Nr. 64.juni ’98
Moet ik dit zwemvest aanhouden als we onderwater gaan ?
Inhoud Ja het moest In Memoriam USS Hawkbill (SS-366) / Hr. Ms Zeeleeuw (S803) Interview Jon Ruijter http:// Onderzeedienst liefhebbers De Snuiver (deel 1) Herdenking gevallenen onderzeedienst 4 mei 1998 Hr. Ms. “O-21” en de kat met negen levens Reactie C.A.F. van Well Groeneveld Ik ben Daniel H. Krusenklaus Verslag van de ALV op woensdag 6 mei 1998 Jaarverslag 1997 over de financiën van de vereniging
-1-
Blz. 3 3 4 6 7 8 10 11 11 12 13 14
Samenstelling bestuur H.W. van Vliet
Voorzitter
Korteweg 8 3054 AS Rotterdam 010-4611514
D. Heij
Secretaris
Bennekomseweg 68 6871 KG Renkum 0317-317063
W.P.P. Falkmann
Redactie KVO
Middelzand 5306 1788 HC Den Helder 0223-642668 e-mail
[email protected]
W.P. van der Veeken
Redactie KVO
Jolstraat 74 1784 NL Den Helder 0223-630265
A. Prins
Penningmeester
Heiligharn 166 1785 SP Den Helder 0223-635455
M. van Dwingelen
2e Penningmeester
D.Abbesteelaan 16 1785 GN Den Helder 0223-632809
LTZ2oc A.G. Wegman
Vertegenwoordiger OZD
Onderzeedienst / BUOPS Postbus 10000 1780 CA Den Helder 0223-653444
Erelid van de vereniging : de heer J.H. van Rede Contactpersoon voor bestuursaangelegenheden, waaronder adreswijzigingen e.d, is de tweede penningmeester M. van Dwingelen. Gehele of gedeeltelijke overname van artikelen uit “Klaar voor Onderwater” is toegestaan na verkregen toestemming van de redactie. Contributie De minimale contributie bedraagt f. 10,00 per jaar Betaling moet voor 1 maart overgeschreven zijn wil men als lid ingeschreven zijn. Zij die reeds lid zijn krijgen in de december KVO een acceptgiro bijgesloten. Buitenland leden worden verzocht contant via penningmeester, of via een kennis in Nederland te betalen i.v.m. de hoge overschrijvingskosten. Gironummer vereniging : 39.28.464. 25 t.n.v. Onderzeedienst Reünistenvereniging Heiligharn 166 1785 SP Den Helder 25 amsterdam 10 februari 1971 s e c r e t a r pi sr e s i d e n t
jan
pietersz
sweelinck
de nederlandsche bank
VIJF EN TWINTIG GULDEN
-2-
“Ja het moest” Deze tekst staat op de achterzijde van ons monument. Onze gevallenen willen wij eren in deze en volgende KVO’s
Voster E.H. Albregts H.J.S.M. Middelink A. Ausum W. Moel W.A. de Battum A.S. v. Mooldijk J.J. Buys J.A. Nagelhout J. Cadot J.J.A. Nieuwenhuis J.O. Dam Th. Reijtenbach H. Drijver J. Rienstra F.H. Elswijk A.P.v. Schaatsbergen D. Gend G.L.v. Selderbeek C. Greswell B.E. Sillevis J.A. Havenaar C.A. Snijder W.J. Heikamp G.J. Spettique J.H. Hilst F.J.v. Veer C.v.d. Hoff W.v.d. Vliet J.A.v.d. Laan L. Vukkink H. Lutter P.L. Wahlers W.A. Mc. Donald H.P.
Bussemaker A.J. Bastiaans H.H.R. Kruijdenhof F. Beumer E. Langerveld J. Binnedijk D.B.v Manuhuwwa P. Boesnar Meng G. Bos A.F. Niemeier R. Cobussen R. Picauly E. Driel T.A.v. Pieterse H. EijnsbergenH.J.J.v. Rooij H.H.C.v. Grootheest G.v. Rijke S.G.de Haayen J.F. Rijstenbil H. Hendrik Sellier C. Hennipman P.C.M. Seventer L.v. Hilker J.B. Sluis R.K.v.d. Huig J. Soejono Huijbers J.A.M. Suala J. Hijlkema J. Tol F.X.v. Ingen A.v. Verhagen H.J. Janssen D. Wasidi Jeekel C.A. Wolters J.W. Klift J.J.v.d. Wolvekamp H.J.
In Memoriam In de afgelopen tijd zijn de volgende leden van de vereniging overleden: 12 feb. 1998 25 feb. 1998 10 apr. 1998 26 apr. 1998 20 mei 1998
T. Snelders A. v. Driel P. Zoon J. Hoogendoorn A.G. Leenders
Capelle aan den IJsel Maassluis Den Helder Hilversum Den Helder
Wij zullen hen in eerbiedige herinnering blijven gedenken
-3-
USS Hawkbill (SS-366) / Hr. Ms Zeeleeuw (S803) In het kort: Kiel gelegd op 7 augustus 1943 bij de Manotiwoc Shipbuilding Company te Manitowoc, Wisconsin Te water gelaten op 9 januari 1944 en gedoopt door Mrs. Francis Scanland, Jr.; In dienst gesteld op 17 mei 1944, commandant: Lcdr. Francis W. Scanland, jr.; Uit actieve dienst gesteld op 21 juni 1946; Weer in dienst gesteld op 5 mei 1952; Uit actieve dienst gesteld op 29 juli 1952; Weer in dienst gesteld op 10 december 1952; Uit actieve dienst gesteld op 21 april 1953 en uitgeleend aan Nederland; Teruggekeerd, gesloopt en verkocht aan Nederland op 20 februari 1970.
