2014 Nord-Pas-de-Calais
Deze studie is uitgevoerd in opdracht van het Economisch Cluster sectie Handel & Investeringen Nederlandse ambassade te Parijs Oktober 2014
Om te bepalen of er kansen zijn voor Nederlandse MKB’ers in de verschillende Franse regio’s, is het van cruciaal belang om de regio’s nader in kaart te brengen. De achterliggende gedachte van deze studie wordt gevormd door het feit dat de ambassade graag actiever wilt worden buiten de stad Parijs om zo de foodprint van Nederland in geheel Frankrijk te vergroten. De topsectoren spelen hierbij een importante rol.
1
Inhoudsopgave 1. Topsectoren in Nederland .................................................................................................. 3 1.1 Agri & Food ................................................................................................................ 4 1.2 Chemie ...................................................................................................................... 4 1.3 Creatieve Industrie ...................................................................................................... 5 1.4 Energie ...................................................................................................................... 6 1.5 High Tech Systemen & Materialen................................................................................... 6 1.6 Logistiek .................................................................................................................... 7 1.7 Life Sciences & Health .................................................................................................. 7 1.8 Tuinbouw & Uitgangsmaterialen ..................................................................................... 8 1.9 Water ........................................................................................................................ 8 2. Pôles de compétitivité ....................................................................................................... 9 3. Te onderzoeken regio’s ....................................................................................................10 4. Nord-Pas-de-Calais..........................................................................................................10 4.1 Algemene informatie ...................................................................................................10 4.2 Economische gegevens ................................................................................................10 4.3 Publieke bestedingen...................................................................................................14 4.4 Nord-Pas-de-Calais en buitenlandse handel.....................................................................14 4.5 (Nederlandse) investeringen in Nord-Pas-de-Calais...........................................................15 5. Les pôles de compétitives in Nord-Pas-de-Calais...................................................................18 5.1 Aquimer....................................................................................................................18 5.2 Industrie du Commerce ...............................................................................................18 5.3 Nutrition Santé Longévité.............................................................................................19 5.4 Up-Tex .....................................................................................................................19 5.5 Matikem....................................................................................................................20 5.6 i-Trans……………………………………………………………………………………………………………………………………………..21 5.7 Team2(Technologies de l’Environnement Appliquées aux Matières et aux Matériaux) .............22 6. Sites d’excellence............................................................................................................23 7. SWOT- Analyse...............................................................................................................24 8. Belangrijke ontwikkelingen ...............................................................................................27 9. Conclusie.......................................................................................................................28 10. Bronnenlijst..................................................................................................................29 11. Bijlagen .......................................................................................................................32
2
1. Topsectoren in Nederland Het toenmalige kabinet Rutte I startte in 2010 met het topsectorenbeleid. Nederland blinkt wereldwijd uit in een aantal sectoren die nu al een relatief sterke positie hebben maar welke nog voldoende mogelijkheden hebben om te groeien. Het kabinet heeft 9 van deze sectoren benoemd tot topsectoren met als doel Nederland te laten excelleren op deze gebieden. De volgende sectoren behoren tot de top: * Agri & Food; * Chemie; * Creatieve industrie; * Energie; * High Tech Systemen en Materialen; * Life Sciences & Health; * Logistiek; * Tuinbouw & Uitgansmaterialen; * Water. De sectoren worden afzonderlijk besproken in de deelparagrafen. Topsectorenbeleid De topsectoren zijn kennisintensief, export georiënteerd en kunnen een belangrijke rol spelen in het oplossen van maatschappelijke vraagstukken wereldwijd. Daarnaast vloeit er veel werkgelegenheid en welvaart voort in Nederland uit de grote bedrijven en het MKB in deze internationaal opererende sectoren. Door middel van investeringen probeert het kabinet het verdienvermogen van de topsectoren volop te benutten om zo de economie en concurrentiepositie van Nederland te verbeteren. Om de schaarse financiële middelen zo goed mogelijk in te zetten, werken bedrijven, onderzoeksinstellingen en de overheid nauw samen in de zogenoemde Topconsortia voor Kennis en Innovatie (TKI). Elke topsector beschikt minimaal over één TKI. Het kabinet wordt geadviseerd door de zogenoemde topteams bestaande uit ondernemers, wetenschappers en de overheid. De overheid heeft voortdurend contact met de topsectoren om informatie op maat te kunnen bieden voor sectorspecifieke onderwerpen. Om de kansen op het gebied van export naar andere landen zo optimaal mogelijk te benutten moeten ook randvoorwaarden zoals ICT, regeldruk, duurzaamheid en werkgelegenheid voor al deze sectoren goed geregeld zijn. Ook hierover worden afspraken gemaakt binnen de topsectoren zodat elke sector ervoor kan zorgen dat de aanwezige kennis en innovatie omgezet kunnen worden in kansrijke producten. (Over topsectoren, 2014) Cijfers De topsectoren vertegenwoordigen samen meer dan een vierde van de toegevoegde waarde van Nederland. Gemiddeld genomen is de arbeidsproductiviteit binnen de topsectoren hoger dan in de overige sectoren van de Nederlandse economie. De productiviteit in de topsectoren ligt om precies te zijn gemiddeld bijna 35% hoger dan de productiviteit in de andere sectoren. Dit fenomeen wordt voornamelijk veroorzaakt door het feit dat de topsectoren niet alleen kapitaalintensiever, maar ook kennisintensiever zijn. Research & Development vormt een grote kostenpost binnen de topsectoren. De investeringsquote is 1,6 keer hoger dan de quote in de resterende sectoren. Dit bewijst de hogere kapitaalintensiteit. 97% van de totale private R&Duitgaven in Nederland bestaat uit de R&D-uitgaven aan eigen onderzoek voor de topsectoren. De pijlers van Nederland zijn sterk internationaal georiënteerd en leveren een aanzienlijke bijdrage aan de groei van de Nederlandse economie. De bijdrage aan de creatie van werkgelegenheid daarentegen, is niet zeer omvangrijk. Slechts één op de 5 werkende Nederlanders is werkzaam in een van de topsectoren. Gezien het aandeel van de topsectoren in de toegevoegde waarde, bewijst dit dat de arbeidsproductiviteit in de topsectoren hoog is. (Cijfers, 2014)
3
1.1 Agri & Food
Deze sector omvat alles rondom voedsel, zowel de primaire productie als het bewerken, verwerken, vermarkten en de distributie ervan. Daarnaast vallen ook veilingen, handel, retail en out of home sector en de consument in binnen- en buitenland onder deze internationale sector. Een deel van de producten uit deze branche wordt in binnen- en buitenland als eindproduct verkocht maar tegelijkertijd wordt er ook een aanzienlijk aantal producten gebruikt als input in de verwerkende voedingsmiddelenindustrie. 10% van de nationale inkomsten en werkgelegenheid vloeit voort uit deze branche. Nederland staat wereldwijd bekend als hofleverancier van de meest succesvolle en vernieuwende Agri & Foodbedrijven en kennisinstellingen. De toename van de wereldbevolking vergroot het belang van de sector, maar zorgt ook voor de nodige uitdagingen voornamelijk op het gebied van gezondheid, duurzaamheid en voedselzekerheid. Naast een aantal bekende bedrijven (o.a. Unilever, Friesland Campina, Danone, Vion en Mars) is binnen deze sector een aanzienlijk aantal kleinere bedrijven actief. Dit wordt vooral veroorzaakt door de relatief grote omvang van de primaire sector binnen het Agri & Food domein. Binnen deze primaire sector bevinden zich voornamelijk landbouwbedrijven (Birch Consultants; Universiteit van Tilburg, 2012). 12 van de 40 belangrijkste voedsel- en drankbedrijven ter wereld ontplooien ofwel R&D- activiteiten in Nederland of hebben er een vestiging. 73 miljard euro Met 73 miljard euro is Agri&Food qua productie de op twee na grootste sector van de Nederlandse economie. 7% Agri & Food neemt 7% van de totale innovatie-uitgaven in Nederland voor zijn rekening. 91.000 zelfstandigen In de topsector werken ruim 91.000 zelfstandigen. 89,2 miljard dollar Tussen 2004 en 2011 is de uitvoerwaarde van Agri & Food verdubbeld van 44,4 miljard dollar naar 89,2 miljard dollar. 6,4% In 2011 bedroeg het wereldwijde marktaandeel van de topsector 6,4 procent. (Topsector Agri & Food, 2014)
1.2 Chemie
De chemische industrie maakt en bewerkt producten door de chemische samenstelling van bestaande stoffen te veranderen. De eindproducten kunnen op verschillende manieren worden gebruikt en zijn daardoor niet beperkt tot een bepaalde afzetmarkt. Nederland behoort tot de wereldtop in de categorieën basischemie, voedingsingrediënten, coatings en high performance materialen. Net zoals het geval is in vele andere branches, heeft de chemiesector te maken met beperkte aanwezigheid van grondstoffen. De grondstoffen zijn niet in voldoende mate aanwezig of zijn simpelweg niet beschikbaar. Dit verschijnsel kan als negatief worden ervaren maar het biedt echter ook kansen. Nederland kent een sterke chemiesector en wilt een vooraanstaande rol hebben in de overgang naar de groene en duurzame chemie. (Topsector Chemie) 80% van de toegevoegde waarde komt van het grootbedrijf. Toonaangevende bedrijven zijn DSM, Akzo Nobel, Sabic, Shell en Unilever. De sector is goed georganiseerd; vrijwel alle bedrijven zijn vertegenwoordigd in één organisatie te weten de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie (VNCI) (Birch Consultants; Universiteit van Tilburg, 2012).
4
8% Chemie is verantwoordelijk voor 8 procent van de totale Nederlandse productie. 80.000 mensen In 2010 waren 80.000 mensen werkzaam in de chemie. 5+5 In de topsector zijn 5 Centra voor Innovatief Vakmanschap (MBO) en 5 Centers of Expertise (HBO) opgericht. Daarmee is de topsector op dit gebied de koploper. 11,7 miljoen euro In 2013 werd 11,7 miljoen euro aan TKI-toeslag verleend. Een deel daarvan werd besteed aan energie. 73% Het percentage innoverende bedrijven in de topsector Chemie (73%) lag in 2010 ruim boven het landelijke gemiddelde van 48%.
1.3 Creatieve Industrie
De topsector Creatieve Industrie wordt ook wel gezien als de meest dynamische topsector van de Nederlandse Economie. De creatieve sectoren (o.a. design, media en entertainment, mode, gaming en architectuur) vormen een drijvende kracht voor innovatie in andere sectoren. Daarnaast leveren ze oplossingen voor maatschappelijke uitdagingen op het gebied van zorg, veiligheid en energie. Internationaal gezien is deze sector een top 10-speler. Dat komt door internationaal opererende bedrijven als Endemol, G-Star, Guerrilla Games, Layar en Droog Design. (Topsector Creatieve Industrie) Over het algemeen omvat de sector veel MKB-bedrijven en ZZP’ers, die hun bestaansreden vinden in creativiteit, innovatie en ondernemerschap, met bekende bedrijven als de Telegraaf Media Groep, OMA en Endemol als uitzondering. Brancheverenigingen: *BNA: Bond van Nederlandse Architecten; *BNO: Beroepsorganisatie Nederlandse Ontwerpers *MODINT(kleding, modeaccessoires, tapijt en (interieur)textiel) Bovenstaande brancheverenigingen vallen onder de overkoepelende organisatie ‘Federatie Dutch Creative Industries’. (Birch Consultants; Universiteit van Tilburg, 2012) 97.000 bedrijven De topsector Creatieve Industrie telt de meeste bedrijven van alle topsectoren. 47% De topsector kent een hoog percentage kleine bedrijven en zelfstandigen: ±47%. Voor heel Nederland ligt dit percentage op 11%. 21 miljoen euro In 2010 bedroegen de innovatie-uitgaven van deze industrie 21 miljoen euro. 21 nieuwe projecten CLICK NL, de zogeheten TKI van de Creatieve Industrie, heeft een strategische onderzoeks- en innovatieagenda opgesteld. Op basis hiervan heeft een gezamenlijk call van NWO en TNO plaatsgevonden. Er is in totaal €7,7 miljoen beschikbaar gesteld voor 21 nieuwe publiek-private onderzoeksprojecten (19 NWO- en 2 TNO-projecten)
5
1.4 Energie
Energievoorziening is belangrijk voor de samenleving en moet schoon, betrouwbaar en betaalbaar zijn. Belangrijke thema’s hierbij zijn de internationalisering van de energiemarkt en de doelstellingen betreffende de CO2-reductie. De toenemende vraag naar (duurzame) energie biedt verscheidene mogelijkheden voor de energiesector o.a. op het gebied van opwekking, transport van en handel in energie. Door de ligging aan zee, de positie van de zeehavens, de aanwezigheid van gas en een gasinfrastructuur kan Nederland uitgroeien tot het energieknooppunt van Europa. (Topsector Energie) 80% van de toegevoegde waarde komt van het grootbedrijf(Shell, Eneco, Essent, Nuon). De energiesector bestaat uit een aantal grote bedrijven en veel kleine bedrijven in clean-tech (Birch Consultants; Universiteit van Tilburg, 2012). De belangen van groot aantal clean-tech bedrijven worden gebundeld door de FME, een ondernemersorganisatie voor de technologische industrie (Over FME). 55 miljard euro De kapitaalintensieve sector Energie kent relatief weinig bedrijven. Toch zijn de productie (2012: 55 miljard euro) en de toegevoegde waarde (2012: 27 miljard euro) hoog. 4,9 miljard euro In 2012 investeerde de topsector Energie 4,9 miljard euro. 5 TKI’s De topsector heeft 5 Topconsortia Kennis en Innovatie en twee gezamenlijke TKI’S met de topsector Chemie. 550.000 euro De arbeidsproductiviteit van de topsector Energie is met ruim 550.000 euro per arbeidsjaar zeven keer hoger dan het landelijke gemiddelde. 10,1% Het aandeel duurzame energie in het totale elektriciteitsverbruik is in Nederland gestegen van 7,7% (2008) naar 10,1% (2011).
