nr 5
mei 2010
magazine voor innovatief bibliotheekwerk uitgegeven door Biblioservice Gelderland
PROvisie 2 3 8 17 32 37 39 43
Introductie: Digitaal!
Bespiegelingen MT Biblioservice Gelderland Aan tafel met experts…
De rondgang: impressies vanuit verschillende (werk)velden
Vanuit de cockpit: Hans van Driel
Digitaal communiceren: leuker, beter, meer impact, maar...
KB, Koninklijke Bibliotheek Den Haag
Column W.A. Costa
Digitaal Visies op digitalisering in het bibliotheekwerk Voor u ligt ProVisie. Met dit magazine wil Biblioservice Gelderland relaties in brede zin informeren over trends, visies en opinies rond het werkterrein van de organisatie. Ook is het de bedoeling kennis te delen en standpunten uit te wisselen. In dit opzicht
kunt u ProVisie beschouwen als het open podium van Biblioservice Gelderland. Dit keer richten we de schijnwerpers op het thema digitalisering.
Uit de artikelen blijkt klip en klaar dat de bibliotheekvernieuwing niet stopt. Bibliotheek watcher Hans van Driel is helder in zijn
opvattingen. “De wereld om ons heen is aan het veranderen. Het is nodig dat de bibliotheken de ramen wijd openzetten. Enerzijds om te zien wat er om ons heen anders speelt dan we gewend zijn. Maar ook om op verschillende manieren partners te vinden
om mee samen te werken. En dan bedoel ik geen vaste samenwerkingspartners. Nee, ik bedoel juist ad hoc contacten om samen een bepaald punt te verwezenlijken. Daar liggen prachtige kansen voor bibliotheken, die goed aansluiten bij de manier waarop
digitalisering invloed heeft op de samenleving. Want digitalisering heeft grote invloed op het dagelijks leven.” Lees meer over zijn ideeën in de rubriek ‘De cockpit’.
De vaste rubrieken treft u ook aan in deze ProVisie. Een rondgang met impressies vanuit verschillende invalshoeken en (werk) velden, ‘Communicatie & Trends’ met verkenningen in brede zin en de Column van insider W.A. Costa. Wilt u reageren? Dat kan met bijgevoegde reactiekaart. We horen of lezen graag van u!
Biblioservice Gelderland
Een digitale versie van deze ProVisie is online verkrijgbaar via www.biblioservice.nl
2
Tvan MBiblioservice teh nGelderland av negnilegeipseB
v.l.n.r: boven: Henk ten Zijthoff, Bert Aalders, Wim van de Fliert, onder: Duco van Minnen, Peter Lakeman.
Welke kansen biedt digitalisering voor Biblioservice
een revolutie. Digitalisering biedt bibliotheken veel
op formidabele wijze om informatie toegankelijk
ontsluiten, gericht op individuele behoeften van de
Gelderland en voor de bibliotheken? ICT helpt ons
meer mogelijkheden om dingen te ordenen en te
Bibliotheek: van distributeur naar procesbegeleider te maken en informatie te vinden tot in de diepte van de tekst. Misschien trekken we over honderd
jaar wel de conclusie dat de digitalisering voor het
bibliotheekwezen zelfs belangrijker is geweest dan de uitvinding van de boekdrukkunst. Het is echt
3
gebruikers. We doen dat op dit moment nog niet
zoveel, maar de mogelijkheden en kansen zijn er! Ook in de muziekwereld heeft de digitalisering
een enorme impact. In de muziek zijn er geen of
>
nauwelijks taalbarrières. Muziek is universeel.
vraag is wat er vervolgens gebeurt. Verkoop je
toegankelijker geworden. Iedereen kan makkelijk
de aanschaffer of onbeperkt? De CD-industrie
Dankzij de digitalisering is muziek wereldwijd veel kennisnemen van andere culturen, composities en muziekstijlen. Je kunt ook beter inspelen op
niches. Vroeger kon je bij wijze van spreken drie
cataloguskaartjes typen en dat was het dan wel. De
mogelijkheden om muziek te ontsluiten zijn nu veel groter.
Als Biblioservice kunnen we in dat proces van
structureren en ontsluiten van digitale informatie
het gebruik mee? Is het gebruiksrecht alleen voor worstelt met diezelfde vraag. Als ik een CD koop en die enthousiast laat horen aan de buurman,
vindt niemand dat een probleem. Auteursrechtelijk
mag dat ook gewoon. Maar als ik de muziek ergens digitaal neerzet en mensen erop wijs, dan is het opeens wel een issue. Over digitalisering en de
waarden, kansen en bedreigingen voor traditionele
verdienmodellen is simpelweg onvoldoende bekend.
een rol spelen. Denk aan het maken van smaak-
Een digitaal boek zal in de toekomst niet meer een
brengen en kanaliseren. Op welke sites vind
een database gaan dan om een digitale boekversie
of interesseprofielen. Het zoekproces in beeld je welke informatie? Hoe vind je de weg in de digitale doolhof? We kunnen als provinciale
serviceorganisatie mensen wegwijs maken en ze
helpen de bestemming te vinden. Of het nu gaat om
het gebruik van bronnen of een zoektocht naar tekst, muziek of literatuur.
Aan visies geen gebrek, er is alleen geen eenduidige visie
boek zijn zoals we het nu kennen. Het zal eerder om van pagina één tot en met pagina zoveel. Vanuit die database kan de gebruiker allerlei keuzes maken.
Zo zal een prentenboek ook videobeelden bevatten. Kinderen zullen door het aanraken van het scherm
bijvoorbeeld een tijger door een hoepel kunnen laten springen. We gaan naar een herformulering van het begrip ‘boek’. Hoe het moet gaan heten? Geen idee, maar het worden ‘ergens aanwezige objecten van
multimediale vastleggingen’. Dat klinkt natuurlijk absoluut niet zo aansprekend als het krachtige ‘boek’, maar het is wèl waar we naar toe gaan.
Maar eigenlijk zouden we eerst in beeld moeten
Net zoals het woord ‘boek’ de lading niet meer zal
voor het primaire bibliotheekproces. Niet zozeer
‘uitlenen’ ook niet meer van toepassing zijn. Uitlenen
brengen wat de gevolgen van digitalisering zijn
wat betreft de fysieke implicaties, maar meer met
het oog op de maatschappelijke positie en de relatie tussen burger en overheid. Pas als we op die vraag een antwoord hebben, kunnen we bepalen welke ondersteuning op provinciaal niveau gewenst is.
Vrijwel alle trendwatchers hebben 2010 uitgeroepen tot het jaar van het e-book. De openbare
bibliotheken zullen als instituut opnieuw positie
moeten kiezen. Wat is de functie van de openbare bibliotheken in het digitale landschap? Aan visies
daarop ontbreekt het in Nederland niet. Het grote probleem is dat er geen eenduidige visie is.
Uitgevers zijn afwachtend. Het verdienmodel
zoals dat geldt voor het gedrukte boek bestaat al honderden jaren. De technische mogelijkheden
dekken, zo zal in de nabije toekomst het woord
betekent dat je iets ter beschikking stelt tegen een
bepaalde vergoeding en met bepaalde afspraken en
dat het op een gegeven moment weer teruggebracht wordt. Maar in de digitale wereld bestaat uitlenen
niet meer. Een digitaal object weer teruggeven? Zo werkt dat niet. In de digitale wereld draag je ofwel het bezit ofwel het gebruiksrecht over. Uitgevers
zijn daar nog niet uit, maar uitlenen past bij geen
van beide vormen. De vraag die we onszelf moeten stellen is of openbare bibliotheken over tien jaar
nog een rol spelen bij ter beschikking stellen van multimediale gegevensbronnen. Dat is een hele
mond vol en het klinkt ingewikkeld, maar daar ligt
wel de essentie. Voor het bibliotheekwezen is dit de wereld op zijn kop.
De kracht van het instituut bibliotheek is altijd
doorkruisen het, gaan daar dwars doorheen.
geweest dat je kon vinden wat je zocht, doordat
verkoop of een e-book, wat maakt het uit? De
kon worden. Die rol heeft geen enkele uitgever
Je zou kunnen denken: of ik nu een gedrukt boek
duidelijk omschreven was wat waar gevonden
4
en geen enkel platenlabel. In de bibliotheken
Overigens hoeft het een het ander niet uit te sluiten.
commercieel belang achter en dat blijft zo. Waar
Bibliotheken zijn in het hele krachtenveld een
vind je álle auteurs en álle artiesten. Er zit geen
bibliotheken nu toegevoegde waarde hebben in
het distributieproces, moeten we in de toekomst
In de bibliotheken vind je álle auteurs, álle artiesten toegevoegde waarde hebben in het proces van het gebruik van bronnen, het verwijzen naar bronnen,
adviseren over samenhang van bronnen enzovoort. Oftewel, we maken de overstap van distributeur
naar procesbegeleider. Die visie bestaat al een aantal jaren in het vakgebied. De rol van procesbegeleider kan in theorie overigens ook anders worden
ingevuld, bijvoorbeeld door de ‘wisdom of crowds’ of door uitgevers. Net zoals schrijvers in de toekomst
Want laten we één ding vooral niet vergeten.
neutrale partner, maar we beschikken óók over
waardevolle marktinformatie. We bereiken veel
meer mensen dan uitgevers. De schat aan informatie waarover wij beschikken is ook voor uitgevers
waardevol. Uitgevers hebben lang niet met ons
willen praten, maar nu erkennen ze dat leners vaak ook kopers zijn en dat het ook in hun belang is dat bibliotheken titels onder de aandacht brengen. Tien jaar geleden was het ondenkbaar dat de
bibliotheken gratis boeken zouden weggeven. Dan
had de uitgeefwereld op zijn kop gestaan. Nu doen we dat samen.
Niet vergeten: we beschikken over waardevolle marktinformatie
ook veel gemakkelijker dan nu het geval is zelf
de (digitale) distributie van hun boeken kunnen verzorgen.
Daarnaast heb je het politiek-maatschappelijke
De fundamentele vraag is wat de rol, de maat-
digitaal iets voor de opdracht die de overheid heeft
schappelijke taak, van bibliotheken wordt. Willen wij ons in de toekomst opstellen als hulp voor
producenten, schrijvers, uitgevers enzovoort? In de zin van ‘we helpen jullie als een soort buddy door extra publiek te bieden met onze databases’? Of
leggen we de bal terug bij de politiek en vragen we wat die van ons wil? Meer dan honderd jaar heeft
de politiek het belangrijk gevonden dat burgers via bibliotheken een gekwalificeerde toegang hadden
tot informatie en cultuur. Voor die maatschappelijke taak van bibliotheken werd bewust gekozen vanuit de opvatting dat de boekenwereld, de markt, dat
zelf onvoldoende deed. De markt heeft immers een aantal aspecten van disfunctioneren in zich, die zij zelf niet oplost.
De vraag is of de digitalisering nu reden is om die
rol van bibliotheken te veranderen. Nee, vinden wij. Natuurlijk, er moeten andere regels en afspraken
komen als het gaat om leengeld, gebruikstermijnen, enzovoort. Maar de fundamentele rol van
bibliotheken verandert niet. De burger kan blijven
kiezen: een digitale uitgave aanschaffen of via een openbare bibliotheek raadplegen en gebruiken.
5
aspect. Betekent de verschuiving van papier naar
gegeven? Dat mensen kunnen vinden wat ze zoeken, blijft als uitgangspunt overeind. Sterker, die functie
wordt steeds belangrijker. De betrouwbaarheid van informatie in de digitale wereld is immers moeilijk
vast te stellen. Het gevoel van urgentie om hierover
uitspraken te doen ontbreekt. In het politieke debat lijken de belangen van de uitgevers te domineren. Maar de politieke urgentie is er wel degelijk. De
realiteit van de techniek brengt met zich mee dat er
keuzes gemaakt moeten worden. Als de overheid de maatschappelijke rol van bibliotheken herbevestigt,
dan is er een gouden toekomst voor ons weggelegd. De wegwijsfunctie op de digitale snelweg wordt steeds belangrijker.
Er zijn weliswaar steeds meer commerciële partijen bezig met het digitaliseren en structuren van
informatie – neem Google books – maar het is de
vraag of zulke partijen opereren in het vrije verkeer van informatie of dat commerciële motieven de
objectiviteit van informatie geweld aandoen. De opdracht aan het bibliotheekwerk zou moeten
zijn om het vrije verkeer van informatie ook in het digitale tijdperk te bevorderen en inzichtelijk te
maken. Daarnaast kunnen bibliotheken informatie
>
rond thema’s bundelen; zaken die groepen in
je selecties maken voor gebruikers: ‘Als je over dit
Daaromheen kunnen dan weer activiteiten worden
weet je zeker dat je goed op de hoogte bent van de
de samenleving aanspreken en verder helpen. georganiseerd.
onderwerp deze tien bronnen bestudeert, dan materie.’
