Handboek Tweede Fase
2015-2016
Handboek Tweede Fase
2
Indien daartoe aanleiding is, kan het management tussentijds wijzigingen in het Handboek aanbrengen.
De directeur beslist in alle gevallen waarin niet is voorzien.
Handboek Tweede Fase
Inhoudsopgave 1.
Inleiding
2.
De Tweede Fase
3.
Begripsbepaling
4.
De jaarplanning
5. Taken en verantwoordelijkheden 5.1 directeur 5.2 afdelingsmanager 5.3 coördinator leerlingenzaken 5.4 mentor 5.5 vakdocent Tweede Fase 5.6 coördinator profielwerkstukken 5.7 coördinator maatschappelijke stage 5.8 coördinator examens 5.9 decaan 5.10 olc-medewerker 5.11 coördinator dyslexie 5.12 begeleider vmbo-instroom/begeleider instroom externe leerlingen vwo-4 6. Regels en procedures 6.1 Inleiding 6.2 De informatielijnen 6.3 De website 6.4 Mentoraat 6.5 Decanaat 6.6 Maatschappelijke stage 6.7 Het extra vak 6.8 Het profielwerkstuk 6.9 Topsportregeling 6.10 OLC 6.11 Protocol 18+ leerling 6.12 Dyslexie en dyscalculie 6.13 De meldkamer 6.14 Het huiswerkplein 6.15 De steunlessen 6.16 (On)voorziene lesuitval 6.17 Orderegels 7. Toelating, bevordering, doorstroom/instroom/vrijstelling/ontheffing 7.1 Toelating 7.2 Bevordering: algemeen 7.3 Doorstroom 7.3.1 Doorstroom van vmbo-t naar havo- 4 7.3.2 Begeleiding vmbo-instroom leerlingen 7.3.3 Begeleiding instroom externe leerlingen in vwo-4 en havo-4 7.3.4 Doorstroom van havo-5 naar vwo-5: aanmeldingstraject 7.4 Instroom 7.4.1 Instromers van atheneum/gymnasium-4 naar havo-4 7.4.2 Instromers van atheneum/gymnasium-5 naar havo-5 7.4.3 Tussentijds wisselen van profiel/vak(ken) 7.5 Vrijstellingen / Ontheffingen 7.5.1 Uitgangspunt 7.5.2 Niet geslaagden havo-5 7.5.3 Niet geslaagden atheneum/gymnasium-6 7.5.4 Ontheffingsbeleid CKV
3
Handboek Tweede Fase 8. Het Examen 8.1 Het examen 8.2 Het examendossier 8.2.1 Handelingsdelen 8.2.2 Profielwerkstuk 8.2.3 De praktische opdrachten 8.2.4 Maatschappelijke stage 8.2.5 LOB 8.3 Het eindcijfer 8.3.1 Cijfer Schoolexamen 8.3.2 Het combinatiecijfer 8.3.3 Het Eindcijfer per vak 8.4 Uitslagregeling 9. Het Examenreglement (CE en SE) 9.1 Algemeen e
10. Het toetsbeleid 2 fase 10.1 ED-toetsen 10.2 Rapporttoetsen 10.3 PO's en practica 10.4 Cito-toetsen 10.5 Mondelingen 10.5.1 Literatuur 10.5.2 Spreekvaardigheid MVT 10.5.3 Discussievaardigheid 10.6 Handelingsdelen 10.6.1 Handelingsdelen CKV 10.7 De toetsweken 10.7.1 De procedure 10.8 Tussentijds toetsen 10.9 Het inhalen van toetsen 10.9.1 Het inhalen van toetsen in atheneum/gymnasium-4,5 en havo-4 10.9.2 Het inhalen van toetsen in atheneum/gymnasium-6 en havo-5 10.10 Herkansingen 10.11 De vangnetconstructie 10.12 Dyslexiebeleid 10.13 Niet gemaakt werk 10.13.1 Praktische opdrachten 10.13.2 Het profielwerkstuk 10.13.3 Examendossiertoetsen 10.13.4 Rapporttoetsen 10.14 Afronden of afkappen 11. 11.1 11.2 11.3
Bijlagen Examenreglement Het Toetsreglement Quintus Bevorderingsnormen
4
Handboek Tweede Fase 1.
5
Inleiding Beste leerling, Dit jaar ga je onderwijs volgen in de Tweede Fase. Bij de voorlichting en het keuzeproces in het derde leerjaar heb je al veel informatie ontvangen over de vakken. Maar niet alleen veel vakken zijn nieuw. Ook de organisatie en de regels in de Tweede Fase zijn soms wat anders dan je de eerste drie jaren gewend was. De belangrijkste verandering is wel dat je vanaf de eerste dag in het vierde leerjaar gaat werken aan je eindexamen. En omdat het onderwijs in de Tweede Fase zich richt op dat eindexamen, is de organisatie anders, zijn er andere regels en verantwoordelijkheden, en kent de begeleiding ook een andere opzet. Om je een zo goed mogelijk beeld te geven van alles wat er in deze 2 (havo) of 3 (vwo) leerjaren van belang is, hebben we dit Handboek samengesteld. Voor een goede organisatie en duidelijke communicatie is het nodig dat iedereen binnen de school die op de een of andere wijze met de Tweede Fase te maken heeft, over dezelfde informatie beschikt. Dit Handboek is een handleiding voor iedereen in de Tweede Fase: directie, afdelingsmanagers, coördinatoren leerlingenzaken, mentoren, docenten, medewerkers met speciale taken, de administratie, ouders. En jij als leerling bent uiteraard de belangrijkste persoon in dit geheel. In dit Handboek vind je de belangrijkste regels en afspraken. We hebben de informatie zo kort en helder mogelijk neergezet. Voor een uitgebreidere informatie verwijzen we ook naar de website, waar je via downloads extra informatie of de totale tekst van een document kunt inzien. Wijzigingen en/of aanpassingen in de regels en afspraken zullen voornamelijk via je schoolmail, de website, de digitale mededelingenborden en/of klassikaal bekend worden gemaakt. Het is dus van belang dat je al deze communicatiekanalen goed in de gaten houdt. Dit Handboek is niet alleen voor jou, maar ook voor je ouders een belangrijk document. Voor de komende jaren wensen we je heel veel succes in de Tweede Fase.
Assen, september 2015 Het locatiemanagement gymnasium/atheneum/havo
Handboek Tweede Fase
2.
6
De Tweede Fase Welkom in de Tweede Fase. Je hebt de overstap gemaakt van het derde naar het vierde leerjaar, van de Eerste Fase naar de Tweede Fase. Het lijkt maar een kleine stap, maar je zult gaan ervaren dat het best wel een grote stap in je schoolcarrière is. Het derde jaar sloot je af met een belangrijke beslissing: welk profiel en welke vakken kies ik? Eigenlijk was je toen al bezig met een belangrijke keuze voor je toekomst. Nu moet blijken of je de juiste keuze hebt gemaakt, of de vakken bij jouw interesse en capaciteiten passen. Samen met je klasgenoten volg je de komende twee (havo) of drie (vwo) jaren een aantal algemene, voor iedereen verplichte vakken zoals Nederlands en Engels. Maar je hebt je ook al een beetje afgescheiden van je klasgenoten in de derde door je persoonlijke profielkeuze. De komende jaren ben je een CM-, een EM-, een NG- of een NT-leerling. Je zit niet meer altijd in dezelfde klas, je krijgt les van leraren die je de afgelopen jaren nog niet eerder zag. Maar ook het mentoraat is net wat anders van opzet. Je krijgt (meer) toetsweken, sommige toetsen tellen nu al mee voor het eindexamen, je moet meer plannen en regelen, kortom: er komt in het begin heel wat op je af. En het belangrijkste verschil met de afgelopen jaren….. je start het traject op weg naar het eindexamen! En daarna op weg naar het WO of het HBO. Om je daar zo goed mogelijk op voor te bereiden, leren we je de komende jaren zelfstandiger te werken, meer verantwoordelijkheid te dragen voor je eigen leerproces, goed te plannen. Natuurlijk gaat dat niet vanzelf. Je mentor helpt je hierbij, de leraren laten je langzaam wennen aan steeds meer verantwoordelijkheid, grotere hoeveelheden stof en andere werkvormen. De coördinatoren leerlingenzaken wijzen je op de keuzes die je op bepaalde momenten in het jaar moet maken. In het begin zal de organisatie best ingewikkeld overkomen. Gaandeweg het jaar wordt het steeds duidelijker wat je rechten en plichten zijn. De periodes van lessen en de afsluitende toetsweken worden vertrouwd, de uurtjes zelfstandig werken op het leerplein worden goed benut, je weet hoe je moet intekenen voor een herkansing van een toets en je went aan de andere manier van lesgeven en het hogere tempo. Zeker voor havo-4 leerlingen is het van belang om dit jaar goed te benutten, want het jaar daarop is meteen al het eindexamenjaar. Vwo-4 leerlingen hebben nog een jaar langer voordat het eindexamenjaar begint, maar ook zij hebben een belangrijk jaar voor de boeg. Het is dus zaak om vanaf het begin goed op te letten, regelmatig te werken, en te leren om efficiënt te plannen. Alleen een eindsprint aan het eind van het schooljaar is in de Tweede Fase niet voldoende meer om de eindstreep te halen. Laat zien dat je wilt werken, zoek de mensen die je begeleiden op als je vragen hebt. Als je dat doet, en je wordt aan het eind van dit jaar bevorderd, zul je zien dat je een belangrijke stap genomen hebt op weg naar je diploma. Namens alle medewerkers in de Tweede Fase: veel succes!
Handboek Tweede Fase
3.
7
Begripsbepaling
Om misverstanden te voorkomen en duidelijkheid te scheppen bij iedereen die bij de Tweede Fase en het examen betrokken is, is het belangrijk te weten wat er met de verschillende termen bedoeld wordt. Daarom omschrijven we hieronder de binnen onze school gebruikte begrippen.
De belangrijkste documenten zijn:
Examenreglement
document met de formele regels van het Schoolexamen (SE) en het centrale eindexamen (CE)
PTA
Programma van Toetsing en Afsluiting: overzicht van de te maken onderdelen van het schoolexamen per vak
Overige begrippen: Afronden van cijfers
afronding op één decimaal: ‘. ,45 ‘ of hoger, wordt ‘. ,5 ’ ; ‘. ,449’ of lager, wordt ‘. ,4 ’ afronding op een heel cijfer: bij ‘ . ,50 ’ of hoger naar boven; bij ‘ . ,49 ’ of lager naar beneden.
Afvinken
= voldaan aan de verplichting; sommige (onderdelen van) schoolexamenvakken worden niet afgesloten met een cijfer, maar worden afgevinkt; indien het resultaat het toelaat, wordt de beoordeling ‘naar behoren’ (v) of ‘goed’ (g) gegeven
Beoordelingscriteria
kenmerken waarop de prestaties van een kandidaat worden beoordeeld
Beoordelingsinstructie
algemene richtlijnen voor beoordelaars over de wijze waarop prestaties van de kandidaat beoordeeld moeten worden
CE = centraal examen
het gedeelte van het examen dat als zodanig in het examenprogramma is aangeduid; het wordt gekenmerkt door landelijke standaardisering van opgaven, afnamecondities en beoordeling
CvTE
Het College voor Toetsen en Examens: een door het ministerie van Onderwijs ingestelde commissie die verantwoordelijk is voor de centrale examens in het voortgezet onderwijs
ED-toets
een geheel van schriftelijk of mondeling te maken (open) vragen en opdrachten, dat aan een cijfermatige beoordeling is onderworpen, meetelt voor het examen, en als zodanig is vermeld in het PTA
Handboek Tweede Fase
8
Eindtermen
omschreven kwaliteiten die een overzicht geven van kennis, inzicht, vaardigheden waarover de kandidaat na afronding van een opleiding dient te beschikken
Examendossier
een overzicht van alle cijfermatige en niet-cijfermatige resultaten van het schoolexamen
Handelingsdeel
handelingsopdracht voor de leerling waarbij het niveau van presteren telt, maar ook het opdoen van ervaring; de opdracht wordt niet becijferd, maar afgevinkt. Het handelingsdeel kan ook een examenonderdeel zijn en weegt mee in de beoordeling en/of afronding van een vak(onderdeel)
Kernvakken
Nederlands, wiskunde en Engels worden tot de kernvakken gerekend; deze vakken worden met een aparte (extra) status in de slaag-/zakregeling opgenomen Het is nog niet exact bekend welke status de Rekentoets in de slaag-/zakregeling voor het examenjaar 2015-2016 zal krijgen
Leerplein
Ruimte op de afdeling waar de leerling zelfstandig werkt
LOB
loopbaanoriëntatie en begeleiding; de leerling besteedt een verplicht aantal uren om gericht initiatief te ontwikkelen op weg naar een juiste keuze voor een profiel en een vervolgopleiding
MAS
De maatschappelijke stage leerlingen verrichten in Burgerschapskunde
Ontheffing
In individuele gevallen kan de school besluiten om een leerling te ontheffen van het verplicht volgen van een vak(onderdeel) op grond van ‘belemmeringen’
Praktische opdracht
praktijkopdracht, waarbij het gaat om het aanleren van vaardigheden en/of het vervaardigen van een product
Profielen
er zijn vier profielen: CM, EM, NG, NT ; de leerling kiest één profiel. Elk profiel bestaat uit een verplicht aantal examenvakken
Profielwerkstuk
door leerlingen te maken werkstuk, dat vanuit een te kiezen examenvak een bepaald onderwerp behandelt. Het profielwerkstuk is onderdeel van het Examendossier
(vrijwilligerswerk) die het kader van
Handboek Tweede Fase
SE=schoolexamen
het deel van het examen dat als zodanig in het examenprogramma is opgenomen; de invulling en de vaststelling van de onderdelen van het schoolexamen behoren tot de verantwoordelijkheid van de school
Studieschema
een schematisch overzicht van de lesstof gedurende een bepaalde periode, verdeeld over de lessen en met vermelding van toetsmomenten en andere afspraken omtrent ‘schoolwerk’
Thuisbasis
De afdeling waartoe de leerling behoort met eigen leerplein, lokalen, kluisjesruimte en werkruimte voor de docenten
Vrijstelling
De mogelijkheid (wettelijk geregeld) om voor een bepaald vak(onderdeel) niet meer aan de verplichting te hoeven voldoen
4. De jaarplanning (onder voorbehoud)
Begin
Begindatum Ma 17 aug Di 18 aug Woe 19 aug Woe 19 aug Woe 19 aug Woe 19 aug Do 20 aug Do 20 aug Di 25 aug Woe 26 aug Do 27 aug Ma 31 aug Di 1 sept
9
Einddatum (=t/m) Vrij 6 nov Vrij 21 aug
Woe 26 aug
Activiteit Periode 1 Introductiedag Excursie Ieper (H4) Excursie Bremen A5/G5 Werkmiddag PWS H5 EM/CM en A6/G6 Oefenexamen Engels H5 NG/NT Werkmiddag PWS H5 NG/NT Oefenexamen Engels H5 EM/CM en A6/G6 Fotograaf Info avond excursie Parijs H5, V6 Info avond excursie Ardennen H5, V6 Info avond excursie Berlijn H5, V6 12.00 uur Deadline inschrijven herkansingen
Handboek Tweede Fase Di 8 sept Do 10 sept Do 10 sept Di 15 sept Woe 16 sept Do 17 sept Ma 28 sept Woe 30 sept Ma 12 okt
Vrij 2 okt Vrij 2 okt
Di 13 okt Woe 14 okt Ma 19 okt
Vrij 23 okt
Ma 2 nov Ma 9 nov Vrij 13 nov Woe 18 nov Woe 25 nov Vrij 20 nov Di 1 dec Ma 21 dec
Vrij 6 nov Vrij 22 jan
Ma 11 jan Ma 18 jan Ma 25 jan Woe 27 jan Di 2 febr Di 2 febr Do 4 febr
Woe 20 jan Vrij 22 jan Vrij 1 april
Vrij 5 febr Woe 10 febr Vrij 12 febr Di 16 febr Ma 29 febr Begin
Begindatum Di 8 maart Ma 14 maart Di 15 maart Woe 16 maart Do 17 maart Vrij 18 maart Di 22 maart
Vrij 1 jan
Vrij 4 maart Einddatum (=t/m) Woe 23 maart
Ma 28 maart Ma 4 april Ma 11 april Do 14 april Vrij 15 april Vrij 15 april Ma 18 april Do 21 april Vrij 22 april Vrij 22 april Ma 25 april
Vrij 8 april Do 14 juli
Vrij 6 mei
10
Info avond excursie Londen H5, V6 8.10 uur Herkansingen H5, V5, V6 Kennismakingsavond A4/G4 Kennismakingsavond A5/G5 Kennismakingsavond H4 CM/EM Kennismakingsavond H4 NG/NT Excursies Ardennen/Berlijn/Londen/Parijs H5/V6 G4 excursie Limburg Kennismakingsavond/voorlichting keuze vervolgstudie H5 NG/NT Kennismakingsavond/voorlichting keuze vervolgstudie H5 EM/CM Kennismakingsavond/voorlichting keuze vervolgstudie A6/G6 HERFSTVAKANTIE Toetsweek 1 Periode 2 14.00 uur inhaalmoment toetsen 14.00 uur deadline inschrijven herkansingen H5/V6 8.10 uur herkansingen H5/V6 14.00 uur inhaalmoment toetsen e Ouderspreekavond 2 fase KERSTVAKANTIE e
1 afname periode rekentoets 3F Toetsweek 2 Periode 3 OPEN HUIS HanzeXperience (H4) 18.00 – 21.00 uur PWS presentaties A6/G6 14.00 uur deadline inschrijven herkansingen H5/A6/G6 14.00 uur inhaalmoment toetsen 8.10 uur herkansingen H5/A6/G6 14.00 uur inhaalmoment toetsen e Ouderspreekavond 2 fase VOORJAARSVAKANTIE Activiteit Examen boekhouden e 2 afname periode rekentoets 3F 18.00 – 21.00 uur PWS presentaties H5 Tentamendag praktijk muziek A6/G6 Tentamendag praktijk muziek H5 Examenconcert H5/A6/G6 18.00 - 21.00 uur presentaties meesterproeven Technasium H5/A6/G6 VRIJ PASEN Toetsweek 3 Periode 4 14.00 uur inhaalmoment toetsen H5/A6/G6 8.10 uur herkansingen H5/A6/G6 14.00 uur inhaalmoment toetsen Deadline LOB H5/A6/G6 13.00 uur uitreiking definitieve SE-cijfers 14.00 uur inhaalmoment toetsen Examengala MEIVAKANTIE
Handboek Tweede Fase
Do 12 mei Ma 16 mei Ma 30 mei Do 9 juni Vrij 10 juni Do 16 juni Di 21 juni Do 23 juni Vrij 24 juni Ma 27 juni Ma 4 juli Ma 4 juli Di 5 juli Woe 6 juli Ma 11 juli Di 12 juli Vrij 15 juli Vrij 15 juli
Woe 8 juni
Vrij 1 juli
Start Centraal Schriftelijk Examen VRIJ PINKSTEREN e 3 afname periode rekentoets Deadline LOB Concert voorexamenklassen Bekendmaking uitslag CE I Start CE II Deadline handelingsdelen TT: VRIJE DAG Toetsweek 4 Inhaalmoment toetsweek 4 14.00 uur deadline inschrijven herkansingen afgesloten vakken Bekendmaking uitslag CE II Herkansingen afgesloten vakken Diploma uitreiking Diploma uitreiking Uitreiken rapporten Start vakantie
Aan deze jaarplanning kunnen geen rechten worden ontleend
11
Handboek Tweede Fase
12
5. Taken en verantwoordelijkheden
5.1
directeur De directeur is verantwoordelijk voor de totale gang van zaken De directeur houdt toezicht op de organisatie en de uitvoering van de Tweede Fase en het examen De directeur mandateert de afdelingsmanager m.b.t. de verantwoordelijkheid voor de organisatorische en beleidsmatige uitvoering van de afdeling
5.2.
afdelingsmanager
5.3.
coördinator leerlingenzaken
5.4.
een afdeling bestaat uit de leerlingen uit de betreffende afdeling (gymnasium, atheneum of havo), het docententeam dat bij deze afdeling hoort, de coördinator(en) leerlingenzaken van deze afdeling en de afdelingsmanager die leidinggevende is van deze docenten de afdelingsmanager is eindverantwoordelijke voor de leerlingbegeleiding, de organisatie en het onderwijsbeleid van de afdeling de afdelingsmanager is samen met de coördinator(en) leerlingenzaken verantwoordelijk voor het verstrekken van de juiste informatie aan leerlingen en ouders de afdelingsmanager is door de directeur gemandateerd m.b.t. de uitvoering en verantwoordelijkheid van het examen
de coördinator is samen met de afdelingsmanager verantwoordelijk voor het verstrekken van de juiste informatie aan leerlingen en ouders de coördinator begeleidt docenten en mentoren bij de uitvoering van hun taken de coördinator is verantwoordelijk voor de leerlingbegeleiding de coördinator is verantwoordelijk voor de organisatie en de praktische zaken rondom de leerlingbegeleiding
mentor
de mentor zorgt voor een goede introductie van de leerling in de groep en de Tweede Fase de mentor bestudeert in de eerste week/weken de informatie over de leerling in het leerlingendossier de mentor volgt nauwgezet de onderwijsresultaten van de leerlingen de mentor volgt nauwgezet het functioneren en welbevinden van de leerlingen de mentor begeleidt de leerling bij de loopbaanoriëntatie de mentor voert hiertoe frequent overleg met de leerlingen, de coördinator leerlingenzaken, de vakdocenten en andere betrokkenen in de organisatie de mentor informeert ouders over resultaten, functioneren, verwachtingen /mogelijkheden van de leerling de mentor bespreekt adviezen van het docententeam met ouders en leerling
Handboek Tweede Fase 5.5.
vakdocent Tweede Fase
5.6.
