oktobeR 2012
10
KuNST&KITSch op school OVER SMAAK VALT NIET TE TWISTEN, MAAR DAT IS WEL ZO.
COLOFON
redactioneel
aan deze kunstzone werken de volgende vakverenigingen mee BDD Beroepsvereniging Docenten Theater en Drama // www.docentendrama.nl NBDK Nederlandse Beroepsvereniging van Danskunstenaars // www.nbdk.nl vllt Sectie Nederlands van Vereniging Leraren Levende Talen // www.levendetalen.nl > Talensecties > Nederlands vls* Vereniging Leraren Schoolmuziek // www.vls-cmhf.nl vonkc* Vereniging Onderwijs Kunst & Cultuur // www.vonkc.nl *Opzegtermijn: ieder jaar schriftelijk voor 1 november.
colofon kunstzone Tijdschrift voor kunst en cultuur in het onderwijs Nummer 09, september 2012 Kunstzone wordt uitgegeven door Stichting Kunstzone hoofd - en eindredactie
Ruud van der Meer
jan verschaeren
Hoofdredactie
Eindredactie
Ruud van der Meer //
[email protected] Jan Verschaeren //
[email protected] REDACTIE
jan van gemert
nikki de jong
olga de kort
Drama
Literatuur
Muziek
Literatuur
thea vuik
janneke van wijk
Beeldend
Beeldend/AV Mediawijsheid
saskia van der linden
Paul rooyackers
Beeldend/ Dans kunst&cultuur
Henk langenhuijsen
Wilt u contact met de redactie? Zie onze website voor de emailadressen. Vormgeving en druk Jenny Kan (Art Direction & Design) // www.jenniness.com Drukkerij Libertas Bunnik // www.libertas.nl Hoi-Man Hau // Fotografie VERKOOPADVERTENTIES Jan Verschaeren Kluppelshuizenweg 32 7608 RL Almelo Tel: 0546 -491745
[email protected]
Redac tioneel Ruud van der Meer hoofdredacteur
terug na sabbatical Raar weer terug te zijn na maanden sabbatical en de draad van alle werkzaamheden weer op te nemen. Vreemd bij u thuis weer op de mat te liggen en, ditmaal met toegeknepen ogen vanaf de foto, u aan te kijken. Heb ik u gemist? Eerlijk? Niet echt, maar dat was ook mijn opdracht: alles loslaten. Aardig gelukt hoor. Lang en ver geweest. Heerlijk! Raar weer door school te lopen en te beseffen dat binnen een paar weken de sabbatical bagage waarschijnlijk weer uit mijn systeem verdwenen zal zijn. Hoe bewaar je maanden reizen en de tijd aan je voorbij laten trekken? Geen idee. Misschien hoop ik wel op een gouden tip. Van u? Dit nummer is nog gemaakt onder de bezielende leiding van Saskia. Ik herkende Kunstzone bijna niet terug. Wat een verschil en wat is er hard gewerkt door alle leden van de redactie. Scholingen en adviezen en veel met elkaar praten brachten ons andere inzichten. En natuurlijk de nieuwe mensen erbij. Gaaf dat Kunstzone zoveel teweeg kan brengen. ‘Bedankt Sas, het is weer een mooie en bedankt dat je dit afgelopen halfjaar je krachten hebt willen inzetten voor ons blad.’ Betekent wel dat ik een redactioneel schrijf voor een nummer waar ik geen bemoeienis mee heb gehad. Bijna als een werk signeren dat ik zelf niet gemaakt heb. Zou ik eigenlijk nooit doen. Nu wel, ook weer raar. Ik zag het thema van dit nummer en het eerste dat bij me opkwam, is dat zowel kunst als kitsch enorm cultuurbepaald zijn. Ik ben in landen geweest waar veel dingen als heilig beschouwd worden die wij (met alle respect) niet in de kamer zouden willen hebben. Etnografica en kitsch liggen vaak dicht bij elkaar. Kitsch is naar mijn bescheiden mening een kwestie van cultuurinterpretatie, maar ik zal het wel fout hebben. Toch maar eens echt gaan lezen. En wat kan ik er mee in de klas doen? Lekker spannend kletsen met mijn leerlingen over mooi en lelijk en dan kitsch gaan maken… Ik krijg er al zin in. Dat is waar ik wel achter ben. Iedereen op school en ook bij Kunstzone blijft maar vragen of ik op school wel kan wennen na die lange afwezigheid. Nou, ik kan u en alle aardige vragenstellers verzekeren dat mijn tegenzin niet ligt aan mijn core business: mijn altijd weer leuke leerlingen. U als onderwijscollega mag een keer raden waar het dan wel aan ligt. Maar ook van tegenzin moet ik zeggen dat het relatief is. Toen ik even mocht lesgeven aan 80 leerlingen in een schooltje op Midden-Java, besefte ik terdege dat we het hier zo slecht nog niet hebben. Count your blessings. De redactie van Kunstzone heeft met dit nummer voor u weer een prachtige combinatie gemaakt van breedte en diepte. Via filosoof Robert van Boeschoten brengen we u meer naar de essentie van kitsch en daarna misschien weer naar het relatieve ervan. En wat u van ons ook mag verwachten: we brengen u naar wat u er mee zou kunnen doen in de les. Een hapje op maat, maar ook met een stevige bite. Veel plezier!
STICHTING KUNSTZONE Jan Verschaeren Kluppelshuizenweg 32 7608 RL Almelo Tel: 0546 -491745
[email protected]
abonnement Binnenland: € 49,75 // Buitenland: € 72,50 Het abonnementsjaar loopt van 1 januari t/m 31 december. Opzegtermijn: ieder jaar schriftelijk voor 1 november. ISSN: 1570-7989
2
Ruud kunstzone.nl
inhoud
In dit nummer
09
13
16
22
thema: kunst & kitsch oP school
en verder
06 OVER SMAKEN KuN JE TWISTEN
04 04 04 05 08 21 24 25 26 28 30 32 34 35 38 39 40 41 42
Interview met filosoof Robert van Boeschoten over esthetica
09 gEEN KITSCH MAAR KuNST Dansfactoren die het onderscheid maken tussen kunst en kitsch
10 HET EINDE DER TIJDEN IS NABIJ Wat is eigenlijk kitschmuziek?
12 INTERNATIONALE KITSCH
Voorbeelden van litsch uit verschillende landen
13 MEERMINNEN TuSSEN KuNST EN KITSCH Voorbeeld van van een les over kitsch
13 KuNST Of KITSCH, HOE WEET JE DAT? Filmpje van NTR: Beeldbank
14 LESMATERIAAL VOOR EEN KITSCHLES
Welke aandacht schenken de CKV-methodes aan kunst of kitsch?
34
Helpdesk Arbeidsvoorwaarden VLS/VONKC Leerplan Beeldende kunst en vormgeving Kunstzone-strip De Starter Thema cartoon Krassen Digizone @Web paul van Vliet Academie De jeugd is tegenwoordig Weg met de geschiedenis Cunsong Xu maakt dans educatief Verwondering in de muziekpedagogie Verwondering met het oor op muziektherapie Studiedag VLS 10 november 2012 Van kennis naar kunst of liever niet? gespot: Boeksignalementen Recensies: Toneel, dans, expositie & boeken Actief met CKV
15 KuNST EN KITSCH IN DE LES?
Kunst en kitsch bespreekbaar maken in de les
16 THEATERKuNST & MAATSCHAppIJKITSCH Interview met Monique van der Werff
18 gRENZELOOS ONDERWIJS
Basisschool-project van een virtuele rondreis door Europa
20 KATHEDRALEN Op REIS IN DEN BOSCH
Rondreizende Bossche kathedralen met een boodschap
legenda
22 KuNST Of KuNST Interview met Joop Daalmeijer, voorzitter van de Raad voor Cultuur
pO
VO
Algemeen
MBO
Beeldend
HBO
Muziek
Dans
Drama
Literatuur
Media
CKV
thema & cover
OKTOBER 2012
10
thema coordinatie: Olga de Kort cover: foto door Hoi Man Hau KUNST&KITSCH op school OVER SMAAK VALT NIET TE TWISTEN, MAAR DAT IS WEL ZO.
Stichting Kunstzone. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvuldigd en/of overgenomen zonder schriftelijke toestemming van de uitgever.
oktobeR 2012
3
helPdesk&meer
HELpDESK
arbeidsvoorwaarden voor vls- en vonkc-leden
LEERpLAN beeldende kunst en vormgeving
Handiger is om een e-mail te sturen met de uitleg van uw probleem. Zo kan de helpdesk een duidelijk antwoord formuleren dat u naar wens telefonisch of via e-mail terugontvangt.
Eind juni publiceerde VONKC eindelijk haar Leerplan Beeldende kunst en vormgeving voor kinderen van 4 tot 14 jaar. Alle VONKC-leden ontvingen een exemplaar. Ondertussen is gebleken dat er vanuit het onderwijsveld grote belangstelling hiervoor bestaat. Dit heeft VONKC ertoe doen besluiten om het ook aan het onderwijsveld aan te bieden. De kosten daarvan bedragen € 12,50 per exemplaar.
arbeidsvoorwaarden vls/vonkc t.a.v. remko littooij kluppelshuizenweg 32 7608 rl almelo (06) 16500695
Als u een of meer leerplannen wilt bestellen, dan kan dat door een mail te sturen naar
[email protected] onder vermelding van naam, adres, postcode en woonplaats, (eventueel) factuuradres en het aantal leerplannen dat u wenst te ontvangen.
De VONKC- en VLS-helpdesks voor belangenbehartiging en arbeidsvoorwaarden worden bemand door Remko Littooij. De spreekuren zijn geconcentreerd op een ochtend en een avond. Voor algemene en specifieke vragen kunt u op genoemde tijden bij de helpdesk terecht: Hoe zit het met mijn fpu?, Is mijn taakinvulling wel juist? Ik heb nog steeds geen benoemingsakte, wat nu? Enzovoort.
E-mail VONKC: E-mail VLS:
[email protected] [email protected]
telefonische bereikbaarheid helPdesk
maandagochtend van 9 tot 10 uur woensdagavond van 17 tot 19 uur
Als de helpdesk onbemand is of in gesprek, kunt u een bericht achterlaten. Dan wordt u zo spoedig mogelijk teruggebeld.
STRIp
4
kunstzone.nl
de starter
destarter Hesselcanrius
Voor het eerst voor de klas, voor het eerst in de docentenkamer, die eerste indrukken: iedereen heeft het ooit ervaren, maar weet u nog hoe het was? Redactie en samenstelling: Janneke van Wijk
M
ijn eerste lesdag, dat lijkt alweer een eeuwigheid geleden. Ik weet nog dat ik heel bewust de deur van het lokaal dichttrok om te beginnen en dacht: ‘Daar gaan we dan.’ Ik vond het vooral ontzettend leuk, leuker dan ik gedacht had. Het is toch heel anders dan een stage als je helemaal alleen voor zo’n klas staat. Ik geniet daar erg van.
Voordat ik hier kwam werken, had ik stage gelopen op een HAVO/VWO en op het MBO. Om dan ineens op een VMBO-T school te werken is wel een heel verschil. De leerlingen nemen geen blad voor de mond en zijn lastiger om geconcentreerd te krijgen. Daarin moet ik nog meer groeien. Ik merk dat ik soms strenger moet zijn dan ik zou willen. Door namen op het bord te schrijven maak ik zichtbaar wie een waarschuwing krijgt. Dat lijkt goed te werken. Wat ik soms jammer vind aan deze groep leerlingen, is dat ze soms snel tevreden zijn met hun eigen werk. Het is een hele uitdaging om manieren te vinden ze te motiveren om verder te komen in hun beeldende werk. Ik probeer ze altijd wel uit te dagen door meer stappen in een opdracht in te bouwen. Kinderen met talent geef ik uitdaging. Ze mogen extra werk inleveren en dit cijfer telt mee. Ik kan er echt gelukkig van worden als er een mooie afdruk onder de pers vandaan komt, nadat leerlingen een aantal weken hebben zitten gutsen in een plaatje lino. De geur van inkt, mooi papier, een tof ontwerp, dat vind ik echt fantastisch. Om dat mee te geven aan leerlingen is zoiets moois. Ik besteed ook aandacht aan mediawijsheid. Vanuit mijn achtergrond als illustrator (Hessel maakt de strip voor Kunstzone,
red.) probeer ik leerlingen bewust te maken hoe beeld werkt, wat het met je kan doen en hoe je het kunt gebruiken. Het beste advies dat ik ooit kreeg, was om iets van mezelf te laten zien, als persoon en als vakman. Toen ik op een gegeven moment zelf ook begon te tekenen tijdens een les modeltekenen heb ik een heel stuk respect van de leerlingen erbij gekregen. Ik denk dat leerlingen het belangrijk vinden om te zien dat je als docent het vak beheerst. Als persoon ben ik ook zo open mogelijk tegen leerlingen. Na een aantal weken ontdekten ze bijvoorbeeld dat ik een vriend heb. Vragen over mijn homoseksualiteit ga ik nooit uit de weg. In het begin werd wel eens gezegd dat ik mijn geaardheid maar niet te veel moest tonen. Omdat het als docent een zwakke plek kan zijn. Maar juist door mijn openheid erover is het absoluut geen zwakke plek geworden. In 2011 ben ik genomineerd voor de Onderwijs Top TalentPrijs met mijn afstudeerproject Ook zo, een lesmethode rond seksuele diversiteit. Delen van dit project gebruik ik nu in mijn lessen. In het project wordt aandacht besteed aan mannelijke, vrouwelijke en androgyne modellen.v
‘‘Toen ik op een gegeven moment zelf ook begon te tekenen tijdens een les modeltekenen heb ik een heel stuk respect van de leerlingen erbij gekregen.’’ cv Hessel Geboortedatum: 9 augustus 1986 Woonplaats: Utrecht (nog wel, na de zomer: Zwolle) Opleiding: Illustratie, ArtEZ Zwolle Kopstudie docent BKV, ArtEZ Zwolle Beroep: illustrator en docent tekenen Werkplek: De Savornin Lohman (SAV) te Hilversum Favoriete tv/film: Ik volg op dit moment vol spanning Game of Thrones Favoriete muziek: Meest gedraaid op mijn iTunes: Muse, Daft Punk, Gorillaz, Basement Jaxx, The Killers en Editors Favoriet boek: Blankets, een graphic novel van Craig Thompson Favoriet gerecht: Kipkluifjes met oosterse marinade uit de oven Passies/hobbies: Ik heb van mijn hobby mijn werk gemaakt En ik kook graag Onmisbaar ding: MacBook
Bijschrift foto.
oktober 2012
5
Foto: Hoi Man Hau
kunst & kitsch op school over smaken twisten
Robert van Boeschoten
Interview met filosoof Robert van Boeschoten over esthetica
OVER SMAKEN KUN JEproef TWISTEN, anders je niets André Rieu, huilende zigeunerkindjes, Für Elise, Disneyland, Wibi Soerjadi, tuinkabouters, Jeff Koons... allerlei cultuuruitingen die je als CKV-docent in je lessen kunt tegenkomen. Tijdens klassikale discussies ontstaat dan al gauw de vraag wat kunst is en wat kitsch. Die, als de discussie wat al te verhit wordt, vaak door de docent wordt gesust met de dooddoener: ‘Over smaak valt niet te twisten.’ Maar is dat wel zo? AUTEUR: Martine Mussies
E
sthetica is het onderdeel van de filosofie dat zich bezighoudt met schoonheid. Schoonheid komt voor in de natuur - bloemen, bomen, vogelgetsjilp, enzovoort en in de door mensen gemaakte kunst. Plato en Plotinus stonden nog voor de metafysische eenheid van het schone en het goede (en van het ware), maar Kant had het over een strikte, ‘zuivere’ scheiding. Zou je kunnen zeggen dat bij Kant de moderne esthetica pas echt begint? Van Boeschoten: ‘Over het algemeen wordt Alexander Baumgarten gezien als de figuur die de basis legde voor de moderne esthetica. Bij hem ging het om de perceptie, de zintuiglijkheid die een aanvulling vormde voor het ware inzicht. De esthetische perceptie maakte iets tot een geheel, hetgeen Kant weer zou gebruiken om aan te geven dat dit in verschillende mate bij kunstvormen mogelijk wordt.
6
Schopenhauer laat vervolgens zien dat bij muziek de hoogste vorm van kunstervaring mogelijk wordt.’ Binnen de kunst worden er vele vormen onderscheiden: schilderkunst, fotografie, beeldhouwkunst, design, architectuur, muziek, drama, dans, kalligrafie, literatuur. Niet alles wat mensen produceren, wordt meteen tot kunst verheven. Men onderscheidt, terecht of ten onrechte, kunst vaak van muzak, lectuur, pornografie... kitsch. Maar wat is dan precies kitsch? ‘Kitsch is een lastig begrip. Sinds de opkomst van de pop-art is dit nog meer in het domein van de perceptie gekomen en dus geen attribuut aan een ding zelf. Met andere woorden: er zijn geen kitsch-dingen, maar is wel kitsch-perceptie en -presentatie. Het praten in clichés, in vanzelfsprekendheden zonder de gewaarwording zelf ter discussie te stellen, wordt al snel kitsch.’
kunstzone.nl
over smaken twisten kunst & kitsch op school
Als we het hebben over clichés en vanzelfsprekendheden, bedoel je dan dat bij een schilderij van een huilend zigeunerkindje de emotie eigenlijk al ingebakken is? Het moet droef zijn en laat geen ruimte voor eigen interpretaties? Of bedoel je dat we kitsch ook gebruiken als voor kunst die niet tot de avant-garde behoort, en om die eigenschap door vooruitstrevende kunstenaars en hun aanhang onder de critici als ‘niet van haar eigen tijd’ beschouwd werd? Kitsch wordt dan voorgesteld als het kritiekloos terugvallen op voorbije stijlperiodes. ‘Inderdaad, kritiekloosheid is meestal kitsch. Hiermee kun je ook de discussie openen van het verschil tussen kunst en kitsch. In de kunst wordt uitgegaan van een spanning die in het werk zit dat niet direct tot een bepaalde emotie leidt. Het heeft verschillende mogelijkheden in zich om via de gewaarwording tot je te laten spreken. Het oordeel over wat het moet zijn wordt niet opgelegd. Dat laatste gebeurt wel bij kitsch. De sensatie ligt er dik op en dan kan de emotie nog zo treffend en meeslepend zijn, het blijft wel bij precies dat. Esthetische perceptie gaat altijd over gewaarwording en zintuiglijkheid. Dat wat via zintuigen gestimuleerd wordt, roept een emotie op die daarna tot een betekenis leidt. Het spelen met zintuiglijkheid door, meestal, een goede vaardigheid van techniek en inzicht in het medium dat je hanteert, geeft de uitvoerder/artiest de kans om bij het publiek een onverwachte emotie op te roepen. Zodra dat gebeurt, zijn de kaders waarbinnen betekenissen ontstaan veranderd.’ De term ‘kitsch’ wordt vaak gebruikt voor massacultuur in het algemeen, waardoor het woord een nare, arrogante bijklank heeft gekregen. Die onderverdeling van kunst in lagere en hogere kunst stamt onder andere af van het gedachtegoed van Immanuel Kant. Ook Clive Bell meende dat er een standaard voor smaak valt vast te stellen. Deze standaard deelt een kunstwerk in hoge kwaliteit (goede smaak) of lage kwaliteit (slechte smaak of dus kitsch). In ruimere zin wordt elke vorm van gemeende wansmaak kitsch genoemd. In nog ruimere zin (zoals geformuleerd door de schrijver Milan Kundera) gaat het om cultureel bepaalde uitingen of gewoonten die iets pretenderen dat niet werkelijk het geval is. Maar is kitsch dan een tegenpool van kunst? ‘Vanuit de kritische theorie gezien is er de uitdrukkelijke tegenstelling tussen geëngageerde kunst (avant-garde) en kitsch. Kitsch refereert meestal naar de emotie die algemeen aanvaard wordt en voorspelbaar is. Het is kritiekloos. Vandaar dat het tegenover de avant-garde geplaatst wordt; de kunst die juist sterk kritiek geeft op de tijd waarin het geproduceerd is. Kitsch representeert vanuit dat oogpunt een vals bewustzijn zoals ook door de schrijvers uit de Frankfurterschool (Adorno, Benjamin, Broch) uit de doeken is gedaan. Kitsch is de uitdrukking van het goedkope sentiment dat aantrekkelijk is en dus vooral van toepassing is in een door consumentisme gedreven samenleving, zoals onze kapitalistische. Massaproductie is dan bij uitstek onderdeel van die samenleving. In pop-art wordt deze massaproductie juist weer gebruikt om aan te tonen dat daarmee relaties in die samenleving anders gezien kunnen worden. Vandaar het veelvuldig gebruik van clichébeelden. Aangezien ze dan in een vreemde context geplaatst worden zijn ze niet meer vanzelfsprekend.’ Bij Schelling wordt de kunst - uitdrukkelijk de kunst, niet het schone, en al helemaal niet het natuurschone - tot de hoogste vorm waarin de menselijke geest zichzelf kan begrijpen, maar
oktober 2012
geldt dat niet ook voor kitsch? Zegt kitsch niet heel veel over wie wij zijn en in welke wereld wij leven? ‘Zodra kitsch in een andere context komt, zoals bij pop-art, gaat het veel zeggen over de samenleving waarin we zijn. Echter, het is geen simpel kopiëren wat daar gebeurt. De relatie tussen model (massaproductiemiddel) en uiteindelijke originele werk is wederkerig. Er ontstaat een discussie tussen de twee die beiden beïnvloeden en problematisch maken. Het vraagt van het publiek een actieve houding, een betrokkenheid in de discussie die het werk stimuleert. Als dat niet gebeurt, dan blijft het kitsch...’ Maar daarmee zeg je eigenlijk dat het ‘kitsch-zijn’ inherent is aan het ding zelf, want het ding vraagt geen discussie, terwijl de vraag kunst of kitsch meer een kwestie is van perceptie en context. Als een leerling een schattig schilderijtje maakt, van vier springende dolfijnen of van twee hondjes en een bloem, bijvoorbeeld, dan zit de schattigheid erin gebakken en is het kitsch. Maar als hij/zij dan vertelt dat het opzettelijk té lief is, een scène die we in het echt niet tegenkomen, een schijnveiligheid, nep-vintage in jaren zeventig kleuren als het verloren Arcadia achter de horizon, een enthousiast en positief paradijs als in het socialistisch realisme..., dan ineens komt die lezing tussen publiek en werk te staan en wordt het op een manier ‘grauw’. ‘De context waarin een werk wordt gepresenteerd en vervolgens bediscussieerd, maakt waar de waarde ervan wordt (h)erkend. Het is niet het werk zelf, maar de omstandigheden waarin het naar voren komt en waarmee een discussie al dan niet wordt
“Kitsch refereert meestal naar de emotie die algemeen aanvaard wordt en voorspelbaar is. Het is kritiekloos.” aangegaan. De leerling die in de klas een bloem schildert en zegt dat het net echt is en daarom zo mooi, draagt niet bij aan de discussie over de waarde van het schilderij. Het schilderij is geen bloem, het wil geen bloem zijn, het gaat over wat er in gerepresenteerd wordt en of we als toeschouwer kunnen zien waarom deze representatie boeit. Een gesprek is mogelijk over kopie en origineel, over model en origineel en over de maker en zijn/haar middelen om dit proces van interactie duidelijk te maken of althans te stimuleren. De driehoek tussen werk, middel en origineel/maker is aanwezig gemaakt door op z’n minst de omgeving, het publiek of de maker. Meestal gaat het over een samenwerking tussen deze drie zaken.’ Kitsch is van oorsprong een Ripuarisch dialectwoord dat ‘aangekoekt vuil’ betekent en in de Limburgse dialecten de betekenis ‘klokhuis’ heeft. Kitsch betekent dan ook zoveel als ‘troep’ of ‘afval’, maar kitsch kan ook letterlijk waardevol zijn, zoals we bij dure pretparken als De Efteling en Disneyland zien. Met die ogenschijnlijke tegenstelling wordt gespeeld door mensen als Jeff Koons. ‘Koons verkoopt zijn werk in musea, er is veel discussie over hoe te interpreteren en dus geen kitsch.’ Koons’ verdienste ligt in het algemeen in het verwerken van kitscherige elementen in Kunst met de grote K, waardoor zijn werk, samen met dat van Andy Warhol, vaak in één adem wordt genoemd met het woord
7
kunst & kitsch op school over smaken twisten
Is dat typisch voor de 20e eeuw, waarin theoretische standaarden als ‘objectiviteit’ en ‘universaliteit’ voortdurend op losse schroeven gezet zijn? ‘Waar vroeger schoonheid gezien werd als attribuut van een ding, is sinds de 20e eeuw steeds sterker in het domein van de communicatie gekomen. De esthetische perceptie leidde het al in naar een subjectief beginsel dat uitleg nodig heeft, naar een huidige vorm waarin de relatie tussen object van kunst en het model waar naar gerefereerd wordt als spanningsveld in het werk bestaat. Nog steeds is het daarbij van belang dat hierover gesproken wordt. De relatie moet geopenbaard worden, an sich is het er niet. Vandaar dat ik zeg: over smaak moet men twisten, dan pas wordt er pas goed geproefd!’ Een pleidooi voor discussies in de klas, dus. Wellicht over kunst en kitsch of ‘goede’ en ‘slechte’ kunst. Of over de verhouding tussen kunst en moraal. Want als iets mooi is, is het dan ook gelijk goed? En gaat het wel over mooi of lelijk? Zijn er niet veel meer aspecten aan de orde wanneer we het over kunst hebben? Gaat het niet veel meer over kwaliteit? En wat is dan kwaliteit? Een mooi voorbeeld van een kunstwerk om over te discussiëren is de film Habemus Papam van Nanni Moretti. ‘Beelden waarin de spanningen tussen dat wat ogenschijnlijk
8
aanwezig is en wat het voorstelt, direct uitdrukken. In de film kom je dit concept tegen als het time-image zoals bij de film Habemus Papam van Nanni Moretti waarin hij verwijst naar wel drie andere beelden en dus drie verhalen vertelt in één beeld. Het ene beeld wordt daarmee losgemaakt en tegelijk steviger verbonden met de verhaallijn van de film zelf. Het heeft een eigen kracht en als zodanig maakt het de film ook krachtiger. Het beeld uit de film gaat via Francis Bacon terug naar zowel Titiaan als Eisenstein en hun visie op macht of eenzaamheid.’ Vanuit de opleiding esthetica en cultuurfilosofie rolde jij in het betoog van Marshall McLuhan die de cultuur zag als een betekenis gevend levend geheel. Hoe kunnen wij het gedachtegoed van McLuhan concretiseren in ons onderwijs? ‘Dat vraagt van ons als mensen om ons te bezinnen op hoe indrukken die allemaal bemiddeld zijn door techniek, door onze gewaarwording en daarmee ook door onze zingeving worden beïnvloed. Wat dat betreft is de link tussen esthetica en techniek zeer levendig: kunst is immers in het Grieks techne. Zintuiglijkheid, zingeving, zinnelijkheid, ze zijn allemaal verbonden en bieden invalshoeken op elkaar om je te leren begrijpen in welke wereld je leeft.’ Heb je wat dat betreft misschien een concrete tip voor de lezers van Kunstzone? ‘Een reflectie op de manier waarop media/techniek die zintuigen beïnvloeden en daarmee de discussie leiden in het debat over kunst en kitsch, lijkt me zeer waardevol. Een aanzet daarvoor wordt gegeven door het werk Vital Beauty, uitgegeven door V-2, het instituut voor onstabiele media.’v
kunstzone.nl
foto: cito
postmodernisme. Koons’ werk vertoont overeenkomsten met de door jou genoemde pop-art, omdat hij elementen uit lagere kunst haalt en deze verwerkt in hogere kunst. In het speciale geval van Koons spreekt men wel van überkitsch: Kitsch die zo sterk wordt aangezet dat het zelfs met het verstand op nul niet meer te genieten is en juist daaraan zijn kunstzinnigheid ontleent.