Het belang van een goede informatiemakelaar
In België zijn ze op dit gebied al verder. Sinds 1988
die er nu al op internet zijn écht goed gaan werken.
bibliografisch achtergrondbestand van de zes
wordt zelfs nog veel groter zodra de vertaalfuncties Nu zoekt de gemiddelde Nederlander nog in het
Nederlands en in mindere mate in het Engels. Als
Goede informatiemakelaar alleen maar harder nodig straks alles op internet in je eigen taal gepubliceerd wordt, ontstaat er een enorm informatiewoud. De bibliotheken kunnen in dat woud een onmisbare
is er een Vlaamse Centrale Catalogus (Vlacc), het
grootste openbare bibliotheken in Vlaanderen. Met
de nieuwe Open Vlacc werd in 2007 gestart. Ze bevat meer dan drie miljoen beschrijvingen van boeken, multimedia, tijdschriftartikelen, strips en ook
websites. Open Vlacc is volledig online doorzoekbaar via www.bibliotheek.be. De beschrijvingen
zijn gekoppeld aan de bezitskenmerken van
de bibliotheken en de Boekenbank. Bovendien
bevatten de beschrijvingen leestips en links naar besprekingen.
rol spelen als onafhankelijk informatiemakelaar
Voorlopig blijft het fysieke boek nog belangrijk,
met de juiste metadata en snelle vindbaarheid.
weinig nagedacht. Misschien moeten we het
die zorgt voor een goede structuur, verrijking
Zo kun je denken aan een speciale applicatie die
in je internetbrowser zichtbaar wordt als je gaat
zoeken. Bijvoorbeeld een icoon met het logo van het
landelijk bibliotheeknetwerk. De zoekmachine levert dan allerlei hits op. Je kunt ook klikken op dat icoon: dit vindt u allemaal over het gezochte onderwerp
in uw bibliotheek. Het klinkt eenvoudig, maar het is
heel ambitieus. Tegelijk zul je heel veel ingewikkelde systemen en aan mensen gebonden processen in de lucht moeten houden om meerwaarde te leveren ten opzichte van bedrijven als Google. Met onze
kennis en kunde in het structuren en ontsluiten van
informatie kunnen we wel degelijk die meerwaarde bieden. Wie kent het gevoel niet van te verdrinken
maar over de ‘boekenloze bibliotheek’ is nog te bij wijze van denkoefening eens omdraaien en
uitgaan van de gedachte dat er over twintig jaar
géén tastbare boeken meer in de bibliotheek staan. Welke maatschappelijke functies moet je dan als
bibliotheekwezen nog vervullen? Hoe kun je dan nog mensen blijven helpen? Wat is en blijft de rol van
bibliotheken los van het medium? De conclusie lijkt gerechtvaardigd dat die rol eigenlijk ongewijzigd
Een pool van deskundigen om lokaal in te zetten
in zoekresultaten? Hoe meer informatie er ontsloten
blijft: de rol van informatiemakelaar. Mensen helpen
wat je zoekt.
kunnen in de maatschappij. Die informatie op een
wordt, hoe moeilijker het wordt om snel te vinden
Je moet de informatie verrijken door enerzijds
bij het zoeken naar informatie; ze helpen mee te
overzichtelijke en begrijpelijke manier aanbieden.
professionele kennis toe te voegen en anderzijds
Ook al verandert de taak van de bibliotheek niet –
moet je inbedden in intelligente systemen, zodat een
er zijn wel veranderingen en cultuuromslagen nodig
gebruik te maken van de ‘wisdom of crowds’. Dat
semantisch web ontstaat. Je moet betekenis geven
aan al die metadata voor het zoekproces van iedere
individuele gebruiker. We hebben het dan echt over een lerend systeem. Die informatie catalogiseren
en in dossiers onderbrengen is mensenwerk. Met de kennis en ervaring van bibliothecarissen kun
als de overheid ons die tenminste blijft opdragen –
om de processen opnieuw vorm te geven. Daar gaat
veel energie in zitten. Biblioservice kan een rol spelen bij het begeleiden daarvan. Dat doen we trouwens
al. We zijn een kennisorganisatie en willen die kennis blijven toevoegen aan het netwerk. Daarnaast
zullen we voor de bibliotheken backoffice functies
6
en kennisintensieve processen uitvoeren. We zullen
idee om deze deskundigheden op provinciaal niveau
de collecties, de rol van bijvoorbeeld bibliobussen.
deskundigen om in te zetten bij de bibliotheken.
We denken er ook over na hoe we onze toegevoegde
Samenwerking in het netwerk faciliteren en
kunnen organiseren. Nu lopen onze mensen
In de digitale samenleving wordt die samenwerking
kennis op een andere manier voor het netwerk bijvoorbeeld mee als projectleider in de lokale
organisaties. Misschien kunnen we ook mensen leveren, die lokaal echt handen en voeten gaan
geven aan de veranderingen. Bibliotheken zullen
met een tekort aan mensen te kampen krijgen. In
de toekomst zullen visies vanuit de gemeentelijke politiek meer en meer een stempel gaan drukken
op de agendasetting van de bibliotheken. Zo zal de
ene wethouder de nadruk op cultuur willen leggen,
terwijl een ander wil insteken op de groei van bètakennis. Die wisselende perspectieven zullen voor
bibliotheekdirecteuren met de huidige teams vrijwel onmogelijk te realiseren zijn. Het is misschien een
7
in een organisatie onder te brengen. Een pool van
stimuleren: in de kern is dat de rol die wij hebben. alleen maar belangrijker. De vragen nemen in
aantal toe en worden ingewikkelder. Als provinciale serviceorganisatie zien we ook een rol weggelegd als het erom gaat partijen bij elkaar te brengen. Denk aan organisaties als muziekscholen, de volksuniversiteit, Edu-Art. Om gezamenlijk
informatie op een aansprekende manier te
ontsluiten naar de publieksgroepen en er mogelijk –
zoals dat ook in het buitenland gebeurt – activiteiten omheen te organiseren. De bibliotheek houdt
dan niet alleen als digitaal kenniscentrum maar
ook als fysieke ontmoetings- en inspiratieplaats bestaansrecht. d
>
meedenken over de veranderende distributiefunctie,
experts Anneke Manche consultant
‘Biebkracht moet bibliotheek sterker maken’ “Eerst hield ik me bezig met de vraag hoe je mensen
Haag voor, waarvan één ‘professionalisering’. Daar
een organisatie van A naar B krijgt.”
te ontdekken hoe problematisch dat begrip eigenlijk
van A naar B krijgt. En toen werd het de vraag hoe je
De loopbaan van Anneke Manche, consultant bij Biblioservice Gelderland, weerspiegelt
die verschuiving. Als Wageningen-ingenieur volgde ze haar belangstelling voor leer- en
veranderingsprocessen. Ze werd opleidingsadviseur en vervolgens P&O-manager. Nu zet ze zich
tekenden de Gelderse bibliotheken voor. Om al snel was. Manche: “Professionalisering wil zeggen dat
je je de normen en waarden van je professie eigen
maakt. Maar wat als die professie volop in beweging is? Dan betekent professionalisering ook in staat
zijn je professie zelf vorm te geven. En dat is in het bibliotheekwerk best lastig.”
in voor Biebkracht, het kennisnetwerk waarin
Om aan die professionalisering in relatie tot
Biblioservice Gelderland met elkaar aan kennisdeling
jaar lang zogeheten ‘Werkplaats-bijeenkomsten’
de Samenwerkende Gelderse Bibliotheken en en bibliotheekontwikkeling werken.
“Scheiden kun je het een en het ander natuurlijk
niet. Je verandert geen bedrijf als je er niet in slaagt mensen in die verandering mee te nemen. Het gaat om een verschil van perspectief. Vergelijk het met
de manier waarop een psycholoog en een socioloog naar de wereld kijken.”
Vier jaar geleden zetten rijk en provincie een pot met geld op tafel voor vernieuwingsprojecten in het bibliotheekwerk. Vijf marsroutes stelde Den
bibliotheekvernieuwing te werken werden twee
georganiseerd. Om ontmoetingen ging het, zegt Manche nadrukkelijk. Dus niet om cursussen.
Een cursus veronderstelt kennis, die alleen maar
verspreid moet worden, ‘top-down’. Het ging er juist om dat de bibliotheekmedewerkers zelf, met elkaar van gedachten wisselend en van elkaar lerend, hun professie vorm zouden geven. De Werkplaats gaat ook in 2010 voort.
In dezelfde twee jaar werden uitstapjes gemaakt
in de virtuele wereld. Samen een blog maken, een ning-community starten, dat soort dingen. “Nu
8
hoef je mensen niet meer te zeggen wat een blog
bevorderen van mediawijsheid? Dat zijn niet de
blog te gaan. En nog een grotere stap was het om er
vrouwen, verbonden via een nieuw internetplatform,
is, maar toen was het een hele stap om naar zo’n
iets mee te gaan doen.” In veel bibliotheken wordt
intussen de cursus ‘23 dingen’ gebruikt om kennis en vaardigheden op te doen.
‘Er was een groeiend gevoel dat iedereen het wiel zat uit te vinden’ Anneke Manche: “Maar internet communities op de been brengen wil nog niet zeggen dat je aan
kennisdeling en kennisontwikkeling doet. Vanuit de Gelderse bibliotheken was er sterke aandrang om
die kant op te gaan. Er was een groeiend gevoel dat iedereen het wiel zat uit te vinden, dat dat weinig
efficiënt was en dat we daar misschien ook niet de tijd voor hadden.”
“Vorig jaar zomer zochten we naar een systeem
minste vragen waar de groep zich over buigt. Acht vormen het eerste legioen van ‘Biebkracht’, het
e-kennisknooppunt van het ‘lerende netwerk’ van de Gelderse bibliotheken. Inzamelpunt van ervaringen, kraamkamer van ideeën. Efficiënt kennis delen
en nieuwe kennis tot stand laten komen - zo krijg je ‘biebkracht’ om bibliotheken te helpen bij de
uitdagingen waar ze voor staan, om ze sterker te maken.
In de virtuele wereld is Engels de voertaal. Dus
heeft Anneke Manche het over ‘bonding’, ‘time and priority’, ‘goal’, ‘leadership’ en ‘evaluation’. Het zijn
vijf beproefde succesfactoren. Wil zo’n CoP goed functioneren, dan moeten de deelnemers iets
met elkaar hebben, zich aan afspraken houden,
doelgericht zijn, een ‘leider’ hebben (‘want als je
allemaal op elkaar gaat zitten wachten, gebeurt er niks’) en moet voortdurend de vinger aan de pols worden gehouden.
voor kennisdeling. Tot we erachter kwamen dat
Op haar notebook wijst ze de weg in de virtuele
het op aankomt, is dat mensen er wat mee gaan
die. Een plek waar je collega’s met hun antecedenten
zo’n systeem helemaal niet zo belangrijk is. Waar doen. Dat sloot in feite aan bij onze ervaringen in
De Werkplaats: in de groepen, in de ontmoetingen
gebeurde het. Daar werd kennis uitgewisseld, daar werden ideeën voor de toekomst ontwikkeld, daar ontstond een lerend netwerk.”
Het dragende idee van Biebkracht was geboren, zeg maar hart en ziel ervan: Communities of
Practice (CoP’s), werkgemeenschappen van groepen medewerkers van verschillende bibliotheken, die
samen werken aan dezelfde vraagstukken. “Het is een echt internetbegrip: mensen die in een groep functioneren omdat ze een practice, in dit geval aspecten van het bibliotheekwerk, delen.”
Sinds januari draait bij wijze van proef zo’n
Community of Practice, gewijd aan ‘mediawijsheid’.
Het is een beetje een containerbegrip. Iedereen stelt
zich er wel wat bij voor: wijs omgaan met de nieuwe media. Maar wat is dat precies? En belangrijker:
wat zijn mogelijke taken van de bibliotheek bij het
9
ontmoetingsruimte. Talrijke kamers en kasten heeft vindt, een lade met actuele documenten over dit of
dat onderwerp, een prikbord waar je je ervaringen op kwijt kunt of die van anderen van commentaar kunt
voorzien. Een kalender met daarop alle evenementen die bibliotheekmedewerkers kunnen interesseren. Helemaal op orde is de boel nog niet en bruisen
van leven doet het ook nog niet – maar ze twijfelt er niet aan: dat komt. Enthousiast demonstreert ze een onderdeel van de site: tags buitelen over
elkaar heen; het onderwerp waar het meest over te doen is, krijgt automatisch een grotere letter.
Nu is dat dus: mediawijsheid. Zo zie je de activiteit
van het netwerk. Inloggen gaat nog niet. Alleen op
uitnodiging. Voor de nabije toekomst wordt gedacht aan een deels open en deels besloten omgeving.
Manche: “Wikepedia, de online encyclopedie, is een
geweldig voorbeeld van de voordelen van openheid.
Massa als kracht. Maar je kunt je ook voorstellen dat het goed werkt als je in je eigen groepje frank en
vrij kan brainstormen. We willen het beste van twee werelden. Maar het paradigma is wel: open, tenzij.”
>
Perry de Wit managing consultant en projectleider
‘De technologie is er, nu het beleid’ Perry de Wit wijst op een pak papier. “Dat zijn de
Of het om papier of elektronica gaat, zou er niet zoveel
allemaal valt te lezen dat digitalisering steeds
Blijft de uitdaging van de beleidsplannen.
beleidsplannen van de Gelderse bibliotheken. In belangrijker wordt, een enorme uitdaging is. Vervolgens staat er een punt.”
De Wit is projectleider digitalisering bij Biblioservice Gelderland. Als ‘techneut’ gaat hij daar door het
leven, maar dat klopt niet helemaal. Hij studeerde
bedrijfskundige, geen technische informatica. In elk geval vindt hij het prettig om “het eens over iets anders te hebben dan glasvezelkabel”.
Over de openbare bibliotheek van de toekomst
bijvoorbeeld. Hoe zien de bibliotheken er over pakweg tien jaar uit?
toe moeten doen.”
“Jazeker. Het wordt hoog tijd dat de bibliotheken
bepalen hoe ze digitalisering gaan aanpakken. Er is de afgelopen tijd veel geautomatiseerd, maar het gaat om automatisering van de oude manier van
werken, van bestaande bedrijfsprocessen. Er staat een
apparaat waar vroeger een juffrouw zat. Nu moet een volgende stap worden gezet. Hoe gebruiken we de
mogelijkheden van digitalisering om aan relevantie te winnen, voor verdere groei.”
van papier, zal er heus nog staan. Dat gaat nog een
‘Je moet durven kiezen voor beperking van je fysieke collectie’
Het verschil met de bibliotheek van nu zit vooral in
De technologie is in huis, maar het beleid nog niet
bibliotheek zal om het zo te zeggen meer het gebouw
gekomen is. “De automatisering heeft geweldig veel
De Wit: “Zoals ze er nu uitzien. Er zal voor het oog
niet zo veel anders zijn. Het fysieke boek, het boek
hele poos mee. Aanvullend zal er digitale service zijn. de manier waarop diensten worden aangeboden. De uit komen. Vooral om directe ondersteuning in het onderwijs te bieden. Die is door de digitalisering harder dan ooit nodig.”
“De bibliotheek is altijd de instantie geweest die in-
formatie bewaarde en beschikbaar stelde. Dat blijft zo.
– dat is De Wits stelling. Hij begrijpt wel hoe dat zo aandacht en energie gevraagd.” Maar nu komt het
erop aan echt beleid te ontwikkelen. Er zullen keuzes gemaakt moeten worden.
“Als je constateert dat de digitale wereld steeds
belangrijker wordt, dan zul je ervoor moeten durven kiezen je fysieke collectie in te krimpen. Nu wordt
10
gezegd: had ik maar wat meer geld, dan deed ik die
uit de buurt.” De bieb als ontmoetingsplek heeft
komende jaren eerder minder dan meer geld zal zijn.”
“Het is een van de weinige publieke plaatsen waar je
digitale service erbij. Maar de werkelijkheid is dat er de
Zoals je nu thuis achter je pc je informatie ophaalt, zo
vul je straks je e-reader met mooie boeken. Kortom, is digitalisering in principe niet strijdig met het concept van de lokale bibliotheek?
toekomst.
je niet hoeft te verantwoorden. Bibliotheken zouden er verstandig aan doen hun mogelijkheden op dit
gebied meer uit te buiten. Denk bijvoorbeeld aan de
snel groeiende groep zzp’ers. Creëer ruimten waar ze kunnen vergaderen en netwerken.”
