Artilia
Nummer 102 | Juli 2 013
Officieel Orgaan Vereniging Onderofficieren Artillerie
Bestuur Voorzi er R.A. van der Veen VustCo
Sterhyacint 11, 8255 JX Swi!erbant ’t Harde, *06-536-57406, 0525-657406
0321-324229
Jolstraat 90, 1784 NL Den Helder ’t Harde, *06-536-57411, 0525-657411
0223-660684
De Wimpel 9, 8447 ED Heerenveen Leeuwardem, 028-2655200
051-3651548
Biotoop 77, 3893 BJ Zeewolde ’t Harde, *06-536-57530, 0525-657530
036-5234218
Beiersgulden 72, 8253 DW Dronten ‘t Harde, *06-536-57448, 0525-657448
0321-317735
Secretaris / Webmaster R.J. de Vos VustCo
Penningmeester J.S. de Vries ROC Friese Poort
Lid J.L. de Brouwer VustCo .
Lid C.J.M. Damen VustCo
Lid H. Treffers VustCo
Uedemerstrasse 30, 47652 Weeze (Duitsland) 06-48271995 Idar Oberstein, *06-345-4710-1902, 0049-6781-511902, 0049-1759324628
Lid A.J.M. Witsiers VustCo
Mr. v.d. Venstraat, 6627 AG Maasbommel ‘t Harde, *06-536-57655, 0525-657655
048-7562457
Lid R.G.J.M. Oudheusden HRF HQ
Hildo Kropstraat 42, 8331 SP Steenwijk Münster, *06-537-55145, 0577-45145
Lid S.D. Bekkema VustCo
Frederik Hendrikstraat 45, 8606 EG Sneek ‘t Harde, *06-536-57447, 0525-657447
06-22427784
Voorwoord
Ten slo$e: Op 11 september 2013 word er bij het Vuursteuncommando op de legerplaats bij Oldebroek een “Vuursteun Event” georganiseerd. De vereniging onderofficieren artillerie zal hier ook bij vertegenwoordigd zijn. Ik kijk er naar uit u daar te ontmoeten. Veel leesplezier, Uw voorzi$er, Rob van der Veen
Vereniging OnderOfficieren Artillerie
Ten eerste wil ik beginnen met een droevige mededeling. Op 7 juni 2013 is de echtgenote van onze Wapenoudste de LtGen van Loon op 54 jarige lee!ijd na een ziekbed van bijna anderhalf jaar overleden. Een delegatie namens de vereniging onderofficieren artillerie is naar de condoleance van Marijke geweest en ik heb namens de vereniging onze oprechte deelneming betuigd. Wij wensen de Generaal en zijn gezin heel veel sterkte de komende tijd. De eerste hel! van het jaar is voorbijgevlogen, waarbij in korte tijd de functies binnen het Vuursteuncommando zijn gevuld. Bij veel collega’s is een stukje onzekerheid weggenomen nu zij een nieuwe plek binnen de organisatie hebben. Echter zijn er ook collega’s die nog geen plek hebben. Ik hoop voor hen dat zij nog een plaats zullen vinden. Het komende half jaar staan nog de brunches midden en zuid Nederland gepland en ook het jaaruitje staat gepland voor half oktober.
Agenda: Brunch midden: Brunch zuid:
september 2103 december 2013
Jaaruitje:
13 oktober 2013
INHOUDSOPGAVE “Het Saluut”
Pagina 5
Gevechtsinsigne Wmr Stoelwinder
Pagina 6-7
Afscheidswoord voorzi!er commissie van goede doelen.
Pagina 7
Gevechtsinsigne Wmr van Zanten
Pagina 8
Medaille uitreiking Aooi Douwma
Pagina 9
Reünie 7e Afd. Veldartillerie OVW
Pagina 9
Medaille uitreiking Owi Klappers
Pagina 10
Citaat van Generaal Spoor dat hopelijk niethelemaal opgaat , maar wel stof tot nadenken gee".
Pagina 10
Brunch Wopvega
Pagina 11
Artillerie te Mill, deel 3 de andere artillerist & herdenken
Pagina 12 - 14
Artillerie onder de aandacht
Pagina 14 - 15
Nederlandse Artillerie tot heden.
Pagina 16 - 19
Bevorderd / Dienstverlater
Pagina 19
De mini UAV als dreiging
Pagina 20 - 21
Laatste schot btowi B-Vustbt “Longhorns”
Pagina 22
I#$%'#($)*#(+ T'()#)#; *# $<% J*=
Pagina 23
Legerplaats bij Oldebroek tijdens WO2
Pagina 24
Uit de oude doos
Pagina 25
Reunie Orkest Artillerie Trompe!erkorps
Pagina 26 - 27
Artillerie Veteranen Associatie
Pagina 28
Nederlands Artillerie Museum
Pagina 29 -30
Schenkingen
Pagina 30
Gezocht en gevonden / Nieuwe informatie gezocht
Pagina 31
Noot van de redactie
Pagina 32
“Het Saluut” 30 April 2013, de dag dat de C-Ba$erij van het Vustco de mooie taak hee! volbracht op de MEA te Amsterdam. Hier gingen wij saluutschoten afvuren om de nieuwe koning te eren. Alle voorbereidingen werden in gang gezet, het blinkend maken van de stukken en het verkennen en inrichten van de locatie, waar de stukken moesten komen te staan. Dit werd uitgevoerd door de voorbereidingsgroep. De rest van het peloton keek zijn ogen uit op de kazerne bij alle verschillende specialistische eenheden zoals, de DKDB (Dienst Koninklijke Diplomatieke Beveiliging), verschillende arrestatie teams, en een aantal bijzondere bijstands eenheden van de politie. Hierop volgde een oefenmoment en werden de laatste puntjes op de i gezet. Na een heerlijke nachtrust ontwaakte de C-Ba$erij.We stonden aan de kade, volop in de belangstelling van een feestende menigte, de generaal de Kruif kwam ook nog even langs om ons een hart onder de riem te steken.Om 11 uur begon onder begeleiding van medewerkers van de manege het kleden van de mannen, dit verliep soepel een aantal mensen moest wel even hun adem inhouden.Na de generale repetitie en een officiële inspectie kon iedereen even tot rust komen. Toen het moment aanbrak, kwam de hele club netjes in stelling, gevolgd door de kapitein en de twee dragers van de schoten. Om 14:55 werd het eerste schot afgevuurd.Het hele kanaal lag vol met belangstellenden in bootjes en we werden begeleid met een hoop gejoel.Er werden in totaal 48 schoten afgevuurd om de koning te begeleiden richting de nieuwe kerk.Bij het laatste schot ze$en de Koning zijn voet in de nieuwe kerk. Het gejuich volgde en de groep werd afgemarcheerd.Na de hele ceremonie werden we bij elkaar geroepen door de ba$erij Commandant om gezamenlijk een Barbara bi$er te drinken en het rijders lied te zingen op de goede afloop. Dit werd door de menigte toeschouwers positief ontvangen. Hierna ging de voorbereidingsploeg alles weer a&reken en de rest van het peloton kon zich gaan omkleden en gereed gaan maken om terug te verplaatsen richting de Tonnet kazerne in ‘t Harde.De voorbereidingsploeg kon na het stuks onderhoud zich klaarmaken om nog even te ontspannen en te genieten van de mooie sfeer in Amsterdam, tijdens het laatste Koninginnen feest.Na een super mooie avond en een korte nacht werden de stukken opgeladen en terug vervoerd naar ‘t Harde waarna de voorbereidingsploeg ook eindelijk kon gaan genieten van hun welverdiend verlof.
Kpl1 Janssen & Kpl Buma Foto’s: Derk de Vries
5
Gevechtinsigne Wmr Stoelwinder Tijdens de operatie Kapcha As, was ik samen met de Kapitein Sip als waarnemersgroep onder bevel geplaatst bij een peloton van de toenmalige D-Cie (Luchtmobiel). Mijn eigen eenheid, A-Cie 44 Pain&at werd opgesplitst. Eén peloton, ehd 1.5, werd samengevoegd met het eerder genoemde peloton van de D-Cie van luchtmobiel. Op die manier werd een extra ‘compagnie’ gevormd waarmee de operatie kon worden uitgevoerd. Tegelijkertijd, als onderdeel van dezelfde operatie, voerde de C-Cie, die in Deh Rawod was, op de oost flank zijn onderdeel van de operatie uit. Onze initiële opzet was om de rivier over te steken en daarna af te buigen richting het oosten om zodoende, parallel aan de rivier de Tiri Rud richting ons eerste object te verplaatsen. Dit kon echter niet uitgevoerd worden, zodoende zijn wij terug verplaatst over de Chutubrug om vervolgens door de rivier naar de noordoever te rijden. Daar aangekomen zijn we uitgestapt en hebben ons verspreid. Tijdens dit verspreiden zijn we direct onder vuur genomen door OMF, minimaal één, mogelijk meer keren met RPG en KKW. Een Apachehelikopter die ons ondersteunde, hee! dit op zijn camera- beelden staan. De piloot hee! op dat moment echter niet direct gezien waar de schu$er zich bevond. Later hee! één van de twee Apaches een Hellfire raket in het betreffende huis geschoten, na overleg tussen de commandant, de Kapitein Sip, de FAC-er - die bevond zich op Cemetary Hill South en had een goed zicht op onze operatie- en de Apache piloot. Op dat moment zijn we met ons peloton, ondersteund door OMLT met ANA, nog steeds aan het ontplooien. Als dit is voltooid, gaat de ANA met de OMLT het eerste qualacomplex binnen. Als deze binnen zijn, volgt de rest van het peloton. Gezien de groo$e van het qualacomplex duurt het enige tijd voor het hele complex is veiliggesteld. Wanneer dit uiteindelijk is gebeurd, maakt de eenheid zich op om naar het volgende qualacomplex te springen dat iets ten noorden van onze positie staat. Daar het een verplaatsing van ongeveer 160m door open veld betre!, wordt de westzijde van de opmars afgeschermd d.m.v. een smoke-screen die door mij is aangevraagd en die geleverd wordt door de PzH vanaf Camp Hadrian. Ook tijdens deze verplaatsing gaat de ANA als eerste. Als deze het veld oversteken, wordt er door de OMF op hen geschoten. Het is zeer waarschijnlijk dat er meerdere strijders zijn geweest. Zeker één vijandelijke strijder is hierbij gewond geraakt: tijdens de operatie hebben later op de betreffende locatie bloed aangetroffen. De wapens die door de OMF zijn gebruikt zijn waarschijnlijk AK’s geweest. Door de eigen eenheid is er met diverse soorten KKW wapens terug geschoten, o.a. Accuracy, Diemaco
6
en Minimi. Bij deze actie was o.a. de Owi Hammink betrokken die, onder meer voor deze actie, een dapperheidonderscheiding hee! gekregen. Terwijl de ANA en OMLT zich in het open veld bevonden, leverden wij vanaf het dak van onze quala ondersteuningsvuur. Mijn taak was om samen met de kapitein, ervoor te zorgen dat het smoke screen met een juiste dichtheid op de juiste positie lag. Intussen nam ik de kapitein waar op de diverse radio’s. Vervolgens verplaatste de gehele eenheid zich over het open veld richting het noorden naar de quala waarvandaan op ons geschoten is. Daar binnen het complex werden explosieven gevonden die door de genisten zij geruimd voordat we verder trokken. We zijn ondertussen aangekomen bij de zogenaamde ‘90-degrees bend’ op de route Shingolaw west. Net ten noorden van de weg ligt ons volgende object, een qualacomplex bestaand uit twee onderdelen, oost en west.