1.5 High Tech Systemen & Materialen
Voor bedrijven die willen doorgroeien is innovatie onmisbaar. De ontwikkeling van nieuwe technologieën is echter duur en vraagt om de nodige deskundigheid. Het is vaak onzeker of de nieuwe technologie wel succesvol wordt. Dit vraagt om een goede strategie. HTSM biedt pragmatische geheeloplossingen voor technologische uitdagingen van systeemarchitectuur tot productie. De sector omvat een aantal nauw met elkaar verbonden industrieën: de machine- en systeemindustrie, autoindustrie, lucht- en ruimtevaartmaterialen, inclusief staal. Nederland vertegenwoordigt met zowel grote als kleinere bedrijven een sterke positie in specifieke (niche)markten van de High Tech sector. Deze positie moet verder versterkt en uitgebreid worden. (Topsector High Tech Systemen en Materialen) Het grootbedrijf neemt 60% van de bedrijvigheid voor zijn rekening. Toonaangevende bedrijven zijn Philips, Océ, NXP en ASML (Birch Consultants; Universiteit van Tilburg, 2012). Voor de MKBondernemers binnen deze sector is net zoals in de andere topsectoren een MKB-loket opgericht waardoor de ondernemers o.a. informatie en advies krijgen over instrumenten en (netwerk)kansen binnen de sector (Topsector HTSM). 8% HTSM leverde in 2010 ruim 8% van de productie en 6% van de toegevoegde waarde van Nederland op. In termen van productie en toegevoegde waarde is HTSM daarmee de grootste topsector.
6
430.000 mensen Er zijn ruim 430.000 mensen werkzaam in deze topsector. Dat is ongeveer 7% van de Nederlandse beroepsbevolking. 11% HTSM is met 11% van de totale uitvoer van Nederland een belangrijke exporteur. In 2011 bedroeg de uitvoerwaarde 214 miljard dollar. 2,8% Het marktaandeel van de topsector HTSM in de totale wereldgoederenhandel HTSM bedraagt 2,8%. 2,5 miljard euro Innovatie is zeer belangrijk in deze sector. In 2010 werd er daarom ruim 2,5 miljard euro besteed aan R&D-activiteiten.
1.6 Logistiek
Alle deskundigheid en kennis die nodig is om goederen- en informatiestromen te plannen, organiseren, uit te voeren en te besturen wordt beschouwd als logistiek. Logistiek ondersteunt de export en het goederenvervoer en vormt hierdoor een belangrijke pijler in het aantrekkelijke vestigingsklimaat van Nederland. In de Logistiek werken veel verschillende partijen samen, zoals verladers, logistieke dienstverleners, havenbedrijven, transportbedrijven, rederijen, kennisinstellingen en de overheid. De activiteiten van deze partijen dragen volop bij aan de sterke internationale positie van Nederland. Met slechts 0,25% van de wereldbevolking en 1% van de wereldproductie verzorgt Nederland 3,7% van de wereldhandel. (Topsectoren) Het grootste deel van de toegevoegde waarde (60%) wordt bijgedragen door vervoerders en verladers uit het MKB. Enkele grote spelers zijn Vos Logistics, Jan de Rijk en Kuehne+Nagel (Birch Consultants; Universiteit van Tilburg, 2012). 55 miljard euro De toegevoegde waarde van Logistiek aan het BBP bedraagt 55 miljard euro. 813.000 mensen In de topsector Logistiek zijn ongeveer 813.000 mensen werkzaam, dat is een kleine 12% van de beroepsbevolking. 2e plaats Nederland neemt de tweede plaats in op de wereldranglijst op het gebied van volgen en nagaan van zendingen. 24.150 bedrijven De sector Logistiek telde in 2011 24.150 bedrijven.
1.7 Life Sciences & Health
De vraag naar Life Sciences & Health producten groeit. Dat komt doordat mensen langer en gezonder leven, bepaalde ziekten frequenter voorkomen en door technologische innovaties. Deze innovaties zijn o.a. het resultaat van doorbraken in biologisch onderzoek, genomics- en stamcelonderzoek. De focus ligt zowel op humane als veterinaire gezondheidszorg (Life Sciences & Health). Ongeveer de helft van de toegevoegde waarde is voor rekening van het grootbedrijf. Toonaangevende bedrijven zijn Crucell, Pharming, Octoplus en Janssen Biotech (Birch Consultants; Universiteit van Tilburg, 2012).
7
Enkele brancheorganisaties: * Life Sciences Health * Nefemed * FHI (De branchevereniging voor de Medische Technologie) 2000 Aantal bedrijven in deze sector, 0,2% van het totaal aantal bedrijven in Nederland. 0,6% Het percentage van de werkzame personen van Nederland in deze sector. 1,1% Het percentage van de totale Nederlandse productie dat deze sector genereert. 671 miljoen euro Het bestede bedrag aan private R&D-uitgaven. 24,1 miljoen euro De omvang van de toegewezen kredieten.
1.8 Tuinbouw & Uitgangsmaterialen
Alle plantaardige ketens in het tuinbouwcomplex behoren tot deze sector. Voor uitgangsmaterialen geldt het totale plantaardige agrocomplex. De topsector is een brede sector met deelsectoren die verdeeld zijn van groenten, fruit en bomen tot aan bloemen en bollen. Uitgangsmaterialen zijn producten zoals pootgoed, plantgoed en zaaigoed. Daaronder vallen tevens bedrijven in de verwerking, toelevering, handel en distributie (Topsector Tuinbouw & Uitgangsmaterialen). Het grootbedrijf vertegenwoordigt ongeveer 50% van de toegevoegde waarde. Bekende bedrijven zijn zaadveredelaars zoals Rijk Zwaan en Nunhems. De midden- en kleinbedrijven zijn voornamelijk tuinders en exporteurs, die zich hebben verenigd via productschappen (Birch Consultants; Universiteit van Tilburg, 2012) zoals het Productschap Tuinbouw. Daarnaast behartigt Tuinbranche Nederland de collectieve belangen van ruim 500 ondernemers (MKB Green Deal | Tuinbranche Nederland). 130.000 mensen In deze topsector werken 130.000 mensen. Dat is ongeveer 2% van de totale Nederlandse beroepsbevolking. 19.000 bedrijven Deze mensen werken samen in ruim 19.000 bedrijven. 500 miljoen euro In 2010 gaf de sector bijna 500 miljoen euro uit aan Innovatie 12,5% Tuinbouw & Uitgangsmaterialen is met ruim 23,2 miljard dollar goed voor 12,5% marktaandeel in de totale wereldgoederenhandel. Meer dan de helft van dat marktaandeel (53,99%) bestaat uit sierteelt.
1.9 Water
De topsector Water richt zich voornamelijk op de bescherming van land, energie uit water en technologieën voor waterhergebruik maar ook op slimme en veilige schepen (Topsector Water). De sector is onderverdeeld in drie clusters: - Watertechnologie (gericht op de thema’s ‘Water for all’, ‘More crop per drop’, ‘Water & Energie’ en ‘Water & ICT’. - Deltatechnologie (gericht op de thema’s ’Eco-Engineering’, ‘Waterveiligheid en slimme dijken’ en ‘Leefbare delta’.)
8
- Maritieme technologie (gericht op de thema’s ‘Winnen op zee’, ‘Schone schepen’, ‘Slimme schepen’ en ‘Slimme havens’ (Birch Consultants; Universiteit van Tilburg, 2012). De drie sectoren variëren in aard en samenstelling. In de maritieme sector is voornamelijk een groot aantal private bedrijven actief (IHC, Damen Shipyards) en is de organisatiegraad hoog. In de sector Watertechnologie zijn voornamelijk midden-en kleinbedrijf actief en ligt organisatiegraad veel lager. Een belangrijke groep bedrijven zijn de technologieleveranciers zoals Pentair en Paques, die innovatietechnologie ontwikkelen en internationaal vermarkten (Innovatiecontract Watertechnologie). Voorbeelden van brancheorganisaties zijn VLM en Aqua Nederland. De Deltatechnologie tot slot kent een paar grote bedrijven (baggeraars (Boskalis en Van Oord) en ingenieursbureaus) en ook een aantal kleine bedrijven (Birch Consultants; Universiteit van Tilburg, 2012). 3.000 bedrijven De topsector water bestaat uit 3000 bedrijven. 42% In de topsector water investeert 42% van de bedrijven in technologische innovatie. 90.000 mensen Met bijna 90.000 mensen vormt de topsector Water 1,3% van de Nederlandse beroepsbevolking. 60 bedrijven In 2012 hebben 60 bedrijven meegedaan aan economische missies. Van de in de totaal 240 deelnemers van de topsectoren is de topsector Water de op een na grootste sector die deelneemt aan economische missies. 468 miljoen euro De topsector gaf in 2010 468 miljoen euro uit aan eigen R&D. Dat is 9% van de totale uitgaven in Nederland.
2. Pôles de compétitivité
In 2004 werd in Frankrijk een nieuwe politiek op industrieel gebied gelanceerd vanwege de toenemende concurrentie in de wereld. De zogenaamde ‘pôles de compétitivité’ zijn gecreëerd om de ‘key factors’ van de Franse concurrentie op de eerste plaats te mobiliseren om zo duidelijkheid te krijgen in de innovatiecapaciteit en werkgelegenheid te ontwikkelen in de draagsectoren van Frankrijk. Een pôle de compétitivité is een verzamelnaam welke wordt toegewezen aan clusters van bedrijven (groot en klein), kennisinstellingen en onderwijsinstituten binnen het zelfde vakgebied om zo synergie en samenwerking te creëren. (Politique des pôles, 2013) Het vernieuwde beleid, en daarmee de pôles de compétitivité, kent de volgende 4 doelstellingen: * het ondersteunen en doen laten groeien van het concurrentievermogen van Franse bedrijven; * innovatieve activiteiten uitvoeren in de verschillende sectorgebieden; * het verder ontwikkelen van de zichtbaarheid van het productiesysteem en van de Franse industrie in het buitenland; * het stimuleren van de creatie, groei en behoud van werkgelegenheid in de sectoren. (Les pôles de compétitivité, 2014) In Nederland behoor je als landbouwbedrijf automatisch tot de Agri & Food sector. In Frankrijk is dit niet het geval. Bedrijven worden namelijk geacht lid te worden van een bepaalde pôle die aansluit bij hun sector. Frankrijk kent in totaal 71 pôles de competitivité welke verspreid zijn door het hele land. In dit rapport worden de pôles de compétitivité besproken die zich in de regio Nord-Pas-de-Calais bevinden.
9
3. Te onderzoeken regio’s
Allereerst is ervoor gekozen om de regio Nord-Pas-de-Calais nader te bestuderen. Nord-Pas-de-Calais is gevestigd in het noorden van Frankrijk. De regio grenst aan België waardoor de afstand, relatief gezien, kort is. Dit kan een springplank vormen voor beginnende Nederlandse exporteurs welke de wil hebben om in Frankrijk te opereren maar niet gelijk te ver de grens over willen. De regio is via meerdere transportwijzen uitstekend te bereiken. Daarnaast is er een Netherlands Business Support Office (NBSO) gevestigd in Lille, welke o.a. als doel heeft Nederlandse bedrijven op weg te helpen in en rond de regio Nord-Pas-de-Calais.
4. Nord-Pas-de-Calais 4.1 Algemene informatie
Nord-Pas-de-Calais is een regio welke in het zuiden begrensd wordt door de regio Picardie, in het noordoosten grenst aan België en in het noorden aan ‘het Kanaal’ en aan de Noordzee. De regio bestaat uit twee departementen te weten ‘Nord’ (59) en ‘Pas-de-Calais’ (62) en 13 arrondissementen. Hoofdstad Andere belangrijke steden Aantal inwoners Oppervlakte Aantal inwoners per km2
Lille (Rijsel) Roubaix, Tourcoing, Duinkerke, Calais, Villeneuve-d’Ascq, Valenciennes en Boulognesur-Mer. ± 4 052 000 (6,2% van de Franse populatie) 12 414 km2 (2,25% van de totale oppervlakte van Frankrijk) 326
De regio behoort tot de kleinste regio’s van Frankrijk (18e plaats op de ranglijst). Daarentegen scoort de regio hoog met het aantal inwoners (4e plaats op de ranglijst). Dit fenomeen wordt weerspiegeld in het hoge aantal inwoners per km2 (zie tabel). Gemiddeld wonen in Frankrijk namelijk 115 mensen per km2. Met name het departement ‘Nord’ is erg dichtbevolkt. De bevolking groeit matig met een gemiddeld stijgingspercentage van 0,1% per jaar sinds 2006. Over het algemeen is er een geboorteoverschot en worden er dus jaarlijks meer mensen geboren dan dat er sterven wat zorgt voor een toename van 0,5% per jaar. Daarentegen verlaten meer mensen de regio dan dat er mensen zich vestigen. Dit migratietekort vermindert het groeipercentage met 0,4% waardoor de bevolking uiteindelijk gemiddeld maar met 0,1% toeneemt. Hoewel de regio nog steeds de jongste regio van Frankrijk vormt (27% van de bevolking is jonger dan 20 jaar), zijn er de laatste tijd toch tekenen van vergrijzing. Het aantal 65+ stijgt, maar in mindere mate dan op nationaal niveau (La région et ses départements: population, 2013). De structuur van de populatie in de regio komt niet overeen met de structuur van de Franse populatie. De regio telt proportioneel gezien meer arbeiders en inactieven en minder mensen met een leidinggevende functie. Er zijn minder mensen woonachtig met een buitenlandse nationaliteit: 3% van de inwoners hebben een buitenlandse nationaliteit tegen gemiddeld 6% in Frankrijk. Bijna de helft van de mensen met een buitenlandse nationaliteit komt uit ‘Maghreb’ (La région et ses départements: population, 2013).