geen kitsch maar kunst kunst & kitsch op school
Messiah, Foto: Hans Gerritsen
Fünf Gedichte, Foto: Hans Gerritsen
Factoren die dans tot kunst verheffen
geen maarkitsch kunst In dansvoorstellingen is geregeld sprake van kitsch, terwijl het als kunst bedoeld is. Bij de dansgroep Introdans die naast Het Nederlands Danstheater, het Nationaal Ballet en Scapino de komende vier jaar zal blijven bestaan, is er soms sprake van intense kunst en soms ook van prachtige kitsch. Auteur: Paul Rooyackers
B
ij jeugdvoorstellingen, zowel in dans als in theater, zie je dat er eerder naar de overdrijving wordt gegrepen en de bepaling van kitsch ligt dan duidelijk om de hoek te wachten. Dat is jammer, want dat is niet nodig. Introdans had bijvoorbeeld in de voorstelling GEKKEBEKKEN de overdrijving als leidraad genomen en dat betekende dat je als toeschouwer de gehele rit in een kermis zat van een overdaad aan overdrijvingen. Bij voorstellingen die voor kinderen gemaakt worden, zie je vaak de overbodige toevoeging van luchtigheid die dan ontaardt in meligheid. Voorstellingen voor volwassenen
Introdans bestaat dit jaar 40 jaar en pakt gelukkig ook uit met dans die onder de noemer Kunst valt. Kunst met een grote K. HEMELS is het programma dat deze nominatie absoluut verdient. Wat maakt dans tot kunst? In HEMELS is het de muziek, de kostuums, de belichting, de dansers, de choreografieën. Kortom, een samenspel van alle factoren die het tot kunst verheffen. Nils Christe en Ed Wubbe werden naast de choreografe Gisela Roche gezet en dan kom je tot de conclusie dat kunst pas zichtbaar wordt als er ook sprake is van harmonie, van een karakter, van een kwaliteit die je niet na een avond vergeet. Deze dansgroep bestaat veertig jaar, is volwassen geworden en laat dat zien in een authentieke vorm die dans kan zijn, niet een streetdance waar je aan voorbij loopt, niet dans tijdens een wedstrijd op tv, het is niet een pronken met een klassieke techniek om te laten zien hoe goed men uitdraait, maar Introdans schrijft ‘kunst-als-geschiedenis’, met geweldige dansstukken die impact hebben en houden. In Fünf Gedichte van Ed Wubbe overheerst meteen aan het begin van de avond dat hemelse gevoel dat je het toneel op wilt kruipen en de danssfeer nog dichterbij wilt halen om te voelen waar dat hemelse gevoel precies zit. Het is onaanraakbaar, maar tot achter in de zaal voelbaar.
oktober 2012
Gestileerde kostuums
De serene sfeer die past bij kunst, wordt nog eens extra versterkt door de gestileerde kostuums die om de slanke lijven als gegoten zitten en die door de bewegingssfeer beleefd kunnen worden als engelachtig. De achtergronddoeken en de belichting/projectie van een wolkenhemel maken dat plaatje helemaal af. Wubbe goochelt niet met overbodige passen die je vaak aan-treft als je naar dans kijkt en waardoor het totaalbeeld tot kitsch wordt verheven of, zo je wilt, gedegradeerd wordt, zoals bij tv-shows zoals Holland’s Got Talent. In een dergelijk programma wordt de techniek vaak als hoogste ideaal gezien en wordt vergeten dat het niet gaat om hoeveel punten je kunt halen of welk kunstje je uithaalt, maar om het gevoel dat het toneelbeeld bepaald wordt door een sfeer van eenvoud die alleen naar een vollere wereld getild wordt door de overheersende muziek. Eenvoud is het kenmerk van het ware is een gezegde dat hier van toepassing is. Tussen kitsch en kunst zit dat ‘teveel’, de overbodige vulling die niet het karakter dient maar de veelheid, de kwantiteit in plaats van de kwaliteit. De overdrijving ook van te harde muziek, een teveel aan kleuren die een schreeuwend gevoel achterlaten en alleen maar complete onrust kweken bij de toeschouwer. Je kunt een voorstelling verprutsen als je teveel in een keer wilt vertellen, eenvoud in je boodschap maakt dat kunst beklijft en geen kitsch wordt. Introdans is daar in drie verschillende stukken volledig in geslaagd. Ed Wubbe maakte van zijn choreografie Messiah een kijkje in de hemel en de choreografe Gisela Rocha maakte met Paradise? de sandwichvulling tussen beide genoemde choreografieën tot een hemels spannend gerecht waaraan geen toevoeging meer gewenst was. ‘Kunst!’ kon ik roepen toen ik naar buiten ging.v
9
kunst & kitsch op school einde der tijden
Wat is eigenlijk kitschmuziek?
&
Het einde der tijden is nabij:
kitsch muziek
Een willekeurige zaterdagochtend een paar weken geleden: Eindelijk uitslapen dit weekend, lekker krantje lezen, uitgebreid ontbijten… Totdat de deurbel ging. ‘Welke gek haalt het in z’n hoofd om op dit onzalige tijdstip aan te bellen?’ De bel klonk nogmaals, luid en indringend. Wie er ook voor de deur stond, hij was niet van plan zich af te laten schepen. Zuchtend trok ik een ochtendjas aan, slofte de trap af naar beneden, opende de deur en stond oog in oog met alles wat ik niet wilde op een zaterdagochtend: Jehova’s Getuigen. auteur: Everarda Slabbekoorn
‘H
et einde der tijden is nabij,’ zei de kleinste van het stel op opgewekte toon. ‘Wist u dat al? Armageddon nadert,’ vulde de ander aan, met een scheef oog op de lelijke ochtendjas die ik nog van m’n moeder had gekregen. ‘Oh, ik kom eigenlijk net uit bed, maar, eh, bedankt voor de waarschuwing.’ Gapend pakte ik de stapel lectuur aan die het tweetal me in de handen duwde, terwijl ze op warme toon beloofden zeker terug te komen, om te praten over de naderende Apocalyps.
Een roze universum met roze kitschmuziek
Terwijl ik zachtjes scheldend de trap opliep en me heilig voornam nooit meer de deur open te doen op zaterdagochtend, al stond de Postcodeloterij voor de deur met drie miljoen, bladerde ik door de Wachttoren. De tekst was voorspelbaar, maar wat me fascineerde waren de afbeeldingen. Pure kitsch! Realistische tekeningen, fotografisch van karakter, blije mensen tussen de wilde dieren, geen tijger die een hap nam uit het lammetje dat naast hem stond, lachende gezinnen aan keurig gedekte tafels, geen jankende kinderen die met eten gooiden, niemand met een ochtendhumeur, en de afwas werd ongetwijfeld gedaan door een stel tuinkabouters in dit parallelle kitschuniversum. Mijn oog viel op de radio die in de eetkamer afgebeeld stond: Welke muziek luisteren mensen in zo’n roze wereld die net te mooi is om waar te zijn? Vangelis, Corry Konings, James Last? Duitse Schlagers of toch klassiek, Air on a G String, Jesu, Joy of Man’s Desiring, natuurlijk met de Engelse titel, van J.S. Bach? Psalmen op hele noten, waarbij halverwege het couplet een toontje hoger wordt gemoduleerd? Bestaat het wel, pure kitschmuziek, of ligt het aan de context?
10
Bij de voorbereiding voor dit artikel stelde ik die vraag aan tientallen mensen, muzikaal geschoold en ongeschoold. ‘Kitschmuziek, nooit over nagedacht, wat is het eigenlijk?’ was de reactie van veel mensen. Sommigen begonnen een tirade over Wibi Soerjadi en André Rieu of kwamen met andere voorbeelden: Frans Bauer, Mozarts Requiem, André Hazes, of nee, toch Helmut Lotti en Beethovens Für Elise. Een eenduidig antwoord bleek er niet te zijn. Wat is kitsch precies? Wanneer is het idee ontstaan van kitsch versus kunst? En bestaat het nog steeds of verdwijnt het onderscheid langzamerhand? Waarom lijkt het eenvoudiger om van beeldende kunst of gebruiksvoorwerpen te zeggen dat het kitsch is, ‘fout’ en protserig, maar ligt dat bij muziek lastiger? Is kitsch gevaarlijk, of is het simpelweg een achterhaald onderscheid tussen hoge en lage cultuur waar we in onze gedemocratiseerde en genivelleerde samenleving liever niet over spreken? De term kitsch
Het woord kitsch is afkomstig uit het Duits. De etymologie is niet eenduidig. Wellicht stamt het van het werkwoord verkitschen, iets sentimenteel maken, of van kitschen, het verzamelen van straatafval. Een andere verklaring is dat kitsch een verduitsing is van het Engelse sketch: sneltekenen, iets dat gemakzuchtig te produceren is. Rond 1870 kwam de term in gebruik en tot ongeveer 1920 was het vooral een negatieve benaming voor schilderijen die, met oog op de smaak van het publiek, teruggrepen op voorbije stijlperiodes, en daarom door de ‘echt artistieke’ schilders werden beoordeeld als te commercieel, te weinig avant-garde, sentimenteel. Kortom, als kitsch. In het Nederlands en Engels verschijnt het als leenwoord rond de jaren twintig. Toen konden ook architectuur,
kunstzone.nl
einde der tijden kunst & kitsch op school
gebruiksvoorwerpen, souvenirs (kitsch bij uitstek!), religieuze afbeeldingen én muziek kitsch zijn. De definitie was eveneens vager en kwam overeen met wat nu in Van Dale staat: ‘Al wat niet echt van sentiment of niet werkelijk artistiek is, maar pretendeert het te zijn.’ De ‘kitschenaar’: een wolf in schaapskleren
Pretentieus, sentimenteel, nep, commercieel: termen die in alles een tegenstelling vormen met het (negentiende-eeuwse) idee over kunst met een grote K. De tegenstelling kunst en kitsch is een bekende. In 1951 wijdde het Haags Gemeentemuseum een complete tentoonstelling aan kunst en kitsch, die een duidelijk opvoedende functie had. ‘Goede smaak is van geslacht tot geslacht overdraagbaar, maar kan … ontaarden tot de meest verwerpelijke wansmaak, evenals iemand door een slopende ziekte zijn gezicht of gehoor kan verliezen,’ zo waarschuwde W.H. Gispen in de catalogus bij de tentoonstelling. Hij wist ook duidelijk uiteen te zetten wat kitsch is, namelijk ‘de parodie van kunst … er aan tegengesteld, … maar er is een beangstigende en uiterst gevaarlijke verwantschap tussen kitsch en kunst. Beide immers willen hetzelfde, gevoel tot uitdrukking brengen in vorm … met overeenkomstige elementen …: kunstenaar, kunst, kunstliefhebber en kitschenaar, kitsch en kitschliefhebber. De kunstenaar, de door diepe en zuivere gevoelens bezetene, die deze tot overtuigende vorm weet te belichamen. De kitschenaar: het kleine sluwe zakenmannetje dat zijn pappenheimers kent, speculerend op hun gevoelseigenschappen: ijdelheid, praalzucht, sentimentaliteit, opschepperigheid en op domheid en gebrek aan smaak.’ Kitsch is in deze definitie dus niet enkel wansmaak, maar zelfs moreel verwerpelijk, gevaarlijk. Kitsch is een wolf in schaapskleren, die zich hult in de klanken en kleuren van kunst, om zijn gebrek aan authentieke inhoud te verbergen. Triviale muziek in de negentiende eeuw
Bij deze tentoonstellingsgids en bij literatuur over kitsch is muziek een grote afwezige. Toch zijn veel eigenschappen zoals hierboven genoemd ook van toepassing op muziek, ofwel door de muziek als object zelf, ofwel door de context waarin die beluisterd wordt en de manier waarop de luisteraar ermee omgaat. Carl Dahlhaus gebruikt in zijn boek NineteenthCentury Music de term triviale muziek voor muziek die kitscheigenschappen vertoont en die in de negentiende eeuw als genre een grote vlucht nam. Triviale muziek is sentimenteel, oppervlakkig, inspelend op het gevoel, zonder diepere laag. Stukken, vaak voor piano of harmonium met dromerige titels als Les Cloches du Monastère, Alpenglühn of Bij Moeders Graf vonden gretig aftrek als typische vrouwenmuziek, sensitief, gevoelig, en passend bij het beeld van de vrouw, zoals dat in de negentiende eeuw gecreëerd werd als antwoord op de toenemende industriële samenleving. Muzikaal onderwijs nam een vlucht, met name voor vrouwen. Door muziek konden ze hun gevoelens uitten. ‘(To) touch and gladden the heart’, dat was de functie van de vrouw, waarvoor triviale muziek zich bij uitstek leende. Kunstmuziek beluisteren als kitsch
Anderzijds kon (en kan) zowel kunst- als kitschmuziek zich lenen voor ‘trivialiserend luisteren’, op kitscherige wijze, zodat de muziek door de luisteraar tot kitsch wordt gemaakt. Wegdromen in je eigen gedachtewereld, met muziek die niet actief je aandacht vraagt of die je weigert actief aandacht te geven, maar waarin je slechts bevestiging zoekt van je eigen gevoel. Kitschmuziek heeft ook veel te maken met wat in de mode is, op een dubbele manier. Enerzijds ervaren we sommige muziek achteraf als kitsch, juist omdat het in een bepaalde periode zo populair was, maar nu achterhaald, waardoor onze afkeer ervan of juist de aantrekking ertoe des te groter is. Kitschmuziek is dan als het ware ‘goed fout’. Anderzijds is het
oktober 2012
juist vaak kitsch die zich bedient van stijlen uit vervlogen tijden, vanuit een nostalgisch gevoel, ‘die walsen van Strauss, van die mooie, gezellige muziek en toch ook klassiek en stijlvol, en kijk, die prachtige jurken, dat kasteeldecor, toen was alles beter.’ Het sentiment blijft aan de oppervlakte, doet geen recht aan de geschiedenis zoals die ‘eigentlich gewesen’ is, stelt vooral geen ingewikkelde vragen. Muzikale kenmerken?
Er is geen gemakkelijke opsomming te maken van kenmerken die ervoor zorgen dat bepaalde muziek kitsch is of als kitsch ervaren wordt. Een aantal zaken keren wel vaak terug: veel vibrato (sentimentele strijkers bij romantische scènes in oude films), veel galm, voorspelbare teksten in de categorie ‘ik hou van jou, ik blijf je trouw, je ogen zijn zo prachtig blauw’. Kitschmuziek volgt daarnaast vaak compositorisch een voorspelbaar patroon, haast mechanisch, terwijl het tegelijkertijd pretendeert gevoelig, natuurlijk en spontaan te zijn. Die tegenstelling, een erfenis uit de negentiende eeuw, duurt nog steeds voort. Triviale muziek of kitsch hebben niet noodzakelijkerwijs iets te maken met de kwaliteit van uitvoering. Het gaat zelfs niet alleen om het repertoire, ook kunstmuziek kan immers tot kitsch gemaakt worden. In die zin is en blijft kitschmuziek ook grotendeels bepaald door context en houding van de luisteraar. Is het erg dat die scheidslijn bij muziek soms lastig te maken is? Is het überhaupt een nuttig onderscheid, kunst en kitsch? Kitsch als fastfood
Mijn antwoord daarop is ja. Niet vanuit angst voor ‘de culturele elite’ om haar uitzonderingspositie kwijt te raken als alle muziek dezelfde waarde zou hebben. Niet uit snobisme, gedacht vanuit sociale verschillen, oud geld in Het Concertgebouw, en het plebs en de nouveau riche bij de Toppers. Zo simpel is het niet. Maar wel omdat het onderscheid zinnig is en ons dwingt tot aandachtig luisteren. Altijd alleen kitschmuziek is, hoe goed ook uitgevoerd, als fastfood: lekker, snel en niets mis mee als afwisseling van een evenwichtig dieet. Maar ‘voedzaam’ luisteren, of experimenteel luisteren is uiteindelijk zoveel bevredigender en leidt tot nieuwe ontdekkingen die je in de gebaande paden van de kitsch niet snel zult vinden. De Jehova’s heb ik de laatste weken helaas niet meer gezien. Ik had ze graag gevraagd wat zij verwachten te horen als ze hun roze hemel bereiken. Mocht u ze zaterdag aan uw deur hebben, vraag het ze dan even namens mij.v Everarda Slabbekoorn studeerde muziekwetenschap en geschiedenis aan de Universiteit Utrecht nadat ze haar studie orgel en kerkmuziek aan het Conservatorium van Utrecht had afgerond. Haar favoriete muzikale kitsch van het moment is Nana Mouskouri, voornamelijk vanwege haar fameuze brillen- en hoedencollectie.
geraadpleegde literatuur • •
•
• •
Dahlhaus, Carl, Nineteenth-Century Music, vert. J. Bradford Robinson, (Berkeley 1989). Frequin, P.A. et al, Tentoonstellingscommissie, Kunst en kitsch: tentoonstelling Gemeentemuseum ’s-Gravenhage, 8 oktober t/m 15 november 1951, (’s-Gravenhage 1951). Bijdrage van Maarten de Kroon in de bundel Kitsch unedited, Tilburg, via www.maartendekroon.nl/4.htm (geraadpleegd 25 juli 2012). Solomon, Robert C., On Kitsch and Sentimentality, The Journal of Aesthetics and Art Criticism, jaargang 49, aflevering 1, 1-14. Suykerbuyk, Benoit en Bluhme, Herman, De troeven van kitsch: subversie en conventie van renaissance tot postmodernisme, (Antwerpen 1989).
