat de stedenbouwkundige voorschriften uit de bouwverordening alleen dan gelden als het bestemmingsplan hierover niets zegt. Omdat de stedenbouwkundige voorschriften uit de bouwverordening volgens het overgangsrecht gelden tot 1 juli 2018 geldt tot die tijd ook het oude artikel 9 Woningwet. Nu de stedenbouwkundige voorschriften in het bestemmingsplan al gegeven zijn vallen we niet terug op de bouwverordening.
5
Het advies van de commissie welstand is ondeugdelijk. De welstandsnota maakt melding van een gebied 10 en 10a op de locatie waar dit plan gerealiseerd moet worden. Het plan is beoordeeld als ware het volledig in gebied 10a gesitueerd. Dat is onjuist. Het advies moet dus opnieuw worden opgesteld. Voor zover het om gebied 10a gaat, strookt een aantal punten niet met de informatie en tekeningen van de aanvraag. Bezwaarden noemen zeven punten.
6 Er is ten onrechte getoetst aan de versie van het Bouwbesluit 2012. Dit had moet gebeuren op basis van het Bouwbesluit 2015. 7 De maatvoering van het balkon en onderlinge afstanden tussen gebouwen kloppen niet. Bezwaarden werken dit verder uit. Met opnieuw een verwijzing naar de onlosmakelijkheid. We!stand zou ook opnieuw deze onderlinge afstand moeten beoordelen. Op de plattegrond wordt tussen gebouw Heide en het nieuwe project een afstand vermeld van 21,6 meter. Echter, uit de bouwtekeningen blijkt dat een terrasdeel bij de gemeenschappelijke ruimte en het balkon erboven ruim deze grens van 21,6 meter overschrijden. De maten
Het bestemmingsplan geeft alleen geen parkeemorschriften. Omdat het hier echter om afwijking van het bestemmingsplan gaat maakte het parkeren at onderdeel uit van de goede ruimtelijke onderbouwing bij het afwijken van het bestemmingsplan (eerste fase). Genoemde stukken zijn voor de tweede lase dus niet meer relevant. Overigens is het zo dat wij niet om de stukken als genoemd in de ministeriele regeling omgevingsrecht mogen vragen als die niet nodig zijn voor het afhandelen van de aanvraag. Als de te beoordelen situatie ook zonder die specifieke stukken at duidelijk blijkt. In de praktijk heeft de commissie aan de algemene criteria getoetst. Oat is juist. De criteria voor gebied 10A zijn geschreven voor Waterpark. Omdat Nijverheidsweg 3 in dit gebied ligt is dat boven het verslag gezet. Feitelijk passen de criteria voor gebied 10a niet bij Nijverheidsweg 3. Ook de criteria voor gebied 10 (industriegebied) passen daar niet bij. Er is geen aanleiding te veronderstellen dat de welstandstoets onzorgvuldig is. Wij mogen het advies van de commissie daarom zonder nadere motivering overnemen. In 2012 heeft het Bouwbesluit voor het laatst een grootscheepse wijziging ondergaan. De formele citeertitel voor het nu geldende Bouwbesluit is dan ook Bouwbesluit 2012. De afstand van 21,6 meter is genomen van de hoofdbouwmassa. BaIkons en dakranden zijn ondergeschikte bouwdefen. BaIkons zijn nooit vergroot. in zowel de eerste fase als tweede fase zijn de balkons 8,3 m2. Aileen in de eerste fase heeft een onjuiste oppervlaktemaat in de balkons gestaan. Dit is in de 2e fase hersteld op de tekeningen.
8
9
10
van het genoemde balkon zijn niet eenduidig aangegeven in de bouwtekening, enkel een oppervlaktemaat. De oppervlakten van de andere balkons zijn vergroot naar 8,3 m2. Het terras bij de gemeenschappelijke ruimte is niet duidelijk in maatvoering en overschrijdt ook de grens van 21,6 meter. De dakranden steken 50cm over. De onderlinge afstand van 21,6 meter die bij de eerste fase aangehouden is wordt ook hier overschreden. Het balkon boven de gemeenschappelijke ruimte staat in tegenstelling tot alle andere balkons op de tekeningen uitgevoerd in doorzichtig materiaal, namelijk glas. Dit is in aanzicht afwijkend, nnaar leidt tevens tot ongewenste inbreuk op privacy. Ook het wijzigen van balkons van metselwerk in hekwerken resulteert in een ongewenste inkijk en aanblik.
