PESTPROTOCOL 2014-2015 1. Doel van dit protocol Wij willen bereiken dat alle leerlingen op onze school zich veilig en erkend voelen zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen. Pestgedrag komt helaas op elke school voor, ook bij ons. Het heeft negatieve gevolgen voor alle betrokkenen. Door elkaar te steunen en wederzijds respect te tonen, scheppen we een klimaat waarin iedereen de gelegenheid krijgt met plezier naar school te gaan. In dit protocol staan regels en afspraken. Zodra zich ongewenste situaties voordoen, kunnen leerlingen en volwassenen elkaar hierop aanspreken.
2. Wat is pesten? "Pesten is een stelselmatige vorm van agressie waarbij één of meer personen proberen een andere persoon fysiek, verbaal of psychologisch schade toe te brengen. Bij pesten is de macht ongelijk verdeeld." - Nederlands Jeugd Instituut We spreken van plagen als het om een eenmalig incident gaat dat beide partijen niet als bedreigend ervaren. Het kan voorkomen dat een pestende leerling oprecht denkt enkel te plagen. Naast ‘traditioneel pesten’ komt ‘cyberpesten’ vaak voor waarbij sociale media gebruikt worden om te pesten. Beide vormen komen vaak tegelijkertijd voor. Pesten kan verschillende vormen aannemen: Verbaal: o.a. bijnaam gebruiken, schelden, beledigen, nadoen, via internet/tel. opmerkingen verspreiden, opmerkingen maken over uiterlijk Fysiek: o.a. duwen, spugen, iets afpakken, kapotmaken van bezittingen Intimidatie: o.a. achterna blijven lopen, doorgang versperren, bedreigen, geld of handeling afdwingen Isolatie: o.a. negeren, buitensluiten, zeggen dat slachtoffer ongewenst is
3. Partijen bij het pestprobleem Om pesten te kunnen voorkomen en op te lossen worden alle partijen betrokken bij het pestprobleem. Er wordt een vijf sporenaanpak gehanteerd. De gepeste leerling Veel leerlingen die gepest worden hebben een beperkte weerbaarheid. Zij zijn niet in staat om daadwerkelijk actie te ondernemen tegen het pesten. Vaak zijn ze angstig en onzeker uit angst voor afwijzing. Deze angst wordt versterkt door het pesten van anderen. Gepeste leerlingen voelen zich vaak eenzaam, hebben een omgeving waarin zij niet terug kunnen vallen op vrienden en kunnen soms beter met volwassenen opschieten dan met hun leeftijdgenoten. Leerlingen die gepest worden, praten niet altijd over uit schaamte, de gedachte dat 'klikken' slecht is of angst dat het de problemen erger maakt. Vaak denken leerlingen die gepest worden dat het probleem onoplosbaar is. Omdat het voor leerlingen die gepest worden moeilijk is om aan te geven dat ze gepest worden, staat in bijlage 1 een lijst met (indirecte) signalen waarop gelet kan worden.
De pestende leerling Pestende leerlingen zijn vaak fysiek en/of verbaal sterker dan de gepeste leerling. Meisjes pesten vaker door middel van psychisch geweld (buitensluiten, roddelen) en jongens vaker door fysiek geweld (duwen, spullen kapot maken enz.). Hierbij geldt vaak dat het pesten iets oplevert. Pestgedrag kan verschillende oorzaken hebben, bijvoorbeeld een problematische thuissituatie, angst om buitengesloten te worden, zelf op de basisschool gepest zijn, slechte cijfers halen, voortdurend in een niet-passende rol worden gedrukt of voortdurend met elkaar de competitie aangaan. Wat de oorzaak ook is en hoe triest bepaalde zaken ook kunnen zijn, pestgedrag wordt door ons niet getolereerd. De ouders De ouders van de pestende leerling en van de gepeste leerling zullen altijd zoveel mogelijk actief betrokken worden bij het oplossen van het probleem. De meelopers De meeste leerlingen zijn niet direct betrokken bij het actief pesten. Zij houden afstand of doen uit angst of uit berekening mee. Dit zijn de zogenaamde 'meelopers'. Vaak vinden zij het 'stoer' om mee te doen of zijn ze juist bang om zelf ook slachtoffer te worden van het pesten. De zwijgende middengroep De meeste leerlingen houden zich afzijdig als er gepest wordt. Sommigen hebben niet in de gaten dat de gepeste leerling eronder lijdt (het is 'maar een grapje'); anderen houden afstand om er niet zelf bij betrokken te raken. Omdat dit een grote groep is, speelt zij een belangrijke rol bij het oplossen van pestgedrag.