5.8.
5.9.
deze coördinator is verantwoordelijk voor alle zaken die te maken hebben met de uren die de leerlingen verplicht zijn te besteden aan de maatschappelijke stage
de coördinator examens is examensecretaris en gemandateerd door de directeur m.b.t. de verantwoordelijkheid voor de inhoudelijke en procesmatige zaken rondom de examens (SE en CE)
de decaan coördineert alle zaken die te maken hebben met profielkeuze, vakkenwissel en loopbaanoriëntatie de decaan houdt in de Tweede Fase samen met de mentor toezicht op het LOB-dossier van de leerling
coördinator examens
decaan
onderwijsassistent
5.11.
is mede verantwoordelijk voor de gang van zaken op de Thuisbasis is verantwoordelijk voor de gang van zaken op het Leerplein
coördinatoren dyslexie/dyscalculie
5.12.
deze coördinator is verantwoordelijk voor alle zaken rondom de organisatie en afronding van het profielwerkstuk
coördinator maatschappelijke stage
5.10.
de vakdocent is verantwoordelijk voor het doceren van de lesstof zoals die vermeld staat in de verplichte (examen)stof van zijn/haar vak de vakdocent begeleidt de leerlingen bij het voorbereiden op hun toetsen en het eindexamen de vakdocent is verantwoordelijk voor de becijfering van de toetsen en het invoeren van de cijfers in het cijfersysteem van de school (SOM)
coördinator profielwerkstukken
5.7.
13
deze coördinatoren zijn verantwoordelijk voor de screening van leerlingen met (vermoedelijke) dyslexie/dyscalculie in de (Eerste en)Tweede Fase; zij coördineren de regelingen en afspraken die met de leerlingen met dyslexie/dyscalculie gemaakt worden; zij voorzien de docenten en medewerkers van informatie en tips over het omgaan met dyslectische leerlingen en leerlingen met dyscalculie
begeleider instroomleerlingen in havo-4 en atheneum-4
begeleidt de leerlingen die vanuit een externe locatie instromen en informeert en adviseert de afdelingsmanager en coördinator leerlingenzaken over hun resultaten
Handboek Tweede Fase 6.
14
Regels en Procedures
6.1. Inleiding Het is heel belangrijk dat iedereen op de hoogte is van de gang van zaken in de Tweede Fase. Dit geldt zowel voor de leerlingen als voor de ouders. In principe wordt er via de algemene informatielijnen met ouders en leerlingen gecommuniceerd. Wij gaan ervan uit dat betrokkenen deze informatiekanalen benutten. Wanneer wij mondelinge afspraken maken met leerlingen en/of ouders, zullen wij die afspraken zoveel mogelijk op schrift zetten en kunnen wij de betrokkenen eventueel vragen om de afspraken te ondertekenen voor akkoord of gezien. 6.2
De informatielijnen
Via verschillende kanalen worden de leerlingen en ouders geïnformeerd over de belangrijkste zaken in de Tweede Fase. Dit Handboek Tweede Fase is de eerste, belangrijke bron van informatie. Dit Handboek is ook terug te vinden op de website van het Dr. Nassau College. Voor uitwerkingen en extra toelichting op een aantal onderdelen, verwijzen we naar de website. Via de rubriek “downloads’, kunnen eventuele meer uitgewerkte informatiebrochures nagelezen worden. Op de beeldschermen die op verschillende plekken in de school hangen, staat actuele informatie over roosters, deadlines, wijzigingen, oproepen, enz. Steeds vaker verstrekken wij informatie via de mail. Voor leerlingen is het dan ook uitermate belangrijk om dagelijks hun schoolmail te lezen. De coördinator leerlingenzaken komt regelmatig in de klas om nog extra op een aantal zaken te wijzen, om iets uit te delen, of eventueel een nadere toelichting te geven. Ook de mentor zal regelmatig noodzakelijke informatie doorgeven. De docenten zullen informatie doorgeven, als het gaat om afspraken voor hun vak. Wij vinden dat we onze leerlingen op deze manier genoeg mogelijkheden bieden om de informatie die van belang is, te ontvangen. Daarnaast gaan we ervan uit dat elke leerling zelf ook actief is en de juiste mensen opzoekt als er vragen zijn, of als iets niet duidelijk is. 6.3
De website
Voor een aantal uitgebreide documenten die wij aan leerlingen verstrekken, evenals enkele meer uitgewerkte beleidszaken verwijzen we naar de website (onder ‘downloads). Tevens is een aantal beleidsdocumenten indien gewenst ook bij het secretariaat van de locatie op te vragen. 6.4
Mentoraat
In de Tweede Fase krijgen de leerlingen een mentor toegewezen. De mentor is de persoonlijke coach van de leerling. Het is over het algemeen de bedoeling dat de mentor tot aan het eindexamen dezelfde leerlingen houdt. Een uitzondering maken we bij het doubleren. In principe krijgt de leerling dan een nieuwe mentor toegewezen. In elk leerjaar heeft de leerling ook een mentoruur/thuisbasisuur op het rooster staan. Dit uur is bedoeld voor individuele gesprekken, groepsgesprekken en andere mentoraatactiviteiten. Voor de leerlingen is dit een verplicht uur. 6.5
Decanaat
In de Tweede Fase is het belangrijk dat de leerlingen zich optimaal inzetten voor het behalen van hun diploma. Daarnaast is het van belang dat de leerlingen vooruit kijken naar wat ze na hun middelbare school gaan doen. In nauwe samenwerking met de mentoren proberen de decanen de leerlingen te stimuleren om zich zo goed mogelijk te oriënteren en keuzes te maken. De decanen gebruiken hiervoor een web-based LOB-methode. Ze organiseren voorlichtingsbijeenkomsten en voeren eventueel individuele gesprekken. LOB, Loopbaan Oriëntatie en Begeleiding, is geen vrijblijvende bezigheid. Er wordt van de leerlingen verwacht dat zij elk jaar het vereiste aantal uren maken door opdrachten te maken en zelfstandig activiteiten te ontplooien.
Handboek Tweede Fase
15
Verlof voor het bezoeken van Open Dagen en Meeloopdagen Leerlingen van havo-4 en atheneum/gymnasium-5 kunnen verlof aanvragen voor het bezoeken van Open Dagen van Hbo-instellingen en Universiteiten. Leerlingen van havo-5 en atheneum/gymnasium-6 kunnen verlof aanvragen voor het bezoeken van zowel Open Dagen als Meeloopdagen. Procedure Toetsen en andere belangrijke vakafspraken gaan altijd voor het vrij vragen; indien nodig overlegt de leerling met de coördinator leerlingenzaken over het aanvragen van verlof. De leerling vult bij het decanaat een formulier in om vrij te vragen; de aanvraag moet een week van tevoren bij het decanaat ingeleverd worden. Het decanaat geeft aan de meldkamer door welke lessen de leerling zal gaan missen. De leerling moet binnen een week na het bezoeken van de Open Dag / Meeloopdag een verslagformulier ingevuld en ingeleverd hebben Heeft een leerling na twee weken nog geen verslag ingeleverd, dan wordt de leerling alsnog absent gemeld en vervalt het recht om lessen te verzuimen voor het bezoeken van Open Dagen / Meeloopdagen 6.6
Maatschappelijke stage
Het Dr. Nassau College verplicht elke leerling in de Tweede Fase een aantal uren vrijwilligerswerk te verrichten (Maatschappelijke Stage) in het kader van Burgerschapskunde. Het gaat hier om uren in het kader van (een aantal) sociale, maatschappelijke taken. Dus geen betaalde, commerciële taken. De uren die worden ingevuld zijn niet vrijblijvend en moeten dan ook volgens de exameneisen afgerond zijn, wil een leerling aan het eind het diploma in ontvangst mogen nemen. Voor alle regels, eisen en mogelijkheden ontvangen de leerlingen aan het begin van het vierde leerjaar alle informatie. 6.7
Het extra vak
Indien een leerling een extra vak heeft gekozen, zijn in het derde, dan wel vierde (vmbo) leerjaar de consequenties voor zowel de leerling als de schoolorganisatie toegelicht en in een contract vastgelegd en door de ouders ondertekend. Voor de Tweede Fase geldt vervolgens: 1. voor het extra vak worden gedurende alle jaren in de Tweede Fase geen roostergaranties gegeven; dit kan concreet betekenen dat er voor dit extra vak (alle jaren) een dubbele inroostering ontstaat. Ook kan dit betekenen dat er tijdens de toetsweken een overlap ontstaat in de afnamedatum en tijd tussen dit extra vak en een ander vak. De verantwoording voor het wel/niet kunnen volgen van de lessen voor dit extra vak ligt bij de leerling en ouders. 2. Indien een leerling besluit het extra vak te laten vallen (voordat het examen begint), dan gelden hiervoor de volgende regels: -
De leerling en ouders hebben hiertoe in goed overleg met de mentor, de decaan en de coördinator leerlingenzaken besloten.
-
De leerling mag alleen het gekozen extra vak laten vallen.
3. Bij de rapportbesprekingen kan de keuze van het extra vak aan de orde gesteld worden indien de cijfers van dit vak en/of de andere vakken hiertoe aanleiding geven. De vergadering kan op grond van de bespreking adviseren om het extra vak te laten vallen 4. Het eindcijfer van dit extra vak wordt niet bij de bepaling van de definitieve uitslag van het examen betrokken, indien dat nodig is om de leerling te laten slagen. Dit extra vak en eindcijfer worden wel vermeld op de cijferlijst, tenzij de leerling daar bedenkingen tegen heeft geuit. 6.8
Het profielwerkstuk
Een van de eisen voor het verkrijgen van een diploma is het maken van een profielwerkstuk. Met het profielwerkstuk laat een leerling zien wat hij/zij geleerd heeft aan onderzoeksvaardigheden binnen het gekozen vakkenpakket. De procedure is als volgt:
Handboek Tweede Fase
16
A. Een profielwerkstuk moet betrekking hebben op een van de examenvakken, waarbij het vak een minimale studielast van 320 (havo) of 440 uur (atheneum/gymnasium) uur heeft; maatschappijleer, ANW, LO en CKV zijn dus uitgesloten. Een leerling hoeft niet voor een profielvak te kiezen. Nederlands, Engels, een andere taal, een vak uit het vrije keuzedeel mag dus ook! Ieder lid van een samenwerkend groepje of tweetal moet wel het gekozen vak in zijn/haar pakket hebben! B. Het werken aan een profielwerkstuk doe je niet alleen. In principe werken de leerlingen samen in een groepje van twee personen. Mochten er gegronde redenen zijn om niet in een tweetal te willen werken, dan moet dat bij de coördinator profielwerkstukken gemeld worden. De samenstelling van het groepje is niet klas gebonden. C. Het cijfer voor het profielwerkstuk heeft betrekking op de volgende onderdelen: - Het onderzoeksverslag (inclusief het praktische onderdeel)) - (De beschrijving van) het proces - De presentatie D. Het profielwerkstuk wordt becijferd en dit cijfer vormt een onderdeel van het combinatiecijfer E. Er zijn richtlijnen vastgesteld die voor elk vak gelden. Daarnaast kan de vakgroep van het gekozen vak specifieke eisen voor het beoordelingsmodel en de inhoud opstellen. De coördinator profielwerkstukken overhandigt de leerlingen een overzicht van de algemene eisen en regels. Algemene richtlijnen: 1. De leerling ontvangt een planning waar hij/zij zich samen met de docent gedurende het proces van onderzoek en verslaglegging aan moet houden. 2. De puntenverdeling tussen verslag, proces en presentatie is ongeveer: 60% - 20% - 20% 3. Een aantal eisen ten aanzien van de verslaglegging is voor elk vak hetzelfde; denk hierbij o.a. aan het formuleren van de onderzoeksvragen, de bronvermelding, vormeisen. 4. De begeleider zal via een bepaald programma bepalen of er sprake is van plagiaat bij het gebruik van hulpbronnen (internet). Planning: De planning voor de havoafdeling start aan het begin van het vijfde leerjaar, voor de vwo-afdeling aan het eind van het vijfde leerjaar
De leerlingen vormen in principe tweetallen; De leerlingen bedenken welk vak ze kiezen voor het profielwerkstuk; welk onderwerp en wat ze willen gaan onderzoeken. De namen van de groepsleden en het vak worden op het keuzeformulier ingevuld en bij de receptie ingeleverd. Voor havo en vwo geldt: In de eerste lesweek na de zomervakantie wordt een hele middag ingepland waarin de leerlingen starten met het profielwerkstuk. De begeleider wordt toegewezen (havo), of is al toegewezen (vwo). In deze week moeten de onderzoeksvraag (hoofdvraag) en de deelvragen op papier staan. In de jaarplanning staan de data van de eindpresentaties.
Mw. H. Bosch, coördinator PWS (
[email protected]; (kamer op leerplein gymnasium) Mw. P. Muntz, organisatie PWS (
[email protected]; (administratie) 6.9
Topsport op het Dr. Nassau College
Het Dr. Nassau College, gymnasium/atheneum/ havo, is een TopSportvriendelijke school. Wij bieden de mogelijkheid om TopSport en school met elkaar te combineren. Door een intensieve begeleiding van een enthousiaste Topsportmentor en een gedreven leerling is het mogelijk om als TopSporter verder te groeien, naar misschien wel de TOP!
Wanneer kom je in aanmerking voor een TopSport regeling? er moet minimaal op regionaal selectieniveau worden gesport
als de leerling door tijdgebrek door het vele sporten in de knel komt met het schoolwerk
het moet duidelijk zijn dat de leerling als sporter met een traject bezig is dat voorbereidt op een sportcarrière. De faciliteiten zijn altijd op de persoon en situatie afgestemd. Voorbeelden van faciliteiten zijn: aanpassingen in het rooster i.v.m. trainingstijden, vrije uren rondom belangrijke wedstrijden, aanpassingen in het toetsrooster.
Handboek Tweede Fase
17
Hoe meld je je aan voor een TopSport regeling?
de leerling neemt contact op met de coördinator leerlingenzaken of mentor; zij zullen doorverwijzen naar de TopSportCoördinator. Deze geeft informatie.
de Topsportcoördinator maakt een afspraak voor een intake gesprek.
tijdens het gesprek krijgt de leerling informatie en worden de eventuele problemen besproken
vervolgens wordt er een voorstel gemaakt dat moet worden goedgekeurd door de coördinator leerlingenzaken
dan wordt de leerling aan de Topsportmentor (alleen in de 2 fase) toegewezen en worden er afspraken gemaakt, een studieplan opgesteld en wordt er regelmatig geëvalueerd
e
Topsportcoördinator: de heer R. Gerressen / Topsportmentor: de heer J. Meijering 6.10
Het Leerplein
Het Leerplein is een stilteruimte en werkruimte. Je werkt daar zelfstandig en individueel. We vinden het belangrijk dat je direct bij de start van de Tweede Fase leert om je tijd op school effectief te benutten. Dat betekent ook dat we de eventuele tussenuren, lesuren die uitvallen, en eerste uren die je vrij hebt, benoemen als studie-uren, die je kunt gebruiken om te werken en te leren op het Leerplein. Besteed je de tijd hier op school goed, zowel in de les, als de tijd tussen de lessen, dan hoef je thuis minder aandacht aan je schoolwerk te besteden. 6.11
Protocol 18+ leerling
Met het bereiken van de meerderjarigheid van leerlingen kan de relatie tussen de school en de leerling/ouder(s) veranderen. De leerling is vanaf dat moment - wettelijk gezien - (ook) zelf verantwoordelijk. Daarom is het noodzakelijk om afspraken te maken over waar en bij wie de verantwoordelijkheid wordt gelegd. Het Dr. Nassau College heeft het volgende uitgangspunt: Elke leerling die op het Dr. Nassau College onderwijs volgt, heeft zich te gedragen volgens de regels die door de school zijn vastgelegd. Als een leerling zich niet aan deze regels houdt, zal er contact opgenomen worden met de ouder(s).Dit geldt zowel voor de leerling die nog geen 18 jaar is, als de 18+ leerling. De school houdt zich, ook bij 18+ leerlingen, aan de kaders van de Leerplicht en past – indien nodig – het daarbij door ons vastgesteld sanctiebeleid toe. Elke leerling die de leeftijd van 18 jaar bereikt, wordt op de hoogte gesteld van dit uitgangspunt. Indien de leerling niet akkoord gaat met dit algemene uitgangspunt en zelf de verantwoordelijkheid op zich wil nemen, meldt hij/zij dit bij de coördinator leerlingenzaken. Indien de leerling zelf de verantwoordelijkheid wil nemen, staan hieronder de regels verwoord. De leerling wordt verzocht kennis te nemen van deze regels. Vervolgens wordt een verklaring opgesteld die door de leerling en de ouder(s) wordt ondertekend. Verklaring eigen verantwoordelijkheid 18+ leerling De eigen verantwoordelijkheid van de leerling geldt voor de volgende zaken: 1. De leerling houdt zich aan de algemene schoolregels 2. De school stuurt de uitnodigingen en rapportages alleen nog maar naar de leerling 3. Bij de voortgang van de studie houdt de school de beslissingen van de leerling aan 4. De leerling zorgt zelf voor berichten van absentie, ziekte en verlof 5. Bij ongeoorloofd gedrag wordt alleen maar met de leerling zelf gesproken 6. De leerling komt zelf op het docentenspreekuur 7. Alleen de leerling heeft inzage in SOM 8. De school informeert de ouders in ieder geval - Bij ernstige incidenten waarbij de leerling is betrokken - Bij langdurige absentie en/of ziektemeldingen - Indien de leerling ernstig tekort schiet in het nemen van zijn/haar verantwoordelijkheid De verklaring wordt opgesteld voor de resterende schoolperiode zo lang de leerling op het Dr. Nassau College verblijft.
Handboek Tweede Fase 6.12
18
Dyslexie en dyscalculie
Voor het herziene Dyslexie Protocol wordt verwezen naar de website. Voor de regels rondom de extra faciliteiten bij de toetsen, toetsweken en het examen, verwijzen we naar het toetsreglement Quintus (zie bijlage). Op dit moment wordt gewerkt aan een notitie over het dyscalculiebeleid, waarbij wij uitgaan van de landelijke richtlijnen. 6.13
De meldkamer
Algemeen
Voor de algemene afspraken rondom absentie wordt verwezen naar het Verzuimprotocol (zie bijlage). Toetsweken en CE
De specifieke regels tijdens de toetsweken en het Centraal Examen staan in hoofdstuk 9 en in de bijlage Examenreglement.