Het Amerikaanse verhaal
N
a een periode van testen en trainen op de grote meren, verliet de USS HAWKBILL op 1 juni 1944 Manitowoc om aan een lange reis te beginnen. Zij ging de Illinois River en de Mississippi af om uiteindelijk op 10 juni af te meren in New Orleans . Hier werd de oorlogslading aan boord genomen en vertrok ze voor training buiten de Onderzeedienstbasis Balboa. Na deze vitale training afgerond te hebben arriveerde ze op 28 juli te Pearl Harbor voor de voorbereidingen voor haar 1e Oorlogs-patrouille.
dieptebomaanval, uitgevoerd door Japanse jagers. Twee dagen later viel ze, samen met de BECUNA een konvooi aan van 12 schepen waarvan er verschillende werden beschadigd. Op 14 oktober voer de HAWKBILL door de Straat van Lombok, waar zwaar gepatrouilleerd werd door de Japanners, en beëindigde haar eerste patrouille in Fremantle, Australië op 17 oktober.
I
n gezelschap van de USS BECUNA en USS FLASHER (SS-249) voer de onderzeeboot uit voor haar 2e oorlogspatrouille naar een gebied gelegen ten noorden van de Malya Barrier. Op 15 december maakte ze contact met een konvooi en bracht gedurende een nachtelijke aanval met 6 doelgerichte torpedo's de jager MOMO tot zinken. Na een aantal contacten - een getuigenis van de effectiviteit van de Amerikaanse onderzeeboten - zette de HAWKBILL nogmaals koers naar de Straat van Lombok. Deze keer werd ze ontdekt door een patrouilleboot maar ze manoeuvreerde listig naar een regenbui. De onderzeeboot werd toen onder vuur genomen door de kustbatterij totdat ze buiten bereik kwam van het geschut. De HAWKBILL keerde op 5 januari terug in Fremantle.
Hr. Ms. Zeeleeuw in Nederlandse handen
N
a haar vertrek op 23 augustus, stoomde de onderzeeboot via Saipan naar haar patrouillegebied bij de Filippines eilanden, dit in gezelschap van de USS BAYA (SS-318) en de USS BECUNA (SS-319). In oktober verplaatste de HAWKBILL haar patrouillegebied naar de Zuid-Chinese Zee en terwijl ze twee vliegdekschepen naderde, werd ze gedwongen om te duiken voor een hevige
H
aar 3e patrouille begon op 5 februari 1945, de onderzeeboot keerde terug in de Straat van Lombok om de kaarten te keren tegen haar voormalige vervolgers. Haar torpedo's brachten op 14 februari twee on-
-4-
derzeebootjagers tot zinken en voegde, voordat ze vertrok naar de Zuid-Chinese Zee, een aantal kleine vaartuigen toe aan haar scorelijst. De HAWKBILL ontdekte op 20 februari een konvooi; na een aanval op één escorte met kanonvuur bracht ze een vrachtschip van 5.400 ton tot zinken met een waaier van torpedo's. De rest van haar patrouille bracht haar geen doelen meer; ze arriveerde in Fremantle op 6 april 1945.
Town en vernietigde daarna kustinstallaties. Na de verovering van Anambas Eiland, ook in de Zuid-Chinese Zee, keerde de veelzijdige onderzeeboot terug naar Borneo op 13 augustus 1945.
N
a de capitulatie van Japan, voer de HAWKBILL naar Pearl Harbor en vertrok op 22 september naar San Francisco. Ze werd op 21 juni 1946 uit dienst gesteld en bij de reservevloot gevoegd. Weer uit de mottenballen gehaald, werd ze in 1952 aan Nederland uitgeleend in het kader van het Militaire OndersteuningsProgramma en diende onder de naam Hr. Ms. ZEELEEUW (S803). Ze werd teruggebracht naar de States voor sloop en terugverkocht aan Nederland op 20 februari 1970.
U
itvarend voor haar 4 e patrouille diende ze als reddingsstation voor een B-24 aanval op de Kangean Eilanden ten noorden van het fabelachtig mooie Bali. Ze arriveerde op 16 mei in haar patrouillegebied voor de kust van Maleisië en kwam al gauw in contact met de Japanse mijnenlegger HATSUTAKA, varend op een zuidelijke koers langs de kust. Ze viel aan en met twee treffers bracht ze enige schade toe. Het schip werd de vo lgende morgen weer ontdekt toen het naar de kust werd gesleept. Op een afstand van ruim 5.000 yards, vuurde de HAWKBILL nog eens drie torpedo's in de ondiepe wateren en de treffers braken het schip in tweeën en lieten zo een beruchte vijand van de onderzeeboten achter op de Maleisische kust. Na verdere patrouille voor Maleisië en in de Golf van Siam kwam ze aan in Subic Bay op 18 juni 1945.
