Handleiding Werkboek: 1.
Dit boek bevat 9 opdrachten *Middelheim (7 opdrachten) -2 beelden: zijn al bepaald -5 beelden: eigen keuze a.d.h.v. de verschillende materialen die er zijn. Om deze “eigen keuze” beelden te bespreken heb je nodig A een afbeelding van het beeld (foto of reproductie) B het bespreekschema voor een driedimensionaal beeld. (Dit bespreekschema vind je achterin het boekje.)
*OLV kathedraal *Rubenshuis Deze maak je en lever je de volgende theorieles uitgewerkt in.
2.
Je mag het alleen of met z’n tweeën/drieën maken. Schrijf op met wie jij eventueel samenwerkt. Maak een taakverdeling binnen je groepje: 1. notulant, 2. iemand die alles uitwerkt, 3. iemand die plaatjes verzamelt
3.
Dit boekje wordt beoordeeld en becijferd.
4.
Geef een kort en duidelijk leesbaar antwoord.
5.
Geef per persoon je eigen mening over de verschillende kunstwerken.
6.
Plattegrond van Middelheim
7.
Achterin dit boekje vind je een lijst met begrippen
MIDDELHEIM In 1950 werd in het Middelheimpark (20 ha) voor het eerst een internationale beeldententoonstelling georganiseerd. Op voorstel van Burgemeester Lode Craeybeckx besloot de gemeenteraad om een permanent openluchtmuseum voor beeldhouwkunst op te richten. Vandaag, vijftig jaar later, is hier een schitterende beeldencollectie ontstaan die een selectief overzicht biedt van de moderne beeldhouwkunst met beeldhouwers als Jean Arp, Emile-Antoine Bourdelle, Alexander Calder, Pablo Gargallo, Barbara Hepworth, Floris en Oscar Jespers, Aristide Maillol, Giacomo Manzu, Henry Moore, Louise Nevelson, Reinhoud, Auguste Rodin, Jesus Rafael Soto, Rik Wouters, Ossip Zadkine. Op Middelheim-Hoog werd in 1971 het Braem-paviljoen ingehuldigd, naar een ontwerp van de Antwerpse architect Renaat Braem. Kleinere beelden of werken uit de collectie die niet in openlucht kunnen worden opgesteld kunt u hier bewonderen. Vanaf 1951 en om de twee jaar, werden gedurende de zomermaanden de internationaal vermaarde biënnales voor beeldhouwkunst georganiseerd. Het terrein van Middelheim-Laag aan de overzijde van het Middelheimpark werd sinds 1963 aangewend voor de biënnales en tussentijds tentoonstellingen. In 1989 sloot de 20e biënnale de reeks. Sedert 1993, Antwerpen Culturele Hoofdstad, gaat het museum een nieuwe weg op en wordt het aankoopbudget besteed aan hedendaagse kunst. Er wordt er werk verworven, op internationaal niveau, van kunstenaars die reeds naam hebben gemaakt in de actuele kunstgeschiedenis. Het gegeven ‘openluchtsculptuur in een park’ wordt zo ruim mogelijk geïnterpreteerd, opdat het museum beter de actuele tendensen in de beeldende kunst zou kunnen volgen en zou bijdragen tot de verdere ontwikkeling van de openluchtbeeldhouwkunst. De collectie is inmiddels aangegroeid met namen als Guillaume Bijl, Tony Cragg, Luciano Fabro, Per Kirkeby, Matt Mullican, Juan Muñoz, Panamarenko, Henk Visch en Franz West. Zeer recent heeft het museum werk aangekocht van Jef Geys, Jessica Stockholder, Carl André en Timm Ulrichs. In 2002 wordt een aankoop van Atelier Joep Van Lieshout gepland. Het jaar 2000 was voor Middelheim een keerpunt. Het park werd uitgebreid met 7 ha, zodat de totale oppervlakte van het museum 27 ha bedraagt. Deze nieuwe ruimte biedt het Middelheimmuseum de kans om de collectie te herschikken en meer tijdelijke tentoonstellingen te organiseren. In mei 2000 werd het nieuwe depot op Middelheim-hoog, ontworpen door de Brugse architect Stéphane Beel, geopend.
BEELD 1
Monument voor Balzac (1892-1897), August Rodin 1.
Welk materiaal / techniek is hier gebruikt?
2.
Wat is het formaat (lxbxh)?
3.
Geef een korte beschijving van de voorstelling?
4.
Rodin wilde in zijn beelden een eigen “impressie”(indruk) leggen. Hij laat in dit beeld ook zijn mening over Honoré de Balzac zien. Wat was Balzac voor iemand volgens Rodin?
5.
Op welk deel van het lichaam ligt de nadruk? Beschrijf in detailles!
