OER 2015 -2016 facultair hoofdstuk 10 masteropleidingen faculteit Maatschappij & Recht
III
FACULTEIT Maatschappij & Recht
vastgesteld door de faculteitsdirectie op 24-02-2015 instemming van de facultaire medezeggenschapsraad op 1 mei 2015. Deze versie treedt in werking op 1 september 2015 en vervangt alle voorgaande versies.
A.
Hieronder is voor zover van toepassing nadere facultaire invulling per artikel gegeven:
Artikel 20 Inschrijving voor cursussen Binnen de masteropleiding Forensisch Sociale Professional van de faculteit Maatschappij & Recht geldt dat de student door het onderwijsbureau wordt ingeschreven voor de cursussen/programmaonderdelen die voor zijn jaargroep/cohort staan gepland (=standaard studieroute). Volgt de student een afwijkende route (bijvoorbeeld als versneller, vertrager of als er gebruik wordt gemaakt van een leerlandschap), dan schrijft hij zich in via OSIRIS voor die vakken die buiten de standaard studieroute vallen. Deelname aan cursussen is alleen mogelijk als de student tijdig is ingeschreven in OSIRIS (www.osiris.hu.nl). Ook al wordt de student automatisch ingeschreven voor het merendeel van het onderwijsprogramma, de student blijft er zelf verantwoordelijk voor. Hij wordt aangeraden altijd de inschrijving te controleren en een inschrijfbevestiging te printen. Als de student niet correct is ingeschreven, heeft hij geen toegang tot de cursus. Inschrijven is mogelijk tot twee weken voor de start van een onderwijsperiode waarin het onderwijs van de desbetreffende cursus wordt gegeven. Artikel 24 Inschrijving voor tentamens
Als de student wel staat ingeschreven, maar niet heeft deelgenomen aan het tentamen, wordt in OSIRIS NA (niet aanwezig) als tentamenresultaat geregistreerd. Dit is een tentamenuitslag en daarmee verliest de student een tentamenkans. Deelname aan tentamens is alleen mogelijk als de student tijdig is ingeschreven in OSIRIS (www.osiris.hu.nl). Ook al wordt de student automatisch ingeschreven voor het eerste reguliere tentamen en op zijn verzoek voor het hertentamen, de student blijft er zelf verantwoordelijk voor. Hij wordt aangeraden altijd de inschrijving te controleren en een inschrijfbevestiging te printen. Als de student niet correct is ingeschreven, heeft hij geen toegang tot het tentamen. De inschrijftermijnen voor tentamens staan opgenomen in de studiegids. Artikel 25 Tentamenkansen Een student heeft twee tentamenkansen per tentamen in een studiejaar. Wanneer een student niet deelneemt aan het eerste regulier geroosterde tentamenmoment, resteert uitsluitend nog de daarop volgende reguliere herkansingsmogelijkheid. Artikel 31 Vrijstellingen Voor de aanvraag van een vrijstelling zijn de procedurevoorschriften opgenomen in de studiegidsen van de opleidingen van de faculteit Maatschappij & Recht. Artikel 35 Vermelding cum laude of met genoegen Binnen de opleidingen van de faculteit Maatschappij & Recht werden tot voor kort nog beoordelingen als Goed, Voldoende etcetera toegekend. Bij de berekening als bedoeld in lid 1 en 2 van artikel 44 worden eventuele niet-cijfermatige resultaten door de examencommissie meegewogen. Hiervoor gelden de volgende regels: a. De beoordeling ‘voldaan/niet voldaan’ wordt buiten beschouwing gelaten.
OER 2015 -2016 facultair hoofdstuk 10 masteropleidingen faculteit Maatschappij & Recht
b.
Als omrekeningstabel geldt: ∙ Voldoende ∙ Ruim voldoende ∙ Goed ∙ Zeer goed ∙ Uitmuntend
=6 =7 =8 =9 = 10
OER 2015 -2016 facultair hoofdstuk 10 masteropleidingen faculteit Maatschappij & Recht
B.
Nadere facultaire Regelgeving:
De Faculteit Maatschappij & Recht kent de volgende nadere regelgeving die een integraal onderdeel van de OER vormen:
1. 2.
Reglement Examencommissies HU Fraudebeleid FMR
OER 2015 -2016 facultair hoofdstuk 10 masteropleidingen faculteit Maatschappij & Recht
C.