11
kunst & kitsch op school dossier // internationale kitsch
Van kunst naar
samenstelling: olga de kort
kitsch
3
4
2
1 5
6
9 7 1. Meissen - Duitsland 2. Mona Lisa - Italië 3. Toren van Pisa - Italië 4. Big Ben - Groot Brittannië 5. Toetankhamon - Egypte 6. Matroesjka’s - Rusland 7. Piet Mondriaan - Nederland 8. Gustav Klimt - Oostenrijk 9. Capitool - Verenigde Staten 10. Delfts Blauw - Nederland 11. Eiffeltoren - Frankrijk
12
10 8 11 kunstzone.nl
meerminnen // dossier kunst & kitsch op school
Meerminnen
tussen kunst en kitsch Een lesvoorbeeld Wyland - Mermaid (1993)
Geïnspireerd door de vele vragen over kunst en kitsch in deze Kunstzone is het nu tijd voor wat praktische handvatten. Want hoe begin je een leuke CKV-les met een discussie over kunstfilosofie en esthetiek? Allereerst met aansprekende en vooral op meerdere manieren uit te leggen voorbeelden. Een leuke manier is om één onderwerp te kiezen - voor deze lesbeschrijving koos ik de meermin - en daar allerlei uiteenlopende afbeeldingen bij te zoeken. Auteur: Martine Mussies
V
raag de leerlingen welke afbeeldingen ze kunst vinden en welke kitsch. Vraag daarna wat de verschillen dan zijn tussen in dit geval een Waterhouse-meermin en een New Age-afbeelding. Is er niet ongeveer hetzelfde op te zien? En zijn ze niet allebei met evenveel vakmanschap uitgevoerd? Stof tot discussie! En onthoud: de vragen zijn belangrijker dan de antwoorden! Interessante vragen voor als de discussie even vastloopt, staan bijvoorbeeld op www.kabk.nl/docu/kunstfilosofie.pdf: 1. Vind je dit kunstwerk mooi of niet en waarom?
Je kunt ook eindeloos nadenken over de verhouding tussen kunst en moraal. Want als iets mooi is, is het dan ook gelijk goed? En gaat het wel over mooi of lelijk? Zijn er niet veel meer aspecten aan de orde wanneer we het over kunst hebben? Gaat het niet veel meer over kwaliteit? En wat is dan kwaliteit? 2. Denk je dat dit kunstwerk bijdraagt aan de ontwikkeling van de beeldende kunst?
Wij zijn eraan gewend om kunst in termen van ontwikkeling in de tijd te analyseren. Na de Gotiek kwam de Renaissance en
op de Renaissance volgde de Barok. Maar hoe natuurlijk is die opeenvolging eigenlijk? Zit er een logisch patroon in de opeenvolging van kunstwerken, die ons iets over de ware aard van de kunst kunnen vertellen? 3. Wat is de rol die dit kunstwerk speelt in de maatschappij?
Welk verband bestaat er tussen kunstwerken en de maatschappelijke omgeving waarin zij tot stand komen? Want de Sixtijnse Kapel is niet alleen ontstaan uit het buitengewoon vaardig vakmanschap van Michelangelo, maar ook uit de macht van de kerk. Hoe kan het dat maatschappelijke krachten zo’n belangrijke rol spelen in de kunst? 4. Hoe verkrijgt dit kunstwerk zijn betekenis?
Hoe komt het dat wij de betekenis van kunstwerken kunnen interpreteren? Waaraan ontleent kunst zijn betekenis? Is het mogelijk om zonder kennis van de achtergronden een kunstwerk te verstaan, of is dat een illusie? Welke band is er tussen de vorm en de betekenis van een schilderij? En is die band hetzelfde in een muziekstuk?v
Kunst of kitsch, hoe weet je dat? Op de website van NTR: Beeldbank is een 6-minuten durend filmpje te vinden met praktische adviezen van de veilingmeester Richard Hessink. Aan de hand van Delfts Blauw en een 18e-eeuwse Haagse zilveren lepel vertelt Hessink waar hij als expert op gaat letten bij het bepalen van een kunsthistorische waarde. De vraag over kunst en kitsch kan natuurlijk niet uitblijven. En het antwoord van de expert luidt: ‘Echte kunst, dat heeft te maken met een kunstvoorwerp dat gemaakt is om de kunst. En kitsch is eigenlijk voor de massa, voor het publiek waar het geld niet echt overvloedig aanwezig is, maar die toch iets in huis willen hebben, iets blauws, iets ronds, iets goudkleurigs, hè? En dan is het kitsch. En voor de rest: een schelp op het strand kan net zo mooi zijn als een kostbare Rembrandt. Het ligt eraan onder welke omstandigheden je die gevonden hebt en op welke schoorsteen je het hebt liggen.’ Link: http://educatie.ntr.nl/beeldbank/clip/t20100302_kunst01
oktober 2012
13
kunst & kitsch op school dossier // LESMATERIAAL KITSCHLES // vo
Auteur Martine Mussies gemaakt door Banksy? Kitsch of kunst?
Andy Warhol - Marilyn Monroe (1964)
Lesmateriaal voor een
kitschles?
‘Denken is kunst, kunst is maken (niet spreken). Kunst is niet bedoeld om iets uit te leggen, maar dat te laten zijn wat je onmogelijk kunt uitleggen,’ schreef Mario Merz. Toch is het goed om beginnende kunstbeschouwers een eindje op weg te helpen met discussies over waar kunst over gaat. Wat doen de verschillende methodes zelf al op het gebied van kunstfilosofie en esthetica? En hoe kun je dat als docent makkelijk aanvullen tot een levendige les vol discussies over kitsch? Auteur: Martine Mussies
A
lle methodes, met uitzondering van Palet, besteden aandacht aan de meningen van leerlingen over wat kunst en cultuur is. De Voorstelling, Full Color, KunstWerk en Palet onderscheiden en beschrijven de begrippen kunst en cultuur en leggen bovendien uit waarom iets tot kunst of cultuur gerekend wordt. In De Voorstelling moeten leerlingen zelfs aangeven welke illustraties afbeeldingen van kunst of van cultuur zijn. Alleen in Kunststof wordt het verschil tussen kunst en cultuur niet uitgelegd. In de meeste methodes staan verschillende opdrachten, waarin leerlingen kunnen aangeven wat ze mooi of lelijk vinden, maar ook wat ze wel of niet kunst vinden. Naast de opdrachten wordt de smaakontwikkeling vooral gestimuleerd door het Kunstdossier, waarin de leerling dient te reflecteren op zijn ervaringen, interpretaties en waarderingen. Dat kan in de vorm van een presentatie, een werkstuk of een gesprek. Full Color en KunstWerk bieden zowel de docent als de leerling het meeste houvast bij dit onderdeel. Full Color bevat voor de leerlingen een presentatiekaart en kaarten met tips voor het maken van video’s en foto’s en voor de docent een beoordelingsformulier. KunstWerk bevat vaardigheidwijzers voor onder andere fotograferen, een website maken en een presentatie houden, zoals een PowerPoint-presentatie. Palet CKV biedt meer dan het voorgeschreven curriculum. Palet Basis behandelt behalve de genoemde kunstvormen uit Eindterm 1 ook de kunstvormen theater, film, architectuur, design en literatuur. In Palet Praktisch is ruime aandacht voor verschillende vormen van reflectie. Het themakatern Liefde in Palet biedt zelfs een opdrachtblok aan met de titel Kunst en Kitsch. Een opdrachtblok is een afgesloten eenheid en is opgebouwd uit kop-, romp- en staartopdrachten. In de kopopdracht maken de leerlingen kennis met een kunstobject in een bepaalde omgeving. Ze kunnen het relateren aan hun eigen ervaringswereld (subjectief). In de rompopdrachten leren de leerlingen het kunstobject kennen qua vorm, inhoud en (sociaal) culturele context (objectief). In de staartopdrachten verwerken de leerlingen de informatie die ze tijdens het maken van de kop- en rompopdrachten hebben verworven in een praktische keuze-opdracht (creatief). Dit opdrachtblok biedt 100 minuten studielast over film (soaps), beeldende kunst, literatuur (versus lectuur), muziek. Over de soap wordt bijvoorbeeld geschreven: ‘Volgens de definitie kan soap niet onder kunst worden
14
geschaard: het straalt geen vakmanschap uit en er wordt geen boodschap overgebracht. Onder cultuur zou het wel passen: het is ‘door mensen gemaakt’ (zie inleiding Basisboek) en het geeft een beeld van de manier van leven in een bepaalde tijd. Juist omdat de soap probeert zo dagelijks, herkenbaar en gewoon te zijn, levert het een mooi beeldverslag van de manier van leven en denken in een bepaald land in een bepaalde periode.’ Over zo’n antwoord kan een leuke klassikale discussie ontstaan. Veel aanvullend lesmateriaal en inspiratie voor je eigen materiaal staat op internet. Ga googelen op CKV kitsch en je vindt onder meer op Wikiwijs over de stroming CoBra en op Digischool, waar leerlingen zogenaamd een try-out van het tv-programma Tussen Kunst en Kitsch organiseren waar ouders hun kunst kunnen laten beoordelen. Een wel heel originele les is te downloaden via het Dongemond College: de leerlingen krijgen afbeeldingen en teksten over tatoeages te zien, waarover ze zelf moeten filosoferen. Kees Zonneveld van de Christelijke Scholengemeenschap Buitenveldert maakte een leuke lijst met stellingen die daar zeker toe uit zullen nodigen. Enkele voorbeelden:
•
Aan individuele kunstenaars en jonge talentvolle kunstenaars wordt geen subsidie verstrekt. Zij moeten zelf maar zorgen aan de bak te komen. De Franse socioloog Bourdieu heeft in de jaren zeventig aangetoond dat het kunnen onderscheiden van wat goed en slecht, mooi en lelijk is berust op intuïtie of een natuurlijke aanleg. Kitsch is kunst waaruit het gebrek aan goede smaak blijkt.
• •
Ik ben benieuwd wat mijn leerlingen daarover zullen gaan zeggen! U niet?v
nog meer tips • • • •
http://digischool.kennisnet.nl/community_ckv. www.docstoc.com/docs/111390839/thema-les-ckv. www.digischool.nl/ckv2/massa/massa/lessen/watiskunst.htm. Zie ook Kunstzone 2/3-2003 pagina 4 t/m 7 voor een uitgebreide vergelijking van de diverse CKV-methodes: www.kunstzone.nl/ magazines/kunstzone-2003/februari-maart/vijf-lesmethodenvoor-ckv-in-het-vmbo-nader-bekeken.
kunstzone.nl
VO // HOE BESpREEK JE KuNST EN KITSCH // DOSSIER kunst & kitsch oP school
hoEkunst& BESPrEEK JE kitsch in de les?
dRie Muziekdocenten aan het wooRd
‘i
‘t
wee
Delfts blauwe vaasjes? Allebei mooi als je ervan houdt. Een stukje symfonisch gedicht van Richard Strauss of muziek bij een science fiction film? Allebei mooi als je er van houdt. Tot het woord kitsch valt. Ineens zijn ze niet meer allebei mooi. Het ene vaasje - gemaakt in de 18e eeuw - is kunst, het ander nieuw en in massa geproduceerd is kitsch. Het ene muziekstuk wordt genoten in de concertzaal, het andere in de bioscoop. En dus niet mooi, rotzooi zelfs? Het begrip kitsch is belangrijk, omdat het veel zaken over kunst bespreekbaar maakt. Zaken als authenticiteit, grote namen, schoonheid, commercie, hogere en lagere kunst. Ik noem er maar een paar. Even belangrijk als vreselijk, want wie vindt of vond niet stiekem iets mooi dat eigenlijk geen kunst maar kitsch en dus rotzooi bleek te zijn. Heb het in de klas eenmaal over kitsch om het woord nooit meer te gebruiken. Heb het daarna waarover het hoort te gaan: authenticiteit, grote namen, schoonheid, commercie, hogere en lagere kunst. Leer zien, horen, ervaren, herkennen, weten. Oordelen kan altijd nog.’ aad de been
k heb dit onderwerp niet onder deze titel besproken. Wel heb ik pogingen gedaan de manipulatieve mogelijkheden van muziek te beoefenen. Daarbij ging het over het effect van muziek bij soaps (films) en reclames. Om te chargeren werd de verkeerde muziek onder videofragmenten geplaatst. Een collega van me heeft dat zelfs met een documentaire gedaan. Het ging over het wel of niet afbreken van huizen ten behoeve van een nieuw project. De documentaire werd met twee diverse muziekfragmenten afgespeeld voor publiek en daarna mocht het publiek stemmen. De keus was duidelijk beïnvloed door muziek. Ik heb reclamemuziek laten componeren. Dat is kort maar effectief. Voor mij is op effect gerichte muziek een vorm van kitsch. Om de beweegredenen van Arnold Schönberg om te komen tot zijn toonsysteem te leren begrijpen, bracht ik ook altijd Strauss en dan ook André Rieu naar voren om de sjabloonwerking van de harmonie en de samenhang met een bepaalde burgerlijkheid waar te nemen. Dodecafonie als anti-kitsch muziek.’ reyer Ploeg
‘o
m te duiden wanneer een muziekstuk kitsch is heb je altijd te maken met de beleving van de ander. Vanuit welk basisidee ga je met een muziekstuk bezig? Hoe beleef je de muziek die je hoort en naar welke muziek ben je gewend te luisteren? Soms zijn er leerlingen die, in mijn oren, kitsch-muziek willen spelen. Als ik daar meteen mijn oordeel over uitspreek, kom ik ook aan de beleving van de ander. Ik probeer de ander tegemoet te komen door eerst mee te gaan in deze beleving, maar daarnaast ook stukken aan te dragen die de beleving van muziek kunnen verrijken. Eigenlijk vind ik dat mijn mening over de muziek die gespeeld wordt, niet op de voorgrond mag treden. Ik geef aan, coach en stuur bij als dat nodig is. Voorop staat het plezier in spelen en het genieten van muziek, zelfs als ik die muziek als kitsch ervaar.’ ineke vosman
oktobeR 2012
15
Theaterkunst&
maatschappijkitsch
Een interview met Monique van der Werff Van soapactrice (in onder andere Onderweg naar Morgen) tot geëngageerd theatermaker. Die ontwikkeling heeft actrice Monique van der Werff (1982) de afgelopen tien jaar doorgemaakt. Van kitsch naar kunst zou je kunnen zeggen. Ze richtte in 2010 White Rabbit Theater op. Na haar debuutvoorstelling Veronika besluit te sterven, naar het gelijknamige boek van Paulo Coelho, werkt ze momenteel aan haar nieuwste theaterproductie. Auteur: Claire Goossens
H
ardliners wordt een extreme actie-docu over mensen met radicale idealen. De voorstelling legt de toeschouwers de vraag voor hoever zij bereid zijn te gaan voor hun idealen. Hoe kijkt Monique van der Werff als volwassen, maar nog altijd jonge, theatermaker naar begrippen als originaliteit en authenticiteit? Wat denk jij bij de tegenstelling ‘kunst versus kitsch’? ‘Eerst denk ik natuurlijk aan het televisieprogramma Tussen kunst & kitsch. Dat gaat heel duidelijk over de vraag: Wat is echt en wat is niet echt? En waar wordt de echtheid op gekwalificeerd? Dat heeft dan met de authenticiteit van een object te maken. De waarde ervan wordt uitgedrukt in het feit dat het werkelijk door een bepaald persoon is gemaakt. Ik vraag me af waar die behoefte van mensen vandaan komt, om te weten of iets echt of nep is. Waarom waarderen we de echtheid van objecten zo enorm? Wat is nou belangrijker: dat we het ambacht van de maker erkennen of het feit dat het van die ene beroemde kunstenaar is? Is het zo dat de wereld steeds meer kitsch aan het worden is, omdat we zo veel waarde hechten aan echtheid? Misschien dat we daardoor in kunst steeds weer op zoek zijn naar het oorspronkelijke.’
16
Kitsch is dus ‘namaakkunst’. Hoe werkt dat onderscheid in het theater? ‘Dat is lastig. Ik denk wel dat je in het theater kitsch als vorm kunt inzetten, bijvoorbeeld voor een bepaalde scène. Kitsch wordt dan eerder een middel. Ik denk dat het bijvoeglijk naamwoord kitsch op allerlei zaken toepasbaar is, maar ik heb nog nooit een theatervoorstelling gezien die ik in z’n geheel kitsch vond.’ Wanneer maak je je eigen leven tot kitsch? ‘Als je alleen maar volgt wat de mode is, meegaat met de stroom, met wat de media dicteert en wat de mensen zeggen. Als je van buitenaf probeert iets of iemand na te doen. Op zich is invloed van buitenaf niet slecht. Maar als je je afhankelijk maakt van wat anderen vinden, dan ben je niet heel authentiek aan het leven. Dat zou je wel kitsch kunnen noemen ,denk ik.’ Staat ‘kitsch’ volgens jou gelijk aan ‘lelijk’? Of kan er ook schoonheid in zitten? ‘Aan de ene kant denk ik: niemand wil toch nep zijn? Anderzijds vind ik kitsch vanuit een theatraal oogpunt helemaal niet lelijk, maar juist fascinerend. Soms moet je namelijk eerst het cliché zien en door de kitsch heen gaan om bij de kunst uit te komen.’
kunstzone.nl
Monique van der Werff Foto: Sander Nagel
kunst & kitsch op school theaterkunst & maatschappijkitsch
theaterkunst & maatschappijkitsch kunst & kitsch op school
Je promoot je voorstelling op www.voordekunst.nl, een crowdfunding website waarop men (mogelijk individueel en anoniem) financiële bijdragen kan leveren aan kunstprojecten. Ben je daardoor ook bezig om origineel te zijn of origineel over te komen, om bijvoorbeeld de aandacht van financiers te trekken? ‘Dat is niet iets waar ik over nadenk. Ik houd me liever bezig met wat ik zelf goed en belangrijk vind aan een theatervoorstelling. Door mijn eigen criteria voor een goede voorstelling te hanteren, hoop ik dat er iets origineels uit komt. Maar de hele tijd bezig zijn met de vraag: ‘Ben ik nu origineel?,’ dat inspireert niet. Als je probeert authentiek te zijn, ben je het eigenlijk al per definitie niet. Het is wel echt een goed punt dat je hier aangrijpt, want wat de huidige politiek van ons vraagt, is dat wij kunstenaars cultureel ondernemend worden. Het gevaar is dat je je als kunstenaar gaat vergelijken met anderen en net als in het bedrijfsleven begint bij de klantvraag. See a need, fill a need. Dat is wat de musicalindustrie doet. Ik wil mezelf beschermen tegen die valkuil. Ik wil echt alleen vanuit mijn eigen fascinaties theater maken.’ Ondanks dat je het publiek al in je maakproces opzoekt en om input vraagt? ‘Ja, maar dat is een geënsceneerde ontmoeting waardoor ik me laat inspireren. Mensen zijn tegenwoordig bang om zich te laten beïnvloeden, terwijl het niet meteen afdoet aan je authenticiteit. Neem bijvoorbeeld de centrale figuren in mijn voorstelling, drie mensen met radicale idealen: sommige mensen zullen die extremisten niet willen begrijpen, maar het is niet gevaarlijk voor je eigen standpunten om je open te stellen voor de standpunten van anderen.’ Is deze manier van werken tijdens je maakproces dan niet eigenlijk heel origineel? ‘Dat krijg ik wel vaak te horen, ja. Maar het komt niet voort uit een zucht naar originaliteit. Het komt voort uit de vraag: ‘Wat werkt voor mij?’ Het had ook gekund dat ik mezelf drie maanden wilde terugtrekken om na te denken over de thema’s van mijn voorstelling.’ In je Hardliners voer je Anders Breivik, Tanja Nijmeijer en Muriel Degauque als personages op. In hoeverre vind jij deze extremistische figuren authentiek of juist kitscherig? ‘Deze personen zijn ergens wel authentiek naar mijn idee, want ze streven hun eigen passie na. Ik vind Tanja Nijmeijer het meest
oktober 2012
authentiek overkomen. Terwijl ik dat manifest van Breivik juist als kitsch zou bestempelen, omdat hij heel veel gekopieerd heeft voor zijn manifest en daarin andere mensen quotet. Het is meer een soort collage dat hij heeft gemaakt. Bij Breivik heb ik het gevoel dat hij op zoek is naar erkenning als persoon. Bij Tanja heb ik het gevoel dat zij oprecht wil strijden tegen het onrecht in de wereld.’
“ Als je probeert authentiek te zijn, ben je het eigenlijk al per definitie niet. ” Kunst van kitsch kunnen onderscheiden, is dat een doel van kunsten cultuureducatie op de middelbare school? ‘Kunsteducatie moet naar mijn idee niet zozeer gaan over het vergaren van kennis. Ik vind het vooral belangrijk dat jongeren kunst ervaren en dat het ze meer open-minded kan maken. Het zien van theater, bijvoorbeeld, is een heel persoonlijke beleving. Daarom zou ik veel meer de eigen ervaring centraal laten stellen. Ik zou leerlingen de vraag willen voorleggen: Wat in deze voorstelling raakte je? En waarom? Wat kun jij hier mee voor je eigen leven? Zo kun je via kunst zorgen dat leerlingen gaan nadenken over de maatschappij. Ik denk dat kunsteducatie bij uitstek een goede methode is om leerlingen ook iets over het leven te leren. Het is een hele veilige manier om via de personages in een theatervoorstelling te praten over het leven en de maatschappij. Daarom moeten ze naar mijn voorstelling komen kijken, omdat ze daarbij gemakkelijk de verbinding kunnen maken tussen kunst en de maatschappij.’ Hoe heb jij jouw educatieve programma ontworpen? ‘Die is gebaseerd op de persoonlijke ervaringen van de leerlingen. Wij geven leerlingen ervaringsopdrachten vanuit de thema’s van de voorstelling. Met het educatieve programma beogen we eigenlijk hetzelfde als we met de voorstelling willen bereiken: we willen mensen aan het denken zetten over hun eigen idealen. Ik wil leerlingen uiteindelijk een brug laten slaan tussen wat ze zien in de voorstelling en wat ze daar voor uit zichzelf kunnen halen. Het onderwerp van de voorstelling is radicalisering en dat leent zich bovendien voor toepassing in verschillende schoolvakken. Docenten van bijvoorbeeld geschiedenis en maatschappijleer kunnen een sectorwerkstuk laten maken op basis van mijn theatervoorstelling. Het educatieve programma is immers meer gericht op de inhoud van de voorstelling dan op de theatervorm.’ v
Hardliners De première van Hardliners is op donderdag 20 september 2012 in het MC Theater te Amsterdam. Vervolgens maakt de voorstelling een landelijke tour t/m januari 2013. Zie voor meer informatie www.whiterabbittheater.nl. De voorstelling op school, maar ook een workshop met Monique in de klas waarbij ze diverse scènes speelt, is te boeken via Stichting Dans en Theater. Voor informatie of een boeking kun je mailen naar
[email protected].
