Uitgegeven: 13 mei 2009 2009 no. 39 PROVINCIAAL BLAD VAN FRYSLAN
Regeling van 12 mei 2009 tot wijziging van de Uitvoeringsregeling projectsubsidies economie, recreatie en toerisme, houdende regels betreffende de subsidiëring van activiteiten op het terrein van economie, recreatie en toerisme. Gedeputeerde staten van Fryslân, gelet op de Algemene wet bestuursrecht, de Algemene subsidieverordening provincie Fryslân 2006 en de Subsidieverordening economie, recreatie en toerisme, besluiten de Uitvoeringsregeling projectsubsidies economie, recreatie en toerisme te wijzigen als volgt:
Artikel I A Artikel 1 wordt gewijzigd als volgt: Na de letter m. wordt aan het eind van de zin de punt vervangen door een punt komma. Na de letter m. worden vier onderdelen ingevoegd, die luiden: n.
o.
p. q.
tankstation: een bestaand openbaar commercieel uitgiftepunt van transportbrandstoffen dat voldoet aan de daarvoor geldende technische specificaties, veiligheidsvoorschriften, toepasselijke regelgeving en vergunningen en is goedgekeurd door daartoe bevoegde instanties; aardgasvulpunt: installatie bestaand uit een compressorinstallatie, een voorraadbuffertank, waarin aardgas onder een druk van minimaal 200 bar is opgeslagen en een aflevertoestel op een tankstation waarmee aardgas wordt afgeleverd in de brandstoftanks van motorvoertuigen die aardgas als motorbrandstof gebruiken; bio-ethanolvulpunt: installatie op een tankstation waarmee E85 motorbrandstof wordt afgeleverd in de brandstoftanks van motorvoertuigen die bio-ethanol als motorbrandstof gebruiken; biodieselvulpunt: installatie op een tankstation waarmee B100 motorbrandstof wordt afgeleverd in de brandstoftanks van motorvoertuigen die biodiesel als motorbrandstof gebruiken.
B Na artikel 56 wordt een nieuwe titel 7 ingevoegd, luidende:
Versie 16 april 2009 11.00 uur
Titel 7 Stimuleren vulpunten voor duurzame transportbrandstoffen Artikel 57 Doel De subsidieregeling heeft als doel te stimuleren dat er in de provincie Fryslân zeven vulpunten worden gerealiseerd waar duurzame transportbrandstoffen kunnen worden getankt.
Artikel 58 Subsidiabele activiteiten 1. Gedeputeerde Staten kunnen op aanvraag subsidie verstrekken voor de volgende activiteiten: a. het realiseren van een aardgasvulpunt; b. het realiseren van een bio-ethanolvulpunt; c. het realiseren van een biodieselvulpunt; d. het realiseren van een combinatie van de vulpunten genoemd onder a, b en c; 2. De activiteiten als genoemd in het eerste lid moeten worden gerealiseerd binnen de grenzen van de provincie Fryslân. Artikel 59 Aanvraag, verdeelsystematiek en beslissing 1. Subsidie dient te worden aangevraagd middels een door Gedeputeerde Staten vastgesteld aanvraagformulier. 2. Een aanvraag wordt ingediend binnen een door gedeputeerde staten te bepalen aanvraagperiode. Gedeputeerde Staten maken hiervan melding in twee regionale dagbladen. 3. Gedeputeerde Staten beslissen op volgorde van binnenkomst, met dien verstande dat wanneer de aanvrager met toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht in gelegenheid is gesteld de aanvraag aan te vullen, de dag waarop de aanvulling is ontvangen, met betrekking tot de verdeling als datum van ontvangst geldt. 4. Voor zover door verstrekking van subsidie voor aanvragen, die op dezelfde dag zijn ontvangen, het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de onderlinge rangschikking van die aanvragen vastgesteld door middel van loting. Artikel 60 Toetsingscriteria 1. Subsidie wordt verleend onder de opschortende voorwaarde dat alle van overheidswege vereiste vergunningen en overige toestemmingen zijn verkregen en, voorzover niet door de provincie zelf verleend, in afschrift aan de provincie zijn overgelegd. 2. Subsidie wordt geweigerd indien voor de activiteit op grond van de Regeling van de minister van Economische Zaken van 26 oktober 2004, nr.WJZ 4067092, tot vaststelling van regels inzake subsidies energietransitie-experimenten (Unieke kansen regeling) of het Subsidieprogramma Tankstations Alternatieve brandstoffen (Stcrt. 21 mei 2008, nr. 95) subsidie is aangevraagd en verstrekt. 3. De subsidie voor een vulpunt wordt geweigerd, indien op grond van deze regeling subsidie is verleend voor een soortgelijk vulpunt binnen een straal van 5 kilometer, hemelsbreed gemeten, vanaf het te realiseren vulpunt waarop de aanvraag betrekking heeft. Artikel 61 Hoogte van de subsidie 1. De subsidie bedraagt maximaal 50% van de kosten van het realiseren van een aardgasvulpunt met een maximaal subsidiebedrag van €30.000,= per vulpunt. 2. De subsidie bedraagt maximaal 50% van de kosten van realiseren van een biodieselen bio-ethanolvulpunt met een maximaal subsidiebedrag van €20.000,= per vulpunt.