6.
Balzac is hoog op zijn sokkel geplaatst. Waarom is dat zo gedaan door Rodin?
7.
Is dit een open of een gesloten vorm? Leg uit!
8.
Is dit een dynamisch of statisch beeld? Leg uit!
9.
Toen dit beeld na vele studies eindelijk af was in 1897, werd het beeld gewei gerd door de opdrachtgevers. Waarom denk je dat ze blij waren met dit werk?
BEELD 2 Titel :
maker:
BEELD 3 Titel :
maker:
BEELD 4 Titel :
maker:
BEELD 5 Drie staanden (1978), Eugene Dodeigne 1.
Welk materiaal is hier gebruikt?
2.
Wat is het formaat (lxbxh)?
3.
Beschrijf hoe dit beeld tot stand is gekomen.
4.
Loop om en door het beeld heen. Beschrijf welke verandering hier telkens plaats vindt.
5.
Teken twee verschillende aanzichten van dit beeld.
BEELD 6 Titel :
maker:
BEELD 7 Titel
:
maker:
Schets hieronder 2 aanzichten van BEELD 7
B
Route beschrijving van de parkeerplaats aan de schelde naar de o.l.v. Kathedraal en het Rubenshuis. -De Ernest van Dijckkade oversteken -Rechtdoor de St. Jansvliet (aflopen) -Aan het einde linksaf (Hoogstraat) -Hoogstraat blijven volgen tot aan de derde kruising -Linksvoor zie je nu het Gemeentehuis -Ga rechts langs ‘Elisa Pralines’ rechtdoor naar o.l.v. Kathedraal Hier volgt een rondleiding en uitleg. -Uit de kathedraal gekomen (zij-uitgang) ga je linksaf naar de Groenplaats. -Het plein rechts laten liggen en rechtdoor de eiermarkt op (schuin rechts aanhouden) -De weg met de mee volgen (rechtsom) en aan het einde linksaf. -De Meirbrugen de Meir linksaf blijven volgen. -Na het eerste het eerste plein rechts oversteken. LET OP de fontein! -Wapper oplopen aan de linkse kant. -Hier vinden we het Rubenshuis. Hier volgt een rondleiding en uitleg. B= Bus aankomst en vertrek
= Excursie plekken
Wees op tijd terug!! De bus zal zeker op tijd vertrekken.
O.L.V. KATHEDRAAL Van Kapel tot Parochiekerk De oudste betrouwbare vermelding van Onze-Lieve-Vrouwekerk dateert evenwel van 1124 en houdt verband met haar verheffing tot parochiekerk. In dat jaar werd het kapittel van Sint-Michiel omgevormd tot norbertijnerabdij, de later zo machtige maar nu helaas verdwenen Sint-Michielsabdij. Acht van de twaalf kanunniken verhuisden naar de Onze-Lieve-Vrouwekapel en vormden daar een nieuw kapittel dat het overgrote deel van de parochierechten voor Antwerpen verwierf, en jaren later ook de nog resterende rechten. Een Romaanse kerk Pas de laatste opgravingen (1983-1990) gaven enig inzicht in het plan en de omvang van de Romaanse voorganger van de huidige kerk. De archeologen legden toen de funderingen bloot van een klaverbladvormige koorpartij die naar alle waarschijnlijkheid aansloot op een driebeukig schip, waarvan de middenbeuk en de zijbeuken ongeveer dezelfde breedte hadden als de huidige middenbeuk en de onmiddellijk daarbij aansluitende zijbeuken De nieuwe rijkdom had rechtstreeks gevolgen voor de kerk. Zo was de eerste helft van de veertiende eeuw bijzonder rijk aan nieuwe kapelaniestichtingen, de meeste in de Onze-Lieve-Vrouwekerk. Bij zulke gelegenheden ontstonden de altaren van de Heilige Cecilia, de Heilige Aghata, Onze-Lieve-Vrouw “in nono opere”, Sint-Andries, SintJoos, de Heilige Barbara, de elfduizend Maagden, Sint-Laurentius, het heilig Kruis, Sint-Eligius en Maria Magdalena. Op dit groot aantal altaren was de oude kerk niet voorzien. Ze was gebouwd in een periode dat slechts een of twee altaren gangbaar waren, een kooroffice van het kapittel en een voor de parochie. Het gevolg laat zich raden. Een nieuw gebruik van de kerkruimte in een florerende stad, de noodzaak van een groter kerkgebouw en de aanwezigheid van de middelen doen besluiten om een nieuwe, moderne en dus gotische constructie
OPDRACHT o.l.v. Kathedraal De Onze Lieve Vrouwe Kathedraal is Gotisch. De Gotiek was een periode die zich afspeelde van 1150-1450. Deze Kathedraal is in ca. 1400 afgebouwd. Vaak bouwde men eeuwen aan zo’n kathedraal. Opvallend is hjet hoog oprijzende en verticale karakter. Men maakte gebruik van steunberen en luchtbogen en een kruisribgewelf. Kenmerken zijn verder o.a. spitsboogramen en glas-in-loodramen. Het beeldhouwwerk is architecuur gebonden. Leg de onderstreepte bovenstaande termen uit in je eigen woorden in een verslag wat je hieronder over de kathedraal schrijft. Beschrijf tevens wat je nog meer opvalt.
