Omgevingsdienst Midden-Holland
bouwt uit
Jaarverslag
2
Voorwoord Omgevingsdienst Midden-Holland bouwt uit 2013 was het eerste volledige kalenderjaar van de Omgevingsdienst Midden-Holland (ODMH). Het was een bevlogen jaar waarin we met veel enthousiasme en succes hebben gewerkt aan een veilige, duurzame en gezonde leefomgeving in het Groene Hart. Een belangrijke stap die wij hiervoor in het afgelopen jaar hebben gezet, is de verdere uitbouw van de ODMH. We hebben onze afdeling Bouw- en woningtoezicht ontwikkeld tot een robuust organisatieonderdeel dat er mag zijn. Inmiddels voeren wij voor vier gemeenten en de provincie bouw- en woningtoezichttaken uit. Op onze overige (milieu)taakvelden blijven wij de betrouwbare rechterhand van de provincie en de deelnemende gemeenten. Zij kunnen nu en in de toekomst op ons rekenen! Deze toekomst geven wij vorm in een vernieuwde huisvesting waarvan de eerste fase in 2013 werd opgeleverd. Sober, maar van hoge kwaliteit, zoals van ons wordt verwacht. Met trots presenteer ik u dit digitale jaarverslag. Ik wens u veel leesplezier!! André Mutter Directeur Omgevingsdienst Midden-Holland
3
Taken en bestuur ODMH
TAKEN De ODMH is opgericht om de taken uit te voeren van de voormalige Milieudienst Midden-Holland en de milieutaken van de provincie Zuid-Holland. De ODMH draagt bij aan een veilige, duurzame en gezonde leefomgeving. Dit doen we door milieutaken in de gehele regio en bouw- en woningtoezichttaken in een deel ervan uit te voeren in opdracht van de aangesloten gemeenten en de provincie Zuid-Holland. De ODMH is één van de 29 regionale uitvoeringsdiensten die in het gehele land zijn vormgegeven. De taken van de ODMH omvatten vergunningverlening, toezicht en handhaving van milieuregels, bouw- en woningtoezicht en advisering, ontwikkeling en uitvoering van duurzaamheidsbeleid. Daarnaast voert de omgevingsdienst taken uit ten aanzien van bodem, externe veiligheid, geluid- en luchtkwaliteit, archeologie, ecologie en milieueducatie. De dienst houdt ook toezicht op de kwaliteit en veiligheid van officiële zwemwaterlocaties en badinrichtingen voor het hele grondgebied van de provincie Zuid-Holland.
BESTUUR Het dagelijks bestuur bestaat uit vier vertegenwoordigers uit het algemeen bestuur. Het algemeen bestuur bestaat uit één afgevaardigde per gemeente uit het college van burgemeester en wethouders en twee afgevaardigden vanuit Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland. HET DAGELIJKS BESTUUR VAN DE ODMH: C. van der Kamp (Bodegraven-Reeuwijk), voorzitter R.A. Janssen (provincie Zuid-Holland), vicevoorzitter A.D. Ruwhof (Gouda) A.H. van Dorp (Vlist) HET ALGEMEEN BESTUUR VAN DE ODMH: NAAST DE LEDEN VAN HET DAGELIJKS BESTUUR J. Vente (Bergambacht) G.J. Dazler (Boskoop D.C. Roelse (Nederlek) M.G. Boere-Schoonderwoerd (Ouderkerk) R.A.M. van der Sande (provincie Zuid-Holland) P.P. Matheij (Schoonhoven) C. de Jong (Waddinxveen) A. Hazelebach (Zuidplas)
4
Inhoud
Voorwoord Taken en bestuur ODMH
2
Uitbouwen met bouw- en woningtoezicht Milieuvergunning na innovatief plan
5
ODMH voert Brzo-inspecties uit Lichthinder; voorkomen is beter dan genezen Zwemwater veilig en schoon Regio Midden-Holland in Europa Meer energiecoaches voor de regio Archeologie van militair erfgoed ODMH bouwt uit Diensten verstevigen samenwerking Sociaal jaarverslag 24/7 Wachtdienst
colofon TEKST EN SAMENSTELLING Omgevingsdienst Midden-Holland / FOTOGRAFIE Omgevingsdienst Midden-Holland en Archeologisch adviesbureau RAAP / VORMGEVING 3MegaWatt, Gouda / COPYRIGHT Omgevingsdienst Midden-Holland, april 2014
3
6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
5