17
Vo
Voor je nieuwe theatervoorstelling Hardliners heb je al in je researchfase drie thema-avonden georganiseerd (de Hardliners Cafés) waarin het publiek kon reageren op vragen en stellingen rondom jouw thema’s. In hoeverre ben jij als theatermaker nog authentiek als jij je publiek om input vraagt? ‘De grap is dat een kunstenaar geen hermetisch afgesloten iets is. Dat willen we graag geloven, hè? Dat een kunstenaar een fenomeen op zichzelf is, waarbij alles in dat brein vanzelf gebeurt, dan komt er iets uit en dat is dan het kunstwerk. Maar er is zoiets als inspiratie. Mijn inspiratiebron is wat ik om mij heen zie gebeuren. Daarom maak ik theatervoorstellingen over maatschappelijke thema’s. Er komt iets bij mij binnen en dat doet iets met mij. Op een of andere manier heb ik er de behoefte aan om dat om te zetten in een vorm. Zo geef ik het weer terug aan het publiek. Het werkt als een voortdurende wisselwerking. Als ik mijn publiek uitnodig om met mij mee te praten en denken, doet dat niet af aan mijn eigen ideeën. Ik denk ook dat deze manier van werken recht doet aan hoe ik als mens wil zijn, namelijk geen gesloten systeem, maar ook niet totaal beïnvloedbaar door anderen; eigenlijk als een soort semipermeabel membraan.’
kunst & kitsch op school grenzeloos onderwijs // po
Grenzeloos onderwijs Ik ga op reis en ik neem mee…
Driehonderdvijftig basisschoolleerlingen van Basisschool Nieuw Vreugd en Rust in Voorburg maakten een rondreis van drie weken door Europa. Marianne Mesker, coördinator kunst en cultuur: ‘Je bent als school echt met elkaar verbonden. We hebben van alles beleefd: volksdansen, flamenco, wereldverkenning, Russisch schrijven en praten, rekenen in het Frans, luisteren naar sprookjes, iconen maken, schilderen in de stijl van Picasso, Turks koken, IJslandse vulkanen boetseren, kunstgeschiedenis, Europese staatsgeschiedenis en nog veel meer.’ Kortom, een koffer met culturele bagage en een fantastische herinnering voor het leven! auteur&foto’s: janneke van wijk
18
kunstzone.nl
po // grenzeloos onderwijs kunst & kitsch op school
oktober 2012
19
kunst & kitsch op school kathedralen op reis in den bosch
Foto’s: Henk Langenhuijsen
Kathedralen op reis in Den Bosch Wat bezielt je in hemelsnaam? Bij een stad hoort een kerk. In Den Bosch stond er begin 1200 nog steeds geen, maar in de honderden jaren die volgden ontwikkelde de Sint-Jan zich tot kathedraal en werd het hoogtepunt van de Brabantse Gotiek. Nu wordt er een nieuwe kathedraal gebouwd, minder groot, maar zeker zo groots. auteurs: Henk Langenhuijsen en Nikki de Jong
E
igenlijk zijn het twee uitbundige kunstwerken op wielen waarmee drie kunstenaars uit de stad door de stad reizen. De ontmoeting staat centraal, net als de vraag: ‘Wat bezielt je?’ Na een bezoek aan tien woonwijken en het Bossche theaterfestival Boulevard trekken ze langs de scholen. Iedereen mag meebouwen, want bezieling is altijd een kunstwerk. ‘We zijn begonnen met bouwen voordat we wisten hoe het precies zou gaan worden,’ vertelt Imke van Dillen, één van de drie bedenkers. ‘En iedereen mag meebouwen. Dat was bij de kathedralen ook zo.’ Het project, getiteld Onze kathedralenbouwers, voert ze uit met theatermaakster Rachel Zweije en beeldend kunstenaar Marianne van Heeswijk. Ze werkten samen met beeldend kunstenaar Kees van den Boogaart die het bouw- en laswerk op zich nam. ‘We zijn begonnen met één wagen, maar geleidelijk zijn er drie onderdelen ontstaan: bezieling vinden, bezieling uitdrukken en bezieling delen. Er is een ruimte, een minikathedraal op wielen, om tot rust te komen en je eigen bezieling te ontdekken. De binnenkant is versierd met een bont patroon van bordjes en schoteltjes uit grootmoeders servies. Aan de buitenkant hangen ‘vogelhuisjes’. Het is een intieme ruimte, maar zeker niet alleen christelijk. ‘Het is ook een tempel of een moskee,’ onderstreept Van Heeswijk. ‘Het is een universele ruimte en iedereen die hier komt, ongeacht leeftijd of cultuur, herkent wel iets. Het licht van boven brengt verstilling.’
20
Daarnaast is er de WijKathedraal. ‘We wilden naar de mensen toe met onze rijdende kathedraal, maar we wilden vooral ook verbinden. Dat is hard nodig,’ legt Van Dillen uit. ‘Samenwerken heeft een bindend resultaat. In deze kathedraal kunnen mensen iets persoonlijks toevoegen.’ De twee rijdende kathedralen vullen elkaar aan en allerhande bezoekers komen erop af. Jong en oud en met diverse achtergronden. Zweije: ‘Mensen komen met vaak zeer persoonlijke spullen, die voor hen veel waarde hebben en een dierbare herinnering of een verlangen uitdrukken, naar ons toe. Die krijgen allemaal een plaats in de WijKathedraal, in een van de aangebrachte wielvelgen of in een gerecyclede wasmachinetrommel of op een andere, zelfgekozen plaats.’ Als derde ruimte is er de plek bij het kampvuur dat een grote pot soep verwarmt en waar je even kunt zitten om je ervaringen met anderen te delen en de ander kunt ontmoeten. ‘Je moet naar de kern durven gaan,’ vertelt Van Dillen bij het vuur. ‘Dat doe je door een moment voor jezelf te nemen en naar binnen te gaan. Als je daarna weer naar buiten gaat, kun je bezieling delen in een gesprek met anderen. Wij maken een fysieke plek waar mensen in een openbare ruimte, midden in een wijk of straks op het schoolplein, kunnen bezinnen. Tegelijkertijd gaat het om de interactie met de ander. Je moet niet op je zolderkamertje gaan zitten met je altaartje, want dan doen mensen niet mee. We hebben een wakkere omgeving gemaakt. Bezieling is hard nodig en altijd dicht bij huis.’ Zweije benadrukt: ‘Niet de ik, maar het wij staat centraal.’ Van Heeswijk vult aan: ‘En het oneindige en het universele en de kringloop.’
kunstzone.nl
krassen
Kra ssen Mirjam van Tilburg
‘To be a teacher is my greatest work of art.’
Foto: Henk Langenhuijsen
naar citaat van Joseph Beuys
Van Dillen: ‘De WijKathedraal hangt vol met persoonlijke, vaak symbolische spullen, maar door de constructie met de open ronde vormen komt er toch altijd licht door en dat is mooi. Deze wagen staat ook altijd op het zuiden gericht. Bezinning is net als in de grote kathedralen iets dat je samen beleeft en licht brengt. Het brengt mij persoonlijk heel veel vreugde. We doen het eerlijk gezegd ook een beetje voor onszelf.’ Het drietal is ervan overtuigd dat het project ook op schoolpleinen zal aanslaan. ‘We zien nu al dat kinderen uit zichzelf naar ons toekomen en persoonlijke gedachten achterlaten,’ zegt Van Heeswijk. ‘We maken nieuwsgierig en bieden genoeg veiligheid om iets van jezelf te laten zien of tot uitdrukking te brengen. We gaan naar diverse scholen voor het voortgezet onderwijs in combinatie met het Bevrijdingsfestival 2013. In de bezinningsruimte gaan we samen met de leerlingen op zoek naar bevrijdende verhalen en gaan we achterhalen wat vrijheid voor hen betekent. Op de scholen worden leerlingen ook aan het werk gezet. Leerlingen gaan vlechten met allerlei tweedehands materialen. Met hun werk maken we een soort mantel om de kathedraal af te bouwen. De persoonlijke spullen die ze van thuis meebrengen, mogen ze uiteraard meevlechten. Een vlecht bestaat straks uit drie strengen: jij, ik en de ander.’ Van Dillen: ‘We willen zo’n 750 leerlingen benaderen. Wat we doen, is toegankelijk en persoonlijk. De vraag of het kunst of kitsch is, is van minder belang. Dat is voor iedereen anders. En vroegen de kathedraalbouwers in de middeleeuwen zich dat af?’ Kijk op www.onzekathedralenbouwers.nl voor meer informatie.v
oktober 2012
Het is makkelijk om cynisch te worden van het duurder wordende onderwijs. Geen tijd meer voor experiment, voor twijfel bij de student of voor een nieuwe horizon. Een Amerikaans of Engels systeem is ons vooruitzicht. Juist dit laatste weerhoudt me ervan om cynisch te reageren op deze ontwikkeling. In een Angelsaksisch systeem ontstaan initiatieven die buiten de onderwijsstructuur functioneren. Deze maken vaak gebruik van een inschrijfsysteem op internet en reageren snel op de vraag die er leeft. Zo ontstaan er geweldig ‘actuele’ scholen. Een recent voorbeeld hiervan is Wide Open School (juli 2012). Dit initiatief van Southbank Centre in Londen had een grote ambitie: ‘That is a territory as expansive as the imaginations of artists showing how art changes lives.’ De workshops, discussies en performances waren grotendeels ontwikkeld door kunstenaars, al konden deelnemers ook zelf voorstellen doen. Kunstenaars waren onder andere Thomas Hirschhorn, Tracey Emin en Jeanne van Heeswijk. De kunstenaars van Wide Open School richtten zich niet op het generen van ideeën door het spelen met regels. The Public School startte in 2008 en zette de toon voor dit soort initiatieven. Telic Arts Exchange - platform voor kunst, media en architectuur - in Los Angeles startte in totaal acht scholen in Europa en Amerika, van Berlijn tot San Juan. Het werkt als volgt: lessen worden voorgesteld door het publiek (‘Ik wil dit leren’ of ‘Ik wil dit lesgeven’). Daarna kunnen mensen zich inschrijven en vervolgens wordt er bij genoeg inschrijvingen een docent gezocht. Linken, teksten en taken, alles staat op de website. Een geweldig initiatief, maar toch vind ik een BHQFU uit New York nog aantrekkelijker. Het anonieme kunstenaarscollectief BruceHighQualityFoundation startte in 2009 in New York de BruceHighQualityFoundationUniversity met behulp van een soort Wiki-inschrijfsysteem. Cursussen hadden namen als xxxtreme performance studies of to be continued (the point of abandon). Kennismaken kon je op de BYOUavonden. Bij zo’n feest stonden rijen om binnen te kunnen komen, je wilde bij die community horen. Juist omdat dit initiatief uitstraalt dat het zelforganiserend is - met daarbij heel wat amateuristische schoonheidsfoutjes - zal de deelnemer zich verantwoordelijk voelen voor zijn ‘opleiding’. Het spelen met regels, het openbaar maken van kennis en het erbij willen horen; exact de punten waar het overheidsgefinancierde onderwijs in Nederland op vastloopt. De kaalslag van het (kunst)onderwijs is niet iets om blij van te worden, maar er zijn genoeg hoopvolle initiatieven. BruceHighQualityFoundationUniversity: http://bhqfu.org The Public School: http://all.thepublicschool.org Wide Open School: www.wideopenschool.com
Mirjam Mirjam van Tilburg is onderwijsmanager opleiding Docent beeldende kunst en vormgeving bij Willem de Kooning Academie Rotterdam.
21
Foto: Annemoon van heel
Foto: Marieke van der velden
kunst & kitsch op school kunst of kunst?
V.l.n.r. Halbe Zijlstra, Geert ten Dam en Joop Daalmeijer bij de overhandiging van de nota Cultuureducatie: leren, creëren, inspireren!
Joop Daalmeijer
Een kwestie van kiezen
kunst ofkunst
De Raad voor Cultuur - wettelijk adviesorgaan van de Nederlandse regering op het gebied van cultuurbeleid - is als geen ander bezig om keuzes te maken binnen de kunst- en cultuursector. Daarvoor oogsten ze in de pers veel kritiek. Zijn die keuzes van de Raad wel genuanceerd genoeg of reageert het journaille te ondoordacht? Door al die negatieve berichtgeving was ik voorbereid op een star en gesloten instituut. En daarom blij verrast dat (de eind vorig jaar aangetreden voorzitter) Joop Daalmeijer bereid was te praten over de - vaak moeilijke - beslissingen die de Raad moet nemen. Auteur: Thea Vuik
Hoezo de Raad voor Cultuur een bolwerk? ‘Wij zijn een open inrichting. We hebben zelfs geen beveiliging,’ lacht Daalmeijer. ‘Om duidelijk te zijn: wij doen echt alleen advisering,’ vervolgt hij. ‘Wij adviseren aan de staatssecretaris. En die beslist. Dan kan - om het nog ingewikkelder te maken vervolgens de Kamer zeggen dat zij het geen juiste beslissing vindt en ze kan dan dat advies (gedeeltelijk) terugdraaien. Daar heeft de Raad geen enkele positie in. Natuurlijk proberen wij die adviezen zo goed mogelijk in te bedden in het bestaande beleid. We praten dus ook veel met de Tweede en de Eerste Kamer en met het departement. We lobbyen zo voor ons eigen standpunt, maar het is inderdaad een kwestie van ingewikkelde keuzes maken.’ Is dat een keuze binnen bepaalde kaders? ‘Er is een duidelijk financieel kader. De staatssecretaris heeft vorig jaar nog - een ministeriele beschikking gemaakt waarin hij bijvoorbeeld per sector aangeeft hoeveel geld er beschikbaar
22
is. Er is zoveel geld voor een orkest in de Randstad en er is zoveel voor een orkest in het zuiden van het land. Wij kijken dan naar de aanvragen die uit die regio’s komen en maken daar een keuze uit. Voor presentatie-instellingen - dus zeg maar musea zonder eigen collectie - zijn er maar acht plekken en er zijn twaalf aanvragen ingediend. De Raad maakt een keuze uit die aanvragen. Dat doen we op basis van een beoordeling van deze aanvragen. Vooral op wat de aanvragende instelling zelf opschrijft. We doen geen visitatie, maar brengen bezoeken en schrijven daar wat over op. In de structuur van de Raad wordt dat voorbereid door commissies waarin zogenaamde peers zitten. In de Museumcommissie bijvoorbeeld zitten (voormalig) directeuren van musea. Die zijn niet betrokken bij de aanvragen of bij de indiening van een subsidieverzoek. Op basis van de rapporten van deze commissies neemt de Raad uiteindelijk een beslissing. Ook geven we ongevraagd advies aan het ministerie of de Kamers. We zijn nu druk doende met het schrijven van een ongevraagd advies over internationaal cultuurbeleid. Kunst
kunstzone.nl
kunst of kunst kunst & kitsch op school
en cultuur als exportproduct. We zijn bezig met een advies over de positie van de omroeporkesten binnen het landelijke orkestenbestel. We hebben samen met de Onderwijsraad een cultuureducatie-advies geschreven. Dat is overigens wel een gevraagd verzoek vanuit het departement. Wij hebben met hen gediscussieerd en zij hebben de pen gevoerd. Zo hebben we nu het verzoek liggen om een besteladvies te schrijven over alle musea: Moet dat zo blijven bestaan, moet er samengewerkt worden, moet er gefuseerd worden, moet er gesloten worden? Een groot onderzoek dat we het komende half jaar gaan houden. Dan wordt zo’n vaste commissie uitgebreid met externen of met buitenlanders erbij die van die musea weten. Maar ook de Eerste en Tweede Kamer kunnen ons een advies vragen, zoals laatst de Tweede Kamer ons een advies vroeg over de regionale spreiding van de kunstsubsidies.’ Een gezamenlijk rapport van de Onderwijsraad en de Raad voor Cultuur? ‘Dat is eind juni aan de staatssecretaris aangeboden. We hebben hierin gekeken naar cultuureducatie binnen het primair onderwijs. Het primair onderwijs krijgt per leerling € 10,90 per jaar voor cultuureducatie en dat is natuurlijk niet veel. We hebben een prachtige Montessorischool in Amersfoort bezocht, waar de ouders zelf € 40,-- per kind per jaar aan cultuureducatie geven. Ik was ook op een school in De Pijp in Amsterdam waar de ouders echt geen € 40,-- kunnen betalen voor cultuureducatie. Een echte multicultischool. Toen ik daar op bezoek was, speelde er een orkest met Turkse musici. Allemaal familieleden van de leerlingen. Volledig goede cultuureducatie en dat kostte niets, want die mensen kwamen dat zelf doen. En andere scholen in meer chique buurten moeten dat misschien zelf inkopen.’ Misschien ook een soort cultuurkaart voor het PO invoeren? ‘Ik vind het heel goed dat zoiets gebeurt, want zo’n cultuurkaart is een uitstekend ding. Maar het behoud hiervan is voor het voortgezet onderwijs nog maar net verzekerd. De financiële dekking van de Kamermotie is nu pas rond. Maar om even terug te komen op de nota Cultuureducatie: leren, creëren, inspireren!: Ik ga er zeker niet vanuit dat er mensen zijn die maar wat staan te broddelen voor de klas. Deze mensen zijn allemaal goed opgeleid en de een die wat meer interesse heeft voor cultuur, zal misschien met meer passie voor zijn groep staan dan iemand die zegt: ‘Ja, het moet.’ Vandaar dat je al op de PABO’s moet investeren in cultuur. Dat schooltje in De Pijp waar ik het zojuist over had, heeft een eigen jeugdorkest. Al die leraren bespelen een instrument en kunnen noten lezen. Dan gaat in zo’n school de muziek wel leven. Ik heb weleens gezegd dat als je slecht blokfluit speelt, de mensen uit die groep niet in blokfluit geïnteresseerd raken. Speel dan geen blokfluit. Zet anders een mooie CD op. Maar dat gegeven zit nog niet bij iedereen in de chip. Iedereen spreekt over taal en rekenen - natuurlijk is dat belangrijk en je moet dat niet afschrijven - maar er is meer dan taal en rekenen. Je hebt beweging nodig: denk aan de vele kinderen met obesitas. Er moet duidelijk geleerd worden hoe je gezond kunt leven, maar dat gezond leven geldt óók voor kunst en cultuur.’ Er komt van alle kanten kritiek op jullie af: in die zin heb ik wel bewondering voor deze functie… ‘Het is fout of het is niet goed. We kennen natuurlijk wel een beroepsprocedure… Ik heb geen olifantenhuid, maar ik slaap er geen nacht minder om. Ik neem er afstand van. Dat heeft niets te maken met mijn eerdere werk bij de tv (Daalmeijer was
oktober 2012
bij de publieke omroep onder andere programmadirecteur, netcoördinator en voorzitter, red.) Dat heeft meer te maken met hoe ik als mens in het leven sta. En hier zijn veel collega’s waarmee ik erover kan praten. Je moet er natuurlijk wel zeker van zijn dat het advies goed onderbouwd is. Als de keuze heel helder is, wordt die door de persoon gemaakt die in betreffende sector verantwoordelijk is. Wij werken hier met commissies: daar zitten soms vier, soms zes, soms acht mensen in die worden bijgestaan door een secretaris. Deze mensen zijn in vaste dienst van de Raad. Zij hebben heel veel kennis van dat vakgebied en schrijven de stukken namens die commissie en komen - samen met die commissie - in de Raad zitten om de adviezen toe te lichten. Echter, daar waar een advies van de commissie soms een beetje wankelt, stellen we de punten bij in de Raadscommissie. Daarin zitten acht mensen met wat meer algemeen bestuurlijke ervaring. Zo wordt de aanvraag nog een keer beoordeeld en soms komt men dan tot een andere opvatting. Of we vragen ze
“ Er moet duidelijk geleerd worden hoe je gezond kunt leven, maar dat gezond leven geldt óók voor kunst en cultuur.” een aanvullend advies te schrijven. Daarna kan er nog steeds kritiek komen, maar omdat je dat met elkaar hebt besproken en met elkaar hebt besloten, is het nooit de beslissing van één persoon. En dat de kritiek zich richt op mij als voorzitter van de Raad? Ja, ach.’ Jij bent de visualisatie van dat geheel? ‘Precies.’ Moet de Raad binnen een strak keurslijf opereren? Ik kan me herinneren dat Els Swaab (de vorige voorzitter van de Raad, red.) de handdoek in de ring heeft gegooid? ‘Ja, zij is opgestapt, maar dat was toen wel een andere situatie dan nu. De regeling is momenteel veel nadrukkelijker. Ook wij hebben nu nog een paar van die moeilijke keuzes gehad. Zó zelfs dat we dachten: ‘Hadden we maar een andere regeling gehad.’ In ons advies hebben we ook geschreven dat de normering binnen de regeling te beklemmend is: Er zit te weinig flexibiliteit in. Alleen kun je dat in het lopende proces niet veranderen, omdat iedereen ingetekend heeft op deze procedure. Stel dat je daarvan zou afwijken, dan kan iedereen in beroep gaan. En bij de rechter nemen wij als Raad dan een slechte positie in.’ Zijn de voorwaarden heel strikt? ‘De intekening is heel formeel. Dat is bijna als een belastingformulier. Het departement heeft daar een format voor gemaakt, zodat iedereen vergeleken kan worden. De bedrijfsvoering hebben we uitbesteed aan een extern bedrijf. Wij kijken er hier met onze specialisten vooral inhoudelijk naar. Heb je voor je museum een plan gemaakt voor de komende vier jaar, hoe ziet dat eruit, wat doe met je collectie, wat doe je aan educatie, hoe krijg je jongeren binnen? Dat zijn een aantal van die criteria waar wij dan op beoordelen. Allemaal inhoudelijke argumenten.’
23
digizone
kunst & kitsch op school kunst of kunst
De laatste ontwikkelingen vanuit Digischool.
Het louvre De leerlingen gaan enkele dagen naar Parijs en als CKV-docent word je geacht je steentje bij te dragen. Een steentje dat al spoedig op je maag gaat liggen, want de organisatoren hebben hun hoop gevestigd op het Louvre vanwege de enorme culturele bagage die hier op een dagdeel opgedaan kan worden. Nu weet ik uit ervaring dat op een werkweek van 5-HAVO de stemming al spoedig opperbest is en museumbezoek daar meestal geen bijdrage aan levert. Integendeel, het wordt je kwalijk genomen! Hoe overleven we dit? Stap 1: Begin op tijd, dus ruim van te voren aan de voorbereiding in de les. Reserveer voor een viertal uren de schoolmediatheek met alles erop en eraan. Stap 2: Verdeel de deelnemers in groepjes van 7 leerlingen. Stap 3: Koop op rekening van de mediatheek een flink aantal uitgaven van Konemann (nu H.F. Ullmann) Kunst & Architectuur LOUVRE Vooral als deze wekweek voor jaren op het programma staat, is dit een verantwoorde uitgave. Stap 4: Stel de opdracht (mondelinge presentatie van een kunstwerk) samen en geef die aan iedere deelnemer. Opdrachten Leerling 1 - de leider van de groep - weet de weg in het Louvre door zich daar grondig op voor te bereiden via literatuur en internet. Hij leidt zijn groep naar de gekozen kunstwerken. Leerling 2 t/m 7 geef je de vrijheid om zelf een kunstwerk uit te zoeken. Hun presentatie mag niet langer dan 5 minuten duren en wordt van te voren op schrift gesteld. Tijdig inleveren. Inperken van de keuzevrijheid is mogelijk door bijvoorbeeld bepaalde stijlperiodes aan te geven. Tips Tip 1: Probeer het bezoek te plannen aan het begin van de werkweek. Tip 2: Zes presentaties van ongeveer 5 minuten per groep, het zoeken en rondlopen levert een totale verblijfsduur op van ongeveer 1 uur. Plan deze activiteit op een morgen/middag. Tip 3: Bij iedere groep hoort een begeleider van de werkweek aanwezig te zijn. Afronding Na afloop worden in de klas alle andere presentaties gepresenteerd, natuurlijk met dia’s.
