OER Bachelor 2013 -2014 facultair hoofdstuk Faculteit Maatschappij & Recht – versie d.d. 08-04-2013
III
FACULTEIT Maatschappij & Recht
vastgesteld door de faculteitsdirectie op 26-02-2013 instemming van de facultaire medezeggenschapsraad op 05-04-2013. Deze versie treedt in werking op 1 september 2013 en vervangt alle voorgaande versies.
A.
Hieronder is voor zover van toepassing nadere facultaire invulling per artikel gegeven:
Artikel 23 Studieadvies in de propedeutische fase Bepaalde opleidingen kennen geoormerkte cursussen die moeten zijn behaald om voor een positief studieadvies in aanmerking te komen. Indien van toepassing staat dit bij de betreffende opleiding onder sub C vermeld.
Artikel 28 Tentamens en examens Voor het studiejaar 2013/2014 heeft de opleiding Integrale Veiligheidskunde (IVK) voltijd meer dan twee toetsen per eenheid van 5 EC. Dit heeft te maken met de ombouw van het hele voltijd curriculum naar onderwijseenheden van 5 EC of een veelvoud daarvan, die afgerond is met ingang van 01-09-2014.
Artikel 32 Inschrijving voor cursussen Binnen de faculteit Maatschappij & Recht geldt dat de student door het onderwijsbureau wordt ingeschreven voor de cursussen/programmaonderdelen die voor zijn jaargroep/cohort staan gepland (=standaard studieroute). Volgt de student een afwijkende route (bijvoorbeeld als versneller of als vertrager), dan schrijft hij zich in via OSIRIS voor die vakken die buiten de standaardroute vallen. Ook voor een minor meldt de student zichzelf aan. Deelname aan cursussen is alleen mogelijk als de student tijdig is ingeschreven in OSIRIS (www.osiris.hu.nl). Ook al wordt de student automatisch ingeschreven voor het merendeel van het onderwijsprogramma, de student blijft er zelf verantwoordelijk voor. Hij wordt aangeraden altijd de inschrijving te controleren en een inschrijfbevestiging te printen. Als de student niet correct is ingeschreven, heeft hij geen toegang tot de cursus. Inschrijven is mogelijk tot twee weken voor de start van een onderwijsperiode waarin het onderwijs van de desbetreffende cursus wordt gegeven
Artikel 33 Inschrijving voor tentamens Binnen de faculteit Maatschappij & Recht geldt dat als de student voor een cursus is ingeschreven, hij automatisch 1 door het onderwijsbureau wordt ingeschreven voor het eerste reguliere tentamen volgend op de cursus. Als de student wel staat ingeschreven, maar niet heeft deelgenomen aan het tentamen, wordt in OSIRIS NA (niet aanwezig) als tentamenresultaat geregistreerd. Dit is een tentamenuitslag en daarmee verliest de student een tentamenkans. LET OP: Voor tentamens die de student los van de cursus wil maken (hertentamens, “bezem”tentamens) dient hij zichzelf in te schrijven. Deelname aan tentamens is alleen mogelijk als de student tijdig is ingeschreven in OSIRIS (www.osiris.hu.nl). Ook al wordt de student automatisch ingeschreven voor het eerste reguliere tentamen, de student blijft er zelf verantwoordelijk voor. Hij wordt aangeraden altijd de inschrijving te controleren en een inschrijfbevestiging te printen. Als de student niet correct is ingeschreven, heeft hij geen toegang tot het tentamen. De inschrijftermijnen voor tentamens staan opgenomen in de studiegids.
1
Tentamen: Aan elke cursus is een tentamen verbonden. Een tentamen kan bestaan uit maximaal twee deeltentamens per eenheid van 5 European Credits (EC). Het tentamen omvat een onderzoek naar de kennis, het inzicht en/of de vaardigheden van de kandidaat, alsmede de beoordeling van de uitkomsten van dat onderzoek (7.3.3 en 7.10.1). 1
OER Bachelor 2013 -2014 facultair hoofdstuk Faculteit Maatschappij & Recht – versie d.d. 08-04-2013
Inschrijven ná de officiële inschrijvingstermijn Er is een mogelijkheid om ná de officiële inschrijvingstermijn nog voor de schriftelijke klassikale tentamens te worden ingeschreven. De student betaalt dan per tentamen € 15,00 voor extra organisatie- en administratiekosten, met een maximum van € 60,00 per periode. Dit kan tot uiterlijk de vrijdagochtend tot 12.00 uur van onderwijsweek 5. Hiervoor kan de student zich melden bij het STIP. Vervolgens kan hij met een bewijs van betaling zich alsnog handmatig laten inschrijven door het onderwijssecretariaat. Binnen dezelfde periode kan een student zich ook na-inschrijven voor toetsing door middel van werkstukken. Hiervoor kan de student zich melden bij de onderwijsbalie van de opleiding. Er zijn geen kosten verbonden aan de na-inschrijving voor werkstukken. Artikel 34 Tentamenkansen Een student heeft twee tentamenkansen per tentamen in een studiejaar.
Artikel 44 Vermelding cum laude of met genoegen Bij de berekening als bedoeld in lid 1 en 2 van artikel 44 worden eventuele niet-cijfermatige resultaten door de examencommissie meegewogen. Hiervoor gelden de volgende regels: a. De beoordeling ‘voldaan/niet voldaan’ wordt buiten beschouwing gelaten. b. Als omrekeningstabel geldt: ∙ Voldoende =6 ∙ Ruim voldoende =7 ∙ Goed =8 ∙ Zeer goed =9 ∙ Uitmuntend = 10
2
OER Bachelor 2013 -2014 facultair hoofdstuk Faculteit Maatschappij & Recht – versie d.d. 08-04-2013
B.
Nadere facultaire Regelgeving:
De Faculteit Maatschappij & Recht kent de volgende nadere regelgeving die een integraal onderdeel van de OER vormen:
1. 2.
Reglement Examencommissies HU Facultaire Reglement Examencommissies
3
OER Bachelor 2013 -2014 facultair hoofdstuk Faculteit Maatschappij & Recht – versie d.d. 08-04-2013
C.
Opleidingen van de faculteit Maatschappij & Recht
De Faculteit Maatschappij & Recht kent de volgende door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen bekostigde bacheloropleidingen: 1 2 3 4 5 6 7 8 9
B Culturele & Maatschappelijke Vorming B Creatieve Therapie B HBO-Rechten B Human Resource Management B Integrale Veiligheidskunde B Maatschappelijk Werk en Dienstverlening B Pedagogiek B Sociaal Juridische Dienstverlening B Sociaal Pedagogische Hulpverlening
4
OER Bachelor 2013 -2014 facultair hoofdstuk Faculteit Maatschappij & Recht – versie d.d. 08-04-2013
1.
Culturele & Maatschappelijke Vorming
1.1 De kerngegevens van de opleiding zijn de volgende: Naam opleiding: B Culturele & Maatschappelijke Vorming Engelse naam: B Cultural and Social Development CROHO-nummer: 34610 Aangeboden te: Utrecht (voltijd en deeltijd) en Amersfoort (voltijd, deeltijd en duaal) Loting: geen Afstudeerrichting(en) Social Management (Amersfoort 180 EC) Varianten: voltijd, deeltijd en duaal Graad: Bachelor of Social Work Afkorting graad: BSW Studielast: totaal: 240 EC propedeuse: 60 EC hoofdfase: 180 EC (major 150 EC en profileringsruimte 30 EC) Excellentieprogramma: Een excellentieprogramma wordt aangeboden. Uitwerking bevindt zich in de studiegids. Eindkwalificaties: Na afronding van de opleiding CMV zijn de studenten in staat om: 1. Onderzoek te doen naar de leefwereld van specifieke groepen met het oog op ontwikkelings- en participatiemogelijkheden. De CMV-er richt zich daarbij op mensen en organisaties, maar ook op de maatschappelijke omgeving waarin het werk zich afspeelt. Hij heeft kennis van maatschappelijke ontwikkelingen en kan deze vertalen naar specifieke groepen. 2. Groepen, individuen, organisaties en samenlevingsverbanden te begeleiden, te coachen en te ondersteunen, zodat nieuwe mogelijkheden ontstaan tot leren, samenwerken en maatschappelijke participatie. Doel van de ondersteuning is, dat betrokkenen beter in staat zijn invloed uit te oefenen op hun levensomstandigheden en leefomgeving en zelf vorm kunnen geven aan hun sociale en culturele leven. 3. Programma’s en activiteiten te ontwerpen en te ontwikkelen voor diverse doelgroepen. Het gaat om culturele, recreatieve, educatieve en sociale programma’s en activiteiten. De CMV-er doet dit op een interactieve manier. De CMV-professional is in staat om hierover verantwoording af te leggen. 4. Programma’s en activiteiten te organiseren, netwerken te kunnen onderhouden en projecten te begeleiden. Dat begint bij het opstellen van een begroting, het verwerven van financiële middelen, het werven van deelnemers of publiek en het zoeken van mensen met een specifieke deskundigheid. 5. Als ondernemende professional in en vanuit een organisatie te functioneren en daarmee een bijdrage te leveren aan de bedrijfsmatige aspecten van de organisatie. De CMV-er beschikt over bedrijfsmatig inzicht en kan voorkomende taken rond beleid en beheer uitvoeren. 6. Een bijdrage te leveren aan het beleid van de organisatie. De CMV-professional ontwikkelt als ondernemende professional nieuwe initiatieven en onderhoudt professionele netwerken. Kenmerkend voor de positie van de CMV-professional is de vaak complexe maatschappelijke positionering, waarin hij zich geconfronteerd ziet met uiteenlopende en soms strijdige standpunten, claims, belangen en wensen. 7. De eigen professionaliteit te ontwikkelen en de eigen loopbaan te sturen. De CMV-professional is instaat om te reflecteren op het eigen handelen en trekt daaruit conclusies voor verbetering van dat handelen. Hij is op de hoogte van relevante theorievorming en onderzoek in het eigen vakgebied. 8. Een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling en vernieuwing van het beroepsmatig handelen en het vak van CMV. Hij kent het belang van kwaliteitsbeleid en kan de resultaten hiervan aanwenden voor de vernieuwing en ontwikkeling van de beroepspraktijk. 9. Het vak CMV te profileren en te legitimeren. De CMV-professional is in staat om het werk tegenover opdrachtgevers te verantwoorden en meer in het algemeen tegenover de samenleving.