Best mogelijk, zegt De Wit, dat in de toekomst de
Als onverminderd belangrijk ziet hij ook de traditionele
van boeken. Maar dan blijven er genoeg taken over,
ontsluiten en selecteren van informatie. “De bieb blijft,
bibliotheek geen taak meer heeft in het aanleveren ook rond het recreatieve lezen.” Hij vertelt dat hij
toevallig een boek van Frank Martinus Arion in handen kreeg. “Toen ik het las realiseerde ik me dat er een
Antilliaanse literatuur bestaat. Daar wilde ik nu eens wat meer over weten. Andere Antilliaanse schrijvers, Arions biografie, zijn plaats in de literatuur van zijn land. Waar kan ik met die vragen aankloppen? Wie
heeft de expertise om de mooie site te maken die me wijzer maakt?”
kerntaak van de bibliotheek: hulp bieden bij het
maar de bibliothecaris moet de deur uit. Naar scholen, naar verzorgingshuizen, wijkcentra, om mensen
mediavaardig en vooral mediawijs te maken. Internet
is prachtig, maar ook chaotisch. Serieuze informatie en onzin, rijp en groen, waarheid en leugen, alles vind je
er zonder enige hiërarchie. Die hiërarchie aanbrengen, het schiften van kaf en koren, dat is de competentie van de bibliotheek. Daar kan nog veel meer mee gedaan worden.”
Voor een leegloop van de plaatselijke bibliotheek is
“Neem dramatische ontwikkelingen in de politiek,
tien jaar geleden het beeld bestond van tieners die
kabinet. Welke andere partij kan er zo’n rijk dossier
hij helemaal niet bang. “Ik herinner me nog dat zo’n weldra over de hele wereld met elkaar aan het chatten zouden zijn. Niks hoor. Uit onderzoek blijkt dat ze
vooral chatten met kinderen die ze kennen, kinderen
11
zoals we in februari hebben gehad. De val van een
over aanleggen als de bibliotheek? We moeten alleen
nog leren om dat snel te doen. Want twee weken later is er niemand meer in geïnteresseerd.”
>
Frans Jaspers projectmanager en consultant
‘Er is meer centrale regie nodig’ “Nog niet zo lang geleden heb ik bij Bibliotheek
en in Nederland Bol.com slag om de beste positie op
moment dat ik dat deed, dacht ik: dit is een
met de aantrekkelijkste titels? De beste deals met
Enschede mijn eerste e-book geleend. Op het
historisch moment. Achter mijn pc in Nijmegen zet
ik binnen enkele minuten een boek uit Enschede op mijn e-reader. Ook nog gratis.”
de nieuwe markt. Wie heeft straks de beste e-readers uitgevers of, rechtstreeks, auteurs?
Als gepassioneerd lezer en wandelfanaat heeft hij de
‘Wat kunnen en mogen we nu eigenlijk met e-books?’
favoriete vakantie: met een rugzak door de bergen
Voorlopig, is Jaspers’ waarneming, is de houding
twee of drie boeken.”
z’n best aftastend. Er wordt geëxperimenteerd met
Frans Jaspers is projectmanager en consultant
bij Biblioservice Gelderland. Hij houdt zich in ’t bijzonder bezig met het collectiebeleid.
e-reader als een godsgeschenk verwelkomd. Jaspers’
sjouwen. “Zo’n apparaatje weegt een stuk lichter dan Even wennen was het wel. “Het leescomfort is
nog niet je dat. Je mist ook het bladeren door het boek, de geur ervan. Maar toen merkte ik dat ik
me gewoon, net als bij het lezen van een boek van
papier, verloor in de wereld die de schrijver opriep.” Het e-book is in de boekenbranche ingeslagen als een meteoriet. Wat is de toekomst van de
diverse schakels in de vertrouwde keten – uitgever, boekhandel, bibliotheek? Gaan schrijvers zelf hun
digitale boeken aan de man brengen? Hoe lang zal
van de openbare bibliotheken afwachtend, of op
de e-reader; een demonstratie hier, een cursus daar. Maar wat willen, kunnen en mogen we nu eigenlijk als openbare bibliotheken met het e-book?
Wel is het zo dat begin dit jaar de Stichting
Bibliotheek.nl TNO opdracht heeft gegeven
onderzoek te doen naar de wensen van gebruikers en de strategische positie van bibliotheken met
betrekking tot e-books. Maar of dat op tijd zal leiden
tot een eenduidige visie van de bibliotheken op de te volgen strategie, vraagt Jaspers zich af.
het duren voor het illegaal downloaden van boeken
Tegelijk dringt zich volgens hem een minstens zo
leveren ondernemingen als Google, Apple, Amazon
collecties? Hij is enthousiast over de manier waarop
net zo gewoon is als dat van muziek? Intussen
acuut probleem op. Wat te doen met de bestaande
12
in belendend Overijssel de zaken worden aangepakt.
Daar zouden de bibliotheken gezamenlijk een heldere
volgens retail-concepten. Het komt erop neer dat,
waar we op moeten focussen.”
“Alle bibliotheken zijn daar opnieuw ingericht
net als in de boekhandel, wordt gestreefd naar
verleidelijke presentaties voor grote klantgroepen. En het werkt. Overal schieten ledenaantallen en
uitleenpercentages omhoog. Er is in het Gelderse nogal wat kritiek op die aanpak, De openbare
bibliotheek zou geen winkeltje moeten spelen.
Hij kent het geluid. “Maar wat is een werkzaam alternatief? Dat hoor ik niet.”
Jaspers: “In elk geval moeten we verder, vooral met
het benutten van de mogelijkheden die digitalisering biedt. Een goede website over je fysieke en digitale
winkel is al reuze belangrijk. Je catalogus is natuurlijk al een digitale bibliotheek; toegangspoort tot de collectie buiten de eigen vestiging.”
Interessant vindt hij de ontwikkeling van digitale
etalages. Een soort kasten zijn het, waarin plaatjes van boeken. Knop indrukken en je bestelt.
“Ja, je kunt ook kleding bestellen bij Wehkamp. Maar de meeste mensen vinden het toch leuk om naar de winkel te gaan.”
Toch kijkt hij niet zonder zorgen naar de toekomst. “Wat is straks als de digitalisering doorzet nog de rol van de fysieke bibliotheekvestiging? Is er dan
überhaupt nog wel een rol voor de fysieke bibliotheek?
13
strategie voor moeten ontwikkelen, zodat we weten “Waarom ging je vroeger naar de bibliotheek? Om de wereld te leren kennen. Tenminste, zo is het bij
mij gegaan. Maar die wereld kun je tegenwoordig
via honderden tv-kanalen, internet en je mobieltje leren kennen. Het is natuurlijk wel de kunst om
de informatie te selecteren die voor jou relevant is en de betrouwbaarheid ervan vast te stellen.
Daar zie ik in elk geval ook in de toekomst een rol
weggelegd voor de bibliotheek. Aan die wezenlijke
taak verandert niets. Je krijgt als bibliotheek nieuwe tools. Neem ‘Biebsearch’, een prachtig instrument om onze informatie naar de scholen te brengen, onze expertise waar te maken. Scholieren die
dingen zoeken voor een werkstuk krijgen honderden relevante treffers, geselecteerd op kwaliteit.”
Het is volgens Frans Jaspers hoe dan ook van groot
belang dat de bibliotheken de mars naar de digitale toekomst samen maken. “Ik vraag me af of er niet
meer centrale regie moet komen. Ook een centraal aangestuurd budget. Nu heeft iedereen zijn eigen
winkel. Leuk natuurlijk, maar om bijvoorbeeld met andere belanghebbenden tot goede afspraken te komen heb je veel meer gebundelde kracht,
coördinatie nodig. Je kunt dan ook snelheid maken, en die hebben we hard nodig.”
>
Erik Mesie consulent Muziekuitleen- en Informatiecentrum (MUI)
‘Muziek hoort net als boeken bij onze cultuur’
“Net als boeken hoort muziek bij onze cultuur. En het
Er is serieus gedacht over een digitaal muziekaanbod.
Wie houdt er nou niet van muziek?”
met elke platenmaatschappij een contract moeten
is nog een heel toegankelijke vorm van cultuur ook. Erik Mesie windt er geen doekjes om dat hij het besluit van nogal wat bibliotheken om hun cd-
collecties af te stoten verkeerd vindt. Als muzikant
Maar dat bleek al gauw onbegonnen werk. “Je zou
sluiten. En die zijn daar niet in geïnteresseerd. Daar zijn wij een te kleine partij voor.”
(o.a. Toontje Lager) kwam hij via de opleiding pop-
Als enige organisatie in Nederland is het de
bij het MUI terecht, het Muziekuitleen- en
overeenkomsten met een aantal labels een deel
muziekdocent aan het Rotterdamse conservatorium Informatiecentrum van Biblioservice Gelderland. Tot zijn portefeuille als consulent behoort onder meer de aanschaf van bladmuziek, muziekliteratuur en
cd’s, met uitzondering van het klassieke repertoire, en muziek-dvd’s. Flink wat uren gaan ook zitten
in het schrijven van recensies voor IB-bladmuziek, een tweewekelijks bulletin dat wordt uitgegeven
in samenwerking met de Nederlandse Bibliotheek
Centrale Discotheek Rotterdam gelukt om via
van de cd-collectie gratis voor een week digitaal
uit te lenen, het zogenaamde DigiLeen-project. “Je kunt daar cd’s een week lang gratis op je eigen pc
of Mac beluisteren. Voor de platenmaatschappijen
is het eigenlijk meer een promotiesysteem dan een uitleensysteem.”
het laatje gebracht. Dat is de houding van besturen
‘Platenmaatschappijen bleven op hun gouden eieren zitten’
was een financieel motortje en toen dat stilviel, was
Hij verwijt de platenmaatschappijen onbeweeg-
cd-verhuur, dan ook maar minder cd’s.”
creatieve antwoorden vroeg op hun gouden eieren
Dienst.
Mesie: “Muziek heeft de bibliotheken lang geld in en directies tegenover muziek gaan bepalen. Het
als vanzelfsprekend de reactie: weg ermee. Minder
Het probleem valt natuurlijk niet weg te poetsen.
Kort en bondig: de jeugd heeft afgeleerd voor muziek te betalen. Muziek haal je immers gratis – zij het
illegaal, maar wie doet je wat? – van het internet. Dus worden muziekafdelingen van bibliotheken
meer en meer verliesgevend. “Maar nu komt het: de conclusie, dan maar stoppen, zou nooit zo worden getrokken als het om boeken ging. Dan zou je het
argument dat er steeds minder aan verdiend wordt nooit hebben gehoord.’’
lijkheid. “Ze zijn toen de digitale revolutie om
blijven zitten. Want vergeet niet dat ze jarenlang veel te veel hebben gerekend voor hun platen.
Nu download je legaal voor acht of negen euro
een cd. Wat betaalde je vroeger wel niet voor een langspeelplaat? En nog steeds is hun houding: zo
veel mogelijk teren op investeringen uit het verleden. Bij elk nieuw medium dat op de markt komt – na de lp de cd, toen de super audio cd, de audio-dvd, de
dvd en de blu-ray – denken ze: ha, we kunnen weer.
Remasteren! De fans kopen het wel! Ik doe het ook,
hoor. Ik ben een fan van Led Zeppelin. Hun werk is al
14
drie keer geremasterd.”
Mesie ziet een verschuiving van cd’s maken naar
het bibliotheekwerk een zelfde rendementsdenken
een promotie-activiteit. Het ging erom dat je album
tegenkomt als het om muziek gaat. “Ik zie het als
missie van het MUI om ze ervan te overtuigen dat muziek bij de cultuur van Nederland hoort en dus
hoe dan ook een taak van de bibliotheek is. Muziek is geen melkkoe. Net zo min als literatuur dat is.”
optreden. “Vroeger was toeren voor een band vooral werd verkocht. Nu cd’s niet meer verkopen, is het een primaire inkomstenbron. Het moet tenslotte uit de
lengte of uit de breedte. Vandaar dat concertkaartjes zo krankzinnig duur zijn geworden. Zestig of tachtig
euro voor een concert is tegenwoordig heel gewoon.”
Cd-collecties inkrimpen of zelfs helemaal afstoten?
En de plaats van de bibliotheek in dit alles? Zo
‘tegen de stroom en wetten van de tijd in’. “Kijk naar
de wereld van de noten geldt, vindt hij, eigenlijk
Fout, vindt hij. En dat is geen principieel standpunt
wat in Deventer is gebeurd. Daar heeft de bibliotheek haar tarieven een fractie verhoogd om cd’s gratis te kunnen aanbieden. De uitleen van cd’s is er prompt met bijna de helft toegenomen.”
De massale bezigheid van het illegaal downloaden van muziek is geen tijdelijk verschijnsel, daar is hij
zich wel van bewust. De geest gaat heus niet terug in de fles. “We gaan hoe dan ook naar een andere verdeling van de revenuen van muziek.”
Teruglopende rendementen hebben de platen-
maatschappijen voorzichtiger gemaakt als het om
verrassend is het antwoord van Erik Mesie niet. In hetzelfde als in de wereld van de letters. Dat zou
tenminste zo moeten zijn. De bibliotheek moet haar expertise inzetten bij het ontsluiten, selecteren en presenteren van wat er ‘te koop’ is.
Zo stelt het MUI op verzoek van bibliotheken of
op eigen initiatief themacollecties samen. ‘Jazz en
blues’, ‘musical’ en ‘gospel’ zijn recente voorbeelden. Om multimediale pakketten gaat het, met audio
cd’s, dvd’s, bladmuziek en literatuur. Flyers om een en ander onder de aandacht van het publiek te brengen horen er ook bij.
het contracteren van nieuw talent gaat. Dat vindt
Workshops en cursussen vormen een tweede troef.
niet floppen. Dus is het commerciële keurslijf waarin
popmuziek’ en ‘De zin en onzin van de Nederlandse
Mesie een punt van zorg. “Voor alles geldt nu: je mag nieuwe solisten of bands worden gepresenteerd veel strakker.”
Daar staat voor beginnende acts wel wat tegenover. “Je kunt tegenwoordig met beperkte middelen veel meer doen om jezelf te presenteren. Vroeger kostte een beetje videoclip zo’n 50.000 gulden. Nu zet je voor duizend euro een leuk filmpje in elkaar voor
YouTube. En je zal niet het eerste bandje zijn dat zo
‘ontdekt’ wordt. Daar zijn al mooie voorbeelden van.”
15
Hij geeft zelf een cursus ‘Geschiedenis van de
popmuziek canon’. Om te beginnen uitgeprobeerd op medewerkers van de bibliotheken in Ede en
Nijmegen. “Het is belangrijk dat zij weten wat ze
hun leden aanbieden en er enthousiast voor zijn.” Een andere cursus die het MUI binnenkort gaat
aanbieden is ‘Muziek maken met de computer’. Wel een heel direct antwoord op de ‘digitale uitdaging’ waarvoor de muziekafdeling van de openbare bibliotheek zich gesteld ziet.