Door de commandant wordt besloten dat dit ons uiteindelijke doel is voor die dag. Nadat dit gehele complex veiliggesteld is, maken we ons klaar voor de nacht en worden onze rugzakken gebracht. Tijdens de nacht wordt er continue veel Icom gehoord. Tevens wordt er regelmatig geschoten. Op een voor mij onbekend tijdstip worden er in de quala ten oosten van ons schoten afgegeven door eenheid 1.5. Waarschijnlijk zijn dit de schoten geweest waarbij de soldaten Wesley Schol en Aldert Poortema zijn omgekomen, ten noorden van onze positie bij het C-team. Later die nacht wordt de soldaat Marc Van Der Kuilen in zijn benen geschoten. Dit gebeurde op het dak van het oostelijk gedeelte van onze quala. Ik bevind mij in het westelijk gedeelte van het quala- complex. Kort na de verwonding van de soldaat Van Der Kuilen wordt er wederom geschoten. Dit keer zeer nabij. Om meer duidelijkheid te krijgen besluiten de PC en de kapitein Sip om ‘licht aan te vragen’. Dit wordt door mij gedaan. Er worden dan door de PzH vanaf Camp Hadrian lichtgranaten verschoten die de omgeving in een kunstmatig licht ze$en. Omdat de granaten te ver richting het westen hangen, wil de kapitein hier meer zicht op hebben en klimt dus het dak op van onze quala. Hier tre! hij twee ANA-militairen aan die getroffen zijn door KKW vuur. Tijdens deze periode luister ik uit op de radio’s om ervoor te zorgen dat het lichtvuur gegarandeerd blij! en de vuursteunketen geïnformeerd blij! omtrent onze situatie. De gewonde ANA-militairen zijn door collega ANA-militairen van het dak gehaald. De gewondenverzorger hee! zijn best nog gedaan om ze in leven te houden. Dit is echter, door de aard van de verwondingen, niet meer gelukt. De lichamen zijn later dan ook weggehaald door een ondersteunende GNK groep. Verder die nacht zijn er af en toe nog schotenwisselingen geweest en hebben eenheden van het verkennerspeloton die zich op Cemetary Hill South bevonden, nog gebruik gemaakt van de PzH van Camp Hadrian. Tijdens dit soort acties werden de opgegeven coördinaten en de doorgegeven correcties continu gecheckt om te voorkomen dat er op of te dichtbij op eigen troepen geschoten zou worden met vuursteun. Gedurende de gehele nacht heb ik de Kapitein Sip ondersteund: bij het aanvragen en het uitvoeren van mogelijke vuren en het uitluisteren op de diverse radio’s. De volgende ochtend is als eerste begonnen met het bergen van een voertuig dat ‘s avonds vast was komen te zi$en nadat de rugzakken waren afgeleverd en daarna gedeeltelijk van de weg was geraakt. Hierna is besloten om ons terug te verplaatsen naar Camp Hadrian. Terwijl wij ons gereed aan het maken waren om terug te verplaatsen, werden we nog onder vuur genomen door OMF met KKW (waarschijnlijk AK) Hierbij is wederom overleg geweest tussen de FAC-er, de Apachepiloot en
de kapitein, waarna besloten is de OMF strijder uit te schakelen. Gedurende de gehele operatie heb ik de kapitein ondersteund bij het aanvragen van de vuren, het leiden van CCA van de Apachehelikopters, het uitluisteren en bedienen van de diverse radio’s en alle andere taken die van mij verwacht werden. Nadat iedereen was ingestapt, zijn we terugverplaatst naar Camp Hadrian. Dit alles vond plaats op 12 en 13 januari 2008. Wmr Stoelwinder, A-vustbt
Afscheidswoord voorzi!er commissie van goede doelen. Er is een tijd van komen en gaan, na al die jaren een kleine terugblik. De start van de vereniging is begonnen tijdens het 300-jarig bestaan, in een gesprek met de Legerkorpsartillerie Commandant (waar ik toen tewerk was gesteld), de Bgen. B.Bouman. Daar kwam ter sprake dat er wel een vereniging was voor officieren, maar niet voor onderofficieren. Dit was volgens de Generaal een gemis.Hij wilde dat er een vereniging moest worden opgericht en vroeg mij hieraan - met zijn steun te werken. Ik heb steun gevraagd bij collega’s van de parate afdelingen; er waren er toen genoeg. In Breda bestond al een onderlinge band. Een voorlopig bestuur werd samengesteld en dankzij J. Majoie werden de stukken bij de notaris vastgelegd. Het begin was moeilijk, maar de aanmeldingen bleven binnen stromen. Vlak voor mijn pensionering heb ik gevraagd of Fr.v.d. Knaap de taak wilde overnemen. De vereniging draaide goed en er kwam een Commissie van Goede Diensten. Hieraan heb ik een tijd meegewerkt. Doordat ik bij diverse verenigingen een bestuursfunctie had, heb ik besloten ook met dit werk te stoppen. Er is altijd een goed contact geweest tussen de Commissie van Goede Diensten en het bestuur.Er werd om advies gevraagd en dit werd gewaardeerd. Ik hoop dat in de toekomst dit zal worden voortgezet. Ik wens het bestuur en de Commissie van Goede Diensten het allerbeste toe, te meer daar het nu moeilijker is. Vroeger hadden we ongeveer 15 afdelingen en nu ongeveer 1 afdeling Veld en 1 afdeling Lua. VOOA: het gaat je goed en voor allen een goede gezondheid toe. Th.C.v.d.Aart.
7
Gevechts insigne Wmr van Zanten Donderdag 28 maart 2013 kreeg ik mijn gevecht insigne uitgereikt op het VUSTCO appel. In 2006 ben ik met TFU-1 op uitzending geweest als bestuurder van de voorwaartse waarnemers. Ik zat in die periode officieel bij 101 tank bataljon en wij werden als voorwaartse waarnemer groep aangeklikt voor de uitzending aan 12 luchtmobiel c-cie. Achteraf een zeer leerzame en pre$ige ervaring. Een kijk in de luchtmobiele keuken was een ware eyeopener. Deze uitzending zou voor mij wel eens de kans kunnen zijn om een grote vraag te beantwoorden waar ik al zolang ik in dienst zat mee rond liep: hoe zou ik functioneren onder vijandelijk vuur? Persoonlijk vind ik dat elke militair een soort van verlangen moet hebben naar dat moment. Hoe voel je je dan? En hoe presteer je dan? Tijdens mijn uitzending werden wij op FOB Martello aangevallen door Taliban. De Taliban wilde de kleine FOB overmeesteren. Wat me erg is bij gebleven van de aanval is dat alles langzamer lijkt te gaan. Maar vooral ook dat de aangeleerde en vaak beoefende “drills” dan ook echt werken. Juist op dit soort momenten reageer je gelijk en twijfel je niet. Dan blijkt dat al die jaren trainen en oefenen niet voor niets is geweest. Waarom ik pas na zes jaar het gevecht insigne ontvangen heb? Omdat in mijn ogen in de eerste jaren het gevecht insigne in een aantal gevallen heel gemakkelijk uitgereikt is. Daardoor hechte ik er toen niet al te veel waarde aan. Ik hechte meer waarde aan de herinneringen en de gesprekken met mensen die in een vergelijkbare situatie hebben gezeten. Toen ik in 2011 in gesprek was met iemand die mij wees op het feit dat je het gevecht insigne voor jezelf draagt en voor niemand anders, ben ik over gegaan tot de aanvraag. Bijzonder vind ik nog steeds dat je het zelf moet aanvragen. Dit heb ik dan ook niet gedaan. Nu ik hem eenmaal heb is het vooral voor mezelf dus een bevestiging, dat ik de vraag die ik mezelf jaren stelde met een ja kan beantwoorden.
8
Medaille uitreiking Aooi Douwma De weersomstandigheden waren guur waardoor het, in DT aangetreden, personeel het nauwelijks warm hield. Maar de reden voor de ceremonie was hartverwarmend. Op het korpsplein op de LBO stond op 28 maart 2013 het volledige Vust Co aangetreden voor de uitreiking van het “Gevechtsinsigne” aan twee collega’s van de afdeling en voor de uitreiking van de medaille voor 36 jaar eerlijke en trouwe dienst aan een van onze collega’s van de vuursteunschool. Als schooladjudant van de vuursteunschool wil ik kort stilstaan bij de laatste gebeurtenis; de uitreiking van de gouden medaille aan de Adjudant Dick Douwma. Omdat de commandant van het Vust Co niet aanwezig was werden de honneurs waargenomen door de plaatsvervangend commandant, de LKOL Roelen. Nadat de collega’s van de afdeling hun Gevechtsinsigne in ontvangst hadden genomen, was het de beurt aan de Adjudant Douwma. In zijn toespraak refereerde de LKOL Roelen aan de loopbaan van de Adjudant Douwma en aan de geschiedenis van de medaille. Een interessante wetenswaardigheid was dat de medaille toen een geldbedrag vertegenwoordigde dat neerkwam op een half jaarsalaris. Dit feit ontlokte bij een aantal collega’s de opmerking dat het soms goed zou zijn om oude tradities in ere te houden! Na de ceremonie werd verplaatst naar de Kruithof waar de receptie van start ging met het feliciteren van de jubilaris door de langzaam ontdooiende gasten. Het doopceel van de adjudant Douwma werd vervolgens op ludieke wijze gelicht door de S-3 van het VustCo, de LKOL van Lieshout. Waar wellicht een aantal jongere collega’s zich afvroegen hoe we ooit met zulk antiek materiaal hebben kunnen werken, werd het voor vele oudgedienden een feest der herkenning! Nostalgische gevoelens ten spijt, op niet mis te verstane wijze werd duidelijk hoe snel de technologische ontwikkelingen in een loopbaan van 36 jaar plaatsvinden! De receptie voltrok zich verder in een goede sfeer en al met al konden de jubilaris en familie en gasten en collega’s terug zien op een geslaagde middag. Schooladjudant Vuursteunschool Aooi L.A. Sinke
Reünie 7e Afd. Veldartillerie OVW Op 23 augustus 2013 wordt de jaarlijkse reünie gehouden voor de 7e Afdeling Veldartillerie OVW gelegerd van 19461949 op de Oostkust van Sumatra. De reünie wordt gehouden op het Artillerie Schietkamp “de Knobbel” te Oldebroek. Inlichtingen bij: T.C. v.d. Aart, Begoniastraat 69, 3772HB, Barneveld Tel: 0342-414676 of op
[email protected]
9
Medaille uitreiking Owi Klappers Op woensdag 29 mei werd ten overstaan van zijn familie, personeel van de vuursteunschool en militaire genodigden, de medaille voor 24 jaar trouwe en eerlijke dienst uitgereikt aan de Opperwachtmeester Michel Klappers. Nadat Majoor Van der Smissen de eenheid aan de commandant van de vuursteunschool, de LKOL Deloo, had gemeld werd overgegaan tot de ceremonie waarbij de beschikking werd voorgelezen en de medaille opgespeld. De Overste Deloo refereerde, zoals het hoort, aan de ontstaansgeschiedenis van de medaille en aan de loopbaan van de jubilaris. Michel begon zijn loopbaan als “beroeps” in het grote, dienstplichtige, leger van het “Koude- Oorlog- tijdperk”. Lang hee! die periode voor hem niet geduurd. Met het verdwijnen van het IJzeren Gordijn verdween de noodzaak van een groot, staandleger, maar verschenen nieuwe dreigingen. Er werd door de politiek besloten dat er een beroepsleger zou moeten komen dat beter zou aansluiten op de nieuwe veiligheidssituatie in de wereld. In de jaren negentig was dit het ontluikende nationalisme. Dit resulteerde in bijvoorbeeld de crisis op de Balkan, waar Michel, in Kosovo, Macedonië en Bosnië zijn steentje hee! bijgedragen. Na 2001 veranderde de wereld en terrorisme werd de nieuwe vijand. In 2007 diende Michel als OPC in Afghanistan waar hij met zijn mannen en vrouwen de grote waarde van de artillerie bewees. Het volgende jaar brak de economische crisis uit met grote gevolgen voor defensie en dus ook de artillerie. Van de artillerie waar Michel in 1989 zijn loopbaan begon is nu, qua omvang, weinig meer van over. Al die veranderingen in de afgelopen 24 jaar hebben natuurlijk het een en ander gevergd, maar daar stonden ook positieve zaken tegenover, zoals bijvoorbeeld collegialiteit en afwisseling van het werk. Vakmanschap, flexibiliteit en een positieve grondhouding dient beloond te worden, vandaar dat Michel meer dan terecht in het zonnetje is gezet. Schooladjudant Vuursteunschool Aooi L.A. Sinke
Citaat van Generaal Spoor dat hopelijk niet helemaal opgaat ,maar wel stof tot nadenken gee". “Wij wenden ons tot God en Jan Soldaat Als hoge nood en bi$ere strijd ons wacht De nood voorbij, het land in vredesstaat Vergeten wordt de Heer en Jan Soldaat Veracht’’
10
Brunch Wolvega Op zondag 21 april vond de eerste Brunch van het jaar plaats, georganiseerd door de VOOA. Vanaf 11.30 was de ontvangst bij van der Valk in Wolvega. Na het nu$igen van een welkomstdrankje werden de 48 gasten welkom geheten door de voorzi$er van de VOOA. Na het woordje van de voorzi$er, waarin ook even werd stilgestaan bij de situatie van Frans van der Knaap, werden we naar onze plaatsen geleid vanwaar de brunch plaatsvond. Het eten was zoals verwacht erg lekker. Tevens was deze brunch weer een uitstekende gelegenheid om met “ oude “ collega’s te praten over de ontwikkelingen en gevolgen binnen het nieuwe vuursteuncommando. Om 14.30 uur was de brunch afgelopen en ging een ieder met een goed gevulde maag weer huiswaarts.