Harry 24
Heb je het gevoel dat je een waarde-oordeel geeft? ‘Ja, maar we geven zo’n oordeel in principe over de aanvragen. Wat ga je de komende jaren doen en niet over wat je over de afgelopen jaren hebt gedaan. We gaan er vanuit dat bijvoorbeeld musea goede collecties hebben. Maar wát gaan ze daarmee doen? Wij zitten hier met de basisinfrastructuur. Daar zitten dus bijvoorbeeld kleine kunstenaars niet bij. Alleen de grote instellingen en die kunnen of 2,5 of 1,5 miljoen euro krijgen. Het pakketje is niet zo groot, het gaat om een paar honderd miljoen euro. Wij hebben 119 aanvragen beoordeeld, waarvan een aantal niets krijgt of die wij een negatieve beoordeling geven. De staatssecretaris heeft het grotendeels overgenomen. Een en ander wordt met Prinsjesdag in de Miljoenennota verankerd en in oktober/november behandelt de Tweede Kamer de begroting van OCW waar ze nog via amendementen wijzigingen in ons advies kan aanbrengen.’ Gebeurt dat vaak? ‘Dat gebeurt. Wij noemen dat hier cliëntelisme, bijvoorbeeld als plaatselijke bestuurders in Brabant zeggen dat Brabant er zo slecht vanaf komt en er extra geld naar Brabant moet. Als je dat maar via voldoende fracties onder de aandacht brengt, kun je daar een motie over verwachten.’ Zijn er ook instanties bij die je afgebrand hebt? ‘Nee, het niveau is heel hoog. Maar er moest een keuze gemaakt worden tussen goed en beter. Er zitten geen kitsch-instellingen bij. Bij de instellingen die we beoordeeld hebben spelen, musiceren, exposeren alleen maar professionals. Het zijn natuurlijk grote landelijke instellingen. Kleine instellingen zitten niet in die basisinfrastructuur. Dat aantal plaatsen is vergeven.’ Dat blijft ook zo? ‘Ja, dat is vanaf medio vorig jaar aangepast en dat is die zogenaamde ministeriele beschikking waar ik het over had. Daarin staat precies in welke gemeente welke instelling mag zijn. Dat is vorig jaar door de Tweede en de Eerste Kamer bekrachtigd. Het is in feite een politieke keuze. Die keuze is gemaakt. Daar hebben we nu mee te leven. Daarover weer adviseren heeft weinig zin, want dan zegt de minister: ‘Dat staat niet in de ministeriële regeling. Dus wat doet u?’ v
Cultuureducatie: leren, creëren, inspireren! Ontwikkel een referentiekader cultuureducatie, bevorder de deskundigheid op school en stel de culturele infrastructuur meer in dienst van de scholen. Volgens de Onderwijsraad en de Raad voor Cultuur zijn dit noodzakelijke maatregelen die ervoor moeten zorgen dat cultuureducatie in het hart van het onderwijs terechtkomt. Zo krijgen de scholen de touwtjes in handen bij het onderwijzen van kunst en cultuur. Dit schrijven deze raden in hun gezamenlijke advies Cultuureducatie: leren, creëren, inspireren! dat eind juni 2012 is aangeboden aan demissionair staatssecretaris Zijlstra (OCW). Het advies is te downloaden van www.cultuur.nl > Adviezen > Cultuureducatie: leren, creëren, inspireren!.
Harry
kunstzone.nl
@web
@WEB Smakelijketen AUTEUR: THEA VUIK
Als je het over software hebt, is er een duidelijke verschuiving aan de gang. Eerst had je gewoon programma’s die je in een winkel kon kopen. Daarna verschoof het meer naar downloadbare pakketten en zogenaamde ‘in the cloud’-software. En nu is het een en al apps.. Zulke apps zijn in feite kleine, maar vaak zeer doelgerichte programma’s. Je kunt ze kopen in de virtuele marktplaats van iTunes of bij andere verkooppunten als het over Android- of Windows-omgevingen gaat. Ze zijn alleen op een mobiel apparaat zoals een smartphone of tablet te gebruiken. Die verschuiving lijkt nu zelfs op te gaan voor een vaste computer: daar wordt ook al naar een meer app–achtige omgeving toegewerkt. Als we het hebben over (educatieve) games maken, zoals ik ooit in het verleden al wel heb besproken met Game Maker (Kunstzone 2/3-2008, pagina 30) en Scratch (Kunstzone 7/82008, pagina 33) gaan we meer en meer naar het maken van een app toe. En ja hoor, dat kan ook zonder het leren van een ingewikkelde programmeertaal. Met het programma GameSalad (zie www.gamesalad.com) maak je zelf relatief eenvoudig apps en games voor een iPhone, maar ook voor andere platforms zoals het web, de Mac of Android. GameSalad zelf was er aanvankelijk alleen voor de Mac, maar is er sinds kort ook voor Windows. Nu hoef je in GameSalad niet aan de slag met programmeercodes, maar het kost toch nog wel wat moeite om een simpele game te maken. Daarom is het prettig dat GameSalad de nodige ingebouwde sjablonen en graphics heeft. En - niet helemaal onbelangrijk - er zijn op de site van GameSalad zelf - in het Cookbook - flink wat informatieve video’s te vinden, essentieel om de ziel van het programma beter te begrijpen. Overigens voldoet de gratis versie prima om met je leerlingen een niet al te gecompliceerde app te maken.
Socrative: Je smartphone als stemkastje.
beschikking over zulke stemkastjes.’ We zijn nu een aantal jaren verder en - mits er toestemming is van de school om in je les een smartphone te gebruiken, misschien werk je al met tablet of laptop - kun je de mobieltjes van je leerlingen met behulp van een app als stemkastje gaan inzetten. Hip! Zie www.socrative.com en bekijk eens de informatieve video. v
Vanwege Game Maker en Scratch moest ik even in de archieven duiken en zag toen dat in @Web (Kunstzone 12-2008, pagina 39) mijn ervaringen met een stemkastje beschreven stonden. Citaat: ‘Ik kom onwillekeurig ook iets te weten over de psychologie van het stemkastje. Zodra de eerste vraag op het scherm verschijnt en we onze stem moeten geven, komt de winnaar in mij naar voren’ Mijn conclusie hierover was: ‘Had ik in de les maar de
“Die verschuiving lijkt nu zelfs op te gaan voor een vaste
GameSalad
computer: daar wordt ook naar een meer app–achtige omgeving toegewerkt.”
oktober 2012
25
serie performance-opleidingen onder de loep // paul van vliet academie // hbo terugkijkend
Foto’s: Donald van der Maaten
Dit is het vijfde artikel in de serie Performance-opleidingen onder de loep
performance-opleidingen onder de loep
Paul van Vliet Acad Een bezoek aan de pas opgerichte opleiding voor jonge cabaretiers en andersoortige kleinkunstenaars laat gretige studenten en vakbekwame docenten zien. Door studenten van allerlei pluimage wordt er hard gewerkt. De opleiding in Den Haag bestaat een jaar en heeft zich prima gemanifesteerd. auteur: Paul Rooyackers
D
e Paul van Vliet Academie leidt haar studenten op tot professionele cabaretiers/ kleinkunstenaars. ‘Er wacht nieuwe studenten een gedegen vakopleiding op het hoogste niveau,’ aldus Evert de Vries, cabaretier, regisseur en tevens oprichter en artistiek directeur van het Amsterdams Kleinkunstfestival. Tijdens een diner ter gelegenheid van de Annie M.G. Schmidtprijs kwamen Evert de Vries en Jan van Bergen in gesprek met Paul van Vliet. Alle drie vonden zij dat er in Den Haag een opleiding moest komen voor cabaret en kleinkunst. De alom bekende cabaretier was onmiddellijk bereid er zijn naam aan te verlenen en steunde de inzet om er een professionele uitwerking aan te geven. Paul van Vliet had al vele jaren het idee dat in zijn stad Den Haag, waar hij ook ooit theater Pepijn heeft opgericht, een echte cabaretopleiding thuishoorde. Den Haag is vanouds een artistieke werkplaats voor cabaretiers: Harrie Jekkers, Wim Kan, Van Kooten & De Bie en de naamgever van de academie komen er vandaan. Theater Diligentia en theater Pepijn zijn al vele jaren echte kleinkunsttempels. De initiatiefnemers vonden een zeer bereidwillig oor bij de leiders van de
26
Haagse Acteerstudio, Donald van de Maaten en Wouter Strack van Schijndel. Zij waren graag bereid hun prachtige pand te Scheveningen met de nieuwe academie te delen. De opleiding
In de fraai uitgevoerde flyer en op www.paulvanvlietacademie.nl wordt vermeld dat het gaat om een driejarige (fulltime) of een vierjarige (parttime) opleiding. De start werd afgelopen jaar gemaakt met een parttime opleiding. De fulltime opleiding is nu ook mogelijk vanaf september 2012. Tijdens het bezoek aan de academie wordt duidelijk dat het niveau per les groeit en dat de docenten er hard aan werken om de parttime studenten op het juiste niveau te brengen. Dat niveau wordt makkelijker haalbaar als je les krijgt van een reeks excellente docenten die in de theaterpraktijk hun strepen wel verdiend hebben . Tijdens mijn bezoek bleek direct dat deze professionele docenten meteen kunnen inspelen op problemen die zich bij studenten voordoen. Een lied dat ingestudeerd moet worden en dat diverse studenten qua interpretatie en kennis nog niet beheersen, wordt door de docent vakkundig omgebogen,
zowel psychologisch als vaktechnisch. En het wordt goed begeleid, zodat de studenten zich zekerder voelen over de te verrichten optreedpogingen. Er is niets moeilijker in dit vak van beginnend cabaretier dan iemand vakkundig begeleiden. Een aankomend cabaretier wil vaak helemaal niet begeleid worden. Kijk maar naar de jonge honden die het AKF of een ander cabaretfestival proberen te winnen en daarbij uitvallen vanwege
“In het eerste jaar wordt de basis gelegd, vaktechnisch en qua ontwikkeling van je creativiteit.” hun eigenwijsheid of onkunde. In beide gevallen moet een regisseur of docent dan zo iemand zorgvuldig de weg kunnen wijzen, zodat die verder kan op de ingeslagen weg. Juist door de volwassen en in de praktijk wijzer geworden docenten wordt dit in samenhang met
kunstzone.nl
hbo // paul van vliet academie // performance-opleidingen onder de loep serie
demie de eveneens volwassen studenten goed doorvoeld en in een leerlijn geplaatst. Studenten en auditie
Wie zich aanmeldt, hoeft geen auditie te doen. Het eerste jaar is het jaar waarin de student er zelf wel achter komt of hij geschikt is voor dit vak of niet. Dat is de insteek van Paul van Vliet die dit natuurlijk vanuit zijn ervaring beter weet dan wie dan ook. Het gaat niet om de gevolgde vooropleiding, een dure vooropleidingscursus is ook niet noodzakelijk. Het eerste jaar is de ‘propedeuse’ waarbij je jezelf bewijst en jezelf presenteert, zowel in ensemble als solo. In het eerste jaar wordt de basis gelegd, vaktechnisch en qua ontwikkeling van je creativiteit. Evert de Vries heeft als artistiek-directeur al heel wat jonge mensen zien komen en gaan bij het landelijke festival in Amsterdam dat hij bestiert. Theater maken is een basis en van daaruit laat hij de student groeien naar een kleinkunstinvulling. Eerst gaat de student zelf meemaken wat hij te vertellen heeft, leert ideeën te ontwikkelen en teksten te schrijven. Voorts wordt hij geschoold in alle denkbare technieken, van aikido, Laban bewegingstechnieken, dans, zang, liedbegeleiding tot comedy-
oktober 2012
Ondernemer en entertainer
“Je bent zelf de bedenker, de maker, de uitvoerder en de verkoper. Wat je maakt is een product en als artiest ben je het product!” acteren aan toe. Bij de aanmelding gaat het om een motivatiebrief en een goed gesprek in plaats van een zenuwslopende auditie. Geruststellend is dat de academie zich richt op de student in plaats van op een te halen einddoel. Het is kortom praktijk- en mensgericht. Bij de fulltime opleiding is de student circa 28 uur per week in lesverband met het vak bezig. Nu zijn de parttime studenten alleen op vrijdag en zaterdag in de studio’s te vinden.
Paul van Vliet omschrijft het als volgt: ‘Wij leiden op tot cabaretier, kleinkunstenaar, entertainer. Wat je gaat maken en doen is een vrije en commerciële vorm van kunst. Je bent zelf de bedenker, de maker, de uitvoerder en de verkoper. Wat je maakt is een product en als artiest ben je het product! Zie dus jezelf vooral als ondernemer.’ De opleiding steunt op zeven pijlers: creativiteit, betrokkenheid, fantasie, poëzie, humor, muzikaliteit en vakmanschap. Helaas is de opleiding niet gesubsidieerd, een misser van gemeente Den Haag en de provincie Zuid-Hollanddie deze opleiding natuurlijk binnen hadden moeten halen als een cadeautje. Dat de opleiding geen subsidie krijgt, is ook te merken is aan het soort studenten dat nu de parttime opleiding bevolkt. Iedereen heeft er een baan naast om deze studie te kunnen betalen. Prijzen staan vermeld op de website. Zoals de uitdrukking gaat: het kost een hoop, maar dan heb je ook wat. Soms komt de oude meester Paul van Vliet zelf les geven, en dat is natuurlijk onbetaalbaar. v
27
de jeugd is tegenwoordig // vo
dejeugd is tegenwoordig Pedro De Bruyckere en Bert Smits
Kwaliteit van docenten is met geen game te vervangen Is de jeugd tegenwoordig moeilijk, anders, lui, 40? Met het boek De jeugd is tegenwoordig willen Pedro de Bruyckere en Bert Smits een bijdrage leveren aan het maatschappelijke debat over de nieuwe generatie. auteur: Janneke van Wijk
D
it boek doet wat Jan Marten Praamsma, geciteerd in dit boek, als de kracht van een goede leraar aanwijst. Een goede leraar wijst in een richting, opent perspectieven en geeft aan dat wat hij vertelt kadert in een lange traditie. Het boek presenteert in het eerste deel een caleidoscopisch beeld aan mythes en heersende opvattingen over de jeugd. Een voorbeeld van zo’n mythe is die van het multitasken. Zo kunnen jongeren niet veel tegelijk, maar dingen snel achter elkaar. Jongeren zijn niet zozeer aan het multitasken, maar telescoping blijkt de echte sterkte te zijn van de huidige generatie. Door gamen leren ze snel en vlot wisselen van prioriteiten. Daarnaast zijn ze goed in probing. Dus niet eerst lezen, maar uitproberen. Probing is een edele variant van gissen en missen. In het tweede deel wordt gekeken naar wat dit betekent voor de jongeren thuis, in de klas en op het werk. Er worden resultaten uit onderzoeken gedeeld en er wordt gekeken naar wat jongeren verwachten van onderwijs en wat ze nodig hebben om de komende decennia te kunnen functioneren in onze veranderende samenleving.
28
En wat ze nodig hebben is van alle tijden. Leerlingen in hun pubertijd zijn bezig om hun persoonlijkheid te vormen en gaan op zoek naar voorbeelden en ankerfiguren: mensen met ervaring die kleur kunnen geven aan hun vak, maar ook bredere levenservaring kunnen delen. Een ankerfiguur met een goed verhaal dus. In het construeren en vertellen van verhalen zit de essentie van effectief aanleergedrag. Effectief aanleergedrag bevat de relatie van de leraar met zijn leerlingen, de mate waarin de leraar authentiek en respectvol is, de mate waarin hij de essentie weet te selecteren, structuur weet aan te brengen en aansluiting kan vinden bij de voorkennis en leefwereld van kinderen. Precies dat zoeken leerlingen vandaag in een leraar en die kwaliteiten zijn moeilijk, om niet te zeggen, onmogelijk, te vervangen door internet en games. Ideeën eenvoudig, onverwacht, concreet met veel details, geloofwaardig en met gevoel aan leerlingen brengen, dat is de kracht van het verhaal. Een leraar of werkomgeving moet voldoende uitdaging en interessante vraagstukken bieden en er moet tijd zijn voor emotionele verankering.
kunstzone.nl
vo // de Jeugd tegenwoordig
Tegenwoordige jeugd
De schrijvers eindigen als volgt: ‘In de kern om jongeren te begrijpen en te begeleiden zijn drie zaken van belang: rust, samen en optimisme.’ Elke jongere wil zichzelf profileren, vaak letterlijk via zijn online profiel, maar tegelijk is delen met anderen een manier van leven geworden. School is zo’n ontmoetingsplek van samen, zowel met leeftijdsgenoten als met de leerkrachten. Ondanks dat bij jongeren de agenda vaak nokvol zit, zien de schrijvers vooral noodzaak om zelf als ouder, leerkracht, werkgever rust te vinden. Na het lezen van dit boek sprak ik met pedro de Bruyckere en Bert Smits in Cafe Social Media ergens tussen Vlaanderen en Zuid-Holland.
“ DANS IS EEN MIDDEL OM IN AANRAKINg TE KOMEN MET CuLTuuR, EEN gEREEDSCHAp OM MET JE EIgEN CuLTuRELE IDENTITEIT IN AANRAKINg TE KOMEN, OM JE CuLTuREEL BEWuSTZIJN TE VERgROTEN.” Waarom schreven jullie dit boek? pedro: ‘We schreven dit boek een stuk als update van ons eerste boek en omdat we een genuanceerd beeld van de jongeren wilden schrijven. Het is een uitloper van ons vrij populaire blog www.xyofeinstein.be waarin we dagelijks onderzoeken over jongeren verzamelen, maar het boek gaf ons ook de mogelijkheid om stil te staan bij de vraag: Wat doe je daar nu mee?’ Bert: ‘Voor mij persoonlijk is het vanuit een verlangen om de wereld van morgen te begrijpen. Door jongeren en hun gedrag, verlangens, waarden en normen te bestuderen leer je hoe de samenleving die volop in transitie is, er zal gaan uitzien. Vaak hebben ze dat zelf niet eens door. Het begeleiden van dat overgangsproces is precies mijn job.’
oktobeR 2012
Tot welke generatie behoren jullie zelf? pedro: ‘Zoals je wellicht merkte, relativeren we generaties ietwat, maar als je de klassieke indeling gebruikt, ben ik een duidelijke X-er.’ Bert: ‘Ik zit op de wip tussen generatie X en Y. Ik ben geboren in 1980, maar dat zegt uiteraard niet alles. Het heeft ook te maken met hoe je je gedraagt. persoonlijk voel ik me een goede brugfiguur die beide generaties begrijpt en aan elkaar kan uitleggen.’ In het boek benadrukken jullie het belang van ankerfiguren. Wie was jullie ankerfiguur? pedro: ‘Ik heb er een paar gehad. Meester frank van het tweede leerjaar, mijn docent geschiedenis in de lerarenopleiding en de proffen die mij leerden wat wetenschappelijk denken is.’ Bert: ‘goh, ik heb er wellicht wel meerdere gehad. Maar eentje die in mijn puberteit een belangrijke rol heeft gespeeld is de proost van onze scouts, een pater Augustijn. Hij is een Amsterdammer met een brede kijk op het leven. De leeftijd van mijn ouders, maar jonger qua geest.’ Rust is wat we in de toekomst misschien nog het meest nodig zullen hebben als ouder, als leerkracht en als werkgever is een slotconclusie uit het boek. Waar kunnen jullie zelf rust in vinden? pedro: ‘goede vraag. Koken en Richard Hawley, maar raar genoeg ook drukke plaatsen als New York of stations. Terwijl iedereen loopt en jij niets hoeft te doen, daar word ik zeer rustig van.’ Bert: ‘Heel concreet door het lezen van een spannende thriller in een warm bad. En op een meer abstract niveau bij mezelf. Ik merk dat ik nog niet zo lang geleden mijn innerlijk kompas heb gevonden, hij zit in mijn buik. Door daar beter naar te luisteren en erop te vertrouwen dat ik zelf goede keuzes kan maken, vind ik veel meer rust. Ik ben er overigens van overtuigd dat één van de belangrijkste groeipijnen van deze tijd is: Mensen die voor zichzelf kunnen uitmaken wat ze willen en dat nog op een begrijpbare manier kunnen delen!’v
29
weg met de geschiedenis // vo
weg met de geschiedenis Een kattenbelletje aan de Vernieuwingscommissie Kunstvakken Jaren geleden werd het landelijke examenprogramma muziek voor HAVO en VWO herschreven. Ik was toen bestuurslid van de Nederlandse Vereniging voor Etnomusicologie Arnold Bake - zeg maar de Wereldmuziekclub. Er was destijds geen enkele aandacht voor niet-westerse muziek in het examenprogramma. Wij vonden dat uit de tijd en wendden ons tot de toenmalige herschrijfcommissie om te vragen hoe we meer culturele diversiteit in het programma konden krijgen. Schrijf een voorstel, was het antwoord. auteur: Evert Bisschop Boele
D
at deden we. Nadat we hadden beschreven waarom niet-westerse muziek belangrijk was voor de leerlingen, leverden we een beschrijving per regio van wat de leerinhouden zouden kunnen zijn. Linksboven op de wereldkaart beginnen: Noord-Amerika, dan Latijns-Amerika en zo maar door, tot we rechtsonder bij Australië en Oceanië uitkwamen. Lang hoorden we niets. Toen kwam het programma uit. We hadden duidelijk overvraagd. Nadat de commissie aandacht had besteed aan de geschiedenis van de klassieke muziek en ook nog wat aan die van de jazz en de pop was er eigenlijk geen ruimte meer voor niet-westerse muziek. Maar om ons ter wille te zijn had de commissie ons verzoek dan toch deels gehonoreerd. Pagina 2 van ons voorstel, Latijns Amerika, zat er in!