In de eerste fase word gesteld dat het gebouw alleen aan de zijde van de Nijverheidsweg drie bouwlagen heeft. Uit de bouwtekeningen blijkt dat niet. Aan de gevelzijde bij gebouw Heide steekt een groat deel van het pand met drie bouwlagen ook naar voren ter zijde van de gemeenschapsruimte. Een paar meter inspringen doet geen afbreuk aan de schaal. Het gaat om drie bouwlagen. Volgens de bouwtekeningen bevinden zich ramen in de ruimtes voor bergingen. Deze liggen langs de openbare weg en leiden tot een rommelig aanzicht. Er moet een betere borging komen van een rustige en uniforme aanblik vanaf de openbare ruimte tot het Waterpark. Dit welstandspunt had ook
De commissie welstand heeft hier geen opmerking over gemaakt. Wij nemen het advies van de commissie welstand over en zijn van oordeel dat ook dit deel van het plan in overeenstemming is met de redelijke eisen van welstand. Het burgerlijk wetboek regelt de privacy. Artikel 5:50 van het Burgerlijk Wetboek regelt dat het niet is toegestaan, zonder toestemming van de eigenaar van het naburig erf, ramen of gevelopeningen te hebben die rechtsreeks (loodrecht) uitzicht bieden op dat erf binnen een afstand van 2 meter van de erfgrens met het naburig erf. Een afstand van ruim 20 meter tot het naastgelegen buurpand voldoet aan het gestelde in het Burgerlijk Wetboek. De aanvraag tweede fase is niet anders dan die in de eerste fase. Aan .de voorzijde, gericht naar de Nijverheidsweg, gaat het om drie bouwlagen. Aan de achterzijde, gericht naar het appartementencomplex in Waterpark, gaat het om twee bouwlagen. De hoogte staat overal duidelijk aangegeven. Er is geen verschil tussen fase 1 en 2. De commissie welstand heeft hier specifiek naar gekeken en hierover geadviseerd. Aan dit advies wordt voldaan. Volgens vaste jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State mogen wij het welstandsadvies zonder nader motivering overnemen als er geen aanleiding is te
onlosmakelijk in fase 1 meegenomen moeten worden.
11
De rooilijnen aan de zijde van de Nijverheidsweg zijn te krap bemeten en in strijd met de bouwverordening.
12
Toekomstige uitbreidingen of mogelijkheden daartoe, waar rekening mee is gehouden, dienen volledig ingetekend te worden op de bouwtekeningen. De liftschacht overschrijdt de maximaal toegestane bouwhoogte van het bestemmingsplan nog verder dan het aangevraagde bouwwerk.
13
Aan het einde van de procedure voor de eerste fase zijn onverwachts zonnepanelen opgenomen in het plan. De zonnepanelen geven een lelijke aanblik en zijn niet noodzakelijk voor de energienormen voor de omwonenden. Er zal ook een hinderlijke schittering van het zonlicht ontstaan. Hier is geen onderzoek naar gedaan.
14
De tekeningen zijn tegenstrijdig betreffende een hoekkozijn bij de gemeenschappelijke ruimte. Er is geen onderzoek gedaan naar windbelasting voor de gebouwen. Door de keuze voor kleuren en materialen wordt afgeweken van de uniform iteit van het Waterpark.
15 16
17
Het gehele plan Watertoren is in reglementen voor de bewoners
veronderstellen dat dit onzorgvuldig tot stand is gekomen. Volgens die jurisprudentie kunnen wij ook niet door een deskundigen advies onderbouwde kritiek op het welstandsadvies zonder nadere motvering afdoen. Dit wordt volledig beheerst door het bestemmingsplan. Wij vallen bier niet terug op de stedenbouwkundige bepalingen uit de bouwverordening. Zie zienswijze nummer 4 voor de verhouding bestemmingsplan/bouwverordening. Voor de afwijking van het bestemmingsplan verlenen wij omgevingsvergunning. Voor de motivering verwijzen wij naar fase 1. Een liftschacht maakt geen deel uit van de vergunning aanvraag. Het