nr. 66 mei 2013
Nederland: een belastingparadijs? De sectordesks van Govers Efficënter werken met digitale salarisadministratie
ALGEMEEN
ALGEMEEN
Signaal is een uitgave van Govers Accountants/Adviseurs, bestemd voor relaties en andere belangstellenden.
Eén zwaluw Redactie: Redactieadres: drs. Kamiel Lemmens Govers Accountants/Adviseurs drs. Desirée van der Beemdstraat 25 Heijden-Lemmerlijn RA Postbus 657 mr. Manfred Maas FB 5600 AR Eindhoven Paul Mencke RA FB Telefoon: (040) 250 45 04 Wil Geraedts FB Fax: (040) 250 45 99 mr. Henk de Ruyter E-mail:
[email protected]
Advies, eindredactie en productiebegeleiding: het Hoofdstation, Eindhoven Drukwerk: Lecturis, Eindhoven
Overname van artikelen is toegestaan mits met schriftelijke toestemming en dan integraal en met bronvermelding. Attentie Signaal wordt met de grootst mogelijke zorg samengesteld en beoogt zo recent mogelijke informatie te verschaffen. Veel zaken zijn echter uitermate complex en aan voortdurende aanpassingen onderhevig. Daardoor kan het voorkomen dat informatie uit deze uitgave niet meer aansluit op de actualiteit. Wij kunnen geen verantwoordelijkheid aanvaarden voor hetgeen u naar aanleiding van de inhoud van deze publicatie zonder deskundig advies onderneemt. Voor nadere informatie kunt u altijd contact met ons opnemen. Voor vragen en/of opmerkingen over Signaal bezoekt u www.govers.nl.
INHOUD pagina 3 De digitale overheid pagina 4-5 De sectordesks van Govers Efficiënter werken met digitale salarisadministratie pagina 6 Wettelijke basis om klanten aan betalingstermijnen te houden pagina 7 Wijzigingen aftrek eigen woningschuld pagina 8 De eigen bijdrage voor de zorg in de AWBZ? pagina 9 Nederland: een belastingparadijs? pagina 10 Stichtingen - deze veranderingen spelen er
Volg ons via http://twitter.com/#!/GoversAdviseurs
Welvaart, zo beweren sommige mensen, is de beste remedie tegen oorlog. En daar is veel voor te zeggen. Immers: landen waarvan de economieën sterk met elkaar vervlochten zijn, hebben er geen belang bij met elkaar op de vuist te gaan. Ze zouden zich dan namelijk in hun eigen voet schieten.
De digitale overheid Ook de overheid gaat met de tijd mee. Communicatie met de burgers wordt daarom steeds meer onderhouden via de elektronische snelweg en steeds minder per brief en per telefoon. Nagenoeg alle overheden hebben al een eigen site om bepaalde zaken af te werken. Voor de centrale overheid ligt
Europa heeft na de Tweede Wereldoorlog een stormachtige economische groei doorgemaakt, met het geruïneerde en compleet verwoeste Duitsland als fiere koploper en kartrekker. Ten oosten van Nederland voltrok zich een heus Wirtschaftswunder. Ook de rest van Europa ging een tijd van grote voorspoed tegemoet. En afgezien van de Balkanoorlog is er sinds de Tweede Wereldoorlog ook niet meer op grote schaal in Europa gevochten. Toeval? Waarom doet Duitsland het goed? Allereerst omdat de binnenlandse bestedingen op peil zijn gebleven. Duitsland telt ruim 81 miljoen inwoners en die kopen bij voorkeur Duitse waar, vanwege hun uitmuntende kwaliteit. Een andere reden dat de Duitse economie fier overeind blijft, is dat de wereldeconomie het helemaal niet zo slecht doet. Oké, Europa sukkelt en de Verenigde Staten hebben ook wel eens betere jaren gekend, maar elders floreren economieën als nooit te voren. Denk aan Brazilië, Rusland, Turkije, India en China. En waar meer geld beschikbaar is, willen mensen een auto. Liefst van Duitse makelij. Duitsland verdient veel geld met zware industrie en dat is opmerkelijk. Veel Nederlandse bedrijven hevelden hun productie de afgelopen jaren immers over naar lagelonenlanden. Wat opvalt is dat steeds meer bedrijven hierop terugkomen, omdat de in Zuidoost-Azië geproduceerde goederen van te lage kwaliteit zijn, omdat de uitval te hoog is en omdat het hele proces van produceren en verschepen veel te veel tijd en geld kost. Wim van der Leegte, de succesvolle ondernemer en eigenaar van de VDL-groep, zag dat altijd al aankomen. Eigenwijs als hij is, hield hij de productie van zijn vele bedrijven hier. En gezegd moet worden dat we steeds meer bedrijven hun productie zien terughalen, vooral de productie van artikelen met heel hoge kwaliteitsnormen die in kleine oplagen en met relatief weinig arbeidskracht worden gemaakt. Naast blijvende investeringen en innovaties - robotisering en automatisering - zijn goede kredietverlening, arbeidsflexibiliteit en het verhogen van de instroom bij de technische opleidingen van wezenlijk belang. Halen we daarmee ook een florerende economie terug naar Nederland? Het is te hopen. Eén zwaluw maakt helaas nog geen zomer. Paul van Vroonhoven
verdergaande bundeling in de rede. Wettelijke bescherming van gegevens die via deze weg worden verstuurd is daarom ook een noodzaak geworden. Mr. Henk de Ruyter
Grondwettelijke bescherming Er staat een Grondwetswijziging op stapel waarin, naar verwachting per 1 januari 2014, het huidige brief-, telefoonen telegraafgeheim zal worden vervangen door een brief- en communicatiegeheim. U bent dan niet alleen beschermd als u communiceert via brief, telegraaf of telefoon, maar ook bij: - communicatie via e-mail; - communicatie via sociale media; - opslag van gegevens en documenten in de ‘cloud’; - het opzoeken van informatie met een zoekmachine op internet. Deze bescherming zal gelden voor alle bedrijven en consumenten. Politie en inlichtingen-/veiligheidsdiensten kunnen onder bepaalde voorwaarden om het brief- en telecommunicatiegeheim heen.De ingangsdatum kan uiteraard nog wijzigen. Ondernemersplein.nl: het digitale overheidsloket voor ondernemers. De huidige informatie-, voorlichtings- en ondersteunings infrastructuur op het gebied van (internationaal) ondernemerschap en innovatie was aan een grondige modernisering en stroomlijning toe. Het scheelt veel tijd en moeite als je op een plek alle overheidszaken kunt regelen. Sinds november 2012 is een eerste gezamenlijke website klaar voor gebruik. Deze site wordt langzaamaan verder uitgebouwd tot het digitale Ondernemersplein. Dit Ondernemersplein moet uiterlijk op 1 januari 2014 van start gaan.