Opleidingen van de faculteit Maatschappij & Recht
De Faculteit Maatschappij & Recht kent de volgende door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (on)bekostigde masteropleidingen: 1 2
M Pedagogiek M Forensisch Sociale Professional
OER 2015 -2016 facultair hoofdstuk 10 masteropleidingen faculteit Maatschappij & Recht
1.
M Pedagogiek
1.1 De kerngegevens van de opleiding zijn de volgende: Naam opleiding: M Pedagogiek Engelse naam: M Educational Theory CROHO-nummer: 44113 Aangeboden te: Amersfoort Loting: geen Specialisaties: - Management en Beleid (20 EC) - Advies en begeleiding (20 EC) - Zorg en begeleiding (20 EC) - Opleiden en begeleiden (20 EC) - Algemene variant (20 EC) Varianten: deeltijd Graad: Master of Education Afkorting graad: MEd Studielast: 90 EC Excellentieprogramma: -
Eindkwalificaties Een ecologisch pedagoog beschouwt de wereld als een netwerk van verschijnselen, die onderling afhankelijk en fundamenteel met elkaar verbonden zijn. Ecologie heeft, in dit verband, betrekking op het geheel van relaties tussen opvoeders en kinderen. Na afloop van de opleiding is de student in het bijzonder in staat kerntaken uit te werken volgens de ecologisch pedagogische invalshoek. De zeven eindkwalificaties van de Master Ecologische Pedagogiek, die door leeractiviteiten in onder andere leerdomeinen, specialisatie en praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek uitgewerkt worden, zijn in het kader van de beroepsontwikkeling als volgt gespecificeerd: Eindkwalificatie 1: besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid. De abituriënt: kan kritische reflecteren op en in de praktijk bewust en zorgvuldig omgaan met ethische en normatieve vraagstukken en maatschappelijke verantwoordelijkheden met betrekking tot de ontwikkeling, verbreiding en toepassing van kennis op ecologisch pedagogisch terrein. is zich bewust van de taken en verantwoordelijkheden van de ecologische pedagoog op het gebied van maatschappelijk opvoeden en handelt hiernaar. is zich bewust van de gemeenschappelijke verantwoordelijkheden van factoren binnen de diverse opvoedingsmilieus voor de opvoeding van jeugd en jongeren en is staat om een stimulerend opvoedingsklimaat en stimulerende leef- en leeromgevingen te scheppen, verbindingen tot stand te brengen tussen mensen en sociale netwerken te benutten en te ontwikkelen. is zich bewust van zijn (mede)verantwoordelijkheid als ecologisch pedagoog voor de totstandbrenging en optimale benutting van de mogelijkheden tot preventie van opvoedingsproblemen en handelt hiernaar. kan een juiste inschatting doen van de betekenis van sociale en culturele verschillen bij opvoedingsvragen binnen een multiculturele samenleving en hiermee bij ecologisch pedagogische begeleiding of bij de vormgeving aan ecologisch pedagogisch beleid rekening houden. Eindkwalificatie 2: onafhankelijke oordeelsvorming met betrekking tot gewenste ontwikkelingen, gebaseerd op kennis van hoog niveau. De abituriënt: heeft een constructief kritische instelling ten aanzien van theorievorming, gebruikte oplossingsmethoden en geboekte resultaten op ecologisch pedagogisch terrein.
OER 2015 -2016 facultair hoofdstuk 10 masteropleidingen faculteit Maatschappij & Recht
kan algemeen pedagogische, ecologisch pedagogische, urbaan pedagogische, sociaalpedagogische, onderwijspedagogische en orthopedagogische kennis en kennis vanuit de relevante nevendisciplines integreren en problemen, rekening houdend met de diverse invalshoeken, integraal en ecologisch benaderen. is bereid en in staat zijn ecologisch pedagogisch handelen te verantwoorden aan de hand van theoretische en normatieve kaders. is in staat tot kritische zelfreflectie met betrekking tot eigen sterke en zwakke kanten bij de beroepsuitoefening, staat open voor de kritiek van andere factoren binnen het ecologisch pedagogisch domein en beschikt over lerend vermogen, tot uitdrukking komend in het nemen van de verantwoordelijkheid voor de eigen professionele- en loopbaanontwikkeling. heeft interesse in en is bereid tot structurele en frequente uitwisseling van ervaringen met betrekking tot opvoedingsvraagstukken en wil en kan met anderen samenwerken bij het zoeken naar oorzaken van problemen en naar mogelijke oplossingen.
