O14.003179
O14.003179*
Compensatie zorgkosten minima Afschaffing Wtcg en Cer
Inhoudsopgave
1.
Rapport in het kort ............................................................................................................................... 3
2.
Inleiding ................................................................................................................................................ 4
3.
Huidige regelingen (tot 1 januari 2015) ............................................................................................... 5
4.
Compensatiemogelijkheden vanaf 1 januari 2015 ............................................................................... 7
Bijlage 1: Opties voor lokaal beleid ............................................................................................................ 13 Bijlage 2: varianten collectieve ziektekostenverzekering voor minima Súdwest Fryslân ......................... 14 Bijlage 3: varianten collectieve ziektekostenverzekering voor minima Littenseradiel .............................. 15 Bijlage 4: doelgroepen-analyse Stimulansz minimascan met doorrekening naar het aantal inwoners .... 16
2/16
O14.003179
1.
Rapport in het kort
Vanaf 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk om, met minder geld, iets te doen voor mensen met hoge zorgkosten. De gemeente is vrij om te bepalen of zij een tegemoetkoming ter ondersteuning van de zelfredzaamheid en de participatie wil verstrekken aan inwoners met een beperking of chronische ziekte en op welke wijze deze specifieke voorziening vorm moet worden gegeven. Van gemeenten wordt verwacht dat zij het wegvallen van de inkomensondersteunende maatregelen Compensatie eigen risico (Cer) en Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten(Wtcg) gaan compenseren. Er zijn verschillende manieren om een compensatie te bieden voor chronisch zieken en gehandicapten. De volgende uitgangspunten worden gehanteerd: de tegemoetkoming komt terecht bij de doelgroep chronisch zieken en gehandicapten (er is een relatie met de kosten); de tegemoetkoming komt terecht bij inwoners met een laag inkomen; de regeling is relatief eenvoudig uit te voeren en de uitvoeringskosten blijven beperkt. Mogelijkheden om compensatie te verlenen zijn: 1. de (individuele) bijzondere bijstand; 2. een (financiële) tegemoetkoming vanuit de Wmo 3. de collectieve (aanvullende) zorgverzekering minima (CZM) De bijzondere bijstand is een reeds bestaand instrument in de wet werk en bijstand (WWB) (vanaf 1 januari 2015 Participatiewet) en biedt mogelijkheden om gerichte inkomensondersteuning te verlenen. Bijzondere bijstand is een vangnet voor personen die daadwerkelijk noodzakelijke meerkosten hebben waarin zij niet zelf vanuit hun inkomen en/of vermogen kunnen voorzien. Via de nieuwe Wmo 2015 kan de gemeente onder de noemer maatwerkvoorziening inkomensondersteuning een financiële tegemoetkoming verstrekken. In de nadere regels van de Wmo is onderzocht of er een meerkostenregeling kan worden opengesteld. Via de collectieve zorgverzekering voor minima (CZM) is een gerichte vorm van compensatie van daadwerkelijke zorgkosten mogelijk. De AV Frieso 3 is op maat gemaakt voor mensen met een chronische problemen en/of een beperking. Omdat de centrale (landelijke) inkomensnorm van 110% van de bijstandsnorm komt te vervallen, is het mogelijk deze regeling uit te breiden naar een ruimere inkomensgroep. Voorgesteld wordt om de AV Frieso toegankelijk te maken voor inwoners met een inkomen tot en met 120% van het sociaal minimum. Door de afschaffing van de Cer wordt voorgesteld om dit te compenseren via een bijdrage van € 10 in de maandelijkse premie. Het bieden van deze bijdrage op de premie zal ook voor meer mensen met een laag inkomen de collectieve verzekering aantrekkelijker maken. Als op basis van de uitgangspunten een keuze wordt gemaakt voor de wijze van het bieden van compensatie, dan ligt de uitbreiding van de collectieve aanvullende zorgverzekering het meest voor de hand. De (individuele) bijzondere bijstand kent hoge uitvoeringskosten en is als vangnet aanwezig. De vergoeding vanuit de Wmo (zogenaamde meerkostenregeling) is vooral van belang voor kwetsbare inwoners die te maken hebben met kosten die niet op enige wijze kunnen worden gecompenseerd (noch via een Wmo-voorziening, noch via de zorgverzekering).
3/16
O14.003179
2.
Inleiding
Gemeenten kunnen ervoor kiezen om al dan niet een financiële tegemoetkoming te verstrekken aan inwoners voor aantoonbare meerkosten als gevolg van hun aandoening of beperking ter ondersteuning van de participatie en de eigen kracht. De gemeentelijke beleidsruimte hangt samen met het besluit van de regering om de bestaande Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg) en de Compensatie Eigen Risico (Cer) met ingang van 2014 af te schaffen. Door de invoering van de Participatiewet met ingang van 1 januari 2015 wordt de mogelijkheid van categoriale bijzondere bijstand beperkt tot een collectieve aanvullende zorgverzekering dan wel een tegemoetkoming in de kosten van een dergelijke verzekering. Hoe kunnen inwoners in een (financieel) kwetsbare positie worden tegemoet gekomen in hun (hoge) zorgkosten?
4/16
O14.003179
3.