Het nieuwe centraal bestuurde zelfstandig bestuursorgaan (ZBO) vormt de basis voor Ondernemersplein.nl en wordt via de rijksbegroting gefinancierd.Op dit digitale loket wordt alle (overheids)informatie over ondernemerschap aangeboden aan (startende) bedrijven. Men kan er subsidies aanvragen, het Handelsregister raadplegen, aangeven of bedrijfsgegevens aan derden mogen worden doorgegeven, enz. Het Ondernemersplein is tevens onderdeel van de samenvoeging van de 12 regionale Kamers van Koophandel en Syntens, die nauw gaan samenwerken met Agentschap NL en het daaronder vallende ‘Antwoord voor bedrijven’. De nieuwe organisatie sluit hiermee ook aan op de nieuwe SBR-standaard (Standard Business Reporting). Via Verbeter ondernemersplein.nl kan eenieder aangeven wat hij/zij van het Ondernemersplein verwacht en welke informatie men graag op het Ondernemersplein wil hebben. Tot slot We kunnen met zijn allen thuis vanuit de luie stoel steeds meer regelen, doorgeven en aanvragen. Makkelijk, snel en efficiënt. Dat aan deze stroom van gegevens ook (grond)wettelijke bescherming wordt gegeven is normaal. Criticasters onder ons zullen hun twijfel hebben bij de bundeling op dezelfde website, waardoor men de toegang tot meerdere instanties tegelijkertijd, zeker gezien de recent steeds meer voorkomende cyberaanvallen, kwetsbaar maakt. Laten we hopen dat de informatici hiertegen binnenkort afdoende maatregelen kunnen treffen. Mr. Henk de Ruyter
Cor en Janus, bedankt! De afgelopen tijd hebben twee collega’s ons verlaten: Janus Huijbregts en Cor van Limpt. Janus geniet na een lange carrière van zijn pensioen.Cor heeft ervoor gekozen om over te stappen naar een functie buiten de accountancy. Cor en Janus: bedankt voor jullie inzet in al die jaren en voor de goede samenwerking. We wensen jullie veel geluk en nog een lange, goede gezondheid. Janus, geniet van je welverdiende rust en Cor: veel succes met je nieuwe stap. Bestuur en medewerkers van Govers en ANB.
PA G I N A 2
PA G I N A 3
SIGNAAL NR 66 MEI 2013
A LGEMEEN
De sectordesks van Govers In 1927 maakte de regio Eindhoven al een explosieve groei mee. Reden voor Piet Govers om vanuit Den Haag terug te keren naar zijn geboortegrond, om er een accountantskantoor te vestigen. Vijfentachtig jaren later is die dynamiek er nog steeds. In een grote regio rondom Eindhoven werken ondernemingen samen in sterk ontwikkelde waardeketens.
Om recht te doen aan de bijzondere omstandigheden waarin onze klanten werken, hebben we sectordesks opgericht, onder meer voor de sectoren High Tech, Automotive, Food, Bouw. Het mooie is, dat hoe meer je je verdiept in een sector, hoe meer je gefascineerd raakt door de bijzondere prestaties die er in geleverd worden. In dit artikel beschrijven we enkele observaties.