11
Artillerie te Mill, deel 3 de andere artillerist & herdenken In deel 2 zijn we aan de Graafseweg gebleven, waar we de verrichtingen van de 6 Veld hebben kunnen lezen. We keren terug naar Mill. Net voor de brug ziet u rechts de herstelde kazema$enlijn. Na het oversteken van het kanaal, slaan we de eerste weg rechts af. Dit was het vertrekpunt van het 1e en 2e bataljon 481RI voor de diverse aanvallen op de Nederlandse kazema$en die u zo juist rechts van u gezien hee!. U volgt de weg tot aan de rotonde. Net voor de rotonde rechts de weg in en zoek een parkeerplaats gelijk aan de linkerzijde (rechts is privéterrein/ parkeerplaatsen van Fitland. Loop naar het monument de Wenende Vrouw. Hier worden jaarlijks op 4 mei de herdenkingen gehouden. Naast een vertegenwoordiger van de Veldartillerie, is er een erewacht van 42 Panters infanterie bataljon Limburgse jagers, die een stam link hebben met 1-6RI. Meer hierover aan het eind van dit stuk.
Monument met bloemen, links krans III-20RA Hiermee is de rondgang over het slagveld afgelopen. Natuurlijk is er veel meer te zien, maar zoals ik al in deel 1 schreef, heb ik mij beperkt tot de Nederlandse artillerie. Mocht u meer willen weten, kunt u altijd contact met mij opnemen. Maar dit is niet het einde van het verhaal. Naast de vaste eenheden, zijn vele artilleristen herplaatst op diverse functies, of hebben collega’s van andere wapens de rol van vuurmondbediening. Deze wil ik nog wel even kort belichten. Artillerist buiten de artillerie Ieder infanterie bataljon had zijn zware mitrailleur compagnie. Bij 6-RI is bekend, dat minimaal twee artilleristen instructie hebben gegeven, om indirect vuur uit te geven. Een hiervan zou de soldaat van Kampen zijn. Hij is een van de gesneuvelde, waarvan de eenheid nog een twistpunt is (of 6e ba$erij Veld of MC-I-6RI, zijn stam is 7RA). Hoe dan ook, hij is een artillerist. Het is niet ongewoon, dat artilleristen het principe van indirect vuur hebben uitgelegd of uitgevoerd. We kennen
12
dit niet echt meer, maar de meeste zware wapens op een grondaffuit met een hoogte en breedte stelinrichting, zijn nog steeds in staat dit te doen. Dit ten behoeve afsluiting- en of prioriteitsvuren. Van de oude opstelling 6RI, als compleet regiment, zijn de plannen bewaard gebleven. Helaas kon door het weghalen van 2/3 van het regiment dit plan niet meer uitgevoerd worden, alhoewel de naderingen en dreigingen bleven bestaan. De soldaat Hendrikus van Kampen is direct na de gevechten begraven op het kerkhof te Langenboom voor vele jaren, waarna hij op 10 september 1976 verplaatst is en opnieuw begraven is op de Grebbenberg. Van hem hebben we helaas geen foto. Geen artillerist, maar wel in die functie. Het 2e regiment Huzaren motorrijders had een ondersteuning eskadron, waarbij, naast mortieren, ook enkele stukken 4,7 PAG waren toegevoegd. Dit regiment was te hulp gezonden om het gat in Mill te dichten, dat door de Duitsers geslagen was. De Huzaren Motorrijders voerde onder andere een aanval uit op en direct langs de spoorlijn. Deze aanval liep vast bij het Pannenhuis op de achterhoede van III-481RI, welke uit de troepentrein a=omstig was (deel 1). De aanval werd ondersteund door een sectie PAG. Door sprongsgewijs voorwaarts te gaan, steunde zij de opmars. Doordat de PAG geen frontschild had, lukte het de Duitsers een stuk PAG te onderdrukken. De raden waren afgenomen (noot 1) en het stuk kon door het aankoppelen van een sleepkabel, naar achteren worden getrokken en in veiligheid worden gebracht. Ook de raden weden geborgen en het stuk kon weer gebruikt worden. Hiervoor is aan de korporaal Scheurkogel en de wachtmeester Holten de Bronzen Leeuw verleend. De kruitdamp is hun leven, ‘t Kanon is hun banier. De hoop daarvoor te sneven (sneuvelen) Bezielt elk Kanonnier. Herdenken Al in 1941 werden de herdenkingen, al was het illegaal, gehouden. Na de oorlog was het voornamelijk door de infanterie eenheden. Een aantal leden van de artillerie vond, dat zij daar niets te zoeken hadden. Gelukkig konden wij de toen eerste luitenant Ir. H.A. Robbé Groskamp en de kanonnier van Kampen overtuigen, dat ook de bijdrage van III-20RA een grote rol gespeeld hee! in Mill (zie deel 1) Hun grootste bezwaar was, dat zij geen gesneuvelden hadden. Toch meenden wij, dat ook de inzet van III-20RA herdacht mocht worden.
Het monument bestaat uit een betonnen zuil, met een bronzen reliëf, ontworpen en gemaakt door Cees Braat. De locatie zou komen tussen de rechter en midden ba$erij in en moest makkelijk te bereiken te zijn. Door de 41e Afdeling Veldartillerie werd de onthulling ondersteund en kreeg Mill in de standaard van de Veldartillerie een betekenis.
Robbé Groskamp en van Kampen Zo hebben zij tot hun overlijden, elk jaar een krans gelegd. De dochter van Robbé Groskamp zorgde er voor, dat haar vader niet alleen bij herdenkingen op het ASK aanwezig kon zijn, maar ruim op tijd voor de dienst in Mill aanwezig was. Zelfs hee! zij de moeite genomen, om hem een dag naar Mill te rijden, om het onderzoek te ondersteunen.
Kranslegging bij monument 3RI door Robbé Groskamp en van Kampen
Bronzen reliëf met tekst door C. Braat
Monument III-20RA Mill Op 10 mei 2003 is het monument onthuld. Hierbij waren de beide heren aanwezig. Het idee ontstond al eerder en kreeg een oppepper, toen ik de locaties had vast gesteld van de ba$erijen en gezocht heb naar sporen van deze stellingen. Het ontwerp was niet makkelijk, maar het zou er komen. Daar was iedereen het over eens, want de prestatie was uniek (noot 2)
Menig maal wordt er tijdens de rondleidingen gestopt op dit punt. Het spreekt nog steeds tot de verbeelding. Gelukkig doet Mill dat steeds meer voor de Veldartillerie en zijn verschillende collega’s beëdigd op het gemeenteplein of bevorderd bij het monument. Ook komt er elk jaar een afgevaardigde van de Veldartillerie naar Mill, om dit wapenfeit en de gesneuvelde artilleristen te herdenken.
Rondleiding met o.a. Robbé Groskamp als toehoorder.
Onthulling monument III-20RA Mill 10 mei 2003
13
Herdenking Mill Tot voor enkele jaren terug, werd de herdenking op de eerste zaterdag op of na de 10e mei gehouden. Thans wordt dit op 4 mei gedaan. Ondanks, dat er nu geen veteranen meer zijn, komen kinderen en kleinkinderen naar Mill, om hun (groot)vaders, broers, ooms, etc te herdenken. Ook de burgers van Mill, ,die het als kind hebben mee gemaakt, of gewoon omdat het een belangrijk moment voor Mill geweest is, komen elk jaar hun respect tonen. Ook dit jaar werden de kransen door kinderen van de scholen en scouting naar het monument gedragen, zodat deze door de vertegenwoordigers van de eenheden etc., gelegd konden worden. Aan het eind hebben de kinderen een bloemengroet gebracht, nadat een van hen, van basisschool ’t Stekske Langenboom, een eigen gemaakt gedicht had voorgelezen.
Noot 1 De PAG had aan de voorzijde een grondplaat voor stabiliteit en hiervoor konden de wielen worden afgenomen. Noot 2 In de gang van het lesgebouw hangt nog altijd een korte, maar duidelijke omschrijving van de inzet van III20RA aan de muur. Bronnen: -
De regimenten Huzaren Motorrijder 1938-1940, Drs J.A. Bom, Dagboeken Ir. H.A. Robbé Groskamp Gevechtsverslagen uit archief NIMH Eigen materiaal, gesneuveldenlijst en interviews
OW Ludwig van Dijk ACJF JFC 42 Painbat Limburgse Jagers/ ACJF JFC G3 13 Mechbrig
Herdenking 2012 Voorlezen gedicht door jeugdraadslid Jesse. (bron jeugdwebsite gemeente Mill)
Artillerie onder de aandacht ARTILLERIELIED Het Wapenlied van de Artillerie is het hierna weergegeven “Artillerielied”, vroeger geheten het “Lied van de Veldartillerie” dat in 1955 door de Wapentraditieraad der Artillerie werd uitgeroepen tot het Wapenlied. De melodie De melodie werd, eveneens in 1846, gecomponeerd door Tweede Luitenant (later Kolonel) Jhr. J.C. van Gheel Roëll. Voorts verwerkte in 1977 Kapelmeester S. van der Poort de melodie in zijn compositie van de Artilleriemars, die de officieel erkende defileermars van het Wapen der Artillerie is. De tekst De tekst van het lied werd in 1846 in het Frans gedicht door de Tweede Luitenant (later Generaal-majoor) W. de Villeneuve. De Franse tekst is bijna bij niemand bekend, maar inmiddels hangt deze ingelijst in de Korpszaal veldartillerie in gebouw 215 (paviljoen 4 NAM), met dank aan de vorige Korpscommandant en –adjudant KVA (Kol Stefan Kooijman en Adj Kees Damen). Bij deze kunt U zelf ook constateren dat de tekst die in 1881 door een onbekende dichter in het Nederlands werd vertaald niet een le$erlijke vertaling is.
14
ARTILLERIE de CAMPAGNE
Het Artillerielied
Amis, compagnons d’armes Fiers d’être canonniers Notre état plein de charmes Est digne d’être envié! Les amours pour compagnes, L’honneur, la liberté Artilleur de champagne ) bis Sont nos divinités! )
Wat dreunt daar op die heide? Wat blinkt daar in ‘t verschiet? Wat dondert tussenbeide, Dat men door stof niet ziet? Hoe flikkeren die zwaarden, Wat forse melodie. Hoe rennen daar die paarden, ) bis ‘t Is Veldartillerie )
Le bruit du tonnere Eclatant dans nos rangs La fumée, la poussière Enivrant tous nos sens Les décharges à mitraille Les canons vomissants, La mort dans les batailles Voilà notre élément.