Huidige regelingen (tot 1 januari 2015)
De onderbouwing voor het afschaffen van de Wtcg en Cer is dat de landelijke regelingen te ongericht waren en niet terecht kwamen bij de mensen die het nodig hebben en werkelijk meerkosten hebben ten gevolge van chronische ziekte of beperking. Indien men zorgtoeslag (afhankelijk van het inkomen) ontvangt, is de hoogte van de zorgtoeslag hierop gedeeltelijk aangepast. Verder blijft de fiscale aftrek voor specifieke zorgkosten in aangepaste vorm bestaan en bestaat er de mogelijkheid op ondersteuning door de gemeente. Omdat gemeenten dichter bij de mensen staan, zijn zij beter in staat om gericht maatwerk te leveren. Gemeenten krijgen (financiële) mogelijkheden om gericht maatwerk te bieden aan mensen met een chronische ziekte of een beperking. Gemeenten ontvangen hiervoor een aanvullend budget van € 45 miljoen in 2014 oplopend tot structureel € 268 miljoen vanaf 2017. Voor het jaar 2015 is er voor de gemeente Súdwest-Fryslân € 1.282.146 beschikbaar (en voor Littenseradiel ca. € 121.548). Dit is echter wel een aanzienlijke financiële versobering ten opzichte van het budget voor de landelijke Wtcg en Cer regelingen. In verband met het wegvallen van de eerdergenoemde regelingen moet de gemeente zich bezinnen op de manier waarop chronisch zieken en gehandicapten tegemoetgekomen worden voor de extra kosten die hun ziekte en/of handicap met zich meebrengt. Vooral inwoners met een laag inkomen worden financieel getroffen door het wegvallen van deze regelingen. Gemeenten zijn vrij om te bepalen of en hoe zij een tegemoetkoming verstrekken aan inwoners met een beperking of chronische problemen die daardoor aannemelijke meerkosten hebben. Zij kunnen mensen gericht ondersteunen via bijzondere bijstand, collectieve zorgverzekering en/of via de nieuwe Wmo 2015. Om genoemde groep inwoners tegemoet te komen worden in dit rapport verschillende alternatieven onderzocht. Uitgangspunt hierbij is dat er sprake moet zijn van aantoonbare meerkosten en dat, wanneer nodig, er maatwerk wordt geleverd. Nieuwe beleidsregels zullen per 1 januari 2015 van kracht moeten zijn. De huidige regelingen voor een tegemoetkoming in de meerkosten voor personen met een beperking of chronische problemen zijn: a. Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg) b. Compensatie eigen risico (Cer) c. Categoriale bijzondere bijstandsverlening chronisch zieken en gehandicapten d. Individuele bijzondere bijstand – o.a. medische kosten (blijft ook na 1 januari 2015 van kracht) Voornoemde regelingen worden hierna in het kort beschreven en toegespitst op onze gemeente voor wat betreft het gebruik en gebruikersaantallen. Ad a. Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg) Via de Wtcg krijgen mensen met een chronische ziekte of handicap een algemene tegemoetkoming voor meerkosten gerelateerd aan hun aandoening. De hoogte van de tegemoetkoming is afhankelijk van leeftijd, inkomen en zorggebruik. De tegemoetkoming wordt voor het einde van dit het jaar voor de laatste keer uitbetaald door het CAK. De uitkering varieert van € 148,00 tot € 494,00 per persoon op jaarbasis. In Súdwest – Fryslân ontvingen in 2012 ruim 4012 inwoners een Wtcg uitkering. In Littenseradiel waren dit 1169. (Bron: CAK) Circa 1/3 van de Wtcg-ontvangers heeft een inkomen tot 110% van het sociaal minimum. Binnen de Wtcg valt ook de korting eigen bijdrage extramurale zorg (ook deze vervalt per 1 januari 2015). Iedereen die een bijdrage voor zorg thuis (extramuraal) of voor een Wmo-voorziening betaalt, krijgt nu automatisch een korting van 33% op de te betalen eigen bijdrage. Eerst wordt de maximale eigen bijdrage bepaald en vervolgens wordt hierop een korting van 33% toegepast. Deze korting wordt door het CAK direct in mindering gebracht op de eigen bijdrage. Het doel van de inkomensondersteunende regelingen is/was om mensen met een chronische ziekte of handicap te compenseren in de meerkosten die zij hebben als gevolg van hun beperking. De Wtcg-uitkering wordt automatisch uitgekeerd op basis van geautomatiseerde bestanden (aangeleverd door o.a. het zorgkantoor) en hoeft men het zelf niet aan te vragen. Daarnaast kunnen via een fiscale regeling van de belastingdienst specifieke zorgkosten in mindering op de inkomstenbelasting worden gebracht. Het is de rijksoverheid de afgelopen jaren niet gelukt dusdanige regelingen te treffen waardoor het geld alleen terecht komt bij die mensen die het echt nodig hebben. Er is veel overlap tussen de regelingen.
5/16
O14.003179
Ad b. Compensatie Eigen Risico (Cer) (tot 1 januari 2014) De Compensatie Eigen Risico wordt verstrekt aan burgers waarvan wordt verwacht dat ze hun eigen risico volmaken. De doelgroep wordt bepaald op basis van het zorggebruik uit de databestanden van de zorgverzekeraars. De hoogte ervan is in 2013 vastgesteld op € 99,00 per persoon per jaar en is niet inkomensafhankelijk. Landelijk heeft 40% van de Cer-ontvangers een huishoudinkomen boven modaal. In 2013 ontvingen ca. 10.750 inwoners van Súdwest–Fryslân voor de laatste keer de Cer van het CAK . In Littenseradiel ontvingen 1277 inwoners de Cer. (Bron: CAK). De landelijke compensatieregeling eigen risico wordt ook uitgekeerd aan mensen die hun eigen risico niet hoefden aan te spreken. Het is dan ook wel logisch dat het kabinet kiest voor een andere vorm van inkomensondersteuning voor deze groep. Alle Cer-ontvangers hebben afgelopen zomer een brief ontvangen van het CAK met de mogelijkheid om hun naam- en adresgegevens door te geven aan de gemeente met als doel om nader te worden geïnformeerd over compensatiemogelijkheden. Eind november ontvangt de gemeente deze namen van het CAK. (stand medio oktober 7500 inwoners). Ad c. Categoriale bijstandsverlening chronisch zieken en langdurig gehandicapten Deze gemeentelijke regeling is bedoeld voor inwoners met een laag inkomen (tot en met 110%) en die in het bezit zijn van een Wmo-indicatie om een tegemoetkoming in meerkosten (die gerelateerd zijn aan hun aandoening) te ontvangen. De hoogte van de tegemoetkoming bedraagt € 350 voor echtparen per jaar en € 250 voor alleenstaanden. Daarnaast is het in 2014 mogelijk om ook een compensatie van € 100 aan te vragen voor het wegvallen van de landelijke Cer. Hieraan zijn aanvullende voorwaarden gekoppeld, namelijk minimaal € 100 van het eigen risico is verbruikt en de aanvrager in het bezit is van de Cer-beschikking (ontvangen in 2013) van het CAK. Tot en met augustus 2014 maakten 40 echtparen en 692 alleenstaanden van de regeling gebruik (oftewel: in geld uitgekeerd € 14.000 respectievelijk € 173.000. Voor Littenseradiel waren dit tot en met augustus 2014 2 echtparen en 27 alleenstaanden van de regeling gebruik (oftewel: in geld uitgedrukt € 700 respectievelijk € 6.750). Ad d. (Individuele) bijzondere bijstand Voor ‘uit bijzondere omstandigheden voortvloeiende noodzakelijke kosten van het bestaan’ kan bijzondere bijstand worden verleend wanneer deze kosten niet uit het reguliere inkomen en vermogen kunnen worden voldaan (artikel 35 Participatiewet). Met andere woorden: het moet gaan om noodzakelijke kosten, die uit bijzondere omstandigheden voortvloeien. Voor medische kosten geldt dat er geen recht op bijzondere bijstand bestaat wanneer er beroep gedaan kan worden op een voorliggende voorziening die geacht wordt passend en toereikend te zijn (art. 15 Participatiewet). Voor medische kosten gelden de Zorgverzekeringswet en de AWBZ (straks Wet Langdurige Zorg en Wmo 2015) als voorliggende voorzieningen die passend en toereikend zijn. Dit komt er op neer dat er voor medische kosten in principe geen bijzondere bijstand wordt verleend. Op grond van buitenwettelijk beleid kan voor bepaalde kosten soms wel bijzondere bijstand worden verleend. Daarnaast kan op grond van artikel 16 Participatiewet, wegens zeer dringende redenen, (bijzondere) bijstand worden verleend voor medische kosten. Van een zeer dringende reden is niet snel sprake, het moet dan om een nood- of van een levensbedreigende situatie gaan. Een aanvullende zorgverzekering is geen voorliggende voorziening, al lijkt het er wel op. Niemand mag of kan worden verplicht tot het afsluiten van een aanvullende verzekering. De gemeente stimuleert mensen, met een inkomen tot en met 110% van de relevante bijstandsnorm, om zich aanvullend te verzekeren door de AV-Frieso aan te bieden, een uitgebreid aanvullend pakket tegen een naar verhouding lage premie. Mensen die zich niet aanvullend verzekeren, besparen op de premie, maar nemen wel een risico. Bij de verlening van bijzondere bijstand voor ziektekosten wordt bij de berekening van de bijzondere bijstand de vergoeding die aanvrager via de AV-Frieso had kunnen krijgen in mindering gebracht op de bijzondere bijstand. Voor de individuele bijzondere bijstand geldt daarnaast als regel dat de kosten al gemaakt moeten zijn. Het moet gaan om aantoonbare meerkosten. Deze regel kan worden ondervangen door een voorschot te verlenen op grond van artikel 52 3de lid Participatiewet. Het voorschot wordt betaald als renteloze lening en uiteindelijk verrekend met de toe te kennen (bijzondere) bijstand.