Een nieuwe Vernieuwingscommissie
Onlangs kwam het definitieve advies van de Verkenningscommissie Kunstvakken uit. Daarin wordt aangeraden een Vernieuwingscommissie in te stellen. De taak van die Vernieuwingscommissie is onder meer het formuleren van de examenprogramma’s met eindtermen voor de verschillende kunstvakken en het formuleren van kerncurricula voor de Vaktheorie van de verschillende disciplines. Nieuwe ronde, nieuwe kansen. Ik ga ook deze Vernieuwingscommissie weer een voorstel doen. Dit keer niet in de vorm van een concreet boodschappenlijstje, maar in de vorm van een meer principiële suggestie. Maar wel met nog steeds de wens om het examenprogramma muziek een beetje meer wereldwijsheid te laten uitstralen. Wie de uitwerking daarvan in de huidige Syllabus muziek VWO 2013 van het College voor Examens (CvE) bekijkt, springen namelijk de tranen in de ogen, en niet van het lachen. Want in de Vaktheorie is zelfs Latijns Amerika, afgezien van de tango en de rumba (maar wellicht gaat het hier om de Hollandse Malando-varianten), als sneeuw voor de zon verdwenen. Het examenprogramma noemt nog wel het ‘geografisch plaatsen’ van muziek, maar dat is met de huidige syllabus een lachertje: de kandidaat heeft aan de windrichting `West’ meer dan genoeg. De leerling hoeft ook in 2013 nog steeds niet de djembe en de raga te herkennen. Het is bij de samenstellers niet opgekomen de gamelan (al was het maar vanwege `ons’ koloniale verleden) op te nemen, iets dat wat mij betreft ten koste had mogen gaan van de wel opgenomen Estampie of de Albertijnse bas. Een beschamende vertoning.
30
Wie geschiedenis zaait…
Toch maar geen boodschappenlijstje. Je overvraagt al snel, leert de geschiedenis. En als de Vernieuwingscommissie weer besluit boodschappen te gaan doen in mijn boodschappenlijstje, eindig ik straks met zes soorten toast en beschuit, maar zonder olijven of kaas, om van brood, groenten en vleeswaren maar te zwijgen. In plaats daarvan wil ik de in te stellen Vernieuwingscommissie suggereren eens op een andere manier naar het examendomein Vaktheorie te kijken. De nu geldende syllabus benadert die vooral vanuit een historisch perspectief. Het onderdeel Muziek en cultuur van de Vaktheorie behandelt achtereenvolgens de Middeleeuwen, de Renaissance, de Barok, de Weense klassieken, de Romantiek en de 20e eeuw I (klassiek, zeg maar), en dan is er nog net ruimte voor een al even historische 20e eeuwse jazz- en poplijn. De beide andere huidige onderdelen van de Vaktheorie, Waarnemen en weten en Analyseren en interpreteren, zijn vervolgens een nauwgezette vertaling van de inhouden van het historische hoofdstukje Muziek en cultuur. Waarmee Muziek en cultuur dus vooral opgevat wordt als Muziek- en cultuurgeschiedenis. En het gevaar bestaat dat de nieuwe Vernieuwingscommissie dat zo blijft doen. Het advies van de Verkenningscommissie geeft daar in ieder geval voldoende aanleiding toe. Een keer of twintig komt de term cultuurhistorie of een van haar verwanten voorbij in het toch redelijk beknopte advies, zowel in Domein B (Vaktheorie) als in het nieuwe Domein C (Kunst & cultuur van de 20e en 21e eeuw). En wie cultuurhistorie zaait, zal ongetwijfeld cultuurhistorie oogsten. Omdat immers - zo leren ons de musicologen - alles van historisch belang is, vult een programma zich als vanzelf tot op het niveau van de Estampie en de Albertijnse bas, en wordt elke weglating als een gemis ervaren. Een alternatief
Maar is dat historisch perspectief de vanzelfsprekende basis van de Vaktheorie? Niet per se, lijkt me. Het is heel goed mogelijk veel te leren over muziek zonder dat daar veel geschiedenis aan te pas komt. Een muzikale vorm - het lied bijvoorbeeld - is een muzikale vorm, en een sociale context - de kroeg bijvoorbeeld - is een sociale context. Je
kunstzone.nl
vo // weg met de geschiedenis
kunt heel veel waardevols weten over een lied in een kroeg, ongeacht kennis van de historische achtergronden van dat lied in die kroeg. Zowel de kroeg als het lied kun je heel goed als historische fenomenen bestuderen, en dat leidt tot meer kennis - maar het leidt tot meer historische kennis, en die is niet onontbeerlijk. Er zijn andere, even waardevolle vormen van kennis. Ook is het niet zo dat meer historische kennis per definitie tot een beter begrip van het kroeglied leidt. Je kunt hooguit zeggen: meer historische kennis leidt tot meer historisch begrip. Maar opnieuw geldt: het historisch begrijpen van de werkelijkheid is een vorm van begrijpen, niet dé vorm. Er zijn andere aanvliegroutes die leiden tot andere vormen van begrijpen. En die kunnen net zo waardevol zijn.
“Het is heel goed mogelijk veel te leren over muziek zonder dat daar veel geschiedenis aan te pas komt.” Elementen van die andere vormen van begrijpen zitten ook wel in het advies. Maar ze zijn een beetje verstopt. Bij de Vaktheorie staat bijvoorbeeld het volgende: ‘De theorie heeft ook betrekking op het leren interpreteren en waarderen van kunstwerken (en eigen werk) en op kennis van en inzicht in (onderdelen) van de kunst/cultuurhistorische ontwikkeling binnen een vakdiscipline. Deze theorie is noodzakelijk voor het begrijpen van verbanden tussen de kunstdiscipline en haar cultuurhistorische context en functie. Dat houdt nadrukkelijk ook in het aansluiten op belangrijke actuele ontwikkelingen in de kunsten.’ Meteen valt ook hier de sterke historische inslag op. Kunst/cultuurhistorische ontwikkeling, de cultuurhistorische context en functie, daar gaat het om. Maar het laatste zinnetje gaat over iets anders: over het aansluiten bij actuele ontwikkelingen als logisch gevolg van een kunst/ cultuurhistorische benadering. Mijn suggestie voor de in te stellen Vernieuwingscommissie is nu de volgende: als we dat eens omdraaien? Als we nu eens niet formuleren dat het aansluiten bij actuele ontwikkelingen een logisch uitvloeisel is van een kunst/cultuurhistorische benadering, maar dat omgekeerd het aansluiten bij actuele ontwikkelingen de basis is van waaruit aansluiting gezocht wordt bij de kunst- en cultuurhistorie? Concreet, en terug naar het muzikale. Als we het hebben over actuele ontwikkelingen als uitgangspunt, dan gaat het, als het over Bach gaat, niet over Bach in zijn tijd, maar over Bach in mijn tijd. Bach dus als actuele ontwikkeling: proberen te begrijpen hoe ‘wij’ muziek van Bach gebruiken en waarderen; wat de Mattheüs Passion betekent anno 2012 - voor gelovigen, ietsisten, agnosten en atheïsten; waarom velen moeite hebben met applaus na afloop van de uitvoering in de kerk, maar niet na afloop van de uitvoering in de concertzaal; waarom velen zo’n prijs stellen op een historisch verantwoorde uitvoering opnieuw anno 2012, dus eigenlijk: hoe modern die historische uitvoeringspraktijk eigenlijk is. Andere vormen van het kennen en begrijpen van muziek dan de historische doemen hier op. Vormen van kennen en begrijpen die voor leerlingen buitengewoon relevant zijn, omdat het gaat over het nu - over wat zij met muziek doen, en wat anderen om
oktober 2012
hen heen met muziek doen. Ik noem dit perspectief dat ik als een krachtig alternatief beschouw voor een kunst/cultuurhistorisch perspectief, een sociaal-maatschappelijk perspectief. En ik vraag de Vernieuwingscommissie die het advies verder gaat uitwerken om eens een poging te doen het examenprogramma en het kerncurriculum Vaktheorie vanuit een sociaal-maatschappelijk perspectief te schrijven. Het lijkt me een adequate invulling van wat in de huidige syllabus Vaktheorie - Muziek en cultuur heet. De hoketus, niet de fuga
Verdwijnt daarmee de geschiedenis, zoals de kop van dit artikel suggereert? Ach welnee! Zoals in het historisch gebaseerde advies dat nu voorligt, het sociaal-maatschappelijk perspectief onwillekeurig her en der toch opduikt, zo zal dat omgekeerd ook gebeuren. En als je er alert op bent, kun je ook bewust naar een vorm van evenwicht streven. Dat zou mijn ideale examenprogramma zijn. Het uitgangspunt zou een sociaalmaatschappelijk perspectief zijn. Wat doen wij met muziek in deze tijd? Met als uitgangspunt deze sociale relevantie bepaal je vervolgens gezamenlijk waar je vindt dat het historisch perspectief op deze sociale relevantie niet mag ontbreken. Je kiest je inhoud dan niet omdat het een interessant historisch fenomeen is, je kiest je inhoud omdat het een interessant sociaal fenomeen is en bepaalt dan de relevantie van de historische aspecten van dat fenomeen. Je moet dus afwegen wat je sociaal relevanter vindt, anno 2012, en ik zou zeggen: eerder Bach dan het bicinium, eerder Nora Jones dan Bill Haley, eerder de hoketus dan de fuga (jazeker), en eerder interlocking dan de aleatoriek. En vervolgens bepaal je hoeveel gewicht je het historisch perspectief van dergelijke onderwerpen geeft. Bij Bach is die historie, gezien het huidige gebruik van de Mattheüs Passion, onvermijdelijk lijkt me, bij de hoketus is inzicht in de Ars Antiqua wellicht ietwat redundant. Zou dit trouwens ook niet een mooie oplossing zijn voor de invulling van het omstreden nieuwe Domein C, Kunst en cultuur van de 20e en 21e eeuw? Ik moedig de aanstaande Vernieuwingscommissie graag aan dat niet te lezen als de keuze voor één historisch tijdvak boven andere tijdvakken, maar als de keuze voor een benadering van de geschiedenis vanuit de actualiteit. Lees 20e en 21e! Dus vooral vanuit de leerling, dus als 21e. De 20e eeuw is voor mij, en de leden van de Verkenningscommissie, misschien wel eigentijds, maar voor de leerling toch vooral geschiedenis. Als dat dan ook nog ingevuld wordt vanuit en voortdurend gekoppeld wordt aan de disciplinespecifieke Vaktheorie wordt het voor de leerlingen dubbel relevant. Het gaat dan om een benadering van de algemene kunst- en cultuurhistorie vanuit het door hen gekozen vak én vanuit hun eigen tijd. Grappig! Door het historisch perspectief te verlaten krijgen we de handen vrij voor de actualiteit en kunnen we weloverwogen keuzes maken welke historische inzichten we leerlingen willen aanbieden. Dat schept ruimte om wél iets te doen aan de Indiase raga - inclusief wellicht de notie dat de daarbij behorende muziektheorie millennia teruggaat in de tijd. Aan de djembe inclusief wellicht de historische redenen voor de razendsnelle verspreiding daarvan in Afrika én in Europa. En aan de gamelan - inclusief wellicht de curieuze wordingsgeschiedenis van de Javaans-Surinaamse gamelantraditie. v Evert Bisschop Boele is associate lector aan het Prins Claus Conservatorium van de Hanzehogeschool Groningen.
[email protected].
31
CUNSONG XU
Voorstelling Bloeddruk wil draagvlak creëren voor jongeren
Cunsong Xu maakt dans educatief Bloeddruk
Kunstenaar en educatie, zijn dat twee elementen die elkaar aanvullen of aanvallen? Zijn ze gedwongen tot een samenspel of tot een confrontatie? De Chinese choreograaf Cunsong Xu vindt dat zijn werk altijd educatief moet zijn. auteur: Paul Rooyackers
O
p de website van de Groundbreakers staat over het gezelschap het volgende: ‘Dansgezelschap Groundbreakers is een Amsterdams dansgezelschap voor jongeren. Talentvolle makers werken samen naar een voorstelling waarin dans, film en acteerwerk gecombineerd worden.’ Dat klopt als je hun nieuwe voorstelling ziet die toepasselijk Bloeddruk heet. Fraaie dans wordt in de voorstelling afgewisseld met spelmomenten en filmfragmenten waarin de dansers voorkomen en soms een inkijk geven in hun verleden en in hun angsten worden gevolgd. Een spel van aanvallen, verdedigen, afweren, zoeken naar openingen om de ander te veroveren en neer te slaan. Dat zijn de pijlers waar de voorstelling op steunt. Het is inderdaad een bloeddruk die we zien in het samenspel van de vrouw en de man die constant met elkaar in gevecht zijn. In een prachtig decor van piepschuimblokken die ook nog eens beschilderd zijn, vindt hun gevecht plaats en deze blokken worden als in een arena gestapeld en uit elkaar gegooid. Vijftig minuten lang zitten enkele honderden tweedejaars leerlingen van het Pieter Nieuwland College te Amsterdam geboeid te kijken naar Bloeddruk. De Chinese choreograaf Cunsong Xu zat vanaf zijn achtste intern op een cultuur- en kunstschool, waar jongens en meisjes
32
regulier onderwijs combineren met cultuur en kunst. Hij deed de richting dans en begon zijn danscarrière op zijn veertiende. Op tweeëntwintig jarige leeftijd ging hij naar de Nanjing University of Arts China, richting muziekcompositie, en studeerde vier jaar later af. In de laatste vier jaar dat hij in China was, werkte hij voor Wuxi Television als cameraman, presentator en editor. Al vanaf zijn tienerjaren trok het westen. Hij deed toelating op Codarts in Rotterdam, erkend als een van de beste moderne dansopleidingen in Europa. Hoe is Bloeddruk, de nieuwe voorstelling, ontstaan? Xu: ‘De thematiek is voornamelijk frustratie. Ik vroeg mij af: Waar komt het vandaan en waar ligt de oorzaak? De overheid zorgt voor de invloed die frustratie oproept en voor het maatschappelijk klimaat dat momenteel heerst in Nederland. Met Bloeddruk wil ik een oproep doen en een draagvlak creëren voor de jongeren zelf. Met de dans beeld ik de verschillende emoties sterk uit, bijna onder de loep uitvergroot. Verder zoek ik naar combinaties tussen dans, beeld, muziek en thematiek, terwijl ik de spanning daartussen probeer vast te houden.’ Hoe staat de choreograaf als kunstenaar tegenover educatie? ‘Toen ik acht was begon ik met mijn danscarrière en alles werd heel zwart/wit aangeleerd, vanuit het communistische denken.
kunstzone.nl
Foto’s: Cunsong Xu
CUNSONG XU
Bloeddruk
“Maar het achterliggend doel is dat jongeren zelf gaan inschatten en nadenken over de confrontaties in hun leven.” Het heeft veel invloed op mij gehad in hoe ik denk en hoe ik ben als mens en kunstenaar. Daarom denk ik ook dat het erg belangrijk is om educatie in de kunst aan te brengen, omdat je er veel invloed mee kunt uitoefenen. Hier in Nederland worden we heel erg vrij gelaten in wat we vinden en denken, maar ik zoek naar een middenweg in vrijheid met sturing. Ik zet een gevoel neer en geef mijn publiek iets om na te denken. Educatie is echter veel meer: voor mij is het de basis om dans te maken. Educatie moet onderdeel zijn van mijn uiteindelijke dans, omdat het essentieel meldt waar het om gaat. Ik wil de jonge mensen bereiken en ze vragen voorleggen middels mijn dans. Ik wil na de voorstelling altijd een nagesprek met de jongeren om ze aan de tand te kunnen voelen over de aangereikte idealen die ik zie.’ Wat is de plaats van educatie in jouw choreografieën? ‘Ik zoek een thematiek die vaak gevoelig, actueel of ingrijpend is. Daar bouw ik mijn voorstelling omheen. De choreografie wordt tot stand gebracht door een bepaalde intentie die refereert aan de thematiek.’ Maak je een stuk met als doel om op te treden in het theater, of ook op scholen? ‘De voorstelling moet geschikt zijn voor beide locaties. In de praktijk spelen we vaker op scholen dan in theaters.’
oktober 2012
Welk aandeel heeft een boodschap voor jongeren in jouw dansstukken? De vorige keer sprak er ook een boodschap uit, nu weer. Is dat met het doel om het te kunnen verkopen? ‘Waarom wil ik een bepaalde boodschap overdragen? Ik wil jongeren attenderen op waar ze tegenaan kunnen lopen. Maar het achterliggend doel is dat jongeren zelf gaan inschatten en nadenken over de confrontaties in hun leven. Ik wil ze prikkelen om na te denken over serieuze dingen in het leven. Veel gezelschappen kiezen voor een show, waarin geen of weinig boodschappen worden overgebracht en in de praktijk verkopen juist deze voorstellingen veel beter, maar ik kies er bewust voor om wel met een boodschap te komen.’ Ben je allereerst dansmaker en dan educator? Of? ‘Eerst dansmaker. Ik ben altijd op zoek naar de esthetiek in de vormen, maar ook, zoals jij zelf eerder mij benoemde, denk ik in beelden. Dat is zo. Visueel, dynamisch ben ik altijd sterk met mijn voorstellingen bezig, maar ik vind alle combinaties erg belangrijk: vorm, dynamiek, sfeer, gevoel, boodschap.’ Ga voor meer informatie naar www.groundbreakers.nl.’v
33
VERWONDERING
verwondering in de muziekpedagogie Project in Kindergarten Allerlei Rauh in Stuttgart
Een juf in de kleuterklas heeft haar lier op de schoot. Klaar om een verhaal te vertellen. Het beweegt nog om haar heen. Kinderen zoeken een plekje, hier wordt nog wat gestoeid, daar nog wat ruzie gemaakt. En dan speelt ze. Nee, geen prachtig vol klinkend stuk, maar eenvoudig enkele tonen. Schijnbaar willekeurig klinkt heel zacht de toon van de lier. En de klas wordt helemaal stil. Het verhaal kan beginnen. Auteur: Marcel van Os
O
f een onderbouwklas, een lagere klas. De kinderen staan in een kring en in die kring loopt een kind met in zijn hand een klinkende zwaaistaaf. Aanvankelijk loopt het kind fier, tot het geluid zachter wordt. Dan gaat hij langzamer en zachter lopen en buigt zijn hoofd naar het instrument in zijn geheven hand. Als het instrument niet meer klinkt, geeft hij het over aan de volgende. De kring luistert bijna ademloos mee en durft pas uit te ademen wanneer hij de zwaaistaaf overgeeft. Een vijfde klas zingt een stemmig lied. Broos en tegelijk zeker klinkt de eerste meerstemmigheid in de klas. Dat is anders dan een canon! Hier zijn twee eigen stemmen die dansend om elkaar draaien als vogels, spelend in de lucht. Dan is de een boven, dan de ander. Dan duikt de een onderlangs, dan springt de ander omhoog. Als het lied uit is, is het even stil. ‘Dat was mooi’, klinkt een zacht stemmetje op de achterste rij. Dat was Laura, die eigenlijk al lang niet meer mee wil zingen. Drie voorbeelden van muziek in de klas. Drie voorbeelden waarin de muziek haar wondere werk doet. Drie voorbeelden waarin verwondering haar werk verricht. Het lijkt aldus of verwondering alleen met verstilling te maken heeft, maar niets is minder waar. Wonderen voltrekken zich soms ook tumultueus, met veel beweging, plezier en spel. Verwondering, verbazing en verrassing zijn - aldus Cornelis Verhoeven in zijn Inleiding tot de verwondering - gradaties van eenzelfde grondstemming of attitude. Voor het onderwijs in het algemeen, het muziekonderwijs in het bijzonder, zijn deze stemmingen te herkennen. Verwondering, verbazing en verrassing zetten aan tot nieuwe dingen. Het maakt nieuwsgierig. Ze zetten in het onderwijs aan tot leren of zijn het leren. En verwondering staat aan de basis. ‘Verwondering is het begin van de filosofie,’ schreef Plato. En ‘filosofie is de meest verheven
34
muziek’, zei hij ook. ‘Verwondering is de zoekende onrust van het leren,’ zegt Jan-Roar Bjørkvold en haalt de verwondering daarmee vanuit de kamer van de wijsgeer naar het klaslokaal. Omdat een kind zich verwondert, wil het de wereld leren kennen. Omdat het wil zoeken naar de wereld achter de wonderen. Dat gaat aanvankelijk niet bewust, maar het kind wordt zich dit gaandeweg wel bewuster. Het vragen is er altijd, soms uitgesproken, soms latent, als een attitude van het leren. Ook de leraar kent dit gevoel. Hij kan het hopelijk nog wakker roepen bij zichzelf. Zelfs wanneer hij eigenlijk al alle antwoorden denkt te weten, moet hij in staat zijn volledig open te staan voor wat in het moment gebeurt, voor wat zich aandient. Zo kan spel ontstaan. En spel is eigenlijk voorwaarde in goed muziekonderwijs. Want goed muziekonderwijs is scheppend muziekonderwijs. Niet sjabloonachtig scheppen, maar nieuw scheppen, ook al is het een herscheppen. Het maakt dan niet uit waarom het gaat. Een bewegend klankspel, een improvisatie met klankinstrumenten, bestaande liedjes, ‘voorgecomponeerde’ meerstemmige muziek of welk ander spel of speelmateriaal dan ook. Het scheppen staat voorop. Voorwaarde voor het scheppen is het spelen. Voorwaarde voor het spel is ontvankelijkheid voor wat er nog niet is, maar wat misschien wel worden wil. Dat onverwachte dat kan ontstaan, heet met een groot woord een wonder, de stemming is verwondering. Dan wordt het begrijpelijk dat verwondering wel iets met verstilling te maken heeft. Want dat ‘open staan voor wat nog niet is’, voor wat op je toekomt, dat scheppende, veronderstelt een luisterende houding. En luisteren is een activiteit waarbij beweging tot verstilling komt. Zo is dat nou eenmaal. We moeten alleen oppassen dat die verstilling niet heilig verklaard wordt. ‘Wonder’ is een woord dat geclaimd is door de religie, maar dat gewoon een plek mag hebben in het dagelijkse seculiere zijn. Spel, plezier, beweging, verstilling, luisterhouding, verwondering, verbazing en verrassing: de basisingrediënten waarmee de muziek in de klas tot leven kan komen.v
kunstzone.nl
VERWONDERING
verwondering met het oor op muziektherapie Ich bin zum Erstaunen da (J.W. Goethe) Is dat niet een beetje afgezaagd, verwondering, als trefwoord voor het jonge kind en antroposofische benaderingswijzen? Niet helemaal! In dit artikel wil ik verwondering van de grond af onderzoeken en beschrijven. Want al zou het woord afgezaagd zijn, verwondering zélf is dat nooit. auteur: Dick Verbeeck
Voorbeelden van verwondering
Waarom zou een mens zich verwonderen? Ik smeed regelmatig op kleuterscholen. De kinderen staan eromheen om met open monden de processen van vuur en ijzer ‘op te eten’. Ouders en leerkrachten reageren eerder met een gedachte: waarom smeed je het ijzer? Ze zijn dan meestal tevreden (lees: niet meer verwonderd) met een verklarend antwoord waarin moleculen een hoofdrol spelen. Een klank maakt zich los uit een mens of instrument en vult de ruimte. Anders dan in de rekenkunde is 3 x 2 in de muziek niet hetzelfde als 2 x 3. We kunnen hetzelfde metrische patroon in twee verschillende maatsoorten als twee verschillende ritmes horen, door er anders op te dansen. De tijd zelf is misschien wel het grootste wonder: de tijd, waardoor processen bestaan, ritmes en muziek. Muziek kan in de tijd oorzaak en gevolg omdraaien, een muzikaal moment, bijvoorbeeld een slotakkoord, kan het voorafgaande zin en betekenis verlenen. Muziek kan de tijd verdichten en verdunnen. Ik luister en kneed de tijd tot hoorruimte. Een vader observeert als ik hout schaaf, terwijl zijn kleine dochter op een klankspelletje improviseert. Hij luistert een tijdlang en komt tot de conclusie: ‘Weet je dat die klanken samen hele mooie muziek maken?’ Een langwerpig stuk hout, ijzer of steen klinkt als je het
oktober 2012
ondersteunt op de trillingsknopen. Dat zijn de twee punten die zich bevinden op circa éénvijfde van de lengte. Er is op die plek binnen in het voorwerp echter niets te vinden: als je het op die plek doorzaagt is de trillingsknoop verschoven! Verwondering en begrip Moleculen kun je niet eten, ze hebben geen geur of smaak. Trillingen kun je niet horen of zien, ze hebben geen klank of kleur. Moleculen en trillingen zijn beschrijvings- en verklaringsmodellen van de werkelijkheid. Ze zíjn niet de werkelijkheid: de werkelijkheid bestaat uit stof, toon en kleur. Iemand die de werkelijkheid oprecht bestudeert, zal door zulke begrijp-modellen zijn verwondering zien groeien: de werkelijkheid was al een wonder en het beschrijfbare en schematiseerbare begrip ervan is het wonder-boven-wonder. Kennis en begrip hoeven de verwondering niet op te heffen: ik kan me eerst over de wereld van de verschijnselen verwonderen en daarna nog eens over mijzelf, de mens, het stukje wereld dat begrijpt. Wat is dit? Verwondering is: een vraag stellen, een open vraag: wat is dit, wat hoor ik, wat zie ik? De Engelse taal zegt: to wonder (zich afvragen). Die vraag kun je op verschillende manieren stellen:
35
Project in Kindergarten Allerlei Rauh in Stuttgart
met je denken, je gevoel of met je wil. Je kunt je dus denkend afvragen: wat is dit? In dat geval ben je op zoek naar begrippen als antwoord. Stel je de vraag met je gevoel (Wat voel ik nu?), dan geeft het voelen zelf antwoord met een stemming. En stel je jezelf de vraag: Wat wil ik, word ik in beweging gezet?, dan is het antwoord een neiging, een beweging, een handeling. En dan nu naar de muziek en de therapie
Muzikale verwondering begint meestal gevoelsmatig. Immers het gevoelsmatig beleven is het voornaamste bestaansrecht, het voornaamste doel van muziek. Hoe we het gevoelsgebied ook definiëren, het houdt altijd een midden tussen het denken aan de ene kant en de wil aan de andere kant. Het gevoel bemiddelt en verbindt tussen de schijnbaar onverzoenbare tegenpolen, voorstelling en handeling. Muziek heeft beide polen nodig om tot stand te komen, de muziek ontstaat tussen de polen als middenkracht. Dat is een groot wonder. In de muziekles of in de muziektherapie kunnen we waarnemen hoe éénzijdige overheersing van het denken, van de voorstelling muzikaal gesproken leidt tot verstarring, tot het registreren van vorminformatie, dus tot een geremde beweging. Overheersing van de wil leidt in de muziek tot uitleven, tot niet-meer-horen-wat-jedoet, tot vormeloosheid en chaos. Spelen
Het jonge kind speelt. Spelen is ook een kracht van het midden. Bij het jonge kind zijn voorstellen en handelen eigenlijk nog helemaal verbonden en die verbinding heet: spel. Als een kind een klank hoort, bijvoorbeeld een houten fluit waarop een melodie wordt gespeeld, kan het een zeer veelzijdige verwondering doormaken. In het gevoelsgebied kunnen vreugde, ingekeerdheid en andere stemmingen opgeroepen worden. Als melodie en klank toegankelijk zijn treedt er meestal een gevoelsmatige aantrekking, een sympatisch proces in werking. In het denken kan interesse gewekt worden voor vormen en structuren: de richting en omvang van het geluid, het hoog-laag, het luiderzachter, het langzaam-snel, enzovoort. In de wil wordt de beweging gewekt, de dans, het meezingen. Bij het jonge kind zijn deze processen vrijwel altijd spontaan en gezond. Zich luisterend en méébewegend verwonderen is een vrijlatende, vrijmakende ervaring, beginpunt en einddoel van iedere vorm van muziektherapie.
