KIEZEN IN & NA DE BRUGKLAS 2014 - 2015
1
Om te beginnen Beste brugklasleerling(e), Je zit nog maar pas een half jaar in de brugklas en nu beginnen we samen met jou al na te denken over de afdeling waar je volgend jaar heen wil gaan. Omdat je dat besluit zult gaan nemen samen met je ouders en in overleg met ons, is het belangrijk dat je alle informatie hebt voor een goede keuze. In de mentorlessen zullen we er aan de hand van dit boekje veel aandacht aan besteden. Ook is er een algemene informatieavond over de keuze voor je ouders: maandag 2 maart om 19.30 uur in de aula. Natuurlijk zullen niet alle vragen beantwoord zijn met de informatie uit dit boekje. Als er nog problemen zijn of komen, stap dan gerust naar je mentor en je ouders mogen ook altijd bellen, als ze met een vraag zitten. We hopen dat we samen een verstandig besluit kunnen nemen, zodat je op de afdeling komt (of blijft) die het beste bij jouw mogelijkheden en interesse past. Veel succes met je keuze! Namens de mentoren van de brugklas, Hamid Ait Oumghar Afdelingsleider brugklas en 2-3 vwo
2
Na de brugklas … waarheen? Aan de hand van de cijfers op je eindrapport van de brugklas besluiten de docenten van jouw klas of je overgaat naar de tweede klas. Daarvoor hebben we bij ons op school regels: de overgangsnormen. Aan het einde van de brugklas zijn er de volgende mogelijkheden: je kunt naar 2 havo je kunt naar 2 atheneum je kunt naar 2 gymnasium je kunt naar 2 VMBO-t gaan, als je op onze school niet bevorderd bent Je kunt bij het Augustinianum alleen naar de tweede klas havo, atheneum of gymnasium, als je bent bevorderd (dus over) bent. Voorwaardelijk (op proef) bevorderen naar een afdeling doen we niet. Dat zou bijvoorbeeld betekenen: proberen tot Kerstmis of het lukt op het atheneum en dan naar de havo, of van het gymnasium naar het atheneum. Om naar het atheneum of gymnasium te kunnen gaan, heb je een eindrapport nodig met een hoger gemiddelde. Als je resultaten onvoldoende zijn, dan kun je bij ons niet naar een tweede klas. Alleen in heel bijzondere omstandigheden kun je de brugklas overdoen. De teamleider vraagt daarover bij het eindrapport een advies aan de docenten. Als je niet over kunt en je eindrapport is niet al te slecht, dan kun je naar de tweede klas van het VMBO-t van een andere school.
Naar de havo Havo is de afkorting van Hoger Algemeen Vormend Onderwijs. Na de eenjarige brugklas duurt deze opleiding nog vier jaar. Vanaf de 2e klas wordt het verschil tussen havo en vwo (= atheneum en gymnasium) steeds groter. Havoleerlingen krijgen iets andere lesstof en toetsen dan de atheneum- en gymnasiumleerlingen. Er wordt ook wat meer tijd aan de uitleg besteed. Om je een goede studiemethode bij te brengen, krijg je van je mentor in de 2e klas ook nog twee mentorlessen per week. Net als in de brugklas zijn die o.a. bedoeld om je studievaardigheid te verbeteren. In de tweede en derde klas volg je behalve bekende vakken uit de brugklas ook Duits. In de derde klas komen er scheikunde en economie bij. Natuurlijk is op een havo-opleiding naast feitenkennis ook inzicht heel belangrijk. Wie de havo afmaakt en daarna naar het atheneum wil, kan met een havodiploma onder bepaalde voorwaarden overstappen naar 5 atheneum. Soms is al eerder een tussentijdse overstap mogelijk, bijvoorbeeld van 2 havo naar 3 atheneum. Dan moet je wel heel goede cijfers halen. In de derde klas geven de mentoren, samen met de decanen, ook keuzelessen. Daarin leer je alles over de vakken die je op school kunt gaan kiezen en wat je er mee kunt gaan doen. Zij kijken samen met jou ook naar je interesse, zodat je al kunt nadenken over wat je later wil worden en welke vakken je daarvoor nodig hebt. Tot en met de derde klas heb je een vast klassenverband gehad. Vanaf de vierde verandert dat: nu kom je ook met andere leerlingen in een groep, omdat niet iedereen hetzelfde (vakken)profiel heeft. Na de vijfde klas havo zijn er met een havodiploma de volgende mogelijkheden: 3
Studeren aan een Hogeschool (HBO: Hoger Beroeps Onderwijs) Doorstromen naar 5 atheneum: in 2 jaar kun je dan een atheneumdiploma halen Studeren aan een MBO-opleiding: Middelbaar Beroeps Onderwijs Studeren en werken een jaartje naar het buitenland.