5
OER Bachelor 2013 -2014 facultair hoofdstuk Faculteit Maatschappij & Recht – versie d.d. 08-04-2013
Algemene inrichting: 1.2
Propedeutisch examen De propedeutische fase van de opleiding kent geen propedeutisch examen.(art. 28). In de studiegids wordt aangegeven uit welke onderdelen de propedeutische fase bestaat en wat de inhoud en de studielast zijn van de cursussen. 1.3
Vooropleidingseisen 1.3.1 Voor de voltijd, deeltijd en duale variant van deze opleiding gelden naast de algemene vooropleidingseisen zoals genoemd in artikel 11 Inschrijvingsregeling, geen nadere vooropleidingseisen.
De informatie met betrekking tot vooropleidingseisen is beschreven op de http://www.bachelors.hu.nl/los/Maatschappij%20en%20Recht/Instroomeisen/Culturele%20en%20Maatschappelijke% 20Vorming.aspx (www.bachelors.hu.nl). Inschrijfvoorwaarden deeltijd Voor de deeltijdopleiding Culturele & Maatschappelijke Vorming worden eisen gesteld aan het verrichten van werkzaamheden gedurende de gehele duur van de opleiding. De eisen voor de deeltijdopleiding Culturele & Maatschappelijke Vorming zijn beschreven in 1.6. 1.4 Toegangsbeperking afstudeerrichtingen (art.24): De opleiding kent na de propedeutische fase de volgende afstudeerrichting: Social Management Deze afstudeerrichting kent geen toegangsbeperking. 1.5
Bindend studieadvies 1.6.1 De norm voor een bindend studieadvies is voor deze opleiding (voltijd/deeltijd/duaal) 45 EC. Het bindend studieadvies wordt uiterlijk aan het einde van het eerste jaar van inschrijving afgegeven. 1.6.2 Voor het afgeven van een positief studieadvies wordt geen geoormerkte vereiste gesteld. 1.6.3 Een negatief bindend studieadvies houdt in dat een student deze opleiding (voltijd, deeltijd en duaal) niet kan voortzetten bij Hogeschool Utrecht. Tevens brengt een bindend studieadvies voor de opleiding Culturele & Maatschappelijke Vorming (voltijd/deeltijd/duaal) met zich mee dat een student zich niet meer kan inschrijven voor de opleidingen Maatschappelijk Werk en Dienstverlening, Creatieve Therapie en Sociaal Pedagogische Hulpverlening.
1.6
De inrichting van de deeltijdopleiding wijkt op de volgende punten af van de inrichting van de voltijdopleiding: Voor toelating tot de deeltijdvariant dient de student gedurende de gehele duur van de opleiding te beschikken over een aanstelling (arbeidscontract, vrijwilligersovereenkomst) van voldoende omvang bij een door de opleiding goedgekeurde instelling. Voor de deeltijd opleiding Culturele & Maatschappelijke Vorming kunnen eisen worden gesteld aan het verrichten van werkzaamheden tijdens het volgen van die opleiding, mits deze werkzaamheden als cursussen zijn aangemerkt. De eisen voor de deeltijdopleiding Culturele & Maatschappelijke Vorming staan beschreven in de studiegids. Het deeltijdprogramma wordt gecomprimeerd aangeboden. Een deel van de studiepunten wordt behaald op de werkplek, door middel van werkzaamheden die als cursussen zijn aangemerkt. *zie voor nadere toelichting en uitwerking de studiegids en betreffende studiehandleidingen
6
OER Bachelor 2013 -2014 facultair hoofdstuk Faculteit Maatschappij & Recht – versie d.d. 08-04-2013
2.
Creatieve Therapie
2.1 De kerngegevens van de opleiding zijn de volgende: Naam opleiding: B Creatieve therapie Engelse naam: B Arts therapies CROHO-nummer: 34644 Aangeboden te: Amersfoort Loting: geen Afstudeerrichting(en): - Drama (150 EC) - Muziek (150 EC) - Beeldend vormen (150 EC) Varianten: voltijd, deeltijd Graad: Bachelor of Social Work Afkorting graad: BSW Studielast: totaal: 240 EC propedeuse: 60 EC hoofdfase: 180 EC (major 150 EC en profileringsruimte 30 EC) Excellentieprogramma: Een excellentieprogramma wordt aangeboden. Uitwerking bevindt zich in de studiegids. Eindkwalificaties: Na afronding van de opleiding is de beginnend Creatief Therapeut (BCT) in staat om: 1. te observeren, te diagnosticeren en te observeren. De BCT is in staat om hiermee informatie te koppelen aan kennis, zodat hij een bijdrage levert aan de algehele diagnostiek voor een behandeling van cliënten. De BCT observeert vanuit algemene systematiek, legt verbanden tussen het geobserveerde en de problematiek en komt tot uitspraken m.b.t. de geschiktheid van een CT-interventie aan de hand van vastgestelde criteria. 2. te behandelen vanuit de hulpvraag, achtergrondinformatie en klachtenpatroon van de cliënt. Hij maakt hierbij gebruik van het gehanteerde mensbeeld en/of de behandelvisie van de behandelcontext op basis van informatie uit de observatie, diagnostische en indicatie fase. De BCT stelt een CT-behandelplan op, voert deze doelgericht en procesmatig uit en evalueert het plan. De BCT is in staat tot het opgang brengen en sturen van ontwikkeling- en veranderingsprocessen met beeldend, drama en/of muziek als centrale intermediair volgens de regulatieve cyclus. De BCT is in staat tot zich soepel te bewegen tussen de dynamiek van de ‘therapeutische driehoek’ welke wordt bepaald door de factoren medium, cliënt en therapeut. 3. voorlichting te geven in het kader van de creatief therapeutische behandeling. De BCT is in staat te komen tot een systematische vorm van communicatie teneinde een cliënt en/of cliëntsysteem te ondersteunen in het nemen van een voor hem wezenlijke beslissing, waarbij voor de BCT het belang van de cliënt het uitgangspunt is en dat de voorlichting is op te vatten als een deel van de creatief therapeutische behandeling. De BCT geeft voorlichting over verloop van de therapie, inzet van het medium, doelstellingen, effecten van de therapie op korte en langere termijn, invloed van de therapie op de thuissituatie. 4. samen te werken en te coachen. De BCT werkt samen rondom de uitvoering van de behandeling, in eigen organisatie en buiten de organisatie en t.b.v. de verdere professionalisering van de beroepsgroep. De BCT er heeft een coachende en/of adviserende taak t.a.v. collegae binnen de multidisciplinaire samenwerking. 5. een substantiële bijdrage te leveren aan beleidsontwikkeling en beleidsimplementatie van de zorg/hulpverleningsorganisatie. De BCT ontwikkelt en evalueert beleid en levert een bijdrage aan implementatie van beleidsvoorstellen, met als uiteindelijk doel een bijdrage te leveren aan de kwaliteitzorg van de hulpverlening. Mede op grond daarvan levert de BCT een bijdrage aan de kwaliteitsverbetering van het behandelaanbod. 6. zelfstandig te ondernemen. De BCT is in staat tot profileren en positioneren van de creatief therapeutische praktijk in de non-profit organisaties én in de markt (zowel profit als non-profit). De BCT is in staat de synergie te organiseren tussen het ontwikkelen van een nieuw programma, de positie op de markt, de bedrijfsvoering en het contact met de organisatie/ overheid.