De kruitdamp is hun leven, ‘t Kanon is hun banier. De hoop daarvoor te sneven, Bezielt elk kanonnier! Zij haken naar den strijde Voor Vaderland en Vorst, Voor Land en Koning beide ) bis Klopt steeds hun mannenborst. )
) bis )
Nous nous moquons des charges, Des hussards ou dragons, Nous les chassons au large A coup d’écouvillons! Les canonniers bateves Jamais ne se rendront; Plutôt mourir en braves, ) bis Mourir sur leurs canons! )
Van ‘t paard naar ‘t stuk gevlogen, Dra dondert reeds het schot, Weer vlug vooruit getogen, Vernielt hij ‘s vijands rot. Rent d’overmacht hem tegen, Manmoedig staat hij pal, Koopt door zijn dood de zege ) bis En juicht nog in zijn val. )
Après les temps de guerre, Retournement au foyer, Les belles les plus fières Ne sauraient résister. Car l’artilleur de campagne En tous temps sait dompter En amour en champagne ) bis Ennemi et beauté. )
Maar ook in tijd van vrede Blinkt steeds de kanonnier. En meisjes schoon van leden Zijn op zijn liefde fier. Waar moed zit, heerst ook trouwe Met kracht nooit uitgeblust. Daarom de schoonste vrouwen ) bis Hee! hij naar hartelust. )
Amis, trinquons ensemble En nous fraternissant. Et que la terre tremble Au bruit de nos accents! Animés de champagne, Chantons d’un seul élan: “Vivre l’artillerie de campagne! ) bis Vivre notre régiment!” )
Hoera dus voor ons Wapen Lang leev’ de kanonnier! Lang leev’ die forse knapen, Des legers schoonste sier, Hun leus zij: steeds te strijden, Werwaarts ook d’eer hen zendt, Voor Land en Koning beide, ) bis Tot roem van ‘t Regiment )
Wellicht ten overvloede: De nederlandse versie van het Artillerielied luidt: Lkol art bd F.T. Dürst Bri$
15
Nederlandse artillerie tot heden. Komende zes edities Artilia zal de geschiedenis van de artillerie worden belicht. De reeks zal bestaan uit een beschrijving van het ontstaan van de artillerie en het beschrijven van de diverse onderdelen artillerie vanaf 1940 tot heden. Het eerste deel beschrij! de oorsprong en de ontwikkeling door de jaren heen tot het formeel ontstaan van het Wapen van de Artillerie. Voor deze reeks zijn diverse bronnen geraadpleegd om tot een compact overzicht te komen. De basis komt uit de traditie en traditie bundel “het Wapen der Artillerie” en data verzameld door Ed de Bruin (oud artillerist). Ik wens u en met name de jonge collega’s veel leesplezier om op deze wijze kennis te maken met het wapen dat in het verleden vele afdelingen kende.
waren de boogarmen ieder aan het uiteinde gestoken in een streng van in elkaar gedraaide haren of darmen. Door met de boogpees de boogarmen naar achteren te trekken werden de strengen verder in elkaar gedraaid. Als de boogpees werd losgelaten, schoten de strengen weer terug in hun oorspronkelijke stand en leverden ze de voortdrijvende kracht voor het projectiel.
Geschiedenis van de artillerie De oorsprong van artillerie ligt waarschijnlijk in het Midden Oosten, vele eeuwen voor Christus. Er zijn aanwijzingen dat in Mesopotamië en Phoenicië reeds machines werden gebruikt om projectielen mee weg te schieten, die de prestaties van handwapens ruimschoots overtroffen. Meer zekerheid is er over de werpmachines die door de Grieken en Romeinen werden gebruikt vanaf de vierde eeuw voor Christus. Hiervan bestaan beschrijvingen in de klassieke geschri!en. Het woord artillerie is vermoedelijk afgeleid van de Latijnse woorden ‘Artis’ (kunst) en ‘Tollere’ (werpen) en betekent dus iets van ‘de kunst van het werpen’. Grofweg waren er bij de Grieken en Romeinen twee soorten werpgeschut te onderkennen, alhoewel er in de loop der eeuwen verschillende varianten van beide soorten zijn geweest.
Het ene type was een soort uit de kluiten gewassen handboog die horizontaal op een onderstel was geplaatst. Het leek op een grote versie van de latere kruisboog en werd gebruikt om pijlen en later ook grote stenen mee weg te schieten. De oorspronkelijke Griekse versie, die stamt uit het begin van de 4e eeuw voor Christus, ontleende zijn voortdrijvende kracht aan de veerkracht in de boogarmen en de boogpees, net als een gewone handboog. Bij een latere versie, bekend als de ballista,
16
Het andere type werpgeschut werd gekenmerkt door een verticale balk met aan één van de uiteinden een slinger, waarin een steen kon worden geplaatst, terwijl het andere uiteinde als scharnierpunt fungeerde. Door de balk van verticale naar horizontale stand te trekken en vervolgens los te laten, werd het projectiel weggeworpen. Sommige versies van dit geschut waren voorzien van een grote horizontaal aangebrachte boog, die werd aangespannen als de balk in horizontale stand werd gebracht. De boog leverde de voortdrijvende kracht. Bij een latere versie, die door de Romeinen in de 3e eeuw na Christus werd ontwikkeld en onager (‘wilde ezel’) werd genoemd, ontbrak de boog. Bij de onager was het uiteinde van de verticale balk in een in elkaar gedraaide streng gestoken, welke verder in elkaar werd gedraaid als de balk in horizontale stand werd getrokken. Als de balk werd losgelaten, schoot de streng weer terug in de oorspronkelijke stand en leverde het de voortdrijvende kracht voor het projectiel. Overigens waren er ook versies van dit type geschut zonder slinger, maar met een lepelachtig uiteinde aan de balk, waarin de te verschieten projectielen konden worden geplaatst. Rond 1200 deed een nieuwe gevechtsmachine zijn intrede: de blijde, wellicht de bekendste werpmachine. De blijde leek enigszins op de onager in de zin dat het eveneens was voorzien van een verticale balk met een slinger of lepelachtig uiteinde. De voortdrijvende kracht werd nu echter ontleend aan het he&oomprincipe. De
balk was voorzien van een as, die ver uit het midden was aangebracht. Aan het korte einde van de balk was een grote bak met stenen of zand bevestigd, die fungeerde als contragewicht. Door de balk aan het lange einde naar beneden te trekken en plotseling weer los te laten, kon het projectiel honderden meters worden weggeworpen. De blijde overtrof de prestaties van de oude spangeschu$en ruimschoots. Tot het begin van de 14e eeuw waren werpmachines en spangeschu$en de enige vorm van geschut in Europa. Vanaf die tijd deed het vuurgeschut zijn intrede, hetgeen mogelijk werd gemaakt door de toepassing van buskruit als aandrijfmiddel voor projectielen. Na de opkomst van het vuurgeschut bleef de blijde overigens nog lang gehandhaafd. Het buskruit werd reeds in de 9e eeuw ontdekt door de Chinezen. Zij gebruikten het als aandrijfmiddel in primitieve kanonnen van bamboe en als springstof in granaatachtige projectielen, die met katapulten werden gelanceerd. Bovendien gebruikten de Chinezen buskruit in vuurpijlen, die op vijanden werden afgevuurd of de lucht in gingen bij feestelijkheden. Ook de Arabieren gebruikten buskruit voordat het in Europa bekend werd. Ze stopten het in een ijzeren buis om stenen mee af te vuren. De eerste aanraking van Europa met buskruit was tijdens de verovering van Hongarije door de Mongolen in 1241. De Mongolen gebruikten met buskruit gevulde projectielen, die ze met behulp van katapulten naar de Hongaren schoten. De Britse wetenschapper, alchemist en filosoof Roger Bacon onderzocht het explosieve goedje en publiceerde erover in 1249. Als geestelijke én vooraanstaand wetenschapper kon Bacon schrijven en had hij een netwerk om zaken te publiceren. Zijn publicatie betekende het begin van de opmars van het buskruit in Europa. Het duurde echter nog decennia voordat het enigszins succesvol kon worden aangewend als aandrijfmiddel voor het lanceren van projectielen. Het vuurgeschut maakt zijn entree. Het is niet precies bekend waar en wanneer er voor het eerst vuurgeschut werd gebruikt in Europa. Aannemelijk is dat het in Italië was, aan het begin van de 14e eeuw. De Italianen
waren in Europa het verst gevorderd op het gebied van metaalkunde en produceerden vrijwel zeker de eerste kanonnen. Het geschut werd door klokkenmakers gegoten van brons of andere koperlegeringen en later ook van ijzer, hetgeen een stuk goedkoper was. De eerste a&eelding van een kanon stamt uit 1326. Ene Walter de Millimete beschreef vuurgeschut in zijn manuscript ‘De Officiis Regum’, dat hij schreef voor koning Edward III van Engeland. Het beva$e een a&eelding van een vaasachtig kanon, dat op een tafel was bevestigd, gereed om een pijl af te vuren. In het geschri! werd aan vuurgeschut gerefereerd met de term ‘vaso’, het Italiaanse woord voor vaas. Ook dit vormt een aanwijzing voor de Italiaanse oorsprong van vuurgeschut. Het eerste vuurgeschut was dus niet veel meer dan een stenen of metalen pot of vaas, waarmee zware pijlen, maar ook stenen kogels werden afgeschoten. Naast de aanduiding ‘vaso’ (vaas), stond het bekend als o.a. ‘Krüge’ (kruik) en ‘pot-de-fer’ (pot van ijzer). Het geschut had een klein bereik, was zeer inaccuraat en bovendien zeer gevaarlijk in het gebruik. Alhoewel de oudste a&eeldingen bevestiging van de pot op een tafelachtige constructie laten zien, is ook bekend dat het vaak simpelweg op de grond werd geplaatst en gestut. Later volgde bevestiging op houten blokken. De vorm van de vuurmonden werd geleidelijk langwerpiger, meer buisvormig, omdat men bese!e dat dit de accuraatheid van het vuur ten goede kwam. Dit betekende wel dat men afstapte van het gieten van het geschut omdat die techniek in die tijd nog niet dusdanig ontwikkeld was dat fabricage van lang en buisvormig geschut van goede kwaliteit mogelijk was. De buisvorm bezorgde het geschut haar naam: kanon, een woord dat was afgeleid van het Latijnse ‘canna’, dat riet of buis betekent. De onderstellen van houten blokken maakten geleidelijk plaats voor onderstellen met raden. Het vervoer werd hierdoor gemakkelijker en de vernielende werking van de terugslag op het onderstel verminderde aanzienlijk . In Nederland werd voor de eerste maal vuurgeschut gebruikt omstreeks het midden van de 14de eeuw. De eerste ervaringen in Nederland met vuurmonden werden opgedaan tijdens de vele belegeringen van steden en kastelen tijdens de middeleeuwse partijtwisten en stadsoorlogen. Er zijn aanwijzingen dat de eerste kanonnen in Nederland (toen meestal “donderbussen” genoemd) soms van hout waren gemaakt, waarbij de loop was verstevigd met ijzeren hoepels om springen te voorkomen. Het eerste metalen geschut in Nederland was gemaakt van aan elkaar gesmede ijzeren staven, waar ijzeren ringen omheen waren geklonken. Het was loodzwaar. Omdat de loop aan beide zijden open was, werd er gebruik gemaakt van een zogenaamd kamerstuk, een soort kroes van ijzer, waarvan de monding paste in de
17
achterzijde van de loop. Hier werd het kruit in gedaan en soms ook het projectiel, alhoewel dat meestal in de loop zelf werd geplaatst. Groot nadeel van deze constructie was dat het kamerstuk de loop niet perfect afsloot en er bij de ontbranding van het kruit gas ontsnapte, waardoor er minder gasdruk was om het projectiel mee weg te stuwen. Voordeel was dat men door het gereedhouden van een aantal kamerstukken de vuursnelheid flink op kon voeren. De metallurgie ontwikkelde zich ondertussen door en vanaf de tweede hel! van de 15e eeuw maakten de gesmede ijzeren kanonnen plaats voor sterkere en lichtere gegoten kanonnen van brons, later gevolgd door gietijzeren exemplaren. Ook nu werden ze doorgaans gegoten door klokkengieters, die het gieten van kanonnen afwisselden met hun reguliere werk. Later ontstonden gespecialiseerde kanongieterijen. De kwaliteit van het in Nederland gegoten geschut bezorgde de Nederlandse kanongieterijen een uitstekende reputatie, waardoor de Nederlandse kanongieterijen lange tijd belangrijke leveranciers waren aan legers over de gehele wereld. Het gegoten geschut had aanzienlijke voordelen ten opzichte van het gesmede geschut. De loop was vele malen sterker en er was geen verlies meer van gasdruk, omdat loop, kruitkamer en achterstuk één geheel vormden. Hierdoor werd het mogelijk om zwaardere kogels af te vuren en deden loden kogels hun intrede; stenen kogels bleven echter ook in gebruik. Het laden was wel iets lastiger, want dit moest via de loop gebeuren. Met een lange lepel werd het buskruit in de kruitkamer geschept, waarna het werd aangestampt. Vervolgens werd een houten prop tegen het kruit geplaatst en werd de kogel de loop ingerold. De ontsteking geschiedde door een gloeiende staaf in de opening bovenin de kruitkamer te steken (het zogenaamde zundgat), dat vooraf was gevuld met licht ontvlambaar, fijn kruit.