Als de toeleverancier eenzijdig afhankelijk is van de OEM-er, kan de machtsbalans verstoord raken. Dit kan ten koste gaan van de winstgevendheid van de toeleverancier. OEM-ers en toeleveranciers Binnen de High Tech sector zien we dat de waardeketens aangestuurd worden door eindfabrikanten zoals ASML, Philips Health, FEI, Vanderlande. Deze bedrijven ontwikkelen en verkopen als Original Equipment Manufacturer (OEM-er) hun eigen producten onder eigen naam. Omdat de OEM-ers het grootste deel van de eigenlijke productiewerkzaamheden uitbesteden aan toeleveranciers, is het van belang dat ze een regisseursrol vervullen. ASML is hierbij sterk richtinggevend, wat zichtbaar is in haar value sourcing methodiek, die er voor moet zorgen dat alle toeleveranciers voldoen aan de eisen van kwaliteit, logistiek, technologie en financiën. Het is onze ervaring dat toeleveranciers die goed scoren op de eerste drie elementen (kwaliteit, logistiek en
technologie), een discussie op het gebied van de winstverdeling niet uit de weg hoeven te gaan. Wij ondersteunen onze klanten graag bij het verzilveren van de toegevoegde waarde die ze als toeleverancier leveren. Machtsbalans De wederzijdse afhankelijkheid tussen toeleverancier en OEM-er is hierbij een aandachtspunt. Omdat er op een technologisch zeer hoog niveau wordt samengewerkt, kan een (directe of eerstelijns) toeleverancier slechts een relatief beperkt aantal OEMers bedienen. Als de toeleverancier echter eenzijdig afhankelijk is van de OEM-er, kan de machtsbalans verstoord raken. Dit kan ten koste gaan van de winstgevendheid van de toeleverancier. Naast de verdeling van de toegevoegde waarde is ook de betalingsmoraal een aandachtspunt. Om hun eigen werkkapitaal te verbeteren, kunnen grote inkopende partijen in de verleiding komen om hun betalingstermijnen te verlengen. Op deze manier vervangen ze rentedragende leningen van banken door gratis krediet van leveranciers. Dat is een zorgelijke ontwikkeling. Weliswaar ontwikkelen banken supply chain financiering om in de ontstane behoefte van toeleveranciers te voorzien, maar helaas is dat eerder een bevestiging van de verslechterde betalingsmoraal dan een herstel naar reguliere termijnen. We hebben vooralsnog nog geen aanwijzingen dat de wijziging in de wettelijke betalingstermijn een gunstig effect heeft. Veranderende concurrentieverhoudingen Met de ontwikkeling van de waardeketens is ook het besef gegroeid dat niet zozeer de onderlinge concurrentie binnen de keten leidend moet zijn, maar de concurrentie van de regionale keten met die elders in de wereld. Uitgangspunt van de samenwerking moet zoveel mogelijk een win-win aanpak zijn. Een zero sum benadering (waarbij de winst van de een het verlies van de ander is) kan uiteindelijk
destructief zijn. Een mooi voorbeeld van een win-win aanpak is de groeiende samenwerking van toeleveranciers binnen de coöperatieve vereniging Brainport Industries. Dit samenwerkingsverband spant zich onder andere in om het industriële ecosysteem in onze regio onder de aandacht te brengen van buitenlandse opdrachtgevers. Standaarden Binnen alle waardeketens speelt regelgeving, normering en toezicht een steeds belangrijker rol. Soms heeft die een wettelijke basis, soms komt die van de OEM-er als ketenregisseur. ASML heeft de beschreven Value Sourcing aanpak, die inmiddels wordt uitgebreid naar andere OEM-ers. De medische sector kent haar eigen ISO standaard 13485. In de food kennen we HACCP en andere standaarden. De kwaliteitssystemen en de uitkomsten van audits kunnen nuttig zijn voor onze accountantscontrole.
Inmiddels is het besef gegroeid dat een branchegemiddelde een slechte norm is, de helft van de ondernemers doet het immers beter. Gelukkig beschouwen steeds meer ondernemingen het branchegemiddelde als een minimum waar de eigen onderneming (ver) boven moet presteren. Een goede benchmark moet immers niet gerust stellen maar uitdagen! Wij prijzen ons gelukkig om te kunnen werken voor inspirerende ondernemingen die de top zijn in hun sector, of onderweg zijn daarnaar toe. We spannen ons dan ook graag in om te weten wat onze klanten bezig houdt. Naast de genoemde sectoren hebben we sectordesks ingericht voor onderwijsinstellingen (primair en voortgezet onderwijs) en voor de hippische branche.
Kruisbestuiving Een inspirerend fenomeen is de ‘kruisbestuiving’ tussen sectoren. In een streven naar verhoging van de arbeidsproductiviteit is productieautomatisering en robotisering al vroeg ingezet in de automotive, vervolgens ook in de High Tech, en nu worden er ook toepassingen in de food ontwikkeld. Verder zien we dat de cleanrooms die in de High Tech gebruikt worden om stofdeeltjes in de lucht te verminderen, ook in de voedingsindustrie succesvol ingezet worden. Topklasse Een andere ontwikkeling die we toejuichen is het streven naar ondernemen op ‘world class’ niveau. Heel lang zijn de operationele prestaties en hun financiële uitkomsten vergeleken met benchmarks op basis van branchegemiddelden. Uiteindelijk leidt een dergelijke beoordeling tot de ultieme zesjescultuur. Inmiddels is het besef gegroeid dat een branchegemiddelde een slechte norm is, de helft van de ondernemers doet het immers beter.