RUBENSHUIS Rubens (1577-1640) woonde vanaf 1610 in deze woning die zijn eigendom blijft tot en met zijn dood. Hij was toen net een jaar met Isabella Brant getrouwd. Vanaf 1630 woonde hij er met zijn tweede echtgenote, Helena Fourment. Zij was zestien toen ze trouwde met de inmiddels haast bejaarde Rubens. De kinderen uit dit huwelijk groeien allen op in dit huis. Het huis is door Rubens uitgebreid. Het is o.a. voorzien van een groot atelier. Zijn belangrijkste werken heeft hij daar geschilderd. Onder de vele leerlingen en assistenten die in dat atelier voor hem hebben gewerkt behoorden Antoon van Dyck en Jacob Jordaens. Opmerkelijk is de tribune op de eerste verdieping met zicht op het atelier. Overigens was Rubens niet alleen een belangrijk schilder, ook op het gebied van de diplomatie speelde hij een internationale rol. Zijn diplomatieke missies brachten hem aan verschillende Europese hoven. Zijn huis was er op ingericht om belangrijke gasten te kunnen ontvangen. In 1946 is de voormalige woning van Rubens gereconstrueerd. Men heeft de staat waarin de woning zich bevond gedurende Rubens leven zo dicht mogelijk proberen te benaderen. Het woongedeelte is voorzien van meubels uit zijn tijd. Door middel van schilderijen en gravures heeft men de tuin zo goed mogelijk teruggebracht naar de verschijningsvorm tijdens het leven van Rubens. De barokkale portiek in de tuin is door Rubens ontworpen. In het Rubenshuis bevinden zich meerdere schilderijen van deze meester, zoals het zelfportret in de eetkamer. Het Rubenshuis is geen museum als de andere. Het is in de eerste plaats een historisch huis, een plaats met geschiedenis – een lieu de mémoire. Het belichaamt het geheugen en de culturele identiteit van Antwerpen. Het Rubenshuis is vandaag de plaats waar men het dichtst bij de leefwereld van de grootste barokkunstenaar ten noorden van de Alpen komt. Het museum ‘gebruikt’ de vroegere functie van het monument waarin het zich bevindt en de unieke sfeer die ermee verbonden is. Het schakelt de ‘esprit’, de geest die in dit huis hoe dan ook doorleeft, in om een van zijn belangrijkste doelstellingen te realiseren: de mensen informeren, inspireren en opwinden voor hun verleden. Dit maakt een bezoek aan het Rubenshuis tot een unieke gebeurtenis. Antwerpen en Rubens: het hoogtepunt van ons rijke verleden is in het Rubenshuis tastbaar aanwezig. Deze kunstenaarswoning met paleisallures vindt nergens zijn weerga. Het leven van de grote barokschilder ontrolt zich hier voor uw ogen en laat u zo zijn veelzijdig talent ontdekken: schilder, architect en diplomaat, verzamelaar en geleerde, echtgenoot en vader. Maar bovenal ontdekt u er Rubens als de prins van de barok in Europa. In zijn huis aan de Wapper maakt Peter Paul Rubens ons getuigen van zijn haast ongeremde, creatieve geest. Buiten het Rembrandthuis in Amsterdam en de woningen van El Greco te Toledo, van Michelangelo te Florence en van Vasari in Arezzo bleven er geen kunstenaarswoningen van deze allure bewaard.
Het Rubenshuis toont heel wat werk van de meester zelf. Zo is er zijn Adam en Eva, een vroeg werk dat ontstond nog voor Rubens naar Italië vertrok. Het paneel sluit aan bij de laatmaniëristische classiciserende traditie in de Vlaamse schilderkunst, waarvan Otto van Veen, Rubens’ leermeester, een belangrijk vertegenwoordiger is. Tussen Adam en Eva opent zich een prachtige doorkijk op een landschap dat geheel in de Vlaamse traditie geschilderd is en aansluit bij het werk van Jan I Brueghel. Een ander groot werk is zijn Annunciatie. Aan dit schilderij begint hij waarschijnlijk in 1610, maar hij laat het jarenlang onafgewerkt staan om tenslotte de draad weer op te nemen rond 1628. Mogelijk neemt hij het dat jaar mee naar het hof van Filips IV in Madrid, in het kader van zijn diplomatieke missies. Rubens’ Hendrik IV in de slag bij Ivry is een onvoltooid werk, en precies hierom erg interessant. Een aantal elementen wijst erop dat Rubens in dit stadium nog twijfelt aan de houdingen die hij zijn krijgers wil laten aannemen. Een soldaat in het midden bijvoorbeeld heeft drie armen. Rubens begon zijn onderschildering, de zogenaamde ‘doodverf’, pas nadat de Brusselse landschapschilder Pieter Snayers, befaamd om zijn gevechtscènes, de achtergrondpartij voltooide.