6/16
O14.003179
4.
Compensatiemogelijkheden vanaf 1-1-2015
Vanaf 2015 is de gemeente verantwoordelijk om, met minder geld, iets te doen voor mensen met hoge zorgkosten. De gemeente is vrij om te bepalen of zij een tegemoetkoming ter ondersteuning van de zelfredzaamheid en de participatie wil verstrekken aan specifieke inwoners met een beperking of chronische ziekte en op welke wijze deze voorziening vorm moet worden gegeven. Mogelijkheden om compensatie te verlenen zijn: 1. de (individuele) bijzondere bijstand; 2. een (financiële) tegemoetkoming vanuit de Wmo 3. de collectieve (aanvullende) zorgverzekering minima (CZM) 4. verlagen eigen bijdrage Wmo 5. subsidie aan fonds inkomensondersteuning. Gelet op het Beleidsplan Veerkracht in het Sociale Domein om de maximale eigen bijdrage Wmo te gaan hanteren, wordt optie 4 niet uitgewerkt. Ook optie 5, subsidiëring van een fonds, wordt om redenen van onbeheersbaarheid en in beperkte mate beïnvloedbaar niet uitgewerkt. In de bijlage 1 is in een beknopt overzicht de voor- en nadelen per variant vermeld (bron: Wmo transitiebureau: handreiking gemeentelijk maatwerk meerkosten chronisch zieken en/of personen met beperking). Uitgangspunten compensatie Er zijn verschillende manieren om een compensatie te bieden voor chronisch zieken en gehandicapten. De volgende uitgangspunten worden gehanteerd: de tegemoetkoming komt terecht bij de doelgroep chronisch zieken en gehandicapten (er is dus een relatie met de kosten); de tegemoetkoming komt terecht bij inwoners met een laag inkomen; de regeling is relatief eenvoudig uit te voeren en de uitvoeringskosten blijven beperkt. Er zijn verschillenden opties om de meerkosten te compenseren. Elke optie heeft voor- en nadelen, welke hierna verder uitgewerkt worden. Ad 1. (Individuele) bijzondere bijstand De bijzondere bijstand is een reeds bestaand instrument in de Wet werk en bijstand (WWB)1 en biedt mogelijkheden om hier de maatwerkvoorziening inkomensondersteuning onder te brengen. Er is sprake van gerichte inkomensondersteuning, alleen voor de personen die daadwerkelijk noodzakelijke meerkosten hebben waarin zij niet zelf vanuit hun inkomen en/of vermogen kunnen voorzien. Er kunnen wel inkomens- en vermogensgrenzen gaan gelden, waarmee de regeling alleen van toepassing is op de lage inkomens. De per 1 januari 2015 in werking tredende Participatiewet biedt gemeenten nog wel de ruimte om individuele bijzondere bijstand op basis van groepskenmerken te verlenen. Het is goed mogelijk om maatwerkondersteuning, waarbij gebruik gemaakt wordt van groepskenmerken, vorm te geven binnen de juridische kaders van de Participatiewet (artikel 35). Voor de bijzondere bijstand dienen de gemeenten beleidsregels op te stellen dan wel de huidige beleidsregels aan te passen voor de integratie van de maatwerkvoorziening inkomensondersteuning. Hierin kan komen te staan welke voorwaarden gehanteerd worden. Om tot rechtmatige verstrekking te kunnen overgaan moet de gemeente wel vaststellen dat daadwerkelijk kosten gemaakt worden. Op basis van een aanvraag van individuele bijzondere bijstand vindt een toetsing plaats van de noodzakelijkheid van de kosten, en of de voorliggende voorzieningen zijn benut. Er wordt een draagkrachtberekening gemaakt die de hoogte van de tegemoetkoming bepaalt. De draagkrachtberekening heeft het effect dat inwoners met een hoger inkomen en vermogen bij eventuele vastgestelde grenzen niet in aanmerking komen. Bij de individuele bijzondere bijstand is de uitvoeringslast voor de gemeente. Daarnaast is het een open einderegeling, waardoor de kosten moeilijk beheersbaar zijn. Op basis van de huidige beleidsregels bijzondere bijstand kan bijzondere bijstand voor medische kosten worden verleend. In 2013 is via de bijzondere bijstand in SWF ca. € 85.000 (Littenseradiel: € 3.300) uitgekeerd aan medische kosten. Ruim 65% hiervan zijn kosten voor tandheelkundige hulp. Via de 1
Vanaf 1 januari Participatiewet
7/16
O14.003179
bijzondere bijstand zal in 2014 naar verwachting in SWF € 93.000 en (in Littenseradiel € 4.600) aan medische kosten worden betaald (prognose op basis van 8 maanden). Het merendeel ( 57% ) heeft betrekking op kosten voor tandheelkundige hulp. BS&F (adviseur collectieve zorgverzekering voor minima) geeft aan dat uit ervaring bij andere gemeenten blijkt dat door de keuze voor een uitgebreider pakket de uitgaven via bijzondere bijstand voor medische kosten kunnen verminderen met 75% in 2015 oplopend naar 95% in 2017. De te verwachten besparing op medische kosten via bijzondere bijstand (als er gekozen wordt voor een uitgebreider aanvullend pakket) is ca. € 70.000 (in 2015). Omdat door pakketwijziging er minder een beroep gedaan wordt op de bijzondere bijstand medische kosten zal dit ook een besparing opleveren in de kosten van uitvoering. Ook is het mogelijk om de bijzondere bijstand in zijn geheel niet meer te verlenen voor medische kosten. Juridisch gezien is de Zorgverzekeringswet en de AWBZ (en na 1 januari 2015 Wet Langdurige Zorg) een voldoende voorliggende voorziening en is bijzondere bijstandsverlening voor medische kosten wettelijk niet mogelijk. Ad 2. (Financiële) tegemoetkoming vanuit de Wmo Met een aanpassing van de huidige Wmo wordt het voor gemeenten mogelijk gemaakt om personen met een chronische ziekte en/of beperking een tegemoetkoming te verstrekken onder de noemer maatwerkvoorziening inkomensondersteuning. Met deze bevoegdheid kan de gemeente naast en in samenhang met het reeds bestaande gemeentelijk instrumentarium voor ondersteuning binnen het sociaal domein (zoals de individuele bijzondere bijstand), gericht een tegemoetkoming op maat bieden. De gemeente kan kiezen voor een feitelijke vergoeding van daadwerkelijk gemaakte kosten (declaraties) of