7
OER Bachelor 2013 -2014 facultair hoofdstuk Faculteit Maatschappij & Recht – versie d.d. 08-04-2013
7.
een (praktijk)onderzoek en (praktijk)project uit te voeren. De BCT verzamelt systematisch gegevens over de beroepsuitoefening, om die te onderzoeken en te vertalen naar consequenties voor het beroep, mede om te komen tot kennisontwikkeling en kenniscirculatie.
Algemene inrichting: 2.2
Propedeutisch examen De propedeutische fase van de opleiding kent geen propedeutisch examen.(art. 28). In de studiegids wordt aangegeven uit welke onderdelen de propedeutische fase bestaat en wat de inhoud en de studielast zijn van de cursussen.
2.3
Vooropleidingseisen 2.3.1 Voor deze opleiding gelden naast de algemene vooropleidingseisen zoals genoemd in artikel 11 Inschrijvingsregeling, een selectieprocedure, conform landelijke afspraken en CROHO. Een voorwaarde om deel te nemen aan deze selectieprocedure is aanmelding voor de opleiding Creatieve Therapie via www.studielink.nl. Het doel van deze procedure is dat de opleiding de student kan testen of hij/zij beschikt over voldoende aanleg en geschiktheid om de opleiding te volgen. De selectieprocedure Creatieve Therapie is beschreven op www.hu.nl. De informatie met betrekking tot vooropleidingseisen is beschreven op de http://www.bachelors.hu.nl/Alle%20bacheloropleidingen/Creatieve%20Therapie%20Amersfoort.aspx (www.bachelors.hu.nl). Inschrijfvoorwaarden deeltijd Voor de deeltijdopleiding Creatieve Therapie worden eisen gesteld aan het verrichten van werkzaamheden gedurende de gehele duur van de opleiding. De eisen voor de deeltijdopleiding Creatieve Therapie zijn beschreven in 2.7.
2.4
Aanvullende eisen voor beroepsuitoefening.
2.5
Toegangsbeperking afstudeerrichtingen (art.24): De opleiding kent na de propedeutische fase de volgende afstudeerrichtingen: Drama Muziek Beeldend vormen Voor de afstudeerrichting(en) geldt geen toegangsbeperking
2.6
Bindend studieadvies 2.6.1. De norm voor een bindend studieadvies is voor deze opleiding (voltijd en deeltijd) 45 EC. Het bindend studieadvies wordt uiterlijk aan het einde van het eerste jaar van inschrijving afgegeven. 2.6.2. Voor het afgeven van een positief studieadvies wordt geen geoormerkte vereiste gesteld. 2.6.3. Een negatief bindend studieadvies houdt in dat een student deze opleiding (voltijd, deeltijd) niet kan voortzetten bij Hogeschool Utrecht. Tevens brengt een bindend studieadvies voor de opleiding Creatieve Therapie (voltijd/deeltijd) met zich mee dat een student zich niet meer kan aanmelden voor de opleidingen Sociaal Pedagogische Hulpverlening, Maatschappelijk Werk en Dienstverlening en Culturele & Maatschappelijke Vorming.
2.7
De inrichting van de deeltijdopleiding wijkt op de volgende punten af van de inrichting van de voltijdopleiding:
8
OER Bachelor 2013 -2014 facultair hoofdstuk Faculteit Maatschappij & Recht – versie d.d. 08-04-2013
Voor toelating tot de deeltijdvariant dient de student gedurende de gehele duur van de opleiding te beschikken over een aanstelling (arbeidscontract, vrijwilligersovereenkomst) van voldoende omvang bij een door de opleiding goedgekeurde instelling. Het deeltijdprogramma wordt gecomprimeerd aangeboden. Een deel van de studiepunten wordt behaald op de werkplek, door middel van werkzaamheden die als cursussen zijn aangemerkt. *zie voor nadere toelichting en uitwerking de studiegids en betreffende studiehandleidingen
Voor de deeltijdvariant kunnen eisen worden gesteld aan het verrichten van werkzaamheden tijdens het volgen van die opleiding, mits deze werkzaamheden als cursussen zijn aangemerkt. Deze eisen zijn beschreven in de studiegids.
9
OER Bachelor 2013 -2014 facultair hoofdstuk Faculteit Maatschappij & Recht – versie d.d. 08-04-2013
3.
HBO-Rechten
3.1 De kerngegevens van de opleiding zijn de volgende: Naam opleiding: B HBO-Rechten Engelse naam: B Laws CROHO-nummer: 39205 Aangeboden te: Utrecht Loting: geen Afstudeerrichting(en) : - Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder (deeltijd 120 EC) Varianten: voltijd, deeltijd Graad: Bachelor of Laws Afkorting graad: LLB Studielast: totaal: 240 EC propedeuse: 60 EC hoofdfase: 180 EC (major 150 EC en profileringsruimte 30 EC) Excellentieprogramma: Een excellentieprogramma wordt aangeboden. Uitwerking bevindt zich in de studiegids. Eindkwalificaties : De afgestudeerde hbo-jurist beschikt over de volgende kennis en vaardigheden. 1.
Is in algemene zin bekend met de belangrijkste rechtsgebieden op het terrein van het privaatrecht, het publiekrecht en het strafrecht en is in staat in veel voorkomende zaken die zich in de juridische beroepspraktijk voordoen rechtsvragen te formuleren en op te lossen op basis van analyse van juridisch relevante feiten en juridische bronnen.
2.
Verzamelt alle juridische en feitelijke gegevens van zaken, weegt de standpunten van partijen en gebruikt de van toepassing zijnde rechtsbronnen om op basis van een juridische analyse mondeling en schriftelijk advies te geven.
3.
Behartigt juridische belangen van personen en organisaties door rechtsbijstand te verlenen, te onderhandelen en te bemiddelen. Het behartigen van belangen kan bestaan uit procesvertegenwoordiging, onderhandelen, bemiddelen en conflictbeheersing. De belangenbehartiging kan mondeling of schriftelijke gebeuren, eventueel met gebruikmaking van technieken uit mediation.
4.
Stelt de rechtspositie van een of enkele personen vast binnen juridische kaders met meeweging van juridische argumenten en maatschappelijke factoren en beslist namens cliënten of namens de organisatie waar hij werkzaam is over de rechtspositie van een of enkele personen. Betrekt bij dit beroepshandelen zo nodig naast juridische argumenten ook de belangen van de personen of de instelling voor wie hij werkt en waar nodig ook maatschappelijke factoren en belangen van anderen. Bij het vastleggen van de rechtspositie gaat het bijvoorbeeld om besluiten in de publiekrechtelijke sfeer (vergunningen) en om besluiten in de privaatrechtelijke sfeer (contracten).
5.
Stelt generieke regelingen op en wijzigt zo nodig bestaande regelingen.
6.
Legt juridische dossiers aan, beheert deze, bewaakt de doorloop en de samenhang, sluit de dossiers af en draagt deze over. Zorgt daarnaast voor de bewaking van termijnen.
7.
Draagt zorg voor efficiënte en effectieve uitvoering en regie van organisatieprocessen in een juridische context met aandacht voor proces- en kwaliteitsmanagement, kennis- en informatiemanagement en innovatie. Houdt zich bezig met de vraag hoe de organisatie van juridische dienstverlening kan bijdragen aan het efficiënter en klantvriendelijker uitvoeren van juridische diensten en werkt hierbij multi- en interdisciplinair samen met vakgenoten en niet-vakgenoten.
10
OER Bachelor 2013 -2014 facultair hoofdstuk Faculteit Maatschappij & Recht – versie d.d. 08-04-2013
Algemene inrichting: 3.2
Propedeutisch examen De propedeutische fase van de opleiding kent geen propedeutisch examen.(art. 28). In de studiegids wordt aangegeven uit welke onderdelen de propedeutische fase bestaat en wat de inhoud en de studielast zijn van de cursussen.
3.3
Vooropleidingseisen 3.3.1 Voor deze opleiding gelden naast de algemene vooropleidingseisen zoals genoemd in artikel 11 Inschrijvingsregeling, geen nadere vooropleidingseisen.