OPDRACHT
Rubenshuis
Peter Paul Rubens is één van de bekendste Barok schilders. De Barok (1570 tot 1730) is een uitbundige stijl die overdadig en groots aandoet. Het maakt gebruik van een opvallend licht-donker contrast (clair obscur), grilligheid en diagonale composities (vooral te zien in de schilderijen van P.P. Rubens) Maak een persoonlijk veslag van het Rubenshuis waarin je bovenstaande inleiding uitlegt en verder ook vertelt over: De verschillende stijlen die in het gebouw verwerkt zijn. Het gebruik van het atelier. De persoon Rubens. De schilderijen die er te zien zijn.
ANTWERPSE MODEWANDELING Er waait een frisse wind door Antwerpen! Want naast Rubens, diamant en de haven krijgt nu ook de Antwerpse mode internationale allures! Geen modetijdschrift kan u openslaan of daar zijn ze: verrassend, origineel en barstensvol talent: de Antwerpse ontwerpers! Tijdens de modewandeling neemt u een kijkje in hun wereld en ontdekt u de exotische Chique van Dries Van Noten, de ingetogen romantiek van Veronique Branquinho, de uitbundige humor van Walter van Beirendonck, of de ‘Sport Couture’ van Dirk Bikkembergs en nog veel meer. We wandelen van de nieuwe modebuurt rond het modemuseum naar het chique ‘Quartier Latin’ of proeven van aparte jongerencultuur in de hippe Kammenstraat. Nuttige Tips Tijdens de modewandeling kan je altijd even in het modemuseum binnen, want op ‘t gelijkvloers is er altijd wel iets gratis te bekijken en je hebt daar verschillende modeafdelingen samen zitten. Het modemuseum heeft gidsen van henzelf. Mocht u goesting hebben om ‘s een kijkje te nemen wat daar momenteel tentoongesteld wordt. misschien is het dan wel interessant om eens te kijken op www.momu.be IN ANTWERPEN BESCHIKT DE KODE VANAF 2001 OVER EEN HOOFDKWARTIER: “DE MODENATIE” HET FLANDERS FASHION INSTITUTE, HET NIEUWE MODEMUSEUM (MOMU) EN DE MODESTUDENTEN VAN DE KONINKLIJKE ACADEMIE VOOR SCHONE KUNSTEN KRIJGEN ER ONDERDAK. IN DE SCHADUW VAN DE ODENATIE BEVINDEN ZICH ENKELE ANDERE MONUMENTEN VAN DE ANTWERPSE MODE, ONDER MEER DE WINKELS LOUIS, WALTER® EN HET MODEPALEIS.
VERTREKPUNT : DE MODENATIE HOEK NATIONALESTRAAT EN DRUKKERIJSTRAAT Honderd jaar geleden was de Nationalestraat een flaneerboulevard, net zo drukbeziocht als de MEIR om de hoek. Hier waren vooral in mannenkleding gespecialiseerde winkels gevestigd. Een klein aantal heef de 20ste eeuw overleefd. De hoek met de GROENPLAATS, waar nu de Karel De Grote Hogeschool is gevestigd, werd lange tijd ingenomen door een belangrijk grootwarenhuis, Vaxelaire. In de jaren zeventig en tachtig lag de Nationalestraat er troosteloos bij. Veel winkelpanden stonden lange tijd leeg. Gazet van Antwerpen, de grootste stadskrant, verhuisde haar kantoren op de Linkeroever van de Schelde. Midden jarentachtig zette Dries van Noten de Renaissance vamn de straat in met de verbouwing van een oud winkelpand, HET MODEPALEIS (Nationalestraat 16). De vrouwen collecties worden beneden verkocht. De eerste verdieping is voor mannen gereserveerd. De winkel is ook het verkooppunt voor de accecoires van Wouter & Hendrikx. Zij studeerden als juweelontwerpers af aan de Academie voor Schone Kunsten en zetten in 1988 in Parijs samen met “de Zes” hun eerste stappen in de modewereld: Ze hadden toen een stand in het hotel St. James & Albany. Het Modepaleis, de oorspronkelijke naam van de zaak, is niet het enige overblijfsel van de Belle Epoque. De winkel toont wel goed aan dat oud en nieuw perfect kunnen samengaan. Aan de overkant van het kruispunt wordt in een geboue met gelijkaardige stijl de collectie Etcetera van Rudy Deboyser verkocht. Naast het Modepaleis vindt u de tweede winkel van juwelenontwerpster Nadine Wynants, op nummer 22 sieraden van Hilde van Belleghem