een maximale vergoeding. Gezien de administratieve lasten lijkt een maximale vergoeding van de aannemelijke meerkosten het meest wenselijk. De gemeente is vrij om criteria te bepalen welke kosten en doelgroepen in aanmerking komen. De gemeenten kunnen hierbij aansluiten bij bestaande lokale criteria voor de categoriale regeling voor chronisch zieken en gehandicapten. Een nadeel van deze optie is dat iedereen een beroep kan doen op deze middelen (open einderegeling), die ten gevolge daarvan ontoereikend kunnen zijn. In de nadere regels Wmo kan gekozen worden voor een bepaalde doelgroep, een Wmo-voorziening voor bepaalde periode (minimaal 6 maanden) en/of een inkomensgrens (bijv. tot 120% van het sociaal minimum). Gelet op de reeds aanwezige Wmovoorzieningen wordt deze Wmo-voorzieningen als toereikend verwacht in de ondersteuning van kwetsbare inwoners. De nieuwe Wmo kent ook een aantal nieuwe taken. Deze zogeheten functies worden gedecentraliseerd vanuit de huidige Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten naar de Wmo 2015, dit zijn: • Individuele begeleiding; • Groepsbegeleiding (dagbesteding) inclusief vervoer; • Kortdurend verblijf voor cliënten die niet in een instelling verblijven; • Extramurale zorg; • Beschermd wonen gericht op participatie. Toegang voor individuele begeleiding en dagbesteding werd verleend door een indicatiestelling via het CIZ. Deze CIZ-indicatie is altijd verschillend per situatie en afhankelijk van de mate van beperking. Met ingang van 1 januari 2015 verloopt de toegang via het gebiedsteam, net als de andere Wmo (en exAWBZ) producten. Als klanten hiervoor worden geïndiceerd betalen ze een inkomensafhankelijke eigen bijdrage (via CAK). Dit geldt ook voor extramurale dagbesteding. De intramurale dagbesteding gaat niet over naar gemeenten. Het kortdurend verblijf gaat wel over naar de gemeenten. Voor deze klanten gelden dezelfde regels als de huidige Wmo-klanten, namelijk tegemoetkoming via de Cer en Wtcg. Ook betaalt men een inkomensafhankelijke eigen bijdrage. Voor wat betreft beschermd wonen is het minder logisch ervan uit te gaan dat deze klanten meerkosten hebben, men woont immers in een intramurale setting. Voor de groepen individuele - en groepsbegeleiding ligt het meer voor de hand dat men meerkosten heeft op basis van hun beperkingen. Deze kosten kunnen bestaan uit extra ondersteuning die men zelf inschakelt, maar het zijn geen specifieke kosten die voor allen gelden. Voor de hoogte van de tegemoetkoming is aansluiting gezocht bij de fiscale regeling aftrek van uitgaven voor specifieke zorgkosten van de belastingdienst. Een bedrag € 250 komt na fiscale aftrek van specifieke zorgkosten voor rekening van de burger. Het aantal personen met een indicatie voor individuele begeleiding en groepsbegeleiding(dagbesteding) zijn op dit moment 1550 personen. Er zijn van deze personen geen inkomensgegevens bekend. Wat zouden de uitgaven zijn in 2015 indien 75% van deze doelgroep gebruik maakt van de regeling tegemoetkoming meerkosten? De uitgaven zullen dan naar verwachting € 290.750 zijn. Gelet op de verwachting dat mensen langer thuis zullen blijven wonen, zal een grotere groep in aanmerking komen
8/16
O14.003179
voor individuele begeleiding en dagbesteding. Voor het bepalen van de hoogte van de inkomensgrens is aansluiting zoeken bij de inkomensgrens voor de Collectieve Zorgverzekering voor Minima het meest voor de hand liggend. Gemeenten gaan heel divers om met het artikel meerkostenregeling, het is een facultatief artikel conform de modelverordening van de VNG. Er kan een keuze worden gemaakt om zich te beperken tot bijzondere bijstand en de collectieve zorgverzekeringen. Ad 3. Collectieve aanvullende zorgverzekering De gemeente biedt momenteel een Collectieve Zorgverzekering voor Minima (CZM) aan als onderdeel van de categoriale bijzondere bijstand. Deze collectieve zorgverzekering heeft tot doel om inwoners in een (financieel) kwetsbare positie toegang te garanderen tot goede en betaalbare zorg. Bovendien vormt de CZM een brug tussen de belangen van de gemeente en de zorgverzekeraar. De belangen van de gemeente zijn het voorkomen van schulden, het realiseren van een goede verzekeringspositie, efficiëntie in uitvoering en ontsluiten van bijzondere bijstand. De belangen van de zorgverzekeraar zijn onder meer de gemeente als distributiekanaal, co-financier, samenwerkingspartner en het tegengaan van wanbetaling. Op dit moment is er enerzijds een behoefte aan een goedkopere zorgverzekering voor minima met een lage zorgvraag en anderzijds is er een behoefte aan een uitgebreidere verzekering voor minima met een hoge zorgvraag. Op dit moment bestaat de CZM uit AV Frieso I van De Friesland Zorgverzekeraar. Dit omvat de basisverzekering, het aanvullende pakket en een gemeentepakket. Een uitgebreidere aanvullende verzekering (via AV-Frieso 3) is specifiek ontwikkeld voor inwoners met een hogere zorgvraag (en lagere inkomens). De doelgroep, mensen met een hoge zorgvraag, kunnen deelnemen aan een collectieve zorgverkering. De gemeente kan hier een stimulerende rol spelen, maar is zelf niet belast met de toetsing (met uitzondering van inkomenstoetsing), toekenningen en controle. De gemeente verzorgt de aan/afmelding bij De Friesland Zorgverzekeraar en levert een financiële bijdrage in de premie, zoals ook nu het geval bij de huidige CZM. De uitvoeringskosten zijn daarmee laag. Het aanvullende pakket geeft inwoners met een lager inkomen de ruimte om zich uitgebreid te verzekeren waardoor een groot deel van hun kosten gedekt zijn. Omdat de centrale (landelijke) inkomensnorm van 110% van de bijstandsnorm komt te vervallen, is het mogelijk deze regeling uit te breiden naar een ruimere inkomensgroep. De regeling Cer is