De informatie met betrekking tot vooropleidingseisen is beschreven op de http://www.bachelors.hu.nl/los/Maatschappij%20en%20Recht/Instroomeisen/HBO-Rechten.aspx (www.bachelors.hu.nl). Inschrijfvoorwaarden deeltijd Voor de deeltijdopleiding HBO-Rechten worden eisen gesteld aan het verrichten van werkzaamheden gedurende de gehele duur van de opleiding. De eisen voor de deeltijdopleiding HBO-Rechten zijn beschreven in 3.6:. 3.4
Toegangsbeperking afstudeerrichtingen (art.24): De opleiding kent na de propedeutische fase de volgende afstudeerrichtingen: Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder (deeltijd) Deze afstudeerrichtingen kent geen toegangsbeperking
3.5
Bindend studieadvies 3.6.1 De norm voor een bindend studieadvies is voor deze opleiding (voltijd en deeltijd) 45 EC. Het bindend studieadvies wordt uiterlijk aan het einde van het eerste jaar van inschrijving afgegeven. 3.6.2 Voor het afgeven van een positief studieadvies wordt voor de voltijdopleiding geen geoormerkte vereiste gesteld. Voor de deeltijdopleiding dient van de 45 EC minimaal 30 EC behaald te zijn uit het cursorisch pakket. 3.6.3 Een negatief bindend studieadvies houdt in dat een student deze opleiding (voltijd en deeltijd) niet kan voortzetten bij Hogeschool Utrecht.
3.6
De inrichting van de deeltijdopleiding wijkt op de volgende punten af van de inrichting van de voltijdopleiding: Voor toelating tot de deeltijdvariant dient de student gedurende de gehele duur van de opleiding te beschikken over een aanstelling (arbeidscontract, vrijwilligersovereenkomst) van voldoende omvang bij een door de opleiding goedgekeurde instelling. Er is sprake van slechts één lesdag per week. Trainingen en tentamens worden soms op andere dagen in de week gepland Voor inhoud van de vakken in het deeltijdcurriculum verwijzen we naar de teksten cursusbeschrijvingen in de studiegidsen De deeltijdopleiding HBO Rechten kent geen stages. Wel dient de student studiepunten te vergaren voor zijn werk dat hij naast de opleiding doet. We noemen dat de praktijktijd. Aan de praktijktijd zijn strikte eisen verbonden, omdat de student daar mede competenties moet verwerven die met het beroep samenhangen. Deze competenties worden getoetst. Voor de eisen rond dat niveau alsmede de opdrachten die moeten worden gedaan, verwijzen we naar de betreffende teksten in de studiegids. De afstudeerrichting kandidaat-gerechtsdeurwaarder kent de hierboven genoemde praktijktijd in jaar 1 t/m 3. In jaar 4 is er uitsluitend bij deze afstudeerrichting wél sprake van een stage. Met toestemming van het Ministerie van Justitie, mag de student, mits hij/zij alle onderdelen uit jaar 1 t/m 3 heeft behaald, zogenaamde ambtshandelingen verrichten. Zie voor meer informatie de studiegids
11
OER Bachelor 2013 -2014 facultair hoofdstuk Faculteit Maatschappij & Recht – versie d.d. 08-04-2013
Voor de deeltijdopleiding HBO-Rechten kunnen eisen worden gesteld aan het verrichten van werkzaamheden tijdens het volgen van die opleiding, mits deze werkzaamheden als cursussen zijn aangemerkt. De eisen voor de deeltijdopleiding HBO-Rechten zijn beschreven in de studiegids.
12
OER Bachelor 2013 -2014 facultair hoofdstuk Faculteit Maatschappij & Recht – versie d.d. 08-04-2013
4. 4.1
Human Resource Management De kerngegevens van de opleiding zijn de volgende:
Naam opleiding: Engelse naam: CROHO-nummer: Aangeboden te: Loting: Afstudeerrichting(en): Varianten: Graad: Afkorting graad: Studielast:
Excellentieprogramma:
B Human Resource Management B Human Resource Management 34609 Utrecht geen geen voltijd, deeltijd Bachelor of Human Resource Management BHRM totaal: 240 EC propedeuse: 60 EC hoofdfase: 180 EC (major 150 EC en profileringsruimte 30 EC) De uitwerking van het excellentieprogramma is terug te vinden in de studiegids.
Eindkwalificaties: Na afronding van de opleiding zijn studenten in staat: 1
activiteiten te initiëren en te ontwikkelen op de te onderscheiden en samenhangende human resource (HR)werkterreinen in relatie tot institutionele en maatschappelijke ontwikkelingen, deze uit te voeren, te evalueren en deze zo nodig bij te stellen.
2
de kennis ten aanzien van de HR-werkterreinen toe te passen. Het gaat hierbij om:
functieontwerp en competentiemanagement werven en selecteren training en ontwikkeling, het ontwerp, uitvoering en evaluatie prestatiebeoordeling en- prestatiemanagement functiewaardering en beloning loopbaanmanagement personeelsplanning arbeid en gezondheid loopbaanmanagement (waaronder coaching, trajectbegeleiding, loopbaanadvies reïntegratie
3
verantwoordelijk te zijn voor de informatievoorziening op het gebied van HR; gevraagd en ongevraagd advies en informatie aan de diverse stakeholders binnen en buiten de organisatie op het terrein van HR te geven en daarvoor HR-informatiesystemen in te richten en deze te beheren.
4
het management te adviseren over de inhoud en aanpak van de HR-werkterreinen, de interne en externe arbeidsverhoudingen, organisatieontwikkeling, organisatieontwerp, taakontwerp en de daaruit voortkomende implementatievraagstukken.
5
activiteiten te ontwikkelen op het terrein van interne- en externe arbeidsmarkttransities, deze uit te voeren, te evalueren en deze zo nodig bij te stellen.
6
activiteiten te ontwikkelen op het terrein van loopbaanontwikkeling en loopbaanbegeleiding en (andere) professionele 'één-op-één situaties', deze uit te voeren, te evalueren en deze zo nodig bij te stellen.
7
het management te adviseren over HR-activiteiten op een zodanige wijze dat (primaire) processen binnen de organisatie geoptimaliseerd worden; daarbij meetbare HR-doelstellingen te formuleren, het management te assisteren bij de uitvoering van de activiteiten,de activiteiten te evalueren en de evaluatie-uitkomsten te relateren aan de uitkomsten van de organisatie-uitkomsten/resultaten.
13
OER Bachelor 2013 -2014 facultair hoofdstuk Faculteit Maatschappij & Recht – versie d.d. 08-04-2013
8
financiële verkenningen, berekeningen en kosten-batenanalyses op de HR-werkterreinen te maken, waarbij hij gebruik maakt van ken- en stuurgetallen om vervolgens te rapporteren aan het management.
9
op de gewenste organisatiestrategie en organisatiecultuur te anticiperen en de strategie- en cultuurveranderingen te vertalen naar HR-werkterreinen en -uitvoeringspraktijken.
10
de rol van effectief HR-leiderschap ten opzichte van het management vorm te geven en de implicaties daarvan te gebruiken in zijn uitvoeringspraktijken.
Algemene inrichting: 4.2
Propedeutisch examen De propedeutische fase van de opleiding kent geen propedeutisch examen.(art. 28). In de studiegids wordt aangegeven uit welke onderdelen de propedeutische fase bestaat en wat de inhoud en de studielast zijn van de cursussen.
4.3
Vooropleidingseisen Voor de varianten van deze opleiding gelden naast de algemene vooropleidingseisen zoals genoemd in artikel 11 Inschrijvingsregeling, geen nadere vooropleidingseisen.
De informatie met betrekking tot vooropleidingseisen is beschreven op de http://www.bachelors.hu.nl/los/Maatschappij%20en%20Recht/Instroomeisen/Human%20Resource%20Management. aspx (www.bachelors.hu.nl). Inschrijfvoorwaarden deeltijd Voor de deeltijdopleiding Human Resource Management worden eisen gesteld aan het verrichten van werkzaamheden gedurende de gehele duur van de opleiding. De eisen voor de deeltijdopleiding Human Resource Management zijn beschreven in 4.6:
4.4
4.5
Toegangsbeperking afstudeerrichtingen (art.24): De opleiding kent na de propedeutische fase geen afstudeerrichtingen. Bindend studieadvies 7.6.1 De norm voor een bindend studieadvies is voor de varianten van deze opleiding 45 EC. Het bindend studieadvies wordt uiterlijk aan het einde van het eerste jaar van inschrijving afgegeven. Voor het afgeven van een positief studieadvies voor de deeltijdopleiding HRM wordt een geoormerkte vereiste gesteld: Deeltijd: Beroepsgerichte ontwikkeling (BGO) 7.6.2
4.6
Een negatief bindend studieadvies houdt in dat een student deze opleiding niet kan voortzetten bij Hogeschool Utrecht.
Inrichting deeltijdopleiding
De inrichting van de deeltijdopleiding wijkt op de volgende punten af van de inrichting van de voltijdopleiding:
14
OER Bachelor 2013 -2014 facultair hoofdstuk Faculteit Maatschappij & Recht – versie d.d. 08-04-2013
Het deeltijdprogramma wordt gecomprimeerd aangeboden. De contacturen zijn gepland op twee dagdelen per week, op de dinsdag. Trainingen en tentamens kunnen soms op andere dagen in de week worden gepland.
Een deel van de studiepunten wordt behaald via beroepsgerichte ontwikkeling. De student houdt hiervoor een ontwikkelportfolio bij. Hierin verzamelt de student in zijn werk en werkomgeving bewijzen van zijn ontwikkeling op het gebied van de kerntaken van het beroep.