>
Wat hem stoort is dat hij bij besturen en directies in
File sharing blijft;
de gevolgen gaan ook de bibliotheek aan De entertainmentindustrie heeft te maken met
Er zijn nog altijd veel meer kopers dan downloaders,
Muziek, films en games worden gedeeld zonder
blijken elkaar bovendien allerminst uit te sluiten.
een almaar groeiende praktijk van file sharing.
dat de rechthebbenden er wijzer van worden. De
bedrijfstak maakt zich zorgen over inkomstenverlies. Maar er staat meer op het spel. Wat zijn de effecten op diversiteit en toegankelijkheid van het culturele
aanbod? En op de mogelijkheden van talent om zich te ontwikkelen en te manifesteren.
In opdracht van de ministeries van Economische Zaken, OC&W en Justitie verkende TNO de
economische en culturele gevolgen van file
sharing. Een dik rapport, Ups en downs, was het
resultaat. Wim van de Fliert, directie-secretaris van Biblioservice Gelderland, heeft een samenvatting gemaakt. Want er zijn volgens hem genoeg
parallellen te trekken tussen file sharing en lenen/
ook als het om muziek gaat. Downloaden en kopen Downloaders van muziek zijn niet vaker of minder
vaak kopers. Dat gaat ook op voor filmdownloaders: zij zijn niet vaker of minder vaak kopers van dvd’s.
Downloaders en niet-downloaders gaan ook even vaak naar de bioscoop. Voor games geldt zelfs dat downloaders vaker ook kopers zijn.
Onderzoek naar de welvaartseffecten van
downloaden levert een positief beeld op. Voor de Nederlandse markt voor geluidsdragers zou het
gaan om een netto welvaartseffect van minstens 100 miljoen euro per jaar. Dit bestaat uit een
welvaartswinst voor consumenten van zo’n 200
miljoen tegenover een omzetverlies voor de sector van maximaal 100 miljoen.
uitlenen. Ook al door de opkomst van het e-book
De markten voor films en games groeien nog altijd,
goed onder druk komen te staan.
en toegankelijkheid. Downloaden heeft de
kan de traditionele functie van de bibliotheek net zo De entertainmentindustrie laat overigens een
gevarieerd beeld zien. Vooral de muziekbranche kampt met een krimpende markt voor haar
producten. Op allerlei manieren probeert ze nieuwe
inkomstenbronnen, zoals concerten en merchandise, aan te boren. Beter staan, om uiteenlopende
redenen, de film- en gamesindustrie ervoor. Wel
daalt de dvd-verhuur, terwijl het downloaden van films nog lang niet de omvang heeft dan die van muziekfiles.
In ons land is het voor eigen gebruik downloaden
dus is er weinig reden tot zorg over diversiteit toegankelijkheid van een groot en gevarieerd
aanbod juist sterk bevorderd. De omzetdaling van de platenmaatschappijen zou daarentegen de
lancering van nieuwe opnamen en de marketing
van nieuwe bands kunnen schaden. Het zijn echter vooral bekende artiesten die last hebben van het
substitutie-effect van file sharing, terwijl beginnende artiesten profiteren van het samplingeffect. Zij
kunnen bovendien terecht op allerlei nieuwe podia zoals MySpace en YouTube.
van auteursrechtelijk beschermde bestanden, met
In plaats van file sharing te bestrijden, kan de
zonder voorafgaande toestemming is in strijd met
nieuwe werkelijkheid van de gebruikers en manieren
uitzondering van games, toegestaan. Uploaden
het auteursrecht en kan zowel civielrechtelijk als
strafrechtelijk worden vervolgd. In Europa richt de
strafrechtelijke handhaving zich met name op het beroepsmatig en grootschalig uploaden.
Onbetaald downloaden is vooral, maar zeker niet
alleen, onder jongeren populair. De meesten zeggen alleen te downloaden en niet te uploaden. Dat is
twijfelachtig, zeggen de onderzoekers, omdat veel p2p-software automatisch uploadt.
muziekindustrie zich beter aanpassen aan de bedenken om garen te spinnen bij de nieuwe
dynamiek, zo adviseren de onderzoekers van TNO.
Want het staat wel vast dat file sharing niet meer zal verdwijnen. Downloaders zijn bovendien belangrijke klanten van de muziekindustrie. Opmerkelijk in
dit verband is dat downloaders in de VS, waar ze
vijandiger worden bejegend dan in Europa, minder lijken te kopen!
16
Rondje langs de velden Impressies vanuit verschillende (werk)velden
> 17
Kees Pijnappels hoofdredacteur De Gelderlander Sinds de zomer van 2008 draagt De Gelderlander
een nieuwe naam: De Gelderlander.nl. Alsof de krant
zijn lezers vertelt dat het rijk van het gedrukte woord wankelt. Maar dat is volgens hoofdredacteur Kees Pijnappels een misinterpretatie. “De boodschap is
dat De Gelderlander meer is dan een papieren krant. Dat we langs meer kanalen nieuws aanbieden:
beeldschermen in de stad, je pc thuis, je mobiele telefoon.”
De komst van de digitale media heeft de krantenwereld op haar kop gezet. Zoekend en tastend worden kansen
op af gaan, dan is hun eerste opdracht een kort bericht
haken verkend. En dat moet met de knip op de beurs.
later zorg.”
om op nieuwe behoeften en mogelijkheden in te
Dalende inkomsten uit abonnementen en advertenties beperken het oefenterrein.
Pijnappels: “We zijn bezig in een snel stromende rivier met wassend water van paard te wisselen.” Aan de toevoeging punt-nl aan de vertrouwde titel en de
gelijktijdige introductie van een rubriekje dat de lezer
in forse letters op de website van de krant attendeert, was een heldere doelstelling verbonden. Het bereik van De Gelderlander moest worden vergroot.
Praktisch betekende het dat oplageverlies meer dan goedgemaakt moest worden met bezoeken aan de
aan te leveren voor digitale toepassing. De krant is van Nogal frustrerend is het dat al die inspanning
nauwelijks loont. “Je probeert je bereik te vergroten
met de gedachte dat je dat op een gegeven moment
zult kunnen kapitaliseren. Maar zover is het nog lang niet. Als je kijkt naar de kosten van je activiteiten op internet en de baten, dan moet er geld bij.”
‘Als de lezer beweegt dan moeten wij mee’
site.
Eén van de redenen is dat adverteren op internet veel
“We hadden eind 2008 500.000 unieke bezoekers
heeft deels een reële oorzaak. De attentiewaarde van
per maand. Dat wilden we met 50 procent omhoog hebben. Dat is goed gelukt. Eind 2009 hadden we
800.000 unieke bezoekers, begin dit jaar waren het er al 900.000.”
Hoe dat gelukt is? Pijnappels: “Door onze online
service te verbeteren. We zijn gaan werken volgens het adagium ‘online first’. Als onze verslaggevers ergens
en veel goedkoper is dan in de papieren krant. Dat
advertenties op internet blijkt veel geringer dan die van krantenadvertenties.
“Maar,” zegt Pijnappels, “al verdien je er nog geen
cent aan, je moet het doen. De trend is onomkeerbaar. Papier wordt als informatiedrager verdrongen door
elektronica. En als de lezer zich verplaatst, dan moeten wij mee.”
18
Ook moet je, zegt de hoofdredacteur van De
Gelderlander.nl, niet vergeten dat de eigentijdse
journalist meer middelen ter beschikking staan en
meer in minder tijd kan. “Vroeger stapte je op je fiets om een beleidsnota uit het gemeentehuis te halen. Dat hoeft niet meer.”
“De behoefte aan informatie groeit, alleen al doordat
onze samenleving steeds ingewikkelder wordt.” Voor Kees Pijnappels is dat een inspirerende gedachte.
“Vervolgens kijk je hoe je het best in die behoefte
kunt voorzien. Papier en drukinkt zijn niet meer je enige middelen.”
De lijn is: gebruik de media die je ter beschikking
staan naar hun eigen aard. “Het is in deze tijd onzin ‘heet nieuws’ te willen vertellen via een medium
dat één keer per etmaal verschijnt. Omgekeerd is de
display van een mobiele telefoon weinig geschikt om analyses en achtergronden van het nieuws te lezen.”
Het valt op dat de kranten, De Gelderlander incluis,
steeds minder van hun inhoud prijsgeven op hun site. “Dat gebeurt heel bewust. De opkomst van internet heeft geleid tot het idee dat nieuws gratis is. Daar
hebben we als kranten ook toe bijgedragen. Nu zijn
we aan het bijsturen. Daar komt bij dat de papieren
en de online krant heel verschillende werelden zijn.
Van de bezoekers van onze site is bijvoorbeeld maar 11
procent abonnee. De bezoeker van onze website neust daar hooguit een paar minuten rond. Het gemiddelde bezoek aan nieuwssites in ons land duurt volgens onderzoek zegge en schrijve één minuut.”
Meer werk voor een krimpende redactie, is dat al
met al geen roofbouw op de krant? Dat valt volgens Pijnappels mee. “De papieren krant profiteert ook
van onze website. Neem het ‘scooterincident’: twee Marokkaanse jongens die in Nijmegen een man
hadden aangereden en vervolgens ziekenhuispersoneel bedreigden. “Door reacties op onze site hebben we de
familie van de dader kunnen traceren.” Het resulteerde
in een nooit gepubliceerd, maar des te spraakmakender interview met moeder en zus.
19
‘We wisselen van paard in een snel stromende rivier’
Mark Pieters uitgever bij Athenaeum en Querido Het digitaal (her)uitgeven van boeken heeft
verstrekkende gevolgen voor auteurs en vertalers en hun honorering. Als voorzitter van de Literaire
Uitgeversgroep (LUG, onderdeel van de NUV-sectie
maar additioneel zal zijn. Het is natuurlijk ook niet te
verwachten dat er een grote groep kopers opstaat die boeken gaat kopen omdat ze digitaal zijn.”
De ontwikkeling van het digitale boek zal uiteindelijk zonder meer ten koste gaan van het gedrukte boek,
denkt Pieters. “Ik ben niet bang dat het papieren boek
verdwijnt, maar ik denk wel dat je het op een gegeven moment, als e-books 20 tot 30% van je verkoop
gaan omvatten, echt gaat merken. Dat gaat een keer komen, zodra de ontwikkelingen op het gebied van e-readers wat uitgekristalliseerd zijn.”
Groep Algemene Uitgevers) heeft Mark Pieters
Uitkristalliseren is ook de term als het gaat om de
totstandkoming van een voorlopige regeling op dit
ons lijkt het gebruikelijk te worden dat een e-book
de afgelopen maanden meegewerkt aan de
gebied. Auteur en vertaler verlenen binnen deze
regeling een exclusieve licentie om hun werk ook als
e-book te exploiteren tegen het gangbare honorarium. Met de Vereniging van Letterkundigen is afgesproken dat de ontwikkelingen op de e-book markt jaarlijks worden onderzocht.
Als uitgever bij Athenaeum en Querido heeft Pieters
ook in de dagelijkse praktijk te maken met de digitale
prijs van e-books. De situatie verschilt per land. Bij 20% goedkoper is dan hetzelfde papieren boek.
“Maar de vaste boekenprijs geldt niet. Als er een
prijsstunter komt, die op grote schaal e-books voor
vijf euro gaat aanbieden dan heeft dat gevolgen voor de prijsperceptie van mensen. Daar staat tegenover dat iemand die boeken aanbiedt waar rechten op
zitten zichzelf tekort doet. Want ze moeten zelf meer betalen aan ons. Anders krijgen ze het boek niet.”
ontwikkelingen. “We staan nog maar aan het begin,
Wie digitaal zegt, zegt ook illegaal downloaden en
te zeggen hoe de markt zich ontwikkelt. Van niets naar
over meepraten. Pieters: “We hebben al een keer
maar we verkopen al wel wat e-books. Het is moeilijk
iets is procentueel enorm. In feite gaat het nog steeds
om niet meer dan enkele tientallen exemplaren. Maar dat er een stijgende lijn in zit is duidelijk.”
“Met dergelijke kleine aantallen is niet te zeggen of het om additionele omzet gaat. Ook als de
hoeveelheden groter worden, kun je nog moeilijk zeggen of je een gewoon boek verkocht zou
hebben als het e-book niet beschikbaar was. Maar ik vermoed dat de verkoop van e-books niet alleen
piraterij. Athenaeum en Querido kunnen er inmiddels illegale uitgaven van ons aangetroffen op Marktplaats. Daar hebben we meteen werk van gemaakt. We zijn
nu ook op brancheniveau, binnen de Groep Algemene Uitgevers, een plan aan het smeden om hiertegen op te treden. De bedoeling is de controle uit te besteden aan de Stichting Brein. Het probleem is nog niet zo
ernstig maar het is wel iets om in de gaten te houden. Niets doen is geen optie. Wat je in elk geval moet
doen is met z’n allen heel duidelijk maken dat illegaal downloaden simpelweg heling is en dus strafbaar.”
‘E-book gaat uiteindelijk ten koste van papieren boek’ 20
Jan Klerk manager Stadsbibliotheek Haarlem
iGoogle pagina en via zijn iPhone.
‘Juist in digitale tijdperk is bibliotheek onmisbare informatiemakelaar’
Nick Visser bestaat niet echt. En bovendien zijn we
Klerk ziet vier uitdagingen, waarop de bibliotheken
uit een artikel, waarin Jan Klerk, manager van
vinden. De eerste is: zichtbaar worden. “Mensen
Leraar Nick Visser zit aan het ontbijt. Hij wil voor een les meer weten over het paaigedrag van de inktvis en zoekt informatie op zijn iPhone Googlewidget. Hij zegt ‘paaigedrag inktvis’, want Google werkt
met spraakherkenning. Bovenaan de zoekresultaten verschijnt de titel van een pas verschenen boek met onder andere een link naar Mijnbibliotheek.nl. Als
hij daarop klikt, belandt hij rechtstreeks in het boek.
Nick heeft de eerste keer zijn online profiel, via Open Identity, moeten koppelen aan de gegevens van zijn bibliotheek, want deze toegang geldt alleen voor leden.
Die avond leest Nick op zijn flinterdunne
Macbook Air via zijn iGoogle-pagina een aantal op zijn persoonlijke voorkeuren afgestemde
nieuwsberichten van Nu.nl, Volkskrant en FD.
De berichten zijn gerangschikt op onderwerp,
relevantie en actualiteit, zodat hij snel klaar is. Nick verdiept zich in het dossier ‘Noord-Zuidlijn’, dat
is samengesteld uit diverse Volkskrantartikelen:
via de bibliotheek heeft hij gratis toegang tot alle
dossiers en de archieven van de landelijke kranten. De dossiers zijn ook te lezen via een widget op zijn
de tijd vooruitgesneld. Het gaat om fragmenten
Stadsbibliotheek Haarlem, vorig jaar samen met twee collega’s de toekomst van de bibliotheek
beschreef. Het was niet eens zo’n verre sprong in de toekomst. Vijf jaar maar. In 2014 gaat het er zo aan toe, dachten ze.