4.2 Economische gegevens
Met een BBP van €100 miljard in 2011, vertegenwoordigt de regio de 4e positie in het klassement van de Franse regionale economieën. Nord-pas-de-Calais draagt voor 5,1% bij aan de nationale rijkdom. Zoals het geval is sinds de jaren 90, dragen 4 regio’s voor de helft bij aan het BBP van Frankrijk te weten: Île de France(31%), Rhône-Alpes, Provence-Alpes-Côte-d’Azur er Nord-Pas-deCalais. Regionaal gezien komt 2/3 van deze rijkdom tot stand in het departement ‘Nord’. Het BBP per hoofd van de bevolking bedroeg in 2011 €24 700, waarmee de regio in het nationaal klassement de
10
14e plaats vertegenwoordigt. De laatste jaren stijgt de regio beetje bij beetje in het klassement (La région et ses départements: économie, 2013). Werkloosheid (%) Nord-Pas-de-Calais Frankrijk (Taux de chômage, 2014)
1e trimester 2013 13,4 9,9
4e trimester 2013 12,8 9,7
1e trimester 2014 12,8 9,7
In het eerste trimester van 2014 bedroeg het werkloosheidspercentage in het departement Pas-deCalais: 13% en in Nord: 12,7%. Hoewel het percentage de laatste jaren wat hoger ligt in Pas-deCalais, is het verschil in percentage tussen beide regio’s niet extreem. Men zegt dat de regio’s ‘Languedoc-Roussillon’ en ‘Nord-Pas-de-Calais’ het zwaarst getroffen worden door de werkloosheid in Frankrijk (Le chômage frappe surtout le Languedoc-Roussillon et le Nord-Pas-de-Calais, 2013). Werkloosheidspercentage per werkgebied Werkgebied Roubaix-Tourcoing Lille Duinkerke Flandre-Lys Douai Valenciennes Cambrai Maubeuge Arras Lens- Hénin Béthune – Bruay Saint-Omer Calais Boulogne-sur-Mer Berck-Montreuil
1e trimester 2013 15% 11,2% 12,7% 8,3% 15% 16% 12,9% 15,8% 9,7% 17,1% 12,9% 12,8% 17,1% 14,8% 9,9%
1e trimester 2014 14,6% 10,8% 11,9% 8% 14,1% 15,2% 12,3% 15% 9,4% 16,5% 12,3% 12,5% 16% 14% 9,3%
De werkloosheid per werkgebied varieert tussen de 8% en 16%. Hoewel de percentages in de werkgebieden nog steeds hoog liggen, zijn alle percentages gedaald in vergelijking met het 1e trimester van 2013. Vooral in de periode 2011-2013 waren er veel werklozen in de regio. Men zegt dat Nord-pas-de-Calais, met uitzondering van Lille, de grote verliezer is van de crisis (La carte de France des pertes d'emploi, 2014).
11
Percentage werknemers
Figuur 1
Uit de grafiek blijkt dat het percentage werkenden in Nord-Pas-de-Calais ruim onder het landelijke en het Europese gemiddelde ligt. Percentage werknemers per leeftijdscategorie
Figuur 2
Uit deze tabel kan men afleiden dat voornamelijk het aantal werknemers onder de 25 erg laagt ligt. Dit is echter niet alleen het geval in Nord-Pas-de-Calais, maar ook in Frankrijk en in de rest van Europa.
12
Aantal werkzoekenden op 31 december 2013
Figuur 3
Bovenstaande tabel weergeeft echter dat de meeste werkzoekenden zich tussen de 25 en 49 jaar bevinden (Demandeurs d'emploi au 31 décembre 2013).
Figuur 4
(APPROCHE DE LA DEMANDE D'EMPLOI PAR DOMAINES PROFESSIONNELS, 2014) Momenteel is de meeste werkgelegenheid te vinden in de tertiaire sector. Het aanbod van werkgelegenheid in de sector bouw en openbare werken daarentegen, is zeer zwak. De vraag naar werkgelegenheid per professioneel domein is het hoogst in de volgende domeinen: * handel en verkoop; * sociaal en dienstverlening aan personen; * administratieve, financiële en boekhoudkundige diensten; 13
* logistiek; * interieur verzorging.
4.3 Publieke bestedingen
Met een 4e plek in het nationaal klassement in termen van het aantal inwoners, neemt de regio NordPas-de-Calais de 3e positie in na l’Île-de-France en Rhône-Alpes in termen van uitgaven (exclusief schuldmanagement) met een bedrag van ongeveer €1,874 miljard in 2011. Gezien het aantal inwoners, lopen de publieke uitgaven op tot €458 per inwoner tegen €412 gemiddeld in Frankrijk. De publieke uitgaven worden o.a. gevormd door de volgende kostenposten: * opleiding (14%); * 2e graad leraren (20%); * spoorwegen (16%). Voornamelijk de openbare bestedingen aan spoorwegen liggen ruim boven het landelijk gemiddelde, hetgeen de regionale deskundigheid op dit gebied illustreert. (La région et ses départements: économie, 2013)
4.4 Nord-Pas-de-Calais en buitenlandse handel
In 2011 importeerde de regio voor €39 miljard terwijl er geëxporteerd werd voor €32 miljard. Dit resulteerde in een tekort van 7 miljard, hetzij 3 miljard meer dan in het voorgaande jaar. De hoeveelheid geïmporteerde en geëxporteerde producten en diensten zijn beiden toegenomen in zowel 2010 als 2011. Ondanks een stijging in de export, blijft de onevenwichtigheid in de handelsbalans voortduren. De voornaamste afnemers en leveranciers van de regio Export: België Duitsland Verenigd Koninkrijk Italië Nederland
26% 14% 7% 6% 6%
Import: België Duitsland China Nederland Spanje
18% 12% 9% 6% 5%
Zowel de helft van de ingevoerde als de helft van de uitgevoerde producten wordt gevormd door industriële producten. Het tekort op de handelsbalans wordt voornamelijk gecreëerd door de natuurlijke koolwaterstoffen en andere producten uit de extractie industrie gevolgd door mechanische apparatuur, elektronisch materiaal, elektronica en informatica en ten slotte door geraffineerde aardolieproducten en cokes. Daarentegen tracht men met de export van transportmaterialen en producten uit de agro-voedingsindustrie een overschot te creëren op de handelsbalans. In 2011 bevond meer dan de helft van de leveranciers, en ¾ van de klanten van de regio zich in de Europese Unie. De voornaamste leverancier en tevens de voornaamste klant van de regio is België. Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, Spanje en Nederland zijn de volgende 4 landen waarmee de regio veel handel voert. In totaal is ongeveer 10% van de import afkomstig uit snel ontwikkelende landen in Azië (La région et ses départements: économie, 2013).
14
4.5 (Nederlandse) investeringen in Nord-Pas-de-Calais
Er is een stijgende lijn in de Nederlandse investeringen in Frankrijk: 24 Nederlandse investeringsprojecten in 2012 tegen 20 in 2011, hetzij een toename van 20%. In 2012 bevoorrechte Nederlandse bedrijven investeringen in de volgende twee activiteiten: * software en informatica (21%); * financiële en bancaire dienstverlening, verzekeringen (17%). (Les entreprises néerlandaises demeurent des investisseurs de premier plan en France en 2012 ). Begin 2014 bevonden zich 1700 Nederlandse hoofdvestigingen in Frankrijk. Meer dan 200 000 werknemers zijn werkzaam voor deze bedrijven. Hoewel Nederlandse bedrijven in geheel Frankrijk aanwezig zijn, gaf men in 2012 volgens het Agence Française des Investissements Internationaux (AFII) voornamelijk de voorkeur aan investeringen in de regio’s Île de France(21%), de Bourgogne (14%) en Nord-Pas-de-Calais(7%) (AFII, 2014). Nord-Pas-de-Calais staat in de top 5 van meest internationaal georiënteerde regio’s. 11% van de regionale werkgelegenheid wordt ingevuld door werknemers die werkzaam zijn in een buitenlandse onderneming. Al 15 jaar lang neemt de regio de 3e plaats in op het gebied van buitenlandse investeringen in Frankrijk, de regio tracht deze positie te handhaven en te versterken (KPMG, 2011). De regio trekt voornamelijk investeringen aan in de volgende domeinen: * logistiek en geassocieerde diensten; * chemie (17% van de totale investeringen in deze sector in Frankrijk); * machines en mechanische apparatuur (17% van de totale investeringen in deze sector in Frankrijk). (AFII, 2014) Wat betreft de buitenlandse bedrijven die zich vestigen in Nord-Pas-de-Calais, het zijn voornamelijk bedrijven uit landen die in geheel Frankrijk investeren (Duitsland, de Verenigde Staten, het VerenigdKoninkrijk, Italië, Spanje). 68% komt uit Noord-Europa met België aan kop (24%), Duitsland (17%), het Verenigd Koninkrijk (13%), Nederland (7%) en Scandinavië (7%). De relatief gezien lage drempel met betrekking tot cultuurverschillen verklaart de sterke aanwezigheid van bovengenoemde landen. Verder zijn Canada en de Verenigde Staten (beiden 14%) goed vertegenwoordigd in de regio en Japan (4%), hoofdzakelijk gewijd aan de automobielindustrie. Uit een onderzoek van de KPMG genaamd ‘Nord-Pas-de-Calais est-il vraiment attractif?’ in 2011 blijkt dat 1/3e van de buitenlandse bedrijven voor hun vestiging in Nord-Pas-de-Calais een slecht beeld hadden van de regio. Slechts 1% van de ondervraagden veranderde niet van mening na vestiging in de regio. Nederland behoort samen met Duitsland en Japan tot de meest tevreden landen na hun investeringen in de regio (KPMG, 2011). Zoals figuur 1 weergeeft, blijkt commerciële ontwikkeling de voornaamste de reden voor het merendeel van de buitenlandse investeerders (KPMG, 2011).
60% van de in het onderzoek ondervraagde bedrijven, met name bedrijven uit de Benelux, geeft aan hun vestiging in de regio als een sterk punt te zien, 27% ervaart het als een strategische zet. 85% van de ondervraagde bedrijven raad andere buitenlandse bedrijven aan een etablissement in Nord-Pas-de-Calais te vestigen (KPMG, 2011).
Figuur 5
15
Volgens gegevens van de NBSO in Lille zijn er momenteel zo’n 260 Nederlandse bedrijven gevestigd in de regio, waarvan 190 à 200 hoofdvestigingen1. Toonaangevende bedrijven zijn Heineken, DSM en TNT. Tot het genoemde aantal bedrijven behoren echter vooral MKB’ers. De meeste bedrijven grondvesten zich in of rondom de stad Lille. Volgens het AFII was Frankrijk in 2013 in Europa het eerste land waarin Nederland investeerde in termen van de creatie van werkgelegenheid (21%), gevolgd door het Verenigd Koninkrijk (20%) en Duitsland(11%) (AFII, 2014). In 2010 vertegenwoordigde Frankrijk echter nog de tweede plaats, na Duitsland (AFII, 2010). Wanneer men de Nederlandse directe investeringen in het buitenland echter als meetpunt neemt, staat Frankrijk vijfde in het klassement2.
Figuur 6
Nederland investeerde de laatste jaren voornamelijk in de regio’s Île de France, Bourgogne en NordPas-de-Calais. Het aandeel van de Nederlandse investeringen in het totaal aantal buitenlandse investeringen in de regio Nord-Pas-de-Calais is echter laag, slechts 5%. (AFII, 2014)
1
Raadpleeg de bijlagen voor een overzicht van de Nederlandse bedrijven in Nord-Pas-deCalais. 2 Raadpleeg de bijlagen voor een volledig overzicht van de standen van Nederlandse investeringen in het buitenland. 16
Figuur 7
Uit bovenstaande tabel blijkt dat Nederlandse bedrijven in 2013 voornamelijk in de sector handel en distributie investeerden (39%). 27% van het totaal aantal buitenlandse investeringen in deze sector is afkomstig van Nederlandse bedrijven. (AFII, 2014)
Figuur 8
(AFII, 2010) In 2010 was meer dan de helft van de investeringen in Frankrijk gewijd aan uitbreiding van bestaande investeringen.