Voor toelating tot de deeltijdvariant dient de student gedurende de gehele duur van de opleiding te beschikken over een aanstelling (arbeidscontract, vrijwilligersovereenkomst) van voldoende omvang bij een door de opleiding goedgekeurde instelling Onder relevant werk wordt verstaan: Alle soorten functies die direct of indirect te maken hebben met het beroepsdomein “Human Resources‟/ P&O, zoals P&O/HRM-medewerker of functies die daarmee verwantschap hebben. Verder geldt dat je de functie tenminste 20 uur per week uitvoert. Ook moet de organisatie waarbinnen je werkt van een dusdanige omvang zijn dat er sprake is van substantiële HR-werkzaamheden, vuistregel is een minimale omvang van 20 medewerkers. Voor de deeltijdvariant kunnen eisen worden gesteld aan het verrichten van werkzaamheden tijdens het volgen van die opleiding, mits deze werkzaamheden als cursussen zijn aangemerkt. Deze eisen zijn beschreven in de studiegids.
15
OER Bachelor 2013 -2014 facultair hoofdstuk Faculteit Maatschappij & Recht – versie d.d. 08-04-2013
5. 5.1
Integrale Veiligheidskunde De kerngegevens van de opleiding zijn de volgende: Naam opleiding: B Integrale Veiligheidskunde Engelse naam: B Applied Safety & Security Studies CROHO-nummer: 39268 Aangeboden te: Utrecht Loting: geen Afstudeerrichting(en): Varianten: voltijd, deeltijd Graad: Bachelor of Public Management Afkorting graad: BPM Studielast: totaal: 240 EC propedeuse: 60 EC hoofdfase: 180 EC (major 150 EC en profileringsruimte 30 EC) Excellentieprogramma: Een excellentieprogramma wordt aangeboden. Uitwerking bevindt zich in de studiegids.
Eindkwalificaties: Een integraal veiligheidskundige is na afronding van de opleiding in staat om: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
De regie te voeren over de aanpak van veiligheidsvraagstukken Veiligheidsbeleid te ontwikkelen Veiligheidsbeleid te coördineren en te implementeren Veiligheidsontwikkelingen te signaleren en te agenderen Toegepast onderzoek bij veiligheidsvraagstukken uit te voeren Te adviseren bij veiligheidsvraagstukken Project- en managementtaken te verrichten bij veiligheidsbeleid
Algemene inrichting: 5.2
Propedeutisch examen De propedeutische fase van de opleiding kent geen propedeutisch examen.(art. 28). In de studiegids wordt aangegeven uit welke onderdelen de propedeutische fase bestaat en wat de inhoud en de studielast zijn van de cursussen.
5.3 Vooropleidingseisen 5.3.1 Voor deze opleiding gelden naast de algemene vooropleidingseisen zoals genoemd in artikel 11 Inschrijvingsregeling, nadere vooropleidingseisen. De nadere vooropleidingseisen zijn: HAVO Natuur en Techniek met economie 1 Natuur en Gezondheid met economie 1 Economie en Maatschappij Cultuur en Maatschappij met economie 1 VWO Natuur en Techniek met economie 1 Natuur en Gezondheid met economie 1 Economie en Maatschappij Cultuur en Maatschappij met economie 1 De informatie met betrekking tot vooropleidingseisen is beschreven op de website 16
OER Bachelor 2013 -2014 facultair hoofdstuk Faculteit Maatschappij & Recht – versie d.d. 08-04-2013
http://www.bachelors.hu.nl/los/Maatschappij%20en%20Recht/Instroomeisen/Integrale%20Veiligheidskunde.aspx (www.bachelors.hu.nl). Inschrijfvoorwaarden deeltijd Voor de deeltijdopleiding Integrale Veiligheidskunde worden eisen gesteld aan het verrichten van werkzaamheden gedurende de gehele duur van de opleiding. De eisen voor de deeltijdopleiding Integrale Veiligheidskunde zijn beschreven in 5.7 . 5.4
Instroom in de hoofdfase (art. 7.30 WHW) Instroom in de hoofdfase van deze opleiding is mogelijk met de één van de volgende diploma’s: Propedeutisch getuigschrift van de opleiding Integrale Veiligheidskunde aan de Haagse Hogeschool en de Saxion Hogeschool.
5.5
Toegangsbeperking afstudeerrichtingen (art.24): De opleiding kent na de propedeutische fase geen afstudeerrichtingen.
5.6
Bindend studieadvies 5.6.1 De norm voor een bindend studieadvies is voor deze opleiding (voltijd en deeltijd) 45 EC. Het bindend studieadvies wordt uiterlijk aan het einde van het eerste jaar van inschrijving afgegeven. 5.6.2 Voor het afgeven van een positief studieadvies wordt een geoormerkte vereiste gesteld. De geoormerkte vereiste die behaald moet worden om aan de norm te voldoen, is: - voltijd: Integraal project en praktijktijd jaar 1 - deeltijd: Competentieontwikkeling in de beroepspraktijk jaar 1 5.6.3 Een negatief bindend studieadvies houdt in dat een student deze opleiding (voltijd en deeltijd) niet kan voortzetten bij Hogeschool Utrecht.
5.7
De inrichting van de deeltijdopleiding wijkt op de volgende punten af van de inrichting van de voltijdopleiding: Voor toelating tot de deeltijdvariant dient de student gedurende de gehele duur van de opleiding te beschikken over een aanstelling (arbeidscontract, vrijwilligersovereenkomst) van voldoende omvang bij een door de opleiding goedgekeurde instelling
De deeltijdopleiding kent geen stages maar gebruikt de werkpraktijk van de student voor het uitvoeren van praktijkopdrachten. Hiervoor is het verplicht dat de student tijdens de totale studieduur werkt in de praktijk van het veiligheidsveld op minimaal MBO-4 niveau. De werkzaamheden en het niveau worden getoetst door de opleiding. In jaar 1 en 2 worden opdrachten gegeven die uitvoerbaar zijn in de MBO-4 werkpraktijk. In jaar 3 en 4 krijgt de student praktijkopdrachten op HBO-niveau. Bij voorkeur worden deze opdrachten binnen de eigen werkpraktijk uitgewerkt. Wanneer de student niet op dit niveau werkt dan worden de opdrachten, in nauw overleg met de opleiding, buiten de eigen werkpraktijk uitgevoerd om het juiste niveau te bereiken. Nadere eisen ten aanzien van de praktijktijd voor de deeltijdopleiding zijn beschreven in de studiegids Voor de deeltijdvariant kunnen eisen worden gesteld aan het verrichten van werkzaamheden tijdens het volgen van die opleiding, mits deze werkzaamheden als cursussen zijn aangemerkt. Deze eisen zijn beschreven in de studiegids.
17
OER Bachelor 2013 -2014 facultair hoofdstuk Faculteit Maatschappij & Recht – versie d.d. 08-04-2013
6. 6.1
Maatschappelijk Werk en Dienstverlening De kerngegevens van de opleiding zijn de volgende:
Naam opleiding: Engelse naam: CROHO-nummer: Aangeboden te: Loting: Afstudeerrichting(en): Varianten: Graad: Afkorting graad: Studielast:
Excellentieprogramma:
B Maatschappelijk Werk en Dienstverlening B Social Work and Social Services 34616 Utrecht (vt, dt) en Amersfoort (vt, dt, du) geen voltijd, deeltijd en duaal Bachelor of Social work BSW totaal: 240 EC propedeuse: 60 EC hoofdfase: 180 EC (major 150 EC en profileringsruimte 30 EC) Een excellentieprogramma wordt aangeboden. Uitwerking bevindt zich in de studiegids.
Eindkwalificaties: Na afronding van de opleiding is de MWD’er in staat om: 1
zich een beeld te vormen van de probleemveroorzakende en/of probleemversterkende factoren in de sociale context (van cliënt en cliëntsysteem);
2
zich samen met de cliënt een beeld te vormen van de aard van de vraag en situatie van de cliënt op verschillende niveaus (individu, maatschappij, organisatie) te verkennen en te analyseren; Een MWD ‘er herkent hoe persoon en maatschappij elkaar beïnvloeden.
3
een breed spectrum aan methodische benaderingen en (theoretische) kennis toe te passen, een MWD’er is daarbij gericht op empowerment van de cliënt; regels en voorzieningen voor bepaalde groepen in de samenleving te benoemen; op resultaatgerichte wijze hulp- en dienst te verlenen
4
de Beroepscompetenties van het Maatschappelijk Werk te zien als professionele context; zich een visie te vormen gerelateerd aan de missie van het beroep;
5
zich bewust te zijn van de eigen normen en waarden; reflectief te handelen, gebaseerd op kennis van en inzicht in beproefde methoden; Een MWD ‘er begrijpt dat reflecteren ontwikkelen is.