Uitbouwen met bouw- en woningtoezicht De afdeling Bouw- en woningtoezicht ziet namens een deel van de aangesloten gemeenten toe op de veilige bouw en het toegestane gebruik van gronden en bouwwerken. In 2013 hebben de gemeenten Bodegraven-Reeuwijk en Gouda hun taken op het gebied van bouw- en woningtoezicht (BWT) bij ons ondergebracht. WERKZAAMHEDEN BOUW- EN WONINGTOEZICHT De afdeling Bouw- en woningtoezicht zorgt voor vergunningverlening, toezicht, handhaving en advisering op het gebied van bouwregelgeving en de ruimtelijke ordening. Daarnaast adviseren wij bij trajecten rondom monumenten en asbesthoudende projecten. Ook asbestinventarisatierapporten en het begeleiden van asbestonderzoeken behoren tot ons werkpakket. Bij onze frontoffice kunnen ondernemers en particulieren in een vroeg stadium terecht voor informatie over de mogelijkheden om hun bouwplan te realiseren. We zijn gemandateerd voor het verlenen van vergunningen voor Wabo gerelateerde activiteiten, zoals bouw, reclame, sloop en kap. Bij het verlenen van een vergunning toetsen we de aanvraag aan landelijke regels. Ook kijken we of de aanvraag voldoet aan de eisen van welstand en het bestemmingsplan. Daarnaast houden we toezicht op de naleving van de verleende omgevingsvergunningen. Indien nodig, handhaaft de afdeling ook. De gemeente bepaalt daarbij de intensiteit en het aantal controles dat we uitvoeren. In het geval van bezwaar- en beroepsprocedures vertegenwoordigen onze juristen de gemeente en stellen op verzoek van de gemeente een beslissing op bezwaar of een herzien besluit op. EEN VLIEGENDE START Binnen de afdeling is hard gewerkt om alle werkprocessen op elkaar af te stemmen. Daarnaast is veel tijd gestoken in de afstemming met de betrokken gemeenten en de interne bedrijfscultuur. Met elkaar hebben we vijf kernwaarden
benoemd: respect, efficiency, samen, open en trots. Via allerlei acties staan we regelmatig stil bij gedragscodes die bij deze kernwaarden horen. Per 1 januari 2014 bestond de afdeling Bouw- en woningtoezicht uit 55 medewerkers, verdeeld over vier teams. Omdat de relatie met de betrokken gemeenten voor ons enorm belangrijk is, is iedere teamleider veranwoordelijk voor een gemeentelijk account. IN- EN EXTERNE RELATIES Samen met de overige afdelingen van de ODMH hebben we regelmatig contact met onze externe partners, zoals de verschillende welstand- en monumentencommissies, de regionale brandweer en de waterschappen. Daarnaast geeft de afdeling geregeld acte de présence op bijeenkomsten van de Vereniging BWT Nederland. Als één van de eerste omgevingsdiensten met een groot aantal BWTtaken, neemt de ODMH een prominente positie in. PRIVATE KWALITEITSBORGING BOUWBESLUIT De minister voor Wonen en Rijksdienst heeft aangegeven de toetsing van plannen voor bouwprojecten aan het Bouwbesluit, en het toezicht op die bouwprojecten, in de toekomst over te laten aan de markt. Deze transitie wordt waarschijnlijk gefaseerd ingevoerd. Gezien de mogelijke consequenties voor de ODMH volgen we dit traject nauwgezet.
6
Milieuvergunning na innovatief plan Economisch belang en eisen voor een beter milieu gaan heel goed samen, dat bleek het afgelopen jaar bij het verlenen van een milieuvergunning. Door een innovatief plan en oog voor elkaars belangen kon de ODMH een vergunning verstrekken, is het milieu verbeterd en zijn meer mogelijkheden voor ruimtelijke ontwikkelingen ontstaan. In Nederland hebben bedrijven met een specifieke milieubelasting een expliciete toestemming met op maat gesneden voorschriften nodig om bedrijfsactiviteiten te mogen ontplooien. Binnen de ODMH geeft het team vergunningverlening inhoud en uitvoering aan deze taak op zowel industrieel als agrarisch vlak. Het team komt vaak in actie nadat in het reguliere handhavingstraject is geconstateerd dat bedrijfsprocessen of -activiteiten gewijzigd zijn. GEURHINDER Zo zijn we ook betrokken bij een bedrijf dat kunststof silo’s fabriceert en daarvoor gebruik maakt van grote hoeveelheden polyesterhars. Een bekende huis-tuin-en-keukentoepassing van deze hars is de reparatie van boten of auto’s. Een kenmerkende geur ontstaat, doordat in de hars een grote hoeveelheid styreen zit, een stof met een specifieke en zeer lage geurdrempel. Het bedrijf zorgde dan ook regelmatig voor geurhinder en had een geurcirkel die het grootste deel van het dorp besloeg. Styreen is een vluchtige organische stof met o.a. een ozonlaag afbrekend effect. Op nationaal niveau is vastgelegd dat de uitstoot van deze stoffen sterk gereduceerd moet worden. GEURVERMINDERING Een belangrijk speerpunt voor ons was om met de vergunning een zo groot mogelijke geurvermindering bij het bedrijf te bereiken. Omdat er ook sprake bleek van veel meer opgeslagen gevaarlijke stoffen dan toegestaan, en het handhavingstraject werd uitgebreid met meerdere handhavingspartners, ontstond er een lastig werkbare situatie. In de milieuvergunning hebben we uiteindelijk emissie-eisen opgelegd, maar het beroep van de eigenaar