Het Jules Verne-effect dat de beschrijvingen van
Klerk c.s. op de lezer hebben, illustreert de dynamiek van de ‘digitale revolutie’. Er raast een storm door
liever vandaag dan morgen een antwoord moeten die via Google informatie zoeken, worden niet op
het spoor gezet van wat de bibliotheken te bieden
hebben. We buiten onze kracht niet uit. In Haarlem hebben we jaarlijks 2,2 miljoen raadplegingen van
de digitale catalogus. Kun je nagaan hoe groot het
landelijke volume is. Maar die raadplegingen worden niet bij elkaar opgeteld, dus scoor je niet in Google.”
de wereld van media en informatie, dat is een ding
Daarom is de nationale bibliotheekcatalogus zo
middenin.
Google ‘bibliotheekresultaten’ opleveren. “Bedenk
dat zeker is. En de openbare bibliotheek staat er
21
belangrijk, zegt hij. Straks zal een zoekactie via dat tachtig procent van de volwassenen geen
>
bibliotheekgebruiker meer is. Een groot deel daarvan,
“Zo heb je dus te maken met allerlei barrières die
via Google. Het is enorm belangrijk dat die weer op
leden. We moeten in de eerste plaats al die barrières
kun je veilig aannemen, zoekt regelmatig informatie de diensten van de bibliotheek worden gewezen.”
‘De grote partijen stomen wel door’ De tweede uitdaging zit besloten in de vraag of de bibliotheken voldoende content digitaal kunnen aanbieden. “Neem e-books. Het beschikbare
aanbod is miserabel. Terwijl er ik weet niet hoeveel
rechtenvrije titels zijn. Die zou je via AquaBrowser, de zoekmachine van de openbare bibliotheken, kunnen aanbieden.”
Zaak is dat uitgevers ertoe worden aangezet
e-books uitleenbaar te maken. Klerk constateert
verhinderen dat je content beschikbaar stelt voor je zien te slechten.”
En de laatste uitdaging volgens Klerk: bibliotheken moeten hun informatieverstrekking beter
afstemmen op de individuele gebruiker. “De
technologie is in huis. Elke bibliotheekgebruiker
heeft een leenprofiel, simpelweg de geschiedenis van zijn bibliotheekgebruik. Wat voor type lezer is het? Wat zijn de interesses? Die kennis kun je
inzetten om hem op maat te bedienen. Nieuwe, zogenaamde semantische technieken maken
het bovendien mogelijk dat op het moment van een zoekactie alle relevante content dynamisch
wordt gepresenteerd. Niet alleen informatie, maar
bijvoorbeeld ook een pas verschenen roman over het onderwerp, een film.”
een grote terughoudendheid. Dat heeft voor een
Klerk is te spreken over de inspanningen van
vermenigvuldiging. Zwaar overdreven, vindt hij.
op de goede weg. En aan een gevoel van urgentie
deel te maken met vrees voor ‘kraken’ en illegale
“Er zijn hele volksstammen die helemaal geen zin
hebben in trucs om illegaal te downloaden. Het is
ingewikkeld, je moet je pc erop inrichten, wat niet gratis is, en het kost zeeën van tijd.”
Een andere reden voor de gereserveerde houding is dat de uitgevers net zo goed onzeker zijn
over de toekomst. “Alles is aan het schuiven. Ze
denken bijvoorbeeld aan het inrichten van eigen webwinkels. Schrijvers zouden in de toekomst
uitgevers kunnen passeren en hun boek direct online
Bibliotheek.nl. “De plannen zien er goed uit, we zijn ontbreekt het ook niet.”
Wel doen de bibliotheken er wat hem betreft goed aan nog meer te focussen op de rol van makelaar van betrouwbare informatie. Juist in het digitale tijdperk. “Dat is wat ons echt onderscheidt van
andere partijen. Je ziet bibliotheekinstellingen zwaar inzetten op dingen als ontmoeting, educatie, kunst
en cultuur, ‘beleving’. Mooie en nuttige elementen in het servicepakket, maar uniek of superieur zijn we daar niet mee.”
kunnen aanbieden. Bol.com heeft plannen om zelf
Hij vertelt over een bezoek aan de Bibliotheek
echt samen op moeten trekken, anders worden we
ontmoetingscentrum. Je kunt er eten, drinken,
titels te gaan uitlenen. We zullen als bibliotheken
van het veld gespeeld. De grote partijen stomen wel door.”
Uitdaging drie: het thuis gebruiken van digitale informatiebestanden moet toenemen. Voor
bibliotheekleden is bijvoorbeeld van de dagbladen
nu alleen de digitale versie van de Volkskrant gratis beschikbaar. Ook bij de krantenuitgevers een hoop koudwatervrees, vindt Klerk. “Ze zijn bang dat
het tot verlies gaat leiden, maar ik denk dat het
tegenovergestelde het geval zal zijn en dat het juist
Amsterdam. “Die profileert zich sterk als
vergaderen. Ze bieden ook gratis internet. Ik keek
eens goed rond; iemand zat een pokerspelletje te
spelen, een ander patience. Daar is allemaal niets mis mee, maar het heeft weinig te maken met
onze raison d’être en dat is dat we een kennis- en
informatiecentrum zijn. Ik vind dat we daar bij stil
moeten staan. Anders zou de overheid dat wel eens
kunnen doen. Het is immers een gewettigde vraag of al die nevenfuncties en -activiteiten wel subsidiabel horen te zijn.”
een weg is om relevantie te herwinnen. Je moet als
gezamenlijke bibliotheken natuurlijk tot een goede afkoopregeling komen.”
22
Jan van Schoot inkoopmanager Libris en Blz. Jan van Schoot, inkoopmanager voor de
boekhandelsketens Libris en Blz., samen goed voor een marktaandeel van 18 procent in het algemene boek, voorziet dat de markt voor e-books zich zal gaan opsplitsen in een aantal segmenten. In de
eerste plaats een categorie professionele gebruikers, met name zakelijke en educatieve, omdat daar de
voordelen, zoals het gesegmenteerd aanbieden van informatie, evident zijn.”
“Bedenk wel dat je het over een groeimarkt hebt. De Nederlandse situatie kun je niet vergelijken met buitenlandse modellen. Ons taalgebied is
nu eenmaal veel kleiner is dan bijvoorbeeld de
Verenigde Staten, waar het e-book al een bepaalde positie heeft gekregen.”
Voor de consumentenmarkt voorziet Van Schoot
een snelle groei van het aantal zogenaamde ‘early adapters’: mensen die het leuk vinden om een
e-reader te hebben en daar snel veel boeken op te zetten. “Het is wel de vraag hoe lang zij daarmee
‘Hoge prijs e-books is een misvatting’
door zullen gaan. Ze zullen zich waarschijnlijk
vooral gaan richten op leesmomenten als ze op reis of op vakantie zijn. We zien inmiddels ook al dat
niet duidelijk is of e-books een additionele markt
kopen. Het ene om in de kast te zetten, het andere
hebben ze er helemaal geen belang bij.”
consumenten zowel het fysieke boek als het e-book omdat het gemakkelijk is om twintig, dertig boeken
vormen. Als blijkt dat het een vervangende markt is,
op je e-reader mee te nemen.” Een opmerkelijke
Welke prijs er op dit moment ook gehanteerd wordt,
licht verruimende markt.
verdient aan e-books. Alle aanbieders investeren fors
ontwikkeling, vindt hij, die zou kunnen duiden op een
Welke rol speelt de prijs van e-books bij de marktontwikkeling? “Uitgevers zijn zeer afwachtend. Ze stellen dat
ze belang hebben bij een stabiel en evenwichtig
prijsniveau. De traditionele boekenaanbieders zullen ook niet snel met de prijs gaan werken, omdat nog
23
volgens Van Schoot is er nog geen enkele partij die al in advertentiecampagnes om een marktpositie te
veroveren. En hoewel de prijs van e-books vergeleken met die van het traditionele boek hoog lijkt, zullen de investeringen niet snel worden terugverdiend. “Die hoge prijs is trouwens een misvatting. Op
dit moment is het hele model van het e-book
gebaseerd op het fysieke boek. Het is de vraag of je de prijs van een e-book op het huidige niveau kunt
handhaven als er geen fysiek boek tegenover staat.
De enige kosten die je er dan namelijk afhaalt zijn de drukkosten en de kosten van distributie. Bij elkaar is dat maar zo’n 15 tot 20% van de totale prijs.”
Peter Luit (cross)media procesanalist Digitalisering vergroot de keuzevrijheid van de
consument, stelt (cross)media procesanalist Peter Luit. “Waar uitgevers vroeger producten naar de
consument ‘duwden’, is het nu de consument zelf die bepaalt wat hij wil lezen, en digitalisering maakt dat een stuk gemakkelijker.”
Volgens Luit moet niet de fout worden gemaakt de ontwikkelingen in de boekenbranche te vergelijken met die in de muziekwereld, zoals iTunes. “Die
markt is zeer homogeen, terwijl de boekenmarkt juist heel versnipperd is. Je ziet dat ook aan de
toch ook niemand over? Ik denk ook dat uitgevers geen kopieerbeveiliging op hun boeken moeten zetten. Dat zal vooral remmend werken op de verkoop.”
Luit vindt dat uitgevers de opkomst van digitale
boeken niet als bedreiging maar als kans moeten zien. Hij maakt daarbij de kanttekening dat een omslag in het denken nodig is, omdat er een
duidelijker één-op-één relatie ontstaat. “Uitgevers moeten hun klanten nog beter leren kennen. Ze
moeten zich niet laten leiden door angst, ze moeten creatief aan de slag met het opzetten van nieuwe verdienmodellen. En ze dienen zich te realiseren
dat het geschikt maken van een boek voor beide
uitgeefprocedés de nodige technische aanpassingen vraagt.”
prijzen worden gevraagd. Van gratis tot wat er maar
En welke implicaties heeft de komst van het e-book voor de bibliotheek?
Hij denkt dat het handhaven van de vaste
Luit: “In de verre toekomst wordt de traditionele rol
Regelgeving in die richting is makkelijk te omzeilen
geen zorgen over maken als ik bibliotheekdirecteur
businessmodellen. Bij iTunes is nu min of meer
sprake van een standaardprijs van 9,90 euro per cd, terwijl er voor digitale boeken heel verschillende voor gevraagd kan worden.”
boekenprijs voor digitale uitgaven niet zal werken.
zijn door simpelweg servers in het buitenland neer te zetten.
De prijs van digitale boeken zal sowieso een
belangrijk thema zijn bij de verdere ontwikkeling
van het digitale boek, voorspelt Luit. “Consumenten
zijn niet gek. Die snappen heus wel dat een uitgever voor een digitaal boek geen duur productie- en
distributieapparaat nodig heeft en dat een prijs
die maar een paar euro lager ligt dan die van een
papieren uitgave veel te hoog is. Mensen willen best
betalen voor digitale boeken, maar de prijs moet wel in verhouding zijn.”
Voor een toekomst van illegaal downloaden is hij
niet bang. “In de eerste plaats zal het voorlopig zo’n vaart niet lopen, gezien de grote diversiteit van
niet compatibele e-readers en bestandsformaten. Veel fundamenteler is dat een gewoon boek ook
vaak door meer mensen wordt gelezen dan alleen de koper. Als ik een boek aanschaf en ik leen dat
vervolgens aan mijn hele familie uit, dan hoor je daar
van uitlener wellicht marginaal, maar ik zou me daar was. Er liggen kansen genoeg om de bibliotheek om te vormen tot cultureel/literaire ontmoetingsplaats met een sociale rol, waar events worden
georganiseerd, waar mensen gebruik kunnen maken van touchscreens. Eigenlijk zouden bibliotheken
zich in de toekomst moeten omvormen tot media experience centra.”
‘Bibliotheken moeten media experience centra worden’ 24
Jan de Waal IT-manager Bibliotheek Maasland Hoe digitalisering het bibliotheekwerk zal
Die functie wordt volgens De Waal alleen maar
Bibliotheek Maasland in Oss, hoeft er geen
googelaar, waar hij ook naar op zoek is, op internet.
beïnvloeden? Jan de Waal, IT-manager van
seconde over na te denken. “Totaal.” Ja, inclusief de
mogelijkheid dat de openbare bibliotheek verdwijnt. Net als papier overbodig geworden, iets van een voorbije wereld, passé.
“De kern van het verhaal is dat informatie niet meer
plaats- en collectiegebonden is. Alles is voor iedereen elk moment waar dan ook bereikbaar. Centrale regie
– het uitlenen en twee of drie weken later weer laten terugbrengen – is een achterhaald concept.”
En toch blijft hij geloven in de toekomst van ‘de bieb’.
belangrijker. Een tsunami van informatie wacht de
Maar wie leert je daarin op de been te blijven? Hoe onderscheid je serieuze informatie van flauwekul, van propaganda? Hoe bonafide van malafide
bronnen? Wat is het verschil tussen een primaire bron en een afgeleide?
De Waal: “Mijn zoon wilde zijn brommerrijbewijs halen. Dus zocht hij de site van de ANWB op.
Hoezo ‘dus’ een ANWB-cursus? Dat de ANWB
een commerciële partij is, daar had hij niet bij nagedacht.”
Of misschien is het meer hoop dan geloof. “De rol
Het ministerie van Onderwijs wil dat de openbare
maar dat wil nog niet zeggen dat zij als middelaar
maken. Handen en voeten ontbreken nog aan het
van de bibliotheek als distributeur raakt uitgespeeld, tussen aanbieders en ontvangers van informatie geen nuttige functie meer kan vervullen.”
25
bibliotheken meehelpen jongeren ‘mediawijs’ te project, vindt De Waal, maar het idee is goed.
In Oss zijn met gemeentelijke gelden op een aantal
>
‘Uitlenen en laten terugbrengen is een achterhaald concept’ basisscholen mediatheken ingericht. Motto: ‘Als
meer niet.” Multimediaal is de toekomst. Teksten van
moet de bibliotheek naar de kinderen.’ Behalve een
ervan zien, twitteren met andere liefhebbers en
kinderen niet meer naar de bibliotheek komen, dan collectie boeken heeft zo’n mediatheek tien pc’s.
Er zijn mensen, beroeps of vrijwilligers, die de kids
helpen bij het maken van werkstukken voor school.
‘Bibliotheek moet het makkelijker maken voor mensen voor de klas’ Samenwerking met het onderwijs acht De Waal
Shakespeare lezen, moderne theatrale verbeeldingen auteurs – noem maar op.