6.14
Het huiswerkplein e
e
e
Dagelijks kan er tijdens het 7 en/of 8 en/of 9 uur huiswerk gemaakt worden onder toezicht van een onderwijsassistent. Leerlingen die graag op school verder willen werken aan hun huiswerk kunnen terecht op het huiswerkplein. Daarnaast komt het voor dat een docent een leerling naar het huiswerkuur stuurt. Een docent kan dit doen, vanwege het feit dat een leerling het huiswerk niet af heeft of geen boeken bij zich heeft. In dit geval is het volgen van het huiswerkuur verplicht. Aangezien een leerling op een dag maximaal twee huiswerkuren kan maken, kan het voorkomen dat een leerling ook op een andere dag terug moet komen. Is een leerling écht verhinderd om die dag het huiswerkuur te bezoeken (bijv. afspraak orthodontist), dan maakt de docent een afspraak voor een andere dag. Bij nalatigheid van de leerling wordt de coördinator leerlingenzaken ingeschakeld. Wordt een leerling meerdere keren naar het huiswerkuur gestuurd, dan neemt de mentor contact met de ouder(s). De juiste openingstijden van het Huiswerkplein worden via de mentor en/of de mededelingenborden gecommuniceerd. Elke vrijdagmiddag is er op het huiswerkplein de gelegenheid om gemiste toetsen (SO’s en tussentoetsen van maximaal 1 lesuur) in te halen.
6.15
De steunlessen
In de Tweede Fase worden dit cursusjaar steunlessen verzorgd in atheneum en havo. Bij havo-4 wordt steunles aangeboden voor alle vakken en ligt de nadruk in de aanmelding op het eigen initiatief van de leerling/ouders of vakdocent. In havo-5 en atheneum-6 vinden eveneens steunlessen plaats maar dan gericht op het eindexamen. In ieder geval in de havo voor de kernvakken. Het gaat hierbij, in beide afdelingen, om leerlingen die problemen hebben met het begrijpen van de leerstof en/of de vakvaardigheden. Maar ook om leerlingen die hiaten hebben in de leerstofkennis van het vak of die een duwtje in de rug nodig hebben om weer zelfstandig verder te kunnen met de leerstof van het vak. In geval van grote behoefte kan de afdelingsmanager besluiten om ook voor een ander vak een steunles uit te schrijven. De procedure voor aanmelding wordt de leerlingen via de mentor meegedeeld.
6.16
(On)voorziene lesuitval
Onvoorziene lesuitval wordt in de Tweede Fase niet opgevangen. Deze uren benoemen wij als studie-uren (zie ook 6.10). Bij voorziene lesuitval wordt bepaald welke klassen opgevangen kunnen worden. 6.17
Orderegels
Op onze website staat het Ordereglement. Hierin staan de afspraken rondom de belangrijkste gedragsregels en afspraken voor de locatie Quintus.
Handboek Tweede Fase
19
7. Toelating, bevordering, doorstroom/instroom/vrijstellingen/ontheffingen 7.1
Toelating
In principe zijn alle leerlingen toelaatbaar die binnen onze school een overgangsbewijs hebben van het derde naar het vierde leerjaar. Voor leerlingen die vanuit een andere vestiging van het Dr. Nassau College willen instromen, of vanuit een andere school, is een protocol met toelatingscriteria en regels rondom de te volgen procedure vastgesteld. Een leerling mag niet meer dan één (1) keer blijven zitten in dezelfde klas van een afdeling of niveau. Over twee opeenvolgende leerjaren mag een leerling niet meer dan drie (3) jaar doen, behalve indien het laatste jaar examenjaar is. Indien de leerling niet aan deze voorwaarden kan voldoen, wordt hij of zij verwezen naar een klas met een lager niveau of krijgt hij hulp om zich te oriënteren op andere opleidings- en/of beroepsmogelijkheden. 7.2
Voor de bevorderingsnormen 2015/2016 wordt verwezen naar de bijlage (11.3)
7.3
Doorstroom
7.3.1 Doorstroom van vmbo-t naar havo- 4 / convenant Het decanaat en de coördinatoren leerlingenzaken van de afleverende school en de ontvangende school regelen de informatieve (LOB) en organisatorische zaken die met de overstap van vmbo-4 naar havo-4 te maken hebben. In een verplicht regionaal convenant hebben wij de algemene voorwaarden voor de doorstroom van deze leerlingen vastgelegd. Dit convenant is terug te vinden op de site. 7.3.2 Begeleiding vmbo-instroom leerlingen In de Tweede Fase is één docent aangesteld om de leerlingen die vanuit het vmbo zijn ingestroomd in havo-4 te begeleiden. Deze instroombegeleider voert gesprekken met de leerlingen en heeft daarnaast regelmatig contact met de coördinator leerlingenzaken en de afdelingsmanager. 7.3.3 Begeleiding instroom externe leerlingen in vwo-4 en havo-4 In de Tweede Fase is één docent aangesteld om de leerlingen die vanuit een externe locatie of andere school zijn ingestroomd in atheneum/havo-4 te begeleiden. Deze instroombegeleider voert gesprekken met de leerlingen en heeft daarnaast regelmatig contact met de coördinator leerlingenzaken en de afdelingsmanager. 7.3.4
Doorstroom van havo-5 naar atheneum-5
De havo-5 leerling meldt zich aan bij de decaan. Deze houdt een motivatiegesprek met de leerling en noteert de motivatie. Vervolgens maakt de decaan een inventarisatie van belangstellende havo-5 leerlingen en nodigt deze leerlingen uit voor een voorlichting. Leerlingen van een andere school die belangstelling hebben getoond worden hiervoor schriftelijk uitgenodigd. De havo-5 leerling neemt ten slotte naar behoefte contact op met de decaan voor een vervolggesprek. Aanmelding bij voorkeur voor 1 mei. Bij uitzondering kan een leerling zich nog aanmelden tot uiterlijk 1 week na de uitslagdatum CE. De aanmeldingsformulieren worden verzameld door de decaan. Naast het aanmeldingsformulier dienen de gegadigden in overleg met de decaan een profielkeuze formulier in te vullen. De decaan vraagt via een speciaal daarvoor ontwikkeld formulier advies van de havo-5 vakdocenten van de betreffende leerling. Het advies heeft betrekking op het perspectief van de havoleerling in ath-5. De decaan verzamelt deze adviezen. De adviezen worden de eerste keer gegeven op basis van de SE-cijfers. Na het centraal Examen wordt aan de docenten opnieuw een advies gevraagd, nu op basis van alle (SE en CE) cijfers. Toelaatbaarheid van de havoleerling wordt vervolgens vastgesteld in een overleg tussen de coördinatoren leerlingenzaken en afdelingsmanagers van zowel de havo- als de atheneumafdeling. Toelating of afwijzing gebeurt op deze manier zorgvuldig en de uitkomst is dan ook bindend.
Handboek Tweede Fase
20
Criteria: a. Diploma havo b. Positief meerderheidsadvies op basis van SE- en CE-cijfers door de geraadpleegde vakdocenten (5 van de 7 vakken) c.
Maximaal 1 onvoldoende (1 x 5; gem. 6 of hoger) in toekomstige profielvakken.
d. Een leerling die havo-4 gedoubleerd heeft, dan wel in havo-5 is gezakt, dan wel een deficiëntie in het profielpakket heeft, is niet zondermeer toelaatbaar. e. Leerlingen kunnen als regel alleen doorstromen naar het gelijknamige profiel op het atheneum. Iedere toelaatbare havoleerling wordt opnieuw uitgenodigd voor een gesprek met de decaan en/of de coördinator leerlingenzaken om het definitieve vakkenpakket vast te leggen. Toegelaten havoleerlingen ontvangen na de uitslag CE een uitnodiging van de coördinator leerlingenzaken vwo voor een kennismakingsgesprek. In dit gesprek worden o.a. ook eventuele vrijstellingen en deficiënties en de daarbij behorende aanvullende taken/toetsen met de leerling besproken. Een leerling die instroomt wordt door de coördinator leerlingenzaken geïnformeerd over de cijfermatige consequenties van de overstap. Kandidaten krijgen een vrijstelling voor het vak anw, ckv en maatschappijleer. Kandidaten dienen in vwo-5 een tweede moderne vreemde taal op te nemen. Ontheffing tweede moderne vreemde taal (atheneum/gymnasium) Een leerling die na het behalen van het havodiploma in een NT-profiel of een NG-profiel doorstroomt naar de atheneum/gymnasium-opleiding (in een NT- en/of /NG-profiel) kan ontheffing worden verleend voor het volgen van de tweede moderne (vreemde) taal uit het verplichte algemene deel. Procedure: De leerling en/of de ouders dienen een verzoek in bij de coördinator leerlingenzaken van de havo Er volgt een gesprek met de leerling/ouders en de coördinator leerlingenzaken havo waarin de argumenten voor een aanvraag worden besproken De coördinator leerlingenzaken havo bespreekt de aanvraag met de afdelingsmanager vwo en de afdelingsmanager beslist over het verlenen van de ontheffing e Bij een akkoord volgt een gesprek met de decaan over welk vak wordt gekozen ter vervanging van de 2 moderne vreemde taal. 7.4
Instroom
7.4.1
Instromers van gymnasium/atheneum-4 naar havo-4
Voor een eventuele instroom van vwo-4 naar havo-4 na de start van het nieuwe cursusjaar geldt het volgende: Criteria:
De instroomperiode havo-4 loopt van begin periode 1 tot aanvang kerstvakantie. Na 1 december worden geen verzoeken tot instroom in havo-4 in behandeling genomen. De rapportvergadering n.a.v. periode 1 in vwo-4 stelt, na consultatie van alle vakken, bij meerderheid vast dat de capaciteiten en competenties van de leerling ruim voldoende havo zijn. De benodigde competenties voor instroom in havo-4 zijn: motivatie – ijver – inzet – doorzettingsvermogen – discipline. Het doel van de instroom is een directe bevordering naar havo-5 aan het eind van datzelfde cursusjaar. Er moet ruimte zijn in de stamklassen en clusters havo-4 (max. 32 leerlingen). Daarnaast kan de coördinator leerlingzaken havo-4 besluiten dat een bepaalde havo-4 klas vanwege omstandigheden van pedagogisch-didactische aard niet in aanmerking komt voor instroming.
Handboek Tweede Fase
21
Procedure: a. De leerling geeft te kennen aan de coördinator leerlingenzaken (vermoedelijk) de bevordering naar gym/ath-5 niet te halen en te kiezen voor plaatsing in havo-4 b. De leerling maakt een afspraak met de decaan voor een gesprek om de consequenties van een overstap te bespreken. De leerling ontvangt informatie van de decaan over de te maken keuzes. c.
Hierna vindt er zo spoedig mogelijk een gesprek plaats tussen de leerling en ouders en de coördinator leerlingenzaken vwo-4.
d. Advisering door de vakdocenten vwo-4: advies havo-4 moet positief zijn en gedragen door de meerderheid van de docenten (zie boven de criteria). e. Er volgt overleg tussen de coördinatoren leerlingenzaken havo-4 en vwo-4 met raadpleging van de e decaan havo-4 en afdelingsmanager havo 2 fase. f.
De coördinatoren leerlingenzaken vwo-4 en havo-4 besluiten over de instroom.
g. De coördinator leerlingenzaken havo-4 zorgt voor de administratieve afwikkeling. h. Een leerling die instroomt wordt door de coördinator leerlingenzaken geïnformeerd over de cijfermatige consequenties van de overstap. 7.4.2
Instromers van gymnasium/atheneum-5 naar havo-5
Procedure:
a. De leerling meldt zich bij de decaan voor een gesprek over het profiel in havo-5; de decaan raadpleegt de vakdocent(en) bij eventuele deficiëntie en vraagt tevens een eerste vakadvies voor een dergelijke overstap, inclusief eventueel nieuw vak b. De leerling ontvangt informatie van de decaan over de te maken keuzes. c.
De leerling maakt vervolgens een afspraak met de betreffende coördinator leerlingenzaken voor een gesprek. In dat gesprek worden de vrijstellingen besproken evenals de eventuele aansluitproblemen.
d. Indien de overgangsvergadering gym/ath-5 een positief advies geeft, volgt er een gerichte bevordering naar havo-5 e. Een leerling die instroomt wordt door de coördinator leerlingenzaken geïnformeerd over de cijfermatige consequenties van de overstap. 7.4.3
Tussentijds wisselen van profiel/vak(ken)
Algemeen:
In de Tweede Fase is het wisselen van profiel gedurende het cursusjaar in principe niet toegestaan. Het e voorlichtings – en keuzetraject in de 3 klassen is zo zorgvuldig en uitgebreid dat een leerling een gefundeerde keuze heeft kunnen maken. Bovendien moet er bij een tussentijdse wissel een (grote) achterstand bij meerdere vakken weggewerkt worden. In de Tweede Fase is het wisselen van een enkel (keuze) vak bij hoge uitzondering toegestaan. De wijziging is in principe alleen mogelijk tot de kerstvakantie. Ook hier gaan we ervan uit dat het voorlichtings – en e keuzetraject in de 3 klassen zo zorgvuldig en uitgebreid is dat een leerling een gefundeerde keuze heeft kunnen maken. Bovendien moet er bij een tussentijdse wissel een (grote) achterstand bij het nieuwe vak weggewerkt worden. Procedure bij vakwissel:
a. De leerling gaat naar het decanaat en geeft aan wat de bedoeling is (na van tevoren met ouders, mentor en eventueel de coördinator leerlingenzaken gesproken te hebben)
Handboek Tweede Fase
22
b. Het decanaat doet een voorlopige inventarisatie van de mogelijkheden (o.a. wordt de afleverende en de ontvangende vakdocent geraadpleegd) c.
Het decanaat overlegt met de coördinator leerlingenzaken en dan volgt een definitieve toestemming door de coördinator
d. Het decanaat stelt alle betrokkenen op de hoogte en regelt verder het administratieve gedeelte van de wijziging 7.5 Vrijstellingen / Ontheffingen 7.5.1
7.5.2
Uitgangspunt: - Doubleurs doen alles over. -
Waar mogelijk wordt gestreefd naar generale maatregelen. Indien dit onmogelijk is, wordt gekozen voor een ‘op maat benadering’ voor de betreffende leerling.
-
De coördinatoren leerlingenzaken informeren desgewenst de leerling of er mogelijkheden zijn voor een ontheffing per vakonderdeel.
-
Vakken die voor havo-5 en atheneum/gymnasium-6 verplicht op de tabel staan worden door alle leerlingen gevolgd, tenzij anders vermeld.
-
Dit geldt ook voor de overstap van atheneum/gymnasium-5 kandidaten naar havo-5.
-
Een vrijstelling voor een vak is alleen toegestaan als dit wettelijk is vastgelegd.
Niet geslaagden havo-5
Uitgangspunt is dat de leerling dient te voldoen aan de vereiste studielast.
7.5.3
-
Voor de eindexamenvakken doet de kandidaat alle ED-verplichtingen van het eindexamenjaar over.
-
Het profielwerkstuk kan, indien de kandidaat dat wenst, overgedaan worden. Het hoogste cijfer telt.
-
Praktische opdrachten worden opnieuw uitgevoerd.
-
LOB en MAS: afgerond = afgerond.
-
De coördinatoren leerlingenzaken informeren desgewenst de leerling of er mogelijkheden zijn voor een ontheffing per vakonderdeel.
Niet geslaagden atheneum/gymnasium-6
Uitgangspunt is dat de leerling dient te voldoen aan de vereiste studielast. - Voor de eindexamenvakken doet de kandidaat alle ED-verplichtingen van het eindexamenjaar over. -
Het profielwerkstuk kan, indien de kandidaat dat wenst, overgedaan worden. Het hoogste cijfer telt.
-
Praktische opdrachten worden opnieuw uitgevoerd.
-
LOB en MAS: afgerond = afgerond.
-
De coördinatoren leerlingenzaken informeren desgewenst de leerling of er mogelijkheden zijn voor een ontheffing per vakonderdeel.
7.5.4 Ontheffingsbeleid CKV Doubleurs atheneum/gymnasium-4 / havo-4: Leerlingen die in atheneum/gymnasium-4/ havo-4 zijn blijven zitten, moeten de lessen CKV bijwonen in het nieuwe jaar, maar mogen de ingeleverde verslagen voor culturele activiteiten meenemen. Zij hoeven dus niet opnieuw voorstellingen te bezoeken. Verder doen zij mee aan alle andere activiteiten die bij het vak CKV horen zoals hoorcolleges, toetsen, excursies, voorstellingen, opdrachten uit werkboeken en praktische opdrachten
Handboek Tweede Fase 8.
Het Examen
8.1.
Het examen
23
Het examen voor atheneum/gymnasium en havo bestaat uit een Schoolexamen en een Centraal Examen. De volgende vakken bevatten uitsluitend een Schoolexamen: Maatschappijleer; Lichamelijke Opvoeding (LO); Culturele en Kunstzinnige Vorming (CKV); Algemene Natuurwetenschappen (ANW); Natuur, Leven en Technologie (NLT); Bewegen, Sport en Maatschappij (BSM); Wiskunde-D, Onderzoek en Ontwerpen (O&O) en Spaans. Voor de vakken Nederlands en Engels uit het gemeenschappelijk deel, de vakken uit het profieldeel en bijna alle keuze-examenvakken (uit het profielkeuzedeel en het keuze-examenvak), is er zowel een Schoolexamen als een Centraal Examen. Het Schoolexamen omvat tenminste die exameneenheden, die niet in het Centraal Examen worden getoetst. 8.2.
Het examendossier
Het Schoolexamen wordt vastgelegd in het zogenaamde examendossier. Het examendossier bevat de volgende onderdelen: het PTA een cijfermatig overzicht van de behaalde resultaten het profielwerkstuk met vermelding van de titel + vak(ken) + cijfer LO, CKV met vermelding van ‘voldoende’ of ‘goed’ MAS en het LOB-dossier De bedoeling van het examendossier is dat het inzicht geeft in alle activiteiten van de leerling in het kader van het examen. Scholen mogen zelf de vorm en omvang van het examendossier bepalen. Het examendossier bestaat in ieder geval uit de cijfermatige weergave van de examenonderdelen. Deze cijfers zijn voor leerlingen toegankelijk in een digitaal systeem op de site. De activiteiten in het kader van LOB en MAS worden door de betreffende coördinatoren geregistreerd en bijgehouden. Het examendossier wordt gespreid opgebouwd over het vierde en vijfde leerjaar voor de havo en over het vierde, vijfde en zesde leerjaar voor het vwo. De school heeft geen wettelijke verplichting om het gemaakte schoolexamenwerk voor een bepaalde termijn te bewaren. 8.2.1. Handelingsdeel
het handelingsdeel is een opdracht waarvan door de examinator wordt vastgesteld of deze ‘naar behoren’ of ‘goed’ is uitgevoerd; de handelingsdelen worden dus niet met een cijfer beoordeeld; de handelingsdelen die meetellen voor het eindexamen worden vermeld in het PTA een handelingsdeel bestaat uit verschillende vakspecifieke onderdelen; schriftelijke reflectie op de uitvoering van de opdracht door kandidaat kan een onderdeel van de opdracht zijn;
Handboek Tweede Fase
24
8.2.2. Profielwerkstuk
het profielwerkstuk behandelt een thema van een of twee grote examenvakken (minimaal 320 of 440 studielasturen) of een vakoverstijgende thematiek; de begeleidende docent geeft een beoordeling van proces, presentatie aan de hand van criteria die vooraf aan de kandidaat bekend zijn gemaakt; het profielwerkstuk is een onderdeel van het Schoolexamen het cijfer voor het profielwerkstuk telt mee binnen het combinatiecijfer
8.2.3 De praktische opdrachten
De meeste vakken kennen praktische werkvormen en daarmee samenhangend ook praktische opdrachten als toetsen. Deze praktijkopdrachten zijn onderdeel van het onderwijsprogramma van het betreffende vak en dus vakspecifiek. De opdrachten variëren van een practicum bij natuurkunde, scheikunde of biologie tot het voeren van een gesprek, het maken van een schriftelijk werkstuk of verslag. De beoordeling betreft zowel het proces als het product en/ of de presentatie. De praktische opdrachten moeten expliciet in het PTA worden opgenomen, indien zij een onderdeel vormen van het examendossier.
8.2.4. Maatschappelijke stage
8.2.5.