D
HHHHHH
e USS HAWKBILL ontving 6 oorlogssterren voor haar diensten in de 2e wereldoorlog. Al haar vijf patrouilles waren uiterst succesvol en ze ontving een "Navy Unit Commendation" voor haar buitengewone prestaties op patrouilles 1,3 en 4. In 1944 tekende wijlen Walt Disney deze karikatuur als een eerbewijs aan de eerste HAWKBILL (SS-366). Nadat de huidige atoomonderzeeër USS Hawkbill SSN666 was gebouwd en in dienst was gesteld heeft de originele tekening, ondertekend door Walt Disney, de tand des tijd doorstaan en heeft een plaats gekregen aan boord van de nieuwe USS HAWKBILL als een lichthartig symbool van het schip. Peter Jansen Noot redactie: De INTERNET pagina van Peter is de moeite waard bekeken te worden. http://home.wxs.nl/~petjanss
D
e HAWKBILL voer op 12 juli 1945 uit voor haar 5 e en laatste patrouille. Terugkerend naar de kust van Maleisië viel ze op 18 juli een konvooi aan, haar eerste torpedo's misten en een uur later begon een dieptebommenaanval van een ongewone precisie en hevigheid. De HAWKBILL werd zowat uit het water geblazen door een perfect geplaatst patroon van dieptebommen en werd zeer zwaar beschadigd, maar door op de bodem te gaan liggen met alle motoren uit, wist ze aan de aanvallende jagers te ontkomen. Na een verblijf in Subic Bay voor reparatie stoomde ze op naar Borneo voor een rendezvous met Australische officieren voor een speciale missie. De HAWKBILL vernietigde twee radiostations met kanonvuur en verzorgde de landing van commando's op Terampha
-5-
In KVO-63 was het de COZD die als één van de oudsten geïnterviewd werd. Nu is het de jongste matroos bij de Onderzeedienst. De redactie kreeg ,bij de OZD, een leeg kantoor toegewezen om het interview af te nemen. Na een bakje koffie kon ons gesprek beginnen. Op vrijdag 17 april 1998 ging Jon Ruijter met Hr. Ms. Walrus voor het eerst naar zee Jon Ruijter vertel eens wat over jezelf. Ik ben 17 jaar en 9 juli 1980 geboren te Utrecht. Na mijn geboorte zijn mijn ouders gelijk verhuist naar Bocholtz. Heb lagere school en LTS electro gevolgd. Vanuit de LTS stage in de bouw gelopen en daarna gelijk naar de marine. Ik heb een vriendin “Nicole Koster” ze is 16 jaar en zit nog op school. Waarom heb je gekozen voor een baan bij de marine. Ik heb eerst gesolliciteerd als marinier maar dat ging niet door en ik wilde niet terug naar school, ik wil gaan werken en heb uiteindelijk voor de marine gekozen. Eigenlijk wilde ik mijn hele leven al in dienst. Mijn vader heeft ongeveer acht jaar als marinier gediend en zei: “Je kan beter naar de marine gaan want dan heb je ook wat meer als je er uit komt”.
Op mijn achtste jaar heb ik de film “Das Boot” en daarna“The hunt for red October” gezien. Ik wist toen zeker dat ik dat ook wilde.
Wat zijn je hobby’s Dat is min of meer mijn vriendin, daar breng ik samen de meeste weekenden mee door. We houden beiden van stappen, voetballen en alles wat met sport te maken heeft
Wat wist je al van de Onderzeedienst Dat er Walrusklasse boten waren en door een bezoek aan het Marine museum heb ik ook op een oude boot kunnen rondlopen. Het viel mij wel op dat er enge kleine ruimtes waren. Ik heb eerst nog gedacht dat het ingewikkeld was maar volgens mij is dat niet zo. (Wacht maar af als je straks gaat afoefenen)
Heb je tijdens de eerste vakopleiding zelf voor de Onderzeedienst gekozen, of heeft men jou met die keuze geholpen. Het is puur uit mezelf gekomen. Toen ik bij de marine ging wist ik zeker dat ik bij de Onderzeedienst wou komen. Ik ben op de vlootdagen geweest en de onderzeedienst sprak mij hierdoor meer aan. Het is volgens mij een andere manier van varen. Tijdens de ople iding heb ik gesproken met jongens die bij de OZD waren. Ik vond dat zo’n hechte groep dat ik daar graag bij wilde horen.
Wat denk je dat de taak van een onderzeeboot is. Ik denk dat ze patrouille vaarten houden en schepen controleren die niet in bepaalde wateren mogen komen, en voor oefening torpedo’s op de Mercuur afvuren.
Wanneer hoorde je voor het eerst van de Onderzeedienst.
Voel je je veilig aan boord van een onderzeeboot.
-6-
Zo’n boot heeft al zo vaak gevaren en lijkt mij wel betrouwbaar. Ook wordt je minder gezien en door de geruisloze vaart ook minder gehoord. Onderwater hoor je alles sterker. Dat heb ik met natuurkunde op school gehad. Maar tijdens een oorlog voelt niemand zich echt veilig.
