ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING
11835-2015, 18 maart 2016
Op 20 november 2015 hebben wij van u een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het aanleggen van een tijdelijke wegverbinding Slaper (omleggen huidige Slaper). Reden hiervoor is de aanleg van het Reevediep en de dijken. De tijdelijke slaper komt aan de noordzijde van de noordelijke dijk te liggen. De aanvraag is geregistreerd onder nummer 2015-0644.
Besluit Wij besluiten, gelet op artikel 2.1 en volgende van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht de omgevingsvergunning te verlenen. Ons besluit is gebaseerd op de volgende stukken: 1. Het aanvraagformulier d.d. 20 november 2015; 2. Tekening IJD-OTDW-TEK-0052, laatst gewijzigd d.d. 19-11-2015 (parafen); 3. Aanvulling 08-02-2016, aanvraagformulier “Werk of werkzaamheden uitvoeren”; 4. Aanvulling 08-02-2016, aanvraagformulier “Uitrit aanleggen of veranderen”; 5. Selectieadvies: Inventariserend Veldonderzoek Kampen – Reevediep, Deelgebied tijdelijke Slaper en geul zone 90, d.d. november 2015, in het OLO geupload 08-02-2016; 6. Notulen Vaststellingsbijeenkomst DO Chalmotweg + Tijdelijke Slaper, d.d. 15-12-2015, documentnummer IJD-OTDW-NOT-0010; 7. Mail J. Hassing d.d. 07-03-2016, 12:39 uur, Tijdelijkheid omlegging Slaper (zaaknummer 11835-2015); De omgevingsvergunning wordt verleend voor de volgende activiteiten: - Werk of werkzaamheden uitvoeren; - Het gebruiken van gronden of een bouwwerk in strijd met regels ruimtelijke ordening; - Het maken van een uitweg, dan wel het veranderen van een uitweg of het gebruik daarvan te veranderen. De omgevingsvergunning wordt verleend voor een periode van 10 jaar vanaf datum besluit. Na deze termijn moeten de betreffende gronden worden ingericht conform de aan de gronden gegeven bestemmingen zoals e
vastgesteld in het geldende bestemmingsplan ’Buitengebied 2014’, Dronthen, 2 herziening’ en ‘IJsseldeltaZuid’. Procedure De besluitvormingsprocedure is uitgevoerd overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.7 van de Wabo. Uw aanvraag is beoordeeld voor de activiteit ‘het maken van een uitweg, dan wel het veranderen van een uitweg of het gebruik daarvan te veranderen’ aan artikel 2.1.5.3 van de Algemene plaatselijke verordening (Apv) en aan artikel 2.2, lid 1, sub e van de Wabo. Daarnaast is uw aanvraag beoordeeld voor de activiteit ‘werk of werkzaamheden uitvoeren’ aan artikel 2.1, lid 1, sub b van de Wabo en voor de activiteit ‘het gebruiken van gronden of een bouwwerk in strijd met regels ruimtelijke ordening’ aan artikel 2.1, lid 1, sub c van de Wabo. De aanvraag omgevingsvergunning is ook getoetst aan het Besluit omgevingsrecht en de Ministeriele regeling omgevingsrecht. Gebleken is dat uw aanvraag hieraan voldoet en daarom verlenen wij u de gevraagde omgevingsvergunning op grond van artikel 2.12, lid 2, juncto artikel 4, lid 11 van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht voor een periode van 10 jaar.