werd op dit onderdeel gegrond bevonden door de Raad van State. De Raad gaf in zijn uitspraak aan dat het opleggen van emissie-eisen niet de juiste manier is om vorm te geven aan het gewenste doel van geurreductie. EEN INNOVATIEF PLAN De ondernemer heeft gedurende de beroepsprocedure zelf een experiment opgezet. Door het in de bedrijfshal vernevelen van een bepaald middel, wordt styreen aantoonbaar omgezet in onschadelijke stoffen. Een goed resultaat en een stukje praktische innovatie. Het systeem is inmiddels via de vergunningprocedure gelegaliseerd en vastgelegd. De branchevereniging en de landelijke contacten van het team vergunningverleners hebben het proces vanaf de start intensief gevolgd. Zij willen de nieuwe techniek op laten nemen in de wet- en regelgeving zodat bredere toepassing wettelijk mogelijk wordt. Met het bereikte resultaat kunnen we ruimtelijke ontwikkelingen beter vormgeven, is de kwaliteit van de leefomgeving voor omwonenden verbeterd en zijn er minder klachten binnengekomen bij de ODMH. Een knap staaltje werk en een mooi resultaat van intensieve samenwerking.
7
ODMH voert Brzo- inspecties uit Na de brand bij ChemiePack in Moerdijk (januari 2011) heeft voormalig staatssecretaris Atsma provincies en gemeenten opdracht gegeven samen te werken op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving bij risicovolle bedrijven. Dit was tot dan toe versnipperd en werd overal op verschillende manieren gedaan. SAMENWERKING De staatssecretaris gaf na de brand de opdracht 28 regionale uitvoeringsdiensten (RUD’s) te vormen in Nederland. Zes van deze RUD’s werden aangewezen tot Brzo-RUD, gespecialiseerd in risicovolle bedrijven die vallen onder de regels van het Brzo (Besluit risico zware ongevallen) en RIE (Richtlijn Industriële Emissies) categorie 4. Voor onze regio is dat Brzo-RUD Zuid-Holland / Zeeland. MIDDEN-HOLLAND De provincies Zeeland en Zuid-Holland en de gemeenten in deze provincies waar Brzo en RIE4 (voorheen IPPC 4) bedrijven zijn gevestigd, mandateren de directeur van de Brzo-RUD direct voor de vergunningverlening, toezicht en handhavingstaken voor risicovolle bedrijven (m.u.v. van de gemeentelijke BRIKS taken). Op zijn beurt geeft de directeur van de Brzo-RUD voor deze taken zijn mandaat door naar de directeur van de regio-RUD. Het bevoegd gezag wijzigt niet. Het gaat dus uitsluitend om een wijziging in de uitvoering. TOEZICHT In december 2013 is de landelijke Brzo-handhavingsstrategie vastgesteld. De Brzo-toezichthouders van de ODMH en de andere diensten in de Brzo-RUD worden opgeleid en toegerust om deze strategie toe te kunnen passen. Regelmatig hebben wij inhoudelijk overleg en in sommige gevallen voeren we de inspecties gezamenlijk uit. Het doel hiervan is uniformiteit in aanpak en het delen van kennis.
HANDHAVING NAAR AANLEIDING VAN BRZO-INSPECTIES Als een bedrijf niet aan de eisen voldoet, kan de ODMH een dwangsom opleggen. Meestal is dit voldoende, maar een enkele keer komt het voor dat we moeten kiezen voor het zware instrument van bestuursdwang. Het afgelopen jaar is dit een keer voorgekomen bij een bedrijf in onze regio. Het bedrijf vraagt al enige jaren onze aandacht in verband met de opslag van gevaarlijke stoffen. In het verleden hebben we diverse dwangsommen opgelegd en verbeurd verklaard. Omdat het bedrijf in 2013 opnieuw aan het werk was zonder goedgekeurde schuimblusinstallatie hebben we, in overleg met de gemeente en de Brzo-RUD, gekozen voor het zware instrument van bestuursdwang. Dit hield in dat het bedrijf de opslagvoorziening voor gevaarlijke stoffen buiten gebruik diende te stellen zolang geen positief inspectiecertificaat voor de brandbeveiligingsinstallatie was afgegeven. Het bedrijf heeft op het laatste moment zelf alle gevaarlijke stoffen verwijderd, waardoor de feitelijke uitvoering van de bestuursdwang niet aan de orde was. Zo draagt de ODMH bij aan een veilige en gezonde leefomgeving.