Eindkwalificatie 3: effectief functioneren in en vanuit een arbeidsomgeving. De abituriënt: is in staat vanuit een arbeidsomgeving een ecologisch pedagogische relatie aan te gaan, te onderhouden en te beëindigen met een individu, groep en/of groter sociaal verband en op basis daarvan de kerntaken uit te voeren, die behoren tot het beroep van ecologisch pedagoog. is in staat om bij zijn activiteiten als ecologisch pedagoog rekening te houden met de aanwezige motivatie, mogelijkheden, activiteiten en zich ontwikkelende inzichten bij leerlingen/cliënten en/of factoren binnen de ecologisch pedagogische sector waarmee hij samenwerkt. is in staat vanuit een arbeidsomgeving te functioneren in diverse rollen als collega, lid van een multidisciplinair team, werkbegeleider, coördinator en leidinggevende, als projectleider, als voorlichter, als leraar, als netwerker en als vertegenwoordiger van de organisatie in externe samenwerkingsverbanden. is in staat om in en vanuit een arbeidsomgeving en op basis van gericht onderzoek en systematische evaluatie bij te dragen aan de vormgeving van beleid, de verbetering van de van de hulp- en dienstverlening en de ontwikkeling van nieuwe producten. weet van toepassing zijnde financiële, beheersmatige, organisatorische, wettelijke en beleidsmatige kaders bij de uitvoering van zijn werk effectief te hanteren. Eindkwalificatie 4: uitvoeren van op toepassing van kennis gericht onderzoek, waarin complexe ecologisch, urbane, sociaal- en orthopedagogische problemen worden geanalyseerd, mede met behulp van kennis voortkomend uit praktijkgericht onderzoek. De abituriënt: is in staat tot het zelfstandig en in teamverband verrichten van praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek vanuit multidisciplinair perspectief, ook juist waar dit gericht is op opvoedingsproblemen, die zich in alle drie de opvoedingsmilieus voordoen. is bij het verrichten van praktijkgericht onderzoek gespitst op het leveren van een bijdrage aan de preventie of oplossing van actuele opvoedingsproblemen of de vernieuwing/verbetering van de ecologisch pedagogische dienstverlening/infrastructuur; tegelijkertijd is hij in staat en bereid tot open discussie en kritische evaluatie met betrekking tot de (mogelijke) effecten van zijn onderzoek in de praktijk. is in staat om bij praktijkgericht onderzoek vraag- en klantgericht te werken, is zich bij de aanvaarding en uitvoering van een onderzoeksopdracht bewust van de grenzen van zijn eigen leef- en werkkwaliteiten en schakelt zo nodig de expertise van derden in. is in staat om bij het verrichten van praktijkgericht onderzoek rekening te houden met gangbare kentheoretische en methodologische inzichten en gebruik te maken van relevante resultaten van fundamenteel wetenschappelijk onderzoek op pedagogisch, ecologisch pedagogisch, urbaan pedagogisch, sociaalpedagogisch, orthopedagogisch, onderwijskundig en sociaal-wetenschappelijk terrein. is in staat om bij ecologisch pedagogisch en sociaal-wetenschappelijk (veld)onderzoek gangbare methoden en technieken op een verantwoorde wijze toe te passen en houdt bij het trekken van conclusies rekening met conflicterende informatie/uitkomsten van eerder onderzoek. is in staat de uitkomsten van zijn onderzoek wetenschappelijk te verantwoorden en zowel mondeling als schriftelijk duidelijk en systematisch te presenteren aan vakgenoten.