Provinciale coördinatieregeling van toepassing De voorbereiding en bekendmaking van de (ontwerp) besluiten ter uitvoering van het project Gebiedsontwikkeling IJsseldelta-Zuid worden gecoördineerd. Deze coördinatie vindt plaats op basis van de besluiten van de Provinciale Staten van Overijssel en Flevoland tot toepassing van de provinciale coördinatieregeling (op grond van artikel 3.33 van de Wet ruimtelijke ordening). Deze provinciale coördinatie heeft onder andere betrekking op besluiten op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de Flora- en faunawet, de Natuurbeschermingswet 1998 en de Waterwet. De provinciale coördinatie heeft tot gevolg dat op deze besluiten de procedure artikel 3.33 vierde lid Wet ruimtelijke ordening van toepassing is. Zienswijzen Tijdens de periode van ter inzage legging, zoals aangegeven in de kennisgeving, kan een ieder schriftelijk of mondeling een zienswijze naar voren brengen. Alle zienswijzen worden in een reactienota beantwoord. Verzocht kan worden om persoonlijke gegevens niet bekend te maken in de reactienota. Alleen een belanghebbende die over het ontwerpbesluit een zienswijze naar voren heeft gebracht, kan later tegen dat besluit beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (tenzij hem geen verwijt kan worden gemaakt van het niet naar voren brengen van een zienswijze). Schriftelijk Een schriftelijke zienswijze kan worden gestuurd naar: Gedeputeerde Staten van de provincie Overijssel t.a.v. Coördinator Procedures IJsseldelta-Zuid, de heer J.J. van Burg Postbus 10078, 8000 GB Zwolle Mondeling Een zienswijze kan ook mondeling ingediend worden. Om gebruik te maken van deze mogelijkheid dient binnen de periode van ter inzage legging contact te worden opgenomen met de heer J.J. van Burg via telefoonnummer 06-20613270, zodat hiervoor een afspraak gemaakt kan worden. Van een mondelinge zienswijze wordt een bondig verslag gemaakt. Iedereen die een zienswijze heeft ingediend, krijgt een ontvangstbevestiging. Alle zienswijzen worden doorgestuurd naar de desbetreffende bevoegd gezaginstanties, die de zienswijzen betrekken bij het nemen van de definitieve besluiten. Uiterlijk tegelijkertijd met het bekendmaken van de definitieve besluiten wordt iedere indiener geïnformeerd over hoe door de bevoegd gezagsinstanties met de zienswijze is omgegaan. Beroep Belanghebbenden die tijdig hun zienswijze over het ontwerpbesluit naar voren hebben gebracht of belanghebbenden aan wie redelijkerwijs niet kan worden verweten dat zij geen zienswijze naar voren hebben gebracht, kunnen later beroep tegen het definitieve besluit indienen. Bovendien kan iedere belanghebbenden beroep indienen, ook wanneer geen zienswijze naar voren is gebracht, tegen alle wijzigingen in de definitieve besluiten ten opzichte van de ontwerpbesluiten.
Crisis- en herstelwet De Gebiedsontwikkeling IJsseldelta-Zuid valt onder de Crisis- en herstelwet. Deze wet richt zich op versnelling van projecten en bevat onder andere bepalingen voor de beroepsprocedure. Hoogachtend, namens burgemeester en wethouders van Kampen,
M. Roelink Teammanager Vergunningen (Deze brief is in een geautomatiseerd proces aangemaakt en is daarom niet ondertekend)
Leges Overeenkomstig de legesverordening bent u voor het in behandeling nemen van uw aanvraag voor een omgevingsvergunning leges verschuldigd (zie tabel). Voor betaling van dit bedrag ontvangt u binnenkort een aanslag. Bij deze aanslag wordt vermeld op welke wijze u eventueel bezwaar kunt aantekenen tegen de hoogte van het legesbedrag en de gehanteerde grondslagen. Wabo werk of werkzaamheden uitvoeren (art. 2.3.2) Wabo tijdelijke afwijking (art. 2.3.3.4) Wabo uitweg (art. 2.3.9)