8
Lichthinder; voorkomen is beter dan genezen Overmatig gebruik van kunstlicht in de avond en nacht veroorzaakt lichtvervuiling en lichthinder. Mensen, dieren en planten hebben daar steeds vaker last van. De ODMH beoordeelt ruimtelijke plannen op lichtvervuiling, voert metingen uit en geeft adviezen om overlast te voorkomen. Zuid-Holland is de meest verlichte provincie van Nederland en Nederland is op zijn beurt één van de meest lichtvervuilde landen van Europa. De bronnen voor deze lichtvervuiling zijn: openbare verlichting, terreinverlichting, sportveldverlichting, reclameverlichting en assimilatiebelichting in de kassen. Naast het feit dat het produceren van licht veel energie kost, is licht ook steeds meer een bron van klachten van inwoners. De nadelige effecten van lichtvervuiling voor mens en natuur worden meer en meer onderkend. WAT TE DOEN BIJ LICHTHINDER? De Omgevingsdienst Midden-Holland heeft in 2013 een aantal ruimtelijke plannen beoordeeld op lichtaspecten. Hierbij hebben we gekeken naar sportveldverlichting, reclameverlichting, openbare verlichting, aanstralingsverlichting van gebouwen of objecten, assimilatiebelichting en te verwachten overlast veroorzaakt door wegverkeer. Vervolgens hebben we adviezen uitgebracht over de te verwachten lichthinder en mogelijke maatregelen, zoals: – Het aanbrengen van wintergroene beplanting, een aarden wal of schermdoek; – Het anders situeren van verblijfsruimten waar mensen in de avonduren verblijven; – Het doorvoeren van technische aanpassingen aan de verlichtingsinstallatie.
LICHTMETINGEN Daarnaast hebben we in 2013 naar aanleiding van klachten een tiental metingen uitgevoerd. De Omgevingsdienst Midden-Holland beschikt over kennis en apparatuur om lichthinder te meten. Als normen van toepassing zijn, zoals op het gebruik van kunstlicht, worden deze getoetst. Bij overtreding van deze normen treden we handhavend op. Vanwege onze kennis en ervaring voeren wij ook lichtmetingen uit voor andere omgevingsdiensten en worden voor deze diensten verlichtingsplannen beoordeeld. Zo draagt de ODMH bij aan een veilige, duurzame en gezonde leefomgeving.
9
Zwemwater veilig en schoon De zwemwaterinspecteurs van de ODMH controleren jaarlijks de officiële zwemwaterlocaties in Zuid-Holland. In 2013 hebben zij voor 117 zwemwaterlocaties controle, handhaving en toezicht uitgevoerd. ZWEMWATERLOCATIES Het zwemwaterseizoen begint op 1 mei en eindigt op 1 oktober. Tijdens deze periode controleren de zwemwaterinspecteurs, namens de provincie Zuid-Holland, de officiële zwemwaterlocaties op hygiëne, veiligheid en zwemwaterkwaliteit. Als de zwemwaterkwaliteit niet voldoet aan een bepaalde norm, dan nemen wij maatregelen. Dat kan zijn het afgeven van een waarschuwing, een negatief zwemadvies of een zwemverbod. In 2013 heeft de ODMH 68 keer een waarschuwing uitgedaan en in totaal 43 keer een negatief zwemadvies afgegeven. In de meeste gevallen hebben we deze maatregelen genomen vanwege een overschrijding van de norm voor blauwalg. Ook hebben we 19 keer een zwemverbod moeten afgeven. Meestal was ook hier sprake van overschrijding van de norm voor blauwalg. In een situatie was er sprake van botulisme. Door een sterke stroming bij de Zandmotor in Ter Heijde gold hier een permanent zwemverbod.
“
Via
[email protected], de zwemwatertelefoon 08009036, persberichten en de blauwe informatieborden ter plaatse informeren wij het publiek over de actuele stand van zaken bij de officiële zwemwaterlocaties.
