Obs Ter Tolne
Informatieboekje
Groep 4
obs Ter Tolne Molenvlietsedijk 9 4691 HS 1Tholen 0166-602162 www.obstertolne.nl
postadres: postbus 94 4690 AB Tholen e-mail:
[email protected]
Voor u ligt het kennismakingsboekje van groep 4. Hierin geef ik uitleg over de gang van zaken voor het komende schooljaar. Elke dag worden pictogrammen opgehangen en erbij geschreven wat we bij de bijbehorende les doen. Zo leren de kinderen hoe een dagindeling er uit ziet. Ook weten ze op deze manier wat er nog komen gaat. Door middel van een magneet wordt aangegeven waar we gebleven zijn.
Nederlandse taal
We werken met de nieuwste methode “Taal actief”. Elk taal- en werkboek start met een visuele leerlijn. In deze leerlijn zien de kinderen wat ze de komende thema’s gaan leren. Daarnaast wordt aan het begin van iedere les het ‘instapkaartje’ behandeld. Het instapkaartje geeft een duidelijke doelbeschrijving (‘Dit ga je leren’) en een uitleg in begrijpelijke taal (‘Dit moet je weten’). Zo weten kinderen wat ze gaan leren. Het instapkaartje vormt ook een goed hulpmiddel bij het zelfstandig werken. Elke les wordt afgesloten met een ‘uitstapkaartje’. Dit is een belangrijk reflectiemoment voor de kinderen; ze kijken terug op het lesdoel. Differentiatie bij taal en spelling In Taal actief start de differentiatie al direct na de beginopdrachten in het lesonderdeel Eerst proberen. Aan de hand van het aantal fouten bepaalt de leerkracht op welk niveau de kinderen aan de slag gaan. Kinderen die een fout maken bij het onderdeel Eerst proberen, beginnen met * en maken ook de opdracht bij ** . De overige kinderen beginnen met ** . Zij maken vervolgens ook de opdracht bij ***. Op deze manier halen alle kinderen het kerndoelen- en referentieniveau en werkt elk kind op zijn eigen niveau. Taal Binnen de leerlijn taal worden de volgende vier domeinen in aparte lessen behandeld: • woordenschat • taal verkennen • spreken & luisteren • schrijven De ankerverhalen vormen het vertrekpunt voor alle lessen. De verhalen zijn geschreven door bekende kinderboekenauteurs als Sjoerd Kuyper, Jan Paul Schutten en Francine Oomen. Op maandag staat Taal actief altijd in het teken van woordenschat, inclusief het lezen van het ankerverhaal. Op dinsdag tot en met vrijdag staat er een taalles van 40 minuten op het programma.
2
Bij elk thema maken de kinderen aan het eind van week 3 een toets. De toets is opgenomen in een toets boek en bestaat uit meerkeuzevragen. De taaltoets heeft drie onderdelen: taal verkennen, woordenschat en plusvragen. De resultaten bepalen het startniveau van het kind in week 4. Spelling In elke basisweek biedt Taal actief één nieuwe spellingcategorie aan. Daarnaast worden elke week twee eerder aangeboden categorieën opgefrist. Elk thema duurt vier weken. De eerste drie weken zijn basislessen waarin de nieuwe stof aangeboden wordt en de kinderen ermee oefenen op drie niveaus. Week 4 is bestemd voor toetsing en remediëring, herhaling of verrijking (r-h-v). Toetsing gebeurt aan de hand van twee dictees. Het woordendictee en het zinnendictee. Woordenschat extra Het programma woordenschat extra bevat per jaargroep 480 nieuwe woorden. Dit zijn eenvoudigere woorden die niet in het basispakket van Taal actief voorkomen. In het programma woordenschat extra komen dezelfde acht thema’s voor als in het taal- en spellinggedeelte van Taal actief. Het pakket bestaat uit drie voorleesverhalen per thema, geschreven door bekende kinderboekenschrijvers. In elk verhaal worden twintig woorden behandeld. De verhalen en woorden (in beeld en geluid) kunnen worden aangeboden op het digibord of op de computer. De kinderen kunnen vrijwel geheel zelfstandig met het programma aan de slag. Woordenschat extra beslaat ongeveer zestig minuten per week.