6
voldoende professionele afstand te behouden; verschillen in macht en positie waar mogelijk en gewenst te verkleinen; om te gaan met ethische dilemma’s
7
te werken vanuit diversiteit (leeftijd, geslacht, opleiding, levensfase, culturele achtergrond, religie, enzovoort) Een MWD ‘er kan op basis van verscheidenheid cliënten accepteren en respecteren en kan een zorgvuldige werkrelatie aan gaan;
18
OER Bachelor 2013 -2014 facultair hoofdstuk Faculteit Maatschappij & Recht – versie d.d. 08-04-2013
8 9
goed mondeling en schriftelijk te communiceren; goed te luisteren, uit te leggen en toe te lichten. preventief te handelen; Een MWD ‘er is innovatief wanneer het om welzijn van mensen in de samenleving gaat
10 verschillende belanghebbenden en de verschillende mogelijk tegengestelde belangen die in het geding zijn te onderzoeken; Een MWD’er werkt samen met professionals van eigen en andere disciplines.
Algemene inrichting: 6.2
Propedeutisch examen De propedeutische fase van de opleiding kent geen propedeutisch examen.(art. 28). In de studiegids wordt aangegeven uit welke onderdelen de propedeutische fase bestaat en wat de inhoud en de studielast zijn van de cursussen.
6.3
Vooropleidingseisen 6.3.1 Voor de varianten (voltijd/deeltijd/duaal) van deze opleiding gelden naast de algemene vooropleidingseisen zoals genoemd in artikel 11 Inschrijvingsregeling, geen nadere vooropleidingseisen. De informatie met betrekking tot vooropleidingseisen is beschreven op de http://www.bachelors.hu.nl/los/Maatschappij%20en%20Recht/Instroomeisen/Maatschappelijk%20Werk%20 en%20Dienstverlening.aspx (www.bachelors.hu.nl). Inschrijfvoorwaarden deeltijd Voor de deeltijdopleiding Maatschappelijk Werk en Dienstverlening worden eisen gesteld aan het verrichten van werkzaamheden gedurende de gehele duur van de opleiding. De eisen voor de deeltijdopleiding Maatschappelijk Werk en Dienstverlening zijnbeschreven in 6.6 :.
6.4
Toegangsbeperking afstudeerrichtingen (art.24): De opleiding kent na de propedeutische fase geen afstudeerrichtingen.
6.5
Bindend studieadvies 6.6.1 De norm voor een bindend studieadvies is voor deze opleiding (voltijd, deeltijd, duaal) 45 EC. Het bindend studieadvies wordt uiterlijk aan het einde van het eerste jaar van inschrijving afgegeven. 6.6.2 Voor het afgeven van een positief studieadvies wordt geen geoormerkte vereiste gesteld. 6.6.3 Een negatief bindend studieadvies houdt in dat een student deze opleiding (voltijd/deeltijd/duaal) niet kan voortzetten bij Hogeschool Utrecht. Tevens brengt een bindend studieadvies voor de opleiding Maatschappelijk Werk en dienstverlening (voltijd/deeltijd/duaal) met zich mee dat een student zich niet meer kan aanmelden voor de opleidingen Sociaal Pedagogische Hulpverlening, Creatieve Therapie en Culturele & Maatschappelijke Vorming.
6.6
De inrichting van de deeltijdopleiding wijkt op de volgende punten af van de inrichting van de voltijdopleiding:
19
OER Bachelor 2013 -2014 facultair hoofdstuk Faculteit Maatschappij & Recht – versie d.d. 08-04-2013
Voor toelating tot de deeltijdvariant dient de student gedurende de gehele duur van de opleiding te beschikken over een aanstelling (arbeidscontract, vrijwilligersovereenkomst) van voldoende omvang bij een door de opleiding goedgekeurde instelling
Het deeltijdprogramma wordt gecomprimeerd aangeboden. Een deel van de studiepunten wordt behaald op de werkplek , door middel van werkzaamheden die als cursussen zijn aangemerkt.
Voor de deeltijdvariant kunnen eisen worden gesteld aan het verrichten van werkzaamheden tijdens het volgen van die opleiding, mits deze werkzaamheden als cursussen zijn aangemerkt. Deze eisen zijn beschreven in de studiegids.
20
OER Bachelor 2013 -2014 facultair hoofdstuk Faculteit Maatschappij & Recht – versie d.d. 08-04-2013
7. 7.1
Pedagogiek De kerngegevens van de opleiding zijn de volgende: Naam opleiding: B Pedagogiek Engelse naam: B Educational theory CROHO-nummer: 35158 Aangeboden te: Amersfoort Loting: geen Afstudeerrichting(en): - Education (deeltijd, 90 EC) - Eco Mediated Pedagogy (deeltijd, 90 EC) - Orthopedagogiek (deeltijd 90 EC) Varianten: voltijd, deeltijd Graad: Bachelor of Social Work Afkorting graad: BSW Studielast: totaal: 240 EC propedeuse: 60 EC hoofdfase: 180 EC (major 150 EC en profileringsruimte 30 EC) Excellentieprogramma: Een excellentieprogramma wordt aangeboden. Uitwerking bevindt zich in de studiegids.
Eindkwalificaties: Na afloop van de opleiding is de student in het bijzonder in staat kerntaken uit te werken volgens de ecologisch pedagogische invalshoek. Een ecologisch pedagoog beschouwt de wereld als een netwerk van verschijnselen, die onderling afhankelijk en fundamenteel met elkaar verbonden zijn. Ecologie heeft, in dit verband, betrekking op het geheel van relaties tussen opvoeders en kinderen. Kenmerken hiervan zijn dat de student:
in wijsheid normen en waarden prioriteert in relatie met de wereld om ons heen vanuit welbevinden en betrokkenheid duurzaam opvoedt en ontwikkelt in verbondenheid authentiek is: een manier van zijn en geen manier van doen jeugdigen en opvoeders en begrijpt en verstaat vrij is in denken en vrijheid neemt in het maken van professionele keuzes in combinatie en relatie met diens professionele verantwoordelijkheid
Na afronding van de studie zijn studenten in staat om: 1. 2. 3.
4.
5. 6.
vorm te geven aan een pedagogisch klimaat dat ontwikkelingskansen biedt te informeren en voorlichting / scholing te verzorgen op basis van een analyse van opvoedingsvragen van individuen of groepen over opvoedingsvragen en –problemen te adviseren, zowel vraaggericht als directief, daarbij de haalbaarheid van de adviezen inschattend, en waar nodig door te verwijzen naar specialistische hulpverlening (mede-)opvoeders te begeleiden en ondersteunen bij het creëren van (meer) ontwikkelingskansen, op basis van een analyse van het ontwikkelingsniveau van de kinderen en het pedagogisch handelen van de (mede-)opvoeders een behandelmethodiek te hanteren die is afgestemd op doelgroep en de opvoedingsvraag pedagogische problematieken te signaleren, nader te onderzoeken en de uitkomsten te vertalen van naar pedagogisch beleid
21
OER Bachelor 2013 -2014 facultair hoofdstuk Faculteit Maatschappij & Recht – versie d.d. 08-04-2013
7.
pedagogisch beleid / jeugdbeleid (van zowel instellingen met een pedagogische taak als lokale en regionale overheid) te initieren, implementeren en evalueren en daarbij innovatieve werkwijzen te hanteren 8. inhoudelijke afstemming tot stand te brengen over de terreinen en grenzen van deskundigheden en instellingen heen (verbindingspersoon) op het gebied van pedagogisch beleid en pedagogische interventie. 9. informatie, ideeën en oplossingen intern en extern te communiceren, team- en ketengericht samen te werken en leiding te geven aan projecten in een multidisciplinaire context 10. voor het eigen beroepsmatig handelen verantwoordelijkheid te nemen, erop te reflecteren en sturing te geven aan de verdere ontwikkeling ervan; een oordeel te vormen over de waardegebonden opvattingen die het pedagogisch handelen bepalen en daarop zelf een visie te ontwikkelen daarbij oog hebbend voor en omgaan met maatschappelijke en culturele diversiteit Algemene inrichting: 7.2
Propedeutisch examen De propedeutische fase van de opleiding kent geen propedeutisch examen.(art. 28). In de studiegids wordt aangegeven uit welke onderdelen de propedeutische fase bestaat en wat de inhoud en de studielast zijn van de cursussen.
7.3
Vooropleidingseisen 6.3.1 Voor de varianten van deze opleiding gelden naast de algemene vooropleidingseisen zoals genoemd in artikel 11 Inschrijvingsregeling, geen nadere vooropleidingseisen.