Gedurende de 16e eeuw veranderde het geschut weinig. Wel waren er ontwikkelingen op het gebied van de munitie. Zo werd een met buskruit gevuld projectiel geïntroduceerd: de granaat. Meer info over de ontwikkeling van de munitie vind je op de pagina De munitie van de artillerie.
De artillerie gaat een grotere rol spelen Tot in de 17e eeuw speelde de artillerie een geringe rol in de gevechtsactie, omdat het geschut te zwaar was om vlot verplaatst te worden. Zo waren voor de tractie van zwaardere stukken soms wel 30 paarden nodig. Dit betekende in de praktijk dat er alleen aan het begin van een veldslag werd gevuurd, meestal door een klein aantal kanonnen. Immers, zodra de strijd zich verplaatste was het geschut niet in staat om te volgen en was de rol van de artillerie uitgespeeld. Tot de introductie van de houwitser, halverwege de 17e eeuw, was het kanon het enige soort geschut dat men kende. Het werd gebruikt om kogels (meestal massieve) in een rechte lijn op het doel af te vuren, soms met de bedoeling de kogels door de vijandelijke linies te laten ‘stuiteren’. De houwitser, volgens sommigen een Nederlandse uitvinding, vuurde daarentegen granaten af (met buskruit gevulde projectielen), bij voorkeur via een boog in één keer op het doel, waartoe de houwitsers waren uitgerust met een relatief korte loop. De houwitsers schiepen nieuwe mogelijkheden op het slagveld en samen met het feit dat kanonnen steeds mobieler werden zorgde dit ervoor dat de artillerie langzaam een steeds belangrijkere rol ging spelen in de oorlogsvoering. Het relatief mobiele geschut dat vooral gericht was op gebruik op het slagveld begon zich steeds meer te onderscheiden van het overige geschut, waardoor zich een onderscheid a!ekende tussen veld- en belegeringsgeschut.
Het Wapen der Artillerie wordt opgericht Gedurende de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) had Prins Maurits de artillerie reeds gestandaardiseerd tot vier soorten vuurmonden: de 6-, 12-, 24- en 48-ponder, die hun naam dankten aan het gewicht van het projectiel dat ze af konden vuren. De toenemende rol van de artillerie op het slagveld betekende echter ook dat er anderszins behoe!e kwam aan meer structuur en organisatie. Van goed georganiseerde artillerie-eenheden was namelijk tot na de Tachtigjarige Oorlog nog geen sprake in Nederland. Men werkte met ad hoc samengestelde eenheden, bemand door huurlingen. Omdat een dergelijke ‘organisatie’ uiteraard allerlei bezwaren met zich meebracht, deed Prins Willem III tijdens de Eerste Franse Oorlog (1672-1678) het voorstel om zes artilleriecompagnieën te formeren, met grotendeels vast personeel, waarmee de Staten-Generaal op 11 januari
18
1677 instemden. De artillerie werd hiermee een organiek legeronderdeel; het Wapen der Artillerie was een feit! De artillerie werd na de oprichting onderverdeeld in Vestingartillerie en Veldartillerie. De Vestingartillerie had een verdedigend en statisch karakter en maakte gebruik van geschut dat in vestingen was opgesteld; de Veldartillerie was meer offensief van aard en bedoeld voor het belegeren van vestingen, gebruik makend van geschut te velde. Echt mobiel en dynamisch was de Veldartillerie echter niet en het schoot in de loop der jaren steeds meer tekort bij het volgen van de infanterie en cavalerie in hun manoeuvres. Om dit op te lossen werd naar Pruisisch voorbeeld in 1793 de Rijdende Artillerie opgericht; een afsplitsing van de Veldartillerie die zich toelegde op grotere mobiliteit. De lichtere vuurmonden werden bij de Rijdende Artillerie ingedeeld en het korps kreeg eigen paarden en manschappen voor het vervoer van de stukken, hetgeen tot die tijd altijd het werk van aannemers was geweest. Zie ook de pagina over de Rijdende Artillerie. Alhoewel er in de eeuwen na de oprichting van de artillerie regelmatig veranderingen in de organisatie en structuur plaatsvonden, bleef het in het algemeen de gewoonte om ba$erijen te vormen van vier vuurmonden. Pas na de Tweede Wereldoorlog werd dit ‘principe’ losgelaten. Qua bewapening verschoof het accent naar minder zwaar geschut. 3-, 6- en 12-ponders vormden de hoofdmoot van de bewapening van de Nederlandse artillerie, hetgeen tot in de tweede hel! van de 19e eeuw zo zou blijven. Uiteraard was er een veelheid aan ander geschut, zoals de zwaardere (en vaak oudere) 24en 48-ponders en diverse typen houwitsers. De 3-, 6- en 12-ponders betroffen voorladers met gladde lopen, van ijzer of brons, die in de loop der eeuwen maar weinig veranderden. De belangrijkste verandering was dat het geschut steeds lichter werd. In 1815 kreeg het Wapen der Artillerie haar eigen embleem, zoals we dat vandaag de dag nog kennen. Het embleem wordt gevormd door twee gekruiste kanonnen met daarboven de Koninklijke Kroon.
Bevorderd Adjudant RJJM de Leeuw KJ Bootsma
Wachtmeester der eerste klasse VFJ T JA HPC MM VJJP M K
Thoolen van Dorst Kok Vierko$en Spekschoor Mol Hegie van der Veen
luart luart luart luart
Dienst verlaters Adjudant JP GL
Hollestelle Nijhoff
Opperwachtmeester F
de Koff
Luart
Wachtmeester der eerste klasse SP G E M J HG
Brouwer van der Zee van Boeijen Martherus Sprangers Tjabringa
luart luart luart
Wachtmeester PE M R
Nijland Schoolen Schreurs
luart luart
19
De mini UAV als dreiging Regelmatig komen uav’s, ook vaak drones genoemd, in het nieuws. Hellfires worden vanaf predators verschoten in pakistan of afghanistan en doden taliban leiders. Regelmatig kunnen we lezen hoe de ravens van 107 aerial systemba$erij worden ingezet in nederland. We vragen ons af of het geoorloofd is om boven pakistan en boven nederlandse woningen te vliegen. We maken ons druk over het schenden van onze privacy en over de legitimiteit van de inzet van onze uav’s. We zijn echter niet meer de enige gebruiker van de uav. Het wordt tijd dat we ons ook druk gaan maken over onze eigen veiligheid. Een aanrader: De films van TEAM BLACKSHEEP op Youtube die laten zien hoe hobbyisten ongehinderd in een gesloten luchtruim kunnen vliegen. De meeste krijgsmachten op de wereld beschikken over UAV’s en ook diverse politiediensten handhaven de wet met behulp van een vliegende camera. Boeren besproeien hun gewassen met behulp van onbemande helikopters die 30kg aan chemicaliën af kunnen leveren.
criminele groepen hun drugs per UAV verplaatsen. In mei 2010 hee! Emiel Ratelband een vliegtuigje zonder explosieven tegen ons eigen regeringsgebouw laten vliegen om te laten zien dat deze vliegtuigjes een bedreiging vormen. Zijn actie hee! de krant gehaald maar het hee! nog een hele tijd geduurd voordat men zich realiseerde dat dit echt een nieuwe dreiging is. Op 28 september 2011 werd Rezwan Ferdaus in Washington gearresteerd omdat hij met 3 mini UAV’s voorzien van explosieven van plan was het Pentagon en het Capitool aan te vallen. Hij had het plan om de vliegtuigjes vanuit een nabijgelegen park op te laten stijgen voorzien van 2,5kg explosieven. Hij werd echter gearresteerd voordat hij de UAV’s kon inze$en.
UAV met 2,5 kg C-4 explosieven.
YAMAHA RMAX met een payload van 30kg Al kost de getoonde helikopter van Yamaha nog ruim 70.000 Dollar; Onderdelen voor een UAV zijn echter ongecontroleerd te koop op internet. In een speelgoedzaak koop je al een kleine UAV die fantastisch vliegt en vervolgens kun je die met een smartphone bedienen zonder dat je daarvoor scholing hebt gehad. Een helikopter van 70.000 Dollar hee! wellicht een langere levensduur maar het vliegtuigje dat een terrorist kan maken kost slechts 5.000 dollar en hee! dan nog een payload van 15kg. Het wordt steeds eenvoudiger om met een goedkope UAV een bedreiging te vormen voor troepen, kritische infrastructuur en ook voor nationale evenementen. De Hezbollah en de FARC gebruiken hun UAV’s nu nog voor intel en targeting maar zijn voornemens om de UAV’s te bewapenen. Ook is er al melding gemaakt dat kleine
20
Eind 2012 lekte een rapport uit van de Duitse veiligheidsdienst waaruit bleek dat de mini UAV als dreiging wordt gezien. De Bestuurstaf hee! eind 2012 de Beleidstudie “Counter Rockets, Artillery, Mortars en Mini-Unmanned Aerial Vehicles” geschreven. Deze beleidstudie is de onderbouwing voor een aantal toekomstige behoe!estellingen. Zo zal de vervanger van de huidige wapenlocatieradar (WLR) ook de mini-UAV moeten detecteren. Aansluitend start het project vervanging V-Shorad waarin gekeken zal worden naar een wapensysteem om de UAV’s te bestrijden. Detectie van de UAV is echter niet makkelijk. Oude radars zijn niet in staat om de kleine vliegtuigjes op tijd op te sporen en hebben moeite om de mini-UAV’s te onderscheiden van een vogel. De elektromotor maakt bijna geen geluid en gee! weinig warmte af zodat akoestische en infrarood sensoren grote moeite hebben om deze kleine doelen te vinden. Met Nationaal Technologie Projecten (NTP) worden diverse Nederlandse bedrijven in de ontwikkeling van nieuwe sensoren door Defensie, Zowel financieel als met
kennis en ervaring, gesteund. De firma Microflown onderzoekt of hun unieke kleine akoestische vector-sensor in staat is om vanaf een eigen UAV een vijandelijke UAV op te sporen. Vanaf de grond blijkt het heel erg moeilijk te zijn en is de detectieafstand te klein. In de lucht draagt het geluid veel verder, waardoor het met deze sensor toch mogelijk wordt om vijandelijke UAV’s vroegtijdig te detecteren. Een kansrijk innovatief project. Thales Nederland hee! een unieke positie in de wereld met het project Rapid, welke zich bezig houdt met de doorontwikkeling van de SMILE1 radar. Eind april is dit project afgerond. Met hulp van het DGLC is de radar getest voor het detecteren van mini-UAV’s en om het onderscheid met vogels goed te kunnen maken is er uitgebreid gemeten hoe vogels door de radar worden gezien. Het project is glansrijk geslaagd zodat het nu mogelijk wordt om vijandelijke miniUAV’s te gaan detecteren. Met dit project wil Thales laten zien en bewijzen dat de radar een goede kandidaat is om de WLR te gaan vervangen. Ook bij de andere bekende radarleveranciers wordt hard gewerkt aan een nieuwe generatie radars die in staat is om langzaam vliegende kleine vliegtuigen te detecteren.