Naar het atheneum Wat is atheneum? Wie na de eenjarige brugklas naar 2 atheneum gaat, komt in feite op een vwo-afdeling terecht: Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs. Het atheneum duurt in totaal 6 jaar, als je ook één jaar brugklas meerekent. Ook het gymnasium is een vwo-afdeling Wat kun je ermee? Met een atheneum- of een gymnasiumdiploma kun je naar het Wetenschappelijk Onderwijs: een universiteit. Daar ga je een studierichting volgen. De studie aan een universiteit is vooral bedoeld voor mensen die veel met theorie bezig willen zijn, dingen willen uitzoeken en ontdekken. Je moet vooral ook heel zelfstandig kunnen werken. Je kunt natuurlijk ook naar een Hogeschool (HBO), waar de opleiding ook wel theoretisch is, maar toch al meer op een beroep is gericht. Op een HBO lijkt de manier van werken en lessen volgen veel op de middelbare school, maar er wordt ook veel zelfstandigheid verwacht. Je bent geschikt voor het atheneum als je goed kunt leren en weinig moeite hebt om ingewikkelde dingen te begrijpen. Je moet het ook (meestal) leuk vinden om er achter te komen, waarom dingen zijn zoals ze zijn. Inzicht en doorzettingsvermogen zijn dus heel belangrijk. Om een goede studiemethode te houden (of te krijgen), geeft je mentor in de 2e klas per week twee mentorlessen. In die mentorles wordt je studievaardigheid verbeterd, maar er komen ook andere onderwerpen aan bod. In de tweede en derde klas volg je behalve de bekende vakken uit de brugklas ook Duits. In de derde komen er scheikunde en economie bij. In de derde klas geven de mentoren in samenwerking met de decanen ook keuzelessen. Daarin leer je alles over de vakken die je bij ons op school kunt kiezen en wat je ermee kunt gaan doen voor studie en beroep. Zij kijken ook samen met jou naar je interesse, zodat je al een beetje kunt aangeven waar jouw mogelijkheden liggen. Tot en met de 3e klas heb je een vast klassenverband gehad. Vanaf de 4e klas kan dat veranderen. Niet iedereen heeft dan namelijk hetzelfde (vakken)profiel. Wie in de loop van de jaren ontdekt dat de havo toch een geschiktere opleiding is, kan onder bepaalde voorwaarden overstappen. Na de 6e klas heeft een vwo-leerling met een diploma de volgende mogelijkheden: Wetenschappelijk Onderwijs (Universiteit) Hoger Beroeps Onderwijs (HBO) Studeren en werken een jaar in het buitenland studeren.