“Als bibliotheek kunnen we een soort digitaal
tankstation worden. Wij helpen boeken op e-readers te zetten. Natuurlijk kan dat thuis ook: betalen en downloaden. Maar de openbare bibliotheek heeft
zich altijd bekommerd om mensen die het ontbrak
aan geld en vaardigheden.” Probleem: daarvoor heb je eigenlijk alleen maar een landelijk apparaat met een
goede server en een afrekenmodel nodig. Geen lokale bibliotheken.
essentieel. “Wij moeten onze functie waarmaken
Als Jan de Waal de traditionele bibliotheek ziet
te maken. We moeten als bibliotheken wat te
hij noemt ‘de biologische behoefte van mensen
door het voor de mensen voor de klas gemakkelijker bieden hebben. Wij zijn goed in het ontsluiten van informatie, in het beoordelen van kwaliteit.”
Voor Jan de Waal staat vast dat we nog maar
aan het begin van de digitale revolutie staan. Nu
knabbelt die aan het informatieve boek. “Daar staat
informatie in die minstens een jaar oud is.” Het boek dat voor het plezier wordt gelezen, wacht hetzelfde lot: als papieren product zal het weldra verdwijnen. “Binnen nu en vijftien jaar,” zegt hij stellig.
Hij demonstreert een e-reader. Honderd titels zet je er zo op. En het is nog maar een voorproefje van de eindeloze mogelijkheden die wachten. “Dit is een
tamelijk primitief ding. Een boek zonder bladzijden,
overleven, dan heeft dat vooral te maken met wat om elkaar te ontmoeten’. De bibliotheek als plek van gezelligheid zonder consumptiedwang. Zo
worden er in de bibliotheek in Oss naast lezingen en
klassenbezoeken ook ‘LAN-party’s’ gehouden. Jongens spelen er enthousiast ‘wargames’.
De Waal: “Brengen we ze zo tot lezen? Nee hoor.
Maar ze leren wel de weg naar de bibliotheek vinden. En oorlogje spelen, is dat dan gepast in wat toch
een culturele instelling is? Dat vragen collega’s, dat zijn nu eenmaal vaak vrouwen. Het valt me op dat
vrouwen veel angstiger, defensiever zijn als het gaat om de nieuwe media. Ze zijn ook voortdurend bang dat jongeren op foute sites terechtkomen. Ik vind dat we moeten oppassen voor vertrutting van de digitalisering”
26
Tonie van Ringelestijn journalist Als freelance journalist en radiomaker volgt Tonie van
en door het ontstaan van sociale netwerken op dat
op de voet. De digitalisering van informatie heeft
kijken en naar de radio luisteren daaronder te lijden.
Ringelestijn de ontwikkelingen op IT- en mediagebied tot een ‘information overload’ geleid, stelt hij vast.
“Ik heb zelf ook last van infobesitas. Je raakt steeds meer afgeleid door allerlei informatiestromen. Een
lang rapport lezen of een groot achtergrondverhaal
schrijven is bijna niet te doen als je een telefoon in de buurt hebt waarop voortdurend allerlei updates van het nieuws binnenkomen.”
Van Ringelestijn merkt ook dat als gevolg van de
digitalisering de omvang van de stukken informatie
afneemt. Naarmate mensen daaraan gewend raken, zal de populariteit van het medium boek afnemen, denkt hij. Zeker bij de jongere generatie. “Boeken lezen wordt iets dat je echt alleen nog maar op vakantie doet.”
Een andere trend, met name bij informatieve boeken, is het ‘selectief lezen’. “Je ziet steeds vaker dat
mensen via sites als Google Books alleen maar de
passages lezen die op dat moment voor hun relevant zijn. Ze krijgen dus minder verrassingen, minder
dingen waar ze toevallig op stuiten. Je krijgt dat met nieuwe media steeds vaker: je volgt sites die je al
kent, je volgt mensen die je al kent, daardoor leg je jezelf wel beperkingen op.”
medium. “Behalve lezen hebben bijvoorbeeld ook tvMinder tijd hebben voor lezen betekent overigens niet altijd dat je minder informatie tot je neemt.
Digitalisering van informatie heeft als voordeel dat je efficiënter kunt lezen. Waar je vroeger soms veel tijd kwijt was met bladeren door tijdschriften, kun je de gewenste informatie nu veel sneller vinden.”
Het wordt echt tijd dat boekenuitgevers eens vaart gaan maken met het digitaal uitgeven, vindt hij.
Zelf zoekt hij met enige regelmaat naar e-books,
maar tot zijn teleurstelling zijn er nog maar heel weinig beschikbaar. “Pas nog gezocht naar een
boek waarvan de uitgever een jaar geleden zei dat het ook als e-book zou worden uitgegeven. Niet te vinden, niet digitaal uitgegeven. Waarom? Ik
weet het niet. Ze hebben de informatie digitaal. Zet het in ePub-formaat, dat is het formaat dat bijna
alle Nederlandse uitgevers intussen omarmen, en dan kun je het zo via een stuk of vijf e-book sites aanbieden.”
Bang voor illegale downloads misschien?
Niet alleen wordt aan lezen minder tijd besteed, ook
“Ik kan het me niet voorstellen. Er zit een
Van Ringelestijn onder druk door internetgebruik
is. Maar ik zie op sites als Piratebay nauwelijks
andere vormen van vrijetijdsbesteding staan volgens
27
kopieerbeveiliging op, die misschien wel te kraken
>
Nederlandstalige boeken. Los daarvan: de prijzen
van e-books moeten omlaag. Het is krankzinnig dat
‘Boeken lezen wordt iets voor de vakantie’
de prijs nauwelijks lager is dan die van een papieren boek. Uitgevers realiseren zich niet dat ze op deze
manier een nieuwe inkomstenstroom veel kleiner
houden dan-ie kan zijn. Bij nieuwe ontwikkelingen moet je juist stunten met de prijs. Maar dat dringt niet door. De gedachte is dat de mensen die nu al
een e-reader kopen dat zo graag willen dat ze ook wel een relatief hoge prijs voor de boeken willen betalen.”
Een deel van de oplossing ligt volgens Van
Ringelestijn ook bij auteurs. Zij zouden zich harder moeten maken voor het ook als e-book op de
markt brengen van hun werk en niet bang moeten zijn voor een kannibaliserend’ effect. “Mensen die nu een e-book kopen, zouden het papieren boek
waarschijnlijk toch niet gekocht hebben. Digitale
boeken zorgen dus gewoon voor een stukje extra omzet.”
Als voorbeeld van hoe het ook kan noemt hij de
Belgische auteur Ivo Victoria, die vorig jaar een boek
als e-book publiceerde. Victoria vroeg de lezers zelf te bepalen wat zij ervoor wilden betalen. De betaalde bedragen liepen uiteindelijk uiteen van vier tot
achttien euro. In totaal verkocht de auteur enkele
honderden boeken. Op de markt van e-books mag dat een bestseller genoemd worden.
28
Peter van Eijk directeur Bibliotheek.nl “Tik op de zoekmachine van Google ‘Oorlog en vrede’
De opgaven waar de openbare bibliotheken voor
je een verwijzing naar ‘Literatuurplein’, het digitale
vergroten we ons bereik onder leden, hoe kunnen we
eens in,” zegt Peter van Eijk. “Pas op pagina 9 vind forum van de openbare bibliotheken.”
Van Eijks voorstelling blijkt niet helemaal te kloppen. De geïnteresseerde in Tolstoj’s meesterwerk heeft
niet acht, maar al 19 pagina’s ‘omgeslagen’ als hij ziet dat hij ook bij de bibliotheek terecht kan.
Des te klemmender is het argument. “Wat hebben we als bibliotheken niet een schat aan cultuur en
staan, zijn volgens Van Eijk duidelijk genoeg. “Hoe
ons gezamenlijk aanbod vergroten en hoe kunnen
we met minder financiële middelen meer bieden?” Je zou het niet meteen uit zijn mond verwachten, maar hij relativeert de betekenis van ict in deze
exercitie. “Denk niet dat ict je problemen oplost.
Aan de andere kant is het ondenkbaar dat ict geen belangrijke rol speelt in je toekomstplan.”
informatie te bieden, en wat hebben we die goed
Eén ding staat voor hem als een paal boven water:
Peter van Eijk is directeur van de stichting
te beantwoorden zijn. “Neem e-books. Of je het
verstopt!”
Bibliotheek.nl, die eind vorig jaar is opgericht door
de Vereniging van Openbare Bibliotheken (VOB). Als
zodanig is hij de loods die het bibliotheekwerk in het digitale tijdperk moet brengen. De koers is er. Twee
jaar geleden werd die vastgelegd in de Agenda voor de toekomst, een strategienota van de VOB met als
het gaat om vragen, die alleen op nationale schaal leuk vindt of niet, die komen er aan. Het is een
onstuitbare ontwikkeling. Een uitdaging, die door de bibliotheken beantwoord moet worden, en dat kan
niet op de schaal van Arnhem of Apeldoorn. Dat kan alleen op nationale schaal.”
kerndoel de vorming van een gezamenlijke digitale
Gezamenlijk optreden is ook een ‘must’ als het er om
enthousiaste mensen, die de opgaven in kaart
verbeteren. Zie de speurtocht naar ‘Oorlog en Vrede’.
bibliotheek. De bemanning is er nu ook. “Vijftien
hebben gebracht en heldere antwoorden hebben.”
29
gaat de zichtbaarheid van het bibliotheekaanbod te
“We hebben te maken met een generatie die op haar
>
‘Bibliotheekvernieuwing: denk niet dat het stopt’ wenken bediend wil worden, die niet eindeloos scrolt
het feit dat je voor een boek op Zoek&Boek bent
webpresentatie zodanig moeten verbeteren dat
historisch goed verklaarbaar hoe het allemaal is
om iets te vinden. We zullen dus onze gezamenlijke we bij een zoekactie via Google altijd op de eerste pagina met resultaten zitten.”
Laten we samen vooral blijven kijken naar onze
gebruiker, houdt Van Eijk de bibliotheekbestuurders en -directies voor. “Die wil eenvoudige toegang tot het bibliotheekaanbod, dat per slot van rekening met belastingcenten is vergaard. Die zegt: hoe
u het klaarspeelt, moet u weten, àls u het maar klaarspeelt.”
‘We moeten ons afvragen: is dit anno 2010 goed genoeg?’ Succesvol innoveren: hij heeft er en mooie definitie
van. Het betekent, zegt hij, de feiten onder ogen zien en vertrouwen houden op een goede afloop.
Een vervelend feit is de onzichtbaarheid van de
aangewezen en voor een cd op Digileen. Het is
ontstaan, en velen hebben er met de beste intenties aan gewerkt, maar uiteindelijk moeten we ons
afvragen: is dit anno 2010 goed genoeg?” Een vraag, zegt Van Eijk, die we, als we eerlijk naar elkaar zijn, ontkennend moeten beantwoorden. De ‘digitale
revolutie’ heeft tot een wildgroei van bibliotheeksites geleid. Daarin zal dus ‘tolerant gesnoeid’ moeten worden.
“Je moet dat inderdaad omzichtig doen. Zo’n beetje als een tuinman. Niet met de shovel, maar met de
heggenschaar. Met als uitgangspunt: de leden van
de bibliotheek. Hoeveel bezoekers trekt je site? Hoe wordt die gewaardeerd? Als het onder een redelijk peil is, moet je kunnen zeggen: alle respect voor de
goede bedoelingen, maar weg ermee. AquaBrowser is heus geen slecht instrument, maar onze index is
via dit instrument niet op Google te vinden. Je moet dan durven concluderen: dit is niet state of the art. Dit is onder ons niveau.”
openbare bibliotheek op internet. Of liever: het
Volgens de Agenda voor de toekomst is er straks één
bibliotheekgebruikers te zien krijgen. “Alleen al
er bovendien gepersonaliseerde dienstverlening
is een gefragmenteerd beeld dat de vier miljoen
landelijke catalogus en één bibliotheekportal, terwijl
30
is: ‘Mijnbibliotheek.nl.’ Daarop zullen leden van
partijen in ons werkveld zoals Bol.com en ik geef
toegesneden pagina hebben, één zoekfunctie voor
bewust dat ze in een race zonder finish zitten. En het
alle collecties en de mogelijkheid om widgets aan te maken op bijvoorbeeld Hyves. Met één enkel
mijn ogen goed de kost. Die zijn zich er heel wel van gaat heel hard.”
vinkje moeten ze identificatie en autorisatie kunnen
Het is nog niet zo lang geleden dat Peter van Eijk
Op applaus rekent Van Eijk niet als het volgens
Intussen is hij natuurlijk een insider, maar wel
regelen.
plan in 2012 allemaal in kannen en kruiken is.
“We zullen hebben beantwoord aan de volstrekt
gerechtvaardigde vraag van onze klanten. Niks meer.” En omgekeerd? Wat als het niet zou lukken? “Dan,”
arriveerde in wat hij wel ‘bibliotheekland’ noemt. een die de blik-van-buiten-af, de ‘helikopterview’,
waardeert en koestert. Hoe zit het volgens hem met de veranderingsbereidheid in het bibliotheekwezen, het gevoel van urgentie?
zegt Van Eijk, “wordt bewaarheid wat in het beruchte
Van Eijk: “Ik heb intensieve contacten met het
nu’ van het Sociaal en Cultureel Planbureau ‘het
antwoorden op de uitdagingen op nationaal niveau
rapport ‘De openbare bibliotheek tien jaar van
meest waarschijnlijke scenario’ werd genoemd.
Marginalisering van de openbare bibliotheek. De
kans is dan groot dat het een kwijnende instelling zal worden, waar een dame op leeftijd zo af en toe nog een boek komt lenen.”
Nog iets moet hem van het hart. “Dit is geen
project.” Hij bedoelt: een project is eindig in de tijd,
een onderneming die je begint en, liefst met succes, afsluit. “Bibliotheekvernieuwing is een permanent proces. Denk niet dat het stopt. Ik kijk naar andere
31
werkveld en ik kan niet anders concluderen dat de gezocht moeten worden. Dat is enorm belangrijk. Er is een breed draagvlak voor wat we doen. Er is
enthousiasme. Waar blijven jullie met je spullen?, hoor ik. Wij zijn er klaar voor.”
>
de bibliotheek hun eigen op hun belangstelling
Visie uit de cockpit Een vaste rubriek in ProVisie. Een opiniemaker geeft zijn of haar visie op het thema. Praat over de rol en betekenis van bibliotheken. Over heden en toekomst. Prikkelend en inspirerend. In deze aflevering is het woord aan Hans van Driel.