17
5. Les pôles de compétitivité in Nord-Pas-de-Calais 5.1 Aquimer
Domein: Agricultuur/Agroalimentair Deze nationale pôle is gericht op het bestuderen van vissen en schaal- en schelpdieren en het beoordelen van aquatische producten. Het cluster is hier gevestigd vanwege het feit dat de eerste vissershaven van Frankrijk (in termen van vangst) zich in Boulogne-sur-Mer bevindt, voor de havens van Lorient en Le Guilvinec in Bretagne (Le Port de Boulogne-sur-Mer, premier port de pêche français en tonnage en 2013, 2014). Tevens is er een ‘Institut français de recherche pour l’exploitation de la mer’ (Ifremer) gevestigd. Voornaamste thema’s: * Innovatie * Onderzoek * Beoordeling Actieve leden3: * Grote bedrijven : 12 * MKB : 56 * Onderzoeksinstellingen : 13 * Opleidingsinstituten : 8 * Overige partners : 18 Voorbeelden van lopende projecten: * Idthon: identificatie en kwantificatie van tonijnsoorten in blik. * Nouvelles vagues: het bestuderen van vis voor de menselijke voeding en het ontwikkelen van een duurzame aquacultuur. *Open food system: innovatieve keukenapparatuur voor het bereiden van dagelijkse maaltijden. (Aquimer, 2014) Nederlandse bedrijven welke actief zijn binnen dit domein in de regio: * Agromar (moederbedrijf: C.F. Vrolijk Beheer) Sector: Agroalimentair, Agricultuur en vis * Deutz France (moederbedrijf: Intractor B.V.) Sector: Handel & Distributie * Eurocontact (moederbedrijf: Hollande Seafoods) Sector: Agroalimentair, agricultuur en vis * Fishpartners France (moederbedrijf: Kennemervis Group) Sector: Agroalimentair, agricultuur en vis * Loligo (moederbedrijf: Eurocontact SA) Sector: Agroalimentair, agricultuur en vis * Ondulys Liana (moederbedrijf: Stichting Administratiekantoor Packaging Investments) Sector: Verpakkingen Bovenstaande bedrijven zijn echter niet aangesloten bij de pôle Aquimer welke zich voornamelijk op aquatische producten richt.
5.2 Industrie du Commerce Domein: Engineering & Services
De PICOM (Pôle de compétitivité des Industries du Commerce) vertegenwoordigt de voornaamste Franse spelers op het gebied van distributie, e-commerce en klantenrelaties.
3
Raadpleeg de bijlagen voor een volledig overzicht van de aaneengesloten bedrijven en onderzoeks- en opleidingsinstituten. 18
Actieve leden: * Grote bedrijven: 31 * MKB: 23 * Onderzoeks- en opleidingsinstituten: 10 Enkele toonaangevende bedrijven die zijn aangesloten bij de pôle zijn: Atos, Auchan, Castorama, Decathlon, IBM, La Poste, Leroy Merlin, Movivia-Norauto, Orange. Voornaamste thema’s: * Optimalisatie van het proces * Klantenrelatie & mobiliteit * Nieuwe manier van het aankopen van producten. Voorbeeld van een lopend project: * RIC: de klantenrelaties en de detailhandel van de toekomst. Dit project wordt ondersteund door Auchan. RIC stelt voor bedrijven en publieke onderzoeksinstituten een omgeving ter beschikking waar zij experimenten en tests kunnen doen (Industries du commerce, 2014).
5.3 Nutrition Santé Longévité Domein: Biotechnologie/Gezondheid
De bescherming van de gezondheid en het menselijk welzijn door voeding en de juiste diagnose en behandeling van ziektes. Voornaamste thema’s: * Interface Voeding / Gezondheid * Agroalimentair * Ziekten verbonden aan leefstijlen * Stofwisselingsziekten & hart en vaatstelsel * Ziekten verbonden aan leeftijd Actieve leden: * Grote bedrijven: 24 * MKB: 33 * Onderzoeks- en opleidingsinstituten: 16 * Overige partners: 9 Enkele toonaangevende bedrijven zijn: Roquette Frères, Bonduelle, Ingredia, Leroux SAS, LESAFFRE, Sogemin. Voorbeelden van aangesloten onderzoeks- en opleidingsinstituten zijn: Université Lille 2 Droit et Santé, Université Lille 1 Sciences et Technologies, Université d’Artois, Institut Pasteur de Lille, Institut Supérieur d’Agriculture, Centre Hospitalier Régional Universitaire de Lille. Food Valley is een Nederlandse partner waarmee deze pôle samenwerkt. Voorbeeld van een lopend project: * Purifunction: innovatieve extractie en onderzoekprocedures voor de voedings-/gezondheidsmarkt. (Nutrition Santé Longévité, 2014)
5.4 Up-Tex
Domein: Materialen Voornaamste thema’s: * Geavanceerde textielmaterialen * Technologieën met betrekking tot het waarnemen van producten met de zintuigen (polysensorialité) * Design * Mass customization
19
Actieve leden: * MKB: 92 * Onderzoeksinstellingen: 27 * Opleidingsinstituten: 12 * Overige partners: 8 Voorbeelden van lopende projecten: * Balloo: nieuwe materialen en procedures van samenstelling voor het ontwerpen van soepele en sterke vliegtuigreservoirs. * Depoltex: Textielen om sedimenten te ontdoen van vervuiling. * Finather 3: Het vervangen van petrochemische componenten door hernieuwbare biobased componenten. (UP-tex, 2014) *Enkele toonaangevende bedrijven: Blanc, Damart, Dickson, Duflot, Dylco, Mogul, Texinov *Onderzoeksinstellingen: Université Lille, HEI (Hautes Études d’Ingénieur), Ensait (Ecole d’ingénierie et d’innovation textile), Université Picardie Jules Verne, ENSCL(Ecole Nationale Supérieure de Chimie de Lille), ENSMD (École des Mines de Douai) U.I.T. Nord (Union des Industries Textilles du Nord), Université Lille 1 et 2. *Technisch centrum: IFTH (Institut Français du Textile et de l’Habillement). Het IFTH is op zoek naar Nederlandse partners. *Partners : Les pôles de compétitivité Maud en IAR (Industries & Agro-Ressources). (Le Pole Up Tex)
5.5 Matikem
Domein: Consumptiegoederen, Chemie, Materialen De Pôle de Materieux et Applications pour une Utilisation Durable(MAUD) is een nationale pôle gewijd aan materialen, chemie en groene chemie. De pôle is begin oktober veranderd van identiteit en gaat nu verder onder de naam Matikem. De pôle stelt zich open voor nieuwe markten en vergroot het aanbod op het gebied van diensten gewijd aan het concurrentievermogen, de innovatie en de ontwikkeling van de bedrijven. Voor symbolisering van deze dynamiek is de naam van de pôle (Le Pôle Maud devient Matikem, 2014). Voornaamste thema’s : * Chemie * Ontwikkeling van nieuwe producten, procedures en/of diensten * De verbetering van functies van materialen * Integratie van duurzame ontwikkeling Actieve leden: * Grote bedrijven: Arc International, Bureau Veritas, Cascades Blendecques, Laboratoires Anios, Norampac Avot Vallée SAS, Roquette, Sical, Ugine & ALZ, Bonduelle, Mac Bride, Saverglass, Vesuvius * MKB : Carolex, Etik Ouest, Impika, Médard de Noblat, Osyris, Plage SA, ETCI, CVP, Terre des Lys, Express Packaging, Le Petit Cuisinier, Harryplast, Clayrton’s, Descamps Viez Ingénierie (DVI), Cartonnerie de Gondardennes *Onderzoeksinstellingen : Institut Chevreul (fédération de 5 laboratoires : LSPES, LMPGM, UCCS, LCOM, LDSMM), CNRS, Centre Technique du Papier, IEMN, INRA Lille, INRA Nantes, LMP-UVHC, IFTH, CREPIM, INRIA, CREATE *Opleidingsinstituten : EIPC, Ecole Nationale Supérieure de Chimie de Lille, Université d’Artois, IUT Saint-Omer Dunkerque, Mines de Douai, Syndicat Régional des fabricants de Papiers et Cartons, USTL Univ Lille 1, ULCO (Université du Littoral), Université de Valenciennes, Faculté des Sciences Jean Perri, SEGF *Andere partners: CASO, CCI Armentières-Hazebrouck, CCI Béthune, CCI Saint-Omer, CIEL Technopole Lille Métropole, Institut du Verre, Saint-Omer Développement, UIC (Union des Industries Chimiques) Nord-Pas de Calais, Musée atelier du verre. (MAUD)
20
5.6 i-Trans
Domein: Transport Dit multiregionale cluster (Nord-Pas-de-Calais en Picardie) verzamelt belangrijke spelers op het gebied van transport zowel internationaal als nationaal en lokaal om samen de uitgadingen van de mondialisering aan te gaan. Voornaamste thema’s: * Spoorvoertuigen (Trams, metro’s, intercity’s, RER, TER, wagons) * Automobiele sector * Spoorinfrastructuur * Logistiek * intelligente transportsystemen (i-Trans- Pôle de compétitivité de classe mondiale pour les transports durables) Actieve leden: * Bedrijven en overige: 4 NRJ, ACOEM, ACTIGRAPH, ADES, ADETEL Group, ADF, AETECH, AIRBUS DEFENCE & SPACE, ALSTOM TRANSPORT, ALTEN, ANVIS, ARTERAIL, ARVENI, AUTOMOTIVE AMIENS, BARRIOL ET DALLIERE INDUSTRIE, BCMNE, Bombardier, CEF, CERTIFER, CHAUMECA GOHIN, CIMES, COLAS RAIL, COMROD, CREATIQUE TECHNOLOGIE, DENY FONTAINE, DEVISMES, ECOME ENTREPRENDRE, ENERGIE 2020, EPESEM STOEBNER, ESI Group, EUROTUNNEL, EXOTEST, Faiveley Transport, Federal Mogul, FIF, FNTR, GANTHA, Geomnia, GHH Valdunes, GPM Dunkerque, HGH Systèmes Infrarouges, HIOLLE Industries, HUTCHINSON, IL4P, INFODIO, INOFORGES, INTERMAS, Jardin Express, JDRI, Lille's Agency, MADER, MATIS TECHNOLOGIES, MD CONSEILS, MECATEAM CLUSTER, MERMEC France, Micro Module, MPS, MROD, NECS, NFI, NFID, O2GAME, OPALEAN, OTTEO, OUTREAU TECHNOLOGIES, OVH GS, PEIKER France, PIKS DESIGN, Pilote d'Entreprises, POLE AUTOMOBILE NORD-PAS DE CALAIS, PROSPA VIMO, PROSYST, RAILTECH, RATP, RCP DESIGN GLOBAL, RFF, Rincent BTP Services, SEDACH - CEDRES INDUSTRIES, SF PRECISION, SICONSULT, SIEMENS, SIF, SMITHS CONNECTOR - HYPERTAC, SNCF RECHERCHE, SNCF VOYAGES - Lille, SOGEMA Engineering, SOPAVAL, STRATIFORME - COMPREFORME, TATA STEEL, TECH POWER ELECTRONICS, TRANSALLEY, TRANSPOLE, TRONICO ALCEN, VALEO, VALUTEC, VIBRATEC, VISTEON IS, VNF, VOSSLOH COGIFER, YELLOW WINDOW * Opleindings- en onderzoeksinstituten: ADINOV, AFT IFTIM, ARI, BANC NATIONAL D'EPREUVE DE ST ETIENNE, CADEMCE, CEA, CETIM, CESI ASSOCIATION, CREPIM, CRGE, CRITT M2A, ECOLE CENTRALE DE LILLE, ECOLE NATIONALE DES MINES DE DOUAI, ECOLE DES MINES DE PARIS – ARMINES, ENSAIT, Centre Arts et Métiers Paristech Lille, ENSCL, SKEMA BUSINESS SCHOLL, ESIEE AMIENS, GECOM, GRRT, HEI, ICAM, IFSTTAR, IFTH, INERIS, INRIA, ONERA, UNIVERSITE D'ARTOIS, UNIVERSITE DE PICARDIE JULES VERNE, UNIVERSITE DES SCIENCES ET TECHNOLOGIES DE LILLE, UNIVERSITE TECHNOLOGIQUE DE COMPIEGNE, UNIVERSITE DE VALENCIENNES ET DU HAINAUTCAMBRESIS * Collectieve organisaties: L’AIF - Association des Industries Ferroviaires du Nord-Pas de Calais et Picardie, L’ARIA - Association Régionale Nord-Pas de Calais et Picardie de l’Industrie Automobile, Le GRRT - Groupement Régional de la Recherche sur les Transports, Le Club de Transport 59-62, Les Chambres de Commerce et d’Industrie représentées par la CRCI du Nord-Pas de Calais et Picardie. (Acteurs & Partenaires) Voorbeelden van lopende projecten: * Accum: nieuwe versterking van de bovenleidingen voor de elektrische infrastructuur van het spoornetwerk. * Cademce: verbeteringen van het afvangen van stroom via contact met de bovenleidingen voor het spoormateriaal (i-Trans). i-Trans geeft aan dat er op dit moment geen samenwerkingsverbanden bestaan met Nederlandse partners. De pôle zou echter graag in contact komen met Nederlandse bedrijven en/of kennisinstituten om handel te drijven of om in partnerverband nieuwe innovatie projecten op te zetten.
21
Het cluster Transalley herenigt meer dan 60 000 professionals, 300 bedrijven en 400 onderzoekers op het gebied van duurzame mobiliteit. De site d’excellence is gevestigd tegenover de Universiteit van Valenciennes en zal in de komende jaren verder uitgebreid worden. De pôle I-Trans zal gevestigd zijn op deze ‘site d’excellence’ tevens als het ‘Institut de Recherche Technologique’ (IRT) Railenium. Transalley is een goede vestigingsplaats voor (Nederlandse) incubators actief in het domein mobiliteit/transport.