36
Schepping
De mens legt relaties tussen zijn waarnemingen. Tussen beweging en muziek, tussen vorm en kleur, tussen beeld en klank. Een beweging, bijvoorbeeld, waarbij muziek wordt gespeeld wordt een stemmige beweging, wordt een dans. Zo’n relatie hoeft er niet per se te zijn: een mens moet die relatie leggen, het is een schepping-uit-het-niets. Kinderen weten dat dit hetzelfde is als: werkelijk mens zijn. Als een volwassene zich met een fenomeen kan verbinden, zodanig dat hij het scheppend gaat waarnemen en hij zichzelf betrekt in zijn eigen verwondering, dan is hij ‘gelijk de kinderen’ geworden. Zich ergens mee verbinden is: er één mee worden. Zelf ben ik het stukje wereld dat zich verwondert over de wereld, over zichzelf. Wat koopt een mens voor filosofie?
Muzikaal gesproken verwonderen wij ons over de wereld die zich uitdrukt in klank: klanken maken zich los uit een stemorganisme of uit een instrument. Ze worden er letterlijk uitgedrukt. Daarin ligt alles besloten wat met expressie te maken heeft. Dan drukken die klanken zich ‘in’ in ons gehoor en hebben we een impressie, een stemming, een innerlijke beweging of emotie. Kortom, een waarneming van iets wat eerst in de wereld zat en toen in onszelf. Vervolgens kunnen we een neiging of een wil waarnemen om onszelf dansend, zingend en spelend uit te drukken en te antwoorden aan de wereld: ik heb je gehoord, hoor mij, we bestaan. Muziek bestaat uiteindelijk slechts wanneer wij ons verwonderen, dat wil zeggen: wanneer wij haar toestaan tot ons te spreken (‘ik besta’) en zelf een uiterlijk of innerlijk antwoord geven (‘ik besta zelf ook’). In dat zeer concrete gesprek tussen luisteren en klinken zijn we gevrijwaard van koude abstractie en kunnen we onze neurotische, indirecte verhouding tot de wereld opheffen en veranderen in een menselijke verbinding. In de muzikale verwondering worden we één met de wereld. Doordat een mens één wordt met de wereld, valt hij ook met zichzelf samen. In de muzikale verwondering ervaren we dat heel direct.v
mens en muziek
conferentie
25-27 oktober 2012
VERWONDERING
Met medewerking van o.a.: Christiaan Boele, Michael Deason-Barrow, Jacoba Dilg - van der Hoeven Fenneken Francken, Femke Hockx, Christof May, Marcel van Os, Magalie Müller-Peddinghaus, Thomas Pedroli, Hans Steenhorst, Martin Tobiassen, Dick Verbeeck, Peter Waller, Edmond Schoorel, Studentenensemble Helicon, Nan van Leeuwen Valkenlaan 14 1871AV
Schoorl (NH)
tel. 072 509 9458
w w w. m e n s e n m uz i e k . n l
Studiedag VLS 10 november 2012
Studiedag VLS 10 november 2012 Hoe bevorder je elkaars deskundigheid in het muziekonderwijs? ‘Cultuureducatie moet terug naar het hart van het onderwijs: daar begint de kwaliteitsverbetering. Om de deskundigheid bij scholen en leraren te vergroten is de hulp van culturele instellingen, expertisecentra, lerarenopleidingen en overheden gewenst’, een citaat uit Cultuureducatie: leren, creëren, inspireren! van de Onderwijsraad samen met de Raad voor Cultuur. Hoe snel verandert de wereld om ons heen?
Een zorg voor de bekwame muziekdocent, goed afgestudeerd, talentvol en al vele jaren werkzaam in het onderwijs: Hoe blijf ik goed geïnformeerd over nieuwe, actuele en aansluitende methodiek voor mijn vakgebied? Een zorg voor de muziekstudent, jong, ambitieus en met een uitgesproken talent voor onderwijs in het vak muziek: Hoe vind ik aansluiting bij de ervaring van al die mensen al vele jaren werkend in de muzikale onderwijspraktijk? Die bekwame docent is op zoek en vindt soms antwoord op die vraag in een schier eindeloos aanbod van na- en bijscholing, makkelijk te vinden op het web. Ook kan de vraag worden neergelegd bij landelijke koepels als Cultuurnetwerk of de vakvereniging waarvan men lid is, zoals de VLS. De student hoeft al nauwelijks na te denken over de praktijk en de methodiek, die op dit moment gebruikt wordt. Dat is natuurlijk niet helemaal waar, maar hij krijgt via een uitgekiend curriculum alle gereedschap, kennis en vaardigheden aangeboden die actueel voorhanden zijn. Maar toch… is hij voldoende in gesprek met de collega die het allemaal al eens meemaakte?
De VLS is op zoek naar een toekomstige koers die niet alleen maar vragen beantwoordt, maar ook vakgenoten bij elkaar brengt en daarmee de vraag bij het antwoord. Een voorzichtig begin wordt gemaakt op 10 november. Een studiedag die wordt ingevuld door studenten van de verschillende opleidingen Docent Muziek. Zij presenteren het mooiste, actueelste en meest spraakmakende uit hun eigen opleiding: workshops, lezingen en ruimte voor gesprek. Tot slot nogmaals het advies van de Onderwijsraad en de Raad voor Cultuur: Bevorder deskundigheid
Kwaliteitsverbetering van cultuureducatie begint op school. Elke school zou daarom over voldoende deskundigheid moeten beschikken om cultuureducatie inhoudelijk vorm te kunnen geven, passend bij de visie en het personeelsbeleid van de school. Het benutten van de talenten en passie van het onderwijzend personeel is daarbij van belang, net als deskundigheidsbevordering bij zowel zittende als aankomende leraren.’ Studiedag VLS 2012
Zaterdag 10 november in het Koorenhuis, Prinsegracht 27, 2512 EW Den Haag. Ga voor veel meer informatie en aanmelding naar de website van de VLS: www.vls-cmhf.nl.
Foto: Leo Aussems
Kortom, iedere muziekdocent, al dan niet ervaren heeft de behoefte om de vragen ergens te stellen. De ontwikkelaars van nascholing haken hier gretig op in. Van flow tot Kodaly, van materiaalontwikkeling tot improvisatietechnieken en nog heel veel meer moois. Het is allemaal te koop. Wanneer je alle vragen inventariseert, zou het wel eens zo kunnen zijn dat we met elkaar, studenten, hun opleiders
en ervaren vakgenoten de meeste vragen prima samen kunnen beantwoorden.
38
kunstzone.nl
vo// van kennis naar kunst
Van kennisnaarkunst of liever niet? Ontwikkelen van educatief materiaal over opera Ope-ra m – ‘s 1 toneelstuk met muziek, die het overheersend aandeel heeft; vocale compositie voor solostemmen en koor met begeleiding en voor het toneel bestemd. Auteur: Kenza Koutchoukali
H
et woord opera roept slechts bij weinig mensen een uitgesproken positief gevoel op. In de media komt vaak naar voren dat steeds minder jongeren een klassiek concert of een opera bezoeken. Dit zou te wijten zijn aan het elitaire karakter ervan, waardoor het genre ontoegankelijk wordt. Operagezelschappen proberen hier sinds een aantal jaren met educatieve projecten iets aan te doen. Zo ook De Nederlandse Opera (DNO), het grootste operagezelschap in Nederland. De afdeling Educatie en Participatie, kortweg de educatieve dienst genoemd, heeft een aantal projecten opgezet waaruit scholen kunnen kiezen. Aansluitend aan zo’n project bezoeken jongeren een operavoorstelling in Het Muziektheater Amsterdam waarin De Nederlandse Opera gehuisvest is. Educatief materiaal en operabeleving
Een vast onderdeel van deze projecten is het educatief materiaal: een hand-out van vier pagina’s met informatie over de voorstelling waar de jongeren naartoe gaan. Het materiaal wordt van tevoren aan hen verstrekt en met hen besproken. Afgelopen jaar ben ik door De Nederlandse Opera gevraagd om als freelanceschrijver dergelijk materiaal te ontwikkelen, omdat ik denk te begrijpen hoe ik jongeren kan bereiken, hoe ik het materiaal zó kan schrijven dat het lezen hiervan een positief effect heeft op het bezoeken van de voorstelling. Met educatief materiaal zouden de leerlingen beter worden voorbereid op een voorstelling, de voorstelling ook beter begrijpen, wat uiteindelijk een positieve ervaring oplevert: althans, dat nam ik aan. Tijdens het schrijven van mijn eerste opdracht vroeg ik mij af of dat wel zo is. Vinden jongeren een opera inderdaad leuker omdat ze deze begrijpen? Is de kunstbeleving anders als ze meer kennis hebben? En hoe draagt het educatief materiaal van DNO daar dan aan bij? Om antwoord te kunnen geven op deze vragen, heb ik mijn bacheloronderzoek gedaan naar het effect van het educatief materiaal van DNO op de operabeleving van jongeren. Van kennis naar kunst?
Door middel van interviews met verschillende werknemers heb ik geprobeerd een helder beeld te krijgen van de visie en doelstellingen van de afdeling educatie. Ik heb mij verdiept in toegankelijkheid en kwaliteit van educatieprojecten. Daarnaast ben ik dieper ingegaan op het onderwerp van mijn onderzoeksvraag: het educatief materiaal. Vervolgens heb ik gewerkt met twee groepen van twintig middelbare scholieren. Beide groepen gingen naar dezelfde voorstelling van DNO, maar kregen een verschillende voorbereiding: de ene groep kreeg wel educatief materiaal, de andere groep niet. Vóór en na het bezoek aan de voorstelling hebben de groepen een enquête ingevuld. De eerste enquête oktober 2012
had als doel te onderzoeken wat de beginsituatie van de scholieren was. De tweede enquête had als doel te onderzoeken hoe de scholieren de operavoorstelling hadden beleefd. De resultaten waren verrassend: de groep die zich niet had voorbereid, was overwegend positiever over de voorstelling dan de groep die zich wel had voorbereid. Is hiermee dan de conclusie getrokken? Nee! Bij een dergelijk verkennend onderzoek kan dit niet zomaar worden aangenomen en is het de vraag of met kleine onderzoeksgroepen, zoals in het onderhavige geval, de resultaten wel significant te noemen zijn. Bij de interpretatie van de onderzoeksresultaten moet daar rekening mee worden gehouden. Een grootschalig vervolgonderzoek zou meer zekerheid kunnen bieden. Toch zijn de antwoorden van veertig leerlingen niet onbelangrijk. Interessant blijft het gegeven dat de leerlingen die onvoorbereid naar de operavoorstelling gingen, deze minstens zo positief hebben ervaren als de leerlingen die voorbereid gingen. Van kunst naar kennis
Net als veel andere kunstinstellingen lijkt De Nederlandse Opera niet erg enthousiast om leerlingen onvoorbereid naar een voorstelling te laten gaan. Dat is te begrijpen: mocht door onduidelijkheid - in welke vorm dan ook - het doel van het bezoek worden gemist, dan is dat niet alleen vervelend voor leerlingen en docenten, maar kan dat ook ongunstig uitpakken voor andere bezoekers, bijvoorbeeld doordat de leerlingen rumoerig zijn. Met de resultaten uit het onderzoek lijkt het echter wél mogelijk om leerlingen onvoorbereid naar een voorstelling te laten gaan. Een voordeel daarvan is dat scholen meer ruimte krijgen om een bezoek aan een opera te plannen. Normaliter volgen de leerlingen overdag een workshop en gaan zij ’s avonds naar de voorstelling. Hiervoor moet vaak een hele lesdag worden uitgeroosterd. Als de workshop niet meer een vast onderdeel is van het bezoek, kan een voorstelling worden bezocht zonder lesuren te missen. Waarom dan nog kunsteducatie? Omdat kunsteducatie meer is dan kennis verspreiden. Het is het creëren van optimale omstandigheden waarin de focus volledig op de kunstbeleving kan liggen. Omstandigheden waarin jongeren de kans krijgen te ontdekken wat kunst is en wat kunst voor hen betekent. Van kennis naar kunst? Ja, maar ook van kunst naar kennis!v Kenza Koutchoukali heeft net haar bachelor Education in Music behaald aan de HKU. Ze schrijft educatief materiaal voor De Nederlandse Opera en werkt als muziekdocent op het Montessori Lyceum Herman Jordan in Zeist. Haar bedrijf Studio19 legt zich toe op kunstuitingen in de breedste zin van het woord. Het volledige bacheloronderzoek is te verkrijgen door te mailen naar
[email protected].
39
boeksignalementen terugkiJkend
GesPot BOeksignaleMenten ZINgEN IN DE gESCHIEDENISLES
Canonliedjes zijn leuke, aanstekelijke en leerzame liedjes over de geschiedenis van Nederland. Ze zijn geschreven door Majel Lustenhouwer (bekend van Kinderen voor Kinderen) bij de vensters van de geschiedeniscanon van Nederland. Dertig liedjes zijn op CD gezet over onder andere Annie M.g. Schmidt, De Hunebedden, Anne frank, Vincent van gogh, Karel de grote, de VOC, de grondwet, Karel V, Europa, Michiel de Ruyter, De Tweede Wereldoorlog, De gasbel en nog veel meer. In de bijbehorende boekjes staan de liedteksten en een aantal suggesties om de liedjes in te zetten bij geschiedenis- en muziekonderwijs in groep 6, 7 en 8 van het basisonderwijs. De liedjes lenen zich ook goed voor gebruik in vakoverstijgende projecten, een weeksluiting of kunstproject. De CD’s bevatten ook van elk liedje een karaokeversie. Liedjes bij geschiedeniscanon [CD] / M. van der Grint (producent), M. Lustenhouwer - Hilversum: Teleac/NOT, 2009 - 2012. – 3 delen + boekjes. www.muziekweb.n, www.canonliedjes.nl, http://itunes. apple.com/nl/album/liedjes-bij-geschiedeniscanon/id383340426
fILMgESCHIEDENIS VOOR HET VO filmjuwelen is een erfgoedprogramma waarin de filmcollectie van EYE centraal staat. filmjuwelen geeft aandacht aan cultureel erfgoed en gebruikt film tevens als bronnenmateriaal om het ‘verleden’ visueel en tastbaar te maken. Voor filmjuwelen is lesmateriaal ontwikkeld met een doorlopende leerlijn. Alle filmcompilaties zijn afgestemd op een specifiek onderwijsniveau en bieden een gevarieerde reis door de filmgeschiedenis. Het lespakket Beginjaren film is samengesteld voor de onderbouw van het voortgezet onderwijs en behandelt de beginjaren van de film (1895-1930). De leerlingen krijgen beeld van de filmgeschiedenis, met materiaal bestaande uit fictie en non-fictie, kleur en zwart-wit, animatie en ‘live action’, stille en geluidfilms. Het lesmateriaal behandelt vier op zichzelf staande thema’s: Van Kermis naar bioscoop, film is illusie, Vermaak, kunst of leermoment en Spiegel van de samenleving. Het lesmateriaal gaat uit van de belevingswereld van leerlingen en waarbij vanuit het heden een link wordt gelegd naar het verleden. Het lesmateriaal bestaat uit een docentenhandleiding en een DVD met werkbladen voor de leerlingen en 18 korte films of filmfragmenten. Filmjuwelen: Beginjaren film / EYE Filminstituut NederlandEducatie . Amsterdam: EYE, 2012. www.filmeducatie.nl/educatievematerialen/filmjuwelenbeginjaren-film-vo
COMpETENTIES VAK BEELDENDE KuNST Leerplan voor het vakgebied beeldende kunst en vormgeving voor kinderen van 4 tot 14 jaar. In het document worden competenties genoemd waaraan een 14-jarige leerling zou moeten voldoen. Het leerplan bestrijkt drie domeinen die specifiek zijn voor het onderwijs in beeldende kunst en vormgeving: visualiseren, creatief denken en beschouwen. Leerplan beeldende kunst en vormgeving / VONKC, Vereniging Onderwijs Kunst en Cultuur. - Almelo: VONKC, 2012. - 64 pag. http://kunstonderwijs.files.wordpress.com/2012/04/leerplanbeeldende-kunst-en-vormgeving2.pdf
40
pOSITIONERINg KuNSTVAKKEN BOVENBOuW VO
De kunst van het nieuwe vier disciplines, één doel
De Verkenningscommissie Kunstvakken adviseert met dit rapport over de vraag hoe de kunstvakken als examenvakken in de bovenbouw van HAVO en VWO in de toekomst op eenduidige wijze verankerd kunnen worden. Tevens geeft de commissie aanbevelingen om tot een duurzame positionering van de kunstvakken in het voortgezet onderwijs te komen.
De kunst van het nieuwe = Advies verkenningscommissie kunstvakken: vier disciplines, één doel / Verkenningscommissie Kunstvakken. - Enschede: SLO, 2012. - 39 pag. - In opdracht van het ministerie van OCW. www.slo.nl/downloads/2012/advies-verkenningscommissiekunstvakken.pdf Advies
verkenningscommissie kunstvakken
SAMEN EEN BOEK MAKEN WriteAlong is een platform waar kinderen kunnen meewerken aan een boek of gemeenschappelijk werkstuk. Dit kan op verschillende manieren: er kan meegeschreven worden, maar kinderen kunnen ook een bijdrage leveren in de vorm van illustraties. Kinderen oefenen op deze manier vaardigheden die nodig zijn in de 21e eeuw, zoals communiceren, kritisch denken, creativiteit en samenwerken. www.writealong.nl / I. de Snaijer, S. Hol, T. Bos. - Ons3, 2012. Website: www.writealong.nl
EEN ORKEST IN DE KLAS? HOE? Orkestindeklas is een kenniswebsite, waarin kennis, ervaring en didactisch en pedagogisch materiaal beschikbaar wordt gesteld voor muziekdocenten van basisscholen die aan de slag willen met een orkest in de klas. De database bevat onder meer achtergrondartikelen over vakdidactische onderwerpen zoals het werken met groepen en het omgaan met drukke kinderen, bladmuziek, instructiefilmpjes en een agenda van aankomende evenementen. De site biedt ook materialen die voor leerlingen zelf bruikbaar zijn (geluidsfragmenten, filmpjes, bladmuziek) en voor algemene leerkrachten van basisschoolklassen. De site is ontwikkeld door Ieder Kind Een Instrument (IKEI) in samenwerking met Stichting Leerorkest en Muziek in Ieder Kind (MIK). www.orkestindeklas.nl / IKEI, Ieder Kind een Instrument, Stichting Leerorkest, MIK, Muziek in Ieder Kind. - Ieder Kind een Instrument [etc.], 2012. Website: www.orkestindeklas.nl
inFormatie Alle vermelde publicaties zijn opgenomen in de online bibliografie van Cultuurnetwerk Nederland, expertisecentrum cultuureducatie. Deze bibliografie biedt een compleet en actueel overzicht van alle relevante literatuur over cultuureducatie. Meer informatie: www.cultuurnetwerk.nl/ bibliotheek, e-mail:
[email protected], (030) 2361200. Sinds 1 juli 2012 is de bibliotheek gesloten.
kunstzone.nl
recensies
ReCENsies TOneelDANSeXpositie&boeken OOIT gEHOORD?