ZWEMWATER.NL In 2013 is de nieuwe, landelijke zwemwaterwebsite www.zwemwater.nl gelanceerd. Op deze website staat alle actuele informatie over de officiële zwemwaterlocaties in Nederland. Recreanten en toeristen kunnen hier zien welke maatregelen er gelden op de verschillende locaties en welke voorzieningen er zijn, zoals douches en eetgelegenheden. BADINRICHTINGEN Onder badinrichtingen vallen alle openbare zwembaden en semi-openbare zwembaden. In de provincie Zuid-Holland zijn 418 badinrichtingen. Jaarlijks controleren de zwemwaterinspecteurs tenminste eenmaal alle badinrichtingen. Als tijdens een controle blijkt dat een badinrichting niet voldoet aan de gestelde eisen volgt er een handhavingstraject. Afhankelijk van de situatie kunnen we een voorwaarschuwing, een dwangsom of een proces-verbaal opstellen. Tijdens controles kijken we onder andere naar de aanwezigheid van veiligheidsvoorzieningen, logboeken, een goede werking van de zwembadwaterzuiveringsinstallatie, legionellapreventie en de algemene staat van hygiëne en onderhoud. Kortom, we controleren of de bezoekers een risico lopen op letsel of gezondheidsklachten.
Zwemwaterinspecteurs bij de ODMH gaan als vanouds recht door zee, voelen zich als een vis in het water, gaan als het moet tegen de stroom in en halen bij nattigheid alle feiten boven water. ” Zwemwaterinspecteurs ODMH
10
Regio Midden-Holland in Europa Namens de aangesloten gemeenten voert de ODMH taken uit op het gebied van vergunningverlening en handhaving van gesloten bodemsystemen. Kennis over duurzame energievormen vanuit de regio Midden-Holland wordt gedeeld met vijf Europese landen. De ODMH vertegenwoordigt de regio en presenteert de eindresultaten in Italië. Nieuwe wetgeving, werkzaamheden in de ondergrond en regels om te voldoen aan duurzaamheidsdoelstellingen maken dat er in toenemende mate afwegingen gemaakt moeten worden bij ruimtelijke ontwikkelingen voor de boven- en ondergrond. Het gebruik van bodemenergie als duurzame energiebron vraagt dus om afstemming tussen de bovengrondse en ondergrondse ordening. EEN DRUKTE VAN BELANG Op 1 juli 2013 is nieuwe wetgeving in werking getreden waarbij de gemeenten bevoegd gezag zijn geworden voor vergunningverlening en handhaving van gesloten bodemenergiesystemen. De ODMH voert deze taken namens de gemeenten uit. Omdat het mogelijk is dat bodemenergiesystemen elkaar, maar ook het andere ondergrondse gebruik, zoals kabels en leidingen, in de weg gaan zitten, biedt de wetgeving mogelijkheden voor gemeenten om zelf beleidskeuzes te maken. De gemeente Zuidplas heeft daar gebruik van gemaakt en eigen beleid ontwikkeld. De gemeenten BodegravenReeuwijk, Gouda en Waddinxveen besluiten komend jaar of zij van deze mogelijkheid gebruik willen maken. SUSREG De ODMH werkt samen met de gemeenten aan het stimuleren van gebruik en inzet van duurzame energievormen bij ruimtelijke planontwikkeling. Daarbij maken we gebruik van een subsidieregeling die vanuit de Europese Commissie beschikbaar is gesteld voor het project SUSREG. Dit staat voor Stimulating Sustainable Regional Development by means of a Structured Process
Approach. De subsidie is in het leven geroepen om uitwisseling van kennis over het stimuleren van gebruik van duurzame energie tussen Europese landen mogelijk te maken. Wij delen onze kennis en ervaringen vanuit de regio Midden-Holland met vijf andere landen: Denemarken, Tsjechië, Spanje, Italië en Cyprus. De ODMH heeft de regio vertegenwoordigd op Cyprus en zal in juni 2014 in Italië het eindresultaat presenteren. Later in het project wordt de opgedane kennis verspreid onder 800 young professionals binnen heel Europa. DUURZAME ENERGIEBRONNEN Bodemenergie draagt bij aan het verminderen van CO2 uitstoot, door de warmte en koude uit de ondergrond te gebruiken om een gebouw te verwarmen of te koelen. De besparing van de warmtekosten kan oplopen tot 50% in vergelijking met een gasgestookte hr-ketel. Ook het toepassen van wind- en zonne-energie kan bijdragen aan het verlagen van de elektriciteitsrekening en het behalen van duurzaamheidsdoelstellingen. Vandaar dat we ook deze energiebronnen meenemen bij het stimuleren van duurzame gebiedsontwikkeling. Hiermee draagt de ODMH bij aan een veilige, duurzame en gezonde leefomgeving.