De Maatschappelijke Stage is een onderdeel van Burgerschapskunde. Voor de Maatschappelijke Stage geldt dat deze uren beschouwd worden als verplicht handelingsdeel. De leerling besteedt 30 uren aan de maatschappelijke stage. Deze uren worden afgerond in het vierde leerjaar.
De MAS-coördinator vermeldt de procedure en de criteria waaraan de leerling moet hebben voldaan.
Voor de LOB-uren geldt dat ze worden beschouwd als verplicht handelingsdeel. e Ze omvatten 80 (havo) resp. 120 (vwo) studielasturen over het 4 e e e e en 5 jaar (havo), resp. 4 , 5 en 6 jaar (vwo). Het decanaat vermeldt de procedure en de criteria waaraan de leerling moet hebben voldaan.
LOB
8.3.
Het eindcijfer
8.3.1
Cijfer Schoolexamen
alle vakken tellen mee in de slaag-/zakregeling. de vakken ckv en lo uit het gemeenschappelijke deel worden niet met een cijfer afgesloten, maar beoordeeld met ‘voldoende’ of ‘goed’. het profielwerkstuk wordt beoordeeld met een cijfer en opgenomen in het combinatiecijfer.
Handboek Tweede Fase
8.3.2
een vak dat alleen een schoolexamen kent, krijgt een eindcijfer dat is afgerond op een heel getal (5,49 = 5 ; 5,50 = 6). een vak dat ook nog een centraal examen kent, krijgt een SEcijfer dat afgerond is op één decimaal. het cijfer voor het schoolexamen is samengesteld uit de cijfers en beoordelingen voor de SE-toetsen en praktische opdrachten. de handelingsdelen per vak dienen ‘naar behoren’ te zijn afgerond. in het Programma van Toetsing en Afsluiting legt de school de weging van de verschillende SE-onderdelen per vak vast.
Het combinatiecijfer
8.3.3
25
De cijfers voor de becijferde kleine examenvakken worden rekenkundig gemiddeld in het zogeheten combinatiecijfer. Verplichte onderdelen van het combinatiecijfer zijn: maatschappijleer, algemene natuurwetenschappen (alleen atheneum/gymnasium) en het profielwerkstuk. Elk van deze cijfers telt even zwaar mee. Voor het berekenen van het combinatiecijfer worden de op de cijferlijst vermelde eindcijfers (bestaande uit de afgeronde eindcijfers) gemiddeld. Daarna wordt het combinatiecijfer afgerond op een geheel getal. Dit betekent dat er alleen wordt gekeken naar het eerste decimaal.
Het eindcijfer per vak
Een atheneum/gymnasium-leerling heeft tien cijfers die onderdeel zijn van de slaag/zakregeling: Nederlands, Engels, een tweede moderne vreemde taal, vier profielvakken, een vak in het keuzedeel, het combinatiecijfer en het cijfer voor Rekenen (op dit moment is nog niet exact bekend of het cijfer voor Rekenen zal meewegen in de slaag-/zakregeling). Een havoleerling heeft negen cijfers die onderdeel zijn van de slaag/zakregeling: Nederlands, Engels, vier profielvakken, een vak in het keuzedeel, het combinatiecijfer en het cijfer voor Rekenen. (op dit moment is nog niet exact bekend of het cijfer voor Rekenen zal meewegen in de slaag-/zakregeling).
voor vakken met een centraal examen en een schoolexamen is het eindcijfer het (afgeronde) gemiddelde van het SE- en het CEcijfer. voor vakken met alleen een schoolexamen is het eindcijfer het (afgeronde) cijfer van het SE.
Handboek Tweede Fase 8.4.
26
Uitslagregeling
Voor zowel atheneum/gymnasium als havo geldt de volgende slaag-/zak regeling: (een voorbehoud wordt gemaakt voor de Rekentoets; de status van de Rekentoets binnen de slaag/zakregeling kan nog gewijzigd worden). Een examenkandidaat is geslaagd als: a. b. c. d.
e.
f.
Alle eindcijfers 6 of hoger zijn òf er 1 x 5 is behaald en voor de overige vakken een 6 of hoger òf er 1 x 4 of 2 x 5 of 1 x 5 en 1 x 4 is behaald en voor de overige vakken een 6 of hoger, waarbij het gemiddelde tenminste 6.0 is. aan de kernvakregeling is voldaan: een leerling mag hooguit 1x een 5.0 als eindcijfer voor Nederlands, Engels, wiskunde of de Rekentoets halen en voor de andere drie vakken als eindcijfer een 6.0 of hoger; een leerling die geen wiskunde in het vakkenpakket heeft, mag hooguit 1x een 5.0 als eindcijfer voor Nederlands, Engels of de Rekentoets halen en voor de andere twee vakken een eindcijfer 6.0 of hoger als het rekenkundig gemiddelde van zijn bij het centraal examen behaalde cijfers ten minste 5.5 is. Het cijfer voor een CE is altijd afgerond op 1 decimaal. daarnaast moeten CKV en LO zijn beoordeeld als “voldoende” of “goed”.
Een eindcijfer van een 3.0 of lager op de cijferlijst betekent dat de leerling niet geslaagd is. Dit geldt ook voor de verschillende onderdelen die meewegen in het combinatiecijfer. Voor alle duidelijkheid: als een van de onderdelen van het combinatiecijfer een drie of lager is, is de leerling niet geslaagd, zelfs als het gemiddelde (oftewel: het combinatiecijfer) een zes of hoger is. De rekentoets wordt aangeboden in het voorlaatste en/of laatste leerjaar.
9. Examenreglement 2015-2016 Het Examenreglement van het Dr. Nassau College is vastgesteld door het bevoegd gezag. In het examenreglement staan de belangrijkste regels die bij het examen gelden. Het gaat om regels waaraan de school zich moet houden, regels waar leerkrachten zich aan moeten houden, maar ook regels die voor de leerlingen gelden. Voor het gehele, officiële reglement wordt verwezen naar de bijlage (11.1) 9.1.
Algemeen 9.1.1. 9.1.2 9.1.3 9.1.4 9.1.5 9.1.6
Het examenreglement wordt vastgesteld door het bevoegd gezag en ter instemming voorgelegd aan de medezeggenschapsraad. Indien daartoe aanleiding is kan het bevoegd gezag het reglement tussentijds wijzigen. Het eindexamen is geregeld in het Eindexamenbesluit vwo-havo Het examenreglement is noodzakelijk volgens artikel 31 van bovengenoemd besluit. Het Eindexamenbesluit is te vinden op www.examenblad.nl Het examenreglement wordt voor 1 oktober aan de inspectie toegezonden Het examenreglement wordt voor 1 oktober aan de kandidaten verstrekt (digitaal)
Handboek Tweede Fase 10.
Het toetsbeleid 2e fase
10.1
ED-toetsen
10.2.
Als een rapporttoets ook meetelt voor het Examendossier, wordt deze toets opgenomen in het PTA. Indien de rapporttoets uitsluitend meetelt voor de overgang naar een hoger leerjaar, wordt de toets opgenomen in het studieschema van het vak. Beide varianten van de rapporttoets worden in principe afgenomen tijdens de toetsweken en volgens het rooster voor tussentijds toetsen, tenzij anders vermeld. Een rapporttoets kan niet worden herkanst.
PO’s en Practica
10.4.
De toetsen die meetellen voor het eindexamen noemen we Examen Dossier (ED)-toetsen. Deze toetsen worden vermeld in het Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA). ED-toetsen worden in principe afgenomen tijdens de toetsweken en kunnen herkanst worden, tenzij anders vermeld.
Rapporttoetsen
10.3.
27
De PO’s en practica worden in het PTA vermeld indien zij een onderdeel vormen van het Examendossier. PO’s en practica kunnen niet worden herkanst, tenzij anders vermeld. De docent geeft via het studieschema en/of tijdens de lessen duidelijk aan wat de richtlijnen en afspraken zijn omtrent inhoud en inleverdata. Het niet nakomen van gemaakte afspraken voor ED-practica en ED-PO’s heeft dezelfde consequenties voor de herkansing als het missen van een ED-toets.
Cito-toetsen MVT
De data van de Cito-toetsen worden in de Jaarplanning vastgelegd. De leerlingen ontvangen ruimschoots op tijd een overzicht van de data en tijden. Een leerling mag een Cito-toets herkansen, indien het cijfer lager is dan 5.9; deze herkansing valt niet onder de algemene herkansingsregels. Het inhaal/herkansingsmoment wordt centraal vastgelegd en ruimschoots op tijd aan de leerlingen meegedeeld. Leerlingen dienen 10 minuten voor de aanvang van de Cito-toets bij het lokaal aanwezig te zijn. Te laat komen betekent automatisch inhalen tijdens het vastgelegde inhaal/herkansingsmoment. En dat houdt tevens in dat deze Cito-toets niet meer herkanst kan worden.
Handboek Tweede Fase 10.5.
28
Mondelingen
10.5.1. Literatuur
Leerlingen zijn 2 weken voor de afname van het mondeling literatuur op de hoogte van de indeling en tijden. Leerlingen zijn op de hoogte van de regels en afspraken rondom het mondeling literatuur. Leerlingen zijn 5 minuten voor aanvang van het mondeling aanwezig. Elke leerling is 1 lesuur voorafgaand aan het mondeling vrij om zich voor te bereiden. Voor het lesuur/de lesuren na het mondeling geldt weer de gewone lesverplichting. Leerlingen die in gebreke blijven bij het afronden van hun leesdossier bij literatuur (na de procedure die via de vakgroep bekend is gemaakt), mogen in de eerste ronde geen mondeling doen; zij worden automatisch verwezen naar de herkansingsronde. Dat betekent dat zij geen ander vak in die periode kunnen herkansen. Zie de regels rondom de herkansingen. Leerlingen die absent zijn, worden automatisch verwezen naar de herkansingsronde. Dat betekent dat zij geen ander vak in die periode kunnen herkansen. Zie de regels rondom de herkansingen. Het mondeling literatuur wordt opgenomen en 6 maanden bewaard.
10.5.2. Spreek -en gespreksvaardigheid MVT
Leerlingen zijn 2 weken voor de afname van de spreekvaardigheid op de hoogte van de indeling en tijden. Leerlingen zijn op de hoogte van de regels en afspraken rondom het mondeling spreekvaardigheid. Leerlingen zijn 5 minuten voor aanvang van het mondeling aanwezig. Elke leerling is 1 lesuur voorafgaand aan het mondeling vrij om zich voor te bereiden. Voor het lesuur/de lesuren na het mondeling geldt weer de gewone lesverplichting. Leerlingen die absent zijn, worden automatisch verwezen naar de herkansingsronde. Dat betekent dat zij geen ander vak in die periode kunnen herkansen. Zie de regels rondom de herkansingen. Het mondeling spreekvaardigheid wordt opgenomen en 6 maanden bewaard.
10.5.3. Discussievaardigheid
Leerlingen zijn 2 weken voor de afname van de discussies op de hoogte van de indeling en tijden. Leerlingen zijn op de hoogte van de regels en afspraken rondom het afnemen van de discussies. Leerlingen zijn 5 minuten voor aanvang van de discussie aanwezig. Elke leerling is 1 lesuur voorafgaand aan de discussie vrij om zich voor te bereiden. Voor het lesuur/de lesuren na de discussie geldt weer de gewone lesverplichting. Leerlingen die in gebreke blijven bij het afronden van hun documentatiemap, mogen (na de procedure die via de vakgroep bekend is gemaakt) wel aan de discussie deelnemen, maar zij verliezen hiermee het recht op een herkansing voor een ander vak. Zie de regels rondom de herkansingen.
Handboek Tweede Fase
10.6.
29
Leerlingen die absent zijn, mogen op een later tijdstip wel aan de discussie deelnemen, maar zij verliezen hierbij het recht op een herkansing voor een ander vak. Zie de regels rondom de herkansingen. De discussie wordt opgenomen en 6 maanden bewaard.
Handelingsdelen
Een handelingsdeel wordt niet met een cijfer beoordeeld. Een handelingsdeel dat meetelt voor het eindexamen dient ‘voldoende’ of ‘goed’ te worden afgerond. Van een handelingsdeel dat meetelt voor de overgang, worden de consequenties van het onvoldoende afronden in de bevorderingsnormen vermeld.
10.6.1. Handelingsdelen CKV
10.7
Indien een leerling de handelingsdelen niet (op tijd) ingeleverd heeft, werkt de leerling op de daarvoor ingestelde inhaaldagen aan het afronden van de handelingsdelen ckv. De vakgroep informeert de leerlingen over de inhaaldagen.
De toetsweken Dit zijn de weken die een afsluiting vormen van een periode. In deze weken worden gemeenschappelijke toetsen afgenomen. In de jaarplanning voor de leerjaren atheneum/gymnasium-4, havo-4 en atheneum/gymnasium-5 worden vier toetsweken opgenomen. De leerjaren atheneum/gymnasium-6 en havo-5 kennen drie toetsweken. In deze toetsweken is ruimte voor grotere schriftelijke toetsen (ED-toetsen en rapporttoetsen) en eventueel vakspecifieke praktische toetsen en mondelinge toetsen. In het PTA is opgenomen in welke toetsweek een ED-toets wordt afgenomen. Deze weken dienen mede om leerlingen kennis te laten maken met de gang van zaken en de sfeer tijdens het examen. Tijdens de toetsweken vervallen de lessen voor de betreffende leerlingen. Door het vervallen van de lessen worden zij in de gelegenheid gesteld de toetsen voor te bereiden. In deze lesvrije perioden is het mogelijk dat leerlingen meer dan één toets per dag afleggen (tot een maximum van drie per dag). De maximale belasting is mede afhankelijk van de aard van de af te leggen toetsen. Indien het roostertechnisch mogelijk is, kan een toetsweek ook beperkt zijn tot een periode van enkele dagen. Ook verlenging van de toetsweek is mogelijk, indien de hoeveelheid toetsen dat noodzakelijk maakt. 10.7.1 De procedure
Uiterlijk 2 weken voor de toetsweek verschijnt een conceptrooster op de site met daarop vermeld de dag, het tijdstip en de duur van de toetsen. o In overleg met de leerlingenraad/leerlingenplatforms en de coördinatoren leerlingenzaken kan het conceptrooster nog aangepast worden. o Uiterlijk één week van tevoren verschijnt het definitieve rooster op de site. De leerlingen zijn 5 minuten voor aanvang van de toets bij het lokaal aanwezig. De leerling levert het gemaakte werk, bijlage(s), opgave(s) en geleend materiaal persoonlijk in bij de surveillant.
Handboek Tweede Fase
10.8
30
Tijdens de afname van de toets worden de mobiele telefoons verzameld in een bak voorin het toetslokaal. Komt een leerling te laat, dan mag hij tot 15 minuten na het begin van een toets nog naar binnen. Hij krijgt echter geen extra tijd. Als een leerling niet bij een toets aanwezig kan zijn, moet dit vooraf schriftelijk door de ouders worden gemeld. Onverwachte afwezigheid op de dag zelf moet vooraf telefonisch worden gemeld en later door de ouders schriftelijk, met vermelding van de reden, worden bevestigd. Alleen wanneer de leerling de juiste procedure heeft gevolgd en er een geldige reden is voor de afwezigheid, mag de toets worden ingehaald. Zie voor de regelgeving rondom absentie ook het verzuimprotocol.
Tussentijds toetsen Uit pedagogisch-didactisch oogpunt vinden we het uitermate belangrijk dat (in ieder geval) de leerlingen (uit de voorexamenklassen) regelmatig worden getoetst. Daarom worden er ook toetsen buiten de toetsweek om afgenomen. Deze tussentoetsen kunnen diverse vormen hebben: een diagnostische toets, een vaardigheidstoets, een rapporttoets, en in een enkel geval een ED-toets. Over het algemeen zal de diagnostische toets niet met een cijfer gewaardeerd worden. Diagnostische toets: wordt uitsluitend afgenomen om de vorderingen van de leerlingen vast te stellen op een bepaald leerstofonderdeel Rapporttoets: inhoud is gerelateerd aan de leerstof en het studieschema en heeft betrekking op een groter deel van de leerstof. Gedurende de periode worden de tussentoetsen in een periode toetsrooster geplaatst, dat wordt beheerd door de roostermaker. Het rooster wordt op de site geplaatst en een week van tevoren worden de exacte data, tijden en lokalen bekend gemaakt. Een aangemelde tussentoets gaat voor een SO. Het missen en inhalen van een tussentijdse toets heeft geen consequenties voor de reguliere herkansing. Dit geldt slechts voor periode 1. Voor periode 2 en de volgende geldt: Een kandidaat die een toets (die geldt voor het ED) mist en moet inhalen (of het nu een toets in de toetsweek betreft of een toets in de tussenliggende periode) verliest daarmee het recht op een herkansing.
10.9
Het inhalen van toetsen
10.9.1 Het inhalen van toetsen in atheneum/gymnasium-4,5 en havo-4 De regelgeving omtrent absentie en het inhalen van zowel ED-toetsen als rapporttoetsen is als volgt:
De leerling wordt ruim voor het begin van de toets telefonisch afgemeld (dit geldt voor elke toets);
De coördinator leerlingenzaken ontvangt voor elke gemiste toets zo spoedig mogelijk een schriftelijke verklaring;
Alleen indien aan beide bovengenoemde voorwaarden is voldaan, heeft de leerling het recht om de toets(en) in te halen;
Indien een leerling één (of meerdere) toets(en) gemist heeft, wordt/worden deze toets(en) op het inhaalmoment ingehaald.
Een kandidaat die in het lopende cursusjaar in 2 toetsweken toetsen mist (ED-toetsen en/of rapporttoetsen), verliest daarmee het recht op een herkansing van een toets voor een afgesloten vak. Indien een kandidaat in 3 of 4 toetsweken toetsen mist (ED-toetsen en/of
Handboek Tweede Fase
31
rapporttoetsen), verliest hij daarmee ook het recht op een herkansing voor een toets van een niet-afgesloten vak. Tenzij door de coördinator leerlingenzaken anders wordt beslist 10.9.2 Het inhalen van toetsen in atheneum/gymnasium-6 en havo-5 De regelgeving omtrent absentie en het inhalen van ED-toetsen die onder het Examenreglement /PTA vallen, is als volgt:
Voor de examenklassen geldt dat een kandidaat door het inhalen van een toets of toetsen het recht op een herkansing verliest. Tenzij door de coördinator leerlingenzaken anders wordt beslist.
10.10 Herkansingen De regelgeving omtrent de herkansing is als volgt: Atheneum/gymnasium-4,5 en havo-4
Elke kandidaat heeft het recht om in elk voorexamenjaar (havo-4; vwo4; vwo-5) twee toetsen van het schoolexamen te herkansen. Eén toets betreft een herkansing voor een afgesloten vak; deze toets wordt na toetsweek 4 afgenomen (voor de zomervakantie). De andere toets betreft een herkansing van een niet afgesloten vak en deze herkansing vindt plaats uiterlijk vier weken na de start van het volgend cursusjaar. Indien er in een jaar geen vak wordt afgesloten, vervalt de mogelijkheid om aan het eind van het cursusjaar een afgesloten vak te herkansen. Een kandidaat kan bij een herkansing alleen het ED-cijfer verbeteren. Indien een toets met zowel een rapportcijfer als een ED-cijfer wordt beoordeeld, kan alleen het ED-cijfer in de herkansing verbeterd worden.
Alleen toetsen die meetellen voor het examen (ED-toetsen) komen in aanmerking voor een herkansing.
Alle ED-toetsen die herkanst mogen worden, worden opgenomen in het PTA
De herkansingen worden afgenomen op een door de coördinatoren leerlingenzaken vastgestelde datum.
De inschrijvingsdatum en tijden worden door de coördinatoren leerlingenzaken meegedeeld op de bekende mededelingenborden. Ook zijn deze data te lezen op een overzicht met belangrijke data; dit overzicht staat in dit Handboek.
De leerling schrijft zich in via de coördinator leerlingenzaken en/of een computerprogramma.
Bij overschrijding van de deadline voor intekening vervalt het recht op een herkansing In geval van ziekte tijdens de herkansing vervalt de mogelijkheid om alsnog een herkansing te maken, tenzij de coördinator leerlingenzaken anders beslist. Het hoogst behaalde resultaat telt. In alle gevallen waarin de regelgeving omtrent herkansen en inhalen niet voorziet, beslist de coördinator leerlingenzaken, na overleg met de afdelingsmanager.