5.7 Team2(Technologies de l’Environnement Appliquées aux Matières et aux Matériaux) Domein: Ecotechnologie/Milieu
Team2 is een pôle de compétitivité gespecialiseerd in recycletechnologieën, de waardering van afval en de recyclebaarheid van stoffen en materialen (Team2, 2014). Voornaamste thema’s * Mineralen, voornamelijk de sedimenten afkomstig uit havens, kanalen en rivieren, (vervuilde) grond- en aardegebieden, afval uit de bouwsector, afval uit de staalindustrie. * Organische materialen, hieronder valt afval afkomstig uit de petrochemie (plastic, gemengd plastic, biobased materialen, composieten), bouwmaterialen (hout), papieren en andere cellulose houdend materiaal, rubber, textiel. * Metalen, strategische metalen en zeldzame aarden die verwerkt zijn in talloze producten en uitrustingen (D3E: déchets d’Equipments electronique et électrique = elektronisch afval, VH: véhicule hors d’usage = schroot, bijzonderafval) en waarvan de actuele hoeveelheden en voorraden onderhevig zijn aan speculatieve bewegingen. (Team2, 2014) Partners van de pôle: ACREMAT - ADINOV - ADITEC PAS DE CALAIS - AGRIOPALE SERVICES - AIRELE - APIM ARC INTERNATIONAL – ARCELOR MITTAL - ARF - ARRAS MAXEI - AU CŒUR DE L'ENVIRONNEMENT - AUDICE SARL - AUTONOMIE ET SOLIDARITE - BAK2 - BALSAN BAUDELET - BRGM - C&D INTERNATIONAL - CADET INTERNATIONAL - CALL - CAMBRESIS DEVELOPPEMENT ECONOMIQUE - CAMPUS NORD EUROPE VEOLIA ENVIRONNEMENT CARMEUSE FRANCE - CARRIERES DU BOULONNAIS - CCI NORD PAS DE CALAIS - CEA CEDRES INDUSTRIES - CERIB - CENTRE TERRE ET PIERRE – CEREMA - CETI - CETIM RECHERCHE - COENMANS RECYCLAGE INDUSTRIEL - CRCI NPDC - CREAT TECHNOLOGIES CREPIM - D&D INTELLIGENCE - D.METAL.DOOLAEGHE - DALKIA - DEFABNORD - DELTAGOM - DICKSON CONSTANT SARL - DISTRIPLAST - DLRS CONSEIL - ECOLE CENTRALE DE LILLE - ECOLE DES MINES DE DOUAI - ECOLE NATIONALE SUPERIEURE DE CHIMIE DE LILLE - ECOLOG INNOVATION - EKZECO CONSEILS - ENERBIOM - ENSAIT - ENTIME ENTREPRISE VITSE - ENVIE 2E - ENVISAN FRANCE - EUROVIA MANAGEMENT - EXTRACTECOTERRES - FEDERATION REGIONALE DES TRAVAUX PUBLICS - FEDEREC NORD PICARDIE - FINORPA CIE - FNADE - FORMAREC - FRANCE EUROPE INNOVATION GALLOO FRANCE - GALLOO PLASTICS SA - GDF SUEZ, DIRECTION DU DEVELOPPEMENT FRANCE - GECCO - GENOSCREEN - GERONIMO-MANAGEMENT SARL - GROUPEMENT PLASTURGIE AUTOMOBILE - HELFY - HOLCIM FRANCE BENELUX / GEOCYCLE - HOUSE-UP HYGIA DIFFUSION - ICAM - IFMAS - IDDR, INSTITUT DEVELOPPEMENT DURABLE & RESPONSABLE - IMAP LTI - INERIS - INNOCOLD - ISEN LILLE - IUT DE BETHUNE - IUT DE LILLE1 - IXSANE - KALEA SARL - LA DIAGONALE DE LA BICHE - LGCGE UNIVERSITE D'ARTOIS - LSEE - UNIVERSITE D'ARTOIS - LUCITECH CONSEIL - LUMIVER - MALAQUIN - NFID - NEO-ECO - NFI - NORD PAL PLAST - NOVAFLOOR - OMEGA INCORPORATION OPALE VALO EMBALLAGE - OSYRIS - PALETTES ARTOIS SERVICES - PELLENC selective technologies - PERRIN CONSEILS - PLASTICOLLECT - PRV IUH - RAMERY ENVIRONNEMENT 22
RDC ENVIRONMENT - RECOVERING - RECUPTRI - RECYDEM SA - RECYTECH SA - REGIE DE QUARTIER DE MONT LIEBAUT - RENARD - RMN - ROLL-GOM - SAINT DIZIER ENVIRONNEMENT - SAINT OMER DEVELOPPEMENT - SEACNVS - SEDIGATE - SEM VILLE RENOUVELEE - SINAPTEC - SITA NORD - SNC RMN - SPRATLEY CONSEIL NORD - SYMOE SYNDICAT DES RECYCLEURS DU BTP - TECH SUB - TERRA NOVA - TERRALYS - TILLIEUX MENUISERIE - UCCS : ENSCL - UIT NORD - UNIVERSITE D'ARTOIS - UNIVERSITE DE SHERBROOKE, GENIE CIVIL - UNIVERSITE LILLE1 - UP-TEX - VALDELIA - VALETUDES VEOLIA PROPRETE NORD NORMANDIE – YPREMA. (Les adhérents du pôle, 2)
De pôles de compétitivité die gevestigd zijn in Nord-Pas-de-Calais zijn logische gevolgen van de kennis en de bedrijven die al aanwezig waren. De pôles de compétitivité zijn benoemd door de staat wat de deskundigheid van de regio in bepaalde domeinen benadrukt. De praktijk wijst echter uit dat de clusters toch voornamelijk lokaal gericht zijn en dat ze onbekend zijn bij Nederlandse ondernemers in de regio.
6. Sites d’excellence Om de economische ontwikkeling van de regio rondom specifieke sectoren te ondersteunen, zijn er ‘sites d’excellence’ opgericht welke innovatie en onderzoek stimuleren. Vijf ecosystemen zijn opgericht die ondernemers en de nodige diensten voor economische ontwikkeling bij elkaar brengen. De ‘sites d’excellence’ vormen goede vestigingsplaatsen voor buitenlandse bedrijven, mede vanwege het feit dat het makkelijk is om contacten te leggen met andere ondernemingen en zo een netwerk op te bouwen. 1. Euralille financiële dienstverlening, verzekeringen, telecommunicatie, advies en informatica. * 14,000 werknemers * 250 bedrijven (exclusief business centers) * 357,000m2 kantoorruimte 2. Euratechnologies ICT * meer dan 2000 werknemers * meer dan 130 bedrijven * plannen voor een totale omvang van 100 ha 3. Zone de l’Union Innoverend textiel, Cultuur, Images en Media * 135 bedrijven * 2300 werknemers in 2015 *450,000 m2 beschikbaar voor uitbreiding 4. Haute Borne wetenschappelijke en technologische activiteiten met een hoge toegevoegde waarde gericht op innovatie en duurzame ontwikkeling. * 6500 werknemers * 147 bedrijven * 5 minuten gelegen van de Universiteiten Lille 1 en 3 5. Eurasanté Biologie/Gezondheid
23
* 2700 werknemers * 300 ha in de grootste universitair ziekenhuis campus in Europa.
7. SWOT- Analyse Sterke punten * Kruispunt van Europa * Infrastructuur * Jonge populatie * Diverse Industrie * NBSO Lille
Zwakke punten * Bovengemiddelde werkloosheidscijfers * Onvoldoende bedrijven * Zwakheid van de sectoren in R&D * Studenten geven de voorkeur aan IDF * Hoofdkantoren gevestigd in Île de France * Slechte reputatie gewijd aan industrieel verleden
SWOT Kansen * Seine-Scheldeverbinding * Eco-Entreprises * Recycling * Institut français du Textil et d'Habillement
Bedreigingen * Focus op andere Franse regio's
Sterke punten: Kruispunt van Europa De regio Nord-Pas-de-Calais wordt vaak ‘Le Carrefour de l’Europe’ genoemd vanwege haar gunstige ligging. In een straal van 300 km rondom Lille bevindt zich de meeste koopkracht (€1 524 miljard) en het hoogste aantal inwoners (78 162 401) van Europa. In het landelijk klassement neemt Parijs de tweede plek in maar de aantallen voor de stad Lille zijn bijna dubbel zo hoog. Wereldwijd vertegenwoordigt Lille de 3e plaats na Tokyo en New York (Project Center- Northern France The Lille Region, 2011). Infrastructuur Lille is strategisch gelegen aan belangrijke binnenvaartverbindingen in Noord-Frankrijk. Met de aanleg van het Seine-Scheldekanaal zal het belang van deze ligging internationaal toenemen. Daarnaast is er een prima infrastructuur op land met de TGV hogesnelheidslijn en het snelwegennetwerk. Vanuit de stations ‘Lille Europe’ of ‘Lille Flandres’ reist men gemakkelijk in minder dan 3 uur naar Parijs, Brussel, Londen en Amsterdam. Er zijn geen luchtvaartverbindingen tussen de luchthaven Lille-Lesquin en Nederland. De luchthaven heeft connecties met verschillende luchthavens in Frankrijk, Italië, Spanje, Portugal, de Canarische eilanden, Marokko, Algerije, Tunesië, Turkije en Griekenland. De luchthaven is zeer gunstig gelegen langs de autoroutes Parijs-Lille A1, Lille-Duinkerke A25 en Lille-Valenciennes A23 en slechts 15 minuten van het centrum van Lille. Jonge populatie Hoewel er de laatste jaren meer sprake is van vergrijzing, blijft Nord-Pas-de-Calais de jongste regio 24
van Frankrijk. Diverse industrie Tegenwoordig zijn er bedrijven uit vele verschillende sectoren actief in de regio. 2/3e van de industriële sector waarop vroeger voornamelijk gefocust werd, is verdwenen. NBSO Lille De aanwezigheid van het Netherlands Business Support Office welke als doel heeft Nederlandse bedrijven te begeleiden die zaken willen doen met en/of in Frankrijk. Zwakke punten: Bovengemiddelde werkloosheidscijfers Het werkloosheidspercentage in de regio ligt boven het nationale gemiddelde. Dit is deels te verklaren door een deel van de bevolking dat laagopgeleid is. Onvoldoende bedrijven Hoewel het aantal bedrijven de laatste jaren flink is toegenomen, te weten van 22 bedrijven per 10 000 inwoners in 2003 tot 58 bedrijven per 10 000 inwoners in 2013, ligt het gemiddeld aantal creaties nog ruim onder het landelijk gemiddelde van 82 bedrijven per 10 000 inwoners. Zwakheid van de sectoren in R&D (La perte de compétitivité de l’industrie française en Nord-Pas de Calais) Nord-Pas-de-Calais neemt de 13e plaats in op de ranglijst van de DIRD ( Dépense Intérieure de recherche développement), en positioneert zich daarmee ver weg van de regio’s Île de France, RhôneAlpes en Midi-Pyrénées (Malaterre-Vaille). Studenten geven de voorkeur aan Île de France Hoewel Lille tot de studentensteden van Frankrijk behoort en jaarlijks vele buitenlandse studenten aantrekt, kiezen lokale studenten nog vaak voor het volgen van een studie in Île de France. Oorzaken hiervan zijn de aantrekkelijkheid van de arbeidsmarkt voor jongeren, het superieur onderwijssysteem en de nabijheid van de regio (Le Nord-Pas-de-Calais, à l’équilibre pour les étudiants, perd des jeunes actifs) De hoofdkantoren van de meeste (internationale) bedrijven zijn gevestigd in Île de France Een bedrijf met een vestiging in Parijs creëert meer aanzien. Slechte reputatie gewijd aan industrieel verleden Veel bedrijven zijn nog niet op de hoogte van de deskundigheid die aanwezig is in verscheidene sectoren in Nord-Pas-de-Calais. Kansen: Seine-Scheldeverbinding Tussen 2017 en 2020 zal de Seine-Scheldeverbinding, officieel benaamd Seine Nord Europe, klaar moeten zijn. Deze verbinding zal het mogelijk maken om met grote schepen tussen Rotterdam/Antwerpen en Parijs te varen. Momenteel ligt het maximale laadvermogen op 600 ton (CEMT klasse II). De nieuwe situatie is geschikt voor schepen tot 4400 ton laadvermogen en tweebaksduwvaaart (CEMT klasse Vb), waarbij delen van de vaarwegen uit eenrichtingsverkeer bestaat of bij normaal profiel schepen tot 1350 ton laadvermogen (CEMT klasse IV). De Seine-Scheldeverbinding is ’s werelds grootste binnenvaartproject. De verbinding kan een enorme stimulans vormen voor de Europese binnenvaart. Niet alleen Parijs en de zeehavens van Rotterdam en Antwerpen zullen profijt hebben van deze verbinding, ook havenplaatsen als Brugge, Oostende, Vlissingen Figuur 9 en Terneuzen, Lille, Duinkerke, Le Havre en Rouen zullen, door middel van eventuele infrastructurele aanpassingen, groot voordeel hebben bij de aanleg van deze verbinding. Het project omvat de aanleg van 106 kilometer kanaal, 7 sluizen, drie aquaducten en 59 bruggen. 25