Jazeker, het lijkt of je dan weer wat hoger staat. Heb je wel eens van gevallen OZD mensen gehoord. Ja het monument voor de OZD heb ik goed bekeken met alle namen erop. Voor hetzelfde geld sta je er zelf ook bij, maar dan had ik hier niet gezeten.
Wat verwacht je van je eerste reis. Volgens de jongens moet je niet te veel verwachten. Je moet de halve dag meelopen en de rest van de dag ben je met je takenboek bezig, je mag echt nog niet veel.
Hou je van eenzaamheid Nee. Op je bedje lig je te slapen en als je er uit bent heb je de groep weer om je heen.
Wat verwacht je te zien in buitenlandse havens. De kroeg ! Zoals ik heb gehoord duik je als eerste de kroeg in. En mijn vriendin weet dat ik een sterk karakter heb dus voor andere meisjes hoeft ze niet bang te zijn. Niet al te dronken worden is niet leuk want dan weet je er niet zoveel meer van. Ook heb ik gehoord dat de boot wel eens naar een voetbalwedstrijd gaat, dat lijkt mij wel leuk.
Hoe lang ben je al van huis geweest Drie weken met vakantie.
Denk je dat je loopbaan bij de onderzeedienst je loopbaan in de toekomst beïnvloeden zal. Zoals ik heb gehoord wordt bij de bovenwatervloot de OZD afgekraakt. Maar door de saamhorigheid en de grote verantwoordelijkheid bij de OZD denk ik dat ik er uiteindelijk als beter mens uitkom Denk je dat het dragen van de Flipper een bepaald gevoel van trots zal geven.
Heb je zelf nog iets aan dit gesprek toe te voegen. Ik zou graag een carrière bij de marine willen maken, dat zou wel leuk zijn.
Heb je nog toekomstplannen. Ja lekker stappen met mijn vriendin, daar zit voor mij de toekomst in. Wat zou je als “nieuwe generatie” tegen de oude club willen zeggen. Maak lol van het leven zolang het nog kan.
Jon bedankt.
De redactie ontvangt de laatste tijd regematig informatie via INTERNET. Hieronder enkele zeer mooie pagina’s die zeker het bekijken waard zijn http://home.wxs.nl/~petjanss/ (prive pagina) http://leden.tref.nl/JANKRAAK (prive pagina) http://www.tref.nl/kvnh/marinemuseum/ (nederlandse pagina) http://www.subnet.com/ (amerikaanse onderzeedienst pagina) http://www.mindef.nl/marine/ozd.htm (overzicht onderzeedienst defensie pagina) http://www.omroep.nl/nps/radio/bijlage/1996/O16.html (achtergrond, geluidsfragmenten O-16) http://users.bart.nl/~bramotto/index.htm (foto’s, boeken, achtergrond, enz. prive pagina) http://www.en.com/users/usscod (zie Dutch Submarines) gelijk aan bart.nl, maar nu uit de USA
-7-
De snuiver (deel I) Het idee om een onderwater varend object van frisse lucht te voorzien is op vele manieren beproefd en door diverse nationaliteiten getest. Echter de praktische uitvoering daarvan stuitte op vele moeilijkheden. Reeds in de vorige eeuw had een primitieve Amerikaanse onderzeeboot een snuiverinstallatie, waardoor onderwater op de motor kon wo rden gevaren. De onderzeeboot voerde een slang, die aan de oppervlakte gehouden werd door een drijver, met zich mee. Een doorslaand succes is dit niet geweest, omdat de bruikbaarheid, gezien de technische middelen beperkt was. In 1933 meldde LTZ-1 J.J. Wichers van de Nederlandse Marine een idee voor een uitschuifbare luchtmast aan, waardoor Nederlandse onderzeeboten onderwater op de dieselmotoren varen konden. Ongeveer tegelijkertijd werd in Duitsland door ing. Hellmuth Walter, de latere Professor, in oktober 1933 een soortgelijk idee van de uitschuifbare luchtinlaatmast besproken. Hie raan lag ten grondslag dat de luchtinlaten van U-boten reeds bij geringe vaart oversoeld werden. Ook bij zware zeegang was dit het geval. De Nederlandse wens om onderwater varend de dieselmotoren te gebruiken is in Nederlands Indië bedacht door Wichers. Het idee van Wichers werd meermaals verbeterd en al spoedig werd een automatisch werkend kopventiel (d.m.v. een vlotterconstructie) toegepast op de inlaatmast. Deze methode, toen nog het getrimd dieselen genaamd, werd voor beproeving vanaf het bouwontwerp O-19 toegepast. De O-19 en de O-20, beide onderzeeboot mijnenleggers, werden in 1936 op stapel gezet. Het waren schepen met een waterve rplaatsing van ca 1150 ton en twee krachtige 7 cilinder, Sulzer 2 tact diesels van 2500 pk. In die tijd groter dan de beproefde Duitse VII-B U-boot die ca 750 ton waterverplaatsing boven water had en einde 1943 voorzien werden van een "schnorchel" systeem. De O-19 en O-20 hadden in 1939 een luchtinlaatmast me t een automatisch werkend kopventiel en een aandrijfmotor om de inlaatmast op en neer" te kunnen bewegen. Voordat uitgebreide ervaring opgedaan on worden werd ons land bezet en kon van testen geen sprake meer zijn. De in vergelijking tot de O-19 en O-20 iets klei-
-8-
nere O-21 t/m O-27, die ca 1000 ton waren, bezaten een verbeterde uitvoering, terwijl de afvoergassenmast handmatig in en uit bewogen kon worden. Een nog meer verbeterd ontwerp van 1940 voorzag in een tweedelige mast die met één aandrijving tegelijk op en neer bewogen kon worden. Na de overgave in de meidagen van 1940 is de toegepaste technische installatie bekend Schema snuiverinstallatie “O 19 & O20 (Auteur)