Vraag een willekeurige muziekliefhebber welke associaties hij met oude muziek heeft, en je hoort tenminste de namen van Bach en Sweelinck. Een vergevorderde voegt de historische uitvoeringspraktijk en authentieke instrumenten toe. Tempi en oude bronnen horen er ook bij. En verder? Verder moet je de diepte in. auteur: olga de kort-koulikova
l
eg eens aan een niet ingewijde uit wat je met deze ‘tempi’ precies bedoelt, en waarom toonhoogte en temperatuur zo belangrijk zijn. De vraag is dus niet welke namen en begrippen we kennen, maar hoever onze werkelijke kennis over oude muziek reikt. Het kleine boekje van Nico van Schouwenburg geeft iedereen de kans om de actieve en passieve kennis van oude muziek te actualiseren. Klein van formaat, mooi van vormgeving, zorgvuldig uitgegeven, duidelijk en helder geschreven. De schrijver is een amateurmusicus met meer dan vijftig jaar ervaring in oude muziek, voormalig bestuurslid van The Amsterdam Baroque Orchestra, het Combattimento Consort Amsterdam en artistiek leider van Stichting Musica Antica da Camera, maar dat betekent gelukkig niet dat hij een lezer overvalt met zijn superieure kennis van begrippen, cijfers, datums en namen. Op een persoonlijke en vriendelijke manier vertelt Van Schouwenburg over de onderwerpen die vaak onderbelicht blijven. De korte verhalen zijn meer columns en opiniestukjes die de bekende informatie in een net iets ander voetlicht plaatsen, en de onbekende feiten graag introduceren. Natuurlijk kom je er Bach, tempi en temperaturen tegen, maar ook nog musiconomie, dieren, plaag, waterscheiding en de betekenis van Marie-Antoinette voor de muziekgeschiedenis. De achtergrondinformatie is onderhoudend en wetenswaardig tegelijk, met extra verwijzingen naar boeken, opnamen en uitvoeringen. Het kan geen toeval zijn dat het boekje begint met Authenticiteit en eindigt met Toekomst. De betere kennis leidt tot meer begrip en hopelijk tot een nieuw publiek. ‘Ooit gehoord?’ Wat niet iedereen weet van oude muziek Nico van Schouwenburg Stichting Musica Antica da Camera, Den Haag 2012 87 pagina’s, ISBN 978 90 8182028 0 2 Prijs: € 12,50
oktobeR 2012
MuZIEKONDERWIJS IN pITTIgE COLuMNS Als er een relativerend onderwijsboek verplicht op de boekenlijst van (aankomende) docenten, niet alleen die van muziek, moet worden gezet, dan is dat het boek Muziekonderwijs in pittige columns van Job ter Steege. Een aantal columns verscheen al eerder in diverse tijdschriften, maar ja, niets is zo vergankelijk als een tijdschrift en daarom is het een zegen voor eenieder die lesgeeft of dat van plan is, dat dit boek nu eindelijk is verschenen. auteur: Paul rooyackers
t
er Steege is een integere onderwijsmammoet. Iemand die al meer dan veertig jaar onderwijs achter zich heeft liggen en nog steeds iedere dag met veel plezier de middelbare scholieren de overeenkomsten en verschillen uitlegt tussen Mozart en Elvis. Het boek geeft een subliem inzicht hoe het onderwijs zich ontwikkeld heeft en hoe, in dit geval, een helder gebleven docent hier door de jaren heen tegenaan kijkt. Onderwijskundig kopieerwerk en vele blauwdrukken verder is Ter Steege een lichtend baken in onderwijsland die gekoesterd moet worden in de snel veranderende wereld van het onderwijs. Het onderwijs waar meer gelet wordt op hoe wederom een nieuwe kwaliteitsbewustmakende stroming het onderwijs ingepompt wordt, in plaats van dat de docent gewaardeerd moet worden om zijn bevlogenheid en zijn kennis die hij met veel verve wil overdragen aan een volgende ploeg jonge, wilde honden. In 48 columns verwent Ter Steege de lezer met zijn ‘humor noir’ en deelt hij menige steek onder water uit aan opleidingen, onderwijsinstanties, ouders, leerlingen en aan hen die standrechtelijk geëxecuteerd dienen te worden. Ter Steege noemt met genoegen op wat een muziekdocent moet weten voordat hij begint met lesgeven: ‘Ik was redelijk handig aan de piano en ik kon een plaat opzetten. De allerbelangrijkste competenties van een muziekdocent.’ Ook anders opgeleide docenten komen aan bod, bijvoorbeeld de beeldende docent die het zonder de ‘oren’ kan stellen en zijn leven volledig visueel instelt, of de gehrels-muziekmethode die het aflegt tegen het fenomeen Ad Heerkens die uitging van het kind, in plaats van de muziek belangrijker te maken. De laatste column is de kortste, maar moet bijgezet worden in het quoteboek voor leraren: ‘Als pianist hoefde je nooit bang te zijn voor de allergrootste zonde, namelijk dat je vals speelde. Vals zingen was jouw schuld, maar vals piano spelen? Dan werd toch gewoon de stemmer gebeld.’ Muziekonderwijs in pittige columns, Job ter Steege Uitgeverij Free Musketeers, Amsterdam 2012 170 pagina’s, ISBN 978 90 484 2514 3 Prijs: € 17,95
41
actief met ckv
aCTieFM
educatie
360° kunst is een jongerendansvoorstelling - geschikt voor alle VO-klassen - die door Loft in het seizoen 2012-2013 in gymzalen en in aula’s op scholen wordt gespeeld. Hoe is het om even uit je alledaagse wereld te stappen? Weg van de welbekende geluiden en beelden? Kijk mee met Sebastiaan die verstrikt raakt in een avontuurlijke, surrealistische wereld waarin dans en fantasie het leven kleur geven. 360° Kunst is een dansvoorstelling waarin ook ruimte wordt gegeven aan de fantasie van het publiek. Bekende en minder bekende muziek komt voorbij. Soms worden deze twee ook gecombineerd waardoor er een samenspel ontstaat tussen vroeger en nu. Allerlei dansstijlen zijn in deze voorstelling te zien. Info en boekingen via art.menu@yahoo. co.uk van Stichting Dans en Theater Haarlem. www.dansgroepen.nl > Optredens
1
‘de hollandse michelangelo’ cornelis van haarlem wordt t/m 20 januari 2013 in het Frans Hals Museum tentoongesteld. In zijn schilderijen, veelal vorstelijk van formaat, gaf Cornelis van Haarlem (1562-1638) vooral op sublieme wijze uitbeelding aan grootschalig drama van scènes uit de griekse en Romeinse mythologie. Deze tentoonstelling is vooral interessant voor leerlingen in het voortgezet onderwijs, zeker voor het VWO vanwege de relatie met de Italiaanse Renaissance en de spannende mythologische verhalen. Er komt een speciaal educatieprogramma voor het voortgezet onderwijs met een interactieve museumwandeling, een audiotour met werkboekje en vier verschillende workshops. Voor leerlingen en begeleidende docenten is de toegang gratis. Voor informatie en reserveren kunt u telefonisch contact opnemen met Charlotte Wiethoff op (023) 5115792 of met Judith Harren op (023) 5115853. Dat kan ook door te mailen naar reservingen@ franshalsmuseum.nl. www.franshalsmuseum.nl > ONDERWIJS, frans Hals Museum Haarlem
2
godfried wordt vanaf januari 2013 door de Haarlemse Theatermakers gespeeld op scholen en in kleine theaters in den lande. In 2013 is het honderd jaar geleden dat de schrijver godfried Bomans werd geboren. Vanzelfsprekend wordt er in 2013 veel aandacht besteed aan deze grootse sprookjes- en romanschrijver. Het theaterstuk schetst een beeld van godfried Bomans in zijn laatste levensjaar aan de hand van zijn sprookjes en zijn ervaringen op het onbewoonde eiland Rottumerplaat waar hij zijn angsten onder ogen kwam en die volgens sommige overwon. Info en boekingen via art.menu@yahoo. co.uk van Stichting Dans en Theater Haarlem. www.theaterspel.nl > DANS/ THEATER
3
idfa vindt van 14 tot en met 25 november voor de 25e keer plaats. Tijdens IDfA zijn er in de ochtenden speciale schoolvoorstellingen voor groep 6, 7 en 8 van het primair onderwijs en het gehele voortgezet onderwijs. Deze schoolvoorstellingen vinden plaats op 19 t/m 23 november in Pathé De Munt, in Pathé Tuschinski of in De Brakke Grond. Voor en na het bezoek aan IDfA kan er op de voorstelling worden gereflecteerd met behulp van lesbrieven die per film via de site worden aangeboden. De selectie van de voorstellingen is tot stand gekomen in nauwe samenwerking met docenten uit de IDFA Kenniskring. Met het deskundige advies dat zij gaven, is een mooi aanbod samengesteld. En ondanks bezuinigingen blijven de kosten ook dit jaar laag, namelijk € 1,50 per basisschoolleerling en € 2,00 per leerling uit het voortgezet onderwijs. www.idfa.nl > Educatie > Voorgezet Onderwijs > Schoolvoorstellingen
4
ish seizoen 2012-2013 kent onder andere de volgende programma’s: 1) THIS is ISH - no boundaries in movement van oktober 2012 t/m januari 2013. Met cinematic deejaying, hiphop, modern, acrobatiek, house en free running beweegt ISH richting de
01 fOTO: BART KuIpERS
vrijheid. Het laat een zoektocht zien van verschillende, zelfbewuste karakters die de uitdaging aangaan om hun eigen wereld vorm te geven. Je ontvangt slecht nieuws, hoe verwerk je dit en geef je opnieuw kleur aan het leven!? 2) HyperISH 3.0 - vernieuwd & aansluitend op THIS is ISH in maart en april 2013. Na de succesvolle voorstelling HyperISH, voorafgaand aan de spectaculaire grote zaalvoorstelling THIS is ISH, wordt de cirkel rond gemaakt met HyperISH 3.0. De voorstellingen zijn uiteraard los van elkaar te bezoeken, maar ze vormen één doorlopend verhaal. Het overkoepelende thema is Are your ready to design your own future?!. 3) Fight Flow – Nieuwe Makers voorstelling in het schooljaar 2012/2013. Het is een combinatie tussen rauwe energie van een gevecht en de taal van een choreografie: emoties omgezet naar bewegingen, bewegingen naar emoties en vertaald naar een dialoog tussen twee performers. www.thisisish.com
Jeugddocumentaires kijken in de klas levert altijd interessante gesprekken en discussies met de leerlingen op. Het is daarom een uitstekende manier om lastige en gevoelige onderwerpen aan te snijden. Daarnaast vormt het ook de ideale ingang om het genre documentaire te bespreken met de klas. Want het verhaal in de documentaire is wel echt gebeurd, maar van welke stijlmiddelen heeft de filmmaker gebruik gemaakt om zijn verhaal te vertellen? En hoe word je als kijker hierin gestuurd? De gesprekken over deze verschillende onderwerpen zullen leerlingen leren te reflecteren op zichzelf en de ander, hun blik verruimen en hen mediawijzer maken. Het vormt daarom de ideale manier om verschillende leerdoelen aan bod te laten komen. Ze zijn te bekijken op het online platform voor jeugddocumentaires van de publieke omroep z@pp echt gebeurd. De lesbrief bij de films kan gratis gedownload worden. www.docschool.nl > docenten > Naar Docentensite > LESMATERIAAL
02 DE BRuILOfT VAN pELEuS EN THETIS (1592/93)
03 gODfRIED BOMANS
> Echt gebeurd (rood)
tune4u organiseert muzikale projecten voor pO en VO zoals workshops in het schrijven van popliedjes. Daarmee geeft Tune4u allerlei onderwerpen, thema’s en projecten een muzikaal gezicht. uit welke onderdelen bestaat nou eigenlijk een lied? En wat wil ik en kan ik allemaal kwijt over het onderwerp? Hoe maak ik van al deze leuke gedachten met mooie zinnen en woorden een goed rijmende liedtekst en lied? Kinderen van de basisschool en tieners gaan met al deze vragen tijdens de workshops aan de slag. In groepjes maken ze een liedtekst en wordt er een stoer poplied gemaakt. Dit kan een lied zijn met een door de kinderen of de jongeren zelfgekozen thema of met een vaststaand thema zoals bijvoorbeeld het schrijven van het eigen schoollied. Het lied wordt professioneel opgenomen, gemixt in een studio en daarna uitgevoerd tijdens een knallend optreden! www.tune4u.nl
5
drie zusters van Anton Tsjechov toont een wereld op drift, waarin mensen niet kunnen omgaan met veranderingen. Ze verlangen naar grootse daden, passionele liefde, volmaakt geluk en spreken honderduit over hoe ze hun leven in eigen hand willen nemen. Ze ondernemen echter geen enkele stap in die richting. Het Nationale Toneel houdt haar landelijke tournee van 1 december t/m 2 februari 2013. Natuurlijk biedt NT Educatie allerlei educatieve activiteiten aan rondom de voorstellingen die zij in Den Haag en in theaters door het hele land spelen. Zoals altijd bestemd voor leerlingen, studenten en docenten uit het VO, MBO, HBO en WO. www.nationaletoneel.nl > EDuCATIE, Het Nationale Toneel
6
archiefonderzoek in het Regionaal Archief te Leiden bevat voor leerlingen twee onderwerpen: 1) Leven in de Middeleeuwen. Tijdens hun bezoek aan het archief doen de leerlingen onderzoek met
04 STILL uIT YOu LAugH BuT IT’S TRuE
actief met ckv
METckv 7 echte Middeleeuwse bronnen. Ze komen erachter dat eeuwen geleden maatschappelijke kwesties speelden, die vergelijkbaar zijn met die van nu. 2) Leiden als fabrieksstad. Tijdens hun bezoek aan het archief doen de leerlingen onderzoek met echte bronnen van zo’n honderd jaar geleden. Ze worden geconfronteerd met echte kwesties uit het begin van de industrialisatie. Mail voor informatie naar anouk@ museumgroep.nl. www.erfgoededucatieleiden.nl, Regionaal Archief Leiden
oPvallende eXPosities deze sokken niet wit. de Jaren twintig - de collectie in conteXt is t/m 11 november te zien in het Van Abbe Museum. Het is een tentoonstelling met werken uit de eigen collectie met een focus op de jaren twintig. De roaring twenties, waarin grote innovatie en bloei afgewisseld worden met toenemende conflicten, opkomend nationalisme en economische crisis. De periode heeft opvallend veel gelijkenissen met de huidige tijd waarin we leven. Werken van onder meer Max Beckmann, Marc Chagall, Theo van Doesburg, Marcel Duchamp, piet Mondriaan, pablo picasso, Charley Toorop, László Moholy-Nagy, maar ook Sigmar polke, Lawrence Weiner en Andy Warhol, worden gecombineerd met films, archiefstukken en gebruiksvoorwerpen uit die periode. Daarnaast is er een speciale wandelroute door Eindhoven aan de tentoonstelling verbonden. www.vanabbemuseum.nl, Van Abbe Museum Eindhoven
boven New York aan de Empire State Building werkten, behoren tot de fotografische iconen van de twintigste eeuw. Deze internationaal reizende tentoonstelling omvat ruim 200 foto’s en documenten, veelal in originele staat en afkomstig uit de collectie van het george Eastman House in Rochester. www.nederlandsfotomuseum.nl, Nederlands fotomuseum Rotterdam Parelen in kunst, natuur &
dans is van 16 september t/m 13 januari 2013 te beleven in Museum De Lakenhal: Een hap lucht, een duik onder water, sferisch blauw en dan een overweldigende hoeveelheid parels. Een unieke en grensoverschrijdende tentoonstelling en een museale choreografie: in opdracht van Museum De Lakenhal stelde choreografe Karin post deze tentoonstelling samen, waarvoor zij dans, kunst en natuurhistorie combineerde. Nieuwe installaties van onder meer Rob Birza, Berend Strik en Marijke van Warmerdam gaan een dialoog aan met nieuwe dansfilms van Leine Roebana, Het Nationale Ballet, Natalia Horecna en Michael Schumacher. Aangevuld met kunst en objecten uit de eigen collectie van Museum De Lakenhal en bijzondere bruiklenen van onder meer Naturalis, staan deze werken aan de basis van een compleet nieuwe museumbeleving. Verder Johan Ambaum, Maura Biava, peter Delpeut, Yvonne fontijne, Conny groenewegen, Koen Hauser, Yannis Kyriakides en studenten van het Koninklijk Conservatorium, Daniëlle Kwaaitaal, Jiri Kylian, fransje Killaars, Hans van Manen, peter Struycken, Anne van der Zwaag. www.lakenhal.nl, Museum De Lakenhal Leiden
lewis hine is t/m 6 januari 2013 te zien in het Nederlands Fotomuseum. Hine was een gepassioneerd fotograaf die met zijn foto’s het leven van mensen wilde verbeteren. Zijn foto’s van immigranten op Ellis Island, kinderarbeid en arbeiders die hoog
maPPing the landscaPe wordt door Museum van Bommel van Dam in Venlo georganiseerd naar aanleiding van de floriade. Hierbij wordt het stedelijke en natuurlijke landschap in de (Eu)regio Venlo onderzocht. Acht Nederlandse en Duitse kunstenaars zijn gevraagd zich te laten inspireren door het
05
06
TuNE4u
fOTO: CARLI HERMÈS
landschap in en rond Venlo en opvallende eigenschappen op een verrassende manier in beeld te brengen. De resultaten zijn van 2 september 2012 t/m 6 januari 2013 in het museum te zien. De deelnemende kunstenaars zijn Antoine Berghs (geleen 1971), paul Devens (Maastricht 1965), Sebastian freytag (Hannover, Duitsland 1978), philippine Hoegen (Kitzbühl, Oostenrijk 1970), frank Koolen (Maastricht 1978), Heidi Linck (Breda 1978), paulien Oltheten (Nijmegen 1982) en Kai Rheineck (Remscheid, Duitsland 1967). www.vanbommelvandam.nl, Museum van Bommel van Dam Venlo
8
agenda atelierroute eindhoven en regio heeft op 6 en 7 oktober van 11 tot 17 uur ongeveer 100 ateliers geopend voor publiek. Dit maakt het voor het publiek wat gemakkelijker om vrijblijvend een atelier binnen te gaan en kennis te maken met de kunstenaar en zijn werk. www.dse.nl/~atelierroute, Eindhoven kunstmarkt nieuwegein is er op 7 oktober voor de twintigste keer. Het is een laagdrempelig evenement dat iedereen in Nieuwegein en omstreken de gelegenheid geeft om in een ongedwongen sfeer kennis te maken met kunst. www.kunstmarktnieuwegein.nl kunstmarkt wiJk biJ duurstede heeft op 7 oktober een jubileumeditie. Deze 25e kunstmarkt verandert de mooie oude binnenstad tussen 12 en 17 uur in een paradijs voor kunstliefhebbers. Op de Markt, de Mazijk, het veld naast de Mazijk, langs de Kasteelmuur, op het Museumplein en in het Kasteelpark staan ruim 170 kunstenaars hun werk te exposeren. Voor alle mogelijke kunstvormen is plaats gemaakt: schilderijen, beelden, keramiek, etsen, sieraden, metaalobjecten, houtbewerkingen, fotografie,
07 LEWIS HINE - pARIS gAMIN (CIRCA 1918)
glaskunst, stoffen (vilt, leer, rubber), lichtobjecten, grafische kunst, enzovoort. www.kunstmarkt-wijkbijduur stede.nl, Wijk bij Duurstede atelierroute
’s-hertogenbosch beleeft op 27 en 28 oktober haar tiende editie in de diverse ateliers, ateliercomplexen en kunsthuizen in de stad en omgeving (Bokhoven, Empel, Engelen, Rosmalen). Er zijn ruim 160 deelnemende ateliers. www.stokpunt.nl > Atelierroute 2012, Den Bosch groot kamermuziek festival houdt op 27 oktober een festival voor amateur kamermuziekensembles, ook zangers, uit het hele land. Zij kunnen deelnemen aan diverse masterclasses en samenspelsessies. Ook is er een concours voor kamermuziekensembles met Emmy Verhey als juryvoorzitter. www.hetgeldersorkest.nl > Nieuws > groot Kamermuziek festival voor amateur kamermuziekensembles in Arnhem (onder Nieuwsberichten) v
infoRMatie De vermelde activiteiten vormen een selectie uit de overzichten van de cultuur- en kunstsite CKplus. nl, samengesteld door de beheerders Wil en Hans Weikamp. CKplus geeft actuele overzichten van educatieve activiteiten, exposities en naslag sites van de culturele en kunstinstellingen. Deze informatie vindt u op www.ckplus.nl, e-mail
[email protected].
08 fRANK KOOLEN - ESCApINg THE MApLANDS
ADVERTENTIE
DÉ REISSPECIALIST VOOR HET ONDERWIJS
Al 45 jaar bieden wij deskundig reisadvies en zorgen wij voor een vakbekwame uitvoering van uw schoolreis naar vele Europese bestemmingen. Voor een compleet verzorgde reis tot het alleen verzorgen van uw accommodatie of vervoer: bij ons bent u aan het juiste adres. Een reis per touringcar, vliegtuig of trein en verblijf in een hostel, hotel of gastgezin: u kunt met ons alle kanten op. Én als reisspecialist voor het onderwijs zijn wij u natuurlijk graag behulpzaam bij het invullen en voorbereiden van uw educatieve reisprogramma. Kortom, voor een reis op maat, toegesneden op uw wensen en budget is Europa Speciaal Reizen ook uw onderwijsreispartner! Bel of mail ons voor onze gratis reisgids of een vrijblijvende offerte!
rijs 3-daagse Pa lijn er 4-daagse B en nd Lo 4-daagse lona ce ar B se ag 5-da usië al 4-daagse And ce en or Fl 5-daagse e om R se 6-daag abon 4-daagse Liss
€ 99,50 pp € 95,10 pp 2,75 pp vanaf € 12 7,75 pp 18 € f vana 9,00 pp vanaf € 28 2,75 pp vanaf € 18 9,00 pp 21 € vanaf 00 pp naf € 245,
vanaf vanaf
va
OFFERTE: IJBLIJVENDE VOOR EEN VR reizen.nl al ia ec sp pa offerte@euro 0 0412 – 481.00
EUROPA SPECIAAL REIZEN – POSTBUS 4 – 5397 ZG LITH – TEL 0412 481.000 – FAX 0412 481.700
[email protected] - www.europaspeciaalreizen.nl