en op het nummer 27 aan de overkant van de straat de boetiek Alamode. Deze winkel verkoopt vooral toonaangevende buitenlandse merken, zoals Victor & Rolf, Jeremy Scott of Chloé. De komst van de ModeNatie brengt de heropleving van de buurt tot een hoogtepunt. Op een oude gravure van de ModeNatie van omstreeks 1880 staat het gebouw afgebeeld als een warenhuis van de keten New England. Op de bovenverdiepingen was er Hotel Central. Vanaf de jaren twintig werd het gebouw gebruikt door de Gasen Elektriciteitsmaat¬schappij De Schelde, die er vier verdiepingen met kantoren in onderbracht. In de jaren zeventig werd het gebouw een beschutte werkplaats en werd er nogal wat gesleuteld aan de architectuur. Zo ging door de verwijdering van een enorme glazen koepel van het dak binnen veel licht verloren. Na het verdwijnen van de werkplaats volgde een jarenlange leegstand. De eerste plannen voor wat uiteindelijk de ModeNatie is geworden, dateren van 1996, toen het Flanders Fashion Institute werd opgericht. De Antwerpse mode was sinds het succes van Ann Demeulemeester, Dries Van Noten, Martin Margiela, Walter Van Beirendonck, Dirk Bikkembergs en andere Belgische ontwerpers een verkoopsargument geworden: een culturele en toeristische trekpleister.
Linda Loppa (hoofd van de modeafde¬ling van de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten), Geert Bruloot (zaakvoerder van de winkel Louis), Patrick De Muynck (docent aan de ‘ModeAcademie’) en Gerdi Esch (modejournaiiste) begonnen daarom met de uitbouw van het Flanders Fashion Institute (FFI), dat de Belgische modecultuur wil promoten en steunen. De Vlaamse Regering steunde het initiatief met het CultureelAmbassadeurschap. Vitrine, ondertussen een jaarlijks evenement, was in 1998 het eerste project waarmee het FFI naar buiten trad; er waren onder meer tentoonstellingen, video-installaties en een parcours waarbij zowel Belgische ontwerpers als modestudenten een vitrine kregen voor hun werk. Ook de tweejaarlijkse uitgave van een gidsje voor de modeweek in Parijs, met daarin een overzicht van de shows en presentaties van Belgische ontwerpers, is een initiatief van het FFI. De ModeNatie maakt deel uit van de plannen van het FFI. De renovatie van het gebouw, ongeveer 9.000 vierkante meter groot, werd geleid door de gerenommeerde Belgische architecte Marie-José Van Hee. Haar architectuurpraktijk is sinds 1990 in Gent gevestigd. In 1993 kreeg ze de Cultuurprijs voor Architectuur van de Vlaamse Gemeenschap (gedeeld met haar collega’s Paul Robbrecht en Hilde Daem, met wie ze vaak samenwerkte). Ze werd in dat jaar ook genomineerd voor de Europese prijs voor architectuur (de Mies van de Rohe-prijs), die uiteindelijk gewonnen werd door Rem Koolhaas. Met Robbrecht, Daem en landschapsarchitect Wirtz was Van Hee verantwoordelijk voor de renovatie van de Leopold De Waelplaats en het Museumplein (1997-’99, zie PARCOURS 1). Haar belangrijkste ingreep bij de verbouwing van de ModeNatie is de aanleg van een nieuwe gang op de benedenverdieping. De gang loopt dwars door het gebouw en kan worden beschouwd als een overdekte straat. Van Hee bouwt ook een nieuw trappenhuis; ze noemt het een tweede, verticale straat in het gebouw. Het gelijkvloers met een forum, de brasserie ‘National’ en boekhandel ‘Copyright’ (beiden ingericht door Vincent Van Duysen), de eerste verdieping met wisselende tentoonstellingen en - op de tweede verdieping - de leeszaal van de wetenschappelijke bibliotheek van het ModeMuseum zijn toegankelijk voor bezoekers. Op de tweede verdieping huizen ook de administratie van het MoMu en kantoren van het FFI. Op de derde verdieping (en het dak met enorm terras) zijn de ateliers van de studenten van de ‘ModeAcademie’ gevestigd.