De informatie met betrekking tot vooropleidingseisen is beschreven op de website http://www.bachelors.hu.nl/los/Onderwijs%20en%20Opvoeding/Instroomeisen/Pedagogiek.aspx (www.bachelors.hu.nl). Inschrijfvoorwaarden deeltijd Voor de deeltijdopleiding Pedagogiek worden eisen gesteld aan het verrichten van werkzaamheden gedurende de gehele duur van de opleiding. De eisen voor de deeltijdopleiding Pedagogiek zijn beschreven in 7.6 :. 7.4
Toegangsbeperking afstudeerrichtingen (art.24): De opleiding kent na de propedeutische fase de volgende afstudeerrichtingen voor de deeltijdvariant: Education (alleen deeltijd) Eco Mediated Pedagogy (alleen deeltijd) Orthopedagogiek (alleen deeltijd) Voor deze afstudeerrichtingen geldt geen toegangsbeperking.
7.5
Bindend studieadvies 6.6.1 De norm voor een bindend studieadvies is voor deze opleiding (voltijd en deeltijd) 45 EC. Het bindend studieadvies wordt uiterlijk aan het einde van het eerste jaar van inschrijving afgegeven. 6.6.2 Voor het afgeven van een positief studieadvies wordt een geoormerkte vereiste gesteld. De geoormerkte vereiste die behaald moet worden om aan de norm te voldoen, is: - Voltijd: stage en leerteam 6.6.3 Een negatief bindend studieadvies houdt in dat een student deze opleiding (voltijd en deeltijd) niet kan voortzetten bij Hogeschool Utrecht.
22
OER Bachelor 2013 -2014 facultair hoofdstuk Faculteit Maatschappij & Recht – versie d.d. 08-04-2013
7.6
De inrichting van de deeltijdopleiding wijkt op de volgende punten af van de inrichting van de voltijdopleiding:
Voor toelating tot de deeltijdvariant dient de student gedurende de gehele duur van de opleiding te beschikken over een aanstelling (arbeidscontract, vrijwilligersovereenkomst) van voldoende omvang bij een door de opleiding goedgekeurde instelling
Er is wekelijks sprake van de woensdag als lesdag, -avond. Gedurende het studiejaar worden ook bijeenkomsten op zaterdagen gepland. De leerteambijeenkomsten worden geroosterd in overleg met de betrokken coach waarbij er een voorkeur voor een [planning op de woensdag is. De informatie hierover is verwerkt in de studiegids. Voor inhoud van de vakken in het deeltijdcurriculum verwijzen we naar de teksten cursusbeschrijvingen in de studiegidsen. De deeltijdopleiding Pedagogiek kent geen stages. Wel maakt de praktijktijd onderdeel uit van de assesments waarvoor studiepunten worden toegekend, en daarmee maakt de praktijktijd onderdeel uit van de opleiding omdat de student daar mede competenties moet verwerven die met het beroep samenhangen. De student dient een werkgeversverklaring te overleggen als bewijs van de praktijktijd. Voor de eisen alsmede de opdrachten die moeten worden gedaan, verwijzen we naar de betreffende teksten in de studiegids.
Voor de deeltijdvariant kunnen eisen worden gesteld aan het verrichten van werkzaamheden tijdens het volgen van die opleiding, mits deze werkzaamheden als cursussen zijn aangemerkt. Deze eisen zijn beschreven in de studiegids.
23
OER Bachelor 2013 -2014 facultair hoofdstuk Faculteit Maatschappij & Recht – versie d.d. 08-04-2013
8.
Sociaal Juridische Dienstverlening
8.1
De kerngegevens van de opleiding zijn de volgende:
Naam opleiding: Engelse naam: CROHO-nummer: Aangeboden te: Loting: Afstudeerrichting(en): Varianten: Graad: Afkorting graad: Studielast:
Excellentieprogramma:
B Sociaal Juridische Dienstverlening B Social Legal Services 34641 Utrecht geen voltijd, deeltijd Bachelor of Laws LLB totaal: 240 EC propedeuse: 60 EC hoofdfase: 180 EC (major 150 EC en profileringsruimte 30 EC) Een excellentieprogramma wordt aangeboden. Uitwerking bevindt zich in de studiegids.
Eindkwalificaties: Na afronding van de opleiding is de SJD’er in staat om: 1.
juridische of juridisch georiënteerde vragen en problemen van cliënten te behandelen, kent en begrijpt hierbij de relevante wet en regelgeving en is daarbij in staat sociale, maatschappelijke, culturele en persoonlijke omstandigheden bij de kwestie te betrekken en op basis daarvan een plan van aanpak te maken.
2.
verschillende posities en rollen in te nemen en daarin te functioneren, nl. onder meer die van belangenbehartiger, wetsuitvoerder en toetser/beoordelaar. De SJD’er is in staat aan de kant van de cliënt te staan, maar ook aan de kant van de organisatie of de wet. De SJD’er kan daar zorgvuldig in opereren in die zin dat steeds de belangen van cliënt, organisatie en wetgeving in onderlinge samenhang worden beschouwd.
3.
zich te bedienen van verschillende werkwijzen bij de behandeling van juridische of juridisch georiënteerde vragen en problemen te weten mondeling en schriftelijk adviseren en informeren, begeleiden, beschikken en rapporteren. In het bijzonder is de SJD’er in staat bij geschillen en conflicten gebruik te maken van methodieken om te komen tot oplossing van het geschil of conflict in de prejuridische fase.
4.
diensten te verlenen zodanig dat de cliënt in de gelegenheid is of wordt gesteld zelf de kwestie af te handelen en eventuele nieuwe (vergelijkbare) kwesties het hoofd te bieden met als doel dat de cliënt zich daardoor beter kan handhaven in de samenleving.
5.
de discretionaire ruimte te benutten om - binnen de gegeven kaders van de organisatie en mogelijkheden van wet- en regelgeving- oplossingen op maat te realiseren.
6.
het proces van dienstverlening adequaat af te sluiten, te evalueren en te reflecteren op het eigen beroepsmatig handelen en de gemaakte keuzes.
7.
de effecten van beleid- en wet- en regelgeving te signaleren en/of te onderzoeken en is in staat op basis daarvan op beleidsmatig niveau een bijdrage leveren aan de organisatie. De SJD’er is daarbij in staat politiek-maatschappelijke ontwikkelingen te betrekken.
24
OER Bachelor 2013 -2014 facultair hoofdstuk Faculteit Maatschappij & Recht – versie d.d. 08-04-2013
Algemene inrichting: 8.2
Propedeutisch examen De propedeutische fase van de opleiding kent geen propedeutisch examen (art. 28). In de studiegids wordt aangegeven uit welke onderdelen de propedeutische fase bestaat en wat de inhoud en de studielast zijn van de cursussen.
8.3
Vooropleidingseisen 8.3.1 Voor deze opleiding gelden naast de algemene vooropleidingseisen zoals genoemd in artikel 11 Inschrijvingsregeling, geen nadere vooropleidingseisen.
De informatie met betrekking tot vooropleidingseisen is beschreven op de website http://www.bachelors.hu.nl/los/Maatschappij%20en%20Recht/Instroomeisen/Sociaal%20Juridische%20Dienstverleni ng.aspx (www.bachelors.hu.nl). Inschrijfvoorwaarden deeltijd Voor de deeltijdopleiding Sociaal Juridische Dienstverlening worden eisen gesteld aan het verrichten van werkzaamheden gedurende de gehele duur van de opleiding. De eisen voor de deeltijdopleiding Sociaal Juridische Dienstverlening zijn beschreven in 8.6
8.4
Toegangsbeperking afstudeerrichtingen (art.24): De opleiding kent na de propedeutische fase geen afstudeerrichtingen.
8.5
Bindend studieadvies 8.6.1 De norm voor een bindend studieadvies is voor deze opleiding (voltijd en deeltijd) 45 EC. Het bindend studieadvies wordt uiterlijk aan het einde van het eerste jaar van inschrijving afgegeven. 8.6.2 Voor het afgeven van een positief studieadvies wordt voor de voltijdopleiding geen geoormerkte vereiste gesteld. Voor de deeltijdopleiding dient van de 45 EC minimaal 30 EC behaald te zijn uit het cursorisch pakket. 8.6.3 Een negatief bindend studieadvies houdt in dat een student deze opleiding (voltijd en deeltijd) niet kan voortzetten bij Hogeschool Utrecht.