Dr. Hans van Driel (1952) is universitair hoofddocent
Van Driel: “Ik probeer zelf zo extreem mogelijk
Universiteit van Tilburg. Hij werkt aan de faculteit
vroegere mechanistische denken schuift de
(vakken Mediawijsheid en Beeldcultuur) aan de Geesteswetenschappen, departement Taal- en
Cultuurstudies, en is geboeid door de invloed van de
opkomende digitale cultuur op ons wereldbeeld. Hoe staan wijzelf en organisaties als bibliotheken in de wereld nu de schriftcultuur aan betekenis aan het inboeten is? Hij is actief betrokken bij de (digitale) ontwikkelingen in het bibliotheekwerk. Via zijn
twitteradres @hvdriel geeft hij twittercolleges over de bibliotheek in een digitale cultuur.
postmodern te denken. Onder invloed van het uitkomst toch wel naar het midden op. Het
eeuwenoude wereldbeeld laat de wereld zien als een samenhangend geheel van oorzaak en gevolg. Deze kijk heeft nog altijd grote invloed op ons denken
en handelen en op de inrichting van instituties. Het postmoderne wereldbeeld concurreert ermee. De
trefwoorden die daarbij passen staan haaks op de
mechanistische: bottom-up, simultaan, divers, plat, maatwerk, dynamisch en participatie.
Van Driel is helder in zijn opvattingen. De wereld
Hoe je als bibliotheek greep krijgt op deze
dat de bibliotheken de ramen wijd openzetten.
hebt. Maar je moet wel durven meegaan. Investeer
om ons heen is aan het veranderen. Het is nodig Enerzijds om te zien wat er om ons heen anders speelt dan we gewend zijn. Maar ook om op
verschillende manieren partners te vinden om mee samen te werken. “En dan bedoel ik geen
vaste samenwerkingspartners. Nee, ik bedoel juist ad hoc contacten om samen een bepaald punt
te verwezenlijken. Daar liggen prachtige kansen voor bibliotheken, die goed aansluiten bij de
manier waarop digitalisering invloed heeft op de
samenleving. Want digitalisering heeft grote invloed op het dagelijks leven.”
ontwikkeling? Besef dat je er zelf heel veel invloed op in mensen, zet de ramen open en laat zien dat je
de knop wil omzetten. Meedoen, ontwikkelingen
volgen, om daarna over te gaan tot de orde van de dag werkt niet. Pak de handschoen op en creëer
ruimte voor een vervolg. Alle medewerkers, van de
balie tot achter de schermen, moeten zich zodanig kunnen ontwikkelen en trainen dat zij vragen herkennen en kunnen omzetten in bruikbare
signalen. Je bent pas een huis voor mediawijsheid,
indien je zelf als bibliotheek mediawijs handelt in je eigen doen en laten.
32
‘De bibliotheken moeten de ramen wijd openzetten’ Creëer ruimte voor reflectie. Durf periodiek bij elkaar
naar een digitale cultuur. Je kunt deze overgang
denken. Hoe speel je in op ontwikkelingen in de
schriftcultuur. Hoewel er in kleine kring bewondering
te zitten en los over een actueel onderwerp na te
wereld om ons heen? Maak creativiteit in mensen
los. Faciliteer die gelegenheden. Ik besef dat het in de praktijk echt niet gemakkelijk is. De dingen van de dag eisen de nodige aandacht op. Maar het is
duidelijk dat de concrete uitkomsten stimulerend werken. Het draait daarbij om participatie.
Bibliotheken samen moeten uitdragen en uitstralen hoe ze werken.
‘Digitalisering is metafoor voor een andere manier van denken’ Bibliotheken kunnen bij uitstek verbindingen maken. Ik heb thuis een winkel aan boeken. Ik heb er geen
bezwaar tegen die met anderen te delen. Ook op de universiteit staan op verschillende kamers aardige
collecties. Al die collectie zouden met elkaar kunnen worden verbonden. Denk je eens in welke rol een bibliotheek hierin kan spelen.
We zitten middenin de overgang van een schrift-
33
vergelijken met die van de orale cultuur naar de
was voor het nieuwe medium, was de weerstand
tegen de schriftcultuur groot. Het schrift zou mensen passief maken, omdat je je geheugen niet meer
hoeft te trainen om alles te kunnen onthouden.
Maar het grootste nadeel volgens de tegenstanders: schrift is niet interactief. Het is eenrichtingsverkeer. Als je iets wil vragen, dan kan het schrift de vragen niet beantwoorden. Het enige waar het schrift toe in staat is, is zichzelf te herhalen. Volgens Socrates had het schrift zoveel nadelen dat het hooguit
een marginale rol in de samenleving kon spelen.
Gelijksoortige bezwaren zien we nu bij mensen die in de schriftcultuur zijn opgegroeid en moeite hebben met de digitale cultuur.
Het succes van de schriftcultuur is achteraf te
verklaren. Die bleek bij uitstek te passen bij het
mechanistische wereldbeeld van het Westen. Onze samenleving heeft lang een geordend geheel
geleken. De schriftcultuur kun je achteraf zien als
een metafoor. Ze kent stabiele structuren met een
duidelijk begin en een evident einde. Pagina’s volgen elkaar lineair op. Genres zijn helder omschreven. De auteur is de schrijver, de tekst het boek. De
uitgever, de boekhandel en de bibliotheek zijn de
>
noodzakelijke en unieke instituties om een boek in
bezit te krijgen. Het lezerspubliek is politiek, religieus en cultureel helder gesegmenteerd. Zo weerspiegelt de schriftcultuur een stabiele en transparante
samenleving. Bovendien heeft het schrift een hoge status verworven. Alle intellectuele vaardigheden
komen eruit voort. Op basis van de schriftcultuur is een intellectueel bolwerk gebouwd, dat zijn macht over de samenleving probeert te handhaven. Een min of meer incestueuze samenleving met vaste
boekenprijzen en boekenballen, waar de gedrukte media een hoge status aan hebben toegekend.
Maar aan dit denken komt een einde. Daar zijn heel veel concrete aanwijzingen voor. We hebben lange tijd Eurocentrisch of, misschien beter, Amerikaans
gedacht. We gingen ervan uit dat wij het centrum
van de wereld zijn en dat onze normen en waarden
die van de hele wereld zijn of moesten worden. Dat blijkt een illusie. We komen erachter dat andere
continenten mee gaan doen en dat hun normen en
waarden evengoed meetellen. De klimaatconferentie in Kopenhagen heeft heel duidelijk gemaakt dat
wij landen als China en India, de Afrikaanse landen, niet langer onze normen kunnen opleggen. Van de
Zoals op het schrift is gereageerd, zo hebben mensen
meer over. Bij een veranderende samenleving horen
Als een nieuwe medium zich verder ontwikkelt,
oorspronkelijk geordende samenleving is vrijwel niets ook andere trefwoorden dan stabiel en transparant. Meer passend zijn begrippen als ongrijpbaar, onbepaalbaar, verstrooiend, multicultureel
en –mediaal, veelkleurigheid, interactiviteit, individualisering en pluriformiteit.
‘Digitale cultuur heeft estafettestokje van schriftcultuur overgenomen’ De digitale cultuur lijkt in overdrachtelijke zin het estafettestokje van de schriftcultuur te hebben
overgenomen. Waar het schrift staat voor ordentelijke standvastigheid, is de digitalisering de belichaming van on-, multi-, pluri- en inter-termen. Steeds
duidelijker wordt dat het vertrouwde mechanistische wereldbeeld plaatsmaakt voor een wereldbeeld dat we postmodern kunnen noemen.
vaak gereageerd op de komst van een nieuw medium. herkennen we een patroon, het zogeheten ARIA patroon dat uit vier fasen bestaat: Amazement, Resistance, Imitation en Authenticity.
Aanvankelijk is er verbazing, zo niet bewondering. Die uit zich bij een kleine groep mensen. De grote
meerderheid bevindt zich vrijwel direct in de tweede fase: die van de weerstand.
Meestal wordt een nieuw medium als bedreigend ervaren, of als onzinnig. De weerstand is dan ook groot. Natuurlijk is dat verklaarbaar vanuit de
vertrouwdheid met de gevestigde media. In eerste aanleg kan een nieuw medium ook niet anders
dan uitingen van vertrouwde media imiteren. Deze kopieerlust zien we al in de klassieke oudheid. De eerste schriftelijke teksten waren opgeschreven
redevoeringen en verhalen, die op vertrouwde wijze, dus hardop, werden gelezen. Via de telefoon werden in eerste instantie brieven voorgelezen. De eerste
tv-uitzendingen waren in principe via een camera
geprojecteerde toneeluitvoeringen. Recenter hebben
we gezien dat organisaties communicatie, die typisch
is bedoeld voor drukwerk, op de website plaatsen. Pas als de kracht van het nieuwe medium groot genoeg
34
Het perspectief van de visie Mechanistisch
Postmodern
top down bottom up lineair parallellen institutioneel werkplaatsen producent/consument prosumenten handeling beleven alles voor iedereen maatwerken
gaat alles omgekeerd, bottom-up. Essentie is dan het
delen van kennis. Er niet vanuit gaan dat een instantie alle kennis en vaardigheden heeft en het alleenrecht om die kennis en vaardigheden te verspreiden. De bibliotheek is een typisch voorbeeld van de
schriftcultuur. Zowel wat organisatie als wat denken betreft. Alles wordt in causaliteiten uitgedrukt en is, wordt het geleidelijk geaccepteerd. Dat is op het moment dat de eigenaardigheden zodanig zijn
ontwikkeld dat het zich onderscheidt van vertrouwde media. Dit patroon is bij elke ontwikkeling van een medium te zien.
‘Bibliothecaris gedraagt zich als een notaris in een kennispaleis’ Opgegroeid in een schriftcultuur kunnen we eerst
moeilijk anders dan op een schriftelijke wijze omgaan met de digitale media. Pas als er nieuwe eigen
waarden ontstaan, wordt de overgang daadwerkelijk gemaakt. Internet werd pas interessant toen we de
overstap maakten naar web 2.0 en het kopiëren van
folders op websites achter ons lieten. Maar pas als je
goed beseft wat de eigen aard van een nieuw medium
is, kun je de eigen waarde benutten. De nieuwe media bieden legio oplossingsrichtingen in zaken die met de klassieke benadering zijn vastgelopen. Het is eigenlijk
een omgekeerde benadering van wat we gewend zijn. We willen nu nog alles top-down regelen, maar straks
35
de mensen denken in piramides van hiërarchie. Ik chargeer een beetje, maar de gemiddelde
bibliothecaris gedraagt zich als een notaris in een kennispaleis. De bibliotheken zitten bovendien
duidelijk in de imitatiefase. Ze hebben weliswaar
vijf kernfuncties opgesteld: Kennis en informatie, Ontwikkeling en educatie, Lezen en literatuur,
Ontmoeting en debat en Kunst en cultuur, maar deze functies worden veelal vanuit een mechanistisch
wereldbeeld ingevuld. De bibliotheken zijn nog teveel bezig digitale kopieën te maken van de klassieke werkzaamheden. De collectievorming kreeg een
digitale kopie in de vorm van de functie Zoek&Boek. Veel gedrukte collecties zijn vervangen door digitale databestanden. Ook de kerntaak verstrekken
van inlichtingen en informatie kreeg een digitale kopie, namelijk Aladin. De fysieke bibliotheek is
grotendeels digitaal nagebouwd, precies zoals elke organisatie zichzelf in eerste instantie op internet heeft gekopieerd. De grote uitdaging voor het
bibliotheekwerk wordt de kerntaken postmodern in te vullen. Wil de bibliotheek relevant blijven dan moet de
organisatie plat worden en moeten alle ramen worden opengegooid. Samen met diverse partnerinstellingen
moet worden gewerkt aan een nieuwe functie: die van knooppunt in onze netwerksamenleving, waar kennis wordt gedeeld en vermeerderd.”
36
Rubriek
communicatie Samenstelling: Gerda Geven relevantie van de informatie nam snel toe. Het aantal
In 2008 had 86% van de huishoudens een
internetaansluting 1, Daarmee is het in Nederland goed
gesteld met de particuliere digitale toegankelijkheid.
Tenminste, procentueel gezien. Ook het aantal Hyvesen LinkedIn-accounts is met resp. 9,5 en 1,2 miljoen in
Nederland 2, aanzienlijk toegenomen. En medio 2009 zou circa 1,28% van de 32 miljoen unieke twitteraars (zo’n 400.000 accounts) uit Nederland komen 3,.
Maar betekenen deze aantallen dat we collectief
digitaal zijn gaan communiceren? Maken we gebruik van de specifieke eigenschappen van deze media? Of
gebruiken we ze grotendeels als een andere vorm van de overbekende communicatiemiddelen als affiches, flyers en advertenties?
Wie goed kijkt naar de manier waarop digitale media
worden ingezet, ziet dat er nog niet zoveel veranderd is in onze manier van communiceren. De homo digitalis doet nog veel op de ‘analoge’ manier.
Mailtjes, websites en digitale nieuwsbrieven
In de tweede helft van de jaren negentig kwam het internet als algemeen publieksdomein in beeld.
De toegankelijkheid van het net verbeterde en de
37
websites en e-mailaccounts groeide enorm. Digitaal communiceren betekende e-mailen en het plaatsen van informatie op websites; en voor veel mensen is het dat nog steeds.
Eigenlijk gebruiken we anno 2010 de e-mail nog steeds als een andere vorm van de brief en het
memo. We pompen er berichten en documenten
mee rond. De ontvangers printen ze en slaan ze in een ordner op. De partijen die hier het meest last
van hebben, omdat ze in hun werk bedreigd worden, zijn TNT-post en de interne postbezorgers. (En het
werk dat vroeger op secretariaten werd uitgevoerd – typen, opmaak, kopiëren en verzenden – wordt door
de medewerkers zelf gedaan. Maar dat is een andere discussie.)
Wat voor de e-mail geldt, is ook van toepassing op
de website. Voor de meeste bedrijven en organisaties is de website de bedrijfsfolder op het internet.
Uiteraard maken we gebruik van de handigheidjes die de huidige content managementsystemen ons bieden. We uploaden documenten zoals
jaarverslagen, catalogi en rapporten, we linken
door naar allerlei andere websites en plaatsen onze digitale nieuwsbrief op de site. Een groot voordeel
ten opzichte van de papieren bedrijfsfolder is dat de website navigatie- en zoekmogelijkheden heeft. Op die manier kunnen we alle informatie die we maar kunnen bedenken erop kwijt. De klant vindt altijd wel iets van zijn gading.
Met de inzet van deze twee digitale middelen
>
>
Digitaal communiceren: leuker, beter, meer impact, maar...
beschouwen wij de digitale communicatie geregeld.
veel voordelen tegenover staan: financieel gewin,
communicatie twee doodzonden.
en leuker werken alleen doen het ‘m niet. Daar
Maar de meesten van ons begaan in hun digitale • We houden onvoldoende rekening met de
specifieke eisen die digitale middelen stellen aan teksten.
• We houden onvoldoende rekening met de doelgroep die we proberen te bereiken.