Lezen:
We werken met de methode “Timboektoe”. In een week zijn er drie lessen uit deze methode. De eerste les is een instructieles waarbij alle kinderen instructie krijgen en de zwakke lezers extra instructie. We lezen dan een verhaal en maken een bladzijde uit het werkboekje. De tweede les is een Samen leesles waarbij we gebruik maken van de combi-leesboekjes. Dit zijn boekjes geschreven op twee naastliggende Avi-niveaus. Deze les vindt plaats op donderdag. We krijgen dan hulp van (groot)ouders. De derde les is een differentiatie les waarbij elk kind op niveau gaat lezen met de leeskaarten of in boeken van school.
3
Verder is het heel belangrijk dat de kinderen veel leeskilometers maken, zowel thuis als op school.
Begrijpend lezen:
Onze begrijpend leesmethodes heten “Tekst Verwerken” en “Nieuwsbegrip”. De eerste helft van het jaar gebruiken we het boek van tekstverwerken klassikaal. Het eerste blok van de methode is begrijpend luisteren en daarna wordt er overgegaan naar begrijpend lezen. We beantwoorden samen de vragen en opdrachten omdat de kinderen in de eerste helft van groep 4 het nog lastig vinden om de vragen zelfstandig te maken. In het tweede deel van het schooljaar komt de overgang van klassikaal werken naar zelfstandig de les maken. De kinderen moeten de teksten aandachtig lezen om de opdrachten te kunnen maken. Na elk blok (bestaande uit 6 lessen) wordt er een toets afgenomen. Nieuwsbegrip wordt 1x per week gegeven en is vooral op de actualiteit gericht. We beginnen hiermee na de herfstvakantie. Het NOS Jeugdjournaal maakt iedere week een filmpje bij het onderwerp van Nieuwsbegrip. Hiermee wordt de tekst ondersteunt en oefenen we het begrijpend luisteren.
Rekenen:
We werken met de nieuwste methode van “Wereld in Getallen”. Deze methode bestaat uit 2 boeken, boek a en boek b. Elk boek bestaat uit 4 blokken. Na elk blok maken de kinderen een toets. * In blok a wordt behandeld: - oriëntatie op de getallen tot en met 100 - optellen en aftrekken tot en met 20 - optellen en aftrekken tot en met 100 - de tafel van 10, 5, 2 en 3 - tijd: hele en halve uren analoog en digitaal - jaarkalender - geld: alle munten en biljetten van 5, 10, 20, 50 en 100. - gepast betalen en teruggeven - spiegelen - introductie van meter, centimeter en kilogram * In blok b komt aan de orde: - oriëntatie op de getallen tot en met 100 - optellen en aftrekken over het eerste tiental - optellen en aftrekken tot en met 100 - vermenigvuldigen (tafel van 4 en 6) en delen (introductie) - geld: herhaling alle munten en biljetten tot en met 100 euro - tijd: herhalen hele en halve uren maar ook introductie van kwartieren (analoog) - maandkalender en jaarkalender - plattegronden - herhaling meter, centimeter en kilogram en introductie gram en liter
4
Deze methode heeft ook een nieuwe manier van werken. Opdracht 1 en 2 zijn instructiemomenten. Daarna volgt een verlengde instructie voor de kinderen die moeite hebben met rekenen. De overige kinderen gaan zelfstandig aan de slag met opdracht 3 en hun weektaak. De weektaak zegt het eigenlijk al, aan het einde van de week moeten deze opdrachten af zijn. Op vrijdag hebben ze de gehele les de tijd om deze weektaak verder af te maken. Elke les is op dezelfde manier opgebouwd behalve de projecttaak op woensdag. In deze les staat altijd een van de leerstofonderdelen geld, tijd, meten, meetkunde, verhoudingen of grafieken centraal. Deze taak wordt veelal mondeling besproken met de kinderen. We werken tijdens zo’n les veel met materialen.
Weekschema maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag
getallen bewerkingen projectles: meten, meetkunde, tijd en geld rekenen bewerkingen afronding weektaak
De kinderen leren op school de tafels. Het is zeer wenselijk de tafels thuis ook te oefenen. Zo worden de tafels geautomatiseerd. De kinderen oefenen de tafels op de computer. Wanneer een kind een tafel beheerst, krijgt hij/ zij een tafeldiploma.