Paul Mencke RA
SALARISADMINISTRATIE
Efficiënter werken met digitale salarisadministratie Salarisadministratie is een gevoelig ding. De data moeten kloppen en op tijd verwerkt worden. Organisaties willen over actuele overzichten kunnen beschikken en deze liefst digitaal ter beschikking kunnen stellen waar ze nodig zijn. Het kan, met ANB Salaris Online, een gebruiksvriendelijke en complete online oplossing! ANB Salaris Online vormt met de module Employee Self Service een totaaloplossing. U kunt het gebruiken om de loonmutaties van uw onderneming via internet aan te leveren en u kunt het gebruiken als HRM-module voor uw personeel. Belangrijk is dat u met ANB Salaris Online altijd een actueel overzicht heeft van de gegevens. Belangrijk is ook dat u bepaalt welke taken u in huis uitvoert en welke u efficiënter aan ons overlaat. Bovendien kunt u ANB Salaris Online uitbreiden met de module Employee Self Service (ESS) om loonstroken, jaaropgaven en andere documenten digitaal ter beschikking te stellen aan uw werknemers.
PA G I N A 4
De voordelen van ANB Salaris Online: • Flexibele en online samenwerking met ons. • U ervaart laagdrempelige navigatie en gebruiksgemak. • In één oogopslag de openstaande mutaties inzien. • Nieuwe mutaties kunt u zelf invoeren op het tijdstip dat u dat uitkomt. Dit voorkomt fouten en bespaart werk. • Digitale dossiervorming en het geautoriseerd online beschikbaar stellen van relevante documenten aan uw werknemers en aan ons. • Met de vooraf ingevulde contractgegevens kunnen de data van nieuwe werknemers gemakkelijk worden ingevoerd. • Uitgebreide managementinformatie in de vorm van digitale rapportages, analyses en stuurinformatie. Deze informatie is eenvoudig naar Excel of PDF te exporteren. • Uw gegevens worden geautomatiseerd aangeleverd bij uitvragende partijen zoals Belastingdienst en pensioenuitvoerders. • Handige aanpasbare signaleringsfunctie voor het aflopen van lease- en arbeidscontracten, verjaardagen, verzuim, jubilea, etc. • U kunt de loonstroken, jaaropgaven en andere documenten digitaal beschikbaar stellen aan uw werknemers (met de module ESS). Dat scheelt portokosten en verwerkingstijd.
Employee Self Service ESS vormt samen met ANB Salaris Online één totaaloplossing en biedt uw werknemers: • toegang tot de loonstroken, jaaropgaven en andere documenten; • de mogelijkheid om hun persoonsgegevens te raadplegen en/ of te wijzigen; • het kunnen aanvragen van verlof of inzien van verlofrechten. De informatie die toegankelijk is via het ESS portaal, is ook met behulp van een app op een smartphone of een tablet beschikbaar. Bent u geïnteresseerd in het gebruik van ANB Salaris Online? Neem dan contact op met uw relatiebeheerder van Govers Accountants Adviseurs of met uw relatiebeheerder van ANB. Robert Meijer Teamleider Salarisadministratie PA G I N A 5
SIGNAAL NR 66 MEI 2013
A LGEMEEN
FISCAAL
Wijzigingen aftrek eigen woningschuld Vanaf 1 januari 2013 gelden er diverse nieuwe regels voor de aftrek van hypotheekrente van de eigen woning. Hieronder zetten we de belangrijkste regels voor hypotheekrenteaftrek op een rijtje.
De wijzigingen betreffen geldleningen die vanaf 2013 worden opgenomen. Voor hypotheken die op 31 december 2012 al bestonden, verandert er dus niets. Ook niet als u verhuist en uw hypotheek meeneemt of wanneer de hypotheek wordt ‘overgesloten’, waarbij u rechtstreeks van de ene naar de andere hypotheeknemer (de bank) overstapt.
Wettelijke basis om klanten aan betalingstermijnen te houden Met ingang van 16 maart 2013 is een wettelijke regeling van kracht geworden voor betalingstermijnen. Tot op heden bestond alleen de wettelijke regel dat een betalingstermijn niet onredelijk mocht zijn, maar deze leidde regelmatig tot een verschillende uitleg. Want wat is redelijk en wie bepaalt dat dan?
percentage van de rekening. Het minimumbedrag van de vergoeding is € 40. Daarnaast mag er uiteraard een vergoeding ter hoogte van de wettelijke rente in rekening worden gebracht. De wettelijke rente bij levering aan bedrijven en overheidsinstellingen is per 1 januari 2013 vastgesteld op 7,75 procent.
Nieuwe regels (business-to-business; B2B) De nieuwe regels gelden voor overeenkomsten tussen bedrijven en voor overeenkomsten tussen bedrijven en overheden, die zijn gesloten op of na 16 maart 2013. Als u contractueel niets regelt, geldt de wettelijke regeling en moet de factuur worden betaald uiterlijk 30 dagen na de dag van ontvangst van de factuur. Een betalingstermijn van 30 tot maximaal 60 dagen is mogelijk indien deze expliciet contractueel is overeengekomen. Voor contractuele betalingstermijnen van langer dan 60 dagen is vereist dat kan worden aangetoond dat die voor geen der partijen nadelig is. Dit zal in de praktijk echter zeer moeilijk zijn. Conclusie is dan ook dat een factuur normaal gesproken uiterlijk 30 dagen na de dag van ontvangst van de factuur, moet worden betaald. Afwijken van deze termijn is erg lastig.
Geen minimumbetalingstermijn Er is en er komt geen wettelijke minimumbetalingstermijn. U maakt hierover zelf afspraken met de tegenpartij. U kunt zelfs afspreken vooraf te betalen. Hierbij geldt dan nog steeds dat de betalingstermijn niet onredelijk mag zijn.