4
Naar het gymnasium Wat houdt het gymnasium in? Degenen die in de gymnasiumbrugklas zitten, weten al wat het gymnasium inhoudt. Het gymnasium is vanaf de 2e klas, evenals het atheneum, een vwo-opleiding. De opleiding duurt, als je de brugklas meerekent, ook 6 jaar. Het grootste verschil tussen atheneum en gymnasium zijn de klassieke talen: in de tweede en derde klas krijg je Latijn én Grieks. Omdat er voor elk van die talen 2 of 3 lesuren nodig zijn, krijg je in enkele andere vakken (Nederlands, Frans en Engels) één lesuur per week minder. Maar voor die talen moet je wel hetzelfde kennen als een atheneumleerling! Kijk maar eens in de lessentabel. Bij sommige andere vakken gaat de leraar ook dieper op de leerstof in. Zo kun je begrijpen dat het gymnasiumprogramma zwaarder is dan dat van het atheneum. Je moet het dus leuk en interessant vinden om te doen en in elk geval bereid zijn om er hard voor te werken. Je hoeft niet direct veel ‘slimmer’ te zijn dan een atheneumleerling, want voor alle vakken is de leerstof verder hetzelfde als op het atheneum. De leerlingen in de gymnasiumbrugklas krijgen een advies of ze verder kunnen op het gymnasium. In de derde klas geven de decanen, samen met de mentoren, keuzelessen. Daarin leer je alles over de vakken die je in de tweede fase (bovenbouw) kunt kiezen en wat je ermee kunt gaan doen voor studie en beroep. Zij kijken ook samen met jou naar je interesse, zodat zij al een beetje kunnen aangeven waar je mogelijkheden liggen. Houd je op het gymnasium altijd Latijn en Grieks? In klas 2 en 3 gymnasium heb je natuurlijk Latijn en Grieks om de basis voor die talen goed te leren. Vanaf de vierde klas mag je kiezen voor één van de klassieke talen: je kunt er ook voor kiezen lessen te blijven volgen in Latijn én Grieks. Voor de rest is de situatie voor een gymnasiumleerling na de derde klas bijna hetzelfde als voor een atheneumleerling. Waarom zou je klassieke talen volgen? In de eerste plaats kun je kiezen voor Latijn en Grieks omdat je het erg leuk vindt om talen te leren en er goed in bent. Als je een gymnasiumopleiding volgt, krijg je een enorme taalvaardigheid. Dat is ook een voordeel voor veel andere vakken, bijvoorbeeld de andere talen: die leer je dan ook gemakkelijker. Daarnaast lees je, vooral in de hogere klassen, teksten van de Griekse en Romeinse schrijvers. Zo leer je ook hoe onze westerse beschaving begonnen is in de Griekse en Romeinse oudheid. Want het onderwijs in Latijn en Grieks is niet alleen woordjes leren en grammatica begrijpen. Je leert ook veel over de klassieke cultuur: hoe leefden de Grieken en Romeinen en wat hebben wij van hun denkwijze overgenomen? Kun je nog overstappen naar het atheneum? Wie voor gymnasium kiest en daar bijvoorbeeld aan het einde van de tweede of derde klas spijt van krijgt, kan zonder problemen overstappen naar het atheneum. Latijn en Grieks tellen wel mee voor de overgang. Andersom is overstappen van een atheneumklas naar een gymnasiumklas onmogelijk: je zou dan te veel leerstof van Latijn en Grieks moeten inhalen. Vanuit de brugklas naar gymnasium 2? Er zullen leerlingen zijn die vanuit de h/v-brugklas willen overstappen naar 2 gymnasium. Hoe gaat 5
dat? Allereerst geven de docenten een advies; je kunt ook zelf aangeven of je naar het gymnasium wil. Dat bespreek je natuurlijk ook met je ouders en met je mentor. Als we dan ‘groen licht geven’, begin je aan een inhaalprogramma Latijn. De lessen Latijn moeten in het 3e trimester tot het einde van het schooljaar worden ingehaald. We gaan er trouwens vanuit dat je al Antieke Cultuur gevolgd hebt! Als je dan aan het einde van het schooljaar nog steeds naar het gymnasium wil, telt het eindcijfer Latijn mee voor de overgang (zie verder). Wat kun je met een gymnasiumdiploma? Wat betreft de studiemogelijkheden na de middelbare school is er nauwelijks verschil tussen een atheneum- en een gymnasiumdiploma. Maar een gymnasiumleerling heeft natuurlijk wel een zwaarder vakkenpakket gehad en is beter voorbereid op een universitaire (wetenschappelijke) studie. Hoe weet je nou of je geschikt bent voor het gymnasium? Het is duidelijk dat je in elk geval redelijk gemakkelijk talen moet kunnen leren. En ook moet je geen hekel hebben aan het leren van woordjes en grammatica. Je zou kunnen zeggen: een beetje puzzelen met taal moet je liggen. Ook de andere vakken moeten je niet echt veel moeite kosten. Het is trouwens niet zo dat je op het gymnasium geen tijd meer hebt voor andere dingen dan school en huiswerk. Je hobby’s moet je er gewoon naast kunnen blijven doen. Je mentor zal in de mentorlessen extra aandacht besteden aan de voordelen van het gymnasium. Degenen die dit jaar in de brugklas antieke cultuur hebben gevolgd, weten al een heleboel over de klassieke oudheid.