Atheneum/gymnasium-6 en havo-5
In het examenjaar heeft de kandidaat het recht om na elke toetsweek een herkansing te benutten.
Handboek Tweede Fase
Alle ED-toetsen die herkanst mogen worden, worden opgenomen in het PTA De herkansingen worden afgenomen op een door de coördinatoren leerlingenzaken vastgestelde datum. De inschrijvingsdatum en tijden worden door de coördinatoren leerlingenzaken meegedeeld op de bekende mededelingenborden. Ook zijn deze data te lezen op een overzicht met belangrijke data; dit overzicht staat in dit Handboek. De leerling schrijft zich in via de coördinator leerlingenzaken en/of een computerprogramma. Bij overschrijding van de deadline voor intekening vervalt het recht op een herkansing. In geval van ziekte tijdens de herkansing vervalt de mogelijkheid om alsnog een herkansing te maken, tenzij de coördinator leerlingenzaken anders beslist. Het hoogst behaalde resultaat telt. In alle gevallen waarin de regelgeving omtrent herkansen en inhalen niet voorziet, beslist de coördinator leerlingenzaken, na overleg met de afdelingsmanager.
10.11
32
De vangnetconstructie In bijzondere gevallen kan de coördinator leerlingenzaken besluiten dat een leerling een gemiste herkansing alsnog mag maken. De belangrijkste overweging om dit toe te staan, is dat er een reële mogelijkheid zou bestaan dat een leerling uiteindelijk niet bevorderd kan worden, dan wel niet kan slagen vanwege deze gemiste kans. In dat geval kan de leerling aan het eind van de cursus (of voor de deadline van het SE) alsnog de gelegenheid worden geboden om de toets te herkansen. De procedure is dan als volgt: De leerling vraagt aan de coördinator leerlingenzaken of hij van de vangnetconstructie gebruik mag maken.
10.12
De coördinator leerlingenzaken vraagt de ouders om een medische verklaring en/of een duidelijke schriftelijke toelichting van de absentie.
De coördinator leerlingenzaken beoordeelt of de aanvraag, gezien de kansen van de leerling voor bevordering, zinvol is.
De coördinator leerlingenzaken besluit op basis van deze gegevens of de leerling alsnog een toets mag herkansen.
Dyslexiebeleid
In de eerste weken van het vierde leerjaar atheneum/gymnasium en havo hebben de dyslectische leerlingen een gesprek met de coördinator dyslexie. Daarna wordt een lijst opgesteld met de namen van de leerlingen met dyslexie en de voor hen gewenste voorzieningen. In de toetsweken maken deze leerlingen hun toetsen in een apart lokaal. Extra tijd en/of andere voorzieningen worden centraal geregeld. De leerlingen leveren hun toets persoonlijk in bij de surveillant. In overleg met de coördinator leerlingenzaken kan de leerling eventueel afwijken van de gemaakte afspraken. Voor de tussentoetsen regelt de leerling eventueel aangepaste tijden met de vakdocent. Ook voor het Centraal Examen kan de leerling in overleg aanspraak maken op extra tijd en eventueel extra voorzieningen.
Handboek Tweede Fase
33
Leerlingen die om andere redenen extra tijd nodig hebben, worden in overleg met de coördinator leerlingenzaken ook tijdens de toetsweken in het aparte lokaal geplaatst.
10.13
Niet gemaakt werk
10.13.1 Praktische opdrachten
Indien op de einddatum de praktische opdracht niet aan de gestelde criteria voldoet dan wel niet (naar behoren) is afgerond, wordt aan de kandidaat /de kandidaten nog een uiterste termijn van 14 kalenderdagen geboden waarin de praktische opdracht alsnog aan deze criteria dient te voldoen. Indien de kandidaat na afloop van de reparatietermijn nog steeds niet voldaan heeft aan de gestelde criteria, wordt een cijfer vastgesteld conform de afspraken die vooraf bij de kandidaat bekend zijn. Dit betekent dat een kandidaat ook het cijfer 1.0 toegekend kan krijgen. Indien een kandidaat een praktische opdracht helemaal niet ingeleverd heeft binnen de gestelde termijn(en), kan er geen cijfer worden gegeven. Dit betekent automatisch dat de kandidaat geen rapportcijfer kan krijgen en dus niet zondermeer bevorderbaar is, dan wel geen volledige SE-lijst kan afronden, en dus geen startbewijs voor het CE kan ontvangen.
10.13.2 Het profielwerkstuk
Indien de definitieve versie van het profielwerkstuk na de uiterste inleverdatum nog niet acceptabel wordt bevonden, volgt er een beoordeling die kan bestaan uit: A. het niet vaststellen van een cijfer, of B. het toekennen van het cijfer 3.0. Hierna wordt aan de leerling nog een uiterste termijn van 14 kalenderdagen aangeboden waarin het profielwerkstuk alsnog aan de criteria dient te voldoen. Als na deze reparatieweken opnieuw moet worden vastgesteld dat niet aan de criteria is voldaan, blijft het cijfer 3.0 staan, dan wel wordt het profielwerkstuk opnieuw niet becijferd. In het eerste geval (cijfer 3.0) kan de leerling wel examen doen, maar is het bij voorbaat niet mogelijk om te slagen (zie de slaagzakregeling). In het tweede geval (geen cijfer) is het niet mogelijk de leerling aan te melden voor het Centraal Examen vanwege een onvolledige lijst, door het ontbreken van een cijfer. De beoordeling die na de reparatietijd wordt gegeven, kan maximaal het cijfer 5.5 bedragen. De beoordeling die plaatsvindt na de reparatieweken wordt altijd voorgelegd aan de voorzitter van de examencommissie. Indien de voorzitter dit wenselijk acht, kan hij aan een andere docent dan de profielwerkstukbegeleider om een second opinion vragen.
10.13.3 Examendossiertoetsen ED-toetsen zijn onderdeel van het schoolexamen en vallen daarom onder het regiem van het Examenreglement. Het schoolexamen kan alleen worden afgesloten als alle ED-toetsen zijn gemaakt. Indien er aan het eind van het examenjaar cijfers ontbreken vanwege het niet maken van een ED-toets of het afronden van examenonderdelen, is er sprake van een onvolledige examenlijst en kan de kandidaat niet deelnemen aan het centraal examen. In de voorexamenklassen atheneum/gymnasium-4,5 en
Handboek Tweede Fase
34
havo-4 betekent het niet maken van een ED-toets geen cijfer en dus een onvolledige rapportlijst. 10.13.4 Rapporttoetsen Als de leerling een rapporttoets niet maakt (al of niet zonder vooraf een geldige reden te vermelden), vermeldt de docent door middel van een * in het cijferregistratiesysteem (SOM) dat de leerling een toets of opdracht (nog) niet heeft gemaakt of afgerond. Afhankelijk van de afspraken, wordt (op enig moment in het cursusjaar) het * alsnog door een cijfer vervangen, of wordt besloten om geen cijfer in te vullen. Dit besluit gebeurt altijd in overleg met de coördinator leerlingenzaken. 10.14. Afronden of afkappen
Standaard wordt het cijferprogramma in SOM ingesteld op afronden op 1 decimaal van de SE-cijfers en de rapportcijfers. Voor het centraal examen gelden de verplichte regels voor het afronden of afkappen. Zie hiervoor het centraal Examenreglement (www.examenblad.nl) dat geldt voor het CSE.
Handboek Tweede Fase
35
11.BIJLAGEN 11.1 Examenreglement 2015-2016 Het Examenreglement van het Dr. Nassau College is vastgesteld door het bevoegd gezag. In het examenreglement staan de belangrijkste regels die bij het examen gelden. Het gaat om regels waaraan de school zich moet houden, regels waar leerkrachten zich aan moeten houden, en regels die voor de leerlingen gelden. INHOUD EXAMENREGLEMENT 9.1. 9.2. 9.3. 9.4. 9.4.1 9.4.2 9.4.3 9.4.4 9.4.5 9.4.6 9.4.7 9.4.8 9.4.9 9.4.10 9.4.11 9.5. 9.5.1 9.5.2 9.6. 9.7. 9.8. 9.8.1 9.8.2 9.8.3 9.9. 9.10 9.11. 9.12. 9.13. 9.14.
Algemeen Begripsbepalingen Het examen Schoolexamen Algemeen Tijden van het schoolexamen De toetsen Het profielwerkstuk De praktische opdracht Beoordeling Mededeling cijfers Beroepen tegen cijfers Herkansing Afsluiting schoolexamen Overige bepalingen Centraal examen Algemeen Gang van zaken tijdens het centraal examen Afwijking wijze van examineren Absentie Uitslag Eindcijfer eindexamen Vaststelling uitslag Herkansing Diploma en cijferlijst Inzage eindexamen (CE) Onregelmatigheden Geheimhouding Spreiding examen Slotbepalingen
Handboek Tweede Fase
9.1.
Algemeen 9.1.1. 9.1.2 9.1.3 9.1.4 9.1.5 9.1.6
9.2.
36
Het examenreglement wordt vastgesteld door het bevoegd gezag en ter instemming voorgelegd aan de medezeggenschapsraad. Indien daartoe aanleiding is kan het bevoegd gezag het reglement tussentijds wijzigen. Het eindexamen is geregeld in het Eindexamenbesluit vwo-havo Het examenreglement is noodzakelijk volgens artikel 31 van bovengenoemd besluit. Het Eindexamenbesluit is te vinden op www.examenblad.nl Het examenreglement wordt voor 1 oktober aan de inspectie toegezonden Het examenreglement wordt voor 1 oktober aan de kandidaten verstrekt (digitaal)
Begripsbepalingen 9.2.1
het bestuur van de Stichting voor Openbaar Voortgezet Onderwijs Noord- en Midden-Drenthe. 9.2.2 Kandidaat: een ieder die door het bevoegd gezag tot het eindexamen wordt toegelaten. Daar waar 'hij' staat, dient ook 'zij' te worden gelezen. 9.2.3 Examen: hiermee wordt zowel het schoolexamen als het centraal examen bedoeld. 9.2.4 Directeur: degene die door het bestuur via mandaat aangewezen is om het examen af te laten nemen en die verantwoordelijk is voor alle aangelegenheden die het examen betreffen. 9.2.5 Examencommissie De examencommissie bestaat uit de directeur en de algemeen secretaris. De directeur wijst één van de afdelingsmanagers aan als algemeen secretaris van het examen. Deze secretaris regelt samen met de directeur en het afdelingsmanagement alle aangelegenheden die het examen betreffen. 9.2.6 Examinator: degene die belast is met het afnemen van het examen. 9.2.7 Toetsen: alle door de kandidaat af te leggen onderdelen van het examen. 9.2.8 Examendossier: omvat alle onderdelen van het schoolexamen, zoals dit vanaf het vierde leerjaar van de opleiding atheneum/gymnasium/havo wordt opgebouwd, ook van die vakken die niet centraal worden geëxamineerd. 9.2.9 Programma van toetsing en afsluiting: hierin is opgenomen een omschrijving van de inhoud van de toetsen, van de wijze waarop getoetst wordt, wanneer de toets wordt afgenomen, alsmede de weging en de mogelijkheid tot herkansing. 9.2.10 Commissie van beroep: door het bevoegd gezag van de school ingestelde commissie die beroepszaken tussen kandidaat en directeur behandelt. 9.2.11 Handboek Tweede Fase: beschrijving van de regels rondom de inrichting van de Tweede Fase en het examen zoals dat door de school is vorm gegeven; het handboek dient als handleiding en instructie voor betrokkenen. 9.3.
Bevoegd gezag:
Het examen 9.3.1 9.3.2 9.3.3
Het bevoegd gezag stelt de leerlingen van gymnasium-6, atheneum-6 en havo-5 in de gelegenheid ter afsluiting van de opleiding een examen af te leggen. Het examen bestaat uit een schoolexamen en voor zover dat in het examenprogramma bepaald is, een centraal examen. Jaarlijks wordt een Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA) opgesteld dat voor 1 oktober (digitaal) aan de kandidaten wordt verstrekt.
Handboek Tweede Fase 9.3.4
De directeur en de examinatoren nemen onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag het examen af. De directeur wijst één van de afdelingsmanagers aan als algemeen secretaris van het examen. Deze secretaris regelt samen met de directeur en het afdelingsmanagement alle aangelegenheden die het examen betreffen.
9.3.4.
9.4.
37
Het schoolexamen 9.4.1
Algemeen
9.4.1.1 Het schoolexamen kan bestaan uit de volgende toetsen: a. mondelinge toetsen b. schriftelijke toetsen met gesloten en/ of open vragen c. werkstukken d. praktijk- en practicumopdrachten e. handelingsdelen 9.4.1.2 Het schoolexamen wordt gehouden overeenkomstig het voor ieder vak geldend Programma van Toetsing en Afsluiting. 9.4.2
Tijden van het schoolexamen. 9.4.2.1
9.4.2.2 9.4.2.3
9.4.2.4
9.4.2.5
9.4.2.6
`
9.4.3
Het schoolexamen begint na afsluiting van de basisvorming in het vierde leerjaar van de opleiding atheneum/gymnasium/havo met de opbouw van het examendossier. Het schoolexamenresultaat wordt tenminste één week voor de aanvang van het centraal examen vastgesteld. Het in 9.4.2.2 gestelde geldt eveneens indien een kandidaat het centraal examen zal afleggen in de 2e periode, doordat hij niet in staat geweest is het schoolexamen, om een geldige reden, tijdig voor het centraal examen af te ronden. Indien een kandidaat om een geldige reden, dit ter beoordeling van de directeur, is verhinderd het schoolexamen tijdig af te ronden en hij het schriftelijk examen zal afleggen ten overstaan van de staatsexamencommissie, moet het schoolonderzoek tenminste 4 weken voor de aanvang van dit examen zijn afgesloten. De kandidaten ontvangen (digitaal) voor 1 oktober in het vierde leerjaar het examenreglement en het bijbehorende Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA), waarin vermeld staat: a. een overzicht van de toetsen van het schoolexamen, waarbij is aangegeven welke toetsen voor herkansing in aanmerking komen b. een planning van de toetsen c. een omschrijving van de te toetsen leerstof d. een omschrijving van de wijze van toetsing e. de wijze waarop het eindcijfer schoolexamen wordt berekend f. de duur van de toetsen Tenminste 14 dagen voor de aanvang van elke toets ontvangen de kandidaten mededeling van: a. de datum waarop de toetsen worden afgenomen b. de plaats waar de toetsen worden afgenomen c. het tijdstip waarop de toetsen worden afgenomen
De toetsen 9.4.3.1
9.4.3.2 9.4.3.3 9.4.3.4
De vakgroepen dienen voor 1 oktober van het schooljaar waarin met het schoolexamen wordt begonnen, bij de directeur een overzicht in van de bij de verschillende toetsen te bevragen leerstof (PTA en studieschema). De directeur zorgt ervoor dat deze overzichten voor de aanvang van het schoolexamen aan de kandidaten wordt verstrekt. De opgaven voor de toetsen en de daarbij behorende normen worden door de vakgroepen vastgesteld. Mondelinge toetsen worden afgenomen door de leraarexaminator. Mondelinge toetsen worden via opnameapparatuur vastgelegd. Zo nodig kan de directeur een bijzitter aanwijzen, die een protocol maakt van de toets.
Handboek Tweede Fase 9.4.3.5
9.4.3.6
9.4.3.7 9.4.3.8
9.4.4
Het cijfer wordt door de leraarexaminator vastgesteld. Indien een bijzitter aanwezig is, kan deze ook een cijfer voorstellen. De leraarexaminator stelt echter uiteindelijk het cijfer vast. De gemaakte ED-toetsen, de opgaven, normen, de opnamen van de mondelinge toetsen, de werkstukken en eventuele protocollen, worden door de leraarexaminator en/of de vakgroep bewaard tot het examenjaar is afgesloten. Het onderwerp voor een praktische opdracht wordt vastgesteld in overleg met de leraarexaminator. De criteria aan de hand waarvan de beoordeling van werkstukken, praktijkopdrachten, praktische opdrachten en handelingsdelen plaats vindt, worden tijdens de lessen schriftelijk aan de kandidaat bekend gemaakt.
Het profielwerkstuk 9.4.4.1 9.4.4.2
9.4.4.3
9.4.4.4
9.4.4.5 9.4.4.6
9.4.4.7
9.4.5
38
Kandidaten maken in het vijfde(havo) respectievelijk vijfde of zesde (atheneum/gymnasium) leerjaar een profielwerkstuk. Het onderwerp van het profielwerkstuk heeft in ieder geval betrekking op één examenvak van de kandidaat van tenminste 320 uur (havo) of 440 uur (atheneum/gymnasium), maar kan ook betrekking hebben op twee examenvakken. De kandidaten werken in principe in tweetallen aan een profielwerkstuk. Indien daartoe redenen aanwezig zijn kan de directeur toestemming geven hiervan af te wijken. Voor het maken van het profielwerkstuk worden kandidaten door één of twee docenten begeleid. Het onderwerp, alsmede de verdere uitwerking, wordt vastgesteld in samenspraak met de begeleidende docent(en) op basis van een stappenplan met tijdpad. Het profielwerkstuk wordt beoordeeld met een cijfer dat opgenomen wordt in het combinatiecijfer. De beoordeling vindt plaats door de begeleidende docent(en) aan de hand van een beoordelingsmodel. Dit beoordelingsmodel en alle overige eisen waaraan het profielwerkstuk moet voldoen, worden tijdig aan de kandidaten bekend gemaakt. Het profielwerkstuk dient uiterlijk een week voor de algemene presentatieavond definitief becijferd te zijn.
De praktische opdracht 9.4.5.1
9.4.5.2
9.4.5.3
9.4.5.4
9.4.5.5
9.4.5.6
Aan de kandidaten wordt duidelijk schriftelijk medegedeeld wanneer een begin dient te worden gemaakt met de Praktische Opdracht, wanneer een tussentijdse evaluatie plaatsvindt en wat de uiterste datum is waarop de Praktische Opdracht dient te zijn afgerond. Aan de kandidaten wordt duidelijk schriftelijk medegedeeld aan welke criteria, zowel inhoudelijk als m.b.t. de vormgeving, de verslaggeving en de inleverdatum dient te worden voldaan. Indien op de einddatum de Praktische Opdracht niet aan de gestelde criteria voldoet dan wel niet (naar behoren) is afgerond, wordt aan de kandidaat /de kandidaten nog een uiterste termijn van 14 kalenderdagen geboden waarin de praktische opdracht alsnog aan deze criteria dient te voldoen. Het op de einddatum niet voldoen aan de gestelde criteria is van invloed op de eindbeoordeling, zoals beschreven in 9.4.5.4 Indien de kandidaat na afloop van de reparatietermijn nog steeds niet voldaan heeft aan de gestelde criteria, wordt een cijfer vastgesteld conform de afspraken die vooraf bij de kandidaat bekend zijn. Dit betekent dat een kandidaat ook het cijfer 1.0 toegekend kan krijgen. Indien een kandidaat een Praktische Opdracht helemaal niet ingeleverd heeft binnen de gestelde termijn(en), kan er geen cijfer worden gegeven. Dit betekent automatisch dat de kandidaat geen volledige SE-lijst kan afronden, en dus geen startbewijs voor het CE kan ontvangen. Praktische Opdrachten moeten beoordeeld worden aan de hand van het beoordelingsformulier. De inhoud van dit beoordelingsformulier dient bij de kandidaten bekend te zijn.