afgeschaft per 1 januari 2014 en hiervoor heeft de gemeente een eenmalige financiële bijdrage ontvangen in 2014 om deze groep gebruikers te compenseren. Dit is opgenomen onder de categorale bijstandsregeling chronisch zieken en gehandicapten, echter vervalt deze mogelijkheid per 1 januari 2015. Om deze groep opnieuw tegemoet te komen stellen we voor om dit via een bijdrage van € 10 in de maandelijkse premie tot uiting te laten komen. Het bieden van deze bijdrage op de premie zal ook voor meer andere mensen met een laag inkomen de collectieve verzekering aantrekkelijker maken. De keuze voor een bedrag van € 10 per maand is verdedigbaar, doordat op deze manier ook indirect de korting op de aanvullende verzekering ten goede komt aan de klant. Immers de korting op de aanvullende verzekering wordt ingezet voor financiering van het gemeentepakket, hiermee worden de werkelijke gemaakte medische kosten deels betaald. Naar verwachting zullen de gemeentelijke uitgaven in 2014 voor de AV Frieso ca. € 212.500 gaan bedragen. Het aantal deelnemers is op dit moment ca. 2100 (premiebetalende volwassenen; kinderen tot 18 jaar zijn gratis meeverzekerd). Voor Littenseradiel komen de uitgaven op € 7000 en er zijn 79 deelnemers. Bij een uitbreiding van het pakket kan het aantal deelnemers (ook niet chronisch zieken e.d.) stijgen en de daarmee de uitgave voor de gemeente. Een verbetering van het pakket zal met name gezocht moeten worden in de zorgkosten die juist voor chronisch zieken en gehandicapten belangrijk zijn. Het AV Frieso 3 pakket van De Friesland Zorgverzekeraar voorziet daar voor een aanmerkelijk deel in als het gaat om zorgkosten. De huidige dekkingsgraad van de CZM is 36% als het gaat om inwoners van Súdwest–Fryslân, voor Littenseradiel is dit 17%. Het percentage geeft een beeld hoeveel inwoners van de potentiele doelgroep minima gebruik maken van deze collectieve verzekering. Voor de provincie Fryslân is dit percentage gemiddeld 31%, waarbij de gemeente Smallingerland de hoogste dekkingsgraad van 47% heeft en de gemeenten Westellingwerf en Littenseradiel de laagste dekkingsgraad hebben. Het percentage wordt bepaald door de keuzevrijheid van de inwoner of hij een zorgverzekering wil afsluiten bij De Friesland Zorgverzekeraar. Deze overwegingen zijn verschillend bijvoorbeeld huidige zorgverzekeraar voldoet goed, inwoner betaalt lagere premie bij andere zorgverzekeraar of de CZM is niet bekend bij de inwoner.
9/16
O14.003179
Varianten Collectieve Zorgverzekering voor Minima CZM De aanpassing/uitbreiding van de collectieve aanvullende verzekering kan op verschillende manieren. We hebben een aantal varianten samengesteld. Hierbij hebben we de volgende uitgangspunten gehanteerd: een bijdrage van € 10,00 per maand in de premie, ter compensatie van de afschaffing Cer; uitbreiding van de doelgroep door de inkomensgrens te verhogen, dit ter compensatie van de afschaffing Wtcg en om te voorkomen dat er in mindere mate een beroep wordt gedaan op de (individuele) bijzondere bijstand. Er komen vanaf 1 januari 2015 drie pakketten AV Frieso. De voorschotpremie gemeentepakket is als volgt: AV Frieso 1: € 9,00 per maand, met korting op het gemeentepakket is dit € 6,91 per maand; AV Frieso 2: €11,00 per maand, met korting op het gemeentepakket is dit € 8,91 per maand; AV Frieso 3: €11,50 per maand, met korting op het gemeentepakket is dit € 9,38 per maand. De gemeente moet 1 van de 3 pakketten kiezen en kan dus niet meerdere pakketten naast elkaar openstellen. Er zijn een aantal varianten onderzocht. Op basis hiervan kunnen keuzes worden gemaakt. Zie bijlage 2 en 3 voor de berekeningen van verschillende varianten CZM voor Súdwest–Fryslân en Littenseradiel. Voor Súdwest-Fryslan: 1. Bij handhaving van AV Frieso 1 onder de huidige condities (inkomensgrens 110%) en een bijdrage van € 10 in de premie is de verwachting dat in 2015 de gemeentelijke uitgaven € 468.000 gaan bedragen. Hierbij is rekening gehouden dat het aantal deelnemers van de AV Frieso zal gaan stijgen naar ca. 2300 personen. 2. Bij overstappen naar AV Frieso 3 en gelijkblijvende inkomensgrens (110%) en een compensatie in de vorm van € 10 per maand zullen de gemeentelijke uitgaven ca. € 538.000 gaan bedragen. Gelet op het uitgebreidere pakket van AV Frieso 3, dat aansluit bij de doelgroep met een hogere zorgvraag, zal het beroep op de individuele bijzondere bijstand voor medische kosten aanzienlijk dalen. Volgens cijfers van BS&F zal dit een daling van 75% zijn. 3. Bij handhaving van AV Frieso 1, een bijdrage van € 10 per maand en het verruimen van de inkomensgrens naar 120% zullen de gemeentelijke uitgaven ca. € 640.000 gaan bedragen. 4. Bij overstappen naar AV Frieso 3, een bijdrage van € 10 per maand en het verruimen van de inkomensgrens naar 120% zullen de gemeentelijke uitgaven ca. € 735.000 gaan bedragen. Voor Littenseradiel: 1. Bij handhaving van AV Frieso 1 onder de huidige condities (inkomensgrens 110%) en een bijdrage van € 10 in de premie is de verwachting dat in 2014 de gemeentelijke uitgaven € 20.000 gaan bedragen. Hierbij is rekening gehouden dat het aantal deelnemers van de AV Frieso zal gaan stijgen naar ca. 100 personen. 2. Bij overstappen naar AV Frieso 3 en gelijkblijvende inkomensgrens en een compensatie zullen de gemeentelijke uitgaven ca. € 23.000 gaan bedragen. Gelet op het uitgebreidere pakket van AV Frieso 3, dat aansluit bij de doelgroep met een hogere zorgvraag, zal het beroep op de individuele bijzondere bijstand voor medische kosten aanzienlijk dalen. Volgens cijfers van BS&F zal dit een daling van 75% zijn. 3. Bij handhaving van AV Frieso 1, een bijdrage van € 10 per maand en het verruimen van de inkomensgrens naar 120% zullen de gemeentelijke uitgaven ca. € 30.000 gaan bedragen.