Doorontwikkeling THALES SMILE radar voor grondgebonden toepassingen In het kort heb ik duidelijk willen maken dat de UAV niet altijd gezien moet worden als een middel waar men alleen zelf over beschikt. We moeten ons realiseren dat de mini UAV een bedreiging kan vormen. Door de Nederlandse industrie worden momenteel de nodige sensoren ontwikkeld om de mini-UAV te kunnen detecteren. Binnen Defensie zal er de komende jaren veel werk verzet gaan worden om een antwoord te vinden op de opkomende dreiging van de mini UAV. Bijdrage: Maj H. te Kulve
1
h!p://www.thalesgroup.com/Portfolio/Documents/Air_Systems_Datasheet_-_Sea_Master_400/ 21
Laatste schot btowi B-Vustbt “Longhorns” Aan alles wat mooi is komt een eind, zegt men, dus ook aan de functie als batterijopperwachtmeester. Met afstand is dit de mooiste onderofficiersfunctie, die ik tot nog toe heb mogen vervullen. Daar waar ik tot nog toe na 2 of 3 jaar altijd toe was aan een andere functie, had ik dat gevoel deze keer niet. De periode waarin ik btowi mocht zijn, kenmerkt zich door de reorganisatie met al zijn gevolgen voor de artillerie en de B-batterij in het bijzonder. Een tijd van onzekerheid en onduidelijkheid met enerzijds een tekort aan tijd, personeel en materiaal plus anderzijds een overvloed en diversiteit aan opdrachten/taken. Geen duidelijke doelstellingen, behalve “overleven als Artillerie” en “overleven als individu” binnen de Koninklijke Landmacht. In deze periode btowi zijn, van wie verwacht wordt, dat hij de moeder-mentor-motivator is van de eenheid, is niet altijd eenvoudig geweest, maar continu uitdagend. Daarnaast was het gevraagd en ongevraagd adviseren van de commandant een belangrijke taak. Wat mij persoonlijk het meest verbaasd heeft, is de minimale rol en invloed van de onderofficier op de reorganisatie van de Vuursteun. Aanbevelingen met betrekking tot verbetering van de groepsdanwel pelotonssamenstelling, onze “boots on the ground”, zijn voor zover ik het kan overzien zowel personeels- als materiaal- technisch maar minimaal meegenomen. In dezelfde periode verwaterde het niveau 1, 2 en 3 en werd voor mijn gevoel zelfs een “ondergeschoven kindje”, omdat de prio ergens anders lag, wat ik deels ook begrijp. Namelijk het op de kaart zetten van de Vuursteun. Hierdoor is PzH kennis en ervaring verloren gegaan, waardoor we mijns inziens eerder achterwaarts dan voorwaarts zijn gegaan. Dit heeft natuurlijk een enorme impact gehad op de motivatie en trots van onze batterij, die bekend staat om haar vooruitstrevendheid bij het ontwikkelen van het optreden met de PzH op niveau 1 t/m 4. Daar waar met name dit voor mij als een dieptepunt werd ervaren, zijn er vele hoogtepunten; Het bedenken en uitwerken van ons nieuwe logo, “de Longhorn”, waar iedereen trots op is. Onze coin, die ik de mooiste coin van de KL durf te noemen. De Barbara film van de B-bt, die elk jaar weer de beste en leukste was. De ceremoniële taken, zoals het aanbieden van geloofsbrieven en de herdenking Dubbeldam. De niveau 1 t/ m4 evaluaties in het eerste jaar van mijn functie. Optreden als zelfstandig batterij onder bevel bij het
22
45e PIB. Internationale samenwerking met onze Duitse collega’s in Wildflecken en Baumholder. En zo kan ik nog wel even doorgaan met zaken, waar ik vol trots op terugkijk. Met dat in het achterhoofd en de wetenschap, dat het niveau 1 en 2 optreden weer meer belang gaat krijgen van het afdelings en vustco-niveau, verwacht ik, dat ook op dat gebied weer stappen gemaakt kunnen worden, zodat we de draad op kunnen pakken met het optreden PzH. Dat zal positief bijdragen aan de motivatie en trots van de eenheid, de ontwikkeling van onze onderofficieren en er uiteindelijk voor zorgen, dat we ons weer vakman durven te noemen. Tenslotte wil ik iedereen bedanken, die de batterij ondersteund hebben gedurende de periode dat ik btowi was. Ik heb een geweldige tijd gehad bij een nog geweldigere batterij! Ik ben er dan ook trots op, dat ik btowi mocht zijn van de Longhorns. Bedankt en tot ziens. Owi Iwan Swinkels
I#$%'#($)*#(+ T'()#)#; *# $<% J*=
13th May – 22th June
The´ International Training on the Job´ is part of our education at the Theresen Military Academy in Austria. Three of my comrades and I had the luck to do this training for six weeks in the Netherlands. We will graduate this year as artillery officers in the Austrian Armed Forces. The “International Training on the Job” was a good chance for us to get a short insight into how the artillery in the Netherlands works. I was integrated into the Foxtrot Platoon of Charley Ba$ery. This was the first time for me dealing with mortars, because in the Austrian Armed Forces the mortar belongs to the Infantry Units and not to the Artillery Units. During the first weeks, I got a short overview and the basic information about the structure and the way in which things work in the Fire Support Ba$alion. In a short time I got a good overview of how the ba$ery and the platoon work. In my opinion, these six weeks have been a valuable experience that I can also use in my future function in Austria. The highlight of my stay was of course the live-firing exercise, Dragon Fire II, in Germany. During this week in the field, I also got the chance to boost my knowledge of being a military leader. It is quite different to lead only professional soldiers instead of leading soldiers of a conscript system, as it is in Austria. I had the impression that the camaraderie here is much stronger than in Austria. Working together with other countries is becoming more and more important, that is why I was very pleased to be able to do this “ International Training on the Job”, here in the Netherlands. It was a very valuable and enjoyable time for me. I was well integrated into the ba$ery and the experience I have gained will be useful in the future. Hartelijk dank voor de gastvrijheid, de goede kameraadschap en de competente opleiding!
Viktoria Hofstä$er, OCdt
23
NEDERLANDS ARTILLERIE M U S E U M
www.nederlandsartilleriemuseum.nl
Legerplaats bij Oldebroek tijdens wo2 Over het gebruik van de LbO door Duitse en geallieerde troepen in de periode 1940-1945 is weinig bekend. Kunt U ons helpen aan informatie over deze periode dan is die van harte welkom. Een vraag die ons bij het NAM meermalen wordt gesteld: “Zijn er Gurkha’s op de lbo geweest?” Die vraag wordt ingegeven door het feit dat Indiase militairen tulbanden dragen en men over het algemeen alleen bekend is met de Gurkha’s die aan geallieerde zijde meevochten. Nu kan die vraag met het onderstaande artikel worden beantwoord: op de LbO zijn geen Gurkha’s geweest. Deze Indiase militairen waren van het Legion “Freies Indien” die aan Duitse zijde streden. Onlangs werd het NAM in het bezit gesteld van een Engelstalig boek ‘FOR FREE INDIA’, Indian Soldiers in Germany and Italy during the Second World War. Dit boek is geschreven door Martin Bamber en in 2010 uitgegeven door Aad Neeven. Het beschrij! de oprichting van het ‘Legion Freies Indien” bij het (Ind) Infanterie Regiment 950, in de periode 1942-1945. Het is de geschiedenis van een groep Nationalisten uit India die tijdens WO2 als vrijwilliger kwamen vechten in het Duitse en Italiaanse leger om zo een bijdrage te leveren aan de bevrijding van India van de overheersing door het Brits-Indische leger. Slechts enkele bladzijden van het meer dan 400 pagina’s tellende boek wordt aandacht besteed aan de korte periode dat Indiase militairen van (Ind) Infanterie Regiment 950 in Nederland gestationeerd zijn. Dat begint in juni 1943 in Zandvoort. Hier wordt Bataljon I gelegerd, terwijl de regimentsstaf van (Ind) Infanterie Regiment 950 in Haarlem wordt gevestigd. Bataljon II wordt gestationeerd in Den Burg op Texel. Bataljon III komt aan op de ‘Truppenübungsplatz Oldebroek’ in de nacht van 13 op 14 juli 1943 vanuit Königsbrück (Duitsland). De eenheid is incompleet en is voor een deel getraind. (Vóór de verplaatsing was hier al een muiterij i.v.m. de overplaatsing naar Nederland. Meer dan 150 militairen worden overgeplaatst naar een ‘Sonderkompanie’.) Op 14 juli wordt de eenheid bezocht door Generalfeldmarschall Gerd von Rundstedt. Hij besluit het Indiase regiment medio augustus/september over te plaatsen naar Frankrijk i.v.m. het kille klimaat in Nederland dat slecht is voor hun gezondheid en waardoor enkele Indiase militairen TBC hebben opgelopen. Er wordt een voorval beschreven over twee gedeserteerde Indiase militairen die in begin september 1943 werden gefusilleerd op de LbO. Op 9 september hee! Bataljon III de LbO verlaten met bestemming nabij Biarritz, ca. 30 km noord van de Pyreneeën. Welke eenheid hen op de LbO hee! afgelost, wordt niet vermeld in het boek. Op internet staat via Wikipedia de vermelding: “III Ba$alion remained at Oldebroek as Corps Reserve until the end of September 1943, where they gained a “wild and loathsome” reputation amongst the locals.” Over die “wilde en walgelijke” reputatie moet toch meer bekend zijn in de omgeving van de LbO of zou dat alleen de kwestie van de twee deserteurs zijn?.
24
Uit de oude doos
1990 - Rangonderscheidingen onderofficieren. We zagen reeds dat de sjerp als rangonderscheidingsteken tot 1795 ook door onderofficieren werd gedragen. Daarnaast droegen sergeanten de sponton. Voor de invoering van de vuurwapens waren de troepen bewapend met slag- en steekwapens als pieken,lansen, hellebaarden, spontons etc. Daarna werd bij de infanterie een deel van de troep uitgerust met muske$en en vuurroeren,de rest bleef,om de schu$ers te beschermen, de piek voeren. Onderofficieren waren meestal uitgerust met de sponton.Dit wapen was korter en handzamer dan de meterslange piek. Met de verbetering van de vuurwapens werden alle infanteristen geweerschu$ers,fuseliers,maar de onderofficieren behielden de sponton. Zodoende werd die vanzelf een rangonderscheidingsteken. Als zodanig is hij lang gehandhaafd en thans is het embleem van de Koninklijke militaire school ,beroeps onderofficiersopleiding twee gekruiste spontons onder de koninklijke kroon . In de Franse tijd werden ook de onderofficiers rangen aangegeven door epaule$en, die van katoen of wol waren. Daarna werd ook voor de onderofficier een geheel nieuw systeem ingevoerd, nl. chevrons op de ondermouwen, de zgn bananenschillen. Hier vinden wij hetzelfde kleurverschil als bij sterren van de officieren. Cavalerie, Militaire Administratie en Marechaussee droegen wi$e of zilveren chevrons, de overigen gele of gouden. De grote chevrons op de ondermouwen zijn tot 1940 op alle tenues gedragen. In de periode 1941 – 1947 warende chevrons gelijk aan de Britse,een ,twee,of drie wi$e smalle chevrons met de punt naar beneden, op de bovenmouw. Sergeant-majoors droegen een kroon in een lauwerkrans op de ondermouw. In 1949 werden de vooroorlogse nederlandse chevrons ingevoerd, zij het in een wat kleiner formaat en nu op de bovenmouw. Een uitzondering vormt het ceremonieel tenue waarop de vooroorlogse bananenschillen weer terugkwamen. Enkele jaren geleden zijn de chevrons weer verplaatst naar de schouders. Gelukkig is bij de chevrons het oude verschil tussen goud en zilver, geel en wit , wel bewaard gebleven.
J.Ch. Snoek (uit collectie militaire traditie Jaap van de Burg te Driebergen).