Hoe kies je? Jullie weten nu een beetje wat de verschillen zijn tussen de 3 afdelingen van onze school. Daarmee is natuurlijk niet gezegd, dat je al een keuze kunt maken. Dat kan moeilijk zijn, want niet iedereen kiest even snel en gemakkelijk. Iedereen kiest ook op een andere manier. Om het kiezen wat makkelijker voor je te maken, moet je jezelf de volgende 5 vragen stellen. wat vind ik leuk? Heb ik er zin in volgend jaar? Welke dingen vind ik niet leuk en waarom is dat zo? Op welk vlak liggen mijn interesses en wat hebben de schoolvakken of een bepaalde vervolgopleiding hiermee te maken? wat kan ik? Kán ik ook echt wat ik wil kiezen? In welke vakken ben ik goed? Hoeveel inspanning kost het me om redelijke schoolresultaten te behalen? Het schooladvies waarmee je hier in de brugklas begon, zei al iets over je mogelijkheden, maar niet alles. Je moet het in de brugklas zelf waarmaken. Het is nu anders dan op de basisschool en je hebt misschien ontdekt wat je sterke en zwakkere punten zijn. En vooral… wat je ervoor gedaan hebt. Want in de brugklas is intelligentie wel belangrijk, maar met gewoon goed je best doen, kom je ook een heel eind; zeker de eerste jaren. Je kunt over het algemeen wel zeggen dat, als je minder dan een zeven gemiddeld hebt op je rapport in de brugklas, een vwo-opleiding dan wel een probleem zal zijn.
6
wat vind ik belangrijk? Vind je het belangrijk om een zo hoog mogelijke opleiding te volgen? Of vind je het voor jezelf belangrijk om niet altijd op je tenen te lopen, zo van : "Als het goed gaat, kan ik later nog een hogere opleiding gaan volgen?" Vind je het belangrijk om veel tijd over te houden voor je hobby's of sport? Heb je al enig idee over wat je later wil gaan doen en heb je daarvoor een vwo-opleiding nodig of havo? wat vinden anderen ervan? Je ouders, docenten, vrienden en familie hebben vaak ook een idee over wat een goede keuze voor jou zou zijn. Die hebben ook gezien of je erg hard moet werken of dat het allemaal redelijk gemakkelijk gaat. Je ouders weten natuurlijk ook of ze je vaak hebben moeten aansporen om huiswerk te maken of niet… Behalve jijzelf, weten ook anderen waar je je voor interesseert of waar je goed in bent. Je hoeft je niet van ieders mening wat aan te trekken, maar luister wel goed naar hun argumenten. wat durf ik? Belangrijk bij iedere keuze is de vraag hoeveel risico je wil lopen. Een keuze voor het vwo kan immers betekenen dat het je niet zal gaan lukken om daar voldoende cijfers te halen: je moet dan later misschien wel overstappen naar de havo. Aan de ene kant moet je proberen te kiezen wat je aankunt. Aan de andere kant is het belangrijk om te kijken of je een hoog niveau aankunt. De een kan dat best, een ander zou dat verschrikkelijk vinden en volgt liever de meest veilige weg.
Vraag wat je nog niet weet! Bijvoorbeeld aan de brugwachters! Als er nog vragen overblijven, kun je natuurlijk altijd bij je mentor terecht. Die nodigt ook de brugwachters uit en eventueel nog andere leerlingen uit klas 2. Zij weten intussen uit eigen ervaring hoe het in de tweede klas is. Bedenk samen maar eens wat vragen voor hen!