€ 65,30 € 261,60 € 64,10
Totaal Leges:
€ 391,00
Toestemming voor de deelactiviteit ‘werk of werkzaamheden uitvoeren’ (art. 2.1, lid 1, sub b Wabo) OVERWEGINGEN: Bestemmingsplan De gronden waarop de aanvraag omgevingsvergunning betrekking heeft zijn gelegen in verschillende bestemmingsplannen. Het betreft de volgende geldende bestemmingsplannen: - ‘Buitengebied 2014’; - ‘Dronthen, 2e herziening’ en; - ‘IJsseldelta-Zuid’. Bestemmingsplan ‘Buitengebied 2014’ De gronden die gelegen zijn in het bestemmingsplan ‘Buitengebied 2014’ hebben de hoofdbestemming “Agrarisch” (art. 3) en de dubbelbestemming “Waarde – Archeologie 1” (art. 29) en “Waarde – Archeologie 2” (art. 30). Bestemmingsplan ‘Dronthen, 2e herziening’ De gronden die gelegen zijn in het bestemmingsplan ‘’Dronthen, 2 herziening’ hebben de hoofdbestemming ‘Agrarische doeleinden, klasse B’ (art. 6). Bestemmingsplan ‘IJsseldelta-Zuid’ De gronden die gelegen zijn in het bestemmingsplan ‘IJsseldelta-Zuid’ hebben de hoofdbestemming ‘Agrarisch’ (art. 3) en de dubbelbestemming ‘Waarde – Archeologie 2’ (art. 22). Naast de hoofd- en dubbelbestemming hebben de gronden voor een gedeelte ook de nadere functieaanduiding ‘landschapswaarden’. ‘Werk of werkzaamheden uitvoeren’ De omgevingsvergunning voor de activiteit ‘werk of werkzaamheden uitvoeren’ is benodigd op grond van de bestemmingsplannen ‘Buitengebied 2014’ en ‘IJsseldelta-Zuid’. De omgevingsvergunning is benodigd op grond van het bestemmingsplan ‘Buitengebied 2014’ ingevolge de dubbelbestemmingen ‘Waarde – Archeologie 1 en 2’ op grond van artikel 29, lid 29.3, sub 29.3.1, onderdelen a en b en artikel 30, lid 30.3, sub 30.3.1, onderdelen a en b. Daarnaast is de omgevingsvergunning benodigd op grond van het bestemmingsplan ‘IJsseldelta-Zuid’ ingevolge de hoofdbestemming ‘Agrarisch’ op grond van artikel 3, lid 3.5, sub 3.5.1, onderdelen c en d en op grond van de dubbelbestemming ‘Waarde – Archeologie 2’ op grond van artikel 22, lid 22.3, sub 22.3.1, onderdelen c en d. De aanvraag is vergunningplichtig voor de activiteit ‘werk of werkzaamheden uitvoeren’ voor de volgende tijdelijke werkzaamheden: - het aanbrengen van oppervlakteverharding ten behoeve van de tijdelijke wegomlegging Slaper op de gronden gelegen binnen het bestemmingsplan ‘IJsseldelta-Zuid’; - het realiseren tijdelijke waterhuishouding middels dempen en graven van watergangen en parallel aan de tijdelijke wegomlegging op de gronden gelegen binnen het bestemmingsplan ‘IJsseldeltaZuid’; - de aanleg van de hoofdafwatering naar gemaal zwartendijk op de gronden gelegen binnen het bestemmingsplan ‘Buitengebied 2014’.
Verbodsbepaling Bestemmingsplan ‘Buitengebied 2014’ Het is verboden op of in de gronden met de dubbelbestemming ‘Waarde - Archeologie 1 en 2’ zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren: - grondwerkzaamheden, waartoe worden gerekend woelen, mengen, diepploegen, egaliseren en ontginnen van gronden, alsmede het graven of vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren; - het aanleggen van drainage en/of oppervlakteverhardingen en het verlagen of afgraven (ook ten behoeve van het verwijderen van bestaande funderingen) van gronden waarvoor geen ontgrondingenvergunning is vereist. Bestemmingsplan ‘IJsseldelta-Zuid’ Het is verboden op of in de gronden met de bestemming ‘Agrarisch’ ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren: - het ontgronden, afgraven, egaliseren of ophogen van gronden; - het graven, vergraven, verbreden of dempen van watergangen en poelen.