25
Reunie orkest artillerie trompe!erkorps Artilleriejaarconcert Het ROA opende na een winterstop op zaterdag 20 april haar optredens met het 11e Artillerie jaarconcert in de Parochiekerk Heilige Johannes de Doper in Breukelen. Deze kerk is bijna 130 jaar oud waar niet zo vaak door een militair fanfareorkest een concert is verzorgd. De 20 glas-in-lood ramen brengen U mogelijk samen met onze muziek in hoger sferen. In deze kerk is geen a&eelding van de schutspatrones van de Artillerie aanwezig: Sinte Barbara. Wel is in het raam in de toren boven de zangkoorverdieping een a&eelding van Sint Gregorius de Groote, de patroon der kerkmuziek. Daaronder staan 2 musicerende engelen. (Maar op het podium zaten er nu meer dan 50.) Het ROA is inmiddels geen onbekende in Breukelen door haar optreden vorige week in het winkelcentrum en de muzikale ondersteuning van haar koper-ensemble bij kerkdiensten in de Pieterskerk. Deze dag waren er ook andere publiekstrekkers o.a. de Rode Kruis Bloesemtocht in de Betuwe (28.000 wandelaars). Vandaag is ook het openingsweekend van de forten van de Hollandse waterlinie. Het ROA prees zich gelukkig met een grote opkomst van ruim 400 personen voor dit concert. (Die anderen hadden niet in de kerk gekund.) In het bijzonder werden welkom geheten: de locoburgemeester van gemeente Stichtse Vecht dhr. Ploeg, de generaals b.d. Bouman en Rosengarten, resp. erelid en voorzi$er van de VOA, dhr. De Vroe voorzi$er van de IMMS Nederland en de voorzi$er van de AVA, Kol bd Winckelmolen. Onder de aanwezigen waren veel familieleden, veel vrienden van het ROA, vele leden van de VOA, belangstellenden uit Breukelen, veteranen, contactpersonen van organisaties voor welke het ROA hee! opgetreden of dit jaar zal optreden en andere muzieklie>ebbers. Na het Wilhelmus werd het muziekprogramma voortgezet met: Armed Forces Salute, Grace and Glory, Margam Abbey, Free World Fantasy, Jupiter Hymn (from the Planets), Canterbury Choral en de mars Ons Leger. Na de pauze werd het programma voortgezet met een lichter genre: “1812” Ouverture Solenelle (finale), Anthem (uit de musical Chess, met zang van Jan Wilmer en Nico van Oudheusden op orgel), Perhaps Love (ragtime solo) van John Denver met solopartijen van Arie Frederiks en Leen Muit op eufonium), Stevie Wonder Medley, Moonlight Serenade van Glenn Miller (beide gedirigeerd door Wytse de Vries), VOA-mars (vanwege 65 jaar VOA), MRA-mars (vanwege 220 jaar KRA) en traditioneel als slotmars de Artilleriemars.
26
De voorzi$er ROA, Lkol art bd F.T. Dürst Bri$ bedankte na afloop allereerst alle muzikanten van het ROA; zij hebben weer een fenomenale prestatie laten horen. Vervolgens werden de dirigent Henk van ’t Veer en de ladyspeaker Astrid Bonemeijer in de bloemen gezet, evenals de solisten van het ROA. Dit jaar waren er weer lichtbeelden die de muziekstukken ondersteunden. Deze visuele presentatie was verzorgd door Henk Sierat, terwijl het geluid (inb. effecten) werd verzorgd door Mark Loggen. Dank aan Jakob Brouwer die met zijn zoon Jeroen en zijn echtgenote Joke een groot deel van de organisatie ter plaatste op zich hebben genomen. Dank aan de sponsors. Na het concert konden de bloemen en planten weer tegen een kleine donatie worden meegenomen naar huis. En niet in de laatste plaats dank aan de vrijwilligers van de kerk die de catering verzorgden voor, in de pauze en na het concert. Deadebetinking Earnewald Net als vorig jaar is een 12 muzikanten tellend ensemble van het ROA afgereisd naar Friesland om in Eernewoude de Nationale Herdenking op 4 mei muzikaal te ondersteunen. De inwoners van dit dorp en nabestaanden van de op het kerkhof daar begraven Engelse boordschu$er, een in WO2 gesneuvelde inwoner en een Indiëveteraan stelden de bijdrage van het ROA buitengewoon op prijs. Bevrijdingdefilé Wageningen OP zondag 5 mei werd het traditionele Bevrijdingsdefilé in Wageningen georganiseerd. Het ROA was een van de 12 orkesten die de deelnemende veteranen mochten begeleiden tijdens het defilé. Op het universiteitsterrein ‘De Dreijen’ was het onder een stralende zon een drukte waarbij ook de Gele Rijders zich bereden manifesteerden en gelegenheid gaven aan diverse generaals om het kanon 6 Veld af te mogen vuren.
200 Jaar koninkrijk in Den Bosch De Halve Kompagnie Artillerie der Dienstdoende Schu$erij van ‘s-Hertogenbosch 1813-1907 is tweehonderd jaar geleden opgericht. Om dat te vieren was er op zaterdagmiddag 8 juni 2013 op het Kerkplein een eerbetoon aan de Schu$erij. Na een uiteenze$ing van Rob van de Laar overhandigde Gedeputeerde Bert Pauli namens de provincie een gloednieuwe vaandel aan Ad Valenteijn, kapitein en voorzi$er van de Schu$erij. Het vaandel is onlangs vervaardigd door naaldkunstenares Heleen Franken. “Middels dit geschenk willen we als provincie graag vorm geven aan onze verbondenheid met de Schu$erij. De Schu$erij, die een lange historie kent, is onder meer tijdens de Belgische opstand gemobiliseerd geweest. Als dank daarvoor ontving de Schu$erij in 1831 haar eerste vaandel uit handen van niemand minder dan de Prins van Oranje”, doceerde Pauli. Aansluitend speelde het Reünie Orkest Artillerie Trompe$erkorps (ROA) onder leiding van dirigent Henk van ‘t Veer het Wilhelmus. Het ROA ging hierna vrolijk verder met de opvoering van een tiental muziekstukken. Eerder hadden ook Harmonie Glorieux en Harmonie Sint Catrien een muzikale inbreng. Na afloop was er een receptie in het Rederijkershuis Moyses Bosch. Geplande optredens roa 2013 19 juli Nijmegen, intocht Vierdaagse Afstandsmarsen 14 augustus Doorn, herdenking capitulatie Japan bij de Basis 23 augustus Arnhem, herdenking Jongenskampen op Bronbeek 7 september Oosterbeek, Airbornemars 14 september ’t Harde en Elburg, Open Monumentendag 23 september Munster, Commando-overdracht C- (GE/NL) Lk 29 november Soest, miniconcert, manifestatie 200 jaar Koninkrijk
Het repetitieschema voor 2013 is (wijzigingen voorbehouden; zie onze website) als volgt: 7 en 28 september, 19 oktober, 9 en 30 november, 14 december (in De Bilt). De repetities zijn (tenzij anders aangegeven) op de zaterdag vanaf 10.00 tot 14.30 uur in de voormalige filmzaal op de Lkol Tonnetkazerne in ‘t Harde. I.v.m. de toegangscontrole tot het kazerneterrein, worden bezoekers verzocht zich vooraf aan te melden bij Frits Dürst Bri$.
Lkol art bd F.T. Dürst Bri$.
www.reunieorkestartillerie.tk
27
Artillerie Veteranen Associatie Jaarplan AVA 2013 Loenen Op 19 januari is op het ereveld Loenen bij het Tarakanmonument waar in 1942 215 KNIL-militairen, het merendeel artilleristen door de Japanners is vermoord, een herdenking gehouden. Zoals besloten hee! het KLUA dit monument geadopteerd en hee! zij de organisatie ondersteund met militair eerbetoon.
’t Harde Op 11 april was de laatste reünie van 6 RVA als regiment. In de Officierscantine ASK was het een gezellige bijeenkomst en bij het Artilleriemonument een stemmige herdenking, maar de rijen dunnen. Door de regimentsoudste, Bgen art b.d. B. Bouman is op korte en bondige wijze de geschiedenis van het regiment in Nederlands-Indië verteld. Alleen III-6 RVA zal nog zelfstandig doorgaan. De andere veteranen kunnen zich aansluiten bij de AVA.
Amsterdam Voor zover mij bekend zijn er helaas afgelopen Nationale Herdenking op de Dam geen AVA-leden geselecteerd voor het erecouloir van veteranen op de Dam in Amsterdam.
Wageningen Wel is er een detachement van de AVA bijeengekomen in Wageningen, maar gelet op de minimale sterkte is dit detachement opgenomen in het detachement van de VOMI (Vereniging Oud-Militairen Indiëgangers) waarbij er wel twee artilleristen optraden als banierdrager (oudWmr art Bert Vrij en Lkol art bd Frits Dürst Bri$). Het publiek toonde haar waardering voor deze 85-plusser met een constant applaus.
’t Harde Op 14 mei hee! het reüniecomité van 3-2-RVA voor de sterken der sterken haar afdelingsbijeenkomst georganiseerd.
Arnhem-Bronbeek / Dubbeldam OP 20 mei was de reünie van 3-12 RVA op landgoed Bronbeek. Deze reünie was tegelijkertijd met de herdenking in Dubbeldam waar de verrichtingen van 3-14 RA in mei 1940 worden herdacht
Jaarplanning AVA Voor de rest van 2013 hee! het bestuur van de AVA de volgende planning voor activiteiten: 1. Op zaterdag 29 juni deelname met een AVAdetachement aan het Veteranendefilé in Den Haag.
28
2. Op woensdag 11 september bestaat de mogelijkheid om deel te nemen aan het Artilleriesymposium met Veteranenprogramma op de Legerplaats bij Oldebroek. 3. Op zaterdag 14 september deelname aan de Veteranenbijeenkomst tijdens de Open Monumentendag op de Legerplaats bij Oldebroek in ‘t Harde. 4. Op dinsdag 17 september de mogelijkheid om via de AVA deelname aan een erecouloir van veteranen op Prinsjesdag in Den Haag. Er wordt geloot. U kunt Uw belangstelling kenbaar maken door zich tijdig voor een of meerdere evenementen aan te melden bij de AVA t.a.v. Lkol art bd F.T. Dürst Bri$, p/a VustCo, Antwoordnummer 1003, 8070 VJ ’t Harde (geen postzegel nodig). Via de mail
[email protected] kan natuurlijk ook. U ontvangt dan per aangemelde activiteit nadere informatie.
Aanmelding “jonge veteranen” Sinds de bekendmaking van de Minister van Defensie in 2012 dat alle militairen die een missie hebben volbracht ook aangemerkt worden als veteraan, is het mogelijk voor artilleristen die aan dit criterium voldoen om lid te worden van de AVA. U kunt zich aanmelden via de website www.artillerieveteranen.nl of een inschrijfformulier aanvragen bij het secretariaat AVA
[email protected] Na storting van € 10,op banknr. 590398741 t.n.v. Stichting AVA te ’t Harde, ontvangt U de artilleriespeld. Lkol art bd F.T. Dürst Bri$
NEDERLANDS ARTILLERIE M U S E U M
www.nederlandsartilleriemuseum.nl
Huldiging voorzi er NAM Tijdens de Jaarvergadering van het bestuur van de stichting Nederlands Artillerie Museum, d.d. 28 maart 2013 bijeen met haar commissarissen op de Legerplaats bij Oldebroek is met algemene instemming besloten aan de scheidende voorzi$er Kol art b.d. F.H.L.M. Müller, toe te kennen: de status van ‘Erelid van het bestuur van de stichting Nederlands Artillerie Museum’. Periode Hij is op 5-3-1996 toegetreden tot het bestuur van de toenmalige Stichting Artillerieverzameling Oldebroek en hee! zich langdurig ingespannen voor de belangen van het “Artilleriemuseum” waarbij op dat moment nog een dependance behoorde, de “Luaverzameling” op de Prins Mauritskazerne te Ede. Verdiensten Betrokkene hee! gedurende 17 jaar, van 1996 tot 2013, op inspirerende wijze de functie bekleed van Voorzi$er van de stichting Artillerieverzameling Oldebroek en aansluitend van Voorzi$er van de stichting Nederlands Artillerie Museum, inmiddels ook bekend als de Historische Collectie Korps Veldartillerie. Verrassing Op 29 maart was de vrijwilligersbijeenkomst van het NAM die in het teken stond van het terugtreden van de oud-voorzi$er. Groot was de verrassing toen de Wapenoudste der Artillerie, Lgen art A.J.H. van Loon de Korpszaal binnenkwam met een gevolg van veel artillerieautoriteiten waarbij ook jaargenoten van Fred Müller en hun eega’s. De verrassing was compleet toen de Wapenoudste aan Kol art bd F.H.L.M. Müller de Artillerielegpenning uitreikte. De inscriptie “LANGDURIGE VERDIENSTE EN INZET” spreekt voor zich.
worden geëxposeerd. Ook aan de inzet van individuele artilleristen zal hier aandacht worden besteed. Koperen jubileum museum-manager NAM In mei 2013 hee! dhr Paul van Brakel een jubileum gevierd dat hij 12,5 jaar verbonden was aan het NAM. Dit werd gevierd met een ontvangst in de Korpszaal Veldartillerie van zijn collega’s van het Legermuseum en van de vrijwilligers van het NAM. Door de voorzi$er NAM, Lkol art bd Harry Konings werd in een korte toespraak de verdiensten van Paul onder de aandacht gebracht waarbij de dagelijkse aansturing van- en het contact met de vele vrijwilligers van het NAM de belangrijkste factor vormden. Het NAM hoopt dat wij nog lange tijd van de verdiensten van Paul van Brakel gebruik mogen maken, al wordt verwacht dat dit “whishfull thinking“ is. Bruiklenen legermuseum retour nationaal militair museum In het kader van de oprichting van het Nationaal Militair Museum (NMM) moet het NAM een aantal kanonnen uit haar expositie teruggeven en in Soesterberg afleveren. Dit betre! in paviljoen 1: de veldslang, het kanon op Gribeauvalaffuit en een brandkogel. In paviljoen 2 is het een kanon op walaffuit, een mortier 15 cm en een stuk vestinggeschut dat is ingebouwd in een diorama. In paviljoen 3: de gereedschap-en keukenwagen en het kanon 12Lstaal. Inmiddels is overeengekomen dat een aantal andere a$ributen als alternatief in bruikleen verstrekt zullen worden aan het NAM.