7
Hoe is de school opgebouwd? HAVO
VWO Atheneum
6
Gymnasium
6 atheneum (2e Fase)
6 gymnasium (2e Fase)
5
5 havo (2e Fase)
5 atheneum (2e Fase)
5 gymnasium (2e Fase)
4
4 havo (2e Fase)
4 atheneum (2e Fase)
4 gymnasium (2e Fase)
3
3 havo
3 atheneum
3 gymnasium (Latijn en Grieks)
2
2 havo
2 atheneum
2 gymnasium (Latijn en Grieks)
Brugklas HAVO/VWO
Brugklas gymnasium (Latijn)
1
lessen onderbouw 2014-2015 vakken
Brugklas 2e klas 3e klas havo h/v gym. havo ath. gym. havo ath. gym. Nederlands 4 4 3 3 3 2 3 3 2 Latijn 2 2 3 Grieks 2 3 Frans 3 3 3 3 3 2 2,5 2,5 2 Duits 3 3 3 3 3 2 Engels 3 3 3 3 3 2 3 3 2 Geschiedenis 2 2 2 2 2 2 2 2 2 Aardrijkskunde 2 2 2 2 2 2 2 2 2 Economie 2 2 2 Wiskunde 4 4 4 3 3 3 3 3 3 Natuur en techniek 2 2 2 3 3 3 2 2 2 Scheikunde 2 2 2 Biologie 2 2 2 2 2 2 Beeldende vorming 2 2 2 2 2 2 2 2 1 Drama 1 1 1 1 1 1 1,5 1,5 1 Levensbeschouwing 2 2 2 2 2 2 1 1 1 Lichamelijke 3 3 3 2 2 2 2 2 2 opvoeding Mentorles 2 2 2 2 2 1 2 2 1 Totaal 32 32 33 33 33 33 33 33 33
8
Hoe ga je over naar de tweede klas? Overgangsnormen brugklassen De cijfers op het overgangsrapport (Rapport 4) worden afgerond op hele cijfers. Havo-brugklas Vakkengroep I Nederlands, Frans, Engels, geschiedenis, aardrijkskunde, wiskunde en biologie Vakkengroep II levensbeschouwing, natuur & techniek, drama, beeldende vorming en lichamelijke opvoeding Voor de havo-brugklas gelden de volgende overgangsnormen: Een leerling wordt bevorderd naar havo 2 indien aan elk van de volgende criteria is voldaan: Maximaal één 5 in vakkengroep I en één 5 in vakkengroep II op Rapport 4. De overige cijfers dienen 6 of hoger te zijn. Het gemiddelde van de afgeronde cijfers van de vakken in vakkengroep I op Rapport 4 is minimaal 6,0 Havo/vwo-brugklas Vakkengroep I Nederlands, Frans, Engels, geschiedenis, aardrijkskunde, wiskunde en biologie Vakkengroep II levensbeschouwing, natuur & techniek, drama, beeldende vorming en lichamelijke opvoeding Voor de havo/vwo-brugklas gelden de volgende overgangsnormen: Een leerling wordt bevorderd naar havo 2 indien aan elk van de volgende criteria is voldaan: Maximaal één 4 en één 5 in vakkengroep I en één 5 in vakkengroep II op Rapport 4. De overige cijfers dienen 6 of hoger te zijn Het gemiddelde van de afgeronde cijfers van de vakken in vakkengroep I op Rapport 4 is minimaal 6,0 Voor de kernvakken Nederlands, Engels en wiskunde mag hoogstens één 5 gehaald worden. Een leerling wordt bevorderd naar atheneum 2 indien aan elk van de volgende criteria is voldaan: Maximaal één 5 in vakkengroep I en één 5 in vakkengroep II op Rapport 4. De overige cijfers dienen 6 of hoger te zijn. Het gemiddelde van de afgeronde cijfers van de vakken in vakkengroep I op Rapport 4 is minimaal 7,0 Een leerling wordt bevorderd naar gymnasium 2 indien aan elk van de volgende criteria is voldaan: De leerling heeft het inhaalprogramma Latijn en de lessen antieke cultuur gevolgd. Geen onvoldoendes in vakkengroep I, maximaal één 5 in vakkengroep II op Rapport 4. De overige cijfers dienen 6 of hoger te zijn. Bij de talen maximaal één 6 en de overige cijfers 7 of hoger. Het gemiddelde van de afgeronde cijfers van de vakken in vakkengroep I op Rapport 4 is minimaal 7,0 Gymnasiumbrugklas Vakkengroep I Nederlands, Frans, Engels, Latijn, geschiedenis, aardrijkskunde, wiskunde en biologie Vakkengroep II levensbeschouwing, natuur & techniek, drama, beeldende vorming en lichamelijke opvoeding Voor de gymnasiumbrugklas gelden de volgende overgangsnormen: 9
Bevordering naar gymnasium 2: maximaal één 5 in vakkengroep I en één 5 in vakkengroep II op Rapport 4. Het gemiddelde van de afgeronde cijfers van de vakken in vakkengroep I op Rapport 4 is minimaal 7,0 Een leerling die afgewezen is voor 2 gymnasium, kan bevorderd worden naar 2 atheneum. De docentenvergadering neemt hierover een besluit. Voor alle brugklassen geldt: een leerling die niet aan de overgangsnormen voldoet, komt in aanmerking voor bespreking als hij door ophoging met 1 punt van één van zijn cijfers op Rapport 4 wel aan de overgangsnormen zou voldoen. Dit kan niet worden gebruikt voor de overgang naar een hogere afdeling. De mentor of afdelingsleider kan een leerling te allen tijde op grond van bijzondere omstandigheden in bespreking brengen. De docentenvergadering neemt dan een bindend besluit. Doublure in de brugklas Slechts onder uitzonderlijke omstandigheden wordt een doublure van het brugjaar toegestaan.