VOLG DE NATIONALESTRAAT TOT DE SINT-ANTONIUSSTRAAT De winkel Wallter® (Sint-Antoniusstraat 12), vroeger een garage, werd in opdracht van Walter Van Beirendonck en Dirk Van Saene heringericht door B-Architecten. Dit bureau van Dirk Engelen, Evert Crols en Sven Grooten verbouwt in Brussel ook de Beurs¬schouwburg. Ze zijn ook de huisarchitecten van het project MODE2001 LANDED-GELAND. De winkel is volledig wit geschilderd. Hier en daar staat een reusachtig toon-meubel: een liggende teddybeer, een lopende band of een Zwitsers chalet De ronde toog is een ontwerp van de Australische, in Londen gevestigde designer Mare Newson. Hij ontwierp ook het plastic meubilair voor W.&L.T., het merk waarvan Van Beirendonck ver¬schillende jaren creatief directeur was. Aan de rekken: binnenlandse labels, waaronder Dirk Van Saene, Walter Van Beirendonck, Bernhard Willhelm, aestheticterrorists®, Wim Neels, Christophe Charon, en buitenlandse, waaronder Bless, PPCM en Carol Christian Poell. De vitrine aan de straatkant wordt gebruikt als tentoonstellingsruimte.
VOLG DE SINT-ANTONIUSSTRAAT TOT AAN HET KRUISPUNT MET DE KAMMENSTRAAT SLA LINKSAF De Kammenstraat is het verzamelpunt van skaters, boarders en hippe jeugd, barstensvol met min of meer alternatieve megastores in dienst van de straatcultuur. Het winkeltje op het kruispunt met de Sint-Andriesstraat, waarvan de etalage ligt bezaaid met kleren en accessoires in punk- en heavy-metalstijl, kan worden beschouwd als een overblijfsel van de periode van de punk en new wave. De bekendste winkel in de Kammenstraat is Fish & Chips, dat eind jaren negentig een reusachtig oud pand overnam en het vulde met kleren voor skaters, clubkids en andere babes. Op de eerste verdieping is er een kapsalon en ook een cafetaria. De andere winkels in de straat zijn op een gelijkaardig concept gestoeld en hebben hun originaliteit niet verloren. Naughty-l (Kammenstraat 65) heeft een interessante selectie tweedehandskleren. Bij Anne Zellien (Kammenstraat 47) vindt u hedendaags juweeldesign en er is ook de eigen winkel van ontwerpster Anne-Sophie de Campos Resend’s.
VOLG DE KAMMENSTRAAT TOT DE HOEK MET DE NATIONALESTRAAT SLA RECHTS DE LOMBARDENVEST IN De smalle Lombardenvest leidt naar de winkelwandelstraten (Wilde Zee) achter de Huidevettersstraat (zie PARCOURS 2). De eerste opvallende zaak in de straat is de oude handschoenenwinkel Boon, opgericht in 1884. Hij ziet er nog net zo uit als in de jaren twintig, toen de zaak het laatst werd verbouwd. Zelfs de oude kassa staat er nog. Ooit wer¬den de handschoenen er ook gemaakt maar dat is sinds de jaren veertig al niet meer het geval. Enkele huizen verder staat het mooi ingerichte filiaal van A.P.C., het Franse merk van ontwerper Jean Touitou. Iets verder ligt de minimalistisch ingerichte winkel van Anna Heylen, de Belgische ontwerpster die in 2000 voor het eerst in Parijs showde, nadat ze haar merk de tijd had gegeven rustig te groeien. Op de hoek van de Lombardenvest en de Lombardenstraat ligt een oud winkelpand dat erg belangrijk is geweest voor de ontwikkeling van de Belgische mode vanaf de jaren tachtig. Geert Bruloot, de zaakvoerder van Louis (Lombardenstraat 2), is namelijk de man die de ‘Zes van Antwerpen’ heeft gelanceerd. Hij opende zijn winkel met de eerste collectie van Ann Demeulemeester en was meteen ook haar eerste klant. Sindsdien heeft Louis ook de collecties verkocht van onder meer Martin Margiela, Dirk Van Saene en Dirk Bikkembergs, Jurgi Persoons, Veronique Branquinho, Raf Simons, Olivier Theyskens, Balenciaga en A.F. Vandevorst. Heel wat Belgische labels hebben zich hier in deze straat en in het nieuw aangelegde winkelcomplex gegroepeerd: Chine (nummer 37), Chris Jans-sens (Lombardenstraat 10), Kyuso (nummer 53), Simple d’Anvers (nummer 17) en ZNJ (nummer 56).