10/16
O14.003179
4. Bij overstappen naar AV Frieso 3, een bijdrage van € 10 per maand en het verruimen van de inkomensgrens naar 120% zullen de gemeentelijke uitgaven ca. € 35.000 gaan bedragen.
Belangrijkste wijzigingen AV Frieso 3 Ten opzichte van het huidige pakket AV Frieso 1 betekent een uitbreiding naar AV Frieso 3 dat de volgende dekkingen extra zijn: -
Eigen bijdrage op geneesmiddelen
uitbreiding van 1 geneesmiddel naar alle geneesmiddelen
-
Brillen en lenzen
verhoging van € 75,00 naar € 300,00/3 jr
-
Eigen bijdrage ziekenvervoer
van geen naar 100% vergoeding
-
Tandheelkundige hulp
verhoging maximale vergoeding van € 250 naar € 500,00/jr
-
Orthodontie (18 tot 22 jaar)
van geen naar 100%
-
Fysiotherapie
uitbreiding van 20 behandelingen naar onbeperkt aantal behandelingen
-
Dieetadvisering
van geen naar € 120,00/jr
-
Podotherapie
verhoging van € 150,00 naar € 250,00/jr
-
Pedicure
verhoging van € 125,00 naar € 250,00/jr
-
Eigen bijdrage kraamzorg
van geen naar 100%
-
Lactatiekundige hulp
van geen naar 100% max. € 100,00/jr
-
Eigen bijdrage poliklinische bevalling
van geen naar 100%
-
Cursussen rondom preventie en patiëntenverenigingen
verhoging van € 125,00 naar € 250,00/jr
-
Lidmaatschap patiëntenverenigingen
van geen naar 100% max. € 70,00/jr
Wat zijn de kosten van de AV Frieso voor de inwoner? De huidige AV Frieso 1 omvat de basisverzekering Alles Verzorgd Polis (€ 92,07), de aanvullende verzekeringen AV Extra en Tand Standaard (€ 29,90) en het gemeentepakket. Hiervoor betaalt de inwoner in 2014 in totaal € 121,97 en de gemeente betaalt het gemeentepakket € 6,91. Wanneer er wordt overgestapt naar de AV Frieso 3, dan betaalt de inwoner in 2015 € 115,73. Dit is voor de basisverzekering Alles Verzorgd Polis (€ 95,83), de aanvullende verzekeringen AV Extra en Tand Standaard (€ 29,90), het gemeentepakket en een premiebijdrage van € 10 per maand. Financiën Hoeveel geld is er beschikbaar? In de begroting 2015 van de gemeente Súdwest–Fryslân is voor AV Frieso een bedrag van € 217.250 opgenomen. Dit is niet toereikend als de compensatie Cer wordt omgezet via een premiebijdrage in de CZM. Ook wanneer de inkomensgrens wordt aangepast zal dit gevolgen hebben voor de gemeentelijke uitgaven. In de begroting 2015 is voor minimaregelingen een totaal bedrag van € 906.000 opgenomen. Dit valt uiteen in de volgende onderdelen: a. Categoriale bijstand chronisch zieken en gehandicapten. Op basis van het gebruik in 2014 komt dit op een bedrag van € 280.000. Dit budget kan worden ingezet voor de financiële tegemoetkoming via Wmo (de zogenaamde meerkostenregeling). b. Categoriale bijstand duurzame gebruiksgoederen gepensioneerden. Op basis van het gebruik in 2014 komt dit neer op een bedrag van € 150.000. Dit budget kan (grotendeels) worden overgeboekt naar de bijzondere bijstand – zie c voor bepalen hoogte van de overboeking.
11/16
O14.003179
c. Dit betekent dat het restant € 476.000 beschikbaar is voor de bijdrageregeling minima, de verwachting is dat er € 510.000 nodig zal zijn (berekend voor 2014; dit is exclusief het Kindpakket – Klijnsma-middelen ad € 430.000). Het verschil van € 34.000 (€476.000 en 510.000) kan worden gedekt uit de post categoriale bijstand gepensioneerden (zie b). Door de afschaffing van de Wtcg en Cer stelt het rijk nieuwe financiële middelen beschikbaar. Voor 2015 is er voor de gemeente Súdwest-Fryslân € 1.282.146 beschikbaar (en voor Littenseradiel ca. € 121.548). Hierbij is reeds rekening gehouden met de verzilvering van 10%. Wat zijn de uitgaven bij ongewijzigd beleid CZM? (gebaseerd op de prognose van 2014) De uitgaven zijn € 212.500 (exclusief verrekening van de 7% korting voor het gemeentepakket). Dit is gebaseerd op: pakket AV Frieso 1, de doelgroep is tot en met 110% van het sociaal minimum, dekkingsgraad 36%, geen extra bijdrage van de gemeente. Wat zijn de uitgaven bij aanpassen van het beleid? (gebaseerd op prognose van 2014) Variant 2: AV Frieso 3, doelgroep is t/m 110% van het sociaal minimum, pakketkorting van 7% niet doorgeven aan de klant, dekkingsgraad van 36 naar 40% en extra bijdrage van de gemeente van € 10,00 per maand. De totale uitgaven zijn € 537.000. Variant 4: Dit is gebaseerd op: pakket AV Frieso 3, de doelgroep is uitgebreid van 110% naar 120%, de dekkingsgraad van 36% naar 40%, extra bijdrage van de gemeente van € 10,00 per maand. De totale uitgaven zijn € 735.000. Doorrekening financiële tegemoetkoming Wmo Wat zouden de uitgaven zijn in 2015 indien 75% van de doelgroep gebruik maakt van een financiële tegemoetkoming van de Wmo (meerkostenregeling)? Het aantal personen met een indicatie voor individuele begeleiding en groepsbegeleiding(dagbesteding) is op dit moment 1550 personen. Er zijn van deze personen geen inkomensgegevens bekend. De uitgaven zullen naar verwachting € 290.750 zijn. Gelet op de verwachting dat mensen langer thuis zullen blijven wonen, zal een grotere groep in aanmerking komen voor individuele begeleiding en dagbesteding. Samengevat financiële middelen: De totale uitgaven van variant 4 (AV Frieso 3) ad € 735.000 te dekken uit het huidige budget ad € 217.250 en het restant ad € 517.570 uit de nieuwe financiële middelen, afkomstig van het rijk door de afschaffing Wtcg en Cer.