Kiezen en beslissen In de inleiding hadden we het er al over: de docenten geven een advies, je maakt zelf een keuze, maar het eindrapport geeft de doorslag. Hier zie je nog een keer overzichtelijk wat er allemaal gebeurt, voor het zover is: In de mentorlessen krijg je alle informatie die nodig is voor een keuze. De afdelingsleider van de brugklas informeert op de informatieavond van maandag 2 maart (19.30 uur) ook je ouders over de keuzemogelijkheden in het algemeen. De leerlingen uit de h/v-brugklas die naar 2 gymnasium willen krijgen van ons al eerder een advies over die keuze. Dat advies wordt door de mentor met de leerling en de ouders besproken. Als het dan verantwoord is, kan de leerling meteen aan het begin van het derde trimester met het inhaalprogramma Latijn beginnen. We gaan ervan uit dat de leerling de lessen antieke cultuur al eerder gevolgd heeft! Bij de vergadering van het 2e cijferrapport geven de docenten aan de overige leerlingen een advies voor welke afdeling zij jou geschikt vinden. De docenten letten bij het geven van hun advies voor de 2e klas niet alleen op de cijfers die je haalt, maar ook op je studiehouding en interesse! Met die individuele adviezen van docenten bepalen we een eindadvies: dat wordt op je 2e cijferrapport (maart) vermeld. We kunnen je dan geschikt vinden voor havo of voor atheneum (gymnasiumadvies was dus al eerder bekend). Soms staat er bij het atheneum- of havo-advies ‘twijfel’ vermeld. Dat zou kunnen, omdat je rapport niet goed genoeg is en dat je nog heel erg je best moet doen in het laatste trimester! Naar aanleiding van dit advies op je rapport volgt er een gesprek van de mentor met jou. Je ouders kunnen op het 10-minuten-gesprek van woensdag 8 april over je keuze en ons advies komen praten. Na dat gesprek geef je je definitieve voorkeur door aan de mentor: uiterlijk maandag 1 juni 2015. Je kunt die voorkeur, na overleg met je ouders, op het antwoordstrookje invullen. Dat antwoordstrookje zit aan de brief bij je 2e cijferrapport. Bewaren dus!! Uiteindelijk bepaalt het eindrapport of je inderdaad naar de afdeling van je keuze kunt. 10
Op woensdag 15 juli krijg je van je mentor een telefoontje, als de beslissing anders is uitgevallen dan je keuze!