Bouwbesluit schrijft echter voor dat de locatie van een mogelijk toekomstige liftschacht op de tekening wordt aangegeven. Wil men later alsnog een liftschacht plaatsen dan moet die apart worden aangevraagd. De aanvraag zal dan beoordeeld worden in relatie tot het dan bestaande gebouw. De tekeningen voor de eerste fase waren slechts bedoeld voor een ruimtelijke beoordeling. Bouwkundig uitgewerkte details waren hier nog niet noodzakelijk. Bij de aanvraag tweede fase dient warden aangetoond dat voldaan kan worden aan de geldende energie prestatie coefficient (EPC) van 0,4. De zonnepanelen spelen hierbij een rol en zijn zondermeer noodzakelijk cm te kunnen voldoen aan bovengenoemde EPC-eis. Daarnaast bestaat voor de opdrachtgever altijd de mogelijkheid deze zonnepanelen vergunningvrij aan te brengen. Door de wijziging van de bouwmethode in de tweede fase is het hoekkozijn iets smaller geworden. Dit is niet noodzakelijk. Het Bouwbesluit eist dit niet. Zie welstand. Het plan is zowel op zichzelf als in relatie met de omgeving beoordeelt. Er is wel degelijk naar de bestaande bebouwing gekeken. Er is geen deskundig tegenadvies overlegd. Dat is privaatrechtelijk. Dit is geregeld in de regelementen van de Vereniging Van
gebonden aan gebruik van kleuren, zonweringen, balkons en gebruik uitwendige gevels etc. vanuit stedenbouwkundig en esthetisch aanzicht. In de aanvraag is niet te lezen in hoeverre dit op het nieuwe bouwwerk ook van toepassing is en in welke mate de rustige uniformiteit van het gehele park gewaarborgd wordt. De aanvraag is onvolledig. 18 Op de bouwtekeningen staat 1 MIVA (woning voor minder validen) aangegeven, daar waar binnen alle stukken melding wordt gemaakt van 2 MIVA. Op de hoek Nijverheidsweg is onduidelijk hoe het terras om deze woning wordt aangelegd. Op de laatste tekeningen zijn alle woningen Type A zo blijkt. Zijn nu de MIVA woningen vervallen ?
19
Er is onvoldoende rekening gehouden met de parkeergelegenheid. Volgens de bouwverordening moet naar de parkeergelegenheid worden gekeken.
20
Uit de tekeningen is niet op te maken of en waar zich een vluchtuitgang vanuit het trappenhuis op de derde etage bevindt. De vereiste brandweervoorzieningen. zijn ook niet te vinden op de tekeningen. In de bijlage van het rapport van Geluid Plus Adviseurs d.d. 27 augustus 2015 wordt uitgegaan van verkeerde uitgangswaarden voor de berekening van de geluidsbelasting. Het rapport van de firma Waremco van augustus 2012 betreffende het bodemonderzoek is een verkennend rapport. Dit is dus geen volledig rapport dat afdoende uitsluit dat sprake is van ernstige bodemverontreiniging.
21
22
23
Niet is aangegeven hoe maatregelen
eigenaren Waterpark. Nijverheidsweg 3 maakt hier geen onderdeel vanuit. Voor onze beoordeling verwijzen wij naar weistand. Zie punt 16.
Het gaat er om dater appartementen voor woondoeleinden komen. Het bestemmingsplan maakt geen onderscheid in typen woningen. Het aantal MIVA-woningen is bij de vergunningverlening niet van belang. De aanleg van terrassen maakt geen deel uit van de vergunning. Dit is geen bouwen. Er geldt hier geen aanlegvergunningstelsel. De eigenaar is vrij zijn terrein in te delen binnen de grenzen van het bestemmingsplan en deze vergunning. Omdat hier wordt afgeweken van het bestemmingsplan, maakt de parkeertoets deel uit van de goede ruimtelijke onderbouwing die hiervoor vereist is. Dit is aan de orde gekomen in de eerste fase. Aan de parkeerbepaling uit de bouwverordening komt daarom geen betekenis meer toe. De brandweer Kennemerland heeft dit beoordeeld. De tekeningen voldoen aan de brandveiligheidseisen uit het Bouwbesluit.