Versie 16 april 2009 11.00 uur
3. 4.
De subsidie bedraagt maximaal 50% van de kosten van het ombouwen van een bestaand vulpunt naar een biodiesel- en, bio-ethanolvulpunt met een maximaal subsidiebedrag van €5.000,= per vulpunt. De hoogte van de subsidie kan worden aangepast om te voldoen aan Europeesrechtelijke bepalingen voor staatssteun.
Artikel 62 Verplichtingen subsidieontvanger De subsidieontvanger is verplicht om: a. het op grond van deze subsidieregeling gesubsidieerde vulpunt ten minste drie jaar, gerekend vanaf de datum van ingebruikname van het vulpunt, in stand te houden voor de levering van aardgas, bio-ethanol, of biodiesel; b. het vulpunt te verzekeren en verzekerd te houden op basis van herbouw- of vervangingswaarde tegen de schade als gevolg van brand, storm, braak of vernietiging. c. de activiteit uit te voeren binnen 24 maanden nadat het besluit tot subsidieverlening is bekendgemaakt. Gedeputeerde Staten kunnen in bijzondere gevallen ontheffing verlenen van deze termijn. Artikel 63 Beschikking tot subsidievaststelling De subsidieontvanger dient binnen acht weken na realisatie van de activiteit waarvoor subsidie is verleend een aanvraag tot subsidievaststelling in, met gebruikmaking van een daartoe ter beschikking gesteld formulier.
C Artikel 57 wordt vernummerd tot artikel 64. Artikel II Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin zij wordt geplaatst.
Versie 16 april 2009 11.00 uur
Toelichting Algemeen De colleges van de provincies Drenthe, Groningen en Fryslân hebben in juni 2008 de toekomstagenda en het Actieplan 2008-2011 biotransportbrandstoffen en duurzame mobiliteit vastgesteld. Kortweg wordt dit het 100.000 voertuigenplan genoemd, want de ambitie is dat in 2015 in de drie noordelijke provincies 100.000 voer- of vaartuigen op duurzame brandstoffen rijden of varen. Ook elektrisch rijden en varen valt hier onder. Het 100.000 voertuigenplan zet in op stimulering van distributie en gebruik van duurzame transportbrandstoffen. Rijden op duurzame transportbrandstoffen is niet aantrekkelijk zolang deze niet of nauwelijks verkrijgbaar zijn. Met deze subsidieregeling willen gedeputeerde staten van Fryslân stimuleren dat er in de provincie Fryslân vulpunten worden gerealiseerd waar duurzame transportbrandstoffen verkrijgbaar zijn. Eén van de actiepunten uit het 100.000 voertuigenplan is, dat er in Drenthe, Groningen en Fryslân in ieder geval per provincie zeven vulpunten worden gerealiseerd waar duurzame transportbrandstoffen kunnen worden getankt. De gekozen duurzame transportbrandstoffen zijn: aardgas als voorloper van groengras, bio-ethanol, of biodiesel. De subsidie is bestemd voor het realiseren van vulpunten. Verder kan €5.000,= subsidie worden verleend, wanneer een bestaand vulpunt wordt omgebouwd. Voorwaarde die wordt gesteld is dat een vulpunt waarvoor subsidie is verleend na ingebruikname ten minste drie jaar in gebruik blijft. De regeling is als nieuwe titel 7 ingevoegd in de al bestaande Uitvoeringsregeling projectsubsidies economie, recreatie en toerisme. De begripsbepalingen, daarmee wordt bedoeld de uitleg van wat in deze verordening wordt verstaan onder een tankstation of een vulpunt, zijn opgenomen in artikel 1 van de Uitvoeringsregeling projectsubsidies economie, recreatie en toerisme. In dit artikel staan alle begripsbepalingen genoemd. Ze staan dus niet in de nieuwe titel 7. Artikelgewijze toelichting Artikel 57 In dit artikel wordt het doel van de regeling beschreven. Subsidie