Daarnaast is het verboden op of in de betreffende gronden met de dubbelbestemming ‘Waarde – Archeologie 2’ zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren: - grondwerkzaamheden dieper dan 50 cm onder het maaiveld over een oppervlakte van meer dan 5.000 m2, waartoe worden gerekend woelen, mengen, diepploegen, egaliseren en ontginnen van gronden, alsmede het graven of vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren en het aanleggen van drainage en/of oppervlakteverhardingen; - bodem verlagen of afgraven (ook ten behoeve van het verwijderen van bestaande funderingen) van gronden waarvoor geen ontgrondingenvergunning is vereist; Afwegingskaders
De in omgevingsvergunning wordt slechts verleend indien door de werken of werkzaamheden of door de direct of indirect te verwachten gevolgen daarvan geen onevenredig nadeel ontstaat voor de landschappelijke van het gebied. Daarnaast wint het bevoegd gezag advies in bij de archeologisch adviesdeskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de omgevingsvergunning geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en zo ja welke voorwaarden dienen te worden gesteld. Advies natuur en landschap
Op 9 maart 2016 heeft de afdeling natuur en landschap van de gemeente Kampen het onderstaande positieve advies afgegeven; De tijdelijke wegomlegging van de Slaper maakt onderdeel uit van de planvorming die ten grondslag ligt aan het bestemmingsplan ‘IJsseldelta-Zuid’. De wegomlegging is daarnaast tijdelijk van aard. Gezien de tijdelijke aard zijn er geen blijvende nadelige effecten op het landschap en de natuurwaarden. De werkzaamheden
zijn afgestemd op de bevindingen en resultaten van de natuuronderzoeken en de verleende Nbwetvergunningen en Flora- en faunaontheffingen. Er bestaat dan ook geen bezwaar tegen deze tijdelijke wegomlegging omdat zij geen afbreuk doen aan de uiteindelijke doelstelling. -
Er bestaat vanuit landschappelijk oogpunt geen bezwaar om de omgevingsvergunning te verlenen.
Advies Archeoloog Op 22 februari 2016 heeft de archeoloog, de heer A. Jager van het team Cultuur van de gemeente Kampen, het onderstaande positieve advies afgegeven;
Ter plaatse van het plangebied, en in de omgeving daarvan, zijn met behulp van boringen en proefsleuven meerdere inventariserende archeologische onderzoeken uitgevoerd. Deze inventariserende onderzoeken zijn inmiddels afgerond. Hieruit kan geconcludeerd worden dat de trefkans op archeologisch erfgoed in het onderhavig plangebied, namelijk waar de ‘tijdelijke wegverbinding Slaper’ is gepland, klein is. Vanuit archeologische monumentenzorg bestaat zodoende geen bezwaar tegen het verlenen van gevraagde omgevingsvergunning. Bij de planrealisatie blijft de archeologische meldingsplicht, op grond van de Monumentenwet, onverminderd voor het volledige plangebied van kracht. Ook dient het bevoegd gezag te worden geïnformeerd indien het plan essentiële wijzigingen ondergaat. Conclusie Gezien het voorgaande voldoet de onderhavige aanvraag omgevingsvergunning aan de gestelde afwegingskaders waardoor wij besluiten de omgevingsvergunning te verlenen voor de activiteit ‘werk of werkzaamheid uitvoeren’. VOORWAARDEN: - zodra de werkzaamheden zijn beëindigd, en voor het verstrijken van de werkingsduur van deze vergunning, dient het betreffende terrein weer te worden ingericht conform de bestemmingen zoals weergegeven is in de geldende bestemmingsplan ‘Buitengebied 2014’, ‘Dronthen, 2 e herziening’ en ‘IJsseldelta-Zuid’;