Geen of te late betaling Als de factuur niet of te laat wordt betaald mag de schuldeiser een standaardvergoeding voor incassokosten vragen. Een aanmaning is hiervoor niet nodig. Is er niets afgesproken over de hoogte van de vergoeding, dan is de vergoeding een
Mr. Henk de Ruyter
PA G I N A 6
Tot slot Gezien deze wettelijke regelingen lijkt het ons verstandig dat u op korte termijn uw leverings- en betalingsvoorwaarden laat controleren. Daarbij kan eventueel worden verwezen naar de wettelijke regeling en worden bepaald dat eventuele afwijkingen daarvan, zoals bijvoorbeeld een verlenging van de termijn naar 60 dagen of meer, per overeenkomst expliciet moeten worden overeengekomen.
Voorwaarden Om voor aftrek in aanmerking te komen moeten (nieuwe) leningen aan de volgende voorwaarden voldoen: • De looptijd is maximaal 30 jaar; •D e lening moet tijdens de looptijd ten minste annuïtair (volgens een door de Belastingdienst goedgekeurd aflossingsschema) volledig worden afgelost (zie ook hieronder); • De aflossing moet contractueel zijn overeengekomen; • De aflossing moet daadwerkelijk plaats vinden.
Resultaten uit het verleden zijn niet leidend. Het gaat om de toekomstige mogelijkheden en risico’s. Zware straf op niet tijdig aflossen Als u niet aan het aflossingsschema voldoet, kunt u het verzuim herstellen. Als u het verzuim niet (tijdig) herstelt, heeft dat grote gevolgen voor u. In dat geval gaat de gehele hypotheek van box 1 naar box 3, waardoor er helemaal geen aftrek van hypotheekrente in box 1 meer mogelijk is! Om aan de aflossingsverplichtingen te kunnen (blijven) voldoen, mag u een tweede lening afsluiten tot maximaal 50% van de woningwaarde. Deze lening kunt u binnen 35 jaar aflossen. De rente op deze lening mag u niet aftrekken. Wel geldt deze lening als een schuld in box 3. Banken verstrekken hun hypotheekgegevens jaarlijks rechtstreeks aan de Belastingdienst. Deze verplichting geldt vanaf dit jaar ook als de hypotheek door andere partijen worden verstrekt zoals ouders en de eigen B.V. Als niet aan deze voorwaarde wordt voldaan dan is de hypotheekrente in het betreffende jaar niet aftrekbaar (zelfs niet als deze fout in een later jaar wordt hersteld). Overgangsrecht De oude fiscale regels blijven ook gelden in de volgende situaties: • Er is vóór 2013 een onherroepelijke koopovereenkomst gesloten en zowel de levering als de geldlening worden in 2014 gerealiseerd;
PA G I N A 7
• De woning is in 2012 verkocht, er wordt nu tijdelijk gehuurd en in 2013 wordt een nieuw huis aangeschaft; • Er is in 2012 een verbouwing begonnen waarvoor pas in 2013 de financiering is geregeld. De verbouwing moet wel in 2013 zijn voltooid. Versoepelingen Gelukkig zijn er ook versoepelingen aangebracht: Mensen die na verkoop van hun woning met een restschuld blijven zitten, mogen de rente over deze restschuld maximaal 10 jaar lang aftrekken in box 1. Het moet gaan om restschulden die zijn ontstaan van 29 oktober 2012 tot en met 31 december 2017. Twee ‘crisismaatregelen’ zijn met een jaar verlengd. Wanneer bij verhuizing de oude woning nog niet is verkocht, dan blijft de hypotheekrente voor de oude woning nog aftrekbaar in het jaar zelf en de daaropvolgende drie jaren (dat waren er twee). Ook de herleving van hypotheekrenteaftrek na tijdelijke verhuur wordt met één jaar verlengd. De verlenging van deze crisismaatregel geldt tot 1 januari 2014. Mr. Manfred Maas FB
SIGNAAL NR 66 MEI 2013
FISCAAL
FISCAAL
Hoe zit het met…
De eigen bijdrage voor de zorg in de AWBZ?
Nederland: een belastingparadijs? De laatste tijd horen we nogal eens de bewering dat Nederland een belasting-
Weet u nog dat mensen van de regering hun ‘huis moesten opeten’? Zo heette het als mensen in de vorige eeuw hun vermogen moesten aanspreken om een eigen bijdrage te leveren aan zorgkosten, bijvoorbeeld een verblijf in een AWBZ-instelling. Vanaf dit jaar is de eigen bijdrage voor verblijf in een AWBZinstelling weer mede afhankelijk van het vermogen. Meer vermogen betekent meer zelf betalen. De eigen bijdrage kan behoorlijk oplopen.