Schema snuiverinstallatie “O 21 t/m O 27 (Auteur)
Tekeningen uit MARINEBLAD APRIL 1995
geworden bij de Engelse en de Duitse marine. De moderne O-boten die naar Engeland hebben kunnen uitwijken en die zelfs nog in de opwerk, beproeving en afbouw fase zaten, bezaten reeds een gemodificeerde uitvoering van de snuiverinstallatie. Het waren aan het begin van de oorlog de meest moderne inzetbare onderzeeboten van de geallieerden. De nog op de toen bezette werven aanwezige boten in aanbouw, de O-25, O-26 en de O-27, in verschillende stadia van afbouw,
werden door de Duitsers en de Nederlandse werven verder afgebouwd en in gebruik genomen als UD-3, UD-4 en UD-5. Wel moest eerst, de tot zinken gebrachte O-25, weer worden gelicht en gerepareerd worden. Pas in 1941 konden de eerste beproevingen plaats vinden. Door de Engelse en de Duitse autorit eiten werd aanvankelijk weinig aandacht besteed aan de unieke bruikbare toepassing van de installatie. Van de O-21 tot de O-24 werd de installatie zelfs als gevaarlijk en kwetsbaar zijnde verwijderd, in opdracht van de Engelse marine-autoriteiten. In 1941 werd de luchtmast van de O-26 (UD-4) door de Duitse marine beproefd. Door sabotage van het RDM werfpersoneel had deze boot voortdurend te kampen met storingen. De Nederlandse vinding en uitvoering werd door de Duitse onderzoeks- en beproeving commissie wel als vooruitstrevend en vindingrijk beschouwd. Uitgebreide beproevingen wezen uit, dat de installatie, gevonden op de O-25 t/m O-27 nog niet geschikt was om zonder de noodzakelijke modificaties te gaan gebruiken. De uitvoering van de snuivertopklep was bij gebruik in Atlantische wateren hinderlijk omdat de onderdruk tijdens snuiveren snel opliep. De installatie was ontworpen voor bedrijf met één dieselmotor en dan ook nog voor tropische wateren. Omdat de in de Nederlandse onderzeeboten gebruikte dieselmotoren van het 2-takt principe waren, bleken deze motoren tijdens testen voor het snuiverbedrijf minder geschikt te zijn. De 2-takt motor gebruikt meer luc ht en veroorzaakt daardoor een snellere wisseling van onderdruk. Bij het ontwerp was het destijds noodzakelijk een groot diesel vermogen voor snelle bove nwatervaart ter beschikking te hebben. Hierdoor was het noodzakelijk de keuze te laten vallen op de 2-takt dieselmotor. Een 4-takt dieselmotor met een zelfde vermogen als de 2-takt dieselmotor was toen nog niet beschikbaar en nog niet geschikt om in onderzeeboten in te bouwen. Ook werd het spoelproces, door de onderwater uitkomende afvoergassen uitlaat, nadelig beïnvloed. Door de grotere tegendruk van de afvoergassen, ontstond in
de boot een onaangename dieselwalm. In latere ontwerpen is hiervoor een voorziening getroffen. De noodzaak om direct een beter bruikbare snuiverinstallatie te hebben was ook niet noodzakelijk. De verliezen aan Duitse onderzeeboten waren nog niet rampzalig. Bovendien was de radar, voorzover dat deze al ontwikkeld was, nog niet in gebruik voor de onderzeeboot bestrijding, dit kwam pas later. Mogelijk hebben deze storingen ertoe bijgedragen dat het praktisch bruikbare nut van het getrimd dieseen niet onderkend is. De bevindingen hierbij opgedaan leidden ertoe dat de installatie van de O-25 de O-26 en de O-27 einde 1941 afgebroken werden. De installatie bleek, na de opgedane ervaringen in de Europese en de Atlantische-wateren, hooguit geschikt als dieselluchttoevoer in zware zee bij bove nwatervaart. De Duitse luchtinlaatmasten van de type VII en type IX U-boten bleken betrouwbaarder te zijn. In het voorjaar van 1943 werd het idee op initiatief van de Duitse U-boot ontwerper Hellmuth Walter weer aangegrepen. De moeilijke situatie in de onderzeebootoorlog en de zeer zware verliezen aan U-boten en bemanningen lagen daaraan ten grondslag. De Radar systemen van de geallieerden werd steeds meer geperfectioneerd en mede daardoor werd de onderzeebootbestrijding ook steeds effectiever. Door middel van de reeds beproefde manier, om met behulp van schnorchelen gedurende lange tijd onderwater op de diesels te varen en de daarvoor benodigde verbrandingslucht via een buis aan te zuigen werden de verliezen aan U-boten, zo dacht men, teruggebracht. Op deze manier zou ontdekking van U-boten door radar verhinderd of in ieder geval zwaar bemoeilijkt worden. (wordt vervolgt) C. van Herwijnen
-9-
Herdenking gevallenen onderzeedienst 4 mei 1998
Foto Monument.tif
Toespraak COZD/KTZ G.H. van Beek
V
andaag gedenkt de onderzeedienst eenieder die ten gevolge van zijn dienen bij de onderzeedienst in de tweede wereldoorlog is omgekomen. Zoals gewoonlijk willen wij dit doen tezamen met nabestaanden, familieleden en vrienden van de gevallenen. Het doet mij daarom veel genoegen dat zovelen gehoor hebben gegeven aan mijn uitnodiging om hier aanwezig te zijn zodat wij gezamenlijk kunnen gedenken en herdenken. Eenieder met zijn eigen gevoelens, gedachten en herinneringen.