- de werkzaamheden dienen uitgevoerd te worden overeenkomstig de gewaarmerkte stukken behorende bij de vergunning; - indien tijdens de uitvoering blijkt dat enig constructiedeel verbetering of voorziening behoeft, dient dat te gebeuren in overleg met en ter goedkeuring van het team Toezicht en Handhaving; - zowel het team Toezicht en Handhaving alsmede de gemeentearcheoloog, de heer A. Jager, dienen ten minste twee dagen voor de aanvang van de werkzaamheden in kennis te worden gesteld, telefoonnummer 14 038; - het team Toezicht en Handhaving dient in kennis te worden gesteld van de voltooiing van de werkzaamheden;
- het terrein waarop wordt gebouwd, grond wordt ontgraven of dergelijke werkzaamheden worden verricht, moet door een doeltreffende afscheiding van de weg en van het aangrenzende open erf of terrein zijn afgescheiden indien gevaar of hinder te duchten is; - indien er in de toekomst tijdens eventuele terreinveranderingen grond vrij komt, geldt dat deze zonder voorwaarden op het terrein zelf kan worden hergebruikt. Indien de grond afgevoerd moet worden, zal rekening gehouden moeten worden met de richtlijnen van het Besluit bodemkwaliteit; - eventuele schade aan het wegdek of openbaar terrein zal door de eenheid Beheer Openbare Ruimte op kosten van de vergunninghouder worden hersteld; - de archeologische meldingsplicht zoals bepaald in de Monumentenwet blijft van kracht.
Toestemming voor het deel ‘het gebruik van gronden of een bouwwerk in strijd met regels ruimtelijke ordening’ (art. 2.1, lid 1, sub c Wabo) OVERWEGINGEN: Tijdelijke werkzaamheden in strijd met de geldende bestemmingsplannen De gronden waarop de aanvraag omgevingsvergunning betrekking heeft zijn gelegen in verschillende bestemmingsplannen. Het betreft de volgende geldende bestemmingsplannen: - ‘Buitengebied 2014’; - ‘Dronthen, 2e herziening’ en; - ‘IJsseldelta-Zuid’. De aangevraagde tijdelijke werkzaamheden zijn strijdig met de aan de gronden gegeven bestemmingen en zijn op grond daarvan eveneens omgevingsvergunningplichtig voor de activiteit ‘werk of werkzaamheden uitvoeren’. Het betreft onder andere de volgende werkzaamheden: - het aanbrengen van oppervlakteverharding ten behoeve van de tijdelijke wegomlegging Slaper; - het realiseren tijdelijke waterhuishouding middels dempen en graven van watergangen en parallel aan de tijdelijke wegomlegging;
- de aanleg van de hoofdafwatering naar gemaal zwartendijk. Bestemmingsplan ‘Buitengebied 2014’ De gronden die gelegen zijn in het bestemmingsplan ‘Buitengebied 2014’ hebben de hoofdbestemming “Agrarisch” (art. 3) en de dubbelbestemming “Waarde – Archeologie 2” (art. 30). De aanleg van de hoofdafwatering naar het gemaal Zwartendijk is niet ten dienste van de primaire agrarische gebruiksdoeleinden. Deze werkzaamheden zijn daarom in strijd met het geldende bestemmingsplan ‘Buitengebied 2014’. Bestemmingsplan ‘Dronthen, 2e herziening’ De gronden die gelegen zijn in het bestemmingsplan ‘’Dronthen, 2 herziening’ hebben de hoofdbestemming ‘Agrarische doeleinden, klasse B’ (art. 6).
De aanleg van de tijdelijke wegomlegging alsmede de aanleg van de hoofdafwatering zijn ook hier niet ten dienste van de primaire agrarische gebruiksdoeleinden. Deze werkzaamheden zijn daarom in strijd met het geldende bestemmingsplan ‘Dronthen, 2e herziening’. Bestemmingsplan ‘IJsseldelta-Zuid’ De gronden die gelegen zijn in het bestemmingsplan ‘IJsseldelta-Zuid’ hebben de hoofdbestemming ‘Agrarisch’ (art. 3) en de dubbelbestemming ‘Waarde – Archeologie 2’ (art. 22).