Schrijven:
We werken met de methode “Zwart op Wit”. Er zijn drie schriften A, B en C bij deze methode. Daarnaast zijn er ook nog oefenschriften met de ene zijde “weer” oefeningen, om moeilijke letters nog eens extra te oefenen en aan de andere zijde “meer” oefeningen, extra uitbereiding voor kinderen die de betreffende letter al beheersen. Beide schriften worden elke week gebruikt. De kinderen leren de hoofdletters en de verbindingen naar de kleine letters te maken. Later moeten de kinderen de hoofdletters ook toe gaan passen in de taallessen. De kinderen krijgen na de kerstvakantie van school een vulpen waarmee geschreven moet worden. Deze vulpen gaat de gehele schoolloopbaan mee met het kind. Verder informatie hierover volgt na de kerstvakantie.
5
Biologie: De biologiemethode die wij gebruiken, heet “Leefwereld’. De omgeving van het kind staat hierin centraal. Elke les opent met een vertelplaat die wordt gevisualiseerd door middel van een filmpje. De plaat en het filmpje bekijken en bespreken we samen. Hierna wordt het onderwerp van de les verder uitgelegd. In bijna elke les maken de kinderen een werkblad. Elke vrijdag kijken we naar Nieuws uit de Natuur.
Verkeer:
Voor verkeer gebruiken we de methode “Wegwijs”. Een methode waarin de directe belevingsomgeving van het kind centraal staat. We werken rond de volgende thema’s: school en verkeer, weer en verkeer, beroepen en verkeer, de buurt en verkeer en reizen en verkeer. De kinderen maken opdrachten in een werkboek. We gaan de situatie rondom school bekijken en ook de fietsen van de kinderen.
Expressie:
Elke donderdagmiddag van 13.45 – 14.45 uur is er door de gehele school “cultuurmiddag”. De volgende vakken komen aan bod: drama – dans – poëzie – cultureel erfgoed – handvaardigheid – tekenen – textiel – muziek. Het kan voorkomen dat er een andere leerkracht een van deze vakken komt geven.
Culturele vorming: hieronder verstaan we de vakken handvaardigheid, tekenen en tech-
niek. We werken met de methode “Uit de Kunst”. De kinderen werken met verschillende materialen.
Muziek: We werken met de methode “Muziek moet je
doen”. De kinderen leren de eerste beginselen van de taal muziek en ontdekken hun eigen muzikale mogelijkheden. luisteren bijvoorbeeld naar het tempo, de melodieën en ritmen van allerlei liedjes en muziekfragmenten. Ook hoze muziek uit verschillende culturen en muziek met een verhaal. Naast luisteren naar muziek leren de kinderen nieuwe liedjes.
van Ze ren ook
Gymnastiek: ons gymrooster is als volgt: dinsdagmiddag van 13.45 – 14.30 uur en op vrijdag morgen van 10.30 uur tot 11.15 uur . Op dinsdag gaan we naar de zoekweg en op vrijdag naar de Meulvliet. Het is wenselijk dat de kinderen goede schoenen (geen zwarte zolen), een broekje of gympakje dragen.
6
T-shirt,
Kwink: Kwink is een onze splinternieuwe, online methode voor sociaal-emotioneel leren (SEL). Inclusief burgerschap, sociale integratie en mediawijsheid. Voor groep 1 t/m 8 van het primair onderwijs. Kwink biedt een doordacht SEL-programma, gebaseerd op de laatste wetenschappelijke inzichten. Praktisch, leuk en altijd actueel.
Burgerschap:
Als openbare school staan wij open voor kinderen en ouders van alle culturele of religieuze achtergronden. We willen de kinderen betrokkenheid bij de samenleving, de lokale omgeving en de maatschappij meegeven. Burgerschap biedt de mogelijkheid kinderen actief te betrekken bij activiteiten in en rond de school. We leren de kinderen redzaam te gedragen door middel van de methode Klets (zie hierboven). De kinderen maken allemaal een deel van het plein schoon, waardoor ze leren omgaan met het milieu. Ook komen de wereldgodsdiensten aan bod.