wordt verstrekt voor het realiseren van vulpunten waar duurzame transportbrandstoffen kunnen worden getankt. Artikel 58 In dit artikel wordt beschreven welke activiteiten subsidiabel zijn. Het gaat concreet om het realiseren van vulpunten voor aardgas, bio-ethanol en biodiesel. Ook wanneer bij een bestaand tankstation één van genoemde vulpunten wordt gerealiseerd komt deze in aanmerking voor subsidie. De activiteiten moeten wel binnen de provinciegrenzen worden gerealiseerd. Artikel 59 Dit artikel bepaalt dat de subsidie moet worden aangevraagd middels een door gedeputeerde staten vastgesteld aanvraagformulier. De subsidie moet binnen een bepaalde periode, die door gedeputeerde staten wordt bepaald, worden aangevraagd. Dit betekent dat de regeling op een bepaalde datum wordt opengesteld, vanaf die datum kunnen aanvragen voor subsidie worden ingediend. De regeling kan vervolgens ook door gedeputeerde staten worden gesloten. Aanvragen die buiten deze periode worden ingediend worden niet in behandeling genomen. Openstelling en sluiting worden door gedeputeerde staten gepubliceerd in twee regionale dagbladen.
Versie 16 april 2009 11.00 uur
In het derde lid wordt geregeld dat de aanvragen in volgorde van binnenkomst worden behandeld. Bepalend hierbij is dat de aanvraag compleet moet zijn, dus niet volledige aanvragen worden teruggestuurd met het verzoek ze aan te vullen. Als datum van binnenkomst geldt dan de datum waarop de volledige aanvraag bij de provincie is ingekomen. Voor deze regeling is een bepaald budget beschikbaar. Dit is het subsidieplafond. Wanneer dit plafond is bereikt, dan worden de overige aanvragen afgewezen. Indien op dezelfde dag meerdere aanvragen binnenkomen en op die dag wordt het subsidieplafond bereikt dan wordt de onderlinge rangschikking van die aanvragen door loting bepaald. Artikel 60 De provincie wil alleen subsidie verlenen voor vulpunten die ook daadwerkelijk in gebruik worden genomen. Dat betekent dat een aanvrager van een subsidie voor het realiseren van een vulpunt over alle wettelijk vereiste vergunningen en alle benodigde toestemmingen moet beschikken. Van deze vergunningen en toestemmingen moet een afschrift aan de provincie worden overgelegd, tenzij de vergunning of toestemming door de provincie zelf is verleend. In het eerste lid is geregeld dat de subsidie pas wordt verleend als deze gegevens zijn overgelegd. Dit houdt concreet in dat de subsidie niet wordt uitbetaald zolang deze gegevens niet zijn ontvangen. In het tweede lid is geregeld dat de subsidie wordt afgewezen wanneer voor de betreffende vulpunten al subsidie is aangevraagd en verstrekt vanuit de Regeling van de minister van Economische Zaken van 26 oktober 2004, nr.WJZ 4067092, tot vaststelling van regels inzake subsidies energietransitie-experimenten (Unieke kansen regeling) of het Subsidieprogramma Tankstations Alternatieve brandstoffen (Stcrt. 21 mei 2008, nr. 95). Met deze bepaling wil gedeputeerde staten voorkomen dat op basis van meerdere regelingen voor hetzelfde vulpunt subsidie wordt verkregen. Wanneer voor de genoemde regelingen een aanvraag is ingediend, maar deze is afgewezen, dan kan wel subsidie worden gevraagd op grond van de Uitvoeringsregeling projectsubsidies economie, recreatie en toerisme. De subsidie wordt ook afgewezen wanneer het subsidieplafond is bereikt. Dit is het maximale budget dat voor de uitvoering van deze Uitvoeringsregeling beschikbaar is. Dat de subsidie dan geweigerd wordt vloeit