Dat is juist. Er is een nieuw rapport opgesteld op basis van de juiste waarden. Dat maakt nu deel uit van de vergunning. Uit het rapport blijkt dat de aangetroffen lichte verontreinigingen geen aanleiding geven tot nader onderzoek of sanerende maatregelen. Op basis van artikel 2.1.5, eerste lid van de bouwverordening is slechts een verkennend bodemonderzoek vereist. Een nader onderzoek is alleen dan vereist als het verkennend onderzoek daartoe aanleiding geeft. Dat is hier niet het geval. Er moet een sloopmelding worden
genomen warden ter voorkoming van verontreiniging en/of gevaar voor de omgeving in verband met de sloop van de bestaande Monteurswoning. Is er onderzoek gedaan naar asbest ? Op 17 november 2015 hebben wij zienswijzen ontvangen van een bewoner van de Slotlaan. 1 Er is niet getoetst aan het juiste welstandsgebied. Zie zienswijze 5 bewoners Waterpark. 2 De zuid-oost gevel van het nieuwe appartementencomplex dient de voorgevel te zijn. De voordeur van het complex moet dus aan de Nijverheidsweg zitten. De voordeur is echter gesitueerd in de noordoostgevel. Dit is fout. Het complex voldoet op dit punt niet aan redelijke eisen van welstand. De voordeur van het monteurshuisje is geen reden meer cm dat te doen. 3 Prive-buitenruimten warden in het stedenbouwkundig plan niet omschreven. Dit betekent dat prive buitenruimten niet zijn toegestaan. De heg van de nijverheidsweg naar de deur van de bergingen dient dus te verdwijnen. Hagen mogen volgens de welstandscriteria alleen geplaatst te worden indien strikt noodzakelijk. Een kaart met te plaatsen hagen ontbreekt. 4
5
6
Op advies van de corn missie welstand zijn er nu gesloten balkons geIntegreerd in het ontwerp. Deze balkons voldoen niet aan de welstandscriteria. De balkons zijn geIntegreerd in de muren en niet herkenbaar als zelfstandig bouwdeel. Het feit dat de hemelwaterafvoeren allemaal aan de gevel zitten is in strijd met de welstandscriteria. De welstandscommissie heeft dit niet beoordeeld. Op de gestempelde tekeningen zijn de regenpijpen niet ingetekend. Dat is misleidend. De liftopbouwen dienen mee
gedaan bij de omgevingsdienst IJmond. Deze melding maakt geen deel uit van de omgevingsvergunning. Hierbij moeten een sloopplan en een asbestinventarisatie worden overlegd. De melding is nog niet gedaan.
Zie de beantwoording van punt 5 bij de zienswijzen van de bewoners van Waterpark. De rigging van rooilijnen nnaakt geen deel uit van de esthetische beoordeling.
Het Bouwbesluit eist prive-buitenruimten. Deze zijn dan ook aangegeven op de tekeningen, in de vorm van balkons en terrassen. De opmerking in de welstandsnota gaat over hekwerken, zo mogelijk ter ondersteuning van hagen. Een haag zonder hekwerk is geen bouwen. Deze vergunning gaat over bouwen. Voor het plaatsen van hagen is geen vergunning vereist. het bestemmingsplan kent hier geen aanlegvergunningstelsel. Dit is gebeurd op advies van de commissie welstand. Zie de welstandsverslagen. Er is geen deskundig tegenadvies overlegd.
Deze eis staat bij de welstandscriteria voor gebied 10a (Waterpark) Er is niet getoetst aan gebied 10A. Dit is abusievelijk boven het verslag opgenomen. De commissie heeft getoetst aan de algemene criteria. Zie de beantwoording van punt 5 bij de zienswijzen van de bewoners van Waterpark. Er komt (vooralsnog) geen lift.
7
8
9
ontworpen te worden. Dit is essentieel om dat een liftkoker het uiterlijk zeer negatief beInvloed. Dat bij de feitelijke nieuwbouw de liftkoker niet zal worden aangelegd is van ondergeschikt belang. De welstandsnota is verouderd en is aan herziening toe. De EPC berekening is verouderd omdat de muren dikker zijn geworden. Een herberekening is nod 1g. Bovendien gaat de berekening er ten onrechte vanuit dat de rode beuk weg is. Die staat er echter nog. Het voornemen de omgevingsvergunning tweede fase te verlenen is gepubliceerd in "de Heemsteder" en niet via "Bekendmakingen" op de gemeentelijke website. Via elektronische weg is de bekendmaking niet beschikbaar gesteld,
Zie de beantwoording van punt 12 bij de zienswijzen van de bewoners van Waterpark. • Op dit moment geldt de huidige welstandsnota. Aan herziening wordt inderdaad gewerkt. De EPC is leidend. Bij de EPC berekening wordt alleen rekening gehouden met belemmeringen op eigen terrein in de vorm van bebouwing. Bomen zijn niet relevant.
Het voornemen is inderdaad niet bij de digitale bekendmakingen geplaatst. De publicatie in "de Heemsteder" is overigens ook digitaal via de website van de gemeente Heemstede te zien. Hier geldt de uniforme openbare voorbereidingsprocedure van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht. Volgens artikel 3.12, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht moeten wij voorafgaand aan de terinzagelegging in een of meer dag-, nieuws-, of huis-aanhuisbladen of op een andere geschikte wijze kennisgeven van het ontwerpbesluit. Een korte zakelijke inhoud volstaat. Hieraan is voldaan.