Communicatie Verzekeraars zijn wettelijk verplicht al hun verzekerden uiterlijk 19 november een aanbieding te doen voor het volgende jaar (=eindejaarsprolongatie). Alle huidige verzekerden bij De Friesland Zorgverzekeraar uit onze gemeente ontvangen een brief. Daarnaast zullen de verzekerden een nieuwe polis ontvangen, als er wordt overgestapt naar AV Frieso 3 in verband met de uitgebreide aanvullende verzekeringen. Het is van belang om uiterlijk 8 december a.s. de gemaakte keuzes over AV Frieso (1 of 3, met of zonder premiebijdrage) kenbaar te maken bij de zorgverzekeraar. Op deze datum garandeert de zorgverzekeraar De Friesland dat de juiste premies in januari worden gefactureerd. Om meer minima bekend te maken met de mogelijkheden gaan we alle minima (inclusief uitkeringsgerechtigden) een brief sturen over de uitgebreide collectieve zorgverzekering AV Frieso. Ook inwoners die via het CAK hebben laten weten dat zij willen worden geïnformeerd over compensatiemogelijkheden via de gemeente ontvangen een brief. Naar verwachting zullen circa 8000 inwoners per brief worden geïnformeerd. Daarnaast zal ook via de gebruikelijke communicatiekanalen (o.a. website, nieuwsbrieven, Meiinoarkrant e.d.) aandacht worden gegeven aan de nieuwe CZM AV. Ook de gebiedsteams en de backoffice van de gemeente zullen worden geïnformeerd over de voordelen van de CZM.
Vervolg en evaluatie Jaarlijks stelt BS&F een evaluatie op. Hieruit moet blijken hoeveel inwoners met een inkomen tot 120% van het sociaal minimum gebruik maken van de collectieve ziektekostenverzekering voor minima.
12/16
O14.003179
Bijlage 1: Opties voor lokaal beleid Voordelen
INDIVIDUELE BIJZONDERE BIJSTAND
Nadelen
• Alleen compensatie van daadwerkelijk
• Kosten van verstrekkingen zijn moeilijk
gemaakte meerkosten
beheersbaar; de gemeente heeft vooraf weinig
• Alle typen (directe en verborgen) meerkosten
zicht op de hoogte van de aanvragen.
kunnen gecompenseerd worden.
• Hoge uitvoeringskosten door beoordeling per
• Gemeente heeft vrijheid bij het bepalen van
individuele aanvraag.
draagkrachtregels.
• Hoge administratieve lasten voor de burger. COLLECTIEVE (AANVULLENDE) ZORGVERZEKERING
• Gemeente heeft de vrijheid in het bepalen van
• Sommige typen kosten kunnen niet worden
een inkomensgrens.
opgenomen in een aanvullend pakket.
• Kosten van de individuele verstrekking (een
• Beperkte keuzevrijheid voor burgers, zij moeten
bijdrage in de premie) zijn vooraf bekend.
kiezen voor de verzekeraar(s) waarmee de gemeente
• Beperkte uitvoeringskosten voor gemeenten;
een contract afsluit.
claimafhandeling door verzekeraar.
• Gemeenten moeten onderhandelen met zorgverzekeraars over vergoedingen en premie
FINANCIELE TEGEMOETKOMING VANUIT DE WMO • Gemeenten zijn vrij in het stellen van criteria.
• Gemeenten moeten vooraf bepalen wie en in
• De financiële tegemoetkoming kan worden
welke mate in aanmerking komt voor de financiële
verstrekt in de vorm van een vergoeding van
tegemoetkoming. Dit kunnen ook criteria zijn ter
daadwerkelijk gemaakte kosten of in de vorm van
afbakening van het type meerkosten waarvoor de
vergoeding voor aannemelijke kosten (forfaitaire
financiële tegemoetkoming wordt verstrekt.
vergoeding).
• Bij een vergoeding op basis van daadwerkelijk
• De tegemoetkoming kan worden verstrekt aan
gemaakte kosten: hoge uitvoeringkosten en hoge
personen met een inkomen boven de
administratieve lasten voor de burger.
inkomensgrenzen die in de gemeentelijke uitvoeringspraktijk voor de individuele bijzondere bijstand worden gehanteerd. • Bij een forfaitaire vergoeding: minder uitvoeringskosten en minder administratieve lasten voor burgers. VERLAGEN EIGEN BIJDRAGE WMO • Geen sprake van definiëring / afbakening
• Alleen effect voor burgers met een Wmo-voorziening
meerkosten.
waarvoor de gemeente een eigen bijdrage vraagt.
• Geen aanvullende uitvoeringskosten voor
• Een lagere compensatie voor burgers met een
gemeenten.
lagere eigen bijdrage dan voor burgers met een hogere
• Geen aanvullende administratieve lasten
eigen bijdrage.
voor burgers.
• Geen directe relatie met meerkosten. SUBSIDIE AAN FONDS INKOMENSONDERSTEUNING
• Beperkte uitvoeringskosten voor gemeenten.
• Er zijn aanvullende criteria nodig voor type meerkosten
• De verstrekking wordt bepaald aan de hand van
• Gemeente heeft weinig invloed op het bereik
vooraf bepaalde criteria.
van de ondersteuning. • Risico op overlap met bijzondere bijstand of andere inkomensondersteunende regelingen.