In Frankrijk vindt momenteel de meeste transport via de autoroutes plaats. Het vervoer per spoor is qua volume ook belangrijker dan over het water. Men verwacht echter dat door verbetering van de route tussen de Seine en de Schelde het wegvervoer zal afnemen (Seine-Schelde, 2012). Figuur 9 weergeeft de omvang van de goederenstroom tussen België en Nederland enerzijds, en Frankrijk anderzijds in 2011. Zoals men kan afleiden uit de legende weergeven de cijfers in het midden van de taartdiagrammen de transporthoeveelheden in miljoen ton voor. De taartdiagrammen zelf weergeven de modale verdeling tussen wegvervoer, spoor en binnenvaart. De kaart is verdeeld in 4 deelgebieden: de regio Nord-Pas-de-Calais( in groen), een gebied bestaande uit de regio’s Picardie, Haute Normandie en Ile de France (in blauw), een gebied bestaande uit de regio’s Alsace, Lorraine en Champagne Ardennes (in rood), en de rest van Frankrijk (in geel). De doelmarkt van de Seine-Scheldeverbinding bestaat uit de groene en blauwe deelgebieden. Uit de afbeelding kunnen de volgende vaststellingen afgeleid worden: * De transportvolumes dalen naarmate de afstand tot de grens toeneemt. Meer dan 85% van de totale goederenstroom tussen NL/België en Frankrijk is afkomstig van of bestemd voor de drie noordelijke deelgebieden op de kaart. De regio Nord-Pas-de-Calais alleen al vertegenwoordigt meer dan 40%. *Het doelgebied van de Seine-Scheldeverbinding (blauwe en groene deelgebied) staat in voor 55 miljoen ton. 85% daarvan is afkomstig uit of is bestemd voor België. Het wegvervoer domineert met een aandeel van 80%. Het aandeel van de binnenvaart is bescheiden, maar zeker niet verwaarloosbaar klein (zoals het geval is voor het vervoer naar het gele gebied). Landbouwproducten, bouwmaterialen en chemische producten zijn de belangrijkste producten die met de binnenvaart vervoerd worden. Indien enkel binnenvaart beschouwd wordt, bedraag het aandeel van België 65% terwijl slechts 35% van de per schip vervoerde goederen van of naar Nederland reist. *In het oosten van Frankrijk loopt het aandeel van de binnenvaart op tot ongeveer 50%. Dit deel van Frankrijk wordt door binnenvaartverbindingen met groot gabariet ontsloten, namelijk de Moezel en de Rijn. Het gebied geeft dus een goede indruk van de potenties van de binnenvaart indien een waterweg met grote capaciteit en dimensies beschikbaar is. Het aandeel van Nederland in de transportrelaties is hier omvangrijker dan in het blauwe en groene deelgebied: bijna 30% voor alle modi, en meer dan 50% voor de binnenvaart. Naast landbouwproducten en bouwmaterialen (export van Frankrijk naar België/NL) zijn steenkool en petroleumproducten (invoer van Frankrijk uit België en Nederland) de belangrijkste goederencategorieën die verscheept worden. (Provincie Oost Vlaanderen) De aanleg van de Seine-Scheldeverbinding kan tevens een kans vormen voor Nederlandse bedrijven om producten aan te leveren en zo een bijdrage te leveren aan de aanleg van de verbinding. Bedrijven uit de topsector Water kunnen hierin ook een belangrijke rol spelen. Les Eco-Entreprises Eco-bedrijven produceren goederen en diensten gebaseerd op het meten, voorkomen, beperken of herstellen van milieuschade. Ze beïnvloeden vele gebieden en sectoren: afval, water, lucht, geluid, energie, bouw, biodiversiteit. Men mag ‘eco-entreprises’ niet verwarren met ‘entreprise éco-responsable’ of ‘eco-citoyenne’, dit soort bedrijven probeert het milieu zo min mogelijk te vervuilen. Eco-bedrijven zijn bedrijven die producten of diensten verkopen gewijd aan verbetering van de bescherming van het milieu, de besparing van energie en de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen. Hoewel het nog een relatief nieuw begrip is in Nord-Pas-de-Calais, zijn er tegenwoordig al zo’n 20 000 mensen werkzaam in de zogenaamde ‘eco-entreprises’. De afzetmarkt is vaak dichtbij en minder gericht op export. Een doeleinde is om de markten te vergroten op nationaal, Europees en wereldniveau (Direction Régionale de l'Industrie, de la Recherche et de l'Environnement). De pôle de compétitivité Team2 en ‘Le centre expert des éco-technologies’ Cd2e zijn belangrijke spelers in de ontwikkeling van ‘eco-entreprises’. 26
Recycling De regio wilt de Franse referentie worden op het gebied van recycling van strategische metalen. De regio wordt daarbij ondersteund door de pôle de compétitivité Team2 (Le pari stratégique du recyclage, 2014). Institut Français du Textil et d’Habillement Het IFTH is op zoek naar Nederlandse partners. De NBSO in Lille probeert al meerdere jaren bijeenkomsten te regelen op dit gebied, helaas is dit nog niet gelukt. Ook voor beurzen die georganiseerd worden in de regio met betrekking tot dit vakgebied is meerdere malen getracht Nederlanders aan te trekken, echter zonder succes. Bedreigingen: Naast het feit dat de regio concurrentie heeft van de andere regio’s in Frankrijk, kunnen er momenteel geen directe bedreigingen worden benoemd welke een implementatie van Nederlandse bedrijven in de regio Nord-Pas-de-Calais kunnen verhinderen.
8. Belangrijke ontwikkelingen
De fusie van de Franse regio’s Vanaf 1 januari 2016 telt Frankrijk 13 regio’s. Nord-Pas-de-Calais en Picardie zullen fuseren. De regio zal daardoor grenzen aan Île de France. Transit-tol 4 De tol heeft betrekking op vrachtwagens met een gewicht van meer dan 3,5 ton die gebruik maken van een wegennet van 4000 km bestaande uit nationale en lokale wegen. Het betreft de drukste verkeersaders waar dagelijks meer dan 2500 vrachtwagens rijden; belangrijke routes waar op dit moment geen tol wordt geheven en die parallel aan de tolwegen liggen, zoals de RN4 tussen Parijs en het oosten van Frankrijk en de RN10 tussen Bordeaux en Poitiers. Op deze manier breidt men het wegennet van tolwegen uit en kiest men vooral als doelgroep zware voertuigen die lange trajecten rijden. De lokale verbindingswegen zijn niet bij deze tol betrokken. Om te voorkomen dat het verkeer zich zal verplaatsen naar lokale wegen en naar de dorpen die langs deze wegen liggen, zal de Transit-tol ook op 200 km lokale routes worden geheven: de RD 83 in de Elzas, de ring van Parijs en een deel van de route RECA (Centre-EuropeAtlantique). Voertuigen boven de 3,5 ton moeten beschikken over een on-board unit met GPS functie als zij deze wegen willen gebruiken. De box zal het aantal gereden kilometers berekenen en deze in rekening brengen. Het tarief bedraagt gemiddeld €0,13 per kilometer en is afhankelijk van het emissieniveau en het aantal wielassen van het voertuig. In overeenstemming met de wet van 28 mei 2013 mogen de transporteurs hun prijzen aanpassen door de belanghebbenden van het transport (de laders) te laten bijdragen. De verhoging voor nationale en interregionale trajecten komt neer op 2% voor de Transit-tol (tegen 5,2% voor de Eco-tax). Bijzondere gevallen: * Zelfstandige transporteurs, zoals bijvoorbeeld landbouwcoöperaties, mogen op hun factuur de kosten van de Transit-tol vermelden.
4
Raadpleeg de bijlagen voor een overzicht van de wegen die onderworpen zijn aan de Transit-Tol. 27
* De voertuigen met de volgende producten zijn uitgesloten van de Transit-tol: - landbouwvoertuigen en –materialen; - voertuigen die worden gebruikt om melk op te halen; - kermis- en circusvoertuigen. (Questions sur le péage de transit poids lourds, 2014) (Een Transit-tol voor vrachtwagens, 2014) Het plan om de Ecotax in te voeren is echter (voorlopig) van de baan.
Verdubbeling van de tunnel naar Engeland onder het Kanaal. Dit is een plan op de lange termijn. Er wordt over gesproken, maar het is nog niet zeker of de plannen zullen worden doorgevoerd. Mocht dit wel het geval zijn, kunnen Nederlandse bedrijven hier ook een rol in spelen. Het is echter van belang om dan snel te handelen.
10. Conclusie De regio Nord-Pas-de-Calais kan als kansrijk beschouwd worden voor Nederlandse MKB’ers. De pôles de compétitivité en de ‘sites d’excellence’ in Nord-Pas-de-Calais komen in het bijzonder overeen met de volgende Nederlandse topsectoren: * Agri & Food (Pôle Aquimer) * Life Sciences & Health (Pôle NSL - Site d’excellence Eurasanté) * Logistiek (Pôle i-Trans - Pôle PICOM – Transalley) * Chemie (Pôle Matikem – Site d’excellence Haute Borne) * Creatieve Industrie (Site d’excellence Zone de l’Union) In eerste instantie lijken er minder overeenkomsten te zijn met de topsectoren Energie, HTSM, Tuinbouw & Uitgangsmaterialen en Water. Er vinden zich echter ontwikkelingen plaats in de komende jaren die veelbelovend kunnen zijn voor bedrijven uit de sector Water, zoals de aanleg van het Canal Seine Nord-Europe en de eventuele verdubbeling van de tunnel naar Engeland onder ‘Het Kanaal’. Er wordt beweerd dat alle bedrijven, ongeacht de sector, in Nord-Pas-de-Calais voet aan de grond kunnen zetten.
28
11. Bronnenlijst
Acteurs & Partenaires. (s.d.). Consulté le September 16, 2014, sur i-Trans: http://www.itrans.org/acteurs-et-partenaires/fr-acteurs.html AFII. (2010). Bilan 2010. AFII. (2014). Investissements étrangers créateurs d'emploi en France. APPROCHE DE LA DEMANDE D'EMPLOI PAR DOMAINES PROFESSIONNELS. (2014, Juli 31). Consulté le September 8, 2014, sur Nord-Pas-de-Calais: http://www.nord-pas-decalais.direccte.gouv.fr/IMG/pdf/MDT_-_Domaines_professionnels_2014_07.pdf Aquimer. (2014). Consulté le September 12, 2014, sur Competitivite.gouv.fr: http://competitivite.gouv.fr/identifier-un-pole/fiche-d-un-pole-555/aquimer-27/aquimer30/aquimer-31.html?cHash=30afc73d77e300e5b049440d785f1df5 Birch Consultants; Universiteit van Tilburg. (2012). Een tussenstand bij de bouw van nieuwe Consortia. Cijfers. (2014). Consulté le September 2, 2014, sur Topsectoren: http://topsectoren.nl/cijfers De branchevereniging voor de Medische Technologie. (s.d.). Consulté le September 3, 2014, sur Holland HealtTech: http://www.hollandhealthtech.nl/site/links Demandeurs d'emploi au 31 décembre 2013. (s.d.). Consulté le September 8, 2014, sur Insee: http://www.insee.fr/fr/themes/tableau.asp?reg_id=19&ref_id=tratc03302 Direction Régionale de l'Industrie, de la Recherche et de l'Environnement. (s.d.). Les éco-entreprises. Een Transit-tol voor vrachtwagens. (2014, September 2). Consulté le September 17, 2014, sur Ambafrance: http://www.ambafrance-nl.org/Een-Transit-tol-voor-vrachtwagens Industries du commerce. (2014). Consulté le September 15, 2014, sur Competitivite.gouv.fr: http://competitivite.gouv.fr/identifier-un-pole/fiche-d-un-pole-555/industries-du-commerce47/industries-du-commerce-50/industries-du-commerce51.html?cHash=332c2f889e62bb9e89e97174f952c45a (s.d.). Innovatiecontract Watertechnologie. i-Trans. (s.d.). Consulté le September 16, 2014, sur Competitivite.gouv.fr: http://competitivite.gouv.fr/identifier-un-pole/fiche-d-un-pole-555/i-trans-20/i-trans-23/itrans-24.html?cHash=d4ed04d12c813694fc9f0a23875e982d i-Trans- Pôle de compétitivité de classe mondiale pour les transports durables. (s.d.). Consulté le September 16, 2014, sur I-Trans: http://www.i-trans.org/le-pole/fr-le-pole.html KPMG. (2011). Le Nord-Pas-de-Calais est-il vraiment attractif? La carte de France des pertes d'emploi. (2014, Juni 24). Consulté le September 8, 2014, sur Le Monde: http://www.lemonde.fr/emploi/article/2013/07/24/la-carte-de-france-des-pertes-demplois_3452799_1698637.html La perte de compétitivité de l’industrie française en Nord-Pas de Calais. (s.d.). Consulté le September 27, 2014, sur MEDEF Nord Pas de Calais: http://www.medef-npc.org/nos-actions/la-perte-decompetitivite-de-lindustrie-francaise-en-nord-pas-de-calais La perte de compétitivité de l’industrie française en Nord-Pas de Calais. (s.d.). Consulté le September 27, 2014, sur MEDEF: http://www.medef-npc.org/nos-actions/la-perte-de-competitivite-delindustrie-francaise-en-nord-pas-de-calais
29