beseffen dat de periode van vrede en vrijheid in ons land niet zo vanzelfsprekend is als we dagelijks ervaren.
B
e onderzeedienst heeft twee tastbare monumenten ter herinnering aan onze gevallenen. Het onderzeedienstmonument dat in 1947 door Koningin Wilhelmina is onthuld en de Ererol die in 1996 is samengesteld en die staat opgesteld in de hal van de onderzeedienst-ingang.
ij deze 4 mei herdenking wil ik mij in het bijzonder richten tot de nabestaanden, familie en vrienden van de onderzeebootmannen die het hoogste offer hebben gebracht dat van hen kon worden gevraagd. U bent het die het gemis gevoelt van echtgenoot, vader, grootvader of andere relatie. In veel gevallen al meer dan 50 jaar. Woorden van troost zijn niet op zijn plaats, wel de verzekering dat hun offer niet voor niets is geweest en dat het wel degelijk heeft bijgedragen tot de herovering van onze vrijheid. Wij zijn hen en al die anderen die hier aan hebben meegewerkt, bijzonder dankbaar. Het onderzeedienstpersoneel, dat door de aard van het werk altijd een nauwe band met elkaar heeft gehad en nog heeft, zal dit nooit vergeten.
H
U
D
et bijzondere van de positie van een militair is dat deze deel uitmaakt van de krijgsmacht. Een krijgsmacht die de opdracht kan krijgen geweld te gebruiken bij de verdediging van de vrijheid van ons eigen land maar ook bij de inzet om de vrede elders in de wereld te handhaven of te herstellen. In ons dagelijks werk staan wij er normaal niet bij stil dat dit kan betekenen dat wij hiervoor ons leven moeten geven. Toch is het belangrijk hier wel over na te denken. 4 Mei is hie rvoor een zeer goede en gepaste gelegenheid wanneer wij de onderzeebootmannen herdenken die ten gevolge van de strijd voor die vrijheid het leven hebben gelaten. Het is goed om te blijven nadenken over wat vrijheid betekent en welke offers het behouden van de vrijheid van ons kan vragen en reeds van velen heeft gevraagd. Het doet ons
, nabestaanden, familie en vrienden zult deze onderzeebootmannen gedenken met persoonlijke herinneringen, een gebed of bloemen.
I
k, als commandant van de onderzeedienst zal als uiting van grote dankbaarheid, erkenning en respect voor hen die vielen, maar ook als uiting van sympathie voor u, nabestaanden en familie, tezamen met de chef der equipage, mede namens het tegenwoordige onderzeedienstpersoneel, een krans leggen ter ere van onze gevallenen.
-10-
Hr.Ms. O-21 en de Kat met negen levens. In het najaar van 1997 verscheen de herdruk van het boek “De Kat met negen levens”, nu onder bovenstaande titel. Het is het autobiografisch verhaal van de schrijver Wijnand Claes, vele jaren opvarende van de O-21, die zijn hele marinetijd in dagboekvorm beschrijft. Natuurlijk is de tijd van de Tweede Wereldoorlog de belangrijkste periode. Op zeer boeiende wijze laat de schrijver zijn lezers genieten van zijn omzwervingen en reizen. Ze delen mee in de spanning van aanvallen en aangevallen worden en hij laat ze meevoelen met zijn angsten, zijn hoop en zijn verlangens. Hij schetst een goed beeld van die bewogen tijd. In de heruitgave is de tekst hier en daar aangepast, iets ontroma ntiseerd en leesbaarder geworden. De toegevoegde extra foto’s verluchtigen het boek en geven een vollediger beeld van de hele periode; ook de foto’s van de ontmanteling van de boot zijn een waardevolle aanvulling. De toevoeging omtrent Admiraal Helfrich had mijns inziens weggelaten kunnen worden. Driekus Heij Uitgever: Van Soeren & Co, Amsterdam. ISBN: 90.6881.076.6
Met veel belangstelling kijk ik altijd weer uit naar de nieuwe editie van “Klaar voor Onderwater”. Daarbij lees ik elke bladzijde en/of artikel. Het artikel “Uit de oude doos” van Schout bij Nacht b.d. R.W. Graaf van Lynden is daarop geen uitzondering. Het is een interessant en alleszins lezenswaardig verslag. Daarom treft het mij dat in het laatste deel van het artikel, zoals ik het ervaar, de naam van wijlen mijn vader op een minder gunstige wijze wordt aangehaald. Ik citeer: “De K14 heeft bijna knijp gezeten onder de K17 bij het maken van opnames voor de Marinefilm, waarbij de K14, zoals gewoonlijk ( van Well Groeneveld ) gedurfd moest doen”. De dadendrang van wijlen mijn vader was en is bij insiders genoegzaam bekend en misschien wel of niet begrepen. Echter in de echte strijd tegen de Japanse overmacht heeft dezelfde dadendrang geresulteerd in gedurfde acties en prachtige resultaten. Terecht heeft "van Well Groeneveld" hiervoor de Militaire Willems-orde 4e klasse en het Distinguished Service Order toegekend gekregen en hebben vele van zijn bemanningsleden eveneens een hoge onderscheiding ontvangen! C.A.F. van Well Groeneveld