De aanleg van de tijdelijke wegomlegging alsmede de aanleg van de kwelvoorzieningen zijn ook hier niet ten dienste van de primaire agrarische gebruiksdoeleinden. Deze werkzaamheden zijn daarom in strijd met het geldende bestemmingsplan ‘IJsseldelta-Zuid’. Naast de hoofd- en dubbelbestemming hebben de gronden voor een gedeelte ook de nadere functieaanduiding ‘landschapswaarden’.
Tijdelijke afwijkingsprocedure Door middel van het toestaan van een tijdelijk ander gebruik aan de betreffende gronden, kan toch medewerking worden verleend aan de tijdelijke wegomlegging van de Slaper. Hiertegen bestaat geen bezwaar omdat het beoogde gebruik, conform de bestemming, na het verwijderen van de werken of het beëindigen van de werkzaamheden weer mogelijk is. Advies ruimtelijke ordening Gezien de aanvraag in strijd is met de geldende bestemmingsplannen hebben wij de aanvraag omgevingsvergunning op 29 februari 2016 ter advisering voorgelegd aan het team ruimtelijke ordening. Het team ruimtelijke ordening heeft op 7 maart 2016 het onderstaande positieve advies afgegeven; Het tijdelijk omleggen van de Slaper met de daaraan liggende uitritten en de aanleg van een tijdelijke watergang zijn strijdig met verschillende bestemmingsplannen (zoals reeds hiervoor beschreven) Het betreft werkzaamheden gelegen binnen het bestemmingsplan ‘IJsseldelta-zuid’, het bestemmingsplan ‘Buitengebied 2014’ en het bestemmingsplan ‘Dronthen, 2e herziening’ (van kracht ter plaatse van het gedeeltelijk vernietigde bestemmingsplan ‘IJsseldelta-zuid’). De gronden waarop de tijdelijke Slaper worden aangelegd zijn gelegen binnen de drie genoemde bestemmingsplannen. De weg is in strijd met de verschillende bestemmingen in deze bestemmingsplannen. De bestemmingen in deze bestemmingsplannen zijn verschillend maar kunnen worden samengevat als een agrarische bestemming. De weg staat niet ten dienste van deze agrarische bestemming, evenmin als de tijdelijke watergang. Medewerking voor de aanleg van de tijdelijke Slaper en de tijdelijke watergang kan worden verleend op grond van artikel 4, lid 11 van Bijlage II van het Besluit omgevingsrecht. Dit artikel biedt de mogelijkheid om ander gebruik van gronden of bouwwerken toe te staan voor een termijn van ten hoogste tien jaar. In het aanvraagformulier is per abuis aangegeven dat het beoogde gebruik niet tijdelijk van aard zou zijn. Per mail van 7 maart is namens de aanvrager verklaard dat het beoogde gebruik tijdelijk is en maximaal tien jaar duurt. Bij een omgevingsvergunning voor het tijdelijk afwijken van het bestemmingsplan hoeft er geen sprake meer te zijn van een tijdelijk behoefte. Uit artikel 4, lid 11, van Bijlage II Bor en de toelichting volgt dat kan volstaan worden met het aannemelijk maken dat de activiteit zonder onomkeerbare gevolgen kan worden beëindigd. Hiervan is in dit geval sprake. Gebruik conform de bestemming is na het verwijderen van het werk (de weg) en het dempen van de watergang weer mogelijk. In het bestemmingsplan ‘IJsseldelta-zuid’ zijn specifieke gebruiksregels opgenomen binnen de bestemming ‘Agrarisch’. Ter plaatse van de aanduiding ‘landschapswaarden’ is een vergunning nodig voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden. Ondermeer is het verboden zonder vergunning over te gaan tot het ontgronden, afgraven, egaliseren of ophogen van gronden en het graven, vergraven, verbreden of dempen van watergangen en poelen. De vergunning wordt slechts verleend indien door de werken of werkzaamheden of door de direct of indirect te verwachten gevolgen daarvan geen onevenredig nadeel ontstaat voor de landschappelijke en cultuurhistorische waarden van het gebied. Doordat de weg en de watergang direct tegen de dijk van de bypass worden aangelegd, althans voor het gedeelte dat gelegen is het bestemmingsplan ‘IJsseldelta-zuid’, worden de landschappelijke en cultuurhistorische waarden van het gebied niet aangetast.