11
Meer energiecoaches voor de regio Het netwerk van energiecoaches breidt zich uit over de regio. In november en december heeft de ODMH in opdracht van de gemeenten Bergambacht en Vlist elf personen opgeleid tot energiecoach. Eerder deden we al positieve ervaringen op met het opleiden van energiecoaches in de gemeente Zuidplas KENNIS ENERGIEVERBRUIK BEPERKT De Omgevingsdienst Midden-Holland draagt bij aan een veilige, duurzame en gezonde leefomgeving. Een van de taken is het adviseren en ondersteunen van gemeenten over duurzaam bouwen, energie- en klimaatpreventie, natuur- en milieueducatie en -communicatie. Door het vergroten van draagvlak voor natuur en milieu in de regio werken we aan een duurzame leefomgeving. Op het gebied van energieverbruik valt nog veel winst te behalen. Daarom zetten we onder andere in op voorlichtingsprojecten over energieverbruik en projecten die het gebruik van duurzame energie stimuleren. Inwoners blijken gemakkelijk te motiveren om hun eigen energieverbruik omlaag te brengen als dit financieel voordeel oplevert. Bovendien blijkt er nog veel onwetendheid te zijn over de mogelijkheden om energie te besparen, zoals het voorkomen van sluipverbruik. Daarom zet de ODMH graag samen met gemeenten trajecten op als energiecoaching. ADVIES OP MAAT De Omgevingsdienst Midden-Holland en SME Advies hebben de coaches tijdens een driedaagse cursus in het najaar getraind in het geven van huis-aan-huis energieadvies. De coaches zijn geselecteerd uit de groep bijstandsgerechtigden door de afdeling Sociale Zaken van de K5-gemeenten.
Via een advertentie zijn belangstellenden opgeroepen zich op te geven voor een gratis energieadvies aan huis. Vanuit de gemeenten Bergambacht en Vlist hebben 125 belangstellenden op de oproep gereageerd. De energiecoaches hebben de belangstellenden bezocht en een advies op maat gegeven, nadrukkelijk gericht op de mogelijkheden energie te besparen door gedragsmaatregelen. Ter aanmoediging hebben zij ook een energiebox gekregen met slimme producten om thuis energie te besparen. EEN WIN-WINSITUATIE De energiecoaches kregen van de gemeenten een vergoeding per afgelegd bezoek. Ze waren unaniem positief over het traject. Bij de inwoners bleek dit ook het geval. Gemiddeld bedraagt de mogelijke besparing € 200,- per huishouden, met uitschieters tot rond de € 600,-. Energiebesparing draagt weer bij aan een gezonde en veilige leefomgeving.
12
Archeologie van militair erfgoed
Regelmatig worden we op het journaal herinnerd aan de materiële resten uit de Tweede Wereldoorlog: ontruimingen vinden plaats vanwege een zware blindganger of er is een vliegtuigwrak gevonden. Sinds kort vormt de Tweede Wereldoorlog binnen het archeologisch beleid en onderzoek een nieuw aandachtsgebied binnen de ODMH.
Figuur 2. Resultaten veldonderzoek.
ARCHEOLOGISCHE ONDERZOEKEN De Omgevingsdienst Midden-Holland adviseert de gemeenten over archeologie in de meest brede zin; vakinhoudelijk over uitgevoerd onderzoek, advisering over bestemmingsplannen, het beoordelen van de noodzakelijkheid van onderzoek en het geven van presentaties en voorlichtingen. Alle uitgevoerde archeologische onderzoeken binnen de regio gebruiken we om het gemeentelijke archeologiebeleid te evalueren. Binnen de gemeente Waddinxveen, Gouda en Zuidplas bevinden zich de restanten van een Duitse waterlinie die globaal van Amsterdam naar Rotterdam liep. Langs deze linie werden voornamelijk lichte verdedigingswerken opgeworpen, zoals loopgraven, anti-tankgrachten, antitank obstakels, bunkers en geschutsopstellingen. Een deel van de resten van deze verdedigingswerken bevinden zich onder de grond. Binnen de gemeente Waddinxveen is een groot deel van deze linie zichtbaar in de vorm van een anti-tankgracht, die nu in gebruik is als afwateringssloot. VERDEDIGINGSLINIE IN BEELD De gemeente Waddinxveen heeft de verdedigingslinie opgenomen op de archeologische beleidsadvieskaart. Dit houdt in dat bij ruimtelijke ontwikkelingen rekening gehouden dient te worden met eventuele resten en dat deze mogelijk onderzocht moeten worden. In de plangebieden ’t Suyt en Nooitgedacht is in 2013 een onderzoek uitgevoerd. Een archeologisch bureauonderzoek heeft
aan de hand van luchtfoto’s duidelijk gemaakt waar nog sporen te verwachten zijn. Tijdens het gravend onderzoek troffen we een loopgraaf aan en konden tal van vragen beantwoord worden. Met dit onderzoek kunnen we nagaan of in het vervolg onderzoek moet plaatsvinden op het verdere verloop van de tankgracht. En zo ja, met welke intensiteit en met welke onderzoeksvragen. ARCHEOLOGISCH ONDERZOEK IN BREDER PERSPECTIEF Archeologische resten uit de Tweede Wereldoorlog staan niet op zichzelf, maar maken vaak deel uit van een groter geheel. Zo werden binnen de gemeente Zuidplas in 2011 de resten aangetroffen van een geschutskoepel als onderdeel van de verdedigingslinie. Verder onderzoek naar resten uit de Tweede Wereldoorlog moeten in een breder cultuurhistorisch perspectief worden gezien; elk onderzoek maakt de puzzel van de verdedigingslinie meer compleet. Archeologie staat binnen de Omgevingsdienst niet op zichzelf. Er zijn raakvlakken met verschillende afdelingen en expertises. Zo worden aanpassingen van het archeologiebeleid afgestemd met Ruimtelijke Ordening en Bouw- en woningtoezicht.