gekeken naar 2011. Als u geen aangifte inkomstenbelasting heeft gedaan, dan wordt gekeken naar het totaal van uw salaris en/ of uitkering. Vanaf 2013 telt naast het verzamelinkomen, waarin al een fictief rendement over het aanwezige vermogen is opgenomen (box 3), nog een extra deel van het vermogen mee. Als u vermogen in box 3 heeft, dan telt 8% van de ‘grondslag sparen en beleggen’ mee. Dat is het deel van het vermogen in box 3 boven het heffingvrije vermogen. Omdat er in het verzamelinkomen al rekening gehouden wordt met een forfaitair rendement van 4% van het vermogen, betekent dit feitelijk dat 12% van het vermogen boven het heffingvrije bedrag meetelt als inkomen voor de bepaling van de eigen bijdrage. Naar onze mening een wel erg hoog percentage. Zaken die niet onder het vermogen in box 3 vallen, zijn onder andere: - De eigen woning die als hoofdverblijf geldt; - Roerende zaken voor eigen gebruik (zoals de auto of de inboedel); - Gespaarde bedragen in de levensloopregeling/ spaarloonregeling. Op de site van het CAK (www.hetcak.nl) kunt u zelf op basis van het inkomen/vermogen in 2011 een berekening maken van de hoogte van de eigen bijdrage in 2013. De regeling houdt de gemoederen bezig. De Tweede Kamer heeft begin april laten blijken het onredelijk te vinden dat uitkeringen voor bijvoorbeeld letselschade en het persoonsgebonden budget meetellen voor de eigen bijdrage. Ook voor de onverkochte eigen woning (die dus niet meer als hoofdverblijf ter beschikking staat, maar door de moeilijke woningmarkt ook nog niet verkocht is) zou er een (tijdelijke) versoepeling moeten komen. Wellicht dat er op deze punten dus nog nadere regelgeving komt.
Eet u ook uw eigen woning op?
Lage en hoge eigen bijdrage Er bestaat verschil tussen een lage eigen bijdrage en een hoge eigen bijdrage. De lage eigen bijdrage geldt onder andere gedurende de eerste zes maanden van het verblijf of wanneer de partner nog thuis woont. De lage eigen bijdrage bedraagt in 2013 minimaal €152 en maximaal € 797,80 per maand. De hoge eigen bijdrage kan in 2013 oplopen tot maximaal € 2.189,20 per maand. Het is dus belangrijk om de berekening daarvan en de invloed van het vermogen daarop eens nader te bekijken. Meetellen van vermogen De eigen bijdrage wordt berekend op basis van het verzamel inkomen van uw (eventuele) partner en u van twee jaar voorafgaand aan het jaar van betaling. Voor 2013 wordt dus
Neem tijdig maatregelen Overwogen kan worden om nu al maatregelen te nemen om te voorkomen dat in de toekomst bij opname in een AWBZinstelling het eigen vermogen moet worden opgegeten. Daarbij kunt u denken aan het verlagen van het vermogen middels een testament (bij eerste overlijden) en aan schenkingen die het vermogen verlagen. Ook voor ouders met een gehandicapt kind kan de vermogenstoets bij het opmaken van een testament een reden zijn om het vermogen van een gehandicapt kind te beperken. Mr. Manfred Maas FB
paradijs zou zijn. En dat met de huidige tarieven en lastenverhogingen! Zit er een grond van waarheid in deze bewering? Wat is een belastingparadijs? Het reguliere (oude) begrip belastingparadijs is bedoeld voor een land waar men (bijna) geen belasting betaalt. Bijvoorbeeld omdat bepaalde belastingen daar niet (of tegen extreem laag tarief) geheven worden of omdat een buitenlandse onderneming een bepaalde periode belastingvrij blijft door afspraken met de overheid.
Nederland kan zeker niet zomaar als belastingparadijs bestempeld worden. Binnen die categorie valt Nederland zeker niet. Een meer moderne opvatting is: een land met een regelgeving die ruimte laat om aan het betalen van belasting te ontkomen. Met name grote internationale ondernemingen zouden daar gebruik van maken. Geldt dit voor Nederland? Historie Nederland heeft een van de meest uitgebreide verdragennetwerken van de wereld. Er bestaan met veel landen afspraken over wie, waarover en wanneer, belasting mag heffen. De hoofdregel is: belast inkomsten waar ze worden verdiend, waar de winstgevende activiteiten worden verricht. Ook onze eigen regelingen van de deelnemingsvrijstelling en de objectvrijstelling gaan uit van dit principe. Zou Nederland over deze winsten ook belasting heffen, dan zou dat dubbele heffing betekenen en zouden we onszelf uit de markt prijzen. Nederland verschilt wel van een aantal andere landen doordat wij geen zogenoemde bronheffingen kennen over naar het buitenland betaalde rente en over royalty’s. Van oudsher ziet onze fiscus rente als een vergoeding voor het ter beschikking stellen van geld en een royalty als een vergoeding voor het gebruik van andermans vindingen. Als zodanig zijn het normale bedrijfskosten en waarom zou men daar dan een extra (in casu dubbele) heffing op loslaten?