In het bestemmingsplan ‘Buitengebied 2014’ is ter plaatse van de dubbelbestemming ‘Waarde-Archeologie 1’ een vergunning nodig, mits voldaan wordt aan bepaalde regels, voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden. De tijdelijke watergang is gelegen in deze dubbelbestemming en gelet op de genoemde werkzaamheden en werken vergunningplichtig. De vergunning kan worden verleend als de archeologische deskundige heeft geadviseerd omtrent de vraag of door het verlenen van de omgevingsvergunning geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en zo ja welke voorwaarden dienen te worden gesteld. Gelet op het advies van de archeologische deskundige, A. Jager, d.d. 2202-2016, kan de vergunning worden verleend. Advies - artikel 4, lid 11 van bijlage II Bor toepassen voor een termijn van ten hoogste tien jaar dan wel tot het gereed zijn van de werkzaamheden; - art. 3.5.1 van de planregels behorend bij het bestemmingsplan ‘IJsseldelta-zuid’ toepassen; - art. 29.3.1 en art. 30.3.1 van de planregels behorend bij het bestemmingsplan ‘Buitengebied 2014’ toepassen. Conclusie Gezien het voorgaande besluiten wij de omgevingsvergunning voor de deelactiviteit ‘het gebruik van gronden of een bouwwerk in strijd met regels ruimtelijke ordening’ te verlenen op grond van artikel 2.12, lid 2 van de Wabo, juncto artikel 4, lid 11 van Bijlage II van het Besluit omgevingsrecht (Bor) voor een termijn van ten hoogste 10 jaar dan wel tot het gereed zijn van de werkzaamheden; VOORWAARDEN:
- de werkzaamheden dienen uitgevoerd te worden overeenkomstig de gewaarmerkte stukken behorende bij de vergunning; - voor de werkzaamheden dient een Watervergunning aangevraagd te worden bij het Waterschap Drents Overijsselse Delta; - zodra de werkzaamheden zijn beëindigd, en voor het verstrijken van de werkingsduur van deze vergunning, dienen de betreffende gronden weer te worden ingericht conform de situatie met bijbehorende bestemmingen zoals weergegeven is in de geldende bestemmingsplannen ‘Buitengebied 2014’, ‘Dronthen, 2e herziening’ en ‘IJsseldelta-Zuid’.
Toestemming voor het deel uitweg (art. 2.2 lid 1e wabo)
VOORWAARDEN: 1. Voordat gestart wordt met de aanleg van de uitwegen dient u contact op te nemen met de heer B. Heldoorn van de Eenheid Beheer Openbare Ruimte van de gemeente Kampen, telefoon (038) 2. 3.
3325095. De werkzaamheden die op en in gemeentegrond moeten worden verricht komen voor uw rekening. Wanneer er een lichtmast, straatkolk e.d. verplaatst moet(en) worden, zijn deze kosten voor uw rekening. Uitvoering geschiedt door of vanwege de gemeente Kampen.
OVERWEGINGEN: De bruikbaarheid van de weg en het veilig en doelmatig gebruik van de weg komt door het aanleggen van de uitwegen niet in gevaar. Het belang van de bescherming van het uiterlijk aanzien van de omgeving in het straatbeeld wordt niet nadelig beïnvloed door het aanleggen van de uitwegen. Het belang van de bescherming van de groenvoorzieningen in de gemeente wordt niet nadelig beïnvloed. -
Het uitgebrachte advies van eenheid Beheer Openbare Ruimte van de gemeente Kampen geeft geen aanleiding om de vergunning te weigeren.