13
ODMH bouwt uit
De toename van het aantal taken en medewerkers bij de ODMH zorgt voor ruimtegebrek en maakt tijdelijke huisvesting op een andere locatie noodzakelijk. Een grondige verbouwing, flexibel werken en uitbreiding van het aantal vierkante meters moet hier het komend jaar een aanzienlijke verandering in brengen.
TIJDELIJKE HUISVESTING Al geruime tijd is het Midden-Hollandhuis te klein om alle medewerkers van de ODMH onder te brengen. Door de groei van de organisatie is de ruimtenood toegenomen. In 2012-2013 zijn we gegroeid van 136 naar bijna 200 medewerkers en begin 2015 zullen dat er circa 230 zijn. We verwachten in de toekomst nog verder te groeien. Noodgedwongen zijn veel medewerkers tijdelijk in een gehuurd gebouw aan de overzijde van het Midden-Hollandhuis aan de Thorbeckelaan ondergebracht. Daarmee wordt niet voldaan aan het uitdrukkelijke verlangen van de ODMH om de gehele dienst in één gebouw te huisvesten. Bovendien is het een minder gewenste situatie omdat het gebouw aan de overzijde niet voldoet aan de eisen van de huidige tijd.
“
VERBOUWING TWEEDE VERDIEPING Voor de bestaande ruimten in het Midden-Hollandhuis bestond de behoefte om efficiënter met de beschikbare ruimte om te gaan. Dit was mogelijk door de tweede verdieping in 2013 grondig te verbouwen, opnieuw in te richten en over te gaan op meer flexibel werken. Het inmiddels
wat gedateerde, traditionele cellenkantoor is verbouwd tot een moderne en open werkruimte. We kunnen nu meer medewerkers huisvesten, omdat er meer werkplekken zijn en medewerkers geen vaste werkplek meer hebben. Per afdeling of cluster hebben we zogenaamde vlekken aangeduid waar groepen medewerkers die soortgelijke werkzaamheden verrichten een werkplek kunnen vinden. Voor de verbouwing werkten er circa 75 medewerkers op de tweede verdieping, nu zijn er 98 werkplekken waar 110 tot 120 medewerkers gebruik van maken. UITBREIDING Hoewel de verbouwing het mogelijk maakt om beduidend meer medewerkers op de tweede verdieping onder te brengen, is het huisvestingsprobleem hiermee nog niet opgelost. De gewenste situatie om de gehele dienst in één pand te huisvesten, kunnen we pas realiseren op het moment dat de eerste verdieping is vrijgekomen. Na een verbouwing van deze verdieping kunnen de overige medewerkers, die nu nog aan de overzijde werken, worden ondergebracht in het hoofdgebouw.
Iedere werkdag beginnen met een opgeruimd bureau en een andere werkplek, wie wil dat nou niet!?” Beleidsadviseur bodem ODMH
14
Diensten verstevigen samenwerking In Hollands-Midden hebben de Omgevingsdienst MiddenHolland, de Omgevingsdienst West-Holland en de Brandweer de handen ineengeslagen en afspraken vastgelegd in een convenant. Waarom? Voor het optimaliseren van de samenwerking en omdat wij elkaar nodig hebben om ons eigen werk beter te kunnen doen. SAMENWERKING OPTIMALISEREN In de veiligheidsregio Hollands Midden wordt al geruime tijd samengewerkt. Toch denken we dat dit nog beter kan. Daarom hebben we, als eerste in Nederland, een convenant gesloten. Door meer resultaatgericht te gaan werken en te denken vanuit mogelijke risico’s sluiten we de veiligheidsketen volledig.