Handboek Tweede Fase 9.4.6
39
Beoordeling 9.4.6.1
Voor de beoordeling van de toetsen van het schoolexamen gebruikt de examinator de cijfers 1 t/m 10 met de daartussen liggende cijfers met één decimaal. De gehele cijfers voor het schoolexamen hebben de volgende betekenis: 1 = zeer slecht 6 = voldoende 2 = slecht 7 = ruim voldoende 3 = zeer onvoldoende 8 = goed 4 = onvoldoende 9 = zeer goed 5 = bijna voldoende 10 = uitmuntend
9.4.6.2
9.4.6.3
9.4.6.4
9.4.7
Mededelingen cijfers 9.4.7.1
9.4.7.2 9.4.7.3
9.4.7.4
9.4.7.5
9.4.8
Een handelingsopdracht wordt niet met een cijfer beoordeeld, maar met de beoordeling 'naar behoren' (v) of 'naar genoegen' (g). Indien naar het oordeel van de leraarexaminator deze opdracht niet met een 'naar behoren' of 'naar genoegen' beoordeeld kan worden, wordt de kandidaat in de gelegenheid gesteld alsnog binnen de in punt 9.4.5.3 gestelde termijn één van deze beoordelingen te scoren. Uit de beoordeling van alle toetsen in een vak leidt de examinator het eindcijfer voor het schoolexamen af. Hiervoor worden de cijfers 1 t/m 10 en de daartussen liggende cijfers met één decimaal gebruikt. Het eindcijfer voor het schoolexamen is het gewogen gemiddelde van de beoordelingen die voor de toetsen van het schoolexamen aan de kandidaat zijn gegeven. Dit gemiddelde wordt afgerond op 1 decimaal. Indien een kandidaat in een (onderdeel van een) vak door twee of meer leraren is geëxamineerd bepalen deze leraren in onderling overleg het cijfer voor het schoolexamen. Komen zij niet tot overeenstemming dan wordt het cijfer bepaald op het rekenkundig gemiddelde van de beoordelingen door ieder van hen.
Het cijfer van iedere toets wordt zo spoedig mogelijk aan de kandidaat bekend gemaakt. De kandidaten hebben het recht het door hen gemaakte werk in te zien. Het eindcijfer voor het schoolexamen wordt voor de aanvang van het centraal examen aan de kandidaat meegedeeld. Schriftelijke rapportering aan de kandidaten en hun ouders betreffende de beoordelingen van het schoolexamen geschiedt periodiek op door de directeur vast te stellen momenten en in elk geval in de laatste week voor de aanvang van het centraal examen, waarbij dan tevens de eindcijfers voor het schoolexamen worden gerapporteerd. De definitieve eindcijferlijst van het Schoolexamen is het startbewijs voor deelname aan het Centraal Eindexamen. Deze cijferlijst dient daarom ondertekend te worden door ouders en/of leerling. Een kandidaat heeft te allen tijde inzicht in zijn resultaten via zijn persoonlijke overzicht op de site. Indien de kandidaat twijfelt aan de juistheid van deze digitale weergave, kan hij zich wenden tot de coördinator leerlingenzaken.
Beroepen tegen cijfers 9.4.8.1
9.4.8.2
9.4.8.3
Indien getwijfeld wordt aan de juistheid van een cijfer voor een onderdeel van het schoolexamen, kan de kandidaat binnen 5 dagen na het bekend worden van het cijfer een verzoek tot herziening van het cijfer indienen. Dit verzoek dient mede ondertekend te zijn door de ouders. Indien getwijfeld wordt aan de juistheid van de berekening van het eindcijfer van het schoolexamen, kan de kandidaat binnen 5 dagen na het bekend worden van dit cijfer een verzoek tot herziening van het eindcijfer indienen. Dit verzoek dient mede ondertekend te zijn door de ouders. De in 9.4.8.1 en 9.4.8.2 genoemde verzoeken dienen schriftelijk ingediend te worden bij de directeur.
Handboek Tweede Fase 9.4.8.4
9.4.9
40
Binnen 10 dagen na ontvangst van een verzoek om herziening van het cijfer beslist de directeur over het verzoek. In geval het een verzoek betreft conform 9.4.8.1 treedt een collega-vakdocent op als adviseur van de directeur.
Herkansing 9.4.9.1
9.4.9.2
9.4.9.3 9.4.9.4
9.4.9.5 9.4.9.6
9.4.9.7 9.4.9.8
9.4.9.9 9.4.9.10 9.4.9.11 9.4.9.12 9.4.9.13
9.4.9.14
Elke kandidaat heeft het recht om elk jaar (atheneum/gymnasium-4,5, havo-4) twee toetsen van het schoolexamen te herkansen. Eén toets betreft een herkansing voor een afgesloten vak; deze toets wordt na toetsweek 4 afgenomen (voor de zomervakantie). De andere toets betreft een herkansing van een niet afgesloten vak en deze herkansing vindt plaats uiterlijk vier weken na de start van het volgend cursusjaar. Indien er in een jaar geen vak wordt afgesloten, vervalt de mogelijkheid om aan het eind van het cursusjaar een afgesloten vak te herkansen. In het PTA is door de vakgroepen aangegeven welke toetsen voor herkansing in aanmerking komen. In het examenjaar (atheneum/gymnasium-6 en havo-5) heeft de kandidaat het recht om na elke toetsweek een herkansing te benutten. In het PTA is door de vakgroepen aangegeven welke toetsen voor herkansing in aanmerking komen. Een kandidaat kan bij een herkansing alleen het SE-cijfer verbeteren. Het inhalen van een gemiste toets wordt – ook bij formeel afmelden - gezien als een herkansing. Dit betekent dat de kandidaat door het inhalen van een EDtoets het recht op een herkansing verliest. Heeft een leerling meerdere toetsen gemist, dan besluit de directeur over de te volgen procedure. Kan een leerling door ziekte of andere overmacht een toets niet maken, dan moet dit telefonisch of schriftelijk voor of op de dag van de toets (voor de aanvang van de toets) gemeld worden aan de directeur (via de meldkamer). Zodra de leerling weer op school komt, dient hij een verklaring ondertekend door zijn ouders (of door de leerling zelf, als hij een 18+ contract heeft) in te leveren bij de directeur. Indien een dergelijke verklaring achterwege blijft, vervalt het recht op inhalen. Een kandidaat die in gebreke blijft de genoemde verklaring in te leveren, wordt geacht niet reglementair afwezig geweest te zijn. In bijzondere gevallen kan een kandidaat in de gelegenheid worden gesteld een toets van het schoolexamen in te halen met behoud van het recht op herkansing. Over verzoeken op grond van art. 9.4.9.8 beslist de directeur. In geval van herkansing geldt het hoogst behaalde cijfer. Herkansing van praktische opdrachten is niet toegestaan. Gemiste herkansingen kunnen niet worden ingehaald, tenzij de directeur anders beslist. Indien een opdracht van het handelingsdeel niet naar behoren is afgerond, volgt in overleg met de leraarexaminator een bijstellingstraject volgens de richtlijnen die in het Handboek (hoofdstuk10) en in het PTA zijn gesteld. Alle leerlingen tekenen zich bij hun coördinator leerlingenzaken en/of via een computerprogramma op school in voor een herkansing. Na de deadline (via de verschillende informatiekanalen zichtbaar) is het niet meer mogelijk om in te tekenen. Het recht op een herkansing is dan vervallen.
9.4.10 Afsluiting schoolexamen 9.4.10.1
9.4.10.2
9.4.10.3
9.4.10.4
Het schoolexamen kan pas dan worden afgesloten indien alle toetsen zijn afgelegd. Alle toetsen van het schoolexamen dienen daarom uiterlijk twee weken voor de aanvang van het centraal examen te zijn afgelegd. Indien het schoolexamen niet is afgesloten kan een kandidaat niet deelnemen aan het centraal examen. De directeur stelt de kandidaat en de ouders hiervan schriftelijk op de hoogte. Indien het vak lichamelijke opvoeding, en/of het vak culturele en kunstzinnige vorming beoordeeld zijn met een onvoldoende, behoudt de kandidaat het recht deel te nemen aan het centraal examen. Dit ondanks het feit dat de kandidaat bij voorbaat niet meer kan slagen (zie 9.8.2.3 de slaag-zakregeling). De artikelen 9.4.10.1, 9.4.10.2 en 9.4.10.3 gelden niet voor die kandidaat op wie artikel 9.12 van toepassing is.
Handboek Tweede Fase 9.4.10.5
9.4.10.6
41
Een 'besluit tot uitsluiting van verdere deelneming aan het schoolexamen en of centraal examen’ wordt, nadat de betrokken kandidaat is gehoord, genomen door de directeur. Indien om een of andere reden de kandidaat wordt uitgesloten van het schoolexamen c.q. het centraal examen, heeft hij het recht zich te wenden tot de commissie van beroep.
9.4.11 Overige bepalingen 9.4.11.1
9.4.11.2
9.4.11.3
9.5
Centraal Examen
9.5.1
Algemeen 9.5.1.1 9.5.1.2
9.5.1.3
9.5.2
De resultaten van het schoolexamen behaald in het vierde leerjaar havo, het vierde leerjaar atheneum/gymnasium of het vijfde leerjaar atheneum/gymnasium, komen te vervallen als de kandidaat niet wordt bevorderd, met dien verstande dat voor een aantal onderdelen van het schoolexamen ontheffing kan worden verleend. Deze regeling is nader e uitgewerkt in het Handboek 2 Fase (Hoofdstuk 7). De resultaten van het schoolexamen, behaald in het laatste leerjaar, komen te vervallen, als de kandidaat niet slaagt voor het examen, met dien verstande dat voor een aantal onderdelen van het schoolexamen ontheffing kan worden e verleend. Deze regeling is nader uitgewerkt in het Handboek 2 fase (Hoofdstuk 7). Voor de kandidaat die tot het voorlaatste of laatste leerjaar wordt toegelaten, en daarbij een of meerdere ED-toetsen uit een voorgaand jaar of jaren mist, stelt de directeur een regeling vast, in overleg met de betrokken docent(en) en de kandidaat.
Het centraal examen wordt afgenomen conform het Eindexamenbesluit vwo-havo Tenminste 14 dagen voor de aanvang van het centraal examen (voor de meivakantie) krijgen de kandidaten mondeling informatie over de gang van zaken rondom het centraal examen en ontvangen zij hiervan een overzicht dat digitaal wordt verstrekt (CE-brochure). Tenminste 14 dagen voor de aanvang van het centraal examen ontvangen de kandidaten digitaal het rooster van het centraal examen (CE-brochure). In het rooster staat in elk geval vermeld: a. de datum waarop de examens worden afgenomen b. het tijdstip waarop de examens worden afgenomen c. de duur van de examens d. de plaats waar de examens worden afgenomen
Gang van zaken tijdens het centraal examen 9.5.2.1
9.5.2.2 9.5.2.3 9.5.2.4 9.5.2.5 9.5.2.6
9.5.2.7
De kandidaten maken het schriftelijk werk onder toezicht van door de directeur aangewezen toezichthouders. In de examenruimte zijn minimaal twee toezichthouders aanwezig. Tijdens het centraal examen worden aan de kandidaten geen mededelingen van welke aard ook, aangaande de opgaven gedaan. Een overzicht van hulpmiddelen waarvan het gebruik door het CvTE is toegestaan, zal tijdig aan de leerlingen worden uitgereikt (CE-brochure) Mobiele telefoons, tassen, jassen e.d. mogen niet naar de examenruimte worden meegenomen. Het examenwerk mag niet met potlood worden gemaakt. Er mag geen correctielak worden gebruikt. Indien het werk toch (gedeeltelijk) met potlood is gemaakt, wordt het werk direct na het beëindigen van de zitting gekopieerd; het origineel wordt in de kluis bewaard en de corrector ontvangt een kopie. Het werk wordt gemaakt op papier, gewaarmerkt en verstrekt door de school. Ook het kladpapier wordt door de school gewaarmerkt en verstrekt. Kandidaten mogen geen papier meenemen naar het examenlokaal.
Handboek Tweede Fase 9.5.2.8 9.5.2.9 9.5.2.10 9.5.2.11 9.5.2.12
9.5.2.13 9.5.2.14 9.5.2.15 9.5.2.16
9.6
De kandidaat vermeldt zijn examennummer, zijn naam, de naam van de betrokken examinator en het vak. Zonder toestemming van een toezichthouder mag een kandidaat zich gedurende een examenzitting niet verwijderen uit de examenruimte. Tijdens het uitdelen van de opgaven dient er volkomen rust in de examenruimte te heersen. Gedurende een uur volgende op de start van een examenzitting is het een kandidaat niet toegestaan te vertrekken. De aan de kandidaten voorgelegde opgaven voor een centraal examen blijven in de examenruimte tot het einde van de examenzitting. Een kandidaat die het gemaakte werk eerder dan het sluitingstijdstip inlevert, laat de opgaven op zijn tafel liggen. Vanaf een kwartier voor het einde van een examen mogen de kandidaten de examenruimte niet verlaten. Aan het einde van een zitting blijven de kandidaten zitten totdat een toezichthouder het sein geeft om te vertrekken. Het is de kandidaten verboden enig papier dat op het examen betrekking heeft op een andere plaats dan op de hun toegewezen tafel te leggen. Het gemaakte en ingeleverde examenwerk behoudt zijn rechtsgeldigheid.
Afwijking wijze van examineren 9.6.1
9.6.2
9.6.3
9.6.4
9.7
42
De directeur kan toestaan dat een lichamelijk of geestelijk gehandicapte kandidaat het examen geheel of gedeeltelijk aflegt op een wijze die is aangepast aan de mogelijkheden van die kandidaat. In dat geval bepaalt de directeur de wijze waarop het examen zal worden afgelegd. Hij doet hiervan zo spoedig mogelijk mededeling aan de inspectie. Het bevoegd gezag kan in verband met onvoldoende beheersing van de Nederlandse taal afwijken van de voorschriften, ten aanzien van een kandidaat die met inbegrip van het schooljaar waarin hij examen aflegt, ten hoogste zes jaren onderwijs in Nederland heeft gevolgd en voor wie het Nederlands niet de moedertaal is. De afwijking kan gelden voor het vak Nederlandse taal en letterkunde, of enig vak waarbij het gebruik van de Nederlandse taal van overwegende betekenis is. Voor zover wordt afgeweken van de voorschriften wordt deze afwijking meegedeeld aan de inspectie. De afwijking kan voor zover dit het centraal examen betreft slechts bestaan uit een verlenging van de duur van de toets van het centraal examen met ten hoogste 30 minuten en het verlenen van toestemming tot het gebruik van een verklarend woordenboek der Nederlandse taal. Voor dyslectische leerlingen kan de directeur (op grond van artikel 55 van het Examenbesluit) bepalen op welke afwijkende wijze het schoolexamen afgelegd mag worden bij de vakken waarvoor dat nodig is. Voor afwijkingen van het centraal examen is een dyslexieverklaring door een deskundige nodig. Daarmee kan de duur van de toetsen waarvoor dat nodig is, met ten hoogste 30 minuten verlengd worden. Andere aanpassingen kunnen alleen worden toegestaan voor zover daarvoor door een deskundige een voorstel is gedaan.
Absentie 9.7.1 9.7.2
9.7.3
Indien een kandidaat deelneemt aan een zitting van het examen behoudt het resultaat dat de examinator voor die toets vaststelt zijn geldigheid. Indien een kandidaat zonder geldige reden te laat bij een examenzitting verschijnt, kan hij uiterlijk tot een half uur na het begintijdstip van het examen tot de examenruimte worden toegelaten. Hij levert zijn werk in op het tijdstip dat voor de andere kandidaten geldt. Is de kandidaat langer dan een half uur te laat, dan is het niet meer toegestaan om het examen te maken. Het gemiste examen moet dan in het tweede tijdvak ingehaald worden. Als een kandidaat door ziekte of door een andere vorm van overmacht niet in staat is een examenzitting bij te wonen, moet dit schriftelijk voor of telefonisch op de dag van het betreffende examen (voor aanvang van het examen) gemeld worden aan de directeur.
Handboek Tweede Fase 9.7.4
9.7.5
9.7.6
9.7.7
9.7.8
Indien een kandidaat op grond van niet reglementaire afwezigheid een examen niet heeft afgelegd, neemt de directeur maatregelen overeenkomstig het gestelde in art. 9.10. Voor een (op reglementaire wijze) gemist examen of examens van het Centraal Examen wordt de kandidaat in het tweede tijdvak de gelegenheid gegeven het centraal examen alsnog (op ten hoogste twee examenvakken) te voltooien. Indien een kandidaat in het tweede tijdvak evenzeer verhinderd is, of wanneer hij het centraal examen in het tweede tijdvak niet kan voltooien, wordt hij in de gelegenheid gesteld in het derde tijdvak ten overstaan van de staatsexamencommissie zijn eindexamen te voltooien. De kandidaat meldt zich in geval van 9.7.6 zo spoedig mogelijk door tussenkomst van de directeur aan bij de voorzitter van de desbetreffende staatsexamencommissie. In dat geval deelt de directeur aan de commissie mede: a. welke cijfers de kandidaat voor het schoolexamen en het eventueel reeds afgelegde gedeelte van het centraal examen heeft behaald, b. (wanneer dat zich voordoet) dat ten behoeve van de kandidaat op grond van artikel 9.6.2 toestemming is verleend dat met betrekking tot het vak Nederlandse taal en letterkunde dan wel tot enig vak waarbij het gebruik van de Nederlandse taal van overwegende betekenis is, wordt afgeweken van de voorschriften gegeven bij of krachtens dit besluit; c. dat ten behoeve van de gehandicapte kandidaat op grond van artikel 9.6.1. toestemming is verleend dat hij het centraal examen geheel of gedeeltelijk aflegt op een wijze die is aangepast aan zijn mogelijkheden. Na afloop van het derde tijdvak deelt de staatscommissie het resultaat mee aan de directeur.
9.8
Uitslag
9.8.1
Eindcijfer eindexamen 9.8.1.1 9.8.1.2 9.8.1.3 9.8.1.4 9.8.1.5 9.8.1.6 9.8.1.7 9.8.1.8 9.8.1.9 9.8.1.10 9.8.1.11
9.8.2
43
Alle examenvakken tellen mee in de slaag-/zakregeling. De vakken ckv en lo uit het gemeenschappelijke deel worden niet met een cijfer afgesloten, maar beoordeeld met 'voldoende' of 'goed'; Het profielwerkstuk wordt beoordeeld met een cijfer en telt mee in het Combinatiecijfer. Een vak dat alleen een schoolexamen kent, krijgt een eindcijfer dat afgerond is op een heel getal (5,49 = 5 ; 5,50 = 6). Een vak dat ook nog een centraal examen kent, krijgt een SE-cijfer dat afgerond is op één decimaal. Het cijfer voor het schoolexamen is samengesteld uit de cijfers en beoordelingen voor de toetsen en praktische opdrachten De handelingsdelen per vak dienen 'naar behoren' te zijn afgerond In het Programma van Toetsing en Afsluiting legt de school de weging van de verschillende onderdelen per vak vast Het eindcijfer voor alle vakken van het eindexamen wordt uitgedrukt in een geheel cijfer uit de reeks 1 tot en met 10. Voor vakken met een centraal examen en een schoolexamen is het eindcijfer het (afgeronde) gemiddelde van het SE- en het CE-cijfer; (5,49 = 5 ; 5,50 = 6) Voor vakken met alleen een schoolexamen is het eindcijfer het (afgeronde) cijfer van het SE; (5,49 = 5 ; 5,50 = 6)
Vaststelling uitslag 9.8.2.1 9.8.2.2
9.8.2.3
De directeur en de secretaris van het eindexamen stellen de uitslag vast met inachtneming van het bepaalde in 9.2.4. De directeur en de secretaris van het eindexamen stellen uit alle eindcijfers van de vakken waarin de kandidaat examen heeft afgelegd een lijst op, zodanig dat de op deze lijst vermelde vakken een eindexamen vormen als bedoeld in de artikelen 11 tot en met 29 van het Eindexamenbesluit vwo-havo, dat voldoet aan het bepaalde in 9.8.2.4 Indien dat nodig is om de kandidaat te laten slagen betrekken de directeur en de secretaris van het eindexamen een of meer eindcijfers van de vakken niet bij de bepaling van de uitslag. Indien dit "extra" vak buiten beschouwing moet
Handboek Tweede Fase
44
worden gelaten om de kandidaat te kunnen laten slagen, maakt deze, indien hij op meerdere manieren kan slagen, zelf een keuze aan de hand van een voorstel van de school. Een examenkandidaat is geslaagd als: a. b. c. d.
e.
f.