La région et ses départements: économie. (2013, December). Consulté le September 8, 2014, sur Insee: http://www.insee.fr/fr/regions/nord-pas-de-calais/reg-dep.asp?theme=8&suite=1 La région et ses départements: population. (2013, December 31). Consulté le September 9, 2014, sur Insee: http://www.insee.fr/fr/regions/nord-pas-de-calais/reg-dep.asp?theme=2&suite=1 Le chômage frappe surtout le Languedoc-Roussillon et le Nord-Pas-de-Calais. (2013, December 26). Consulté le September 5, 2014, sur Le Monde: http://www.lemonde.fr/politique/infographie/2013/12/26/le-chomage-frappe-surtout-lelanguedoc-roussillon-et-le-nord-pas-de-calais_4340205_823448.html Le Nord-Pas-de-Calais, à l’équilibre pour les étudiants, perd des jeunes actifs. (s.d.). Consulté le September 30, 2014, sur Insee: http://www.insee.fr/fr/regions/nord-pas-decalais/default.asp?page=themes/dossiers_de_profils/DP_99/DP_99_1.htm Le pari stratégique du recyclage. (2014, Juni 26). Consulté le September 27, 2014, sur L'usine nouvelle: http://www.usinenouvelle.com/article/le-pari-strategique-du-recyclage.N270344 Le Pôle Maud devient Matikem. (2014, Oktober 3). Consulté le Oktober 9, 2014, sur Jinnove: http://jinnove.com/Actualites/Le-pole-MAUD-devient-Matikem Le Pole Up Tex. (s.d.). Consulté le September 15, 2014, sur Aisneco: http://www.aisneco.com/Simplanter-dans-l-Aisne/Competitivite/Le-Pole-UP-tex Le Port de Boulogne-sur-Mer, premier port de pêche français en tonnage en 2013. (2014, Februari 5). Consulté le September 12, 2014, sur Portboulogne: http://www.portboulogne.com/divers/toutes-les-actualites/actualite-detaillee/article/le-portde-boulogne-sur-mer-premier-port-de-peche-francais-en-tonnage-en-2013.html Les adhérents du pôle. (2). Consulté le September 16, 2014, sur Team2: http://www.team2.fr/team2/fr/7479-les-adherents-du-pole.html Les entreprises néerlandaises demeurent des investisseurs de premier plan en France en 2012 . (s.d.). Consulté le September 8, 2014, sur Ambafrance: http://www.ambafrance-nl.org/Lesentreprises-neerlandaises Les pôles de compétitivité. (2014). Consulté le September 4, 2014, sur LE CEEVO: http://www.ceevo95.fr/outils-et-appuis/les-poles-de-competitivite-en-val-d-oise/informationsgenerales-sur-les-poles-de-competitivite Life Sciences & Health. (s.d.). Consulté le September 3, 2014, sur Topsectoren: http://topsectoren.nl/life-sciences-health Malaterre-Vaille, L. (s.d.). Les pôles d'excellence comme facteur de compétitivité et d'attractivité des territoires: l'exemple da la métropole lilloise. Consulté le September 23, 2014, sur EchoGéo: http://echogeo.revues.org/11798 MAUD. (s.d.). Consulté le September 15, 2014, sur Competitivite.gouv.fr: http://competitivite.gouv.fr/identifier-un-pole/fiche-d-un-pole-555/maud-51/maud-54/maud55.html?cHash=7107b6d25a80d0a6220714f1a405d37b MKB Green Deal | Tuinbranche Nederland. (s.d.). Consulté le September 4, 2014, sur MKB: http://www.mkb.nl/index.php?pageID=390 Nutrition Santé Longévité. (2014). Consulté le September 15, 2014, sur Competitivite.gouv.fr: http://competitivite.gouv.fr/identifier-un-pole/fiche-d-un-pole-555/nutrition-sante-longevite56/nutrition-sante-longevite-59/nutrition-sante-longevite60.html?cHash=f9306a61712f65d7e3cef885f408e49c Over FME. (s.d.). Consulté le September 3, 2014, sur FME: http://www.fme.nl/Over_FME 30
Over topsectoren. (2014). Consulté le September 2, 2014, sur Topsectoren: http://topsectoren.nl/over-topsectoren Politique des pôles. (2013, November 12). Consulté le September 4, 2014, sur Compétitivité.gouv.fr: http://competitivite.gouv.fr/politique-des-poles-471.html Project Center- Northern France The Lille Region. (2011). Positionnement strategique. Lille. Provincie Oost Vlaanderen. (s.d.). Verkenning van de economische kansen van de SeineScheldeverbinding voor de Vlaams-Nederlandse Delta. Questions sur le péage de transit poids lourds. (2014, September 23). Consulté le September 17, 2014, sur Developpement durable: http://www.developpement-durable.gouv.fr/-Questionsreponses-sur-le-peage-deSeine-Schelde. (2012, Oktober 29). Consulté le September 17, 2014, sur Informatie binnenvaart: http://www.informatie.binnenvaart.nl/thema/seine-schelde Taux de chômage. (2014). Consulté le September 5, 2014, sur Insee: http://www.insee.fr/fr/regions/nord-pas-decalais/default.asp?page=conjoncture/taux_chomage.htm Team2. (2014). Consulté le September 16, 2014, sur Team2: http://www.team2.fr/team2/fr/7455team2.html Team2. (2014). Consulté le September 16, 2014, sur Competitivite.gouv.fr: http://competitivite.gouv.fr/identifier-un-pole/fiche-d-un-pole-555/team2-98/team287.html?cHash=b0c98879deccf682127862bca7d0f397 Topsector Agri & Food. (2014). Consulté le September 2, 2014, sur Topsectoren: http://topsectoren.nl/agri-food Topsector Chemie. (s.d.). Consulté le September 3, 2014, sur Topsectoren: http://topsectoren.nl/chemie Topsector Creatieve Industrie. (s.d.). Consulté le September 3, 2014, sur Topsectoren: http://topsectoren.nl/creatieve-industrie Topsector Energie. (s.d.). Consulté le September 3, 2014, sur Topsectoren: http://topsectoren.nl/energie Topsector High Tech Systemen en Materialen. (s.d.). Consulté le September 3, 2014, sur Topsectoren: http://topsectoren.nl/high-tech Topsector HTSM. (s.d.). Consulté le September 3, 2014, sur RVO: http://www.rvo.nl/onderwerpen/innovatief-ondernemen/topsectoren/topsectorhtsm?gclid=CPKB947nxMACFaYIwwodhTYARA Topsector Tuinbouw & Uitgangsmaterialen. (s.d.). Consulté le September 3, 2014, sur Topsectoren: http://topsectoren.nl/tuinbouw Topsector Water. (s.d.). Consulté le September 2, 2014, sur Topsectoren: http://topsectoren.nl/water Topsectoren. (s.d.). Consulté le September 3, 2014, sur Topsector Logistiek: http://topsectoren.nl/logistiek UP-tex. (2014). Consulté le September 15, 2014, sur Competitivite.gouv.fr: http://competitivite.gouv.fr/identifier-un-pole/fiche-d-un-pole-555/up-tex-74/up-tex-77/uptex-78.html?cHash=95ac181b35f5e3123118da3c20b8bdc6
31
12. Bijlagen
Verslagen van de in Lille gevoerde gesprekken NBSO Lille
Waarom is de NBSO destijds in Lille gevestigd? *Bedrijfscultuur in NP de Calais is meer afgestemd op NL *Dicht bij de grens hoe dichter bij de grens, hoe meer ondernemers in Frankrijk open staan voor buitenlanders. *financieel vermogen families met vermogen die na de industriële crisis(mijn-, textiel-, en metaal industrie) in andere sectoren wilden investeren. Meer dan 100 TGV’S per dag van en naar Lille in totaal op de twee treinstations. Hoofkantoren van grootwinkelbedrijven zijn gevestigd in Nord Pas de Calais (met uitzondering van LeClerc en Carrefour) Het nieuwe hoofkantoor van Booking.com voor Frankrijk is gevestigd ten zuiden van Lille. Voorheen liep alle correspondentie via het hoofdkantoor in A’dam. Hoge werkloosheidscijfers: * werknemers uit het buitenland aangetrokken om te werken in de industrieën voor de crisis in de jaren 60. 2/3e van de industriële sector is ondertussen verdwenen. Nageslachten zijn laag opgeleid. Pôles de compétitivité: Waarom zijn juist deze pôles hier gevestigd ? * Nutrition Santé Longevité : Site d’excellence : Eurasanté, Agence régionale de Santé de Nord-Pas-de-Calais. * I-Trans : hoofdkantoor van de ‘Agence Ferroviaire Européenne’ (ERA). * Up-Tex : geschiedenis van de textielindustrie * Picom : Lille Metropole is European leader in e-commerce en verkoop of afstand.
Lille’s Agency – Mw. S. Decoster
Lille is een representatieve ‘testmarkt’. Er zijn grote bedrijven, banken, universiteiten. vanuit Lille de rest van Frankrijk benaderen. De aanleg van het ‘Canal Seine-Nord Europe’ zal de logistieke positie van Lille versterken en zorgen voor een betere connectie met de noorder- en zuiderburen. French Tech Label Lille is de enige stad in het Noorden van Parijs die zich heeft opgegeven voor deze wedstrijd, in 1e instantie is de kandidatuur gedreven door openbare instanties maar wordt ondersteund door bedrijven en instellingen. De winnende stad ontvangt een bepaald bedrag. Mw. Decoster stuurt me meer informatie over de wedstrijd (kan elke stad zich opgeven of zijn er bepaalde criteria waar de stad aan moet voldoen) + datum van bekendmaking van de winnende stad. 6 filières d’excellence focus * beeldvorming & nieuwe technologie * distributie, handel, logistiek & e-commerce * eco-activiteiten * nieuwe materialen (technisch textiel) * voeding, gezonde voeding, gezondheid * dienstverlening, diensten met toegevoegde waarde (consultancy + assurantie) Er komt een nieuw persoon aan de macht (gematigd, links gesteund) en er zal waarschijnlijk een nieuw lange termijn planning komen. De focus zal naar alle waarschijnlijkheid blijven op de huidige ‘filières d’excellence’, maar er kunnen wat nieuwe accenten worden toegevoegd. 32
Ook kunnen er nieuwe ‘sites d’excellence’ worden opgericht of bestaande (Eurasanté, Euratechnologies, Euralille, Zone de l’Union en Haute Borne) kunnen een duwtje in de rug krijgen. Verschil ‘pôles de compétitivité’ en ‘sites d’excellence’ De sites d’excellence zijn fysiek aanwezig. De pôles de compétitivité zijn niet fysiek geïnstalleerd. Een pôle de compétitivité moet niet per se gevestigd zijn in een site d’excellence maar het is wel logisch. Pôles de compétitivité zijn eigenlijk logische gevolgen van de kennis die en het soort bedrijven dat al aanwezig was in de regio. Ze zijn lokaal gericht en hebben hun glans de laatste jaren wat verloren. 80% van het aantal buitenlandse bedrijven wat zich vestigt in Nord-Pas-de-Calais is actief in de tertiaire sector. 78 miljoen inwoners binnen een gebied van 380 km rondom de stad Lille. Waarom Lille? * internationale connectie * lagere huurprijzen * toegankelijkheid (geografisch, marktwijdte, menselijke toegankelijkheid) Aanwezigheid van Nederlandse bedrijven lage opkomst! Het is moeilijk om het exact aantal Nederlandse bedrijven dat actief is in de regio te benoemen. Is het moederbedrijf bijvoorbeeld Nederlands? Waarom?: * Marktonbekendheid, geen besef van de troeven die de regio te bieden heeft. Nord-Pas-deCalais blijft Frankrijk; * taalbarrière; * manier van zakendoen ligt anders. Kansen voor Nederlandse bedrijven: * E-commerce * Voeding (Life Sciences & Health) * Innovatieve materialen, waterbeheer, energie, eco-materialen. Hoge werkloosheidcijfers mede door transformatie van klassieke industrie naar nieuwe sectoren. postorderbedrijven e-commerce groot distributie shoppen online. ‘Sites d’excellence’ collectieve dynamiek. Bedrijven kunnen er andere leden ontmoeten en samenwerken aan projecten. Het is een troef om zich te vestigen op een ‘site d’excellence’. Taak NL: * geruststellen ondernemers; * begeleiden tijdens het proces; * duwtje in de rug!
Monsieur Toulemonde
Fransen hebben nauwelijks kennis van andere talen groot probleem voor de Nederlanders. Nederlandse MKB-bedrijven leveren vaak indirect aan Frankrijk. De producten worden verkocht aan klanten in België, welke de producten vervolgens doorverkopen aan Franse afnemers. Nederlandse multinationals vestigen zichzelf in Frankrijk en hebben de hulp van België niet nodig. Men moet altijd zorgen dat men dicht bij de afzetmarkt is en het is een fout om gebruik te maken van een ander land. België kent echter het systeem in Frankrijk. Het fiscaal systeem en de regelgeving in Frankrijk schrikt het MKB in Nederland af. Van focus op 4 sectoren in het verleden naar focus op heel veel verschillende sectoren. In feite kunnen alle Nederlandse bedrijven, ongeacht in welke sector ze actief zijn, zich vestigen in de regio. Volgens Monsieur Toulemonde zijn er ook veel kansen voor verpakkingsbedrijven. Europese leider op het gebied van VAD (Vente à Distance) en e-commerce. Amazon heeft zich gevestigd in de regio. Vanuit Nord-Pas-de-Calais kan men zakendoen met de rest van Frankrijk. In een straal van 300 km rondom Lille bevindt zich de meeste koopkracht en het hoogste aantal inwoners van Frankrijk. Lille staat ruim bovenaan, Parijs vertegenwoordigt de 2e plaats in het landelijk klassement. Lille is de 3e stad ter wereld na Tokyo en New York. Sinds de benoeming van de pôles de compétitivité vindt er samenwerking plaats tussen de overheid, kennisinstellingen en bedrijven. 33
Ruimteontwikkelingsplannen: * Canal Seine-Nord Europe * Het verdubbelen van de tunnel naar Engeland onder ‘het Kanaal’ binnen 20 jaar (?). * Haven van Duinkerke: terminal voor gas uit Noorwegen en Zweden.
Er zal de komende jaren wat minder uitgegeven worden aan investeringen in de ‘BTP-sector’ vanwege grote investeringen de laatste jaren. Wel zal er verder geïnvesteerd worden in de verbetering van het huidige transportnetwerk voornamelijk op elektronisch gebied (Alstom).