RISICOGERICHTE SAMENWERKING De brandweer en de omgevingsdiensten gingen al langer samen op controle bij risicovolle bedrijven. Maar voortaan doen we dat ook op basis van een gedeelde analyse. We leggen onze risicoanalyses naast elkaar, zodat we dezelfde risico’s in beeld hebben en de verschillen snappen. Zo halen we inefficiëntie en mogelijke dubbelingen eruit, en verbetert de veiligheid voor de inwoners.
ANDERS WERKEN Inwoners en bestuurders verwachten een samenhangende aanpak op het gebied van veiligheid. De complexiteit van vraagstukken vraagt daar ook om, net als de Wet veiligheidsregio’s. Die wet zegt: ken je risico’s, en communiceer daarover met je inwoners en de gemeenteraad. Die opdracht ligt buiten ieders eigenbelang. De brandweer kan de expertise van de omgevingsdienst goed gebruiken en de omgevingsdienst kan profiteren van de kennis en kunde bij de brandweer. We hebben elkaar dus nodig om ons eigen werk beter te kunnen doen. Dit is ook de reden waarom we werken aan een digitaal informatiesysteem waarbij de brandweer onze meest actuele handhavingsgegevens direct kan oproepen.
OPEN, KWETSBAAR EN GELIJKWAARDIG Eskes, directeur ODWH, Mutter, directeur ODMH, en Meijer, brandweercommandant Brandweer Hollands Midden, zijn ervan overtuigd dat het ‘Hollands Middenmodel’ ook heel goed elders in het land bruikbaar is. “Voorwaarde is wel dat je er als gelijkwaardige partners in stapt”, stelt Mutter. “Dat begint bij het besef dat je allemaal voor hetzelfde staat.” “Maar ook met snappen dat je elkaars vakkennis nodig hebt en dat daarvoor openheid en kwetsbaarheid vereist is”, vult Meijer aan. “In de praktijk blijkt dan al snel dat dit helemaal niet eng is. Sterker nog: door dit lange tijd niet te doen hebben we onszelf en de samenleving tekort gedaan.”
SAMENHANGEND ADVIES Nieuw bij deze samenwerking is dat we nu ook in de preventieve fase nauw samenwerken. Informatie-uitwisseling staat daarbij centraal. Door gebruik te maken van elkaars oren en ogen, en als dat handig is ook van elkaars bevoegdheden, kunnen we sneller optreden. Bedrijven en gemeenten gaan de voordelen van de samenwerking ook merken, doordat zij direct een samenhangend advies ontvangen.
Samenwerking tussen de brandweer en de omgevingsdiensten wordt steeds vanzelfsprekender. “Maar daarmee zijn we er nog niet”, vindt Eskes. “Tot op elk niveau van onze organisaties willen we onze medewerkers verleiden om van pilotgerichte naar systematische samenwerking te gaan, zodat we echt gezamenlijk gebieds- en risicogericht gaan acteren, en komen tot dat ene risicoprofiel van de regio als gezamenlijk vertrekpunt.”
15
Sociaal jaarverslag Op 31 december 2013 waren er 167 medewerkers in dienst van de Omgevingsdienst Midden-Holland. In 2013 zijn 28 nieuwe medewerkers bij ons in dienst getreden, deze houden zich voornamelijk bezig met de uitvoering van Bouw- en woningtoezichttaken. Er zijn geen medewerkers uitgestroomd. Van de 31 fte van bedrijfsvoering werkt 11 fte voor RDOG, ISMH en/of Streekarchief Midden-Holland. In 2013 hebben wij twee interne klachten ontvangen en afgehandeld. MAN / VROUW
LEEFTIJDSOPBOUW man vrouw
PARTTIME / FULLTIME
< 25 25 t/m 34 35 t/m 44 45 t/m 54 55 t/m 65
MEDEWERKERS PER ADFELING fulltime parttime
Expertise Bedrijven Bedrijfsvoering BWT Staf & management
24/7 wachtdienst
ODMH heeft een wachtdienst die 24 uur per dag bereikbaar is voor de inwoners van de regio. Inwoners kunnen spoedeisende klachten over water-, bodem- of luchtverontreiniging of geluidsoverlast veroorzaakt door bedrijven via het nummer melden. Het telefoonnummer is 0888-333555 (24 uur per dag); meldingen kunnen ook via het digitale meldingsformulier op onze website.