Hoofdkantoren van internationals In Nederland zijn veel hoofdkantoren gevestigd van grote internationals. Die hoofdkantoren managen de dochterondernemingen in het buitenland. Zij krijgen daarvoor veelal een vergoeding. Na aftrek van kosten blijft er dan vaak een zeer lage winst of zelfs verlies over. Dat is allemaal volgens de regels. Een aantal grote internationale ondernemingen maakt echter wel slim gebruik van de combinatie van het grote Nederlandse verdragennetwerk (met name de deelnemingsvrijstelling) en het ontbreken van bronheffingen op rente en royalty’s. Wij heffen daar niet over omdat deze opbrengsten ons niet toekomen (zie hiervoor). Dit werkt zo. Men bouwt een complexe, bijna ondoorzichtige internationale structuur op, veelal met gebruikmaking van (sub)licenties en financieringen. De geldstromen lopen – soms meerdere malen – via de Nederlandse (hoofd)kantoren, zonder bronheffing. Dat mag. Het probleem is dat de uiteindelijke winsten, soms voor een groot deel bestaande uit de opbrengsten van octrooien en patenten, regelmatig in landen neerslaan waar geen of minimaal belasting wordt geheven. Vaak worden ze daar ook ‘gestald’ en niet verder uitgekeerd naar de landen waar de uiteindelijke investeerders wonen. Hierover is dan wereldwijd slechts zeer weinig belasting betaald (heel lage ‘effective tax-rate’). Van belang is om te constateren dat de Nederlandse regelingen feitelijk in overeenstemming zijn met de internationale opvattingen daarover. Ook het opleggen van bronheffingen wordt niet als verplicht beschouwd, ook al doet een aantal landen dat wel. Is dit op te lossen? Het voorgaande maakt duidelijk dat bedrijven in een aantal gevallen oneigenlijk gebruik maken van de internationale en nationale regels om te komen tot een zo laag mogelijke belastingheffing over de zogenoemde ‘wereldwinst’. Er is brede consensus dat alle ondernemingen, tenminste daar waar zij hun activiteiten ontplooien, een ‘fair share’ aan de belastingheffing moeten bijdragen. Dit vraagt om internationale samenwerking. Door automatisering van internationale informatieuitwisseling, door verplichte transparantie bij ondernemingen en door verregaande anti-misbruik bepalingen zou men (internationaal) tot een goed gezamenlijk beleid tegen dit soort praktijken moeten kunnen komen. Daarvoor moeten alle partijen samenwerken en het is de vraag of de landen die uiteindelijk het voordeel hebben van deze praktijken, dit voordeel zullen willen opgeven. Tot slot Nederland kan naar mijn mening zeker niet zomaar als belastingparadijs bestempeld worden. Bepaalde Nederlandse regels worden echter wel oneigenlijk gebruikt om heffingen in internationale trajecten te voorkomen of op zijn minst fors te verlagen. Mogelijk moeten wij uiteindelijk toch in bepaalde situaties en onder bepaalde omstandigheden overgaan tot het opleggen van bronheffingen om het doorsluizen van geldstromen binnen internationale structuren een halt toe te roepen of in te perken. Mr. Henk de Ruyter
PA G I N A 8
SIGNAAL NR 66 MEI 2013
A LGEMEEN
Stichtingen - deze veranderingen spelen er Stichtingen vormen een bijzondere groep binnen de rechtspersonen. De stichting heeft eigen rechten en verplichtingen, maar kent geen eigenaren, leden of aandeelhouders. Zij wordt vaak gebruikt voor het realiseren van een bepaald sociaal of ideëel doel, waarvoor een vermogen beschikbaar is of verworven wordt. Men noemt het dan ook wel een ‘doelvermogen’. In dit artikel belichten wij een aantal recente ontwikkelingen met betrekking tot stichtingen.
Stichtingen en financiële transparantie Stichtingen moeten, net als andere rechtspersonen, een administratie bijhouden en een balans opmaken, plus een staat van baten en lasten. Er ligt momenteel een wetsvoorstel om stichtingen te verplichten tot het openbaar maken (publiceren) van deze gegevens. Doel hiervan is om misbruik van stichtingen te voorkomen door te zorgen voor financiële transparantie. Een publicatieplicht moet bijdragen aan bijvoorbeeld de bestrijding van de financiering van terrorisme of andersoortig illegaal of oneigenlijk gebruik van stichtingen. Zo’n plicht maakt ook transparanter of een stichting haar vermogen daadwerkelijk aanwendt voor het verwezenlijken van het statutaire doel.