4. Preventieve maatregelen 1. Aan de basis ligt het naleven van de schoolregels zoals die in de schoolgids vermeld staan. 2. Elke mentor bespreekt ergens aan het begin van het schooljaar de algemene afspraken en regels in de klas: a. Verschil en aanwezigheid van plagen en pesten. b. Pestprotocol doornemen (focus paragraaf 2,3 en eerste gedeelte van paragraaf 5). c. Pestcontract laten tekenen ([afgeleide van] bijlage 3) d. Pesten moet ALTIJD gemeld worden (is niet klikken, maar hulp bieden/vragen). e. Discriminatie wordt behandeld als pestgedrag. Discriminatie is het ongelijk behandelen van mensen op basis van kenmerken die er niet toe doen, zoals afkomst, huidskleur, handicap, sekse, seksuele voorkeur en leeftijd. f. Gedragsregels ten aanzien van internetgebruik: - Geef nooit persoonlijke informatie door op Internet (naam/adres/tel.nr /foto) tenzij je docent daarvoor toestemming geeft . - Beantwoord nooit een bericht waarin je gepest wordt of waarbij je je niet prettig voelt en meld dit meteen bij je docent. - Spreek van tevoren met je docent af wat je op Internet wilt gaan doen. 3. In de leerjaren 1 t/m 4 wordt aandacht besteed aan pesten in één of meerdere mentorlessen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de methode Baas in Eigen Soap.
4. Indien een mentor of docent daartoe aanleiding ziet, besteedt hij expliciet aandacht aan pestgedrag in een groepsgesprek. Hierbij worden de rol van de pestende leerling, het slachtoffer, de meelopers en de stille getuigen benoemd. 5. Van de gesprekken rond pesten worden aantekeningen gemaakt, die door de mentor worden bewaard in het leerlingvolgsysteem van zowel de pestende leerling als het slachtoffer (TP). 6. Medewerkers binnen school laten een voorbeeldrol zien door acceptatie van verschillen aan te moedigen, leerlingen te respecteren in hun eigenheid, agressief gedrag niet te accepteren en zelf geen agressie te laten zien.
5. Aanpak van pestsituaties De mentor biedt altijd hulp aan de gepeste leerling en begeleidt de en de omstanders, indien nodig in overleg met de ouders en/of externe deskundigen. Een leerling voelt zich gepest
Leerling probeert het eerst zelf op te lossen
Opgelost? Fijn!
Niet opgelost?
Opgelost? Fijn!
(of signaal, zie bijlage 1)
Stroomschema leerlingbemiddeling staat in bijlage 4
Handleiding pestbriefje staat in bijlage 5 Gesprekstips in bijlage 2 Mentorgesprek: focus op betrekken van middengroep en herhalen pestcontract + -protocol Ouders worden door school verantwoordelijk gehouden bij voortzetting pestgedrag
Mentor zet lln mediation in
Niet opgelost? Mentor regelt pestbriefje en gaat met klas in gesprek
Herhaalde ruzie/ pestgedrag? Vierkant rooster en oudergesprek door mentor/MT
Niet opgelost? Overweging interne schorsing / hulp. Mentor meldt aan bij IZO
Niet opgelost? Overweging tijdelijke overplaatsing uit de klas
Laatste optie MT besluit of verwijderingstraject kan ingezet worden
Opgelost? Fijn!
6. Contactpersonen Vertrouwenspersoon is: mw. B. de Ridder. Leerlingbegeleider is: mw. C. Lunshof. Coördinator Leerlingbemiddeling is: mw. S. Geenen en mw. E. Yildirim. Teamleiders zijn: mw. M. Gras en dhr. C. Naves. Orthopedagoog en Coördinator Onderwijs Ondersteuning is: mw. M. Beerenfenger. School maatschappelijk werker is: mw. L. Godijn.