OER 2015 -2016 facultair hoofdstuk 10 masteropleidingen faculteit Maatschappij & Recht
Eindkwalificatie 5: zelfstandig kennis verwerven op het ecologisch pedagogisch terrein, daarover kunnen communiceren met anderen en kennis kunnen delen met en overdragen op het begripsniveau van de diverse factoren binnen de ecologisch pedagogische sector. De abituriënt: is op de hoogte van, en in staat tot het zelfstandig kritisch volgen van de nieuwste (ook internationale) ontwikkelingen binnen het vakgebied, het beroepenveld en de onderliggende disciplines en bereid en in staat zijn handelen op basis hiervan bij te stellen. is in staat om conclusies, alsmede de kennis, motieven en overwegingen die hieraan ten grondslag liggen, duidelijk en ondubbelzinnig over te brengen op een publiek van specialisten of niet-specialisten. kan in woord en geschrift actief deelnemen aan de (internationale) maatschappelijke discussie over opvoedkundige vraagstukken en de maatschappelijke functie, identiteit en legitimiteit van de beroepsuitoefening van ecologisch pedagogen. kan professioneel functioneren in multiculturele en internationale werksituaties. is in staat om ecologisch pedagogische en onderwijskundige kennis toe te passen in begeleiding vanuit het onderwijs en in staat om op basis van ecologisch pedagogische en didactische kennis educatieve programma’s te ontwerpen en uit te voeren dan wel de uitvoering daarvan door anderen te coördineren. Eindkwalificatie 6: methodisch verantwoord en gedisciplineerd werken. De abituriënt: is zelfstandig en functionerend binnen een samenwerkingsverband in staat tot plan- en procesmatig werken: (1) grondige inventarisatie van het probleem/de uitgangssituatie, (2) opstellen van een realistisch plan, (3) methodische uitvoering van het plan, (4) geregelde kritische reflectie/evaluatie en (5) bijstelling. is in staat om gebruik te maken van theoretische noties en theorievorming op het vakgebied en kan de relevantie daarvan beoordelen bij het uitvoeren van werkzaamheden en het initiëren van praktijkgericht onderzoek. is in staat om ecologisch pedagogische problemen te bezien vanuit een holistisch perspectief en integraal aan te pakken vanuit een interdisciplinaire benadering. Eindkwalificatie 7: leiding geven aan projecten waarin complexe problemen worden opgelost, of innovaties worden voorbereid of worden geïmplementeerd. De abituriënt: staat open voor nieuwe invalshoeken, speelt een stimulerende rol bij het genereren van nieuwe inzichten en de ontwikkeling van innovatieve plannen en weet daarbij kennis en capaciteiten van anderen aan te spreken en hen uit te dagen daaraan bijdragen te leveren. is in staat tot het integreren van multidisciplinaire kennis en visies van verschillende experts rond een praktijkprobleem. is in staat om een leidende of coördinerende rol te spelen bij projectmatig onderzoek op ecologisch pedagogische probleemgebieden, bij de totstandkoming en uitvoering van ecologisch pedagogisch beleid op micro-, meso-, en macroniveau en bij het op elkaar afstemmen van onder meer ecologisch pedagogische aanpakken. kan op de uitvoering van ecologisch pedagogisch beleid reflecteren, daarbij ‘waaromvragen’ stellen en van het concrete niveau abstraheren om nadere beleidsconclusies en meer algemene lessen te trekken.
Algemene inrichting 1.2 Vooropleidingseisen 1.2.1 Voor deze opleiding gelden naast de algemene vooropleidingseisen zoals genoemd in artikel 11 Inschrijvingsregeling, nadere vooropleidingseisen. Deze nadere eisen zijn:
In bezit zijn van een diploma van een verwante hbo- of bachelor pedagogisch, sociaal agogisch of educatie. Daarnaast geldt een aanbeveling van twee jaar relevante werkervaring.
OER 2015 -2016 facultair hoofdstuk 10 masteropleidingen faculteit Maatschappij & Recht
De informatie met betrekking tot vooropleidingseisen is beschreven op de http://www.masters.hu.nl/AlleMasteropleidingen/Master%20Ecologische%20Pedagogiek.aspx (www.masters.hu.nl). 1.3 Toegangsbeperking specialisaties (art. 24) De opleiding kent de volgende specialisaties: Management en Beleid (20 EC) Advies en begeleiding (20 EC) Zorg en begeleiding(20 EC) Opleiden en begeleiden (20 EC) Algemene variant (20 EC) Deze specialisaties kennen geen toegangsbeperking.