11
Denk je al aan een beroep? De keuze van een afdeling na de brugklas heeft wel invloed op de studiemogelijkheden die je zult hebben ná deze school. Toch is de studie of het beroep van straks bij de meesten van jullie nog niet zo belangrijk voor je keuze van nu. En terecht... Veel leerlingen hebben in de brugklas nog geen enkel idee wat ze later willen gaan doen. En als ze wel een idee hebben, kan dit in de komende jaren ook weer gemakkelijk veranderen. Veel meer letten de brugklasleerlingen op wat zij nu kunnen presteren bij verschillende vakken. Hieronder zie je een overzicht van een aantal beroepen. Het is al best leuk voor je om er naar te kijken. In de loop van de komende jaren zal de oriëntatie op een beroep of studie steeds belangrijker worden. Omdat de keuze moeilijk is en omdat er enorm veel verschillende vervolgstudies bestaan, heeft de school enkele docenten die je heel goed kunnen begeleiden bij die keuze. Je noemt zo iemand een decaan. We hebben er twee: mevr. Verhagen en mevr. Van Mens. Ook in de brugklas mag je best bij zo iemand aankloppen als je graag iets wilt weten over een latere studie of beroep. Nogmaals, denk eraan: je hoeft nu geen beroep te kiezen. Zorg dat je volgend jaar in een klas zit, waar je goed kunt werken en het naar je zin hebt. welke studie en welk beroep? Hieronder staat een aantal beroepen genoemd. In de komende jaren krijg je daarover nog meer te horen. En vooral welke vooropleiding je daarvoor kunt volgen. Zet een ‘+’ voor het beroep dat je leuk vindt, een ‘-‘ bij een beroep dat je zeker nooit zult kiezen, en een ‘?’ als je het nog niet precies weet. BEROEP aardrijkskundige archeoloog advocaat acteur accountant analist administrateur antiquair apotheker archeoloog architect arts binnenhuisarchitect bedrijfsleider bioloog bodemonderzoeker bouwkundig tekenaar
chirurg dierenarts dierenartsassistent diëtist doktersassistent fysiotherapeut grafisch vormgever gezondheidszorg historicus homeopaat informaticaspecialist (ICT-er) journalist kinderarts laborant leraar basisschool leraar middelbare school musicus 12
natuurkundige ontwerper opticien piloot politieagent rechercheur rechter reisleider regisseur scheikundig onderzoeker secretaresse medisch specialist, nl. ………….. sportinstructeur sterrenkundige
steward(es) talenleraar technisch tekenaar technicus tekstschrijver tolk/vertaler tuinarchitect uitvinder verloskundige (vroedvrouw) verpleegkundige vertegenwoordiger waterbouwkundige wiskundige
Nog meer weten? Surf naar www.schoolweb.nl En nu zelf aan de slag! Maak de volgende opdrachten 1. Welke beroepen of richtingen heb je in het bovenstaande lijstje gemist?
2. Maak samen met de mentor een overzicht van de meest gekozen beroepen.
3. Schrijf hieronder het beroep van je ouder(s), familieleden, buren, kennissen op.
4. Houd (het liefst met z’n tweeën) een interview met iemand die een interessant beroep heeft. Maak een schriftelijk verslagje en vertel daarover in de mentorles. 13
Tweede Fase Na de onderbouw (klas 1 t/m 3) kom je in de zogenaamde Tweede Fase terecht. Voor havo duurt die twee jaar en voor vwo drie jaar. Na de middelbare school heb je een brede basis nodig voor een vervolgstudie. Daarom krijg je verplichte vakken en keuzevakken. Die zie je hieronder staan. Aan de universiteit en aan de hogeschool moet je heel zelfstandig kunnen werken. Daarom is het goed als je dat hier op school ook al in de tweede fase geleerd hebt. Je moet aan praktische opdrachten en profielwerkstukken werken, op school en thuis.
De profielen in de vierde klas A. Een gemeenschappelijk deel met verplichte vakken, gericht op algemene vorming: HAVO : Nederlands, Engels, maatschappijleer, CKV, LO, LB, pws (profielwerkstuk) VWO : Nederlands, Engels, Frans of Duits, La/Gr (gym), maatschappijleer, ANW, CKV/KCV, LO, ANW, LB, pws B. Een keuze uit 4 profielen, gericht op de verschillende vervolgopleidingen: HAVO en VWO: 1. Cultuur en maatschappij (C&M) 2. Economie en maatschappij (E&M) 3. Natuur en gezondheid (N&G) 4. Natuur en techniek (N&T) Binnen deze profielen kiezen leerlingen nog (een) profielkeuzevak(ken) C. Een vrije keuze in de zogeheten vrije ruimte kies je uit vakken van de profielen (minstens één examenvak) en andere vakken die aansluiten bij je interesse en mogelijkheden.
14