-11-
10 maart 1998 Ik ben Daniel H. Krusenklaus, beter bekend als Kruse. Geboren in Louisville, Kentucky, USA. Ik ben bij de Marine gekomen in 1940 toen ik 17 jaar was. Ik had de kans naar de onderzeedienst te gaan in 1942. Ik had de onderzeedienst aangevraagd, omdat ik gehoord had dat ze een goede dienst hadden, goed te eten en extra betaald. Ik maakte mijn eerste oorlogspatrouille met de USS Grayling, opererend ter hoogte van Fremantle, West-Australië. Om medische redenen maakte ik de volgende patrouille niet mee en de boot werd tot zinken gebracht. Na veel droefenis werd ik na enkele maanden geplaatst aan boord van de USS Cod en met uitzondering van haar vijfde patrouille ben ik daar aan boord gebleven tot het einde van de oorlog. Gedurende de zevende patrouille van de USS Cod, op 8 juli 1945 vroeg in de morgen, ontvingen we een radiobericht dat een Nederlandse onderzeeboot, de O-19, op het Ladd Reef was gelopen en we werden geadviseerd haar te hulp te schieten. Wij kwamen aan op 9 juli, tijdens een hevige regenbui en zodra de regen het toeliet, zagen we haar liggen op het rif, hoog en droog en met geen mogelijkheid in beweging te krijgen. Voor hen die nooit in dat gebied geweest zijn, Ladd Reef is een koraalrif in de Zuid-Chinese zee en bij laag water staat er slechts 3 voet water. In een eerste poging een lijn over te brengen naar de O-19, peddelden matroos Robert (Bob) Eustache en ondergetekende in een rubberboot in de richting van de boot, maar de stroming was zo sterk, dat we over het rif werden gezet en de Cod moest omvaren om ons weer aan boord te nemen. Bij een tweede poging namen we Lt. T.C. Hurst mee in de boot voor een onderhoud met Cdr. J.F.D. van Hooff. We slaagden in onze poging en bereikten de O-19. We brachten Cdr J.F.D. van Hooff naar de USS Cod om te praten met onze commandant Lt.Cdr. E.M. Westbrook om te bezien wat er gedaan zou kunnen worden om de O-19 vlot te trekken. Gedurende de rest van de dag slaagden we erin om een 1 ½ inch staaldraad te spannen tussen de twee boten maar het achteruitslaan en gelijktijdig afvuren van het kanon in voorwaartse richting had niet het gewenste resultaat. Uiteindelijk brak de kabel. We ondernamen nog enkele pogingen waarbij we probeerden gebruik te maken van de ankerkettingen, maar alles bleef hangen en vastzitten in het koraal. We nmen de bemanning van de O-19 aan boord door enkele keren heen en weer te peddelen tussen de boten meet een rubberboot. Totaal werden 47 manschappen en 8 officieren aan boord genomen. We brachten onze artillerie-officier Lt Charles Podorean met twee blokken TNT van 55 pound naar de O-19, welke werden geplaatst op strategische punten aan boord. Na het instellen van de tijdklokken gingen we in de rubberboot en keerden terug naar de Cod (ik spreek hier over ‘wij’, omdat ik bij al deze acties werd ingezet en nauw betrokken was). Nadat de ladingen waren ontploft stond de O19 nog steeds op het rif en er werd besloten om twee torpedo’s en enkele 5 inch kogels op haar af te vuren. De overblijfselen van de O-19 zijn nog steeds op het rif, ofschoon ze nu meer slagzij maakt, het hele achterschip een wrak is en het meeste van de toren is weggeslagen. Ze is laatst gezien door een oud-bemanningslid van de USS Cod, die een fly-over heeft gemaakt en hierover tijdens de laatste reünie van de Cod in 1995, heeft verteld. USS Cod is thans een museum in Cleveland, Ohio, USA. Er waren die dag veel droevige gezichten, staand op het dek, kijkend naar de O-19 die werd vernietigd. De bemanning van de O-19 stond in de houding en zong het Volkslied, iedereen had tranen in de ogen. Toen er koers werd gez et naar Subic Bay moest er veel gebruik gemaakt worden van ‘hot-bunking’ met 55 extra bemanningsleden aan boord, maar er was grote kameraadschap en we hebben allemaal van deze ervaring geleerd. Na aankomst in Subic Bay