(bron: Handreiking gemeentelijk maatwerk voor personen met een chronische ziekte en/of beperking)
13/16
O14.003179
Bijlage 2: varianten collectieve ziektekostenverzekering voor minima Súdwest–Fryslân
Varianten Sudwest Fryslan Variant 1 AV Frieso I (110% inkomensgrens, 7% pakketkorting voor gemeente, 10,00 compensatie afschaffing Cer) Variant 2 AV Frieso III (110% inkomensgrens, 7% pakketkorting voor gemeente, 10,00 compensatie afschaffing Cer) Variant 3 AV Frieso I (120% inkomensgrens, 7% pakketkorting voor gemeente, 10,00 compensatie afschaffing Cer) Variant 4 AV Frieso III (120% inkomensgrens, 7% pakketkorting voor gemeente, 10,00 compensatie afschaffing Cer) Variant 5 AV Frieso I (125% inkomensgrens, 7% pakketkorting voor gemeente, 10,00 compensatie afschaffing Cer) Variant 6 AV Frieso III (125% inkomensgrens, 7% pakketkorting voor gemeente, 10,00 compensatie afschaffing Cer)
14/16
Klantpremie per maand excl bijdrage gemeente
Bijdrage van de gemeente per maand
Klantpremie per maand incl bijdrage gemeente
Bijdrage gemeente pakket per maand
Totale bijdrage gemeente per maand per deelnemer
Totale bijdrage gemeente per jaar per deelnemer
Aantal deelnemers bij dekkingsgraad AV van 36%
Totaal gemeentelijke uitgaven bij dekkingsgraad AV van 36%
Aantal deelnemers bij dekkingsgraad AV van 40%
Totaal gemeentelijke uitgaven bij dekkingsgraad AV van 40%
126,03
10,00
116,03
6,91
16,91
202,92
2078
421.667,76
2309
468.542,28
126,03
10,00
116,03
9,38
19,38
232,56
2078
483.259,68
2309
536.981,04
126,03
10,00
116,03
6,91
16,91
202,92
2841
576.495,72
3156
640.415,52
126,03
10,00
116,03
9,38
19,38
232,56
2841
660.702,96
3156
733.959,36
126,03
10,00
116,03
6,91
16,91
202,92
3220
653.402,40
3578
726.047,76
126,03
10,00
116,03
9,38
19,38
232,56
3220
748.843,20
3578
832.099,68
O14.003179
Bijlage 3: varianten collectieve ziektekostenverzekering voor minima Littenseradiel
Varianten Littenseradiel Variant 1 AV Frieso I (110% inkomensgrens, 7% pakketkorting voor gemeente, 10,00 compensatie afschaffing Cer) Variant 2 AV Frieso III (110% inkomensgrens, 7% pakketkorting voor gemeente, 10,00 compensatie afschaffing Cer) Variant 3 AV Frieso I (120% inkomensgrens, 7% pakketkorting voor gemeente, 10,00 compensatie afschaffing Cer) Variant 4 AV Frieso III (120% inkomensgrens, 7% pakketkorting voor gemeente, 10,00 compensatie afschaffing Cer) Variant 5 AV Frieso I (125% inkomensgrens, 7% pakketkorting voor gemeente, 10,00 compensatie afschaffing Cer) Variant 6 AV Frieso III (125% inkomensgrens, 7% pakketkorting voor gemeente, 10,00 compensatie afschaffing Cer)
15/16
Klantpremie per maand excl bijdrage gemeente
Bijdrage van de gemeente per maand
Klantpremie per maand incl bijdrage gemeente
Bijdrage gemeente pakket per maand
Totale bijdrage gemeente per maand per deelnemer
Totale bijdrage gemeente per jaar per deelnemer
Aantal deelnemers bij dekkingsgraad AV van 17%
Totaal gemeentelijke uitgaven bij dekkingsgraad AV van 17%
Aantal deelnemers bij dekkingsgraad AV van 22%
Totaal gemeentelijke uitgaven bij dekkingsgraad AV van 22%
126,03
10,00
116,03
6,91
16,91
202,92
77
15.624,84
100
20.292,00
126,03
10,00
116,03
9,38
19,38
232,56
77
17.907,12
100
23.256,00
126,03
10,00
116,03
6,91
16,91
202,92
115
23.335,80
149
30.235,08
126,03
10,00
116,03
9,38
19,38
232,56
115
26.744,40
149
34.651,44
126,03
10,00
116,03
6,91
16,91
202,92
133
26.988,36
172
34.902,24
126,03
10,00
116,03
9,38
19,38
232,56
133
30.930,48
172
40.000,32
O14.003179
Bijlage 4: doelgroepen-analyse Stimulansz minimascan met doorrekening naar het aantal inwoners Jaar: 2014 Gemeente/pr Súdwest-Fryslân Tabel 1. Omvang en samenstelling doelgroep armoedebeleid (raming) A Inkomen uit arbeid Inkomen uit eigen onderneming Uitkering werkloosheid Uitkering ziekte/arbeidsongeschikt Uitkering ouderdom/nabestaanden Uitkering sociale voorzieningen Overig overdrachtsinkomen Totaal
101 420 510 90 70 720 930 10 2750
105 500 550 110 150 1070 1150 10 3540
110 590 580 140 210 1490 1410 20 4440
115 710 630 170 260 1960 1540 20 5290
120 860 670 180 290 2440 1610 20 6070
125 1010 710 220 320 2940 1660 20 6880
Aantal inwoners is x 1,3 (BS&F)
3575
4602
5772
6877
7891
8944
% dekkingsgraad huidig
36
2078
2476
2841
3220
% dekkingsgraad bij uitbreiding inkomensgrens (BS&F)
40
2309
2751
3156
3578
% dekkingsgraad bij uitbreiding inkomensgrens (BS&F)
45
2597
3095
3551
4025
Jaar: 2014 Gemeente/pr Littenseradiel Tabel 1. Omvang en samenstelling doelgroep armoedebeleid (raming) A
16/16
`` Inkomen uit arbeid Inkomen uit eigen onderneming Uitkering werkloosheid Uitkering ziekte/arbeidsongeschikt Uitkering ouderdom/nabestaanden Uitkering sociale voorzieningen Overig overdrachtsinkomen Totaal
101 40 70 10 0 60 50 0 230
105 50 70 10 10 100 50 0 290
110 50 80 10 10 130 70 0 350
115 60 80 10 20 190 80 0 440
120 70 90 10 20 250 80 0 520
125 90 90 10 20 300 90 0 600
Aantal inwoners is x 1,3
299
377
455
572
676
780
% dekkingsgraad huidig
17
77
97
115
133
% dekkingsgraad bij uitbreiding inkomensgrens (BS&F)
22
100
126
149
172
% dekkingsgraad bij uitbreiding inkomensgrens (BS&F)
27
123
154
183
211
O14.003179