EINDPUNT: HOEK LOMBARDENVEST EN KORTE GASTHUISSTRAAT
BESPREEKSCHEMA
3D-BEELD
Dit schema is bedoeld als leidraad bij het maken van een bespreking van een ruimtelijk beeld. Volg het schema punt voor punt in de aangegeven volgorde, en wees uitvoerig en volledig. Kies bij elk punt datgene wat van toepassing is in het te bespreken beeld. Bekijk het beeld, indien mogelijk, van alle kanten. 1. • 2. •
Titel, maker en jaartal. Noteer deze gegevens.
3. • •
Relatie tot de realiteit. Is het beeld figuratief (voorstelling) of abstract (geheel voorstellingsloos), of is het een tussenvorm (geabstraheerd of gestileerd of gedeformeerd). Is het naar de aanschouwing (waarneming) of naar de voorstelling (fantasie) gemaakt.
4. • • • •
Wat is de techniek. Welk materiaal is toegepast (of materialen): o.a. hout, was, klei, marmer, beton, andere steensoorten, glas, brons, ijzer, staal, aluminium, andere metalen, textiel, nylon, perspex, andere kunststoffen e Welk gereedschap is gebruikt: O.a. guts, beitel, vijl, handen, lasapparaat, zaag, enz Welke werkwijze is toegepast: o.a. boetseren, hakken, gieten, polijsten, zagen, lassen, solderen, smeden, be schilderen enz. Is de werkwijze ambachtelijk of industrieel (fabriekswerk). Kies uit typeringen als: o.a. plastiek (boetseerwerk), sculptuur (beeldhouwwerk), gietwerk, constructie, assemblage, environment, installatie, object-trouvé of ready-made enz.
5. •
Relatie tot de omgeving. De relatie tot de omgeving kan bepaald zijn door: vaste plaatsing of verplaatsbaar, speciaal gemaakt voor die plaats of niet, op sokkel of niet, op de grond, verbinding met architectuur, in `n nis, tegen `n muur, in `n muur, hoogte van de plaatsing, in contact met natuur, in in- of exte rieur enz.
6. • • • • • •
Welke beeldaspecten zijn belangrijk. Formaat: hoogte, breedte, diepte. Op ware grootte, op schaal, monumentaal. Ruimtelijkheid: ruimte-omvattend, ruimte-innemend, open of gesloten, restruimte, vrijstaand, reliëf enz. Licht: wat is de invloed van licht en schaduw op het beeld. Reflectie (spiegeling) schilderachtig effect enz. Vorm:o.a. plastisch organisch - geometrisch, massief - hol, statisch dynamisch, enkelvoudig - samengesteld, concave (bol) of convexe (hol) vorm, lineair. Contouren: (omtrekslijnen) grillig, golvend, hoekig, gesloten enz. Textuur: (oppervlakte-kwaliteit). Het kan bepaald worden door de structuur van het materiaal (bijv. gelaagd) en door de sporen van de ontstaanswijze; de factuur (bijv. sporen van de beitel).
Wat is er te zien? Geef een uitvoerige beschrijving van het beeld. Noteer alles wat er te zien is.
• • • • • 7.
Beweging: o.a. de illusie of suggestie van beweging, bewegingsfase, contrapost, spiraalbeweging, werkelijke beweging en de veroorzaker daarvan. Kleur: kleur van het materiaal, patina (verweringslaag), opgebrachte kleur, polychromeren, wijze van kleuropbrengen (verfsoort, spuiten, emailleren enz.). De werking van de kleur (o.a. kleurcontrasten) en de invloed op de ruimtelijkheid. Standpunt: vanuit welk standpunt zie je het beeld (bijv. laag standpunt vanwege hoge sokkel). Compositie: (ordening) compositie-lijnen, compositievorm, blikrichtingen, kijkvolgorde, statisch - dynamisch, ritme, symmetrie - asymmetrie, verticaal - horizontaal enz. Maak altijd compositieschetsen! Meestal zul je meerdere compositieschetsen moeten maken (van verschillende aanzichten). Contrasten: wat zijn de belangrijkst contrasten in het beeld. Diverse aspecten.
8. • •
Cultuurhistorische achtergrond. Samenhang met tijd en plaats van ontstaan. Behoort het beeld tot een bepaalde stijl? Waaraan zie je dat?
Relatie vorm en techniek. Hoe is de samenhang tussen de vorm en de gebruikte techniek: • Dwong de vorm tot een bepaald materiaal en techniek, of hadden materiaal en techniek invloed op de vorm enz.
9.