Eigenlijk is er nog niet zo veel veranderd. We denken
en gedragen ons nog lang niet digitaal, ook al zijn we met z’n allen op het internet te vinden en sturen we miljoenen mailberichten heen en weer. Wat is zo specifiek aan digitale communicatiemiddelen?
Wat kunnen we meer, handiger, sneller of gewoon anders doen met de meest bekende beschikbare
digitale middelen? Wat is zo specifiek aan de digitale communicatiemiddelen? We kunnen in ieder geval chattend, skypend en videoconfererend real time
met elkaar van gedachten wisselen. We kunnen met
behulp van diverse programma’s allerlei beeld-, filmen muziekbestanden integreren en multimediaal communiceren. Diverse online platforms, zoals
Project place en het nog in ontwikkeling zijnde
Google Wave, bieden mogelijkheden om samen aan
macht, status, erkenning, heel veel plezier. Tijdwinst komt nog bij dat de meeste nieuwe middelen niet zo gebruiksvriendelijk zijn als men ons wil doen
geloven. Ze werken zelden ‘intuïtief’. Het kost (veel) tijd om ze zo toe te passen, dat hun specifieke
digitale eigenheid tot zijn recht komt. We zetten die eigenheid niet goed in en integreren het
onvoldoende in ons denken en werken. Daardoor
is het werken met digitale communicatiemiddelen op dit moment – voor de meesten van ons – nog ontzettend bewerkelijk.
Ik heb zelf enige ervaring opgedaan met het samen
werken aan een document, zowel op Project place als met Google Docs. Heel leuk. Soms handig. Maar na
verloop van tijd zit je met een onleesbaar document. Dan moet iemand toch de rommel opruimen om er een leesbaar geheel van te maken. Dat is nog niet zo eenvoudig met de teksten van een dyslecticus
(schrijffouten), twee academici (wollige tekst, lange zinnen) en iemand die in volzinnen spreekt, maar
staccato schrijft. Kortom, als ik – heel ouderwets en
analoog – de tekst zelf had geschreven en de anderen er tijdens een bespreking op had laten reageren, had het me veel minder tijd en ergernis gekost.
documenten te werken. Op sociale platforms treden
Nooit meer doen dan?
verbindingen.
Digitale communicatiemiddelen bieden talloze
we in contact met elkaar en leggen we onderling(e)
Meer direct, sneller, beeldender, leuker, informatiever en vaak met een grotere impact dan met de ‘oude’ communicatiemiddelen. Maar waarom doen we dat dan niet massaal?
Eén van de belangrijkste redenen is, dat de inzet
van andere middelen, het delen van informatie en het samenwerken aan documenten een andere
manier van werken vereisen. Voor de meeste mensen is het veranderen van ingesleten werkpatronen
moeilijk, zo niet onmogelijk. Daar moeten al heel
Dat is nou ook weer wat kort door de bocht.
mogelijkheden om communicatie leuker, beter, mooier, pakkender en informatiever te maken.
Het vergt alleen een enorme omslag in denken en doen. Het is de vraag of al die mensen die op de
‘oude’ manier hebben leren werken, geschikt zijn om die omslag te maken. De werkwijzen die we ons eigen gemaakt hebben en de waan van de
dag staan ons daarbij te veel in de weg. We laten ons niet zomaar een nieuwe manier van werken
opdringen. Al helemaal niet als het zoveel tijd kost. Volgens mij moeten we dat aan andere generaties overlaten. Generaties die voorzien zijn van een
digitaal gen. Ondertussen ga ik zo goed als ik kan mee met de flow, informeer me over de nieuwste
digitale communicatiemiddelen en -mogelijkheden en schakel zoveel mogelijk anderen in om een en ander uit te voeren. Dan gebeurt het tenminste
goed, zoals het bedoeld is en gebruikmakend van de mogelijkheden.
1 Bron: CBS-onderzoek uit 2009 2 Bron: Wikipedia 3 Bron: Twittermania.nl (blogbericht begin juli 2009)
38
Koninklijke Bibliotheek Een gesprek met Hans Jansen, directeur e-strategie Koninklijke Bibliotheek
‘Het geheugen van Nederland is straks gratis te raadplegen’ 39
“Onze missie,” schrijft de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag, “is het samenbrengen van mensen
en informatie.” Kortom, precies wat een ‘gewone’
bibliotheek ook wil. Toch hebben we het hier over
twee totaal gescheiden werelden. Maar daar gaat
verandering in komen, belooft Hans Jansen, directeur
e-Strategie van de Koninklijk Bibliotheek, kortweg KB.
>
binnenkomen. Het woord ‘alles’ verdient, als het
om die laatste twee categorieën gaat, wel enige
relativering, legt Hans Jansen uit. “We streven ernaar alleen die kranten en tijdschriften te verzamelen die er landelijk toe doen. Dus we hebben betrekkelijk weinig regionale en lokale kranten.”
Sinds 1990 houdt de KB zich ook bezig met digitale media en vanaf 2006 wordt serieus werk gemaakt
van het aanleggen van een e-Depot waarin digitale informatie wordt opgeslagen. Inmiddels omvat
dat depot al ruim 15 miljoen wetenschappelijke artikelen.
‘Bibliotheekvak had lang een wat in zichzelf gekeerde houding’ De Koninklijke Bibliotheek bestaat al sinds 1798 en
De laatste maanden stond de KB – nogal ongewoon
van de Stadhouders. Gaandeweg verbreedde het
schuilt in het onlangs verschenen Beleidsplan
omvatte aanvankelijk in hoofdzaak boekencollecties ‘verzamelgebied’ zich en ging men zich richten op de zogenaamde humaniora, werken die met de studie
van letterkunde en klassieke talen te maken hebben. Tegenwoordig is de taak van de KB simpelweg alles
te verzamelen wat er in Nederland wordt uitgegeven: boeken, kranten, tijdschriften. Waar die taak in
andere landen bij wet is geregeld, gebeurt het hier
sinds 1974 op basis van vrijwillige afspraken met de uitgevers.
Met 390 medewerkers en een jaarbudget van 52
voor het instituut – in het nieuws. De verklaring
2010-2013. “De tijden zijn veranderd,” zegt Jansen. “Van oudsher heeft het bibliotheekvak een wat in zichzelf gekeerde houding. We leggen collecties
aan en als u informatie nodig heeft dan komt u die maar halen. Maar de mensen komen niet meer. In
vorige beleidsplannen vind je die houding nog wel
terug. Ze zijn vaak nogal ‘wolkig’ geschreven en gaan over niet duidelijk gedefinieerde doelstellingen met betrekking tot infrastructuur en zo; vaak moeilijk concreet te vertalen naar beleid.”
miljoen euro, bestaande uit een rijksbijdrage van
Hoe anders is het nieuwe beleidsplan. Het
vergeleken met nationale bibliotheken in andere
digitaliseringsproject met als primaire doelstelling:
OCW en losse subsidies, is de Koninklijke Bibliotheek Europese landen van middelgrote omvang.
De doelstelling ‘alles verzamelen’ leidt ertoe dat de collectie jaarlijks met 45.000 boeken uitdijt, dat er 12.000 abonnementen op tijdschriften zijn en dat er dagelijks ruim honderd Nederlandse kranten
draait voor het grootste deel om een gigantisch
iedereen toegang verschaffen tot alles wat er in en
over Nederland gepubliceerd is. “Als we dat kunnen
realiseren dan weet ik zeker dat er veel meer gebruik gemaakt gaat worden van alles wat we hier hebben staan.”
40
Jansen betreft snel beantwoord. “Wat niet digitaal is wordt niet meer gebruikt. Digitaal is de norm geworden. Mensen verwachten niet anders en
ze zijn tevreden met de informatie die ze digitaal
vinden. Er wordt wel gezegd dat informatie die zo wordt gevonden tekortschiet qua volledigheid en
betrouwbaarheid, maar intussen is wel gebleken dat
mensen een redelijk goed onderscheidingsvermogen hebben.”
Een paar cijfers maken duidelijk hoe omvangrijk
het project is. Alle boeken, kranten en tijdschriften
die sinds 1470 in en over Nederland zijn verschenen
digitaliseren betekent ongeveer 730 miljoen pagina’s inscannen, een klus die twintig jaar gaat duren
en 300 miljoen euro gaat kosten. Net als bij het
verzamelen van wat in druk is verschenen, wordt bij het digitaliseren van kranten en tijdschriften
gekeken naar het belang van publicaties. Jansen: “Die keuzes worden gemaakt door breed
samengestelde commissies. Die kijken behalve naar wetenschappelijke waarde bijvoorbeeld ook naar
maatschappelijke relevantie. Daarbij moeten soms lastige afwegingen worden gemaakt, want een
tijdschrift dat je nu als onbelangrijk terzijde schuift kan over honderd jaar voor cultuurhistorici heel interessant zijn.”
‘Over de hele wereld hebben we naar ontbrekende kranten gezocht’ De eerste stap naar volledige digitalisering van de
collectie werd in 2006 gezet. Dankzij een belangrijke subsidie van de Nederlandse Organisatie voor
Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) kon een begin worden gemaakt met het digitaliseren van acht
miljoen krantenpagina’s uit de periode 1618-1945.
41
welke kranten in welke periode relevant waren en welke niet. Jansen schat dat de collectie kranten zo goed als compleet is. “We hebben veel werk
moeten verzetten en soms over de hele wereld naar ontbrekende exemplaren gezocht. In technisch
opzicht is het ook een moeilijke opdracht, want er
zitten kranten bij die al uit elkaar vallen als je er naar kijkt. Gelukkig kunnen we soms terugvallen op het digitaliseren van microfiches.”
De forse subsidie van NWO illustreert het
wetenschappelijke belang dat aan de ontsluiting van de krantenpagina’s wordt gehecht. “Ze financieren
dit project om ervoor te zorgen dat al het materiaal
beschikbaar komt voor onderzoekers. Daarbij kun je
denken aan historici, maar ook aan taalkundigen en economen.”
Het eerste gedeelte van de gedigitaliseerde krantencollectie zal vanaf juni 2010 via een website beschikbaar komen voor het grote publiek. Uiteindelijk zullen alle door de KB gedigitaliseerde informatiebronnen via internet toegankelijk zijn. Gratis en voor iedereen! Er moet wel voor een
luttel bedrag een lenerspas van de KB worden
aangevraagd. Daarmee krijg je een inlogcode die
onbeperkt toegang biedt tot de digitale bibliotheek. Jansen: “Onze digitale collectie kan een prachtige uitbreiding zijn van het dienstenpakket van de
openbare bibliotheken. Juist nu gesproken wordt over het omvormen van bibliotheken tot sociaalculturele centra met een meerwaarde, is het
natuurlijk fantastisch als je daar straks gratis ‘het geheugen van Nederland’ kunt raadplegen.”
>
De vraag ‘waarom alles willen digitaliseren?’ is wat
Ook hier bepaalt een wetenschappelijke commissie
42
W.A. Costa
Slimme Skimmer
43
In mijn financiële wereld blijft het zwalken tussen de hausses en de baisses. Het is al een tijdje bikkelen geblazen voor iedereen die voor Costa aan het werk is. Mijn mensen piepen dat de slavernij is afgeschaft – toch? Onlangs hoorde ik een medewerkster klagen in de lounge. Ze had het nondeju over de Negerhut van Oom Tom en daar
bedoelde ze mijn mooie Costa-kantorencomplex met een inrichting van Jan des B. die ook in het zwart zijn mannetje staat. Ik heb de geheel witte uitvoering van Jan, want gezeur met de fiscus is als plassen bij een fikse storm: doe je dat tegen de wind in dan krijg je het gegarandeerd voor de broek. Maar terzake: ik zie mijn mensen nog niet
overstappen naar de bouw of emigreren naar IJsland. Bovendien zijn we bij Costa Investments weer aan de bonus en dat werkt als vanouds. Mijn rainmakers zitten weer bijna op het niveau van drie jaar geleden, dus waar hebben we
het over. Nee: dan de ellende met de betaalpas van mijn echtgenote. Staat op het treinstation een kaartje te scoren. Blijkt een slimme skimmer haar in de kaart te hebben gekeken. Onthutst zag ze het laatste bankafschrift: nada, noppus, empty, ganz uitgekleed. Digitaal gestript.
Maar het kan nog erger. Ik heb van mijn IJslandse zakenrelatie Smilla Dollardottir een Icephone gekregen bij haar afscheid van de Iscreambanki in Reykjavík. Je kunt met dat ding sinds kort op 1 plek in Nederland ook e-books uit
IJslandse bibliotheken lenen. Bij een automaat in de vorm van een ijsbergje in de hal van DNB aan het Westeinde in Amsterdam. Schijnt Wouter Bos nog net voor zijn terugkeer naar de schoot van het gezin bedongen te hebben voor Nederlandse Icesave-gedupeerden. Toen ik vorige week bij DNB moest zijn heb ik het even geprobeerd. Het leendownloadpinnen van een e-book uit de bibliotheek van Hafnarfjörður ging goed. Alleen kreeg ik al na een
paar dagen hele vervelende mailberichten van die IJslanders: boetes en vergoedingen voor e-books die ik niet had
geleenddownloadpind. Ik heb het meteen besproken met de ICT-staf van de basisbibliotheek De Lezerstraal waar ik
lid van de RVT ben. Mijn digicode blijkt in de hal van DNB geript te zijn door een slimme skimmer. Iemand heeft met
mijn code op mijn naam de hele e-boekenbibliotheek van Hafnarfjörður en Reykjavík verdonkeremaand. Smilla heeft met een paar telefoontjes binnen haar IJslandse netwerk gelukkig een regeling kunnen treffen. Maar mijn Icephone ligt in de koelkast en blijft daar voorlopig. W.A. Costa Gelijkenissen met bestaande organisaties, bedrijven of personen zijn geheel voor rekening van de lezer.
Samen sterk in BIBLIOTHEEKWERK
ProVisie is een uitgave van
Biblioservice Gelderland
Biblioservice Gelderland
bedoeld voor werkcontacten
van de provincie Gelderland
6845 BH Arnhem
Biblioservice Gelderland en en relaties in het
blibliotheekwerk en bij de diverse overheden.
Thematisch worden
onderwerpen belicht.
ondersteunt – in opdracht
en in samenspraak met de
bibliotheken – het openbare
bibliotheekwerk in Gelderland en maakt deel uit van de Rijnbrinkgroep.
Bedoeling is kennis te delen en
Redactie: Wim Broekman, Gerda
ProVisie verschijnt in principe
Ummelen, Jos Vlak
standpunten uit te wisselen.
2x per jaar. Reageren? Graag!
Zeelandsingel 40, Postbus 9052,
6800 GR Arnhem T (026) 386 09 11
F (026) 382 00 19
E
[email protected]
Geven, Cecile Janssen, Bert Vormgeving: Sjoerd de Vos Fotografie: Dreamstime, KB, Sjoerd de Vos
© 2010, Biblioservice Gelderland 44