Groot en rollend materieel Niet alleen op de LbO is er activiteit in de paviljoens maar ook elders in Nederland kunt U materieel van het NAM zien, zoals in onderstaande plaatsen.
Nieuwe voorzi er NAM Na een klein jaar “indribbelen” als vice-voorzi$er hee! Lkol art b.d. H.J.D.M. (Harry) Konings op 28 maart het voorzi$erschap over de stichting NAM overgenomen. Inmiddels is hij bijzonder betrokken bij de inrichting van paviljoen 4, waarin ook de Legerkorpsartilleriezaal voor bezoekers is opengesteld. Hier levert Lkol art H. Molman een belangrijke bijdrage aan de informatie over de raketartillerie. Zelf gee! Harry Konings leiding aan de inrichting van de Operationele Inzetruimte, waarin de missies van de Artillerie in eenheidsverband zullen
29
NEDERLANDS ARTILLERIE M U S E U M
www.nederlandsartilleriemuseum.nl
Bussum Bridgehead is een militair-historisch evenement dat de geallieerde en vooral Nederlandse inspanning voor vrede en veiligheid uitbeeldt. Op vrijdag 10 mei vond de veteranendag van zes gemeenten Bussum, Naarden, Huizen, Muiden, Wijdemeren en Weesp op Kamp Crailo plaats. Daar hebben vrijwilligers zich namens het NAM optimaal geprofileerd op “Bridgehead“ te Bussum. Kees, Rob, Chris, Fred en Fons met een YHZ 2300, M109. M110 en M577 kregen veel bekijks van het publiek en de complimenten van de organisatie. Er werd veel geflyerd en de museumvlag hing op een niet te missen plaats ( zie foto). Op Hemelvaartsdag werden de voertuigen opgesteld voor de static shows de dagen daarop t/m de zondag. Er werd op locatie overnacht in een boogtent wat bijdroeg aan de saamhorigheid. Op locatie werden o.a. ook enkele demo’s gegeven van korte rijdende shows van rupsvoertuigen. Op zaterdag hebben de M577 en YHZ2300 meegereden inde vrijheidstocht met historische militaire voertuigen door de regio.
LBO De static-show voor de VOA jaardag was een groot succes . Het opstellen en het terugze$en van het materiaal was een hele klus en nam 3 volle dagen in beslag. Schaarsbergen op 28 mei gaan de M109 en M577 voor een Natres evenement naar Schaarsbergen. Heerde zaterdagmiddag 1 juni in Heerde een deelname aan een evenement van de Juniorenkamer Top van Gelderland. De voertuigen YHZ2300 met M114L39, MB, Nekaf en een 25 pdr zullen daar opgesteld worden . Tevens zal er voor de PR een NAM -stand ingericht worden. Den haag Voor de Nederlandse Veteranendag op 29 juni zal de M109 op het Malieveld opgesteld worden naast een PzH2000 in opstelling “oud’” versus “nieuw”.
30
Schenkingen Het Nederlands Artillerie Museum hee! in het eerste kwartaal de volgende schenkingen mogen ontvangen. - Lkol art H. Molman: een pijpenkop met a&eelding kanon (2x); knoop artillerie; gekruist kanonembleem met ‘W” en een schietlood. - Commodore b.d. H. Emmens: een radiologische rekenschijf in hoes; een bus huidontsme$ingspoeder (2x); een tas veldmasker C3; een atropine injector (9x); een buisje natriumchloride; een radiologische stralingsmeter; een sti! M67 en diverse camouflage sti!en. - Dhr. P.J. Maaskant: een zilveren medaille 24 jaar trouwe dienst (groot en klein model); een mobilisatiekruis 1914-1918;1e prijs schietwedstrijd 1930; een uniformknoop (leeuw); een rozet met gekroond wapenschildje - Aoo art b.d. T. Teela: een richtmiddel (25 pdr of mortier); wapenschildjes (7x); baakverlichting (2x); documentatie (3x) en 8 tijdbuizen. - Mw. Verkuil: diverse boeken Nederlands-Indië. - Dhr. H.M.Huigen: 3 ansichtkaarten (aan elkaar m.b.t. Artilleriekazernes Ede). - Aoo art b.d. F.H. de Haan: wapenschildjes (11 Btva; laatste schot 44 Afdva; Open dag KL 1982 en OO mess Lkol Tonnetkazerne). - Kol L.M. de Jong: een GT(jas en broek); een oranje sjerp; een kepie met verenbos (in koker) en een paar tressen. - Maj art J. Venekamp: VS 2-2512 (catalogus kaarten). - Elnt b.d. Ir B.J. Hof : een DT met pet. - HC Cavalerie: een boekwerk “Enkele bepalingen van belang voor de reserve officieren der Artillerie”. Alle schenkers worden bij deze nogmaals hartelijk bedankt voor hun bijdrage om het Artilleristisch erfgoed te completeren. Hebt U nog voorwerpen en/of documentatie met een relatie naar Defensie en in het bijzonder naar de Artillerie en waarvan U afstand wenst te doen? In dat geval even bellen met 0525-657310, fax 657311 of e-mail
[email protected] voor een afspraak om het af te leveren in ’t Harde om het op te laten halen. Lkol art bd F.T. Dürst Bri$
NEDERLANDS ARTILLERIE M U S E U M
www.nederlandsartilleriemuseum.nl
Gezocht en gevonden Keizerskroon of toch een koningskroon? Na een aantal malen a&eeldingen van de bewuste kroon te hebben gepubliceerd in de afgelopen Artilia’s en Sinte Barbara’s, werd ik door Kol art bd Fred Müller herinnerd aan een artikel uit Sinte Barbara van mei 1993: “De herkomst van de Kroon gevoerd op het Koninklijk- en het Rijkswapen” geschreven door wijlen Lkol art J.H. (Johan) Kok. In zijn uiteenze$ing over de heraldische kroon stelt hij: “De (moderne) koningskroon zou bolvormig zijn althans hoger dan de vorstenkroon en de keizerskroon nog hoger namelijk een spitsvorm hebben. Op grond van deze laatste verschillen kan men de kroon, zoals die op de 7-Veld wordt aangetroffen, terecht (moderne) koningskroon noemen…..”. Rood-wit-blauwe rozet met rijkswapen is herkend Deze speld met blauw geëmailleerd en deels verguld rijkswapen onder rood-wit-blauwe rozet met kroon als schakel, is een draagteken ‘voor trouwe dienst’ van de ‘Eerste Nederlandsche Bond van Oud-Onderofficieren” anno 1900. Het enige vreemde is dat de kleuren op de rozet vertikaal zijn aangebracht op de rozet (vgl. de Franse vlag) en niet horizontaal (zoals de Nederlandse vlag).
Nieuwe informatie gezocht Completering militaire bladen Bij het Artilleriedocumentatiecentrum worden nog de volgende exemplaren van militaire vakbladen gezocht om hun collectie te completeren: - Van de Militaire Spectator: jaargang 2007 nummer 7/8 en jaargang 2003 nummer 11. - Van het blad Landmacht: jaargang 2005 nummer 7. Wanneer we deze hebben zijn we wat betre! Militaire Spectator (na WO-II) en Landmacht (voorheen Legerkoerier vanaf begin) compleet tot op heden.
Klein koninklijk wapen met devies. Door I. Brom, 1913.
Onbekende artillerist Bij het NAM bestaat een “Gedenklijst van in actieve dienst overleden artilleristen”. Deze lijst is niet compleet en ik verzoek aanknopingspunten voor een artillerist die is overleden tijdens oefening waarbij hij is overreden door een militair voertuig terwijl hij in zijn slaapzak lag te slapen. Dit zou in 1976 of 1977 zijn gebeurd. Wie kan mij enige informatie verschaffen? Artillerie a enties Via het Artilleriemuseum in ‘t Harde worden diverse artilleristische artikelen aangeboden. Een batig saldo komt ten goede aan de exploitatie van de exposities. Bestellingen kunnen worden gedaan via NAM.artillerie.
[email protected] in ’t Harde. Lkol art bd F.T. Dürst Bri$
Foto matriaal Het museum is tevens nog op zoek naar digitaal foto matriaal zoals oefeningen, ceremonieën ect. vanaf eind jaren negentig.
31
Noot van de redactie: •
Kopij aanleveren in Word
•
Tekst moet plat zijn. Dus niet vet, onderstreept, met tabs of andere opmaak. Lever eventuele opmaakwensen op een aparte uitdraai mee.
•
•
•
•
Lever u kopij pas in als u er zeker van bent dat de inhoud niet meer aan wijzigingen onderhevig is. Auteurscorrecties hebben altijd invloed op reeds gerealiseerde opmaak. Indien dit niet mogelijk is omdat er b.v. ontwikkelingen gaande zijn, die u op dat moment van schrijven nog niet weet, meldt dit dan, dan kan er rekening mee worden gehouden. Lever altijd losse foto’s aan in jpg. Nooit foto’s in het worddocument verankeren. Dit levert een te lage resolutie op. Het formaat van de foto mag niet kleiner zijn dan 10 x 13 cm en moet een hoge resolutie (300 dpi) worden aangeleverd. Vergrotingen leveren bij te klein formaat of te lage resolutie onscherpe foto’s op of foto’s met lelijke vierkantjes (artifacten). Geen plaatjes / foto’s van het internet gebruiken. Deze hebben een te lage resolutie en u, en dus ook wij, lopen het risico van inbreuk op eigendomsrecht.
Ereleden Dhr. Dhr. Dhr. Dhr. Dhr.
Th. C. van der Aart J.A.H.M. Majoie R.P. van der Pol A.J.A. Beekmans F. van der Knaap
medeoprichter en eerste voorzi$er medeoprichter en ex-bestuurslid ex-bestuurslid ex-bestuurslid en redactielid tweede voorzi$er na oprichting
Activiteitencommissie Owi A.J.M. Witsiers Aooi J.L. de Brouwer Aooi C.J.M. Damen
Commissie van goede diensten Lid Lid Lid
Dhr. F. van der Knaap Dhr. A.J.A. Beekmans Dhr. J.Brood
tel: 038-4440994 tel: 076-5219238 tel: 026-3621476
Penningmeester Owi J.S. de Vries De Wimpel 9 8447 ED Heerenveen
Bankrelaties ING 5360680 ABN/AMRO 45.93.22.303 t.n.v. Penningmeester V.O.O.A. te Heerenveen
Secretaris VOOA Aooi R.J. de Vos Postbus 1000 8084 ZX ‘t Harde E-mail:
[email protected] www.vooa.nl
Webmaster Mocht u om wat voor reden dan ook niet of niet geheel in staat zijn, aan het bovenstaande te voldoen, laat dat geen belemmering voor u zijn maar meldt dat aan de redactie. Wij zullen i.o.m. de vormgever een oplossing proberen te realiseren.
Aooi R.J. de Vos Jolstraat 90 1784 NL Den Helder Tel: 0223-660684 E-mail:
[email protected]
Redactie Aooi R. van Oudheusden Aooi H.Treffers Owi S.D. Bekkema Wim Speth e-mail:
[email protected] telefoon: 06-20427335
Redactieadres Postbus 1000, 8084 ZX ‘t Harde E-mail
[email protected]
Vormgeving ©H.H.W.
Oplage 500 exemplaren