Alle eindcijfers 6 of hoger zijn òf er 1 x 5 is behaald en voor de overige vakken een 6 of hoger òf er 1 x 4 of 2 x 5 of 1 x 5 en 1 x 4 is behaald en voor de overige vakken een 6 of hoger, waarbij het gemiddelde tenminste 6.0 is. aan de kernvakregeling is voldaan: een leerling mag hooguit 1x een 5.0 als eindcijfer voor Nederlands, Engels, wiskunde of de Rekentoets halen en voor de andere drie vakken als eindcijfer een 6.0 of hoger; een leerling die geen wiskunde in het vakkenpakket heeft, mag hooguit 1x een 5.0 als eindcijfer voor Nederlands, Engels of de Rekentoets halen en voor de andere twee vakken een eindcijfer 6.0 of hoger als het rekenkundig gemiddelde van zijn bij het centraal examen behaalde cijfers ten minste 5.5 is. Het cijfer voor een CE is altijd afgerond op 1 decimaal ( alleen bij enkele kleine vakken bestaat het CE uit twee examenonderdelen en die worden eerst op twee decimalen en na verwerking weer op 1 decimaal afgerond). daarnaast moeten CKV en LO zijn beoordeeld als “voldoende” of “goed”.
Een eindcijfer van een 3.0 of lager op de cijferlijst betekent dat de leerling niet geslaagd is. Dit geldt ook voor de verschillende onderdelen die meewegen in het combinatiecijfer. Voor alle duidelijkheid: als een van de onderdelen van het combinatiecijfer een drie of lager is, is de leerling niet geslaagd, zelfs als het gemiddelde (oftewel: het combinatiecijfer) een zes of hoger is. De rekentoets wordt afgenomen in het laatste leerjaar. Zodra de uitslag is vastgesteld, deelt de directeur deze samen met de eindcijfers aan iedere kandidaat mee. Hij maakt daarbij melding van het bepaalde in art. 9.8.3. 9.8.3
Herkansing 9.8.3.1
9.8.3.2 9.8.3.3 9.8.3.4
9.9
Een kandidaat heeft het recht in het tweede tijdvak deel te nemen aan de herkansing van het centraal examen in één vak dat deel uitmaakt van het centraal schriftelijk examen en bij de bepaling van de uitslag is betrokken. Het hoogste van de cijfers behaald bij de herkansing en bij het eerder afgelegde centraal examen geldt als definitief cijfer voor het centraal examen. De kandidaat doet een schriftelijk verzoek tot herkansing aan de directeur. Het schriftelijk verzoek dient uiterlijk 1 dag na de officiële uitslag ingeleverd te zijn. Door het vragen van een herkansing wordt de uitslag een voorlopige. De kandidaten die herkansing vragen, leveren de cijferlijst in bij de directeur.
Diploma en cijferlijst 9.9.1
9.9.2
9.9.3
De directeur reikt aan elke kandidaat die eindexamen heeft afgelegd een lijst uit waarop zijn vermeld: de cijfers voor het schoolexamen, de cijfers voor het centraal examen, de eindcijfers voor de examenvakken, evenals de uitslag van het eindexamen. Tevens wordt van lichamelijke opvoeding en culturele en kunstzinnige vorming de beoordeling (v of g) vermeld. Van het Profielwerkstuk wordt, naast de beoordeling, ook de titel en het vak vermeld. De directeur reikt aan elke voor het eindexamen geslaagde kandidaat een diploma uit, waarop alle vakken zijn vermeld die bij de bepaling van de uitslag zijn betrokken. Duplicaten van diploma's worden niet uitgereikt. Indien een kandidaat examen heeft afgelegd in meer dan het voorgeschreven aantal vakken worden de eindcijfers van de vakken die niet bij de bepaling van
Handboek Tweede Fase
9.9.4
9.10
9.11.
45
de uitslag zijn betrokken vermeld op de cijferlijst, tenzij de kandidaat daartegen bezwaar heeft. Indien het examen wordt afgelegd in twee profielen, ontvangt de kandidaat twee cijferlijsten en één diploma waarop beide profielen zijn vermeld.
Inzage eindexamens (CE) Indien een examenkandidaat inzage wenst in een of meerdere gemaakte examens (CE), wordt aan de kandidaat het volgende voorgelegd: e e Ten tijde van de inzage is het cijfer al vastgesteld door de 1 en 2 corrector en als zodanig onherroepelijk. Onder ‘inzage’ verstaan wij ‘het kijken naar’; dit betekent dat de docent, dan wel een door de directeur aangestelde functionaris, niet verplicht is om uitleg te geven over het gecorrigeerde werk. Ter ‘inzage’ betekent dat een kandidaat niet hoeft te zien hoeveel punten hij voor de antwoorden heeft gescoord en dat de docent ook niet verplicht is dat aan de kandidaat mee te delen bij inzage. Tijdens het inzien van het gemaakte werk is altijd de examensecretaris aanwezig, dan wel een door de directeur aan te wijzen functionaris; de betreffende examendocent hoeft niet noodzakelijk aanwezig te zijn. Onregelmatigheden bij het SE en CE 9.11.1
9.11.2
9.11.3
9.11.4 9.11.5
Indien een kandidaat zich onttrekt aan (een onderdeel van) het centraal examen of schoolexamen, c.q. in strijd handelt (of heeft gehandeld) met het examenreglement, c.q. zich schuldig maakt (of zich schuldig heeft gemaakt) aan bedrog of enige andere onregelmatigheid, kan de directeur maatregelen treffen. Onder "het zich onttrekken aan" wordt mede verstaan het zonder geldige redenen niet aanwezig zijn bij een toets / examen, het niet tijdig inleveren van het (de) voorgeschreven werkstuk(ken), het zich onttrekken aan de werkstukbegeleiding, kortom iedere afwijking van de in dit reglement of in de leerstofomschrijving vastgestelde regels. De maatregelen die al dan niet in combinatie met elkaar genomen kunnen worden, kunnen zijn: a. het toekennen van het cijfer 1.0 voor een examen/toets; b. het ontzeggen van verdere deelneming aan het examen; c. het ongeldig verklaren van de reeds afgenomen toet(sen) of examen(s); d. het bepalen dat het diploma en de cijferlijst slechts kunnen worden uitgereikt na een hernieuwd examen in door de directeur aan te wijzen onderdelen. Indien het hernieuwd examen betrekking heeft op een of meer onderdelen van het centraal examen legt de kandidaat dat examen af in het volgend tijdvak van het centraal examen, dan wel ten overstaan van de staatsexamencommissie. Indien de onregelmatigheid pas na afloop van het schoolexamen wordt ontdekt kan de directeur het schoolexamen ongeldig verklaren, wat tevens ontzegging van deelneming aan het centraal examen inhoudt, ofwel bepalen dat het schoolexamen slechts geldig is na een hernieuwd schoolexamen in de door de directeur aan te wijzen onderdelen en op de door hen te bepalen wijze. De kandidaat kan tegen een beslissing van de directeur in beroep gaan bij de door het bevoegd gezag in te stellen commissie van beroep. De commissie van beroep bestaat uit: - een voorzitter, zijnde de voorzitter van het College van Bestuur - een door de subgeleding ouders van de medezeggenschapsraad voorgedragen ouder - een door het bevoegd gezag aangewezen docent, niet betrokken zijnde bij het onderwijs in de locatie, waarvoor het beroep geldt. Leden van de commissie mogen geen betrokkene zijn in het conflict. Indien er sprake is van betrokkenheid van de voorzitter van het College van Bestuur bij het conflict treedt een ander niet betrokken lid van het centraal management team (CMT) in zijn plaats. Voor het geval dat de genoemde leden van de commissie betrokkene kunnen zijn in het conflict wordt door het bevoegd gezag voor hen een plaatsvervanger benoemd. Het bevoegd gezag benoemt de in 9.11.5 genoemde leden en hun plaatsvervangers jaarlijks voor 1 oktober voor een termijn van 1 jaar. Deze termijn kan telkens met 1 jaar worden verlengd.
Handboek Tweede Fase 9.11.6
46
Het beroep moet binnen een termijn van 5 schooldagen door de kandidaat en/of zijn ouders schriftelijk worden ingediend bij de commissie van beroep. Het adres van de commissie van beroep is: Commissie van beroep Examen vwo/havo, p/a Dr. Nassau College Postbus 186 9400 AD Assen.
9.11.7
De voorzitter roept de commissie zo spoedig mogelijk bijeen, rekening houdend met de in 9.11.5 en 9.11.6 gestelde termijnen. De commissie stelt een onderzoek in, hoort partijen en beslist binnen twee schoolweken over het beroep, tenzij de termijn met redenen omkleed wordt verlengd met ten hoogste twee weken. Indien het een beroep betreft ingevolge 9.11.2. wordt voor zover mogelijk de procedure ingekort, opdat de kandidaat alsnog kan deelnemen aan het Centraal Examen.
9.11.8
9.11.9
9.12.
De commissie stelt bij haar beslissing zo nodig vast op welke wijze de kandidaat alsnog in de gelegenheid zal worden gesteld het eindexamen geheel of gedeeltelijk af te leggen. De commissie deelt haar beslissing binnen de in 9.11.7 genoemde termijn schriftelijk mede aan de kandidaat, de voorzitter van de examencommissie en de inspectie. Alvorens een beslissing ingevolge 9.11.2 of 9.11.3 wordt genomen, hoort de directeur de kandidaat. De kandidaat kan zich door een door hem aan te wijzen meerderjarige laten bijstaan. De directeur deelt zijn beslissing mede aan de kandidaat, zo mogelijk mondeling en in ieder geval schriftelijk. In de schriftelijke mededeling wordt tevens gewezen op het bepaalde in 9.11.5
Geheimhouding Een ieder die betrokken is bij de uitvoering van dit besluit en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, en voor wie niet al uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift ter zake van die gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding daarvan, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hem tot bekendmaking verplicht of uit zijn taak bij de uitvoering van dit besluit de noodzaak tot bekendmaking voortvloeit.
9.13.
Spreiding examen Het bevoegd gezag kan, de inspectie gehoord, toestaan dat ten aanzien van kandidaten die in de examenjaren langdurig ziek zijn en ten aanzien van kandidaten die lange tijd niet in staat zijn geweest onderwijs te volgen, het eindexamen gespreid over meer dan één schooljaar wordt afgenomen.
9.14.
Slotbepalingen 9.14.1
9.14.2 9.14.3 9.14.4
9.14.5
Van de schriftelijke toetsen van het centraal examen worden het gemaakte werk en de opgaven 6 maanden na de laatste dag van het examen op school bewaard, ter inzage voor belanghebbenden (zie 9.10 en het Eindexamenbesluit Artikel 57). Daarna wordt het werk vernietigd. In gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist de directeur, partijen gehoord. Waar in dit reglement gelezen wordt: de ouders, kan onder bepaalde omstandigheden ook gelezen worden: de verzorgers of voogd(en). Waar sprake is van (mede) ondertekening door de ouders van de kandidaat geldt dit voor leerlingen die de leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt. Meerderjarigen (18 jaar en ouder) hebben in dezen (indien zij dit via een 18+ contract hebben aangegeven) zelf tekenbevoegdheid. De directeur behoudt zich het recht voor de ouders van meerderjarigen over alle examenzaken inlichtingen te verschaffen, tenzij de meerderjarige schriftelijk kenbaar maakt dat hij dit niet wenst.
Handboek Tweede Fase 9.14.6
47
Uitwerking van een deel van de artikelen in dit Examenreglement is terug te vinden in het Handboek Tweede Fase.
______________________________________________________________ Het examenreglement Vwo/Havo is door het bevoegd gezag van het Dr. Nassau College vastgesteld. Assen, september 2015
Handboek Tweede Fase 11.2. Toetsreglement 2015-2016 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Soorten toetsing -
2.1 Rapporttoetsen / voortgangstoetsen 2.2 SO’s 2.3 Eindexamentoetsen 2.4 Praktische opdrachten 2.5 Mondelinge toetsen 2.6 Luistertoetsen 2.7 Spreekvaardigheidtoetsen 2.8 Oefentoetsen / diagnostische toetsen 2.9 IJktoetsen / entreetoetsen 2.10 Handelingsdelen
3. Algemene regels voor de toetsing -
3.1 Aankondiging en planning 3.2 Inhoud 3.3 Afname 3.4 Absentie 3.5 Beoordeling en afhandeling 3.6 Onregelmatigheden 3.7 Bezwaar en beroep 3.8 Overmacht
4. Extra faciliteiten -
4.1 Dyslexie 4.2 Clusterleerlingen 4.3 Allochtone leerlingen 4.4 Faciliteiten op speciaal verzoek
5. Digitale toetsing
48
Handboek Tweede Fase
49
Noten vooraf 1. De directeur beslist in alle gevallen waarin niet is voorzien. 2. Dit toetsreglement wordt aan het eind van elk schooljaar geëvalueerd en eventueel bijgesteld. 3. Een aantal algemene regels rondom de toetsing in de Tweede Fase (tussentoetsen en toetsweken) wordt beschreven in het Handboek Tweede Fase. 4. Alle regels rondom het Centraal Eindexamen worden vermeld in het Handboek Tweede Fase en in de brochure ‘CE-bulletin’.
1. Inleiding Toetsen nemen in het leren bij alle vakken een belangrijke plaats in. Ze maken inzichtelijk of je voldoende kennis en vaardigheden voor een vak hebt opgedaan. Toetsen geven je een beoordeling, toetsen laten je zien op welk niveau je staat, toetsen stellen je vorderingen vast en met toetsen sluit je een bepaald onderdeel af. De uitslag van een toets geeft je ook informatie over de juistheid van de leerstrategie die je gekozen hebt. En voor docenten is de uitslag van een toets een aanwijzing voor de effectiviteit van de gekozen instructie en werkvormen. Toetsing is dus geen doel op zich, maar een middel om te testen of je op de goede weg bent naar het vereiste en gewenste einddoel. Op basis van de resultaten van (een reeks van) toetsen worden beslissingen genomen over de overgang naar een volgend leerjaar, doorstroom naar een ander niveau of het behalen van een diploma. Voor leraren, leerlingen en ouders zijn goede afspraken over de toetsen en het afnemen van toetsen dus van groot belang. De visie op toetsing en de regels rondom de toetsing worden daarom vastgelegd in een toetsreglement voor alle betrokkenen in het onderwijsproces. Het doel van het toetsreglement is dan ook dat het voor iedereen helder is wat de rechten en plichten zijn. Daarnaast willen we dat de juiste omstandigheden waaronder je een toets moet voorbereiden en maken gewaarborgd wordt.
Handboek Tweede Fase
50
2. Soorten toetsing 2.1 Rapporttoets Rapporttoetsen zijn toetsen die uitsluitend meetellen voor de overgang naar een hoger leerjaar. Rapporttoetsen worden opgenomen in het studieschema van het vak. Rapporttoetsen worden afgenomen volgens een vooraf bij de leerlingen bekend toetsrooster. Rapporttoetsen worden afgenomen op verschillende momenten in de vakles(sen), dan wel in de zogenaamde toetsweken. - In de Tweede Fase geldt dat een rapporttoets niet kan worden herkanst. - De cijfers van de rapporttoetsen worden opgenomen in het gewogen gemiddelde van het cijfer per vak. - Het gemiddelde van alle cijfers op de rapporttoetsen bepaalt het (on)afgeronde eindcijfer. -
2.2 SO’s - Schriftelijke overhoringen zijn toetsen over een beperkt deel van de leerstof. - Schriftelijke overhoringen zijn vaak bedoeld om de vordering van de (individuele) leerling te bepalen. - Schriftelijke overhoringen hoeven niet noodzakelijkerwijs in een studieschema of toetsplan opgenomen te worden. -
2.3 Eindexamentoetsen De toetsen die meetellen voor het eindexamen noemen we Examen Dossier (ED)-toetsen. Deze toetsen worden vermeld in het Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA). ED-toetsen worden in principe afgenomen tijdens de toetsweken en kunnen herkanst worden, tenzij anders vermeld. De resultaten van de ED-toetsen worden in een apart overzicht op het Eduweb en bij de rapportages vermeld.
2.4 Praktische opdrachten - De praktische opdrachten worden in het studieschema/toetsschema en/of PTA vermeld. - De vakgroep/vakdocent houdt met de planning, indien mogelijk, zoveel mogelijk rekening met de belasting in verband met andere toetsen en opdrachten. - De docent geeft via het studieschema/toetsschema en/of tijdens de lessen duidelijk aan wat de richtlijnen en afspraken zijn omtrent inhoud en inleverdata. - De vakgroep/vakdocent geeft bij het verstrekken van praktische opdrachten ook de consequenties en maatregelen aan bij het overschrijden van de deadline. - De leerling overhandigt het gemaakte werk persoonlijk aan de betreffende vakdocent. Het is ook mogelijk om het gemaakte werk via de mail te versturen, als daar met de docent duidelijke afspraken over zijn gemaakt.
Handboek Tweede Fase 2.5
51
Mondelinge toetsen
- Voor de regelgeving rondom de mondelinge toetsing in de Tweede Fase verwijzen we naar het Handboek Tweede Fase. - Mondelinge toetsen en presentaties worden ter plekke beoordeeld. 2.6 Luistertoetsen - Voor de regelgeving rondom de luistertoetsen in de Tweede Fase verwijzen we naar het Handboek Tweede Fase. - Een luistertoets zal over het algemeen een gemeenschappelijke toets zijn die op een bepaald moment voor alle leerlingen van een jaargroep wordt afgenomen. - Leerlingen die te laat komen voor een luistertoets worden niet meer toegelaten tot de toets. 2.7 Spreekvaardigheidtoetsen - Zie voor de regels rondom de spreekvaardigheid Nederlands en de Moderne Vreemde Talen in de Tweede Fase het Handboek Tweede Fase. 2.8
Oefentoetsen / diagnostische toetsen
- Oefentoetsen of diagnostische toetsen worden uitsluitend afgenomen om de vorderingen van de leerlingen vast te stellen op een bepaald leerstofonderdeel. - De uitkomst wordt door de vakgroep en/of docent gebruikt om eventueel de instructie, leerstrategie en toetsing aan te passen. - Resultaten van deze toetsen worden niet meegeteld voor de overgang. - De docent kan een oefentoets of diagnostische toets op ieder door de docent gewenst moment afnemen. 2.9
IJktoetsen / entreetoetsen
- Een ijktoets of entreetoets heeft als doel om vast te stellen of leerlingen het vereiste niveau van een bepaald leerjaar hebben (bereikt). - Een ijktoets of entreetoets wordt aan het begin of eind van een leerjaar afgenomen. - Een ijktoets of entreetoets is een gemeenschappelijke toets. - De vakgroep geeft aan of het cijfer voor een ijktoets of entreetoets meetelt voor de overgang. - Het resultaat van een ijktoets of entreetoets kan ook leiden tot verwijzing naar de steunles voor het betreffende vak. 2.10
Handelingsdelen
- Een handelingsdeel is een onderdeel in de Tweede fase dat niet met een cijfer wordt beoordeeld, maar wel als voldoende of goed moet worden afgevinkt. - We spreken van een beoordeling als een leerling een bepaalde prestatie of handeling heeft verricht. - Een beoordeling kan betrekking hebben op een verslag, een werkstuk, een presentatie, een gesprek. - Naast vakinhoud, kunnen ook vaardigheden en proces worden beoordeeld.
Handboek Tweede Fase
52
3 Algemene regels voor de toetsing 3.1 Aankondiging en planning - In het studieschema, toetsplan en/of PTA is aangegeven welke toetsen worden afgenomen, wat de (globale) inhoud is, en welke weging de toets heeft. De definitieve stof voor een toets is uiterlijk een week van te voren bekend. - Een SO wordt minimaal drie dagen van tevoren opgegeven. - De leerling is op de hoogte van de criteria voor de beoordeling. - De leerling is op de hoogte van de eventueel te gebruiken hulpmiddelen. - De stof voor een toets is uiterlijk tijdens de op een na laatste les voor de toets(week) behandeld. - De leerling is op de hoogte van de regels rondom inleverdata van werkstukken en verslagen. - De leerling is op de hoogte van de consequenties bij het overschrijden van de deadline. - De leerling weet hoe lang er aan een toets gewerkt mag worden. - Als er een inhoudelijk verband is tussen toetsen, moeten voorgaande toetsen bekend gemaakt en besproken zijn voordat een volgende toets wordt afgenomen. - Hoeveelheid toetsen per dag en per week: 1e fase
3 proefwerken per normale lesweek 1 proefwerk per normale lesdag 2 so’s per normale lesdag 1 proefwerk en 1 so per normale lesdag 2 proefwerken per dag tijdens een toetsweek of toetsdag Geen twee leertoetsen en/of so’s voor de talen op één dag
2e fase Voor de regels rondom de toetsweken en de tussentoetsen buiten de toetsweek om, verwijzen we naar het Handboek Tweede Fase. 3.2 Inhoud - De inhoud, het niveau en de wijze van toetsen zijn een afspiegeling van de behandelde lesstof en lesmethode. - De leerling dient geïnformeerd te zijn over de wijze waarop getoetst wordt. - De vraagstelling moet begrijpelijk zijn voor de leerlingen voor wie de toets bedoeld is. - Een toets dient er verzorgd uit te zien wat betreft taalgebruik en opmaak. - De toetsen worden bij voorkeur gemaakt in lettertype Arial 12. - De toets moet binnen de gestelde tijd voor de gemiddelde leerling te maken zijn.