8.6
De inrichting van de deeltijdopleiding wijkt op de volgende punten af van de inrichting van de voltijdopleiding:
Voor toelating tot de deeltijdvariant dient de student gedurende de gehele duur van de opleiding te beschikken over een aanstelling (arbeidscontract, vrijwilligersovereenkomst) van voldoende omvang bij een door de opleiding goedgekeurde instelling Er is sprake van slechts één lesdag per week. Trainingen en tentamens worden soms op andere dagen in de week gepland Voor inhoud van de vakken in het deeltijdcurriculum verwijzen we naar de teksten cursusbeschrijvingen in de studiegidsen De deeltijdopleiding SJD geen stages. Wel krijgt de student studiepunten voor zijn werk dat hij naast de opleiding doet, mits deze werkzaamheden als cursussen zijn aangemerkt. We noemen dat de praktijktijd. Aan de praktijktijd zijn strikte eisen verbonden, omdat de student daar mede competenties moet verwerven die met het beroep samenhangen. Voor de eisen rond dat niveau alsmede de opdrachten die moeten worden gedaan, verwijzen we naar de betreffende teksten in de studiegids 25
OER Bachelor 2013 -2014 facultair hoofdstuk Faculteit Maatschappij & Recht – versie d.d. 08-04-2013
Voor de deeltijdvariant kunnen eisen worden gesteld aan het verrichten van werkzaamheden tijdens het volgen van die opleiding, mits deze werkzaamheden als cursussen zijn aangemerkt. Deze eisen zijn beschreven in de studiegids.
26
OER Bachelor 2013 -2014 facultair hoofdstuk Faculteit Maatschappij & Recht – versie d.d. 08-04-2013
9.
Sociaal Pedagogische Hulpverlening
9.1
De kerngegevens van de opleiding zijn de volgende:
Naam opleiding: Engelse naam: CROHO-nummer: Aangeboden te: Loting: Afstudeerrichting(en): Varianten: Graad: Afkorting graad: Studielast:
Excellentieprogramma: Eindkwalificaties:
B Sociaal Pedagogische Hulpverlening B Social Educational Care 34617 Utrecht (voltijd en deeltijd) en Amersfoort (voltijd, deeltijd en duaal) geen voltijd, deeltijd en duaal Bachelor of Social Work BSW totaal: 240 EC propedeuse: 60 EC hoofdfase: 180 EC (major 150 EC en profileringsruimte 30 EC) Een excellentieprogramma wordt aangeboden. Uitwerking bevindt zich in de studiegids.
Na afronding van de opleiding is de SPH’er in staat om: 1.
2.
-
Kennen: Verschillende theoretische stromingen in sociaal pedagogische hulpverlening. Verschillende sociaal agogische methoden en methodieken. Regulatieve of hulpverleningscyclus. Verschillende doelgroepen uit de sociaal pedagogische hulpverlening en hun levensbeschouwelijke, culturele, maatschappelijke en sociale achtergrond. Inzet van creatief agogische middelen in hulpverlening. Ethische, maatschappelijke en juridische kaders. Organisatiestructuren. Groepsdynamica. Beheer en inzet van ICT. De beroepskwalificaties SPH. Praktijkgericht onderzoek. begrijpen: Verband tussen verschillende theoretische stromingen en effecten van de inzet daarvan op hulpverlening. Effecten van inzet methodieken en methoden in hulpverlening. Belang van planmatig en methodisch werken. De visie van volwaardig burgerschap en dialooggericht werken. Meerwaarde van inzet van creatief agogische middelen in hulpverlening. Zijn positie en verantwoordelijkheden in de organisatie. Belang van collegiale en interdisciplinaire samenwerking. Effect van eigen ontwikkeling en referentiekader op beroepsmatig handelen en beroepshouding. Bijdrage van wetenschappelijk onderzoek aan ontwikkeling van beroep en beroepsmethodiek.
3.
Kunnen toepassen: Beroepshandelen rapporteren, verantwoorden en legitimeren met gebruikmaking van theoretische, ethische, maatschappelijke en juridische kaders. Planmatig en methodisch programma’s voor hulpverlening ontwerpen. - In dialoog met cliënt, cliëntsysteem en eventuele andere hulpverleners communicatieve vaardigheden te hanteren in – complexe - situaties.
-
27
OER Bachelor 2013 -2014 facultair hoofdstuk Faculteit Maatschappij & Recht – versie d.d. 08-04-2013
-
Inzet Creatief agogische middelen bij hulpverlening. Leiding en begeleiding geven. Zelfstandig en resultaatgericht een bijdrage leveren aan organisatie en beheer. Kwetsbare groepen in de samenleving signaleren en preventieve activiteiten initiëren. Werken aan eigen professionalisering en een bijdrage leveren aan ontwikkeling van het beroep en beroepsmethodiek.
4.
Kunnen analyseren: problemen analyseren en oplossen op basis van breed spectrum aan informatie; vraag en situatie van cliënt op verschillende niveaus (individu, maatschappij, organisatie) verkennen en analyseren zich samen met cliënt een beeld vormen van aard van de vraag van cliënt of van situatie waarin cliënt verkeert. verschillende belanghebbenden en verschillende mogelijk tegengestelde belangen die in het geding zijn te onderzoeken.
-
5. verbanden kunnen leggen adequate verbindingen leggen tussen verschillende factoren rond het cliëntsysteem die in het geding (kunnen) zijn hypotheses vormen innovatief zijn als het om welzijn van mensen in de samenleving gaat een visie vormen gerelateerd aan missie van het beroep maatschappelijke en beroepsmatige ontwikkelingen signaleren en vertalen in nieuwe beroepsopgaven zich een beeld vormen en daarbij gericht op empowerment van cliënt; samenwerkingsrelatie met cliënt en organisatie als leerproces hanteren 6.
-
kunnen beoordelen (evalueren): overwegingen, bevindingen, resultaten mondeling en schriftelijk over het voetlicht brengen aan leken (cliënten), organisatie en professionals; Evalueren en bijstellen van hulpverleningsprogramma samenwerken met professionals van eigen en andere disciplines; samenwerkingsrelatie met cliënt opbouwen op wijze die bij cliënt past goede relatie opbouwen en onderhouden met cliënt voldoende professionele afstand behouden; verschillen in macht en positie waar mogelijk en gewenst verkleinen, op basis van verscheidenheid cliënten accepteren en respecteren en zorgvuldige werkrelatie aan kunnen gaan; om gaan met ethische dilemma’s verantwoordelijkheid nemen en dragen
Algemene inrichting: 9.2
Propedeutisch examen De propedeutische fase van de opleiding kent geen propedeutisch examen (art. 28). In de studiegids wordt aangegeven uit welke onderdelen de propedeutische fase bestaat en wat de inhoud en de studielast zijn van de cursussen.
9.3
Vooropleidingseisen
28
OER Bachelor 2013 -2014 facultair hoofdstuk Faculteit Maatschappij & Recht – versie d.d. 08-04-2013
9.3.1
Voor de voltijd, deeltijd en duale variant van deze opleiding gelden naast de algemene vooropleidingseisen zoals genoemd in artikel 11 Inschrijvingsregeling, geen nadere vooropleidingseisen.
De informatie met betrekking tot vooropleidingseisen is beschreven op de website http://www.bachelors.hu.nl/los/Maatschappij%20en%20Recht/Instroomeisen/Sociaal%20Pedagogische%20Hulpverle ning.aspx (www.bachelors.hu.nl). Inschrijfvoorwaarden deeltijd Voor de deeltijdopleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening worden eisen gesteld aan het verrichten van werkzaamheden gedurende de gehele duur van de opleiding. De eisen voor de deeltijdopleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening zijn beschreven in 9.6. 9.4
Toegangsbeperking afstudeerrichtingen (art.24): De opleiding kent na de propedeutische fase geen afstudeerrichtingen.
9.5
Bindend studieadvies 9.6.1 De norm voor een bindend studieadvies is voor deze opleiding (voltijd/deeltijd/duaal) 45 EC. Het bindend studieadvies wordt uiterlijk aan het einde van het eerste jaar van inschrijving afgegeven. 9.6.2 Voor het afgeven van een positief studieadvies wordt geen geoormerkte vereiste gesteld. 9.6.3 Een negatief bindend studieadvies houdt in dat een student deze opleiding (voltijd/deeltijd/duaal) niet kan voortzetten bij Hogeschool Utrecht. Tevens brengt een bindend studieadvies voor de opleiding sociaal Pedagogische Hulpverlening (voltijd/deeltijd/duaal) met zich mee dat een student zich niet meer kan inschrijven voor de opleidingen Maatschappelijk Werk en Dienstverlening, Creatieve Therapie en Culturele & Maatschappelijke Vorming.
9.6
De inrichting van de deeltijdopleiding wijkt op de volgende punten af van de inrichting van de voltijdopleiding*: Voor toelating tot de deeltijdvariant dient de student gedurende de gehele duur van de opleiding te beschikken over een aanstelling (arbeidscontract, vrijwilligersovereenkomst) van voldoende omvang bij een door de opleiding goedgekeurde instelling. Het deeltijdprogramma wordt gecomprimeerd aangeboden. Een deel van de studiepunten wordt behaald op de werkplek. Voor de deeltijdvariant kunnen eisen worden gesteld aan het verrichten van werkzaamheden tijdens het volgen van die opleiding, mits deze werkzaamheden als cursussen zijn aangemerkt. De eisen voor de deeltijdopleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening staan beschreven in de studiegids.
*zie voor nadere toelichting en uitwerking de studiegids en betreffende studiehandleidingen
29