Bijlage 1 Signaallijst Een rechtstreekse hulpvraag is er niet altijd. Mogelijke signalen van gepest worden: Maagklachten / hoofdpijn Slechte(-re) cijfers halen Niet naar school willen Klagen over school Spontaan huilen Concentratieproblemen Niet buiten willen spelen Van club/sport af willen Regelmatig kapotte spullen Verjaardag niet willen vieren Thuis niet over school vertellen Geen vrienden hebben Opvallend stil zijn in de les Verhalen van andere leerlingen Teruggetrokken gedrag Alleen staan in de pauze Vaak contact zoeken met docent Onnodig lang op school rondhangen Niet alleen een boodschap durven doen Niet willen slapen, nachtmerries, bedplassen Regelmatig spullen kwijt zijn Verjaardag niet willen vieren Blauwe plekken Thuis prikkelbaar, boos of verdrietig zijn
Bijlage 2 Gesprekstips Belangrijk om te weten In bijlage 6 staan voorbeelden hoe digitaal pesten aangepakt kan worden. Omdat het verweven is met traditioneel pesten: altijd controleren of er van een of beide vormen sprake is. Zijn er zaken gepubliceerd over of door de leerling die niet kunnen (foto's, laster etc.): zorg dat materiaal bewaard blijft voor eventuele aangifte, maar laat alle leerlingen het materiaal zo snel mogelijk verwijderen. Bedreiging en in het bezit hebben van kinderporno is strafbaar, ook onder jongeren. Licht dan direct teamleider in. Begeleiding van de pestende leerling door de mentor: Samen zoeken naar de reden van het ruzie maken/pesten (baas willen zijn, jaloezie, verveling, buitengesloten voelen). Laten zien wat het effect is van zijn/haar gedrag voor de gepeste. In laten zien welke sterke (leuke) kanten de gepeste leerling heeft. Wijzen op de schoolregels: pesten is verboden in en om de school. Kind leren niet meteen kwaad te reageren ('stop-eerst-nadenken-houding'). Excuses laten aanbieden (ook al is er een reden voor pestgedrag: dit mag niet). Zwijgende middengroep mobiliseren om te helpen met zelfbeheersing. Belonen als de leerling zich anders opstelt. Inschakelen van hulp via intern zorgoverleg. Begeleiding van de gepeste leerling door de mentor: Medeleven tonen en luisteren en vragen: hoe en door wie wordt er gepest? Sinds wanneer? Leer de leerling: er is niets mis met je waardoor je gepest wordt. Je mag er zijn. Niemand kan een ander klein maken zonder diens toestemming. Nagaan hoe de leerling zelf reageert: wat doet hij/zij voor, tijdens en na het pesten? Uitleggen dat huilen of heel boos worden juist vaak een reactie is die de pestende leerling wil uitlokken. De leerling helpen om andere manieren te vinden waarop hij/zij kan reageren. De zwijgende middengroep mobiliseren als morele steun of als relativerende partij. De leerling laten inzien waarom een ander kind kan pesten (bullying = power). Nagaan welke oplossing de leerling zelf graag wil en hoe die te bereiken is. Sterke kanten van de leerling benadrukken (en de leerling deze zelf laten ontdekken). Belonen als de leerling een zelfbedachte oplossing inzet. Inschakelen van hulp via intern zorgoverleg. Omstanders / zwijgende middengroep Door gesprekken in de klas met de mentor wordt de zwijger ervan bewust dat hij/zij ook een rol speelt in het helpen stoppen van de pesterijen door een standpunt in te nemen, elkaar aan te spreken enzovoorts. Het pestcontract wordt erbij gehaald en er wordt gereflecteerd op eigen mogelijkheden om het pesten te helpen stoppen. De mentor houdt zich op de hoogte van het verloop van pestgedrag door regelmatig leerlingen uit de klas (omstanders) te vragen hoe het gaat.