Handboek Tweede Fase
53
3.3 Afname - Een toets kan worden afgenomen door de betreffende docent of door een surveillant. - De surveillant is op de hoogte van de afspraken over de afname van de toets en de toegestane hulpmiddelen. - De docent of surveillant zorgt voor een goede orde en neemt eventueel maatregelen om die orde te bevorderen. - De leerling is zelf verantwoordelijk voor het inleveren van het gemaakte werk. - De docent zorgt voor een zorgvuldige afname en inname van de toets. - De docent is op tijd aanwezig en zorgt ervoor dat de leerlingen de toegestane tijd ook volledig kan benutten. - De leerling mag alleen hulpmiddelen lenen van een andere leerling als de surveillant daarvoor toestemming heeft gegeven. - De leerling mag tijdens het maken van een toets geen rekenmachine van een medeleerling lenen. - De docent of surveillant doet geen nadere mededeling of uitspraak over de inhoud van de toets en de vraagstelling. - De docent of surveillant zorgt ervoor dat mobiele telefoons niet aanwezig zijn; de mobiele telefoons liggen in de kluis of worden in een speciaal bakje voor in het toetslokaal gelegd. 3.4 Absentie Algemeen - Bij ziekte of verhindering wordt bij het (telefonisch) afmelden ook altijd doorgegeven dat de leerling een toets niet kan maken. - Een leerling die van tevoren weet dat hij niet bij de toets aanwezig kan zijn, overhandigt minimaal 10 dagen van tevoren een schriftelijke verklaring met de reden van de absentie aan de coördinator leerlingenzaken. - Indien er sprake is van toegestane absentie overlegt de leerling met de vakdocent over hoe te handelen. - Indien nodig, kan de coördinator leerlingenzaken een schriftelijke verklaring van de ouders verlangen waarin de reden van de absentie wordt omschreven. - Indien een leerling zonder officiële afmelding afwezig is, bepaalt de vakdocent samen met de coördinator leerlingenzaken wat er verder gebeurt. - In het cijferregistratiesysteem (SOM) vermeldt de docent door middel van een * dat de leerling een toets of opdracht (nog) niet heeft gemaakt of afgerond. Afhankelijk van de afspraken, wordt (op enig moment in het cursusjaar) het * alsnog door een cijfer vervangen, of wordt besloten om geen cijfer in te vullen. - De leerling die te laat arriveert bij de afname van een toets, krijgt niet de gelegenheid om langer door te werken. - Een leerling die langer dan 15 minuten te laat arriveert, wordt niet meer tot de toets toegelaten.
Handboek Tweede Fase
54
Absentie bij Toetsweken 2e fase - De leerlingen zijn 5 minuten voor aanvang van de toets bij het lokaal aanwezig. - Komt een leerling te laat, dan mag hij tot 15 minuten na het begin van een toets nog naar binnen. Hij krijgt echter geen extra tijd. - Als een leerling niet bij een toets aanwezig kan zijn, moet dit vooraf schriftelijk door de ouders worden gemeld. Onverwachte afwezigheid op de dag zelf moet vooraf telefonisch worden gemeld en later door de ouders schriftelijk worden bevestigd. In het briefje moet de reden van de afwezigheid staan. 3.5 Beoordeling en afhandeling - Beoordeling van de toetsen en werkstukken gebeurt aan de hand van beoordelingsnormen die bekend zijn gemaakt bij de leerlingen. - De toetsen worden binnen 10 werkdagen door de docent nagekeken. - Voor het nakijken van een verslag/praktische opdracht gelden de volgende afspraken: 1e fase: de verslagen worden binnen 6 weken door de docent nagekeken. 2e fase: de verslagen worden vóór de toetsweek van de volgende periode door de docent nagekeken. - Iedere leerling heeft het recht op bespreking van de gemaakte toets. - De docent deelt aan het begin van elk cursusjaar aan de leerlingen mee wat de regels van de vakgroep zijn ten aanzien van het wel of niet meegeven van toetsen en/of gemaakt werk. - Op verzoek van de ouders kan gemaakt werk in een gesloten envelop aan de leerling worden meegegeven. De gemaakte ED-toetsen worden niet meegegeven. - Indien een toets door 50% of meer leerlingen per leerjaar niet op het verwachte of gewenste niveau is gemaakt, maakt de docent/vakgroep hiervan melding bij de coördinator leerlingenzaken. Na overleg met betrokkenen beslist de betreffende coördinator leerlingenzaken over eventuele vervolgstappen. - De docent verwerkt de resultaten binnen 14 dagen in het centrale cijferregistratiesysteem. 3.6 Onregelmatigheden - Wanneer de docent of surveillant fraude constateert tijdens de toets, meldt hij dit aan de leerling en hij noteert op het werk van de leerling op welk moment de fraude is geconstateerd. - De leerling blijft deelnemen aan de toets. - De docent rapporteert de fraude direct na de afname aan de coördinator leerlingenzaken en de betreffende vakdocent. De coördinator beslist, alle partijen gehoord hebbende, over de vervolgstappen en/of strafmaat. - Fraude die pas na de afname geconstateerd wordt (tijdens het corrigeren bv.), dient direct gemeld te worden aan de coördinator leerlingenzaken; De coördinator beslist, alle partijen gehoord hebbende, over de vervolgstappen en/of strafmaat. - Indien een toets van een groep leerlingen is zoekgeraakt, krijgen de leerlingen de gelegenheid de toets over te doen. - Indien een toets, verslag of opdracht van een leerling en/of enkele leerlingen is zoekgeraakt, wordt in overleg met de docent en de coördinator besloten of en zo ja wanneer de toets, verslag of opdracht over gedaan mag worden. - Indien een toets niet volgens de regels van het toetsreglement is afgenomen, wordt door de coördinator leerlingenzaken, in overleg met de afdelingsmanager, besloten wat de vervolgstappen zullen zijn.
Handboek Tweede Fase
55
3.7 Bezwaar en beroep - Als de leerling het niet eens is met de beoordeling, meldt hij dit bij de leraar. Als de leerling en de docent er niet samen uitkomen, dan meldt de leerling dit bij de coördinator leerlingenzaken. - De coördinator leerlingenzaken overlegt met de betrokken docent en leerling(en) en neemt een besluit. - Dit besluit wordt schriftelijk vastgelegd. - Tegen het door de coördinator leerlingenzaken genomen besluit kan door de ouders van de leerling(en) schriftelijk beroep worden aangetekend bij de afdelingsmanager. 3.8 Overmacht Er is sprake van overmacht als een docent, vakgroep, of coördinator leerlingenzaken kan aantonen dat om praktische reden moet worden afgeweken van het toetsreglement. De beslissing over de geldigheid van de reden wordt genomen door de coördinator(en) leerlingenzaken in overleg met de afdelingsmanager(s).
4. Extra faciliteiten 4.1 Dyslexie Algemeen Om in aanmerking te komen voor extra faciliteiten moet de leerling over een officiële dyslexieverklaring beschikken. Eerste Fase - De leerling wordt opgeroepen voor een gesprek met de Remedial Teacher coördinator - Op grond van de dyslexieverklaring wordt een handelingsplan opgesteld met aandacht voor de extra faciliteiten. - In klas 1, 2 en 3 krijgt de leerling 15’ extra tijd; de docent regelt een ruimte voor de leerling om na de officiële tijd extra door te kunnen werken. - In klas 3 wordt voor de leerlingen met extra tijd tijdens de toetsweken/dagen een apart lokaal geregeld. Tweede Fase - In de eerste weken van het vierde leerjaar vwo en havo hebben de dyslectische leerlingen een gesprek met de coördinator dyslexie. Daarna wordt een lijst opgesteld met de namen van de leerlingen met dyslexie en de voor hen gewenste voorzieningen. - In de toetsweken maken deze leerlingen hun toetsen in een apart lokaal. Extra tijd en/of andere voorzieningen worden centraal geregeld. - In overleg met de coördinator leerlingenzaken kan de leerling eventueel gewijzigde tijden afspreken. - Voor de tussentoetsen regelt de leerling eventueel aangepaste tijden met de vakdocent. - Ook voor het Centraal Examen kan de leerling in overleg aanspraak maken op extra tijd en eventueel extra voorzieningen. 4.2
Leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte
Algemeen We spreken hier over leerlingen die in het bezit zijn van een officiële verklaring. Eerste en Tweede Fase - Indien nodig kan een leerling gebruik maken van extra faciliteiten. - De faciliteiten kunnen per leerling verschillen. - In overleg met de zorgmentor en de zorgcoördinator wordt bepaald van welke extra faciliteiten de leerling bij de toetsing en het eindexamen gebruik mag maken. - De extra faciliteiten worden door de coördinator leerlingenzaken doorgegeven aan de administratie.
Handboek Tweede Fase
4.3
56
Taalzwakke leerlingen
Algemeen - We spreken hier over a. leerlingen die door ons gediagnosticeerd zijn als taalzwak b. leerlingen waarvan wij constateren dat zij een taalachterstand hebben Eerste Fase - Leerlingen kunnen in overleg met de mentor en/of de coördinator leerlingenzaken in aanmerking komen voor extra tijd bij het maken van de toetsen Tweede Fase - Leerlingen kunnen in overleg met de mentor en/of de coördinator leerlingenzaken in aanmerking komen voor extra tijd bij het maken van de toetsen. - Voor het eindexamen geldt: Het bevoegd gezag kan in verband met onvoldoende beheersing van de Nederlandse taal afwijken van de voorschriften ten aanzien van een kandidaat die met inbegrip van het schooljaar waarin hij eindexamen aflegt, ten hoogste zes jaren onderwijs in Nederland heeft gevolgd en voor wie het Nederlands niet de moedertaal is. De kandidaat kan slechts een verlenging van de duur van de desbetreffende toets van het centraal examen met ten hoogste 30 minuten worden verleend en tevens is het gebruik van een verklarend woordenboek der Nederlandse taal toegestaan. 4.4 Faciliteiten op speciaal verzoek - Indien nodig kan een leerling in overleg met de mentor en/of zorgcoördinator en de coördinator leerlingenzaken voor extra faciliteiten in aanmerking komen. - De overeengekomen extra faciliteiten worden altijd voor een bepaalde periode (niet langer dan 1 jaar) vastgelegd, geëvalueerd en eventueel voor een volgende periode bijgesteld. - De verleende faciliteiten worden niet verleend voor het centraal eindexamen, indien deze faciliteiten afwijken van de algemeen toegestane faciliteiten. - De regelgeving omtrent extra faciliteiten is vastgelegd in het document Extra Faciliteiten. - De school biedt onder bepaalde omstandigheden de mogelijkheid aan om (buiten de vastgestelde afspraken in het handelingsplan) digitaal te toetsen. Het gaat hierbij voornamelijk om leerlingen met een lichamelijke of geestelijke beperking die van tijdelijke aard is. - De coördinator leerlingenzaken overlegt hierover met de mentor en/of zorgcoördinator en legt de afspraken in een tijdelijk handelingsplan vast. - De regelgeving omtrent het digitaal afnemen van toetsen is vastgelegd in het document Extra Faciliteiten.
Handboek Tweede Fase
5
Digitale toetsing - Voor de vakspecifieke digitale toetsing stelt de vakgroep de regels vast.
Dit document is besproken: Datum 27-5-2015 02-7-2015
Waar LMT MR
Status Vastgesteld Vastgesteld
Actie
57
Handboek Tweede Fase
58
11.3. Bevorderingsnormen 2015-2016
Bevorderingsnormen van klas 4 naar klas 5, havo Algemene richtlijnen: a.
bij het vaststellen van de bevorderingsnormen wordt de grote lijn van de slaag-zakregeling van het eindexamen aangehouden, waarbij ook de mogelijkheid tot het slagen via een herkansing en/of eventuele compensatie wordt meegenomen. Een cijfer van een 3.0 of lager op de cijferlijst betekent dat de leerling niet zondermeer bevorderd kan worden De cijfers voor de vakken die meetellen in het combinatiecijfer worden voor het bepalen van de overgang niet als combinatiecijfer meegenomen, maar als apart cijfer. Het eindcijfer voor een vak wordt als onafgerond cijfer op het rapport vermeld. Bij het bepalen van het gemiddelde van alle vakken worden alleen de onafgeronde eindcijfers van de cijfervakken meegenomen. Voor het vaststellen van het aantal onvoldoendes (zie Bevorderen, Niet bevorderen en Bespreken), worden de onafgeronde cijfers (beneden de 6.0) volgens de examennorm afgerond. De vakken ckv en lo krijgen als eindcijfer een symbool (o, v of g) Een bespreking kan resulteren in een bevordering, een afwijzing, een geclausuleerde bevordering, of een bevorderen met het opleggen van een taak. In de overgangsvergadering wordt vastgesteld of een leerling wel of niet bevorderd is. De uitkomst van deze vergadering is bindend.
b. c. d. e. f. g. h. i.
1. Bevorderen Een leerling is bevorderd als hij: -
geen onvoldoendes heeft, of niet meer dan 2 (afgeronde)onvoldoendes heeft, bestaande uit: - 1 onvoldoende : (1 x 5), of (1 x 4), - 2 onvoldoendes : (2 x 5), of (1 x 5 en 1 x 4), waarvan maximaal 1 x 5 in de kernvakken Nederlands, wiskunde en Engels gemiddeld een 6.0 van de onafgeronde eindcijfers van alle cijfervakken,
Bovendien moeten alle handelingsdelen van de afsluitende en niet-afsluitende vakken naar behoren zijn afgerond ten tijde van de overgangsvergadering. 2. Niet bevorderen Een leerling is niet bevorderd als hij: - 4 of meer onvoldoendes heeft 3. Bespreken*) -
3 onvoldoendes Leerlingen met een cijfersamenstelling die niet in de eerste twee categorieën valt Leerlingen die een of meerdere handelingsdelen niet naar behoren hebben afgerond Leerlingen die een 3.0 of lager hebben voor een vak
*) In periode 4 kent havo 4 een kansklas. De rapportvergadering na periode 3 adviseert in samenwerking met de mentor welke leerlingen in de kansklas geplaatst kunnen worden. Het besluit tot plaatsing wordt genomen door de coördinator leerlingenzaken, de leerling en de ouders. Plaatsing betekent vervolgens dat de leerling in havo 4 doubleert of afstroomt naar het mbo.
Handboek Tweede Fase
59
Bevorderingsnormen van vwo-4 naar vwo-5 Algemene richtlijnen: a.
bij het vaststellen van de bevorderingsnormen wordt de grote lijn van de slaag-zakregeling van het eindexamen aangehouden, waarbij ook de mogelijkheid tot het slagen via een herkansing en/of eventuele compensatie wordt meegenomen. Een cijfer van een 3.0 of lager op de cijferlijst betekent dat de leerling niet zondermeer bevorderd kan worden De cijfers voor de vakken die meetellen in het combinatiecijfer worden voor het bepalen van de overgang niet als combinatiecijfer meegenomen, maar als apart cijfer. Het eindcijfer voor een vak wordt als onafgerond cijfer op het rapport vermeld. Bij het bepalen van het gemiddelde van alle vakken worden alleen de onafgeronde eindcijfers van de cijfervakken meegenomen. Voor het vaststellen van het aantal onvoldoendes (zie Bevorderen, Niet bevorderen en Bespreken), worden de onafgeronde cijfers (beneden de 6.0) volgens de examennorm afgerond. De vakken ckv en lo krijgen als eindcijfer een symbool (o, v of g) Een bespreking kan resulteren in een bevordering, een afwijzing, een geclausuleerde bevordering, bevorderen met het opleggen van een taak, of een (advies voor) gerichte bevordering naar een lager niveau (in dit geval havo-4) In de overgangsvergadering wordt vastgesteld of een leerling wel of niet bevorderd is. De uitkomst van deze vergadering is bindend.
b. c. d. e. f. g. h.
i.
1. Bevorderen Een leerling is bevorderd als hij: geen onvoldoendes heeft, of niet meer dan 2 onvoldoendes heeft, bestaande uit: - 1 onvoldoende : (1 x 5), of (1 x 4), - 2 onvoldoendes : (2 x 5), of (1 x 5 en 1 x 4), waarvan maximaal 1 x 5 in de kernvakken Nederlands, wiskunde en Engels gemiddeld een 6.0 van de onafgeronde eindcijfers van alle cijfervakken, Bovendien moeten alle handelingsdelen van de afsluitende en niet-afsluitende vakken naar behoren zijn afgerond ten tijde van de overgangsvergadering. -
2. Niet bevorderen Een leerling is niet bevorderd als hij: - 4 of meer onvoldoendes heeft 3. Bespreken -
3 onvoldoendes Leerlingen met een cijfersamenstelling die niet in de eerste twee categorieën valt Leerlingen die een of meerdere handelingsdelen niet naar behoren hebben afgerond Leerlingen die een 3.0 of lager hebben voor een vak
Handboek Tweede Fase
60
Bevorderingsnormen van vwo-5 naar vwo-6 Algemene richtlijnen: a.
bij het vaststellen van de bevorderingsnormen wordt de grote lijn van de slaag-zakregeling van het eindexamen aangehouden, waarbij ook de mogelijkheid tot het slagen via een herkansing en/of eventuele compensatie wordt meegenomen. Een cijfer van een 3.0 of lager op de cijferlijst betekent dat de leerling niet zondermeer bevorderd kan worden De cijfers voor de vakken die meetellen in het combinatiecijfer worden voor het bepalen van de overgang niet als combinatiecijfer meegenomen, maar als apart cijfer. Het eindcijfer voor een vak wordt als onafgerond cijfer op het rapport vermeld. Bij het bepalen van het gemiddelde van alle vakken worden alleen de onafgeronde eindcijfers van de cijfervakken meegenomen. Voor het vaststellen van het aantal onvoldoendes (zie Bevorderen, Niet bevorderen en Bespreken), worden de onafgeronde cijfers (beneden de 6.0) volgens de examennorm afgerond. De vakken ckv en lo krijgen als eindcijfer een symbool (o, v of g) Een bespreking kan resulteren in een bevordering, een afwijzing, een geclausuleerde bevordering, bevorderen met het opleggen van een taak, of een (advies voor) gerichte bevordering naar een lager niveau (in dit geval havo-5) In de overgangsvergadering wordt bindend vastgesteld of een leerling wel of niet bevorderd is.
b. c. d. e. f. g. h.
i.
1. Bevorderen Een leerling is bevorderd als hij: geen onvoldoendes heeft, of niet meer dan 2 onvoldoendes heeft, bestaande uit: - 1 onvoldoende : (1 x 5), of (1 x 4), - 2 onvoldoendes : (2 x 5), of (1 x 5 en 1 x 4), waarvan maximaal 1 x 5 in de kernvakken Nederlands, wiskunde en Engels gemiddeld een 6.0 van de onafgeronde eindcijfers van alle cijfervakken, Bovendien moeten alle handelingsdelen van de afsluitende en niet-afsluitende vakken naar behoren zijn afgerond ten tijde van de overgangsvergadering. -
2. Niet bevorderen Een leerling is niet bevorderd als hij: - 4 of meer onvoldoendes heeft 3. Bespreken -
3 onvoldoendes Leerlingen met een cijfersamenstelling die niet in de eerste twee categorieën valt Leerlingen die een of meerdere handelingsdelen niet naar behoren hebben afgerond Leerlingen die een 3.0 of lager hebben voor een vak