OER 2015 -2016 facultair hoofdstuk 10 masteropleidingen faculteit Maatschappij & Recht
2. 2.1
M Forensisch Sociale Professional De kerngegevens van de opleiding zijn de volgende: Naam opleiding: M Forensisch Sociale Professional Engelse naam: M Forensic Social Professional CROHO-nummer: 70184 Aangeboden te: Utrecht Loting: geen Specialisaties : geen Varianten: deeltijd Graad: Master of Social Work Afkorting graad: M SW Studielast totaal: 60 EC Excellentieprogramma: -
Eindkwalificaties Na afloop van de opleiding heeft de student de volgende competenties: 1.
2.
3.
4.
5.
6.
De master forensisch sociale professional kan beslissingen nemen over een (lopend) interventieplan gericht op het beheersen van risico’s en begeleiden van verandering, in complexe casuïstiek met tegenstrijdige belangen en uiteenlopende waarden en doelen van professional, cliënt(systeem), netwerk, maatschappelijke veiligheid en sanctioneren. De master forensisch sociale professional kan het proces van beheersing van risico’s voor de omgeving en verandering van gedrag en/of omstandigheden van de cliënt (cq het – systeem) of gedetineerde methodisch regisseren en kan zich hiervoor transparant verantwoorden, refererend aan waarden, aan doelen rond veiligheid en perspectief, aan relevante verklarende - en handelingskennis en aan het feitelijke handelen. De master forensisch sociale professional kan sturing geven aan individuele en collectieve leerprocessen in de organisatie door het leren op de werkvloer te stimuleren en te faciliteren en door daarover te adviseren. De forensisch sociale professional regisseert netwerken voor professionele samenwerking bij complexe casuïstiek, ook over de grenzen van de eigen instelling en van het forensische werkveld heen, en kan daarbij de eigen forensische opdracht en doelen effectief verbinden aan de doelen van de cliënt / cliëntsysteem / gedetineerde en aan de opdracht en doelen van andere betrokkenen. Onderzoekend vermogen: Een onderzoekende houding hebben: kritisch zijn, willen begrijpen, willen bereiken, willen delen, willen vernieuwen, willen weten. Onderzoek gebruiken: onderzoeksresultaten van anderen op waarde schatten en toepassen in de eigen praktijk. Onderzoek doen: een onderzoeksplan opstellen, ontwerpgericht onderzoek uitvoeren en de resultaten daarvan verwerken tot een praktijkgericht advies. De master forensisch sociale professional is in staat systematisch te reflecteren over zijn professioneel handelen op verschillende niveaus: ethisch/moreel, effectief, correct en persoonlijk. Hij kan zijn methodische, praktische en theoretische kennis inzetten ter verbetering van het eigen professioneel handelen, van de organisatie, en van het werkveld binnen de maatschappelijke context. Professionele houding: de student kan het eigen professioneel handelen en de professionele rol kritisch beschouwen in de context van de organisatie en werkveld. Professionele ontwikkeling: de student kan professionele ontwikkelvragen formuleren binnen de bestaande juridische, maatschappelijke en organisatorische kaders van het forensisch sociaal werk. De student is in staat systematisch te werken aan beantwoording van deze ontwikkelvragen.
OER 2015 -2016 facultair hoofdstuk 10 masteropleidingen faculteit Maatschappij & Recht
Visie op beroep: de student ontwikkelt een visie op zijn beroep door kennis te hebben van de maatschappelijke positie van zijn werk, de beperkingen en mogelijkheden van zijn werkgebied en organisatie. Hierbij heeft de student oog voor dilemma’s van het beroep van forensisch sociaal werk, en voor ontwikkelingen van het beroep, of ontwikkelingen die betrekking hebben op het beroep en de werkpraktijk.
Algemene inrichting 2.2 Vooropleidingseisen Voor deze opleiding geldt als vooropleidings- en toelatingseisen: • Een adequate vooropleiding op HBO of universitair niveau in het (forensisch) sociale domein. • Minimaal drie jaar aantoonbare werkervaring als forensisch sociale professional in een formeel gedwongen kader of in een kader van informele dwang en drang. • Gedurende de opleiding een werkplek als forensisch sociale professional binnen een gedwongen kader. • De organisatie waarin u werkzaam bent, faciliteert u om de opleiding te volgen en opdrachten te maken waarbij u gebruik maakt van uw eigen werkpraktijk. De informatie met betrekking tot vooropleidingseisen is beschreven op de http://www.mfsp.hu.nl.