Adviezen aan ouders Ouders van gepeste kinderen Blijf in gesprek met uw zoon/dochter. Als er gepest wordt: neem contact op met mentor. Neem ook contact op met mentor als het pesten buiten school plaatsvindt. Werk aan het vergroten van het zelfvertrouwen door uw zoon/dochter te laten benoemen wat hij/zij goed kan en door vertrouwen in hem/haar uit te spreken. Steun uw zoon/dochter met het idee dat er een einde aan het pesten komt. Verwijder belastende foto's en teksten niet direct omdat het ook bewijsmateriaal kan zijn. Help uw zoon/dochter personen op websites te blokkeren (of vraag hier hulp bij). Help uw zoon/dochter bij aanhoudende problemen een andere accountnaam of mailadres aan te nemen (of vraag hier hulp bij). Informatieve websites over digitaal pesten: www.mijnleerlingonline.nl www.dekinderconsument.nl www.iksurfveilig.nl www.internetsoa.nl www.i-respect.nl Ouders van pestende kinderen Neem het probleem van uw zoon/dochter serieus. Raak niet in paniek; elk kind loopt de kans te gaan pesten. Probeer achter de mogelijke oorzaak te komen. Maak uw zoon/dochter gevoelig voor wat het anderen aandoet. Besteed extra positieve aandacht aan uw zoon/dochter door samen iets leuks te doen. Stimuleer uw zoon/dochter om een sport uit te oefenen. Corrigeer ongewenst gedrag en benoem gewenst gedrag van uw kind. Maak uw zoon/dochter duidelijk dat u achter het besluit van school staat. Alle andere ouders Neem ouders van de gepeste leerling serieus. Stimuleer uw zoon/dochter op een goede manier met andere kinderen om te gaan. Corrigeer ongewenst gedrag en benoem gewenst gedrag van uw kind. Geef zelf het goede voorbeeld. Leer uw zoon/dochter voor anderen op te komen door rustig te zeggen dat pesten niet kan en door hulp in te schakelen als het pesten toch doorgaat. Leer uw zoon/dochter voor zichzelf op te komen door rustig te zeggen dat iets niet leuk gevonden wordt en door hulp te schakelen.
Bijlage 3 Voorbeeld pestcontract
Klas:……
Ik:……………………………………………………………………………(naam) zal mij houden aan het onderstaande contract. Handtekening:………………………………………………………………
Contract “veilig in school” Ik vind dat iedereen zich veilig moet voelen in school. Daarom houd ik mij aan de volgende afspraken: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11.
Ik roddel niet over anderen, ook niet op sociale media Ik scheld anderen niet uit, ook niet op sociale media Ik verspreid geen foto’s van anderen Ik blijf van de spullen van een ander af Ik vertel het meteen aan mijn mentor of de vertrouwenspersoon als ik op internet informatie tegenkom waar ik mij zorgen over maak Iedereen mag meedoen: ik zorg dat niemand buiten gesloten wordt Ik bedreig niemand, ook niet met woorden Ik duw, sla of schop andere leerlingen niet Ik weet dat alles op internet 'altijd blijft staan' dus let goed op wat ik erop zet (foto's of tekst) Als ik zie dat iemand gepest wordt, dan ‘like’ ik dat niet, maar ga ik naar mentor of docent (ik heb de plicht dit te melden!). Als ik zie dat er iemand gepest wordt, probeer ik te zeggen dat er gestopt moet worden.
Dit contract kan goed ingebed worden in activiteiten die positieve groepsvorming versterken. Denk aan oefeningen waarvoor je op elkaar moet kunnen vertrouwen (iets voor BWO) en kennismakingsspelletjes. Het is ook mogelijk om met de klas dieper in te gaan op hoe hun ideale klas eruit zal zien (ik voel mij prettig in deze klas als... / ik hoop dat onze klas....).
Bijlage 4 Leerlingbemiddeling
Leerling gaat naar mentor
1x p/mnd overleg in lokaal 0.32
(Bureau Welles Nietes)
Mentor meldt aan bij coördinator leerlingbemiddeling*
Hulpcoördinator (vastgestelde leerling) wordt ingezet
Hulpcoördinator vraagt 2 (getrainde) bemiddelaars
Mw. Geenen of mw. Yildirim
Briefje zit in map 1 wat bij coördinatoren ligt, naast receptie
Bemiddelaars zoeken de 2 ruziemakers op
CONFLICT
In lokaal 0.32 in de pauze of laatste 10 min vd les
BEMIDDELING (+/- 15 min)
Coördinator leerlingbemiddeling heeft inzage in map 2
Coördinator leerlingbemiddeling koppelt terug aan mentor
Ruziemakers maken afspraken
Bemiddelaars voegen ingevuld formulier in map 2 Bemiddelaars maken een tweede afspraak om te checken of ze zich aan afspraken houden
Map 2 ligt bij coördinatoren, naast receptie