De regering wil misbruik van stichtingen voorkomen door te zorgen voor financiële transparantie. De publicatieverplichting zal inhouden dat stichtingen een balans en staat van baten en lasten openbaar moeten maken. Bij de staat van baten en lasten moet afzonderlijk het bedrag worden vermeld dat de stichting aan donaties, giften en dergelijke heeft ontvangen. Dit mag dan in één bedrag worden vermeld, dus
PA G I N A 1 0
zonder specificatie. De verplichting tot openbaarmaking gaat naar verwachting in per 1 juli 2014. Vooralsnog ziet het ernaar uit dat alle stichtingen worden geconfronteerd met deze publicatieplicht. Zo ook een stichting administratiekantoor die zich enkel bezighoudt met het houden van aandelen in vennootschappen of een zogenoemde stichting derdengelden van een notariskantoor of advocatenkantoor. Let wel: we zitten nog in de fase van een wetsvoorstel. Duidelijk is echter dat de financiële transparantie van stichtingen nadrukkelijk in de spotlights staat. Stichtingen en het depositogarantiestelsel Stichtingen beschikken regelmatig over de nodige financiële middelen, waarmee de nagestreefde doelen gerealiseerd kunnen gaan worden. Met de financiële onrust en de bankencrisis in Europa, komt steeds vaker de vraag op in hoeverre de financiële middelen van rekeninghouders bij de banken gegarandeerd zijn. Dit is geregeld in het depositogarantiestelsel, waarbij banktegoeden tot een bedrag van € 100.000 per rekeninghouder, per bank, zijn gegarandeerd. Maar welke rekeninghouders kunnen nu eigenlijk precies een beroep doen op dit depositogarantiestelsel? Alleen particulieren, eenmanszaken en ‘kleine’ rechtspersonen kunnen zich hierop beroepen. Er is sprake van een kleine rechtspersoon, als de rechtspersoon gedurende minstens twee opeenvolgende boekjaren voldoet aan twee van de volgende drie eisen: een balanstotaal < € 4,4 mln., een omzet < € 8,8 mln. en een aantal werknemers < 50 fte. Middelgrote en grote ondernemingen vallen hier dus buiten. De kleine rechtspersoon kan volstaan met publicatie van een verkorte balans bij het Handelsregister. In hoeverre vallen stichtingen eigenlijk onder het depositogarantiestelsel? Stichtingen zijn weliswaar (nog) niet publicatieplichtig, maar ze kunnen wellicht op basis van de jaarcijfers aangemerkt worden als een kleine rechtspersoon. Aangezien de wettelijke
regeling spreekt over het voldoen aan de eisen van een kleine rechtspersoon (1) en waarbij rechtspersonen een verkorte balans mogen publiceren (2), zijn wij van mening dat stichtingen, op basis van het criterium (1), in aanmerking kunnen komen voor een beroep op het depositogarantiestelsel. Als het wetsvoorstel voor publicatieplicht voor stichtingen wordt aangenomen, vallen stichtingen in ieder geval onder het depositogarantiestelsel, mits zij een kleine rechtspersoon zijn. Stichtingen en commissarissen Stichtingen, maar zeker ook andere rechtspersonen, kennen vaak een toezichthoudend orgaan, dat bestaat uit natuurlijke personen. Met ingang van 1 juli 2012 is, als gevolg van een door Europa opgelegde wetswijziging, al bij het uitoefenen van één toezichthoudende functie, sprake van belastingplicht voor de omzetbelasting. Daarvoor was dat pas het geval bij het uitoefenen van tenminste vier toezichthoudende functies. Btw-plicht betekent dat de toezichthouder zich zal moeten aanmelden bij de belastingdienst, een (beperkte) administratie moet voeren, facturen moet uitreiken en periodiek aangifte omzetbelasting moet doen. Toezichthouders/commissarissen moeten dan over hun vergoeding btw in rekening brengen en die btw afdragen. Daar staat tegenover dat zij de btw over kosten van het toezichthouderschap in mindering kunnen brengen. Door een recent besluit van het kabinet kunnen deze toezichthouders een verzoek om ontheffing van de administratieve verplichtingen indienen. Daarvoor gelden de volgende voorwaarden: - Er is sprake van een toezichthouder die per 1 januari 2013 in de heffing van de btw valt. - De toezichthouder hoeft, na toepassing van de zogenaamde kleine ondernemersregeling, geen btw te voldoen. Dit houdt in dat de toezichthouder helemaal geen btw hoeft te betalen, als de verschuldigde btw op jaarbasis € 1.345 of
Drs. Desirée van der Heijden – Lemmerlijn RA
minder bedraagt. - De toezichthouder heeft op geen enkele wijze melding gemaakt van btw op reeds uitgereikte facturen. - Het verzoek tot ontheffing is ingediend voor 1 juli 2013. Als de toezichthouder voldoet aan bovenstaande voorwaarden (we noemen hen gemakshalve de ‘kleine’ toezichthouder), zal de belastingdienst ontheffing verlenen voor de administratieve verplichtingen, met terugwerkende kracht naar 1 januari 2013. De toezichthouder hoeft dan geen administratie te voeren, geen facturen uit te reiken en geen aangifte omzetbelasting te doen. Uiteraard vervalt de ontheffing vanaf het moment dat de toezichthouder op jaarbasis meer dan €1.345 BTW zou moeten afdragen. Tot slot Ook stichtingen komen meer in de schijnwerpers te staan, op financieel en fiscaal gebied. Steeds meer informatie over stichtingen komt beschikbaar. Indien zich nieuwe ontwikkelingen voordoen over de onderwerpen uit dit artikel, dan brengen wij u daarvan op de hoogte. Drs. Desirée van der Heijden – Lemmerlijn RA
PA G I N A 1 1
SIGNAAL NR 66 MEI 2013
Govers’ team van financieel specialisten heeft tientallen jaren ervaring met de dagelijkse praktijk van bedrijven, beoefenaren van vrije beroepen, non-profitorganisaties en (semi-)overheidsinstellingen. Door Govers’ brede dienstenpakket en de persoonlijke benadering op het totale belastingtechnische en financieel-administratieve vlak, haalt de cliënt het maximale rendement uit zijn organisatie. • Accountancy • Administratieve dienstverlening • Belastingadvies • Bedrijfskundige advisering • Corporate finance • Mediation
Govers Accountants/Adviseurs is lid van UHY. UHY is een wereldwijd netwerk van zelfstandige accountants- en advieskantoren, met teams in 242 kantoren in 76 landen. Voor meer informatie bezoekt u: www.uhy.com.
Govers Accountants/Adviseurs Beemdstraat 25 5653 MA Eindhoven Telefoon: (040) 2 504 504 Fax: (040) 2 504 599 E-mail:
[email protected] Twitter: http://twitter.com/#!/GoversAdviseurs