Motexion – Dhr. R. van Duijnen
Motexion is momenteel als Motexion SARL(zusterbedrijf van Motexion BV Nederland) 1 jaar actief op de Franse markt. Over 1 jaar hoopt men te beslissen of de oprichting van Motexion SARL in de toekomst zijn vruchten zal afwerpen. Business 2 Business, garagebedrijven (dealers) zijn de afnemers van de producten. In feite alle automerken die bestelbusjes hebben (Citroën, Peugeot, Renault, Ford, Opel, Mercedes). Productieconcept à la Ikea. De producten worden geproduceerd in Vlaardingen. Uitgebreid assortiment: 5000 pakketjes + bijbehorende schroefjes. De producten worden op bestelling en dus op maat gemaakt; er zijn veel grondstoffen aanwezig maar er zijn geen eindproducten op voorraad. Als blijkt dat de markt in Frankrijk voor de producten groot genoeg is, zal er op lange termijn geen productiebedrijf worden opgericht in Frankrijk maar in België, o.a. om de volgende redenen: * regels omtrent arbeidsrecht in Frankrijk; * de rol van de vakbonden in Frankrijk; * bescherming van de werknemers in Frankrijk; * de arbeidsproductiviteit in Frankrijk het is veel te duur om in Frankrijk een productiebedrijf op te starten. Transportbedrijf GEFCO onderdeel van PSA Peugeot Citroën verzorgt het transport, ook in Frankrijk. Taak Franse werknemer verkoop: klanten vinden! Gebied: Strasbourg- Parijs- Le Havre. In het begin aarzelde Dhr. van Duijnen of hij een Nederlands of een Frans persoon moest inschakelen. Uiteindelijk heeft hij via Randstad in Frankrijk een geschikte kandidaat gevonden afkomstig uit Frankrijk en bleek het van groot belang om een Frans persoon in dienst te hebben. Er zal later een commerciële man worden ingezet in het midden en zuiden van Frankrijk. Mogelijkheden in de regio Nord-Pas-de-Calais beperkt vanwege een ander carrosseriebedrijf (SPAC) dat gevestigd is in de regio. Dit bedrijf haalt de auto op, monteert de producten en brengt de auto vervolgens weer terug. Motexion levert de producten echter aan de dealers met het idee dat deze de producten zelf monteren. Mede vanwege het feit dat de werkgelegenheid in de garagebedrijven de laatste jaren wat achteruit is gegaan, waardoor veel garagebedrijven blij zijn met het extra werk dat de montage van de producten met zich meebrengt. Op dit moment is er echter toch een 2e Franse werknemer ingehuurd, een ZZP’er, om te kijken of het de vruchten afwerpt als Motexion zelf de montage verzorgt. Op dit moment heeft Motexion SARL zo’n 50 klanten. Frankrijk is het 1e land na Nederland waar Motexion een bedrijf met juridische entiteit is gestart. Concurrentie van NL’se bedrijven op de Franse markt: enkel omtrent dubbelcabines/aannemersuitvoering van het bedrijf SNOEKS. Verder ervaart het bedrijf geen concurrentie van NL’se bedrijven in Frankrijk. Motieven voor export (Waarom Frankrijk?): 1. Marktleider in NL 2. In 1e instantie Duitsland maar de markt in Duitsland was veranderd en er zijn veel Duitse concurrenten. Daarnaast is er op de Duitse markt een agent ingeschakeld en het is 34
juridisch gezien ingewikkeld om zelf naast deze agent te opereren. Er is echter wel de intentie om binnen enkele jaren zelf aan de slag te gaan op de Duitse markt zonder de agent. 3. Fabriek van Peugeot en Citroën als klant concern PSA. Motexion BV werd leverancier van PSA. Motexion wilde een aanspreekpunt hebben voor Franse klanten en richtte daarom Motexion SARL op. Op termijn zal de samenwerking met PSA onder de hoede van Motexion SARL vallen, 50% van de omzet zal te danken zijn aan PSA. Op het moment verloopt de samenwerking met PSA nog via Motexion BV. Waarom Lille? 1. Afstand 2. Cultuur 3. Minder kostbaar dan Parijs Momenteel is het verkoopkantoor van Motexion SARL gevestigd in Lezennes. Lezennes ligt filevrij en is parkeer vriendelijk. Op dit moment heeft Dhr. van Duijnen geen spijt van zijn investering in Frankrijk. Zijn investering levert echter momenteel nog niks op en kost nog steeds geld. De vraag is: hoe lang blijft men er geld in stoppen? Als over 1 jaar blijkt dat het verlies afneemt en zich langzamerhand zal omzetten naar winst is het OK, als dit niet het geval is zal Motexion SARL worden opgeheven en zal de handel met de Franse klanten verder verlopen via Motexion BV. Dhr. van Duijnen gaf aan niet op de hoogte te zijn van de diensten die het Economisch Cluster van de Ambassade en de NBSO’s bieden. Hij probeert zijn eigen weg te zoeken en vind het soms moeilijk te bepalen welke organisatie hem kan helpen door de wirwar aan verschillende organisaties zowel in Nederland als in Frankrijk. Naar zijn mening zijn de organisaties te veel gericht op de politiek en te weinig op Nederlandse ondernemers. Dhr. van Duijnen stelt voor om Nederlandse ondernemers die actief zijn in Frankrijk een maal in de zoveel tijd samen te roepen bijvoorbeeld door het organiseren van een borrel op de NBSO in Lille, zodat deze ervaringen en vragen kunnen delen en elkaar zo hopelijk verder kunnen helpen.
Trade Tracker – Dhr. D. Tanaka
Trade Tracker is gevestigd in EuraTechnologies. Momenteel zijn er zo’n 200 bedrijven (incubators) gevestigd in Euratechnologies en zijn er ongeveer 2000 werknemers actief. Trade Tracker is opgericht in 2005 in Almere door Dhr. Paul van Doorn en is momenteel actief in 18 landen. In elk land wordt er gebruik gemaakt van lokale mensen om de lokale markt zo goed mogelijk te bedienen. In 2007 werd Trade Tracker actief op de Belgische markt onder leiding van Dhr. Dominique Tanaka. Ondanks dat er meerdere malen onderhandeld werd met Franse partners lukte het niet om tot een compromis te komen. Trade Tracker kon geen Franse partner vinden. Dhr. Tanaka besloot mee te gaan naar de onderhandelingen en constateerde dat er zo nooit een samenwerking kon ontstaan: enerzijds de harde kant van de Nederlanders en anderzijds de softe kant van de Fransen. Eind 2012 werd Dhr. Tanaka die zelf afkomstig is uit België en daarom een betere ‘feeling’ heeft voor de Franse manier van doen, verantwoordelijk gesteld voor Trade Tracker France. Nadat men enige tijd getwijfeld heeft over de plaats van vestiging te weten in Parijs of in Lille, werd er uiteindelijk voor Lille gekozen. Waarom?: * Euratechnologies centrum voor ICT. Een vestiging op de ‘site d’excellence’ Euratechnologies zorgt voor een bepaald label en kwaliteitsimago. * Lille is een groeipool * Goedkoper ruimte, personeel * Mentaliteit ligt iets dichter bij de noordelijke mentaliteit * Bereikbaarheid vanuit NL en België. Het 1e jaar (2013) was moeilijk administratieve rompslomp. Ondertussen heeft Trade Tracker France ongeveer 250 klanten in Frankrijk en vanaf dit jaar is al duidelijk dat Trade Tracker France winstgevend en succesvol is. Momenteel maken ongeveer 50 Nederlandse bedrijven gebruik van het netwerk van Trade Tracker France Zij willen graag actief zijn met hun webshops op Franse websites. De enige vereiste is dat het Nederlandse bedrijf beschikt over een Franstalige webshop. 50% is MKB. 35
Vanuit de vestiging in Euratechnologies wordt heel de Franse markt bediend. Op termijn zal er misschien alsnog een 2e kantoor gevestigd worden in Parijs. Trade Tracker France heeft ongeveer 30 grote concurrenten in Frankrijk. Het Nederlandse bedrijf Daisycon is ook actief op de Franse markt maar heeft hier geen vestiging. Dhr. Tanaka geeft aan weinig tot geen concurrentie van Daisycon op de Franse markt te ondervinden. Dhr. Tanaka raadt het andere bedrijven, die actief zijn in de ICT en e-commerce, aan zich te vestigen in Euratechnologies. Momenteel zijn er naar zijn weten geen andere Nederlandse bedrijven gevestigd in Euratechnologies. Nadelen Lille/Nord-Pas-de-Calais: * Het heeft niet de uitstraling van Parijs * De hoofdkantoren van de meeste bedrijven zitten nog steeds in Parijs. Dhr. Tanaka gaf aan niet op de hoogte te zijn van de diensten van het economisch cluster van de Ambassade en de NBSO’s. Hij gaf zelfs aan overwogen te hebben om zelf een onderneming op te starten om buitenlandse bedrijven op gang te helpen in Frankrijk. Dhr. Tanaka raadt Nederlandse bedrijven die actief willen worden in Frankrijk aan om hun boekhouding te regelen via RFN in Boeschepe. De werknemers van RFN zijn gespecialiseerd in Frans boekhoud- en personeelsrecht. Men kan zo in eigen taal corresponderen met werknemers die zowel op de hoogte zijn van de Nederlandse als van de Franse wetgeving. RFN doet alleen de boekhouding voor Vlaamse en Nederlandse bedrijven die actief zijn in Frankrijk.
CIC- Mevrouw Corina van Broekhoven
Mw. van Broekhoven is bij CIC Nord Ouest manager van de Benelux Desk. De Benelux Desk richt zich niet enkel op landen uit de Benelux maar ook op andere noorderburen van Frankrijk, 85% van de klanten is echter afkomstig uit Nederland en België. Nederlandse ondernemers actief in Frankrijk kunnen zo in hun eigen taal hun bankzaken op de Franse markt regelen. Onder CIC Nord Ouest vallen Nord-Pas-de-Calais, Haute-Normandie, Basse-Normandie, Picardie. Nederlandse bedrijven doen voornamelijk zaken in NP de Calais. Volgens Mw. van Broekhoven kijken mensen uit België/Vlaanderen meer de kat uit de boom door eerst een agent of commercieel persoon op de Franse markt aan te stellen. Nederlanders kiezen daarentegen volgens haar sneller voor het oprichten van een eigen filiaal. Mw. van Broekhoven geeft aan dat de bank vooral Nederlandse klanten heeft actief in het domein handel of in specifiek technische dingen (met name MKB). Zo gaf Mw. van Broekhoven een voorbeeld van een Nederlands bedrijf welke geluidsdimmers voor motoruitlaten op de Franse markt verkoopt. De klanten worden onderverdeeld in: * ‘residence’ met vestiging in Frankrijk * ‘non-residence’ Nederlandse bedrijven welke exporteren naar Frankrijk. Zij openen een bankrekening in Frankrijk zodat de betalingen met de Franse klanten via de rekening in Frankrijk verlopen en ook voor het innen van cheques wat, weliswaar in minder mate, maar toch nog steeds een frequent betaalmiddel is in Frankrijk (20% van alle transacties). Wat betreft Nederlandse klanten van de bank is de verdeling tussen ‘residence’ en ‘nonresidence’ 50/50. Het is zelfs mogelijk om producten via internet met een cheque te kopen in Frankrijk. Nederlandse ondernemers willen hier in eerste instantie niet aan beginnen, maar krabbelen later toch terug en maken het voor de Fransen mogelijk om de producten uit hun webshop met een cheque te betalen. Volgens Mw. van Broekhoven beschouwen veel Nederlandse bedrijven het als eng om zaken te doen met Frankrijk. Concurrent CIC Nord Ouest enkel Credit du Nord maar deze is alleen voor Belgische klanten en niet voor Nederlandse. Kansen voor de regio: Gateway naar Noord-Europa. steeds meer open voor buitenlanders. Pôles de compétitivité voornamelijk lokaal gericht.
36
Gegevens regionale instanties NBSO Lille 88, rue Nationale 59000 Lille Tel. : +33 (0) 3 28 38 04 55 E-mail :
[email protected] Nord France Invest Espace International 299 Boulevard de Leeds 59777 Lille Contactpersoon : Yann PITOLLET (CEO) Tel : + 33 (0) 3 59 56 23 00 Gsm : + 33 (0) 6 76 03 85 16 E-mail :
[email protected] Lille’s Agency 10 rue des Poissonceaux 59002 Lille Tel : +33(0)3 62 14 50 06 Contactpersoon : Sophie de Coster E-mail :
[email protected] CCI Grand Lille Place du Théâtre 59020 Lille Tel : 03 20 63 77 77 Fax : 03 20 74 82 58 E-mail :
[email protected] Web : http://www.grand-lille.cci.fr/ CCI ARTOIS 87/89 rue Saint-Aubert 62008 ARRAS Tel : 03 21 23 24 24 Fax : 03 21 23 84 84 E-mail :
[email protected] Web : http://www.artois.cci.fr/ CCI Grand Hainaut 3 avenue Sénateur Girard 59308 Valenciennes Tel : 03 27 513 513 Fax : 03 27 513 210 E-mail :
[email protected] Web : http://www.grandhainaut.cci.fr/ Benelux Business Desk CIC Nord Ouest 32 avenue de la Marne 59447 Wasquehal Cedex
37
Contactpersoon : Corina van Broekhoven E-mail :
[email protected] Web : https://www.cic.fr/benelux/fr/index.html
38