Bijlage 5 Pestbriefje Nodig: - Groene vragenlijst (ligt bij coördinatoren) - Gele vragenlijst (ligt bij coördinatoren) - ‘Pauzekaart’(zie voorbeeld bij leerlingbegeleider of maak zelf een exemplaar) - Kopieermachine / pen Adviezen: - Kies geen partij - Praat er niet over als gepeste leerling dit niet wil - Houd rekening met vertrouwensrelatie met ouders / beide leerlingen - Geef geen straf zonder overleg met leerlingbegeleider / teamleider Stappenplan in 9 stappen: Stap 1 Vraag gepeste leerling de groene vragenlijst in te vullen (hulp hierbij van een vriend of vriendin is wenselijk) Stap 2 Vraag of alles naar waarheid is ingevuld (niets verzonnen?) Stap 3 Maak een kopie en geef deze met de gele vragenlijst aan de pestende leerling of de leider van een groep pestende leerlingen. Stap 4 De pestende leerling vult de gele vragenlijst zelfstandig in, zonder hulp van vriend(-in). Stap 5 Vraag of alles naar waarheid is ingevuld (niets verzonnen?) Stap 6 Bespreek met de pestende leerling waar, bij wie en wanneer hij/zij zich in een pauze gaat melden en schrijf dit op (‘het pauzekaartje’). Bijvoorbeeld: dinsdag, in de grote pauze melden bij leerlingbegeleider, mevrouw Lunshof. Alternatieven: melden bij mentor of docent zelf. Stap 7 Maak een kopie van het pauzekaartje. Stap 8 Geef beide leerlingen gelijktijdig de door henzelf ingevulde Vragenlijst èn een kopie van de door het andere kind ingevulde Vragenlijst mee voor de ouders/verzorgers. Deze moeten de eerstvolgende schooldag, ondertekend door ouders/verzorgers, bij u worden ingeleverd. Stap 9 Maak een kopie van de ondertekende exemplaren en hang het in TP (scan). Bij vragen: verwijs naar www.pestbriefje.com
Bijlage 6 Voorbeelden aanpak digitaal pesten voorbeeld 1: Een blootfoto van een leerling is op het internet geplaatst: Luister naar de leerling: toon begrip en veroordeel niet. Neem contact met de ouders op. Meld dit bij de contactpersoon of vertrouwenspersoon. Meld dit bij de provider met verzoek tot verwijdering van de foto. Zet jouw provider in dit emailadres:
[email protected] Adviseer de ouders aangifte bij de politie te doen. Probeer de dader te achterhalen (& voer maatregelen richting dader uit). voorbeeld 2: Een leerling wordt steeds lastig gevallen (stalking): Leer de leerling assertief te zijn: nee zeggen, contact afsluiten. De leerling niet laten ingaan op de stalker. Breng de ouders op de hoogte. Adviseer de ouders en de leerling om bewijslast te verzamelen. Adviseer de ouders aangifte bij de politie te doen. voorbeeld 3: Over een leerling wordt geroddeld via MSN: Geef steun en luister naar de leerling. Adviseer de leerling berichten te bewaren en op te slaan. Probeer de dader te achterhalen via systeembeheerder en slachtoffer. Bespreek het met de mentor/vertrouwenspersoon. Spreek de pesters aan. Voer eventueel een klassengesprek. Neem contact met de ouders op. Probeer de dader op te sporen Soms is de identiteit van de dader te achterhalen door uit te zoeken van welke computer op school het bericht is verzonden. Je gebruikt daarvoor de zogenaamde logfiles van de school-server (centrale computer). Vanzelfsprekend heb je daar wel (technische) ondersteuning van een ICT-coördinator, systeembeheerder, en/of externe beheerder voor nodig. Ga na wanneer het bericht verstuurd is en welke klas op dat moment gebruik maakte van de computers. De stijl van het bericht en eventuele taalfouten kunnen de dader verraden. De dader kan wellicht ook worden gevonden door in de klas te praten over wat er is gebeurd. Soms is het niet mogelijk een dader te achterhalen en zit er niets anders op dan het effect te minimaliseren. Dat kan het beste door het slachtoffer op het hart te drukken niet te reageren op haatmail of andere ongewenste berichten. Blokkeren van afzenders Sommige programma’s hebben de mogelijkheid om specifieke afzenders te blokkeren. Op den duur loont het wellicht de moeite de leerling een nieuw mailadres te geven. Vertel je leerlingen dat ze altijd heel voorzichtig moeten zijn met het doorgeven van hun mailadres aan anderen. Digitaal pesten is strafbaar Er zijn verschillende vormen van digitaal pesten die strafbaar zijn. Controleer de website: 'www.vraaghetdepolitie.nl' om na te gaan of het pestgedrag daadwerkelijk strafbaar is (bedreiging / naaktfoto's van jongeren bezitten is bijvoorbeeld strafbaar). Leerlingen realiseren zich dat vaak niet. Ook wanneer het slachtoffer lichamelijk letsel of materiële schade is toegebracht, kan de politie worden ingeschakeld.