ging de Nederlandse bemanning van boord en wij gingen wederom naar zee om onze patrouille af te maken, die duurde tot 13 augustus 1945, waarna we afmeerden in Fremantle. Hier kwamen we er achter dat de Nederlandse bemanning hierheen was overgebracht en gastheer was van een party voor onze bemanning, een party die alle andere versloeg en uiteindelijke 3 dagen duurde (als de herinnering me niet in de steek laat, want er hangt nog steeds een soort mist van in mijn hoofd). Nu, na meer dan 50 jaar, ben ik in contact gekomen met 2 oud opvarenden van de O-19, Siem Spruijt uit Leerdam en Adrian ten Bosh uit Fremont, California, USA. Dan Krusenklaus
[email protected]
-12-
Verslag van de Algemene ledenvergadering op woensdag 6 mei 1998. Aanwezig 232 leden en het voltallige bestuur. Om 11.06 uur opent de voorzitter de vergadering en heet een ieder heel hartelijk welkom. Een speciaal welkom krijgen de heren J.H. van Rede, erelid van onze vereniging, de Commandant Zeemacht in Nederland vice-admiraal drs. G.G. Hooft en de Commandant Onderzeedienst Kapitein ter zee G.H. van Beek. Nadat hun namen zijn voorgelezen houdt de vergadering één minuut stilte om staande onze overleden leden in eerbied te herdenken. Terugblikkend op de jubileum reünie in 1997 kan gesteld worden dat deze reünie zeer succesvol is geweest. Ruim 850 leden en partners hebben, samen met de actief dienende, het 90jarig bestaan van de Onderzeedienst luisterrijk gevierd. De vermissing van het model van de O-19 blijft echter een raadsel. Op 4 mei 1998 heeft het bestuur een krans gelegd bij ons Monument. Op dezelfde dag werd de ceremoniële ingang van de Onderzeedienst bezocht, waar alle Ridderdiploma’s en vele andere voorwerpen uit de Tweede Wereldoorlog permanent zijn tentoongesteld. Het bestuur was aanwezig bij de presentatie van het boek waarin het terugvinden van de O-16 en O-17 staar beschreven en bij de heruitgave van de Hr.Ms. O-21 en “De kat met negen levens” Het ledental is iets gedaald en wel tot 1121 leden. Reden van de daling is het schrappen van wanbetalers uit ons bestand. Door het vertrek naar Spanje van ons redactielid W. den Boer was er een vacature bij de redactie van KVO. Gelukkig heeft oppertelegrafist W. van der Veeken deze vacature opgevuld. Na het financiële verslag van de penningmeester en het voorlezen van het verslag van de kascontrolecommissie verleent de vergadering het bestuur decharge voor het door haar gevoerde goede financiële beleid. Tijdens de rondvraag maakt de heer Ph.S. Niemeyer bekend dat hij voornemens is om die mensen bij elkaar te brengen, die de eerste langdurige snuivervaart van Hr.Ms. “Zeehond” in 1949 hebben meegemaakt. De heer G.J. v.d.Griendt vraagt of het goede batige saldo van de vereniging nog wordt gebruikt om b.v. andere verenigingen te steunen. Het antwoord is ‘neen’, daar het bestuur verwacht dat de viering van het honderd jarig bestaan in 2006/2007 veel geld gaat kosten. Om 11.30 uur sluit de voorzitter de vergadering. Na de vergadering houdt Vice-admiraal drs. G.G. Hooft een sprankelende lezing over “De Marine in beweging”, waarna de reünie begint. De secretaris.
-13-
Jaarverslag 1997 over de financiën van de vereniging Inkomsten over 1997:
Uitgaven over 1997:
Kontributies Bijdragen Reünie Rente
Bestuurskosten Representatie Reünie KVO Verzekeringen Totaal:
17448,71 8580,00 1996,31
Totaal:
+
28025,02
Inkomsten
-
Uitgaven
28025,02
-
24174,55
6243,88 510,10 7358,90 9730,77 330,90 24174,55
+
Winst 3850,47
Vermogen van de vereniging per 311296: Saldo winst: 3850,47 Vermogen van de vereniging per 311297:
51625,41 55475,88
Balans Ultimo 31 december 1997 Tegoed bij Postbank: Kapitaalrek. 50001,88 Giro 11629,16 v. Dwingelen 51,98 61683,02
61683,02 Nog te betalen ten lasten van ‘97
Depot “Port betaald” 200,00 Waarde bezittingen: Per 311296 5552,00 Afschrijvingen 1230,50 Per 311297 4321,50
Vooruitbetaling kontributie Per 010197: 1998: 1999: 2000: 4321,50 2001: Totaal:
Bij: Totaal: 42,50 8431,41 8473,91 42,50 15,00 57,50 0,00 20,00 20,00 85,00 8466,41 8551,41
Vermogen vereniging per 311296: Totaal inkomsten 1997: 28025,02 + Totaal uitgaven 1997: 24174,55 Vermogen vereniging per 311297 Eindtotaal:
2177,23
66204,52 Eindtotaal:
-14-
66204,52
8551,41
51625,41 55475,88 55475,88