Inhoud. Wat deelt het beeld ons mede, wat is de betekenis? • via gebruik van symbolen, allegorie of personificatie? • is het religieus, moraliserend, vererend, of historisch? • is het de weergave van een stemming of gevoel? • is het vooral esthetisch (gericht op schoonheid)? • gaat het over het gebruik van de beeldende middelen of toont het een opvatting over kunst? • gaat het over de verhouding tussen kunst en werkelijkheid? 10.Functie. Wat is de functie van het beeld? • kies uit o.a.: gebruiksfunctie, vervangende functie, verwijzende-, decoratieve-, educatieve-, moraliserende-, magische-, meditatieve-, amuserende-, afbeeldende-, historische-, esthetische-, uitdragende functie (zichtbaar maken van ideeën en visies). • speelde een opdrachtgever een rol? Wat voor een persoon was dat? (indien bekend). 11.Relatie tussen vorm en inhoud (en functie). • Hoe is de samenhang tussen de vormgeving van het beeld en de betekenis ervan? Ofwel: hoe hangen vorm en inhoud samen? 12.Opinie. • Waarom heb je dit beeld uitgekozen? • Wat vind je zelf van het beeld, nu je het nader bekeken hebt?
A> VLAK WERK (2D) Schilderij, tekening, ets, litho, zeefdruk, collage. • • • • • • • • • •
Formaat: Afmeting Vorm: rechthoekig(staand/liggend), ovaal rond Licht: Is de lichtbron in het beeld aanwezig? Is er een lichtrichting? (meelicht, tegenlicht) Vertelt de schaduw (eigen-/slagschaduw) iets over het licht? (Plaats en intensiteit) Ruimte suggestie: Overlapping, afsnijding, contrast (groot/klein) Totaal-, half totaal-, close-up beeld Ruimtelijke vormen van schaduw voorzien? Gebruik van kleurcontrast (warm/koud) Verschil van toon Toepassing van perspectief (lijn-, atmosferisch perspectief) Standpunt: Van de maker / kijker (laag, hoog,….) Kleur: Hoe is deze toegepast? Is er een bepaalde kleur schakering? Zijn er verschillen in kleursterkte? Zijn er gemengde/ ongemengde kleuren gebruikt? Wordt er gewerkt met kleurcontrasten? Beweging: Is er een bepaalde richting zichtbaar? (naar binnen of buiten) Is er een hoekige, golvende, of andere beweging te zien? Vorm: Is het beeld tekenachtig (lijnen) of schilderachtig(vlakken)? Zijn de vormen vlak of ruimtelijk verbeeld? Zijn de vormen Statisch of dynamisch? Zijn de vormen decoratief? Mate van abstractie: Figuratief Gestileerd Gedeformeerd Non-figuratief Compositie of ordening: Is er een opzet van ordening te zien? Is er richting in de elementen opzet? (horizontaal, vertikaal, diagonaal) Is er geordend a.d.h.v. meetkundige figuren. (cirkels, driehoeken, rechthoeken, enz..) Kent de ordening een bepaalde spanning of ritme? Materialiteit: In hoeverre is de keuze en de verwerking van het materiaal bepalend voor de vormgeving?
B> RUIMTELIJK WERK (3D) Ruimtelijke beelden, plastieken, sculpturen, constructies, producten. • • • •
Formaat: Afmeting, grootte (monumentaal), ware grootte of schaal. Licht: Hoe wordt de vorm door het licht beïnvloed? Welke invloed hebben licht/ schaduwwerking op de inhoud en ruimtelijkheid van het beeld? Ruimte: Ruimte-innemend/omschrijvend Open en/of gesloten Restruimte Contour/ outline Huid: Structuur(materiaalopbouw) Textuur (materiaaloppervlak/oppervlakte van de huid) Factuur (hoe is de huid bewerkt?)
• • • • •
Standpunt: Maker en beschouwer(kijker) Kleur: Op elke wijze is de kleur toegepast? Op elke wijze speelt de materiaalkleur een rol? Op welke wijze speelt de oppervlakte afwerking een rol? Beweging: Wordt er een beweging gesuggeerd Is er echt beweging zichtbaar Vorm: Plastisch, organisch <> Stereometrisch Massief <> hol, lineair Enkelvoudig <> samengesteld Bij produkten: is er sprake van ergonomie, aerodynamische vormen? Ergonomie bij producten In hoeverre is de vorm aangepast aan de menselijke maat en menselijk hande len?
•
Mate van abstractie: Figuratief, gestileerd, gedeformeerd, non-figuratief
• •
Compositie of ordening: Is er een ordening te zien? Symmetrisch <> A-symmetrisch Is er een bepaalde richting in het werk te zien? (Horizontaal, vertikaal, diagonaal) Zijn er stereometrische basisvormen voor onderdelen verwerkt/ gebruikt? Materialiteit Hoe bepalend is het materiaal voor de vormgeving?
EVALUATIE: Wat vond je van het informatieboekje?
Wat vond je van de uitleg door de docent?
Wat is je algemene indruk van de excursie?
Wat vond je goed aan de excursie?
Wat zou je anders willen?