Computer:
We hebben in de klas 1 computer staan. Er wordt gewerkt aan verschillende vakken. Ook de tafels worden op de computer geoefend. Op vrijdag gaan de kinderen computeren in de gemeenschapsruimte. Ze werken hier onder leiding van een ouder aan verschillende vakken.
Cito-toetsen
Naast de methode-gebonden toetsen worden er ook de zogenaamde Cito-toetsen afgenomen. De volgende Cito-toetsen worden afgenomen: Zien: november en april DMT: februari en juni AVI: februari en mei/juni Woordenschat: januari en juni Technisch lezen: januari en juni Begrijpend lezen: januari en juni Spelling: februari en juni Rekenen: februari en juni
7
Regels Enkele belangrijke regels in groep 4: - De kinderen mogen een half uur na elke pauze en tijdens de uitleg niet naar de wc. - De weekdienst is de hulp van de juf. De weekdienst deelt de spulletjes uit en haalt de schriften op. - Tijdens het werken zijn de kinderen stil. De juf loopt langs en helpt de kinderen die hulp nodig hebben. We werken met de blokjes. - Na het werk kunnen de kinderen kiezen uit een weektaak, lezen of taal/rekenschrift of weektaak schrijven. - Naast de regels in de klas zijn er ook schoolregels. Deze regels worden in de klas behandeld. Deze regels hebben we gemaakt om de omgang met elkaar prettiger te laten verlopen. De schoolregels zijn te vinden in de schoolgids.
Werk afmaken / nablijven
Als kinderen hun werk niet af hebben, of de week is niet klaar aan het einde van de week, moeten kinderen dat om 15.00 uur afmaken. Als het werk om 15.15 uur nog niet af is, gaat het mee naar huis als huiswerk. Als een kind de regels overtreedt, kan het zijn dat hij/zij moet nablijven. Er wordt een formulier ingevuld dat mee naar huis gaat en de volgende dag moet het ondertekend door een ouder/verzorger terug ingeleverd worden bij de leerkracht.
Diversen:
Op dinsdag en vrijdag is het fruitdag! Op deze dagen nemen de kinderen fruit mee in plaats van een koek. Schrijf op de pakjes drinken en de koeken a.u.b. de naam van uw kind, dit om misverstanden te voorkomen in de klas. Op woensdagochtend is er de mogelijkheid om godsdienstlessen te volgen. Op woensdag kunnen kinderen sparen voor het schoolreisje. We houden bij hoeveel uw kind gespaard heeft. Natuurlijk kunt u ook het totaalbedrag contant betalen of overmaken op de bankrekening. De klassenouder is Mevrouw Zwagemaker (moeder van Lieke). Ik schakel de hulp van de klassenouder in als we voor een activiteit ouders nodig hebben. Als uw kind niet op school aanwezig kan zijn, wilt u dit a.u.b. doorgeven voor schooltijd. Dit is ook in het belang van de veiligheid van uw kind. Er worden kijkmiddagen georganiseerd waarbij u samen met uw kind in de klas kan komen kijken naar de gemaakte werkjes. Elke maand krijgen de ouders de nieuwsbrief via de mail of op school. Hierin staan alle nieuwtjes van school. Er wordt van ouders verwacht dat ze deze brief doorlezen. De schoolkalender is aan het einde van vorig schooljaar meegegeven aan de leerlingen. Deze kan altijd geraadpleegd worden voor verdere informatie. Overblijven wordt geregeld met overblijfkaarten. Anja de Wit is de contactpersoon, bij haar kunnen de kaarten gekocht worden. Elke ochtend vraag ik wie er over moet blijven. Dit wordt ingevuld in een schrift, die aan Anja doorgegeven wordt.
8
Voor eventuele verdere vragen kunt u altijd terecht voor en na schooltijd. Kom bij eventuele problemen zo vlug mogelijk naar mij toe, dan kan ik hier tijdig een oplossing voor vinden. Wij hopen dat uw kind een fijn schooljaar heeft in groep 4! Gerda Verbruggen, Anne Luijsterburg, Anco van der Werff
9