rechtstreeks voort uit artikel 4:27 van de Algemene wet bestuursrecht en is daarom niet apart in deze regeling opgenomen. Het subsidieplafond wordt door gedeputeerde staten bekend gemaakt. Artikel 61 In dit artikel wordt de hoogte van de subsidie geregeld. Maximaal 50% van de kosten van het realiseren van een vulpunt kan worden vergoed. Daarbij geldt voor aardgasvulpunten dat niet meer dan €30.000,= per vulpunt wordt vergoed. Voor biodiesel- en bio-ethanolvulpunten geldt dat niet meer dan €20.000,= per vulpunt wordt vergoed. Ook kan subsidie worden verleend voor het ombouwen van een bestaand vulpunt. Ook dan geldt dat maximaal 50% van de kosten van het ombouwen van een bestaand vulpunt wordt vergoed, met een maximum bedrag van €5.000,=. Dit geldt alleen voor het ombouwen van een bestaand vulpunt in een biodiesel- en bio-ethanolvulpunt. In het vierde lid staat aangegeven dat de hoogte van de subsidie kan worden aangepast om te voldoen aan Europeesrechtelijke bepalingen voor staatssteun. Het verlenen van steun of ander voordeel aan ‘economische activiteiten’ kan duiden op staatssteun. Dit begrip wordt ruim geïnterpreteerd binnen de Europese regelgeving. Steun is verboden, maar de Europese Commissie heeft uitzonderingen geformuleerd in diverse regelgeving. Voorbeelden hiervan zijn: - de algemene groepsvrijstellingsverordening (Verordening (EG) nr. 800/2008 van 6 augustus 2008), waarin verschillende categorieën van steunverlening onder voorwaarden zijn vrijgesteld van aanmelding bij de Europese Commissie;
Versie 16 april 2009 11.00 uur
- de-minimisverordening (Verordening (EG) nr. 1998/2006 van 15 december 2006). Op grond van deze verordening kan onder voorwaarden zonder aanmelding bij de Europese Commissie aan een onderneming maximaal € 200.000,- steun worden verleend over een periode van drie belastingjaren, waarbij rekening moet worden gehouden met overige steun die de onderneming in de betreffende periode heeft ontvangen van overheden. Of een onderneming in aanmerking komt voor steunverlening op grond van de de-minimisverordening moet blijken uit een door de ondernemer ingevulde en ondertekende Verklaring de-minimissteun. Indien bij de subsidieverstrekking op grond van deze uitvoeringsregeling sprake is van staatssteun, moet worden beoordeeld of de steun past binnen de Europese kaders voor staatssteun. De subsidie zal alleen dan worden verstrekt indien zij past binnen voornoemde kaders. Dit kan gevolgen hebben voor de hoogte van de subsidie. Artikel 62 In dit artikel worden de verplichtingen van de subsidieontvanger geregeld. De vulpunten waarvoor subsidie wordt verleend moeten gedurende een periode van drie jaar in gebruik worden gehouden voor het leveren van aardgas, bio-ethanol of biodiesel. Deze eis vloeit direct voort uit de doelstelling van deze regeling. Er moet een betrouwbaar netwerk ontstaan waar duurzame transportbrandstoffen kunnen worden getankt. De andere eis in dit artikel dat het tankstation verzekerd moet zijn, vloeit ook voort uit de doelstelling van de regeling. Artikel 63 Dit artikel bepaalt dat binnen een periode van 8 weken nadat het tankstation is gerealiseerd een aanvraag moet worden ingediend om de subsidie vast te kunnen stellen. Bij de vaststelling van de subsidie wordt beoordeeld of de eerder verleende subsidie ook daadwerkelijk voor dat bedrag kan worden vastgesteld. Deze aanvraag moet plaatsvinden met een daarvoor ter beschikking gesteld aanvraagformulier.
Versie 16 april 2009 11.00 uur